Zaaknummer: OOPAS04 Onderwerp
Nota Brandstofverkooppunten 2010
Collegevoorstel Inleiding De gemeente Heusden kent momenteel geen specifiek beleid dat gericht is op brandstofverkooppunten (bvp’s). Gelet op een nieuwe aanvraag voor een tankstation op een bedrijventerrein binnen de gemeente en de discussie hierover is besloten om beleid op te stellen voor het vestigen van bvp’s. Met dit beleid kunnen in de toekomst aanvragen voor de vestiging van bvp’s aan vastgesteld beleid worden getoetst.
Feitelijke informatie De gemeente Heusden kent op dit moment 9 openbare brandstofverkooppunten waarvan 2 in Heusden/ Oudheusden, 3 in Vlijmen, 1 in Nieuwkuijk en 3 in Drunen. Met behulp van de Toolbox benzinemarkt (Ministerie Economische Zaken) is de doorzetclaim (aanbod) van de tankstations bepaald op 24 mln. liter. De potentiële doorzet (vraag) is geraamd op 23 mln. liter. Dit houdt in dat de markt voor brandstofverkooppunten vrijwel in evenwicht is en er geen nieuwe openbare brandstofverkooppunten gewenst zijn (verplaatsing van bestaande is wel mogelijk). Prioritering van verkooppunten voor alternatieve brandstoffen (aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen) is gewenst.
Afweging De nota Brandstofverkooppunten vormt het gemeentelijk beleid voor de lange termijn ten aanzien van het aantal en spreiding van bvp’s in de gemeente Heusden. De berekening van vraag en aanbod toont aan dat de markt voor brandstofverkooppunten (fossiele brandstoffen) in evenwicht is en geen nieuwe punten gewenst zijn. De belangrijkste locatie-eisen en inrichtingseisen zijn: Locatie-eisen Inrichtingseisen • Conform Sociaal Economisch Plan • minimaal 50% van de bruto omzet van de brandstofverkooppunten bij voorkeur in pompshop bestaat uit de verkoop van rode zone langs A59 brandstoffen, smeermiddelen en aanverwante artikelen • Ligging bij voorkeur aan de rand van de • verkoop van alcohol is niet toegestaan bebouwde kom • oppervlakte pompshop maximaal 100 m2 • Situering aan doorgaande bvo gebiedsontsluitingsweg • Logische en verkeersveilige aansluiting op • geen zitgelegenheid voor consumptie ter wegenstructuur plaatse De marktvraag voor alternatieve brandstoffen neemt toe. De gemeente Heusden geeft prioriteit aan initiatiefnemers die de verkoop van alternatieve brandstoffen als aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen opstarten. De verdeling en hoeveelheid van business tot business bvp’s wordt aan de markt overgelaten. Naast de bovengenoemde locatie-eisen gelden 2 aanvullende voorwaarden voor deze brandstofverkooppunten. Zij mogen geen pompshop hebben en verkoop aan particulieren is niet toegestaan. Verder moet een brandstofverkooppunt uiteraard voldoen aan alle wettelijke bepalingen.
1
Zaaknummer: OOPAS04 Onderwerp
Nota Brandstofverkooppunten 2010
Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure Bij nieuwe aanvragen voor of verplaatsing van brandstofverkooppunten wordt de nota brandstofverkooppunten als richtlijn gehanteerd.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
2
Zaaknummer: OOPAS04 Onderwerp
Nota Brandstofverkooppunten 2010
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 21 december 2010;
besloten: -
de nota brandstofverkooppunten 2010, gemeente Heusden vast te stellen; de nota brandstofverkooppunten 2010 als richtlijn te gebruiken bij de aanvraag van nieuwe en verplaatsing van bestaande brandstofverkooppunten.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
3
Nota brandstofverkooppunten 2010, gemeente Heusden 1. Inleiding Aanleiding De gemeente Heusden kent momenteel geen specifiek beleid dat gericht is op brandstofverkooppunten (bvp’s). Gelet op een nieuwe aanvraag voor een tankstation op een bedrijventerrein binnen de gemeente en de discussie hierover, is er besloten om beleid op te stellen voor het vestigen van bvp’s. Met dit beleid kunnen in de toekomst aanvragen voor de vestiging van bvp’s aan vastgesteld beleid worden getoetst. De verkoop van benzine, diesel en autogas is een aparte vorm van detailhandel met heel eigen kenmerken. Het gaat om brand- en explosiegevaarlijke stoffen, die niet overal in de gemeente kunnen worden geaccommodeerd. In milieuwetgeving worden er specifieke eisen gesteld aan de verkoop van brandstoffen in het algemeen en LPG in het bijzonder. Externe veiligheid speelt hierbij een grote rol. Denk daarbij aan de minimale afstand tot bebouwing en met name ook de bevoorradingsroutes. Ook spelen verkeersaspecten een grote rol, want de boodschap aan de pomp doe je in de regel gemotoriseerd. Een benzinestation kan dus niet overal gevestigd worden. Een vestigingsbeleid is daarom noodzakelijk. Andere aspecten aan een dergelijk beleid kunnen gevonden worden in de belangen van de pomphouders en de consumenten. De pomphouders hebben onder meer belang bij een goed gelegen locatie en beperking van de concurrentie. De consument heeft belang bij een product met een concurrerende prijs, dat in de buurt kan worden verkregen. Daarnaast stelt de consument prijs op kwaliteit in de vorm van de geboden service (openingstijden, shop, wasstraat). Doel De nota Brandstofverkooppunten vormt het gemeentelijk beleid voor de lange termijn ten aanzien van het aantal en spreiding van bvp’s in de gemeente Heusden. Tevens is in deze nota aandacht besteed aan de locatiecriteria en de inrichtingseisen voor bvp’s en alternatieve vormen van brandstof. Bij de ontwikkeling van nieuwe verkooppunten van brandstof dienen met name de (externe) veiligheid en alternatieve vormen van brandstof in acht te worden genomen.
