PROVINCIE: Oost-Vlaanderen BRANDWEER: Denderleeuw DATUM INSPECTIE: 06.12.06 NIS-NUMMER: 41011
Willems D. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de Brandweerinspectie, ressorterende onder de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, evenals op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd worden na de deelrubrieken. Bij de inspectie op 06.12.06 zijn volgende personen aanwezig: De heer Mark Van der Poorten, burgemeester De heer Robrecht Michiels, luitenant-diensthoofd De heer Hans Boterbergh, luitenant De heer Sven De Leeuw, luitenant De heer Yves Vercauteren, adjudant De heer Wouter Michiels, korporaal De heer Hans Peerlinck, korporaal
1
ORGANISATIE 1.
Korpstype C vrijwillig
2.
Beschermde gemeente(n) Denderleeuw 3.
Adres: Nieuwstraat 2, 9470 Denderleeuw Telefoon Oproepnummer: 053/66 97 31 Administratief nr.: 053/66 97 31 Fax nr.: 053/66 97 31 Emailadres brandweer:
[email protected]
Organisatie hulpverlening
Korps ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
5.
oppervlakte (ha) 1377
Hoofdkazerne
-
4.
aantal inwoners 17441
Afstand(km) 38 9 6 14 3
X: Gent Y: Aalst Z: Ninove C: Lede CB: Liedekerke
Overeenkomsten met andere gemeenten als gevolg van artikel 20 van het koninklijk besluit van 8.11.1967, met uitwerking buiten de hulpverleningszone? Neen
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone? Zuid-Oost-Vlaanderen
PERSONEEL 1.
Officier-dienstchef
¾ naam: Robrecht Michiels ¾ adres: Bakergemveldbaan 9, 9470 Denderleeuw ¾ telefoon: 053/66 44 75 GSM: 0475/83 15 01
2
2.
Korpssecretaris
¾ naam: Sven De Leeuw ¾ adres: Kouterbaan 94, 9470 Denderleeuw ¾ telefoon: 053/41 00 88 GSM: 0472/25 07 86 3.
Personeelsbestand
BEROEPSBRANDWEERLIEDEN
graad
grondreglement
in dienst
luitenant kolonel majoor kapitein – commandant kapitein luitenant of onderluitenant opperadjudant adjudant sergeant majoor of eerste – sergeant of
VRIJWILLIGERS
grondreglement
in dienst
4
3
1 1
1 1
2
sergeant korporaal brandweerman officier – geneesheer
2
3
8 32 1
7 29* 1
* Waaronder 3 stagiairs
4.
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren: niet opgegeven Buiten de kantooruren: 65%
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers): 75%
6.
Specifieke taakverdeling officieren doorgevoerd? Cdt. Michiels: algemene leiding, preventie Lt. Boterbergh: materiaal, preventie en oefeningen Lt. De Leeuw: administratie, preventie en oefeningen
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef)
3
j
Zeer goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationele personeel (bij benadering): 39 jaar
9.
Aantal operationele damespersoneelsleden: 1
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden: 0
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
j
De jaarlijkse medische keuring gebeurt door de bedrijfsgeneeskundige dienst van de gemeente: Progecov, Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk.
O ⇒ ⇒
PMERKINGEN
Recent werden door de brandweer Denderleeuw 2 plaatsen van eerste sergeant, 1 plaats van sergeant en 2 plaatsen van korporaal vacant verklaard. Het is positief dat het voorziene personeelskader zo verder wordt ingevuld. Het verdient evenwel aanbeveling om ook over te gaan tot de aanwerving of bevordering van een onderluitenant-vrijwilliger.
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Grondreglement: gemeenteraadsbeslissing d.d. 31/01/2002 datum goedkeuring provinciegouverneur: 10/04/2002
2.
Huishoudelijk reglement: gemeenteraadsbeslissing van 31/01/2002
3.
Verzekeringen
POLIS B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen vrijwilligers Voertuigenverzekering Ander brandweermaterieel Overlijdensverzekering 4.
Retributiereglement
5.
