2012
Jaarrapportage
2012 Jaarrapportage
pagina 1
Inhoudsopgave Pagina: 1.
Inleiding
3
2.
Belangrijke gebeurtenissen
5
3.
Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren
6
4.
Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip
12
5.
Hinderbeleving
22
6.
Meldingen over angst en vervuiling
28
7.
Dagen met meeste meldingen en melders
30
8.
Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen
31
9.
Plaatsen met meeste en nieuwe melders
34
10.
Hinderbeperkende maatregelen en experimenten
37
11.
Communicatie en informatie
42
12.
Samenvatting
45
13.
Conclusies en aanbevelingen
46
Bijlage 1:
Hindergebiedenkaarten
48
Bijlage 2:
Meldingen en melders per woonplaats
58
pagina 2
2012
Jaarrapportage
1.
Inleiding Deze jaarrapportage van de Stichting Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas) over het gebruiksjaar 2012 is gebaseerd op de meldingen die bij Bas zijn binnengekomen over het luchtverkeer van en naar de luchthaven Schiphol in de periode van 1 november 2011 t/m 31 oktober 2012. Bas staat voor registreren, communiceren en signaleren; enerzijds vanuit de omgeving naar de luchtvaartpartijen en Rijksoverheid toe en anderzijds vanuit de luchtvaartpartijen en overheid naar de omgeving van Schiphol toe. Om meer informatie over hinderbeleving uit de meldingen van omwonenden te verkrijgen hanteert Bas een manier van registreren die verder gaat dan het registreren van tijdstippen van hinder alleen. In het registratiesysteem zijn de hindermeldingen gesplitst in: 1. periodemeldingen die de melder de mogelijkheid geven hinder over een bepaalde tijdsperiode te melden; 2. specifieke meldingen waarbij de melder de precieze datum en tijd van ondervonden hinder moet aangeven; 3. overige meldingen bijvoorbeeld over het milieubeleid met betrekking tot Schiphol. Om meer inzicht te krijgen in de hinderbeleving wordt van de melder gevraagd een aantal vragen te beantwoorden. Met de antwoorden hierop is Bas in staat een breder beeld van de hinder in de omgeving in kaart te brengen. Naast de gebruikelijke aantallen van ingediende meldingen staan daarom in de jaarrapportage ook analyses van de hinderbeleving. Deze geven inzicht in aard, tijdstip/periode en beleving van overlast in de omgeving. Hierdoor kan Bas gerichter informatie leveren aan de sector en aan partijen als de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) die mogelijk bij kan dragen aan het invoeren en evalueren van hinderbeperkende maatregelen. Bas kan zo ook beter inspelen op de informatiebehoefte die in een bepaald gebied leeft. Bas wil de omgeving proactief van de juiste informatie voorzien. Dit gebeurt via de website, de kwartaalrapportages en de nieuwsbrieven die Bas uitgeeft en via emailberichten.
pagina 3
‘Veelmelders’
Uit de analyses van de gegevens uit het registratiesysteem over het gebruiksjaar 2012 blijkt dat evenals het jaar ervóór een kleine minderheid van alle geregistreerde melders verantwoordelijk is geweest voor meer dan de helft van alle ingediende meldingen. In het gebruiksjaar 2012 diende 0,6% van alle melders 59,3% van alle meldingen in. Deze personen, mensen die per gebruiksjaar meer dan 500 meldingen indienen, worden ‘veelmelders’ genoemd. De overige melders zijn verantwoordelijk voor de resterende 40,7% van de meldingen. Deze groep overige melders wordt net als voorgaande jaren in de rapportage aangeduid als ‘focusgroep’. De focusgroep wordt in deze jaarrapportage, net zoals in de jaarrapportages over voorgaande gebruiksjaren, centraal gesteld. Dit is conform de aanbeveling van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) naar aanleiding van de meldingenanalyse 2006 om de meldingen van veelmelders en die van overige melders in de analyses te scheiden. Bij het maken van de analyses is behalve van informatie uit het registratiesysteem waar mogelijk ook gebruik gemaakt van andere relevante gegevens, zoals over baanonderhoud en over het weer. Verder worden enkele hinderbeperkende maatregelen die in het afgelopen gebruiksjaar zijn uitgevoerd of als experiment zijn afgerond, in de rapportage belicht. Deze maatregelen en experimenten vloeien voort uit de adviezen van de ‘Tafel van Alders’ over de toekomst van Schiphol en de regio op middellange termijn. In bijlage 1 is een aantal kaarten opgenomen waarop de aantallen melders en meldingen per postcodegebied zijn weergegeven. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de aantallen meldingen en melders per woonplaats. Van de cursief gedrukte woorden is op www.bezoekbas.nl (onder Rapportages/ Publicaties) een begrippenlijst te vinden. Door op deze woorden te klikken wordt de begrippenlijst geopend.
pagina 4
2012
Jaarrapportage
2.
Belangrijke gebeurtenissen in gebruiksjaar 2012 In het gebruiksjaar 2012 hebben diverse gebeurtenissen in meer of mindere mate invloed gehad op het aantal melders en meldingen: • • • • • •
Op 1 november 2010 ging het tweejarige experiment met een nieuw normen- en handhavingstelsel (NNHS) van de Tafel van Alders van start. Dit is gebaseerd op afspraken over strikt preferentieel baangebruik. Dit experiment liep op 31 oktober 2012 af; Op 10 maart 2011 is op de vertrekroutes vanaf de Zwanenburgbaan (36C) naar het noorden en oosten een ‘waypoint’ 552 meter naar het oosten verlegd. Dit betrof een proef die in maart 2012 is geëvalueerd; In oktober 2011 nam staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu het besluit om het gebruik van de vaste bochtstraaltechniek op de Spijkerboorroute vanaf de Kaagbaan (24) voor alle vliegtuigen die deze techniek kunnen toepassen, definitief in te voeren; In september 2012 vond regulier onderhoud plaats aan de Aalsmeerbaan (18L-36R) en werden twee rijbanen die deze baan kruisen, gerenoveerd. Hierdoor was de baan circa drie weken niet te gebruiken; Het hele gebruiksjaar 2012 door zijn regelmatig werkzaamheden verricht aan rijbanen en aan de inspectie en renovatie van het hemelwaterrioolstelsel langs de banen en rijbanen van Schiphol. Hierdoor was er van tijd tot tijd sprake van afwijkend baangebruik; Op 14 december 2011 kwam de nieuwe module ‘Wonen bij Schiphol’ beschikbaar op de website van Bas. Hierop kunnen toekomstige maar ook huidige bewoners van de Schipholregio veel informatie vinden over hoe het vliegverkeer van en naar Schiphol verloopt en wat dit voor hun (toekomstige) woonomgeving betekent.
Op de volgende pagina’s wordt op elk van deze onderwerpen nader ingegaan.
pagina 5
3. Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren Het aantal melders is in het gebruiksjaar 2012 met 2,5% gedaald ten opzichte van het gebruiksjaar 2011, tot 5.286, iets boven het niveau van 2009 (zie tabel 1). Het aantal meldingen van de totale groep, inclusief de veelmelders, nam met 1,7% af. Dit komt doordat het aantal specifieke meldingen met 4,6% daalde, maar de aantallen periode- en overige meldingen met respectievelijk 3,0 en 18,6% stegen (zie tabel 2). De lichte daling van het totale aantal meldingen is vooral toe te schrijven aan de focusgroep die 6,2% minder meldingen indiende. De veelmelders lieten 1,6% méér meldingen registreren. De stijging van het aantal overige meldingen is eveneens toe te schrijven aan een beperkt aantal veelmelders. Voor de afname van het aantal meldingen van de focusgroep met 6,2% wordt in hoofdstuk 9 een aantal verklaringen gegeven.
Tabel 1. Melders per gebruiksjaar gebruiksjaar
melders
stijging/daling
2005
8.378
-24,0%
2006
7.404
-11,6%
2007
6.026
-18,6%
2008
6.881
14,2%
2009
5.275
-23,3%
2010
5.387
2,1%
2011
5.419
0,6%
2012
5.286
-2,5%
%= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar.
Tabel 2. Meldingen in gebruiksjaar 2012 type melding
meldingen (alle)
meldingen (veelmelders)
meldingen (focusgroep)
specifiek
84.674
-4,6%
66.169
-3,3%
18.505
-9,0%
periode
42.069
3,0%
7.636
60,9%
34.433
-4,6%
overig
3.861
18,6%
3.580
21,3%
281
-7,3%
totaal
130.604
-1,7%
77.385
1,6%
53.219
-6,2%
%= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar.
pagina 6
2012
Jaarrapportage
Focusgroep bestaat uit 99,4% van alle melders
Net als in de vorige jaarrapportages is een kleine groep veelmelders - in het gebruiksjaar 2012 0,6% - verantwoordelijk geweest voor het merendeel van de meldingen (59,3%). Dit percentage is iets hoger dan in het vorige gebruiksjaar (57,3%). In het vervolg van deze jaarrapportage zal, zoals in de Inleiding is aangegeven, evenals voorgaande jaren met name aandacht worden besteed aan de meldingen van de niet-veelmelders, de focusgroep (1 t/m 500 meldingen).
Tabel 3. Melders t.o.v. vorige gebruiksjaar
5.419
2012
5.286
5.394
-2,5%
5.253
veelmelders -2,6%
25 33
M
2011
focusgroep
M
totale groep
M
gebruiksjaar
32,0%
%= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar.
Het aantal veelmelders nam in het gebruiksjaar 2012 toe van 25 tot 33 (zie tabel 3). Zij dienden in het gebruiksjaar 2012 gezamenlijk 77.385 meldingen in; 1,6% meer dan in het gebruiksjaar 2011. In tabel 4 en figuur 1 is te zien, dat vooral van veelmelders die tussen 500 en 2.000 meldingen indienen, het aantal meldingen is toegenomen.
Tabel 4. Aantal melders en meldingen per jaar
{ { gebruiksjaar 2012
aantal meldingen 10.000+ 5.001 - 10.000 2.001 - 5.000 1.001 - 2.000 501 - 1.000 201 - 500 101 - 200 51 - 100 26 - 50 11 - 25 1 - 10 totaal
melders
gebruiksjaar 2011
meldingen
melders
meldingen
meldingen
2
23.512
2
23.473
0,17%
3
19.574
3
21.710
-9,84%
5
17.631
-7,27%
{ {
0,6%
99,4%
toe/afname
0,5%
6
16.349
5
5.980
3
4.069
46,96%
17
11.970
12
9.258
29,29%
42
12.900
44
13.204
-2,30%
56
7.976
76
10.954
-27,19%
105
7.350
109
7.775
-5,47%
212
7.496
185
6.662
12,52%
420
6.782
413
6.658
1,86%
4.418
10.715
4.567
11.472
-6,60%
5.286
130.604
5.419
132.866
-1,70%
99,5%
pagina 7
Het aantal personen dat meer dan 5.000 meldingen liet registreren nam niet toe; net als in het gebruiksjaar 2011 waren er maar twee melders verantwoordelijk voor ieder meer dan 10.000 meldingen en drie voor ieder tussen de 5.000 en 10.000 meldingen. Samen dienden deze vijf personen (0,09% van het totale aantal melders) 43.086 meldingen in. Dit was 33,0% van alle meldingen in het gebruiksjaar 2012. Uit tabel 4 blijkt verder dat de meeste melders (4.418 ofwel 83,6% van alle melders) 1 tot 10 meldingen per jaar indienen. Zowel het aantal personen in deze categorie als het aantal meldingen dat zij indienden, was lager dan in het gebruiksjaar 2011.
Figuur 1. Aantal meldingen per jaar 0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
10.000+ 5.001 - 10.000 2.001 - 5.000 1.001 - 2.000 501 - 1.000 201 - 500 101 - 200
gebruiksjaar 2011
51 - 100
gebruiksjaar 2012
26 - 50 11 - 25 1 - 10
Het gemiddelde aantal meldingen per melder (tabel 5) is bij de veelmelders met 23% afgenomen en bij de melders uit de focusgroep met 4%.
Tabel 5 Gemiddeld aantal meldingen per melder focusgroep
pagina 8
veelmelders totale groep
gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2012
10,1
2.345,0
24,7
gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2011
10,5
3.045,6
24,5
toe/ afname
-4%
-23%
1%
2012
Jaarrapportage
Baangebruik
Het aantal vluchten is in het gebruiksjaar 2012 met 1,6% gestegen ten opzichte van het jaar ervóór, tot 439.808. Circa 0,3% van die stijging is een gevolg van de schrikkeldag in februari 2012. Het baangebruik vertoont min of meer hetzelfde beeld als in het voorgaande gebruiksjaar: de meeste landingen zijn uitgevoerd op de Polderbaan (18R) en de meeste starts van de Kaagbaan (24), de meest preferente banen.
Figuur 2. Banenstelsel Schiphol
Polderbaan
18R
18C
18L
24
36C an ba g a Ka
06
27 stb aa n
22
Buitenveldertbaan
Sc hi ph ol -o o
09
Aalsmeerbaan 04
Zwanenburgbaan
36L
36R
pagina 9
Vergeleken met 2011 is in het gebruiksjaar 2012 meer geland op de Polderbaan (18R) en minder op de Kaagbaan (06). Daarentegen is er meer gestart van de Kaagbaan (24) en de Zwanenburgbaan (36C) en minder van de Polderbaan (36L). Zie figuur 3. Dit komt omdat de wind in het gebruiksjaar 2012 iets meer uit zuidelijke richtingen heeft gewaaid dan het jaar ervóór, en ook ten opzichte van het langjarige gemiddelde (zie tabel 6). Hierdoor was er meer sprake van zuidelijk baangebruik (starten en landen naar het zuiden) dan in 2011. Zuidelijk baangebruik heeft op Schiphol de tweede preferentie, noordelijk baangebruik (starten en landen naar het noorden) de eerste preferentie.
