Bestuursvoorstel Onderwerp: Voorjaarsrapportage 2013 Nummer: Bestuursstukken\1397 DB: Ja BPP: Ja 3-6-2013 19-6-2013 Workflow Opsteller: Eenje van Wijngaarden, 0598693899 Financiële en Algemene Zaken
Agendapunt: 4
FAZ: Ja 19-6-2013
VVSW: Ja 19-6-2013
Opdrachtgever: Henk Wolven
AB: Ja 3-7-2013
Portefeuillehouder: Jakob Bartelds
Ondersteuning van de afdeling: Technisch Juridisch ⌧ Financieel; Jan Schiphuis, Martin Bolt ⌧ Staf; Jans Bolding Communicatie Externe betrokkenen:
Reden: N.v.t.
Samenvatting: De voorjaarsrapportage (VJR) 2013 geeft een eerste tussenstand in de voortgang (alleen afwijkingen) van het programmaplan 2013 en geeft de financiële stand van zaken weer. Duurzaamheidsparagraaf: Nee AB Voorstel: - kennis nemen van de voorjaarsrapportage 2013; - de 1e begrotingswijziging 2013 vaststellen. Bijlagen: Ja − Bijlage I: Voortgang programmaplan 2013; − Bijlage II: Overzicht voor- en nadelen 2013; − Bijlage III: Toelichting op overzicht voor- en nadelen 2013; − Bijlage IV: 1e begrotingswijziging 2013. Ter inzage (bestuursnet): Nee Onderwerp(en): − Besluit/opmerkingen bestuur:
1
Bestuursvoorstel Paraaf secretaris-directeur:
2
Bestuursvoorstel Hierbij bieden wij de voorjaarsrapportage 2013 (VJR 2013) aan. De inhoudsopgave van deze voorjaarsrapportage ziet er als volgt uit: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Voortgang bestuursprogramma 2009 – 2012 Bedrijfsvoering Verloop financieel beheer, fiscale aangelegenheden, investeringsprogramma en treasury Voorstel Bijlagen: I: Voortgang jaarplan 2013 II: Overzicht voor- en nadelen voorjaarsrapportage 2013 III: Toelichting op overzicht voor- en nadelen voorjaarsrapportage 2013 e IV: 1 begrotingswijziging 2013
1. Inleiding Over drie financiële dossiers (wet HOF, schatkistbankieren en het BTW compensatiefonds) heeft het kabinet aan het begin van het jaar overeenstemming bereikt met de koepelorganisaties van Provincies (IPO), Gemeenten (VNG) en Waterschappen (UvW). Via het bestuursnet bent u hierover geïnformeerd. Over de wet HOF zijn nadere ontwikkelingen te melden. Deze wet regelt onder andere het aandeel van de waterschappen in het terugdringen van het EMUbegrotingstekort van de overheid. Dat tekort moet op de middellange termijn toegroeien naar 0%. Het toegroeien naar 0% begrotingstekort betekent voor de waterschappen dat vooral (veel) minder geïnvesteerd kan worden. Daardoor komen onze (Europese) ambities in gevaar en onze investeringen in veiligheidsmaatregelen. In het gesloten akkoord blijft het toegestane EMU-saldo tekort voor de decentrale overheden gezamenlijk tot en met 2015 0,5% van het BBP. Daarna daalt het aandeel naar 0,2% in 2017. Maar daar wordt in 2015 nog een keer naar gekeken. Hoe de onderlinge verdeling van de 0,5% over de drie overheidslagen moet worden verdeeld wordt later dit jaar vastgesteld. Voor de waterschappen bedroeg het percentage 0,05%. Afgesproken is in deze kabinetsperiode de in het voorstel opgenomen mogelijkheid sancties op te leggen bij een overschrijding van de normen achterwege te laten. Intussen is het wetsvoorstel door de Tweede kamer aangenomen. Er is nog een aantal wijzigingen opgenomen. Zo zal meer rekening worden gehouden met de investeringsopgaven van decentrale overheden (vooral van waterschappen) en wordt het beladen wetsartikel over het opleggen van “sancties” vervangen door een correctiemechanisme. Overigens blijft een sanctie als ultimum remedium wel bestaan. De wet HOF en het daarvan afgeleide sturen op het EMU-saldo heeft ons geprikkeld te kijken hoe wij met onze investeringen om moeten gaan. Met name de administratieve verwerking hiervan: activeren of niet. Hierbij speelt ook de rentecomponent een rol. Activeren betekent geld lenen en dat kost rente. Nu is de rente nog steeds historisch laag maar dat kan veranderen. Momenteel onderzoeken we mogelijkheden binnen de huidige regelgeving om die rentecomponent te beperken en zo tevens onze EMU uitgangspositie te verbeteren.
