Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave A
Algemeen deel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Voorwoord………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..1 Algemene gegevens…………………………………………………………………………………………………………………………………….. 2 Doelstelling van de organisatie………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 5 Kwaliteitskaders………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 7 Evaluatie voorgenomen beleid………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 10 Financiën…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 15 Huisvesting en onderhoud………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 31 Personeel………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 32 Beleidsvoornemens 2015………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 36 Externe relaties en horizontale verantwoording……………………………………………………………………………………………………………………………… 49 Verslag Raad van Toezicht………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 50 Kengetallen en grafieken…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 51
B
Jaarrekening 2014
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12
Grondslagen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 53 Geconsolideerde balans per 31 december 2014……………………………………………………………………………………………………………………………… 58 Geconsolideerde exploitatierekening over 2014……………………………………………………………………………………………………………………………… 60 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014………………………………………………………………………………………………………………………………… 61 Geconsolideerde toelichting op de balans per 31 december 2014…………………………………………………………………………………………………… 62 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)………………………………………………… 65 Geconsolideerde toelichting op de exploitatierekening over 2014…………………………………………………………………………………………………… 66 Enkelvoudige balans per 31 december 2014……………………………………………………………………………………………………………………………………… 70 Enkelvoudige exploitatierekening over 2014…………………………………………………………………………………………………………………………………… 72 Enkelvoudig kasstroomoverzicht over 2014……………………………………………………………………………………………………………………………………… 73 Enkelvoudige toelichting op de balans per 31 december 2014………………………………………………………………………………………………………… 74 Enkelvoudige toelichting op de exploitatierekening over 2014………………………………………………………………………………………………………… 78
C
Overige gegevens
C1 C2 C3 C4 C5
Controleverklaring…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 82 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo……………………………………………………………………………………………………………………………… 84 Gebeurtenissen na balansdatum……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 85 Overzicht verbonden partijen…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 85 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders……………………………………………………………………………………………………………………………… 85
Jaarverslag 2014
52
81
1.
Voorwoord
Het bestuursjaarverslag van de Stichting MarCanT-onderwijs is een verantwoordingsdocument van het College van Bestuur, aangeboden aan de te onderscheiden geledingen binnen de Stichting, met name aan de Raad van Toezicht, de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de Directieraad. Daarnaast staat het ook ter beschikking van externe partners: zij kunnen er de kwaliteit van de samenwerking met de Stichting in terugvinden en de bespreking ervan desgewenst aangrijpen als mogelijkheid voor verdere ontwikkeling. In die zin is het een verantwoordingsdocument voor interne en externe partners. Het bestuursjaarverslag is conform aanwijzingen van de overheid opgesteld. Het jaarverslag is een levend document en we streven er naar om telkens verbetering te realiseren, met name vanuit het perspectief van Governance. We zijn een maatschappelijke onderneming, gefinancierd met overheidsgeld. Juist daarom willen we ons breed verantwoorden, zowel horizontaal (=de geledingen en partners binnen het onderwijsveld) als verticaal (de diverse overheden). Het jaarverslag informeert over het algemene instellingsbeleid. We geven, naast de cijfers, aan wat we in 2014 hebben ondernomen om de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en waar mogelijk te verbeteren.
Jaarverslag 2014
1
2.
Algemene gegevens
2.1. Gegevens scholen De Stichting is een samenwerkingsverband van christelijke scholen voor primair onderwijs, gelegen in de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente. Naam: Administratienummer:
Stichting MarCanT 27910
Brinnummer(s) en NAW gegevens van de school/scholen Brinnr. School Adres 03OC Ichthus J. Ooststraat 13 03SF Rannink Bernhardstraat 25 05OJ Pr. Constantijn Rozenstraat 4 10RN De Regenboog Fioringras 2 De Zonnebloem De Akker 7 09TB De Bron H. Woodstraat 70 Dr. A. Kuyperschool Dr. A. Kuyperplein 14 11OR De Wingerd Apolloplein 8a De Wingerd Beckumerstraat 15 24NB De Rank Elritsplein 100
Plaats 7574 CX 7491 EA 7471 JN 7623 DR 7621 GL 7558 CP 7556 ET 7553 LC 7553 VB 7559 HR
Markelo Delden Goor Borne Borne Hengelo Hengelo Hengelo Hengelo Hengelo
2.2. Leerlingaantallen per oktober 2013 Per teldatum 1 oktober 2014 is er de volgende situatie in vergelijking met vorige jaren: oktober 4-7 jaar 8-12 jaar 3% Schooljaar
2005 959 991 1950 2008
2006 964 975 1938 1997
2007 964 964 1928 1985
2008 946 958 1904 1961
2009 920 919 1839 1888
2010 888 946 1833 1883
2011 850 942 1792 1840
2012 851 925 1776 1825
2013 808 863 1671 1716
2014 773 787 1560 1607
05/’06
06/’07
07/’08
08/’09
09/’10
10/’11
11/’12
12/13
13/14
14/15
124,9
134,8
131,9
137,9
126,5
120,2
110,1
106,9
105,0
118,0
FTE’s
2.2.1 Analyse leerlingenaantallen Bovenstaande getallen laten zien, dat het leerlingenaantal van MarCanT een dalende lijn laat zien. Het sluiten van de Klim-op school heeft het leerlingenaantal negatief beïnvloed. Het aantal FTE’s blijft door de daling van het leerlingenaantal onder druk staan en zal derhalve dalen. Door de voorgenomen fusie met de BSV proberen we op de leerlingdaling in te spelen. Het percentage gewichtenleerlingen is gedaald, doordat de oude regeling nu geheel in de nieuwe is opgenomen (0,30 en 1,20). Verder kunnen we constateren dat het aantal leerlingen in de onderbouw licht is gestegen tot 49,6%.
Jaarverslag 2014
2
2.3.
Personeelsbestand
Personeelsbestand op 31-12-2014 FTE Totaal:
Aantal %
100,5238
144
Vast
97,268
141
97,92%
Tijdelijk
3,2588
3
2,08%
College van Bestuur
0,6000
1
0,60%
Stafmedewerker P&O
0,9410
1
0,94%
Opleidingscoördinator
0,6918
1
0,69%
Directie
7,7694
8
7,73%
Orthopedagoog
0,7798
1
0,78%
Psychologisch assistent
0,6240
1
0,62%
Secretaresse
0,6918
1
0,69%
Onderwijsassistent
1,2881
3
1,28%
BS ICT
0,2306
1
0,23%
schoonmaker
0,3000
1
0,30%
86,6100
126
86,16%
22,78
25
17,42%
Vrouw
87,7468
129
82,58%
BAPO
3,6002
23
3,58%
Leraar Man
Voor specifieke schoolgegevens: zie het jaarverslag van elke school (website) Voor Stichtingsgegevens: www.MarCanTonderwijs.nl 2.4. Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag is al sinds 1998 een Stichtingsvorm (Raad van Toezicht en College van Bestuur) en voldoet aan de code Goed Bestuur. De samenstelling van het dagelijks bestuur van de Stichting, waarvan inschrijving in het Stichtingsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Enschede heeft plaatsgevonden onder nummer 06086257, is ultimo 2011: Voorzitter college van bestuur: tot 31-07-2014 dhr. H. Brink tot 31-01-2015 mevr. H. Hilgenberg ad interim vanaf 01-02-2015 dhr. F.H.C.A. van Faassen 2.5. Organisatiestructuur (code goed bestuur) De Stichting wordt bestuurd door het College van Bestuur, gevormd door dhr. F.H.C.A. van Faassen. Het interne toezicht op het college wordt ingevuld door een Raad van Toezicht: Deze bestaat uit: dhr. P.A. Gootjes mevr. J.H.E. Nijhuis mevr. G. Aufderhaar mevr. C.C. Hoeksma vacature
Jaarverslag 2014
voorzitter (algemene zaken) lid (financiële zaken) lid (juridische zaken) lid (algemene zaken) lid (onderwijskundige zaken)
3
De Stichting MarCanT voldoet aan de code Goed Bestuur en heeft een duidelijke scheiding tussen bestuur en intern toezicht. De Raad van Toezicht vergadert vijf keer per jaar (zie 11). Bij deze vergaderingen is het College van Bestuur aanwezig. Tevens vindt er jaarlijks overleg met de GMR plaats. De Raad van Toezicht is onafhankelijk en houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het bevoegd gezag in het bijzonder en draagt zorg voor de inrichting van dit bevoegd gezag. Zij is werkgever van het bezoldigd CvB. Het CvB stelt de begroting, het bestuursverslag inclusief de jaarrekening, en het strategisch beleid vast. De RvT keurt deze zaken goed. Het managementstatuut wordt een keer per twee jaar vastgesteld door het directieberaad en GMR en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. De RvT is belast met het benoemen van een externe accountant. Zij stelt de bezoldiging van het College van Bestuur vast en verantwoordt deze in de jaarrekening. De Stichting MarCanT wordt sinds 1 januari 2011 door de Belastingdienst aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). De leden van de Raad van Toezicht stellen jaarlijks hun vergoeding beschikbaar aan de Stichting en zien derhalve af van bezoldiging. Zie organogram van de Stichting hieronder:
Jaarverslag 2014
4
3.
Doelstelling van de organisatie
3.1. Visie De Stichting MarCanT wordt gevormd door zeven christelijke en oecumenische basisscholen, met tien vestigingen in Hengelo, Borne en Hof van Twente. Ze is te beschouwen als een holding met een bestuurslaag (RvT en CvB), een ondersteunende laag en een uitvoeringslaag (zijn de afzonderlijke scholen). Doel is bij te dragen aan en realiseren van hoogwaardig basisonderwijs, gebaseerd op verschillende didactische modellen binnen de kaders van de Wet op het Primair Onderwijs. De Stichting waarborgt pluriformiteit op levensbeschouwelijk niveau tussen haar scholen. Aan de basis van het onderwijs op schoolniveau ligt een levensbeschouwelijk profiel dat is afgestemd met en op de oudergroep van de afzonderlijke school, uitgaande van een oecumenisch karakter. 3.2. Onderwijstaakstelling Onderwijs op scholen van stichting MarCanT is gebaseerd op de volgende taakstelling: het onderwijs is waarde(n)gericht; het onderwijs wordt verbonden met kenmerkende, actuele ontwikkelingen in de samenleving; de stichting en scholen moeten hun zwakke kanten onderkennen en de sterke kanten exploiteren; het onderwijs levert een hoogwaardig, eigentijds product dat transparant verantwoord wordt; het personeel vormt het hart van het product onderwijs en realiseert door de organisatie professionaliteit; het onderwijs vindt plaats in goed geoutilleerde gebouwen met een eigentijdse uitstraling; het product onderwijs mag gezien worden en wordt via geregisseerde PR ‘uitgedragen’; de stichting en scholen presenteren hun toegevoegde waarden ook via kengetallen; de Christelijke-/oecumenische levensbeschouwelijke identiteit geeft in de toekomst onvoldoende continuïteit. Daarom wordt er aansluiting en/of samenwerking gezocht met andere denominaties. 3.3. Enkele karakteristieken op Stichtingsniveau: MarCanT wil erkend worden als een aantrekkelijke werkgever waar leerkrachten zich optimaal kunnen ontplooien; MarCanT wil een prominente en initiërende rol vervullen in diverse onderwijs netwerkverbanden met het oog op kwaliteitsborging en –ontwikkeling; MarCanT voert een verantwoord financieel beleid, waarbij de tot haar beschikking staande middelen optimaal worden ingezet voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en tegelijkertijd de risico’s in de organisatie worden afgedekt opdat continuïteit gewaarborgd blijft. op schoolniveau: De tot de stichting behorende scholen zijn open ontmoetingsscholen waar onderwijs gegeven wordt dat uitgaat van menselijke waardigheid, onderling respect, gelijkberechtiging en keuzevrijheid; Hoogwaardig onderwijs houdt in dat wij streven naar zelfstandig en coöperatief leergedrag met een hoog eindniveau qua uitstroom naar het vervolgonderwijs; Gestreefd wordt naar een zodanige schaalgrootte van scholen dat leerlingen, ouders en medewerkers een gevoel van geborgenheid, veiligheid en herkenbaarheid ervaren. 3.4. Missie “Eenheid vanuit verscheidenheid, door verbinding groeien” De huidige maatschappij is aan het veranderen. Iedere dag weer worden er nieuwe stappen gezet op technologisch en wetenschappelijk gebied waardoor ons leven en onze omgeving verandert. Wij zijn ons ervan bewust dat wij als onderwijsinstelling voor primair onderwijs een maatschappelijke verantwoordelijkheid en maatschappelijke opdracht hebben: het bieden van goed onderwijs en werken aan een positieve wereld, vanuit ons christelijk cultuurhistoristisch perspectief. Tevens heeft het onderwijs een emancipatorische opdracht: het ‘sociaal kapitaal’ van morgen vormgeven. Daarom willen wij bijdragen aan een positieve wereld omdat we daarin geloven. Wij helpen onze leerlingen daarom zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke burgers die bijdragen aan een rechtvaardige samenleving. Verbinden is ons sleutelwoord. MarCanT kent een grote verscheidenheid aan scholen. Bovenstaande processen vinden plaats op christelijke, openbare, oecumenische en samenwerkingsscholen. Ondanks de verscheidenheid voelen we ons een met de gedachte dat in elke school leerkrachten met hun leerlingen stilstaan bij de vragen die er toe doen in het leven, maar die vaak niet in de taal- of rekenles aan de orde komen. Zingeving en spiritualiteit komen in ieder geval aan de orde binnen de activiteiten en lesmomenten die worden geïnitieerd vanuit de eigen identiteit. Op alle scholen vindt dit plaats, steeds aansluitend bij de grondslag van waaruit de school is ingericht. Jaarverslag 2014
5
De leerkrachten worden en zijn geïnspireerd en toegerust om dit vorm te geven. Binnen de jaarprogramma’s van de scholen wordt hier structureel aandacht aan besteed. Om onze leerlingen voor te bereiden op de maatschappij van later kan alleen in gezamenlijk proces gerealiseerd worden. Hierin werken teams in de scholen samen, daar waar het kan met collega-scholen. Deze verbinding is noodzakelijk om een volgende stap te zetten in de verdere ontwikkeling van ons onderwijs, waardoor alle leerlingen hun talenten optimaal benutten, alle leraren en schoolleiders continu werken aan hun professionele ontwikkeling en alle scholen een stijgende lijn voor wat betreft resultaten (cognitief en sociaal-emotioneel) laten zien. Het sleutelwoord is hier groeien. Hierdoor groeien we als organisatie, als school, als team en natuurlijk als mens in onze persoonlijkheid. 3.5. WAARDEN en wat we willen dat deze voorstellen Waarden vormen de basis voor normatief gedrag voor medewerkers en bestuur. Men moet elkaar daarop aan kunnen spreken. a)
Kwaliteit Het onderwijsaanbod is van hoge kwaliteit: we willen het optimale uit een kind halen. We voldoen aan de door de inspectie gestelde normen (zie beoordelingen). Daar waar dat ter discussie staat is sprake van een adequaat plan van aanpak, gebaseerd op de P-D-S-A-cyclus. b) Waarde(n)vol Basis voor al het handelen is om kinderen in staat te stellen zich veelzijdig te ontwikkelen, dus zowel cognitief, creatief als sociaal. Levensbeschouwing met het daaraan gekoppeld handelen is ‘dagelijkse kost’, niet alleen gebaseerd op methodegebruik, maar ook gekoppeld aan dagelijks zichtbaar handelen van onderwijsgevenden. c) Integriteit en respect Handelen wordt bepaald op basis van een open en eerlijke houding, rekening houdend met de ander(en). Leerkrachten leggen primair aan hun directie, maar ook aan hun ouders en hun team verantwoording af voor hun handelen. d) Zorg-saam / Passend Onderwijs Een kind moet er mogen zijn: dit vormt de basis van de eigen ontwikkeling, ondanks verschil in kennen, kunnen en zijn. In elke school en in elke klas wordt adaptief gewerkt. Daar waar dat nog niet zo goed lukt, is sprake van interne en externe begeleiding zodat ieder kind in principe onderwijs op maat krijgt binnen -in principe- de context van groep georiënteerd onderwijs. e) Innovatief Scholen en bestuur manifesteren zich als eigentijds en proactief inzake ontwikkelingen. Bestuur en directieraad hanteren een actuele vernieuwingsagenda gericht op met name: - de onderwijsresultaten / opbrengstgericht werken (individueel-, groeps- en schoolniveau); - zorg op maat/passend onderwijs (waaronder hoogbegaafdheid); - het sociaal-emotioneel klimaat in klas en groep; - de elektronische leeromgeving; - nieuwe onderwijsconcepten; - opleiden van studenten (opleiden in de school / academische basisschool); - nascholing personeel (w.o masters en teamscholingen). f) Plezier Scholen en bestuur hechten aan positieve communicatie over en weer waardoor kind, ouder, medewerker met plezier aan het werk zijn. Op school- en op Stichtingsniveau wordt via tevredenheidmetingen nagegaan waar verbeteringen taakstellend te realiseren zijn. Waar nodig wordt actie gegenereerd.
Jaarverslag 2014
6
4.
Kwaliteitskaders
4.1. M.b.t. de organisatie a) De Stichting MarCanT heeft een holding functie waaronder een 7-tal scholen (brinnummers) vallen in 3 verschillende gemeenten. Binnen de Stichting wordt het beleid uitgezet door een College van Bestuur (CvB) dat verantwoording aflegt aan de Raad van Toezicht (RvT) volgens de code Goed Bestuur. Naast de Stichting MarCanT is er een Stichting Financiering MarCanT. Hier worden de financiële middelen beheerd en gealloceerd aan de Stichting. b) Op schoolniveau ligt de nadruk op het primaire proces, tot uitdrukking komend in het onderwijsbeleid. De Stichting en haar bestuur vervullen hierin een sturende, faciliterende en controlerende rol. 1. Sturend: het bestuur stelt de beleidskaders vast (onderwijs, kwaliteit, personeel, financiën en huisvesting); 2. Faciliterend: ondersteunen om de gedefinieerde doelstellingen en het beleid te realiseren (werkomgeving, condities, investeringen etc.); 3. Evaluerend en controlerend: zichtbaar maken van resultaat in meetbare eenheden (Early Warning System). c) Teneinde meer consistentie te bereiken en gebruik te maken van de aanwezige competenties binnen de Stichting MarCanT, maar met name om binnen de scholen het accent te leggen op onderwijskundige aansturing, zullen een aantal zaken op bovenschools niveau geconcentreerd worden: Communicatiebeleid, PR en marketing; Personeels- en formatiebeleid; Financiën (allocatie beschikbare middelen); Huisvestingszaken en exploitatie gebouwen; Onderwijskundig beleid; ICT beleid, waaronder begrepen websites en strategische leermiddelen; Projectmatige activiteiten op Stichtingsniveau; Begeleiding studenten en startende leerkrachten; Opleiden nieuwe medewerkers. d) Op basis hiervan kent het CvB de volgende verantwoordelijkheidsgebieden: Visie en identiteit; Kaderstelling, controle en facilitering; Allocatie financiële middelen o.b.v. door het bestuur vastgestelde criteria; Facilitering m.b.t. leeromgeving, leermiddelen en inhoud onderwijs; Vaststelling en monitoring van didactische concepten (schoolniveau); Kwaliteitszorg; Personele invulling en IPB; Bundelen inkoopkracht en centrale inkoop wat betreft strategische leermiddelen; Consistentie in uitstraling naar markt. Het bovenstaande moet worden gerealiseerd via een smal bovenschools bestuur, daarbij ondersteund door een aantal parttime stafdiensten. Het gaat daarbij maximaal om 3 fte’s. e) De onderliggende scholen zijn een arbeidsorganisatie binnen een gemeente en/of wijk waar de uitvoering van het door de Stichting gedefinieerde beleid plaatsvindt. De schooldirecties hebben een adviserende rol wat betreft beleidsvoering op Stichtingsniveau. f) Op individueel schoolniveau is het mogelijk om een specifieke identiteit te behouden of te creëren indien dit past binnen de omgeving. g) Betrokkenheid van ouders vindt plaats middels de wettelijke regeling in dezen zoals vertegenwoordiging op schoolniveau en via de GMR, maar daarnaast vindt de Stichting de klantpositie van ouders, en daarmee het kind, van wezenlijk belang. 4.2. M.b.t. de onderwijsprestaties a) Iedere school voldoet minimaal aan de door het ministerie OC en W gestelde eisen. Indicatoren: kwaliteitszorgsysteem (zelfevaluatie), referentieniveaus, leerlingenvolgsysteem, inspectierapporten, jaarverslag. De kwaliteitskaart van de onderwijsinspectie is de basis voor het volgen van de prestaties van de individuele school. Deze is uitgangspunt voor het intern kwaliteitssysteem en gebaseerd op feiten, enquêtes en waarnemingen van derden. Minimale eis is dat op alle gebieden positief gescoord wordt (d.w.z. ‘groen’ in alle vakjes).