Administratieve stukken
j j j n j
NUMMER
MAATSCHAPPIJ
45 006 297 6100181
Ethias Ethias
diverse polissen
Ethias
6100181
Ethias j
4
• Dienstnemingcontracten?
j
• Register hulpoproepen?
n
• Aanwezigheid - en prestatieregister?
j
• Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers?
De gegevens nagezien van Carl De Vos ¾ ¾ identiteit, burgerlijke staat? ¾ ¾ bloedgroep? ¾ ¾ nummer van inschrijving? ¾ ¾ aanduidingen om dringende terugroeping mogelijk te maken? ¾ ¾ persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmettingsrisico)? •• Inventarissen? Materieel? Verbruiksgoederen? Interventiekledij?
Dienstnemingscontracten ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
j j j j j
j j j
O
PMERKINGEN
Artikel 11 van bijlage 3 van het kb van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten bepaalt de vermeldingen op het dienstnemingcontract dat de leden-vrijwilligers ondertekenen. Die vermeldingen zijn de volgende: 1. naam, voorna(a)m(en), geboorteplaats en geboortedatum, evenals de woonplaats; 2. de dag met ingang waarvan de vrijwilliger in dienst is genomen; 3. de graad en de vergoeding welke de vrijwilliger wordt toegekend; 4. de ontvangstmelding van een uitreksel uit de polis arbeidsongevallen; 5. de ontvangstmelding van een uitreksel uit de polis overlijdensverzekering; 6. de verklaring van kennisname van en onderwerping aan het organiek reglement en het reglement van orde. Gelieve de contracten na te zien en zo nodig bij te werken. Artikel 10 van het grondreglement van de brandweer Denderleeuw legt een woonplaatsverplichting op als aanwervingsvereiste voor de graad van brandweerman. Zeker voor een vrijwillig korps is een dergelijke woonplaatsverplichting onontbeerlijk. De dienst moet immers zo worden georganiseerd dat voldoende manschappen (personeel en kader) te allen tijde klaar staan om binnen de kortst mogelijke tijd op te treden. De woonplaatsverplichting dient, conform de ministeriële omzendbrief van 28 mei 2004, echter steeds te worden gemotiveerd in het dienstnemingscontract. Volgende formulering zou daarvoor gebruikt kunnen worden: “Hij moet uiterlijk zes maanden na het beëindigen van zijn stage zijn hoofdverblijfplaats hebben op het grondgebied van de gemeente of binnen een straal van X kilometer rond de kazerne. Deze verplichting dient noodzakelijk te worden opgelegd voor het verzekeren van de openbare
5
⇒ ⇒ ⇒
veiligheid. De brandweer dient steeds op korte termijn over voldoende brandweerlieden te kunnen beschikken. (Gevolgd door een aanvulling van de specifieke situatie van het korps zodat blijkt dat het opleggen van een woonplaatsverplichting wel degelijk noodzakelijk is.)” De inspectie stelt vast dat voor de officieren een contract is opgesteld voor de duur van 5 jaar. Overeenkomstig het kb van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten, dient er voor de officieren een contract van onbepaalde duur te worden opgemaakt. Die verplichting geldt eveneens voor het contract van de officier-geneesheer.
Andere documenten ⇒ ⇒ ⇒
Het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke vrijwilligersdienst, bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, bepaalt in artikel 56 dat de brandweer ertoe gehouden is een register bij te houden van de hulpoproepen. De elektronische registratie van de alarmsignalen via het ASTRID-systeem volstaat niet. Alle binnengekomen hulpoproepen in de meldkamer dienen te worden bijgehouden.
INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek 2005 branden andere interventies totaal
2.
