Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave A
Algemeen deel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voorwoord………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..1 Organisatie………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 2 Verloop leerlingaantal in relatie tot het personeel…………………………………………………………………………………………………………………………… 7 Personeelsbeleid……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 9 Onderwijskundig beleid…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 16 Huisvesting en Financieel beleid……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 22 Continuïteitsparagraaf……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 29 Toekomstige ontwikkelingen…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 33 Verslag van de Raad van Toezicht……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 34 Kengetallen en grafieken…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 35
B
Jaarrekening 2014
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Grondslagen……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 37 Balans per 31 december 2014…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 41 Exploitatierekening over 2014…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 43 Kasstroomoverzicht over 2014………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 44 Toelichting op de balans per 2014…………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 45 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)………………………………………………… 48 Toelichting op de exploitatierekening over 2014……………………………………………………………………………………………………………………………… 49
C
Overige gegevens
C1 C2 C3 C4 C5
Controleverklaring…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 53 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo……………………………………………………………………………………………………………………………… 55 Gebeurtenissen na balansdatum……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56 Overzicht verbonden partijen…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 56 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders……………………………………………………………………………………………………………………………… 56
Jaarverslag 2014
35
52
2
1 Voorwoord Met genoegen presenteer ik u het jaarverslag van Stichting KOMT. Met dit verslag legt onze onderwijsorganisatie verantwoording af over het gevoerde beleid in 2014. Het verantwoorden aan derden is een activiteit die steeds meer onderdeel wordt van ons handelen, zowel intern als extern. Zo leggen we rekenschap af aan o.a. ouders, (G)MR(-en), de inspectie en het ministerie van OCW. De feedback en de interactie leveren ons weer informatie op om ons onderwijs nog beter te maken. Ook in 2014 hebben we systematisch gewerkt aan een verdere verbetering van onze kwaliteit. Het cyclisch inzetten van verschillende instrumenten op het terrein van kwaliteitszorg houdt ons scherp en geeft telkens weer nieuwe informatie om zo goed mogelijk te voldoen aan onze maatschappelijke opdracht. Onze organisatie heeft deze als volgt verwoord: Stichting KOMT geeft een waarde(n)vol fundament aan kind, onderwijs en samenleving. Stichting KOMT kan tevreden terugkijken op het jaar 2014. Op alle terreinen heeft de Stichting de zaken voldoende tot goed op orde. Alle scholen zitten in het basisarrangement van de Inspectie. Het onderwijs is van voldoende kwaliteit. Maar er is geen reden tot tevredenheid. De onderwijskwaliteit in het algemeen mag nog beter. Het ziekteverzuim is het afgelopen jaren naar de streefnorm van 5% gedaald, alle managementposities zijn weer goed bezet en in financieel opzicht hebben we het jaar 2014 naar tevredenheid afgesloten. De gegevens uit dit jaarverslag zijn samengesteld uit informatie van het bestuursbureau, Arbodienst Human Capital Care, leerlingvolgsysteem Parnassys en de informatiesystemen ObTopics en Raet van Onderwijsbureau Twente. Wij wensen u veel leesplezier toe en wij houden ons aanbevolen voor opbouwende kritische opmerkingen.
Frank Konings Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2014
1
2 Organisatie 2.1 Gegevens bevoegd gezag en scholen Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente is sinds 23 december 1999 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor de Veluwe en Twente onder dossiernummer 41028008. Het nummer van het bevoegd gezag is 37650. Het bestuur is gevestigd in Borne. De werknaam van de Stichting is Stichting KOMT. Stichting KOMT Postbus 94 7620 AB Borne 074-2665501
[email protected] www.Stichtingkomt.nl De volgende scholen met brinnummer ressorteren onder het bestuur: Sint Aegidius 06IN Erve Hooyerinck 08NX ’t Iemnschelf 08LL Flora 10FY ’t Oldhof 09KW Onze Lieve Vrouwe 04WO Twickelo 06MZ De Wheele 11KS De Vonder 28CY
2.2 Kernactiviteiten De enige en belangrijkste kernactiviteit van Stichting KOMT is het geven van primair onderwijs op katholieke grondslag. Alle activiteiten van de Stichting zijn erop gericht om eigentijds onderwijs op maat te geven binnen een veilige en geborgen omgeving.
2.3 Juridische structuur De Stichting heeft ten doel de bevordering van het katholiek onderwijs in Midden-Twente. De Stichting beoogt primair onderwijs te geven op katholieke grondslag. Onder het bestuur van de Stichting ressorteren negen basisscholen. Vijf scholen zijn gevestigd in Borne, één in Hertme, twee in Delden en één in Bentelo. In 2011 heeft de Stichting in het kader van de Code Goed Bestuur de bestuursvorm veranderd. Het bestuur heeft gekozen voor een organieke scheiding van bestuur en intern toezicht. Per 1 augustus 2011 kent de Stichting een bestuursvorm met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.
Jaarverslag 2014
2
2.4 Samenstelling van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht Het College van Bestuur (CvB) wordt gevormd door de heer F.M.M. Konings MHD. De samenstelling van de Raad van Toezicht is als volgt: 1. 2. 3. 4. 5.
de heer dr. A.B. van Leeuwen, voorzitter de heer L.H.H. Rouhof, vice-voorzitter de heer mr. J.G.A. Kuhlmann mevrouw H. Schaffers MBA de heer ing. J.H.M. Poortier MBA
2.5 Leerlingeninformatie per school Het verloop van het aantal leerlingen per teldatum 1 oktober over de afgelopen jaren is als volgt: Scholen Stichting KOMT St. Aegidius (06IN) Erve Hooyerinck (08NX) 't Iemnschelf (08LL) Flora (10FY) 't Oldhof (09KW) Onze Lieve Vrouwe (04WO) Twickelo (06MZ) De Wheele (11KS) De Vonder (28 CY) Totaal
2008 59 356 484 172 186 221 238 234 54 2004
2009 65 354 474 166 187 220 243 230 106 2045
2010 69 354 461 176 182 210 229 223 141 2045
2011 68 359 443 192 178 206 223 211 175 2055
2012 69 363 413 210 177 187 203 219 217 2058
2013 65 345 394 223 162 176 167 234 248 2014
2014 60 351 360 216 148 172 149 233 285 1974
2.6 Organisatiestructuur Stichting KOMT wordt bestuurd door een éénhoofdig bestuurder, in de rol van voorzitter College van Bestuur. Er wordt intern toezicht gehouden door een Raad van Toezicht. De bestuurder wordt secretarieel ondersteund door het bestuurssecretariaat. De bestuurder stuurt de directeuren aan van de negen scholen en is tevens voorzitter van het directeurenberaad. Iedere school heeft een directeur die integraal verantwoordelijk is voor het onderwijs en de organisatie op de school. De directeuren komen één keer in de drie weken bij elkaar in het directeurenberaad. Dit overleg dient ter afstemming van het beleid. Alle directeuren hebben zitting in één van de drie beleidscommissies die de Stichting kent, te weten de beleidscommissie Personeel, de beleidscommissie Financiën & Huisvesting en de beleidscommissie Onderwijs & Identiteit. De Beleidscommissie Financiën & Huisvesting (BC F&H) is een beleidsvoorbereidend orgaan dat bestaat uit directieleden. In deze commissie worden de kaders vastgesteld waarbinnen de scholen budgetteren en reserveren. De commissie wordt ondersteund in haar activiteiten door Onderwijsbureau Twente (ObT) alwaar de Stichting haar administratie laat verzorgen. Daarnaast houdt de commissie zich bezig met de huisvesting van de scholen. De staat van onderhoud van de scholen wordt nauwkeurig gevolgd. Op basis van onderhoudsplannen wordt gekeken welke plannen tot uitvoering worden gebracht en welke scholen in aanmerking komen voor ingrijpende renovatie. Dit gaat altijd in samenspraak met de gemeente, aangezien de gemeente het economisch claimrecht heeft en het schoolbestuur juridisch eigenaar is van de schoolgebouwen. In de Beleidscommissie Onderwijs & Identiteit (BC O&I) wordt nader beschouwd welke onderwijskundige zaken geldend kunnen zijn voor alle scholen binnen de Stichting. Centrale thema’s als ICT, interne begeleiding en passend onderwijs worden bovenschools besproken om zo te komen tot gemeenschappelijk beleid.
Jaarverslag 2014
3
De commissie draagt tevens zorg voor de katholieke identiteit van de Stichting. Mede in samenspraak met het netwerk van identiteitsondersteuners wordt getracht het begrip identiteit binnen de Stichting levend te houden. De commissie is tevens verantwoordelijk voor de organisatie van de bovenschoolse personeelsdag. De Beleidscommissie Personeel houdt zich bezig met het maken van personeelsbeleid voor de Stichting. Vanuit de visie van integraal personeelsbeleid is de commissie belast met het voorbereiden van specifiek personeelsbeleid. De volgende thema’s vallen zoal onder het aandachtsgebied van de commissie: arbo, taakbeleid, leeftijdsbewust personeelsbeleid, de Wet BIO, bekwaamheidsdossiers, de gesprekscyclus, de functiemix, implementatie van de CAO PO en het scholingsbeleid. De commissie laat zich op het terrein van personeelsbeheer en personeelszorg ondersteunen door het administratiekantoor Onderwijsbureau Twente (ObT). Iedere school heeft een Medezeggenschapsraad. Hierin zitten ouders en personeelsleden. Op stichtingsniveau is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze GMR vertegenwoordigt de scholen. Van iedere school hebben een personeelslid en een vertegenwoordiger namens de ouders hierin zitting. Op grond van het feit dat de Stichting 9 scholen telt bestaat de GMR uit 18 personen: 9 ouders en 9 personeelsleden. De GMR heeft volgens de planning in 2014 zes keer vergaderd. Daarnaast zijn er met de GMR twee extra themabijeenkomst gehouden over de bestuurlijke samenwerking.
2.7 Organisatorische ontwikkelingen In 2012 is er een onderzoek gestart naar de samenwerkingsmogelijkheden van Stichting KOMT met andere schoolbesturen in de gemeenten Borne en Hof van Twente. Het betreft hier de schoolbesturen van de BSV (Borne), MarCant (Hengelo, Borne en Delden) en de Toonladder (Delden). Deze samenwerking is ingegeven door een aantal ontwikkelingen, zoals de voorgenomen scholenconcentraties op lokaalniveau, krimp in de leerlingenaantallen en de bezuinigingen vanuit de gemeenten en de landelijke overheid. Bij het formuleren van de opdracht aan een extern adviseur van Organisatiebureau Van Beekveld & Terpstra is gekozen om te gaan voor de meest verstrekkende vorm van samenwerking; een bestuurlijke fusie. Medio 2012 zijn er naast een stuurgroep vier werkgroepen in het leven geroepen om de fusie nader te onderzoeken, te weten de werkgroep onderwijs & identiteit, de werkgroep financiën, de werkgroep organisatie & management en de werkgroep personeel. De werkzaamheden van de stuurgroep en de werkgroepen zijn uiteindelijk gebundeld in een fusiedocument dat in juni 2013 ter goedkeuring voorgelegd is aan de GMR en de Raad van Toezicht. In oktober 2013 heeft de Raad van Toezicht, nog voor dat de GMR zich uitgesproken had, besloten geen goedkeuring te geven aan de fusie. Hiermee werd het fusieproces voortijdig afgebroken en was een gang naar de commissie fusietoets niet meer aan de orde. Nadien zijn de Raad van Toezicht en het College van Bestuur gestart met een interne evaluatie over het doorlopen fusieproces, uitgevoerd door een adviseur van de KPC-groep. De evaluatie heeft geleid tot een rapport van aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn grotendeels opgevolgd. In september 2014 is een projectgroep toekomstscenario’s opgestart. De opdrachtformulering luidt als volgt: verken mogelijke vormen van samenwerking vanuit een breed perspectief en vanuit een gezamenlijke visie en strategie, waarbij de focus gericht is op een duurzame kwalitatief hoogstaande organisatie primair onderwijs over pakweg 5 á 10 jaar, in ogenschouw nemend de ontwikkelingen die allemaal op ons afkomen dan wel nu reeds tastbaar zijn. Hierbij worden scenario's nader uitgewerkt van zelfstandig blijven als organisatie tot een fusie met andere besturen en alles wat daar tussenin ligt. De verwachting is dat het eindrapport in april 2015 gepresenteerd kan worden. Stichting KOMT maakt deel uit van Stichting Convent. Negen katholieke organisaties voor primair onderwijs in Twente en omstreken hebben hun jarenlange samenwerking bekrachtigd in een zelfstandige rechtspersoon. Stichting Convent is opgericht om adequater samen te kunnen werken op het terrein van belangenbehartiging, identiteit, subsidieverwerving, financiën, inkoop van producten en diensten, onderwijsvernieuwing, personeelsbeleid en professionalisering. Naast Stichting KOMT bestaat het Convent uit de volgende onderwijsorganisaties: Stichting Katholiek Onderwijs Enschede, Stichting Keender, Dr. SchaepmanStichting, Stichting Katholiek Onderwijs Losser en Overdinkel, Stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente, Tubbergse Onderwijs Federatie, Quo Vadis en Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand. De afzonderlijke organisaties blijven hun autonome status behouden. Stichting KOMT maakt sinds 1 augustus 2014 onderdeel uit van het bestuur van Samenwerkingsverband 23.02. Sinds die datum is dit samenwerkingsverband de nieuwe rechtsvorm waarin passend onderwijs wordt vorm gegeven samen met nog 22 schoolbesturen in de regio Oldenzaal, Enschede en Hengelo. Onze stichting participeert in de subregio Hengelo binnen het platform Plein Midden Twente (PMT). Jaarverslag 2014
4
Plein Midden Twente bestaat uit de schoolbesturen voor primair onderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs binnen de gemeenten Hengelo, Borne, Hof van Twente en Haaksbergen, alsmede de binnen de genoemde gemeenten werkzame zorginstellingen. Plein Midden Twente, onderwijs en gemeenten, sluit hiermee aan bij de landelijke ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs en de Transitie Jeugdzorg. Doel van Plein Midden Twente is een startpunt, ontmoetingsplek en werkplek te zijn van alle instanties die zich bezighouden met de ondersteuningsbehoeften van kinderen, ouders en leerkrachten.
2.8 Missie en Visie van Stichting KOMT De missie en visie zijn het uitgangspunt voor het te voeren beleid binnen de Stichting. De missie en visie zijn richtinggevend voor datgene waar de organisatie nu en in de toekomst voor wil staan. De missie en visie van Stichting KOMT zijn als volgt verwoord: Missie Stichting KOMT geeft een waarde(n)vol fundament aan kind, onderwijs en samenleving Statement Stichting KOMT, fundament voor kind en samenleving Visie Identiteit: Stichting KOMT geeft een waarde(n)vol fundament aan kind, onderwijs en samenleving. De Stichting laat zich leiden door haar katholieke grondslag, waarbij respect, zorg, solidariteit en aandacht voor elkaar en voor de ons omringende wereld essentieel zijn. De Stichting staat open voor iedereen, die onze uitgangspunten respecteert. Onderwijs: Binnen onze scholen vindt het onderwijs plaats in een veilige en geborgen omgeving. Er wordt passend onderwijs gegeven afgestemd op de onderwijsbehoeften van het kind binnen de mogelijkheden die de organisatie kan bieden. In de groei naar volwassenheid worden bij het kind op cognitief, sociaal-emotioneel, motorisch en creatief gebied kennis, vaardigheden en inzicht ontwikkeld. Op deze wijze leert het kind zijn/haar weg te vinden in een snel veranderende maatschappij. Tijdens het leerproces wordt er een sterk beroep gedaan op het ontwikkelen van competenties, vooral gericht op zelfstandigheid en het samenwerkend vermogen van het kind. Organisatie: Stichting KOMT is een dynamische organisatie, die haar medewerkers stimuleert en ondersteunt bij het verzorgen van primair onderwijs. De Stichting is een continue lerende organisatie ter optimalisering van haar effectiviteit. Zij werkt vanuit gezamenlijk vastgestelde kaders waarbij transparantie en gedeelde verantwoordelijkheid vanzelfsprekend zijn. De eigenheid van de scholen blijft gewaarborgd waarbij een open communicatie tussen alle geledingen een voorwaarde is.
2.9 Strategisch beleid In haar vergadering van 4 maart 2013 heeft de Raad van Toezicht de hieronder staande strategische (operationele) doelstellingen vastgesteld voor de planperiode 2011-2015. A. 1.
Doelstellingen op het terrein van onderwijs en identiteit De scholen profileren zich met de katholieke identiteit. a. Er worden duidelijke afspraken gemaakt over de positie van de school in het kader van de samenwerking met parochies voor wat betreft de 1e communie, het vormsel en gezinsvieringen. b. Voor 1 augustus 2014 hebben alle leerkrachten inzicht - of verwerven het middels scholing - in wat de identiteit en levensbeschouwelijke traditie van zijn/haar school inhoudt en dragen het uit.
Jaarverslag 2014
5
2.
Stichting KOMT stimuleert meer samenwerking tussen de scholen om beter invulling te geven aan de uitvoering van het onderwijsbeleid d.m.v. collegiale visitatie, personeelsmiddagen, netwerken, maatjeswerk en het gezamenlijk bijwonen van cursussen, werkmiddagen en intranet.
3.
Stichting KOMT streeft naar het verstevigen van de relatie met kinderopvangorganisaties. De scholen werken aan een intensievere samenwerking met deze organisaties in hun schoolomgeving.
4.
De scholen werken opbrengstgericht bij taal, lezen en rekenen: a. leerkrachten analyseren hun eigen gegevens in Parnassys en maken op basis hiervan groepsplannen; b. directeuren, intern begeleiders en bouwcoördinatoren analyseren de opbrengsten op schoolniveau en stellen op grond hiervan verbeterplannen op; c. in team- of bouwvergaderingen worden de groepsresultaten uit Parnassys besproken; d. de bestuurder monitort de opbrengsten van de scholen bovenschools en bespreekt de opbrengsten met de directeuren tijdens voortgangsbesprekingen.