Figuur 3. Vliegtuigbewegingen per baan gebruiksjaren 2011-2012 100000 90000
gebruiksjaar 2011 gebruiksjaar 2012
80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0
04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L 04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L SO
KB
BB
ZB
AB
landen
SO= Schiphol-Oostbaan (04-22) KB= Kaagbaan (06-24) BB= Buitenveldertbaan (09-27)
pagina 10
PB
SO
KB
BB
ZB
AB
starten
ZB= Zwanenburgbaan (18C-36C) AB= Aalsmeerbaan (18L-36R) PB= Polderbaan (18R-36L)
PB
2012
Jaarrapportage
Tabel 6. Procentuele verdeling noordelijke en zuidelijk wind gedurende het jaar
1971-2011
gebruiksjaar 2009
gebruiksjaar 2010
gebruiksjaar 2011
gebruiksjaar 2012
noord
42,0
43,1
47,6
40,8
39,8
zuid
52,7
51,7
47,9
54,3
54,7
windstil
5,3
5,2
4,4
4,9
5,6
De stijging van het aantal starts van de Kaagbaan (24) heeft niet alleen te maken gehad met het meer zuidelijke baangebruik in het gebruiksjaar 2012. Het komt ook omdat de Kaagbaan in september 2011 drie weken buiten gebruik was vanwege groot onderhoud. Hierdoor is toen door startend verkeer meer gebruik gemaakt van de Aalsmeerbaan (18L) en de Zwanenburgbaan (18C). Dit verklaart waarom – ondanks de meer zuidelijke wind – in het gebruiksjaar 2012 toch minder is gestart van deze twee banen. In vergelijking met het vorige gebruiksjaar is in het gebruiksjaar 2012 minder gestart en geland op de Buitenveldertbaan (09-27) in en vanuit oostelijke richting. Mede vanwege de meer zuidelijke wind is er wel meer geland op de Schiphol-Oostbaan (22). Opvallend is verder, dat ondanks de meer zuidelijke wind minder geland is op de Zwanenburgbaan (18C) dan het jaar ervóór. Dit heeft deels te maken met de werkzaamheden aan rijbanen die in het gebruiksjaar 2012 hebben plaatsgevonden. Hierdoor kon deze baan minder worden ingezet. De aantallen starts en landingen per baanrichting in de gebruiksjaren 2012 en 2011 zijn te vinden op www.bezoekbas.nl onder Rapportages/Publicaties. http://www.bezoekbas.nl/userfiles/Baangebruikcijfers-gj2012.pdf
pagina 11
4.
Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip De hoogste aantallen melders uit en meldingen door de focusgroep werden in het gebruiksjaar 2012 geregistreerd in de maanden juli en augustus (zie figuur 4). Dit zijn traditioneel de maanden dat vanwege het vakantieverkeer het aantal vliegtuigbewegingen het hoogst is. Het zijn ook maanden waarin het meestal mooi weer is en mensen dus vaker buiten zijn of hun ramen open hebben. Hierdoor is zowel het aantal melders als het aantal periode- en specifieke meldingen in deze maanden hoger dan in de rest van het jaar. Figuur 4. Melders, meldingen en vliegtuigbewegingen per maand
melders
specifieke meldingen
periodemeldingen
vliegtuigbewegingen
6000
45000 40000 35000
4000
30000 25000
3000
20000 15000
2000
10000
1000
5000 0
0 nov
dec
2011
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
Aantal vliegtuigbewegingen
Aantal melders / meldingen
5000
okt
2012
Vergeleken met het vorige gebruiksjaar volgt het verloop van het aantal melders en meldingen in het gebruiksjaar 2012 dit seizoenpatroon veel sterker. Dit wordt nog eens extra duidelijk als de schaal van het aantal vliegtuigbewegingen per maand wordt ingekort, waardoor het verschil in aantal vluchten per maand beter zichtbaar wordt (zie figuur 4a). In deze figuur is ook te zien dat er in het gebruiksjaar 2011 iets anders dan (alleen) het seizoenpatroon speelde. Door het groot onderhoud aan de Kaagbaan (06-24) was deze preferente baan in september 2011 drie weken buiten gebruik. In deze periode en gedurende elf avonden en delen van de nacht in oktober moesten andere, minder preferente banen worden gebruikt. Dit zorgde in die maanden voor een sterke stijging van het aantal melders en meldingen.
pagina 12
2012
Jaarrapportage
Figuur 4a. Melders, meldingen en vliegtuigbewegingen per maand in 2011 en 2012 melders
specifiek
periode
vliegtuigbewegingen 43000
6000
41000
5000
39000
35000 33000 31000
2000
29000
1000
27000
0
25000 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2010
2011
2012
Melders per baan
In figuur 5 is aangegeven over welke van de vijf hoofdbanen van Schiphol de meeste melders uit de focusgroep meldingen indienden. Bij landingen/naderingen was dat de Polderbaan (18R) en bij starts de Kaagbaan (24). Dit waren in het gebruiksjaar 2012 de meest gebruikte banen voor respectievelijk landingen en starts .
Figuur 5. Melders per baan
5000
100000 aantal melders gebruiksjaar 2012
4500
90000
aantal vliegtuigbewegingen
4000
80000
3500
70000
3000
60000
2500
50000
2000
40000
1500
30000
1000
20000
500
10000
0
Aantal vliegtuigbewegingen
Aantal melders
Aantal meldingen
3000
Aantal vliegtuigbewegingen
37000
4000
0 06
18C
18R
27/24*
landend
36C
36R
09
18C
18L
24
36C
36L
startend * bij elkaar gevoegd omdat naderingsroutes nagenoeg gelijk zijn
pagina 13
Uit deze grafiek blijkt ook dat over banen die minder vaak worden gebruikt, naar verhouding door meer melders meldingen worden ingediend. Bij landingen/naderingen geldt dit vooral voor de Zwanenburgbaan, zowel voor landingen vanuit het zuiden (36C) als vanuit het noorden (18C), en verder voor de Aalsmeerbaan (36R) en de Buitenveldertbaan/Kaagbaan (27/24). Bij de starts betreft dit de Zwanenburgbaan voor starts naar het zuiden (18C) en het noorden (36C), en de Buitenveldertbaan (09). In het algemeen dus alle minder preferente banen. De landingen op de Buitenveldertbaan (27) en Kaagbaan (24) zijn in figuur 5 samengevoegd, omdat landingen op de Kaagbaan (24) vanuit het noordoosten vaak worden voorafgegaan door een nadering richting Buitenveldertbaan (27). Vóór de landing buigen de vliegtuigen dan boven het luchthaventerrein af naar de Kaagbaan (24).
Laag-preferente banen
Naast de vijf hoofdbanen beschikt de luchthaven Schiphol over de Schiphol-Oostbaan (04-22). Deze kortere baan wordt vooral gebruikt door kleine luchtvaart (privé- en zakenvliegtuigen). Maar incidenteel, als geen andere baancombinatie mogelijk is, bijvoorbeeld bij harde wind uit zuidelijke richtingen, al dan niet in combinatie met buien, wordt de baan ook gebruikt voor landingen van het grotere, commerciële verkeer. Omdat de naderingsroute naar de Schiphol-Oostbaan (22) voor dit verkeer over het centrum van Amsterdam loopt, dienen bij dit baangebruik relatief veel melders meldingen in. Dit gebeurt ook wanneer de Buitenveldertbaan voor landingen vanuit het westen (09) en starts naar het westen (27) wordt gebruikt, en bij starts van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Ook dit komt niet vaak voor, maar zorgt als het gebeurt naar verhouding voor veel melders, zo blijkt uit tabel 7.
Tabel 7. Aantal melders over laag-preferente banen t.o.v. aantal starts/landingen landen
aantal melders
Schiphol-Oostbaan
22
6.033
1.029
Schiphol-Oostbaan
04
916
223
Buitenveldertbaan
09
4
6
aantal starts
aantal melders
starten
pagina 14
aantal landingen
Schiphol-Oostbaan
22
3.815
645
Schiphol-Oostbaan
04
1.536
317
Buitenveldertbaan
27
942
204
Kaagbaan
06
63
102
2012
Jaarrapportage
Meldingen en melders per weekdag
De meeste meldingen over ondervonden hinder worden door de focusgroep op zondagen ingediend. Dan zijn ook de meeste melders actief. Op de andere dagen van de week wijken de gemiddelde aantallen melders en meldingen per dag niet veel van elkaar af. Het minste aantal melders is actief op zaterdag. Figuur 6. Meldingen en melders per weekdag
Aantal melders
0
20
40
60
80
100
120
140
Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag gemiddeld aantal periodemeldingen gemiddeld aantal specifieke meldingen gemiddeld aantal melders
pagina 15
Specifieke meldingen per uur
In figuur 7 is te zien, over welke uren van de dag in het gebruiksjaar 2012 door de focusgroep de meeste specifieke meldingen zijn ingediend. Net als in het gebruiksjaar 2011 valt de piek in het aantal specifieke meldingen over starts tussen 21.00 en 22.00 uur. Dit is tijdens de laatste startpiek van de dag. De meeste specifieke meldingen over landende vliegtuigen gaan over landingen tussen 07.00 en 09.00 uur. Dat is tijdens de eerste landingspiek van de dag.
Figuur 7. Specifieke meldingen over het etmaal Aantal specifieke meldingen 0 00:00 01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00
-
01:00 02:00 03:00 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 24:00
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
starts landingen
Van alle specifieke meldingen ging 65,6% over starts en 33,8% over landingen. 0,6% van de specifieke meldingen kon niet worden gekoppeld aan een bepaalde vlucht. In figuur 7a is in blokken van vijf minuten ingezoomd op het uur tussen 21.00 en 22.00 uur en de halve uren ervóór en erna. Hierbij is ook het gemiddelde aantal starts per vijf minuten in die periode in beeld gebracht. Te zien is, dat het gemiddelde aantal specifieke meldingen per vijf minuten het hoogst is tussen 21.40 en 21.50 uur, terwijl de piek van het aantal starts tijdens deze laatste startpiek van de dag dan aan het afnemen is. Mogelijk heeft de piek in het aantal specifieke meldingen tussen 21.40 en 21.50 uur te maken met het baan- en routegebruik of met het type vliegtuigen dat in deze periode start.
pagina 16
2012
Jaarrapportage
Figuur 7a. Aantal specifieke meldingen en starts per vijf minuten tussen 20.30 en 22.30 uur 1,4
7
gem aantal meldingen
1,2
6
1
5
0,8
4
0,6
3
0,4
2
0,2
1
0
20:30 20:35 20:40 20:45 20:50 20:55 21:00 21:05 21:10 21:15 21:20 21:25 21:30 21:35 21:40 21:45 21:50 21:55 22:00 22:05 22:10 22:15 22:20 22:25 t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
t/m
Gemiddeld aantal starts per dag
Gemiddeld aantal meldingen
gem aantal starts
0
t/m
20:34 20:39 20:44 20:49 20:54 20:59 21:04 21:09 21:14 21:19 21:24 21:29 21:34 21:39 21:44 21:49 21:54 21:59 22:04 22:09 22:14 22:19 22:24 22:29 8 uur 's avonds
9 uur 's avonds
10 uur 's avonds
Om dit te onderzoeken is eerst gekeken naar de oorzaken van de specifieke meldingen over starts tussen 21.40 en 21.50 uur. Het merendeel van deze meldingen (62%) is gekoppeld aan starts van de Kaagbaan (24). De verdeling van het aantal starts van de Kaagbaan (24) is tussen 21.40 en 21.50 uur echter niet anders dan in het hele gebruiksjaar: 43%. Wordt vervolgens bekeken, over welke vertrekroute bij starts tussen 21.40 en 21.50 uur de meeste specifieke meldingen zijn binnengekomen, dan springt de Spijkerboorroute vanaf de Kaagbaan (24) er duidelijk uit. Per start via deze route worden tussen 21.40 en 21.50 uur gemiddeld 2,5 specifieke meldingen ingediend, terwijl dit voor het hele jaar minus het tijdblok tussen 21.40 en 21.50 uur minder dan 0,5 is. Zie figuur 7b.
pagina 17
Figuur 7b. Specifieke meldingen tussen 21.40 en 21.50 uur per vertrekroute t.o.v. totaal
3 aantal meldingen per vlucht tusssen 21:40 en 21:50
2,5
meldingen/starts totaal min 21:40 en 21:50
2 1,5 1 0,5 0 Spijkerboor
Lekko
Arnem
Bergi
Nyker
Ivlut
Lunix
overig
24
18L
18L
24
36C
36C
18L
overig
Van de vliegtuigtypes die in het gebruiksjaar 2012 tussen 21.40 en 21.50 uur meer dan tienmaal zijn gestart via de Spijkerboorroute, is de Boeing 747-400 duidelijk het type waarover in dat tijdblok de meeste specifieke meldingen zijn ingediend. Tussen 21.40 en 21.50 uur zijn gemiddeld genomen per start van een Boeing 747-400 via de Spijkerboorroute meer dan acht specifieke meldingen ingediend. Voor het hele gebruiksjaar minus deze tien minuten is dat 2,75. Zie figuur 7c.
Figuur 7c. Aantal specifieke meldingen per start per vliegtuigtype via Spijkerboorroute totaal gebruiksjaar minus periode 21:40-21:50 periode 21:40-21:50 Airbus A330-200 Boeing 737-700/800 Boeing 747-400 Embraer E190 0
2
4
6
8
10
Aantal meldingen per start
pagina 18
2012
Jaarrapportage
Dit verklaart het hoge aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur in figuur 7. Het blijkt dat tussen 21.40 en 21.50 uur naar verhouding veel Boeing 747-400’s van de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24) gebruik maken. Van alle starts via deze route in deze periode is 25% een Boeing 747-400 tegenover 5% op dezelfde route in het hele gebruiksjaar. Dus het is vooral dit type vliegtuig, en de frequentie waarop hij start, die de piek in het aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur lijkt te genereren. Het is ook het vliegtuigtype dat zoals in hoofdstuk 8 valt te lezen per vliegtuigbeweging de meeste meldingen veroorzaakt, en een vliegtuig dat niet de zogenoemde vaste bochtstraal kan vliegen (zie hoofdstuk 10). Van alle melders van specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur in het gebruiksjaar 2012 blijkt 40% afkomstig te zijn van inwoners van Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Cruquius en Zwaanshoek (2011: 49%). Dit zijn de plaatsen die het meest te maken hebben met het gebruik van de Spijkerboorroute, omdat deze vertrekroute van de Kaagbaan (24) tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep doorloopt om vervolgens naar het noorden af te buigen (zie ook Hoofdstuk 10). In figuur 7d is, tot slot, het aantal specifieke meldingen over startend en landend verkeer afgezet tegen het aantal starts en landingen per uur. Opvallend is, dat tussen 10.00 en 11.00 uur in de ochtend het aantal starts even hoog is als tussen 21.00 en 22.00 uur, maar het aantal specifieke meldingen over starts veel lager. Dit kan te maken hebben met het feit dat veel mensen tussen 10.00 en 11.00 uur aan het werk zijn en tussen 21.00 en 22.00 uur thuis zijn.
