BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1431/Autogrill - Host Marriott Services
I. MELDING 1. Op 3 augustus 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Autogrill S.p.A. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Host Marriott Services Corporation. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 149 van 6 augustus 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN 2. Autogrill S.p.A. (hierna: Autogrill) is een naamloze vennootschap naar Italiaans recht. Zij heeft als belangrijkste aandeelhouder Edizione holding S.p.A. Autogrill is de moederonderneming van Autogrill Acquisition Co. 3. Autogrill is actief op het gebied van de exploitatie van (weg)restaurants in Itali Spanje, Frankrijk, Griekenland, Oostenrijk, Duitsland en de Benelux. In Nederland exploiteert Autogrill via haar dochteronderneming AC Holding N.V. 22 AC-wegrestaurants, waarvan zeven met hotel. 4. Host Marriott Services Corporation (hierna: HMS) is een naamloze vennootschap naar het recht van de staat Delaware, Verenigde Staten. En van de dochters van HMS is Host of Holland B.V., die enig aandeelhouder is van de Horeca Exploitatie Maatschappij Schiphol B.V. De aandelen van HMS zijn genoteerd aan de New York Stock Exchange. 5. HMS is wereldwijd actief op vliegvelden met de exploitatie van restaurants, snackbars, winkels (voor kranten, tijdschriften, souvenirs, boeken e.d.) en belastingvrije winkels (voor alcoholische drank, parfums, leder, cosmetica e.d.). Dezelfde activiteiten worden gexploiteerd in winkelcentra, op tolwegen en op bijzondere locaties, zoals pretparken.
III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemelde operatie betreft een openbaar bod van Autogrill Acquisition Co. op alle uitstaande aandelen van HMS. Dit blijkt uit het door partijen overgelegde biedingsbericht d.d. 30 juli 1999.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat Autogrill uitsluitende zeggenschap verwerft over HMS. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn Edizione Holding S.p.A. en HMS. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 10. Volgens partijen worden de volgende markten door de concentratie benvloed: l l l
de hotelmarkt; de markt voor vergaderzalen; de markt voor restaurants/snackbars.
Alleen op deze markten is er overlap tussen de activiteiten van partijen. Hotelmarkt 11. In zaak nr. 161/Accor - Postiljon is de hotelmarkt afgebakend als de relevante productmarkt[1], waarbij in het midden is gelaten of de relevante productmarkt is beperkt tot hotels die behoren tot n en dezelfde stercategorie [2], dan wel tot hotels die onderling steeds een 'ster' verschillen. [1] Zaaknr. 161/Accor - Postiljon, besluit van 24 juni 1998, punt 13. [2] Het binnen de Nederlandse hotelbranche gebruikelijke Benelux-Hotelclassificatie-systeem van het Bedrijfschap Horeca & Catering deelt hotelkamers in vijf categorien in op grond van kwaliteit en voorzieningenniveau (1 t/m 5 sterren).
Markt voor vergaderzalen 12. Volgens partijen kan met betrekking tot de marktafbakening voor het huisvesten van externe bijeenkomsten de definitie van het Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme (hierna: NRIT) in het rapport "Kennis van Zalen II, 1991-1996" (hierna: het NRIT-rapport) gevolgd worden: "bijeenkomsten gericht op kennisoverdracht, die plaatsvinden in commercieel
gexploiteerde ruimten, die hiervoor speciaal zijn of kunnen worden ingericht en die door gebruikers daarvan worden gereserveerd".[3] [3] Vgl. Zaaknr. 1283/Krasnapolsky/Leeuwenhorst - Koningshof, besluit van 13 april 1999, punt 11.
13. In het kader van dit besluit kan de definitie van het NRIT-rapport voor externe bijeenkomsten als uitgangspunt voor de marktafbakening worden gevolgd. Markt voor restaurants/snackbars 14. De markt voor restaurants/snackbars heeft betrekking op het aanbieden van etenswaren en dranken aan reizigers in wegrestaurants, in aan de snelweg gelegen hotels, door middel van verkoop van levensmiddelen in benzinestations of in "take-aways", in de trein, op stations en op luchthavens. 15. In het onderhavige geval kan het in het midden blijven of er n markt is voor restaurants/snackbars of dat deze markt nader moet worden afgebakend, bijvoorbeeld onderverdeeld naar wegrestaurants, snackbars, verkoop van levensmiddelen in benzinestations, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 27). Relevante geografische markten Hotelmarkt 16. In zaak 161/Accor Postiljon is opgemerkt dat de reiziger primair een keuze voor een hotel maakt afhankelijk van zijn reisdoel. Aldus bezien speelt de onderlinge concurrentie tussen hotels zich in elk geval op een klein geografisch gebied, te weten lokaal, af. Hotelketens beschikken over hotels in meerdere plaatsen en ondervinden daarvan voordelen. Bezien vanuit de aanbodzijde zijn er dus ook concurrentievoordelen te behalen door landelijke (en zelfs internationale) ketenvorming. 17. In onderhavige kan het in het midden worden gelaten of de hotelmarkt een lokale, regionale of een nationale markt is[4], omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 23). [4] Evenals in zaak nr. 161/Accor - Postiljon, reeds aangehaald, punt 20.
