Begroting 2015 Aanbiedingsbrief met programmabegroting versie Raad
2
PROGRAMMABEGROTING 2015
pro g gram mabe groting g 2015 Programmabegroting 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
3
4
PROGRAMMABEGROTING 2015
Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Beleid voor de komende jaren
10
3 Het programmaplan
20
programma 0: Bestuur programma 1: Belastingen programma 2: Openbare orde en veiligheid programma 3: Buitenruimte – grijs programma 4: Buitenruimte - groen programma 5: Economische zaken programma 6: Werk en inkomen programma 7: Volkshuisvesting programma 8: Ruimtelijke ordening programma 9: Milieu programma 10: Grondexploitaties programma 11: Onderwijs programma 12: Sociale infrastructuur programma 13: Cultuur programma 14: Sport en recreatie programma 15: Financiën
Paragrafen A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing B. Onderhoud kapitaalgoederen C. Financiering D. Bedrijfsvoering E. Verbonden partijen F. Grondbeleid G. Lokale heffingen H. Interbesturlijk Toezicht
PROGRAMMABEGROTING 2015
8
20 26 30 36 42 47 52 60 64 68 73 77 83 90 94 98
105 106 108 114 124 130 154 162
4 Financiële begroting
165
5. Vaststelling
179
5
6
PROGRAMMABEGROTING 2015
In leiding Inleiding
PROGRAMMABEGROTING 2015
7
1. Inleiding In deze inleiding geven we een korte weergave van de doelstelling van de programmabegroting, hoe deze is samengesteld en een toelichting op de vernieuwingen die in deze begroting zijn verwerkt.
1.1. De programmabegroting Sinds 2004 hebben we een programmabegroting. De opzet (duale begroting) staat voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. De duale begroting kent een programmabegroting en een productenraming. Ieder jaar passen we de begroting aan op basis van landelijke voorschriften. Ook zorgen we ervoor dat we de cijfers en procedures steeds overzichtelijker maken. We hebben de programmabegroting verbeterd door: • doelstellingen en prestaties helderer en concreter aan te geven; • meer cijfermatige onderbouwingen op te nemen. Jaarlijks ontvangen wij van de provincie, in het kader van het financieel toezicht, een begrotingscirculaire. In de circulaire worden, naast de gebruikelijke criteria om te voldoen aan het repressief toezicht, onderwerpen genoemd die bijzondere aandacht verdienen. De begrotingscirculaire 2015-2018 is als notificatie geplaatst op de LIS van de raad van 28 februari 2014. De voornaamste onderwerpen die bijzondere aandacht vragen zijn: • Naast een overzicht van Incidentele baten en lasten moet een overzicht van de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves gepresenteerd worden (in programma’s en hoofdstuk 4); • Voor het onderhoud van kapitaalgoederen (wegen, riolering, water, groen en gebouwen) moet het actuele beleidskader, het van toepassing zijnde kwaliteitsniveau en de financiële consequenties van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau in de begroting worden aangegeven (in paragraaf B). Bovenstaande onderwerpen zijn opgenomen in deze begroting.
1.2. Hoe is de programmabegroting opgebouwd? De programmabegroting is opgebouwd uit programma’s en paragrafen. De programma’s geven informatie per ‘beleidsveld’, de paragrafen geven informatie over de gemeente in zijn geheel en geven diverse dwarsdoorsneden door de programma’s heen. In hoofdstuk 3 wordt de indeling van de programma’s toegelicht. De paragrafen zijn verplicht voorgeschreven door de wetgever. Ze zijn bedoeld om de raad een beleidsmatig inzicht te geven in beheersmatige zaken. Via de paragrafen stelt de raad de beleidskaders voor de diverse onderdelen van de financiele functie. De begrotingsbijlagen zijn in een afzonderlijk boekwerk opgenomen..
1. 3. Wat staat er in de programma’s? In elk programma geven we, naast een omschrijving van de inhoud, antwoord op de drie zogenoemde W-vragen: • wat willen wij bereiken? • wat gaan wij daarvoor doen? • wat mag het kosten?
8
PROGRAMMABEGROTING 2015
Bij de eerste W-vraag geven we aan welk maatschappelijk effect (of algemene beleidsdoelstelling) wij met het betreffende programma voor de gemeente willen bereiken. Dit is het domein van de raad. Waar mogelijk hebben we gebruik gemaakt van indicatoren die informatie geven over te bereiken effecten. Dit is weergegeven in de linkerkolom van de doelenboom (doelen). Bij de tweede W-vraag benoemen we de specifieke prestaties die in het begrotingsjaar worden geleverd en die bijdragen aan de doelstellingen. Deze hebben we zo geformuleerd dat de raad kan controleren, tussentijds of via het jaarverslag, of het college de afgesproken prestaties heeft geleverd. Prestaties die wij meetbaar konden maken, hebben we opgenomen in de tabel met prestatie-indicatoren, die in ieder programma is opgenomen. Dit is weergegeven in de rechterkolom van de doelenboom (prestaties). De doelenboom is zorgvuldig beoordeeld op politieke actualiteit. De leesbaarheid is vergroot door een groot aantal prestaties die feitelijk ‘going concern’ zijn niet meer op te nemen om gerichtere stuurinformatie aan de raad te verstrekken en de andere doelen helderder en concreter te formuleren. Bij de derde W-vraag stelt de raad de voor het programma benodigde financiële middelen vast/ beschikbaar. De lasten en baten per programma specificeren we globaal. Ook hebben we een analyse op hoofdlijnen gemaakt waarin het verschil in raming van het begrotingsjaar met de raming van het voorgaande begrotingsjaar en relevante bezuinigingsmaatregelen te vinden zijn. De effect- en prestatie-indicatoren zijn vooral gebaseerd op informatie uit bewonersenquêtes, landelijke vergelijkingsbronnen zoals ‘Waarstaatjegemeente’ en interne bronnen.
