Gilde Utrecht Nieuws
jaargang 11 nummer 4, december 2010
1
Gilde Utrecht Nieuws
redactie
Colofon Doelstelling: Gilde Utrecht is een 50+ vrijwilligersorganisatie voor jong gepensioneerden, die hun talenten – opgedaan in werk en hobby – belangeloos willen inzetten voor Utrechtse stadgenoten.
Aan dit nummer werkten mee Ben de Boer, Rien Stein, Angelique van Vondelen, Fatima Zohra Fajr, Wybo Zoutman.
Redactie Jonne Blommendaal, Jeanne van den Heuvel, Thom van Rossum, Joke Streefkerk, Aart de Veer.
Secretariaatsadres Gilde Utrecht, Lange Smeestraat 7, 3511 PS Utrecht. Tel. 030 234 32 52; e-mail
[email protected]
Drukkerij Drukkerij All Print te Utrecht
Oplage 275 ex.
Foto’s Jeanne van den Heuvel, tenzij anders vermeld.
Sluitingsdatum kopij jrg. 12 nummer 1
Je hebt baliekluivers in dienst van wat wel eens de witteboordenmaffia wordt genoemd, en je hebt baliemedewerksters die hun veelomvattende kennis kosteloos ten dienste van het Gilde stellen. Hoe komen die laatsten dan (net niet) in koeienvlaaien terecht of verdwijnen ze als een ongeleid projectiel in een greppel, om dan te willen gaan klootschieten?? Een kwestie van het stuk ‘Teamwerk in het weiland’ in dit Gildenieuws goed doornemen! En wil je de spanning dan nog vasthouden, dan is er genoeg keus uit andere artikelen. Zo is er het verslag van Fatima Zohra Fajr, leerling van het ROC ASA, die met haar klas 1B door onze voorzitter werd rondgeleid in Utrecht om het Wonen en Werken door de eeuwen heen in onze stad nader toegelicht te krijgen. Veel ‘leringh ende vermaeck’! Maar dat is nog lang niet alles. Want wie meer wil weten over ‘langharige types’ die vanuit de ramen van grote vervallen panden in onze regio ooit krachtige flarden flowerpowermuziek de wereld in stuurden, die leze de rubriek ‘Geef de pen eens door’, deze keer ge-
Inhoudsopgave pag. Redactie2
Foto omslag De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden kopij in te korten. De inhoud van ingezonden kopij valt buiten de verantwoording van de redactie. Gilde Utrecht Nieuws
Joke Streefkerk
Rectificatie In het Gilde Utrecht Nieuws van april 2010 stond een interview met mevrouw Annie Star Busmann. in de laatste alinea is een fout geslopen. ‘Ici tombe’ moet zijn ‘Ici tombent’. Op verzoek van mevrouw Star Busmann is deze rectificatie alsnog opgenomen.
1 maart 2011
Domtoren
schreven door Angelique van Vondelen, baliemedewerkster (dus). Waarmee we natuurlijk niets kunnen of willen afdoen aan alle overige lezenswaardigheden. Zo zet een (voormalige) tandarts als Gildemedewerker graag zijn tanden in iets nieuws, bezingen ‘NT2-ers’ hun gezamenlijke liefde voor het onderwijzen van onze taal aan nieuwkomers in ons land, en bruist het in het Gildecafé: u komt het allemaal haarfijn te weten bij het lezen van dit alweer laatste nummer van 2010 van Gilde Utrecht Nieuws! Rest ons u alvast in redactioneel koor een in ieder opzicht gelukkig 2011 toe te wensen.
Interne berichten
3
Van de bestuurstafel
5
Rondleidingen6 Monumentendag – de Maliebaanwandeling; Wandelen op de smaak van de 19e eeuw; Luisterbewijs
In de schijnwerper Frank van Stigt en Els Lagas
2
Conversatie Nederlands
11
Nieuws uit de coördinatiecommissie taalaanbieders; Taalaanbieders Samenspraak ontmoeten elkaar
Projecten13 Gildecafé
Boeken14 Column14 8
Geef de pen eens door
15
Agenda en Mutaties
16
jaargang 11 nummer 4, december 2010
interne berichten Van de coördinator-directeur Bij Gilde Utrecht is het afgelopen jaar veel tijd en aandacht besteed aan de kwaliteit van ons aanbod. Want willen wij in het Utrechtse ons partijtje blijven meeblazen dan moeten we ook een goed product blijven leveren. Ook de baliemedewerkers, als het visitekaartje van Gilde Utrecht, werken hier hard aan. Zo kon men ons afgelopen maanden vinden in het weiland in Bunnik tijdens het balieuitstapje ‘boerengolf’ en op een trainingsmiddag bij het Centrum Trijn van Leemput. Dit alles in het kader van teambuilding. Hoe en waarom we dit deden, dat leest u in deze rubriek.
Teamwerk in het weiland Uitstapje baliemedewerkers Onder het motto‘teambuilding in de natuur’ gingen baliemedewerkers op 15 september per fiets naar boerderij Kouwenhoven. We werden hier door de boer met zijn boerin opgewacht op hun landgoed in de driehoek tussen Zeist, Bunnik en Utrecht. Na ontvangst met koffie gingen de laarzen aan. Dit jaar stond het balie-uitstapje in het teken van teambuilding door middel van het oer-Hollandse spel boerengolf. Complimenten voor de organisatoren. Ze kregen het voor elkaar om dit uitje precies te plannen tussen twee plensdagen in. Voor ons scheen vandaag de zon en dat werd lachen en genieten. Met twaalf vrouwen ploegden wij met de boerengolfstok
door de velden. Voor ons geen prachtig gemaaide baan, maar een weiland met hoge pollen gras, diepe drassige kuilen, sloten met planken en veel blubber. Met een houten klomp aan een stok moest het parcours in zo min mogelijk slagen worden afgelegd. Nadat de teams waren samengesteld ging men de polder in. De schapen keken verbaasd als de ballen in de sloot terechtkwamen en daar weer uitgevist moesten worden. Nadat alle tien holes waren gehaald, stond de boerin ons na een uur met applaus op te wachten. Het winnend groepje dat met 106 slagen het parcours had afgelegd, nam de felicitaties stralend in ontvangst. De andere groepen kregen complimenten voor hun inzet en dat was heel terecht. Ruikend naar koeienpoep ging het gezelschap daarna op weg naar een eetcafé in Bunnik voor de lunch. Het zonnetje bleef schijnen en de stemming bleef goed. “Volgend jaar gaan we klootschieten” werd
er in koor geroepen. Lachend ging het gezelschap verder. De meegenomen verbandtrommel was bijna nog nodig geweest toen Tineke met fiets en al in een greppel met brandnetels dook. De schade bleef beperkt tot wat blauwe plekken. Na de lunch ging een deel van het gezelschap nog even langs restaurant ‘Vroeg’ in Bunnik. De bakkerij van dit restaurant deed goede zaken met de verkoop van de netgebakken koekjes. Op de terugweg begon het hard te waaien, de prachtige blauwe Hollandse lucht maakte weer plaats voor somber grijs. Er was weer regen op komst. Het gezelschap was het er unaniem over eens dat dit leuker was dan vergaderen. Helaas moet iedereen nu weer een jaartje wachten op een uitje. Iedere middag tussen 14.00 uur en 16.00 uur zit iedereen het komende jaar er weer om alle telefoontjes te beantwoorden, klanten te ontvangen en Gildewandelingen te organiseren. Vandaag waren we gesloten. Met dank aan Toos, Emma en Agnes, die beloofd hebben om het balie-uitje volgend jaar weer te organiseren.
