INHOUDSOPGAVE Leeswijzer
3
I. BELEIDSBEGROTING
5
Programmaplan
7
1
2
3
4
5
6
Kwaliteit van de woon- en leefomgeving 1.1 Brandweerzorg en rampenbestrijding 1.2 Openbare orde en veiligheid 1.3 Volkshuisvesting 1.4 Verkeer en vervoer 1.5 Milieu Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 2.1 Cultuur 2.2 Onderwijs 2.3 Volksgezondheid en maatschappelijke ondersteuning 2.4 Sociale zaken en werk 2.5 Welzijn 2.6 Sport Dorps- en plattelandeconomie 3.1 Economie 3.2 Toerisme en recreatie Ruimtelijke structuur 4.1 Grondbeleid 4.2 Natuur- en groenbeheer 4.3 Ruimtelijke ordening Kwaliteit van bestuur en organisatie 5.1 Communicatie 5.2 Publieke dienstverlening 5.3 Openbaar bestuur Financiële kaderstelling 6.1 Belastingen 6.2 Financiën Algemene Dekkingsmiddelen Mutaties reserves Resultaat na bestemming
9 15 19 25 31 39 45 49 55 61 67 73 79 83 87 91 95 99 105 109 115 119 127 130
Paragrafen A B C D E F G H
131
Lokale heffingen Weerstandvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Maatschappelijke ondersteuning
133 141 147 153 157 167 171 177
II. FINANCIELE BEGROTING
181
Recapitulatie begroting 2012 lasten en baten per deelprogramma Meerjarenbegroting per deelbegroting Investeringen
-1-
182 184 187
Overzicht van reserves en voorzieningen Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen Algemene Uitkering Gemeentefonds
190 192 200
III. Vaststellingsbesluit
205
IV. Bijlagen
209
I. II. III. IV. V.
Uitgangspunten begroting 2012 Begrotingsgegevens EMU Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Investerings- en financieringsstaat Incidentele lasten en baten
-2-
210 213 214 215 216
LEESWIJZER
Voor u ligt de programmabegroting voor het jaar 2012. Deze gemeentebegroting is opgebouwd uit vier delen: • Programmaplan; • Paragrafen; • Financiële begroting; • Bijlagen.
Programmaplan Het programmaplan vormt het inhoudelijke deel van de begroting. In dit deel staat wat we willen bereiken en welke activiteiten we daarvoor in 2012 willen gaan uitvoeren. In dit programmaplan is per deelprogramma een overzicht gegeven van de lasten en baten. Daarnaast is een specificatie van de lasten en baten gegeven op een bepaald kostensoortniveau. Afwijkingen op dit geclusterde kostensoortniveau van meer dan € 10.000 tussen de jaren 2011 en 2012 zijn per deelprogramma toegelicht.
Paragrafen In de begroting moeten zeven paragrafen worden opgenomen, waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten. Het doel van de paragrafen is om hier onderwerpen (zoals onderhoud kapitaalgoederen, lokale heffingen en bedrijfsvoering) die verspreid in de begroting staan, gebundeld weer te geven. Naast de zeven verplichte paragrafen hebben we ook de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in een paragraaf ondergebracht.
Financiële begroting In de financiële begroting vindt u samenvattende overzichten van onze financiële situatie. Daarnaast vindt u hier onze meerjarenbegroting, een overzicht van het in de begroting opgenomen investeringsplan, een overzicht van onze reserves en voorzieningen en een specificatie van onze uitkering uit het Gemeentefonds.
Bijlagen In de bijlagen treft u een aantal, volgens het Besluit Begroting en Verantwoording, verplichte bijlagen aan.
-3-
-4-
I. BELEIDSBEGROTING
-5-
-6-
PROGRAMMAPLAN
-7-
-8-
DEELPROGRAMMA 1.1
BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING
Omschrijving van het deelprogramma De gemeentelijke overheid heeft een wettelijke taak om de openbare orde en veiligheid binnen de gemeentegrenzen te garanderen. Dit programma omvat de beleidsuitgangspunten op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding. Aan het (mede) zorgen voor een verantwoord niveau van (brand)veiligheid van gebouwen, inrichtingen, evenementen en infrastructuur wordt invulling gegeven door te adviseren op (te verlenen) vergunningen, toezicht te houden, te handhaven en voorlichting te geven. Daarnaast richt het deelprogramma zich op het inrichten en onderhouden van een paraat brandweerkorps en het verder invulling geven aan de intergemeentelijke samenwerking op het gebied van brandweerzorg en rampenbestrijding. Tot slot richt het deelprogramma zich op de voorbereiding op en de uitvoering en de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1120 Brandweerzorg en rampenbestrijding
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 - Het realiseren van een nieuwe brandweerkazerne aan de Meeden te Winsum. - De vorming van de Veiligheidsregio Groningen. De Wet Veiligheidsregio’s is per 1 oktober 2010 in werking getreden.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende wetten en nota’s: • Wet Veiligheidsregio’s; • Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo); • Arbowet; • Gemeentewet; • Besluit kwaliteit brandweerpersoneel; • Besluit kwaliteit Veiligheidsregio’s; • Besluit Rampen en Zware ongevallen (BRZO); • Besluit Externe Veiligheid; • Verordening brandweerzorg en rampenbestrijding; • Brandbeveiligingsverordening; • Algemene Plaatselijke Verordening (APV); • Convenant crisisbeheersing Groningen; • Rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer; • De Beleidsnotitie Brandweerzorg en Rampenbestrijding in de gemeente Winsum; • De Gemeenschappelijke regeling H&OG (hulpverlening en openbare gezondheidszorg); • Het regionaal repressief dekkingsplan (herijking 2005); • Het Raamplan Crisismanagement Groningen i.c. het gemeentelijk rampenplan; • Brancherichtlijnen (diverse).
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen 1. Wet Veiligheidsregio’s De Wet Veiligheidsregio’s (Wet VR) brengt de brandweer, de GHOR, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing onder één regionale regie en wil daarmee de bestuurlijke en operationele slagkracht vergroten. De Wet VR is per 1 oktober 2010 in werking getreden. De minister van
-9-
V&J is voornemens op 1 januari 2012 een wijziging van de wet Veiligheidsregio’s in werking te laten treden waardoor het niet langer mogelijk is een gemeentelijke brandweer in stand te houden. De wetswijziging is inmiddels voor behandeling aan de Tweede Kamer aangeboden. Tot uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van de wetswijziging (op 1 januari 2012) hebben gemeenten de tijd om de gemeentelijke brandweer op te heffen. Hoewel er in de regio Groningen al grotendeels wordt samengewerkt als één brandweer, zal de regionalisering een reorganisatieproces zijn met alles wat daarbij hoort, qua cultuur, inspanningen, (frictie)kosten etc.
2. Beleidsplan Veiligheidsregio Groningen 2011-2014 In afwachting van de wetswijziging op 1-1-2012 wordt op dit moment geen verdere uitvoering gegeven aan het besluit van de Bestuurscommissie brandweer en GHOR d.d. 26-11-2010 voor het opstellen van gemeentelijk beleidsplan brandweerzorg en rampenbestrijding. Het bestuur van de VR Groningen zal zich in het najaar van 2011 beraden over de strategie op grond van de aanstaande wetswijziging. Op 1 januari 2012 kan dan worden gestart met het daadwerkelijke project “regionalisering brandweer”.
3. Kwaliteitsmonitor Binnen de regio Groningen is in 2010 gestart met het opzetten van een kwaliteitszorgsysteem en zijn alle 23 gemeentelijke brandweerkorpsen geaudit Naast de vierjaarlijkse cyclus waarin het gehele kwaliteitszorgsysteem wordt geaudit vindt jaarlijks een thematische audit plaats. In 2012 zal de “Warme RI&E (risico-inventarisatie en evaluatie)” thematisch worden geaudit. De fase waarin de kwaliteitsmonitor zich bevindt houdt verband met de regionalisering van de brandweer en het (her)definiëren van de ambitie van het bestuur.
Gesignaleerde knelpunten 1. De ervaring in het land leert dat voor het regionaliseringsproces van de brandweer twee tot drie jaar moet worden uitgetrokken. De regionalisering van de brandweer is een proces waar een stevige projectorganisatie met bijbehorende financiële middelen voor nodig is. Daarnaast zal de regionalisering leiden tot frictiekosten. Het is nog niet bekend of de niet (volledig) geregionaliseerde veiligheidsregio’s hiervoor gecompenseerd gaan worden. 2. Op grond van de taakstellende structurele bezuiniging op de schakel preventie uit de veiligheidsketen is het PREVAP (preventie activiteiten plan) bijgesteld. Dit betekent dat de gebruiksmeldingen eens per twee jaar door de brandweer zullen worden gecontroleerd op naleving van de brandveiligheidsvoorwaarden. Voorheen gebeurde deze brandveiligheidscontrole jaarlijks.
- 10 -
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven 2012 baarheid baarheid Adequate hulpverlening aan de burger bij rampen, branden en incidenten De opkomsttijd, de tijd tussen goed laag 80% melding en aanwezigheid van het eerste blusvoertuig wordt op 8 minuten gesteld in 2008. Dit moet gerealiseerd worden in 80% van alle alarmmeldingen. Vergroten van fysieke veiligheid In 2005 zijn alle goed gemiddeld 1 gebruiksvergunningplichtige gebouwen/instellingen voorzien van een gebruiksvergunning (100%). De genoemde aantallen zijn nieuwe vergunningen cq gebruiksmeldingen. Aantal (her)controles conform goed hoog 47 PREVAP (aantal gebruiksvergunningen en (100%) gebruiksmeldingen kan jaarlijks fluctueren i.v.m. afgifte van nieuwe en intrekking van reeds verleende vergunningen en gebruiksmeldingen). Prestatie-indicatoren
Aantal handhavingen.
goed
hoog
streven 2011
realisatie 2010
80%
67%
3
1
96
100
(100%)
(100%)
0
0
aanwezig
aanwezig
geactualiseerd
geactualiseerd
Vastgeste Opstellen ld RCP RCP 835 835 uren
Opstellen RCP 837 uren
0
Een goede samenwerking tussen bij de veiligheid betrokken instanties Aanwezigheid gemeentelijk goed hoog aanwezig rampenplan. Actualiteit gemeentelijk rampenplan. goed hoog Geactualiseerd opstellen regionaal crisisplan (RCP) medio 2011. Oefenen gemeentelijke organisatie - crisismanagement Groningen gemeentelijk rampenplan en gemeentelijke deelprocessen.
goed
hoog
goed
hoog
Oefenen brandweer - vrijwillige brandweer (p.p.p.j).
Wat willen we bereiken? •
Een slagvaardig brandweerkorps dat op operationele en personele sterkte is.
63,5
63,0 uren 63,5 uren
Wat gaan we daarvoor doen? •
- 11 -
Vijf nieuwe brandweermensen werven om de huidige en toekomstige vacatureruimte als gevolg van (on)natuurlijk verloop op te kunnen vullen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Uniforme kwaliteit van brandweerzorg binnen de Veiligheidsregio Groningen.
•
De uitkomsten van de kwaliteitsmonitor (audit) vertalen naar concrete verbeterplannen. Het bestuur van de regeling Hulpverlening en Openbare Gezondheidszorg (H&OG) zal daarvoor de bestuurlijke ambitie moeten gaan vaststellen op grond van de op handen zijnde wijziging van de Wet Veiligheidsregio’s. Thematische audit “warme RI&E” (risicoinventarisatie en evaluatie) uitvoeren.
•
Harmonisatie functie- en rangenstelsel brandweer met Wet Veiligheidsregio’s.
•
Implementatie nieuwe functie- en rangenstelsel op grond van het Besluit Kwaliteit personeel Veiligheidsregio’s binnen de brandweer Winsum.
•
Goede invulling en communicatie over de witte vlekken in de bluswatervoorziening.
•
Uit onderzoek is gebleken dat met name in de buitengebieden de bluswatervoorziening vaak ontoereikend is. Besloten is actief te communiceren over zelfredzaamheid van burgers en voorlichting te geven over rookmelders en dat met een campagne te ondersteunen.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
908.996
948.853
1.048.684
1.005.656
984.811
995.739
Totaal lasten
908.996
948.853
1.048.684
1.005.656
984.811
995.739
Baten Baten bestaand beleid
37.857
20.205
20.205
20.205
20.205
20.205
Totaal baten
37.857
20.205
20.205
20.205
20.205
20.205
871.139
928.648
1.028.479
985.451
964.606
975.534
Saldo deelprogramma
- 12 -
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Personeel van derden Energie Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Vergoeding voor personeel Huren Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Totaal baten
2011
2012
126.807 47.503 7.949 1.683
121.807 37.503 7.949 1.683
2.939 178.403
2.939 176.403
178.249 0 132.553 272.766 948.852
181.557 0 171.304 347.539 1.048.684
2011
2012
15.000 4.647 558
15.000 4.647 558
0 20.205
0 20.205
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Kapitaallasten De hogere kapitaallasten hebben betrekking op de nieuwe brandweerkazerne.
39.000
N
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
75.000
N
Overige kleine afwijkingen
14.000
V
100.000
N
Totaal
- 13 -
- 14 -
DEELPROGRAMMA 1.2
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Omschrijving van het deelprogramma De voorkoming van strafbare feiten die invloed hebben op de orde en rust in de gemeentelijke samenleving. De preventieve zorg voor de handhaving van de openbare orde (OO) ligt primair bij de gemeente, terwijl het repressief optreden met name door de politie zal gebeuren. Daarnaast kunnen ook Bijzondere Opsporings Ambtenaren (BOA’s) worden ingezet. Wettelijk is de gemeente verantwoordelijk voor onder meer: • de openbare orde (Gemeentewet); • de gezagvoering over de politie voor wat betreft handhaving van de OO (Politiewet); • regelmatige afstemming over politiezaken met het Openbaar Ministerie (Politiewet) in het zogeheten driehoeksoverleg. Het thema ‘Jeugd en veiligheid’ ligt op het snijvlak van veiligheidsbeleid en jeugdbeleid. Dit thema komt zowel in dit deelprogramma aan de orde als ook in deelprogramma 2.5 Welzijn. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1140.1 Openbare orde en veiligheid
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Veiligheid is een onderwerp dat ons allen raakt. Wij, burgers en gemeente, zijn daar zelf verantwoordelijk voor. Het begint bij het besef dat burgers zelf kunnen bijdragen aan onze veiligheid. In ons beleid willen we dat benadrukken. In onze gemeente wordt regelmatig te hard gereden. In de voorlichting en communicatie met onze bewoners zullen we daar aandacht aan besteden. Wij zullen een beroep doen op de weggebruikers om zich aan de snelheidsmaatregelen te houden. Waar nodig zal in overleg met de politie controle en handhaving plaatsvinden. Het gevoel van onveiligheid in Winsum is laag in vergelijking met soortgelijke gemeenten. In het proces om overlast te voorkomen zoeken wij de dialoog met onze jongeren en hun ouders. In de aanpak zoeken wij de samenwerking met betrokken partijen (bijv. Pro-Rail). Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het jeugd- en jongerenwerk. Het accent ligt daarbij op preventie. Verder onderzoeken wij de mogelijkheid om meer gebruik te maken van buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s).
Bestaande beleidskaders • • • • • •
Het programma jeugd en veiligheid; Convenant Station Schoon Heel en Veilig; Beleidsregels evenementen; Jaarwerkplan van de politie; Gebiedscan van de politie; Nota Veiligheidsbeleid gemeente Winsum.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen De ontwikkelingen omtrent de overgang naar de Nationale Politie worden nauwlettend gevolgd en besproken in het driehoeksoverleg.
- 15 -
Actueel hierbij is de vraag hoe op noordelijke schaal de inbreng van de burgemeesters bij de regioburgemeester over de uitvoering van de beleidswensen en de inzet van de politie daarbij, gestalte kan krijgen. In 2012 willen wij overgaan tot besluitvorming over de inzet van BOA’s op nader aan te wijzen terreinen en door een nader te bepalen instantie.
Gesignaleerde knelpunten geen
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Handhaven van de openbare orde en het vergroten van het gevoel van veiligheid bij de burgers door een veilig woon- en werkklimaat te bieden Prestatie-indicatoren
Aantal meldingen overlast stationsgebied
goed
laag
5
5
8
Aantal aangiftes fietsendiefstallen
goed
laag
20
20
21
Aantal aangiftes bedreiging en mishandeling Aantal aangiftes vernieling
goed
laag
30
26
36
goed
laag
100
110
103
Wat willen we bereiken? •
Wat gaan we daarvoor doen?
Het gevoel van veiligheid vergroten en overlast verminderen.
• • •
Dialoog zoeken met jongeren en hun ouders. Overleg met jeugd- en jongerenwerk voor preventiemaatregelen. Aanscherpen toezicht op uitgaanspubliek. Regulier overleg met de politie Periodiek driehoeksoverleg.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
222.941
212.575
216.067
215.000
213.934
212.868
Totaal lasten
222.941
212.575
216.067
215.000
213.934
212.868
Baten Baten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
0
0
222.941
212.575
216.067
215.000
213.934
212.868
Saldo deelprogramma
- 16 -
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Overige opbrengsten goederen en diensten Totaal baten
2011
2012
13.716 32
13.716 32
5.256
5.256
7.715 4.527 25.198 156.131 212.575
12.515 4.527 33.059 146.962 216.067
2011
2012
0
0
0
0
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 17 -
3.000
N
3.000
N
- 18 -
DEELPROGRAMMA 1.3
VOLKSHUISVESTING
Omschrijving van het deelprogramma Bij de volkshuisvesting gaat het om het realiseren van kwalitatief goede en kwantitatief voldoende woningen die aansluiten bij de behoefte en groei van de gemeente, in de koop- en de huursector. Bouw- en woningtoezicht en het welstandstoezicht bewaken de bouwkundige en esthetische kwaliteit van de te bouwen woningen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1820 Woningexploitatie/woningbouw 1821 Stads- en dorpsvernieuwing 1822 Overige volkshuisvesting 1823 Bouwvergunningen
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Wij willen de identiteit van onze dorpen behouden en versterken. Bij de woningbouwplannen kiezen wij er dan ook voor om zorgvuldig invulling te geven aan de open gevallen plekken (inbreidingslocaties) in de dorpen. Indien mocht blijken dat wij met de invulling van de inbreidingslocaties niet kunnen voldoen aan de woningbouwtaakstelling zoals de Regiovisie Groningen-Assen aangeeft, kiezen wij voor de uitbreidingslocatie Winsum Oost. Om toekomstige woningbouw mogelijk te maken is grond nodig. Deze grondverwerving willen wij samen met de provincie oppakken. Gezien de demografische ontwikkelingen streven wij een gevarieerd aanbod in woningen na. Daarbij denken wij aan levensloopbestendige en duurzame huizen en wijken en een gevarieerd aanbod van woningtypen voor verschillende doelgroepen (jongeren, ouderengroepen e.d.). Voor die inwoners die afhankelijk zijn van woningaanpassingen, zetten wij in op de bemiddeling naar de voor hen geschikte woning. Wij kiezen niet op voorhand voor het aanbrengen van (dure) woningaanpassingen. Waar nodig bekijken wij dat per individueel geval. De ontwikkeling van het volkshuisvestingsbeleid pakken wij samen met onze partners op. Eén van die partners is de woningstichting Wierden en Borgen. Samen met Wierden en Borgen willen wij de kaders vastleggen waarbinnen wij de samenwerking vorm willen geven. Wij willen daartoe een convenant opstellen. De gemeente en de woningstichting leggen samen met de andere partners het volkshuisvestingsbeleid vast in een woonvisie, waarbij de visie van de gemeente uitgangspunt is. Bij het opstellen van de woonvisie wordt gebruik gemaakt van de resultaten van het onderzoek naar de woonwensen van de burgers. Dit onderzoek wordt gehouden in opdracht van de Regiovisie Groningen-Assen.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid vindt plaats op basis van de volgende nota’s: • Nationaal en provinciaal beleid: Nota Bouwen en Wonen, Provinciaal Omgevingsplan (POP), provinciale omgevingsverordening (POV); • Regiovisie Groningen – Assen 2030 en de intentieverklaring woningbouwafspraken 18-042011;
- 19 -
• • • • • • •
Toekomstvisie; Dorpsvisie Winsum; Overige dorpsvisies; Welstandsnota; Pilot wonen met zorg (Regiovisie Groningen-Assen); Opgavenotitie Wonen; Regionale woonvisie.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Het aantal 65-plussers groeit tussen nu en 2040 van 2,4 naar 4,6 miljoen. Daarnaast zal de levensverwachting bij een geboorte in de komende halve eeuw groeien van 78,8 naar 84,5 jaar bij mannen en van 82,7 naar 87,4 jaar bij vrouwen (bron: CBS). Hiermee zal de vraag naar seniorenwoningen verder (nultredewoningen) toenemen en zal de gemiddelde woningbezetting verder afnemen. • Vanuit de ontwikkelingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zal de vraag naar nultredewoningen danwel levensloopbestendige woningen ook toenemen. • Volgens de prognoses van het CBS zal het inwoneraantal van de gemeente Winsum afnemen van 14009 in 2010 naar 13802 in 2040. Dit betekent voor Winsum een lichte afname van de totale bevolking. Overigens bedroeg het aantal inwoners 14073 op 1-1-2010. • In 2010 zijn er landelijk gezien al veel minder woningen gereedgemeld in vergelijking met de jaren daarvoor. In 2011 zijn er nog eens eenderde minder woningen gereedgemeld dan in 2010. Het betreft het laagste aantal sinds 1952. • Het aantal gereedgemelde woningen in de gemeente Winsum was in 2010 erg laag en zal in 2011 naar verwachting niet hoger zijn. • Op 18 april 2011 heeft de stuurgroep van de Regio Groningen-Assen 10 regionale woningbouwafspraken ondertekend. Een van de afspraken is het ontwikkelen van een scenario met een gemiddelde woningbouwproductie van 1000 tot 1500 woningen op jaarbasis. Dit scenario wordt in de komende jaren gezien als een realistisch scenario waar de komende tijd rekening mee gehouden moet worden. Dit ondanks prognoses die een groei verwachten van 20.000 huishoudens tot en met 2020. Dit scenario betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden op basis van capaciteit, geld en kwaliteit.
Gesignaleerde knelpunten • Gezien de recessie op de woningmarkt is de verwachting dat het aantal gereedgemelde woningen behoorlijk zal afnemen. • Door ondermeer de lage productie van woningen, is de doorstroming op de woningmarkt ook gering. • Zoals bij de ontwikkelingen al werd aangegeven heeft de stuurgroep van de regio GroningenAssen op 18 april 2011 tien regionale woningbouwafspraken ondertekend. Dit betekent dat wij al onze nieuwe dan wel uit te werken plannen moeten afstemmen met de regio. Ook zal, zolang er geen marktherstel is, heel terughoudend moeten worden omgegaan met nieuwe bouwcapaciteit.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2011 2010 2012 Het realiseren van voldoende, kwalitatief goede, woningen die aansluiten bij de behoefte en groei van de gemeente, in de koop- en de huursector. Totale woningvoorraad aantal goed gemiddeld - % koopwoningen 60% 80% 100% - % huurwoningen 40% 20% 0% Prestatie-indicatoren
- 20 -
Prestatie-indicatoren Aantal te realiseren koopwoningen
meetbaarheid goed
beinvloedbaarheid laag
streven 2012 18
streven 2011 40
realisatie 2010 10
goed
laag
50%
50%
17%
goed
gemiddeld
80/20
60/40
50/50
goed
gemiddeld
30%
30%
Ca. 10 %
Mate van realisatie van de woningbouwtaakstelling Verhouding realisatie woningen Winsum ten opzichte van de buitendorpen Percentage van de nieuwbouwwoningen voor jongeren, senioren en starters op de woningmarkt.
Wat willen we bereiken? •
Realiseren van de woningbouwtaakstelling.
Wat gaan we daarvoor doen? •
• • •
•
Herstructurering.
• • •
•
Waarborgen van de kwaliteit van de gebouwde omgeving.
• • •
•
Adequate afstemming bereiken tussen vraag en aanbod op de woningmarkt.
•
- 21 -
Begeleiden van planvorming voor bestaande inbreidingslocaties en waar mogelijk voor nieuwe locaties. Diverse (bestemmingsplan) procedures afronden. Grondverwerving voortzetten voor uitbreidingslocatie Winsum-Oost. De aanhoudende stagnatie op de woningbouwmarkt veroorzaakt een lagere woningbouwproductie. In regioverband worden hierover eind 2011 afspraken gemaakt, die zullen worden vertaald in een regionale woonvisie. Enerzijds zal een reële taakstelling worden geformuleerd; anderzijds een set van instrumenten om deze taakstelling te verwezenlijken. Proactieve opstelling bij herstructureringsplannen van derden. Afronden van de realisatie van Obergum Noord. De samenwerking met Wierden & Borgen in BMW-verband voortzetten, en hierbij streven naar het maken van prestatieafspraken die afgestemd zijn op de te verwachten demografische ontwikkelingen. Toepassen van monumenten- en welstandsbeleid. Aan bestemmingsplannen een beeldkwaliteitsplan koppelen. Waar nodig de expertise van de erfgoedcommissie inschakelen. Waar mogelijk de expertise van het innovatieteam van de Regio Groningen Assen inzetten. Dit team is ingesteld met als opdracht het realiseren van vernieuwde woonconcepten en het delen/maken van kennis.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
De bouw van nultredewoningen danwel levensloopbestendige woningen waar mogelijk stimuleren. Het daar waar mogelijk inzetten van het instrument Collectief Particulier Opdrachtgeverschap.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
841.866
905.984
891.778
891.694
889.928
889.928
Totaal lasten
841.866
905.984
891.778
891.694
889.928
889.928
Baten Baten bestaand beleid
1.026.478
642.645
670.775
665.510
659.994
654.198
Totaal baten
1.026.478
642.645
670.775
665.510
659.994
654.198
-184.612
263.339
221.003
226.184
229.934
235.730
2011
2012
0 81.465
0 51.465
0 5.702 209 9.121 243.675 565.812 905.984
0 5.702 209 9.121 235.229 590.052 891.778
2011
2012
233.379 409.266
228.556 442.219
0 0 0 642.645
0 0 0 670.775
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Aankopen niet duurz. goederen & diensten Sociale uitkeringen in geld Sociale verstrekkingen in natura Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Werkelijk ontvangen rente en winstuitk. Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdrachten van het Rijk Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
- 22 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten In 2011 is eenmalig een bedrag opgenomen van € 30.000 voor het opstellen van een woonvisie. Dit bedrag komt niet terug in de begroting 2012. deze visie zal in 2012 worden opgesteld.
30.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
24.000
N
Overige opbrengsten goederen en diensten Het betreft hier een verhoging van de legesopbrengsten titel 2 (omgevingsvergunning) van de legesverordening zoals besloten in de kadernota 2011.
33.000
V
3.000
V
42.000
V
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 23 -
- 24 -
DEELPROGRAMMA 1.4
VERKEER EN VERVOER
Omschrijving van het deelprogramma Verkeer en vervoer is in onze gemeente gericht op zowel het aanleggen, beheren en onderhouden van de fysieke leefomgeving op verkeersgebied als ook het in stand houden en waar mogelijk creëren van een goed functionerend en samenhangend verkeers- en vervoerssysteem in en rond Winsum. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1210 Wegen, straten en pleinen 1211 Verkeersmaatregelen te land 1221 Binnenhavens en waterwegen
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Goede verbindingen met en tussen onze dorpen zijn essentieel. Wij willen het milieu daarbij zo min mogelijk belasten en zetten in op een goed openbaar vervoer (bus, trein en tram) en goede fietspaden. Wij zullen bij de provincie pleiten voor een snelle fietsverbinding (fietspad +) tussen Winsum en Groningen. Wij ondersteunen de uitgangspunten van de Regiovisie Groningen-Assen waarin Winsum als schakelgemeente is gepositioneerd. Voorzien is dat op termijn een regiotram zal bijdragen aan een goede verbinding. Daarbij pleiten wij ook voor een halte in Adorp. Wij zullen dit op de agenda van de Regiovisie Groningen Assen plaatsen. Het onderhoud en de verzorging van het stationsgebied Winsum en de bereikbaarheid van de perrons moet worden verbeterd, met vooral aandacht voor ouderen en gehandicapten. Voor het tracé N361 is door de provincie een gewijzigd voorstel gedaan. Onder andere is de boog vervallen en wordt een eigen bijdrage gevraagd. Er vindt nader onderzoek plaats naar de effecten van de wijzigingen. Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in september 2010, zal het collega en raad gevraagd worden een standpunt over het voorstel in te nemen. Bij de reconstructie van wegen zal de toegankelijkheid voor voetgangers in de dorpskom van Winsum worden verbeterd. Burgers kunnen meepraten over inrichting van het Boogplein. De reconstructie van de Onderdendamsterweg heeft de hoogste prioriteit. Verder zal de verkeersveiligheid rond de scholen moeten verbeteren. Wij onderzoeken de mogelijkheid voor autovrije zones rond scholen. Wij gaan daarvoor in overleg met de schoolbesturen en de ouders.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Wegenbeheerplan 2011-2015; • Gladheidbestrijding, winterdienst 2010/2011; • Kwaliteitsvisie groen Winsum 2010; • Plan van aanpak Duurzaam Veilig gemeente Winsum (1998); • Duurzaam Veilig Winsum, artikel 15 – plan 30 km/h gebieden (1999); • Evaluatie Duurzaam Veilig Winsum (2006); • Uitvoeringsdocument wegencategorisering (2011).
- 25 -
Ontwikkelingen Gesignaleerde ontwikkelingen • Het wegenbeheerplan is voor de periode 2011-2015 vastgesteld. Op basis van dit plan is het beleid met betrekking tot het onderhoud van de wegen vastgesteld. Dit beleid houdt in dat voor de planperiode alle wegcategorieën minimaal worden onderhouden op het Cniveau volgens de CROW-systematiek. Onlosmakelijk verbonden met het wegenbeheerplan is het uitvoeringsdocument wegencategorisering. Dit document zal nog in 2011 ter vaststelling worden aangeboden aan de gemeenteraad. In dit document is per wegcategorie vastgelegd het snelheidregiem en de inrichting. Tijdens het regulier onderhoud van de wegen zal de inrichting meegenomen worden. De snelheidsregiems zullen daar waar nodig worden aangepast. • Landbouwverkeer en aan agrarische activiteiten gerelateerd verkeer wordt als gevolg van bedrijfsintensiveringen en uitbreiding van activiteiten steeds groter, zwaarder en intensiever. Veelal zijn de gebruikte wegen te smal waardoor de verkeersveiligheid in het geding komt. Daarnaast zorgt de zwaardere belasting er voor dat constructief ingrijpen op termijn noodzakelijk wordt. • In de praktijk is gebleken dat er zowel intern als extern behoefte is aan incidentele snelheidsmetingen en verkeerstellingen op wegen in de gemeente. Om in deze behoefte te kunnen voorzien is er een verkeersteller met snelheidsmeter aangeschaft. Daarnaast zijn er twee snelheidsattentieborden aangeschaft. De aangeschafte apparatuur zal op basis van prioriteitstelling ingezet worden. • Een ontwikkeling op het gebied van het openbaar vervoer is dat de reizigers steeds sneller van informatie worden voorzien. Zo zijn op de stations in de gemeente reizigersinformatiepanelen voor de treinen geplaatst. Bij de herinrichting van het stationsplein in Winsum wordt voor de bussen een zogenaamde DRIS (Digitaal Reizigers Informatie Systeem) geplaatst. • In het kader van de Regiovisie Groningen-Assen wordt Winsum als een belangrijk transferium voor de regio gezien. De trein is sneller dan de auto in de stad. Dit voordeel wordt nog vergroot als in de toekomst ook de regiotram komt. Gesignaleerde knelpunten • Het toegenomen autobezit en –gebruik per huishouden legt een steeds zwaardere claim op de beschikbare (parkeer)ruimte in met name de oude dorpskernen. • De breedte van bepaalde wegen buiten de bebouwde kom is niet meer berekend op het huidige gebruik, waardoor in toenemende mate schade aan wegen en bermen ontstaat. Dit levert gevaarlijke situaties op voor de weggebruikers. • Wortelopdruk veroorzaakt regelmatig terugkerende schade aan de verharding. • Het is noodzakelijk dat er goede verkeerstechnische samenhang is tussen de diverse projecten die in ontwikkeling zijn (Boogplein, Obergum-Noord, bereikbaarheid station Winsum, Winsum West) en geanticipeerd wordt op toekomstige ontwikkelingen (o.a. regiotram). Een duidelijke verkeersvisie op dit terrein ontbreekt. • Omdat een goed duidelijk overzicht ontbreekt van de verkeersborden die langs de gemeentelijke wegen staan is het onduidelijk wat de omvang van het aantal borden is en welke borden eventueel overbodig zijn. • Door gerealiseerde nieuwe woonwijken en in de toekomst nog te realiseren woonwijken (Winsum-Oost) krijgt De Meeden steeds meer een ontsluitingsfunctie. Door hulpverleningsvoertuigen wordt, door de aanwezigheid van drempels, deze weg als gebruikersonvriendelijk ervaren. Het is dan ook wenselijk dat de functie van de weg opnieuw wordt beoordeeld.
- 26 -
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie 2012 baarheid baarheid 2011 2010 De gemeente Winsum wil een schakel- en forensengemeente te zijn. Daarom moet de mobiliteit van de inwoners vergroot worden. De gemeente dient een veilig en goed toegankelijke gemeente per fiets, per auto en per openbaar vervoer zijn. Aantal schadegevallen als gevolg van goed hoog <5 0 0 slecht/matig onderhoud Aantal meldingen bij het “telefonisch 285 320 407 meldpunt” met betrekking tot: - verkeersaspecten goed hoog 40 40 35 - Wegen goed hoog 75 124 75 matig - openbare verlichting goed 130 152 100 matig - waterwegen goed 20 24 20 goed hoog 41 - straatmeubilair 35 35 - gladheidsbestrijding goed matig 20 26 20 Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Verbetering stationsgebied en de bereikbaarheid van de perrons, met vooral aandacht voor ouderen en gehandicapten.
•
Uitvoering geven aan de vastgestelde verbeteringsmaatregelen en indien financieel haalbaar de realisering van een hellingbaan die aan de normen voldoet.
•
Reconstructie van de Onderdendamsterweg t.b.v. de verkeersveiligheid.
•
Uitvoering fase 2 (Geert Teislaan tot Schoolstraat).
•
Verbeteren van de verkeersveiligheid bij scholen.
•
Onderzoeken van de mogelijkheden voor autovrije zones rond scholen. Overleggen met zowel schoolbesturen als met de ouders van leerlingen.
•
•
Zorgdragen voor een dusdanig beheer van het wegenareaal dat de veiligheid blijft gewaarborgd.
•
Onderhoudsmaatregelen worden afgestemd op het onderhoudsniveau C volgens de CROW-systematiek.
•
Inrichting van de wegen alsmede het instellen van het bijbehorende snelheidsregiem volgens het uitvoerend document wegencategorisering.
•
Inrichten van de wegen tijdens het regulier onderhoud. Instellen snelheidsregiem volgens uitvoerend document wegencategorisering.
Het terugdringen van schade aan bermen en wegen buiten de bebouwde kom. De inrichting van De Meeden wordt afgestemd op het gebruik.
•
Het aanbrengen van passeerstroken.
•
Functie en inrichting van de weg opnieuw beoordelen.
•
•
•
•
Het verbeteren van het inzicht in de verkeersbordenstructuur.
• •
Inventariseren van de verkeersborden. Daar waar mogelijk verkeersborden saneren, waarbij gestart wordt in de dorpskernen.
•
Een duidelijk visie op het gebied van verkeer (inclusief parkeren) in het dorp Winsum.
•
Het opstellen van een verkeersvisie.
- 27 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
2.210.208
2.006.762
1.984.120
2.018.479
2.028.763
2.025.241
Totaal lasten
2.210.208
2.006.762
1.984.120
2.018.479
2.028.763
2.025.241
Baten Baten bestaand beleid
13.007
5.268
5.353
5.353
5.353
5.353
Totaal baten
13.007
5.268
5.353
5.353
5.353
5.353
2.197.201
2.001.494
1.978.767
2.013.126
2.023.410
2.019.888
2011
2012
8.306 36.666 19.245
8.306 34.666 19.245
14.544 1.483.220
14.544 1.369.220
131.130 313.651 2.006.762
200.957 337.181 1.984.119
2011
2012
-60 5.328
25 5.328
0 5.268
0 5.353
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Energie Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Pachten Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Totaal baten
- 28 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten Bij de kadernota is besloten de budgetten voor onderhoud oeverbeschoeiing en onderhoud wegen beide structureel met € 40.000 te verlagen. Voor het toepassen van duurzaam onkruidbeheer is in de kadernota 2011 met ingang van 2012 structureel € 5.000 beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn er bedragen die wel in de begroting 2011 staan maar niet in de begroting 2012. Zo is in 2011 een bedrag van € 10.000 beschikbaar gesteld voor het verlagen van de bermen en is een bedrag van € 29.000 voor openbare verlichting doorgeschoven vanuit 2010 naar 2011. Deze bedragen vinden we dus niet terug in de begroting 2012.
114.000
V
Kapitaallasten Niet alleen is sprake van een aantal nieuwe investeringen in 2012 (Boogplein, brug Ripperda en fietspad BafloMensingeweer), maar ook de kapitaallasten van nieuwe investeringen in 2011 als Herinrichting Onderdendamsterweg, toegankelijkheid stations, parkeerplaatsen Obergum-Noord en de openbare verlichting zorgen voor hogere kapitaallasten in 2012.
70.000
N
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
24.000
N
3.000
V
23.000
V
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 29 -
- 30 -
DEELPROGRAMMA 1.5
MILIEU
Omschrijving van het deelprogramma Een kwalitatief goede woon- en leefomgeving wordt mede bepaald door een duurzame inrichting van de woon- en leefomgeving. Inwoners van de gemeente Winsum merken dat met name als het gaat om de preventie bij het ontstaan en de afvoer van afvalwater en het huishoudelijk afval. Bedrijven hebben met name te maken met milieuvergunningen en –meldingen en de controle en handhaving daarvan. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1721 Afvalverwijdering en verwerking 1722 Riolering (gecombineerd) 1723 Milieubeheer 1725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 1726 Baten rioolheffing (gecombineerd)
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 In het milieubeleid staat duurzaamheid voorop. Ons milieubeleid heeft de volgende speerpunten: Een gedifferentieerd tarief voor afval op basis van gewicht (Diftar). Voorwaarde daarbij is een goed flankerend beleid, waarbij scheiding aan de bron wordt nagestreefd. De burgers mogen er financieel niet op achteruit gaan. De keuze zal gebaseerd zijn op een kosten/batenanalyse, waarbij de belasting voor het milieu één van de weegfactoren zal zijn. Het streven is om Winsum één van de duurzaamste gemeenten van de provincie te laten zijn. Dat houdt in dat wij, bij voorkeur in BMW-verband, een Milieu Informatie Punt gaan inrichten. We sluiten daarbij aan bij bestaande initiatieven en de ontwikkeling van een dienstverleningsconcept, waarbij de één-loket-gedachte voorop staat. Wij voeren een actief klimaatbeleid door o.a. het toepassen van duurzame energie. Daarbij zullen wij burgers en bedrijven stimuleren om zelf energie op te wekken. Bij vervanging of nieuwe aanleg van de openbare verlichting op energiebesparende verlichting overgaan. Bewoners en bedrijven ondersteunen en adviseren bij subsidieaanvragen. De gemeentelijke wet- en regelgeving wordt voor zover deze belemmerend zijn, zo mogelijk bijgesteld zodat duurzame maatregelen sneller en beter doorgevoerd kunnen worden. Ondersteuning van het platform duurzaam Winsum en andere relevante initiatieven. Onderzoeken of we in BMW-verband mee kunnen doen aan het landelijke project ‘Duurzaam Inkopen’, onder meer Groene Stroom, FSC-hout, Max Havelaar-koffie, producten met Milieukeur. Er naar streven een gemeente met een ‘Fair–Trade’-status te worden. Voor auto’s die de gemeente aanschaft kijken naar de belasting voor het milieu en kiezen wij binnen de beschikbare middelen voor auto’s die (deels) elektrisch aangedreven zijn, hybride auto’s of auto’s die rijden op gas en waterstof. Onderzoeken of het mogelijk is om oplaadpunten voor elektrische auto’s en boten in de gemeente te realiseren.
Bestaande beleidskaders • Riolering en waterbeheer Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) 2010 tot en met 2014; Visie waterplan 2006 en plan van aanpak 2007.
- 31 -
• Afvalverwijdering en –verwerking Landelijk Afvalbeheerplan II (LAP II); Afvalstoffenverordening van de gemeente Winsum. • Milieubeheer Handhavingsuitvoeringsprogramma (jaarlijks); Beleidskaders integrale handhaving (2003); Handhavingsbeleid omgevingsrecht 2011-2015; Bodemfunctiekaart (geldig tot 2016); Bodembeleidsplan (geldig tot en met 2013); Plan van aanpak Klimaatbeleid (2004).
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Riolering en waterbeheer Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking hebben een nieuwe aanpak in het waterbeleid noodzakelijk gemaakt. Omdat water zich weinig aantrekt van grenzen zijn en worden op europees, landelijk en regionaal niveau hierover afspraken gemaakt om de waterhuishouding kwantitatief en kwalitatief te verbeteren en toekomstbestendig te maken. Dit heeft voor de waterkwaliteit al geresulteerd in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de nota Waterbeleid 21e eeuw (WB21) waar het gaat om waterkwantiteit. Om de hierin geformuleerde doelstellingen in een noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak vorm te geven is op nationaal niveau het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) gesloten. Op regionaal en stroomgebiedniveau heeft dit geleid tot het Regionaal Bestuursakkoord Water (RBW) voor Groningen en Noord- en Oost-Drenthe dat ook de gemeente Winsum is ondertekend. In dit RBW is vastgelegd met welke acties, maatregelen, taken en verantwoordelijkheden in 2015 een betaalbaar en robuust waterbeheer voor de toekomst bereikt wordt. Voor de gemeente betekent dit o.a. dat geïnvesteerd moet worden in extra af te koppelen verhard oppervlak, optimalisatie van het rioolstelsel, uitvoering van het waterplan, bepaling van de stedelijke wateropgave en het verlenen van planologische medewerking aan watermaatregelen. Op 1 juli 2011 is het waterketenakkoord voor Groningen en Noord-Drenthe getekend. Dit is een akkoord tussen 30 gemeenten (waaronder Winsum), de twee waterschappen en twee waterbedrijven met als doel het centraal stellen van de burger in één waterketen. De Wet Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is op 1 januari 2008 in werking getreden. Deze wet regelt onder meer de nieuwe rioolheffing, de zorgplicht voor afvloeiend hemelwater, de zorgplicht voor het grondwater en de voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater bij de milieuvergunningverlening. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is daarin samengevoegd tot één wet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een flinke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Voor de gemeente betekent dit dat alle indirecte lozingen onder gemeentelijk gezag komen te vallen. Daarnaast vervult de gemeente de één-loketfunctie voor het aanvragen van een watervergunning. Voor het overige is er niet veel veranderd, en blijven de waterschappen bevoegd gezag. • Afvalinzameling en –verwerking Afval wordt steeds meer gezien als grondstof. Diverse deelstromen zijn geld waard, in plaats van dat er betaald moet worden voor de afvoer ervan. Voorbeelden daarvan zijn glas en papier. De gemeente probeert deze deelstromen zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen, en haar burgers te stimuleren deze stromen gescheiden aan te leveren.
- 32 -
Sinds 1 januari 2010 worden de activiteiten van het Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen uitgevoerd door Afvalbeheer Noord Groningen BV. Hierin neemt het Vuilverwerkingsbedrijf deel samen met Omrin. Daardoor is het mogelijk sneller en flexibeler te reageren op marktontwikkelingen. De eindafwerking van de stortplaats in Usqert moet in 2017 zijn afgerond. Waarschijnlijk zal dat betekenen dat er dan met afzetcontainers gewerkt gaat worden. Vooruitlopend hierop wordt de hele afvalinzamelstructuur onder de loep genomen. Door het Verpakkingenconvenant dat is afgesloten tussen de verpakkingsindustrie en de overheid komen steeds meer vergoedingen voor gescheiden stromen beschikbaar. In 2010 is daar de inzameling van kunststoffen bij gekomen. Dit convenant loopt eind 2012 af. In de loop van 2012 zal duidelijk worden op welke manier dit een vervolg zal krijgen. Op de gemeentewerkplaats is het ook steeds beter mogelijk om gescheiden stromen aan te bieden. Frituurvet en wit- en bruingoed kunnen daar inmiddels naast KGA worden aangeboden. Als diftar wordt ingevoerd zal ook nadrukkelijk gelet worden op flankerend beleid. • Milieuwetgeving Er is een tendens om steeds meer via meldingen af te doen. Onder het Activiteitenbesluit zullen steeds meer bedrijven gaan vallen. Door de komst van het Besluit Bodemkwaliteit kunnen grondtransporten via de computer gemeld worden. Het grootste deel van de agrarische bedrijven in onze gemeente viel en valt nog steeds onder het Besluit Landbouw. De Wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht) integreert een aantal vergunningstelsels, waardoor de gemeente het eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven wordt. De dienstverlening zal hieraan worden aangepast. Als gevolg van de Wabo worden Regionale Uitvoeringsdiensten ingericht, die een deel van de milieuvergunningverlening en –handhaving op zich zullen nemen. • Duurzaamheid Burgers zijn steeds meer gemotiveerd om energiebesparende maatregelen te nemen door de dreiging van stijgende energieprijzen en bewustwording van het broeikaseffect. Een goed voorbeeld van zo’n burgerinitiatief is het Lokaal Duurzaam Energiebedrijf MiddagHumsterland, dat door gezamenlijk energie inkopen een schaalvoordeel wil bereiken, en vervolgens in wil zetten op de productie van groene energie.
Gesignaleerde knelpunten • Riolering en waterbeheer Het Verbreed GRP 2010 t/m 2014 beschrijft de voorgenomen maatregelen en het beleid op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater alsmede het beheer en onderhoud van de riolering. Veel maatregelen uit het VGRP zijn gebaseerd op de theoretische levensduur. Door nader onderzoek, inventarisatie en inspectie wordt gekanteld naar de werkelijkheid. Dit betekent dat onderhouds- en de vervangingsmaatregelen zullen verschuiven ten opzicht van het theoretische model. Afstemming met het wegenonderhoud is daarbij een belangrijk aandachtspunt. • Afvalinzameling en –verwerking Uit jaarlijkse scheidingsanalyses blijkt dat de gemeente Winsum niet voldoet aan de landelijke scheidingsdoelstellingen uit het LAP (Landelijk Afvalbeheer Plan). • Milieuwetgeving Het is nog niet duidelijk wat de totstandkoming van Regionale Uitvoeringsdiensten voor de gemeente Winsum gaat betekenen op het gebied van vergunningverlening en handhaving.
- 33 -
• Duurzaamheid Het is nog onzeker welk beleid de rijksoverheid op het gebied van klimaatbeleid zal gaan voeren, met name welke subsidies te verkrijgen zijn. Duurzaamheidsbeleid in Winsum is ook afhankelijk van externe partijen, bijvoorbeeld de bereidwilligheid van woningcorporaties om te investeren in duurzame woningbouw. In een tijd van bezuinigingen is het risico dat op duurzaamheid bezuinigd wordt, terwijl hier ook juist kansen kunnen liggen.
Maatschappelijke effecten meetbaarheid
beïnvloed baarheid
Streven 20121
Aantal kg/inw restafval
goed
hoog
220
216
231
Aantal kg/inw gft-afval
goed
hoog
140
127
154
Doelstel Realisatie ling 2010 2011 Herstel en behoud van een gezond milieu, waarbij een duurzame ontwikkeling nagestreefd wordt. Burgers en bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen in de zorg voor het milieu. Prestatie-indicatoren
Ingezamelde hoeveelheden
Eigen doelstelling gerelateerd aan landelijke doelstelling2
Scheidingsresultaten (deze worden bepaald op basis van sorteerproeven en zijn indicatief) Glas
goed
hoog
90%
86%
83%
Textiel
goed
hoog
50%
45%
43%
Oud papier en karton
goed
hoog
89%
89%
89%
Klein chemisch afval
slecht
hoog
nvt
nvt
nvt
Riolering Calamiteiten rioolstelsel
goed
hoog
0
0
1
Aantal IBA’s
goed
hoog
15
0
0
1
Landelijke doelstellingen staan in het Landelijk Afvalbeheer Plan. De gemeentelijke doelstellingen zijn op basis hiervan, èn op basis van de resultaten in het verleden, geformuleerd. Restafval zou volgens het LAP in 2012 nog maar 193 kilo per inwoner mogen zijn, gft-afval nog 104. Gezien de resulaten in voorgaande jaren, zijn de doelstellingen bijgesteld naar reële waarden. 2 De in het LAP genoemde percentages voor glas en textiel zijn gezien de ontwikkelingen van voorgaande jaren haalbaar. Deze worden overgenomen. Het percentage voor oud papier en karton is volgens het LAP 75%. Aangezien de gemeente beter scoort, wordt het behaalde percentage aangehouden. De percentages worden berekend aan de hand van sorteerproeven. Bij deze sorteerproeven wordt een monster uit het huishoudelijk afval genomen van ongeveer 400 kilo. Aangezien kca maar een heel klein deel van het totale afval uitmaakt (ongeveer 2 kilo), fluctueren deze gegevens heel veel. Eén doosje batterijen kan al een verdubbeling van de hoeveelheid kca te zien geven. Daarom worden geen percentages meer aangegeven voor de hoeveelheid kca.
