Gilde Utrecht Nieuws
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
1
redactie Redactioneel Bij het (voor)woord van dit Gilde Utrecht Nieuws komt de term ‘directeursnummer’ bij me boven. Dit vanwege Jeanne van den Heuvels uiterst onvrijwillige afscheid van Gilde als directeur, wegens een kwaadaardig aangeslopen en qua prognose (nog) nergens voorspelbare ziekte, en (dus) ook vanwege de komst van een nieuwe directeur: Sigrid Hjelmevoll.
Colofon Gilde Utrecht is een vrijwilligersorganisatie van vijfenveertigplussers waarin meer dan tweehonderd mensen hun ervaring - opgedaan in werk en hobby - belangeloos inzetten voor Utrechtse stadgenoten.
Aan dit nummer werkten mee Ben de Boer, Hans Marcelis, Wolter te Riele, Jan van Schaik, Paul Vergeer
Redactie Jonne Blommendaal, Jeanne van den Heuvel, Thom van Rossum, Joke Streefkerk, Aart de Veer, Angelique van Vondelen
Secretariaat Gilde Utrecht, Lange Smeestraat 7, 3511 PS Utrecht. Tel. 030 234 32 52; e-mail
[email protected]; website www.gildeutrecht.nl
Drukkerij Drukkerij All Print te Utrecht
Oplage 350 exemplaren Foto’s Jeanne van den Heuvel, tenzij anders vermeld.
Sluitingsdatum kopij jrg. 14 nummer 4 15 oktober 2013
Foto omslag
Jeanne vertelt in dit nummer zelf over haar ziekte en haar volledig veranderde levensscenario. Het interview dat ik met haar mocht hebben, vult haar verhaal aan. Daarin gaat zij op de gestelde vragen in met een grote helderheid over haar leven en werken: het met passie organiseren, uitleggen en verklaren dat haar past als een handschoen. En Sigrid pakt de directeursdraad dus op bij Gilde, en beschrijft haar motivatie op dat punt. Daarnaast tekent zij in het kort haar achtergrond, haar liefde voor Utrecht en haar wens de organisatie van Gilde en diens vrijwilligers goed te leren kennen. Voorts in dit nummer: de bezoeken die rondleiders en baliemedewerkers brachten aan respectievelijk het voormalige SintAndreasklooster aan de Springweg en het Utrechts Conservatorium aan de Mariaplaats. Je kunt die bezoeken lezen als een spectaculaire rondgang door de geschiedenis en een bruisende inkijk op het leven van nu: de functies van beide historische panden zijn in de loop van de tijd nogal eens veranderd. Wat het Sint-Andreasklooster betreft: het heeft een ziekenhuisfunctie gehad, wat na de (opdracht tot) de bouw ervan, in
Joke Streefkerk
Inhoud
Conversatie Nederlands pag Redactioneel2 Aandacht voor taal Interne berichten
3
Afscheid Jeanne van den Heuvel Van de (nieuwe) directeur Sigrid Hjelmevoll
Van de bestuurstafel
De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden kopij in te korten. De inhoud van de ingezonden kopij valt buiten de verantwoording van de redactie.
Rondleidingen7 In memoriam Jan van Ee Het Andreasklooster Het Utrechts Conservatorium Gilderondleidingen op het Uitfeest Open Monumentendag 2
5
12
Verhalen bundelen: een oproep ‘Les met Jip en Janneke’
In de schijnwerper
Rhijnauwen
Gilde Utrecht Nieuws
1872, lange tijd onder meer betekende dat patiënten er eens in de twee weken verschoond werden – en dat was veel! Het Utrechts Conservatorium blijkt eveneens woelige tijden gekend te hebben. Dezer dagen is men er zich van bewust dat muziekstudenten en hun leermeesters ook voor geluidsoverlast kunnen zorgen, maar Jan van Schaik, de schrijver van het artikel, rept hierbij niet van De Rijdende Rechter. Lezenswaardig zijn natuurlijk weer alle andere artikelen in dit GUN, maar de schijnwerper richt zich dit keer ook op Jonne Blommendaal, Jeannes secretariële rechterhand en vraagbaak, en gids voor ‘dwalende’ bezoekers/Gildeleden. Bij Jonne denk ik, waar mijn agendering wel eens niet geheel soepel verloopt, aan mijn vroegere leeswaar met daarin de gevleugelde uitspraak: ‘Tom Poes, verzin een list!’. Een totaal onzinnige gedachte want Jonne weet altijd al bij voorbaat raad. Opnieuw: leest u ook weer dit nummer als u goed geïnformeerd wilt zijn. Ook dat is het vakantieplezier dat wij u allemaal toewensen.
15
Interview met Jeanne van den Heuvel Interview met Jonne Blommendaal
Geef de pen eens door
20
Column22 Boeken23 Agenda en Mutaties
24
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
INTERNE BERICHTEN Afscheid Aan alle vrijwilligers en samenwerkingspartners van Gilde Utrecht Lieve mensen, Eind april kreeg ik volkomen onverwachts te horen dat de longkanker van zeven jaar geleden terug is gekomen. Deze keer met een heel slechte prognose omdat de tumoren in het longvlies zitten. De schok die dit teweegbracht bij mij en mijn kinderen en kleinkinderen was groot. Mijn plannen om nog twee jaar na mijn pensioen bij Gilde Utrecht te blijven werken veranderden plotseling in een compleet ander scenario. Ik ben nu op 12 juli 2013 met pensioen gegaan en mijn opvolger begint op 1 augustus als de nieuwe directeur bij Gilde Utrecht. Het valt mij zwaar om afscheid van jullie te moeten nemen maar ik kan ook met dankbaarheid terugkijken op de afgelopen tien jaar dat ik jullie directeur mocht zijn. Ik heb mij erg thuis gevoeld in de organisatie en daar vele bijzondere mensen met verschillende talenten mogen ontmoeten en aannemen. Jullie dragen dan ook deze mooie organisatie. Andere Gilden in het land vragen mij weleens: hoe doen jullie dit? Het enige antwoord is: Wij doen waar wij goed in zijn met mensen die geschikt zijn voor het werk dat ze bij ons willen doen. Wij zorgen ervoor dat 50-plussers zich bij ons thuis voelen met een mooi programma-aanbod voor de stad Utrecht op sfeervolle locaties, en die ook vaak weer nieuwe contacten opleveren. Hierdoor voorkom je als je niet meer aan het betaalde arbeidsproces deelneemt dat je in een isolement terechtkomt. We zorgen ervoor dat wij met zinvolle en betekenisvolle zaken bezig zijn met mensen die hier met deze levensopvatting ook passen binnen Gilde Utrecht. Als dit lukt, dan krijg je een geweldige organisatie en daar ben ik altijd trots op geweest. Ik heb dit niet alleen kunnen doen. Daarvoor had ik jullie ook nodig en in het bijzonder Jonne Blommendaal, mijn rechterhand op ons Gildekantoor, het zenuwcentrum, waar het altijd bruiste van de activiteiten die door ons beiden beleidsmatig en administratief Gilde Utrecht Nieuws
in goede banen werden geleid. De tien jaar zijn omgevlogen en ik heb in deze periode geweldige mensen ontmoet en mooie activiteiten kunnen opzetten met de samenwerkingspartners. Zowel op het gebied van rondleidingen zoals tijdens de culturele zondagen, Monumentendag, Het Utrechts Archief en de werkgroep Directe Voorzieningen van de Gemeente Utrecht. Mijn hart lag vooral bij het talencluster en ik ben er dan ook trots op dat dit cluster zo uitgebreid werd de laatste jaren. Het begon met samenwerking met Bureau Inburgering en later met het ROC, ISKB: Taal voor het Leven, leeskringen in de bibliotheken en Lest Best dat werkt met vluchtelingen die hier met een beurs de Nederlandse taal leren. Samen met Conversatie vreemde talen werken hier meer dan honderd vrijwilligers. Omdat ik dit jaar tien jaar jullie directeur ben is er een half jaar geleden afgesproken dat ik in het zomernummer in de schijnwerpers zou komen. Net voordat het interview werd opgenomen wist ik dat ik ongeneeslijk ziek was. Ik heb Joke Streefkerk gevraagd toch dat interview te willen maken en ik vind dat ze het heel mooi gedaan heeft. Hoe moeilijk ze het ook heeft gevonden omdat ik haar al zeven jaar vanuit de redactie ken. Als lezer van dit blad krijgen jullie hiermee een inkijkje hoe ik in het werk heb gestaan en wat ik daarin belangrijk vond.
Velen van jullie zijn op de hoogte gesteld van mijn ziekte en van hen ontvang ik troostende reacties. Ik wist niet dat ik zoveel fans had. Vele vrienden en lieve Gildemensen komen mij ook ophalen om er even uit te zijn. Dit helpt mij enorm in deze voor mij verwarrende en zware periode. Ook met steun van jullie wordt het allemaal iets lichter en draaglijker. Er gebeuren ook mooie dingen. Samen met mijn gezin en 65 vrienden hebben wij op een bijzondere wijze mijn 65e verjaardag op een landgoed bij vrienden in Ingen gevierd. Jonne Blommendaal en Geert Boorsma van Gilde Utrecht waren hier ook. Ik ben dankbaar dat dit feest voor mij mogelijk werd gemaakt. Ik heb vijftien jaar deel uitgemaakt van een schrijverscollectief bij Trijn van Leemput en daar gedichten, columns, anekdotes, proza etc. mee geschreven over deelaspecten van mijn leven. Mijn gasten hebben een donatie gegeven voor een boek dat eerdaags uitkomt over deze schrijfsels. Dit als document voor mijn vrienden, kinderen en kleinkinderen. Tot slot wens ik mijn opvolger Sigrid Hjelmevoll een geweldige tijd bij Gilde Utrecht. Lieve groet, Jeanne van den Heuvel
3
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
interne berichten Van de (nieuwe) directeur “Het Gilde, dat is zo’n leuke organisatie,” hoorde ik geregeld als reactie van mensen om mij heen toen duidelijk werd dat ik vanaf 1 augustus de functie van directeur mocht bekleden. Zelf kende ik het Gilde via via en toen ik hoorde dat ze op zoek waren naar een nieuwe directeur, ging ik heel graag deze uitdaging aan. Het is mij een hele eer om deze functie te mogen vervullen. Jeanne van den Heuvel is tien jaar directeur geweest van het Gilde. Onder haar leiding is het Gilde uitgegroeid tot een vitale organisatie, die op vele fronten heel mooi werk verricht. Het zal voor iedereen even wennen zijn dat er een nieuwe directeur aan het roer staat. Daarom lijkt het mij goed om mijzelf aan de lezers van het Gilde Utrecht Nieuws kort voor te stellen. Ik ben opgegroeid in Ulvik, een prachtig dorpje in het westen van Noorwegen. Geregeld zoek ik daar nog mijn familie en vrienden op, waar ik uitgebreid kan genieten van rust, ruimte en frisse lucht. Maar na een poosje in Noorwegen te zijn geweest vind ik het altijd wel weer fijn om terug te komen in bruisend Utrecht waar ik al sinds mijn twintigste jaar woon. En ja, ik kwam hier vanwege de liefde voor een Nederlandse man en ik heb via hem ook van Nederland en van Utrecht leren houden. Graag wandel ik rond in de prachtige Utrechtse binnenstad en als de kans zich voordoet, laat ik de stad trots zien aan mijn vrienden en familie uit Noorwegen. Utrecht is echt mijn stadje! Ik ben van de stad gaan houden om zijn middeleeuwse binnenstad met zijn grachten en prachtige architectuur. Maar ook om de diversiteit aan mensen die in deze stad wonen en werken. Dat brengt dynamiek in de samenleving en ik ervaar het als een verrijking in vele opzichten.
