Lectoraat Cybersafety
NHL Hogeschool & Politie Academie Jaarverslag 2012 Prof. dr. W.Ph. Stol November 2013
Inhoud: 1.
Inleiding .......................................................................................................... 1
2.
Missie, ambitie en doelen .............................................................................. 1 2.1 Missie en ambitie .................................................................................. 1 2.2 Doelen ................................................................................................... 2
3.
Directe bijdrage aan onderwijs ...................................................................... 2 3.1 Vertrekpunten ...................................................................................... 2 3.2 Geleverde directe bijdrage aan het onderwijs ..................................... 2
4.
Professionalisering van docenten .................................................................. 5 4.1 Vertrekpunten ...................................................................................... 5 4.2 Bijdrage aan professionalisering van docenten .................................... 5
5.
Kennisdiensten voor het beroepenveld ......................................................... 6 5.1 Vertrekpunten ...................................................................................... 6 5.2 Realisatie van kennisdiensten voor het beroepenveld ........................ 7
6.
Kenniscirculatie .............................................................................................. 8 6.1 Vertrekpunten ...................................................................................... 8 6.2 Realisatie aangaande kenniscirculatie .................................................. 8
7.
Externe positionering van het lectoraat ...................................................... 11 7.1 Vertrekpunten .................................................................................... 11 7.2 Externe positionering ......................................................................... 11 7.3 Lectoraat in de media ......................................................................... 12 7.4 Lectoraat in landelijk beleid en politiek .............................................. 13 8.1 Vertrekpunten .................................................................................... 13 8.2 Realisatie begroting 2012 ................................................................... 13
9.
Conclusies en aandachtspunten .................................................................. 14 Bijlage 1: staat van baten en lasten 2012 (realisatie) .................................. 15
1. Inleiding Op 1 september 2004 start aan de NHL Hogeschool (NHL) het lectoraat Integrale Vei‐ ligheid (2004‐2008) met als één van de inhoudelijke hoofdlijnen Veiligheid en tech‐ nologie. Speciaal gaat de aandacht uit naar veiligheid in cyberspace (cybersafety). Signalen uit het werkveld wijzen op een fors kennistekort op dit terrein, tegelijk laat een marktverkenning zien dat er bijzonder weinig onderzoekers zijn die zich op dit thema toeleggen. In 2008 kiest de NHL er voor zich te profileren op de speerpunten livability & creative technologies. In Cybersafety komen beide speerpunten tot uit‐ drukking, dus ook gezien vanuit NHL‐beleid is Cybersafety in 2008 een goede keuze voor een nieuw lectoraat. Op 1 september 2008 gaat het NHL‐lectoraat Integrale Veiligheid verder als het lectoraat Cybersafety (2008‐2012). Op 1 juni 2009 wordt de lector Cybersafety aangesteld aan de Open Universiteit (OU) als bijzonder hoogleraar Politiestudies met bijzondere aandacht voor vraagstukken van cybersafety. Daarmee bundelen NHL en OU hun krachten op dit thema. Op 30 november 2010 wordt het lectoraat gevisiteerd door een externe be‐ oordelingscommissie. Die rapporteerde haar bevindingen in een rapport op 14 maart 2011. De commissie schrijft dat ‘het lectoraat Cybersafety floreert’ en dat ‘De samenvattende conclusie is: ga door op de ingeslagen weg.’ Als inhoudelijke verbe‐ terpunten noemt de commissie: het uitbreiden en verstevigen van contacten in de regio, het uitwerken van de onderzoekslijn ‘bedrijf en cybersafety’ en het uitbouwen van het internationale netwerk. Op 15 februari 2011 sluiten NHL en Politieacademie een samenwerkings‐ overeenkomst aangaande cybersafety. Sindsdien is het lectoraat een gezamenlijk lectoraat van beide kennisinstellingen en is de lector zowel lector aan de NHL als aan de Politieacademie (PA). Het lectoraat dient alles met elkaar bij te dragen aan de or‐ ganisatiedoelstellingen van de NHL, de PA en de OU. Omdat het lectoraat succesvol is in onderzoek en onderwijs en voorziet in een kennisbehoefte in het beroepenveld, geeft de NHL het lectoraat per 1 september 2012 een tweede termijn (2012‐2016). Onderhavig jaarverslag gaat over het kalen‐ derjaar 2012. In dit jaarverslag komen aan de orde: bijdrage van het lectoraat Cybersafety aan het onderwijs (paragraaf 3), bijdrage aan de professionalisering van docenten (4), uitvoering van kennisdiensten voor het beroepenveld (5), kenniscirculatie (6), de positionering van de lectoraat (7), en de begroting 2012 (8). Eerst echter, bij wijze van achtergrondschets, een paragraaf over de doelen zoals vastgelegd bij de aan‐ vang van de tweede termijn van het lectoraat. 2. Missie, ambitie en doelen 2.1 Missie en ambitie Het lectoraat Cybersafety heeft als maatschappelijke missie bij te dragen aan de vei‐ ligheid in cyberspace, in het bijzonder in de Nederlandse context. Het lectoraat verzorgt haar bijdrage middels hoogwaardig, onafhankelijk en praktijkgericht veiligheidskundig onderzoek ten gunste van het veiligheidsonderwijs en de veiligheidspraktijk. Veiligheidskunde is de wetenschap die zich bezig houdt met het beschrijven en begrijpen van veiligheidsproblemen en van het functioneren van verbanden waarin mensen samenwerken aan veiligheid. Het onderzoek is onaf‐ hankelijk in die zin dat conclusies uit onderzoek uitsluitend gebaseerd zijn op onder‐ zoeksbevindingen verkregen aan de hand van wetenschappelijke criteria.
