02
2016
Beeldvorming
foto Herman Heijn
februari 2016 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
vooraf
foto Herman Westerbeek
een voorname bedrijfswoning
Vlak bij de vermaning in Borne bevindt zich Museum Bussemakerhuis. Dit museum laat de oorsprong zien van de Twentse textielgeschiedenis in het algemeen, en die van de Bornse fabrikeurs in het bijzonder.
In het voorname huis uit 1779, met een kenmerkende klokgevel in Louis xvi-stijl, woonden de doopsgezinde linnenhandelaar Jan Bussemaker (1730-1796) en zijn vrouw Trijntje Hulshoff (1727-1799). Hun namen staan voluit gebeiteld in de lauwerkrans op de grote zandstenen gevelplaat. Op de hoeken van de steen staan de initialen A.B. en M.B., die van hun kinderen Adam en Martje. Hoewel het gebouw in de eerste helft van de 19e eeuw en nogmaals omstreeks 1900 werd aangepast, bleef de oorspronkelijke indeling nagenoeg bewaard. Dat is voornamelijk te danken aan het feit dat dit huis slechts enkele malen van bewoners wisselde. De Bussemakers woonden er meer dan honderd jaar. In de expositie van Museum Busse-
makerhuis wordt ruim aandacht geschonken aan de idealen van de doopsgezinden en hoe veel doopsgezinden in de handel terechtkwamen en eigen bedrijven oprichten. Onlangs is een van de voorkamers van het museum ingericht als ‘doopsgezinde’ kamer. Daar is onder meer een video te zien over de dames Van Beckum: een lokale Twentse doperse historie over de freules Maria en Ursula van Beckum, die in 1544 door de overheid tot de brandstapel werden veroordeeld wegens hun vasthouden aan doperse opvattingen. Museum Bussemakershuis, geopend dinsdag t/m zondag 13.30-17.00 uur (behalve feestdagen). Op afspraak zijn andere bezoektijden en rondleidingen mogelijk. Toegang € 4,– en t/m 12 jaar gratis. Ennekerdijk 11 | Borne www.bussemakershuis.nl
advertentie
Don atu s ver z ekert vert ro uwd Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang, doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus is een betrokken specialist. Klein genoeg om u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg om uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat wat waardevol is, behouden blijft voor onze kinderen en hun kinderen en hun kinderen…
De zon staat hoog. Heel hoog. Het is warm. Heel warm. Het strand mogen we niet op. Dat is voor de elite. Zongebruinde mensen met zilveren zwembroeken, platina slippers, glinsterende zonnebrillen en glimmend witte tanden. Ze zitten in strandstoelen van puur goud. Asbury Park is verwarrend. Links het elitestrand, op het plankier dreadlock-dragende mannen met aangeklede biggen aan een touwtje. Daartussen lopen wij.
5 8
Alles is anders op deze plek aan de Oostkust van Amerika. De waarzeggers en tarotkaarten vinden hun plek tussen de gouden huizen en platina koetsen. En de zon zakt onverstoorbaar verder. De schaduwen lengen en de mensen gaan verzitten. Het strand verandert per minuut. Ik zie de mensen hun zilveren handdoeken naar de zon draaien en hun gouden stoelen met de ruggen naar de zee zetten. De zon is nergens meer te zien. Mijn wereld staat stil. Waar is de zon? Zonnen zakken in de zee. Toch? Dat hoort! Ik blijf verschrikt staan. Zonnen zakken niet in de zee. Zonnen zakken in het Westen. Dat is helemaal niet hetzelfde. Ik beweeg niet meer. Mijn zekerheden zijn weg. Alles staat op losse schroeven. En niemand verblikt of verbloost. De big knort gemoedelijk verder en de glinsterende zonnebrillen draaien hun hoofden steeds verder van de zee af. Alsof er niets is gebeurd... Ooit las ik over indianen en hoe zij omgaan met toekomst en verleden. Datgene wat je kunt zien is je verleden en ligt dus voor je, en dat wat je niet kunt zien is de toekomst en ligt achter je. Zo logisch, maar zo fundamenteel anders! Ik was in de war. Toen al. Ik begreep het niet. Je komt toch uit het verleden en gaat richting de toekomst, zo is het me geleerd. En dat is wat ik zie. Maar dat zie ik dus niet, blijkbaar. Mijn zekerheden waren weg. Dat wat je ziet is blijkbaar gebaseerd op wat je is geleerd en waar je bent opgegroeid. ‘Kalle!...’ Ik schrik op door de stem van Jan Willem. Hij kijkt me vragend aan. ‘Die zon, die mensen. Mijn hoofd ging even op slot’, probeer ik hem uit te leggen. ‘Niets van wat je ziet is precies zoals je het ziet! Zonnen zakken niet in de zee, zonnen zakken in het Westen!’ Jan Willem lacht. Dat wist hij allang. ‘Kom, we draaien om. Richting de toekomst.’ Jan Willem blijft even staan, wisselt een korte blik met de big en zucht. ‘Oké, we draaien om.’ Kalle Brüsewitz Redacteur Doopsgezind NL
[email protected]
w w w . d o n a tu s. n l te l . 073 - 5 2 2 170 0
inhoud
12 16 5 Feiten checken, duiding geven Hans Laroes, oud-hoofdredacteur NOS Journaal 8 Glad ijs
Beeldvorming in de bijbel
12 Geen woorden maar beelden
Mijn hersenen maken van elk woord een beeld
16 God is lang niet alles
Godsbeelden in Rotterdam
en verder… 4 ingekomen 10 de schepper Jaap Brugman 14 WereldWerk Aidswezen 18 boeken & bladen 20 mondig en bondig Jantine Huisman
22 beelden van Menno 23 kort 24 kunst Als zien echt zien wordt
ingekomen
interview
Stichting Noorder Vermaning een feit Het jaarlijkse subsidiebudget voor de restauratie en instandhouding van Rijksmonumenten is vaak niet groot genoeg voor de vele aanvragen. Daarom geldt een voorrangsregeling voor Rijksmonumenten die onderdeel zijn van het Werelderfgoed, en voor aangewezen professionele organisaties op het gebied van monumentenbehoud. Hierdoor neemt de kans op toekenning van subsidie aan individuele aanvragers af. Om die reden is eind 2015 bij de notaris een akte ondertekend waarmee de Stichting Noorder Vermaning een feit is. Deze stichting heeft tot doel uit te groeien tot een professionele organisatie die zorgdraagt voor de instandhouding van meer dan twintig doopsgezinde Rijksmonumenten – meestal de Vermaningen – in de provincies Groningen, Drenthe, Friesland en het Noorden van Overijssel.
Voor de Rijksmonumenten in Pingjum (schuilkerkje) en Witmarsum (herdenkingsnaald) zal de eveneens nieuwe Stichting Menno Simons sdmf het dagelijks beheer verzorgen, waaronder afspraken voor bezichtigingen en rondleidingen. Deze stichting zet hiermee het werk voort van de Stichting Doopsgezinde Monumenten in Friesland. Het rekeningnummer is gelijk gebleven en de geplande collecte in het landelijk collecterooster van de ads gaat gewoon door. De inkomsten worden ingezet voor de dagelijkse instandhouding en het beheer van genoemde monumenten.
open brief aan de Nederlandse regering De Broederschapsraad van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit heeft een open brief gestuurd aan de Nederlandse regering, naar aanleiding van de oorlogstaal die door bewindslieden wordt gebezigd en de mogelijke deelname aan bombardementen op is-stellingen. Geachte excellenties, geachte volksvertegenwoordigers, Met stijgende verontrusting verneemt het bestuur van de doopsgezinde geloofsgemeenschap in Nederland het gemak waarmee bewindslieden uit de Nederlandse regering en anderen woorden als ‘oorlog’ in de mond nemen en ook het gemak waarmee het bombarderen van is-stellingen als dwingende mogelijkheid wordt voorgesteld. De doopsgezinde geloofsgemeenschap heeft vanouds het vredesgetuigenis van eminent belang gevonden om de conflicten die er in de wereld zijn te benaderen. Geweld ziet zij niet als middel om conflicten in te gaan, laat staan om conflicten te beëindigen. Welk vredesproces dan ook: politiek, menselijk, godsdienstig, het zal niet met geweld tot stand kunnen komen.
Het bombarderen van doelen op de grond zal niet kunnen zonder het verlies van mensenlevens, levens van mensen die vaak niets met het conflict te maken hebben. Wij zien de ernstige gevolgen van de gewelddadige aanslagen in Syrië en Irak en buiten Syrië tot in Europa toe. Wij begrijpen ook de verontwaardiging daarover. Ook wij kunnen geen enkel begrip opbrengen voor de door is en andere groepen gepleegde verschrikkelijke aanslagen, executies, vervolging en onderdrukking. Maar wij beseffen ook dat de conflicten in het Midden-Oosten, die al zovele jaren in hevigheid worden gevoerd en die vele slachtoffers met zich meebrengen, niet eenvoudig op te lossen zijn. Wij geven in overweging om niet dezelfde middelen te gebruiken als de tegenstanders die bestreden worden. In onze samenleving moet het mogelijk zijn om vreedzame midde-
len te gebruiken, die mensen bij elkaar brengen en niet nog verder uit elkaar drijven. Voor de mensen in het Midden-Oosten, met name in Syrië, Irak, Libanon, Jordanië en Turkije, zijn politieke en humane stappen nodig die vertrouwen wekken, en die de basis kunnen zijn van een toekomst in deze landen, het liefst gebouwd op democratie en het respecteren van mensenrechten. Hulpwerk voor de slachtoffers van dit drama, steun aan organisaties die dit nastreven en het stimuleren van dialoog tussen de partijen zouden kernen van beleid behoren te zijn in plaats van de retoriek van oorlogstaal.