In mijn vrije tijd reis ik veel. Ik wandel graag rond in een vreemde stad, bezoek musea en zoek naar de eigenheid van de stad. Barcelona is een van mijn favoriete steden. In Nederland ben ik ook regelmatig te vinden in een museum of in een concert- of bioscoopzaal. En dichter bij huis houd ik mij graag bezig met mijn tuin die een beetje een woestenij is, en daarnaast lees ik graag van alles en houd ik graag allerlei ontwikkelingen in de samenleving bij.
Hogeschool Utrecht. De bedrijfsmatige kant van het werk ging mij steeds meer interesseren en ik heb vervolgens een opleiding gedaan voor het begeleiden van kwaliteitsaudits in kennisintensieve organisaties. Hierdoor heb ik veel inzicht gekregen in bedrijfsprocessen. In de loop van de tijd heb ik verschillende malen leidinggegeven en ik zie het als een uitdaging om het beste uit mensen te halen! (Mijn volledige cv is te vinden op LinkedIn.)
Van jongs af aan was ik bezig met tekenen en schilderen en mijn eigen kleding maken. Mijn eerste baan in Nederland was dan ook lesgeven aan buitenlandse meisjes aan het Vormingscentrum Emmalaan en ondertussen heb ik de lerarenopleiding gevolgd aan de Hogeschool Utrecht en ben ik afgestudeerd in de vakken tekenen en textiele werkvormen. Ik ben een flink aantal jaren actief geweest in onderwijs aan jongeren die het om diverse redenen niet redden in het reguliere onderwijs. Het was voor mij altijd een uitdaging om deze jongeren en hun ouders weer op het goede spoor te krijgen.
Op de werkvloer zijn er voor mij enkele punten die ik heel belangrijk vind. Naast het leveren van kwaliteit en meerwaarde hebben, vind ik het van groot belang dat de mensen in de organisatie op hun plek zitten en dat ze autonoom kunnen zijn. Daarnaast zijn het respectvol omgaan met elkaar, lol hebben in het werk en het kunnen relativeren, stevige pijlers voor een gezonde werksfeer. Voor mij is belangrijk dat iedereen zich prettig kan voelen, gezien wordt en dat je inzet wordt gewaardeerd!
Ik ben vanuit het onderwijs bij het Multicultureel Instituut Utrecht gaan werken. Ik wilde graag een bijdrage leveren aan onderwijsverbetering aan allochtone leerlingen. Ik ben daar begonnen als adviseur onderwijs en heb later de functie van Human Resource Manager opgepakt, in combinatie met een parttime hbo-opleiding Personeel & Arbeid aan de Gilde Utrecht Nieuws
4
Ik ben van plan om eerst de organisatie en de mensen goed te leren kennen en aansluiting te zoeken bij de huidige situatie. Van daaruit kunnen we toekomstig beleid verder vormgeven. Het Gilde doet buitengewoon goed werk op vele terreinen. Dat moeten we zo houden! Ik realiseer mij wel heel goed dat Jeanne van den Heuvel als gevolg van haar ziekte vroegtijdig moest vertrekken en ik leef bijzonder met haar mee en wil haar veel sterkte toewensen de komende tijd. Sigrid Hjelmevoll jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
van de bestuurstafel Na het artikeltje Van de bestuurstafel in het vorige nummer had ik me voorgenomen niet meer over beëindigen te schrijven, niet wetende dat we eind april te maken zouden krijgen met een plotseling afscheid van onze directeur. Hoe kan het allemaal zo lopen. In dit Gildenieuws treft u een afscheidsinterview aan met Jeanne van den Heuvel na tien jaar trouwe dienst bij Gilde Utrecht. Zelf heeft ze ook een afscheidsgroet geschreven, dus ik verwijs daar graag naar. Vrijwilliger Dit zijn periodes waar je als bestuurder/ vrijwilliger niet naar uitkijkt. Maar tegelijkertijd realiseer je je hoe belangrijk het is om goede basisafspraken te maken, en dan denk ik vooral aan de nota ´Ieder zijn waarde´ waarin we het streven aangegeven hebben om de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Nu is gebleken hoe nuttig die opstelling is. Ondanks het ontbreken van de directeur marcheerde Gilde Utrecht gewoon door.De coördinatiecommissies hielden keurig netjes hun activiteitencluster in het gareel. De voorzitters van deze commissies zijn we als bestuur buitengewoon dankbaar voor hun zelfstandigheid in opereren en het doorgaan met hun verantwoordelijkheden, ondanks het ontbreken van onze spin in het web. Ook Jonne Blommendaal en de dames van de balie deden hun werk als gewoonlijk, sprongen in waar dat nodig was en zorgden dat er geen hiaten ontstonden. We zijn als bestuur buitengewoon trots op jullie. Iedereen heel hartelijk bedankt daarvoor.
Daar sta je dan Zo begon het lied dat speciaal gemaakt was voor de inhuldiging van koning Willem-Alexander. Maar eigenlijk vond ik het meer passen bij onze situatie toen Jeanne ineens uitviel. Daar stonden we dan. We hebben begin mei nog een bestuursvergadering bij Jeanne thuis gehad om de laatste zaken door te nemen. En dan moet er gesproken worden over opvolging en hoe hiermee om te gaan. In de tussentijd was Jeanne 1 juni ook nog tien jaar in dienst bij
Gilde Utrecht Nieuws
Gilde Utrecht en dat hebben we ook niet ongemerkt voorbij laten gaan. Ik ben een grote bos bloemen gaan brengen en feitelijk is dat een gekke situatie, want er is wat te vieren en er is wat om te treuren.
Een nieuwe weg Na het plaatsen van een oproep voor sollicitanten, welke met de hulp van Lineke Maat van ´Taal doet meer’ - de nieuwe naam voor ISKB - is uitgezet via diverse media, kwam de sollicitatiestroom op gang. Ulli Hild had de advertentie op onze website gezet en dat alles leverde een berg aan sollicitatiebrieven op. En gelukkig goede en gekwalificeerde sollicitanten. In de eerste ronde zijn vier van hen uitgenodigd. Dan moeten er twee afvallen, hetgeen al moeilijk en pijnlijk is, vaak op gevoelsmatige gronden. Fingerspitzengefühl noemen de Duitsers dat. Dan de tweede ronde met twee overgebleven kandidaten. Uiteindelijk is de keuze gevallen op Sigrid Hjelmevoll die zich in dit Gildenieuws voorstelt. Nadat het arbeidscontract getekend was, kon de voorzitter op vakantie. Eerst nog even alle overige kandidaten afgeschreven en dan: wegwezen. Wat een vak hè, voorzitter zijn van een vrijwilligersorganisatie.
Een nieuwe periode Per 1 augustus 2013 heeft Gilde Utrecht een nieuwe directeur. Gelukkig kan Sigrid Hjelmevoll starten in een relatief rustige periode met weinig
5
vergaderingen en nog niet al te veel plichtmatigheden. Dé gelegenheid om de dagelijkse gang van zaken te leren kennen in de organisatie. Kennismaken met iedereen zal veel tijd vragen en het wennen aan alle gangbare procedures en gewoontes ook. En tegelijkertijd een visie ontwikkelen, hoe je de organisatie zou willen leiden. Daar hebben veel mensen een mening over, het bestuur natuurlijk voorop, maar als directeur van een vrijwilligersorganisatie heb je vaak de indruk dat er tweehonderd commissarissen boven je staan. We zullen Sigrid de kans moeten geven om haar draai te vinden en daar hebben we alle vertrouwen in. Laten we haar daartoe de tijd gunnen.
Afscheid van Jeanne van den Heuvel Met Jeanne heb ik afgesproken dat we dat een keer gaan doen, maar niet in de zomermaanden als een groot deel van onze vrijwilligers weg is. Wat een hele grote rol speelt is natuurlijk hoe Jeannes welbevinden zich ontwikkelt. Haar zoon Roy schreef in een mail al: nu gaan we streven naar Sinterklaas. Ik hoop dat dit gaat lukken, niemand kan het zeggen.
En dan het gewone werk Nog net voor de vakantie is het jaarverslag 2012 afgerond. Jeanne wilde dolgraag nog een keer haar handtekening onder de inleiding zetten.
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
van de bestuurstafel De tussentijdse verslaglegging die halverwege het jaar naar de gemeente Utrecht moet, zou ze nog maken, maar bij nader inzien lukt dat niet meer. Wolter te Riele heeft deze taak op zich genomen en met de hulp van enkele dames van de balie die de tellingen bijhouden, gaat dit wel lukken. En zo gaan we dan de zomermaanden juli en augustus door en als u dit Gildenieuws ontvangt kunt u constateren dat de redactiecommissie ook zonder eindredacteur toch haar werk gedaan heeft.