Baliemedewerkers
jaargang 11 nummer 4, december 2010
3
Gilde Utrecht Nieuws
INTERNE BERICHTEN Dynamiek en interactie op het Gildekantoor Balietraining 28 oktober 2010 Deze training/workshop is gegeven door Joke Goslinga van het Centrum Trijn van Leemput en stond in het teken van samenwerking. In deze training is gebruikt gemaakt van het enneagram, een dynamische cirkel die negen persoonlijkheidstypen en hun onderlinge interacties beschrijft. Gezien de veranderde samenstelling van de teams in de afgelopen twee jaar is deze training een leerzame aanvulling op het in september georganiseerde boerengolfteambuildingsprogramma. Enneagram
Nieuwe inzichten
Het enneagram is een eeuwenoud model dat in het Grieks letterlijk ‘negen’ (ennea) en ‘punt’ (gramma) betekent. De negen persoonlijkheidstypen zijn: de perfectionist, helper, presteerder, individualist, observeerder, loyalist, optimist, leider en bemiddelaar. Elk type heeft zijn eigen strategie die succes geeft maar ook beperkingen met zich meebrengt. Het zijn negen patronen van denken, voelen en handelen. Het is een levend model. Het model, dat duizenden jaren geleden ontstaan is in het Midden-Oosten, werd gebruikt om inzichten mondeling van generaties op generaties over te dragen. Tegenwoordig bewijst het enneagram zijn waarden op gebieden als psychologie, bedrijfsleven, relaties en opvoeding. En nu werd het zelfs op het Gildekantoor gebruikt. Ik ben ervan overtuigd dat diversiteit van talenten het samenwerken ten goede komt. En het Gilde boft maar weer, want alle negen persoonlijkstypen zijn aanwezig in het balieteam.
Het oefenen met het enneagram werkte tijdens de training verhelderend, gaf nieuwe inzichten en veelal door de feedback van elkaar een andere kijk op jezelf en het samenwerken. Na afloop kregen de twaalf deelnemers een map met uitgebreide informatie over het enneagram en een literatuurlijst mee. Een welkom cadeautje voor degene die zo enthousiast waren geworden dat ze thuis nog verder konden studeren. Het werd een plezierige training, die in een sfeer van openheid plaatsvond. Hulde voor de inzet van de twaalf aanwezigen, die naast hun drukke Gildewerkzaamheden ook hier weer aan deel hebben genomen. Aan dynamiek ontbrak het op deze dag niet.
Tot slot Met de winter van begin dit jaar nog vers in het geheugen is het al bijna weer winter. De dagen worden kouder en korter. De kaarsen gaan weer aan. Families zoeken elkaar wat vaker op en door sportievelingen onder ons worden de schaatsen uit het vet gehaald. Als je lang bij Gilde Utrecht bent, wordt dit voor velen ook een familie en dit is vooral te merken op onze jaarlijkse eindejaarsbijeenkomst, die altijd druk bezocht wordt. Dit jaar vieren wij dit met het bestuur en alle vrijwilligers van Gilde Utrecht op vrijdagmiddag 17 december in de Gertrudiskapel. Een uitnodiging hiervoor heeft u al van ons ontvangen. Denkt u er nog even aan om u hiervoor bij ons aan te melden. Ik hoop u op deze bijeenkomst weer te zien. Mocht u niet kunnen komen dan wens ik u vanaf deze plaats mooie feestdagen en een energiek en vooral gezond 2011 toe. Jeanne van den Heuvel, directeur Kleine Singel
Gilde Utrecht Nieuws
4
jaargang 11 nummer 4, december 2010
van de bestuurstafel Het zijn woelige tijden. Niet alleen in de politiek natuurlijk. We hebben weliswaar afscheid genomen van een politicus die over de datum geraakte, we beleven nu een periode waarin iedereen vindt dat er orde op zaken gesteld moet worden. Nederland heeft een staatsschuld van 400 miljard. Dat is omgerekend € 25.000 per Nederlander. Kunnen we even afrekenen? Gilde Utrecht voelt gevolgen bezuinigingen. Het Bureau Inburgering deelt ons half juli mede dat de samenwerking op het gebied van inburgering wordt stopgezet. Zo maar van de ene dag op de andere, na meer dan twaalf jaar gezamenlijk enthousiasme. Het voelt als een echtscheiding. De nieuwe partijen die zich met inburgering gaan bezighouden, staan positief tegenover het aanbod tot samenwerking van Gilde Utrecht. Echter, een van de partijen gaat failliet. De vrijwilligers die taallessen verzorgen voor inburgeraars, staan nu machteloos. Het project Spraakmakend dreigt ineens tot stilstand te komen. We laten ons echter niet kisten en proberen met de nieuwe marktpartijen die zich nu met inburgeren gaan bezighouden, tot nieuwe afspraken te komen. Tenzij natuurlijk het budget voor inburgeren in de nieuwe bezuinigingsronde geschrapt wordt.
Gilde Utrecht doet het goed Over 2010 zijn we als bestuur wel degelijk tevreden. Het aantal vrijwilligers dat voor Gilde Utrecht actief wil zijn, groeit nog steeds. De mensen van het eerste uur, die zo langzamerhand afzwaaien, kunnen ruimschoots vervangen worden door nieuwkomers. En de mensen die bij ons binnenkomen,
Dank aan allen voor dit jaar 2010
De gemeente is onze grootste subsidiegever De laatste berichten zijn, dat de vier grote steden de reductie in staatsbijdrage het hardst gaan voelen. Dat belooft dus niet veel goeds. Misschien moeten we toch maar eens serieus gaan nadenken of het wel verstandig is dat allerlei statusprojecten zoals een muziekpaleis, een nieuwe bibliotheek, een nieuw casino, een megabioscoop doorgang vinden. Het gaat in deze maatschappij toch om mensen! Onze subsidie voor 2011 is veilig gesteld. Gilde Utrecht hoopt echter nog heel veel jaren daarna activiteiten in en voor de stad te kunnen blijven organiseren. De mensen zijn echter voorzichtig geworden. We zien dat aan een terugloop van het aantal wandelaars en wandelingen. Mensen geven minder geld uit en dat helpt de economie ook niet om op gang te komen.
jaargang 11 nummer 4, december 2010
een nieuwe website een modern communicatiemiddel te hebben. Nu vonden we de opbouw en alle kleurtjes toch wat oubollig worden en informeerden bij jeugdigen of we dit juist zagen. Het gevolg is dat we deze zomer een nieuwe en moderne website hebben laten maken door mensen die daarin thuis zijn en er inzicht in hebben. Moeten wij oudere jongeren niet meer zelf willen doen.
