deSingel Ensemble Matheus olv. Jean-Christophe Spinosi
vr 4 dec 2015 Blauwe Zaal Grote Podia 20 uur 21.40 uur pauze ± 20.40 uur
inleiding 19.15 uur Annemarie Peeters Blauwe foyer
2015-2016 Stabat mater Scherzi Musicali olv. Nicolas Achten za 19 sep 2015 Ensemble Matheus olv. Jean-Christophe Spinosi vr 4 dec 2015 Le Cercle de l’Harmonie & Vokalakademie Berlin olv. Jérémie Rohrer ma 21 mrt 2016 Concerto Italiano & Rias Kammerchor olv. Rinaldo Alessandrini za 23 apr 2016 Vox Luminis & Les Muffatti olv. Peter Van Heyghen vr 20 mei 2016
teksten programmaboekje Annemarie Peeters coördinatie programmaboekje deSingel
3
Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Ensemble Matheus Jean-Christophe Spinosi muzikale leiding & viool
Sonia Prina contralto Laurence Paugam viool | Jean-Marc Goujon traverso Sarah Dubus blokfluit
Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Moreau Pianoservice Kapucinessenstraat 32 2000 Antwerpen +32 (0)486 83 63 98 www.moreau-pianoservice.be
4
D/2015/5.497/48
'Angelica ontmoet de gewonde Medoro.' Schilderij van Giovanni Francesco Romanelli, ca. 1653 © Ashmolean Museum of Art and Archaeology
5
Antonio Vivaldi (1678-1741) Stabat Mater in f, RV621
Stabat mater dolorosa (Largo) Cujus animam gementem (Adagissimo) O quam tristis (Andante) Quis est homo (Largo) Quis non posset (Adagissimo) Pro peccatis suae gentis (Andante) Eja Mater, fons amoris (Largo) Fac ut ardeat cor meum (Lento) Amen
20’
Antonio Vivaldi Selectie aria’s uit ‘Orlando Furioso, RV728’: ‘Così potessi anch’io’ 8’ ‘Sol da te mio dolce amore’ 8’ Concerto voor twee violen en orkest in D, RV513 15’ Allegro molto Andante Allegro
Georg Philipp Telemann (1681-1767) Concerto voor 2 fluiten en orkest in e, TWV52:e2 10’ Grave Presto Cantabile Menuet
Antonio Vivaldi Aria uit ‘Orlando Furioso, RV728’ ‘Ah sleale, a spergiura‘ pauze
3’ Projectsponsor: Delen Private Bank Dit concert wordt opgenomen door Klara voor latere uitzending op dinsdag 26 januari 2016 om 20 uur in het programma Klara Live.
6
7
De vele gezichten van Vivaldi Het talent van Antonio Vivaldi (1678-1741) – Il Prete Rosso: de roodharige priester, violist en componist – sloeg destijds in als een bom. Zijn duizelingwekkende vioolspel en de bijhorende vioolconcerti bezorgden hem over heel Europa de status van een echte rockster. Ook vandaag blijft zijn naam grotendeels verbonden aan de faam van zijn Vier Seizoenen. En wie niet zo een grote fan is van Vivaldi’s instrumentale muziek verzandt dan al snel in de populaire frase “eens je één concerto van Vivaldi gehoord hebt, heb je ze allemaal gehoord.” Dat zijn gehele output als componist heel wat rijker is en heel wat meer verschillende kleuren draagt dan die frase doet vermoeden, bewijst het concertprogramma van vanavond. Achtereenvolgens leert u ‘Il Prete Rosso’ kennen als de componist van ingetogen en tegelijk intens emotionele religieuze muziek, van bloedstollend dramatische opera-aria’s en eclatante instrumentale muziek. Stabat Mater, religieuze inspiratie Vanaf 1710, na zijn succesvolle jaren als ‘maestro di violino’ aan het geruchtmakende meisjesinternaat Ospedale della Pietà, kreeg Vivaldi steeds meer opdrachten voor religieuze werken. Niet in de eerste plaats vanuit zijn thuisstad Venetië, waar men gehecht bleef aan de meer conventionele stijl van bijvoorbeeld Gabrieli of Legrenzi en men de grensverleggende, kleurrijke stijl van Vivaldi niet zo geschikt vond voor de religieuze context. Wel uit kleinere steden zoals Brescia, Padua en Vicenza. Het was uiteindelijk de Congregazione dell’Oratorio di San Filippo Neri uit Brescia, die in 1712 de première mogelijk maakte van Vivaldi’s eerste religieuze werk, het Stabat Mater. De Latijnse tekst van het Stabat Mater, een gedicht uit de 13de eeuw dat waarschijnlijk neergepend werd door een Franciscaanse monnik, schildert in emotionele woorden het lijden van Maria aan de voet van het kruis. Het Stabat Mater kwam vanaf de late vijftiende eeuw in gebruik als sequentia in de rooms-katholieke liturgie. Bij de hervormingen van het Concilie van Trente (1543-1563) werd het Stabat Mater opnieuw uit de liturgie geschrapt, om uiteindelijk pas in de vroege achttiende eeuw, dankzij paus Benedictus, terug opgevist te worden. Heel wat componisten – van Pergolesi tot Dvorák – lieten zich vanaf dan door de tekst inspireren: de poëtische klacht vormde een gedroomd uitgangspunt om de expressieve kracht van hun klanken breed te etaleren.
