Gilde Utrecht Nieuws 20-jarig jubileum Gilde Utrecht
Springlevend en op de toekomst gericht jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
1
Gilde Utrecht Nieuws
redactie Van de redactie 2009, het jaar waarin Gilde Utrecht feestviert! Twee decennia vrijwilligerswerk rondom de Dom is, verhoudingsgewijs, uitgegroeid van ‘Creatief met Kurk’ tot ‘Kunstig en Kundig kijken’ naar mens en maatschappij. Alle hulde waard dus.
Colofon Doelstelling: Gilde Utrecht is een 50+ vrijwilligersorganisatie voor jong gepensioneerden, die hun talenten - opgedaan in werk en hobby - belangeloos willen inzetten voor Utrechtse stadgenoten.
Aan dit nummer werkten mee Geert Boorsma, Henk Denneman, Gerrit Hesselink, Bram van der Kamp, Ben Ravelli, Wolter te Riele, Jan van Schaik, Ton Viguurs.
Redactie Jonne Blommendaal, Iemy Bulthuis, Jeanne van den Heuvel, Joke Streefkerk, Aart de Veer.
Secretariaatsadres Gilde Utrecht, Lange Smeestraat 7, 3511 PS Utrecht. Tel. 030 234 32 52; e-mail post @gildeutrecht.nl
Drukkerij Drukkerij All Print te Utrecht
voor ons geen reden van bestaan. Komende eerste septemberdag zijn er de feestelijkheden omtrent dit alles en maken we de stad ‘onveilig’ met onze onzichtbare feestmutsen en ongehoorde hymnes aan de wondere wereld van onze stad en omgeving. Maar eerst leest u in dit jubileumnummer nog alles over, onder andere, een Gildecafé, een tegeltableauwandeling, de ervaringen van een coach, het schrijven van levensverhalen en de geschiedenis van een Gildelid van het eerste uur. Of u nu gepassioneerd thuisblijft als vakantieganger of met verve de grens passeert: uw leesplezier is gegarandeerd. Dat hopen we van harte althans.
Met dank aan de vele aanbieders, zoals onze rondleiders van (z)werftochten langs Utrechts grachtengordels, musea, begraafplaatsen, architectonische (merk)waardigheden, (binnen)tuinen en in brons gegoten geschiedenishelden/ heldinnen, etcetera. Onze taalexperts kunnen daar ter plaatse nog literatuur van maken en onze baliemedewerkers weten daar acuut naar te verwijzen. Hierbij vergeet ik de aanbieders van alle overige kunsten en kundigheden niet, maar ik heb slechts een grove greep kunnen doen uit ons uitgebreid arsenaal aan vrijwilligers. Tegelijkertijd gaat onze dank uiteraard naar onze ‘cliëntenbestand’, want zonder hen
Zoals we hopen u na de zomer weer gezond en wel aan te treffen op ons zomerfeest. Joke Streefkerk
Inhoudsopgave pag
3
Oplage 275 ex.
Twintig jaar geschiedenis in beeld 5
Foto’s
Van de bestuurstafel
Jeanne van den Heuvel, tenzij anders vermeld.
Sluitingsdatum kopij jrg. 10 nummer 4 Uiterlijk 19 oktober 2009
Foto omslag De Pandhof De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden kopij in te korten. De inhoud van ingezonden kopij valt buiten de verantwoording van de redactie. Gilde Utrecht Nieuws
5
Rondleidingen Tegeltableaus bekijken Fort Blaukapel geopend
7 7
Rondleiders op Begraafplaats St. Barbara ADHOC-muziek Open Monumentendag Ervaringen van een coach
8 9 9 9
Conversatie Nederlands Een taal leren doe je niet alleen
2
pag
Projecten
Interne berichten Van de coördinator-directeur
10
Levensverhalen schrijven Verhalentafel in Leidsche Rijn
11
Geef de pen eens door
12
Column
12
In de schijnwerper Interview met Paul Vergeer Interview met Toos van de Laar Interview met Wiene Alma
Lustrumcryptogram
13 15 17
19
Twintig jaar geschiedenis Gilde Utrecht 20 Mutaties, Agenda
23
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
INTERNE BERICHTEN Van de coördinator-directeur De afgelopen weken was het een komen en gaan van Gildemensen van en met vakantie. Opgebrand of uitgerust, het is met elkaar gelukt om een jubileumnummer te maken dat in het teken staat van heden, verleden en toekomst. Het was verrassend om aan de hand van archiefmateriaal door de tijd te gaan en te constateren hoe het allemaal veranderde op het Gildekantoor. Persoonlijk mocht ik hiervan de laatste zes jaar getuige zijn. Dat het Gilde toekomst heeft blijkt uit de plannen die er volop zijn. Er zit dus nog genoeg muziek in en dat gaan we dan ook vieren op 1 september aanstaande. In deze rubriek tussen alle drukte door nog even een korte terugblik op de afgelopen periode. Afscheid drukkerij Pelmolen Na zes nummers Gilde Utrechts Nieuws, gedrukt door het familiebedrijf Pelmolen, moeten we alweer afscheid nemen van deze prettige samenwerking. De eigenaar, Engelbert Knibbe, gaat met pensioen. Er is een opvolger gezocht, die de stijl en service van Pelmolen benadert. Dit is drukkerij All Print, een drukkerij op de Westerkade. Dit jubileumnummer is dan ook afkomstig van deze nieuwe drukkerij.
Leeskring Duitse literatuur In juni is de leeskring Duitse literatuur van start gegaan met zes deelnemers. De leeskring wordt begeleid door een Gildevrijwilliger, een voormalig docent Duits. Heeft u belangstelling voor deze leeskring geef u dan op bij Ulli Hild. Zij is op woensdagmiddag tussen 14.00 uur en 16.00 uur op het Gildekantoor bereikbaar.
Uitstapje Gilde Utrecht vrijdag 15 mei 2009 Het jaarlijks balie-uitstapje ging deze keer per streekbus naar Wijk bij Duurstede. Het prachtige zomerweer laat de groep van vijftien vrouwen toch een beetje in de steek, maar daar trekt niemand zich iets van aan. In de traditie van Gilde Utrecht starten wij met een stadswandeling. Tussen de buien door worden ons door een stadsgids de mooiste plekken van Wijk bij Duurstede getoond. De balie mag dan gesloten zijn vanwege dit uitje, er wordt vandaag wel reclame gemaakt voor ons Gilde, want ook hier zien wij Gilde-Utrechtparaplu’s. Net als het hard begint te regenen, komen wij aan bij de Johannes de Doperkerk. Deze kerk, die in 1365 als parochiekerk in gebruik werd genomen, werd
later een kerk voor de Protestanten en Gereformeerden. Deze kerk domineert het hart van de stad. De toren van deze kerk had hoger moeten worden dan die van de Domkerk in Utrecht. Maar het geld raakte op en de toren is nooit afgebouwd. Wijk bij Duurstede heeft tijden van rijkdom en armoede gekend. Beide hebben hun sporen nagelaten. De oude volkswijk met uitzicht op het kasteelpark is al jaren weer gerenoveerd, maar de verhalen uit vroegere perioden leven nog volop. Het is droog als we door het prachtige kasteelpark lopen, een plek waar menig bruidspaar zich graag laat fotograferen. Ook wij laten ons daar vereeuwigen. De
Netwerk Zilveren Kracht Gilde Utrecht maakt sinds het voorjaar 2009 deel uit van het netwerk Zilveren Kracht van de gemeente Utrecht. Doel van het netwerk is het ondersteunen van het beleid van de Gemeente Utrecht gericht op ‘jong gepensioneerden vrijwillig aan de slag’. Alle Utrechters die in 1946 geboren zijn hebben van de gemeente Utrecht hierover informatie gekregen. Op 10 november 2009 verzorgt Gilde Utrecht voor dit netwerk een workshop waar Utrechters, geboren in 1946, voor worden uitgenodigd. Zie ook www.watdoennajepensioen.nl.
stemming zit er goed in en na gebruik van een gezamenlijke lunch keren we weer per bus huiswaarts. Met dank aan de organisatoren van dit prima verzorgde uitje, Agnes Halfhuid, Emma Hiddinga en Toos van de Laar, hoopt iedereen volgend jaar weer van de partij te kunnen zijn. Johannes de doperkerk
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
3
Jeanne van den Heuvel Gilde Utrecht Nieuws
twintig jaar geschiedenis in beeld
2005 verhuizing Lange Smeestraat
2005 rondleiders
1992 aanbieder lezing Denemarken
1989 Etalage Haverstraat
Viering 15-jarig bestaan
1999, 10-jarig bestaan Wethouder P. van der Linden en voorzitter J. Koopman 2000 Uitgave 10e Gildegids
Gilde Utrecht Nieuws
4
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
van de bestuurstafel De bestuurstafel is in de maanden juli en augustus vrijwel leeg. Sinds een paar jaar vinden wij dat als de Tweede Kamer enkele maanden met zomerreces kan gaan, wij dat als Gildebestuurders zeker ook moeten kunnen. En ik moet zeggen, het is wel lekker om even geen verplicht vergaderrepertoire te hebben. Gewoon even weg met vakantie, weg uit het dagelijkse ritme, even geen telefoontjes, de krant een poosje niet lezen en vooral geen narigheden. Om in Tour de France-termen te spreken: Gedachten op nul en blik op oneindig. 20-jarig jubileum 1 september vieren we met hopelijk zoveel mogelijk vrijwilligers het 20-jarig bestaan van Gilde Utrecht. We gaan een viertal hoogtepunten van Utrecht bezoeken, dus we blijven in en om de stad, zodat we niet de hele dag in de bus zitten. Het zijn eigenlijk maar kleine stukjes om ons als groep te verplaatsen. Er wordt die dag gezorgd voor consumpties, lunch etc. zodat u niets hoeft mee te nemen. Er zullen ook genoeg sanitaire stops worden ingepland.
Wat moet ik aan? Niets bijzonders, gewoon casual, geen officiële kleding of iets dergelijks. Er wordt ook weinig gewandeld, dus mensen die slecht ter been zijn kunnen ook gewoon mee. We zullen van wat bijzondere uitzichten gaan genieten, dus neem uw camera mee en vooral uw goede humeur. We vertrekken om 9.30 uur vanaf de Inktpot. Dat is aan de Catharijnesingel, vlak bij het Centraal Station zodat iedereen gemakkelijk met bus of trein naar het punt van vertrek kan komen. Fietsers zetten hun fiets in de stalling Laag-Catharijne aan de Catharijnesingel onder de Radboudtraverse. We zullen om 17.30 uur terug zijn op ons vertrekpunt. Voor de Inktpot zal een bus van de firma Verhoef uit Bodegraven klaar staan, waarmee we naar ons eerste bezoekpunt gaan, waar we om 10.00 uur aankomen.
ben, waar we met veel plezier op terug kunnen kijken. 1 september hebben we mooi weer besteld, dus dat wordt een dag om naar uit te kijken.
