Dossier 186
ADVIES VL AAM SE COM M ISSIE VOOR RUIM T EL IJKE ORDENING Aanvraag Planologisch Attest Wijckmans H. en CIE N.V. te Ham
Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is. Het attest kan enkel aangevraagd worden door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg overwogen moet worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. De toepasselijke regelgeving is vervat in de artikelen 145ter en 145quater van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO) en in het besluit van de Vlaamse regering van 13 december 2002 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest. In casu heeft het bedrijf Wijckmans H. en CIE N.V. op 20 november 2003 een aanvraag tot planologisch attest ingediend bij de gewestelijk planologische ambtenaar, bevoegd voor de provincie Limburg. Deze heeft geoordeeld dat het hier een bedrijf van gewestelijk belang betreft. Aldus dient de Vlaamse regering, als bevoegde overheid, dit attest te verlenen na advies van Vlacoro. De adviesprocedure is als volgt: −
de bevoegde overheid, bij delegatie, de gewestelijk planologisch ambtenaar, wint de adviezen in van de instellingen en organisaties die over een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) moeten adviseren in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001. Dit advies moet binnen de 30 dagen aan Vlacoro worden gezonden; indien geen advies wordt uitgebracht binnen deze termijn, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan;
−
de gedelegeerde gewestelijk planologisch ambtenaar onderwerpt de aanvraag aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen; de bezwaren en opmerkingen worden aan Vlacoro bezorgd;
−
Vlacoro bundelt en coördineert alle adviezen, bezwaren en opmerkingen en brengt binnen de 60 dagen na het einde van het openbaar onderzoek advies uit bij de bevoegde overheid.
Het voorliggend advies is het advies van Vlacoro na het einde van het openbaar onderzoek.
A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering Het bedrijf is in 1918 op de huidige locatie ontstaan als handel in kolen, meststoffen en bouwmaterialen. Op vandaag is het uitgegroeid tot een betoncentrale waar septische- en regenwaterputten, olie- en vetafscheiders en andere betonproducten worden geproduceerd. Verder worden er bouwmaterialen verhandeld en vervoerd, zowel nationaal als internationaal. Het bedrijf stelt 43 werknemers te werk. Op 10 jaar tijd is de omzet verdrievoudigd (15,8 mio euro in 2002) zonder dat de oppervlakte van het bedrijf vergrootte. Het bedrijf ligt volgens het gewestplan grotendeels binnen de grenzen van een gebied voor ambachtelijke bedrijven en gedeeltelijk in een agrarisch gebied. Dit agrarisch gebied is eveneens deels aangeduid als reservatiegebied voor de uitbreiding van het Kempens Kanaal. De gemeente Ham is volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een economisch knooppunt binnen het Economisch Netwerk van het Albertkanaal.
1
Dossier 186
Het bedrijf is vanuit verkeerstechnisch oogpunt goed gelegen, enerzijds omwille van de ligging langs de N 141 Leopoldsburg - Diest, die een aansluiting geeft op de E 313 Hasselt - Antwerpen, anderzijds omwille van de ligging langs het Kempens Kanaal Kwaadmechelen - Dessel. Dit kanaal wordt gedeeltelijk gebruikt voor de aanvoer van grondstoffen. De stedenbouwkundige vergunningstoestand van een deel van de gebouwen is niet bekend. Een deel van deze gebouwen werd vóór 1962 opgericht. Het bedrijf beschikt over een milieuvergunning die geldig is tot 23 januari 2012. Op korte termijn heeft het bedrijf de behoefte aan een zonevreemde uitbreiding van ongeveer 1,2 ha voor het oprichten van een productiehal, voor de zonevreemde aanleg van een verharde opslagruimte en voor de zonevreemde aanleg van een parking voor vrachtwagens. Binnen de grenzen van het gebied voor ambachtelijke bedrijven worden nog de uitbreiding van de toonzaal en de uitbreiding van een overdekte opslagruimte voorzien. Op lange termijn wordt een uitbreiding van 2,9 ha voorzien voor de zonevreemde inplanting van een bijkomende betoncentrale voor de levering van stortklare beton, voor de zonevreemde uitbreiding van een bijkomende opslagruimte in open lucht en voor de zonevreemde uitbreiding van de stockageplaats voor losse grondstoffen aan de loskade. A.2. Openbaar onderz oek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 15 januari 2004 tot 14 februari 2004. