Openbaar
Nederlandse mededingingsautoriteit
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer
2786/ 35.B214
Betreft zaak:
2786/ DSM - Brokking's Beheer
I.
MELDING
1.
Op 21 november 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat DSM Agro B.V. en Brokking’s Beheer B.V. voornemens zijn gezamenlijke zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet, over twee dochterondernemingen van DSM Agro B.V., te weten Vulcaan Meststoffenhandel B.V. en Moreels N.V., en een dochteronderneming van Brokking’s Beheer B.V., te weten NPK van Eck B.V. 2.
Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant nummer 231 van 28 november
2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen, te weten concurrenten en afnemers die actief zijn op de meststoffenmarkt. II.
PARTIJEN
3.
DSM Agro B.V. (hierna: DSM Agro) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht.
DSM Agro maakt onderdeel uit van de als DSM bekend staande groep (hierna: DSM). 4.
DSM Agro is actief op het gebied van de productie en verkoop van stikstofhoudende
minerale meststoffen (hierna: kunstmeststoffen) alsmede dienstverlening op dit gebied. Vulcaan Meststoffenhandel B.V. (hierna: Vulcaan) is actief op het gebied van voorraadhoudende groothandel in enkelvoudige en samengestelde kunstmeststoffen, alsmede in (nietvoorraadhoudende) tradingactiviteiten in kunstmeststoffen en dienstverlening op het vlak van logistiek en advisering op dit gebied. Moreels N.V. (hierna: Moreels) is actief op het gebied van groothandel in kunstmeststoffen alsmede productie en blending van samengestelde kunstmeststoffen. 5.
Brokking’s Beheer B.V. (hierna: Brokking) is een besloten vennootschap naar Nederlands
recht. Zij beheert alle aandelen in NPK van Eck B.V. (hierna: NPK Van Eck) en heeft daarnaast een onderneming die vochtrijk veevoer levert aan (pluim)veehouders, te weten Beuker Doetinchem
1
Openbaar
Openbaar
B.V. NPK van Eck is actief op het gebied van voorraadhoudende groothandel en trading van enkelvoudige en samengestelde kunstmeststoffen, met inbegrip van dienstverlening op het gebied van logistiek en advisering. 6.
De gemeenschappelijke onderneming (hierna: de g.o.) zal actief zijn op het gebied van
voorraadhoudende groothandel in enkelvoudige en samengestelde kunstmeststoffen, alsmede in (niet-voorraadhoudende) tradingactiviteiten in kunstmeststoffen, dienstverlening op het vlak van logistiek en advisering op dit gebied, alsmede productie en blending van samengestelde kunstmeststoffen. III.
DE GEMELDE OPERATIE
7.
De gemelde operatie betreft het onderbrengen van de activiteiten van NPK Van Eck,
Vulcaan en Moreels in een onderneming die onder gezamenlijke zeggenschap zal staan van DSM Agro en Brokking. Daartoe zal een besloten vennootschap worden opgericht (de g.o.) die alle aandelen in het kapitaal van Vulcaan, NPK Van Eck en Moreels zal houden. Brokking zal 60% van de aandelen in de g.o. houden, DSM Agro 40%. 8.
Een en ander is neergelegd in de ondertekende “ joint-venture” -overeenkomst tussen
DSM Agro en Brokking d.d. 20 november 2001 die bij de melding is overgelegd. IV.
TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
9.
Voor de beoordeling van de toepasselijkheid van het concentratietoezicht wordt in
het navolgende onderzocht of de gemelde operatie resulteert in de totstandkoming van een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult en die er niet toe leidt dat de oprichtende ondernemingen hun marktgedrag coördineren. Gezamenlijke zeggenschap 10.
Brokking zal 60% van de aandelen in de g.o. houden, DSM Agro 40%.
11.
DSM Agro en Brokking wijzen ieder de helft van de leden van de Raad van
Commissarissen aan, die bij gewone meerderheid beslist. De besluiten die aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen zijn onderworpen betreffen onder meer het vaststellen, respectievelijk wijzigen van de strategie, het vaststellen van het jaarlijkse investeringsplan, investeringen die een bedrag van EUR 100.000 te boven gaan, het in dienst nemen en ontslaan *
van leden van het managementteam, het vaststellen van het jaarbudget [ ] . *
Vertrouwelijke informatie, gewist voor publicatie.
2
Openbaar
Openbaar
12.
Op grond hiervan wordt geconcludeerd dat DSM Agro en Brokking gezamenlijke *
zeggenschap hebben over het strategisch[ ] beleid van de g.o. Duurzaam zelfstandige economische eenheid 13.
De g.o. betreft een samenvoeging van de activiteiten van Vulcaan, NPK Van Eck en
Moreels. Deze ondernemingen zijn momenteel reeds actief als duurzaam zelfstandige economische eenheden. Hun activiteiten zullen in de g.o. ongewijzigd worden voortgezet. Gelet hierop kan worden aangenomen dat de g.o. duurzaam alle functies van een zelfstandige economische eenheid zal vervullen. Geen coördinatie van het marktgedrag van de oprichtende ondernemingen 14.
DSM Agro en Brokking zullen na de oprichting van de g.o. niet op eenzelfde markt actief
zijn. DSM Agro blijft actief op het gebied van de productie van kunstmeststoffen, Brokking zal na de concentratie noch actief zijn op het gebied van de productie, noch op het gebied van de groothandel in kunstmeststoffen. De g.o. zal derhalve niet leiden tot coördinatie van het gedrag van de moederondernemingen. Conclusie 15.
Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de gemelde operatie een
concentratie is in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. De hierboven, onder de punten 7 en 8, omschreven transactie leidt ertoe dat DSM Agro en Brokking gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de g.o. 16.
Betrokken ondernemingen zijn DSM Agro en Brokking.
17.
Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde
concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
*
Vertrouwelijke informatie, gewist voor publicatie.
3
Openbaar
Openbaar
V.
BEOORDELING
Rel evan t e pr oduct mar kt en 18.
DSM Agro produceert en verkoopt stikstofhoudende minerale kunstmeststoffen. De g.o.
zal actief zijn als voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen en, in mindere mate, in trading in kunstmeststoffen. Bij tradingactiviteiten worden de kunstmeststoffen niet in voorraad gehouden bij de handelaar (de zogenaamde ‘trader’), maar wordt de kunstmest rechtstreeks vanaf de fabriek bij een (andere) groothandelaar of grote industriële gebruiker afgeleverd, waarbij de trader een bemiddelende rol speelt bij de koop. 19.
De groothandel in kunstmeststoffen betreft deels enkelvoudige stikstofmeststoffen en
deels samengestelde kunstmeststoffen. Enkelvoudige meststoffen zijn kunstmeststoffen die één werkzaam element bevatten. Voorbeelden hiervan zijn Kalkammonsalpeter (KAS 27% stikstof), Kali 60 (60% kaliumoxide), TSP (tripelsuperfosfaat met 46% fosfaatoxide) en Ureum (46% stikstof). 20.
Samengestelde kunstmeststoffen zijn meststoffen met meerdere werkzame mineralen in
het product. NP-meststoffen zijn samengestelde kunstmeststoffen op basis van stikstof en fosfor, NPK-meststoffen zijn samengestelde kunstmeststoffen op basis van stikstof, fosfor en kali.1 Kalkmeststoffen bevatten calcium. Opvattingen van partijen 21.
Partijen geven aan dat er drie relevante productmarkten zijn:
(i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen;
(ii) (iii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen; en Productie van kunstmeststoffen.
(i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen
Assortiment van producten 22.
Volgens partijen moet bij de beoordeling van de markt op groothandelsniveau worden
uitgegaan van een productmarkt die bestaat uit het volledige assortiment van kunstmeststoffen.
1
Voorbeelden hiervan zijn NP 26-14-0 (26% stikstof en 14% fosfaat) en 3x15 (15% stikstof, 15% kaliumoxide, 15% fosfaat.)
De percentages geven de verhouding aan tussen de hoeveelheid werkzame mineralen en de "vulstof". De vulstoffen verschillen sterk naar de herkomst van de mineralen, maar het betreft in veel gevallen kalk.
4
Openbaar
Openbaar
Alle op deze markt actieve groothandelaren voeren een volledig assortiment en ook de detailhandelaren nemen in beginsel het volledige assortiment af. Partijen geven overigens aan dat de positie van partijen niet tot wezenlijk andere uitkomsten zal leiden indien van een nauwere productmarktafbakening moet worden uitgegaan, omdat de positie van partijen voor de verschillende producten uit het assortiment niet significant verschilt.2 Distributiesystemen 23.
Partijen geven aan dat binnen de markt voor groothandelsactiviteiten met betrekking tot
kunstmeststoffen twee segmenten zijn te onderscheiden. De distributie van kunstmeststoffen valt namelijk in twee, volgens partijen onderling concurrerende, systemen uiteen, te weten: (i) de coöperatieve en (ii) de particuliere distributie. De coöperatieve distributie 24.
Partijen geven aan dat de coöperatieve distributie in Nederland wordt beheerst door
Cebeco Groep (hierna: Cebeco), een samenwerkingsverband van 23 agrarische coöperaties waarvan de kern volgens partijen wordt gevormd door 5 regionale coöperaties (hierna: reco’s). De reco’s zijn thans nog veelal onderscheiden rechtspersonen, maar bezinnen zich volgens partijen op een verdergaande integratie.3 25.
Partijen geven aan dat de inkoop van meststoffen voor de reco’s van Cebeco bij de
producenten centraal plaatsvindt. Een aantal grote reco’s koopt, naast inkoop via de centrale inkoop van Cebeco, een klein deel van hun kunstmeststoffen in bij het particuliere kanaal. Afname via de particuliere sector is in de praktijk vooralsnog zeer beperkt; naar schatting van partijen wordt circa 2% van de totale inkoop van kunstmest door de reco’s op ad hoc basis van particuliere groothandelaren afgenomen. 26.