foto uit het familiealbum Vergeer
ventileren hun enthousiasme. Een nieuwkomer verwoordde het als volgt: “Ik wil de organisatie Gilde Utrecht complimenten maken over de zorgvuldige wijze waarop mensen geworven worden en de aandacht die jullie besteden aan opleiding, rechten en plichten, kwaliteitsbewaking en teambuilding.” En dat stemt tot grote tevredenheid. Onze organisatie staat als een huis met goede en capabele mensen. We verbeelden ons dat we op de juiste wijze inspelen op wat er in de maatschappij gebeurt. Als voorbeeld wil ik de nieuwe website noemen. Vier jaar geleden meenden we met
5
Ook deze zin hoort natuurlijk aan het eind van het jaar gezegd te worden. Ik zal dat nog een keer expliciet doen op de eindejaarsbijeenkomst op 17 december in ‘In De Driehoek’. Twee keer in, want het zalencentrum heet inderdaad ‘In de Driehoek’. We zullen onze oliebollenbakker Louis Hoeve missen. Ik ben blij dat ik hem vorig jaar even naar voren heb gehaald om hem te bedanken voor zijn inzet. Maar ons organisatiecomité zal wel voor andere verrassingen zorgen. Met de penningmeester hebben we ernstig gekeken naar de extrapolatie van onze financiën op het einde van ons boekjaar 2010. Dit geeft een geruststellend beeld dat in ieder geval toelaat dat we u dit jaar weer een cadeau kunnen aanbieden om onze dank ook in stoffelijke vorm te laten blijken. Gilde Utrecht is een fantastische organisatie dankzij fantastische mensen die met een grote mate van flexibiliteit inspelen op veranderingen in de maatschappij. En ik vind het een eer om van zo’n organisatie voorzitter te mogen zijn. Ik wens u allen een goede overgang naar het nieuwe jaar 2011. Blijf vooral gezond en energiek en houd alle goede mogelijkheden voor ogen want we kunnen daar gezamenlijk op inspelend, richting aan geven. Een Gelukkig Nieuwjaar. Paul Vergeer, voorzitter
Gilde Utrecht Nieuws
rondleidingen Monumentendag – de Maliebaanwandeling Helemaal onbekend met de Maliebaan was ik natuurlijk niet, maar erg vertrouwd met de 19e eeuw op de Maliebaan is weer wat anders. Gelukkig had Els Jimkes een instructiewandeling gegeven en een duidelijke syllabus gemaakt, maar door omstandigheden had ik de wandeling niet meer vooraf kunnen lopen, ik kon hem alleen maar thuis voorbereiden. En dan viel er ook nog eens een bus uit, zodat ik ook niet op de morgen zelf even naar wat dingen kon kijken, dus toen ik om iets over half elf op het Lepelenburg kwam, voelde ik toch wel een lichte spanning. Dat was voor het eerst, zelfs bij m’n proefloop was ik zo zeker van mezelf dat ik heel ontspannen kon zijn. Toen ik op het Lepelenburg aankwam, waren er drie aanmeldingen, maar dat aantal groeide tot 19 en net voor ik wilde vertrekken, kwamen er nog drie dames. Je strijkt dan natuurlijk maar over wat Fons Jansen ooit noemde ‘het humanistische hart’, zodat ik met 22 personen vertrok. Gelukkig was de nogal theoretische voorbereiding toch wel genoeg geweest,
dus de spanning was al gauw gezakt. Ik hoefde mijn papieren alleen maar te gebruiken om plaatjes (ook door Els aangereikt) te laten zien. Els had ons op het hart gebonden, ons tot de 19e eeuw te beperken; dat was immers het thema van deze Monumentendag, maar aan het oorlogsverleden van de Maliebaan ontkom je toch niet: daar kwamen vragen over. Dan vertel je daar natuurlijk iets over, maar ik heb ook aangegeven dat het Gilde een speciale wandeling heeft met als thema ‘Het oorlogsverleden van de Maliebaan’. Els had ook nog benadrukt dat we op tijd moesten ophouden, dus om een minuut of twee over twaalf besloot ik te stoppen, wat een aantal deelnemers
fijn vond. Anderen waren graag nog iets verder gegaan, we waren nog net niet bij het Oorsprongpark. Maar ik moest zelf ook weg, dus ben ik daar maar echt gestopt. Rien Stein
Wandelen op de smaak van de 19e eeuw Wat een heerlijk weer die zaterdagmorgen! Ja… het was wel 9/11 maar toch een verwachtingsvol weekend! Wat een enorme belangstelling op het Domplein vanuit alle streken. Al voor elf uur zaten er twintig mensen klaar om met mij als gids de smaak van de 19e eeuw op te doen. Gaat u mee? We begonnen in de aula van het universiteitsgebouw. Wat is een monument? Een monument is een overblijfsel van of herinnering aan een vroegere kunst, bouw, nijverheid of wetenschap. Daarmee heb je het academiegebouw wel getypeerd en werd het tijd te gaan wandelen, langs de panden van I.H.J.van Lunteren op het Domplein zelf, door de Zadelstraat, over de Mariaplaats als plein waar door de bebouwing en de pomp de sfeer van de 19e eeuw waait. Moet een monument dan niet veel ouder zijn? Nee, want de meest voorkomende bouwstijlen in die eeuw zijn vernieuwingen of nabootsingen van het classicisme, de gotiek of de renaissance, allemaal ‘neo’, zo had ik op de architectuurcursus geleerd en als een huis van alles wat had, dan noemen we dat eclectisch. En alleen Art-Nouveau was pas echt nieuw aan het einde van de 19e eeuw en dat werd in de Zadelstraat al duidelijk. De zon bleef schijnen en het park van J.D.Zocher was heerlijk en de ‘kameren’ maakten indruk. Iemand zei: “ik woon al twintig jaar in Utrecht, maar hoor nu meer dan ik in al die jaren heb opgenomen.” Langs Korinthische halfzuilen bereikten we de Zeven Steegjes. Behulpzame bewoners verwezen ons naar een te bezichtigen pand, niet in de Boogstraat, maar in de Kockstraat. In groepjes van vier ging men naar binnen. “Bijzonder” vond iedereen, terwijl bewoners nog verhalen vertelden, echt Utrecht. En even later zwaaiden we op de Tolsteegbrug niet alleen in gedachten de Fransen uit als in 1813, maar ook letterlijk elkaar. Het was een smaakvolle tocht! Wybo Zoutman Gilde Utrecht Nieuws
6
jaargang 11 nummer 4, december 2010
rondleidingen Luisterbewijs We hebben vorige week een rondleiding gehad in en buiten de stad. De rondleider was Meneer Vergeer. We kregen de rondleiding omdat we de stad moesten verkennen. We gingen eerst naar de oudste vloer die achter de muziekschool aan het Domplein ligt. Meneer Vergeer vertelde dat er in die tijd alleen rijke of arme mensen waren. Iets er tussen in bestond er in die tijd niet. Het ondergrondse huis met 600 jaar oude stenen er in, waar we naar toe zijn geweest, was toen voor de rijke mensen, want in die tijd was het ‘duur’, dus ook te duur voor de armen. De kamer was vrij klein, het leek net een twee persoons kamer en dat was in die tijd luxe. En in dit tweepersoonshuis leefde er meer dan acht personen. Ze hadden in die tijd geen wc’s of douche in huis, die waren er niet. Wassen deden ze allemaal buiten. Nadat we dat gezien hadden bij het oudste stenen huis, zijn we naar huizen gegaan waar arme mensen in woonden. Het was even groot als een studentenkamer en daar leefden
minimaal tien personen in. Ze moesten alles delen en hadden dus ook niets anders dan die ‘huiskamer’. Ze deden alles in die huiskamer want meer hadden ze die tijd niet. Er was ook maar een verdieping, ze hebben er nu een tweede verdieping bij gedaan, want er wonen nu gewoon mensen in. Maar je komt niet zomaar in dat huis. Je moet bij een vereniging vragen om in deze huizen te mogen wonen. Je mag geen slechte achtergrond hebben ( zoals strafblad, overlast, brieven etc.) en je mag het ook niet gebruiken als een studentenhuis met bijvoorbeeld een laken voor het raam. Ze zijn streng voor de 600 jaar oude huizen waar mensen nu gewoon nog in wonen. Meneer Vergeer vertelde dat er een kerk was in de buurt van de arme mensen maar die is afgebroken er zijn hier nieuwe huizen gemaakt. Ik vroeg
me dus af waarom ze dat niet hebben overgehouden, dus vroeg ik Meneer Vergeer, waarom ze er niet meer waren? Waarop hij antwoordde dat die maar 100 jaar oud was en niet echt een geschiedenis had en er meer kerken waren die jaren ouder waren. Toen liepen we verder naar een oud gebouw dat ooit een weeshuis was voor kinderen die geen ouders hadden of ouders die hun kinderen zelf niet kon opvoeden. Daar waren de eerste ouderwetse ramen gemaakt. Ze waren gemaakt van varkensblaas, die lieten ze uitdrogen in de vorm van een vierkant. Je deed er een soort van slijm over heen en dan werd het doorzichtig. Je kon er dan een maand of drie mee doen en zo ging het maar door. Deze tijd worden ze anders gemaakt maar ze gebruiken wel de vormen of twee maten groter.