Gildecafé 15 september 2009 Ja, u leest het goed. Gilde Utrecht gaat een serie gezellige avonden organiseren voor alle vrijwilligers met aanhang. Het plan hiertoe is ontstaan uit de behoefte van vrijwilligers om elkaar ook eens in een andere omgeving te ontmoeten, waarbij je ook eens over wat anders kunt praten dan de normale Gildebezigheden, waar je ervaringen met elkaar kunt delen of gewoon zo maar voor het gezellig samenzijn. Het plan is om de derde dinsdag in de maanden september, oktober, november 2009 en vervolgens in de maanden februari, maart en april 2010 een avond te organiseren waarbij we proberen een spreker uit te nodigen die ons in zo´n half uur à drie kwartier iets vertelt en iets laat zien om daarna onder het genot van een glaasje nog wat na of bij te praten.
Waar
Het bewegen met een grote groep is altijd een tijdrovende aangelegenheid. Er zal die dag dus een beroep gedaan worden op alle deelnemers om gedisciplineerd de aanwijzingen van de marshalls te volgen, zodat we binnen het geplande tijdschema kunnen aankomen op en vertrekken van de verschillende afgesproken plaatsen. Daar staan mensen klaar om ons van dienst te zijn en ervoor te zorgen dat we een heugelijke dag heb-
De avonden worden gehouden in Café Van Wegen, Lange Koestraat 15. Dat is vlak achter het plein Vredenburg, achter C & A. De Lange Koestraat inlopen vanaf de Jacobsstraat is vijf passen naar de ingang. Café Van Wegen is een keurige gelegenheid, waar geen onvertogen woord valt. Zondaars worden verwijderd, dus een gelegenheid voor iedereen geschikt, ook voor mensen die nog nooit in een café geweest zijn. We beginnen omstreeks 20.00 uur en we eindigen omstreeks
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
5
3 bestuursleden
22.00 uur, maar u kunt natuurlijk op eigen gelegenheid nog een poosje nablijven. Zeker nu een aantal vrijwilligers van Gilde Utrecht hun activiteiten voor de organisatie wat aan het terugschroeven zijn vanwege ouderdom of lichamelijke probleempjes, lijkt het ons leuk om toch een punt van samenkomst te creëren. Mensen die overdag nog werken kunnen makkelijker naar een avondbijeenkomst komen.
Spelregels De spelregels zijn heel eenvoudig. Wij zorgen voor het programma en een aardigheidje voor de spreker en u zorgt zelf voor de consumpties, want de caféhouder moet natuurlijk ook bestaan. Iedereen is van harte welkom ook wie niet actief is als Gildevrijwilliger. Café Van Wegen ligt vlak bij de bushaltes van het Centraal Station en in de Lange Koestraat is onder de winkel van Van Haren een fietsenstalling, dus deze plek moet voor iedereen veilig te bereiken zijn en de fietsers kunnen vanuit de stalling ook nog met hun eigen fiets naar huis. Dus: Allen van harte welkom op 15 september bij het eerste Gilde Café. Paul Vergeer, voorzitter Gilde Utrecht Nieuws
van de bestuurstafel Inschrijfgeld Samenspraak en Vreemde talen Het bestuur heeft besloten een inschrijfgeld van € 15, - te vragen voor de activiteiten Samenspraak en Conversatie Vreemde talen. Dit zijn eigen activiteiten van Gilde Utrecht ter ondersteuning van mensen (individueel) die het Nederlands of een vreemde taal (beter) willen leren beheersen. De groepsactiviteiten van Bureau Inburgering (Spraakmakend) en Portes (Voortburgeren) vallen hier niet onder. Voor de inzet van Gildevrijwilligers bij die activiteiten betalen de betrokken instellingen een vergoeding aan Gilde Utrecht. Het gaat om een proef voor een periode van een jaar, ingaande 1 september 2009 en alleen geldend voor mensen die zich vanaf die datum melden voor een van deze activiteiten. Wanneer het contact tussen deelnemer en vrijwil-
liger tot stand is gebracht, ontvangt de deelnemer een schriftelijk verzoek van de balie om het inschrijfgeld te voldoen. Het inschrijfgeld dient als een bijdrage in de kosten van de bemiddeling tussen aanvrager en aanbieder. Het bestuur vraagt deze deelnemersbijdrage om Gilde Utrecht in financieel en bedrijfseconomisch opzicht wat sterker te maken. Dat is ook in lijn met de algemene subsidieverordening van de gemeente Utrecht. In principe zouden
tegenover kosten bij elke activiteit eigen inkomsten moeten staan. Het is duidelijk dat dit niet altijd mogelijk is, zeker niet als het om kostendekkende inkomsten zou gaan. Het is wel mogelijk om bij elke activiteit een zorgvuldige afweging te maken van wat wenselijk en mogelijk is. Het bestuur heeft daarmee nu een begin gemaakt en het zal nauwlettend volgen wat dit besluit teweegbrengt. Wolter te Riele, secretaris
baliemedewerkers in Wijk Bij Duurstede
Gilde Utrecht Nieuws
6
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
Rondleidingen Tegeltableaus bekijken: een evenement! Op 28 april 2009 was er voor de baliemedewerkers en rondleiders van het Gilde weer een evenement en wel een excursie langs tegeltableaus in de binnenstad van Utrecht. Het was slecht weer – daarom waren veel rondleiders weliswaar van neus tot voeten in plastic gehuld, maar klaar om mee te gaan en het prachtige verhaal van Frans Landzaat aan te horen. Veel tableaus kenden we natuurlijk al, want er zijn in de loop der jaren boekjes verschenen over (historische) muurreclames in Utrecht, uitgegeven door de Werkgroep Directe Voorzieningen van de gemeente Utrecht en daarin komt een aantal van de bezochte tegeltableaus voor. Maar Frans Landzaat kende er nog meer en dat bleek. Hij wist ook wie de maker was van de verschillende tableaus en hij kon vaak vertellen wat ze indertijd gekost hadden. Als je die prijzen hoort denk je: ”Doe mij er maar een stuk of tien”, maar ja, dat waren andere tijden met andere prijzen. De ontwerpers en producenten van al dit moois werden ook met naam en toenaam genoemd (zie kader). Aardig is ook, dat je af en toe denkt naar een tegeltableau te staan kijken, maar dan blijken de inmiddels in slechte staat verkerende tegels achter een plaat te zitten die opnieuw beschilderd is en gewoon voor de slechte tegels is gemonteerd. Maar ja, eerst sta je wel mooi met zijn allen te juichen voor het prachtige tableau! Frans deelde ook nog foldertjes uit van de Stichting Historie Grofkeramiek, die gevestigd is in Makkum. Kwamen ook niet een hoop tegeltjes en vaasjes uit een fabriek aldaar? In ieder geval heeft iemand van die fabriek een nieuwe website ontwikkeld - www.encyclopediegrofkeramiek.nl - waarop de Encyclopedie Grofkeramiek te raadplegen is. Veel informatie over alle tegeltjes in Nederland is er te vinden, waarbij je onder andere kunt zoeken op provincie, plaatsnaam, ovennaam, naam van de eigenaar en type fabriek. Aan het eind van de wandeling brachten we ook nog een bezoek aan de voormalige De Gruijterwinkel bij de Weerdsluis, waar de beheerder een uitvoerig betoog hield over de geschiedenis van het pand en uiteraard over de prachtige
tegeltableaus die daar hingen uit de tijd van ´Het snoepje van de week´ en ´10% goedkoper’. Dat was niet vol te houden en later is het een Marokkaans koffiehuis geworden. Ook wij waren aan koffie toe en dus gingen we naar Café Weerdzicht voor de afsluiting. Helaas ging niet iedereen mee. Het zijn altijd gezellige momenten waarin we ervaringen uitwisselen en napraten over de belevenissen tijdens de tocht. Tegeltableaus van veel Jugendstilpanden passeerden nog even de revue. Frans bleek er zelfs enigen in zijn tas te hebben. Jan van Ee bedankte Frans Landzaat hartelijk en bood een cadeau aan. Frans wil nog een keer een wandeling verzorgen, dan in een ander deel van de stad en hij heeft beloofd dan voor goed weer te zorgen. Paul Vergeer en Henk Denneman Bezochte panden met tegeltableaus (1892-1923): Bakkerstraat 20, Catharijnesingel 60 (nu Gerechtshof) en 78, Mariahoek 1/A, Mariaplaats 2, Oudegracht 92 en 163, Steenweg 65 (Schaap Citroen), Weerdsingel O.Z. 28 Ontwerpers en fabrieken: Mitscherlich (Fa. Van Hulst, Harlingen), Oostveen, Molkenboer en Van den Bosch (De Holland, Utrecht), Fa. Westraven (Utrecht)
Tableau voormalig De Gruijterwinkel foto Paul Vergeer
Fort Blaukapel geopend op 18 mei 2009 Een korte introductie en uitleg over de restauratiewerkzaamheden aan het Fort, onder andere de bomvrije ruimte (in gebruik bij Scouting Utrecht), het wachthuisje en de nieuwe fietsbrug, ging vooraf aan de verrassende opening. Voorafgegaan door een ‘streetparade’ jazzgezelschap liep een stoet van genodigden en belangstellenden naar de nieuwe fietsbrug. Wethouder Harm Janssen en gedeputeerde Anneke de Raven verrichtten de opening door op een tandemfiets een grote foto met de plattegrond van het fort te ‘doorboren’. Vervolgens ging het gezelschap weer terug naar het voorterrein van de bomvrije kazerne om onder het genot van een glaasje en een hapje na te praten. Blauwkapel is een van de acht forten rondom de stad Utrecht die een nieuwe functie heeft gekregen. Er zijn 32 huizen (waarvan 16 nieuwe) gebouwd en er is ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid. De gracht is gerestaureerd. Eerder zijn al Fort de Bilt en Fort aan de Klop opgeknapt. Onder de genodigden bevonden zich de Bert Groeneveld, Els Lagas en Ton Viguurs, allen van Gilde Utrecht. Ton Viguurs
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
7
Gilde Utrecht Nieuws
Rondleidingen Rondleiders op begraafplaats St. Barbara In het kader van de éducation permanente van de rondleiders werd op 26 mei 2009 een bezoek gebracht aan de R.K. begraafplaats St. Barbara aan de Prinsesselaan in Utrecht. De heer dr. Ton H.M. van Schaik, deskundige op het gebied van de geschiedenis van de R.K. kerk in Nederland leidde ons rond. Hij zag kans deze in beginsel tot droefheid stemmende omgeving voor ons tot een levendige plaats van herinnering te maken. Ik zal zijn toelichting niet punt voor punt samenvatten. Wij kregen na afloop zijn boekje ´Gewijde Aarde´ met een beschrijving van deze begraafplaats. Het zal ongetwijfeld ook een plaats vinden in de Gildebibliotheek. Zo kunnen we een en ander nog eens uitgebreider nalezen. Toch wil ik nog enkele onderdelen aanstippen. De begraafplaats is in 1875 tot stand gekomen. Hij vormt aldus een mooie illustratie van de geschiedenis van de kunst op en bij grafmonumenten sindsdien, met de door Tepe ontworpen kapel en bijgebouwen als kenmerkende beginpunten. Verder is veel aandacht besteed aan de – uiteraard geplande – natuur, fraaie lanen met de namen van de naastgelegen rijen bomen. Ook vormt St. foto Paul Vergeer Barbara een illustratie van het ´Rijke Roomse leven´, of moeten we zeggen sterven, sinds 1875: Aartsbisschoppen en Zusters van Liefde in speciaal gebouwde crypten, andere (Aarts)bisschoppen, pastoors en andere priesters in een nauwe kring om de kapel. Slechts één vrouw ertussenin, de zeer bejaarde moeder van één dezer heren. Een zeer mooi graf was wel dat van priester F.C. van de Bilt in rood graniet met mooie bronzen plaquettes van de hand van Theo van de Vathorst, waarop een citaat van Ch. Pégui: L’attente d’ une mort plus vivante que vie (Het wachten op een dood, die meer leeft dan leven). Gilde Utrecht Nieuws
Ook veel vooraanstaande katholieke burgers zijn hier begraven: zoals J.F. van Seumeren met bij het graf een ontroerende pietá gemaakt door zijn zoon René, die ook het beeld van Bartholomeus maakte voor de brug bij het gelijknamige gasthuis en mr. A.W.K. Ariëns, voorzitter
van Eduard Struick en zijn liefde voor de stad, haar geschiedenis en voor het Gilde. Paula Struick, ook aanwezig, was erkentelijk voor onze aandacht en meldde dat Eduard gelukkig nog van veel meer dingen had gehouden. Het R.K. karakter is overigens de laatste jaren duidelijk teruggetreden ten behoeve van een meer algemene doelstelling. Zo is er het monument voor militaire gevallenen tussen 1945 en 1962 in Indië en Nieuw Guinea, en de graven van Utrechtse militaire gevallenen in de Tweede Wereldoorlog, terwijl ook tegenwoordig veel niet-katholieken op St. Barbara worden begraven.