1
Het lectoraat wil haar toonaangevende positie in Nederland op het gebied van cybersafety behouden en versterken, onder meer door in verschillende samenwer‐ kingsverbanden een initiërende en constructieve bijdrage te leveren (onder meer via CyREN en CyREN‐jeugd; zie www.cybersafety.nl). In de loop van de lectoraats‐ periode verwerft het lectoraat zich een degelijker internationale reputatie, hetgeen blijkt uit sterker wordende internationale relatienetwerken (aansluiting bij een of meer relevante communities), samenwerkingen en publicaties. 2.2 Doelen Het lectoraat Cybersafety werkt aan haar missie aan de hand van drie hoofddoelen: 1. Werken aan een consistent onderzoeksprogramma ‘Cybersafety’. 2. Realiseren van een structurele, substantiële bijdrage aan veiligheidsonderwijs, ten gunste van het onderwijsniveau en de praktijkgerichtheid ervan. 3. Realiseren van een kennisbijdrage aan de beroepspraktijk. 3. Directe bijdrage aan onderwijs 3.1 Vertrekpunten Bij de start van de tweede termijn van het lectoraat is over het leveren van een bij‐ drage aan het onderwijs vastgelegd: ‘Het lectoraat moet bijdragen aan de kwaliteit van veiligheidsonderwijs. Middels toegepast onderzoek van wetenschappelijke kwa‐ liteit werkt het lectoraat aan kennisvermeerdering in het vakgebied, zodanig dat studenten direct zelf die kennis opdoen of dat de opgedane kennis toegankelijk is voor overdracht aan studenten: a. Studenten participeren in het onderzoeksprogramma van het lectoraat. b. Docenten die aan NHL/PA veiligheidsonderwijs verzorgen, kunnen participeren in het onderzoeksprogramma van het lectoraat (professionalisering). c. Het lectoraat initieert de ontwikkeling van veiligheidsonderwijs. Bijvoorbeeld: in 2011 verscheen de tweede, geheel heziene druk van het Basisboek Integrale Vei‐ ligheid; gepland voor 2012 staat een Engelstalige inleiding in digitale veiligheid: Cybersafety: an Introduction; en er wordt gewerkt aan een multimediaal e‐boek voor methodenonderwijs.’ Het lectoraat werkt aan de kwaliteit van het onderwijs door daaraan zelf een directe bijdrage te leveren (onderwijs geven, studenten begeleiden bij stage en/of afstude‐ ren, en ontwikkelen van onderwijsprogramma’s) en op twee manieren langs indirec‐ te weg: professionalisering van docenten en het schrijven van onderwijsmateriaal (kenniscirculatie). Deze paragraaf gaat verder over de directe bijdrage. De professi‐ onalisering komt aan bod in paragraaf 4, de kenniscirculatie in paragraaf 6. 3.2 Geleverde directe bijdrage aan het onderwijs De door het lectoraat Cybersafety in 2012 geleverde bijdrage aan het NHL‐onderwijs bestaat uit: - het begeleiden van studenten bij stage en/of afstuderen; - het meewerken van NHL‐studenten aan onderzoek van het lectoraat; - het geven van gastcolleges tijdens NHL‐onderwijsprogramma’s die worden ver‐ zorgd vanuit NHL‐onderwijs; - het ontwikkelen en/of verzorgen van NHL‐onderwijsprogramma’s.
2
In 2012 begeleidde het lectoraat de volgende studenten bij hun stage en/of afstu‐ deeropdracht: - Thomina de Vries. Politie, jeugd en de virtuele wereld: Op weg naar een veiligere (online) wereld. - Jeroen Veenstra en Jorrit Siderius. Mobiel bankieren: veilig bankieren of doelwit van fraude? - Herre Roosma. Borging informatiebeveiliging bij de Gemeente Groningen. In het kader van de minor Cybersafety 2011‐2012 begeleidde het lectoraat de vol‐ gende groepjes studenten die werkten aan de volgende onderwerpen: - Inzet van Twitter door Wijkagenten. Door: Jorgo Leermakers (IV extern), Vincent Stegenga (Integrale Veiligheid), Ingrid Wijnja, Mandy Mensen (beide Forensic Sci‐ ence). - Phishing: Een onderzoek naar phishing, de gehanteerde methoden, de veroor‐ zaakte schade en de voorlichting. Door: Joël van Harten, Wiebren Kloosterman, Annelies Pietersma (alle drie Integrale Veiligheid), Marianne Siesling, Jorrit van Vaals (beide HBO Rechten). - Netwerkpartners politie 3‐noord: onderzoek naar bedrijven welke mogelijk een rol kunnen spelen bij gegevensverzameling op het gebied van hacken voor de po‐ litie 3‐noord. Door: Hilgur Demmer (hbo rechten), Remco van Rennes (integrale veiligheid), Marijke Damsma, Ulrike Soos (beide forensic science). - Social media en opsporingsonderzoeken. Door: Ilja Brander (Informatica). Justin Moody, Bart Driessen (beide Forensic Science), Melissa Bergsma. In het kader van de minor Cybersafety 2011‐2012 hebben de volgende studenten (begeleidt door het lectoraat) de volgende rapportages opgeleverd: - Schoolplein vs. Profielsites ‐ Het probleem verplaatst…: Een onderzoek naar lo‐ verboys en social media en de rol die voorlichting daarin speelt. Door: Eline Kuil‐ der (Integrale Veiligheid), Ilona van der Leer en Marijke van Lunteren (beide Poli‐ tie Academie). - Cybersafety:een onderzoek naar digitale meldpunten van pesterij, stalking en smaad op het internet en de bereidheid van zowel jongeren als de politie om hieraan mee te werken. Door: Nathalie de Wit (Integrale Veiligheid) en Marjolein van Koelen (Integrale Veiligheidskunde). - Politie en sociale media: Een onderzoek naar welke kennis er nodig is bij de poli‐ tie voor het effectief gebruiken van en leren omgaan met sociale media. Door: Dennis Flisijn, Marlous Haasnoot, Jorrit Lepstra, John van der Molen, Ernst Spren‐ ger (allen Integrale Veiligheid). - Integrale aanpak van cyberpesten: een onderzoek naar effectieve samenwerking bij de aanpak van cyberpesten. Door: Jeroen Veenstra, Jorrit Siderius, Thomina de Vries en Emiel Woortman (allen Integrale Veiligheid). - Cyber warfare: NATO, US and the Netherlands. Door: Jasper van Haren (Integrale Veiligheid dt). - Onderzoek naar de inzet van Twitter bij de politie. Door: Robin Holtrop, Marijke Damsma, Martin Baar, Marjon van Slageren en Bart Driessen (Forensic Science, onvoldoende). - Exotische dieren: het in kaart brengen van illegale handel met behulp van sociale media. Door: Marloes Velsma, Feyke Stadt, Melanie Coenraadts en Stephanie van Zoelen (Forensic Science). - De digitale winkeldief. Door: Dick Dreves en Ina van der Wal (Integrale Veilig‐