- 34 -
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Riolering, waterzuivering en waterbeheer • Een betaalbaar en duurzaam water- en rioleringsbeheer.
• • •
Uitvoering Waterplan, maatregelen 2012. Uitvoering geven aan het Verbreed GRP 2010 t/m 2014. Opstellen Stedelijke Wateropgave.
•
Hergebruik van regenwater en de mogelijkheden voor het scheiden van afvalwater.
• •
Afkoppelen schoon verhard oppervlak. Mogelijkheden onderzoeken binnen Duurzaam Bouwen (Winsum-Oost).
•
Het voldoen aan de basisinspanning: In de 3e nota op de waterhuishouding (NW3) is vastgelegd dat als onderdeel van een pakket maatregelen om de algemene waterkwaliteit te verbeteren de vuilemissie vanuit rioolstelsels naar het oppervlaktewater met 50% moet worden teruggedrongen. Ook de NW4 gaat hier op in.
•
In 2012 zullen verdere detailaanpassingen aan verschillende stelsels worden uitgevoerd waarmee voldaan wordt aan de wettelijk vereiste basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Dit betreft met name het afkoppelen van verharde oppervlakten van het rioolstelsel maar ook het verhogen van de waterkwaliteit door baggeren en het verbeteren van de doorspoeling van watergangen.
•
Een rioleringsstelsel waarbij calamiteiten voorkomen worden en de onderhoudstoestand van de stelsels op een acceptabel niveau gehouden wordt.
•
Uitvoering verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Verdere afkoppeling Obergum-Noord Vervanging riolering op basis van actueel maatregelenplan. Reinigen en Inspecteren rioolstelsels op basis van de meerjaren reinigings- en inspectieplannen. Inmiddels zijn er 85 percelen (in kwetsbaar gebied) van in totaal 348 percelen aangesloten. In 2011 zijn de resterende percelen, geïnventariseerd, beoordeeld en aangeschreven door het waterschap. Percelen die nog niet voldoen aan de lozingseisen wordt de mogelijkheid geboden om op basis van de zelfde condities als bij kwetsbare percelen is gebeurd, een IBA aan te schaffen.
• • •
•
Het voldoen aan de algemene regels van de Waterwet waarmee de directe lozingen van huishoudelijk afvalwater op oppervlaktewater wordt gereguleerd.
Afvalverwijdering en verwerking • Een gedifferentieerd tarief voor afval op basis van gewicht. De burgers mogen er financieel niet op achteruit gaan. Milieu is een weegfactor in de kosten/batenanalyse.
•
•
•
- 35 -
Samen met de milieudienst de gewogen inzameling in gang zetten. In de aanloopperiode worden wel ter informatie nota’s verstuurd, maar vindt verrekening plaats door de afvalstoffenheffing. Deze nota’s zijn ter informatie van de burgers, om duidelijk te maken wat het nieuwe systeem inhoudt.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? •
Winsum één van de duurzaamste gemeenten van de • Het voeren van een actief klimaatbeleid, • gericht op het toepassen en opwekken van duurzame energie.
De mogelijkheden voor het aanbieden van gescheiden afvalstromen worden geoptimaliseerd, zodat burgers zelf goed in de hand hebben hoeveel restafval ze nog aanleveren. provincie Winsum ontvangt een rijkssubsidie in het kader van de SLOK (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven). Uit deze subsidie worden projecten gefinanciers op het gebied van duurzame energie en duurzaam bouwen. Deze projecten zijn gericht op burgers, bedrijven, en eigen gebouwen. Een voorbeeld is het aanbieden van duurzameenergiescans aan boeren.
•
Energiebesparing in openbare verlichting.
•
In de loop van 2011 is een beleidsplan openbare verlichting gepresenteerd, waarin aandacht voor duurzaamheid en energiezuinigheid. Op basis van dit plan wordt een onderhoudsplan vastgesteld. Op basis hiervan wordt in 2012 en verdere jaren het onderhoud uitgevoerd.
•
Bewoners en bedrijven ondersteunen en adviseren bij subsidieaanvragen.
•
Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van de diensten van het Informatiepunt Duurzaam Bouwen. Dit verzorgt voorlichting aan burgers, bedrijven en overheden.
•
Ondersteuning van het platform Samen Duurzaam en andere relevante initiatieven.
•
Dit platform wordt zowel financieel als ambtelijk ondersteund.
•
In BMW-verband deelnemen aan het landelijke project “Duurzaam Inkopen”.
•
Het concretiseren van de samenwerking op inkoopgebied binnen BMW-verband. Naast kostenvoordelen en logistieke voordelen is daarbij ook nadrukkelijk aandacht voor duurzaamheid.
•
Er naar streven een gemeente met FairTrade status te worden.
•
De benodigde maatregelen worden in kaart gebracht en gekeken wordt naar de uitvoerbaarheid op korte en langere termijn. Eind 2011 is hiervoor een werkgroep in het leven geroepen.
•
Voor auto’s die de gemeente aanschaft de milieuaspecten mee laten tellen.
•
In de kosten/batenanalyse bij nieuwe auto’s milieuaspecten betrekken naast allerlei praktische randvoorwaarden. Onder andere het rijden op (groen) gas.
•
Onderzoeken of het mogelijk is om oplaadpunten voor elektrische auto’s en boten te realiseren.
•
Aangesloten wordt bij landelijke initiatieven.
- 36 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
2.924.676
3.114.921
3.206.345
3.202.609
3.274.380
3.329.457
Totaal lasten
2.924.676
3.114.921
3.206.345
3.202.609
3.274.380
3.329.457
Baten Baten bestaand beleid
2.977.582
3.284.840
3.394.255
3.500.244
3.606.771
3.681.053
Totaal baten
2.977.582
3.284.840
3.394.255
3.500.244
3.606.771
3.681.053
-52.906
-169.919
-187.910
-297.635
-332.391
-351.596
2011
2012
1.089 39.120 10.091
1.089 39.120 10.091
632 873.449
632 763.892
795.672 29.926 0 768.720 596.221 3.114.920
795.672 29.926 0 966.762 599.160 3.206.344
2011
2012
79.519 0 1.644.727
88.477 0 1.725.984
70.686 1.265.896 21.072 202.940 3.284.840
69.566 1.263.352 21.072 225.804 3.394.255
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Energie Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Toegerekende rente Overige verkopen duurzame goederen Overige opbrengsten goederen en diensten Belasting op producenten Belasting op inkomen van gezinnen Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
- 37 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurz ame goederen en diensten In 2011 was sprake van een aantal incidentele budgetten op het gebied van afval (begeleiding invoering DifTar) en riolering (uitvoering verbreed rioleringsplan).
110.000
V
Kapitaallasten Op grond van het vastgestelde rioleringsplan is in 2012 rekening gehouden met de kapitaallasten van forse investeringskredieten (€ 1.269.000). Met de rentelasten van het investeringsprogramma 2011 geeft dit samen fors hogere kapitaallasten.
198.000
N
Overige opbrengsten goederen en diensten In de kadernota 2011 is besloten om de kwijtscheldingen mee te nemen in de berekening van de bepaling van de kosten van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Met het uitgangspunt van een 100% kostendekkend tarief stijgen de opbrengsten met dit bedrag. Met inbegrip van de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing van ruim € 85.000 stijgt de opbrengst met € 81.000,-.
81.000
V
Reserveringen Door de hogere lasten op het gebied van de riolering (saldo hogere lasten en hogere baten) wordt er een groter bedrag onttrokken aan de voorziening vervanging rioleringen. Dit om de 100% kostendekkendheid in stand te houden.
23.000
V
2.000
V
18.000
V
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 38 -
DEELPROGRAMMA 2.1
CULTUUR
Omschrijving van het deelprogramma Naast de subsidiëring van de openbare bibliotheek vallen het kunst en cultuurbeleid, oudheidkunde en musea en cultureel erfgoed onder dit programma evenals het vormings- en ontwikkelingswerk. Kunst en cultuur behelst voornamelijk de amateurkunst (muziek, theater, dans, cultuurhistorie e.d.). Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1510 Openbaar bibliotheekwerk 1511 Vormings- en ontwikkelingswerk 1540 Kunst en cultuur 1541 Oudheidkunde / musea
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Cultuur heeft waarde in zichzelf, draagt bij aan het imago van de gemeente en maakt de gemeente aantrekkelijk voor oude en nieuwe bewoners waaronder jonge startende kunstenaars. De gemeente Winsum heeft een rijk en gevarieerd cultuurbezit en cultureel leven. Dat moet zo blijven en worden gestimuleerd. Het subsidiebeleid is daar op gericht. Bij besteding van het budget voor culturele activiteiten ligt de prioriteit bij de aanvragen van musea en verenigingen en voor manifestaties en monumenten. Gelet op de moeilijke gemeentelijke financiële positie zal vooral op cofinanciering ingezet worden. Er moet een oplossing komen voor de huisvesting van de VVV en de stichting kinderboekcultuurbezit. Verder ondersteunen wij (jonge) kunstenaars bij het vinden van atelierruimte. De voorziening bibliotheek maakt door onder andere de komst van internet een verandering / vernieuwing door. De bibliotheekvoorziening vervult een belangrijke culturele en educatieve rol en blijft zoveel mogelijk behouden.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Schatkamer van het Noorden, Toekomstvisie Winsum; • Schetsen kunst- en cultuurbeleid Gemeente Winsum; • Visie op het bibliotheekwerk Winsum; • Uitvoeringsprogramma restauratiesubsidies; • Dorpsvisies (Winsum, Ezinge); • Erfgoednota; • Bestuursopdracht cultuur.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen Cultuur: • Binnen het culturele veld zien we ontwikkelingen van professionalisering. De muziekverenigingen en korpsen binnen de Gemeente Winsum hebben voor hun opleiding een nieuwe stichting opgericht die met een professionele coördinator de kwaliteit wil verhogen. Ook de Jeugdtheaterschool Wonderboom is bezig met verdere professionalisering. Wonderboom wil door het delen van kennis, ervaring en faciliteiten met andere cultuurinstellingen, in een zogenaamd “shared service center”, het organiserend vermogen van de regio versterken.
- 39 -
• • • •
•
De digitalisering in het bibliotheekwerk gaat gestaag door. Deze ontwikkeling kan van invloed zijn op de vorm van dienstverlening en biedt wellicht kansen tot efficiency. Op Rijksniveau wordt gewerkt aan een nieuwe wetgeving ten aanzien van het bibliotheekwerk. Museum Wierdenland draait goed maar heeft ook behoefte aan verder professionalisering zoals een conservator. De Stichting Kinderboek Cultuurbezit werkt aan concrete verhuisplannen richting Obergumerkerk en Aula. Zij werkt hierbij samen met de Stichting Oude Groninger Kerken en de Begrafenisvereniging Winsum/Obergum. In 2012 wordt een nieuwe Provinciale Nota cultuur ontwikkeld. Dit kan aanleiding zijn tot aanpassingen van het lokale cultuurbeleid.
Cultureel erfgoed: • Er is een Erfgoedcommissie ingesteld als zelfstandig adviesorgaan van het College. De commissie adviseert gevraagd en ongevraagd het College.
Gesignaleerde knelpunten Cultuur: • Het structureel bekostigen van professionele krachten is voor de culturele organisaties een knelpunt. Amateurverenigingen en gezelschappen zijn kwetsbaar op het organisatorisch gebied. • De Provincie Groningen bezuinigt fors op haar uitgaven voor cultuur. De nieuwe cultuurnota van de Provincie moet hier uiteindelijk duidelijkheid over geven, maar het heeft invloed op het cultuurbeleid op gemeentelijk niveau. • Wanneer de stijging van het aantal leerlingen in de amateurkunst doorzet zal het beschikbare budget voor cultuur niet meer toereikend zijn. In de bestuursopdracht Cultuur wordt aan bovenstaande punten aandacht besteed.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Het stimuleren van de deelname van kinderen en jongeren aan diverse uitingsvormen van kunst en cultuur, zoals theater, amateurkunst, literatuur, cultuurhistorie, muziek, beeldende kunst. Aantal lidmaatschappen bibliotheek goed middel 2250 2240 2249 volwassen Aantal lidmaatschappen bibliotheek goed middel 2180 2170 2177 jeugd tot 18 Aantal bezoekers website bibliotheek goed middel 12.000 9500 11.803 Aantal bezoekers activiteiten goed middel 1200 1150 1465 (cultuur, educatief) in de bibliotheek Aantal leerlingen< 18 jaar goed middel 150 150 143 gesubsidieerde muziekkorpsen Aantal leerlingen muziekschool Noord goed middel 60 50 53 Akkoord < 18 jaar Aantal leerlingen < 18 jaar goed middel 60 50 49 gesubsidieerde toneelverenigingen Aantal bezoekers museum goed middel 8000 8000 7700 Wierdenland Volwassenen + Kinderen tot 18 jaar Prestatie-indicatoren
- 40 -
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Stimulering van een rijk en gevarieerd cultuurbezit en cultureel leven.
•
De subsidie voor culturele organisaties richten op stimulering deelname kinderen en jongeren aan kunst en cultuur.
•
De bibliotheekvoorziening behouden en haar culturele en educatieve functie versterken.
•
Door middel van invoering van “beleidsgestuurde contractfinanciering” meer sturing geven aan de invulling van de verschillende functies van de bibliotheek.
•
Het gebruik van de bibliotheekvoorziening vergroten met name door inwoners in achterstandsituaties.
•
Biblionet opdracht geven om activiteiten te ontwikkelen gericht op meer deelname van mensen in achterstandsituaties. Biblionet opdracht geven activiteiten te ontwikkelen gericht op de “niet-gebruikers /niet-leden” van de bibliotheek. Biblionet opdracht geven diensten te vernieuwen gericht op oa. online-diensten en bezorgdiensten.
•
•
•
Een erfgoedcommissie die goede adviezen kan geven.
•
Organisatie rondom Erfgoedcommissie goed regelen. Inhoudelijke ambtelijke begeleiding van de commissie. Verband leggen tussen monumentencommissie en erfgoedcommissie.
•
Erfgoedbeleid (monumenten en archeologie) goed regelen.
•
Erfgoedverordening vaststellen die de monumentenverordening van 1994 vervangt.
•
Kinderboek Cultuurbezit in nieuwe huisvesting.
•
Waar nodig faciliteren we de samenwerking met de Stichting Oude Groninger Kerken en de Begrafenisvereniging en SKC Verkopen van de Aula aan SOGK wanneer de haalbaarheid van het totale plan is onderzocht door SOGK.
•
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
699.929
698.089
702.090
682.761
674.651
670.387
Totaal lasten
699.929
698.089
702.090
682.761
674.651
670.387
Baten Baten bestaand beleid
104.648
100.088
97.133
94.675
92.232
89.805
Totaal baten
104.648
100.088
97.133
94.675
92.232
89.805
Saldo deelprogramma
595.281
598.001
604.957
588.086
582.419
580.582
- 41 -
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Energie Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Toegerekende rente Huren Totaal baten
2011
2012
318 120
318 120
1.418 57.040
1.418 61.868
266.999 141.459 0 176.073 54.661 698.088
266.999 139.659 0 155.324 76.383 702.089
2011
2012
38.346 61.742 100.088
35.391 61.742 97.133
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Kapitaallasten In verband met het wegvallen van de kapitaallasten van een deel van de inventaris (boekwaarde volledig afgeschreven) van het museum Wierdenland, zijn de kapitaallasten in 2012 lager dan in 2011.
21.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
22.000
N
6.000
N
7.000
N
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 42 -
DEELPROGRAMMA 2.2
ONDERWIJS
Omschrijving van het deelprogramma Goed onderwijs is één van de sleutels tot maatschappelijk succes. Dit programma geeft aan hoe wij deze zorg inhoudelijk gestalte geven op grond van de wettelijke taken en de geformuleerde beleidsuitgangspunten en hoe de randvoorwaarden (huisvesting) zo goed mogelijk kunnen worden gecreëerd.
Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1420 Openbaar basisonderwijs, excl. huisvesting 1421 Openbaar basisonderwijs, huisvesting 1422 Bijzonder basisonderwijs, excl. huisvesting 1423 Bijzonder basisonderwijs, huisvesting 1443 Bijzonder voortgezet onderwijs, huisvesting 1480 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Goed onderwijs voor iedereen wordt steeds belangrijker om volwaardig mee te kunnen draaien in de samenleving. De startsituatie en het verloop van de schoolcarrière kan per leerling sterk verschillen. Schooluitval voorkomen en een diploma behalen, behoren tot de belangrijkste speerpunten. Het waddenmodel voorziet hierin en wordt gecontinueerd Discriminatie en intimidatie, drugs- en alcoholgebruik zijn onderwerpen die op de scholen aan de orde moeten komen. De samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen wordt gestimuleerd om een integrale aanpak te bewerkstelligen voor de kinderen die een taalachterstand hebben en/of sociaal niet vaardig zijn. Wij zijn voorstander van brede scholen waarin zoveel mogelijk voorzieningen onder één dak worden gehuisvest. In de zgn. brede scholen zijn voorzieningen zoals overblijfmogelijkheden, voor- en naschoolse opvang maar ook culturele- en sportieve activiteiten makkelijker op te zetten. Ook vinden wij dat het bijzonder en het openbaar onderwijs, met behoud van eigen identiteit, daarbij meer dienen samen te werken. De gemeente gaat daarover afspraken maken met de besturen van de overkoepelende organisaties voor primair en voortgezet onderwijs in Noord Groningen.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Verordening huisvesting onderwijs gemeente Winsum; • Verordening leerlingenvervoer gemeente Winsum; • Subsidiekader schoolbegeleiding (juli 2008); • Subsidiekader Taalonderwijs aan allochtone leerlingen (juli 2008); • Integraal Huisvestingsplan gemeente Winsum; • Convenant Zorg Advies Team Noord-Groningen (ZAT); • Beleidsnotitie Wet OKE; • Bestuursopdracht onderwijs.
- 43 -
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen Uitvoering wet OKE samen met De Marne en Bedum in 2012 (en verder) Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de toezicht op en handhaving van de kwaliteit van de peuterspeelzalen en de kinderopvang en de voorschoolse educatie. In het kader van het gebiedsprogramma Noordwest Groningen 2009-2010 Samenwerken aan sociale duurzaamheid is in 2011 een gezamenlijke beleidsvisie op de wet Ontwikkeling door kansen en Educatie (wet OKE) ontwikkeld door de gemeenten Bedum, De Marne en Winsum en Eemsmond. Vanaf 2012 zullen BMW de actiepunten vanuit een gezamenlijke uitvoeringsnotitie waar mogelijk gezamenlijk uitvoeren. De Lokale Educatieve Agenda en de Regionale Educatieve Agenda De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is een instrument voor gemeenten, schoolbesturen en andere partners om in meer gelijkwaardige verhoudingen afspraken te kunnen maken over het onderwijsen jeugdbeleid. In Winsum staat in 2012 de spreidingsproblematiek schoolvoorzieningen, uitvoering Wet OKE (VVE) en invoering CJG op de agenda. De BMW-E gemeenten bespreken in 2012 op de Regionale Educatieve Agenda demografische verschuivingen in relatie tot spreidingsbeleid van voorzieningen en zorg in en om het onderwijs. (Passend onderwijs) ZAT en Centrum voor Jeugd en Gezin Het Zorg Advies Team Noord Groningen (ZAT) gaat onderdeel uitmaken van de backoffice van het CJG. Omdat het ZAT in een behoefte en het basisonderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en Ouder- en Kindzorg de weg naar het ZAT goed wisten te vinden, worden de positieve elementen van het Zat meegenomen in het plan voor de backoffice van het CJG. De backoffice CJG is in 2012 gereed. Integrale kindvoorzieningen In de regio Noord Groningen vinden experimenten / pilots plaats voor geïntegreerde kindvoorzieningen welke opvang en onderwijs bieden aan kinderen tussen 0 en 12 jaar. Het schoolbestuur L&E heeft haar eigen visie ontwikkeld op de geïntegreerde kindvoorziening. Zij is hierover in gesprek met de gemeente.
Gesignaleerde knelpunten Krimpende bevolking Delen van de provincie Groningen worden in de komende jaren geconfronteerd met een afnemende bevolking. Volgens de prognoses van het CBS zal het inwonertal van de gemeente Winsum afnemen van 14009 in 2010 naar 13802 in 2040. Dit betekent voor de Gemeente Winsum een lichte afname van de totale bevolking. Demografische ontwikkelingen in de gemeente Winsum laten ook zien dat het leerlingenaantal in het basisonderwijs tussen nu en 2025 zal dalen met 18% (Bron: Planningsverband Groningen). Bewustwording en belangstelling voor de problematiek en de gevolgen zijn inmiddels ingezet in landelijke, provinciale en regionale beleidsvoornemens. Krimp in relatie tot huisvesting basisscholen Winsum Daling van het leerlingaantal heeft gevolgen voor de exploitatie van schoolgebouwen voor met name basisonderwijs in Winsum. Om betaalbaar, bereikbaar en kwalitatief goed onderwijs blijvend aan te bieden is vergaande samenwerking tussen de verschillende voorzieningen zoals primair onderwijs van verschillende denominaties, peuterspeelzaal en kinderopvang, noodzakelijk. Op grond van gezamenlijke belangen zullen alle betrokken partijen zich moeten buigen over toekomstig huisvestingsbeleid.
- 44 -
Maatschappelijke effecten Prestatie-indicatoren
meetbaarheid
beinvloedbaarheid
Het terugdringen van het aantal vroegtijdig schoolverlaters Aantal vroegtijdig schoolverlaters in goed middel Gemeente Winsum in het VO
Wat willen we bereiken? •
Bezuinigen op onderwijsuitgaven mbt; schoolbegeleiding en de exploitatievergoeding voor schoolbestuur L&E. Bestuursopdracht onderwijs.
Samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen stimuleren en faciliteren. Samenwerking tussen bijzonder en openbaar onderwijs stimuleren.
streven 2010/2011
realisatie 2009/20 10
5
6
8
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
•
streven 2012
•
•
Notitie over schoolbegeleiding wordt opgesteld met daaraan gekoppeld de mogelijkheden om hier op een bezuiniging door te voeren. Het LEA (Lokaal Educatieve Agenda) wordt gebruikt om dit te bespreken. De mogelijkheden worden onderzocht om de exploitatievergoeding aan L&E af te bouwen en hiermee een bezuiniging in te realiseren. In het LEA (overleg tussen scholen, peuterspeelzaal- en kinderopvang organisaties) worden afspraken gemaakt en gezocht naar mogelijkheden voor verdere samenwerking en gezamenlijke aanpak. In het LEA worden ook afspraken gemaakt met de besturen van de overkoepelende organisaties voor primair en voortgezet onderwijs in Noord Groningen met betrekking tot o.a. huisvesting.
•
Integrale aanpak voor kinderen die een (taal-)achterstand hebben en/of sociaal niet vaardig zijn.
•
In samenwerking met basisonderwijs, peuterspeelzaal, kinderopvang en JGZ (via LEA), wordt een dekkend aanbod van voorschoolse educatie aangeboden aan alle doelgroepkinderen.
•
De gebouwenkwaliteit in het primair onderwijs voor de lange termijn op een verantwoord niveau handhaven.
•
Beleidsontwikkeling voor geïntegreerde kindvoorzieningen, samen met schoolbesturen primair/voortgezet onderwijs en peuterspeelzaal- en kinderopvangorganisatie(s). Met L&E onderzoeken of een geïntegreerde kindvoorziening in het dorp Winsum tot de mogelijkheden behoort. Is het wenselijk en haalbaar?
•
- 45 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
1.674.715
1.595.521
1.620.430
1.596.943
1.590.878
1.589.760
Totaal lasten
1.674.715
1.595.521
1.620.430
1.596.943
1.590.878
1.589.760
Baten Baten bestaand beleid
115.980
11.594
11.594
11.594
11.594
11.594
Totaal baten
115.980
11.594
11.594
11.594
11.594
11.594
1.558.735
1.583.927
1.608.836
1.585.349
1.579.284
1.578.166
2011
2012
0 1.018 24.638 33.179 202.553
0 2.688 24.638 33.179 202.553
344.060 127.066 808.788 54.219 1.595.521
344.060 127.066 812.547 73.700 1.620.431
2011
2012
0 5.410
0 5.410
6.184 0 0 11.594
6.184 0 0 11.594
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Sociale uitkeringen personeel Personeel van derden Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Sociale verstrekkingen in natura Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Vergoeding voor personeel Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdrachten van het Rijk Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
- 46 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 47 -
19.000
N
6.000
N
25.000
N
- 48 -
DEELPROGRAMMA 2.3
VOLKSGEZONDHEID & MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
Omschrijving van het deelprogramma Tot het deelprogramma volksgezondheid en maatschappelijke ondersteuning behoren die onderdelen van de gezondheidszorg en het openbaar bestuur die zich richten op ziektepreventie, de bescherming en bevordering van de gezondheid van de gehele bevolking of van groepen binnen de bevolking. Onder het deelprogramma vallen verder de individuele Wmo-voorzieningen die het zorgloket gemeente verstrekt, het Algemeen Maatschappelijke Werk, het Centrum voor Jeugd en Gezin en het beleid ten aanzien van begraven en begraafplaatsen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1620 Maatschappelijke begeleiding en advies 1622 Huishoudelijke verzorging 1652 Individuele voorzieningen 1714 Openbare gezondheidszorg 1715 Centra Jeugd en Gezin (jeugdgezondheid) 1716 Centra Jeugd en Gezin (onderdeel WMO) 1724 Lijkbezorging 1732 Baten begraafplaatsrechten
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De overheid heeft de afgelopen jaren een toenemend beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van hulpbehoevende groepen inwoners zoals ouderen en gehandicapten. Het persoonsgebonden budget is bedoeld om mensen zelf de benodigde zorg te laten inkopen en zelf keuzes te maken. Maar de organisatie van de zorg is voor burgers ondoorzichtig. Waar mogelijk dient de gemeente de mensen die ten onrechte geen ondersteuning krijgen op te zoeken en te adviseren. Ook de mensen die de AWBZ gefinancierde zorg kwijtraken dienen op de hoogte gebracht te worden van de gemeentelijke en andere voorzieningen. Mensen die hulp nodig hebben, mogen niet de weg kwijt raken in een warboel van procedures. Er moet gewaakt worden voor misbruik van het persoonsgebonden budget. Hulpbehoevende mensen zijn, behalve van professionele zorgorganisaties, vaak ook afhankelijk van mantelzorg van familie en anderen. De begeleiding van de mantelzorgers vraagt extra inzet van de gemeente, want zij vormen een steeds belangrijkere schakel in de steeds meer door bezuinigingen getroffen zorg. In meerdere kernen dienen steunpunten en/of bijeenkomsten voor mantelzorgers te komen. Dit geldt tevens voor de vrijwilligers. Om voldoende vrijwilligers te houden zal dit werk voldoende gestimuleerd en gefaciliteerd moeten worden. Wij zien daarbij een belangrijke rol en functie voor onze dorpshuizen weggelegd. Verder zal naar de mogelijkheid gekeken moeten worden om werkloze inwoners ‘vrijwilligers’werk te laten doen.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Gezondheidsprofiel Winsum, GGD 2006; • Nota Lokaal Gezondheidsbeleid, 2003; • Raadsbesluit preventie jongeren en alcohol april 2008; • Verordening individuele voorzieningen 2011; • Financieel besluit individuele verstrekkingen 2010; • Verstrekkingenboek individuele verstrekkingen 2008; • Raadsbesluit consultatiebureaus november 2006; • Nota begraven en begraafplaatsen in Winsum, 2011;
- 49 -
• •
WMO-beleidsplan 2011-2014; Notitie Centrum voor Jeugd en Gezin in BMWE-gemeenten, 2010.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen - Het Rijk gaat de functiebegeleiding uit de AWBZ overhevelen naar de gemeenten (lees de WMO) omdat deze ondersteuning beter en efficiënter dichtbij de klant (de burger) geregeld kan worden. Dit vindt zijn uiteindelijke beslag in 2014. De gemeente start nu al met de voorbereidingen hierop. We zullen hier het komende jaar beleid op ontwikkelen en regie voeren. - Het Rijk wil ook een scheiding van wonen en zorg. De wooncomponent wordt uit de AWBZ gehaald. Alleen de zorg wordt nog bekostigd door de AWBZ. Gevolg op termijn is het verdwijnen van de verzorgingshuisplaatsen. Mensen zullen hierdoor langer thuis blijven wonen met zorg en ondersteuning aan huis. Dit heeft invloed op de vraag naar WMOvoorzieningen. - Demografische ontwikkelingen zoals bevolkingsdaling, vergrijzing en ontgroening hebben gevolgen voor het voorzieningenniveau, woonsituaties van mensen, maatschappelijke participatie en zorg en welzijn. Ook in het WMO-beleid moeten we rekening houden met deze ontwikkelingen. - De Kanteling: De WMO gaat uit van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de burger. De sociale omgeving krijgt een grotere rol. We gaan kantelen, dat wil zeggen van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen leveren) naar vraag- en resultaatgericht werken (gericht op participatie en zelfredzaamheid. - Door de decentralisatie van de jeugdzorg krijgt de gemeente er op termijn belangrijke taken en verantwoordelijkheden bij. Het gaat hier om de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (de jeugd-ggz), de provinciale jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, de jeugdreclassering, de jeugdbescherming en de zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap (de jeugd LVG). De Centra voor Jeugd en Gezin krijgen een belangrijke rol als toegangspoort voor alle vormen van jeugdzorg.
Gesignaleerde knelpunten Door vergrijzing wordt verwacht dat het beroep op de WMO-voorzieningen groter wordt. De overheveling van taken van het Rijk naar de gemeente (AWBZ, Jeugdzorg) vraagt veel van de gemeente. Het is nog niet duidelijk op welk schaalniveau deze ontwikkeling wordt opgepakt en welke middelen de gemeente hiervoor krijgt van het Rijk.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Het stimuleren van ziektepreventie, de bescherming en bevordering van de gezondheid van de gehele bevolking of groepen binnen de bevolking. Aantal voorlichtingsacties goed hoog 3 3 2 Prestatie-indicatoren
Het bieden van ondersteuning aan inwoners om de zelfredzaamheid en zelfstandigheid te herstellen, te behouden en te bevorderen. Aantal behandelde aanvragen zonder goed middel 585 600 527 externe indicering Aantal behandelde aanvragen met goed middel 75 100 94 externe indicering Aantal verstrekkingen huishoudelijke goed laag 230 200 184 verzorging
- 50 -
Prestatie-indicatoren
meetbaarheid goed goed goed goed
beinvloedbaarheid laag laag laag hoog
streven 2012 250 70 110 98%
streven 2011 170 70 175 90%
realisatie 2010 287 56 94 96,6%
96%
80%
nb nb
112 54
nb
11
nb
-
nb
5* + 14**
Aantal verstrekte vervoersvoorziening Aantal verstrekte rolstoelen Aantal verstrekte woonvoorzieningen Aantal aanvragen afgehandeld binnen de daarvoor gestelde termijn Het bieden van een samenhangend pakket voor de zorg voor jongere kinderen en hun ouders. Opkomstpercentage bij arts goed middel 95% 97% 87% consultatiebureau Opkomstpercentage bij goed middel 95% verpleegkundige consultatiebureau Een vangnet vormen voor inwoners die zich niet zelf kunnen redden Aantal clienten maatschappelijk werk goed middel 100 Aantal meldingen in het OGGzgoed laag 50 netwerk Aantal meldingen huiselijk geweld goed laag 10 Vroegsignalering en ondersteuning door het Centrum voor Jeugd en Gezin Aantal vragen opvoeden en opgroeien goed middel 50 bij de frontoffice CJG Aantal besproken casussen in de goed laag 15 backoffice CJG * ZAT Noord Groningen: 5 casussen in 2010. ** Zorg voor Jeugd Groningen: 14 keer start zorgcoördinatie in 2010
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
• Versterken van de eigen kracht van bewoners. De zelfredzaamheid van bewoners vergroten.
•
•
•
• Een vangnet vormen voor inwoners die zich niet zelf kunnen redden.
• •
•
• •
- 51 -
Kantelen: Op zoek naar de vraag achter de vraag en het sociale netwerk betrekken in het zoeken naar oplossingen. Het zorgloket wordt uitgebouwd tot participatieloket. Een communicatietraject wordt ingezet dat een omslag in denken van de burger moet bewerkstelligen. De uitvoerende instanties kantelen mee. Wij voeren daarop de regie. Verstrekken van individuele voorzieningen Het algemeen maatschappelijk werk (AMW) als laagdrempelige voorziening in stand houden. Het AMW outreachend te werk laten gaan om zorgmijders te bereiken (binnen OGGZverband). Het OGGz-netwerk versterken. Beleid maken op toekomstige overheveling van functie begeleiding uit de AWBZ. Met zorgaanbieders in gesprek over hoe de huidige cliënten die begeleiding krijgen, in de toekomst het beste ondersteund kunnen worden.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
• Vragen over opvoeden en opgroeien zo snel mogelijk beantwoorden en risicojongeren en hun gezinnen zo snel mogelijk adequate hulp en ondersteuning bieden.
•
• •
•
De frontoffice van het CJG versterken (website, inlooppunten en telefonische advisering). Het backoffice overleg CJG doorontwikkelen. Het AMW en de GGD maken deel uit van de frontoffice van het CJG en nemen deel aan het backoffice overleg waarin casussen worden besproken. In samenwerking met andere gemeenten de decentralisatie van de jeugdzorg voorbereiden.
• Individuele WMO-voorzieningen vertrekken binnen huidige financiële kader.
•
Invoeren eigen bijdrage waar wettelijk mogelijk en politiek wenselijk.
• Zorgdragen voor optimale voorwaarden voor het maken van gezondheidsbevorderende keuzes.
•
Ontwikkeling lokaal gezondheidsbeleid aansluitend op de provinciale basisnota Gezondheid.
• Een samenhangend pakket voor zorg voor jongere kinderen en hun ouders.
•
De GGD organiseert voorlichtingsbijeenkomsten om de gezondheid van jonge kinderen en hun ouders te bevorderen.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
3.034.831
3.467.836
3.529.754
3.518.528
3.513.845
3.509.808
Totaal lasten
3.034.831
3.467.836
3.529.754
3.518.528
3.513.845
3.509.808
Baten Baten bestaand beleid
507.272
573.272
623.272
623.272
623.272
623.272
Totaal baten
507.272
573.272
623.272
623.272
623.272
623.272
2.527.559
2.894.564
2.906.482
2.895.256
2.890.573
2.886.536
Saldo deelprogramma
- 52 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Sociale verstrekkingen in natura Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Toegerekende rente Vergoeding voor personeel Huren Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdrachten van het Rijk Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
2011
2012
2.366 835 243.783
2.366 835 238.783
1.641.595 714.833 0 0 131.949 732.474 3.467.835
1.641.595 733.205 0 0 126.656 786.313 3.529.753
2011
2012
506 0 0 269.456
506 0 0 319.456
303.310 0 0 573.272
303.310 0 0 623.272
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Inkomensoverdr.aan overheid (niet-Rijk) Naast een aantal kleine afwijkingen is bij de kadernota 2011 met ingang van 2012 een bedrag van € 11.000 beschikbaar gesteld voor de openbare geestelijke gezondheidszorg en een bedrag van € 9.000 voor het uitvoeren van Eigen Kracht Conferenties.
18.000
N
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
54.000
N
Overige opbrengsten goederen en diensten In de kadernota 2011 is besloten meer evenwicht aan te brengen tussen de kosten en inkomsten voor begraven. Verhoging van de tarieven vergroot de inkomsten met € 50.000.
50.000
V
Overige kleine afwijkingen
10.000
V
12.000
N
Totaal
- 53 -
- 54 -
DEELPROGRAMMA 2.4
SOCIALE ZAKEN EN WERK
Omschrijving van het deelprogramma Dit programma betreft de ondersteuning van burgers die niet zelfstandig kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud, de re-integratie van burgers richting de arbeidsmarkt en de inburgering van vreemdelingen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1610 Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen 1611 Werkgelegenheid 1614 Gemeentelijk minimabeleid 1621.1 Vreemdelingen 1623 Participatiebudget
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Iedereen heeft tenminste recht op een zodanig niveau van bestaanszekerheid dat men volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. Iedereen moet er op kunnen rekenen dat de overheid, haar instellingen en medewerkers, haar inwoners met respect bejegent; respect dat de overheid van de burgers mag terugverlangen. Werk is ontzettend belangrijk voor mensen. Het verschaft niet alleen inkomen, maar draagt ook bij aan eigenwaarde en sociale contacten. Wij zullen daarom in blijven zetten voor het scheppen en in stand houden van werkgelegenheid en het bestrijden van werkloosheid. Er moet actief ondersteuning plaatsvinden, bijvoorbeeld bij het aanvragen van extra vergoedingen en het geven van informatie over mogelijke instrumenten zoals loonkostensubsidies. Wij zullen van de werkzoekenden een zwaardere inzet vragen om dit beleid te laten slagen. Voor sommige individuele mensen en/of groepen mensen is het, ondanks alle eigen inspanningen, financieel niet mogelijk volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Binnen vastgestelde kaders worden zij in de gelegenheid gesteld om gebruik te maken van het participatiefonds om maatschappelijke activiteiten te ontplooien. De gemeente stimuleert kinderopvang voor alleenstaande ouders zodat zij zich beschikbaar kunnen stellen voor de arbeidsmarkt. De gemeente zal, in samenwerking met opleidingen, lokale ondernemers, de Kamer van Koophandel en andere partners, zoveel mogelijk stagemogelijkheden voor jongeren realiseren. Dit geldt ook voor extra stages binnen de gemeentelijke organisatie. Om de afstand letterlijk en figuurlijk zo gering mogelijk te houden voor werkzoekenden en degenen die op ondersteuning van de gemeente zijn aangewezen, is een blijvende voorziening van het UWV in Winsum zeer gewenst. Het streven is om op termijn de loketten WMO en Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met andere vormen van publieke dienstverlening te integreren in één loket. In het gemeentelijk personeelsbeleid krijgen de mensen met een arbeidshandicap zo mogelijk speciale aandacht en vult de gemeente door het in dienst nemen van gehandicapten de gewenste voorbeeldfunctie in. Bestaande beleidskaders - Beleidsplan Sozawe 2009/2010; - Handhavingbeleidsplan Sociale Zaken; - Debiteurenbeleidsplan; - Ketenjaarplan 2010; - De Wet Werk en Bijstand (Wwb); - Wet Inburgering (WI); - Wet Sociale Werkvoorziening; - Modernisering WSW; Visie document WSW.
- 55 -
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen In de programmabegroting voor 2011 werd de verwachting uitgesproken dat de recessie in 2011 over het hoogtepunt heen zal zijn en dat de forse groei van het klantenbestand WWB zal gaan stabiliseren. Gelukkig is de groei niet fors geweest. Er was sprake van een geleidelijke groei van het bestand en halverwege 2011 heeft de groei zich op dat moment gestabiliseerd. Voor 2012 voorspelt het CPB in september 2011 een groei van de Nederlandse economie van 1% en een stabilisering van de werkloosheid op 4¼ %. Dit zijn uiteraard landelijke cijfers. Per regio en gemeente kan dit verschillen. Waar alle gemeenten mee te maken krijgen, zijn de bezuinigingen. De overkoepelende vereniging van sociale diensten (Divosa) verwoordt het als volgt: “Het snoeimes snijdt diep”. De komende 4 jaar daalt het Participatiebudget naar 1/3e deel van het oorspronkelijke budget. Voor 2012 wordt het Participatiebudget al gehalveerd. Daarnaast krijgen gemeenten te maken met bezuinigingen op de Sociale Werkvoorziening. Als de plannen doorgaan daalt dit budget de komende jaren naar 2/3e deel van het oorspronkelijke budget. Wel is er incidenteel geld beschikbaar gesteld voor de herstructurering van de Sociale Werkvoorziening. Het UWV wordt door bezuinigingen gedwongen om zich terug trekken op uiteindelijk 30 werkpleinen, de zogenaamde 30+ vestigingen. Afhankelijk van de keuzes die gemeenten maken, zal een lokale vorm van een werkplein kunnen blijven bestaan. De gemeenten Bedum, de Marne, Winsum en Eemsmond hebben eind 2010 besloten om het werkplein Winsum tot 2015 te handhaven. Naast de bezuinigingen zullen de gemeenten worden geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen en opdrachten. Per 1 januari 2012 verdwijnt de Wet Investering Jongeren. De WIJ wordt opgenomen in de WWB. Binnen de WWB zal een nieuwe definitie van het begrip huishouden worden geïntroduceerd met verstrekkende gevolgen voor die huishoudens waar meerdere inkomens binnenkomen. Verder wordt in 2012 de voorbereiding van de Wet Werken naar Vermogen (geplande ingangsdatum 1 januari 2013) ter hand genomen. Daarin zal ook de re-integratie van de Wajong (jonggehandicapten) aan de gemeenten worden opgedragen. Er staat veel te gebeuren. Als we kijken naar de verschillende onderdelen dan wordt duidelijk dat budgetten krimpen. Dat wordt op het beleidsterrein Sociale Zaken en Werk met name zichtbaar bij het Participatiebudget en de Sociale Werkvoorziening. De doelgroep van Sociale Zaken krijgt ook te maken met bezuinigingen op andere beleidsterreinen, zoals de Zorg en WMO. Om de dienstverlening aan de klanten zo goed mogelijk op peil te houden, is het meer dan voorheen noodzaak om met de verschillende publiek gefinancierde ketenpartners samen te werken. In de herfst van 2011 zal samen met bestuurders, beleidsmedewerkers, uitvoerende medewerkers en management een bijeenkomst worden georganiseerd met als doel: - alle ontwikkelingen in kaart te brengen - een toekomstvisie te ontwikkelen op het beleidsterrein Sociale zaken en Werk tot 2015 - afspraken te maken op welke manier de bezuinigingen kunnen worden opgevangen, waarbij de dienstverlening aan de klant zo optimaal mogelijk blijft - veel meer de samenwerking te zoeken voor een efficiëntere en effectievere dienstverlening Het is noodzaak om samen met Ability uitvoering te geven aan de re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uit deze bijeenkomst zullen nadere voorstellen worden
- 56 -
ontwikkeld voor de jaren 2012 - 2015. Als we goed kunnen samenwerken in de gehele keten van werk, inkomen en zorg dan kan het ook met minder middelen. De inzet van kostbare instrumenten als gesubsidieerde arbeid en loonkostensubsidies is dan niet meer betaalbaar. Goede diagnose, samenhangende begeleiding en activiteiten ondernemen met behoud van uitkering, zoals stages en werkervaringsplekken, zullen vooral worden ingezet. In 2012 willen we op 3 niveaus de werkzaamheden gaan uitvoeren. Des te groter de afstand tot de arbeidsmarkt, des te beter wij de klant willen leren kennen. Dat zal in de visiebijeenkomst nog nader worden uitgewerkt, maar de ingezette richting zal de volgende zijn, waarbij we bij de onderdelen b en c de begeleiding meer in de buurt van de klant willen organiseren: a. Werkplein Winsum voor: i. arbeidsbemiddeling ii. vacatureoverzichten/vacatureservicepunt iii. jobhunting iv. aanvraag inkomen en werk v. Steunpunt vrijwilligers vi. Werkgeversbenadering b. Werkleeromgeving: i. werkervaringsplekken bij werkgevers/Ability ii. Kwalificeren met certificaten van erkende leerbedrijven, waaronder Ability iii. Opleidingen (ROC) iv. Stageplekken v. Combinaties van hiervoor genoemde mogelijkheden vi. De begeleiding van deze cliënten willen we zoveel mogelijk op locatie organiseren. c. Dorps- en buurtgewijs werken i. Vrijwilligerswerk ii. Activering iii. Participatieprojecten in dorps- en buurthuizen iv. Ketensamenwerking v. De begeleiding van deze cliënten willen we zoveel mogelijk op locatie organiseren. Tenslotte: de samenvoeging van de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Bedum met de afdeling SoZaWe de Marne & Winsum zal naar verwachting per 1 januari 2012 worden gerealiseerd. De samenwerking met de gemeente Eemsmond op het gebied van Werkplein, werkgeversbenadering en Sociale Werkvoorziening wordt gecontinueerd en waar mogelijk geïntensiveerd.
Gesignaleerde knelpunten Naar verwachting wordt het re-integratie budget dat jaarlijks door het Ministerie van Sociale Zaken aan gemeenten beschikbaar wordt gesteld in 2012 aanzienlijk verminderd. We houden rekening met een daling van ca. 50%. Dat betekent dat er minder geld beschikbaar is voor activiteiten op het gebied van re-integratie. We moeten derhalve weloverwogen keuzes maken met betrekking tot waar we de beschikbare middelen voor inzetten.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Vermindering van het aantal personen in de gemeente Winsum dat afhankelijk is van een uitkering in het kader van de Wet Werk en Bijstand, BBZ, IOAW en IOAZ. Aantal personen WWB goed middel 233 210 244 Prestatie-indicatoren
- 57 -
Wat willen we bereiken? •
Het uitkeringsbestand daalt met 2%.
Wat gaan we daarvoor doen? •
• • •
•
Nieuwe uitkeringsgerechtigden doen binnen een week mee aan activiteiten.
•
Snelle intake en bepaling van aanbod.
•
Samen met Ability en werkgevers werkleeraanbod ontwikkelen. Met de bestaande instellingen werkleeraanbod in omgeving van klant ontwikkelen en aanbieden.
•
•
re-integratietraject voor ieder die binnen 2 jaar naar regulier werk kan.
•
•
•
•
klanten met grotere afstand tot arbeidsmarkt zijn maatschappelijk actief.
minima maken gebruik van voorzieningen.
Verminderen instroom door goede verwijzing, snelle arbeidsbemiddeling, plaatsing en hoogwaardig handhaven. Deelname aan regionale projecten (aanpak jeugdwerkloosheid, Eemshaven). Effectieve werkgeversbenadering in samenwerking met Werkplein Eemsdelta. Gerichte werkgeversbenadering en matching van klanten vanuit het VacatureServicePunt, waarbij gebruik wordt van de bestaande samenwerkingsverbanden (Noord-Groningen voor aanpak Jeugdwerkloosheid en de combinatie Werkplein Eemsdelta/Winsum) en alle andere mogelijkheden in de regio.De andere mogelijkheden zijn de lokale werkgevers, maar uiteraard ook grotere werkgevers zoals in de stad Groningen en de Eemshaven.
Screenen bestand op onderscheid binnen 2 jaar naar werk en niet binnen 2 jaar naar werk. Gericht aanbod aan klant die binnen 2 jaar naar regulier werk kan.
•
Steunpunt vrijwilligers.
•
Maatschappelijke stages Stimuleren van klanten voor ontwikkelen van eigen activiteiten.
•
Actief informeren van burgers.
•
Ketenpartners informeren en minima laten ondersteunen bij aanvraag.
- 58 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
7.416.425
7.707.004
7.131.194
7.032.150
7.019.049
7.053.964
Totaal lasten
7.416.425
7.707.004
7.131.194
7.032.150
7.019.049
7.053.964
Baten Baten bestaand beleid
5.908.525
5.725.628
5.094.531
5.013.231
4.987.552
5.020.059
Totaal baten
5.908.525
5.725.628
5.094.531
5.013.231
4.987.552
5.020.059
Saldo deelprogramma
1.507.900
1.981.376
2.036.663
2.018.919
2.031.497
2.033.905
2011
2012
316.691 6.072
316.691 6.072
0 3.571.677 2.507.356 683.333 0 10.808 611.068 7.707.005
0 3.440.061 2.496.143 228.024 0 10.435 633.768 7.131.194
2011
2012
5.643.096 82.532 0 5.725.628
5.011.999 82.532 0 5.094.531
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdrachten aan het Rijk Sociale uitkeringen in geld Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Inkomensoverdrachten van het Rijk Baten vergoedingen & verhaal soc.uitk. Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Totaal baten
- 59 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Sociale uitkeringen in geld In de begroting 2012 zijn we uitgegaan van de prognose zoals we die hebben gedaan in de kadernota 2011. Dit houdt in dat we uitgaan van een daling van het aantal bijstandsklanten en een daling van de rijksbijdrage. De meest recente cijfers (september 2011) geven aan dat de uitstroom iets stagneert. We blijven de ontwikkelingen volgen. Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) De bijdrage aan Ability is aangepast conform het besluit in de kadernota (nadeel € 14.000). Daarnaast zijn de beschikbare middelen voor educatie, als onderdeel van het participatiebudget, met hetzelfde bedrag verlaagd als de verwachte daling van het rijksbudget (voordeel € 24.000). Overige inkomensoverdrachten Het re-integratiebudget zal naar verwachting gehalveerd worden ten opzichte van 2011. De uitgaven met betrekking tot re-integratie zullen als gevolg hiervan ook gehalveerd worden. Dit betekent dat er fors minder beschikbaar is voor activiteiten op het gebied van re-integratie.
