Bestuursvoorstel Onderwerp: Beleid muskusrattenbeheer Nummer: Bestuursstukken\1465 DB: Ja BPP: Nee 14-10-2013 Workflow Opsteller: Marc Rothengatter, 0598-693282 Veiligheid en Voldoende Water
Agendapunt: 8
FAZ: Nee
VVSW: Ja 30-10-2013
Opdrachtgever: Jan van der Laan
AB: Ja 20-11-2013
Portefeuillehouder: Harrie Prins
Ondersteuning van de afdeling: Technisch; Jan Lammers, Paul Hendriks Juridisch Financieel; Jan Schiphuis Staf Communicatie; Marco Bos Externe betrokkenen:
Reden: N.v.t.
Samenvatting: Het waterschap heeft als taak om de waterstaatswerken te beschermen conform de Waterwet. Hieronder vallen o.a. de waterkeringen en watergangen. In deze beleidsnotitie is beschreven hoe het waterschap dit in relatie tot het muskusrattenbeheer willen uitvoeren. Duurzaamheidsparagraaf: Nee AB Voorstel: Het beschreven beleid voor kennisgeving aannemen. Bijlagen: Nee Ter inzage (bestuursnet): Nee Onderwerp(en): Besluit/opmerkingen bestuur: Paraaf secretaris-directeur:
1
Bestuursvoorstel Inleiding Het waterschap voert het muskusratten- en beverrattenbeheer uit conform de Waterwet. Deze taak is overgegaan van de provincie naar het waterschap. Vanaf 2002 wordt deze taak door het waterschap uitgevoerd in Drenthe en vanaf 1 oktober 2011 in Groningen. De muskusrattenpopulatie in Groningen is na de overdracht gedurende de eerste maanden in kaart gebracht. De conclusie is dat er zeer veel muskusratten in het Groninger gebied aanwezig zijn en deze schade aan kaden, watergangen en wegen veroorzaken. Dit levert risico’s op schades door zwakke kaden, beschadigde oevers en onveilige bermen. Een beheersbare situatie wordt bereikt als de populatie geen of nauwelijks schade veroorzaakt. Na de overdracht van het muskusrattenbeheer in 2011 is in eerste instantie aandacht geschonken aan de integratie en kennisopbouw van de nieuwe medewerkers. Vanaf 2012 zijn wij gestart met het creëren van een beheersbare situatie door de bewezen effectieve werkwijze in ons gehele gebied in te voeren. In deze notitie wordt hier verder op ingegaan.
Gewenste situatie muskusrattenbeheer De landelijk ingestelde norm voor een beheersbare situatie is vastgesteld op basis van het aantal vangsten per kilometer watergang in een bepaald gebied: deze norm is 0,35 muskusrat per kilometer watergang. Met het voldoen aan deze norm wordt een situatie gecreëerd waarbij de populatie geen of nauwelijks schade veroorzaakt. In de praktijk komt dit overeen met het vangen van 2 muskusratten per dag per medewerker. Om tot de gewenste beheersituatie te komen is onze vangstrategie erop gericht om het Drentse deel onder controle te houden. Het Groninger deel wordt vanuit het schone Drentse deel beheersbaar gemaakt. Dit kost een aantal jaren waarin van zuid naar noordoost wordt gewerkt. Belangrijk aandachtspunt is telkens om de schone gebieden onder controle te houden. Dit betekent dat het noordelijke gebied met haar vele kaden als laatste gebied onder controle is. Onze beheerwijze sluit aan bij de natuurlijke leefwijze van de muskusrat. Hun leefwijze ziet er als globaal als volgt uit: Periode Levenskenmerk Winter Winterrust, leefbeweging om te voeden. Voorjaar (feb – april) Trek vanuit de diepe wateren naar ondiepe wateren Zomer Voortplanting: gemiddeld 3 worpen met circa 6 jongen en draagtijd van 5 weken. Herfst (sep – nov) Trek vanuit de ondiepe wateren naar diepe wateren Onze vangstrategie kent drie pijlers: - werken van ‘schoon’ naar ‘vuil’; - vangactie tijdens de trekperiode (voornamelijk met fuiken en kooien). , In de tussenliggende periode worden van alle sloten afgespeurd en worden klemmen en vallen geplaatst; - gezamenlijke vangacties met waterschappen van het samenwerkingsverband Noord-Nederland.
2
Bestuursvoorstel De inzet met gezamenlijke vangacties is in onderstaande per jaar uitgedrukt.
Om onze beheerwerkzaamheden uit te voeren betreden wij diverse gebieden, zowel landbouw als natuur. Dit doen wij met grote zorg voor onze omgeving, werkend conform de landelijke gedragscode voor het muskus- en beverrattenbeheer.
3
Bestuursvoorstel In deze gedragscode zijn ook de toegestane vangmiddelen beschreven om het dierenleed te verminderen. Landelijk zijn en worden proeven gestart om de vangmethoden te verbeteren. Om vangsten te melden en een langdurige doodstrijd te voorkomen worden vangkooien geprobeerd die uitgerust zijn met zenders. Dit is echter nog niet werkbaar omdat zenders onvoldoende bereik hebben in diepe sloten en kost het waterschap ca. € 2 miljoen kosten aan materiaal- en telefoonkosten. Verder worden levend vangende kooien uitgeprobeerd. Deze optie is nauwelijks diervriendelijker gebleken en is zeer arbeidsintensief in ons gebied vanwege de grote populatie.
