BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1324 / HAL - Mercurius Nummer: 1324/11
I. MELDING 1. Op 21 april 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat de op te richten HAL Investments IV B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet over B.V. Houdstermaatschappij Mutua Fides. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 81 van 28 april 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.
II. PARTIJEN 2. HAL Investments IV B.V. is een op te richten besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochter van HAL Investments B.V., die een dochter is van HAL Holding N.V., die op haar beurt weer een dochter is van HAL Trust (hierna: HAL). De aandelen van HAL worden verhandeld op de AEX Effectenbeurs. HAL is actief op het gebied van het investeren van risicodragend kapitaal in Nederland en daarbuiten. HAL heeft onder meer deelnemingen op het gebied van luchtvaart, optiek, productie van laminaatplaten, modules voor olie- en gaswinning, levering van scheepsbrandstof, scheepvaart, baggeren en het uitgeven van een financieel dagblad, te weten 'Het Financieele Dagblad'. 3. B.V. Houdstermaatschappij Mutua Fides (hierna: Mutua Fides) is de houdstermaatschappij van Mercurius Groep Wormerveer B.V. (hierna: Mercurius), die op haar beurt meerdere dochterondernemingen bezit, die tezamen de Mercurius Groep vormen. Mutua Fides is een dochteronderneming van C.A.W. Beheer B.V. (hierna: CAW Beheer) en 'RW Beheer BV' (hierna: RW Beheer) die elk een 50% deelneming bezitten in Mutua Fides. Beide beheersvennootschappen verrichten geen andere activiteiten. Mercurius is actief op het gebied van het uitgeven en drukken van onder andere materiaal voor de groene markt (met name steeketiketten, boomlabels en zaadzakjes), kalenders, posters, gelegenheidskaarten, vaktijdschriften, specifieke publikaties en financile communicatie (o.a. jaarverslagen), alsmede op het gebied van handel in relatiegeschenken.
III. DE GEMELDE OPERATIE
4. De gemelde operatie betreft, blijkens een bij de melding gevoegde concept "Overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen in de Mercurius Groep", de koop van 40% van de aandelen in Mutua Fides door HAL van CAW Beheer en RW Beheer.[1] [1] In [..] zal HAL de overige 60% van de aandelen in bezit krijgen. De onderhavige zaak betreft echter alleen de verkrijging van zeggenschap, op basis van het verwerven van 40% van de aandelen. [Het precieze tijdstip waarop HAL de overige 60% van de aandelen zal verkrijgen, is weggelaten om redenen van bedrijfsvertrouwelijke aard].
5. Op basis van het bij de melding overgelegde concept "Reglement van de raad van commissarissen van Mercurius Groep Wormerveer B.V." blijkt dat voor een aantal genoemde besluiten de goedkeuring van de Raad van Commissarissen en van HAL, op basis van vetorechten in de algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: AVA), is vereist. Het gaat daarbij onder andere om de volgende besluiten: l l
l
l
het jaarlijks goedkeuren van ondernemingsplannen; het jaarlijks goedkeuren van een gedetailleerd plan voor de ontwikkeling van [..][2]; al hetgeen in belangrijke mate afwijkt van danwel uitgaat boven het onderhouds- en investeringsplan; het benoemen van nieuwe statutaire directeuren van Mercurius.
[2] De activiteit is weggelaten i.v.m. redenen van bedrijfsvertrouwelijke aard.