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting. Inkomensoverdrachten van het Rijk Zoals hierboven beschreven is deze raming van het rijksbudget WWB conform de prognose vanuit de kadernota 2011 (nadeel € 151.000). Wat betreft het participatiebudget wordt rekening gehouden met een daling van het rijksbudget met € 480.000. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 60 -
132.000
V
11.000
V
455.000
V
23.000
N
631.000
N
1.000
V
55.000
N
DEELPROGRAMMA 2.5
WELZIJN
Omschrijving van het deelprogramma Bij het deelprogramma welzijn gaat het om voorzieningen voor burgers van de Gemeente Winsum die de sociale kwaliteit van leven en welzijn bevorderen. Er ligt een duidelijke relatie met deelprogramma volksgezondheid en maatschappelijke ondersteuning. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1630.1 Sociaal-cultureel werk 1630.2 Jeugd- en jongerenwerk 1630.3 Ouderenwerk 1650 Kinderdagopvang
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De gemeente Winsum moet een vitaal landelijk gebied zijn waar jong en oud kunnen wonen, werken en van kwalitatief goede en bereikbare basisvoorzieningen gebruik kunnen maken. De gemeente stimuleert samenwerkingsverbanden, biedt experimenteerruimte, ondersteunt bestaande en nieuwe initiatieven die de leefbaarheid ten goede komen zoals sportverenigingen en dorpsverenigingen, transformatie van boerenbedrijven en het in stand houden van ‘buurtsupers’. Wij willen onze inwoners meer verantwoordelijkheid geven voor het instandhouden van hun leefomgeving. Wij nemen daarin de regie. Wij willen samen met onze inwoners de mogelijkheden verkennen om de inwoners te betrekken bij het beheer en de inrichting van speeltuinen, hangplekken, uitleenpunten voor sport en spel e.d. Bij de instandhouding van de leefomgeving zijn onze dorpshuizen, verenigingen en organisaties cruciaal. De functie van het dorpshuis dient gekoppeld te zijn aan de sociale, culturele, verenigings- en gemeentelijke activiteiten en is daarmee het centrale punt in het dorp. Het dorpshuis is dé ontmoetingsplaats van en voor onze inwoners die betrokken zijn bij hun leefomgeving en bereid zijn om initiatieven te ontplooien. Bij het voorkomen van problemen kan gedacht worden aan onder andere jeugd- en jongerenwerk, instellingen tegen overmatig alcohol en drugsgebruik, scholen, sozen, maar ook het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wij gaan onderzoeken of het mogelijk is om een fysiek Centrum voor Jeugd en Gezin in onze gemeente te realiseren. Wij willen plaatselijke activiteiten voor ouderen stimuleren waarbij wij de ouderenraad willen betrekken.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • De nota integraal jeugdbeleid (juni 2001); • Jeugdsozennotitie Winsum 2008-2012; • Sportnota 2003-2015; • De beleidsnota dorpshuizen 2003-2010 + Evaluatie 2006; • Vernieuwingsimpuls communicatie met de burger; • Notitie leefbaarheid (2009); • ‘Schatkamer van het Noorden’ Toekomstvisie 2020 Gemeente Winsum; • Subsidiebeleid Welzijn Gemeente Winsum (2007) +Tussentijdse evaluatie (2009); • WMO beleidsplan gemeente Winsum 2011-2014. • Beleidsnotitie vrijwilligerswerk 2010-2014; • Bestuursopdracht leefbaarheid; • Bestuursopdracht accommodaties.
- 61 -
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen De Kanteling in de WMO is een ontwikkeling die de komende jaren meer vorm moet krijgen. Een verschuiving zal (nog meer) plaatsvinden van ‘verzorgen’ naar ‘ondersteunen om te kunnen participeren’. Deze nieuwe benadering vraagt van de gemeente om nog meer vraagverhelderend in gesprek te gaan met de cliënt, en minder beoordelend. Cliënten zelf zullen ook moeten afstappen van het zogenaamde claimdenken en alle mogelijkheden verkennen om hun probleem op te lossen. Behoud van regie over het eigen leven, zelfredzaamheid en het zelfoplossend vermogen van de burger staat voorop, waarbij de sociale omgeving een belangrijke rol speelt. Sociale cohesie betekent ‘zorg voor elkaar’. Dit betekent ook aandacht voor de leefbaarheid in de dorpen en wijken. Naast het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners bij hun fysieke leefomgeving gaat het ook om vergroten van betrokkenheid van bewoners naar elkaar. Het vroegtijdig signaleren van problemen en het adequaat begeleiden van kinderen en jongeren blijft belangrijk. Door de decentralisatie van de jeugdzorg krijgt de gemeente er belangrijke taken en verantwoordelijkheden bij. De Centra voor Jeugd en Gezin worden de frontoffice voor de jeugdzorg. Zie verder deelprogramma volksgezondheid en maatschappelijke ondersteuning. Om de (sturings)relatie tussen gemeente en welzijnsorganisaties en de kwaliteit en professionaliteit van welzijnswerk te verbeteren is het landelijke programma Welzijn Nieuwe Stijl gelanceerd. Het Welzijnswerk moet in haar ontwikkeling mee met de ontwikkelingen in de WMO. Welzijn Nieuwe Stijl richt zich op het versterken van het zelfregelend vermogen van de burger en het betrekken van de sociale omgeving bij de ondersteuning. Dit vraagt van de welzijnswerkers een andere manier van werken. De gemeente stuurt meer en meer op resultaten en maatschappelijke effecten van het uitvoerend welzijnswerk.
Gesignaleerde knelpunten Demografische ontwikkelingen (vergrijzing en ontgroening) en afnemende financiële middelen vragen een duidelijke visie op de voorzieningen in de dorpen en de bijbehorende accommodaties. Het gaat om het ontwikkelen van alternatieven en de zorg voor de leefbaarheid in de dorpen. De financiële ruimte voor uitvoering van de Wmo-breed is beperkt waardoor ook in het beleid en de uitvoering duidelijke keuzes gemaakt moeten worden.
Maatschappelijke effecten Prestatie-indicatoren Mantelzorgondersteuning Aantal bereikte mantelzorgers door het steunpunt mantelzorg Stimuleren van het vrijwilligerswerk Aantal ingeschreven vrijwilligers bij vacaturebank Aantal inschreven organisaties bij vacaturebank Aantal bemiddelingen naar vrijwilligerswerk
meetbaarheid
beinvloedbaarheid
streven 2012
streven 2011
realisatie 2010
goed
middel
120
150
91
goed
middel
150
105
168
goed
middel
100
76
100
goed
middel
60
45
94
- 62 -
Wat willen we bereiken? •
Inwoners meer verantwoordelijkheid geven voor het instandhouden van hun leefomgeving.
Wat gaan we daarvoor doen? •
Ruimte bieden aan experimenten van verenigingen en inwoners om initiatieven te ontwikkelen, het stimuleren van samenwerkingsverbanden en het ondersteunen van bestaande en nieuwe initiatieven met het doel de leefbaarheid te versterken.
•
Inwoners betrekken bij hun leefomgeving zoals bij de inrichting en het beheer van speeltuinen en hangplekken en dergelijke. Dit in maatwerk uitvoeren zodat het past bij de betreffende wijk of het dorp en betrokken organisaties en bewoners.
•
Verstrekken van leefbaarheidssubsidies voor initiatieven die de leefbaarheid verbeteren in buurten en dorpen.
•
Verbetering en bevordering van de leefbaarheid in de dorpen.
• •
Notitie leefbaarheid actualiseren. Subsidies leefbaarheid evalueren.
•
Inwoners meer verantwoordelijkheid geven voor het versterken van sociale samenhang in hun wijk of dorp. Het probleemoplossend vermogen van de bewoners vergroten.
•
Verstrekken van leefbaarheidssubsidie voor buurtinitiatieven. Opdracht te verstrekken aan uitvoerend welzijnswerk voor de inzet van ‘opbouwwerk’ die gericht ingezet wordt in buurten en dorpen. In 2012 zetten we in op vervolg van Ripperda aan Zet.
Het vrijwilligerswerk versterken en stimuleren. Het stimuleren van vrijwilligerswerk voor het uitvoeren van zorgtaken en algemeen ondersteunende activiteiten.
•
• •
•
•
•
•
Beter inspelen op de vraag van de burger rondom de maatschappelijke ondersteuning.
•
•
Het zorgen voor bereikbare en toegankelijke mogelijkheden en plekken voor inwoners om elkaar te ontmoeten.
•
•
- 63 -
Steunpunt Vrijwilligerswerk inzetten voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod; Nieuwe manieren zoeken om vraag en aanbod van vrijwilligerswerk nog beter bij elkaar te brengen. Bijvoorbeeld door vraag en aanbod op dorpsniveau bijeen te brengen. Vrijwilligerswerk laagdrempelig maken door vereenvoudiging regelgeving en administratieve processen. Integraler te werk gaan in de WMO door onder andere verbanden te leggen tussen mantelzorgondersteuning, WMO voorzieningen en het vrijwilligersbeleid, seniorenvoorlichting. De gemeente onderzoekt samen met de dorpsbewoners in clusters van dorpen naar de mogelijkheden van dorps(informatie) punten. Dorpshuizenbeleid doorzetten en nadrukkelijk versterken van de multifunctionaliteit van de dorpshuizen waar dit mogelijk is.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Duidelijkheid scheppen over de rol en verantwoordelijkheid van de gemeente ten aanzien van accommodaties ten behoeve van maatschappelijke functies.
•
Het formuleren van een beleidskader voor het te voeren accommodatiebeleid conform de bestuursopdracht.
•
Meer mantelzorgers bereiken met een ondersteuningsaanbod.
•
Het Steunpunt Mantelzorg krijgt opdracht om zicht te krijgen op ‘nieuwe’ groepen mantelzorgers, waaronder de jonge mantelzorger en hun behoeften aan ondersteuning. Ontwikkelen van een aanbod van voorzieningen / ondersteuning dat aansluit bij de behoeften van de mantelzorgers.
•
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
873.434
1.204.017
1.011.779
1.011.002
1.009.521
1.001.608
Totaal lasten
873.434
1.204.017
1.011.779
1.011.002
1.009.521
1.001.608
Baten Baten bestaand beleid
78.805
19.940
19.940
20.940
21.940
22.940
Totaal baten
78.805
19.940
19.940
20.940
21.940
22.940
794.629
1.184.077
991.839
990.062
987.581
978.668
2011
2012
2.414 2.158 4.094 99.910
2.414 2.158 4.094 38.910
6.405 262.482 561.568 0 29.068 235.918 1.204.017
6.405 259.922 404.963 0 32.828 260.085 1.011.779
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Energie Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Sociale verstrekkingen in natura Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
- 64 -
De baten bestaan uit: Huren Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
2011
2012
19.940 0
19.940 0
0 0 19.940
0 0 19.940
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten In 2011 zijn diverse budgetten eenmalig verhoogd waardoor deze bedragen niet terugkomen in de begroting 2012. Het betreft € 24.000 voor accommodatiebeleid en € 37.000 voor uitwerking van de dorpenatlas/ leefbaarheid.
61.000
V
Overige Inkomensoverdrachten In de begroting 2011 zijn een aantal eenmalige bedragen opgenomen, doorgeschoven uit voorgaande jaren. Het betreft 2 keer een bedrag van € 50.000 voor het opzetten van een jeugdsoos in Balfo en in Ezinge, een bedrag van € 50.000 voor een kwaliteitsimpuls voor het peuterspeelzaalwerk en € 7.000 voor inspecties.
157.000
V
24.000
N
2.000
N
192.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 65 -
- 66 -
DEELPROGRAMMA 2.6
SPORT
Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma omvat de beleidsuitgangspunten op het gebied van sport. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1530.1 Buitensportaccommodaties 1530.2 Binnensportaccommodaties 1530.3 Zwembad 1530.4 Sport - algemeen 1531 Groene sportvelden en terreinen 1580 Overige recreatieve voorzieningen
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Een jaar of tien geleden was sportbeleid voornamelijk accommodatiebeleid. Er is een trend waarneembaar van intensivering van sport- en beweegbeleid. Sport is op de gemeentelijke agenda gekomen en sportbeleid is vooral sportstimuleringsbeleid geworden. Dat stimuleringsbeleid is in gang gezet met het lokale project voor jongeren van 4-12 jaar, waarin een relatie is gelegd tussen onderwijs en sport. Vanwege het grote belang van sport en bewegen voor de gezondheid en het welbevinden van mensen en de maatschappelijke betekenis van sportverenigingen willen we het sport- en beweegbeleid verbreden naar andere doelgroepen en het structureel verankeren in het gemeentelijke sport- en beweegbeleid. In dat verband willen we op interactieve wijze het gemeentelijke sportbeleid herzien en het subsidie- en tarievenbeleid aanpassen. Verenigingen moeten worden uitgedaagd om jongeren en mensen uit specifieke doelgroepen een sportaanbod te bieden en/of als vrijwilliger bij hun vereniging te betrekken. Sportverenigingen hebben een belangrijke maatschappelijke betekenis en worden daarbij ondersteund. Indien samenwerking daartoe noodzakelijk is, zal dat actief gestimuleerd worden. Gestreefd wordt naar gezamenlijk gebruik van en verantwoordelijkheid voor sportaccommodaties. Er wordt bekendheid gegeven aan het participatiefonds en het jeugdsportfonds als mogelijkheid van financiële steun voor kinderen die lid willen worden van een sportvereniging. We willen ook dat het participatiefonds zodanig wordt gewijzigd dat kinderen uit gezinnen die voor het fonds in aanmerking komen in staat worden gesteld hun zwemdiploma te behalen. De gemeente moet sportclubs niet teveel belasten met regelgeving en procedures. De voor vrijwilligersorganisaties benodigde bewijzen over het gedrag (VOG) worden gratis of tegen een heel laag tarief verstrekt.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Winsum beweegt!; • Sportnota gemeente Winsum 2003-2015; • Toekomstvisie Winsum 2020 “Schatkamer van het Noorden”; • Meerjarig Investeringsplan Uitvoering Sportnota 2005-2011 (MIP); • Projectplan BOS-Impuls Gemeente Winsum; • Eindrapport BOS project basisonderwijs; • Bestuursopdracht sport.
- 67 -
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen Sportbeleid is in onze gemeente voornamelijk accommodatiebeleid geweest: zorgen voor goed ingerichte sportzalen en sportvelden. Vervolgens is het aan de verenigingen om ze te gebruiken. Over de breedte van het sportbeleid zien wij de accenten verschuiven in de richting van sportstimuleringsbeleid. Het Buurt Onderwijs Sport project heeft hieraan bijgedragen. Inwoners vooral stimuleren om (meer) te bewegen, maar niet meer alles voor hem of haar regelen. Een grotere verantwoordelijkheid bij de sporter en de verenigingen leggen. De gemeenteraad heeft een bestuursopdracht sport vastgesteld om een nieuwe lange termijn visie te ontwikkelen voor het gemeentelijk sportbeleid.
Gesignaleerde knelpunten Geconstateerd is dat er een lappendeken bestaat aan afspraken en regelingen, contracten, tarieven en beheersituaties t.a.v. de buitensport en binnensport. Er is behoeft aan uniformiteit. Sport maakt onderdeel uit van de bezuinigingstaakstelling. De sportverenigingen zullen bij de ontwikkeling in het beleid van accommodatiegericht naar sportstimulering (activiteitengericht) ook een omslag moeten maken. Niet alle sportaccommodaties worden efficiënt gebruikt. Hiervoor zullen ook oplossingen gezocht moeten worden.
Maatschappelijke effecten Prestatie-indicatoren
Aantal deelnemende kinderen BO aan de sportpas
meetbaarheid
beinvloedbaarheid
streven 2012
streven 2011
realisatie 2010
Goed
Middel
250
250
200
Bij het formuleren van nieuw sportbeleid zullen we ook nieuwe prestatie-indicatoren ontwikkelen gekoppeld aan de doelstellingen van het beleid.
Wat willen we bereiken? •
Sporten en bewegen stimuleren voor alle (jong, oud) inwoners van Winsum.
Wat gaan we daarvoor doen? •
•
•
- 68 -
Het ontwikkelen van een visie op sport op basis van het collegeprogramma en de bestuursopdracht sport. Als uitvloeisel van de visie het ontwikkelen van sportstimuleringsbeleid met het doel de gezondheid en het welbevinden van de inwoners te vergroten. Sportverenigingen en andere uitvoerende partners betrekken bij de vorming van het nieuwe beleid zodat zij worden uitgedaagd om een sportaanbod te bieden voor specifieke doelgroepen.
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Het realiseren van een bezuiniging op het beleidsveld sport.
•
In het nieuw te ontwikkelen beleid kritisch kijken naar: - mogelijkheden van ander beheer Ripperdahal; - mogelijkheden afbouwen exploitatiesubsidie zwembad onderzoeken; - uniformiteit in contracten, tarieven, beheersconstructies etc.; - Onderzoeken welke bezuinigingen op de accommodaties plaats kunnen vinden.
•
Efficiënt gebruik van sportaccommodaties en delen van verantwoordelijkheid.
•
Financieel ondersteunen en faciliteren van ontwikkelingen van accommodaties bij het kunstgrasveld door gezamenlijke verenigingen. Verenigingen stimuleren tot gezamenlijk gebruik van accommodaties en hiervoor voorwaarden scheppen in het nieuwe beleid.
•
•
Sportstimulering en daarbij een voorbeeldrol voor de gemeente (bestuur en gemeentelijke organisatie).
•
Deelname van de gemeente Winsum aan de 4 mijl van Groningen of de Artemis Run in 2012 door 1/4e deel van het college, 1/5e deel van de Raad en een team uit de ambtelijke organisatie.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
1.216.555
1.249.887
1.147.333
1.095.907
1.090.903
1.071.579
Totaal lasten
1.216.555
1.249.887
1.147.333
1.095.907
1.090.903
1.071.579
Baten Baten bestaand beleid
244.025
198.103
200.203
202.003
203.803
205.603
Totaal baten
244.025
198.103
200.203
202.003
203.803
205.603
Saldo deelprogramma
972.530
1.051.784
947.130
893.904
887.100
865.976
- 69 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Personeel van derden Energie Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Huren Pachten Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdrachten van het Rijk Reserveringen Totaal baten
2011
2012
90.666 30.411 67.884 30.435
82.763 30.411 72.884 30.435
19.131 433.631
18.781 389.058
1.598 125.246 0 288.778 162.107 1.249.887
1.598 117.246 0 306.568 97.588 1.147.332
2011
2012
3.783 188.877 1.946
3.848 190.912 1.946
3.497 0 198.103
3.497 0 200.203
- 70 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten In 2011 is een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 20.000 voor de ontwikkeling van Winsum-West. In de begroting 2011 was nog een onderhoudsbudget opgenomen van € 10.000 voor de nieuwe kleedaccommodatie op Winsum-West. Deze is voor 2012 geschrapt. Daarnaast is een stelpost opgenomen voor de 1e fase van de bezuinigingstaakstelling bij de kleedaccommodaties op de sportvelden als onderdeel van de bestuursopdracht sport.
45.000
V
Kapitaallasten De verhoging wordt veroorzaakt door de kapitaallasten van de nieuwe kleedaccommodaties in Winsum-West.
18.000
N
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
65.000
V
Overige kleine afwijkingen
13.000
V
105.000
V
Totaal
- 71 -
- 72 -
DEELPROGRAMMA 3.1
ECONOMIE
Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma omvat de beleidsuitgangspunten op het gebied van economie. Er ligt een relatie met recreatie en toerisme, met detailhandel en overige bedrijven en met de werkgelegenheid die de verschillende bedrijven bieden. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1310 Handel en ambacht 1320 Industrie 1330 Nutsbedrijven 1341 Overige agrarische zaken 1311 Baten marktgelden
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De gemeente kent geen grootschalige industrie. In het economisch beleid staat het stimuleren van de initiatieven van de lokale ondernemers voorop. Detailhandel en ondernemers moeten het aantrekkelijk vinden om hun activiteiten uit te breiden, of zich hier te willen vestigen. Daarbij wordt gestimuleerd dat kleine en startende ondernemers een winkel of bedrijfje kunnen vestigen. Naar (toekomstige) ondernemers is een leidende rol gewenst van de gemeente om een zo goed mogelijk advies te geven zodat de kans van slagen op voorhand groot is. Hierbij gaat de gemeente uit van één loket. Het (langetermijn)beleid van de gemeente Winsum moet er op gericht zijn om met de ondernemers een versterkende aantrekkingskracht binnen onze gemeente te bewerkstelligen. Bij een duidelijk beleid kunnen ondernemers in de verschillende kernen hun plannen daarop afstemmen of aanpassen. In deze langetermijnvisie spelen zaken zoals aanpak Boogplein, Onderdendamsterweg binnen de bebouwde kom, N361, woningbouw Obergum Noord, parkeergelegenheid, ontwikkeling bedrijventerreinen, recreatie e.d. een belangrijke rol. De gemeente neemt hierin de regie. Zij zal samen met de ondernemers moeten streven naar winkelvoorzieningen met bijbehorende parkeermogelijkheden (die voor een deel buiten het winkelgebied liggen), voor een optimaal koopklimaat. Bij de inrichting van het Boogplein draagt de gemeente de verantwoordelijkheid voor een goede verblijfskwaliteit in de kom van Winsum.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Geactualiseerde Detailhandelsvisie (2009); • Dorpsvisies; • Ambitie om te schakelen (schakelkernen regiovisie); • Toekomstvisie “Schatkamer van het Noorden” (2003); • Provinciaal Omgevingsplan; • Onderscheiden bestemmingsplannen; • Actualisatie begroting 2007 ‘een stap voorwaarts’.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • In augustus 2009 is een tweejarig traject ingezet voor uitwerking van de in dat jaar vastgestelde geactualiseerde detailhandelsvisie. Eind 2011 denken wij dit traject voorshands af te kunnen ronden.
- 73 -
•
•
resultaten zijn inmiddels te zien: - nadat in 2010 alle detaillisten in de kom van Winsum een advies hebben gekregen over verbetering van de winkeluitstraling, zijn een drietal ondernemers bezig bij wijze van pilot hun panden ook daadwerkelijk aan te pakken. - Er komt een voorstel voor een uitbreiding van de C-1000 in het winkelcentrum Obergon. - Het definitieve herinrichtingsplan voor de Onderdendamsterweg – een belangrijke schakel voor onze winkelvoorzieningen – is inmiddels door de raad behandeld. Vooruitlopend daarop is de nieuwe (bredere) brug inmiddels gerealiseerd en is het wegvak ter hoogte van de discount supermarkt aangepast. De rest volgt in 2012 en 2013. - Het plan om te komen tot een uitbreiding van de C-1000 in het winkelcentrum Obergon, is inmiddels in procedure gebracht. Onderdeel daarvan maakt uit de inrichting van het gebied rondom het winkelcentrum. Dat gebeurt in goed overleg met de omwonenden en andere betrokkenen. - Er ligt inmiddels een marketingplan voor het dorp Winsum. Gepoogd wordt de financiering rond te krijgen van de eenmalige maatregelen en de structurele bekostiging van de marketing en promotie van het dorp. Het nieuwe bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Baflo is inmiddels door de raad vastgesteld.
Gesignaleerde knelpunten • Er is sprake van frictieleegstand van op dit moment 4 winkelpanden in de kom van Winsum. • De gemeente heeft bij de eigen ondernemers een negatief imago als vestigingsplaats voor ondernemers, blijkend uit een lagere score in het MKB onderzoek naar de MKBvriendelijkste gemeente. • Voor het kunnen voeren van actief economisch beleid zijn structureel meer financiële middelen nodig. • Voor een goede branchering van het winkelbestand in het kernwinkelgebied van Winsum (de kom) zijn meer vierkante meters winkelvloeroppervlakte nodig. • De samenwerking met en tussen ondernemers kan nog verbeterd worden. • Winsum vermarkt zichzelf onvoldoende. • De bezoekende consument wordt niet lang genoeg vastgehouden. • Er is te weinig afstemming en samenhang van de evenementen in het dorp Winsum. • De ruimtelijke uitstraling van het centrum van Winsum heeft onvoldoende kwaliteit.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven baarheid baarheid 2012 Meer werkgelegenheid voor de inwoners van de gemeente Winsum. Toename van het arbeidsplaatsen goed matig O% over de periode 2007-2010 met 5% 10 plaatsen stijgen op de noordelijke goed matig 15 ranglijst “MKB-vriendelijkste gemeente” Prestatie-indicatoren
- 74 -
streven 2011
realisatie 2010
2%
2%
10
10
Wat willen we bereiken? •
Een levendig en aantrekkelijk winkelcentrum in de kom van Winsum.
Wat gaan we daarvoor doen? • •
•
•
• •
•
Een professionele marketing en promotie van Winsum als boodschappencentrum plus.
• •
•
•
•
Realisatie van het Boogplein Samen met marktpartijen zoeken naar invulling van lege of leegkomende winkelpanden. Het samen met marktpartijen zoeken naar mogelijkheden om het aantal de vierkante meters winkelvloeroppervlakte in de kom van Winsum te vergroten. Herinrichting van de Onderdendamsterweg, tezamen met de herinrichting van het gebied rondom het winkelcentrum Obergon Uitbreiding en revitalisering van het winkelcentrum Obergon. De (verdere) verbetering van de uitstraling van de winkelgevels entameren. Uitvoering van het marketingplan, Realisatie van de diverse maatregelen uit het projectplan, zoals bebording, (nieuwe) wandelroutes, actualisatie historische wandelroute en realisatie van een Toeristische Overstapplaats (TOP) nabij camping Marenland. Oprichten van een stichting Promotie Winsum die de promotie en marketing van het dorp Winsum ter hand neemt. De instelling van een Ondernemersfonds en het invoeren van een reclamebelasting. Het fonds wordt gevoed door de opbrengsten van deze reclamebelasting, alsmede door een jaarlijkse storting van € 15.000 ten laste van de algemene middelen. Totstandkoming en hanteren van een jaarlijkse evenementenkalender.
•
Een samenhangend economisch beleid met voldoende structurele middelen om dit beleid te kunnen uitvoeren.
•
In 2012 zal u een notitie economisch beleid worden aangeboden, voorzien van een financiële paragraaf. Dit stuk zal in een goed samenspel met de ondernemers(organisaties) worden gemaakt.
•
Een beter imago voor Winsum als vestigingsplaats voor ondernemers.
•
Samen met de ondernemers komen tot een verbeterplan als uitwerking van het onderzoek ‘Normenkader voor bedrijven‘, een onderzoek naar de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven’. Deelname aan de Noordelijke Promotiedagen. In samenwerking met de ondernemers organiseren van 3-4 netwerkavonden per jaar. ondersteuning van het project MKB Going voor ondersteuning van individuele ondernemers.
• •
•
- 75 -
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? •
Meer en beter gebruiken van de gemeentelijke website voor de communicatie met de ondernemers.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
279.950
206.830
130.817
130.817
130.817
130.817
Totaal lasten
279.950
206.830
130.817
130.817
130.817
130.817
Baten Baten bestaand beleid
236.129
376.795
260.412
132.852
133.383
133.383
Totaal baten
236.129
376.795
260.412
132.852
133.383
133.383
43.821
-169.965
-129.595
-2.035
-2.566
-2.566
2011
2012
3.252 7.659 2.478 76.587
725 2.716 2.010 28.523
3.107 0 32.960 80.786 206.829
588 0 29.892 66.363 130.817
2011
2012
109.585 22.643 29.845 128.250 78.683 7.789
90.000 8.881 29.845 128.250 0 3.436
0 376.795
0 260.412
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Energie Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Werkelijk ontvangen rente en winstuitk. Huren Pachten Opbrengst van grondverkopen Overige verkopen duurzame goederen Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Totaal baten
- 76 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten In 2011 is er een incidenteel budget beschikbaar gesteld voor het opstellen van het economisch beleidsplan. Daarnaast was er in 2011 nog budget voor de exploitatie van De Blauwe Schuit. In 2012 is dit vervallen.
48.000
V
Werkelijke ontvangen rente en winstuitk. Vanuit de verkoop van Essent zijn niet alle gelden direct uitgekeerd, maar zijn deze achtergehouden om eventuele claims en risico’s uit te kunnen dekken. In 2011 is een deel van dit achtergehouden geld uitbetaald. Over dit achtergehouden geld ontvingen we een rentevergoeding. Door deze gedeeltelijke uitbetaling in 2011 loopt de omvang van de post te ontvangen rente in 2012 terug. Het gunstige effect op onze rekening-courantrente is meegenomen bij de renteberekening op de kostenverdeelstaat kapitaallasten.
20.000
N
Overige verkopen duurzame goederen In 2011 is het netto-resultaat van de verkoop van De Blauwe Schuit geraamd. Deze opbrengst was eenmalig.
79.000
N
Overige kleine afwijkingen
11.000
V
40.000
N
Totaal
- 77 -
- 78 -
DEELPROGRAMMA 3.2
TOERISME
Omschrijving van het deelprogramma Het toeristisch recreatieve product van de gemeente Winsum kenmerkt zich vooral door rust, ruimte, kleinschaligheid en cultuur. Hét te vermarkten product is ons waardevolle landschap, waardoor wij “Schatkamer van het noorden” zijn. Dit deelprogramma geeft aan welke beleidsinstrumenten daartoe worden ingezet. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1560.2 Openluchtrecreatie 1560.3 VVV(-kantoren)
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 In de gemeente Winsum zijn landschap, natuur, recreatie en landbouw sterk met elkaar verbonden. Gebieden zijn veelal voor meerdere doeleinden bestemd. Dit betekent dat voor een goed gemeenschappelijk gebruik van deze gebieden samenwerking het sleutelwoord is. Samenwerking tussen agrariërs, natuurbescherming (weidevogelgebieden, ecologische zones etc), Groninger Landschap, waterschap, NLTO, Stad en Ommeland, gemeente en anderen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de bijzondere waarden van het Middag Humsterland en het Reitdiepdal. Binnen deze gebieden ligt één van de belangrijkste weidevogelgebieden van de provincie Groningen. Er dient rekening gehouden te worden met deze waarden in de verschillende ontwikkelingen. Recreanten bevorderen de leefbaarheid van kernen in onze gemeente. Wij willen nieuwe initiatieven stimuleren en faciliteren. Bij de verbetering, stimulering en promotie van toerisme en recreatie zoeken wij de samenwerking met andere gemeenten, VVV’s e.d. Daarbij dient meer aandacht te zijn voor de onderlinge afstemming van zowel de promotieactiviteiten als de recreatiemogelijkheden. Winsum is ook vanaf het water aantrekkelijk voor recreanten en toeristen. We streven naar goede verbindingen van vaarroutes. Bij vernieuwing/renovatie van bruggen wordt rekening gehouden met de hoogte in verband met de vaarrecreatie. Wij willen de bestaande paden en wandelwegen verbeteren en opwaarderen. Overnachtingsfaciliteiten, arrangementen in ruim verband, zoals Lauwersmeergebied met o.a. Museum Wierdenland, Allersmaborg, cultuurhistorische bezienswaardig-heden, recreatiemogelijkheden en -bedrijven, dienen bevorderd te worden.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Integrale visie Recreatie&Toerisme gemeente Winsum “Koersen op Kansen” (1997); • Gebiedsuitwerking Noord-Groningen van het Provinciaal Omgevingsplan (POP); • Toekomstvisie Winsum 2020 “Schatkamer van het Noorden”; • Bestemmingsplan buitengebied.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Het provinciaal fietsknooppuntensysteem in de provincie Groningen nadert zijn voltooiing en zal voor eind 2011 worden opgeleverd. Daardoor is een netwerk van fietsknooppunten over het hele land ontstaan. • De door een gezamenlijk initiatief van de gemeenten Zuidhorn en Winsum ontwikkelde toeristische gids voor het Middag-Humsterland is een succes. In 2012 zal gekeken worden
- 79 -
•
naar de noodzaak van een actualisatie. Streven is het initiatief alsdan over te dragen aan de ondernemers(platform). In het deelprogramma 3.1. economie zijn de initiatieven beschreven om de promotie en marketing van het dorp Winsum op een hoger plan te tillen. Deze initiatieven hebben eveneens een gunstige uitwerking op de toeristisch-recreatieve potentie van het dorp en de gemeente Winsum. Daardoor kunnen wij aanhaken bij de promotie door Marketing Groningen van het Middag- Humsterland als één van de zogenaamde ‘G7’ speerpunten.
Gesignaleerde knelpunten • De belangrijkste kwaliteit van onze gemeente is het waardevolle landschap. De vindbaarheid van deze “schat” kan en moet sterk verbeterd worden. • Voor de doortrekkende en in het gebied verblijvende toerist is er te weinig verblijfsaccommodatie. Behoudens de diverse Bed- en Breakfastbedrijfjes, zijn dergelijke voorzieningen er niet. • Er is onvoldoende samenwerking tussen alle gebruikers in en van de waardevolle gebieden (agrariërs, NLTO, Stad en Ommeland). De wijze waarop men elkaar in bepaalde gebieden wel vindt (in de gebiedscommissies voor het Middag-Humsterland en het Reitdiepdal) zou meer navolging moeten krijgen. • De toeristische bedrijfjes in onze gemeente (ruim 70) zijn alle kleinschalig. Tussen hen zou er meer samenwerking en binding moeten komen. • Er is onvoldoende afstemming met andere gemeenten en de VVV Lauwerland over ieders activiteiten op het gebied van Recreatie en Toerisme. • Het Toeristisch beleid is toe aan een herformulering. Bij de formulering en de uitvoering van het beleid is er een nadrukkelijke rol voor de ondernemers in de sector.
Maatschappelijke effecten Prestatie-indicatoren
meetbeinvloedbaarheid baarheid Het bieden van meer mogelijkheden voor recreatie en toerisme Aantal gecreëerde arbeidsplaatsen goed laag Aantal projecten recreatie en goed hoog toerisme
Wat willen we bereiken? •
Meer routegebonden recreatie.
•
•
Een beter en groter aanbod van mogelijkheden voor dagrecreatie.
streven 2011
realisatie 2010
0 1
1 3
1 4
Wat gaan we daarvoor doen?
•
•
streven 2012
•
•
- 80 -
Invoering en instandhouding van het fietsknooppuntensysteem. Onderzoek naar meest gewenste route van het Pieterpad tussen Winsum en Garnwerd Inventariseren en oplossen knelpunten in het (utilitaire) fietspadennetwerk en opvoeren van deze knelpunten in de provinciale Fietsnota. Creëren van (ruimtelijke) voorwaarden om verbreding van landbouwbedrijven met een tweede bedrijfstak mogelijk te maken Versterken van de kwaliteiten van het Reitdiepdal door uitvoering van het Gebiedsplan.
Wat willen we bereiken? •
Een sterker aanbod van verblijfsaccommodaties.
Wat gaan we daarvoor doen? •
• •
•
Meer cultuurtoerisme en instandhouding van het cultureel erfgoed.
•
• • •
Stimuleren van ondernemers om te komen tot arrangementen tussen verblijfsaccommodaties en dagattracties. Ontwikkeling van een verwijssysteem tussen de diverse verblijfsaccommodaties. Totstandbrengen van een netwerk van de vele Bed & Breakfastvoorzieningen in onze gemeente. Uitvoering van het promotie en marketingplan voor het nationaal landschap Middag-Humsterland. De bewegwijzering voor het Reitdiepdal en het Middag-Humsterland verbeteren. Landschapsgidsen voor het Reitdiepdal en het Middag-Humsterland. Instandhouding van ons cultureel erfgoed middels bijdragen in de restauratie daarvan.
•
Meer vaartoerisme.
•
Het onderzoeken van de mogelijkheden.
•
Verbeteren van promotie en organisatie van de R&T sector.
•
Aanbod van ondersteuning door de bedrijfscontactfunctionaris bij nieuwe initiatieven vanuit de ondernemers. Ten behoeve van de ondernemers in de sector toewerken naar de één loketgedachte. Instandhouding van 1 goed geoutilleerde VVV NL shop in Winsum. Instellen van een toeristisch platform in de gemeente. Verbetering van de samenwerking tussen de diverse (kleine) ondernemers in de sector (het “kralensnoer”). Uitvoering van het marketingplan voor de kom van Winsum. Evaluatie van de intergemeentelijke samenwerking in de VVV Lauwersland.
•
• • •
• •
•
Een samenhangend beleid voor Recreatie en Toerisme, gedragen door de sector en voorzien van de benodigde middelen.
•
- 81 -
In 2012 zal u als uitwerking van het startdocument toeristische beleidsontwikkeling (januari 2010) een toeristisch beleidsplan worden aangeboden, tot stand gekomen door inbreng van het op te richten toeristisch platform.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
262.292
505.548
144.220
143.733
143.247
142.760
Totaal lasten
262.292
505.548
144.220
143.733
143.247
142.760
Baten Baten bestaand beleid
6.660
20.454
20.454
20.454
20.454
20.454
Totaal baten
6.660
20.454
20.454
20.454
20.454
20.454
255.632
485.094
123.766
123.279
122.793
122.306
2011
2012
1.504 1.149 37.937
1.504 1.149 35.142
29.401 369.637 0 16.421 49.499 505.548
22.126 14.863 0 18.695 50.740 144.219
2011
2012
19.324 1.130 0
19.324 1.130 0
20.454
20.454
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Energie Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Huren Pachten Overige opbrengsten goederen en diensten Totaal baten
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige inkomensoverdrachten Het totale (incidentele) budget voor cofinancieringsprojecten was in 2011 € 355.000 hoger dan in 2012. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 82 -
355.000
V
6.000
V
361.000
V
DEELPROGRAMMA 4.1
GRONDBELEID
Omschrijving van het deelprogramma Het exploiteren van bouwgrond in bestemmingsplannen zowel in eigen beheer als door derden. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1830 Bouwgrondexploitatie
Beleidskader Zie paragraaf G Grondbeleid. Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in: • de toekomstvisie en de dorpsvisies; • distributie planologisch onderzoek; • sportnota; • detailhandelsvisie; • de exploitatieverordening.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Door de economische ontwikkelingen blijft het noodzakelijk rekening te houden met een trage woningmarkt. • Op basis van regionaal onderzoek en de ontwikkelingen in de markt wordt de gemeentelijke nieuwbouwruimte door GS opnieuw bepaald en toegekend. Hierbij is de huishoudensontwikkeling mede een bepalende factor. Gesignaleerde knelpunten • Economische ontwikkelingen om de voorgenomen woningproductie te temporiseren. • Meer en meer wordt in landelijk en provinciaal beleid ingezet op renovatie en/of (gedeeltelijke) herstructurering. • Inbreidingslocaties geven over het algemeen een lager cq negatief resultaat te zien in de exploitatie, bijvoorbeeld als gevolg van hoge verwervingskosten, bezwaren uit de naaste omgeving, noodzakelijke sloop of (bodem)sanering of planschade.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Het op financieel verantwoorde wijze verwerven en exploiteren van gronden welke bijdragen aan de uitvoering van de toekomstvisie en dorpsvisies. Een reserve grondexploitatie welke de goed hoog Voldoende voldoende voldoend risico’s afdekt. omvang omvang e omvang Prestatie-indicatoren
- 83 -
Wat willen we bereiken? •
Wat gaan we daarvoor doen?
Een bij de toekomstvisie en dorpsvisie passende uitvoering van het grondbeleid.
•
Doen van strategische aankopen voor de verdere ontwikkeling.
•
Het opstellen van een realistische planning voor te exploiteren plannen met bijbehorende voorstellen.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
180.074
514.197
245.590
200.265
297.289
247.151
Totaal lasten
180.074
514.197
245.590
200.265
297.289
247.151
Baten Baten bestaand beleid
267.234
60.520
171.127
90.802
187.825
137.687
Totaal baten
267.234
60.520
171.127
90.802
187.825
137.687
Saldo deelprogramma
-87.160
453.677
74.463
109.463
109.464
109.464
2011
2012
1.515 380.000 22.436
1.515 0 74.370
0 410
0 0
0 0 -3.285 113.121 514.197
0 0 67.036 102.670 245.591
2011
2012
0 0 0 60.520
0 0 0 171.127
0 60.520
0 171.127
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Kosten algemene plannen Aankoop gronden Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Werkelijk ontvangen rente en winstuitk. Pachten Opbrengst van grondverkopen Overige opbrengsten goederen en diensten Chartaal geld en deposito's Totaal baten
- 84 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl 380.000
V
Overige aankopen/uitbesteding De overige op dit deelprogramma ramingsverschillen hebben een relatie met elkaar. Het saldo hiervan is 0. Kosten worden terugontvangen uit grondexploitaties, en opbrengsten worden gestort in de grondexploitaties.
52.000
N
Kapitaallasten Zie toelichting hierboven.
70.000
N
111.000
V
10.000
V
379.000
V
Aankoop gronden Op grond van de grondexploitatie van Winsum-Oost is een budget voor aankoop van grond beschikbaar gesteld van € 380.000 in 2011. Hiervan is in 2012 geen sprake.
Overige opbrengsten goederen en diensten Zie toelichting hierboven. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 85 -
- 86 -
DEELPROGRAMMA 4.2
NATUUR- EN GROENBEHEER
Omschrijving van het deelprogramma Het onderhouden en beheren van openbaar groen, vijvers en watergangen en het ondersteunen en stimuleren van activiteiten voor de bescherming en ontwikkeling van natuur en landschap. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1550 Natuurbescherming 1560.1 Openbaar groen
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De gemeente Winsum is rijk aan bijzondere landschappen en cultuurhistorische gebieden, die zorgvuldig beschermd moeten worden. Het behoud van het cultuurhistorische karakter van de gebieden Middag-Humsterland, Reitdiepdal en Halve Ambt (ons erfgoed) is een zaak van hoge prioriteit. In de erfgoednota is een duidelijke koers uitgezet voor een samenhangend beleid waarin erfgoed centraal staat. De organisatie van de uitvoering van het beleid dient nader ingevuld worden. Uitgangspunt is dat de erfgoedcommissie een duidelijke rol vervult bij de uitvoering. Het Reitdiepgebied mag niet (verder) worden aangetast. Geen bouwplannen aan oude meanders. Middag-Humsterland heeft een belangrijke functie als ‘trekker` in de gemeente. Wij vinden het van wezenlijk belang dat ons erfgoed (bijvoorbeeld de Wetsinger keersluis) behouden blijft danwel in ere wordt hersteld. Daarvoor willen wij cofinancieringsgelden inzetten. Wij staan een groene en duurzame gemeente voor. Groen maakt een buurt prettig om te wonen, geeft kinderen de gelegenheid om te spelen en is noodzakelijk voor het voortbestaan van vogels en andere dieren. Het groen wordt echter vaak bedreigd door nieuwbouw en renovatie van buurten, pleinen en straten. De gemeente houdt bij uitvoering van de renovaties rekening met het groen en de bomen. Bij de uitbreiding, inrichting en onderhoud van het groen behoren bewoners betrokken te worden. Wij willen met een voorstel komen om de kaders te bepalen voor een bomenbeleidsplan. Eén van de zaken die in het beleidsplan tot uitdrukking dient te komen, is inzicht in de monumentale en karakteristieke bomen in onze gemeente. In nieuwe bestemmingsplannen komt voldoende ruimte voor natuur. Indien mogelijk willen we méér groen, verbeterde wandelroutes, meer speelplekken. Verder willen wij bevorderen dat er een veilige route wordt gecreëerd voor de (Pieterpad)wandelaars tussen Winsum en Garnwerd (cofinanciering).
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s; • SGB–Gebiedsplan Wierden; • Landschapsontwikkelingsplan Noord-Groningen; • Landschapsvisie 1993; • Gebiedsprogramma Groningen (EHS); • Convenant “Dier en Plant op ’t Hogeland”; • Kwaliteitsvisie groen 2011; • Nota begraven en begraafplaatsen 2011; • Overeenkomst Iepenbeheer 2005-2020.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Het areaal groenvoorzieningen neemt toe door het gereedkomen van uitbreidingsplannnen.
- 87 -
• •
•
•
• • •
•
Er wordt gestart met het invulling gegeven aan het beheer en onderhoud van het groen zoals dat is vastgelegd in de kwaliteitsvisie groen. Circa 30% van alle kastanjebomen in de Gemeente Winsum is in meer of mindere mate aangetast door de Kastanjeziekte. Landelijk wordt dit gezien als een grote bedreiging. In 2010 is een monumentale beplanting van kastanjes rond de begraafplaats te Sauwerd geruimd als gevolg van deze ziekte. In 2010 is gestart met een pilot Kastanjeziekte, begeleid door de universiteit van Wageningen waar ook de Gemeente Winsum aan meedoet. Het doel is om te onderzoeken welke behandelmethodes een gunstig effect hebben op de conditie van zieke bomen. Watermerkziekte is een ziekte die schietwilgen aantast. De ziekte is niet te bestrijden. De enige manier om toename te voorkomen is om zieke bomen zo snel mogelijk te ruimen. Als de ziekte niet afneemt zal dat invloed hebben op met name landschappelijke beplantingen. De Eikenprocessierups (EPR) is vanuit het zuiden van Europa bezig aan een snelle opmars naar het noorden. De rupsen veroorzaken bij aanraking en inademen gezondheidsklachten. In 2010 is de EPR voor het eerst ook in onze provincie aangetroffen. Het betreft met name de gemeenten met een groot aantal eiken. In die gemeenten kost de bestrijding ervan jaarlijks veel geld. In de gemeente Winsum is de EPR nog niet aangetroffen. Echter, in Groningen is dit al wel het geval. Het aantal eiken binnen de gemeentegrenzen is gering. Grote overlast wordt hier daarom ook niet verwacht. De volkstuinen worden niet overal volledig verhuurd. Het gevolg is dat er kavels braak liggen. Een ander gevolg is dat het gebruik soms verandert. Bij alle uitvoeringswerkzaamheden moet rekening worden gehouden met de toepassing van de Flora- en Faunawet. Watergangen en vijvers groeien steeds vaker dicht met krabbescheer. Krabbescheer heeft positieve en negatieve elementen. Het positieve is dat zij een oase vormt voor kleine waterdiertjes. Het negatieve is dat bij een overvloed aan krabbescheer het water zuurstofarmer wordt. Daarnaast ondervinden gebruikers van het water hier overlast van. Het is daarom noodzakelijk dat voorkomen wordt dat vijvers en watergangen dichtgroeien. Op initiatief van (groepen)bewoners komt het voor dat er overeenkomsten gesloten worden met de gemeente over het onderhouden van openbaar groen door deze bewoners. Voorbeelden hiervan zijn bosjes in Tinallinge en Den Andel en openbaar groen in de Simon van Wattumstraat.
Gesignaleerde knelpunten • Door gewijzigde regelgeving is het niet meer toegestaan chemische onkruidbestrijding toe te passen. Het effect is dat het met name in de groeizame periodes niet altijd mogelijk zal zijn om aan de afgesproken kwaliteit te voldoen. • Het is niet altijd duidelijk wat de kwaliteit van het onderhoud van groen moet zijn in uitbreidingsplannnen of bij in ontwikkeling zijnde projecten tot het moment van overdracht aan de gemeente. De verantwoordelijkheid ligt hiervoor bij de ontwikkelaar maar de klachten komen binnen bij de gemeente.
- 88 -
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie 2012 baarheid baarheid 2011 2010 Bij het bermbeheer en landschapsontwikkeling streven we naar biodiversiteit. Dat betekent dat het groenbeheer zoveel mogelijk plaatsvindt op een natuurlijke en rationele manier. Aantal kapmeldingen goed laag 50 60 47 Prestatie-indicatoren
Gebruik kg. chemische onkruidbestrijdingsmiddelen Oppervlak heringericht plantsoen
goed
hoog
5 kg
15 kg
8 kg
goed
hoog
2000
2000 m²
2650 m²
Percentage zieke iepen
goed
laag
0,5%
1,00%
1%
Maximaal aantal meldingen groen: - boomonderhoud - gras maaien - onkruid - snoeien - vernielingen
Hoog Hoog Hoog Hoog Hoog Hoog
Goed Goed Goed Goed Goed Goed
145 35 20 35 50 5
140
198 86 21 35 50 6
Wat willen we bereiken? •
50 20 70
Wat gaan we daarvoor doen?
Groene gemeente.
• • •
Uitvoeren van de groenkwaliteitsvisie. Na vaststelling bomenbeleidsplan, invulling geven aan de uitvoering. Omvorming van beplanting.
•
Invloed van burger op groen vergroten.
•
Convenanten afsluiten. (op initiatief van de burgers)
•
Onderhoud groen in uitbreidingsplannen en in ontwikkeling zijnde projecten.
•
•
Voorkomen dat watergangen dichtgroeien met krabbescheer.
