10
2013
vrete
& gerechtigheid
foto Herman Heijn
oktober 2013 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
Doperse meiden kunnen koken! Er zijn natuurlijk talloze manieren om het ‘lege-nest-syndroom’ te bestrijden. En soms loopt dat uit de hand. In Canada raadde een 19-jarige student zijn moeder, Lovella Schellenberger, aan te gaan bloggen (een soort dagboek op internet bijhouden). Aanvankelijk schreef ze familieherinneringen. Zo ook een aantal oude Mennonite familierecepten. Die werden zo’n hit, dat Lovella enkele vaste lezers van haar blog uitnodigde om samen met haar een receptenblog te schrijven: Mennonite girls can cook. Het werd een blog vol heerlijke en vaak inventieve recepten. Met prachtige foto’s en heldere beschrijvingen. Van oude Mennonite recepten tot eigentijdse recepten uit alle werelddelen, en zelfs glutenvrije varianten. Maar koken is voor de girls meer dan alleen maar voedsel bereiden. Ze zien
vooraf
het als een manier om iets van Gods goede gaven en zegen door te geven aan hun familie en vrienden. Want hoe je het ook bekijkt, zo stelt hun blog, er gebeuren wonderbaarlijke dingen als we samen aan tafel zitten. Samen eten voedt relaties, bemoedigt, en verstevigt vriendschap. Is er een betere manier om tot rust te komen na een stressvolle dag? Hun blog is waarschijnlijk het enige kookblog met een knop prayer requests. Daar kun je je naam en je zorgen achterlaten, zodat de girls en hun bloglezers voor je kunnen bidden. Ook is er het vaste onderdeel bread for the journey, waar de bloggers korte overdenkingen plaatsen. Maar bovenal kunnen ze koken, die Menniste meiden! En dankzij hun blog kookt u zomaar met ze mee, zie www.mennonitegirlscancook.ca De opbrengsten van de twee
inhoud
Doopsgezind NL staat ditmaal stil bij ons voedsel. In dit voora�e aandacht voor een populair hoofdgerecht: vlees. Ook ik heb dat de afgelopen jaren in grote hoeveelheden verorberd. Maar dat is veranderd. Sinds ik de film Meat the Truth heb gezien, is mijn vleesconsumptie drastisch verminderd. Ik krijg het nauwelijks nog door mijn strot. De film, met in de hoofdrol politica Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren, is al een paar jaar oud maar nog steeds zeer actueel. Thieme voert vraaggesprekken en reist de wereld rond om te laten zien welk traject onze biefstuk en hamburger afleggen, voordat die op ons bord belanden. Dat liegt er niet om. Iedereen die onze planeet een warm hart toedraagt, zal het eten van vlees na het bekijken van de film heroverwegen. Daar ben ik van overtuigd. kookboeken die inmiddels uit het blog zijn voortgekomen, gaan naar een groentekas in de Oekraïne en een schoonwaterproject voor een Mennoschool in Kenia.
advertentie
Donatus ver zekert vert ro uwd Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang, doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus is een betrokken specialist. Klein genoeg om
Wat is er allemaal mis? De bio-industrie om te beginnen. Veehouders worden onder druk gezet, dieren hebben geen leven. Dat is bij het grote publiek min of meer bekend. Minder bekend is dat met name de consumptie van ‘rood’ vlees (van runderen en varkens) enorm bijdraagt aan het broeikaseffect. En dat veroorzaakt klimaatverandering. Hoe dat zit? Ten eerste wordt internationaal op zeer grote schaal soja en mais verbouwd, als grondstof voor veevoer. Hele regenwouden worden hiervoor gekapt. Terwijl regenwouden van groot belang zijn voor de opname van co 2 uit de atmosfeer. Ten tweede zijn met name koeien flinke producenten van het sterke broeikasgas methaan, via hun achterste… Vlees eten helpt ook niet bij de aanpak van het wereldvoedselprobleem. Het is namelijk heel inefficiënt om gewassen voor veevoer te verbouwen, terwijl wij mensen die gewassen net zo goed zelf kunnen opeten. Ga maar na: er is zo’n tien kilo veevoer nodig om één kilo vlees te produceren!
u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg om uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat wat waardevol is, behouden blijft voor onze kinderen en hun kinderen en hun kinderen…
Bekijk de film eens, of koop het boek, zodat u geïnformeerd bent (www.meatthetruth.nl). Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen. Zie bijvoorbeeld de column van Boele Ytsma (pagina 22). En wat een opsteker dat er eindelijk aandacht komt voor alternatief eiwitrijk voedsel, zoals meelwormen en sprinkhanen (pagina 10). Leest u smakelijk ! Marijke van Duin Eindredacteur Doopsgezind NL
[email protected] op de cover Wim van Leeuwen, lid van de doopsgezinde gemeente Aalsmeer en pastoraal werker in de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente Haarlem
w w w .donat us.nl t el. 073 - 5221700
5 10
12 16 Uitpakken met snoep en marsepein 5 ‘Taarten van Abel’ houdt van kinderen met een knauwtje
Lekkere insecten!
10
Eten is kiezen
12
Tijdrovende heerlijkheden
16
Sprinkhaan op de barbecue
Landbouw- en voedseldeskundige Louise Fresco
Redactie waagt zich aan Mennonite cooking
en verder… kort 4 voedselbureaucratie 8 opinie Jan Idsardi Wereldraad van Kerken 9 op naar vrede WereldWerk 14 tweedehands kleding boeken en bladen 18 uit de kast 20 Frank van Itterzon
column Boele Ytsma 22 de wereld redden met mes & vork kort 23 historie 24 voedselpakketten uit de Zaan
kort
interview
D oopsgezind
400 jaar
R emonstrant verkering
400 jaar verkering In het seizoen 2013-2014 staan de Algemene Doopsgezinde Sociëteit en de Remonstrantse Broederschap stil bij hun relatie. Van een huwelijk is het nooit gekomen. Toch is er al vier eeuwen een vrijage gaande tussen gemeenten, predikanten en diegenen die zich door doopsgezinde of remonstrantse idealen lieten inspireren. Er staan dan ook diverse activiteiten gepland in het kader van ‘vierhonderd jaar verkering’. Zo zal het novembernummer van Doopsgezind NL een speciaal dubbel-
dik ‘DoRe’-nummer zijn, dat wordt uitgegeven samen met AdRem, het blad van de remonstranten. Meer informatie over de geplande activiteiten vindt u in dat nummer en zal worden gepubliceerd via www.doopsgezind.nl
geloofsvrijheid
Op zaterdag 5 oktober om 11.00 uur wordt in de vermaning van Leeuwarden, voorafgaand aan de Menno Simons-lezing, het kinderboek De andere weg van Mireille Geus gepresenteerd. Het boek gaat over het thema geloofsvrijheid en is geïnspireerd op de brief die de doopsgezinde martelares Maeyken Wens in 1573 aan haar zoon schreef, voordat ze op de brandstapel werd gezet.
De andere weg € 13,95 (excl. verzendkosten) is te bestellen via het secretariaat van de ads,
[email protected] | 020 623 09 14
advertentie
te huur De Roosebrink te Wageningen
De Timanshof te Bennekom
Seniorenappartementen met een vrijzinnig religieuze uitstraling
Siemon de Jong, presentator van het televisieprogramma Taarten van Abel »
In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer; iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads-, respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek | vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies. Huurprijs De huurprijs varieert van A 441,– tot A 747,–. De servicekosten variëren van A 73,– tot A 194,–. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met mw. L. Kik of mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtging.
De Aleidahof te Bennekom
Seniorenhuisvesting Zuid-Veluwe | Hof van Sint Pieter 27 | 6721 tn Bennekom 0318 43 11 34 | www.vrssh-zuidveluwe.nl |
[email protected]
5 foto Corné van der Stelt
interview
Uitpakken met snoep en marsepein tekst & foto Jaap Bonkenburg
In het televisieprogramma Taarten van Abel krijgt men een kijkje in de ziel van kinderen. Zij vertellen tijdens het maken van de taart openhartig over hun gevoelens, hun onzekerheden of hun verdriet, zonder dat je er een ongemakkelijk gevoel bij krijgt. Dat is de kracht van presentator Siemon de Jong. Hij laat de jeugdige hoofdrolspelers in hun waarde en zorgt ervoor dat kijken geen gluren wordt. doopsgezind. Zijn vader en broer wonen nog in het leuke stadje aan het IJsselmeer. Met kerstmis spreekt Siemon de Jong in de Vermaning. ‘Het doopsgezinde geloof is mij met de paplepel ingegoten’, vertelt hij. ‘Mijn vader en moeder hebben beiden belijdenis gedaan. Mijn moeder was niet zo boekvast, maar ze had het goede in zich. Ze deed tijdens haar belijdenis de gelofte nooit neerslachtig te zullen zijn. Ik ben in een warm, fijn gezin opgegroeid. Zelf ben ik niet gedoopt. Ik ben een echte ongedoopte wederdoper. Maar ik vind mijn verleden in relatie tot de doopsgezinde gemeente interessant. Een paar eeuwen geleden was ruim de helft van de bevolking in Monnickendam doopsgezind. Nu wonen er nog precies drie doopsgezinden. Het lijkt mij interessant ooit die geschiedenis te bestuderen en mijn vinger op die ontwikkeling Monnickendam te leggen. De verbondenheid met Siemon de Jong werd in 1962 geboren elkaar, het zoeken naar de vrede, het in Monnickendam. Zijn ouders waren geluk, zijn inspiratiebronnen voor de Aan het eind van elke uitzending, als de taart klaar is, zegt Abel altijd: ‘niets meer aan doen’. Vervolgens gaat de kleine taartenmaker met de traktatie aan de wandel om hem te overhandigen aan iemand die een belangrijke rol in zijn of haar leven speelt. Zoals de ouders van de jongen uit Overijssel. Moeder had borstkanker, vader was getroffen door een hartstilstand. Met de taart laat de jongen de liefde voor zijn ouders blijken. ‘Wat geweldig. Je bent niet zo’n prater, maar dit is een prachtig gebaar’, zegt een duidelijk ontroerde moeder. Wat ze niet weet, is dat de jongen met ‘Abel’ wel degelijk frank en vrij over zijn gevoelens heeft gepraat. Want Siemon de Jong heeft de gave kinderen volledig op hun gemak te stellen.