Huidige situatie muskusrattenbeheer Hunze en Aa’s Uit de vangstgegevens blijkt dat de provincie Groningen landelijk gezien een grote populatie muskusratten heeft. In Drenthe voldoen wij aan de norm voor een beheersbare situatie, terwijl in het Groninger deel van ons waterschap de norm wordt overschreden. In 2012 is meer aandacht geschonken aan de Groninger gebieden grenzend aan Drenthe (Musselkanaal tot Wildervank), conform onze vangstrategie. Dit heeft in 2012 tot meer vangsten geleid in deze gebieden. Het aantal vangsten in 2013 geeft aan dat de populatie in deze gebieden beheersbaar is geworden als gevolg van de gevoerde vangstrategie. Een aantal Groninger gebieden zijn nog niet onder controle. Onze aanpak om onze medewerkers op te leiden aan de hand van onze vangstrategie en ook buiten de trekperiode de watergangen af te speuren lijkt hier haar vruchten af te werpen. Ook in deze gebieden verbetert de situatie aanzienlijk.
Landelijke veldproef In 2012 zijn de waterschappen in Nederland gestart met een veldproef. De proef start in januari 2013 en duurt minimaal 3 jaar. Doel van de veldproef is het op praktisch vlak verzamelen van kennis over de populatieontwikkeling van muskusratten bij verschillende wijzen van bestrijden. De uitvoering wordt begeleid door de Unie van Waterschappen, in samenspraak met vertegenwoordigers van de
4
Bestuursvoorstel Dierenbescherming, STOWA, LTO Nederland, de gezamenlijke natuurbeschermingsorganisaties en de waterschappen. De wetenschappelijk opgezette veldproef wordt begeleid door ecologisch adviesbureau Altenburg en Wymenga in samenwerking met de universiteit van Wageningen. Aanleiding voor deze veldproef is de maatschappelijke wens vanuit zowel de waterschappen als de dierenwelzijnsorganisaties om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van populaties muskusratten onder verschillende scenario’s van beheer zonder negatieve effecten op de waterveiligheid. Dit inzicht is nodig om te kunnen beoordelen of een andere wijze van muskusrattenbeheer een geaccepteerd resultaat kan opleveren. De landelijke veldproef is gestart met het vastleggen van de nul-situatie in de diverse proefgebieden. Deze veldproef moet de komende jaren duidelijkheid verschaffen over de meest gewenste methoden, methoden om bijvangsten te beperken en het dierenleed verder terug te brengen. Als er schade optreedt aan de waterkeringen waarbij de veiligheid in het geding is, dan worden direct maatregelen genomen. De veiligheid voor bewoners staat altijd voorop. De veldproef start in januari 2013 en duurt minimaal drie jaar. Uit ervaring is gebleken dat deze drie jaren ook nodig zijn om verantwoorde conclusies te kunnen trekken uit de resultaten. Voor nieuwe, aangepaste vangmiddelen werken we landelijk samen om te leren van elkaar en ervaringen hierin te delen. Hiermee moet gedacht worden aan fuiken waarin klemmen geplaatst worden en kappen boven klemmen om bijvangsten te voorkomen. Totdat deze uitkomsten beschikbaar zijn, gaan wij verder op de ingeslagen weg om ons gebied gebiedsdekkend beheersbaar te krijgen.
Beverratten- en beverbeheer Naast het muskusrattenbeheer voeren wij ook het beheer over de beverrattenpopulatie. Doel van het beverrattenbeheer is te voorkomen dat de beverrat vanuit Duitsland zich in ons land verspreidt. Hiervoor is een landelijk samenwerkingsverband gevormd die de financiële middelen beschikbaar stellen aan de grenswaterschappen van Nederland. Alle waterschappen dragen financieel bij aan deze taak. In overleg met Duitse partnerorganisaties helpen wij sporadisch de beverratten te vangen langs de grens in Duitsland: Hiermee voorkomen wij graafschade in ons gebied. Het afgelopen jaar hebben wij ca. 35 beverratten gevangen in ons beheergebied, vooral langs de grens bij Ter Apel en Bourtange. De afgelopen jaren zijn door landschapsbeheerders bevers uitgezet in Limburg, het rivierengebied en langs de Hunze. De beschermde bever verspreidt zich op dit moment vanuit de Hunze naar andere delen van ons gebied. De eerste schadegevallen zijn ook zichtbaar. In sloten werpen bevers dammen op die ongewenste peilverhogingen veroorzaken, in kaden is ongewenst graafwerk zichtbaar in zowel de vooroever als de kade zelf. Om hier op een goede manier mee om te gaan hebben wij overleg gestart met het Drents Landschap. Daarnaast zijn we in overleg met de andere waterschappen en de Unie van Waterschappen om een verbeterd Beverprotocol te maken. Hierin is opgenomen hoe wij met deze beschermde diersoort om moeten gaan.
5
Bestuursvoorstel Voorstel Het beschreven beleid voor kennisgeving aannemen.
namens het dagelijks bestuur,
Harm Küpers secretaris-directeur
Alfred van Hall dijkgraaf
6