Jaarverslag 2014
7
b) Schoolplannen Indicatoren: Iedere 4 jaar ontstaat een schoolplan waarin het onderwijskundige beleid wordt weergegeven, incl. taakstellende beleidsdoelen inzake onderwijs, personeel en ouders. Deze doelen zijn gerelateerd aan het beleidskader van de Stichting; c) Effectieve aansluiting bij het Voortgezet Onderwijs Indicatoren: Jaarlijkse terugrapportage vanuit VO scholen waarin helder wordt in hoeverre leerlinggedrag en – resultaten conform de door het basisonderwijs aangegeven pretenties en voorspellingen zijn geweest; d) Prognosticeren van onderwijsresultaat op leerling-niveau Indicatoren: Systematisch aanreiken van CITO- gegevens aan ouders/verzorgers met het oog op zo vroeg mogelijke voorspelbaarheid richting voortgezet onderwijs; e) Passend Onderwijs Indicatoren: Elke school heeft een Schoolondersteuningsplan waarin de grenzen van onderwijs naar boven en beneden wordt beschreven; f) Opbrengsten gericht werken Indicatoren: Door gerichte verbetertrajecten de opbrengsten op de basisvaardigheden lezen, taal en rekenen minimaal op het niveau van de inspectienorm brengen. Voortgang monitoren met Early Warning System; g) Meten klanttevredenheid Indicator: realiseren van een klanttevredenheid, waarbij 90% van de klanten (ouders/kinderen) een waardering geeft van >8 op een schaal van 10 op gebieden van kwaliteit, veiligheid, onderwijsaanbod en sfeer; h) Iedere school biedt Plusprofiel aan Indicatoren: een uitvergroot specifiek profiel is ‘alom’ zichtbaar in organisatie en in PR van de school: men herkent de school en de Stichting aan de beoogde kwaliteiten; i) Samenwerking met bedrijven/instellingen of voortgezet onderwijs Indicatoren: Practica in en met de diverse vormen van VO. 4.3. M.b.t. personeel Het personeel is binnen het onderwijs de kritische succesfactor bij uitstek. Om deze kritische succesfactor te optimaliseren is goed (integraal) personeelsbeleid noodzakelijk. Het integrale personeelsbeleid (IPB) richt zich op het creëren en behouden van betrokken en goed gekwalificeerde schoolteams met als basis het leveren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs met een hoog onderwijsrendement, onder leiding van professioneel management. Het personeelsbeleid is competentie georiënteerd: het beroepsprofiel SBL ligt aan de basis van de opleiding (ROC en PABO), daarna is sprake van het onderhouden en ontwikkelen ervan. De ontwikkeling in het beroep wordt gezien als een ontwikkeling van de eigen kwalificaties op basis van de functie en toebedeelde taken in combinatie met de geboden en zelf gecreëerde mogelijkheden. Tevens zal er veel aandacht besteed worden aan een effectieve inzet en het werkplezier van de leerkrachten. Aandachtsvelden voor ontwikkeling: a) Competentiemanagement en scholing Helder definiëren van gewenste competenties op basis van kwaliteit-, onderwijs- en plusprofiel en middels Persoonlijke Ontwikkel Plannen (POP) en E-coaching hier inhoud aan geven. Het POP zal onderdeel zijn van de functionering- en beoordelingsgesprekken. Tevens kunnen leerkrachten op basis van hun specifieke competenties in toenemende mate meer Stichtingsbreed ingezet kunnen worden. Scholing op basis van schoolprofiel en eigen voorkeur ligt eraan ten grondslag; b) Taak- en functiedifferentiatie Invoering functiemix wordt vervolgd. Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende functies c.q. functiegroepen. Dit gebeurt intra school, maar vindt ook op Stichtingsniveau plaats. Functiedifferentiatie dient gekoppeld te zijn aan competentiemanagement, maar eveneens aan concrete doelstellingen; c) Leeftijdsbewust Personeelsbeleid Zowel oudere als jongere werknemers dienen op een adequate wijze ingezet te worden op basis van hun levensfase, expertise en competenties. Hiermee kan het werkplezier vergroot worden; d) Opleidingen Via deelname aan het opleiden van PABO-studenten ontstaat aandacht voor de beroepskolom. Door participatie in het curriculum ontstaat wisselwerking met de praktijk. In het opleidingsplan van de Stichting is voorzien in aansluitende begeleiding na de fase Jaarverslag 2014
8
e)
f)
van start bekwaam. Meerjarenformatieplan Om inhoud te kunnen geven aan bovengenoemde doelstellingen zal er op basis van demografische gegevens meer duidelijkheid dienen te zijn over de toekomstige instroom en uitstroom van personeel. Medewerkertevredenheid Stichting MarCanT wil erkend worden als een uitstekende werkgever en dit dient tot uiting te komen in de medewerkertevredenheid (score ≥ 80%). Periodiek zal hiernaar onderzoek gedaan worden.
4.4. M.b.t. huisvesting en vestigingsbeleid a) De schoolgebouwen van de tot de Stichting MarCanT behorende scholen dienen een visitekaartje te vormen voor (potentiële) ouders. De inrichting en uitstraling van het gebouw en het speelterrein zijn onderdeel van de geboden topkwaliteit; b) Met betrekking tot het vestigingsbeleid geldt een dilemma van kleinschaligheid vs. bedrijfseconomische mogelijkheden. Zolang het budgettair haalbaar lijkt te zijn, zullen dislocaties opengehouden worden. Dit zal jaarlijks systematisch en strategisch beoordeeld worden; c) Met de gemeenten wordt via op overeenstemming gericht overleg (OOGO) over gemeentelijk onderwijsbeleid gesproken. Daarbinnen past strategische huisvestingsplanning. Afhankelijk van de hoogte van de belangstellingspercentages spelen wij in die strategie een rol; d) Op lokaal niveau is het zinvol samenwerking te zoeken met andere scholen wat betreft vestiging onder één dak, met discussie over de vraag op welke wijze behoud van eigen identiteit toch de onderwijsinhoudelijke samenwerking kan worden gezocht; Bij nieuwbouwwijken bepaalt de overheid wie een BRIN-nummer krijgt. Afhankelijk van het marktpotentieel zal overwogen worden of het haalbaar is om in eerste aanzet zelf een locatie te openen of een partner van een andere denominatie te zoeken. 4.5. M.b.t. inkomsten en uitgaven a) Ondanks een vergrijzende samenleving en dus krimp van de bevolking, is ons streven om het leerlingenaantal te stabiliseren en daar waar mogelijk is groei te realiseren. Groei op elke locatie is echter geen reële optie meer. Ander aspect van groei: blijvende zoektocht naar integratieve samenwerking; b) Inkomsten en uitgaven dienen in principe jaarlijks in balans te zijn. Vrije reserves, ontstaan vanuit het verleden en/of door overschotten op jaarbasis, zullen aangewend worden voor investeringen die geen structureel karakter hebben. Deze investeringen zullen gedaan worden ten behoeve van scholing en onderwijskundige infrastructuur in de brede zin des woords. Als basis wordt een solvabiliteit gehanteerd van ca. 55% ( de landelijke norm); c) Middelen zullen ingezet worden op basis van vooraf vastgestelde en begrote behoefte van de scholen. Op Stichtingsniveau wordt de toewijzing van de middelen bepaald, rekening houdend met de wettelijke kaders en financiële mogelijkheden in dezen; d) Het aanwenden van vrij ter beschikking staande middelen (ook Stichting Financiering) is ter discretie van het CvB na goedkeuring van de RvT; e) Budgettering op schoolniveau dient meer vraaggestuurd opgezet te worden, waarbij bepaalde budgetten aan het schoolbudget toegevoegd worden. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid van de onderwijskundige leiding van de school vergroot. Individuele schooldirecties krijgen hiermee meer zelfstandigheid qua besteding van middelen en er wordt recht gedaan aan een stuk ondernemerschap. Uiteraard dient men de inzet van de financiële middelen vooraf te begroten en beargumenteren; f) Er dient een adequaat Management Informatie Systeem ontwikkeld te worden. Het MIS dient aan te sluiten op het binnen de Stichting gehanteerde INK-model, waarbij gestreefd wordt naar een proces van continue verbetering en dit intern en extern te verankeren in alle lagen van de organisatie. Op een consequente manier wordt in alle lagen van de organisatie voortdurend gemeten of het gewenste resultaat bereikt is. Metingen in de hele keten zijn gebaseerd op voortdurende zelfreflectie en gericht op het signaleren van trends en ontwikkelingen. Op basis van trends neemt de organisatie maatregelen ter preventie en verbetering met aantoonbare positieve resultaten. Dit onderdeel wordt in de komende jaren verder uitgewerkt, na een update van ons kwaliteitszorginstrument INK.
4.6. Maatschappelijk ondernemen Als bestuur van de Stichting zijn we ons continu bewust van het maatschappelijk speelveld waarin wij ons bevinden en de noodzaak om op maatschappelijk verantwoorde wijze het onderwijs binnen de Stichting inhoud te geven. Dit onderwerp maakt tevens onderdeel uit van de dialoog die wij met andere betrokken partijen voeren. Jaarverslag 2014
9
5. Evaluatie voorgenomen beleid Bestuurlijke realisatie 2014 t.o.v. de voornemens. Het bestuur heeft zich in 2014 een aantal doelen gesteld waaraan is gewerkt. De resultaten staan op hoofdlijnen hierna vermeld, verdeeld onder de kopjes *bestuurlijk handelen *onderwijsprestaties *personele inzet *de samenwerking met partners *huisvesting- en vestigingsbeleid *inkomsten en uitgaven De uitwerking van e.e.a. is elders in dit jaarverslag te vinden. 5.1. bestuurlijk handelen onderwerp Bestuurlijke samenwerking met BSV verder uitbouwen met als einddoel fusie. Klim-op zelfstandig verder en uitbouwen onder MarCanT. Samenwerking MarCanT en Primato Hengelo (Wingerd/Waarbeek) Ondersteuningsprofielen opstellen voor iedere school. (Op niveau Samenwerkingsverband komen tot een nieuwe bestuurlijke constructie) Toezicht Passend Onderwijs
resultaat Het proces is rondom de zomervakantie enigszins gestagneerd. Doel is fusie per 1 januari 2016. De Klim-op bleek niet toekomstbestendig. School is per 1 augustus 2014 gesloten. Samenwerkingsschool is gerealiseerd in nieuw gebouw. Er is een nieuwe directeur aangesteld. Tweede versie ondersteuningsprofielen scholen zijn opgesteld. Studiemiddag directeuren en IB is geweest.
Bestuurder heeft zitting in RvT van SWV 23.02. Dir geldt voor alle besturen die niet in het bestuur van het SWV zitting hebben.
Visie Het karakter van de Stichting is inmiddels niet meer protestants-christelijk, maar open christelijk. Qua organisatie is sprake van een steeds grotere bedrijfsmatigheid: het kunnen sturen vanuit kengetallen. De gesprekken met BSV om te komen tot een bestuurlijke fusie hebben enige vertraging opgelopen, maar zijn weer hervat. Inmiddels wordt uitgegaan van een bestuurlijke fusie per 1 januari 2016. Per 1 augustus 2014 is er een samenwerkingsschool gestart tussen Primato en MarCanT. Deze samenwerking vindt plaats in een nieuwbouw van ’t Berflo in Hengelo. Er is een nieuwe directeur aangesteld om het proces van samenwerking goed te begeleiden. Kengetallen en kwaliteit In dit jaarverslag staan meer kengetallen waardoor er beter gebenchmarkt kan worden m.b.t. leerling-gegevens, personele inzet, uitgaven en inkomsten. Bedoelde aanzet is gegeven om meer verantwoord te kunnen sturen met deze getallen en hun opbrengsten. Mede daardoor is de uitkomst dat kostenbeheersing op grond van inkomsten voor de komende jaren moet leiden tot het saneren in het uitgavenpatroon (leegstand, dislocaties en boventalligheid). Profiel en uitstraling Onze scholen hebben steeds meer het karakter van een wijkschool gekregen, gebaseerd op een open christelijke signatuur. De bijdrage aan de wijk is bij voorkeur gebaseerd op betrokkenheid met als perspectief ‘brede school’, of zelfs IKC (integraal kindcentrum). Dit wordt binnen de gemeente Hengelo en Hof van Twente steeds meer vormgegeven. Een extern bureau heeft een nieuw huisstijl voor MarCanT ontwikkeld. Dit wordt verder via nieuwe websites (bovenschools en op schoolniveau) vormgegevens. Belangrijk is dat alle scholen dezelfde huisstijl uitdragen.
Jaarverslag 2014
10
5.2. onderwijsprestaties onderwerp Eind- en tussenopbrengsten op of boven inspectienormen.
Inspectie Toekenning arrangementen Hoogbegaafdheid Kinderen intensieve onderwijsbehoefte
Verdere uitbouw analyseren m.b.v. digitaal Early Warning System. Prestatiebox (actieplan Beter Presteren) Passend onderwijs voorbereiden: ondersteuningsprofielen opstellen, leerlingen met specifieke behoeften ontwikkelingsperspectief opstellen, voorlichting teams. Opbrengstgericht werken, scholing en ondersteuning (lezen, spelling, rekenen) Handelingsgericht werken en de 1 zorg route, in combinatie met invoering Passend Onderwijs Inschrijving en toelating van leerlingen Ouderbetrokkenheid Uitbouw aantal academische basisscholen Opleiden in de school voortzetten, nu subsidie wordt voortgezet. Een paginaplan als basis voor de schoolplannen van de individuele scholen Project versterking samenwerking 240000 in drie jaar,- Duurt nog 2 jaar Begeleiden, samen met OPOA: 60 effectieve plaatsen (structureel 60 x PABO Lio studenten), samen tussen de 80 en 140 t.b.v. subsidie van € 200.000. Aantal masters in opleiding uitbreiden
Jaarverslag 2014
resultaat drie scholen hebben in 2014 op de cito eindtoets onder de norm gescoord. Op twee scholen (De Wingerd Beckumerstraat) en De Rannink heeft de inspectie een kwaliteitsonderzoek afgelegd en alleen De Wingerd Beckumerstraat heeft nog het predicaat zwak gekregen. Behalve De Wingerd Beckumerstraat hebben alle scholen een basisarrangement. Beleid is nog niet van de grond gekomen. Momenteel hebben we binnen MarCanT 5 kinderen vanuit cluster 1 en 2 met leerlinggebonden financiering (rugzak). Vanuit cluster 3 en 4 hebben we momenteel 9 leerlingen met leerlinggebonden financiering, waarbij voor vijf leerlingen, vanaf augustus 2015, gebruik gemaakt zal gaan worden van een arrangement. De zesde leerling zal, hoogstwaarschijnlijk, vanuit het solidariteitsfonds bekostigd gaan worden. De leerlingen vanuit cluster 3 en 4 vallen onder de wet Passend onderwijs. Analyse gebeurt nu vanuit Cito LVS. Zie hoofdstuk 6.9.
Eind 2013 heeft iedere school een eerste ondersteuningsprofiel ingevuld. Begin 2014 zijn deze geactualiseerd en aan de medezeggenschap voorgelegd. Voor leerlingen die een arrangement vanuit het bestuur ontvangen, wordt binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Is een continu proces en vindt vanuit Vlam plaats of specifiek vanuit de scholen. De analyses van de opbrengsten vormen de aanzet tot het opstellen van handelingsplannen die op een verhoging van de opbrengsten zijn gericht. Alle Ib-ers zijn geschoold en tijdens studiedagen komen deze onderdelen aan de orde. De 1 zorgroute is uniform binnen de sub-regio van het nieuwe SWV. Is besproken met de directeuren met het oog op de zorgplicht per 1 augustus 2014. Dit onderwerp maakt deel uit van het project Versterking Lerarenopleidingen en scholen. Tot nu toe zijn De Rank en De Regenboog academische basisschool. Dit project is in 2014 verder uitgebouwd en maakt deel uit van het eerder genoemde project Versterking Samenwerking Lerarenopleidingen en scholen. Dit traject is niet goed verlopen door o.a.vele wisselingen van directeuren. Begin 2015 is dit via een ander extern bureau opnieuw opgestart. Start deelname door MarCanT aan de regeling Versterking Samenwerking, besturen en opleiding. aug.2014 is consortium Twente West ingericht waar MarCanT deel van uitmaakt. Dit ontvouwt additionele structurele bekostiging van 230000 per jaar. OPOA is de penvoerder. Beheert gelden. Hiervan wordt Maarten een dag betaald Heet nu regionaal programmaleider. Resterend bedrag wordt besteed aan de begeleiding van studenten. Zit in de formatie va schoolopleiders Na een aanvankelijke vlotte start is de deelname in 2014 gestabiliseerd.
11
Resultaten Alle scholen hebben dit jaar via het jaarverslag inzage gegeven in hun belangrijkste ontwikkelingen en in hun CITOresultaten, zoals die behaald zijn bij de kernvakken. Het benchmarken gebeurde door de afzonderlijke school te vergelijken met de eigen landelijke referentiegroep. Niet al onze scholen voldoen aan de inspectienormen en laten een grote diversiteit zien. Gerichte nascholing op het gebied van opbrengstgericht werken moet de opbrengsten verhogen. Kwaliteit Via Cito LVS worden de leerlingresultaten bovenschools gemonitord via de werkgroep kwaliteit. Hierdoor is er nog meer inzage in de actuele stand van zaken betreffende de diagnostische cyclus (dus: signalen van school/groep/leerling worden verwerkt in te evalueren acties). Ook worden actieplannen door de scholen opgesteld om de opbrengsten, daar waar het nodig is, te verhogen. Profiel en uitstraling Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel waarin het de zorg op school beschrijft. 5.3. personele inzet onderwerp Meerjarenformatieplan Inclusief evt. RDDF-plaatsing en – ontslagen en mobiliteit Beter monitoren werkelijk inzet aantal fte’s per jaar (“verrassingen” uitbannen!!) Flexibele schil in formatie creëren met het oog op toekomstige terugloop in leerlingenaantallen en bezuinigingen. Onderzoek naar het invoeren van werkgelegenheidsbeleid Functiemix: per 1 augustus 2014 40% leerkrachten in LB Ziekteverzuim monitoren i.v.m. eventuele malus vervangingsfonds Gesprekkencyclus: a) Functionerings-gesprekken b) Beoordelings-gesprekken Personeelsdossiers schoolniveau: beschikbaar en op orde Professionalisering directeuren
Scholing directeuren op het gebied van Vaardigheidmeting instructiegedrag bij leerkrachten VHM. Kweekvijver leidinggevenden en IB-ers
resultaat Is opgesteld en conform plan wordt het uitgevoerd. Door extra middelen overheid in het kader van de zorgmiddelen in najaar 2014 is het plan inmiddels achterhaald. Lukt steeds beter om conform de begrote formatie te werken. Overschrijdingen zijn goed te voorzien en blijven binnen de perken. Flexibele schil is nu gecreëerd door de inzet van payroll constructie. In de toekomst overwegen of korte tijdelijke benoeming niet goedkoper is. Daarnaast de inzet van het transfercentrum in het kader van de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Is i.v.m. onderzoek naar fusiemogelijkheden blijven liggen. Wordt binnen het fusierapport geregeld. Moeten constateren dat, na een aanvankelijk vlotte start, het percentage niet gehaald is. We zitten op dit moment op een percentage van 29%. Over 2014 is het ziekteverzuimpercentage slechts 4%. Dit is ruim onder het landelijke gemiddelde. De cyclus is ingevoerd en is in korte tijd door alle directeuren goed geïmplementeerd. De cyclus wordt op alle scholen en op bestuursniveau goed uitgevoerd. Allemaal gedigitaliseerd en op orde. Digitalisering van de dossiers op schoolniveau hopen we voor de zomervakantie af te ronden. Blijft wat achter. Op eigen initiatief komen de directeuren niet tot voldoende scholing. Per 1 januari 2018 is er vanuit de CAO de verplichting tot registratie bij het Schoolleidersregister. Hier horen harde eisen qua scholing bij. Komend schooljaar wordt van al onze directeuren in kaart gebracht wat hierin hun stand van zaken is. In 2013 hebben 3 directeuren zich hierin bekwaamd en zijn gecertificeerd. In 2014 hebben een drietal andere directeuren gekozen voor een andere scholing op het gebied van beoordeling tijdens klassenbezoeken. Op dit moment nog 1 leerkracht die de Magistrum opleiding doet. Qua IB brengen we dit schooljaar de beoordeling bovenschools in kaart door 360 graden feedback en onderzoeken we de mogelijkheid voor de functie van IB i.p.v. taak.
Personele inzet De personele inzet in termen van aantallen, functies, inschaling en de verdeling in leeftijdscategorieën ligt voor.
Jaarverslag 2014
12
Opleiden Het opleiden van studenten is uitgedrukt in een taakstelling en wordt van overheidswege gefinancierd omdat de taakstelling -zoals geformuleerd is in de projectperiode- afgerond is op het niveau van excellent. Streefcijfer voor opleiden: ca. 80 studenten ROC/PABO. Dit aantal fluctueerde steeds tussen 60 en 70 vanwege de constante in- en uitstroom van studenten. Convenant Met de PABO is een convenant gesloten: we garanderen adequate begeleiding voor minimaal 60 opleidingsplaatsen. De overheid heeft het convenant opengebroken per 1-8-2011: er zullen dan minimaal 80 studenten moeten worden opgeleid. Dit ging niet lukken: daarom werd er een nieuw convenant afgesloten met openbaar onderwijs Almelo (OPOA). Samen met OPOA Almelo wordt het aantal (80-120) wel gehaald om subsidie veilig te stellen. In 2013 is er een nieuw convenant afgesloten waarin 15 besturen deelnemen in het kader van Versterking Samenwerking Lerarenopleidingen en scholen. Dat betekent dat de studenten over meer scholen zullen worden verdeeld en iedere school een bedrag per student zal ontvangen. Klachten Voor klachten is een procedure. Daar is in formele zin dit jaar geen gebruik van gemaakt. Klachtafhandeling gebeurt doorgaans via rechtstreekse contacten en niet via een schriftelijke procedure. Mobiliteit Mobiliteit is een jaarlijks thema dat met name speelt na de inventarisatie van personeelswensen (februari). Dit jaar zijn er 13 personeelsleden van school veranderd, een groot deel betreft verplichte mobiliteit i.v.m. het sluiten van basisschool de KlimOp in Oldenzaal. 5.4. samenwerking met partners onderwerp Bestuurlijke samenwerking andere besturen in Hengelo, Borne en de Hof van Twente Samenwerking Primato Hengelo
resultaat De gesprekken inzake bestuurlijke fusie met Bornse Schoolvereniging zijn in volle gang. Streven bestuurlijke fusie per 1 januari 2016 Samenwerkingsschool in Berflo Es is gerealiseerd. Bestuur, personeel en ouders werken aan een fusie per 1 augustus 2015.