3
Bestuursvoorstel De begroting 2013 is vastgesteld met een negatief saldo op de baten en lasten van € 453.913,-. Dat negatieve saldo wordt aangezuiverd tot nul door een onttrekking aan onze algemene reserves. In deze VJR 2013 wordt een groot aantal voor- en nadelen ten opzichte van de begroting gemeld met per saldo een nadelig effect van € 328.563,-. Deze voor- en nadelen worden uitvoering toegelicht in de bijlagen II en III. Een belangrijke oorzaak voor het negatieve effect is de verwachte toename van het aantal verzoeken (en toewijzingen) om kwijtschelding en een stijging van het oninbaar verklaren van belastingdebiteuren. Hiermee is totaal naar verwachting € 395.000,- extra gemoeid. De gevolgen van de crisis zijn merkbaar. Het saldo van de begroting komt door de genoemde voor- en nadelen uit op € 782.476,- negatief. Dit betekent dat de onttrekking aan onze algemene reserves € 328.563,- hoger uit zal vallen. We zijn ons er van bewust dat deze tussenstand eerder een actualisatie van de begrotingssituatie is dan dat een werkelijk verloop in het jaar wordt weergegeven. Bij de najaarsrapportage zullen wij u uitgebreider informeren over de financiële voortgang van 2013.
2. Voortgang bestuursprogramma 2009 – 2012 De gebruikelijke rapportage over de voortgang van het bestuursprogramma ontbreekt in deze VJR. Via een afzonderlijke rapportage is aandacht besteed aan de evaluatie van het bestuursprogramma (bijlage 3 bij de jaarrekening 2012) voor de jaren 2009 - 2012. In de evaluatie is ook aandacht besteed aan de situatie anno nu en wordt een korte vooruitblik gegeven.
3. Bedrijfsvoering Verbeteren van de bedrijfsvoering is een continu proces. De hoofditems voor 2013 zijn: 1. Wij zorgen er voor dat al onze basisgegevens en dossiers beschikbaar zijn: ze vormen voor onze bedrijfsprocessen (en voor de burger: E-overheid!) geen belemmering. Met onze burgers/ingelanden communiceren wij zo veel mogelijk digitaal, openbare informatie is dan ook digitaal beschikbaar. Onze website en de sociale media zijn hiervoor de aangewezen middelen. Foutloze, complete, actuele en toegankelijke informatie is van groot belang voor zowel onze eigen organisatie als ook voor onze burgers/ingelanden. Daarom is onze inspanning er ook in 2013 op gericht om informatie uit basisregistraties en Geo-informatie breed in onze organisatie beschikbaar te hebben ter ondersteuning van de werkprocessen. Bijvoorbeeld voor het kostentoedelingsonderzoek (inclusief de tariefdifferentiaties voor wegen en natuur), het maken van peilbesluiten en KRW- en Masterplan Kaden projecten. Eind 2012 is onze vernieuwde internetwebsite gelanceerd. Hierin zijn twee thema’s leidend: klantgerichtheid en klantvriendelijkheid. Met deze site blijven wij in contact met onze inwoners. Met het beginscherm bedienen wij 95% van onze bezoekers. En als dat in enkele gevallen niet direct lukt, dan hebben we een slimme goed werkende zoekfunctie. De inhoud van onze website is voortdurend actueel. Voorzien wordt dat al onze bekendmakingen in 2014 volledig digitaal zullen worden gedaan via onze website.