van de St. Vincentius-vereniging, wiens zoon Alphons, belangrijk in de katholieke vakbeweging, door de toenmalige aartsbisschop te rood werd gevonden, en vele anderen. We stonden ook stil bij het graf van de medeoprichter van het Gilde, Eduard Struick. Dit graf met zonnewijzer, refererend aan de oudste zonnewijzer van Nederland namelijk die aan de Jacobikerk, wordt gedekt door een plaat met de contouren van het middeleeuwse Utrecht. Ben Ravelli hield een kort in memoriam. Hij noemde het plotseling overlijden
8
Een bijzonder gedenkteken is van recente oorsprong, Allerzielen 2003, namelijk het monument voor hen die in ongewijde aarde moesten worden begraven, vooral kinderen, die direct bij de geboorte waren gestorven en daardoor ongedoopt waren gebleven. Gelukkig is de R.K. kerk teruggekomen op dit leerstuk, dat al terugging tot Augustinus. Na afloop van de rondleiding bood St. Barbara ons koffie aan en bedankte Jan van Ee de rondleider, die zijn kennis op zulk een plezierige wijze met ons heeft gedeeld. Gerrit Hesselink jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
Rondleidingen Gilde Utrecht ERVARINGEN VAN EEN COACH loopt voor de Het is een volstrekt nieuwe aanpak ADHOC-muziek om bij Gilde Utrecht met coaches te gaan werken. Zelf ben ik jarenlang lid uit geweest van de aannamecommissie.
Je hebt dan wel een diepgaand contact met een aspirant, maar dat contact is even diep als kortstondig geweest. Er zat een behoorlijke ‘gap’ tussen het eerste gesprek en de proefwandeling. In zekere zin werd de kandidaat als een jonge vogel toevertrouwd aan eigen vleugels. Maar alles en iedereen moet van anderen leren vliegen.
Eind vorig jaar werd Gilde Utrecht door het amateurorkest ADHOC uit Utrecht benaderd om op 14 juni 2009 een wandeling voor haar musici, en de vrienden- en sponsoren van het orkest te organiseren. Dit ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan. Men verwachtte ongeveer 220 wandelaars. Het ADHOC-orkest bestaat uit circa veertig enthousiaste amateurmusici die met veel plezier samenspelen. Dat plezier delen ze graag met mensen die in hun dagelijks leven niet zo gemakkelijk in aanraking komen met klassieke muziek. Ze hebben een rijke traditie van spelen in zorginstellingen en scholen. Het spreekt vanzelf dat ons Gilde dit verzoek van ADHOC positief heeft beantwoord. In de afgelopen maanden hebben er drie besprekingen plaatsgevonden, tweemaal werd een muziekuitvoering van ADHOC bijgewoond en het kwam tot een druk e-mailverkeer. Het was erg leuk en inspirerend om met zulke enthousiaste en creatieve musici samen te werken die ondanks hun drukke dagelijkse werkzaamheden een dergelijke festiviteit van de grond weten te trekken. Er is van hun hand zelfs een wandelboekje verschenen over het muzikale heden en verleden van Utrecht, inclusief alle locaties in Utrecht die van muzikaal belang zijn, getiteld ‘Achter de muziek aan!’ Stadswandeling door Utrecht. Dit boekje beschrijft op levendige wijze vijfhonderd jaar muziekleven in Utrecht met onder andere Mozart, Schumann en Brahms en de internationaal bekende Louis Andriessen die in de Herenstraat woont en onlangs vijfenzeventig jaar is geworden. Kan dit boekje de aanleiding zijn tot een themawandeling? Een retorische vraag waar muziek in zit. De dag was mooi en u hoort er nog meer van!
Geert Boorsma
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
Het systeem van de coaching wil in die ´gap´ voorzien. Ik moet zeggen dat het een heel aparte ervaring is waarvan het resultaat volledig afhankelijk is van de intermenselijke relatie. Mensen zitten Ben Ravelli en Wybo Zoutman onder meer zo in elkaar dat zij spontaan foto Rem Laan reageren met iemand wel sympathiek vinden of niet. Dat is allemaal prima vista-gebeuren. Het overkomt de mens, je stuurt het niet zelf. De Gildeleiding kan het proces enigszins sturen. De leiding kent – ook weer enigszins – de twee personen en moet zich er voor hoeden tegendraadse polen te combineren. In mijn geval waren er theoretisch wel uitersten: Rome en Kampen, maar een soortgelijke religieuze opleiding slaat betere bruggen dan autoritaire standpunten aan de top der kerken. Als dan de kandidaat ook nog geboren en jong getogen Utrechter is geweest, is er een hechte basis voor een samenwerking tussen affiniteit voor de stad inclusief de wil zich echte stadskennis te vergaren met door de jaren opgebouwde kennis en wandelgidservaring. Er was zomaar een zeer onderhoudend tweezijdig gesprek van enkele uren aaneen. Terecht staat er in de handleiding voor het coachen van aspirant rondleiders geschreven: sommige aspiranten zijn zelfverzekerd en hebben niet veel steun nodig. Het zou zeer interessant zijn als na een bepaalde tijd de coaches hun ervaringen met de aspiranten zouden kunnen uitwisselen. Ben Ravelli
Open Monumentendag in Utrecht De nationale open Monumentendag vindt dit jaar plaats op zaterdag 12 september. Het thema hiervan is studeren op de kaart, universiteitsgebouwen in Utrecht. U kunt op deze dag diverse monumentale panden bekijken in de binnenstad, Uithof en in de omgeving Biltstraat en Veeartsenijpad. Wederom wordt in de Pandhof van de Dom een Open Monumentendagmarkt georganiseerd, tussen 10.00 en 17.00 uur. Diverse organisaties waaronder Gilde Utrecht staan hier met hun promotiestand. Rondleiders van Gilde Utrecht verzorgen op deze dag gratis rondleidingen door de oude binnenstad. Vertrekpunt van de wandelingen is het Domplein.
9
Gilde Utrecht Nieuws
conversatie nederlands Een taal leren doe je niet alleen Onder dit motto kregen rond 25 taalaanbieders van Gilde Utrecht op 28 mei een training van Merel Borgesius in de Kargadoor aan de Oudegracht. Merel is docent NT2 (Nederlands als tweede taal) aan het ROC in Amsterdam en ook werkzaam als zzp’er (zelfstandige zonder personeel) met specialisatie alfabetisering. Met een duidelijke PowerPoint presentatie voerde de – zoals het hoort héél helder sprekende – docent ons door een groot aantal dia’s. Na een introductie over taalverwerving in het algemeen en wat er allemaal komt kijken bij inburgering ging Merel uitgebreid in op de praktijk van het lesgeven, of dat nu in Samenspraak of in een Duo-project is, of juist klassikaal (conversatie, schrijfgroep). Interactie tussen leraar en leerling is van groot belang: een taal leren doe je niet alleen! Bij eenrichtingsverkeer neemt de leerling veel minder op dan wanneer de docent telkens de gelegenheid geeft tot reactie en gesprek. Ook herhaling van aangeboden stof is heel belangrijk. ‘Begrijpelijk plus één’ kan een leidraad zijn: herhaal de stof rustig, eventueel in iets anders gekozen woorden, en stop er iets nieuws in, maar doseer dat! Het NT2-onderwijs kent zes niveaus: A1 wanneer men 500 woorden kent (en een eenvoudig gesprek kan voeren), A2 met 1000 woorden (met moeilijker gesprekken), B1 en B2 waarbij men zich kan redden in het werk en onderwijs kan volgen op Mbo-/Hbo-niveau, en tenslotte de twee C-niveaus voor mensen die universitair onderwijs volgen en Nederlands (bijna) als hun Moedertaal kan gebruiken. Mensen die nog niet of nauwelijks kunnen lezen of schrijven, de zogenaamde alfa’s, vormen uiteraard een bijzondere, en moeilijke doelgroep, die meestal ten hoogste op A1-niveau communiceert. Het gebruik van de vele adviezen die wij van Merel kregen hangt natuurlijk sterk af van het niveau waarop we lesgeven. De tips voor taalgebruik liepen uiteen van “zeg hetzelfde nog eens op een andere manier (en dus niet harder!)” tot “ga niet (teveel) in op dubbele woordbetekenissen (kale huur – kale buur)”. Naast taaltechnische oefeningen, zoals op het gebied van uitspraak en grammatica (niet teveel!) zijn er talloze werkGilde Utrecht Nieuws
links; Merel Borgesius
Te leen voor taalaanbieders van Gilde Utrecht Van Dale woordenboek Nederlands als Tweede taal, een onmisbaar hulpmiddel voor iedereen die Nederlands leert. Met de 14.000 belangrijkste trefwoorden en de meest gebruikte uitdrukkingen uit het Nederlands. Gilde Utrecht heeft hiervoor vijf leenexemplaren voor een periode van twee maanden. Heeft u belangstelling neem dan contact op met Lies van Dort. Zij is tijdens het baliespreekuur op woensdag en vrijdag tussen 14.00 en 16.00 uur op het Gildekantoor bereikbaar.