Nieuwsmedia dragen een grote verantwoordelijkheid voor het bedrijven van goede en betrouwbare journalistiek. Ze kunnen het nieuws dat we tot ons krijgen niet bepalen, maar feiten checken en duiding geven kunnen ze wel. Dat vindt Hans Laroes, oud-hoofdredacteur van het NOS Journaal.
>>
Een regering die spreekt in termen van oorlog, spreekt niet namens ons. Een regering die deze conflicten met geweld wil oplossen, doet dit niet namens ons. Het bestuur van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, F. Dukers, voorzitter H.W. Stenvers, algemeen secretaris/directeur
4
5 foto’s Yael Laroes
interview
Hoe heeft de NOS geprobeerd dat te repareren?
Nieuws in beeld
‘We moesten onszelf afvragen: kennen we wel alle verhalen die ertoe doen? Dat betekende niet dat we moesten aanbieden wat iedereen wilde horen. Het ging erom dat de agenda waarop wij het nieuws baseerden niet goed was en ter discussie moest staan. Maar tegelijkertijd moesten we doorgaan met goede journalistiek bedrijven. We moesten serieus luisteren naar de klachten en alles wat er speelde onder de bevolking, zonder onszelf daarin te verliezen.’ tekst Jan Willem Stenvers & Kalle Brüsewitz
‘Niet een complot maakt iets tot nieuws, wel een context’
B
epalen de media daarmee het beeld dat wij van de samenleving hebben? ‘Niet echt’, aldus Laroes. Hij vindt het leuk om over journalistiek te praten, zoveel is duidelijk. Steeds dichter kruipt Laroes naar de tafel als hij zijn gedachten over nieuwsorganisaties blootlegt. Over zijn antwoorden hoeft hij niet lang na te denken. Constant geeft hij uiteenzettingen over het maken van nieuws en het runnen van een mediaorganisatie. Hij laat zich niet verleiden tot het uiten van harde, ongenuanceerde oneliners. En steeds benadrukt hij dat de journalistiek moet beseffen dat die een grote verantwoordelijkheid heeft. Van 2002 tot 2011 was Laroes, na een carrière als verslaggever, hoofdredacteur van het NOS Journaal. Het verwachtingspatroon van de Nederlandse bevolking aangaande een goede nieuwsvoorziening door die omroep was, en is, groot. ‘Het is voor de mensen een soort nutsvoorziening, net als water uit de kraan’, zegt Laroes. ‘Het is altijd pas ‘waar’ als de NOS het zegt, terwijl er best een fout in de berichtgeving kan sluipen. Er is een verwachting van onmiddellijkheid. Als er om de hoek brand uitbreekt, denkt men dat er gelijk live verslag van gedaan kan worden. Maar daar is even tijd voor nodig. Daarom moet je als journalistieke organisatie uitleggen waarom en hoe je bepaalde dingen doet. Mensen begrijpen je daarna meestal wel.’
In hoeverre kan een vertrouwde nieuwsorganisatie bepalen wat voor de kijker nieuws is? ‘Wij hebben als westerse samenleving een bepaald perspectief, dat is een gegeven. In iedereen zit een soort optelsom van ervaringen en cultuur. Dus ook in journalisten en nieuwsorganisaties. Vanuit die optelsom werken is niet hetzelfde als manipuleren. Als je honderd of zelfs duizend westerse journalisten bij elkaar zet en je vraagt hun een rangorde te maken van een aantal nieuwsbeelden voor een krant of journaal, zullen die rangordes niet exact hetzelfde zijn maar wel heel vergelijkbaar. Een wantrouwend iemand zal zeggen: ‘Zie je wel, allemaal gehersenspoeld!’.
6
Maar het publiek weet niet meer dan wat het op tv ziet of in de krant leest. Voor hen is dat dan toch ‘de waarheid’? ‘Mensen hebben het heus wel door als iets echt niet klopt, mede door de vele bronnen die ze tegenwoordig kunnen aanboren. Niet een complot maakt iets tot nieuws, wel een context. Elke organisatie, redactie en samenleving heeft kernwaarden, ook al heb je het daar nauwelijks over. Op basis daarvan maak je keuzes die op een andere plek in een andere context misschien anders zouden worden gemaakt. Kort geleden zag ik twee oude reportages over dezelfde demonstratie in Oost-Duitsland, één uit de ddr en één uit West-Duitsland. In het ene geval was de demonstratie een dappere opstand tegen de communistische machthebbers. In het andere een samenkomst van een door kwade westerlingen gemanipuleerde groep mensen. Beide filmpjes waren min of meer de waarheid in de eigen samenleving.’
Wordt dan verteld wat de bevolking wil horen? Of neemt de bevolking over wat er wordt verteld? ‘Dat is een wisselwerking. Maar een goede journalist moet ook kunnen vertellen over een kant van het nieuws die niet iedereen verwacht. Ooit heb ik een beleidsplan geschreven voor de NOS, waarin ik het had over de automatismen in het vak. Ik schreef dat wij frauderende bijstandsmoeders minder erg vinden dan frauderende accountants, en GroenLinks sympathieker dan de lpf. Dat wordt nog vaak geciteerd, als voorbeeld van manipulatie. Maar er stond nog wat bij, namelijk: ‘Dat is niet goed, omdat we de automatismen niet onderkennen.’ Als je ze wel kent kun je ze ter discussie stellen. En dat is belangrijk, omdat je ze gebruikt bij het bepalen van wat nieuws is en wat niet.’
U heeft meer dan eens aangegeven hoe juist dit fout ging tijdens de opkomst van Pim Fortuyn. ‘Over het algemeen zag de journalistiek niet in dat er iets onderhuids speelde in de samenleving. Men was teveel gericht op economische groeicijfers en de politiek van het moment.’
‘Niet de wil, maar de wereld van de kijker is belangrijk’, zegt u in uw boek ‘De littekens van de dag’. ‘De journaalmedewerkers peilen ’s ochtends natuurlijk niet wat men ’s avonds wil zien. En de bevolking kent niet alle verhalen van de dag: er is echt niet alleen nieuws over zeehondjes, onderwijs en gezondheidszorg. Een journalist heeft bronnen en expertise die niet iedereen heeft. Een nieuwsmedium hoeft niet ‘de wil’ van de nieuwsconsument te volgen, maar dient dingen uit te zoeken en uit te leggen, passend in de wereld van de kijker. Zodanig dat die kan zeggen: wat goed dat dit is uitgezocht, want dat wist ik nog niet.’
Hoe kan dat op een goede manier gebeuren tijdens situaties als de Nieuwjaarsnacht in Keulen? Daar ging al van alles over rond wat de nieuwsmedia pas heel laat bevestigden. ‘Media die waarde hechten aan dubbelcheck en hoor en wederhoor voordat ze iets naar buiten brengen, hebben het in dit soort situaties soms lastig. Sociale media weten het altijd al zeker, sneller en beter. Zorg er als journalist maar voor dat je verhaal klopt en dat er meerdere bronnen zijn – maar dat kost wel meer tijd. Bij veel media was er rond de gebeurtenissen in Keulen een aarzeling te zien: is het nu echt zo groot, of niet? Het bleek steeds groter te worden. In dit specifieke geval speelde ook mee dat de informatie vanuit de overheden niet klopte. Mensen verwijten je dan dat er iets verzwegen is. Dat is niet waar; er is gewoon een bepaalde onmacht. Je wilt een verhaal hard kunnen maken en niet op vermoedens afgaan. Elke goede, betrouwbare journalist wil zich aan z’n mores houden, maar staat voortdurend onder druk van de publieke opinie die wil dat hij snel nieuws brengt en bevestigt.’
Hans Laroes (1955) was van 2002 tot 2011 hoofdredacteur van het NOS Journaal. Eerder werkte hij voor diezelfde organisatie als politiek verslaggever en voor diverse dagbladen. Van maart 2013 tot november 2015 was hij voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Over zijn periode bij het NOS Journaal en zijn journalistieke visie schreef hij het boek Littekens van de dag.
Hoe groot is het gevaar dat je als gepassioneerd nieuwsjager toegeeft aan die druk? ‘Natuurlijk wil je zo snel mogelijk het verhaal brengen. Maar als je dat niet kunt waarmaken, heb je vaak al bij de aftiteling van het journaal een groot probleem. Dat kan een keer gebeuren, maar als het te vaak gebeurt ben je je positie als gezaghebbend journalist of medium, kwijt. Als jij te vertrouwen bent zullen mensen misschien weleens zeuren dat je soms laat bent, of iets niet brengt wat ze willen horen, maar weten ze ook dat je gelijk hebt. Het gaat er namelijk om dat je goed werk levert als journalist.’ <<
7
bijbelse beeldvorming
mogelijk aanwezige maakt Hem naderbij, persoonlijk. Dat maakt Hem niet zomaar een (afstandelijke) god, maar ónze God. Dankzij de witregels heeft ieder ruimte voor zijn eigen beeld, zijn eigen relatie met God. Dat gaat pas mis als je Hem teveel naar jezelf toe probeert te trekken. Als je jouw beeld van die Ongrijpbare probeert te verheffen boven de andere beelden. Als je jouw beeld van God tot God Zelf probeert te maken en dat aan anderen op wilt leggen. Maar dat doet het zwart - op wit. Het is het zwart dat beschrijft en vastlegt en verleidt tot theologie en beter (zeker) weten.
Maar ondanks alle verbeeldingsruimte die het schept heeft het wit
Gla aaaa a a a a a a d ijs s s s s s s s Een gevoel van onbehagen. Staat er niet geschreven: ‘Maak geen gesneden beelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is, of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde’? tekst Wieteke van der Molen – illustratie Feiko Wouda
E
n dat staat er niet één keer, nee, steeds weer. Het is zó groot en overheersend dat alleen al de beschuldiging van het in bezit hebben of het aanbidden van een beeld voldoende is om het verlies van geld, goed, leven en land te verklaren. Koningen worden afgeschilderd als ontrouwe prutsers, hoeveel prachtige bouw-
8
projecten en allerlei ander staatsbelangrijk goeds ze ook op hun naam hebben staan. Vanwege een of meer beelden. Het beeldverbod is zo eigen aan Gods volk dat andere volkeren denigrerend worden weggezet als zielige types die denken dat een door handen vervaardigd beeld enige macht heeft. Over het gouden kalf ga ik het niet eens hebben.
