Jaarverantwoording 2014
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Nobego
Stichting Nobego Meestoofweg 10 4475 AR Wilhelminadorp
Versie 1.3 Definitief
T 0113 219228 E
[email protected] W www.nobego.nl
1
Inhoud Voorwoord ..................................................................................... 4 Verslag Raad van Toezicht ............................................................. 5 1. Missie, visie en beleidskaders ................................................... 7 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2 2.1 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Doelstellingen ............................................................................................... 7 Missie........................................................................................................... 7 Visie ............................................................................................................ 7 Beleidskaders .............................................................................................. 11 Strategisch beleid ........................................................................................ 12
Organisatie ............................................................................. 13 Juridische structuur...................................................................................... Raad van Toezicht ....................................................................................... Voorzitter van het College van Bestuur ........................................................... De scholen van Nobego ................................................................................ Medezeggenschap........................................................................................ Bestuurskantoor .......................................................................................... Klachten en klachtafhandeling .......................................................................
13 13 14 16 16 17 17
Onderwijs ............................................................................... 18 Onderwijsinspectie ....................................................................................... Identiteit .................................................................................................... Onderwijs ................................................................................................... Fusie .......................................................................................................... Samenwerkingsverband ...............................................................................
18 18 19 24 24
4. Personeel ................................................................................. 26 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
5 5.1 5.2 5.3 5.4
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Personeelsbestand ....................................................................................... Werkgelegenheidsbeleid, boventalligheid en Sociaal Plan .................................. Ziekteverzuim en arbobeleid ......................................................................... CAO PO 2014-2015 ...................................................................................... Personeelsbeleid .......................................................................................... Professionele ontwikkeling en scholing ........................................................... Overige personeelszaken ..............................................................................
26 27 28 29 29 30 30
Huisvesting ............................................................................. 32 Schoollocaties ............................................................................................. Huisvestingsplan ......................................................................................... Doordecentralisatie onderhoud ...................................................................... Meerjarenonderhoudsplanning.......................................................................
32 32 33 33
Financiën ................................................................................ 34 Financieel beleid .......................................................................................... Planning en control ...................................................................................... Administratie .............................................................................................. Risicoanalyse .............................................................................................. Treasury ..................................................................................................... Analyse van het resultaat .............................................................................
34 35 35 35 36 37
2
6.7 6.8 6.9
Verschillenanalyse ....................................................................................... 40 Financiële positie ......................................................................................... 44 Kengetallen................................................................................................. 46
7. Toekomst ................................................................................ 47 7.1 7.2
Terugblik en vooruitblik ................................................................................ 47 Meerjarenbegroting...................................................................................... 48
Grondslagen ................................................................................ 52 Algemeen ........................................................................................................... Vergelijkende cijfers ............................................................................................ Schattingswijziging .............................................................................................. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva ............................................ Grondslagen voor resultaatbepaling ....................................................................... Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht ......................................
52 52 52 52 55 56
A. Balans per 31-12-2014 na resultaatbestemming ..................... 57 B. Staat van baten en lasten over 2014 ....................................... 58 C. Kasstroomoverzicht over 2014 ................................................ 59 D. Toelichting behorende tot de balans ........................................ 60 Niet uit de balans blijkende verplichtingen .................................. 65 E. Overzicht verbonden partijen................................................... 65 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 ...... 66 G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule . 71 G2-A Aflopend ultimo 2014 .......................................................... 71 G2-B Doorlopend in een volgend verslagjaar ............................... 71 WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector ..................................................................... 72 Vaststellen en goedkeuren van de jaarrekening .......................... 73 Overige gegevens ........................................................................ 74
3
Voorwoord Stichting Openbaar Primair Onderwijs Nobego biedt u hierbij het jaarverslag over 2014 aan. In dit jaarverslag leggen we verantwoording af over de wijze waarop we getracht hebben met alle ons ter beschikking staande middelen goed onderwijs te realiseren voor de kinderen die aan ons zijn toevertrouwd. We willen u een realistisch beeld geven van de wijze waarop we dit gedaan hebben. We schrijven over de resultaten en successen die we geboekt hebben, maar ook over de tegenslagen die ons pad gekruist hebben. Ondanks het feit dat de bekostiging mede vanwege de daling van het aantal leerlingen onder druk blijft staan, is Nobego erin geslaagd om een positief exploitatieresultaat te presenteren. Natuurlijk blijft de krimp ook een aandachtspunt voor de toekomst, maar we hebben vertrouwen dat we de positieve koers zijn ingeslagen. Voor de toekomst ligt onze nadruk op het waarborgen en investeren in de kwaliteit van het onderwijs en het samenwerken met verschillende partijen in De Bevelanden om zo de krachten te bundelen en financieel en onderwijskundig een gezonde organisatie te blijven. Onze belangrijkste ambitie ligt in het realiseren van een continue verbetering. In dit jaarverslag beschrijven we onze financiële en inhoudelijke verantwoording met daarin de wettelijk verplichte onderdelen: •
de balans per 31 december 2014 en
•
de staat van baten en lasten over de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014
Beide delen zijn voorzien van de nodige specificaties en toelichtingen.
Wij wensen u veel leesplezier! Pim van Kampen Voorzitter van het College van Bestuur Stichting Openbaar Primair Onderwijs Nobego, juni 2015
4
Verslag Raad van Toezicht De Raad van toezicht Nobego is gestart op 1 januari 2014. Zeven nieuwe leden, die vol enthousiasme aan de slag zijn gegaan. Dit in het besef dat 2014 in sommige opzichten ook een leerjaar zou zijn. De Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden. Bij de samenstelling is rekening gehouden met een spreiding van deskundigheid en maatschappelijke achtergrond. Eén lid heeft zich om redenen van gezondheid in de loop van 2014 terug getrokken. Besloten is deze vacature vooralsnog open te laten. De stichting Nobego werkt met de Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs. Dit vanuit het besef dat goed bestuur bijdraagt aan goed onderwijs voor elk kind. Goed bestuur is vooral een kwestie van gedrag en cultuur. Conform de Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs zijn de statuten van de stichting Nobego per 1 januari 2014 gewijzigd. De bevoegdheden van de onderscheiden organen zijn vastgelegd in reglementen voor de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de Directeuren. Algemeen De stichting Nobego moet, zoals andere onderwijskoepels, werken onder bijzondere omstandigheden. Het strakke financiële kader, de oprukkende krimp, de gewenste en noodzakelijke samenwerking en de uitdrukkelijke wens de kwaliteit van het onderwijs op het niveau te brengen en te houden, dat deze tijd vereist. Tot 1 april 2014 fungeerde de voormalige interim-directeur als waarnemend voorzitter van het College van bestuur. Eén van de taken van de nieuwe Raad van Toezicht was het aantrekken van een nieuwe voorzitter van het College van Bestuur. De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur, in de persoon van Pim van Kampen, is op 1 april 2014 van start gegaan. Het jaar 2014 De Raad van Toezicht kwam voltallig in reguliere vergaderingen zes keer bijeen. Tijdens deze vergaderingen maar zeker ook los van deze reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht als geheel maar hebben ook individuele leden inhoud gegeven aan de rollen toezichthouder, werkgever en klankbord voor de voorzitter van het College van Bestuur. Een extra vergadering is gewijd aan de strategie van de stichting. De volgende onderwerpen stonden één of meer keren op de agenda: •
Begroting, meerjarenbegroting, jaarrekening, evaluatie financieel beleid, treasury statuut, risicomanagement en allocatiemodel;
•
Bestuurlijke samenwerking (breed en ihb Achthoek/Ichthus, passend Onderwijs en Transfercentrum Onderwijs Zeeland);
•
Rapporten Inspectie Onderwijs, schoolbezoeken, vernieuwing St@mperiusschool;
5
•
Missie, Visie 2015-2019;
•
Toezichtkader, beoordelings- en functioneringsdocument College van Bestuur;
•
Bestuursakkoord PO;
•
Krimp en kwaliteit.
Als onderdeel van de vergadering vond overleg plaats met de directeuren, de staf en de GMR. Het jaar 2015 In het jaar 2015 zal de krimp een hoofdrol spelen in de gesprekken tussen RvT en CvB. De daarmee samenhangende wens tot bestuurlijke samenwerking zal zeker de aandacht vragen. Een onlangs gehouden tevredenheidsmeting onder medewerkers, ouders en leerlingen zal input leveren voor verdere discussies over verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Zelfevaluatie In april 2015 heeft de Raad van Toezicht van Nobego een zelfevaluatie gedaan over haar functioneren in 2014. De Raad van Toezicht is eind 2013 geworven en startte met origineel 7 personen. De Raad van Toezicht als orgaan is de uitkomst van de transitie van het verzelfstandigde openbaar schoolbestuur naar een professioneel toezichts- en bestuursmodel. Het jaar 2014 is daarmee het eerste jaar dat er een Raad van Toezicht is en had daarmee de verantwoordelijkheid om zinvol mede richting te geven aan het functioneren van Nobego als schoolbestuur na een periode van bestuurlijke en organisatorische onrust. Het jaar 2014 heeft achteraf terugkijkend in het teken gestaan van deze transitie. Dit met name voor de in april dit jaar door de Raad van Toezicht geselecteerde bestuurder, en daarmee ook voor de Raad van Toezicht als toezichthouder. Samenvattend stelt de Raad van Toezicht in haar zelfevaluatie vast dat de transitie enerzijds en de start van de Raad van Toezicht met een voor een belangrijk deel nieuwe en nog onervaren spelers Nobego in 2014 geen windeieren heeft gelegd. Nobego komt weer op koers, het vertrouwen begint te herstellen en de financiële positie van de organisatie is, mede door toedoen van collectieve Rijksmaatregelen, weer op orde. Dat maakt niet dat de Raad van Toezicht al geheel tevreden is over haar eigen functioneren. Er zijn nog veel zaken die meer routine moeten krijgen en het vraagstuk nabijheid en betrokkenheid versus distantie en beschouwing vragen nog aandacht en ontwikkeling. De Raad van Toezicht heeft daarover in haar evaluatie afspraken gemaakt die te maken hebben met agendavoering, taakverdeling en bespreking van thema’s en strategie. In 2015 gaat de Raad van Toezicht verder met zes leden. Zorgen maakt de Raad van Toezicht zich over de ‘kwetsbaarheid’ van Nobego als klein schoolbestuur en in het bijzonder op het gebied van onderwijskwaliteit. Regionale krimp en relatief kleine scholen zijn daar mede debet aan. De Raad van Toezicht zal voor 2015 daar specifieke en bijzondere aandacht aan geven.
6
1.
Missie, visie en beleidskaders
1.1
Doelstellingen
De doelstelling van Nobego is feitelijk verwoord in de statuten van de stichting en luidt als volgt: 1. Het doel van de stichting is het in stand houden van openbare scholen voor primair onderwijs en openbare scholen voor speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 48 van de WPO en artikel 49 van de WEC. Om haar doel te bereiken kan de stichting gebruik maken van alle wettige middelen die daaraan dienstbaar zijn. 2. Het openbaar onderwijs dat wordt verzorgd door de stichting in stand gehouden openbare scholen draagt bij aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor de kernwaarden van het openbaar onderwijs, zijnde: a. ieder kind is welkom, b. iedereen is benoembaar, c. aandacht voor normen en waarden die leven in de Nederlandse samenleving met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid hiervan, d. democratische waarden en normen binnen de samenleving met aandacht voor burgerschap, aandacht voor levensbeschouwelijke en godsdienstige waarden en respectvolle omgang ten aanzien van de verscheidenheid binnen de samenleving. 1.2
Missie
De missie van Nobego luidt: “Onderwijs op maat voor elk kind, met aandacht voor de autonomie en authenticiteit van elk mens en in een respectvolle omgang met elkaar en met de wereld waarin wij leven; dit met oog op de leefbaarheid van de maatschappij van morgen.” 1.3
Visie
Een visie is een inspirerend, uitdagend en dynamisch beeld van de toekomst. Het is een ambitieus en collectief gedeeld beeld van de toekomst, dat perspectieven biedt over wat een organisatie wil doen. Het dynamische karakter van de visie geeft aan dat de visie een richting aangeeft, maar dat deze richting ook bijgesteld kan worden. Op de valreep van 2013-2014 heeft Nobego de vernieuwde visie vastgesteld. Deze visie “Samen Nòg Verder In Leren” is hieronder weergegeven. Deze visie is in de tweede helft van 2014 tegen het licht gehouden in het kader van de schoolplanontwikkeling. Eén keer in de vier jaar worden de schoolplannen bijgesteld, vernieuwd en opnieuw vastgesteld. Dit proces neemt flink wat tijd in beslag. De bedoeling is dat dit in de eerste helft van 2015 wordt afgerond. Nobego heeft dan weer nieuw vastgestelde schoolplannen 2015-2019. De missie/visie van Nobego is het kader voor de schoolplannen. De visie “ Samen Nòg Verder In Leren” van Nobego is opgebouwd uit zes hoofdcomponenten:
7
1. Identiteit 2. Onderwijs 3. Personeel 4. Organisatie 5. Huisvesting 6. Financiën In de volgende paragrafen staan deze hoofdcomponenten verder uitgewerkt. Identiteit Nobego hanteert de vijf kernwaarden van het openbaar onderwijs, waaraan leerkrachten, leerlingen en ouders zich committeren. De vijf kernwaarden zijn: * ieder kind is welkom Bij Nobego spelen levensovertuiging, etniciteit of seksuele geaardheid geen rol bij toelating. * wederzijds respect Bij Nobego is er respect voor ieders mening en wordt de diversiteit aan opvattingen aangegrepen om van elkaar te leren. * waarden en normen Bij Nobego worden de normen en waarden van de Nederlandse samenleving gerespecteerd. Deze verworvenheden geven ruimte voor opvattingen van minderheden. * school en samenleving De Nobego-scholen hebben een open karakter. Zij betrekken de omgeving actief bij hun activiteiten en nemen op hun beurt actief deel aan de omgeving. * levensbeschouwing en godsdienst De Nobego-scholen bieden ruimte voor levensbeschouwing en godsdienst, omdat deze onlosmakelijk verbonden zijn aan de samenleving. Aan de hand van de vijf kernwaarden bepalen we de plaats van de school in de samenleving, de rol van de leerkrachten, leerlingen en ouders en het samenspel dat met hen moet worden gespeeld binnen de scholen van Nobego. De directeur speelt hierbij een cruciale rol. Door voorbeeldgedrag toont de directeur binnen de organisatie aan medewerkers, ouders en leerlingen hoe hij/zij vorm wil geven aan de identiteit binnen de organisatie. Op deze wijze ontwikkelt iedere school een eigen profiel dat afgeleid is van de Nobego identiteit en de afspiegeling van de schoolbevolking. Dit profiel is door voortgaande ontwikkelingen continu aan verandering onderhevig.
8
Daarnaast wil Nobego zich op schoolniveau openstellen voor verregaande samenwerking met andere denominaties. Onderwijs Talenten van leerlingen staan bij de Nobego voorop. Op dit gegeven baseert de stichting zich om kwalitatieve keuzes te maken die aansluiten bij de behoeften van de individuele leerling (passend onderwijs). De leerkrachten werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid, begeleidend en sturend, gebaseerd op een breed en gedifferentieerd aanbod naar de ontwikkeling van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking. Het onderwijs binnen de scholen van Nobego is een spiegel van het huidige tijdsbeeld en is voortdurend in beweging door ontwikkeling, vernieuwing en verbetering. Ouders spelen een belangrijke rol in de visie op onderwijs van de school. Betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs zowel binnen als buiten de school vinden wij belangrijk. Het personeel is goed geschoold en voldoet minimaal aan het basiscompetentieprofiel dat op Nobegoniveau is opgesteld. De scholen bieden een veilig en harmonieus pedagogisch klimaat waarbij interactie en plezier in leren hoog in het vaandel staan. Door plezier in leren boeken de kinderen vooruitgang. Dit is de basis om kindgestuurde onderwijsarrangementen aan te bieden. Nobego kiest, waar mogelijk, voor innovatief onderwijs. Dit betekent dat de scholen onderscheidend zijn ten opzichte van elkaar en andere scholen buiten Nobego. Waarbij we er rekening mee houden dat de school en/of het klaslokaal niet per definitie de plaats is waar je iets moet leren. Personeel Nobego hanteert voor alle scholen een systeem voor competentiemanagement en hanteert dit als onderdeel van de gesprekscyclus. Nobego wil herkend worden als een organisatie waar enthousiaste en bevlogen onderwijsmensen vanuit authenticiteit werken. Vanuit Nobego wordt sterk ingezet op competent en gekwalificeerd personeel. Dit betekent dat Nobego een actief personeelsbeleid voert. Nobego investeert in haar personeel, zodat talenten ontwikkeld kunnen worden. Plezier in werken is een voorwaarde voor optimale prestaties. Open communicatie is daarbij essentieel. Personeel van Nobego heeft aandacht voor elkaar. Het personeel van Nobego is trots op de organisatie en haar scholen. Organisatie Nobego wil een sterke, onderscheidende organisatie zijn. Om dit te realiseren moet Nobego zich richten op een beperkt aantal scholen verdeeld over Noord-Beveland en
9
Goes die voldoende leerlingen hebben om goed onderscheidend onderwijs te kunnen geven. Dit betekent dat Nobego streeft naar scholen met circa 200 leerlingen. Scholen die minder dan 4 groepen kunnen formeren, komen in aanmerking voor fusie of samenwerking met andere partners (buiten Nobego). Daar waar sprake is van organisatieverandering wordt commitment gezocht bij ouders van de betrokken school/scholen. Met dit streven beoogt Nobego rond 2020 uit 7 (brede)scholen te bestaan, met elk een eigen directeur. Op bestuursniveau kent Nobego een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Om toezicht te houden heeft de Raad van Toezicht een toezichtkader opgesteld. Aan de hand van een toetsingskader toetst de Raad van Toezicht in hoeverre de organisatie de doelen die binnen het toezichtkader gesteld zijn, behaald zijn. Het College van Bestuur vormt het dagelijks bestuur. Nobego heeft het College van Bestuur ingericht op basis van een duidelijke, herkenbaar en gedragen profiel. Als speler in het onderwijsveld kent Nobego samenwerking met andere onderwijsorganisaties van verschillende denominaties en platforms ten behoeve van het Zeeuws onderwijs. Huisvesting Elke Nobego-school neemt binnen de wijk/het dorp waar zij gesitueerd is een unieke positie in. Door duidelijke keuzes in huisvesting willen de Nobego-scholen een functionele onderwijsomgeving aanbieden die uitdagend is, bereikbaar voor iedereen en past binnen de visie van de school. Daarbij zal het onderwijsconcept van iedere Nobego-school afzonderlijk het uitgangspunt vormen. Nobego streeft zoveel mogelijk naar een concept ‘brede scholen’ in een multifunctioneel gebouw. Doordat de toegevoegde waarde van de huisvesting van Nobego-scholen als vertrekpunt wordt genomen, draagt de huisvestingsvisie bij aan het realiseren van de onderwijsvisie en het optimaal functioneren van iedere school - nu, maar vooral in de toekomst. Hiervoor is het van belang aandacht te besteden aan onderstaande belangrijke stimulerende factoren. Leerprestaties: In een omgeving, die optimaal aansluit op het onderwijsaanbod, presteren leerlingen beter. Imago: Met een duidelijk beeld van de school willen de Nobego-scholen zich onderscheiden. Het is daarnaast belangrijk voor de herkenbaarheid. Flexibiliteit: Flexibiliteit is nodig om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen, zoals groei of krimp van het aantal leerlingen.
