03
foto Depositphotos
2015
u b i t r e a n a ! n
maart 2015 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
freules Van Beckum
vooraf De Provincie Overijssel stelde een budget beschikbaar, bedoeld voor kunstwerken bij vijftien van de vijftig vensters uit de Canon van Overijssel. Een historicus van de IJsselacademie hielp selecteren, waarbij het draagvlak onder de bevolking meetelde. Voor de freules was dat draagvlak er duidelijk: bij de doopsgezinde gemeenten in Twente, bij toeristische en historische organisaties in Diepenheim, bij Jan van Beckum - een nazaat uit een zijlijn die de familiegeschiedenis uitpluist – en bij de gemeente Hof van Twente en de Stichting Twickel.
In 1544 bracht de overheid de freules Maria en Ursula van Beckum nabij Delden op de brandstapel, wegens hun vasthouden aan doperse opvattingen. Dit maakte veel indruk op de bevolking blijkens de martelaarsliederen die hierover de ronde deden. In onze tijd is er opnieuw aandacht voor de twee vrouwen, die hun overtuiging niet door kerkelijke of wereld-
Jezus! De glossy Als Linda de Mol, Maarten van Rossem en Youp van ’t Hek een glossy hebben, dan toch zeker ook de bekendste persoon op aarde. Dit dachten vier christenen die het beeld dat veel mensen van Jezus hebben, wilden ‘opfrissen en bijstellen’. Zij zochten voor de samenstelling een groot aantal mensen uit, voornamelijk niet-christenen, om ‘de meeste kans te maken op een verrassend eindproduct’. Zo belicht ‘popprofessor’ Leo Blokhuis de invloed van Jezus in de popmuziek: ‘De teksten van U2 staan bol van de christelijke thema’s’; ‘Een agnost kan tot tranen geroerd zijn door gospel van Sam Cooke’. Psychiater Bram Bakker beschouwt
lijke machten lieten dicteren. In hun woonplaats Diepenheim is met veel succes een openluchtspel opgevoerd, waarbij de martelaarsliederen opnieuw tot klinken werden gebracht. En op vrijdag 20 februari 2015 zijn twee kunstwerken onthuld, die het spoor dat de freules in Twente en in de doperse geschiedenis nalieten, op heel bijzondere wijze zichtbaar maken en een diepere betekenis geven.
Het Kunstenlab in Deventer, een organisatie waaraan veel kunstenaars zijn verbonden, kreeg de uitvoeringsopdracht en daarmee de regie. Drie kunstenaars presenteerden een schetsontwerp, waarna in overleg met de betrokkenen Theo van Delft uit Amersfoort zijn ontwerpen heeft mogen realiseren. Een verslag van de onthulling van de kunstwerken en meer informatie over de freules, is te vinden op www.doopsgezind.nl onder ‘nieuws’.
de heilzame werking van vergeving, en seksuologe Goedele Liekens suggereert dat Jezus een relatie had met Maria Magdalena. Hoofdredacteur Arthur Japin komt na onderzoek tot verrassende conclusies. Zo zou Jezus zijn opgegroeid in een groot gezin en is hij in het voorjaar geboren en niet met Kerstmis. De makers van de glossy haasten zich om te zeggen dat Jezus! niet voor christenen bedoeld is en niet blasfemisch geduid mag worden. Voor de ongelovige Japin was het maken van Jezus! ‘verhelderend en verwarrend’. ‘Een zoektocht naar waarheden en onwaarheden. Het is niet wat u verwacht. Geloof me.’ door Martin Maassen
‘Wij zijn de laatste generatie die nog buiten speelde.’ Zomaar een kreet uit de vele berichten op Facebook die je moeten doen geloven dat “vroeger” alles beter was. Dat jouw generatie iets unieks heeft meegemaakt. Vroeger. Toen kon je nog zonder helm fietsen. Of schaafwonden en gescheurde broeken oplopen. Maar bovenal kon je vroeger nog buitenspelen, elke middag weer, tot het donker werd, en zonder dat je ouders wisten waar je was. ‘Wij waren tevreden en gelukkig’ (lees: wij wél). Als ik naar buiten kijk, zie ik een jongen gevaarlijk balanceren op een houten balk. Om hem heen drentelt een ander kereltje met een voetbal. Dan gaat de deurbel. Ik vermoed belletje lellen. Rotkinderen. Kunnen ze niet gewoon een appje sturen, of fijn de hele dag binnen Nintendoën? Ik doe open en verwacht een leeg portiek, maar tref een man en vrouw met in hun handen folders en tijdschriften. Of ze met me mogen praten. Nu woon ik boven een kerk, dus ik wijs op het bordje Mennokapel en zet snel een vroom gezicht op – mijn ChristenUnie-hoofd volgens een vriend. Meestal doet dat trucje het wel, zo ook nu. Een Wachttoren rijker ga ik de trap weer op, tevreden dat ik ze zo snel heb weten af te poeieren. En toch ook met bewondering voor de deur-aan-deurpredikers, die op hun eigen wijze gehoor geven aan de opdracht die Jezus zijn discipelen heeft gegeven. En dat terwijl ze met grote regelmaat een gesloten deur treffen of deze zelfs in hun gezicht dichtgesmeten krijgen. En dan al die mensen zoals ik, die met hele en halve waarheden komen om het gesprek maar niet aan te hoeven gaan. Nee, gemakkelijk is het niet. Daar had Jezus ook al voor gewaarschuwd. Dat had hij toch aardig ingeschat, of hij nou bestaan heeft of niet. Er zijn honderden manieren om als geloofsgemeenschap naar buiten te treden. De remonstranten doen dat met hun ronkende ‘Mijn God’-campagne en de pkn door twee miljoen enquêtes af te nemen. Maar wat is er mis met simpelweg aanbellen bij je buren, contact zoeken en een gelijkwaardig gesprek aangaan? Dat vereist doorzettingsvermogen, een sterke overtuiging van je eigen idealen, het geloof dat je iets te vertellen hebt dat de moeite waard is, en vooral het overwinnen van schroom en schaamte. De lente staat voor de deur. Ga vooral lekker naar buiten. Wie weet zijn wij de laatste generatie die dat kan.
Jezus!, uitgegeven door Lentemedia in samenwerking met reclamebureau Kesselskramer, € 7,95
Johan Tempelaar Coördinator communicatie ads
[email protected]
inhoud
5
8
11
16
Een kloeken dagmarsch
5
Gasboringen kraken vermaning
8
Weekendje weg?
11
Dit is mijn verhaal
16
In het voetspoor van de wandelende dominee
Doopsgezind Middelstum al maanden dakloos
Wereldwijd doopsgezind couchsurfen
Christine Brinkgreve over Inspiratie 2015
en verder… het seminarium presenteert 4 oude stenen, nieuwe wegen 12 WereldWerk 14 Is it I Lord? boeken & bladen 18 uit de Kast 20 Linda de Vries
groei & bloei 22 eigen tuin en guerilla gardening kort 23 historie 24 de historische canon van Craandijk
Doopsgezind Seminarium
interview
het seminarium presenteert open huis
Religie & geweld(loosheid) Het Doopsgezind Seminarium houdt op 27 maart open huis, om belangstellenden kennis te laten maken met het diverse onderzoek dat aan de Vrije Universiteit wordt verricht. Onlangs verscheen het boek In naam van God. Religie en geweld van Karen Armstrong. Religieuze tradities en het geweldvraagstuk – het blijft een explosieve verbintenis. Menselijk geweld, soms religieus geïnspireerd, verschijnt dagelijks op ons netvlies: aanslagen, slagvelden, verkrachting, mishandeling, moord en doodslag. Volgens sommigen is dit het bewijs dat religie een problematisch fenomeen is. Welk verband bestaat er tussen religie en geweld? Is religie in essentie vreedzaam of juist gewelddadig? Is er in religie ruimte voor geweldloosheid? Is het tijd voor een dopers geluid? Op het programma staan een presentatie door docenten van het doopsgezind seminarium rondom thema ‘Religie en geweld(loosheid)’ en een lezing door Iris Speckmann, die ingaat op de vraag of en hoe vrijzinnige theologie een plaats heeft aan het doopsgezind seminarium. Daarnaast is er informatie over studeren aan de vu, en gelegenheid om docenten en studenten te ontmoeten en over hun werkzaamheden horen. Het open huis duurt van 14.00-16.30 uur en vindt plaats in de filmzaal op de eerste verdieping van het vu-hoofdgebouw De Boelelaan 1105 | Amsterdam
open colleges Peace, Trauma & Religion Meer informatie over deze en andere activiteiten is te vinden op www.seminarium. doopsgezind.nl Aanmelden voor het open huis (vóór 23 maart), de open colleges en de cursus Doperse Theologie bij het secretariaat: 020 623 09 14
[email protected]
4
Het Amsterdam Center for Religion, Peace & Justice Studies, geïnitieerd door en verbonden aan het Doopsgezind Seminarium en de vu-faculteit Godgeleerdheid, organiseert een zestal open colleges over de rol van religie in conflicten, trauma en verzoening, binnen een multireligieuze context. Door de eeuwen heen hebben religies zich schuldig gemaakt aan het institutionaliseren van onrechtvaardige structuren en gewelddadige acties, terwijl op hetzelfde moment vrede en gerechtigheid werden gepredikt. Deze ambivalente relatie tussen religie en geweld roept een aantal vragen op. De open colleges worden toegespitst op verschillende dimensies van deze relatie, waarbij onder meer theologie, politiek, ideologie, rechtvaardige vrede, geweld, trauma en identiteit aan bod komen.
data & onderwerpen > donderdag 9 april Faith Communities and the Embodi ment of Reconciliation – Eddy van der Borght > donderdag 16 april Peace, Justice and Violence: How does the Bible inspire Peace-building? – Christiane Karrer > donderdag 23 april Representing the Religious Other: Framing and Hospitality in Journalism and New Media Johan Roeland > donderdag 30 april Religion, Trauma and Healing Ruard Ganzevoort > donderdag 7 mei Religion, Ideology and Processing the Past in Post-Soviet Societies – Katja Tolstoya > dinsdag 12 mei Just Peace and Just Policing Fernando Enns De open colleges duren van 13.30 uur tot 15.15 uur en worden gegeven aan de Vrije Universiteit. De voertaal is Engels.
cursus
Doperse Theologie Dit najaar gaat voor de zestiende keer de cursus Doperse Theologie van start. Al bijna vijfhonderd mensen volgden deze cursus. Begrijpelijk, want het is de kans om nu eens echt uit te zoeken waar je staat in de bonte wereld van de doperse traditie. In de basiscursus, die twaalf etmalen beslaat verdeeld over twee jaar, komen de vakken Inleiding Oude en Nieuwe Testament, Doperse Geloofsverdieping en Doperse Geschiedenis aan bod. De cursus Doperse Theologie is bedoeld voor leden, vrienden en belangstellenden in en rond doopsgezinde gemeenten. Er wordt lesgegeven door een ervaren team van enthousiaste docenten.