Ten slotte Ik vond de rondleiding heel erg leerzaam en leuk, want ik heb meer van de geschiedenis geleerd en weet ook wat de huizen inhouden die er staan en waarom ze er staan. Ik heb geleerd hoe ze vroeger leefden en wat ze vroeger deden en hoe het voor hun was en dat wij het goed hebben hoe wij hier en nu leven als we ons leven gaan vergelijken met dat van 600 of 100 jaar geleden. Ik denk dat het plannen beter kan de volgende keer als we weer iets gezamenlijk gaan doen en er betere regels moeten worden gemaakt. Maar voor de rest is alles goed gegaan en hebben we een hele leuke middag gehad! Fatima Zohra Fajr, leerling Klas 1B, ROC ASA Tuinstraat
jaargang 11 nummer 4, december 2010
7
Gilde Utrecht Nieuws
in de schijnwerper Frank van Stigt: “Ik zet graag mijn tanden in iets nieuws…” Interview met Frank van Stigt Ik ben in Bilthoven op bezoek bij rondleider en coördinator van ‘Leer mij Utrecht kennen’ Frank van Stigt (72), nu zo’n vijf jaar actief bij het Gilde. Na zijn pensionering als tandarts en docent werd het tijd om iets nieuws te doen en hij reageerde op een advertentie waarin bestuursleden van het Gilde werden gevraagd. Voorzitter Paul Vergeer vroeg bij het sollicitatiegesprek echter of hij interesse had om rondleider te worden: zijn CV was niet echt wat men zocht voor het bestuur. Dat werd dus het optreden als stadsgids en ‘Elmuk-man’(Leer mij Utrecht kennen). Toen er een bestuursreorganisatie kwam (terug van zeven naar drie personen) heeft Frank hier overigens wel een tijdje aan meegewerkt. Frank is graag bezig op de werkvloer, en dan vooral met het ontwikkelen van nieuwe activiteiten. Als het allemaal op de rails staat, zoekt hij graag weer iets nieuws.
Wat is je interesse in het oude Utrecht? Ik heb studie gemaakt van de binnenstad: veel gelezen en in archieven gezocht. Met de aannamecommissie heb ik toen een proefwandeling gemaakt. In de wandelingen die ik nu doe, laat ik vooral de sporen van het verleden zien. Ik vertel dus over de straten, de gebouwen, de werven enz. maar beschrijf dan ook hoe het vroeger was. Ik heb altijd een map met beelden van vroeger bij mij. Omdat het belangrijk is dat de mensen meekijken, moeten de groepen niet te groot zijn: liefst zo’n tien personen, en vijftien is het absolute maximum.
Hoe vaak doe je nu stadswandelingen? Dit jaar ben ik niet vast ingepland geweest vanwege een achillespeesontsteking. Ik moet mijn Gilde Utrecht Nieuws
linkeronderbeen niet te veel belasten. Als er echter een aanvraag komt en ik voel mij goed, dan doe ik het gewoon. Wanneer het om een groep vrienden of bekenden gaat, wil ik niet weigeren.
Hoe ontstond die handicap? Ik ben een actief sporter: wandelen, fietsen, skiën. Tweemaal heb ik door een ongelukkige val een heup gebroken. Dat is wel genezen maar na de breuk rechts heb ik mijn linkerbeen te veel belast. Met bewegingstherapie ‘rek-en-strek’ in de sportschool gaat het hopelijk over.
Kun je iets zeggen over het project ‘Leer mij Utrecht kennen’?
Hoe verliep je leven en carrière in grote lijnen? Ik ben geboren en getogen in Utrecht (Tuindorp). Mijn vader werkte bij de Centrale Controledienst die onder Landbouw viel (een soort AID avant la lettre, AdV). Er werd controle uitgeoefend op voedselproductie en prijzen en gepoogd om de zwarte handel terug te dringen. Door mijn vaders weigering een loyaliteitsverklaring voor de bezetter te tekenen en door zijn verzetsactiviteiten is hij opgepakt en in maart 1945 in kamp Mauthausen overleden. Pas in april 1946 kregen wij hierover bericht van het Rode Kruis. Ikzelf heb nauwelijks herinnering aan hem. We waren thuis met twee meisjes, die in 1946 al zelfstandig waren en twee jongens, ik was het nakomertje en mijn moeder moest verder met de twee jongens. Mijn broer die vijf jaar ouder was, heeft het erg moeilijk gehad toen de oorlog voorbij was en mijn vader niet terugkeerde. Ook baalde hij van alle goed bedoelde bemoeienis van allerlei instellingen en hij besloot heel jong naar Nieuw-Zeeland te emigreren.
Ik heb dat met veel plezier gedurende drie jaar gecoördineerd. Men maakt in zes zaterdagochtenden kennis met de stad. Er zijn 20-23 deelnemers die € 55 voor de hele cursus betalen. Grappig genoeg is slechts 40% nieuwe burger van Utrecht. Ook gevestigde Utrechters willen vaak (veel) meer van hun stad weten. We bezoeken allerlei plekken en krijgen daar korte rondleidingen. Er is o.a. samenwerking met de Gemeente, Aorta, Rondom en Sonnenborgh. Ik heb ook een evaluatie van het Op de enorme brievenbus staat: ‘Frank en project voor de deelnemers Wil van Stigt’, dus ik ben hier goed. Ik bel opgezet. bij de voordeur. Daar staat ook ‘Van Stigt’. Mijn taak is nu Geen reactie. Dan luid ik het klokje in de overgenomen door Ingrid carport. Geen teken van leven. Nog eens bij den Daas. Het onderwerp de voordeur. Ik loop de voortuin in en kijk blijft me wel boeien en brutaal naar binnen. Niemand daar. Ik ga in ik zit te spinzen op een mijn auto zitten en controleer mijn agenda. project ‘Elmuk-plus’, Het klopt toch? Na tien minuten herhaal ik waar bijvoorbeeld de de handelingen – er gebeurt niets. Na nog vijf ontwikkelingen rond het minuten komt Frank de straat op. Hij ziet daar Domplein en een bezoek namelijk een onbekende auto staan en rekent aan het Wilhelminapark op mij. ”Ik was boven en heb je niet gehoord.” en de Uithof aan de orde De bel is kapot en het luidklokje overstemt het kunnen komen. Ook het geraas van de computer niet! En ik stap binnen bezoek aan bijzondere bij tandarts Frank van Stigt, die (later) vertelt particuliere woningen zou dat klussen een van zijn hobby’s is. Nou, ik weet erin kunnen passen. een klus voor hem …
8
jaargang 11 nummer 4, december 2010
in de schijnwerper Mijn belangstelling voor medische zaken en fijne mechaniek maakten dat ik voor een studie tandheelkunde, ook in Utrecht, koos. Ik studeerde af in 1965 en kon na mijn militaire dienst een praktijk opzetten in Hoevelaken. Dat was toen een dorp van nog geen 3000 inwoners, waar geen tandarts gevestigd was. Ik kon een kleine praktijk van 3,5 en later 4 werkdagen combineren met een docentschap aan de Universiteit van Utrecht, op de afdeling Röntgenologie, later Radiologie. De faculteit Tandheelkunde (gebouw ‘de Ponskaart’) sloot in 1988, maar er werd een nieuwe kliniek gebouwd voor de opleiding Mondhygiëne, als onderdeel (van de voorganger) van de Hogeschool Utrecht met o.a. een eigen Röntgenafdeling, waar ik met 0,3 aanstelling de scepter mocht zwaaien. Toen daarvoor 0,7 functie beschikbaar kwam, kon ik het niet meer naast de praktijk doen. Die droeg ik evenals het woonhuis over aan een collega, en we gingen op fietsafstand van de Uithof in Bilthoven wonen.
Wat is je grootste hobby? Ik ben een ‘spoorfanaat’. Dat speelt zich zowel in het klein als het groot af. Ik heb lang een modelspoorbaan (Märklin) gehad op zolder. Die is nu bij mij kleinzoon (8) in Amersfoort. Hij heeft mijn grote baan met een kleine baan uitgebreid. Ik ga er graag heen om hem te begeleiden. Kinderen vinden een crash wel boeiend en dan ben ik er om het zo te programmeren dat de crash net niet gebeurt. Het systeem is nu grotendeels digitaal geworden. Ook grote-mensen-treinen boeien jaargang 11 nummer 4, december 2010
Frank van Stigt (foto Aart de Veer)
mij. Van een dagtocht met de trein, in Nederland of naar Keulen of Antwerpen, geniet ik. Daarbij gaat het me zowel om de techniek (het materieel) als het proces (de dienstregeling enz.). Mijn kleinzoon gaat vaak mee. Andere hobby’s zijn sporten en klussen (zie kader, AdV). We gaan ook graag naar voorstellingen (Stadsschouwburg en filmtheaters in Utrecht, het Spant in Bussum).
