Externe beoordeling van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering NHL Hogeschool visitatiedatum 23 november 2011 Beoordelingsrapport
INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1. Inleiding 2. Positionering van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering 3. Het oordeel van de commissie Pre-ambule 1. Missie en onderzoeksprofiel 2. Impact, waardering en erkenning op het gebied van: - kennisontwikkeling; - beroepspraktijk en maatschappij; - onderwijs en scholing. 3. Portfolio en de wijze waarop het lectoraat is georganiseerd 4. Mensen en middelen 5. Relevantie en duurzaamheid van in- en externe samenwerkingsverbanden 6. Samenvattende conclusie 4. Afsluiting: aanbevelingen Bijlagen Bijlage 1: Samenstelling van de externe beoordelingscommissie Bijlage 2: Programma externe evaluatie lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Bijlage 3: Documenten
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 2
Samenvatting Het lectoraat Ondernemerschap en Risicofinanciering is ingesteld in 2008 en heeft (naast verhoging van de kwaliteit van het onderwijs via toegepast wetenschappelijk onderzoek) als doel een bijdrage te leveren aan de groei en continuïteit van Noord-Nederlandse ondernemingen voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Het lectoraat is een samenwerkingsverband tussen de NHL en de NV NOM - Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. De NHL en de NV NOM financieren het lectoraat ieder voor de helft. De omvang van het lectoraat bedraagt 1,5 fte. Bij de start van het lectoraat heeft de lector een zeer ambitieus meerjarenonderzoeksplan en een onderwijsplan opgesteld. De voorwaarden om dit alles uit te voeren, bleken binnen de NHL en met name het Instituut Economie en Management (ECMA) – het instituut waaronder het lectoraat valt – echter niet aanwezig. Mettertijd verschoof het onderzoeksprofiel van het lectoraat van het doen van systematisch, academisch getint onderzoek naar het doen van diverse (haalbaarheid)studies ten gunste van MKB-bedrijven in het Noorden. De commissie stelt vast dat het lectoraat bij de uitwerking van zijn missie een aantal malen de weg van landelijke- en Europese subsidie-aanvragen heeft gekozen. Met publieke en private intermediaire instellingen in de regio, zoals banken, accountants, Kamers van Koophandel en lokale ondernemersverenigingen, is geen structurele, op projectmatige basis gestoelde samenwerking tot stand gekomen. Een dergelijke samenwerking genereert niet alleen meer inkomsten uitgedrukt in kennis, kunde en geld, maar zorgt ook voor inkomsten waar meer invloed op kan worden uitgeoefend - vergeleken met de gesubsidieerde projecten waar tot nu toe sterk de nadruk op heeft gelegen. Hoewel het lectoraat veel energie heeft gestoken in het leggen van contacten om tot samenwerking met onderwijsinstituten te komen en ook samenwerking is ontstaan met enkele buitenlandse universiteiten en hogescholen, mist de commissie de noodzakelijke intensieve samenwerking met universiteiten en hogescholen in het noorden van het land en met onderwijsinstellingen in het aangrenzende deel van Duitsland (Oost Friesland) en Denemarken (Jutland), gebieden met een vergelijkbare problematiek en behoeften van het bedrijfsleven. De commissie beveelt het lectoraat aan zich te blijven inzetten voor duurzame samenwerking met lectoraten aan andere noordelijke onderwijsinstellingen en deze samenwerking uit te breiden met lectoraten in den lande die een vergelijkbare regionale problematiek kennen. Verder zou het lectoraat de contacten met alumni-ondernemers van de NHL en ondernemersorganisaties in het noorden moeten verstevigen. In dat kader is het onder andere nodig dat het lectoraat zijn PR verbetert, bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken met projecten die veel exposure kunnen geven. Door de jaren heen is de lector zeer actief geweest, en zijn er, ondanks het feit dat er lange tijd geen hechte kenniskring was, tal van activiteiten ontplooid. Zo heeft het lectoraat divers onderzoek ten behoeve van (ondernemers in) de regio Fryslân verricht. Toch is de output in termen van het aantal kwalitatief hoogstaande, innoverende producten en instrumenten en het aantal publicaties strikt genomen nog onvoldoende. Een aantal projecten bevindt zich nog in de startfase of in de fase van subsidieaanvraag. Samenwerking met het onderwijs op de NHL is - met name in de sfeer van minoren - inmiddels tot stand gekomen, maar het aantal studenten dat onderzoek in het kader van het lectoraat doet, moet en kan nog aanzienlijk worden verhoogd.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 3
Dit alles neemt niet weg, dat er wel degelijk goede resultaten zijn geboekt, zij het op een ander vlak. Zo is het bekend dat er bij de start van een lectoraat in het hbo vaak aanvangsproblemen zijn. Meermalen kost de verankering binnen de organisatie een lector moeite. Dat is bij dit lectoraat in verhevigde mate het geval geweest. Mettertijd is het de lector echter gelukt om het lectoraat intern - binnen de NHL - te positioneren en een gezicht te geven. Onvermoeibaar is hij blijven zoeken naar mogelijkheden. De commissie heeft daar grote waardering en bewondering voor. De inzet van de lector heeft uiteindelijk vruchten afgeworpen: ten tijde van de visitatie was een kentering zichtbaar. Er is een substantiële RAAK-subsidie binnengehaald en het onderwerp Procesoptimalisatie zal binnen de NHL in een expertisecentrum worden opgepakt. De aandacht voor het MKB is binnen ECMA toegenomen, en inmiddels hebben de eerste studenten onderzoek verricht in het kader van een RAAK-project. Deze gunstige wending ten spijt, blijft er sprake van een lectoraat dat nog steviger op de rails moet worden gezet. De inbedding van het onderzoek op de NHL en op het instituut ECMA, met name ook op het gebied van onderzoek door studenten, kan nog veel beter. De commissie vindt de formatie van het lectoraat zeer gering. De kenniskring bestaat thans uit twee medewerkers met elk 0,5 fte. Dat maakt de kenniskring kwetsbaar. De aanstelling van een associate lector met een NHL-achtergrond zou uitkomst kunnen bieden, evenals het aantrekken van een post-doc voor de periode van twee jaar, te financieren uit een RAAKproject. Als de RAAK-aanvragen niet worden gehonoreerd, is er weer sprake van een „open situatie‟, als deze aanvragen wel worden gehonoreerd, moet het lectoraat spoorslags op zoek gaan naar geschikte medewerkers. Op dit moment heeft het lectoraat nog een jaar te gaan. Het is van groot belang dat het lectoraat vanaf nu planmatiger te werk gaat, meer focus aanbrengt en gerichter omgaat met binnen- en buitenlandse contacten. De lector heeft met risicomanagement in het MKB onderscheidende kennis t.o.v. veel andere lectoren in Nederland in huis. Het is een vakgebied waarover de kennis beperkt is en waar nog nauwelijks onderzoek in wordt gedaan. Met die kennis wordt door het lectoraat relatief weinig gedaan, terwijl deze juist de troefkaart kan zijn bij het komen tot meer en betere samenwerking met andere lectoraten ondernemerschap aan Nederlandse hogescholen, die dergelijke noodzakelijke kennis ontberen Alles overziend beveelt de commissie aan de resterende tijd te gebruiken voor het opstellen van een businessplan, en het formeren van (een) (externe) klankbordgroep(en) die de lector niet alleen kan adviseren, maar ook kan ondersteunen bij het leggen van contacten met partijen die van belang zijn voor het functioneren van het lectoraat. Ook zou via sociale media zoals LinkedIn een community ontwikkeld kunnen worden voor ondernemende studenten, alumni-ondernemers en regionale MKB dienstverleners. De commissie acht de missie van het lectoraat op zichzelf uitermate relevant. Zij beveelt het College van Bestuur van de NHL dan ook aan het lectoraat te continueren en hoopt dat de in dit rapport gegeven aanbevelingen een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van zijn voor het Noorden belangrijke missie.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 4