Op naar ons jubileumjaar In 2014 bestaat Gilde Utrecht 25 jaar. Dat is een reden om feest te vieren. Bij een feest voorbereiden borrelen altijd onmiddellijk ideeën op over de invulling van de feestelijkheden, want naast
borrelen willen we ook wat anders gaan doen. Met Gilde Nederland hebben wij afgesproken dat we in mei 2014 in ieder geval de nationale wandeldag voor alle zeventig gildes in Nederland willen gaan organiseren. Meestal wordt de deelname aan dit soort dagen beperkt om het enigszins beheersbaar te houden, maar stiekem droom ik toch van een dag zonder beperkte inschrijving. We zijn met dertig rondleiders en met nog een flink aantal aspirant-rondleiders in aantocht. Dan moet het toch mogelijk zijn om op zo´n dag vijfhonderd of meer mensen rond te leiden.
verschillende smaken en belangstelling dus ik wil bij deze namens het bestuur een oproep doen om mee te denken over een bijzondere Gildebijeenkomst of Gildeactiviteit om dit feest luister bij te zetten. Wie heeft ideeën? Laat het ons weten. Stuur uw suggesties naar het bestuur, per adres Lange Smeestraat 7 en we gaan ze allemaal bekijken. We hopen als bestuur dat u in ieder geval een mooie zomer achter de rug heeft of misschien nog voor de boeg heeft. Geniet weer opnieuw van dit Gildenieuws. Paul Vergeer
Maar dan een activiteit voor alle vrijwilligers van Gilde Utrecht: We hebben te maken met veel mensen met
Wilhelminapark
Gilde Utrecht Nieuws
6
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Rondleidingen In memoriam Jan van Ee Op 17 juni 2013 overleed Jan van Ee. Jan was een bijzondere figuur in Gilde Utrecht. Achttien jaar is hij rondleider geweest, tot op zijn zesentachtigste. Dat is op zich al een bijzonderheid. Hiervoor en voor vele andere activiteiten is hij eerder gehuldigd met een koninklijke onderscheiding. halverwege de avond de zogenaamde Jan-van-Eeshow werd opgevoerd. Jan had altijd wat, een quiz, een puzzel, herkennen van beelden, prijzen voor bepaalde personen, altijd was hij druk om iets nieuws te bedenken. Als Jan ´s middags op de balie kwam, was het Gildekantoor gevuld met Jan, had iedereen alleen nog maar aandacht voor Jan, het hele pand was Jan van Ee. Jan was niet alleen gedurende lange tijd een ervaren rondleider, hij is ook jarenlang de motor geweest achter de evenementencommissie, die elke maand voor rondleiders en baliemedewerkers een leuke en interessante bijeenkomst organiseerde. Jan regelde ook de jaarlijkse snertbijeenkomst waarbij dan
Jan ging voor Gilde Utrecht door het vuur. Een Gilderondleider mocht niet voor de VVV lopen want dat was concurrentievervalsing. Als de Gildefolders niet in voldoende mate aanwezig waren bij Schuttevaer of RonDom, maakte Jan zich daar boos over en zorgde hij persoonlijk voor
aanvulling. Jan berispte collega´s als hij vond dat ze iets niet goed deden. Soms was tact daarbij wat afwezig. Jan had de laatste jaren problemen met zijn gezondheid. Hij leek een abonnement te hebben op longontstekingen, maar krabbelde iedere keer weer op. Duitse rondleidingen deed hij graag en nam ze ook steeds weer aan. Maar als de datum naderde, moest hij constateren dat het niet meer ging en belde hij een collega om de wandeling over te nemen. Jan zag het op laatst niet meer zitten. Hij werd opgenomen in een hospice en heeft daar zijn laatste dagen doorgebracht. Langer lijden aan kortademigheid en niet meer kunnen doen wat hij graag deed, is hem daardoor bespaard gebleven. Een bijzondere collega is van ons heengegaan. Moge hij rusten in vrede. Paul Vergeer
Het Andreasklooster De rondleiders en baliemedewerkers waren op 23 april van dit jaar uitgenodigd om een bezoek te brengen aan het voormalige Andreasklooster aan de Springweg in Utrecht. Hedwig Duindam en Rien Stein waren de gastvrouw en gastheer tijdens het bezoek. De opdracht voor de bouw van het Sint-Andreasgasthuis, het eerste katholieke ziekenhuis in Utrecht, is in 1872 gegeven door Andreas Ignatius Schaepman, aartsbisschop van Utrecht. Het ziekenhuis, tevens klooster en school, is in neogotische stijl ontworpen door Alfred Tepe, in Utrecht een bekend architect van onder meer de verbouwing van de Catharijnekathedraal, de Willibrorduskerk en de kapel en dienstwoningen (nu kantoren) op de begraafplaats Sint Barbara. De Gilde Utrecht Nieuws
congregatie van de Zusters van Liefde vestigde zich vanaf 16 mei 1845 in het geboortehuis van Paus Adrianus VI, gelegen aan de Oudegracht, hoek Brandstraat. Omdat de diaconessen al naar de Springweg waren gekomen, konden de katholieken niet achterblijven en zijn de zusters naar Utrecht gekomen. Tijdens de choleraepidemieën hebben ze zij aan zij gestaan met de diaconessen en alles gegeven wat zij konden. Mede hierdoor was er in het antipapistische Utrecht
7
weinig verzet tegen de bouw van het Sint-Andreasgasthuis. De beelden op de voorgevel van Maria en Andreas zijn pas in het begin van de 20e eeuw geplaatst. Toen het klooster er pas stond, zou het een te grote provocatie zijn geweest. De congregatie van de Zusters van Liefde is opgericht te Tilburg in 1832 door Joannes Zwijssen, de eerste aartsbisschop van Utrecht na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. De zusters hielden zich bezig met het verzorgen van zieken en bejaarden jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Rondleidingen en het geven van onderwijs. Zij woonden vanaf 1873 in het Andreasklooster. Het was een vooruitstrevend, goed geoutilleerd, modern ziekenhuis met een echte dokter. Hier werden de eerste spataderoperaties uitgevoerd en in 1875 was er de eerste polikliniek voor oogheelkunde. De hoogleraren van de Utrechtse universiteit stuurden hun patiënten liever naar dit ziekenhuis dan naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis, omdat hier de zorg veel beter was door de onvoorwaardelijke inzet van de Zusters. In 1898 waren er tien medische specialisten aan het ziekenhuis verbonden. Tien tot twaalf patiënten mochten, op voordracht van een priester of arts, gratis verpleegd worden. Diploma’s in de verpleegkunde waren er in die jaren nog niet. Eens in de twee weken werden de patiënten verschoond. Dat was voor die tijd veel. Volgens een akte uit 1939 is het klooster toen voor vijftigduizend gulden, tijdens het episcopaat van bisschop Jan de Jong (de latere kardinaal), door de Zusters van Liefde gekocht van het Aartsbisdom.
In 1910 was het ziekenhuis reeds uit het Andreasklooster vertrokken. In dat jaar werd het Sint-Antoniusziekenhuis achter het Wilhelminapark in gebruik genomen. Alle patiënten en de medisch directeur verhuisden naar deze nieuwe locatie. In het gebouw van het vernieuwde Andreasklooster zijn in het trappenhuis gebrandschilderde ramen aangebracht die afkomstig zijn van de kapel. In de tuin staat een prieeltje. Mogelijk is dit gebruikt voor patiënten die aan tuberculose leden. De Zusters van Liefde lieten in de binnengalerij aan de
In 1979 werd het klooster onder de leiding van Robert van den Hout en Willem de Wit grondig gerenoveerd. De redenen hiertoe zijn divers; het klooster zou te brandgevaarlijk zijn, te weinig comfort en privacy geven en mogelijk ook vanwege de belastingwetgeving betreffende de voordeurdelers. Bij deze renovatie is alleen de voorgevel van het klooster in originele staat gebleven. In 1983 kwamen de zusters terug in het gebouw en hadden nu hun eigen appartementen, waarbij ze zich wel een nieuwe levensstijl moesten eigen maken. De nv Nationaal Grondbezit heeft het klooster in 2001 voor ruim 9 miljoen gulden van de zusters gekocht en heeft er naast de reeds bestaande 45 appartementen nog eens vijf bijgebouwd in de voormalige gemeenschappelijke ruimten. Het poorthuis waar vroeger de zieken met paard en wagen door naar binnen werden gereden, is in 2001 afgescheiden van het klooster en aan een particulier verkocht. Ook in 2001 zijn de zusters definitief uit het pand vertrokken en verloor het Andreasklooster zijn religieuze functie. Gilde Utrecht Nieuws
Springwegzijde een bronzen plaquette achter met een mooie wens die nu door de huidige bewoners wordt gelezen: Andreas apostel de Heer getrouw Bewaar de geest in dit gebouw Opdat wie liefheeft op deze grond Voortbouwt op wat eens hier ontstond. Zusters van Liefde, Utrecht, juli 1983. Het Andreasklooster was een bezoek zeker waard. Jan van Schaik
Beeld van Andreas
8
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Rondleidingen Het Utrechts Conservatorium Op donderdag 18 juli brachten rondleiders en baliemedewerkers van Gilde Utrecht een bezoek aan het Utrechts Conservatorium. De gastvrouw bij dit bezoek was Ria Mulder, al 22 jaar werkzaam als telefoniste en receptioniste bij het Conservatorium.
