B.V. (2000-2001) - Nr. 43
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ZITTING 2000-2001
BEKNOPT VERSLAG
van de plenaire vergadering van
VRIJDAG 13 JULI 2001 (ochtendvergadering)
Het beknopt verslag geeft een samenvatting van de debatten. De debatten worden in extenso weergegeven in de handelingen.
2
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
INHOUD
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST; VOORSTEL VAN ORDONNANTIE (VAN MEVR. GENEVIEVE MEUNIER EN DE HEER ALAIN ADRIAENS) BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Algemene bespreking (Sprekers : mevrouw Danielle Caron en mevrouw Anne-Françoise Theunissen, rapporteurs, de heren Alain Adriaens, Marc Cools, mevrouw Julie de Groote, mevrouw Isabelle Emmery, mevrouw Danielle Caron en De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting) Artikelsgewijze bespreking. Aangehouden stemmingen. ONTHAAL VAN EEN BUITENLANDSE DELEGATIE ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE INTERCOMMUNALES VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Algemene bespreking (Sprekers : de heren Claude Michel, rapporteur, Joël Riguelle, Jan Béghin, Michel Van Roye, mevrouw Anne-Sylvie Mouzon en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President) Artikelsgeswijze bespreking. Aangehouden stemmingen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE MEERGEMEENTELIJKE POLITIEZONES VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST; VOORSTEL VAN ORDONNANTIE (VAN DE HEREN DENIS GRIMBERGHS EN JOEL RIGUELLE) TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 14 MEI 1998 HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Algemene bespreking (Sprekers : mevrouw Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur, de heren Joël Riguelle, Jan Béghin, Michel Van Roye, Willy Decourty en de heer François-Xavier de Donnea, Minister-President) Artikelsgewijze bespreking. Aangehouden stemmingen.
Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Zitting 2000-2001
PLENAIRE VERGADERING VAN
Voorzitter : mevrouw Magda De Galan - De vergadering wordt geopend om 9.05 uur.
3
De financiering van de opdrachten van openbare dienstverlening zal niet meer bedragen dan 500 miljoen frank, wat minder dan 5% is van de totale elektriciteitsfactuur van het Gewest. Er komt een heffing voor de leveranciers naargelang van hun leveringen.
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN De Voorzitter .- Wij vernemen net dat de Minister- President vastzit in het Overlegcomité over de spoorwegen. Ik stel voor de vergadering te onderbreken tot 10 uur, waarna we eventueel de agenda zullen wijzigen. - De vergadering die om 9.07 uur geschorst werd, wordt om 10.05 uur hervat. De Voorzitter .- We beginnen onze werkzaamheden met de bespreking over de organisatie van de elektriciteitsmarkt.
ONTWERP VAN ORDONNANTIE BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
VOORSTEL VAN ORDONNANTIE (VAN MEVROUW GENEVIEVE MEUNIER EN DE HEER ALAIN ADRIAENS) BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Algemene bespreking Mevr. Danielle Caron, rapporteur (in het Frans).- De commissie is viermaal bijeengekomen om dit ontwerp van ordonnantie te bestuderen. Ik zal verslag uitbrengen over de opdrachten van openbare dienstverlening, mijn collega over de groene elektriciteit en de warmtekrachtkoppeling. Er werden vijftig amendementen ingediend. De minister heeft het tijdschema voor de geleidelijke en volledige openstelling van de elektriciteitsmarkt uiteengezet. De eerste fase betreft de afnemers die meer dan 20 GWh per jaar verbruiken, zoals de MIVB. Die kunnen nu reeds hun leverancier kiezen. Op 1 januari 2003 zijn de afnemers van meer dan 10 GWh aan de beurt, op 1 januari 2005 alle hoogspanningsafnemers en op 1 januari 2007 alle hoog- en laagspanningsafnemers. Die liberalisering moet gebeuren met oog voor de continuïteit van de openbare dienstverlening, de sociale coherentie en de bescherming van het milieu en binnen een wettelijk kader. Het ontwerp wijzigt de ordonnantie van 11 juli 1991 op het recht op elektriciteit doordat het de OCMW’s een grotere rol toekent : zij kunnen ervoor zorgen dat het initiële vermogen wordt hersteld als de sociale situatie van de gebruiker dit vereist. Dit herstel geldt echter maximaal voor zes maanden en is beperkt tot 20 ampère, wat het gebruik van bijvoorbeeld een wasmachine mogelijk maakt.
Wat de organisatie van de markt in Brussel betreft, wijst de minister erop dat de markt uit drie netten bestaat : die van CPTE, van Sibelgas en van Interelec. De organisatie moet eenvoudiger en doorzichtiger worden. Voor de hoogspanning van meer dan 30kV zal er één beheerder zijn en komt er een uniform, federaal tarief. De intercommunales die voor de distributie zorgen, zullen worden samengevoegd. Opdat de concurrentie zo goed mogelijk kan spelen, moet ervoor worden gezorgd dat de beheerders van het net en de leveranciers volledig onafhankelijk zijn van elkaar. Vier instanties zullen voor de regulering zorgen : de regering, het BIM, een geschillencommissie die door het BIM wordt geregeld en een geschillenkamer die door de regering wordt geregeld. De minister heeft de nadruk gelegd op het feit dat de beheerders van het distributienet volledig onafhankelijk moeten zijn van de distributeurs zelf, op de snelle verlaging van de tarieven voor de niet in aanmerking komende klanten, op de actieve rol die de intercommunales in de distributie spelen, op een rationeler energieverbruik en op de kosten voor de straatverlichting. Op het niveau van de gemeenten moet rekening worden gehouden met de financiering. De vergoeding voor de opdrachten inzake openbare dienstverlening is vastgesteld op 550 miljoen, waarvan 400 miljoen voor de straatverlichting. Die opdrachten komen ten laste van de beheerder, wat de gemeenten in staat zou stellen het in 2004 te verwachten inkomstenverlies te compenseren. Er is een jaarlijkse vergoeding voor de inbeslagneming van de weg voorgesteld. De vergoeding wordt berekend op basis van het vermogen en niet op basis van de hoeveelheid elektriciteit, omdat het vermogen kan worden gekwantificeerd en omdat een berekening van de vergoeding op basis van het aantal kW/u zou neerkomen op een bijkomende belasting. Een eenvormige verdeling van de vergoeding zou ook tot gevolg kunnen hebben dat de laagspanningsafnemers, dat wil zeggen de particulieren, meer moeten betalen. De beheerder van het gewestelijk distributienet moet een vennootschap zijn die eigenaar is van het net of een intercommunale waarin een privé-onderneming geen blokkeringsminderheid mag bezitten. De werkgelegenheid in de elektriciteitssector mag niet in het gedrang komen maar moet worden bevorderd. Er zal een sociaal fonds kunnen worden opgericht om de verplichtingen inzake openbare dienstverlening in het licht van het begrip "universele dienstverlening" te financieren voor de leveranciers van de residentiële sector. De leverancier moet elke residentiële klant aanvaarden die een aanvraag indient. Aan de vaste klanten wordt gegarandeerd dat de elektriciteit niet zal worden afgesloten. Door een gegarandeerd minimumvermo-
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
4
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
gen van 20 A zouden bepaalde personen dieper in de schulden kunnen geraken. Er is betreurd dat de sociale diensten van de privé-sector verdwijnen, omdat de OCMW’s nu reeds overbelast zijn. Bij betalingsmoeilijkheden zal de consument over garanties beschikken. De maatschappij die elektriciteit levert, zal geen rechtstreeks contact hebben met de clienteel. Daar moet de beheerder van het distributienet voor zorgen. Onze tarieven liggen hoger dan het Europees gemiddelde. Onze tarieven zouden met 15 tot 20% moeten dalen. Door die daling zal de concurrentiekracht van de ondernemingen vergroten en zullen de particulieren hun koopkracht zien stijgen. Het Parlement kan blijkbaar geen politieke controle uitoefenen, maar de onafhankelijkheid van de geschillenkamer zou gegarandeerd zijn door de overenigbaarheid van de mandaten. Een onafhankelijke gewestelijke reguleringsinstantie zal de elektriciteitsmarkt moeten controleren. De ordonnantie voorziet niet in de oprichting van een specifieke pararegionale instelling. De regulering van de prijzen is een zaak van de federale overheid en wordt toevertrouwd aan de Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas. De Raad van de gebruikers zou over de nodige middelen moeten beschikken, zowel op het stuk van financiën als op dat van personeel. Die Raad zou op eigen initiatief adviezen kunnen uitbrengen, maar de regering hoeft zich niet voor die raad te verantwoorden. Het geheel van het ontwerp van ordonnantie is aangenomen met 8 stemmen tegen 1 stem. Mevr. Anne-Françoise Theunissen, rapporteur (in het Frans).- Ter voorbereiding van deze ordonnantie heeft de Regering samen met een groep deskundigen alle componenten van de betrokken sector heeft gehoord. Het ontwerp van ordonnantie bepaalt maatregelen om de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest open te stellen, om de opdrachten van openbare dienst te vrijwaren, om bij te dragen tot duurzame ontwikkeling en tot het halen van de doelstellingen van Kyoto en om de gewestelijke elektriciteitsmarkt te organiseren via eenvoudige en aangepaste instellingen. De opdrachten van openbare dienst blijven behouden. Deze hebben betrekking op het door de ordonnantie van 11 juli 1991 bepaalde recht op elektriciteit en de toekenning van een sociaal tarief. Het ontwerp van ordonnantie kent aan de OCMW’s een belangrijker rol toe in het voorkomen van het afsluiten van de elektriciteit en het herstellen van het oorspronkelijke vermogen wanneer een vermogensbegrenzer bij de afnemer werd geplaatst. Om deze doelstellingen te kunnen halen, moeten mechanismen worden ingevoerd om de markt te reguleren, zoals een door de ordonnantie bepaalde bemiddelingsdienst inzake geschillen. De ordonnantie voorziet tevens in de subsidiëring van de groene elektriciteit en in de uitbreiding van het rationeel energieverbruik om de uitstoot van koolzuurgas te verminderen, alsook de aanmoediging van groene elektriciteit en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling.
Mevrouw Meunier had in juli 2000 een voorstel van ordonnantie ingediend tot betere bescherming van het leefmilieu, betere bescherming van de sociale aspecten en een betere ontwikkeling van werkgelegenheid die in verband staat met de elektriciteitsmarkt. Ze betreurt het dat het ontwerp haar voorstel niet volgt wat de criteria voor het afgeven van groenestroomcertificaten betreft. Dit voorstel bepaalt openbare-dienstverplichtingen inzake het begrip universele dienstverlening, waaronder het recht op aansluiting voor iedereen, het behoud van een specifiek sociaal tarief, de garantie van een minimumlevering en de organisatie van een begeleiding inzake energiegebruik. Sommigen vonden de bepalingen inzake leefmilieu van het ontwerp veeleer schone schijn. Mevrouw Emmery vraagt waarom het fonds voor het rationeel energieverbruik geen deel uitmaakt van de opdrachten van sociale dienst en waarom het ontwerp niet bepaalt dat de netwerkbeheerders aan dat fonds moeten deelnemen. Volgens de heer Adriaens is het geen goede zaak dat er geen sprake meer is van privé-ondernemingen en dat alleen de OCMW’s nog een sociale taak moeten vervullen. Hij vreest voor problemen van overmatige schuldenlast als de minimumlevering zal worden opgetrokken tot 20A. Mevrouw De Groote merkt op dat enkel de regering zal toezien op de toepassing van het ontwerp. De continuïteit van de opdrachten van openbare dienstverlening vormt één van de pijlers van het ontwerp van ordonnantie. Hierbij rijzen verscheidene vragen : Ecolo en de PSC vinden het jammer dat de wijziging vervat in artikel 37 geen rekening houdt met de nieuwe structuur van de elektriciteitsmarkt. Personen met een laag inkomen zouden geweigerd kunnen worden. De minister voert aan dat de distributienetbeheerder (DNB), samen met het OCMW, ook belast is met de uitvoering van artikel 37, dat de leverancier de levering niet mag stopzetten en dat de DNB tot 2006 de leverancier is voor de laagspanningsafnemers. De ordonnantie van 1991 zal in feite slechts op één enkele intercommunale van toepassing zijn. Doordat artikel 37 de minimumlevering van elektriciteit verhoogt tot 20A tijdens zes maanden, wordt gevreesd voor een grotere schuldenlast van de afnemers. De minister meent dat de wet over schuldbemiddeling en schuldbeheer en schuldaanzuivering die op federaal niveau wordt voorbereid een antwoord zou kunnen bieden. Bij het ontwerp wordt alleen aan de DNB de taak van sociale dienstverlener en van uitvoerder van de opdrachten van openbare dienstverlening opgelegd. ECOLO en de PSC hadden graag gezien dat sommige van die taken ook aan de leveranciers zelf werden opgelegd. Hoe werkt de financiële ondersteuning door het OCMW ? Het verbaast ECOLO en de PSC dat er los van het "Energiefonds" geen sociaal fonds wordt opgericht om de sociale initiatieven ten behoeve van consumenten met betalingsproblemen te financieren.