Glad ijs dus. Een hachelijke onderneming. Beeldvorming in de bijbel: het loopt nooit goed af. En toch bestaat de bijbel uiteindelijk uit beelden. Niet gesneden natuurlijk, gelukkig niet. Nee, de bijbel heeft meer finesse. De bijbel is geschreven. Zwart op wit. En dat is mooi. Het zwart schetst het beeld, het wit tussen de regels door laat voldoende ruimte
voor de beelden in je hoofd. Beelden die gevormd worden door je eigen ervaring, je culturele bagage, je eigen fantasie en voorstellingsvermogen. Er is ruimte voor heel veel verschillende visies en aspecten en beelden naast elkaar. Die ruimte voor verbeelding die het geschreven woord overlaat is een zegen. Maar ook een valstrik.
God valt niet in één beeld te vangen en dat zorgt ervoor dat Hij (of Zij?) ongrijpbaar is en toch tegelijkertijd mogelijk aanwezig in ieder facet van het leven. Dat ongrijpbare maakt Hem anders dan al het andere, het maakt Hem God boven alle andere goden en mensen. En het
ook zwarte kanten. Want wat je niet wilt zien, dat zie je niet. Onbewust zien westerse christenen bij Jezus vaak een zacht-blonde baard en lange haren, en, oh, de onvermijdelijke witte gewaden en blauwe mantel. Jezus als in de kinderbijbel of op de bidprentjes van vroeger. Jezus met de heilige, ascetisch-kwijnende gelaatsuitdrukking en de vrome gebaren. Jezus, altijd schoon en zonder vlekken of stof of klitten. Jezus, rank uitstekend boven een hem aanbiddende menigte, zegenend met één of ander verstild gebaar. Dat is het beeld dat zich door tweeduizend jaar christendom vastgezet heeft in ons hoofd, ons hart, onze ziel.
We reageren fel als iemand iets anders durft te suggereren. Een aantal jaren geleden modelleerden wetenschappers een gezicht op een schedel van een man uit het gebied en de tijd van Jezus: ‘Zo zag Jezus er mogelijk uit’. Consternatie alom, want de kop was vierkant en donker en nogal boers. Steeds als het beeld dat van onze God geschetst wordt in de bijbel gewelddadiger of onrechtvaardiger is dan ons lief is, raakt ons comfortabele wit ingekleurd met beelden die we liever niet zouden
willen vormen. We gaan ons daar ongemakkelijk door voelen. Onrustig. En voor je het weet verklaren we het weg. Glad ijs – een hachelijke onderneming.
Woorden zijn zoveel krachtiger dan een gesneden beeld, juist vanwege de ruimte tussen de letters. Met een enkel woord kun je een hele wereld oproepen. Als je tenminste de woorden nog kunt lezen. Als je de wereld nog kent die opgeroepen wordt. Metaforen, verwijzingen, parafrases, het zijn krachtige middelen. Mits je de beeldtaal nog spreekt. Het beroemdste voorbeeld is misschien wel dat van Jezus aan het kruis, en zijn laatste woorden: ‘Eli eli, lema sabachtani’. Dat roept al in de tekst zelf verwarring op. Enkele omstanders denken dat Jezus om Elia roept. En Elia roept vervolgens direct een beeld op. Maar eigenlijk is Jezus’ uitroep een citaat van Psalm 22. Zodra je dat weet zie je ineens hoe het hele lijdensverhaal gebaseerd is op die psalm. En hoe Pasen en wat daarna komt al wordt voorzegd in die ene schreeuw van Jezus. Hoe met één zin voor alle toenmalige lezers de impact van de kruisiging wordt opgeroepen. Het citaat roept het éne beeld op, de verwarring over Elia het andere. En samen staat daar ineens de belofte van het evangelie. Voor wie het begrijpt.
Dat laatste: misschien komt daar mijn gevoel van onbehagen wel vandaan, ten diepste. De beelden van de bijbel zijn een delicate dans tussen zwart op wit. Met alleen maar wit worden de beelden betekenisloos. Met alleen maar zwart worden ze levenloos. Wie begrijpt de oude beelden nog? Wie getroost zich nog de moeite zich erin te verdiepen, ze werkelijk tot leven te brengen? Wie durft zich nog zó op glad ijs te begeven? Wie durft? Wie? <<
1 Exodus 20:4 en andere. 2 Bijvoorbeeld Jes. 2. 3 Achab natuurlijk (1Kon. 2), en Mannasse (2Kon. 2). Zelfs Salomo, toch de meeste wijze aller koningen… (1Kon. 11). 4 2Kon. 19, Ps. 97, Jes. 37, Jer. 10 om maar eens wat te noemen. 5 Grofweg het grootste deel van Deuteronomium en Jozua 1-12. Om mee te beginnen. 6 Dit is overigens met gesneden beelden net zo. Iconografie is niet voor niks een vak apart. 7 Mat. 27:46. 8 Elia is de profeet die niet sterft maar door een stormwind wordt meegevoerd naar de hemel (2Kon. 2:11). En hij is de profeet die vlak voor het einde van de wereld zal terugkeren om vaders met hun zonen te verzoenen (Mal. 3:23).
9
de Schepper
Jaap de houtsnijder Je vindt een mooie tak in het bos, snijdt de bast eraf en begint er met je zakmes in te snijden. Wie heeft dat niet eens gedaan in verschillende bands en heeft ook als kind? tekst Tea G. Rienksma – foto’s Rienk van der Star
M
eestal blijft het daarbij, maar bij Jaap Brugman is die behoefte nooit meer weggegaan. Nog steeds zoekt hij mooie takken, laat ze een tijdje drogen, zoekt dan een rustig plekje – bijvoorbeeld op Dopersduin waar hij graag naartoe gaat – en haalt zijn zakmes voor de dag. Hij begint bovenaan de tak met het uitsnijden van een bloem, een kikker of een gezichtje, laat zijn fantasie de vrije loop en geleidelijk aan ontstaat er een prachtig kunstwerk van in elkaar overgaande vormen, figuren en patronen. Zo kennen veel gasten van Dopersduin hem: Jaap, de houtsnijder.
Veelzijdig Eenmaal in gesprek blijkt Jaap een zeer veelzijdig, creatief mens te zijn die zijn levenshouding vindt in het boeddhisme. Jaap: ‘Het leven is een mysterie en we proberen een zeker houvast te vinden. Sommigen vinden dat in de wetenschap, anderen in religie of in het sociale verkeer. Ik ervaar het leven vooral als grondeloos, als eindeloos wijd en diep. Ik wil het leven niet teveel inpakken of van een etiket voorzien. Kijk nu eens naar dit lepeltje. Iedereen zal zeggen dat het een gewoon theelepeltje is. Maar wanneer ik er echt goed naar kijk, dan zie ik steeds meer. Ik zie een vorm, een kleur, een bepaalde beweging, en daarmee wordt het een heel bijzonder voorwerp. Ik hou ervan om alles te
10
verkennen, om te kijken wat voor mogelijkheden er zijn. Ik sport veel en wil ook graag op dat gebied dingen uitproberen, vooral buiten in de natuur. Bijvoorbeeld in bomen klimmen, of in ijskoud water zwemmen. Ik ben nieuwsgierig naar wat dat met mijn lijf doet.’ Jaap woont in een woongroep in Groningen Zuid. In de ruimte waarin hij leeft, heeft hij zijn eigen sfeer geschapen. Centraal is een meditatieplek met een heel bijzondere Boeddha. ‘Dit Boeddhabeeld verbeeldt een bepaald aspect van de Boeddha’, zegt Jaap, ‘het heet ‘de liefdevolle ogen’. Ik heb het zelf gemaakt van een bepaald soort klei en daarna ingekleurd. Dat was weer een heel ander creatief proces dan wat ik met stokken doe. Met het snijden in het hout ben ik vooral associatief bezig. Vooral verwondering en het ontvouwen zijn belangrijke kanten van dat proces. Denk maar aan een plant die langzaam groeit en zich ook ontvouwt en ontwikkelt. Met dit Boeddhabeeld en met nog een ander beeld van een Tibetaanse meester, is mijn creativiteit meer gebonden aan de vorm. En daarbij kom ik allerlei problemen tegen waar ik een oplossing voor moet bedenken.’ Alsof dit allemaal niet creatief genoeg is, vertelt Jaap dat hij ook graag met muziek bezig is. Hij speelt saxofoon
songteksten geschreven. Voor zijn werk in de logistieke dienst bij een laboratorium is hij veel op pad. ‘Ik zit veel in de auto en dan luister ik naar een bandje met bijvoorbeeld een lezing van een of andere wetenschapper, of een interview met een kunstenaar. Er zijn zoveel boeiende en inspirerende denkers.’
Dopersduin Een boeddhist op Dopersduin – alles is daar mogelijk. Jaap vertelt enthousiast hoe hij er terecht is gekomen. ‘Ik kwam er al met mijn ouders. Zij hadden niets met de kerk, maar mijn grootmoeder had doopsgezinde wortels en zij had hun aangeraden daar met de kinderen op vakantie te gaan. En dat beviel uitstekend. Ik ben er later, na mijn scheiding, weer naartoe gegaan met mijn dochter. Dopersduin heeft voor mij iets vertrouwds. Ik ervaar doopsgezinden als ondogmatisch, ze hebben gevoel voor humor en nemen zichzelf niet zo serieus. Bovendien is er ruimte voor andersdenkenden en niet-gelovigen, en er zijn altijd leuke mensen. Als ik christen zou moeten worden, dan zou ik doopsgezind worden.’ Zo blijkt Jaap de houtsnijder een zeer veelzijdig mens te zijn: mediteren, sporten, houtsnijden, beelden maken, muziek maken - een man die graag leeft vanuit de ervaring en die zich gedragen voelt door wat boeddhisten ‘de leegte’ noemen. <<
11
beelddenken
Mijn
hersenen
n e k a m
van elk het Nederlands was niet aan mij besteed. Dat heb ik nog steeds. Engelse boeken en poëzie lees ik vrij gemakkelijk en veel, maar de zinnen naar het Nederlands vertalen lukt niet.