Algemene samenwerking Door de krimp van het aantal leerlingen wordt actief gezocht naar partners. Hierbij wordt er buiten de zuil van denominatie gekeken. Denominatie wordt meer op schoolniveau bepaald. Een groter volume van leerlingen zorgt voor kwaliteit van onderwijs en betere facilitering. Integratie Voor WSNS geldt dat bestuurlijke samenwerking geïntensiveerd en geïntegreerd wordt: alle kinderen uit de regio krijgen onderwijs en daaraan gekoppelde zorg op maat onder nadrukkelijke integrale verantwoordelijkheid van alle besturen!! Bedoelde ontwikkeling loopt parallel met het landelijk beleid inzake de zorgplicht. Passend onderwijs vraagt -naast afstemming van leerlingenzorg tussen de scholen van de Stichting- regionale afstemming op basis van postcodegebieden. Deze indeling behelst de hele regio Zuid Oost Twente en telt 37.000 leerlingen. Stichting-intern wordt gewerkt aan verbetering van de zgn. 1-zorgroute onder aansturing van de ‘eigen’ orthopedagoog, met medewerking van de interne begeleiders en de onderzoeksassistent. Tevens is er aansluiting bij het Expertiseteam van de Dr. Schaepmanstichting, zodat, externe dienstverlening rond zorgleerlingen steeds minder behoeft te worden ingekocht.
Jaarverslag 2014
13
5.5. huisvesting en het vestigingsbeleid Specifiek Resultaat Beslissen per kleine locatie over Beleidsstuk “Kleine scholen” is nog niet binnen de diverse gremia perspectief op middellange termijn besproken. i.v.m. krimp Uitvoering Groot Onderhoud 2014: € 43.949 Bouw Berflo Es is op 1 augustus 2014 gereed.
Er is wat minder planmatig onderhoud uitgevoerd dan in eerste instantie ingeschat. Op 1 augustus 2014 is de samenwerkingsschool gestart op Berflo Es. Er is een nieuwe directeur voor de school benoemd. Personeel en ouders Wingerd zijn actief betrokken bij het vormgeven van de school.
Inrichting ‘t Berflo
Er is nieuw meubilair beschikbaar voor de school. De digitale inrichting is voor kosten van de gemeente gekomen,. Dit geldt eveneens voor de centrale ruimtes. Kosten opening, verhuizing e.d. zijn naar rato gedeeld.
Onderhoud Het onderhoud aan de scholen wordt uitgevoerd op basis van de analyses van bureau Thero, na advisering door ‘onze eigen’ deskundige. Het budget is de norm, maar beredeneerd afwijken kan altijd binnen zekere grenzen: dit gebeurde ook dit jaar. Er is niet meer geïnvesteerd in gebouwen die wellicht gesloten gaan worden i.v.m. nieuwbouw (De Wingerd, Zonnebloem). Per 1 januari 2015 is de zorg voor het buitenonderhoud bij de besturen neergelegd. Nieuwe scholen Het nieuwbouwplan van de Prins Constantijn is in 2011 afgerond, maar er blijven drie jaar na dato zorgen rondom de verwarming van het gebouw. Er wordt verder gekeken hoe de problemen opgelost kunnen worden. Hierbij wordt ook gekeken naar een ander installatiebureau. 5.6. inkomsten en uitgaven Financieel beleid (kengetallen) Specifiek Monitoren uitgaven directies m.b.t. materiële en personele uitgaven Meerjarenbegroting inkomsten en uitgaven Opstellen (meerjaren) liquiditeitsbegroting Opstellen van een risicoanalyse Geplande vervanging ICT hardware is volgens plan doorgevoerd. Vermogen Stichting beheren Rabo / ING
Resultaat Scholen zijn met ingang van 2014 financieel autonomer geworden. Dit geeft meer ruimte voor eigen beleid en ondernemerschap. In 2014 is er door het ObT een geactualiseerde meerjarenbegroting opgesteld en besproken met de GMR, RvT Er is een duidelijk beeld van de liquiditeitsuitgaven en inkomsten. Er waren geen verrassingen gedurende 2014 Alle te verwachten risico’s voor de komende jaren zijn benoemd en eventuele gevolgen zijn berekend. Investeringsplan is gevolgd.
Alle spaartegoeden zijn ondergebracht in spaarrekeningen. Alle obligaties zijn van de hand gedaan. MarCanT is SEPA proof
De inkomsten en uitgaven zijn goed in beeld en voor de toekomst benoemd als al dan niet risicovol. Op schoolniveau zijn de directeuren betrokken bij de budgetten qua inkomsten en uitgaven. Dit zorgt voor besef waar risico’s voor de toekomst liggen, zowel op het personele als op het materiële vlak. De vertaling ervan op het niveau van de Stichting leidde tot de uitspraak dat ‘vooruitzien’ moet leiden tot het in balans zijn van de budgetten of tot het ‘structureel nemen van verlies’ op bepaalde locaties.
Jaarverslag 2014
14
6. Financiën De komende begrotingen en jaarverslagen zullen onder invloed van de uitkomsten van het rapport van de commissie Don (2009) worden opgesteld. Kernwoord daarin zal de kapitalisatiefactor zijn en professionalisering van de financiële kennis binnen de besturen. Sturen op risicomanagement wordt hoofdzaak, daarbij rekening houdend met zaken als; nieuwbouw, vergrijzing, terugloop leerlingenaantallen, sanering dislocaties, personele risico’s, onderhoud gebouwen, doordecentralisatie onderhoud gemeente, jubilea, Bapo, bestuur/management, groei, meubilair, ICT, etc..
6.1.
Financiële kaders Realisatie 2013
Begroting 2014
Realisatie 2014
Begroting 2015
3 3.1 3.1 3.1
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
8.555.753 39.510 467.208 9.062.471
7.931.239 30.000 484.797 8.446.036
8.139.336 36.631 384.673 8.560.640
7.991.346 30.000 258.486 8.279.832
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
7.126.802 202.040 618.740 671.388 8.618.970
6.867.601 186.398 654.013 736.378 8.444.390
7.159.623 182.522 593.508 658.932 8.594.585
7.065.505 179.691 736.275 626.165 8.607.637
443.501
1.646
-33.945
-327.804
64.768
25.500
23.472
20.000
508.269
27.146
-10.473
-307.804
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Netto resultaat
Jaarverslag 2014
15
6.2
Analyse exploitatieresultaat
Realisatie ten opzichte van de begroting Zie hieronder een overzicht van de realisatie en de begroting met de bijbehorende verschillen.
Geconsolideerde exploitatie
3 3.1 3.2 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Begroting 2014
Realisatie 2014
Verschil Real -/- Begr
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
7.931.239 30.000 484.797
8.139.336 36.631 384.673
208.097 6.631 100.124-
Totaal Baten
8.446.036
8.560.640
114.604
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
6.867.601 186.398 654.013 736.378
7.159.623 182.522 593.508 658.932
292.022 3.87660.50577.446-
Totaal Lasten
8.444.390
8.594.585
150.195
Saldo baten en lasten
1.646
33.945-
35.591-
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
25.500 -
25.857 2.385
357 2.385
Saldo financiële baten en lasten
25.500
23.472
2.028-
Exploitatieresultaat
27.146
10.473-
37.619-
Baten De totale baten (inclusief financiële baten) zijn € 114.961 hoger dan de begrote baten. Aan Rijksbijdragen OCW is € 208.097 meer ontvangen, de overige overheidsbijdragen zijn € 6.631 hoger, de overige baten zijn € 100.124 lager en de financiële baten zijn € 357 hoger. Rijksbijdragen OCW De hogere Rijksbijdragen zijn te verdelen in hogere Rijksbijdragen OCW (€ 98.014), lagere overige subsidies OCW (€ 38.194) en hogere ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen SWV (€ 123.236). De Rijksbijdragen zijn hoger doordat het Ministerie deze begin 2015 heeft bijgesteld voor het schooljaar 2014-2015. Vanaf augustus 2014 komen de baten van de nieuw opgerichte Samenwerkingsverbanden. Conform de richtlijnen van het Ministerie worden deze baten geboekt in de 3.1.4 categorie. Ook de voormalige leerlinggebonden financiering komt via de nieuwe Samenwerkingsverbanden. Deze baten waren echter wel volledig begroot bij de overige subsidies OCW. De hogere ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen zijn de eerder genoemde baten van het Samenwerkingsverband vanaf augustus 2014. Overige baten De overige baten zijn € 100.124 lager dan begroot. Ook deze afwijking wordt veroorzaakt door de veranderde richtlijnen van het Ministerie inzake het registreren van de baten van de nieuwe Samenwerkingsverbanden. Ten tijde van het opstellen van de begroting was deze nieuwe richtlijn nog niet bekend en zijn de baten derhalve begroot onder de overige baten. Jaarverslag 2014
16
Lasten De totale lasten (inclusief financiële lasten) zijn € 152.580 hoger dan begroot. Deze hogere kosten zijn op te splitsen in hogere personeelslasten (€ 292.022), lagere afschrijvingen (€ 3.876), lagere huisvestingslasten (€ 60.505), lagere overige lasten (€ 77.446) en hogere financiële lasten (€ 2.385). Personeelslasten De hogere personele lasten zijn te verdelen in hogere lonen en salarissen (inclusief uitkeringen) van € 279.924 en hogere overige personele lasten (scholingskosten en P&A) van € 12.098. Voor de hogere lonen en salarissen zijn een aantal redenen te geven. Ten eerste zijn er veel vervangingen geweest die niet declarabel waren bij het Vervangingsfonds. De tweede reden is dat er bij basisschool De Rank een personeelslid is aangesteld welke niet begroot was. Ook moeten de kosten van een personeelslid nog worden doorbetaald tot er een definitieve regeling getroffen is. Hier was in de begroting geen rekening mee gehouden. Daarnaast is er een afkoopsom betaald van € 10.000 aan een personeelslid en als laatste kan worden aangegeven dat er veel tijdelijke uitbreidingen zijn toegekend die niet begroot zijn. Dit allemaal samen maakt dat de loonkosten hoger zijn dan begroot. Op hoofdlijnen is de afwijking bij de overige personele lasten te splitsen in de volgende verschillen: -
Personeel niet in loondienst Scholingskosten Personeels- en arbeidsmarktbeleid
€ 97.782 hoger € 64.110 lager € 16.233 lager
De kosten voor personeel in loondienst zijn niet voldoende begroot. Bij de meeste scholen zijn medewerkers langer ingehuurd dan begroot en bij een aantal scholen zijn er meer mensen ingehuurd dan vooraf ingeschat. Op de scholingskosten is bespaard ten opzichte van de begroting. Een aantal vooraf ingeschatte scholingstrajecten zijn uiteindelijk niet gestart. Hierdoor zijn de kosten lager uitgevallen dan begroot. Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten zijn fors lager uitgevallen dan in eerste instantie begroot. De kosten voor energie en water zijn € 23.005 lager. Deze lagere kosten zijn voor een belangrijk deel te vinden bij de kosten voor electra. In 2014 is een afrekening ontvangen van Energiedirect uit 2012 wat een credit heeft opgeleverd van € 5.464. Daarnaast is de begroting net wat hoger ingeschat. Aan schoonmaakkosten is in totaal € 24.945 minder uitgegeven dan begroot. Hiervoor zijn geen heel duidelijk aanwijsbare oorzaken te geven. De werkelijke kosten zijn gewoon wat lager uitgevallen dan in eerste instantie begroot. Overige lasten Het verschil bij de overige lasten van € 77.447 ten opzichte van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door de bijdragen aan/vanuit het SWV. Ten tijde van het opstellen van de begroting was er rekening mee gehouden dat de gelden voor de lichte zorg die komen van het nieuwe Samenwerkingsverband weer zouden moeten worden afgestaan wanneer leerlingen werden doorverwezen naar het SBO. Het SWV heeft echter besloten dat dit de komende twee schooljaren niet hoeft. Derhalve zijn hiervoor geen kosten gemaakt in 2014. Wat daarnaast nog kan worden opgemerkt is dat de uitgaven aan licenties € 24.107 hoger zijn dan begroot en de uitgaven voor verbruiksmateriaal zijn € 25.773 lager. De methodes worden steeds meer digitaal en daardoor zie je een verschuiving optreden van verbruiksmateriaal naar licenties.
Jaarverslag 2014
17
Realisatie 2014 ten opzichte van 2013 Zie hieronder een overzicht van de realisatie 2014 en 2013 met de bijbehorende verschillen. De belangrijkste verschillen zullen daaronder worden toegelicht. Geconsolideerde exploitatie
3 3.1 3.2 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Realisatie 2013
Realisatie 2014
Verschil 2014 -/- 2013
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
8.139.336 36.631 384.673
8.555.753 39.510 467.208
416.4172.87982.535-
Totaal Baten
8.560.640
9.062.471
501.831-
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
7.159.623 182.522 593.508 658.932
7.126.802 202.040 618.740 671.388
32.821 19.51825.23212.456-
Totaal Lasten
8.594.585
8.618.970
24.385-
Saldo baten en lasten
33.945-
443.501
477.446-
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
25.857 2.385
67.519 2.751
41.662366-
Saldo financiële baten en lasten
23.472
64.768
41.296-
Exploitatieresultaat
10.473-
508.269
518.742-
Baten De totale baten (inclusief financiële baten) zijn € 543.493 lager dan in 2013. Aan Rijksbijdragen OCW is € 416.417 minder ontvangen, de overige overheidsbijdragen zijn € 2.879 lager, de overige baten zijn € 82.535 lager en de financiële baten zijn (€ 41.662) lager. Rijksbijdragen OCW De normatieve Rijksbijdragen OCW zijn € 404.171 lager. De belangrijkste redenen voor de verminderde baten zijn de daling van het leerlingaantal en de eenmalige extra baten die eind 2013 zijn overgemaakt door het Ministerie naar aanleiding van het herfstakkoord. De overige subsidies OCW zijn in totaal € 135.482 lager. Dit is te vinden bij de niet-geoormerkte subsidies en de leerlinggebonden financiering. Er zijn twee oorzaken voor de lagere niet geoormerkte subsidies OCW. De eerste is dat er in 2013 geld is ontvangen van het Ministerie inzake "bijzondere bekostiging professionalisering schoolleiders” ter waarde van € 24.038. De andere oorzaak is dat de subsidie voor impuls gebieden lager is uitgevallen mede door de opheffing per augustus 2013 van basisschool het Kompas. De leerlinggebonden financiering is lager omdat deze gelden vanaf augustus 2014 lopen via de nieuwe Samenwerkingsverbanden waardoor deze baten geboekt moeten worden onder de Rijksbijdragen OCW. Overige baten De overige baten zijn € 82.535 lager dan in 2013. De belangrijkste oorzaak betreft de eerder genoemde baten vanuit het Samenwerkingsverband die nu onder de Rijksbijdragen OCW geregistreerd dienen te worden. Dit heeft een verschil opgeleverd van € 95.378.
Jaarverslag 2014
18
Lasten In totaal zijn de lasten (inclusief financiële lasten) € 24.751 lager dan in 2013. Zie hieronder een toelichting van de belangrijkste verschillen. Personeelslasten In totaal zijn de personele lasten € 32.821 hoger dan een jaar eerder. Dit is te verdelen in net iets lagere lonen en salarissen (inclusief uitkeringen) van € 6.732 en hogere overige personele lasten van € 39.553. Het verschil bij de overige personele lasten is niet hoog, echter in de onderliggende posten zitten nog wel wat verschillen. Zie hieronder een uitsplitsing van de drie belangrijkste oorzaken: a) Personeel niet in loondienst b) Scholingskosten c) Overige lasten
€ 93.842 lager € 68.368 hoger € 52.090 hoger
Ad a Personeel niet in loondienst Hoewel de inhuur van extern personeel ten opzichte van de begroting fors is overschreden is er wel minder ingehuurd dan in 2013. Deze besparing was ook begroot, echter deze was wat te rooskleurig begroot. Ad b Scholingskosten In 2014 is fors meer ingezet op scholing ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Dit is ook terug te vinden in de hogere begroting. Ad c Overige lasten Het verschil t.o.v. 2013 voor de overige personele lasten is te vinden in 2013. Vanwege de overgang van administratiekantoor in 2013 kon er destijds éénmalig een bedrag van € 27.126 worden afgeboekt inzake een te hoge reservering voor te betalen vakantie-uitkering. Daarnaast is van de Belastingdienst € 31.153 terug ontvangen inzake teveel betaalde WAO-WIA premies. Afschrijvingen De afschrijvingslasten zijn € 19.518 lager dan in 2013. Hoewel er fors meer is geïnvesteerd zijn de afschrijvingslasten toch lager. Dit komt voornamelijk doordat er toch minder is geïnvesteerd dan dat er aan activa volledig is afgeschreven in 2014. Verder zijn er geen correcties of andere aanwijsbare oorzaken aan te geven voor de lagere lasten. Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn € 25.232 lager dan in 2013. Wat we hierbij zien is dat een aantal posten lager zijn uitgevallen. Zo is er voor € 18.851 minder uitgegeven aan energie en water, zijn de schoonmaakkosten € 31.300 lager en is er ook bespaard op de overige huisvestingslasten (€ 11.809 minder). Naast deze lagere posten was de dotatie aan de onderhoudsvoorziening wel hoger. Deze is, op basis van het meerjarenonderhoudsplan, € 24.672 hoger uitgevallen. Voor de lagere kosten van energie en water zijn twee oorzaken aan te wijzen. Ten eerste is er een credit ontvangen van Energiedirect inzake een jaarafrekening van 2012 ter waarde van € 5.464. Daarnaast zijn de voorschotbedragen wat lager in verband met de overgang naar een andere energieleverancier. De schoonmaakkosten zijn lager omdat in 2013 incidentele uitgaven zijn gedaan met name voor het schrobben en conserveren van linoleumvloeren. Dit is niet gebeurd in 2014. Ook de overige huisvestingslasten zijn lager vanwege incidentele uitgaven in 2013 die niet of minder zijn voorgekomen in 2014. Vanaf januari 2014 is er een onderhoudsvoorziening opgezet. Uit het onderliggende meerjarenonderhoudsplan is de dotatie gekomen die in 2014 ten laste van de exploitatie is geboekt. De lasten in 2013 betreffen de werkelijke lasten voor grootonderhoud. Dit omdat er destijds nog geen onderhoudsvoorziening was, maar een aparte reserve. Overige lasten In totaal zijn de overige lasten € 12.456 lager dan in 2013. Dit is te verdelen in lager administratie- en beheerslasten (€ 14.869), hogere lasten voor inventaris en apparatuur (€ 28.894) en lagere overige lasten (€ 24.961). Wanneer we inzoomen op de administratie- en beheerslasten dan valt op dat de lagere lasten veroorzaakt worden door minder lasten voor het administratiekantoor. Dit komt voornamelijk doordat de Stichting in 2013 wat extra nota’s heeft ontvangen van het voormalige administratiekantoor met name voor de afwikkeling van de jaarrekening van 2012. De uitgaven voor inventaris en apparatuur zijn hoger vanwege de uitgaven aan licenties. In de huidige tijd worden steeds meer methoden digitaal waardoor er minder aan verbruiksmateriaal wordt gekocht. Echter de uitgaven aan licenties worden hierdoor wel hoger. Dat is dan ook de reden voor de hogere uitgaven in vergelijking met 2013.