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
De minister heeft hierop geantwoord dat de rechten die geïnd worden krachtens artikel 26 en die bedoeld zijn om alle opdrachten van openbare dienstverlening te financieren in een afzonderlijke boekhouding zullen worden opgenomen. Een andere belangrijke pijler van de ordonnantie is het promoten van groene stroom. Over de definitie zelf van groene stroom bestond geen eensgezindheid. Het verschil tussen kwalitatief hoogstaande warmtekrachtkoppeling en groene stroom was niet altijd duidelijk. Het specifieke karakter van het Brussels Gewest en de noodzaak om de CO2 uitstoot te beperken maken het noodzakelijk de warmtekrachtkoppeling te steunen en moeten daaraan de voordelen beschreven in artikel 28 worden verbonden. De weigering van de minister om de warmtekrachtkoppeling in overweging te nemen, berust op een definitie van groene energie die zich beperkt tot energie die niet door brandstof opgewekt wordt en anderzijds op het bevorderen van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling zoals bepaald in artikel 27. Het systeem van groene-stroomcertificaten heeft tot doel de productie van groene stroom in het Brussels Gewest te stimuleren. Deze certificaten zijn een garantie voor de oorsprong en de kwaliteit van de geleverde energie en zijn overdraagbaar en verhandelbaar. Er werden vragen gesteld over de samenhang met andere bevoegdheidsniveaus voor wat betreft de certificatietechnieken en het te gelde maken van de certificaten. De minister verduidelijkte dat de karakteristieken van de certificaten nog moeten worden gepreciseerd in het licht van de werkzaamheden van de CREG. Een amendement van ECOLO dat ertoe strekt te preciseren dat het hier om overdraagbare documenten gaat, toegekend aan de producent op grond van artikel 28, werd in het ontwerp opgenomen in artikel 2, 8°. Het ontwerp bepaalt dat de netwerkbeheerders niet zullen worden verplicht de overschotten aan groene stroom of groene certificaten over te kopen. Een amendement van ECOLO strekte ertoe de producenten en de netwerkbeheerders om een minimum hoeveelheid groene certificaten aan te kopen. De minister wees op de onverenigbaarheid van dergelijke terugkoopverplichting met de wet van 1999 om op zijn standpunt te blijven. De berekening van de vergoeding die de leveranciers moeten betalen, is gebaseerd op het geleverde vermogen. ECOLO en de PSC vroegen dat rekening zou worden gehouden met de factor verbruik om zo energiebesparing in de hand te werken. Dit voorstel werd niet aangenomen wegens het arrest van het Arbitragehof van juli 2000. De technische verduidelijkingen van dit verslag houden politieke keuzen in, vooral met betrekking tot onze visie op de economie en de economische democratie.(Algemeen applaus) De heer Alain Adriaens. (in het Frans) - De Ecolo-fractie had al in november 2000 een voorstel van ordonnantie ingediend. Wij hadden ermee ingestemd de indiening van het ontwerp van de regering af te wachten, aangezien zij had beloofd dat ze snel zou gaan. Wij hebben echter tot 12 juni geduld moeten oefenen.
5
Ecolo wenste dat het Brussels Gewest de Europese richtlijn (96/92/EG) zou omzetten omdat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt positieve gevolgen voor de consument met zich zou moeten brengen. De elektriciteitstarieven zullen wellicht met 20% dalen ingevolge de concurrentie tussen de producenten. Die ontwikkeling kan negatieve gevolgen hebben als ze niet gepaard gaat met weldoordachte gewestelijke begeleidingsmaatregelen. De liberalisering van de elektriciteitsmarkt zal een enorme weerslag hebben op sociaal en economisch vlak, alsook op het milieu en de gemeentefinanciën. De debatten waren te kort en te oppervlakkig. Wij moeten de gelegenheid aangrijpen om de duurzame ontwikkeling te promoten, de CO2-uitstoot te verminderen, de verplichtingen van de toekomstige leveranciers duidelijk vast te stellen, de bescherming van de minderbedeelden te bestendigen. Wij moeten er ook voor zorgen dat die ontwikkeling budgettair neutraal is voor de gemeenten, die nu aanzienlijke dividenden van de intercommunales voor energie ontvangen. Dat alles moet gebeuren met eenvoudige instellingen, op maat van het Brussels Gewest. In zijn inleidende uiteenzetting liet de minister verstaan dat hij dezelfde bedoelingen had als Ecolo. Als we er de tekst op naslaan, blijkt dat daar niets van aan is. Ecolo heeft dus een hele reeks amendementen ingediend. Deze ordonnantie werd in sneltreinvaart onderzocht in de commissie. De minister had beslist dat over de tekst moest worden gestemd tijdens de plenaire vergadering van 13 juli, terwijl de eerste maatregelen niet vóór 1 januari 2003 zullen worden toegepast. De minister en de meerderheid hebben vrijwel geen enkel amendement van de oppositie aanvaard. Ecolo zal tijdens de plenaire vergadering opnieuw een aantal amendementen indienen. Sommige artikelen zijn dermate onduidelijk opgesteld dat de uitvoering van de regeringsintenties erdoor onmogelijk wordt gemaakt. Er dook een politiek meningsverschil op tussen de regering en de fracties van Ecolo en de PSC over de manier waarop de strijd tegen de klimaatwijziging moet worden voortgezet via het terugdringen van de CO2- uitstoot. De regering vindt dat de formule van de groenestroomcertificaten enkel kan werken als de elektriciteit die wordt opgewekt met hernieuwbare energiebronnen, wordt aangemoedigd. Een kwaliteitswarmtekrachtkoppeling moet in Brussel dus worden gestimuleerd. Wij hebben begrepen dat de minister vreesde dat het steunen van de warmtekrachtkoppeling in Brussel zou leiden tot de verhoging van de CO2-uitstoot in ons Gewest, in tegenspraak met het Protocol van Kyoto. Terwijl onze ministers palaveren over de vraag welk Belgisch Gewest zijn CO2-uitstoot over 20 jaar met 7,5, 7 of 8% zal moeten verminderen, blijkt uit de feiten dat die uitstoot met bijna 20% is gestegen gedurende de laatste tien jaar! Aan de werkelijke wil van de regering om energie te besparen en groene elektriciteit te produceren, kan worden getwij-
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
6
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
feld. Er werd inderdaad in groenestroomcertificaten voorzien, maar er is geen enkele verduidelijking over de termijnen waarin deze certificaten zullen worden geevalueerd, noch over hun aankoopprijs noch over het tijdschema voor de invoering. De minister zegt dat hij overleg wil plegen met de overige Gewesten, maar die hebben reeds erg duidelijke keuzes gemaakt. De regelgevingen die vereist zijn opdat de liberalisering alleen positieve gevolgen heeft, zullen moeten worden gecontroleerd door een zogenaamde "regulator". Daar wordt een "dienst" opgericht. Ecolo wenst dat die dienst onafhankelijk is van zowel de regering als de elektriciteitsproducenten en -distributeurs en stelt dus een autonoom reguleringsorgaan voor. De regering belast liever de Energiedienst van het BIM met deze opdracht. Zal deze dienst over de nodige autonomie en middelen beschikken om een efficiënte controle uit te oefenen? Een positief antwoord op die vragen is des te twijfelachtiger aangezien de regering ons amendement heeft geweigerd, waarin werd voorgesteld deze nieuwe taken van het gewest te financieren via een minimumheffing op de elektriciteitsproducenten. Voor financiering van nieuwe taken waarvan de regering zelf toegeeft dat ze de inhoud ervan niet kent, zal dus een beroep op de gewestbegroting moeten worden gedaan. Een ongewenst gevolg van de liberalisering is een vermindering met bijna 800 miljoen per jaar van de dividenden zijn die aan de 19 gemeenten worden uitgekeerd. Op een ogenblik waarop het zo slecht gaat met de gemeentefinanciën begrijpt men waarom Ecolo een recht op het wegennet wilde invoeren voor de gemeenten. Op die manier zouden de gemeenten kunnen zorgen voor budgettaire neutraliteit met betrekking tot de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. De minister heeft geweigerd en haalde als argument aan dat hij de beheerder van het distributienet ertoe verplichtte te zorgen voor het beheer van de straatverlichting in de gemeenten. Dit geschenk van maximum 400 miljoen dekt het inkomstenverlies helemaal niet. De PRL-FDF fractie had trouwens een amendement ingediend in dezelfde zin als van Ecolo, maar heeft het uiteindelijk ingetrokken onder druk van de minister en met de belofte dat de kwestie van alle "nutsbedrijven" weldra opnieuw zal worden bekeken. Het verbod op het afsluiten van de elektriciteitsvoorziening is één van de belangrijkste verplichtingen die aan de vroegere elektriciteitsmaatschappijen was opgelegd. Het resultaat van de besprekingen gedurende tientallen uren werd in 3 minuten totaal vervormd door de goedkeuring van een artikel 37, dat privé-instellingen uitsluit en het vermogen van de begrenzer optrekt van 6 tot 20 ampère. Een recent rapport van Sibelgaz toont aan dat alsmaar meer mensen een beroep doen op bijstand, dat de schuld van laatstgenoemden alsmaar toeneemt en dat de niet-invorderbare schulden van 4 miljoen BEF in 1995 tot 154 miljoen in 2000 zijn gestegen. Sibelgaz is van oordeel dat bepaalde huishoudens "zorgen" dat zij met 6 ampère toekomen en aldus elk verantwoordelijkheidsgevoel verliezen. Volgens Sibelgaz vormen de "budgettellers" een veel betere oplossing en helpen ze de minderbedeelden hun elektriciteitsverbruik te beheren. Het