10
Duurzaamheid: Door integratie van duurzaam denken en het doorvoeren van de juiste technische aanpassingen kunnen (energie)lasten teruggedrongen worden. Efficiëntie: De Nobego-scholen willen inspelen op efficiënt ruimtegebruik door mogelijkheden te onderzoeken voor multifunctioneel gebruik. Maatschappelijke verbindingen: Iedere onderwijsgebouw kan het aangaan van maatschappelijke verbindingen faciliteren, bijvoorbeeld door het bieden van meerdere functies in één gebouw. Kosten: Sturen op kosten en baten op basis van een strategisch huisvestingsplan. Financiën Nobego en al haar scholen hebben een gezonde financiële bedrijfsvoering. Om ook voor de toekomst te waarborgen dat Nobego een goede financiële basis heeft zorgen we voor: •
Duidelijk, transparant en controleerbaar financieel beleid en de uitvoering daarvan.
•
Nobego voert haar eigen financiële- en personele administratie uit. We hebben een helder financieel beleidskader en bieden inzicht aan de gehele organisatie en andere belanghebbenden ten aanzien van dit kader en onze financiële spelregels. We hanteren valide bronnen, hebben een transparante boekhouding en voeren op ieder niveau begrotingsdiscipline.
•
Een duidelijke systematiek voor planning & control. We monitoren uitgaven en ons financiële beleid op basis van kengetallen.
•
Goede meerjarenbegrotingen op basis van meerjarenbeleid, personeelsplan, meerjaren onderhoudsplan en meerjaren investeringsplan op bestuurs- en schoolniveau.
•
Een gezonde verhouding tussen schoolse- en bovenschoolse middelen.
•
Een investeringsbeleid op maat.
•
Gezamenlijke inkoop van materialen en middelen.
Ondernemerschap binnen alle lagen van onze organisatie zien we als een ‘must’. Zo willen we actief op zoek naar aanvullende subsidies en derde geldstromen. Lef, durf en ontwikkeling van leerkrachten zijn nodig, evenals verstandig financieel beleid. We zorgen voor financiële prikkels voor alle scholen. Gezond financieel beleid moet lonen en we vinden het belangrijk dat we een goed evenwicht vinden in ‘het ophouden van de eigen broek’ en ‘solidariteit met scholen in een moeilijke situatie’. Nobego streeft naar een innovatief financieel beleid, waarbij flexibiliteit, creativiteit en de ‘durf’ om te investeren maatgevend zijn. 1.4
Beleidskaders
De voorzitter van het College van Bestuur bepaalt de beleidskaders. Het directeurenoverleg heeft hierin een sterk adviserende rol. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke kaders en het managementstatuut. De beleidsuitvoering is in overleg met de scholen en de medezeggenschapsraden.
11
De beleidsvoorbereiding is doorgaans in handen van werkgroepen. In de werkgroepen is vrijwel altijd een namens het directeurenoverleg afgevaardigde schooldirecteur en een namens de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) afgevaardigd lid als adviseur vertegenwoordigd. 1.5
Strategisch beleid
In de tweede helft van 2014 is volop tijd besteed aan het strategisch beleid van Nobego. Wij hebben ons daarbij de volgende vragen gesteld: •
Wat willen wij?
•
Wat zijn onze waarden, missie en visie voor de komende jaren?
•
Hoe zien wij Nobego als organisatie voor de komende jaren?
•
Wat zijn onze sterke en zwakke kanten?
•
Wat is ons imago? Hoe kunnen we dat verbeteren?
•
Wat zijn de mogelijkheden t.a.v. samenwerking met andere onderwijsorganisaties?
Bij de ontwikkeling van het strategisch beleid hebben wij meerdere partijen betrokken om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren. Onder leiding van de voorzitter van het College van Bestuur hebben meerdere sessies plaatsgevonden met de Raad van Toezicht, de stafmedewerkers, directeuren, GMR-leden, adviseurs en het onderwijzend personeel. Uiteindelijk wordt dit strategisch beleid door de voorzitter van het College van Bestuur opgesteld en in 2015 vastgesteld. Het strategisch beleidsplan is een dynamisch document in een snel veranderende maatschappij.
12
2
Organisatie
2.1
Juridische structuur
Nobego bestaat sinds 1 januari 2014 uit een toezichthoudend bestuur en een uitvoerend bestuur in de vorm van een ‘College van Bestuur’. Terwijl het toezichthoudend bestuur de beleidskaders vastlegt en binnen deze beleidskaders aan de hand van een toezichtkader de gang van zaken binnen Nobego op afstand volgt en bewaakt, is het College van Bestuur belast met de dagelijkse leiding over de organisatie. Organogram
2.3
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur van de stichting. De Raad van Toezicht heeft tevens een klankbordfunctie voor de bestuurder. Leden Raad van Toezicht vanaf 1 januari 2014 De heer C.G.M. Maas
Voorzitter
De heer B. van der Linden (tot 01-09-2014)
Lid
De heer M.M.C.J. Suijkerbuijk
Lid
De heer H.H.J. van Hassel
Lid
De heer E.J.T. van den Berg
Lid
De heer A.P.H. van Loon
Lid
Mevrouw V.B. Schönbach
Lid
De belangrijkste taken van de Raad van Toezicht zijn: 1. De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van het College van Bestuur. 2. De Raad van Toezicht bepaalt het aantal leden van het College van Bestuur. 3. De Raad van Toezicht stelt de arbeidsvoorwaarden, bezoldiging en kostenvergoedingen van de leden van het College van Bestuur vast. 4. De Raad van Toezicht: −
houdt met inachtneming van wettelijke bepalingen dienaangaande toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van bevoegdheden door het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting;
−
geeft adviezen aan het College van Bestuur over aangelegenheden welke voor het te voeren bestuur van belang zijn, wanneer hij dit nodig acht of wanneer hij
13
door het College van Bestuur om zodanig advies wordt gevraagd. De Raad van Toezicht fungeert bovendien als klankbord voor het College van Bestuur. 5. De Raad van Toezicht benoemt een accountant, die wordt belast met de controle op de jaarrekening. 6. De volgende bestuursbesluiten zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht: −
het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten;
−
de vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening;
−
vaststelling van het treasurystatuut en de (meerjaren-)begroting;
−
het aangaan van overeenkomsten;
−
de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdbestek;
−
een aanvraag tot faillissement of van surseance van betaling;
−
(het doen van een voorstel tot) opheffing of afsplitsing van (een deel van) door de stichting in stand gehouden scholen;
−
juridische fusie of juridische splitsing;
−
het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon;
−
het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en het oprichten van een andere rechtspersoon;
−
het vaststellen of wijzigen van het strategisch meerjarenplan.
−
het vaststellen of wijzigen van reglementen als bedoeld in deze statuten, daaronder in elk geval begrepen: het managementstatuut, het reglement College van Bestuur, het reglement directeurenoverleg en het reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad;
−
het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de stichting, waaronder begrepen de bestemming van een batig saldo.
7. De Raad van Toezicht regelt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft bij reglement, dat geen bepalingen mag bevatten in strijd met de wet of deze statuten. 2.4
Voorzitter van het College van Bestuur
Sinds 1 april 2014 is Pim van Kampen de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur van Nobego. Het College van Bestuur van Nobego bestaat uit één persoon. In goede harmonie hebben we afscheid genomen van de interim-voorzitter College van Bestuur, De heer Ariaan Bohnen. De heer Bohnen heeft, samen met de medewerkers van het kantoor en de directeuren, ervoor gezorgd dat in relatief korte tijd Nobego weer is omgeturnd tot een financieel gezonde en bestendige organisatie. Ook heeft de heer Bohnen gezorgd voor een goede en gedegen overdracht naar de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur. Het bestuur werkt plezierig en nauw samen met de Raad van Toezicht. In 2014 is deze samenwerking constructief verlopen. De voorzitter van het College van Bestuur alsmede de Raad van Toezicht van Nobego zijn allebei in 2014 nieuw begonnen. Samen zijn zij op zoek gegaan naar de beste manier van besturen en het kaderen van de verschillende
14
verantwoordelijkheden. Dit heeft geresulteerd in een toezichtkader, prestatie indicatoren en bestuurscontract voor de voorzitter van het College van Bestuur. Elke maand hebben de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van het College van Bestuur overleg met elkaar en nemen dan de relevante zaken betreffende de organisatie met elkaar door. De belangrijkste taken van het College van Bestuur zijn: 1. Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting. Bij de vervulling van zijn taak richt het College van Bestuur zich naar het belang van de stichting, het belang van de scholen die door de stichting in stand worden gehouden en het belang van de samenleving. 2. Het College van Bestuur maakt jaarlijks, in overleg met de Raad van Toezicht, een begroting op. Na de voorafgaande goedkeuring door de Raad van Toezicht wordt de begroting vervolgens vastgesteld door het College van Bestuur. 3. Het College van Bestuur formuleert concrete doelstellingen voor de scholen die door de stichting in stand worden gehouden, daarbij rekening houdend met de belangen van hen die bij die scholen zijn betrokken en rekening houdend met de eisen die de samenleving aan onderwijs stelt. Het College van Bestuur legt in het jaarverslag verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde missie en doelstellingen worden gehaald. 4. Het College van Bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen. 5. Het College van Bestuur heeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in paragraaf 2.3 onder punt 6. 6. Het College van Bestuur informeert de Raad van Toezicht tijdig over de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens.
15
2.5
De scholen van Nobego
Onder de verantwoordelijkheid van Nobego vallen vanaf 1 augustus 2014 tien scholen voor primair onderwijs. Zeven in de gemeente Goes en drie in de gemeente NoordBeveland. Vanaf 1 augustus 2013 is de St@mperiusschool met De Kattenschulp gefuseerd, waarbij de locatie in Kattendijke tot 1 augustus 2014 als dislocatie heeft bestaan. De locatie Kattendijke is op 1 augustus 2014 gesloten.
Brinnummer
Aantal Naam school
leerlingen
Plaats
1-10-2014
00HH
OBS De Vliete
Wissenkerke
12RD
OBS Prof. Dr. Kohnstamm
Goes
130
13EH
OBS De Zuidwesthoek
Goes
194
13JR
OBS Schengehof
‘s-Heer Arendskerke
13OS
OBS De Kloetingseschool
Kloetinge
13WI
OBS St@mperiusschool
Wilhelminadorp
65
13ZV
OBS De Achthoek
Wolphaartsdijk
65
14FX
OBS De Tweemaster
Goes
84
18QG
OBS De Zuidvliet
Kortgene
137
18SI
OBS Het Stelleplankier
Colijnsplaat
121
88
98 185
Totalen
1167
Vanaf 1 oktober 2013 verzorgt Nobego samen met Alpha Scholengroep en Prisma Scholengroep ook het onderwijs aan de leerlingen van het Asielzoekerscentrum in Goes. Dit onderwijs wordt gegeven in het zogenoemde Taal Educatief Centrum (TEC). Hierbij is sprake van een aantal leerlingen dat decentraal (op drie scholen van drie denominaties binnen de wijk ‘Goese Polder’) wordt geplaatst en een aantal groepen met kinderen zonder kennis van de Nederlandse taal, dat centraal wordt opgevangen. De leerlingen die centraal worden opgevangen, vallen onder het brinnummer van De Tweemaster terwijl het onderwijs feitelijk verzorgd wordt door leraren van de verschillende denominaties. In bovenstaande leerlingentelling zijn de leerlingen van het TEC niet opgenomen. 2.6
Medezeggenschap
Medezeggenschap binnen het onderwijs is zeer belangrijk. Door medezeggenschap worden bestuur en (algemeen) directeuren geholpen in het scherp houden van beleidskeuzes en besluitvorming. Nobego heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) en iedere school heeft haar eigen medezeggenschapsraad (MR). De GMR behandelt alleen onderwerpen die voor de scholen van gemeenschappelijk (schooloverstijgend) belang zijn. De primaire gesprekspartner van de GMR is de voorzitter van het College van Bestuur). De samenwerking tussen Nobego en de GMR kenmerkt zich door openheid. De GMR van Nobego is zeer betrokken en is positief kritisch ingesteld. Dit is gezien de ontwikkelingen binnen het onderwijs (o.a. passend onderwijs) en binnen Nobego (bezuinigingen en sociaal plan) ook zeer gewenst.
16
2.7
Bestuurskantoor
Het bestuurskantoor is gevestigd in Wilhelminadorp en ondersteunt het bestuur en de schooldirecties bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid van Nobego. Op het bestuurskantoor zijn een stafmedewerker financiën, een stafmedewerker personeelszaken, een secretaresse en administratief medewerkers werkzaam. Vanuit praktische en financiële overwegingen en efficiency wordt de administratie (zoals leerlingenadministratie, financiële administratie en verzuim –en vervangingsregistratie) vanuit het bestuurskantoor verzorgd door de administratief medewerkers. In 2014 is de personele administratie deels uitgevoerd door het administratiekantoor OSG. Ook de salarisadministratie wordt uitbesteed aan het administratiekantoor. 2.8
Klachten en klachtafhandeling
Sinds 2009 heeft Nobego in samenwerking met de Stichting Escaldascholen een eigen klachtencommissie. In deze klachtencommissie hebben zitting mevrouw Liem (voorzitter) en de heren Latuheru en Korstanje. Het administratiekantoor OSG Terneuzen biedt administratieve ondersteuning.
17
3
Onderwijs
3.1
Onderwijsinspectie
De belangrijkste uitgangspunten voor het toezicht van de onderwijsinspectie zijn gelegen in de Wet op het onderwijstoezicht en in documenten waarin de overheid haar besturingsfilosofie heeft neergelegd alsmede haar visie op toezicht. Hierbij gaat de onderwijsinspectie als volgt te werk: •
Toezicht vanuit een bestuursgerichte aanpak;
•
Risicogericht toezicht op maat;
•
Toezicht gericht op het voorkomen dat scholen zwak of zeer zwak worden en het voorkomen dat voormalig zeer zwakke scholen terugvallen in kwaliteit;
•
Toezicht gericht op (programmatisch) handhaven.
In het najaar van 2014 heeft de onderwijsinspectie een bezoek gebracht aan Nobego. In een prettig gesprek samen met de kwaliteitsmedewerker en de voorzitter van de interne begeleiders zijn alle aspecten van de Nobego organisatie met de inspectie doorgenomen. De inspectie was positief over de koers die Nobego heeft ingezet. Negen van de tien scholen van Nobego hebben een basisarrangement toegewezen gekregen. Dit betekent dat de onderwijsinspectie vertrouwen heeft in de kwaliteit van de scholen. Op één school, De Achthoek wordt nader onderzoek gedaan door de inspectie omdat de resultaten niet voldoende waren om een basisarrangement te kunnen afgeven. De onderwijsinspectie heeft de stichting geadviseerd het komende jaar flink te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Wij onderschrijven dit advies. 3.2
Identiteit
In het kader van identiteit heeft Nobego zich in 2014 twee hoofddoelen gesteld: 1. De stichting zal zich nog meer openstellen voor verregaande samenwerking met andere organisaties (ook met een andere denominatie). 2. De directeuren krijgen een meer cruciale rol als ambassadeur binnen de school en tonen daarbij voorbeeldgedrag. Sub 1. Samenwerking In 2014 is de relatie tussen Nobego en verschillende collega besturen versterkt. In eerste instantie is de samenwerking gezocht met Facet Scholen (Openbaar onderwijs in de Gemeente Kapelle). Deze samenwerking verloopt open en prettig. Zowel onderwijskundig als facilitair zijn we samen op zoek naar intensieve vormen van samenwerking. Dit zal een proces van meerdere jaren zijn. Ook met Prisma Scholen (Katholiek Onderwijs) en Alpha Scholengroep (Christelijk Onderwijs) wordt intensief samengewerkt met het in stand houden van het Taal Expertise Centrum. Deze school is in oktober 2013 gerealiseerd en bestaat uit personeel van de drie verschillende denominaties. De school is gevestigd in één van de scholen van Nobego, OBS de Tweemaster.