5.
Binnen Stichting KOMT hebben we geen taal/lees- en/of rekenzwakke scholen volgens de normen van de inspectie. De streef ondernorm voor alle scholen voor de Cito-eindtoets is 537. Afhankelijk van het prestatieniveau van de groep wordt de norm naar boven bijgesteld in overeenstemming met het ambitieniveau.
6.
De scholen werken handelingsgericht in drie niveaus. In 2015 wordt er op deze wijze gewerkt binnen de basisvakken taal, lezen en rekenen. In principe wordt de zorg binnen 3 niveaus ingevuld.
7.
Het beleid van het nieuw op te richten Samenwerkingsverband 23.02 t.a.v. passend onderwijs wordt in samenwerking met de betrokken besturen ontwikkeld voor 1 mei 2014.
8.
In het kader van passend onderwijs worden leerkrachten gericht geschoold in het omgaan met verschillen in de klas ten einde betere leeropbrengsten te bereiken.
B. 9.
Doelstellingen op het terrein van organisatie en personeel Stichting KOMT realiseert in deze planperiode jaarlijks minimaal 2,5% mobiliteit. Hierbij wordt tevens gestreefd naar meer evenwichtigheid in de kwaliteit van teams. Leerkrachten kunnen in dit kader gericht worden overgeplaatst.
10.
Stichting KOMT heeft 20% vrouwen in het directeurenberaad in 2015.
11.
Stichting KOMT benoemt nieuw te benoemen personeelsleden in een baanomvang van minimaal 0,5 wtf. Bestaande benoemingen worden zo mogelijk opgehoogd tot 0,5 wtf.
12.
De bestaande benoemingen worden in het kader van het continurooster zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de werktijden. Dit mag op schoolniveau niet leiden tot uitbreiding van de formatieomvang.
13.
Stichting KOMT streeft er naar om in 2015 40% van het personeel in de functie van LB te benoemen (norm functiemix).
14.
Stichting KOMT onderzoekt samenwerking met andere besturen voor primair onderwijs met als doel het onderwijs voor de kinderen in Borne en de Hof van Twente voor de toekomst zo effectief mogelijk te organiseren met behoud van identiteit en cultuur.
15.
De scholen maken werk van de maatschappelijke verantwoording. Voor 1 augustus 2014 hebben alle websites een doorverwijzing ‘maatschappelijke verantwoording’ waar de entiteiten zich verantwoorden middels jaarverslagen, inspectierapporten, MR-verslagen, tevredenheidsonderzoeken etc.
C. 16.
Doelstellingen op het terrein van financiën en huisvesting Stichting KOMT streeft naar een transparant en verantwoordelijk beleid. a. Alle scholen streven naar een gewenst weerstandsvermogen van 10%. Stichting KOMT streeft een kapitalisatiefactor na van 35%. b. In 2014 hebben alle scholen een sluitende begroting (geen exploitatietekort).
Jaarverslag 2014
6
c.
17.
In de komende begrotingen worden zoveel mogelijke LGF en zorgmiddelen buiten de formatie geplaatst, om zo tijdig te anticiperen op de vereveningsmaatregelen m.b.t. passend onderwijs. Tot en met schooljaar 2020-2021 vindt er een geleidelijke gefaseerde afbouw van zorgmiddelen plaats.
De scholen ondernemen actie om hun scholen beschikbaar te stellen aan andere organisaties voor het genereren van extra financiële middelen.
De strategische doelstellingen worden ieder jaar tijdens een tweedaagse van het managementteam tegen het licht gehouden en zo nodig herzien. Deze worden daarna door het bestuur en de Raad van Toezicht vastgesteld. In 2014 zijn de doelstellingen niet bijgesteld in het licht van de nieuwe planperiode 2015-2019.
3 Verloop leerlingaantal in relatie tot het personeel Het verloop van het aantal (te verwachten) leerlingen op bestuursniveau is als volgt per teldatum: Feitelijk 01-10-2004 - 1877 leerlingen 01-10-2005 - 1918 leerlingen 01-10-2006 - 1907 leerlingen 01-10-2007 - 1932 leerlingen 01-10-2008 - 2004 leerlingen 01-10-2009 - 2045 leerlingen 01-10-2010 - 2045 leerlingen 01-10-2011 - 2055 leerlingen 01-10-2012 - 2058 leerlingen 01-10-2013 - 2014 leerlingen 01-10-2014 - 1974 leerlingen Prognose 1-10-2014 - 1974 leerlingen 1-10-2015 - 1972 leerlingen 1-10-2016 - 1947 leerlingen 1-10-2017 - 1934 leerlingen 1-10-2018 - 1900 leerlingen Op schoolniveau ziet het verloop van de leerlingaantallen er als volgt uit: verloop leerlingenaantallen per school per teldatum 1-10 School/teldatum 2009 65 St. Aegidius 354 Erve Hooyerinck 166 Flora 474 ‘t Iemnschelf Onze Lieve Vrouwe 220 187 ‘t Oldhof 243 Twickelo 106 De Vonder 230 De Wheele 2045 Totaal
2010 69 354 176 461 210 182 229 141 223 2045
2011 68 359 192 443 206 178 223 175 211 2055
2012 69 363 210 413 187 177 203 217 219 2058
2013 65 345 223 394 176 162 167 248 235 2015
2014 60 351 216 360 172 148 149 285 233 1974
2015 2016 2017 2018 2019 59 50 50 49 46 352 350 350 340 338 218 218 218 215 204 340 327 320 300 290 169 173 174 178 177 153 151 150 150 148 138 123 106 106 100 313 333 355 343 370 230 222 211 219 220 1972 1947 1934 1900 1893
= werkelijke aantallen = geprognotiseerde aantallen
Jaarverslag 2014
7
De leerlingenaantallen dalen sinds twee jaar substantieel. De Stichting is over de afgelopen twee jaar met ca. 80 leerlingen gekrompen. Dit was meer dan de prognoses aangaven. Het blijven prognoses en in een jaar tijd kan het beeld blijkbaar sterk veranderen. In 7 jaar tijd zakt het aantal leerlingen van 2012 naar 2019 met 165 leerlingen. Dat is een krimppercentage van 8%! Er zijn grote verschillen tussen de scholen van Stichting KOMT. De Vonder is de enige school die gaat groeien, de andere scholen zullen krimpen.
Samenvatting meerjarenbegroting
Exploitatie resultaten Brin 06MZ 08NX 04WO 11KS 10FY 09KW 08LL 06IN 28CY
Scholen Basisschool Twickelo Erve Hooijerinck O.L. Vrouwe De Wheele Flora 't Oldhof 't Iemnschelf St. Aegidius De Vonder
Realisatie 2013 €
Begroting 2014 €
Begroting 2015 €
Begroting 2016 €
Begroting 2017 €
Begroting 2018 €
53.736 89.652 32.352 33.305 47.304 37.906 63.973 33.215 -557
-37.229 1.409 -28.481 68.107 21.042 9.215 -9.980 2.152 25.641
-85.648 -54.922 816 9.390 3.384 -59.810 -110.602 -3.153 8.164
-46.781 -44.258 -8.688 3.622 12.191 -35.648 -113.275 -21 -60.239
-12.948 -42.489 -8.832 -1.290 14.009 -33.635 -125.193 -19.812 -36.861
-5.760 -44.859 369 -52.251 17.585 -37.391 -94.339 -20.571 30.776
Totale exploitatieresultaat scholen: 950 Bestuursbureau 999 Bovenschools
390.885 -78.245 34.735
51.876 2.842 9.945
-292.380 2.471 -34.380
-293.097 2.253 68.702
-267.051 2.466 33.431
-206.440 6.024 32.698
Totale exploitatieresultaat bestuur:
-43.510
12.788
-31.909
70.955
35.897
38.722
Totale exploitatieresultaat:
347.375
64.664
-324.289
-222.143
-231.154
-167.717
De begroting 2015 is een begroting met de nodige open einden. Dit komt omdat we bij het opmaken van de begroting geen zicht hebben hoe de financiële paragraaf uitpakt bij het bestuursakkoord tussen de PO-raad en het Ministerie van O,C&W. In het jaar 2015 zijn extra middelen toegezegd. Indicatief is er een bedrag toegezegd van € 210,- per leerling aan ‘nieuw’ geld. Hiermee zou een bedrag van ca. € 335.000,- aan baten toegevoegd kunnen worden en daarmee zou de begroting van Stichting KOMT er een stuk florissanter uitzien. Onduidelijk blijft of het geld komt en hoe de verdeling is opgebouwd. Staan er tegenover de extra middelen ook extra uitgaven? De situatie blijft onzeker. Meer duidelijkheid hierover valt pas te verwachten in het voorjaar van 2015. Een ontwikkeling die tevens van invloed is op de begroting 2015 is de keuzemogelijkheid voor elk schoolbestuur om per 1 augustus 2015 eigenrisicodrager te worden. Indien Stichting KOMT uit het Vervangingsfonds stapt heeft dit tevens consequenties voor de begroting en de personeelsformatie. De Stichting is voornemens uit het Vervangingsfonds te stappen met ingang van het schooljaar 2015-2016. Voorwaarde is dat de PGMR haar goedkeuring verleend. Op grond van de meerjarenbegroting tot en met 2018 – waarin de leerlingenprognoses voor de komende jaren verwerkt zijn en het personeel dat met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd de Stichting verlaat – kan geconcludeerd worden dat de Stichting met de huidige personeelsformatie de komende jaren niet in evenwicht zal zijn bij ongewijzigd beleid. De afgekondigde vacaturestop blijft tot nadere orde van kracht. We zullen het de komende jaren moeten doen met het huidige personeel. De cijfers laten zien dat er geen gelegenheid is om jonge leerkrachten aan te nemen. Naar het zich nu laat aanzien zal het noodzakelijk zijn om de over formatie te gebruiken voor een interne vervangingspool. De vervangingspool is een beproefd middel om eigen personeelsleden in de vervanging te plaatsen bij ziekte, zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof of andere verloven. Deze personen worden bij ziekte betaald door het Vervangingsfonds of indien de Stichting vanaf 1 augustus eigen risicodrager wordt uit eigen middelen.
Jaarverslag 2014
8
4 Personeelsbeleid 4.1 Aantal personeelsleden Stichting KOMT heeft thans 171 personeelsleden in vaste dienst op een totaal van 117 fte. Verder zijn er nog 11 medewerkers aan de Stichting verbonden voor bepaalde tijd. Het betreft hier veelal leerkrachten in de vervanging voor 6,8 fte. De totale personeelssterkte, peilperiode december 2014, is 182 personeelsleden en 124,2 fte. Daarnaast maakt de Stichting gebruik van de payrollconstructie om hiermee flexibiliteit te creëren met betrekking tot de krimp waar de Stichting sinds dit schooljaar mee te kampen heeft. De Stichting maakt voor 3,0 fte gebruik van payroll en het betreft 5 groepsleerkrachten.
Het onderstaande schema maakt duidelijk dat de Stichting aan het krimpen is zowel in leerlingenaantallen als in beschikbare fte’s.
Stichting KOMT
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Aantal leerlingen 1 okt.
2004
2045
2045
2055
2058
2014
1974
132,60
136,70
134,01
129,6
Gem. fte
124,88
122,80
124,19
Stichting KOMT kent op dit moment de volgende functies: - voorzitter College van Bestuur; - directeur; - adjunct-directeur; - locatieleider; - groepsleerkracht; leerkracht LA en LB; - vakleerkracht; - intern begeleider; - onderwijsassistent; - bestuurssecretaresse; - administratief medewerker; - conciërge; - schoonmaker. De functie van schoonmaker wordt binnen Stichting KOMT niet verder uitgebreid. Het streven is het schoonmaken als dienst in te kopen bij een externe schoonmaakorganisatie. Sommige scholen laten het schoonmaken deels uitvoeren door de conciërge. De huidige functies van Stichting KOMT zijn verwerkt in het volgende overzicht. Het betreft hier 171 medewerkers in vaste dienst met in totaal 117 fte: aantal personeelsleden Management Vz. College van Bestuur Directeur Adjunct-directeur Locatieleider Onderwijzend personeel Leraar Vakleerkracht Intern begeleider Onderwijsassistent Jaarverslag 2014
aantal fte’s
1 9 1 1
9,3 1 1
133 2 10 1
95,98 1,2 5 0,6
fte’s boven-schools 1
9
Onderwijs ondersteunend personeel Bestuurssecretaresse Administratief medewerker Conciërge Schoolassistent Schoonmaker Totalen
1
-
0,8
2 4 2 4 171
0,3 3,8 2,31 1,5 121,99
0,4
2.2
Het schema hieronder geeft het fte-gebruik weer over de verschillende functiecategorieën: het management (DIR), het onderwijsondersteunend personeel (OOP) en het onderwijzend personeel (OP).
Functie categorie 06-07 13,29 DIR
07-08 13,06
08-09 12,79
09-10 12,56
10-11 12,56
11-12 12,00
12-13 11,80
13-14 11,80
14-15 12,30
8,59
8,38
10,55
11,53
11,53
11,20
9,14
9,10
9,11
OOP OP
104,93 109,53 111,44 112,13 107,89
106,03 103,94 101,90 102,78
Totaal
126,81 130,97 134,78 136,17 131,98
129,23 124,88 122,80 124,19
Het bovenschoolse management/staf heeft een bezetting van 2,2 fte. Dit betreft 1,85% op een totaal van bijna 120 fte. Het aantal leerkrachten in vaste dienst is in 2014 wederom gedaald. De scholen van de Stichting zijn om financiële redenen genoodzaakt het met minder leerkrachten te doen. In de Stichting maken de vrouwen een steeds groter deel uit van het personeelsbestand. De Stichting feminiseert: 82,5% is vrouw en 17,5% is man. In managementfuncties (adjunct-directeuren, directeuren en algemeen directeur) is er juist sprake van een ondervertegenwoordiging van personeelsleden van het vrouwelijke geslacht: 8% vrouw en 92% man. Het beleid is er op gericht om de komende jaren deze verhoudingen meer in evenwicht met elkaar te brengen. Trendverdeling leeftijd en verdeling man / vrouw Stichting KOMT
De feminisering van het primair onderwijs lijkt landelijk gezien een onomkeerbaar proces en zorgt in de praktijk voor een aantal negatieve effecten, zo ook voor onze Stichting. Voorbeelden hiervan zijn de grote hoeveelheid parttimers in de organisatie, het gegeven dat leerlingen van het mannelijke geslacht zich tijdens hun schoolverblijf onvoldoende kunnen identificeren met mannelijke leerkrachten, de disbalans in de teamsamenstellingen en het feit dat er relatief weinig vrouwelijke leerkrachten zijn die opteren voor managementfuncties. Jaarverslag 2014
10
Allerlei landelijke en regionale activiteiten ten spijt, het lukt maar niet om meer mannen richting het basisonderwijs te krijgen. We staan in dat opzicht voor een voldongen feit waar we mee zullen moeten leren leven. De leeftijdsopbouw binnen de Stichting is als volgt: Leeftijd cohort Totaal 0/19 20/24 25/29 30/34 35/39 40/44 45/49 50/54 55/59 60/64 >= 65 Aantal Personen 179 0 2 14 23 23 12 23 28 28 25 1 Bezetting (wtf) 124,11 0 1,31 9,92 15,59 13,80 7,14 13,25 21,15 20,04 21,06 0,80
4.2 Welbevinden en ziekteverzuim Welbevinden In het laatste kwartaal van 2013 hebben de scholen van Stichting KOMT een tevredenheidsonderzoek laten plaatsvinden onder de leerlingen, de ouders en het personeel met het instrument van Integraal, een module binnen het leerlingvolgsysteem van Parnassys. Hieronder volgt een verslag van de algemene resultaten van het onderzoek. De respondenten konden aan een item een minimale score geven van 1 en een maximale score van 4. De gemiddelde scores worden in deze rapportage als volgt benoemd: Indicatie Onvoldoende Matig Voldoende Goed Zeer goed
Score 1,0 – 1,9 2,0 – 2,7 2,8 – 3,1 3,2 – 3,5 3,6 – 4,0
In de onderstaande tabel zijn de gemiddelde itemscores van de afzonderlijke scholen opgenomen: School St. Aegidius De Esch ‘t Iemnschelf Onze Lieve Vrouwe Erve Hooyerinck Twickelo Flora ‘t Oldhof De Wheele De Vonder Stichting KOMT (gem.) Landelijk Parnassys
leerlingen 3,5 3,2 3,2 3,1 3,2 3,1 3,2 3,1 3,2 3,3 3,2 3,2
Ouders 3,6 3,2 3,3 3,3 3,3 3,0 3,4 3,0 3,2 3,4 3,3 3,4
Personeel 3,6 2,9 2,9 3,5 3,2 3,1 3,2 2,9 3,2 3,3 3,2 3,2
In 2008 heeft Stichting KOMT een soortgelijk tevredenheidsonderzoek laten uitvoeren door Van Beekveld & Terpstra. De onderzoeksvelden zijn ongeveer gelijk aan het instrument van Integraal, echter wel met andere vragen. Het onderzoek van Van Beekveld & Terpstra hanteerde ook een 4- puntschaal.
Jaarverslag 2014
11
Hieronder zijn de gemiddelde interne itemscores, de landelijke scores en het verschil hiertussen weergegeven:
Doelgroep leerlingen Ouders Personeel
Onderzoek Van Beekveld & Terpstra 2008 Intern gem. itemscore Extern gem. itemscore 3,5 3,3 3,6 3,5 3,5 3,3
Verschil intern / extern 0,2 0,1 0,2
In dit onderzoek scoorden de scholen van de Stichting gemiddeld bij alle drie doelgroepen boven het landelijk gemiddelde.