Het Utrechts Conservatorium
Dit conservatorium leidt musici op tot vakmensen en biedt opleidingen op het gebied van Klassieke Muziek, Historische Instrumenten, Jazz & Pop, Docent Muziek, de Master of Music en twee post-hbo studies. De ontvangst door Ria vond plaats in het in 1895 gebouwde ziekenhuis van de Broeders van Johannes de Deo, dat bestaat uit twee haaks op elkaar staande bouwdelen, een kapel en een poortgebouw. Het is gelegen op de Gilde Utrecht Nieuws
Mariaplaats, tegen de oude kloostergang van St. Marie, met een groot voorplein en opgetrokken in neogotiek naar het ontwerp van architect van Kesteren. In 1928 is het rechterdeel in dezelfde stijl aangebouwd. Tijdens de tweeëntwintig jaar dat de Hogeschool voor de Kunsten het gebouw bewoont, zijn er regelmatig originele elementen ontdekt, die weggewerkt of verwijderd waren. Bij de verbouw van ziekenhuis naar muziekschool zijn er dingen
9
meeverhuisd naar het Mesos Ziekenhuis in Overvecht en zijn delen afgevoerd door een oud-ijzerhandelaar. Hierdoor is er veel van de originele inrichting verdwenen. De beelden op de voorgevel van het gebouw zijn van Friedrich Wilhelm Mengelberg, Duits-Nederlandse beeldhouwer. Links is Joannes de Deo, een broeder uit Portugal, rechts is Camillus de’ Lellis, een Italiaanse beschermheilige van de zieken en verpleegkundigen. Het jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Rondleidingen vierkant op de voorgevel is een restant van een rood kruis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest er op de daken en op de gevel van ziekenhuizen een rood kruis worden geschilderd. In de kapel zitten gebrandschilderde ramen van Heinrich Geuer. In sommige ramen zijn fragmenten uit het leven van Joannes de Deo te herkennen. Aan weerszijden van het orgel zijn twee ramen met daarop de afbeeldingen van Sint Caecilia en Paus Gregorius de Grote. In 1918 kreeg het ziekenhuis het verzoek of ze een spreekuur voor geslachtsziekten konden houden, omdat er in Utrecht erg veel gemobiliseerde militairen rondliepen. Het poortje aan de zuidkant van het gebouw werd hiervoor gebruikt; iedere avond tussen zeven en acht konden de mannen zich laten onderzoeken. Het tweede gebouw waar het Utrechts Conservatorium over beschikt is het gebouw van Kunsten en Wetenschappen. Dit gebouw is het oudste openbare concertgebouw van Nederland. In 1847 werd het op de fundamenten van de oude Mariakerk
gebouwd. Het koor van deze kerk was in gebruik als concertzaal. Bij de bouw van het concertgebouw heeft men het podium van de oostkant verplaatst naar de westkant, waarbij de ronding van de absis nauwkeurig werd nagemaakt voor het behoud van een goede akoestiek, zoals deze ook in de kerk bestond. In 1974 ging het over van de gemeente Utrecht naar het Utrechts Conservatorium, dat sinds 1987 deel uitmaakt van de HKU. Op zaterdag 2 maart 1988 werd het gebouw door brand verwoest. De al jaren noodzakelijke restauratie kon nu niet worden uitgesteld. Voor 14 miljoen gulden werd geïnvesteerd in de wederopbouw. Eén miljoen werd ingebracht door het Fentener van Vlissingen Fonds, de naamgever van de grote concertzaal. De kunstwerken die in het gebouw zijn aangebracht, zijn van Peter Struycken. Deze kunstenaar maakt non-figuratief werk met verschillende kunstmedia. Zijn kunstwerken dragen bij aan een betere akoestiek in de diverse ruimten. In het verleden had de concertzaal ramen aan de zijwand. Doordat de uitvoerenden werden afgeleid bij hun spel, heeft men deze ramen dichtgemaakt. Het podium
kan groter en kleiner worden gemaakt en beschikt over twee vleugels die van onder het podium naar boven kunnen worden gehaald. In het gebouw bevinden zich op de drie verdiepingen oefen- en lesruimten. De school is zich ervan bewust, dat zij geluidsoverlast kan veroorzaken. Om de intimiteit van de verschillende ruimten te beperken, heeft men deuren met ramen aangebracht. Hierdoor hoopt men transparant te zijn naar iedere student, docent en bezoeker. Buiten de schoolvakanties worden zowel in het K & W-gebouw als in het Joannes de Deo-gebouw door studenten muziekuitvoeringen gegeven. Mocht u interesse hebben om als toehoorder bij een uitvoering aanwezig te zijn, dan kunt u het programma raadplegen op de website: www.hku.nl/muziekagenda. Op deze site kunt u zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief betreffende de uitvoeringen. Toch eens gaan luisteren daar op de Mariaplaats? Jan van Schaik
Gilderondleidingen op het Uitfeest Op 1 september vindt in Utrecht het jaarlijkse Uitfeest plaats. Tijdens deze Culturele Zondag zal het Gilde een aantal korte rondleidingen verzorgen om vooral jonge mensen te prikkelen. De thema’s van de wandelingen zijn Geleerden in Steen, Vredesonderhandelingen – bron van conflicten, Beroemde vrouwen van het Domplein, Schandalen in de zorg. Misstanden en idealen, Beroemde Utrechters, Knipoog naar God, Bloed aan de gracht, Gouden Tijden en Het Kunstbedrijf van 400 jaar geleden. We hopen dat jongeren zo de weg naar het Gilde vinden en terugkomen voor de andere (thema)wandelingen die wij aanbieden in onze mooie stad.
Gilde Utrecht Nieuws
Gildevrijwilligers zijn vanzelfsprekend ook van harte welkom. De aanvangstijden zijn terug te
10
vinden op onze website en in het programmaboekje van het Uitfeest op www.culturelezondagen.nl
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Rondleidingen Open Monumentendag Zoals elk jaar verzorgt Gilde Utrecht ook dit jaar op Open Monumentendag - 14 september 2013 - wandelingen door de binnenstad waarbij de nadruk ligt op het thema van de OMD. De wandelingen vertrekken elk half uur vanaf het Domplein en eindigen daar na circa vijf kwartier ook. De eerste start om 10.30 uur en de laatste om 15.30 uur. Dit jaar is het thema Macht en Pracht in Utrecht, dat gekozen is naar aanleiding van 300 jaar Vrede van Utrecht. De wandeling gaat langs gebouwen die de macht en pracht tonen van de kerk, de universiteit en de stad, maar ook langs grote, prachtige woonhuizen.
Immers ook burgers die het zich konden veroorloven, toonden graag hun macht en pracht. Een aantal van deze huizen staan nog steeds markant in het stadsbeeld van de oude binnenstad. Verschillende gebouwen speelden een rol bij de Vrede van Utrecht, zoals het Stadhuis waar de vrede getekend werd. Andere boden onderdak aan de afgevaardigden van de deelnemende landen. Al wandelend komt u echter ook langs moderne bouwwerken die op een andere manier getuigen van macht en pracht van hun bouwheren.
Gerhard Riesthuis
Andreashof
Gilde Utrecht Nieuws
11
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
CONVERSATIE NEDERLANDS Aandacht voor taal Het zou een mooi motto kunnen zijn voor het werk van de (ruim tachtig) vrijwilligers bij het Gilde Utrecht die al vele jaren mensen helpen bij het leren van Nederlands als tweede taal (NT2). Dit werk vindt buiten de openbaarheid plaats; terwijl je Gildegidsen met hun groepjes nog wel eens op straat kunt tegenkomen, werken onze taalaanbieders in de beslotenheid van een huiskamer of een leslokaal. In het eerste geval gaat het om individuele ondersteuning: Samenspraak heet dat project; bij groepen noemen we het SpraakMakend. Beide vormen een dankbare en nuttige steun voor de mensen die onze allerminst eenvoudige moedertaal onder de knie proberen te krijgen om beter mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving. Maar de titel boven dit stukje slaat ook op het feit dat recent juist wat meer publiciteit wordt gegeven aan de taalbegeleiding. Vanwege het feit dat Samenspraak in Utrecht vijftien jaar bestaat verscheen in het AD van 18 juni een alleraardigst artikel - met foto - dat u elders in dit nummer kunt lezen. Vermeldenswaard is ook dat kort geleden een onderzoeksrapport is verschenen van het Verwey-Jonker Instituut waarin de effecten van dit soort ‘informele taalondersteuning’ op landelijk niveau zijn onderzocht en aanbevelingen voor de toekomst worden gedaan. We zullen ook in Utrecht hieraan zeker aandacht besteden. Een klein groepje NT2-begeleiders is met een tweetal vertegenwoordigers van het Gilde bijeengeweest om ongedwongen over de eigen ervaringen en vragen te praten; ook daarover leest u in dit nummer in een stukje, van de hand van Wolter te Riele, met een oproep tot actieve bijdragen.
Coördinatie Commissie Taal Aanbieders (CCTA) Zoals bekend is er een coördinatiecommissie die - kort gezegd - als taak heeft het werk van de taalbegeleiders van het Gilde waar mogelijk te steunen en te voeden. Binnenkort zal tot deze commissie
Gilde Utrecht Nieuws
(van zeven mensen uit de verschillende groepen vrijwilligers) toetreden Janie de Groot, die op verschillende manieren betrokken is bij het project ‘Taalcoach in de Bieb’ en bij het samenwerkingsverband ‘Taal voor het Leven’. In het najaar zal de CCTA weer een bijeenkomst organiseren voor alle NT2begeleiders; noteert u vast in uw agenda: woensdag 30 oktober ’s morgens en de inmiddels vertrouwde locatie: Bartholomeus Gasthuis. Een uitnodiging met het programma zal na de zomer aan ieder worden toegestuurd. Naast de activiteiten op het gebied van de Nederlandse Taal zijn er ook (ruim twintig) Gildevrijwilligers die Nederlanders helpen bij het opfrissen of bijhouden van hun kennis en vaardigheden op het gebied van moderne vreemde talen. Op 25 april kwam een deel van hen onder auspiciën van de CCTA bijeen in het ORKA-gebouw om ideeën, vragen en ervaringen uit te wisselen. Vooral door de combinatie van ervaren krachten en ´beginners´ werd dit als een heel nuttige en prettige gedachtewisseling ervaren. Er werden ook plannen gemaakt om te komen tot een soort werkmap waarin materiaal
12
en bronnen worden verzameld. Een verslag van de bijeenkomst is aan alle betrokkenen toegestuurd. Over de conversatie in groepen - als ondersteuning naast een regulier lesprogramma - is in het aprilnummer van dit blad een stukje geschreven. De daarin aangekondigde (zoveelste) verhuizing heeft inmiddels plaatsgevonden: het werk op het ROC is, na bijna drie jaar, afgesloten en nu verzorgen vijf ervaren vrijwilligers van Gilde Utrecht wekelijks conversatie bij Lest Best, een instituut dat zich richt op hoogopgeleide vluchtelingen en andere buitenlanders die zich voorbereiden op het staatsexamen. Er wordt daar met relatief kleine groepen gewerkt en dat biedt kansen voor persoonlijke aandacht voor de deelnemers, ook in de conversatiebijeenkomsten. De eerste ervaringen zijn positief. Hiermee bent u weer op de hoogte van het nieuws rond de taalprogramma’s van ons Gilde, die na de zomer ongetwijfeld op volle kracht verder zullen gaan. Namens de CCTA, Hans Marcelis
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
CONVERSATIE NEDERLANDS Verhalen bundelen: een oproep Onlangs zijn enkele vrijwilligers van conversatie Nederlands onder leiding van Lies van Dort bijeengeweest om ervaringen uit te wisselen. Deze bijeenkomst vloeide voort uit de evaluatie van de studiemiddag op 29 november vorig jaar over uitspraak en intonatie. Zeven vrijwilligers hebben zich toen gemeld als (potentieel) belangstellenden voor bijeenkomsten in kleine kring. Tijdens de bijeenkomst is het idee geopperd om een bundel samen te stellen van verhalen van vrijwilligers en deelnemers over hun ervaringen met conversatie Nederlands. Dit idee houdt rechtstreeks verband met het verloop van de bijeenkomst. Het bleek erg prettig te zijn om met elkaar van gedachten te wisselen over allerlei ervaringen, prettig om de tijd te krijgen voor je verhaal, prettig dat anderen de tijd nemen om naar je te luisteren, prettig om op elkaar te reageren met andere verhalen of met ideeën of suggesties. Vanuit die ervaring lijkt het ook prettig om met anderen te werken aan een verhalenbundel en zo bij elkaar inspiratie op te doen. Thema’s voor zo’n bundel zijn om te beginnen te vinden in de onderwerpen die tijdens de kleine bijeenkomst aan de orde zijn gekomen, zoals de hieronder genoemde bijvoorbeeld, allemaal ontleend aan de praktijk van individuele contacten. Maar niemand zegt dat onderwerpen uit groepsbijeenkomsten niet minstens even interessant en inspirerend zijn.
