2014
7/8
Wortels foto Herman Heijn
juli-augustus 2014 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
honderd jaar koor Vriendenkring
Op zaterdag 14 juni verzorgde het honderdjarige koor Vriendenkring uit Giethoorn een jubileumconcert in de Gieterse Vermaning. Formeel is het koor geen kerkkoor, maar de geschiedenis van de doopsgezinde gemeente Giethoorn is nauw verweven met het koor. In 1914 richtte ds. Hylkema, vooral bekend als promotor van de Elspeetse beweging en medeoprichter van de broederschapshuizen Kraggehuis, Fredeshiem en Samen Een, Vrienden-
Op het hoogtepunt van zijn bestaan telde het koor ruim negentig leden. De afgelopen decennia daalde echter het ledental en steeg de gemiddelde leeftijd. Toch gaat Vriendenkring onvermoeibaar door. De huidige dirigent heeft onlangs besloten te stoppen na negentien jaar trouwe dienst, maar een nieuwe dirigent is inmiddels gevonden. Hiermee laat Vriendenkring zien dat het nieuwe uitdagingen niet uit de weg gaat.
kring op. De aanleiding was een optreden met kerstmis van de meisjesgroep Klein Begin van de doopsgezinde gemeente Giethoorn. Al gauw werd de groep een gemengd jongerenkoor waarin de onderlinge vriendschap voorop stond. Een tijdlang was het de gewoonte het koor te verlaten als men ging trouwen. In de vooroorlogse periode werd Vriendenkring dan ook wel – met een knipoog – als een huwelijksmarkt beschouwd.
Het repertoire van het koor is gemengd: van klassiek tot modern, van geestelijk tot algemeen. Het koor verleent regelmatig medewerking aan de diensten in de Gieterse Vermaning. Ook zingt men de oude liederen op teksten van ds. Hylkema, zoals het lied van Samen Een. Het drukbezochte jubileumconcert benadrukte nogmaals dat Vriendenkring, geheel in de lijn van de oprichter, voor en door Gietersen is.
advertentie
Donatus ver zekert vert ro uwd Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar bij hoort, zoals catechese-lokalen, doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus is een betrokken specialist. Klein genoeg om u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg om uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat wat waardevol is, behouden blijft voor onze kinderen en hun kinderen en hun kinderen…
vooraf Ik was drie jaar toen ik besloot vegetariër te worden. In een tijd waarin het menu vooral bestond uit aardappels, groenten en vlees, en op zaterdag een pan nasi met dat vreselijk onbestemde pulkjesvlees, voorwaar een manhaftige beslissing. Redelijke alternatieven waren niet voorhanden. Iemand die geen vlees at was een geitenwollen sok, zag er bleekjes uit en kon onmogelijk oud worden. Nog lang hebben dierbaren om mij heen geanalyseerd hoe ik nou zo geworden was. De meest simpele verklaring werd gezocht in de kip die zonder kop over ons erf liep nadat mijn vader haar geslacht had voor consumptie. Jarenlang heb ik mij moeten verdedigen als ik weer eens aangaf vlees noch vis te eten. ‘Waarom ben je vegetariër?’ ‘Wat een moedige beslissing.’ ‘Wat eet je dan zoal?’ Dat waren de meest begripvolle reacties. In die tijd speelde de discussie over nature (aanleg) en nurture (opvoeding) nog niet. Wat dat betreft heb je het nu als homoseksueel makkelijker. Er zijn nog enkele evangelische en orthodoxreformatorische medemensen die geloven dat je dat ‘wordt’. Maar 99% van de bevolking weet wel beter. Vreemd dat ik als bijbel-vorsende puber niet heb gedacht aan de oerbron aller bronnen, namelijk de bijbel. Ja, daarin worden heel wat bokjes geslacht. Maar Adam en Eva, niet voor niets de eerste mensen op aarde, volgden een volledig plantaardig dieet. Adam en Eva waren geen vegetariër, geen veganist, maar fruitariër. ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op aarde; dat zal jullie voedsel zijn.’ Bingo. Het staat er echt in Genesis 1 vers 29. Geen spoor van vlees, melk of gemanipuleerde groenten. Pas na de zondvloed (sic!) in Genesis 9 taalt de mens naar vlees. Als de Babylonische koning Nebukadnessar aantrekkelijke jongemannen zonder lichamelijke gebreken voor zijn hofhouding zoekt, valt ook Daniël in de prijzen. Daniël wil zich aan de Joodse reinheidsvoorschriften houden en wijst het vorstelijke menu af. Hij geeft de kamerheer een wijs advies (Daniël 1 vers 12 en volgende): ‘Neem de proef op de som en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. Vergelijk ons uiterlijk daarna met dat van de jongemannen die de koninklijke spijzen eten, en beslis dan over uw dienaren op grond van wat u ziet.’ U begrijpt het al, Daniël en zijn medevegetariërs zagen er veel beter uit… Martin Maassen, redacteur Doopsgezind NL
[email protected]
w w w .donat us.nl t el. 073 - 5221700
inhoud
Op de cover: Dri Soesanto, lid van de gkmi Jakarta, een van de doopsgezinde broederschappen in Indonesië.
5
14
16
22
De plaats van het bestaan Interview met filosoof Coen Simon
5
Suikerfeest met lootjes
14
Bomen over bomen
16
Een druppel bloed wordt altijd doorgegeven
22
Constante uitwisseling tussen culturen
Teije Bakker, boomverzorger van wortel tot kruin
Column Jaap Gulmans
en verder… uitgelicht 2 ingekomen 4 doopsgezinde kinderdoop? 8 onwaarschijnlijke groei 10 grassroot-movement MasterPeace WereldWerk 12 achterstallig onderwijs boeken & bladen 18
uit de kast 20 Nick Bouwman kruiswoordraadsel 24 doe mee & win wonderlijk (ont)wortelen 26 column Wieteke van der Molen kort 27 Menno’s manco’s 28
ingekomen
interview
duurzame vis Werd u ook zo enthousiast toen u in het vorige nummer over de Goede Vissers las? En dacht u ook: ‘maar waar en hoe kan ik nu duurzame vis kopen?’ Gelukkig is dat zeer eenvoudig. Ga naar www.goedevis.nl en print de duurzame viswijzer, of download de app op uw telefoon. Vandaag nog stond ik bij de viskraam te bedenken wat ik zou kopen. Eerst denk ik aan kabeljauw. Ik zie op mijn app viswijzer dat kabeljauw uit de Noordzee niet goed is, want daar wordt kabeljauw ernstig overbevist. Kabeljauw uit IJsland, indien gevangen met lijnen, is te doen, en kabeljauw uit de Barentszee is prima. Jammer dat de viskraam niet weet
waar de vis vandaan komt. Dan maar naar een andere viskraam – iedere goede vishandelaar moet weten waar zijn vis vandaan komt, omdat dat mede bepaalt of de vis wordt overbevist. Ik besluit tenslotte tilapia te kopen, asc gecertificeerd en uit Vietnam. Dat is volgens de viswijzer een uitstekende keuze. Overigens kunt u ook gewoon letten op duurzame-vis-keurmerken, zoals Goede Vis, asc of msc. Duurzame vis is goed voor de vis én de visser. Jan Joost Kessler Voorzitter Stuurgroep Duurzame Ontwikkeling (sdo)
advertentie
te huur De Roosebrink te Wageningen
De Timanshof te Bennekom
Seniorenappartementen met een vrijzinnig religieuze uitstraling In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer; iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads-, respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek | vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies. Huurprijs De huurprijs varieert van € 459,– tot € 779,–. De servicekosten variëren van € 73,– tot € 194,–. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met mw. L. Kik of mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtging.
De Aleidahof te Bennekom
4
De plaats van het bestaan
Seniorenhuisvesting Zuid-Veluwe | Hof van Sint Pieter 27 | 6721 tn Bennekom 0318 43 11 34 | www.vrssh-zuidveluwe.nl |
[email protected]
‘Dat wat ons dwars zit, is tegelijk dat wat ons mens maakt’
>> 5
interview We geven dus zoveel mogelijk referentiepunten aan om onze plaats te bepalen. En dat is prima, zolang we maar niet vergeten dat dat een poging is een soort tekort te vullen dat nooit kan worden opgevuld, want je kunt, nogmaals, nu eenmaal nooit weten waar het bestaan zich bevindt.’
‘Wij kunnen onze plaats in het bestaan niet bepalen’
Coen Simon
‘
‘Ik ben van Indische afkomst en op mijn verjaardag kook ik altijd uitgebreid Indisch. De vrouw van mijn neef neemt altijd de lekkerste klepon mee die er is. Dit jaar hebben we het te druk en laten we alles cateren. Het wordt Italiaans. Maar hoe past mijn klepon daar dan bij?’ Filosoof Coen Simon spreekt liever niet over wortels, maar over 'thuis zijn'. Hij merkt dat de mens constant bezig is zich te positioneren in het bestaan, via zijn of haar cultuur. Iedereen heeft dat nodig. Maar waar bevindt het bestaan zich eigenlijk? ‘Wortels vind ik een problematisch begrip. Ik zou het zelf niet snel gebruiken in deze context. Ik zou
6
tekst Kalle Brüsewitz – foto’s Lucia Guglielmetti liever kiezen voor 'thuis zijn'. Dat komt doordat de mens voortdurend verandert en in staat is zich overal thuis te voelen. Daar gebruikt de mens zijn of haar cultuur voor. In de woorden van Helmuth Plessner: de mens is van nature kunstmatig. Cultuur is de natuur van de mens. De mens hoeft nergens geworteld te zijn zoals een boom dat is, maar kan wel overal 'thuis zijn’. De belangrijkste basis van dit denken is, dat wij niet boven onszelf kunnen uitstijgen. Wij kunnen onze plaats in het bestaan niet bepalen. Wij kunnen niet van bovenaf overzien wat ons lot is. Het komt erop neer dat we de fundamentele notie voor het hebben van een
wortel missen, omdat we niet weten waar het bestaan zich bevindt. ‘Dit is een zeer moeilijke theoretische stap, omdat de mens het leven altijd ziet in termen van iets dat te lokaliseren is. Wij kunnen zeggen dat we ons bevinden in Groningen. We gebruiken dan herkenbare en overzichtelijke coördinaten om onze plaats te bepalen. Maar dat kan niet als het gaat om waar het bestaan zich bevindt. Dan hebben we geen referentiepunten meer. Wij zijn onderdeel van het bestaan, en daar kunnen we niet uitstappen om het eens te beschouwen of te analyseren, om te kunnen constateren waar we ons
bevinden ten opzichte van het bestaan. Dit menselijk tekort speelt naar mijn idee een heel belangrijke rol in een mensenleven. Het is een voortdurende vraag waar we geen antwoord op hebben. Ter compensatie komt de mens met een heleboel coördinaten waarmee hij zichzelf een plek hoopt te geven. Deze kunstmatige plek noemen we cultuur. We koppelen onze cultuur aan behapbare plaatsbepalingen en zeggen dingen als: ‘Onze cultuur bestaat uit dat en dat, we moeten niet teveel daarvan hebben, en we moeten de dingen zus en zo aanpakken, want dat hoort bij onze cultuur. We moeten vasthouden aan onze joods-christelijke traditie’, enzovoort.