8
Vivaldi spreidt in zijn Stabat Mater een verbazingwekkende soberheid ten toon. Een klein instrumentaal ensemble met slechts een handvol strijkers, cello, contrabas en orgel vormt de achtergrond voor uitgepuurde vocale lijnen vol subtiele contrasten. Of die vocale terughoudendheid te wijten is aan Vivaldi’s toen nog geringe ervaring in het schrijven voor stemmen, of aan zijn eerbied voor de donkere, geladen tekst valt moeilijk uit te maken. Het muzikale materiaal van de eerste drie verzen wordt bovendien herhaald in de verzen vier tot zes: ook dat zou enerzijds een uiting kunnen zijn van een artistieke aarzeling – wat te doen met een tekst die zich in telkens dezelfde strofische cadans ontvouwt? – of anderzijds een uiting van muzikale soberheid ten voordele van het affect van de tekst. De begeleiding is spaarzaam, maar tegelijk onnoemelijk intens. Ook op het tonale vlak koos Vivaldi voor één overheersende basiskleur: de toonaard fa-klein, dezelfde die ook Pergolesi uitkoos voor zijn Stabat Mater, kleurt de omfloerste, schaduwrijke expressie van dit werk. Orlando Furioso, passie voor opera Toen Vivaldi in 1727 aan zijn opera ‘Orlando Furioso’ begon, had hij al heel wat meer ervaring kunnen opdoen met het schrijven voor stemmen. Zijn eerste opera ‘Ottone in villa’ liet hij immers al veertien jaar eerder, in 1713, op het publiek los. Ook de vertelstof van deze nieuwe opera, gebaseerd op het 16de-eeuwse epische gedicht van Ariosto, was niet nieuw voor Vivaldi. Hij presenteerde het verhaal over de tot waanzin gedreven minnaar Orlando en zijn avonturen op het behekste eiland van de tovenares Alcina immers al eens in een eerste versie tijdens zijn prille beginjaren als opera-impresario. Vivaldi wilde in 1727 niets liever dan dit succes herhalen. Hij viste het libretto uit 1713 op, maar schreef geheel nieuwe muziek. De inzet was hoog: na jaren van afwezigheid in de wereld van de Venetiaanse opera – Vivaldi maakte sier in onder andere Milaan en Rome – wilde Vivaldi zichzelf terug op de kaart zetten. Ook artistiek wilde hij een punt maken. De Venetiaanse opera was volgens hem vervallen tot een circusspektakel dat volgens steeds dezelfde formules opgebouwd werd. Virtuoos vocaal vertoon stond niet langer in dienst van het drama van de tekst – dat moest volgens Vivaldi anders. Het resultaat mocht er dan ook zijn. ‘Orlando Furioso’ werd een absoluut hoogtepunt in zijn oeuvre, vol dramatische spankracht en met een mooi evenwicht tussen alle mogelijke vocale stijlen.