vormen, zoals het doen van spelletjes (ganzenbord, scrabble, enzovoort), het gebruiken van internet (uitzending gemist!), tv (jeugdjournaal), het meenemen van reclamefolders, boeken en zogenaamde praatplaten. Fouten als gevolg van het ‘ingebakken zijn’ van de moedertaal zijn natuurlijk legio. We wisten het eigenlijk al, maar hoorden het van Merel nog weer eens: “ik naar markt lopen” verbeter je niet, maar je zegt gewoon “zo, jij loopt naar de markt?”. Directeur-coördinator Jeanne van den Heuvel, die Merel Borgesius aan het begin van de middag welkom heette, dankte haar tegen 17.00 uur hartelijk voor het gebodene. Gezien en gehoord de levendige reacties van ons allen zullen we zeker ons voordeel met deze training en alle gegeven tips doen. taalaanbieders
Een van de deelnemers aan de training vertelt over haar Samenspraak met een Japanse vrouw. Op haar verzoek wordt het gesprek met een kapster nagespeeld (ook als zogenaamd assessment een onderdeel van het inburgeringexamen). Blijkbaar bijzonder nuttig, want na het volgende bezoek zegt de vrouw tegen haar taalaanbieder: “Ik ben je dankbaar want voor ‘t eerst zit mijn haar nu zoals ik hebben wil!” Aart de Veer
10
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
projecten Levensverhalen schrijven en Verhalentafel in Leidsche Rijn Er wordt in dit project samengewerkt met het Centrum Trijn van Leemput en de Vrijwilligerscentrale. Het gaat hier om een ontmoetingsproject tussen jong en oud, autochtoon en allochtoon. Dit project wordt medegefinancierd door het Oranjefonds. De afgelopen periode hebben acht deelnemers meegedaan met de cursus levensverhalen schrijven. Eén van de deelnemers schrijft hierover in deze rubriek. Momenteel vindt de werving plaats van nieuwe deelnemers voor een serie bijeenkomsten Verhalentafel in het najaar 2009. Deze bijeenkomsten vinden plaats bij ‘Gasterij de Buurvrouw’, 1e Oosterparklaan 76, Utrecht. Aanmelden hiervoor kan tot 1 oktober 2009. In het voorjaar 2010 wordt weer gestart met levensverhalen schrijven. De bijeenkomsten vinden negen maal op een woensdagmiddag plaats van 13.30 – 16.00 uur op een locatie in Leidsche Rijn. Data 10, 17 en 24 maart, 7, 14 en 21 april, 13, 19 en 26 mei 2010. De kosten hiervoor zijn € 100,- of met U-pas € 50,- inclusief cursusmap koffie en thee. Begeleiding vindt plaats door Gretha Goettsch van het Centrum Trijn van Leemput. Aanmelden kan tot 15 februari 2010. Opgave voor deze bijeenkomsten kunt u doen per mail aan
[email protected]. Vermeld hierbij uw leeftijd, naam, adres, postcode en telefoonnummer en of het om de Verhalentafel of Levensverhalen schrijven gaat. Zie ook onze website www.gildeutrecht.nl.
Levensverhalen schrijven ‘Leidsche Rijn is het nieuwste deel van de gemeente Utrecht op oud land. Al sinds circa 3000 jaar wonen daar mensen. Niks nieuws onder de zon zou je denken. Nieuw is wel dat er in tien jaar tijd veel huizen zijn gebouwd en dat er nu veel mensen wonen. Wat bracht u naar Leidsche Rijn? Elk mens heeft zijn eigen verhaal’. Deze tekst stond in de advertentie voor de cursus ‘Afzender Leidsche Rijn’. En dat elk mens zijn eigen verhaal heeft, heb ik mogen ervaren. Via een uitgave van ‘Gilde Utrecht Nieuws’ kwam ik er achter, dat er een cursus levensverhalen schrijven voor bewoners van Leidsche Rijn werd gegeven. Schrijven vind ik een leuke bezigheid, maar wanneer kom je ertoe? Zeker als je mag genieten van een pensioen, is er geen noodzaak meer om dingen op papier te zetten. En ook al zou ik dat willen, waar haal ik de inspiratie vandaan? Na een mailtje werd er al snel contact met me opgenomen. Ik mocht me inschrijven voor de cursus. De eerste bijeenkomst was, zoals zoveel kennismakingen, even de kat uit de boom kijken. Maar het ijs was in de loop van de volgende cursusochtenden snel gebroken. De cursusleidster, Gretha Goettsch, wist ons zo te inspireren, dat jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
onze verhalen al snel op papier verschenen. Nadat we ze thuis hadden geschreven, lazen we ze aan elkaar voor. We schreven over heel persoonlijke dingen en ervaringen. Hierdoor leerden we in korte tijd elkaar goed kennen. De sfeer tijdens de cursus werd vertrouwd en ieder van ons voelde zich in een veilige omgeving. Samen hadden we plezier om leuke belevenissen, samen huilden we om droevige gebeurtenissen. Ons werd geleerd hoe aan inspiratie te komen, daarbij ook gebruikmakend van de zintuigen. We speelden met taal, ontmoetten zo de haiku en de tanka, de elf, de limerick en het kwatrijn. Het schrijven vanuit verschillende perspectieven kwam aan de orde. Naast het leren schrijven van een kort verhaal, met de kop, het lijf en een staart, leerden we als deelnemers van de cursus elkaar
11
Jan van Schaik, tevens aspirant rondleider
kennen. We keken er naar uit om niet alleen de verhalen van elkaar te horen op de dinsdagochtend, maar gewoon ook elkaar te ontmoeten en samen de koffie te proeven. De negen weken waarin de cursus werd gegeven waren snel om. Het huiswerk dat elke week opgegeven werd, voelde als een uitdaging. De cursisten waren voor elkaar wildvreemden en werden tijdens de cursus goede kennissen in hun Leidsche Rijn. De adressen werden uitgewisseld en de kennismaking die tijdens de cursus werd geboren, zal zeker verder uitgroeien. Jan van Schaik Gilde Utrecht Nieuws
geef de pen eens door
Column Verleden, heden, toekomst
Mijn eerste vrijwilligerswerk deed ik toen ik tien jaar oud was. Dat was dus in 1959, je weet wel dat jaar met die hete zomer en de hits ‘Hello Mary Lou’ en ‘Och was ik maar bij moeder thuis gebleven’. Op zaterdagen hielp ik de bakker met het rondbrengen van brood door de wijk waar ik toen woonde. De bakker reed op zo’n bakfiets met een houten bak en een klep die in mijn herinnering altijd open stond. Terwijl hij fietste en het zware werk deed, zat ik met mijn linkerbil en been op het spatbord van het rechterwiel. Ik hielp met het aangeven van het brood of door aan te bellen bij de vaste klanten. Als dank kreeg ik op het eind van de dag een krentenbol. Ik was blij met de verantwoordelijkheid die ik die dag gedragen had waardoor ik een stuk belangrijker was dan andere kinderen uit mijn klas. En natuurlijk met die krentenbol.
Bram van der Kamp De pen wordt doorgegeven aan Han Davidse
Ben de Boer foto Iemy Bulthuis
Later heb ik nog wel eens gecollecteerd voor een ongetwijfeld goed doel. In mijn studententijd deed ik vrijwilligerswerk bij de Telefonische Huldienst. Een geweldige tijd. Niet zozeer door het werk wat we aan de telefoon deden, maar door de leuke club mensen die er werkten. Veel vergaderingen waarbij het vooral belangrijk was dat we het leuk met elkaar hadden. En nu dus bij het Gilde,
waar ik als computerhulp graag bij de mensen thuis kom. Ook bijzonder. Tenslotte wordt je zomaar toegelaten in iemands privéleven. Soms staat de computer in de huiskamer, soms word je naar boven geleid als de computer in de slaapkamer staat. Ik ga natuurlijk zo discreet mogelijk te werk, maar het valt me wel op hoe anders iedereen zijn huis inricht. En iedere keer mag ik gratis kennismaken met een andere wereld dan die van mij. Sprekend is ook hoe mensen afscheid van me nemen. Soms met een warme handdruk of een kleine attentie, een enkele keer zonder dat er een bedankje af kan. Het leukst zijn natuurlijk de keren dat ik het computerprobleem heb opgelost en iemand daar dan heel blij mee is. Dan is een warme handdruk meer dan genoeg.
Gilde Utrecht Nieuws
12
Binnenkort is het zover. “Dinsdag 1 september gaan we uit”, lees ik. “Een feestdag voor alle vrijwilligers die actief zijn bij Gilde Utrecht”. Met elkaar drentelen we dan door onze Gildetijd, die bestaat uit heden, verleden en toekomst. Dat wil zeggen: herinneren, waarnemen en verwachten. Er zou een boekenplank te vullen zijn met onze herinneringen. Van de baliemedewerkers, die luisteren naar, en antwoorden vinden op de soms bizarre verzoeken. Van de aanbieders, die in hun contacten met mensen uit vreemde culturen stuiten op een andere manier van denken en doen. Van de rondleiders, waarvoor iedere groep weer een onverwachte ervaring is. Het heden zit wat ingeklemd tussen verleden en toekomst. Volgens een kleinzoon is het heden de tegenwoordige tijd. “Weet je opa, als ik iets tegen u zeg, is dat de tegenwoordige tijd. Als u het gehoord hebt, is het voorbij. Dat is de verleden tijd”. Dan de toekomst. Wij menen de tijd te hebben, maar de tijd heeft ons. Wij denken hem te kunnen gebruiken, maar hij verbruikt ons. De tijd die voor ons ligt, als Gilde, als persoon, is van ongewisse duur. We zoeken naar vastigheid, naar oriëntatiepunten die ons houvast kunnen geven in de chaos van onzekerheden. We zien het snelle tempo waarin de wereld om ons heen verandert. We doen ons best de richting van de veranderingen te bepalen. “Zo”, zeggen we dan, “dat hebben we geregeld”. En de klok is een dwingeland voor ons Nederlanders. Dat zei de tolk van een Oekraїens koor dat om tien uur op het Domplein zou zijn om door Gildegidsen te worden rondgeleid. Na wat heen-en-weer getelefoneer arriveerde het gezelschap om kwart voor elf. “Jullie hebben de klok uitgevonden”, zei de tolk, “wij de tijd”. Dinsdag 1 september gaan we uit. Wij zijn op tijd. Tot dan! Ben de Boer jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
In de schijnwerpers FEESTELIJK WANDELEN NAAR WIJSHEID Op een van zijn balkons beland ik, waar ik Paul Vergeer, voorzitter van het Gilde van de Domstad, ontmoet om een interview met hem te houden ter gelegenheid van Gilde Utrechts twintigjarig jubileum. Vandaar af heb ik een zinderend uitzicht op de gebouwen, de straten, de grachten en het voorjaarsgroen dat al die bezienswaardigheden in de armen sluit. Toen Paul in 2004 bij Gilde Utrecht begon als rondleider, kende hij al die ‘kostbaarheden’ al, geïnteresseerd als hij was in de historische lading ervan. Wat zit er achter zijn ‘helicopter view’? “Als jij het profiel zou moeten schrijven van een voorzitter van het Gilde”, vraag ik Paul even later maar gelijk op de man af, “wat zou jij daarin dan noemen?” “Motiveren,” antwoordt Paul, “je moet mensen weten te motiveren. Dat is inherent aan de functie. En je moet hen met tact benaderen. Geen afstand creëren tussen de ander en jou. Flair hoort daar natuurlijk ook bij.” Paul licht een en ander toe en zegt dat we nu eenmaal in een maatschappij leven waarin alles zich voortdurend wijzigt. En dat je dus op die wijzigingen moet kunnen anticiperen. “Daarbij kom je uiteraard weerstanden tegen,” vervolgt hij, “maar dat hoort erbij.”Prompt gevraagd naar een voorbeeld van weerstand, antwoordt Paul voorzichtig dat dat al in kleine dingen kan zitten. Zo stond er ooit een tafel teveel in een daarvoor te kleine Gilderuimte. Er moest er dus één uit. En nee, dat ging niet zonder slag stoot… “Maar die dingen horen er dus bij,” benadrukt Paul, “de charme van het vrijwilligerswerk moet altijd gerespecteerd blijven.”