3
heid dt). - Onderzoek naar rechts‐extremistisch haatzaaien middels social media. Door: Dennis Vellinga, Rianne Hummel, Lisette Bel, Anke van der Kooi (allen Integrale Veiligheid) en Quintijn de Boer (Informatica). - De rol van social media in de voorlichting over haatzaaien door gemeente en poli‐ tie. Door: Tamara Nieuwenburg en Melani Boumans (Integrale Veiligheid dt). In 2012 verzorgde het lectoraat de volgende gastcolleges tijdens NHL‐onderwijspro‐ gramma’s: - Bij de opleiding IT Service Management een gastcollege over ICT en Recht. - Aan studenten van de minor Community Safety een gastcollege over de theorie van de technologische handhaving. - Aan studenten van de minor Community Safety over de theorie van de technolo‐ gische handhaving. - Bij de Minor Social Media. Een gastcollege over Cybercrime: Slachtoffer‐ en da‐ derschap in cyberspace. Colleges in het kader van de minor Cybersafety (3e en 4e jaars studenten): - Startbijeenkomst - Inleiding Cybercrime - Uitleg onderzoeksopdracht - Praktijkvoorbeelden onderzoek - Jeugd & Cybersafety (1): seksualiteit - Jeugd & Cybersafety (2): cyberpesten, gaming en virtuele diefstal - Het schrijven van een essay - Techniekfilosofie & Gedragsregulering - Politie & Bestrijding van cybercrime - Internet & Criminologische theorieën - Beschermende maatregelen De directe bijdrage aan het onderwijs omvat ook het ontwikkelen en het in de ont‐ wikkelfase verzorgen van onderwijs. In 2012: - Coördineerde het lectoraat de minor Cybersafety en verzorgde een substantieel deel van de inhoud. - Coördineerde het lectoraat de onderwijsmodule Community Safety en vezorgde een substanhtieel deel van de inhoud. Binnen die onderwijsmodule wordt stu‐ denten inzicht geboden in de grondbeginselen van de criminologie, penologie en het Strafrecht. Daarnaast voeren zij in projectgroepen onderzoek uit. Van de 11 onderzoeksgoepen, hebben drie groepen een onderzoek uitgevoerd naar een aan cybersafety gerelateerd onderwerp. - Leverde het lectoraat een bijdrage aan de ontwikkeling van de minor Recht en In‐ ternet. Studenten moeten binnen die minor beroepsrelevante onderzoeks‐ opdrachten uitvoeren. In dat kader heeft het lectoraat binnen haar netwerk 23 onderzoeksopdrachten verzameld bij partners als het PAC, het OM en het kennis‐ centrum Cybercrime voor de Rechtspraak. Aan 17 van die onderzoeksopdrachten is door studenten gewerkt. - Zette het lectoraat de samenwerking voort met de Donau Universität Krems (Oostenrijk), in de richting van een MSc Social Media Practice & Cybersafety.
4
4. Professionalisering van docenten 4.1 Vertrekpunten Bij de start van het lectoraat is over het leveren van een bijdrage aan de professio‐ nalisering van docenten vastgelegd: ‘Docenten die aan NHL/PA veiligheidsonderwijs verzorgen, kunnen participeren in het onderzoeksprogramma van het lectoraat (pro‐ fessionalisering).’ Zie ook par. 3.1. 4.2 Bijdrage aan professionalisering van docenten In 2012 namen zeven NHL‐docenten structureel deel aan de minor Cybersafety: Sander Hupkes, Tilly Boerma, Jurjen Jansen, Mark Ros, Wouter Stol, Sander Veenstra en Marika Toutenhoofd. Het lectoraat draagt bij aan de NHL‐doelstelling om te komen tot een hoger percen‐ tage gepromoveerde medewerkers: 1. Na toekenning van de RAAK‐subsidie voor het onderzoek Jeugd en Cybersafety in 2009 is Joyce Kerstens voor haar volledige werktijd benoemd tot projectleider van dat onderzoek, tevens haar promotieonderzoek. Deze benoeming impliceert dat Joyce Kerstens niet meer als docent beschikbaar is voor de reguliere onder‐ wijsplanning. Wel blijft ze haar aandeel leveren aan het onderwijs door het bege‐ leiden van studenten (stage, afstuderen) en het verzorgen van colleges. 2. Op 1 april 2012 startte het Kennisprogramma Veiligheid Digitaal Betalingsverkeer (KVDB), in het kader waarvan vier promotieonderzoekers zijn aangesteld bij het lectoraat. Ook zij dragen bij aan NHL‐onderwijs via het begeleiden van studenten en het verzorgen van colleges. In 2012 is de lector lid van het dagelijks bestuur van het landelijk Netwerk van Sa‐ menwerkende Kennisinstellingen voor Veiligheid, het SKV‐netwerk (www.skv‐ netwerk.nl). Het in het SKV‐convenant vastgelegde doel van het SKV‐netwerk is ‘de verdere professionalisering van veiligheid als vakgebied.’ Daartoe initieert en facili‐ teert het SKV‐netwerk verschillende activiteiten, waar onder: − Landelijk Overleg Onderwijs Integrale Veiligheid (LOO‐IV); − Tijdschrift voor Veiligheid (TvV, www.bju.nl); − Nederlandse Vereniging voor Integrale Veiligheid (www.nviv.nl); − Basisboek Integrale Veiligheid (www.basisboekintegraleveiligheid.nl); − Publicatiereeks Veiligheidsstudies (www.bju.nl); Langs deze weg draagt het lectoraat bij aan de (landelijke) professionalisering van docenten op het vakgebied van veiligheid. Docenten van verschillende hogescholen worden met elkaar in contact gebracht en onderlinge kennisuitwisseling wordt ge‐ stimuleerd (bv. LOO‐IV, redactiewerk voor TvV, publicatiereeks); kennis over het vakgebied wordt gebundeld en komt zo ter beschikking voor de docenten (TvV, Ba‐ sisboek IV, publicatiereeks) en docenten worden gestimuleerd tot zelf publiceren (TvV, Basisboek). Los van het SKV‐netwerk startte het lectoraat het Cybersafety Research and Education Network (CyREN; www.cybersafety.nl). Dit netwerk is primair een ont‐ moetingsplaats voor docenten en professionals op het gebied van Cybersafety. Do‐ centen en onderzoekers van kennisinstellingen vinden elkaar en het beroepenveld vindt hier de experts op Cybersafety‐gebied. CyREN biedt een website met een overzicht van deelnemende kennisinstellingen op het vlak van Cybersafety. Ook in 2012 onderhield het lectoraat dit netwerk.