1. Inleiding De NHL Hogeschool (hierna NHL genoemd) heeft een externe evaluatiecommissie de opdracht gegeven het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering te beoordelen. Deze externe beoordeling van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering maakt deel uit van de in het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO)1 opgenomen afspraken met betrekking tot de kwaliteitszorg van onderzoek in het HBO. De commissie bestond uit Prof. Dr. L.H.J. Verhoef, voorzitter, dr. P. van der Sijde, en dr. E. Wierstra. Drs. A.Boots fungeerde als secretaris. De commissie had tot taak de kwaliteit van de onderzoekseenheid te toetsen op de uitgangspunten van het kwaliteitszorgstelsel van de NHL. Bijlage 1 bevat de personalia van de commissie. Opdracht De NHL heeft de commissie verzocht een oordeel uit te brengen over haar bevindingen en daar aanbevelingen aan te verbinden. Dit oordeel spitst zich toe op de vijf evaluatievragen en de kwaliteitscriteria van de NHL, conform het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek vastgelegd in het Kader Kwaliteitszorg van onderzoek van de NHL. Om haar taak te kunnen verrichten, heeft de commissie de beschikking gekregen over een zelfevaluatierapport van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering. Aanvullend op de door de NHL verstrekte beleidsinformatie heeft de commissie een aantal producten van studenten bekeken. Bijlage 3 bevat een overzicht van geraadpleegde documenten. Werkwijze De dag voorafgaand aan de visitatie heeft een bespreking van de commissie plaatsgevonden. Op 23 november 2011 vond de visitatie op de NHL plaats. Bijlage 2 bevat het programma en de personen met wie de commissie heeft gesproken. Opbouw rapportage De rapportage omvat puntsgewijs het oordeel van de commissie over de NHL aangedragen evaluatievragen. Eerst volgt een korte samenvatting van de zelfevaluatie, daarna de bevindingen van de commissie. Het concept-rapport is op 17 januari 2012 aan de NHL aangeboden voor hoor en wederhoor. De NHL heeft op het concept gereageerd. Op 15 februari 2012 verscheen de definitieve versie. Waardering van de commissie ten aanzien van de voorbereiding van de visitatie door de NHL De commissie heeft waardering voor de openheid waarmee de gesprekspartners tijdens de visitatiedag hebben gesproken. De samenstelling van de gespreksgroepen stelde de commissie uitstekend in staat haar voorlopige bevindingen op basis van het schriftelijk materiaal te toetsen en aan te vullen.
1
HBO-Raad, 2007 Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 5
2. Positionering van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering De NHL heeft vier instituten: het Instituut voor Economie en Management (ECMA), voor Educatie en Communicatie, voor Techniek en voor Zorg en Welzijn. Het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering valt onder het Instituut ECMA en heeft daarbinnen met name een relatie met de afdelingen Information & Organisation, Business Administration, en Economics. De activiteiten van het lectoraat binnen het instituut ECMA vinden plaats in afstemming met de leidinggevenden. Hiertoe overlegt de lector o.a. regelmatig met de instituutsdirecteur van ECMA. Achtergrond van het lectoraat Het lectoraat is gestart in november 2008 en de financiering ervan loopt af in november 2012. Het is een samenwerkingsverband tussen de NHL en de NV NOM - Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland. De NV NOM is een onafhankelijke onderneming die de werkgelegenheid in Noord-Nederland wil ontwikkelen door duurzaam economische activiteiten te stimuleren. Een van de onderdelen van NV NOM, NOM Finance, verstrekt aan ondernemingen risicodragend vermogen in de vorm van aandelenkapitaal en/of een achtergestelde lening. De NHL financiert het lectoraat voor 1,0 fte en de NV NOM bekostigt de lector voor 0,5 fte. In totaal gaat het om een bedrag van 150.000 euro, NHL en de NV NOM bekostigen ieder de helft. Als lector werd dr. J. Mekkes aangetrokken, werkzaam bij de NV NOM als manager special projects. Johan Mekkes heeft een achtergrond als Investment Manager en bekleedde diverse internationale management- en directiefuncties binnen de Industrial Electronics en Medical Systems Industrieën. In 1998 promoveerde hij bij de faculteit Technologie en Management van de Universiteit Twente. Zijn promotieonderzoek betrof ondernemerschap en bedrijfseconomische prestatie waarbij hij ook de relatie met Venture Capital financiering onderzocht.
3. Het oordeel van de commissie over de door de NHL aangedragen evaluatievragen Pre-ambule Alvorens de commissie haar oordeel geeft over de door de NHL aangedragen evaluatievragen, volgt hier een toelichting over de geschiedenis van het lectoraat en de context waarin het heeft geopereerd. Bij de start van het lectoraat werd afgesproken dat het lectoraat een bijdrage zou moeten leveren aan de groei en continuïteit van Noord-Nederlandse MKB-ondernemingen. Daartoe stelde de lector een meerjarig onderzoeksprogramma op. Als vertrekbasis en „kapstok‟ voor de rode lijn in zijn onderzoeksprogramma koos hij voor een in zijn promotie-onderzoek ontwikkeld samenhangend model van ondernemerschap. Het lectoraat werd op de NHL gepositioneerd in het Instituut ECMA. Het door de lector voorgestelde onderzoek bleek echter niet één op één aan te sluiten bij het curriculum van de opleidingen op dit instituut. Een minor leek de aangewezen vorm om de aandacht voor het thema ondernemerschap en risicofinanciering structureel in het curriculum te verankeren en mogelijkheden voor onderzoek te creëren. Het lectoraat ging hiermee aan de slag.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 6