4
Bestuursvoorstel 2. Wij verhogen de effectiviteit van onze organisatie door ons blijvend af te vragen of activiteiten direct bijdragen aan het realiseren van onze doelen en door het stringenter opvolgen van onze afspraken. Het kritisch beschouwen van nut en noodzaak van activiteiten en investeringen, discussies over het doen van de goede dingen levert een grotere bijdrage aan de verbetering van de prijsprestatieverhouding dan sturing op efficiency alleen. Doelmatigheidsverbetering is daarmee een onderdeel van onze bedrijfscultuur geworden. Een te instrumentele benadering veroorzaakt verstarring en verkokering en daarmee een averechts effect. Door ons blijvend af te vragen, of activiteiten direct bijdragen aan het realiseren van onze doelen en door ons nadrukkelijk af te vragen of de weg waarlangs dit te bereiken de meest optimale is, werken wij blijvend aan het vergroten van de effectiviteit en efficiency van onze organisatie. Lopende initiatieven die hieraan bijdragen zijn ondermeer: De oriëntatie op samenwerking noordelijk laboratoria. Samenwerking in de waterketen. Permanente samenwerking diverse bedrijfsvoering activiteiten met buurwaterschap Noorderzijlvest. Doorlopende samenwerking op het gebied van belastingheffing en –inning in Hefpunt. Een nieuwe strategische personeelsplanning voor de periode 2013-2016 is afgerond. Deze personeelsplanning is, evenals haar voorganger, gericht op een minimale formatieve inzet voor deze periode. Dit heeft geresulteerd in het vrijspelen van bestaande formatie voor innovatie binnen onze werkprocessen, uiteindelijk gericht op kostenoptimalisatie. Door innovatie binnen onze werkprocessen en ook door innovatie op de randen van ons werkveld, zoals bijvoorbeeld de uitbouw of ontwikkeling van onze producten, zullen wij onze toekomstige lasten beheersen en het draagvlak voor het waterschap vergroten. Bij innovatie zullen wij met name buiten ons traditionele werkveld op zoek gaan naar kansen en oplossingen voor problemen. Wij dringen ook in 2013 de bureaucratie verder terug en verplaatsen ons in onze omgeving. Voorbeelden van een atypische benadering door Hunze en Aa’s: - Individueel Keuze Budget (IKB, arbeidsvoorwaarden) niet bureaucratisch en eenvoudig opgepakt en verwerkt. - Personeelsplanning 5% ruimte binnen bestaande formatie vrijmaken voor innovatieve projecten (levert meer op dan de loonkosten). Zie ook de toelichting hierboven. - Bij afbouw en onderzoek naar vormgeven van nieuwe ICT-toepassingen door het Waterschapshuis (HWH 2.0) wordt continue de kosten versus opbrengsten verhouding gewogen. Daarnaast zijn we bezig het begrip “ondernemende overheid” verder vorm te geven. Onderzocht wordt of het beprijzen van waterdiensten een optie is om extra inkomsten te genereren. We bieden onze diensten aan om zuiveringen van de industrie te beheren en nemen proeven om biogas op te waarderen naar groengas. Ook proberen we onafhankelijker te worden van het Waterschapshuis door meer gebruik te maken van standaardproducten (Oracle database en ArcGis applicaties). Deregulering en het stellen van algemene beleidsregels helpt onze omgeving zich te richten op die zaken die voor het waterbeheer van belang zijn. Tevens wordt hierdoor de in het verleden benodigde inzet voor de behandeling en toezicht verminderd. Als voorbeeld in de afgelopen periode kan worden
5
Bestuursvoorstel genoemd de vaststelling van algemene regels “kruisen van oppervlaktewaterlichamen zonder waterkering met kabels en leidingen”.
4. Verloop financieel beheer, investeringsprogramma en treasury Financieel beheer Inleiding Het saldo van de voor- en nadelen in deze VJR bedraagt € 328.563,- (negatief). Voor een toelichting op de onderdelen die samen dit resultaat vormen verwijzen wij u naar de bijlagen II en III. De structurele doorwerking zal in de meerjarenraming 2014 – 2017 worden verwerkt. Financiële afwijkingen Per taak en per programma ontstaat het volgende beeld: Saldo VJR 2013:
Toe te rekenen aan:
Per programma
Watersysteembeheer
Veiligheid
Zuiveringsbeheer
- € 136.896,-
- € 136.896,-
Watersysteem
€ 220.284,-
€ 198.867,-
€ 21.417,-
Organisatie
€ 168.049,-
€ 97.031,-
€ 71.018,-
- € 580.000,-
- € 281.600,-
- € 298.400,-
- € 328.563
- € 122.598,-
- € 205.965,-
Belastingopbrengst Totaal
Overige ontwikkelingen e
Hefpunt kwartaalrapportage 1 kwartaal 2013 Op basis van de vastgelegde afspraken in de SLA (Service Level Agreement), is van Hefpunt de e kwartaalrapportage over het 1 kwartaal 2013 ontvangen. De rapportage over de exploitatiebegroting van Hefpunt geeft geen aanleiding tot het geven van een nadere toelichting of het maken van opmerkingen. Ten aanzien van de belastingopbrengsten blijkt dat de opbrengst watersysteemheffing gebouwd naar verwachting zal afwijken van de begroting. In bijlage II en II wordt deze afwijking toegelicht. Vanaf dit jaar wordt tariefdifferentiatie voor wegen toegepast. Om over te gaan tot het opleggen van belastingaanslagen zal op kadastraal niveau beoordeeld moeten worden of een perceel voldoet aan de definitie van openbare verharde weg. Door onnauwkeurigheden in de nu nog te gebruiken bronbestanden blijkt het een hele opgave alle percelen aan te wijzen. Onduidelijk is nog of het aantal begrootte hectares weg (10.000) daadwerkelijk opgelegd kan worden. Vooralsnog gaan wij hier wel van uit. In de AB vergadering van mei 2013 heeft u een krediet beschikbaar gesteld van € 450.000,voor de realisatie van de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Een van de toepassingen van de BGT is het genereren van een wegenbestand. Hierdoor behoren de hiervoor genoemde problemen straks grotendeels tot het verleden.