debat is dus complex en vereist een serieus parlementair debat waarvoor veel meer tijd zou moeten worden uitgetrokken dan nu voor het gehele liberaliseringsontwerp. Ecolo verzoekt zijn partners om, indien zijn een greintje verantwoordelijkheidsgevoel hebben, het artikel in kwestie niet goed te keuren en onmiddellijk na het parlementair reces het debat te openen. Ik zou nog lang kunnen uitwijden over de beslissing - die nog niet genomen is - om de gewestelijke transmissienetbeheerder (TNB) ofwel met de federale TNB ofwel met de distributienetbeheerder (DNB) te fuseren, over de wil van Ecolo om de elektriciteitsdistributie in overheidshanden te houden, over de scheiding van de rollen van producent, transporteur en elektriciteitsleverancier, over het voornemen om minstens twee derde van de DNB-aandelen in handen van de openbare sector te houden, over de garantie dat de taken van openbare dienstverlening in het toekomstig systeem nog naar behoren zullen worden vervuld... Aangezien de tekst er in de commissie door is gejaagd en er politieke meningsverschillen bestaan omtrent de vier fundamentele punten die net zijn aangehaald, kan Ecolo vanzelfsprekend de tekst waarvan zij mee aan de basis ligt niet steunen zolang geen rekening wordt gehouden met haar voornaamste amendementen. Wij zullen de belangrijkste ervan opnieuw indienen. (Applaus van Ecolo) De heer Marc Cools (in het Frans).- Net als de heer Adriaens ben ik van mening dat dit ontwerp van ordonnantie een van de belangrijkste is die wij ooit besproken hebben, maar ik deel zijn analyse niet. In de commissie hebben wij uitstekend werk geleverd. Wij vergaderden viermaal, soms heel laat. De voorzitster, die trouwens ook fractieleider van Ecolo is, wilde dat we heel nauwgezet te werk gingen. De technologische vooruitgang heeft de liberalisering van de elektriciteitssector mogelijk en onvermijdbaar gemaakt. Vroeger kwam onze elektriciteit voornamelijk voort uit kerncentrales die meer dan 100 miljard kostten. Nu kan elektriciteit ook door gascentrales worden geproduceerd. Door hun lagere kostprijs, met name 10 miljard, zijn zij aantrekkelijk voor privé-investeerders. Nu moeten wij in het kader van onze bevoegdheden de Europese richtlijn terzake in de gewestelijke wetgeving omzetten. Wij hopen dat de elektriciteitsprijs, die in België trouwens veel hoger is dan in de andere Europese landen, door de liberalisering zal dalen. Er moet echter worden op toegezien dat de overheid haar opdrachten vervult, dat de menselijke waardigheid wordt gerespecteerd door een ononderbroken elektriciteitslevering, dat de energie rationeel wordt gebruikt en dat de openbare verlichting wordt verzekerd. Het ontwerp is zo opgebouwd dat er slechts een enkele verdeler is, een intercommunale, maar dat de produktie verzorgd wordt door verschillende privé-maatschappijen. Wij vragen met klem dat de minister erover waakt dat de openstelling van
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
de markten niet doorweegt op de gemeentefinanciën en dat het algemeen belang wordt gediend. Heel wat gemeenten zijn ontevreden over de dienstverlening van Electrabel. De toestand moet worden verbeterd. Wij kunnen ons trouwens de vraag stellen of voor de technische uitrusting werkelijk een beroep moet worden gedaan op de intercommunale. Het beheer van de gemengde intercommunales is een moeilijke zaak. Het zou dan ook goed zijn van deze intercommunale een activiteit toe te spitsen op : de distributie. Maar zij zal een inspanning moeten leveren voor de openbare verlichting. Via een amendement van de heer Adriaens hebben wij het probleem aangesneden van de wegenisrechten voor ondergrondse werken. Het gevaar bestaat dat de voordelen van de liberalisering voor de gebruiker daardoor beperkt worden, maar het heeft een positieve weerslag op de gemeentefinanciën en leidt tot een betere coördinatie van de werken. Het is trouwens een algemene denkoefening die geldt voor al degenen die bij de installatie van het kabelnetwerk betrokken zijn. De PRL zal een initiatief op dat vlak nemen. Wij zijn tevreden over dit ontwerp, dat vooruitloopt op de Europese richtlijn, maar de regering en de gemeentemandatarissen moeten erop toezien dat die ordonnantie goed wordt toegepast. Mevr. Julie de Groote. (in het Frans). - De tekst die wij nu bespreken, moet ervoor zorgen dat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt de continuïteit van de openbare dienstverlening niet in het gedrang brengt en moet voorts bijdragen tot de duurzame ontwikkeling en de verwezenlijking van de doelstellingen van Kyoto. Deze materie is van belang voor zowel de residentiële afnemers, de grote afnemers en de producenten als alle centrale en lokale overheden. Dit ontwerp van ordonnantie betreft een bijzonder technische materie. De werkmethode waarvoor de regering heeft gekozen, is echter niet afgestemd op de technische aard van die zaak. Het ontwerp werd op minder dan een maand tijd onderzocht en goedgekeurd. Ik heb mijn amendementen zelfs niet kunnen verdedigen, aangezien ik mij tegelijkertijd moest bezighouden met de tenuitvoerlegging van de Lombardakkoorden. Wegens de tijdsdruk die door de regering werd opgelegd, zijn de actoren uit het veld bovendien niet gehoord. De minister was heel pedagogisch, maar doordat de tekst niet aansloot bij de verantwoording moest de tekst grondig worden herwerkt om talrijke punten te verduidelijken. Het is jammer dat deze tekst net voor het parlementair reces in plenaire vergadering wordt gebracht. Eigenlijk waarborgt de regering de onafhankelijkheid niet echt wanneer zij de regulering van de markt aan de Energiedienst van het BIM toevertrouwt. Het Parlement beschikt over geen enkel controlemiddel. Men had een werkelijk autonoom orgaan moeten oprichten. Bovendien had men de Energiedienst bij alle fasen van de totstandbrenging van de liberalisering, moeten betrekken. Wij gaan volledig akkoord met een progressieve en begeleide openstelling van de elektriciteitsmarkt. De vraag is echter
7
welke garanties die tekst biedt voor een echte openstelling van de markt ten gunste van de onderscheiden afnemers. In tegenstelling tot wat in de andere Gewesten is bepaald, wordt in uw ontwerp bepaald dat zowel hoogspanningsafnemers als laagspanningsafnemers in aanmerking komen. De bewoordingen zijn evenwel onnauwkeurig, aangezien in artikel 13 sprake is van een in aanmerking komen met ingang van 1 januari 2003, 2005 of 2007 al naargelang de soort afnemer. Wij hebben een amendement ingediend dat bepaalde dat de afnemers uiterlijk op die data in aanmerking moeten komen. Artikel 14 biedt de regering de mogelijkheid om de laatste twee fasen nog uit te stellen als de concurrentie onvoldoende groot blijkt te zijn of als er ernstige tekortkomingen zijn. Die begrippen zijn niet gedefinieerd en zullen door de dienst Energie van het BIM worden bepaald. Wij hebben een amendement ingediend dat ertoe strekt de criteria ter bepaling van die begrippen te laten vastleggen in een besluit, opdat duidelijkheid kan heersen wanneer eventueel tot uitstel wordt beslist. Wij vrezen dat de voordelen van de liberalisering van de markt niet op de factuur van de kleine afnemers tot uiting zullen komen. De minister blijft te voorzichtig wat de bijdrage tot de duurzame ontwikkeling en de verwezenlijking van de doeleinders van Kyoto betreft. De tekst bevat geen streefdoel inzake de vermindering van de CO2-uitstoot. Volgens de minister is ons Gewest een kleine elektriciteitsproducent de reden en daarom is er geen verplichting om cijfergegevens te verstrekken over de inspanningen tot verlaging van de uitstoot van broeikasgassen. De groene energie en vooral de warmtekrachtkoppeling moeten worden aangemoedigd. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- Dat staat in het ontwerp, maar men moet een onderscheid maken tussen de bevordering van warmtekrachtkoppeling en de vraag of dat als groene energie kan worden beschouwd. Mevr. Julie de Groote (in het Frans).- Het was niet onze bedoeling om de twee gelijk te schakelen maar ze te integreren in een bindend systeem waarin het noodzakelijk is groene certificaten te verkrijgen. Er is voorzien in een systeem van toekenning van groene certificaten maar dat is niet bindend genoeg. De nadere regels en de daaraan verbonden verplichtingen worden aan het oordeel van de dienst Energie van het BIM en de regering overgelaten. Wegens het geografische en technische landschap heeft de produktie van groene stroom niet veel kans op slagen in ons Gewest. Waarom heeft u uw systeem niet uitgebreid tot de kwalitatief hoogstaande warmtekrachtkoppeling ? De dienst Energie van het BIM moet een definitie geven van deze optie. Wij hebben een amendement ingediend dat ertoe strekte een definitie vast te leggen maar ons amendement werd verworpen om het BIM de vrije keuze te laten. Men had de kwaliteitswarmtekrachtkoppeling op dezelfde manier verplicht moeten stellen als de groene certificaten. Wij hadden een amendement ingediend dat ertoe strekte groene certificaten te kennen voor dit type van produktie alsook quota’s per stroomleverancier die toegang heeft tot het distributienetwerk. Onze
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
8
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
voorstellen zijn realistisch. Wij wilden de produktie stimuleren door middel van een direct in aanmerking komen, een aankoopverplichting voor de leverancier en zelfs voor de distributienetwerk-beheerder bij het uitoefenen van zijn opdrachten van openbare dienstverlening. Waarom werd dit amendement niet aangenomen? De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- In artikel 27 is sprake van de aankoopverplichtingen voor de leveranciers. Maar u blijft twee verschillende zaken verwarren. Mevr. Julie de Groote (in het Frans).- Het ontwerp van ordonnantie vermeldt niets over het financieringsprobleem van de gemeenten noch over de inkomensderving die ontstaat door de verlaging van de elektriciteitsprijzen en van de dividenden die door de intercommunales worden uitgekeerd ten gevolge van de openstelling van de energiesector. Deze verliezen zullen worden gecompenseerd door een bijdrage die toegang geeft tot het distributienetwerk voor de leveranciers en zal dienen voor de financiering van die de openbare dienstverlening. Die opdrachten behoren tot de verantwoordelijkheid van de beheerder van het distributienetwerk. De verplichtingen inzake de straatverlichting zullen te zijnen laste vallen. De door de gemeenten geleden verliezen zouden tot 400 miljoen oplopen na aftrek van de verplichtingen inzake straatverlichting. De debatten over het beheer van de straatverlichting via de intercommunales en over een eventuele herziening van de regelgeving met betrekking tot de vergunning en de wegenisvergoeding zullen moeten worden voortgezet op basis van de huidige situatie in elke gemeente. De regering knaagt aan de in 1994 gemaakte vooruitgang betreffende de minimum elektriciteitsvoorziening en de stroomonderbrekingen. Over de wijziging van de ordonnantie van 1991 had een echt debat moeten worden gevoerd of zelfs in een apart ontwerp van ordonnantie moeten worden geregeld. De rol van privé-hulpverlener wordt niet meer erkend en wordt het exclusieve domein van de OCMW’s. De OCMW’s worden al bedolven onder het werk en bovendien verkiezen veel personen met schuldproblemen zich tot privé-hulpverleners te wenden. Het leveren van een minimum vermogen van 20 A is een vooruitgang in sociaal opzicht maar wordt slechts voor een periode van zes maanden toegekend waarna de betrokkenen een nieuwe aanvraag moeten indienen bij het OCMW. Deze maatregel biedt geen oplossing voor het probleem van een te grote schuldenlast, maar is enkel een noodoplossing voor extreme situaties. De ordonnantie van 1991 had moeten worden afgestemd op de nieuwe terminologie die bij deze ordonnantie wordt ingevoerd, vermits er in de eerste ordonnantie alleen sprake is van elektriciteitsbedrijven en niet van producenten, leveranciers of beheerders van distributienetwerken.