Reizen jullie (ook verder) graag? Ik fiets vaak met mijn vrouw Wil. We nemen de fietsen op de autodrager mee. Maar we hebben ook diverse verre landen bezocht. Daarbij hoort o.a. Nieuw-Zeeland. Mijn broer is overleden maar de contacten met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen zijn heel goed. We gaan er binnenkort weer heen, en zullen een paar maanden rondreizen met een camper, ook door Australië.
Heb je aanbevelingen voor het Gilde? Niet zulke heel specifieke. Gildenieuws lees ik graag. Het valt mij op, ook als ik mensen zoek om mij met iets te helpen, dat je zo vaak op dezelfde personen ‘moet’ terugvallen. Het zou mooi zijn als de groep Gildevrijwilligers nog wat breder kon worden. Ik ben aan het eind van mijn interview gekomen. Ik ga een foto van Frank nemen en vraag hem onder de fraaie zeefdrukken van Ton Schulte te gaan zitten. Ik krijg ook nog een kleine rondleiding door het mooi ingerichte, op kleur afgestemde, perfect onderhouden huis. Een echte gids vindt het leuk om zijn interviewer op eigen terrein rond te leiden. Dan bevestigt een handdruk ons afscheid. Ik denk dat Frank nu de bel gaat repareren … Aart de Veer
9
Gilde Utrecht Nieuws
in de schijnwerper Els Lagas: ”Ik wilde het onderwijs niet in en waar kwam ik terecht … juist!” Meteen nadat ik Els Lagas heb verwelkomd voor ons vraaggesprek voor het Gildenieuws staat ze al op mijn netvlies gebrand. Met doorzettende stap en vriendelijk onderzoekende blik, bij aanvang van onder een jeugdig petje vandaan, heeft ook zij weer eens de heersende opvatting dat iemand van ruim in de tachtig niet meer ‘mee zou kunnen’ vermorzeld. Wat heeft Els zoal bewogen op haar levenspad? Nou ja, eigenlijk teveel om op te noemen, blijkt al snel. “Hoe is het allemaal begonnen Els?” en mijn pen houdt de hoeveelheid ongelooflijk interessante informatie die ik krijg direct al niet goed meer bij.
Vroegste jeugd Els vertelt dat ze haar vroegste jeugd doorbracht in Indonesië, op Celebes, te Makassar. (Ik heb onmiddellijk associaties met Hella Haasse en ‘Oeroeg’ en houd bijna op met
Gilde Utrecht Nieuws
schrijven). “Ik was vrij”, zegt Els over die tijd: “het klimaat was heerlijk, warm, je speelde altijd buiten, overal groen, de omgang met anderen was ongecompliceerd …” Toch volgde het afscheid van dat alles. Het was niet anders: het vlakke polderland wachtte Els op haar elfde jaar toen ze hier naar het voortgezet onderwijs moest. Met moeder alleen keerde het gezin terug. Vader zou pas later volgen: in dienst van een Engelse koopvaardijmaatschappij wachtte hij in Indonesië zijn vervroegd pensioen af. Nu was Els als meisje nogal voorlijk in haar ontwikkeling en vonden medeleerlingen haar verhalen wel eens raar zoals ze zegt, maar Els ging gewoon haar eigen gang; een tikje rebels was ze ook. Misschien kun je dus wel zeggen dat voor Els ‘de victorie van Alkmaar begon’, want in die plaats kwam ze in eerste instantie terecht, na per schip de oceaan te zijn overgestoken. En van Alkmaar ging het weer naar… Jawel, al snel blijkt dat een samenvatting van Els’ wedervaren toch echt nooit alle ins en outs ervan hier zal kunnen omschrijven. Els Lagas 10
Loopbaan “Nee, ik wilde niet in het onderwijs”, vervolgt Els, “en waar kwam ik terecht… juist!” Daar gingen allerlei verschillende arbeids- en studieactiviteiten aan vooraf en daarop volgden dan ook weer verschillende loopbanen en vervolgstudies. Het startschot van alles werd gegeven door een leuke aardrijkskundeleraar van de hbs, die Els geschikt vond leerlingen te begeleiden op een kampeertocht. Els mee op avontuur dus. Later op haar werkpad volgden jaren van administratie. Ze maakte zich handelskennis eigen en leerde stenografie. Die lessen vonden onder andere plaats in de zogenaamde spertijd gedurende de oorlogsjaren 1940-1945. Els nam daartoe dan ook de donkere steegjes die iedereen schrik aanjoegen. Een met recht spannende tijd. Na de oorlog vond ze, via een haar bekende accountant, werk bij een particuliere werkgever die een winkel runde en van wie de familie ook in de zaak mee hielp. In die winkel werd onder andere speelgoed uit Amerika geïmporteerd. Er was nog bijna niets te verkrijgen in het naoorlogse Nederland. Ook kleding was dus schaars. Maar dat zette Els aan haar creativiteit uit te leven op wat nog draagbaar was. Ze beschilderde en versierde met veel plezier oude kleding bijvoorbeeld. Toch verliet Els de zaak na een aantal jaren. Ze was, naast haar baan, ook heel druk geworden met kerkelijk jeugdwerk, waarvoor je een verdere cursus kon volgen.
Sociaal werk In de jaren ’50 raakte Els zo steeds meer geïnteresseerd in sociaal werk. Ze volgde een opleiding daartoe met zelfverdiend geld. Op die manier jaargang 11 nummer 4, december 2010
in de schijnwerper verzeilde ze, weer via administratief werk om ‘erin te komen’, in het zogenaamde inrichtingswerk. De opleiding daartoe, geïnitieerd door de overheid, haalde ze in een jaar (er stond twee jaar voor), omdat ze als vooropleiding de hbs had gedaan. “Begeleiders in de sociale sector waren hard nodig”, zegt Els, “omdat er ook na de oorlog veel kinderen in de verdrukking zaten.” Zo vertelt ze dat er wel eens regelrechte pooiers aan de deur, waarachter ze werkte, verschenen. Uit pure ellende waren er meisjes in het Amsterdamse red light district beland. Die meisjes heeft Els er dan ook wel uit weten te plukken; niet alleen rebels, maar ook doortastend en kordaat. Dat ze nu nog steeds contact heeft met collega’s van destijds mag niet verwonderlijk heten.
van Pedagogiek. Daarnaast werkte ze een dag in de week in het veld, zo kwam ze tegelijkertijd haar stage door. Vervolgens is ze als docente in het hbo-onderwijs terecht gekomen. Waar ze – gedenk het beschilderen van oude kleding zou ik zeggen! – de creatieve therapievakken onder haar hoede had. En ja, welke oudgediende kent de opleidingsinstituten uit die tijd ervan niet… In Baarn was er het bekende instituut Jelburg, dat samen met Amersfoort en Nijmegen de Mikojel vormden, opleidingen met veel creatieve vakken. Wat heeft ze dus eigenlijk niet gedaan, want ze gaf ook voordrachten en lezingen. En op die manier heeft Els, vanuit Baarn, dan ten slotte haar pensioen gehaald. Pffff…
En toen en toen … Ze ging naar Utrecht voor een nieuwe baan. Daar kreeg ze het advies om naar de Sociale Academie te gaan, richting Vormingswerk in plaats
Maar van het begrip ‘op is op’ kan bij Els dus geen sprake zijn. Al voor haar pensionering volgde zij een cursus architectuur. Toen ze hoorde van de
Gilde Utrecht
activiteiten van het Gilde, is ze met die kennis naar ons vrijwilligerskorps toe gegaan, om er daar iets mee te doen: je moet bij de rondleiders gaan, had ze gehoord. Els opteerde voor een architectuurwandeling en zette daarop in met uitgewerkte plannen. Omdat het echter goed zou zijn als ze eerst met een monumentenwandeling startte, begaf Els, niet voor een kleintje vervaard, zich met verve op dat pad. Na vijftien jaar komt Els tot de conclusie – mede doordat zij ziek geweest is – dat zij haar energie niet meer wil steken in organisatorische aangelegenheden van het Gilde. Waarmee het Gilde dus afscheid moet nemen van een self made woman als lid van de coördinatiecommissie rondleidingen - die in alle opzichten haar sporen, her en der in Utrecht en verre omstreken, heeft verdiend. Joke Streefkerk.