1
2. Huidige situatie Huidige locaties Op dit moment zijn er binnen de gemeente 9 openbare (on)bemande brandstofverkooppunten gevestigd. Deze brandstofverkooppunten liggen redelijk goed verspreid over de gehele gemeente, met als enige uitzondering Heusden-vesting. Naast openbare locaties voor brandstofverkooppunten zijn er in de gemeente Heusden ook enkele bedrijfspompen gevestigd. Omdat deze niet voor iedereen toegankelijk zijn, zijn deze niet opgenomen op de kaart. Wel wordt een uitspraak gedaan hoe om te gaan met deze business to business pompen. Tabel 1: Brandstofverkooppunten in de gemeente Heusden Naam Adres Plaats Texaco Heikant Total (Servauto inzake Het Sempke) Tausch Servicestation Texaco Tankstation Kuijs Tankservice Kuys Tinq Vlijmen / Gulf P&J de Groot Delta Brug
Lipsstraat 21, 5151 BH Beethovenlaan 17, 5151 LH
Drunen Drunen
Ja Nee
T B
Opstelplaatsen 6 4
Spoorlaan 2, 5151 DE Nieuwkuijksestraat 5, 5253 AC Nassaulaan 61, 5251 JB Pastoriestraat 5, 5251 AA Grote Kerk 13, 5251 AA Steenweg 1, 5256 KA Industrieweg 12 a, 5256 PN
Drunen Nieuwkuijk Vlijmen Vlijmen Vlijmen Oud Heusden Heusden
Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee
T B T B O B O
12 4 6 4 4 4 4
LPG
Type*
* type verkooppunt: B=buurt, T=tangent, O=onbemand (uitleg in bijlage 3)
Figuur 1: locaties openbare brandstofpunten
2
Huidige soorten brandstoffen Bij brandstofverkooppunten wordt onder meer LPG, Euro ongelood en Diesel verkocht. Naar verwachting zullen duurzame energiebronnen (biobrandstof, aardgas, elektriciteit e.d.) in de toekomst meer gebruikt gaan worden als brandstof voor auto’s. Voor Heusden betekent dit dat er in de toekomst bij huidige bvp’s ook vulpunten voor deze brandstoffen zullen komen. Rijden op alternatieve brandstoffen is over het algemeen schoner en kost vaak ook minder dan conventionele brandstoffen en heeft een positief effect op het milieu. Service bij brandstofverkooppunten De winkels bij brandstofverkooppunten zijn de laatste jaren steeds groter geworden en voeren een steeds uitgebreider assortiment. Deze winkels worden gezien als gemakswinkels en kunnen worden gezien als aanvulling op de bestaande verzorgingsstructuur. Bij veel brandstofverkooppunten zijn diverse services te vinden. Onder deze services vallen: • autowasstraat; • snackbar; • winkel; • broodjescorner; • restaurant.
3
3. Bestaand beleid en wettelijke kaders Ruimtelijk beleid Structuurvisie Heusden In juli 2009 is de Structuurvisie Heusden vastgesteld. De gemeente Heusden spreekt hierin de ambitie uit om zich te ontwikkelen op het gebied van landschap, natuur, woningbouw, infrastructuur, bedrijvigheid en glastuinbouw. Deze ontwikkelingen dienen in onderlinge samenhang plaats te vinden. De gemeente heeft in de visie duidelijk verwoord en verbeeld waar gebiedsontwikkelingen plaats vinden. Stedelijke functies worden daarbij vooral geconcentreerd in de zone van Drunen tot Vlijmen. Het natuurlijke karakter van het noordelijke en zuidelijke gebied van de gemeente blijft behouden en nieuwe functies als waterberging en natuurontwikkeling krijgen in het buitengebied een kans. Bij het bepalen van locaties waar brandstofverkooppunten al dan niet gevestigd mogen worden, is de structuurvisie een belangrijk uitgangspunt. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan In het Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) uit 2001 van de gemeente Heusden zijn de hoofdstructuren voor het gemotoriseerde verkeer en fietsverkeer beschreven. Er wordt aandacht besteed aan de hoofdstructuren voor het gemotoriseerde verkeer, het fietsverkeer en de overige vervoerwijzen. Knelpunten in de infrastructuur zijn geëvalueerd. In het GVVP zijn ambities en doelstellingen in termijnen beschreven. Daarnaast is er aandacht voor de implementatie van het concept Duurzaam Veilig in de gemeente Heusden. De achtergronden en betekenis van de categorisering in het kader van Duurzaam Veilig zijn in het GVVP toegelicht. Inmiddels (voorjaar 2010) is gestart met het actualiseren van het verkeer- en vervoersplan dat in 2011 dient te worden vastgesteld. Mede als gevolg van de structuurvisie zal de gebiedsontsluitingsstructuur wijzigen. Luchtkwaliteitsplan Heusden De gemeente Heusden heeft in 2007 een Luchtkwaliteitsplan vastgesteld. Dit is van belang omdat voor de vaststelling van bestemmingsplannen de gemeente de luchtkwaliteit dient te onderzoeken en dient aan te tonen dat de normen niet overschreden worden, danwel dat zodanig maatregelen worden genomen dat overschrijding van de normen zo veel mogelijk voorkomen wordt. Veel maatregelen die invloed hebben op de lokale luchtkwaliteit overstijgen echter vaak de werkingssfeer van een bestemmingsplan en kunnen slechts effectief op gemeentelijk of regionaal niveau ingezet worden. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het wijzigen van de verkeerscirculatie, stimulering fiets- en openbaarvervoergebruik of het weren van vrachtverkeer. Ook valt hieronder de eventuele samenwerking met andere overheden, zoals de provincie en Rijkswaterstaat, die verplicht zijn daaraan gehoor te geven. Voor het opstellen van de Nota Brandstoffenbeleid van de gemeente Heusden is het van belang de doelstellingen en maatregelen uit het Luchtkwaliteitsplan in acht te nemen. Bestemmingsplannen Bij toekomstige wijzigingen van bestemmingsplannen en het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen dienen (bestaande) bvp’s afzonderlijk te worden bestemd. Binnen de bestemmingen 'detailhandel' en 'bedrijven' dienen nieuwe bvp’s uitdrukkelijk te worden uitgesloten. Op deze wijze wordt voorkomen dat er een discussie ontstaat over de mogelijkheid van vestiging van bvp’s binnen deze bestemmingen. De afzonderlijke bestemming van bvp’s luidt volgens de Standaard Voor Bestemmingsplannen 2008 ‘Bedrijf’, met als bijbehorende (hoofd)functie / gebruiksdoel ‘Verkooppunt motorbrandstoffen (met of zonder vulpunt)’. Milieu Omdat er bij bvp’s zeer licht ontvlambare, ontvlambare en/of brandbare vloeistoffen worden opgeslagen en/of overgeslagen valt een brandstofverkooppunt onder de wetgeving van de Wet Milieubeheer. De besluiten en regelingen die binnen de Wet Milieubeheer voor bvp’s van belang zijn, worden hieronder beschreven. Besluit algemene regels voor inrichtingen en milieubeheer (activiteitenbesluit) In dit besluit zijn algemene voorschriften opgenomen ter beperking van nadelige gevolgen voor het milieu die worden veroorzaakt door tankstations voor het wegverkeer. Voorbeelden hiervan zijn de wijze van opslag van brandstoffen, keuringen van tanks, geluid en externe veiligheid. Bvp’s dienen aan deze voorschriften te voldoen. Per 1 januari 2008 geldt dat alle inrichtingen onder de algemene
4
regels van het Activiteitenbesluit vallen, tenzij sprake is van een gpbv-installatie (beter bekend als de IPPC-bedrijven) genoemd in artikel 8.1 van de Wet Milieubeheer (Wm). Het uitgangspunt is dat alle inrichtingen onder algemene regels vallen en dat de vergunningplicht de uitzondering vormt. Afhankelijk van het type inrichting zijn bepaalde onderdelen van het Activiteitenbesluit van toepassing (zie artikel 1.4 van het Activiteitenbesluit). Het Activiteitenbesluit maakt een onderscheid in inrichting types A, B en C. Een nadere omschrijving hiervan is opgenomen in bijlage 2. Een tankstation zonder LPG valt volledig onder het activiteitenbesluit. Een tankstation met LPG heeft een milieuvergunning nodig, daarnaast is een aantal algemene regels van toepassing uit het activiteitenbesluit. 1
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) en Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (REVI) Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen is van toepassing op bvp’s. Bvp’s moeten voldoen aan de randvoorwaarden welke in dit besluit en deze regeling worden gesteld. De randvoorwaarden houden verband met de termen plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar op overlijden van een onbeschermd individu op een bepaalde locatie naar aanleiding van een incident met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans per jaar dat tenminste een aantal mensen het slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Het plaatsgebonden risico vormt een wettelijke norm voor bestaande en nieuwe situaties. Dit is met een risicocontour ruimtelijk weer te geven. Het groepsrisico is niet in een ruimtelijke contour te vertalen, maar wordt weergegeven in een grafiek. Hierin wordt weergegeven hoe groot de kans is dat groepen met een bepaalde grootte slachtoffer kunnen worden van een ongeval met gevaarlijke stoffen. In bijlage 2 worden beide begrippen verder uitgewerkt. Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2009-2012 Als uitwerking van de Duurzaamheidsagenda is het Uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2009-2012 opgesteld. Hierin staan de volgende doelstellingen opgenomen. Voor het gemeentelijk wagenpark heeft de gemeente de ambitie om 10% te besparen op de fossiele brandstoffen en/of duurzame brandstoffen in te kopen. Bovendien wil de gemeente het brandstofverbruik van het verkeer en vervoer reduceren met een besparing en/of verduurzaming van brandstoffen met 1% per jaar. Tevens is het reduceren van het brandstofverbruik van het verkeer en vervoer in de gemeente Heusden door besparing en/of verduurzaming van brandstoffen te faciliteren als één van de doelstellingen opgenomen bij het opstellen van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.
