Openbare versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.
Nummer
3337/ 35
Betreft zaak:
3337/ Wessanen - Natudis
MELDING 1.
Op 22 januari 2003 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Tree of Life Europe B.V., een onderdeel van Koninklijke Wessanen N.V., voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Natudis Holding B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 19 van 28 januari 2003. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II.
PARTIJEN
2.
Koninklijke Wessanen N.V. (hierna: Wessanen) is actief op het gebied van productie,
verkoop, marketing en distributie van voedingsmiddelen. De activiteiten van Wessanen zijn te verdelen in drie bedrijfsonderdelen: Natural & Specialty foods, dat zich richt op gezonde en natuurlijke voeding en specialiteiten; Cereals, dat onder meer de productie en verkoop van ontbijtgranen omvat; en Convenience food, dat diepvriessnacks en maaltijdcomponenten afzet. Wessanen is op het gebied van cereals in Nederland actief via Delicia B.V. (productie en verkoop van chocolade hagelslag) en Dailycer Nederland B.V.(productie en verkoop van muesli). Op het gebied van convenience food is Beckers, dat zich bezighoudt met de productie en verkoop van diepgevroren snacks, actief in Nederland. De Europese activiteiten op het gebied van natural & specialty foods zijn ondergebracht in Tree of Life Europe B.V. (hierna: Tree of Life). Boas/ Zonnatura, een 100%-dochtermaatschappij van Tree of Life, is in Nederland actief op het gebied van de marketing en verkoop van gezonde voeding en specialiteiten (delicatessen en etnische specialiteiten). Zonnatura houdt zich bezig met de marketing en verkoop van producten onder het eigen merk Zonnatura, Boas met de marketing en verkoop van producten onder zowel het eigen merk als merken van derden, voornamelijk op basis van exclusiviteit voor Nederland. Tree of Life heeft vóór de voorgenomen concentratie reeds een 41,3%-belang in Natudis Holding B.V. 3.
Natudis Holding B.V. (hierna: Natudis) is middels Natudis B.V. als distributeur actief op
het gebied van natuurvoedings- en reformproducten. Zij belevert voornamelijk natuurvoedings- en reformwinkels, waarbij zij zowel eigen merken levert als merken van derden, al dan niet op
1
Openbare versie
Openbare versie
exclusieve basis. Daarnaast is Natudis met het eigen merk Biorganic actief in het supermarktkanaal. III.
DE GEMELDE OPERATIE
4.
De gemelde operatie betreft de verwerving door Tree of Life van 29,35% van de aandelen
in Natudis, die momenteel worden gehouden door Hügli Holding A.G. Aangezien Wessanen, zoals in punt 2 is aangegeven, reeds 41,3% van de aandelen in Natudis bezit, zal zij na de transactie 70,65% van de aandelen in Natudis houden. Hiermee verwerft zij uitsluitende zeggenschap in deze onderneming. Het voornemen tot deze transactie is neergelegd in de door partijen overgelegde Share Purchase Agreement van 20 januari 2003 tussen Hügli Holding A.G. en Tree of Life en in de door partijen overgelegde ‘Aandeelhoudersovereenkomst inzake Natudis Holding B.V.’ van 20 januari 2003 tussen Tree of Life, Voorhout Beheer B.V., de heer N.J.M. Broersen en Natudis. IV.
TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
5.
De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de
Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt ertoe dat Tree of Life uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Natudis. 6.
Betrokken ondernemingen zijn Tree of Life en Natudis.
7.
Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde
concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V.
BEOORDELING
A.
RELEVANTE MARKTEN
Rel evan t e pr oduct mar kt en Inkoop, verkoop, marketing en distributie van dagelijkse consumptiegoederen Onderscheid naar inkoop enerzijds en verkoop, marketing en distributie anderzijds Opvatting van partijen 8.
Partijen hebben aangegeven dat zowel Wessanen als Natudis actief zijn op de markt voor
inkoop, verkoop, marketing en distributie van dagelijkse consumptiegoederen. Volgens partijen kan uit de beschikkingspraktijk van de d-g NMa worden afgeleid dat de ‘food sector’ uit een groot aantal productmarkten bestaat.1 Volgens partijen kan worden verondersteld dat er per productgroep (bijvoorbeeld ontbijtgranen en koek) een aparte markt voor inkoop, verkoop, 1
Partijen verwijzen hierbij naar het besluit van 16 juli 2000 in zaak 1378/ Van Melle - Klene en het besluit van 2 mei 2001 in
zaak 2434/ Wessanen - Zonnatura.
2
Openbare versie
Openbare versie
marketing en distributie bestaat. Partijen maken vervolgens onderscheid naar de markt voor verkoop, distributie en marketing (hierna: levering) van dagelijkse consumptiegoederen en de markt voor inkoop van dagelijkse consumptiegoederen voor afzet via de detailhandel. Beoordeling 9.