27 222 249
2006 tot op heden 29 203 232
Oefeningen
Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)? Algemene oefeningen: 24 uren Ploegoefeningen: 34 uren Oefeningen stagiairs: 52 uren Oefeningen duikers: 30 uren
Waar? Op diverse locaties: bedrijven, scholen, rusthuis, gemeenteterrein…
Wanneer? Algemene oefeningen: elke derde donderdag van de maand van 20u tot 22u Ploegoefeningen: elke dinsdagavond van 20u tot 22u (rotatiesysteem)
Worden er maatregelen genomen tegen niet geoorloofde afwezigheden? Welke? Functioneringsgesprek en indien nodig ontslag
6
j
Mogelijkheden tot sportbeoefening?
j
De sportzaal van de school rechtover de kazerne staat ter beschikking van het brandweerpersoneel en daarnaast kan ook gebruik worden gemaakt van het gemeentelijk zwembad.
Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming?
j
In de oefenplanning voor 2007 is in 4 persluchtoefeningen per ploeg voorzien.
Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? n Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? j Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? n Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel? j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? n Is de korpsdokter voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? n Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? Adjudant Yves Vercauteren stelt de oefensystematiek op onder toezicht van het officierenkader.
3.
Alarmering (vrijwilligers) Hulpcentrum 100 van Gent. De telefoonwacht in de kazerne wordt waargenomen door de conciërge.
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne? 4.
Spraak –en datacommunicatie
Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare radioapparatuur volgens Tetranorm? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De radiokamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps? Specifieke opleiding voor de radiokameroperatoren voorzien? Telecommunicatie apparatuur: - Vast opgestelde radio’s: 1 - Mobiele radio’s (voertuigen):7 - Portofoons: 8 - Pagers: 55 - Gsm: 4 5.
Dienstrooster (vrijwilligers - organisatie?) Er wordt gewerkt in een drieploegensysteem. Elke ploeg is een week van wacht.
6.
j j
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg? 4 minuten
7
j j j n n n j
7.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te beschermen gebied? 11 minuten
8. 9.
Uitrukprocedures of operationele richtlijnen?
j
Personeelsbezetting autopomp eerste uitruk? 4 personen
10.
11.
Gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen?
n
Persoonlijke alarmtoestellen in gebruik, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is? j De brandweer beschikt over persoonlijke alarmtoestellen van het merk ‘Diktron’.
O ⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
PMERKINGEN
De inspectie wenst te wijzen op artikel 1 van het ministerieel besluit van 14 april 1999 tot vaststelling van de minimale inhoud van de hulpverleningsovereenkomsten die opgesteld worden binnen de hulpverleningszones. Het is aangewezen om in zonaal verband opschalende procedures voor bijstand schriftelijk uit te werken om zo tot een meer efficiënte hulpverlening te komen. De brandweer Denderleeuw telt twee duikers die in het zonale duikteam actief zijn. Nazicht van de activiteitenkalender van het duikteam leert dat er regelmatig gespecialiseerde oefeningen plaatsvinden voor de brandweerduikers en oppervlakteassistenten, en dat er jaarlijks 5 grootschalige oefeningen worden georganiseerd. Worden er naast die duikactiviteiten wel voldoende oefeningen met grootschalige inzet en een duidelijke zonale meerwaarde georganiseerd? Het belang van dergelijke oefeningen in zonaal verband mag immers niet worden onderschat. De oefensystematiek van de brandweer Denderleeuw is overzichtelijk en gevarieerd. Er wordt over gewaakt dat iedereen dezelfde training krijgt en dat de lesgevers regelmatig roteren. De stagiairs ondergaan een aangepast oefenprogramma. Een dergelijke professionele houding tegenover opleiding en oefeningen verdient dan ook aanmoediging. Een computerprogramma met inbelsysteem houdt bij welke vrijwilligers op elk moment beschikbaar zijn en maakt zo een doeltreffende en selectieve alarmering mogelijk. Een dergelijk systeem kan een erg nuttige aanvulling zijn op de ploegenwacht, maar kan die niet vervangen. Als het klassieke wachtsysteem wordt verwaarloosd, bestaat immers het gevaar dat er zich op de meer moeilijke momenten, zoals overdag, onvoldoende vrijwilligers beschikbaar zullen houden. Het is een goede zaak dat de uitrukprocedures schriftelijk zijn vastgelegd en uithangen in de kazerne, maar een minimumpersoneelsbezetting van 4 man voor het uitrukken van de autopomp is wel aan de erg lage kant. Idealiter