Doelgroep leerlingen Ouders Personeel
Onderzoek Integraal (Parnassys) 2013 Intern gem. itemscore Extern gem. itemscore 3,2 3,2 3,3 3,4 3,2 3,2
Verschil intern / extern 0,0 - 0,1 0,0
In het onderzoek van 2013 scoorden de scholen van de Stichting gemiddeld bij twee doelgroepen gelijk aan het landelijk gemiddelde; de leerlingen en het personeel. Bij de ouders scoort de Stichting gemiddeld 0,1 minder dan het landelijk gemiddelde. Conclusie: Als het onderzoek van 2008 vergeleken wordt met het onderzoek van 2013 dan kan de conclusie getrokken worden dat de algemene tevredenheid van de drie doelgroepen in vijf jaar tijd is afgenomen. De scholen scoren niet langer significant beter dan het landelijke gemiddelde. Dit vraagt om een plan van aanpak om verbeteringen te bewerkstelligen. Iedere school van Stichting KOMT heeft in het voorjaar 2014 een verbeterplan gemaakt en dit besproken met de MR en de teams. Het voornemen is dat in 2016 een nieuw tevredenheidsonderzoek wordt afgenomen om te kijken of de verbeterplannen leiden tot hogere tevredenheidsscores. De meeste verbeterplannen van de scholen richten zich op de volgende onderwerpen: leerstofaanbod, zorg en begeleiding, onderwijsleerproces, kwaliteitszorg en interne communicatie. Ziekteverzuim
Stichting KOMT
2008
2009
2010
2011
2012
2013
122,80
2014 landelijk 2013
Gem. fte
132,60
136,70
134,01
129,6
124,88
Ziekmeldingsfrequentie
0,47%
0,51%
0,49%
0,88%
0,82%
0,72%
0,83%
1,2%
3,93%
4,97%
6,38%
7,56%
6,38%
5,03%
6,5%
Ziekte %
5,67%
124,19
--
Het ziekteverzuim kent sinds 2012 weer een duidelijke dalende trend. Van 7,56% in 2012, 6,38 % in 2013 naar 5,03% in 2014. Het volgende overzicht geeft inzicht in de duur van het ziekteverzuim.
Ziekteverzuim kort middel lang meldingsfrequentie
Jaarverslag 2014
2007 5,34% 0,50% 0,65% 4,19% 0,45%
2008 5,67% 0,43% 0,51% 4,73% 0,47%
2009 3,93% 0,58% 0,49% 2,87% 0,51%
2010 4,97% 0,48% 0,53% 3,96% 0,49%
2011 6,38% 1,08% 1,15% 3,71% 0,88%
2012 7,56% 0,43% 0,85% 6,57% 0,82%
2013 6,38% 0,49% 0,79% 5,55% 0,72%
2014 5,03% 0,61% 0,74% 3,68% 0,83%
12
Het succes van de dalende lijn in het ziekteverzuim zit met name in de categorie langdurend ziekteverzuim. Dit percentage is ten opzichte van 2012 sterk gedaald. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze categorie niet makkelijk te beïnvloeden valt. De uitval heeft lang niet in alle gevallen een causaal verband met de werkdruk of de werkomstandigheden. Privéomstandigheden en chronische ziekte spelen vaker een rol bij langdurige uitval.
4.3 Functiemix Per 1 augustus 2010 zijn in het kader van de functiemix de eerste leraren van Stichting KOMT benoemd in de functie excellente leraar basisonderwijs LB. De aanwas van het plaatsen van groepsleerkrachten in de LB-functie is over de kalenderjaren als volgt verlopen:
2010 2011 2012 2013 2014
Aantal leerkrachten in LB 16 25 32 35 36
Aantal fte 10,76 (10%) 18,32 (17%) 23,28 (22%) 25,78 (26%) 26,99 (30%)
Norm bestuursniveau 8% 16% 24% 32% 40%
Uit het bovenstaande overzicht is op te maken dat de Stichting in 2014 niet heeft kunnen voldoen aan de opgelegde norm van het Ministerie. In augustus 2014 dient 40% van de groepsleerkrachten benoemd te zijn in de functie van LB. Het is niet waarschijnlijk dat de Stichting daar aan kan voldoen. De Stichting heeft meer tijd nodig om de norm de komende jaren te halen.
4.4 Duurzame inzetbaarheid in de plaats voor Bapo Per 1 juli 2014 kent de sector primair onderwijs een nieuwe CAO. Hiermee is de BAPO-regeling afgeschaft en hiervoor in de plaats is de regeling duurzame inzetbaarheid gekomen. Schooljaar 2014-2015 is een overgangsjaar. In het jaar 2014 is voor ca. 4,5 WTF aanspraak gemaakt op Bapo. In totaal zijn er 55 Bapo-gerechtigden. Hiervan zijn 25 personeelsleden in de leeftijd van 52 jaar t/m 55 jaar en 30 personeelsleden 56 jaar en ouder. Deze personeelsleden hadden samen recht op 7,5 WTF Bapo. Er staat nog voor ca. 3,0 WTF open aan opgebouwde rechten van personeelsleden. Volgens de bonden is de nieuwe regeling betaalbaar, dat wil zeggen dat het de werkgevers geen extra geld kost. Bij de implementatie per 1 augustus 2015 kan de Stichting de balans opmaken of dat inderdaad het geval is.
4.5 Professionele ontwikkeling en de prestatiebox De PO-raad en het ministerie van OCW hebben het bestuursakkoord 2012-2015 in januari 2012 ondertekend. Het gaat om de gezamenlijke doelen van de sector en OCW in het akkoord, om het ondersteuningsprogramma ‘School aan Zet’ en om extra geld via de prestatiebox. De gezamenlijk geformuleerde ambities in het bestuursakkoord zijn: 1. scholen werken opbrengstgericht; 2. schoolbesturen formuleren meetbare doelen voor het beoordelen van de eigen leerlingprestaties; 3. scholen met leerlingen met een leerlinggewicht meten de opbrengsten van de leerlingen in de groepen 1 en 2, door observaties, of een vorm van toets of checklist; 4. scholen bieden een gericht onderwijsaanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen; 5. scholen betrekken ouders actief bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun leerlingen; 6. er zijn geen zeer zwakke scholen meer; 7. leraren volgen en analyseren de voortgang in de ontwikkeling van hun leerlingen. De leraren stemmen de instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling van leerlingen; 8. leraren en schoolleiders werken voortdurend aan hun professionalisering en registreren zich als zodanig in het beroepsregister voor leraren en voor schoolleiders; Jaarverslag 2014
13
9.
scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. Beginnende leraren worden begeleid en krijgen de nodige ondersteuning; 10. schoolbesturen geven hun onderwijsopbrengsten transparant weer via het te ontwikkelen informatiesysteem ‘Vensters PO’’ en scholen gebruiken het systeem voor het evalueren van de eigen opbrengsten en kwaliteit. De bovenstaande ambities zijn voor Stichting KOMT in vier categorieën te plaatsen: Categorie I: Dit zijn ambities die niet van toepassing zijn op onze Stichting. Het betreft hier ambitie no. 6. De Stichting kent geen zwakke scholen. Categorie II: Dit zijn ambities die door onze Stichting reeds bereikt zijn. De ambities zijn geborgd in de organisatie en zitten in onze cyclus van kwaliteitszorg. Het betreft hier de ambities 3, 5 en 9. Alle leerlingen van groep 1 en 2 worden op de scholen getoetst. Ouders worden actief betrokken bij de ontwikkeling en leerprestaties van de leerlingen en er wordt al sinds enige jaren een goed en effectief HRM-beleid gevoerd op de scholen van Stichting KOMT. Categorie III: Dit zijn ambities waar de Stichting reeds mee aan het werk is of ambities die door actief beleid de komende jaren tot wasdom dienen te komen. Voor deze ambities wordt de prestatiebox gebruikt. Het gaat hier om de ambities 1, 2, 4 en 7. Alle scholen van de Stichting hebben de afgelopen jaren een start gemaakt met opbrengstgericht werken. De scholen zijn bezig met gerichte scholing m.b.t. dit onderwerp. Op bestuursniveau is een meetbaar doel geformuleerd voor het beoordelen van de leerprestaties. Daarnaast maken alle scholen werk van het volgen en analyseren van de voortgang in de ontwikkeling van hun leerlingen. Via het IGDI-model wordt op de meeste scholen de instructie, verwerking en onderwijstijd afgestemd op verschillen in ontwikkeling van leerlingen. De komende jaren zullen de scholen met gerichte scholing blijven werken aan de ontwikkeling van deze ambities. Ambitie no. 4, te weten het aanbieden van een gericht onderwijsaanbod voor cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen is een ambitie die Stichtingsbreed op alle scholen van de Stichting nader opgepakt dient te worden. Op de meeste scholen ligt er wel een aanbod maar dit dient verder uitgewerkt en ontwikkeld te worden. Categorie IV: Dit zijn ambities waar de Stichting mede afhankelijk is van landelijke ontwikkelingen. Hier zijn ambities nummer 8 en 10 van toepassing. Alle leerkrachten en schoolleiders werken al voortdurend aan hun professionalisering door scholing. Op de scholen vinden ieder schooljaar teamgerichte scholingen plaats en daarnaast maken steeds meer individuele personeelsleden gebruik van scholing d.m.v. de lerarenbeurs. Vanzelfsprekend zal de prestatiebox de komende schooljaren gebruikt worden om het personeel te blijven scholen ten dienste van onze ambities. De leerkrachten en schoolleiders zullen zich registeren zodra de registers tot ontwikkeling zijn gekomen en de meerwaarde bewezen is. De onderwijsopbrengsten zullen transparant in beeld worden gebracht zodra het systeem ‘Vensters PO’ operationeel is. Met betrekking tot de vijf thema’s die het landelijk programmabureau ‘School aan Zet’ onderscheidt, te weten: Opbrengstgericht werken Professionaliseren in omgaan met verschillen in de klas Excellentie en hoogbegaafdheid Béta / wetenschap en techniek Lerende organisatie / HRM-beleid. steekt Stichting KOMT in op de bovenste 3 thema’s. Deze thema’s zijn speerpunten voor de scholen van de Stichting tot 2015. Het thema Béta / wetenschap en techniek is geen speerpunt voor alle scholen van de Stichting. Het thema lerende organisatie / HRM-beleid is reeds sinds 2005 opgenomen in het strategisch beleid van de Stichting. Dit thema heeft inmiddels een acceptabel niveau bereikt en is niet langer een actief speerpunt voor nadere ontwikkeling. Het dient echter wel onderhouden te worden. De ambities 1,2, 4 en 7 van het akkoord zijn te koppelen aan de strategische doelstellingen van Stichting KOMT voor de planperiode 2012-2015: De scholen werken opbrengstgericht bij taal, lezen en rekenen: a. scholen kunnen hun eigen gegevens uit Parnassys analyseren b. scholen kunnen bijbehorende verbeterplannen maken. Binnen Stichting KOMT hebben we geen taal/lees- en/of rekenzwakke scholen volgens de normen van de inspectie. De ondernorm voor alle scholen voor de Cito-eindtoets is 537. De scholen werken handelingsgericht in drie niveaus. In 2015 wordt er op deze wijze gewerkt binnen de basisvakken taal, lezen en rekenen. In het kader van passend onderwijs worden leerkrachten gericht geschoold in het omgaan met verschillen in de klas. De ambities 8 en 10 zijn ambities die relatief eenvoudig waar te maken zijn. Het is een kwestie van aanmelden en inbrengen van gegevens zodra de registers en het systeem ‘Venters PO’ operationeel zijn. Jaarverslag 2014
14
De ambities waar de scholen van Stichting KOMT de komende schooljaar aan gaan werken zijn in het volgende schema weergegeven en uitgezet in tijd:
Thema’s ‘School aan zet’ 1. opbrengstgericht werken 2. meetbare doelen beoordelen leerlingprestaties op schoolniveau 3. aanbod cognitief talentvolle en hoogbegaafde leerlingen 4. volgen en analyseren voortgang leerlingen. Instructie, verwerking en onderwijstijd afstemmen op ontwikkeling leerlingen 5. registreren in beroepsregister (afhankelijk landelijke ontwikkeling) 6. onderwijsopbrengsten in systeem ‘Venters PO’ (afhankelijk landelijke ontwikkeling) 7. Lerende organisatie / HRM-beleid (onderhouden)
2012-2013
2013-2014
2014-2015
X
X
X
2015 31-12-2015 X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
-
-
X
X
-
-
X
X
-
-
-
-
Rood = opbrengstgericht werken Blauw = excellentie en hoogbegaafdheid Geel = professionalisering leraren en schoolleiders Groen = lerende organisatie / HRM-beleid
In 2012 heeft Stichting KOMT een goede start gemaakt om de ambities van de PO-raad en het ministerie van OCW mee helpen te bereiken. In 2013 en 2014 is dit beleid verder gecontinueerd en door ontwikkeld. Het gestelde budget hiervoor is wel besteed aan de hiervoor genoemde themavelden. Stichting KOMT kiest ervoor om de professionele ontwikkeling van haar personeelsleden zoveel mogelijk plaats te laten vinden in teamscholing. Door een combinatie van teamleren en werkplekleren wordt bewust werk gemaakt om de schoolontwikkeling op een hoger plan te brengen. Net als in voorgaande jaren heeft het jaar 2014 voor Stichting KOMT in het teken gestaan van ‘de lerende organisatie’ en ‘professionalisering’. Er is veel aan deskundigheidsbevordering gedaan en het leren van elkaar. In 2011 heeft de Stichting een start gemaakt om opbrengstgericht werken als thema centraal te zetten. In de afgelopen jaren is dit onderwerp beleidsmatig geconsolideerd. Zo ook in 2014. Het is zeker niet zo dat binnen de Stichting de jaren hiervoor dit thema geen issue is geweest. Mede door het regeringsbeleid wordt de Stichting meegezogen in deze trend. Het kan immers altijd beter, onder het mom van “Je hoeft niet ziek te zijn om beter te worden.” Deze opbrengstgerichtheid is tevens verwerkt in onze strategische doelstellingen. Zo zijn er normen gesteld voor de opbrengsten van de onderwijskwaliteit, het ziekteverzuim en financiële kengetallen. Zonder uitzondering zijn alle scholen gestart met scholingstrajecten om de opbrengsten voor de kernvakken op een hoger plan te krijgen. De ene school kiest daarvoor rekenen, een ander taal en weer een andere school voor technisch lezen. De scholen worden hierbij extern begeleid. Sommige scholen door medewerkers van schoolbegeleidingsdienst Expertis. Vier scholen van de Stichting zijn hierbij begeleid door de Universiteit Twente, het zogenaamde Focustraject. In dit traject wordt rekenen als uitgangspunt genomen om de opbrengsten te verhogen. Schoolteams wordt geleerd de juiste analyses te maken in het leerlingvolgsysteem Parnassys, om vervolgens handelingsplannen te maken voor de drie niveaus in de klas. Het Focustraject is aan het eind van schooljaar 2012-2013 door alle vier scholen afgerond en het geleerde wordt thans geïmplementeerd en geborgd. Naast het teamleren maken steeds meer personeelsleden gebruik van de lerarenbeurs door het volgen van masters. Vooral de Master Special Educational Needs is daarbij erg in trek. Daarnaast worden regelmatig post-HBO-opleidingen gevolgd, zoals lees-, reken- of taalcoördinator. Deze opleidingen worden bekostigd door Stichting KOMT. Een nieuwe loot aan de stam is de opleiding voor leerkracht LB, georganiseerd vanuit het Convent. In 2013 zijn 4 groepsleerkrachten van de Stichting begonnen aan deze 1-jarige opleiding. Inmiddels hebben zij de opleiding met goed gevolg afgesloten. In september 2014 zijn er 3 groepsleerkrachten gestart. 2014 heeft met betrekking tot de wet BIO en het bekwaamheidsdossier vooral in het teken gestaan van het functioneringsgesprek.
Jaarverslag 2014
15
De cyclus van ontwikkelgesprek, functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek is in de voorgaande jaren doorlopen. In 2014 heeft het accent gelegen op de professionele ontwikkeling van de personeelsleden. Dit gesprek is vervolgens weer het vertrekpunt voor het beoordelingsgesprek in 2015. Door directeurswisselingen in de afgelopen jaren kan het zijn dat op een aantal scholen ze zich in een ander stadium bevinden van de gesprekkencyclus. Scholen ontwikkelen zich steeds meer tot lerende autonome professionele arbeidsorganisaties. Het personeelsbeleid wordt meer en meer integraal. Doel van dit beleid is dat de kwaliteiten van het onderwijspersoneel worden benut om daarmee de onderwijskundige ambities van de school te realiseren. Daarin past het onderhouden van die kwaliteiten waarbij de bekwaamheidseisen van de Onderwijscoöperatie voor groepsleerkrachten het referentiekader is.