9
In de aria ‘ Sol da te, mio dolce amore’(scene 11, eerste acte) bezingt de ridder Ruggiero, die eigenlijk zijn hart heeft verpand aan Bradamante, vol overgave zijn liefde voor de tovenares Alcina, daartoe aangezet door een liefdesdrank die Alcina hem zelf te drinken gaf. In deze aria toont Vivaldi, bijna zijdelings, een glimp van zijn kunnen als componist van virtuoze instrumentale concerti: de bijzonder veeleisende solopartij voor de traverso kleurt de aria met tederheid enerzijds en ambigue twijfel anderzijds. Tegelijk getuigt de aria van bijzonder goed gedoseerde lyriek: smeltend mooie, vocale lijnen spinnen onvergetelijke muzikale momenten. Op het einde van de tweede acte ontdekt Orlando dat Angelica, de vrouw die hij wanhopig bemint, getrouwd is met zijn rivaal Medoro. Hij leest de letters van hun namen, liefdevol in de stam van een laurierboom gekerfd. De stoppen slaan door en Orlando vervalt in waanzin. Het lange, ijzingwekkende recitatief ‘ Ah sleale, ah spergiura’(scene 13, tweede acte) laat de ontwikkeling van zijn waanzin stap voor stap horen. De begeleiding bestaat voornamelijk uit de instrumenten van de basso continuo-groep, op goed gekozen momenten aangevuld met razende strijkers. Vivaldi laat in dit lange recitatief verschillende stijlen naadloos in elkaar overgaan: terwijl de eerste verzen doen denken aan de recitatieven van bijvoorbeeld Monteverdi uit de begindagen van de Italiaanse opera, hoor je bijvoorbeeld op de woorden ‘Sgorgate o lagrime’ (stroom, mijn tranen) een meer melodische arioso-passage. Orlando wil de liefde bannen, meer nog: hij wil ze uit zijn hart snijden. Op de woorden ‘Io ti getto elmo, ed usbergo’ (ik gooi je neer, schild en wapenuitrusting) weerklinkt dan weer een korte, stormachtige melodie, door strijkers aangestuurd en opgezweept. Om meteen daarna weer over te gaan op een meer eenvoudige, drogere recitatiefstijl. De strijkers evoceren daarna in donderende loopjes de ingebeelde vlucht van Orlando. In de aria ‘ Così potessi anch'io’(scene 11, tweede acte) is de tovenares Alcina, aanstookster van alle kwaad, zelf aan het woord. En ook zij beweent de afwezigheid van liefde in haar leven. De tragische rol van Alcina schreef Vivaldi voor Anna Giró, een van zijn jonge protegees. Hij ontmoette haar allicht in Mantua, onderwees haar gedurende enkele jaren en introduceerde haar op de operascene. Haar bijnaam ‘Annina del Prete Rosso’ doet vermoeden dat ze misschien ook zijn minnares was. De librettist Goldoni zou later over haar zeggen: “ze was niet mooi, maar ze had gratie. … Haar stem stelde niet veel voor, maar haar acteertalent was enorm.” En dat acteertalent was precies wat ze nodig had om de rol van Alcina overtuigend neer te zetten: een complex karakter, met ambigue eigenschappen en – uiteindelijk – een tragisch lot.
10
Concerti, instrumentaal vuurwerk Vivaldi’s faam als virtuoos reikte tot ver buiten de landsgrenzen. Slechts in tweede instantie kende men Vivaldi als de componist van virtuoze, concertante muziek voor – opnieuw, in de eerste plaats – zijn eigen instrument: de viool. Het C oncerto in D voor twee violen en orkest, werd in 1736 in Amsterdam gepubliceerd – tot zover reikte Vivaldi’s populariteit – maar werd allicht een tiental jaar eerder gecomponeerd, in dezelfde periode waarin hij ook zijn Vier Seizoenen componeerde. Het is zonder twijfel één van de meest virtuoze composities die Vivaldi ooit neerpende. Opmerkelijk zijn de uitgeschreven cadenza’s in de derde beweging. Nergens was men meer onder de indruk van Vivaldi’s instrumentale concerti als in Duitsland. Ze luidden er een geheel nieuwe instrumentale schrijfstijl in, gebaseerd op de sprankelende Vivaldiaanse uitwisseling tussen één of meerdere solo-instrumenten en orkest. Ook de oren van de Hamburgse componist Georg Philipp Telemann(1681-1767) konden niet doof blijven voor dit nieuwe geluid. Hij schreef dan ook bijzonder veel concerto’s, waarvan het Concerto in e voor twee fluiteneen mooi gekozen voorbeeld is. Toch was de Italiaanse stijl van Vivaldi niet meteen Telemanns meest natuurlijke habitat. Telemann pikte immers al vroeg in zijn carrière ook de Franse barokstijl op en zou die trouw blijven tot op het einde van zijn leven. Zijn werken vertonen dan ook een wonderlijke mengeling van Franse, Italiaanse en Duitse stijlkenmerken, met hier en daar ook een referentie naar de Poolse volksmuziek. Dat is ook in het Concerto in e het geval. In het tweede deel gebruikte Telemann bijvoorbeeld een stevige Poolse volksdans als thema, maar de virtuoze uitwisseling tussen de twee solostemmen doet dan weer heel Italiaans aan. In het vierde deel weerklinkt een typisch Frans menuet en rondeau en ook de openingsmaten van het eerste deel zijn geënt op typisch Franse ritmes.