8
⇒ ⇒
⇒ ⇒
vertrekt een autopomp met een bezetting van 6 man. Voor een vrijwillig korps is, omwille van de snelheid van interventie, 5 man het absolute minimum. In de radiokamer zijn niet alle documenten voorhanden om bij een interventie de nodige ondersteuning te kunnen bieden. Zo ontbreken de interventiedossiers en een handboek of cd-rom voor de identificatie van gevaarlijke stoffen. Gelieve die documenten voorhanden te houden in de radiokamer, het is onvoldoende om ze enkel aan boord van het commandovoertuig of in de bureaus te bewaren. Ter verduidelijking: de opmaak van interventieplannen is nog steeds nuttig. Artikel 15 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand verleende aan de burgemeester de bevoegdheid om voor bepaalde brandrisico’s de brandweer te belasten met het opstellen van voorafgaande interventieplannen. Door het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen werd voornoemd artikel opgeheven. De ministeriële omzendbrief van 26 oktober 2006 verduidelijkt echter dat het in voege treden van het nieuwe koninklijk besluit alleszins niet betekent dat de opmaak van dergelijke interventieplannen overbodig zou worden. De voorafgaande interventieplannen vallen te beschouwen als interventieplannen die de monodisciplinaire interventieplannen van discipline 1 (de hulpverleningsoperaties) aanvullen. Het is aangewezen om goed uitgewerkte interventieplannen ter beschikking te houden in de radiokamer. Daarbij dient opgemerkt dat een interventieplan niet hetzelfde is als een intern noodplan. Een intern noodplan is een document dat wordt opgemaakt op het niveau van het bedrijf of de instelling en dat voor de brandweer een hulpmiddel kan zijn bij het opstellen van een interventieplan. Een interventieplan kan onder meer volgende elementen bevatten: aanrijdroute, opstelling van de interventievoertuigen, mogelijkheden voor watervoorziening… Aan boord van de halfzware autopomp bevinden zich onvoldoende persluchttoestellen voor alle inzittenden. De inspectie hanteert het principe dat bij een eerste uitruk iedereen zich moet kunnen beschermen, zelfs al lijkt dat in de praktijk niet altijd noodzakelijk. Als er in de cabine onvoldoende plaats is, kunnen er extra toestellen worden opgeborgen in de bergruimtes.
BRANDWEERKAZERNE 1.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
2.
Verwarming voldoende? Welke brandstof? Noodstroomvoorziening geïnstalleerd?
n j gas en stookolie n
4.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
5.
Milieuvergunning beschikbaar?
j n
9
6.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
n
7.
Aantal uitvalspoorten?
4
Hoe worden ze geopend en gesloten? 8.
manueel
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
10.
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen?
11.
Voldoende ruimte beschikbaar voor ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Stalling brandweervoertuigen in de parkeergarage? Opslag van logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen? Praktische opleiding (oefenterrein)? Administratie, archief en onthaal? Herstelling en onderhoud van voertuigen en niet-rollend materieel? Vlot parkeren van de persoonlijke voertuigen? Sportbeoefening? Theoretische opleiding (leszaal?) Vestiaire interventiekledij? Onderhoud adembescherming?
j n
n n n j n n n n n j
12.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
j
13.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
j
14.
Specifiek lokaal voor optimaal onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
j
15.
Lokaal waar gaspakken degelijk kunnen gereinigd worden?
n
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kan interventiekledij en laarzen gereinigd worden in de kazerne?
n
18.