18
Vanaf medio 2013 zijn intensieve gesprekken gestart tussen het bevoegd gezag van Alpha Scholengroep en de interim Algemeen Directeur van Nobego om te komen tot een informele samenwerkingsschool. De gesprekken om te komen tot één samenwerkingsschool in Wolphaartsdijk zijn in 2014 geïntensiveerd. Begin 2015 zal duidelijk worden of dit ook werkelijk zal leiden tot één (informele) samenwerkingsschool. Onder de bevolking van het dorp en daarmee ook de ouders van de scholen bestaat serieus de behoefte om tot één school te komen. Complicerende factor bij deze gesprekken met Alpha is wel dat op de Achthoek door de inspectie in het schooljaar 2014-2015 een onderzoek wordt gedaan naar het onderwijs en de opbrengsten omdat deze in bepaalde groepen niet voldoende is. Het RPCZ is ingeschakeld om het verbetertraject intensief te begeleiden met als doel om binnen één jaar het basisarrangement te verkrijgen. Nobego zorgt voor een open sfeer in de gesprekken met Alpha en informeert met regelmaat over de stand van zaken van dit verbeterproces. Succes is bij dit traject van groot belang, omdat hiermee een voorbeeld wordt gesteld voor een mogelijk vervolg in andere regio’s. Sub 2. De directeur als ambassadeur en adviseur Samenwerking door een team directeuren is van groot belang. Ook in 2014 is binnen het overleg tussen de directeuren vooral aandacht besteed aan transparantie, openheid en samenwerking. Het jaar 2014 is voor de directeuren ook weer een jaar van wennen geweest, nieuwe bestuursstructuur en een nieuwe voorzitter van het College van Bestuur. Twee scholen hebben te maken gekregen met een wijziging van directeur: op de St@mperiusschool is een waarnemend directeur benoemd en op Schengehof een nieuwe directeur. De directeuren zijn in de nieuwe bestuursvorm statutair een adviesorgaan van de voorzitter van het College van Bestuur. Minimaal één keer per drie weken komt het directeurenoverleg bij elkaar en neemt samen met de voorzitter van het College van Bestuur en de stafmedewerkers de relevante zaken door. Dit overleg verloopt constructief, open, prettig en goed. 3.3
Onderwijs
Goed onderwijs is de belangrijkste opdracht en het hoogste doel dat wij met z’n allen hebben binnen Nobego. Dit vraagt om een continue proces van verbetering en bijstelling van onze vaardigheden. Goed onderwijs begint en eindigt bij goed gekwalificeerd en opgeleid personeel. Personeel dat een leven lang wil leren, personeel dat zich bewust is van zijn belangrijke rol als begeleider en doorgever van kennis en informatie aan kinderen en het ontwikkelen van de talenten van diezelfde kinderen. Nobego streeft ernaar om alle onderdelen binnen de organisatie in dienst te stellen van het zo optimaal mogelijk geven van goed onderwijs. Dit vraagt nogal wat van de organisatie en het personeel. Dit proces is niet zomaar gerealiseerd maar is een dynamisch proces, gaat altijd door en vraagt veel tijd en energie van de mensen die het bedenken, uitvoeren en evalueren. In het strategisch beleidsplan 2015-2019 zal de ontwikkeling van de kwaliteit
19
van het onderwijs prominent zichtbaar moeten zijn. We werken hier hard aan op allerlei verschillende gebieden: Kwaliteitszorgsysteem leerresultaten Nobego werkt met het leerlingenvolgsysteem Parnasys en Integraal. Deze systemen brengen de onderwijsresultaten in beeld. In 2014 zijn we vooral aan de slag gegaan met wat de cijfers betekenen voor het onderwijs. Eerst een gedegen analyse, dan conclusies hieruit trekken en een actieplan met tijdspad opstellen. Vervolgens evalueren, eventueel bijstellen en borgen. De Tweemaster heeft in 2014 volgens deze methode gewerkt en een systeem ontwikkeld om de leerresultaten te leren lezen en er lering uit te trekken. Dit systeem wordt in het schooljaar 2014-2015 overgenomen door andere scholen van Nobego. Het doel is dat elke school in het schooljaar 2015-2016 actief met een systeem werkt. Kwaliteitszorgsysteem management De voorzitter van het College van Bestuur heeft drie keer per jaar een managementgesprek met de directeur van de school over de voortgang. In dit gesprek komen alle relevante onderdelen aan bod: onderwijs, personeel, financiën, beheer, scholing, jaarplannen, organisatie, Nobego. Door middel van een stoplichtensysteem worden de vorderingen in beeld gebracht. Naast dit systeem zal de voorzitter van het College van Bestuur jaarlijks een functioneringsgesprek houden met de directeuren en één keer per drie jaar een beoordelingsgesprek. Ook wordt één keer per twee jaar een tevredenheidsonderzoek gedaan bij ouders, leerlingen en personeel. De uitkomsten hiervan betrekt de voorzitter van het College van Bestuur in zijn gesprekken met de directeuren. De voorzitter van het College van Bestuur zal minimaal één keer per jaar een voortgangsgesprek met elk team van de scholen hebben. Hier wordt verslag van gemaakt. Ook zal de voorzitter van het College van het Bestuur elke school minimaal drie keer per jaar bezoeken. In 2014 heeft de voorzitter van het College van het Bestuur hier veel aandacht aan besteed om kennis te maken, sfeer te proeven en bekend te worden met de verschillende schoolculturen. ICT Op ict-gebied dient Nobego een inhaalslag te maken. Vooral aan de hardware kant dient een gerichte investering te worden gedaan. In 2014 is dit in kaart gebracht. De bedoeling is om in het jaar 2015 te investeren in de aanleg van een glasvezelnetwerk en voor elke school een professioneel wifi-systeem. Voortzetting onderwijstrajecten Iedere school heeft een jaarplan waarin vermeld staat wat de doelen zijn. De onderwijsbegeleidingsdienst RPCZ begeleidt bij diverse onderwijstrajecten. Daarnaast hebben alle scholen, in het kader van schoolontwikkelingsprofielen van de scholen in
20
verband met Passend Onderwijs, veel aandacht voor handelingsgericht werken. Enkele andere trajecten waarin Nobego zich in 2014 heeft ontwikkeld of voort heeft gezet staan hieronder weergegeven. Hoogbegaafdheid Binnen Nobego is veel aandacht besteed aan, en vanuit de prestatiebox geld geïnvesteerd in, het project ‘Hoogbegaafdheid’. Het project is oorspronkelijk opgezet binnen openbare basisschool De Vliete. Enthousiaste leerkrachten hebben vorm gegeven aan dit project en hebben in 2014 ook de twee andere Nobego scholen binnen de gemeente Noord-Beveland er bij betrokken. In het schooljaar 2014-2015 zijn ook de Goese scholen van Nobego erbij betrokken. Parallel aan dit project loopt op openbare basisschool Schengehof het project ‘De Plusklas’. Hier staan de meer begaafde leerlingen centraal. Een externe leerkracht biedt de leerlingen verrijkend lesmateriaal aan en introduceert deze aan de groepsleerkracht. Nobego-collega’s kunnen meekijken in de groep en deelnemen aan geplande studiemiddagen. Hierdoor krijgt dit item bij meerdere scholen aandacht. Voor openbare basisschool Prof. dr. Kohnstammschool heeft dit er toe geleid dat leerlingen, ouders en leerkrachten zo enthousiast zijn dat in 2014 een eigen plusklas is gestart. Door de positieve ervaringen zullen we in het schooljaar 2015-2016 alle scholen van Nobego intensief betrekken in de plusklassen. Structureel Coöperatief Leren (SCL) en Meervoudige Intelligentie (MI) Op alle scholen van Nobego is leren samenwerken een belangrijk item. In Structureel Coöperatief Leren is het leren samenwerken geïntegreerd. Door de gestructureerde werkwijze doen de leerlingen als vanzelf sociale vaardigheden op, die ze ook voortdurend in alle lessen toepassen. Er wordt een sociale verbondenheid gecreëerd en een veilig klimaat waarbij de leerlingen de gelegenheid krijgen op een positieve manier samen te werken. Voor dit onderdeel kan gewerkt worden met zogenaamde klasen teambouwers. Door te werken met Structureel Coöperatief Leren worden de leerlingen uitgerust voor de toekomst waarin ze veel zelfstandig en in teamverband zullen werken en leven, bovendien leren de leerlingen meer geconcentreerd en bewuster doordat ze in interactie met elkaar zijn. Dit levert hogere leerprestaties op. Door te kiezen voor een gestructureerde aanpak blijven de leerdoelen (leerstof, methode, kerndoelen) het belangrijkst. Een goed werkende vorm van klassenmanagement vormt de basis. De leerlingen zitten in het lokaal in vaste groepjes van vier. Dat is hun thuisbasis, daar krijgen ze algemene instructies, werken ze individueel en werken ze ook samen. Als daar reden toe is (bijvoorbeeld speciale instructiegroepen) wordt er ook in andere groepssamenstelling gewerkt. Voor dit onderdeel kan met didactische structuren gewerkt worden. Naast Structureel Coöperatief Leren staat Meervoudige Intelligentie prominent in het vaandel van deze scholen. Meervoudige Intelligentie is een concept dat ervan uitgaat dat
21
er niet één maar meerdere intelligenties bestaan. Elk mens heeft een “mentale vingerafdruk”: een persoonlijk profiel van sterker en minder sterk ontwikkelde intelligenties. Die zijn voor gemiddeld 45% door aanleg bepaald én voor gemiddeld 55% sterk ontwikkelbaar. Om alle leerlingen te bereiken en om verschillende vormen van intelligentie te ontwikkelen, wordt op uiteenlopende manieren lesgegeven en worden onze leerlingen gevarieerde leerervaringen geboden. Matchen (het aansluiten bij de sterke intelligenties van de leerlingen), Stretchen (alle intelligenties verder ontwikkelen) en het Vieren (respect en waardering voor uniciteit en diversiteit) staan centraal in deze werkwijze. In totaal wordt uitgegaan van 8 intelligenties met een diversiteit aan activiteiten daarbinnen. De invoering en implementering Structureel Coöperatief Leren en Meervoudige Intelligentie vraagt de nodige tijd. Daarom wordt alles fase- en stapsgewijs ingevoerd. O4NT In het najaar van 2014 heeft de St@mperiusschool voorbereidingen getroffen voor het invoeren van een nieuw onderwijsconcept: O4NT. O4NT staat voor “Onderwijs voor een nieuwe tijd”. Het nieuwe onderwijsconcept houdt in dat bij de kernvakken groepsdoorbrekend wordt gewerkt en als hulpmiddel de iPad wordt gebruikt volgens het O4NT-concept. Door groepsdoorbrekend te werken geef je aan meerdere leeftijdsgroepen en niveaus tegelijk les. Tevens werkt elke leerling volgens het principe: onderwijs op maat. De leerlingen krijgen programma’s aangeboden op hun eigen niveau, waarbij de leerkrachten ‘achter de schermen’ precies kunnen zien wat een leerling op welk niveau beheerst. Ook wordt in dit nieuwe onderwijsconcept veel aandacht besteed aan 21-eeuwse vaardigheden, waarbij de nadruk ligt op plannen & organiseren, zelfstandigheid, creativiteit en doorzettingsvermogen. Driesterrensysteem Op openbare basisschool Het Stelleplankier wordt bij de hoofdvakken rekenen, taal en begrijpend lezen lesgegeven via het driesterrensysteem. Dit systeem houdt in dat lesgegeven wordt op drie niveaus. Niveau 1 wordt gebruikt voor leerlingen die verlengde instructie nodig hebben en/of daarin een eigen leerweg bewandelen. Niveau 2 wordt gebruikt voor leerlingen die de methode met de daarbij behorende instructie kunnen volgen. Leerlingen die wat meer aankunnen en grotendeels zelfstandig de leerstof tot zich kunnen nemen werken op basis van niveau 3. Workshops Op openbare basisschool Schengehof worden iedere tweede vrijdag van de maand ’s middags workshops verzorgd. De workshops vinden vaak plaats in een thema en worden verzorgd door ouders en andere belangstellenden. Leerlingen kunnen inschrijven op het aanbod wat hen het meest aanspreekt. De resultaten van de workshops worden gepresenteerd in de centrale hal, zodat deze voor iedereen zichtbaar zijn.
22
Bibliotheek op school In Openbare basisschool De Zuidvliet is een leeshoek gerealiseerd in het kader het project ‘bibliotheek op school’. Het doel van dit project is het creëren van een leesomgeving die aantrekkelijk is voor kinderen en leerkrachten die zich inzetten om het leesplezier van kinderen te vergroten. Een kind dat zich op het gebied van technisch en begrijpend lezen gaat ontwikkelen, zal gemotiveerd moeten zijn. Leesplezier en leesinteresse liggen aan de basis van de leesontwikkeling en zijn twee belangrijke pijlers. Leesbevordering heeft daarom een duidelijke plaats in ons onderwijs. Een kind dat een functioneel leesniveau beheerst, zal zich beter staande kunnen houden in de maatschappij. Het zal informatie tot zich kunnen nemen waarmee het zich kan ontwikkelen op velerlei gebied. Het doel is dus uiteindelijk voor ieder kind een functioneel leesniveau waarmee het zich kan ontwikkelen in de maatschappij. Facebook Meerdere scholen hebben, in navolging van openbare basisschool Prof. dr. Kohnstammschool, een eigen facebookpagina gerealiseerd. Op de pagina is te zien wat er op school gebeurt en wordt de school onder de aandacht gebracht van (nieuwe) ouders. Het beeld van de school wordt hierdoor in een breder perspectief geplaatst. Ouderraad De Nobego-scholen hebben een enthousiaste en actieve ouderraad. De ouderraad organiseert allerlei activiteiten voor de kinderen en ondersteunt bij schoolactiviteiten. De ouderraad stimuleert ook de deelname van ouders bij de activiteiten. Het Project Onderwijs Tijd Verlenging (OTV) Al geruime tijd werkt de gemeente Goes samen met RPCZ, Alpha Scholengroep en Prisma Scholen aan het project OTV binnen de scholen in de wijk ‘Goes Noord’. In 2014 participeert openbare basisschool De Tweemaster binnen dit project. Het project OTV wordt binnen Nobego bekostigd vanuit de prestatiebox. Deelname aan dit project betekent een onderwijstijdverlenging voor de bovenbouw leerlingen (groep 5 t/m 8) van de deelnemende scholen van maximaal drie uur per week. Het project beoogt onderpresteren tegen te gaan en richt zich op die leerlingen uit de bovenbouw die meer tijd nodig hebben om achterstanden in te halen en beter te presteren om zo een hogere vervolgopleiding te kunnen volgen. Daarbij is een goede overgang naar het voortgezet onderwijs essentieel in het tegengaan van onderpresteren. Afspraken tussen beide schooltypen vormen een belangrijke ondersteunende activiteit om de resultaten duurzaam te versterken. Landelijk heeft dit project bewezen dat verlenging van schooltijd positieve effecten heeft op de leerprestaties en motivatie van de leerlingen. De doelgroep betreft die leerlingen van wie resultaten achterblijven bij de verwachtingen, meestal omdat zij onvoldoende taalvaardig zijn, maar wel gemotiveerd zijn om de gestelde doelen te bereiken.
23
3.4
Fusie
Nobego heeft, net als andere Primair Onderwijs Organisaties binnen Zeeland, te maken met een daling van het aantal leerlingen. Jaarlijks is deze daling, gemiddeld over de tien scholen, tussen de 3% en 4,5%. Voor de ene school was de daling groter (meer dan 10%), terwijl de andere school zelfs een lichte groei kende. Deze daling van het leerlingenaantal betekent voor Nobego dat goed onderzocht moet worden wat de toekomstmogelijkheden zijn voor de verschillende scholen. In 2014 heeft Nobego zich de volgende doelen gesteld: 1. Kan de St@mperiusschool zelfstandig blijven bestaan? 2. Kunnen de Achthoek (Nobego) en de Ichthus (Alpha) worden samengevoegd tot een informele samenwerkingsschool? Kan de St@mperiusschool zelfstandig blijven bestaan? De St@mperiusschool in Wilhelminadorp is een school met 65 leerlingen. Doordat er minder kinderen worden geboren in het dorp zal de school in twee jaar teruglopen tot minder dan 45 leerlingen. Dat is een te klein aantal om de school in stand te houden. Ouders van de school hebben het initiatief genomen om te voorkomen dat de school op het dorp verdwijnt. Samen met het team, de directie en voorzitter van het College van Bestuur zijn vele mogelijkheden onderzocht. Dit heeft geresulteerd in het opstarten van een nieuw onderwijsconcept (O4NT) voor de St@mperiusschool waarbij de verwachting is dat dit leerlingen zal aantrekken uit Goes en omgeving. De voorzitter van het College van Bestuur heeft als voorwaarde gesteld dat in het schooljaar 2016-2017 er minimaal tussen de 50 en 60 leerlingen de school zullen moeten bevolken om de school in stand te kunnen houden. De ouders zijn vanaf het begin 100% betrokken bij het proces. Dit heeft ertoe geleid dat alle ouders meedoen en er geen enkele leerling van school is gewisseld bij de start van het nieuwe schooljaar 2014-2015. Indien de St@mperiusschool niet zelfstandig kan blijven bestaan, wordt samenwerking gezocht met De Kohnstammschool. Kunnen De Achthoek (Nobego) en De Ichthus (Alpha) worden samengevoegd tot een informele samenwerkingsschool? In het najaar van 2014 is aan het RPCZ een formeel verzoek gedaan om de mogelijkheden van fusie tussen De Achthoek en De Ichthus te onderzoeken. Begin 2015 zullen de resultaten van dit onderzoek duidelijk zijn. Tot nu toe zijn de gesprekken tussen de besturen van Alpha en Nobego positief verlopen. 3.5
Samenwerkingsverband
Nobego maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband “O3”. Binnen de gemeenten Tholen, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Kapelle, Goes, Noord-Beveland en Borsele vormen twintig besturen , waaronder Nobego , met honderd vestigingen gezamenlijk dit samenwerkingsverband. Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. Dit is op 1 mei 2014 met instemming van de ondersteuningsplanraad, waarin Nobego vertegenwoordigd is middels een personeelslid vanuit de GMR , ter goedkeuring aan de
24
inspectie gezonden. In dit ondersteuningsplan worden de volgende zaken uitvoerig beschreven: •
Missie en visie;
•
Beoogde resultaten passend onderwijs;
•
Werkwijze van het samenwerkingsverband;
•
Samenwerking met ouders;
•
Organisatie van het samenwerkingsverband;
•
Relatie tot gemeentelijk beleid, Kwaliteitsontwikkeling;
•
Financiën.
Vooral dit laatste onderdeel vormt de komende jaren voor de besturen een ware uitdaging. Om geen overhaaste stappen te nemen en om te komen tot een zorgvuldige afstemming op financieel gebied is besloten de bekostiging van de vóór augustus 2013 geïndiceerde leerlingen voor cluster 3 en 4 voor het schooljaar 2014-2015 op de “oude wijze” te laten verlopen. Op 1 augustus 2014 is de wet van kracht en vanaf dat moment is het ondersteuningsplan O3 het kompas voor allen die bij het Passend Onderwijs betrokken zijn.