Afspraken maken, duidelijk zijn Vrijwilligers komen hun deelnemers graag tegemoet, maar vinden het soms ook moeilijk grenzen te stellen. Een deelnemer wil bijvoorbeeld graag wekelijks op een vaste dag om 18.00 uur komen. De vrijwilliger vindt dat geen goede tijd, maar wil ook de deelnemer tegemoet komen en gaat akkoord. De deelnemer maakt er vervolgens in de praktijk 18.30 uur van, komt vaak niet en laat soms pas heel laat weten niet te komen. Los dit maar eens op, op een voor vrijwilliger en deelnemer acceptabele manier.
Gilde Utrecht Nieuws
Structuur aanbrengen De ene vrijwilliger wil graag methodisch te werk gaan, de ander laat veel aan het toeval over. De een wil graag het gesprek (onderwerp, verloop) in de hand houden, de ander wacht af waar de deelnemer mee komt. De een corrigeert veel fouten, de ander alleen als de deelnemer om correctie vraagt. De een heeft een lijst met thema’s waarover hij of zij wel wil spreken en heeft in gedachten misschien ook thema’s waarover hij of zij niet wil spreken. Een ander kiest graag samen met de deelnemer thema’s. En een derde ziet wel wat er komt. Hoe kies je hierin?
Middelen en materialen kiezen Er zijn eindeloos veel middelen en materialen om de conversatie vorm te geven. Zo veel dat het uiteindelijk niets lijkt uit te maken wat je gebruikt, als je maar met de Nederlandse taal bezig bent. Maar vrijwilliger en deelnemer hebben niet voor alles dezelfde belangstelling. En het is denkbaar dat er in een zeldzaam geval niets te bedenken valt waar beiden tevreden mee zijn. Toch kan iedere vrijwilliger wel vertellen over succesvolle onderlinge afstemming met deelnemers. Bijvoorbeeld: - Met een deelnemer die graag de stad wil beleven zoekt een vrijwilliger telkens een andere plek om samen te komen: museum, bibliotheek, kroeg, bioscoop, park enzovoort. - Een vrijwilliger gebruikt bordspellen zoals Scrabble en Boggle. - Een vrijwilliger maakt kaartjes met aan de ene kant een Nederlandse uitdrukking en aan de andere kant de Engelse versie daarvan, en speelt daarmee met de deelnemer een spel dat in de verte een beetje op Memory lijkt.
13
- -
Een vrijwilliger haalt teksten uit de krant en gebruikt die om ze zelf voor te lezen of door de deelnemer te laten voorlezen en er vervolgens samen over te praten. Een vrijwilliger die meerdere deelnemers heeft, organiseert gezamenlijke bijeenkomsten waarbij telkens één deelnemer een maaltijd uit zijn of haar eigen land klaarmaakt, en de vrijwilliger op zijn beurt een Nederlandse maaltijd.
Weinig nieuws? Velen zullen in de bovenstaande onderwerpen weinig nieuws vinden. Het leuke van een bijeenkomst of een verhalenbundel zal misschien dan ook niet zozeer in de onderwerpen zitten. Maar wel in de sfeer die ontstaat bij de verhalen over wat er allemaal kan gebeuren als vrijwilliger en deelnemer zo met elkaar bezig zijn. Met die verhalen zijn ongetwijfeld boeken te vullen, zeker als er verhalen van twee kanten komen: van vrijwilligers en van deelnemers. Zin om mee te doen? Meldt u dan aan bij Lies van Dort op het Gildekantoor, telefoon 030 234 32 52, e-mail
[email protected]. Doe het in september, dan hebben we gezellige winteravonden in het vooruitzicht.
Wolter te Riele
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
CONVERSATIE NEDERLANDS ‘Les met Jip en Janneke’ Taalproject Samenspraak bestaat 15 jaar Artikel door Mayke Snippe, overgenomen uit AD van 18 juni 2013 Ruim acht jaar kennen ze elkaar nu: de Utrechtse Henny Bollen-Egmond en de Mexicaanse Eliamor Mendez-Perez. Nog iedere week spreken ze af om Nederlands te oefenen. Ze doen namelijk mee aan het taalproject Samenspraak, dat dit jaar 15 jaar bestaat. Nederlandse uitdrukkingen. “Tijdens onze uitjes leer ik veel over de uitspraken, gewoontes en de cultuur in Nederland, dat was en is nog steeds heel leerzaam,” aldus de Mexicaanse. “Tijdens mijn werk spreek en schrijf ik alleen in het Engels, dus Henny’s hulp is erg welkom. Zij heeft veel geduld en is heel betrokken, dat zorgt voor onze hechte band.” Ook als Nederlandse kun je veel van taalcontact opsteken. Zo kijkt Henny dankzij haar ‘taalmaatje’ heel anders tegen de Nederlandse taal aan. “Ik besef steeds meer hoe lastig onze taal is en word telkens aan het denken gezet over woordvolgordes en uitdrukkingen die wij heel vanzelfsprekend vinden,” vertelt ze. “Voor mij was de aanleiding om deel te nemen aan Samenspraak een stukje zingeving, maar ik leer er ook van, en ik heb er een vriendin bij gekregen.” Henny Bollen en Eliamor Mendez-Perez
Samenspraak is een project van de Utrechtse stichting Gilde Utrecht. Vrijwilligers als Henny BollenEgmond helpen buitenlanders bij hun kennismaking met de Nederlandse taal en cultuur. Het contact via Samenspraak is in eerste instantie puur voor de Nederlandse taal maar bij Bollen-Egmond en Mendez-Perez liep het naar eigen zeggen ‘wat uit de hand’. Niet alleen spreken ze wekelijks af om Nederlands te oefenen, maar delen ze lief en leed uit hun privéleven. “Er is een warme vriendschap ontstaan, ik zou haar niet meer willen missen,” vertelt Henny Bollen-Egmond. Toen Eliamor Mendez-Perez tien jaar
Gilde Utrecht Nieuws
Foto: Angeliek de Jonge
geleden naar Nederland kwam kreeg ze via Bureau Inburgering de mogelijkheid deel te nemen aan het project Samenspraak. Ze werd gekoppeld aan Henny, een buitenkansje dat de Mexicaanse met beide handen aanpakte. “Henny is lerares Nederlands, dus ik dacht: hopelijk vindt ze me aardig”, herinnert Eliamor zich. Het contact tussen de dames begon met een voorzichtige ontmoeting op het kantoor en een kopje koffie in de stad. Gelukkig was er van beide kanten direct een klik en spraken ze samen wekelijks af om musea, bioscoop, theater of de lapjesmarkt te bezoeken. Met behulp van een boekje van Jip en Janneke bestudeerde Eliamor
14
Speciaal Op speciale momenten in elkaars leven, zoals verjaardagen en andere feestjes, zoeken de dames elkaar regelmatig op. Regelmatig ondernemen ze iets leuks, maar er moet ook serieus gewerkt worden. Iedere woensdag schuift Eliamor met haar schriftje bij Henny thuis aan. Na onder het genot van een kop koffie de week te hebben doorgenomen, leest Eliamor haar zelfgeschreven tekst voor. Henny geeft advies en zo verbetert Eliamor de tekst. “Dat moet soms wel een keer over, maar we hebben geduld,” lachen de taalmaatjes.
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
In de schijnwerper ‘GEEN HORIZON TE WEIDS VOOR DE ONTDEKKINGSREIZIGER’ Interview met Jeanne van den Heuvel, tien jaar directeur Gilde Utrecht Toen Jeanne en ik afspraken dat ik haar zou interviewen voor Gilde Utrecht Nieuws, wist niemand nog dat de kanker die bij Jeanne in 2006 was geconstateerd, als een sluipschutter zijn weg had teruggezocht. De behandelingen die destijds zo succesvol leken te zijn verlopen, bleken niet afdoend te zijn geweest. Jeanne zit, met haar kinderen en geliefden, nu dus weer in die desperate achtbaan van onzekerheden omtrent lijf en leden. Met het haar kenmerkende doorzettingsvermogen wilde ze het interview echter ‘gewoon’ laten doorgaan. Voorafgaand aan de weerslag hier van ons gesprek, wil ik echter graag kwijt dat Jeannes cv mij, lopende het levendige gesprek, overrompelde. Alleen dat cv op zich neerschrijven leek me al bijna toereikend voor een interview: het is dermate uitgebreid en veelzeggend dat het bij publicatie al bijna genoeg aan zichzelf lijkt te hebben. Maar bijna dus. Het blijft immers altijd de vraag wat de persoonlijke ‘touch’ zou kunnen zijn van de bezitter van dat cv. Hoe dan ook, de jaartallen en nadere gegevens van Jeannes cv heb ik achteraf van Jeanne op schrift toegestuurd gekregen. Dit als houvast bij het uitwerken van het interview. Ik kan daar (dus) alleen maar een samenvatting van maken voor de lezer, in de hoop dat die zich aan de hand daarvan wel zo makkelijk laat meenemen op Jeannes ontdekkingstocht door de wereld. Jeanne werd in 1948 geboren in Veldhuizen (Utrecht), en begon van daaruit haar carrière, steeds een stap verder nemend. Haar opleidingen gaan van een mbo-opleiding Sociale Dienstverlening tot en met een aantal (post-)hbo studies, zoals Vrouw en Beleid, Emancipatie en Beleid, en Management Non-profitsector. Haar betaalde en onbetaalde arbeid varieert van administratief medewerkster tot het werk van (alleenstaande) moeder met drie kinderen, en van gezinsmanager en medeoprichter, coördinator en bestuurslid van verschillende instellingen. Zo was ze verbonden aan een (multicultureel) kinderdagverblijf, aan ‘Vrouwen in de Bijstand’, aan
Gilde Utrecht Nieuws
het Utrechtse Werklozenproject en was ze als consulent werkzaam voor (allochtone) vrouwen op hun reintegratiepad. Tevens was ze tien jaar in dienst van de Raad voor de zaken van Overheid en Samenleving NHK/Raad van Kerken. Ook was ze politiek actief, ingebed in Groen Links. Die ‘doortimmerde’ weg leidde haar in 2003 naar Stichting Gilde Utrecht. Ze werd er directeur. Tijdens het uitoefenen van die functie kreeg ze een onderscheiding: ze werd Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ze aanvaardde die onderscheiding met grote dankbaarheid en trots.
Bij Jeanne thuis In Jeannes huiskamer hoeft het licht niet op het raam te kloppen om binnengelaten te worden. Dat licht is al binnen. Het bestrijkt een ruimte die warmte reflecteert: comfortabele zitgelegenheden, kleinere en grotere kunstwerken (van vrienden) aan de muur, kleurige gezinsportretten in de boekenkast. In die setting vertelt Jeanne me met vertrouwde schwung over haar vele werk, opleidingen, studies, levenservaringen, waarbij ze haar (klein-) kinderen altijd voorop heeft gesteld. Als ‘een nomade’ zoals ze zelf zegt, heeft ze altijd grenzen opgezocht en heeft die waar mogelijk ook altijd overgestoken, gezien haar levensmotto: ‘Worden wie je bent’.