In eerdere besluiten van de d-g NMa is een afzonderlijke markt voor inkoop van
dagelijkse consumptiegoederen ten behoeve van verkoop via de detailhandel gedefiniëerd. 2 Het betrof hier uitsluitend concentraties tussen supermarkten. De relevantie van dit onderscheid bij concentraties tussen supermarkten is gelegen in de noodzaak om bij dergelijke concentraties, naast de gevolgen voor consumenten, ook de gevolgen voor de upstream markten te beoordelen. Deze concentraties kunnen mogelijk een bundeling van inkoopmacht tot gevolg hebben en bovendien kunnen inkooporganisaties van supermarkten mogelijk een poortwachtersfunctie hebben: zij bepalen mogelijk welke producten van welke leveranciers uiteindelijk aan de consument zullen worden aangeboden. In onderhavige zaak verrichten zowel Wessanen als Natudis weliswaar de inkoop van producten die zij, hetzij onder een eigen merk, hetzij onder een merk van derden, verkopen. Zij doen dit echter niet direct ten behoeve van verkoop via de detailhandel. Ten minste één van de partijen, Wessanen, heeft geen directe invloed op de uiteindelijke afzet via de detailhandel van goederen die zij inkoopt, aangezien zij haar goederen op haar beurt weer afzet aan inkooporganisaties van supermarkten en andere detaillisten. Om die reden zal de markt voor inkoop van dagelijkse consumptiegoederen voor afzet via de detailhandel in dit besluit niet nader worden onderzocht. Levering van dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel Onderscheid naar distributiekanaal Opvatting van partijen 10.
Volgens partijen is er binnen de markt voor levering van dagelijkse consumptiegoederen
sprake van te onderscheiden relevante markten per distributiekanaal. Zij onderscheiden hierbij supermarkten enerzijds en natuurvoedings- en reformzaken anderzijds. Supermarkten richten zich volgens partijen op een andere doelgroep dan consumenten bij natuurvoedings- en reformwinkels, die vooraf de keuze voor het ‘gezonde’ alternatief maken en op basis daarvan hun winkel kiezen. Partijen hebben verwezen naar eerdere besluiten van de d-g NMa waarin is aangegeven dat een onderscheid naar distributiekanaal is gemaakt.3 Zij verwijzen in het bijzonder naar zaak 1710/ Schuitema - A&P, waarin is aangegeven dat andere winkels dan supermarkten die dagelijkse consumptiegoederen verkopen, zoals warenhuizen, zeer kleine buurtwinkels, campingwinkels, speciaalzaken en convenience-winkels, een duidelijk afwijkende handelsvorm hebben. 2
Zie het besluit van de d-g NMa van 14 februari 2000 in zaak 1628/ Laurus - Groenwoudt, punt 27; het besluit van 22
februari 2000 in zaak 1710/ Schuitema – A&P, punt 37; het besluit van 3 januari 2001 in zaak 2198/ Schuitema – Sperwer, punt 72; en het besluit van 12 juni 2001 in zaak 2497/ Coop - Codis, punt 15. 3
Partijen verwijzen naar het besluit in zaak 1710/ Schuitema – A&P; reeds aangehaald, en naar het besluit van 4 februari
2002, in zaak 2838/ Sperwer – Spar.
3
Openbare versie
Openbare versie
Beoordeling 11.
De eerdere besluiten die door partijen worden aangehaald hebben betrekking op het
niveau van de detailhandel. Hier is, zoals partijen hebben aangegeven, inderdaad onderscheid gemaakt naar detailhandelskanalen. Hieruit volgt niet automatisch dat een dergelijk onderscheid naar distributiekanaal ook op het niveau van de toelevering aan de detailhandel moet worden gemaakt. Uit het onderzoek van de NMa in onderhavige zaak is gebleken dat er geringe overlap is in verkrijgbare merken tussen de gespecialiseerde natuurvoedingswinkels en het biologische en natuurvoedingsassortiment in de supermarkten. Verder heeft een marktpartij aangegeven dat specifiek voor natuurvoedings- en reformwinkels enerzijds en supermarkten anderzijds geldt dat zij door geheel verschillende distributeurs worden beleverd en dat er slechts enkele merken zijn die zowel in de natuurvoedingswinkel als in de supermarkt te koop zijn. In het onderhavige geval kan echter in het midden blijven of er op het gebied van levering van dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel een nader onderscheid moet worden gemaakt naar detailhandelskanaal, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 33 en 45). Onderscheid naar productgroepen Opvattingen van partijen 12.
Volgens partijen kan uit de beschikkingspraktijk van de d-g NMa worden afgeleid dat de
food sector uit een groot aantal productmarkten bestaat en dat er per productsoort een aparte markt voor levering aan de detailhandel bestaat. De activiteiten van partijen vertonen alleen overlap op het gebied van niet-verse voedingsmiddelen. Zij onderscheiden hierin de volgende productgroepen: frisdranken (inclusief sportdrank), bier, biscuit & banket, melk & karnemelk, voorverpakt brood, bonen- & oploskoffie/ thee, stille wijnen,4 maaltijdversierders, droge snacks, geelvet, vruchtensap & –drank/ fruitzuivel, chocoladeproducten, suikerwerk, soep & toebehoren, kruidenierswaren/ broodbeleg, ontbijtgranen, groenteconserven, deegwaren en overige producten. Zij baseren deze indeling in productgroepen grotendeels op de top-30 indeling die door AC Nielsen wordt gehanteerd.5 Daarnaast hebben partijen extra categorieën geïdentificeerd voor deegwaren, ontbijtgranen en groenteconserven, en hebben zij de categorie ‘thee’ ondergebracht bij ‘bonen- en oploskoffie’, waardoor deze categorie wordt omgevormd tot ‘bonen- & oploskoffie/ thee.’ Beoordeling 13.