25
4. Personeel 4.1
Personeelsbestand
De financiële tekorten die sinds 2010 zijn ontstaan en de verwachte vermindering van inkomsten vanwege het teruglopende leerlingenaantal hebben geleid tot het inkrimpen van het personeelsbestand. In het onderstaande overzicht is per categorie onderwijzend personeel (OP), onderwijsondersteunend personeel (OOP) en directie (DIR) weergegeven hoe het personeelsbestand zich ontwikkeld heeft in de afgelopen drie jaren.
Peildatum
31-12-2012
31-12-2013
31-12-2014
73,4551
67,621
64,0308
OOP
6,9522
5,9405
6,5692
DIR
8,9276
6,9276
7,9276
89,3349
80,4891
78,5276
OP
Totaal
Tijdelijk personeel anders dan voor vervanging was er alleen op 31 december 2012, te weten voor 0,2319 FTE in de categorie OP. Vacatures Vanaf 1 augustus 2012 bestond de vacature voor de functie van algemeen directeur/voorzitter van het College van Bestuur. Deze werd tijdelijk ingevuld door een interim directeur/interim voorzitter van het College van Bestuur. Deze is niet opgenomen in het bovenstaande overzicht. Per 1 april 2014 is er in de vacature voorzien door aanstelling van een voorzitter van het College van Bestuur voor 0,8000 FTE. De in dienst gekomen voorzitter van het College van Bestuur is per 31-12-2014 wel opgenomen in het bovenstaande overzicht in de categorie OOP. Op 31 december 2014 is er geen enkele opstaande vacature. Leeftijdsopbouw en verdeling man/vrouw van het personeel op 31-122014 Nobego heeft een hoge gemiddelde leeftijd ten opzichte van het landelijk gemiddelde. 35% van de personeelsleden is ouder dan 55 jaar. In FTE’s is 31% ouder dan 55 jaar.
<25 25 t/m 35 t/m 45 t/m 55 t/m >60 Totaal
34 44 54 59
Aantal Totaal FTE Mannen Vrouwen personen Mannen Vrouwen 0,0000 0,0000 0,0000 0 0 0 12,3930 0,3400 12,0530 16 1 15 10,9716 1,0000 9,9716 16 1 15 24,5814 5,1918 19,3896 34 6 28 18,2066 7,0000 11,2066 22 7 15 12,3750 4,0000 8,3750 14 4 10 78,5276 17,5318 60,9958 102 19 83
26
In- en uitstroom 2014* In 2014 zijn 6 personeelsleden uit dienst en 2 personeelsleden in dienst getreden.
Functiegroep
Aantal personen uit dienst
Aantal personen in dienst Reden
OP
2
Op eigen verzoek
OP
3
Ongeschiktheid voor de functie door ziekte
OP
1
OOP
1
Op eigen verzoek
OOP
1
DIR
0
0
Totaal
6
2
*Vervangingsaanstellingen zijn buiten beschouwing gelaten. Interne mobiliteit/overplaatsing Door middel van vrijwillige mobiliteit wordt aan personeelsleden de mogelijkheid geboden zich blijvend te ontwikkelen, breed inzetbaar te zijn en deskundigheid op andere scholen in te zetten. Schoolteams kunnen zich ontwikkelen als er doorstroming is en er regelmatig nieuwe mensen met nieuwe ideeën binnenkomen. Nobego inventariseert elk jaar de wensen van personeelsleden voor mobiliteit. Met de wensen wordt bij de formatieplanning zoveel mogelijk rekening gehouden. Naast mobiliteit op basis van eigen verzoeken is er ook overplaatsing vanwege formatieve redenen. In het jaar 2014 zijn 15 personeelsleden van Nobego overgeplaatst naar een andere school binnen het bestuur. Functiegroep
Aantal personen overgeplaatst
Reden
OP
4 Op eigen verzoek
OP
7 Formatieve redenen
OP
1 Andere functie
OOP
2 Formatieve redenen
DIR
1 Eigen verzoek
Totaal
15
Voor het schooljaar 2015-2016 worden de wensen voor mobiliteit opnieuw geïnventariseerd. 4.2
Werkgelegenheidsbeleid, boventalligheid en Sociaal Plan
Sinds 2004 hanteert Nobego werkgelegenheidsbeleid. Om tot inkrimping van het personeelsbestand te komen heeft Nobego de afgelopen jaren maatregelen genomen. Sinds 12 juni 2013 geldt bij Nobego een Sociaal Plan. Dit Sociaal Plan is per 14 mei 2014
27
geactualiseerd. In het geactualiseerde plan is op basis van het Meerjarenbestuursformatieplan 2014-2018 het doel gesteld om een formatiereductie te bereiken van 10,1356 fte per 1 augustus 2016. Volgens het werkgelegenheidsbeleid wordt in eerste instantie vrijwillige uitstroom bevorderd. In het Sociaal Plan zijn instrumenten opgenomen die vrijwillig vertrek stimuleren. Pas in een tweede fase wordt voor zover nodig overgegaan tot het verlenen van ontslag aan als boventallig aangewezen personeel. In de periode van 12 juni 2013 tot 1 mei 2015 hebben 13 personeelsleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om (gedeeltelijk) vrijwillig te vertrekken onder gebruikmaking van vertrekbevorderende instrumenten. Eind 2014 is er overleg gevoerd met de vakbonden en is de verwachting uitgesproken dat het Sociaal Plan in de loop van 2015 (grotendeels) kan sluiten. In het voorjaar van 2015 is aan de hand van het Meerjarenbestuursformatieplan 2015-2019 besloten het Sociaal Plan per 1 mei 2015 te sluiten. 4.3
Ziekteverzuim en arbobeleid Ziekteverzuim
In 2014 is het ziekteverzuim ten opzichte van het jaar daarvoor afgenomen. Deze afname was naar verwachting. Het hogere verzuimpercentage in 2013 werd veroorzaakt door een aantal langdurig zieke personeelsleden.
Jaar
Verzuimpercentage
Ziekmeldingsfrequentie
2011
6,8
2012
6,4
2013
7,5
2014
5,2
0,8
Landelijk geldt in het primair onderwijs een ziekteverzuimpercentage van: 2011: 6,7%, in 2012: 6,8% en in 2013: 6,5% en een meldingsfrequentie van 2011: 1,1, 2012: 1,1, 2013: 1,2. Hierbij wordt opgemerkt dat deze cijfers uitsluitend onderwijzend personeel betreffen, terwijl in de verzuimcijfers van Nobego ook onderwijsondersteunend personeel en directies meegerekend zijn. Met ingang van 2012 ondersteunde CZ Bedrijf&Gezondheid (B&G) de organisatie op het gebied van verzuimmanagement. In 2014 is CZ B&G een samenwerking aangegaan met Human Capital Care. Om deze reden neemt Human Capital Care de verzuimdienstverlening per 1 januari 2015 over. Een verzuimsoftwarepakket maakt het mogelijk dat alle betrokkenen via de applicatie op de hoogte zijn van de stand van zaken en de (wettelijk) te ondernemen acties met betrekking tot het ziekteverzuim.
28
Arbobeleid In 2014 is op alle scholen een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) gestart. Aan de hand hiervan is op iedere school een plan van aanpak ter verbetering opgesteld. Binnen de RI&E is een Quickscan Welzijn Personeel uitgevoerd. In 2015 worden de uitgevoerde RI&E’s en plannen van aanpak getoetst door een gecertificeerde arbeidsdeskundige. Na instemming van de medezeggenschapsraden zullen de plannen van aanpak ten uitvoer worden gebracht en stelt de directeur van de school jaarlijks een voortgangsrapportage op. Voor de uitvoering van de RI&E wordt gebruik gemaakt van Arbomeester2. Arbomeester2 is erkend als branche-RI&E. Volgens de wettelijke verplichtingen zijn er op elke school voldoende gecertificeerde bedrijfshulpverleners (BHV-ers). De nascholing van de BHV-ers wordt bovenschools georganiseerd. Twee directeuren zijn aangewezen als preventiemedewerkers. 4.4
CAO PO 2014-2015
Eind 2014 is er een nieuwe CAO PO tot stand gekomen. In de CAO PO 2014-2015 zijn onder andere nieuwe afspraken gemaakt over loon, professionalisering, vermindering van werkdruk en duurzame inzetbaarheid. Het bestuur van Nobego heeft de CAO PO 2014-2015 voor al haar personeelsleden van toepassing verklaard. Onderwijsinhoudelijke ontwikkeling en schoolontwikkeling staan bij Nobego voorop. De ruimte die in de nieuwe CAO PO gecreëerd is wordt benut om deze ontwikkelingen te bevorderen. 4.5
Personeelsbeleid
Vanaf 2010 wordt het personeelsbeleidsplan Nobego, goed voor elkaar! samengesteld. In het plan zijn onder andere de volgende onderdelen opgenomen: professionele ontwikkeling en scholing, persoonlijke ontwikkeling, competentiebeleid, gesprekkencyclus, functioneringsgesprek, beoordelingsbeleid, arbobeleid en overplaatsingsbeleid. Alle functies in het functieboek van Nobego zijn beschreven en gewaardeerd volgens FUWA-PO. Het functieboek en de beschrijvingen van de functies zijn in 2014 ongewijzigd gebleven. In 2013 is formatiebeleid ontwikkeld. Het formatiebeleid heeft geleid tot de totstandkoming van het Allocatiemodel2013. In 2014 is geconstateerd dat dit model “werkt” voor Nobego. Op basis van het model is ook voor het schooljaar 2014-2015 formatie toegekend aan de scholen van Nobego. In 2015 zal mede aan de hand van de nieuwe CAO PO het personeelsbeleid op onderdelen worden geactualiseerd. Zo zal er beleid gevormd worden voor de invoering
29
van de 40-urige werkweek met als doel de werkdruk te verminderen. In de gesprekkencyclus zal het onderwerp duurzame inzetbaarheid als vast gesprekspunt worden opgenomen. En er zal nagedacht worden over de meer nadrukkelijke verantwoordelijkheid van de personeelsleden voor de eigen professionele ontwikkeling. Over al deze onderwerpen zal met elkaar gesproken worden waarbij de directeuren van de scholen een cruciale rol innemen. 4.6
Professionele ontwikkeling en scholing
De deskundigheid van het personeel heeft directe invloed op de kwaliteit van het onderwijs. In 2014 is nadrukkelijk aandacht besteed aan de waarde die Nobego hecht aan professionele ontwikkeling en scholing van personeelsleden in samenhang met de doelen die gesteld worden in de schoolplannen van de scholen. In 2014 heeft Nobego besloten deel te gaan nemen aan de 3L Academie. De 3L Academie is regionaal georganiseerd en stelt een aanbod samen voor nascholing voor personeelsleden in het primair onderwijs. De samenstelling van dit aanbod gebeurt op basis van vraag. Er heeft in 2014 zowel Nobego-brede scholing, teamscholing als individuele scholing plaatsgevonden. Een greep uit de gevolgde scholing: Alle directeuren en leraren met de taak interne begeleiding hebben een cursus gevolgd in het kader van het kwaliteitszorgsysteem. Teams hebben deelgenomen aan cursussen over meervoudige intelligentie, coöperatief leren, opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken. Daarnaast heeft één team scholing gevolgd in het kader van het specifieke onderwijsconcept onderwijs voor een nieuwe tijd (O4NT). Individuele leraren volgden cursussen gericht op specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen (o.a. voor leerlingen met autisme, DCD en het syndroom van Down etc.). Zeven leraren zijn gestart met de opleiding voor schoolleider. En twee directeuren volgden de leergang Zelfbewust Leiderschap. Nobego hecht ook aan leren van en met elkaar. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor het oprichten van professionele leerteams met specifieke onderwerpen. In 2015 zal elk personeelslid deel gaan nemen aan twee leerteams. Er zal tevens meer ruimte gecreëerd worden voor collegiale consultatie. Zo wordt expertise binnen de organisatie gedeeld en ontwikkeld. 4.7
Overige personeelszaken Beheersing van uitkeringen na ontslag
Bij ontslag van personeelsleden is er zodanige begeleiding dat ten minste wordt voldaan aan de regels die de CAO PO en het Participatiefonds daaraan stellen.
30
Functiemix In het Convenant Leerkracht zijn afspraken gemaakt over de zogenaamde functiemix Deze afspraken zijn verankerd in de CAO PO. Nobego hecht waarde aan het realiseren van de functiemix. De functiemix versterkt de loopbaanmogelijkheden van leraren en biedt tevens de kans om met elkaar een kwaliteitsslag te maken. Op 31 december 2014 is 17,4831 FTE van de leraren bevorderd van leraar LA naar leraar LB. Daarvan staan 2,9 FTE minder dan 50% voor de klas. Nobego wenst beleidsrijk vorm te geven aan de verdere realisatie van de functiemix. In 2014 is de aandacht voor professionele ontwikkeling en scholing geïntensiveerd. Dit kan mede bijdragen aan de verdere realisatie van de functiemix. In 2015 wordt het beleid functiemix van Nobego bijgesteld. Personeelsbijeenkomsten Het jaar 2014 is gestart met een nieuwjaarsreceptie. In februari, mei en oktober waren er personeelsbijeenkomsten voor al het personeel. In deze bijeenkomsten kwamen aan de orde: algemene zaken over de organisatie, het Sociaal Plan, de nieuwe CAO PO en het onderwijsinhoudelijke onderwerp wat het meest effectief is voor leerlingen volgens de theorie van John Hattie. Klachten In 2014 is er één klacht van een ouder jegens een leerkracht ontvangen. Volgens het advies van de klachtencommissie die de klacht beoordeeld heeft, is de klacht door het bestuur van Nobego ongegrond verklaard. Bezwaarschriften personeelsleden In 2011 is door één personeelslid op vier verschillende besluiten bezwaar ingediend. Tegen de uitspraken van de rechtbank is door beide partijen Hoger Beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Partijen hebben in 2014 getracht tot een schikking te komen. Er wordt verwacht dat deze schikking in 2015 overeengekomen wordt. In 2014 is door één personeelslid een bezwaar op een besluit ingediend. Met dit personeelslid is in overleg getreden. Dit heeft geleid tot een oplossing en intrekking van het bezwaar door het personeelslid.
31
5
Huisvesting
Vanuit de wettelijke verplichting voor onderwijshuisvesting dient de gemeente zorg te dragen voor goed onderdak voor de scholen van Nobego (het zogenaamde onderhoud buitenkant). Nobego is zelf verantwoordelijk voor het binnenonderhoud van de school. Vanaf 1 januari 2015 vindt doordecentralisatie van het buitenonderhoud plaats. Dit houdt in dat Nobego vanaf deze datum ook verantwoordelijk is voor het buitenonderhoud van de scholen. 5.1
Schoollocaties
Nobego heeft vanaf 1 augustus 2013 10 brinnummers (scholen). De scholen zijn gehuisvest in 11 locaties in de gemeenten Goes en Noord-Beveland. Obs De Zuidwesthoek en obs De Achthoek zijn onderdeel van een Brede School. Het onderhoud aan deze locaties wordt vanuit de Brede School georganiseerd. Per 1 augustus 2013 zijn Obs De Kattenschulp en de St@mperiusschool gefuseerd. Hierbij is Obs De Kattenschulp als dislocatie in stand gebleven. Tot begin december 2013 viel het gebouw van de dislocatie onder het beheer van Nobego. Daarna is het gebouw teruggegeven aan de Gemeente Goes. Vanaf deze datum heeft Gemeente Goes ook het beheer op zich genomen. Nobego is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de overige locaties. In de nabije toekomst zal De Zuidvliet in Kortgene een nieuw schoolgebouw krijgen. Tevens zal de Kloetingseschool in Kloetinge verbouwd worden. 5.2
Huisvestingsplan
In 2014 heeft Nobego Bèta Schoolbeheer B.V. de opdracht gegeven het huisvestingplan voor Nobego vorm te geven. De huidige werkwijze (reactief) en de door derden ingevulde taken zorgden voor een onvoldoende te sturen huisvestingsbeleid. Uitgangspunt voor het nieuw opgezette plan is dan ook een transparante kostenstructuur gekoppeld aan een heldere strategische huisvestingsvisie. Om te komen tot een helder zicht op de kosten heeft Bèta Schoolbeheer een analyse gemaakt van de huidige kostenstructuur en de daaraan gekoppelde taken/werkwijze. De komende periode zal Nobego zich in samenwerking met Bèta Schoolbeheer richten op de volgende onderdelen: •
Leegstand
•
Schoonmaak (contractbeheer)
•
Energiemanagement
•
Groot en klein (regulier) onderhoud
Gedurende het jaar 2015 worden de hierboven genoemde posten op detailniveau bekeken en waar mogelijk geoptimaliseerd. Dit kan betekenen dat kosten stijgen dan wel afnemen. Ontbrekende verplichte contracten moeten worden aangegaan en overbodige,
32
niet verplichte contracten en andere verplichtingen zullen worden beëindigd. Aangenomen wordt dat er hiermee aanzienlijk kan worden bespaard. Belangrijk is alle contracten en uitgaven in beeld te krijgen en te houden. De opdracht aan Bèta Schoolbeheer is het actief sturen en beheren van de huisvesting. Met ingang van 2016 zal een dotatiesysteem worden opgezet. Onderdeel van dit dotatiesysteem is dat voor scholen een financiële prikkel ingebouwd wordt om de huisvesting samen met Bèta Schoolbeheer actief te blijven managen. 5.3
Doordecentralisatie onderhoud
Met ingang van 1 januari 2015 worden de gelden voor het buitenonderhoud van de scholen overgeheveld van gemeente naar schoolbestuur. Dit houdt in dat alle buitenonderhoud dat volgens de demarcatielijst voor rekening van gemeente was (vervangen daken, kozijnen e.d.) door het schoolbestuur moet worden verzorgd en betaald. Gezien bovenstaande ontwikkeling is het van belang deze gelden strategisch in te zetten. De grote hoeveelheid ver- en nieuwbouwplannen binnen de organisatie kan daarbij een voordeel zijn. Uit een analyse van Bèta Schoolbeheer blijkt dat, indien de gelden strategisch worden ingezet, de te ontvangen baten in verband met de doordecentralisatie voldoende zijn om de te verwachte lasten te dekken. 5.4
Meerjarenonderhoudsplanning
Voor de planning en uitvoering van binnenonderhoud aan de schoolgebouwen wordt tweejaarlijks een meerjarenonderhoudsplanning opgesteld. Aangezien hiervoor specialistische kennis vereist is, worden deze werkzaamheden uitbesteed aan OSG/Corresta. Er wordt door OSG/Corresta tevens een meerjarenonderhoudsplanning opgesteld voor het buitenonderhoud.