‘Er bestaan twee hardnekkige reacties op de vraag waar het bestaan zich bevindt: de onverschillige en de fundamentalistische. De onverschilligen zeggen dat er toch geen antwoord is, en dat we er daarom maar niet over moeten praten. Met hun houding dragen ze uit dat iedereen maar lekker zelf moet weten wat hij of zij doet. Alleen leidt onverschilligheid uiteindelijk tot een soort vormeloosheid, terwijl vorm nu juist onontbeerlijk is voor de mens die zich afvraagt waar het bestaan zich bevindt. We zijn gedwongen de hele tijd te doen alsof dat bestaan op zichzelf staat, en daar hebben we vorm en herhaling voor nodig, als in muziek en in rituelen. De fundamentalist omzeilt de onbeantwoordbare vraag naar ons bestaan door te doen alsof hij wél precieze coördinaten kan geven: het zit zo en niet anders. Als jij daarbij een fout maakt, zal de fundamentalist constateren dat je iets fout gedaan hebt en zeggen dat het opnieuw moet. Bijvoorbeeld bij het spelen van een muziekstuk.
‘Uiteindelijk is de beste manier om om te gaan met het menselijk tekort, ten eerste nooit vergeten dat je de kennis aangaande de vraag ontbeert en ten tweede openstaan voor verandering. Om weer met muziek te spreken: een fout in muziek is het beste op te vangen door de fout nog een keer te maken. Als je een noot verkeerd speelt en je speelt hem daarna nog een keer verkeerd, is deze noot niet meer verkeerd, omdat er dan een zekere wetmatigheid in zit. Het geheel verandert door een detail, en andersom. Op deze hermeneutische wijze begrijpen we de wereld. Net zo begrijpen we ook de inhoud van een boek. Je begint met een beeld van het geheel, bijvoorbeeld door de titel en de achterflap te lezen. Maar door de nieuwe details die je tijdens het lezen krijgt, verandert het beeld van het geheel, en door die verandering van het geheel krijgen de details ook weer een andere betekenis. De mens heeft in feite geen andere manier om de wereld te begrijpen. Elk detail verandert ons beeld van de wereld en dat beeld van de wereld verandert de betekenis van elk detail, net als bij muziek. Die wisselwerking is de manier om om te gaan met het antwoord op de vraag waar het bestaan zich bevindt. Die vraag zit ons dag in dag uit dwars. Maar dat wat ons dwars zit, is tegelijk dat wat ons mens maakt.’ <<
Coen Simon (1972) is filosoof en publicist. Hij won in 2012 de Socrates Wisselbeker voor het meest urgente en prikkelende filosofieboek van het jaar, met zijn boek: En toen wisten we alles. Een pleidooi voor oppervlakkigheid (2011). Daarin rekent Simon af met onze drang om voor alles een oplossing te vinden en met de waarde die we hechten aan wetenschap en academische autoriteit. Voor het dagblad Trouw schreef hij wekelijks de rubriek ‘Filosoferen is makkelijker als je denkt’. Ook schreef Simon enkele andere boeken, waaronder: Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden. Zelfhulp voor denkers, tobbers en narcisten (2011), en Het huishouden van onze verlangens. Over de behoefte aan dingen die we niet nodig hebben (2014).
7
kinderdoop?
Hoe doopsgezind kan je zijn? tekst Jan Willem Stenvers
T 8
Kinderen dopen: dat strookt niet met de volwassenendoop die doopsgezinden zo kenmerkt. Toch heeft de doop van een aantal kinderen in Suriname een zeer dopers karakter, vertelt Jolan Banai-Gaaikema. Zij doopte de kinderen daar zelf tijdens Pasen. ‘Toen kinderen voor het eerst vragen aan mij stelden over de doop, zei ik: dat is alleen voor grote kinderen, niet voor kleine. Maar die jongen van negen jaar en dat meisje van acht jaar wisten zeker dat ze belijdenis wilden doen. Ja, wat doe je dan? Moet je als goede doopsgezinde zeggen: we dopen geen kleine kinderen, of…?’
Gemeente op de veranda ‘Tijdens de eerste periode dat ik in Suriname woonde, werd ik wel eens uitgenodigd om ergens te preken. Ik vond dat erg fijn. Het maakte me niet uit bij wat voor kerk het was. We zijn toch allemaal ‘kinderen van één Vader’? Na verloop van tijd begon ik zelf diensten te houden op de veranda van mijn huis, en die werden steeds drukker. Ik ging en ga nog wel eens ergens anders heen, maar om
twee uur ’s middags is het: dienst aan huis. Onbewust deed ik wellicht aan churchplanting. Bij de ‘veranda-diensten’ zijn veel kinderen aanwezig en het gaat er niet zo geordend aan toe als in Nederlandse kerken. Vaak stel ik voor aan het begin een lied te zingen, waarna dikwijls een kind een tweede lied inzet, of iemand een verzoek doet een bepaald nummer te zingen. Na het zingen worden niet alleen teksten uit de bijbel voorgedragen, maar ook houden kinderen een rollenspel of dans, of wordt er een ‘spiegelverhaal’ verteld. En er worden kaarsen aangestoken, om wat voor reden dan ook. Het zijn sterk interactieve diensten, waar iedereen, jong en oud, wat kan inbrengen. En toen kwamen dus uiteindelijk de vragen over het doen van belijdenis.’
Te jong? ‘In januari 2014 reisde ik door Nederland. In verschillende doopsgezinde gemeenten stelde ik de vraag: moet ik die kinderen nu wel of niet dopen? Ik vertelde erbij dat alle kinderen waar het om gaat heel veel hebben meegemaakt. Misschien wel meer dan een gemiddelde Nederlandse jongere van achttien jaar. Veel mensen zeiden dat de kinderen daardoor geestelijk wellicht ouder zijn dan hun werkelijke leeftijd. En dat ze daarom gedoopt konden worden. Terug in Suriname heb ik met de betreffende kinderen diepe gesprekken gevoerd. Ze wisten allemaal precies waarom hij of zij gedoopt wilde worden. Allemaal hebben ze een persoonlijke geloofsbelijdenis gemaakt. Ik dacht: als een kind bewust weet waarom hij of zij
gedoopt wil worden en wat hij of zij gelooft, dan mag je dat niet weigeren.’
De doop zelf ‘Met Pasen hebben we een bus gehuurd. In een volle bus vol familieleden en kinderen zijn we naar Klaaskreek aan de Surinamerivier gereden. Daar konden we een ‘cabana’ huren (een dak op palen) waar we de dienst hielden. Na een maaltijd zetten we de stoelen neer in een kerk-opstelling en begon de dienst, met zingen, het Paasevangelie, en een korte overdenking. Daarna lazen de acht dopelingen hun geloofsbelijdenis voor. Vervolgens liepen we naar de rivier, waar ik met enkele kinderen het water in ging. En toen gebeurde het: het begon te regenen. Uit de hemel viel water, God zelf doopte de kinderen! Dat was hun eerste doop. Maar omdat het ging het stortregenen konden we beter teruggaan naar de cabana en wachten met de ‘echte’ doop tot het droog was.’ ‘Toen het droog werd begonnen we met de doop, maar nu op een ‘mensen’manier. Ik liep de rivier in en steeds kwam er één kind naar mij toe. Eerst de oudste, Norina, een meisje van vijftien jaar. Ik bad met haar en daarna doopte ik haar: “Ik doop je in de naam van de Vader” – daarbij ging zij op haar hurken even kopje onder – “In de naam van de Zoon” – weer ging zij even kopje onder – “En in de
naam van de Heilige Geest” – en weer ging haar hoofd onder water, met mijn hand erop. Daarna zong iedereen haar gezamenlijk vanaf de wal een lied toe. Stralend kwam zij het water uit! Daarna volgden Elia van vijftien jaar, Mary-Ann van dertien jaar, Silvie van twaalf jaar, Ngwena van elf jaar, Abriano van negen jaar, Koyembra van negen jaar en Kita van acht jaar. Allen ondergingen hetzelfde ritueel: gebed, doop en een lied. Nadat we samen hadden gebeden gingen we terug naar de cabana. Daar kregen alle gedoopte kinderen een passende dooptekst en een doopbewijs. Meerdere jongeren die aanwezig waren vonden het zo geweldig, dat ze vroegen of zij zich over een paar maanden ook mogen laten dopen.’
Nieuwe gemeente? ‘Zo ontstaat dan opeens een gemeente. Doopsgezind? Misschien wel, want iemand dopen op een zelf geschreven belijdenis – hoort dat niet bij onze traditie? Ik weet nog niet hoe het verder zal gaan, maar een tweede doopdienst ligt al op ons te wachten. En waarom kun je eigenlijk geen gemeente met kinderen beginnen? Ik wil hiermee niet zeggen dat ik een doopsgezinde kerk sticht in Suriname, dat weet ik namelijk nog niet. Maar ik weet wel dat mijn wortels zich niet verloochenen en dat ik duidelijk in de doperse traditie sta. De kinderen zijn op zoek naar andere wortels: zij willen geënt worden op die wonderlijke wijnstok van het christelijke geloof. Ik wil de kinderen geen zwaar geloof meegeven, waarin het accent ligt op angst. Ik wil ze geloof meegeven waarin het accent ligt op een God die gelooft in de mogelijkheden en
talenten die Hij je meegeeft. Een God die hoopt dat wij handen en voeten geven aan Zijn kerk. Een creatieve God die gelooft in creatieve mensen. Ik besef in ieder geval dat, wat voor gemeente we straks ook zullen worden of waar we ons ook bij zullen aansluiten, ik een creatieve vorm van geloven met heel veel ruimte voor ieder individu afzonderlijk, niet los zal laten. Ik zal iets van het doopsgezind eigene laten wortel schieten in Suriname.’ <<
Geloofsbelijdenis van Ngwena Ik geloof in God, die alles gemaakt heeft en ook mij. Ik geloof in de Here Jezus, Hij helpt ons. De Heilige Geest geeft mij kracht en troost. Ik wil gedoopt worden, omdat ik mijn leven wil veranderen.
9
MasterPeace
voldoen aan onze waarden en onze passie-statements. Projecten worden daar aan getoetst, want anders wordt het los zand en zou elk project ingepast kunnen worden. We willen op een positieve manier vrede bewerkstelligen. Voor iemand uit een conflictgebied is het heel aanlokkelijk om een protestbeweging tegen oorlog te starten als een vriend of familielid net vermoord is. Maar daar doen wij niet aan mee. Wij zijn geen protestbeweging.’
Maar veel bedrijven willen gewoon winst maken, ‘efficiency’ en makkelijk werken.
grassrootsbewegingen
Onwaarschijnlijke groei Een goede organisatie heeft een krachtige directeur nodig, een paar slimme koppen als manager en harde werkers op kantoor. Duidelijk. Of kan het anders? tekst Jan Willem Stenvers – foto Carina Gould Zou de kracht van een organisatie niet van onderaf moeten komen? Zodat de werkers bezig zijn met hun passie, in plaats zo goed mogelijk uit te voeren wat de directie wil? Dat heet werken volgens het grassrootsprincipe en het is veel efficiënter, zegt Aart Bos, Managing Director MasterPeace Europe. Grassroots-bewegingen zijn groepen, bedrijven of ngo’s (niet-gouvernementele organisaties) die van onderaf werken. De mensen die het werk uitvoeren leggen de basis, in plaats van een management, directeur of leider. Het gaat om het met passie werken aan de hand van waarden, in plaats van om taakgericht werken en winst maken. Volgens Bos is MasterPeace – bij veel doopsgezinden inmiddels bekend – een typisch voorbeeld van een grassroots-beweging. ‘Wij draaien de piramide om en sturen niks aan, zodat we niet de bottleneck zijn van ons eigen project. Wel zullen we iedereen die een project vanuit onze naam opzet, helpen en faciliteren. Niet door
10
geld te geven, want dat maakt lui. Zij moeten en willen het zelf doen. Doordat mensen bezig zijn met datgene waar ze in geloven, krijg je een onwaarschijnlijke groei. MasterPeace begon met twee man en is nu actief in zevenenveertig landen.’