1
Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), welke 27 oktober 2004 van kracht is geworden.
5
4. Distributieve mogelijkheden Toolbox Benzinemarkt Om een indicatie te geven van de marktruimte voor bvp’s is de ‘Toolbox Benzinemarkt’ gehanteerd. De Toolbox is in 2003 door het Ministerie van Economische Zaken opgesteld. De module is bedoeld om belanghebbenden op de benzinemarkt (overheden, ondernemers) inzicht te geven in aspecten van het benzinebeleid. Op basis van landelijk onderzoek zijn kengetallen vastgesteld, die regelmatig worden geactualiseerd en aangevuld. Door gebruik te maken van de rekenmodule uit de Toolbox zijn landelijke kengetallen gecombineerd met lokale variabelen. Op basis hiervan is een indicatieve berekening gemaakt van de huidige marktruimte voor het aantal bvp’s in de gemeente Heusden. De uitkomsten hiervan kunnen worden gebruikt voor het opstellen van ruimtelijk beleid voor bvp’s. Doorzetclaim Voor het bepalen van de totale doorzet (aantal verkochte liters) in Heusden wordt in de toolbox onderscheid gemaakt tussen drie typen bvp’s gelegen binnen de bebouwde kom (buurt, tangent, onbemand). In Heusden gaat het om 16 opstelplaatsen in de buurt, 24 langs een doorgaande weg en 8 bij een onbemande bvp. Aan de hand van een landelijk gemiddelde doorzet per opstelplaats en type bvp is een inschatting te maken van de totale doorzetclaim van bvp’s in de gemeente Heusden. De doorzetclaim van het aanbod aan bvp’s in Heusden kan hiermee worden berekend op circa 24 miljoen liter (tabel 2). Tabel 2: Indicatieve berekening totale doorzetclaim in de gemeente Heusden Aantal opstelplaatsen Gem. doorzet per Totale opstelplaats doorzetclaim Buurt 16 300.000 4,8 mln. Tangent 24 590.000 14,2 mln. Onbemand 8 625.000 5,0 mln. Totaal 48 24,0 mln.
Potentiële vraag De vraag naar brandstoffen wordt in de toolbox ten eerste bepaald aan de hand van de bevolkingsomvang. Het aantal inwoners in de gemeente wordt vermenigvuldigd met het de landelijk gemiddelde doorzet per inwoner. Ten tweede wordt de gemiddelde doorzet per personenauto in Nederland vermenigvuldigd met het aantal auto’s in gemeente Heusden. De doorzet vanuit deze uitgangspunten wordt gemiddeld. Vervolgens wordt de doorzet van vrachtvoertuigen in gemeente Heusden erbij opgeteld. Voor de gemeente Heusden is dan aan de hand van deze methode een totale vraag te berekenen van circa 39 miljoen liter (tabel 3). Tabel 3: Indicatieve berekening van de potentiële doorzet in de gemeente Heusden Aantal Gemiddelde doorzet*** Totale potentiële doorzet Inwoners* 43.082 806 34,7 mln. 28,5 mln. Personenauto’s** 20.811 1.076 22,4 mln. Vrachtvoertuigen** 2.848 3.779 10,8 mln. Subtotaal 39,3 mln. Afvloeiing 35 % Totaal 25,5 mln. Bandbreedte (10 %) 23,0 – 28,1 mln. * Gemeente Heusden (2009) ** CBS Statline (2009) *** Ministerie EZ (2009), Toolbox Benzinemarkt
Uit landelijk onderzoek van het Ministerie van EZ blijkt dat er altijd sprake is van een grotere afvloeiing naar het omliggende wegennet (snelwegen, provinciale wegen binnen bebouwde kom, wegen buiten bebouwde kom) dan toevloeiing vanuit omliggende gebieden. Deze afvloeiing ligt tussen de 30% en 40%, afhankelijk van het aantal snelwegen in de gemeente. In de gemeente Heusden wordt uitgegaan van een afvloeiing van 35% vanwege de aanwezigheid van een doorgaande snelweg. De gebonden doorzet is dan te berekenen op circa 25,5 miljoen liter per jaar.