Tussen leveranciers van dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel bestaat een
grote verscheidenheid in breedte van het assortiment en distributiewijze (directe levering of levering via tussenhandel). In het algemeen kan worden gesteld dat leveranciers per productgroep concurreren om ruimte in de schappen bij de detaillist, en daarmee uiteindelijk om de aandacht van de consument. Inkoop van producten door detailhandelaren geschiedt ook in het algemeen per productgroep. Inkooporganisaties van supermarkten zijn in het algemeen ook onderverdeeld 4
Niet-mousserende wijnen
5
ACNielsen, Jaarboek 2002, p. 86.
4
Openbare versie
Openbare versie
naar productgroep. In onderhavige zaak zal worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor de diverse productgroepen. De productgroepen die door partijen worden gehanteerd kunnen mogelijk nader worden onderverdeeld in nauwere productmarkten.6 Uitgangspunt in onderhavige zaak zal de bovengenoemde productgroepenindeling van partijen zijn7 maar de exacte afbakening van productgroepen zal in het midden worden gelaten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 33, 34, 43 en 45). Onderscheid tussen reguliere, natuurlijke en biologische voedingsmiddelen Opvattingen van partijen 14.
Partijen geven aan, dat zowel Wessanen als Natudis actief zijn op het gebied van levering
van natuurlijke en biologische voeding.8 Natuurlijke voeding en biologische voeding vormen volgens partijen geen afzonderlijke markt(en). Zij behoren naar de mening van partijen tot de ruimere markt van voedingsmiddelen, die wordt onderscheiden naar productgroep (zie punt 12). 15.
Met betrekking tot natuurlijke voeding stellen partijen dat dit een claim is die door veel
aanbieders van voedingmiddelen wordt gehanteerd. Voor deze claim is geen exacte definitie te geven en er is geen keurmerk voor. Volgens partijen wordt met de term ‘natuurlijk’ vaak bedoeld dat de producten met een dergelijke aanduiding zo min mogelijk kunstmatige toevoegingen, zoals conserveringsmiddelen en geur- en smaakstoffen bevatten. Volgens partijen wordt de aanduiding ‘natuurlijk’ vaak gebruikt als een kwaliteitsaanduiding. De consument zal deze producten vaak als gezonder ervaren, aldus partijen.
6
Zie bijvoorbeeld het besluit van 2 mei 2001 in zaak 2434/ Wessanen – Zonnatura, punten 12 en 14, waarbij een markt
voor thee wordt onderscheiden, die mogelijk nader onder te verdelen is in zwarte the een kruidenthee, en waarbij cereals nader worden onderverdeeld in cereals die warm gegeten kunnen worden en cereals die direct gegeten kunnen worden, en waarbij muesli nader wordt onderverdeeld in basismuesli en krokante muesli. 7
Frisdranken (inclusief sportdrank), bier, biscuit & banket, melk & karnemelk, voorverpakt brood, bonen- & oploskoffie
& thee, stille wijnen, maaltijdversierders, droge snacks, geelvet, vruchtensap & –drank/ fruitzuivel, chocoladeproducten, suikerwerk, soep & toebehoren, kruidenierswaren/ broodbeleg, ontbijtgranen, groenteconserven, deegwaren en overige producten. 8
Bijvoorbeeld: Wessanen, jaarverslag 2002, p.1: “ Wij richten onze activiteiten op (..) biologische, natuurlijke en
vegetarische voeding (..); www.natudis.nl: “Natudis BV is de grootste merkenleverancier en distributeur van natuurvoeding en reformproducten in Nederland.” Op dezelfde website worden natuurvoedings- en reformproducten als volgt omschreven: “Reformproducten zijn samengesteld uit puur natuurlijke ingrediënten. Ze bevatten dus geen chemisch-synthetische of kunstmatige geur-, kleur- of smaakstoffen en geen kunstmatige conserveringsmiddelen.” Aangezien “reform” staat voor een levenswijze die meer omvat dan het gebruik van voeding zonder kunstmatige toevoegingen, zal voeding die samengesteld is uit puur natuurlijke ingrediënten hierna worden aangeduid als natuurlijke voeding. Biologische voeding wordt op de website van Natudis als volgt omschreven: “ Producten met het EKO-keurmerk bevatten niet alleen, net als reformproducten, natuurlijke ingrediënten. Het gaat een stapje verder. De ingrediënten zijn op biologische wijze geteeld. Biologische teelt wil zeggen dat ze verbouwd worden zonder gebruik te maken van kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen. Het resultaat is een puur natuurlijk product, waarvan de ingrediënten op een natuurlijke wijze hebben kunnen groeien en op natuurlijke wijze verwerkt zijn.”