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro 5 tijdige bezwaarschriften. De bezwaarschriften zijn opgenomen in een databank waarvan een uittreksel als bijlage bij dit advies is gevoegd. A.3. Ad v iez en De gewestelijk planologisch ambtenaar heeft op 6 januari 2004 het advies ingewonnen van de instellingen en organisaties die over een RUP moeten adviseren en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Ook Vlacoro zelf is daarbij door de gewestelijk planologisch ambtenaar om advies verzocht. De commissie behoort immers tot de instanties die met toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 advies verlenen over een RUP. De commissie heeft naar aanleiding van die aanvraag geen eerste advies uitgebracht aangezien het niet aangewezen is om tweemaal te adviseren over hetzelfde dossier. Er werden 5 adviezen overgezonden aan Vlacoro, waarvan 1 laattijdig. Met toepassing van artikel 145ter van het DRO wordt het laattijdige advies niet behandeld. De commissie ontving adviezen van de bestendige deputatie van Limburg en van het schepencollege van Ham. Aangezien noch de bestendige deputatie noch het schepencollege de instellingen en administraties behoren die in het BVR van 11 mei 2001 worden aangewezen om te adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, worden deze adviezen ter kennis gebracht maar niet behandeld door de commissie.
2
Dossier 186
B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en de adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank. B.1. Besp rekin g v an d e b ez w aren en opmerkingen 1. Een bezwaarindiener [B1] merkt het volgende op. a. Het bedrijf, momenteel deels zonevreemd, bevindt zich in een waardevol, kleinschalig gebied dat uitermate geschikt is voor landbouwactiviteit en dat uitmondt in het natuurgebied de rammelaars. Op dit ogenblik wordt het landschap visueel verstoord door de exploitatie van een enorme produktiehal en betoncentrale. b. De geluidsoverlast van deze centrale is waarneembaar van 7u `’s ochtends tot 17u `s avond op weekdagen en zaterdagvoormiddag. Dit leidt tot ernstige geluidshinder voor de omwonenden. In de lange termijnplanning wordt er aangegeven een bijkomende centrale te plaatsen voor twee woonhuizen, gelegen zwartenhoek 10 en 9, wat bewoning onmogelijk maakt. Gezien de stof-, zichten lawaaihinder. c. Ondanks de schijnbare uitstekende ligging is er niets voorzien voor een deftige ontsluiting van het bedrijf. Men voert jaarlijks 40.000 ton grondstof via het kanaal aan. Dit is echter maar een fractie van de totale vervoerde grondstoffen en/of afgewerkte goederen. In feite is het zo dat vanaf `s morgens 7u tot `s avonds 17u (of later) de verkeerssituatie drastisch wordt bemoeilijkt door het af- en aanrijden van vrachtwagens, klanten en leveranciers. In die mate zelfs dat verkeer soms volledig onmogelijk is doordat vrachtwagens via een heftruck vanuit de opslagplaats, op de openbare weg worden geladen met afgewerkte producten. Bovendien is het wegennet (breedte van de weg, wegdek, rioleringsroosters...) niet aangepast aan het zware transport dat er dagelijks passeert. d. Op lange termijn zal een herbestemming van de huidige percelen betekenen dat het landelijke karakter volledig zal verdwijnen, en dat de rust van de omwonenden en de natuur volledig verdwenen zal zijn. De te voorziene groene buffering van 5 meter rondom het terrein zal hier nauwelijks soelaas bieden, gezien dit ruimschoots onvoldoende is om het zicht- en de geluidshinder tot aanvaardbare niveaus te brengen. e. Het is enigszins verwonderlijk dat men zou overwegen om dit bedrijf een planologisch attest uit te reiken, daar er op nog geen 5 km van de huidige ligging voldoende opportuniteiten zijn om het huidige bedrijf in te planten in een goed gelegen industriezone. Bovendien ligt de huidige site niet in een gebied dat voor economische ontwikkeling langs het Albertkanaal in aanmerking komt. Het bestaande industrieterrein ligt wel in dit gebied. In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen werd specifiek voor bedrijven als dit voorzien dat er gronden worden ter beschikking gesteld voor herlokalisatie en uitbreidingsmogelijkheden. Naar werkgelegenheid toe zou een herlocalisatie misschien zelfs nog meer mogelijkheden bieden. Voor de huidige personeelsleden zou de werkgelegenheid in de regio kunnen blijven en is er van verdere verplaatsing woon-werk nauwelijks sprake. f. De omwonenden hadden persoonlijk moeten geïnformeerd worden over de voorziene plannen zodat er een dialoog had kunnen plaatsvinden. g. Betrokkene is ten zeerste verwonderd dat men wijzigingen van bestemming van percelen aanvraagt van gronden waarvan niet eens eigenaar is. a. Vlacoro is het niet eens met de bezwaarindiener en meent dat het gebied als ruimtelijk verstoord kan omschreven worden omwille van de verspreide bebouwing, de omvangrijke en intensieve landbouwbedrijven (intensieve veehouderij en kippenkwekerij), de bedrijvigheid van de N.V. Wijckmans, het Kempens Kanaal met loskade, de brug over dit kanaal en de N 141 en de aanwezige hoogspanningsleidingen.