6
Bestuursvoorstel Kapitaallasten / bespaarde rente De kapitaallasten zijn bij de begroting berekend op een te realiseren investeringsvolume van € 15 miljoen. De berekening bij deze voorjaarsrapportage laat een lagere rentelast zien van € 72.418,-, vooral doordat financieren met kort geld nog steeds goedkoop is. De raming van de afschrijvingen behoeft geen bijstelling. Daarnaast kan de raming voor de bespaarde rente met € 50.053,- worden verhoogd door een hogere stand van onze reserves per 1 januari 2013 (effect doorwerking jaarrekening 2012). Onvoorziene uitgaven Het beschikbare budget voor “onvoorzien” is € 198.000,-. Hiervan is tot nu toe voor € 25.000,- gebruik gemaakt. Met de gemeente Oldambt is afgesproken dat het waterschap voor € 25.000,- gaat bijdragen in het schoonhouden van het Oldambtmeer (opruimen waterplanten). Zie voor een uitgebreidere toelichting bijlage III. Kosten automatisering Vanaf eind vorig jaar wordt gewerkt aan ons eigen IRIS systeem: het HEI-project. IRIS en HEI zijn systemen waarmee we geo informatie vastleggen. Het IRIS-systeem werd verzorgd door Het Waterschapshuis. Uit onvrede met de mogelijkheden van IRIS, zeker ook in relatie tot de kosten, nemen wij het IRIS-systeem niet meer af. Ook de wens tot een grotere onafhankelijkheid ten opzichte van HWH te komen speelt hierin een rol. Vanaf 2013 betalen we niet meer voor IRIS. Hierdoor sparen we structureel € 140.000,- uit. De komende jaren zetten we dit geld in om het HEI-project op te kunnen zetten en uit te bouwen. Na “IRIS” worden de overige applicaties gekoppeld. Vanaf 2017 valt dit bedrag vrij. Reservepositie Aangevuld met de informatie uit deze VJR ziet onze (algemene) reservepositie er als volgt uit: Stand 01.01.2013 3.504.000,-
Onttrekking 2013 2.304.000,-
Saldo VJR 2013 - 122.500,-
Stand 31.12.2013 5.685.500,-
MinimumNiveau 2.546.000
Zuiveringsbeheer
5.415.000,-
- 2.758.000,-
- 206.000,-
2.451.000,-
1.216.000
Totalen
8.919.000,-
- 454.000,-
- 328.500,-
8.136.500,-
3.762.000,-
Watersysteembeheer
In deze opzet gaan we er vanuit dat het saldo van de VJR ook het rekeningresultaat 2013 zal worden. Zoals in de inleiding gesteld is deze VJR eerder een bijstelling van de begrotingscijfers dan een prognose van een rekeningresultaat en is dit resultaat eerder theoretisch. In de MJR 2014 – 2017 gaan wij verder in op het reservebeleid de komende jaren.
Fiscale aangelegenheden Definitie natuur Voor het afronden van de definitiekwestie rondom het begrip “natuur” volgens de Waterschapswet worden momenteel proefprocedures gevolgd. De stand van zaken is dat intussen in twee van de zes proefprocedures een uitspraak is gedaan. In beide gevallen zijn de waterschappen in het gelijk gesteld. Er is hoger beroep ingesteld.