Buiten de hogeschool deed het lectoraat voor verschillende instellingen in de regio Fryslân divers, vaak verkennend, onderzoek. De lector zette zijn internationale contacten in voor het onderzoek en deed dat ook ten behoeve van het onderwijs op de NHL. Mettertijd - en na overleg binnen de NHL en de NV NOM - verschoof het onderzoeksprofiel van het lectoraat van het doen van systematisch, academisch getint onderzoek naar het doen van divers onderzoek ten gunste van MKB-bedrijven in het Noorden. Om toch binnen het onderwerp ondernemerschap verschillende thema‟s te kunnen uitwerken en het lectoraat te verzekeren van de daartoe benodigde onderzoekskwaliteit en -capaciteit (middelen), nam de lector het initiatief om met verschillende partners in den lande in projecten en subsidieaanvragen samen te werken. Begin 2011, dus na een periode van circa 2,5 jaar, begon het lectoraat zijn draai te vinden. De minor kwam van de grond. Steeds vaker werd de lector betrokken bij het onderwijs op de NHL. Een SIA-RAAK-MKB aanvraag werd gehonoreerd en leverde 300.000 euro op. De kenniskring werd gereorganiseerd en er kwamen twee gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers. Tot zover - kort samengevat - de stand van zaken op het moment van de visitatie, november 2011. In het vervolg van deze rapportage zal de evaluatiecommissie haar oordeel geven over de verschillende activiteiten van het lectoraat en de resultaten daarvan. Op voorhand wil de commissie echter het volgende aantekenen. Hoewel met name de lector - getuige bovenstaand overzicht - door de jaren heen zeer actief geweest is, en er tal van activiteiten ontplooid zijn, varieert de uiteindelijke output en de impact van de activiteiten sterk. Een aantal projecten bevindt zich nog in de startfase of in de fase van subsidieaanvraag. Er is nog heel weinig gepubliceerd. De samenhang tussen de verschillende activiteiten wordt pas duidelijk als men de geschiedenis van het lectoraat in ogenschouw neemt. Strikt genomen is de output in termen van het aantal kwalitatief hoogstaande, innoverende producten en instrumenten en het aantal publicaties nog niet voldoende, dat wil zeggen: niet wat men van een lectoraat mag verwachten. Dat alles neemt niet weg, dat de lector wel degelijk resultaten heeft geboekt. Deze resultaten liggen met name op het vlak van het komen tot samenwerking binnen de NHL en het vergroten van het draagvlak binnen de NHL c.q. ECMA voor lectoraatsonderzoek en dit type discipline-overstijgende lectoraten in het bijzonder. Door de wijze waarop de lector heeft geopereerd is er thans een situatie ontstaan waarin, zoals een van de medewerkers omschreef: „Het lectoraat een voedingsbodem biedt voor alle afdelingen‟. Men weet de lector te vinden. „Mensen zien‟, alweer in de woorden van een medewerker „dat het lectoraat en de kenniskring goed bezig zijn, en zijn daardoor in toenemende mate bereid tot medewerking‟. Mede door de activiteiten van het lectoraat is binnen de NHL een „nieuwe dynamiek aan het ontstaan‟. Dit proces loopt parallel aan het feit dat men binnen de NHL steeds meer vertrouwd raakt met het fenomeen lectoraat en lectoraatsonderzoek. Op het moment van de visitatie heeft het lectoraat nog een jaar te gaan. Mede daarom zal de commissie zijn rapportage afronden met een groot aantal aanbevelingen voor de toekomst.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 7
EVALUATIEVRAAG 1 Vindt het onderzoek plaats vanuit een relevante en uitdagende missie en een helder onderzoeksprofiel? Zelfevaluatie In startdocument van het lectoraat d.d. oktober 2008 wordt vermeld dat de onderzoeksopdracht onderzoek en ontwikkeling van instrumenten op het terrein van analyse en realisatie van groeimogelijkheden voor (Noord-Nederlandse) MKB-ondernemingen behelst en dat bij dat onderzoek met name wordt ingezoomd op randvoorwaarden voor groeioriëntatie en aanwezige knelpunten van pyschologische en economische aard. Uit het onderzoek moet blijken - ook volgens het startdocument - wat de mogelijkheden zijn om relatieve achterstanden van de Noord-Nederlandse MKB-sector weg te werken. Ook moet het onderzoek een indicatie geven met welk beleid de groei van het Noord-Nederlandse MKB gestimuleerd kan worden. Bij dit alles moet het lectoraat zich zowel nationaal als internationaal oriënteren. De door de lector voorgestelde insteek van het onderzoek, bleek, zoals in de pre-ambule aangegeven, binnen het Instituut ECMA waaraan het lectoraat werd verbonden, niet haalbaar. Het onderzoeksprofiel werd dus mettertijd bijgesteld, maar bewust niet uitgewerkt in specifieke doelstellingen, onderzoekslijnen en een werkplan, vanuit de intentie om diverse mogelijkheden open te houden. Bevindingen van de commissie De missie van het lectoraat is afgeleid van de missie van de hogeschool. In haar strategisch plan 2008-2011 gaf de NHL al aan dat zij een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van de regio. In het nieuwe strategisch plan 2012-2015 is dit punt uitgewerkt en kiest de NHL voor focus op een zestal terreinen/expertisegebieden, waarvan Concurrentiekracht MKB er één is. Alle NHL-thema‟s hebben gemeenschappelijk dat nadrukkelijk wordt gekeken in hoeverre nieuwe technologie de innovatie binnen het vakgebied kan ondersteunen. Om de noordelijke regio toegang tot netwerken te bieden en over de meeste actuele inzichten op het vakgebied te laten beschikken, is een nationale en internationale oriëntatie noodzakelijk. De commissie vindt de missie van het lectoraat relevant voor de NHL. De verbinding tussen ondernemerschap en risicofinanciering (lees: MKB-risicomanagement) maakt de missie ook relevant voor de samenwerkingspartner, de NV NOM. Het - bijgestelde - onderzoeksprofiel zoals de commissie dat ten tijde van de visitatie aantrof, is naar haar mening echter veel te breed en daardoor diffuus. Het had in de rede gelegen om een business model te maken op het moment dat werd afgesproken om het onderzoeksprofiel te verruimen. De aandacht voor Risicofinanciering is, hoewel niet geheel verdwenen, (helaas) enigszins op de achtergrond geraakt. De commissie adviseert om vanaf nu meer focus aan te brengen. Als dat niet gebeurt, blijft het lectoraat een „manusje van alles‟ en levert het onderzoek niet de nieuwe kennis op waarmee ondernemers in het Noorden hun bedrijfsvoering kunnen verbeteren en hun positie op de markt kunnen versterken, met als uiteindelijk resultaat: groei van de onderneming. Ook mist het lectoraat dan een kans om zich ten opzichte van andere lectoraten ondernemerschap in den lande te profileren, terwijl de verbinding tussen ondernemerschap en
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 8
risicofinanciering (MKB-risicomanagement) juist de troefkaart kan zijn bij het komen tot meer en betere samenwerking met andere lectoraten ondernemerschap aan Nederlandse hogescholen, die dergelijke noodzakelijke kennis ontberen. Niet alleen de kennis omtrent risicomanagement in het MKB is beperkt, er wordt in dit vakgebied ook nog nauwelijks onderzoek gedaan. Terwijl het lectoraat de kennis op dit onderwerp in huis heeft, doet het daar betrekkelijk weinig mee. EVALUATIEVRAAG 2 Is er voldoende relevante productiviteit, impact, waardering en erkenning op het gebied van: kennisontwikkeling binnen het onderzoeksdomein; valorisatie naar beroepspraktijk en maatschappij; Zelfevaluatie De zelfevaluatie geeft aan dat het lectoraat – samenvattend - de volgende activiteiten op het gebied van onderzoek naar de beroepspraktijk heeft ontplooid: Voor de regio Fryslân: In 2009 een tweetal betaalde onderzoeken in opdracht van de Provincie Fryslân. In 2009-2010 een onderzoek onder ondernemers uit de sectoren toerisme en roestvrijstaal, uitgevoerd door studenten van de opleiding MER op eigen initiatief van het lectoraat. Hieruit kwam een vervolgonderzoek voort in het kader van het NHLprogramma Businessplan XL door 25 studentgroepen bestaande uit vijf of zes studenten.
In 2010 betaald onderzoek voor een tweetal marktondernemingen (uit jachtbouw en industrie) en in 2011 onderzoek naar groeiaspecten van toerisme in Fryslân. Tevens stelde het lectoraat een concept-consortiumplan Kennisvalorisatie Fryslân op.