De reco’s leveren op hun beurt de meststoffen aan de boeren en tuinders. Naast
meststoffen leveren de reco’s ook vrijwel alle andere bedrijfsbenodigdheden aan de aangesloten boeren en tuinders. De aangesloten agrariërs zijn niet verplicht van de reco’s af te nemen. Doordat er echter financiële voordelen verbonden zijn aan afname bij de coöperatie, aangezien de winst van de coöperatie ten goede komt aan de leden naar rato van hun inkoop bij de coöperatie, nemen leden-agrariërs hun bedrijfsbenodigdheden grotendeels af van de reco’s, aldus partijen.
2
Partijen hebben overigens tevens aangegeven dat de positie van partijen voor bepaalde categorieën producten die
slechts beperkt verhandeld worden wel afwijkt. Het betreft een aantal producten met een beperkte afzet op de Nederlandse markt, namelijk P meststoffen (0,08% van de totale markt), Kali 40% (o,2% van de totale markt), Kaliumsulfaat (0,4% van de totale markt) en overige K meststoffen (0,2% van de totale markt). 3
Partijen wijzen er op dat binnen Cebeco Groep in 1999 is besloten tot een verdergaande integratie van de belangen van
de lidcoöperaties. Zij verwijzen in dit verband tevens naar het besluit van 23 juli 2001 in zaak 2526/ ACM – Cavo Latuco.
5
Openbaar
Openbaar
27.
Partijen geven aan dat in het coöperatieve segment naast Cebeco nog een primaire
coöperatie actief is in de verkoop van meststoffen, te weten Coöperatie Cehave-Landbouw Belang U.A. (hierna: Cehave) die met name actief is als veevoerproducent en naast mengvoer meststoffen, zaaigoed en gewasbeschermingsmiddelen verkoopt. De particuliere distributie 28.
Naast het coöperatieve distributiesysteem voor meststoffen (en andere
bedrijfsbenodigdheden) bestaat er het particuliere distributiesysteem voor meststoffen. Partijen geven aan dat in dit segment als particuliere groothandelaren naast partijen drie kleinere (semi) groothandelaren actief zijn, te weten: Van der Reijt Meststoffen B.V. (hierna: Van der Reijt), Van Iperen B.V. (hierna: Van Iperen) en O. Bouman B.V. (hierna: Bouman). 29.
Deze groothandelaren leveren met name kunstmest aan onafhankelijke particuliere
detailhandelaren. Van Iperen levert naast meststoffen ook gewasbeschermingsmiddelen, zaaizaden, vloeibare meststoffen etc. Bouman levert naast meststoffen ook veevoer dat zij zelf produceert. Van Iperen en Bouman zijn zelf ook in de detailhandel actief. 30.
Partijen zijn van oordeel dat de (relevante) markt voor groothandelsactiviteiten zowel het
coöperatieve als het particuliere segment omvat. Zij merken op dat de segmenten niet volledig gescheiden zijn en dat er met name op enige schaal leveringen plaatsvinden door coöperatieve groothandelaren aan particuliere detailhandelaren. Levering door particuliere groothandelaren aan de coöperatieve detailhandel is volgens partijen meer beperkt.4 Concurrentie tussen het coöperatieve op het particuliere kanaal 31.
Partijen zijn van mening dat de concurrentie met de coöperatieve distributie één van de
voornaamste factoren is die de concurrentiepositie van partijen bepaalt. De concurrentiedruk van de coöperatieve sector wordt met name uitgeoefend via de eindgebruikersprijs. De coöperatie bepaalt in de praktijk het prijsniveau voor de eindgebruiker, aldus partijen. De particuliere detaillist is gedwongen dit prijsniveau te volgen, omdat de overstap van eindgebruikers van het particuliere segment naar het coöperatieve segment zeer eenvoudig is en onmiddellijk en zonder kosten kan plaatsvinden. Zij wijzen er op dat een deel van de eindafnemers jaarlijks van het ene naar het andere kanaal wisselt en dat tenminste 20% van de eindafnemers in beide kanalen afneemt. 32.
Aangezien de marges niet groot zijn, is in de markt voor groothandel in meststoffen het
behoud van afzet cruciaal voor een gezond bedrijfsresultaat van de particuliere groothandel, zodat 4
Zo heeft Vulcaan in 2000 [5-15] kton (NLG [0-5] miljoen) meststoffen aan Cebeco geleverd ([0-10]% van haar totale
omzet). NPK van Eck heeft in deze periode [5-15] kton (NLG [0-5] miljoen) meststoffen aan Cebeco geleverd ([0-10]% van haar totale omzet).
6
Openbaar
Openbaar
ook een kleine terugloop van de afzet grote gevolgen heeft voor de winstgevendheid van de particuliere groothandel, aldus partijen. Hoewel er thans geen substantiële levering plaatsvindt van het coöperatieve naar het particuliere detailhandelskanaal, is er volgens partijen wel sprake van enig geleverd volume. Omdat ook een geringe terugloop van de afzet van partijen ingrijpende gevolgen heeft, gaat er door deze uitwijkmogelijkheid ook een rechtstreekse en effectieve concurrentiedruk uit van het coöperatieve segment, aldus partijen. 33.
Partijen zijn van mening dat gezien het belang van omzet voor de levensvatbaarheid van
de handel in kunstmeststoffen en de algemene terugloop in marktomvang, de concurrentie in de distributie voor kunstmeststoffen allereerst moet worden gezien als concurrentie tussen het coöperatieve en het particuliere distributiesysteem. 34.
Hoewel de concurrentie om de eindgebruiker in beginsel plaatsvindt op het niveau van de
detailhandel aan de particuliere zijde en de reco’s aan de coöperatieve zijde, worden de belangrijke concurrentiefactoren, met name de prijs, volgens partijen bepaald op het niveau van de groothandel, i.e. de particuliere groothandel respectievelijk de gemeenschappelijk coöperatieve inkoop. De prijs (prijs voor eindgebruikers) van kunstmest wordt volgens partijen in hoofdzaak bepaald door de inkooppositie van de groothandel en de kosten van het logistiek apparaat van de groothandelaar. Prijsniveaus 35.
Partijen geven aan dat de prijsniveaus voor de verschillende kunstmeststoffen in de
coöperatieve en particuliere systemen op het niveau van de eindgebruiker min of meer gelijk liggen. Zij geven aan dat dit is vast te stellen, omdat de coöperatie de prijzen publiceert die aan de eindgebruikers in rekening worden gebracht, het zogenaamde "boerenniveau". Dit prijsniveau wordt volgens partijen door de particuliere detailhandel in de praktijk als leidraad genomen. Cebeco publiceert geen handelsprijzen, dat wil zeggen prijzen die zij aan de reco’s in rekening brengt. 36.
Partijen hebben aangegeven dat een prijsverhoging van de particuliere groothandel tot
gevolg zou hebben dat de detailhandel niet meer met de coöperaties kan concurreren en dus op zoek moet naar goedkopere alternatieven. Dit zou een coöperatie kunnen zijn. Er is de nieuwe combinatie om die reden alles aan gelegen om de detailhandel in staat te blijven stellen te concurreren met de coöperaties om uiteindelijk ook zelf haar positie te behouden, aldus partijen. (ii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen
7
Openbaar
Openbaar
37.
Naar het oordeel van partijen dient voorraadhoudende groothandel te worden
onderscheiden van niet-voorraadhoudende tradingactiviteiten.5 Zij geven aan dat de toegevoegde waarde van de groothandel in zeer belangrijke mate bestaat uit het houden van voorraden. Bij niet-voorraadhoudende distributie wordt die toegevoegde waarde niet geboden. De marges die worden behaald met tradingactiviteiten zijn volgens partijen dan ook aanzienlijk lager dan de bruto-marges die plegen te worden behaald met groothandelsactiviteiten, aldus partijen .6 38.
Volgens partijen hebben traders een andere commerciële functie dan de
voorraadhoudende groothandel; zij hebben veeleer een bemiddelende rol tussen de producenten en de groothandel respectievelijk grote industriële gebruikers. 39.
Partijen wijzen erop dat er niet veel ondernemingen zijn die tradingactiviteiten en
groothandelsactiviteiten verenigen. Zowel Vulcaan als NPK van Eck haalt slechts een beperkt deel van hun omzet uit tradingactiviteiten. Die omzet wordt in hoofdzaak behaald met leveringen aan andere particuliere groothandelaren en aan Cebeco. In hun tradingactiviteiten concurreren Vulcaan en NPK van Eck in hoofdzaak met Belgische en Duitse traders. Op hun beurt kopen Vulcaan en NPK van Eck ook weer rechtstreeks bij (deels dezelfde) traders in. 40.
Voor de goede orde merken partijen op dat er ook overigens geen rechtvaardiging is om
de door hen met tradingactiviteiten behaalde omzet op te tellen bij de omzet uit groothandelsactiviteiten. Ten eerste geldt dat Vulcaan en NPK van Eck in de praktijk hoofdzakelijk tradingactiviteiten ontplooien bij concurrerende groothandelaren en coöperaties. Partijen zijn ook van mening dat optelling van de omzet uit tradingactiviteiten bij de omzet uit groothandelsactiviteiten tot dubbeltellingen zou leiden: dezelfde volumes worden dan op het groothandelsniveau eenmaal aan Vulcaan respectievelijk NPK van Eck én eenmaal aan de van hen afnemende coöperaties respectievelijk particuliere groothandelaren toegerekend. (iii)
Productie van kunstmeststoffen
41.
Partijen hebben erop gewezen dat de Europese Commissie in het verleden diverse
concentraties in de kunstmestsector op productieniveau heeft beoordeeld, waarbij zij zich heeft onthouden van een definitieve afbakening van de productiemarkten voor meststoffen, maar heeft
5
Een zelfde onderscheid wordt gehanteerd in talrijke beschikkingen van de Commissie inzake de staalgroothandel
("stockholding") business. Partijen verwijzen naar zaak IV/ M.760, Klöckner/ ARUS; zaak IV/ M.918, Klöckner/ ODS en IV/ ECSC.1244, Klöckner/ ODS en zaak COMP/ ECSC.1321, VEBA/ VIAG. 6
Bij trading activiteiten zullen de bruto-marges naar schatting van partijen tussen [0-10]% en [0-10]% liggen, bij
groothandelsactiviteiten tussen [0-10]% en [10-20]%.