>>
data > 2015-2016 18-19 september 2015, 9-10 oktober 2015, 13-14 november 2015, 8-9 januari 2016, 12-13 februari 2016, 11-12 maart 2016 > 2016-2017 9-10 september 2016, 7-8 oktober 2016, 11-12 november 2016, 13-14 januari 2017, 10-11 februari 2017, 10-11 maart 2017 De cursus Doperse Theologie wordt gehouden in Mennorode in Elspeet. Het cursusgeld bedraagt € 150,– | de verblijfskosten zijn € 89,– per etmaal.
5
interview
richten voor het verdwijnende Nederland”. Met dit citaat uit één van zijn boeken gaat hij ons daar in voor. Dat Craandijks zoektocht een succes is, blijkt uit het feit dat wij tot op de dag van vandaag met kleine aanpassingen in zijn voetsporen kunnen treden. Dat geldt niet voor andere beschrijvingen van het Nederlands landschap uit de negentiende eeuw. Van Doorn omschrijft Craandijk daarom als inspirator van verschillende natuurbeschermingsorganisaties, die in die periode zijn opgericht om het landschap te behouden.
Achtergrond
Honderd jaar na het overlijden van mijn betovergrootvader Jacobus Craandijk zijn zijn wandelingen herontdekt door reisjournalist Flip van Doorn. tekst Han Cuperus – foto’s Simone Gerard
A
6
Afgelopen zomer hebben de lezers van dagblad Trouw al kennis kunnen maken met zijn achtdelig feuilleton over de wandelende dominee, doopsgezind predikant te Borne, Rotterdam en Haarlem. En dit voorjaar verschijnt de wandelgids Een kloeken dagmarsch waarin Flip van Doorn (1967) elf andere routes van de wandelpionier uit de tweede helft van de negentiende eeuw opnieuw loopt. Als ervaren reisleider van fiets- en wandeltochten in Europa en Latijns-Amerika had Van Doorn in de wandelgangen al begrepen dat Craandijk belangrijk is geweest voor wandelend Nederland. Voor zover bekend is Craandijk de eerste wandelaar van wie de uitgebreid beschreven tochten zijn uitgegeven in de periode waarin ze geschreven zijn. Het is uitgever Tjeenk Willink geweest die vanaf 1874 tot 1888 ruim tachtig wandelingen heeft laten verschijnen, ondersteund door 126 gedetailleerde litho’s van P.A. Schipperus.
Monument Tijdens zijn zoektocht naar de achtergrond van Craandijk doet Van Doorn de verrassende ontdekking dat zijn eigen betovergrootmoeder een volle nicht is van de wandelpionier. In het besef met deze wandelingen goud in handen te hebben, heeft dit voor hem een extra dimensie gekregen. Dat vertelt Van Doorn als wij elkaar in Haarlem als ‘achterneven’ ontmoeten. Zijn motivatie juist Craandijks wandelverslagen te onderzoeken ligt in het feit dat hij de Nederlanders aan het wandelen heeft gekregen, aldus de journalist. In de voorafgaande periode werd er namelijk niet ‘gewandeld’, maar slechts ‘gelopen’. Lopen had een heel ander doel: het was functioneel, bedoeld om van A naar B te komen. Wandelen daarentegen gebeurt om te genieten van het landschap en om de geest uit te laten waaien. Craandijk zoekt met de beschrijvingen van zijn wandelingen “een weg om een monument op te
In onze tijd lezen we regelmatig verhalen van mensen voor wie het wandelen tot pelgrimeren wordt. Van Doorn vertelt dat Craandijk vanuit Roermond een gedeelte heeft gelopen van wat nu de Jacobs- of Jacobusroute naar Santiago de Compostela is. Maar hij twijfelt of Craandijk dit ook als pelgrimage heeft gedaan – zo staat het in elk geval niet beschreven. Ook is het Van Doorn opgevallen dat Craandijk in zijn wandelbeschrijvingen vrijwel nergens bijbels onderbouwde argumenten geeft van zijn bevindingen. Dit in tegenstelling tot de preken waarvan Van Doorn er enkele heeft kunnen vinden. Misschien zijn de wandelingen een succes geworden juist door het ontbreken van bijbelse onderbouwingen. We kunnen het niet meer aan hem vragen, maar feit is wel dat Craandijk vooral bekend is geworden als goed voorbereide wandelaar, en minder als theoloog. Zo ontdekte Van Doorn dat op het ene straatnaambordje van de J. Craandijkstraat te Haarlem staat dat hij doopsgezind predikant is geweest, terwijl hij aan de andere kant van de straat als historicus staat vermeld. Een beroep dat hij niet heeft uitgeoefend, maar de vermelding ervan heeft hij wellicht te danken aan de uitvoerige beschrijvingen van de achtergronden van de bezienswaardigheden op de wandelroutes. Als voorbeeld noemt Van Doorn de ketting met twee stenen kogels die aan de stadspoort van Montfoort hangt. Craandijk schrijft dat deze om de nek van vrouwen werd gehangen die schuldig waren bevonden aan grof taalgebruik en als boetedoening rond de stadsmuur moesten lopen.
Niet alledaags Als er iets is dat Van Doorn van zijn verre oudoom heeft geleerd, zegt hij, dan is dat anders kijken naar de natuur. Zo vertelt hij hoe hij is opgegroeid in Kortenhoef en Hilversum, in de min of meer stadse omgeving van het Gooi. Het is een gebied waar de natuur geschikt wordt gemaakt voor menselijke activiteiten en naar menselijke wensen. Danzij de inzichten die honderdveertig jaar geleden werden opgeschreven, is het landschap voor
Craandijk heeft de Nederlanders aan het wandelen gekregen en was inspirator van verschillende natuurbeschermingsorganisaties Van Doorn anders tot leven gekomen. De dieren, bomen en keien krijgen tijdens zijn tochten hun plek en betekenis als herkenningspunt. Hetzelfde geldt voor ontmoetingen met andere mensen. Het meest zal hem een kennismaking op de Schaesberg bij Valkenburg bijblijven. Bovenop deze berg staat een kapel met daarnaast een kluis. Ten tijde van Craandijk woonde daar een kluizenaar. Rond 1876 heeft Craandijk deze man ontmoet, en hij schrijft daar open over. Maar als Van Doorn dezelfde wandeling maakt woont er geen kluizenaar meer. Wel zijn er vrijwilligers die kunnen vertellen over de geschiedenis van de kluis. Als Van Doorn het heeft over zijn voornemen verschillende wandelingen van zijn ‘oudoom’ opnieuw uit te geven, blijkt een vrijwilliger te weten welke kluizenaar in gesprek is geweest met Craandijk. Hij nodigt Van Doorn uit mee naar binnen te lopen en wijst op een wandelstaf die aan de muur hangt. ‘Kijk’, zegt hij, ‘die staf is van de kluizenaar geweest die jouw “oudoom” heeft ontmoet. En op deze stoel zal hij hoogstwaarschijnlijk hebben gezeten.’ Het zijn momenten waarop de tijd even stilstaat en de gebeurtenissen een niet-alledaagse betekenis krijgen. Ervaringen als deze kunnen opgedaan worden tijdens de wandelingen door Nederland die al ruim honderd jaar geleden beschreven zijn. Gelukkig kunnen ze nog nog altijd gemaakt worden. <<
Jacobus Craandijk (7 september 1834-3 juni 1912) was doopsgezind predikant in achtereenvolgens Borne, Rotterdam en Haarlem. Landelijk werd hij bekend als de ‘wandelende dominee’. Hij beschreef meer dan tachtig voettochten. De acht delen van zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood vormen een standaardwerk en markeren het begin van het wandeltoerisme in Nederland. Op 6 juni 2015 verschijnt bij uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig de wandelgids Een kloeken dagmarsch, met elf wandelingen in het spoor van Craandijk (€ 14,95). Voorintekenen kan via www.jacobuscraandijk.nl zie ook p. 24
7
noodklok
advertentie
Wonen in een mooie omgeving, zorg van hoge kwaliteit
Doopsgezind Middelstum al maanden dakloos
Gasboringen kraken vermaning Tientallen middeleeuwse kerken in Groningen hebben op 12 februari, letterlijk, de noodklok geluid. Op hetzelfde moment debatteerde de Tweede Kamer over het gaswinningsbesluit van minister Kamp. de Monumentencommissie en de diensten niet langer verantwoord
beving met een kracht van 2,5 op de schaal van Richter. Bij een zwaardere beving, zeg 3,5 à 4 op de schaal van Richter, dreigt nog altijd instortingsgevaar. In het meest extreme geval klappen de muren naar buiten en kan de hele kerk instorten.’