Daarom heeft mijn fractie besloten om het ontwerp niet te steunen, hoewel wij achter de beoogde openstelling van de markt staan. (Voorzitter: de heer Jan Béghin) Mevr. Isabelle Emmery (in het Frans).- Wij hebben nooit gepleit voor de liberalisering van de energiesector. Wij denken niet dat zij voordelig zal zijn voor de kleine consumenten en in het bijzonder voor de zwaksten onder hen. Het doel van de Brusselse regering was een kader te scheppen voor de liberalisering zoals voorgesteld in de Europese richtlijn, de risico’s daarvan tot een minimum te beperken en waarborgen op sociaal gebied alsook voor het milieu in te voeren. Het ontwerp biedt de waarborgen die wij vroegen. Het Brusselse ontwerp van ordonnantie gaat uit van dezelfde principes als in de andere Gewesten, namelijk de aanstelling van twee soorten netbeheerders, hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid ten opzichte van de andere actoren op de markt. Het verschil ligt in de opdrachten van openbare dienstverlening en de financiering ervan. In het ontwerp van ordonnantie wordt het recht op energie uitgebreid. De OCMW’s krijgen een begeleidingsopdracht toevertrouwd. Zij worden belast met de uitwerking van betalingsplannen samen met de personen die problemen ondervinden. De minimum elektriciteitsvoorziening hoger zijn dan de huidige 6 A. Dat is een belangrijke vooruitgang. Personen die hun elektriciteitsfactuur niet kunnen betalen, ondervinden vaak dezelfde moeilijkheden met hun gasrekening en met het beheer van hun schulden. Doordat het OCMW die mensen nu begeleidt, is er maar één gesprekspartner meer. Die bepaling vertrouwt deze opdracht aan de overheid toe, zodat de gelijke toegang en de gelijke behandeling voor alle verbruikers gegarandeerd is. Met dit ontwerp van ordonnantie evolueert het begrip "minimumlevering" tot het begrip "dekken van de elementaire behoeften". Zijn linnen thuis kunnen wassen behoort ons inziens tot het minimaal comfort waarop iedereen recht heeft. Door het minimumdebiet op 20 A te brengen zorgt de regering ervoor dat aan deze behoeften kan worden voldaan. Zij die vrezen dat de kansarmen zodoende in een schuldenspiraal zullen terechtkomen, vinden waarschijnlijk dat het afsluiten van de elektriciteit de beste manier is om overmatige schuldenlast te vermijden. Inzake openbare verlichting gaat de Brusselse tekst ook verder dan die van de andere Gewesten. Hij bepaalt dat de constructie, het onderhoud en de vernieuwing van de installaties alsook de elektriciteitsbevoorrading ervan onder de verplichtingen inzake openbare dienstverlening vallen. Op die manier kunnen de uitgaven van de Brusselse gemeenten met 300 à 400 miljoen worden verminderd. Wat de financiering van de opdrachten van openbare dienstverlening betreft, is het Brusselse ontwerp heel gedetailleerd. Het bepaalt met name het bedrag van de heffing die vereist is om die verplichtingen na te komen. Wij vinden het een
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
goede zaak dat de regering duidelijke regels wil invoeren opdat een specifieke controle kan worden uitgeoefend en opdat de financiering van de hoofdopdrachten ook na de liberalisering gevrijwaard blijft. Inzake milieu bevat het Brusselse ontwerp een reeks bepalingen betreffende het onmiddellijk in aanmerking komen van de zelfopwekkers, het kwaliteitslabel voor warmtekrachtkoppelingcentrales, de verplichting voor de netbeheerders om alle niet-verbruikte elektriciteit van de zelfopwekkers, te verkopen, de financiering van het gewestelijk beleid inzake rationeel energieverbruik en de oprichting van een desbetreffend fonds, de certificatie voor de groene energie die in het Brussels Hoofstedelijk Gewest wordt geproduceerd en de mogelijkheid voor de gewestregering een bepaald quota groene energie vast te leggen die elke leverancier moet aankopen in verhouding tot zijn verkoopcijfers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het merendeel van de amendementen waren van technische aard. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zijn eigen specifieke kenmerken. Het Waalse Gewest vond de oprichting van een gewestelijk reguleringsorgaan noodzakelijk, de Brusselse regering heeft er veeleer voor gekozen om de reguleringsopdrachten toe te vertrouwen aan de dienst Energie van het B.I.M. Wij hebben nooit geloofd dat de liberalisering aanzienlijke voordelen zou opleveren voor de verbruiker, omdat, wat hij aan de ene kant verdient, aan de andere kant dreigt te verliezen. De verlaging van de elektriciteitsprijs, waarop sommigen rekenen, loopt parallel met de vermindering van de dividenden van de intercommunales. Het dient tot niets om te voorzien in bijkomende heffingen en retributies op de elektriciteitslevering om die verliezen te compenseren. Mevr. Danielle Caron (in het Frans) .- Aangezien de liberalisering van de elektriciteitsmarkt normaal gezien zal leiden tot een vermindering of het wegvallen van deze inkomsten, zou de financiële situatie van alle Belgische gemeenten natuurlijk dramatisch worden. De sector van de elektriciteitsdistributie levert voor alle Belgische gemeenten samen zowat 22 miljard aan ontvangsten op, die momenteel uit verschillende bronnen komen. De eerste ontvangst komt voort uit de omstandigheid dat de gemeenten eigenaar zijn van het distributienet en een vergoeding vragen voor het gebruik van het net. Dat houdt geen direct verband met de richtlijn of met de federale wet. De tweede ontvangst vloeit voort uit het feit dat de gemeenten aandeelhouder zijn van Electrabel en dus dividenden ontvangen op hun aandelen. Die beide ontvangsten zijn van materiële aard. Zij houden rechtstreeks verband met het bezit van een goed. Municipalisten voelen zich wellicht niet onmiddellijk aangesproken door een inkomen als aandeelhouder in een privé-onderneming. Het materiële dividend dat voorvloeit uit het eigendom van het net, is niet onmiddellijk bedreigd, aangezien de gemeenten eigenaar zijn van het net. Door hun meerderheidsaandeel in het kapitaal van de distributienetbeheerder zullen de gemeenten over materiële dividenden kunnen blijven beschikken, ook als hun klanten in
9
aanmerking komen en zelfs als zij beslissen hun elektriciteit van een andere leverancier te betrekken. De municipalisten zijn vooral bevreesd voor hun immateriële dividenden. Deze derde bron van inkomsten is een gevolg van de monopoliepositie inzake distributie waarover de gemeenten met toepassing van de wet van 1925 beschikken. De immateriële inkomsten uit elektriciteit bedragen voor de gemengde intercommunales bijna 17 miljard. Het systeem van 1925 heeft voor de privé-aandeelhouders van de gemengde intercommunales kolossale inkomsten opgeleverd, aangezien die niet werden belast. In vergelijking met de andere handelsvennootschappen moesten deze vennootschappen dan ook minder belastingen betalen. Nu ook voor de elektriciteit het tijdperk van de eenheidsmarkt aanbreekt, zullen de inkomsten van de gemeenten uiteraard worden belast, waardoor opnieuw een bron van inkomsten wordt drooggelegd, iets waarvoor men misschien onvoldoende oog heeft gehad. Als geen maatregelen worden genomen om die ontsporing te voorkomen zullen alle Brusselse gemeenten meer belastingen moeten heffen. De kleine verbruikers zullen dan aan de fiscus moeten betalen wat ze via een tariefvermindering zouden hebben uitgespaard. De federale regering had eraan gedacht de gemeenten te betrekken bij het beheer van het transmissienet, waardoor men de verliezen zou kunnen compenseren. Zou het terugkopen van het transmissienet de gemeenten geen aanzienlijke kapitalen opleveren ? Deze formule is misschien efficiënt om inkomsten voor de toekomst te scheppen, maar zij vergt een onmiddellijke financiering van de interesten en lasten van deze investering. Kunnen de gemeenten er zeker van zijn dat zij hun verliezen door het beheer van het transmissienet geheel of ten dele zullen kunnen recupereren? Op een bepaald ogenblik zal men er ongetwijfeld van uitgaan dat er geen monopoliepositie voor het transmissienet mag blijven bestaan en dat er geen te hoge prijzen mogen worden aangerekend. De Brusselse regering en de federale regering wensen compensatiemaatregelen te nemen om te voorkomen dat door de liberalisering een situatie ontstaat waarbij wat aan de ene kant wordt gegeven, ipso facto wordt gerecupereerd door een aanzienlijke verhoging van de lokale belastingen. Verschillende studies hebben dit prijsverschil overigens berekend. Volgens de studie van het controlecomité zou het prijsverschil 10 à 15% bedragen in vergelijking met onze Europese buren. Het Waalse decreet inzake de openstelling van de elektriciteitsmarkt bepaalt dat de gemeenten zullen kunnen rekenen op een jaarlijkse wegenisvergoeding. De Waalse DNB’s moeten de gemeenten een jaarlijkse bijdrage betalen omdat hun net gebruik maakt van het openbaar domein. Deze bijkomende opbrengst zal de te verwachten daling van de dividenden voor
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
10
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
de intercommunales compenseren wanneer alle afnemers in aanmerking zullen komen. De opdrachten van openbare dienstverlening zouden jaarlijks meer dan 500 miljoen frank vertegenwoordigen, maar de Brusselse gemeenten krijgen alleen al als dividend 800 miljoen, zonder rekening te houden met de andere openbare tegemoetkomingen van de intercommunale voor elektriciteit. De Brusselse gemeenten zullen bijna een half miljard aan inkomsten moeten derven. Als gevolg van beslissingen die op een ander gezagsniveau worden genomen, zullen de Brusselse gemeenten verarmen; de Waalse gemeenten hebben daarentegen een andere financieringsbron bepaald en de dekkingskosten voor de gemeenten en de opdrachten van openbare dienstverlening zijn relatief laag in vergelijking met de geraamde tariefvermindering van 15 tot 20% op het totaal van de facturen. Bijgevolg vragen we dat het werkelijke inkomensverlies van de Brusselse gemeenten zo snel mogelijk wordt geëvalueerd en dat wordt nagegaan hoe dit verlies kan worden opgevangen. We vragen ook dat er een inventaris wordt opgesteld van de overige maatregelen die kunnen worden overwogen om de verliezen van de gemeenten ongedaan te maken. (Voorzitter: Mevrouw Magda de Galan). De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- In het begin bestaat er in de sector een bijna monopolistische situatie die verticaal geïntegreerd is in vier functies, namelijk "productie, transmissie, distributie en levering", en het geheel is gereglementeerd door een "controlecomité dat nauw betrokken is bij het beheer van of het toezicht op de sector". Sinds 1 januari 2001 voldoet ons Gewest reeds aan de in de richtlijn vermelde doeleinden inzake de openstelling, aangezien alle consumenten van meer dan 20GWu in aanmerking worden genomen door de beheerder van het transmissienet (CPTE) Bij de indiening van deze ordonnantie is er dus van "vertraging" geen sprake. De openstelling van de elektriciteitsmarkt is geen doel op zich en zeker geen pasmunt voor enkele milieumaatregelen. Ons eerste doel was uiteraard de werking van de sector in ons Gewest te reorganiseren om de functies van leverancier en beheerder van het transmissienet te scheiden, de belangrijkheid van de rol van de gemeenten in het beheer van het distributienet te bepalen en de aan de gemeenten overgedragen extra opdrachten te organiseren, teneinde de consumenten ononderbroken van stroom te voorzien, overeenkomstig de bepalingen van artikel 20. Ik ben tevreden dat de artikelen 8,9 en 20 unaniem zijn goedgekeurd door de Commissieleden, want ze vormen de basis van de ordonnantie. Deze ordonnantie voorziet niet in een wegenisvergoeding, omdat de gemeenten er al een kunnen aanrekenen aan de intercommunale die gebruik maakt van hun wegennet. Thans heb-
ben de gemeenten hun wegenisvergoeding ingebracht in ruil voor een vergoeding die deel uitmaakt van de door het controlecomité bepaalde prijzen. Er kan probleemloos worden gezorgd voor een wettelijke basis voor deze heffing. Het is moeilijker te zorgen voor een heffing die aanvaardbaar is voor de nieuwe regulator, met name de CREG. De eengemaakte intercommunale zal bij de aanpassing van haar statuten vóór eind 2002 rekening moeten houden met de wijziging van het systeem voor de prijsregulering en in haar statuten de nieuwe modaliteiten voor de vergoeding van de wegenisinbreng moeten bepalen. Deze vergoeding zal worden opgenomen in de kosten van de beheerder van het distributienet en aan de CREG worden voorgesteld als een door haar goed te keuren prijsbestanddeel. Het door het Waalse decreet bepaalde percentage zal voor de CREG ongetwijfeld aanvaardbaar zijn. De andere financieringsbronnen voor de gemeenten liggen enerzijds in de oproep van de federale regering aan de gemeenten om deel te nemen aan de financiering van de TNB, waardoor de gemeenten zullen kunnen rekenen op een opbrengst die 3 à 4% hoger ligt dan het markttarief en anderzijds in de in deze ordonnantie vastgestelde heffing van een recht om de straatverlichting in de gemeenten te financieren. Dat recht bedraagt 400 miljoen per jaar. Door deze maatregel garandeert de ordonnantie de gemeenten reeds een voordeel dat zo goed als gelijk is aan het maximum van de wegenisvergoeding die door het Waalse decreet is bepaald. Het systeem voor ons Gewest biedt reeds garanties en zorgt ervoor dat er later een aanpassing kan plaatsvinden volgens de door de CREG erkende normen voor de diverse distributienetten. Ons tweede doel is de menselijke waardigheid te erkennen via de erkenning van het recht op energie. De DNB zal de consument van energie blijven voorzien overeenkomstig de oorspronkelijk bepaalde voorwaarden, zolang de leverancier de beheerder niet op de hoogte heeft gebracht van de situatie van zijn klant. De bepalingen van de ordonnantie staan borg voor de elektriciteitsvoorziening. Preventie, beheer en verbruiksbegeleiding zullen worden betaald door de bijkomende financiering van de aan de OCMW’s toegekende taken. De heer Vande Lanotte zal het desbetreffende wetsontwerp waarschijnlijk nog vóór het parlementair reces indienen. Het stemt overeen met een algehele financiering die voor alle OCMW’s samen op 1,7 miljard BEF wordt geraamd. De sociale taken van de DNB hebben betrekking op het verschil in kostprijs tussen het normale tarief en het sociaal tarief, het plaatsen en verwijderen van begrenzers tot 6 A, de ristorno’s op de schuldvorderingen ter zake, de geindexeerde forfaitaire vergoeding van 4.000 BEF die aan de OCMW’s wordt toegekend voor gerichte interventies en de kostprijs van het recht op energie gedurende 6 maanden (maximum 20 ampère).