8
Openbaar
Openbaar
aangegeven dat het mogelijk is dat enkelvoudige kunstmeststoffen en NPK’s als afzonderlijke productiemarkten moeten worden aangemerkt.7 42.
Partijen gaan ervan uit dat KAS/ MAS en NP meststoffen, NPK meststoffen en diverse
kunstmeststoffen als P, K, en kalkmeststoffen tot dezelfde productmarkt behoren, waarbij enkelvoudige kunstmeststoffen en NPK’s mogelijk als afzonderlijke markten moeten worden aangemerkt. Voor de beoordeling van de onderhavige concentratie maakt dit volgens partijen geen verschil, omdat geen sprake is van te onderzoeken markten. Beoordeling Kunstmest versus dierlijke mest 43.
In een eerder besluit 8 is in het midden gelaten of de (deel)markt voor meststoffen
opgedeeld dient te worden in aparte markten voor dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen. De meldende partijen in die zaak waren van mening dat dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen substituten vormen en voor hetzelfde doel worden gebruikt. In dit besluit werd aangegeven dat de prijs voor dierlijke mest in de voorgaande tijd was gedaald, terwijl de kwaliteit was gestegen. 44.
Volgens partijen is de markt voor dierlijke mest een concurrerende markt, waar partijen
niet aan deel kunnen nemen omdat er geen direct contact is met de eindgebruikersmarkt. Partijen kunnen niet met enige mate van precisie aangeven wat de omvang van deze markt is. Cijfers daarover zijn niet beschikbaar en partijen zelf hebben onvoldoende ervaring met deze markt om een schatting te kunnen maken. 45.
Een deel van de ondervraagde marktpartijen is van mening dat dierlijke mest inderdaad
een substituut vormt en dat groothandelaren in kunstmest hun prijzen niet verder zouden kunnen verhogen, omdat afnemers dan over zouden stappen naar dierlijke mest. Andere marktpartijen gaven echter aan dat eindafnemers niet snel zouden overstappen naar dierlijke mest en dat dit geen alternatief vormt. 46.
In het onderhavige geval kan in het midden worden gelaten of sprake is van één markt
voor dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen of van aparte markten voor dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen, omdat dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt (zie de punten 116 tot en met 142). Onderscheid groothandel, trading en productie 7
Beschikkingen van de Europese Commissie van 29 juli 1996, zaak IV/ M.308, Kali + Salz/ MDK/ Treuhand en van 25
oktober 1996, IV/ M.832, Norsk Hydro/ Enichem Agricoltura - Terni (II). 8
Besluit in zaak 2526/ ACM – Cavo Latuco, reeds aangehaald, punt 14.
9
Openbaar
Openbaar
47.
De drie door partijen onderscheiden markten voorraadhoudende groothandel in
kunstmeststoffen, niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen en productie van kunstmeststoffen zullen hieronder worden besproken. Het kan evenwel in het midden blijven of voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen en niet-voorraadhoudende tradingactiviteiten tot één markt behoren of aparte markten zijn, aangezien het voor de uiteindelijke beoordeling niet uitmaakt (zie de punten 116 tot en met 142). (i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen
Onderscheid enkelvoudige / samengestelde kunstmeststoffen 48.
Uit informatie van partijen komt naar voren dat het niet goed mogelijk is per meststof of
type kunstmest slechts één typische toepassing te geven. De toepassing van de producten hangt volgens hen in hoofdzaak af van de behoefte van het gewas, de grondsoort waarop de gewassen geteeld worden en traditionele gebruiken in bepaalde streken. Door marktpartijen wordt aangegeven dat verschillende soorten kunstmest door elkaar worden gebruikt, onafhankelijk van het soort gewas of bodem. 49.
Doordat alle op de markt actieve groothandelaren in meststoffen een volledig
assortiment voeren, ook de detailhandelaren in beginsel het volledige assortiment afnemen en bepaalde typen meststof niet slechts voor één type gebruik worden aangewend, is het aannemelijk dat bij de beoordeling van de markt op groothandelsniveau kan worden uitgegaan van een productmarkt die bestaat uit het volledige assortiment van kunstmeststoffen. 50.
Aangezien de positie van partijen voor de verschillende producten uit het assortiment
niet significant verschilt, zal de positie van partijen niet tot wezenlijk andere uitkomsten leiden indien van een nauwere productmarktafbakening wordt uitgegaan. In het onderhavige geval kan het derhalve in het midden worden gelaten of enkelvoudige en samengestelde kunstmeststoffen tot één markt behoren of aparte markten zijn. 9 Coöperatieve versus particuliere distributie 51.
Zoals in het bovenstaande is aangegeven, kan ten aanzien van groothandel in
kunstmeststoffen een onderscheid worden gemaakt tussen de coöperatieve en de particuliere distributie. De g.o. is actief op het gebied van de groothandel in het particuliere kanaal; zij levert met name aan particuliere detailhandelaren, die vervolgens weer voornamelijk leveren aan “ vrije” boeren en tuinders die niet zijn aangesloten bij een coöperatie.
9
Zie ook voetnoot 1.
10
Openbaar
Openbaar
52.
In eerdere NMa-besluiten is geen nader onderscheid gemaakt tussen het coöperatieve en
het particuliere kanaal.10 53.
Momenteel zijn de twee distributiekanalen grotendeels van elkaar gescheiden; er vindt
relatief weinig levering plaats van coöperaties naar particuliere detailhandelaren en van particuliere groothandelaren naar reco’s. De segmenten zijn evenwel niet volledig gescheiden. Op enige schaal, hoewel thans gering, vinden onderlinge leveringen plaats. De eindgebruikers hebben eveneens toegang tot beide marktsegmenten, i.e. de particuliere detailhandel en de coöperatieve handel. De detaillisten zijn het met partijen eens dat het assortiment van de particuliere detaillisten en de reco’s grosso modo gelijk is. Detaillisten hebben desgevraagd aangegeven dat circa 20 à 25% van hun afnemers, de eindgebruikers, zowel in het particuliere als het coöperatieve kanaal inkoopt. 54.
Zoals reeds gesteld in punt 35 hebben partijen aangegeven dat de prijsniveaus voor de
verschillende kunstmeststoffen in de coöperatieve en particuliere systemen op het niveau van de eindgebruiker ongeveer gelijk liggen. Detaillisten hebben aangegeven dat met name de prijs die door de producenten wordt gevraagd leidend is en voor het particuliere en coöperatieve kanaal gelijk is. Hierdoor verschillen de prijzen voor de eindgebruikers weinig tot niets, aldus marktpartijen. Door marktpartijen wordt derhalve bevestigd dat de prijzen in beide kanalen vrijwel gelijk liggen. 55.
Marktpartijen zijn van mening dat het particuliere en het coöperatieve kanaal in
onderlinge concurrentie staan. De particuliere groothandel zou, ook in geval van een heel hoog marktaandeel, de prijzen niet substantieel kunnen verhogen, in verband met de uitwijkmogelijkheden van detaillisten en van de eindafnemers. Marktpartijen wijzen erop dat circa 5-10% van de eindafnemers jaarlijks switcht van het ene naar het andere kanaal. Dit zou meestal zijn om de prijzen te vergelijken. Detaillisten geven aan dat de eindgebruikers zullen overstappen naar het coöperatieve kanaal bij prijsstijgingen van enkele procenten, bij levering van kunstmest van slechtere kwaliteit of bij te late levering. 56.
Het merendeel van de marktpartijen verwacht dat de onderlinge leveringen tussen het
particuliere en het coöperatieve kanaal zullen toenemen, met name wanneer de markt voor kunstmeststoffen verder inkrimpt. Tevens werd de verwachting uitgesproken door marktpartijen dat het coöperatieve kanaal zal groeien ten opzichte van het particuliere segment. Dit zou het gevolg zijn van het feit dat kleinere particuliere detaillisten in de toekomst hun bedrijf zullen beëindigen. De verwachting is dat in dat geval een deel van de eindgebruikers naar het coöperatieve segment overstapt.
10
Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 2526/ ACM – Cavo Latuco, reeds aangehaald.
11
Openbaar
Openbaar
57.
Als voorbeeld kan de reactie van een marktpartij dienen, die aangaf dat voor de
coöperaties en voor de particuliere groothandelaren de kunstmeststoffen van dezelfde producenten komen en dat de inkoopprijzen daarvan elkaar nauwelijks zullen ontlopen. Het betreft volgens deze marktpartij een bulkmarkt en deze bulkhandel in kunstmeststoffen is reeds helemaal uitgekleed. Op de inkoopprijzen voegt elk kanaal de kosten voor logistiek toe en dat zal elkaar nauwelijks ontlopen. Beide kanalen zouden zich geen prijsverschillen kunnen veroorloven. Wanneer in één van de beide kanalen de prijs “ een heel klein beetje” verhoogd zal worden dan zal dat naar verwachting niet veel effect hebben, omdat afnemers normaal gesproken of in het ene kanaal inkopen, of in het andere, en “ een boer zal niet voor een paar dubbeltjes weglopen” . Een verhoging van de prijzen door partijen met procenten zou onmogelijk zijn. Als een speler op de markt dat zou doen, dan heeft hij geen klanten meer, aldus deze marktpartij. 58.
Gelet op het bovenstaande zal in het onderhavige geval ten aanzien van de beoordeling
van de positie van partijen op het gebied van groothandel worden uitgegaan van een markt voor groothandelsactiviteiten met betrekking tot kunstmeststoffen, die zowel het coöperatieve als het particuliere segment omvat.11 (ii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen
59.