11
Antonio Vivaldi Stabat Mater in f, RV621 1. Stabat Mater dolorosa, Juxta crucem lacrimosa, Dum pendebat Filius.
1. Met de tranen in haar ogen, stond de Moeder diepbewogen, naast het kruis waar Jezus hing.
2. Cujus animam gementem Contristatam et dolentem Pertransivit gladius.
2. Door Haar pijnlijk zuchtend harte, overstelpt van wee en smarte, ging het zwaard der marteling.
3. O quam tristis et afflicta Fuit illa benedicta Mater unigeniti. Quae moerebat et dolebat Pia mater dum videbat Nati poenas incliti.
3. Hoe bedrukt, hoe neergeslagen, moest die zegenrijke klagen, Moeder van Gods enige Zoon. Ach, hoe schreide Zij en snikte, als Zij op het lijden blikte, van Haar Kind, zo eind’loos schoon.
4. Quis est homo qui non fieret Matrem Christi si videret In tanto supplicio?
4. Wie kan nu zijn tranen houden en de Moeder hier aanschouwen in haar bitter zielewee?
5. Quis non posset contristari Piam matrem contemplari Dolentem cum filio?
5. Wie voelt niet zijn hart verscheuren die de Moeder zo ziet treuren, lijdend met Haar Jezus mee?
6. Pro peccatis suae gentis Vidit Jesum in tormentis Et flagellis subditum. Vidit suum dulcem natum Morientem, desolatum Dum emisit spiritum.
6. Zij zag Jezus voor de zonden van Zijn volk bedekt met wonden van de wrede geseling. Zij zag Hare lieveling sterven, alle troost zijns Vaders derven, toen de geest uit ’t lichaam ging.
7. Eja Mater, fons amoris, Me sentire vim doloris Fac, ut tecum lugeam.
7. Geef, o Moeder, bron van liefde, dat ik lijd wat U doorgriefde, geef mij dat ik met U klaag.
8. Fac ut ardeat cor meum In amando Christum Deum Ut sibi complaceam.
8. Ach, ontvlam mijn hart en zinnen, dat ook ik mijn God mag minnen, en die Heiland steeds behaag.
9. Amen.
9. Amen. Latijn: Vaticaanse tekst / Nederlandse vertaling: Pater Maximilianus (1894-1941)
12
13
Antonio Vivaldi Selectie aria’s uit ‘Orlando Furioso, RV728’ libretto: Grazio Braccioli (1682-1752) Aria ‘Ah sleale, ah spergiura’ (Orlando) Acte II, scène 13 Ah sleale, ah spergiura donna integrata infedel, cor traditor! Del tuo malnato errore vengo a smorzar… Oh ciel! Che leggo? Ahi lasso! “Vivan sempre amorosi Angelica, e Medoro amanti, e sposi.” Angelica, e Medoro amanti, e sposi? Questa, quest’è la scure, ahimè, ch’il capo tronca alla mia speme. Di Medoro il mio bene? Sgorgate o lagrime a fonti a rivi. No, ch’è poco: a torrenti, a fiumi, a mari. Arde Orlando Che Orlando? Eh! Orlando è morto! La sua donna ingratissima l’ha ucciso. Io sono Io spirito suo da lei diviso e son con l’ombra mia, che sol s’avanza, esempio a chi in amor pone speranza. “Angelica qui fù sposa a’ Medoro” Chi segnò quest’alloro? Lo vergò di sua man la mia tiranna, v’impresse di sua mano il mio martoro! Amanti, e sposi? Oh Dei! Sposa a Medoro! Vendetta, si vendetta incontro amore! Or n’ho trovato il modo: per cacciarmel dal sen trarommi il core.