‘Een taart is niet des dopers’
6
programma’s die ik maak. Ik werk met kinderen, maar ik houd van alle mensen, van jong tot oud. Al jaren loop ik rond met het plan taarten met bejaarden te bakken. Dat gaat nu, hopelijk, eindelijk gebeuren. Aan het eind van de dag komt de producent langs om spijkers met koppen te slaan.’ Evenwicht Siemon de Jong lijkt een geboren onderwijzer, docent of jeugdwerker. In plaats daarvan bakt hij taarten. ‘Toen ik klein was wilde ik kok worden. Dat beeldde ik op de kleuterschool al uit. Maar hoewel ik de allerliefste moeder van de wereld had, kon ze mannen in de keuken niet velen. Het taartenbakken heb ik dus niet van thuis meegekregen. Wat ik precies worden wilde, waar mijn ambities lagen, daar heb ik lang over getwijfeld. Tot ik in Nederland verliefd werd op een Mexicaan, een hele slimme jongen. Ik vroeg: wat moet ik doen? Hij antwoordde: ga taarten bakken. Zo is het gekomen. Ik ben er ruim twintig jaar geleden mee gestart. In 2002 kochten mijn partner en compagnon Noam Offer en ik een pand aan de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam, om onze tweede winkel te beginnen. Nu is een mooie taart bakken een kunst, maar een miljoen euro vinden is nog veel moeilijker… Uiteindelijk hadden we nog vijfhonderd euro over voor de inrichting van de zaak. Nagenoeg alles komt uit de Kringloopwinkel en is nu heel vintage. Een taart is natuurlijk niet des dopers, want een beetje bourgondisch. Maar
de weinig poenerige inrichting van het interieur zorgt voor evenwicht. Het streven daarnaar heb ik zeker uit mijn opvoeding meegekregen. In Taarten van Abel zie je dan ook weinig kinderen uit ’t Gooi – Abel houdt van kinderen met een ‘knauwtje’. Kinderen uit de provincie, uit kleine dorpjes, die niet alle geluk van de wereld hebben. Als een kind wat heeft meegemaakt, is er meer diepgang.’ Talent Tien seizoenen lang bakt Siemon de Jong nu taarten op de televisie. Twintig jaar geleden verzorgde hij al een bakprogramma op de Amsterdamse tv-zender at5. ‘Ik had altijd al de media aan mijn broek hangen. Ik deed leuke en rare dingen, liet half blote dames uit mijn taarten springen. Machteld van Gelder, bedenker en producente van Taarten van Abel, kende mij nog van mijn Amsterdamse periode. Dat kinderen zich bij mij op hun gemak voelen, is een talent. Vóór het programma heb ik alleen contact met het kind. Zowel
voor als na de uitzending zie en spreek ik de ouders niet. Maar achter het programma zit een heel team. We krijgen honderden brieven per week, en het team doet de research. Het zijn natuurlijk de kinderen die mij uitnodigen en niet andersom. Dat maakt het verschil. Zij hebben aangegeven hun verhaal kwijt te willen. Het bakken van de taart vormt een mooie kapstok. Als je maar uitpakt met snoep en marsepein! Samen koken, samen afwassen – en dan stel ik vragen die ik zelf zou durven beantwoorden. Ik ga nooit naar een kind toe om te scoren, al heb ik natuurlijk wel een mening. Want ik word geconfronteerd met schrijnende gevallen, met vaders of moeders die niet naar hun kind omkijken, maar alleen aan zichzelf denken. Dan denk ik: kijk toch uit voor je kinderen maakt!’ Damn Food Waste Siemon de Jong is ambassadeur van Damn Food Waste, een stichting die verspilling van voedsel tegengaat.
Abel houdt van kinderen met een ‘knauwtje’ ‘Ik gooi zelden wat weg, weeg alles nauwkeurig, zet voedsel dat overblijft in de ijskast of vries het in. In Nederland alleen al verspillen we circa dertig procent van ons voedsel. Zo’n ambassadeurschap hangt samen met mijn status van Beroemde Nederlander. Van vuilnisman tot trambestuurder, kinderen, bijna iedereen lijkt Abel te kennen. Er komen hele gezinnen naar onze zaak in Amsterdam. Ik zwaai altijd vriendelijk, hoewel ik hun enthousiasme niet altijd deel. Heel veel mensen willen beroemd worden. Maar je kunt beter rijk zijn: beroemd zijn betaalt de huur niet. Of ik nadenk over mijn toekomst? Dat heb ik nooit gedaan. Ik ben geen carrièreplanner. Ik zeg altijd: als je God wilt laten lachen, moet je een plan maken.’ <<
Vlak voor het ter perse gaan van dit nummer liet Siemon de Jong weten dat hij drie kerstshows met volwassenen gaat presenteren, vanuit de doopsgezinde vermaning in Monnickendam. Uitzendingen op eerste, tweede en ‘derde’ kerstdag op Nederland 2, prime time.
7
opinie
oecumene
moeten worden. Met biologische landbouw alleen zal dat niet lukken, onder meer omdat de productie daarvan per hectare achterblijft bij die van de gangbare landbouw. Ook is bij biologische landbouw het risico op misoogsten groter.
tekst Jan Idsardi
Voedselbureaucratie Er zijn veel dingen die mensen niet nodig hebben, maar dat geldt niet voor eten. Kijk maar naar de voedselbanken, bedoeld om in de eerste levensbehoeften van mensen te voorzien. Er zijn geen auto-, telefoon- of computerbanken…
Jan Idsardi (51), secretaris van de Doopsgezinde Gemeente HolwerdBlija-Ternaard, woont met zijn vrouw Wilma Frankema op de boerderij ‘Uilsmahorn’ bij Holwerd. Hij heeft een akkerbouwbedrijf van ruim honderd hectare, met als hoofdproduct pootaardappelen. Daarnaast worden er graan (brouwgerst) en suikerbieten geteeld en wordt aan agrarisch natuurbeheer gedaan.
8
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de overtuiging dat in Europa geen honger meer voor mocht komen. Daarom werd een subsidiestelsel ontworpen, waarbij de boer een kostendekkend bedrag voor zijn product kreeg, en de consument voor een niet al te hoge prijs verzekerd was van voedsel. In de loop der jaren is dit systeem veranderd in een vorm van ‘hectaretoeslagen’. Deze verandering was nodig doordat voedselbergen ontstonden, veroorzaakt door het succes van het Europese beleid. De hectaretoeslagen compenseerden de lagere prijzen op de wereldmarkt waarvoor de boeren moesten produceren. Er werd echter geen rekening gehouden met de Europese omstandigheden, zoals hoge loonkosten. De hectaretoeslagen boden daarom slechts een beperkte compensatie. Inmiddels zijn de prijzen op de wereldmarkt fors gestegen, onder meer door de toegenomen mondiale koopkracht, en doordat gewassen voor energiedoeleinden worden gebruikt. Hierdoor is er druk op de voedselproductie ontstaan: voedsel en energie zijn elkaars concurrent geworden. Om de steeds groeiende wereldbevolking te blijven voorzien van voldoende eten, zal de productie van voedselgewassen verder geoptimaliseerd
Nu er elk jaar meer voedsel geproduceerd moet worden, terwijl de productie van voedsel weersafhankelijk is – de gewassen moeten immers groeien, je haalt ze niet uit de grond zoals delfstoffen – vormt biologische landbouw een groter risico voor de omvang van de voorraden. Als er onvoldoende voorraden zijn, moet eerst gewacht worden totdat ergens in de wereld weer een oogst klaar is. Je kunt je daarom afvragen of je in deze tijd nog een discussie moet voeren over het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond, zoals de Hedwigepolder in Zeeland. Overigens kan de gangbare landbouw wel veel leren van de biologische, bijvoorbeeld als het gaat om bodemvruchtbaarheid. Dan is er het probleem van de voedselprijzen. Afgelopen jaar ontvingen wij boeren ongeveer 24 cent per kilogram voor onze tarwe. Dat was meer dan twee keer zoveel als de jaren daarvoor. Dat komt door schaarste. De Europese consument merkt weinig van de prijsstijging, omdat de prijs voor een product in de winkel door veel meer factoren wordt bepaald dan alleen door de prijs die de boer ontvangt. Bovendien liggen in Nederland de winkelschappen nog steeds vol: hier is van echte tekorten geen sprake. Maar in armere landen, waar mensen een groot deel van hun inkomen aan eten besteden, merken ze de stijgende voedselprijzen wel degelijk. De onlusten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika begonnen dan ook met voedselrellen.