Figuur 7d. Specifieke meldingen over starts en landingen per uur specifiek startend
specifiek landend
starts
landingen 4000
25000
3000 2500
15000
2000 10000
1500 1000
5000
500 0
Aantal meldingen
11:00 - 12:00
10:00 - 11:00
9:00 - 10:00
8:00 - 9:00
7:00 - 8:00
6:00 - 7:00
5:00 - 6:00
4:00 - 5:00
3:00 - 4:00
2:00 - 3:00
1:00 - 2:00
0:00 - 1:00
23:00 - 0:00
22:00 - 23:00
21:00 - 22:00
20:00 - 21:00
19:00 - 20:00
18:00 - 19:00
17:00 - 18:00
16:00 - 17:00
15:00 - 16:00
14:00 - 15:00
13:00 -14:00
0 12:00 - 13:00
Aantal vliegtuigbewegingen
3500 20000
pagina 19
Meldingen per periode
Bij het indienen van periodemeldingen kunnen melders één of meer periodes opgeven van 1 of 2 uur. Gemiddeld genomen zijn door de focusgroep in het gebruiksjaar 2012 per periodemelding 2,4 periodes (2011: 2,6) opgegeven. Figuur 8. Periodemeldingen* over het etmaal 0 00:00 - 02:00 02:00 - 04:00 04:00 - 06:00
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
aantal ingediende periodemeldingen gekoppeld aan landend verkeer aantal ingediende periodemeldingen gekoppeld aan startend verkeer
06:00 - 07:00 07:00 - 09:00 09:00 - 11:00 11:00 - 13:00 13:00 - 15:00 15:00 - 17:00 17:00 - 19:00 19:00 - 23:00 21:00 - 23:00 23:00- 24:00 * Het aantal periodemeldingen per periode is opgeteld meer dan het totaal aantal ingediende periodemeldingen per gebruiksjaar, omdat één (periode)melding over meerdere periodes kan worden ingediend.
In figuur 8 is te zien, hoe vaak elke periode van 1 of 2 uur is opgegeven. De meeste periodemeldingen over landend verkeer hebben betrekking op de periodes tussen 07.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur. De meeste periodemeldingen over startend verkeer gaan over de periodes tussen 09.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur. Hier moet ook de periode tussen 06.00 en 07.00 uur bij gerekend worden, omdat die maar één uur omvat en de andere periodes twee uur. Tussen 06.00 en 07.00 uur komen veel intercontinentale vluchten binnen, een periode die vanaf 07.00 uur gevolgd wordt door de eerste landings- en startpiek voor – vooral – Europees verkeer. Tussen 19.00 en 23.00 uur vinden de laatste landings- en de laatste startpiek van de dag plaats.
pagina 20
2012
Jaarrapportage
Nachtvluchten
Over vluchten tijdens de nacht – vooral tussen 23.00 en 04.00 uur - worden door de focusgroep naar verhouding weinig specifieke en periodemeldingen ingediend (zie figuur 7 en 8). Maar als het aantal specifieke en periodemeldingen in de nachtelijke uren wordt afgezet tegen het aantal vliegtuigbewegingen in die uren, dan worden in de nacht relatief gezien wel veel meldingen ingediend. Per vliegtuigbeweging zijn tussen 23.00 en 06.00 uur 0,4 tot 1,2 periodemeldingen ingediend (gebruiksjaar 2011: 0,5-1,3) en 0,04 tot 0,19 specifieke meldingen (gebruiksjaar 2011: 0,05 tot 0,19). Zie figuur 9. Alleen in de late avond, tussen 21.00 en 23.00 uur, zijn per vliegtuigbeweging méér periodemeldingen ingediend (1,3). Dan worden, zoals hiervóór is besproken, ook veel specifieke meldingen ingediend.
Figuur 9. Meldingen per uur per vliegtuigbeweging
nacht specifiek per 10 vluchten
vliegtuigbewegingen periodemeldingen per vlucht
35000
2,5
30000 2
25000
1,5
20000 15000
1
10000 0,5
5000
0 11:00 - 12:00
10:00 - 11:00
09:00 - 10:00
08:00 - 09:00
07:00 - 08:00
06:00 - 07:00
05:00 - 06:00
04:00 - 05:00
03:00 - 04:00
02:00 - 03:00
01:00 - 02:00
00:00 - 01:00
23:00 - 00:00
22:00 - 23:00
21:00 - 22:00
20:00 - 21:00
19:00 - 20:00
18:00 - 19:00
17:00 - 18:00
16:00 - 17:00
15:00 - 16:00
14:00 - 15:00
13:00 - 14:00
12:00 - 13:00
0
Aantal vliegtuigbewegingen
Aantal meldingen per vliegtuigbeweging
40000
Aantal vliegtuigbeweging
Aantal meldingen per vliegtuigbewegingen
3
pagina 21
5.
Hinderbeleving In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aard van de meldingen aan de hand van wat de focusgroep aan extra informatie heeft gegeven bij het indienen van hun periodeen specifieke meldingen. Per melding kunnen meerdere hinderaspecten worden aangegeven, bijvoorbeeld geluid én angst. Daarom is het totaal aan meldingen over geluid, angst en vervuiling méér dan 100%. Tabel 8. Hinderbeleving focusgroep specifieke meldingen #
periodemeldingen %
#
%
2011
2012
2011
2012
2011
2012
2011
totaal
20.324
18.505
~
~
36.098
34.433
~
~
geluid
20.107
18.264
98,9%
98,7%
35.889
34.201
99,4%
99,3%
angst
1.933
2.127
9,5%
11,5%
2.884
2.461
8,0%
7,1%
vervuiling
1.543
1.481
7,6%
8,0%
2.382
2.378
6,6%
6,9%
specifieke meldingen Geluid
2012
periodemeldingen
#
%
#
%
Gesprek onderbroken
4.160
22,8%
9.613
28,1%
Slaapverstoring
4.045
22,1%
9.601
28,1%
TV/radio niet verstaan
2.630
14,4%
4.078
11,9%
Overig
1.187
6,5%
2.570
7,5%
12.022
65,8%
25.862
75,6%
Subtotaal Angst Onveilig gevoel
1.055
48,6%
1.334
54,2%
Paniek
423
19,5%
293
11,9%
Overig
83
3,8%
153
6,2%
1.561
71,9%
1.780
72,3%
Gezondheidsklachten
573
38,7%
676
28,4%
Zorgen over leefmilieu
362
24,4%
727
2,1%
Zwarte aanslag
115
7,8%
140
0,4%
Subtotaal Vervuiling
Slootwater vervuiling
0
0,0%
1
0,0%
Stankoverlast
110
7,4%
107
0,3%
Overig
112
7,6%
119
0,3%
1.272
85,9%
1.770
5,1%
11.859
64,1%
25.467
74,0%
1.290
7,0%
1.760
5,1%
112
0,6%
341
1,0%
13.261
71,7%
27.568
80,1%
Subtotaal Waar bevond u zich? In huis In de tuin Anders Subtotaal
pagina 22
2012
Jaarrapportage Tabel 8. Hinderbeleving focusgroep (vervolg) specifieke meldingen
periodemeldingen
Heeft u de klacht al eerder ondervonden? Dagelijks
8.505
46,0%
20.243
58,8%
Wekelijks
2.744
14,8%
5.063
14,7%
Maandelijks
442
2,4%
690
2,0%
Zelden
694
3,8%
570
1,7%
75
0,4%
43
0,1%
12.460
67,3%
26.609
77,3%
Vliegtuig vloog te laag
6.992
37,8%
-
-
Vliegtuig nam een duidelijk afwijkende route
1.716
9,3%
-
-
Vliegtuig draaide verkort in
500
2,7%
-
-
Vliegtuig draaide verkort uit
334
1,8%
-
-
Meerdere vliegtuigen dicht bij elkaar
652
3,5%
-
-
12
0,1%
-
-
Geen
1.199
6,5%
-
-
Anders
1.160
6,3%
-
-
12.565
67,9%
-
-
42
0,2%
186
0,5%
Starten
2.163
11,7%
4.272
12,4%
landen
1.286
6,9%
4.525
13,1%
Overvliegen
8.885
48,0%
18.533
53,8%
Taxien
13
0,1%
13
0,0%
Proefdraaien
10
0,1%
14
0,0%
103
0,6%
33
0,1%
Nooit Subtotaal Waargenomen bijzonderheden
Vliegtuig lekte brandstof
Subtotaal
Waar denkt u dat de klacht door veroorzaakt is? Grondgeluid
Helikopter
74
0,4%
0
-
Weet niet
Oud toestel
805
4,4%
507
1,5%
Anders
311
1,7%
990
2,9%
13.692
74,0%
29.073
84,4%
Subtotaal
Bij de subrubrieken zijn de totalen minder dan 100%, omdat het niet verplicht is om alle vragen te beantwoorden. De aangegeven percentages bij de subtotalen geven het percentage melders van het totaal aantal meldingen of van de meldingen over respectievelijk Geluid, Angst en Vervuiling aan, dat bij deze rubrieken iets heeft vermeld. Verreweg de meeste periode- en specifieke meldingen die zijn ingediend door de focusgroep hebben net als in het gebruiksjaar 2011 betrekking op geluidhinder. Deze ervaart men vooral in huis en vaak dagelijks of wekelijks. Meer dan een kwart van de periodemeldingen en meer dan een vijfde van de specifieke meldingen gaat over het moeten onderbreken van een gesprek en slaapverstoring.
pagina 23
Over het aspect angst zijn in het gebruiksjaar 2012 meer specifieke meldingen ingediend dan het jaar ervóór, maar minder periodemeldingen. Het merendeel van de angstmeldingen refereert aan een “onveilig gevoel”. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op angstmeldingen. Er zijn minder specifieke meldingen ingediend over vervuiling en ongeveer evenveel periodemeldingen. De melders klagen hierbij vooral over mogelijke effecten die zij denken dat deze vorm van hinder kan hebben op hun gezondheid en het leefmilieu. Bij bijna 68% van de specifieke meldingen geven de melders een ‘bijzonderheid’ aan. Dit kan zijn dat het vliegtuig naar hun mening “te laag” vloog, een “duidelijk afwijkende route” nam, “verkort in- of uitdraaide”, “brandstof lekte” of dat men “meerdere vliegtuigen dichtbij elkaar” zag. Uit de tabel hierboven blijkt dat er vooral gemeld is dat een vliegtuig “te laag” vloog of volgens de melder een “duidelijk afwijkende route” nam. Bij periodemeldingen kan geen bijzonderheid worden aangegeven. Melders kunnen ook aangeven, wat volgens hen de oorzaak van de door hen ondervonden hinder is. Bij de meeste specifieke en periodemeldingen wordt “overvliegend verkeer” als oorzaak genoemd. Bij de specifieke meldingen daarnaast vooral “startend verkeer”. Naast starten, landen en overvliegen spelen andere oorzaken een beperkte rol.
Steekwoordenanalyse
Bij het doen van een melding heeft de gebruiker de mogelijkheid een opmerking toe te voegen. Bij 6,5% van de specifieke en 7,5% van de periodemeldingen over geluid is dit door de focusgroep gedaan. Dit heeft Bas in het gebruiksjaar 2012 veel reacties opgeleverd die verder gaan dan het tijdstip of de periode van de ondervonden hinder. Door middel van een steekwoordenanalyse heeft Bas gezocht naar trends in de honderden opmerkingen die zijn gemaakt. Hierbij is gezocht naar de meest voorkomende combinaties van twee woorden. Vervolgens zijn deze koppels van woorden samengevoegd in de volgende categorieën: • • • • • •
Vorm van hinder (“geluid”, “lawaai”, “herrie”, “(over)last” en “hinder”) Verwijzing naar vlieggedrag (“(te) laag”, “afwijkende route”, “korte bocht”, “verkort indraaien”) Locatie (“mijn”, “onze” of een “specifieke” “tuin”, “huis” of ”wijk”,) Tijdstip of periode (“hele dag”, “om de paar minuten” e.d.) Gebruik van een specifieke baan Specifieke meteocondities
Uit de analyse van de meest voorkomende combinaties van twee woorden blijkt dat in verreweg de meeste opmerkingen die melders hebben gemaakt, primair verwezen wordt naar de vorm van hinder die men heeft ondervonden. Daarnaast wordt in de opmerkingen vaak de locatie genoemd waar men de hinder heeft ondervonden en het specifieke vlieggedrag dat de oorzaak zou zijn geweest voor deze hinder. Ook wordt regelmatig verwezen naar een specifiek tijdstip of periode dat men hinder heeft ondervonden. Het gebruik van een specifieke baan en specifieke weerscondities worden naar verhouding weinig genoemd in de opmerkingen. Dit beeld is gelijk aan het beeld van het vorige gebruiksjaar.
pagina 24
2012
Jaarrapportage
Figuur 10. Steekwoordenanalyse per koppel van twee woorden
0
200
400
600
800 1000 1200 1400 1600 1800 2000
Geluid/Lawaai/Herrie/(Over)last/Hinder Mijn/Ons/Specifieke tuin/huis/wijk Verwijzing naar vlieggedrag Verwijzing naar (specifiek(e)) tijdstip/periode Gebruik van een specifieke baan Specifieke meteocondities
Analyse van gestelde vragen
Behalve opmerkingen maken kunnen melders ook vragen stellen via het registratiesysteem. In het gebruiksjaar 2012 is dit 1.740 keer gedaan, tegen 1.497 keer in 2011. Met uitzondering van de maanden april, juni, september en oktober werden in alle maanden van het gebruiksjaar 2012 meer vragen gesteld via het registratiesysteem dan in het voorgaande gebruiksjaar. In september en oktober komt dit, doordat het jaar ervóór in die maanden vanwege het groot onderhoud aan en de veegwerkzaamheden op de Kaagbaan minder preferente banen vaker zijn gebruikt. En in juni, omdat in juni 2011 regulier onderhoud aan eerst de Zwanenburgbaan (18C-36C) en daarna de Aalsmeerbaan (18L-36R) is uitgevoerd en er toen ook veel noordwesten wind was. Hierdoor moest de Buitenveldertbaan (09-27) veel worden ingezet. Ook dit zorgde toen voor veel vragen.