Je laat op de basisschool zien dat je best een slim kind bent en mag zelfs het gymnasium proberen. Dan blijkt dat je zo sterk in beelden denkt, dat je niet meekomt in het talige onderwijs van de middelbare school. tekst Jan Willem Stenvers – foto Depositphotos
Geen woorden maar beelden
H
et ging me in de eerste klas best aardig af, Latijn. Simpele korte verhalen vertalen en kennis opdoen over de oude Romeinse cultuur. In de tweede klas kwam daar Oudgrieks bij. Het vertalen van andere letters naar Westerse leestekens, naar een Nederlands woord en dan nog naar een lopend verhaal, bleek wat teveel. Na een half jaar werd het halen van een voldoende
12
voor dat vak een unicum. De andere talen werden ook steeds ingewikkelder. Naamvallen en rijtjes met woorden vlogen me om de oren. Ze zonder context toepassen of een rijtje verbuigingen oplepelen tijdens een toets lukte me nauwelijks. ‘Je moet het gewoon nog beter uit je hoofd leren’, zei mijn mentor in de tweede klas. Ze had deels gelijk, maar het zat er niet in. Ik kreeg het niet voor elkaar. Op mijn eerste rapport in
de tweede klas had ik zes onvoldoendes: voor Latijn, Grieks, Duits, Engels, Frans en biologie. Mijn best deed ik er eigenlijk ook niet voor. Want ik wist niet hoe dat moest. ‘Wat is het nut van woorden en naamvallen uit mijn hoofd kennen?’ dacht ik vaak. ‘Als ik een woord niet ken, zoek ik het gewoon op.’ Ik begreep vaak wel welk verhaal er in een tekst stond. Maar een letterlijk vertaling in
In eerste instantie hield ik het hoofd boven water. Cijfers voor aardrijkskunde, geschiedenis en eigenlijk ook Nederlands en Latijn lieten zien dat ik het niveau goed aankon. Met tegenzin en met door mijn ouders opgelegde discipline, besteedde ik uren aan het leren van woordjes. Enige creativiteit met spiekbriefjes kon mij ook niet ontzegd worden. Zittenblijven zou mij niet gebeuren. Maar het niveau werd zwaarder en daar kon ik me steeds minder tegen weren. ‘Je doet gewoon niks’, was de verklaring van de ene docent. ‘Je snapt het duidelijk niet, maar ik weet niet hoe ik het nog kan overbrengen’, zei de ander. Natuurlijk kreeg ik extra oefeningen mee, en natuurlijk maakte ik die niet. Bij overhoringen ter controle of je alles uit je hoofd wist, faalde ik. Ik vond het veel fijner als we de stof heel goed doorspraken en oefenden, liefst zo vaak mogelijk. Toen hoorden mijn ouders en ik over beelddenken via een tante, die ons een boekje daarover in de handen drukte. De kenmerken van een typische beelddenker bleken erg op mij van toepassing Een test bij een pedagoog maakte het af. Mijn hersenen bleken informatie voornamelijk visueel te verwerken en bijna niet verbaal. Woorden naar een ander woord vertalen deed ik nauwelijks.
woord Mijn hersenen maakten van elk woord een beeld. En als ik een tekst of woorden uit mijn hoofd moest kennen, ging het van woord, naar beeld, naar woord. Een extra stap dus, ofwel extra moeite. Het gaf me de laatste drie jaren van mijn middelbare schooltijd duidelijkheid. Ik moest een eigen manier vinden om dingen te leren. Het ging nog steeds niet altijd goed en op rapporten stonden vaak onvoldoendes. Zodra het kon liet ik Frans, Duits en Grieks vallen. Vakken die meer op praktijk, omgeving en verhalen gericht waren, gingen me beter af. Muziek, aardrijkskunde, geschiedenis en zelfs Nederlands, waar we vooral betogen hielden en mondelinge toetsen kregen over poëzie en literatuur. Om me leerstof eigen te maken moest ik me erin onderdompelen. Aannemen dat een wiskundige formule gewoon werkte, kon ik niet: ik moest voor me zien waarom het zo werkte. Niet elke docent snapte dat. ‘Maar ik vertel je toch steeds dat het juist is’, was ooit het antwoord van een docent toen ik om wat meer begeleiding vroeg. Latijn bleef ik doen, al liep ook dat uiteindelijk voor geen meter meer. Maar ik vond de verhalen van Caesar die we vertaalden oprecht interessant. Qua lijn klopten mijn vertalingen ervan altijd ongeveer, een beetje... Maar grammaticaal had ik het altijd
ee n beeld verkeerd. Mijn docente kneep een oogje toe en liet me toetsen net zo lang opnieuw maken tot ik voldoendes haalde. Maar met het werd te zwaar. Na de vijfde klas stopte ik met het gymnasium. Zes VWO kwam ik relatief gemakkelijk door. Leren had ik me enigszins eigen gemaakt en voor examens werd niet verwacht dat ik rijtjes uit het hoofd kende. <<
beelddenken Het is niet erg om beelddenker te zijn, het is geen stoornis of mankement, integendeel. Waarschijnlijk verwerkt de meerderheid van de mensen informatie vaak visueel. Iedereen wordt geboren als beelddenker, maar ontwikkelt zich vervolgens als taaldenker. Alle hersenen schakelen tussen verbaal en visueel. En iedereen heeft een voorkeur voor een van de twee. Hoe zit het als je een hele sterke voorkeur hebt voor het visuele? Dan ben je vaak creatief, leer je vanuit inzicht, ervaring en gevoel, heb je een goed totaaloverzicht en een levendige verbeelding. Je maakt snel verbindingen en ziet snel originele oplossingen, want elk beeld levert een nieuw beeld op. Maar je hebt wel veel moeite om daar woorden aan te geven. Verhalen zijn daarom vaak chaotisch, langdradig en soms onnavolgbaar en concreet worden kost tijd. Details vergeet je, want de focus ligt op het totaalplaatje. Een talige omgeving kan lastig zijn voor beelddenkers. Ze leren niet door het aannemen en onthouden van wat er geschreven staat of verteld wordt. Vaak lopen ze de eerste drie, vier jaren van de middelbare school tegen grote problemen aan. Daarna wordt het weer wat makkelijker om mee te komen, omdat de focus dan meer op inzicht ligt.
13
(links) John Nyagwegwe, de Bishop in Shirati, samen met Robbert de Quant in het gebouw (rechts boven) Het kinderdagverblijf in aanbouw (rechts onder) Buiten-box in aanbouw, rond een boom voor de nodige schaduw. Het idee is afgekeken van het weeshuis in Musoma.
Aidswezen
(uiterst links) Overzichtsfoto van het terrein
Al jaren lag er vanuit Tanzania een verzoek om een weeshuis te bouwen voor kinderen van wie de ouders gestorven zijn aan aids. Het werd een kinderdagverblijf Verlichting tekst & foto’s Els de Quant
14
D
eze kinderen worden vaak door hun groot ouders opgevangen, maar de last is dikwijls te zwaar voor hen. Ook Bishop John Nyagwegwe van de doopsgezinde kerk kreeg met deze situatie te maken. De man van zijn dochter stierf terwijl zij zwanger was van hun vijfde kind. Vlak na de bevalling stierf zijzelf. Toen waren er plotseling vijf kleine kinderen ouderloos, onder wie de laatst geboren baby. De Bishop en zijn vrouw, zelf de zestig al gepasseerd, namen de vier oudste kinderen in huis en brachten de baby naar een weeshuis in Musoma. Daar kunnen de kinderen blijven tot ze drie jaar oud zijn. Het echtpaar zocht het jongetje vaak op om de band met hem niet te verliezen. Toen hij drie jaar was haalden ze hem op. Omdat ik plotseling heel veel kinderschoentjes voor de deur zag staan die
er eerder niet waren, vroeg ik wat er aan de hand was. Zo hoorde ik het verhaal. De Nyagwegwes hebben hun grootouderlijke plicht gedaan, maar zwaar was het wel, zeker als je alweer een poos samen bent nadat je je eigen kinderen hebt opgevoed.
Verbetering Dit is maar één voorbeeld van talloze vergelijkbare situaties. Het probleem zal hopelijk langzaamaan verminderen omdat aids met man en macht bestreden wordt. De resultaten daarvan zijn positief, zo blijkt uit de Wikipedia-gegevens over Tanzania: sinds 2001 > afname met 33 % van sterfte door aids > afname met 36 % van nieuwe hiv-infecties > afname met 67% van nieuwe hiv-infecties bij kinderen
Wereldwijd bestaat er om een veelheid van redenen nogal wat weerstand tegen weeshuizen. Daarom heeft Doopsgezind Wereldwerk uiteindelijk besloten geen weeshuis te bouwen, maar een kinderdagverblijf. Moeders kunnen hun kinderen hier overdag naartoe brengen, zodat zij na de bevalling hun werk weer kunnen oppakken. Ook grootouders kunnen hun kleinkinderen brengen, om zo hun zware taak te verlichten.