Paul Vergeer
“Tja, wat is er intussen niet veranderd bij het Gilde,” zegt Paul. En hij legt uit dat alles te maken heeft met je gereedschapskist: die moet in orde zijn, anders kun je niet aan de slag. Toen Paul, op basis van zijn CV c.q. zijn lange bedrijfskundige kennis en ervaring, alsmede zijn van vroeg af aan meedraaien in de top van verschillende vrijwilligersorganisaties, en nadat hij drie maanden als
rondleider had gefunctioneerd, gevraagd werd in het bestuur van het Gilde zitting te willen nemen, stemde hij daarin toe. Om vervolgens Gildes gereedschapskist nader te beschouwen en te concluderen dat het materiaal daarin herschikt moest worden en aangevuld. “Iedereen kijkt natuurlijk op zijn eigen wijze,” zegt Paul, “en geeft daar op individuele wijze invulling aan. Dat moet ook vooral zo blijven.” En ja, gevraagd als aangever van knelpunten in de organisatie heeft Paul die individuele lijn dan ook aangehouden. (Mede op grond van zijn karakter antwoordt hij desgevraagd dat hij dan ook graag hobbels bij een organisatie aanpakt en uit de weg ruimt). Voor het Gilde resulteerden zijn inspanningen zo al gauw in noodzakelijke vernieuwingen aangaande keuken-, sanitair- en verlichtingsaanpassingen, en een betere telefooncentrale in de Lange Smeestraat.
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
13
“Wat is er in de loop van de tijd veranderd bij het Gilde,” vraag ik Paul, “en hoe zie je het toekomstbeeld van het Gilde daarbij ingevuld? Als je, kortom, verleden, heden en toekomst van het Gilde zomaar eventjes zou samenvatten…?”
Maar ook de invoering van een computernetwerk. En met het laatste moesten er zeker hobbels worden genomen. “Iedereen kreeg uiteraard een computercursus aangeboden,” legt Paul uit, “maar er waren mensen bij die niet met een PC wilden werken. Dus dat betekende voor hen helaas “over en sluiten.” Je hebt natuurlijk de morele plicht mensen niet in een sociaal gat te laten vallen en je wilt ook graag een bindende factor zijn en harmonie creëren, maar…” Even bevlogen als nadenkend zegt Paul dat hij, zoals zijn bedrijfskundige achtergrond weergeeft, een analytisch denker is, en dat je dat soort denken dus ook moet toepassen, wil je een organisatie overeind kunnen houden: “Dat kunstje heb ik wel geleerd.” Dan, wat de toekomst van het Gilde betreft, zegt hij: “We moeten ons verder ontwikkelen. Vooral via de moderne media. We hebben geen Gilde Utrecht Nieuws
In de schijnwerpers groei nodig op commercieel vlak. Meer dan 38% groeien, zoals we dat al hebben gedaan, zit er niet in. Maar goed, de Gildemens is ook professioneel. Diens wensen en initiatieven moeten dus ook worden gehonoreerd. En dat gebeurt. Kijk maar eens naar de Verhalentafel in Leidsche Rijn. En recentelijk nu weer naar de vraag om native speakers van Duits.”
Nog even doorgaand op de beleidsmatige aspecten met betrekking tot de toekomst van het Gilde, vraag ik Paul hoe hij deze ziet. “Beleidsmatig zal in de toekomst de nadruk moeten liggen op het zinvol onderbrengen van het vrijwilligersaanbod in activiteiten,” zegt Paul. En hij vervolgt dat die activiteiten in drie punten kunnen worden gegoten: 1) ze moeten plezierig zijn om te doen, 2) ze moeten gezien worden als een nuttige tijdsbesteding, een hobby, 3) ze moeten invulling geven aan een maatschappelijk belang, enigerwijze zinvol zijn. Paul duidt verder aan, dat we als Gilde moeten voorkomen dat we een ‘bezighouden’-organisatie worden, “want daar zijn er al vele van actief in de stad; op dat terrein moeten we ons dus niet begeven, we moeten ons onderscheiden. Daardoor kunnen er ook hogere eisen worden gesteld aan mensen die zich bij Gilde Utrecht aanbieden.”
“Hoe is het, gerelateerd aan je eigen geschiedenis, eigenlijk zo ver gekomen via je rondleidingen, Paul.” “Tja…Paul graaft, zichtbaar zorgvuldig, in zijn verleden. Hij vertelt dat hij zich, nog voor zijn vrouw en hij als jong gezin naar de VS gingen – daar waar Paul zijn bedrijfskundige kennis zou uitbreiden en waar hij werkte met het begrip ‘The boss isn’t always right, but he’s always the boss’ – op hun wandelingen altijd al afvroeg: “Waar kijken we nu eigenlijk naar?” Pauls interesse in geschiedenis was toen al groot. En zo is het begonnen. Terug uit de VS onderging nu Oudewater, Pauls nieuwe woonstad, hetzelfde lot. Met kennisvergaring over de plaatselijke De Heksenwaag, de Gotiek, De Gevangenenpoort en ga zo maar door. Pauls proces van kijken, data opzoeken en lezen en nog eens lezen, kreeg van hem een stevig vervolg. Tot zijn vrouw op een dag zei: “Is het Gilde niks voor jou?” En zo zit Paul als voorzitter van het Gilde dus ook nog immer vreugdevol vast aan zijn rondleidingen: “Je komt dagelijks nieuwe dingen tegen. Er zijn nog steeds genoeg geheimen over! Ik loop ook met andere rondleiders mee, daar leer ik van. Vervolgens krijg ik dan ook uitermate interessante zaken te horen. Over de Reformatie (een nieuwe themawandeling!), over Luther, de Paus van toen (de Nederlandse kardinaal Adriaan Boeyens), Erasmus, en Karel
V - en over hoe deze grootheden (niet) in de geschiedenisboeken die we op school moesten doorzwoegen worden vermeld!”
“Een laatste vraag Paul, want anders raken we nooit uitgesproken. Welke uitspraak ligt je meer: Wie niet kan gedenken leeft bij de dag” of: “Kijk niet om en blik naar de horizon?” Als daaruit al te kiezen valt tenminste…” “Je keuze verandert naarmate je ouder wordt,” antwoordt Paul. En verder filosoferend zegt hij dat kennis vergaren wat je in je jonge jaren doet, anders gericht is. Het is aangepast aan je omstandigheden. Zoals aan vakanties met de kinderen, opvoedingsaangelegenheden, een promotie en dergelijke. En dat je, als je ouder wordt, andere verbanden gaat leggen. “Je gaat de wijsheden uit de historie evalueren,” zegt Paul. “En je krijgt (een ander) inzicht in wat mensen ooit uit elkaar heeft gedreven, waardoor het harmoniemodel op je pad kan komen.” Mogen we allemaal naar wijsheid wandelen, denk ik als ik mijn gastheer hartelijk dank voor zijn - met mij nog maar voor een fractie - gedeelde kennis van zaken. Maar voorlopig nu eerst maar de zomer en een Gildejubileumfeest! Joke Streefkerk
“Kun je zeggen dat de Gildegereedschapskist nu op orde is?” “Ja,” zegt Paul, “en dat geeft rust. De mogelijkheid je te concentreren op activiteiten. Er zijn alleen schoonheidspuntjes weg te werken. In het kader van verleden, heden en toekomst van het Gilde kun je, heel kort, daarom zeggen: Gildes verleden kun je typeren als: pioniersgeest. Diens heden als: we hebben de volwassenheid bereikt. En over de toekomst: we moeten volwassen blijven en permanent bij de tijd zijn. Bij alles houd ik ervan mensen te prikkelen, dus ja, in die volwassenheid moeten we altijd waken voor het imago van een club uitgebluste oude mensen, zogezegd. Dat beeld klopt nergens.” bootje in Oudegracht
Gilde Utrecht Nieuws
14
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
In de schijnwerpers TOOS VAN DE LAAR, GILDELID VAN HET EERSTE UUR Toos van de Laar is een van de weinigen die het Gilde Utrecht vanaf het begin in 1989 hebben meegemaakt. Reden genoeg om haar te vragen naar haar ervaringen van al die jaren en haar visie op het Gilde nu en in de toekomst. In haar geriefelijke, in zachte tinten uitgevoerde zitkamer met fraai uitzicht op een levendig Amsterdam-Rijnkanaal, heeft uw interviewer het niet moeilijk. Toos geeft uit eigen beweging een kort CV en een mooi overzicht van de vele facetten van het Gilde. Ze heeft de vragen al beantwoord voor ze gesteld worden. “Ik ben geboren in Rotterdam, maar verhuisde als vijftienjarig kind naar Utrecht, waar mijn vader toneelmeester bij de Stadsschouwburg werd. Na mijn middelbare school werkte ik korte tijd bij de PTT. Al gauw kwam ik bij verzekeraar AMEV, waar ik secretaresse werd en me in het bedrijf steeds verder schoolde. Ik werkte op de Wageningse Berg, waar de AMEV zijn congressen hield, ik zat daar als een spin in het organisatieweb. Ik bleef in Utrecht wonen, maar had ook een stacaravan in Wageningen. In de tijd rond mijn pensionering las ik een oproep in het Stadsblad: naar het voorbeeld van Amsterdam en Rotterdam was Gilde Utrecht opgericht en het had dringend behoefte aan medewerkers. Ik voelde aan dat het werk daar in het verlengde van mijn baan zou liggen. Met een startsubsidie van de gemeente Utrecht was Anneke van der Ven als eerste coördinator bij het Gilde aangesteld. Ik kwam te werken in de kleine ruimte aan de Haverstraat 5, een voormalige kapsalon. We waren in die tijd maar tweemaal per week open en deden alle voorkomende werkzaamheden. We spraken van de drie T’s waarin alles lag besloten: Tafel, Typemachine en Telefoon (en we hadden ook een Toilet!). Het ging vooral om het aannemen van nieuwe vrijwilligers en het koppelen van vraag en aanbod, en vanaf 1990 ging het jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
ook om het aannemen van rondleiders. Werven deden we toen nog vanuit de etalage! Voor kopiëren moesten we naar STADE, destijds aan de Oudegracht. In die tijd werd er altijd iemand vanuit
we elke werkdag ’s middags open. De rondleidingen namen een hoge vlucht, en de gidsen kregen training van de stadshistoricus dr. E. Struick.