6
Toevloeiing forensen en toeristen De vraag naar brandstoffen wordt mede bepaald door het aantal toeristen en forensen. Volgens het ministerie van EZ is het niet mogelijk gebleken om het verband tussen toeristen en forensen en doorzet te kwantificeren. Daarom wordt in de toolbox gewerkt met een bandbreedte van 10%. Op basis hiervan bedraagt de theoretische vraag naar brandstoffen in de gemeente Heusden circa 23 tot 28 mln. liter (tabel 3). De aanwezigheid van een beperkt aantal bedrijventerreinen met een regionale functie in de gemeente en een toeristische functie (vesting Heusden en toekomstige Poort van Heusden, een dagrecreatieve voorziening met landelijke uitstraling) heeft de gemeente Heusden een beperkte forensenstroom en een gemiddeld aantal dagtoeristen. Verwacht mag worden dat de totale vraag opschuift richting de 23 mln. liter. Marktruimte 2010 en 2020 Op basis van de voorgaande berekening kan geconcludeerd worden dat de huidige doorzetclaim van de brandstofverkooppunten (van fossiele brandstoffen) in de gemeente Heusden (24 mln. liter) vrijwel gelijk is aan de vraag naar motorbrandstoffen in de gemeente. De verplaatsing van tankstations naar beter bereikbare locaties kan een beperkte invloed hebben op de doorzetclaim van brandstof, aangezien mogelijk het type tankstation en het aantal opstelplaatsen wijzigt. Volgens de huidige verwachtingen van de bevolkingsontwikkeling in de gemeente Heusden zal het inwonertal van 2 Heusden tot 2024 tussen de 0 en 0,5% stijgen . Deze lichte groei zal naar verwachting nauwelijks leiden tot een toenemende vraag naar brandstoffen. De gemeente Heusden wil het aanbieden van alternatieve brandstoffen bevorderen. De marktvraag naar alternatieve brandstoffen zal in de toekomst alleen maar toenemen. Dit is de reden dat de ontwikkeling van nieuwe alternatieve brandstofverkooppunten met aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen gestimuleerd wordt en prioriteit krijgt. Ook bij de verplaatsing van bestaande brandstofverkooppunten wordt een toevoeging van alternatieve brandstoffen gewenst. Voor (niet openbare) business to business brandstofverkooppunten is het niet mogelijk een dergelijke marktruimte berekening voor brandstof te maken. Daarom wordt de verdeling en hoeveelheid business to business brandstofverkooppunten aan de markt overgelaten.
2
De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2008, Provincie Noord-Brabant, november 2008.
7
5. Locatiecriteria en inrichtingseisen In dit hoofdstuk worden criteria gesteld waaraan locaties moeten voldoen om hier een brandstofverkooppunt (BVP) te mogen vestigen. Deze criteria zijn onderverdeeld in locatiecriteria en inrichtingseisen. De locatiecriteria zoomen in op de locatie in een zone waar bvp’s bij voorkeur moeten worden gevestigd. Daarnaast zijn er inrichtingseisen opgesteld. Deze bepalen waar de inrichting van gekozen locatie aan dient te voldoen. Locatiecriteria voor potentieel brandstofverkooppunt Locatiecriteria De criteria voor de locatie van een potentieel brandstofverkooppunt zijn als volgt: • Conform het Sociaal-Economisch Plan van de gemeente Heusden dient stedelijke ontwikkeling, en daarmee ook de ontwikkeling van brandstofverkooppunten, bij voorkeur plaats te vinden in de rode zone, een brede strook aan weerszijden van de A59. • De 2 brandstofverkooppunten gelegen in Heesbeen en Oud-Heusden vormen hierop een uitzondering. Er is een duidelijke voorkeur voor ligging aan de rand van de bebouwde kom. • Het brandstofverkooppunt dient bij voorkeur te worden gesitueerd aan een, doorgaande, gebiedsontsluitingsweg. • Het brandstofverkooppunt dient zodanig te worden gesitueerd dat een logische en verkeersveilige aansluiting op de bestaande wegenstructuur is te realiseren. • Het brandstofverkooppunt dient voldoende opstelruimte te bezitten om geen wachtende auto’s op de aangrenzende weg te krijgen. • Het op- of afrijden van het brandstofverkooppunt moet op een veilige manier gebeuren en er mag geen sluiproute ontstaan. Als een potentiële locatie is aangewezen als zoeklocatie, wil dit niet zeggen dat vestiging van een brandstofverkooppunt zonder meer mogelijk is. De locatie dient nader te worden beoordeeld aan alle aspecten die bij een ruimtelijke onderbouwing (o.a. ruimtelijke ordening en milieu) moeten worden beoordeeld. Als een locatie aan alle criteria voldoet, is vestiging van een brandstofverkooppunt in principe toegestaan. In figuur 2 wordt het hele besluitvormingproces schematisch weergegeven. Inrichtingseisen voor de gekozen locatie Als een locatie ligt binnen de stedelijke zone langs de A59, conform het Sociaal-Economisch Plan (zoeklocatie), en niet negatief scoort op de locatiecriteria zoals omschreven in de locatiecriteria, dan dient als laatste stap bij de inrichting van de locatie rekening te worden gehouden met de volgende inrichtingseisen: • Buiten de winkeltijden zoals vastgesteld in de "winkelsluitingstijdenwet" moet minimaal 50% van de bruto omzet van de pompshop bestaan uit de verkoop van brandstoffen, smeermiddelen en aanverwante artikelen; • Verkoop van alcohol is niet toegestaan; • De oppervlakte van de pompshop mag maximaal 100 m2 bvo bedragen; • Het brandstofverkooppunt mag geen zitgelegenheid bieden voor de consumptie van ter plaatse gekochte producten. Daarnaast dient er uiteraard te worden voldaan aan beoordelingscriteria zoals geformuleerd in het bouwbesluit, de vergunning milieubeheer, welstandscriteria, bestaande beleidsplannen en aanvullende wet- en regelgeving. Figuur 2: stroomschema beoordelen vestiging brandstofverkooppunt
8
Extra inrichtingseisen business to business verkooppunten Voor business to business brandstofverkooppunten worden de volgende extra inrichtingseisen gesteld: • Geen pompshop; • Klanten moeten ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel (geen verkoop aan particulieren); • Verkoop door middel van een “gesloten” pasjes systeem.
9
6.