Vangnet Ze zijn er blij mee in Tanzania. Het is iets heel nieuws dat veel uitleg nodig heeft, maar nu al is er genoeg vraag. De Bishop zal de supervisie op zich nemen, samen met zijn vrouw. Verder zullen er vrijwilligers gaan werken. De dagelijkse leiding komt in handen van een verpleegkundige die veel ervaring heeft met kinderen, zodat op tijd gesignaleerd wordt wanneer een kind ziek is en naar het ziekenhuis moet. Alle kinderen zullen onder-
welkom op 5 & 6 maart
tweedehands kleding
In het weekend van 5 en 6 maart vindt de voorjaarsconferentie van Doopsgezind WereldWerk plaats, dit keer in Fredeshiem. Noteert u de data alvast? De conferentie wordt gehouden rond het thema ‘water’. Water als bron van leven, maar ook als bron van conflict. Wat kost water? Hoeveel water is er nodig voor de productie van katoen? Wat betekent de stijging van de zeespiegel? Water als energiebron. Het zijn verschillende invalshoeken die nog verder uitgewerkt zullen worden.
Menno’s Pleats wordt verkocht en dus is Doopsgezind WereldWerk op zoek naar liefst meerdere verzamelpunten. Zijn er in Oost-, West-, Zuid- of Midden-Nederland gemeenten die samen met buurgemeenten willen meewerken aan de kledingactie? Heeft uw gemeente een groepje enthousiastelingen en enige werk- en opslagruimte beschikbaar? Bijvoorbeeld een (boeren)schuur of een leegstaande (kerk)ruimte; als er maar licht, een mogelijkheid tot verwarming, water en een toilet is. Een heel bescheiden vergoeding is bespreekbaar.
Voorjaarsconferentie en Vriendenvergadering
De jongeren (16-30 jaar) en de groep 30+ beginnen op vrijdagavond 4 maart om 18.00 uur. Op zaterdagochtend houdt WereldWerk om 10.30 uur de jaarlijkse Vriendenvergadering. Er is opvang voor de allerkleinsten (0-4 jaar) en voor de kinderen van 5-15 jaar is er een jeugdprogramma. Kosten van deelname zijn voor kinderen vanaf 4 jaar € 15,– voor niet-werkende jongeren € 27,50 en voor volwassenen naar draagkracht € 55,–, € 82,50 of € 97,50. Meer informatie en aanmelden:
[email protected]
gebracht worden bij het ziekenfonds, waardoor de kosten van medische zorg geen probleem vormen. Het terrein waar het gebouw op staat is in de buurt van het ziekenhuis. Het is eigendom van de kerk, mooi, ruim en rustig gelegen. Het kinderdagverblijf krijgt een eigen bestuur, maar
Ruimte gezocht
Meldt u zich alstublieft aan. Zo hopen we een netwerk van verzamelplekken te organiseren waardoor we met de kledingactie kunnen doorgaan. Voor vragen en aanmelding kunt u terecht bij de voorzitter van Doopsgezind WereldWerk:
[email protected] | 070 511 20 73
valt wel onder de paraplu van de kerk die zo als vangnet functioneert.
Helder Hoe doe je dat, een kinderdagverblijf opzetten, hoe werkt dat? Deze vraag kon beantwoord worden dankzij Sjoukje Wethmar, bestuurslid van
Doopsgezind WereldWerk. Van haar uitleg en de vele foto’s die zij meenam uit Zuid-Amerika, is dankbaar gebruikgemaakt. Dat maakte het concept ‘kinderdagverblijf ’ heel helder. <<
Els de Quant is bestuurslid van Doopsgezind WereldWerk en afgevaardigde namens WereldWerk in Tanzania.
15
beelden van God
ren. Dus tot die tijd was de gele beer mijn godsbeeld. Vervolgens is er eigenlijk nooit meer een ander beeld geweest.’
‘Eigenlijk is God niet te vatten in een beeld. Het is groot, almachtig, onnoembaar.’
‘Dat denk ik wel.’ ‘Dat is toch een prachtig idee van God?’
God is lang niet alles
De godsbeelden van de catechisatiegroep van de doopsgezinde gemeente in Rotterdam. God is er in vele gedaanten. tekst & foto’s Kalle Brüsewitz God is er in woord – in de bijbel en in alle verhalen – en in beeld. Beelden die je kent, beelden die je nooit begrepen hebt of die in geen enkel beeld te vatten zijn. Hier zijn de godsbeelden van Carla (74), Pieter (57), Hester (33, predikant), Sjoerd (64) en Jan (78).
God is overal ‘Het beeld dat ik bij God heb is het beeld van voetstappen in het zand. Dat God je draagt als het moeilijk wordt. Dat is het beeld dat gelijk bij me opkomt. Eigenlijk is geen beeld sterker is dan dat, aangaande God.’ ‘Ik zie God in zoveel beelden. God als oude man met een verweerd gezicht. God als de rust die je aan het eind van je leven hebt. God als het aapje van horen, zien en spreken. Maar
16
God zit bijvoorbeeld ook in de duisternis en het licht. Het wordt altijd weer licht na de duisternis. Maar ook zie ik God als ultiem vertrouwen in het beeld van de herder. Eigenlijk is God alles en overal.’ ‘Maar als God alles is, is God dan ook de slechte dingen? Dat lijkt me toch niet. God is ook heel veel dingen niet, volgens mij. God is liefde, als tegenhanger van het kwaad. Het kwaad bestaat namelijk ook.’ ‘God kan alles zijn, maar zeker niet de slechte dingen. Dus misschien is ‘God is alles’ niet de juiste beschrijving. Maar ik bedoel dat mijn beeld van God altijd is dat hij of zij er is als het nodig is. Dus God is misschien niet alles, maar wel overal.’
‘Is het daarom dan ook dat mensen uitkomen bij God als een leeg papier of een wit vlak?’
God is blanco ‘Ik heb zeer veel moeite met een beeld van God. Alle beelden die ik van God heb en had, zijn negatief. Dat komt uit mijn verleden. Ik weiger daarom een beeld van God te kiezen. Ik dénk ook niet op die manier. Maar als ik er dan toch eentje moet kiezen, zie ik God als een leeg papier. Om aan te geven dat ik los wil komen van de beelden van mijn verleden.’ ‘Ik vind het dan wel bijzonder dat u hier zit. Als uw beeld van God en het geloof zo negatief is, zou ik me kunnen voorstellen dat u het geloof helemaal zou afzweren.’ ‘Ik probeer antwoord te geven op die worsteling. Ik heb later in mijn leven via mijn werk mensen leren kennen die dingen deden waardoor ik weer
een positief beeld kreeg van God en geloof. Zij deden het goede voor de mens. Dat is de enige reden dat ik nu hier zit. Ik heb misschien altijd wel geweten dat God iets positiefs kon zijn. Ik geloof nu niet meer in die God van vroeger, maar ik geloof nog wel. Anders zat ik hier niet. Als je maar lang genoeg zoekt en wilt vinden, kom je er.’ ‘Maar dan is uw beeld niet meer helemaal een leeg papier, maar zijn het misschien uw collega’s die uw beeld van God een draai hebben gegeven.’ ‘....Misschien wel. Als ik er zo aan denk emotioneert dat me. Ik heb het nog nooit zo bekeken. Dank je...’
God is een gele beer ‘Ik heb heel lang één beeld gehad bij God. Het beeld van een gele beer met uitgespreide armen en benen. Toen ik erachter kwam dat dat beeld overeen kwam met de knuffel die ik bij mijn geboorte kreeg, verdampte dat beeld. Ik wist toen dat het niet God, maar mijn knuffel Bobby was. Deze realisatie kwam pas in mijn tienerja-
‘Ja, vooral nu ik weet dat het geleid heeft tot een meer abstract idee van God. Het abstracte beeld leg ik uit als inspiratie en als God is altijd bij je. Dat is wat ik ervaar. Het beeld van God is het beeld van een God die inspireert. Ik noem mijzelf graag agnost, maar het beeld van die God laat me niet los.’ ‘Er kwam geen beeld in de plaats van je knuffel. Maar God is altijd bij je is toch ook een beeld?’ ‘Ja, dat is een soort van beeld, dat is waar. Het idee van God, daar heb ik wel wat mee. Of dat nou concreet is of niet.’ ‘Wat is dan het verschil tussen een idee van God en een beeld van God?’ ‘Dat is er misschien ook niet. Het is multi-interpretabel. Het is voor mij ook niet echt van belang. Het bezig zijn met geloof is heel belangrijk. Dat grijpt me.’
God is onnoembaar
‘Maar ik heb toch echt wel iets met die beelden. De bijbel staat niet voor niets helemaal vol met die beelden. Dat komt toch ergens vandaan?’ ‘Ja, maar is dat niet gewoon omdat mensen vroeger verhalen vertelden om boodschappen over te brengen?’ ‘Die verhalen komen uit de overlevering, dat is waar. Maar die verhalen en beelden overleven al eeuwen. Kennelijk inspireert dat. Of het nou een gele beer is of voetstappen in het zand. Of zelfs de letterlijk beelden als God is een rots, God is een herder, God is een Adelaar enzovoort.’ ‘Is God dan gewoon heel persoonlijk? Zijn alle beelden en alle gesprekken een manier om God te vatten in iets wat we begrijpen?’ ‘Iedereen doet dat voor zichzelf. Geloof is iets heel persoonlijks en de beelden die jij bij God hebt, of juist niet hebt, ook. God is alles en God is niets.’ ‘God is alles en God is lang niet alles. Wat jij wilt’. <<
‘Eigenlijk is God niet te vatten in een beeld. Het is groot, almachtig, onnoembaar. We kunnen ons er geen voorstelling van maken, denk ik.’
17
boeken & bladen
Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s van de hand van Martin Maassen,
[email protected]
zelfexpressie Nederlandse politiek
Een cultuur die ertoe leidt dat minister Plasterk wegkomt met zijn opzichtig falende bezuinigingsbeleid ten aanzien van de Geheime Dienst (AIVD).Toezicht en tegenspraak worden ontkracht. Wat rest is een ‘politiek van de aandacht’, waarbij ieder debat op voorhand verwordt tot zelfexpressie.