•
Met ontwikkelaars afspreken dat groen wordt onderhouden volgens de groenkwaliteitsvisie van de gemeente. Regelmatig watergangen uitmaaien.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
1.296.472
1.182.953
1.111.263
1.110.263
1.110.263
1.110.263
Totaal lasten
1.296.472
1.182.953
1.111.263
1.110.263
1.110.263
1.110.263
Baten Baten bestaand beleid
5.139
0
0
0
0
0
Totaal baten
5.139
0
0
0
0
0
1.291.333
1.182.953
1.111.263
1.110.263
1.110.263
1.110.263
Saldo deelprogramma
- 89 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Betaalde belastingen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Pachten Opbrengst van grondverkopen Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
2011
2012
1.617 486.919
1.617 426.185
694.416 1.182.952
683.461 1.111.263
2011
2012
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten De gemeenteraad heeft met de kadernota 2011 ingestemd met een bezuinigingsbedrag van € 80.000 op openbaar groen. Daarnaast is in 2011 sprake van een incidenteel extra budget in verband met de bestrijding van boomziekten van € 17.000. Tot slot is sprake van een verschuiving van de financiële ruimte van een vacature bij de eenheid B&O ad € 36.000 naar uitbesteed werk. De lagere personeelslasten zijn op de kostenverdeelstaat B&O en de hogere lasten van uitbesteed werk zijn zichtbaar op dit deelprogramma
61.000
V
Overige kleine afwijkingen
11.000
V
72.000
V
Totaal
- 90 -
DEELPROGRAMMA 4.3
RUIMTELIJKE ORDENING EN INRICHTING
Omschrijving van het deelprogramma Door het treffen van planologische maatregelen en het stellen van voorwaarden, bevorderen van een evenwichtige indeling, inrichting, benutting en instandhouding van een optimaal woon-, werk en leefmilieu in de gemeente Winsum. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1810 Ruimtelijke ordening
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Er kunnen zich in het Middag-Humsterland en het Reitdiepdal situaties voordoen waarin spanningen ontstaan tussen het behoud van het cultuurlandschap en de belangen van de agrariërs die land beheren. De gemeente speelt een belangrijke rol bij de afweging van verschillende belangen. De nietgrondgebonden landbouw (bijv. varkensflats) past niet in het huidige- en toekomstige erfgoedbeleid en het GGD-beleid over MRSA verspreiding. Het belemmert ook de mogelijkheid voor toeristen om in ons landschap te recreëren. Agrarische bedrijven dienen wel de nodige ruimte te krijgen. Ten aanzien van het vergroten van de bouwblokken zijn wij van mening dat dit in principe binnen de kaders dient plaats te vinden zoals neergelegd zijn in het Provinciaal Omgevings Plan (POP) en het nog nieuw vast te stellen bestemmingsplan ‘Buitengebied Winsum’. Leidraad hierbij vormt de nota agrarische bouwblokken en landschap. Bij het opstellen van de ruimtelijke plannen willen wij het debat zoeken met de samenleving; bewoners, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, scholen etc. Zo willen wij dat wordt gewerkt aan betrokkenheid door de dialoog met burgers aan te gaan. Eén van de prioriteiten van de coalitie is het opstellen van een spreidingsplan voor UMTS-masten.
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Provinciaal Omgevingsplan (POP); • Provinciale omgevingsverordening; • Gebieds- en dorpsvisies; • Regiovisie Groningen-Assen; • Wet ruimtelijke ordening; • Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte; • Bestemmingsplannen.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen - Het niet doorgaan van de boog om Winsum (N361) en het bijstellen van de woningbouwopgave vragen om een actualisering van de dorpsvisie Winsum. De economische haalbaarheid van hetgeen in visies omschreven wordt is op basis van de Wro een veel belangrijker randvoorwaarde geworden dan in het verleden. Een geactualiseerde invulling van het grondbeleidsinstrumentarium is daarom aan de orde. Dit geven wij vorm via de daartoe bestaande begrotingsparagraaf Grondbeleid. - Andere ontwikkelingen zijn de voorspelde bevolkingskrimp, de verdunning van de woningbezetting en de invloed van de economische recessie op de woningmarkt. De veelheid aan meer of minder gedateerde beleidsvisies en documenten vraagt om evaluatie en actualisering hiervan. Hierin kan het Wro-instrument structuurvisie voorzien.
- 91 -
-
Het beleid van de nationale overheid is gericht op een verdergaande deregulering van het omgevingsrecht en decentralisatie van het ruimtelijk beleid naar de lagere overheden. Dit krijgt mede vorm via de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR).
Gesignaleerde knelpunten - Als gevolg van stringente regelgeving zien we bij gewenste ontwikkelingen in het buitengebied vaker spanning optreden tussen economische en landbouwbelangen enerzijds en natuur- en landschapsbelangen anderzijds. Door middel van een maatwerkbenadering (keukentafelgesprekken) wordt getracht een optimale situatie te bereiken.
Maatschappelijke effecten Prestatie-indicatoren
Op 1 juli 2013 actuele, eenduidige digitaal raadpleegbare, bestemmingsplannen.
meetbaarheid
beinvloedbaarheid
streven 2012
streven 2011
realisatie 2010
Goed
Goed
2
1
1
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Geactualiseerde digitale bestemmingsplannen op 1 juli 2013.
•
De uitvoering van de actualisering prioriteit geven. In 2012 werken we aan de bestemmingsplannen voor het buitengebied, Ezinge, Sauwerd, Baflo bedrijventerrein, Garnwerd, Feerwerd en Adorp.
•
Een gemeentelijke visie op gewenste ruimtelijke ontwikkelingen die aansluit bij actuele ontwikkelingen.
•
Een integrale structuurvisie voor de hele gemeente Winsum opstellen en hiermee samenhangende beleidsdocumenten waaronder de dorpsvisie Winsum evalueren en eventueel bijstellen (budget beschikbaar).
•
Een zorgvuldige ruimtelijke belangen afweging in het bijzonder in het buitengebied.
•
Inzetten op maatwerkbenadering met als kader het bestemmingsplan buitengebied, het POP en de POV.
•
Via de daartoe bestaande platforms invulling geven aan gebiedsgericht werken (gebiedscommissies Reitdiep en Middag Humsterland, Leader Actie Groep (LAG) en regioteam noord).
•
Inzet plegen om projecten/programma’s verder te brengen en de benodigde cofinanciering voor de uitvoering van projecten zoveel als mogelijk beschikbaar stellen.
•
Een optimale ruimtelijke inpassing en vormgeving van het plan Winsum Oost.
•
Het zorgvuldig vormgegeven proces om hiertoe te komen doorlopen.
- 92 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
600.791
722.588
578.258
583.734
583.710
598.205
Totaal lasten
600.791
722.588
578.258
583.734
583.710
598.205
Baten Baten bestaand beleid
17.499
26.212
26.212
26.212
26.212
26.212
Totaal baten
17.499
26.212
26.212
26.212
26.212
26.212
583.292
696.376
552.046
557.522
557.498
571.993
2011
2012
0 113.241
0 88.741
121 576 608.649 722.587
121 552 488.843 578.257
2011
2012
26.212
26.212
0 26.212
0 26.212
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Aankoop gronden Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Totaal baten
- 93 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Aankopen niet duurzame goederen en diensten Hier is sprake van 2 bewegingen. Enerzijds is in 2011 sprake van een incidenteel budget van € 50.000 voor het opstellen van een structuurvisie/nota grondbeleid. Aan de andere kant is er ingaande 2012 extra budget voor de bijhouding van de BAG en de digitalisering van de bestemmingsplannen (kadernota 2011). Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting. Overige kleine afwijkingen Totaal
- 94 -
25.000
V
120.000
V
1.000
N
144.000
V
DEELPROGRAMMA 5.1
COMMUNICATIE
Omschrijving van het deelprogramma Het deelprogramma Communicatie is onderverdeeld in drie werkgebieden: voorlichting, communicatie en Public Relations. Voorlichting Mondelinge en schriftelijke informatie die feitelijk/zakelijk van aard is (het openbaar maken van bijv. teksten van wetten en nota’s) en het naar buiten toe presenteren van gemeentelijke opvattingen en standpunten. Communicatie Het inzetten van middelen om een goede in- en uitvoering van het gemeentelijke beleid te realiseren, met de mogelijkheid tot interactie. Public Relations Het inzetten van middelen om houding/beeld van verschillende doelgroepen inwoners/bezoekers/bedrijven/andere gemeenten- positief te beïnvloeden, te laten zien waar wij als gemeente voor staan (identiteit/imagobepaling). Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1002.2 Voorlichting
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De burger wordt goed geïnformeerd over de mogelijkheden om zijn stem te laten horen op raadsvergaderingen en informatieavonden. Communicatie met de burgers is essentieel, de website www.winsum.nl vervult daarin een rol. Er worden projecten ingezet om de inspraak en verantwoordelijkheid voor beslissingen over onderdelen van het gemeentelijk beleid meer bij de burgers te leggen. De gemeente zal burgers, ondernemers, verenigingen en overige belangengroepen pro-actief informeren om zo de verhoudingen te optimaliseren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de moderne technologische mogelijkheden. Daarnaast zijn bezoeken van raad en college aan de dorpen en wijken van groot belang omdat het korte lijnen tussen de burger en het bestuur garandeert.
Bestaande beleidskaders Geen.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen Participatie van burger en bedrijven bij de totstandkoming en uitvoering van beleid is in toenemende mate van belang. Deze ontwikkeling sluit aan bij de ambitie zoals die in het collegeprogramma is verwoord.
Gesignaleerde knelpunten Burgerparticipatie is onvoldoende ingebed in de beleids- en uitvoeringsprocessen.
- 95 -
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven 2012 baarheid baarheid 2011 Oordeel inwoners gemeente over de wijze waarop de gemeente communiceert. Prestatie-indicatoren
Rapportcijfer (0 –10):
goed
Wat willen we bereiken?
hoog
7,3
7
realisatie 2010
7,3
Wat gaan we daarvoor doen?
•
De burger wordt goed geïnformeerd over de mogelijkheden om zijn stem te laten horen op raadsvergaderingen en informatieavonden.
•
In de vergadersystematiek van de raad wordt aandacht besteed aan het betrekken van burgers bij de informerende agendapunten. Daarnaast heeft de burger het recht om in te spreken.
•
Communicatie met de burgers is essentieel, de website www.winsum.nl vervult daarin een rol.
•
De nieuwe website zal in 2012 verder worden uitgebouwd. Afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden bij de invulling van een klantcontactcentrum, zal de website tot een volwaardig dienstverleningskanaal worden ontwikkeld. Verder zullen ook in 2012 de bestaande instrumenten zoals het tweewekelijkse persmoment, de persberichten en nieuwsbrieven gebruikt worden om de burgers te informeren. Een nieuw element om de gemeente op een positieve wijze in het nieuws te brengen, zal een periodieke informatiepagina in één van de huis-aan-huis bladen zijn.
•
Er worden projecten ingezet om de inspraak en verantwoordelijkheid voor beslissingen over onderdelen van het gemeentelijk beleid meer bij de burgers te leggen.
•
- 96 -
De nota burgerparticipatie geeft richting aan de wijze waarop de gemeente de burgers wil betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van het gemeentelijk beleid. Er zal eerst met pilots worden gewerkt.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
318.916
339.735
310.742
310.742
310.742
310.742
Totaal lasten
318.916
339.735
310.742
310.742
310.742
310.742
Baten Baten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
0
0
0
0
0
0
318.916
339.735
310.742
310.742
310.742
310.742
2011
2012
650
650
59.084
59.084
1.759 278.242 339.735
1.759 249.250 310.743
2011
2012
0 0
0 0
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Overige inkomensoverdrachten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Totaal baten
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
29.000
V
0
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 97 -
29.000
V
- 98 -
DEELPROGRAMMA 5.2
PUBLIEKSZAKEN
Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma omvat de publieke dienstverlening aan de centrale balie en de digitale dienstverlening, waaronder de verstrekking van rij- en reisdocumenten,uittreksels uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en de Burgerlijke Stand en de bijhouding van de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en de gravenadministratie. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1003 Publiekszaken 1004 Baten secretarieleges Publiekszaken
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De kwaliteit van de dienstverlening dient de hoogste prioriteit te hebben. Van de gemeente mag een facilitaire houding worden verwacht. Meer begeleiden leidt tot minder afwijzen. De gemeente zal de doelstellingen en normen op het gebied van serviceniveau en snelheid te zijner tijd vastleggen in een kwaliteitshandvest. En als dan blijkt dat deze normen en doelstellingen niet gehaald worden, zal de gemeente de burger eventueel symbolisch tegemoetkomen. De gemeentelijke organisatie is goed toegankelijk voor burgers: ruime openingstijden en goed telefonisch bereikbaar, meer mogelijkheden via elektronische dienstverlening. De dienstverlening van de gemeente zal op basis van kennis en service naar buiten gericht moeten zijn. Voor de verschillende diensten en producten die binnen de gemeente voorkomen moet een actief dienstverlenende frontoffice functioneren. Er dient één loket te komen waar inwoners en ondernemers met hun vragen terecht kunnen. Samenwerking met andere gemeenten (Bedum en De Marne) is daarbij noodzakelijk. Hierbij valt te denken aan de opzet van een gezamenlijk shared service center(s).
Bestaande beleidskaders Uitvoering van beleid is vastgelegd in de volgende nota’s; • Privacyverordening; • Handboek Beveiliging Burgerzaken (GBA en Waardedocumenten); • Legesverordeningen; • Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); • Verordening Individuele voorzieningen gemeente Winsum; • Besluit Individuele Voorzieningen 2009; • Verstrekkingenboek Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning; • Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Winsum 2011; • Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen Modernisering GBA In maart 2009 hebben gemeenten en het ministerie van BZK een bestuurlijk akkoord afgesloten voor een nieuwe start van het programma Modernisering GBA (MGBA). Het vervolgtraject van dit programma draagt bij aan een verbetering van de kwaliteit van de gegevenshuishouding en betere dienstverlening aan burgers en bedrijven. Naast deze kwalitatieve opbrengsten levert de modernisering van de GBA ook structureel financiële baten op voor gemeenten. Voordat dit het geval is wordt er eerst een forse investering gevraagd van alle gezamenlijke gemeenten, de
- 99 -
investering bestaat uit twee onderdelen: de aanschaf van de Burgerzaken Modules en de implementatie daarvan. In eerste instantie was 2011 gepland als het jaar van de bouw van de Burgerzaken Modulen en het jaar van de voorbereiding van de migratie van het oude naar het nieuwe systeem. Inmiddels is gebleken dat het geplande model onvoldoende aansluiting bij andere onderdelen van de Basisregistratie Personen biedt. De geplande implementatie (in 2012) wordt daardoor een jaar opgeschoven en vindt volgens verwachting pas plaats in 2013, allereerst bij de 10 zogeheten koplopergemeenten. Hier maakt de gemeente Winsum geen deel van uit. De implementatie van de MGBA is een onderdeel van het ELO-BMW-traject. In het totaal budget van dit traject is rekening gehouden met deze investering. De implementatie in Winsum wordt in 2014 verwacht. Vernieuwing Burgerlijke stand Het Ministerie van Justitie is voornemens de burgerlijke stand te vernieuwen. Op de eerste plaats ten behoeve van de verbetering van de dienstverlening aan de burger. De wetswijziging die hiervoor nodig is, moet zorgen voor de mogelijkheid van elektronische aangifte, digitale opslag van akten, plaatsonafhankelijke dienstverlening door de ambtenaar van de burgerlijke stand bij huwelijksaangifte, verlichting van de administratieve lasten voor de burger en de invoering van een akte van burgerlijke staat. Ook voor gemeenten en ambtenaren van de burgerlijke stand verandert er nogal wat. Momenteel werken de ministeries van Justitie, BZK, Buitenlandse Zaken, de VNG, de NVVB en de gemeente Den Haag aan dit project. Zij zijn allen vertegenwoordigd in de stuurgroep Vernieuwing BS. In 2010 zijn al de nodige voorbereidingen getroffen om de elektronische burgerlijke stand vervolgens in de loop van 2011 te kunnen invoeren, ook deze planning is inmiddels naar achter verschoven. De burgerlijke stand-module zal voor de digitale aangifte en digitale opslag fors moeten worden aangepast. Deze module wordt ook gezien als belangrijkste aanvullende module in het kader van het nieuwe burgerzakensysteem dat wordt ontwikkeld binnen het programma Modernisering GBA. Gemeenten blijven zelf verantwoordelijk voor de keuze voor elektronische dienstverlening en de implementatie daarvan. Melddesk In 2010 is onderzocht of de bereikbaarheid van het telefonisch meld- en informatiepunt kon worden uitgebreid en is het meldpunt ondergebracht bij Publiekszaken. De bereikbaarheid van het meld- en informatiepunt is inmiddels aanzienlijk uitgebreid en gelijkgeschakeld aan de telefonische bereikbaarheid van het gemeentehuis. Gravenadministratie In juni 2011 is de nota Begraven en begraafplaatsen in de Gemeente Winsum vastgesteld. Onderdeel van de nota is de beheerverordening begraafplaatsen. In deze nota zijn o.a. richtlijnen vastgesteld ten aanzien van het onderhoud van graven en het ruimen van graven. Om de nieuwe beleidsregels goed toe te kunnen passen zal de huidige (digitale) gravenadministratie verbeterd of vernieuwd moeten worden. Ook moet een uitgebreide controle moeten plaatsvinden of alle grafakten juist en volledig zijn geregistreerd. Zorgloket Het aantal aanvragen voor een Wmo-voorziening neemt jaarlijks verder toe. Dit heeft voor een groot deel te maken met de vergrijzing van onze burgers en de daardoor toenemende lichamelijke beperkingen. Het toenemende aantal aanvragen voor een grote (dure) woningaanpassing legt een aanzienlijke claim op het beschikbare Wmo-budget. Gezien de huidige woningvoorraad in de gemeente Winsum is het primaat verhuizen moeilijk uit te voeren. Er wordt getracht om een nieuw convenant met woningstichting Wierden en Borgen af te sluiten waarin o.a. afspraken gemaakt zullen worden over het aanpassen van woningen, de beschikbaarheid van reeds aangepaste en/of nog te bouwen (levensloopbestendige)woningen. Digitale dienstverlening en de Wmo Het is de bedoeling om het mogelijk te maken om de aanvraagformulieren voor een Wmovoorziening direct, met gebruik van DigiD, via onze website te laten invullen.
- 100 -
De gekantelde manier van manier van werken zal verder worden ontwikkeld en ingevoerd. De Kanteling in de Wmo is het proces waarbij binnen de gemeente de omslag wordt gemaakt van een focus op het verstrekken van voorzieningen naar een focus op het zoeken naar oplossingen die het best bij de individuele situatie van de burger passen. Daarbij wordt uitgegaan van de eigen kracht van de burger waardoor hij/zij beter betrokken blijft bij de samenleving.
Gesignaleerde knelpunten Publieksbalie en receptie De inrichting van de publieksbalie voldoet niet aan de eisen die worden gesteld vanuit het oogpunt van optimale dienstverlening en ARBO. Daartoe zou de publieksbalie in elk geval moeten voldoen aan de geldende standaardnorm NEN 1824. Dit vergt een aanzienlijke financiële investering en zelfs dan wordt nog geen optimaal resultaat bereikt. Om te voorkomen dat hierin onjuiste en dus ook in financieel opzicht onverantwoorde stappen worden ondernomen is het verstandig om de aanpassing van receptie en publieksbalie op te pakken zodra de daartoe vereiste duidelijkheid met betrekking tot de toekomstige inrichting van het beoogde dienstverleningsmodel is verkregen. Hiervoor zal nog een programma moeten worden ontwikkeld en er moeten een aantal keuzes worden gemaakt. Het is nog niet duidelijk wanneer en welke (grote) investeringen worden verwacht ten aanzien van het ontwikkelen en inrichten van een verbeterde publieksbalie. Gravenadministratie De huidige software om grafakten etc. te kunnen registreren is verouderd en heeft beperkte gebruiksmogelijkheden. Om hierin verbetering aan te brengen is een flinke update van het huidige programma nodig en indien dat niet mogelijk is zal de aanschaf van een nieuw softwareprogramma nodig zijn om op een goede wijze uitvoering te kunnen geven aan de nieuwe Beheerverordening begraafplaatsen. Nederlandse IdentiteitsKaart (NIK) Door een uitspraak van de Hoge Raad, is een identiteitskaart (ID-kaart) vanaf 9 september 2011 gratis voor iedereen die 14 jaar of ouder is. Ook jongeren die binnen zes maanden 14 jaar worden mogen al een gratis document aanvragen. Het ministerie van BZK gaat de financiële consequenties van het arrest van de Hoge Raad nader bestuderen. Daarbij beraadt het ministerie van BZK zich over eventueel te nemen vervolgstappen. Mogelijk moet wet- en regelgeving worden aangepast. Het ministerie van BZK overweegt met reparatiewetgeving te komen. Daaruit leidt de VNG af dat het niet de bedoeling is om de ID-kaart blijvend gratis te verstrekken. De VNG gaat met de minister overleggen over de gewenste reparatiewetgeving. Reparatiewetgeving moet een einde maken aan onzekerheden rondom gemeentelijke vergoedingen voor producten en diensten; er moeten duidelijke wettelijke criteria komen. De huidige stand van zaken legt een grote uitvoeringslast op gemeenten. Reparatiewetgeving moet derhalve zeer voortvarend ter hand worden genomen. In onze opbrengstraming is nog rekening gehouden met een opbrengst van de ID-kaarten. We zullen de ontwikkelingen volgen.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven realisatie realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 Een goede fysieke en digitale dienstverlening aan de inwoners van de gemeente Winsum. Aantal gegronde klachten goed hoog 0 0 0 Prestatie-indicatoren
- 101 -
Wat willen we bereiken? •
Wat gaan we daarvoor doen?
De gemeentelijke organisatie is goed toegankelijk voor burgers.
•
• •
Productenaanbod van de digitale gemeentewinkel stapsgewijs verder uitbreiden (voorzover de wet- en regelgeving dit toelaat). Goede informatievoorziening op de website ten aanzien van de producten en diensten. Invoeren digitale aanvraagformulieren voor het aanvragen van een Wmo-voorziening.
•
Modernisering van de GBA.
•
Aanschaffen van Burgerzaken Modules en de noodzakelijke voorbereidingen voor de invoer van het nieuwe systeem treffen. De implementatie van de MGBA is een onderdeel van het ELO-BMW-traject. In het totaal budget van dit traject is rekening gehouden met deze investering. De implementatie in Winsum wordt in 2014 verwacht.
•
Uitbreiden gebruik Melddesk.
•
Inventariseren van de mogelijkheden van de applicatie en het starten van een Organisatiebreed gebruikersoverleg.
Elektronische aangifte burgerlijke stand voor de burger mogelijk maken.
•
Aanschaf en implementeren van de nieuwe Burgerlijke standmodules en aansluiten bij de landelijke ontwikkelingen.
Optimaliseren begraafplaatsenadministratie.
•
Ontbrekende gegevens proberen te achterhalen. Inventariseren of het mogelijk is om de huidige software te-updaten of tot de aanschaf van een nieuw softwarepakket overgaan en de bestaande gegevens over te zetten en aan te vullen.
•
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
610.103
645.969
625.723
625.723
625.723
625.723
Totaal lasten
610.103
645.969
625.723
625.723
625.723
625.723
Baten Baten bestaand beleid
237.890
249.878
256.037
264.366
275.126
289.312
Totaal baten
237.890
249.878
256.037
264.366
275.126
289.312
Saldo deelprogramma
372.213
396.091
369.686
361.357
350.597
336.411
- 102 -
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Personeel van derden Ov. aankopen/uitbesteding duurz.goederen Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdrachten aan het Rijk Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Overige opbrengsten goederen en diensten Inkomensoverdrachten van het Rijk Totaal baten
2011
2012
6.000 402 1.637
6.000 402 1.637
34.283
33.883
52.500 2.062 549.084 645.968
52.500 2.062 529.238 625.722
2011
2012
249.878
256.037
0 249.878
0 256.037
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
26.000
V
0
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 103 -
26.000
V
- 104 -
DEELPROGRAMMA 5.3
OPENBAAR BESTUUR
Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma omvat de baten en lasten van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. Ook de kosten van de bestuurlijke samenwerking en de ambtelijke ondersteuning, inclusief de griffier, behoren tot dit deelprogramma. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1001 Bestuursorganen 1002.1 Bestuursondersteuning college van B&W 1005 Bestuurlijke samenwerking 1006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 Belangrijk is dat de inwoner zich herkent in het gemeentelijk beleid en daaraan actief kan deelnemen. De burgers kunnen daarbij gebruik maken van de geboden mogelijkheden om mee te discussiëren tijdens informatiebijeenkomsten voorafgaand aan raadsvergaderingen of afzonderlijke bijeenkomsten en kernenbezoeken. Ook kunnen vragen rechtstreeks aan college- en raadsleden of via de partijen gesteld worden. Beslissingen worden op een zo laag mogelijk niveau genomen, opdat de burger zoveel mogelijk gehoor vindt. In de beleidsplannen komen waar mogelijk duidelijke doelstellingen, die toetsbaar en meetbaar zijn en waarvan de voortgang kan worden gecontroleerd door burgers en de gemeenteraad. Ook pleiten wij voor een actief inspraakrecht. In het kader van bestuurlijke vernieuwing zal de invloed van de burger op de besluitvorming nog verder moeten worden ingevuld (bijv. meer inspraakmomenten). Wij streven naar een vermindering van regels en administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Wij zien mogelijkheden om de verantwoordelijkheid meer bij de burgers te leggen door samen met vertegenwoordigers van groepen burgers op interactieve wijze de voorliggende problemen aan te pakken. Niet alleen als inspreker, maar ook als partner in de besluitvorming met een eigen deskundigheid, eigen verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid binnen de door de raad en het college gestelde kaders. Dit vraagt veel van politici en gemeenteambtenaren. Met name kleinere gemeenten staan voor een dilemma. Enerzijds staan ze dicht bij de burger en willen dat zo houden. Anderzijds hebben ze te maken met een toenemend aantal taken, de kwetsbaarheid van het ambtenarenbestand en de financiële krapte, die wordt versterkt door de opgelegde bezuinigingen. Dit dilemma vraagt om een doordacht en zorgvuldig beleid, waarbij enerzijds intensieve vormen van samenwerking met andere gemeenten noodzakelijk zijn en anderzijds er voor moet worden gezorgd dat de toegankelijkheid van de gemeentelijke dienstverlening aan de burgers behouden blijft en versterkt wordt. De gemeente zet zich actief in voor versterking en uitbreiding van intergemeentelijke samenwerking, bij voorkeur met onze buurgemeenten Bedum en De Marne. Wij kiezen niet voor een gemeentelijke herindeling maar voor een projectmatige samenwerking door de al bestaande samenwerking uit te breiden naar andere beleidsterreinen en daar waar mogelijk en gewenst te kiezen voor de samenvoeging van gemeentelijke bedrijfsvoeringsonderdelen.
Bestaande beleidskaders De uitvoering is vastgelegd in de volgende regelgeving; • Algemene Wet Bestuursrecht; • Wet op de invoering van het dualistisch stelsel voor gemeenten; • Reglementen en verordeningen.
- 105 -
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen De samenwerking in de provincie krijgt steeds meer gestalte. Steeds vaker worden samenwerkingsclusters zichtbaar.Steeds duidelijker wordt dat ook het cluster BMW zich een positie verwerft in de intergemeentelijke samenwerking. Op het gebied van Milieu zal de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) invulling gaan gegeven aan de door het Rijk gewenste uitvoering. Gesignaleerde knelpunten Het samenwerkingsproces is een langdurig proces waarvoor zowel bestuurlijke als ambtelijke capaciteit vrijgemaakt moet worden. Daarnaast zullen financiële middelen beschikbaar moeten komen om samenwerkings- en samenvoegingsinitiatieven mogelijk te maken.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2011 2010 2012 Het actief communiceren met de inwoners van de gemeente Winsum zodanig dat deze betrokken kunnen zijn bij het ontwikkelen van beleid en plannen zodat er meer draagvlak ontstaat voor het beleid en dat de betrokkenheid van inwoners wordt vergroot. Aantal dorpsbezoeken college goed hoog 8 8 2 Prestatie-indicatoren
Aantal participatieprojecten
Wat willen we bereiken?
goed
hoog
3
nvt
nvt
Wat gaan we daarvoor doen?
•
Streven naar een vermindering van regels en administratieve lasten voor burgers en bedrijven.
•
Vermindering van administratieve lastendruk door het dereguleren van wet- en regelgeving.
•
Versterking en uitbreiding van intergemeentelijke samenwerking (BMW).
•
In 2012 zal de samenvoeging van de organisatieonderdelen P&O, Sociale Zaken en Werk, en I&A een feit zijn. In het najaar van 2011 zal bepaald worden welke andere organisatieonderdelen samengevoegd zullen gaan worden. Ook zal in 2012 duidelijk worden welke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (Milieu, RO en Bouw- en woningtoezicht) overgaan naar de Regionale Uitvoeringsdienst. Op tal van beleidsterreinen op het gebied van Welzijn wordt al samengewerkt met de gemeenten Bedum, De Marne en Eemsmond en. Dit zal verder geïntensiveerd worden.
- 106 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Lasten Lasten bestaand beleid
1.293.389
1.374.817
1.342.029
1.308.865
1.303.865
1.290.717
Totaal lasten
1.293.389
1.374.817
1.342.029
1.308.865
1.303.865
1.290.717
Baten Baten bestaand beleid
12.000
0
58.164
25.000
20.000
6.852
Totaal baten
12.000
0
58.164
25.000
20.000
6.852
1.281.389
1.374.817
1.283.865
1.283.865
1.283.865
1.283.865
2011
2012
637.356 11.229 15.729 56.283
635.981 58.164 15.729 52.683
143.893 3.273 110.016 397.038 1.374.817
142.751 3.273 0 433.449 1.342.030
2011
2012
0 0 0
0 58.164 58.164
Saldo deelprogramma
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Loonbetalingen en sociale premies Sociale uitkeringen personeel Personeel van derden Aankopen niet duurz. goederen & diensten Inkomensoverdr. aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Reserveringen Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Inkomensoverdr. van overheid (niet-Rijk) Reserveringen Totaal baten
- 107 -
Meerjarenbegroting 2014 2015
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl 47.000
N
110.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
36.000
N
Reserveringen In 2012 is een onttrekking aan de reserve wachtgeldverplichtingen geraamd van € 58.000 ter dekking van de wachtgeld verplichting 2012. Deze onttrekking dient ter dekking van de kosten van de voormalige bestuurders.
58.000
V
6.000
V
91.000
V
Sociale uitkeringen personeel De raming van de kosten van voormalige bestuurders is in 2012 hoger dan in 2011. In 2011 is besloten om deze lasten te dekken vanuit een gevormde voorziening en zijn de lasten in de begroting/exploitatie geschrapt. Het is inzichtelijker om deze lasten wel op te nemen, en hier tegenover een onttrekking aan de voorziening te ramen. Reserveringen In 2011 is een voorziening gevormd voor wachtgeldverplichtingen. Hierin is € 110.000 gestort. In 2012 vindt geen storting plaats in de voorziening maar een onttrekking (zie baten reserveringen).
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 108 -
DEELPROGRAMMA 6.1
BELASTINGEN
Omschrijving van het deelprogramma Bij dit deelprogramma worden de baten en lasten van de uitvoering van de Wet WOZ verantwoord, alsmede de baten en lasten voor de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen. Voor inzicht in: • het beleid ten aanzien van de gemeentelijke heffingen; • een overzicht van de diverse heffingen; • de geraamde inkomsten voor 2012; • een overzicht van de lokale lastendruk en • het kwijtscheldingsbeleid wordt verwezen naar paragraaf A: lokale heffingen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1930 Uitvoering wet WOZ 1940 Lasten heffing gemeentelijke belastingen
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De gemeentelijke heffingen dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn, dat blijven of worden gemaakt. Gelden die beschikbaar zijn voor mensen die zijn aangewezen op de gemeentelijke sociale voorzieningen dienen daarvoor aangewend te worden en niet voor andere doeleinden. Van burgers, die gebruik maken van de gemeentelijke sociale voorzieningen, mag worden verwacht dat zij actief (blijven) deelnemen aan de samenleving, bijvoorbeeld in de vorm van scholing, werkervaring en/of vrijwilligerswerk. Afvalstoffenheffing: invoering Diftar (weegsysteem) en stimuleren van bronscheiding. Een gedifferentieerd tarief voor afval op basis van gewicht (Diftar). Voorwaarde daarbij is een goed flankerend beleid, waarbij scheiding aan de bron wordt nagestreefd. De burgers mogen er financieel niet op achteruit gaan. De keuze zal gebaseerd zijn op een kosten/batenanalyse, waarbij de belasting voor het milieu één van de weegfactoren zal zijn.
Bestaande beleidskaders De Gemeentewet regelt welke belastingen gemeenten kunnen heffen en aan welke eisen die belastingen moeten voldoen. De gemeente Winsum heft de volgende belastingen en rechten: onroerende zaakbelastingen; roerende zaakbelastingen; afvalstoffenheffing; rioolheffing; begraafrechten; diverse leges. Op grond van de Wet WOZ is de gemeente verantwoordelijk voor de taxatie van de onroerende zaken. De taxaties vinden plaats onder toezicht van een bij de Wet WOZ ingesteld orgaan, de Waarderingskamer. De verkregen waarden zijn de grondslag voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen van de gemeente en de watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd door het waterschap (waterschapsheffing). Daarnaast vormen de getaxeerde waarden de grondslag voor vaststelling van het huurwaardeforfait eigen woningen voor de inkomstenbelasting. Burgers kunnen de WOZ-waarde ook gebruiken als basis voor het aanvragen van een hypotheek of om
- 109 -
een verzekering af te sluiten. Banken en verzekeraars gebruiken de WOZ-waarde als controlegegeven bij het verstrekken van hypotheken voor woningen. Ook overheidsinstanties en de notaris gebruiken de WOZ-waarde voor het bestrijden van vastgoedfraude. De voorwaarden, waarbinnen gemeenten kwijtschelding van belastingen en heffingen mogen verlenen, zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In Winsum komen de volgende belastingen en heffingen in aanmerking voor kwijtschelding: onroerende zaakbelastingen roerende zaakbelastingen afvalstoffenheffing rioolheffing
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen De limitering van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) is vervallen per 1 januari 2008. Het vervallen van de limitering mag niet leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot overschrijding van de norm leidt, kan het Rijk ingrijpen via correctie van het volume van het gemeentefonds. De macronorm voor het begrotingsjaar 2012 is vastgesteld op 3,75%. Dat betekent dat in 2012 voor alle gemeenten samen de opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) 3,75% meer mag zijn op basis van de gemeentelijke begrotingen 2011. Het percentage van 3,75% is opgebouwd uit een reële trendmatige groei van het Bruto Binnenlandse Product (BBP) van 1,25% en een inflatiepercentage van 2,5% (prijsontwikkeling Nationale Bestedingen op basis van het Centraal Economisch Plan 2011. De onroerendezaakbelastingen (OZB) worden sinds 1 januari 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De invoering van het stelsel van basisregistraties vordert gestaag. Als onderdeel hiervan moeten in toenemende mate gegevens uit diverse basisregistraties worden gebruikt bij de uitvoering van de Wet WOZ. Voor de gegevens uit de Basisregistratie Kadaster en de Basisregistratie personen (de GBA) geldt die verplichting nu al en voor de gegevens uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) geldt deze verplichting vanaf 1 juli 2011. De invoering van de basisregistraties BAG en WOZ stelt gemeenten voor een forse uitdaging. Er moeten nieuwe bestanden worden opgebouwd, er gelden nieuwe kwaliteitseisen en nieuwe manieren van gegevensuitwisseling. Om hiervan een werkend geheel te maken, moeten bestaande werkprocessen worden aangepast en ondersteund met nieuwe software. Op 13 april 2011 is besloten tot realisatie van de Landelijke Voorziening WOZ. Met de LV WOZ komt er één loket waaruit elke afnemer van WOZ-gegevens de noodzakelijke gegevens krijgt geleverd. Afnemers zijn de Belastingdienst, de waterschappen, het CBS, maar ook notariaat, banken en verzekeraars. De LV WOZ vermindert het aantal bilaterale contacten met gemeenten over de aanlevering van gegevens en vereenvoudigt de verwerking van deze gegevens door de afnemers. Volgens de planning wordt in 2012 gestart met een gefaseerde aansluiting met een verwachte doorlooptijd tot eind december 2013. Uit vragen van burgers en uit onderzoek blijkt, dat het taxatieverslag niet voor iedereen duidelijk is en niet altijd bijdraagt aan het vertrouwen in de WOZ-waarde. Sinds 2010 wordt daarom gebruik gemaakt van het aangepast taxatieverslag woningen. Beschikbaar via het digitale loket van de gemeente. Door de Waarderingskamer wordt onderzoek gedaan naar mogelijke andere wijzigingen in het taxatieverslag. Op basis van het onderzoek en ervaringen zal naar verwachting de Waarderingskamer in de loop van 2011 met voorstellen komen om met ingang van 2012 weer een nieuw model taxatieverslag in de regelgeving vast te leggen. Onlangs is een wetswijziging ten aanzien van de verruiming van de kwijtscheldingsnormen van de gemeentelijke belastingen door de Eerste Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel voorziet in
- 110 -
een verruiming van de vermogensnorm tot maximaal de normen zoals deze gelden op grond van artikel 34 van de Wet werk en bijstand (Wwb). De normen van de Wwb zijn ruimer dan de nu nog geldende landelijke kwijtscheldingsnormen. De huidige vermogensnorm, zoals op dit moment opgenomen in artikel 34, derde lid van de Wwb, is voor gehuwden tezamen en alleenstaande ouders € 11.110 en voor alleenstaanden € 5.555. Het toepassen van de verruimde kwijtscheldingsnormen is echter formeel nog niet mogelijk. De reden is dat het besluit “Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen” nog niet is aangepast. De VNG heeft er bij het ministerie van BZK opnieuw op aangedrongen dit besluit zo snel mogelijk aan te passen. In de “Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen” zal worden opgenomen dat decentrale overheden mogen besluiten om bij het uitvoeren van de vermogenstoets uit te gaan van maximaal de vermogensnorm in de Wet werk en bijstand. Los van het wetsvoorstel tot verruiming van de vermogensnorm is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 zodanig aangepast dat gemeenten kunnen besluiten kwijtschelding mogelijk te maken voor privébelastingschulden van ondernemers die op bijstandsniveau leven. De mogelijkheid om ondernemers op bijstandsniveau kwijtschelding te verlenen van hun privébelastingschulden bestaat vanaf 1 april. Het kwijtscheldingsbesluit is aangepast op de volgende onderdelen: 1. Vooruitlopend op de aanpassing van de “Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen” wordt voor wat betreft het onderdeel verruiming vermogensnormen al aangesloten bij de vermogensgrenzen zoals vermeld in artikel 34, derde lid van de Wet Werk en Bijstand. Op dit moment is dat voor gehuwden tezamen en alleenstaande ouders € 11.110 en voor alleenstaanden € 5.555. 2. Voor wat betreft het onderdeel kwijtschelding voor privébelastingschulden van ondernemers die op bijstandsniveau leven is een artikel opgenomen in het kwijtscheldingsbesluit om kwijtschelding voor deze groep mogelijk te maken. Gesignaleerde knelpunten Geen.
Maatschappelijke effecten meetbeinvloedstreven streven realisatie baarheid baarheid 2012 2011 2010 De inwoners van de gemeenten door middel van belastingheffing laten bijdragen aan de instandhouding van de bestaande en nieuwe voorzieningen. Aantal waardebeschikkingen goed laag 6600 6600 6553 Prestatie-indicatoren
Aantal belastingaanslagen
goed
laag
6500
6500
6444
Aantal kwijtscheldingen
goed
laag
300
250
299
Aantal bezwaarschriften tegen waardevaststelling
goed
laag
75
100
70
- 111 -
Wat willen we bereiken? •
Wat gaan we daarvoor doen?
De inwoners van de gemeente door middel van belastingheffing laten bijdragen aan de instandhouding van de bestaande en nieuwe voorzieningen.
• •
•
•
•
Streven naar kostendekkende tarieven op het gebied van heffingen en leges.
•
Jaarlijks aanslagoplegging en het toepassen van (dwang)invordering. Burgers die daarvoor in aanmerking komen kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verlenen. Het op correcte wijze bepalen en vaststellen van de waarde van de in de gemeente gelegen onroerende zaken ten behoeve van de heffing van belastingen door het Rijk, de gemeente en het waterschap. Bezwaarschriften binnen 3 maanden afhandelen. Op 11 juli 2011 is de nota lokale heffingen 2011 vastgesteld. Hierbij is unaniem de motie aangenomen te onderzoeken in welke mate de kostendekkendheid van reisdocumenten en rijbewijzen kan worden verbeterd door kostenbesparing en het instellen van een plafond voor kostendekkendheid van 135% voor de individuele tarieven onder titel 1. De nota geeft inzicht in de mate van kostendekkendheid van de verschillende heffingen en met de te nemen uitvoeringsmaatregelen. Grondslag voor de berekening van de tarieven zijn de nieuw vastgestelde modellen kostenonderbouwing van de verschillende heffingen.
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
344.019
341.315
367.054
367.054
367.054
367.054
Totaal lasten
344.019
341.315
367.054
367.054
367.054
367.054
Baten Baten bestaand beleid
9.753
12.576
12.576
12.576
12.576
12.576
Totaal baten
9.753
12.576
12.576
12.576
12.576
12.576
334.266
328.739
354.478
354.478
354.478
354.478
Saldo deelprogramma
- 112 -
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Personeel van derden Aankopen niet duurz. goederen & diensten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Overige opbrengsten goederen en diensten Totaal baten
2011
2012
38.860 56.169
38.860 56.169
246.286 341.315
272.025 367.054
2011
2012
12.576
12.576
12.576
12.576
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
26.000
V
0
Overige kleine afwijkingen Totaal
- 113 -
26.000
V
- 114 -
DEELPROGRAMMA 6.2
FINANCIËN
Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma geeft inzicht in de financiële positie. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording moet afzonderlijk inzicht worden gegeven in de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties op de reserves. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1913A Aandelen, algemeen 1914 Geldleningen en uitzett. korter 1 jaar 1960A Saldi van kostenplaatsen - overig
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 De komende periode staat in het teken van het opvangen van de gevolgen van de economische crisis, waaronder een toenemende werkloosheid, minder geld vanuit het rijk en uitbreiding van gemeentelijke taken. Dit betekent dat de druk op de financiën toeneemt. Naar verwachting zal onze gemeente tussen de € 1,2 en € 2,2 mln. Moeten bezuinigen. Dat is gelet op onze begrotingsomvang van € 27 mln. Een zware opgave. Onze toezichthouder (de provincie) eist een sluitende meerjarenbegroting. Wij willen echter met beleid bezuinigen, zodat niet de basis van de sociale samenleving (cohesie) aangetast wordt. Hierbij is een langetermijnvisie noodzakelijk. De gevolgen voor de verschillende groepen van inwoners moeten duidelijk gecommuniceerd worden, waarbij tevens dient te worden aangegeven op welke wijze de financieel zwakkere inwoners worden ontzien c.q. gecompenseerd. Wij willen geen bezuinigingen op het reeds bestaande minima/armoedebeleid. Er zal gezocht moeten worden naar extra inkomensbronnen (subsidies, regelingen voor werkgelegenheid, fiscale regelingen, intensiever gebruik gemeentelijke accommodaties). Verder kan gedacht worden aan: • efficiënt gebruik van voorzieningen onder de loep nemen; • minder uitgaven in het kader van de WWB (Wet Werk en Bijstand) door nog meer in te haken op de regionaal fors toenemende werkgelegenheid (Eemshaven, Lauwersmeergebied); • intensieve ambtelijke samenwerking met andere gemeenten (shared service center) hetgeen op termijn zal leiden tot minder inhuur van personeel en meer efficiency, gebouwen multifunctioneler maken en een nadere beoordeling van de noodzaak van (vervangings)investeringen en bijdragen door de gemeente; • extra (incidentele) inkomsten (zoals de opbrengst van de verkoop van de aandelen Essent) zullen uitsluitend ingezet moeten worden voor zaken die tot structurele voordelen voor de inwoners van de gemeente Winsum leiden;
Bestaande beleidskaders Uitvoering financieel beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Treasurystatuut; • Financieringsparagraaf begroting; • Paragraaf weerstandsvermogen begroting en nota weerstandsvermogen; • Nota reserves en voorzieningen; • Verordeningen ex art. 212, 213 en 213a van de Gemeentewet; • Kadernota 2011 incl. bezuinigingsvoorstellen.
- 115 -
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
942.866
551.875
201.502
201.502
201.502
201.502
Totaal lasten
942.866
551.875
201.502
201.502
201.502
201.502
Baten Baten bestaand beleid
704.743
696.456
763.449
852.063
892.220
932.976
Totaal baten
704.743
696.456
763.449
852.063
892.220
932.976
Saldo deelprogramma
238.123
-144.581
-561.947
-650.561
-690.718
-731.474
2011
2012
24
24
301.478 250.372 551.874
201.478 0 201.502
2011
2012
691.974 4.481 696.455
702.378 61.071 763.449
Toelichting financiele begroting De lasten bestaan uit: Aankopen niet duurz. goederen & diensten Kapitaallasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal lasten
De baten bestaan uit: Toegerekende rente Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal baten
- 116 -
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Kapitaallasten Bij de kapitaallasten is sprake van een voordeel van 1 ton in verband met de inwisseling van eerder aangekochte participaties. Bij de verkoop van de Essent-aandelen is er tot een bedrag van 6 miljoen aan participaties aangekocht. Deels waren deze kortlopend, en deels langlopend. De kortlopende participaties worden volgens planning in 2011 weer ingewisseld. Bij de berekening van onze omslagrente is hiermee rekening gehouden. Per saldo heeft dit weinig effect.
100.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen (lasten) Op dit deelprogramma is sprake van een verschil op het gebied van de doorberekende kosten. Dit heeft te maken met de urenverdeling over de verschillende deelprogramma’s in de begroting. Aan de paragraaf Bedrijfsvoering hebben we hierover een hoofdstuk toegevoegd. Wij verwijzen u naar deze toelichting.
250.000
V
Overige verrekeningen van kostenplaatsen (baten) Zie hierboven
57.000
V
Overige kleine afwijkingen
10.000
V
417.000
V
Totaal
- 117 -
- 118 -
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Omschrijving van het deelprogramma Dit deelprogramma geeft inzicht in de omvang en samenstelling van de algemene dekkingsmiddelen zoals deze zijn gedefinieerd in het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). In dit hoofdstuk worden de baten en de daaraan gerelateerde lasten toegelicht, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. Het voorzieningenniveau in de gemeente wordt onder meer bekostigd door de algemene dekkingsmiddelen. Het gaat hierbij om belastingen, de algemene uitkering uit het gemeentefonds en deelnemingen. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1921B Algemene uitkering 1913 Opbrengst Dividend 1931 Baten OZB gebruikers 1932 Baten OZB eigenaren 1933 Baten roerende woon- en bedrijfsruimten 1922 Onvoorziene uitgaven 1960.1 Saldo Financieringsfunctie
Beleidskader Collegeprogramma 2010-2014 We willen de reserves en voorzieningen verder, waar nodig en gewenst, op peil te brengen. Bestaande beleidskaders Uitvoering financieel beleid is vastgelegd in de volgende nota’s: • Treasurystatuut; • Financieringsparagraaf begroting; • Paragraaf weerstandsvermogen begroting en nota weerstandsvermogen; • Nota reserves en voorzieningen; • Verordeningen ex art. 212, 213 en 213a van de Gemeentewet.
Ontwikkelingen en knelpunten Gesignaleerde ontwikkelingen • Lokale heffingen De opbrengst OZB is gebaseerd op de werkelijke opbrengst van het jaar 2011, met een aanvulling voor wat betreft de ver- en nieuwbouw in 2011. Verder is rekening gehouden met de besluitvorming vanuit de kadernota 2011. • Algemene uitkering De geraamde opbrengst is gebaseerd op de gegevens uit de Mei-circulaire 2011. Verderop wordt een financiële specificatie gegeven van de effecten van deze circulaire voor onze gemeentelijke begroting. Via het gemeentefonds krijgen de gemeenten een compensatie voor de gestegen lonen en prijzen. In onze personeelslastenstaat is rekening gehouden met een loonstijging van 0,5%. Verder is rekening gehouden met een stijging van de pensioenafdracht. De tengevolge van de inflatie hogere kosten zijn per deelprogramma nog niet aangepast, maar hiervoor is een stelpost opgenomen bij de post Onvoorziene uitgaven. In de loop van 2012 zal, na besluitvorming door de gemeenteraad, deze stelpost worden verdeeld over de hiervoor in aanmerking komende posten.
- 119 -
Gesignaleerde knelpunten Zoals bekend is de omvang van het Gemeentefonds gekoppeld aan de rijksuitgaven. Bezuinigingen, maar ook bijv. onderuitputting, bij het Rijk worden direct gevolgd door een rijksbijdrage aan het Gemeentefonds en dus in een lagere gemeentefondsuitkering voor de gemeenten. Dit maakt de raming erg onzeker. Door deze grote onzekerheden wordt onze begroting opgesteld op basis van een constant prijsniveau. Jaarlijks wordt voor de actuele jaarschijf rekening gehouden met een inflatiecorrectie.