Toekomstig beleid
Economische visie Kwantiteit van het aanbod is voldoende Op basis van de huidige en toekomstige verhouding tussen vraag en aanbod is er geen reden om het aantal openbare bvp’s in Heusden toe te laten nemen. Door de toenemende schaalvergroting van bvp’s en de toename van het aantal onbemande stations neemt de omzetclaim per station toe. Voor meer openbare bvp’s ontbreekt distributieplanologische ruimte in de gemeente Heusden. De verdeling en hoeveelheid van business tot business bvp’s wordt aan de markt overgelaten. Kwaliteit van het aanbod is onvoldoende Momenteel bevinden zich in de gemeente Heusden geen brandstofverkooppunten voor alternatieve brandstoffen. De gemeente wil prioriteit geven aan initiatiefnemers die de verkoop van alternatieve brandstoffen als aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen opstarten. Randvoorwaarde is dat dezelfde locatie- en inrichtingseisen gelden als voor conventionele brandstoffenverkooppunten. Ruimtelijke visie Vestiging aan doorgaande wegen Bvp’s (zowel full-service als onbemand) zijn bij voorkeur gevestigd aan de doorgaande wegen en gebiedsontsluitingswegen. In woonstraten zijn bij voorkeur geen bvp’s gevestigd in verband met verkeersaantrekkende werking en milieutechnische aspecten. Minder brandstofverkooppunten op knelpuntlocaties Naar verwachting zal het aantal bvp’s in woonstraten in de toekomst verder afnemen op basis van een natuurlijk saneringsproces. Uitbreiding en nieuwbouw van bvp’s in woonwijken wordt tegengegaan. Het beleid kan zich vooral richten op vermindering van het aantal bvp’s op locaties waar (onoplosbare) knelpunten bestaan. Aan het opheffen van bvp’s op knelpuntlocaties kan door de gemeente worden meegedacht via bestemmingsplanwijzigingen. Behoud evenwichtige spreiding De spreiding van bvp’s over de gemeente Heusden is goed. Voor de toekomst is behoud van deze spreiding dan ook gewenst. De nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen zullen zorgen voor een lichte toename van mobiliteitsbewegingen en een grote vraag naar motorbrandstoffen in deze delen van Heusden. In het beleid voor bvp’s kan hieraan tegemoet gekomen worden door vestiging van een nieuw bvp, bij voorkeur in combinatie met sanering van een bvp in een woonbuurt. Visie schone brandstoffen De provincie Noord-Brabant wil samen met gemeenten en marktpartijen een impuls geven aan het gebruik van schone en duurzame motorbrandstoffen om de uitstoot van schadelijke stoffen tegen te gaan. Op dit moment is er sprake van een zogenaamde kip-ei problematiek: de verkoop van auto’s met schone motoren blijft achter omdat er geen tankpunten zijn voor schone brandstoffen en het aanbieden van schone brandstoffen blijft achter omdat er geen vraag is vanuit het huidige wagenpark. De provincie Noord-Brabant stimuleert niet een bepaald type brandstof, maar kiest voor een ‘multifuelaanpak’ Hieronder vallen aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen. Biobrandstoffen zijn vloeibare of gasvormige brandstoffen die uitsluitend worden gewonnen of geproduceerd uit organische reststoffen uit bijvoorbeeld de (Brabantse) agro-industrie. Voorbeelden zijn groen gas (vergisting), biodiesel en bio-ethanol. De gemeente Heusden wil zelf de verkooppunten van alternatieve brandstoffen stimuleren door prioriteit te geven aan initiatiefnemers die de verkoop van alternatieve brandstoffen als aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen willen opstarten. Conclusies Op basis van ons onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken voor het toekomstige beleid voor brandstofverkooppunten van de gemeente Heusden: • In 2010 is de vraag naar motorbrandstoffen (fossiele brandstoffen) in de gemeente Heusden vrijwel gelijk aan de omzet-claim van de bestaande openbare bvp’s. In de toekomst groeien vraag en aanbod in de gemeente Heusden naar verwachting naar elkaar toe. Er bestaat derhalve geen distributieplanologische ruimte voor uitbreiding van het aantal openbare bvp’s voor fossiele brandstoffen. De marktvraag naar alternatieve brandstoffen zal in de toekomst alleen maar
10
• • • • •
toenemen. Dit is de reden dat de gemeente Heusden verkooppunten voor alternatieve brandstoffen wil stimuleren. Rekening houdend met bestaande trends zal het toekomstige aanbod aan bvp’s vooral uit (grootschalige) full-service bvp’s en onbemande bvp’s bestaan. De markt voor kleinschalige bemande bvp’s in woonbuurten zal afnemen. Toekomstige bvp’s zijn bij voorkeur gelegen aan doorgaande wegen en wijkontsluitingswegen. Uitbreiding van bestaande en nieuwe bvp’s in woonbuurten wordt tegengegaan. Er wordt gestreefd naar vermindering van het aantal bvp’s op locaties waar onoplosbare knelpunten aanwezig zijn. De verdeling en hoeveelheid van business tot business bvp’s wordt aan de markt overgelaten, met toepassing van inrichtings- en lokatie-eisen. De gemeente Heusden geeft prioriteit aan initiatiefnemers die de verkoop van alternatieve brandstoffen als aardgas, elektriciteit en biobrandstoffen opstarten.