4.6 Opleiden in de school Stichting KOMT heeft drie scholen die werken volgens het concept ‘opleiden in de school’. Sinds enige jaren zijn dat zijn basisschool ’t Iemnschelf en basisschool Erve Hooyerinck. Het afgelopen jaar is daar basisschool De Wheele bijgekomen. In een intensieve samenwerking met Lerarenopleiding Saxion Hengelo worden 8 à 10 studenten per school grotendeels in de school opgeleid tot leerkracht primair onderwijs. In dit concept zijn de studenten verhoudingsgewijs meer in de praktijk en is de basisschool medeverantwoordelijk voor de opleiding. Het voordeel van deze samenwerking is dat de basisschool sneller dan voorheen kennis maakt met eigentijdse onderwijsvernieuwing en onderdeel uitmaakt van kenniskringen. Opleiden in de school geeft een belangrijke bijdrage aan het leren van elkaar. Het zorgt voor (zelf)reflectie en bewustwording onder het personeel. Ook de samenwerking met Lerarenopleiding Saxion Hengelo draagt bij aan het delen van kennis en ervaring en aan het verder gestalte geven aan de lerende organisatie en integraal personeelsbeleid. Een deel van de studenten van basisschool De Wheele is ondergebracht bij basisschool De Vonder om hiermee de begeleiding van de studenten beter te kunnen organiseren. In januari 2014 is bekend geworden dat de subsidie ‘ versterken van de samenwerking tussen lerarenopleiding en scholen’ is toegekend aan het consortium waar Stichting KOMT onderdeel van uitmaakt. Dit betekent dat de Stichting de komende jaren een bedrag van € 57.000,- per kalenderjaar tegemoet kan zien in dit kader. Het project is bij de start van schooljaar 2014-2015 daadwerkelijk begonnen en wordt gecontinueerd in de twee navolgende schooljaren. De samenwerking heeft betrekking op de begeleiding van beginnende leraren rondom de thema’s omgaan met verschillen, opbrengstgericht werken, ouderbetrokkenheid en pesten.
5 Onderwijskundig beleid 5.1 Passend onderwijs Passend onderwijs is per 1 augustus 2014 van start gegaan. De Stichting valt sinds die datum onder Samenwerkingsverband 23.02, een verband waarin alle scholen basisonderwijs en speciaal onderwijs vertegenwoordigd zijn binnen de gemeenten Hof van Twente, Borne, Hengelo, Enschede en Oldenzaal. In dit verband zijn 23 schoolbesturen vertegenwoordigd. Stichting KOMT werkt binnen het SWV 23.02 nauw samen met de besturen die voorheen SWV 7.01, 7.02 en 8.02 vormden. Het betreffen alle schoolbesturen in de gemeenten Hengelo, Borne, Haaksbergen en de Hof van Twente. Ze werken samen onder de noemer Plein Midden Twente. In de afgelopen jaren heeft Stichting KOMT de nodige maatregelen getroffen om per 1 augustus 2014 klaar te zijn voor passend onderwijs. Het project ‘Kind op de gang’ is in 2008 opgezet om met name de zorgprofielen van de scholen vast te stellen en om de bandbreedtes van de zorg op Stichtingsniveau vast te stellen. In 2010 hebben de scholen vanuit WSNS plus een start gemaakt met de ontwikkeling en implementatie van de 1-zorgroute. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontvangen in de 1-zorgroute onderwijs op maat. Leerkrachten en intern begeleiders werken handelingsgericht en stemmen het onderwijs af op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarbij wordt uitgegaan van de mogelijkheden en talenten van de leerlingen in plaats van het centraal stellen van datgene wat het kind niet kan. In de 1-zorgroute staat het handelingsgericht werken met groepsplannen vanuit het ontwikkelingsperspectief van elke leerling centraal, zowel op cognitief en didactisch gebied als op sociaal-emotioneel en pedagogisch niveau. In de stappen in de 1-zorgroute wordt gestreefd naar een optimale afstemming met en tussen alle verantwoordelijke partners in de keten van onderwijs en zorg voor de leerling. Jaarverslag 2014
16
Alle scholen hebben de voorgaande jaren geïnvesteerd in het werken volgens het IGDI-model, een manier van werken in de klas op drie niveaus bij de kernvakken, zodat een leerkracht in het klassenmanagement nog de mogelijkheid heeft om aandacht te hebben voor leerlingen die individuele ondersteuning nodig hebben. Dit aangevuld met eventueel extra ondersteuning. De start van passend onderwijs heeft in 2014 binnen de scholen van de Stichting nog niet direct geleid tot een andere werkwijze voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. In de komende jaren zal passend onderwijs steeds meer vorm krijgen en zullen nieuwe onderwijsarrangementen opgezet worden, binnen dan wel buiten de Stichting.
5.2 Opbrengstgericht werken De scholen van Stichting KOMT hebben begin 2011 besloten om aan te haken bij de landelijke trend van Opbrengstgericht Werken (OGW). OGW is een manier van werken waarbij de voorhanden zijnde toetsresultaten meer dan voorheen geanalyseerd worden en doelen gesteld worden volgens een cyclische wijze van werken. Het betreft de cyclus van leerlinggegevens analyseren, doelen formuleren, activiteiten plannen / uitvoeren en evalueren. Dan begint het proces weer van vooraf aan.
Alle scholen van Stichting KOMT maken gebruik van leerlingvolgsysteem Parnassys. Het systeem wordt steeds beter benut om de ingebrachte toetsresultaten systematisch te analyseren, doelen te stellen en vervolgacties te plegen. De definitie van OGW is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen. OGW betekent een cultuuromslag op alle niveaus. Het gaat hierbij om een cultuur die niet alleen gericht is op het leren van leerlingen, maar op het leren van alle betrokkenen en waarbinnen het vanzelfsprekend is om kritisch te kijken naar de kwaliteit en effectiviteit van het handelen. Collega’s praten op een open en constructieve manier over de leerresultaten van de leerlingen, de didactiek en de doelen die gesteld moeten worden op het niveau van de school, de klas en de individuele leerling. De lat van elke leerling wordt hoog gelegd. Om toetsgegevens op een meer opbrengstgerichte en doelmatige manier te kunnen gebruiken moeten een aantal voorwaarden gerealiseerd zijn. Hierbij is van belang dat in een aantal geformaliseerde afspraken vastgelegd wordt op welke manier en wanneer systematisch toetsresultaten vastgelegd, geanalyseerd en besproken worden. De voorwaarden worden op een drietal niveaus beschreven, te weten op bestuursniveau, op schoolniveau en op groepsniveau. Op alle scholen van de Stichting worden teambreed analyses gemaakt uit de gegevens van het leerlingvolgsysteem Parnassys om vervolgens handelingsplannen te maken om tot verbeteringen te komen in de resultaten van de individuele leerling. Op stichtingsniveau is in september 2014 een start gemaakt met een projectgroep data-analyse. Het doel van de werkgroep is om te komen tot een handboek data-analyse dat door alle scholen opgevolgd wordt. Op die manier zijn de resultaten van de scholen optimaal te volgen en is benchmarken tussen de scholen goed mogelijk. Nevenstaande doelstelling is dat scholen op deze manier in stelling worden gebracht om van elkaar te leren; hoe komt het dat de ene school met dezelfde leerlingenpopulatie beter scoort dan de andere school? Met de scholen onderling in contact te treden om te onderzoeken op welke wijze er van elkaar kan worden geleerd is dan een logische vervolgstap.
Jaarverslag 2014
17
5.3 Inspectiebezoeken 2014 In 2014 heeft basisschool Flora een vierjaarlijks onderzoek gehad van de Inspectie. De school heeft het vertrouwen van de inspectie gekregen en voldoet aan de wettelijke voorschriften. Op 15 september 2014 heeft de Inspectie een bezoek gebracht aan het College van Bestuur. Alle scholen zijn in deze bespreking de revue gepasseerd. Zonder uitzondering zitten alle scholen van de Stichting in het basisarrangement van de inspectie. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. Onder de scholen van Stichting KOMT zijn geen zwakke of zeer zwakke scholen. Opmerkelijk is wel dat vier scholen van stichting KOMT op grond van de resultaten van de CITO-toets een attendering hebben gekregen, dat zijn Twickelo, Erve Hooyerinck, ’t Oldhof en De Wheele. De scholen hebben het signaal ter harte genomen en zullen de nodige inspanningen verrichten om het aankomend schooljaar weer boven de norm van de inspectie te scoren. De beslissing in 2013 om van ’t Iemnschelf twee objecten van toezicht te maken is met de komst van een nieuwe directeur en een gewijzigde organisatiestructuur teruggedraaid. Beide locaties worden weer één object van toezicht. In het gesprek met de inspecteur is verder de krimp en de voorgenomen samenwerking / fusie met andere schoolbesturen ter sprake gekomen.
5.4 De resultaten op de Cito-eindtoets 2014 Zie onderstaand de resultaten van de Cito-eindtoets uit Parnassys, het leerlingvolgsysteem dat alle scholen van Stichting KOMT gebruiken:
Inspectiekaart Eindtoets 2011 / 2012 Periode
2011 / 2012
Weergave Inspectienorm bij Eindtoetsgemiddelde
Uitslag CITO Eindtoets t.o.v. inspectienorm 2012 Ongewogen. Deeln ame
Weging
Boveng.
Land.
Onderg.
17 van 206 = 8%
538,0
536,0
534,0
04WO Onze Lieve Vrouwe
2,2
40
06IN Sint Aegidius-School
0,7 !
10
1 van 68 = 1%
539,1
537,1
535,1
06MZ RKBS Twickelo
0,1 !
20
3 van 223 = 1%
539,1
537,1
535,1
08LL 't Iemnschelf
2,6
53
1 van 440 = 0%
539,2
537,2
535,2
08NX kbs Erve Hooyerinck
4,9
39/40
2 van 359 = 1%
539,1
537,1
535,1
09KW RKBS 't Oldhof
2,7
27
5 van 179 = 3%
538,8
536,8
534,8
10FY KBS Flora
1,5 !
13
22 van 192 = 11%
537,5
535,5
533,5
11KS De Wheele
0,7 !
28/29
18 van 210 = 9%
537,9
535,9
533,9
28CY KBS De Vonder
0,4 !
6
5 van 175 = 3%
538,8
536,8
534,8
Inspectiekaart Eindtoets 2012 / 2013 Periode
2012 / 2013
Weergave Inspectienorm bij Eindtoetsgemiddelde
uitslag CITO Eindtoets t.o.v. inspectienorm 2013
04WO Onze Lieve Vrouwe
Ongewogen
0,0 !
Deeln ame
Weging
Boveng.
Land.
Onderg.
31
16 van 187 = 9%
537,9
535,9
533,9
06IN Sint Aegidius-School
5,0
8
1 van 69 = 1%
539,1
537,1
535,1
06MZ RKBS Twickelo
1,9 !
33
5 van 203 = 2%
538,9
536,9
534,9
08LL 't Iemnschelf
2,6
62
2 van 413 = 0%
539,2
537,2
535,2
08NX kbs Erve Hooyerinck
0,2 !
50
5 van 363 = 1%
539,1
537,1
535,1
Jaarverslag 2014
18
09KW RKBS 't Oldhof
0,1
33
6 van 176 = 3%
538,8
536,8
536,9
10FY KBS Flora
2,0
18
30 van 206 = 15%
536,9
534,9
532,9
11KS De Wheele
1,2 !
29
12 van 219 = 5%
538,5
536,5
534,5
28CY KBS De Vonder
-0,8
8
6 van 217 = 3%
538,8
536,8
534,8
Inspectiekaart Eindtoets 2013-2014 Periode
2013 / 2014
Weergave Inspectienorm bij Eindtoetsgemiddelde
Afwijking uitslag CITO Eindtoets t.o.v. inspectienorm LG Deeln ame
Weging
Boveng.
Land.
Onderg.
04WO Onze Lieve Vrouwe
6,5
27
6 van 176 = 3%
538,8
536,8
534,8
06IN Sint Aegidius-School
3,7
11/12
0 van 65 = 0%
539,2
537,2
535,2
06MZ RKBS Twickelo
-0,9
20
4 van 167 = 2%
538,9
536,9
534,9
08LL 't Iemnschelf
4,4
68
10 van 393 = 3%
538,8
536,8
534,8
08NX kbs Erve Hooyerinck
-1,6
41
5 van 345 = 1%
539,1
537,1
535,1
09KW RKBS 't Oldhof
-2,2
19
6 van 161 = 4%
538,6
536,6
534,6
10FY KBS Flora
4,0
25
36 van 223 = 16%
536,8
534,8
532,8
11KS De Wheele
-1,7
32
14 van 234 = 6%
538,3
536,3
534,3
28CY KBS De Vonder
1,7 !
10
6 van 248 = 2%
538,9
536,9
534,9
op of boven bovengrens (goed) op of boven landelijk gemiddelde (voldoende) !
op of boven de ondergrens (voldoende) onder de ondergrens (onvoldoende)
Kijkend naar de eindopbrengsten over de afgelopen 3 jaren dan moeten we constateren dat de eindopbrengsten van de individuele scholen een dalend trend laten zien. In 2014 scoorden vier scholen van de Stichting onder de landelijke inspectienorm. Opmerkelijk en alarmerend, ondanks het gegeven dat de scholen meer dan ooit gefocust zijn op de opbrengsten. De betreffende scholen ondernemen acties om het aankomende jaar en de jaren daarna te voldoen aan de gestelde norm. De gemiddelde score van de scholen van de Stichting in de afgelopen zes jaar:
Jaarverslag 2014
19
De scholen van Stichting KOMT scoorden in 2014 gemiddeld genomen iets beter dan het jaar daarvoor, van 535,9 naar 536,1. De scholen laten daarmee weer een opgaande lijn zien. In vergelijking met het landelijk gemiddelde scoren de scholen van Stichting KOMT boven het landelijk gemiddelde. Echter de scholen voldoen daarmee nog niet aan de norm die wij onszelf gesteld hebben met als norm 537. De kwaliteit van de scholen van Stichting KOMT is voldoende te noemen, maar het kan nog beter. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. De beleidsmatige focus op opbrengstgericht werken binnen onze scholen leidt nog niet direct tot hoge eindopbrengsten. De scholen zijn meer dan ooit in staat om te meten en analyses te maken. Nu moet de vertaalslag gemaakt worden naar de leerkrachtvaardigheden; wat werkt beter in de klas dat leidt tot hogere opbrengsten.
5.5 Uitstroomgegevens van leerlingen Uit de inspectierapporten blijkt dat de scholen van Stichting KOMT over het algemeen goed onderwijs verzorgen. Binnen de Stichting zijn geen ‘zwakke’ scholen te bespeuren. De uitstroomgegevens 2014 van de leerlingen bevestigen dit beeld: School Aegidius Erve Hooy. Iemnschelf Flora Oldhof OLV Twickelo De Wheele De Vonder Totaal 2014 Totaal 2013 Totaal 2012 Totaal 2011
Aantal leerlingen 12 41 69 25 19 29 21 32 10 258 267 236 240
VWO Gym. Ath. 3 12 3 6 1 5 4 10 3 6 1 4 50 17 21 6 31 5 21
VWO/ HAVO
HAVO
TL/HAVO
T/K
3
3 16 18 7 9 3 4 6 2 68 85 68 82
2 8
5 32
1 10 3 13 8 7
6 43 55 60 60
45 44 25 28
Basis Kader 1
LWOO
Prakt.
9 1 2
1 1 1 4 10
2 1 3
27 20 -
17 19 35 28
1 1 2 5 7 12
2 1 5 4
Uit de inspectierapporten blijkt dat de scholen (in ruime mate) voldoen aan de verwachte opbrengsten. In de afgelopen twee jaar zijn door de scholen van de Stichting minder leerlingen verwezen naar het Speciaal (Basis)Onderwijs.
Verwijzing S(b)O 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aegidius
Erve H.
Iemnschelf
Flora
Oldhof
O.L.V.
Twickelo
Vonder
Wheele
Totaal
1
3
2
2
1
0
2
0
3
14
0
1
1
3
3
1
1
0
3
13
1
0
0
2
1
0
1
1
1
7
0
3
1
2
1
1
0
3
1
12
0
1
0
1
1
1
1
1
1
7
0
1
1
2
1
0
1
1
0
7
5.6 Onderwijsontwikkeling In 2014 is er op elke school geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van het onderwijs. Alle scholen werken volgens het leerstofjaarklassensysteem. De scholen maken allen een soortgelijke ontwikkeling door. De thema’s in het afgelopen jaar zijn: 1-zorgroute, opbrengstgericht werken, omgaan met verschillen en handelingsgericht werken volgens het IGDImodel. Jaarverslag 2014
20
Het werken volgens de 1-zorgroute, handelingsgericht werken en omgaan met verschillen kunnen worden gezien als voorbereidingen in de klassen op de ontwikkelingen binnen passend onderwijs. Het klassenmanagement dient er op gericht te zijn dat er convergent gedifferentieerd onderwijs geboden wordt, passend bij de ontwikkeling van elk individueel kind. Verder zien we dat ICT steeds meer een onderdeel wordt van het klassengebeuren. Naast het gebruik van digitale schoolborden zien we dat methoden digitaal worden aangeboden in plaats van in boekvorm. Er zijn scholen van de Stichting die experimenteren met tablets in de klas. De Stichting staat aan het begin van de ontwikkeling van het gepersonaliseerd leren.
5.7 Identiteit Op basis van de beleidsnotitie identiteit hebben alle scholen een identiteitsondersteuner. In 2014 is het netwerk van identiteitsondersteuners 4 keer bij elkaar geweest. De identiteitsbegeleider van de Stichting is tevens bij dit overleg aanwezig. In dit netwerk wordt kennis uitgewisseld en worden gezamenlijk activiteiten opgezet. Onderwerpen die doorgaans aan de orde komen zijn: nieuwe methoden levensbeschouwing, de organisatie van de communie en het vormsel, de relaties met de parochies en de pastoraal medewerker en dagopeningen. In het afgelopen jaar hebben de kerst- en paasvieringen nadrukkelijk op de agenda gestaan. In 2015 staat de visieontwikkeling op het thema identiteit op school- en op stichtingsniveau op de planning.