Figuur 11. Aantal gestelde vragen 2012 en 2011 t.o.v. aantal meldingen 2012 100%
300 gebruiksjaar 2011
90%
gebruiksjaar 2012
250
80%
percentage vragen t.o.v. aantal meldingen gj2012
70%
200
60% 150
50% 40%
100
30% 20%
50
10% 0
0% nov
dec
2011
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
2012
pagina 25
In juli en augustus zijn dit gebruiksjaar de meeste vragen gesteld. Dit komt overeen met de piek in het aantal meldingen in deze maanden (zie hoofdstuk 4). Ook in september en november zijn veel vragen gesteld. In september had dit te maken met het regulier onderhoud aan de Aalsmeerbaan en twee rijbanen die deze baan kruisen. In november 2011 speelde het kort daarvóór genomen besluit van staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu een rol om het experiment definitief in te voeren om meer vliegtuigen op de Spijkerboorroute de zogenoemde vaste bochtstraal te laten vliegen (zie hoofdstuk 10). Gemiddeld genomen werden maandelijks per honderd meldingen drie vragen gesteld (3%). Over het gehele gebruiksjaar 2012 stelde 10% van alle personen die in het gebruiksjaar actief zijn geweest (een vraag en/of melding hebben ingediend) een of meerdere malen een vraag. Opvallend is dat 33% (gebruiksjaar 2011: 32%) van alle vragen meer een opmerking dan een vraag was, omdat de gestelde vraag geen vragend voornaamwoord bevatte. In veel gevallen werd dan wel om een bevestiging gevraagd van een ervaren beeld, zoals “Is het zo dat …” of “Klopt het dat…”. Uit de steekwoordenanalyse per koppel van twee woorden van de ingediende vragen blijkt dat in het gebruiksjaar 2012 vooral vragen zijn gesteld over het gebruik van een specifieke baan. Daarnaast zijn vragen gesteld over het vliegen over de omgeving/locatie van de melder en waarom de ervaren hinder op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaalde periode is gebeurd. Een kleiner deel van de vragen ging over de ondervonden hinder, over specifieke weerscondities en over het vlieggedrag. In de tweede helft van het gebruiksjaar zijn meer vragen gesteld dan in de eerste twee kwartalen. Dit was in het vorige gebruiksjaar ook het geval. Vooral in het vierde kwartaal zijn veel vragen gesteld. Zoals hiervóór is gemeld had dit vooral te maken met het regulier onderhoud aan de Aalsmeerbaan (18L-36R) en de renovatie van twee rijbanen die deze baan kruisen. Niet alleen dit onderhoud, maar ook de start van de tweejarige proef met een nieuw normen- en handhavingstelsel (zie hoofdstuk 10) zal bijgedragen hebben aan de vele vragen over het gebruik van een specifieke baan.
pagina 26
2012
Jaarrapportage
Figuur 12. Steekwoordenanalyse vragen per koppel van twee woorden per kwartaal 0
100
200
300
400
"Gebruik van een specifieke baan" "Mijn/Ons/Specifieke tuin/huis/wijk" "Verwijzing naar (specifiek(e)) tijdstip/periode" "Geluid/Lawaai/Herrie/(Over)last/Hinder" "Specifieke meteocondities" "Verwijzing naar vlieggedrag"
eerste kwartaal gebruiksjaar 2012
tweede kwartaal gebruiksjaar 2012
derde kwartaal gebruiksjaar 2012
vierde kwartaal gebruiksjaar 2012
Overige meldingen
In tabel 8 is alleen aandacht besteed aan wat de focusgroep heeft aangegeven bij het indienen van specifieke en periodemeldingen; niet aan de overige meldingen. Daarvan zijn er in het gebruiksjaar 2012 door de focusgroep maar 281 ingediend, door 158 personen (2011: 303 door 163 personen).
pagina 27
6.
Meldingen over angst en vervuiling Behalve over geluid(hinder) kunnen melders ook specifieke of periodemeldingen indienen over angst en/of vervuiling. Uit tabel 8 blijkt dat in het gebruiksjaar 2012 meer specifieke angstmeldingen zijn ingediend en minder periodemeldingen. Hiervoor is geen direct aanwijsbare oorzaak of aanleiding aan te geven, zoals in 2010, toen er een piek in het aantal specifieke angstmeldingen was vanwege een incident met een toestel van Royal Air Maroc. Dit kreeg na de start een vogelaanvaring en vloog vervolgens via een ongebruikelijke route laag over onder meer Vijfhuizen en Haarlem.
Angstmeldingen
In figuur 13 is te zien in welke maanden de meeste periode- en specifieke angstmeldingen zijn ingediend. Dat was zowel voor periodemeldingen als vooral voor specifieke meldingen de maand juli 2012. Nadere analyse van de specifieke angstmeldingen in deze maand laat zien, dat vooral in de eerste week van juli 2012 veel specifieke angstmeldingen zijn ingediend: 410. Daarvan waren er echter 371 afkomstig van één persoon uit Hoofddorp. Ten opzichte van het totale aantal meldingen blijkt het percentage periodemeldingen het hele jaar door redelijk stabiel te blijven. Dat houdt in, dat het niet afwijkt van het patroon van alle meldingen in figuur 4 van hoofdstuk 4.
Figuur 13. Angstmeldingen t.o.v. totaal aantal meldingen
Periodemeldingen; angst
specifieke meldingen; angst
verhouding periodemeldingen; angst
verhouding specifieke meldingen; angst
600
100% 90%
500
80% 70%
400
60% 300
50% 40%
200
30% 20%
100
10% 0
0% nov
dec
2011
pagina 28
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2012
jul
aug
sep
okt
2012
Jaarrapportage
Bij de specifieke meldingen over angst schommelt het percentage méér en zijn behalve in juli ook pieken te zien in april en november. In november is deze piek veroorzaakt door een groot aantal specifieke angstmeldingen dat is ingediend op de eerste dag van deze maand, mogelijk in verband met het feit dat de Polderbaan (18R) een groot deel van die dag niet beschikbaar was. Dit kwam omdat een Boeing 747 na de landing klapbanden had gekregen en de baan blokkeerde. In april is geen duidelijke oorzaak aan te geven voor de piek in het aantal specifieke angstmeldingen.
Meldingen over vervuiling
In vergelijking met het vorige gebruiksjaar zijn in het gebruiksjaar 2012 minder specifieke meldingen ingediend over vervuiling en ongeveer evenveel periodemeldingen. De meldingen over vervuiling (zie figuur 14) vertonen min of meer hetzelfde seizoenpatroon als het totaal aantal meldingen (figuur 4 in hoofdstuk 4). Hierdoor is ook het verloop van het aantal meldingen als percentage van het totale aantal meldingen vrij gelijkmatig. Alleen in april zijn er net als bij de angstmeldingen procentueel gezien naar verhouding meer specifieke meldingen over vervuiling ingediend dan in de andere maanden. Hiervoor is geen aanwijsbare reden aan te geven. Om meer inzicht te krijgen, waarom op bepaalde dagen of in bepaalde maanden meer meldingen over angst en/of vervuiling worden ingediend, vraagt Bas melders van meldingen over angst en/ of vervuiling met ingang van het gebruiksjaar 2013 verplicht een vraag om nadere uitleg in te vullen. Hiervóór was dit niet verplicht.
Figuur 14. Meldingen over vervuiling t.o.v. totaal aantal meldingen
Periodemeldingen; vervuiling
specifieke meldingen; vervuiling
verhouding periodemeldingen; vervuiling
verhouding specifieke meldingen; vervuiling
350
100% 90%
300
80%
250
70% 60%
200
50% 150
40% 30%
100
20%
50
10%
0
0% nov
dec
2011
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
2012
pagina 29
7.
Dagen met meeste meldingen en melders De meeste periodemeldingen van de focusgroep op één dag werden in het gebruiksjaar 2012 ingediend tussen 12 en 15 augustus. Dit was in de periode van circa twee weken dat werkzaamheden werden uitgevoerd aan een rijbaan langs de Zwanenburgbaan (18C-36C), waardoor deze baan niet of veel minder kon worden gebruikt. Hierdoor en vanwege het weer is tussen 4 en 20 augustus veel gebruik gemaakt van de Buitenveldertbaan (09-27) voor zowel starts naar als landingen vanuit het oosten. Dit zorgde op 12 augustus voor het hoogste aantal specifieke meldingen op één dag, op 13 augustus voor het hoogste aantal periodemeldingen en op 15 augustus voor het hoogste aantal melders. Zie tabel 9. Ook op andere dagen tussen 4 en 20 augustus zijn veel melders en meldingen geregistreerd. Van de tien hoogste aantallen melders en specifieke meldingen op één dag vielen negen in de drukke zomermaanden juli en augustus. De enige datum die niet in juli of augustus viel, is 23 mei 2012. Op die dag dienden veel mensen periodemeldingen in, omdat in de nacht van 22 op 23 mei vanwege de uitloop van onderhoudswerkzaamheden aan de Polderbaan (18R-36L), gestart was van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Dit gebeurt niet vaak, zeker niet ’s nachts, maar als het gebeurt zorgt het voor relatief veel meldingen, omdat startende vliegtuigen dan op vrij lage hoogte over Amsterdam-Zuid, Buitenveldert en Amstelveen komen.
Tabel 9. Dagen met meeste meldingen/ melders melders
periodemeldingen
datum
aantal
datum
aantal
1
15-08-2012
280
1
13-08-2012
258
2
05-08-2012
262
2
15-08-2012
3
08-07-2012
247
3
4
23-05-2012
244
5
13-08-2012
6
specifieke meldingen datum
aantal
1
12-08-2012
200
257
2
07-07-2012
168
12-08-2012
251
3
04-07-2012
167
4
08-07-2012
240
4
03-07-2012
162
243
5
05-08-2012
237
5
05-08-2012
160
22-07-2012
237
6
22-07-2012
236
6
06-07-2012
158
7
12-08-2012
230
7
23-05-2012
219
7
13-08-2012
157
8
20-08-2012
225
8
20-08-2012
217
8
01-07-2012
155
9
04-08-2012
211
9
29-04-2012
209
9
27-04-2012
154
10
04-07-2012
207
10
28-06-2012
207
10
22-07-2012
154
Van de dagen waarop de meeste meldingen zijn ingediend en/of melders actief waren, vielen er in het gebruiksjaar 2012 minder in het weekeinde dan het jaar ervóór. Dit gold in het gebruiksjaar 2012 maar voor vijf van de tien dagen met de meeste melders en periodemeldingen en voor vier van de tien dagen met de meeste specifieke meldingen. In het gebruiksjaar 2011 vielen respectievelijk acht en negen van de tien dagen met de hoogste aantallen melders en meldingen op zaterdag of zondag.
pagina 30
2012
Jaarrapportage
Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen Het hoogste aantal specifieke meldingen van de focusgroep over één bepaalde vlucht, is in het gebruiksjaar 2012 ingediend over de start van een Boeing 747-400 vanaf de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute, op 6 juli om 21.46 uur, tijdens de laatste startpiek. Hierover werden 26 specifieke meldingen ingediend. Zie tabel 10. Van de overige negen vluchten in onderstaande top 10 van vluchten die de meeste specifieke meldingen veroorzaakten, waren er zeven eveneens starts van Boeing 747-400’s vanaf de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute. Dat is een vertrekroute tussen Hoofddorp en NieuwVennep richting het noordoosten, die voornamelijk wordt gebruikt door verkeer naar Scandinavië en het Verre Oosten (zie ook hoofdstuk 10). In alle gevallen ging het om vluchten die werden uitgevoerd tussen ca. 20.00 en 22.00 uur. Dit is tijdens de laatste startpiek van de dag wanneer veel mensen thuis zijn. Dit was ook al gesignaleerd in hoofdstuk 4. Eén start in de top 10 van de Kaagbaan (24) ging niet van de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute, maar van de Zwanenburgbaan (18C) via de Betus route. Deze vertrekroute volgt na de eerste bocht dezelfde route als de Spijkerboorroute. Ook dit vliegtuig had de bestemming China. De ene start in de top 10 die niet van een Boeing 747-400 was maar van een MD11, vertrok van de Kaagbaan (24) via de Bergi route naar Canada.
bestemming
(Vertrek)route
(Start)baan
Start/ Landing
Vliegtuig type
Datum en tijd
Tabel 10. Vluchten met meeste specifieke meldingen specifieke meldingen
8.
20
06-07-2012 21:46
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Hong Kong, China
16
27-04-2012 21:52
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Hong Kong, China
16
27-04-2012 22:03
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Shanghai, China
15
03-07-2012 21:39
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Hong Kong, China
14
04-07-2012 21:21
B 747-400
Start
Zwanenburgbaan (18C)
Betus
Chengdu, China
14
13-08-2012 21:41
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Hong Kong, China
13
21-04-2012 22:03
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Shanghai, China
13
05-08-2012 15:37
MD-11
Start
Kaagbaan (24)
Bergi
Montréal, Canada
13
18-10-2012 21:37
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Hong Kong, China
13
18-10-2012 21:47
B 747-400
Start
Kaagbaan (24)
Spijkerboor
Shanghai, China
pagina 31
Vliegtuigtypen die relatief veel/weinig meldingen veroorzaken
Van alle vliegtuigtypes die minimaal één keer per dag op Schiphol landen en starten, is de Boeing 747-400 het type dat procentueel gezien per vliegtuigbeweging in het gebruiksjaar 2012 de meeste specifieke meldingen binnen de focusgroep heeft veroorzaakt. In de top 10 van vliegtuigen die minimaal eens per dag landen en starten en procentueel gezien de meeste specifieke meldingen per vliegtuigbeweging genereren, staan vrijwel alleen wide-body of breedrompvliegtuigen voor lange afstanden. Alleen de MD-82 en de Boeing 737-900 zijn geen breedrompvliegtuigen. De MD82 is een al wat ouder tweemotorig straalvliegtuig voor middellange afstanden; de Boeing 737-900 is een modern toestel voor middellange afstanden.
Tabel 11. Top 10 meeste en minste meldingen per vliegtuigtype* Top 10 meeste meldingen per vliegtuigtype type
percentage
type
percentage
1
Boeing 747-400
24,4%
1
AVRO RJ-85
1,1%
2
McDonnell Douglas MD-11
10,0%
2
Embraer E145
1,1%
3
Airbus A330-200
8,3%
3
Embraer E170
1,4%
4
Boeing 777-300ER
7,8%
4
Boeing 737-500
1,6%
5
777-200LR/F
6,9%
5
Cessna Citation CJ2
1,7%
6
McDonnell Douglas MD-82
6,8%
6
Boeing 737-600
1,7%
7
Boeing 777-200
6,6%
7
Airbus A318
1,8%
8
Airbus A330-300
6,6%
8
de Havilland Dash 8-400
1,9%
9
Boeing 767-300
4,3%
9
Boeing 737-400
1,9%
10
Boeing 737-900
4,2%
10 Canadair Regional Jet CRJ-900
2,0%
*Minimaal 1 start en landing per dag
pagina 32
Top 10 minste meldingen per vliegtuigtype
2012
Jaarrapportage
Onder de vliegtuigtypes die relatief gezien, per vliegtuigbeweging, de minste specifieke meldingen veroorzaken, zijn veel vliegtuigen voor korte en middellange afstanden, zoals de AVRO RJ-85 en de Embraer E145 en E170 . In tabel 11 is alleen gekeken naar vliegtuigtypen die gemiddeld genomen minimaal één keer per dag op Schiphol zijn geweest in het gebruiksjaar 2012 (= 732 vliegtuigbewegingen of meer). Hierdoor ontbreekt bijvoorbeeld de al wat oudere Boeing 747-200 die vorig jaar nog bovenaan de lijst stond. Wordt dit vliegtuigtype wel meegenomen, dan zou het met 30,0% opnieuw bovenaan staan. Ook de Airbus A380 staat niet in deze tabel, omdat dit voor Schiphol nieuwe type vliegtuig in het afgelopen gebruiksjaar geen 732 vliegtuigbewegingen heeft gemaakt. Het vliegt sinds 1 augustus 2012 wel dagelijks op Schiphol. In de periode van 1 augustus 2012 tot 1 november 2012 is over 7,6% van alle vliegtuigbewegingen van de A380 een melding ingediend door de focusgroep. Omdat in deze periode relatief gezien meer meldingen bij Bas zijn binnengekomen dan in de maanden ervóór, is dit percentage niet vergelijkbaar met tabel 11. In de periode van augustus tot en met oktober staat de A380 op plek 12 van meeste specifieke meldingen per vliegtuigtype. Ten opzichte van de andere wide-body vliegtuigen is het hiermee het type waar procentueel gezien de minste meldingen over zijn geregistreerd. Ter vergelijking: In de periode van 1 augustus 2012 tot 1 november 2012 is over 39% van alle vliegtuigbewegingen van de Boeing 747-400 een klacht geregistreerd bij Bas.
pagina 33
9.