Ik heb natuurlijk ook de verhuizing naar de Lange Smeestraat meegemaakt en ben daar nog steeds op donderdagmiddag baliemedewerker. Vergeleken met de begintijd, is de organisatie behalve groter ook duidelijk professioneler geworden. Het ‘theekransje’ van de Haverstraat ligt ver achter ons. In 1995 opperde ik tegenover voorzitter Karel van de Ham dat het toch wel vreemd was dat we geen contact hadden met de andere Gilden, die inmiddels in de provincie waren ontstaan: Amersfoort, Zeist, Driebergen en Bunnik. Zo ontstond op mijn initiatief het POGU (Provinciaal Overleg Gilden Utrecht), dat regelmatig in Zeist bijeenkwam om van elkaars Toos van de Laar foto Aart de Veer ervaringen te profiteren. Later kwamen er ook andere de balie, de rondleiders en de pr-groep plaatsen bij. We maakten ook samen afgevaardigd naar het bestuur. Ik was – excursies om meer kennis van onze vanuit de balie – lange tijd secretaris van omgeving op te doen. Het POGU had het toen nog negenkoppige bestuur. Zo een voorbeeld voor andere provincies kon je goed beoordelen of de plannen kunnen zijn, maar voor zover ik weet, van het bestuur ook uitvoerbaar waren. is de provinciale samenwerking elders nauwelijks van de grond gekomen. Mijn Al gauw verhuisden we naar de Nachwerk voor het POGU heeft mij een aartegaalstraat in een pand dat we van dige onderscheiding opgeleverd: in 2005 STADE huurden. Het was een stratewerd ik ‘Gildevrijwilligster van het jaar gisch gelegen punt met meer ruimte en in de provincie Utrecht’ en ontving een een eigen kopieerapparaat! Daar waren mooie oorkonde.
15
Gilde Utrecht Nieuws
In de schijnwerpers “I
n de begintijd van het Gilde kregen we op de balie allerhande telefoontjes en was het soms meer verwijzen dan aannemen. Of we ook het plafond konden komen witten? Naar een aannemer verwezen, dus. Eens was er een vrouw aan de lijn die overduidelijk levensmoe was. Ik zei dat ik meteen bij haar zou komen om thee te drinken en haar een hart onder de riem te steken. Daarvoor was het Gilde natuurlijk niet bedoeld, dus ik belde de Stichting Correlatie, die gelukkig zonder dralen hulp heeft geboden!”
Toos van de Laar Toos van de Laar vrijwilliger van het jaar 2005 met Leo Michels voorzitter Gilde Nederland
Ik ben natuurlijk heel vertrouwd met het Gilde en vind het nog steeds een voordeel dat je zo goed op de hoogte blijft van wat er zoal in Utrecht speelt. Ik heb er ook veel goede contacten. Mijn interesses zijn verder bridgen, zwemmen, toneel en opera. Ik ga vrijwel jaarlijks met drie bridgevriendinnen naar mijn lievelingsland Portugal en breng ook regelmatig een bezoek aan Walcheren.
slaat nu nog te vaak alleen op de rondleidingen. Ons aanbod is zoveel breder. Ik hoop dat we minstens op dezelfde voet kunnen voortgaan, daarbij is ondersteuning door de gemeente van levensbelang!” Met een kop koffie en een handdruk ronden we het gesprek af. Toos, het ga je goed, en we hopen nog lang van je te profiteren!
Al met al ben ik best trots op het Gilde. Het heeft een goede naam, maar dat
Aart de Veer
Vacature Gilde Utrecht is op zoek naar 45+ vrijwilliger, coördinator van het project ‘Leer mij Utrecht kennen’
Gilde Utrecht vraagt iemand met Organisatorische talenten, gastheer/gastvrouw kwaliteiten en ervaring met publiciteit.
Taken In overleg met de programmacommissie vaststellen van onder andere programma en begroting; ontwikkelen foldermateriaal en plaatsen van advertenties. Als gastheer/gastvrouw bent u (in duoschap met een tweede rondleider) zes zaterdagen aanwezig tijdens de voor- en najaarscursus. U wordt ingewerkt door de huidige coördinator/rondleider Frank van Stigt. Heeft u belangstelling voor deze functie neem dan contact op met Jeanne van den Heuvel:
[email protected]. U zult dan voor een nader gesprek worden uitgenodigd. Gilde Utrecht Nieuws
16
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
In de schijnwerpers Een avonturierster met passie voor taal en cultuur Op de eerste verdieping moet ik zijn. Wiene, klein van gestalte, met een bijzonder vriendelijke uitstraling, verwelkomt mij al voor de deur van haar woning in een seniorencomplex in Utrecht. Een ruime zonnige flat vol planten en bloemen. Ook het overdekte balkon is één bloemenzee. Niet moeilijk te raden welke hobby Wiene heeft. Mijn oog valt op de deurpost van haar open keuken, volgeplakt met naamstickers van haar ‘taalstudenten’. Het is een prachtige dag, dus wij installeren ons buiten op het balkon. Wiene Alma werd in 1925 als eersteling in een gezin met vier kinderen in Hengelo geboren. Een half jaar na haar geboorte verhuisden haar ouders met haar naar Rotterdam, waar zij tot haar zevende jaar woonde. “Ik denk dikwijls dat die tijd zeer bepalend is geweest voor mijn hele verdere leven. Wij woonden tussen de bootwerkergezinnen. Hun kinderen waren onze vriendjes. Later zei mijn moeder dat zij ons mee hebben opgevoed. Mijn ouders waren socialistisch met cultuur erachter, de artistieke socialisten zou je kunnen zeggen. De feestelijke vieringen met alle rooi vlaggen op 1 mei zijn mij altijd bijgebleven. Dat was ook de basis van
mijn gevoel voor sociale gelijkheid en solidariteit.” “De verhuizing naar Utrecht was bijna een cultuurshock, een samenleving met een totaal andere mentaliteit. Wij kwamen te wonen in de Mariahoek, vlakbij het station. Heel praktisch voor mijn vader, die bij de spoorwegen werkte en veel op reis was. Wij zijn als het ware in de trein grootgebracht.” Het reizen zit ook Wiene in het bloed. In de oorlog, op zeventienjarige leeftijd, vertrok zij voor een vierjarige verpleegopleiding naar Enschede. De kraamopleiding deed zij aan de Vroedvrouwenschool in Heerlen. “Dat was al een stukje buitenland met
onbekende gewoonten en normen. Ik koos Heerlen omdat die vroedvrouwenschool heel goed bekend stond. En mijn reislust speelde mee. De school lag prachtig in de heuvels. Je keek de hele mijnstreek over. Na een jaar ging ik naar Leiden voor de kinderaantekening. Toen hield ik het in Nederland voor gezien.” De ervaringen in diverse landen hebben Wiene enorm geholpen bij haar werk en later ook bij het Gilde. “In de jaren vijftig was Zwitserland de aangewezen plek om verpleegsterservaring op te doen. Ik kwam in het Franstalige bergdorp Leysin terecht, met veel internationale sanatoria. Het was héél hard werken, maar het contact met mensen uit zoveel andere culturen vond ik fascinerend. Zowel de patiënten als het personeel kwamen uit het buitenland. Ik ontdekte daar hoe ontheemd en eenzaam mensen kunnen zijn.”
Londen, een multiculturele samenleving “Na een aantal jaren bracht het toeval mij naar Londen. Daar deed ik de opleiding wijkverpleging. Die was daar geweldig, zéér doordacht en dicht bij de mensen. Er werd ons geleerd: ‘In een ziekenhuis ben je gastvrouw, in de wijkverpleging ben je altijd gast, waar je ook komt. Het respect voor de ander was daarmee heel duidelijk verankerd. We deden
Wiene Alma foto Iemy Bulthuis
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
17
Gilde Utrecht Nieuws
In de schijnwerpers alles op de fiets. Meestal kwamen we in arme buurten. Hygiëne was essentieel. Spuiten en instrumenten moesten we bij de patiënten zelf uitkoken. Die tien minuten uitkooktijd waren essentieel voor het contact. Op praten werd niet bezuinigd. Er was nog veel armoede en eenzaamheid, zeker onder de migranten. In die tijd veel Italianen, Grieken, Hongaren. Bij deze mensen kreeg ik als Nederlandse gemakkelijk toegang: ‘Oh nurse, you are one of the family’. Eén situatie is me altijd bijgebleven. Ik moest een vrouw leren zichzelf insuline te prikken. Een Engelse collega had de moed opgegeven. Die vrouw zou debiel zijn. Ik belde ‘s morgens aan, een verrukkelijke koffiegeur kwam me tegemoet, iets wonderbaarlijks in dit vreselijke land van thee met sloten melk. “Oh, coffee” riep ik. Boven aan de trap stond de hele familie met donkere kijkers. “We are Italian, you like coffee nurse? Do sit down, we get you a cup of coffee”. “Ik kreeg de heerlijkste koffie die ik me kon voorstellen in het naoorlogse Londen. Het prikken ging inderdaad een beetje stuntelig, maar na drie dagen met elke keer koffie, was de vrouw geroutineerd bezig. Ik moest helaas afscheid nemen. Ik kon niet nalaten de man te vragen waarom zijn vrouw het prikken nu wel snel had geleerd. “Oh nurse, that’s quite easily to understand. You like coffee! We offered coffee to your colleague, but she refused telling us arrogantly: “In England we drink tea.” Omdat zij onze koffie weigerde, weigerden wij haar lessen. Het was een van de voorbeelden die ik jaren later in Nederland gebruikte wanneer ik voorlichting gaf over onbegrip tussen culturen. Maar het was voor mij ook aanleiding om Italiaans te gaan leren.”