Jaarverslag 2014
19
De lagere overige lasten worden veroorzaakt door de uitgaven aan verbruiksmateriaal (€ 30.605 minder). De reden is de eerder genoemde verandering in de manier waarop methoden worden ingezet in de klas. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn behoorlijk wat lager dan in 2013. Dit komt doordat in 2013, conform de richtlijnen inzake beleggingen en beleningen, de destijds nog uitstaande deposito’s zijn opgeheven. Vanaf 2014 staan de overtollige middelen alleen nog op een spaarrekening. Dit brengt minder rente op. 6.3
Continuïteitsparagraaf
Kengetallen KENGETAL (stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Leerlingenaantallen
2014 8,80 103,16 5,69 1.560
2015 8 102 6 1.606
2016 8 99 5 1.568
2017 8 96 5 1.563 * prognose
Balans Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Totaal vaste activa:
2014
2015
2016
2017
1.116.710 1.116.710
1.269.519 1.269.519
1.252.947 1.252.947
1.166.465 1.166.465
Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen Totaal vlottende activa:
641.542 2.223.306 2.864.848
641.542 1.782.364 2.423.906
571.542 1.572.886 2.144.428
551.542 1.247.011 1.798.553
Totaal activa:
3.981.558
3.693.425
3.397.375
2.965.018
Passiva
2014
2015
2016
2017
2.1 Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserve Privaat Totaal eigen vermogen:
90 2.041.823 768.374 2.810.287
90 1.714.109 788.374 2.502.573
90 1.332.047 803.374 2.135.511
90 986.311 753.374 1.739.775
215.411 107.939 323.350
264.992 102.939 367.931
334.004 92.939 426.943
329.383 87.939 417.322
77.292
67.292
92.292
75.292
296.429 89.322 64.813 320.065 847.921
292.429 88.322 64.813 310.065 822.921
282.429 85.322 64.813 310.065 834.921
275.429 82.322 64.813 310.065 807.921
3.981.558
3.693.425
3.397.375
2.965.018
2.2 Voorzieningen Voorziening Groot Onderhoud Voorziening Jubilea Totaal voorzieningen: 2.4 Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal kortl. schulden: Totaal passiva:
Jaarverslag 2014
20
Staat / Raming van baten en Lasten BATEN Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten TOTAAL BATEN
2014 8.139.336
2015 7.991.346
2016 7.814.914
2017 7.624.648
36.631 384.673 8.560.640
30.000 258.486 8.279.832
30.000 206.771 8.051.685
30.000 177.704 7.832.352
7.159.623 182.522 593.508 658.932 8.594.585
7.065.505 179.691 736.275 626.165 8.607.636
6.857.141 191.272 768.147 617.277 8.433.837
6.652.215 190.982 764.814 635.167 8.243.178
Saldo Baten en Lasten
-33.945
-327.804
-382.152
-410.826
Saldo financiële bedrijfsvoering TOTAAL RESULTAAT
23.472 -10.473
20.000 -307.804
15.000 -367.152
15.000 -395.826
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN
Toelichting In het vervolg van het bestuursverslag wordt verder ingegaan op relevante ontwikkelingen en de te nemen maatregelen. De weergegeven raming van de baten en lasten is gedaan op basis van ongewijzigd beleid. Dit om aan te tonen aan de verschillende geledingen binnen de Stichting dat er in de toekomst daadwerkelijk maatregelen nodig zijn om de daling van het leerling aantal (de belangrijkste ontwikkeling voor de komende tijd) op te kunnen vangen. 6.4
Risico-analyse
Waar liggen voor Stichting MarCanT de meeste risico’s? Hierbij een opsomming van de verschillende bedrijfsonderdelen: Op het terrein van onderwijs De overheid heeft de bevoegdheid de bekostiging stop te zetten indien een bestuur niet in staat is kwalitatief goed onderwijs aan te bieden. De inspectie van het Onderwijs is namens de overheid het orgaan dat de kwaliteit beoordeelt. In 2014 heeft er een gesprek met de inspectie plaatsgevonden over de opbrengsten van de diverse scholen. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de eindopbrengsten en indien nodig naar de tussenopbrengsten. Scholen die boven de inspectienorm scoren krijgen een basisarrangement. Er kunnen ook attenderingen worden uitgegeven door de inspectie. Dit heeft te maken met het feit dat er een of tweemaal opvolgend onder de inpectienormen wordt gescoord. Basisarrangement is voor alle scholen van toepassing behalve De Wingerd Beckumerstraat. In 2014 is op een tweetal scholen een kwaliteitsonderzoek uitgevoerd en dat heeft geresulteerd in het feit dat de Wingerd B. het predicaat zwak heeft gekregen. De Rannink heeft een basisarrangement. Het gebruik van een EWS (Early Warning System) maakt het mogelijk de prestaties van alle scholen bovenschools te volgen. Alle scholen zijn inmiddels in een vergevorderd stadium met het invoeren van de resultaten. Voor zover nu bekend zijn de resultaten van met name de grotere scholen op voldoende niveau en laten kleine scholen zien hoe kwetsbaar men is in de scores. Op het gebied van begrijpend lezen zijn, ondanks verbeterstappen, de resultaten nog niet goed. Overigens is dit een landelijke trend, het landelijk gemiddelde scoort 0,2% onder het landelijk gemiddelde. Door de werkgroep kwaliteit zullen beleidsinterventies worden geïnitieerd. Ook zullen scholen met goede resultaten gekoppeld worden aan scholen die slechte resultaten behalen. Door het instellen van de werkgroep kwaliteit zullen resultaten beter gemonitord worden waardoor er sneller geïntervenieerd kan worden. De beleidsrichting van het opbrengstgericht werken op alle niveaus binnen de Stichting moet er toe bijdragen dat de lat op de scholen nog wel wat hoger gelegd mag worden. Met onze leerlingenpopulatie mogen we dan ook deels verwachten dat we voor de komende jaren op of boven de landelijke gehanteerde norm van de inspectie zullen blijven, maar met name voor de kleine scholen en scholen met veel allochtone en zorgleerlingen zal dit best een hele opgave worden. Passend onderwijs wordt wat dat betreft een enorme uitdaging.
Jaarverslag 2014
21
Conclusie: er is bezorgdheid over het feit dat we op de korte termijn risico lopen op het terrein van de kwaliteit van het onderwijs op De Wingerd Beckumerstraat. Op het terrein van financiën en huisvesting Op het moment van dit schrijven kan de Stichting de exploitatiestand van 31 december 2014 vaststellen. Daar staat een klein negatief resultaat van ca. € 10.473, afgezet tegen een verwachte begroting van € 27.146. Dit is uiteindelijk een zeer acceptabel resultaat. Het betaalritme vanuit Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van O,C&W verloopt maandelijks en daarmee in de pas met de uitbetaling van ons personeel, verreweg onze grootste uitgavenpost. De uitbetaling van het vakantiegeld in mei en de eindejaaruitkering in december wordt in deze maanden ook vooraf aan de Stichting uitbetaald. Deze wijze van uitbetaling draagt er zorg voor dat een schoolbestuur zich tot op zekere hoogte niet zoveel zorgen hoeft te maken over haar liquiditeit. De stand van de liquide middelen(banksaldo) per 31 december 2013 bedroeg ongeveer 2,5 miljoen euro. Aan het eind van het boekjaar 2014 is deze stand gezakt naar ruim 2,2 miljoen euro. Dat betekent dat we boven de landelijke norm van 3,38% zitten. De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigenvermogen en vreemd vermogen en verschaft zo inzicht in de financieringsopbouw. Het geeft aan in hoeverre aan de verplichtingen op langere termijn kan worden voldaan. De solvabiliteit 1 was op 31 december 2013 70%. De landelijke streefwaarde is 55% en solvabiliteit 2 (inclusief voorzieningen) was eind 2013 77%, afgezet tegen de landelijke norm van 71%. In beide gevallen mogen we concluderen dat we aan onze langdurige verplichtingen kunnen voldoen. In 2014 zullen deze waardes, naar verwachting, een lichte stijging laten zien. De commissie Don adviseert niet langer te sturen op weerstandsvermogen, maar op de kapitalisatiefactor. De definitie van de kapitalisatiefactor is het totale vermogen minus gebouwen en terreinen als percentage van de totale baten. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen het totale vermogen (actiefzijde van de balans) minus gebouwen en terreinen en de totale baten. Het geeft aan of onderwijsinstellingen een deel van het kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de invulling van hun taken. Gezien de grootte van ons bestuur is de landelijke streefwaarde 35%. Deze was 1 december 2013 44%. Conclusie: financieel gezien lopen we nog goed in de pas en zitten we, afgaand op de cijfers van eind 2012 en de verwachte cijfers van het boekjaar 2013 en afgaand op de kapitalisatiefactor, goed. We kunnen stellen dat we ons geld efficiënt hebben ingezet en dat onze bankrekening niet buitensporig hoog is. Onze meerjarenbegroting laat zien dat we de komende jaren, bij ongewijzigd beleid echter wel onder druk komen te staan. Het is noodzaak dat we ons houden aan deze prognoses anders gaan we de gevarenzone opzoeken. Zoeken naar schaalvergroting om te anticiperen op de verwachte daling van het aantal leerlingen is voor MarCanT een must. De Stichting heeft zich in de afgelopen jaren keurig gehouden aan de MOP (meerjaren onderhoudsplanning) m.b.t. de huisvesting. Op alle scholen hebben de nodige verbouwingen plaatsgevonden in het kader van de gemeentelijke regeling onderwijskundige vernieuwingen. Twee scholen vallen buiten dit onderhoud, namelijk Wij Wingerd/Waarbeek en De Rank in Hengelo. Deze scholen worden gehuurd van de gemeente Hengelo. Het onderhoud zit in de huurprijs verdisconteerd. Er is inmiddels een aanbod van de gemeente Hengelo om De Rank v.w.b. exploitatie over te nemen. Aangezien het gebouw nog vrij nieuw is zal het bestuur hierover positief beslissen waardoor er grotere kansen zijn om te ‘ondernemen’. In Goor is in 2011 een nieuw schoolgebouw betrokken van de Constantijn. Dit schoolgebouw zal de komende jaren weinig onderhoud vergen. De situatie rond het binnenklimaat is nog niet opgelost. We blijven met de adviseurs, Co² en verwarmingsbedrijven in gesprek. De twee overige scholen in de gemeente Hof van Twente staan er goed bij. Met de gemeente Hof van Twente is MarCanT in gesprek over nieuwbouw in Markelo, samen met de collega’s van het openbaar onderwijs (Opoa). Er is nog geen datum voor nieuwbouw genoemd, maar wel heeft de gemeente kredieten beschikbaar gesteld voor onderzoek, voorbereiding en uitvoering. Naar verwachting zal de realisatie pas over een jaar of vier plaats gaan vinden. In Borne beheren we twee scholen: De Regenboog en De Zonnebloem. Per 1 augustus zal De Zonnebloem worden afgestoten. De kinderen zullen naar een vrij nieuw schoolgebouw gaan, samen met de Stichting KOMT en BSV. De Regenboog is up to date. In Hengelo beheren we 3 scholen: De Bron, De Dr. A. Kuyperschool en De Wingerd (locatie Beckumerstraat). Momenteel is er een houtconstructie voor De Rank en Wij Wingerd/Waarbeekschool. De Wingerd, locatie Beckumerstraat en de Dr. A. Kuyperschool zijn beiden oudere gebouwen. Beide gebouwen hebben echter geen achterstallig onderhoud, wel baart de verwarmingsketel van de Wingerd enige zorgen, maar deze is allang afgeschreven. Er zal nog even worden gewachte met vervanging i.v.m. de toekomst van deze locatie. Verder zijn alle scholen goed verzekerd tegen brand en calamiteiten. Er zijn geen redenen aan te nemen dat we hier risico’s lopen. Vanaf 2014 is een onderhoudsvoorziening in het leven geroepen. Dit is gebeurd op basis van het Jaarverslag 2014
22
meerjarenonderhoudsplan. Middels deze voorziening wil de Stichting ervoor zorgen dat de scholen voldoende middelen hebben om de huisvesting op pijl te houden de komende jaren. Per 1 januari 2015 is ook het buitenonderhoud worden gedecentraliseerd en komen de risico’s en kosten voor rekening van de schoolbesturen. Dit vraagt de nodige voorbereiding, omdat de gevolgen moeilijk zijn te overzien. Er zal een bureau worden gekozen dat zowel binnen- als buitenonderhoud voor de Stichting zal coördineren. Conclusie: we lopen geen risico’s in de huisvesting. De bouwkundige staat van alle scholen is goed. Het feit dat de besturen ook het buitenonderhoud moeten gaan uitvoeren brengt enige financiële risico’s met zich mee. Op het terrein van personeel en organisatie Over het algemeen kunnen we stellen dat onze organisatie enigszins kwetsbaar is. Dit heeft o.a. met het aantal kleine scholen, dislocaties en de krimp en de dientengevolge eventuele rddf plaatsingen te maken. Dit geeft onrust en vaak worden, door ons afvloeiingsbeleid, de jonge enthousiaste leerkrachten getroffen. In 2012 moesten de eerste twee leerkrachten gedwongen afvloeien en ook in 2013 zijn er wederom vijf jonge leerkrachten afgevloeid. De in 2014 in het rddf geplaatste leerkrachten zullen, als gevolg van de financiële impuls vanuit het herfstakkoord geen ontslag krijgen, ook een nieuwe ronde rddf-plaatsing is gelukkig niet nodig gebleken. Op het moment van schrijven, lopen er nog twee trajecten met leerkrachten waarbij een zgn. nulmeting is afgenomen. D.m.v. coaching hopen we dat deze leerkrachten weer een dusdanig niveau zullen halen dat ze op een verantwoorde wijze voor de aan hun toevertrouwde klas kunnen staan. Van één leerkracht hebben we in 2014 afscheid genomen na uitspraak van een kantonrechter. Een tweede leerkracht is eveneens via een juridisch traject grotendeels buiten de Stichting aan het werk gegaan. Op dit moment lopen er daarnaast nog twee juridische procedures om benoemingen te beëindigen. Door natuurlijk verloop verwachten we een uitstroom van ongeveer 3 fte in het schooljaar 2014/2015. Door de bank genomen kunnen we tevreden zijn over de kwaliteit van het management en het personeel op de werkvloer. Het ziekteverzuim onder het personeel van Stichting MarCanT was de afgelopen jaren vrij stabiel (rond de 6%) en zit onder de landelijke norm met ongeveer 4%. Weinig uitval is echt werk gerelateerd. Uit de kwaliteitsenquêtes en andere onderzoeken blijkt dat het personeel over het algemeen met tevredenheid werkt bij de Stichting. Wel blijkt ieder jaar opnieuw dat de werkdruk als hoog wordt ervaren. Met de nieuwe CAO 2014-2015 proberen we hier meer maatwerk voor te kunnen leveren. Elk jaar zijn er personeelsleden waar we gedwongen afscheid van moeten nemen. De ervaring leert dat het proces naar ontslag, hoe goed het dossier ook op orde is, geld kost. Het betreft hier voornamelijk de kosten van afkoop, outplacement en advocaatkosten. Hier zijn de kosten nog wel van te overzien, maar toch soms dusdanig hoog, dat we hierdoor toch interen onze reserves. We worden hierbij ondersteund door landelijke richtlijnen vanuit het ministerie die hoge vergoedingsregelingen niet meer mogelijk maken. Er blijkt steeds minder animo te zijn voor de taak van IB-er of ICT-er. Veel leerkrachten ervaren een combinatie van leerkracht en, met name, IB-er als erg zwaar (verantwoording, vraagbaak en administratieve druk). In schooljaar 20142015 is een 360 graden feedback gehouden onder alle IB-ers. Dit om de kwaliteit van de IB-ers in kaart te krijgen en te onderzoeken of mogelijkheden zijn om de IB als functie te beschouwen en IB-ers over meerdere scholen te laten functioneren waardoor ze geen lesgevende taken meer hoeven te doen en zich volledig op de expertise van IB te kunnen richten. We zien namelijk steeds meer dat de combinatie directeuren-IB een belangrijke schakel is voor de kwaliteit van het onderwijs. Vacatures worden alleen intern ingevuld, met uitzondering van directiefuncties. Voor leerkrachten is voldoende aanbod, maar eigen wachtgelders gaan altijd voor. Met de nieuwe Wet Werk en Zekerheid lopen we echter een risico met verplichtingen. Naar alle waarschijnlijkheid gaan we daarom de samenwerking aan met andere besturen rond het Transfercentrum Twente. Conclusie: er zijn geen tekenen dat we momenteel buitensporige of extra risico’s lopen op het terrein van personeel en organisatie. Wel dienen we jaarlijks rekening te houden met een mogelijke malus vanuit het Vervangingsfonds, met de komst van het Transfercentrum moet deze uitspraak opnieuw bekeken worden.
Jaarverslag 2014
23
6.5 Treasuryverslag a. Uitgangspunt Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 25 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010). Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. b. Doelstelling - De algemene doelstellingen van het treasury beleid luiden: het zorg dragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); - het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie); - het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); - het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); - het schoolbestuur treedt niet als bankier op. c. Instrumenten. Bij het voeren van het treasury beleid zijn de volgende treasury instrumenten toegestaan: Rekening courant Spaarrekening Deposito’s Staatsobligaties d. verantwoording. Het bestuur beschikt over een liquiditeit van € 2.223.306. € 1.692.935 staat op rekening van de Stichting Financiering MarCanT en is verdeeld over een aantal bancaire spaarproducten bij de Rabobank en de ING bank, zijnde zakelijke spaarrekeningen (ING) en een bedrijfsbonusrekening, doelreserveringssparen en vermogens sparen (Rabo). e. Informatievoorziening Twee keer per jaar (of zoveel vaker als de marktsituatie daartoe aanleiding geeft) rapporteert het CvB aan de RvT over de uitvoering van het treasury beleid. 6.6 Relevante ontwikkelingen Het leerlingenaantal van MarCanT vertoont een daling in 2014. Dit heeft te maken met het feit dat in 2014 De Klim-op is gesloten. Daling zal in de komende jaren onverminderd doorgaan, deels door natuurlijke factoren (vergrijzing, minder geboortes, minder belangstelling voor christelijk onderwijs, afstoten dislocaties, etc.). Om deze krimp tegen te gaan, zijn zoals genoemd, de fusiegesprekken gaande en daarnaast proberen we met het Transfercentrum deze risico’s te mijden, mensen aan het werk te kunnen houden en zelfs jonge leerkrachten een kans op de arbeidsmarkt te bieden. 6.7 Toekomstige ontwikkelingen Dat ook het onderwijs niet ontkomt aan de bezuinigingen als gevolg van de kredietcrisis, was te verwachten. De eerste bezuinigingen in 2010 op de post “ Bestuur en management” en de “ Groeiregeling” kosten de Stichting ongeveer € 120.000 op jaarbasis. Daar de Stichting, door het dalen van het leerlingenaantal en de extra kosten i.v.m. de vele dislocaties, toch al onder financiële druk staat, houden we ook in de toekomst nauwgezet de vinger aan de pols. Door een strak personeelsbeleid te hanteren, een personeelsstop en het saneren van formatief boventallig personeel (RDDF) wordt bespaard. Door de invoering van de functiemix moeten tussen 2010 en 2014 stapsgewijs 40% van de leerkrachten in schaal LB worden geplaatst. De overheid vergoedt hier echter slechts een deel van, de overige kosten komen voor rekening van de Stichting, oplopend tot ruim € 50.000 in 2014. De rente-inkomsten brachten de afgelopen jaren een behoorlijke duit in het zakje, maar nu de rente historisch laag is, kunnen we minder gebruik maken van deze inkomstenbron. De subsidie voor Opleiden in de school en Academische basisschool is tot 2016 toegekend. De inkomsten dalen echter van € 120.000 per jaar naar een bedrag van € 90.000 of lager, doordat er vanaf 1 augustus 2014 een bedrag per student wordt vergoed. Door een herstructurering is er een grotere deelname van meerdere besturen aan OIDS. Deze subsidie Jaarverslag 2014
24
mag besteed worden aan projecten (benoeming schoolopleiders), er worden geen eigen middelen aan toegevoegd. De Lio-ers ontvangen een vergoeding van € 200 per maand. De weglek van deze middelen wordt gecompenseerd door extra subsidies vanuit het project: Versteking Samenwerking Lerarenopleidingen en scholen. Er zal kritisch worden gekeken naar de levensvatbaarheid van de drie dislocaties binnen de Stichting. De Zonnebloem zal per 1 augustus worden afgestoten. De kinderen zullen overgeplaatst worden naar de locatie Wheele/Zeppelin. In de toekomst (vooruitlopend op de fusie met de BSV) zullen De Zonnebloem en De Zeppelin worden samengevoegd. 6.8 Verantwoording besteding Prestatieboxgelden 2014 In het voorjaar van 2010 heeft de PO-Raad het manifest ‘In tien jaar naar de top’ uitgebracht. De ambities die hierin verwoord zijn, komen overeen met de ambities van de bewindslieden van OCW, beschreven in de actieplannen ‘Basis voor Presteren’ en ‘Leraar 2020- een krachtig beroep!’ (voorjaar 2011). Deze gedeelde ambities vormen de basis voor het bestuursakkoord. Dit akkoord heeft tot doel de komende periode de opbrengsten van het primair onderwijs over de hele linie te verhogen. Door prestatieafspraken voor gerichte acties en door alle geledingen in het onderwijs in de juiste positie te brengen wil dit akkoord bijdragen aan een beter fundament voor alle leerlingen die het primair onderwijs verlaten. In de actieplannen van OCW Basis voor Presteren en Leraar 2020 is, mede op verzoek van de PO Raad, aangekondigd dat er afspraken zouden worden gemaakt met de sector over het verbeteren van de onderwijskwaliteit, gekoppeld aan een Prestatiebox. Deze werkwijze geeft schoolbesturen ruimte om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid te werken aan de onderwijskwaliteit op hun scholen met als uitgangspunt dat de planlast en de verantwoordingslast voor scholen en schoolbesturen beperkt blijft. MarCanT heeft in 2014 € 170.700 ontvangen in het kader van de Prestatiebox. Hiervoor zijn de onderstaande activiteiten uitgevoerd grofweg te verdelen in de volgende onderdelen. Thema Opbrengstgericht werken
onderwerp Taal/lezen VLAM project (verbeterde leesaanpak MarCanT)
doel Verhogen van de opbrengsten. De volgende doelen worden gesteld. Doelen zie hieronder.
Doelen helder in beeld
Doelstellingen VLAM 2011 – 2014 Toets A en B scores ABC scores Taal voor kleuters 70% 90% AVI ( 2009) 70% 70-85% DMT (2009) 70% 85% woordenschat 50% 75% Overige doelstellingen MarCanT Toets A en B scores ABC scor. Rekenen (2015): Kleuters: 70% 90% Gr. 4 t/m 5 60% 80% Gr. 3, 6 t/m 8 65% 85% Begr. Lezen (2014): Gr. 4 en 5 60% 80% Gr. 3, 6 t/m 8 65% 85% Spelling (2013) 65% 80% Taal: eindopbrengsten Juli 2014 minimaal op het landelijk gemiddelde scoren. Stichtingsbrede introductie van de nieuwe strategieën. Verdere uitwerking op schoolniveau.
Begrijpend lezen
Jaarverslag 2014
25
realisatie Het blijkt dat we niet voor alle scholen dezelfde doelen kunnen stellen en dat sommige scholen hier beredeneerd van af kunnen wijken (populatie bv.) De bovenschools opgestelde richtlijnen voor de doelen zijn niet voor alle scholen realiseerbaar en haalbaar. Iedere school heeft daartoe een eigen plan van aanpak met schoolspecifieke doelen.
Introductie is uitgevoerd, uitwerking op schoolniveau is maat werk en staat gepland voor 2014 en 2015.
Hoogbegaafdheid
1 zorgroute
Professionalisering leerkrachten en schoolleiders
Studiedag MarCanT Studiedag directie/IB Studiedagen directie
Professionalisering directies en Interne begeleiders.
Passend Onderwijs
Voorlichting teams. Voorbereiding invullen ondersteuningsprofielen scholen.
Jonge Kind
Verplichte scholing alle leerkrachten 1 t/m 3, directies en IB-ers op het gebied van het jonge kind. Veel leerkrachten hadden behoefte aan opfrissen van kennis en het ophalen van nieuwe inzichten op hun werkgebied. Verhoging kennis en onderzoekende houding bij leerkrachten. Aantal leerkrachten in LB functies verhogen. Niet gedekte kosten worden betaald uit Prestatiebox.