Plaatsen met meeste en nieuwe melders Evenals in voorgaande gebruiksjaren waren Amsterdam, Amstelveen en Hoofddorp in het gebruiksjaar 2012 de plaatsen met de meeste melders. Het aantal melders van de focusgroep uit Amsterdam (incl. Amsterdam-Zuidoost) daalde met 2,9% ten opzichte van het gebruiksjaar 2011 tot 999. Zij dienden 9,8% minder specifieke meldingen in, maar 1,2% meer periodemeldingen. Voor de afname van het aantal melders en specifieke meldingen uit Amsterdam zijn twee verklaringen te geven. In de eerste plaats het experiment waarbij op de vertrekroute van de Zwanenburgbaan (36C) naar het noorden en oosten een ’waypoint’ 552 meter naar het oosten is verlegd (zie ook hoofdstuk 10). De start van dit experiment in maart 2011 en mogelijk de mediaaandacht eromheen zorgden in het gebruiksjaar voor meer meldingen en melders uit AmsterdamWest en Badhoevedorp. In maart 2012 is het experiment geëvalueerd en is besloten om het te continueren. Ondanks dat in het gebruiksjaar 2012 iets vaker is gestart van de Zwanenburgbaan (36C) dan het jaar ervóór, nam het aantal melders uit Amsterdam-West en ook uit Badhoevedorp af. Een andere reden voor de afname van het aantal melders uit Amsterdam is het afgenomen gebruik van de Buitenveldertbaan (09-27) ten opzichte van het vorige gebruiksjaar, zowel voor landingen vanuit het oosten als voor starts naar het oosten. Ondanks het lagere aantal starts van en landingen op de Buitenveldertbaan nam het aantal melders en periodemeldingen uit Amstelveen in het gebruiksjaar 2012 toe. Mogelijk speelt de onrust die in Amstelveen bestaat over het gebruik van de Buitenveldertbaan in relatie tot het experiment met een nieuw geluidstelsel (zie ook hoofdstuk 10) hierin een rol. Amstelveen passeerde Hoofddorp als plaats waaruit na Amsterdam de meeste melders afkomstig zijn. Uit Hoofddorp nam het aantal melders met 14,2% af, terwijl het aantal periodemeldingen met hetzelfde percentage daalde en het aantal specifieke meldingen met 16,8% steeg. Een verklaring hiervoor kan het besluit zijn dat in oktober 2011 is genomen door staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu om het in oktober 2010 gestarte experiment CROS Pilot 3B+ (zie ook hoofdstuk 10) definitief in te voeren. Hierbij volgen meer vliegtuigen op de Spijkerboorroute vanaf de Kaagbaan (24) de vaste bochtstraal en komt dit verkeer meer geconcentreerd over een deel van de wijk Floriande in Hoofddorp. De start van dit experiment zorgde in het gebruiksjaar 2011 voor een sterke stijging van het aantal melders en meldingen uit Hoofddorp. Hoewel het aantal starts van de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute in het gebruiksjaar 2012 met ruim 16% steeg, namen het aantal melders en het aantal periodemeldingen uit Hoofddorp af. Het aantal melders uit Uithoorn, Aalsmeer en Rijsenhout nam in het gebruiksjaar 2012 af. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het groot onderhoud aan de Kaagbaan in september 2011 en de daaropvolgende veegwerkzaamheden aan de baan gedurende elf avonden/nachten in oktober 2011. Hierdoor moesten toen de Aalsmeerbaan (18L-36R) en de Zwanenburgbaan (18C-36C) vaker worden gebruikt in en vanuit zuidelijke richtingen. Dit zorgde voor een sterke stijging van het aantal melders en meldingen uit Uithoorn en Rijsenhout. Hoewel het aantal melders afnam, laten de aantalen periode- en specifieke meldingen uit deze drie plaatsen een wisselend beeld zien. In de ene plaats stijgt het aantal specifieke meldingen en daalt het aantal periodemeldingen en in de andere plaats is het net andersom. Tegenover het afgenomen aantal melders uit de hiervoor genoemde plaatsen staan toenames in onder meer Haarlem, Nieuw-Vennep, Oegstgeest, Heiloo, Leiden, Alkmaar, Kudelstaart, Velserbroek, Uitgeest en Landsmeer. Dit hangt voor een deel samen met het meer zuidelijke baangebruik in het gebruiksjaar 2012, waarbij er meer geland is op de Polderbaan (18R). Dit zorgde ervoor dat in Heiloo, Alkmaar en Uitgeest zowel het aantal melders als de aantallen periode- en specifieke meldingen toenamen. In Heiloo en Alkmaar heeft dit te maken met het feit dat bij gebruik van de Polderbaan (18R) als landingsbaan in perioden van grote drukte en slecht weer er noordelijker wordt opgelijnd voor de eindnadering, in de buurt van deze plaatsen.
pagina 34
2012
Jaarrapportage
Met Leiden waren Heiloo, Alkmaar en Uitgeest de enige plaatsen waar zowel het aantal melders als de aantallen periode- en specifieke meldingen stegen. Voor Leiden is daar – gezien het feit dat er minder geland is op de Kaagbaan (06) dan het jaar ervóór - geen goede verklaring voor te geven Tabel 12. Aantal melders en meldingen per plaats plaats
melders
periode
specifiek
2012
stijging/ daling t.o.v. 2011
2012
stijging/ daling t.o.v. 2011
2012
stijging/ daling t.o.v. 2011
1
AMSTERDAM
999
-2,9%
5.012
1,2%
2.127
-9,8%
2
AMSTELVEEN
480
23,1%
3.118
19,4%
447
-28,8%
3
HOOFDDORP
459
-14,2%
4.505
-14,2%
2.672
16,8%
4
UITHOORN
293
-3,9%
3.860
77,6%
485
-34,5%
5
AALSMEER
249
-3,5%
1.455
-1,4%
560
18,4%
6
HAARLEM
145
38,1%
466
-23,0%
434
-34,4%
7
NIEUW-VENNEP
123
29,5%
676
-6,5%
924
-28,2%
8
OEGSTGEEST
100
7,5%
563
-22,1%
354
4,7%
9
HEILOO
94
6,8%
1.872
69,0%
178
100,0%
10
RIJSENHOUT
85
-8,6%
225
-7,4%
124
21,6%
11
LEIDEN
82
39,0%
254
12,9%
385
5,2%
12
ALMERE
80
-30,4%
548
-14,5%
272
-15,5%
13
HILVERSUM
73
-23,2%
582
-62,8%
302
-75,5%
14
BADHOEVEDORP
62
-29,5%
395
-38,3%
132
-50,7%
15
ALKMAAR
58
23,4%
255
88,9%
133
137,5%
16
HEEMSTEDE
54
-19,4%
337
-28,5%
490
226,7%
17
KUDELSTAART
52
8,3%
302
-14,2%
101
-33,1%
18
ALPHEN A/D RIJN
45
-8,2%
165
24,1%
32
-33,3%
19
VELSERBROEK
42
44,8%
102
-5,6%
48
-49,5%
20
UITGEEST
38
2,7%
595
23,4%
515
92,9%
21
LANDSMEER
37
42,3%
165
-9,8%
13
8,3%
22
LEIMUIDEN
37
-27,5%
108
-50,5%
88
-72,9%
23
CASTRICUM
36
-30,8%
631
1,6%
206
20,5%
24
SPAARNDAM
36
-39,0%
99
-36,9%
17
-79,5%
25
ZWANENBURG
33
-36,5%
59
-57,9%
54
54,3%
pagina 35
Nieuwe melders
In bijlage 1i zijn op viercijferig postcodeniveau (4PPC) alle plaatsen te zien, waaruit in het gebruiksjaar 2012 melders zijn geregistreerd die niet eerder een melding bij Bas hadden gedaan. De meeste “nieuwe melders” zijn afkomstig uit plaatsen in de directe omgeving van Schiphol, met als uitschieters de wijk Floriande in Hoofddorp en de wijk Meerwijk in Uithoorn. In Floriande heeft dit waarschijnlijk enerzijds te maken met CROS Pilot 3B en 3B+ en de commotie die deze experimenten in deze wijk hebben veroorzaakt, en anderzijds met het gestegen aantal starts van de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute (zie hoofdstuk 10). In Meerwijk komt het mogelijk door het toegenomen aantal starts van de Aalsmeerbaan (18L). Ook uit een aantal andere plaatsen aan de zuid- en zuidoostkant van Schiphol, waaronder Aalsmeer, Rijsenhout, De Kwakel en Kudelstaart, zijn relatief veel nieuwe melders geregistreerd. Dit komt mogelijk door de onrust over de mogelijke effecten voor deze regio van de proef met een nieuw geluidstelsel (zie hoofdstuk 10). Het kan ook te maken hebben met het gestegen aantal landingen op de Aalsmeerbaan (36R) in het gebruiksjaar 2012. In figuur 15 is te zien, dat vooral in de zomermaanden juli en augustus ten opzichte van het aantal vluchten per week veel nieuwe melders zijn geregistreerd, met als uitschieter week 33 in augustus. Ook in week 21 in mei werden veel nieuwe melders genoteerd. Dit had te maken met het buiten gebruik zijn van de Polderbaan in deze week voor regulier onderhoud en het uitlopen van de werkzaamheden aan deze baan. Hierdoor moest in de nacht van 22 op 23 mei gestart worden van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Hierbij kwam het startende verkeer laag over Amsterdam-Zuid en Amstelveen. In week 33 in augustus meldden zich waarschijnlijk veel nieuwe melders aan door het tropisch mooie weer op zaterdag en zondag en het veelvuldige gebruik van de Buitenveldertbaan (09-27) in deze week, voor zowel starts als landingen.
Figuur 15. Nieuwe melders per week nieuwe melders
vliegtuigbewegingen 10000
160
9000
140
8000 120 7000 100
6000 5000
80
Aantal melders
3000 40 2000 20 *
*
44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
0
1000
nov
dec
jan
feb
2011
* het grijze gebied is geen volledige week
pagina 36
mrt
apr
mei
jun 2012
jul
aug
sep
okt
0
vliegtuigbewegingen
4000
60
2012
Jaarrapportage
10. Hinderbeperkende maatregelen en experimenten In het gebruiksjaar 2012 zijn geen nieuwe experimenten met hinderbeperkende maatregelen uitgevoerd of van start gegaan. Er liep wel een experiment af, terwijl een ander experiment definitief werd. In dit hoofdstuk wordt bekeken welke mogelijke invloed deze hinderbeperkende maatregelen en experimenten in het gebruiksjaar 2012 hebben gehad op het aantal meldingen en melders.
CROS Pilot 3B en 3B+
Sinds november 2007 vliegen de Boeing 737 vliegtuigen van KLM die starten van de Kaagbaan (24) en de Spijkerboorroute naar het noordoosten volgen, de bocht tussen Hoofddorp en NieuwVennep volgens een zogenoemde vaste bochtstraal. Dit werd CROS Pilot 3B genoemd. Een voordeel van het vliegen volgens een vaste bochtstraal is, dat er minder spreiding is in het vliegverkeer boven een bepaald gebied. Dit is gunstig voor gebieden die wat verder van de standaard vertrekroute liggen, maar minder gunstig voor gebieden die er precies of voor een deel onder liggen, zoals de wijk Floriande in Hoofddorp. Dit was mede oorzaak van een toename van het aantal melders vanuit deze wijk in de gebruiksjaren 2008 tot en met 2011 en een afname van het aantal melders in het centrum van Hoofddorp en in een deel van Nieuw-Vennep. Na een positief advies van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) ging op 21 oktober 2010 een eenjarig experiment van start om meer vliegtuigtypen van KLM en vliegtuigen van andere maatschappijen de vaste bochtstraal op de Spijkerboorroute te laten vliegen. Dit werd het CROS Pilot 3B+ experiment genoemd. Na de zomer van 2011 heeft een evaluatie van dit experiment plaatsgevonden. Mede aan de hand van deze evaluatie heeft de plenaire vergadering van de CROS in september 2011 de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu geadviseerd om het experiment definitief in te voeren. Dit advies is in oktober 2011 door de staatssecretaris overgenomen. Figuur 16 laat zien dat het aantal melders van de focusgroep met meldingen over starts van de Kaagbaan (24) in het gebruiksjaar 2012 in de wijk Floriande is afgenomen of gelijk gebleven ten opzichte van het vorige gebruiksjaar. Mogelijk heeft dit te maken met het eerder genoemde besluit van de staatssecretaris, maar dit valt niet met zekerheid te zeggen. In andere delen van Hoofddorp en in Nieuw-Vennep laat de ontwikkeling van het aantal melders een wisselend beeld zien. De melders hebben minder periodemeldingen ingediend dan het jaar ervóór. Figuur 16 laat zien dat in bepaalde delen van Floriande het aantal periodemeldingen is gestegen, terwijl het aantal in andere delen afnam. De overige delen van Hoofddorp en Nieuw-Vennep vertonen eenzelfde beeld. Het aantal specifieke meldingen in Floriande over starts van de Kaagbaan is in het gebruiksjaar 2012 wel toegenomen ten opzichte van het vorige gebruiksjaar. Deze toename is waarschijnlijk een gevolg van de groei van het aantal starts via de Spijkerboorroute in het gebruiksjaar 2012. In alle kwartalen van het gebruiksjaar werd er meer gestart van de Kaagbaan (24) via deze route dan het jaar ervóór (zie tabel 13). Dit kwam aan de ene kant doordat de wind in het gebruiksjaar 2012 vaker uit zuidelijke richtingen waaide dan in 2011. Daarnaast was er in september 2011 groot onderhoud aan de Kaagbaan, waardoor de route tijdelijk helemaal niet gevlogen werd, en was in september 2012 de Aalsmeerbaan vanwege onderhoud geruime tijd niet in gebruik. Hierdoor was het aantal starts via de Spijkerboorroute vooral in het vierde kwartaal van het gebruiksjaar 2012 veel hoger dan het jaar ervóór.