tekst Johan Tempelaar foto’s Leidi Schilthuis
‘Het is een godswonder dat de kerk in Middelstum nog overeind staat’
De kerkbesturen vrezen dat aanhoudende aardbevingen als gevolg van de gasboringen leiden tot verwoesting van hun gebouwen en daarmee van Gronings cultureel erfgoed. Ook de doopsgezinde gemeente in Middelstum is getroffen en inmiddels al enkele maanden dakloos. De kerkdiensten worden bij de leden thuis gehouden. ‘Het gebouw is sinds begin augustus 2014 een soort ruïne’, vertelt kerkenraadsvoorzitter Gijs Schilthuis. ‘Er staan net zo veel steigers aan de binnenkant als aan de buitenkant. Je zou niet zeggen dat het een kerk is. Het hele interieur is eruit gesloopt en samen met de verdere inventaris opgeslagen bij een verhuisbedrijf.’ Schilthuis spreekt van Kafkaëske toestanden. ‘Aannemers, ingenieursbureaus, gemeente, provincie,
8
Nederlandse Aardolie Maatschappij – iedereen bemoeit zich ermee. Dan komt er weer een zoveelste delegatie kijken, met allerlei mensen met verschillende achtergronden die er allemaal anders tegen aankijken. Dan denk ik: nou, daar zou wel eens wat vaart in mogen zitten. Je zou ze met de koppen tegen elkaar aan willen schudden en zeggen: het wordt tijd dat jullie in je hok gaan zitten en er uitkomen! Tijd dat iemand de verantwoordelijkheid draagt en een besluit durft te nemen.’ De vermaning van de gemeente in Noordoost-Groningen stamt uit 1863 en werd gebouwd ter vervanging van de schuilkerk in het naburige dorp Huizinge. De gevelsteen verhuisde mee en werd ingemetseld in de noordelijke muur van het nieuwe onderkomen. Door de aardbevingen raakte de kerk dusdanig zwaar beschadigd dat het houden van
was. De muren waren door en door gescheurd en het plafond dreigde in stukken naar beneden te komen. ‘Het is een godswonder dat de kerk, na de eerdere aardbevingen in 2003 en 2006, nog overeind staat.’ Dat zegt Theo Elsing van het Nederlands Adviesbureau Monumentenzorg Interieurarchitectuur, voor de camera’s van actualiteitenrubriek EénVandaag dat poolshoogte is komen nemen. Het herstel van de monumentale kerk begon drie jaar terug; een moeizaam en ingewikkeld proces. Elsing begeleidt met zijn bureau de herstelen renovatiewerkzaamheden. ‘Er is een herstelplan gemaakt en na een asbestsanering zijn de kapconstructie, de muren en het tonggewelf versterkt. Het is bemoedigend dat de muren zich bij de meest recente aardbeving, in november vorig jaar, goed hebben gehouden. Maar dat was een
Om het gebouw ook voor de toekomst aardbevingsbestendig te maken, ziet de doopsgezinde gemeente zich genoodzaakt een grote inpandige stalen kooiconstructie te laten plaatsen. De kooi wordt door de muren heen verankerd zodat het hele pand steviger en ‘stijver’ wordt, en trillingen door een aardbeving worden gedempt. Een weinig fraaie, maar noodzakelijke oplossing voor het Rijksmonument. Als de gasboringen voorbij zijn, en daarmee de dreiging van bevingen, kan de constructie weer worden verwijderd en het staal worden hergebruikt. Maar dat zal volgens Elsing nog zeker zo’n twintig jaar duren. Elsing: ‘Dit is het eerste project met
zo’n aanvullende en ingrijpende maatregel bij een kerkgebouw. Mede door het gewenningsproces dat daarbij hoort, heeft het even geduurd voordat alle partijen deze oplossing konden omarmen. Momenteel leggen de constructeurs de laatste
hand aan de doorrekening van de plannen. Vervolgens hangt het af van de Monumentencommissie: die moet een advies uitbrengen. Mocht dat niets opleveren, dan wenden we ons tot de burgemeester en wethouders van Loppersum. Zij vormen het bevoegd gezag in dezen. De gemeente moet weer diensten en concerten kunnen houden, en er staat ook een trouwerij op stapel. Dat alles mag niet het onderspit delven door allerlei ambtelijke zaken. Wat in vijf à zes dagen geregeld had kunnen zijn, heeft nu al meer dan een half jaar geduurd. Deze situatie mag niet nóg maandenlang duren. Die kerk moet gewoon weer gebruikt kunnen worden.’ <<
Zorggroep Oldael beheert twee bijzondere woonzorgcentra in Den Haag: Aelbrecht van Beijeren (Benoordenhout) en Oldeslo (Duttendel). Beide centra liggen in goede wijken, bieden ruime appartementen, een eigen keuken en begeleiding, zorg en verpleging op maat. Gunstige tarieven U kunt bij ons terecht met én zonder indicatie. De tarieven voor wonen, zorg en service zijn gunstig. Kennis maken? Graag. U kunt ons bellen op 070 - 530 05 08 (cliëntadviseur) of 070 - 530 05 30 (bedrijfsbureau). U vindt ook uitgebreide informatie op www.oldael.nl.
9
pionieren
Er zijn duizend wegen die naar Rome leiden, maar de wegen zijn oud. Daar sta je dan als doopsgezinde ergens op zo’n weg. Vol goede moed vertrokken, lekker naar buiten, maar je bent alleen. Je hebt een goed verhaal, maar hoe breng je dat over en hoe geef je het vorm? Hoe bind je mensen aan jouw weg?
Oude stenen nieuwe wegen
Jelle de Groot
Dirk Noordzij is filosoof en actief lid van de doopsgezinde gemeente Groningen.
is redactielid van dit blad, bestuurslid van Broederschapshuis Samen Éen, en kind aan huis in Dopersduin.
De pkn wil in 2016 honderd pioniersplekken op de kaart hebben gezet. Op internet lees je boeiend commentaar van mensen die al bezig zijn met nieuwe vormen van gemeenschap, en je komt een aantal interessante pioniersplekken tegen. Het voorstel klinkt om ook interkerkelijk meer te zoeken naar pioniersplekken, en daarbij minder gebruik te maken van in verhouding dure predikanten. Laat het groeien vanaf de basis! Enkele pioniersplekken zijn overigens al ‘te duur’ en kunnen alleen doorgaan als mensen het heft zelf in handen nemen: kleinschalig beginnen en zonder de kosten van een kerkgebouw. Ik vind dat inspirerend. We kunnen als doopsgezinden veel van deze ervaringen leren: we hoeven niet alles zelf uit te vinden. Misschien wordt het tijd dat we een groep ‘verspieders’ gaan vormen, jong en oud, en twee aan twee gaan snuffelen aan nieuwe plekken. Kan ik me aansluiten?’ <<
Als ik bedenk wat ik in de praktijk mooi vind aan lid zijn van een plaatselijke gemeente, dan is dat dat je daar nog eens met mensen van heel verschillende leeftijden praat. Dat kan en gebeurt natuurlijk ook buiten een plaatselijke gemeente, maar daar hebben mensen misschien meer de neiging om elkaar binnen dezelfde generatie te vinden. Nu ik daar over nadenk, en over de brieven van Paulus, is het ongemakkelijke en waardevolle van een gemeente – hoe schertsend dat ook vaak gezegd wordt – dat dat hele broeder- en zustergebeuren iets betekent. Je hebt een band met mensen die anders is dan met een collega of teamgenoot; mensen die je niet zelf gekozen hebt en eerlijk gezegd waarschijnlijk ook niet zou uitkiezen. Dat kan een recept voor een ramp lijken, maar in mijn ervaring werkt het vrij goed omdat mensen zich binnen een gemeente welwillender opstellen dan normaal. Dat ik ledenvergaderingen en commissies mijd is, vrees ik, wel een reden voor mijn misschien wat rooskleurige blik op de welwillendheid binnen een gemeente. Maar dat terzijde.’ <<
‘Ik had nog nooit echt nagedacht over mijn doop. Ik ben onderdeel van een geloofsgemeenschap waar het feit of je gedoopt bent of niet een puur persoonlijke aangelegenheid is, en geen enkele invloed heeft op je positie of functioneren. Ik voelde me thuis, ondanks de doop. En dat bracht gelijk een rare tegenstelling naar voren: als je je ergens zo thuis voelt en je halve sociale leven zich afspeelt in die kringen, waarom laat je je dan niet dopen? Ik stelde me die vraag vaak. En het antwoord was jarenlang hetzelfde: ik vind dat ik nog niet genoeg weet, en zie de meerwaarde van een ‘God’ niet. Ik volg al mijn halve leven catechisatie, zit en zat in allerlei commissies, ga naar conferenties, organiseer ze, schrijf voor het clubblaadje en leid al tien jaar kampen. Maar ik kwam er voor mijn gevoel niet dichterbij.
was tot juni 2013 pastoraal werker in de doopsgezinde gemeenten De Knipe en Gorredijk-Lippenhuizen.
achtergrondfoto Depositphotos
‘Een aantal maanden geleden zijn mijn vrouw en ik verhuisd van Friesland naar Brabant. Als je net zeven inspirerende jaren achter de rug hebt in De Knipe en Gorredijk, is een nieuwe plek zoeken best pittig. Ik had me voorgenomen na mijn pensioen te zoeken naar een plaats waar jong en oud samenkomen, binnen of buiten de kerk. Zo’n plek vonden we bij de Agnes Dei gemeente in Waalre. Een pkn-gemeente die van zichzelf durft te zeggen dat ze pioniert. De beide predikanten, man en vrouw samen een halve baan, raken ons met hun woorden. Ze gaan uit van actuele levenservaringen en levensvragen. Ze zijn theologisch goed thuis in boeken die de laatste jaren verschijnen, en preken worden goed onderbouwd. Het geheel wordt ondersteund met een popsong of een bijpassend filmpje.
10
‘Ik heb bewust een gemeente gezocht. Na lange tijd niets met het geloof uit mijn jeugd gedaan te hebben, had ik mij weer ‘bekeerd’, en was zelfs al gedoopt door een eigenzinnige Lutherse dominee. Ook was ik vrijwilligerswerk gaan doen bij een daklozenopvang met een christelijke achtergrond, om ook iets praktisch met mijn geloof te doen. Voor mij was het een volstrekt logische stap om vervolgens een gemeente te zoeken. Dat was voor mij dusdanig vanzelfsprekend dat ik niet erg bewust heb nagedacht over waarom ik eigenlijk bij een gemeente zou moeten of willen horen. Dat het tegenwoordig voor sommige van mijn broeders en zusters veel minder logisch lijkt om zich met een specifieke gemeente te verbinden, verwonderde mij in eerste instantie – en ik laat mij graag verwonderen. Als je het me toen gevraagd had, had ik denk gezegd dat de gemeente in de bijbel toch wel belangrijk lijkt; iets met de brieven van Paulus?
Kalle Brüsewitz
Tegelijkertijd was dat onzin. Ik was er al lang. Ik word intens gelukkig van mooie Taizé-liederen in het kerkje van Dopersduin, of van een mooi avondritueel op een kamp.