15
Hoe heeft haar werkzame leven zo van start kunnen gaan, vraag ik Jeanne. Hoe heeft haar achtergrond haar daarin gevoed, gestimuleerd, over het tuinhek doen kijken en klimmen? “Ik kom uit een rooms-katholiek gezin van zeven kinderen,” zegt Jeanne”, en ik ben de tweede dochter in dat rijtje.” Ze groeide op in een degelijke kleine woning uit de jaren vijftig en vertelt dat ze daar altijd al uit wilde breken. Als kind wilde ze zich duidelijk gezien weten, gehoord, en, zoals ze zegt: “ongekende krachten bij mijzelf aanboren”. In de praktijk liep dat eens minder glansrijk af. Bij een spelletje dat je kunt omschrijven als ‘Wie durft er nog net voor die aanstormende auto de weg over te steken?!’ schoot Jeanne direct de straat over. Daarmee had ze het spelletje gewonnen, maar dat betekende wel een ziekenhuisopname, nadat ze vrij ongenadig in aanraking was gekomen met betrokken auto. Jeanne voelde zich daarop terdege gewaarschuwd, maar ze bleef spoorzoeken in de buitenwereld, haar krachten testend. Na de middelbare school was ze daarin dan ook niet tegen te houden. Ze trouwde vroeg, kreeg drie kinderen, maar scheidde ook weer vroeg. Daardoor kwam ze alleen te staan met de kinderen. Toch ging ze ‘gewoon’ weer door. Ze vloog heen en weer tussen het thuisfront en een reeks aan (onbetaalde) werkzaamheden elders. Ze maakte deel uit van de linies van strijdbare vrouwen en moeders die een positieve verandering wilden bewerkstelligen met betrekking tot de positie van die vrouwen en moeders ‘onderaan de ladder.’
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
in de schijnwerper Je weet dus alles over de inhoud achter de term Arbeid & Zorg. En vind jij die term dan ook niet een dubbelzegging? Want ja, wat is nu eigenlijk het verschil tussen zorgen en arbeiden? Jeanne zegt dat die term een politieke Haagse manier van spreken omvat. Ze vertelt dat zij, samen met een aantal andere, strijdbare, proactieve vrouwen en moeders, destijds dan ook hard is uitgelachen om het voorstel moeders/ verzorgers een huishoudloon te geven en hen pensioenrechten toe te kennen. Buitenshuis (betaalde) arbeid verrichten naast die zorg voor thuis, was immers toen ook al problematisch, vanwege het ontbreken van een goed georganiseerde,
betaalbare en bereikbare kinderopvang. Alleenstaande, zorgende moeders doorgaans, hadden nauwelijks een andere keus dan hun eigen opvang te zijn. Jeanne was en bleef echter ook haar eigen bron. Ze kreeg het voor elkaar zich naast alle thuiszorg te blijven inzetten voor een betere positie van haar evenknieën. Daarmee laadde ze haar accu ook op: “Ja, het gaat om kinderen tenslotte, om de toekomst van een land. En je kinderen moeten ook trots op je kunnen zijn!” Nee, veel mensen zijn in die tijd van zorgen en vrijwilligerswerk niet aardig tegen haar geweest, vult Jeanne op mijn verzoek over haar gevoelens van toen aan. Ze vertrok iedere dag naar haar
vrijwilligerswerk, dat leertraject dat haar uiteindelijk betaald werk moest opleveren, maar dat werd lang niet altijd begrepen, laat staan naar waarde geschat. Ze genereerde op zeker moment publieke aandacht als voorvechtster van die betere positie van vrouwen en moeders, maar dat zette mensen wel eens letterlijk en figuurlijk op het verkeerde been.”Keken mensen in de supermarkt in mijn boodschappenmandje,“ zegt ze, nog steeds verwonderd, als weer in de kern onthutst, “en vroegen ze of ik me dat allemaal wel kon permitteren!” Daar liet Jeanne het dan ook niet bij zitten. Een echt opdringerige man in dat opzicht, is op Jeannes verzoek aan de winkelmanager, eens de winkel uitgezet: ze had de betrokken locatiemanager duidelijk te verstaan gegeven dat ze werd lastiggevallen! (Ik moet hartelijk met Jeanne meelachen.)
Je werk buitenshuis bracht je dus in contact met een bonte stoet aan mensen. Onder wie ook maatschappelijke kopstukken… “O ja, ik heb ze ontmoet, de kopstukken. Van bisschop Muskens (broodje mogen stelen om je gezin nog te eten kunnen geven) tot ministers, noem ze maar op.” Die contacten vormden Jeanne. En deden haar van tijd tot tijd (dus) ook haar mening bijstellen. Waar Jeanne overal bij zat, zat ze echter waar nodig ook overal bovenop. Met een voortdurend grotere kennis van zaken bewoog ze zich verder in kringen van (oecumenische) kerkelijke instanties, in die van de politiek, en volgde de ontwikkelingen in het circuit van de dakloze en van de processen in het reïntegratiebeleid. Ook stak ze al snel haar licht op in de multiculturele wereld. De positie van nieuwkomers in ons land, en in het bijzonder van de vrouwen en moeders onder hen, ligt en lag haar na aan het hart. Je zou kunnen zeggen dat Jeanne in die zin zelf tweetalig werd. “Ik was altijd bezig met vragen als: Wat drijft mensen?” zegt ze “en welke betekenis kan ik aan de dingen geven?”. Jeanne hoopt in dat verband ook op meer allochtone rondleiders: “dan
Gilde Utrecht Nieuws
16
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
in de schijnwerper komen er ook andere thema’s aan bod”. Dan, weer even anders de tijdsbalk ingedoken, zegt Jeanne dat ze tussen haar dertigste en veertigste jaar ‘van het debat’ was, en in het daarop volgende decennium meer ‘van de dialoog’. “Ik ben in ieder geval nooit van het noodlot of het slachtofferschap geweest”, verduidelijkt ze. Haar ooit verontruste moeder kon het later dan ook rustig tegen haar zeggen: “Je praat een advocaat van zijn stoel en gaat daar dan zelf op zitten!”. Jeanne merkt het op met een even uitbundige als bedachtzame lach. Ik lach graag weer met haar mee.
En toen kwam je, vijfenvijftig jaar, bij Gilde terecht. Hoe ging dat in zijn werk? Jeanne zegt dat zodra ze de vacature voor een directeur bij Gilde zag, ze er onmiddellijk van overtuigd was dat dat werk haar als een handschoen zou passen. Destijds waren er echter 150 mensen die op die vacature solliciteerden. Er volgde dus een strenge selectie. Daar worstelde Jeanne zich doorheen, want ja, ze was er dus van overtuigd dat zij de geschikte kandidaat was. Andere motieven voor haar sollicitatie waren haar wensen de politiek eens los te laten, en dichter bij huis te werken. Kortom, aan het einde van de procedure kwam Jeanne als eerste uit de bus in het veld van sollicitanten. “En dat was een cadeau!” zegt ze. Bij Gilde kon ze voluit werken met het begrip ‘empowerment’, en dat vond ze heerlijk. “En”, voegt ze daaraan toe, ”ik denk ook wel dat de democratiseringsgedachte bij Gilde wortel heeft geschoten.”
Is het ‘lonely at the top? “Nee, helemaal niet. Bij Gilde heeft het mogen stromen voor me. De kunst is wel de juiste mensen binnen te halen.
Gilde Utrecht Nieuws
Dat is niet altijd zo eenvoudig. Maar ik heb ook altijd veel steun gehad van mensen die met mij de kwaliteit van het werk bewaken. En er is Jonne, die er onder andere ook altijd voor heeft gezorgd dat mijn geschreven taal leesbaar bleef!”
Kun je een zogeheten piekervaring in je tienjarige loopbaan bij Gilde noemen? Jeanne hoeft niet lang over haar antwoord na te denken. Ze noemt het nieuwe pand in de Lange Smeestraat als een prachtig, niet te evenaren hoogtepunt in Gildes historie. Ze zet het voormalige pand van Gilde in de Nachtegaalstraat op zijn plaats, door dat pand een duistere, bijkans afschrikwekkende ruimte te noemen die hoognodig verlaten en vervangen moest worden: er was niets representatiefs aan dat onderkomen. Enfin, die benauwde plek heeft dan ook verruild mogen worden voor het huidige, frisse, uitnodigende onderkomen: “In de Smeestraat nu, zitten we nota bene in het Museumkwartier! En dan is er dichtbij huis intussen ook al jaren de prachtige Gertrudiskapel, de voormalige schuilkapel, voor de grotere, feestelijke bijeenkomsten”. Jeanne met overtuiging: “We zijn met de tijd meegegaan!”
Hoe zie je de ontwikkelingen van Gilde als organisatie in de komende jaren? Heb je daar ook wensen bij misschien? “Ik zie Gilde in ieder geval niet als een organisatie waaraan zo’n duizend vrijwilligers meewerken” zegt Jeanne. Ze vindt dat zo’n groot aantal ten koste gaat van het bindende element van de medewerkers: “Je moet elkaar kunnen kennen en ontmoeten. Meer dan driehonderd vrijwilligers kan niet”. En ja, als gezegd: Jeanne hoopt voor Gilde op
17
een groter aantal allochtone rondleiders/ medewerkers, onder meer vanwege de andere thematiek die daarmee gepaard kan gaan: “dat zou prachtig zijn”. Ook ziet Jeanne graag een verdere ondersteuning van het Seniorenweb, om zo veel mogelijk (oudere) mensen vertrouwd te kunnen maken met de digitale snelweg. Nu kunnen Jeanne en ik nog wel een paar uur meer aan het gesprek toevoegen, maar met die laatste vraag en het antwoord erop beschouwen we het interview dan toch maar eens als afgerond. We praten echter nog wat na. Jeanne vertelt dat ze bij Gilde wel eens moeilijke beslissingen heeft moeten nemen, en dat die niet iedereen welgevallig kunnen zijn geweest. “Maar ik ben altijd trouw gebleven aan mijzelf” zegt ze, “ik heb nergens spijt van.” Of men daarbij ook heeft gezien dat er wel eens een onzeker, kwetsbaar kind bij haar de kop op kon steken, weet ze niet. Ze heeft het zich wel eens afgevraagd. Als ze dat zegt is dat kwetsbare meisje ook even heel duidelijk te zien. Ik bedank Jeanne, die ik zeven jaar heb mogen meemaken op de redactie van het Gilde Utrecht Nieuws, voor het in me gestelde vertrouwen en ga op weg naar huis, ontroerd. Eenmaal thuis krijg ik, na-ijlende teksten in mijn hoofd en mogelijke bewerkingen daarvan, het beeld voor ogen van Jeanne als dat van een meisje dat over de dijk fietst, optimistisch de toekomst tegemoet. Af en toe met licht gebogen schouders, waar die getergd worden door vlagen regen en wind, maar ook dan dapper doortrappend: ‘Om te worden wie je bent’. Het woord dat altijd tekortschiet. Joke Streefkerk
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
in de schijnwerper ‘KRALENKETTING VAN EEN LEVEN’ Interview met Jonne Blommendaal Op een van de eerste warme, zonnige weekenddagen fiets ik naar Jonne Blommendaal toe, in haar fijne hoekhuis in Overvecht-Noord. Na inspectie van haar grote verzameling konijnenbeeldjes en gevarieerde kunst aan de wand gaan we in de heerlijke tuin zitten, vol met bloeiende vaste planten en kruiden. Onder het genot van een glas ijsthee vertelt Jonne over haar leven en haar band met Gilde Utrecht. Haar hoofdtaak is secretariële ondersteuning van de directeur, Jeanne van den Heuvel dus. Niet voor niets is van beide vrouwen, die ongeveer even lang bij het Gilde werken, een interview opgenomen in dit nummer. Jonnes outfit – o.a. blouse, ketting, schoenen – staat mooi bij de vooral geel, blauw en paars gekleurde tuin waarin nauwelijks een plekje onbegroeid is. (Zij doet haar achternaam eer aan!) Uit wat voor gezin kom je? We zijn echte Utrechters. Mijn vader was chef van de zetterij bij Drukkerij Boekhoven aan de Breedstraat. Er werd met letterbakken gewerkt! Mijn vader bewaakte het zet- en drukproces vanuit zijn glazen ‘kooi’. Boekhoven drukten o.a. het spoorboekje. Mijn moeder was huisvrouw. Ik ben geboren in 1939 als vierde kind, ik heb een zus en twee broers (waarvan een enkele jaren geleden overleed). We woonden aan de Van Musschenbroekstraat in Tuinwijk. Mijn moeder overleed eind jaren veertig toen ik tien jaar oud was. Mijn vader nam van toen af aan een huishoudster in dienst, we hebben er in totaal wel dertien gehad! Van mijn moeder herinner ik me helaas weinig. Je kan zeggen dat mijn jongste broer en ik niet zo’n vrolijke jeugd gehad hebben.