subsidies en biologische landbouw geen oplossing voor wereldvoedselproblematiek De subsidies die de boeren momenteel ontvangen, de zogenaamde hectaretoeslagen, mogen wat mij betreft wel worden afgeschaft. Maar er zal naar mijn mening wel iets anders voor in de plaats moeten komen, een regeling die ervoor zorgt dat voedsel niet te goedkoop wordt, maar ook niet te duur. Probleem is dat afschaffing van het huidige, of een vervangend systeem Europees-breed geregeld moet worden, terwijl niet alle landen daar voor zijn. En zo houden we dus voorlopig met z’n allen het rondpompen van Europees geld en de daarbij behorende bureaucratie in stand. <<
10e Assemblee Wereldraad van Kerken
Op naar vrede Oecumenische contacten hebben voor doopsgezinden de laatste jaren niet veel prioriteit. In deze tijd lijken kerken vooral hun eigenheid te willen profileren. Maar is dat wel verstandig? tekst Iris Speckmann – illustratie beeldmerk 10e Assemblee Wereldraad van Kerken Volgens marketingregels is het zaak dat ieder kerkgenootschap zich zoveel mogelijk van de andere kerkgenootschappen onderscheidt. Maar dat is niet zo bevorderlijk voor gezamenlijke initiatieven. Ook als ik naar mijn eigen werk kijk, is de oecumene vaak verworden tot iets wat ‘er ook nog bij moet’. Het valt als eerste af als de druk op de agenda groot is. Maar ondertussen vinden op nationaal en internationaal niveau heel wat interessante ontmoetingen plaats. Zo mag ik binnenkort de ads vertegenwoordigen bij de 10e Assemblee van de Wereldraad van Kerken. Een gevaar van zo’n bijeenkomst is wel dat de inspiratie die daar opgedaan wordt, voorbehouden blijft aan de enkele gelukkigen die hun kerkgenootschappen mogen vertegenwoordigen. Daarom is het heel belangrijk, ook voor het draagvlak van de oecumene, dat de vertegenwoordiger inhoudelijk goed uitwisselt met de ‘achterban’. Er is wel degelijk voortgang geboekt de laatste jaren, met name bij onderwerpen die doopsgezinden na aan het hart liggen. Van 2001 tot 2010 stonden de oecumenische ontmoetingen in het kader van het Decennium ter Overwinning van Geweld (Ecumenical Decade to Overcome Violence). Een decennium dat leidde tot de verdere ontwikkeling van het denken over vrede. Onder meer het geweld waar kerken zelf schuldig aan zijn geweest, ook ten opzichte van elkaar, werd bespreekbaar gemaakt. Dat is een belangrijke vordering. Kerken die eerlijk zijn over hun eigen rol met betrekking tot geweld, kunnen beter inspireren tot geweldloosheid lijkt me! Zo is ook een thema als Responsibility to Protect – de plicht een onderliggende partij te beschermen – momenteel buitengewoon actueel en spannend.
of gesteund door, het Decennium tegen Geweld. Na het Decennium was de belangrijkste conclusie dat er periode zou moeten volgen met aandacht voor de vraag: als geweld geen vrede brengt, wat is dan het alternatief? Gaandeweg kwam het prikkelende concept op van ‘Just Peace’, oftewel ‘rechtvaardige vrede’. De gedachte hierachter is dat vrede niet kan bestaan zolang we elkaar geweld of onrecht aandoen. Dat gaat verder dan alleen oorlog voeren. Het gaat ook om economisch geweld (uitbuiting, slavernij, chronische armoede) en om geweld tegen de natuur (de leefomgeving van anderen aantasten door zelf op te grote voet te leven). Ook is er aandacht voor de rechtspraak, met name voor herstelrecht in plaats van recht gebaseerd op wraak en straf. Want hoe kun je nu werkelijk recht doen als je niet gericht bent op vrede met je voormalige ‘vijanden’?
De 10e Assemblee van de Wereldraad van Kerken wordt van 30 oktober tot 28 november gehouden in Busan, Zuid-Korea. Het thema is: ‘God van leven, leid ons naar gerechtigheid en vrede’: www.wcc2013.info en www.oikoumene.org Zie voor informatie in het Nederlands de website van de Raad van Kerken: www.raadvankerken.nl Ds. Iris Speckmann uit Almere zal de ads in Busan vertegenwoordigen en houdt een weblog bij: www. wccdutchmennonite.com
De bedoeling van de komende wereldconferentie in Korea is om gezamenlijk het voorstel tot een Pelgrimage naar Vrede en Recht (Pelgrimage to Peace and Justice) aan te nemen. deze thematische lijn wordt dan zeven jaar lang het belangrijkste onderwerp voor de oecumene. Voor doopsgezinden heeft dit thema veel te bieden: denk aan (de ontwikkeling van) studiemateriaal, aan inspiratie opdoen en doorgeven via vredesmuziek en -symboliek, en aan vredesprojecten in de praktijk. Kortom, ik verheug me op de wereldconferentie en zie die met spanning tegemoet! <<
De keuze om de aandacht te richten op de vredesthematiek betekent dat er ook financiële en organisatorische middelen worden vrijgemaakt. Zo zijn heel wat leerprogramma’s en hulpverleningsprojecten gestart tijdens,
9
insectable
D Lekkere insecten! tekst Jan Willem Stenvers foto’s Insectable
Een bordje spaghetti met meelwormen is over tien jaar waarschijnlijk normaal. Voedsel gemaakt van insecten wordt steeds meer serieus genomen als milieuvriendelijke vervanger van vlees. Zo is, volgens Snellens, voor de productie van tien Veel mensen verorberen graag een malse biefstuk, een lekkere kippenpoot of een entrecote. Doordat de wereldbevolking groeit wordt de vraag naar vlees steeds groter. Maar daar is steeds meer grond voor nodig: om de dieren op te houden en om het graan te verbouwen waar diervoeder van wordt gemaakt. De Verenigde Naties publiceerden afgelopen mei een rapport waarin voor dit scenario gewaarschuwd werd. Op termijn kan de aarde de vraag naar kipfilet en spareribs niet meer aan. Er is simpelweg te weinig grond. Een mogelijke oplossing volgens de VN is het eten van insecten. Die zijn zeer eiwitrijk: een insect bestaat voor dertig tot tachtig procent uit eiwitten. Bijkomend en niet onbelangrijk voordeel is dat de beestjes duurzaam, makkelijk en diervriendelijk te kweken zijn. Arno Snellens maakt zich er zorgen over hoe mensen in het Westen met voedsel omgaan. Hij begon het bedrijf Insectable. Via zijn website kunnen zowel particulieren als bedrijven insecten bestellen om die in gerechten te verwerken. Op zijn website geeft hij met een rekensommetje weer waarom de productie van voedsel met insecten zeer duurzaam is, in tegenstelling tot vlees.
10
kilogram rundvlees honderd kilo veevoer nodig, maar voor de productie van tien kilo insecten slechts acht tot negen kilo voer. De insectenverkoper legt uit dat het kweken van de kleine beestjes nog meer duurzame en diervriendelijke voordelen heeft. ‘In tegenstelling tot bijvoorbeeld koeien kun je insecten in grote aantallen gewoon in de stad kweken. Je zou bij wijze van spreken in een kantoorgebouw een paar bakken kunnen neerzetten. Insecten hebben niet veel ruimte nodig en zijn gewend dicht op elkaar te zitten. Bij kippen, varkens en koeien is dat een ander verhaal.’ Hoe mooi de verhalen over duurzaamheid en het eten van sprinkhanen en meelwormen ook zijn, ze hebben weinig waarde zolang er in het Westen zoveel vlees wordt gegeten, en zo weinig insecten, als nu. Er zijn nauwelijks cijfers te vinden die iets laten zien over onze consumptie van kleine beestjes. Uit eigen observatie blijkt dat steeds meer restaurants bijvoorbeeld gefrituurde sprinkhanen op de kaart zetten. Wie in Google ‘insecten eten’ typt, vindt een lijst aan Nederlandse sites waar meelwormen, kevers en wormen kunnen worden besteld. Dat we nog zo weinig van de kleine diertjes moeten hebben, wordt hier en daar toegeschreven aan onze
P
Nacho’s met guacamole & sprinkhanen
Nacho’s > Ingrediënten 100 g nacho-chips (naturel, of nacho cheese voor extra bite) handjevol maïs uit glas of blik 25 g sprinkhanen 100 g geraspte kaas handjevol jalapeño-pepers in glas rode ui, gesnipperd optioneel: verse kleingesneden tomaat, kidneybonen, rode paprika
> Bereiding Verwarm de oven voor op 180°C. Gebruik een ovenbestendig bord of ovenschaal en maak laagjes van alle ingrediënten, beginnend met een laagje nacho-chips. De ‘optionele’ ingrediënten kun je hierbij gebruiken als extra vulling. Eindigen met een flinke laag geraspte kaas. Zet het bord 10 minuten in de hete oven, of totdat de kaas gesmolten is.
Benieuwd naar de smaak van insecten? Via de site www.insectable.nl kunt u ze bestellen en recepten vinden. Hiernaast alvast een voorproe�e.
Guacamole > Ingrediënten 1 of 2 rijpe avocado’s vooroordelen. De mensen in het Westen zouden insecten klein uitje of sjalotje heel fijn gesnipperd (ongeveer een vies vinden en als ongedierte zien. In Afrikaanse, Zuidkopje vol) Amerikaanse en Oosterse landen kijkt men er anders 2 tenen knoflook, geperst tegenaan. Daar eet men vaker insecten, als dagelijks voed- 20 ml vers limoensap sel of als delicatesse. Al bestaat ook daar meer dan vijftig 1 fijngesnipperde tomaat, zonder de zaadlijsten procent van het voedsel uit vlees. optioneel: 20 ml zure room > Bereiding Stappen wij westerlingen ooit over onze drempel heen, Prak de avocado’s fijn met een vork. Je kunt ook alles in een en ligt er binnenkort een lekkere sprinkhaan op de keukenmachine doen, maar dan krijg je een heel gladde puree. barbecue? Snellens gelooft dat het noodzakelijk is. Als de avocado’s geprakt zijn, voeg je de overige ingrediënten ‘Insecten moeten over een tijd gewoon bij Albert Heijn te toe. Breng het geheel op smaak met zout en peper. Maak de krijgen zijn, we hebben geen keus. Ik denk dat meelworguacamole op het laatste moment: hij kan snel bruin worden.
men over een paar jaar al in de supermarkt liggen, waarschijnlijk in combinatie met vlees. Dan koop je bijvoorbeeld een portie gehakt, dat voor de helft bestaat uit rundvlees en voor de helft uit meelworm.’ <<
Serveren met een lekker fris biertje!
G 11
lezing
Louise Fresco houdt op 5 oktober Menno Simonslezing
‘ Als je in onze prullenbakken en vuilniszakken kijkt, schrik je van de hoeveelheid voedsel die je Nederland is in uw ogen een daar aantreft’ Louise O. Fresco is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, met als aandachtsgebied de grondslagen van duurzame ontwikkelingen in internationaal perspectief. Eerder werkte Fresco onder meer voor de Wageningen Universiteit en de Verenigde Naties. In oktober 2012 verscheen haar boek Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed.