14
Ach, verraadster, onbetrouwbare, ondankbare, overspelige vrouw, met een boosaardig hart! Ik kom om jouw kwaadaardige passie te doven… Ach hemel! Wat lees ik? O wee! “Moge Angelica en Medoro voor altijd als geliefden en echtgenoten samenleven.” Angelica en Medoro, geliefden en echtgenoten? Dit is de bijl die mijn hoop weghakt. Hoort mijn geliefde bij Medoro? Stroom, mijn tranen, in fonteinen en beken. Nee, dat is te weinig: in stortvloeden, rivieren, zeeën. Orlando is razend van woede. Orlando? Orlando is dood! Zijn ondankbare vrouw heeft hem vermoord. Ik ben zijn geest, van haar gescheiden, en ik blijf alleen over met mijn schaduw, een voorbeeld voor zij die hun hoop stellen in de liefde. “Hier trad Angelica in het huwelijk met Medoro.” Wie heeft dat in deze laurierboom gekerfd? Mijn tiran heeft dat gedaan met haar hand, ze stampte mijn pijn erin met haar eigen hand! Geliefden en echtgenoten? O goden! Vrouw van Medoro! Wraak, ja, wraak tegen de liefde! Nu heb ik de juiste weg gevonden: om het van mijn borst af te werpen, zal ik mijn hart uittrekken.
15
Aria ‘Così potessi anch’io’ (Alcina) Acte II, scène 11 Così potessi anch’io goder coll’idol mio la pace, che trovar non puà’l mio cor.
Kon ik ook maar met mijn geliefde genieten van de rust die mijn hart niet vinden kan.
Ma unito alla mia stella e perfida, e rubella sol tormenti minaccia il dio d’amore.
Vastgeketend aan mijn lot zowel verraderlijk als rebels, brengt de god van de liefde alleen maar pijn voor mij.
Aria ‘Sol da te mio dolce amore’ (Ruggiero) Acte I, scène 11
16
Sol da te, mio dolce amore, questo core avrà pace, avrà conforto.
Alleen van jou, mijn liefje, wil mijn hart rust en troost krijgen.
Le tue vaghe luci belle son le stelle, onde amor mi guido in porto.
Jouw prachtige ogen zijn de sterren waarlangs de Liefde me naar huis leidt.
17
Ensemble Matheus In 1991 richtte Jean-Christophe Spinosi het Quatuor Matheus op, dat al snel werd omgedoopt tot het Ensemble Matheus. Het ensemble is flexibel van grootte, van kamermuzikale bezetting tot symfonisch orkest. Het ensemble voelt zich thuis in verschillende genres van barok tot hedendaags. Het ensemble speelt zowel op historische als moderne instrumenten. Ze speelden zowel concerten die integraal gewijd waren aan Dvorák, Sjostakovitsj en Fauré, als concerten die integraal gewijd zijn aan Beethoven, Rossini of Vivaldi. Het genre opera neemt een centrale plaats in in hun repertoire. Een groot deel van de discografie van Ensemble Matheus is gewijd aan Antonio Vivaldi. De reeks opnamen die ze maakten voor het label Naïve werd snel legendarisch. De opname van Vivaldi’s opera ‘Orlando furioso’ uit 2005 was sensationeel en werd internationaal met talrijke prijzen bekroond. Voor de Vivaldi-opnamen en -concerten werkt het ensemble samen met grote solisten als Cecilia Bartoli, Philippe Jaroussky, Natalie Dessay, MarieNicole Lemieux, Sandrine Piau, ea. Sinds 2007 voert het ensemble elk seizoen een nieuwe opera uit in het Théâtre du Châtelet. Zo behoren de volgende opera’s reeds tot hun repertoire: ‘La Pietra del Paragone’ (Rossini), ‘Véronique’ (Messager), ‘Norma’ (Bellini), ‘Il Barbiere di Siviglia’ (Rossini) en ‘Orlando Paladino’ (Haydn). In Parijs maakten ze ook hun debuut in de Opéra National de Paris met Händels ‘Alcina’ en in het Théâtre des Champs-Elysées met de opera’s ‘Cosi fan tutte’ en ‘Die Zauberflöte (Mozart) en ‘Orlando Furioso’ (Vivaldi). Het ensemble ambieert een grotere toegankelijkheid van klassieke muziek. Daarom organiseert Ensemble Matheus ook educatieve programma’s voor de jeugd, onder meer via het project ‘Opéra en Région’ met rondreizende operaproducties in de streek van Bretagne. Het Ensemble Matheus trad wereldwijd op, zo maakten ze onder meer hun debuut in New York (Carnegie Hall), Wenen (Konzerthaus en Theater an der Wien), Zürich (Tonhalle), Londen (BBC Proms Royal Albert