Gezien de argumenten van partijen met betrekking tot de andere commerciële functie
van tradingactiviteiten en het verschil in marktpartijen op de tradingmarkt in vergelijking met voorraadhoudende groothandel, is het mogelijk dat trading in kunstmeststoffen een van de markt voor voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen te onderscheiden markt is. Eén marktpartij heeft juist aangegeven dat zowel voorraadhoudende en niet-voorraadhoudende tradingactiviteiten door elkaar worden aangeboden en dat derhalve geen scherp onderscheid kan worden gemaakt. In de onderhavige zaak kan het evenwel in het midden blijven of groothandel in kunstmeststoffen en niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen aparte markten zijn, omdat dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt (zie de punten 139 en 141). (iii)
Productie van kunstmeststoffen
60.
Evenals in de besluiten van de Europese Commissie12, zal in de onderhavige zaak worden
uitgegaan van een aparte productmarkt voor de productie van kunstmeststoffen, aangezien op de markt geheel andere vragers en aanbieders optreden dan op de groothandelsmarkt(en).
11
Dit laat onverlet dat bij concentraties op het gebied van coöperaties een andere uitkomst mogelijk zou zijn.
12
Zie voetnoot 6.
12
Openbaar
Openbaar
61.
In de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of binnen de markt voor de
productie van kunstmeststoffen een nader onderscheid moet worden gemaakt naar soort kunstmest, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt (zie punt 140).
13
Openbaar
Openbaar
Rel evan t e geogr af isch e mar kt en (i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen
Opvattingen partijen 62.
Partijen zijn van oordeel dat de relevante geografische omvang van de markt voor
voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen thans Nederland, België en NoordwestDuitsland omvat. Hierbij voeren zij aan dat Van der Reijt en NPK Van Eck substantieel buiten Nederland actief zijn. Van der Reijt is één van de belangrijkste spelers op de groothandelsmarkt voor kunstmeststoffen in België en NPK Van Eck heeft in 2000 bijna de helft van haar omzet in België en Duitsland behaald, aldus partijen. 63.
Met betrekking tot nauwere, regionale, markten merken partijen op dat er geen
doorslaggevende aanwijzingen zijn voor het bestaan hiervan. Naast partijen die landelijk en, in het geval van Van Eck, tot over de landsgrenzen actief zijn, zijn in Nederland nog enkele kleinere groothandelaren actief. Deze groothandelaren zijn voornamelijk actief in het zuiden van Nederland. Dit is echter geen bepalende aanwijzing voor het bestaan van regionale markten, aldus partijen. 64.
Partijen wijzen er hierbij op dat de concurrentievoorwaarden in het gebied Nederland,
België en Noordwest-Duitsland homogeen zijn. De groothandelsprijzen vertonen in deze gebieden geen noemenswaardige verschillen en ook de overige leveringscondities zijn nationaal uniform, aldus partijen. Noch in het particuliere noch in het coöperatieve segment wordt met regionaal verschillende prijzen gewerkt. 65.
Voorts stellen partijen dat een substantiële hoeveelheid directe ontvangers13 (zie punt 74)
zonder belemmeringen (kan) afnemen van leveranciers in het hele land. Hierbij wijzen partijen erop dat een concurrerende groothandel tot ver buiten zijn vestigingsplaats kunstmeststoffen levert. Regionale prijsverhogingen door partijen zouden leiden tot substantieel verlies van afzet in de betreffende regio’s. Dit geldt volgens partijen voor alle regio’s in Nederland, omdat de spreiding van de directe ontvangers over de regio’s in Nederland redelijk gelijkmatig is verdeeld. 66.
Tevens merken partijen op dat de homogene concurrentievoorwaarden worden
gewaarborgd door de overlap tussen de gebieden binnen de radius van de loodsen van partijen enerzijds en van hun concurrenten anderzijds (het coöperatieve segment en andere particuliere groothandelaren).
13
Een direct ontvangende detailhandelaar heeft zelf capaciteit om kunstmeststoffen op te slaan.
14
Openbaar
Openbaar
67.
Partijen merken op dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van regelgeving voor
de verhandeling van kunstmeststoffen. Meststoffen die op de zogenaamde EG-meststoffenlijst worden geplaatst 14, kunnen in de gehele EG worden verhandeld en de transportkosten zijn niet dusdanig hoog dat er geen effectieve concurrentie tussen de groothandelaren in verschillende landen zou zijn, aldus partijen. 68.
Partijen geven aan dat er vooralsnog weinig buitenlandse groothandelaren actief zijn in
Nederland. Zij zijn echter van oordeel dat dit aan het veranderen is, aangezien in veel landen een sterke concentratie plaatsvindt in de verhandeling van allerlei agrarische producten, waaronder kunstmest. Tevens wijzen partijen op het toenemend belang van het internet voor de internationale handel, waardoor de geografische markt ruimer zal worden. 69.
Partijen geven aan dat de leveringen uit omringende landen aan detailhandelaren in
Nederland met name spelen in het grensgebied met België, omdat daar de gehanteerde prijzen in bepaalde periodes enkele Euro’s per ton lager liggen dan in Nederland. Dit speelt vooral in periodes van "direct verbruik" van het product (het groeiseizoen) gedurende welke er in de grote Belgische havens, Antwerpen, Gent en Brugge importproduct beschikbaar is. Partijen benadrukken dat slechts in uitzonderingsgevallen de prijzen lager liggen en als algemene regel de in België en Nederland gehanteerde prijzen op een gelijk niveau liggen. Daarnaast komen in Duitsland, met name in de havens in Bremen en Hamburg, veel kunstmeststoffen binnen. Als de prijzen in Nederland hoger zouden worden, dan wordt de radius vanuit Duitsland groter, aldus partijen. 70.
Volgens partijen is het volume waarop deze leveringen in het grensgebied betrekking
hebben moeilijk in te schatten en verschilt het per jaar sterk door het fluctuerende aanbod. De inschatting van partijen is dat jaarlijks 25 à 50 kton door buitenlandse groothandelaren in Nederland geleverd wordt. 71.
Partijen hebben prijslijsten overgelegd voor de groothandelsprijzen voor los product
Kalkamonsalpeter 27% van Moreels in België en van Vulcaan en NPK van Eck in Nederland. Uit een vergelijking van deze prijzen voor de periode augustus 1999 tot juli 2000 blijkt dat de prijzen vrijwel gelijk zijn en dat de prijsontwikkeling in Nederland en België gekenmerkt werd door eenzelfde tendens.
14
Partijen geven aan dat al hun meststofproducten op deze lijst staan.
15
Openbaar
Openbaar
Beoordeling 72.
In een eerder besluit 15 is in het midden gelaten of de (deel)markt voor kunstmeststoffen
regionaal of nationaal is. 73.
Voor niet-direct ontvangende detailhandel16 is de gemiddelde afstand van vervoer tussen
groothandel en detailhandel 30 à 40 km, waarbij de detailhandel vaak haar eigen transport regelt, aldus partijen. Partijen geven voorts aan dat de maximale afstand waarbinnen (incidenteel) levering van groothandel naar detailhandelaar in de praktijk in Nederland plaatsvindt 60 à 70 km is. Door partijen overgelegde overzichten van vestigingsplaatsen van de loodsen van partijen enerzijds en van hun concurrenten anderzijds (het coöperatieve segment en andere particuliere groothandelaren) bevestigen dat er sprake is van overlap tussen de gebieden binnen de radius van de loodsen van de diverse spelers op de markt. 74.
Daarnaast zijn er direct ontvangende detailhandelaren die zelf capaciteit hebben om
kunstmeststoffen op te slaan en die vanuit Nederland en andere Europese landen kunnen worden bevoorraad met binnenvaartschepen. Naar de inschatting van partijen nemen de direct ontvangende detaillisten circa [25-45]% af van de totale hoeveelheid kunstmest die aan de particuliere detailhandel wordt geleverd. Deze detailhandelaren zijn volgens partijen door alle groothandelaren te beleveren, ongeacht hun vestigingsplaats. 75.
Zowel partijen als andere groothandelaren zijn actief in heel Nederland. Ook Cebeco
vervult een ‘groothandelsfunctie’ voor de reco’s en is actief verspreid over Nederland. 76.
Volgens partijen zijn de concurrentievoorwaarden in het hele land homogeen en zijn de
prijs waarvoor en leveringscondities waaronder in Nederland de kunstmeststoffen worden aangeboden in het hele land hetzelfde. Dit is bevestigd door detaillisten. Een detaillist heeft daarbij aangegeven dat vroeger de prijzen per regio verschilden, maar dat deze nu al jaren in alle regio’s gelijk zijn. Hierbij geeft hij aan dat er een zekere prijsdruk uitgaat vanuit België die doorwerkt in de rest van het land. 77.
Van der Reijt en NPK van Eck leveren een substantieel volume vanuit Nederland naar *
België en Duitsland. [ ] . Door partijen is erop gewezen dat er geen noemenswaardige handelsbelemmeringen zijn. Zoals aangegeven in punt 71 komt uit informatie die is aangeleverd door partijen naar voren dat van augustus 1999 tot juli 2000 de groothandelsprijzen in Nederland en België gelijk waren.
15
Zie het besluit in zaak 2526/ ACM – Cavo Latuco, reeds aangehaald.
16
Niet direct-ontvangende detaillisten zijn detaillisten zonder eigen opslagcapaciteit.
*
Vertrouwelijke informatie, gewist voor publicatie.
16
Openbaar
Openbaar
78.
Marktpartijen hebben desgevraagd aangegeven dat de prijzen in Nederland, België en
Noordwest-Duitsland vrijwel gelijk zijn. Een paar marktpartijen stellen echter dat de prijzen in België iets lager liggen dan in Nederland, maar merken op dat de prijzen in België en Nederland naar elkaar toe bewegen. Een enkeling stelt dat in Duitsland de prijs een fractie lager ligt, vanwege de scherpe concurrentie in Duitsland, een ander stelt daarentegen dat de prijs een fractie hoger is, gezien de langere transportafstanden die in Duitsland worden afgelegd. De detaillisten gevestigd in de provincies die grenzen aan België en Duitsland hebben desgevraagd aangegeven dat als in Nederland de prijzen voor kunstmest omhoog zouden gaan, zij uit zullen en kunnen wijken naar België of Duitsland. Een detaillist gaf zelfs aan dat hij in dat geval zelf schepen uit Spanje of Polen kan kopen. Een ander stelt: “ Als het hier te gek wordt, komt er zeker concurrentie vanuit het buitenland” . Conclusie 79.