Eten is kiezen Ga je voor lekker, lokaal, biologisch, fair trade, goedkoop, energiearm, of milieuvriendelijk? En hoe kies je verantwoord? Tijdens de Menno Simonslezing op 5 oktober biedt landbouw- en voedseldeskundige Louise Fresco verrassende inzichten in de huidige voedselproblematiek. Maar zonder kant en klare antwoorden. tekst Francien Yntema foto Jeroen Oerlemans
12
‘Ik weet niet meer wat voor boodschappen ik moet doen, vertellen mensen mij wel eens. Is pindakaas nou goed of slecht? We vergeten soms dat een verantwoord eetpatroon niet afhangt van één product. Je kunt niet zeggen dat pindakaas goed of slecht is, maar wel dat het onverstandig is iedere dag alleen maar pindakaas te eten. Of sinaasappels. Nu is het best lastig
om goed en afwisselend te eten. Iedere dag moet je tal van keuzes maken over wanneer je eet, met wie je eet, wát je eet, wat en hoeveel je drinkt, en ga zo maar door.’ Hebben we nu meer keuzes rondom voeding dan voorheen? ‘We hebben meer verantwoordelijkheid gekregen. Vroeger schreven religieuze autoriteiten ons groten-
deels voor wat we wel en niet mochten eten. De afgelopen eeuw heeft de overheid voedingsbureaus opgezet, die bijvoorbeeld de Schijf van Vijf ontwikkelden. De laatste tijd verschuift de verantwoordelijkheid voor onze voeding steeds meer richting onszelf, het individu.’ Uw lezing gaat over vrede, voedsel en vooruitgang. Hoe hangen die drie elementen met elkaar samen? ‘Vooruitgang betekent dat meer voedsel van betere kwaliteit voor meer mensen beschikbaar komt. Er zijn nog altijd 870 miljoen mensen die dagelijks te weinig calorieën binnen krijgen. Daar bovenop consumeren nog eens twee miljard mensen wel genoeg calorieën, maar onvoldoende vitaminen en mineralen. Om honger uit te bannen is vrede een vereiste. Dat zie je aan oorlogen, die bijna altijd tot voedselschaarste leiden. Ook een falende overheid en
de afwezigheid van een goede markt kunnen honger in stand houden. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Somalië. Wat betreft het uitbannen van honger hebben we al een geweldige vooruitgang geboekt. Grote hongersnoden zoals die in de Hoorn van Afrika en in Biafra liggen achter ons, maar dat betekent niet dat het automatisch beter blijft gaan. We moeten ons blijven inspannen.’ Spannen we ons nu te weinig in voor de wereldwijde voedselvoorziening? ‘Hier in het Westen zijn we in slaap gesust omdat het ons zo goed gaat. De meeste Nederlanders hebben nog nooit een hongerig iemand gezien, en de mensen die de oorlog hebben meegemaakt zijn oud of overleden. De economische crisis heeft ons wel een beetje opgeschud, maar echte schaarste kennen we niet. Wij kunnen dus makkelijk denken: als we hier allemaal wat minder eten komt het vanzelf goed. Maar zo simpel is het niet. Ik vind dat wij verantwoordelijkheid moeten voelen voor de rest van de wereld, omdat we zelf enorm bevoorrecht zijn. Voor hetzelfde geld waren u en ik in de sloppenwijken van Calcutta geboren en dan hadden we nooit de kansen gehad die we nu hebben.’
Hoe kunnen wij onze verantwoordelijkheid nemen in de wereldvoedselproblematiek? ‘Als individu heb je niet verschrikkelijk veel invloed op wat iemand in India te eten heeft. Daar komt vooral politiek bij kijken. Toch helpt bewust omgaan met voedsel wel. Er zijn bijvoorbeeld mensen die alleen producten uit Nederland willen kopen. Dat is niet per definitie goed of slecht, maar we moeten ons wel realiseren dat we daarmee anderen de mogelijkheid tot export naar Nederland ontnemen. In sommige gevallen is er dus zeker wat te zeggen voor bijvoorbeeld tomaten uit Marokko. Zo heeft ieder product, iedere keuze, voor- en nadelen en moeten we elke keer kiezen welke belangen we het zwaarst laat wegen.’ Bestaat er geen enkel ongenuanceerd advies? ‘Niet te veel eten kopen is altijd verstandig. Als je in onze prullenbakken en vuilniszakken kijkt, schrik je van de hoeveelheid voedsel die je daar aantreft. Als je een krop sla eet en het achterkantje verwijdert, snijd je natuurlijk altijd iets meer bladeren weg dan nodig. Dat is nou eenmaal zo. We kunnen de voedselverspilling niet tot nul terugbrengen, maar we kunnen wel veel minder verspillen dan de huidige veertig procent. Een goed voorbeeld is brood, het product dat in Nederland het vaakst in de vuilnisbak belandt. Mensen leggen hun brood dikwijls in de koelkast, waardoor het snel uitdroogt en geurtjes aanneemt. Bovendien nemen weinig mensen nog de moeite oud brood te roosteren, of er wentelteefjes van te maken.’
pessimistische economie. Waarom? ‘In een groot deel van West-Europa heerst een soort doemdenken dat is ontstaan door idealisering van het verleden: “Vroeger was alles beter. Toen hadden boeren nog een persoonlijke band met hun koeien en aten we producten van het land. Nu worden koeien met robots gemolken en is alles anoniemer.” Mensen die dat soort uitspraken doen, realiseren zich niet dat de koeien vroeger maar een fractie produceerden van de melk die ze nu opleveren. Ze weten ook niet dat boeren vroeger van ’s ochtends vier uur tot ’s avonds laat aan het werk waren. Of dat er vroeger in de winter drie maanden lang iedere dag knolselderij gegeten werd omdat er niets anders was. We voelen weerstand tegen voedingstechnologie, omdat we niet meer weten hoe hard er voor voedsel gewerkt moet worden.’
Hoe verschilt onze houding met die in optimistische landen? ‘In landen als China, Maleisië en Vietnam denkt men sterk in termen van vooruitgang en heeft men minder argwaan richting technologie. Op het gebied van genetische modificatie is men ook veel ruimdenkender dan hier in Europa. De uitdaging is nu om de kloof tussen de optimistische en pessimistische economieën te overbruggen. In mijn ideaalbeeld is de landbouw waar mogelijk in de stad geïntegreerd, zodat de mensen zien hoe voedsel wordt geproduceerd. Voor de rest is er professionele en gemechaniseerde landbouw die ervoor zorgt dat iedereen genoeg te eten heeft.’ <<
Op 5 oktober a.s. verzorgt Louise Fresco de tweede Menno Simons-lezing met als thema Vrede, voedsel & vooruitgang. Aanvang 14.15 uur. Doopsgezinde gemeente Leeuwarden, Wirdumerdijk 16, Leeuwarden. Toegang gratis. De lezing is ook live te beluisteren via www.doopsgezind.nl
13
Nieuwe fase tweedehands kleding Al sinds de oprichting van de Stichting voor Bijzondere Noden in 1947 hebben doopsgezinden tweedehands kleding en andere nog bruikbare goederen verzameld, gesorteerd en gestuurd naar mensen die te verpakken en in vrachtauto’s te het nodig hadden. tekst & foto’s Bert Duhoux aan kleding en levensmiddelen in Europa afnam, gingen vele zendingen kleding via doopsgezinde zusterorganisaties naar Mennonieten in Paraguay, Uruguay en Brazilië.
boven Zo komt het binnen onder Zo gaat het weg!
14
Zo werden na de Tweede Wereldoorlog door Bijzondere Noden, samen met de Doopsgezinde Vredesgroep, levensmiddelen en kleding verzameld en verzonden naar steden in Europa waar nog hongersnood heerste. Het verzamelen werd mogelijk gemaakt door de inzet van veel vrijwilligers. Deze vorm van praktisch hulpwerk is sindsdien blijven bestaan. Nog steeds worden bruikbare goederen die in onze welvaartsmaatschappij ‘over’ zijn, gestuurd naar gebieden met veel minder welvaart. Toen de behoefte
Suriname De kledingbarak in Warns waar jarenlang kleding werd gesorteerd en verpakt, is voor velen een begrip geworden. Toen die kledingbarak in 1995 op instorten stond, zijn de activiteiten verplaatst naar Menno’s Pleats in Nijhuizum. Daar worden kleding, naaimachines, rolstoelen en rollators vanuit heel Nederland naartoe gebracht. Meerdere keren per maand kun je daar enthousiaste zusters en broeders bezig zien met het sorteren en verpakken van de kleding. Tot voor kort waren landen in Oost-Europa een belangrijk afzet gebied. Begin september 2013 is de laatste vracht kleding naar Oost-Europa gestuurd. De ‘tussenpersoon’ Stichting Help Oost Polen stopt zijn activiteiten, maar in goed overleg met de meest betrokken doopsgezinde gemeenten is ervoor gekozen een doorstart te maken. Recentelijk is een vracht gereedgemaakt voor de Stichting Veelkleurige Kansen in Suriname. Enthousiasme Vanuit elf doopsgezinde gemeenten komen regelmatig groepen enthousiaste zusters en broeders naar Menno’s Pleats om kleding te sorteren,
laden. Die gemeenten mogen wel eens met name genoemd worden. Het zijn Haarlem, Leeuwarden, Koudum, IJlst, Drachten-Ureterp, Dokkum, De Lytse Streek, Giethoorn, Steenwijk, Noordoostpolder en Workum. Bergen werk hebben zij in de loop der jaren verzet, samen met coördinator Itty Kroon en het beheerdersechtpaar IJda en René van den Berg.