5
In het kader van het onderzoeksprogramma Jongeren & Cybersafety is een daarop aanvullend kennisnetwerk opgebouwd: CyREN‐Jeugd. Dat is een netwerkor‐ ganisatie van allerlei mensen die zich beroepsmatig bezighouden met het bevorde‐ ren van de veiligheid voor kinderen en jongeren in cyberspace. De kennispartners van CyREN komen uit verschillende organisaties, uit verschillende beroepsgroepen en uit verschillende wetenschappelijke disciplines (www.cyren‐jeugd.nl). Naast het bovengenoemde omvat professionalisering ook diverse activiteiten die lectoraatsleden ondernemen in hun rol als onderzoeker. Te denken valt aan het bezoeken van congressen en netwerkbijeenkomsten, aan werkbezoeken en natuur‐ lijk het opdoen van ervaring met onderzoek. 5. Kennisdiensten voor het beroepenveld 5.1 Vertrekpunten Bij aanvang van het lectoraat is over het leveren van kennisdiensten aan het beroe‐ penveld opgenomen dat het lectoraat invulling geeft aan een consistent onder‐ zoeksprogramma ‘Cybersafety’ en dat zij een kennisbijdrage levert aan de beroeps‐ praktijk. Het begrip ‘kennisbijdrage’ is wat breder dan ‘kennisdiensten’, want dat laatste begrip verwijst enkel naar onderzoek in opdracht van (betaald door) het werkveld. Het begrip ‘kennisbijdrage’ omvat ook onbetaalde activiteiten, zoals bij‐ voorbeeld een expertmeeting onder CyREN‐vlag. In de financiële paragraaf van de startnotitie staan drie geldstromen onder‐ scheiden voor de financiering van het lectoraat: een eerste geldstroom welke be‐ staat uit een bijdrage vanuit het NHL‐budget; een tweede geldstroom welke bestaat uit (bijvoorbeeld RAAK) subsidies die het lectoraat verwerft voor onderzoek in de lijn van haar onderzoeksprogramma; en een derde geldstroom welke bestaat uit in‐ komsten die het lectoraat verwerft middels opdrachtonderzoek. De eerste geldstroom wordt niet gebruikt voor het financieren van een com‐ pleet onderzoek. Wel wordt de eerste geldstroom gebruikt voor acquisitie van tweede en derde geldstroom, en wordt de eerste geldstroom gebruikt voor het rea‐ liseren van vooronderzoek en eventueel het co‐financieren van onderzoek. De derde geldstroom gaat steeds zoveel mogelijk om onderzoek in de lijn van het onder‐ zoeksprogramma. Het onderzoeksprogramma in de eerste termijn van het lectoraat (2008‐2012) omvatte drie lijnen: 1. Patronen en trends in Cybercrime 2. Jeugd en Cybersafety 3. Bedrijf en Cybersafety Zoals gepland bij aanvang van de eerste termijn, lag het accent in het onderzoeks‐ programma op verkennend onderzoek met (dus) een brede scope. Dat was logisch, gezien de beschikbare kennis op dit terrein bij aanvang van de eerste termijn. Als er nog weinig bekend is, dan ligt het uitvoeren van breed opgezet, exploratief onder‐ zoek immers voor de hand. Inmiddels is er wel iets gewijzigd in de kennisvoorraad inzake cybersafety in Nederland en het lectoraat had daar, in samenwerking met anderen, een duidelijk aandeel in. Het lectoraat publiceerde in de periode 2008‐ 2012 enkele verkennende onderzoeken: onderzoek naar de intake van cybercrime (Toutenhoofd e.a., 2009; in opdracht van het PAC), onderzoek naar de omvang van het werkaanbod cybercrime in politiedossiers (Domenie e.a., 2009; i.o.v. het PAC), een inhoudelijke verkenning naar cybercrime in politiedossiers (Leukfeldt e.a., 2010; PAC), een verkenning van illegale handel in kunst‐ en cultuurvoorwerpen op internet
6
(Van Ham e.a., 2011; ministerie van OC&W)1, een landelijk onderzoek naar slachtof‐ ferschap cybercrime onder burgers in Nederland (Domenie e.a.; KLPD/PAC), landelijk onderzoek naar jeugd en veiligheid in de digitale wereld (Kerstens & Stol, red.; RAAK). Ook zijn in die periodie drie meer toegespitste studies verschenen: een eva‐ luatie van filteren en blokkeren van kinderporno (Stol e.a., 2008; WODC), een studie naar achtergronden van e‐fraudeurs (Leukfeldt, 2010; PAC/NHL) en een onderzoek naar afhandeling van processen‐verbaal inzake cybercrime in de strafrechtketen (Leukfeldt e.a.; PAC/OM). In de tweede termijn van het lectoraat Cybersafety is het onderzoeksprogramma niet veel maar toch enigszins anders: 1. Meer ruimte voor verdiepende analyses, ook in de vorm van secundaire analyses over de in verkennend onderzoek aangelegde grote databestanden (slachtoffer‐ onderzoek met n>9.000 en jeugdonderzoek met n>6.000). 2. Vertaling van onderzoeksbevindingen naar de praktijk in de vorm van ‘handrei‐ kingen’ waarin staat opgenomen wat onderzoeksbevindingen betekenen voor het handelingsrepertoire van specifieke beroepsbeoefenaren en/of burgers. 