Hoe zet je een succesvolle grassroots-beweging neer? ‘Door een product of verhaal in de markt te zetten dat mensen inspireert en waar ze mee aan de slag willen. Door mensen vertrouwen te geven en dat uit te stralen. Dat is lastig als eindverantwoordelijke: je moet kijken naar de output van wat mensen doen, in plaats van naar de input. Dat is een omschakeling van controle naar vertrouwen. Maar als je echte groei wilt, moet je niet alles willen bekijken en zelf willen aansturen, want dat kost heel veel tijd. Bij MasterPeace worden de initiatieven lokaal bepaald. Mensen mogen zich bij ons aansluiten als ze willen
‘Je hebt het over efficiency en daar gaat het ook om! Juist multinationals weten als geen ander dat je veel lokaal moet organiseren; dat je op veel plaatsen op kleine schaal iets moet opzetten en talent benutten. Zo’n netwerk van lokale ‘partnerships’ is toch veel handiger dan alles zelf doen, of op grote schaal alles aansturen? Juist veel grote bedrijven weten dat ze, als ze talenten van anderen goed gebruiken, co-creëren, groeien en efficiënt werken.’
In hoeverre zien we onze maatschappij steeds meer draaien op grassroots-bewegingen? ‘We zien een omslag. Als je iemand taakgericht op een kantoor laat werken, kost dat meer tijd dan wanneer hij of zij werkt volgens zijn eigen passie en drive. Bedrijven stellen waarden op en gaan aan de hand daarvan te werk. Het is niet voor niks dat de freelancemarkt zich zo sterk ontwikkelt in Nederland. Dat is een netwerk waarbinnen veel mensen hun talenten proberen in te zetten en waar veel bedrijven graag gebruik van maken.’
activiteiten Het afgelopen seizoen hebben de doopsgezinde jongerenorganisaties zich gezamenlijk ingezet voor MasterPeace. De aftrap was in september 2013 op het jaarlijkse startweekend voor jongeren in Giethoorn, waar een lipdub werd gemaakt. Vervolgens werden er diverse acties georganiseerd om € 5.000,– bij elkaar te krijgen en om vijfduizend mensen te bereiken met de vredesboodschap van MasterPeace: bread above bombs. Op zondag 4 mei deden tweeëntwintig doopsgezinden gemeenten mee met de actie ‘voorgaan voor vrede’, waarbij de dienst in het teken stond
‘Als leidinggevende moet je het proces zijn werk laten doen’ Wat zijn eventuele valkuilen van deze ‘omgekeerde piramide’? ‘Dat je uiteindelijk als leidinggevende het proces zijn werk moet laten doen, en dus de lead moet loslaten. Het is als een jongere die het huis uitgaat: soms moet je die het even zelf laten uitzoeken en er op vertrouwen dat het wel goed komt. Bij een grassroots-beweging moet je dat vertrouwen ook kunnen hebben. Bij MasterPeace moeten we de mensen die met ons mee willen doen wel goed selecteren. Niet om te kijken welke opleiding ze hebben gedaan, maar om te kijken of ze dezelfde waarden nastreven als wij.’
Is de kerk in oorsprong een soort grassrootsbeweging? ‘Ja! Dat denk ik wel. Het was oorspronkelijk een beweging die vanuit waarden werd gestuurd, en die groeide doordat mensen elkaar inspireerden met verhalen. Maar het werd minder toen er meer regels en hiërarchieën kwamen. Is het echt zo erg dat we nu met ontkerkelijking en nieuwe vormen van spiritualiteit te maken hebben? Gaat het om het doel, of om twee keer per week in de kerk zitten? Hoe de doopsgezinde jongeren zich organiseren, vind ik trouwens prachtig. Het is een netwerk met veel onderling contact en met veel verschillende groepen, waardoor er voor iedereen een plek is. En daardoor zie je dat je met zijn allen iets voor elkaar krijgt.’ <<
van vrede en/of MasterPeace. In Groningen vond een uitverkocht benefietdiner plaats onder de naam ‘vreten voor vrede’, en de Werkgroep Midden Nederland ging met Hemelvaart ‘verkennen voor vrede’: op tourtocht door Nederland. Op tweede Pinksterdag trapten negentien jongeren op de pedalen om de Fietselfstedentocht te voltooien, waarbij de gemeenten HolwerdBlija-Ternaard, Sneek, Leeuwarden en Hindeloopen de jongeren steunden door de kerkdeuren open te stellen en te zorgen voor verfrissingen, versnaperingen en de nodige support. Deze zomer wordt op een groot aantal akc-kampen een avondsluiting
gehouden naar aanleiding van het nummer Imagine van John Lennon, het ‘lijflied’ van MasterPeace. Tijdens het aankomende startweekend wordt het MasterPeace-jaar afgesloten, met onder meer een bezoek aan het grote vredesconcert in het Ziggodome. Op het startweekend wordt tevens de eindstand bekend gemaakt van de behaalde euro’s en het aantal bereikte mensen. De jongeren hopen vervolgens het vredesstokje van MasterPeace over te dragen aan de ‘volwassenen’ in de doopsgezinde geloofsgemeenschap. Meer info en de acties volgen: www.jongeren.doopsgezind.nl
11
Doopsgezind WereldWerk steunt Koptisch project
Achterstallig onderwijs De Egyptische provincie al-Minya haalde in de zomer van 2013 het Nederlandse nieuws, toen kerken en winkels van Kopten door sympathisanten van de Moslimbroederschap massaal in brand werden gestoken. tekst Puck de Wit Ethiopisch-, Eritrees- en Syrischorthodoxen en de Armeniërs tot de zogenaamde Oriëntaals-orthodoxe kerken. Aan het hoofd van de Koptisch-orthodoxe kerk staat patriarch Tawadros ii, door de Kopten ‘paus’ genoemd. Volgens de traditie heeft de apostel Marcus de kerk zelf gesticht in het jaar 61 na Christus.
Hoe leven de Kopten?
Wadi El Natrun, het Paromeos klooster en Patriarch Tawadros ii
* mcc staat voor Mennonite Central Committee. mcc is een non-profit organisatie die zich wereldwijd in meer dan 60 landen inzet om in samenwerking met lokale partners en kerken te werken aan noodhulp, ontwikkeling en vrede.
12
Doopsgezind WereldWerk zocht daarop contact met mcc * in Egypte, om te kijken of vanuit Nederland een bijdrage kon worden geleverd aan de wederopbouw van de Koptische infrastructuur. Het mcc werkt in Egypte nauw samen met de plaatselijke Koptisch-orthodoxe kerk. In de provincie al-Minya, in het zuiden van Egypte, sponsort mcc een onderwijsproject voor Koptische vrouwen en kinderen die buiten de boot van het reguliere onderwijs vallen, opdat zij op die manier een officieel onderwijscertificaat kunnen behalen. Doopsgezind WereldWerk wil zich in 2014 sterk maken voor de financiering van
een deel van het lesmateriaal van dit onderwijsproject.
Wie zijn de Kopten? De Kopten zijn Egyptische christenen en vormen de grootste christelijke gemeenschap in het Midden-Oosten. Hun precieze aantal is onbekend: de volkstellingen zijn gedateerd en de schattingen lopen uiteen van 6% tot 19% van de totale Egyptische bevolking, die zo’n tachtig miljoen zielen telt. In Egypte bestaan kleine gemeenschappen van Rooms-katholieke en protestantse Kopten, maar de meeste Kopten, zo’n 94%, zijn Orthodox. Zij behoren samen met de
De Kopten wonen verspreid over heel Egypte, al zijn ze oververtegenwoordigd in bepaalde gebieden, zoals rond de steden Asyut en al-Minya in het zuiden, en in de wijk Shubra in Caïro. Hun economische positie is divers, al zijn ze binnen het overheidsapparaat en de politiek ondervertegenwoordigd. Daarnaast geeft de Egyptische wetgeving Kopten niet op alle vlakken dezelfde rechten als moslims. In het zuiden van Egypte, waar de plattelandssamenleving nog is ingedeeld in clans en patronagesystemen, zijn Kopten vaker het slachtoffer van gewelddadige incidenten dan moslims. Kopten en moslims kennen een groot aantal gezamenlijke cultuuruitingen en beschouwen zichzelf als één Egyptisch volk. Zo spreken ze hetzelfde Egyptisch-Arabisch, al worden sommige woorden door Kopten als
typisch islamitisch gezien, en kennen zij daarvoor een christelijk equivalent. Ook eten beide bevolkingsgroepen hetzelfde voedsel, al verschilt de Ramadan duidelijk van de Koptische vastenperiodes. De Kopten onthouden zich gedurende verschillende periodes van dierlijke producten, bij elkaar zo’n derde deel van het jaar, maar eten dan wel gewoon overdag, al proberen ze het ontbijt zo lang mogelijk uit te stellen. Bovendien kijken Kopten en moslims naar dezelfde Egyptische films en vinden ze allemaal de zangeres Umm Kalthoum prachtig. Zelfs bepaald volksgeloof is onder moslims en Kopten hetzelfde, zoals het geloof in het boze oog en in boze geesten.
ook dat volgens de christelijke overlevering de eerste monniken op aarde, Sint Paulus en Sint Antonius, Egyptenaren waren. Het monnikendom heeft zich vanuit Egypte over de hele wereld verspreid, en nog steeds kent het land vele kloosters. Het belangrijkste complex ligt in de Wadi Natrun, tussen Caïro en Alexandrië. Koptisch-orthodoxe gelovigen
hechten verder veel waarde aan iconen, heiligen, en relieken. Een centraal concept hierbij is Baraka, de zegenende kracht die van personen, plaatsen en voorwerpen uitgaat. Egypte is ook een land van wonderen: zo zou in 1968 is de Heilige Maagd Maria boven de Zeitun-kerk in Caïro verschenen zijn. <<
Wilt u of uw gemeente bijdragen aan dit project? Uw bijdragen zijn van harte welkom op onze bankrekening nl27 trio 0786880333 t.n.v. Stichting Doopsgezind WereldWerk te Deventer o.v.v. ‘Project Kopten’.