Judas is geen gemakkelijk, wel een intrigerend boek. Betiteld als een roman is Judas veeleer een beschouwend essay in verhaalvorm, en nog meer een literaire verdediging van Oz’ overtuiging van de noodzaak compromissen te sluiten. door Jehannes Regnerus Judas, Amos Oz, uitgeverij De Bezige Bij, € 24,90
Haagse invloeden. Hoe de Nederlandse politiek echt werkt, Tom-Jan Meeus, uitgeverij Nieuw Amsterdam, € 18,99
missie
Kerkelijke beeldvorming
verraad
Zaak van perspectief In de vier evangeliën lezen we over het verraad van Jezus door Judas Iskariot. In Judas, de nieuwe roman van de Israëlische schrijver Amos Oz, wordt deze Judas echter opgevoerd als een idealist. Hij stelde alles in het werk om Jezus te laten kruisigen. ‘Jij bent de verlosser. Jij bent de zoon van God. Jij bent voorbestemd alle mensen te verlossen, wie ze ook zijn.’ De vraag is of Judas ook over de auteur zelf gaat. Ook Oz is ooit van verraad beschuldigd, toen hij na
Hoe realistisch is dat, missionair zijn in een cultuur die steeds minder in het christelijk geloof geïnteresseerd lijkt te zijn? Als kerkgroei niet lukt en de cultuur zich nauwelijks laat beïnvloeden, waarom zou je dan nog de brug naar andersdenkenden oversteken? Dit unieke boek biedt een diepgravende, toegankelijke en inspirerende visie voor christenen in een postchristelijke cultuur.
Afgelopen december kreeg ik met Sinterklaas het boek Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij van Jonathan Safran Foer. Zo’n drie jaar geleden had ik de gelijknamige film met Tom Hanks en Sandra Bullock al gezien, en die vond ik erg indrukwekkend. Het verhaal speelt zich af in Amerika na 9/11. De negenjarige Oskar heeft tijdens de aanslagen zijn geliefde vader verloren, met wie hij een uitstekende en speelse band had. Oskar heeft moeite zijn verlies een plaats te geven en zet zich fel af tegen zijn moeder. Wanneer hij een briefje van zijn vader vindt, ziet hij dat als een aanwijzing voor een raadselspelletje. Hij gaat in zijn eentje in Manhattan op zoek naar de oplossing, en ontmoet daarbij verschillende mensen met hun eigen verhaal, verdriet en leven. Uiteindelijk vindt hij een antwoord en komt er een verrassende en ontroerende onthulling. Oskar blijkt nooit zo alleen te zijn geweest als hij dacht. Het boek is prachtig vormgegeven, met foto’s en raadselbriefjes. Verschillende lettertypen en -grootten maken het lezen tot een meerdimensionale ervaring. Ik heb het boek in één keer uitgelezen. Els Rijkmans, Hoogezand Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij , Jonathan Safran Foer, Anthos, € 12,50
18
‘Dit boek steekt met kop en schouders boven de rest uit.’ Trouw *****
afloop van de zesdaagse oorlog van 1967 de Israëlische bezetting van de westelijke Jordaanoever en de GazaEr waait een missionaire wind door Nederland. Maar de secularisatie gaat door en veel kerken ervaren al het gepraat over strook bekritiseerde en fanatiek ‘zending’, ‘opwekking’, ‘groei’ en ‘verandering’ als weinig realistisch. Is het mogelijk om vast te houden aan de missionaire kern begon streven naar van het te christelijk geloof en tegelijk serieuseen te nemencompromis dat maar weinig mensen in Nederland het christelijk geloof de moeite metwaard devinden? Palestijnen. Dit boek legt uit hoe dat kan. Het is gebaseerd op de ervaringen die de auteur heeft opgedaan in verschillende contexten, waaronder Amsterdam. Het geeft inzicht in recente ontwikkelingen in de zendingstheologie en houdt steeds oog voor de praktijk.
Aan de hand van het verhaal van de Vreemdelingen en priesters is een inspirerend boek voor een 25-jarige Sjmoeël Asj, dat zich in hoopvolle minderheid. Jeruzalem afspeelt in deaanwinter Stefan Paas (1969) is hoogleraar missiologie de Theologi- van sche Universiteit Kampen en hoogleraar missiologie en interculturele theologie aan in Amsterdam. 1959, schetst Ozde Vrije deUniversiteit politieke realiteit. Daarnaast is hij ouderling in de christelijke gemeente Via Nova in Amsterdam. De tobber Sjmoeël besluit zijn studie geesteswetenschappen af te breken. Een verraad richting zijn goedwillende ouders, die hem financieel niet meer kunnen ondersteunen. Sjmoeël krijgt een baantje bij Gersjon Wald, een oude man die nauw betrokken is geweest bij de oprichting van de staat Israël. ’s Avonds leest Sjmoeël de oude man voor, en vervolgens praten ze urenlang over het zionisme en het conflict tussen de joden en de Arabieren. Een centrale rol in de gesprekken speelt de in 1950 overleden joodse leider Sjealtiël Abarbanel. Hij viel in ongenade toen hij Ben Goerion, de eerste premier van Israël, ervan wilde overtuigen dat een staat waarin joden en Arabieren tezamen naast elkaar woonden, de beste oplossing was voor het conflict. In de ogen van zijn zionistische kameraden was Abarbanel een verrader. isbn 978 90 239 7044 6 | nur 700
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Een meerdimensionale ervaring
Stefan Paas Vreemdelingen en priesters
NRC-redacteur Tom-Jan Meeus ontving in 2015 de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek. In zijn boek Haagse invloeden laat hij zien dat die lauwerkrans terecht aan hem is uitgereikt. Aan de hand van een tiental thema’s beschrijft Meeus hoe Nederland is veranderd van een consensusland met veelgeroemd
poldermodel in een conflictmaatschappij. Democratie is ‘een zaak van voornamelijk bange mensen geworden’. Over politici die message control (controle over de beeldvorming naar buiten toe) centraal stellen en verzanden in ‘minipolitiek’ zegt hij: ‘Liever een zuiver standpunt voor de achterban van de eigen partij dan een prestatie voor de hele bevolking: eigen opinie eerst.’ Meeus duikt in de krochten van de PVV – achterdocht als Leitmotiv met een ‘dissidentenfabriek’ tot gevolg – en beschrijft hoe Wilders en de zijnen met stilzwijgend toegekende tonnen overheidssubsidie een vooringenomen anti-EuropeseUnie-onderzoek laten uitvoeren. Ook bezoekt Meeus de meest gemiddelde gemeente van Nederland qua stemgedrag: Woerden, waar ‘totale apathie’ heerst en de mensen een gruwelijke hekel hebben aan de Haagse minipolitiek. De laatste acteur in het parlement, oud-D66Kamerlid Boris van der Ham, weigert de journalist een interview, maar werpt hem wel een nietszeggend ‘quootje’ toe. Het is allemaal tekenend voor de politieke cultuur van message control die Meeus beschrijft.
Paas Vreemdelingen 2e druk 2015r.indd 1-3
Stefan Paas
Vreemdelingen en priesters Christelijke missie in een postchristelijke omgeving
9 789023 970446
boekencentrum
14-10-15 10:25
Het boek Vreemdelingen en priesters van Stefan Paas lezen is een beetje als kijken naar een Discovery documentaire: het lijkt allemaal prachtig en interessant, tot je bij dat ene stukje komt waar je toevallig zelf verstand van hebt. Dan blijkt het allemaal flinterdun en nét niet helemaal waar. En dat zet al het andere dat jou even tevoren zo geloofwaardig overkwam, op losse schroeven.
postchristelijke samenleving ben ik het hartgrondig eens. Tegelijkertijd is het allemaal niet voor mij bedoeld. Paas schrijft vanuit en voor een kerk die zichzelf verstaat als volkskerk, als belangrijke speler op het (landelijk) toneel. En dat is niet mijn kerk. Daarom is zijn conclusie verwarrend: de toekomst is ‘een priesterkerk, kleine gemeenschappen waarin de gemeenteopbouw draait om het luisteren naar God en het opbouwen van betekenisvolle relaties met de omgeving’. Paas doet alsof hij zojuist het wiel heeft uitgevonden, maar in feite bestaat dit soort gemeenschappen al in allerlei hoedanigheden sinds het prille begin van het christendom. En daarin herken ik onze eigen doopsgezinde gemeenschappen. Paas niet – die spreekt net niet smalend over neo-anabaptistische visies die zeer negatief tegenover de wereld staan, en die veel te zwart afschilderen om boven het sektarische uit te kunnen stijgen. Daar herken ik ‘mijn clubje’ dan weer niet in. Dat net-nietsmalende is kenmerkend voor Paas, die als geen ander in staat is iets volkomen neer te sabelen, om dan te zeggen: ‘Niets ten kwade overigens’ en het vervolgens af te maken met: ‘Naar mijn besef is dit echter…’. Het lijkt allemaal vriendelijk, maar heeft het giftige angeltje van iemand die het allemaal beter weet. En toch, ondanks de onkrabbare jeuk vanwege het zelfgenoegzame, is het boek het lezen waard. Juist dat schurende zorgt ervoor dat je zelf helderder voor ogen krijgt waar jij staat in de missie. Niet onbelangrijk.
besproken boeken en
door Wieteke van der Molen
bladen geven de waardering
De zonnetjes bij de
van de recensent weer.
Ondertussen doet Paas een uitstekende poging om het vieze smaakje rond ‘missie’ (of zending) weg te spoelen. Hij is grondig en kundig in zijn weergave. Met zijn analyse van de huidige positie van de kerk in een
Vreemdelingen en priesters. Christelijke missie in een postchristelijke omgeving, Stefan Paas, uitgeverij Boekencentrum, € 19,90
Die kan uiteenlopen van één zonnetje (niet best) tot vijf (mag op uw nachtkastje niet ontbreken).