Radiokamer voldoende functioneel ingericht?
n
O ⇒ ⇒
⇒ ⇒
PMERKINGEN
De inspectie stelt vast dat de kazerne van de brandweer Denderleeuw in alle opzichten verouderd is en niet meer voldoet aan de noden van een hedendaags en slagvaardig brandweerkorps. Bovendien brengt de bestaande situatie de arbeidsveiligheid ernstig in het gedrang. Aangezien er op de huidige site geen mogelijkheden meer zijn tot verbetering en uitbreiding, dient er te worden uitgekeken naar een nieuwe locatie. De vastgestelde gebreken en functionele tekortkomingen zijn talrijk, enkel de voornaamste zullen hier beknopt worden toegelicht. De kazerne is excentrisch gesitueerd binnen de gemeente, in een bocht en bovendien vlakbij een drukke spoorweg. De poorten geven direct uit op
10
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
straat en de buitenstraal is onvoldoende voor het vlot in- en uitrijden van de brandweervoertuigen. Artikel 43 van het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke vrijwilligersbrandweerdienst bepaalt dat de kazerne van de brandweer gemakkelijk herkenbaar moet zijn. Dat is in Denderleeuw geenszins het geval. De garage is door de toename van het rollend en niet-rollend materieel duidelijk te klein geworden. Een kleine binnenplaats werd omgebouwd tot garage om op geïmproviseerde wijze het hoofd te bieden aan het tekort aan stallingsplaats. De ruimte tussen de voertuigen is bijzonder krap en op sommige plaatsen (onder andere door de aanwezigheid van steunpilaren) zelfs onbestaande. Dat bemoeilijkt niet enkel het in- en uitladen, maar is bovendien ronduit gevaarlijk voor de brandweerlieden die langs de voertuigen heen moeten. De vestiairekasten zijn opgesteld tegen de wanden van de garage, met nauwelijks ruimte voor het omkleden en voor de vlotte circulatie van het brandweerpersoneel. Er is geen gemakkelijk bereikbare opslagplaats voor logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen. De opslag van ontvlambare stoffen gebeurt in de garage, vlak naast de voertuigen, en niet in een afgezonderde ‘duivelskamer’. De brandweer Denderleeuw telt twee duikers die in zonaal verband worden ingezet. Er is echter geen aangepast lokaal waar de duikers zich kunnen omkleden en waar de duikpakken gereinigd en gedroogd kunnen worden. Momenteel gebeurt dat in een ruimte die daarvoor absoluut ongeschikt is: een deel van de autogarage waar tevens de persslangen omhoog worden getakeld om ze te drogen. De uitvalspoorten zijn sterk verouderd en kunnen enkel manueel worden geopend. Ze hebben geen noodstopsensoren, noch een valbeveiligingssysteem. Er is geen parkeerterrein voor de vrijwilligers. Die zijn genoodzaakt om bij een oproep in de aanpalende straten op zoek te gaan naar een parkeerplaats. Een multifunctioneel terrein met hydrant waar kan worden geoefend, waar de wagens kunnen worden gereinigd, de tankwagen bijgevuld… ontbreekt volkomen.
MATERIEEL 1.
Inventaris
Wagenpark voertuig
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
1 1 1
1 1 1
zware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp tankwagen /tankcontainer ≥ 8000 liter
11
schuimautopomp/ container/ aanhanger bosbrandweerwagen poederwagen/ container slangenwagen/ container/ aanhanger autoladder hoogwerker materieelwagen bevrijdingswagen verkeersslachtoffers reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) duikwagen/ container personeelswagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig CPOPS dienstwagen ziekenwagen DGH haakarmvoertuig met kraan haakarmvoertuig zonder kraan open container voertuig/ container adembescherming voertuig/ container o.g.s. milieuwagen/ container hoge gesloten container (divers gebruik) takelwagen aanhangwagen
1
1
1
1 1
1
1
1
1
3
3
Niet rollend materieel Materieel, uitrukkledij en toestellen
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
2
2
1 1 17
1 1 15
motorpomp (debiet > 500 l/m) stroomaggregaat ≥5KVA positieve drukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel
12
gaspak chemiepak hittewerend pak reanimatietoestel / defribillator explosiemeter/multimeter (ex.-gasO2) gasconcentratiemeter /detectieapparaat detectietoestel nucleaire straling stralingsdosismeter warmtebeeldcamera valstopapparaat hydraulisch aggregaat (bevrijding verkeersslachtoffers) + toebehoren reddingsboot/ werkboot persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
1
1
3
1 3
1
1
2000 m 2000 m
2440 m 2520 m
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
j
3.