pagina 37
Figuur 16. Toe- en afname melders/ periodemeldingen Hoofddorp en Nieuw-Vennep over starts Kaagbaan
Melders
Periodemeldingen
Maatregel Maatregel 3b3b (Vaste (Vaste bochtstraal) bochtstraal) - GJ2012 - GJ2012 t.o.v. t.o.v. GJ2011 GJ2011 Maatregel 3b (Vaste bochtstraal) - GJ2012 t.o.v. GJ2011
Verschil Verschil meldingen meldingen (periodiek) (periodiek) per per 5PPC 5PPC - starts - starts 2424 - focusgroep - focusgroep
> / +250
+100 / +249
+25 / +99
+1 / +24
0
+100 +9 00 - + 9 - +2 4 9 2 >+ 4 9 >+2 5 0 25 0
+1 - + 0 2 +2 - + 4 5 2
- 4 -24 +/1+2-1 5 +9 - 9
0 -99 / -25 +1
-2 - 4 1 -1
-9 10 9 0 -9 - 9 25 -
-2 -25 -249 / -100 4
<-2 < 2 5 0 4 -2 9 2 5
49 - -1 0 < / -250 - - 00
> / +10
+5 / +9
+3 / +4
+1 / +2
0 9
10
-+
>+
+5
-+
2
-2 /- +-1 4
1
+3
0 -4 +/ -3
3
-1
--
0 -1
-9 /-2 - -5
-4
-9
<
pagina 38
< / -10 -5
Verschil melders per 5PPC - starts 24 - focusgroep
2012
Jaarrapportage
Tabel 13. Starts Kaagbaan (24) totaal en via Spijkerboorroute gebruiksjaar 2012 vs 2011 totaal starts Kaagbaan (24)
waarvan via de Spijkerboor SID
Kwartaal
gebruiksjaar 2012
gebruiksjaar 2011
gebruiksjaar 2012
gebruiksjaar 2011
1e kwartaal
23.459
15.393
1.966
1.552
2e kwartaal
18.010
16.187
1.973
1.785
3e kwartaal
24.172
28.095
2.723
2.509
4e kwartaal
29.402
22.495
2.697
2.199
Totaal
95.043
82.170
9.359
8.045
In hoofdstuk 4 is uitgelegd, dat de piek in het aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur vooral wordt veroorzaakt door meldingen uit Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Zwaanshoek en Cruquius en dat deze vooral samenhangen met starts van Boeing 747-vliegtuigen tussen 21.40 en 21.50 uur via de Spijkerboorroute. Deze vliegtuigen zijn niet in staat om de vaste bochtstraal op deze route te vliegen.
Verlegging ‘waypoint’ op vertrekroute Zwanenburgbaan
Op 10 maart 2011 is op de vertrekroute van de Zwanenburgbaan (36C) naar het noorden en oosten een ‘waypoint’ 552 meter naar het oosten verlegd. Een ‘waypoint’ is een virtueel, geografisch punt op een route dat vliegers gebruiken om te navigeren. De verlegging vloeide voort uit afspraken die aan de Alderstafel zijn gemaakt om de verkeersstroom van startend verkeer van de Zwanenburgbaan (36C) bij parallel starten vanaf de Polderbaan (36L) en Zwanenburgbaan (36C) op gelijke afstand van de kernen Zwanenburg en Badhoevedorp te situeren. Hiertoe vliegen vliegtuigen na de start van de Zwanenburgbaan (36C) enkele graden oostelijker dan voorheen; dichter in de buurt van Amsterdam-West en Badhoevedorp. Begin 2012 zijn de effecten van de verlegging geëvalueerd. Uit deze evaluatie blijkt dat het verleggen van de vertrekroute in 2011 weinig invloed heeft gehad op de hinderbeleving in het onderzoeksgebied. Omdat ook de grenswaarden van de handhavingspunten voor geluid rond deze route niet veranderden, is besloten om het gebruik van de aangepaste vertrekroute te continueren. In het gebruiksjaar 2012 zijn 17% meer starts van de Zwanenburgbaan (36C) uitgevoerd in noordelijke richting dan het jaar ervóór. Desondanks nam het aantal melders gekoppeld aan starts van de Zwanenburgbaan (36C) in Amsterdam-West en Badhoevedorp samen met circa 7,5% af. In Zwanenburg was sprake van een afname van het aantal melders gekoppeld aan starts van de Zwanenburgbaan (36C) met 16% ten opzichte van het gebruiksjaar 2011.
pagina 39
Verdere afname meest lawaaiige toestellen
Aan de Tafel van Alders zijn in 2007 afspraken gemaakt over het door Amsterdam Airport Schiphol te voeren selectiviteitsbeleid, dat vooral gericht is op het ontmoedigen van lawaaiige vliegtuigen en nachtvluchten. Hiertoe heeft Amsterdam Airport Schiphol op 1 november 2007 haar tarieven gedifferentieerd. De hoeveelheid geluid die een vliegtuig produceert, is hierbij bepalend voor de hoogte van het tarief. Om het gebruik van stillere vliegtuigen te stimuleren heeft Amsterdam Airport Schiphol de starten landingsgelden voor de meest lawaaiige toestellen (zoals de DC-10, B747-200 en B747-300) op Schiphol toen verhoogd. Deze vliegtuigtypes worden aangeduid als “Onderkant Hoofdstuk 3” (OH3). Voor geluidarmere toestellen zijn de tarieven daarentegen verlaagd. Bovendien zijn de tarieven voor starts tussen 23.00 en 6.00 uur verhoogd om het nachtelijke gebruik van de luchthaven Schiphol zoveel mogelijk te ontmoedigen. Op 1 november 2011, bij de start van het gebruiksjaar 2012, heeft Amsterdam Airport Schiphol haar tarieven voor “Onderkant Hoofdstuk 3 toestellen” opnieuw verhoogd. Sinds die datum moeten deze vliegtuigen in plaats van 40% méér dan het basistarief, 60% méér betalen dan het basistarief. De meest stille vliegtuigen krijgen sinds 1 november 2011 een korting op het basistarief van 20%. Dat was 15%. In de nacht betaalt startend verkeer sinds 1 november 2007 150 procent van het dagtarief. Voor “Onderkant Hoofdstuk 3-toestellen” komt daar nog eens 50% bovenop. Mede vanwege deze differentiatie van de tarieven is er de laatste jaren een duidelijke afname te zien van het aantal vliegtuigbewegingen met de Onderkant Hoofdstuk 3 toestellen op Schiphol, zowel overdag als gedurende de nacht en vroege ochtend. Zie figuur 17. Starts en landingen met “Onderkant Hoofdstuk 3 toestellen” komen in de nacht en vroege ochtend bijna niet meer voor. In het gebruiksjaar 2012 waren dit er nog maar 24 (2011: 66). Ook de aantallen overdag dalen gestaag; van 950 in het gebruiksjaar 2011 tot 738 in 2012. Verwacht wordt dat “Onderkant Hoofdstuk 3” vliegtuigen in de komende jaren helemaal van Schiphol zullen verdwijnen. De uitschieters in geluidniveaus zullen daarmee afnemen, vooral in de nacht. Daarnaast zal de gemiddelde geluidbelasting per vliegtuigbeweging rond Schiphol afnemen.
Fig. 17. Aantal starts en landingen van Onderkant Hoofdstuk 3 vliegtuigen
7000 6000
Nacht en vroege ochtend (23 tot 7 uur) Dag (7 tot 23 uur) Totaal
5000 4000 3000 2000 1000 0 2006
2007
2008
2009 Gebruiksjaar
pagina 40
2010
2011
2012
2012
Jaarrapportage
Experiment met nieuw geluidstelsel
Als uitvloeisel van een van de afspraken die in 2008 zijn gemaakt aan de Alderstafel, is op 1 november 2010 een tweejarig experiment van start gegaan met een nieuw normen- en handhavingstelsel (NNHS) voor Schiphol. De werking van dit nieuwe geluidstelsel is gebaseerd op regels over het gebruik van start- en landingsbanen. Onderdeel hiervan is het hanteren van een vaste preferentievolgorde voor het inzetten van baancombinaties, waarvan alleen mag worden afgeweken als het niet anders kan. Ook mogen niet meer banen worden ingezet dan noodzakelijk is voor de afhandeling van het verkeersaanbod. Bij de aanvang van het experiment in 2010 zijn voorspellingen gedaan over de effecten van het nieuwe stelsel op het gebruik van de verschillende banen bij verdere groei van het vliegverkeer op Schiphol naar 510.000 vliegtuigbewegingen in 2020. Hierdoor zijn – terecht of ten onrechte – verwachtingen gewekt die volgens sommige omwonenden in het gebruiksjaar 2011 niet zijn waargemaakt. Dit leidde tot zoveel vragen uit de omgeving, dat door de Tafel van Alders in april 2012 in Amstelveen/Buitenveldert en in Aalsmeer informatiebijeenkomsten zijn georganiseerd. Ook is een analyse is gemaakt van het gebruik van de Buitenveldertbaan (09-27) in het gebruiksjaar 2011. Hieruit kwam naar voren dat meer dan 90% van dit gebruik te relateren was aan het weer of aan verwachte weerscondities. Dit heeft de onrust over de mogelijke effecten van de invoering van het nieuwe geluidstelsel niet weggenomen. Ook in het gebruiksjaar 2012 kwamen veel vragen en meldingen bij Bas binnen over baangebruik in relatie tot het nieuwe geluidstelsel, vooral uit de omgeving van de Buitenveldertbaan en Aalsmeerbaan.
pagina 41
11. Communicatie en informatie Wonen bij Schiphol
Op 14 december 2011 is de nieuwe module “Wonen bij Schiphol” op de website van Bas gelanceerd. De realisatie hiervan is een uitvloeisel van een van de afspraken die in 2008 zijn gemaakt aan de Tafel van Alders. De module heeft als doel om huidige en vooral nieuwe bewoners van de regio in een zo vroegtijdig mogelijk stadium deugdelijk en objectief te informeren over de geluidbelasting en mogelijke hinder door vliegtuiggeluid in de omgeving van de luchthaven Schiphol. De module is met hulp van de provincie Noord-Holland ontwikkeld en heeft samen met de module “Vliegverkeer InZicht” ertoe bijdragen dat het aantal bezoeken en bezoekers aan de website van Bas in het gebruiksjaar 2012 sterk is toegenomen. Vergeleken met het vorige gebruiksjaar nam het aantal unieke bezoekers met 72% toe, tot 78.852, en het aantal bezoeken aan de website met 38%, tot bijna 190.000. Hierbij waren duidelijke pieken te zien na de lancering van respectievelijk “Vliegverkeer InZicht” op 1 juni 2011 en van “Wonen bij Schiphol” op 14 december 2011. Zie figuur 18.
Figuur 18. Aantal bezoeken en bezoekers website per week gebruiksjaar 2012 vs. 2011
16000 14000
gebruiksjaar 2012: Bezoeken
gebruiksjaar 2012: Unieke bezoeken
gebruiksjaar 2011: Bezoeken
gebruiksjaar 2011: Unieke bezoeken
12000 10000 8000 6000 4000 2000
44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
0 nov
dec 2011
pagina 42
jan
feb
mrt
apr
mei
jun 2012
jul
aug
sept
okt
2012
Jaarrapportage
Vliegverkeer InZicht
Met “Vliegverkeer InZicht” kunnen omwonenden onder meer zien waar, hoe snel en hoe hoog de vliegtuigen rond Schiphol vliegen en waar ze in de wereld naartoe gaan of vandaan komen. Deze informatie is gebaseerd op radar- en vliegplangegevens van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en is daarmee vollediger en nauwkeuriger dan andere websites op internet die vliegtuigbewegingen rond de luchthaven Schiphol tonen. Ook de introductie van “Vliegverkeer InZicht” is een gevolg van een afspraak die in 2008 is gemaakt aan de Tafel van Alders. De bewoners en lokale bestuurders in de omgeving van Schiphol aan dit overlegorgaan hadden aangegeven, behoefte te hebben aan informatie die inzicht geeft waar en hoe hoog vliegtuigen vliegen om zo de achtergrond en oorzaak van mogelijke geluidhinder beter te kennen. Met “Wonen bij Schiphol” en “Vliegverkeer InZicht” is de informatie op de website van Bas aan omwonenden over het vliegverkeer in hun regio en over de achtergronden van de vliegtuigbewegingen verder uitgebreid. Hiermee ontwikkelt de website van Bas zich steeds meer tot dé plek waar omwonenden van Schiphol niet alleen terecht kunnen met klachten, maar vooral ook voor informatie.
Nieuwsbrieven
Deze informatie wordt behalve via de website ook verspreid via een digitale nieuwsbrief, die in 2012 driemaal is uitgebracht, tussen de kwartaalrapportages door. In deze nieuwsbrief kan sneller en dieper worden ingegaan op actuele onderwerpen en meer achtergrondinformatie worden gegeven dan in de kwartaalrapportages mogelijk is. Omwonenden worden op de hoogte gesteld van het uitkomen van nieuwsbrieven, kwartaal- en jaarrapportages en andere nieuwsberichten met behulp van het emailnotiticatiesysteem van Bas. In het afgelopen gebruiksjaar heeft Bas dit middel om snel op de hoogte te raken van belangrijke informatie van Bas actief onder de aandacht gebracht van omwonenden die zich aanmeldden bij Bas. Met 527 personen (2011: 553) die in hun voicemail aangaven teruggebeld te willen worden, heeft telefonisch contact plaatsgevonden. Naar aanleiding van de uitkomsten van een enquête onder veelmelders heeft Bas in het gebruiksjaar 2012 daarnaast een bezoek gebracht aan een veelmelder die daarom had verzocht. Daarnaast is Bas in het gebruiksjaar 2012 aanwezig geweest bij diverse bijeenkomsten voor omwonenden, zoals bij een informatiebijeenkomst over de evaluatie van CROS Pilot 3B+ in Hoofddorp, bij de informatiebijeenkomsten van de Tafel van Alders in Amstelveen en Aalsmeer en bij een bijeenkomst voor gemeenteraadsleden van gemeenten ten noorden van het Noordzeekanaal in Beverwijk. Ook werden verschillende presentaties over de taken en activiteiten van Bas gegeven, onder meer tijdens een werkbezoek van leden van de CROS over baanonderhoud en tijdens bezoeken van respectievelijk de Federale Ombudsdienst en Belgocontrol en van een Belgische parlementsdelegatie aan Bas.
pagina 43
Communicatie over baanonderhoud
In het gebruiksjaar 2012 is opnieuw veel aandacht besteed aan communicatie over baanonderhoud. In september is regulier onderhoud uitgevoerd aan Aalsmeerbaan (18L-36R) en aan twee rijbanen die deze baan kruisen, waardoor de baan drie weken niet te gebruiken was. In maart, april, mei en juni 2012 is regulier onderhoud (ca. een week) uitgevoerd aan de andere banen van Schiphol. Hierover is door Bas proactief gecommuniceerd, onder meer door het versturen van persberichten aan lokale media en van emailberichten, en door op de website informatie te geven over de verwachte duur, de redenen van het onderhoud en de verwachte veranderingen in geluidbelasting. Het hele jaar door waren er daarnaast werkzaamheden aan rijbanen en inspecties en renovatiewerkzaamheden van het hemelwaterrioolstelsel langs de banen en rijbanen, waardoor er relatief vaak afgeweken moest worden van het standaard baangebruik. In 2013 zal geen gepland groot onderhoud worden uitgevoerd op Schiphol. Wel zal de Kaagbaan (06-24) in het voorjaar ca. twee weken buiten gebruik zijn vanwege voorbereidende werkzaamheden voor de renovatie van het hemelwaterriool langs deze baan in 2014. Daarnaast zal aan alle banen regulier onderhoud plaatsvinden. Bas zal ervoor zorgen dat de omwonenden hierover vroegtijdig worden geïnformeerd.