- 120 -
ALGEMENE UITKERING Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2012
Begroting 2011
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
0
0
0
0
0
0
Baten Baten bestaand beleid
13.408.547
13.322.674
13.316.544
13.106.518
12.954.187
12.448.230
Totaal baten
13.408.547
13.322.674
13.316.544
13.106.518
12.954.187
12.448.230
-13.408.547 -13.322.674 -13.316.544 -13.106.518 -12.954.187 -12.448.230
Saldo deelprogramma
Specificatie mutatie Algemene uitkering: Omschrijving Raming Begroting 2011
2010
2011
13.408.547
2012
13.148.941
2013
2014
2015
12.677.157
12.268.168
11.851.813
11.460.004
139.023
305.576
537.155
581.468
Spec.mutatie Juni-circ.: Ontwikkeling accres + overig Aanpassing rekentarief WOZ
-32.708
-33.153
-33.153
-33.153
Hoeveelheidsverschillen (m.n. bijstand)
271.157
294.157
317.157
340.157
Loon- en Prijscompensatie 2012
247.203
247.203
247.203
247.203
Nat.Uitv.Programma E-overheid Gerichte schuldhulpverlening Compensatie ivm sociale zekerheid Normering lokaal inkomensbeleid Politieke ambtsdragers Nieuwe raming Alg.Uitk.:
26.202
25.652
25.135
-90.961
-13.297
-12.828
-12.398
-11.950
34.097
42.895
51.379
67.324
-32.291
-31.153
-30.103
-29.008
0
0
0
0
0
-82.854
13.408.547
13.148.941
13.316.544
13.106.518
12.954.187
12.448.230
- 121 -
DIVIDEND Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2012
Begroting 2011
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
0
0
0
0
0
0
Baten Baten bestaand beleid
77.071
61.609
95.110
95.110
95.110
95.110
Totaal baten
77.071
61.609
95.110
95.110
95.110
95.110
-77.071
-61.609
-95.110
-95.110
-95.110
-95.110
Saldo deelprogramma
Specificatie raming Dividend:
Naam
Aantal
Nominale Uitkering per waarde aandeel
Dividend
Enexis Holding Attero Holding
142.116 142.116
1,00 1,00
3,12 21,58
45.574 6.585
Publiek Belang Elektr.prod. Verkoop Vennootschap
142.116 1.899
1,00 1,00
5,71 -
24.871 -
1.899 1.899
1,00 1,00
-
-
1.899 10.140
1,00 1,00
1,78
18.049
12
200,00
2,60
31
Vordering op Enexis CBL Vennootschap Claim Staat Vennootschap BNG Oikocredit
152.268
Omschrijving mutatie Oikocredit
2010
95.110
2011
2012
2013
2014
2015
37
31
31
31
31
31
BNG Enexis
23.322 13.717
18.049 13.717
18.049 45.574
18.049 45.574
18.049 45.574
18.049 45.574
Attero PBE
14.928 8.425
6.585 6.585
6.585 24.871
6.585 24.871
6.585 24.871
6.585 24.871
CBL Vennootschap Totaal Dividend
16.642 77.071
16.642 61.609
0 95.110
0 95.110
0 95.110
0 95.110
- 122 -
LOKALE HEFFINGEN Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
0
0
0
0
0
0
Baten Baten bestaand beleid
2.017.773
2.107.822
2.198.158
2.288.494
2.378.830
2.469.166
Totaal baten
2.017.773
2.107.822
2.198.158
2.288.494
2.378.830
2.469.166
Saldo deelprogramma
2.017.773
2.107.822
2.198.158
2.288.494
2.378.830
2.469.166
2013
2014
Specificatie raming Lokale heffingen: Omschrijving mutatie Baten OZB Gebruikers Baten OZB Eigenaren Baten RZB Eigenaren Totaal Lokale heffingen
2010
2011
2012
2015
206.262
217.863
227.593
237.323
247.053
256.783
1.808.431 3.080
1.886.879 3.080
1.967.485 3.080
2.048.091 3.080
2.128.697 3.080
2.209.303 3.080
2.017.773
2.107.822
2.198.158
2.288.494
2.378.830
2.469.166
De opbrengst OZB Gebruikers betreft de opbrengst van gebruikers van niet-woningen. Zoals bekend is de gebruikersbelasting voor woningen enkele jaren geleden afgeschaft. Bij de ramingen is rekening gehouden met een tariefsstijging van 3,5% en daarnaast is gerekend met een groei in verband met een groei van de economische waarden op grond van nieuw- en verbouw. Bij de roerende zaakbelastingen hebben we geen hogere opbrengst geraamd, terwijl het tarief wel wordt verhoogd. Het gaat hierbij om marginale bedragen.
- 123 -
ONVOORZIENE UITGAVEN Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
117.803
327.852
327.852
327.852
327.852
Totaal lasten
0
117.803
327.852
327.852
327.852
327.852
Baten Baten bestaand beleid
0
0
20.000
50.000
80.000
100.000
Totaal baten
0
0
20.000
50.000
80.000
100.000
Saldo deelprogramma
0
117.803
307.852
277.852
247.852
227.852
2011
2012
2013
2014
2015
Specificatie raming Onvoorziene uitgaven: Omschrijving mutatie
2010
Onvoorzien, incidenteel
0
5.072
28.000
28.000
28.000
28.000
Stelpost Prijsstijgingen 2011 Stelpost Prijsstijgingen 2012
0
109.652
109.652 167.200
109.652 167.200
109.652 167.200
109.652 167.200
Stelpost Nieuw beleid Totaal Onvoorzien
0 0
3.079 117.803
23.000 327.852
23.000 327.852
23.000 327.852
23.000 327.852
Bij de baten is een stelpost opgenomen vanuit de kadernota 2011 wegens een nog te behalen inkoopvoordeel wegens inkoopsamenwerking. De verwachting is dat door inkoopsamenwerking en afstemming een jaarlijks cumulerend financieel voordeel is te behalen van € 20.000 tot het jaar 2015.
- 124 -
FINANCIERINGSFUNCTIE Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
0
0
0
0
0
0
Baten Baten bestaand beleid
284.724
239.729
399.055
341.996
404.228
496.278
Totaal baten
284.724
239.729
399.055
341.996
404.228
496.278
-284.724
-239.729
-399.055
-341.996
-404.228
-496.278
2011
2012
239.729 239.729
399.055 399.055
Saldo deelprogramma
Toelichting financiële begroting De baten bestaan uit: Overige verrekeningen van kostenplaatsen Totaal baten
Toelichting afwijking 2012 ten opzichte van 2011: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Overige verrekeningen van kostenplaatsen Op dit onderdeel wordt het verschil afgeboekt tussen de in de begroting opgenomen rekenrente (percentage van 4%) en de werkelijk in de begroting berekende rente. Het hier genoemde bedrag is overigens een administratief voordeel. Feitelijk betekent het dat de, op de verschillende deelprogramma’s drukkende, rentelasten in totaal voor dit bedrag te hoog zijn geraamd. Op deze wijze wordt de rente-invloed in de begroting wel duidelijk zichtbaar. Totaal
159.000
V
159.000
V
Doordat in de berekeningen van de Kapitaallasten gerekend wordt met een vast percentage van 5% (en de feitelijke omslagrente lager is) ontstaat er op de Kostenverdeelstaat een verschil. Dit verschil wordt ten gunste c.q. ten laste gebracht van Product 960 Saldi van kostenplaatsen (kostenplaats: 6.960.1010). In het kader van de algemene dekkingsmiddelen valt dit onder het Saldo financieringsfunctie.
- 125 -
- 126 -
MUTATIES OP DE RESERVES Omschrijving Dit onderdeel geeft inzicht in de financiële positie. Conform het Besluit Begroting en Verantwoording moet afzonderlijk inzicht worden gegeven in de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties op de reserves. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1980 Mutaties reserves hoofdfunctie 0 t/m 9
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
3.192.790
702.042
92.356
100.886
100.386
83.269
Totaal lasten
3.192.790
702.042
92.356
100.886
100.386
83.269
Baten Baten bestaand beleid
4.305.174
2.507.076
492.825
400.187
324.317
296.430
Totaal baten
4.305.174
2.507.076
492.825
400.187
324.317
296.430
-1.112.384 -1.805.034
-400.469
-299.301
-223.931
-213.161
Saldo deelprogramma
Toelichting afwijking 2010 ten opzichte van 2009: Afwijking in € V=vrdl
Omschrijving onderdeel
N=nadl
Reserveringen (stortingen) Voor nadere toelichting zie specificatie hieronder
610.000
V
Reserveringen (onttrekkingen) Voor nadere toelichting zie specificatie hieronder
2.014.000
N
1.404.000
N
Totaal
- 127 -
Specificatie opbouw bedragen begroting Omschrijving mutatie Reservestortingen P1.3 Volkshuisvesting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
0
0
P1.4 Verkeer en vervoer P1.5 Milieu
22.825 90.047
9.000 0
9.000 0
9.000 0
9.000 0
9.000 0
P2.1 Cultuur P2.2 Onderwijs
0 59.855
0 60.003
0 79.356
0 87.886
0 87.386
0 70.269
122.450 125.000
0 350.000
0 0
0 0
0 0
0 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
4.000 0
P3.1 Economie P3.2 Toerisme
0 250.000
0 50.000
0 0
0 0
0 0
0 0
P4.1 Grondbeleid P5.2 Publieke dienstverlening
183.480 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
P5.3 Openbaar bestuur P6.2 Financiën
0 2.335.133
200.000 29.039
0 0
0 0
0 0
0 0
P6.2 Financiën Totaal stortingen
0 3.192.789
0 702.042
0 92.356
0 100.886
0 100.386
0 83.269
0 0
50.000 0
0
0
0
0
0
0
0
0
319.538 49.081
75.000 66.543
50.000 49.347
50.000 48.954
25.000 48.546
20.000 48.123
0
74.687
0 134.523
0 102.966
0 62.505
0 30.608
P2.4 Sociale voorzieningen P2.5 Welzijn
329.896 0
199.222 7.400
143.160 0
119.072 0
100.570 0
100.003 0
P2.6 Sport P3.2 Toerisme
28.031 150.352
23.739 365.879
18.100 11.105
16.500 11.105
15.000 11.105
15.000 11.105
0 15.663
390.752 0
9.907 0
9.907 0
9.907 0
9.907 0
P5.2 Publieke dienstverlening P5.3 Openbaar bestuur
858 6.372
0 21.683
0 31.683
0 41.683
0 51.683
0 61.683
P6.2 Financiën Totaal onttrekkingen
3.405.382 4.305.174
1.232.171 2.507.076
45.000 492.825
0 400.187
0 324.317
0 296.430
P2.3 Volksgezondheid P2.4 Sociale voorzieningen P2.5 Welzijn P2.6 Sport
Reserve-onttrekkingen P1.3 Volkshuisvesting P1.4 Verkeer en vervoer P1.5 Milieu P2.1 Cultuur P2.2 Onderwijs P2.3 Volksgezondheid
P4.1 Grondbeleid P4.3 Ruimtelijke ordening
Toelichting jaarschijf 2012 Stortingen zijn geraamd in de volgende reserves: (P1.4) Reserve onderhoud water de Brake € 9.000 (P2.2) Reserve Huisvesting onderwijs € 79.356 (P2.5) Reserve dorpshuizen € 4.000
jaarlijkse storting egalisatie lasten/baten jaarlijkse storting
Onttrekkingen zijn geraamd uit de reserves: (P1.5) Egalisatiereserve Vuilverwerking (P2.1) Reserve museum Wierdenland (P2.3) Reserve WMO (P2.3) Reserve WWB inkomensdeel
egalisatie egalisatie egalisatie egalisatie
€ 50.000 € 49.347 € 134.523 € 143.160
- 128 -
lasten/baten lasten/baten lasten/baten lasten/baten
(P2.6) (P3.2) (P4.1) (P5.3) (P6.2)
Reserve uitvoering sportnota Reserve cofinancieringen Reserve grondexploitatie Reserve regiovisie Algemene reserve
€ € € € €
18.100 11.105 9.907 31.683 45.000
- 129 -
egalisatie lasten/baten egalisatie lasten/baten egalisatie lasten/baten egalisatie lasten/baten dekking kosten samenwerking BMW
RESULTAAT NA BESTEMMING Omschrijving van het deelprogramma Op dit onderdeel wordt het uiteindelijke saldo van de begroting zichtbaar. Tot dit deelprogramma behoren de volgende producten: 1990 Saldo lasten en baten na bestemming
Wat mag het kosten? Realisatie 2010
Begroting 2012
Begroting 2011
Meerjarenbegroting 2013 2014 2015
Lasten Lasten bestaand beleid
0
0
260.405
181.550
244.228
12.509
Totaal lasten
0
0
260.405
181.550
244.228
12.509
Baten Baten bestaand beleid
26.418
53.735
0
0
0
0
Totaal baten
26.418
53.735
0
0
0
0
-26.418
-53.735
260.405
181.550
244.228
12.509
Saldo deelprogramma
Toelichting financiële begroting De begrotingsresultaten na Reservemutaties: 2012 €
260.405
€
2013
2014
181.550
€ 244.228
2015 €
12.509
Dit zijn geraamde saldi. Deze bedragen sluiten aan bij de genoemde saldi in de kadernota 2011. In deze saldi zijn nog enkele stelposten opgenomen. Pas in de jaarrekening worden deze bedragen daadwerkelijk verrekend met de Algemene reserve. In de staat van reserves en voorzieningen zijn deze saldi dan ook nog niet meegenomen.
- 130 -
PARAGRAFEN
- 131 -
- 132 -
PARAGRAAF A
LOKALE HEFFINGEN
Inleiding De paragraaf lokale heffingen bevat de volgende onderdelen: A. Het beleid ten aanzien van de gemeentelijke heffingen; B. Een overzicht van de diverse heffingen; C. De geraamde inkomsten voor 2012; D. Een overzicht van de lokale lastendruk; E. Het kwijtscheldingsbeleid.
A. Beleid ten aanzien van de gemeentelijke heffingen Voor de hoogte van de gemeentelijke belastingen gelden de volgende uitgangspunten: - collegeprogramma 2010–2014: Uitgangspunt is dat de gemeentelijke heffingen zoveel mogelijk kostendekkend dienen te zijn, dat blijven of worden gemaakt; - bepalingen Gemeentewet en Wet Milieubeheer waarin wordt bepaald dat de hoogte van de tarieven en heffingen niet boven de kostprijs mogen worden geheven; - legesverordening, verordening onroerende zaak belastingen, verordening roerende zaken, verordening reinigingsheffingen, verordening rioolheffingen, verordening lijkbezorgingsrechten, verordening marktgelden, verordening brandweerrechten; - raadsbesluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.
B. Overzicht van de diverse heffingen De gemeente Winsum kent de volgende heffingen: B1. Onroerende zaak belastingen (OZB) De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van alle in de gemeente gelegen nietwoningen en van eigenaren van alle in de gemeente gelegen woningen. Voor de OZB geldt nog een zogenaamde macronorm. Het Rijk wil dat de gemeenten gezamenlijk de OZB opbrengst niet meer dan 3,75% (2012) laten stijgen. Dat betekent dat in 2012 voor alle gemeenten samen de opbrengst van de onroerendezaakbelasting 3,75% meer mag zijn op basis van de gemeentelijke begrotingen 2011. De OZB wordt vanaf 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Tot en met 2008 toe werd gewerkt met eenheden van 2.500,00 euro. De gemeentelijke tarieven 2012 worden gebaseerd op het nieuwe tijdvak 1-1-2012/1-1-2013 met waardepeildatum 1-1-2011. Voor het bepalen van de te hanteren percentages voor de berekening van de OZB is de waardeontwikkeling van belang. Zoals bekend vindt de waardebepaling thans jaarlijks plaats. De uitkomsten daarvan zijn ieder jaar vaak pas in oktober bekend. Gelet op dit gegeven en de uit te voeren rekenexercities om de nieuwe percentages te bepalen, vindt de behandeling c.q. besluitvorming bij de behandeling van de begroting plaats. Overeenkomstig de kadernota 2011 worden de onroerende-zaakbelastingen voor de jaren 2012 tot en met 2015 jaarlijks met 3,5% verhoogd. OZB-tarieven percentage waarde onroerende zaak - eigenaren woningen - eigenaren niet-woningen - gebruikers niet-woningen
- 133 -
2011 0,1520% 0,1977% 0,1526%
2012 n.b. n.b. n.b.
B2. Afvalstoffenheffing De gemeente heeft een wettelijke plicht tot de inzameling van huishoudelijk afval. De kosten die de gemeente daarvan heeft, kunnen door afvalstoffenheffing verhaald worden op de aanbieder van het afval. De begrote opbrengsten mogen de begrote kosten niet overschrijden. De afvalstoffenheffing wordt niet in de gemeentewet geregeld, maar in artikel 15.33 Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing met een belastingkarakter. Hij kan alleen worden geheven voor de inzameling van huishoudelijk afval. Iedere gebruiker van een perceel waar regelmatig huishoudelijk afval kan ontstaan, is aan de heffing onderworpen. Ook als nooit afval wordt aangeboden, kan dus toch afvalstoffenheffing worden geheven. Als er echter geen huishoudelijke afvalstoffen op een bepaald perceel kunnen ontstaan, kan geen afvalstoffenheffing worden geheven. Uiteraard is de heffing ook niet terecht indien de gemeente niet aan haar inzamelingsverplichting voldoet. Overigens geldt de inzamelingsplicht niet buiten de voor het openbaar rijverkeer openstaande en voor de ter plaats gebruikte vuilniswagens toegankelijke wegens. Onder bepaalde voorwaarden kunnen clusterplaatsen worden aangewezen, alwaar de containers opgesteld moeten worden om geleegd te worden of op andere wijze voorzieningen worden getroffen voor het aanbieden van afval. De betreffende verordening kent uitsluitend vrijstelling voor afvalstoffenheffing van percelen voor de publieke dienst bestemd (gemeente genothebbende) en kerken. Het tarief voor de afvalstoffenheffing gaat op begrotingsbasis uit van 100% kostendekkendheid. Met ingang van 2012 wordt het geraamde bedrag aan kwijtschelding doorberekend in de tarieven voor afvalstoffenheffing. 2011 282,78 260,10
Tarieven afvalstoffenheffing - meerpersoonshuishouden - eenpersoonshuishouden
2012 294,81 272,13
In het collegeprogramma 2010-2014 wordt uitgegaan van invoering van een gedifferentieerd tarief voor afval op basis van gewicht (Diftar) in 2012. Voorwaarde daarbij is een goed flankerend beleid, waarbij scheiding aan de bron wordt nagestreefd. De burgers mogen er financieel niet op achteruit gaan. De keuze zal gebaseerd zijn op een kosten/batenanalyse, waarbij de belasting voor het milieu één van de weegfactoren zal zijn. In 2012 wordt een proef gehouden voor eventuele invoering van Diftar. In 2013 wordt hiertoe daarna definitief besloten. B3. Rioolheffing Naar aanleiding van het in werking treden van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is heffing van het rioolrecht vanaf 2010 niet meer mogelijk. In plaats van rioolrecht is de gemeente met ingang van 1 januari 2010 overgegaan tot invoering van de rioolheffing. Ook bij de nieuwe heffing (artikel 228a Gemeentewet) geldt dat de geraamde opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Belangrijk verschil is echter dat de nieuwe verbrede rioolheffing niet het karakter heeft van een individuele dienstverlening zoals dat bij het oude rioolrecht wel het geval was. De verbrede zorgplicht is gericht op collectieve maatregelen. Gemeenten hebben een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om de taakverbreding te kunnen financieren is het eerdere rioolrecht dus omgevormd tot een bredere rioolheffing.
- 134 -
Alle kosten die gemaakt worden ter nakoming van de (nieuwe) zorgplichten kunnen worden verhaald op de burgers en bedrijven. Dit betekent dat gemeenten het individuele profijt van de nieuwe rioolheffing niet meer hoeven aan te tonen, zoals dat wel het geval was bij rioolrecht. Uitgangspunt is dat de rioolheffing kostendekkend is. Ingaande het jaar 2010 gebeurt dit volledig op basis van een contante waardeberekening van de toekomstige lasten en baten op dit onderdeel. De Contante Waarde hiervan moet gelijk zijn aan de stand van de Voorziening vervanging rioleringen. Gestreefd wordt om ingaande 2012 overeenkomstig het VNG-model kostenonderbouwing rioolheffing het tarief te berekenen. In 2009 is in eerste instantie gekozen voor een vloeiende en dus gemakkelijke overgang van het rioolrecht naar de rioolheffing. Een discussie om de mogelijkheden van tariefsdifferentiatie binnen de rioolheffing te bespreken is nog niet gevoerd. Het voornemen is om deze discussie nog in 2011 te houden, waarbij het streven is om dit per 1 januari 2012, maar uiterlijk per 1 januari 2013 in te voeren. Wij stellen voor het tarief in 2012 niet te verhogen. 2011 230,25
Tarieven rioolheffing - per aansluiting
2012 230,25
B4. Leges Onder de naam “leges” worden een aantal verschillende rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (o.a. paspoorten, rijbewijzen, diverse uittreksels, huwelijken, bouwvergunningen en diverse overige vergunningen). Het streven is dat alle leges en tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn, dat blijven of worden gemaakt. Voorwaarde daarbij is wel dat vooraf volstrekt helder is wat de reële kosten zijn. De burger mag niet betalen voor “oneigenlijke” kosten. In sommige gevallen leidt het kostendekkend maken van tarieven tot verhoging dan wel tot verlaging. De burger dient goed geïnformeerd te worden over de opbouw van de werkelijke kosten. Waarschijnlijk zal hij of zij eerder begrip hebben voor de aan hem of haar doorberekende bedragen. Vanuit de visie van het streven naar kostendekkende tarieven in 2015 wordt voorgesteld de legesbedragen in 4 stappen ingaande het jaar 2012 te verhogen. Hierbij wordt nog onderzocht in welke mate de kostendekkendheid van reisdocumenten en rijbewijzen kan worden verbeterd door kostenbesparing en het instellen van een plafond voor kostendekkendheid van 135% voor de individuele tarieven onder titel 1van de tarieventabel bij de legesverordening. B5. Lijkbezorgingsrechten (begraafrechten) Op basis van de verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. Uitgangspunt van de door uw raad vastgestelde nota begraven is om meer evenwicht aan te brengen tussen de kosten en inkomsten voor begraven. De beoogde kostendekkendheid is 100%. De geraamde inkomsten met betrekking tot begraven met ingang van 2012 structureel te verhogen met 50.000 euro. B6. Brandweerrechten Op basis van de verordening worden rechten geheven: a. voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer of in onderhoud zijn; b. voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten. De gemeentelijke brandweerzorg en daarmee de dienstverlening waarvoor de brandweerrechten worden geheven, gaan per 1 januari 2012 over naar de Regionale Brandweer Groningen.
- 135 -
B7. Roerende zaak belasting Deze belasting is in 2004 ingevoerd. Via de roerende zaakbelasting leveren eigenaren en gebruikers van roerende zaken zoals woonschepen en woonwagens een bijdrage aan de instandhouding van de collectieve voorzieningen van onze gemeente. De aanslag wordt berekend op basis van de economische waarde van de roerende zaak. De Wet WOZ waarin regels worden gegeven voor de waardebepaling van onroerende zaken, geldt niet voor roerende zaken. De regels voor de waardebepaling van roerende zaken zijn wel vergelijkbaar met de regels uit de Wet WOZ. Dat betekent dat de waarde voor de belastingaanslag in principe wordt vastgesteld op basis van de waarde in het economisch verkeer. Ook de roerende zaakbelastingen worden met ingang van 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de roerende zaak. De belastingtarieven voor roerende zaken houden gelijke tred met de onroerende-zaakbelastingen. Overeenkomstig de kadernota 2011 worden de roerende-zaakbelastingen voor de jaren 2012 tot en met 2015 jaarlijks met 3,5% verhoogd. B8. Marktgelden Onder de naam marktgelden worden rechten geheven over het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Op dit moment worden alleen nog marktgelden in rekening gebracht voor de weekmarkt in Winsum. De organisatie van de jaarmarkt (Baistemaart) in Winsum is overgedragen aan een stichting. Het huidig tekort op de weekmarkt wordt in een periode van 3 jaar gedekt door een geleidelijke verhoging van de marktgelden conform de nota Lokale heffingen. De exacte tarieven worden bepaald op basis van een juiste kosten- en urentoerekening. B9. Privaatrechtelijke vergoedingen De gemeente Winsum heeft met diverse partijen huur- en pachtovereenkomsten gesloten. Bij af te sluiten contracten wordt een duidelijke koppeling gelegd tussen de kosten en opbrengsten.
C.
Geraamde opbrengst 2012
Opbrengsten lokale heffingen Onroerende zaak belastingen Afvalstoffenheffing Rioolrechten Bouwvergunningen c.a. Begrafenisrechten Secretarieleges Marktgelden Roerende zaak belastingen Gebruiksvergunningen brandveiligheid (inhaalslag) Totaal De -
Primaire begroting 2011 2.104.742 1.642.377 1.336.582 389.922 189.456 250.152 946 3.080 558 5.917.815
Actuele begroting Begroting Meer 2011 2012 opbrengst 2.104.742 2.195.078 90.336 1.642.377 1.723.634 81.257 1.336.582 1.332.917 -3.665 389.922 422.875 32.953 189.456 239.456 50.000 249.878 256.037 6.159 946 1.636 690 3.080 3.080 0 558 558 0 5.917.541 6.175.271 257.730
hogere ramingen zijn het gevolg van: onroerende zaak belastingen: volume-aanpassingen en tariefsverhoging afvalstoffenheffing: volume-aanpassingen en tariefsverhoging rioolheffing: volume-aanpassingen begraafrechten: aanpassing tarieven i.v.m. kostendekkendheid leges aanpassing tarieven i.v.m. kostendekkendheid
- 136 -
D. Lokale lastendruk De belastingdruk in Winsum is bovengemiddeld ten opzichte van omliggende gemeenten. Ter informatie is onderstaand overzicht opgenomen waaruit blijkt hoeveel een gezin in de Groninger gemeenten moet betalen voor de zogenaamde pakketbelastingen. Dit overzicht is afkomstig van de provincie Groningen. Bij de berekening van de bedragen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: OZB: een woning met een gemiddelde economische waarde; Afvalstoffenheffing: het meerpersoonshuishoudentarief; Rangschikking: de rangschikking is op aflopende hoogte van het totale pakketbelastingbedrag per gemeente bij een gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingdruk per gezin voor het jaar 2011 (woning gemiddelde WOZ-waarde per woning)
Gemeenten
Gemidd.
OZB
WOZ
perc. per
OZB
Riool
heffing 2011
Totale
Totale
heffing stoffen recht belasting- belasting-
waarde 2011
Afval
druk
druk
Stijging / Daling belastingdruk 2011 tov 2010
2011
2011
2011
2011
2010
Winsum 166.100 0,152
252
283
230
765
729
absoluut 36
4,94%
in %
Loppersum 157.900 0,130
204
285
270
759
736
23
3,13%
Oldambt 146.800 0,169
248
270
234
752
734
18
2,45%
Ten Boer 179.600 0,126
226
264
246
736
731
5
0,68%
Appingedam 148.500 0,192
285
272
174
731
731
0
0,00%
De Marne 138.100 0,113
156
261
311
728
705
23
3,26% 4,02%
Haren 271.600 0,115
311
231
182
724
696
28
Delfzijl 137.400 0,152
209
314
200
723
727
-4 -0,56%
Pekela 143.100 0,144
206
286
230
722
716
6
0,84%
Vlagtwedde 160.700 0,088
141
255
318
714
706
8
1,13%
Menterwolde 168.000 0,138
232
249
221
702
702
0
0,00%
Groningen 145.600 0,135
197
362
132
691
662
29
4,38%
Marum 220.900 0,098
216
240
225
681
668
13
1,95%
Slochteren 194.100 0,103
200
234
243
677
670
7
1,05%
Leek 198.300 0,120
238
205
222
665
661
4
0,61%
Bellingwedde 179.300 0,117
210
206
248
664
645
19
2,95%
Hoogezand-S 149.300 0,126
188
293
168
649
618
31
5,02%
32
5,25%
Bedum 169.800 0,113
191
264
187
642
610
Grootegast 202.200 0,094
191
198
244
633
662
Veendam 148.200 0,116
172
307
143
622
602
20
3,32%
-29 -4,39%
Zuidhorn 192.700 0,116
224
203
186
613
595
18
3,03%
Stadskanaal 153.100 0,112
171
258
163
592
542
50
9,23%
Eemsmond 149.700 0,182
272
24
272
568
518
50
9,65%
In dit overzicht staat Winsum op de bovenste plaats. Dit wordt mede veroorzaakt doordat wordt uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde. Deze is in Winsum, in vergelijking met gemeenten met ook hoge tarieven, hoger.
- 137 -
Om de gevolgen van de voorgestelde tariefsaanpassing in beeld te krijgen het volgende overzicht: Gevolgen voorstellen voor Belastingdruk Omschrijving
Toelichting TOTAAL
Aanpassing tarief in € (Gemidd.ec.waarde OZB € 166.100) Afvalstoffenheffing Rioolheffing
€
8,84 €
8,84 €
€ € €
12,03 € - € 20,87 €
- € - € 8,84 €
Basisbedr. Aanpassing tarief in % (Gemidd.ec.waarde OZB € 166.100) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Gemiddeld :
Eigenaar
Gebruiker 12,03 12,03 Gebruiker
€
241,73
3,50%
0,00%
€ €
282,78 230,25
0,00% 0,00% 1,83%
4,25% 0,00% 4,25%
Bedrag 2011 Gemiddelde tariefstijging in % (Gemidd.ec.waarde OZB € 166.100) Afvalstoffenheffing Rioolheffing
Eigenaar
Bedrag 2012
Totaal
€
252,47 €
261,31
3,50%
€ € €
282,78 € 230,25 € 765,50 €
294,81 230,25 786,37
4,25% 0,00% 2,73%
De verhoging van de afvalstoffenheffing wordt feitelijk veroorzaakt door de opname van de kwijtschelding afvalstoffenheffing in het tarief. De belastingplichtigen met een laag inkomen ontvangen kwijtschelding. De overige belastingplichtigen dragen deze lasten.
E. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding van belasting kan worden verleend indien men niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen. Van buitengewoon bezwaar is in het algemeen sprake indien de middelen om een belastingaanslag te betalen ontbreken en ook niet binnen afzienbare tijd kunnen worden verwacht. Daarnaast kunnen zich ook andere omstandigheden voordoen die meebrengen dat betaling van de aanslag redelijkerwijs niet kan worden gevorderd. Om de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor elke burger te waarborgen, is er een landelijk geldend kwijtscheldingsbeleid ontwikkeld en vastgelegd in de “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”. Vroeger waren de normen tamelijk streng, maar sinds 1 januari 1995 zijn de normen verruimd. Deze verruiming bestond uit een verhoging van de kosten van bestaan van 90% naar maximaal 95% van de bijstandsuitkeringen. Met ingang van 1 januari 1997 is de kwijtscheldingsnorm uiteindelijk tot 100% opgetrokken. Verreweg de meeste gemeenten hanteren de maximale kwijtscheldingsnorm. In de praktijk betekent dit dat huishoudens met een minimumloon voor kwijtschelding in aanmerking komen, mits zij de vermogenstoets doorstaan.
- 138 -
Met ingang van 1998 voet het waterschap Noorderzijlvest (thans Hefpunt voor belastingen van waterschappen en gemeenten) de kwijtscheldingsregeling uit voor onze gemeente. Jaarlijks doen veel mensen bij hun gemeente het verzoek om kwijtschelding van gemeentebelastingen. Als de kwijtschelding wordt toegewezen, kan dat burgers honderden euro’s per jaar schelen. Zodoende is deze kwijtschelding een belangrijke manier om armoede terug te dringen.
Volume kwijtscheldingen OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Werkelijk 2010 1.543 50.679 399 52.621
Begroting 2011 0 85.676 2.297 87.974
Begroting 2012 0 85.676 2.297 87.974
Voor de OZB wordt geen raming voor kwijtscheldingen opgenomen, omdat, na de afschaffing van OZB voor gebruikers van woningen, er feitelijk geen aanvragen meer binnenkomen. In de notitie bereik armoedebeleid 2009-2010 is voor de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing uitgegaan van een toename als gevolg van stimulering van het gebruik van deze minimaregeling. Met ingang van 2012 wordt het geraamde bedrag aan kwijtschelding doorberekend in de tarieven voor afvalstoffenheffing. De feitelijke kwijtscheldingsbedragen zijn de afgelopen jaren lager geweest. Daar wij u een voorstel doen om de kwijtscheldingsnormen te verruimen, handhaven wij vooralsnog de bestaande ramingen voor kwijtschelding.
- 139 -
- 140 -
PARAGRAAF B
WEERSTANDSVERMOGEN
Inleiding Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Winsum om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen ten einde haar taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de twee componenten: de weerstandscapaciteit (zijnde de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet-begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenramingen. Het weerstandsvermogen heeft enkele malen in de raad tot discussie geleid. De discussie gaat vooral over de hoogte van de algemene reserve. Alvorens in te gaan op de gewenste weerstandscapaciteit en het gewenste weerstandvermogen, wordt eerst ingegaan op de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad op het gebied van het weerstandsvermogen. In dit kader wordt geput uit de handreiking Weerstandsvermogen voor Raadsleden zoals deze op 16 augustus 2007 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de gemeenteraden is verstuurd. Kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad op het gebied van het weerstandsvermogen. De gemeenteraad dient richting te geven aan het beleid. Dat kan aan de hand van de ratio weerstandscapaciteit. In de handreiking is aangegeven dat deze ratio berekend kan worden door de beschikbare weerstandscapaciteit af te zetten tegen de benodigde capaciteit. Bij de benodigde capaciteit gaat het om de niet afgedekte risico’s. De begroting is hét moment voor de raad om kaders te stellen. In de bestuursrapportages wordt de raad geïnformeerd over de uitvoering van het beleid en in de jaarrekening vindt verantwoording van het uitgevoerde beleid plaats. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit al die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Hiertoe behoren de algemene reserve, de vrij aanwendbare bestemmingsreserves, de omvang van de onbenutte belastingcapaciteit, en (op begrotingsbasis) de post onvoorzien. Hieruit volgt dat de totale weerstandscapaciteit op € 13,1 miljoen komt. Hieraan ligt de volgende berekening ten grondslag.
- 141 -
Weerstandscapaciteit exploitatie Onbenutte belastingcapaciteit: OZB Rioolrechten Afvalstoffenheffing Leges en andere heffingen Totaal onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Totaal weerstandsvermogen exploitatie Weerstandscapaciteit vermogen Vrij aanwendbare algemene reserve Vrij aanwendbare bestemmingsreserves (staat van reserves en voorzieningen ultimo 31-12-2011) Stille reserve Totaal weerstandscapaciteit vermogen Totale weerstandscapaciteit
-214 216 0 p.m. 2
2 51 53
2.954
10.143 0 13.097 13.150
Risico’s Een gemeente loopt in de uitvoering van haar taken, net als elke organisatie en elk bedrijf, bepaalde risico’s. Op basis van de in augustus 2011 bekende informatie zijn de risico’s geïnventariseerd. Bij de inventarisatie van de risico’s is een inschatting gemaakt (kwantificering) van de mogelijke financiële gevolgen welke kunnen optreden zodra een risico werkelijkheid wordt. Daarbij dient opgemerkt te worden dat deze bedragen globaal, indicatief en soms discutabel zijn. Risico’s waarvan de oorzaak in het verleden of heden ligt en waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten dienen te worden voorzien. Een voorbeeld daarvan is de voorziening dubieuze debiteuren. De risico’s waarvan de omvang niet redelijkerwijs is in te schatten en/of die zich nog (kunnen) gaan voordoen dienen te worden afgedekt door bestemmings- en/of de algemene reserves. De risico’s worden onderverdeeld in: risico’s voortvloeiend uit eigen beleid risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden risico’s voortvloeiend uit samenwerking met andere gemeenten of instanties risico’s voortvloeiend uit het doen en/of nalaten van anderen risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente autonome ontwikkelingen risico’s op eigendommen (waarderingsrisico) risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering
- 142 -
Risico’s voortvloeiend uit eigen beleid Bij de openeinde-regelingen zoals het leerlingenvervoer, individuele verstrekkingen en huishoudelijke verzorging zijn de begrote bijdragen gebaseerd op de gemiddelde bijdragen van een aantal jaren. Door fluctuatie in de aantallen aanvragen kan afwijking ten opzichte van de raming ontstaan. Leerlingenvervoer Bij leerlingenvervoer is sprake van een “openeinde-regeling”. Het is niet in te schatten hoeveel personen per jaar gebruik zullen maken van deze regeling. Hierdoor kunnen de kosten jaarlijks behoorlijk fluctueren. Begroot is een bedrag van € 313.000. Het gekwantificeerde risico wordt ongeveer tussen 10 en 20% van het budget geraamd (afgerond minimaal € 32.000 en maximaal € 64.000). Juridische procedures Ultimo september 2011 lopen de volgende juridische procedures: • Claim schade van € 150.000 op basis van vernietigd verkeersbesluit dat met nieuwe motivering moet worden genomen; rechterlijke uitspraak positief. Er is hoger beroep ingesteld bij de afd. bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar dit hoger beroep is niet-ontvankelijk beoordeeld in verband met termijnoverschrijding. • Eind 2006 ondertekenden de gemeente en een projectontwikkelaar een overeenkomst over de ontwikkeling van Boogplein. De overeenkomst bleek in strijd met de Europese regelgeving tot stand te zijn gekomen. Nadat gesprekken tussen de gemeente en de projectontwikkelaar niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, heeft de laatste een kortgeding aangespannen. In het kortgeding eiste deze nakoming van de overeenkomst en een schadevergoeding. Op 10 juni 2011 heeft de rechter uitspraak gedaan in het kortgeding. De rechter oordeelde dat de overeenkomst nietig is en wees de eisen van de projectontwikkelaar af. Deze is in hoger beroep gegaan. Grondexploitatie Het ambitieniveau van de gemeente kan gelet op de op stapel staande projecten en de in exploitatie te nemen gronden hoog genoemd worden. In de paragraaf Grondbeleid is aangegeven dat de risico’s van de vastgestelde exploitatieplannen beperkt zijn. In het najaar van 2007 is een risico-inventarisatie gemaakt worden van de nog in exploitatie te nemen gronden. De risico’s bij de in exploitatie genomen gronden zijn afhankelijk van de snelheid waarmee nieuwe woningen gebouwd en afgezet kunnen worden. Jaarlijks worden de exploitatieopzetten geactualiseerd. Voorziene verliezen worden ten laste gebracht van de reserve grondexploitatie. Als huidige beleidslijn geldt momenteel dat op basis van de geprognosticeerde omvang van de lasten en de baten een risiconorm wordt gehanteerd van 10%. In het kader van de bepaling van het weerstandsvermogen hoeven de risico’s die gemeente loopt bij de grondexploitatie niet meegenomen te worden. Deze risico’s dienen immers door middel van de reserve grondexploitatie afgedicht te zijn. Omdat deels nog geen exploitatieopzetten bekend zijn, maar de verwachting is dat het om omvangrijke bedragen zal gaan, wordt bij de bepaling van de omvang van de algemene reserve toch ‘veiligheidshalve’ met een gekwantificeerd risico van minimaal € 1.000.000 en maximaal € 2.000.000 rekening gehouden.
- 143 -
Risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden De gemeente Winsum voert een groot aantal medebewindstaken uit ten behoeve van de Rijksoverheid waarvoor specifieke uitkeringen en bijdragen uit het gemeentefonds worden ontvangen. Een wijziging in het beleid van de Rijksoverheid of de financiering van deze taken kan een risico voor de gemeenten betekenen. Voorzover deze risico’s te kwantificeren zijn is daarmee bij de bepaling van de budgetten rekening gehouden. Voorbeelden daarvan zijn de uitvoering van de WWB en WMO. Zowel de WWB als de WMO hebben deels het karakter van een ‘open-eind-regeling’. Voor de WWB wordt daarom een gekwantificeerd risico van minimaal 10% en maximaal 20% van de geraamde uitgaven opgenomen. Voor de WMO ligt het risico met name in de dure woningaanpassingen. Het risico wordt gekwantificeerd op minimaal 10% en maximaal 20% van het jaarbudget op het totale WMO-budget. Risico’s voortvloeiend uit samenwerking Sociale werkvoorziening De kosten voor Ability zijn ook in 2012 als risico opgevoerd. In 2009 heeft het algemeen bestuur van Ability ingestemd met het rapport “ Aan de slag met het werkleerbedrijf Ability” waarmee gekozen is voor de ontwikkeling van Ability tot een werkleerbedrijf. De deelnemende gemeenten betalen naast een vaste bijdrage ook een bijdrage in het exploitatietekort. Dit brengt, ondanks dat deze geraamde bijdragen in het exploitatietekort verhoogd zijn, een risico met zich mee. Naast Ability zijn een aantal wsw-geïndiceerden geplaatst bij DSW Stadspark. Het gekwantificeerde risico wordt geraamd tussen 10% en 20% van de bijdragen in het tekort 2012; afgerond minimaal € 21.000 en maximaal € 42.000. Risico’s voortvloeiend uit het doen en/of nalaten van anderen Reguliere verzekerbare risico’s zijn ondergebracht bij verzekeraars. Voor enkele dubieuze debiteuren is een voorziening getroffen. In de jaarrekening 2010 is aangegeven dat de risico’s bij de afgegeven borgstellingen gering zijn: borgstelling rente en aflossing verenigingen € 211.000 (2009: € 221.000 ), woningbouwleningen € 3.046.000 (2009: € 3.102.000), en leningen particuliere woningen € 4.130.000 (2009: € 3.916.000). Het gekwantificeerde risico wordt p.m. geraamd. Risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente autonome ontwikkelingen De autonome ontwikkelingen zoals inwoneraantal en woningbouw, accres als gevolg van uitbreidingen e.d. zijn naar beste inschatting van de ontwikkelingen in de begroting meegenomen. Risico’s op eigendommen Op dit moment zijn er geen risico’s bekend. Reguliere verzekerbare risico’s zijn ondergebracht bij verzekeraars. Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering De risico’s welke voortvloeien uit de normale bedrijfsprocessen met de daaraan gekoppelde budgetbewaking en interne informatievoorziening behoren tot de normale risico’s welke bij de uitvoering van de begroting behoren. De rechtmatigheidtoets zoals die door de accountant wordt uitgevoerd heeft tot gevolg dat diverse bedrijfsprocessen zijn doorgelicht. Voor een deel worden of zijn deze processen aangepast waardoor ook de risico’s afnemen. Verder is de verbetering van de planning en control een continu proces waardoor de beheersing van de bedrijfsvoering verder zal toenemen.
- 144 -
De werkorganisatie van de gemeente Winsum is relatief gezien van beperkte omvang. Indien op een bepaalde positie door wat van reden dan ook een personeelslid lange tijd zijn/haar functie niet kan uitoefenen en er intern geen adequate vervanging voorhanden is, kan het noodzakelijk zijn dat externe deskundigen ingeschakeld moeten worden. Indien nodig wordt bij de bestuursrapportage aanvullend budget gevraagd. Het gekwantificeerde risico wordt op 1% van het personeelsbudget van € 6.000.000 geraamd (€ 60.000).
Conclusie In de onderstaande tabel zijn alle bovenstaande gekwantificeerde risico’s opgenomen. Omschrijving risico
Gekwantificeerde risico’s Minimale Maximale omvang omvang
Risico’s voortvloeiend uit eigen beleid Leerlingenvervoer Juridische procedures Grondexploitatie Risico’s voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden WWB WMO Risico’s voortvloeiend uit samenwerking Sociale werkvoorziening Risico’s voortvloeiend uit het doen en/of nalaten van anderen Borgstellingen Risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente autonome ontwikkelingen Risico’s op eigendommen
€ 32.000 € 64.000 € - € € 1.000.000 € 2.000.000
€ €
302.000 € 216.000 €
604.000 432.000
€
21.000 €
42.000
p.m. p.m.
p.m. p.m.
p.m.
p.m.
Risico’s die samenhangen met de interne bedrijfsvoering € 45.000 € 60.000 € - € Totaal € 1.616.000 € 3.202.000
Bij deze conclusie is het waarschijnlijkheidsaspect dat alle risico’s mogelijk gelijktijdig geëffectueerd kunnen worden, buiten beschouwing gelaten. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is een omvang van de algemene reserve noodzakelijk van 3,2 miljoen. Kijkend naar de ratio weerstandscapaciteit, dan kan deze berekend worden op: 4,1 (beschikbare capaciteit bedraagt € 13,1; benodigde capaciteit bedraagt € 3,2). In 2011 bedroeg onze weerstandscapaciteit 7,7 miljoen en bedroeg de benodigde capaciteit op grond van de risico’s 3,1 miljoen. De conclusie op grond van een vergelijking met 2011 kan zijn, dat ons weerstandsvermogen fors is toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door het meenemen van de reserve verkoop aandelen Essent. In de handreiking van het Ministerie is aangegeven dat een ratio beneden de 1,0 een indicatie is van mogelijke kwetsbaarheid en een ratio tussen de 1,0 en 2,0 als normaal beschouwd kan worden. Boven de 2 kan de vraag gesteld worden of niet te veel capaciteit achter de hand gehouden wordt.
- 145 -
Gelet op de in de raad gevoerde discussies over het weerstandsvermogen stellen wij voor om voorlopig een minimum niveau van de algemene reserve van € 2,5 mln aan te houden.
- 146 -
PARAGRAAF C
ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
Openbaar groen In 2011 heeft de gemeenteraad de “Kwaliteitsvisie groen Winsum 2010” vastgesteld. Op basis van deze visie heeft de raad gekozen om het groen te onderhouden op het kwaliteitsniveau Basis accent. Met deze keuze ontstaat weinig kapitaalsvernietiging, het onderhoud voor de burgers is acceptabel, klachten en meldingen nemen niet toe en er ontstaan geen onveilige situaties. Voor de uitvoering van de kwaliteitsvisie zijn uitwerkingsplannen (prestatieomschrijvingen) opgesteld op basis waarvan het openbaar groen zal worden onderhouden. Zodat de uitvoering aansluit bij de ambitie. Jaarlijks worden groenvakken gerenoveerd of omgevormd zodat deze in overeenstemming komen met het vastgestelde kwaliteitsniveau. Hiervoor worden jaarlijks groenobjecten geselecteerd die nu niet voldoen aan de gewenste kwaliteit. De uitvoering vindt plaats op basis van prioriteit. Groen heeft meestal ook niet het eeuwige leven en daarom zal renovatie van groen altijd aan de orde blijven. Vanaf 2009 worden er in het plantsoen geen chemische middelen meer toegepast, alleen in enkele probleemsituaties wordt dit curatief nog toegepast. Het naijleffect, van nog aanwezige middelen in de bodem, is uitgewerkt waardoor het effect steeds duidelijker zichtbaar is geworden. Dit betekent dat er een grotere fysieke inspanning nodig is om de gewenste kwaliteit te bereiken. In de kernen Winsum, Baflo en Rasquert wordt het reguliere plantsoenonderhoud grotendeels in eigen beheer uitgevoerd, in de overige kernen is dit, uitgezonderd het bomenonderhoud, uitbesteed aan werkvoorzieningschap Ability. Door de toename van het areaal, met name door de groei van de woonwijken De Brake en Oosterhuisen, voert Ability nu ook in Winsum en Baflo deels het regulier onderhoud uit. Het maaibeheer van wegbermen en het schonen van sloten is via een raamcontract uitbesteed. Met de blik op de toekomst gericht zal in 2012 overwogen moeten worden of en hoe een nieuw (meerjarig) contract het beste kan worden afgesloten. Overeenkomstig het convenant “Dier en plant op het Hogeland” worden een aantal bermen in de gemeente ecologisch beheerd (o.a. Kieversterweg). Vanaf 2003 is een eerste aanzet gegeven om structureel meer te doen aan bomenbeheer. In 2005 is de VTA veiligheidsinspectie (Visual Tree Assessment) afgerond van bomen binnen de bebouwde kommen. In 2009 is gestart met een nieuwe meer uitgebreide inspectieronde en zijn alle bomen binnen en buiten de bebouwde kommen aan een VTA-inspectie onderworpen. De inspecties komen voort uit de zorgplicht die de gemeente als eigenaar van de bomen heeft. Aan het opstellen van het bomenbeleidsplan wordt gewerkt. De kaders voor zowel het te voeren beleid als de uitvoering zullen hierin worden opgenomen. Na vaststelling van het bomenbeleidsplan zal inhoud worden gegeven aan het bomenbeheersplan. Met het bomenbeheersplan wordt de uitvoering van het beheer inzichtelijk gemaakt. Ook de gegevens van de VTA veiligheidsinspecties worden hiervoor onder andere als input gebruikt.
Wegen In 2011 is het wegenbeheerplan 2011-2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat alle gemeentelijke wegen op minimaal het C-niveau volgens de CROWsystematiek zullen worden onderhouden. Daarnaast zal de achterstand met betrekking tot het wegenonderhoud worden weggewerkt door gedeeltelijke kapitalisatie van het onderhoud en de omvang van het onderhoudswerk te vergroten. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om gezamenlijk met buurgemeenten het wegonderhoud aan te besteden.
- 147 -
Het uitvoerend document wegencategorisering moet nog definitief vastgesteld worden door de gemeenteraad. Het uitvoerend document vormt de leidraad voor het te voeren snelheidsregiem op de diverse type wegen binnen en buiten de bebouwde kom en de inrichting die daarbij hoort. De uitvoering van de maatregelen uit het uitvoerend document wegencategorisering worden afgestemd op het wegonderhoud.
Openbare verlichting De exploitatie van de openbare verlichting is overeenkomstig de uit 1986 daterende “Samenwerkingsovereenkomst EGD” volledig in handen van Ziut. De jaarlijkse vergoeding die aan Ziut betaald wordt is inclusief energie, onderhoud en inspectie. De doelstelling van de gemeente is om de vrijheid terug te krijgen om de exploitatie (beheer en onderhoud) op het bovengrondse deel van de openbare verlichting eventueel in gezamenlijkheid met andere gemeentes en provincies te kunnen aanbesteden. Vervanging van verouderde of versleten openbare verlichting gebeurt op basis van een in 1995 opgesteld vervangingsplan en de jaarlijkse inspecties. Op basis van door de raad vastgestelde beleidsuitgangspunten is er in 2011 een nieuw beleidsplan openbare verlichting opgesteld. Hoofduitgangspunten in dit plan zijn duurzaamheid en veiligheid. Het beleidsplan vormt de basis voor het opstellen van een uitvoeringsplan voor de komende jaren.