Een moeilijke tijd was een reis naar Zwitserland waar ik als zevenjarige voor mijn gezondheid een tijdje bij een domineesgezin in huis ben geweest. Maar de man was als een tweede vader voor mij, hij noemde me gekscherend Hexli (heksje) wat ik wel leuk vond. Van het Schwitzerdütsch verstond ik weinig, maar er was gelukkig nog een ander Nederlands kind.
Gilde Utrecht Nieuws
Hertrouwde je vader niet? Nee, hij is altijd alleen gebleven. Mijn vader sloot zich min of meer op in zichzelf en uitte zich moeilijk. Wij kinderen hielpen hem met diverse dingen. Hij overleed in 1978.
Weet je nog wat van de oorlog? Ik heb er diverse herinneringen aan. Eén is het beeld van een brandend vliegtuig in de lucht, het stortte later neer in de Kapelstraat bij het Griftpark, waar destijds de gasfabriek stond. Het was meer spannend dan eng. In onze straat werden ’s nachts clandestien bomen gekapt om aan brandhout te komen, ik ben daar wel stiekem gaan kijken.
Hoe ging het in het bedrijf van je vader? Het bleek dat de directeur een NSB’er was en dus moest er ook drukwerk voor de Duitsers worden gemaakt. ’s Nachts werden er pamfletten gedrukt door een verzetsgroep waaraan mijn vader ook medewerking verleende. De letters van een afwijkend type werden bij een andere drukkerij, die gesloten was, ‘geleend’ zodat het werk niet als dat van Boekhoven herkend zou worden.
Wat ging je zelf doen? Ik ging naar de christelijke hbs aan de Nieuwegracht. Ik vond het er niet prettig en had met name moeite met de exacte vakken. Na drie jaar mocht ik van school af, dit gold als mulodiploma. Ik ging werken bij boekhandel Bijleveld op
18
het Janskerkhof, hoek Korte Jansstraat (deze bestaat nog). Het ging goed en ik had fijne collega’s, ik klom op van manusje-van-alles tot medewerker op de bestelafdeling. Na zes jaar moest ik weg omdat ik ging trouwen …
Kun je wat over je gezin vertellen? Ik leerde mijn man kennen via de korfbalvereniging SAMOS. Hij was vijf jaar ouder en onderwijzer, later klom hij op tot schoolhoofd, dat nu directeur van een basisschool heet. Na een tijdje op Kanaleneiland gingen we in 1970 in dit huis wonen. We kregen twee zonen, Menno en Lode. Menno is getrouwd en heeft drie kinderen. Hij is directeur van de Stichting Gids, een nonprofit organisatie die zich bezighoudt met de Utrechtse arbeidsmarkt. De stichting voert onder andere reintegratietrajecten uit in opdracht van gemeenten, UWV en werkgevers. Lode is kort geleden getrouwd, zij krijgen een baby in september. Het huwelijk was op Terschelling waar zijn vrouw werkt als directeur van het festival Oeral. (Ik ben überhaupt verzot op Terschelling.) Lode is nu nog tot 1 september artistiek leider van festival OverhetIJ in Amsterdam Noord. Mijn huwelijk ging niet altijd over rozen. Uiteindelijk, na dertig jaar, gingen we uit elkaar. Ik heb veel steun gehad aan een praatgroep van Man-VrouwMaatschappij en heb daardoor meer zelfvertrouwen gekregen.
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
in de schijnwerper Hoe ging het met je eigen werk? Vanaf 1979 ging ik weer aan de slag. Ik werd secretaresse bij COBO, een koepel van streekscholen. Later ging ik na een fusie naar de BVE-raad (Beroepsopleiding en VolwassenenEducatie), nu de MBO Raad. Ik bereidde o.a. vergaderingen voor en notuleerde. Er waren intensieve contacten met de beleidsmedewerkers. Uiteindelijk was ik daar de secretaresse van de beleidsmedewerker van Voorlichting. Op mijn 61e kon ik met prepensioen (FPU) en nu geniet ik al een tijd van mijn echte (hoewel door mijn dienstjaren niet erg hoge) pensioen. Ik was behoorlijk precies in het notuleren en als dan tijdens een volgende vergadering iemand zei: “Dat heb ik niet gezegd” kwam mijn weerwoord “Dat heeft u precies zo gezegd als ik het hier heb opgeschreven” en dan moest hij/zij inbinden.
Deed je al dat werk zonder extra opleiding? Nadat in ik 1991 alleen was komen te staan, ben ik in 1993 naar het Volwassenenonderwijs in de avond gegaan. Ik had inderdaad weinig schoolopleiding en wilde graag nog iets meer van de Nederlandse taal leren. Omdat ik één vak wat weinig vond heb ik - omdat het op dezelfde avond gegeven
werd - na twee jaar havo eindexamen Geschiedenis gedaan en na drie jaar vwo ook Nederlands, voor beide vakken met goed resultaat. Ook dat gaf me meer zelfvertrouwen.
Je ging vrijwilligerswerk doen, kwam je toen meteen bij het Gilde? Nee, ik begon bij Cumulus waar interviews met 75-plussers moesten worden afgenomen in verband met hun behoefte aan zorg. Er was veel bureaucratisch gedoe dat uiteindelijk tot weinig leidde. Ik vertrok er na twee jaar. Daarna kwam ik bij de Tuincommissie van Slot Zuilen waar ik ca. vijf jaar ‘secretaresse’ geweest ben. Natuurlijk trok het onderwerp me aan omdat ik zelf veel van tuin(ier)en houd. In 2003 viel mijn oog op het Gilde, ik werd daar kort na de komst van Jeanne aangenomen voor secretariële ondersteuning van de directeur. Er moest veel gebeuren, zo was bijvoorbeeld het adressensysteem een chaos waarin ik orde moest aanbrengen. Ik help o.a. diverse vergaderingen voor te bereiden zoals voor het bestuur, de balie en de Coördinatiecommissie rondleiders. Verder behandel ik de binnenkomende mails en post. Ook maakte ik de nieuwsbrief die later uitgroeide tot Gilde Utrecht Nieuws met een volwassen redactieteam [Dank! AdV]. Ik zorg ervoor dat de artikelen binnenkomen en dat ze worden ingelezen in het sjabloon voor ons blad. Met de meeste mensen die bij het Gilde betrokken zijn, heb ik goed contact, vooral het bestuur en de baliemedewerkers. Soms moet ik wel eens een plooitje gladstrijken… Ik werk hier zo’n twaalf uur per week, verdeeld over twee dagen, en ontvang daarvoor een vrijwilligersvergoeding.
Jonne in haar tuin met een zelfgemaakte ketting om Foto: Aart de Veer
Gilde Utrecht Nieuws
Hoe zie je je toekomst bij het Gilde? Het plan was dat ik ongeveer tegelijk met Jeanne zou opstappen. Inmiddels heb ik, gezien Jeannes afscheid besloten om in elk geval tot 1 januari 2014 te blijven om ook de nieuwe directeur te kunnen inwerken en helpen en daarna kijk ik opnieuw. Met Jeanne heb ik een heel goede werkrelatie ontwikkeld, we kunnen elkaar - zoals dat heet - alles zeggen! Ik mocht ook bij de viering van haar 65e verjaardag zijn.