Gebruiksboekje (reiswijzer)voor elk voertuig?
j
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig?
j
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs?
j
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels ...) Datum laatste keuring? 11/07/2006
j
7.
Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047? Hebben ze een identificatienummer?
j j
8.
Testenkwaliteit ademlucht?
j
9.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
10.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor?
j
11.
Worden de adembeschermingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
13.
Zijn er nog heupgordels in gebruik?
j
6.
13
14.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
j
15.
Onderhoudscontract voor explosiemeter(s)
n
16.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
O
j
PMERKINGEN
voertuigenpark, niet-rollend materieel ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒
De ladderwagen ‘Magirus Deutz’ werd voor het eerst in gebruik genomen in 1978 en is op korte termijn aan vervanging toe. Ook de vervanging van de lichte autopomp ‘Saviem’, met eerste ingebruikname in 1979, dringt zich op. Zeker voor de voertuigen in de eerste lijn dient er een aanvaardbare afschrijvingstermijn te worden gehanteerd. Het is aangewezen om een meerjarenplan op te stellen voor de aankoop van nieuw materieel en het wagenpark tijdig te vernieuwen. De inspectie merkt op dat niet alle stroomgroepen voorzien zijn van een isolatiebewaking en wenst te herinneren aan de richtlijnen geformuleerd door de FOD Binnenlandse Zaken in haar omzendbrief d.d. 6.12.2000 met kenmerk VI/MAT/OO/2189. In de opbergruimtes van de ladderwagen worden losse stukken aangetroffen. Gelieve alle materieel in daartoe bestemde vakken of profielen op te bergen of vast te bevestigen. De brandweer maakt gebruik van absorptiekorrels en dispersiemiddelen voor het opruimen van diverse olieverontreinigingen op het wegdek of het wateroppervlak. Er kan aan de inspectie geen technische gebruiksfiche worden voorgelegd, die de behandeling van koolwaterstoffen of andere substanties specificeert. De inspectie stelt zich de vraag of de noodzakelijke absorptietijden tijdens interventies altijd worden gerespecteerd. Zijn er eventueel nabehandelingen noodzakelijk? Louter visuele waarnemingen volstaan immers dikwijls niet. Wil in deze aangelegenheid de leverancier raadplegen. Het verdient aanbeveling om persslangen en watervoerende armaturen te merken zodat bij een grootschalige inzet geen materieel verloren kan gaan.
persoonlijke beschermingsmiddelen ⇒ ⇒
⇒ ⇒
Volgens artikel 4 van het koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende de persoonlijke beschermingsmiddelen, is de werkgever ertoe gehouden de risico’s inherent aan de arbeid op te sporen en de geëigende materiële maatregelen te treffen om hieraan te verhelpen. Brandweer Denderleeuw beschikt over gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen en oefent het correcte gebruik ervan in. Het verdient evenwel aanbeveling om die gebruiksregels ook op papier te zetten en een instructienota ter beschikking te stellen van het brandweerpersoneel. De werkgever is er tevens toe gehouden op zijn kosten in te staan voor het reinigen van de persoonlijke beschermingsmiddelen. In de kazerne is er een – eerder kleine – wasmachine beschikbaar om aan die verplichting te voldoen. Het is aan de officieren om er op toe te zien dat dat op de juiste wijze gebeurt en dat alle kledij op regelmatige basis wordt gereinigd, wat nu klaarblijkelijk niet altijd het geval is.
14
keuringen, onderhoudscontracten ⇒ ⇒
Indien er gebruik wordt gemaakt van gespecialiseerde apparatuur voor het meten van gasconcentraties en/of explosiegevaar, kan er best een onderhoudscontract met de fabrikant of leverancier worden opgesteld. Slecht functionerende of onnauwkeurige meetapparatuur kan immers voor een vals gevoel van veiligheid zorgen.
15