18
Hall, Barbican, Wigmore Hall), Rome (Accademia Santa Cecilia), Bilbao (Sociedad Filarmónica, Bilbao Opera), Québec (Grand Théâtre) en Dortmund (Konzerthaus). In het voorbije seizoen gaven ze 29 voorstellingen van de opera ‘Xerxes’ (Händel) in Stockholm en in het Kasteel van Versailles. Dit seizoen brengt het ensemble ‘Il Re Pastore’ (Mozart) in het Théâtre du Châtelet, ‘L’incoronazione di Poppea’ (Monteverdi) in het Theater an der Wien, ‘Messiah’ (Händel) en ‘Missa Solemnis’ van Beethoven. De cd ‘Miroirs’ met de mezzosopraan Malena Ernman die in 2013 verscheen op het label Deutsche Grammophon werd bekroond met 5 Diapasons en met een ‘Choc’ van Classica. www.ensemble-matheus.fr deSingel debuutconcert
viool & muzikale leiding Jean-Christophe Spinosi 1ste viool Laurence Paugam* Petr Ruzicka Faustine Tremblay Anaïs Flores-Lopez 2de viool Sébastien Bouveyron Philippe Huynh Hélène Decoin Julien Churin altviool Gianni Maraldi Cédric Lebonnois cello Alice Coquart Claire-Lise Démettre contrabas Thierry Runarvot traverso Jean-Marc Goujon* blokfluit Sarah Dubus* theorbe Mauricio Buraglia klavecimbel Yoko Nakamura *solisten
Ensemble Matheus krijgt subsidies van: Conseil régional de Bretagne, Conseil départemental du Finistère, la Ville de Brest, le Ministère de la culture et de la communication - DRAC de Bretagne. Het ensemble is in residentie in het Quartz in Brest. Verder krijgt het ensemble ondersteuning van het Fonds de dotation BNP Paribas - Banque de Bretagne en van de Société Altarea Cogedim. Air France is officiële partner van Ensemble Matheus.
19
Sonia Prina
Jean-Christophe Spinosi De Franse dirigent en violist JeanChristophe Spinosi stichtte in 1991 het Ensemble Matheus. Spinosi is vooral bekend omwille van zijn interpretatie van instrumentale en vocale muziek uit de barok, met name de opera’s van Vivaldi. Recent dirigeerde hij ook verschillende werken van Mozart en Rossini. Daarnaast exploreert Spinosi ook graag het klassiek en romantische repertoire en werken uit de 20ste en 21ste eeuw met onverwachte gevarieerde programma’s tot gevolg: van Sjostakovitsj tot Herbie Hancock, van Stravinsky tot Prokofjev, maar ook George Crumb, Arvo Pärt, Nicolas Bacri, Henryk Gorécki, John Cage ea. Met Ensemble Matheus brengt Spinosi sinds 2007 elk seizoen nieuwe operaproducties in Théâtre du Châtelet in Parijs, en is hij regelmatig ook te gast in het Théâtre des Champs-Elysées, in het Theater an der Wien en in de Wiener Staatsoper. Spinosi werkte ook samen met andere orkesten, zoals de Wiener Staatsoper, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, Monte-Carlo Philharmonic Orchestra, Radio Sinfonieorchester Frankfurt, Orchestre National du Capitole de Toulouse, Scottish Chamber Orchestra, New Japan Philharmonic, Royal Stockholm Philharmonic, RundfunkSinfonieorchester Berlin, Orquesta de Castilla y León, Wiener Symphoniker, Radio-Symphonieorchester Wien en Orquesta Nacional de España. Verder werkte hij ook samen met City of Birmingham Symphony Orchestra, NDR Radiophilharmonie in Hannover, het Mozarteum Orchester in Salzburg, Verbier Festival Orchestra en het Orchestre de Paris. Spinosi werd in 2006 benoemd tot ‘Chevalier des Arts et des Lettres’ door de Franse minister van cultuur. In 2007 ontving hij de prijs voor beste operadirigent door de Académie du disque lyrique. Voor zijn cd-opnames ontving hij de Diapason d’Or, Choc de l’année du Monde de la Musique, Premio internazionale del disco Antonio Vivaldi in Venetië, Grand Prix de l’Académie Charles Cros, Prix Caecilia in België, Victoire de la Musique Classique en de BBC Music Magazine Award in 2006.