Gezien de specifieke omstandigheden van de onderhavige zaak, zoals de homogene
concurrentievoorwaarden, het feit dat de grotere marktspelers, waaronder partijen, in heel Nederland actief zijn, het feit dat naar schatting [25-45]% van het volume in het particuliere kanaal wordt afgenomen door direct ontvangende detaillisten en gelet op de overlap in leveringsgebieden, zal in de onderhavige zaak worden uitgegaan van een markt die ten minste nationaal is. Het feit dat Van der Reijt en NPK van Eck substantieel in België, respectievelijk Duitsland, actief zijn, dat er geen noemenswaardige handelsbelemmeringen zijn, dat de prijzen in Nederland en België vrijwel gelijk lijken te zijn en dat een groot deel van de detallisten zegt uit te wijken bij prijsverhogingen zou kunnen wijzen op een geografisch ruimere markt. Of in het onderhavige geval sprake is van een nationale markt voor de groothandel in kunstmeststoffen of dat deze markt een geografische dimensie heeft die Nederland en België of Nederland, België en Noordwest-Duitsland omvat, kan evenwel in het midden blijven, omdat het de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt. (ii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen
80.
Partijen stellen dat de relevante geografische markt voor niet-voorraadhoudende trading
in kunstmeststoffen ten minste West-Europa omvat, en vermoedelijk nog aanzienlijk ruimer is. Een en ander wordt onderstreept door het feit dat Nederlandse afnemers van traders binnen de gehele geografische zone afnemen. Enkele grote traders die volgens partijen aan Nederlandse afnemers leveren zijn: Interore (Brussel), CMF (Brussel), Chemag Agrar (Frankfurt), Witt Handel (Hamburg), Transammonia (New York; Europees verkoopkantoor te Breda) en Key Trade (omgeving Zürich).
17
Openbaar
Openbaar
81.
In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de markt voor niet-
voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen nationaal of ruimer dan nationaal is, omdat de uiteindelijke beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 139). (iii)
Productie van kunstmeststoffen
82.
Partijen gaan uit van een EER-wijde markt voor de productie van kunstmeststoffen. Zij
wijzen hierbij op beschikkingen van de Europese Commissie17 waar zij met betrekking tot de productie van kunstmeststoffen de relevante geografische markten in de meeste gevallen als tenminste EU-wijd, zo niet EER-wijd heeft aangemerkt. Hierbij verwijst de Commissie naar de hoeveelheid im- en export binnen de EER-landen en wijst zij op de afwezigheid van handelsbelemmeringen. 83.
In het onderhavige geval kan met partijen worden aangenomen dat de markt(en) ten
aanzien van productie van kunstmeststoffen in ieder geval ruimer zijn dan nationaal. Het kan in het onderhavige geval in het midden blijven of zij West-Europa, de EU of de EER omvat, omdat het de uiteindelijke beoordeling niet beïnvloedt (zie punt 140).
B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE Opvatting partijen (i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen
Marktvolumes en -aandelen 84.
Partijen geven aan dat het niet mogelijk is omzetgerelateerde marktaandelen te geven. In
het algemeen kan worden aangenomen dat marktaandelen gerelateerd aan omzetcijfers -als die bekend zóuden zijn- de marktaandelen gebaseerd op verhandelde volumes nauwelijks zullen ontlopen, aldus partijen. 85.
Partijen geven aan dat het totale volume van de markt voor de groothandel in
kunstmeststoffen in Nederland, België en Noordwest-Duitsland naar schatting 5.000 kton bedraagt. Op deze markt zou het marktaandeel van partijen circa [20-30]% bedragen. 86.
Het marktvolume in Nederland wordt door partijen geschat op circa 1.600 kton. Zij geven
daarbij aan dat volgens cijfers van de brancheorganisatie NKF de totale afzet van
17
Beschikkingen in zaak IV/ M.308, Kali + Salz/ MDK/ Treuhand en en IV/ M.832, Norsk Hydro/ Enichem Agricoltura - Terni
(II), beide reeds aangehaald.
18
Openbaar
Openbaar
kunstmeststoffen, exclusief kalkmeststoffen, in 2000 ruim 1.400 kton bedroeg. Aan dat cijfer moet volgens partijen naar schatting 100 kton worden toegevoegd in verband met directe importen door groothandelaren en leveringen in grensgebieden. Voorts moet naar schatting van partijen 100 kton worden toegevoegd terzake van leveringen van kalkmeststoffen. Deze behoren tot het gebruikelijke pakket kunstmeststoffen en zijn ook meegenomen in de eigen volumecijfers van partijen. Uitgaande van dit marktvolume bedraagt het marktaandeel van partijen in Nederland circa [30-40]%. Het marktaandeel van Cebeco bedraagt volgens partijen circa [4050]%. Daarnaast zijn Cehave/ Agerland, Van der Reijt, Van Iperen en Bouman actief ten aanzien van de groothandel met betrekking tot kunstmeststoffen in Nederland. Van Iperen en Bouman zijn tevens actief als detailhandelaren. Economische machtspositie van de g.o. 87.
Naar het oordeel van betrokken partijen zullen ze na de transactie geen economische
machtspositie bekleden op de markt voor groothandel in kunstmeststoffen. Samenvattend zijn de redenen hiervoor de volgende: (i) Partijen opereren als groothandelaren in kunstmeststoffen in een markt voor industriële bulkproducten met lage marges die afneemt in volume en toeneemt in geografische omvang. In deze markt is de concentratiegraad de afgelopen jaren gestaag toegenomen en die ontwikkeling zal zich in de toekomst voortzetten. (ii) Partijen ondervinden sterke concurrentie van het coöperatieve distributiesysteem. Partijen benadrukken de sterke positie van Cebeco. (iii) Volgens partijen zal de g.o. als gevolg van de specifieke marktomstandigheden en marktstructuur niet in staat zijn haar gedrag onafhankelijk van afnemers, eindgebruikers en concurrenten te bepalen. De g.o. kan zich niet onafhankelijk van haar afnemers opstellen omdat zij in hoge mate afhankelijk is van de particuliere detaillisten voor het behoud van haar omzet. Dit geldt volgens partijen temeer omdat de particuliere detaillisten uitwijkmogelijkheden hebben, zoals inkoop bij de coöperaties, invoer vanuit het buitenland, afname van groothandelaren in het zuiden van Nederland en directe afname van producenten. 88.
Door voortschrijdende en grensoverschrijdende concentratie in de markt voor de levering
van kunstmeststoffen aan de detailhandel zal op termijn van een ruimere geografische markt moeten worden uitgegaan, aldus partijen. (i)
Sterke positie Cebeco Groep
89.
Zoals reeds aangegeven zijn partijen van oordeel dat de particuliere en de coöperatieve
distributiesystemen niet hermetisch gesloten zijn. Zij geven aan dat er leveringen plaatsvinden van de particuliere groothandelaren aan reco’s en vice versa. Partijen zijn van oordeel dat de concurrentie die wordt ondervonden van de coöperatieve distributie belangrijker is dan de onderlinge concurrentie tussen de particuliere groothandelaren. 90.
Partijen geven aan dat de omzet van meststoffen al jaren een dalende trend vertoont.
Volgens partijen moet een onderneming in die omstandigheden om te kunnen overleven haar
19
Openbaar
Openbaar
relatieve marktpositie behouden of uitbreiden. Dat is echter niet voldoende, omdat de omzet in absolute zin terugloopt, maar de kosten nauwelijks. De onderneming moet de bedrijfsvoering derhalve rationaliseren. Verdere schaalvergroting is volgens partijen de enige manier om een substantiële rationalisatie van de kosten te bereiken. Verder behoort rationalisatie van transport en kantoorkosten tot de mogelijkheden. Partijen geven aan dat zij hun bedrijfsvoering de afgelopen jaren verregaand gerationaliseerd hebben.18 91.
Naar de mening van partijen heeft Cebeco ten aanzien van deze prijsbepalende factoren
een betere positie dan partijen afzonderlijk. De totale omzet in kunstmeststoffen van Cebeco is nagenoeg net zo groot als de gezamenlijke omzet van partijen. Dat houdt in dat Cebeco een schaalvoordeel heeft ten opzichte van partijen met betrekking tot de inkoop en de kosten van het logistieke apparaat. Dit is een reëel schaalvoordeel, aldus partijen. Ter verduidelijking geven partijen aan dat de inkoop van Cebeco ten behoeve van de regionale coöperaties centraal plaatsvindt. 92.
Daarnaast heeft Cebeco volgens partijen een belangrijke efficiencyvoorsprong met
betrekking tot de logistieke functies. Dit ziet ten eerste op de adviseringsactiviteiten. Aangezien de kleinhandel zich binnen het totale productenpakket veelal concentreert op één product -en dat zijn meestal niet de kunstmeststoffen- is begeleiding op groothandelsniveau nodig. Voor particuliere distributeurs wegen de kosten van het in dienst nemen van landbouwdeskundigen veel zwaarder op de balans, aldus partijen. 93.
De loodsen en opslagplaatsen en het verkoopapparaat van Cebeco worden volgens
partijen ook benut voor andere producten die coöperatief worden ingekocht.19 Loodsen die geschikt zijn voor onder andere gewasbeschermingsmiddelen en granen zijn tevens geschikt voor kunstmeststoffen. Andersom is dit niet het geval, aldus partijen. 94.
Voorts zijn partijen van mening dat deze schaalvoordelen van Cebeco ten opzichte van
partijen afzonderlijk worden versterkt doordat Cebeco een onderneming is op coöperatieve grondslag. De coöperatieve grondslag brengt volgens partijen in het algemeen een “ magere” en efficiënte bedrijfsvoering met zich mee. Dat wordt onder meer veroorzaakt doordat de winst van de coöperatie wordt uitgekeerd aan de leden naar rato van hun inkoop bij de coöperatie. Dit zorgt voor een “ natuurlijke” voorkeur van de leden-agrariërs voor inkoop bij de coöperatie. Daarnaast wordt het vermogen van de coöperatie voor een groot deel gevormd door eigen vermogen dat wordt opgebracht door de leden van de coöperaties. Dit betekent dat de kosten van het
18
Zo is NPK van Eck het resultaat van het samengaan van NPK en Van Eck in januari 1999.