5.8 Kwaliteitszorg Een systeem van kwaliteitszorg is onmisbaar voor elke professionele schoolorganisatie. Het stelt de scholen, maar ook het bestuur van Stichting KOMT in staat om verantwoording af te leggen, doordat er kritisch naar de scholen gekeken wordt en de scholen laten zien wat ze verbeteren. Bovendien stelt een systeem van kwaliteitszorg de scholen in staat gepland en gericht te sturen op verbetering van de kwaliteit. Het helpt prioriteiten te stellen en belangrijke van minder belangrijke zaken te scheiden. Een goed systeem van kwaliteitszorg is voor een school geen overbodige ballast. Het helpt om op een effectieve wijze met de tijd en energie van alle personeelsleden om te gaan. Stichting KOMT werkt volgens het INK-model. Jaarlijks zet de Stichting een aantal instrumenten in waarmee de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie gemeten wordt. Stichting KOMT beschikt over in totaal 16 instrumenten die in 2014 als volgt ingezet zijn 1. gesprekken met het personeel in het kader van de wet BIO (gesprekscyclus) Met alle personeelsleden zijn in 2014 functioneringsgesprekken gevoerd. Afhankelijk van het stadium in de cyclus kunnen dat ook ontwikkelgesprekken of beoordelingsgesprekken zijn geweest. 2. klassenbezoeken Voorafgaand aan de functioneringsgesprekken bezoekt in de regel de directeur de desbetreffende leerkracht in de klas. 3. schooltoezicht onderwijsinspectie De inspectie heeft in 2014 een bezoek gebracht aan de Flora in het kader van het vierjaarlijks onderzoek. De inspectie concludeerde op deze school dat het onderwijs van voldoende niveau is. Alle scholen van de Stichting verblijven in het basisarrangement. De inspectie heeft op 15 september een overleg gehad met het College van Bestuur van de Stichting. In dit gesprek is de totale stichting tegen het licht gehouden als mede de verschillende individuele scholen. De Inspectie heeft nadien per brief een positieve bevestiging gegeven van de indruk die het heeft van de Stichting op basis van de gegevens die haar ter beschikking staan en het gesprek dat gevoerd is. 4. leerlingvolgsystemen Alle scholen van de Stichting maken gebruik van Parnassys. Door deze uniformiteit kunnen de scholen onderling beter gebenchmarkt worden en maakt een bovenschoolse module het mogelijk de opbrengsten van de scholen te volgen. 5. tevredenheidonderzoek (module Integraal, onderdeel van Parnassys) In 2014 is er geen tevredenheidsonderzoek uitgezet. Het laatste tevredenheidsonderzoek onder leerlingen, ouders en personeel heeft plaatsgevonden in het najaar van 2013. Een volgend onderzoek is te verwachten in 2016. 6. oudergesprekken Ook in 2014 zijn met de ouders van alle leerlingen meerdere gesprekken gevoerd over de resultaten van de leerlingen. Jaarverslag 2014
21
7. gesprekken met VO-scholen over de vorderingen van oud-leerlingen Leerkrachten van groep acht onderhouden de contacten met de VO-scholen over de vorderingen van de leerlingen. Zo ook in 2014. 8. ziekteverzuimcijfers Zie hiervoor de ziekteverzuimcijfers eerder vermeld in dit verslag. 9. overleg met de bedrijfsarts In 2014 zijn er vier sociaal medische teamoverleg-bijeenkomsten geweest met de bedrijfsarts. In deze bijeenkomsten worden - met mede weten - personeelsleden besproken die ziek zijn, dreigen uit te vallen of waar we ons zorgen over maken. Naast de bedrijfsarts is de bestuurder aanwezig en de betrokken directeur. Het overleg wordt genotuleerd door de bestuurssecretaresse. 10. schoolplan Het schoolplan wordt eens in de vier jaar herschreven. Medio 2011 hebben, afgezien van de Vonder, alle scholen het schoolplan 2011-2015 aangeboden aan de Inspectie van het Onderwijs. Door omstandigheden was de Vonder niet tijdig in staat het schoolplan in te leveren. Dit schoolplan is in maart 2012 opgestuurd. In schooljaar 2014-2015 maken de scholen het schoolplan voor de planperiode 2015-2019. 11. Cito-eindtoetsgegevens In maart van elk jaar zijn de cito-gegevens weer bekend. Alle scholen van de Stichting maken gebruik van dit instrument. De resultaten zijn elders in het verslag weergegeven. 12. schoolgids Aan het begin van elk schooljaar wordt aan de ouders de schoolgids overhandigd. Steeds meer scholen kiezen voor de digitale variant. 13. schooljaarverslagen De directeuren van de scholen van Stichting KOMT kennen al jarenlang de traditie dat ze rond de herfstvakantie een schooljaarverslag inleveren aan het College van Bestuur. In het verslag wordt het voorgaande schooljaar uitgebreid geëvalueerd en kijkt de directeur tevens vooruit door te eindigen met beleidsvoornemens voor het komende schooljaar. Dit schooljaarverslag is de onderlegger voor een gesprek tussen de directeur en de bestuurder in de maand november over de resultaten en de vorderingen van de school. 14. zelfevaluatie en collegiale visitatie Dit instrument is in schooljaar 2011-2012 uitgeprobeerd in een pilot met twee scholen, namelijk Onze Lieve Vrouweschool en ’t Olthof. Het onderzoeksterrein was deze keer de zorg. De betrokken scholen zijn enthousiast over de meerwaarde van het instrument. Het kost enige tijd, maar de ervaring en de feedback levert de scholen veel gegevens op om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. In schooljaar 2013-2014 hebben Twickelo en Flora zich aangemeld voor collegiale visitatie. Door omstandigheden vindt de uitvoering plaats in het schooljaar 2014-2015. Binnen het Convent is in het najaar 2014 het proces opgestart van een collegiale zelfevaluatie en visitatie op bestuurlijk niveau. De uitvoering vindt plaats in 2015. 15. jaarverslagen Elk jaar wordt er een jaarverslag gemaakt. Dit is een wettelijke verplichting. 16. het Schoolondersteuningsprofiel Iedere school heeft in het kader van passend onderwijs een schoolondersteuningsprofiel. Dit profiel is een instrument waarin de school de ondersteuning vastlegt. Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft de wijze waarop de school de basisondersteuning vormgeeft en welke extra ondersteuning de school biedt, kan bieden of wil gaan bieden.
5.9 Afhandeling van klachten Stichting KOMT kent een klachtenprocedure volgens de Wet WPO. Net als voorgaande jaren is de stichting in 2014 niet geconfronteerd met schriftelijk ingediende klachten. De klachtenprocedure heeft daardoor niet in werking hoeven treden.
Jaarverslag 2014
22
6 Huisvesting en Financieel beleid 6.1 Huisvesting Na een lange periode van voorbereiding is medio 2014 begonnen met de bouw van De Veste in de Bornsche Maten. Basisschool De Vonder verhuist volgens de planning medio 2015 van de Beekparkschool naar De Veste. Het betreft een multifunctionele accommodatie dat ontwikkeld wordt volgens de DBMO-systematiek. DBMO staat voor Design, Build, Maintain en Operate. Het is een concept waar het totale project gegund wordt aan een consortium. In het afgelopen jaar heeft er een uitgebreid selectieproces plaatsgevonden met aanbieders en is uiteindelijk een partij overgebleven die de opdracht gegund gekregen heeft in december 2013. Het betreft hier Dura Vermeer. Deze bouwonderneming is een contract aangegaan met de gemeente Borne voor in totaal 30 jaar. De directeur van De Vonder heeft zitting in de projectgroep, de bestuurder van Stichting KOMT in de stuurgroep. In 2014 hebben zich met betrekking tot verbouw of nieuwbouw bij de andere scholen van stichting KOMT geen noemenswaardige wijzigingen voorgedaan in de huisvestingssituatie. De krimp in het leerlingenaantal van de afgelopen twee jaar zorgt bij ’t Iemnschelf, Twickelo, Onze Lieve Vrouwe tot leegstand en dus tot exploitatieproblemen op de huisvestingslasten. Zowel in de gemeente Borne als in de gemeente Hof van Twente is de Stichting met de andere lokale schoolbesturen in gesprek om deze ongewenste situatie de komende jaren het hoofd te bieden. Er zal gekozen moeten worden voor een scenario dat leidt tot maximaal gebruik van de beschikbare lokalen en het afstoten van schoollocaties. De integrale huisvestingsplannen op gemeentelijk niveau zijn hiervoor richtinggevend.
6.2 Kenmerken van het gevoerde financiële beleid Stichting KOMT heeft als beleid om de eigenheid van de scholen zoveel mogelijk tot wasdom te laten komen. Dit laat zich vertalen in het financiële beleid door de scholen zelf (eind)verantwoordelijk te maken voor hun financiële huishouding. Scholen voelen op deze manier zelf wat de consequenties zijn; ze zullen aan de ene kant profiteren van een gezonde bedrijfsvoering en aan de andere kant zullen ze de nadelen ondervinden wanneer ze te veel uitgaven hebben. De Stichting kiest er bewust voor om alle reserves en voorzieningen bij de scholen te laten en niet op Stichtingsniveau te centraliseren. Wel wordt mede door overheidsmaatregelen de financiële afhankelijkheid tussen de scholen steeds pregnanter gevoeld. De directeuren van de scholen zijn integraal verantwoordelijk, dus ook voor het financiële beleid. Directeuren hebben de opdracht om zich te houden aan de begroting die door het College van Bestuur en de Raad van Toezicht is goedgekeurd. Indien een directeur het voornemen heeft extra uitgaven te doen die de begroting gaan overschrijden dan moet hij een verzoek daartoe indienen bij de beleidscommissie Financiën & Huisvesting. Deze beoordeelt de uitgave en geeft een advies aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur beslist uiteindelijk of het advies wordt overgenomen. In 2014 heeft geen enkele directeur gebruik gemaakt van deze procedure. Het is verder beleid van Stichting KOMT om zoveel mogelijk financiële middelen bij de scholen te houden en zo weinig mogelijk zaken bovenschools te willen regelen. De scholen hebben zelf veel beleidsruimte binnen de kaders die de Stichting hen oplegt. Het bovenschools management wil bovenal een faciliterende rol hebben naar de scholen. Er worden dus relatief weinig zaken bovenschools voor de scholen betaald. Wel is besloten bovenschools een reserve ‘personele risico’s’ te creëren waar scholen een beroep op kunnen doen zoals bij de afwikkeling van juridische procedures met personeelsleden, zwangerschapsverloven en wettelijke aansprakelijkheidszaken. De Stichting ontvangt één budget in euro’s voor alle kosten. In dat budget komen alle geldstromen voor formatie, personeel- en arbeidsmarktbeleid, management en bestuur en materiële instandhouding samen. Daarnaast ontvangen de scholen nog geld voor ondersteuning in het kader van passend onderwijs via het samenwerkingsverband 23.02. De afgelopen jaren is de Stichting hard geraakt in de bedrijfsvoering vanwege allerlei bezuinigende maatregelen. De begrotingen laten weinig ruimte over om tegenvallers te compenseren. Oplopende personele kosten worden onvoldoende gecompenseerd en premies worden verhoogd gedurende een kalenderjaar. Eind 2013 werden we echter aangenaam verrast door het zogenaamde ‘Herfstakkoord’ waardoor onze Stichting in december 2013 een bedrag van ruim vierenhalve ton bij kon schrijven op haar bankrekening. Bij het opstellen van de begroting 2014 in november 2013 hadden we juist voorgesorteerd op een extra bedrag per leerling waardoor we op de begroting 2014 (2015 leerlingen x
Jaarverslag 2014
23
84 euro per leerling) € 169.260,- minder ontvingen in de batensfeer. Sturen op de begroting is de afgelopen jaren een lastige exercitie met genoemde voorvallen. Het onderstaande overzicht geeft inzicht over de verhouding ‘baten en lasten’ over de afgelopen zeven kalenderjaren. Kengetallen Stichting KOMT % Rijksbijdragen
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
97,0%
95,7%
96,1%
95,2%
94,9%
94,9%
94,4%
94,9%
% Overige overheidsbijdragen
0,0%
0,0%
0,4%
0,9%
1,1%
1,0%
1,7%
1,8%
% Overige baten
3,0%
4,3%
3,4%
3,9%
4,1%
4,1%
3,9%
3,3%
% Personele lasten
84%
83,0%
83,6%
83,6%
83,3%
82,4%
84,1%
84,6%
% Afschrijvingen
3,2%
3,1%
3,3%
3,2%
3,0%
3,4%
2,9%
2,7%
% Huisvestingslasten
5,9%
6,2%
5,8%
5,6%
5,9%
5,6%
5,5%
5,0%
% Overige lasten
6,9%
7,7%
7,3%
7,6%
5,2%
4,2%
4,8%
4,5%
% Leermiddelen PO
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
2,6%
4,5%
2,7%
3,1%
6.3 Analyse financieel resultaat De onderstaande paragrafen geven een analyse van het financieel resultaat van Stichting KOMT over 2014. Voor Stichting KOMT kunnen de kalenderjaren 2013 en 2014 gezien worden als min of meer communicerende vaten. Op het moment van het opstellen van de begroting 2014 heeft de Stichting op grond van informatie die toen beschikbaar was vanuit de PO-raad een voorschot genomen op gelden die in 2014 beschikt zouden worden. Stichting KOMT heeft toen besloten € 84,- per leerling extra in de begroting mee te nemen. Dit komt neer op € 170.000,-. In december 2013 kregen we vanuit het herfstakkoord een half miljoen uitgekeerd dat verplicht geboekt moest worden in het kalenderjaar 2013. Hiermee kreeg de Stichting een gat in de begroting van € 170.000,- over het kalenderjaar 2014. Indien dit geld wel beschikt was dan hadden we het jaar met een klein positief resultaat afgesloten.
Jaarverslag 2014
24
6.4 Resultaat 2014 ten opzichte van de begroting Voor 2014 had de Stichting KOMT een positief resultaat begroot van € 64.665. Het uiteindelijke resultaat voor 2014 is uitgekomen op een verlies van € 137.153. Het resultaat is dan ook € 201.818 slechter dan vooraf begroot. De totale baten (inclusief rentebaten) zijn € 64.832 hoger uitgekomen dan begroot, daarentegen zijn de lasten (inclusief bankkosten) € 266.650 hoger dan begroot. Zie hieronder een beknopt overzicht van het exploitatieresultaat 2014 ten opzichte van de begroting, met daaronder een toelichting van de belangrijkste verschillen. Exploitatieoverzicht 2014 3
Baten
3.1 Rijksbijdragen OCW
Realisatie
Begroting
2014
2014
€
€
Verschil €
9.134.333
9.054.278
80.055
26.918
15.000
11.918
3.5 Overige baten
324.529
369.206
-44.677
Totaal Baten
9.485.780
9.438.484
47.296
8.056.127
7.737.766
318.361
4.2 Afschrijvingen
293.653
282.147
11.506
4.3 Huisvestingslasten
555.885
555.675
210
4.4 Overige lasten
733.612
798.231
-64.619
Totaal Lasten
9.639.277
9.373.819
265.458
-153.497
64.665
-218.162
5.1 Financiële baten
17.536
0
17.536
5.2 Financiële lasten
1.192
0
1.192
16.344
0
16.344
-137.153
64.665
-201.818
3.2 Overige overheidsbijdragen
4
Lasten
4.1 Personele lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
Baten Rijksbijdragen OCW In totaal zijn de Rijksbijdragen € 80.055 hoger uitgevallen dan begroot. Vanaf augustus 2014 komen de baten van de nieuw opgerichte SWV's. Conform de richtlijnen van het Ministerie worden deze baten geboekt in de 3.1.3 categorie. Tijdens het opstellen van de begroting voor 2014 was dit nog niet bekend en zijn de baten van het SWV begroot onder de overige baten. Tegenover deze hogere baten staan lagere baten dan begroot doordat er baten vanuit het herfstakkoord begroot zijn die uiteindelijk niet zijn ontvangen. Overige baten De overige baten zijn in totaal € 44.677 lager dan vooraf begroot. De belangrijkste oorzaak voor deze lagere baten is te vinden bij de baten van het Samenwerkingsverband. Zoals aangegeven bij de Rijksbijdragen zijn deze baten vanaf augustus geboekt bij de Rijksbijdragen. Dit levert een verschil op met de begroting van € 115.964. Naast deze lagere baten zijn de baten voor de zorgmiddelen van januari tot en met juli hoger uitgevallen (€ 15.619). Jaarverslag 2014
25
Daarnaast zijn er baten ontvangen in het kader van de subsidie “Versterking samenwerking” welke niet begroot waren (€ 28.211) en er zijn baten ontvangen via Kentalis en Bartimeus inzake zorgleerlingen die ook niet begroot waren (€ 16.166). Lasten Personele lasten Ten opzichte van de begroting is er € 318.361 meer uitgegeven aan personele lasten dan begroot. Dit verschil is op te splitsen in hogere uitgaven voor lonen en salarissen (inclusief uitkeringen) van € 206.679 en hogere overige personele lasten (scholing en P&A) van € 111.680. Voor de hogere uitgaven aan lonen en salarissen zijn een aantal oorzaken te geven. De eerste is te vinden bij basisschool ’t Iemnschelf. De voormalige directeur van ’t Iemnschelf heeft besloten een stap terug te zetten. Hierdoor moest er een nieuwe directeur worden aangesteld wat tot extra loonkosten heeft geleid welke niet begroot waren. Verder zijn de lonen en salarissen bij De Vonder ruim € 76.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de groei van het aantal leerlingen waardoor er meer dan 1 fte is ingezet dan vooraf begroot. Wat daarnaast verder opvalt is dat bij de Wheele en de Flora de lonen en salarissen met ruim € 20.000 worden overschreden. Ook bij deze scholen is meer personeel ingezet dan vooraf begroot. De hogere uitgaven aan overige personele lasten zijn te verdelen in de volgende posten: - Personeel niet in loondienst € 227.918 hoger - Overige personele lasten € 68.928 lager - Scholing € 25.673 lager - Personeels- en arbeidsmarktbeleid € 26.915 lager Aan personeel niet in loondienst is meer uitgegeven doordat er aanzienlijk meer personeel is ingehuurd dan begroot. Dit personeel is met name ingezet voor instroomgroepen, maar ook bij een aantal scholen zijn het hele jaar personeelsleden ingehuurd. Dit was onvoldoende begroot. De overige personele lasten zijn lager vanwege een correctie op een nog te betalen bedragen aan het Vervangingsfonds. In het schooljaar 2013-2014 heeft de Stichting gebruik gemaakt van de Vervangingspool. Eind 2013 en gedurende de eerste zeven maanden van 2014 is hiervoor een schuld opgenomen op basis van de op dat moment verwachtte navordering. De daadwerkelijke navordering valt echter ruim € 67.000 lager uit. Derhalve kon dit bedrag op de schuld in mindering worden gebracht. Overige lasten Het verschil bij de overige lasten van € 64.619 wordt veroorzaakt door de overige instellingslasten, deze zijn € 77.503 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere lasten voor schoolse activiteiten (€ 20.726) en lagere lasten “bijdragen aan/vanuit het SWV”. De belangrijkste reden voor de hogere kosten voor schoolse activiteiten dan begroot is dat de gemeente Borne facturen voor schoolzwemmen heeft gestuurd voor de schooljaren 2011-2012, 2012-2013 en 2013-2014. In totaal is hiervoor € 15.306 betaald. Dit was niet begroot. Ten tijde van het opstellen van de begroting was er rekening mee gehouden dat de gelden voor de lichte zorg die komen van het nieuwe Samenwerkingsverband weer zouden moeten worden afgestaan wanneer leerlingen werden doorverwezen naar het SBO. Het SWV heeft echter besloten dat dit de komende twee schooljaren niet hoeft. Derhalve zijn hiervoor geen kosten gemaakt in 2014 en zijn de begrote bijdragen aan/vanuit het SWV fors lager uitgevallen dan begroot.