3. Een vierde onderzoekslijn, die betreft het bestrijden van onveiligheid in een gedi‐ gitaliseerde samenleving, met daarin bijvoorbeeld aandacht voor het optreden van politie en andere professionals, en aandacht voor de effectiviteit van speci‐ fieke maatregelen (zoals het eerder genoemde evaluatieonderzoek naar filteren en blokkeren van kinderporno). 4. Ander gebruik van de term ‘cybercrime’. Verschijningsvormen van onveiligheid dienen niet te worden genoemd naar de technologie die daarbij een rol speelt (i.c. cyber) maar naar de sociale processen die daaraan ten grondslag liggen. Het gaat om maatschappelijke belangen, verantwoordelijkheden, rechten, bevoegd‐ heden en rolverdelingen. De technologie is een representatie van de heden‐ daagse omgeving waarin deze sociale processen plaats vinden: als context van duidelijk belang, maar in essentie niet bepalend voor wat er maatschappelijk ge‐ zien gaande is. Anders gezegd: fraude blijft fraude, ook als de dader internettech‐ nologie gebruikt – hoe belangrijk die technologie ook is om de hedendaagse frau‐ de te begrijpen. Het onderzoeksprogramma 2012‐2016 omvat vier lijnen: 1. Patronen en trends in criminaliteit in cyberspace. 2. Jeugd en Cybersafety 3. Bedrijf en Cybersafety 4. Bestrijden van onveiligheid in cyberspace. 5.2 Realisatie van kennisdiensten voor het beroepenveld Binnen de eerste onderzoekslijn voerde het lectoraat in 2012 verschillende op‐ drachtonderzoeken uit (derde geldstroom onderzoek): − Slachtofferonderzoek Cybercrime. (Van welke cybercrimes worden burgers in Nederland slachtoffer en welke factoren spelen een rol bij slachtofferschap?) In opdracht van het KLPD en het PAC samen. Van dit onderzoek verscheen een pu‐ blicatie in de reeks Veiligheidsstudies (Domenie e.a. 2012). − Afhandeling van aangiften cybercrime in de strafrechtketen. (Wat gebeurt er met dergelijke aangiften nadat de politie ze heeft opgenomen?) In opdracht van 1
Van dat onderzoek was de penvoerder bureau Beke in Arnhem.
7
het landelijke parket van het OM en het PAC. Van dit onderzoek verscheen een rapport (Leukfeldt e.a., 2012). De tweede onderzoekslijn bestaat uit het (tweede geldstroom) RAAK‐project Jeugd en Cybersafety. De partners in het consortium investeren in het onderzoek in de vorm van hun inbreng in uren. Dat kan worden beschouwd als een derde ‘geld‐ stroom’ in natura. Binnen de derde onderzoekslijn voert het lectoraat in 2012 de volgende opdracht‐ onderzoeken uit: − Onderzoek naar slachtofferschap cybercrime onder MKB’s. − Kennisprogramma Veiligheid Digitaal Betalingsverkeer. Naar de veiligheid van het digitale betalingsverkeer (i.s.m. met de bancaire sector en de politie). Met het aldus invullen van deze onderzoekslijn is invulling gegeven aan één van de aanbevelingen van de evaluatiecommissie (‘het uitwerken van de onderzoekslijn ‘bedrijf en cybersafety’).1 Binnen de vierde onderzoekslijn diende het lectoraat in het kader van de lande‐ lijke Cyber Security Reserarch Agenda bij NWO een onderzoeksvoorstel in naar het gebruik van politiebevoegdheden in cyberspace. Het voorstel is niet gehonoreerd. 6. Kenniscirculatie 6.1 Vertrekpunten Twee manieren om kennis te circuleren is het verzorgen van lezingen en het publice‐ ren van artikelen in vakbladen en wetenschappelijke tijdschriften alsmede het publi‐ ceren van boeken of hoofdstukken daarin. 6.2 Realisatie aangaande kenniscirculatie Het lectoraat verzorgde in 2012 verschillende lezingen voor het werkveld: Datum Titel bijeenkomst Organisatie 25 jan Lunchlezing Cybersafety ING‐bank 13 mrt Security Café: Trends in informatiebevei‐ Platform voor Informatie liging Beveiliging (PvIB) 30 mrt Lunchlezing Cybersafety Expertisecentrum Cybercri‐ me Gerechtshof Den Haag 30 mrt Themadag Cybercrime Politieacademie 11 mei Gastcollege: Cybersafety Avans Hogeschool Den Bosch 14 mei Lunchlezing Cybersafety GGD Gelderland Midden 1 juni Workshop Cybercrime en betalingsver‐ Recherche Vakbeurs keer 6 juni Lezing ‘De digitaliserende samenleving: Tweedejaars studenten implicaties voor criminaliteit en opspo‐ Forensic Sciene Van Hall ring Nederlandse Vereniging voor 14 juni NVK Congres, Leiden Kriminologie ‘Online risico’s vanuit het perspectief van jongeren’. 1
De drie inhoudelijke verbeteradviezen waren: het uitbreiden en verstevigen van contacten in de regio, het uitwerken van de onderzoekslijn ‘bedrijf en cybersafety’ en het uitbouwen van het internationale netwerk.