19
Partijen geven aan dat Cebeco circa 15 à 20 grote multifunctionele loodsen heeft naast ongeveer 200 kleinere
opslagplaatsen.
20
Openbaar
Openbaar
aantrekken van kapitaal voor Cebeco lager liggen dan voor ondernemingen die niet op coöperatieve grondslag werken, aldus partijen. (ii)
Afhankelijkheid van g.o. van afnemers
95.
De afhankelijkheid van de g.o. van de particuliere detaillisten wordt volgens partijen
veroorzaakt doordat de particuliere en coöperatieve detaillisten een volledig assortiment van benodigdheden aan de eindgebruiker aanbieden. Het assortiment van de detailhandel bestaat in het algemeen uit kunstmeststoffen, gewasbescherming, zaaizaden, veevoer en overige artikelen. De eindgebruikers nemen in de overgrote meerderheid van de gevallen een assortiment van bedrijfsbenodigdheden af van de detaillisten, aldus partijen. 96.
Partijen geven aan dat kunstmeststoffen slechts een onderdeel vormen van het totale
assortiment dat de particuliere detaillist aanbiedt.20 De kunstmeststoffen dienen als een serviceartikel (in tegenstelling tot een margeartikel) te worden aangemerkt, aldus partijen. Partijen benadrukken dat in de praktijk eindgebruikers de voorkeur geven aan het afnemen van een volledig assortiment van dezelfde leverancier. Om die reden ligt verticale integratie van groothandelaren die uitsluitend kunstmeststoffen verkopen volgens partijen niet voor de hand.21 97.
Volgens partijen hebben de regionale coöperaties de capaciteit om binnen afzienbare tijd
aan een toenemende vraag te voldoen zonder aanvullende investeringen. Extra omzet kan volgens partijen worden ingekocht bij bestaande producenten (in ieder geval binnen afzienbare tijd) of op de spotmarkt. 98.
Een verschuiving van de particuliere afname naar de coöperatie past volgens partijen ook
bij de concentratie en expansie van de activiteiten van de coöperatie. Partijen zijn van mening dat ook voor Cebeco geldt dat in de huidige marktomstandigheden gezocht wordt naar mogelijkheden om de bedrijfsvoering te rationaliseren en omzet te behouden of te vergroten. 99.
Particuliere detaillisten kunnen volgens partijen ook afnemen van in het zuiden van
Nederland en in het buitenland gevestigde particuliere groothandelaren. In de grensgebieden komt dit reeds op kleine schaal voor. 100.
Voorts bestaat volgens partijen de mogelijkheid dat de detaillisten rechtstreeks van de
producenten -al dan niet via traders- afnemen. Daartoe zullen de detaillisten hun krachten moeten bundelen. Bij grotere afnemers is dit een reëel risico, aldus partijen.
20
Volgens partijen vormt kunstmest gemiddeld 10% van de totale omzet van de particuliere detaillisten.
21
Volgens partijen heeft deze ontwikkeling er daarentegen toe geleid dat Vulcaan in 1992 alle retailactiviteiten die zij
ontplooide, heeft afgestoten.
21
Openbaar
Openbaar
101.
In het licht van deze uitwijkmogelijkheden van de detaillisten kan naar de mening van
partijen niet worden geconcludeerd dat de g.o. een economische machtspositie bekleedt. Dit geldt ook indien de uitwijkmogelijkheden van de afnemers van de g.o. gering zouden zijn, en uitsluitend als “ lekken” zouden kunnen worden beschouwd. In het licht van de hierboven geschetste marktomstandigheden zijn dergelijke lekken, ook al zijn ze relatief gering in omvang, zeer significant voor de positie van de g.o., aldus partijen. 102.
Tot slot moet volgens partijen worden aangenomen dat indien van de g.o. een extra druk
op de marges van de particuliere detailhandel zou uitgaan, zulks zou leiden tot bedrijfssluitingen. De g.o. zou zichzelf daarmee regelrecht in de vingers snijden. Volgens partijen is het gebleken dat bij bedrijfssluitingen van particuliere detaillisten het marktaandeel veelal wordt opgeslokt door Cebeco.22 (iii)
Voortschrijdende en grensoverschrijdende concentratie
103.
Partijen zijn van oordeel dat het door verschuivingen in de markt aannemelijk is dat in de
toekomst uitgegaan moet worden van een ruimere geografische markt voor de groothandelsactiviteiten met betrekking tot kunstmeststoffen. Volgens partijen vindt in omringende landen, evenals in Nederland, een toenemende concentratie van de handel in kunstmeststoffen plaats. Gegeven de voortdurende inkrimping van de markt en het ontbreken van nationale drempels zal dit tot een toenemende internationale concentratie leiden. Het marktaandeel zal met het ruimer worden van de geografische markten derhalve op afzienbare termijn sterk afnemen, aldus partijen. Collectieve machtspositie van het particuliere en het coöperatieve segment 104.
Volgens partijen zijn margevervetting en stilzwijgende afstemming van prijzen tussen
coöperaties en groothandelaren om diverse redenen niet mogelijk. Partijen zijn van oordeel dat van het ontstaan van een collectieve machtspositie slechts sprake kan zijn indien de marktstructuur stilzwijgende afstemming van de prijzen tussen de grootste marktpartijen in de hand werkt, met name doordat "cheating" door een oligopolist onmiddellijk en doeltreffend door de andere leden van het oligopolie kan en zal worden afgestraft. Volgens partijen is dit in het onderhavige geval niet aan de orde. 105.
Partijen wijzen er ter motivering op dat de bedrijfsfilosofieën en de kostenstructuren van
de coöperaties enerzijds, en de particuliere groothandelaren anderzijds, dermate verschillend zijn dat stilzwijgende afstemming van prijzen niet mogelijk is. Daarbij speelt onder meer een rol dat de coöperaties verticaal geïntegreerd zijn, alsmede dat de coöperaties multi22
Voorbeelden uit het recente verleden, aldus partijen, zijn DMC te Deventer, Van Kessel te Oirschot, Fokkens te
Siddeburen, Van de Baan te Middelharnis, De Vlaming te Strijen, Zungo te Uden, ABW te Burgerveen en Van de Brink te Wichmond.
22
Openbaar
Openbaar
productondernemingen zijn (zaaigoed, veevoer, gewasbeschermingsmiddelen e.d.), terwijl de particuliere groothandelaren in kunstmeststoffen zich uitsluitend op kunstmeststoffen toeleggen. Banden tussen de coöperaties en de particuliere groothandel bestaan niet, aldus partijen. 106.
Daarnaast wijzen partijen erop dat binnen de krimpende markt wordt gevochten om
marktaandeel tussen de coöperatieve sector en de particuliere ondernemingen. Dit komt onder meer tot uiting bij overnames van particuliere detailhandelaren door coöperaties, aldus partijen. 107.
Partijen geven ook aan dat er geen sprake is van significante toegangsbarrières. Meer in
het bijzonder zijn er geen significante barrières voor bestaande kleinere marktpartijen om hun marktaandeel sterk uit te breiden, indien sprake zou blijken te zijn van onvoldoende concurrentie tussen de grotere particuliere groothandelaren en de coöperatieve sector. Volgens partijen speelt de aanwezigheid van grote traders op de upstream markt in dat verband ook een significante rol, alsook het gegeven dat grotere detaillisten – in het bijzonder de direct ontvangende detaillisten – al dan niet door tussenkomst van traders rechtstreeks bij de industrie kunnen inkopen. Anders gezegd: de particuliere groothandel heeft niet alleen te maken met de concurrentie van het coöperatieve segment, maar moet de eigen positie telkens opnieuw waarmaken als tussenschakel tussen de industrie, traders en de detailhandel, aldus partijen. (ii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen
108.
Volgens partijen is de omvang van de markt voor trading in kunstmeststoffen niet
bekend. Wel geven partijen aan dat een zeer conservatieve schatting van de totale omzet van traders in West-Europa ten minste 10.000 kton beloopt. Deze schatting is ontleend aan het feit dat groothandelaren een aanzienlijk deel van hun behoefte via traders plegen in te kopen, alsmede aan het gegeven dat de relevante geografische markt voor tradingactiviteiten zonder meer ruimer is dan de relevante geografische markt voor groothandelsactiviteiten. 109.
De afzet van partijen ten aanzien van trading bedraagt circa [50-100] kton. Ter vergelijking
geven partijen de volgende cijfers aan: Transammonia boekte in 2000 wereldwijd een afzet van circa 15.000 kton, CMF tussen 2.000 en 2.500 kton, Witt Handel naar schatting 1.500 kton, Key Trade naar schatting 2.000 kton. Bij deze omzetcijfers vallen die van Vulcaan en NPK van Eck in het niet, aldus partijen. 110.
Volgens partijen zijn de geschatte marktaandelen van Vulcaan en NPK Van Eck voor
tradingactiviteiten in kunstmeststoffen in Nederland voor Vulcaan [0-10]% en voor NPK van Eck [0-10]%. 111.
Gelet op het bovenstaande zijn partijen van oordeel dat er ten aanzien van trading in
kunstmeststoffen geen economische machtspositie zal ontstaan.
23
Openbaar
Openbaar
(iii)
Productie van kunstmeststoffen
112.
Zoals aangegeven in punt 4 zijn DSM Agro en Moreels actief op de markt voor de
productie van kunstmeststoffen. 113.
Partijen geven aan dat de omvang van de totale markt voor de productie van
kunstmeststoffen (productiejaar 1999/ 2000) in West Europa circa 47 miljoen ton bedroeg, met een waarde van NLG 14 miljard.23 114.