33
6
Financiën
6.1
Financieel beleid
Nobego heeft haar financieel beleid in 2012 en 2013 herzien en opgenomen in een financieel beleidsplan. In 2014 is dit financieel beleidsplan geactualiseerd en op een gering aantal punten aangepast. Scholen ontvangen op basis van onder andere hun leerlingenaantal, de leerlinggewichten en de leeftijd van het onderwijzend personeel verschillende soorten bekostiging. Deze bekostiging wordt op stichtingsniveau toegekend. Het grootste gedeelte van de bekostiging bestaat uit de lumpsumbekostiging. De lumpsumbekostiging bestaat uit 2 delen: een personeel en een materieel gedeelte. Het kenmerk van lumpsum is dat er niet vastgesteld is waar de bekostiging aan besteed moet worden. Nobego heeft in haar financieel beleid vastgelegd dat zij de totale lumpsum verdeelt als zijnde 82% voor personeel en 18% voor materiële uitgaven. Vanwege de doordecentralisatie van het buitenonderhoud zal de verhouding tussen de personele en materiële inkomsten en uitgaven sterk wijzigen. De verhouding personele en materiële uitgaven zal daarom in 2015 gewijzigd worden. Voor het verdelen van de personele middelen heeft Nobego een allocatiemodel opgesteld. Het allocatiemodel van Nobego sluit aan bij het realiseren van schaalvoordelen op organisatieniveau. Alle middelen gaan eerst naar het bestuur, waarna op basis van een vastgestelde systematiek verdeling van gelden naar schoolniveau en bovenschools niveau plaats vindt. Dit geeft de mogelijkheid om de scholen een bepaalde formatie toe te kennen waarbij de werkelijke personeelskosten geen rol spelen. De risico’s worden op bovenschools niveau gezamenlijk gedragen. Het allocatiemodel is in belangrijke mate gebaseerd op de verwachte leerlingen per 1 oktober van het betreffende schooljaar. De materiële instandhouding staat integraal ter beschikking van de school. Ter dekking van zaken die bovenschools georganiseerd worden, wordt een gedeelte van het budget overgedragen naar bestuursniveau. De schooldirecteur stelt aan de hand van het resterende budget zijn schoolspecifieke begroting op. Deze schoolbegroting wordt aan de medezeggenschapsraad (MR) voorgelegd. Voor de zaken die bovenschools georganiseerd worden wordt een aparte begroting opgesteld. Alle begrotingen samen (schoolbegrotingen en bovenschoolse begroting) vormen de begroting van Nobego. Deze begroting wordt binnen het directeurenoverleg van Nobego besproken en goedgekeurd. Tevens wordt de begroting besproken met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR heeft bovendien adviesrecht. Naast het opstellen van een begroting voor het volgende boekjaar wordt in het najaar ook een meerjarenbegroting voor de komende 5 jaren opgesteld. Ook de
34
meerjarenbegroting wordt besproken en goedgekeurd door het directeurenoverleg. De GMR krijgt wederom toelichting op de meerjarenbegroting en wordt om advies gevraagd. In het voorjaar wordt een meerjarenbestuursformatieplan opgesteld voor de komende 5 schooljaren. Hierin worden enkel de personele baten en lasten opgenomen. Het meerjarenbestuursformatieplan wordt besproken met en goedgekeurd door het directeurenoverleg. De PGMR heeft instemmingsrecht en de GMR wordt om advies gevraagd. Elke schooldirecteur is integraal verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op zijn of haar school binnen de afgesproken kaders. Dat geldt ook voor de financiële aspecten. Elke school is tevens verantwoordelijk voor de aanschaf en vervanging van onderwijsleerpakketten en inventaris. In 2014 zijn meerjareninvesteringsplannen per school opgesteld. Deze zullen in 2015 verder uitgewerkt worden. 6.2
Planning en control
De begrotingen op school- en bestuursniveau zijn taakstellend. Dat wil zeggen dat de budgetbewaker gehouden is om binnen de begroting te blijven. Indien sprake is van overschrijding moet door de budgethouders een geaccepteerde, passende verklaring worden geleverd in de managementrapportage. De schooldirecteuren kunnen op ieder moment via het online programma Metris een overzicht van de exploitatie van de school opvragen. Daarnaast wordt 3 maal per jaar een financiële rapportage opgesteld waarin de financiële ontwikkelingen in de gehele organisatie worden toegelicht. 6.3
Administratie
Zowel de personele als de financiële administratie worden gevoerd in het administratieve pakket AFAS. De financiële administratie wordt volledig in eigen beheer door Nobego uitgevoerd. De personele administratie wordt deels in eigen beheer uitgevoerd en deels door het administratiekantoor OSG/Metrium. De salarisadministratie wordt verzorgd door OSG/Metrium. Ook de hosting van het pakket AFAS vindt plaats via OSG/Metrium. 6.4
Risicoanalyse
Nobego is in haar bedrijfsvoering afhankelijk van een heleboel verschillende factoren. Veranderingen in deze factoren kunnen in meer en mindere mate invloed uitoefenen op de bedrijfsvoering. Dit brengt risico’s met zich mee. Om inzicht te krijgen in deze risico’s en de impact hiervan is het van belang dat er een goed risicomanagement gevoerd wordt. Risicomanagement is het geheel van activiteiten gericht op beheersen van risico’s. Risicomanagement moet ervoor zorgen dat risico’s tijdig worden geïdentificeerd en beoordeeld. Vervolgens kunnen maatregelen getroffen worden die de kans op het optreden of de gevolgen van de risico’s op een gewenste wijze beïnvloeden. Risicomanagement is een continu proces. Nobego heeft in 2014 haar risicomanagement verder ontwikkeld en een plaats gegeven in het planning en control-proces. Voor de beoordeling van het risicomanagement heeft Nobego gebruik gemaakt van het risico-
35
analysemodel van de PO-raad ‘Risico’s in beeld’. Dit model is door de PO-raad in samenwerking met diverse schoolbesturen opgesteld in het kader van het project ‘eerst kiezen, dan delen’. Nobego onderkent de volgende belangrijkste risico’s: •
Daling van de leerlingenaantallen. Nobego opereert in een krimpregio. In meerjarenbegrotingen wordt rekening gehouden met een krimp van het aantal leerlingen, maar deze kan natuurlijk altijd tegen- of meevallen;
•
Daling van het personeelsbestand welke trager verloopt dan de daling van de leerlingenaantallen. In het meerjaren bestuursformatieplan wordt deze ontwikkeling gemonitord. Door goed vooruit te begroten en door gebruik van de vervangingspool en het Tranfercentrum Zeeland (TCOZ) kunnen deze risico’s beheerst worden;
•
Veranderingen en afloop van bekostiging. De komende jaren zullen er veranderingen optreden in de bekostiging van bijvoorbeeld passend onderwijs, impulsgebieden en loonkostensubsidie OOP. Afhankelijk van het politieke klimaat kan bekostiging voortgezet worden, eventueel in een andere vorm. Nobego houdt in haar meerjarenbegrotingen rekening met het stopzetten van de bekostiging totdat er sterke aanwijzingen zijn dat deze voortgezet worden.
6.5
Treasury
Op grond van de regeling van het Ministerie van OCW is bepaald dat de bekostiging van door het Rijk gesubsidieerde instellingen besteed dient te worden overeenkomstig de bestemming. Beleggen of belenen kan risico’s inhouden, waardoor de bekostigde taak in gevaar komt. Nobego heeft een treasurystatuut. In 2014 is het treasurystatuut beoordeeld en getoetst aan de regelgeving. In 2015 zal het huidige treasurystatuut worden herzien. Liquide middelen welke op korte termijn niet benodigd zijn worden door Nobego opgenomen op een vrij opneembare zakelijke kwartaalspaarrekening. De rente is variabel.
36
6.6
Analyse van het resultaat
Het nettoresultaat over 2014 bedraagt € 294.055 tegenover € 115.025 over 2013. De nettoresultaten over beide jaren kunnen als volgt worden samengevat: Realisatie 2014 €
%
Begroting 2014 €
%
Realisatie 2013 €
%
Baten Rijksbijdragen Ministerie van OCW Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten
7.013.649 232.703 108.961 7.355.313
95% 3% 1% 100%
6.572.864 60.500 86.531 6.719.895
98% 1% 1% 100%
7.355.758 69.106 283.998 7.708.862
95% 1% 4% 100%
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
5.886.050 147.873 526.983 519.283 7.080.190
80% 2% 7% 7% 96%
5.623.675 154.400 548.200 484.017 6.810.292
84% 2% 8% 7% 101%
6.334.266 151.076 627.421 503.038 7.615.802
82% 2% 8% 7% 99%
275.123
4%
-90.398
-1%
93.060
1%
18.932
0%
17.810
0%
21.965
0%
Resultaat
294.055
4%
-72.588
-1%
115.025
1%
Netto resultaat
294.055
4%
-72.588
-1%
115.025
1%
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
De resultaten over 2013 en 2014 geven enigszins een vertekend beeld. Vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 juli 2013 heeft Nobego het onderwijs verzorgd aan kinderen van het asielzoekerscentrum in Goes. De kosten die samenhangen met het verzorgen van dit onderwijs zoals personeelskosten, materialen en huur van lokalen zijn verantwoord in de periode waarin de kosten gemaakt zijn. De bekostiging voor het onderwijs aan deze leerlingen wordt grotendeels ontvangen op basis van de 1 oktober-telling. De eerste 1 oktober-telling waarop de leerlingen van de AZC-school waren ingeschreven was 1 oktober 2013. Hierdoor wordt het grootste gedeelte van de bekostiging van dit onderwijs in het schooljaar 2013/2014 ontvangen. Volgens de richtlijnen voor de jaarverslaggeving van onderwijsinstellingen moeten deze baten aan het schooljaar 2013/2014 toegerekend worden. Als gevolg hiervan heeft Nobego in 2012 volgens de toerekening aan de jaarrekening verlies geleden op het verzorgen van het onderwijs aan de AZC-school. In 2013 en 2014 wordt echter administratief een positief resultaat behaald aangezien aan deze jaren de inkomsten worden toegerekend. Over de gehele periode heeft Nobego geen verlies geleden op het verzorgen van het onderwijs aan de AZC-school. In september van 2012 was bekend gemaakt dat het Asielzoekerscentrum in Goes gesloten zou worden. Hierop heeft Nobego pro-actief ingespeeld door voorbereidingen te treffen voor sluiting van de AZC-school. Eind 2012 werd echter bekend dat het centrum toch langer open zou blijven. Het Asielzoekerscentrum is vervolgens omgezet in een gezinslocatie (voorheen was het Asielzoekerscentrum in Goes een locatie voor eerste opvang). Op een gezinslocatie is er minder sprake van verloop van kinderen. Ook zijn kinderen vaak langer in Nederland en hebben ze elders al onderwijs genoten. Deze wijziging heeft er toe geleid dat Nobego het onderwijs aan de kinderen van het
37
Asielzoekerscentrum anders heeft ingericht. Voor de organisatie van dit onderwijs is samenwerking gezocht met Alpha Scholengroep en Stichting Prisma. Gezamenlijk is besloten om het onderwijs aan de kinderen van het Asielzoekerscentrum in Goes in te richten in een Taaleducatief Centrum (TEC). Per 30 september 2013 is op o.b.s. De Tweemaster het onderwijs in het Taaleducatief Centrum gestart. De kinderen staan ingeschreven op o.b.s. De Tweemaster en voor het onderwijs wordt gebruik gemaakt van lokalen van De Tweemaster. Het onderwijs wordt verzorgd door leerkrachten en een directeur van alle 3 de betrokken partners. Betreffende de financiering zijn afspraken gemaakt met Gemeente Goes. Afgesproken is dat over de gehele looptijd het project kostenneutraal is. Om deze reden is de school voor het asielzoekerscentrum buiten de begroting 2013 en 2014 gehouden. Op deze manier presenteert Nobego een begroting hoe deze er uit zou zien zonder het incidentele project betreffende het asielzoekerscentrum. Gemeente Goes heeft zich garant gesteld voor de verwachte negatieve resultaten van het Taal Educatief Centrum. Negatieve resultaten worden verwacht vanwege het formeren van kleinere klassen in de centrale opvang. Ondanks dat een groot deel van de baten het schooljaar nadat de leerlingen zijn ingeschreven worden ontvangen, vindt berekening van de negatieve resultaten plaats op basis van het matchingprincipe. Bij het matchingprincipe worden de baten en lasten behorende bij de leerlingen toegerekend aan hetzelfde jaar en wordt de toekenningsdatum van de bekostiging buiten beschouwing gelaten. Op basis van dit matchingprincipe heeft het Taal Educatief Centrum in 2014 een negatief resultaat van € 184.000 behaald. De Gemeente Goes zal dit bedrag compenseren met een gemeentelijke bijdrage. Op basis van de regels voor de jaarverslaggeving heeft het TEC, rekening houdende met de gemeentelijke bijdrage, een verlies geleden van € 42.855. Dit zal in de komende kalenderjaren gecompenseerd worden. Aangezien de leerlingen ingeschreven zijn bij Nobego is het onvermijdelijk dat de geldstromen via Nobego lopen. De gemaakte kosten zijn dan ook verantwoord in de jaarrekening van Nobego. De baten (welke grotendeels vanaf het schooljaar 2014/2015 worden ontvangen) worden ook verantwoord in de toekomstige jaarrekeningen van Nobego. Om de verschillende geldstromen inzichtelijk te maken is in het volgende overzicht een splitsing gemaakt in de resultaten van respectievelijk: •
Geheel Nobego 2014 conform de jaarrekening;
•
Resultaten AZC-school 2014 (onderwijs van 1-1-2012 t/m 31-7-2013);
•
Resultaten Taal Educatief Centrum (TEC) 2014 (onderwijs vanaf 30-9-2013);
•
Resterend resultaat Nobego exclusief projecten AZC-school en TEC.
38
Nobego 2014 €
Resultaat AZC-school €
Resultaat TEC €
Nobego excl AZC en TEC €
Baten Rijksbijdragen Ministerie van OCW Overige overheidsbijdr. en -subsidies Overige baten Totaal baten
7.013.649 232.703 108.961 7.355.313
97.192 97.192
213.369 184.040 4.556 401.965
6.703.088 48.663 104.405 6.856.156
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
5.886.050 147.873 526.983 519.283 7.080.190
-
415.959 1.017 16.510 11.334 444.820
5.470.091 146.856 510.473 507.949 6.635.370
275.123
97.192
-42.855
220.786
18.932
-
294.055
97.192
-
-
294.055
97.192
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Buitengewoon resultaat Netto resultaat
-42.855 -42.855
18.932 239.718 239.718
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat € 54.000 van het netto resultaat van 2014 voortkomt uit de projecten AZC-school en Taal Educatief Centrum.
39
6.7
Verschillenanalyse
Aangezien AZC-school en Taal Educatief Centrum losstaande projecten zijn waarbij het financieel risico gedragen wordt door een derde partij, zijn deze niet in de begroting van 2014 opgenomen. In de verschillenanalyse is daarom alleen een analyse opgenomen van de verschillen tussen de resultaten van Nobego exclusief AZC-school en Taal Educatief Centrum en de begroting over 2014. Ook de gerealiseerde cijfers over 2013 zijn exclusief de resultaten van de AZC-school en het Taal Educatief Centrum. In het volgende overzicht zijn deze verschillen zichtbaar. Nobego excl AZC en TEC €
%
Baten Rijksbijdragen Ministerie van OCW Overige overheidsbijdr. en -subsidies Overige baten Totaal baten
6.703.088 48.663 104.405 6.856.156
98% 1% 2% 100%
6.572.864 60.500 86.531 6.719.895
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
5.470.091 146.856 510.473 507.949 6.635.370
80% 2% 7% 7% 97%
220.786
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Buitengewoon resultaat Netto resultaat
Begroting 2014 €
Verschil
Realisatie 2013 €
98% 1% 1% 100%
130.224 -11.837 17.875 136.261
7.196.653 69.106 164.974 7.430.733
5.623.675 154.400 548.200 484.017 6.810.292
84% 2% 8% 7% 101%
-153.584 -7.544 -37.727 23.932 -174.922
6.128.885 150.872 616.166 495.774 7.391.697
3%
-90.398
-1%
311.184
39.036
18.932
0%
17.810
0%
1.122
21.965
239.718
3%
-72.588
-1%
312.305
61.000
-
0%
0%
-
-
239.718
3%
-1%
312.305
61.000
%
-72.588
Samenvatting Het nettoresultaat is in 2014 ruim € 312.000 hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat de baten € 136.000 hoger zijn dan begroot. Tevens zijn de personele lasten € 154.000 lager en de materiële lasten € 21.000 lager dan begroot. Hieronder wordt per rubriek toegelicht wat de voornaamste redenen zijn van deze verschillen. Rijksbijdragen Ministerie van OCW De Rijksbijdragen van Ministerie van OCW zijn € 130.000 hoger dan begroot. In het schooljaar 2013/2014 zijn namelijk middelen ontvangen voor Jonge Leerkrachten (€ 39.000) welke pas na vaststelling van de begroting 2014 zijn toegekend. Nobego heeft deze middelen gebruikt om de verlenging van de eerste fase van het sociaal plan te bekostigen en tevens om projecten in het kader van kwaliteitsverbetering te bekostigen. De middelen zijn daarom opgenomen in een bestemmingsreserve (reserve projecten).