Kunstwerken Momenteel wordt er gewerkt aan een geactualiseerd beheersplan kunstwerken. Alle beschoeiingen, kades, steigers en bruggen worden geïnventariseerd en geïnspecteerd. Op basis van deze inventarisatie en inspectie zal er een actueel beheersplan worden opgesteld met een meerjaren onderhouds- en budgetplanning voor de planperiode 2012- 2021. Dit plan zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad. In het plan wordt ook rekening gehouden met het besluit om € 40.000 te bezuinigen op onderhoud beschoeiingen. Het beheersplan zal leidend zijn voor het te plegen onderhoud. Om het beheersplan actueel te houden zal er iedere twee jaar een nieuwe inspectie plaatsvinden. De grotere waterwegen, zoals o.a. Reitdiep, Winsumerdiep, Aduarderdiep, Oldehoofschekanaal en Mensingeweersterloopdiep zijn niet in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente. Wel zijn door overname van de provincie (Wet sanering wegen) langs deze waterwegen liggende wegen met inbegrip van de beschoeiingen overgenomen. Hierdoor is het arsenaal te onderhouden beschoeiingen drastisch gestegen. Een groot deel van deze beschoeiingen is in een slechte staat van onderhoud. Ook bij het onderhoud van beschoeiingen wordt duurzaamheid en milieuvriendelijkheid nagestreefd. Zo heeft onderhoud aan de beschoeiing langs het Winsumerdiep plaatsgevonden in de vorm van de aanleg van een natuurvriendelijke beschoeiing. In 2011 zou een aanvang worden gemaakt met het onderhoud van de beschoeiing langs het Oldehoofschekanaal. Echter in de wetenschap dat het waterschap Noorderzijlvest dit kanaal in 2012 gaat baggeren is er met het oog op “werk met werk maken” voor gekozen om met het onderhoud van deze beschoeiing pas in 2012 te beginnen. Daarnaast zal in relatie tot de herinrichting van de Onderdendamsterweg ook onderhoud gepleegd worden aan de beschoeiing langs het Omsnijdingskanaal. Van de brug Plattil in de Ranumerweg is al bekend dat er op niet al te lange termijn onderhoud noodzakelijk is. Daarnaast maakt deze brug onderdeel uit van de herinrichting Onderdendamsterweg. In het kader van dit plan zal dan ook onderhoud aan deze brug plaatsvinden.
Riolering en water De gemeenteraad heeft in het kader van de Wet Milieubeheer in december 2009 het Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan (VGRP) voor de periode 2010-2014 vastgesteld. In dit plan is vastgelegd hoe de gemeente haar zorg voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater, de afvoer van het hemelwater en de grondwaterproblematiek in deze planperiode wil vormgeven.
- 148 -
Één van de uitgangspunten bij het VGRP is dat de riolering na 60 jaar vervangen moet worden. Voortschrijdend inzicht heeft er toe geleid dat dit uitgangspunt losgelaten wordt. Als basisuitgangspunt wordt nu gehanteerd de technische noodzaak van vervanging. Dit geldt zowel voor de riolering als ook voor de randvoorzieningen en de hoofd- en minigemalen. Om hier goed invulling aan te kunnen geven is belangrijk dat er actuele inspectie-, reinigings-, maatregel-, onderhouds-, vervangings-, uitvoerings-, en basisrioleringsplannen liggen die daarna periodiek worden geactualiseerd. Op basis van deze plannen kan vervolgens een nauwkeuriger berekening gemaakt worden van de benodigde (verhoging) van de rioolheffing voor het beheer, onderhoud en de vervanging van de riolering, het afkoppelen van hemelwater en het treffen van overige noodzakelijke maatregelen op het gebied van (afval)water. Voor een betrouwbaar VGRP is het belangrijk dat de gegevens over de riolering actueel zijn. In 2011 is een grote inspanning geleverd om de rioleringsgegevens te actualiseren. Zo is de inmeting van alle rioleringsstelsels in de gemeente afgerond en zijn de gegevens digitaal verwerkt. Deze gegevens kunnen probleemloos overgezet worden in een geautomatiseerd rioolbeheersysteem. Waarbij ook een relatie wordt gelegd met de systemen die gebruikt worden in De Marne en Bedum. Daarnaast zijn alle rioolinspecties die afgelopen 10 jaar zijn uitgevoerd beoordeeld. Op basis van deze inspecties is een eerste maatregelenplan opgesteld. In dit maatregelen- plan zijn de maatregelen opgenomen die op korte termijn moeten worden uitgevoerd. Dit maatregelenplan is vertaald in een uitvoeringsplan. In navolging van 2011 wordt in 2012 hier verder uitvoering aan gegeven. De riolering, die in het verleden (afgelopen 10 jaar) wel geïnspecteerd is, maar waarvan onduidelijk is welke maatregelen getroffen moeten worden (b.v. plaatselijke reparaties, relining, vervanging) zullen de komende periode aan een nader onderzoek worden onderworpen. Voor de periode 2011-2016 wordt gewerkt aan een inspectieplan. Hierin wordt de riolering opgenomen die op basis van leeftijd, klachten uit het veld en onderdeel uit maken van de afkoppelopgave geïnspecteerd dienen te worden. Op basis van prioriteitstelling wordt het jaar van inspectie bepaald. Met de resultaten van de inspecties wordt vervolgens een jaarlijks uitvoeringsplan opgesteld. Het eerste uitvoeringsjaar zal 2012 zijn. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat de relatie wordt gelegd met het wegenonderhoudprogramma. Gelijktijdig met het opstellen van het inspectieplan wordt er ook een reinigingsplan opgesteld voor de riolering. Jaarlijks zal ongeveer 1/8 deel van de riolering gereinigd worden. De jaarlijkse rioolinspecties worden zoveel als mogelijk afgestemd op dit reinigingsplan, aangezien voor het uitvoeren van video-inspecties het nodig is dat het riool gereinigd wordt. Door het periodiek reinigen van de riolering wordt de kans op storingen bij het hoofdgemaal, dat het rioolwater verpompt naar de RWZI (Rioolwaterzuiveringsinstallatie) en de slijtage aan de pompen verkleind. Daarnaast wordt er voor gezorgd dat het (afval)water goed kan worden getransporteerd naar het hoofdgemaal. Voor de gemalen en randvoorzieningen geldt dat deze in 2011 zijn geïnventariseerd, geïnspecteerd en in gemeten waarna de gegevens in een beheersprogramma zijn opgenomen. Op basis van de actuele inspecties is er een meerjarig onderhouds-/vervangingsplan opgesteld, waaraan vanaf 2012 structureel uitvoering zal worden gegeven. Ieder jaar zullen deze voorzieningen opnieuw worden geïnspecteerd en de gegevens worden geactualiseerd. Voor Obergum Noord geldt dat in het VGRP een afkoppelopgave is opgenomen van 1,35 ha. Een eerste aanzet voor deze afkoppeling is al gegeven door de uitvoering van het plan waar Wierden en Borgen nieuwbouw gaat plegen (Anjerstraat, Irislaan, Rozensingel, Buitensingel en Binnensingel). Hier wordt gelijktijdig met de vervanging van de riolering een regenwater riool aangelegd waarmee het regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Om de capaciteit van de aan te leggen en te vervangen riolering te bepalen is voor geheel Obergum Noord een afkoppelplan opgesteld. De komende jaren zal hier verder uitvoering aangegeven worden. Uiteindelijk zal al het regenwater via een aan te leggen bergingvoorziening aan de noordzijde van Obergum op het oppervlaktewater worden geloosd.
- 149 -
In 2011 heeft het waterschap Noorderzijlvest een handhavingtraject ingezet met betrekking tot ongezuiverde lozingen in het buitengebied. Voor de kwetsbare gebieden heeft de gemeente Winsum een aantal jaren geleden samen met het waterschap een IBA-project opgezet en ten uitvoer gebracht. In het VGRP is aangegeven dat de gemeente een gelijksoortig project zal aanbieden aan eigenaren van percelen in het niet kwetsbare gebied die niet worden aangesloten op de riolering. De afgelopen jaren is gebleken dat de regels met betrekking tot lozingen in het niet kwetsbare gebied minder zwaar zijn geworden dan in eerste instantie de bedoeling was. Dit betekent dat veel eigenaren van woningen in het niet kwetsbare gebied kunnen volstaan met aanpassingen die veel minder ingrijpend zijn. Dit betekent over het algemeen dat de kosten voor deze eigenaren ook veel lager zullen zijn. Veel eigenaren hebben dan ook al op aanwijs van het waterschap maatregelen getroffen. Dit neemt niet weg dat de gemeente wel haar toezegging moet nakomen om in ieder geval de eigenaren die nog geen maatregelen hebben getroffen en gewacht hebben op een voorstel van de gemeente de mogelijkheid aan te bieden om tegen dezelfde voorwaarden als de bewoners in het kwetsbare gebied een IBA aan te leggen. In 2011 is begonnen met een inventarisatie van de percelen die nog geen maatregelen hebben getroffen. Verwacht wordt dat er slechts een gering aantal eigenaren zullen zijn die kiezen voor een IBA. Voor de eigenaren die aangegeven hebben dat zij een IBA willen zal de aanleg gerealiseerd zijn in 2012. De bijstelling van het aantal IBA’s waarmee in het VGRP is rekening gehouden is zal ook als input meegenomen worden in de berekening van de rioolheffing. Op basis van geactualiseerde gegevens zal vervolgens jaarlijks de (gedifferentieerde) rioolheffing opnieuw berekend worden. Naast riolering maakt ook het water onderdeel uit van het VGRP. In 2012 zal er een baggerplan worden opgesteld. Op 1 juli 2011 is het waterketenakkoord voor Groningen en Noord-Drenthe getekend. Dit is een akkoord tussen de 30 gemeenten, twee waterschappen en twee waterbedrijven. Het doel van dit akkoord is dat de burger centraal gesteld wordt en waar er één waterketen voor deze burger is waarvan hij de lasten en de baten draagt. De komende periode zal gericht zijn op het ontwikkelen van samenwerkingsscenario’s om deze doelstelling te bereiken. Naast de uitvoering van het waterketenakkoord wordt er ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om op het gebied van beheer en onderhoud van de riolering en gemalen samen te werken in BMW-verband.
Gebouwen De gemeentelijke gebouwen en een aantal bouwkundige objecten zijn opgenomen in een Meerjaren Onderhoud Programma (MOP). Om de 5 jaar vindt een financiële evaluatie plaats. Het systeem heeft een zogenaamd voortschrijdende meerjarenplanning. Aan het eind van elk jaar wordt de stand opgemaakt en geactualiseerd. Vanuit deze actualisatie wordt de planning weer bijgesteld en wordt een nieuw jaarplan opgesteld, waarbij het totale budget taakstellend is. In 2011 heeft op basis van geactualiseerde beheer- en onderhoudgegevens er een financiële evaluatie plaatsgevonden. In 2016 zal de volgende financiële evaluatie plaatsvinden, tenzij er aanleiding is om dit eerder uit te doen. Het semi-permanente gebouw van kids2b is in 2011 gesloopt en dus uit het beheersysteem verwijderd. Nadat het onderhoudcontract is afgelopen van de nieuwe brandweerkazerne wordt deze toegevoegd aan het beheersysteem. Kwaliteitsniveaus: Het onderhoudsprogramma maakt onderscheid in een tweetal kwaliteitsniveaus: Kwaliteitsniveau 1: In dit kwaliteitsniveau zijn gebouwen ingedeeld, die op een normaal onderhoudsniveau worden onderhouden, waarbij het buitenschilderwerk, de dakbedekking en de technische installaties de drie speerpunten zijn.
- 150 -
Kwaliteitsniveau 2: Dit zijn de gebouwen c.q. objecten die alleen op klachtenniveau worden onderhouden. Jaarlijks wordt het gemiddelde onderhoudsbedrag per gebouw c.q. object in de begroting opgenomen. In de jaarrekening worden de werkelijke onderhoudslasten vergeleken met de geraamde onderhoudslasten. Afwijkingen tussen beiden worden geëgaliseerd middels de onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen. In het onderhoudsprogramma zijn geen budgetten opgenomen voor uitbreidingen aan de gebouwen, onderhoud van de terreinen rondom de gebouwen, functionele aanpassingen en mogelijke aanpassingen in het kader van wettelijke verplichtingen. Voorbeelden zijn; aanpassingen in het kader van de legionellapreventie, voorzieningen in het kader van brandveiligheidseisen en aanpassingen ten gevolge van de Arbo-wetgeving. Indien deze aanpassingen/voorzieningen zich voordoen zullen hiervoor aparte kredieten gevraagd worden. In de kadernota 2009 is naar aanleiding van een quick-scan voor aanvullende legionella voorzieningen, als gevolg van gewijzigde regelgeving, een éénmalig budget opgenomen van € 335.000, Herinspecties en controles van de leidingwaterinstallaties in de gemeentelijke gebouwen zullen uit moeten wijzen wat de werkelijke kosten zijn om weer aan de laatste wetgeving te voldoen. De uitvoeringstijd van het project loopt meerdere jaren. In 2011 is opdracht gegeven voor de voorbereiding. Overige voorstellen: Op dit moment zijn er diverse ontwikkelingen waarbij het eventueel afstoten van een aantal gemeentelijke gebouwen aan de orde is. Zolang er geen zekerheid is of deze plannen definitief doorgaan wordt het huidige onderhoudsniveau voortgezet. Er zal bij deze gebouwen kritisch afgewogen worden of uitstel van grote onderhoudswerkzaamheden mogelijk is. Hierbij is het van belang, dat een goed onderhouden gebouw bij mogelijke verkoop meer op zal brengen dan een slecht onderhouden gebouw. Onderhoud aan het interieur wordt vooreerst uitgesteld. Overige ontwikkelingen: • Het semi-permanente gebouw waarin de peuterspeelzaal te Sauwerd is gehuisvest heeft onlangs een zwambehandeling gehad. Op deze behandeling wordt 5 jaar garantie gegeven. Vervanging van het gebouw is op korte termijn niet beslist noodzakelijk. • In 2012 zal vermoedelijk bij het kunstgrasveld een nieuwe kleedaccommodatie gerealiseerd zijn en zal bij V.V. Hunsingo de bestaande kleedaccommodatie uitgebreid zijn. De realisering als het van de kleedaccommodaties nemen de verenigingen zelf ter hand. • Er worden gesprekken gevoerd over de verkoop van de voormalige gemeentewerkplaats te Ezinge.
Financiële consequenties Op de volgende pagina staat een overzicht van het budgettaire beslag van het onderhoud, gerubriceerd naar de programma's.
- 151 -
Deelprogramma
Programma
Lasten onderhoud kapitaalgoederen:
Omschrijving
2011
2012
2013
2014
2015
1 Kwaliteit van de Woon en leefomgeving 1.1 1.3 1.4
1.5
Brandweer Gebouw Volkshuisvesting Gebouw Verkeer en vervoer Gebouw Wegen Bermen Kunstwerken Milieu Gebouw TOTAAL PROGRAMMA 1
13.010
12.954
12.954
12.954
12.954
64.723
71.466
71.466
71.466
71.466
0 1.297.702 311.109 206.022
0 1.287.250 301.109 182.999
0 0 0 1.288.651 1.285.052 1.281.453 301.109 301.109 301.109 189.400 195.531 197.409
5.346 1.897.912
5.268 1.861.046
5.268 5.268 5.268 1.868.847 1.871.379 1.869.658
2 Sociale voorzieningen en maatsch. dienstverlening 2.1 2.2 2.3
2.5 2.6
Cultuur Gebouw Onderwijs Gebouw Volksgezondheid Gebouw Groen Welzijn Gebouw Sport Gebouw Groen TOTAAL PROGRAMMA 2
215.456
203.070
186.198
180.531
178.695
845.221
849.047
825.617
819.608
818.547
19.409 313.551
19.255 308.632
12.739 307.097
12.449 305.561
12.158 304.026
61.950
65.289
63.511
61.031
52.117
472.689 540.197 2.468.473
427.823 474.055 2.347.170
-552
-401
-401
-401
-401
42.664 42.112
35.712 35.310
35.712 35.310
35.712 35.310
35.712 35.310
Natuur- en groenbeheer Groen TOTAAL PROGRAMMA 4
1.182.953 1.182.953
1.111.263 1.111.263
1.110.263 1.110.263 1.110.263 1.110.263 1.110.263 1.110.263
Gebouw Wegen Bermen Kunstwerken Groen
1.739.916 1.297.702 311.109 206.022 2.036.701
1.689.481 1.287.250 301.109 182.999 1.893.950
1.632.246 1.615.495 1.591.493 1.288.651 1.285.052 1.281.453 301.109 301.109 301.109 189.400 195.531 197.409 1.847.348 1.841.830 1.831.590
GENERAAL TOTAAL :
5.591.450
5.354.789
5.258.753 5.239.017 5.203.053
419.182 416.878 404.976 429.988 426.006 417.301 2.244.332 2.222.064 2.187.822
3 Dorps- en plattelandseconomie 3.1 3.2
Economie Gebouw Toerisme Gebouw TOTAAL PROGRAMMA 3
4 Ruimtelijke structuur 4.2
Recap Recap Recap Recap Recap
- 152 -
PARAGRAAF D
FINANCIERING
Inleiding De gemeente Winsum onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede als gevolg van de Wet Fido wenst zij haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten. In het treasurystatuut is de “beleidsmatige infrastructuur” van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. De gemeente is wettelijk verplicht jaarlijks een treasuryparagraaf op te nemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. De ministeriële regeling RUDDO (Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden) is een aanvulling op de Wet FIDO, die de overheden nog wat meer beperkingen oplegt in het kader van de financieringsfunctie. Naar aanleiding van de kredietcrisis is een aantal nadere voorwaarden gesteld, nl. een landencriterium en een ratingcriterium. Het landengebied om gelden aan te trekken c.q. uit te zetten wordt beperkt tot de Europese Economische Ruimte (EER) met een minimaal vereiste Aa rating van het land. Tevens moeten de ratings van landen en financiële instellingen door minimaal twee van de drie gerenommeerde ratingbureaus zijn afgegeven (Standard & Poor's, Moody’s en Fitch). Deze nieuwe voorwaarden moeten wij overigens nog invoegen in ons financiële statuut. Ontwikkeling van de treasuryfunctie De treasuryfunctie in de gemeente Winsum wordt in 2012 voortgezet op dezelfde pragmatische en risicomijdende wijze als voorheen. Deze werkwijze wordt in het treasurystatuut geformaliseerd. De functie omvat het aantrekken van langlopende leningen, voornamelijk ter vervanging van afgelopen langlopende leningen, en het dagelijks beheer van kasgelden. De aandelenportefeuille bevat aandelen BNG, Enexis, N.V. Waterbedrijf en Oikocredit, deelnemingen vanuit de publieke taak van de gemeente. Rente-ontwikkeling De economische groei trekt iets aan. Dit lijkt echter geen grote schommelingen in de rentestand te veroorzaken, mede doordat de rijksoverheid, de werkgevers- en werknemersorganisaties en het Europese bestuursniveau doordrongen zijn van de noodzaak tot een inflatieremmend beleid. Indien de economische groei doorzet behoort een lichte stijging van de rente tot de mogelijkheden. Risicobeheer De gemeente Winsum kent een beperkte treasuryfunctie waarbij risicomijding voorop staat. Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten: - financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak; - financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren; - toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen; - de gemeente vraagt offertes op bij minimaal drie instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Jaarlijks wordt door het ministerie aangegeven, welk bedrag een gemeente mag financieren met kortlopende geldleningen: de kasgeldlimiet. Het betreft een percentage (dit jaar 8,5%) van het totaal van de begroting. Indien deze kasgeldlimiet structureel wordt overschreden dient de kortlopende schuld omgezet te worden in een langlopende schuld. De kasgeldlimiet voor onze gemeente bedraagt 8,5% van € 28.708.000 = € 2.440.000
- 153 -
Om ongewenste financiële gevolgen van rentewijzigingen te beperken wordt door het ministerie ook jaarlijks een renterisiconorm aangegeven. Dit is een percentage (20%) van de totale vaste schuld van de gemeente. De uitkomst hiervan mag bij herfinanciering niet overschreden worden, zodat er een spreiding ontstaat van de opgenomen leningen, looptijden en rente-aanpassingsdata, en eventueel hieruit voortvloeiende rentewijzigingen. Berekening (bedragen x € 1.000)
Onderdeel 1a 1b 2 3
Renteherziening vaste schuld o/g Renteherziening vaste schuld u/g Betaalde aflossingen Renterisico (1a-1b+2)
2012 0 0 1.249 1.249
Renterisico 2013 2014 0 0 0 0 1.254 1.242 1.254 1.242
4
Renterisiconorm
2.440
2.409
2.424
2.404
5a 5b
Ruimte onder risiconorm (5a)=(4>3) Overschrijding risiconorm (5b)=(3>4)
1.191 0
1.155 0
1.182 0
1.156 0
28.708 8,5% 2.440
28.344 8,5% 2.409
28.517 8,5% 2.424
28.279 8,5% 2.404
Berekening Renterisiconorm 4a Begrotingstotaal huidig jaar 4b Percentage regeling 4 Renterisiconorm (4)=(4a x 4b)
Garanties worden alleen afgegeven in het kader van een publieke taak, met name die van het volkshuisvestingsbeleid, waarvan de kredietwaardigheid gewaarborgd is. Ook deelnemingen worden alleen genomen in het kader van de overheidstaak. De financiering van de gemeente wordt bepaald bij de begroting en in de loop van het begrotingsjaar naar aanleiding van de renteontwikkeling, de investeringsplanning en de dagelijkse beoordeling van de liquiditeitspositie. Relatiebeheer De gemeente Winsum beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: - bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de vijf jaar beoordeeld; - financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer (onze bankrelaties zijn op dit moment: de Bank Nederlandse Gemeenten, de ABN AMRO-bank en de Postbank; deze voldoen allen aan de voorwaarden); - Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen (in voorkomende gevallen treden op als tussenpersonen: Prebon Yamane Nederland BV (Jonker c.a., ABN AMRO en Rabo). Financieringsstructuur Het financieringstekort in 2012 bedraagt € 4.185.000 De rekening courantrente is in de begroting becijferd op 4% van € 4.185.000 = € 167.391.
- 154 -
2015 0 0 1.247 1.247
Onderdeel Op lange termijn vastgelegde middelen: - Materiele vaste activa - Immateriële vaste activa - Financiële vaste activa - Vlottende activa Totaal vastgelegde middelen
1-jan-12
31-dec-12
Mutatie
28.159.843 0 8.764.721 934.142 37.858.706
28.475.437 0 8.764.721 934.142 38.174.301
315.594 0 0 0 315.594
Beschikbare middelen op lange termijn: - Reserves en voorzieningen - Opgenomen langlopende geldleningen - Uitzettingen - Investeringsachterstand Totaal beschikbare middelen Financieringstekort
16.451.032 11.401.625 0 5.821.000 33.673.657 4.185.049
16.056.964 10.152.496 0 3.000.000 29.209.460 8.964.841
-394.068 -1.249.130 0 -2.821.000 -4.464.197 4.779.791
Leningen 2012 Leningen Stand per 1 januari 2012 Nieuwe lening Gewone aflossing Vervroegde aflossing Stand per 31 december 2012
Omvang 11.401.625 0 1.249.130 0 10.152.496
Gemiddelde Rente 4,73%
Kasbeheer Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt: • het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen; hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen; • het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank; hiervoor wordt gebruik gemaakt van de diensten van de NV Bank Nederlandse Gemeenten. Saldo- en liquiditeitenbeheer Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen: • de gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities; met de Bank Nederlandse Gemeenten zijn deze zaken via een raamovereenkomst geregeld; • indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken; hierbij wordt de kasgeldlimiet niet overschreden; • toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant; • toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s; via de genoemde raamovereenkomst wordt het creditsaldo voor onze gemeente beheerd.
- 155 -
- 156 -
PARAGRAAF E
BEDRIJFSVOERING
Deze paragraaf beschrijft de stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Algemeen Wat willen we bereiken? In het collegeprogramma 2010 – 2014 (‘Naar een nieuwe realiteit’) is aangegeven, dat de kwaliteit van de dienstverlening de hoogste prioriteit dient te hebben. Van de gemeente mag een facilitaire houding verwacht mag worden. De gemeentelijke organisatie is goed toegankelijk voor burgers: ruime openingstijden en goed telefonisch bereikbaar, meer mogelijkheden via elektronische dienstverlening. De dienstverlening van de gemeente zal op basis van kennis en service naar buiten gericht moeten zijn. Voor de verschillende diensten en producten die de gemeente levert, moet een actief frontoffice functioneren. Er dient één loket te komen waar inwoners en ondernemers met hun vragen terecht kunnen. Samenwerking met andere gemeenten (Bedum en De Marne) is daarbij noodzakelijk. De verschillende maatregelen om het bovenstaande te bereiken zijn hieronder nader uitgewerkt. Personeel De personele formatie is als volgt. Per 1 januari 2012 bestaat de begrote personele formatie uit 99 fte. Formatie
Griffie BOA Middelen Samenleving Ruimte (CCT & VROM) Beheer & Onderhoud Totaal
Begrote formatie 01-01-2011 1,11 7,10 20,36 28,82 26,14 18,00 101,53
- 157 -
Begrote formatie 01-01-2012 1,11 6,88 20,45 29,36 23,26 18,00 99,06
Formatieopbouw in leeftijdsgroepen
Leeftijdsopbouw 2012 25
Aantal
20 15
Mannen
10
Vrouwen
5 0 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 Leeftijdsgroepen
Loonkosten huidig personeel Loonkosten huidig personeel Salarissen Sociale lasten Overige personeelskosten Totaal
Begroting 2012 4.764.114 861.149 290.601 5.915.864
Begroting Werkelijk 2010 2011 4.885.726 4.705.635 881.325 868.337 254.459 264.754 6.021.510 5.838.726
Kosten inhuur van derden In de begroting 2012 is een budget van € 644.650 (primaire begroting 2011: € 477.866) opgenomen voor de inhuur van derden (ingehuurd personeel en uitbesteed werk). De toename wordt met name verklaard door een budget van € 45.000 voor de inhuur van een procesbegeleider BMW samenwerking, en voor de inhuur van extra beleidscapaciteit voor Welzijn/Sport ad € 85.000.
Huisvestingskosten secretarie Huisvestingskosten Salarissen en sociale lasten Personeel van derden Energie Overige aankopen / uitbestedingen Betaalde belastingen Aankopen niet duurzame goederen Kapitaallasten Doorberekende uren Totaal
Begroting 2011 16.558 27.308 44.517 6.316 1.450 93.876 209.057 141.634 540.715
Begroting 2012 16.382 27.472 44.784 6.354 1.124 94.149 204.180 165.342 559.787
Informatisering en automatisering Wat willen we bereiken? Vanuit de wens de dienstverlening aan de klant verder te professionaliseren speelt informatisering en automatisering een belangrijke rol. Na de samenvoeging van de I&A-organisatieonderdelen in
- 158 -
BMW-verband en de vernieuwing van de automatisering beschikken de drie gemeenten over een solide basis om I&A op een adequate wijze uit te kunnen voeren. Wat gaan we daarvoor doen? Afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden voor de invulling van een Klantencontactcentrum zal de elektronische dienstverlening verder vormgegeven worden. Automatiseringskosten Overige aankopen / uitbestedingen Aankopen niet duurzame goederen Kapitaallasten Doorberekende uren Totaal
Begroting 2011 48.925 363.920 43.317 286.046 742.209
Begroting 2012 50.799 401.292 44.404 345.360 841.855
Communicatie Wat willen we bereiken? In ons streven om op een professionele wijze met communicatie om te gaan hebben we een behoorlijke slag gemaakt. De uitdaging waar we nu voor staan is om onze burgers meer bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid te betrekken. Wat gaan we daarvoor doen? We willen in 2012 starten met een aantal burgerparticipatieprojecten. Verwezen wordt naar het deelprogramma Communicatie. Financieel beheer; Administratieve Organisatie en Interne Control (AO/IC) Wat willen we bereiken? Een adequaat ingerichte organisatie en controlestelsel waarbij aan de minimale vereisten op het gebied van de AO/IC wordt voldaan. Verder zal aandacht besteed worden aan de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en uitvoering. Wat gaan we daarvoor doen? In 2011 is in BMW-verband de professionalisering van de inkoopfunctie opgepakt (o.a. opstellen inkoopkalender; gezamenlijke inkooptrajecten). Daar gaan we in 2012 mee door. Verder zal aandacht besteed worden aan de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en uitvoering. Daartoe wordt jaarlijks een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd en zal tijdens de reguliere planning en control zoveel mogelijk aandacht aan rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid besteed worden. Facilitaire dienstverlening Wat willen we bereiken? Een optimale ondersteuning van bestuur en organisatie. Wat gaan we daarvoor doen? Naast het constant open staan voor een kwaliteitsverbetering van de ondersteuning, zal ook in 2012 - en volgende jaren - de aandacht gericht zijn op de (digitale) documentaire informatievoorziening. Daarbij wordt aangesloten bij de projecten die in BMW-verband worden opgepakt. Administratiekosten Overige aankopen / uitbestedingen Aankopen niet duurzame goederen Kapitaallasten Doorberekende uren Totaal
Begroting 2011 1.353 110.613 20.371 1.699.273 1.831.610
- 159 -
Begroting 2012 1.367 102.538 20.371 1.987.620 2.111.896
Interne processen a. Resultaten doelmatigheid/doeltreffendheidonderzoeken In 2011 is onderzoek naar nut en noodzaak van het tijdschrijven uitgevoerd. In de eerste helft 2012 zullen wij een onderzoeksplan voor het doelmatigheidsonderzoek van 2012 opstellen. b. Organisatieontwikkeling Ten aanzien van de ambtelijke organisatie geldt thans de volgende visie: ‘De gemeente Winsum is een organisatie die klant- en omgevingsgericht is, die met de omgeving mee verandert en de communicatie met haar inwoners belangrijk vindt. De gemeente is nuchter in zijn ambities en is daarbij doel- en resultaatgericht. De gemeente Winsum komt haar afspraken na en is goed bereikbaar. De gemeente investeert in haar medewerkers en doet dat in een cultuur die zich kenmerkt door betrokkenheid en de wil om samen te werken. De gemeentelijke organisatie doet dit alles in een passende organisatorische vorm.’ Gelet op deze visie zal 2012 in het teken van het verder uitbouwen van klantgericht werken. Klantgericht werken leidt ook tot enkele organisatorische aanpassingen die deze ontwikkelingen ondersteunen (Klantencontactcentrum). Externe processen Samenwerking Wat willen we bereiken? Wij spelen in op veranderende wensen en eisen op subregionaal en regionaal niveau door ons actief op te stellen in samenwerking met de buurgemeenten De Marne en Bedum. Daarbij leggen wij eerst, in afstemming met de raad, gezamenlijk vast wat wij willen bereiken en kiezen daarvoor de meest passende samenwerkingsvorm. Wat betreft intergemeentelijke samenwerking zijn onze uitgangspunten de volgende: er moeten legitieme redenen zijn om samen te werken (de samenwerking moet meerwaarde hebben); de schaal en wijze van samenwerking is afhankelijk van de aard en schaal van de problematiek op dat moment; er moet sprake zijn van een samenhangende benadering van een bepaald probleem op één bestuursniveau. Wat gaan we daarvoor doen? Daar waar een basis is voor samenwerking tussen de BMW-gemeenten zullen we samenwerkingsinitiatieven nemen. Concreet werken de BMW-gemeenten momenteel samen aan het vormgeven van de samenwerking op de twee Middelen-functies I&A en P&O, en de samenvoeging van Sociale Zaken en Werk. Conform de motie van de gemeenteraad is SMART gemaakt wat de samenwerking moet opleveren. Per samengevoegd onderdeel is een plan van aanpak opgesteld waarin zowel de doelstellingen van de samenvoeging alsmede de daarmee gepaard gaande kosten/middelen zijn opgenomen. In het najaar van 2011 staat een evaluatie van de BMW-samenwerking gepland. Over de uitkomsten van deze evaluatie berichten wij u in het eerste kwartaal van 2012. Ook de samenwerking met Ability zal in 2012 prioriteit krijgen. Aan de ene kant heeft deze samenwerking betrekking op de klantbenadering in het kader van de wet Werken naar Vermogen, aan de andere kant wordt bezien welke gemeentelijke taken aan Ability uitbesteed kunnen worden om zo vanuit de gemeente positief bij te dragen aan het bedrijfsresultaat van Ability. Planning is dat de drie I&A-onderdelen met ingang van 1 januari 2012 zijn samengevoegd en vanuit het gemeentehuis van De Marne de BMW-gemeenten op I&A-gebied gaan bedienen. Aangezien dit een gedeeltelijke reorganisatie – binnen de drie gemeenten – betreft, zijn voor dergelijke samenvoegingen in overleg met OR en GO spelregels afgesproken. Planning is verder dat op basis van deze zelfde spelregels eveneens de drie P&O-onderdelen en Sociale Zaken en
- 160 -
Werk met ingang van 1 januari 2012 zijn samengevoegd. De P&O-ondersteuning aan de BMWgemeenten zal vanuit het gemeentehuis van Bedum plaats vinden. In het najaar van 2011 zal een nadere inventarisatie gemaakt worden op welke onderdelen de drie gemeenten de komende jaren zullen gaan samenwerken.
Vraaggerichte dienstverlening Wat willen we bereiken? Bij het bepalen van het aanbod van onze diensten en producten laten wij ons leiden door de vraag van de klant (inwoners, bedrijven en instellingen) en samenwerkingspartners. Zo denken wij van ’buiten’ naar ‘binnen’ bij het bepalen van de gewenste resultaten. Dat noemen wij vraaggerichtheid. Vraaggericht en vraaggestuurd werken komt tot uiting in het beleid en de uitvoering ervan. De raad bepaalt de mate van vraaggerichtheid en vraaggestuurdheid door het vaststellen van de gewenste kwaliteit van dienstverlening in de programma’s. Hierbij maakt hij gebruik van zijn volksvertegenwoordigende rol. Wat gaan we daarvoor doen? We stellen – bij voorkeur in BMW-verband - in 2012 een dienstverleningsconcept op. Relatie met uitvoering programma’s De bovengenoemde beleidsvoornemens en uitvoeringsmaatregelen hebben een relatie met de deelprogramma’s 5.1 Communicatie, 5.2 Publieke dienstverlening, 5.3 openbaar bestuur en 6.2 Financiën.
Doorberekende kosten begroting 2012 Jaarlijks worden de kosten van de drie gemeentelijke organisatie-onderdelen B&O, Secretarie en Sociale zaken middels kostenverdeelstaten verdeeld over de verschillende deelprogramma’s. In deze kosten zijn voor wat betreft B&O opgenomen: • personeelskosten • huisvestingskosten; • tractiekosten; en • kosten van gereedschappen en hulpmiddelen. Bij de Secretarie gaat het om: • personeelskosten • huisvestingskosten; • administratiekosten; en • automatiseringskosten. Bij Sociale zaken administreert Winsum de personeels- en huisvestingskosten en belast dit deels door aan de samenwerkingspartners. De automatiseringskosten worden bijgehouden door de gemeente De Marne en worden deels doorbelast aan Winsum. Bij deze kostenverdeelstaten wordt gebruikt gemaakt van verdeelsleutels. Bij sociale zaken is deze heel erg simpel: nadat de verrekeningen met de andere gemeenten/deelnemers is afgerond gaat het nadelig saldo naar het deelprogramma Sociale zaken. Bij de onderdelen B&O en Secretarie worden de kosten verdeeld over de deelprogramma’s op basis van het systeem van tijdschrijven. Er wordt afgerekend op basis van één tarief per onderdeel. Op de deelprogramma’s komen deze kosten dan terug als “Overige verrekeningen van kostenplaatsen”. Ieder jaar zien we dat er zowel in de volgtijdelijke begrotingen als in de jaarrekeningen afwijkingen ontstaan in deze doorberekende lasten. Deze afwijkingen kunnen als oorzaak hebben: verschil in aantal uren; of verschil in uurtarief.
- 161 -
In de volgtijdelijke begrotingen kunnen beide effecten zich voor doen; in de jaarrekening wordt gerekend met het voorcalculatorisch tarief en kan alleen het aantal uren verschil veroorzaken. In 2011 wordt een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd naar het systeem van tijdschrijven. De uitkomsten zouden reden kunnen zijn om de huidige systematiek aan te passen. In het vervolg zullen wij de situatie in de begroting 2012 ten opzichte van de begroting 2011 nader toelichten. Hierbij zullen wij beginnen bij de personele omvang, de bezetting. In onderstaand overzicht ziet u de uren per afdeling, waarbij de W in de kop staat voor Werkelijk aantal, en de B staat voor Begroot aantal: Deelprogramma B&O - civiele dienst B&O - bouwploeg Gemeentesecretaris Best.-Jur.Zaken Personeel & Organisatie Bestuurssecretariaat Brandweerzorg Informatisering & Automatisering Financiën Interne Zaken Afd.hoofd Middelen Welzijn Publiekszaken WWZ-loket Afd.hfd Samenleving RCCT VROM Afd.hfd Ruimte
Uren-W-2010 Uren-B-2011 Uren-B-2012 Verschil 35.347,33 34.944,00 34.944,00 0,00 2.075,00 2.080,00 2.080,00 0,00 2.281,08 2.100,00 2.080,00 -20,00 3.533,00 3.744,00 3.328,00 -416,00 5.953,75 5.616,00 5.616,00 0,00 5.796,50 6.240,00 5.408,00 -832,00 5.065,92 4.160,00 5.096,00 936,00 4.150,00 4.160,00 4.160,00 0,00 12.282,50 12.532,00 11.908,00 -624,00 8.929,42 10.816,00 10.816,00 0,00 1.836,00 1.872,00 1.872,00 0,00 8.980,42 8.824,00 9.240,00 416,00 13.207,33 14.352,00 13.416,00 -936,00 7.162,33 7.488,00 7.492,51 4,51 1.660,00 1.872,00 1.664,00 -208,00 13.362,75 16.900,00 15.444,00 -1.456,00 30.496,50 30.368,00 27.456,00 -2.912,00 928,00 0,00 0,00 0,00 163.047,83 168.068,00 162.020,51 -6.047,49
In 2012 is dus sprake van een fors lagere bezetting (ruim 6.000 uur minder). Dit heeft 2 oorzaken: 1. In de Kadernota 2011 is besloten om 2 vacatures niet meer in te vullen; 2. Een andere manier van omgaan met “rest-uren” in de begroting 2012. Ad 1 Het niet vervullen van 2 vacatures op de afdeling Ruimte heeft tot gevolg dat de bezetting terugloopt met 2 * 2.080 uur = 4.160 uur. Ad 2 Op nogal wat afdelingen is er sprake van dat er verschil is tussen de formatie-omvang en de feitelijke bezetting. In veel gevallen veroorzaakt door de wens van mensen om korter te gaan werken. Deze uren worden in de praktijk wel geraamd, maar niet geschreven. Ook bij de personeelslasten wordt met de volledige formatie-omvang gerekend. Indien noodzakelijk worden knelpunten opgelost door inhuur van derden. De onderuitputting van personeelskosten is hiervoor dan de dekking. In euro’s ontstond er hierdoor geen verschil, maar wel bij de vergelijking van de geraamde doorberekende uren en de werkelijk doorberekende uren. Dit effect wordt versterkt bij vacatures. Deze (grote) verschillen zijn regelmatig onderwerp van gesprek tussen raad en college.
- 162 -
In de begroting 2012 hebben we deze resturen (bijna 2.000 uur) niet meer geraamd bij de uren. Verder is er sprake van verschuivingen in de formatie. Zo is bijv. de formatie op Welzijn weliswaar uitgebreid, maar dit is ingevuld doordat op Bestuurssecretariaat en Voorlichting restformatie is ingeleverd. Dit soort effecten gebeuren meer. Zo zijn er mensen die een volledig dienstverband hebben in Winsum, maar voor bijv. 50% gedetacheerd zijn in De Marne. De formatie in Winsum is 1 fte, de salarislasten zijn 100%, maar die persoon zit/werkt hier maar 18 uur en schrijft 18 uur. Natuurlijk ramen we wel een bijdrage van de samenwerkingspartner. Het omgekeerde gebeurt ook. Dan hebben we geen formatie, geen salarislasten, maar wel inhuur. De vraag is dan: wel of niet tijdschrijven? Daar zijn we niet altijd even consequent in. Het is soms ook lastig. Welke inhuur moet wel tijdschrijven en welke niet? Op deze manier ontstaan jaarlijks afwijkingen. In financiële zin is er vaak niets aan de hand, maar bij de verdeling van de kosten op basis van de geschreven uren kunnen verschillen ontstaan. Hoe worden al deze uren nu ingezet/geraamd in onze begroting 2012? Op hierop een antwoord te kunnen geven allereerst onderstaand overzicht:
Deelprogramma's P01.1 Brandweerzorg P01.2 Openbare orde P01.3 Volkshuisvesting P01.4 Verkeer en vervoer P01.5 Milieu P02.1 Cultuur P02.2 Onderwijs P02.3 Volksgezondheid P02.4 Sociale zaken en Werk P02.5 Welzijn P02.6 Sport P03.1 Economie P03.2 Toerisme P04.1 Grondbeleid P04.2 Natuur- en groenbeheer P04.3 Ruimtelijke ordening P05.1 Communicatie P05.2 Publiekszaken P05.3 Openbaar bestuur P06.1 Belastingen P99.2 Beheer & Onderhoud P99.3 Gemeentelijke secretarie P99.5 Sociale Zaken en Werk Eindtotaal
Uren Uren Uren Verschil Werk-2010 Begr-2011 Begr-2012 2012-2011 4.054 3.389 3.895 506 2.224 2.143 1.896 -247 4.694 6.909 6.502 -407 6.443 5.210 5.325 115 6.909 8.079 7.535 -544 781 707 887 180 1.216 660 809 149 8.300 9.844 9.714 -130 179 105 105 0 2.218 2.919 2.910 -9 1.622 2.196 1.331 -865 1.038 1.013 763 -250 461 624 582 -42 1.228 1.377 1.127 -250 13.717 14.072 14.057 -15 5.108 7.409 5.366 -2.043 3.088 3.387 2.736 -651 5.770 6.747 5.883 -864 3.733 4.876 4.808 -68 2.950 2.998 2.986 -12 15.767 14.652 14.652 0 71.423 68.557 67.969 -588 126 195 183 -12 163.048 168.068 162.021 -6.047
In dit overzicht is zichtbaar op welke deelprogramma’s er effecten zijn van de lagere bezetting. Niet geheel verrassend zijn de beide grootste invloeden op Ruimtelijke ordening en Sport (beide ressorterend onder de afdeling Ruimte). Daarnaast zijn er behoorlijke verschuivingen op Brandweerzorg, Milieu, Communicatie en Publiekszaken. Bij de Brandweer is sprake van aanpassing aan de feitelijke situatie. Een personeelslid is bij ons in dienst, maar is voor 50% gedetacheerd bij de gemeente de Marne. In de begroting waren alleen de uren van Winsum geraamd. Nu de volledige omvang. Het lagere aantal uren op Milieu heeft te
- 163 -
maken met een niet ingevulde vacature. Bij Communicatie is sprake van een verschuiving naar Welzijn en bij Publiekszaken van het niet volledig invullen van vacatures. Welke effecten voor de begroting 2012? Om de effecten te kunnen zien hebben we niet alleen voldoende aan het aantal uren, maar is ook het tarief van belang. Het uurtarief van de secretarie is gestegen van € 82,15 in 2011 naar € 91,10 in 2012. Dat is een forse stijging die deels wordt veroorzaakt door iets hogere prijzen, maar vooral wordt veroorzaakt door een lager aantal uren. Weliswaar zijn ook de personeelslasten lager, maar bijv. de huisvesting en de administratie- en automatiseringskosten zijn niet lager geworden. Buitendien is, ondanks de geschrapte vacatures, er sprake van een lichte stijging van de indirect productieve uren ten kosten van de productieve uren. Dit alles werkt negatief op het uurloon (= totale geraamde kosten / aantal geraamde productieve uren). Voor de begroting 2012 heeft dit de volgende effecten:
Deelprogramma's P01.1 Brandweerzorg P01.2 Openbare orde P01.3 Volkshuisvesting P01.4 Verkeer en vervoer P01.5 Milieu P02.1 Cultuur P02.2 Onderwijs P02.3 Volksgezondheid P02.4 Sociale zaken en Werk P02.5 Welzijn P02.6 Sport P03.1 Economie P03.2 Toerisme P04.1 Grondbeleid P04.2 Natuur- en groenbeheer P04.3 Ruimtelijke ordening P05.1 Communicatie P05.2 Publiekszaken P05.3 Openbaar bestuur P06.1 Belastingen P99.2 Beheer & Onderhoud P99.3 Gemeentelijke secretarie P99.5 Sociale Zaken en Werk Eindtotaal
Verschil Werk-2010 Begr-2011 Begr-2012 2012-2011 347.206 272.766 347.539 74.772 175.857 156.131 146.962 -9.170 401.981 565.812 590.052 24.240 389.497 313.651 337.181 23.531 536.207 596.221 599.160 2.939 63.496 54.661 76.383 21.722 104.598 54.219 73.700 19.481 666.181 732.474 786.313 53.839 15.387 8.626 9.566 940 186.784 235.918 260.085 24.167 122.206 162.107 97.588 -64.519 88.072 80.786 66.363 -14.423 37.753 49.499 50.740 1.241 105.608 113.121 102.670 -10.451 713.058 694.416 683.461 -10.955 439.288 608.649 488.843 -119.807 265.568 278.242 249.250 -28.992 489.864 549.084 529.238 -19.846 317.816 397.038 433.449 36.410 253.693 246.286 272.025 25.739 777.619 687.531 667.122 -20.409 6.140.154 5.628.433 6.187.416 558.983 10.822 16.019 16.671 652 12.648.714 12.501.690 13.071.774 570.084
Ondanks een forse verlaging van het aantal uren, toch een stijging van de doorberekende kosten. Bij B&O is sprake van een lichte daling. Het aantal uren is gelijk gebleven, maar het uurtarief is door iets lagere lasten ook iets lager vastgesteld. De stijging van de lasten in 2012 komt bijna volledig voor rekening van een toename van het aantal indirect productieve uren van de secretarie, met een cumulerend effect van het hogere uurtarief. Het lagere aantal uren wordt op veel deelprogramma’s meer dan gecompenseerd door het hogere tarief. Per saldo is sprake van zowel hogere als lagere lasten.
- 164 -
Tot slot. We hebben het over een verdeling van lasten; niet over de hoogte van de kosten. Door een verschuiving ervan over gemeentelijke producten/deelprogramma’s wordt in principe niemand rijker of armer. Met andere woorden: ons begrotings- of rekeningsresultaat verandert niet als we de uren anders verdelen. Het heeft uitsluitend effect als deze uren vallen onder producten waarbij sprake is van doorbelasting van kosten aan derden. Bijv. bij de leges, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de bouwgrondexploitaties is hiervan sprake. Bij de leges en de beide heffingen is sprake van een (streven naar) 100% kostendekkend tarief, terwijl bij grondexploitaties de kosten in principe worden doorberekend in de grondprijzen. De urenramingen worden in de zomer voorafgaand aan het begrotingsjaar opgesteld. Nadien worden ze niet meer bijgesteld. De raming kan nooit zo nauwkeurig zijn dat dit precies aansluit met de regelmatig aan te passen prioriteringsschema’s. Het openbaar bestuur heeft vele taken en er zijn veel actoren (wetgever, politiek, burgers) die invloed kunnen hebben op de werkplanningen. We ontkomen er niet aan dat we jaarlijks te maken hebben met verschillen in geraamde en werkelijke uren. Op zich is dat niet erg. We zullen wel proberen inzicht te blijven geven in deze afwijkingen.
- 165 -
- 166 -
PARAGRAAF F
VERBONDEN PARTIJEN
Inleiding Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke èn een financiële band heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Winsum heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en stichtingen. De verbonden partijen worden hieronder beschreven, waarbij de volgende zaken aan de orde komen: - de doelstelling van de verbonden partij; - eventuele te verwachten beleidsveranderingen van de verbonden partij; - omvang financieel belang; - deelnemende gemeenten. Gemeenschappelijke regelingen Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of tezamen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer belangen van die gemeenten. De gemeente Winsum heeft financiële en bestuurlijke belangen in de volgende gemeenschappelijke regelingen: A.1. Hulpverlening en Openbare gezondheidszorg Groningen De gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Openbare gezondheidszorg Groningen (H&OG) omvat twee programma’s Veiligheid en Gezondheid. Alle Groningse gemeenten zijn deelnemer van de gemeenschappelijke regeling H&OG. Doel van de gemeenschappelijke regeling H&OG, programma Veiligheid, is het bewerkstelligen van een zo doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde brandweerzorg en hulpverlening, met name in de voorwaardenscheppende sfeer en gespecialiseerde hulpverlening. Het programma Veiligheid omvat de regionale brandweer, Meldkamer, GHOR, crisismanagement en de Gemeentelijke kolom. Doel van de gemeenschappelijke regeling H&OG, programma Gezondheid, is het bevorderen van de gezondheidstoestand van de bevolking. Het programma gezondheid wordt uitgevoerd door de GGD en omvat de onderdelen: Lokaal gerichte zorg en jeugd (LGZ&J), Specialistische zorg en veiligheid (SZ&V) en GGD algemeen. De H&OG bijdrage is met ingang van 2012 opgebouwd volgens deze nieuwe indeling. De bijdrage H&OG-regeling voor de gemeenschappelijke taken 2012 is vastgesteld op € 22,05 per inwoner. De bijdrage voor specifiek regionale taken bedraagt € 2,32 per inwoner. Dit bedrag is excl. het specifieke deel voor de logopedie. Dit wordt met ingang van 2012 als apart maatwerkproduct gefactureerd. Het tarief van 2012 bevat de gebruikelijke indexeringen voor loon- en prijsstijgingen (1,85% in 2012).