Ik voel me al gedragen als ik daar de kinderen toezing, of een avondsluiting doe tijdens een vredesconferentie. Heeft het dan met de plek te maken? Ik geloof niet in de traditionele gemeente. Maar ik geloof wel in de gemeenschap: de plek waar de heilige geest werkt en de som der delen opgetild en gedragen lijken te worden. Daarom laat ik me dopen op Dopersduin. Misschien is dat niet zoals het hoort, maar ik voel het zo. En ik weet dat er meer zijn zoals ik. Zij voelen een grote verbondenheid met Dopersduin en met een landelijke gemeenschap. Een gemeenschap gaat namelijk niet over geografische afstand, maar over gevoelsmatige nabijheid. We wonen in Groningen en Middelburg, maar in Dopersduin zijn we meer dan een som der delen. Geen nieuwe stenen dus, maar wel een nieuwe weg.’ <<
11
er op uit Even stilstaan in de drukte van alledag. Om dan geïnspireerd, verrijkt weer verder te gaan. Nieuwe paden vinden op oude wegen. Andere, bredere gezichtspunten opdoen in een inspirerende omgeving en binnen een ongedwongen sfeer. Dat is wat Leeftocht u wil bieden, met een buitengewoon aanbod van activiteiten, lezingen en cursussen op het gebied van religie en spiritualiteit.
tocht
Uitgelicht
Uitgelicht
Programma
Vrouwenretraite
Bezield zijn
Het lef om verder te leven! ‘Tot hier en niet verder!’ is een uitspraak die iedereen kent. Maar wat zou er gebeuren als je zegt: ‘Tot hier en wel verder!’ Er zijn momenten dat jouw grens is bereikt, maar hoe ga je dan verder? Hoe laat je jezelf dan kennen? We laten ons in deze retraite inspireren door het verhaal van een vrouw met lef: Abigaïl uit het profetenboek Samuël. Prijs: vanaf € 180,– p.p.
In deze ervaringsgerichte training ga je op diverse wijzen op ‘ontdekkingsreis in jezelf’. Je bevrijden van al het ‘moeten’ van alledag, ontspannen en bij jezelf komen is bijna onvermijdelijk in de sfeervolle en bezielde ruimte van Dopersduin. Wij zorgen voor een bedding van rust en respect, waar ruimte is om je te uiten, te bezinnen en jezelf en de ander te ontmoeten. Prijs: vanaf € 150,– p.p.
Vrijzinnige spiritualiteit 6 t/m 7 maart Dopersduin Bewogen Vrouwendagen 9 t/m 13 maart Dopersduin Weg van de Tora 13 t/m 14 maart Fredeshiem Het bijbelboek Jona 21 t/m 22 maart Fredeshiem Innerlijk Pelgrimeren 12 t/m 13 juni Fredeshiem Tegenbeweging in avant-garde kunst 19 t/m 21 juni Fredeshiem
27 t/m 29 maart Fredeshiem, Steenwijk
13 t/m 15 maart Dopersduin, Schoorl
Kijk voor meer informatie & prijzen op www.leeftocht.nl advertenties
te huur De Roosebrink te Wageningen
De Timanshof te Bennekom
Seniorenappartementen met een vrijzinnig religieuze uitstraling In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer; iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads-, respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek | vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies. Huurprijs De huurprijs varieert van € 477,– tot € 799,–. De servicekosten variëren van € 76,– tot € 175,–. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met mw. L. Kik voor meer informatie en/of een bezichtiging.
De Aleidahof te Bennekom
12
Seniorenhuisvesting Zuid-Veluwe | Hof van Sint Pieter 27 | 6721 tn Bennekom 0318 43 11 34 | www.vrssh-zuidveluwe.nl |
[email protected]
Weekendje weg?
tekst Jan Willem Stenvers – foto Depositphotos
Kijk dan eens in de gids van Mennonite Your Way! Daarin staan doopsgezinden uit de hele wereld die hun huis openstellen voor slaapgasten. sleeptouw genomen willen worden, Het was even spannend toen we bij Keulen voor een kast van een huis stonden. Wie en wat zouden we aantreffen en hoe zou alles in z’n werk gaan? Toen we binnen werden gelaten verontschuldigden we ons dat we er al voor het eten waren. We zouden wel op zoek gaan naar een restaurant… Maar niks daarvan! We werden gevraagd met de familie mee te eten en kregen een rondleiding door de buurt. Na het eten keken we met z’n allen naar een voetbalwedstrijd van 1. FC Köln, waarna we een spelletje speelden. Aan het eind van de avond werd ons de logeerkamer gewezen waar vaker gasten gebruik van maakten. De volgende dag namen we afscheid, maar niet voordat we een bericht en ons adres hadden achtergelaten in het gastenboek. Wie een boek schrijft over ‘couchsurfen’, zal een scene als deze meerdere malen neerpennen. Couchsurfen is overnachten bij mensen thuis tijdens een reis. Mensen die je meestal niet kent. Deze manier van overnachten is goedkoper dan in een hotel, maar je hebt niet de gemakken
en privacy daarvan. En dat is niet het enige wat het anders maakt. Je treedt het domein van een ander binnen. Een ontmoeting met een onbekende is onvermijdelijk. Je steekt even je neus in het leven van de ‘locals’ van jouw reisbestemming. Mennonite Your Way is een zogeheten couchsurfnetwerk van doopsgezinden wereldwijd. Aart Hoogcarspel en Karin Janze uit Zwolle staan al twintig jaar in de Mennonite Your Way-gids. Een paar keer per jaar krijgen zij op die manier voornamelijk Canadese en Amerikaanse gasten over de vloer. Aart: ‘Twintig jaar geleden sliepen wij tijdens een rondreis door de Verenigde Staten bij gastgezinnen. We vonden het toen fair om ook zelf in de gids te gaan staan en hebben daar nooit spijt van gehad. Je krijgt mensen die reizen over de vloer, en die stellen zich vaak open voor anderen, ook al is hun denkwijze veel orthodoxer of evangelicaler.’ Of de gasten alleen langskomen om te slapen en te ontbijten, of juist op
verschilt per keer. Aart: ‘Als het ons uitkomt nodigen we mensen uit mee te eten, of we pakken de fiets naar Zwolle en vragen ze in de Bolweverstraat de doopsgezinde vermaning aan te wijzen. Die vinden ze vaak niet en dan leggen we uit dat het een schuilkerk is. Na hun reis sturen mensen vaak een e-mail waarin ze hun waardering voor dit soort dingen uitspreken. Anderen hebben zelf al een heel programma bedacht en hebben daar helemaal geen behoefte aan.’ Aart raadt iedereen die buitenlandse contacten op wil doen, aan zich te laten opnemen in de gids van Mennonite Your Way. ‘Veel mensen die langs zijn gekomen laten hun adres achter en met hen hebben we zo nu en dan nog contact. Als ik nu naar Winnipeg zou reizen, heb ik zeker een paar adressen van mensen die ik graag wil bezoeken.’ << Lijkt u het leuk om op deze manier (buitenlandse) mensen te ontmoeten? Kijk dan op www.mennoniteyourway.com Aanmelden als gastheer of gastvrouw kan via Register as a Host.
13
WereldWerk
Hier ben ik Heer
Programma voor de schepping
Here am I Lord Het bijbelse begrip ‘gerechtigheid’ is geen juridische term, maar gaat over samenwonen. tekst Jelke Weistra
Samen wonen in vrijheid en vrede in een samenleving waar ieder mens uit de verf mag komen, niet buiten de boot valt en mag leven in overvloed. Soms heet dat ‘Gods koninkrijk’ of de ‘Messiaanse tijd’. De apostel Paulus deelt met ons zijn inzicht dat de schepping reikhalzend uitziet naar het ‘openbaar worden van de kinderen Gods’.
Geboorte Wanneer op aarde een nieuw leven wordt verwekt, komt de hemel in beweging. Een ziel wordt gezocht en toegerust die na veertig dagen zijn intrek zal nemen in het nieuwe lichaam dat geboren gaat worden. Die goddelijke ziel komt uit de spirituele wereld en verliest de herinnering aan haar hemelse oorsprong. Wat blijft is een vermoeden, een heimwee naar toen. Deze gedachte komt uit de 16e-eeuwse mystieke chassidische traditie: met ieder nieuw mens wordt iets nieuws ter wereld gebracht dat er nog niet was. Een eerste en enig iets. Als mens ben je uniek in de wereld; jouw
14
gelijke is nog niet op aarde geweest, want was die hier al wel geweest, dan zou jij er niet behoeven te zijn.
Iedereen Iedere enkeling is een nieuwe verschijning op aarde en heeft als taak de eigen aanleg en persoonlijkheid te ontwikkelen, vorm te geven en te vervolmaken. Wanneer dat niet gebeurt wordt de komst van de Messias vertraagd. Luister dus goed naar het klankbord van jouw eigen goddelijke ziel. Luister of je ervaringen, opgedane informatie, een gesprek, of iets wat je leest iets nieuws teweegbrengen in je leven. Soms lijkt het alsof de ziel zich iets herinnert – volg dan de keuze van je hart. Dit kan leiden tot de erkenning van Gods koningschap over jouw handelen en over de schepping. Het gaat niet om een eenmalige religieuze topervaring over je betrokkenheid bij een allesomvattend toekomstperspectief, maar om dagelijkse, doodgewone concretisering van die erkenning in de omgang met de schepping en je medemens. Met zo’n houding van betrokkenheid kun je je als het ware inoefenen in het klankbord van je ziel, geconcretiseerd in
het dagelijks leven: jouw eten en drinken, je ademhaling en liefhebben, je geld en je ziel.
Partner Toets jezelf en onderzoek wat hierdoor in jezelf allemaal in beweging wordt gebracht. Steeds opnieuw kun je kiezen of je dit alles voor jezelf, uit eigenbelang, of ten dienste van de ander wilt inzetten. Wees eerlijk tegenover jezelf en je ziel: een mens is vindingrijk bij het bedriegen van de stem in zichzelf. Zo’n toets is tegelijkertijd opdracht en voorrecht. De mens laat zich erdoor betrekken in Gods zorg voor de schepping, Zijn wereld. Daarmee wordt de mens partner van God en medeverantwoordelijk voor de wereld. Toets jouw eigen bevinden ook samen met anderen die je vertrouwt! Je hele leven is een leerschool om te ontdekken wat jij kunt doen voor je medemens, voor de samenleving en voor de schepping. Als je dit zoekt kun je kiezen voor een engagement met God, en erken je niet alleen Gods bestaan maar ook Zijn bemoeienis met de wereld. Door die keuze verklaar je je bereid om als partner mee te werken in de zorg voor de schepping. Dit partnerschap is volledig en totaal, het is een overgave waarbij niets wordt achtergehouden. Je engageert je met alle potentie en ongebruikte reserves waarover je beschikt – lichaam en ziel, verstand en onderbewuste, huid en haar.