Lerarenbeurs
Versterking cultuureducatie
Versterking HRM
Jaarverslag 2014
Op Stichtingsniveau kaders gecreëerd en kennis vermeerderd. Voorbereiding implementatie per school. Implementatie manier van werken
Met de gemeentes waarbinnen onze scholen liggen zijn afspraken gemaakt om te komen tot een passend cultuuraanbod.
Bekwaamheidsdossier
Alle bekwaamheidsdossiers vullen en digitaliseren.
Gesprekkencyclus
Alle leerkrachten houden jaarlijks functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken met hun medewerkers.
26
Beleid is ontwikkeld maar moet nog binnen de scholen worden geïmplementeerd. Iedere leerkracht is op de hoogte. Inwerking duurt wat langer. 4 studiedagen directies en twee studiedagen directies en IB-ers. Onderwerpen gerelateerd aan Passend Onderwijs en kwaliteitscirkel. Daarnaast hebben de Intern begeleiders twee studiedagen gericht op onderwijsinhoud en kwaliteitszorg. In clusters personeel voorgelicht m.b.t. de vordering in het SWV. Eerste versie ondersteuningsprofiel ingevuld voor eind 2013. In 2014 75% van de scholing uitgevoerd. Verplichte aanwezigheid van 80% wordt ruimschoots gehaald.
Na een eerste golf aan aanvragen voor de lerarenbeurs zien we nu een stagnatie. Misschien heeft het met de interne scholing te maken. Voor drie leerkrachten jaar extra scholing betaald. Uitgevoerd naar volle tevredenheid van alle betrokkenen. Deel vergoeding wordt volgens gezamenlijk opgesteld plan overgemaakt naar de gemeentes. Op enkele dossiers na is alles gedigitaliseerd. Specifieke schoolinformatie volgt nog. Scholing directeuren in gesprekkencyclus en verzuimbeleid. Volledig geslaagd.
Begeleiding jonge leerkracht
Verantwoorden opbrengsten
Deelname aan: Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013–2016
Vensters PO
Alle scholen nemen deel aan Vensters PO in het kader van Maatschappelijke Verantwoording en transparantie. Aanschaf Early Warning System± Ultim View
6.9 1.
Consortium Saxion waarin MarCanT participeert, gaat deelnemen en projectaanvraag is goedgekeurd. Co-financiering door inzet coördinator in voorbereidingen en schrijven aanvraag. Voor alle scholen is een account aangemaakt. De helft van de scholen heeft Vensters inmiddels zelf aangevuld met school specifieke informatie. Geen kosten gemaakt, omdat instrument Ultim View nog niet beschikbaar is voor bestuur.
Planning en control Cyclus planning en control (plannen en beheersen) De planning en controlcyclus is een belangrijk onderdeel van financieel management. In de P&C-cyclus geven we op systematische manier inhoud aan het proces van richting geven en het op koers houden van onze organisatie. Doel: Vergroten van de beheersbaarheid van de organisatie, op financieel beleid, maar ook op de beleidsterreinen onderwijs, personeel en huisvesting. Het bewaken van de realisatie / bijsturen van de beleidsdoelstellingen. De P&C cyclus is er op gericht de realisatie van doelstellingen te bewaken, volgens de “plan-do-study-act” cyclus (plannen, uitvoeren, analyseren, bijsturen). Een goede planning en control draagt er toe bij dat we ons geld zo efficiënt mogelijk inzetten. Onze P&C cyclus kenmerkt zich door het zetten van de volgende 5 stappen: Stap 1. Opstellen jaarlijkse beleidsplannen. Vanuit het meerjarenbeleidspan vindt de vertaling plaats naar de opdracht tot het geven van goed onderwijs. In het jaarplan vindt een nadere concretisering plaats. Stap 2. Beleidsplan vertalen in de meerjarenbegroting. a. Het eerste jaar is de jaarbegroting, die als basis dient voor de verdeling van de middelen. b. Op basis van de meerjarenbegroting aangeven wat de financiële consequenties zijn van voorgesteld beleid, uitgaande van het feit dat we streven naar het in stand houden van een financiële positie, die continuïteit van de (onderwijs-) organisatie waarborgt. Dit kan inhouden dat ambities vanuit de jaarplannen naar beneden toe moeten worden bijgesteld. De meerjarenbegroting moet ieder jaar worden aangepast. wat willen we en wat gaan we er voor doen, wat gaat het kosten en kunnen we het betalen? Stap 3. Een budgetverdeling maken. De jaarbegroting wordt opgesplitst in budgetten verdeeld over het bestuur en de scholen. De voorzitter van het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het budget (financiën, huisvesting, onderwijs, algemeen en personeel. De directeuren zijn verantwoordelijk voor hun deel van de begroting. Monitoring vindt plaats door het CvB i.s.m. controller ObT. Stap 4. Tussentijdse rapportages. Periodiek de Raad van Toezicht en GMR informeren over de stand van zaken. Bijsturen waar nodig en mogelijk. Stap 5. Verantwoording en evaluatie. Volgens de richtlijnen vastgelegd in de OC&W jaarverslaglegging PO, verantwoording afleggen aan internen en externen (stakeholders).
Jaarverslag 2014
27
Jaarverslag 2014
28
2.
Jaarkalender planning en control Jaarkalender uitgaande van de volgende planningsinstrumenten: Basisgegevens en uitgangspunten (leerling-gegevens, prognoses, oppervlakten, historische gegevens, formatieprognoses) Exploitatiebegroting op schoolniveau Bovenschoolse exploitatiebegroting Begroting op bestuursniveau Meerjarenbegroting personele kosten Meerjarenbegroting materiële kosten Huisvestings- en onderhoudsbegroting Liquiditeitsbegroting Beheersingsinstrumenten: Tussentijdse exploitatieoverzichten per school (saldi overzichten) Tussentijdse exploitatieoverzichten bestuur Tussentijdse managementrapportages (incl. analyses) Jaarverslag (afleggen verantwoording)
Omschrijving activiteiten Planning
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
X
X
Dec
Begroting Aanleveren kadergegevens CvB Beleidsvoorbereidende gesprekken tbv nieuwe begroting (scholen, cvb, adm.) Aanleveren conceptbegroting ObT Overleg MT, directies, toevoegen beleidsmatige informatie Vaststellen budgetten scholen/bestuursbureau Samenstelling totale begroting en bespreken binnen de organisatie Overleg begroting RvT Overleg begroting GMR Vaststellen begroting Advies GMR Goedkeuring RvT Meerjarenonderhoudsplan Samenstellen n.a.v. nulmeting Planon. klein en groot onderhoud Aanvragen nieuwbouw en renovatie Liquiditeitsbegroting Samenstellen / aanpassen
Jaarverslag 2014
X
X X
X
X
X
X
X
X X X X X Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Nov X
Dec
X
X Jan
Feb X
Mrt
Apr
29
Mei X
Jun
Jul
Aug X
Sep
Okt
Control Aanpassing (strategisch) beleid Overleg GMR t.a.v. beleidszaken Overleg RvT t.a.v. beleidszaken Aanleveren budgetoverzicht per school door ObT en bespreken met directeuren. Aanleveren managementinformati e door ObT Samenstellen voortgangsrapportage t.b.v. RvT en GMR Overleg RvT en GMR Formatieplanning nieuwe schooljaar Eerst aanzet formatie jaar t+1 Verantwoording Jaarverslag Aanleveren conceptjaarrekening door ObT Samenstellen concept bestuursverslag (CvB) Bespreken concept jaarverslag (RvT en GMR) Opstellen definitieve jaarrekening door ObT Opstellen jaarverslag, inclusief treasury Accountantscontrole Definitieve besluitvorming CvB Aanbieden / bespreken jaarverslag RvT en GMR Indienen jaarverslag bij CFI (door OBT)
Jan
Feb
Mrt
Apr
X
X
X
X
X
X
X
X
Mei
X X
Aug
X
X
X
X
X
X
Jul
Sep
Okt X
Nov
Dec
X X X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
X
X
X X
X X X X
X X X X
RvT = Raad van Toezicht CvB = College van Bestuur GMR = Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad OC&W = ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen PO = Primair onderwijs
Jaarverslag 2014
Jun
30
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
7. Huisvesting en onderhoud 7.1. Onderhoud De scholen van de MarCanT zijn in een goede staat van onderhoud. Het onderhoud geschiedt volgens het plan van onderhoud, zoals dat door Thero is opgesteld in 2014/2015. De aangegeven bedragen voor onderhoud en de voorziening onderhoud staan echter niet in een realistische verhouding. Dit vraagt dus een nadere uitwerking van het Thero-rapport, zodat er een betere balans ontstaat tussen de te verwachten uitgaven en de beschikbare middelen. In 2014 is alle onderhoud planmatig uitgevoerd. Dat geldt voor het onderhoud dat voor rekening van de gemeente kwam en het onderhoud voor eigen rekening. Daar waar onverwachte tegenvallers geen uitstel dulden is tot voorfinanciering overgegaan, in overleg met de betrokken gemeente. 7.2.
Huisvesting
7.2.1.
Algemeen
Het lokalenbeleid van de Stichting MarCanT laat een flink overschot van niet voor het onderwijs gebruikte vierkante meters zien. Voor dit extra ruimtebeslag ontvangen we geen inkomsten, terwijl de uitgaven voor schoonmaak, gas, licht en water wel doorlopen. Het aantal brinnummers is in de afgelopen jaren gedaald tot 7, terwijl het aantal dislocaties op dit moment nog 3 bedraagt. In 2014 zijn locatie Marnixstraat in Hengelo en De Klim-op in Oldenzaal afgestoten. 7.2.2.
Nieuwbouw
In Hengelo Zuid, de wijk Berflo Es, is in 2014 nieuwbouw Berflo Es gereedgekomen. MarCanT huurt samen met Primato en de dr. SchaepmanStichting 21 lokalen in dit gebouw. Met de gemeente zijn goede afspraken gemaakt over het gebruik en de huurprijs. De scholen zijn dan ontzorgd en de gemeente draagt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud. De energiekosten komen voor rekening van de gebruikers. Hiertoe zijn tussenmeters geplaatst.
Jaarverslag 2014
31
8. Personeel
8.1 Personeelsbestand Voor een overzicht van het personeelsbestand is de peildatum 31-12-2014. In onderstaande overzichten is het personeelsbestand weergegeven in zowel cijfermatige als grafische overzichten (exclusief LIO-ers).
Personeelsbestand op 31-12-2014 FTE
Aantal
Totaal:
100,5238
144
Vast
97,268
141
97,92%
Tijdelijk
3,2588
3
2,08%
College van Bestuur
0,6000
1
0,60%
Stafmedewerker P&O
0,9410
1
0,94%
Opleidingscoördinator
0,6918
1
0,69%
Directie
7,7694
8
7,73%
Orthopedagoog
0,7798
1
0,78%
Psychologisch assistent
0,6240
1
0,62%
Secretaresse
0,6918
1
0,69%
Onderwijsassistent
1,2881
3
1,28%
BS ICT
0,2306
1
0,23%
schoonmaker
0,3000
1
0,30%
Leraar
86,6100
126
86,16%
Man
22,78
25
17,42%
Vrouw
87,7468
129
82,58%
BAPO
3,6002
23
3,58%
Jaarverslag 2014
%
32
Functieverdeling
8.2. Instroom Door het teruglopen van het aantal leerlingen en de (dreigende) bezuinigingen hebben mensen sinds augustus 2008 al geen vaste benoeming meer gekregen. Wel hebben een tweetal eigen wachtgelders een tijdelijke benoeming gekregen. Dit om de BTW-gelden van de payroll te besparen en de langzame ruimte die er door natuurlijk verloop (merendeel door juridische trajecten) ontstaat. Ondanks dat zijn er dit schooljaar toch weer een paar mensen op de Payroll bij Randstad benoemd om personele knelpunten wel op te lossen zodat de onderwijskwaliteit gewaarborgd kon blijven, maar de Stichting geen verplichtingen hoefde aan te gaan.
Jaarverslag 2014
33
8.3.
Ziekteverzuim
Verzuim cijfers 2014 van 01-01-2014 t/m 31-12-2014 verzuim% verzuim% t/m 1 jaar
ziekmeldings frequentie
03OC
Ichthus
0,41%
0,41%
0,51%
03SF
Rannink
1,50%
1,50%
1,04%
05OJ
Prins Constantijn
1,76%
1,76%
0,61%
09TA
De Klim-op*
0,89%
0,89%
0,87%
09TB
De Bron
1,69%
1,69%
1,96%
09TB02
Dr. A. Kuyper
9,49%
9,49%
0,67%
10RN
De Regenboog
8,63%
5,64%
0,72%
10RN01
De Zonnebloem
5,35%
5,35%
1,98%
11OR
De Wingerd
5,97%
5,97%
1,25%
24NB
De Rank
5,08%
3,19%
0,87%
Bovenschools
4,87%
3,42%
0,25%
Stafbureau
0,00%
0,00%
0,00%
3,80%
3,28%
0,89%
* tot 01-08-2014
8.4. Inval en vervanging Na jarenlange interne inspanning voor de selectie en het beheer van de invallerslijst, is er met ingang van 1 augustus 2007 voor gekozen om dit uit te besteden aan Personeelsvoorziening Twente (PVT). Deze voorziening is opgericht met een zestal besturen en de diensten worden verzorgd door Expertis. Samen met deze besturen is, in verband met de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, gezocht naar verdere samenwerking om de risico’s van deze wet op te vangen. Op moment van schrijven zijn er 18 besturen die de intentie hebben om deze samenwerking aan te gaan. De Kerngroep van dit Transfercentrum Twente, waar onze P&O-er deel van uitmaakt, is volop bezig om dit plan verder uit te werken, zodat dit in het nieuwe schooljaar operationeel kan zijn. Hierbij zullen van alle besturen (naar verwachting 4%) vast personeel boventallig ingezet worden in de vervanging bij andere besturen. Dit voorkomt risico van verplichtingen, ondervangt een BTW-afdracht en geeft jonge leerkrachten weer kansen op de arbeidsmarkt in het onderwijs. 8.5. Professionalisering Uit de personeelsenquêtes blijkt steeds meer de wens van verdere ontwikkeling en verdieping, hetgeen door het personeelsbeleid ook wordt gestimuleerd. Door de komst van de Lerarenbeurs worden momenteel alle studieaanvragen goedgekeurd en zijn de kosten voor de Stichting voor studie daarom laag. Daarnaast is er in 2010 een eerste stap gemaakt met de Functiemix. Een verplichting van het ministerie om in 2014 40% van het personeelsbestand ingeschaald te hebben in LB.
Jaarverslag 2014
34
In 2014 zijn de normen voor de inschaling in niet gehaald. Dit komt met name door de harde (controleerbare) eis van een HBO+ diploma en pensionering van 2 fulltime LB-leerkrachten. In schooljaar 2012-2013 is een verdiepingsslag gemaakt met het voeren van gesprekken; functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. De eerste cyclus is afgerond, geëvalueerd en positief bevonden. Daarnaast is er een eerste start gemaakt met de implementatie van het digitale Bekwaamheidsdossier. De dossiers zullen zo snel mogelijk gedigitaliseerd worden. Voor de autorisatie zal afstemming met de GMR plaatsvinden. 8.6. Mobiliteit In 2007 is een eerste start gemaakt om arbeidsmobiliteit binnen de Stichting op een positieve manier te stimuleren ten behoeve van het werkplezier en de motivatie van het personeel en daarmee van de kwaliteit van het onderwijs. In schooljaar 2013-2014 is het mobiliteitsbeleid geëvalueerd en herschreven. Conclusie was dat de stimulatie van vrijwillige mobiliteit afgezwakt zal worden in verband met de continuïteit en daarmee kwaliteit van het onderwijs op de afzonderlijke scholen. Het nieuwe mobiliteitsbeleid gaat daarnaast meer uit van de regie op de scholen (die zetten vacatures met profielen uit) en de verantwoordelijkheid bij de medewerkers (die dienen hierop te solliciteren). Door de bijzondere situatie nu in Borne, wordt het tijdspad van het nieuwe mobiliteitsbeleid dit jaar niet gehaald. Daarom zal de evaluatie in schooljaar 2016/2017 plaatvinden. 8.7. Uitstroom In of aan het eind van schooljaar 2013-2014 heeft 1 personeelslid op eigen verzoek de Stichting verlaten, om te genieten van zijn FPU/keuzepensioen. 1 leerkracht heeft de overstap naar het VO gemaakt. Zoals het er nu uitziet komen er geen nieuwe RDDF-plaatsingen meer en kunnen we hopelijk het gat naar het natuurlijk verloop halen met ons eigen personeel.
Jaarverslag 2014
35
9. Beleidsvoornemens 2015 Algemeen Het primair onderwijs is volop in beweging. Onderwijsvernieuwingen, maatschappelijke veranderingen, een terugtredende overheid. Dit zorgt voor nieuwe rollen en verantwoordelijkheden van bestuurders en schoolleiders, maar ook voor nieuwe kansen. Professionalisering in combinatie met duurzaam en transparant schoolbeleid gelden als passende antwoorden op deze ontwikkelingen en waarborgen de kwaliteit van onderwijs. Het proces van strategische positionering, governance, professionalisering, verbeteren van kwaliteit van onderwijs en huisvesting zijn voor elk bestuur kern van beleid. Strategisch beleid Het strategisch beleid geeft aan waaraan de organisatie als totaal wil werken en vormt daardoor een bindend element. Het hebben van zicht op risico’s is daarbij de belangrijkste indicator voor sturing op mogelijkheden. Het credo is (politiek gezien): meer met minder. De noodzaak om efficiënt om te gaan met de beschikbare middelen is nl. hoog. De audits en kengetallen zijn in beeld. Daarop gestoeld beleid moet leiden tot inkadering voor de middellange termijn: handhaving huidige 7 brinnummers; verkenning samenwerking andere besturen i.v.m. demografische ontwikkelingen; hanteren van criteria dislocaties en toetsen of dislocaties gehandhaafd kunnen blijven; bepaling en erkenning van de omvang van groeps- en managementformatie; ‘gedragen’ inzet middelen BPA en schoolbegeleiding; ‘afdekking’ van risicodragende formatie. Bestuurlijke organisatie Schoolbesturen worden geconfronteerd met veranderingen en innovaties die om bijstelling van de bestuurlijke inrichting vragen. Schaalgrootte in combinatie met de mate en inhoud van bestuurlijke ondersteuning moet worden bepaald evenals de noodzakelijke afstemming met andere besturen: de besprekingen met BSV om te komen tot bestuurlijke fusie; hervatten van bespreking met Stichting KOMT en Toonladder; bezinnen op welke bestuurlijke diensten/stafdiensten moeten worden ingekocht of in dienst wordt genomen, met het oog op kwaliteitszorg en de fusie met de BSV; automatiseren van bepaalde soorten van administratie; afspreken van een gezamenlijk systeem voor kwaliteitszorg. Passend Onderwijs Uitgangspunt van Passend Onderwijs is de beste kansen voor ieder kind. Om dit te realiseren zijn verbindingen nodig tussen strategie en de werkvloer, tussen school en omgeving, tussen primair proces en scholingsbeleid. Als Stichting verzetten we ons niet tegen de zorgplicht, maar visie, beleid en uitvoering mogen niet leiden tot vermindering van de aandacht en zorg die besteed dient te worden aan ‘gewone kinderen’. Daarom hebben we aandacht voor: de visie binnen het samenwerkingsverband 23.02 uitgewerkt naar Stichtingsniveau; welk ondersteuningsprofiel is haalbaar voor elke afzonderlijke school; welke inrichting en scholing is daarbij passend om de werkvloer niet te zeer te belasten; hoe pakken de bezuinigingen uit en hoe kunnen we hier op anticiperen (verevening); Het laag houden van het verwijzingspercentage SBO/SO, < 2%. Opbrengstgericht werken Leeropbrengsten worden gezien als belangrijkste graadmeters voor kwaliteit van onderwijs. Early Warning als systeem van benchmarking wordt aangevuld met scholing ten behoeve van handelingsgericht werken, gericht op de hoofdvakken zoals begrijpend lezen. Daarom: begeleiding van directies en IB’ers (door kwaliteitsmedewerker) om data te leren duiden en om te zetten in adequaat gedrag vanuit (midden-) management (CITO module); vergroting deskundigheid leerkrachten om de ‘uitval’ rond technisch lezen op minimaal het landelijk gemiddelde te brengen; scholing teams om via het model van effectieve instructie (IGDI) de resultaten van spelling op minimaal het niveau van het landelijk gemiddelde te brengen (2014/2015); scholing teams om via het model van effectieve instructie (IGDI) de resultaten van spelling en begrijpend lezen op minimaal het niveau van het landelijk gemiddelde te brengen (2014/2015);
Jaarverslag 2014
36
scholing teams om via het model van effectieve instructie (IGDI) de resultaten van rekenen en wiskunde op minimaal het niveau van het landelijk gemiddelde te brengen (2014/2015) deskundigheidsbevordering leerkrachten onderbouw door gerichte scholing opbrengstgericht werken “Jonge kind”;
Scholenbouw en onderhoud Verder verkenning van MFC gebouw in Markelo. Per 1 januari 2015 is het buitenonderhoud bij de besturen komen te liggen in het kader van de zgn. doordecentralisatie regeling. Hiertoe zijn vanuit de gemeentefondsen middelen overgeheveld naar de schoolbesturen. Voor MarCanT betekent het dat er externe deskundigheid binnen gehaald moeten worden om het onderhoud planmatig weg te zetten om het ook financieel verantwoord uit te voeren. Financiën Inkomsten en uitgaven waren in 2014 bijna weer in balans. Voor de komende jaren is echter wel waakzaamheid geboden, mede gelet op Passend Onderwijs, doordecentralisatie onderhoud, stijgende personeelskosten (vergrijzing), krimp en bezuinigingen (onvoldoende compensatie prijsstijgingen) door de overheid. Planverplichtingen conform CAO: De wetgever legt elk bestuur op beleid te hebben ten aanzien van op wetgeving gebaseerde onderstaande thema’s. schoolplan schoolgids ondersteuningsplan Passend Onderwijs ARBO-beleid schoolveiligheidsplan arbeids- en rusttijdenregeling jaarrekening begroting managementstatuut klachtenregeling sollicitatiecode taakbeleid bestuursformatieplan functiebouwwerk meerjaren professionele ontwikkeling regeling nascholing regeling introductie beginners en vervangers regeling gesprekkencyclus doelgroepenbeleid sociaal jaarverslag Elk jaar worden alle thema’s door bestuur en staf kort op actualiteit gescreend.