Anne timmert aan de weg
De Koptisch-orthodoxe traditie De Koptische Orthodoxie kent een groot aantal eeuwenoude tradities. De Koptische taal, nu hoofdzakelijk een liturgische taal, is de laatste vorm van de taal die de farao’s spraken. Zij behoort tot een andere taalfamilie dan het Arabisch en wordt in het Grieks geschreven, met enkele toevoegde letters. De Kopten hebben ook een eigen kalender. Deze Koptische kalender startte in 284 na Christus, het jaar waarin de heidense keizer Diocletianus de troon besteeg. Onder zijn heerschappij vonden in Egypte grootschalige christenvervolgingen plaats. Achter Koptische jaartallen staat dan ook Anno Martyrium: in het jaar der martelaren. De Koptische maandaanduidingen zijn nog van faraonische oorsprong, en volgen de jaarlijkse cyclus van Nijloverstromingen. Egypte wordt veelvuldig genoemd in de bijbel. In het Oude Testament werd Egypte gezegend door de profeet Jesaja. Volgens de Koptischorthodoxe traditie heeft de Heilige Familie, op haar vlucht voor keizer Herodus, een lange tocht door Egypte afgelegd. Hun pleisterplaatsen zijn nu pelgrimsoorden. Interessant is
tekst Christien Duhoux-Rueb
Het gaat goed met het Anne Zernike Fund: we beginnen naamsbekendheid te krijgen in binnen- en buitenland. We hopen dat de financiële ondersteuning niet achterblijft.
rerende contacten gelegd die druk wereldwijd mailverkeer opleveren. Dat betekent dat de doelgroep ons leert te vinden, en dat wij beter gaan begrijpen welke ondersteuning nodig is vanuit het fonds.
In maart had het bestuur van het azf op Dopersduin een ontmoeting met doopsgezinde vrouwelijke theologen uit alle werelddelen, die zich bezighouden met de voorbereiding van het komende wereldcongres. Een inspirerende ontmoeting, waarbij we elkaar, ondanks taal- en cultuurverschillen, prima vonden. We bespraken zaken als: welke belemmeringen ondervinden vrouwen allereerst om theologie te gaan studeren, laat staan dat ze later daadwerkelijk beroepen worden in een gemeente – niet als hulpje van hun man, maar als volwaardig predikant. In Nederland is dat in onze doperse geledingen geen probleem meer, maar wereldwijd ligt dat anders. We zullen daar op het wereldcongres in Harrisburg verder over praten. Intussen zijn er inspi-
Maar ook in eigen land zitten we niet stil. Er staat een studiedag op het programma, op 8 november in de doopsgezinde kerk in Baarn. Houd die datum in de gaten, want we hopen dat ook prof. Esther Mombo zal spreken. Zij is een boeiende theologe die werkt aan de St. Paul’s University in Nairobi (Kenia). Ze begeleidt vooral vrouwelijke studenten, en die lopen soms tegen eigenaardige problemen aan. Zo is het niet ongebruikelijk dat hun (mannelijke) professoren allerlei seksuele gunsten van hen vragen, voordat ze toegelaten worden. Er valt kennelijk nog veel te verbeteren, dus timmert Anne voorlopig nog wel aan de weg! <<
13
kameleons
Suikerfeest met lootjes tekst Francien Yntema – foto iStock
V
Dit artikel had niet geschreven hoeven worden. Tenminste, als je luistert naar Marokkaanse jongeren die in Nederland wonen. geacht de tradities van hun (groot) Vraag die jongeren hoe ze hun Marokkaanse wortels verenigen met het Nederlandse leven en ze kijken ze je verbaasd aan. ‘Gewoon. Dat doen we gewoon.’ Waarom dan dit artikel? Omdat ze stiekem toch iets bijzonders doen. ‘Natuurlijk mag ik mee op schoolkamp. We drinken daar geen alcohol, de jongens en meisjes slapen apart en ik eet geen varkensvlees. Ik kan dus mee op kamp en tegelijkertijd een goede moslima zijn.’ Zo onderhandelt een meisje van Marokkaanse komaf met haar ouders.
Identiteit Nederland telt zo’n 370.000 inwoners van Marokkaanse afkomst, ruwweg twee procent van onze bevolking. Een deel van hen kwam in de jaren zestig en zeventig als gastarbeider naar Nederland en liet het Marokkaanse platteland achter zich. Op dat platteland golden andere tradities en gewoonten dan hier. Jongens en meisjes leefden strikt gescheiden en vrouwen hoorden vooral in en om het huis, terwijl de mannen werkten en uitgingen. Hoe gedraag je je dan wanneer je als jonge Marokkaan in Nederland opgroeit? Welke normen
14
en waarden hanteer je en wie ben je precies? Susan Ketner, zelfstandig expert in het sociale domein, promoveerde in 2008 op onderzoek naar de identiteit van Marokkaanse jongeren in Nederland. Ze sprak daarvoor met tachtig jongeren van de tweede en derde generatie. Een identiteit ontwikkelen is belangrijk, weet Ketner. ‘Met een sterke identiteit kun je later in het leven beter omgaan met heftige gebeurtenissen. Een stevige identiteit ontwikkel je vooral wanneer je in je tienerjaren van alles uitprobeert en vervolgens duidelijke keuzes maakt. Je verkent bijvoorbeeld verschillend gedrag richting je ouders, je snuffelt aan uiteenlopende geloofsstromingen en experimenteert met vriendschappen en relaties. Vervolgens kies je hoe jij je leven in wilt richten en welke principes daarbij leidend zijn. Maar voor migrantenkinderen kan experimenteren lastiger zijn dan voor autochtonen, want – kort door de bocht gezegd – het is in traditionele culturen minder gebruikelijk om verschillende mogelijkheden te verkennen. Jongeren worden daar eerder
ouders over te nemen. Marokkaanse jongeren kunnen ook minder experimenteren met de relatie met hun ouders, omdat daar minder ruimte is voor tegengas en ruzies.’
Kameleons De Marokkanen die Ketner interviewde gaven verschillende invullingen aan hun identiteit. ‘Sommigen voelen zich alleen maar Marokkaan of enkel Nederlander, terwijl anderen zich geen van beiden voelden en zichzelf bovenal als moslim zien. En er waren ‘kameleons’. Op een Marokkaanse bruiloft zijn ze Marokkaans, maar als ze met hun klas naar de bioscoop gaan zijn ze Nederlands. Hoewel iedereen natuurlijk iets van een kameleon heeft, lijkt het wisselen tussen die identiteiten mij lastig vol te houden. Ik sprak ook een keer een Marokkaanse dame van ergens in de dertig en zij grapte dat alle Marokkaanse vrouwen van haar leeftijd schizofreen zijn.’ De immigranten die het beste functioneren, integreren zowel Nederlandse als Marokkaanse elementen in hun identiteit. ‘Uit een groot Europees onderzoek blijkt dat jonge migranten die een sterke band
hebben met zowel hun land van herkomst als het land waar ze wonen, een hoger schoolniveau bereiken en gelukkiger zijn dan de jongeren die hun vaderland volledig loslaten, of juist geen band opbouwen met het nieuwe land’, zegt Ketner. Maar hoe doe je dat, je Marokkaanse wortels koesteren en tegelijkertijd Nederland omarmen? Het merendeel van de jongeren die Ketner sprak is verrast door die vraag. ‘Dat combineren, dat doen we gewoon.’ Op de multiculturele school waar Ketner tijdens haar studie stage liep, zag ze dat in de praktijk. Hollandse meisjes vastten mee tijdens de Ramadan, Mohammed speelde een van de hoofdrollen in de kerstmusical en tijdens het Suikerfeest trok een Marokkaans gezin thuis lootjes.
Islam Andere jongeren integreren via diep denkwerk. Een deel vindt bijvoor-
beeld dat bepaald modern gedrag de beste manier is om traditionele islamitische waarden in te vullen. Dan zeggen ze: ‘Volgens de koran moet ik een goede moeder zijn. Als ik nu studeer, word ik straks een betere moeder.’ Of ze zoeken in de koran naar teksten die ze als voorloper zien van moderne ideeën. ‘Ik rook en drink niet. Dat is in de koran ook al verboden, zodat wij geen longkanker krijgen en niet met een bierbuik in het ziekenhuis belanden.’ De islam blijkt belangrijk voor de Marokkaanse jongeren. Ketner kijkt daar niet van op. ‘Godsdiensten bieden houvast. Ze geven richtlijnen voor je gedrag en bieden antwoorden op levensvragen waar pubers mee worstelen. Je ziet dus dat deze jongeren de islam gebruiken als brug tussen Marokkaanse en Nederlandse gebruiken, normen en waarden.’ Toch leidt het lezen van de koran niet altijd
tot integratie. ‘De Marokkaanse jongeren die nu naar Syrië vertrekken, zijn ook teruggegaan naar de wortels van de islam, maar hebben een andere afslag genomen’, meent Ketner. ‘Religieuze teksten kun je natuurlijk op allerlei manieren interpreteren, dus je kunt er alsnog alle kanten mee op.’ Ketner krijgt nog altijd jeuk van mensen die zeggen dat het niet goed gaat met de Marokkanen omdat ze tussen twee culturen zitten. ‘Je kunt niet spreken van twee aparte culturen, want er is een constante uitwisseling. Marokkaanse jongeren zitten met Nederlanders in de klas, hebben ook krantenwijken, doen ook aan sport en maken gewoon deel uit van onze samenleving. Zoals een jongen die ik tegenkwam ooit zei: ‘Het is niet zo dat ik ’s ochtends opsta en dan op mijn Marokkanenfiets naar mijn Marokkanenwerk ga.’ <<
Susan Ketner
15
interview
Bomen over bomen
om die te behouden. Het doet pijn als ze weg moeten. Maar er zijn veel situaties waarbij bomen elkaar verdringen. Dan moet je soms kiezen. Als je wilt dat een boom groot en oud wordt, moet je hem de ruimte geven. Het is een soort kunstschilderen met bomen.’
U bent dus de baas over de boom? Hoe is de hiërarchie aangaande mensen en bomen?
‘Dit is dus een Sequoiadendron giganteum. De zogenaamde mammoetboom die voorkomt aan de Westkust van Amerika. Die is hier als volwassen boom geplant. Dat zie je aan dat kruis op de kluit. Dat is om hem te stabiliseren.’
W
tekst & foto’s Kalle Brüsewitz We staan voor het bezoekerscentrum Museonder in Nationaal Park de Hoge Veluwe. Het regent hard, maar boomverzorger in ruste Teije Bakker blijft voor deze boom toch even staan.
Hoe bent u in de bomenwereld terechtgekomen? ‘Na mijn eerste levensjaren doorgebracht te hebben op een schip, belandden we in Veendam bij mijn oom en tante. Mijn oom was boomkweker. Ik wilde eerst net als mijn vader kapitein worden, maar kreeg te horen dat mijn ogen daarvoor te slecht waren. Toen werd ik gegrepen door het werken met de natuur. Dat geeft je dezelfde vrijheid als werken op een schip. Vervolgens ben ik bosbouw en cultuurtechniek gaan studeren. Na een paar jaar in Nigeria kwam ik in Utrecht terecht en ging ik werken als boomchirurg. Al zeg ik liever ‘boomverzorger’ of ‘boomspecialist’.’
Wat is de lol van het zijn van boomverzorger? ‘Net als bij mensen weet je dat, als het niet goed gaat met een boom, daar een oorzaak voor is. Dat onderzoek vind
16
ik heel leuk. Je bent een soort detective. Tegelijkertijd ben je ook een soort dokter: je bent degene die de boom probeert te genezen. Je moet uitzoeken wat er aan de hand is, net als een huisarts. Eigenlijk is het heel simpel. Ik gebruikte altijd twee instrumenten: een grondboor en een rubberen hamertje. De grondboor was om te kijken wat er in de grond aanwezig was: storende lagen, stinkende of goed ruikende grond, hoge grondwaterstand enzovoort. De hamer was om op de bast te tikken en te zoeken naar rotte plekken. Beide instrumenten heb je nodig om het juiste behandelplan op te stellen. Maar in alle gevallen blijft het ontstaan van een natuurlijke afweer het beste. Dat gaat het best met een pluriform bomenbestand. Een monocultuur met maar één boomsoort is funest. Je moet veel verschillende soorten bij elkaar hebben. Dan heeft een eventuele ziekte namelijk minder kans om over te slaan op andere bomen.’