In de profetie van Jesaja (5:8) – zie het lied, tevens titel van dit artikel – worden zijn lippen gereinigd om zuivere taal te spreken. Gods naam wordt genoemd als een programma voor de schepping, waarover God pas werkelijk Koning is als de schepping Hem als zodanig erkent. Zijn koninkrijk is nog komende, al hebben wij het in de hand om het naderbij te brengen. Gods Koninkrijk betekent dat er geen dictatuur of slavernij meer zal bestaan. Ook niet de hedendaagse slavernij aan geld, dat ooit (betaal)middel was, maar nu doel is geworden. De beurzen voor aandelen, (edel)metalen, voedsel, olie, medicijnen en wat al niet, zijn er alleen voor manipulatie en winst, terwijl de
mensen – vaak kinderen – die de productie leveren daarvan nauwelijks kunnen eten, of erger. En voor de vervuiling die allerlei vormen van productie met zich meebrengen, is alleen aandacht als potentiële kopers die producten uit protest niet kopen.
Materieel – spiritueel Is dit alles niet te materialistisch, of zelfs economisch getint? Het is toch een religieuze zaak, geen wereldse aangelegenheid? Levinas zegt hierover: ‘Natuurlijk is mijn eten en drinken slechts een materiële kwestie. Maar het brood dat een ander ontbeert is voor mij een zaak van de hoogste spiritualiteit!’ En elders zegt hij: ‘Onze harten openen zich voor de onderdrukten gemakkelijk, de porte-
nieuw project Koptische vuilnismannen
monnee moeilijker. En de deuren van ons huis het allermoeilijkst!’ Alleen een mens van vlees en bloed is in staat tot solidariteit, en tot het zich iets ontzeggen ten behoeve van de ander. Bijvoorbeeld door het breken van het brood. Mijn wens voor u, lezer, is, dat u zich elke dag, al is het maar een ogenblik, bewust bent van de oneindig kostbare waarde van elke minuut van uw bestaan. En dat u God dankt, niet met dankgebeden alléén, maar ook door te zoeken en te leven bij de weg die uw ziel vermoedt en die God u uitdaagt te gaan. Want het gaat niet alleen over het koninkrijk maar ook over u. Uw bijdrage is onmisbaar. << Zie www.dgwereldwerk.nl: ‘hereamilord.jpg’ met uitgebreide verwijzing naar gebruikte literatuur. De song Here am I Lord werd in 1981 geschreven door Daniel L. Schutte (usa 1947) n.a.v. Jesaja 6:8.
bestuurstafel
Vorig jaar heeft Doopsgezind WereldWerk een onderwijsproject voor Koptische vrouwen in Zuid-Egypte ondersteund. Dit jaar vervolgt Doopsgezind WereldWerk haar activiteiten in Egypte met een gezondheidsproject. In een arme wijk in Caïro, Ezbet el Nakhl, trekken vuilnisophalers er voor dag en dauw op uit om het vuilnis van deze miljoenenstad weg te werken. De vuilnisophalers zijn, zoals vaak in Egypte, Kopten. In overleg met mcc-Egypte, dat op haar beurt weer samenwerkt met de Koptisch-Orthodoxe Kerk, wil WereldWerk bijdragen aan het verbeteren van de hygiënische omstandigheden in de betreffende wijk. De vuilnismannen krijgen werkhandschoenen, ademhalingsziekten worden bestreden en de drinkwatervoorziening in de wijk wordt verbeterd.
Op 28 januari is Dirk van der Veer overleden. Hij heeft zich van 2008 tot 2014 ingezet voor het Scholarship Fund van Doopsgezind WereldWerk. Dirk was de eerste voorzitter van het fonds dat studenten steunt in Ethiopië, Tanzania, Honduras en Palestina. Tot 2014 behandelde hij alle aanvragen voor studiefinanciering uit Tanzania. WereldWerk is hem veel dank verschuldigd. Onze gedachten gaan uit naar zijn dochters Eva en Angela.
15
Inspiratie 2015
‘De vrije marktideologie laat vragen over goed en kwaad aan de markt over en gaat ze daarmee uit de weg.’
Dit ben ik Dit is mijn verhaal
tekst Marijke Verduyn – foto’s Hans Lebbe | hlp images
Mensen hebben verhalen nodig. Want verhalen kunnen betekenis geven en perspectief bieden, thema’s in je leven verduidelijken en je laten delen in een groter geheel. geworteld gevoel van buitensluiting, Sociologe Christine Brinkgreve, spreker en workshopleider tijdens Inspiratie 2015, schreef in meerdere boeken over de rol van verhalen. In haar laatste boek Vertel. Over de kracht van verhalen kwamen al die lijnen samen. ‘Nadat mijn vader was overleden gaven wij een boekje uit met zijn laatste stukken. Bijna terloops zei mijn moeder: “Ik heb ook een verhaal”. Ik ben nog altijd blij dat ik een paar middagen met haar aan de keukentafel heb gezeten en het heb opgeschreven.’ Het verhaal van haar moeder was tijdgebonden. Zij zei niet – zoals wij tegenwoordig – ‘ik wilde’, maar: “dat was mijn taak en daar stond ik voor”. Tegelijkertijd was het méér dan een momentopname, het was ook een ontdekkingstocht. ‘Door het vertellen van haar verhaal ontdekte ze nieuwe kanten aan haar verhaal. Ze had, als veel mensen, depressieve en vitale kanten. Die depressieve kant had ze altijd gezien als een kracht van buiten: “daar is ‘het’ weer”. Door het vertellen van haar verhaal werd haar duidelijk dat het ook iets van haarzelf was.’ Het opgetekende verhaal gaf haar moeder een duidelijke identiteit: “Dit ben ik. Dit is mijn verhaal.”
16
Valt dat naadloos samen? ‘Nee, dat valt niet naadloos samen. Verhalen kunnen stollen, maar ook veranderen. Naarmate ik ouder word, verandert het verhaal dat ik over mijn leven vertel en leg ik andere accenten. Toen ik net gescheiden was, lag dat in mijn verhaal helemaal aan de ander. Nu zou ik daar een heel ander verhaal over vertellen, waarin ik mijn eigen rol meer zou belichten.’ Op de Internationale School voor Wijsbegeerte (isvw) geeft Brinkgreve al jarenlang cursussen autobiografisch schrijven, steeds samen met iemand uit een andere discipline. Iedere groep heeft een andere dynamiek, maar iedereen komt binnen met flarden van een verhaal. ‘Oudere vrouwen hebben vaak tragische verhalen vol klachten en ook wel aanklachten. Mannen zijn ironischer, korter van stof, hebben meer distantie tot hun eigen verhaal. Doordat ze hun verhaal opschrijven en andere mensen er open naar luisteren en er op reageren, kristalliseren zich thema’s uit die andere accenten kunnen krijgen.’
U schrijft dat veel mensen een kernverhaal hebben. Wat is dat? ‘Dat kan bijvoorbeeld zijn een diep-
onveiligheid, of er niet toe doen. Hoe jonger dat trauma is opgedaan, hoe dieper de groef. Soms kan iemand zichzelf een beetje uit die belemmerende groef schrijven. Het ontwikkelen van een nieuw eigen verhaal werkt helend in de dubbele betekenis van het woord: de brokstukken van je levensverhaal worden meer een geheel én je ervaart verlichting van de pijn.’ Als workshopleider moet je sensitief zijn voor wat mensen willen zeggen. Dat is een kunst en een kunde. ‘Ik ontwikkel een soort derde oor voor culturele dilemma’s. Jonge moeders kunnen verzuchten: “Het is natuurlijk wel mijn eigen keuze”. Maar dat is maar gedeeltelijk waar. In de jaren zestig zijn we gaan beseffen dat het persoonlijke ook politiek is. Dat besef lijkt wel weer weggevaagd.’
Het grote verhaal De grote gezaghebbende verhalen – religie, socialisme, liberalisme – hebben voor veel mensen hun zeggingskracht verloren. Maar, zegt Brinkgreve, nieuwe verhalen kunnen zich ontwikkelen die houvast bieden en een inspirerend perspectief. ‘Mijn grootouders van beide kanten waren niet gelovig, hooguit een tikje verlicht protestant. Mijn vader ging als jongen van achttien voor zijn op-
Inspiratie 2015 Ontmoeting, inspiratie en verdieping: dat zijn de vaste ingrediënten van de vierjaarlijkse vrijzinnige beraadsdag, die vanaf 2015 ‘Inspiratie’ heet. De dag wordt georganiseerd voor de leden van de Remonstrantse Broederschap, Algemene Doopsgezinde Sociëteit, Vrijzinnigen Nederland, Vereniging van Vrijzinnig Protestanten en het Apostolisch Genootschap. Datum: 18 april, 9.45 uur tot ± 17.30 uur (borrel om 16.30 uur) Locatie: Jacobikerk | St. Jacobsstraat 171 | Utrecht Thema: ‘Connected. Waaraan verbind je je verhaal?’ Toegang: € 20,– incl. koffie, thee, lunch en borrel | www.inspiratie2015.nl
leiding naar Rome en kon vanwege de oorlog niet meer terug naar Nederland. Tijdens dat gedwongen verblijf in Rome raakte hij onder de indruk van de schoonheid van de kerken. Ik noemde hem wel esthetisch katholiek. Maar het was méér dan dat: het was ook het gevoel deel uit te maken van een grotere gemeenschap. Wij gingen als gezin op zondag naar Ons’ Lieve Heer op Solder, maar ook voor ons had dat meer te maken met schoonheid: mijn broer mocht wel eens op het orgel spelen en we hadden wel iets met de liturgie. Mijn moeder volgde wat halfslachtig.’