Sicilië Een aardbeving in West-Sicilië. Dat was in 1968. Na een oproep voor internationale hulp gaat Wiene deel uitmaken van een groep Italiaanse vrijwilligers: artsen, psychiaters en priesterarbeiders. Zij is de enige verpleegkundige. “Temidden van een chaotische organisatie is een lege goederenwagon van de UNESCO ons huis, onze apotheek en onze polikliniek. We verzorgden honderGilde Utrecht Nieuws
den mensen die in een paar seconden alles waren kwijt geraakt. In de groep beleefden we gouden maanden door het menselijke contact en de vriendschappen. Vriendschappen die tot nu duren.”
Terugkeer naar Nederland In de jaren zeventig keerde Wiene terug naar Nederland. “Ik begon hier met Italiaanse les aan geliefden van in Nederland wonende Italiaanse gastarbeiders. Eigenlijk ging het meer om het uitleggen van andere gewoonten. De vreemde taal, die zo moeilijk te leren was, bleek bijzaak te zijn. Ik besefte hoeveel ik had opgestoken in Sicilië om de verschillen tussen twee culturen te waarderen en te begrijpen. Door dit lesgeven werd ik in 1970 aangenomen bij de Stichting voor Buitenlandse werknemers, in eerste instantie en maar kort, als onderwijsconsulente. Dit was de periode van de eerste Turkse en Marokkaanse kinderen. Gemotiveerde vaders wilden extra lessen voor hun kinderen. Mijn ouders, al tachtigers, reageerden daar heel enthousiast op. Zo ging mijn vader wiskunde, mijn moeder Nederlands en Frans geven. Het huis zat vol kinderen, die ‘opa’ en oma’ op handen droegen. Maar veel mensen vroegen bijna angstig: ‘Durven jullie dat, is dat wel veilig?’ Toen ik, via mijn buitenlandse collega’s, merkte dat er in de gezondheidszorg gevaarlijke situaties ontstonden door slechte communicatie, creëerde het Ministerie van Volksgezondheid voor mij de functie van consulente gezondheidszorg met voorlichtingstaken, zowel naar de Nederlandse hulpverleners als naar de buitenlandse cliënten. Twintig jaar, tot mijn pensioen, heb ik dat werk gedaan. Steeds kon ik putten uit mijn buitenlandse jaren, maar ook leerde ik, met grote bewondering, van de kracht en het doorzettingsvermogen van onze cliënten.”
nering conversatielessen gaan geven bij Vluchtelingenwerk. Heerlijke uren zijn dat geweest met langdurige vriendschappen. Na een paar jaar, in 1999, kwam ik in contact met het Gilde. Daar werd ik als vrijwilliger aangenomen voor het geven van taallessen aan buitenlanders. Aanvankelijk gaf ik lessen bij Bureau Inburgering aan kleine groepjes. Dat beviel mij niet zo, omdat de locatie was verstoken van iedere sfeer en er was gebrek aan uitlegattributen. Na twee jaar besloot ik er in mijn eigen huis mee door te gaan. Hier kan ik een pollepel of een zeef uit de keuken halen om het woord duidelijk te maken. Of een medisch woordenboek onder handbereik fungeert als tolk. De meeste studenten kan ik tot hun eindpunt begeleiden. Het blijven dan vaak dierbare vrienden. En deze kostbare contacten dank ik aan het Gilde.” Omdat je thuis les geeft heb je waarschijnlijk niet zoveel binding met het Gilde? “Dat lijkt misschien zo, maar zodra ik weer plaats heb meld ik dat. We overleggen dan op het Gildekantoor - altijd met heerlijke thee - over een nieuwe student. Dat valt meestal heel goed.” Heb je nog tijd voor andere passies? “Jazeker, mijn familie en vrienden zijn er. Ik volg Franse literatuurcursussen, ik ga naar tentoonstellingen, theatervoorstellingen en concerten. Eigenlijk kom ik tijd te kort.” Wiene voelt zich een bevoorrechte vrouw. “Mijn hele leven heb ik zoveel geleerd van de mensen om me heen en zoveel teruggekregen van wat ik gaf. Dat ik het verdriet, de zorgen en de vreugden van mijn jonge buitenlandse studenten met hen mag delen, dat houdt me wakker en strijdbaar.” Iemy Bulthuis
Stichting Vluchtelingenwerk en het Gilde “Omdat talen in mijn hele leven zo’n belangrijke rol hebben gespeeld en de problemen van vluchtelingen mij al jaren bezighouden, ben ik na mijn pensio-
18
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
Lustrumcryptogram Lustrumcryptogram Ter gelegenheid van ons lustrum presenteren wij een cryptogram. U kunt uw oplossing per e-mail sturen naar
[email protected] of in gesloten envelop inzenden wij naar/afgeven ons aane-mail de Lange Smeestraat 7 Ter gelegenheid van ons lustrum presenteren een cryptogram. op U kunt uwkantoor oplossing per sturen naar post@gildeutrecht. (postcode 3511 PS), t.a.v. de Redactie, Onder de goede v r 19 oktober. óó nl of in gesloten envelop inzenden naar/afgeven op ons kantoor aan de Lange Smeestraat 7 (postcode 3511 PS), t.a.v. de Redactie, worden twee boeken verloot. Uitslag in het vóór 19 oktober. Onder oplossers de goede oplossers worden tweeaardige aardige boeken overover UtrechtUtrecht verloot. Uitslag in het volgende nummer! volgende nummer!
1
2
8
3 X
12 X
9
15
6 X
X X
7
11 16
19
21
X
23
X
26
X X
36
Horizontaal
14
5 10
18 X
20 X
31
X X
13 X 17
22
4
X 27
32
28 X X
X
24
33
25 X 29
34 X
30 35
37
Horizontaal
Verticaal
Dar of De la Colline?1 (6) Dar of De la Colline? (6)1 Zulk werk doet men vooral in Engeland (3) 5 Zo mag je aanspreken Zo mag je ons gildehoofd aanspreken (4)ons gildehoofd 2 Uniek (4) * (4) 8 Voorvoegsel dat ontkent (2) Voorvoegsel dat ontkent (2) 3 Bij ons bekend van websites en auto’s (2) 9 Opbergnoot (2) Opbergnoot (2) 4 De nacht van die lui van 15 verticaal (3) 10naarDeze omroep overige (2) stroomt altijd (2) Deze omroep verwijst de overige (2) verwijst naar5 deStinkt soms maar 11 Ezelachtige uitroep (2) Ezelachtige uitroep (2) 6 Vorm van uiten (4) * Kleine knorder (3) Kleine knorder (3) 12 7 Nostalgische wasbak (5) 14 Lijfblad (3) Lijfblad (3) 10 Alsmede (2) * 16(3) * Arbeidstijdverkorting (3)13 * Riep: vrijwilligers! (5) Arbeidstijdverkorting 171e pers. Gilde, enk.sommigen (3) Gilde, maar dan o.t.t. enk. (3)maar dan o.t.t. 1e15 pers. Zo spreken onze stad uit (5) 19 Zo’n werkplaats was vroeger bij ons kantoor (4) Zo’n werkplaats was vroeger bij ons kantoor (4) 16 Semitische volksstam (5) * 21 Op die smalle strook land in Gelderland wordt gelooid (7) Op die smalle strook land in Gelderland wordt gelooid (7) 18 Schrijfsteen (3) 22 Markt uit al die levensmiddelen (4) Markt uit al die levensmiddelen (4) 19 Droevig in Engeland (3) Prachtige kerk, maar niet20 zoHeb slim Prachtige kerk, maar24 niet zo slim (3) je bij(3) ’t Gilde en in de Rechtbank b.v. (5) 26 Die lieden verbergen een Engelse leugen (3) Die lieden verbergen een Engelse leugen (3) 23 Taalaanbiederscoördinatrice (4) 27 dit in IJdele mensen in Medische sterke serie mateuit(3) IJdele mensen hebben sterke mate (3) hebben dit 25 de oude doos (4) * 29 Pakte fossiele brandstoffen (3) water (2) * Pakte fossiele brandstoffen (3) 27 Laag 31 Zo klinkt hij soms (2) Zo klinkt hij soms (2) 28 Een en al … (3) 32dames Siberische rivier voor dames (2) Siberische rivier voor (2) 30 Koppelvoorzetsel (3) 33 Bevestiging uit de operatiekamer (2) Bevestiging uit de operatiekamer (2) 32 Thants voornaam (2) 35 * Chemisch element (2) * Chemisch element (2) 34 Deze pittige dame klinkt als een letter (2)
1 5 8 9 10 11 12 14 16 17 19 21 22 24 26 27 29 31 32 33 35 36 Dit boompje klinkt als een lettertje (4) 37 Een werf kan niet zonder (6)
Niet-cryptische omschrijvingen zijn met een sterretje (*) gemarkeerd. jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
19
Gilde Utrecht Nieuws
twintig jaar geschiedenis Gilde Utrecht Van gezelligheidsclub tot vrijwilligersbedrijf In 1986 worden in Utrecht de voorbereidingen getroffen om tot een Gilde te komen. Dit in navolging van het Amsterdamse Gildeproject dat in 1984 van start ging. De statuten van Stichting ´t Gilde passeren op 24 februari 1989 de notaris. In september 1989 gaat ‘t Gilde van start in een pand van slechts 30 m2 aan de Haverstraat 5. De naam is in februari 2003 gewijzigd in Gilde Utrecht. Niet alleen de naam is gewijzigd maar ook de werkwijze. vindt in juni 2005 plaats naar de Lange Smeestraat. Het Gilde blijkt echter goed te passen in het Museumkwartier. De voormalige kapsalon wordt als Gildekantoor ingericht met het gebruikte kantoormeubilair van de Opening Haverstraat september 1989, foto archief Steenkolen Handels Vereniging en een financiële In haar bestaansgeschiedenis kent Gilde schenking van de RABO-bank. We zitten Utrecht vijf voorzitters. Dit zijn Karel van er dan weer comfortabel bij. de Ham in de opstartfase tot 1994. Johan Koopman nam het van hem over tot 2001. Op zijn naam staan verbeteringen van de interne organisatie. Minny Hol was voorzitter tot 2006 van een bestuur met zeven leden. Onder haar leiding wordt de nieuwe groene huisstijl met de Gilde-uil geïntroduceerd. Marianne Korenromp was korte tijd voorzitter tot 2007. Haar opvolger was Paul Vergeer, Hij is sinds 2007 de voorzitter van het huidige driemansbestuur. Dit bestuur heeft de afgelopen twee jaar vooral veranderingen aangebracht op het gebied van de organisatie en automatisering.