40
In februari 2015 is de bekostiging over het schooljaar 2014/2015 verhoogd vanwege de toekenning van middelen uit het bestuursakkoord en het Nationaal Onderwijs Akkoord. Deze middelen zijn structureel en waren niet opgenomen in de begroting 2014. Voor 2014 betekent dit een meevaller van € 42.000. Tegenover de baten staan ook doelstellingen waar de sector Primair Onderwijs zich voor in moet zetten. De lasten die hier tegenover staan zullen veelal in 2015 en latere jaren vallen. Een andere reden voor de hogere Rijksbijdragen is dat de inkomsten voor passend onderwijs (voorheen: LGF) hoger zijn begroot (€ 31.000). De reden hiervoor is dat bij het opstellen van de begroting rekening was gehouden met een dalende bekostiging vanwege de invoering van passend onderwijs en tevens met een lager aantal LGFkinderen. Het samenwerkingsverband O3 heeft echter besloten om voor het schooljaar 2013/2014 de bekostiging gelijk te houden. Vanaf het schooljaar 2014/2015 is de bekostigingssystematiek wel veranderd. Daarnaast worden de WSNS-gelden vanaf 1-814 onder de Rijksbijdragen begroot (voorheen onder de overige baten). Overige baten De overige baten zijn veelal incidentele vergoedingen. De overige baten zijn € 29.000 hoger dan begroot. Er is € 13.000 aan ouderbijdragen ontvangen. Deze ouderbijdragen worden gebruikt voor onder andere schoolreizen en schoolkampen en moeten in 1 geheel worden bekeken met de kosten hiervoor. De bekostiging van de Hogeschool Zeeland betreffende opleiden in de school (DOS) is € 16.000 hoger dan begroot, vanwege een overeengekomen nabetaling over 2013. Personeelslasten De personeelslasten zijn € 154.000 lager dan begroot. Dit komt doordat de overige personele lasten € 117.000 lager zijn dan begroot. Tevens zijn de brutolonen en salarissen en de daarbij behorende sociale lasten en pensioenlasten verminderd met de uitkeringen € 37.000 lager dan begroot. Onder de uitkeringen zijn de uitkeringen uit het vervangingsfonds en de uitkeringen voor zwangerschapsverlof opgenomen. De salariskosten voor vervangingen zijn opgenomen onder de brutolonen en salarissen en de daarbij behorende sociale lasten en pensioenlasten. De brutolonen en salarissen, sociale lasten en pensioenlasten verminderd met de uitkeringen zijn lager dan begroot, vanwege het (gedeeltelijk) ontslag van diverse medewerkers. Mede vanwege het Sociaal Plan hebben diverse medewerkers vrijwillig ontslag ingediend. Met het vertrek van deze medewerkers was in de begroting van 2014 geen rekening gehouden. Vertrek van medewerkers is zo veel mogelijk intern opgevuld, waardoor nauwelijks extra kosten zijn ontstaan. Wel is hierdoor de eigen vervangingspool van Nobego nauwelijks benut. Per 1 januari 2014 is de inrichting van het nieuwe bestuursmodel (Raad van Toezicht) voltooid. In 2013 heeft de werving en selectie van de leden van de Raad van Toezicht
41
plaats gevonden. Tevens is reeds in 2013 gestart met de werving van een voorzitter van het College van Bestuur. In de begroting 2014 was er rekening mee gehouden dat de werving van de voorzitter van het College van Bestuur volledig in 2014 plaats zou vinden. Hierdoor zijn de werkelijke kosten € 13.000 lager dan begroot. De nascholingskosten zijn € 15.000 hoger dan begroot. Nobego hecht veel waarde aan de scholing van personeel. Vanuit het project kwaliteitsimpuls zijn daarom extra gelden beschikbaar gesteld voor nascholing. Het project kwaliteitsimpuls wordt bekostigd vanuit de bestemmingsreserve projecten. De kosten van extern personeel zijn € 46.000 lager dan begroot. Hieronder is voor € 8.000 aan kosten opgenomen voor begeleiding van een LGF-leerling. Deze kosten waren niet begroot. De baten van uitbesteding van personeel van Nobego aan het Taal Educatief Centrum van € 66.000 zijn ten gunste van de kosten voor extern personeel gekomen. De kosten van de schoolbegeleidingsdienst zijn € 52.000 lager dan begroot. Dit komt doordat de ontvangen subsidies voor schoolbegeleiding gedeeltelijk begroot waren onder de overige overheidsbijdragen (€ 29.000). In werkelijkheid zijn alle subsidies voor schoolbegeleiding (€ 46.000) in mindering gebracht op de kosten. De kosten van de schoolbegeleidingsdienst zijn tevens, afhankelijk van de soort kosten, verdeeld over kosten voor schoolbegeleiding, nascholing en overige personele kosten. Vanwege een schattingswijziging zijn de kosten voor de dotatie voorziening jubilea € 48.000 hoger dan begroot. Tot en met 2013 is de hoogte van de voorziening voor jubilea gebaseerd op basis van een stelregel. Vanaf 2014 wordt de voorziening bepaald op basis van de werkelijke bezetting, rekening houdend met de leeftijd van de werknemers, de datum van de jubilea en een blijfkanspercentage. Op basis van deze uitgangspunten is een hogere voorziening benodigd. Hierdoor is de dotatie in 2014 incidenteel hoog. De nieuwe uitgangspunten zorgen voor een meer geleidelijke opbouw van de voorziening. De overige personele lasten zijn € 44.000 lager dan begroot. Onder deze rubriek waren onder andere een gedeelte van de prestatiebox-gelden begroot. Een deel van de prestatieboxgelden is besteed aan Onderwijs Tijd Verlenging (OTV). In de werkelijke cijfers zijn deze kosten opgenomen onder de leermiddelen en overige personele lasten. Tot slot zijn de kosten voor bedrijfsgezondheid en advieskosten voor personeel respectievelijk € 9.000 en € 14.000 lager dan begroot. De begeleiding voor bedrijfsgezondheid is meer in eigen beheer genomen. De advieskosten voor personeel zijn lager onder andere vanwege lagere advieskosten in het kader van het Sociaal Plan. Afschrijvingslasten In de begroting was rekening gehouden met investeringen ten bedrage van € 124.000. In werkelijkheid is voor € 80.000 geïnvesteerd. In de toekomst wil Nobego meer investeren in ICT. Omdat in 2014 nog niet zeker was hoe dit vorm zou krijgen zijn
42
bepaalde investeringen in ICT uitgesteld. De afschrijvingslasten zijn € 8.000 lager dan begroot. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 37.000 lager dan begroot. De grootste afwijkingen ten opzichte van de begroting worden veroorzaakt door: •
Lagere kosten tuinonderhoud (€ 13.000). In 2014 is een nieuw contract voor tuinonderhoud afgesloten;
•
Hogere schoonmaakkosten (€ 37.000). In het nieuwe huisvestingsbeleid is nadrukkelijk aandacht voor de schoonmaakkosten;
•
Lagere kosten voor energie en water (€ 40.000). De energiekosten vertonen echter een grillig verloop. De kosten van 2014 bedroegen € 113.000 (2013: € 146.000, 2012: € 119.000, 2011: € 181.000). Overige lasten
De overige lasten zijn € 24.000 hoger dan begroot. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting worden veroorzaakt door: •
Lagere kosten administratiekantoor (€ 25.000) voornamelijk vanwege het gedeeltelijk in eigen beheer nemen van de personele administratie;
•
Hogere kosten deskundigenadvies (€ 12.566) voornamelijk vanwege advisering bij het opstarten van de Raad van Toezicht;
•
Hogere kosten planmatig onderhoudsbeheer (€ 16.000) in verband met de advisering inzake het huisvestingsbeleid door Bèta Schoolbeheer. Daarnaast zijn gedurende het jaar 2014 de lopende zaken afgewikkeld door OSG/Corresta, terwijl nieuwe zaken opgepakt zijn door Bèta Schoolbeheer. Hierdoor zijn er tijdelijk dubbele kosten geweest.
•
Hogere kosten voor leermiddelen (€ 25.000) vanwege investeringen in levelboxen (leermiddelen hoogbegaafdheid). Deze worden bekostigd vanuit de bestemmingsreserve projecten;
•
Hogere ICT-kosten (€ 26.000). Dit wordt onder andere veroorzaakt door eenmalige metingskosten in verband met het aan te leggen wifi-netwerk (€ 6.000). Daarnaast hebben op de St@mperiusschool extra ICT-uitgaven plaatsgevonden vanwege het nieuwe onderwijsconcept O4NT (€ 5.000). Financiële baten en lasten
De financiële baten en lasten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting.
43
6.8
Financiële positie
Per 31 december van 2014 en 2013 is de financiële positie van Nobego als volgt samen te vatten: 31-12-2014 €
%
31-12-2013 €
%
ACTIVA Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen
890.166 677.111 2.198.270 3.765.547
23,6 18,0 58,4 100,0
958.660 589.192 2.028.870 3.576.722
26,8 16,5 56,7 100,0
1.817.997 826.947 113.460 1.007.143 3.765.547
48,3 22,0 3,0 26,7 100,0
1.523.943 782.270 237.500 1.033.009 3.576.722
42,6 21,9 6,6 28,9 100,0
PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Materiële vaste activa In 2014 is voor € 38.000 geïnvesteerd in inventaris en apparatuur en voor € 42.000 in leermiddelen. In de begroting was uitgegaan van in totaal € 124.000 aan investeringen. De afschrijvingen in 2014 bedroegen € 145.000. In 2014 is gestart met het opschonen van de niet meer in gebruik zijnde activa. Dit zal in 2015 zijn vervolg krijgen. Vorderingen De vorderingen per 31 december 2014 zijn met € 88.000 toegenomen ten opzichte van 31 december 2013. Dit wordt voor € 58.000 veroorzaakt door een stijging van de vorderingen op het ministerie. In februari 2015 is de bekostiging over het schooljaar 2014/2015 herzien. De bekostiging die toe te rekenen is aan 2014 is pas in 2015 uitbetaald. De overige vorderingen zijn € 15.000 hoger dan per 31 december 2013. Dit komt onder andere doordat het Samenwerkingsverband O3 in januari 2015 de arrangementen voor de periode augustus 2014 t/m december 2014 heeft uitbetaald (€ 32.000). Daarnaast bestaat er per 31 december 2014 een vordering van € 42.000 op Hogeschool Zeeland in verband met DOS en Dos plus. Eigen vermogen Het eigen vermogen is toegenomen met € 294.000. € 231.000 is ondergebracht in een reserve projecten. Vanuit deze reserve worden projecten in het kader van kwaliteit en de verlenging van de vrijwillige fase van het sociaal plan bekostigd. Voorzieningen De voorziening voor jubilea is toegenomen met € 45.000. In 2014 is de schatting van de voorziening voor jubilea gewijzigd. De hoogte van de voorziening wordt nu bepaald rekening houdende met de geboortedatum van de werknemer, functie, datum jubileum
44
en blijfkans. Voorheen werd de voorziening berekend aan de hand van een bedrag per fte. De voorziening voor groot onderhoud is ongewijzigd gebleven. De onttrekkingen zijn nagenoeg gelijk aan de dotatie van € 100.000. In 2015 zal de voorziening in het kader van het vernieuwde huisvestingsbeleid opnieuw beoordeeld worden. Langlopende schulden Onder de langlopende schulden is een schuld aan Gemeente Goes opgenomen in het kader van de voorfinanciering van het Taal Educatief Centrum. In totaal is € 297.500 aan voorfinanciering ontvangen. Gemeente Goes heeft zich garant gesteld voor de verwachte negatieve resultaten van het Taal Educatief Centrum. In 2014 heeft het Taal Educatief Centrum (op basis van het matchingprincipe) een negatief resultaat gerealiseerd van € 184.000. De Gemeente Goes zal dit verlies dekken door een gemeentelijke bijdrage te leveren. De nog te ontvangen gemeentelijke bijdrage is op de voorfinanciering als aflossing in mindering gebracht. Kortlopende schulden De kortlopende schulden per 31 december 2014 zijn met € 26.000 afgenomen ten opzichte van 31 december 2013.
45
6.9
Kengetallen
De hoogte en de ontwikkeling van financiële kengetallen vormen een graadmeter voor de financiële stabiliteit van de stichting.
Liquiditeit (Vlottende activa/kortlopende schulden)
2014
2013
2012
2011
Streefwaarde Nobego
2,85
2,53
2,13
2,61
1,00
De liquiditeit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Solvabiliteit 1 48,28 (Eigen vermogen (excl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%)
42,61
45,05
54,61
25,00
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen (rente en aflossing) te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. Solvabiliteit 2 70,24 (Eigen vermogen (incl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%) Rentabiliteit (Netto-resultaat / totale baten * 100%)
3,99
64,48
65,84
74,45
35,00
1,49
-4,34
-4,45
0,00
De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het netto-resultaat en de totale opbrengsten. De streefwaarde betreft een streefwaarde over een periode van 5 jaar. Weerstandsvermogen 12,58 (Eigen vermogen - Materiële vaste activa) / Totale baten * 100%)
7,31
4,95
8,82
10,00
Het weerstandsvermogen geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Naarmate de reserves groter zijn zal het weerstandsvermogen groter zijn. Personeelslasten / totale lasten Personeelslasten / totale baten (excl fin. baten)
83,13 80,02
83,17 82,17
81,46 85,45
80,08 84,07
Materiële lasten / totale lasten Materiële lasten / totale baten (excl. fin. baten)
16,87 16,24
16,83 16,62
18,54 19,44
19,92 20,89
Kapitalisatiefactor 51,05 46,26 (Totaal vermogen - Gebouwen en terreinen) / Totale baten * 100%)
40,49
41,38
De kapitalisatiefactor wordt gehanteerd om te signaleren of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt heeft benut.
In de ontwikkeling van de kengetallen is zichtbaar dat Nobego zich aan het herstellen is van de negatieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren. De komende jaren zal Nobego dit herstel voort moeten zetten. Hierbij is vooral het herstellen van het weerstandsvermogen van belang. In het weerstandsvermogen per 31 december 2013 en 31 december 2014 zijn immers ook de bestemmingsreserves opgenomen welke in de komende jaren af zullen nemen. Ook in meerjarenperspectief zullen kengetallen een belangrijke plaats innemen.
46
7.
Toekomst
7.1
Terugblik en vooruitblik
De ontwikkelingen in het onderwijs en binnen Nobego hebben niet stil gestaan. Per 1 januari 2014 is een nieuwe bestuursvorm ingevoerd. Vanaf 1 april 2014 is de vacature voor voorzitter van het College van Bestuur opgevuld. Hiermee is een periode van bijna 2 jaar interim manager, waarin vooral gebouwd werd aan de organisatie, afgesloten. Financieel zijn we gezond en zijn we in control. Beheer, huisvesting en onderhoud, is goed in beeld gebracht en in 2015 wordt dit verder uitgewerkt in beleid. Op personeelsgebied is de meerjarig benodigde formatie goed in beeld en vanwege vertrek van personeelsleden (mede in het kader van het Sociaal Plan) is de benodigde formatie in evenwicht met de aanwezige formatie. Ook in de politiek is onderkend dat de onderwijssector het de afgelopen jaren moeilijk heeft gehad. Daarom is in het Nationaal Onderwijsakkoord besloten om meer geld beschikbaar te stellen aan het onderwijs. In het bestuursakkoord is dit uitgewerkt in concrete doelstellingen. Het onderwijs blijft echter in beweging. Enkele belangrijke ontwikkelingen waar Nobego op dit moment en in de nabije toekomst mee te maken heeft staan hieronder beschreven. Deze ontwikkelingen hebben invloed op de financiële huishouding in 2015 en de jaren daarna. Cao PO Na maandenlang onderhandelen is in september 2014 een nieuwe cao PO afgesloten. Met de nieuwe cao PO is beoogd tot een evenwichtig pakket te komen, waarin de arbeidsvoorwaarden bijdragen aan de professionalisering van het onderwijspersoneel, het terugdringen van de werkdruk en een duurzame inzetbaarheid1. De nieuwe cao PO laat meer ruimte voor eigen beleid van het bestuur. Nobego zal dan ook samen met haar personeel moeten nagaan hoe zij dit beleid in gaat vullen. In de loop van 2015 zullen afspraken gemaakt worden over de diverse onderwerpen uit de cao PO. Bestuursakkoord PO 2015-2020 In het bestuursakkoord heeft het ministerie tezamen met de sector Primair Onderwijs afspraken gemaakt over de door de sector te behalen doelstellingen tot 2020. Het akkoord bevat vier actielijnen: talentontwikkeling door uitdagend onderwijs, een brede aanpak voor duurzame onderwijsverbetering, professionele scholen en doorgaande ontwikkellijnen. Vooral innovatie en ICT, kennis en onderzoek, de verbinding met de omgeving van de school en goed bestuur zijn belangrijke pijlers in het bestuursakkoord. Nobego zal de extra te ontvangen middelen vooral investeren in een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs onder andere door het aanstellen van een
1 Bron: Onderhandelaarsakkoord cao PO d.d. 2 juli 2014
47
kwaliteitsmedewerker. Ook zal er geïnvesteerd worden in ICT (glasvezel en sharepoints) en worden de scholingsbudgetten uitgebreid. Transfercentrum Vanaf 1-8-2015 zal Nobego deelnemen aan het Zeeuws Transfercentrum (TCOZ). Vanuit CPOZ wordt gewerkt aan het opbouwen van dit transfercentrum. In dit transfercentrum werken verschillende besturen uit Zeeland samen. Het doel van deze Zeeuws brede organisatie is onder meer een bijdrage leveren aan het behoud van werkgelegenheid in de provincie en zittend personeel duurzaam inzetbaar houden door onder meer een breder carrière/loopbaanperspectief te bieden. Ook kan het Transfercentrum de risico’s als gevolg van de wet werk- en zekerheid verkleinen doordat er een grotere vervangingspool beschikbaar is. Daarnaast wordt onderzocht of er op P&O-gebied shared services worden opgericht waarin P&O-medewerker van de diverse besturen intensief samen kunnen werken. Op basis van een eerste inschatting bedragen de jaarlijkse kosten voor Nobego € 14.000. Hierbij is echter nog geen rekening gehouden met eventueel te verkrijgen subsidies. Ook dient er verder onderzoek plaats te vinden over de inrichting van het transfercentrum en de financiering. Omdat deze informatie bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2015-2019 nog niet bekend was zijn deze kosten niet meegenomen in de meerjarenbegroting. Project kwaliteitsimpuls In het najaar van 2013 is het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) gesloten. Hierbij kwamen diverse extra gelden beschikbaar voor het onderwijs. Afspraken over de besteding van de middelen en in hoeverre deze structureel zouden zijn waren echter nog niet gemaakt. Wel werd in december 2013 een groot deel van het toegezegde geld reeds overgemaakt. Nobego heeft besloten om deze gelden te reserveren voor een project kwaliteitsimpuls. Het project heeft tot doel het onderwijs op de scholen een structurele impuls te geven, maar zonder structurele kosten te maken. Aangezien dit in 2013 niet meer te realiseren was is het ontvangen geld, tezamen met niet gebruikte budgetten voor nascholing en prestatiebox, ondergebracht in een reserve projecten. In 2015 en 2016 zullen er kosten gemaakt worden ten behoeve van het project kwaliteitsimpuls. Deze kosten zullen bekostigd worden uit de bestemmingsreserve projecten. Stopzetten sociaal plan In april 2015 is op basis van het meerjaren bestuursformatieplan met de vakbonden overeengekomen om het sociaal plan te sluiten. Aangezien deze informatie pas na het opstellen van de meerjarenbegroting bekend is geworden is dit niet verwerkt in de cijfers van paragraaf 7.2. 7.2
Meerjarenbegroting
Jaarlijks wordt in het najaar een meerjarenbegroting opgesteld. In deze meerjarenbegroting wordt naast de prognose van de staat van baten en lasten ook een balansprognose en een geprognosticeerd kasstroomoverzicht opgenomen. Bij de balansprognose wordt uitgegaan van de eindbalans van het laatst afgesloten boekjaar.