Jaarverslag 2014
37
9.1 Bestuurlijk handelen Specifiek meetbaar Bestuurlijke fusie Duidelijk met BSV stappenplan om per 1 januari 2016 bestuurlijke fusie met BSV te realiseren. Samenwerken daar waar mogelijk en noodzakelijk.
Samenwerking MarCanT en Primato Hengelo (Wingerd/Waarbeek )
Beleid “Kleine scholen”
Op niveau Samenwerkingsverb and komen tot een nieuwe bestuurlijke constructie
Ondersteuningsplan SWV 23.02
Fusie van Wingerd en Waarbeek per 1 augustus 2015. Brinnnummer komt onder MarCanT Er ligt een duidelijk beleidsplan waarin omschreven staat welke criteria het bestuur hanteert m.b.t. het in standhouden of sluiten van kleine vestigingen of dislocaties. Opstellen derde versie ondersteuningspr ofielen scholen. April 2015 invullen en voor 1 juni bespreken in de mr van de diverse scholen. De zorg in het nieuwe SWV wordt beschreven in het nieuwe Ondersteuningspl an. Hierin staan o.a. het niveau van de basiszorg omschreven en diverse kengetallen.
actieplan Stappenplan in tijd wegzetten; extern bureau benaderen om te begeleiden; RvT, GMR, personeel en ouders regelmatig informeren. Schrijven van fusierapport en fusieeffectrapportage ; OBT benaderen voor financiele onderbouwing; Verus is projectleider; regelmatig overleg tussen besturen; communicatie naar alle geledingen; Fusie effectrapportage schrijven. Bestuur presenteert in maart een conceptplan. Bespreking in directieberaad, GMR en RvT in april.
randvoorwaarden Goede afspraken maken; duidelijke financiële onderbouwing; duidelijke communicatie naar alle gremia.
tijd December 2015
Er zijn wettelijke beperkingen en het bestuur dat het brinnummer houdt mag geen risico lopen.
1 augustus 2015
Afhankelijk van overheidsmaatregelen m.b.t. de kleine scholentoeslag kan het plan worden aangepast.
2014 e.v.
De regie zal voor een groot deel vanuit de huidige SWV-en worden gevoerd. Op bestuurlijk niveau ondersteuningsprofie len opstellen en voorlichting regelen.
afspraken maken binnen het nieuwe Samenwerkingsverband 23.02.
2015-2020
Jaarlijkse vaststelling van Ondersteuningsplan en toetsing door RvT.
Het plan is vastgesteld voor 1 Jaarverslag 2014
38
1-8-2015 e.v.
Toezicht Passend Onderwijs
Duidelijkheid in taken, bevoegdheden en besluitvorming
Jaarverslag 2014
maart 2015 en getoetst door de OPR (Ondersteuningsp lanraad) Bestuurder heeft zitting in RvT van SWV 23.02. Dit geldt voor alle besturen die niet in het bestuur van het SWV zitting hebben. Interne structuur is helder via organogram
Deze invulling geldt voor 2015. Daarna zal de RvT extern worden geworven. RvT komt drie keer per jaar bijeen.
1-8-2015 e.v.
Organogram van organisatie en besluitvorming maken. Dit wordt binnen de verschillende gremia vastgesteld.
Aug. 2015
39
9.2 Onderwijsprestaties Specifiek meetbaar Tussenopbrengsten Doelstellingen MarCanT op of boven Toets A en B ABC inspectienormen scores scores Rekenen % % (2015): Gr. 4 en 5 60 80 Gr. 3, 6 t/m 8 65 85 Begr. % % Lezen (2014): Gr. 4 en 5 60 80 Gr. 3, 6 t/m 8 65 85 Spelling 65% 85% (2013) Taal: Juli 2015 eindopbr minimaal op het engsten landelijk gemiddelde scoren.
Eindtoetsen
Jaarverslag 2014
De directeur geeft leiding aan een systematisch onderzoek van de onderwijspraktijk in de school en de wenselijke verbeteringen daarin (opbrengstgericht leiderschap). - alle scholen werken voor technisch lezen met het IGDI model vanuit groepsplannen. - alle scholen werken voor spelling met het IGDI model vanuit groepsplannen. -Juli 2014: alle scholen werken voor begrijpend lezen en woordenschat met het IGDI model vanuit groepsplannen. Minimaal 80% van de MarCanTscholen scoren op of boven de inspectienorm.
40
actieplan -Successen vieren: Als de resultaten na een half jaar VLAM al zijn verbeterd, dan is dat een feestje waard (op alle niveaus) -IGDI Model invoeren bij het werken met groepsplannen bij Begrijpend lezen. -Directie (IB-er) draagt verantwoording voor uitvoering binnen de groep: klassenbezoeken. -OPP Beleid MarCanT invoeren in de groepen: Zie hieronder bij OPP. -OIDS verbinden met VLAM
randvoorwaarden Iedere school voert de gemaakt afspraken uit en maakt een plan van aanpak. Financiën en inzet prestatiebox. Subsidie gemeente Hengelo.
tijd 2015
Alle scholen hebben gerichte plannen van aanpak geschreven om volgens de PDSA cyclus de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en zodoende de (eind)opbrengsten in alle groepen te verhogen.
Onze kleine scholen met minder dan 10 leerlingen in groep 8 zijn erg kwetsbaar en door het kleine leerlingaantal gevoelig voor sterke schommeling in de opbrengsten. IB-er en directeuren dienen hun plannen (OPP, groepsplannen en zorgplannen) goed op orde te hebben.
continu
Toekenning arrangementen Inspectie
Wingerd Beckumerstraat heeft in 2014 het predicaat zwak gekregen. Deze school zit medio 2015 weer in het basisarrangement. De andere negen scholen houden het basisarrangement.
Wingerd Beckumerstraat heeft een plan van aanpak geschreven en worden begeleid door het MT en werkgroep kwaliteit. Dit proces wordt strak begeleid. Het bestuur stelt eventuele extra middelen beschikbaar.
Er wordt goed gekeken naar leskwaliteit, de kwaliteit van de analyse en de kwaliteit van directie en I.B. Waar nodig wordt actie ondernomen middels scholing, mobiliteit of andere maatregelen.
Juni 2015
Hoogbegaafdheid
Leerkrachten worden vaardiger in het omgaan met meer/hoogbegaafde kinderen.
Teamscholing over hoogbegaafdheid.
Vanaf najaar 2015 tot 2018.
Kinderen intensieve onderwijsbehoefte Zorgplicht
Opvang vindt nu nog aantoonbaar op eigen school/in eigen klas plaats.
Inventarisatie aanwezige kennis en beleid en ervaring over deze doelgroep. Hierna kennis overdracht waardoor leerkrachten meer kennis krijgen m.b.t. signaleren en diagnosticeren, compacten en verrijken. Oriëntatie op aanbieden eigen vorm binnen de Stichting.
20152018.
Verdere uitbouw analyseren m.b.v. digitaal Early Warning System
De scholen beschikken over een automatisme om de gegevens tijdig in te voeren. Kunnen analyseren en een plan van aanpak opstellen. Bovenschools kan de cockpit(CITO) gebruikt worden voor controle en aansturing.
Mag uitsluitend kostendekkend of winstgevend gebeuren. Prestatiebox biedt wellicht mogelijkheden. Mogelijkheden binnen Passend Onderwijs bekijken. Evaluatie en analyse blijkt op een aantal scholen nog een puzzel..
Prestatiebox (actieplan Beter Presteren)
Plan van aanpak m.b.t. inzet is ontwikkeld, met name op schoolniveau de rest bovenschools. *Professionaliseren leerkrachten in OGW
Geen randvoorwaarden Inzet middelen prestatiebox.
20152018
Jaarverslag 2014
Alle Ib-er en directies hebben scholing gehad en kunnen eventueel de hulp van de orthopedagoge of haar assistente inroepen. Twee keer per jaar vindt analyse en terugkoppeling plaats met werkgroep kwaliteit. In overleg met de directeuren wordt een professionaliserings agenda opgesteld.
41
continu
Passend onderwijs voorbereiden: ondersteuningspro fielen opstellen, leerlingen met specifieke behoeften ontwikkelingspersp ectief opstellen, voorlichting teams. Opbrengstgericht werken, scholing en ondersteuning (lezen, spelling, rekenen) Het bestuur formuleert haar toelatingsprocedur e en directeuren voegen zich er naar Ouderbetrokkenhei d
Versterking Samenwerking lerarenopleiding en basisscholen
Jaarverslag 2014
*Scholing directeuren met het oog op nieuwe bekwaamheidseisen (opbrengstgericht leiderschap) *Registratie schoolleiders in beroepsregister op 1 janari 2018 Opstellen ondersteuningsprofiel per school. Ouders op school (nieuwsbrief) of via websites blijvend informeren. De SOP’s voor 1 mei ter advies voorleggen aan de mr-en.
Alle opbrengsten liggen op minimaal het landelijk gemiddelde. Zie boven eerste rij. Alle scholen hebben een ondersteuningsprofiel waarin duidelijk aangegeven staat welke kinderen toelaatbaar zijn op onze scholen De ouders zijn actief betrokken in het hele proces van extra ondersteuning en hebben voldoende relevante informatie ontvangen.
Binnen twee consortia wordt samen met de pabo gewerkt aan dit project. Er nemen 13 besturen deel en 239 scholen. De onderwerpen zijn: 42
De regie zal voor een groot deel vanuit de huidige SWV-en worden gevoerd. Op bestuurlijk niveau ondersteuningsprof ielen beoordelen en indien noodzakelijk bijstellen. Zie boven eerste rij.
Binnen het SWV 23.02 zullen diverse activiteiten (SOP)gecoördineer d worden vanuit de sub-regio Plein Midden Twente.
20152020
idem
idem
De procedure is via het samenwerkingsverb and tot stand gekomen. - Denk aan categorieën: *individuele belang ouders *ouder in MR *ouder in ondersteuningsplan raad - Aansturing en afstemming is absoluut nodig vanwege werkbaarheid/ niveau gedurende (formeel) overleg op div. podia - Informeren GMR over zorgplicht en mogelijke gevolgen. - MR informeren over grote lijnen zorgplicht. Huidige ‘rugzakouders’ misschien specifiek informeren. Consortium Oost gaat met de onderwerpen aan de slag met het oog op het jonge
Ondersteuningsprofi 1-8-2014 elen zijn eenduidig binnen onze subregio Plein Midden Twente Geen 2015 e.v.
Jaarlijks ontvang MarCanT een subsidie van ongeveer € 55.000.
20152016
Opbrengstgericht werken, omgaan met verschillen, begeleiding beginnende leraar, pesten, ouderbetrokkenheid.
Uitbouw aantal academische basisscholen
Het aantal academische basisscholen wordt de komende jaren met minimaal één uitgebreid. De aanwezig kennis wordt over de Stichting uitgerold, middels symposia, scholing en ervaringen opdoen.
Opleiden in de school
-Overlegstructuur OIDS /opnieuw vaststellen, nu aantal deelnemende besturen is uitgebreid. -Mentorencursus 1 / 2 vernieuwen bij veranderende deelname -Al onze opleidingsscholen(behalve zwak) leiden studenten op. Het aantal schoolopleiders blijft stabiel. Top studenten uitbreiden. -Schoolopleiders zijn geregistreerd bij Velon -Schoolopleiders inzetten bij coaching (zie nieuwe project) In 2015 vindt er een gezamenlijke aftrap richting Schoolplan 2015-2019 plaats. Gezamenlijk visie/ identiteit bepalen en verwerken in strategisch beleidsplan Vanuit dit strategisch beleid vertalen naar school Van hieruit werken aan het schoolplan. In nauwe samenhang met het nieuwe strategisch beleidsplan opstellen interne audit. Audit teams worden geschoold. Borging vindt plaats in zgn. auditboek.
Schoolplan 2015 – 2019
Audit opzetten (intern)
Oriëntatie management administratiesyste em inclusief kwaliteitszorgsyste em Jaarverslag 2014
kind(VVE). Consortium west vanuit het perspectief van het ouder kind. Doel is de opgedane kennis te verspreiden. Staat opgetekend in de aanvraag Academische Basisschool. De Bron neemt deelname in overweging. Randvoorwaarden zijn aanwezig met voldoende gekwalificeerde mensen. -Plan van aanpak vanuit de subsidieaanvraag wordt gevolgd en ingebed binnen nieuwe subsidie. -OIDS meenemen in gesprekken over samenwerking met andere besturen.
Externe begeleiding door Expertis (schoolniveau) en Jan de Jonge (stichtingsniveau)
Zie boven Begeleiding door werkgroep Onderwijs en kwaliteit.
Oriëntatie op nieuw administratiesysteem ParnasSys. Duidelijkheid over onderdeel Integraal. Keuze maken over al dan niet invoering.
Invoering Integraal volgt na afronding schoolplan.
43
Hiervoor worden diensten gevraagd in werkgroepen en betrokkenheid (academische) opleidingsscholen. Structureel beschikbaar blijven van de subsidie om op huidig niveau te kunnen blijven begeleiden. (€ 70.000)
20152018
Het afnemende aantal studenten van de pabo vormt een bedreiging voor de voortzetting van het project. Subsidie: € 85.000 vanaf schooljaar 2014/2015 Zwakke scholen mogen geen studenten meer opleiden! Hierdoor kan subsidiebedrag dalen. Kosten worden op schoolniveau gedragen en lopen op tot maximaal 10 uur per school. Bovenschools bedragen de kosten ongeveer € 4.000. Kosten bedragen ongeveer € 8000
20152016
Scholing in totaal rond de 10.000,Op schoolniveau worden de scholingskosten gedragen
Aug. 2015
2015
2015 / 2016
Aantal masters in opleiding uitbreiden
Jaarverslag 2014
In 2015 studeren twee masters af en willen we nogmaals twee leerkrachten de opleiding laten beginnen. Streven naar diversiteit in masters (Sen, MEL, Teacher Leader)
Leerkrachten met ambitie uitnodigen scholing te volgen, al dan niet via de leerkrachtenbeurs. Takenprofiel in relatie met voorliggende profiel van P&O bespreken, eventueel aanvullen en vaststellen ter bespreking in DR en IB
44
Als de organisatie van de school het niet toelaat, kan scholing worden opgeschort. Betaling uit de scholingsbeurs.
2015
9.3 Personeel en organisatie Specifiek meetbaar Meerjarenformatieplan Ieder jaar wordt er Inclusief evt. RDDFeen plaatsing en –ontslagen geactualiseerd en mobiliteit meerjarenformatiepl an opgesteld, dat de basis is voor eventuele rddfplaatsing. rddf-ers krijgen geen ontslag, omdat er extra middelen beschikbaar zijn gesteld in het kader van het herfstakkoord, waardoor de ontslagruimte verdwenen is. Geen nieuwe rddf plaatsing. Onderzoeken of tijdelijke benoeming goedkoper is dan payroll. Beter monitoren In control blijven m.b.t. werkelijk inzet aantal de personele inzet. fte’s per jaar Indien mogelijk geen (“verrassingen” extra inzet. Vooruit uitbannen!!) kijken i.v.m. rddf plaatsing versus natuurlijk verloop, en krimp. Personele inzet terugbrengen tot 82,6% van de totale kosten. Flexibele schil in Voorkomen van te veel formatie creëren met personele verplichtingen het oog op toekomstige door terugloop terugloop in leerlingenaantallen. leerlingenaantallen en bezuinigingen Onderzoek naar het invoeren van werkgelegenheidsbeleid
Jaarverslag 2014
Nu de fusie voorlopig van de baan is, zal opnieuw gekeken worden naar ons afvloeiingsbeleid.
actieplan *rddf plaatsing niet noodzakelijk *Meerjarenformatiepla n wordt voor 1 mei aan GMR gepresenteerd. *inzet tijdelijk benoemden.
randvoorwaarden *De gemeentes en scholen leveren de meest actuele prognosecijfers aan. *Kijken naar een evenwichtige aanpak mobiliteit, waarbij niet telkens dezelfde scholen de dupe mogen worden van teveel mutaties.
tijd 20141015
Regelmatig overleg met ObT, maandelijkse meting. Eventueel creëren vervangingspool eventueel binnen de PVT (Personeels Voorziening Twente)
Iedere school uitsluitend inzet beschikbare formatieruimte. Slechts kleine ruimte om bovenschools bij te sturen, nu formatie volledig bij de scholen zit.
continu
Er mogen geen nieuwe leerkrachten meer benoemd worden, anders dan op tijdelijke, projectformatie of payroll. Er zal een gesprek met de bonden worden gearrangeerd, waaruit zal moeten blijken of omzetting van afvloeiingsbeleid naar werkgelegenheidsbelei d mag en er zal gekeken moeten worden of het financieel wenselijk is
Rekening houden met 21% btw verplichting bij payroll aanstelling.
2014 e.v.
Op lokale basis of in kleiner verband onderzoeken of samenwerking mogelijk is en hierdoor aanpassing werkgelegenheidsbel eid, afvloeiingsbeleid nood-zakelijk is.
2014/20 15
45
Functiemix: per 1 augustus 2014 40% leerkrachten in LB
40 % LB plaatsing in 2014 zal niet worden gehaald. We blijven steken rond de 30%.
Scholing stimuleren om post HBO master te kunnen realiseren.
Ziekteverzuim monitoren i.v.m. eventuele malus vervangingsfonds
Voorkomen dat er boete betaald moet worden (bonus/malus)
De cijfers van ObT per kwartaal controleren en indien mogelijk bijsturen.
Gesprekkencyclus: c) Functioneringsgesprekken d) Beoordelingsgesprekken
Met alle medewerkers wordt jaarlijks een functioneringsgesprek dan wel beoordelingsgesprek gevoerd. College van Bestuur jaarlijks functionerings – en beoordelingsgesprek met directies. Alle personeelsdossiers zijn eenduidig ingericht. Via Taakbeleid zijn de bekwaamheidsdossiers eenduidig ingericht en digitaal beschikbaar. Focus en richting creëren in het denken en handelen van de directeuren. In 2014 en 2015 vindt er tenminste één gezamenlijk scholingsmoment plaats, naast individuele ontwikkeling. Leren omgaan met de vaardigheidsmeter instructiegedrag. Directeuren krijgen de instructievaardigheden van hun leerkrachten scherp in beeld (inspectienorm/IGDI) Gemotiveerde leerkrachten de mogelijkheid bieden zich te bekwamen op gebied van management of zorg. Directeur Wingerd, meerscholen, …
In overleg met P&O wordt beoordeeld bij welke medewerkers 360˚ feedback wordt uitgevoerd. Bij directeuren wordt jaarlijks 360˚ feedback afgenomen als input voor beoordelingsgesprek. Blijvende begeleiding door de P&O functionaris.
Personeelsdossiers schoolniveau: beschikbaar en op orde
Professionalisering directeuren
Scholing directeuren op het gebied van Vaardigheidmeting instructiegedrag bij leerkrachten VHM
Kweekvijver leidinggevenden en IBers
Benoemingen
Jaarverslag 2014
Overheid neemt 75% extra LB kosten voor haar rekening en bestuur 25%. Momenteel onderzoek of overheid haar beloftes wel nakomt. Niet iedere afwezige werknemer is ziek. Ziekzijn overkomt je, maar afwezig zijn is een keuze. Daar waar nodig gaan we over tot schorsing. Voortgang wordt jaarlijks binnen de werkgroep P&O en op het directieberaad besproken.
2010 e.v.
Ondersteuning door het programma van Taakbeleid
2013 e.v.
Ontdekken van de drijfveren, overtuigingen en persoonlijke missie, deze koppelen aan specifieke vraag vanuit de overheid om scholingsaanbod vast te stellen.
Opleiding moet aan bepaalde voorwaarden voldoen teneinde in aanmerking te komen voor opname in het schoolleidersregister.
continu
Twee directeuren doen jaarlijks mee aan de certificering.
Op termijn worden alle directeuren geschoold. I.v.m. kosten gespreide deelname.
Vanaf 2012
Gerichte actie door benadering leerkrachten (met ambitie).
Bij voldoende belangstelling gefaseerd uitvoeren
continu
46
jaarlijks
2014 e.v.
9.4 Huisvesting en vestigingsbeleid Specifiek meetbaar Beslissen per kleine Beleidsstuk locatie over “Kleine scholen” perspectief op wordt binnen de middellange diverse gremia termijn besproken. i.v.m. krimp
Uitvoering Groot Onderhoud 2014: €43.949 Voorgenomen doordecentralisatie groot onderhoud
Overnemen gebouw De Rank
Afstoten gebouw Zonnebloem; overplaatsing kinderen naar Zeppelin/Wheele
Jaarverslag 2014
Alle voorgnomen onderhoud wordt planmatig uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2015 is het bestuur verantwoordelijk voor groot onderhoud buitenkant gebouwen. De gemeente Hengelo heeft MarCanT aangeboden om de exploitatie van De Rank over te nemen. Het gebouw van de Zonnebloem wordt overgedragen aan de gemeente Borne. Tevens worden de kinderen verhuisd naar de Zeppelin;
actieplan Per locatie zal bekeken worden wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Hoofdvraag: wanneer komt het onderwijskundig proces, het welbevinden van de kinderen en de kwaliteit in de gevarenzone?
randvoorwaarden Natuurlijk verloop van personeel heeft de voorkeur, gedwongen ontslag moet bij sluiting indien mogelijk vermeden worden.
tijd continu
Onderhoudsplan Thero is leidend, maar wordt wel bijgesteld waar noodzakelijk. Professionaliseringsslag door onderhoud bij externe deskundigen neer te leggen. Nu gebeurt intern onderhoud nog door senior vrijwilliger.