Onderzoeken
Naast de hierboven gemelde onderzoeken onder veelmelders en naar het gebruik van de website is in 2012 ook een enquête gehouden onder personen die ofwel telefonisch ofwel per email contact hebben gehad met een van de medewerkers van Bas. Gevraagd is onder meer of men tevreden was over de snelheid waarop men antwoord heeft gekregen en over de inhoudelijke kwaliteit van het antwoord, en of de gegeven informatie voldeed aan de behoefte. Over de snelheid waarop antwoord is gegeven, waren de ondervraagden tevreden. Maar over de inhoudelijke kwaliteit en of de informatie aan de behoefte voldeed waren de meningen verdeeld. Naar de mening van Bas heeft dit mede te maken met het feit dat Bas wel meldingen over hinder kan registreren en daarover kan rapporteren, maar die hinder niet kan oplossen, wat omwonenden vaak wel verwachten. Daarnaast heeft het te maken met de onvrede in de wijk Floriande in Hoofddorp over het vliegen van de vaste bochtstraal en met verwachtingen die bij de start in november 2010 van het experiment met een nieuw normen- en handhavingstelsel (NNHS) zijn gewekt over het baangebruik. Volgens sommige omwonenden worden die (nog) niet waargemaakt.
Commissie van Wijzen
Omwonenden die vinden dat hun klacht of vraag door Bas niet goed is behandeld, kunnen sinds mei 2009 terecht bij de Commissie van Wijzen. Sindsdien heeft de commissie één klacht ter behandeling gekregen. In maart 2010 heeft de commissie uitspraak gedaan in deze zaak. Hierbij deed de commissie enkele aanbevelingen die door Bas zijn overgenomen; onder meer door in ‘fact sheets’ en op de website duidelijker te maken wat Bas wel en niet kan en welke procedure een bewoner zou moeten volgen om mogelijk een route gewijzigd te krijgen. In het gebruiksjaar 2012 zijn geen nieuwe klachten over Bas ingediend bij de Commissie van Wijzen.
pagina 44
2012
Jaarrapportage
12. Samenvatting In het gebruiksjaar 2012, dat liep van 1 november 2011 tot en met 31 oktober 2012, zijn door 5.286 personen meldingen ingediend bij het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas) over ondervonden hinder door vliegverkeer van en naar Schiphol. Dit waren er 2,5% minder dan het jaar ervoor. Zij dienden samen 84.674 specifieke, 42.069 periode- en 3.861 overige meldingen in. Het aantal specifieke meldingen daalde met 4,6%, terwijl het aantal periode- en overige meldingen met respectievelijk 3,0% en 18,6% steeg. Evenals voorgaande jaren was een kleine groep personen, die ieder meer dan 500 meldingen indienden, in het gebruiksjaar 2012 verantwoordelijk voor een groot deel van alle meldingen. Deze 33 ‘veelmelders’ (0,6% van alle melders) registreerden 59,3% van alle meldingen. De overige 5.253 personen, de ‘focusgroep’, dienden 6,2% minder meldingen in dan in het gebruiksjaar 2012. In de jaarrapportage wordt voornamelijk aandacht besteed aan de meldingen van de ‘focusgroep’. Dat is de totale groep minus de ‘veelmelders’. Voor de daling van het aantal meldingen van de ‘focusgroep’ zijn verschillende verklaringen te geven. Een daarvan is het groot onderhoud aan de Kaagbaan in 2011 waardoor toen minder preferente start- en landingsbanen als de Aalsmeerbaan vaker zijn ingezet en er veel meldingen uit Aalsmeer en omgeving waren. Ook andere onderhoudswerkzaamheden en de experimenten die plaatsvinden of hebben plaatsgevonden met nieuwe vertrekprocedures en met een nieuw geluidstelsel, hebben in het gebruiksjaar 2012 invloed gehad op het aantal melders en meldingen. Andere belangrijke bevindingen in de Jaarrapportage over het gebruiksjaar 2012 zijn: • • • • • • • • •
•
De meeste melders (83,6%) dienen 1 tot 10 meldingen per jaar in; De meeste meldingen zijn in het gebruiksjaar 2012 in de (drukke) zomermaanden juli en augustus ingediend; De meeste specifieke meldingen zijn ingediend over vluchten tussen 21.00 en 22.00 uur. Dit komt vooral door starts van Boeing 747-vliegtuigen via de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24) tussen 21.40 en 21.50 uur; De meeste periodemeldingen worden ingediend tussen 07.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur; Relatief gezien, per vliegtuigbeweging, worden de meeste meldingen ingediend over vluchten in de late avond en nacht; De meeste meldingen en melders op één dag hadden in het gebruiksjaar 2012 te maken met het onderhoud aan een rijbaan langs de Zwanenburgbaan, in combinatie met het weer, waardoor de Buitenveldertbaan (09-27) moest worden ingezet voor starts en landingen; Van de vliegtuigen die minimaal eenmaal per dag starten en landen worden de meeste specifieke meldingen per vliegtuigbeweging ingediend over vluchten met grote vliegtuigen als de Boeing 747-400 en de MD-11; Amsterdam, Amstelveen en Hoofddorp waren net als het jaar ervoor de plaatsen waar de meeste melders wonen. In Amsterdam en Hoofddorp nam het aantal melders af; in Amstelveen nam het toe; Het aantal mensen dat meldingen indient vanuit de wijk Floriande in Hoofddorp, is in het gebruiksjaar 2012 afgenomen, nadat dit in voorgaande jaren vooral vanwege experimenten met het vliegen van een vaste bochtstraal op de Spijkerboorroute (CROS Pilot 3B en 3B+) steeds was gestegen; Het aantal starts en landingen door de meest lawaaiige vliegtuigen, de “Onderkant Hoofdstuk 3-vliegtuigen”, is verder afgenomen.
pagina 45
13. Conclusies en aanbevelingen De bevindingen en analyses in deze jaarrapportage geven Bas aanleiding tot de volgende conclusies en aanbevelingen:
pagina 46
1.
In het gebruiksjaar 2012 is opnieuw meer dan de helft (59,3%) van alle meldingen ingediend door een kleine groep veelmelders. Dit percentage steeg licht ten opzichte van het vorige gebruiksjaar. Ook het aantal veelmelders nam toe, van 25 tot 33 (0,6% uit van het totale aantal melders). Deze getallen zijn echter veel lager dan vóór het gebruiksjaar 2011. Toen is een ‘captcha’ ingevoerd, waardoor het voor ‘veelmelders’ moeilijker is geworden om op een geautomatiseerde wijze grote aantallen meldingen ineens in te dienen. Het invoeren hiervan lijkt nog steeds zinvol te zijn geweest;
2.
Het hoge aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur wordt vooral veroorzaakt door het naar verhouding hoge aantal starts van Boeing 747-400’s via de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24);
3.
Omdat vaak geen duidelijke redenen te vinden zijn, waarom op bepaalde dagen of in bepaalde maanden meer meldingen over angst en/of vervuiling worden ingediend, is het wenselijk melders van meldingen over angst en/of vervuiling met ingang van het gebruiksjaar 2013 een vraag om nadere uitleg te laten invullen. Voorheen was dit niet nodig;
4.
In het gebruiksjaar 2012 is vaak sprake geweest van afwijkend baangebruik vanwege werkzaamheden aan rijbanen. Omdat dit onderhoud minder voorspelbaar is dan regulier en groot onderhoud aan banen, zou bekeken moeten worden, hoe hierover pro-actiever informatie kan worden gegeven aan de omgeving;
5.
Bij de start van het experiment met een nieuw geluidstelsel zijn – terecht of ten onrechte – verwachtingen gewekt die volgens omwonenden (nog) niet zijn waargemaakt. Dit leidde ook in het gebruiksjaar 2012 tot veel vragen en meldingen en vraagt om goede communicatie in het verdere traject van de eindevaluatie van dit experiment.
2012
Jaarrapportage
Bijlagen
pagina 47
1a Bijlage: Aantal periodemeldingen per 1000 inwoners
pagina 48
2012
Jaarrapportage
1b Bijlage: Aantal specifieke meldingen per 1000 inwoners
pagina 49
1c Bijlage: Aantal periodemeldingen
pagina 50
2012
Jaarrapportage
1d Bijlage: Aantal periodemeldingen - nacht-
pagina 51
1e Bijlage: Aantal specifieke meldingen
pagina 52
2012
Jaarrapportage
1f Bijlage: Aantal specifieke meldingen - nacht-
pagina 53
1g Bijlage: Aantal melders
pagina 54
2012
Jaarrapportage
1h Bijlage: Aantal melders - nacht -
pagina 55
1i Bijlage: Aantal nieuwe melders
pagina 56
2012
Jaarrapportage
2
Bijlage: Aantal melders en meldingen per plaats
Meldingen en melders per woonplaats A t/m B
Waarvan ‘s nachts
Melders
7
50
15
11
5
5
12
8
2
Derde kwartaal
13
Tweede kwartaal
8
Eerste kwartaal
1
Vierde kwartaal
93
Derde kwartaal
11
Tweede kwartaal
251
Eerste kwartaal
261
Vierde kwartaal
3469
Derde kwartaal
29
Tweede kwartaal
Totaal
Algemene meldingen
Vierde kwartaal
Periodemeldingen
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
153
149
162
107
798
768
658
520
27
68
30
AALSMEERDERBRUG
1
1
7
1
21
18
33
AARLANDERVEEN
3
2
1
7
17
Plaats
AALSMEER
ABBENES ABCOUDE AERDENHOUT AKERSLOOT ALKMAAR ALMERE ALPHEN AAN DEN RIJN AMERSFOORT AMSTELVEEN AMSTERDAM*
1 35
55
73
16
5
28
29
241
6
9
3
1
1
1
2
1
3
1
13
1
6
1137
565
11
12
179
239
190
34
2367
120
25
32
47
16
38
31
73
85
66
1
389
13
58
7859
1706
2691
8847
388
245
187
261
3
2
1 22190
1448
83
10
6
5
11
27
60
35
43
1
1
199
24
45
1
51
171
6
7
16
4
257
18
8
3313
3507
2144
4677
1240
568
885
1169
12
3
2
11 17531
577
483
765
482
1051
1868
925
1006
1827
1811
50
48
88
80 10001
612
1002
1
2
1
1
5
1
4
ANKEVEEN ARNHEM ASSENDELFT AVENHORN BAAMBRUGGE
1 12
21
27
147
37
24
57
6
4
6
23
27
9
16
18
17
19
30
35
23
5
184
114
20
9
27
55
92
41
1
1
6
BENNEBROEK 4
12
29
23
114
97
1
26
24
192
3
3
51
53
26
453
71
11
97
79
127
528
49
62
8
1
1
10
16
8
1
2
6
15
2
11
72
BENTHUIZEN
1
BERGEN AAN ZEE 15
1 35
1
2
BEINSDORP
BERGEN
2 338
BEEMSTER
BENNEKOM
1
1
11
BAARN BADHOEVEDORP
1
1
2
1
1
43
4
1
34
8
20
101
85
1
1
2
1
24
3
11
1
3
2
4
1
2
43
11
55
36
16
23
42
1
242
7
22
pagina 57
Meldingen en melders per woonplaats A t/m D
12
32
31
3
90
25
94
65
605
15
23
BILTHOVEN BLARICUM
1 7
2
3
BLEISWIJK BLOEMENDAAL
12