7
Bestuursvoorstel Het betrof percelen met “kruiden- en faunarijk graslanden” en “kruiden- en faunarijke akkers”. Door Natuurmonumenten is niet aannemelijk gemaakt dat percelen slechts maximaal 10% voor andere doeleinden (lees agrarisch) kan worden gebruikt. Ook de inrichting van de terreinen is niet geheel of nagenoeg geheel en duurzaam afgestemd op het behoud of de ontwikkeling van natuur. Bij voorbeeld omdat het perceel nog “in ontwikkeling is”, of dat de percelen direct weer in agrarische productie kunnen worden genomen. In de overige vier procedures wordt in de loop van 2013 uitspraak gedaan. De gevolgen voor de praktijk moeten we nog afwachten. De uitspraken zijn echter ook een momentopname. Uiteindelijk zal een groot aantal percelen door de genomen maatregelen alsnog “natuur” worden. Kwijtschelding Door de aanhoudende crisis neemt het aantal verzoeken om kwijtschelding toe. Het beschikbare bedrag voor kwijtschelding zal net als in 2012 worden overschreden. De vanaf 2012 ingevoerde verruiming van kwijtschelding voor ondernemers (konden voorheen geen kwijtschelding aanvragen) speelt hierin een zeer bescheiden rol. Ook het oninbaar verklaren van belastingschulden neemt toe, onder andere door faillissementen. Een verwachte doeluitkering van € 50.000,- per jaar voor kwijtschelding tot slot gaan wij toch niet ontvangen. In plaats van een algemene doeluitkering heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu besloten deze uitkering alleen beschikbaar te stellen voor waterschappen die de kosten voor kinderopvang betrekken bij het beoordelen van een verzoek tot kwijtschelding. Kostentoedeling De concept kostentoedelingsverordening 2013 zal vanaf 19 augustus gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Voorafgaand aan de commissievergadering van 19 juni bent u geïnformeerd over de uitkomsten van de kostentoedeling.
Investeringsprogramma Bij de begroting 2013 is een investeringsvolume geraamd van € 15 miljoen. De verwachting is dat dit investeringsvolume gerealiseerd gaat worden. Uitvoering investeringsprogramma Ten aanzien van het uitvoering van het investeringsprogramma wordt alleen gerapporteerd over afwijkingen waarvan u op de hoogte gebracht moet worden. Dit kunnen te verwachten afwijkingen van de door u beschikbaar gestelde kredieten zijn, verschuivingen tussen kredieten of onvoorziene gebeurtenissen. Zo mogelijk kan een rapportage vergezeld gaan van een te nemen besluit door het algemeen bestuur. Vervangingen laboratorium Dit jaar was het laboratorium van plan te investeren in een LC-MS. Hiermee kunnen bestrijdingsmiddelen worden bepaald die nu niet in eigen beheer kunnen worden gemeten. Hiervoor was in de begroting € 150.000,- gereserveerd. Dit bedrag heeft u als C-investering 616 (vervanging LC-MS) als krediet beschikbaar gesteld. Momenteel loopt een onderzoek naar de mogelijke samenwerking van ons lab met het WLN (Waterlaboratorium Noord, het lab ten behoeve van de waterleidingbedrijven van Groningen en
8
Bestuursvoorstel Drenthe). Over de voortgang van deze samenwerking is elders in deze VJR 2013 gerapporteerd. Als het tot een samenwerking komt is het investeren in een LC-MS niet zinvol. Het WLN kan de bestrijdingsmiddelen namelijk wel meten. Om deze reden wordt nu niet geïnvesteerd in de aanschaf van een LC-MS. Het beschikbare krediet zal voor dit doel niet worden aangesproken. Dit jaar speelde wel een acuut probleem met onze zogenaamde “GC-olie”. Hiermee kunnen analyses van olie worden gemaakt. De vervanging van dit apparaat was voorzien in 2014. Hiervoor was in onze meerjarenraming rekening gehouden met een investering van € 50.000,-. Het apparaat moest echter versneld worden vervangen. De kosten bedragen naar verwachting € 50.750,-. Wij stellen u voor het beschikbare krediet voor de vervanging van de LC-MS voor € 50.000,- aan te wenden voor de vervanging van de GC-olie. De resterende € 100.000,- kan, in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek naar samenwerking met WLN, worden doorgeschoven naar 2014. Project 050 Gemaal Rozema Voor het