Later verloor uw vader zijn geloof. Was het ook voor hem moeilijk te leven zonder dat verhaal? ‘Er ging zeker iets verloren. Ik denk vooral het gevoel ergens bij te horen. Met de ontzuiling is nog iets belangrijks verloren gegaan: de verticale
verbinding tussen mensen. Binnen de zuilen hadden mensen van verschillende sociale klassen een vanzelfsprekend contact. Dat is met de ontzuiling verdwenen – sociaal gezien een verlies. Mensen hebben de behoefte ergens bij te horen, maar er ligt geen vast script meer klaar. Je moet je eigen netwerken vormen en daar is niet iedereen goed toe in staat. Het oude kader is verdwenen en een nieuw kader kun je niet zomaar uit de kast trekken.’ Zelf voelde Christine toen ze studeerde iets van de aantrekkingskracht van het communisme: het verlangen naar een betere wereld, het gevoel van saamhorigheid, de helderheid over wie vriend was en wie vijand. ‘Ik begrijp goed dat mensen soms tegen beter weten in probeerden dat verhaal vast te houden, want het is moeilijk leven zonder zo’n verhaal.
Maar we hebben te zeer ervaren hoe gevaarlijk het kan zijn.’ We moeten dus niet meer een nieuw gesloten, totalitair verhaal willen creeren. Veel meer gaat het om een kritische tijdsdiagnose. Verbinding is daarbij een heel wezenlijk woord. ‘Het grote verhaal kan niet meer. Mensen zoeken geen antwoorden meer, maar bouwstenen om een eigen keuze te kunnen maken. Die bouwstenen kun je ontdekken in de gemeenschappelijke noemers van kleine verhalen, verhalen van onderop. Als je je ervaringen kunt delen, bijvoorbeeld van het je overbodig of alleen een productiefactor voelen, kan dat de energie geven om gezamenlijk een ander verhaal te ontwikkelen waarmee mensen zich verbonden voelen. Een verhaal met noemers als discipline of winstbejag. Die noemers kunnen een tegenbeweging vormen voor het ene grote verhaal dat we nog wel – verborgen, maar massaal – aanhangen: het verhaal van de vrije markt. Dat is een ideologie die vragen over goed en kwaad aan de markt overlaat en daarmee uit de weg gaat.’ Maar er moeten dan wel plaatsen zijn waar je je elkaar kunt ontmoeten en deze dingen kunt bespreken. ‘Bij mijn cursussen zie ik oprechte belangstelling van de rechter voor de huisvrouw en van degene die net is ontslagen voor de ondernemer. Het voetbalveld, het isvw, de kerken: het zijn enclaves die we in dat opzicht moeten koesteren.’ <<
Christine Brinkgreve is emeritus-hoogleraar sociale wetenschappen. Zij publiceerde boeken over onder andere ‘het zelf en de ander’, het verlangen naar gezag en, recent, de kracht van verhalen. Samen met filosoof René Gude ontwikkelde zij een cursus autobiografisch schrijven: Ken uzelf. Zij geeft deze cursus inmiddels voor het achtste jaar. Tijdens Inspiratie 2015 houdt zij de hoofdlezing en geeft zij een workshop autobiografisch schrijven.
17
boeken & bladen
Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s van de hand van Martin Maassen,
[email protected]
reisverhalen Historisch perspectief
Niet veel auteurs durven het aan om zichzelf aan het lezend oog der natie bloot te stellen. Alleen al wat dat betreft behoort Fik Meijer tot de uitzonderingen. Muren van alle tijden – overpeinzingen van een reisleider: zo luidt de nieuwste titel van ’s lands meest gelauwerde auteur waar het de klassieke oudheid betreft. Puttend uit een eindeloze voorraad van geestige en verbazende reisanekdotes gunt Meijer de lezer een kijkje in de wereld van een reisleider in het Middellandse Zeegebied. De diversiteit is groot: van eigenwijze en brutale reizigers tot vermiste groepsgenoten, en van een fanatieke prediker op de Atheense Areopagus tot toilet- en snurkproblemen in Turkije. Maar Meijer deinst er niet voor terug om ook zijn eigen blunders aan de kaak te stellen. Interessant is de manier waarop de auteur deze moderne problematiek telkens weer in een historische context weet te plaatsen. Zo wordt het levensverhaal van een medereiziger gelinkt aan dat van een Romeinse bakker, terwijl de Romeinse fascinatie voor gladiatorengevechten met wilde
18
dieren precies bij de hedendaagse stierengevechten past. Dit leidt tot verrassende inzichten. Gelet op Meijers oeuvre is deze ‘anekdotebundel’ een enigszins vreemde eend in de bijt, doordat er minder aandacht is voor historische achtergronden dan gewoonlijk. Toch krijgt het boek door de intrigerende parallellen tussen heden en verleden ruim voldoende diepgang. Meijer hanteert een prettig leesbare, ongecompliceerde schrijfstijl, waardoor het werk voor een breed publiek toegankelijk is. Ook de pakkende hoofdstuktitels zoals ‘Waarom noemt u de Turken niet?’, ‘De wraak van Electra’ en ‘In Paulus’ nodigen uit tot lezen. Doordat de anekdotes niet uitdrukkelijk met elkaar samenhangen, lenen zij zich uitstekend als leesvoer voor ‘tussendoor’, bijvoorbeeld bij het wachten op een vertraagde trein. Kortom: vermakelijk, leerzaam en voor de meer ervaren groepsreiziger ongetwijfeld een feest der herkenning. door Christiaan van den Berg Fik Meijer, Muren van alle tijden, uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep, € 15,–
Zacheüssen Goed voor de kerk
‘Twijfelaar met de twijfelaars en zoekende met de zoekenden.’ Zo typeert Tomás Halik zichzelf in Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven. Tomás Halik is een Tsjechisch theoloog en filosoof die tijdens het communistisch bewind in het geheim tot priester werd gewijd. Later was hij vertrouweling van president Havel. In Geduld met God neemt Halik, met het verhaal van Zacheüs (Lucas 19:1-10) als leidraad, de lezer mee in zijn bespiegelingen over de verhouding tussen kerk en seculiere cultuur. In de opinie van Halik is Zacheüs de mens die bewust afstand bewaart, die zich ophoudt aan
tevreden en opgesloten in ons eigen gelijk te blijven.’ door Jehannes Regnerus Tomás Halik, Geduld met God. Twijfel als brug tussen geloven en niet-geloven, uitgeverij Boekencentrum, € 19,50
nuchter Over religie
de rand van de kerk of daarbuiten, ‘in de strook van vragen en twijfels’. Zacheüs doet niet mee met Jezus en zijn volgers, maar er komt wel een zekere onrust over hem. De kerk en haar vertegenwoordigers zouden bij deze spiritualiteit aan moeten sluiten, vindt Halik. ‘Je moet een zoeker blijven, je moet open blijven, want alleen zo kan het Koninkrijk Gods tot je komen.’ Halik houdt een pleidooi voor meer ‘Zacheüssen’ in de kerk. Daarmee bedoelt hij mensen die in de marge van de geïnstitutionaliseerde kerken zijn beland. Ze zijn niet per se antikerkelijk of atheïstisch, maar kijken graag de kat uit de kerkelijke boom. Volgens Halik kunnen de ‘Zacheüssen’ veel goeds bijdragen aan de kerk: ze hebben het vermogen te twijfelen en kunnen daardoor voorkomen dat kerkmensen zelfgenoegzaam worden in hun zelfgesneden, dogmatische godsbeelden. Helaas leiden de vele verwijzingen naar radio-interviews en persoonlijke gesprekken en bespiegelingen over het failliet van het communisme, de opkomst van de islam, en de godsdienstkritiek van Nietzsche, soms flink af van Halik’s verhaal: een waarschuwing tegen zelfgenoegzaamheid. ‘Alleen bij twijfelaars en godzoekers kunnen wij leren om niet
De een vindt hem een morsige mopperkont, de ander zweert bij zijn grondig onderbouwde betogen. Er zijn weinig mensen waar de meningen zo over uiteen lopen als Maarten van Rossem. Al lijken na zijn rol als jurylid in het tv-programma De slimste mens steeds meer mensen sympathie te krijgen voor het tegengeluid van de professor. Naast televisieoptredens geeft van Rossem al bijna acht jaar een tijdschrift uit: Maarten! In het laatste nummer van zijn lijfblad is veel aandacht voor religie. Van Rossem interviewt schrijfster Karen Armstrong naar aanleiding van haar laatste boek In naam van God, Religie en geweld. Volgens Armstrong is religie ‘een van de weinige stemmen in alle culturen die zich uitspreken tegen onrechtvaardigheid, tegen geweld. Religie is op haar slechtst als ze absolute antwoorden geeft op vragen, en op haar best als ze helpt om te gaan met pijn, lijden en dood. Religie helpt te dragen wat
eigenlijk ondraaglijk is. Ik zie religie als een soort kunstvorm, die ons helpt om betekenis in het leven te construeren.’ In een dubbelessay kruist van Rossem de degens met prof. Beatrice de Graaf. De Graaf vindt dat de seculiere versie van vrijheid overheerst. Zij is voor ‘een systeem waarin verschillende levensbeschouwingen dezelfde uitgangspositie krijgen: de seculiere, de christelijke, de islamitische, en welke andere dan ook’. Van Rossem stelt daar zijn wantrouwen ten opzichte van de confessionelen tegenover. Hij is op zijn sterkst als hij de nuchtere feiten laat spreken, zoals in zijn column Bang land: ‘In de huidige extremistische golf heeft in Nederland tot nu toe één aanslag plaatsgevonden, waarbij één dode viel: Theo van Gogh.’ Maarten!, uitgeverij Veen Media, los nummer € 6,99
magnifiek
Zedenschets van de ddr De literatuur in de voormalige ddr had als belangrijkste functie de ideologische opvoeding van de massa. Schrijvers moesten aangepast schrijven, volgens de (partij)lijnen van het ‘socialistisch realisme’. Dat hield in dat alleen de mooie kanten van de werkelijkheid mochten worden getoond. Dat is Werner Bräunig (1934-1976) in zijn magnifieke boek Rummelplatz (Kermis) niet gelukt. Rummelplatz gaat over een bonte verzameling personages die in het Oost-Duitsland van vlak na de Tweede Wereldoorlog iets van hun leven proberen te maken. Het boek bestrijkt de periode van de oprichting van de ddr in 1949 tot aan de arbeidersopstand van 17 juni 1953. Rummelplatz is gesitueerd in het denkbeeldige dorp Bermsthal in de voormalige ddr, waar de mijnbouwmaatschappij Wismut uranium delft
voor het atoomprogramma van de Sovjet-Unie. De Sovjet-Unie kon de opbrengsten van de mijnen vorderen als herstelbetaling voor de geleden oorlogsschade. Bräunig beschrijft het begin van de ddr uit het perspectief van diverse arbeiders. De bonte stoet aan ‘hoofdpersonen’ komt op een mooie wijze tot leven. In dat opzicht hield Bräunig zich aan de partijlijn. Maar hij schond ook een tweetal taboes. In de eerste plaats mocht over deze wijze van herstelbetaling niet geschreven worden, en in de tweede plaats leidden de arbeiders met regelmaat een losbandig leven, onder andere op de kermis… Hoewel Rummelplatz de arbeidersopstand van 1953 vanuit het ‘goede’ (lees: partij-) perspectief beschrijft, werd het boek in de ddr verboden. Pas in 2007 verscheen Rummelplatz in het verenigde Duitsland en nu is er een prachtige Nederlandse vertaling van Josephine Rijnaarts. Voor Bräunig had dit het eerste deel van een tweeluik moeten worden. Helaas werd hem daarvoor niet voldoende tijd gegund. In 1967 ontbond de uitgever zijn contract en in 1976 liet Werner Bräunig het leven, eenzaam en verslaafd aan de drank.