Kosten moeten jaarlijks behapbaar zijn en moeten vallen binnen de vastgestelde voorziening. Kosten voor uitbesteding dienen uit efficiencyslag betaald te kunnen worden.
2015
MarCanT wordt economisch eigenaar.
Beschikbaar stellen middelen gemeente Hengelo en voortgang bouwproces.
Aug. 2015
Afspraken met gemeente Borne over overdracht op papier. Verhuiskosten naar nieuw gebouw in kaart brengen. Deel van kosten declareren bij gemeente.
5000,-
Aug. 2015
47
Aug. 2015
9.5 Financiën Specifiek Monitoren uitgaven directies m.b.t. materiële en personele uitgaven
meetbaar Scholen zijn met ingang van 2014 financieel autonomer geworden. Dit geeft meer ruimte voor eigen beleid en ondernemerschap.
actieplan Directeuren kunnen hun uitgaven volgen in ObTopics. Iedere maand wordt dit besproken met de controller en waar nodig actie ondernomen.
Ieder jaar wordt er door het ObT een geactualiseerde meerjarenbegroting opgesteld en besproken met de GMR, RvT Er is een duidelijk beeld van de te verwachten liquiditeitsuitgaven en inkomsten. Geen verrassingen gedurende het jaar. Alle te verwachten risico’s voor de komende jaren worden benoemd en eventuele gevolgen berekend.
Gemeentes en scholen hebben betrouwbare prognoses en actuele cijfers en leveren die aan bij het bestuur.
Financiële deskundigheid versterken (controller)
De Stichting versterkt de financiële deskundigheid. Stichting is in control.
In contract ObT middelen opgenomen voor controller.
Geplande vervanging ICT hardware volgens plan doorvoeren.
Investeringsplan volgen.
Vermogen Stichting beheren
Alle spaartegoeden zijn ondergebracht in spaarrekeningen. Alle obligaties zijn van de hand gedaan.
Meerjarenbegroting inkomsten en uitgaven
Opstellen (meerjaren) liquiditeitsbegroting
Bijstellen van de risicoanalyse
Jaarverslag 2014
Actualiseren te verwachten uitgaven voor bouw, onderhoud, meubilair en methodes. Alle beleidsterreinen worden tegen het licht gehouden en op risico ingeschat.
Waar nodig zal overleg plaatsvinden met de aangesloten banken.
48
randvoorwaarden Kleine scholen kunnen door extra personele kosten in de problemen geraken. Bestuur kan hierin licht corrigeren. Voor een deel wordt solidariteit gevraagd. Actuele prognoses vereist.
tijd continu
Investeringsbegroti ng dient over betrouwbare cijfers te beschikken, anders niet uitvoeren. De overheid kan gedurende het jaar maatregelen treffen die soms verregaande positieve en negatieve gevolgen kunnen hebben. Aantoonbare kwaliteiten voorgesteld persoon. Financieel moet de controller zichzelf terugbetalen. Onze software ondersteuner heeft soms aansturing nodig. Kosten fluctueren nog te veel door instabiliteit systemen. Wordt aan gewerkt.
2015-2018
Onze liquide positie moet positief blijven. Rente opbrengsten zijn erg laag. Risico’s vermijden.
Continu.
2015-2018
2015
continu
Rabo / ING
Bestuursjaarverslag en financieel jaarverslag
Salarisbetaling blijven bij ING. MarCanT is SEPA proof Begin 2015 opstellen bestuursjaarverslag. Het ObT verzorgt het financiële deel. Aanpassingen en aanvullingen vereist op het gebied van: continuïteitsparagraaf, onderwijsprestaties, prestatiebox, aanbestedingswetgevi ng, risicoanalyse.
Het ObT neemt de acties m.b.t. Sepa voor haar rekening. Ten Kate Huizinga doen de accountantscontrole. In samenspraak met het ObT komen we tot de definitieve invulling van het verslag.
Geen
2015
Er van uitgaande dat alle termijnen worden gehaald mag afwerking binnen de gestelde data geen probleem vormen.
Aanbieding Jaarverslag begin april 2014. Bespreking in RvT/GMR in april/mei. Naar ministerie voor 1 juli 2014.
10. Externe relaties en horizontale verantwoording Verantwoording naar de direct betrokkenen en belanghebbenden in de omgeving van de schoolorganisatie is niet meer weg te denken. We leven in een transparante wereld. Ouders, burgers, gemeenten, werkgevers, andere instanties en de media stellen vragen over wat er in de school gebeurt en dat recht hebben ze. Als bestuurder of directeur wordt van je verwacht dat je verantwoording kunt afleggen over je handelen, dat je kunt uitleggen welke inspanningen je hebt geleverd op basis van welke visie en vooronderstellingen en wat de organisatie daarmee heeft bereikt. Anderen moeten kennis kunnen nemen van wat je doet op een manier die bij hen past. Onderwijs vervult immers een maatschappelijke taak en je krijgt er publieke middelen voor. Anderen mogen wat van je onderwijs, scholen, Stichting of bestuur vinden. Het hoort bij de rol hen nadrukkelijk uit te nodigen en aan te moedigen om wat van je te vinden. Dit is meestal ook in ons eigen belang, want je krijgt op deze wijze gratis feedback: meer inzicht in waar je staat, in het functioneren van je organisatie en de verbeterpunten; een beter zicht op de ontwikkelingen en belanghebbenden in je directe omgeving; beter sturing geven aan je eigen ontwikkeling en aan de resultaten die je ermee wilt bereiken. We hebben in het basisonderwijs nog maar weinig ervaring met het afleggen van verantwoording in de brede zin van het woord. Kijken we naar de primaire stakeholders dan mogen we stellen dat we daar wel verantwoording aan afleggen. We bedoelen dan de: Overheid (CFI/DUO); Inspectie; Raad van Toezicht; GMR/MR; Directies; OBT (administratiekantoor); Personeel. De groep secundaire stakeholders is bij ons nog onvoldoende in beeld (banken, gemeentes, andere scholen/besturen, woningbouwcorporaties, Pabo, ROC, wethouders, kranten, etc.). Een systeem om feedback te verzamelen gaan we verder ontwikkelen.
Jaarverslag 2014
49
11
Verslag Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is in 2014 vijf keer regulier bij elkaar geweest. Belangrijkste onderwerpen : 17/2 Rapportage december 2013-februari 2014 Niet doorgaan Bestuurlijke samenwerking BSV, SKOMT, Nuts Delden en MarCant. Passend onderwijs Kwaliteitszorg Scholenfusie Primato - MarCant Bezoek inspectie 16/4 Jaarrekening Rapportage februari - april Bestuurlijke samenwerking Opbrengsten scholen Personeel en organisatie Huisvesting en onderhoud Overleg met de aanwezige GMR 19/6 Rapportage april- juni ICT Bestuurlijke samenwerking BSV - MarCant Scholenfusie Primato en MarCant Onderwijs en kwaliteit Kwartaalrapportage financiën Sluiting Klimop 22/9 Benoeming tijdelijke bestuurder Rapportage juni - september Inspectiebezoek Passend onderwijs Traject bestuurlijke samenwerking BSV - MarCant Website Decharge dhr. Brink Sollicitatieprocedure voorzitter College van Bestuur 3/12 Fusie Wingerd - Waarbeek Bestuurlijke samenwerking BSV - MarCant Inspectiebezoeken ObT te laat met begroting Kandidaat bestuurder Verder is er in juli afscheid genomen van bestuurder Henk Brink en zijn er diverse overleggen geweest met het bestuur van BSV en de sollicitatiecommissie i.v.m. de vacature CvB. Ook is er een informeel overleg geweest met Leden van de RVT van SKOMT.
Jaarverslag 2014
50
12 Kengetallen en grafieken
Kengetallen
Signaleringsgrens PO
Financiële kengetallen Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Weerstandsvermogen
< = 1,00 < 30% < = 30% 3 jaar negatief -
Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiële buffer
> 35% > 5%
Streefwaarde
2,21 55% 71% >13%
2010
2011
2012
2013
2014
1,50 64% 67% -5% 21%
1,57 68% 71% -4% 16%
1,96 63% 71% 0% 15%
3,35 70% 77% 6% 22%
3,38 71% 79% 0% 21%
40% 14% 16% 11%
33% 16% 12% 5%
41% 15% 12% 14%
44% 15% 10% 19%
46% 18% 10% 19%
Toelichting Liquiditeit (current ratio): vlottende activa / kortlopende schulden Geeft aan in welke mate de instelling aan haar verplichtingen op korte termijn kan voldoen. Solvabiliteit 1: eigen vermogen / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Solvabiliteit 2: (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Rentabiliteit: resultaat / totale baten Geeft aan welk deel van de totale baten over blijft na aftrek van de lasten. Weerstandsvermogen: (eigen vermogen -/- materiële vaste activa) / Rijksbijdrage Is de verhouding tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen. Kapitalisatiefactor: (totaal activa - gebouwen en terreinen) / totale baten Meet het verband tussen het kapitaal dat een bestuur gebruikt voor haar activiteiten en de inkomsten.
Liquiditeit (current ratio) 4,00
Solvabiliteit 1 72% 70% 68% 66% 64% 62% 60% 58%
3,00 2,00 1,00 0,00 2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
Jaarverslag 2014
2012
2013
80% 75% 70% 65% 60% 2010
Rentabiliteit 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% -6%
Solvabiliteit 2
2011
2012
2013
2014
2010
2012
2013
2014
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen
2014
2011
25%
50%
20%
40%
15%
30%
10%
20%
5%
10% 0%
0% 2010
2011
2012
2013
51
2014
2010
2011
2012
2013
2014
Geconsolideerde jaarrekening 2014
Jaarverslag 2014
B Jaarrekening 2014 B1 Grondslagen Algemeen Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs.
Stelselwijziging Met ingang van het boekjaar 2014 is besloten om de bestemmingsreserve grootonderhoud om te zetten in een voorziening voor grootonderhoud. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur willen met deze omzetting, mede gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de eigen verantwoordelijkheid voor de lasten van het buitenonderhoud, er voor zorgen dat dit geld alleen wordt ingezet voor het onderhoud van de gebouwen. Deze wijziging is als stelselwijziging in het financieel verslag verwerkt en de vergelijkende cijfers 2013 zijn ten behoeve van de vergelijkbaarheid aangepast. Voornoemde stelselwijziging heeft een afname van het eigen vermogen ad € 174.434 tot gevolg. Activiteiten Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Centraal Twente voert het bevoegd gezag over tien scholen voor basisonderwijs, gespreid over de regio Centraal Twente. De Stichting realiseert onderwijs en begeleiding voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar op een christelijke grondslag. Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Stichting MarCanT en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn, met uitzondering van hetgeen is toegelicht onder het kopje stelselwijziging, ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Vergelijkende cijfers De cijfers van 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijking met de cijfers van 2014 mogelijk te maken.
Jaarverslag 2014
53
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Operationele leasing Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.
In de geconsolideerde jaarrekening zijn de balans en exploitatierekening van Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Centraal Twente en Stichting Financiering Chr. Primair Onderwijs Centraal Twente opgenomen. In laatstgenoemde stichting heeft het bestuur van Stichting MarCanT namelijk beslissende zeggenschap.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het materieel vast actief. De gehanteerde activeringsgrens bedraagt € 1.000. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Onderhoudskosten worden rechtstreeks verantwoord in de staat van baten en lasten. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.
Jaarverslag 2014
54
Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eventuele rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting. Algemene Reserve Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten. Bestemmingsreserves Hieronder zijn opgenomen de reserves die bedoeld zijn voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden, waarbij om die reden door het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht. De gehanteerde bestemmingsreserves zijn achtereenvolgens: - De bestemmingsreserve privaat. Dit is ter dekking van de kosten die betaald zijn uit private middelen. Deze reserve bedraagt op balansdatum € 768.374
Het bestuur van de instelling heeft deze beperking aangebracht. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorziening Jubilea Deze voorziening is gevormd ter dekking van in de toekomst, conform de CAO-bepalingen, uit te keren bedragen als gevolg van dienstjubilea. De voorziening is conform uitspraak PO-raad 2010 bepaald op basis van € 620 per FTE per jaareinde. In de berekeningen is rekening gehouden met een verwachte blijfkans van medewerkers.
Pensioenen De onderwijsinstelling is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds ABP. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa. Nog niet betaalde premies worden als verplichting in de balans opgenomen. Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder wordt, indien van toepassing, een voorziening opgenomen. Informatie over eventuele verplichtingen per ultimo boekjaar (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder is niet beschikbaar.
Jaarverslag 2014
55
Onderhoudsvoorziening Deze voorziening wordt gevormd ter dekking van groot planmatig onderhoud. Dagelijks onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de exploitatierekening gebracht. De meerjarenonderhoudsvoorziening is gevormd op basis van eigen dotaties en verminderd met uitgaven voor groot onderhoud. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Grondslagen voor de bepaling van de exploitatierekening Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdrage OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen, lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de exploitatierekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De stichting heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. Mutaties in de pensioenvoorziening worden ook in de winst-enverliesrekening verwerkt. Het bedrag dat als pensioenvoorziening is opgenomen, is de beste schatting van de nog niet afgefinancierde bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Ultimo 2013 was de dekkingsgraad van het ABP 105,9%, de dekkingsgraad eind 2014 is 101,1%. De overheid eist een dekkingsgraad van 105% of hoger. Hiermee voldoet de dekkingsgraad niet aan de minimale vereisten van de toezichthouder.
Jaarverslag 2014
56
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten. Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdragen OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen.
Jaarverslag 2014
57
B2
Geconsolideerde balans per 31 december 2014
1
Activa
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leer- hulpmiddelen
901.087 215.623
Totaal vaste activa
747.798 230.750 1.116.710
978.548
1.116.710
978.548
Vlottende activa 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.7 1.5.8
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
8.818 435.794 147.413 49.517
19.305 351.645 154.475 21.630 641.542
1.7 1.7.2
Liquide middelen Tegoeden op bankrekeningen
2.223.306
Totaal vlottende activa
Totaal Activa
Jaarverslag 2014
58
547.055
2.485.970 2.223.306
2.485.970
2.864.848
3.033.025
3.981.558
4.011.573
B2
Geconsolideerde balans per 31 december 2014
2
Passiva
2.1 2.1.0 2.1.1 2.1.3
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve privaat
31 december 2014
90 2.041.823 768.374
31 december 2013
90 2.076.706 743.965 2.810.287
2.2 2.2.1 2.2.3
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
107.939 215.411
2.820.761
111.682 174.434 323.350
2.4 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
77.292 296.429 89.322 64.813 320.065
Totaal Passiva
Jaarverslag 2014
59
286.116
64.109 304.063 104.298 54.876 377.350 847.921
904.696
3.981.558
4.011.573
B3 Geconsolideerde exploitatierekening over 2014 Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3
Baten
3.1 3.2
Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
7.931.239
8.139.336
8.555.753
30.000 484.797
36.631 384.673
39.510 467.208
Totaal Baten
8.446.036
8.560.640
9.062.471
3.5
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
6.867.601 186.398 654.013 736.378
7.159.623 182.522 593.508 658.932
7.126.802 202.040 618.740 671.388
Totaal Lasten
8.444.390
8.594.585
8.618.970
Saldo baten en lasten
1.646
33.945-
443.501
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Financiële baten Financiële lasten
25.500 -
25.857 2.385
67.519 2.751
Saldo financiële baten en lasten
25.500
23.472
64.768
Totaal resultaat
27.146
10.473-
508.269
Jaarverslag 2014
60
B4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2014 2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
33.945-
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
443.501
182.522 37.229
Veranderingen in vlottende activa: - Vorderingen (-/-) - Effecten - Kortlopende schulden Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:
202.040 18.997-
94.48756.774-
119.885 550.077 142.96934.545
- Ontvangen interest - Betaalde interest (-/-)
25.857 2.385
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (-/-) Totaal kassstroom uit investeringsactiviteiten:
1.153.537 67.519 2.751
23.472
64.768
58.017
1.218.305
320.681-
117.810320.681-
Mutatie liquide middelen
117.810-
262.664-
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
2.485.970 262.664-
Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2014
2013
1.385.475 1.100.495 2.223.306
61
1.100.495
2.485.970
B5
Geconsolideerde toelichting op de balans per 31 december 2014
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Mutaties 2014 Afschrijvingsjaren
1.2.2 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Inventaris en apparatuur Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
1.2.3 1.2.3.1
Andere vaste bedrijfsmiddelen Leer- hulpmiddelen Totaal
Jaarverslag 2014
Aanschaf prijs
Afschrijvingen cumulatief
Boekwaarde
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2014
Investeringen
Afschrijvingen
Aanschaf Prijs
Afschrijving cumulatief
Boekwaarde
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
20 10 5
1.167.601 234.271 484.654
649.973 126.949 361.803
517.627 107.321 122.850
215.000 954 59.520
48.527 19.206 54.455
1.382.601 235.225 544.174
698.500 146.155 416.258
684.101 89.070 127.916
8
588.458 2.474.984
357.708 1.496.433
230.750 978.548
45.207 320.681
60.334 182.522
633.665 2.795.665
418.042 1.678.955
215.623 1.116.710
62
1.5
Vorderingen 31 december 2014
31 december 2013
8.818
19.305
1.5.1
Debiteuren 388.837 46.957
1.5.2
Te vorderen personele bekostiging Te vorderen P&A Ministerie van OCW
4.167 20.789 75.348 22.440 12.500 12.168
1.5.7
Overige vorderingen Te ontvangen rente Vervangingsfonds Subsidie Opleiden in de School Belastingdienst premie retour Schakelklas subsidie Subsidie Versterking Samenwerking Overige vorderingen Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde huisvestingskosten Baten verhuur Dong Energy Attendiz retour onterechte factuur Overlopende activa
3.899 22.102 4.488 7.254 11.775
1.5.8
435.794
1.7.2
641.542
547.055
31 december 2014
31 december 2013
Tegoeden op bankrekeningen
2.223.306
2.485.970
Totaal liquide middelen
2.223.306
2.485.970
Liquide middelen
2.1
Eigen vermogen Effect stelselwijziging op het eigen vermogen
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Totaal Eigen Vermogen
2.1.0 2.1.1 2.1.3
154.475 1.285 1.313 9.414 9.618 21.630
Passiva
2.1
4.589 68.733 50.000 31.153 -
49.517
2
2.1.0 2.1.1 2.1.2 2.1.3
351.645
147.413
Totaal vorderingen
1.7
351.645 -
Effect stelselwijziging Stand per 31-12-2013 90 2.076.706 174.434 743.965 2.995.195
Eigen vermogen na stelselwijziging
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (privaat)
Stand per 1-1-2014 90 2.076.706 743.965
Totaal Eigen Vermogen
2.820.761
Jaarverslag 2014
63
-
Stand per 31-12-2013 90 2.076.706 174.434743.965
-
174.434-
Toevoeging
Onttrekking
Mutaties 2014 Bestemming Overige resultaat mutaties 34.88324.410 10.473-
-
2.820.761
Stand per 31-12-2014 90 2.041.823 768.374 2.810.287
2.2
Voorzieningen Stand per 1-1-2014
2.2.1 2.2.3
Mutaties 2014 Onttrekkingen
Dotaties
Stand per 31-12-2014
Vrijval
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
111.682
-
3.743
-
107.939
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
174.434
84.925
43.948
-
215.411
Totaal voorzieningen
286.116
84.925
47.691
-
323.350
Onderverdeling saldo per 31-12-2014 < 1 jaar > 1 jaar 2.2.1 2.2.3
2.4
Stand per 31-12-2014
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
7.465
100.474
107.939
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
56.250
159.161
215.411
63.715
259.635
323.350
Kortlopende schulden 31 december 2014
31 december 2013
77.292
64.109
2.4.3
Crediteuren
2.4.7
Afdr. / inh. loonheffing Afdr. / inh. Participatiefonds Afdr. / inh. Vervangingsfonds Afdr. / inh. Proteq Belastingen en premies soc.verz.
71.568 17.435 319
2.4.8
Afdr. / inh. ABP Afdr. / inh. FPU Afdr. / inh. pr Partnerpluspensioen Schulden terzake pensioenen
6.253 35.118 11.003 6.871 5.568
2.4.9
Overige kortlopende schulden Netto salarissen Toelage personeelslid Gemeente Hengelo schakelklas Subsidie verlengde tijd Eneco Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva Te betalen vakantie-uitkering Overige subsidies OCW/niet geoormerkt Spaarverlof Vervangingspool 2.4.10 Overlopende passiva
5.063 226.839 22.459 55.495 10.209
272.824 21.693 1.912 296.429
304.063 86.148 17.757 393
89.322
104.298 1.086 14.286 22.004 17.500 -
64.813
Totaal kortlopende schulden
Jaarverslag 2014
277.464 6624.804 1.861
64
54.876 20.369 223.426 60.461 73.094 -
320.065
377.350
847.921
904.696
B6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief) Financiële verplichting Er is sprake van een huurovereenkomst inzake kopieermachines met Canon met ingang van 01-09-2010 voor de duur van 6 jaar. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 21.420,- (exclusief btw). Er is sprake van een huurovereenkomst inzake kopieermachines met Canon met ingang van 01-09-2012 voor de duur van 4 jaar. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 19.800,- (exclusief btw).
Huurverplichtingen Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Centraal Twente is met ingang van 1 maart 2013 een huurovereenkomst aangegaan met Maatschap Tenneglo voor de duur van 5 jaar tegen een huurprijs van € 20.000 per jaar.