‘Bomenbestand’ klinkt best zakelijk. Houdt u ook van bomen? ‘Ja, maar je creëert in de loop der jaren wel een bepaalde afstand. Zoals in elk vak. Monumentale en bijzondere bomen vind ik prachtig, en ik zal er altijd voor strijden
‘Zo kun je dat niet noemen, we hebben de boom al jaren tot gebruiksvoorwerp gemaakt. We produceren er niet alleen hout mee, maar ook ecologisch gezien zijn bomen heel belangrijk, bijvoorbeeld voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. We hebben bomen simpelweg nodig. Ze zorgen voor schaduw en voor luchtzuivering. Ook worden ze praktisch gebruikt, als windscherm. Vrijwel alle huizen op open vlaktes zijn omringd door bomen. Een boom kan, ook als je er niets aan doet, vrijuit groeien. Bomen blijven elk jaar blad geven en er komt elk jaar een jaarring bij. Dat is een eindeloos durend proces, waar we helemaal niets voor hoeven te doen. Bomen vinden altijd een weg, zolang hun wortels maar voedsel, zuurstof en water vinden.’
Hoe werkt dat precies? ‘Het mooie van boomwortels is dat ze net zo werken als de bloedvaten van de mens. Je hebt dikke wortels, de gestelwortels, en de veel fijnere haarwortels. De haarwortels nemen water op en transporteren het water en voedsel naar boven. Tegelijk hebben de haarwortels nog een veel belangrijker functie: ze zorgen voor minstens net zoveel stabiliteit als de dikke gestelwortels. Door zijn wortels wordt de boom stevig en standvastig. Ook is interessant, als je kijkt naar boomwortels, dat ze spiegelen met alles wat boven de grond is. Alle bladeren worden gevoed door de wortels onder de grond. Als je een deel van de wortels afzaagt, zal eenzelfde deel boven de grond afsterven. Daar ligt een directe relatie. Een breed ondiep wortelpakket is boven de grond zichtbaar als een brede en relatief lage bladerenkroon. Diepere wortels geven in principe een hogere boom. Wel speelt daarbij één aspect een nog grotere rol: het klimaat. Hoe dichter bij de kust, hoe lager de bomen. Dat komt door de wind. Die heeft heel veel invloed op de hoogte van een boom. Een boom past zich dus eigenlijk fantastisch aan. Als bomen dicht bij elkaar staan, groeien ze bijvoorbeeld op als één kroon en één gesloten wortelstelsel.’
Dat heeft niets te maken met een soort menselijke aantrekkingskracht?
‘De olijfboom is met recht een krachtig symbool van het leven’ Teije Bakker (1946) was tot aan zijn pensioen in 2009, vierendertig jaar lang werkzaam als boomverzorger en boomtaxateur bij Copijn Boomspecialisten in Utrecht. Hij was voorzitter van de technische commissie van de Nederlandse Vereniging van Boomtaxateurs en wordt met enige regelmaat gevraagd voor panels en lezingen op het gebied van boomverzorging en -taxatie. In de doopsgezinde wereld is Teije Bakker bekend als voormalig bestuurslid van Dopersduin. Hij is nog steeds lid van de Bouwcommissie aldaar. Verder is hij is lid van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht en voorzitter van de kerkenraad. Teije is getrouwd met emeritus predikant Renata Barnard.
Kent u voorbeelden van bomen en hun mythische waarde? ‘De Germanen waren daar heel sterk in. Die hadden bij alle bomen een godsbeeld. De linde stond bijvoorbeeld voor de godin Freya. Zij werd gekoppeld aan huiselijkheid. Daarom staat de lindeboom heel vaak dicht bij huizen. Ook is bekend dat Donar, de god van de donder, verbonden was aan de eik. En in het boeddhisme is de ficus heel belangrijk. Dat is de heilige boom waaronder Boeddha zijn inzichten kreeg. In de Keltische cultuur speelt onder andere de meidoorn een belangrijke rol. Dat is de boom waar de geesten in wonen. Dit zijn allemaal voorbeelden van de relatie tussen mens, religie en de natuur. Een mooie combinatie van die drie.’
De boom is daarbij misschien wel het krachtigste symbool? ‘Ook in de bijbel komen uiteraard belangrijke bomen voor. Abraham die zijn tent opsloeg bij de tere binten: een terpentijnboom. Die kun je volgens mij vergelijken met onze oude eik. De oude eik als een soort veilig thuis, waar je familie onder woont. En dan heb je natuurlijk de boom in de hof van Eden, en de olijfbomen in de tuin van Gethsemane. Die staan er nu nog, na tweeduizend jaar. De olijfboom is met recht een krachtig symbool van het leven.’ <<
‘Nee, helaas. Zo romantisch is het niet. Dat ze iemand van hun eigen soort tegenkomen en dan in een innige omhelzing verzanden, heb ik nog nooit meegemaakt. Overigens worden wel bijzondere krachten aan bomen toegekend.’
17
boeken & bladen
Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s van de hand van Martin Maassen,
[email protected]
conservatief? Persoonlijke riedeltjes
Vijf jaar geleden startte in Gouda het Conservatief Café. Volgens oprichter Wilco Boender ontbrak het aan een ‘fysiek ontmoetings- en debatcentrum voor conservatieven, voor mensen die de klassieke deugden en de traditie en beschaving uit Jeruzalem en Athene als onmisbaar fundament voor gezin, onderwijs en samenleving zien’. Na vijf jaar is het tijd om een piketpaaltje te slaan in de vorm van een boek. ‘Laagdrempelig, voor iedereen die kennis wil maken met conservatief Nederland’. Het boek, Net mensen – iedereen conservatief, is een verzameling van interviews, essays en portretten geworden van elf bekende Nederlanders die geïnspireerd zijn door het conservatieve gedachtegoed. Die bonte stoet van mensen wordt voorafgegaan door een manifest van de Engelse conservatieve filosoof Roger Scruton. Scruton beschrijft tien principes die volgens hem het fundament vormen van een moderne (!) conservatieve politiek. Daarbij gaat het om zaken als de natiestaat, loyaliteit aan wetten (maar niet teveel wetten!), erfenis, rentmeesterschap, een stevige morele
18
orde en de nationale gedachte. Vervolgens komt een bonte stoet van conservatieven aan het woord. De hoofdredacteur van Elsevier omarmt de monarchie. Rabbijn Lody van de Kamp pleit voor ‘respect en ruimte’. cda-Kamerlid Mona Keijzer is voor het homohuwelijk en zweert bij haar mannen (ega plus vijf zonen). Lilian Janse, de eerste vrouwelijke volksvertegenwoordiger voor de sgp uit Vlissingen, is voor een ‘verantwoorde christelijke politiek’. Hans Wiegel is gewoon Hans Wiegel, zo blijkt uit wat knip- en plakwerk van oude krantenartikelen. sgp-Kamerlid Dijkgraaf ziet de conservatief als ‘een sgp’er zonder Bijbel’. En zo zijn we aan het eind van het boek nog verder van huis. Doordat de samensteller geen duidelijke vraagstelling hanteert, verzandt het boek in persoonlijke riedeltjes waarin helaas de grote lijn ontbreekt. Wat bindt die conservatieven nu precies? Wat zijn de fundamenten van het conservatieve geloof van de Nederlandse conservatieven? Is er ruimte voor een conservatieve politieke partij? Net mensen blijft het antwoord op die vragen schuldig. Riekelt Pasterkamp (red.), Net mensen – iedereen conservatief, uitgeverij Boekencentrum, € 14,90
methode voorhanden was. Eerbied voor het leven betekende voor hem: handelen vanuit vertrouwen dat werken aan de wereld zin heeft, hoe klein die bijdrage soms ook is. Het boek is een pleidooi voor een mystiek optimisme. Elk hoofdstuk cirkelt om een bepaalde naam: Kant, Bach, Jezus – om er een paar te noemen – en is verbonden met een specifiek thema. In kort bestek geeft de auteur ons een interessante inkijk in de denkwereld van de man die werkte in een uithoek van de wereld, maar desondanks in 1954 de Nobelprijs voor de Vrede ontving.
vervolgens een thema mee. Bijvoorbeeld ‘God grijpt niet in’, ‘Het verstand kent z’n grenzen’, of ‘Wonderen of verwondering’. Het zijn persoonlijke verhalen, uit het leven gegrepen. Worstelingen, kantelpunten, groei, ontwikkeling. Het is net alsof je je zomaar in een belijdenisgroep bevindt, waar wildvreemden hun ziel en zaligheid voor je op tafel uitspreiden. Intiem. Kostbaar. Ontroerend. De moeite waard. Tegelijkertijd volgt na ieder ‘interview’ een antwoord van dominee Offringa, waarin hij het verhaal van het gemeentelid inbedt in de moderne theologie. Tenminste, dat is het idee. Maar eigenlijk klinkt het als: ‘Tja, je gelooft nu wel niet langer wat er in de catechismus staat, maar heel erg is dat misschien niet, want kijk nu! Er zijn andere, geleerde, mensen die ook zoiets beweren!’ Het is ongetwijfeld goed bedoeld (het boek is geschreven als handreiking bij gesprekskringen), maar c’est le ton qui fait la musique. Opvallend genoeg is de toon van Offringa in zijn eigen interview te vergelijken met die van de anderen. Een verschil tussen de mens en de dominee misschien? Lastig dus. De ene helft van het boek is goed te lezen, ontroerend en intiem. De andere helft levert in ieder
geval een schat aan verwijzingen op, voor wie daar prijs op stelt. De worsteling zal bij het lezerspubliek van Doopsgezind NL anders liggen. De gesprekken zouden ook (juist!) bij ons gevoerd mogen worden. Dan wordt het echt interessant.
Mystiek optimisme
Jan Offringa en Evert van Baren (red.), God is niet te vangen. Onorthodoxe gesprekken over veranderend geloof, uitgeverij Skandalon, € 16,50
zomertips
Kostelijk
Albert Schweitzer (1875-1965), was een denker met de handen. Dat schrijft theoloog en filosoof Chris Doude van Troostwijk in zijn boekje Leven met Albert Schweitzer. ‘Eerbied voor het Leven’ was het devies van Schweitzer. Niet alleen voor de mens, maar ook voor dier en plant. Maar hij begreep dat die eerbied niet altijd mogelijk was. Soms was relativeren noodzakelijk. Zo waren bijvoorbeeld dierproeven voor hem ethisch verantwoord als het ging om het ontwikkelen van nieuwe medicijnen en er geen andere
Hotelleven Chris Doude van Troostwijk, Leven met Albert Schweitzer, uitgeverij Boekencentrum, € 14,50
worsteling
Geloofsgesprekken geduid God is niet te vangen is een lastig boek. Niet lastig te lezen, niet lastig te begrijpen… maar lastig recht te doen. Jan Offringa (predikant) en Evert van Baren (o.a. voorzitter van de kerkenraad van de Voorhof ) interviewden dertien gemeenteleden van de Voorhof over hun geloofsontwikkeling. Die interviews kregen
Joseph Roth, Hotelmens, uitgeverij Bas Lubberhuizen, € 14,95
door Wieteke van der Molen
door Bart Smits
eerbied
De ongewortelde rusteloosheid van Joseph Roth bracht ons een uitmuntend literair pareltje!