conversatie nederlands Nieuws uit de coördinatiecommissie taalaanbieders Doorstart project SpraakMakend Goed nieuws. Het ROC Midden Nederland gaat samenwerken met Gilde Utrecht. Het ROC is een van de partijen die voor Sociale Zaken van de Gemeente Utrecht het Nederlandse taaltraject voor veelal midden- en hoogopgeleide inburgeraars gaat verzorgen. We blijken goed aan te sluiten bij hun vraag naar vrijwilligers die ondersteuning kunnen bieden op weg naar het inburgeringsexamen en/of staatsexamen. Dertien taalaanbieders van Gilde Utrecht hebben op een voorlichtingsbijeenkomst bij het ROC op 4 november laten weten hier hun werk, dat zij voorheen bij Bureau Inburgering deden, voort te willen zetten. De locatie waar zij gaan werken wordt Ravellaan. Het project SpraakMakend is hiermee gered. Jeanne van den Heuvel jaargang 11 nummer 4, december 2010
11
Gilde Utrecht Nieuws
conversatie nederlands Taalaanbieders Samenspraak ontmoeten elkaar Ruim twintig taalaanbieders ontmoetten elkaar op 7 oktober in de Smeezaal van het Bartholomeusgasthuis om elkaar beter te leren kennen en van elkaar te leren op het gebied van ondersteuning van het leren van Nederlands als Tweede taal. Het werd een levendige bijeenkomst. De ‘beginnende taalaanbieder’ bleek nog wel eens last te hebben van een worsteling over het hoe en wat van de aanpak. Maar daarvoor was deze uitwisseling dan ook bedoeld. Er werden creatieve ideeën uitgewisseld met de daarbij behorende praktijkverhalen en anekdotes.
Wensen en grenzen Diverse onderwerpen kwamen deze middag aan de orde zoals wensen van de taalvrager en tips om bijvoorbeeld een verlegen taalvrager aan de praat te krijgen. In zo’n situatie is de verlegenheid meestal verdwenen als de taalaanbieder vragen stelt over achtergrond, land van herkomst of interesses van de taalvrager. Het blijkt belangrijk dat men de wensen van de taalvrager als uitgangspunt neemt, maar het is zeker niet de bedoeling om te gaan helpen met het invullen van formulieren en voor hen op te bellen naar instanties. Waar de grens ligt, dient iedereen een beetje aan te voelen, want het gaat er uiteindelijk om dat de taalvrager zich kan redden in ons land.
Uitspraak Van elkaar leren was het motto van deze bijeenkomst. Tips waren dan ook welkom zoals het langer maken van het uitspreken van de klinkers en het nazeggen via opnameapparatuur. “Begin met klinkers/letters die men fout zegt, maar men wel kan uitspreken. Daarna pas met klinkers/letters die de taalvrager moeite kosten”, was dan ook het advies aan elkaar.
Grammatica In de groepen werd verschillend gedacht over het wel of niet grammatica op de bijeenkomsten ter sprake te brengen. Men liet dit veelal over aan de wensen van de taalvrager. Voor hoger opgeleiden wordt het Verklarend woordenboek van Van Dale aanbevolen. Gilde Utrecht Nieuws
Men dient zich als taalaanbieder bewust te zijn van hoeveel gezegdes en uitdrukkingen we in onze taal gebruiken. Aanrader hiervoor is het boekje Nederlandse spreekwoorden en gezegden, verkrijgbaar in de Witte Boekenmarkt.
Leermiddelen Er werd tijdens het uitwisselen verwezen naar sites zoals www. taalklas.nl en naar www.coutinho.nl/bagage. Op deze laatste site kun je proefexamens voor het inburgeringsexamen vinden. Ook het ochtendprogramma van RTV Utrecht, Sesamstraat en het Jeugdjournaal blijken favoriete programma’s te zijn om te oefenen met het leren van de Nederlandse taal.
Culturele ontmoetingen en vriendschappen De ontmoetingen tussen verschillende culturen waren divers. Men werkte met mensen uit Japan, China, Mexico, Turkije of Bulgarije. En omdat iedere cultuur zijn eigen gewoontes heeft, leerde men veel van elkaar. Uit de praktijk blijkt dat een goed contact tussen taalaanbieder en taalvrager van essentieel belang is voor het slagen van de ontmoetingen. En dat dit vaak “Mijn cursist had gehoord dat je in Nederland assertief moest zijn. Dit had ze goed onthouden. Ze ging er resoluut mee aan de slag. Maar ze sloeg door en werd een ‘brutaaltje’ waarmee ze juist het tegendeel bereikte. Ze snapte er niets van.”
12
foto: Bert Spieztz van Tijdschrift Vakwerk
geweldig lukte, bleek bij de ‘gevorderde taalaanbieders’. Zij bleken soms zeer langdurige contacten te hebben met hun taalvragers, waaruit waardevolle vriendschappen waren ontstaan.
