Omzetbelasting II -- Deel 3

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3

Omzetbelasting II – les 5 – programma Intracommunautaire prestaties  goederen: de intracommunautaire transacties 

diensten:

de intracommunautaire diensten

BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

1

Invoer Jim is ondernemer in Zuid-Korea. Hij levert een partij computer aan Nabila. Nabila geeft Marco opdracht de goederen in Zuid-Korea op te halen, naar Nederland te vervoeren en in R-dam af te leveren. Wat zijn de OB-gevolgen? 1. Jim verricht levering art. 3-1-a OB, waar aanvangt, geen OB 2. Marco verricht dienst art. 4 OB, B2B want 6c geldt niet, wel OB. 3. Invoer: art. 18 OB – heffing bij inklaren van de goederen Bij inklaren heffing over douanewaarde, is incl. vervoer tot haven Rdam. Daarom 0% OB voor vervoer Zuid Korea-Nederland. Vanaf haven R-dam wel OB in NL. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

Intracommunautaire transactie

2

1 van 2

Regels van invoer golden ook voor goederen uit een lidstaat. 1993: vervallen van de binnengrenzen Begrip invoer geldt alleen voor goederen uit derde-landen + Nieuw begrip: intracommunautaire transactie Intracommunautaire transactie bestaat uit:  levering in lidstaat A  verwerving in lidstaat B

BLO2.1b--PRES03--2014 Auteur: Wim Laman

Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 3

Laman Opleidng & Advies

1


Internationale handel 

BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

4

Intracommunautaire transactie

2 van 2

 Franse ondernemer levert goederen en levert af bij Nederlandse ondernemer. Goederen gaan van Frankrijk naar Nederland. Is een intracommunautaire transactie.  Franse ondernemer levert goederen en levert af bij een loods in NL die van de Belgische ondernemer is.  Goederen gaan van Frankrijk naar Nederland. Is een intracommunautaire transactie.  Franse ondernemer levert goederen. Hij haalt ze op bij zijn loods in Italië, rijdt via Zwitserland (derde-land) en Frankrijk naar België. Daar bezorgt hij de goederen bij de Belgische vaste inrichting van de Nederlandse koper/ondernemer.  Goederen gaan van Italië naar België. Is een intracommunautaire levering in Italië+ verwerving in België. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

5

Wie kunnen intracommunautair verwerven? Artikel 1 Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van: a. … b. intracommunautaire verwervingen van goederen onder bezwarende titel in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer en door rechtspersonen, andere dan ondernemers;

Wie kunnen verwerven? 1. ondernemers 2. rechtspersonen/niet-ondernemers bijv. de gemeente, de provincie, het rijk, kerkgenootschap Let op: de voetbalvereniging, ijshockeyclub, etc. zijn wel ondernemer voor de OB (zij verrichten vrijgestelde prestaties).


Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 6


2


Uitzonderingen in art. 1a OB

1 van 2

Geen intracommunautaire verwerving: 1. a. b. c. d.

als ondernemer de KOR toepast (art. 25 Wet OB); het om een montage-overeenkomst gaat (art. 3-1-f Wet OB); bij afstandsverkopen (art. 5a Wet OB); bij gebruik margeregeling (art. 28b Wet OB)

2. bij verwervingen door: a. landbouwers die de landbouwregeling toepassen (art. 27 Wet OB) b. ondernemers die 100% vrijgesteld presteren (art. 11 Wet OB) c. rechtspersonen/niet-ondernemers

mits waarde per jaar niet meer dan € 10.000 tenzij… art. 1a lid 3.

BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

Uitzonderingen in art. 1a OB

7

2 van 2

 De gemeente Reusel-De Mierden koopt voor haar plantsoenen-dienst 2 grasmaaiers bij een ondernemer in de buurgemeente Arendonk (B); prijs € 4.500 + € 900 OB. De gemeente heeft niet eerder in het buitenland gekocht.  De gemeente is een rechtspersoon/niet-ondernemer. De gemeente kocht niet eerder in buitenland. Geen intracommunautaire verwerving maar een ‘gewone’ levering in België, dus Belgische OB.  Twee maanden later koopt de gemeente bij dezelfde ondernemer een 3D-printer; prijs € 3.000 + € 600 OB.  € 4.500 + € 3.000 < € 10.000 dus geen intracommunautaire verwerving. Belaste levering in België.  Een maand later koopt de gemeente bij dezelfde ondernemer nog zo’n printer.  € 4.500 + € 3.000 + € 3.000 > € 10.000 dus wel een intracommunautaire verwerving. Gemeente moet in NL 21% van € 3.000 aangeven, België 0%-tarief.  BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

8

Overbrengen naar andere lidstaat Als een ondernemer in vroegere tijden goederen van België naar Nederland bracht, was er sprake van invoer. Dit is met het opheffen van de binnengrenzen vervallen. De lidstaten vonden enige controle toch nodig. Daarom is het overbrengen van goederen als een levering aangemerkt.  A is eigenaar van een partij aardappelen. De aardappelen liggen in een loods in Gent. A brengt de aardappelen naar een loods in Bergen op Zoom. A is en blijft eigenaar.  De goederen gaan niet in eigendom over, dus geen levering art. 3-1-a Wet OB. Op grond van art. 3a Wet OB is het een fictieve levering (in België). Op die levering volgt een verwerving (in Nederland). In België 0%-tarief, in NL 6%-tarief. BLO2.1b--PRES03--2014 Auteur: Wim Laman

Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 9


3


Overbrengen naar andere lidstaat

2 van 2

Geen fictieve levering ex art. 3a Wet OB bij:  overbrengen i.v.m. montage-overeenkomst ex art. 3-1-f Wet OB;

(A neemt goederen uit R-dam mee, rijdt naar Brussel en monteert daar de goederen)

 levering aan boord schip, trein of vliegtuig;  overbrengen van goederen naar een andere lidstaat, waarna de goederen vandaaruit worden uitgevoerd;

(A laadt in R-dam zijn bestelbus in en levert de verkochte goederen af bij zeeschip in haven van Antwerpen; vandaar gaat de goederen naar Zambia)

 overbrengen van goederen om ze daar te bewerken waarna de goederen terugkeren;

(A handelt in diamanten. Hij brengt diamanten naar een slijper in Antwerpen. Als het werk klaar is, haalt hij de diamanten op en brengt ze terug naar Nederland)

 overbrengen van gereedschappen, machines, e.d. om daarmee in de lidstaat van aankomst een dienst te verrichten. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

Toepassen 0%-tarief bij ICT

10

a.h.v. allerlei documenten mits voor doel geschikt

De verkoper mag bij een ICT het 0%-tarief toepassen mits hij kan bewijzen (HR: aannemelijk maken) dat:  de goederen naar een andere lidstaat zijn vervoerd. Pas op bij ‘afhaaltransacties’ – hoe bewijs je dat goederen niet in R-dam op de markt zijn verkocht? HR:

 tegenover de levering een intracommunautaire verwerving staat Daartoe beschikt iedereen die intracommunautair kan verwerven over een btw-identificatienummer. De koper moet dit nummer vooraf aan de verkoper opgeven. Dee verkoper moet het nummer controleren (via het VAT Information Exchange System) en op zijn factuur vermelden. Bij ontbreken van btw-identificatienummer kan lidstaat het 0%-tarief weigeren. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

11

Wanneer vindt verwerving plaats? Wanneer moet de btw terzake van een intracommunautaire verwerving worden aangegeven?  bij factureringsplicht voor de levering btw over de verwerving aangeven op tijdstip uitreiken van de factuur Opm. factuur moet voor de 15e v.d. volgende maand worden uitgereikt Factuur op 28 sep 2014, verwerving aangeven op aangifte 3e kw 2014 Factuur op 2 okt 2014, verwerving aangeven op aangifte 4e kw 2014

 geen factureringsplicht voor de levering btw over de verwerving aangeven op 15e dag van maand na maand van verwerving.


Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 12


4


Art. 17b leden 1 en 2  Art. 17b Wet OB  1. De plaats waar een intracommunautaire verwerving wordt verricht, is de plaats van aankomst van de verzending of het vervoer.  2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt een intracommunautaire verwerving verricht in de lidstaat die aan de afnemer het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de verwerving wordt verricht, voor zover de afnemer niet aantoont dat de belasting is geheven met toepassing van het eerste lid.

Een verwerving, twee plaatsen van aankomst? Nee. Art. 17b lid 2 geldt alleen als niet duidelijk is waar de goederen zijn gebleven – vangnet.  A heeft bij zijn loods in Calais (F) goederen opgehaald. Hij is op weg naar zijn loods in Breda (NL). Daar aangekomen blijkt dat een deur niet goed was gesloten. A is daardoor onderweg 2 dozen met elk 24 truien verloren. Onduidelijk is of hij de goederen in België of Nederland verloor. lid 2: verwerving waar afnemer is gevestigd. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

ICT’s en A-B-C-leveringen

13

1 van 2

Een binnenlandse A-B-C-levering valt voor de OB uiteen in een levering A-B en een levering B-C. Er zijn dan twee belastbare feiten. Dat kan bij intracommunautaire A-B-C-leveringen ook. Alleen rijst dan de vraag: waar wordt intracommunautair verworven? Oplossing:  als A weet dat de goederen naar een andere lidstaat worden vervoerd, is B degene die verwerft.  als A niet weet dat de goederen naar een andere lidstaat worden vervoerd, is C degene die verwerft.

BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

ICT’s en A-B-C-leveringen

14

2 van 2

 A is ondernemer in Frankrijk. Hij verkoopt een partij goederen aan B, ondernemer in Engeland. B verkoopt de partij goederen aan C, ondernemer in Nederland. A levert de goederen bij C af.  De goederen gaan van Frankrijk naar Nederland. A weet hiervan. A verricht een iclevering in Frankrijk, B een ic-verwerving in Nederland. Vervolgens levert B de goederen aan C. Omdat de ‘ict-grens’ al is gepasseerd, vindt deze levering in NL plaats. Doordat B zich ivm de ict-verwerving bij de NL-fiscus moet laten registreren, vervalt de noodzaak van de verlegging bij de levering van B aan C.  Idem, maar B haalt de goederen op en levert z bij C af.  Maakt niet uit. Oplossing blijft dezelfde. A moet er wel voor zorgen dat hij kan bewijzen dat de goederen Frankrijk hebben verlaten, bijv. a.h.v. e-mailverkeer, verklaring van B, e.d. In geval van twijfel doet A er verstandig aan OB te rekenen.


Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 15


5


 A is ondernemer in Frankrijk. Hij verkoopt een partij goederen aan B, ondernemer in Engeland. B verkoopt de partij goederen aan C, ondernemer in Nederland. B haalt de goederen op en levert ze bij C af. A weet van niets.   A verricht een levering in Frankrijk. A berekent Franse btw, B vraagt die terug. B verricht een levering in Frankrijk. B berekent Franse BTW (0%)  C verwerft de goederen in Nederland. C geeft aan + vraagt OB terug.  A is ondernemer in Frankrijk. Hij verkoopt een partij goederen aan B, ondernemer in Engeland. A beschikt i.v.m. eerdere transacties over btw-identificatienummer van B. B verkoopt de partij goederen aan C, ondernemer in Nederland. D haalt de goederen in opdracht van B op en levert ze bij C af. A weet van niets.  A denkt dat de goederen naar B gaan. A hanteert 0% Franse OB in de veronderstelling dat B als verwerver aangeeft. B levert in NL aan C.  Gaat goed tot een van alle de OB niet betaald. Fiscus: laatste in keten verwerft. BLO2.1b--PRES03--2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014

Auteur: Wim Laman

16

EINDE


Versie 1 -- 12-dec-2014

Versie 1.1 -- 12-dec-2014 17


6

Omzetbelasting II -- Deel 3

Recommend Documents