6. De Raad van Commissarissen van Mercurius zal na de transactie bestaan uit de drie huidige commissarissen en twee door HAL voor te dragen commissarissen. De drie huidige commissarissen zijn benoemd op basis van coptatie na goedkeuring van CAW Beheer en RW Beheer. De directie van Mercurius wordt gevoerd door de heren C.A. Woudt en R. Woudt, respectievelijk eigenaar van CAW Beheer en RW Beheer.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. Een aantal in punt 5 genoemde besluiten zijn strategische beslissingen met betrekking tot het lange termijn beleid van Mutua Fides. De voorgenomen operatie heeft derhalve tot gevolg dat HAL zeggenschap zal verkrijgen over Mutua Fides, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De directeursfunctie geeft elk van de heren Woudt de mogelijkheid om strategische beslissingen van de directie, die de goedkeuring behoeven van de raad van Commissarissen respectievelijk de AVA, te blokkeren. In het onderhavige geval kan derhalve worden geconcludeerd dat de zeggenschap van HAL wordt gedeeld met CAW Beheer en RW Beheer. 8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn HAL, CAW Beheer, RW Beheer en Mutua Fides. 9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING 10. Geen van de ondernemingen die door HAL worden beheerd en gecontroleerd is actief op gebied van de activiteiten die door Mutua Fides worden verricht. Er is derhalve geen overlap tussen de activiteiten van HAL en Mutua Fides. 11. HAL bezit een deelneming van 37,15% in Het Financieele Dagblad Holding B.V. De drukpersen die Mercurius bezit, zijn niet geschikt om een krant als 'Het Financieele Dagblad' te drukken. De betrokken ondernemingen staan derhalve evenmin in een verticale relatie als leveranciers of afnemers van elkaars diensten. 12. Gelet op het bovenstaande is het niet aannemelijk dat door de voorgenomen concentratie een machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VI. NEVENRESTRICTIES 13. Partijen zijn in artikel 9 van de conceptkoopovereenkomst [..][3] voor een periode tot uiterlijk 1 mei 2003, een non-concurrentiebeding overeengekomen dat rust op de heren C.A. Woudt en R. Woudt, eigenaren van respectievelijk CAW Beheer en RW Beheer en beiden directeur van Mercurius. Dit nonconcurrentiebeding betreft een verbod voor de heren Woudt om: [3] Weggelaten i.v.m. redenen van bedrijfsvertrouwelijke aard.
a. als verschaffer van aandelenkapitaal of ander eigen vermogen, als vennoot, lid of anderszins enig belang te hebben in of als verschaffer van leningen of ander krediet, als leverancier van goederen of diensten, adviseur of anderszins betrokken te zijn bij een persoon of organisatie die activiteiten ontplooit die vergelijkbaar zijn of concurreren met de activiteiten van Mercurius; goederen, diensten of adviezen te verstrekken welke gelijk(soortig) zijn b. aan die van Mercurius aan personen of organisaties die in een periode van twee jaar voordien afnemer zijn geweest van Mercurius; c. personen in dienst te nemen of werkzaamheden te laten verrichten die in een periode van twee jaar voordien in dienst zijn geweest van Mercurius; d. de naam Mercurius of een door Mercurius gebruikte naam te gebruiken; e. als tussenpersoon of anderszins betrokken te zijn bij het verrichten van handelingen bedoeld als onder a t/m d. 14. Partijen zijn van mening dat het non-concurrentiebeding rechtstreeks verband houdt met en noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de transactie. Zij stellen zich tevens op het standpunt dat het in het geval van een gemeenschappelijke onderneming (hierna: GO) algemeen geaccepteerd is dat het geoorloofd is een concurrentiebeperking voor de aandeelhouders te koppelen aan de levensduur van de GO.
15. Het is aannemelijk dat een dergelijk non-concurrentiebeding in beginsel rechtstreeks verbonden is aan de concentratie en dat zij noodzakelijk is voor haar verwezenlijking. Het feit dat het de heren Woudt ook verboden zal zijn om op te treden als verschaffer van leningen of ander krediet en dat het hun verboden zal zijn om werknemers van Mercurius in dienst te nemen, indien deze daartoe zelf het initiatief nemen, gaat evenwel verder dan wat redelijkerwijs als noodzakelijk wordt beschouwd voor de verwezenlijking van de concentratie. Derhalve kan worden geconcludeerd dat het in punt 13 genoemde beding, voorzover het zich niet uitstrekt tot een verbod om op te treden als verschaffer van leningen of ander krediet en voorzover het verbod om personen in dienst te nemen of werkzaamheden te laten verrichten zich beperkt tot het actief werven om in dienst te treden respectievelijk werkzaamheden te verrichten, als noodzakelijk voor de verwezenlijking van de concentratie kan worden beschouwd.
VI. CONCLUSIE 16. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 17. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 18. Gelet op de overweging 15 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 13 omschreven clausules overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomsten, voor zover het beding zich niet uitstrekt tot een verbod om op te treden als verschaffer van leningen of ander krediet en voorzover het verbod om personen in dienst te nemen of werkzaamheden te laten verrichten zich beperkt tot het actief werven om in dienst te treden respectievelijk werkzaamheden te verrichten. Datum: 12-05-1999
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.