Waardering Met waardering werd gesproken over de nieuwe uitgave ‘Werkboek voor begeleiders NT2’ en twee extra boekjes. De aanwezigen vonden deze vorm van bijeenkomen, die goed was voor het onderlinge contact, voor herhaling vatbaar. Men voelde zich vanmiddag een Gildevrijwilliger en dat was, naast het uitwisselen van ervaringen en informatie over leermiddelen en kennismaking met de leden van de coördinatiecommissie taalaanbieders, ook het doel van deze middag. Er kwamen complimenten over de verzorging en borrel na afloop. Verzorgd en stijlvol, dat waren de kenmerken van Gildeactiviteiten. En dat horen wij natuurlijk graag. We hopen dat dit naar meer smaakt en dat wij de taalaanbieders op een volgende bijeenkomst weer mogen ontmoeten. Jeanne van den Heuvel
jaargang 11 nummer 4, december 2010
projecten Gildecafé HERBOUW DOMSCHIP KOMT IN GILDECAFÉ TOT LEVEN Van september 2010 t/m april 2011 loopt het tweede seizoen van het Gildecafé: een serie van informele lezingen in Café van Wegen in de Lange Koestraat. Alle Gildeleden zijn daar welkom! Een impressie van het jongste café, dinsdag 19 oktober, over de eventuele herbouw van het schip van de Dom leest u hieronder. Frank Kaiser leidde de spreker van deze avond in: de heer Peter Haars, een van de oprichters van de stichting ‘Voorbereiding Herbouw Schip Domkerk 2013’. Peter gaf eerst een overzicht van de ontwikkelingen in de gotische bouwstijl. Daarbij stond de bouw van de Dom van Utrecht natuurlijk centraal. Na de afbraak van eerdere kerken werd in 1254 de eerste steen gelegd. Eerst werd het koor met bijbehorende kapellen gebouwd. De toren volgde en werd in 1382 voltooid. Tenslotte bouwde men het schip, ‘het rijkste gotische schip in de noordelijke landen’, dat pas in 1512 overkapt werd. Zoals bekend werd het schip in 1674 door een razende storm vernield. Meestal hoort men dat een belangrijke oorzaak het ontbreken van aan de zijkanten ondersteunende luchtbogen was. Maar ook bij andere, niet ingestorte kerken komt dit voor. Waarschijnlijk speelde in Utrecht de windvang door de Domtoren, en wie weet de specifieke stormkracht in het Utrechtse, een grote rol. Het schip lag daar in puin tot 1826. Na de opruiming ontstond het Domplein, dat nadien natuurlijk nog vele andere aanpassingen onderging, met name het vervangen van oude gebouwen. Wat zou het mooi zijn als deze machtige kerk weer gecompleteerd werd met een schip tussen toren en transept, met dezelfde nokhoogte als koor en transept! Dit is wat de jonge stichting aan het onderzoeken is. Architect Leo Wevers tekende het nieuwe plan. In de 20e eeuw zijn weliswaar vele ontwerpen voor een eigentijdse invulling van het Domplein gemaakt, maar nooit heeft men de moeite genomen om een jaargang 11 nummer 4, december 2010
stichting op te richten die zich inzet voor de herbouw van het Domschip in de authentieke vormen. De nieuwe stichting met de lange naam (zie boven) heeft dit voor het eerst wél gedaan en zich hierbij kwetsbaar opgesteld. Er moet nu draagvlak bij de bevolking gevonden worden. De financiering zou vooral uit de toegangsgelden van de bouwplaats moeten komen, over een lange periode van zo’n 40 jaar. De geschatte bouwkosten zijn € 150.000.000. Men wil de overheid en de Utrechters hiervoor financieel niet aanspreken. Peter Haars trok een vergelijking met andere Europese projecten van slow building: de Sagrada Familia van Gaudí in Barcelona en het middeleeuwse kasteel Guédelon in Frankrijk. Beide projecten duren eveneens tientallen jaren en trekken tijdens de bouw enorme aantallen betalende bezoekers. Ook andere Europese restauratieprojecten hebben veel belangstelling gehad: o.a. in Ieper (B), Berlijn, Dresden en Wesel (D) en Riga (Letland). Natuurlijk moeten veel hobbels genomen worden. Meteen al kwam de vraag uit de zaal hoe het verder moet met bus 2 (Ringlijn) die er niet meer langs kan. Peter Haars merkte op dat de Domtoren los van het schip blijft staan en een passage van kleine busjes mogelijk blijft. Ook zou de route enigszins verlegd kunnen worden. En wat moet de kerk (nu de PKNgemeente in de Dom) met zo’n gigantisch schip? Hierbij wordt natuurlijk gedacht aan een brede culturele doelstelling van de nieuwe kerk, waarbij het schip mogelijk apart beheerd zou worden.
13
foto: Stichting Herbouw Domschip
De stichting is nu bezig met de volgende voorbereidingen: het bouwen van een maquette; het uitgeven van een boek; het organiseren van een tentoonstelling; het zoeken van draagvlak bij de bevolking door acties. Contacten zijn er gelegd met de gemeente (o.a. afd. Monumenten), de Domkerk en met ‘Domplein 2013’. De spreker hoopt dat de eerste steen in dat jaar, 2013, als de Vrede van Utrecht herdacht wordt, gelegd kan worden. En zoals hij het kernachtig verwoordde: “Utrecht kan het Florence van de Lage Landen worden”. In het jaar 2018, als Utrecht misschien Culturele Hoofdstad van Europa wordt, zou het project enorm veel publiek kunnen trekken. Na een levendige discussie bedankte Frank Kaiser de spreker en overhandigde een cadeautje. In het café bleek al dat het laatste woord over dit spectaculaire plan nog lang niet gezegd is, laat staan dat de laatste steen is gelegd! Het café wordt tot nu toe vooral bezocht door de rondleiders. Begrijpelijk, want de meeste (maar niet alle) onderwerpen hebben met de stad Utrecht te maken. Het café is zeker ook interessant voor baliemedewerkers, taalaanbieders, knoppenbedieners en andere Gildenaren. En natuurlijk, het is er gezellig en de drankjes zijn betaalbaar. Kijk voor het komende programma achterop dit Gildenieuws. Aart de Veer Gilde Utrecht Nieuws
boeken
column Wat zijn uw plannen voor 2011?
Kerstcadeaus Utrecht Annelies Roosen e.a. Dit aardige, rijk geïllustreerde, viertalige boekje is een mooie introductie op de binnenstad van Utrecht. Ideaal voor als u buitenlandse gasten heeft! Een wandeling (met routekaart) voert langs 37 monumenten waarvan de mooie kleurenfoto’s door Gildeleden zijn gemaakt. Dat niet Dudok maar Crouwel de architect van het Hoofdpostkantoor aan de Neude is, mag de pret niet drukken. Uitgeverij Bekking, Amersfoort. Prijs € 4,90. Verkrijgbaar bij VVV Domplein.
Jubileumkrant uitgeverij Matrijs De gerenommeerde uitgeverij Matrijs heeft een jubileumkrant uitgebracht met tal van aanbiedingen op haar ‘vakgebied’: landschap, waterstaat, archeologie, monumenten, regio, dialect en geschiedenis. Met de bon in deze jubileumkrant kunt u tot 31 december 2010 voor relatief lage prijzen uw bibliotheek(je) over Nederland aanzienlijk uitbreiden. De krant is (o.a.) verkrijgbaar bij Het Utrechts Archief aan de Hamburgerstraat. Daar zijn ook alle boeken in te zien en te koop.
Nederlands als tweede taal (NT2). Werkboek voor begeleiders. Samenstelling: Coördinatiecommissie Andere culturen, talen en conversatie van Gilde Utrecht. Deze handige, bondige uitgave is een overzichtelijke aanvulling op de dikke losbladige uitgave Werkboek Gilde SamenSpraak die enkele jaren geleden uitkwam. Het huidige boekje is gericht op alle NT2- activiteiten van het Gilde, met name ook op ‘samenspraak’ waar in groepen geoefend wordt. Alleen hoofdzaken worden vermeld. Docenten moeten zelf op zoek naar een persoonlijke invulling; daarvoor krijgen ze tal van goede tips, waaronder de vermelding van bruikbare websites. Bijzonder handig is het door de Raad van Europa samengestelde overzicht van de niveaus A1 t/m C2 waarop de vaardigheden begrijpen (luisteren en lezen), spreken (productie en interactie) en schrijven worden toegelicht. Uitgave Gilde Utrecht, 2010. Voor taalaanbieders van Gilde Utrecht gratis verkrijgbaar op het bureau Lange Smeestraat 7.