Markt voor vergaderzalen 18. Het NRIT-rapport gaat er van uit dat in Nederland 92% van het totaal aantal externe bijeenkomsten een nationaal karakter heeft, tegen 8% internationaal[5]. Volgens dit rapport is de aanwezigheid van veel soortgelijk aanbod in de regio de belangrijkste concurrentiefactor. Bijna 80% van de accommodatieverschaffers heeft afnemers in de regio en ongeveer 70% heeft klanten uit geheel Nederland. Voorts blijkt dat vragen naar ruimten voor externe bijeenkomsten een goede bereikbaarheid van de accommodatie verlangen. In dit verband blijkt dat de meeste accommodaties (bijna 50%) zich concentreren in de Randstad.[6] [5] Het begrip "internationale bijeenkomst" wordt gehanteerd indien een aantoonbaar deel van de participanten niet in Nederland woonachtig is. [6] Vgl. Zaaknr. 1283/Krasnapolsky/Leeuwenhorst - Koningshof, reeds aangehaald, punt 14.
19. In het onderhavige geval kan het in het midden blijven of de markt voor vergaderzalen een regionale of een nationale markt is, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 26). Markt voor restaurants/snackbars 20. Volgens partijen moet de markt voor restaurants/snackbars worden beschouwd als ten minste een lokale markt. 21. Voor de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de markt(en) voor restaurants/snackbars lokaal of nationaal is, omdat de materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 27). B. Gevolgen van de concentratie Hotelmarkt 22. HMS exploiteert in Nederland slechts n hotel, hotel Mercure West. Dit hotel bevindt zich in de terminal van de luchthaven Schiphol. Om van dit hotel gebruik te maken moet de hotelgast niet alleen beschikken over een paspoort of een visum, maar ook over een reisticket. Autogrill exploiteert in Nederland zeven hotels. Slechts n van deze hotels bevindt zich in de omgeving van luchthaven Schiphol, op de A9 in Amsterdam Zuid-Oost. 23. Als zou worden uitgegaan van een lokale of regionale hotelmarkt, dan zijn er diverse andere concurrerende hotels aanwezig, in alle prijs- en kwaliteitsklassen. Als zou worden uitgegaan van een nationale hotelmarkt, dan zal het marktaandeel van partijen niet hoger dan 15% zijn. Markt voor vergaderzalen 24. De door HMS gexploiteerde vergaderruimte bevindt zich op Schiphol. Deze vergaderruimte wordt specifiek gebruikt door reizigers van en naar Schiphol. Deze vergaderruimte ondervindt in de directe omgeving belangrijke concurrentie van vergaderruimtes van hotel Sheraton, Facility Management Schiphol, hotel Hilton en hotel Mercure in Sloten. 25. Ook in AC-hotels kunnen bijeenkomsten worden georganiseerd. Volgens partijen geven passagiers die naar en van Schiphol vertrekken er echter de voorkeur aan om zo dicht mogelijk bij de plaats van vertrek of bestemming bijeen te komen, waardoor er volgens partijen niet of nauwelijks concurrentiedruk bestaat tussen de door HMS gexploiteerde vergaderruimte op Schiphol en AC-hotels. In de directe omgeving van Schiphol is slechts n AC-hotel met vergaderfaciliteiten aanwezig (zie punt 22). 26. Als zou worden uitgegaan van een regionale markt voor vergaderzalen, dan zal het gezamenlijke marktaandeel van partijen lager zijn dan 15%. Ook bij een nationale markt voor vergaderzalen zal het gezamenlijke marktaandeel van partijen lager zijn dan 15%. Markt voor restaurants/snackbars 27. Autogrill is op de Nederlandse markt voor restaurants/snackbars alleen
actief door middel van AC-wegrestaurants en heeft daar een marktaandeel van minder dan 10%. HMS is uitsluitend actief op de luchthaven Schiphol met restaurants en snackbars en staat daar in concurrentie met een groot aantal andere aanbieders. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de Nederlandse markt is lager dan 15%. Er is geen AC-restaurant op de luchthaven Schiphol. Conclusie 28. Gelet op het bovenstaande is er op geen van de onderscheiden markten reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI. CONCLUSIE 29. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 30. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 24-8-1999
w.g. A.W. Kist Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.