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
De kosten van die dienstverlening worden geregeld bij artikel 33 en het amendement daarop, waarbij het recht wordt vastgesteld op 11, 50 euro per kW, is eenparig goedgekeurd. Voortaan worden de kosten voor menselijke waardigheid gedeeld. Ons derde streefdoel is de bevordering van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling en van groene energie. Artikel 16 stelt dat de zelfopwekkers onmiddellijk in aanmerking komen ten belope van het dubbele van wat zij aan groene energie en kwaliteitswarmtekrachtkoppeling produceren. Artikel 27 verplicht de netbeheerder om alle elektriciteit die door de zelfopwekkers wordt geproduceerd en niet ter plaatse wordt gebruikt of op de markt opnieuw wordt verkocht, naar de leveranciers te sturen. Er is een systeem van groenestroomcertificaten ingevoerd, waarbij rekening wordt gehouden met de doeleinden die ons bij Europese richtlijn zullen worden opgelegd; in 2010 moet het streefdoel van 6% worden bereikt met een drempel van 3% op korte termijn. De financiering van het gewestelijk beleid inzake REG wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 24 en artikel 34 voorziet in de oprichting van een REG-fonds waarin de federale middelen worden gestort. Groene energie mag niet worden gelijkgesteld met kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, want in dit laatste geval wordt fossiele brandstof gebruikt. Aangezien in ons Gewest moeilijk kan worden geïnvesteerd in zelfopwekking van groene energie, zullen de beschikbare financiële middelen inzake REG, grotendeels worden aangewend voor de verwezenlijking van projecten voor kwalitatief hoogstaande warmtekrachtkoppeling. In de driejaarlijkse investeringsprogramma’s van de TNB zal op die projecten de klemtoon worden gelegd. De beoogde maatregelen beantwoorden aan ambitieuze doeleinden voor duurzame ontwikkeling. Het vierde streefdoel in de ordonnantie beoogt een meer rationele werking van de sector door de functie van federale beheerder van het transmissienet en die van gewestelijke beheerder van het transmissienet onder te brengen in één functie, door de groepering van de intercommunales om het distributienetbeheer te garanderen en door de invoering van een reguleringsprocedure via het Controle- en reguleringscomité en de Dienst Energie van het BIM. In ons Gewest wordt die regulering anders georganiseerd dan in Vlaanderen en Wallonië. De regering heeft beslissingsbevoegdheid voor het afleveren van vergunningen, het toezicht op de taken van openbare dienstverlening, de goedkeuring van de reglementen en investeringsplannen. De dossiers worden behandeld door de Dienst Energie van het BIM.
11
De ordonnantie voorziet ook (artikel 23) in een bemiddelingsdienst bij geschillen en in een autonome Kamer van beroep, maar niet in de oprichting van een nieuwe pararegionale instelling die specifiek belast is met de regulering. De belangrijkste opdracht van een regulator - te weten de vastlegging van de tarieven voor toegang tot het net en, algemener, al wat met prijzen te maken heeft - is een strikt federale bevoegdheid en wordt door de wet van 1999 op de elektriciteit toevertrouwd aan de Regelingscommissie voor Elektriciteit en Gas (CREG) De regulering die onder de gewestelijke bevoegdheid valt, betreft dus technische en administratieve materies of materies die verband houden met de controle op de opdrachten van openbare dienstverlening. De organisatie van de elektriciteitsverdeling zoals bepaald in de ordonnantie maakt het mogelijk de nood aan regulering tot een minimum te beperken. Aangezien de toegang tot het netwerk gereglementeerd en aan vaste tarieven onderworpen is, is er volledige transparantie voor de gebruikers van het netwerk en moet er niet over de prijs worden onderhandeld. Bovendien voorziet de ordonnantie in strikte regels inzake de onafhankelijkheid van de netbeheerder ten opzichte van de leveranciers. In dergelijke context is het risico op machtsmisbruik door een operator of op geschillen miniem. De regulator heeft dus geen zware opdracht : invoering van de secundaire regelgeving, controle op de opdrachten van openbare dienstverlening, follow-up van de investeringsplannen, afgifte van vergunningen voor de leveranciers, erkenning van de producenten van groene elektriciteit. Het feit dat er de facto slechts twee netbeheerders gecontroleerd moeten worden en dan nog enkel met betrekking tot de technische en administratieve aspecten vormt een laatste argument ten gunste van een "lichte" regulatie, waarbij geen pararegionale instelling moet worden opgericht. Tot besluit wijs ik nog op twee kleine maatregelen : de eerste betreft artikel 7, § 1, 7°, dat stelt dat de distributienetbeheerder zorgt voor het installeren, het onderhouden en het opnemen van de meters. Die maatregel alleen maakt dat de klant zijn leverancier vrij kan kiezen en is hij niet meer afhankelijk van enige waarborg die hem door de vorige leverancier zou zijn opgelegd. De tweede maatregel betreft de verplichting voor de producenten de elektriciteit voortgebracht door thermische opwerking van ons huishoudelijk afval terug te kopen. Voor ons Gewest staat dit bijna gelijk met het verbruik van de MIVB. Te noteren valt niettemin dat de regering dit soort produktie niet heeft willen gelijkstellen met groene energie. Aangezien alle middelen nu verenigd zijn, hoop ik dat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal bijdragen tot de economische en sociale ontplooiing van ons Gewest. (Applaus van de meerderheid) - De algemene bespreking is gesloten.
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
12
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Artikelsgewijze bespreking De voorzitter.- Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een amendement (nr. 1) ingediend dat ertoe strekt artikel 2, 7°, door de volgende tekst te vervangen: "groene elektriciteit: elektriciteit voortgebracht door de volgende energiebronnen: hydraulische energie via installaties van minder dan 10 MW, eolische energie, zonne-energie, geothermische energie, biogas, organisch afval en organische producten van de landbouw en van de boomkwekerijen, de kwaliteitswarmetekrachtkoppeling geproduceerd in moderne installaties die ten minste 10% minder koolstofdioxide uitstoten in vergelijking met de uitstoot van koolstofdioxide door een klassieke installatie;".
over hun definitie. Het gevaar bestaat dat de definitie van het Waals Gewest internationaal niet wordt erkend. De heer Alain Adriaens. (in het Frans) . - Jammer genoeg vindt de minister het niet nodig over een autonoom en werkelijk onafhankelijk reguleringsorgaan te beschikken. Zelfs in een klein Gewest als het onze zal dit orgaan blootstaan aan vele invloeden. Het BIM beschikt niet over de nodige middelen en staat niet echt onafhankelijk van de politieke middens. Wij hebben trouwens in een ander amendement de 19 opdrachten omschreven die een autonoom reguleringsorgaan zou moeten vervullen. - De stemmingen over de amendementen 1, 2, 9 en 10 en over artikel 2 worden aangehouden.
Op datzelfde artikel heeft mevrouw Geneviève Meunier c.s. een amendement (nr. 2) ingediend dat ertoe strekt punt 25° door volgende tekst te vervangen:
De voorzitter. - Mevrouw Julie de Grootte heeft op artikel 13 een amendement (nr. 11) ingediend dat ertoe strekt in de paragrafen 2,3 en 4, "vanaf" te vervangen door "uiterlijk op".
"25° Dienst: de Brusselse Dienst voor de Elektriciteit (BDE), een gewestelijke onafhankelijke dienst voor de regulering die ermee belast is toezicht te houden op de elektriciteitsmarkt en op de naleving van de bepalingen van deze ordonnantie, en die opgericht wordt krachtens artikel 23 van dezelfde ordonnantie.".
Mevr. Julie de Groote (in het Frans) . - Dit amendement maakt het mogelijk de procedure te versnellen, zodat de vrijgemaakte markt sneller werkelijkheid zal zijn.
Mevrouw Julie de Groote heeft een amendement (nr. 9) ingediend dat ertoe strekt in artikel 2, 7°, in fine, de volgende bepaling in te voegen: "en waarbij in de loop van het produktieproces ten minste 10% minder koolstofdioxide vrijkomt in vergelijking met de uitstoot van koolstofdioxide, bepaald en jaarlijks bekendgemaakt door de Dienst, bij een klassieke produktie in moderne referentieinstallaties bedoeld in artikel 2, 6°;". Een tweede amendement (nr. 10) van mevrouw Julie de Groote strekt ertoe in datzelfde artikel 2 een nieuw 26° bis in te voegen luidend: “26° bis - groene stroomcertificaat: een overdraagbaar immaterieel goed dat toegekend wordt aan de producenten van groene stroom en van warmtekrachtkoppeling overeenkomstig de bepalingen van artikel 28;". De heer Alain Adriaens (in het Frans). - De minister weigert de warmtekrachtkoppeling als groene elektriciteit te beschouwen omdat zij gebruik maakt van fossiele brandstoffen. Ik heb vragen bij die weigering, aangezien de warmtekrachtkoppeling de mogelijkheid biedt de CO2-uitstoot werkelijk te verminderen. Ook voor warmtekrachtkoppeling zou een groene stroomcertificaat moeten worden verstrekt. Mevr. Julie de Groote (in het Frans) .- Ons amendement (nr. 9) zou makkelijk aangenomen kunnen worden, aangezien het er alleen toe strekt de warmtekrachtkoppeling toe te voegen aan de methoden waarvoor een groene stroomcertificaat wordt verstrekt. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans). - Gewesten of Staten kunnen groene stroomcertificaten alleen uitwisselen als ze het eens zijn
- De stemmingen over amendement 11 en over artikel 13 worden aangehouden. De voorzitter. - Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een amendement (nr. 3) ingediend dat ertoe strekt artikel 24 als volgt te vervangen: "Na advies van de Dienst legt de Regering duidelijke, doorzichtige, niet-discriminatoire en controleerbare openbaredienstverplichtingen op aan: 1° de nethouders: a. inzake de veiligheid, regelmaat en kwaliteit van leveringen van elektriciteit; b. maatregelen van sociale aard, zoals de verplichting tot sluiting en de te nemen maatregelen wanneer een eindafnemer zijn leverancier niet meer betaalt, zoals vastgesteld in de ordonnantie van 11 juli 1991, alsmede de levering tegen een specifiek sociaal tarief aan de personen en volgens de voorwaarden vastgesteld in de federale wetgeving; c. inzake de bescherming van het leefmilieu, onder meer de prioriteit die aan de in het Brussels Gewest geproduceerde groene stroom gegeven moet worden, de verplichting tot aankoop van een minimale hoeveelheid groene elektriciteit en/of kwaliteitswarmtekrachtkoppeling en de informatie over en sensibilisering voor het elektriciteitsverbruik ter bevordering van het rationeel energieverbruik; d. inzake het verzamelen van gegevens, over het elektriciteitsverbruik via hun net; e. de verdeling van de elektriciteitsoverschotten die geproduceerd worden door de zelfopwekkers volgens de voorwaarden vastgesteld in artikel 27; f. de plaatsing, het onderhoud, de vernieuwing en de voeding van de openbare verlichting op de wegen en de openbare plaatsen in de gemeenten, met naleving van de voorrechten van de gemeenten vastgesteld in artikel 135 van de nieuwe
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
gemeentewet, volgens een driejarenprogramma opgesteld in gezamenlijk akkoord door elke gemeente, met de distributienetbeheerder. 2° de leveranciers en tussenpersonen, onder andere: a. inzake de regelmaat, kwaliteit en facturering van de elektriciteitsleveringen; b. inzake bescherming van het leefmilieu, met name de verplichting om een bepaalde minimumhoeveelheid groene stroom te kopen; c. inzake verplichtingen van sociale aard, zoals de levering van een minimale hoeveelheid elektriciteit bedoeld in de ordonnantie van 11 juli 1991, en de verplichting om iedere residentiële afnemer desgevraagd, onder niet- discriminatoire voorwaarden te aanvaarden; d. inzake informatie over en sensibilisering voor het elektriciteitsverbruik ter bevordering van het rationeel energiegebruik, inzonderheid de verplichting tot het hanteren van tarieven die het rationeel energiegebruik bevorderen.". De heer Alain Adriaens (in het Frans). - Het volstaat niet de distributienetbeheerder verplichtingen op te leggen, ook al beschikt die, volgens de minister, over alle informatie, vooral inzake de weigeringen van stroomlevering. Wij willen de leveranciers verplichten bepaalde normen inzake kwaliteit, regelmatigheid van facturen, produktie van groene stroom en de inachtneming van de minimumlevering van elektriciteit te respecteren. - De stemmingen over het amendement en over artikel 24 worden aangehouden. De voorzitter. - Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een amendement (nr. 4) ingediend dat ertoe strekt het eerste lid van artikel 26, § 4, door de volgende bepaling te vervangen: "De bijdrage wordt berekend in centiemen per doorgezonden kWh. Ze wordt afgehouden door de netbeheerder die ermee belast is een eindafnemer die aangesloten is op een spanning kleiner dan of gelijk aan 36 kV, van stroom te voorzien. Op de kWh die door middel van directe lijnen overgebracht wordt, wordt een identieke afhouding uitgevoerd. De Regering stelt de regels voor de inning van de vergoeding vast.". De heer Alain Adriaens (in het Frans). - De bijdrage die de leveranciers moeten betalen, is van wezenlijk belang voor het financieren van de sociale en openbare opdrachten van de beheerder. De regering stelt die bijdrage echter vast volgens het gevraagde vermogen. De bijdrage zou beter worden vastgesteld op grond van het verbruik, aangezien dat de consument ertoe zou aanzetten minder te verbruiken.