- 167 -
Specificatie Begroting H&OG Bijdrage 2011 Programma Veiligheid (gemeenschappelijk) - regionale brandweertaken - brandweerinvesteringen - rampenbestrijding - crisismanagement - rampenbestrijding - ADR/RBR - rampenbestrijding - GHOR - meldkamer - regio - veiligheidsregio (gemeentelijk)
Bijdrage Verschil Verschil in 2012 in € %
€ € € € € € €
2,50 0,43 0,13 1,45 0,29 3,14 0,36
€ € € € € € €
3,94 0,70 1,01 2,98 0,36
€ €
0,96 9,26
€ €
8,99
€
0,95
€
0,90
€ €
1,24 2,19
€ €
1,42 2,32
€ € € € €
9,05 1,11 3,19 -
€ € € € €
6,74 5,01
€ €
13,35
€ €
1,31 13,06
€ €
1,77 1,77
€ €
-
€
1,77-
- bezuinigingen
€ €
0,430,43-
€ €
-
€
0,43
Totale bijdrage aan H&OG
€
- veiligheidsregio
Programma Veiligheid (gemeenschappelijk) - kwaliteitsverbetering rampenbestrijding - commandovoering regionale brandweer
Programma Gezondheid (gemeenschappelijk) - openbare gezondheidszorg - technische hygiëne inspecties - infectieziektebestrijding regio - lokaal gerichte zorg en jeugd (LGZ&J) - specialistische zorg en veiligheid (SZ&V) - GGD algemeen
€ 0,27-
-2,92%
€ 0,13
5,94%
€ 0,29-
-2,17%
Programma Gezondheid (specifiek) - logopedie
-100,00%
Bezuinigingstaakstelling
26,14
24,37
14.073
14.064
€ 367.868
€ 342.740
Aantal inwoners Winsum begroting H&OG Totale bijdrage Gemeente Winsum
€
€ 1,77-
-6,77%
Meerjarenbeleid Financieel gezien is het uitgangspunt voor de H&OG-begroting een zo stabiel mogelijk meerjarenperspectief. Op basis van dat uitgangspunt bevat de H&OG-begroting 2012 geen voorstellen voor mutaties in de gemeentelijke bijdragen, behoudens de gebruikelijke indexeringen voor loon- en prijsontwikkelingen en de bezuinigingsopdracht. A.2. Ability Doel van de gemeenschappelijke regeling Ability is het voorzien in een doelmatige uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening voor de deelnemende gemeenten Bedum, Eemsmond, de Marne en Winsum. De Wet Sociale Werkvoorziening is een eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid. De uitvoering daarvan gebeurd vaak door middel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband in
- 168 -
een zogenaamde Wet Gezamenlijke Regeling-organisatie; voor Winsum is dat het WSW-bedrijf Ability. De wetswijziging voor modernisering van de Wet sociale werkvoorziening is per 1 januari 2008 in werking getreden. Belangrijk doel van de wetswijziging was het realiseren van arbeidsplaatsen die aansluiten bij de capaciteiten en mogelijkheden van de individuele Wsw-geïndiceerden in een zo regulier mogelijke omgeving, wat met de wetswijziging van 1998 onvoldoende gelukt is. Daarnaast wordt aansluiting gezocht bij het vernieuwde stelsel van sociale zekerheid en zorg welke is omgevormd door de WWB, de Wet Wia en de Wmo. Belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel betreft de financiering van de Wsw. Gemeenten waren altijd al verantwoordelijk voor de uitvoer van deze wet, maar de financiering voor de uitvoering van de wet sociale werkvoorziening ging rechtstreeks naar de uitvoerende organisatie. Als gevolg van het verleggen van de financiering kunnen gemeenten nu ook kiezen om onderdelen van de wet of zelf of ergens anders dan in het samenwerkingsverband uit te voeren. Elke Wswgeïndiceerde krijgt als het ware een persoonsgebonden budget. De Wsw- schappen, net als andere werkgevers, kunnen de geïndiceerde een aanbod doen. Met ingang van 2013 zal sprake zijn van gewijzigde wetgeving. De geldstromen van de sociale werkvoorziening worden geïntegreerd in de zogenaamde Wet werken naar vermogen (WWNV). De consequenties hiervan zijn nog niet duidelijk, maar zullen waarschijnlijk niet positief uitvallen. Op grond van de huidige kennis zijn de verwachte negatieve financiële consequenties in de meerjarenbegroting verwerkt zoals aangeven in de kadernota 2011 A.3. Gemeenschappelijke regeling Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen Doel van de gemeenschappelijke regeling Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen is het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van het op een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze verwijderen van afvalstoffen. De gemeenten De Marne, Eemsmond, Loppersum en Winsum maken deel uit van de gemeenschappelijke regeling vuilverwerking. Vanaf 1 januari 2010 zijn de exploitatie-activiteiten van het Vuilverwerkingsbedrijf overgedragen aan Afvalbeheer Noord Groningen BV, waarin het Vuilverwerkingsbedrijf voor 50% participeert. De activiteiten met betrekking tot de eindafwerking van het stortlichaam blijven uitgevoerd worden door het Vuilverwerkingsbedrijf, net als activiteiten die te maken hebben met de milieuvergunning. Reden hiervoor is dat de reserves die zijn opgebouwd ten behoeve van de eindafwerking onder beheer blijven van het Vuilverwerkingsbedrijf. A.4. Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum Op 1 juli 2005 is de gemeenschappelijke regeling Sociale Zaken en Werk De Marne en Winsum opgericht. Er is gekozen voor een lichte gemeenschappelijke regeling, ook wel geheten een regeling "zonder meer". Dit houdt in dat de gemeentebesturen van De Marne en Winsum gemeenschappelijk verantwoordelijk zijn voor het geheel van de uitvoering van de regeling en toch hun specifieke verantwoordelijkheden behouden voor dat deel dat gemeenten specifiek aangaat. Doel van de samenwerking is een efficiënte, effectieve en zorgvuldige uitvoering van de gemeentelijke taken van de deelnemers op het terrein van werk en inkomen. De indirecte uitvoeringskosten (personeel, huisvesting, administratie etc.) worden aan de deelnemers op basis van het voortschrijdend cliëntenaandeel doorberekend. Naar verwachting zal met ingang van 1 januari 2012 de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Bedum hieraan toegevoegd worden. Deelnemingen Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is de gemeente in het bezit van een deel van de aandelen van een aantal vennootschappen (deelnemingen). De gemeente Winsum heeft bestuurlijke (hetzij beperkt) en financiële belangen in de vorm van aandelen in de volgende vennootschappen:
- 169 -
B.1. Enexis, Attero en PBE Vanuit het eerdere aandeelhouderschap van Essent is de gemeente nu aandeelhouder geworden van een aantal rechtsopvolgers. Een aantal bedrijfsonderdelen van het voormalige Essent is niet meeverkocht aan RWE, maar zijn als zelfstandige bedrijven verder gegaan. Dit geldt voor het netwerkbedrijf (Enexis), de vuilstort VAM te Wijster (Attero) en de kerncentrale te Borssele (PBE). Vanuit deze bedrijven wordt dividend op onze aandelen ontvangen. In de voorliggende begroting is een opbrengst geraamd die is gebaseerd op de geraliseerde dividendopbrengsten in de afgelopen jaren danwel de afgegeven dividendprognose voor het komende jaar. B.2. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De gemeente is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten. De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen die het maatschappelijk belang dienen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. De BNG bundelt de uiteenlopend vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van bovenstaande heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan de decentrale overheden en aan de instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger tot lagere kosten voor tal van voorzieningen. Omvang deelneming bedraagt € 18.049 (10.140 aandelen met een nominale waarde van € 1,78 per aandeel). B.3. Waterbedrijf Groningen De gemeente is aandeelhouder van het waterbedrijf Groningen. Deze vennootschap heeft als doel de uitoefening van een publiek waterbedrijf. Omvang van de deelneming is gering (€ 1.815). B.4. Oikocredit Fonds Nederland De gemeente is aandeelhouder van Oikocredit Fonds Nederland (OFN). Het beleggingsfonds OFN verstrekt leningen, garanties en andere vormen van financiële ondersteuning aan projecten die werk en inkomen bieden aan groepen mensen in achterstandsposities, in met name ontwikkelingslanden. Oikocredit financiert vooral coöperaties en microkredietinstellingen, maar ook midden- en kleinbedrijven. Voorwaarde voor ondersteuning door Oikocredit is dat de projecten in financieel opzicht levensvatbaar zijn, een goed management hebben en voldoen aan normen met betrekking tot rechten van werknemers. Voorts hebben projecten waarin vrouwen betrokken zijn bij beleid en/of uitvoering de voorkeur en worden milieueffecten en het welzijn van dieren zwaar meegewogen. Omvang van de deelneming is gering (€ 2.400).
- 170 -
PARAGRAAF G
GRONDBELEID
Inleiding Enige tijd geleden hebben wij het voornemen geuit te willen komen tot de vaststelling van een nota grondbeleid. Veranderende omstandigheden hebben ons uiteindelijk doen besluiten hiervoor geen nota te schrijven, maar via deze paragraaf in begroting en rekening onze voornemens en verantwoording op dit gebied ter hand genomen. De veranderende marktomstandigheden, de conclusie dat flexibiliteit in deze tijden een vereiste is, en de omvang van de eigen grondexploitaties hebben ons tot deze afweging gebracht. Onderstaande paragraaf omschrijft de kaders en de reikwijdte van een adequaat grondbeleid in onze gemeente en geeft inzicht in de verwachtingen voor de korte termijn wat betreft risico’s en voortgang van de uitgifte van bouwgrond. Samengevat leidt dit tot de conclusie dat de mogelijke risico’s en beschikbare financiële middelen geen aanleiding geven specifieke maatregelen te nemen. Definitie Grondbeleid en grondexploitatie Het gemeentelijk grondbeleid betreft: de voorgenomen wijze van acteren door de gemeente op de grondmarkt en de wijze van uitvoeren of laten uitvoeren hierin van grondexploitaties ter ondersteuning van haar ruimtelijke voornemens of activiteiten. De Raad is bevoegd grondexploitaties vast te stellen. De volgende activiteiten vallen onder de term grondexploitatie: gronden verwerven en beheren, gronden bouw- en woonrijpmaken en gronden verkopen t.b.v. bouw van opstallen door derden. Daarnaast alle activiteiten die hiervoor nodig zijn zoals onderzoek, externe en interne planbegeleiding en organisatie, eventuele sloopwerkzaamheden, saneringen enzovoort. De bouw van de opstallen zelf en de eventuele verkoop van deze opstallen vallen buiten het kader van de grondexploitatie en liggen bij de kopers van de bouwrijpe grond (de opstalontwikkelaars of particuliere kavelkopers). Kader grondbeleid Bij de keuzes voor het gemeentelijk grondbeleid en de uitvoering hiervan gelden de volgende kaders: • Wetgeving BBV: Op grond van het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient de paragraaf grondbeleid tenminste het volgende te bevatten: o Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; o Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie o Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; o Een onderbouwing van de geraamde winstneming; o De beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. • Wet ruimtelijke ordening onderdeel “grondexploitatiewet”: Bij kostenverhaal op particuliere ontwikkelaars geldt zowel het privaatrechtelijke kader (bij het sluiten van vrijwillige overeenkomsten) als het publiekrechtelijke kader (bij het opstellen van een zogenaamd exploitatieplan waarmee kosten dwingend kunnen worden verhaald.) In het onderstaande wordt eerst in beschrijvende zin ingegaan op mogelijke keuzes in het grondbeleid. Daarna worden de verschillende elementen uit het besluit begroten en verantwoorden toegelicht. Keuzemogelijkheden grondbeleid De gemeente kan in algemene zin kiezen uit de volgende hoofdvormen van grondbeleid, ter ondersteuning van het bereiken van haar ruimtelijke doelen:
- 171 -
Actief grondbeleid: de gemeente verwerft zelf grond, ontwikkelt deze en verkoopt de bouwrijpe grond. De gemeente doet hierbij de grondexploitatie en loopt hierbij het volledige grondexploitatie-risico, maar heeft ook de volledige regie en zeggenschap. Dit is aan de orde in Winsum Oost en bij het Boogplein. Ook voor de locatie van de voormalige school De Klief in Ezinge, waar de gemeente al grondeigenaar is, is dit het voornemen. Faciliterend grondbeleid: de gemeente stelt de kaders voor ontwikkelingen door derden. De gemeente loopt hierbij geen of weinig grondexploitatie-risico, maar heeft minder regie en zeggenschap. Eventuele (beperkte)kostenposten voor de gemeente worden verhaald op de initiatiefnemer. In onze gemeente zijn dit (oktober 2011) de volgende plannen: • Oosterhuisen Baflo • De voorgenomen ontwikkeling van woningen op Lombok door projectontwikkelaar Credo • De voorgenomen ontwikkeling van woningen aan de Onderdendamsterweg door Brummelhuis • De bouwplannen bij de kerk aan de Nieuwestreek in Ezinge • De voorgenomen ontwikkeling van enkele woningen bij het Arwerderpad in Sauwerd. • De bouw van een aantal woningen in Den Andel (invulling van het lint op basis van eerder vastgesteld beleid) • De voorgenomen nieuwbouw van de 12 Hoven • De verbouw van een agrarisch bedrijf tot appartementen in Feerwerd • De voorgenomen bouw van een aantal appartementen aan de Kerkstraat in Winsum Ook in geval van herstructurering is er sprake van faciliterend grondbeleid. Vanwege het behalen van volkshuisvestelijke doelstellingen en afhankelijk van afspraken met de initiatiefnemer, in ons geval veelal Wierden en Borgen, is er sprake van een financiele bijdrage van de gemeente. In onze gemeente betreft dit op dit moment de plannen Obergum Noord, Ezinge Schoolstraat en Baflo Wilhelminalaan. Ook zullen in 2012 prestatieafspraken voor de langere termijn onderwerp van gesprek zijn, en zijn wij over algemene (financiële) afspraken voor herstructureringsprojecten in overleg. Publiek-private samenwerking (PPS): de gemeente werkt samen in een vorm die tussen actief en faciliterend grondbeleid valt of meer naar een van beide vormen neigt. De risico’s, winsten en verliezen, regie en zeggenschap worden bij deze vorm gedeeld tussen markt en gemeente. Dit is in onze gemeente het plan Sauwerd de Groenlanden zuid.
De visie op het grondbeleid vanuit de doelstellingen in de programmabegroting/staand beleid In de programmabegroting constateren we dat een aantal staande beleidsdocumenten aan actualisering toe is, en dat op basis daarvan een structuurvisie voor het hele grondgebied van de gemeente wens is. Wij zijn voornemens hiermee in 2012 te starten. Belangrijke kaders daarvoor zijn de regionale woonvisie die binnen afzienbare tijd verschijnt, waaruit onze toekomstige nieuwbouwopgave naar voren komt; het nieuwe sportbeleid (bestuursopdracht ikv bezuinigingen), de beleidsvisies voor recreatie&toerisme en economische zaken en de verkeersvisie voor het dorp Winsum. Op basis van deze documenten zal een (nieuwe) koers voor de langere termijn vormkrijgen. De plannen die nu binnen de totale grex aan de orde zijn, zijn gebaseerd op staand beleid: de dorpsvisie Winsum die in 2007 het destijds vigerende beleid ruimtelijk vertaalde en op basis waarvan grondaankopen in Winsum West en Winsum Oost werden gedaan. Baflo Oosterhuisen en Sauwerd de Groenlanden zijn van een nog eerder datum. Op basis hiervan stellen wij ons de uitvoering van het grondbeleid in 2012 en verder dan ook als volgt voor: De uitvoering van het grondbeleid in 2012 en verder Wij streven een gedifferentieerd grondbeleid na en houden hierbij gezien de huidige markt het voorzichtigheidsprincipe hoog in het vaandel. Waar mogelijk en passend binnen een acceptabel risicoprofiel én passend in een gedegen grondexploitatie-opzet willen wij ingaan op grondaanbiedingen in Winsum Oost (actief grondbeleid vanuit gevestigd voorkeursrecht).
- 172 -
Gezien de marktsituatie en de woningbouwafspraken die in de regio Groningen Assen overeengekomen worden verwachten wij op de korte termijn geen nieuwe grondaankopen voor uitbreidingsplannen, afgezien van Winsum Oost. Binnendorps is beperkte aankoop ten behoeve van infrastructurele wensen of het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit niet bij voorbaat uit te sluiten. Daarnaast willen wij ook private initiatieven faciliteren wanneer deze passen binnen het ruimtelijke beleid, de beschikbare nieuwbouwruimte en de ambtelijke capaciteit. (Faciliterend grondbeleid). Indien zich nieuwe initiatieven voordoen willen wij deze benaderen in het licht van het bovenomschreven beleid. Voor inzicht in “lopende” woningbouwplannen verwijzen wij u naar de stukken die ter inzage liggen in de fractiekamer.
Prognose lopende exploitaties voor 2012 en verder Wat willen we doen en bereiken t.a.v. onze grondexploitaties in 2012? Algemeen De ontwikkelingen op de woningmarkt staan niet stil. Woningen staan lang te koop en mogelijke kopers zijn zeer terughoudend en voorzichtig geworden. Ook de hypotheekverstrekkers hebben de randvoorwaarden om een hypotheek te krijgen onlangs verder naar boven bijgesteld. Dit is een landelijke tendens die ook binnen de gemeente Winsum wordt waargenomen en bevestigd door de lokale makelaardij. Deze verminderde afzetmogelijkheden hebben invloed op de gemeentelijke grondexploitaties. In 2012 zullen we de ontwikkelingen opnieuw nauwgezet volgen, waar mogelijk inspelen op kansen en onze woningbouwplannen aanpassen naar de dan geldende situatie en specifieke vraag. Dit betreft voornamelijk de plannen in Winsum Oost en deze zullen dan ook flexibel opgezet worden om dit te kunnen bewerkstelligen. 1. Winsum Oost Voor de toekomstige woningbouw in Winsum Oost hebben wij de ambitie de gronden zelf te verwerven, te ontwikkelen en te verkopen aan projectontwikkelaars of aan particuliere bouwers. Deze ontwikkeling wordt in meerdere stedenbouwkundig afgerond eenheden gedaan, om zo door een gefaseerde aanpak te kunnen bepalen in hoeverre een volgende fase binnen het totaal kan worden opgepakt. Om flexibel in te kunnen spelen op woningmarkt- en behoefteontwikkelingen, wordt er in 2012 gestreefd naar: • gedegen marktonderzoek dat in het stedenbouwkundig plan voor de eerste deellocatie richting geeft aan de uitwerking. Uit dit onderzoek moet tevens het aantal belangstellenden en mogelijke kopers blijken. Deze informatie beïnvloedt de omvang van het eerste deelplan. • een flexibel stedenbouwkundig plan, op te stellen in overleg met interne en externe betrokkenen en expertise, zoals makelaars, mogelijke bewoners, Wierden & Borgen enz. • de grondexploitatie te actualiseren en door te rekenen op dit stedenbouwkundig plan met een detaillering op het eerste deelplan. • binnen het stedenbouwkundig plan en de grondexploitatie de mogelijkheid inbouwen het bouwrijp maken te vertragen of te versnellen in antwoord op de ontwikkelingen in de markt. Het begrote grondexploitatieresultaat per 1-1-2011 zoals berekend bij de jaarrekening 2010 voor Winsum Oost fase 2 is € 407.393 positief. 2. Boogplein Het doel is om de grondexploitatie van het project Boogplein binnen afzienbare tijd af te kunnen sluiten en de verbetering van de winkelstructuur en de verbreding van het woningaanbod daadwerkelijk ter hand te nemen. Over een actualisatie van de exploitatie rapporteren wij afzonderlijk. Het begrote grondexploitatieresultaat per 1-1-2011 zoals berekend bij de jaarrekening 2010
- 173 -
Voor Boogplein is € 57.420 negatief (gedekt door aanwezige voorziening). 3. Sauwerd Groenlanden-Zuid Het plan de Groenlanden in Sauwerd is ontworpen als een dorpse uitbreiding met een attractief en gevarieerd woonmilieu. Het plangebied is gelegen aan de rand van Sauwerd op steenworp afstand van het treinstation. Rust en ruimte worden hier gecombineerd met alle voorzieningen binnen handbereik. In 2010 zijn alle vrije kavels door de gemeente in de verkoop genomen, in totaal zes. Medio 2011 waren drie kavels verkocht en één onder optie. Omdat de twee kavels aan de noordzijde niet lopen, moet om de verkoop vlot te trekken in 2012 mogelijk een andere kavelprijs overwogen worden. Het betreft hier kavels die in 2006 al zijn in de verkoop zijn gebracht. Een eventuele grondprijsverlaging kan worden opgevangen binnen de lopende exploitatie. Van de acht projectwoningen van Plegt Vos in Sauwerd Groenlanden zijn er inmiddels zes verkocht. De onderliggende grond wordt door de gemeente via een ABC-constructie aan de koper van de woning verkocht. Wij verwachten in 2012 de kavels te verkopen en de grondexploitatie af te sluiten. Het begrote grondexploitatieresultaat per 1-1-2011 zoals berekend bij de jaarrekening 2010 is voor Sauwerd de Groenlanden € 217.000 positief. 4. Mogelijke toekomstige grondexploitaties Voor 2012 worden op dit moment geen concrete nieuwe plannen verwacht. Overige grondeigendommen De gemeente heeft gronden in eigendom. Deze worden veelal verhuurd of verpacht ten behoeve van (agrarisch) gebruik of als volkstuin. Overhoekjes gemeentelijk groen worden verkocht aan aanpalende eigenaren. Dit gebeurt conform het beleid dat hiervoor in 2006 is vastgesteld en dat ter inzage ligt in de fractiekamer. Het betreft tevens gronden die de gemeente in het verleden verworven heeft ten behoeve van de realisatie van beleidsdoelstellingen in de (verre) toekomst. Daarbij gaat het globaal om de volgende gronden: • 0,43 ha ten noorden van de begraafplaats in Baflo (€ 552,50 rente/jr.) • 2,25 ha ten noorden van de wethouder Kruijerlaan in Adorp ( € 8.608,52 rente/jr.) • 2,82 ha ten westen van de sportvelden in Winsum (€ 5.900,- rente/jr.) • 1,25 ha ten noorden van de Maarhuizerweg in Baflo (€ -,- rente) • 5,5 ha ten westen van het trainingsveld van cvv Viboa aan de Schouwerzijlsterweg in Winsum (€ 21.645,19 rente/jr.) Deze gronden zijn destijds tegen reëele grondprijzen verworven en zonder dat er een exploitatie onder gelegd is. Dit leidt tot de conclusie dat het bezit van deze gronden geen grote risico’s kent en de boekwaarde niet aangepast behoeft te worden. Genoemde structuurvisie zou aanleiding kunnen geven het bezit van deze gronden een heroverwegen. Fondsen en reserves Vanuit de diverse vormen van grondexploitatie genereert de gemeente fondsen en/of reserves. In Winsum betreft dit de reserves herstructurering (€ 2,50/m2 ), bovenwijkse voorzieningen (€ 5/m2), regiovisie (€ 2,50/m2) en bij projectmatige nieuwbouw dubo (€ 5,00/m2; terug te verdienen door ontwikkelende partij als extra voorzieningen worden getroffen). Een overzicht van de verkopen en afdrachten uit de afgelopen jaren ligt ter inzage in de fractiekamer. Genoemde bedragen worden niet alleen in rekening gebracht indien de gemeente grond verkoopt, maar ook bij planologische medewerking aan initiatieven voor particuliere nieuwbouw op eigen grond. Voor het opvangen van eventueel te nemen verliezen in de grondexploitatie is van belang de reserve grondexploitatie. In de nota reserves en voorzieningen is onlangs bepaald of de hoogte hiervan voldoende is om voorziene risico’s en afdrachten te dekken. Dit is het geval. De reserve grondexploitatie heeft in de nota reserves en voorzieningen een verwacht saldo per 31-12-2011
- 174 -
van € 98.225 als gevolg van het dekken van de aankoop van grond in Winsum oost. Het aankoopbedrag zal nu de exploitatie voor Winsum Oost is vastgesteld terugvloeien in de reserve, waardoor deze op een bedrag van rond de € 500.000,00 uitkomt (berap 2011). Risico’s Algemeen. Als belangrijke risico’s bij de gemeentelijke grondexploitatie kunnen ook voor 2012 genoemd worden: • het optreden van een blijvend slechte woningmarkt met lagere afzet van kavels en stagnerende of dalende grondprijzen • stijgende inflatie en renteparameters, • hoge planschadekosten, • vertraging of stagnatie in procedures. Bij het eventueel werkelijkheid worden van dergelijke slechtweer-scenario’s kan na inzet van het positieve saldo van de exploitatie zelf vervolgens tot inzet van de ruimte in de posten onvoorzien overgaan worden. Vervolgens tot het schrappen in de geplande voedingen aan reserves die ten laste van de exploitaties Sauwerd Groenlanden-Zuid en Winsum Oost Fase Twee zijn geraamd. Tenslotte resteert de Reserve Grondexploitatie als weerstandsvermogen voor het afdekken van risico’s. In het hoofdstuk over weerstandsvermogen in deze begroting is tot slot een bedrag genoemd teneinde zeer grote onverwachte tegenvallers op te vangen (1 tot 2 miljoen). In de rekening over 2011 zullen wij aan de hand van een nieuwe exploitatiedoorrekening de toereikendheid van dit bedrag beoordelen door een relatie te leggen met de boekwaardes ervan. Risico’s lopende grondexploitaties Teneinde het risico van de slechte markt voor Sauwerd de Groenlanden inzichtelijk te maken hebben wij een slecht weer scenario voor dit plan laten doorrekenen. Uitgaande van een verlaging van de prijs van nog te verkopen kavels met 25% en verkoop in 2020, sluit de exploitatie nog met € 80.000 euro positief en blijven de fondsvoedingen in stand. Voor wat betreft het plan Winsum Oost is bij het raadsbesluit over de grondexploitatie al met erg voorzichtige scenario’s rekening gehouden. Dit raadsbesluit ligt ter informatie ter inzage.
- 175 -
- 176 -
PARAGRAAF H
MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
De paragraaf Maatschappelijke ondersteuning geeft informatie over de beleidsvoornemens in de periode 2011 – 2014. 1. De Wmo De eerste vier jaar Wmo zijn ten einde. De eerste beleidsperiode (2007 tot en met 2010) van de Wmo is afgesloten. Ter voorbereiding op de nieuwe periode (2011-2014) heeft de raad in september 2010 de startnotitie Wmo beleidsplan 2011-2014 vastgesteld. Op basis van deze startnotitie is het Wmobeleidsplan 2011-2014 opgesteld dat op 9 juni 2011 door de raad is vastgesteld. 2. Prestatievelden en doelstellingen De Wmo kent negen prestatievelden: 1. Sociale samenhang en leefbaarheid; 2. Preventieve ondersteuning van jeugdigen en hun ouders; 3. Informatie, advies en cliëntondersteuning; 4. Ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers; 5. Bevorderen deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig functioneren van mensen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem; 6. Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem; 7. Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang; 8. Openbare geestelijke gezondheidszorg; 9. Verslavingsbeleid. Deze negen prestatievelden worden in het Wmo-beleidsplan 2011-2014 integraal benaderd en geordend naar thema’s. Per thema wordt beschreven wat we de komende vier jaar willen bereiken. In het Uitvoeringsprogramma Wmo-beleidsplan 2011-2014 zijn die onderwerpen verder uitgewerkt en weggezet in tijd. 3. Uitgangspunten beleidsplan In het beleidsplan staat omschreven wat de gemeente Winsum in de periode 2011-2014 gaat doen aan maatschappelijke ondersteuning. De uitgangspunten van ‘de Kanteling’ staan hierbij centraal: - behoud van regie over het eigen leven en - zelfredzaamheid van burgers. Daarnaast kiezen we voor de volgende uitgangspunten: - Alle inwoners van gemeente Winsum doen mee. We willen bevorderen dat alle inwoners deelnemen aan de samenleving en dat alle inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. - We richten ons hierbij primair op de kwetsbare (groepen) inwoners die extra ondersteuning nodig hebben. We gaan actief te werk en zoeken inwoners op die zich niet uit zichzelf melden of waarvan niet direct zichtbaar is dat zij extra ondersteuning nodig hebben. - Vraagstukken worden integraal benaderd. We brengen samenhang aan tussen de prestatievelden van de Wmo. - De nadruk komt meer te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. - We gaan vraaggericht te werk. De vraag van de inwoner staat centraal, niet het bestaande aanbod. Deze manier van werken vragen we ook aan de instellingen met wie we samenwerken. 4. Financiën De bezuinigingsmaatregelen raken ook de uitvoering van de Wmo. De komende jaren is de uitdaging om met minder financiële middelen meer te bereiken op het gebied van
- 177 -
maatschappelijke ondersteuning. In 2012 gaan we de mogelijkheid onderzoeken van invoering van een eigen bijdrage voor alle individuele Wmo-voorzieningen. In de uitvoering wordt nog meer gezocht naar subsidiemogelijkheden en mogelijkheden van bijvoorbeeld cofinanciering. De samenwerking met buurgemeenten wordt gezocht om beperkte financiële middelen te bundelen en gezamenlijk activiteiten uit te voeren. In onderstaand overzicht zijn de prestatievelden opgenomen met de bijbehorende begrotingsbedragen.
- 178 -
WMO - Begroting 2012
Lasten
Baten
Saldo
1.747.445
225.445
1.522.000
Bibliotheekwerk gemeente Winsum Subsidies cluster incid. activiteiten Sport - algemeen Buitensportaccommodaties Binnensportaccommodaties Zwembad De Hoge Vier te Winsum Groene sportvelden en terreinen Speeltuinen Kunst- en cultuurbeleid en -bevordering Dorps- en wijkcentra Dorpsverenigingen Samenlevingsopbouwwerk (SWW)
328.543 5.835 45.686 38.004 356.737 241.739 351.182 113.984 58.035 43.421 38.157 126.122
25.242
303.301 5.835 42.189 31.862 204.165 223.658 331.273 113.984 58.035 43.421 38.157 126.122
Prestatie 2
Preventieve ondersteuning jeugd
911.626
2.5 2.5 2.5 2.3 2.3 2.1 2.2
Voorschoolse voorzieningen Netwerk sluitende aanpak Ambulant jeugd- en jongerenwerk Jeugdgezondheidszorg, uniform deel Jeugdgezondheidszorg, maatwerkdeel Jeugd- en veiligheid Gemeent. onderwijs achterstandenbeleid
326.687 22.150 110.466 226.909 170.950 8.223 46.242
Dlpr Product Prestatie 1
Sociale samenhang en leefbaarheid
2.1 2.1 2.6 2.6 2.6 2.6 2.6 2.6 2.1 2.5 2.5 2.5
1510.10 1511.20 1530.40 1530.10 1530.20 1530.30 1531.10 1580.10 1540.10 1630.11 1630.12 1630.13
1650.70 1630.23 1630.24 1715.10 1716.10 1140.13 1480.50
3.497 6.142 152.573 18.081 19.909
309.494
195.052 108.258 6.184
602.132 326.687 22.150 110.466 31.857 62.692 8.223 40.058
Prestatie 3 2.3 1622.30
Informatie, advies en clientonderst. WMO zorgloket
68.049 68.049
68.049 68.049
Prestatie 4
Ondersteuning mantelzorgers/vrijwilligers
56.089
56.089
2.5 2.5
Vrijwilligerswerk Mantelzorg
46.979 9.110
46.979 9.110
1630.14 1630.15
Prestatie 5 2.5 1630.31 2.5 1630.32 2.3 1620.100 2.3 1614.30
Deelname Maatschappelijk verkeer Gemeentelijk ouderenbeleid Bejaardensoos "de Boog" Winsum Maatschappelijk werk Stimuleringsregeling
Prestatie 6
Deeln.Maatsch.verkeer: psych/fys.beperking
2.3 2.3 2.3 2.3 2.3 2.3 2.3
Administratie- en advieskosten HV Huishoudelijke verzorging Indiv. voorz., adm.- en adv.kosten Vervoersvoorzieningen Rolstoelvoorzieningen Woonvoorzieningen Dure woningaanpassingen
1622.10 1622.20 1652.10 1652.20 1652.30 1652.40 1652.50
346.875 134.580 9.165 116.218 86.911
1.590 1.590
345.285 134.580 7.575 116.218 86.911
2.182.781
80.000
2.102.781
263.645 801.807 194.275 407.101 214.830 153.386 147.738
80.000
263.645 721.807 194.275 407.101 214.830 153.386 147.738
Prestatie 7
Maatschappelijke opvang
3.040
3.040
2.3
Slachtofferhulp
3.040
3.040
TOTAAL WMO
5.315.904
1620.101
- 179 -
616.529
4.699.376
- 180 -
II. FINANCIËLE BEGROTING
- 181 -
- 182 -
7.131.194 1.011.779 1.147.333
P2.4 Sociale voorzieningen
P2.5 Welzijn
P2.6 Sport
625.723
Subtotaal deelprogramma's
27.546.773
568.556
201.502
P6.2 Financiën
P6 Financiële kaderstelling/bedrijfsvoering
367.054
2.278.494
P6.1 Belastingen
P5 Kwaliteit van bestuur en organisatie
1.342.029
P5.2 Publieke dienstverlening
P5.3 Openbaar bestuur
310.742
1.935.111
578.258
1.111.263
245.590
P5.1 Communicatie
P4 Ruimtelijke structuur
P4.3 Ruimtelijke ordening en inrichting
P4.2 Natuur- en groenbeheer
P4.1 Grondbeleid
275.037
144.220
P3.2 Toerisme
P3 Dorps- en plattelandseconomie
130.817
P3.1 Economie
15.142.580
3.529.754
P2.3 Volksgezondheid
P2 Soc.voorzieningen en maatsch.dienstverlening
1.620.430
702.090
P2.2 Onderwijs
P2.1 Cultuur
7.346.994
3.206.345
P1 Kwaliteit v/d Woon- en Leefomgeving
1.984.120
P1.5 Milieu
891.778
P1.4 Verkeer en vervoer
216.067
P1.3 Volkshuisvesting
1.048.684
P1.2 Openbare orde en veiligheid
P1.1 Brandweerzorg en rampenbestrijding
Omschrijving (deel-)programma's:
Bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
0
Nieuw beleid
Lasten
27.546.773
568.556
201.502
367.054
2.278.494
1.342.029
625.723
310.742
1.935.111
578.258
1.111.263
245.590
275.037
144.220
130.817
15.142.580
1.147.333
1.011.779
7.131.194
3.529.754
1.620.430
702.090
7.346.994
3.206.345
1.984.120
891.778
216.067
1.048.684
Totaal
11.705.693
776.025
763.449
12.576
314.201
58.164
256.037
0
197.339
26.212
0
171.127
280.866
20.454
260.412
6.046.673
200.203
19.940
5.094.531
623.272
11.594
97.133
4.090.588
3.394.255
5.353
670.775
0
20.205
Bestaand beleid
0
0
0
0
0
0
0
Nieuw beleid
Baten
Recapitulatie Begroting 2012, lasten en baten per deelprogramma
11.705.693
776.025
763.449
12.576
314.201
58.164
256.037
0
197.339
26.212
0
171.127
280.866
20.454
260.412
6.046.673
200.203
19.940
5.094.531
623.272
11.594
97.133
4.090.588
3.394.255
5.353
670.775
0
20.205
Totaal
15.841.080
-207.469
-561.947
354.478
1.964.293
1.283.865
369.686
310.742
1.737.772
552.045
1.111.263
74.463
-5.829
123.765
-129.595
9.095.907
947.130
991.839
2.036.663
2.906.483
1.608.836
604.957
3.256.406
-187.910
1.978.767
221.004
216.067
1.028.479
Saldo
- 183 -
0
Subtotaal algemene dekkingsmiddelen
Resultaat na bestemming
0 0
27.966.981
92.356
0
P5.3 Openbaar bestuur 92.356
0
P4.1 Grondbeleid
27.966.981
0
Subtotaal mutaties reserves
0
P3.2 Toerisme
4.000
P2.6 Sport
4.000
0
P2.5 Welzijn
0
P2.4 Sociale voorzieningen
79.356
P2.3 Volksgezondheid
79.356
0
P2.2 Onderwijs
P2.1 Cultuur
9.000
27.874.625
0
9.000
27.874.625
P1.5 Milieu
P1.4 Verkeer en vervoer
Toevoeging/onttrekking aan reserves:
Resultaat voor bestemming
0
0
Saldo compensabele BTW en uitkering BTW-comp.fonds 327.852
0
Saldo financieringsfunctie
327.852
0
Dividend
Onvoorzien
0
0
0
Totaal
Algemene uitkeringen
0
Lasten Nieuw beleid
Lokale heffingen
Omschrijving algemene dekkingsmiddelen:
Omschrijving (deel-)programma's:
Bestaand beleid
28.227.386
492.825
31.683
9.907
11.105
18.100
143.160
134.523
49.347
50.000
27.734.561
20.000
16.008.867
0
399.055
95.110
13.316.544
2.198.158
Bestaand beleid
0
0
0
0
Nieuw beleid
Baten
Recapitulatie Begroting 2012, lasten en baten per deelprogramma
28.227.386
492.825
31.683
9.907
11.105
18.100
0
143.160
134.523
0
49.347
50.000
0
27.734.561
20.000
16.008.867
0
399.055
95.110
13.316.544
2.198.158
Totaal
-260.405
-400.469
-31.683
-9.907
-11.105
-18.100
4.000
-143.160
-134.523
79.356
-49.347
-50.000
9.000
140.064
307.852
-16.008.867
0
-399.055
-95.110
-13.316.544
-2.198.158
Saldo
- 184 -
a m am O
s m
i ijv r ch
ng 11 0 2
928.648 212.575 263.340 2.001.494 -169.919 3.236.138
Brandweer Openbare orde Volkshuisvesting Verkeer en vervoer Milieu
TOTAAL PROGRAMMA 1
3.256.406
1.028.479 216.067 221.004 1.978.767 -187.910
12 0 2
3.142.126
985.451 215.000 226.184 2.013.126 -297.635
13 0 2
3.099.493
964.606 213.934 229.934 2.023.410 -332.391
598.002 1.583.927 2.894.564 1.981.376 1.184.077 1.051.784 9.293.729
Cultuur Onderwijs Volksgezondheid Sociale voorzieningen Welzijn Sport
TOTAAL PROGRAMMA 2
3.1 3.2
-169.965 485.094 315.129
Economie Toerisme
TOTAAL PROGRAMMA 3
3 Dorps- en plattelandseconomie
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
-5.829
-129.595 123.765
9.095.907
604.957 1.608.836 2.906.483 2.036.663 991.839 947.130
121.244
-2.035 123.279
8.971.518
588.086 1.585.348 2.895.256 2.018.919 990.005 893.904
120.226
-2.566 122.792
8.958.299
582.419 1.579.283 2.890.573 2.031.497 987.426 887.100
2 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
1 Kwaliteit van de Woon en leefomgeving
m m gr a r o r og lp e Pr e D
a 14 0 2
119.740
-2.566 122.306
8.923.678
580.583 1.578.166 2.886.536 2.033.905 978.512 865.976
3.092.423
975.534 212.868 235.730 2.019.888 -351.596
15 0 2
- 185 -
453.677 1.182.953 696.376 2.333.005
Grondbeleid Natuur- en groenbeheer Ruimtelijke ordening en inrichting
TOTAAL PROGRAMMA 4
339.735 396.091 1.374.817 2.110.643
Communicatie Publieke dienstverlening Openbaar bestuur
TOTAAL PROGRAMMA 5
328.739 -144.581 184.158
Belastingen Financiën
TOTAAL PROGRAMMA 6
2.032.508 -1.805.035
Resultaat voor bestemming
Mutaties reserves
227.473
-17.245.334
TOTAAL OVERIGE MUTATIES
Resultaat na bestemming
-15.440.299 -1.805.035
Algemene dekkingsmiddelen Reservemutaties
OVERIGE MUTATIES
6.1 6.2
6 Financiële kaderstelling
5.1 5.2 5.3
5 Kwaliteit van Bestuur en organisatie
4.1 4.2 4.3
4 Ruimtelijke structuur
-260.405
-400.469
140.064
-16.101.485
-15.701.015 -400.469
-207.469
354.478 -561.947
1.964.293
310.742 369.686 1.283.865
1.737.772
74.463 1.111.263 552.045
-181.550
-299.301
117.751
-15.853.568
-15.554.267 -299.301
-296.083
354.478 -650.561
1.955.964
310.742 361.357 1.283.865
1.777.248
109.463 1.110.263 557.521
-244.228
-223.931
-20.297
-15.808.434
-15.584.504 -223.931
-336.240
354.478 -690.718
1.945.204
310.742 350.597 1.283.865
1.777.224
109.463 1.110.263 557.497
-12.509
-213.161
200.652
-15.494.093
-15.280.932 -213.161
-376.995
354.478 -731.473
1.931.018
310.742 336.411 1.283.865
1.791.720
109.463 1.110.263 571.993
- 186 -
Investeringen 2012
Onderstaand is een tabel opgenomen met daarin de voor 2012 voorziene investeringen. De indeling is, conform de voorschriften, ingedeeld naar investeringen met een economisch nut en in investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Dit onderscheid is namelijk van belang. Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd. Het verdient echter de voorkeur activa met een maatschappelijk nut niet te activeren. Bij investeringen met een economisch nut is er dus geen keuze mogelijk. Bijdragen vanuit reserves mogen niet in mindering worden gebracht op de investering. Wel is het mogelijk om via de resultaatbestemming eventueel onttrekkingen aan reserves te plegen. Bijdragen van derden die in directe relatie staan tot de investering mogen hierop wel in mindering worden gebracht. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut mogen dus worden geactiveerd. Het gaat om die activa die geen economisch nut (o.a. verhandelbaarheid) hebben, maar uitsluitend een maatschappelijk nut. Voorbeelden van dergelijke activa zijn wegen en pleinen. Wegen, evenals andere activa in de openbare ruimte, zoals bruggen en openbaar groen, dienen duidelijk een maatschappelijk nut, maar ze genereren geen middelen en er is geen markt voor. De uitzonderingspositie voor deze investeringen in de openbare ruimte is toegelaten, omdat gemeenten anders niet in staat zouden zijn bepaalde investeringen in de openbare ruimte te doen (omdat deze bedragen niet via de exploitatie kunnen worden gedekt). Bij deze investeringen mogen bijdragen vanuit reserves en van derden wel in mindering worden gebracht.
Fietspad Baflo-Eenrum Vervangen bruggen in Ripperda Ontwikkelingsplan Winsum/Boogplein GRP 2010: vrijvervalriolen 2012 GRP 2010: milieumaatregelen 2012 GRP 2010: maatr.grondwater 2012 HVP 2010: Openbaar onderwijs 2012 HVP 2010: Bijzonder onderwijs 2012 Vervanging speeltoestellen Totaal investeringsbedrag 2012
- 187 -
100.000 30.000 357.579 554.000 615.000 100.000 100.000 100.000 60.000 2.016.579
Afschrijvings-termijn
1210 1210 1211 1722 1722 1722 1421 1423 1560.2
Investerings-jaar
Product
1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 1.5 2.2 2.2 3.2
Investerings-bedrag
Deelprogramma
1 1 1 1 1 1 2 2 3
Omschrijving
Programma
In onderstaande tabel wordt voorgesteld om de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut te activeren en daarop lineair af te schrijven. Per investering wordt aangegeven in hoeveel jaar het activum wordt afgeschreven.
2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012
20 25 20 60 60 60 20 20 15
1 1 1 1 1 2 2 3
1.4 1.4 1.4 1.5 1.5 2.2 2.2 3.2
1210 1210 1210 1722 1722 1421 1423 1560.2
Aanpassing Plattil Bijdrage aanpassing N361 Vervangen bruggen in Ripperda GRP 2010: vrijvervalriolen 2013 GRP 2010: milieumaatregelen 2013 HVP 2010: Openbaar onderwijs 2013 HVP 2010: Bijzonder onderwijs 2013 Vervanging speeltoestellen Totaal investeringsbedrag 2013
83.866 200.000 30.000 554.000 615.000 100.000 100.000 60.000 1.742.866
2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
20 20 25 60 60 20 20 15
1 1 1 1 1 2 2 3
1.1 1.4 1.5 1.5 1.5 2.2 2.2 3.2
1120 1210 1722 1722 1722 1421 1423 1560.2
Bluskleding Vervangen bruggen in Ripperda GRP 2010: vrijvervalriolen 2014 GRP 2010: milieumaatregelen 2014 GRP 2010: Gemalen, mech/elek 2014 HVP 2010: Openbaar onderwijs 2014 HVP 2010: Bijzonder onderwijs 2014 Vervanging speeltoestellen Totaal investeringsbedrag 2014
17.500 30.000 554.000 615.000 500.000 100.000 100.000 60.000 1.976.500
2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014 2014
8 25 60 60 20 20 20 15
1 1 1 1 2 2
1.1 1.1 1.1 1.4 2.2 2.2
1120 1120 1120 1210 1421 1423
Tankautospuit Winsum Mobilofoons Baflo/Winsum Ademluchtcylinders Vervangen bruggen in Ripperda HVP 2010: Openbaar onderwijs 2015 HVP 2010: Bijzonder onderwijs 2015 Totaal investeringsbedrag 2015
275.000 14.000 7.500 30.000 100.000 100.000 526.500
2015 2015 2015 2015 2015 2015
15 8 15 25 20 20
Eindtotaal
6.262.445
In totaal wordt er volgens bovenstaande investeringsstaat dus een bedrag van € 6.262.445 geïnvesteerd in komende jaren. De lasten die zullen voortvloeien uit het nieuwe onderwijshuisvestingsplan zijn hier indicatief opgenomen. Naar verwachting zullen deze investeringsbedragen nog muteren. Evenals vorig jaar doen wij u ook dit het jaar het voorstel om bij de vaststelling van de begroting 2012 tevens een aantal investeringsbedragen direct beschikbaar te stellen, zodat deze onderwerpen direct door ons college uitgevoerd kunnen worden. Per investering is door ons via 2 kolommen aangegeven of de investering middels dit besluit beschikbaar wordt gesteld (kolom “Beschikbaar stellen”) of dat er in het jaar 2012 een raadsvoorstel wordt opgesteld voor het beschikbaar stellen van een krediet (kolom “Afzonderlijk raadsvoorstel”).
- 188 -
E = econ.nut M = maat.nut Omschrijving
Investerings- Beschikbaar Afzonderlijk bedrag stellen raadsvoorstel
E E E E E E Totaal E
GRP 2010: vrijvervalriolen 2012 GRP 2010: milieumaatregelen 2012 GRP 2010: maatr.grondwater 2012 HVP 2010: Openbaar onderwijs 2012 HVP 2010: Bijzonder onderwijs 2012 Vervanging speeltoestellen Investeringen met economisch nut
M M Totaal M
Fietspad Baflo-Eenrum Ontwikkelingsplan Winsum/Boogplein Investeringen met maatschappelijk nut
Eindtotaal
554.000 615.000 100.000 100.000 100.000 60.000 1.529.000
x x x x x x 60.000
1.469.000
100.000 357.579 457.579
0
x x 457.579
1.986.579
60.000
1.926.579
Ons voorstel is vooral ingegeven op het gegeven om kredieten ten behoeve van onderwerpen, waarvoor door uw raad nog geen beleid/ kaders is/zijn vastgesteld, afzonderlijk aan uw raad voor te leggen. Concreet stellen wij u voor een bedrag van € 60.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van de in de kolom “Beschikbaar stellen” met een kruisje aangegeven investeringen.