11
Bijlage 1: Trends en ontwikkelingen Trends in de branche Stabilisering brandstoffenverkoop De afzet van motorbrandstoffen in Nederland is de afgelopen jaren steeds toegenomen, maar lijkt langzaam maar zeker het hoogtepunt te bereiken (figuur 1). Opvallend is de daling van de verkoop van LPG. Dit komt onder andere door de verbetering van dieselmotoren waardoor de verkoop van diesel is toegenomen ten koste van de verkoop van LPG (onder andere bij lease-auto’s). In de eerste maanden van 2008 stijgt de verkoop van LPG echter weer, als reactie op de hoge dieselprijzen. Naar verwachting zal de totale brandstoffen-verkoop in de toekomst niet veel verder toenemen (BOVAG (2006), Tankstations in cijfers 2006-2007). Het wagenpark wordt groter (CBS (2008), Statline Databank), maar auto’s worden ook steeds zuiniger. Bovendien tankt de consument steeds bewuster in verband met de stijgende brandstofprijzen.
Opkomst onbemande brandstofverkooppunten Het aanbod aan bvp’s in Nederland is tussen 2005 en 2008 met circa 100 verkooppunten afgenomen (figuur 2). Momenteel zijn er circa 4.200 bvp’s aanwezig. Circa 28% bestaat uit onbemande bvp’s. Dit is een behoorlijke toename ten opzichte van voorgaande jaren. In 2003 waren er zo’n 575 onbemande bvp’s in Nederland aanwezig. In 2008 is dat aantal verdubbeld tot circa 1.200 bvp’s (Bovag, 2008). Oorzaken voor de explosieve groei zijn de hoge (personeels)kosten voor exploitatie van een bemand bvp, de verbeterde technische mogelijkheden en de gewenning aan het betalen met een pinpas. Daarnaast zorgen stijgende benzineprijzen voor een grotere prijsgevoeligheid bij consumenten. In West-Europa kent alleen Zwitserland een hoger aandeel onbemande bvp’s (62%). Dit hoge aandeel geeft wel een indicatie van het groeipotentieel van het onbemande concept. Naar verwachting zal het aantal onbemande bvp’s in Nederland verder groeien tot circa 1.450 in 2010 (Bovag, 2008).
12
Toenemende schaalvergroting De opkomst van onbemande bvp’s heeft geleid tot steeds hogere kortingen, ook voor bemande bvp’s. Hierdoor zijn de marges voor exploitanten steeds krapper geworden. Een reactie hierop is toenemende schaalvergroting van bvp’s. Het benodigde volume voor een rendabele exploitatie van bvp’s ligt steeds hoger. Het aantal bemande bvp’s is de laatste jaren dan ook afgenomen (-16% tussen 2003 en 2008). Het aantal opstelplaatsen per bvp neemt daarentegen juist toe. Naar verwachting zal het totaal aantal bvp’s in de toekomst verder afnemen. De overgebleven bvp’s zullen vooral bestaan uit onbemande bvp’s of uitgebreide full-service bvp’s met shop en wasstraat. Pompshop Een belangrijk onderdeel van een full-service bvp is de shop. De verkoop van artikelen biedt mogelijkheden om het hoofd te bieden aan de steeds hogere kosten voor exploitatie. De bestedingen in pompshops aan levensmiddelen zijn tussen 2003 en 2006 met 6% gestegen. De winst die in de shop wordt behaald, vormt een steeds groter deel van het totaal, nu de marges van brandstoffen steeds meer onder druk staan. Enkele jaren geleden bestond 70% van de totale winst uit de verkoop van brandstoffen en 30% uit de verkopen in de shop en overige activiteiten. Nu is deze verhouding bij veel bvp’s al omgekeerd (Bovag, 2006). Steeds vaker staan er op onbemande bvp’s ‘vendingmachines’ die allerlei producten aanbieden. Deze apparaten zullen een grotere rol gaan spelen in de verkoop van producten in het gemakskanaal. Dit leidt tot meer concurrentie voor shops op bemande bvp’s. Nieuwe brandstoffen De toenemende mobiliteit leidt tot een verdere stijging van de CO2 -emissies. In 2010 zal het verkeer naar verwachting 20% van de nationale emissies veroorzaken. Ook de uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof zorgt voor problemen wat betreft de luchtkwaliteit. De roep om alternatieve schonere brandstoffen is groot. Er wordt dan ook gezocht naar alternatieve en klimaatneutrale brandstoffen (Bovag, 2006): • Biobrandstoffen: Nederland volgt de EU-richtlijnen voor het stimuleren van biobrandstoffen (biodiesel, bio-ethanol, biogas). Doelstelling is dat 10% van de brandstoffen in 2020 ‘groen’ is. Het gebruik stijgt fors. In 2005 werd nog circa 3 miljoen liter aan biobrandstoffen verbruikt, in 2006 is dat al 67 miljoen liter (CBS, 2008). Er is ook kritiek. Het verkrijgen ervan zou leiden tot hogere voedselprijzen en de milieuvoordelen zouden beperkt zijn. Vooruitzichten voor nieuwe generaties biobrandstoffen zijn echter een stuk gunstiger. Ze worden gewonnen uit reststromen en zijn daardoor klimaatneutraal; • Aardgas: Dit is een ‘transitiebrandstof’ die de markt moet voorbereiden op de overgang naar biogas en waterstof dat op termijn zijn intrede zal doen. Het gebruik van aardgas is beperkt, er rijden in Nederland nog geen 200 auto’s op aardgas (CBS, 2008). Technische ontwikkelingen leiden tot steeds betere prestaties. Het uitgebreide aardgasnetwerk biedt mogelijkheden voor de aanleg van vulstations; • Brandstofcel: De motor wordt via een brandstofcel aangedreven die energie opwekt uit methanol, aardgas of waterstof. Deze technologie speelt naar verwachting over 10 jaar pas een rol. Op beperkte schaal wordt de brandstofcel al gebruikt; • Hybride: naast een verbrandingsmotor hebben hybride auto’s ook een elektromotor. De verkoop van dergelijke auto’s is het afgelopen jaar fors gestegen door de stijgende benzineprijzen en fiscale prikkels. In Nederland rijden momenteel circa 11.300 hybride auto’s. In 2005 was dat nog ruim 1.500 auto’s (CBS, 2008). Reductie van schadelijke stoffen Naast alternatieve brandstoffen, wordt er gezocht naar manieren om met bestaande brandstoffen de schadelijke uitstoot te verminderen. Er worden geavanceerde benzines en diesel op de markt gebracht die volgens de oliemaatschappijen betere prestaties leveren en minder schadelijk zijn (VPower, Ultimate, Excellium). De roetfilter zorgt voor lagere emissies van dieselmotoren. AdBlue is een oplossing van ureum in water, dat dient als toevoeging bij vrachtwagens op diesel om ze schoner te laten rijden (Bovag, 2006).