13
De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans). - Dit amendement is gevaarlijk. Het is beter voor de financiering van de publieke dienstverlening uit te gaan van het vermogen dan van het verbruik, dat varieert. Als het energieverbruik zou dalen, wat wij verhopen, zou zulks overigens tot gevolg hebben dat er minder geld zou zijn om de opdrachten van openbare dienstverlening te financieren. De heer Alain Adriaens (in het Frans). - U volgt een zuiver commerciële redenering. - De stemmingen over het amendement en over artikel 26 worden aangehouden. De voorzitter. - Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een amendement (nr. 5) ingediend dat ertoe strekt een (nieuw) artikel 26 bis in te voegen dat als volgt luid: "De distributienetbeheerder moet een jaarlijkse vergoeding betalen aan de Brusselse gemeenten wegens gebruik van openbare grond. Deze vergoeding hangt af van het totale elektriciteitsvolume dat in het net wordt geïnjecteerd, het aantal kWh dat op het grondgebied van de gemeente wordt opgenomen. Het bedrag van deze vergoeding en de regels voor de inning ervan worden jaarlijks door de regering vastgesteld". " De heer Alain Adriaens (in het Frans) - Dit amendement was door mevrouw Caron en de heren Cools en Romdhani ingediend. Het laat meer speelruimte dan ons oorspronkelijk amendement. De minister verklaart dat de vergoeding voor het bezetten van de openbare weg op grond van de wet van 1925 zou kunnen worden ingesteld. Ik begrijp niet waarom dit huidige ontwerp van ordonnantie niet wordt aangegrepen om die vergoeding al te preciseren. Als andere methodes resultaat opleveren, is het voldoende het bedrag van de vergoeding vast te stellen op nul frank. De heer Marc Cools (in het Frans).- Wij kunnen moeilijk een wegenisvergoeding toekennen aan één concessiehouder zonder dit recht te veralgemenen. Bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar zal mijn fractie meer uitleg vragen. Vandaag kunnen wij ons daarover nog niet uitspreken. - De stemming over het amendement wordt aangehouden. De Voorzitter .- De heer Alain Adriaens wenst het woord te nemen met betrekking tot artikel 27.
Ik grijp deze gelegenheid aan om op te merken dat de commissie zo overhaast te werk is gegaan dat de omzetting van de bijdrage in euro tot een - waarschijnlijk ongewilde - verhoging met 3% heeft geleid.
De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- De tekst van artikel 27 bewijst hoe schadelijk onze overhaasting is. De tekst strookt niet met de bedoelingen van de minister, die de verbrandingsoven van Neder-Over-Heembeek wou steunen, omdat die geen zelfopwekker volgens de in de ordonnantie gehanteerde definitie is. De minister had het probleem toegegeven en was van plan om in de plenaire vergadering een technisch amendement te steunen. Het amendement, dat helemaal niet technisch is, wordt in artikel 27 ingevoegd zonder dat iemand het heeft goedgekeurd en wijzigt volledig de betekenis.
Mevr. Julie de Groote (in het Frans) . - Het is geen omzettingsfout. De verhoging was gewild en weldoordacht.
De Voorzitter .- Volgens de notulen van de vergadering van de Commissie voor Economische Zaken waarin het ver-
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
14
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
slag is goedgekeurd, hebben de aanwezige leden met het technisch herschrijven van artikel 27 ingestemd.
Als de administratieve boete betaald is, vervalt de strafvordering."
De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans) .- Tijdens de bespreking over dat artikel is inderdaad gezegd dat het artikel anders moest worden gesteld en de opmerking van de heer Adriaens was volkomen terecht. Ik denk dat de tekst nu correct is.
De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- Het is een verstandige voorzorgsmaatregel om boetes en administratieve straffen voor milieuovertredingen in te stellen, maar ze mogen geen overlapping vormen met strafrechtelijke sancties.
Mevr. Danielle Caron (in het Frans) .- Als rapporteur moet ik opmerken dat de heer Tomas in de commissie de woorden heeft gebruikt die hij zojuist heeft uitgesproken.
Na kritiek van de Raad van State is de tekst gewijzigd, maar onvoldoende naar mijn zin. Er moet een duidelijker onderscheid worden gemaakt tussen administratieve en juridische sancties. Als niet wordt gepreciseerd binnen welke termijn administratieve sancties kunnen worden opgelegd als de rechterlijke macht niet optreedt, is elke vorm van sanctie onmogelijk. Wij begrijpen niet waarom de minister weigert om de Brusselse wetteksten op elkaar af te stemmen door definities over te nemen die elders al voorkomen.
De Voorzitter .- Aangezien de correctie van de tekst in het verslag is opgenomen, wordt het artikel aangenomen.
- De stemming over het artikel en over het amendement wordt aangehouden.
(Protest van de heer Alain Adriaens en mevrouw Evelyne Huytebroeck).
De Voorzitter .- Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een amendement (nr. 7) ingediend dat ertoe strekt artikel 34 aan te vullen met twee nieuwe paragrafen, luidend als volgt:
De heer Alain Adriaens (in het Frans) .- Een tekst die in de commissie is aangenomen, mag niet op die manier worden gewijzigd!
De Voorzitter .- Op artikel 28 is er een amendement nr. 12 van mevrouw Julie de Groote c.s. om het artikel als volgt te wijzigen: "In § 1, eerste lid, na de woorden "productie van groene energie" de woorden "of van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling" invoegen. Mevr. Julie de Groote (in het Frans) .- Dit amendement sluit volledig aan bij het eerste amendement dat wij hebben ingediend. - De stemming over het amendement nr. 12 en over het artikel 28 wordt aangehouden. De Voorzitter .- Mevrouw Geneviève Meunier c.s. heeft een dubbel amendement (nr.6) ingediend op artikel 32. Het eerste strekt ertoe het vierde lid van paragraaf 1 te doen vervallen. Het tweede strekt tot de invoeging van een (nieuw) paragraaf 1bis, die luidt als volgt : " 1bis .- De Dienst informeert de in § 1 bedoelde persoon per aangetekende brief dat hij een overtreding van deze ordonnantie of van de uitvoeringsbesluiten ervan heeft vastgesteld. Een afschrift van deze brief wordt gestuurd aan de procureur des Konings binnen 10 dagen na de verzending van de brief aan de betrokken persoon. De procureur des Konings geeft de Dienst binnen zes maanden na de datum waarop de voornoemde brief aan de betrokken persoon is verstuurd kennis van zijn beslissing om de vermoedelijke dader van een overtreding van deze ordonnantie al dan niet te vervolgen. Als de procureur des Konings beslist om de overtreder te vervolgen, kan er geen geldboete opgelegd worden. Als de procureur des Konings beslist om de overtreder niet te vervolgen of geen beslissing neemt binnen de toegemeten termijn van zes maanden, kan de Dienst een administratieve boete opleggen.
"§ 4. Er wordt een begrotingsfonds opgericht in de zin van artikel 45 van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. Het fonds krijgt de benaming "Sociaal Fonds inzake energiebeleid". Dit Fonds wordt gestijfd met de in artikel 26 ingestelde vergoeding. De Regering beschikt over kredieten van het Fonds om sociale maatregelen te financieren ten gunste van afnemers met betalingsmoeilijkheden. § 5. Er wordt een begrotingsfonds opgericht in de zin van artikel 45 van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. Het fonds krijgt de benaming "Reguleringsfonds". De Regering beschikt over de kredieten van het Fonds om de Dienst te financieren.". De heer Alain Adriaens (in het Frans).- We werken slecht. Vanaf artikel 30 hebben we in de commissie alles in tien minuten afgehandeld. Bovendien antwoordt u niet op de vragen noch tijdens de commissievergaderingen noch tijdens de plenaire vergadering. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- U was er niet eens meer om uw eigen amendementen te verdedigen ! De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Ik was al vertrokken omdat het toch geen zin had om te blijven ! Ik heb veel zin om vandaag hetzelfde te doen. Met dit amendement stellen wij voor om twee Fondsen op te richten in plaats van één. Enerzijds een sociaal Fonds en anderzijds een Fonds voor de financiering van de regulatieopdrachten, die zwaar en talrijk zijn. De heer Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Ener-
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
gie en Huisvesting (in het Frans).- Artikel 26 bepaalt dat de geïnde heffingen een reeks openbaredienstverplichtingen moeten financieren. Daarvoor wordt een aparte boekhouding opgezet . Het heeft dus geen zin om twee Fondsen te creëren. - De stemming over het amendement en over het artikel wordt aangehouden. Mevr. de Voorzitter.- Mevrouw Julie de Groote c.s. hebben een amendement nr. 13 ingediend dat ertoe strekt artikel 37 te schrappen. De heer Alain Adriaens c.s. heeft eveneens een amendement nr. 8 ingediend dat ertoe strekt hetzelfde artikel te schrappen. De heer Alain Adriaens (in het Frans).- Artikel 37 haalt alles onderuit wat we de jongste tien jaar hebben opgebouwd inzake stroomonderbrekingen en gewaarborgd minimum. Wij hebben niet de tijd gehad om de positieve of negatieve gevolgen van deze verandering te analyseren. Wij hebben nog tijd nodig om het probleem te bestuderen en oplossingen te onderzoeken zoals elektriciteitsmeters met verbruik ter waarde van een door de afnemer vooraf bepaald budget, die personen met een laag inkomen meer verantwoordelijkheidszin bijbrengen. Mevr. Julie de Groote (in het Frans).- Er diende een afzonderlijk debat te worden gehouden. De ordonnantie van 1991 zou zelf een volledige opknapbeurt moeten krijgen. M. Eric Tomas, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting (in het Frans).- De regering heeft een zekere samenhang willen realiseren en heeft zich daartoe gebaseerd op de jongste ordonnantie met betrekking tot de gasvoorziening. Dat weerhoudt de OCMW’s echter niet ervan een beroep te doen op privé-instellingen om hen te helpen bij de uitvoering van hun taken. De samenhang zou echter snel verloren gaan, als men op verschillende manieren te werk gaat, te meer daar de Intercommunale voor Distributie in 2002 de enige gesprekspartner zal zijn. - De stemming over het amendement wordt aangehouden. Mevr. Evelyne Huytebroeck (in het Frans) .- Als voorzitter van de commissie moest ik er tegelijk voor zorgen dat de zaken vooruitgingen en dat de parlementsleden aan het woord konden komen. Na de lange pedagogische uiteenzetting van de minister heeft hij misschien gedacht dat de technische discussie afgerond was, wat kennelijk niet het geval was. Wat het indienen van amendementen tijdens de plenaire vergadering betreft: in het verleden is dat nog gebeurd, maar men moet uitleggen waarom men ze indient. Commissievergaderingen aan het einde van het parlementaire jaar verlopen erg moeilijk. Wij staan dan onder tijdsdruk en dat is niet de beste manier om te werken. Ik verzoek de regering ervoor te zorgen dat wij in het vervolg in betere omstandigheden kunnen werken. De Voorzitter .- Ik maak de regering erop attent dat ontwerpen tijdig moeten worden ingediend. - De overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen.
15
VERWELKOMING VAN EEN BUITENLANDSE DELEGATIE De Voorzitter .- Met genoegen verwelkomen wij een parlementaire delegatie van de Republiek van de Verenigde Staten van Mexico, onder leiding van de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers. (Applaus)
ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE INTERCOMMUNALES VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
Algemene bespreking De heer Claude Michel, rapporteur (in het Frans) .- De goedkeuring van deze tekst met 10 stemmen en 3 onthoudingen heeft drie weken commissiedebatten gevergd. Ik dank de diensten en het kabinet van de Minister-President voor het aanhechten van de lijst van de 11 betrokken intercommunales zoals in commissie is gevraagd. De meeste amendementen die in de commissie ingediend werden, kwamen van de regering ingevolge het advies van de Raad van State, na herlezing van de gedrukte tekst en rekening houdend met de opmerkingen van Mevrouw Mouzon. De Minister-President heeft twee amendementen van de oppositie aanvaard. Het eerste, dat door de heer Riguelle verdedigd werd, betrof het gebruik van de elektronische post. Mevrouw Mouzon van haar kant vroeg de overzending van de akten van de intercommunales via elektronische post. Het amendement van Ecolo kwam bijna letterlijk uit het Waals decreet, dat bepaalt dat er een gewestelijk commissaris naar de weerbarstige intercommunales gestuurd wordt. Het voorstel werd in commissie goedgekeurd in tegenstelling tot het voorstel dat een jaarrapport oplegt over de uitoefening van het gewestelijk toezicht. Dit laatste amendement wordt vandaag opnieuw ingediend. De debatten in commissie hebben geleid tot de beslissing een subcommissie op te richten die moet nadenken over een nieuwe kaderordonnantie over de intercommunales.(Applaus van de meerderheid) De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- Zal deze tekst het Gewest in staat stellen een echt toezicht uit te oefenen op de intercommunales? De gemeenten oefenen reeds een controle uit, maar het gewestelijk toezicht is absoluut nodig om te zorgen voor de wettigheid van de intercommunales, met name wat de eventuele verhogingen van het presentiegeld of vergoedingen voor de leden van het bureau betreft. Deze tekst heeft betrekking alleen op de intercommunales waarvan het bestuursgebied volledig in het Brussels Gewest ligt. Voor de andere intercommunales moeten er samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten worden gesloten.