3
Dossier 186
Wat de visuele verstoring betreft, meent Vlacoro dat deze kan verzacht worden door een buffering (zie verder eigen opmerkingen van Vlacoro). De visuele impact vanaf de N141 wordt ook geminimaliseerd omdat het bedrijf vlak bij de brug over het kanaal gelegen is en omdat het veel lager ligt dan de brug. b. Vlacoro is van oordeel dat milieuoverlast initieel moet beperkt worden op basis van de VLAREMwetgeving en bij het verlenen van een milieuvergunning. c. Vlacoro kan de bezwaarindiener niet bijtreden. De commissie is van oordeel dat het bedrijf vanuit verkeerstechnisch oogpunt goed gelegen is, enerzijds omwille van de ligging langs de N141 die een aansluiting geeft op de E313, anderzijds omwille van de ligging langs het Kempens Kanaal, dat gedeeltelijk gebruikt wordt voor grondstoffen. Indien de wegenis dient aangepast te worden, dan kan dat ten laste van de aanvrager geschieden. d. De commissie meent dat de buffer dient verruimd te worden en verwijst verder naar haar eigen opmerkingen. e. Vlacoro meent dat de ligging van het bedrijf en de uitbreiding ervan te verantwoorden zijn vanuit ruimtelijke, economische, historische en verkeerstechnische overwegingen f. Vlacoro wijst erop dat enkel de omwonenden die eigenaar zijn van aanpalende percelen, door de bevoegde overheid van het openbaar onderzoek moeten worden op de hoogte gebracht. Hoewel de commissie meent dat hoorzittingen en informatievergaderingen het planningsproces ten goede komen, voorziet de regelgeving er niet in. g. Het staat de aanvrager van een planologisch attest inderdaad vrij om bestemmingswijzigingen aan te vragen voor gronden waarvan hij geen eigenaar is.
2. a. Een landbouwer [B2] kan begrip opbrengen voor een regularisering van de N.V.Wijckmans in zijn huidige vorm, maar verzet zich tegen elke uitbreiding waarbij hij weeral eens gronden moet prijsgeven in landbouwzone en aansluitend aan het landbouwbedrijf waar hij als jonge landbouwer (23 jaar) al zwaar geïnvesteerd heeft. Betrokkene wordt door dit alles verdrongen waardoor hij voortdurend op zoek moet naar nieuwe gronden die kilometers ver van het bedrijf gelegen zijn, waardoor er steeds meer hinder komt in het verkeer en de kosten steeds blijven stijgen. b. Op nog geen 1000 meter van de firma is volgens het nieuwe structuurplan een grootschalig industriepark voorzien van enkele honderden ha die ook nog eens gelegen zijn in landbouwgebied. Het is niet logisch dit temidden van een aaneengesloten landbouwgebied waar de firma Wijckmans gelegen is er opnieuw een industrieterrein voorzien wordt van enkele ha voor 1 bedrijf zodat er hier ook weer een versnippering ontstaat. a. Vlacoro is zich ervan bewust dat de uitbreiding van het bedrijf de bezwaarindiener voor problemen kan plaatsen bij de uitbating van zijn landbouwbedrijf. De commissie is echter van oordeel deze uitbreiding te verantwoorden is vanuit ruimtelijke, economische, historische en verkeerstechnische overwegingen. Het verlies aan agrarisch gebied weegt daar niet tegen op. Het agrarisch gebied ondervindt slechts beperkt hinder van het verkeer dat met deze bedrijfsvorm gepaard gaat. Verdere uitbreiding in agrarisch gebied is uitgesloten wegens de begrenzing van het gebied door de Zwartenhoekstraat. Ook wordt het overgrote deel agrarisch gebied slechts ingenomen bij de invulling van de langetermijnbehoefte. Dit brengt mee dat pachters en eigenaars enige jaren hebben om de nodige schikkingen te treffen. b. De commissie verwijst naar haar antwoord bij kader 1(e).