- 189 -
- 190 -
*
* **
*
*
*
9111001 Algemene Reserve 9111002 Opbr.verkoop aandelen Essent Algemene Reserve 9112001 Reserve bovenwijkse voorzieningen 9112007 Reserve huisvesting onderwijs 9112010 Reserve dorpshuizen 9112011 Reserve leefbaarheid 9112013 Reserve bijzondere bijstand 9112023 Reserve bosaanleg Netlaan 9112025 Reserve grondexploitatie 9112026 Reserve herstructurering woningvoorraad 9112031 Reserve onderhoud water De Brake 9112032 Reserve vervanging inventaris sportzalen 9112034 Reserve onderhoud bruggen 9112035 Reserve verkiezingen 9112039 Reserve FunctieWaardering 9112040 Reserve uitvoering Sportnota 9112041 Reserve Regiovisie 9112042 Reserve Cofinancieringen 9112043 Reserve Inkomensdeel WWB 9112046 Reserve museum Wierdenland 9112047 Reserve WMO Bestemmingsreserve, bestemming niet vast 9113001 Reserve afkoopsommen onderhoud graven Bestemmingsreserve, middelen van derden 9114001 Egalisatiereserve Vuilverwerking 9114002 Egalisatiereserve rioolrechten 9114003 Egalisatiereserve BTW-Comp.Fonds Egalisatiereserve, geen schommelingen Reserves 9121001 Voorziening vervanging riolering 9121004 Voorz., onderhoud wegen/gladheid 9121009 Voorziening onderh. gemeent.gebouwen Egalisatievoorziening,geen schommelingen 9122013 Voorz., tekort Grex Boogplein 9122015 Voorz., wachtgeldverplichtingen
Reserves en Voorzieningen 2.953.797 5.832.000 8.785.797 710.697 1.030.917 40.409 0 0 146.000 98.225 105.257 206.833 0 111.036 37.937 5.000 105.654 178.317 239.145 405.403 707.824 182.112 4.310.766 10.114 10.114 347.484 0 88.264 435.748 13.542.425 1.422.060 0 727.574 2.149.634 60.000 80.016
Saldo 1/1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vermeer rente
BEGROTING 2012 : Staat van Reserves en Voorzieningen
260.405 0 260.405 0 27.405 4.000 0 0 0 0 0 9.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 40.405 0 0 0 0 0 0 300.810 0 0 0 0 0 0
ov. vermeer 45.000 0 45.000 0 0 0 0 0 0 9.907 0 0 0 0 0 0 18.100 31.683 11.105 143.160 49.155 59.662 322.773 0 0 50.000 0 0 50.000 417.773 225.804 0 0 225.804 0 51.300
ov. vermind 3.169.202 5.832.000 9.001.202 710.697 1.058.322 44.409 0 0 146.000 88.318 105.257 215.833 0 111.036 37.937 5.000 87.554 146.633 228.040 262.243 658.670 122.450 4.028.398 10.114 10.114 297.484 0 88.264 385.748 13.425.462 1.196.256 0 727.574 1.923.830 60.000 28.716
Saldo 31/12
BEGROTING 2012 : Overzicht reserves en voorzieningen
-147.690 -291.600 -439.290 -35.535 -51.546 -2.020 0 0 -7.300 -4.911 -5.263 -10.342 0 -5.552 -1.897 -250 -5.283 -8.916 -11.957 -20.270 -35.391 -9.106 -215.538 -506 -506 -17.374 0 -4.413 -21.787 -677.121 -71.103 0 -36.379 -107.482 -3.000 -4.001
Besp. rente
- 191 -
* Voorziening, voorzienbare verplichtingen 9122009 Voorz., bijdr DUBO De Brake 9122010 Voorz., bijdr DUBO Oosterhuisen 9122012 Voorz., bijdr DUBO Groenlanden-Zuid 9123006 Voorz. onderwijsachterstandsgeld 9123007 Voorziening overschot werkdeel WWB * Voorzieningen, van derden ontvangen ** Voorzieningen *** Reserves en Voorzieningen
140.016 154.464 95.755 36.110 0 332.628 618.957 2.908.607 16.451.032
BEGROTING 2012 : Staat van Reserves en Voorzieningen 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 300.810
51.300 0 0 0 0 0 0 277.104 694.877
88.716 154.464 95.755 36.110 0 332.628 618.957 2.631.503 16.056.964
BEGROTING 2012 : Overzicht reserves en voorzieningen
-7.001 -7.723 -4.788 -1.806 0 -16.631 -30.948 -145.430 -822.552
- 192 -
Algemene Reserve Algemene Reserve Algemene Reserve Algemene Reserve Algemene Reserve
9111001
Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve bovenwijkse voorzieningen
9112001
9112013
9112013
9112011
9112011
9112010
Reserve bijzondere bijstand Reserve bijzondere bijstand Reserve bijzondere bijstand Reserve bijzondere bijstand Reserve bijzondere bijstand
Reserve leefbaarheid/RUOP Reserve leefbaarheid/RUOP Reserve leefbaarheid/RUOP Reserve leefbaarheid/RUOP Reserve leefbaarheid/RUOP
Reserve dorpshuizen Reserve dorpshuizen Reserve dorpshuizen Reserve dorpshuizen Reserve dorpshuizen
9112010
9112007
Reserve huisvesting onderwijs Reserve huisvesting onderwijs Reserve huisvesting onderwijs Reserve huisvesting onderwijs Reserve huisvesting onderwijs
9112007
9112001
9111002
Opbr.verkoop aandelen Essent Opbr.verkoop aandelen Essent Opbr.verkoop aandelen Essent Opbr.verkoop aandelen Essent Opbr.verkoop aandelen Essent
9111002
9111001
Omschrijving
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Omschrijving
25.000 0 0 1.250 25.000
7.084 0 0 354 7.084
32.409 4.000 0 1.620 36.409
911.060 59.855 0 45.553 970.915
573.087 137.610 0 28.654 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
3.258.054 4.384.412 -3.431.800 162.903 4.210.665
2010
25.000 0 -25.000 1.250 0
7.084 0 -7.084 354 0
36.409 4.000 0 1.820 40.409
970.915 60.003 0 48.546 1.030.917
710.697 0 0 35.535 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
4.210.665 29.039 -1.285.906 210.533 2.953.797
2011
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
40.409 4.000 0 2.020 44.409
1.030.917 27.405 0 51.546 1.058.322
710.697 0 0 35.535 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
2.953.797 260.405 -45.000 147.690 3.169.202
2012
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
44.409 4.000 0 2.220 48.409
1.058.322 29.392 0 52.916 1.087.713
710.697 0 0 35.535 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
3.169.202 181.550 0 158.460 3.350.752
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
48.409 4.000 0 2.420 52.409
1.087.713 16.858 0 54.386 1.104.571
710.697 0 0 35.535 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
3.350.752 244.228 0 167.538 3.594.980
2014
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
52.409 4.000 0 2.620 56.409
1.104.571 635 -384 55.229 1.104.821
710.697 0 0 35.535 710.697
5.832.000 0 0 291.600 5.832.000
3.594.980 12.509 0 179.749 3.607.489
2015
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 193 -
Reserve verv.inventaris sportzalen Reserve verv.inventaris sportzalen Reserve verv.inventaris sportzalen Reserve verv.inventaris sportzalen Reserve verv.inventaris sportzalen
9112032
9112034
9112034
9112032
9112031
Reserve onderhoud bruggen Reserve onderhoud bruggen Reserve onderhoud bruggen Reserve onderhoud bruggen Reserve onderhoud bruggen
Reserve onderhoud water De Brake Reserve onderhoud water De Brake Reserve onderhoud water De Brake Reserve onderhoud water De Brake Reserve onderhoud water De Brake
9112031
9112026
Reserve herstructurering Reserve herstructurering Reserve herstructurering Reserve herstructurering Reserve herstructurering
9112026
9112025
9112025
Reserve grondexploitatie Reserve grondexploitatie Reserve grondexploitatie Reserve grondexploitatie Reserve grondexploitatie
Reserve bosaanleg Netlaan Reserve bosaanleg Netlaan Reserve bosaanleg Netlaan Reserve bosaanleg Netlaan Reserve bosaanleg Netlaan
9112023
9112023
Omschrijving
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Omschrijving
106.362 4.674 0 5.318 111.036
4.039 0 0 202 4.039
179.682 18.151 0 8.984 197.833
59.387 45.870 0 2.969 105.257
517.082 0 -28.105 25.854 488.977
146.000 0 0 7.300 146.000
2010
111.036 0 0 5.552 111.036
4.039 0 -4.039 202 0
197.833 9.000 0 9.892 206.833
105.257 0 0 5.263 105.257
488.977 0 -390.752 24.449 98.225
146.000 0 0 7.300 146.000
2011
111.036 0 0 5.552 111.036
0 0 0 0 0
206.833 9.000 0 10.342 215.833
105.257 0 0 5.263 105.257
98.225 0 -9.907 4.911 88.318
146.000 0 0 7.300 146.000
2012
111.036 0 0 5.552 111.036
0 0 0 0 0
215.833 9.000 0 10.792 224.833
105.257 0 0 5.263 105.257
88.318 0 -9.907 4.416 78.411
146.000 0 0 7.300 146.000
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
111.036 0 0 5.552 111.036
0 0 0 0 0
224.833 9.000 0 11.242 233.833
105.257 0 0 5.263 105.257
78.411 0 -9.907 3.921 68.504
146.000 0 0 7.300 146.000
2014
111.036 0 0 5.552 111.036
0 0 0 0 0
233.833 9.000 0 11.692 242.833
105.257 0 0 5.263 105.257
68.504 0 -9.907 3.425 58.597
146.000 0 0 7.300 146.000
2015
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 194 -
Reserve verkiezingen/referenda Reserve verkiezingen/referenda Reserve verkiezingen/referenda Reserve verkiezingen/referenda Reserve verkiezingen/referenda
Reserve Functiewaardering Reserve Functiewaardering Reserve Functiewaardering Reserve Functiewaardering Reserve Functiewaardering
Reserve uitvoering Sportnota Reserve uitvoering Sportnota Reserve uitvoering Sportnota Reserve uitvoering Sportnota Reserve uitvoering Sportnota
9112035
9112039
9112040
Reserve inkomensdeel WWB Reserve inkomensdeel WWB Reserve inkomensdeel WWB Reserve inkomensdeel WWB Reserve inkomensdeel WWB
Reserve museum Reserve museum Reserve museum Reserve museum Reserve museum
9112043
9112046
9112046
9112043
9112042
Wierdenland Wierdenland Wierdenland Wierdenland Wierdenland
Reserve bijdr. Cofinanciering Reserve bijdr. Cofinanciering Reserve bijdr. Cofinanciering Reserve bijdr. Cofinanciering Reserve bijdr. Cofinanciering
9112042
9112041
Reserve Regiovisie Reserve Regiovisie Reserve Regiovisie Reserve Regiovisie Reserve Regiovisie
9112041
9112040
9112039
9112035
Omschrijving
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Omschrijving
823.448 0 -49.081 41.172 774.367
434.521 125.000 -329.896 21.726 229.625
455.177 250.000 -150.352 22.759 554.825
6.372 0 -6.372 319 0
189.400 0 -14.045 9.470 175.354
5.000 0 0 250 5.000
38.796 0 -858 1.940 37.937
2010
774.367 0 -66.543 38.718 707.824
229.625 350.000 -174.222 11.481 405.403
554.825 50.000 -365.679 27.741 239.145
0 200.000 -21.683 0 178.317
175.354 0 -69.700 8.768 105.654
5.000 0 0 250 5.000
37.937 0 0 1.897 37.937
2011
707.824 0 -49.155 35.391 658.670
405.403 0 -143.160 20.270 262.243
239.145 0 -11.105 11.957 228.040
178.317 0 -31.683 8.916 146.633
105.654 0 -18.100 5.283 87.554
5.000 0 0 250 5.000
37.937 0 0 1.897 37.937
2012
658.670 0 -48.857 32.933 609.813
262.243 0 -119.072 13.112 143.171
228.040 0 -11.105 11.402 216.934
146.633 0 -41.683 7.332 104.950
87.554 0 -16.500 4.378 71.054
5.000 0 0 250 5.000
37.937 0 0 1.897 37.937
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
609.813 0 -48.558 30.491 561.255
143.171 0 -100.570 7.159 42.601
216.934 0 -11.105 10.847 205.829
104.950 0 -51.683 5.247 53.266
71.054 0 -15.000 3.553 56.054
5.000 0 0 250 5.000
37.937 0 0 1.897 37.937
2014
561.255 0 -45.708 28.063 515.547
42.601 0 -42.601 2.130 0
205.829 0 -11.105 10.291 194.724
53.266 0 -51.683 2.663 1.583
56.054 0 -13.500 2.803 42.554
5.000 0 0 250 5.000
37.937 0 0 1.897 37.937
2015
65411080
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 195 -
Reserve afkoopsommen onderhoud graven Saldo per 01-01 Reserve afkoopsommen onderhoud graven Vermeerderingen Reserve afkoopsommen onderhoud graven Verminderingen Reserve afkoopsommen onderhoud graven Rente Reserve afkoopsommen onderhoud graven Saldo per 31-12
9113001
Egalisatiereserve rioolrechten Egalisatiereserve rioolrechten Egalisatiereserve rioolrechten Egalisatiereserve rioolrechten Egalisatiereserve rioolrechten
Egalisatiereserve BCF Egalisatiereserve BCF Egalisatiereserve BCF Egalisatiereserve BCF Egalisatiereserve BCF
Reserve zwembad De Hoge Vier Reserve zwembad De Hoge Vier Reserve zwembad De Hoge Vier Reserve zwembad De Hoge Vier Reserve zwembad De Hoge Vier
9114002
9121012
9115001
9115001
9121012
9114002
9114001
Egalisatiereserve vuilverwerking Egalisatiereserve vuilverwerking Egalisatiereserve vuilverwerking Egalisatiereserve vuilverwerking Egalisatiereserve vuilverwerking
9114001
9113001
9112047
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Reserve WMO Reserve WMO Reserve WMO Reserve WMO Reserve WMO
9112047
Omschrijving
Omschrijving
Nummer
1.544 0 -1.544 77 0
88.264 0 0 4.413 88.264
269.538 0 -269.538 13.477 0
382.436 90.047 -50.000 19.122 422.484
10.114 0 0 506 10.114
134.349 122.450 0 6.717 256.799
2010
0 0 0 0 0
88.264 0 0 4.413 88.264
0 0 0 0 0
422.484 0 -75.000 21.124 347.484
10.114 0 0 506 10.114
256.799 0 -74.687 12.840 182.112
2011
0 0 0 0 0
88.264 0 0 4.413 88.264
0 0 0 0 0
347.484 0 -50.000 17.374 297.484
10.114 0 0 506 10.114
182.112 0 -59.662 9.106 122.450
2012
0 0 0 0 0
88.264 0 0 4.413 88.264
0 0 0 0 0
297.484 0 -50.000 14.874 247.484
10.114 0 0 506 10.114
122.450 0 0 6.123 122.450
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
0 0 0 0 0
88.264 0 0 4.413 88.264
0 0 0 0 0
247.484 0 -50.000 12.374 197.484
10.114 0 0 506 10.114
122.450 0 0 6.123 122.450
2014
0 0 0 0 0
88.264 0 0 4.413 88.264
0 0 0 0 0
197.484 0 -50.000 9.874 147.484
10.114 0 0 506 10.114
122.450 0 0 6.123 122.450
2015
69143010
69143010
67221040
67211010
67241070
69143010
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 196 -
Voorziening onderhoud gem. gebouwen Voorziening onderhoud gem. gebouwen Voorziening onderhoud gem. gebouwen Voorziening onderhoud gem. gebouwen Voorziening onderhoud gem. gebouwen
Voorz., tekort Grex Boogplein Voorz., tekort Grex Boogplein Voorz., tekort Grex Boogplein Voorz., tekort Grex Boogplein Voorz., tekort Grex Boogplein
9121009
9122013
Voorz.bijdr. DuBo Oosterhuisen Voorz.bijdr. DuBo Oosterhuisen Voorz.bijdr. DuBo Oosterhuisen Voorz.bijdr. DuBo Oosterhuisen Voorz.bijdr. DuBo Oosterhuisen
Voorz.bijdr. DuBo Groenlanden-Zuid Voorz.bijdr. DuBo Groenlanden-Zuid Voorz.bijdr. DuBo Groenlanden-Zuid Voorz.bijdr. DuBo Groenlanden-Zuid Voorz.bijdr. DuBo Groenlanden-Zuid
9122010
9122012
9122012
9122010
9122009
Voorz.bijdr. DuBo De Brake 2 Voorz.bijdr. DuBo De Brake 2 Voorz.bijdr. DuBo De Brake 2 Voorz.bijdr. DuBo De Brake 2 Voorz.bijdr. DuBo De Brake 2
9122009
9122015
9122015
9122013
9121009
Voorz., wachtgeldverplichtingen Voorz., wachtgeldverplichtingen Voorz., wachtgeldverplichtingen Voorz., wachtgeldverplichtingen Voorz., wachtgeldverplichtingen
Voorziening vervanging rioleringen Voorziening vervanging rioleringen Voorziening vervanging rioleringen Voorziening vervanging rioleringen Voorziening vervanging rioleringen
9121001
9121001
Omschrijving
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Omschrijving
36.110 0 0 1.806 36.110
20.643 39.730 0 1.032 60.372
133.673 20.791 0 6.684 154.464
0 0 0 0 0
60.000 0 0 4.800 60.000
621.776 105.798 0 31.089 727.574
1.355.322 269.678 0 67.766 1.625.000
2010
36.110 0 0 1.806 36.110
60.372 35.382 0 3.019 95.755
154.464 0 0 7.723 154.464
0 110.016 -30.000 0 80.016
60.000 0 0 4.800 60.000
36.110 0 0 1.806 36.110
95.755 0 0 4.788 95.755
154.464 0 0 7.723 154.464
80.016 0 -51.300 6.401 28.716
60.000 0 0 4.800 60.000
727.574 0 0 36.379 727.574
-225.804 71.103 1.196.256
-202.940 81.250 1.422.060 727.574 0 0 36.379 727.574
1.422.060
2012
1.625.000
2011
36.110 0 0 1.806 36.110
95.755 0 0 4.788 95.755
154.464 0 0 7.723 154.464
28.716 0 -22.500 2.297 6.216
60.000 0 0 4.800 60.000
727.574 0 0 36.379 727.574
-239.301 59.813 956.954
1.196.256
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
36.110 0 0 1.806 36.110
95.755 0 0 4.788 95.755
154.464 0 0 7.723 154.464
6.216 0 -6.000 497 216
60.000 0 0 4.800 60.000
727.574 0 0 36.379 727.574
-232.145 47.848 724.809
956.954
2014
36.110 0 0 1.806 36.110
95.755 0 0 4.788 95.755
154.464 0 0 7.723 154.464
216 0 -216 17 0
60.000 0 0 4.800 60.000
727.574 0 0 36.379 727.574
724.809 0 -213.609 36.240 511.200
2015
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
69143010
67221040
5,0%
5,0%
5,0%
8,0%
8,0%
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 197 -
9123007
9123007
Voorz. Overschot werkdeel WWB Voorz. Overschot werkdeel WWB Voorz. Overschot werkdeel WWB Voorz. Overschot werkdeel WWB Voorz. Overschot werkdeel WWB
Voorz. onderwijsachterstandsgelden Voorz. onderwijsachterstandsgelden Voorz. onderwijsachterstandsgelden Voorz. onderwijsachterstandsgelden Voorz. onderwijsachterstandsgelden
9123006
9123006
Omschrijving
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12
Omschrijving
164.277 152.917 -10.233 8.214 306.961
27.040 0 -27.040 1.352 0
2010 0 0 0 0 0 306.961 25.667 0 15.348 332.628
2011 0 0 0 0 0 332.628 0 0 16.631 332.628
2012 0 0 0 0 0 332.628 0 0 16.631 332.628
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
0 0 0 0 0 332.628 0 0 16.631 332.628
2014 0 0 0 0 0 332.628 0 0 16.631 332.628
2015
69143010
69143010
5,0%
5,0%
Ten gunste Rente van functie %
- 198 -
Nummer
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12
Totaal Algemene reserves
Totaal Bestemmingsreserves, vrij
Totaal Bestemmingsreserves, derden
TOTAAL RESERVES
Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12
14.490.202 5.242.068 -4.331.592 15.400.678
1.544 0 -1.544 0
Totaal Egal.reserves, investeringsbijdrageSaldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Totaal Egal.reserves, investeringsbijdrageSaldo per 31-12
TOTAAL RESERVES
740.239 90.047 -319.538 510.748
10.114 0 0 10.114
4.648.252 767.609 -578.709 4.837.152
9.090.054 4.384.412 -3.431.800 10.042.665
2010
Totaal Egal.reserves, geen schommelingen Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Totaal Egal.reserves, geen schommelingen Saldo per 31-12
Totaal Bestemmingsreserves, derden
Totaal Bestemmingsreserves, vrij
Totaal Algemene reserves
Omschrijving
Omschrijving
15.400.678 702.042 -2.560.295 13.542.425
0 0 0 0
510.748 0 -75.000 435.748
10.114 0 0 10.114
4.837.152 673.003 -1.199.389 4.310.766
10.042.665 29.039 -1.285.906 8.785.797
2011
13.542.425 300.810 -417.773 13.425.462
0 0 0 0
435.748 0 -50.000 385.748
10.114 0 0 10.114
4.310.766 40.405 -322.773 4.028.398
8.785.797 260.405 -45.000 9.001.202
2012
13.425.462 223.942 -297.125 13.352.278
0 0 0 0
385.748 0 -50.000 335.748
10.114 0 0 10.114
4.028.398 42.392 -247.125 3.823.665
9.001.202 181.550 0 9.182.752
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
13.352.278 274.086 -286.824 13.339.540
0 0 0 0
335.748 0 -50.000 285.748
10.114 0 0 10.114
3.823.665 29.858 -236.824 3.616.698
9.182.752 244.228 0 9.426.980
2014
13.339.540 26.144 -224.889 13.140.794
0 0 0 0
285.748 0 -50.000 235.748
10.114 0 0 10.114
3.616.698 13.635 -174.889 3.455.444
9.426.980 12.509 0 9.439.489
2015
Ten gunste Rente van functie %
- 199 -
Nummer Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Saldo per 31-12 Saldo per 01-01 Vermeerderingen Verminderingen Rente Saldo per 31-12 Lening EDON Mus.Wierdenland Afvalstoffen Riolering Lijkbezorging Interne financ. alg TOTAAL
Totaal Egal.voorzieningen
Totaal Voorzieningen, verpl./risico
Totaal Voorzieningen, derden
TOTAAL VOORZIENINGEN
GENERAAL TOTAAL
Specificatie Bespaarde rente:
GENERAAL TOTAAL
TOTAAL VOORZIENINGEN
Totaal Voorzieningen, derden
Totaal Voorzieningen, verpl./risico
Totaal Egal.voorzieningen
Omschrijving
Omschrijving
0,00 41.172,39 19.121,81 81.243,02 505,69 705.209,24 847.252,15
16.909.043 5.830.982 -4.368.865 847.252 18.371.160
2.418.841 588.913 -37.273 2.970.481
381.743 213.438 -37.273 557.907
60.000 0 0 60.000
1.977.098 375.476 0 2.352.574
2010
0,00 38.718,35 21.124,18 81.250,00 505,69 778.759,76 920.357,98
18.371.160 873.107 -2.793.235 920.358 16.451.032
2.970.481 171.065 -232.940 2.908.607
557.907 61.049 0 618.957
60.000 110.016 -30.000 140.016
2.352.574 0 -202.940 2.149.634
2011
0,00 35.391,22 17.374,18 71.103,02 505,69 702.377,95 826.752,06
16.451.032 300.810 -694.877 826.752 16.056.964
2.908.607 0 -277.104 2.631.502
618.957 0 0 618.957
140.016 0 -51.300 88.716
2.149.634 0 -225.804 1.923.830
2012
0,00 32.933,49 14.874,18 59.812,80 505,69 697.383,54 805.509,69
16.056.964 223.942 -558.926 805.510 15.721.979
2.631.502 0 -261.801 2.369.701
618.957 0 0 618.957
88.716 0 -22.500 66.216
1.923.830 0 -239.301 1.684.528
2013
Meerjarenraming Reserves en Voorzieningen
0,00 30.490,64 12.374,18 47.847,72 505,69 696.867,22 788.085,44
15.721.979 274.086 -524.969 788.085 15.471.096
2.369.701 0 -238.145 2.131.556
618.957 0 0 618.957
66.216 0 -6.000 60.216
1.684.528 0 -232.145 1.452.383
2014
0,00 28.062,74 9.874,18 36.240,45 505,69 700.678,20 775.361,26
15.471.096 26.144 -438.714 775.361 15.058.525
2.131.556 0 -213.825 1.917.731
618.957 0 0 618.957
60.216 0 -216 60.000
1.452.383 0 -213.609 1.238.774
2015
63301020 65411080 67211010 67221040 67241070 69143010
Ten gunste Rente van functie %
1c Waarde niet-woningen eigenaren 1b Waarde niet-woningen gebruikers 1f Waarde niet-woningen gebruikers (onder aftrek amendement De Pater) 1a Waarde woningen eigenaren
Maatstaf
Onderdeel A - Inkomstenmaatstaven
Datum rapport:
-1.052.389,86
-1.099.090,41
-809.170,38
-781.155,10
1e OZB waarde niet-woningen 10a WWB schaalnadeel 10b WWB schaalvoordeel 8 Bijstandsontvangers 3a Eén-ouder-huishoudens 2 Inwoners 4 Inwoners: jongeren < 20 jaar 5 Inwoners: ouderen > 64 jaar 5a Inwoners: ouderen > 74 en < 85 jaar 7 Lage inkomens 7a Lage inkomens (drempel) 12 Minderheden 11 Uitkeringsontvangers 15b Extra groei leerlingen VO 13 Klantenpotentieel lokaal 14 Klantenpotentieel regionaal 15e Leerlingen VO
Maatstaf 39.177,03 45.539,63 433.168,52 345.496,23 54.656,40 1.877.415,00 827.468,00 172.948,50 17.683,20 146.109,60 386.882,55 37.652,15 100.612,25 13.974,03 599.907,00 35.139,60 102.239,98
2011
40.487,43 45.096,02 427.325,76 312.939,90 54.656,40 1.871.280,00 825.231,60 172.948,50 17.683,20 145.924,80 382.872,24 37.086,35 100.249,06 11.090,50 599.907,00 35.139,60 103.324,82
2012
Onderdeel B - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor van toepassing is
Subtotaal
-118.636,87
-171.283,16 n.v.t.
-110.641,26
-160.593,50 n.v.t.
41.797,83 44.729,69 422.356,20 308.833,14 54.656,40 1.900.062,00 822.995,20 172.948,50 17.683,20 145.891,20 377.984,25 37.086,35 99.913,68 10.646,88 599.907,00 35.139,60 104.354,93
2013
-1.113.528,21
-813.792,78
-123.017,47
-176.717,96 n.v.t.
41.797,83 44.342,15 417.187,22 304.633,08 54.656,40 1.889.669,25 820.758,80 172.948,50 17.683,20 145.840,80 377.051,62 37.086,35 99.578,36 10.203,26 599.907,00 35.139,60 105.335,34
2014
-1.113.528,21
-813.792,78
-123.017,47
-176.717,96 n.v.t.
41.797,83 43.963,34 412.148,15 300.501,00 54.656,40 1.747.494,00 818.522,40 172.948,50 17.683,20 145.807,20 376.129,58 37.086,35 99.243,10 9.759,64 599.907,00 35.139,60 106.288,60
2015
-1.113.528,21
-813.792,78
-123.017,47
-176.717,96 n.v.t.
2015
6-6-2011
Datum afgerond:
2014
maatstafnummers: 6a, 6b, 6c, 15c, 15d, 20, 27a, 27b, 27c, 28, 29, 30, 39a, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 53, 64, 65, 66, 67, 68, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 91, 93, 94, 95, 96, 97, 100, 101, 103, 104, 106, 107, 108, 109
Uitgezette maatstaven:
2013
Constante prijzen 2011: 1,5270 / 2012: 1,5320 / 2013: 1,5030 / 2014: 1,4880 / 2015: 1,4540 / 2016: 1,4460
Uitkeringsfactor:
2012
2011, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016
Jaar:
2011
meicirculaire 2011 (2011-2000211804) dd 31 mei 2011
Circulaire:
7-9-2011 7:58
Begroting 2011-2016 Mei-2011 (gegevens 01-01-2011)
Opgave:
Eigen toelichting:
Winsum
Gemeente:
- 200 -
41.797,83 43.604,66 407.363,07 296.494,32 54.656,40 1.812.132,00 818.522,40 172.948,50 17.683,20 145.807,20 376.129,58 37.086,35 98.917,00 9.759,64 599.907,00 35.139,60 106.288,60
2016
-1.113.528,21
-813.792,78
-123.017,47
-176.717,96 n.v.t.
2016
38 Bedrijfsvestigingen 31a ISV (a) stadsvernieuwing 31b ISV (b) herstructurering 36 Meerkernigheid 37 Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied 36a Kernen met 500 of meer adressen 34 Oeverlengte * bodemfactor gemeente 35a Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor 32 Omgevingsadressendichtheid 33 Omgevingsadressendichtheid * percentage slechte grond totaal 17 Oppervlakte land * percentage slechte grond totaal 16 Oppervlakte land 18 Oppervlakte land * bodemfactor gemeente 19 Oppervlakte binnenwater 23 Oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied 22 Oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen 21 Oppervlakte bebouwing 24 Woonruimten 25 Woonruimten * bodemfactor woonkernen 26 Woonruimten * percentage slechte grond totaal 24a Nieuwbouwwoningen 39 Vast bedrag 58 Bevolkingskrimp
13.047.078,53
1,5270
2011
8.544.255,75
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.221,15 156.952,18 250,45 -8.102,57 329.318,64 353.921,51 5.682,55 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.097.713,50 208.358,31 76.279,68 -261.538,32 5.737,80
170.313,00
4.566,00 n.v.t. 1.924,00 -17.066,00 180.889,00 -n.v.t. --
2011
1,4880
2014
8.563.181,14
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.280,83 161.801,11 258,19 -8.102,57 329.318,64 387.587,22 6.078,40 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.131.626,60 214.795,40 78.636,29 -266.767,72 --
185.186,00
4.297,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 180.889,00 -n.v.t. --
2012
170.396,00
4.297,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 166.099,00 -n.v.t. --
2013
2014
170.396,00
4.297,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 166.099,00 -n.v.t. --
Onderdeel E - Integratie- en decentralisatieuitkeringen waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is
Subtotaal
51 Rioleringen 52 Monumenten 53a Overgangsmaatregel ISV (VHROSV) 59 Suppletie-uitkering wijziging verdeelstelsel 2011 61 Suppletieregeling OZB 55 WUW-middelen Gemeentefonds (IU) 70 Suppletieregeling wijziging verdeelstelsel 1-1-2008 135 Suppletie-uitkering Bommenregeling
Maatstaf
1,5030
2013
8.579.072,05
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.260,94 161.163,09 257,17 -8.102,57 329.318,64 386.600,68 6.066,80 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.127.164,35 213.948,41 78.326,21 -266.767,72 --
1,4540
2015
8.415.445,22
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.280,83 162.439,13 259,20 -8.102,57 329.318,64 388.327,12 6.087,10 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.136.088,85 215.642,38 78.946,37 -266.767,72 --
170.396,00
4.297,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 166.099,00 -n.v.t. n.v.t.
2015
13.059.152,43 12.894.345,29 12.742.013,54 12.236.057,35
1,5320
2012
8.524.250,93
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.241,04 157.717,80 251,67 -8.102,57 329.318,64 367.609,77 5.843,50 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.103.068,20 209.374,69 76.651,78 -257.727,79 20.990,89
Onderdeel D - Uitgavenmaatstaven waarop de uitkeringsfactor niet van toepassing is
Subtotaal (B x C (=uf))
Uitkeringsfactor
Jaren
Onderdeel C - Uitkeringsfactor (uf)
Subtotaal
- 201 -
170.396,00
4.297,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 166.099,00 -n.v.t. n.v.t.
2016
12.248.497,26
1,4460
2016
8.470.606,68
84.759,60 10.488,48 1.342,33 82.760,04 162.380,68 84.542,28 16.434,13 11.280,83 162.439,13 259,20 -8.102,57 329.318,64 388.327,12 6.087,10 83.665,47 235.113,54 47.828,00 1.136.088,85 215.642,38 78.946,37 -266.767,72 --
62 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 63 Amendement De Pater (IU) 69 Bibliotheken (IU) 90 Uitvoeringskosten inburgering (IU) 92 Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (DU) 102 Maatschappelijke opvang en OGGz (DU) 110 WMO, psycho-sociaal (IU) 111 WMO, nadeelgemeenten (IU) 112 Jeugdwerkloosheid (DU) 113 Peuterspeelzaalwerk (DU) 114 Herbestemming en herontwikkeling aandachtswijken (DU) 115 Jeugd (DU) 116 ISV (DU) 117 Bodemsanering (DU) 118 Herstructurering bedrijfsterreinen (DU) 119 Centra voor jeugd en gezin (DU) 120 Voorbeeldprojecten Wijkeconomie (DU) 121 Schuldhulpverlening 2009 Spekmangelden (DU) 122 Drugsoverlast (DU) 123 Praktijkteam overlastgevende Marokkaans-Nederlandse jongeren (DU) 124 Alle troeven in handen (DU) 125 Uitvoeringskosten inburgering, extra bijdrage (DU) 126 Instapcursussen inburgering (DU) 127 Bijdrage aan knelpunten inburgering (DU) 128 Vadercentra (DU) 129 Duizend en één Kracht (DU) 130 Uitvoeringskosten Wwik (DU) 131 Hogeschool Almere (DU) 132 Zuiderzeelijn (DU) 133 Rolstoelvoorzieningen (DU) 134 Praktijkteam Zaltbommel (DU) 136 Krimp (DU) 137 Uitvoeringskosten pilot loondispensatie (DU) 138 Bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders (DU) 139 Wachtlijsten kinderopvang (DU) 140 Coffeeshops (DU) 141 Bedrijventerreinen Topperprojecten (DU) 142 Winkelstraatmanagement (DU) 143 Pieken in de Delta (DU) 144 Nationale gebiedsontwikkelingen
Maatstaf
Onderdeel F - Aanvullingen van de gebruiker
Subtotaal
- 202 1.161.050,22
1.171.296,22
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. --
n.v.t.
n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. ---n.v.t. --n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. ---
1.104.944,00 n.v.t. 15.991,00 n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. 50.361,22 ----n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2012
1.077.279,00 n.v.t. 15.991,00 n.v.t. 17.419,00 -n.v.t. n.v.t. -50.361,22 -----n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2011
1.155.305,22
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. --
n.v.t.
1.104.944,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. 50.361,22 n.v.t. ---n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2013
1.155.305,22
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
1.104.944,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. 50.361,22 n.v.t. ---n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2014
1.155.305,22
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
1.104.944,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. 50.361,22 n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2015
1.155.305,22
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t.
1.104.944,00 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. 50.361,22 n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t. -n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2016
Totaal
13.326.051,89
---
Subtotaal
2011
Behoedzaamheidsreserve
Aanvullingen v/d gebruiker
- 203 -
--
--
2013 --
--
2014 --
--
2015
13.316.544,24 13.106.518,30 12.954.186,56 12.448.230,36
--
--
2012
12.460.670,28
--
--
2016
- 204 -
III. VASTSTELLINGSBESLUIT
- 205 -
- 206 -
VASTSTELLINGSBESLUIT PROGRAMMABEGROTING 2012
Agendanummer:
Vergadering: 10 november 2011
De raad van de gemeente Winsum; Gezien: de Kadernotitie 2011 gelet op het bepaalde in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
b e s l u i t :
1. De programmabegroting 2012 vast te stellen; 2. De kredieten voor de geplande investeringen 2012, waarvan in de lijst is aangegeven dat geen afzonderlijk raadsvoorstel zal volgen, beschikbaar te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van 10 november 2011.
De raad voornoemd,
griffier,
voorzitter,
- 207 -
- 208 -
IV. BIJLAGEN
- 209 -
Bijlage I
Uitgangspunten begroting 2012
In deze paragraaf zijn de uitgangspunten opgenomen die voor het opstellen van de begroting 2012 en de meerjarenramingen van belang zijn. De voorgestelde uitgangspunten zijn: a.
Personeelslasten Uitgangspunt bij de salarisberekening is de laatstelijk vastgestelde CAO welke een werkingsduur heeft tot 1 juni 2011. Bij het opstellen van de ramingen zijn wij uitgegaan van de CAO-lonen per 1 januari 2011 en met een stijging van het loon van per 1 juni 2012 met 1%.
b.
Prijsstijgingen In de juni-circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt op basis van prognoses door het Centraal PlanBureau (CPB) voor 2012 een bedrag toegekend van € 247.000 ter dekking van prijsstijgingen. Uit dit bedrag moeten we derhalve de gestegen lonen en prijzen van derden dekken. Dit geldt bijv. voor ingehuurde diensten door derden, gesubsidieerde instellingen e.d. Bij de kadernota 2011 is besloten hiervan een bedrag van € 80.000 in te zetten ten gunste van het begrotingssaldo en het resterende deel van € 167.000 beschikbaar te houden voor prijscompensatie. Na vaststelling van de begroting zal in de 2e bestuursrapportage 2012 deze stelpost worden verdeeld over de verschillende deelprogramma’s.
c.
Loonkosten gesubsidieerde instellingen Zie de gemaakte opmerkingen onder personeelslasten
d.
Algemene uitkering De ramingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn berekend naar de gegevens van de mei-circulaire 2011.
e.
Rente De rente is in gemeenteland een apart fenomeen. In afwijking van wat gebruikelijk is in het bedrijfsleven wordt in de gemeentelijke administratie rente toegerekend aan (restant-)boekwaarden van in het verleden gedane investeringen en aan de per 1 januari van enig jaar aanwezige reserves en voorzieningen. Voorgesteld wordt die rekenrente voor de komende jaren te stellen op 5%.
f.
Gemeentelijke belastingen en heffingen In de ramingen is/wordt rekening gehouden met een verhoging van de tarieven met zoals is besproken in de kadernota 2011, en met een groei van de totale WOZ-waarde als gevolg van nieuwbouw en verbouw. Ten aanzien van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van het volledig kostendekkend zijn van de tarieven. Bij de rioolheffing stellen wij u voor om het tarief niet te verhogen. Het in 2009 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan gaat weliswaar uit van een verhoging van € 30,-, maar de uitvoeringsplannen vergen veel voorbereidingstijd. Het afgelopen jaar zijn kredieten beschikbaar gesteld die nog steeds grotendeels onbenut zijn gebleven. Dit geeft naar onze mening voldoende ruimte om een tariefsverhoging achterwege te laten. Overigens zal jaarlijks, bij de vaststelling van de jaarrekening, hercalculatie plaatsvinden van de noodzakelijke hoogte van de rioolheffing ten einde op de lange termijn een 100% kostendekkend tarief te hebben en te houden.
- 210 -
g.
Investeringen Als gevolg van de invoering van de nieuwe voorschriften moet een onderscheid gemaakt worden tussen investeringen met economisch nut en investeringen zonder economisch nut maar met een meerjarig maatschappelijk nut. Onder investeringen met maatschappelijk nut worden verstaan de investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen, civiele kunstwerken, groen en kunstobjecten. Aankoop en vervaardiging van investering met maatschappelijk nut worden in principe onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Bij raadsbesluit kan van de algemene regel worden afgeweken en kan de investering worden geactiveerd. De investering wordt dan lineair afgeschreven over de te verwachten levensduur of over een kortere periode. Gezien de financiële positie van de gemeente is er geen ruimte om de hier bedoelde investeringen direct ten laste van de exploitatie te brengen, en wordt gekozen voor het activeren. De investeringen met economisch nut en met een verkrijgingprijs van meer dan € 5.000 worden altijd geactiveerd en lineair afgeschreven. De materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in maximaal: 1. 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen (permanent); aanleg centrale riolering; aanleg en uitbreiding begraafplaatsen; 2. 30 jaar: aanleg en verbetering sportvelden; verbetering van havens; 3. 25 jaar: restauratie historische gebouwen / monumenten; bouw en inrichting kleedgebouwen (steen); 4. 20 jaar: nieuwbouw tijdelijke en semi-permanente woonruimten en bedrijfsgebouwen; renovatie en aankoop van woonruimten en bedrijfsgebouwen; grote verbouwingen (> € 100.000); aanleg parkeerterreinen; 5. 15 jaar: technische installaties (van gebouwen); centrale verwarming; meubilair, inrichting en inventaris van gebouwen; rijdend materieel brandweer; 6. 10 jaar: kleine verbouwingen (< € 100.000); telefoonvoorzieningen; brandweermateriaal; 7. 8 jaar: transportmiddelen; 8. 5 jaar: communicatiemiddelen en -apparatuur; 9. 4 jaar: automatiseringsapparatuur; 10. niet: gronden en gebouwen. De materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in maximaal: 1. 40 jaar: bouw en verbetering van bruggen, viaducten en tunnels; aanleg waterwegen en waterbouwkundige werken; 2. 30 jaar: aanleg en verbetering van wegen, straten, pleinen, fietspaden en voetpaden; aanleg en verbetering van parken en plantsoenen; verbetering van waterwegen en waterbouwkundige werken; 3. 20 jaar: openbare verlichting; 4. 10 jaar: verkeersregelinstallaties; straatmeubilair. Verder zijn de volgende specifieke bepalingen van belang: gronden en terreinen worden altijd geactiveerd, ook als de verkrijgingsprijs beneden € 5.000 ligt; op deze activa wordt nooit afgeschreven; aanleg en vervanging van riolering worden afgeschreven conform de bepalingen in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
- 211 -
h.
Bestaand beleid Voor het opstellen van de ramingen wordt uitgegaan van het voortzetten van bestaand beleid. Dit omvat: begroting 2011, vastgestelde wijzigingen op basis van raadsbesluiten t/m de raadsvergadering van juli 2011.
- 212 -
Bijlage II Begrotingsgegevens EMU
Een goede informatievoorziening is essentieel voor het monitoren en beheersen van het EMUsaldo en voor het onderhoud van het gemeente- en provinciefonds. Conform afspraak uit het bestuurlijk akkoord moet daarom met ingang van de begroting 2006 het EMU-saldo over het voorafgaande jaar (jaar t-1), het actuele jaar (jaar t) en het volgende jaar (jaar t+1) worden verstrekt.
Berekening EMU-saldo Begroting 2012 Winsum Nr Omschrijving
1 2 3 4
5 6a 6b 7 8a 8b 9 10 11
Bedrag 2011
Bedrag 2012
Bedrag 2013
582.458
140.064
117.751
+ +
1.706.059 0
1.712.621 0
1.690.391 0
-
3.681.813
2.016.579
3.683.333
+
0
0
0
+
0
0
0
-
0
0
0
-
798.673
0
0
+
1.872.530
128.250
0
-
0 0
0 0
0 0
-
0
0
0
-
0
0
0
-319.439
-35.644
-1.875.191
1.599.000
1.599.000
1.599.000
Hoger EMU-saldo dan geaccepteerd
0
0
0
Lager EMU-saldo dan geaccepteerd
1.918.439
1.634.644
3.474.191
Exploitatiesaldo voor toevoeging aan/onttrekking uit reserves Afschrijving ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in materiële vaste activa die in de loop van het jaar worden geïnvesteerd Investeringsbijdragen die niet via de exploitatie lopen Opbrengsten uit desinvesteringen in vaste activa De boekwinst op desinvesteringen in vaste activa Aankoop grond, bouw-, woonrijp maken e.d. in jaar Opbrengsten van verkoop van grond in jaar De boekwinst op grondverkopen in jaar Betalingen in jaar ten laste van voorzieningen Betalingen die rechtstreeks van reserves worden gebracht Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen in jaar Berekend EMU-saldo lokale overheid
Teken
Referentiewaarde van Winsum:
- 213 -
Bijlage III
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Gemeenten dienen in de begroting in te gaan op de zogenaamde jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Onder arbeidsrechtelijke verplichtingen worden verstaan de aanspraken op toekomstige uitkeringen door huidig dan wel voormalig personeel. Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat jaarlijkse arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume via de exploitatie moeten lopen. Als de verplichtingen niet van een vergelijkbaar volume zijn, dan moet hiervoor een voorziening worden getroffen. Toepassing van de voorschriften leidt tot de volgende situatie: 1.
Wachtgelden (oude verplichtingen) en pensioenen ambtenaren. In het kader van het sluitend maken van de begroting 2011 is besloten om eventuele wachtgeldverplichtingen niet meer jaarlijks in de begroting op te nemen, maar tot de volle omvang te berekenen en hiervoor een voorziening te treffen.
2.
WW conforme uitkeringen en bovenwettelijke WW-uitkeringen (vervangen wachtgeldregelingen) (Bovenwettelijke) WW-conforme uitkeringen is een regeling die op 1-1-2001 is ingegaan. Door tijdelijke contracten via uitzendbureaus te sluiten worden uitkeringen voorkomen. Hiervoor hoeft geen voorziening te worden getroffen.
3.
FPU gemeentelijk deel. De kosten hiervan zijn in de begroting opgenomen.
4.
Wachtgelden en pensioenen wethouders. Bepalend voor het instellen van een voorziening voor pensioenen en wachtgelden wethouders is het ongelijkmatig karakter van de verplichting. Als de verplichting jaarlijks van een vergelijkbaar volume is mag geen voorziening worden ingesteld. De jaarlijks soms aanzienlijke fluctuatie in dergelijke verplichtingen door mogelijke (tussentijdse) wethouderswisselingen is een belangrijke wegingsfactor voor pensioenen en wachtgelden wethouders. De verplichtingen en daarmee de fluctuaties ervan worden nog verhoogd als oud-Wethouders de gevormde pensioenrechten opeisen bij een pensioenbreuk. Het betreft verder wisselingen binnen een relatief kleine groep, de jaarlijkse schommelingen in de verplichtingen in verband met pensioenen en wachtgelden van wethouders kunnen al snel aanzienlijk zijn. Daarom zal er normaal gesproken een voorziening voor pensioenen en wachtgelden wethouders moeten worden getroffen. Wij hebben voor de pensioenen van de wethouders de pensioenbeheerdersfunctie ondergebracht bij een pensioenverzekeraar . Hierdoor hoeft er geen voorziening gevormd te worden voor de pensioenen en worden de jaarlijkse pensioenpremies als last in de begroting opgenomen. Voor de wachtgeldverplichtingen is in 2011 een voorziening gevormd.
5.
Opgebouwde vakantierechten. Over de maanden juni tot en met december bouwen ambtenaren recht op vakantiegeld op, welke rechten in mei het jaar daarop worden uitbetaald. Feitelijk zou het bedrag van deze 7 maanden ten laste van de exploitatie van het lopende jaar moeten worden gebracht en als nog te betalen schuld op de balans in de jaarrekening moeten worden opgevoerd. Omdat er geen grote mutaties in de totale omvang van het personeelsbestand zijn, heeft dit weinig tot geen effect op de uitkomst van de exploitatie over de jaren heen. Om die reden is er sprake van een gelijk volume en behoeft er geen balanspost behoeft te worden gecreëerd.
- 214 -
Bijlage IV Investerings- en financieringsstaat (bedragen x € 1.000,-) Omschrijving Vaste Activa - Saldo - investeringsachterstand - mutatie verkoop participaties - Afschrijvingen - aflossingen leningen - mutaties vanuit vastgestelde grondexploitaties - Investeringen in begrotingsjaar Totaal vaste Activa Eigen Vermogen - Algemene reserves - Bestemmingsreserves Vreemd Vermogen - Voorzieningen - Opgenomen geldleningen
Totaal Vermogen
1-1-2012
Mutaties in 2012
31-12-2012
37.859 -3.000 -2.000 0 0 0 0 32.859
0 0 0 -1.701 0 0 2.017 316
37.859 -3.000 -2.000 -1.701 0 0 2.017 33.174
-8.786 -4.757 -13.542
-215 332 117
-9.001 -4.424 -13.425
-2.909 -11.402 -14.310
277 1.249 1.526
-2.632 -10.152 -12.784
-27.853
1.643
-26.209
5.006
1.959
6.965
Financieringstekort
Toelichting Investerings- en financieringsstaat: Vaste Activa De vaste activa zijn de activa zoals deze zijn overeenkomstig de boekwaarde van de activa per 1 januari 2012. Het is een continue gedragslijn om rekening te houden met een investeringsachterstand. Verder worden, volgens de planning, eind 2011 een deel van de participaties ingewissseld/verkocht. De liquiditeitspositie verbetert hierdoor. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn de afschrijvingen in het begrotingsjaar op de geactiveerde kapitaaluitgaven Investeringen opgenomen in begroting Dit zijn de investeringen waarvan wordt verwacht dat uitvoering plaats vindt in het begrotingsjaar. Algemene reserves De stand van de Staat van reserves en voorzieningen is hier opgenomen. Daarnaast is het saldo van de begroting na de reservemutaties hier verwerkt. Bestemmingsreserves De stand van de Staat van reserves en voorzieningen is hier opgenomen. Daarnaast zijn de mutaties zoals die in de programmabegroting zijn geraamd hier verwerkt. Voorzieningen De stand van de Staat van reserves en voorzieningen is hier opgenomen. Daarnaast zijn de mutaties zoals die in de programmabegroting zijn geraamd hier verwerkt. Opgenomen geldleningen De stand van de Staat van geldleningen is hier opgenomen. Daarnaast zijn de aflossingen als mutaties verwerkt.
- 215 -
Bijlage V Overzicht Incidentele lasten en baten
Met dit overzicht wordt beoogd duidelijkheid te geven omtrent de aard van de baten en lasten. Door een indicatie van de incidentele baten en lasten te geven wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenramingen. Onder incidenteel wordt verstaan de baten en lasten die zich éénmalig voordoen. Baten en lasten onder een bedrag van € 5.000 zijn niet vermeld. Omschrijving Lasten sloopkosten muziektempel storting begrotingsoverschot Baten verkoop grond
2012
2013
2014
2015
10.000 260.000
182.000
244.000
13.000
182.000
244.000
13.000
-128.000 TOTAAL
142.000
- 216 -