Waarom zetten zij zich zo in? Wat motiveert hen? Een greep uit hun opmerkingen: ‘Je kunt iets betekenen voor mensen die het minder hebben.’ ‘Hiermee kunnen we mensen helpen om op eigen benen verder te kunnen.’ ‘Het is onze uiting van christelijke naastenliefde in een lange doperse traditie.’ ‘Kleding die wordt hergebruikt verdwijnt niet in de vuilverbrandingsoven, dus minder co 2-uitstoot.’ ‘Wij betrekken ook mensen van buiten onze gemeente bij dit werk.’ Dat enthousiasme werkt aanstekelijk. Sommigen zetten in hun plaatselijke krant een oproep: Over twee weken gaan we weer naar Menno’s Pleats. Hebt u nog kleding die hergebruikt kan worden? Lever die bij ons in. Wij sorteren en verpakken de kleding en zorgen dat die bij mensen komt die er dankbaar gebruik van maken. Zijn er niet meer doopsgezinde gemeenten die af en toe met enkele enthousiaste jongeren en
iets-minder-jongeren met een auto vol kleding naar Menno’s Pleats willen komen? Op de website van Menno’s Pleats vindt u alle informatie. Bestemming Na een uitgebreid onderzoek naar diverse mogelijkheden is in overleg met de betrokken gemeenten een keuze gemaakt. Stoppen met de actie was geen optie, alhoewel we daar wel over gesproken hebben. Met hetzelfde enthousiasme – dat hopelijk aanstekelijk werkt voor andere gemeenten – is gekozen voor Sam’s Kledingactie. Deze organisatie is iso-gecertificeerd voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat is een belangrijke drijfveer geweest voor de keuze. De kleding wordt ‘voor kleine prijsjes’ verkocht op lokale markten in diverse Afrikaanse landen en in Oost-Europese landen buiten de Europese Unie. De kleding wordt dus niet gratis weggegeven. Daardoor behouden de mensen hun waardigheid en worden zij niet afhankelijk gemaakt van goederen uit de westerse overvloed. De opbrengst van de verkoop komt deels ten goede aan Doopsgezind WereldWerk. Met dat geld kunnen wij voor een klein stukje onze andere projecten financieren. Informatie Het kan natuurlijk zijn dat u als lezer van Doopsgezind NL , of als lid van de kerkenraad of het Ringbestuur denkt: daar wil ik meer van weten – hoe kan ik in mijn gemeente of Ring hiermee aan de slag? Heel eenvoudig. Secretaris Aad Joor van WereldWerk maakt graag een afspraak met u voor een presentatie op een gemeenteavond, algemene ledenvergadering of Ringvergadering, aad.joor@ dgwereldwerk.nl << Doopsgezind WereldWerk bankrekening: 786880333 t.n.v. Doopsgezind WereldWerk te Deventer; iban: nl27 trio 0786 8803 33 www.dgwereldwerk.nl
Christian Peacemaker Teams Bij verschillende gelegenheden kwam de organisatie Christian Peacemaker Teams (cpt) al ter sprake. Wat is cpt en waarop is deze organisatie gebaseerd? Kunnen mensen met hun ‘blote handen’ – zonder wapens – iets betekenen bij het oplossen van grote conflicten zoals in Syrië of Palestina? Als de democratie niet meer functioneert, moet er dan niet worden ingegrepen met geweld? Tijdens het Doopsgezind Wereldcongres in 1984 in Straatsburg sprak theoloog Ronald Sider: ‘Moeten christenen niet met evenveel lef en discipline op geweldloze wijze optreden in grote conflicten als legers dat doen met wapens?’ Naar aanleiding van deze woorden is Christian Peacemaker Teams ontstaan, allereerst in Noord-Amerika. Op dit moment heeft cpt permanente teams aan het werk in conflictgebieden in Hebron (Palestina), Colombia, Noord-Irak en bij Aboriginals in Canada. Vijfenveertig vredeswerkers werken fulltime voor cpt en honderdvijfenveertig getrainde vrijwilligers uit alle werelddelen hebben zich erbij aangesloten. Nu ook vanuit ons eigen land, in cpt-nl. Onrecht ontstaat wanneer mensen uitgesloten worden door (fysieke) macht, wetten en sociale regels. Democratische processen functioneren dan niet meer. Denk aan de apartheid in Zuid-Afrika, aan Israël versus Palestina, aan Syrië. In deze voorbeelden speelt geweld een rol. Maar er zijn minstens zovele voorbeelden van grote veranderingen zonder het gebruik van geweld. Geweldloosheid heeft bewezen een wezenlijke kracht voor verandering
te zijn. Die gedachte wordt mede gevoed door inspiratiebronnen zoals het verhaal van Jezus.
tekst & foto Henk Blom
Voor cpt is vrede zeker geen gemakkelijk te bereiken resultaat, maar een weg die gegaan moet worden. Een weg waarbij geweldloosheid dé manier van omgaan met elkaar wordt. Cpt onderkent de tegenstelling tussen angst en hoop. Daarom wil zij op geweldloze wijze werken aan een rechtvaardiger wereld. Geweldloosheid is in de eerste plaats een spirituele discipline, en daarnaast is er een scala aan speciale vaardigheden voor nodig. Niet alleen voor cpt-werkers, maar voor iedereen die zich aangesproken voelt is het van belang zich te trainen in geweldloosheid bij het omgaan met elkaar, om zo te werken aan vrede. Daarvoor hoeven we echt niet af te reizen naar verre conflictgebieden, we kunnen dit ook doen in onze directe omgeving. Met name binnen onze gemeente kunnen we eraan werken, en zo meer en meer vredesgemeente worden. Zie: www.cpt.org | www.cpt-nl.org
15
Mennonite cooking
Tijdrovende heerlijkheden Een genoeglijk plaatje: een puber schilt uien, de zwangere vrouw van de hoofdredacteur snijdt bieten in keurige paarsrode blokjes, de dominee kneedt deeg, een nonchalante veeg bloem op het voorhoofd. tekst Wieteke van der Molen – foto’s Johan Tempelaar meeste recepten zijn op zijn zachtst gezegd nogal ‘uit De aankomend journalist probeert drie recepten uit twee kookboeken tegelijkertijd te lezen, terwijl de kunstliefhebber nog wat extra gedroogde appeltjes toevoegt aan een al overvolle braadpan. En ondertussen bakkeleien ze over de juiste ingrediënten (borsjt, moet daar nu wel of geen biet in?), wisselen sterke verhalen uit over eerdere kookexperimenten, en bespreken de stand van zaken in de wereld en de broederschap. Ondertussen lokken en verleiden heerlijke geuren. Zo staat de redactie van dit blad nu eens voor u in de keuken!
1 Eerlijk gezegd hebben wij hier en daar wat gesjoemeld, drukbezet (en te laat begonnen) als wij zijn. 2 Volgens een insider doen Amish overal marshmallows in, dus wie zijn wij om dat te bekritiseren?
16
Relaxt Het klinkt overigens stoerder dan het is, dat Mennonite cooking. Als je de recepten bekijkt, dan kun je die eigenlijk altijd en overal bereiden. Aardappels, vlees, groenten, uien, bloem, boter, zout, peper, tomatenpuree, gist, melk, en veel fruit, of het nu gedroogd, vers of ingeblikt is. Wat de kruiderij betreft wordt het niet ingewikkelder dan peper, zout, selderij, knoflook, mosterd, azijn en kaneel. Een beetje georganiseerd huishouden heeft dat natuurlijk in de basisvoorraad. Kortom, Mennonite cooking, het kan waar en wanneer u maar wilt! Tenminste… als u tijd hebt. Want de meeste gerechten gaan uit van premoderne bereidingstijden.1 Slow cooking, heet dat tegenwoordig. Mennonite cooking is relaxt en de
de losse pols’. Veel recepten gaan uit van een ingebakken ‘genetisch’ doorgegeven kennis over hoeveelheden, wanneer iets gaar of klaar is, hoe iets eruit moet zien, en hoe het zou moeten smaken, ruiken, voelen. Voor wie recepten strikt volgt: let goed op de hoeveelheden. Voor u het weet maakt u een fruitpunch voor 75 personen! Marshmallows Wij maakten een willekeurige Mennonite variant van borsjt, die herfstig en hartverwarmend rook, maar verrassend mild van smaak was. De per ongeluk gebakken Zwiebach (zoetige broodjes) smaakten er goed bij. De deegballetjes in de Schnitz und Knepp (varkensvlees met gedroogde appeltjes en deegballetjes) bevielen minder, hoewel het vlees heerlijk was. De coleslaw (fris en simpel) vulde het zoete vlees goed aan. De andere salade kozen we vanwege de prachtige naam: heavenly salad. Maar marshmallows in een sla, dat is even wennen...2 En hoewel we inmiddels al aardig een bodem begonnen te voelen, waagden we ons aan een dubbel dessert: plaumimus (een soort tuttifrutti) en platz, met aardbeien en blauwe bessen. We dronken er een exquise lemonade bij, en natuurlijk een authentieke fruitpunch. De eerste kon ons zeer bekoren (mooie afdronk), de fruitpunch was wat vlak van smaak. Aan het eind van de maaltijd nipten wij beschaafd aan een verfrissend pepermuntwatertje. Goed voor de spijsvertering, schijnt.