6.5 Kengetallen Liquiditeit De liquiditeit is gestegen van 2,14 in 2013 naar 2,24 in 2014. Dit is een lichte stijging en komt voornamelijk doordat de kortlopende schulden naar verhouding sterker zijn afgenomen dan de vlottende activa. Met deze stand voldoet Stichting KOMT ruim aan de gestelde norm van 1 en kan dus worden gesteld dat de Stichting een gezonde liquiditeit heeft eind 2014. Solvabiliteit(1) De solvabiliteit (1) is, net als in 2013, met 1% gestegen naar 68%. De afname van het eigen vermogen was, naar verhouding, net wat minder dan de afname van de totale passiva waardoor dit kengetal verbeterd is. Met een signaleringsgrens van 60% voldoet de Stichting hier ook weer in voldoende mate aan de norm. Jaarverslag 2014
26
Weerstandsvermogen Dit jaar is het weerstandsvermogen met 1% achteruit gegaan. Deze is gegaan van 8% in 2013 naar 7% in 2014. De Stichting heeft een norm van 10%. Het is de vraag of deze norm de komende jaren te halen is. De meerjaren begroting 2015 laat een flink tekort zien. Hoewel dat een worse-case scenario is en er in die begroting geen rekening is gehouden met extra middelen van het Ministerie laat het wel zien dat er maatregelen nodig zijn om het tekort voor de komende jaren weer om te zetten in een overschot. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor is gestegen van 37% in 2013 naar 36% in 2014. Voor vergelijkbare besturen wordt een norm gehanteerd van 35%. Dit betekent dat de Stichting haar kapitaal efficiënt benut en dat er wat extra middelen zijn ingezet in 2014.
6.6 Resultaat 2014 ten opzichte van 2013 Het exploitatieresultaat van 2014 is, zoals eerder aangegeven, uitgekomen op een verlies van € 137.153. Dit is € 484.528 slechter dan de winst in 2013 van € 347.375. De baten (inclusief financiële baten) zijn afgenomen met € 371.314. De lasten zijn (inclusief financiële lasten) toegenomen met € 113.214. Zie hieronder een beknopt overzicht van het exploitatieresultaat van 2014 ten opzichte van dat van 2013 met daaronder een uitleg van de belangrijkste verschillen.
Exploitatieoverzicht 2014 3
Baten
3.1 Rijksbijdragen OCW
Realisatie
Realisatie
2014
2013
€
€
Verschil €
9.134.333
9.432.042
-297.709
26.918
0
26.918
3.5 Overige baten
324.529
424.345
-99.816
Totaal Baten
9.485.780
9.856.387
-370.607
8.056.127
7.905.130
150.997
4.2 Afschrijvingen
293.653
292.679
974
4.3 Huisvestingslasten
555.885
590.815
-34.930
4.4 Overige instellingslasten
733.612
737.087
-3.475
9.639.277
9.525.711
113.566
-153.497
330.676
-484.173
5.1 Financiële baten
17.536
18.243
-707
5.2 Financiële lasten
1.192
1.544
-352
16.344
16.699
-355
-137.153
347.375
-484.528
3.2 Overige overheidsbijdragen
4
Lasten
4.1 Personele lasten
Totaal Lasten Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
Jaarverslag 2014
27
Baten Rijksbijdragen OCW De Rijksbijdragen OCW zijn € 297.709 lager dan in 2013. De belangrijkste redenen voor de verminderde baten zijn de daling van het leerlingaantal met 79 leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2012 en de eenmalige extra baten die eind 2013 zijn overgemaakt door het Ministerie. Overige overheidsbijdragen De baten van de gemeente zijn hoger omdat er voor basisschool De Vonder in 2014 baten voor eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair zijn ontvangen van de gemeente Borne. Dit was in 2013 niet het geval. Overige baten De totale overige baten zijn € 99.817 lager dan in 2013. Deze lagere baten worden voor het grootste gedeelte veroorzaakt door de baten van het Samenwerkingsverband. De zorgmiddelen van het SWV waren in 2014 lager omdat de Stichting in 2013 een éénmalige uitkering heeft gehad van € 92.000 tegen € 46.600 in 2014. Daarnaast heeft de Stichting in 2013 baten ontvangen voor 12 maanden tegen 7 maanden in 2014. De baten vanaf augustus moeten, conform de richtlijnen van het Ministerie, worden geadministreerd onder de Rijksbijdragen OCW.
Lasten Personele lasten De personele lasten zijn in totaal € 150.997 hoger dan in 2013. Deze hogere lasten zijn te verdelen in hogere lonen en salarissen (€ 134.095) en hogere overige personele lasten (€ 16.902). Zoals aangegeven bij de vergelijking ten opzichte van de begroting heeft de Stichting nagenoeg het hele jaar een “extra” directeur bij basisschool ’t Iemnschelf moeten bekostigen. Samen met de hogere inzet van personeel bij een aantal scholen zijn de lonen en salarissen hoger uitgekomen dan in 2013. Hoewel de totale afwijking bij de overige personele lasten gering te noemen is, zijn er wel een paar verschillen die er uit springen: a) Personeel niet in loondienst € 111.183 hoger b) Personeels- en arbeidsmarktbeleid € 28.754 lager c) Overige lasten € 58.378 lager Ad a. Personeel niet in loondienst In 2014 is er meer betaald aan onderzoeken van "zorg"leerlingen. En daarnaast is er meer personeel ingehuurd dan in 2013. Een aantal basisscholen hebben het gehele kalenderjaar een personeelslid via Randstad ingehuurd. Dat was in 2013 niet het geval. Ad b. Personeels- en arbeidsmarktbeleid Voor de lagere uitgaven aan personeels- en arbeidsmarktbeleid zijn geen echte bijzonderheden te melden. De kosten zijn gewoon wat lager uitgevallen dan in 2013. Ad c. Overige lasten De overige personele lasten zijn lager vanwege de eerder genoemde correctie op het Vervangingsfonds inzake de vervangingspool. Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten zijn € 34.930 lager. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de lasten voor energie en water. Deze lasten zijn uiteindelijk € 25.283 lager uitgevallen dan in 2013. De lagere lasten voor energie en water worden enerzijds veroorzaakt door afrekeningen voor elektra. Bij de meeste scholen was de afrekening lager dan de betaalde voorschotten. Daarnaast is Stichting KOMT voor gas overgegaan naar Eneco. Dit heeft er voor gezorgd dat het maandelijkse voorschotbedrag naar beneden is bijgesteld.
Jaarverslag 2014
28
6.7 Investeringen Er is voor € 246.365 geïnvesteerd in materiële vaste activa in 2014. Dit is fors lager dan de € 441.219 die is geïnvesteerd in 2013. De begrote investeringen bedroegen € 327.400. Ten opzichte van de begroting is er derhalve € 81.035 minder geïnvesteerd. Deze lagere investeringen zijn te vinden bij meerdere categorieën. Zo is er aan meubilair bijna € 23.000 minder geïnvesteerd, in apparatuur ruim € 19.000 en in ICT bijna € 30.000 minder dan vooraf begroot. De investeringen in leer- en hulpmiddelen zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. Hierin is voor € 91.725 geïnvesteerd terwijl de begroting was vastgesteld op een bedrag van € 100.000.
6.8 Treasuryverslag Treasury is het sturen en het beheren van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financiële administratie van Stichting KOMT wordt verzorgd door het Onderwijsbureau Twente (ObT) te Borne. Stichting KOMT heeft alle gelden en rekeningen ondergebracht bij Rabobank Midden-Twente te Hengelo. Het treasurybeleid van de Stichting KOMT vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, nr. FEZ/CC-2009/E50185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). Beleggingen en belenen mogen alleen risicomijdend plaatsvinden, dat wil zeggen dat de liquide middelen zodanig beheerd dienen te worden dat de uitgezette hoofdsom gegarandeerd blijft. Bij het uitzetten van alle overtollige middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in de regeling gestelde verplichtingen. Stichting KOMT kent sinds eind 2013 een treasurystatuut. Dit statuut is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht op 16 december 2013. In 2014 is de Stichting KOMT geen leningen aangegaan. De rentevergoeding over het jaar 2014 is gemiddeld 1,7%.
7 Continuïteitsparagraaf 7.1 Risico-analyse Waar liggen voor Stichting KOMT de meeste risico’s? Hierbij een opsomming van de verschillende bedrijfsonderdelen: Op het terrein van onderwijs De overheid heeft de bevoegdheid de bekostiging stop te zetten indien een bestuur niet in staat is kwalitatief goed onderwijs aan te bieden. De inspectie van het Onderwijs is namens de overheid het orgaan dat de kwaliteit beoordeelt. Alle scholen hebben het vertrouwen van de inspecteur. Dit werd nog eens bevestigd door een schrijven van de Inspectie van Onderwijs van 3 november 2014 waarin vermeld stond dat alle scholen van de Stichting vallen binnen het basisarrangement. Wel hebben 4 scholen op basis van de laatste Citotoets een basisarrangement met attendering gekregen. Deze scholen scoorden onder de norm met hun eindopbrengsten. Het betreft hier de scholen Twickelo, Erve Hooyerinck, ’t Oldhof en De Wheele. Met de scholen is gesproken over het risico indien de score van de opbrengsten de komende jaren niet boven de norm komt van de inspectie. Alle 4 scholen hebben de verwachting uitgesproken hieraan te kunnen voldoen. Er zijn inmiddels verbeteracties uitgezet. Het gebruik van het leerlingvolgsysteem Parnassys maakt het mogelijk de prestaties van alle scholen bovenschools te volgen. Voor zover nu bekend zijn de resultaten van de scholen op voldoende niveau. De beleidsrichting van het opbrengstgericht werken op alle niveaus binnen de Stichting moet er toe bijdragen dat de lat op de scholen nog wel wat hoger gelegd mag worden. Met onze leerlingenpopulatie mogen we dan ook verwachten dat we voor de komende jaren ruim boven de landelijke gehanteerde norm van de inspectie zullen blijven.
Jaarverslag 2014
29
Conclusie: er zijn geen tekenen dat we op de korte termijn risico lopen op het terrein van de kwaliteit van het onderwijs. Mocht de attendering bij de genoemde scholen gestand blijven, dan dienen de (eind)opbrengsten van met name deze scholen goed gevolgd worden. Dit is een aandachtpunt voor de betrokken directeuren en het College van Bestuur. Binnen de stichting is de werkgroep data-analyse in het leven geroepen om de opbrengsten van de scholen met een frequentie van twee keer per jaar te analyseren met de bovenschoolse module Ultimview van het leerlingvolgsysteem Parnassys. De resultaten van alle scholen zijn hiermee inzichtelijk. Een delegatie van de werkgroep gaat in gesprek met het management van de school indien de opbrengsten onder de norm scoren van de inspectie. De achtergronden van de resultaten worden dan nader besproken. Indien nodig wordt in overleg een verbeterplan opgesteld dat vervolgens gemonitord wordt door het bestuur van de stichting.
Op het terrein van financiën en huisvesting Stichting KOMT sluit het kalenderjaar 2014 af met een tekort van € 137.153,-. Voornaamste reden van dit tekort is dat in de begroting een bedrag van € 84,- per leerling (totaalbedrag € 169.176,-) meegenomen was op grond van informatie van de PO-raad in november 2014. De verwachting was toen dat er per leerling een indicatief bedrag van € 239,- per leerling in 2014 zou worden beschikt. Dit bedrag is echter al uitgekeerd in december 2013. Uiteindelijk was het resultaat over 2013 een bedrag van rond € 350.000,-. positief. Het tekort over 2014 kan in dit opzicht gedekt worden met het positieve resultaat van 2013. De meerjarenbegroting die thans gepresenteerd wordt laat geen gunstig toekomstbeeld zien. We komen de komende kalenderjaren structureel tekort. Indien de toegezegde gelden beschikt worden zal het er elk jaar om spannen. Hoe dan ook, we zullen de tering naar de nering moeten zetten en zeer spaarzaam met onze gelden om moeten gaan. Tegenvallers zullen niet opgevangen kunnen worden. Dit beeld maakt het noodzakelijk dat we op termijn komen tot noodzakelijke wijzigingen in de organisatie. Daarvoor moeten we de uitkomsten van de werkgroep toekomstscenario's afwachten. Om echt maatregelen te kunnen nemen kunnen we pas op termijn de eerste vruchten plukken. Daar gaat (helaas) de nodige tijd overheen. Het betaalritme vanuit Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van O,C&W verloopt maandelijks en daarmee in de pas met de uitbetaling van ons personeel, verreweg onze grootste uitgavenpost. De uitbetaling van het vakantiegeld in mei en de eindejaaruitkering in december wordt in deze maanden ook vooraf aan de Stichting uitbetaald. Deze wijze van uitbetaling draagt er zorg voor dat een schoolbestuur zich tot op zekere hoogte niet zoveel zorgen hoeft te maken over haar liquiditeit. De stand van de liquide middelen per 31 december 2013 was € 1,5 miljoen. Aan het eind van het boekjaar 2014 zal deze stand volgens verwachting € 1,25 miljoen zijn. Al met al zullen we de komende jaren nog voldoende middelen hebben om aan onze betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigenvermogen en vreemd vermogen en verschaft zo inzicht in de financieringsopbouw. Het geeft aan in hoeverre aan de verplichtingen op langere termijn kan worden voldaan. De solvabiliteit was op 31 december 2013 67 %. De landelijke streefwaarde is 60%. Het weerstandsvermogen geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen OCW. Het geeft inzicht in het financiële vermogen om exploitatietegenvallers met reserves op te vangen. In het verleden heeft het bestuur van Stichting KOMT afgesproken dat het gemiddelde weerstandvermogen van de scholen en van de Stichting 10% dient te zijn. Veel scholen beantwoorden niet meer aan die streefwaarde en ook de Stichting zit met 6 % reeds onder de norm. Landelijk hanteren vergelijkbare schoolbesturen een norm variërend tussen de 5 en de 10%. De commissie Don adviseert niet langer te sturen op weerstandsvermogen, maar op de kapitalisatiefactor. De definitie van de kapitalisatiefactor is het totale vermogen minus gebouwen en terreinen als percentage van de totale baten. De kapitalisatiefactor geeft de verhouding aan tussen het totale vermogen (actiefzijde van de balans) minus gebouwen en terreinen en de totale baten. Het geeft aan of onderwijsinstellingen een deel van het kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de invulling van hun taken. Gezien de grootte van ons bestuur is de landelijke streefwaarde 35%. Deze was 31 december 2013 voor Stichting KOMT op het niveau van 37%. Conclusie: financieel gezien lopen we nog goed in de pas en zitten we, participerend op het eind van het boekjaar 2014 en afgaand op de kapitalisatiefactor, goed. We kunnen stellen dat we ons geld efficiënt hebben ingezet en dat onze bankrekening niet buitensporig hoog is. Onze meerjarenbegroting laat echter zien dat we de komende jaren waarschijnlijk verder zullen interen. Ingrijpende organisatorische veranderingen zijn noodzakelijk. Een fusie met andere lokale onderwijsbesturen wordt thans nader onderzocht. Elk kwartaal wordt er een managementrapportage gepresenteerd door het bestuur aan de Raad van Toezicht. Op deze wijze wordt met name ook de financiële koers van de stichting goed gevolgd. Indien daar aanleiding voor is wordt er financieel ingegrepen. In de regel zal dat betekenen dat het onderwijs uitgevoerd wordt met minder leerkrachten voor de klas en grotere groepen.