Verleden en toekomst. Anders gezegd: herinneren en verwachten. Binnenkort staan we op de drempel van het nieuwe jaar. Dat betekent terugblikken en vooruitkijken. Waar herinnert 2010 u aan? Kocht u een iPod of bent u van plan er in 2011 één te kopen? Twittert u of gaat u daar na 1 januari mee beginnen? Heeft u een rugzakje of vraagt u er een aan Sinterklaas? Wat die rugzakjes betreft: ik vind ze wel grappig. Ze geven de dragers een Ot-en-Sienachtig voorkomen. Laatst stond ik op het Westplein voor rood licht met vijf werklustigen. Het viel me op dat drie van hen een rugzakje droegen. Je ziet het steeds meer: fietsers met een rugzakje. Ze nemen rug over rug toe. Ze lijken me niet geriefelijk. Je hebt wel je handen vrij en je hebt niets aan je fiets bungelen. Maar waarom op je rug en niet aan de voorkant? Uit een borstzakje kan je tijdens het fietsen een appel opvissen. Of een zakdoek, als je je neus wilt snuiten. Met een rugzakje moet je daarvoor afstappen. En hoe gaat dat in de trein en in de bus? Iedereen botst tegen je bult. Wat voor schade richt je aan in een porseleinwinkel als je je pinpas wilt pakken? Wat zijn uw plannen? Als u nog geen rugzakje hebt, gaat u er dan één kopen? Koopt u een iPod en gaat u twitteren? Vooralsnog: voor u en de uwen van harte alle goeds in 2011. Ben de Boer
De Oud-Utrechter, de gratis krant voor de echte Utrechter Deze nieuwe krant – het eerste nummer verscheen in september – is een welkome aanvulling op het verenigingsblad Oud-Utrecht en (bepaalde) artikelen in Ons Utrecht en het Stadsblad. Er is veel aandacht voor historisch Utrecht. Ook zijn er rubrieken zoals Tante Post en Oproepjes. Henk Westbroek schrijft een column: een HWtje. Een ‘Er op uit! kalender’ completeert het geheel. De Oud-Utrechter verschijnt elke veertien dagen en kan gratis worden afgehaald op veel adressen in Utrecht (waaronder het Gilde) en aangrenzende gemeenten. Het is ook mogelijk een abonnement te nemen (€ 49,90 per jaar). Gilde Utrecht Nieuws
14
jaargang 11 nummer 4, december 2010
geef de pen eens door Elf was ik, toen mijn ouders in januari 1971 besloten om vanuit Rijswijk naar de regio Utrecht te verhuizen. De keuze viel op een moderne nieuwbouwwoning in Zeist, met uitzicht op de bossen. Omdat ik in de zesde klas van de lagere school zat, was het niet zo handig om voor dat laatste half jaar op zoek te gaan naar een nieuwe school. Doordeweeks mocht ik logeren bij een vriendinnetje in Rijswijk en iedere vrijdagmiddag ging ik alleen ‘op reis’ om het weekend bij mijn ouders door te brengen. Dat was een spannend avontuur: eerst met de bus naar Voorburg en vervolgens met de trein naar Utrecht. Ik herinner me nog hoe ik daar op het oude station op de bus naar Zeist zat te wachten. Aan de overkant stonden van die grote, statige panden. Vervallen, dat wel, en gekraakt door langharige types die de boel hadden opgeschilderd in felle kleuren. In de zomer kwamen de klanken van de ‘flowerpower’ muziek je tegemoet door de opengeschoven ramen. Mijn middelbare schooltijd speelde zich voornamelijk af in Zeist; de ‘grote stad’ Utrecht was ver weg. Behalve wanneer ik op donderdagavond met mijn moeder mee mocht om samen nieuwe kleren te kopen. We begonnen dan altijd in Van Angeren, haar favoriete restaurant omdat ze dat nog kende van vroeger. Het leukste was om in de kelder te eten, waar ik altijd gefascineerd zat te kijken naar de ouderwetse dienstlift. Een niet al te bescheiden bel kondigde de komst van de dampende schalen met eten aan. En na afloop van de maaltijd stapelde de ober de vuile vaat hoog op, waarna de lift al piepend en krakend weer uit het zicht verdween. Utrecht heb ik pas beter leren kennen toen ik Engels ging studeren. Een deel van de universiteit was al naar de Uithof verhuisd, maar de faculteit Letteren bleef achter in het centrum. Menig tussenuur zwierf ik met mijn medestudenten over de grachten. Na mijn terugkeer uit Engeland, waar ik een jaar aan de universiteit van Southampton studeerde, lukte het om een etage in de binnenstad te huren. Een monumentaal pand, dat op de nominatie stond om gerestaureerd te worden. Als je de keukenkastjes opendeed scheen het zonlicht door de buitenmuur naar binnen. De ‘badkamer’ was een roestige douchebak in een uitbouw op zolder waar ’s winters de ijsbloemen op de ramen stonden. En de jaargang 11 nummer 4, december 2010
poten van mijn bed moesten aan één kant met blokjes van tien centimeter worden opgehoogd, zo scheef was de vloer. Maar al die ongemakken vielen in het niet bij de charme van het wonen in de binnenstad en de sfeer van zo’n
historisch pand met hoge plafonds, glas-in-loodramen en een prachtige houten schouw. Ik werd begunstiger van het Utrechts Monumentenfonds, de verhuurder van het pand, en deed een paar jaar vrijwilligerswerk voor de werkgroep Publiciteit.
15
Op een gegeven moment kon de restauratie van de woning aan de Springweg niet langer worden uitgesteld. Ik moest verhuizen en verruilde noodgedwongen de binnenstad voor een van de buitenwijken van Utrecht. Met een vaste baan als eindredacteur van een tijdschrift kon ik uiteindelijk een riante bovenwoning uit de jaren twintig van de vorige eeuw bemachtigen. Nu woon ik al weer jaren met veel plezier in Zuilen aan de Amsterdamsestraatweg, tegenover het Julianapark. Het uitzicht op de vijver (mét fontein), de joggers, luierende studenten en de gymclub voor 65-plusdames, die iedere dinsdagmorgen – weer of geen weer – trouw hun oefeningen afwerken, verveelt gelukkig nooit. Door een vervelend ongeluk waarbij mijn knie werd verbrijzeld, belande ik tien jaar geleden in de WAO. Na een operatie, langdurige revalidatie en nog een operatie ben ik inmiddels – voorzien van een knieprothese - weer wat mobieler. Eindeloos zwerven over de grachten is er helaas niet meer bij, maar ik fiets met plezier iedere vrijdagmiddag naar de Lange Smeestraat! Ik geef de pen door aan Wybo Zoutman, rondleider. Angelique van Vondelen, baliemedewerker Gilde Utrecht Nieuws
Gilde Utrecht Nieuws Gilde Utrecht Nieuws
agenda + mutaties Gildecafé Plaats: Café van Wegen, Lange Koestraat 15, Utrecht 15 februari 2011: Lodewijk Brunt, Raj Mohan, De samenleving in Bombay en Indiase dichtkunst + muziek 15 maart 2011: Fred Nuwenhuis, Markeringen in de stad 19 april 2011: Jan de Rode, 3D-reconstructies o.a. bekend van de dvd ‘750 jaar Gotische Dom in Utrecht’
Vergaderdata 2011 Bestuur Elke tweede woensdag van de maand van 10.00 – 12.00 uur Ruimte: afwisselend bij Paul Vergeer en Frits Wensing 9 februari; 9 maart; 13 april; 11 mei; 8 juni; 14 september; 12 oktober; 9 november; 14 december
Coördinatiecommissie rondleiders Elke eerste donderdag van de maand van 10.00 – 12.00 uur Ruimte: Gildekantoor 3 februari; 3 maart; 7 april; 5 mei; 9 juni; 1 september; 6 oktober; 3 november; 1 december
Plenaire bijeenkomst rondleiders dinsdag 22 maart en dinsdag 25 oktober
Balievergaderingen maandag- of donderdagmorgen 11.00 – 13.00 uur Ruimte: Gildekantoor ma. 14 februari; do. 31 maart; ma.9 mei; do. 30 juni; ma. 5 september; do. 20 oktober; ma. 12 december
Coördinatievergadering Taalaanbieders
Evenementen rondleiders
woensdag 10.00 – 12.00 uur Ruimte Gildekantoor 2 maart
Voorlopige data zijn 25 januari: Erwtensoepbijeenkomst, 22 februari: Wervenrestauratie; 26 april: Postkantoor Neude; 24 mei: Wandeling langs platanen; 28 juni; 27 september; 25 oktober; 22 november
vrijdag 17 december 2010 tot maandag 3 januari 2011.
Nieuwe rondleiders mevr. J. Keijmel, de heer A. van Wijk
Nieuwe aanbieders mevr. A. Elgazaerly, Engels en Arabisch; de heer C. Verrips, Samenspraak; mevr. A. Battenberg, Verhalen van Vroeger; mevr. A.Tilanus, Samenspraak.
16
Het Gilde is gesloten:
Aanbieders weg mevr. M. de Haas, Duoproject; de heer J. van Hemel, Spraakmakend; de heer A. v.d. Kamp, computerhulp en hulp bij scripties; mevr. S. Berendsen, Samenspraak; mevr. B. Karreman, Spraakmakend; de heer B. Felix, Spraakmakend; de heer H. Putman, Spraakmakend; mevr. W. Hol, Samenspraak. jaargang 11 nummer 4, december 2010