Bezinken En dat hadden we wel nodig. Die Mennonite recepten zijn eenvoudig en eerlijk. Maar ook zwaar en bovenal zoet. Het is eten voor (fysiek) hardwerkende mensen, die leven zonder drukbezette agenda’s en een chronisch gebrek aan tijd. Maar juist dat heeft wel wat. Je hebt eigenlijk alles al in huis, dus je kunt zo aan de slag. Je moet er alleen wel Mennonite Borsjt > Ingrediënten voor vier personen 1,5 liter runderbouillon (vegetariërs: groentebouillon) 3 rode bieten 1 gesneden witte kool 1 grote winterwortel 2 grote uien 4 aardappelen 1 blikje tomatenpuree peper en zout 2 rauwe knoflookteentjes 1 pakje zure room azijn; peterselie; laurierblaadjes > Voorbereiding Maak anderhalve liter runderbouillon, vers of met poeder. Als u verse bouillon maakt, kunt u de bieten vanaf het begin mee laten koken. Anders de bieten apart koken. Schil de aardappelen en bieten en snijd ze in stukjes. Snijd de uien zeer grof. Snijd de wortel in plakjes. Hak de knoflook in kleine stukjes of plakjes. > Bereiding Laat de bouillon op zacht vuur koken, kool en aardappelen erbij en mee laten koken. Na ongeveer vijftien minuten de winterwortel, ui en bieten erin doen.
tijd voor maken. En dus maak je van de weeromstuit tijd voor elkaar, want het duurt wel even voordat alles klaar is. Er zit veel werk in de bereiding, veel liefde. Je eet dan ook met aandacht, je schrokt het voedsel niet zomaar naar binnen. En vervolgens moet alles even bezinken, met een pepermuntwatertje en goed gezelschap. Wel bekome het u! <<
Vervolgens na nog vijf minuten ook de knoflook, tomatenpuree, een scheut azijn en zure room toevoegen. Naar eigen inzicht peterselie en laurierblaadjes erbij doen. Laat het geheel met deksel op de pan tien a twintig minuten zachtjes doorkoken. Op smaak brengen met azijn, peper, zout en laurier. De borsjt eventueel voor het opdienen pureren. Schnitz und Knepp > Ingrediënten voor acht personen 500 gram gedroogde appels 1,5 kilo karbonade 2 eetlepels bruine suiker water 500 gram bloem snufje zout en peper 4 theelepels bakpoeder 1 geklopt ei 3 eetlepels gesmolten boter melk > Bereiding Bak de karbonade aan en vervolgens in veel water laten stoven gedurende 1,5 à 2 uur. Doe de gedroogde appels en de suiker erbij en laat het geheel nog een uur stoven. Voor de Knepp de bloem,
het zout en peper, het bakpoeder, het ei en de boter bij elkaar doen, en melk toevoegen tot een glad en soepel deeg ontstaat. Maak met een lepel kleine bollen en voeg deze toe aan het vlees met appels. Deksel op de pan en 15 minuten laten meekoken. Heavenly Salad > Ingrediënten voor acht personen 500 gram witte druiven 250 gram ananas 200 gram marshmallows 250 gram gehakte noten 500 gram slagroom 3 eierdooiers likje droge mosterd snufje zout; sap van twee citroenen > Bereiding Snijd de druiven en meng ze met de gehakte marshmallows en stukjes ananas. Meng de eierdooiers, mosterd, zout en het citroensap en kook het geheel tot het dik wordt. Koel het mengsel. Doe de slagroom erbij en meng alles door de salade. Laat het geheel een tijd staan en voeg vlak voor het opdienen de noten toe.
17
boeken & bladen
Tenzij anders vermeld, zijn de bijdragen op deze pagina’s van de hand van Martin Maassen,
[email protected]
context
De wereld rond Jezus
Nazareth. Ze gaat in op het overleven van zijn boodschap, uitmondend in een samensmelting van het Romeinse voertuig van de keizerverering en het begin van de christelijke kerk. Kleine toevalligheden tegen een groter, wereldwijd patroon, geweven door mensen rondom God. Het boek laat je achter met een groeiend besef van de onvoorstelbare kracht én tegelijkertijd de schokkende kwetsbaarheid van religie. En hoewel het hier en daar echt taaie kost is, maakt het je hongerig naar meer. Meer kennis, meer verdieping, meer boeken. Meer.
eindigt in reclame voor haar project NatuurWijs en haar organisatie NatuurCollege. Maar goed, we mogen Bres niet langs de journalistieke meetlat leggen, ook al staat er een column van Annemiek Schrijver in. De hoofdredacteur spreekt de hoop uit dat dit nummer bij ons ‘vooral een diepe genegenheid voor onze prachtige planeet Aarde opwekt, zodat wij niet anders kunnen dan voor haar zorgen’. Ik kijk toch vooral met zorg naar mijn portemonnee. € 7,95 is best veel geld voor tachtig bladzijden bekommerd gezweef.
door Wieteke van der Molen Bres, uitgeverij AnkhHermes, € 7,95 En de mens schiep God. De wereld in de dagen van Jezus, Selina O’Grady, uitgeverij vcl West-Friesland, Kampen, € 22,50
Sommige boeken zijn een zegen, omdat ze je je eigen onwetendheid laten inzien én meteen een klein beetje van dat grote gapende gat vullen. En de mens schiep God van de Britse documentairemaakster Selina O’Grady, is zo’n pareltje. Geen lichte nachtkastjeslectuur, je moet je aandacht er wel bijhouden, maar interessant is het zeker. O’Grady belicht de wereld rond de tijd van Jezus: de wereldrijken van die tijd, en de wereldreligies die toen bestonden of ontstonden. Ze laat zien hoe rond die tijd over ongeveer de hele – toen bekende – wereld heersers (Augustus, Ashoka, de Han-dynastie) religie inzetten als een poging eenheid te forceren in een pluriform en uitgestrekt rijk. Ze schetst de voordelen en de obstakels, analyseert de successen en de mislukkingen. Vergoddelijking van mensen, het effect en de boodschap van rondtrekkende predikers (Apollonius van Tyana), politiek gekonkel en oprecht religieus fanatisme – O’Grady schetst een wereldwijde context voor die ene toevallige messias… Jezus van
18
gedeelde angst Terugblik in onbalans
bekommerd
Op de Bres voor de natuur Bres is een tweemaandelijks ‘magazine voor religie, wetenschap en gnosis’ en bestaat al sinds 1965. Het laatste nummer heeft ‘de helende natuur’ als thema. Vele van de tachtig bladzijden worden gevuld met overgenomen stukjes uit eerder verschenen boeken. Van de originele artikelen trekken het interview met Irene van Lippe-Biesterfeld (‘de natuur vraagt om bewust beleefde verbinding’) en een artikel over elektroagricultuur de meeste aandacht. ‘Elektrocultuur of magneetcultuurtechnieken gebruiken het aardmagnetische veld en de atmosferische electrolading, om plantengroei te bevorderen, om oogsten kwalitatief te verbeteren, het leven te beschermen en/of plantrot te voorkomen.’ Het stukje mondt uit in ongegeneerde reclame voor de bedenker van deze ‘ontdekkingsreis op dit natuurlijke pad’. Ook het interview met Irene
werd hij tachtig. Een oude man.’ Christine Otten beschrijft in de roman Om adem te kunnen halen hoe ze voor het eerst in jaren weer haar vader bezoekt. Haar vader was psychiatrisch patiënt, en Christine heeft sinds haar achttiende nauwelijks contact met hem gehad. Wat begint als een schuchtere verzoeningspoging, zet een ontdekkingsreis in gang die haar terugvoert naar haar jeugd, naar de geëngageerde arbeidersmilieus van haar ouders en de geestelijke instabiliteit van haar vader. Ter plekke doet ze ontdekkingen over een grootvader die communist was, over een grootmoeder die viool speelde, en over haar eigen drijfveren Deventer op haar achttiende te ontvluchten. Over de gedeelde angst – doodsangst bij hem, de eigen duisternis bij haarzelf (‘Het was alsof er rotjes ontploften in mijn aderen’) – schrijft Otten zo indringend, dat het verhaal je zogezegd onder de huid kruipt. Maar tegelijkertijd gaat Otten als een onderzoeksjournalist te werk, op zoek naar haar jeugd en naar het milieu van haar ouders en grootouders. Dat is helaas teveel van het goede. Het traceren van vaders ‘gestoorde genen’ in haarzelf, biedt immers meer dan genoeg intrigerend materiaal. Te begrijpen is haar werkwijze, haar balanceren tussen fictie en non-fictie, echter wel. ‘Als een vis kon ik van het ene leven naar het andere zwemmen en weer terug, mijn ‘ik’ vloeibaar als water.’ door Jehannes Regnerus
‘Jarenlang was ik uit zijn buurt gebleven, niet eens zozeer uit angst voor besmettelijkheid van zijn irrationele angsten voor ziektes en dood. Het was meer alsof mijn vader me met één klein gebaar zou kunnen betoveren. Alsof hij een kwade fee was die mijn zwaktes en onderhuidse angsten kende en kon bespelen wanneer hij daar zin in had. En nu
Om adem te kunnen halen, Christine Otten, uitgeverij Atlas Contact, € 18,95
slaapkamers
Hoe God er uit verdween Rimmer Mulder, oud-journalist bij onder meer Trouw en de Leeuwarder
Courant, betoogt in zijn boek Seks en de kerk dat de grootste kerken van Nederland eeuwenlang consequent negatief hebben gesproken over alles wat riekte naar zedeloosheid. Voorbehoedmiddelen, masturbatie, seks voor of buiten het huwelijk, homoseks – het waren gruwelen in des Heren ogen. Kerkvader Augustinus zag de geslachtsdaad als het toppunt van zondigheid. Door de zondeval van Adam en Eva was de innerlijke harmonie verloren gegaan. De apostel Paulus zag het huwelijk als de instelling waarin de brandende begeerten konden worden gekanaliseerd. Luther en Calvijn bouwden voort op die denktrant. Zij verhieven de huwelijkse staat tot de hoogste norm. Mulder stelt vast: ‘Zo nestelde God zich in de slaapkamers van de gelovige christenen. En daar zou hij heel lang blijven. Om het leerstuk van seks en erfzonde werd een uitgebreid stelsel van regels en geboden heen gebouwd.’ In een bijzonder vlotte schrijftrant neemt Rimmer Mulder ons mee naar de slaapkamers van kerkelijk Nederland. Hij toont overtuigend aan hoe ‘de’ kerk zijn grip op de seks in de samenleving verloor. Toch had Mulder ook wat uitgebreider stil mogen staan bij de christelijke invloed op de huidige tijdgeest. Zo is exemplarisch dat het ikon-pastoraat in de zeventiger jaren een vrijplaats was voor mensen met andere dan heteroseksuele gevoelens. Dominee Alje Klamer brak een lans voor iedereen die niet op het bijbelsgebaande pad kon lopen. Tegenwoordig is het ikon-pastoraat alleen nog bekend als ‘meldpunt voor misdragingen’… Interessant ware het ook geweest de invloed van de ChristenUnie op het gebied van de zedelijkheid aan een beschouwing te onderwerpen. Tijdens de kortstondige regeerperiode met de ChristenUnie kwamen allerlei thema’s
nadrukkelijker op de politieke agenda te staan. Uitstapprogramma’s voor prostituees, loverboys, seksverslaving – het zijn allemaal thema’s van deze tijd. Razzia’s op prostituees waren in de jaren zeventig ondenkbaar, maar zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Hoe kwam die agenda tot stand? Deze vragen vallen buiten het bestek van Mulders boek. Ergens moet kennelijk een grens worden getrokken. ‘De kerk moet overwinteren. Daar denken katholieke en protestantse fundi’s gelijk over. Ze willen zich handhaven als de goddelijke tegencultuur in een hedonistische, materialistische omgeving. (…) Het zijn kleine, bloeiende nederzettingen in een steeds leger landschap.’ Amen. Seks en de kerk, Rimmer Mulder, uitgeverij Atlas Contact, € 19,95 De zonnetjes bij de besproken boeken & bladen geven de waardering van de recensent weer. Die kan uiteenlopen van één zonnetje (niet best) tot vijf (mag op uw nachtkastje niet ontbreken).