Subsidie-aanvragen:
Tender-voorstellen op Europees niveau alsmede een RAAK-MKB-onderzoeksvoorstel Planmatig ondernemen (2010-2011) bestreken verschillende aspecten van ondernemerschap. Helaas hebben deze aanvragen om verschillende redenen geen succes gehad. In 2011 volgde een RAAK MKB onderzoeksvoorstel Procesoptimalisatie, verbeter het voortraject i.s.m. het Saxion lectoraat Productie en Procesinnovatie, Syntens en NV NOM. Dit onderzoeksvoorstel is geaccepteerd en levert een subsidie van 300.000 euro op. Verder werd in 2011, in samenwerking met verschillende partners in den lande, gewerkt aan een viertal SIA-RAAK onderzoeksvoorstellen. Het lectoraat dong zonder succes mee naar een tweetal Europese projecten.
Tot op heden heeft het lectoraat één wetenschappelijk artikel gepubliceerd in het onderzoeksblad van de International School of Law and Business in Vilnius. Het onderwerp behelsde groeiaspecten van de toeristische branche in Fryslân, in relatie tot een spiegelonderzoek dat in 2011 in Litouwen heeft plaatsgevonden.
Het lectoraat verwacht dat er na de moeizame start nu een “inhaalslag” op het gebied van onderzoek zal plaatsvinden, met gebruikmaking van additionele externe financiering.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012
Pagina 9
Bevindingen van de commissie De commissie stelt vast dat de (betaalde dan wel zelf geëntameerde) onderzoeken ten behoeve van de regio uiteenliepen, meermalen een verkennend karakter hadden en zich eigenlijk niet onderscheidden van het onderzoek dat particuliere (advies)bureaus kunnen doen. Desgevraagd gaf de lector tijdens de visitatie zelf ook aan dat het wetenschappelijk gehalte van dit onderzoek niet erg hoog was. Het RAAK-MKB-onderzoeksvoorstel Procesoptimalisatie lijkt een schot in de roos. Het voorstel is geaccepteerd en voorziet – althans volgens een stakeholder die de commissie heeft gesproken – in een behoefte bij het MKB in de provincie Fryslân. De afloop van de vier RAAK-aanvragen was op het moment van de visitatie nog niet bekend. De commissie vindt het opvallend, dat het lectoraat de weg van landelijke- en Europese subsidieaanvragen – en derhalve samenwerking met diverse partners in den lande - heeft gekozen. Met publieke en private intermediaire instellingen in de regio, zoals banken, accountants, Kamers van Koophandel en lokale ondernemersverenigingen, is geen structurele, op projectmatige basis gestoelde samenwerking tot stand gekomen. Een dergelijke samenwerking genereert niet alleen meer inkomsten uitgedrukt in kennis, kunde en geld, maar zorgt ook voor inkomsten waar meer invloed op kan worden uitgeoefend - vergeleken met de gesubsidieerde projecten waar tot nu toe sterk de nadruk op heeft gelegen. Op zich zijn de onderwerpen van de thans (d.w.z. in 2011) in voorbereiding zijnde aanvragen naar de mening van de commissie wel relevant voor de regio. Twee RAAK-MKB aanvragen zijn gericht op ondernemerschap (beide in samenwerking met lectoraten van Saxion) en voor de andere twee RAAK-Internationaal aanvragen wordt samengewerkt met het NHLkenniscentrum Jachtbouw en het NHL-lectoraat Serious Gaming. Dat er binnen de regio behoefte is aan nieuwe kennis over ondernemerschap en nieuwe instrumenten, bleek duidelijk in het gesprek dat de commissie tijdens de visitatie met twee (MKB)ondernemers uit de regio had. Deze ondernemers gaven aan behoefte te hebben aan instrumenten zoals checklisten t.b.v. risicomanagement in brede zin en software t.b.v. financieel risicobeheer. Zij zijn ook geïnteresseerd in nieuwe kennis rond procesoptimalisatie, bedrijfsoverdracht en de wijze waarop ze zich internationaal kunnen profileren. Het lectoraat heeft een aantal van deze onderwerpen (bedrijfsovername, procesoptimalisatie) al nadrukkelijk in zijn (toekomstig) portfolio opgenomen. Recent heeft het lectoraat voor het bedrijfsleven in de regio een dag over problemen rond procesoptimalisatie georganiseerd. Deze is zeer goed ontvangen en men ziet uit naar een vervolg. Maar, zo stelde een van de stakeholders, de relatie met het bedrijfsleven is op dit moment nog niet duurzaam. Het lectoraat zou aan zijn presentaties in het Noorden, bijvoorbeeld voor VNO-NCW Noord, een vervolg moeten geven en moeten zorgen voor een structurele verbinding met (locale) ondernemersorganisaties. De missie van het lectoraat zou volgens deze ondernemers breed moeten worden ingevuld: „MKB is breed‟ . Desgevraagd meldden de stakeholders dat het echter niet alleen om advies moet gaan, ook de onderzoekstaak van het lectoraat is belangrijk: „er is behoefte aan een instantie die voorblijft met kennis‟. De commissie vindt dat het lectoraat zijn activiteiten op de eerste plaats in dienst moet stellen van het ontwikkelen en aanbieden van nieuwe kennis op een beperkt aantal gebieden. Anders loopt het lectoraat het gevaar te “verworden” tot goedkoop adviesbureau waarbij het gevaar van concurrentievervalsing voor adviesbureaus in de regio reëel is.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 10
- de betekenis van het lectoraat voor onderwijs en scholing Zelfevaluatie In januari 2009 heeft de lector een ambitieus onderwijsprogramma geschreven waarin verschillende nieuwe internationale onderwijseenheden (minor, bachelor, master) op het gebied van ondernemerschap en risicofinanciering werden voorgesteld. Dit plan bleek geenszins haalbaar. Het van de grond krijgen van de minor kostte al de nodige tijd. De zelfevaluatie geeft aan dat het lectoraat – samenvattend - de volgende activiteiten op het gebied van onderwijs op de NHL heeft ontplooid In 2010 ontwikkeling van een Engelstalige minor Business Enterprising and Risk Finance in samenwerking met de afdeling Bedrijfseconomie (BE). Bij de definitieve inbedding in BE is deze minor omgedoopt tot Business Management en Risk Finance en op een aantal punten gewijzigd om beter bij het reguliere onderwijsprogramma van BE aan te sluiten. Het lectoraat is nu betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe minor business consultant die zal worden ingebed bij ECMA. Deze minor – die kennis uit verschillende minoren uit de ECMA-sector samenbrengt - zal een brede bedrijfskundige insteek hebben, maar ook enige aandacht besteden aan de psychologie van een bedrijf, dus een van de “oorspronkelijke” invalshoeken van het lectoraat. Studenten hebben meegewerkt aan een onderzoek bij ondernemers in het toerisme en de roestvaststaal-sector alsmede aan een kwalitatief onderzoek. Het lectoraat heeft een aandeel gehad in internationalisering, met name internationale studentenuitwisseling en het aangaan van structuurovereenkomsten met buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs. Het lectoraat nam ook het initiatief voor een reis naar China in 2011 met 46 studenten van 17 opleidingen, de organisatie was in handen van een lid van de kenniskring. Voorts heeft het lectoraat verschillende gastlessen op de NHL gegeven en heeft het geadviseerd bij het opstellen van het hogeschoolbrede Excellentieprogramma. De zelfevaluatie geeft aan dat de oorspronkelijke doelen m.b.t. het onderwijs in de gegeven situatie op de NHL duidelijk te ambitieus waren. Nu de minor er is, wil het lectoraat zijn focus verleggen naar nieuwe onderzoeksprojecten. Het lectoraat zal zich wel blijvend inzetten voor de ontwikkeling van de minor Businessconsultant, de ontwikkeling van het NHLkenniscentrum Procesoptimalisatie en het expertisegebied Concurrentiekracht MKB. Bevindingen van de commissie Met de minor is het aandachtspunt van het lectoraat inmiddels structureel in het onderwijs opgenomen. Een docent die aan de kenniskring verbonden is, verzorgt een onderwijsdeel in deze minor. De kennis van het lectoraat wordt in toenemende mate benut, zoals bij de ontwikkeling van de minor Businessconsultant. De commissie stelt vast dat er tot op heden te weinig studenten betrokken zijn geweest bij onderzoek door het lectoraat. Recent heeft een aantal studenten als afstudeerproject geparticipeerd in het RAAK-project rond procesoptimalisatie. De commissie heeft deze studenten gesproken. Zij hebben onder meer een bijdrage geleverd aan het opzetten van een diagnose-instrument waarbij uitvoerig literatuuronderzoek was gedaan. Het verschil in diepgang tussen dit onderzoek en het onderzoek dat zij eerder op de opleiding hadden gedaan, was voor deze studenten onmiskenbaar. Over de begeleiding waren zij erg tevreden. De commissie vindt dit project een voorbeeld van een goede verbinding tussen onderzoek van het lectoraat en het onderwijs. De commissie vindt echter ook dat het hier, hoe interessant op zichzelf ook, in feite gaat over efficiencyverbetering in de bedrijfsvoering, en niet zo zeer over ondernemerschap. Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 11
Desgevraagd beaamden de studenten dat ondernemerschap in de traditionele betekenis (werken voor eigen rekening en risico) eigenlijk niet ter sprake was gekomen. Op deze plaats wil de commissie dan ook de vraag opwerpen wat precies de opvattingen van de NHL zijn over „ondernemerschap‟. In zijn proefschrift uit 1998 definieerde de lector het begrip ondernemerschap als “het verschijnsel waarbij een individu naar eigen inzicht een onderneming (bedrijfshuishouding) in het economische verkeer doet functioneren”, waarbij wordt aangegeven dat deze definitie ook toepasbaar is bij het besturen van grote ondernemingen waarbij het aandeelhouderschap en de directievoering geheel of gedeeltelijk van elkaar gescheiden zijn. Het onderzoeksgebied van het lectoraat betreft echter met name MKB-ondernemingen in het Noorden. De NHL wil, getuige haar strategisch plan, bijdragen aan de ontwikkeling van competenties van studenten op het gebied van ondernemerschap, maar hanteert ook graag de term ondernemingszin, vooral op momenten dat zij aangeeft studenten te willen stimuleren in hun ontwikkeling tot innovatieve, ondernemende professionals. De commissie beveelt de NHL aan om onder leiding van het lectoraat de visie op ondernemerschap nader te expliciteren tot de in wetenschappelijke kringen gangbare omschrijving als “het najagen van „opportunities‟ – kansen – ongeacht de op dat moment ter beschikking staande middelen” en na te gaan hoe dit tot een betere implementatie van de doelstellingen van de NHL kan leiden.
EVALUATIEVRAAG 3 Worden de missie en het onderzoeksprofiel geborgd door het portfolio en de wijze waarop de eenheid is georganiseerd? Zelfevaluatie In de zelfevaluatie geeft het lectoraat aan dat in elk geval sinds kort voldoende borging wordt gevonden van de missie en het onderzoeksprofiel. Bevindingen commissie Het lectoraat heeft activiteiten van verschillende aard ontplooid. In het voorgaande is al naar voren gekomen, dat het lectoraat nadat het zijn aanvankelijke onderzoeksprofiel had bijgesteld, bewust verschillende initiatieven heeft ontplooid en open wilde staan voor onderzoeksvragen vanuit de regio. Het is dan ook niet zozeer de vraag of de activiteiten van het lectoraat dekkend voor de missie waren – de missie is te ruim en het scala van activiteiten is ook ruim - maar of die activiteiten de output opleverden die van een lectoraat gevraagd mag worden. Op dit punt is bij de preambule en bij vraag 2 al ingegaan EVALUATIEVRAAG 4 Is de inzet van mensen en middelen daarbij toereikend in kwalitatief en kwantitatief opzicht? Zelfevaluatie In eerste instantie bestond de kenniskring naast de lector uit een vijftal docenten, afkomstig uit afdelingen van ECMA, die elk 0,1 – 0,2 fte tot hun beschikking hadden. Nadat de minor van start is gegaan, is met ingang van het schooljaar 2011-2012 de kenniskring opgebouwd uit
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 12
de lector en twee docenten (afdelingen I&O en BA van ECMA) die 0,5 fte ter beschikking hebben. Al met al beschikt het lectoraat dus over 1,5 fte. Het lectoraat is tevreden over deze opzet: er is sprake van een kwaliteitsslag en efficiënte aanwending van de middelen. Mochten er SIA-RAAK projectaanvragen worden goedgekeurd, dan ontstaat er volgens het lectoraat vanzelf budgetruimte voor het aanstellen van junior-onderzoekers. Hierop wordt nog niet geanticipeerd. Het Instituut ECMA biedt administratieve ondersteuning en de mogelijkheid voor het inhuren (voor haar rekening) van externe adviseurs die SIA-RAAK aanvragen mede vorm geven. Bevindingen van de commissie De lector is een expert op een belangrijk gebied van het ondernemerschap. Voorts is de commissie verheugd dat het inmiddels gelukt is een tweetal goede en gemotiveerde medewerkers aan te trekken, van wie één gepromoveerd is. De keuze om de kenniskring te laten bestaan uit een beperkt aantal medewerkers met een relatief grote taakomvang, lijkt een goede. Dat neemt niet weg, dat de omvang van het lectoraat al met al nog steeds zeer gering is. De recent aangetrokken kenniskringleden zijn erg gericht op de context binnen de NHL en hebben nog weinig symposia en congressen bijgewoond om hun kennisniveau en relatienetwerk met de academische wereld te vergroten. Al met al is de kenniskring, zo vindt de commissie, kwetsbaar. Verhoging van kennis en kunde op het thema van het lectoraat bij de ECMA-docenten, heeft, zo maakt de commissie op uit de gegevens die zij hieromtrent beschikbaar heeft, tot nu toe geen grote prioriteit gehad. Er zijn in deze richting geen promovendi. De commissie beveelt daarom aan om in te zetten op het vergroten van de interesse voor het lectoraat van mensen (docenten en studenten) die niet tot de kenniskring behoren maar wel deel uitmaken van het instituut ECMA. Als het lectoraat beschikt over een pool van mogelijk geïnteresseerden, kan deze van pas komen als er plotseling RAAKaanvragen worden gehonoreerd. EVALUATIEVRAAG 5 Zijn de interne en externe samenwerkingsverbanden, netwerken en relaties daarbij voldoende relevant, intensief en duurzaam? Zelfevaluatie De zelfevaluatie geeft het volgende aan: Interne samenwerkingsverbanden Werkverband lectoren, samenwerking met het lectoraat Serious Gaming en het kenniscentrum Jachtbouw, samenwerking met docenten rond het Excellentieprogramma. Het lectoraat vindt dat de intensiteit van zijn relaties met het onderwijs binnen de hogeschool goed is en de relaties doeltreffend zijn. Externe samenwerkingverbanden Het lectoraat rept over bestaande samenwerkingsverbanden van de NHL zoals die van MKB Noord, VNO/NCW Noord, NV NOM, Kamer van Koophandel, Provincie Fryslân en de aan deze organisaties gekoppelde bedrijven/netwerken. Er is een samenwerkingsverband tussen NV NOM WN Eurada, het Europese netwerk van regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Verder is vooral in het kader van onderzoeksprojecten en subsidieaanvragen aansluiting gezocht met een aantal (internationale) instellingen, hogescholen en Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 13