3. Als landbouwer/gebruiker [B3] van het merendeel van de betreffende percelen verzet de bezwaarindiener zich tegen de wijziging van de bestemming van deze gronden. Hij kan begrip opbrengen voor de uitbreidingsvraag, maar stelt vast dat voor de zoveelste maal de samenleving wordt gegijzeld met het argument "tewerkstelling", en tegelijkertijd met het argument "voldongen feiten". Voor de zoveelste maal ook moet opnieuw landbouw wijken.
4
Dossier 186
Zijn argumenten zijn de volgende. a. Als landbouwer met een gezond melkveebedrijf heeft hij absoluut deze gronden nodig om mijn bedrijf leefbaar te houden. Pas 2 jaar geleden is zijn zoon ook in mijn bedrijf ingetreden met de bedoeling het bedrijf op termijn over te nemen. Deze overname is op dit ogenblik al voor 50% gerealiseerd. Andere gronden zoeken ter compensatie is een onmogelijke opdracht gezien de gronden aan het bedrijf moeten liggen (huiskavel) zoniet worden de uitbatingskosten erg verhoogd door het voortdurend verplaatsen van de dieren. Ook brengt dit mee dat ruwvoer zal moeten gevoerd worden. Andere beschikbare gronden liggen bovendien steevast in beschermde zones waar, bij een overname nulbemesting dient toegepast waardoor deze gronden natuurlijk volledig waardeloos zijn geworden voor de landbouw. Deze gronden komen dus hoegenaamd niet in aanmerking als compensatie. b. Op deze wijze wordt hij weer voor de zoveelste maal geconfronteerd met onzekerheid op termijn. Na alle onzekerheden wat betreft MAP-reglementeringen, BSE-testkosten, IKM-verplichtingen, slachthuiskosten, en zovele andere beperkende en controlerende maatregelen wordt hij nu weer gegijzeld met grondafname die op geen enkele wijze ooit kan gecompenseerd worden. Niet met vergoedingen en nog minder met andere landbouwgrond. Landbouwers zorgen ook voor tewerkstelling, niet alleen thuis, maar ook bij de toeleverings- en afvoerbedrijven, zodat de totale tewerkstelling in de landbouw samen met de neventakken nog steeds meer dan 8% van de totale tewerkstelling in Belgie uitmaakt. Het gaat hier ook om duurzame tewerkstelling, wat voor de industrie en de industriebedrijven nog steeds niet kan gezegd worden. a. Vlacoro is zich ervan bewust dat de uitbreiding van het bedrijf de bezwaarindiener voor problemen kan plaatsen bij de uitbating van zijn landbouwbedrijf, maar meent niettemin dat deze uitbreiding verantwoord is. De commissie verwijst naar haar antwoord bij kader 2 (a en b). b. De bezwaarindiener geeft hier een aantal algemene bedenkingen die het bestek van dit dossier te buiten gaan.