19
uit de kast Over doopsgezinden wordt gezegd dat zij ‘stillen in den lande’ zijn. In deze rubriek dagen we hen uit om uit de kast te komen, zichzelf te laten zien en hun geloof onder woorden te brengen.
‘ Stuur mij ook maar een dag die woestijn in. Daar leer je waar het leven echt om gaat.’ Wat zou er veranderen in Nederland als u ministerpresident werd? ‘Ik zou iedereen aan het werk proberen te krijgen. Ik merk dat veel mensen nu langs de zijlijn staan, en dat de structuur in hun leven dreigt weg te vallen. Het geeft aan hoe zinvol werk is. Ik hoop dat zoveel mogelijk mensen die een baan willen, die ook krijgen. Ik heb het idee dat de huidige regering wel goede plannen maakt om de werkloosheid op te lossen. Maar tot nu toe blijft het bij plannen op papier en niet meer.’ Waarover maakt u zich kwaad? ‘Als er conflicten zijn in landen waar bijvoorbeeld veel olie is, dan willen de wereldmachten gelijk ingrijpen. In andere landen waar oorlog is, maar waar niet zulke belangen spelen, wordt vaak niet ingegrepen. Daar gaan de conflicten vaak lang door. Het geeft mij een gevoel van onmacht dat ik daar niks aan kan doen. Waarom grijpen we alleen in bij oorlogen waar machtsbelangen een rol spelen? Waarom zetten we ons niet voor mensen in oorlogsgebieden die daar gewoon veilig willen wonen?’
Frank van Itterzon
tekst Jan Willem Stenvers – foto Johan Tempelaar
Frank van Itterzon (55) komt uit Kudelstaart. Hij werkt als vrijwilliger in de Wereldwinkel van Aalsmeer en is in die plaats ook kerkenraadslid van de doopsgezinde gemeente. Hij is coördinator van een groep die voor Amnesty International brieven schrijft aan mensen die vastzitten ook maar een dag die woestijn in. Daar leer je waar het zonder eerlijk proces. Wat betekent het woord ‘doopsgezind’ voor u? ‘Het omzien naar elkaar binnen de gemeente. En dat je in de gemeente je eigen mening mag hebben over het geloof en voor jezelf kan opkomen.’ Welke bijbelse figuur zou u een dag willen zijn? ‘In de bijbel gaan verschillende mensen de woestijn in, waaronder Mozes en zijn volk, veertig jaar lang. Stuur mij
20
leven echt om gaat, omdat je even helemaal op jezelf bent teruggeworpen met alle ontberingen erbij. Je leert er door relativeren.’ Welke niet-bijbelse persoon is voor u een profeet? ‘Diegene die zich moeiteloos inzet voor een ander. Dat hoeft geen speciaal mens te zijn, dat kan iedereen zijn. Ik hoop eerlijk gezegd ook dat iedereen zo’n soort persoon is.’
Waar mogen we u om drie uur ’s nachts voor wakker maken? ‘Om naar een bergtop te gaan, te genieten van de zonsopkomst en de hele aarde te zien veranderen. In Oostenrijk ben ik weleens ’s morgens vroeg de hut uitgegaan om op de top van een berg te gaan zitten.’ Wat is uw favoriete vakantiebestemming? ‘Ierland en Schotland. Ik hou van het ruige landschap daar. Er wordt gezegd dat het er altijd regent, maar ik ben nu een paar keer in die landen geweest en ik had maar tijdens één vakantie veel regen.’ Wat is voor u de hemel? ‘De plaats waar iedereen zichzelf mag en kan zijn.’ << advertentie
Waar bidt u voor? ‘Ik probeer van mezelf aandacht te vragen voor diegenen die met ziek en zeer zitten. Zodat ik hun aandacht kan geven. Ik geef mezelf zo een schop onder de kont. Ik kan namelijk wel bidden om meer aandacht voor bepaalde personen, maar ik kan die aandacht ook zelf geven. Als ik hoor dat er iets met iemand aan de hand is, stuur ik daarom vaak een kaartje ofzo. Je merkt dat mensen het fijn vinden dat je even aandacht aan ze schenkt. Dat geeft ze een steuntje in de rug. Toen vorig jaar mijn vader overleed, deed het mij ook veel toen ik kaartjes en e-mails van mensen kreeg.’ Welke bijbeltekst spreekt u aan? ‘Het verhaal van de barmhartige Samaritaan, omdat dat gaat over omzien naar een ander. Het vertelt je dat je niet voorbij moet lopen als iemand hulp nodig heeft, maar gewoon moet helpen. Voor mij is het heel normaal om anderen te helpen, maar anderen mogen dat wel eens vaker doen.’ Van welk lied krijgt u kippenvel? ‘‘De Steen’ van Bram Vermeulen. Dat lied vertelt dat jij iets kan ‘verleggen’ voor een ander. Dat je het leven van een ander kan veranderen en positief kan beïnvloeden, daar krijg ik kippenvel van! Bij tijd en wijle ga ik even alleen zitten en luister ik naar het lied met een koptelefoon op.’
21
column
kort advertentie
Sint Maarten & duurzaamheid
De wereld redden met je mes & vork
tekst Boele Ytsma foto’s Rienk van der Star
Boele Ytsma (1968) is ondernemer, schrijver en theoloog. Met zijn bedrijf De Planteneter (www.deplanteneter.nl) wil hij iedereen inspireren tot een plantaardige levensstijl. In oktober verschijnt zijn nieuwste boek: Ik ben een planteneter. Net als jij.
22
We hebben er met z’n allen een zootje van gemaakt op aarde: het klimaat verandert, de biodiversiteit verdwijnt, een miljard mensen heeft honger, nog eens een miljard mensen is ziekelijk zwaar, we sterven aan ziekten die we zelf hebben opgeroepen – welvaartsziekten noemen we dat – en we laten dagelijks miljarden dieren onnodig lijden. Je zou je schamen mens te zijn… Dat wij, mensen, dat gedaan hebben, is trouwens ook goed nieuws. Het betekent dat wij, mensen, het ook kunnen oplossen. Jij en ik dus. Geen reden om te somberen. En geloof het of niet, maar je kunt écht de wereld veranderen. Niet ‘bij wijze van spreken’ en ook niet met een paar druppels op een ‘gloeiende plaat’ – nee, écht en ingrijpend. Je wapens zijn je mes en vork. Ik heb het namelijk over je dagelijkse voedselkeuzes. Nu niet meteen verveeld wegkijken! Je vindt het overdreven? Je kunt het niet geloven? Hoe kun je nu met je voedselkeuzes de wereld veranderen? Lees even verder, ik zal het je uitleggen. Jij en ik stoppen minimaal drie keer per dag voedsel in ons lijf – meestal
zelfs vaker. Dat voedsel bepaalt hoe je lichaam functioneert. Eet je waar je voor gemaakt bent, dan zal je lichaam optimaal functioneren: je bent sterk, gezond en energiek. Gooi je rommel in je lijf, dat word je dik of moe en op den duur ook ziek. Met jouw voedselkeuzes bepaal je dus drie keer per dag in wat voor lichaam je wilt wonen. Heel logisch eigenlijk.
leven. Dagelijks verander jij de wereld met mes en vork.
Maar het gaat verder. Omdat je dagelijks moet eten, geven wij veel geld uit aan voeding. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek besteden Nederlanders elf procent van hun inkomen aan eten. Dat is veel geld. En jij kiest wáár je dat geld aan besteedt. Jij kiest het product, jij kiest de supermarkt, jij kiest de transporteur, jij kiest de producent. Jij kiest.
Dat een plantaardige lifestyle goed is voor de dieren, hoeft geen uitleg. Maar het is ook goed voor de planeet. Akkerbouw en tuinbouw zijn veel minder belastend voor de aarde dan veeteelt, en nog efficiënter ook. Van een hectare groente en fruit kun je eenvoudigweg meer mensen voeden dan van een hectare veehouderij. Daarom is het ook eerlijker. Een wereld die plantaardig eet zal geen tekorten kennen – er is meer dan genoeg voor iedereen.
Met jouw geld maak je dingen mogelijk. Jij investeert in een bepaalde economie. Je kunt kiezen voor producten die niet leiden tot roofbouw, waar dieren niet voor hoeven te lijden en te sterven, waar de armen niet onder hoeven te lijden, waar we niet moe, dik of ziek van worden. Dat zijn allemaal keuzes. Keuzes die je je misschien niet altijd bewust bent, maar die je wel hebt. Goed beschouwd wordt het hoog tijd dat je wél bewust gaat kiezen. Realiseer je hoeveel macht jij hebt. Dágelijks voed je je lichaam en bepaal je in wat voor lichaam je wilt leven. Dágelijks investeer jij in de éne economie en niet in de andere. Dagelijks kies jij dus in wat voor wereld je wilt
En nu het allerbeste nieuws: je hoeft niet te kiezen tussen jezelf en de wereld. De allerbeste keuze voor je eigen lijf is namelijk ook de allerbeste keuze voor de planeet, voor de dieren en voor de wereldbevolking: planten en alles wat door planten groeit.