De Oostenrijks-Joodse schrijver Joseph Roth (1894-1939) leefde in de periode tussen de twee wereldoorlogen ‘uit zijn koffers’. Aanvankelijk reisde hij veel voor zijn werk als journalist, later wilde hij alleen nog in en vanuit hotels leven. ‘Ik ben een vreemde in deze stad en daarom voel ik mij hier zo thuis’. De zwerftochten leveren niet alleen prachtige tijdsbeschrijvingen op, ook van het oprukkende fascisme, maar bovenal fraaie en humoristische beschrijvingen van hotelrituelen. De patron, de kelner, de portier, de kok, allemaal passeren ze de revue. ‘Eenieder leeft tussen aankomst en vertrek’.
De Indiase keuken is een lustoord voor vegetariërs. Er is geen keuken waarin zoveel en zo lekker vegetarisch gekookt wordt. Pushpesh Pant schreef er een kostelijk en zeer uitgebreid boek over met meer dan duizend recepten (waarvan ook de nodige met vis en vlees)! Voordat je het lusthof betreedt, beschrijft Pant de regionale keukens van dit grote land waarin eten en koken net zo belangrijk zijn als kunst en literatuur. Van daal tot lassies en van curry’s tot samosa’s. Benut de zomerperiode om de kruidenvoorraad aan te vullen met dit monument voor de Indiase keuken! Pushpesh Pant, India kookboek, uitgeverij Van Dishoeck, € 39,99 De zonnetjes bij de besproken boeken en bladen geven de waardering van de recensent weer. Die kan uiteenlopen van één zonnetje (niet best) tot vijf (mag op uw nachtkastje niet ontbreken).
19
uit de kast
fiets kapot gaat, of ik ben in gevecht met m’n lakens, raak ik gefrustreerd. Ik word niet boos op iemand, reageer me niet lichamelijk ergens op af, en daarom noem ik het niet ‘kwaad zijn’. De schuld willen leggen bij iemand anders en aan jezelf denken, hebben te maken met kwaad zijn. Maar wellicht was ik voor het laatst toch echt boos toen de kinderen waar ik op pas niet zo goed luisterden als ik wilde. Ik treed verder maar niet in details…’
Over doopsgezinden wordt gezegd dat zij ‘stillen in den lande’ zijn. In deze rubriek dagen we hen uit om uit de kast te komen, zichzelf te laten zien en hun geloof onder woorden te brengen.
Waar bidt u voor? ‘Ik neem altijd mijn familie mee in m’n gebeden. Meestal simpelweg door te zeggen: be with… Ik doe dat ook voor vrienden en kennissen als hun situatie om een gebed vraagt. Ik vraag God om te helpen elkaar lief te hebben en te leven naar hoe hij dat wil.’
Hoe ziet de hemel er uit? ‘Zoals iedereen kan bedenken: prachtig! Al mijn vrienden en familie zijn er, en het gaat er meer om dat je er bent, dan om wat je doet. We genieten van het simpele feit dat we samen met elkaar en met God zijn. Er is geen tijd, zorgen of pijn, en je kan de hele dag tafeltennis en basketbal spelen als je dat wilt!’
Nick Bouwman
Van welk lied krijgt u kippenvel?
tekst Jan Willem Stenvers – foto Johan Tempelaar
Nick Bouwman (25) komt oorspronkelijk uit Chicago en woont momenteel in Apeldoorn. Hij studeerde aan het Goshen College. Zijn vader komt uit Nederland en zijn moeder uit de Verenigde Staten. Afgelopen schooljaar ging hij zijn roots achterna en leerde hij de Nederlandse taal door hier als au-pair te werken. Wat betekent het woord ‘doopsgezind’ voor u? ‘Ik merk dat er veel verschillen zijn tussen ‘doopsgezind’ of ‘mennonite’ zijn. Mijn moeder groeide op in een cultuur die zich focuste op wat wel en niet mocht. Bij mijn vader in Nederland ging het veel meer over het aannemen van een pacifistische houding. Iets waar veel Amerikaanse ‘mennonites’ ook mee bezig zijn. Maar wat ‘mennonite’ en ‘doopsgezind’ echt één maakt, is de volwassenendoop. Voor mij persoonlijk betekenen deze twee woorden: neem het leven serieus. En probeer te leven naar hoe Jezus het ons heeft geleerd: heb God en de ander lief met hart en ziel. Accepteer dat je imperfect bent, terwijl je wel streeft naar perfectie. Pacifisme, het zelf kiezen voor de doop en
20
de intentie een sober leven te leiden, horen hier voor mij automatisch bij.’
Welke bijbelse figuur zou u een dag willen zijn? ‘Adam. Ik zou graag in de Hof van Eden willen wonen en het leven willen leiden zoals God dat in eerste instantie in gedachten had. Ik zou een vredig leven leiden en op een positieve manier genieten van wat de aarde te bieden heeft. En aangezien ik Adam maar een dag lang hoef te zijn, hoop ik dat het een dag is voordat hij de zondeval maakte.’
Waarover werd u voor het laatst echt kwaad?
‘Re: Stacks van Bon Iver. Eigenlijk krijg ik kippenvel van alle liedjes van Bon Iver. Als je naar zijn muziek luistert hoef je niet te letten op de teksten, want de kracht van de liedjes zit in de emotie die hij er in stopt. Je krijgt het gevoel alsof hij de muziek uit een diepe onbekende plek in zijn ziel haalt.’
Welk boek ligt er op uw nachtkastje? ‘Nou ja, ik heb geen nachtkastje, maar dicht bij mijn bed ligt het magazine Yes!. Op de voorkant daarvan staat met grote letters: ‘Will there be enough?’ Die vraag gaat over
water. Om de een of andere reden houd ik me graag bezig met milieu- en duurzaamheidsonderwerpen. Het waterprobleem is uniek. Het is essentieel voor het leven en we gebruiken er veel van voor weinig geld. Het lijkt er op dat door klimaatverandering de watervoorziening minder zal worden. Aangezien plezier en lol ook erg belangrijk zijn in het leven, staat naast het magazine een boek van Winnie the Pooh.’
‘Als je de Messias bent, mag je me wakker maken’ Waar mogen we u om drie uur ’s nachts voor wakker maken? ‘Als het hier drie uur ’s nachts is, is het negen uur ’s avonds in de Verenigde Staten. Het is dus geen probleem als je me ergens voor wilt wakker maken – dat ben ik toch al. Maar even serieus: ik hou van mijn slaap. Als je de Messias bent die terugkeert op aarde, mag je me wakker maken. Ook Peter Pan mag mijn slaap verstoren. Ik denk dat mensen verder zelf goed kunnen afwegen of het nodig is mij te wekken. Maar om iedereen te helpen, hier toch wat suggesties. Mag je me wakker maken als je veters gestrikt moeten worden: nee. Als er een militaire aanval plaatsvindt: ja. Als je wilt weten wat de hoofdstad van Illinois is: nee. Als de aliens bezig zijn met een invasie: ja. Als je wilt laten zien dat je tot tien kan tellen: laat me slapen. Als je m’n echtgenote bent en je wilt vertellen hoeveel je van me houdt: ik denk dat het wel mag.’ <<
advertentie
Vrijzinnig Leerhuis Elspeet Seizoen 2014/2015 Open doperse groep voor studie en ontmoeting: 4 weekenden, 2 groepen! Thema’s: opstandig, familie, leiderschap en herinneren & vergeten. Start op 31 oktober en 28 november 2014. Meer informatie en aanmelden via www.mennorode.nl
www.mennorode.nl |
[email protected] | Apeldoornseweg 185, Elspeet | 0577 498 111
‘Ik ben meestal meer gefrustreerd dan kwaad. Als mijn
21
column
druppeltje ‘Een druppel bloed wordt altijd doorgegeven’, aldus Wieteke van Dort, zangeres en actrice (tante Lien), en vooral: apostel van de Nederlands-Indische cultuur. En ze vervolgt: ‘Als ik mijn boeken signeer, dan zeggen jonge mensen me wel eens: mevrouw, ik heb heimwee naar iets wat ik niet ken. Maar ja, we zijn 350 jaar met elkaar verbonden geweest.’ Een van die jonge mensen, wiens oma en opa van moederskant ‘vol-Indonesisch’ zijn, zegt het zo: ‘Ik ben niet Indisch opgevoed. Maar je krijgt het toch altijd mee, en daarom ben ik hier op de Pasar Alan (in Den Haag). Ik verdiep me er eerlijk gezegd weinig in. Maar door de vragen van mijn vriend voel ik wél die noodzaak.’ Aldus de Volkskrant in een artikel over hoe een nieuwe generatie, afstammend van de 350.000 Indische Nederlanders die tussen 1946 en 1968 naar Nederland kwamen, opeens belangstelling heeft voor Tempo Doeloe en de Gordel van Smaragd. Een druppel bloed wordt altijd doorgegeven. Over dat bloed wil ik het hebben. ‘Van huis uit doopsgezind’, dat is zo’n ‘bloed’uitspraak. Het doopsgezinde zit in iemands bloed, of hij nu hoog of laag springt, het heerlijk vindt of het uitspuugt. En wat in het bloed zit raak je niet kwijt. Nooit. Sommige ‘bloed’kenners zeggen dan: ‘Kijk, daar loopt er zo eentje. Je ziet het gewoon, je hoort het aan zijn manier van praten, je ruikt het ook nog eens: die moet wel doopsgezind zijn.’ Als ik dan vroeg: wat is dan dat ‘eigene’, welke kleur heeft dat bloed, welke vlag hangt er uit bij hem of haar, dan was het antwoord onbevredigend. Het bestond voor de ene helft uit vaagheid en voor de andere uit oprechte verbazing.
