2010 -- HRo - Omzetbelasting -- Deel 4
Omzetbelasting – les 4 – programma
Maatstaf van heffing
Maatstaf van heffing
Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968
Orgeldraaier-arrest Ik loop door de winkelstraat en doen iets in het centenbakje van de orgeldraaier: geen overeenkomst, geen vergoeding. Ik spreek met de orgeldraaier af dat hij tegen betaling van … op … dag om … uur bij mij in de straat een lied afdraait: overeenkomst, wel vergoeding.
Voorbeelden – wel ter zake van Bijkomende kosten voor vracht, administratiekosten, kosten wegens spoedbehandeling, meterhuur, vastrecht, e.d.
Oefening
Voorbeelden – niet ter zake van Ontvangen schadevergoedingen, betalingen op een derdenrekening, boeten e.d. Versie 3.02 -- 31-dec-2010 1
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
2 van 2
In rekening gebracht Veronderstelt bestaan van een overeenkomst, dus afgesproken prijs.
Ter zake van Er moet een rechtstreeks of causaal verband bestaan tussen de prestatie en wat werd ontvangen.
Wie moet OB voldoen en wanneer?
Auteur: Wim Laman
Maatstaf van heffing
De vergoeding is het totale bedrag exclusief OB dat ter zake van de prestatie in rekening wordt gebracht.
Hoeveel OB?
2010~BLR_OB~PRES04
1 van 2
OB wordt geheven over de vergoeding.
Wordt meer betaald, dan geldt hogere bedrag als vergoeding.
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 2
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 3
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 1
2010 -- HRo - Omzetbelasting -- Deel 4
Geen deel van de vergoeding
1 van 2
Geen deel van de vergoeding
Voorbeeld Op factuur staat:
Subtotaal BTW 19% Totaal
Doorlopende en quasi doorlopende kosten Gaat om kosten die in naam en voor rekening van de opdrachtgever betaald zijn.
€ 100,00 € 19,00 + € 119,00
Bij betaling binnen 14 dagen 1% contant.
Uitwerking
Auteur: Wim Laman
Hoeveel OB – het tarief De wet OB kent drie tarieven: het algemene tarief het verlaagde tarief het nultarief
behoort niet tot de vergoeding mits het bedrag afzonderlijk op de factuur in rekening wordt gebracht.
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 4
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
– 19% – 6% - zie Tabel I (na art. 55 OB) – 0% - zie Tabel II (‘export’).
Vraag Wat is het kenmerkende verschil tussen het nultarief en een vrijgestelde prestatie?
Voorbeelden Een vervoerder brengt een partij goederen naar Turkije en betaalt de aldaar verschuldigde invoerrechten. Een garagehouder betaalt op het Postkantoor de legeskosten voor het kentekenbewijs van de nieuwe auto.
Gevraagd Hoeveel is de vergoeding?
2010~BLR_OB~PRES04
2 van 2
Assurantiekosten Ik koop iets bij een postorderbedrijf. Ik kies voor verzekerde verzending en betaal daarvoor € 1,00 extra.
Korting voor contante betaling Direct toegekend geen onderdeel van de vergoeding Voorwaardelijk wel onderdeel van de vergoeding
Uitwerking Als het 0%-tarief geldt, verricht de ondernemer een belaste prestatie (alleen het tarief is nul%). Omdat hij een belaste prestatie verricht, heeft hij recht op aftrek voorbelasting. De ondernemer die een vrijgestelde prestatie verricht, heeft GEEN recht op aftrek voorbelasting. Versie 3.02 -- 31-dec-2010 5
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 6
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 2
2010 -- HRo - Omzetbelasting -- Deel 4
Wie moet OB voldoen?
1 van 2
Wie moet OB voldoen?
Hoofdregel Art. 12-1: de ondernemer die de prestatie verricht.
2 van 2
Wanneer OB voldoen?
Uitzondering (vervolg) Art. 12-4: aan te wijzen situaties (zie art. 24b-5 Uitv.besluit. ob)
Uitzonderingen In een aantal gevallen wordt de betalingsverplichting naar de afnemer verlegd – vandaar verleggingsregeling. Art. 12-2: levering van gas etc.
Gaat om • aannemers en inlenen van personeel – in de bouw – in de scheepsbouw – confectie-industrie (naaiateliers);
• door buitenlandse ondernemer (zonder vaste inrichting in NL); • aan afnemer met NL BTW-identificatienummer.
geen factureringsplicht: • ondernemer mag kasstelsel volgen: in tijdvak waarin de vergoeding is ontvangen; • overige gevallen: in het tijdvak waarin de levering of de dienst is verricht – art. 13-1-b.
• opteren voor belaste levering onroerende zaak (de koper moet de ob aangeven!)
Art. 12-3: overige leveringen en diensten.
1 van 2
Hoofdregel Ondernemer heeft factureringsplicht (zie art. 35): in het tijdvak waarin de factuur is uitgereikt of uitgereikt had moeten worden – art. 13-1-a;
• door buitenlandse ondernemer (zonder vaste inrichting in NL); • aan NL-ondernemer of lichaam in de zin van de AWR (rechtspersonen, overheid, e.d.). 2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 7
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 8
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 9
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 3
2010 -- HRo - Omzetbelasting -- Deel 4
Wanneer OB voldoen?
2 van 2
BUA
1 van 2
Uitzondering Vergoeding eerder ontvangen dan in het tijdvak ontvangst – art. 13-2 (denk aan aanbetalingen).
Hoofdregel De ondernemer mag de OB op zijn ‘input’ overeenkomstig de bestemming belast/vrijgesteld gebruik in aftrek brengen.
Voldoen op aangifte De in het tijdvak verschuldigde belasting moet op aangifte worden voldaan – zie art. 19 e.v. AWR.
Uitzondering – Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 In een aantal gevallen, waarbij volgens de hoofdregel recht bestaat op aftrek, wordt die aftrek via het BUA geblokkeerd.
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 10
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
BUA OB op goederen en diensten t.b.v. voeren zekere staat; OB op relatiegeschenken en giften als ‘krijger’ geen recht heeft op aftrek OB; OB op goederen en diensten die gratis/met korting door het personeel worden gebruikt.
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 11
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
2 van 2 tenzij: - (winkel)waarde v.d. giften etc. minder is dan € 227 p.p.p.j.; - het om besloten busvervoer gaat; - het en fiets van de zaak betreft (winkelwaarde max. € 749).
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 12
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 4
2010 -- HRo - Omzetbelasting -- Deel 4
Bedrijfskantine en BUA Voorbeeld Janssen heeft twee jaar geleden aan zijn winkel een keuken annex personeelskantine laten bouwen; kosten € 50.000 + € 9.500 OB. In de keuken gebruikt het personeel dagelijks een broodmaaltijd. Zij betalen € 20 per maand. Mw. Janssen koopt de ingrediënten in de plaatselijke supermarkt. In het afgelopen jaar werd voor € 3.000 plus € 200 OB gekocht. Er zijn tien medewerkers in dienst.
EINDE
Herzieningstermijn bij
Berekening art. 3 BUA onroerend goed Aanschaffingskosten: - keuken 1/10 x € 50.000 = € 5.000 - ingrediënten € 3.000 + € 8.000 25% opslag € 2.000 + Totaal € 10.000 Van personeel ontvangen 10 x 12 x € 20 = € 2.400 – Blijft € 7.600 Dit is meer dan 10 x € 227 = € 2.270. Beperking: 6% van € 7.600 = € 456. 2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 13
2010~BLR_OB~PRES04 Auteur: Wim Laman
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 14
Versie 3.02 -- 31-dec-2010 5