universiteiten (Syntens, Hanzehogeschool, Saxion, Windesheim, VU en UT Twente, Universiteiten van Vilnius, Guangzhou en Zlin). Er zijn structureel contacten met de International School of Law and Business in Vilnius, Litouwen en met de South China University of Technology in Guangzhou, China. Het lectoraat verzorgde verschillende lezingen en nam actief deel aan congressen op diverse buitenlandse instellingen. Het lectoraat vindt zelf dat de afstemming die plaats vindt via de externe en interne relaties en netwerken op de wensen en behoeften van de stakeholders, na een wat aarzelende start, nu goed is. Het vindt de relevantie, intensiteit en duurzaamheid van de contacten ruim voldoende, maar geeft wel aan dat deze kunnen nog verder geïntensiveerd worden. In de komende periode zal meer aandacht zal moeten worden geschonken aan externe profilering zoals actieve betrokkenheid van het lectoraat bij (het organiseren van) openbare bijeenkomsten met ondernemers en andere stakeholders. Bevindingen van de commissie Het lectoraat heeft, zoals blijkt uit het bovenstaande, een scala aan (buitenlandse) contacten. Wat deze concreet hebben bijgedragen aan de missie van het lectoraat met betrekking tot de verbetering van de beroepspraktijk van het bedrijfsleven in het Noorden, is de commissie niet goed duidelijk geworden. Het heeft - zoals al eerder aangegeven - de commissie verbaasd dat het het lectoraat niet gelukt is om met hogescholen en universiteiten in de regio tot een intensieve samenwerking te komen. De commissie vindt dat jammer en beveelt aan hierop te blijven inzetten. Ook de samenwerking met publieke en private intermediaire instellingen in de regio, zoals banken, accountants, KvK‟s, en lokale ondernemersverenigingen, zou, zoals de commissie hierboven ook al aangaf, moeten worden geïntensiveerd. Het lectoraat vindt dat overigens zelf ook. Uit het gesprek met de Friese ondernemers dat de commissie tijdens de visitatie had, bleek dat het lectoraat relatief makkelijk ingangen tot MKB-ondernemingen in de regio heeft. De link met de NOM maakt contact makkelijk en ondernemingen kennen de NHL van stagiaires en afstudeerprojecten. Hun ervaringen met de NHL zijn goed. De PR van het lectoraat zou volgens die ondernemers wel moeten verbeteren, het lectoraat gaf dit zelf al aan. Publiciteit in de Leeuwarder Courant, onder het motto „dit is het lectoraat, het staat ten dienste van het MKB‟ kan een bijdrage leveren aan de (naams)bekendheid van het lectoraat. Daarnaast beveelt de commissie aan via sociale netwerken zoals LinkedIn een community te ontwikkelen met ondernemende studenten, alumni-ondernemers en regionale MKB dienstverleners. Verder beveelt de commissie aan om een klankbordgroep samen te stellen. Deze zou eenmaal per half jaar bijeen kunnen komen en het lectoraat kunnen “voeden” met informatie over ontwikkelingen en behoeften aan kennis op het gebied van het lectoraat in de regio, maar ook haar netwerken kunnen inzetten om ingangen te vinden naar belangrijke partijen. Gegeven de taken van het lectoraat zou gestreefd moeten worden naar een brede samenstelling, te weten ondernemers, MKB-intermediairs, collega-lectoren van andere (niet concurrerende) hogescholen en hoogleraren van universiteiten. Om tot een werkbare structuur te komen zou zelfs gedacht kunnen worden aan twee klankbordgroepen (een economische en een wetenschappelijke (Wetenschappelijke Raad voor het Lectoraat). De eerste groep zou kunnen zorgen voor het verkrijgen van interessante opdrachten, de tweede zou zich kunnen richten op het gezamenlijk schrijven van artikelen.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 14
Samenvattende conclusie In dit hoofdstuk heeft de commissie haar bevindingen met betrekking tot het lectoraat weergegeven en een oordeel uitgesproken, waarbij ze nadrukkelijk de start en context waarin het lectoraat heeft moeten opereren in aanmerking heeft willen nemen. Juist met het oog op die samenhang, formuleert de commissie thans samenvattende conclusie. Het lectoraat heeft binnen de NHL en in de regio onderzoek naar (regionaal) ondernemerschap geëntameerd dan wel in opdracht uitgevoerd en zowel in- als extern een groot aantal activiteiten ondernomen. Op zichzelf een prestatie, vooral als men bedenkt dat de omvang van het lectoraat gering is, de slagkracht dus beperkt, en dat het lectoraat met tegenslagen in de opbouw van de kenniskring te kampen heeft gehad. Mettertijd is het onderzoeksprofiel van het lectoraat te breed geworden. De zoektocht naar de juiste invulling van het lectoraat heeft geleid tot diverse initiatieven met betrekking tot de beroepspraktijk die tot op heden betrekkelijk weinig nieuwe kennis hebben gegeneerd en vooralsnog niet hebben geleid tot de stevige profilering van het lectoraat in de regio. Deze zoektocht had effectiever kunnen verlopen als het lectoraat bij de bijstelling van het onderzoeksprofiel een businessmodel voor ogen had gestaan. De commissie heeft de indruk dat de interessante invalshoek van de lector - bij onderzoek naar groei van ondernemingen uitgaan van een bedrijfsmodel dat zowel economische als psychologische componenten bevat - slechts ten dele nog in beeld is. Hetzelfde lijkt te gelden voor het aspect „risicofinanciering‟, vooral bij het lectoraatsonderzoek, terwijl risicomanagement in relatie tot starters en MKB-bedrijven meer voor de hand ligt. De vele - al dan niet geslaagde - initiatieven en verkennende onderzoeken hebben er toe geleid dat er nog maar één serieuze wetenschappelijke publicatie is geschreven - deze zal binnenkort verschijnen. Binnen het onderwijs op de NHL is een minor tot stand gekomen. De betrokkenheid van studenten bij het onderzoek van het lectoraat is over het geheel genomen echter te gering geweest. Toch is er, getuige de verhalen die de commissie tijdens de visitatie over de reis naar China hoorde, wel degelijk impact van het lectoraat op het onderwijs. Op de keper beschouwd is de lector vooral geslaagd in het intern - binnen de NHL positioneren van het lectoraat. Steeds opnieuw is hij blijven zoeken naar mogelijkheden. De commissie heeft daar grote waardering voor. Zijn inzet heeft uiteindelijk vruchten afgeworpen. Er is een substantiële RAAK-subsidie binnengehaald en het onderwerp Procesoptimalisatie zal binnen de NHL binnen een expertisecentrum worden opgepakt. De aandacht voor het MKB is binnen ECMA toegenomen, getuige de plannen die er zijn om een minor Businessconsultant te ontwikkelen. De waardering van de commissie voor de lector wordt door interne betrokkenen binnen de NHL (docenten en kenniskringleden) gedeeld. Het is zaak om nu te werken aan de verdere inbedding van het lectoraat binnen de NHL en een focus aan te brengen. Het is evident dat er in de regio behoefte is aan dit lectoraat en dat de missie van het lectoraat relevant is. De commissie beveelt dan ook aan om het lectoraat voort te zetten en een gedegen businessplan te maken. Het lectoraat heeft zelf al de intentie uitgesproken om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het speerpunt Concurrentiekracht MKB van de NHL. Daarnaast wil de commissie een aantal vragen opwerpen waarvan ze vindt dat daarover binnen het lectoraat en met betrokkenen binnen de NHL discussie gevoerd zou moeten worden: - hoe realiseert dit lectoraat verbindingen met andere lectoraten binnen de NHL die gericht zijn op de inzet van nieuwe technologie? - wat is de visie binnen de NHL (en het Instituut ECMA) op ondernemerschap, welke elementen van ondernemerschap zouden in de NHL-curricula een plaats moeten krijgen? - in hoeverre kan er onderzoek verricht worden vanuit de oorspronkelijke, interessante Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 15