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
16
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
Ik ben tevreden dat positief werd gereageerd op de amendementen inzake het elektronisch versturen van teksten. Dit komt tegemoet aan de wens om de toezichtstermijnen te verkorten. We betreuren evenwel dat het voorstel voor evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties werd uitgesteld en hopen dat dit punt opnieuw wordt besproken, zodat we een bevredigend resultaat kunnen bereiken na het reces. De Minister-President staat er niet ongunstig tegenover. Wij betreuren tevens dat de optie voor een jaarverslag werd verworpen. Ecolo en PSC dienen dat amendement dus opnieuw in. Onze stem zal afhangen van de reactie op het amendement. (Applaus van PSC en Ecolo) De heer Jan Béghin .- De uitgangspunten voor deze ordonnantie, namelijk eenvormigheid met de toezichtprocedures voor de gemeenteoverheden en tegelijk meer soepelheid invoeren, zijn de juiste. Hoewel meer en meer intercommunales “corporate governance” gaan toepassen, blijven ze te vaak ondoorzichtig, zeker voor de consument. Het toezicht op de wettelijkheid van beslissingen en het algemeen belang moet dan ook positief zijn voor de doorzichtigheid van intercommunales die toch ten dienste staan van de burger. De regels die worden ingevoerd om de regering alsnog de macht te geven om beslissingen en akten op te vragen van organen die de intercommunale zou oprichten om aan het toezicht te ontsnappen, zijn in dat opzicht veelbetekenend. Misschien was het beter niet de organen te omschrijven die aan het toezicht zijn onderworpen, maar een bepaling te zoeken die stelt dat elke beslissing van welk orgaan van de intercommunale ook aan het administratief toezicht is onderworpen. Dit is een kleine kritiek. De administratie hinkt op twee benen: aan de ene kant wacht zij op de akten die automatisch moeten binnenkomen, aan de andere kant dient zij de intercommunales onder de loep te houden om ernaar te speuren of zij niet trachten te ontsnappen aan het toezicht. Dit is mijns inziens geen coherente opstelling. Het moet een evidentie zijn dat intercommunales hun beslissingen voorleggen aan de toezichthoudende overheid. Intercommunales verschillen daarin niet van andere overheden, commercieel of niet. De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Deze langverwachte ordonnantie is een afdruk van de ordonnantie inzake het toezicht op de gemeenten. Ik dank de Minister-President dat hij de technische wijziging inzake de aanstelling van een bijzonder commissaris heeft aanvaard. Dat leek me van primordiaal belang. Als het amendement inzake het jaarverslag wordt goedgekeurd, zal Ecolo goedkeuren wat wordt voorgesteld.
We mogen geen centrale macht worden die wantrouwig staat tegenover plaatselijke autonome besturen. Volgens mij is het een goede zaak dat de gemeenten zich wensen te organiseren en ermee willen samenwerken. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President (in het Frans) .- Ik deel de mening van mevrouw Mouzon: de oprichting van een intercommunale is een reactie op de kritiek dat gemeenten daardoor verzuild geraken. Er zijn weliswaar vrij zware misbruiken bij de Waalse intercommunales geweest, maar daarom hoeven wij nog niet te vrezen dat in Brussel hetzelfde gebeurt. Het belangrijkste is dat de intercommunales op een transparante manier werken en dat het Gewest toezicht uitoefent. Tot mijn verbazing heeft het twaalf jaar geduurd vooraleer zo’n een project is ontstaan. Dit project verenigt beide elementen in zich: het nodige toezicht en de (nodige) soepelheid in de werkwijze van de intercommunales. Wat het toezicht betreft, kunnen intercommunales niet op dezelfde manier werken als gemeenten, omdat de thans bestaande intercommunales kunnen worden vergeleken met industriële ondernemingen of handelsbedrijven. Ik zal echter alles doen wat in mijn macht ligt om ervoor te zorgen dat het toezicht op de intercommunales ernstig verloopt. (Verder in het Nederlands) Aan de heer Jan Béghin antwoord ik dat we inderdaad moeten vermijden dat sommige intercommunales bepaalde ontwijkingsmechanismen gaan toepassen. In het ontwerp is voorzien in de nodige middelen voor de voogdijoverheid om die mechanismen inderdaad te vermijden. (Verder in het Frans) .- Namens de regering verzoeken wij alle amendementen te verwerpen en het ontwerp als zodanig goed te keuren. - De algemene bespreking is gesloten. - Artikelsgewijze bespreking De Voorzitter .- De heer Michel Van Roye c.s. heeft een amendement (nr. 1) ingediend dat ertoe strekt een hoofdstuk Vbis (nieuw) met als opschrift "Jaarverslag" in te voegen dat een artikel 11bis (nieuw) bevat, luidend als volgt:
Mevr. Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans) .- De socialistische fractie was niet van plan zich in deze discussie te mengen, maar ik wil toch reageren op een aantal uitlatingen. Er bestaat altijd enige afkeer voor intercommunales omdat men bang is voor misbruiken of anti-democratisch gedrag.
De Regering bezorgt de Raad een jaarverslag over de uitoefening van het toezicht uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het verslagjaar.
Doordat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest amper 19 gemeenten telt, hoeven wij geen schrik te hebben. Het is niet omdat ze samenwerken dat ze hun rechten zullen misbruiken.
Het verslag omvat een statistisch overzicht van de uitoefening van het toezicht op de intercommunales en van de beslissingen die gedurende dat jaar zijn genomen.
"Artikel 11bis
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
Dat verslag wordt elk jaar bezorgd aan de in artikel 2 van deze ordonnantie bedoelde intercommunales.". De heer Michel Van Roye (in het Frans) .- Ik verwijs naar wat de heer Cools in de commissie heeft gezegd. Gemeenten zijn soms ontevreden over de intercommunales. Hoe meer ze dus gecontroleerd worden, hoe beter voor de gemeenten. De regering moet een jaarverslag over de werkwijze van de intercommunales opstellen. Dat lijkt mij een goede zaak, zowel voor het parlement als voor de regering. Tot slot verbaast het mij dat de minister-president, namens de regering, vraagt om de amendementen te verwerpen. Als straf vragen wij dat de regering die amendementen aanneemt. - De stemming over het amendement wordt aangehouden. - De overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen. ONTWERP VAN ORDONNANTIE HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE MEERGEMEENTELIJKE POLITIEZONES VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST EN VOORSTEL VAN ORDONNANTIE (VAN DE HEREN DENIS GRIMBERGHS EN JOEL RIGUELLE) TOT WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE VAN 14 MEI 1998 HOUDENDE REGELING VAN HET ADMINISTRATIEF TOEZICHT OP DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Algemene bespreking. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon, rapporteur (in het Frans). Het ontwerp van ordonnantie houdende regeling van het administratief toezicht op de meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is aangenomen met 7 stemmen voor bij 4 onthoudingen. Uw commissie heeft artikel 3 van het ontwerp geamendeerd om e-mail toe te voegen aan de bestaande kanalen voor de overzending van beslissingen. Ze heeft overwogen artikel 13 te amenderen zodat de definitieve vaststelling van de rekeningen van de politiezones tot de bevoegdheid van de regering behoort, zoals dat het geval is voor de gemeenten. Aangezien de minister-president zich niet onmiddellijk over een dermate technische materie wenste uit te spreken, heeft hij om de verwerping van het amendement verzocht. Zonodig kan er later nog altijd een regeringsamendement worden ingediend. Inzake artikel 15 betreffende het vervangingstoezicht heeft de minister-president bevestigd dat deze vorm van toezicht uitsluitend voor het uitoefenen van wettigheidstoezicht en nooit voor opportuniteitstoezicht mag worden aangewend. Ten slotte heeft de regering zich ertoe verbonden de ordonnantie zo snel mogelijk in het Belgisch Staatsblad te laten publiceren. Ondertussen beschikken de politiezones inderdaad niet over een toezichthoudende overheid.