tekst Jaap Gulmans illustratie Feiko Wouda
Zo van: snap je dat dan niet, hoe is het mogelijk! Nee, ik snapte het voor geen meter. Heeft doopsgezind-zijn iets bloederigs? Ik denk het niet. Eerst een misverstand. Doopsgezind-zijn is naar mijn mening niet méér dan een toegangskaartje. Zeg maar: een entreekaartje om op het popfestival Lowlands te komen, bij wijze van spreken. Dat kaartje is duur. Het is ook onmisbaar, anders kom je er niet in. Met dat ‘kaartje’ bedoel ik de volwassenendoop en het daarbij horend geloofsopstel. Opstel en volwassenendoop betekenen zoiets als: je hebt de muziek horen knallen, je bent gefascineerd door een band, en nu wil je er bij horen, liefst vierentwintig uren aaneen. Doopsgezind-zijn is een kale methode, een manier om tot de bron van het evangelie te geraken. Een goede methode. Maar niet meer dan dat. En met bloed heeft het niets te maken. Maar toch blijft het prikkelen, die uitspraak van ‘tante Lien’ in dat Volkskrantverhaal. Deze week lag ik op m’n knieën met een paarse doek onze dofgeworden parketvloer licht met een laagje olie in te wrijven. Al wrijvend was ik nogal ingenomen met mezelf: op gevorderde leeftijd nog zo krachtig en bijkans lenig op die vloer zwoegen – kijk mij eens. Maar ineens was er het besef: man, wat lijk je nu op je moeder. Jouw mem, die als faem (Fries voor dienstmeisje) uitgebuit werd door frou Kamstra: koperbel poetsen, vloerboenen, gang dweilen, en dat alles voor een habbekrats bij dat gierige mens, die frou Kamstra. Die druppel heb ik van haar! Overigens was mem ‘van huis uit’ niet doopsgezind. Om in muziektermen te spreken: in de ogen van sommigen had ze niet het goede entreekaartje voor dat concert. Tot ze zich dat verwierf toen ze zich, in stemmig zwart, met zes andere bruiden van de Heer liet dopen in de Ternaarder Vermaning. Heb ik, behalve het poetsen en wrijven, van háár het geloof meegekregen? Het moet toch ergens vandaan komen, zegt u. Of erfde ik het van heit, die een oervertrouwen in het leven en de dood had, maar die de Godsnaam niet over z’n lippen kreeg, uit respect. Nu ik zelf ziek aan het worden ben, bemerk ik ook in mij die vertrouwenskracht. Krijgen wij het geloof van onze ouders? Ik geloof daar niets van. Christelijk geloven begint niet met een bloedband, maar met fascinatie. Oorspronkelijke authentieke fascinatie. Gefascineerd zijn door de Christus, de raadselachtige verschijning aan het begin van de jaartelling, die de christelijke kerk later Gods Zoon noemde. Een mens, die niet bang was. Die kapotte levens weer heelde. Die
22
een ijzersterk vertrouwen in Zijn Vader toonde. Die in die dagen een heel ‘popfestival’ ontketende in Israël. Die fascinatie leerde ik al vroeg. Bijvoorbeeld bij de schoolcathechisatie op de openbare lagere school, gegeven door een enthousiaste dominee. Of, ander voorbeeld, die ik hoorde als puber in de Vermaning. In elke preek daar zat wel een druppel Jezus-fascinatie. In de stijve statigheid van het Vermaninkje zinderde en danste het van de Jezus-provocaties. Het geloof is vanuit het gehoor. Het protestantisme heeft dat goed begrepen. Het is allerminst uit het bloed. En dan nog iets. Over één fenomeen bij de doopsgezinden heb ik me altijd erg verbaasd. Die verbazing betreft het volgende. In elke doopsgezinde gemeente waar ik stond was een belangrijke minderheid (soms zelfs meerderheid) van leden die nooit in de kerk kwamen. Terwijl ze wel gedoopt waren. En zelfs zeer gehecht waren aan die doop. Om nog eens in muziektermen te spreken: ze hadden wél een toegangskaartje, maar ze verzaakten het concert. Sterker nog: ze piekerden er zelfs niet over om op zondag hun dorst te lessen in de Vermaning door als een Gideonsbende uit de beek van het levende water te slurpen. Het ‘kaartje’ was hun genoeg. En juist bij deze mensen hoorde je nogal eens: ‘U zult mij niet zien, maar ik ben wel doopsgezind hoor! En m’n hele familie was het ook.’ Er zat geen muziek meer in deze mensen, het oorspronkelijke geloof was hun door het leven allang afgetroggeld, het was zo dood als een pier. Het enige wat restte, was een druppeltje bloed. Soms werd bij zo’n huisbezoek een vergeelde belijdenis uit een geheim laatje gehaald. Ik vroeg dan of de bezochte die wilde voorlezen. Dat gebeurde. Daarna viel er een stilzwijgen en soms een traan. En dan werd er gemompeld: ‘Ja toen, toen geloofde ik nog echt, das war einmal’. Nee, het geloof komt niet van het voorgeslacht. Geld en goed, waarden en normen, poetsen en wrijven, dat allemaal wél. Elke creatuur van God moet zich de fascinatie opnieuw toe-eigenen. Wie wél de doop wil maar niet het geloof, die wil een fietsplaatje en niet echt fietsen. Die wil een identiteitskaartje. Maar een ID-kaart is geen levend geloof. Er is in de Nederlandse doopsgezinde cultuur door de dominees, ook door mijzelf, zo heel wat zaad gezaaid op rotsen en in doornstruiken. Terwijl ze dachten dat het vruchtbare zeeklei en een mooi bietenveld was. Arme leraren: het zaad is nooit echt opgekomen. Maar de bodem ligt wel bezaaid met taloze id-plaatjes en kaartjes. Zomin als Qatar iets met voetbal heeft, net zomin heeft een zogenaamde druppel Menno-bloed iets met levend geloof.
23
puzzelen
doe mee & win! kruiswoordraadsel door Henk Tempelaar – foto Kalle Brüsewitz
In deze puzzel worden de namen van een zevental profeten uit het Oude Testament gezocht. Los het kruiswoordraadsel op en breng vervolgens de gevraagde letters over naar de letterbalk. Hier komt een zegswijze over profeten te staan. Dit is de oplossing. Stuur die op naar de redactie van dit blad vóór 1 augustus en ding mee naar één van de leuke prijzen!
puzzelen
kijk die prijzen! > 1 x Zomerverblijf Fredeshiem voor 2 personen
water en het terugdringen van de berg plastic afval. De Dopper is een Nederlands ontwerp en wordt klimaatneutraal geproduceerd, is vrij van bpa en draagt bij aan drinkwaterprojecten in Nepal. Dopper. The message is the bottle | www.dopper.nl.
‘Al het werkelijke leven is ontmoeting’. Deze tekst van Martin Buber is te lezen op het Inspiratiepad van Buitengoed Fredeshiem. Voor één van de goede inzenders van de puzzel biedt Buitengoed Fredeshiem aan: 3 dagen (2 nachten) zomerverblijf op basis van halfpension voor 2 personen t.w.v. € 216,–, afhankelijk van beschikbaarheid tot 27 augustus 2014, of in de zomerperiode van 2015 (zie ook advertentie).
> 3 x boekenbon t.w.v. € 10,– > 2 x cd ‘Wat ongezegd bleef ’ Twaalf teksten van Huub Oosterhuis op nieuwe composities van Onno Krijn, gezongen door Leoni Jansen. Leoni Jansen is ambassadeur voor MasterPeace (zie pagina 10 en 11) en bracht een aantal van de liederen van de cd ten gehore tijdens de landelijke DoRe-dienst 400 jaar verkering in Leiden, eerder dit jaar.
> 2 x Dopper Steel t.w.v. € 27,50 De Dopper Steel is een waterfles met een stoer, robuust design en een inhoud van 800 ml (de Dopper Original is 500 ml). Dopper is een initiatief ter promotie van kraanadvertentie
do the right thing now
Veel succes !!
5%
FREDESHIEM
zomerverblijf V A K A NFredeshiem TIES
FOR AB WOR ET TER LD
Het ideale flesje voor kraanwater Duurzaam gemakkelijk afwassen, eindeloos gebruiken Handig
flesje en glas ineen
Mooi
strak design van Rinke van Remortel
Goed doel de opbrengst gaat naar drinkwaterprojecten van Simavi Goedkoop kraanwater is tot wel duizend keer goedkoper dan gebotteld water
Horizontaal
Mobiel
met de Dopper applicatie vind je locaties om je Dopper te vullen
Info
www.dopper.com
B Beleef e l e eeen f upaar w heerlijke S E N I Odagen R E N VA K A N T I E o op p Buitengoed B u i t e n gFredeshiem: oed Fredeshiem: - > V verblijf e r b l i op j f vernieuwde o p v e r nkamers ieuwde kamers - > Ggastheer a s t h e |egastvrouw r / - v r o uaanwezig w aanwezig - > Mstel e t uw o feigen zon d e r psamen rogramma vakantie - > V halfpension o l o f H avanaf l f p€e54,– n s pp i o |npn - > Gweekverblijf: o e d v e r z7 =o 6r g d , g o e d g e r e g e l d !
1 profeet uit het Oude Testament 6 profeet uit het Oude Testament 12 jaargetijde 14 houten loods 15 mondwater 16 koud, vochtig (weer) 18 zwarte, glinsterende mineraalsoort 19 plaats op Ameland 20 bedtextiel 22 Automatische knipperlicht installatie (afk.) 23 afsluiten 25 roofdier 27 plaats in Australië 30 getijde 31 kweekplaats voor planten 33 middelbaar onderwijs (afk.) 34 navigatiemiddel 37 gepieker 39 bijbelse priester 40 voorzetsel 41 voorzetsel 42 tijdperk 43 profeet uit het Oude Testament 46 gespannen 48 uitroep 49 plaats in België 51 atoomeenheid (afk.) 52 oplettend 55 gevecht 58 gezant van God 60 vruchtennat 62 soort hert 63 soort 65 maand 67 schaakterm 68 veer 69 bekend vioolbouwer 71 klein knaagdier 72 profeet uit het Oude Testament 73 profeet uit het Oude Testament
Verticaal 1 laag in de dampkring 2 horecagelegenheid 3 profeet uit het Oude Testament 4 slonzige vrouw 5 de jongere (afk.) 7 getijde 8 joodse jongensnaam 9 zangstuk 10 kunstkies 11 bekend electronicamerk 13 onderdeel van de Belastingdienst (afk.) 16 schrijver 17 bronstig bijv van een teef 20 seksueel overdraagbare aandoening (afk.) 21 wortel 23 blaasinstrument 24 naam (Engels) 25 profeet uit het Oude Testament 26 rijm 28 ronddraaien 29 profeet uit het Oude Testament 32 klaar 35 sprookjesfiguur 36 meisjesnaam 37 brandstof 38 bid (Latijn) 44 onderdeel van een ton 45 voorzetsel 47 gevoel, kiesheid 49 soort boerderij 50 politieman 53 schokkende zielsandoening 54 Nationale Regeringseenheid (afk.) 56 gelofte 57 kleur 59 roem 60 voormalig leider van Perzië 61 zode 63 Surinaams gerecht 64 paar 66 Internationaal Taal Genootschap (afk.) 68 kookgerei 70 dierengeluid 71 deel van de mast
24
VRAAG DE BROCHURE AAN!
vraag de brochure aan!
Like de Dopper op facebook.com/dopperbottle Follow de Dopper op twitter.com/De_Dopper
Buitengoed Fredeshiem
abij Steenwijk Buitengoed Fredeshiem (nabijnSteenwijk) (0521) 535 100 0521 53 51 00 | info@ fredeshiem.nl
[email protected]
25
(ont)wortelen
kort
Wonderlijk (ont)wortelen of ander raar mechanisme zijn die mensen van lang geleden en van ergens anders, ineens ook mijn mensen. Hun plaatsen zijn mijn plaatsen, hun God ook de mijne en hun geschiedenis maakt deel uit van mijn geschiedenis.