Het marktaandeel van partijen op een West-Europese markt, een EU-markt of een EER-
markt voor de productie van chemische kunstmeststoffen voor 2000 bedraagt volgens partijen minder dan 15%. Indien de situatie in West-Europa met betrekking tot enkelvoudige Nmeststoffen beoordeeld wordt, correspondeert de omzet van DSM Agro met een marktaandeel van [0-10]%. Voor wat betreft NPK’s heeft DSM Agro een marktaandeel in West-Europa van ruim [0-10]%; voor NP’s correspondeert de omzet van DSM Agro met een marktaandeel van [0-10]%. Moreels behaalt een marktaandeel van circa [0-10]% in West-Europa. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 115.
Gegeven de marktaandelen van partijen op de markt(en) voor de productie van
kunstmeststoffen in een West-Europees marktsegment zijn partijen van mening dat ten aanzien van productie van kunstmeststoffen geen economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt.
Beoordeling (i)
Voorraadhoudende groothandel in kunstmeststoffen
116. Indien wordt uitgegaan van een markt voor groothandel in kunstmeststoffen die zowel dierlijke mest als kunstmeststoffen omvat, zal het marktaandeel van de g.o. aanzienlijk lager liggen dan het marktaandeel ten aanzien van de groothandel in kunstmeststoffen (zie de punten 117 tot 119), omdat partijen niet actief zijn ten aanzien van de levering van dierlijke mest.24 In dat
23
Alle cijfers zijn ontleend aan statistieken van de European Fertilizer Manufacturers Association (“EFMA”.) EFMA
aangesloten kunstmestproducenten omvatten: DSM Agro BV, Adubos de Portugal SA, Agrolinz Melamin GmbH, BASF AG, Chemical Industries of Northern Greece SA, Fertiberia SA, Grande Paroisse SA, Irish Fertilizer Industries Ltd, Kemira Agro Oy, en Norsk Hydro AS. 24
In Europa betreft volgens EFMA ongeveer de helft van de totale gebruikte mest, dierlijke mest. De meldende partijen in
de zaak 2526/ ACM – Cavo Latuco gaven aan dat dit in Nederland ongeveer een derde van het totale volume is.
24
Openbaar
Openbaar
geval zal de onderhavige transactie in ieder geval niet leiden tot het ontstaan van een economische machtspositie. 117. Indien wordt uitgegaan van een markt voor groothandel in kunstmeststoffen die Nederland, België en Noordwest-Duitsland omvat, dan bedraagt het marktaandeel volgens opgave van partijen circa [20-30]%. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. 118. Indien wordt uitgegaan van een markt voor groothandel in kunstmeststoffen die Nederland en België omvat, dan bedraagt het marktaandeel volgens opgave van partijen circa [3040]%. Er is geen reden aan de opgave van partijen te twijfelen. 119. Indien wordt uitgegaan van een Nederlandse markt voor de groothandel in kunstmeststoffen dan bedraagt het totale marktvolume, inclusief kalkmeststoffen en importen, volgens partijen circa 1.600 kton. De (orde van) grootte van het totale marktvolume wordt bevestigd door marktpartijen. Uitgaande van dit marktvolume bedraagt het marktaandeel van de g.o. ten aanzien van de groothandel in kunstmeststoffen in Nederland circa [30-40]%. Schattingen van enkele marktpartijen zijn in dezelfde orde van grootte. Partijen verwerven op deze markt derhalve een sterke positie. Er is evenwel een aantal factoren dat de sterke positie kan relativeren. Positie Cebeco 120. Allereerst kan worden gewezen op de sterke positie van Cebeco. Het totale volume dat Cebeco in Nederland verhandelt, is ongeveer even groot als dat van partijen. Volgens opgave van partijen zou het marktaandeel van Cebeco circa [40-50]% bedragen. Op het groothandelsniveau waarop partijen actief zijn, opereert Cebeco feitelijk als één organisatie. De inkoop van kunstmeststoffen vindt centraal plaats en wordt vanuit deze centrale inkoop doorgeleverd aan de verschillende reco’s (en eventuele andere afnemers). Cebeco heeft bevestigd dat zij wat betreft deze activiteiten gezien kan worden als één onderneming. Door marktpartijen is bevestigd dat partijen en Cebeco ongeveer even grote concurrenten worden. 121. Voorts wordt de verwachting uitgesproken dat de positie van Cebeco sterker zal worden ten opzichte van die van partijen, onder meer als gevolg van het feit dat kleinere detailhandelaren er mee op houden, waarna (een deel van) hun omzet naar Cebeco zal gaan. Volgens de meeste particuliere detaillisten wordt, indien bedrijfssluitingen zouden voorkomen, het marktaandeel algemeen overgenomen door collega detaillisten in de buurt. Overname van (een deel van) het marktaandeel door de coöperatieve detailhandel wordt evenwel beschouwd als een mogelijkheid. Door partijen zijn diverse voorbeelden verstrekt waarbij particuliere detaillisten die hun bedrijf beëindigd hebben, zijn overgenomen door coöperaties, die dan ook het merendeel van de omzet overnamen. Dit zou een extra reden zijn voor partijen om detallisten niet te veel kwijt te raken en dus niet prijzen substantieel te verhogen. Door marktpartijen wordt bevestigd dat de coöperaties voldoende capaciteit hebben om extra vraag op te vangen.
25
Openbaar
Openbaar
122. Door een marktpartij wordt in dit verband opgemerkt: “ het effect op de markt na de concentratie zal naar onze mening niet groot zijn. Immers, het was niet de strijd tussen deze ondernemingen (in casu partijen) maar het is juist de strijd tussen de coöperatie en de particuliere markt die voor een gedeelte de prijs “ op de boer” bepaalt” . Wederzijdse afhankelijkheid groothandel-detailhandel 123. Zoals in het bovenstaande is aangegeven, hebben partijen er op gewezen dat de g.o. voor het realiseren van haar omzet volledig afhankelijk zal zijn van de particuliere detaillisten, evenals thans het geval is. Aan de andere kant is de levensvatbaarheid van de detailhandel weer rechtstreeks afhankelijk van een goede, betaalbare logistieke ondersteuning. 124. Partijen hebben erop gewezen dat de g.o. juist door bundeling van de logistieke faciliteiten in staat is om, ondanks een forse sanering van loodsfaciliteiten, de detailhandel een landelijk dekkend netwerk van loodsen beschikbaar te blijven stellen waarmee de detailhandel in staat blijft om op eindgebruikerniveau een alternatief voor de coöperatie te bieden. Partijen hebben aangegeven dat directe levering haaks op hun bedrijfsfilosofie staat. Zij wijzen daarbij onder meer op de afstoting in het (recente) verleden van detailhandelsactiviteiten. 125. De wederzijdse afhankelijkheid tussen de groothandelaren en particuliere detaillisten wordt door de particuliere detaillisten onderschreven. Zij geven aan dat de groothandel zeer afhankelijk is van de detaillist, omdat zij deze nodig heeft om het product op de markt aan te bieden. Partijen zouden niet in staat zijn en niet de middelen hebben om rendabel zelf rechtstreeks aan eindafnemers te leveren. Dit komt volgens marktpartijen vooral door het feit dat zij de mankracht niet hebben en tevens niet beschikken over het zeer belangrijke adviserings- en voorlichtingsapparaat. Marktpartijen wijzen erop dat de groothandelaren zich door deze afhankelijkheid niet onafhankelijk van hun afnemers, de detaillisten, kunnen opstellen. Concurrentiedruk via eindafnemers 126. In het bovenstaande is reeds gewezen op het feit dat marktpartijen hebben aangegeven dat partijen hun prijzen niet substantieel zouden kunnen verhogen in verband met de uitwijkmogelijkheden van de eindafnemers. Zoals aangegeven switcht naar schatting circa 5-10% van de eindafnemers jaarlijks van het ene naar het andere kanaal en zou een aanzienlijk deel (tot 25%) van de afnemers zowel in het coöperatieve als in het particuliere kanaal afnemen. Dit zou meestal zijn om de prijzen te vergelijken. De eindafnemers zijn professionele gebruikers, die prijsbewust en prijsgevoelig zouden zijn. Concurrentiedruk buitenland 127. Indien wordt uitgegaan van een Nederlandse markt voor de groothandel in kunstmeststoffen, dan dient bij de beoordeling wel rekening te worden gehouden met een bepaalde mate van concurrentiedruk vanuit het buitenland, met name in de grensgebieden met België en Duitsland. Zoals in het bovenstaande is uiteengezet, is een deel van de detaillisten van
26
Openbaar
Openbaar
mening dat zij bij prijsstijgingen in Nederland een reële uitwijkmogelijkheid hebben naar het buitenland, met name België. Dit geldt vanzelfsprekend het sterkst in het zuiden en oosten van het land. Een enkele Belgische groothandelaar zou volgens een marktpartij al actief zijn in Nederland. Het feit dat klanten aan de grenzen overstappen naar Duitsland of België zou volgens een andere marktpartij doorwerken in het hele land. Prijsdalingen in het buitenland zouden ook nu al effect hebben op de prijs in Nederland. Tevens werd de verwachting uitgesproken dat verdere internationalisering zal plaatsvinden. Deze concurrentiedruk relativeert de sterke positie van partijen op de nauwst mogelijke markt. Concurrentiedruk dierlijke mest 128. Indien wordt uitgegaan van een Nederlandse markt voor de groothandel in kunstmeststoffen, dan dient bij de beoordeling wel rekening te worden gehouden met een bepaalde mate van concurrentiedruk van dierlijke mest. Een deel van de marktpartijen gaf aan dat dierlijke mest een reëel alternatief is voor kunstmest. In het besluit in zaak 2526/ ACM - Cavo Latuco25 is aangegeven dat de prijs voor dierlijke mest in de voorgaande jaren is gedaald, terwijl de kwaliteit is gestegen (zie punt 43). Ook deze concurrentiedruk relativeert de sterke positie van partijen op de nauwst mogelijke markt. Directe afname van producenten 129. Zoals aangegeven in punt 100 hebben partijen erop gewezen dat er voor de detaillisten een uitwijkmogelijkheid bestaat in de vorm van rechtstreekse afname van kunstmeststoffen van de producenten. De particuliere detaillisten zien dit bij de huidige marktomstandigheden overigens doorgaans niet als een reële uitwijkmogelijkheid. Een detaillist geeft aan dat producenten in Nederland alleen aan groothandelaren leveren; een andere detaillist beschouwt het niet als een mogelijkheid omdat fabrikanten en detaillisten niet over het nodige logistiek apparaat beschikken. Volgens detaillisten vindt thans evenwel een beperkte afname plaats vanaf de producenten. De verwachting (van de detaillisten) is dat dit op dezelfde voet wordt voortgezet. Partijen hebben een voorbeeld gegeven van een marktspeler die rechtstreekse afname heeft overwogen, maar hiervan heeft afgezien vanwege de geringe prijsverschillen. Zij hebben erop gewezen dat bij een beperkte prijsverhoging deze uitwijkmogelijkheden mogelijk verder zouden worden benut. Traders zouden hierbij een bemiddelende rol kunnen spelen. Schaal- en toetredingsvereisten 130.