Duurzame inzetbaarheid In de CAO PO 2014-2015 zijn een aantal vernieuwende afspraken opgenomen rondom duurzame inzetbaarheid van personeel en is de BAPO-regeling vervallen. De nieuwe CAO-regeling betreffende de duurzame inzetbaarheid geven medewerkers recht op een basisbudget van 40 uur. Daarnaast is vanaf 57 jaar het sparen van ouderenverlof mogelijk en is er sprake van een overgangsregeling BAPO voor medewerkers vanaf 56 jaar. Deze aanpassing van de CAO heeft ook gevolgen voor de financiële verslaggeving van schoolbesturen met ingang van verslagjaar 2014. Op basis van geldende wet- en regelgeving is geconcludeerd dat voor gespaarde uren duurzame inzetbaarheid in het kader van het ouderenverlof een voorziening moet worden gevormd. Het basisbudget (40 uur) duurzame inzetbaarheid voor iedere werknemer kan in principe ook gespaard worden. Deze uren worden echter niet meegenomen in de voorziening, voor zover deze uren niet worden gespaard voor ouderenverlof. Om uren te kunnen sparen voor ouderenverlof moet de werknemer conform artikel 8.A8 CAO PO vooraf een plan indienen, waarin staat hoe deze verlofuren de komende vijf jaren worden ingezet. Uitganspunt voor het waarderen van de voorziening zijn deze plannen, die zwart op wit staan. De basis voor het vaststellen van de hoogte van de voorziening duurzame inzetbaarheid is het aantal uur dat een medewerker op basis van deze plannen heeft gespaard (en niet heeft opgenomen) vermenigvuldigd met de loonkosten per uur (rekening houdend met de eigen bijdrage en de blijfkans).
Aangezien er voor het opstellen van de jaarrekening 2014 geen afspraken zijn gemaakt over het sparen van de uren 2014-2015 kan er per ultimo 2014 geen voorziening worden gevormd. Over het kalenderjaar 2015 zal dit, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, wel het geval zijn.
Jaarverslag 2014
65
B7
Geconsolideerde toelichting op de exploitatierekening over 2014
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
Begroting 2014
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen SWV Uitsplitsing 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen personeel OCW Rijksbijdragen materieel OCW
3.1.2 Overige subsidies OCW Niet-geoormerkte subsidies Prestatiebox Academische scholen Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten Leerlinggebonden financiering Lerarenbeurs
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Realisatie 2013
7.456.893 474.346 -
7.554.908 461.192 123.236
7.959.078 596.675 -
7.931.239 -
8.139.336 -
8.555.753 -
6.374.133 1.082.760 7.456.893
6.477.058 1.077.850 7.554.908
6.809.961 1.149.116 7.959.077
170.000 70.000 50.000 184.346 474.346
11.886 170.696 70.000 54.814 105.974 47.822 461.192
78.670 170.547 70.000 55.561 182.081 39.816 596.675
Begroting 2014
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
Realisatie 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
30.000
36.631
39.510
30.000 -
36.631 -
39.510 -
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
14.100 54.285 4.001 412.411
12.597 46.090 2.089 323.897
14.767 45.439 8.557 398.445
Uitsplitsing
484.797 -
384.673 -
467.208 -
86.962 205.449 120.000 412.411
28.110 3.149 152.330 108.623 31.685 323.897
30.737 247.708 120.000 398.445
3.5.6 Overige baten Overige baten Overige baten formatie Baten Samenwerkingsverband Subsidie Opleiden in de School Subsidie versterking samenwerking
Jaarverslag 2014
66
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 Af: uitkeringen
6.387.354 480.247 -
7.168.900 492.345 501.622-
7.380.405 452.791 706.394-
Personeelslasten
6.867.601
7.159.623
7.126.802
-
-
-
4.817.394 816.379 753.581 6.387.354
5.193.627 1.216.536 758.737 7.168.900
5.406.578 1.162.118 811.708 7.380.404
30.119 21.620 154.100 6.000 193.784 26.074 29.550 19.000 480.247
29.328 18.407 251.882 129.674 9.841 28.512 24.701 492.345
Uitsplitsing 4.1.1 Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2 Overige personele lasten Reiskosten (woon- werkverkeer) Dienstreizen Personeel niet in loondienst Dotatie personele voorzieningen Scholing Personeels- en arbeidsmarktbeleid Arbo-dienstverlening Overige
27.969 19.858 345.724 61.306 4.289 21.033 27.389452.791
Er heeft bezoldiging plaatsgevonden conform artikel 383 lid 1 BW. Voor een specificatie van het bedrag zie bijlage C5. Gemiddeld aantal FTE's - Directie - Onderwijzend Personeel - Onderwijs Ondersteunend Personeel
4.2
Afschrijvingen
2014 8,80 103,16 5,69 117,65
Begroting 2014
4.2.3 Inventaris en apparatuur 4.2.5 Leermiddelen Afschrijvingen
Realisatie 2014
2013 9,00 106,91 6,33 122,24
Realisatie 2013
120.909 65.489
122.188 60.334
131.255 70.785
186.398 -
182.522 -
202.040 -
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie onderhoudsvoorzieningen Overige huisvestingslasten
157.223 53.700 147.460 167.850 11.450 89.280 27.050
141.540 69.730 124.456 142.905 13.070 84.925 16.882
141.798 60.945 143.306 174.205 9.542 60.253 28.691
Huisvestingslasten
654.013
593.508
618.740
Jaarverslag 2014
67
4.4
Overige lasten
Begroting 2014
4.4.1 Administratie en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.4 Overige Overige lasten
4.4.2 Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten ICT-licenties
4.4.4 Overige Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Bijdragen aan/vanuit SWV Verzekeringen Abonnementen Medezeggenschapsraad GMR Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieerkosten
* Specificatie honorarium - onderzoek jaarrekening Accountantskosten
5.1
Financiële baten
230.497 131.644 296.791
246.886 102.750 321.752
736.378
658.932
671.388
-
-
-
136.715 3.750 23.740 2.300 3.015 87.250 256.770
134.166 1.822 630 20.176 2.132 1.418 70.153 230.497
149.035 3.422 116 23.791 1.790 1.750 66.982 246.886
9.750 51.944 42.750 104.444
5.826 58.961 66.857 131.644
8.238 53.577 40.935 102.750
8.850 3.250 20.500 86.961 3.300 5.875 1.375 500 250 178.803 65.500 375.164
12.180 6.587 32.064 5.669 2.444 3.316 7.733 2.544 117 81 153.030 71.026 296.791
3.118 3.915 35.675 2.675 2.424 5.320 857 1.300 183.636 82.832 321.752
4.000 4.000
4.260 4.260
3.978 3.978
Begroting 2014
Rentebaten
5.2
Financiële lasten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2014
68
Realisatie 2013
25.500
25.857
67.519
25.500
25.857
67.519
Begroting 2014
Rente- en bankkosten
Realisatie 2013
256.770 104.444 375.164
Uitsplitsing 4.4.1 Administratie en beheerslasten Administratie- en accountantskosten* Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfkosten Telefoonkosten Portokosten Kabeltelevisie Overige beheerslasten
Realisatie 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
-
2.385
2.751
-
2.385
2.751
Enkelvoudige jaarrekening 2014
Jaarverslag 2014
B2
Enkelvoudige balans per 31 december 2014
1
Activa
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leer- hulpmiddelen
901.087 215.623
Totaal vaste activa
747.798 230.749 1.116.710
978.547
1.116.710
978.547
Vlottende activa 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.7 1.5.8
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
8.819 435.794 974.513 126.981 49.517
19.305 351.645 974.513 149.985 21.631 1.595.624
1.7 1.7.2
Liquide middelen Tegoeden op bankrekeningen
530.372
Totaal vlottende activa
Totaal Activa
Jaarverslag 2014
70
1.517.079
801.486 530.372
801.486
2.125.996
2.318.565
3.242.706
3.297.112
B2
Enkelvoudige balans per 31 december 2014
2
Passiva
2.1 2.1.0 2.1.1 2.1.3
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve privaat
31 december 2014
45 1.941.823 129.582
31 december 2013
45 1.976.706 129.582 2.071.450
2.2 2.2.1 2.2.3
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
107.939 215.411
2.106.333
111.682 174.434 323.350
2.4 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
77.292 296.429 89.322 64.813 320.050
Totaal Passiva
Jaarverslag 2014
71
286.116
64.109 304.063 104.298 54.843 377.350 847.906
904.663
3.242.706
3.297.112
B3 Enkelvoudige exploitatierekening over 2014 Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3
Baten
3.1 3.2
Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
7.931.239
8.139.336
8.555.752
30.000 484.797
36.631 384.673
39.510 567.208
Totaal Baten
8.446.036
8.560.640
9.162.470
3.5
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
6.867.601 186.398 654.013 736.378
7.159.623 182.522 593.508 658.932
7.126.801 202.040 618.740 671.388
Totaal Lasten
8.444.390
8.594.585
8.618.969
Saldo baten en lasten
1.646
33.945-
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Financiële baten Financiële lasten
-
Saldo financiële baten en lasten
-
938-
1.646
34.883-
Totaal resultaat
Jaarverslag 2014
72
1.271 2.209
543.501
826 2.110 1.284-
542.217
B4 Enkelvoudig kasstroomoverzicht 2014 2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
2013
33.945-
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
543.501
182.522 37.232
Veranderingen in vlottende activa: - Vorderingen (-/-) - Kortlopende schulden Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties:
202.040 18.997-
78.54756.757-
108.413 142.98350.505
- Ontvangen interest - Betaalde interest (-/-)
1.271 2.209
691.974 826 2.110
938Totaal kasstroom uit operationele activiteiten:
49.567
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (-/-) Totaal kassstroom uit investeringsactiviteiten:
320.681-
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
117.810117.810-
271.114-
572.880 228.606 572.880
530.372
73
690.690
320.681-
801.486 271.114-
Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2014
1.284-
801.486
B5
Enkelvoudige toelichting op de balans per 31 december 2014
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Mutaties 2014 Afschrijvingsjaren
1.2.2 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Inventaris en apparatuur Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
1.2.3 1.2.3.1
Andere vaste bedrijfsmiddelen Leer- hulpmiddelen Totaal
Jaarverslag 2014
Aanschaf prijs
Afschrijvingen cumulatief
Boekwaarde
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2014
Investeringen
Afschrijvingen
Aanschaf Prijs
Afschrijving cumulatief
Boekwaarde
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
20 10 5
1.167.601 234.271 484.654
649.973 126.949 361.803
517.627 107.321 122.850
215.000 954 59.520
48.527 19.206 54.455
1.382.601 235.225 544.174
698.500 146.155 416.258
684.101 89.070 127.916
8
588.458 2.474.984
357.708 1.496.433
230.749 978.547
45.207 320.681
60.334 182.522
633.665 2.795.665
418.042 1.678.955
215.623 1.116.710
74
1.5
Vorderingen 31 december 2014
31 december 2013
8.819
19.305
1.5.1
Debiteuren
1.5.2
Te vorderen personele bekostiging Te vorderen P&A Ministerie van OCW
1.5.3
Groepsmaatschappijen 4.167 358 75.348 22.440 12.500 12.168
1.5.7
Overige vorderingen Te ontvangen rente Vervangingsfonds Subsidie Opleiden in de School Belastingdienst premie retour Schakelklas subsidie Subsidie Versterking Samenwerking Overige vorderingen
3.899 22.102 4.488 7.254 11.775
1.5.8
Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde huisvestingskosten Baten verhuur Dong Energy Attendiz retour onterechte factuur Overlopende activa
388.837 46.957
1.7.2
974.513 100 68.732 50.000 31.153 149.985 1.286 1.313 9.414 9.618 -
1.595.624
1.517.079
31 december 2014
31 december 2013
Tegoeden op bankrekeningen
530.372
801.486
Totaal liquide middelen
530.372
801.486
Liquide middelen
2.1
Eigen vermogen Effect stelselwijziging op het eigenvermogen
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Totaal Eigen Vermogen
2.1.0 2.1.1 2.1.3
974.513
21.631
Passiva
2.1
351.645
49.517
2
2.1.0 2.1.1 2.1.2 2.1.3
435.794
126.981
Totaal vorderingen
1.7
351.645 -
Effect stelselwijziging Stand per 31-12-2013 45 1.976.706 174.434 129.582 2.280.767
Eigen vermogen na stelselwijziging
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (privaat)
Stand per 1-1-2014 45 1.976.706 129.582
Totaal Eigen Vermogen
2.106.333
Jaarverslag 2014
75
-
Stand per 31-12-2013 45 1.976.706 174.434129.582
-
174.434-
Toevoeging
Onttrekking
Mutaties 2014 Bestemming Overige resultaat mutaties 34.88334.883-
-
2.106.333
Stand per 31-12-2014 45 1.941.823 129.582 2.071.450
2.2
Voorzieningen Stand per 1-1-2014
2.2.1 2.2.3
Mutaties 2014 Onttrekkingen
Dotaties
Stand per 31-12-2014
Vrijval
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
111.682
-
3.743
-
107.939
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
174.434
84.925
43.949
-
215.410
Totaal voorzieningen
286.116
84.925
47.692
-
323.349
Onderverdeling saldo per 31-12-2014 < 1 jaar > 1 jaar 2.2.1 2.2.3
2.4
Stand per 31-12-2014
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
7.465
100.474
107.939
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
56.250
159.160
215.410
63.715
259.634
323.349
Kortlopende schulden 31 december 2014
31 december 2013
77.292
64.109
2.4.3
Crediteuren
2.4.7
Afdr. / inh. loonheffing Afdr. / inh. Participatiefonds Afdr. / inh. Vervangingsfonds Afdr. / inh. Proteq Belastingen en premies soc.verz.
71.568 17.435 319
2.4.8
Afdr. / inh. ABP Afdr. / inh. FPU Afdr. / inh. pr Partnerpluspensioen Schulden terzake pensioenen
6.253 35.118 11.003 6.871 5.568
2.4.9
Overige kortlopende schulden Netto salarissen Toelage personeelslid Gemeente Hengelo schakelklas Subsidie verlengde tijd Eneco Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva Te betalen vakantie-uitkering Overige subsidies OCW/niet geoormerkt Spaarverlof Vervangingspool 2.4.10 Overlopende passiva
5.048 226.839 22.459 55.495 10.209
272.824 21.693 1.912 296.429
304.063 86.148 17.757 393
89.322
104.298 1.054 14.286 22.004 17.500 -
64.813
Totaal kortlopende schulden
Jaarverslag 2014
277.464 6624.804 1.861
76
54.844 20.369 223.427 60.461 73.094 -
320.050
377.351
847.906
904.665
Model G G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving toewijzing
Toewijzing Kenmerk Datum
Lerarenbeurs voor scholing en zij-instromers 2009-2011 PO/ZO-2007/12884
Jaarverslag 2014
Bedrag toewijzing €
Ontvangen t/m 2014 €
12.358
12.358
12.358
12.358
77
De prestatie ultimo 2014 conform subsidiebeschikking Geheel afgerond Niet geheel afgerond X
B7
Enkelvoudige toelichting op de exploitatierekening over 2014
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen Uitsplitsing 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen personeel OCW Rijksbijdragen materieel OCW
3.1.2 Overige subsidies OCW Niet-geoormerkte subsidies Prestatiebox Academische scholen Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten Leerlinggebonden financiering Lerarenbeurs
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
7.456.893 474.346 -
7.554.908 461.192 123.236
7.959.078 596.674 -
7.931.239 -
8.139.336 -
8.555.752 -
6.374.132 1.082.760 7.456.892
6.477.057 1.077.850 7.554.907
6.809.960 1.149.116 7.959.076
170.000 70.000 50.000 184.346 474.346
11.886 170.696 70.000 54.814 105.974 47.822 461.192
78.669 170.547 70.000 55.561 182.081 39.816 596.674
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
30.000
36.631
39.510
30.000 -
36.631 -
39.510 -
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
14.100 54.285 4.001 412.411
12.597 46.090 2.089 323.897
14.767 45.439 8.557 498.445
Uitsplitsing
484.797 -
384.673 -
567.208 -
86.962 205.449 120.000 412.411
28.110 3.149 152.330 108.623 31.685 323.897
30.737 247.708 120.000 100.000 498.445
3.5.6 Overige baten Overige baten Overige baten formatie Baten Samenwerkingsverband Subsidie Opleiden in de School Subsidie versterking samenwerking Bijdrage Stg. Financiering
Jaarverslag 2014
78
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 Af: uitkeringen
6.387.354 480.247 -
7.168.900 492.345 501.622-
7.380.404 452.791 706.394-
Personeelslasten
6.867.601
7.159.623
7.126.801
-
-
-
4.817.394 816.379 753.581 6.387.354
5.193.627 1.216.536 758.737 7.168.900
5.406.578 1.162.118 811.708 7.380.404
30.119 21.620 154.100 6.000 193.784 26.074 29.550 19.000 480.247
29.328 18.407 251.882 129.674 9.841 28.512 24.701 492.345
Uitsplitsing 4.1.1 Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2 Overige personele lasten Reiskosten (woon- werkverkeer) Dienstreizen Personeel niet in loondienst Dotatie personele voorzieningen Scholing Personeels- en arbeidsmarktbeleid Arbo-dienstverlening Overige
27.969 19.858 345.724 61.306 4.289 21.033 27.389452.791
Er heeft bezoldiging plaatsgevonden conform artikel 383 lid 1 BW. Voor een specificatie van het bedrag zie bijlage C5. Gemiddeld aantal FTE's - Directie - Onderwijzend Personeel - Onderwijs Ondersteunend Personeel
4.2
Afschrijvingen
4.2.3 Inventaris en apparatuur 4.2.5 Leermiddelen Afschrijvingen
2014 8,80 103,16 5,69 117,65
Begroting 2014
Realisatie 2014
2013 9,00 106,91 6,33 122,24
Realisatie 2013
120.909 65.489
122.188 60.334
131.255 70.785
186.398 -
182.522 -
202.040 -
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie onderhoudsvoorzieningen Overige huisvestingslasten
157.223 53.700 147.460 167.850 11.450 89.280 27.050
141.540 69.730 124.456 142.905 13.070 84.925 16.882
141.798 60.945 143.306 174.205 9.542 60.253 28.691
Huisvestingslasten
654.013
593.508
618.740
Jaarverslag 2014
79
4.4
Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.4 Overige Overige lasten
Begroting 2014
4.4.2 Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten ICT-licenties
4.4.4 Overige Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Bijdragen aan/vanuit SWV Verzekeringen Abonnementen Medezeggenschapsraad GMR Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieerkosten
230.497 131.644 296.791
246.886 102.750 321.752
736.378
658.932
671.388
-
-
-
136.715 3.750 23.740 2.300 3.015 87.250 256.770
134.166 1.822 630 20.176 2.132 1.418 70.153 230.497
149.035 3.422 116 23.791 1.790 1.750 66.982 246.886
9.750 51.944 42.750 104.444
5.826 58.961 66.857 131.644
8.238 53.577 40.935 102.750
8.850 3.250 20.500 86.961 3.300 5.875 1.375 500 250 178.803 65.500 375.164
12.180 6.587 32.064 5.669 2.444 3.316 7.733 2.544 117 81 153.030 71.026 296.791
3.118 3.915 35.675 2.675 2.424 5.320 857 1.300 183.636 82.832 321.752
4.000 4.000
4.260 4.260
3.978 3.978
* Specificatie honorarium - onderzoek jaarrekening Accountantskosten
5.1
Financiële baten
Begroting 2014
Rentebaten
5.2
Financiële lasten
Realisatie 2014
80
Realisatie 2013
-
1.271
826
-
1.271
826
Begroting 2014
Rente- en bankkosten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2013
256.770 104.444 375.164
Uitsplitsing 4.4.1 Administratie en beheerslasten Administratie- en accountantskosten* Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfkosten Telefoonkosten Portokosten Kabeltelevisie Overige beheerslasten
Realisatie 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
-
2.209
2.110
-
2.209
2.110
C Overige gegevens C1
Controleverklaring
Jaarverslag 2014
81
C2 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat over het jaar 2014 bedraagt € 10.473 negatief. Het bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat als volgt te verdelen en te onttrekken danwel toe te voegen aan de volgende reserves:
Eigen vermogen Effect stelselwijziging op het eigen vermogen Stand per 31-12-2013
Effect stelselwijziging Toevoeging
Stand per 31-12-2013
Onttrekking
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat)
90 2.076.706 174.434 743.965
-
174.434-
90 2.076.706 743.965
Totaal Eigen Vermogen
2.995.195
-
174.434-
2.820.761
Eigen vermogen na stelselwijziging Stand per 1-1-2014
Mutaties 2014 Bestemming Overige resultaat mutaties
Stand per 31-12-2014
Stichtingskapitaal Algemene Reserve Bestemmingsreserve (privaat)
90 2.076.706 743.965
34.88324.410
-
90 2.041.823 768.374
Totaal Eigen Vermogen
2.820.761
10.473-
-
2.810.287
Jaarverslag 2014
84
C3 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die aanleiding geven hier te worden
vermeld.
C4 Overzicht verbonden partijen Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)
Naam Juridische vorm Code activiteiten Statutaire zetel Eigen verrmogen 2014 Resultaat 2014 Verklaring art.2:403 BW Consolidatie Deelname %
Stichting Financiering Chr. Primair Onderwijs Centraal Twente Stichting 4 Borne € 638.793 € 24.410 Nee Ja 100%
C5 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Functie Voorzittersclausule van toepassing? Naam bestuurder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Taakomvang in FTE Dienstbetrekking (D) of op Interim basis(I)
College van Bestuur Nee Dhr. H. Brink 01-06-2008 31-07-2014 1,000 D
College van Bestuur Nee Mevr. H. Hilgenberg 01-08-2014 31-01-2015 0,600 D
Nee
Nee
€ 50.179 € 8.625 -
€ 19.555 -
€ 58.804
€ 19.555
Overschrijding WNT-norm Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording: Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Centraal Twente herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs Centraal Twente in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.
Jaarverslag 2014
85