17
De minister plant de ondertekening van een tweede samenwerkingsakkoord waarvoor een ratificatieordonnantie is vereist. Wij zullen ons dus opnieuw over dit dossier buigen. De wet tot inrichting van de federale politie bepaalt dat de politiezones bij koninklijk besluit zullen worden afgebakend. Maar als die zones bij koninklijk besluit worden gewijzigd, welke weerslag zal die wijziging dan hebben op de voorgestelde ordonnantie? Door bij wet Nederlandstalige mandatarissen in deze politiezones aan te stellen, wordt het voortaan onmogelijk om de politiezones bij koninklijk besluit te wijzigen. Dat zou wel eens geen bijkomstig punt kunnen zijn. (Applaus) De heer Joël Riguelle (in het Frans) .- Het toezicht op de zones die tot één gemeente beperkt blijven, valt natuurlijk onder het toepassingsgebied van het toezicht op de gemeenten, maar de zones die zich over meer dan één gemeente uitstrekken, hebben een afzonderlijke rechtspersoonlijkheid en dus moet voor hen een nieuw wettelijk kader worden uitgewerkt opdat het Gewest zijn toezicht kan uitoefenen. Denis Grimberghs en ikzelf hadden een voorstel van ordonnantie ingediend om het toepassingsgebied van het gemeentelijk toezicht uit te breiden tot de politiezones. Met deze nieuwe politieorganen is een massa geld gemoeid en daarop moet daadwerkelijk controle worden uitgeoefend. Met ons voorstel hebben wij de regering wakker gemaakt en zij heeft terzake nu zelf een ontwerp ingediend. Wij hadden geopteerd voor een uitbreiding van de ordonnantie inzake het toezicht op de gemeenten, maar de voorkeur van de regering ging uit naar het opstellen van een specifieke tekst. Hoewel de Raad van State onze benadering verkiest, sluit hij niet uit dat een beroep wordt gedaan op een gemeenschappelijke tekst. Er was behoefte aan een wettelijk kader. Men kan betreuren dat de regering tijd heeft verloren. Dat toont alleen aan dat zowel de minister van Binnenlandse Zaken als de federale regering onvoorbereid waren. Voor mijn fractie moet het Gewest een kritische toezichthoudende overheid zijn, maar tegelijk ook een partner en een verdediger van de gemeenten. De PSC zal voor dit ontwerp stemmen, hoewel wij betreuren dat de regering geen jaarverslag over de toezichtshandelingen aanvaardt. De heer Jan Béghin .- De politiehervorming is een immense operatie. Het belang van deze operatie vereist bovendien dat aan alle facetten ervan de grootste zorg wordt besteed. Waar staan we nu met de lokale politie? De Colleges van de meergemeentelijke politiezones zijn samengesteld en de politieraden zijn verkozen en geïnstalleerd. In het tweede kwartaal van dit jaar konden de Colleges en de Raden overgaan tot de aanstelling van een secretaris, een korpschef en de bijzondere rekenplichtige. Die procedures lagen wel vast, maar voor het statuut van bijvoorbeeld de bijzondere rekenplichtige, voor definitieve regels of richtlijnen voor het voeren van de politieboekhouding of het opstellen van de beginbalans is het wachten tot op de laatste seconde. De politiezones worden operationeel, maar spijtig genoeg is er nog veel onduidelijkheid en onzekerheid, onder meer over
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
18
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
de financiën. Dit worden precaire operaties: overgang van personeel, uitbouw van een eigen personeelsbestand, huur en onderhoud van "ex- gemeentelijke" gebouwen enz. In dat kader is het toezicht op de lokale politie een belangrijke aangelegenheid. Vermits de gemeenten van de meergemeentelijke zones de politiekorpsen doteren, was het noodzakelijk dat het toezicht geen loutere federale bevoegdheid is, maar dat ook de gewesten iets te zeggen hebben. De minister-president heeft trouwens in de commissie meermaals het belang van het administratieve toezicht door het Gewest geduid, precies in het licht van de precaire financiële situatie van sommige gemeenten. Ik treed de minister-president hierin volledig bij. Het voorliggende ontwerp wil de krijtlijnen trekken voor het veld van het administratief toezicht. Er zijn meerdere spelers: de federale overheid met de gouverneur en het Gewest. Voor het kader en het personeelsstatuut is de federale overheid exclusief bevoegd; dan zijn er materies waarvoor de federale overheid en het Gewest samenlopend bevoegd zijn en waarvoor een samenwerkingsakkoord wordt afgesloten. Kortom, er is een dubbel toezicht. Het zit dus allemaal niet zo eenvoudig in elkaar. Dat bleek uit de bespreking in de commissie. Van een aantal krijtlijnen die getrokken zijn, is gevraagd of ze wel zo duidelijk zijn, onder andere over het vaststellen van begrotingen en rekeningen. Ik deel de mening van collega Mouzon dat het Gewest belang had om het toezicht op de begrotingen en rekeningen naar zich toe te trekken, in het licht van de financiële situatie van de gemeenten. Het gevaar is bijvoorbeeld niet denkbeeldig dat de gemeenten worden gedwongen de politiezones meer te doteren dan hun gemeentelijke begroting aankan. Hoe het toezicht in dat geval zijn remediërende rol zal spelen, moet de toekomst uitwijzen. Er blijven dus nog een aantal vragen. Misschien is volledige duidelijkheid ook niet mogelijk bij zo een ingrijpend veranderingsproces. Wij zullen het ontwerp goedkeuren, maar het is nu reeds glashelder dat inzake het administratief toezicht de procedures en werking van zeer nabij moeten worden gevolgd en geëvalueerd. De heer Michel Van Roye (in het Frans).- De ECOLOfractie is verheugd over dit ontwerp, onder voorbehoud dat de twee amendementen die zij hebben ingediend, worden goedgekeurd. De heer Willy Decourty (in het Frans).- De bespreking van dit ontwerp baart ons enkele kopzorgen. De tenuitvoerlegging aan de wet van 1998 op de politiediensten is niet evident en mist coherentie. Talloze vraagtekens blijven. Wij wachten steeds op onontbeerlijke uitvoeringsbesluiten, een boekhoudkundig plan en een regeling voor de patrimoniumoverdracht. Nochtans legt de minister van Binnenlandse Zaken einddata op, alsof de planning belangrijker is dan de structuur. Bovendien weet niemand hoeveel rijkswachters aan de lokale politie zullen worden toegewezen. Die rijkswachters kunnen nog tot het einde van 2001 een mutatie aanvragen. De municipalisten hebben nog steeds hun twijfels over het prijs-
kaartje van de herstructurering. Hoewel de minister van Binnenlandse Zaken zegt dat dit de gemeenten niets zal kosten, lijkt het erop dat de gevolgen voor de gemeenten van de meer gemeentelijke politiezones toch niet identiek zullen zijn. Ondanks het specifiek toezicht van de gouverneur die de federale overheid vertegenwoordigt, bestaat er een rechtsvacuüm dat moet worden opgevuld. De aarzelingen inzake de bevoegheidsverdeling tussen federale overheid en Gewest hebben de goedkeuring van de ordonnantie al te zeer vertraagd. Dat dubbele toezicht moet ons ertoe aanzetten na te denken over de noodzaak van een efficiënte coördinatie. De tenuitvoerlegging van de politiehervorming loopt niet van een leien dakje. Alles moet tegen 1 januari 2002 operationeel zijn, maar er zullen nog vele maanden verstrijken alvorens de politieagenten elkaar kennen en hebben leren samenwerken. Het gevaar bestaat dat tegenstrijdige beslissingen leiden tot blokkeringen die ten koste gaan van de politiezones en van een efficiëntere politie die dichter bij de burger staat. Het samenwerkingsakkord moet correct worden toegepast. De overheden moeten hun beslissing aan elkaar meedelen, zodat beroepen bij de coördinatiecomités worden vermeden. In de regeringsverklaring staat dat de regering zich ertoe verbindt het opportuniteitstoezicht alleen in uitzonderlijke omstandigheden uit te oefenen. Een goed beheer van de politiezones veronderstelt een ruime autonomie. De werking van de structuren is afhankelijk van de menselijke relaties, vooral in nieuwe instellingen die andere methodes en een andere ingesteldheid vergen. (Applaus van de PS) De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President (in het Frans) . - Mijnheer Riguelle, als de zaken hebben "aangesleept", is dat omdat er overleg diende te worden gepleegd met de minister van Binnenlandse Zaken, die het zoals u weet heel druk heeft en heel professioneel is. Met de hier voorgestelde tekst kan elke slechte samenwerking dan ook worden voorkomen. (Verder in het Nederlands) De heer Béghin heeft gelijk wanneer hij de mogelijkheid oppert van verplichte inschrijvingen vanwege de gouverneur. Wanneer er niet-naleving van de wet van 1998 wordt vastgesteld, moeten de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord spelen. (Verder in het Frans) De opmerkingen van de heer Decourty zijn veeleer voor de heer Duquesne dan voor mij bedoeld. Sommige commissieleden vroegen zich af of de artikelen 15 tot 17 van de ordonnantie van 14 mei 1998 niet in dit ontwerp moesten worden opgenomen. Mijn diensten hebben de zaak onderzocht en zijn tot de vaststelling gekomen dat dit niet mogelijk is. De verschillende toezichthoudende bevoegdheden worden inderdaad geregeld in het samenwerkingsakkoord dat de federale staat en de gewesten reeds hebben gesloten. De gewestelijke toezichthoudende overheid kan de beslissing van de gouverneur niet aanvechten, omdat haar rechtspraak betrek-
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
PLENAIRE VERGADERING VAN
king heeft alleen op de beslissingen van de politiezone en niet op die van de federale overheid. Mevrouw Mouzon wees op het gevaar dat de verschillende toezichthoudende overheden elkaar de zwarte piet zouden kunnen doorschuiven, maar dat gevaar is niet reëel. De gewestelijke overheid kan optreden ofschoon de gouverneur niet bevoegd is, maar alleen als één of meer gemeenten van de politiezone haar vragen om extra taken te vervullen. De gemeente kan haar dotatie ten gunste van de zone verhogen om die taken te financieren. Als het evenwicht van de gemeentebegroting daardoor in het gedrang komt, wordt de uitoefening van het toezicht geregeld via de ordonnantie betreffende het toezicht op de gemeenten. Als de politieraad toch zulke middelen goedkeurt, wordt het samenwerkingsakkoord toegepast. Wat het toezicht op de rekeningen betreft, heeft de federale overheid volgens de artikelen 77 tot 80 van de wet van 7 december 1998 het laatste woord. Het Gewest kan die beslissing niet aanvechten. Ik verzoek het Parlement niet alle ingediende amendementen goed te keuren. Mevr. Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- Ik zou een opmerking willen maken over artikel 13 met betrekking tot het definitieve afsluiten van de rekeningen. De Voorzitter.- Ik heb geen amendement betreffende artikel 13. U kunt uw betoog houden wanneer we artikel 13 behandelen. De algemene bespreking is gesloten. Artikelsgewijze bespreking Artikel 13 Mevr. Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans).- Uw eigen kabinet heeft gezegd dat het definitieve afsluiten van de rekeningen een federale bevoegdheid is, aangezien het de federale wetgever is geweest die de verplichting heeft opgelegd de begroting in evenwicht te brengen en alle ontvangsten en uitgaven in de begroting te vermelden. U verwart de wetgevende macht met de overheid die het toezicht uitoefent. Tot de Lambermont-bis akkoorden mocht enkel de federale overheid de wet wijzigen. De bevoegdheid van het Gewest bestond erin toe te zien op de toepassing van de wet door de gemeenten. Zij sluit de rekeningen af. Hetzelfde geldt voor de politiezones. De echte vraag die nu rijst, is of het Gewest nu het algemeen toezicht uitoefent over de plaatselijke overheden dan wel of de federale overheid het toezicht uitoefent over de ordehandhaving en de politiediensten. Deze kwestie moet opnieuw worden bekeken, want de federale Staat laat geen kans onbenut om zijn recht van toezicht over het Gewest uit te breiden, in het bijzonder op het stuk van de politieaangelegenheden. We moeten de nodige waakzaamheid aan de dag leggen om dit te vermijden.
19
Ik raad u trouwens aan het advies van de Raad van State in te winnen in deze zaak. De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President (in het Frans) .- Als men aan het Gewest de bevoegdheid geeft om de rekeningen af te sluiten zonder medewerking van het federale niveau, bestaat het gevaar dat dit tot conflicten zou leiden. Volgens mijn kabinet lijkt de voorgestelde formule de beste om conflicten te vermijden. Toch ben ik daar niet helemaal van overtuigd. Uw argumenten overtuigen mij echter al evenmin. Bijgevolg zou ik deze formule liever uittesten op het terrein. Mochten er conflicten of haperingen optreden, dan zou ik de ordonnantie wijzigen. De Voorzitter .- Artikel 13 wordt dus aangenomen. De heer Michel Van Roye c.s. heeft een amendement (nr. 1) ingediend teneinde artikel 15 te vervangen door de volgende bepaling : "Artikel 15 § 1 - De regering kan bij besluit een bijzonder commissaris aanwijzen wanneer de overheid van een meergemeentezone de gevraagde informatie of gegevens niet bezorgt, of de maatregelen die voorgeschreven zijn door de wetten, ordonnanties, besluiten, verordeningen of statuten of door een gerechtelijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, niet uitvoert. De bijzonder commissaris is gemachtigd de gevraagde gegevens of opmerkingen te verzamelen en om alle nodige maatregelen te nemen in de plaats van de betrokken overheid binnen de grenzen van het mandaat dat is verleend bij het besluit waarbij hij is aangesteld. § 2 - Vooraleer een bijzonder commissaris te sturen, zal de regering: 1° een aangetekend schrijven richten aan de overheid in kwestie waarin ze deze een gemotiveerde verwittiging geeft en zegt wat er van haar verwacht wordt of uiteenzet welke maatregelen ze nog steeds niet genomen heeft; 2° aan de betrokken overheid in diezelfde verwittiging een welbepaalde en redelijke termijn geven om te antwoorden op de gestelde vraag, haar houding te verantwoorden, haar standpunt te bevestigen of de voorgeschreven maatregelen te nemen; § 3 - De kosten, honoraria of salarissen inherent aan het vervullen van zijn opdracht zijn ten laste van de personen die in gebreke blijven bij het uitoefenen van hun functie of hun mandaat. Het innen van de opbrengsten gebeurt zoals bij de inkomstenbelasting door de ontvanger van de directe bijdragen op last van de regering". De heer Michel Van Roye (in het Frans).- Dit amendement is zuiver technisch van aard. Het heeft tot doel de procedure voor het sturen van een bijzonder commissaris te preciseren, met dien verstande dat deze procedure de uitzondering moet blijven. De regering zegt het parlement niet in welke zin over deze nieuwe tekst moet worden gestemd. - De stemming over het amendement en over artikel 15 wordt aangehouden.
B.V. (2000-2001) - Nr. 43
20
BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD - BEKNOPT VERSLAG
De Voorzitter .- De heer Michel Van Roye c.s. heeft een amendement (nr. 2) ingediend dat ertoe strekt een hoofdstuk Vbis in te voegen met als opschrift "Jaarverslag" dat een artikel 15bis (nieuw) bevat, luidende als volgt: "Artikel 15bis De regering bezorgt de Raad een jaarverslag over de uitoefening van het toezicht, uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het verslagjaar. Het verslag omvat een statistisch overzicht van de uitoefening van het toezicht op de politiezones en van de beslissingen die gedurende dat jaar zijn genomen. Dat verslag wordt elk jaar bezorgd aan de overheden van de politiezones." De heer François-Xavier de Donnea, Minister-President (in het Frans) .-Namens de Regering, vraag ik de verwerping van dit amendement. De heer Michel Van Roye (in het Frans).- De regering zegt het parlement niet in welke zin over dit amendement moet worden gestemd. - De stemming over het amendement wordt aangehouden. - De overige artikelen worden zonder opmerking aangenomen. - De vergadering wordt om 13.40 uur gesloten. BERICHTEN VAN VERHINDERING - VERLOFAANVRAGEN Verhinderd : de heer Jacques De Grave en mevrouw Geneviève Meunier, om gezondheidsredenen.
B.V. (2000-2001) - Nr. 43