8
14 juni
19 juni
29 juni
13 juli 25 sept 27 sept
28 sept
24 sep 09 okt 10 okt 11 okt 2 nov 8 nov 14 nov 16 nov 19 nov
NVK Congres, Leiden Workshop ‘Slachtofferschap van Cyber‐ crime’ Lezing ‘De digitaliserende samenleving: implicaties voor criminaliteit en opspo‐ ring’. Congres over Jongeren, Veiligheid en In‐ ternet. ‘Online dader‐ en slachtofferschap onder minderjarigen’. Dag van de mediawijsheid. ‘Wijs op internet’. Lezing ‘Minderjarigen en online (on)veiligheid’. Pesten 2.0, Utrecht Lezingen: ‘Pesten op afstand zonder weerstand. ‘Onderzoek naar cyberpesten voor pro‐ fessionals uit het onderwijs’. Symposium online dader‐ en slachtoffer‐ schap onder minderjarigen. Boekpresentatie. Recherchervakdag Post‐HBO cursus Social Media & Sy‐ bersafety Lezing ‘Online (on)veiligheid onder scho‐ lieren’. Cyberpesten: oude wijn in nieuwe zak‐ ken?’ Een lezing over cyberpesten Lezing ‘Criminaliteit in een gedigitaliseer‐ de samenleving’. Seksueel misbruik via het net. Alumnidag OU: Veiligheid in een digitale wereld Gastcollege: Safety in a Digital World Alert Online: Policing Crime in a Digital World
30 nov 13 dec
Post‐HBO cursus Cybercrime Themadag Cybercrime
13 dec
Pesten 2.0?’ Een presentatie over cyber‐ pesten voor docenten uit het Middelbaar Onderwijs op een congres over pesten
Nederlandse Vereniging voor Kriminologie
Politieacademie
Politieacademie i.s.m. Ex‐ pertgroep Digikids
Bibliotheken ZO‐Fryslan GGD, Gelderland Midden Medilex
Cyren‐Jeugd
Politieacademie NHL Hogeschool Minkemacollege, Woerden. Docenten van het Noorder‐ poortcollege in Groningen NHL Hogeschool Kinderrechtenhuis, Leiden Open Universiteit (OU) Vrije Universiteit Nationaal Coordinator Ter‐ rorsimebestrijding en Veilig‐ heid (NCTV) OSR Juridische Opleidingen Programma Aanpak Cyber‐ crime (PAC) Medilex
Lector en kenniskringleden realiseerden in 2012 de volgende publicaties: Wetenschappelijk (peer reviewed) 1. Domenie, M.M.L., Leukfeldt, E.R., Wilsem, J. van, & Stol, W. Ph. (2012). Slachtof‐ 9
2. 3. 4.
ferschap van cybercrime in kaart gebracht. Hacken, e‐fraude, identiteitsfraude en voorschotfraude. Tijdschrift voor Veiligheid, 11(2), 47‐56. Kerstens, J., & Wilsem, J. van (2012). Identificatie van Nederlandse jongeren die risico lopen op internet. Tijdschrift voor veiligheid, 11(2), 57‐72. Leukfeldt, E.R. en W.Ph. Stol (2012) De rol van internet bij fraudedelicten. Inter‐ netfraudeurs en klassieke fraudeurs vergeleken. Justitiële Verkenningen, 38(1), 108‐120. Stol, W.Ph., E.R Leukfeldt en H.Klap (2012). Cybercrime en politie. Een schets van de Nederlandse situatie anno 2012. Justitiële Verkenningen, 38(1), 25‐39.
Vakpublicaties 1. Kerstens, J. (2012). Pubers op het net. Online dader‐ en slachtofferschap. Tijdschrift voor de Politie, 74(10), 6‐11. Boeken 1. Kerstens, J., & Stol, W.Ph. (Eds.) (2012). Jeugd en cybersafety. Online slachtof‐ fer‐ en daderschap onder Nederlandse jongeren. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. 2. Leukfeldt, E.R., Kentgens, A., Frans, B., Toutenhoofd, M., Stol, W.Ph., & Stam‐ huis, E. (2012). Alledaags politiewerk in een gedigitaliseerde wereld. Hand‐ reiking voor delicten met een digitale component. Den Haag: Boom Lemma. 3. Leukfeldt, E.R., & Stol, W.Ph. (Eds.) (2012). Cybersafety. An Introduction. The Hague: Eleven Publishers. Hoofdstukken in boeken 1. Jansen, J. (2012). Methodiek. In: J. Kerstens & W. Stol (eds): Jeugd en Cyber‐ safety: Online slachtoffer‐ en daderschap onder Nederlandse Jongeren. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. 2. Jewkes, Y. & E.R. Leukfeldt (2012) Policing cybercrime. In: E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 253‐ 265. 3. Kerstens, J., Jansen, J., & Veenstra, S. (2012). Adolescents receiving online solici‐ tations. In E.R. Leukfeldt & W. Ph. Stol (Eds.), Cybersafety: An Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 193‐204. 4. Kerstens, J., Veenstra, S., & Jansen, J. (2012). Youth and sexually explicit materi‐ al: Exposure and effects. In E.R. Leukfeldt & W. Ph. Stol (Eds.), Cybersafety: An Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 205‐216. 5. Leukfeldt, E.R. & E. de Jong (2012) Hacking. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 103‐116. 6. Leukfeldt, E.R & A.Ph. van Wijk (2012) Child Pornography. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publish‐ ers; 129‐141. 7. Leukfeldt, E.R & J.A. van Wilsem (2012) E‐Fraud. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 117‐128. 8. Leukfeldt, E., M. van Eekelen, E. de Jong & H. Vranken (2012) Basic criminal techniques & techniques to cause damage. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 167‐179. 9. Leukfeldt, E.R. & E. de Jong (2012) Criminal techniques to steal information. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Elev‐ en International Publishers; 181‐190. 10. Leukfeldt, E.R. & E. de Pauw (2012) ‘Fighting cybercrime: an integral approach’,
10
11. 12. 13. 14.