5
Openbare versie
Openbare versie
16.
Partijen zien de segmenten ‘natuurlijk’ en ‘biologisch’ niet als afzonderlijke markten maar
als het resultaat van trends in de markt voor dagelijkse consumptiegoederen, namelijk de toenemende behoefte aan voedingsmiddelen die gezond zijn. Zij geven diverse voorbeelden van gezonde en natuurlijke producten die door Wessanen zijn geïntroduceerd en vervolgens ook door grote, bekende merken op de markt zijn gebracht, zoals zilvervliesrijst (inmiddels ook door onder anderen Lassie en Albert Heijn huismerk aangeboden), rooibosthee (inmiddels ook door onder anderen Pickwick aangeboden) en rijstwafels (inmiddels ook door Quackers en Uncle Ben’s aangeboden). 17.
Met betrekking tot biologische voeding (op biologische wijze geteeld, voorzien van het
EKO-keurmerk) voeren partijen aan dat uit onderzoek is gebleken dat regelmatige kopers van biologische producten per productcategorie zowel producten van biologische als van nietbiologische kwaliteit kopen. Als voorbeeld geven partijen aan dat in dit onderzoek op het gebied van drinkbare producten de groep ‘regelmatige kopers van biologische producten’ 36% bedraagt. Deze groep koopt dus ook regelmatig niet-biologische producten in de categorie dranken, aldus partijen.9 18.
Partijen zijn bovendien van mening dat consumenten prijsgevoelig zijn met betrekking
tot biologische producten. De prijs van biologische producten is reeds hoger dan die van nietbiologische producten. Partijen verwachten dat, indien het prijsverschil toeneemt, veel consumenten zullen kiezen voor het niet-biologische alternatief, terwijl veel consumenten zullen kiezen voor het biologische alternatief indien het prijsverschil daalt. Ter ondersteuning van deze stelling hebben partijen resultaten uit een onderzoek door GfK overgelegd, waaruit blijkt dat het percentage van de huishoudens dat biologische producten bij […]-supermarkten kocht significant hoger was in een actieweek voor het ‘[…]’ merk dan in andere weken.10 In tijden van laagconjunctuur zal de verkoop van biologische producten volgens partijen minder snel groeien, omdat de prijssensitiviteit van de consument toeneemt. 19.
Volgens partijen is het voor producenten van voedingsmiddelen eenvoudig om
biologische varianten van hun producten op de markt te brengen. Zij hoeven slechts de reguliere ingrediënten te vervangen door biologisch geteelde ingrediënten, aldus partijen. Zij geven een aantal voorbeelden van aanbieders van voedingsmiddelen die in de afgelopen jaren biologische varianten van hun producten hebben geïntroduceerd, zoals Peijnenburg (koek), en Bonduelle (groenteconserven). Als belangrijkste voorbeeld noemen zij Albert Heijn, dat met haar ‘AHbiologisch’-huismerk in enkele jaren tijd een belangrijke positie heeft weten te verwerven op het gebied van biologische producten. Beoordeling 9
EKO-monitor 2001 nr. 12. Het betreft een onderzoek van Platform Biologica uit mei 2001 onder 648 vaste klanten van
natuurvoedingswinkels en 632 abonnees van groente- en fruittassen. Met een dergelijk abonnement krijgt de klant wekelijks tegen een vast bedrag een pakket biologische groenten en/ of fruit. De inhoud wordt naar het seizoen samengesteld. 10
Het betrof een week waarin alle producten van het merk […] met 25% korting werden aangeboden.
6
Openbare versie
Openbare versie
Natuurlijke producten 20.
Uit onderzoek van de NMa blijkt dat de reacties van marktpartijen nogal uiteenlopen.
Volgens één marktpartij vormen natuurlijke producten een afzonderlijke markt, terwijl ze volgens een andere marktpartij tot de ruimere markt van voedingsmiddelen behoren. Twee marktpartijen zijn bovendien van mening dat biologische, natuurlijke en dieetproducten samen een afzonderlijke markt vormen. Al met al wordt het op basis van het onderzoek niet aannemelijk geacht dat binnen de diverse productgroepen de natuurlijke variant een afzonderlijke markt vormt die zich onderscheidt van het reguliere product, dan wel samen met de biologische variant tot een afzonderlijke markt behoort. Voor een aantal productgroepen, zoals melk en karnemelk, bier, koffie en thee (met uitzondering van die soorten koffie en thee die bijvoorbeeld een vruchtensmaak hebben), is het begrip ‘natuurlijk’ niet een onderscheidend kenmerk, omdat deze producten in het algemeen geen geur-, kleur- en smaakstoffen bevatten. Voor producten waarbij ‘natuurlijk’ wel een onderscheidend kenmerk zou kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld koek en banket en droge snacks, blijkt dat aanbieders die het begrip ‘natuurlijk’ hanteren niet altijd exact hetzelfde bedoelen. Soms wordt deze claim slechts gedeeltelijk ingevuld, aldus een van de marktpartijen. Het is niet aannemelijk dat natuurlijke producten niet concurreren met reguliere producten of producten met een andere kwaliteits- of gezondheidsclaim, zoals ‘minder vet’ of ‘suikervrij’. Er zijn consumenten die om gezondheidsredenen bepaalde kunstmatige toevoegingen niet mogen gebruiken, maar het is niet aannemelijk dat deze groep aangewezen is op geheel natuurlijke producten. Vanuit de aanbodzijde bezien is voorts niet aannemelijk dat er voor aanbieders van reguliere producten hoge investeringen in tijd en middelen en hoge risico’s verbonden zijn aan het introduceren van of het overstappen op natuurlijke producten. Volgens een marktpartij gaan steeds meer producenten van reguliere voedingsmiddelen over op de productie van voedingsmiddelen zonder kunstmatige toevoegingen. In onderhavige zaak zal daarom niet worden uitgegaan van een afzonderlijke markt voor natuurlijke producten. Biologische producten 21.