19
mondigenbondig
rechtkomt qua werk. Wel blijf ik het liefst in het Noorden wonen, daar pas ik het best met mijn Friese nuchterheid.’
Oorsprong
‘Vertrouwen vormt voor mij de basis van alle relaties’
‘Ik heb niet zoveel associaties bij dat woord, behalve dan dat het de naam is van de straat waar Dopersduin staat. Al moet ik dan wel weer denken aan wat ik in op mijn achttiende in mijn belijdenis schreef. Een middagdienst tijdens één van de vakantieweken op Dopersduin, vormde de oorsprong van het feit dat ik mij meer in het geloof ging verdiepen, naast de standaard kerkbezoekjes op zondag. Die dienst vormde daarmee dus ook de oorsprong van mijn belijdenis.’
in de bijbel. Ik heb er ooit een keer een serie van gelezen, maar die was zo langdradig dat ik de serie niet uitgelezen heb. Dat is me verder nog nooit overkomen. Ik kan heel weinig met dat boek in de bijbel, omdat het me allemaal zo vaag en onwerkelijk voorkomt. Dan heb ik meer met de praktische voorbeelden uit de evangeliën en het Oude Testament.’
Leraar
Angst
Gelukkig is vandaag mijn kantoordag: dat betekent dat er tijdens het typen veel grapjes worden gemaakt en het werk net wat gezelliger is.’
‘Hoeveel mensen hebben in deze rubriek al Jezus genoemd? Haha! Ik denk dat Jezus voor veel mensen zeker een leraar was. Ook ik kan nog steeds veel leren van de voorbeelden uit de bijbel. Tegelijk denk ik dat heel veel mensen een leraar voor mij kunnen zijn, zolang ik maar durf te luisteren en me openstel. Iedereen die jij laat vertellen heeft een verhaal, en kan iets naar voren brengen waarover je tot dan toe nog nooit had nagedacht. Alleen ben ik altijd heel kritisch en wil ik heel graag mijn eigen verhaal vertellen. Daardoor luister ik niet genoeg naar anderen.’
Morgen
Openbaring
‘Mijn toekomst ligt best nog wel open. Dat is erg leuk, maar ook spannend. Ik ben afgestudeerd godsdienstwetenschapper en bijna klaar met mijn studie pedagogiek. In beide vakgebieden is weinig werk te vinden. Daarom ben ik mijn eigen website www.geloofinontwikkeling.nl gestart, in de hoop daarmee workshops te kunnen genereren en misschien een bedrijfje op te starten. Daarnaast ga ik de komende drie tot zes jaar aan de slag bij mwc als Europees representant van de doopsgezinde jongeren. Ook dat levert veel op. Waar ik ga wonen en wat ik verder allemaal ga doen, hangt ook een beetje af van waar mijn vriend te-
‘Openbaring’ vormt het laatste boek
‘Angst en stress zijn twee valkuilen in mijn leven. Ik ben een echte stresskip en maak me altijd zorgen om van alles. Daardoor verpest ik vaak van tevoren dingen al een beetje, terwijl er dan eigenlijk helemaal niet zoveel is om me druk over te maken. Mijn eerste overdenking ging ook over het thema angst, met daaraan gekoppeld de tekst van Psalm 91: 1-2. Het zijn verzen die ik altijd probeer te onthouden: 1 Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzag wekkende, 2 zegt tegen de Heer: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting,mijn God, op u vertrouw ik’.’
tekst Jan Willem Stenvers – foto Rinus Bijkerk
Jantine Huisman (25) woont in Groningen en is lid van de doopsgezinde gemeente Joure. Onlangs werd ze verkozen tot Europees jongerenvertegenwoordiger naar het Doopsgezind Wereld Congres (mwc).
J
antine werkt als tekstschrijver bij een marketingbureau en gaat regelmatig voor als lekenpreker in verschillende gemeenten.
Hemel ‘Vroeger dacht ik altijd dat de hemel een plek was met een boel witte wolken, grasvelden en regenbogen. Tegenwoordig ben ik meer bezig met de term ‘hemel op aarde’. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de aarde voor alle mensen een zo fijn mogelijke plek wordt? Maar daar moet je wel voorzichtig mee zijn, want wat voor mij de hemel is kan voor een ander een regelrechte hel zijn. Toch denk ik dat naar tolerantie streven, begrip hebben voor de ander en het verzorgen van de basisbehoeften al snel leidt tot een soort hemel op aarde voor iedereen.’
20
Zondag
‘In veel gevallen is de zondag voor mij een werkdag. Gemiddeld één keer in de twee weken sta ik op de preekstoel om een dienst te verzorgen. Hartstikke leuk, maar het betekent wel dat ik de rust van de zondag af en toe mis. Als ik geen dienst heb ga ik het liefst naar de kerk in Joure waar ik vandaan kom. De middagen bestaan uit het kijken naar sport. Dat kan ik echt hele middagen doen: schaatsen, darts, snooker, volleybal, wielrennen – ik kijk overal naar. Als het mooi weer is ga ik ook graag een uurtje naar buiten.’
Vandaag ‘Momenteel ben ik aan het werk als tekstschrijver. Ik schrijf teksten voor klusbedrijven zoals loodgieters, elektriciens, zonwering-experts en dakspecialisten. Wel grappig om te doen, maar natuurlijk niet mijn droombaan.
‘Ik kan heel weinig met dat boek in de bijbel, omdat het me allemaal zo vaag en onwerkelijk voorkomt’
colofon
U kunt uw bijdrage overmaken op
Doopsgezind NL is een uitgave van
Algemene Doopsgezinde Sociëteit
de Algemene Doopsgezinde Sociëteit
onder vermelding van ‘dnl 2015’.
iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v.
(ads) en verschijnt tien keer per jaar. Het blad wordt tegen een vrijwillige
Hoofdredactie Johan Tempelaar
bijdrage toegezonden aan alle leden
(coördinator communicatie)
van doopsgezinde gemeenten.
Eindredactie Marijke van Duin
Vrienden en belangstellenden die
Redactie Kalle Brüsewitz, Yko van
het blad willen ontvangen, betalen
der Goot, Martin Maassen, Wieteke
€ 40,– per jaar. U kunt zich opgeven
van der Molen, Tea Rienksma, Marion
via de contactgegevens in dit colofon.
Slotboom, Jan Willem Stenvers
Vertrouwen ‘Vormt voor mij de basis voor alle relaties. Als ik iemand niet vertrouw kan ik geen zekerheid uit het contact halen, en zal ik dus weinig nuttigs over mezelf vertellen. Kijk, ik kan een heleboel kletsen, maar pas wanneer ik je echt vertrouw zal ik ook emoties laten zien en vertellen wat mij werkelijk bezighoudt. Zonder vertrouwen kom je denk ik nergens: niet in je relatie met vrienden, familie en partner, en niet in je relatie met God.’
Ego ‘Bijna iedereen heeft een duidelijk aanwezig ego, ook ik. Het is denk ik de kunst om je ego zoveel mogelijk aan de kant te zetten, om zo anderen de kans te geven.’
Mondig en Bondig ‘Hoewel de meeste doopsgezinden – inclusief mijzelf – zeer mondig zijn, is het bondige nogal eens ver te zoeken. Ik denk dat dit mijn nieuwe voornemen wordt: in plaats van alleen maar mondig, ook bondig te zijn in wat ik zeg!’ <<
Ontwerp & opmaak Susan de Loor, Kantoordeloor, Haarlem Druk gbu Grafici, Urk Advertenties Saskia Meerts Oplage 7.500 Papier G-Print Proost & Brandt, fsc-gecertificeerd Contact redactie & advertenties Singel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 |
[email protected] www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter cbb 0341 56 54 99 of
[email protected] Het volgende nummer van Doopsgezind NL verschijnt begin maart 2016. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 8 februari 2016 aanleveren. Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen. © ads 2016
21
Menno in beeld
kort
kerstkribtogram
Oplossingen, Doopsgezind NL 12-1, 2015
Drieluik Menno Simons
Horizontaal 5 AUB 7 Waterleiding 11 Schaarbeweging 12 Topinkomen 13 Eieren 14 Celstof 15 Dekmantel 17 Toezegging 18 Tenor 21 Paasviering 23 Sterk 24 Eettent 25 Misleiding 27 Engel 28 Hakkenbar 29 Surfpak 31 Onknap 32 Houdbaar 33 Tante Verticaal 1 Kansspelbelasting 2 Alfa 3 Uitbeelden 4 Onregelmatig werkwoord 6 Bergrede 8 Er hangt iets in de lucht 9 Gideon 10 Aftocht 16 Trottoirband 18 Geit 20 Joke 22 Instapkaart 25 MP 26 Gerijpt 30 Fluit
Menno Simons is doorgaans niet zo in beeld. In kerkenraadkamers hangen wel vergrijsde versies van zijn vriendelijke gelaat, maar hij heeft nooit een heel goede naam gehad onder de Nederlandse doopsgezinden. tekst Gerke van Hiele – beeld ‘Sporen van Menno’
I
k denk dat we hem zo tekort doen. Vandaar deze kleine reis langs de portretten van driemaal een andere Menno: rebels, vroom en kleurrijk. We mogen best wat dwarser worden, wat geloviger en wat minder grijs. Niemand weet hoe Menno Simons eruitzag. Er zijn wel korte beschrijvingen van zijn uiterlijk, maar de eerste afbeeldingen zijn van na zijn dood. Portretten werden in die jaren natuurlijk wel gemaakt, maar alleen van voorname mensen – niet van vervolgde doperse oudsten. Je kunt je ook niet voorstellen dat Menno zou hebben geposeerd voor een schilder.