invalshoek van het lectoraat: bij onderzoek naar groei van ondernemingen uitgaan van een bedrijfsmodel waarin risicomanagement centraal staat en dat zowel economische als psychologische componenten bevat? - hoe krijgt het lectoraat het voor elkaar om zich snel en effectief te oriënteren op díe nationale en internationale ontwikkelingen die interessant zijn voor het bedrijfsleven in het Noorden c.q. waarop dat bedrijfsleven zou moeten inspringen? Aanvullend doet de commissie – vooral met het oog op de nabije toekomst - de volgende aanbevelingen:
4. Afsluiting: aanbevelingen Aanbevelingen voor het management
Bevorder dat er bij de start van een lectoraat een omgevingsanalyse plaatsvindt. Belangrijke vragen daarbij zijn: welke actoren - intern en extern NHL - zijn bij dit lectoraat van belang? En wat zijn de belangen van deze actoren? Ondersteun de inbedding van (nieuwe) lectoraten op de NHL, bespreek waar nodig met de instituutsdirecties en lectoren (opnieuw) het eigenaarschap van het lectoraat: eigenaarschap in die zin, dat taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende actoren worden gespecificeerd en wordt gekeken of het geheel consistent is Toets de onderzoeksplannen van lectoraten op haalbaarheid gezien de missies van de instituten waartoe het lectoraat behoort en bepaal op voorhand de consequenties van de plaatsing van een lectoraat bij een instituut. Reallocatie van een lectoraat betekent in de praktijk een bijgesteld onderzoeksplan Geef een aanzet tot een hogeschoolbrede discussie over ondernemerschap Continueer dit lectoraat na 2012.
Aanbevelingen voor het Instituut ECMA
Bevorder de interesse voor onderwijs en onderzoek rond MKB-ondernemerschap binnen het Instituut ECMA voor zowel docenten als studenten. Faciliteer / beloon participatie van docenten in toegepast onderzoek bij lectoraten.
Aanbevelingen specifiek voor dit lectoraat
Expliciteer (opnieuw) een visie op ondernemerschap en wat het lectoraat specifiek voor het ondernemerschap voor het MKB in de Noordelijke regio kan betekenen Geef – mede gezien de beperkte formatie van het lectoraat - één van de functies van het lectoraat: kennisontwikkeling, kenniscirculatie en onderwijs, prioriteit Zet in op behoud van de huidige kenniskring, laat een van de leden die bewezen onderzoekscapaciteiten heeft en de NHL goed kent fungeren als associate lector Breng focus aan in het onderzoeksprofiel, kies uitdrukkelijk voor het Noordelijke MKB als doelgroep en beperk het aantal thema‟s waarnaar het lectoraat ten behoeve van die doelgroep onderzoek doet. Kies daarbij voor thema‟s waarbij verbindingen met andere lectoraten op de NHL mogelijk zijn, met name op het gebied van technologie. Zorg in het onderzoek voor een goede balans tussen theoretische en praktische relevantie
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 16
Behoud bij continuering van het lectoraat het specialisme risicomanagement Ga kritisch om met internationale contacten en internationale uitwisseling, focus op datgene wat direct relevant is voor het ondernemerschap in het Noorden. Blijf aansluiting zoeken bij universiteiten en hogescholen in het noorden van het land en bij onderwijsinstellingen in het aangrenzende deel (Hanzeregio) van Duitsland (Oost Friesland) en Denemarken (Jutland) Intensiveer het contact met de lector Open Innovatie en bepaal welke activiteiten zich lenen om gezamenlijk in te participeren Stel een businessplan op met SMART geformuleerde doelstellingen. Inventariseer hiervoor onder meer de behoeften bij alumni in de NHL Bepaal nadrukkelijk welke rol de lector bij welke activiteit inneemt (initiërend, regisserend, adviserend, uitvoerend) Bespreek het businessplan met bij het lectoraat betrokkenen binnen de NHL, ga ermee langs vakgenoten in den lande (met name lectoren die ook naar het thema ondernemerschap onderzoek doen) en laat het definitieve businessplan ondertekenen door betrokkenen binnen de NHL Koppel aan het businessplan een inventarisatie van benodigde competenties van medewerkers Stel een of meerdere klankbordgroepen samen Zorg voor een grotere zichtbaarheid van het lectoraat: 1. Intern binnen de NHL 2. Extern a. in het vakgebied: publiceer in vaktijdschriften b. in de regio: maak een PR-plan, zoek naar publiciteit in kranten of op de locale tv c. profileer het lectoraat bij ondernemersverenigingen in de regio 3. Ontwikkel via sociale netwerken zoals LinkedIn een community voor ondernemende studenten, alumni-ondernemers en regionale MKB dienstverleners Zoek structureel contact met wetenschappelijke instellingen met het oog op validatie van de door het lectoraat ontwikkelde producten Versterk contacten met vakgenoten in den lande die ook onderzoek naar het thema ondernemerschap doen.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 17
Bijlagen Bijlage 1 Samenstelling externe beoordelingscommissie Voorzitter Prof. Dr. L.H.J. Verhoef Tijdens zijn studietijd aan de Rijksuniversiteit van Utrecht (Interfaculteit Ruimtelijke Wetenschappen) was Prof. Dr. L.H.J. (Leo) Verhoef al werkzaam als leraar op een MAVO in Bodegraven (1974-1978). Na zijn afstuderen was hij werkzaam bij de overheid (Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders) en het bedrijfsleven (ING Bank) maar behield hij zijn contacten met het onderwijsveld. Van 1982-1986 was hij als parttime docent verbonden aan de Economische Faculteit van de Universiteit van Tilburg en van 1994-1998 als deeltijdhoogleraar aan de Faculteit Technische Bedrijfskunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Van 1998-2011 kreeg hij bij laatstgenoemde instelling een voltijdse aanstelling. Na zijn pensionering in maart 2011 werd hij co-lector ondernemerschap aan de hogeschool Zuyd. Verder is hij nog als hoogleraar ondernemerschap verbonden aan MBA opleidingen van universiteiten in Skopje (Macedonië) en Willemstad (Curaçao). Tenslotte wordt hij door het NQA ingezet als lid in accreditatiecommissies van MBA-opleidingen. Commissielid Dr. P. van der Sijde Peter van der Sijde studeerde psychologie aan de VU te Amsterdam en na een korte periode als onderwijskundig medewerker aan een HBO-instelling (voor fysiotherapie) werkte hij als onderzoeksmedewerker aan de Universiteit Twente (UT) waar hij in 1987 promoveerde op het proefschrift “Teaching the Training Script”. In 1991 werd hij transfermedewerker bij de UT (medewerker, senior medewerker, manager) en is sinds die tijd is hij bezig met ondernemerschap en kennis- en technologietransfer. In 2001 richtte hij samen met Prof. Groen het NIKOS (Nederlands Instituut voor Kennisintensief Ondernemerschap) op. Tussen 2003 en 2007 was hij tevens lector Kennisinnovatief Ondernemerschap aan de Saxion Hogeschool en tussen 2002 en 2011 visiting professor Entrepreneurship aan de University of Ulster (UK/NI). Sinds 2008 is hij Universitair Hoofddocent bij de afdeling Organisatiewetenschappen aan de Faculteit Sociale Wetenschappen aan de VU te Amsterdam. Hij verzorgt onderwijs op het gebied van ondernemerschap en doet onderzoek naar ondernemerschap en de interactie tussen kennisinstelling en bedrijfsleven. Commissielid Dr. E. Wierstra Erik Wierstra heeft econometrie (1986-1992) gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar gaf hij al werkcollege wiskunde aan studenten economie en bedrijfskunde, Na zijn studie heeft hij een promotie-onderzoek rond milieu-economie uitgevoerd aan de Universiteit Twente (1992-1996). Vervolgens is hij als wetenschappelijk onderzoeker gaan werken bij het voormalige technologische topinstituut Telematica Instituut (nu Novay). In 2000 was het tijd voor een ommekeer: van wetenschappelijk onderzoek naar toegepast onderzoek bij marktonderzoekbureau Censydiam (nu onderdeel van Synovate), dat gespecialiseerd was in psychologisch onderzoek rond fast moving consumer goods.