In een eerder besluit is de d-g NMa ten aanzien van biologische zuivelproducten
uitgegaan van een nader onderscheid binnen de diverse zuivelproducten tussen biologische en niet-biologische producten.11 22.
Door het EKO-keurmerk vormen biologische producten een duidelijke afzonderlijke
categorie die ook door consumenten als zodanig wordt herkend. Uit onderzoek onder boodschappende consumenten blijkt dat het EKO-keurmerk bij 41% van de respondenten spontaan wordt herkend.12 23.
Uit onderzoek blijkt tevens dat er een groep consumenten bestaat die altijd de
biologische variant van een product koopt. Wel moet worden opgemerkt dat deze groep mensen
11
Besluit van 1 februari 1999 in zaak 1173/ Campina Melkunie – Zuiver Zuivel/ De Vereeniging, punt 49.
12
EKO Monitor cijfers en trends. Jaarrapport 2002, Platform Biologica, maart 2003, p. 16.
7
Openbare versie
Openbare versie
relatief klein is, en dat dit onderzoek uitsluitend wordt uitgevoerd onder klanten van natuurvoedingswinkels.13 24.
Marktonderzoek naar biologische levensmiddelen geeft geen eenduidige indicaties met
betrekking tot de marktafbakening. Met betrekking tot de prijsgevoeligheid van consumenten blijkt enerzijds dat consumenten het prijsverschil tussen biologische en reguliere producten als een belangrijke belemmering voor het kopen van biologische producten beschouwen. Aan de andere kant wordt geconstateerd dat biologische producten met een relatief hoge meerprijs toch tot de veel verkochte producten in het biologische segment behoren. Onderzoekers constateren dat alleen experimenten van langere duur op zorgvuldig geselecteerde locaties meer uitsluitsel kunnen geven over prijselasticiteit.14 25.
Uit onderzoek van de NMa blijkt dat marktpartijen zijn verdeeld over de vraag of
biologische producten tot (een) afzonderlijke markt(en) behoren. Volgens drie marktpartijen behoren biologische producten tot de ruimere markt voor voedingsmiddelen, één marktpartij beschouwt de markt voor biologische producten als een afzonderlijke markt. 26.
Onderzoek van de NMa bevestigt dat in de afgelopen jaren bedrijven succesvol zijn
toegetreden tot de mogelijke markt voor biologische producten. Het betreft hier zowel voedingsmiddelenproducenten die biologische varianten van producten onder het eigen merk op de markt hebben gebracht, als Albert Heijn die als supermarkt een biologisch huismerk heeft. Afgezien van de bedrijven die door partijen zijn genoemd, worden door marktpartijen de bedrijven Remia (vetten, oliën, sauzen), Heinz (ketchup) Baltussen, Oerlemans (allen groenteconserven) en Silvo (rijst) genoemd als aanbieders die in de afgelopen jaren ook biologische varianten van hun producten op de markt hebben gebracht. 27.
Daarnaast heeft C1000 aangekondigd meer biologische A-merken (dus biologische
varianten van de bekende merken voedingsmiddelen) in het assortiment op te nemen en meer aandacht te besteden aan de marketing van deze producten. Tevens heeft zij besloten nieuwe introducties van biologische A-merken in de assortimentsgroep kruidenierswaren altijd een kans te geven.15 28.
De eventuele markt voor biologische producten heeft enige jaren een sterke groei
vertoond. Hoewel de groei in 2002 is afgenomen naar 9% - in 2001 werd een groei van 20% gerealiseerd, groeit dit segment al jaren sterker dan de reguliere voedingsmiddelenmarkt. Hoewel de groeiverwachtingen voor het komende jaar enigszins getemperd zijn vanwege de economische neergang, kan worden verwacht dat de het groeitempo van dit segment de komende jaren op een hoger niveau zal liggen dan de reguliere voedingsmiddelen. Vanuit de overheid wordt de groei van de consumptie van biologische producten ten opzichte van reguliere voedingsmiddelen, evenals de groei van biologische landbouw actief gestimuleerd. 13
Zie bijvoorbeeld EKO monitor, Platform Biologica, september 2002.