20
Komende projecten met Ensemble Matheus zijn de ‘Missa Solemnis’ (Beethoven) tijdens een tournee door Europa, het ‘Requiem’ van Verdi in de Arena van Brest, ‘Xerxes’ van Händel in de Philharmonie van Moskou en in het Gran Teatre del Liceu in Barcelona, ea. Daarnaast zal Spinosi ‘Die Zauberflöte’ dirigeren aan de Opera van Hamburg, ‘Il barbiere di Siviglia’ (Rossini) aan de Wiener Staatsoper en ‘Comte Ory’ (Rossini) aan de Opera van Zürich met Cecilia Bartoli. Verder zal hij verschillende symfonische programma’s dirigeren in de Verenigde Staten en in Japan. deSingel debuutconcert
Sonia Prina studeerde trompet en zang aan het conservatorium Giuseppe Verdi in Milaan. In 1994 werd ze aangenomen in Teatro alla Scala’s Vocal Academy for Young Singers en in 1997 begon ze met het uitvoeren van opera, met een bijzondere interesse voor de barokke periode. Hoogtepunten in haar carrière waren onder meer haar vertolking van Orlando in de opera ‘Orlando furioso’ (Vivaldi), de rol Clarice in ‘La Pietra di Paragone’ (Rossini) in Théâtre du Châtelet in Parijs, de titelrol in Händels ‘Rinaldo’ in Teatro alla Scala in Milaan onder leiding van Ottavio Dantone en in Théâtre des Champs-Elysée in Parijs en in Lille en de titelrol in Mozarts ‘Ascanio in Alba’ op de Salzburger Festspiele onder leiding van Adam Fischer. Prina heeft een uitgelezen fascinatie voor Händel. In volgende opera’s vertolkte ze de hoofdrol: ‘Tamerlano’ in München olv. Ivor Bolton, ‘Giulio Cesare’ in Genoa olv. Diego Fasolis, ‘Ariodante’ in San Fransisco Opera House en in Teatro Liceu van Barcelona, ‘Rodelina’ aan het Barbican en in het Konzerthaus Wien. Recent speelde ze ook de rol Ratmir in Glinka’s ‘Ruslan en Lyudmila’ op de historische heropeningsavond van het Bolshoi Theater in Moscou. Ook vertolkte ze de rol van Ottone in Monteverdi’s opera ‘L’Incoronazione di Poppea’ in Bologna en de rol Penelope in ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ (Monteverdi) in Cremona. Onder leiding van Jordi Savall zong ze Vivaldi’s ‘Farnace’ in Madrid en ‘La Senna Festeggiante’ in Bordeaux. Komende engagementen bevatten onder andere de rol van Galatea in de opera ‘Aci e Galatea e Polifemo’ (Händel) in Kopenhagen, de rol van Ezio in ‘Ezio’ (Gluck) in Frankfurt en verschillende concerten waarbij ze aria’s za uitvoeren die geschreven werden voor de castraat Senesino. deSingel debuutconcert
21
Uw vermogen verdient onze ervaring en onze expertise
Delen Private Bank is een familiale onderneming die gespecialiseerd is in patrimoniumbeheer. Als dynamische goede huisvader streven we een gezonde groei en de bescherming van uw patrimonium na. Onze bedrijfsfilosofie en onze manier van werken weerspiegelen familiale waarden en een hechte bedrijfscultuur. Waarden zoals verantwoordelijkheid, transparantie, duurzaamheid, integriteit en betrouwbaarheid dragen we hoog in het vaandel. Wij houden van heldere, eenvoudige oplossingen die de tand des tijds kunnen doorstaan. Neem contact op met één van onze zetels of bezoek de website voor een vrijblijvende afspraak.
www.delen.be
architectuur dans theater muziek
in deSingel
t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid
www.desingel.be f deSingelArtCity
mediasponsors