De rebelse Menno
(van boven naar onder) De rebelse Menno, de vrome Menno en de kleurrijke Menno
22
Piet Visser liet deze Menno aan het woord in de gelijknamige glossy. Een heel energiek man. Hij is de kampioen van de dwarse dopers, de eigenheimers, en van een Frisian design doe-het-zelf geloof. Hij begrijpt er niks van dat zijn volgelingen zo braaf kerkelijk en stil zijn geworden. Hij begon iets nieuws buiten de bestaande kaders van zijn tijd. Hij durfde van alles te zeggen, ging voor een invulling die radicaal anders was. Deze Menno was rebels en tegendraads. Iemand met het lef om de deur achter zich dicht te
prijswinnaars > Driedaags b&b-arrangement op Dopersduin voor twee personen G.J. Akkerman-Schukking uit Heemstede
> WakaWaka Power
Z. Polman-Dorenbos uit IJhorst
> 3 x Stripboek Wereldheerschappij in beeld Aline Brienne uit Medemblik Jan Fokke Meirink uit Vleuten Albert Kok uit Den Burg
De vrome Menno
De kleurrijke Menno Het mooie van de bekende zeefdruk uit het Mennojaar 1996 is dat het een dubbelbeeld is in drie kleuren. Er zit beweging in. Er zijn verschillende contouren, er is ruimte voor hoe de beelden doorwerken in de kring van mensen die op zijn spoor verdergingen. Deze Menno is al ons grijs
Doopsgezinde kerk, Frankestraat 24, Haarlem | € 25,- inclusief koffie, thee en lunch | opgave via de secretaris van de dhk,
[email protected]
studieweekend Weg van de Tora deel 4
trekken en opnieuw te beginnen. Hij is niet met zijn gelijk in een hoekje gaan zitten, maar had de moed een nieuw spoor te trekken.
Deze Menno hing bij mijn Beppe thuis. Ik herinner me dat ik er als kind door werd gebiologeerd. Het was alsof hij iets wist waar ik me nog niet van bewust was. Hij was me ook een maatje te groot. Hij keek zo droevig – dat had vast te maken met de moeilijke tijden waarin hij leefde. Hij wijst met zijn vermanend vingertje naar zijn geliefde Fundamenttekst (1 Cor3:11). Maar waarom was hij eigenlijk niet blij dat hij deze vaste grond onder zijn voeten had gevonden? Is geloven dan alleen een opgave? Ik begrijp wel dat hij zich in zijn schuilkerk heeft teruggetrokken. Maar zien we ook zijn ernst? Dat het hem menens was en hij er echt wat voor over had? Niks vrijheid, blijheid. En we hoeven van hem helemaal geen stillen in den lande te blijven.
In beide publicaties treden nogal wat doopsgezinde families op. Reden genoeg voor de dhk om een studiedag te organiseren over de vraag of en in hoeverre een buitenplaats doopsgezind kan zijn. In lezingen en excursies worden diverse sociologische, kunsthistorische en landschappelijke aspecten van dit thema bezien.
De prijswinnaars hebben persoonlijk bericht ontvangen.
voorjaarsbijeenkomst Doopsgezinde Historische Kring
en zwart-wit voorbij. Hij ademt openheid, het is net alsof we kunnen aanhaken en samen met anderen op zoek gaan naar nieuwe wegen. Hij heeft ook iets stevigs, hij waait niet zomaar om en niet met alle winden mee, al werd hem dit vroeger wel verweten. Ik zie die veelkleurigheid als een uitdaging om te gaan pionieren, breken en bouwen. Niks saais of stoffigs aan. Integendeel: dopers en dwars, vroom en vrij, kleurrijk en krachtig. Zie Sporen van Menno, door Piet Visser en Mary Sprunger, met alle bijna honderd portretten.
Op zaterdag 19 maart houdt de Doopsgezinde Historische Kring de voorjaarsbijeenkomst in Haarlem over het thema: ‘Doopsgezinde Buitenplaatsen’. De bijeenkomst begint om half elf en sluit om vier uur. In 2015 werden twee boeken over de geschiedenis van buitenplaatsen in Nederland gepubliceerd. Onder redactie van Yme Kuiper en Ben Olde Meierink verscheen Buitenplaatsen in de Gouden Eeuw, de rijkdom van het buitenleven in de Republiek, Hilversum 2015. René Dessing schreef De Amsterdamse buitenplaatsen. Een vergeten stadsgeschiedenis. Kennemerland, Gooi, ’s-Graveland, Vecht, Angstel en Amstel, Utrecht 2015.
volgende nummer Thema: De tuin > René Dessing over de schilderkunstige iconografie van doopsgezinden op bestaande en verdwenen buitenplaatsen > Leonard Springer (1855-1940), tuin- en landschapsarchitect, dendroloog en verzamelaar > De tuin der lusten… en nog veel meer…
Deel 4 van de serie Weg van de Tora verschijnt in het voorjaar van 2016. Naar aanleiding daarvan wordt op 15 en 16 april een studieweekend in Fredeshiem georganiseerd. In de serie zijn artikelen gebundeld die drs. Dodo van Uden gedurende de jaren 1994 tot en met 2011 schreef voor het toenmalige Algemeen Doopsgezind Weekblad, nu Doopsgezind NL. In ieder deel – er zullen vijf delen verschijnen – worden verschillende onderwerpen uit de vijf boeken van Mozes (Genesis tot en met Deuteronomium) behandeld aan de hand van klassieke joodse uitleggingen en commentaren. De Tora is in de christelijke traditie dikwijls gezien als ‘de wet’, waarmee de werkelijke betekenis als ‘onderwijzing, lering ‘uit het oog werd verloren. Je zou kunnen zeggen dat men hierdoor ‘wegraakte’ van de Tora. De bedoeling van de serie Weg van de Tora is bij te dragen aan het terugvinden van de oorspronkelijke betekenis van de Tora: een wegwijzer voor het leven. Het studieweekend staat onder leiding van theologe drs. Dodo van Uden, gespecialiseerd in het Oude Testament en het rabbijnse jodendom, en een van de andere leden van de ads Commissie Joden-Christenen. Bestudeerd worden enkele artikelen over Sodom en Gomorra (Genesis 18-19). Het weekend is ook toegankelijk voor mensen die niet eerder een studieweekend over Weg van de Tora hebben gevolgd. Vrijdag 15 april vanaf 17.00 uur t/m zaterdag 16 april tot 16.00 uur € 130,– p.p. (2-pk) | € 145,– p.p. (1-pk), incl. overnachting, ontbijt, lunch, diner, koffie en thee. Bij de kosten is tevens inbegrepen een exemplaar van deel 4 van Weg van de Tora. Informatie en aanmelden:
[email protected] | www.fredeshiem.nl 0521 53 51 00 Locatie: Buitengoed Fredeshiem | Eiderweg 2 | Steenwijk-De Bult Het binnenkort te verschijnen deel 4 van de serie is, net als de andere delen, ook los te bestellen als e-book of print on demand bij de ads: 020 6230 914 |
[email protected]. De kosten per deel zijn € 7,–. De vijf delen tezamen kosten € 30,–. Op http://www.doopsgezind.nl > publicaties > boeken kunt u een gratis proefboekje downloaden.
23
kunstbeschouwing
Anish Kapoor
Als zien echt zien wordt Kijk voor u verder leest eens goed naar de beelden op deze pagina. Bedenk wat u ziet. Is het echt? Is het nep? Is het rond? Is het een foto? Is het een schilderij? Is het een sculptuur? Is het plat? Is het 3D? Is het groot? Is het klein? Wat ziet u? Wat zeggen uw ogen? tekst Kalle Brüsewitz
24
D
David Hockney The Brooklyn Bridge fotocollage, 1982
vanuit hetzelfde perspectief bekijkt. Pas daarna wordt er een kloppend beeld van gemaakt: de foto die u herkent als de foto die uzelf zou maken vanaf een en dezelfde positie.
at het oog slechts een klein onderdeel uitmaakt van wat je ziet, is geen nieuws. Dat je ogen en je hersenen niet altijd goed communiceren, ook. Het fenomeen optische illusie speelt bijvoorbeeld met het verschil tussen wat je ziet en wat je hersenen ervan maken. Ook kunstenaars spelen met het gegeven dat je ogen en hersenen twee aparte dingen zijn. Dat is zeer interessante materie. Wat zien je ogen nou echt, en vanaf welk moment gaan je hersenen een rol spelen? Het antwoord is eenvoudig: je ogen zien niets, alleen je hersenen zien. Maar toch.
De afbeelding links is ‘Untitled 3’ van de Brits-Indiase kunstenaar Anish Kapoor. Ziet u een platte cirkel in verschillende tinten blauw? Dat is begrijpelijk. Maar eigenlijk is het een halve holle bol. Het is een sculptuur die alleen echt goed gezien kan worden door te bewegen. Kapoor gebruikt het principe van een duif: een duif beweegt met zijn kop om diepte te zien. Dus anders dan u misschien denkt zie je beweging niet door te kijken, maar kijk je door te bewegen. Pas als je om deze sculptuur heenloopt en je wisselt afstand en perspectief ten opzichte ervan, zie je het werk zoals het is.
Terug naar de afbeeldingen. De afbeelding rechts is ‘Brooklyn Bridge’ van de Engelse kunstenaar David Hockney. De foto is opgebouwd uit honderden foto’s. Niet vanuit één positie, maar vanuit één perspectief. Bij elke stap maakte Hockney een foto van een specifiek onderdeel van de brug. Bij elkaar gevoegd levert dat een foto op die een misvormd totaalbeeld geeft. Toch zien je ogen precies dat als je de hele brug op dezelfde manier,
Je ogen en je hersenen werken pas samen als je ogen alle informatie doorgeven aan je hersenen. De conclusie is vooral dat niets is zoals je het ziet. Echt zien is meer dan alleen kijken. Zien is een samenvatting van een heel proces. Zien is denken, kijken en weer denken. Zien is bewegen. Dus loop, sluip, wandel, praat, knijp met je ogen, sper ze wijd open, geef je over, laat varen, hou vast en laat nooit los. Pas dan is zien echt zien. <<