De groothandel in kunstmeststoffen wordt niet gekenmerkt door hoge schaal- en
toetredingsvereisten. Partijen hebben aangegeven dat de kosten van het logistieke apparaat normaal in overeenstemming zijn met de verwachte afzetvolumes en de marktmogelijkheden van het moment. Dat geldt met name indien een groothandel slechts regionaal actief wil zijn, in een gebied met relatief veel afnemers. Van der Reijt is een voorbeeld van een dergelijke groothandel.
25
Reeds aangehaald.
27
Openbaar
Openbaar
Wanneer een groothandel niet alleen het kale product wil leveren, maar ook deskundig advies, zal een zekere schaalgrootte wel van belang zijn. 131.
Volgens informatie van partijen bedragen de kosten van opslagfaciliteiten, uitgaande van
bestaande loodsen, voor het inrichten van een loods voor de handeling van circa 10 kton product ongeveer EUR 1,4 miljoen. De kosten van het kopen of huren van grond en het bouwen van loodsen variëren en zijn sterk afhankelijk van de locatie en gemeente waar men zich wil vestigen. Ruw geschat komt dit ook nog eens op EUR 2,3 miljoen, aldus partijen. Bij NPK van Eck vertegenwoordigen de kosten van de opslagfaciliteiten ongeveer [25-45]% van de totale overheadkosten van het bedrijf. Bij Vulcaan ligt dit in dezelfde orde van grootte. 132.
Toetreding zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden door grotere detaillisten die voor een
deel ook een groothandelsfunctie zouden kunnen gaan vervullen. Voorbeelden van een dergelijke ontwikkeling zijn Bouman en Van Iperen die traditioneel als detailhandelaar actief waren en nu deels ook groothandelsactiviteiten verrichten. Hierbij dient wel te worden aangetekend dat zij niet rechtstreeks afnemen van producenten. Nieuwe toetreders zouden zich voor hun product gedeeltelijk kunnen laten bedienen door traders. Marktontwikkelingen 133. De industrie verwacht een verdere teruggang van de kunstmestbehoefte in de nabije toekomst. Recente cijfers van EFMA26 gaan uit van een teruggang van 20% voor de komende 6 tot 8 jaar.27 134.
Marktpartijen onderschrijven de zienswijze van partijen dat de kunstmestmarkt een
“ krimpmarkt” is. De verwachting is dat deze trend zal voortduren. Naar schatting van de particuliere detaillisten zal het marktvolume jaarlijks met 3-5% dalen. Volgens een detaillist zullen er meer tonnen door een loods moeten “ lopen” om bestaande locaties rendabel te houden. Een andere detaillist is van mening dat zowel de groothandel als de detailhandel zich moet verenigen om kosten betaalbaar te houden vanwege de algemene volumedaling in de kunstmeststoffenmarkt. Door een marktpartij werd naar voren gebracht dat in zijn algemeenheid alle marktpartijen groter zullen worden: fabrikanten, groothandelaren, coöperaties, detaillisten en boeren. Door het krimpen van de markt is de meeste spelers in de markt er veel aan gelegen om zo veel mogelijk omzet te behouden. Dit beperkt de mogelijkheden voor partijen om zich onafhankelijk te gedragen. Voordelen en reactie marktpartijen
26
Zie voetnoot 21.
27
[ ] Vertrouwelijke informatie, gewist voor publicatie.
28
Openbaar
Openbaar
135.
Marktpartijen hebben aangegeven dat zij de noodzaak van de transactie inzien als gevolg
van de krimpende markt en de verdere concentratie bij producenten. Particuliere detaillisten zijn doorgaans positief over de voorgenomen transactie. Zij verwachten dat kunstmeststoffen meer concurrerend aangeboden zullen worden want “ door concentratie van omzet kan scherper bij de fabrikanten worden ingekocht.” De verwachting is dat de toenemende kosten door het grotere tonnage beter gedragen zullen worden en de vaste kosten per ton zullen afnemen, hetgeen gunstiger is voor de prijs. Ook van de zijde van concurrenten is aangegeven dat de onderhavige transactie naar verwachting zal leiden tot lagere prijzen en meer concurrentie. 136.
Marktpartijen hebben aangegeven dat zij geen negatieve gevolgen voor de mededinging
verwachten als gevolg van de onderhavige concentratie. Een detaillist stelt het als volgt: “ bieden zij (de g.o.) hun producten niet marktconform aan, dan zal er ook niets verkocht worden.” Collectieve machtspositie 137.
Als gevolg van de concentratie komen er ten aanzien van de groothandel in
kunstmeststoffen twee grote spelers op de markt, te weten Cebeco en de g.o. Het ontstaan van een collectieve machtspositie lijkt in het onderhavige geval evenwel niet aannemelijk. Allereerst is er sprake van twee distributiekanalen die volledig anders zijn georganiseerd. De regionale coöperaties zijn verticaal geïntegreerd. De groothandelsfunctie wordt primair binnen de eigen organisatie uitgevoerd. Partijen zijn daarentegen alleen als groothandelaar actief en leveren primair aan detailhandelaren. Voorts zijn de coöperaties niet alleen actief ten aanzien van kunstmeststoffen, maar tevens op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, zaaizaad en pootgoed, mengvoeders en granen. Ook zijn coöperaties in tegenstelling tot partijen niet alleen actief ten aanzien van kunstmeststoffen, maar ook ten aanzien van dierlijke mest. De verschillen in organisatie, doelstelling en productvoering kunnen ertoe leiden dat andere bedrijfsstrategieën en kostenstructuren bestaan. Er zijn geen bewijzen van banden tussen partijen en de coöperaties. Er is in het onderhavige geval geen sprake van een stabiele markt. Zoals aangegeven is sprake van een krimpende markt, waarin spelers proberen zoveel mogelijk hun marktpositie te behouden. In de afgelopen jaren heeft het marktvolume binnen de algemene tendens van afnemende volumes gefluctueerd. Verder lijken er geen onoverkomelijke toetredingsbelemmeringen te bestaan en evenmin zijn er belemmeringen voor bestaande kleinere spelers om hun activiteiten In Nederland uit te breiden. Voorts kan nog worden geconstateerd dat er op het groothandelsniveau geen inzicht bestaat wat betreft de prijzen die door de coöperaties intern worden gerekend. Dit beperkt de transparantie van de markt op groothandelsniveau. Conclusie 138.
Gelet op de sterke positie van Cebeco; de wederzijdse afhankelijkheid van groot- en
detailhandelaren; de concurrentiedruk via eindafnemers, de concurrentiedruk vanuit het buitenland en de concurrentiedruk van dierlijke mest; de mogelijkheden voor directe afname van producenten in samenwerking met traders; de toetredingsmogelijkheden; de marktontwikkelingen
29
Openbaar
Openbaar
en de reacties van marktpartijen, is er, ondanks de sterke positie die partijen verwerven ten aanzien van groothandel in kunstmeststoffen in Nederland, geen reden om aan te nemen dat de onderhavige concentratie zal leiden tot het ontstaan of versterken van een economische machtspositie op de markt voor groothandel in (kunst)meststoffen. (ii)
Niet-voorraadhoudende trading in kunstmeststoffen
139.
Het gezamenlijke marktaandeel van partijen in Europa op het gebied van trading is
marginaal. In Nederland bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen naar schatting circa [0-10]%. Gelet op deze marktaandelen is het niet aannemelijk dat een economische machtspositie op de markt voor trading zal ontstaan of worden versterkt. (iii)
Productie van kunstmeststoffen
140.
Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de mogelijk te onderscheiden markten
voor de productie van kunstmeststoffen in West-Europa, de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte bedraagt minder dan 15%. Gelet op deze marktaandelen is het niet aannemelijk dat een economische machtspositie op de markt(en) voor de productie van kunstmeststoffen zal ontstaan of worden versterkt. Trading en groothandel 141.
Indien wordt uitgegaan van een markt die groothandel en trading omvat, dan is het
gezamenlijke marktaandeel van partijen aanzienlijk lager dan wanneer alleen naar groothandel wordt gekeken, omdat het marktaandeel van partijen ten aanzien van trading relatief beperkt is (zie punt 139). Gelet hierop is het niet aannemelijk dat een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt op een eventuele markt voor groothandel en trading in kunstmeststoffen. Verticale relatie 142.
Er is sprake van een verticale relatie tussen DSM, die actief is op het gebied van
productie van kunstmeststoffen, en de g.o. die actief wordt ten aanzien van de groothandel in kunstmeststoffen. Gelet op het feit dat DSM ten aanzien van de productie in West-Europa een marktaandeel heeft van minder dan 15% en het feit dat op het gebied van de groothandel naast partijen nog diverse andere partijen actief zijn en geen machtspositie zal ontstaan, zal de onderhavige concentratie niet leiden tot marktafsluitingseffecten, die tot gevolg hebben dat een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt.
30
Openbaar
Openbaar
VII.
CONCLUSIE
143.
Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 144.
Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse
mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 17 januari 2002
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze:
w.g. Mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.
31
Openbaar