Wat zijn je hobby’s naast tuinieren? Vroeger maakte ik veel eigen kleding, maar dit komt er nu weinig meer van. Ik lees veel, zowel literatuur als thrillers, en ook gewoon de krant (Volkskrant). Fotograferen is zeker ook een hobby, op reis maak ik altijd veel foto’s waarmee ik dan later een album, ook met andere herinneringen, samenstel. In de kamer hangen prachtige foto’s van de rondreis door de Baltische staten, die Jonne met een vriendin maakte. De prachtige Jugendstilgevels en glas-inloodramen uit Riga, de hoofdstad van Letland, springen eruit. Al heel lang ook maak ik zelf kettingen, voornamelijk van her en der gekochte glazen kralen.Het contact met mijn zoons en hun gezin, en ook met mijn oudste zuster (die een minder goede gezondheid heeft) vergt natuurlijk ook tijd! Het interview gaat vanzelf over in een vriendschappelijk gesprek tussen deze twee redactieleden. Jonne schenkt een ‘aangekleed glas rosé’ en bij vertrek na dit bijna middagvullend interview krijg ik een leuke tuinruiker mee voor onder mijn snelbinders. Fietsend door het Overvechtse groen filosofeer ik over de toekomst: een Gildekantoor zonder Jeanne en Jonne – hoe moet dat nou? Aart de Veer
19
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
geef de pen eens door Hoe en wat schrijf je over jezelf als antwoord op de vraag naar het schrijven van een stukje over jezelf… Gewoon maar beginnen, dacht ik als nogal introvert mens, voorzien van wat impulsieve trekken. En zo kom ik op Hilversum. Zo’n anderhalf jaar na WO II werd ik daar geboren. Hilversum was in oorlogstijd ook gebombardeerd, maar daar ik heb dus geen last van gehad. Anderen helaas wel. Dat alles wellicht omdat Hilversum in de jaren 40 al bekend stond als ‘de Radiostad.’ In alle verzuiling werd er in het dorp - Hilversum, een oude weverskolonie op veengrond als ik het ooit goed begrepen heb, heeft geen stadsrechten - hevig ‘uitgezonden’. In de jaren 50 kwamen daar de experimenten met tv-uitzendingen bij. Ik vond die gegevens bijzonder interessant, omdat Hilversum voor het overige ieder moment van saaiheid leek te kunnen omvallen. Ik volgde er het voortgezet onderwijs aan het Christelijk Lyceum, dat nogal wat ‘goddeloze’ leerlingen bleek te tellen. Dat wellicht omdat de jeugd zich, volgens een toonaangevende orthodoxe achterban van ouders, niet ‘bezondigen’ mocht aan dansen. Zelfs - of juist - niet ter gelegenheid van ‘De grote Avond’ op school, een jaarlijks terugkerend feest, bestaande uit een door (geselecteerde) leerlingen opgevoerd, ‘degelijk’ toneelstuk. Ik was een van die leerlingen. Ik draaide, behept met alle mogelijke artistieke schrijversaspiraties, op zeker moment de schoolkrant toch al zo ongeveer in mijn eentje, dus toneelspelen paste daar prachtig bij. Het laatste te meer daar er maandenlang op het stuk geoefend mocht worden op de huiselijke zolder van de leraar-regisseur, die bekend stond als een aangenaam ruimdenkende: een witte raaf in het docentenbestand. Mijn artistieke aspiraties werden bij de toneelrepetities echter al gauw overvleugeld - of juist extra getriggerd - door mijn verliefdheid op een medespeler. Die aandoening was wederzijds, maar hij vloog daarmee, tot op grote hoogte begeesterd, over de planken terwijl
Gilde Utrecht Nieuws
ik mijn tekst af en toe vergat. Dat is wel goed gekomen bij de uiteindelijke opvoering, hoewel de souffleuse, aan het zicht onttrokken in een speciaal hokje op het echte plankier, dat hokje op zeker moment bijna leek te zullen laten ontploffen, toen ze mij toch nog even wat langer durend aan mijn tekst moest
het werd ten slotte Engels, Shakespeare in plaats van Huygens: ‘We are such stuff as dreams are made of, and our little life is rounded with a sleep’. Daarbij veranderde ik nogal eens van woonplaats. Niet alleen omdat ik een nieuwe liefde volgde, die er nogal eens op uittrok vanwege zijn studie, maar ook
Joke Streefkerk
helpen herinneren. De romantische relatie met mijn toneelgeliefde duurde echter niet dat beoogde, gezamenlijke leven lang. Na ons eindexamen wilde hij liever een patatkraam beginnen op een uitgelezen locatie, dan als afgestudeerde in een of ander vak te weinig geld verdienen. Ik dacht niet aan geld verdienen, ik droomde alleen maar verder over ‘boeken schrijven’ en begon aan de studie Nederlands in Utrecht. De wegen van mijn toneelgeliefde en die van mij scheidden. Hoewel ik Utrecht vaak de rug toekeerde, kwam ik er altijd weer terug. Ik veranderde al snel van studierichting:
20
- en vooral - omdat ik mijn studie zelf moest financieren en de kost moest verdienen via allerhande uitzend-/freelancebanen. Ik ging waar de wind mij voerde, desnoods tot in aanpalende regio’s, op zoek naar ‘mijn boterham’. Zo werkte ik bijvoorbeeld als regieassistente tv, redactrice bij een vrouwenblad, een verkeersmagazine en een lokale krant, maar ook als (data-)typiste, etikettenplakster, schoonmaakster e.d. Nee, mijn studie schoot dus niet op, die moest beperkt worden tot de avonduren, wat het afbreken ervan inluidde. Na ook het afbreken van mijn relatie, werd ik ambtenaar in het Utrechtse. In die context ontmoette ik mijn echt-
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
Geef de pen eens door genoot. We kregen twee kinderen, de liefste, slimste en mooiste van de hele wereld uiteraard. Aan het rijtje Verliefd, Verloofd, Getrouwd, moest ik na verloop van tijd echter het begrip Gescheiden toevoegen. Dat betekende het alleenstaande moederschap zonder eigen geld. Maar die positie vormde ook die extra trigger om in de avonduren - voor zo ver mogelijk dan uiteraard: kinderzorg gaat altijd voor - mijn afgebroken studie Engels weer op te nemen en versneld af te maken. Onder strenge voorwaarden van de Sociale Dienst maakte ik die ook versneld af. Zo kwam ik voor de klas te staan in het voortgezet onderwijs. Dat betekende een carrière die je in de praktijk goed kunt vergelijken met die als rechercheur in dienst van de Sterke Arm, maar daar heb ik (dus) veel van opgestoken. Inmiddels ben ik pensioengerechtigd. Voor die tijd genoot ik echter al voluit van het achter de geraniums zitten, want ik weet niet wat verveling is. Desondanks meldde ik me in 2005 bij Gilde voor het redactiewerk dat ik nu ook doe. Immers, wie schrijft die blijft… Ik geef de pen door aan Marie-Louise Kuijpers, rondleider. Joke Streefkerk
Domtoren
Gilde Utrecht Nieuws
21
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
COLUMN Column Hoe maakt u de juiste keuze? Iedere dag maken we keuzes. Gelukkig zijn niet veel keuzes ingrijpend. We zijn er aan gewend: iedere dag is een aaneenschakeling van keuzemomenten. We kiezen ervoor om uit bed te komen, te douchen, te ontbijten. Dan gaan we iets ondernemen. We kiezen wat we zullen eten, vullen de
avond en stappen (soms uitgeput) in bed. Maak je een verkeerde of een ongebruikelijke keuze, dan is dat meestal niet erg. Belangrijk wordt het, als het om keuzes gaat die ertoe doen, of die waar anderen bij betrokken zijn. Hoe weet je dat jouw keuze de juiste is? Doet deze recht aan anderen? Een filosoof zegt dat alles wat we doen vrije keuze is. Volgens hem genieten we absolute vrijheid. Is dat zo? Jongeren vinden van wel. Die willen niet gehinderd worden. Ze willen groots en meeslepend leven. Hoewel, hoe vrij zijn zij bij het samenstellen van hun vakkenpakket? Houden zij geen rekening met wat de arbeidsmarkt aan kennis en vaardigheden vereist? Het kan gebeuren dat je iets overkomt, waarvoor je niet gekozen hebt.
Dat overkwam altijd de buurman of de buurvrouw. En ineens ben jij de buurman of de buurvrouw. De media geven aan, dat er naast een goede keuze en een verkeerde keuze nog een derde mogelijkheid is: niet kiezen. “De ministers van financiën kwamen er niet uit.” Ze hebben dus niet gekozen. En als het over het drugs- en prostitutiebeleid gaat: “Verbieden, gedogen of reguleren, Den Haag kiest niet”. Wat doen wij? We kunnen de veilige weg kiezen of het hazenpad. We kunnen partij kiezen of eieren voor ons geld. Als u dit leest, hebt u ervoor gekozen deze column te lezen. Weet u nog, waarom u voor het Gilde hebt gekozen? Ben de Boer
Hoek Oudegracht-Vinkenburgstraat
Gilde Utrecht Nieuws
22
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
BOEKEN Utrecht: Beeld van een stad. Foto’s: Arthur Marting teksten: Edsard Kylstra en Bettina van Santen, voorwoord en redactie: Eveline Paalvast, vormgeving: Cees de Jong. De Arbeiderspers | A.W. Bruna Uitgevers, 2013. 240 blz. ISBN 978 94 005 0012 9. Prijs € 39,95. Naar idee van de directeur van Architectuurcentrum Aorta, Eveline Paalvast, verscheen dit prachtige fotoboek over Utrecht. Vijfendertig markante gebouwen en plekken passeren de revue, alle uitgebreid en fraai gefotografeerd, en voorafgegaan door een pakkende tekst die vaak tot kritisch denken noodt. De ordening is chronologisch, van de middeleeuwse grachten en het Domkerkcomplex vooraan het boek tot de hypermoderne The Wall en het Máxi-
Gilde Utrecht Nieuws
mapark aan het eind. Vrijwel alle grote ikonen van bouw- en parkkunst uit onze stad staan in dit boek, dat wordt besloten met een nuttig register. (Het boek heeft geen gewone titelpagina met auteurs, fotograaf etc. Dit doet hen wat tekort, en is ook niet echt handig voor een bibliothecaris.) Zoals in het voorwoord staat: compleet is zo’n boek nooit - opvallend is bijvoorbeeld dat weinig karakteristieke kerken
23
en woonbebouwing zijn opgenomen, terwijl toch ook die het beeld van onze stad bepalen. Een plattegrond van de stad met de locaties (die ontbreekt) zou duidelijk maken dat sommige wijken in het boek niet voorkomen. Maar dit mag geen bezwaar zijn om het aan te schaffen. ’t Is weliswaar niet goedkoop maar zeker wel een goede koop! Aart de Veer
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013
AGENDA EN mutaties Vergaderdata 2013 Bestuur
Evenementen rondleiders
De tweede woensdag van de maand 10 – 12 uur Ruimte: afwisselend bij Paul Vergeer en Frits Wensing 11 sept., 9 okt., 13 nov., 11 dec.
Een keer per maand
Balievergaderingen Maandag- of donderdagmorgen 11 – 13 uur Ruimte: Gildekantoor ma. 9 sept., do. 24 okt., ma. 2 dec.
Coördinatiecommissie rondleiders Elke eerste donderdag van de maand 10 – 12 uur Ruimte: Gildekantoor 5 sept., 3 okt., 7 nov., 5 dec.
Coördinatievergadering Taalaanbieders Maandagmorgen 10 – 12 uur Ruimte: Gildekantoor 4 sept.
Plenaire bijeenkomsten rondleiders Dinsdagmorgen 10 – 12 uur 22 oktober
Mutaties Afscheid als directeur Jeanne van den Heuvel
Nieuwe directeur Sigrid Hjelmevoll
Nieuwe baliemedewerker Kaat Suringa
Nieuwe aanbieders De heer F. Blömer, Samenspraak; de heer F. Huber, Samenspraak.
Aanbieders vertrokken De heer J. Muijsson, Samenspraak; mevrouw I. Bulthuis, Samenspraak.
Nieuwegracht
Gilde Utrecht Nieuws
24
jaargang 14 nummer 2-3, augustus 2013