oplossen van schades in de nazorgfase is een krediet beschikbaar gesteld van € 240.000,-. Op dit moment is het krediet met € 177.000,- overschreden. Een deel van deze kosten kan geclaimd worden bij de bodemdalingscommissie. In overleg met het secretariaat van de bodemdalingscommissie wordt deze claim momenteel voorbereid. Project 211 Aanpassing leidingtekeningen In de jaren 2008 tot en met 2010 is er jaarlijks € 70.000,- en in 2012 € 40.000,- beschikbaar gesteld. In september 2010 is er een aanvullend krediet van € 240.000,- beschikbaar gesteld. Inmiddels is een quickscan leidingen voor toetsing aan de WION (Wet Informatie uitwisseling Ondergrondse Netwerken) uitgevoerd. Uit het krediet zijn tot nu toe de interne voorbereidingskosten, het inventariseren van bestaande tekeningen, het aanmelden van onze belangen, de inventarisatie van de leidingen, en de kosten van de quickscan betaald. Het project is gedeeltelijk gereed. In 2011 zijn de resterende 100 km gelokaliseerd, ingemeten en aangemeld. Er is een noodzakelijke vervolgopdracht voor het digitaliseren van nog resterende gedateerde routekaarten verstrekt. De kosten zullen uiteindelijk niet binnen het oorspronkelijke krediet blijven. Het dagelijks bestuur heeft in de vergadering van 12 november 2012 besloten, dat het is toegestaan het totaal krediet met € 24.000,- te overschrijden hetgeen valt binnen de 5% kredietoverschrijding. Het project wordt met in achtneming van deze overschrijding afgerond. Project 348 Realisatie (nood)waterberging Ulsderpolder Deze verwachte overschrijding is al een aantal keren gemeld aan het bestuur. In 2013 zullen nog kleine uitgaven worden gedaan in de vorm van nazorg aan de gerealiseerde werken. Het ontstane negatieve restantkrediet zal grotendeels worden opgeheven in de vorm van de eindbijdrage van de provincie Groningen. De verwachting is dat het totaal aan verplichtingen het krediet met ca. € 30.000,- zal overschrijden. Dit omdat de bijdrage van de provincie Groningen lager uitvalt dan verwacht. De overschrijding valt binnen de normen van het delegatiebesluit. Deze schrijft onder andere voor dat het DB bevoegd is te besluiten tot kredietoverschrijdingen van 5% van het kredietbedrag met een maximum van € 50.000,-.
Treasury. Jaarlijks wordt een liquiditeitsbegroting opgemaakt met als doel inzicht te verkrijgen of en wanneer eventuele geldleningen moeten worden aangetrokken. De liquiditeitsbegroting wordt in de loop van
9
Bestuursvoorstel het jaar regelmatig geactualiseerd. In de liquiditeitsbegroting wordt een inschatting gemaakt van de uitgaven en inkomsten per maand. Volgens de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) mag 23% van het begrotingstotaal met kort geld worden gefinancierd. Dit wordt de kasgeldlimiet genoemd. Voor 2013 is de kasgeldlimiet € 19 miljoen. De kasstroom van de belastingopbrengst veroorzaakt echter een piek in onze e financieringsbehoefte in het 1 halfjaar. Daarom is, ook in overleg met onze accountant, toch gekozen voor een tijdelijke hogere financiering met kort geld en dus een tijdelijke overschrijding van de kasgeldlimiet. De Wet Fido biedt deze mogelijkheid conform Artikel 4, lid 2 “indien een openbaar lichaam voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, stelt het daarvan de toezichthouder op de hoogte, en legt het de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring voor aan de toezichthouder.” Per 18 januari 2013 is een langlopende geldlening van € 20 miljoen opgenomen met een looptijd van 20 jaar tegen 2,68% rente. Dit jaar worden voorbereidingen getroffen voor het schatkistbankieren. Het schatkistbankieren houdt in dat het waterschap overtollige middelen niet meer zelf mag beleggen. Deze middelen moeten bij het Rijk worden geparkeerd. Schatkistbankieren is vooral van betekenis voor gemeenten en provincies met veel overtollige middelen.
Voorstel -
kennis te nemen van de voorjaarsrapportage 2013; de 1e begrotingswijziging 2013 vast te stellen.
namens het dagelijks bestuur,
Harm Küpers secretaris-directeur
Alfred van Hall dijkgraaf
10