7
14
31
16
1
61
35
43
65
80
132
BOESINGHELIEDE BOSKOOP BREUKELEN
7
107
27
115
1
1
108
631
4
14
14
61
11
8
7
8
2
3
10
13
33
2
6
4
BUITENKAAG 1
BUSSUM
12
24
71
93
62
67
160
136
CASTRICUM
85
27
32
62
98
100
203
230
217
106
162
300
150
141
155
130
CRUQUIUS DE GOORN DE HOEF DE KWAKEL DE MEERN DE RIJP
1 1 276
7
1
3
36
36
11
DE ZILK
1
3
5
1
13
24
7
46
40
45
50
32
23
2
46
1
8
8
DIEMEN
48
31
39
57
DOORN
3
8
4
1
9
26
9
DRIEHUIS
pagina 58
5
28
35
4
3
17
445
1260
1191
373
2
1
111
37
99
290
12 1
90
18 1
10
24
77
25
15
12
6
1
1
1
1
627
30
18
837
55
36
1362
6
19 1
47
31
7
489
9
22
5
1
2
3522
115
4
1
2
13
1 3
2
3 2
11
13
10
1
55
7
9
38
4
30
42
1
290
31
29
3
9
4
1
33
4
3
4
12
7
67
1
2
8
4
4
2
10
1
139
1
2 2
DUIVENDRECHT
2
1
2
DRONTEN
1
4 1
2
DELFT
DRIEHUIZEN
2
1
DE WOUDE
DEN HAAG
1
1
BURGERVEEN
1
4
15
BROEK IN WATERLAND
1
1
4 12
1 12
1
BLOKKER BODEGRAVEN
Vierde kwartaal
10
Derde kwartaal
2
Tweede kwartaal
8
Eerste kwartaal
Melders
73
Waarvan ‘s nachts
113
Totaal
139
Vierde kwartaal
6
Derde kwartaal
BEVERWIJK
Tweede kwartaal
BERKHOUT
Algemene meldingen
Eerste kwartaal
Periodemeldingen
Vierde kwartaal
Derde kwartaal
Tweede kwartaal
Plaats
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
4
15
15
6
3
49
23
3
219
56
87
138
1037
55
16
pagina 58
2012
Jaarrapportage
Meldingen en melders per woonplaats E t/m H
EDAM EEMNES
3 3
1
2
9
7
EGMOND AAN ZEE
3
1
1
1
8
26
17
69
9
8
35
47
1
1
3
6
GRAFT 378
333
531
77
1
HAASTRECHT
5
HALFWEG
4
HARDERWIJK
1
1
2
1
1
1
1
5
14
4
5
1
166
141
2
1
6
13
1
7
6
HAUWERT HAZERSWOUDE-DORP
1
HAZERSWOUDE-RIJNDIJK
1
12
1
2
3
130
146
10
1
5
7
3
1
27
1
9
2
2
1
2
16
1
4
1
1
1
1
17
7
2
1
15
29
5
19
18
19
HEEMSTEDE
200
24
41
225
105
37
67
128
18
8
2
1
21
8
9
1
1
425
481
478
284
502
517
666
681
2
HERWIJNEN
HOOGLAND
3
21
827
75
54
70
9
13
4041
85
96
37
20
1475
278
74
129
13
10
41
50
180
143
368
156
138
145
201
139
2
1
2
1 80
1
3
9435
490
462
33
4
26
36
17
745
1871
1221
618
1104
1883
1598
28
63
160
228
41
70
123
163
876
1
2
3
134
1 4
12
16
18
34
1
1
378
HOOGMADE HOORN
2
17
383
87
1
1
117
1
28
HOENDERLOO
1
1 25
HOBREDE
HOOFDDORP
2
1
6
HILVERSUM
3
3
5
HILLEGOM
2
1
2014
HEEMSKERK
HEILOO
1
1
86
1
20
1
1
HARMELEN
1
5
1 3
187
7
1
HAARLEMMERLIEDE
HEERHUGOWAARD
1
7
1
ERMELO
292
2
40
1 4
Melders
21
1
7
3
Waarvan ‘s nachts
3
4
1
EPE
Totaal
1
1
1
HAARLEM
Vierde kwartaal
14
4 3
GOUDA
Derde kwartaal
5
1
ENKHUIZEN
Tweede kwartaal
2
EGMOND AAN DEN HOEF
EGMOND BINNEN
Eerste kwartaal
Vierde kwartaal
Algemene meldingen
Derde kwartaal
Tweede kwartaal
Eerste kwartaal
Periodemeldingen
Vierde kwartaal
Derde kwartaal
Tweede kwartaal
Plaats
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
47
1
1
12
3
1
2 39
12
pagina 59
Meldingen en melders per woonplaats H t/m L
Derde kwartaal
Vierde kwartaal
Totaal
Waarvan ‘s nachts
Melders
128
190
1
4
7
5
371
54
7
IJMUIDEN
2
3
1
1
2
6
3
9
27
10
1
1
IJSSELSTEIN UT
1
ILPENDAM KAAG
70 1
KAMERIK
7 12
12
2
KAMPEN
2
93
89
1
2
2
1
2
KOCKENGEN
5
KOEDIJK
1
3
8
4
1
1
5
4
1
24
17
KWADIJK
11
8
5
32
3
1
1
32
16
12
4
47
6
2
1
4
1
1
15
4
6
15
6
1
1
1
150
20
31
406
182
52
2
KOUDEKERK A/D R 1
2
2
2
4
10
14
7 3
307
2
4
KORTENHOEF
KUDELSTAART
1
1
KOLHORN
KROMMENIE
55
1
KATWIJK
KOOG AAN DE ZAAN
Vierde kwartaal
Tweede kwartaal
33
Derde kwartaal
Eerste kwartaal
3
Tweede kwartaal
Vierde kwartaal
HUIZEN
Plaats
Eerste kwartaal
Derde kwartaal
Algemene meldingen
Tweede kwartaal
Periodemeldingen
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
10
15
15
10
30
69
33
27
56
71
83
92
1
1
3
3
2
13
1
LANDSMEER
3
9
1
11
60
67
27
178
1
37
LAREN
1
7
5
3
2
13
4
35
11
5
76
120
694
1928
14
82
143
141
3199
140
83
3
5
11
10
15
15
7
21
87
8
18
LEIDEN LEIDERDORP LEIDSCHENDAM LEIMUIDEN
1 11
LELYSTAD
23
27
1 27
3
12
27
29
40
3
6
37
LEUSDEN LIJNDEN
1
LIMMEN
6
LISSE
7
LISSERBROEK
1
197
39
37
35
84
4
10
8
8
2
1
2
12
23
51
17
1
4
27
4
24
27
93
16
12
2
20
23
39
56
49
197
7
17
1
3
9
15
12
4
1
12
6
7
19
5 1
2
5
1
LOENERSLOOT
2
2
1
2
pagina 60
1
1
5
LOENEN AAN DE VECHT
LOOSDRECHT
1
2
1
4
1
112
6
43
18
3 11
9 1
1
3
pagina 60
2012
Jaarrapportage
Meldingen en melders per woonplaats L t/m O
MAARN MAARSSEN
2
3
1
2
3
6
MEDEMBLIK
MONNICKENDAM
MUIDERBERG NAARDEN
7
1
Totaal
Waarvan ‘s nachts
Melders
Vierde kwartaal
1
3
20
25
37
1
3
1
1 3
1
1
2
1
1
1
1
88
8
17
5
4
4
6
16
24
12
42
26
10
6
1
5
50
2
6
16
1
1
3
23
2
1
9
5
2
1
2
1
2
8
7
1
1
1
10
13
2
336
132
136
166
242
1
2
4
134
NIEUWER TER AA
184
270
1
3
NIEUWERBRUG AAN DEN RIJN
1
NIEUWERKERK AD IJSSEL
2 1
1
7
3
NES A/D AMSTEL
NIEUWERSLUIS
3
1
NEDERHORST DEN BERG
NIEUW VENNEP
12
2
1
1 2
13
1
2
MIDDENBEEMSTER
MUIDEN
2
1
MIDDELIE
MIJDRECHT
Derde kwartaal
3
Tweede kwartaal
1
Eerste kwartaal
2
Vierde kwartaal
Derde kwartaal
Vierde kwartaal
Derde kwartaal 2
Algemene meldingen
Tweede kwartaal
3
Periodemeldingen
Eerste kwartaal
LUNTEREN
Tweede kwartaal
Plaats
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
1
1
1
2
134
16
16
96
16
28
46
1
13
1604
96
123
2
9
3
4
1
6
1
1
2
1 1
3
3
1
2
10
NIEUWKOOP
14
18
15
6
21
74
75
34
257
18
31
NIEUWVEEN
3
1
1
2
50
8
16
8
89
15
13
NIJKERK GLD
3
5
1
2
6
6
1
2
NOORDBEEMSTER
2
4
NOORDEINDE
1
NOORDEN NOORDWIJK
2
2
4
3
2
4
5
28
6
10
7
10
28
7
1
1
2 3
3
NOORDWIJKERHOUT
6
2
3
4
6
1
OBDAM OEGSTGEEST
1
2
1 1467
961
472
367
72
197
264
OLST
1
1
3986
1
OOSTHUIZEN
2
OOSTKNOLLENDAM OOSTZAAN
184
4
2
2
2
1
22
3
1
1 7
34
9
2
221
101
1
1
3
2
7
1
80
2
13
pagina 61
Meldingen en melders per woonplaats O t/m S
OUDE MEER OUDE WETERING OUDERKERK AAN DE AMSTEL
3 45
23
1
1 33
22
18
5
1
22
OUDEWATER OUDORP NH
1
OVERVEEN
1
6
14
PURMEREND
3
1
8
11
82
168
101
REEUWIJK RIJNSATERWOUDE RIJNSBURG RIJSENHOUT
1
11
Melders
2
2
192
11
11
65
416
29
1
1
2
30
40
41
56
26
17
14
24
5
32
63
64
31
52
78
2
5
1 1
1 6
6 1
1
1
1
1
2 9
9
357
39
85
2
10
1
1
1
9
3
1
15
2
4
3
1 4
1
89
1
1
1
1
1
3
2
2
5
2
12
40
49
27
9
8
31
9
185
3
18
5
3
13
16
5
3
11
11
67
7
11
5
5
5
1
6
10
13
46
17
18
1
SCHOORL 1
SOEST SPAARNDAM 2
1
1
2
2
1
1
2
1
2
1
4
10
1
11
1
1
2
SNELREWAARD
1
2 1
SINT PANCRAS
3
16
15
1
1
2
3
38
6
7
6
1
6
1
7
59
20
100
5
34
1
2
3
5
6
10
6
35
3
9
2
2
2
1
SPIERDIJK
pagina 62
Waarvan ‘s nachts
1
SCHERPENZEEL
SWIFTERBANT
Totaal
1
6
SCHERMERHORN
STOMPETOREN
Vierde kwartaal
2
5
1
9
2
2
1
87
22
7
SASSENHEIM
SPAARNDAM WEST
9
235
1
1
'S-GRAVELAND
SANTPOORT-ZUID
12
1
6
2
52
ROOSENDAAL
SANTPOORT-NOORD
67
4
1
1275
28
ROCKANJE
ROZENBURG NH
16
18
ROELOFARENDSVEEN
5293 4
2
RIJSWIJK ZH
Derde kwartaal
1
Tweede kwartaal
1655
Eerste kwartaal
1699
Vierde kwartaal
Eerste kwartaal
1040
Algemene meldingen
Derde kwartaal
Vierde kwartaal
898
Tweede kwartaal
Derde kwartaal
OTERLEEK
Tweede kwartaal
Plaats
Periodemeldingen
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
1
1 2
2
1
2
1
pagina 62
2012
Jaarrapportage
Meldingen en melders per woonplaats T t/m W
Totaal
Waarvan ‘s nachts
Melders
13
28
17
28
5
TWISK 1107
498
943
1348
246
135
207
407
947
1179
2826
2588
637
683
1702
1704
URSEM
4
1
1
3
5
UTRECHT
1
1
4
3
5
5
UITHOORN
2
VALKENBURG
1
VEENENDAAL
20
40
12269
72
296
14
12
2
2
13
2
7
6
17
1
7
1
29
16
2
1
1
1
1
3
11
2
2
5
2
15
1
9
8
4
2
4 2
1
2
1 789
7
VELSEN-ZUID
1
4897
VEESSEN VELSEN NOORD
Vierde kwartaal
95
Derde kwartaal
1
13
Tweede kwartaal
1
6
Eerste kwartaal
2
Vierde kwartaal
5
Derde kwartaal
8
Tweede kwartaal
3
Eerste kwartaal
23
Vierde kwartaal
29
7
TIENHOVEN UT
UITGEEST
208
Derde kwartaal
TER AAR
Algemene meldingen
Tweede kwartaal
Plaats
Periodemeldingen
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
VELSERBROEK
5
7
26
10
3
17
59
23
150
9
42
VIJFHUIZEN
6
10
10
11
6
11
6
41
101
13
21
VINKEVEEN
3
3
1
4
1
5
1
18
7
8
2
2
5
1
4
1
1
4
11
4
1
5
6
3
28
60
62
6
5
9
10
VLEUTEN
1
VOGELENZANG
1
3
1
VOORBURG VOORHOUT VOORSCHOTEN VOORTHUIZEN
123
418
447
81
4
38
11
10
19
19
13
74
VORDEN
22
1
1
1241
544
20
4
78
2
10
9
175
58
1
1
VREELAND
1
VROUWENAKKER WADDINXVEEN
1
WARDER WARMOND
20
2
8
11
1
1
2
4 1
14
12
64
15
1
272
7
WASSENAAR
9
2
1
WATERGANG
1
1
2
1
1
WEESP
1
WEST GRAFTDIJK
1
2 2
3
3
4
1
1
1
41
1
5
4
101
WAVERVEEN
17
20
1
2
20 2
4 1
493
75
23
7
20
2
6
13
17
1
3
2
2
6
7
23
2
11
10
10
26
14
7
pagina 63
Meldingen en melders per woonplaats W t/m Z
1
WESTZAAN
2
6
WETERINGBRUG
1
2
12
13
6
7
WIJDEWORMER
WILNIS
75
1
2
2
1
2
4
1
6
7
2
1
1
Melders
Waarvan ‘s nachts
2
2
4
1 7
5
56
1 1
60
10
Totaal
Vierde kwartaal
1
WIJDENES
2
Derde kwartaal
3
Tweede kwartaal
1
Eerste kwartaal
Algemene meldingen
Vierde kwartaal
Tweede kwartaal
1
WESTBROEK
WIJK AAN ZEE
Eerste kwartaal
Vierde kwartaal
Periodemeldingen
Derde kwartaal
WESTBEEMSTER
Derde kwartaal
Tweede kwartaal
Plaats
Eerste kwartaal
Specifieke meldingen
155
2
3
7
14
46
2
3
7
7 1
1
1 1
3
1 3
WOERDEN
1
WOERDENSE VERLAAT
1
WORMER
1
9
10
5
9
35
24
24
117
22
11
WORMERVEER
3
5
22
9
2
3
10
4
58
5
5
1
1
1
1
127
24
28
4
1
4
15
1
WOUDENBERG ZAANDAM
1
5
8
39
19
26
ZAANDIJK ZANDVOORT
97
ZEEWOLDE
2
2
ZEGVELD
4
7
22
77
14
31
1
7
22
22
2
11
1
3
1
1
3
30
22
45
ZOETERMEER
2
1
2
1
ZOETERWOUDE
1
3
2
2
ZUIDERWOUDE 1
1
12
3
3
4
ZWAAGDIJK ZWAANSHOEK
onbekend**
1 1
4
5
1 1
184
228
3
7
240
108
53
85
157
47 7
4 25
4
9
1 3
2
3
1
3
109
17
6
1
1
3
32
5 1
1144
10
16
11
18
1
1
4 1
26
3 30
5 1
2 89
3
28
8
3 4
312
1
6
2
ZWAMMERDAM ZWANENBURG
2
22 3
4
ZEIST
ZWAAG
1
1 22
ZEVENHOVEN
26
5
31 2
115
11
33
65
1
13
* Een uitsplitsing van het aantal melders en meldingen uit Amsterdam is hier te vinden. ** ‘onbekend’ zijn meldingen waarbij geen infromatie over de woonplaats van de melder is vastgelegd
pagina 64
pagina 64
2012
Jaarrapportage
Uitgave van: Bewoners Aanspreekpunt Schiphol, Januari 2013 Postbus 7501 1118 ZG Schiphol Postcodelocatie: 03-14 Tel: 020 601 5555 Fax: 020 601 8044 Email:
[email protected] Vormgeving: Arnoud Vooren
pagina 65