Pand Nachtegaalstraat 1991 foto archief
Lange Smeestraat 7 2005 foto archief
Verhuizingen Het kantoortje in de Haverstraat van 30 m2 is al snel te klein voor de actieve 50-plussers. In maart 1991 vindt de verhuizing naar de Nachtegaalstraat plaats. Het pand is tweemaal zo groot, maar vanaf 2002 komen/klinken er geluiden dat ook de Nachtegaalstraat te klein wordt. De groei zat er goed in. Een derde, niet zelf gekozen, verhuizing Gilde Utrecht Nieuws
kantoor Lange Smeestraat 7
20
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
twintig jaar Geschiedenis Gilde Utrecht Werving vrijwilligers Er is in de geschiedenis van Gilde Utrecht veel energie gestopt in het werven van vrijwilligers. Dit gebeurt al twintig jaar gratis of tegen een vriendenprijsje. Zo stond de lustrumweek vijf jaar Gilde in 1994 in het teken van de actie ‘aanbieders werven aanbieders’. De etalage van de Nachtegaalstraat werd als wervingsplaats gebruikt. Het feit dat het stoplicht daar vijf minuten op rood bleef staan, bleek erg in het voordeel van Gilde Utrecht te werken. Vele vrijwilligers werden op deze wijze via de wervingsborden in de etalage bij ons binnengehaald. Tegenwoordig zorgen de website, de etalage in de Lange Smeestraat en onze bekendheid voor nieuwe vrijwilligers. Dit geldt vooral voor de stad Utrecht. In Leidsche Rijn - waar wij ook actief zijn - is dit nog steeds een groot probleem.
de naam ‘De Nachtegaal`. In mei 2000 wordt dit omgedoopt tot het huisblad ‘Gilde Utrecht Nieuws’. In 2007 hebben we dit blad verder geprofessionaliseerd en wordt het voortaan gedrukt door een drukkerij. De redactie bestaat sinds 2007 vooral uit mensen met een redactionele achtergrond. Gilde Utrecht gaat steeds meer voor kwaliteit. Bij de start van het Gilde was wegens gebrek aan financiën het motto: vele handen maken licht werk. Opvallend uit deze periode is dat de vrijwilligers gevraagd werd spullen mee te nemen om de etalage in te richten. De meeste mensen hadden echter geen ervaring met publiciteit, dus kwamen er regels en trainingen hoe met publiciteit om
Onderling contact vrijwilligers Om de mensen te binden aan het Gilde werd in 1993 de eerste nieuwjaarsbijeenkomst georganiseerd. Er komt een commissie die voortaan activiteiten voor Gildevrijwilligers gaat organiseren. Hieruit zijn de evenementen van de rondleiders ontstaan. In 1998 is het ‘open huis’-idee geïntroduceerd bij Gilde Utrecht. Deze ontmoetingsactiviteit met baliemedewerkers die voor een hapje en een drankje zorgen, heeft tien jaar stand gehouden. Niet alleen de nieuwe vrijwilligers werden hier geïntroduceerd, maar ook het nieuwe werk. Momenteel zijn wij op zoek naar een meer eigentijdse inhoud voor deze ‘ontmoeting tijdens een borrel’. Publiciteit In 1992 wordt een begin gemaakt met het interne mededelingenblad onder jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
te gaan. Er was ook een voortdurende wisseling van mensen in de werkgroep publiciteit. Al bladerend door oude uitgaven van ‘De Nachtegaal’ kom ik diverse noodkreten tegen om de werkgroep publiciteit met de juiste mensen aan de gang te krijgen en te houden. Papieren ideeën waren er altijd volop, maar bij gebrek aan menskracht zijn ze veelal niet tot leven gekomen. Nog steeds zijn we op zoek naar leden voor de publiciteitscommissie, die in staat blijken al ons werk onder de aandacht te brengen
21
bij de Utrechtse bevolking en schrijvende pers. Naamsbekendheid kreeg het Gilde vooral door de stadswandelingen. Informatie over ons taalaanbod aan inburgeraars en nieuwe projecten zoals Verhalen van vroeger en Verhalentafel komt nauwelijks in de krant.
Groei Uit het jaaroverzicht van 1991 blijkt dat 602 mensen deelnamen aan de stadswandelingen. Dit aanbod werd toen georganiseerd door negen rondleiders. In 1998 werden er ruim vijfduizend wandelaars geteld. Tien jaar later verzorgden 35 rondleiders voor circa tienduizend mensen een wandeling. Het wandelaanbod is een extra bron van inkomsten geworden van Gilde Utrecht. Jarenlang heeft het Gilde met beperkte financiën het werk moeten doen. Dit was soms erg zwaar voor de bestuurders. Financieel staan we er nu iets beter voor. Dit is vooral te danken aan het goede image dat wij hebben weten op te bouwen en dat steeds meer mensen ons wandelaanbod, taalaanbod, architectuurcursus en cursus ‘Leer mij Utrecht kennen’ weten te waarderen. Voor een deel van ons werk vragen wij nu een betaling. Discussies Lange Smeestraat over betaling van onze andere diensten zijn binnen het bestuur gaande.
Van aanbod naar vraag Er vindt de laatste jaren een interessante ontwikkeling plaats binnen het Gildewerk. Vroeger werd er veelal gewerkt met een eigen aanbod op het terrein van het geven van adviezen. Thans richten wij ons veel meer op de vraagkant. Het project ‘Verhalen van vroeger’, het taalaanbod voor inburgeraars en de net gestarte leeskring ‘Duitse literatuur’ zijn hier voorbeelden van. Gilde Utrecht Nieuws
twintig jaar Geschiedenis Gilde Utrecht Digitale en organisatorische ontwikkeling De automatisering doet sinds 1992 op het Gildekantoor haar intrede. Dit werd destijds door Gildevrijwilligers gedaan. Verschillende systemen worden gelanceerd, soms tot wanhoop van de baliemedewerkers die iedere keer iets nieuws moeten leren. Onder leiding van de huidige voorzitter, Paul Vergeer, krijgt het Gilde sinds 2007 te maken met een modernisering op dit gebied. Voortaan worden de PC-problemen opgelost door systeembeheerders van Circumflex. De organisatiestructuur wordt door het huidige bestuur stevig onder de loep genomen en sinds 2008 functioneren wij als een klein bedrijf. Steeds meer mensen met digitale kwaliteiten behoren tot de vrijwilligers van Gilde Utrecht. Zij zijn van grote betekenis voor de moderniseringsslag die Gilde Utrecht heeft kunnen maken. Want alleen door kwaliteit te bieden kunnen wij een zichtbare plek in de samenleving krijgen en behouden, en kunnen we meetellen te midden van andere organisaties in Utrecht. Ik heb mogen meemaken hoe wij door deze aanpak van een pioniersorganisatie uitgroeiden tot een volwassen organisatie. Inmiddels werken er bij Gilde Utrecht 180 vrijwilligers, waarvan twintig op het Gildekantoor.
Meer kleur In een van de uitgaven van ‘De Nachtegaal’ van 1992 kom ik een themaochtend tegen voor alle vrijwilligers over het onderwerp: allochtonen en het Gilde. Centraal hierin staan het begrip voor elkaars cultuur en acceptatie van elkaar.
Gilde Utrecht Nieuws
15 jaar bestaan Gilde Utrecht foto Hans Collard
Er was duidelijk koudwatervrees voor het werken met allochtonen. Zes jaar later komt er een historische omslag op dit punt. In 1998 ontstaan besprekingen met Bureau Inburgering over samenwerking op het gebied van conversatie Nederlands aan inburgeraars. Die besprekingen leiden tot de start van het project ‘Gilde Samenspraak’ met vier taalaanbieders. In 2001 ontving Gilde Utrecht voor dit project de Gulden Gildeprijs. In 2007 kregen wij de Tolerantieprijs van de gemeente Utrecht voor vijf projecten conversatie Nederlands aan inburgeraars. Thans zijn er ruim tachtig taalaanbieders actief. Bij Gilde Utrecht is slechts 0,7% van de vrijwilligers van allochtone afkomst. Mijn wens voor de toekomst is dat zich de komende jaren getalenteerde 50-plus allochtone rond-
22
leiders aanmelden. Ik verwacht dat met hun komst het wandelpubliek van Gilde Utrecht meer gekleurd zal zijn en dat dit ook effect kan gaan krijgen voor meer kleur in onze andere projecten.
Tot slot Een organisatie die zich met weinig middelen al twintig jaar weet te handhaven en ook te ontwikkelen verdient een pluim. Dit is dus een feestje waard. En dat gaan wij dan ook met elkaar doen met het uitje op 1 september aanstaande. Vanaf deze plek feliciteer ik alle vrijwilligers met het twintigjarige jubileum, want zonder jullie zou er geen Gilde zijn. Jeanne van den Heuvel, directeur Gilde Utrecht
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
AGENDA EN mutaties Vergaderdata 2009 Bestuur
Coördinatieverg. Taalaanbieders
Elke tweede woensdag van de maand woensdag 10.00 – 12.00 uur Ruimte: afwisselend bij Paul Vergeer, Frits Wensing
woensdag Ruimte:
9 september | 14 oktober | 11 november | 9 december
30 september
Coördinatiecommissie rondleiders donderdag Ruimte:
Werkgroep Verhalentafel
10.00 uur - 12.00 uur Gildekantoor
woensdag Ruimte:
3 september | 1 oktober | 5 november | 3 december
11.00 uur Gildekantoor
26 augustus
Plenaire bijeenkomsten rondleiders dinsdag Ruimte:
10.00 – 12.00 uur Gildekantoor
Balievergaderingen
9.45 uur - 12.00 uur Gebouw ORKA, Mariaplaats t.o. 4
maandag-/woensdagmorgen Ruimte ׃ Gildekantoor
11.00 uur - 13.00 uur
ma. 7 september | wo. 28 oktober | ma. 7 december
13 oktober
Evenementen rondleiders (voorlopig schema) dinsdag 9.30 uur - 12.30 uur 25 augustus | 20 oktober | 24 november | 17 december
Scholing aspirant rondleiders vrijdag 28 augustus
10.30 uur – 11.30 uur
Open Monumentendag zaterdag 12 september
Gildekantoor gesloten
10.00 uur – 17.00 uur
vrijdag 18 december 2009 - ma. 4 januari 2010
Mutaties Nieuwe rondleider G. v.d. Kraats.
Rondleider weg Mevr. J. Schuil.
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009
Nieuwe aanbieders Mevr. A. Baars-van Dijk, Samenspraak; mevr. T. Dijkhof, Spraakmakend; mevr. E. Jongsma, Samenspraak; de heer R. Smaling, Verhalen van Vroeger; mevr. P. Vink, Samenspraak.
23
Aanbieders weg Mevr. D. Mol, Spraakmakend; mevr. G. Teuwissen, Duo-project.
Gilde Utrecht Nieuws
mystery jubileum uitje 1 september 2009
Gilde Utrecht Nieuws
24
jaargang 10 nummer 2-3, augustus 2009