14
EKO Monitor cijfers en trends. Jaarrapport 2002, reeds aangehaald, p. 13.
15
EKO-monitor jaarrapport 2002, reeds aangehaald, p.12/ 13.
8
Openbare versie
Openbare versie
29.
Geconcludeerd moet worden dat niet valt uit te sluiten dat er binnen de diverse
productgroepen een afzonderlijke markt bestaat voor biologische producten. Deze eventuele markt kan vooralsnog gekarakteriseerd worden als een groeimarkt met lage toetredingsbarriëres. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of er binnen de afzonderlijke productgroepen van dagelijkse consumptiegoederen een nader onderscheid moet worden gemaakt tussen reguliere en biologische producten, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punten 31 tot en met 46). Rel evan t e geogr af isch e mar kt en 30.
Partijen zijn van mening dat de productmarkten voor levering van dagelijkse
consumptiegoederen aan de detailhandel nationaal zijn. In de meest recente besluiten van de d-g NMa, die weliswaar uitgaan van het perspectief van de supermarkten (inkoop), wordt uitgegaan van een nationale markt voor het inkopen van dagelijkse consumptiegoederen voor afzet via de detailhandel.16 Ook de Europese Commissie gaat in diverse besluiten uit van nationale markten voor de inkopen van dagelijkse consumptiegoederen voor de afzet via de detailhandel, onder meer op grond van de voorkeur van de consumenten voor nationale producten en het verschil in voorkeuren van consumenten in verschillende landen.17 B.
GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
31.
Zowel Wessanen als Natudis zijn actief op het gebied van levering van biologische en
niet-biologische dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel. Wanneer wordt uitgegaan van een nader onderscheid naar detailhandelskanaal, dan overlappen de activiteiten van partijen elkaar slechts op het gebied van levering aan het supermarktkanaal. Wessanen levert niet (direct) aan het natuurvoedingskanaal. Overigens zijn de activiteiten van Natudis ten aanzien van het supermarktkanaal (in verhouding tot haar totale omzet), slechts beperkt in omvang. Wanneer wordt uitgegaan van een onderscheid tussen biologische en niet-biologische producten, dan overlappen de activiteiten van partijen ten aanzien van leveringen aan het supermarktkanaal elkaar slechts op het gebied van biologische producten, aangezien Natudis geen niet-biologische producten aan het supermarktkanaal levert. De eventuele markt voor levering van productgroepen op het gebied van dagelijkse consumptiegoederen aan het natuurvoedingskanaal, alsmede de eventuele markt voor levering van productgroepen op het gebied van niet-biologische dagelijkse consumptiegoederen aan het supermarktkanaal zullen daarom niet nader worden onderzocht. Levering van dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel 32.
De positie van partijen op de Nederlandse markt voor de levering van dagelijkse
consumptiegoederen aan de detailhandel in 2002 kan worden afgeleid van de positie van de
16
Zaak 2198/ Schuitema – Sperwer, reeds aangehaald, punt 111; zaak 2497/ Coop – Codis, reeds aangehaald, punt 16.
17
Zie de beschikking van de Europese Commissie van 25 januari 2000 in zaak IV/ M.1684 – Carrefour/ Promodes,, punt 29
t/ m 31.
9
Openbare versie
Openbare versie
producten die zij leveren in de detailhandel zelf. Om de marktpositie te bepalen is hiertoe in het onderzoek van de NMa uitgegaan van hun groothandelsomzet, vermeerderd met een geschatte detailhandelsmarge. De totale omzet in de levensmiddelendetailhandel bedroeg in 2002 EUR 23,6 miljard. Op basis van deze berekening bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen in de totale levering van dagelijkse consumptiegoederen aan de detailhandel minder dan 5%. Wessanen en Natudis zijn op de totale markt voor levering van dagelijkse consumptiegoederen kleine spelers met een gespecialiseerd aanbod. Levering per productgroep aan de detailhandel, ongeacht distributiekanaal 33.
Er bestaat overlap tussen de activiteiten van Wessanen en Natudis op het gebied van de
volgende productgroepen: frisdranken, bier, biscuit & banket, melk & karnemelk, voorverpakt brood, bonen- & oploskoffie/ thee, stille wijnen, maaltijdversierders, droge snacks, geelvet, vruchtensap & –drank/ fruitzuivel, chocoladeproducten, suikerwerk, soep & toebehoren, kruidenierswaren & broodbeleg, ontbijtgranen, groenteconserven, deegwaren en overige producten. Op basis van door partijen verstrekte gegevens kan worden vastgesteld dat het gezamenlijk marktaandeel van partijen in 2002 op het gebied van levering aan de detailhandel per productgroep niet hoger is dan 15%. Ook indien binnen de genoemde productgroepen weer nadere onderverdelingen zouden worden gemaakt dan behalen partijen in 2002 op geen enkel gebied een positie van meer dan 20%.18 Levering per productgroep aan het supermarktkanaal 34.