48
De in dit hoofdstuk opgenomen prognoses zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting zoals deze per 16 december 2014 is vastgesteld en op de destijds bekende gegevens. Hierop zijn de volgende wijzigingen aangebracht: De balans per 31-12-2014 is aangepast naar de in deze jaarrekening opgenomen
•
balans. De mutaties op de balansposten zijn conform de meerjarenbegroting d.d. 16 december 2014. De leerlingenprognoses zijn ongewijzigd opgenomen ten opzichte van de meerjarenbegroting d.d. 16 december 2014. Inmiddels is ten behoeve van het meerjarenbestuursformatieplan wel rekening gehouden met aangepaste prognoses en hernieuwde inzichten in personeelskosten en –baten. De hernieuwde inzichten en bijgestelde prognoses zullen in het najaar van 2015 geëvalueerd worden en verwerkt worden in de nieuwe meerjarenbegroting. Nobego heeft besloten om in dit hoofdstuk van de jaarrekening de gegevens uit de meerjarenbegroting en niet het meerjarenbestuursformatieplan toe te lichten. De cijfers uit het meerjarenbestuursformatieplan zijn op basis van schooljaar opgesteld en bevatten uitsluitend begrotingen op personeel gebied. Toelichting hier zou daarom verwarrend zijn. De wijzigingen hebben vooral betrekking op de periode vanaf 2016. Balansprognose 31-12-2014 €
31-12-2015 €
31-12-2016 €
31-12-2017 €
31-12-2018 €
ACTIVA Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen
890.166 677.111 2.198.270 3.765.547
917.599 589.192 1.920.913 3.427.704
888.164 589.192 1.566.022 3.043.377
858.728 589.192 1.435.676 2.883.596
829.293 589.192 1.378.709 2.797.193
1.817.997 826.947 113.460 1.007.143 3.765.547
1.676.020 718.675 1.033.009 3.427.704
1.454.367 556.001 1.033.009 3.043.377
1.435.300 415.287 1.033.009 2.883.596
1.413.516 350.668 1.033.009 2.797.193
PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Uit deze balansprognose blijkt dat het eigen vermogen vooral in 2015 en 2016 nog afneemt. Dit wordt veroorzaakt door de onttrekking aan de bestemmingsreserve projecten vanwege het project kwaliteitsimpuls. De langlopende schulden betreft de schuld aan Gemeente Goes vanwege het Taaleducatief Centrum. Over aflossing van deze schuld zullen afspraken gemaakt worden met Gemeente Goes als bekend is wanneer het Asielzoekerscentrum in Goes gesloten wordt.
49
Raming staat van baten en lasten 2014 €
2015 €
2016 €
2017 €
2018 €
7.013.649
6.683.915
6.492.500
6.365.215
6.244.591
232.703 108.961 7.355.313
83.567 143.527 6.911.009
58.825 94.216 6.645.540
39.840 69.237 6.474.292
39.201 68.600 6.352.392
5.886.050 147.873 526.983 519.283 7.080.189
5.624.604 149.436 651.366 642.990 7.068.396
5.500.703 149.436 665.279 566.187 6.881.603
5.139.024 149.436 660.396 557.914 6.506.770
5.034.878 149.436 650.018 553.255 6.387.586
275.123
-157.388
-236.064
-32.479
-35.195
18.932
15.410
14.410
13.410
13.410
294.055
-141.978
-221.654
-19.069
-21.785
-
-
-
Netto resultaat
294.055
-141.978
-221.654
-19.069
-21.785
Mutatie reserve projecten Mutatie algemene reserves
294.055
128.781 -13.197
201.653 -20.001
-19.069
-21.785
Baten Rijksbijdragen Ministerie van OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat Buitengewoon resultaat
-
-
Vanwege de uitgaven in het kader van het project kwaliteitsimpuls worden tot en met 2016 negatieve resultaten begroot. Deze kosten worden ten laste van de reserve projecten gebracht. De resultaten van 2015 t/m 2018 exclusief de kosten in het kader van het project kwaliteitsimpuls worden negatief begroot. Ten opzichte van de totale baten zijn de tekorten gering (maximaal 0,4%). Bovendien zijn, in verband met de inkomsten van het bestuursakkoord een aantal flinke stelposten opgenomen. Met name op materieel gebied blijft het belangrijk om bezuinigingen te creëren. Het blijft een uitdaging om de krimp en dientengevolge de afname van de bekostiging, maar gelijk blijvende huisvestingskosten in evenwicht te houden. Door de samenwerking met Bèta Schoolbeheer en de aanpassing van het huisvestingsbeleid verwacht Nobego de materiële tekorten te kunnen beperken. Dit is echter niet in de meerjarenbegroting verwerkt, aangezien nog niet bepaald is hoe dit vorm gaat krijgen. In de raming van de staat van baten en lasten is rekening gehouden met de onderstaande ontwikkelingen in het personeelsbestand en leerlingenaantallen. 2014 1-10-2014
2015 1-10-2015
2016 1-10-2016
2017 1-10-2017
2018 1-10-2018
Directie Onderwijsgevend personeel Onderwijsonderst. personeel FTE totaal
5,93 62,04 6,62 74,59
7,43 63,48 6,57 77,48
7,43 58,86 6,57 72,86
7,00 56,88 6,57 70,45
7,00 55,65 6,57 69,21
Totaal aantal leerlingen
1.167
1.116
1.087
1.061
1.034
teldatum 1 oktober
50
De ontwikkeling in het personeelsbestand betreft de op basis van de leerlingenaantallen en het allocatiemodel van Nobego benodigde formatie. Indien nodig wordt door gebruik te maken van plaatsing van werknemers in het Transfercentrum Zeeland (TCOZ) de werkelijke formatie in evenwicht gebracht met de benodigde formatie. De belangrijkste aannames en veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de raming van de staat van baten en lasten zijn: •
Omdat dit aparte projecten betreffen is geen rekening gehouden met eventuele baten en lasten welke volgen uit het Taaleducatief Centrum of het Asielzoekerscentrum;
•
Op dit moment worden gesprekken gevoerd met de desbetreffende gemeenten of er voor enkele scholen een nieuwe school gebouwd zal worden. In de meerjarenbegroting is hiermee geen rekening gehouden;
•
Vanwege de aanhoudende krimp van het aantal leerlingen is het mogelijk dat Nobego in de periode 2015 t/m 2019 over gaat tot het fuseren van scholen. Dit is niet in de meerjarenbegroting verwerkt.
•
De baten zijn gebaseerd op de in oktober 2014 bekende bekostiging;
•
De huisvestingslasten zijn gebouwafhankelijk. Bij de ontwikkeling van deze lasten is geen rekening gehouden met een leerlingendaling;
•
Bij de overige materiële lasten is waar mogelijk rekening gehouden met de geprognosticeerde leerlingendaling. Conclusie meerjarenbegroting
Volgens de leerlingenprognoses heeft Nobego tot 1 oktober 2019 te maken met een krimp van in totaal 13,7% (160 leerlingen). De grootste daling is hierbij te verwachten tot 1 oktober 2015. De resultaten na mutatie uit de reserve projecten buitengewoon resultaat worden gering negatief begroot. Er wordt echter gerekend met een groot aantal stelposten. Bij de jaarlijkse begroting zal gestreefd worden naar een resultaat van nihil. De onzekerheden nemen naarmate we verder in de toekomst begroten echter ook toe. De ontwikkelingen gaan snel. Het blijft dus van zeer groot belang dat Nobego oog blijft houden voor de lange termijn ontwikkelingen en dus ook de financiële meerjarenbegroting, zodat zij proactief op de ontwikkelingen kan reageren.
w.g. P.H. van Kampen Voorzitter van het College van bestuur Wilhelminadorp, juni 2015
51
Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar. Schattingswijziging De eerdere inschatting van de voorziening voor jubilea is herzien. Tot en met 2013 werd op basis van een stelregel de benodigde voorziening bepaald. Vanaf 2014 wordt de voorziening bepaald op basis van de bezetting rekening houdend met de leeftijd van de werknemers, de datum van de jubilea en een blijfkanspercentage. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. Het kwantitatieve effect van deze aanpassing op het huidige boekjaar bedraagt € 47.000. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. De inventarisatie van de op 1 januari 2006 aanwezige activa is door bureau ZNEB uitgevoerd.
52
Het economisch eigendom van de gebouwen is in handen van de gemeente en het juridisch eigendom berust bij het schoolbestuur. Voor kosten van periodiek groot onderhoud van de gebouwen wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Soort actief
Afschrijvingstermijn
Minimumbedrag
25 jaar
€ 450
9 jaar
€ 450
Meubilair (waaronder binnenspeeltoestellen) Leermiddelen Duurzame apparatuur (audiovisuele middelen) Duurzame apparatuur (waaronder smartboards) ICT apparatuur (computers etc.)
3 jaar
€ 450
10 jaar
€ 450
5 jaar
€ 450
Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld in de toelichting op de balans, ter vrije beschikking van het bestuur en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden gevormd met als doel deze in de toekomst aan te wenden voor een specifiek doel, bestemmingsreserves zijn gevormd op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen, een inschatting van het totaal van de uitgaven en een inschatting in welk jaar de uitgaven zullen worden gedaan. Reserve 1e activering materiële vaste activa Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van een deel van de reeds op 31-12-2005 aanwezige inventaris. Jaarlijks valt middels resultaatbestemming een deel, dat overeenkomt met de afschrijvingslast van de op 31-12-2005 geactiveerde inventaris, van deze bestemmingsreserve vrij.
53
Reserve projecten Deze bestemmingsreserve is gevormd in verband met in het schooljaar 2014/2015 en 2015/2016 uit te voeren projecten in het kader van kwaliteitsverbetering. De in 2013 ontvangen middelen betreffende het Nationaal Onderwijs Akkoord en de bekostiging betreffende Jonge Leerkrachten alsmede de in 2013 niet gebruikte budgetten voor nascholing en prestatiebox zijn aan deze reserve toegevoegd. Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico's niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden deze voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico's die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor de balansdatum. De dotaties aan de voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Voorziening Onderhoud De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan onroerende zaken die door de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De dotaties aan de voorziening zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsbegroting die een periode kent van 10 jaar. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. De voorziening is, rekening houdend met geplande jaarlijkse dotaties, toereikend voor het uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de meerjaren onderhoudsbegroting strekt. Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de CAO dienen te worden betaald. De hoogte van de voorziening wordt bepaald rekening houdende met de volgende gegevens: geboortedatum werknemer, functie, datum jubileum en blijfkans. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde rekening houdende met een discontovoet van 2,5%. Langlopende schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de kortlopende schulden. Kortlopende schulden De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar en worden opgenomen voor de nominale waarde.
54
Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen OCW/EZ De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Niet geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende immateriële en materiële vaste activa. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte levensduur. Financieel resultaat De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende renteopbrengsten en -lasten van uitgegeven en ontvangen leningen. Pensioenverplichtingen Er is sprake van een toegezegde pensioenregeling. Hierbij is een pensioen toegezegd aan personeel op pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegdebijdrage regeling. Voor de pensioenregeling worden op verplichte basis premies betaald aan het pensioenfonds. Behalve de premiebetaling zijn er geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze regeling. Er is geen verplichting in geval van een tekort bij het pensioenfonds tot het voldoen van aanvullende bijdrage anders dan toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze leiden tot een terugstorting of tot een vermindering van toekomstige betalingen.
55
Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.
56
A. Balans per 31-12-2014 na resultaatbestemming Activa
31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR
Vaste activa Materiële vaste activa
890.166
958.660 890.166
Totaal vaste activa
958.660
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal activa
Passiva
Eigen vermogen
677.111 2.198.270
589.192 2.028.870 2.875.381
2.618.062
3.765.547
3.576.722
31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR
1.817.997
1.523.943
Voorzieningen
826.947
782.270
Langlopende schulden
113.460
237.500
1.007.143
1.033.009
3.765.547
3.576.722
Kortlopende schulden
Totaal passiva
57
B. Staat van baten en lasten over 2014 2014 EUR Baten Rijksbijdragen Ov. overheidsbijdragen Baten werk i.o.v. derden Overige baten
2013 EUR
7.013.649 232.703
6.572.864 60.500
7.355.758 69.106
108.961
86.531
283.998
Totaal baten
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
begroting 2014 EUR
7.355.313
5.886.050 147.873 526.983 519.283
Totaal lasten
6.719.894
5.623.675 154.400 548.200 484.017
7.708.862
6.334.266 151.076 627.421 503.038
7.080.190
6.810.292
7.615.802
275.123
-90.398
93.060
18.932
17.810
21.965
294.055
-72.588
115.025
Belastingen
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
294.055
-72.588
115.025
0
0
0
294.055
-72.588
115.025
0
0
0
Totaal resultaat
294.055
-72.588
115.025
Te bestemmen resultaat
294.055
-72.588
115.025
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Resultaat
Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat Buitengewoon resultaat
58
C. Kasstroomoverzicht over 2014 Het onderstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het nettoresultaat als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten en ontvangsten en kosten en uitgaven. 2014 EUR
2013 EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen - Ov mutaties eigen vermogen
275.123
144.886 44.677 0
93.060
150.916 131.925 0 189.563
Veranderingen in vlottende middelen: - Vorderingen - Kortlopende schulden
-87.919 -25.866
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
-95.004 44.484 -113.785
-50.520
350.901
325.381
20.650 -1.719 0
Totale kasstroom uit operationele activiteiten
282.841
23.551 -1.586 0 18.932
21.965
369.832
347.346
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige inv. In financiele vaste activa
-79.380 2.988 0
Totale kasstroom uit investeringsactiviteiten
-83.540 160 0 -76.392
-83.380
-76.392
-83.380
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
Totale kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
Liquide middelen 1-1 Liquide middelen 31-12 Mutatie Liquide middelen
60.000 -184.040
237.500 -80.000 -124.040
157.500
-124.040
157.500
169.400
421.466
2.028.870 2.198.270 169.400
1.607.404 2.028.870 421.466
59
D. Toelichting behorende tot de balans Activa Vaste activa Materiële vaste activa Aanschafprijs
Afschrijving cum.
Boekwaarde
Investeringen
Mutaties 2014 Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Afschrijving cum.
Boekwaarde
1-1-2014 EUR
1-1-2014 EUR
1-1-2014 EUR
2014 EUR
2014 EUR
2014 EUR
31-12-2014 EUR
31-12-2014 EUR
31-12-2014 EUR
Inventaris en apparatuur 2.775.908
2.044.158
731.750
37.684
828
95.520
2.684.409
2.011.323
673.086
1.355.235
223.490
41.696
2.160
48.690
1.251.724
1.037.388
214.336
Overige materiële vaste activa 96.346 92.926
3.420
0
0
676
90.541
87.797
2.744
958.660
79.380
2.988
144.886
4.026.674
3.136.508
890.166
Leermiddelen 1.578.725
Totaal
4.450.979
3.492.319
Vlottende activa Vorderingen 31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR
Debiteuren Kortlopende vorderingen op OCW Overige vorderingen Vooruitbetaalde kosten en voorschotten Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
42.987 390.332 154.523 89.269 -
21.339 332.363 139.101 96.389 -
Totaal vorderingen
677.111
589.192
Toelichting op Vorderingen:
Overige vorderingen Belastingdienst/WAO WIA premie Rente spaarrekening/deposito (4e kw) HZ (DOS, DOS plus, OIDS) Belastingdienst/ premiekorting oudere werknemers 2008 Gemeente Goes Schakelklas Nog te factureren aan Kibeo inzake o.b.s. Kohnstammschool Afrekening energie Nog te factureren Gemeente Noord-Beveland OSG afrekening Samenwerkingsverband O3 Restitutie VF Overige
31-12-2014 EUR 4.572 42.148 7.875 11.288 4.564 19.865 31.900 14.532 17.779 154.523
31-12-2013 EUR 24.796 4.878 5.480 53.094 7.875 7.625 7.824 20.676 6.853 139.101
60
Vooruitbetaalde kosten en voorschotten Alpha salariskosten Taal Educatief Centrum Station to Station januari-september Canon 1e kwartaal Voorschot iPads Overige vooruitbetaalde kosten
31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR
50.867 22.317 10.929 5.156 89.269
52.322 21.108 9.088 13.871 96.389
Liquide middelen 31-12-2014 EUR Tegoeden op bankrekeningen Deposito Overige liquide middelen Totaal liquide middelen
31-12-2013 EUR
2.198.270 2.198.270
2.028.870 2.028.870
In het kasstroomoverzicht is de mutatie in liquide middelen uiteengezet. De liquide middelen staan ter vrije beschikking.