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 18
De wens naar een goede balans tussen onderwijs en onderzoek bleef bestaan: daarom werkt hij sinds 2004 in het HBO. Eerst een jaar bij de Noordelijke Hogeschool te Leeuwarden en vanaf 2005 bij Saxion. In 2007 is hij bij Saxion benoemd als lector Kennisinnovatief Ondernemerschap met twee centrale taken: a. onderzoek naar en stimulering van studentondernemerschap en b. onderzoek en onderwijsontwikkeling rond bedrijfsopvolging bij familiebedrijven. Hij heeft enkele malen, namens NQA, geparticipeerd in accreditatiecommissies van HBOopleidingen. Secretaris Drs. A.H.J. Boots A.H.J. (Alice) Boots begon haar loopbaan als docent in het hoger beroepsonderwijs. Sinds 2001 had zij verschillende functies in de kwaliteitszorg waaronder een werkkring als secretaris van een visitatiecommissie. Thans is zij in deeltijd werkzaam als senior adviseur kwaliteitszorg en accreditatie op het centraal bureau van de Hogeschool Utrecht, met als specialisatie kwaliteitszorg van onderzoek. Daarnaast werkt zij als secretaris bij externe audits vanuit haar eigen bedrijf (Geerdinkhof 384 1103 RD Amsterdam,
[email protected]).
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 19
Bijlage 2 Programma externe evaluatie lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering
Tijd 9.00 - 9.45
Activiteit Ontvangst externe evaluatiecommissie door CvB, Directeur Instituut en lector met aansluitend gesprek
9.45 - 10.00
Overleg evaluatiecommissie
10.00 - 10.45
Voorbereiding en bestuderen documenten ter inzage door externe evaluatiecommissie Gesprek met lector, kenniskringleden
10.45 - 11.30
11.30 - 12.30
Overleg evaluatiecommissie
12.30 - 13.30 13.30 - 14.15
Lunch evaluatiecommissie Gesprek met samenwerkingspartners
14.15 - 14.30 14.30 - 15.15
Overleg evaluatiecommissie Gesprek met studenten
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 20
Naam, functie en organisatie Diane Keizer-Mastenbroek lid College van Bestuur NHL Hogeschool Egon van der Veer - directeur Instituut Economie en Management Johan Mekkes - lector NHL, Lectoraat Ondernemerschap en Risicofinanciering Henk van der Vaart - hoofd afdeling Information & Organization Evaluatiecommissie: Leo Verhoef (voorzitter), Alice Boots (secretaris), externe vakdeskundigen: Erik Wierstra, Peter van der Sijde Evaluatiecommissie
Johan Mekkes - lector NHL, Lectoraat Ondernemerschap & Risicofinanciering Taeke Tuinstra - docent afdeling Business Administration Ton de Winter - docent afdeling Information & Organization Evaluatiecommissie: Leo Verhoef (voorzitter), Alice Boots (secretaris), externe vakdeskundigen: Erik Wierstra, Peter van der Sijde Evaluatiecommissie Tjerk Hutting directeur/eigenaar bedrijf Hutting Yachts Andries Miedema directeur/eigenaar bedrijf MiedemaHout B.V. Evaluatiecommissie Joey Hiemtra - student TBK (Technische Bedrijfskunde)
Tijd
Activiteit
15.15 - 15.30 15.30 - 16.15
Overleg evaluatiecommissie Gesprek met docenten (relatie met lectoraat)
16.15 – 17.00 17.00 - 17.30 *
Overleg evaluatiecommissie Optioneel Gesprek met CvB en management waarin gelegenheid is voor het stellen van aanvullende vragen
17.30 – 17.45
Eindoverleg evaluatiecommissie
17.45 – 18.00ExteTerugkoppeling: bevindingen van de externe evaluatiecommissie
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 21
Naam, functie en organisatie Bart del Grosso - student TBK (Technische Bedrijfskunde) Aizo Lijcklama à Nijeholt ex-student TBK (Technische Bedrijfskunde) Martin de Wit - student P&A (Personeel & Arbeid Evaluatiecommissie Margriet Kat - consultant onderwijs Klaas Hofstra - docent Kenniscentrum ECMA Marleen Griep - docent afdeling Business Administration Dennis Carton - docent afdeling Information & Organization Melchior van Benthem instellingscoördinator Internationalisering Evaluatiecommissie Diane Keizer-Mastenbroek lid College van Bestuur NHL Hogeschool Egon van der Veer - directeur Instituut Economie en Management Henk van der Vaart – hoofd afdeling Information & Organization Evaluatiecommissie: Leo Verhoef (voorzitter), Alice Boots (secretaris), externe vakdeskundigen: Erik Wierstra, Peter van der Sijde Diane Keizer-Mastenbroek lid College van Bestuur NHL Hogeschool Egon van der Veer - directeur Instituut Economie en Management Johan Mekkes - lector NHL, Lectoraat Ondernemerschap en Risicofinanciering Henk van der Vaart - hoofd afdeling Information &
Tijd
Activiteit
Naam, functie en organisatie Organization
Bijlage 3 Bestudeerde documenten Zelfevaluatierapport van het lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Handboek Lectoraten NHL, waarin onder meer het Kader Kwaliteitszorg Lectoraten NHL en het Kader Kwaliteitszorg van onderzoek Strategisch Plan van de NHL 2012-2015 Kennisontwikkeling en valorisatie Provincie Fryslân: eerste aanzet valorisatieplan, maart 2011
Externe beoordelingscommissie Lectoraat Ondernemerschap en risicofinanciering Eindrapport, 15 februari 2012 Pagina 22