Jaarverslag 2014
30
De Stichting heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de huisvesting. De bouwkundige staat van alle scholen is goed. De nieuwbouw voor De Vonder is als alles meezit medio 2015 gerealiseerd. We lopen in dit bouwproject geen risico’s in financiële zin. Het bouwheerschap hebben we afgestaan aan de gemeente Borne. Vanaf 1 januari 2015 lopen we wel meer risico’s met betrekking tot het buitenonderhoud. Door de regeling van de doordecentralisatie ligt de volledige verantwoordelijkheid in de toekomst bij het schoolbestuur en niet langer meer bij de gemeente. Alle scholen van de Stichting zijn voorzien van onderhoudsplannen. Een eerste doorrekening laat zien dat het mogelijk moet zijn om de komende jaren het onderhoud te bekostigen uit de op te bouwen (opgebouwde) onderhoudsvoorziening. Wijzigingen in brandweerverordeningen kunnen desondanks zorgen voor onverwachte uitgaven. Conclusie: we lopen enige risico’s in de huisvesting. De bouwkundige staat van alle scholen is goed. De praktijk zal moeten uitwijzen of de onderhoudsvoorziening toereikend is. De bouwkundige staat wordt jaarlijks gecontroleerd door plaatselijke architecten die verbonden zijn aan onze school. Zij laten zie hierbij leiden door de meerjarenonderhoudsplannen van Thero (voor de scholen in de Hof van Twente) en Planon (voor de scholen in gemeente Borne). Al het onderhoud maakt jaarlijks onderdeel uit van de begroting. Stichting KOMT beschikt over een voorziening onderwijshuisvesting die voldoende gevuld is. Op het terrein van personeel en organisatie Over het algemeen kunnen we stellen dat onze organisatie zich in een redelijk rustig vaarwater bevindt. Dit komt omdat we proactief werken, waardoor we relatief gezien weinig brandjes hoeven te blussen. Door de bank genomen kunnen we tevreden zijn over de kwaliteit van het bestuur, het management en het personeel op de werkvloer. Het ziekteverzuim onder het personeel van Stichting KOMT was de afgelopen jaren vrij stabiel (tussen de 3,5 en 6%). Uitzondering daarop was schooljaar 2012-2013 waarin we te kampen hadden met een hoog ziekteverzuim van 6.65%. Het afgelopen schooljaar is het ziekteverzuim weer gedaald naar 5,03%. Uit de tevredenheidsonderzoeken blijkt dat het personeel over het algemeen met tevredenheid werkt bij de Stichting. Wel blijkt uit ieder onderzoek weer dat de werkdruk als hoog wordt ervaren. Elk jaar zijn er personeelsleden waar we gedwongen afscheid van moeten nemen. De ervaring leert dat het proces naar ontslag, hoe goed het dossier ook op orde is, geld kost. Het betreft hier voornamelijk de kosten van outplacement en advocaatkosten Het bezetten van vacatures is over het algemeen geen probleem. Voor leerkrachten is voldoende aanbod en dat geldt tevens voor de schooldirecteuren. Met alle medewerkers worden jaarlijks gesprekken gevoerd in het kader van de gesprekscyclus. Alle medewerkers zitten in de 3-jaarlijkse cyclus van ontwikkelgesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken. De kwetsbaarheid van de voorzitter van het College van Bestuur is een issue. Voor welk model of welke structuur er ook gekozen wordt, de toppositie van een organisatie is per definitie fragiel. Dit is een gegeven waarop moeilijk te anticiperen valt. Conclusie: er zijn geen tekenen dat we buitensporige of extra risico’s lopen op het terrein van personeel en organisatie. Het ziekteverzuim lijkt de stichting goed in de hand te kunnen houden. De stichting heeft de afgelopen 10 jaar geen malus betaald. Om tegemoet te komen aan de werkdruk zijn er thans passende maatregelen genomen in de nieuwe CAO PO met betrekking tot de 40-urige werk en duurzame inzetbaarheid. Indien de stichting door omstandigheden toch een malus dient te betalen beschikt de stichting over voldoende financiële middelen. Relatie kwaliteit van het onderwijs en financiën De hele sector primair onderwijs heeft te maken met een onbetrouwbare overheid. Er is eigenlijk niet op te (be)sturen. Voorbeelden hiervan zijn plotselinge premieverhogingen of premieverhogingen met terugwerkende kracht, extra baten die in 2014 verwacht werden doch plotseling uitgekeerd werden in december 2013 en substantiële extra baten die verwacht worden in 2015, maar in de periode van het opmaken van de begroting nog niet beschikt zijn. We moeten begroten, maar we weten niet met welke getallen we kunnen werken. Naast de bezuinigingen die de sector de afgelopen jaren ten deel is gevallen - met uitzondering van kalenderjaar 2013 dankzij het herfstakkoord - komt daar nu de krimp bij. Het laaghangende fruit is allang geplukt. De Stichting heeft reeds 13 fte ingeleverd. We bezuinigen dus al jaren op ons personeel. Het gevolg is grotere klassen en meer combinatiegroepen. Daarnaast komen er steeds meer signalen dat individuele leerlingen meer specifieke aandacht vragen. De druk op de personeelsleden wordt steeds groter hetgeen van invloed is op de kwaliteit van het onderwijs.
Jaarverslag 2014
31
7.2 Financiële gegevens KENGETALLEN Kengetal (stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Leerlingenaantallen
2014 12,3 102,78 9,11 1.843
2015 11,3 99,35 7,44 1.802
2016 10,8 98,25 7,27 1.803
2017 10,8 95,87 7,27 1.774 * prognose
BALANS Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Totaal vaste activa:
2014
2015
2016
2017
2.112.596 2.112.596
2.290.535 2.290.535
2.113.686 2.113.686
1.925.662 1.925.662
Vlottende activa 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen Totaal vlottende activa:
665.791 1.327.158 1.992.949
685.791 929.692 1.615.483
675.791 749.763 1.425.554
675.791 828.791 1.504.582
Totaal activa:
4.105.545
3.906.018
3.539.240
3.430.244
Passiva
2014
2015
2016
2017
2.1 Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Publiek Totaal eigen vermogen:
2.172.440 610.552 2.782.992
1.865.151 593.552 2.458.703
1.650.008 586.552 2.236.560
1.418.354 587.052 2.005.406
368.610 72.351 440.961
490.458 71.351 561.809
367.942 70.351 438.293
496.327 62.351 558.678
108.990
133.990
118.990
128.990
325.322 103.978 42.008 301.294 881.592
309.343 98.871 42.008 301.294 885.506
304.706 97.389 42.008 301.294 864.387
298.472 95.396 42.008 301.294 866.160
4.105.545
3.906.018
3.539.240
3.430.244
2.2 Voorzieningen Voorziening Groot Onderhoud Voorziening Jubilea Totaal voorzieningen: 2.4 Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal kortl. schulden: Totaal passiva:
Jaarverslag 2014
32
Staat / Raming van baten en Lasten Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten:
2014 9.134.333
2015 9.143.554
2016 9.045.543
2017 8.987.724
26.918 324.529 9.485.780
13.000 138.060 9.294.614
0 123.260 9.168.803
0 123.760 9.111.484
2014 8.056.127 293.653 555.885 733.612 9.639.277
2015 7.918.228 304.711 724.952 670.962 9.618.853
2016 7.663.990 309.049 752.985 664.873 9.390.896
2017 7.518.498 305.224 752.985 765.881 9.342.588
Saldo Baten en Lasten
-153.497
-324.239
-222.093
-231.104
Saldo financiële bedrijfsvoering Totaal resultaat:
16.344 -137.153
-50 -324.289
-50 -222.143
-50 -231.154
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten:
8 Toekomstige ontwikkelingen De volgende toekomstige ontwikkelingen zijn te verwachten of zijn inmiddels onderwerp van beleid: - het inbedden van passend onderwijs in de scholen van Stichting KOMT; - het implementeren van de 1-zorgroute; handelingsgericht werken; - het thema opbrengstgericht werken continueren op alle scholen van de Stichting, de scholen maken analyses van de gegevens uit Parnassys en maken op basis daarvan handelingsplannen; - het ontwikkelen van een document rondom data-analyse van de onderwijsresultaten in het kader van opbrengstgericht werken; - het ontwikkelen van schoolplannen voor de planperiode 2015-2019; - zelfevaluatie en collegiale visitatie tussen de besturen van het Convent PO; - het implementeren van de nieuwe CAO PO binnen Stichting KOMT per 1 augustus 2015: - verder uitrollen van de functiemix volgens voorgeschreven percentages; - een professionaliseringstraject leiderschapsontwikkeling voor alle directeuren van de Stichting en de bestuurder, te starten met een 2-daagse in januari 2015; - in het kader van het verder professionaliseren gaan de directeuren met hun personeelsleden werken aan persoonlijk meesterschap middels coaching, klassenbezoeken, gesprekkencyclus, scholing, teambijeenkomsten; - het realiseren van de nieuwbouw van voorzieningencluster De Veste. Basisschool de Vonder zal daar gehuisvest worden, volgens de planning augustus 2015; - de overheveling van het buitenonderhoud naar de schoolbesturen vraagt om nieuw intern beleid. De Stichting beraadt zich hoe om te gaan met de nieuwe situatie. Blijven we op de oude voet doorgaan met gebruik van de vertrouwde architecten op lokaal niveau of gaan we dit uitbesteden; - Het uitwerken van toekomstscenario’s. Kan de Stichting met het oog op de toekomstige ontwikkelingen zelfstandig blijven of is het noodzakelijk om samen te gaan met andere (lokale) schoolbesturen? Een projectgroep werkt de scenario’s uit en komt met een eindrapport in het voorjaar 2015.
Jaarverslag 2014
33
9 Verslag van de Raad van Toezicht Stichting KOMT heeft medio 2011 gevolg gegeven aan de wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’. Per 1 augustus 2011 kent Stichting KOMT een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat in 2014 uit de volgende leden: 1. 2. 3. 4. 5.
de heer dr. A.B. van Leeuwen, voorzitter de heer L.H.H. Rouhof, vice-voorzitter de heer mr. J.G.A. Kuhlmann mevrouw H. Schaffers MBA de heer ing. J.H.M. Poortier MBA
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen elk een vergoeding van € 200,- op jaarbasis. In 2014 heeft de Raad van Toezicht zeven keer regulier vergaderd, te weten op 3 februari, 7 april, 2 juni, 1 september, 8 oktober, 3 november en 15 december 2014. In deze vergaderingen zijn de volgende besluiten genomen: Datum
Besluit
Eenmalig of jaarlijks besluit / heroverweging
04.02.2014 07.04.2014 02.06.2014 03.06.2014 01.09.2014 01.09.2014 07.10.2014 08.10.2014 03.11.2014 15.12.2014 15.12.2014
Bespreking onderzoek verbeteren governanceverhoudingen Benoeming dhr. J. Kuhlmann voor een nieuwe termijn Vaststelling Jaarverslag 2013 Vaststelling Marap januari t/m maart 2014 Vaststelling Marap april – juni 2014 Vaststelling bestuursopdracht College van Bestuur 2013-2014 Vaststelling opdracht projectgroep toekomstscenario’s Geen besluiten genomen Geen besluiten genomen Vaststelling bestuurder in CAO Bestuurder PO Vaststelling Meerjarenbegroting 2015
Eenmalig Per rooster van aftreden Jaarlijks Periodiek Periodiek Jaarlijks Eenmalig
Eenmalig Eenmalig
De raad conformeert zich aan de code voor Goed Bestuur van de PO-raad. De Raad van Toezicht werkt met een termijnkalender waarop de verschillende activiteiten staan vermeld: - om werk te maken van de horizontale dialoog heeft een afvaardiging van de Raad van Toezicht jaarlijks een overleg met het directeurenberaad en de GMR. Het gesprek met de GMR heeft plaatsgevonden op 24 april 2014. In 2014 is er geen gesprek geweest met het directeurenberaad; - daarnaast brengen de leden een bezoek aan de scholen om zo het contact met de werkvloer te houden. In 2014 hebben leden van de RvT een viertal scholen bezocht, te weten De Wheele, Erve Hooyerinck, ’t Iemnschelf en ’t Oldhof; - het interne toezicht wordt verder met name gevolgd via kwartaal rapportages en aan de hand van een toezichtskader; - het jaarlijkse functioneringsgesprek met de voorzitter College van Bestuur heeft plaats gevonden op 17 december 2014. Daarnaast zijn de volgende activiteiten te vermelden: - op 9 april 2014 hebben de Raden van Toezicht van Stichting MarCant en Stichting KOMT nader met elkaar kennisgemaakt, de ontwikkelingen binnen beide organisaties met elkaar gedeeld en een samenwerking op termijn met elkaar verkend. - Op 26 mei 2014 heeft een extra ingelaste overleg plaatsgevonden tussen de RvT en CvB over de aanbevelingen van het rapport ‘onderzoek verbeteren governanceverhoudingen’, in het bijzonder ‘de marginale redelijkheidstoets’.
Jaarverslag 2014
34
10 Kengetallen en grafieken Signaleringsgrens PO
Streefwaarde
Kengetallen Financiële kengetallen Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiële buffer
< = 1,00 < 30% < = 30% 3 jaar negatief < 35% < 5%
>1 60% 10% 35% -
2010
1,51 56% 62% -5% 7% 45% 25% 20% 0%
2011
2012
1,77 66% 75% -2% 5% 34% 15% 10% 8%
2013
2,00 66% 76% 1% 6% 35% 16% 10% 8%
2014
2,14 67% 76% 4% 8% 37% 17% 10% 9%
2,26 68% 79% -1% 7% 36% 19% 9% 7%
Toelichting Liquiditeit (current ratio): vlottende activa / kortlopende schulden Geeft aan in welke mate de instelling aan haar verplichtingen op korte termijn kan voldoen. Solvabiliteit 1: eigen vermogen / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Solvabiliteit 2: (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Rentabiliteit: resultaat / totale baten Geeft aan welk deel van de totale baten over blijft na aftrek van de lasten. Weerstandsvermogen: (eigen vermogen -/- materiële vaste activa) / Rijksbijdrage Is de verhouding tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen. Kapitalisatiefactor: (totaal vermogen -/- gebouwen en terreinen) / totale baten Meet het verband tussen het kapitaal dat een bestuur gebruikt voor haar activiteiten en de inkomsten.
Liquiditeit (current ratio) 2,50
Solvabiliteit 1
Solvabiliteit 2
80%
2,00
100% 80%
60%
1,50
60% 40%
1,00
40% 20%
0,50 0,00
20%
0% 2010
2011
2012
2013
2014
0% 2010
Rentabiliteit
2011
2012
2013
2014
2010 2011 2012 2013 2014
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen
4%
10%
50%
2%
8%
40%
0%
6%
30%
4%
20%
2%
10%
-2%
2010
2011
-4%
2012
2013
2014
0%
0% -6%
Jaarverslag 2014
2010
2011
2012
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
35
Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente Jaarrekening 2014
B Jaarrekening 2014 B1 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Activiteiten Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente voert het bevoegd gezag over negen scholen voor basisonderwijs, gespreid over de regio Twente. De Stichting realiseert onderwijs en begeleiding voor leerlingen van 4 t/m 8 jaar op katholieke grondslag. Vergelijkende cijfers De cijfers van 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijking met de cijfers van 2014 mogelijk te maken.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Operationele leasing Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.
Jaarverslag 2014
37
Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het materieel vast actief. De gehanteerde activeringsgrens bedraagt € 500. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Onderhoudskosten worden rechtstreeks verantwoord in de exploitatierekening. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eventuele rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting. Algemene Reserve Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten.
Jaarverslag 2014
38
Bestemmingsreserves Hieronder zijn opgenomen de reserves die bedoeld zijn voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden, waarbij om die reden door het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht. De gehanteerde bestemmingsreserves zijn achtereenvolgens: - De personele reserve ter dekking van ontstane tekorten in de formatie en onvoorziene personele lasten. Deze reserve bedraagt op balansdatum € 472.500. - De reserve eerste waardering ter dekking van de afschrijvingslasten van de schouw van de aanwezige materiële vaste activa voor invoering van de Lumpsum per 1 augustus 2006. Deze reserve bedraagt op balansdatum € 138.052. Het bestuur van de instelling heeft deze beperking aangebracht. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorziening Jubilea Deze voorziening is gevormd ter dekking van in de toekomst, conform de CAO-bepalingen, uit te keren bedragen als gevolg van dienstjubilea. De voorziening is conform uitspraak PO-raad 2010 bepaald op basis van € 620 per FTE per jaareinde. In de berekeningen is rekening gehouden met een verwachte blijfkans van medewerkers.
Pensioenen De onderwijsinstelling is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds ABP. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa. Nog niet betaalde premies worden als verplichting in de balans opgenomen. Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder wordt, indien van toepassing, een voorziening opgenomen. Informatie over eventuele verplichtingen per ultimo boekjaar (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder is niet beschikbaar. Onderhoudsvoorziening Deze voorziening wordt gevormd ter dekking van groot planmatig onderhoud. Dagelijks onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de exploitatierekening gebracht. De meerjarenonderhoudsvoorziening is gevormd op basis van eigen dotaties en verminderd met uitgaven voor groot onderhoud. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Jaarverslag 2014
39
Grondslagen voor de bepaling van de exploitatierekening Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdrage OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de exploitatierekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De stichting heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. Mutaties in de pensioenvoorziening worden ook in de winst-enverliesrekening verwerkt. Het bedrag dat als pensioenvoorziening is opgenomen, is de beste schatting van de nog niet afgefinancierde bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Ultimo 2013 was de dekkingsgraad van het ABP 105,9%, de dekkingsgraad eind 2014 is 101,1%. De overheid eist een dekkingsgraad van 105% of hoger. Hiermee voldoet de dekkingsgraad niet aan de minimale vereisten van de toezichthouder. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten. Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdragen OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen.