De zonnetjes bij de besproken boeken en bladen geven de waardering van de recensent weer. Die kan uiteenlopen van één zonnetje (niet best) tot vijf (mag op uw nachtkastje
Werner Bräunig, Rummelplatz, vertaling Josephine Rijnaarts, uitgeverij Lebowski Publishers, € 25,–
niet ontbreken).
19
uit de kast Over doopsgezinden wordt gezegd dat zij ‘stillen in den lande’ zijn. In deze rubriek dagen we hen uit om uit de kast te komen, zichzelf te laten zien en hun geloof onder woorden te brengen.
een collega achter mijn rug om over mij sprak. Dat vond ik heel vervelend. En ik heb dat met die collega opgelost. Ik ben van mening dat achter iemands rug om praten geen zin heeft; je kan beter met elkaar in gesprek blijven. Net als boos weglopen, dat heeft ook geen zin. Daarmee blokkeer je iedere kans op een oplossing.’
Wat zou er veranderen in Nederland als u minister-president werd? ‘Ik zou direct meer in het onderwijs investeren. Meer geld vrijmaken en de toetsingseisen verlagen. Scholen en leerkrachten weten heel goed hoe zij het onderwijs vorm willen geven. Mijn ervaring is dat het reguliere basisonderwijs steeds meer kinderen een plekje kan bieden. Dat vind ik mooi, want ik denk dat een kind het meest baat heeft bij onderwijs in de eigen omgeving. School is namelijk meer dan alleen taal en rekenen of Citoresultaten. Juist het sociale aspect is heel belangrijk. Een kind kan pas tot ontwikkeling komen als het zich veilig en op zijn gemak voelt. Het probleem op dit moment is wel dat het voor leerkrachten niet altijd meer te behappen is. In een combinatie van groep 3, 4 en 5, met dertig kinderen, heb je gewoon meer handen in de klas nodig. Anders blijft er iedere dag iets knagen dat bepaalde kinderen niet gezien zijn. Dus: geef het geld direct aan de scholen. Zij weten heel goed hoe ze het onderwijs kunnen verbeteren en wat zij daar voor nodig hebben.’
Linda de Vries tekst Jan Willem Stenvers foto Matthijs de Vries
Hoe ziet de hemel er uit?
Linda de Vries-Visman (36) komt uit Giethoorn. Ze werkt op twee basisscholen en is leidster van de zondagskring voor kinderen in de doopsgezinde gemeente Giethoorn. dan kies ik voor Berthold Gunster. Hij is bekend van het Linda heeft drie kinderen, van wie de oudste, Sophie, vlak na de geboorte is overleden. Dochter Julia is zeven, en zoon Wouter is vijf. Haar man is doopsgezind predikant in Giethoorn, Steenwijk en Blokzijl.
Wat is uw meest ‘doopsgezinde’ eigenschap? ‘Ik probeer mij altijd aan mijn woord te houden. Zowel privé als op mijn werk vind ik het belangrijk dat men van mij op aan kan. Ook vind ik het belangrijk om problemen met de persoon zelf op te lossen: niet óver elkaar praten maar mét elkaar.’
Welke (niet-bijbelse) persoon is voor u een profeet? ‘Als ik ‘profeet’ interpreteer als iemand die dingen op een andere manier benadert en mensen aan het denken zet,
20
‘Een kind kan pas tot ontwikkeling komen als het zich veilig en op zijn gemak voelt’
‘omdenken’. Problemen op een andere wijze bekijken om er zo kansen in te zien.’
Wat is uw meest indrukwekkende en/of best bijgebleven jeugdherinnering? ‘Ik heb een hele fijne jeugd gehad, opgroeiend op Texel. Pas later realiseerde ik me hoe beschermend en veilig deze omgeving eigenlijk geweest is. Het meest is me bijgebleven niet een specifieke herinnering, maar een gevoel. Mijn vader werkte bij de bank, en mijn moeder was thuis om voor ons te zorgen. Altijd als ik thuis kwam was mijn moeder er, met een kopje thee. En er was altijd aandacht voor wat er op school gebeurd was, of hulp bij mijn huiswerk.’
Waarover werd u voor het laatst echt kwaad?
‘Ik vind het lastig om me een voorstelling van de hemel te maken. Ik geloof dat dierbaren die overleden zijn ergens een mooie plek hebben, maar hoe dat er uit ziet… Ik hoop, in wat voor vorm dan ook, mijn dierbaren vredig terug te zien.’
Van welk lied krijgt u kippenvel?
ik prachtig. Bij de uitvaart van onze dochter, tien jaar geleden, hebben we dit lied gezongen. Sindsdien heb ik tranen in mijn ogen als het gezongen wordt. Een nietkerkelijke keus is All of me van John Legend. Ook hiervan spreekt vooral de tekst me enorm aan. Het gaat over onvoorwaardelijk houden van, inclusief gebreken en tekortkomingen.’
Hoe ziet een gemiddelde ochtend er voor u uit? ‘Onze kinderen zijn altijd vroeg wakker, dus onze dag begint vroeg. Meestal ontbijten we met het hele gezin samen tussen zeven en half acht. Daarna ga ik òf naar mijn werk, òf ik breng de kinderen naar school. Wij wonen op vijf minuten lopen van school, dus we gaan altijd lopend. Wouter breng ik tot in de klas – nog even een boekje lezen en dan weer weg. Julia blijft buiten op het schoolplein met haar vriendjes en vriendinnetjes. Thuis wacht dan het huishouden, tot twaalf uur als de kinderen weer uit school komen en we gezamenlijk lunchen. Als ik ga werken begint mijn werkdag rond kwart voor acht. Eerst alle collega’s goedemorgen wensen en bijpraten. Om half negen begin ik dan. Als intern begeleider onderhoud ik de contacten over alle zorgleerlingen, dus mijn dagen zijn wisselend.’
Als ik niet doopsgezind was, dan… ‘Daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht. Ik ben opgegroeid in de doopsgezinde gemeente Texel, en niet doopsgezind zijn – dat is nooit bij me opgekomen.’ <<
‘Gij die alle sterren houdt, gezang 483 uit het Liedboek. Dat lied heb ik altijd erg mooi gevonden, en ook de tekst vind
colofon
via de aangegeven contactgegevens
Marjon Slotboom, Jan Willem Stenvers Abonnement Groot letter
in dit colofon.
Doopsgezind NL is een uitgave van de
U kunt uw bijdrage overmaken op
Algemene Doopsgezinde Sociëteit
iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v.
(ads) en verschijnt tien keer per jaar.
Algemene Doopsgezinde Sociëteit
Het blad wordt tegen een vrijwillige
onder vermelding van ‘dnl 2015?’.
bijdrage toegezonden aan alle leden
Hoofdredactie Johan Tempelaar
van doopsgezinde gemeenten.