in: E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven International Publishers; 239‐252. Stol, W.Ph. (2012) Cyberspace and Safety. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishers; 19‐30. Stol, W.Ph. (2012) Digitisation and the Orwellian Society. In E.R. Leukfeldt & W.Ph. Stol (eds) Cyber Safety: an Introduction. The Hague: Eleven Int. Publish‐ ers; 89‐100. Stol, W. Ph., & Leukfeldt, E.R. (2012). Politiewerk in een gedigitaliseerde samen‐ leving. In N. Kop, R. van der Wal en G. Snel (Eds.) Opsporing belicht. Den Haag: Boom/Lemma Uitgevers; 337‐346. Veenstra, S., Vandebosch, H. en Walrave, M. (2012). Cyberbullying: defining, understanding and intervening. Insights from empirical research (pp. 217‐237). In: Stol, W. Ph. & Leukfeldt, E.R. (eds) Cyber Safety: An Introduction. The Hague: Eleven Int. Publishing
Onderzoeksrapporten 1. Dijk, T. van, Walle, R. van de, Veenstra, S., Jansen, J. & Kerstens, J. (2012). Jeugd en Cybersafety: Een kwalitatief onderzoek naar online risico’s vanuit het per‐ spectief van jongeren. Leeuwarden: Lectoraat Cybersafety. 2. Leukfeldt, E.R., Veenstra, S., Domenie, M.M.L. & Stol, W. Ph. (2012). De straf‐ rechtketen in een gedigitaliseerde samenleving: een onderzoek naar de straf‐ rechtelijke afhandeling van cybercrime. Leeuwarden: NHL Hogeschool 7. Externe positionering van het lectoraat 7.1 Vertrekpunten Bij de start van de tweede termijn van het lectoraat is over de externe positionering van het lectoraat vastgelegd: ‘Het lectoraat wil haar toonaangevende positie in Ne‐ derland op het gebied van cybersafety behouden en versterken, onder meer door in verschillende samenwerkingsverbanden een initiërende en constructieve bijdrage te leveren (onder meer via CyREN en CyREN‐jeugd; zie www.cybersafety.nl). In de loop van de lectoraatsperiode verwerft het lectoraat zich een degelijker internationale reputatie, hetgeen blijkt uit sterker wordende internationale relatienetwerken (aan‐ sluiting bij een of meer relevante communities), samenwerkingen en publicaties.’ 7.2 Externe positionering Aan de externe positionering van het lectoraat (en daarmee van de NHL en de PA) dragen alle eerder genoemde activiteiten bij, maar in het bijzonder het realiseren van een onderzoeksprogramma en dan speciaal het publiceren daarover. Daarnaast maakt het lectoraat gebruik van gerichte netwerkactiviteiten: a. Het lectoraat Cybersafety maakt gebruik van en bouwt voort op eerder door het lectoraat IV tot stand gebrachte netwerken: het netwerk van Samenwerkende Kennisinstellingen voor Veiligheid (SKV‐netwerk) en de daarmee verbonden sub‐ netwerken, en het Tijdschrift voor Veiligheid (TvV; www.bju.nl). b. In het Cybersafety Research and Education Network (CyREN) zijn verschillende voor Cybersafety relevante partners bijeengebracht, zowel nationaal als interna‐ tionaal.
11
c. De leerstoel ‘Politiestudies met speciale aandacht voor cybersafety’ vergroot de zichtbaarheid van het lectoraat en genereert meer aandacht voor het thema cy‐ bersafety, hetgeen blijkt uit vragen en verzoeken die het lectoraat bereiken vanwege het hoogleraarschap. d. Internationaal is de samenwerking met de Donau Universität Krems (A) in 2012 voortgezet. Deze moet leiden tot een Engelstalige MSc ‘Social Media Practice & Cybersafety’ t.b.v. overwegend DUK‐deeltijdstudenten. Herhaaldelijk namen mensen contact op met het lectoraat vanwege de daar aanwe‐ zige expertise op het gebied van cybersafety. Dat leidde tot verschillende lezingen en netwerkcontacten (zie hierboven). Diverse keren droegen mensen uit het werk‐ veld en andere onderzoekers bij aan activiteiten vanuit het lectoraat (bv. in de vorm van gastcollege, lezing of hoofdstuk). 7.3 Lectoraat in de media In 2012 was er weer frequent aandacht vanhuit de media voor het lectoraat. Hier‐ onder een aantal voorbeelden: Aandacht in de media voor het Kennisprogramma Digitaal Betalingsverkeer: - NVB Persconferentie presentatie Jaarcijfers Fraude Betalingsverkeer met kor‐ te presentatie aanpak cybercrime (maart 2012); - Security.nl: Cybercrime in de relationele sfeer (april 2012); - Een artikel in tijdschrift “Bank|Wereld”, kwartaalblad, Cybersecurity: een gemeenschappelijk belang. Aandacht in de media voor het Raak Pro Project ‘Jeugd en Cybersafety’: - Een op de vijf jongeren krijgt op internet seksuele verzoeken, door J. Dijkhuis in Leeuwarder Courant; - Artikel met interview met J.Kerstens naar aanleiding van publicatie Jeugd & Cybersfety. 2012‐09‐28; - Klas na klas zag haar naaktfoto, door Ditty Eimers in Trouw; - Artikel met interview J.Kerstens over het fenomeen sexting in Trouw 11.01.12; - J. Kerstens, interview op radio Omrop Fryslan naar aanleiding van publicatie Jeugd & Cybersfety, 2012‐09‐28; - J.Kerstens, interview op radio 5 over regulering Facebook, 2012‐11‐19; - J. Kerstens, interview op radio NTR Dichtbij Nederland over het aanbieden van pornofilters aan ouders met kinderen door de overheid van Groot‐ Brittannië om de toegang tot internetporno en social media te bemoelijken. - Nieuwsflits van IKP Jeugd en Gezin (verspreiding online). Themanummer Jon‐ geren & Cybersafety; Themanummer naar aanleiding van presentatie J. Kerstens voor CMO Par‐ toer over het onderzoek J&CS. Aandacht in de media voor de lector/lectoraat was er onder meer in/bij: - Radio Nederland Wereldomroep: Nederland bundelt kennis Cybermisdaad (jan. 2012); - Volkskrant: Vuist tegen cybercrime (febr. 2012); - ANP Pers Support: Overhandiging handreiking “Alledaags politiewerk in een gedigitaliseerde wereld (april 2012);
12
-
Security.nl: Cybercrime in de relationele sfeer (april 2012); Security.nl: Kennisgebrek politie nekt bestrijding cybercrime (mei 2012), Secondant van CVV: Artikel over cybercrime (juni 2012); Radio 3FM: Wouter Stol over cybercriminaliteit (okt 2012); TV Gelderland: interview lector in ‘Dossier Gelderland’ over cybercrime (nov 2012).