61
Passiva Eigen vermogen Mutaties Resultaat Overige Mutaties EUR EUR
Stand per 1-1-2014 EUR Algemene reserve Algemene reserve
Stand per 31-12-2014 EUR
1.021.085
389.236
0
1.410.320
200.384 302.474
-23.497 -71.684
0 0
176.887 230.790
1.523.943
294.055
0
1.817.997
Bestemmingsreserves Reserve 1e activering materiële vaste activa Reserve projecten
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen en langlopende schulden
Stand per
Dotaties 2014
EUR
EUR
Mutaties OnttrekkingVrijval en 2014 2014 EUR
Rente mutatie
EUR
Saldo 31-12-2014
EUR
EUR
Onderverdeling saldo Kortlopend Langlopend deel deel < 1 jaar > 1 jaar EUR EUR
Voorziening jubilea
43.383
54.507
7.813
-
90.077
7.156
82.921
Personele voorziening
43.383
54.507
7.813
-
90.077
7.156
82.921
738.887 782.270
100.000 154.507
102.017 109.830
-
-
736.870 826.947
292.050 299.206
444.820 527.741
Mutaties Aangegane Aflossingen leningen 2014 EUR EUR
Saldo 31-12-2014 EUR
Voorziening onderhoud Totaal voorzieningen
Stand per EUR Gemeente Goes t.b.v. TEC Totaal langlopende schulden
237.500 237.500
60.000 60.000
184.040 184.040
113.460 113.460
Onderverdeling saldo Kortlopend Langlopend deel deel EUR EUR -
113.460 113.460
Rentevoet
0,00%
De lening van Gemeente Goes is aangegaan ter voorfinanciering van het onderwijs aan het Taaleducatief Centrum. Op het Taaleducatief Centrum wordt sinds 30 september 2013 het onderwijs verzorgd aan asielzoekerskinderen. Wanneer bekend is dat het asielzoekerscentrum gaat sluiten zullen met Gemeente Goes afspraken over de aflossing van deze lening worden gemaakt. Aangezien de Gemeente Goes zich verantwoordelijk heeft gesteld voor de verliezen van het Taal Educatief Centrum, zijn de verliezen van het Taal Educatiefcentrum over de periode 30-9-2013 t/m 31-12-2014 verrekend met de voorfinaniering. In bovenstaand overzicht zijn ze als aflossing verwerkt.
62
Kortlopende schulden 31-12-2014 EUR Crediteuren OCW Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen
31-12-2013 EUR
305.663 7.437 246.043 60.065
226.677 7.437 220.982 54.209
Overlopende passiva Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW ongeoormerkt Nog te besteden doelsubsidies Projectsubsidie Vooruitontvangen bedragen Vakantiegeld Nog te besteden schoolgelden Nog te betalen Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
0 1.500 19.654 1.047 10.500 182.504 18.442 154.287
1.500 39.246 16.098 1.047 10.500 178.433 21.065 255.815 387.935
523.704
1.007.143
1.033.009
Toelichting: Kortlopende schuld OCW
31-12-2014 EUR
Versterking cultuureducatie 2011-2012 Scholing overblijfmedewerkers 2011-2012
31-12-2013 EUR 1.437 6.000 7.437
1.437 6.000 7.437
De schuld aan het OCW betreft de niet bestede gelden van geoormerkte subsidies waarvan de looptijd verstreken is.
Overige kortlopende schulden Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
31-12-2014 EUR
31-12-2013 EUR 0 0
Vooruitontvangen subsidies OCW ongeoormerkt
31-12-2014 EUR
Binnenmilieu 2012 Bekostiging jonge leerkrachten 13/14
Nog te besteden doelsubsidies
Taalkansen
31-12-2013 EUR 1.500 1.500
31-12-2014 EUR
Lerarenbeurs Professionalisering schoolleider
Projectsubsidie
1.500 1.500
39.246 39.246
31-12-2013 EUR 672 18.982 19.654
31-12-2014 EUR
4.098 12.000 16.098
31-12-2013 EUR 1.047 1.047
1.047 1.047
63
Vooruitontvangen bedragen
31-12-2014 EUR
Vooruitontvangen schakelklas
Nog te betalen RPCZ/afrekening boekjaar Accountantskosten OSG/huisvesting OSG/administratiekosten Kibeo/detacheringskosten TEC Prisma/detacheringskosten TEC Lonen en salarissen Uitkeringen ZW Sociaal plan Gem Goes/energiekosten Zuidwesthoek Afwikkeling procedures Overige
31-12-2013 EUR 10.500 10.500
31-12-2014 EUR 11.132 7.510 13.000 98.600 24.046 154.287
10.500 10.500 31-12-2013 EUR 22.755 9.620 3.886 6.661 20.973 22.424 4.844 23.428 23.034 0 98.600 19.590 255.815
64
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Soort verplichting
Duur verplichting
Omvang verplichting per jaar
Huur Huur kopieerapparaten
tot 31-8-2016 75 maanden
27.000 40.000
Voorziening duurzame inzetbaarheid Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 is nog geen overleg gevoerd over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren, conform art. 8A.3 cao PO 2014-2015. Er is dus ook nog geen plan over de uren die voor ouderenverlof gespaard kunnen worden (art. 8A.8). Derhalve is in 2014 nog geen voorziening voor duurzame inzetbaarheid gevormd.
E. Overzicht verbonden partijen Niet van toepassing
65
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 2014 Baten Rijksbijdragen 2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
6.555.716
6.357.179
6.761.899
Overige subsidies OCW
409.359
215.685
593.859
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdragen samenwerkingsverband
48.574
0
0
7.013.649
6.572.864
7.355.758
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen
218.040 14.663
60.500 0
63.108 5.998
Totaal overige overheidsbijdragen
232.703
60.500
69.106
Gemeentelijke bijdragen
2014 EUR 31.500 2.500 0 184.040 218.040
begroting 2014 EUR 31.500 0 29.000 0 60.500
2013 EUR 31.500 2.500 29.108 0 63.108
2014 EUR 14.663 14.663
begroting 2014 EUR 0 0
2013 EUR 5.998 5.998
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
29.424 0 135 12.907 66.495
24.988 0 0 0 61.542
43.347 8.984 200 14.955 216.512
108.961
86.531
283.998
Rijksbijdrage OCW
Totaal rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Schakelklas Subsidie VVE Schoolbegeleiding Taal Educatief Centrum Totaal
Overige overheidsbijdragen Vervangingsfonds premiedifferentiatie
Overige baten
Verhuur Detachering personeel Sponsoring Ouderbijdragen Overige Totaal overige baten
66
Toelichting overige baten Samenwerkingsverband Archipel Scholengroep t.b.v. AZC Belastingdienst/verzoek premievrijstelling ouderen HZ/Opleiding in de school 2013 HZ/Opleiding in de school 2014 HZ/Dos plus HZ/Mentorvergoedingen Respont/AWBZ Onderwijstijdverlening Overige
2014 EUR 18.188 0 0 22.186 14.416 5.961 990 0 3.854 900
begroting 2014 EUR 33.057 0 0 28.485 0 0 0 0 0 0
2013 EUR 34.921 119.024 49.504 5.388 0 0 1.386 6.000 0 288
66.495
61.542
216.512
Deze baten zijn incidentele baten, die vooral samenhangen met vergoedingen van gemaakte kosten.
67
Lasten Personeelslasten 2014 EUR Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
3.881.597 918.628 569.707
Lonen en salarissen Dotatie personele voorzieningen Overig
begroting 2014 EUR 5.326.775 0 0
5.369.932 54.507 647.174
Overige personele lasten Af: Uitkeringen
Totaal personeelslasten
Dotaties personele voorzieningen
- voorziening jubilea Totaal
Overige personeelskosten De overige personeelskosten bestaan uit de volgende posten: Nascholingskosten Arbozorg (inclusief trajecten) Werving en selectie personeel Extern personeel Taal Educatief Centrum Extern personeel AZC-school Interim management Schoolbegeleidingsdienst Deskundigenadvies personeel Reiskosten Personeelskantine Activiteiten personeel LIO-vergoeding Kosten in verband met uitvoering sociaal plan Afwikkeling procedures Overige kosten
2013 EUR 4.218.643 893.448 635.377
5.326.775 6.800 395.700
5.747.468 9.147 943.536
701.681
402.500
952.683
-185.562
-105.600
-365.885
5.886.050
5.623.675
6.334.266
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
54.507 54.507
6.800 6.800
9.147 9.147
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
112.584 11.019 9.859 398.428 0 24.161 22.442 26.325 7.155 6.737 3.485 3.750 0 0 21.230 647.174
85.500 20.000 23.300 0 0 70.000 70.000 36.000 6.050 6.300 4.650 7.500 0 0 66.400 395.700
15.709 7.002 70.993 84.519 105.319 270.330 82.755 43.294 5.889 5.434 3.278 3.750 135.732 98.600 10.933 943.536
Eind 2014 was 78,5276 fte in dienst bij Stichting Nobego. Eind 2013 was 80,4891 fte in dienst bij Stichting Nobego.
68
Afschrijvingen 2014 EUR Immateriële vaste activa Inventaris en apparatuur / ICT Meubilair / machines en installaties Leermiddelen Overige materiële vaste activa Boekverlies Materiële vaste activa
begroting 2014 EUR
0 54.386 41.134 48.690 675 2.988
Totaal afschrijvingen
2013 EUR
0 59.400 35.200 59.100 700 0
0 62.496 42.149 44.350 1.922 160
147.873
154.400
151.076
147.873
154.400
151.076
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
26.711 0 23.501 112.850 200.497 13.820
26.700 0 29.500 152.500 163.650 14.900
34.140 0 23.550 145.964 206.399 14.949
Huisvestingslasten
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Beveiliging Tuinonderhoud Overige huisvestingslasten Totaal overige huisvestingslasten Onderhoudsvoorziening mfa Dotatie onderhoudsvoorziening Nobego Totale dotatie onderhoudsvoorzieningen
14.481 20.506 6.458
16.150 33.200 2.600 41.444
8.159 100.000
14.769 27.146 2.716 51.950
9.000 100.000
44.631 8.160 149.628
108.159
109.000
157.788
526.983
548.200
627.421
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
176.943 253.977 0 88.363
178.800 212.777 0 92.440
221.167 180.574 101.297
Totaal overige instellingslasten
519.283
484.017
503.038
Totaal huisvestingslasten
Overige instellingslasten
69
Toelichting administratie- en beheerslasten Administratiekantoor Accountant Deskundigenadvies Telefoon/fax Porti Drukwerk Reproductie Kantoorbenodigdheden Planmatig onderhoudsbeheer Onkostenvergoedingen RvT / bestuur Vergaderkosten Overige administratielasten
De accountantskosten zijn als volgt te specificeren: Controle jaarrekening Meerkosten controle jaarrekening 2013 Correctie accountantskosten 2012
2014 EUR 43.473 14.159 12.566 10.454 1.785 1.293 48.495 2.422 26.026 12.759 3.409 100 176.943
begroting 2014 EUR 68.000 15.000 0 11.200 2.200 1.800 55.750 2.650 10.000 10.500 1.600 100 178.800
2013 EUR 62.986 6.474 43.706 10.147 1.736 1.000 68.181 1.776 17.133 6.000 1.933 97 221.167
11.132 3.027 0 14.159
15.000 0 0 15.000
9.620 0 -3.146 6.474
Naast bovenstaande werkzaamheden heeft de accountantsorganisatie in verband met vervanging van zwangerschapsverlof ondersteuning geboden bij de financiële administratie van de Stichting. Deze kosten zijn verantwoord als externe personeelskosten. Toelichting Inventaris, apparatuur en leermiddelen 2014 EUR 136.738 104.930 2.761 6.937 2.400 211 253.977
begroting 2014 EUR 117.047 78.580 5.500 7.300 4.350 0 212.777
2013 EUR 99.941 69.627 1.316 5.719 3.810 160 180.574
2014 EUR 2.916 5.545 10.191 12.728 2.900 330 6.502 5.024 2.895 8.548 13.825 865 16.095 88.363
begroting 2014 EUR 2.813 6.000 8.750 3.650 4.000 450 7.280 13.300 2.000 1.850 14.500 14.047 13.800 92.440
2013 EUR 2.801 9.698 8.385 7.379 2.966 3.319 5.975 11.938 2.832 13.859 13.138 108 18.900 101.297
2014 EUR
begroting 2014 EUR
2013 EUR
Rentebaten Waardeveranderingen fin.vaste activa en effecten Rentelasten
20.650 0 1.719
18.000 0 190
23.551 0 1.586
Saldo financiële baten en lasten
18.932
17.810
21.965
Leermiddelen Ict-kosten Website Mediatheek en bibliotheek Kosten inventaris Overige materialen
Toelichting Overige instellingslasten Kabeltelevisie en overige rechten Abonnementen Contributies Representatie Medezeggenschap- en ouderraad Public relations en marketing Overige verzekeringen Culturele vorming Sportdag en vieringen Reizen en excursies Testen en toetsen Projecten Overige onderwijslasten
Financiële baten en lasten
70
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Ontvangen Bedrag van t/m de toewijzing verslagjaar
De prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking
geheel uitgevoerd en afgerond
Datum
Totaal
0
nog niet afgerond
0
G2-A Aflopend per ultimo 2014 Toewijzing
Omschrijving Kenmerk
Ontvangen Bedrag van t/m de toewijzing verslagjaar
Te verrekenen ultimo verslagjaar
Totale kosten
Datum
-
-
-
-
G2-B Doorlopend in een volgend verslagjaar Toewijzing
Omschrijving Kenmerk
Saldo nog te Totale lasten besteden t/m 2014 ultimo 2014
Bedrag van Ontvangen de toewijzing t/m 2014
Datum
0
0
0
0
71
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 1 (vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking) Naam
Voorzitters
Ingangsdatum
Einddatum
Omvang
clausule van
betrekking
betrekking
betrekking
toepassing
Beloning
in FTE
(J/N) P.H. van Kampen
J
Belastbare
Vz beloning
Uitkeringen ivm
Motiveringen
vaste/
betaalbaar
beëindiging
overschrijding
var onkosten
op termijn
dienstverband*
norm en andere
vergoedingen 1-4-2014
-
0,8
42.017
-
toelichtingen 7.296
0
Vermelding topfunctionarisen en gewezen topfunctionalissen 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) Naam
Voorzitters
Ingangsdatum
Einddatum
Omvang
clausule van
betrekking
betrekking
betrekking
toepassing
Beloning
in FTE
(J/N) Scolix B.V. namens deze: A. Bohnen
J
Belastbare
Vz beloning
Uitkeringen ivm
Motiveringen
vaste/
betaalbaar
beëindiging
overschrijding
var onkosten
op termijn
dienstverband
norm en andere
vergoedingen 14-5-2012
30-4-2014
1,0
64.750 excl. BTW
toelichtingen Tijdelijke situatie i.v.m. vacature Voorzitter CvB
1.987 excl. BTW
Vermelding toezichthouders (lid van het hoogste toezichthoudende orgaan) Naam
Voorzitter
Ingangsdatum
Einddatum
of lid
betrekking
betrekking
Beloning
(J/N)
Belastbare
Vz beloning
Uitkeringen ivm
Motiveringen
vaste/
betaalbaar
beëindiging
overschrijding
var onkosten
op termijn
dienstverband
norm en andere toelichtingen
vergoedingen C.G.M. Maas
J
1-1-2014
B. van der Linden
N
1-1-2014
M.M.C.J. Suijkerbuijk
N
1-1-2014
1.500
H.H.J. van Hassel
N
1-1-2014
1.500
E.J.T. van den Berg
N
1-1-2014
1.500
A.P.H. van Loon
N
1-1-2014
1.500
V.B. Schönbach
N
1-1-2014
1.500 1-9-2014
1.000
1.500 Incl. BTW indien van toepassing
Vermelding niet-topfunctionarissen (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) Functieomschrijving
Voorzitter
Ingangsdatum
Einddatum
of lid
betrekking
betrekking
Beloning
(J/N)
Belastbare vaste/ Vz beloning
Uitkeringen ivm
Motiveringen
var onkosten
betaalbaar
beëindiging
overschrijding
vergoedingen
op termijn
dienstverband
norm en andere toelichtingen
Vermelding niet-topfunctionarissen (zelfde opgave als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar) Functieomschrijving
Voorzitter
Ingangsdatum
Einddatum
of lid
betrekking
betrekking
(J/N)
Beloning
Belastbare vaste/ Vz beloning
Uitkeringen ivm
Motiveringen
var onkosten
betaalbaar
beëindiging
overschrijding
vergoedingen
op termijn
dienstverband
norm en andere toelichtingen
72
Vaststellen en goedkeuren van de jaarrekening Vaststellen van de jaarrekening
w.g. P.H. van Kampen Voorzitter College van bestuur Wilhelminadorp, juni 2015
Goedkeuren van de jaarrekening Raad van Toezicht
w.g. C.G.M. Maas
w.g. M.M.C.J. Suijkerbuijk
w.g. H.H.J. van Hassel
w.g. E.J.T. van den Berg
w.g. A.P.H. van Loon
w.g. V.B. Schönbach Wilhelminadorp, juni 2015
73
Overige gegevens
74
Bestemming van het resultaat 2014 Het exploitatieresultaat over 2014 bedraagt EUR 294.055 positief. Hiervan is te bestemmen voor: - Algemene reserve - Reserve 1e activering materiële vaste activa - Reserve projecten Totaal
389.236 -23.497 -71.684 294.055
Gebeurtenissen na balansdatum
Gegevens over de rechtpersoon Bestuursnummer Naam instelling
41670 Stichting Openbaar Primair Onderwijs Nobego
Adres Postcode / Plaats Telefoon Fax E-mail Internet-site
Meestoofweg 10 4475 AR Wilhelminadorp 0113-219228 0113-217351
[email protected] www.nobego.nl
Contactpersoon Telefoon
A. Pijpelink-de Rijk 0113-219228
Brin 00HH 12RD 13EH 13JR 13OS 13WI 13ZV 14FX 18QG 18SI
Naam OBS De Vliete OBS Prof. Dr. Kohnstamm OBS De Zuidwesthoek OBS Schengehof OBS De Kloetingseschool OBS St@mperius OBS De Achthoek OBS De Tweemaster OBS De Zuidvliet OBS Het Stelleplankier
Sector PO PO PO PO PO PO PO PO PO PO