4. a. De bezwaarindieners [B4] kunnen begrip opbrengen voor een regularisering van het bedrijf in zijn huidige vorm, maar verzetten zich tegen elke uitbreiding van dit bedrijf daar zij als buurtbewoners nu al dagelijks geconfronteerd worden met allerhande ongemakken zoals geluidshinder, stof, geurhinder (van thinner die met een afzuiginstallatie over de groentetuin wordt verspreid) en verkeershinder. b. Op 1 kilometer is volgens het structuurplan een grote industriezone voorzien waar dit bedrijf wel kan groeien. a. Vlacoro is van oordeel dat milieuoverlast initieel moet beperkt worden op basis van de VLAREMwetgeving en bij het verlenen van een milieuvergunning. De commissie verwijst verder naar haar antwoord bij de kader 1 (b, c en d). De commissie verwijst naar haar antwoord bij kader 1 (e)
5. a. Een eigenaar (Zwartenhoekstraat 15) [B5] tekent bezwaar aan omdat deze uitbreiding het landelijk karakter dusdanig zal verstoren, dat de leefbaarheid voor mens en dier sterk in kwaliteit zal moeten inboeten. Betrokkene is ten allen tijde bereid een meer gedetailleerde motivatie ter beschikking te stellen a. Vlacoro kan de bezwaarindiener niet bijtreden en verwijst naar haar antwoord bij kader 1 (a, b en d). b. Opmerkingen of bezwaren die na het verstrijken van de termijn van het openbaar onderzoek worden ingediend, worden door de commissie niet in aanmerking genomen.
5
Dossier 186
B.2. Besp rekin g v an d e ad v iez en 6. De Afdeling Land (Limburg) [A1] meldt dat uit landbouwkundig standpunt en uit oogpunt van een goede landinrichting een gunstig advies kan gegeven worden voor deze aanvraag. Omwille van volgende feiten kan een uitbreiding van de KMO-zone aangenomen worden. * De voorgestelde uitbreiding wordt begrensd door de Zwartenhoekstraat. Deze fysische afbakening is de uiterste grens en verzekert dat een nog verdere uitbreiding in het agrarisch gebied uitgesloten wordt. * De ligging van het bedrijf langs een kanaal en vlakbij de N141 (verbinding KwaadmechelenOostham). Het agrarisch gebied ondervindt slechts beperkt hinder van het verkeer dat met deze bedrijfsvorm gepaard gaat. * Het betreft een historisch gegroeid bedrijf. Vlacoro kan de afdeling bijtreden in haar argumentatie voor het verlenen van een gunstig advies.
7. De Afdeling Milieuvergunningen (Limburg) [A2] brengt geen advies uit maar geeft eerst een uitgebreid overzicht van de milieuvergunningen waarover het bedrijf beschikt (tot 23 januari 2012) en maakt vervolgens de volgende opmerkingen over VLAREM en verbods- en afstandsregels. Met betrekking tot eventuele toekomstige uitbreidingen van het bedrijf merkt de afdeling op dat het Vlarem met betrekking tot de inrichtingen ingedeeld in de rubrieken 17 en 30 van de indelingslijst van als hinderlijk beschouwde inrichtingen (bijlage 1 van het Vlarem 1), verbods- en afstandsregels voorziet onder de hoofdstukken 5.17 'Opslag van gevaarlijke producten' en 5.30 'Bouwmaterialen en minerale producten' van het Vlarem titel II. Deze verbods- en afstandsregels zijn van toepassing op nieuwe inrichtingen (= niet-vergunde inrichtingen), die in de 1ste klasse ingedeeld zijn. De verbodsregels van hoofdstuk 5.17 bepalen ondermeer dat de opslag van gevaarlijke stoffen andere dan P,-, P2-, P3- of P4-producten (bv. cement), verboden is in een ander gebied dan een industriegebied; de afstandsregels gelden ondermeer t.o.v. woongebieden. De afstandsregels van hoofdstuk 5.30 gelden voor inrichtingen ingedeeld onder één of meer van de subrubrieken 30.2; 30.3; 30.4; 30.5; 30.7; 30.9 en 30.10 van de indelingslijst (opslagplaatsen, productiegebouwen) ondermeer t.o.v. woongebieden; de verbodsregels hebben eveneens betrekking op woongebieden. Vlacoro merkt op dat de afdeling niet aangeeft of de inplanting van de nieuwe gebouwen al dan niet voldoet aan de VLAREM-regelgeving. De commissie stelt vast dat de productiehal en de 2 stockagehallen die als kortetermijnbehoefte voorgesteld worden, niet op minder dan 100 meter afstand liggen van woongebied (dit is de norm gehanteerd in de arikelen 5.17.1.2 en 5.30.0.2 van VLAREM II). De langetermijnbehoefte is nog verder van het woongebied gesitueerd.