7.4 Lectoraat in landelijk beleid en politiek Soms is zichtbaar dat het werk van het lectoraat haar weg vindt tot in de omgeving van landelijk beleid en/of landelijke politiek. Bijvoorbeeld: − In het ‘Trendsignalement 2012’ van het landelijke Centrum voor Criminaliteitspre‐ ventie en Veiligheid (CCV) worden de lector en het lectoraatslid Rutger Leukfeldt diverse keren geciteerd. Passages van de lector zijn ontleend aan zijn oratie uit 2010. − Op 12 april 2012 nam minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan politiebu‐ reau Laak in Den Haag een exemplaar van de handreiking ‘Alledaags politiewerk in een gedigitaliseerde wereld – Handreiking voor delicten met een digitale com‐ ponent’ in ontvangst. De handreiking werd hem overhandigd door de portefeuil‐ lehouder cybercrime van de Raad van Korpschefs de heer Frans Bakker. De hand‐ reiking is ontwikkeld door het gezamenlijk lectoraat Cybersafety van NHL Hoge‐ school en Politieacademie. 8. Financiën 8.1 Vertrekpunten Er zijn, zoals reeds gememoreerd in paragraaf 5.1, drie geldstromen: een eerste geldstroom welke bestaat uit een bijdrage vanuit het NHL‐budget; een tweede geld‐ stroom welke bestaat uit (bijvoorbeeld RAAK) subsidies die het lectoraat verwerft voor onderzoek in de lijn van haar onderzoeksprogramma; en een derde geldstroom welke bestaat uit inkomsten die het lectoraat verwerft middels opdrachtonderzoek. Doelstelling van het lectoraat is om 50 procent en bij voorkeur 75 procent van de omzet te behalen uit externe bron (2e en 3e geldstroom). 8.2 Realisatie begroting 2012 Het lectoraat is in 2012 gefinancierd op basis van een mix van drie geldstromen. De 1e geldstroom is de bijdrage van de NHL, onderverdeeld in een reguliere bijdrage, de bijdrage leerstoel OU en de plasterkgelden. De 2e en de 3e geldstroom zijn gelden uit externe bron. De totale omzet bedroeg 442.530 euro. Tabel 8.1 geeft een uitsplitsing naar geldstromen. Tevens bevat de tabel de vergelijkbare gegevens uit eerdere ja‐ ren. Gemiddeld over 2009‐2012 is het percentage externe gelden 66 procent, in 2012 is dat 69 procent. De exploitatie over 2012 laat echter wel een negatief saldo zien van 49.633 euro (bijlage 1). Dit wordt met name veroorzaakt door de eigen bijdrage van 33 proecnt op het project Raak Pro Jongeren in Cyberspace en door de periode van dit project tussen fase 1 en fase 2, welke niet declarabel was maar waarin wel werd gewerkt aan de afronding van de eerste fase van het project. 13
Tabel 8.1: omzet lectoraat naar geldstroom
1e geldstroom 2e geldstroom 3e geldstroom Totaal
2009 K€ % 158 40 121 31 112 29 391 100
2010 K€ % 170 49 34 10 141 41 345 100
2011 K€ % 150 26 174 30 259 44 583 100
2012 K€ % 135 31 85 19 223 50 443 100
GEM. K€ % 153 35 104 24 184 42 441 101
9. Conclusies en aandachtspunten 1. Het lectoraat floreert nog immer. In 2012 is een groot en prestigieus project ge‐ start in de vorm van een opdracht van politie en bancaire sector bestaande uit vier promotieonderzoeken: het Kennisprogramma Veiligheid Digitaal Betalings‐ verkeer (KVDB). Daarmee heeft het lectoraat twee werkelijk grote projecten lo‐ pen (KVDB en Jongeren en Cybersafety) en heeft het lectoraat 5 promovendi in haar gelederen. 2. Op 1 september 2014 eindigt het RAAK‐project ‘Jongeren en Cybersafety’ en daarmee valt dan een omvangrijke financiering weg. Een aandachtspunt is dus om te voorzien in continuiteit van financiering uit externe bron. 3. Het lectoraat heeft eind 2012 nog immer versterking nodig in de vorm van een ervaren onderzoeker, mede met het oog op het in competitie verwerven van sub‐ sidies. 4. Bij de start van de tweede termijn van het lectoraat is onder het kopje ‘missie en ambitie’ onder meer vastgelegd: ‘In de loop van de lectoraatsperiode verwerft het lectoraat zich een degelijker internationale reputatie, hetgeen blijkt uit ster‐ ker wordende internationale relatienetwerken (aansluiting bij een of meer rele‐ vante communities), samenwerkingen en publicaties. Daaraan zal de komende tijd verder moeten worden gewerkt. Dat betekent overigens niet dat aandacht voor een regionale verbinding verdwijnt, maar zeker bij een onderwerp als cy‐ bersafety geldt dat een lectoraat haar regionale functie vooral goed kan vervullen als ze is voorzien van internationale input. Ook het aantrekken van externe gel‐ den is gebaat bij een sterkere internationale positie.
14
Bijlage 1: staat van baten en lasten 2012 (realisatie) Resultaat Lectoraat Cybersafety 2012. Begroting t/m dec.
Realisatie t/m dec.
over/tekort t/m dec.
Opbrengsten van derden Interne baten: Overige
400.000 135.432
307.098 135.432
-92.902 0
TOTAAL BATEN
535.432
442.530
-92.902
511.308 10.000 521.308
371.853 -4.565 20.275 76.509 464.072
139.455 4.565 -10.275 -76.509 57.235
120
-120
2.124 2.124
6.463 9.167 6.380 25 689 22.724
-6.463 -7.043 -6.380 -25 -689 -20.600
-
-
BATEN
LASTEN Netto loonkosten Caso Interne loonkosten Overige personele lasten Personeel niet in loondienst Ontvangen uitkeringen Personele lasten Huisvestingslasten
-
Administratie Reis en verblijfkosten Leermiddelen Apparatuur en inventaris kosten Overige beheerslasten Inkopen Beheerslasten Afschrijvingen Interne lasten
12.000
5.246
6.754
TOTAAL LASTEN
535.432
492.163
43.269
-49.633
-49.633
RESULTAAT
-
-
15