A
tekst Wieteke van der Molen – foto iStock
26
Als je er eens nuchter over nadenkt, is het gewoon raar. Elke zondag lees ik vanaf mijn kleine bescheiden kanseltje teksten, verhalen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn en uit een omgeving en een cultuur stammen die onvoorstelbaar ver af staan – letterlijk én figuurlijk – van de Westfriese klei waar ik ooit uit getrokken ben. Ik spreek vrijmoedig over en met God, mijn God, onze God. Een God die ik eigenlijk alleen maar ken uit die oeroude verhalen van een verre en mij vreemde cultuur. En toch zijn die verhalen, is zelfs soms die God, mij zo eigen, zo nabij. En met die verhalen over die God is de hele wereld waarin die verhalen zijn ontstaan, ook de mijne. Tijd en ruimte lijken weg te vallen, culturele verschillen vul ik in alsof het niks is. Mensen zie ik in die verhalen, mensen als ikzelf, met worstelingen als de mijne, twijfel als de mijne, liefde als de mijne, en vertrouwen als soms het mijne. En door een
gaat om meer dan een plek. Het is het verlangen naar wat ooit geweest is, en meer nog, het verlangen naar wat ooit zal zijn. De herinnering aan een belofte die ooit vervuld zal worden. En het vertrouwen daarin, daarop. Tot die tijd is daar altijd die weemoedige ondertoon, dat wereldWonderlijk is dat eigenlijk. Hun aarts- vreemde van de ontwortelde. Nervader Abraham (letterlijk, want althans gens aarden ze echt. Ze wortelen volgens de verhalen hun voorvader) nergens. God, schrift en traditie zijn noem ook ik aartsvader Abraham. En het enige thuis ver van huis. Zo is ik vertel het verhaal waarin hij ooit ontworteling manier van leven huis en haard verliet in antwoord op geworden, zo wordt heimwee reliGods stem, alsof het één van mijn gieus gecultiveerd. verhalen is, alsof het/hij deel uitmaakt van míjn familie. Nog vreemder, nog Ergens hebben wij niet alleen die wonderlijker is dat de ontworteling verhalen en die God geadopteerd die sinds Abraham een zwervende (of misschien correcter, zijn wij Zijn ondertoon in de bijbel vormt, ergens aangenomen kinderen), maar ook dat óók de mijne is. gevoel van ontworteling. Soms letterlijk, zoals tijdens de kruistochten Ontworteling zit diep in onze relibijvoorbeeld: wat hadden die uit de gieuze wortels. De hele bijbel is West-Europese klei getrokken kruisdoortrokken met een soort ‘overal ridders nu met Jeruzalem te maken? wonen, nergens thuis’. Ondanks het Maar voor hen was het een uitgebeloofde land blijft er altijd die hermaakte zaak: het was van hen. Dáár innering: ‘mijn vader was een lagen hun (religieuze) wortels. Ook zwervende Arameeër’. Met de balling- nu zingen we in de kerk uit volle schap begon de werkelijke verstrooiborst liederen over de terugkeer naar Zion, het binnentrekken van het ing van het godsvolk. Velen trokken beloofde land. Alsof dáár onze echte de wereld in en kwamen nooit weer wortels liggen. En we staan er nauwethuis. Niet echt, tenminste. lijks bij stil hoe vreemd dit alles is. Hoe wonderlijk. Met de val van Jeruzalem in 70 na Christus, eindigde de tempelcultus en begon de definitieve ontworteling. Iedere zondag op de kansel uit ik mijn vertrouwen in een God die En toch worden de wortels nooit ik mij eigen heb gemaakt door oude, helemaal losgelaten. Jaar na jaar, oude verhalen. Ook al ben ik diepeeuw na eeuw, bidden joden elkaar geworteld in de Westfriese klei en zijn toe: Lesjana baha’a biroesjalajiem! – er maar weinig landstreken waar ik ‘Tot volgend jaar in Jeruzalem!’ Een meer op mijn gemak ben… diep in uiting van een diepgeworteld heimmij wortelt een religieus heimwee wee naar een plek waar de meesten naar een wereld-die-komen-zal. van hen nog nooit zijn geweest en Hoe wonderlijk. Hoe wereldvreemd. << ook nooit zullen komen. Maar het
In goede machten liefderijk geborgen verwachten wij getroost wat komen mag. D. Bonhoeffer
Na een kortstondig ziekbed is heengegaan onze lieve, levenswijze Mem, Beppe en Oerbeppe
Trijntje Mensonides Tine
Sinds 1998 weduwe van Wytze van der Veer
* Koudum 7 oktober 1922
† Amsterdam 3 juni 2014
Amsterdam: Rimke van der Veer en Theo Haanschoten Amersfoort: Age van der Veer en Monique Perquin Nijmegen: Holkje van der Veer o.p. Irvine VS: Wytze van der Veer en Nanny Gortzak Kleinkinderen en achterkleinkinderen Correspondentie-adres Oeverpad 449 | 1068 pm Amsterdam De begrafenis heeft inmiddels plaatsgevonden
volgende nummer jaarthema 2014-2015 Opstanding > opstaan in genezingsdienst > de opstandige mens
> stil protest en nog veel meer…
via de aangegeven contactgegevens in dit colofon. U kunt uw bijdrage overmaken op Doopsgezind NL is een uitgave van de iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v. Algemene Doopsgezinde Sociëteit Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ads) en verschijnt tien keer per jaar. onder vermelding van ‘dnl 2014’. Het blad wordt tegen een vrijwillige Hoofdredactie Johan Tempelaar bijdrage toegezonden aan alle leden Eindredactie Marijke van Duin van doopsgezinde gemeenten. Redactie Kalle Brüsewitz, Martin Vrienden en belangstellenden die Maassen, Wieteke van der Molen, het blad willen ontvangen, betalen Tea Rienksma, Marjon Slotboom, € 40,– per jaar. U kunt zich opgeven Jan Willem Stenvers
colofon
‘Leg Heer Uw stille dauw van rust op onze duisternis’ Lied 463
Thuis, in zijn vertrouwde omgeving, is overleden mijn lieve man en onze lieve vader
Pieter de Wilde
* Hallum 21 september 1929
† Doorn 23 mei 2014
Getty de Wilde-Grimm Jaap de Wilde Christine en Jacob Lassche-de Wilde Correspondentie-adres Koninginneweg 8 | 3941 dp Doorn De crematie heeft vrijdag 30 mei plaatsgevonden
Wereldcongres 2015 In juli 2015 komt de wereldwijde geloofsfamilie van doopsgezinden, Mennonites, Brethren in Christ en aanverwante geloofsgemeenschappen bij elkaar in Harrisburg, Pennsylvania. Half augustus van dit jaar start de inschrijving voor het Wereldcongres. De Algemene Doopsgezinde Sociëteit biedt diverse reismogelijkheden voor diegenen die het congres willen bezoeken, te weten een 18-daagse hotelrondreis in samenwerking met Mennonite Heritage Tours en een korte groepsrondreis. Op www.doopsgezind.nl | Wereldcongres 2015 vindt u meer informatie en links over het wereldcongres, de aanmeldmogelijkheden als u op eigen gelegenheid reist en over de groepsreisopties.
Ontwerp & opmaak Susan de Loor, Kantoordeloor, Haarlem Druk gbu grafisch compleet www.gbu.nl Advertenties Saskia Meerts Oplage 7.500 Papier G-Print Proost & Brandt, fsc-gecertificeerd Contact redactie & advertenties Singel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 |
[email protected] www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter cbb 0341 56 54 99 of
[email protected] Het volgende nummer van Doopsgezind NL verschijnt begin september. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 7 augustus 2014 aanleveren. Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen. © ads 2014
27
ietsje anders
Doopsgezind Wereldcongres 1967, Amsterdam De Mennonite vrouw is Fannie Paechy uit Rossdale, Ohio. De andere is onbekend.
Menno’s manco’s Iedere doopsgezinde overkomt het wel eens bij de ontmoeting met buitenlandse broeders en zusters, hier of in den vreemde. tekst Piet Visser Al snel denk je: ‘Ik ben ietsje anders, laat ik me maar een beetje inhouden en respect tonen’. En met de meest voorkomende glimlach schud je elkaar minzaam de hand. Ondertussen denkt die ander precies hetzelfde!
Een kwellende geschiedenis Noord-Amerikaanse doopsgezinden, mennonieten beter gezegd, zien hun Nederlandse geloofsgenoten aan voor de directe nazaten van Menno Simons… Althans, dat willen ze graag geloven, hoewel ze eigenlijk wel beter weten. Vroom en devoot staren zij op hun pelgrimage naar de oude wereld dan ook in Witmarsum naar de roots van hun church leader Menno. Het veelkleurig geraamte van het kil stalen kerkje, en het godvergeten gedenkgraniet – in 1879 fantasieloos onthuld om Menno’s eeuwige verblijf als zoutpilaar op de doperse jachtvelden te markeren – voeden die knagende onzekerheid van de zo vredelievende vreemdeling en bijwoner. Hoe hebben die Hollanders Menno zo in de steek kunnen laten? Wat was er in hun ogen toch mis met Menno? Niets toch? Zie hoe zo’n anderhalf miljoen broeders en zusters over de hele wereld zich trots Mennonite noemen – behalve in Nederland! Dus beter: waarin, waarom en waardoor toch hebben die Laaglandse geestelijke nazaten hem zo ernstig miskend en hem hun rekkelijke rug toegekeerd? Piet Visser hield op 13 juni zijn afscheidsoratie ‘Menno’s Manco’ als hoogleraar Geschiedenis van het doperdom en aanverwante stromingen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
28
De Nederlandse, overwegend grootstedelijke, doopsgezinden werden sedert de Gouden Eeuw welvarend, rijk zelfs. Men nam geen genoegen meer met bijbelse amateurs en richtte daarom in 1735 een seminarie op. De wereldse cultuur werd verwelkomd, de Verlichting omarmd, en de orthodoxie van het ooit afgescheiden zwarte-pakken-mennisme legde het af tegen het soepeler zittend maatpak van de maatschappelijk betrokken
broederschap. De ooit hevig verdeelde geloofsgemeenschap herenigde zich in 1811 tot de Algemene Doopsgezinde Sociëteit. Menno’s zestiende-eeuwse blauwdruk voor zijn van de wereld afgezonderde volwassendoperdom paste toen voor geen vrijzinnige meter meer.
Non Menno of Mennoniet? Deze geschiedenis wordt voor de Amerikaanse pelgrim nog veel problematischer door de wetenschap dat die zo van Menno vervreemde Nederlanders eeuwenlang met hun overvloed en welbehagen zoveel naastenliefde hebben bedreven. Noodlijdende en vervolgde Pruisen, Oekraïners, Russen, Zuid-Duitsers en Zwitsers hebben daarvan enkele eeuwen lang op grote schaal kunnen profiteren. Dankzij die Nederlandse generositeit konden de gevluchte en verdreven broeders en zusters in de Nieuwe Wereld weer een veilig en voorspoedig boerenbestaan opbouwen. Naast die grote bewondering voor onze voorbeeldige hulpvaardigheid, valt ons kaaskoppendoperdom tegelijkertijd ook alle deernis ten deel over zo’n verwerpelijke kerkkoers! Echter, eenmaal gewend aan de vrijheid op de Pennsylvanische prairies heeft men elkaar meteen de menniste maat genomen – zoals ooit de Nederlanders deden, toen die verlost waren van de vervolging! Zo kennen enkel al de Verenigde Staten thans maar liefst zesenvijftig soorten Mennonites, vierentwintig Brethren, dertien Amishe en vier Hutterse richtingen! En het is zelfs niet ondenkbaar dat ginds de heetgebakerd verhapstukte homoseksualiteit straks tot nog verdere verdeeldheid zal leiden! Zijn al deze rimpels en vlekken nu te wijten aan de manco’s van Menno, of aan die van welke Menno- en niet-Mennoniet dan ook? <<