Wanneer wordt uitgegaan van een nader onderscheid in levering naar
detailhandelskanaal, in casu een onderscheid tussen supermarkten en het natuurvoedingskanaal, dan bestaat er overlap tussen de activiteiten van Wessanen en Natudis op het gebied van levering aan supermarkten van de volgende productgroepen: biscuit & banket, bonen- & oploskoffie/ thee, maaltijdversierders, geelvet, vruchtensap & –drank/ fruitzuivel, kruidenierswaren & broodbeleg, ontbijtgranen, groenteconserven, deegwaren en overige producten. Op basis van de door partijen verstrekte gegevens is het gezamenlijk marktaandeel van partijen op het gebied van levering aan het supermarktkanaal binnen geen van de genoemde productgroepen hoger dan 15% in 2002. Ook indien binnen de genoemde productgroepen weer nadere onderverdelingen zouden worden gemaakt dan behalen partijen in 2002 op geen enkel gebied een positie van meer dan 20%. Levering van dagelijkse biologische consumptiegoederen aan de detailhandel Levering aan detailhandel, ongeacht het distributiekanaal 35.
Ongeveer de helft van de omzet van Natudis op het gebied van de levering van dagelijkse
consumptiegoederen aan de detailhandel wordt behaald met biologische producten. Natudis levert een breed assortiment en is actief in (bijna) elke productgroep. Van het productaanbod van
18
Bij de schattingen van de marktomvang per productgroep voor 2002 is uitgegaan van cijfers van 2001, gepubliceerd in
ACNielsen, jaarboek 2002. Aangenomen kan worden dat in alle productgroepen de omzet licht gegroeid is.
10
Openbare versie
Openbare versie
Wessanen is slechts een beperkt deel biologisch. De activiteiten van partijen vertonen overlap op het gebied van biologische vruchtensap- & drank/ fruitzuivel, en biologische deegwaren.19 36.
Wessanen en Natudis hebben beide ook activiteiten op het gebied van biologische droge
snacks. De activiteiten van Wessanen bestaan echter uitsluitend uit het distribueren voor […] van aardappelchips van het […] merk. In eerdere besluiten van de d-g NMa is ten aanzien van productie-activiteiten ten behoeve van huismerken gesteld dat het commerciële risico ten aanzien van deze producten merendeels bij de detailhandelaar ligt en dat het daarom in de rede ligt om dit marktaandeel niet aan de producent, maar aan de detailhandelaar toe te rekenen.20 Ook met betrekking tot de distributie van huismerken kan worden gesteld dat het commerciële risico merendeels bij de detailhandelaar ligt en dat dit marktaandeel aan de detailhandelaar zou moeten worden toegerekend. 37.
Aangezien cijfermatige gegevens over de marktomvang per productgroep niet
voorhanden zijn, wordt de positie van marktpartijen benaderd op basis van cijfers over de marktomvang van de totale categorie biologische voedingsmiddelen en de marktomvang van de categorie niet-verse biologische voedingsmiddelen. De totale Nederlandse markt voor biologische producten wordt geschat op EUR 375 miljoen (2002)21. Het natuurvoedingskanaal heeft hierin een marktaandeel van 39%, de supermarkten een aandeel van 48%. Niet-verse producten maken in beide kanalen 38% van de totale omzet uit. Schattingen van partijen en marktpartijen over het marktaandeel van Natudis in de levering van niet-verse biologische producten in het natuurvoedingskanaal lopen uiteen van [50-60]% tot [70-80]%, wat neerkomt op een totaal marktaandeel op het gebied van niet-verse biologische voedingsmiddelen over alle kanalen van tussen de [20-30]% en [30-40]%. In het supermarktkanaal hebben partijen in 2002 naar schatting een gezamenlijk marktaandeel van [0-10]% tot [0-10]% (Biorganic [0-10]% tot [0-10]% en Wessanen [0-10]% tot [0-10]%), wat neerkomt op een marktaandeel over alle kanalen van [0-10]% tot [0-10]%. Het gezamenlijk marktaandeel van Wessanen en Natudis over alle kanalen bedraagt tussen de [20-30]% en [30-40]% van de niet-verse biologische voedingsmiddelen. In het natuurvoedingskanaal worden De Nieuwe Band en Terrasana door zowel partijen als marktpartijen als de belangrijkste concurrenten van Natudis. Het marktaandeel van De Nieuwe Band wordt door marktpartijen geschat op circa [10-20]%, wat neerkomt op [0-10]% voor alle kanalen. In het supermarktkanaal is Albert Heijn de belangrijkste speler met het ‘AH-biologisch’assortiment. Het marktaandeel biologisch (zowel vers als niet-vers) van Albert Heijn wordt geschat op circa [50-60]%.22 Dit zou neerkomen op een totaal marktaandeel op het gebied van biologische voedingsmiddelen over alle kanalen van circa [20-30]%. Daarnaast zijn in diverse productcategorieën leveranciers van reguliere voedingsmiddelen met een biologisch aanbod actief. 19
In drie andere productgroepen, namelijk biologisch biscuit & banket, biologische maaltijdversierders en biologische
kruidenierswaren/ broodbeleg, is weliswaar sprake van overlap, maar is de omzet van Wessanen verwaarloosbaar. 20
Zie het besluit in zaak 2434/ Wessanen – Zonnatura, reeds aangehaald, punt 23 en het besluit van 13 september 2000 in
zaak 2033/ Van Dijk – Brinkers, punten 16 en 33. 21
EKO Monitor Cijfers en trends. Jaarrapport 2002, reeds aangehaald, p. 12.