(coördinator communicatie)
Vrienden en belangstellenden die
Eindredactie Marijke van Duin
het blad willen ontvangen, betalen
Redactie Kalle Brüsewitz, Yko van
€ 40,– per jaar. U kunt zich opgeven
der Goot, Martin Maassen, Wieteke
Ontwerp & opmaak Susan de Loor, Kantoordeloor, Haarlem Druk gbu Grafici, Urk Advertenties Saskia Meerts Oplage 7.500 Papier G-Print Proost & Brandt, fsc-gecertificeerd Contact redactie & advertenties Singel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 |
[email protected] www.doopsgezind.nl
van der Molen, Tea Rienksma,
cbb 0341 56 54 99 of
[email protected] Het volgende nummer van Doopsgezind NL verschijnt begin april 2015. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 12 maart 2015 aanleveren. Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen. © ads 2015
‘Dat had te maken met mijn werk. Ik kwam er achter dat
21
groei & bloei
kort
De Doopsgezinde Gemeente Bussum-Naarden zoekt een
pastoraal werkende (m/v)
guerrilla gardening Het begon als eenmalig project in New York. Liz Christy probeerde een braakliggend stukje grond in Manhattan om te toveren tot wijktuin. Het was 1973 en de groep rondom Christy noemde zich de ‘green guerrilla’s’ (groene guerrilla’s). Dit was de eerste keer dat de term ‘guerrilla’ gebruikt werd in combinatie met tuinieren. De tuin in New York is er nog steeds, de beweging is er ook nog steeds en bloeit als nooit te voren. Overal in de wereld doet men aan ‘guerrilla gardening’. Niet alleen hele tuinen worden ingericht, ook worden bijv. losliggende tegels in een straat omgetoverd tot kleine borders. Verlaten steegjes veranderen van de één op
uit ‘eigen’ tuin! Zelf groenten oogsten, maar geen tijd of zin om een moestuin te onderhouden? De afgelopen jaren zijn er steeds meer initiatieven ontstaan voor en door mensen die hun dagelijkse portie groente en fruit lokaal, en vaak biologisch, in willen kopen. Van een tijdelijke groentetuin op een braakliggend bouwterrein tot zelfoogsttuinen en biologische tuinderijen. Het doel van deze initiatieven is doorgaans hetzelfde: groente en fruit weer dichter bij de consument brengen. Dus geen geïmporteerde appels met gif of een met kunstmest gekweekte krop sla, maar seizoensgroenten van de boer en zelf gekweekte of zelf geplukte sperzieboontjes. Ook worden de diverse tuinen en akkers gebruikt voor educatieve doeleinden. Schoolklassen leren over het belang van biologisch tuinieren, eerlijk eten en gezonde voeding, of er worden workshops tuinieren gehouden voor buurtbewoners. Sommige projecten
de andere dag in vrolijke plekken door slechts een enkel bloemetje. Soms maken groepen mensen samen de steden een stukje mooier, soms plant een enkeling ’s nachts stiekem iets fraais – een enkel bloembolletje of een enkel zaadje. Tegenwoordig is er zelfs een nationale feestdag: op 1 mei is de ‘International Sunflower Guerrilla Gardening Day’. Overal in de wereld verzamelen mensen zich om op deze dag zonnebloemen te planten. Kom ook in actie en maak de wereld een beetje mooier! Kijk op www.guerrillagardening.org en blijf op de hoogte van alles wat er op dit gebied in de wereld gebeurt. door Kalle Brüsewitz
voor ongeveer 8 uur per week
Hierbij geven wij kennis van het overlijden van onze moeder, schoonmoeder, oma, zus en schoonzus
Onze huidige pastoraal werkende gaat binnenkort met pensioen. Wij zoeken daarom een enthousiast persoon met affiniteit voor de doopsgezinde denkwereld, die deze rol gaat invullen. Het gaat om een aanstelling van gemiddeld 8 uur per week, met als hoofdtaken: persoonlijk, groeps- en crisispastoraat en minimaal tweemaal per jaar voorgaan. Samen met de kerkenraad en onze predikant zullen deze taken verder vorm gegeven worden. Om onze gemeente beter te leren kennen verwijzen wij graag naar onze website: www.dgbussum-naarden.doopsgezind.nl Voor meer informatie over de functie kunt u zich wenden tot H.W. Hajonides, voorzitter van de gemeente Bussum-Naarden 035 695 01 57.
Elsje Meihuizen-Gerver
* Alkmaar 28 mei 1936 † Hilversum 28 januari 2015
Deventer Deventer Voorburg Lelystad Assen
Roel Meihuizen Arjen Meihuizen Menno Meihuizen en Alinda Bosch Myrthe, Laurens, Famke Jan Gerver en Thera Gerver-Revermann Truus Meihuizen
Graag vragen we geïnteresseerden voor 15 maart 2015 per e-mail of per brief te reageren:
[email protected] of: Doopsgezinde Gemeente Bussum-Naarden t.a.v. H.W. Hajonides | Rijksweg 27 | 1411 gd Naarden
De Doopsgezinde Gemeente Alkmaar zoekt een
werken met aandeelhouders die op gezette tijden hun ‘winst’ zelf mogen komen oogsten, of met oogstabonnementen die recht geven op een wekelijkse portie verse groenten. In bijna elke stad is wel een soortgelijk initiatief. Zo wordt op het dak van Hoog Catharijne in Utrecht van organisch afval compost gemaakt die de grond vormt voor een ‘eetbare tuin’. In onder meer Apeldoorn, Harderwijk en Groningen zijn stadsakkers te vinden. Haarlem en Deventer kennen zelfoogsttuinen en in Amsterdam geeft de Stichting Stadsboeren tijdelijke invulling aan braakliggende bouwterreinen, met mobiele ecologische groente-, fruit- en bloementuinen. Op zoek naar een initiatief bij u in de buurt? Google op zoektermen als: stadsboeren, stadsakker of zelfoogsttuinen. door Johan Tempelaar
... omdat de duisternis voorbijgaat en het waarachtige licht reeds schijnt. (l Joh. 2:8)
voorganger (m/v)
voor 30 uur per week (0,75 fte) met (enige) ervaring en van doopsgezinde signatuur Doopsgezind Alkmaar is een middelgrote gemeente met ca. 110 leden en 40 vrienden, en wil een aantrekkelijke, naar buiten gerichte christelijke gemeente zijn voor iedereen met zingevingsvragen. Bekijk de gehele vacature op www.doopsgezind.nl>vacatures
De crematieplechtigheid heeft plaatsgevonden op 5 februari j.l. Correspondentieadres: R.M. Meihuizen | Zoomkade 18 1 7417 bs Deventer
Pasen & Meivakantie op Dopersduin Schoorl 3 april t/m 6 april 2015 • 2 mei t/m 8 mei 2015 Bloemknoppen barsten van kleur, vogels zingen de zon toe, en op Dopersduin zindert het van het leven tijdens de lente! Kindervoetjes rennen over de paadjes, stemmen van jong en oud voegen zich vol vreugde samen, de frisse lentelucht laat ieders bloed sneller stromen. Dopersduin in de lente is gewoon een feestje, voor iedereen! Wees welkom! Minimale prijzen volpension € 56,- (leeftijd 4 t/m 12 jaar) € 75 (leeftijd 13-16 jaar) € 140,- (vanaf 17 jaar)
Doopsgezinde Zending Op 11 april wordt de jaarlijkse Zendingsworkshop en aansluitend ledenvergadering gehouden in Bussum. Het thema is dit jaar: ‘Bidden, zingen en horen: een viering voorbereiden, hoe doe je dat?’ Ds. Yko van der Goot, ds. Machteld van Woerden en ds. Afke MaasSmilde, zullen de dienstvoorbereiding vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Na de lunch is men welkom bij de algemene ledenvergadering van de Doopsgezinde Zending.
Neem contact op via e-mail
[email protected] of per telefoon 072-5091274
Informatie en opgave: Gerda Tenkink
[email protected] | www.doopsgezindezending.nl Datum en tijd: 11 april 10.30 uur start workshop | 12.30 uur lunch 13.00 uur alv tot uiterlijk 14.00 uur. Locatie: doopsgezinde kerk, Wladimirlaan 10, Bussum
22
23
historie
De canon van Craandijk tekst Mechteld Gravendeel
Jacobus Craandijk (1834-1912) was niet alleen doopsgezind predikant in onder meer Rotterdam en Haarlem, maar ook, en misschien wel evenzeer, historicus en veelschrijver. Craandijk leek de artikelen zó uit zijn mouw te schudden en wist ze steeds in het juiste blad of periodiek geplaatst te krijgen. Zo zullen de lezers van het Rotterdamsch Jaarboekje in 1890 zeker gesmuld hebben van ‘Iets over het geslacht van Cralingen’, en de leden van de Nederlandse Oudheidkundige Bond lazen in 1904 geboeid ‘Over kalk en nog wat, uit de Rekeningen van de Grafelijkheid van Holland over het jaar 1345’.
Als predikant was hij een bescheiden man die niets moest hebben van uiterlijk vertoon of bombarie. Ondogmatisch en met een stille, weinig naar buiten tredende godsdienstigheid, preekte hij een eenvoudige en praktische vroomheid. Hij werd een ware mennist genoemd, een ‘stille in den lande’. Maar als schrijver hield hij zich verre van stil. Hij werd bekend met zijn boekenreeks Wandelingen door Nederland met pen en potlood, die in de jaren 1875-1888 verscheen. En dat was zeker niet zijn enige publicatie. Craandijk schreef een indrukwekkende hoeveelheid verhalen, historische bijdragen, boekbesprekingen, reisverslagen, levensgeschiedenissen en feestreden. De stukken verschenen in een waaier aan tijdschriften, bladen en bulletins, van Mededeelingen vanwege het Nederlandsch Zendelinggenootschap tot het Haarlems Dagblad, en van Teylers Theologisch Tijdschrift tot Flora, jaarboekje voor Nederlandse vrouwen en dochters.
24
Speciale aandacht had Craandijk voor zijn ‘eigen’ doopsgezinde publiek. Deze groep lezers werd namelijk niet alleen getrakteerd op stichtelijke bijdragen, maar kreeg ook geregeld een les vaderlandse geschiedenis voor de kiezen. Zo verschijnt in 1907 Michiel de Ruyter in het kerkblad De Zondagsbode. Craandijk grijpt de viering van de 300ste geboortedag van De Ruyter aan om een karakterschets te geven van de zeeheld. Hij bespreekt De Ruyters scheepsjournaal uit 1659-1660 en prijst hem de hemel in: ‘Het journaal geeft blijk van onvermoeide werkzaamheid, welberaden overleg en trouwe zorg voor zijn manschappen’. En ‘Van grootspraak en zelfverheffing geen zweem in dit onopgesmukt dagverhaal’. Het is opmerkelijk dat Craandijk na zijn dood in 1912 om dezelfde karaktereigenschappen wordt
geprezen door zijn collega-predikanten Jeronimo de Vries en Arjen Binnertsz. In één opzicht verschillen De Ruyter en Craandijk echter als dag en nacht: Craandijk, gymnasiast, had een vlotte pen, en spelling en zinsopbouw waren tot in de puntjes verzorgd. De Ruyter daarentegen was als tienjarige analfabeet van school gestuurd en had als scheepsjongen zichzelf op zijn eerste reis leren lezen en schrijven. De Ruyter schreef in spreektaal, en als geboren Zeeuw stond hij op gespannen voet met de ‘h’. Dat kan verwarring oproepen, zeker als je ‘heylant’ schrijft en ‘eiland’ bedoelt. ‘Op het gebied der orthographie was hij geen held’, merkt Craandijk droogjes op. Wat zou Craandijk gevonden hebben van de spektakelfilm Michiel de Ruyter, die nu in de bioscopen draait? Waarschijnlijk iets te veel van het goede… Volgens Jeronimo de Vries ‘moest Craandijk naar zijn aard weinig op hebben met de reclame, de aanmatigende grootspraak, de onberaden opwinding van sociale en moderne bewegingen en quaesties’. En hij zou vast ook niet weglopen met de hedendaagse sociale media. Maar dat belet u natuurlijk niet om eens te kijken op facebook.com/ jacobuscraandijk. <<