De wereld is dus gebaat bij een plantaardige levensstijl. Maar jij bent er zelf ook bij gebaat. We zijn geboren planteneters. Dat zie je als je ons lichaam onbevooroordeeld bestudeert. Maar je ontdekt het vooral als je mensen plantaardig laat eten. Ze worden gezonder, sterker, krijgen meer energie en verlagen hun risico’s op welvaartsziekten tot bijna nul. En niet zelden genezen ze van ernstige ziekten. Geef het lichaam wat het nodig heeft en het gaat weer voor je zorgen zoals het hoort. Het is een mooie deal: word wereldverbeteraar en krijg een lang en gezond leven op de koop toe. Ik zou het gewoon doen! <<
9 november themadag: duurzame armoedehulp
Kerst in het Klooster Vier de kerstdagen in het Karmelklooster in Friesland. Al jarenlang een traditie! > Een steeds gemengd gezelschap, een gevarieerd programma,
voor wie de mengeling van rust en actie, muziek en wandelen, landschap en architectuur zoekt en ook zichzelf kan vermaken. > In de kapel van het klooster zijn vieringen op kerstavond en 3 concerten tijdens de kerstdagen. In de kruisgangen is de tentoonstelling ‘Onze Koningin’ te bezichtigen. > We verkennen per autobus verrassende plekken, hopelijk voor u nog blinde vlekken op de kaart. > Onze koks verwennen u graag in deze periode rond de kerst. € 625,– p.p. op basis van volpension, incl. concerten in het Karmelklooster & excursies per bus, excl. entreegelden buitenshuis. Karmelklooster Drachten 0512 51 21 03 | www.karmelklooster.nl
volgende nummer > Vierhonderd jaar verkering doopsgezinden en remonstranten > Smaakmakers van verdraagzaamheid > Religieuze (in)tolerantie in de Gouden Eeuw > Het platina liedboek van Dirck Raphaelszoon Camphuysen
Sint Maarten geeft de helft van zijn mantel weg en helpt een mens in nood. Maar hoe help je iemand in Nederland duurzaam uit armoede? En hoe verhelp je spirituele en geestelijke armoede? In de aanloop naar Sint Maarten organiseert de Stuurgroep Duurzame Ontwikkeling (sdo) op 9 november een middag over hulp, bedoeld om mensen blijvend uit de armoede te halen. Predikant Pieter Post zal op interactieve wijze vertellen over de doopsgezinde achtergronden van en -visie op armoedebestrijding. Daarbij is aandacht voor het tijdsbeeld en de samenhang tussen materiële en geestelijke armoede. Vervolgens deelt Colm Dekker, een van de oprichters van Sant’Egidio Amsterdam, zijn inspirerende ervaringen en voorbeelden van armoedehulp in de praktijk met ons. De middag wordt afgesloten met discussie, vergezeld van een hapje en een drankje. Vanaf 12.30 uur inloop met een broodje, aanvang programma 13.00 uur. Locatie: doopsgezinde kerk, Oudegracht 270, Utrecht. Toegang gratis, wel graag aanmelden via
[email protected]
MasterPeace Op 21 september, de internationale dag van de vrede, hebben de diverse doopsgezinde jongerenorganisaties tijdens het startweekend een ‘lipdub’ gemaakt voor MasterPeace. Een lipdub is een muziekvideo die in één shot wordt opgenomen, en waarin een groep mensen een lied zingt of playbackt. Het maken van de lipdub was een van de activiteiten in het kader van MasterPeace, een internationaal vredesinitiatief waar de doopsgezinde jongeren zich een jaar lang voor gaan inzetten. De lipdub is te bekijken via www.doopsgezind.nl
en nog veel meer…
via de aangegeven contactgegevens in dit colofon. U kunt uw bijdrage overmaken op Doopsgezind NL is een uitgave van de rekeningnummer 24.34.93.886 t.n.v. Algemene Doopsgezinde Sociëteit Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ads) en verschijnt tien keer per jaar. onder vermelding van ‘dnl 2013’. Het blad wordt tegen een vrijwillige Hoofdredactie Johan Tempelaar bijdrage toegezonden aan alle leden (coördinator communicatie) van doopsgezinde gemeenten. Eindredactie Marijke van Duin Vrienden en belangstellenden die Redactie Kalle Brüsewitz, Martin het blad willen ontvangen, betalen Maassen, Wieteke van der Molen, € 35,– per jaar. U kunt zich opgeven Tea Rienksma, Jan Willem Stenvers
colofon
Ontwerp & opmaak Susan de Loor, Kantoordeloor, Haarlem Druk gbu Grafici, Urk Advertenties Saskia Meerts Oplage 7.500 Papier G-Print Proost & Brandt, fsc-gecertificeerd Contact redactie & advertenties Singel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 |
[email protected] www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter cbb 0341 56 54 99 of
[email protected] Het volgende nummer van Doopsgezind NL verschijnt begin november. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 14 oktober aanleveren. Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen. © ads 2013
23
historie
voedselpakketten voor Westerbork
Sociaal bewogen Het is nauwelijks voorstelbaar dat zeventig jaar geleden de meest gewone levensmiddelen, zoals brood, op de bon waren. tekst Alle G. Hoekema foto’s Verkade
boven Fabriekswinkel de Inslag, 1944 onder Beschuit voor zieken, april 1945
Alle G. Hoekema uit Haarlem is doopsgezind theoloog. Hij was rector van het doopsgezind seminarium en secretaris van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit. In 2011 kwam zijn boek ‘Bloembollen’ voor Westerbork uit.
24
Dat werken met bonnen was een regelrechte ramp voor onderduikers, voor families van diegenen die tewerkgesteld waren in het vijandige Duitsland, en voor Joodse en andere gevangenen in Westerbork, Vught, Amersfoort en elders. Zij hadden geen recht op distributiekaarten! De Zaanstreek stond, en staat, vanouds bekend als een gebied met veel voedselindustrie. De aanwezigheid van open water – de Zaan – en van molens, had daar in vorige eeuwen de nijverheid tot bloei gebracht. Verschillende bedrijven hadden doopsgezinde wortels: Honig, Verkade, Duyvis, Grootes. Dat bleek in de verschrikkelijke oorlogsjaren een zegen. Werkgroepen van doopsgezinden en quakers in de Zaan, maar ook in Amsterdam en elders, hebben in de
jaren 1940-1945 met man en macht geprobeerd Joodse vluchtelingen in Westerbork van voedselpakketten te voorzien. Later werden ook anderen – onderduikers, uit Westerbork vrijgelaten (half-)Joodse gezinnen, en arme gezinnen in de Zaan zelf – geholpen. De Zaanse werkgroep organiseerde het voedsel, soms legaal, met bonnen dus, maar als het moest illegaal op de zwarte markt. Voor een deel werden de pakketten in Amsterdam samengesteld en verzonden. Dat gebeurde, in samenwerking met een groepje van de Hervormde gemeente, eerst vanuit de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Toen dat te riskant werd, werd de zolder van de Singelkerk voor dit illegale werk gebruikt. Maar hoe kwam je aan geld en voedsel? Heel wat Zaanse doopsgezinden hadden staffuncties in de Zaanse fabrieken. En verschillende ondernemers daar waren zelf doopsgezind. Er moet voortdurend overlegd zijn en bij deze industriëlen aangeklopt om middelen te krijgen. Dat dat vijf jaar lang gelukt is, is een wonder. ‘Bij mensen als George en Cees Honig en Frans, Tom, Co en Jan Verkade klopten we nooit vergeefs aan’, schrijft Cor Inja in zijn herinneringen uit die tijd. De particuliere sociale bijdragen, inclusief illegale giften, van Cees Honig overtroffen in die jaren ruimschoots zijn inkomen, aldus de biografe van deze bewogen ondernemer. Het ging om tienduizenden guldens.
Zo werden in 1942 honderden pakketten naar Westerbork en elders gestuurd, met kaas, soep, erwten, bonen, bouillonblokjes, havermout, dextrose, pakjes pudding en ‘juco’ (een surrogaat jus-tablet). Later werd het steeds moeilijker de pakjes te sturen: de bezetter werd voortdurend strenger en de voorraden slonken. Niettemin ging de werkgroep stug door. ‘Jaap (Jongens) zal met onze verpakte-levensmiddelen-leverancier spreken in verband met nieuwe voorraden’, staat in de notulen van de werkgroep op 8 september 1943. En dat lukte dan ook weer! Tenminste als de kampcommandant van Westerbork het kamp, om wat voor waanzinnige reden ook, geen straf gaf, zodat geen pakjes ontvangen mochten worden. Zoals in het voorjaar van 1944. In het laatste oorlogsjaar was contact met Westerbork nauwelijks nog mogelijk. Uit de ouwelfabriek van de familie Pel in Zaandam werd bovendien een deel van de voorraad suiker gestolen. Noodgedwongen beperkte de werkgroep zich in die periode tot hulp aan crepeergevallen in eigen omgeving. Zo kregen op 8 maart 1945 twee tbc-patiënten elk een halve fles slaolie. Een kostbaar bezit. Wat later kreeg de werkgroep de beschikking over in totaal acht broden, geschenk van het Zweedse volk, en een pond boter. Intussen had de doopsgezinde gemeente in Zaandam een gaarkeuken ingericht in het Doopsgezind Weeshuis. Natuurlijk, dat alles was een druppel op een gloeiende plaat. Toch zullen gevangenen in Westerbork en anderen het als een waarachtig teken van solidariteit hebben ervaren. Het ging heel simpel om brood, maar ook om brood voor het hart. De sociaal bewogen ondernemers in de Zaan past een eresaluut. En ook de leden van die Zaanse werkgroep en verwante werkgroepen mogen we met eerbied gedenken. Allemaal liepen ze in de oorlogsjaren door hun compassie grote risico’s. <<