Jaarverslag 2014
40
B2
Balans per 31 december 2014
1
Activa
31 december 2014
31 december 2013
Vaste Activa 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Leermiddelen
687.155 1.062.795 362.646
Totaal vaste activa
720.584 1.077.834 361.466 2.112.596
2.159.884
2.112.596
2.159.884
Vlottende activa 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.7 1.5.8
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
9.174 516.161 101.870 38.586
28.597 392.169 100.854 133.199 665.791
1.7 1.7.2
Liquide middelen Tegoeden op bankrekeningen
Totaal vlottende activa
Totaal Activa
Jaarverslag 2014
1.327.158
654.819
1.558.270 1.327.158
1.558.270
1.992.949
2.213.089
4.105.545
4.372.973
41
B2
Balans per 31 december 2014
2
Passiva
2.1 2.1.1 2.1.2
Eigen vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek
31 december 2014
2.172.440 610.552
31 december 2013
2.265.258 654.887 2.782.992
2.2 2.2.1 2.2.3
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
72.351 368.610
2.920.145
72.982 344.496 440.961
2.4 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal Passiva
Jaarverslag 2014
108.990 325.322 103.978 42.008 301.294
417.478
131.645 313.459 115.006 187.197 288.043 881.592
1.035.350
4.105.545
4.372.973
42
B3 Exploitatierekening over 2014 Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3
Baten
3.1 3.2
Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
9.054.278 15.000
9.134.333 26.918
9.432.042 -
369.206
324.529
424.345
Totaal Baten
9.438.484
9.485.780
9.856.387
3.5
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
7.737.766 282.147 555.675 798.231
8.056.127 293.653 555.885 733.612
7.905.130 292.679 590.815 737.087
Totaal Lasten
9.373.819
9.639.277
9.525.711
Saldo baten en lasten
64.665
153.497-
330.676
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Financiële baten Financiële lasten
-
17.536 1.192
18.243 1.544
Saldo financiële baten en lasten
-
16.344
16.699
137.153-
347.375
Totaal resultaat
Jaarverslag 2014
64.665
43
B4 Kasstroomoverzicht 2014 2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
153.497-
330.676
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
293.653 23.483
292.679 32.755
10.972153.758-
33.717 88.256
Veranderingen in vlottende activa: - Vorderingen (-/-) - Kortlopende schulden Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties: - Ontvangen interest - Betaalde interest (-/-)
1.09117.536 1.192
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten: Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (-/-) Totaal kassstroom uit investeringsactiviteiten:
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2014
18.243 1.544 16.344
16.699
15.253
794.782
246.365-
Mutatie liquide middelen
778.083
441.219246.365-
441.219-
231.112-
353.563
1.558.270 231.112-
1.204.707 353.563 1.327.158
1.558.270
44
B5
Toelichting op de balans per 2014
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Mutaties 2014 Afschrijvingsjaren
Aanschaf prijs
Afschrijvingen cumulatief
Boekwaarde
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2014
Investeringen
Des investeringen
Afschrijvingen
Aanschaf Prijs
Afschrijving cumulatief
Boekwaarde
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
1.2.1 1.2.1.2 1.2.1.2
Gebouwen en terreinen Gebouwen (semi-permanent) Gebouwen (permanent)
10 30
61.148 820.541
32.678 128.427
28.470 692.114
-
-
4.942 28.487
61.148 820.541
37.620 156.914
23.528 663.627
1.2.2 1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Inventaris en apparatuur Kantoormeubilair Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
30 20 10 5
123.589 849.248 334.983 901.603
61.370 287.521 168.921 613.776
62.219 561.726 166.062 287.827
73.781 14.223 66.636
-
4.111 44.253 27.072 94.243
123.589 923.029 349.206 968.239
65.481 331.774 195.993 708.019
58.108 591.254 153.213 260.220
1.2.3 1.2.3.1
Andere vaste bedrijfsmiddelen Leermiddelen
8
893.830
532.363
361.466
91.725
-
90.545
985.555
622.908
362.646
3.984.942
1.825.056
2.159.884
246.365
-
293.653
4.231.307
2.118.709
2.112.596
Totaal
De afschrijvingen zijn per 31 december 2014 als volgt te splitsen: Afschrijvingen schouw Afschrijvingen nieuw Totaal
Jaarverslag 2014
De WOZ-waarde van de gebouwen is:
4.477.000
16.835 276.818 293.653
45
1.5
Vorderingen 31 december 2014
31 december 2013
9.174
28.597
1.5.1
Debiteuren 457.830 58.331
1.5.2
Te vorderen personele bekostiging Te vorderen P&A Ministerie van OCW
73.872 26.381 1.617
1.5.7
Vervangingsfonds Belastingdienst premie WAO/WIA OPOA diverse subsidies Overige Overige vorderingen
6.285 5.847 17.189 9.265
1.5.8
Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde huisvestingskosten Te ontvangen rente SWV 7.2 IB-bijdrage Afrekening verhuur Kentalis subsidie Overlopende activa
516.161
1.7.2
100.854 4.955 3.787 77.158 17.980 16.293 13.026 -
38.586
133.199
665.791
654.819
31 december 2014
31 december 2013
Tegoeden op bankrekeningen
1.327.158
1.558.270
Totaal Liquide middelen
1.327.158
1.558.270
Passiva
2.1
Eigen vermogen Stand per 1-1-2014
2.1.2
64.640 33.727 2.487
Liquide middelen
2
2.1.1 2.1.2
392.169
101.870
Totaal vorderingen
1.7
392.169 -
Mutaties 2014 Bestemming Overige resultaat mutaties
Stand per 31-12-2014
Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek)
2.265.258 654.887
92.81844.335-
-
2.172.440 610.552
Totaal Eigen Vermogen
2.920.145
137.153-
-
2.782.992
Bestemmingsreserve (publiek) Reserve Eerste Waardering Reserve Personeel
154.887 500.000
16.83527.500-
-
138.052 472.500
Totaal Bestemmingsreserves
654.887
44.335-
-
610.552
Jaarverslag 2014
46
2.2
Voorzieningen Stand per 1-1-2014
2.2.1 2.2.3
Dotaties
Mutaties 2014 Onttrekkingen
Stand per 31-12-2014
Vrijval
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
72.982
16.641
17.272
-
72.351
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
344.496
75.000
50.886
-
368.610
Totaal voorzieningen
417.478
91.641
68.158
-
440.961
Onderverdeling saldo per 31-12-2014 < 1 jaar > 1 jaar 2.2.1 2.2.3
2.4
Stand per 31-12-2014
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea
8.168
64.183
72.351
Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
103.152
265.458
368.610
111.320
329.641
440.961
Kortlopende schulden 31 december 2014 108.990
2.4.3
Crediteuren
2.4.7
Afdr. / inh. loonheffing Afdr. / inh. Risicofonds Afdr. / inh. Participatiefonds Afdr. / inh. Vervangingsfonds Afdr. / inh. Proteq Belastingen en premies soc.verz.
83.315 20.319 344
2.4.8
Afdr. / inh. ABP Afdr. / inh. FPU Afdr. / inh. pr Partnerpluspensioen Schulden terzake pensioenen
10.000 18.675 13.333
2.4.9
Overige kortlopende schulden Netto salarissen Ziektewet/WAO Vervangingsfonds Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva Te betalen vakantie-uitkering Overige subsidies OCW/niet geoormerkt 2.4.10 Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
Jaarverslag 2014
31 december 2013
299.340 278424.547 1.546
131.645 288.579 479123.596 1.422
325.322
313.459 94.913 19.747 346
103.978
115.006 2.054 11.655 27.825 145.663
42.008 14.835 262.391 24.068
187.197 15.143 256.427 16.473
301.294
288.043
881.592
1.035.350
47
B6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief) Financiële verplichting Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente is met Konica Minolta Business Solutions Nederland BV een huurovereenkomst aangegaan inzake kopieermachines. De overeenkomst heeft een looptijd van 36 maanden, ingaande op 4 oktober 2014 en derhalve eindigend op 4 oktober 2017. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse verplichting bedraagt circa € 44.708 (inclusief btw). Duurzame inzetbaarheid In de CAO PO 2014-2015 zijn een aantal vernieuwende afspraken opgenomen rondom duurzame inzetbaarheid van personeel en is de BAPO-regeling vervallen. De nieuwe CAO-regeling betreffende de duurzame inzetbaarheid geven medewerkers recht op een basisbudget van 40 uur. Daarnaast is vanaf 57 jaar het sparen van ouderenverlof mogelijk en is er sprake van een overgangsregeling BAPO voor medewerkers vanaf 56 jaar. Deze aanpassing van de CAO heeft ook gevolgen voor de financiële verslaggeving van schoolbesturen met ingang van verslagjaar 2014. Op basis van geldende wet- en regelgeving is geconcludeerd dat voor gespaarde uren duurzame inzetbaarheid in het kader van het ouderenverlof een voorziening moet worden gevormd. Het basisbudget (40 uur) duurzame inzetbaarheid voor iedere werknemer kan in principe ook gespaard worden. Deze uren worden echter niet meegenomen in de voorziening, voor zover deze uren niet worden gespaard voor ouderenverlof. Om uren te kunnen sparen voor ouderenverlof moet de werknemer conform artikel 8.A8 CAO PO vooraf een plan indienen, waarin staat hoe deze verlofuren de komende vijf jaren worden ingezet. Uitganspunt voor het waarderen van de voorziening zijn deze plannen, die zwart op wit staan. De basis voor het vaststellen van de hoogte van de voorziening duurzame inzetbaarheid is het aantal uur dat een medewerker op basis van deze plannen heeft gespaard (en niet heeft opgenomen) vermenigvuldigd met de loonkosten per uur (rekening houdend met de eigen bijdrage en de blijfkans). Aangezien er voor het opstellen van de jaarrekening 2014 geen afspraken zijn gemaakt over het sparen van de uren 2014-2015 kan er per ultimo 2014 geen voorziening worden gevormd. Over het kalenderjaar 2015 zal dit, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, wel het geval zijn.
Jaarverslag 2014
48
B7
Toelichting op de exploitatierekening over 2014
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen Uitsplitsing 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen personeel OCW Rijksbijdragen materieel OCW
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
8.425.188 629.090 -
8.560.083 429.253 144.997
8.914.984 517.058 -
9.054.278 -
9.134.333 -
9.432.042 -
7.140.940 1.284.248 8.425.188
7.281.739 1.278.344 8.560.083
7.618.644 1.296.340 8.914.984
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
15.000
26.918
-
15.000
26.918
-
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.4 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Sponsoring Ouderbijdragen Overige
38.199 6.500 21.195 303.312
34.393 12.161 13.080 17.044 247.851
49.659 7.413 5.227 28.285 333.761
Uitsplitsing
369.206 -
324.529 -
424.345 -
128.019 148.293 27.000 303.312
12.055 163.912 27.508 28.211 16.166 247.851
288.270 26.600 18.891 333.761
3.5.6 Overige baten Overige baten Zorgmiddelen SWV Subsidie Opleiden in de school Verbreding techniek Subsidie Versterking samenwerking Subsidies Kentalis en Bartimeus
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 Af: uitkeringen
7.354.150 403.616 20.000-
8.038.089 515.296 497.258-
7.907.259 498.394 500.523-
Personeelslasten
7.737.766
8.056.127
7.905.130
Jaarverslag 2014
49
Uitsplitsing 4.1.1 Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2 Overige personele lasten Reiskosten (woon- werkverkeer) Dienstreizen Gratificaties Verhuiskosten Personeel niet in loondienst Dotatie personele voorzieningen Scholing Personeels- en arbeidsmarktbeleid Arbo-dienstverlening Overige
Begroting 2014 5.549.260 987.540 817.350 7.354.150
34.649 4.724 4.000 120.286 146.908 38.650 27.649 26.750 403.616
Realisatie 2014 5.841.749 1.344.175 852.165 8.038.089
27.099 5.170 1.996 348.202 16.641 121.235 11.735 27.393 44.175515.296
Realisatie 2013 5.823.635 1.211.144 872.480 7.907.259
29.158 3.905 237.019 15.446 131.757 40.490 28.662 11.957 498.394
Er heeft bezoldiging plaatsgevonden conform artikel 383 lid 1 BW. Voor een specificatie van het bedrag zie bijlage C5. Gemiddeld aantal FTE's - Directie - Onderwijzend Personeel - Onderwijs Ondersteunend Personeel
4.2
Afschrijvingen
4.2.2 Gebouwen 4.2.3 Inventaris en apparatuur 4.2.5 Leermiddelen Afschrijvingen
2014 12,30 102,78 9,11 124
Begroting 2014
Realisatie 2014
2013 11,80 101,12 9,88 123
Realisatie 2013
32.853 156.064 93.230
33.429 169.679 90.545
33.158 172.964 86.557
282.147
293.653
292.679
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie onderhoudsvoorzieningen Overige huisvestingslasten
56.649 210.350 190.800 18.826 75.000 4.050
2.083 65.725 198.881 192.675 16.378 75.000 5.143
67.372 224.465 200.272 19.315 77.000 2.391
Huisvestingslasten
555.675
555.885
590.815
Jaarverslag 2014
50
4.4
Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.4 Overige Overige lasten
Begroting 2014
4.4.2 Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten ICT-licenties
4.4.4 Overige Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Kosten TSO/BSO Bijdragen aan/vanuit SWV Verzekeringen Abonnementen Medezeggenschapsraad GMR Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieerkosten
* Specificatie honorarium - onderzoek jaarrekening Accountantskosten
5.1
Financiële baten
195.141 157.729 380.742
193.007 147.500 396.580
798.231
733.612
737.087
-
-
-
140.257 4.450 1.650 24.200 1.650 775 19.550 192.532
144.781 4.543 512 14.173 1.499 1.269 28.364 195.141
134.645 4.788 297 19.514 2.092 1.414 30.257 193.007
6.200 52.754 88.500 147.454
7.858 31.542 118.329 157.729
9.012 22.722 115.766 147.500
6.975 11.350 40.000 100.000 5.550 28.070 2.190 5.000 3.410 176.500 79.200 458.245
2.974 16.951 60.726 2.609 5.124 29.892 912 2.529 1.804 180.731 76.490 380.742
1.462 12.467 54.316 11.001 4.717 27.565 1.013 2.136 4.389 195.152 82.362 396.580
4.300 4.300
4.496 4.496
4.242 4.242
Begroting 2014
Rentebaten
5.2
Financiële lasten Rente- en bankkosten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2013
192.532 147.454 458.245
Uitsplitsing 4.4.1 Administratie en beheerslasten Administratie- en accountantskosten* Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfkosten Telefoonkosten Portokosten Kabeltelevisie Overige beheerslasten
Realisatie 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
-
17.536
18.243
-
17.536
18.243
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
-
1.192
1.544
-
1.192
1.544
51
C Overige gegevens C1
Controleverklaring
C2 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat over het jaar 2014 bedraagt € 137.153 negatief. Het bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat als volgt te verdelen en te onttrekken danwel toe te voegen aan de volgende reserves:
Stand 1-1-2014 Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek)
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Stand 31-12-2014
2.265.258 654.887
92.81844.335-
-
2.172.440 610.552
2.920.145
137.153-
-
2.782.992
Stand 1-1-2014
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Stand 31-12-2014
Bestemmingsreserve (publiek) Reserve Eerste Waardering Reserve Personeel
154.887 500.000
16.83527.500-
-
138.052 472.500
Totaal Bestemmingsreserves
654.887
44.335-
-
610.552
Jaarverslag 2014
55
C3 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die aanleiding geven hier te worden vermeld.
C4 Overzicht verbonden partijen Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap)
Naam
Juridische vorm Statutaire zetel
Ouderver. v.d. RK Basisschool Twickelo Oudervereniging van de R.K. Basisschool Twickelo te Delden Katholieke Oudervereniging v.d. R.K. Basisschool De Wheele Katholieke Oudervereniging v.d. R.K. Basisschool "De Wheele" Katholieke Oudervereniging v.d. Flora Basisschool te Borne Kath. Ouderv. v/d Flora Basisschool te Borne Kath. Ouderv. Basisschool 't Oldhof Borne Katholieke Oudervereniging van de Basisschool 't Oldhof te Borne Rooms Katholieke Oudervereniging van 't Iemnschelf School Oudervereniging De Vonder
Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging Vereniging
Delden Delden Borne Borne Borne Borne Borne Borne Borne Borne
C5 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Functie Voorzittersclausule van toepassing? Naam bestuurder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Taakomvang in FTE Dienstbetrekking (D) of op Interim basis(I) Overschrijding WNT-norm Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
CvB Nee Dhr. F.M.M. Konings 01-08-2011 n.v.t. 1,000 D
Ja / Nee Bestuurder B
Ja / Nee Bestuurder C
Ja / Nee Bestuurder D
0,000 Interim
0,000 Interim
0,000 Interim
Ja / Nee
Ja / Nee
Ja / Nee
83.133 13.585 -
-
-
-
96.718
-
-
-
Nee
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording: Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat Stichting Katholiek Onderwijs Midden-Twente in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen.
Jaarverslag 2014
56
Vermelding toezichthouders Functie Voorzitter of lid Naam toezichthouder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
Functie Voorzitter of lid Naam toezichthouder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
RvT Voorzitter dr. A.B. van Leeuwen 01-04-2012 n.v.t.
RvT Vice voorzitter L.H.H. Rouhof 01-08-2011 n.v.t.
RvT Lid mr. J.G.A. Kuhlmann 01-08-2011 n.v.t.
RvT Lid H. Schaffers MBA 01-08-2011 n.v.t.
200 -
200 -
200 -
200 -
200
200
200
200
RvT Lid ing. J.H.M. Poortier MBA 01-08-2012 n.v.t. 200 200
Jaarverslag 2014
57
Bestuursbesluit Vergadering Raad van Toezicht d.d. 01 juni 2015
Geachte Raad, Hierbij stel ik u voor de jaarrekening 2014 vast te stellen met een negatief.saldo van € 137.153 en akkoord te gaan met de verwerking van voornoemd saldo aan de reserves conform het voorstel resultaatbestemming.
Borne, 01 juni 2015
Voorzitter College van Bestuur, Dhr. F.M.M. Konings
Besluit Raad van Toezicht De Raad van Toezicht stelt de jaarrekening 2014 vast met een negatiefsaldo van € 137.153 en gaat akkoord met de verwerking van voornoemd saldo aan de reserves conform het voorstel resultaatbestemming.
Borne, 01 juni 2015
RvT, dr. A.B. van Leeuwen
RvT, L.H.H. Rouhof
RvT,
RvT,
Jaarverslag 2014