8. Het schepencollege van de gemeente Ham [A3] brengt een gunstig advies uit aangaande de aanvraag van een planologisch attest. Vlacoro brengt dit advies ter kennis van de Vlaamse regering (zie eerder A.3).
9. De bestendige deputatie van Limburg [A4] geeft volgend advies. * gunstig voor de uitbreiding op korte termijn vanwege de beperkte impact op de open ruimte en de hoge tewerkstellingsgraad per hectare maar op voorwaarde dat:
6
Dossier 186
- de illegale vorstvrije stapelplaats in het zuiden wordt geschrapt vanwege de aantasting van de woonkwaliteit van de woningen in het landelijk woongebied en het voorzien van twee overdekte opslagplaatsen in deze fase op het terrein; - het perceel waarop de vijver gelegen is naast de hoofdtoegang, mee betrokken wordt in het bedrijventerrein om de ontwikkelings- en ontsluitingsmogelijkheden van het terrein naar bedrijfsorganisatie te optimaliseren; - het functioneren van de langgerekte parking voor vrachtwagens wordt bekeken i.f.v. de draaicirkel van de vrachtwagens. • ongunstig voor de uitbreiding op lange termijn vanwege het grote ruimtebeslag van de stapelplaats in open lucht en vanwege het niet rekening houden met enkele bestaande elementen. Er wordt geen rekening gehouden met het huidige groen op perceel 1019 (berkenbos), hetgeen zou kunnen dienen als buffer en de nabijheid van de woningen t.o.v. de locatie betoncentrale in het noorden. Tevens daalt de tewerkstelling per hectare drastisch (plusminus 8.5 werknemers per hectare). Bijkomend gelden de opmerkingen die reeds geformuleerd zijn bij de uitbreiding op korte termijn m.b.t. behoud van de vijver, van de parking vrachtwagens en van de zuidelijke stapelplaats. Vlacoro brengt dit advies ter kennis van de Vlaamse regering (zie eerder A.3).
B.3. Eigen opmerkingen Vlacoro De commissie acht een degelijke buffering van het bedrijf aangewezen, niet enkel op lange termijn maar ook na realisatie van de kortetermijnbehoefte. De in de aanvraag voorziene buffer bij de kortetermijnbehoefte (slechts 5 m) is daartoe onvoldoende. Ook bij de langetermijnbehoefte wordt een onvoldoende brede buffer voorzien aan de tweede betoncentrale. Overal dient een voldoende ruime buffer voorzien te worden die zowel lagere begroeiing en hoogstambomen omvat. Wat de betoncentrale (langetermijnbehoefte) betreft vraagt de commissie zich overigens af of deze niet beter elders op het terrein zou worden ingeplant waar zij voor de omwonenden minder hinder zou teweegbrengen. Om de ontwikkelings- en ontsluitingsmogelijkheden van het terrein naar bedrijfsorganisatie te optimaliseren lijkt het de commissie verder ook aangewezen dat het perceel naast de hoofdtoegang waarop de vijver gelegen is, opgenomen wordt in het bedrijventerrein. Vlacoro meent ook dat de vorstvrije stapelplaats in het zuiden beter wordt geschrapt vanwege de aantasting van de woonkwaliteit van de woningen in het landelijk woongebied en het voorzien van twee overdekte opslagplaatsen in deze fase op het terrein.
7
Dossier 186
B.4. Besluit Vlacoro verleent gunstig advies over het planologisch attest NV Wijckmans H. en CIE N.V. te Ham mits −
zowel bij de korte- als langetermijnbehoefte voorzien wordt in een voldoende ruime buffer die zowel lagere begroeiing als hoogstammen bevat
−
nader onderzocht wordt of er geen minder hinderlijke inplanting voor de betoncentrale (langetermijnbehoefte) mogelijk is
−
het perceel naast de hoofdtoegang waarop de vijver gelegen is, opgenomen wordt in het bedrijventerrein
−
de vorstvrije stapelplaats ten zuiden van de Zwartenhoekstraat wordt geschrapt.
Verleend te Brussel op 20 april 2004,
De vaste secretaris,
De voorzitter,
Lieve Reenaers
Prof. dr. Boudewijn Bouckaert
Bijlage: overzicht van de ingediende bezwaarschriften en adviezen
8