13
Bijlage 2 : Milieu en veiligheidsvoorwaarden In 1994 is het Besluit Tankstations Milieu-beheer in werking getreden. Hierin werd aangegeven aan welke milieutechnische randvoorwaarden een bvp moet voldoen. Per 1 januari 2008 is dit vervallen. De regels voor bvp’s zijn opgenomen in het Besluit Algemene Regels voor Inrichtingen Milieubeheer (Activiteitenbesluit) (ministerie van VROM, 2008). Voor bvp’s is hierdoor echter weinig veranderd. De voorschriften zijn niet meer per branche maar per activiteit onderverdeeld. Voor een bvp zonder LPG geldt net als in het Besluit Tankstations Milieubeheer geen vergunningsplicht. Melding van activiteiten bij de gemeente is voldoende. Bij de inrichting moet wel voldaan worden aan voorschriften uit algemene regels. Deze regels gaan in op aspecten als bodemverontreiniging, geluidhinder, geurhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Dit zijn vooral aspecten die ingaan op de technische inrichting van de betreffende vestigingslocatie. Doordat er geen vergunning meer nodig is voor het oprichten van een bvp, is het bestemmingsplan voor gemeenten het belangrijkste instrument bij het reguleren van vestiging van bvp’s. Voor bvp’s met LPG geldt nog wel een vergunningsplicht en is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (ministerie van VROM, 2008) van kracht. Hierbij is vooral de afstand tot kwetsbare objecten (woningen, ziekenhuizen, scholen, kantoren, hotels, winkels et cetera) van belang vanwege explosiegevaar. Als gevolg van het treffen van veiligheidsmaatregelen door de LPG-sector worden externe veiligheidsrisico’s steeds kleiner. In 2007 zijn de minimale afstanden voor bvp’s met LPG tot kwetsbare objecten gewijzigd. In tabel 3 staan de minimale afstanden van een bvp met LPG tot deze -6 objecten die voldoen aan de grenswaarde 10 (kans van 1:1.000.000 per jaar op overlijden). Tabel:Afstanden van een bvp met LPG tot kwetsbare objecten waarbij wordt voldaan aan grenswaarde10-6 per jaar
*** Kans dat een groep personen overlijdt door een ongeval. Rekening wordt gehouden met het aantal mensen dat in de buurt van een ongeval aanwezig kan zijn. De toetsingswaarde voor het groepsrisico is een oriënterende waarde. Het is een maat voor de ‘kans’ op (grotere aantallen) slachtoffers.
De veiligheidsafstanden voor bvp’s zonder LPG (benzine en diesel) zijn 10 meter. Voor aardgas geldt een afstand van circa 17 meter. Bij deze brandstoffen valt de veiligheidsgrens bijna altijd binnen de inrichting zelf.
14
Bijlage 3: Doorzetclaim en kenmerken typen brandstofverkooppunten Voor het bepalen van de doorzetclaim (aantal verkochte liters) van het aanbod aan bpv’s maakt de toolbox voor gebieden binnen de bebouwde kom onderscheid in drie typen bpv’s: buurt-, tangent- en onbemande stations. Tabel: Kenmerken typen bpv’s binnen bebouwde kom Buurt Tangent Aantal passanten per < 5.000 10.000-15.000 dag Aantal opstelplaatsen 6 8 Doorzet per 300.000 ltr 590.000 ltr opstelplaats per jaar Totale doorzet per jaar 1,8 mln ltr 4,7 mln ltr Shop 40 à 65 m2 65 à 90 m2 Wasstraat beperkt altijd aanwezig Omliggende bebouwing Woonwijk, rustige straat doorgaande weg
Onbemand onbekend 4 625.000 ltr 2,5 mln ltr niet aanwezig niet aanwezig divers
Door het aantal opstelplaatsen per type bpv in de gemeente Heusden te vermenigvuldigen met de gemiddelde doorzet per opstelplaats per type in Nederland, kan een nadere indicatie gegeven worden van de totale doorzetclaim van de bestaande bpv’s in de gemeente.
15