22
EKO Monitor Cijfers en trends. Jaarrapport 2002, reeds aangehaald, p. 12.
11
Openbare versie
Openbare versie
38.
Zoals reeds gesteld in punt 26 zijn er binnen diverse productgroepen bedrijven succesvol
toegetreden tot een mogelijke markt voor biologische voedingsmiddelen en heeft tenminste een supermarktorganisatie aangekondigd de verkoop van biologische producten via de verkoop van biologische A-merken te willen stimuleren. Het is niet aannemelijk dat de belemmeringen voor toetreding in bepaalde productgroepen significant hoger zouden zijn dan in andere. Tevens is in punt 28 gesteld dat verwacht kan worden dat de eventuele markt voor biologische producten gezien kan worden als een markt die de komende jaren structureel in een hoger tempo zal groeien dan de reguliere voedingsmiddelen. Levering per productgroep aan de detailhandel, ongeacht distributiekanaal 39.
Partijen gaan ervan uit dat de posities van de belangrijkste concurrenten in het
natuurvoedings- en het supermarktkanaal op het gebied van vruchtensappen & –dranken en op het gebied van deegwaren gelijk zijn aan hun positie op het totale assortiment van biologische producten. 40.
Uit onderzoek blijkt dat dat er een aantal alternatieve aanbieders actief is. Albert Heijn
heeft twee verse biologische vruchtensappen in het AH-biologisch assortiment. Daarnaast is Fruity King onder een eigen merk actief met zes soorten verse biologische vruchtensappen. De Nieuwe Band levert een groot aantal merken vruchtensappen aan natuurvoedingswinkels, waaronder een eigen merk: De Nieuwe Band. Verder levert De Nieuwe Band: Bio idea, Coteaux Nantais, Dinkelland, Eos, Isola Bio, Lovian en Pom. Het betreft hier grotendeels merken die niet door Natudis worden geleverd. 41.
Voorts blijkt uit onderzoek dat Albert Heijn heeft een aantal biologische deegwaren in het
AH-biologisch assortiment. De Nieuwe Band levert een aantal merken biologische deegwaren aan het natuurvoedingskanaal, waaronder Bio idea, Giovanni, Joannusmolen, Lima, Old Spice Factory en Primeal. Het betreft hier grotendeels merken die niet door Natudis worden geleverd. 42.
Partijen betrekken hun biologische deegwaren bij een producent die in Nederland
uitsluitend actief is in de productie ten behoeve van merken voor derden. Potentiële toetreders tot de markt voor levering van biologische deegwaren, hebben de mogelijkheid hun producten bij deze producent te betrekken en onder een eigen merk op de markt te brengen. 43.
Het is niet aannemelijk dat de positie van partijen op eventueel nader te onderscheiden
markten binnen de productgroepen biologische vruchtensappen & -dranken/ fruitzuivel en biologische deegwaren wezenlijk afwijkt van hun positie op het gebied van deze productgroepen als geheel. Levering per productgroep aan het supermarktkanaal 44.
Wanneer wordt uitgegaan van een nader onderscheid in levering naar
detailhandelskanaal, in casu een onderscheid tussen supermarkten en het natuurvoedingskanaal, dan behalen Wessanen en Natudis slechts [0-10]% van hun omzet op het gebied van biologische vruchtensappen & –dranken/ fruitzuivel via het supermarktkanaal. De omzet van de belangrijkste 12
Openbare versie
Openbare versie
concurrent, AH, is naar schatting beduidend groter dan de omzet van Wessanen en Natudis op dit gebied. Ten aanzien van biologische deegwaren is het evenmin aannemelijk dat Wessanen en Natudis een marktaandeel behalen dat hoger ligt dan dat van hun belangrijkste concurrent. 45.
Het is niet aannemelijk dat de positie van partijen wat betreft levering aan het
supermarktkanaal op eventueel nader te onderscheiden markten binnen de productgroepen biologische vruchtensappen & -dranken/ fruitzuivel en biologische deegwaren wezenlijk afwijkt van hun positie op het gebied van deze productgroepen als geheel. Conclusie 46.
Gezien de aanwezigheid van minimaal één sterke concurrent en een aantal kleinere
concurrenten in de productgroepen waarin partijen actief zijn, de toetredingsmogelijkheden tot de markten en het dynamische karakter van de markten voor de levering van productgroepen op het gebied van biologische consumptiegoederen, kan worden geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt op significante wijze wordt belemmerd.
VI.
CONCLUSIE
47.
Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 48.
Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 7 mei 2003 De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze: w.g.Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam
13
Openbare versie
Openbare versie
14
Openbare versie