1.4. Paragrafen Een belangrijk element in de duale begroting zijn de paragrafen. Deze geven een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Veel van de paragrafen zijn hierdoor een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjaren)begroting. De paragrafen vormen de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering van het beleid (en de begroting). De raad heeft hiermee instrumenten in handen om: 1. de beleidslijnen van de diverse onderdelen van de financiële functie vast te stellen; 2. de hoofdlijnen van de uitvoering te controleren. De mate waarin onderwerpen zowel in een paragraaf als in een programma terug komen, hangt onder meer af van het politieke gewicht dat het onderwerp heeft in het programma. Met de invoering van de wet Revitalisering Generiek Toezicht op 1 oktober 2012 is de wijze waarop de provincie en het Rijk toezicht houden op gemeenten veranderd. Het doel van de wet is om opnieuw invulling te geven aan de controlerende taak van de gemeenteraad. De gemeenteraad controleert hoe het college een aantal wetten in medebewind heeft uitgevoerd en vormt daar een oordeel over. De provincie en Rijk nemen meer afstand en richten hun controlerende rol sober in op basis van vertrouwen. Het eerste resultaat van de nieuwe werkwijze en manier van informatie aanleveren is verwerkt in de paragraaf Interbestuurlijk toezicht van de jaarrekening en het jaarverslag 2013. In navolging hierop is dit onderdeel ook ingevoerd in de Begroting.
1.5. Producten De producten zijn de vertaling van de bestuurlijke doelen naar de ambtelijke uitvoering en behoren tot het domein van het college. Daarom worden deze in de programmabegroting niet uitgewerkt, maar alleen genoemd om het verband tussen programma’s en producten zichtbaar te maken.
PROGRAMMABEGROTING 2015
9
2. Beleid voor de komende jaren
2.1 Het coalitieakkoord De doelenboom staat in de begroting van 2015 vooral in het teken van de speerpunten uit het coalitieakkoord. Het merendeel van de doelstellingen uit het akkoord zult u derhalve terugvinden in de doelenboom binnen de betreffende programma’s. Hiermee geven wij aan op welke wijze invulling wordt gegeven aan de doelstellingen voor de komende jaren. Daarnaast is er een aantal punten dat weliswaar wordt beschreven in het coalitieakkoord, maar niet in in de doelenboom onder een programma wordt gevat. Hierbij kunt u denken aan de voortdurende aandacht die er is voor het stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en regie, de gelijke rechten voor iedereen en het streven om Capellenaren bewust te maken van een schone, groene en goed onderhouden stad door hen te stimuleren hier een bijdrage aan te leveren. Verder zal de aandacht uiteraard gericht blijven op het verbeteren van de verkeersveiligheid en het verder uitbouwen van een krachtige ambtelijke organisatie. In het jaarverslag zullen we melding maken van ontwikkelingen die zich op deze terreinen hebben afgespeeld. Hierbij geven wij u ook een doorkijkje van activiteiten die wel terugkomen in de doelenboom en wat u in 2015 mag verwachten. Op het gebied van samenwerking wordt doorgegaan op de ingeslagen weg. Zo leveren wij een actieve bijdrage bij de invulling van de Metropoolregio en geven we vervolg aan de GR IJsselgemeenten. Het bevorderen van samenwerking met een krachtig eigen geluid blijft ons uitgangspunt. Wat betreft het thema veiligheid wordt hard gewerkt aan een nieuw IVB, waarbij het accent komt te liggen op huiselijk geweld, de sociale veiligheid, de aanpak van acute problemen en de komst van een derde stadsmarinier. Bovendien zorgt de uitbreiding van het aantal BOA’s ervoor dat veiligheid nog steeds een belangrijk thema is. De herstructurering krijgt in 2015 echt vorm door de vaststelling van de Gebiedsvisie Capelle Centraal. Uitvoering van het concrete project ligt vervolgens voor de hand. Qua bereikbaarheid van onze gemeente zal de aanpak van de Algeracorridor zichtbaar worden. Het verbeteren van de ontsluitingsstructuur en van de verkeersdoorstroming is niet voor niets één van de doelstellingen binnen het betreffende programma. Op een heel ander vlak, dat van sociale zaken, wordt ingezet op de implementatie van de participatiewet. Tevens wordt gewerkt aan een actief armoedebeleid met speciale aandacht voor kinderen. Wat betreft de jeugd zetten we in 2015 in op positief jeugdbeleid. Dit komt tot uiting in een nieuwe jeugdagenda en zal op het netvlies zitten van het CJG, waarvoor een belangrijke rol wordt toegedicht als het gaat om jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp. Tot slot is kleinschalige recreatie een thema dat komend jaar de aandacht verdiend. De alom aanwezige mogelijkheden zullen in 2015 meer zichtbaar worden gemaakt, om Capellenaren ook te kunnen laten zien dat er dichtbij huis kan worden gerecreëerd.
2.2 Financieel kader 2015-2018 De programmabegroting 2015 is gebaseerd op bestaand beleid. Concreet betekent dit, dat: • Alle besluitvorming t/m de voorjaarsnota 2014 is verwerkt, dus ook de onderwerpen uit het coalitieakkoord en de voorlopige budgettaire effecten van de herverdeling van het gemeentefonds 1e fase per 1 januari 2015; • De hoeveelheidsgegevens zijn geactualiseerd en streefwaarden zijn benoemd. In de begroting is de besluitvorming van de Voorjaarsnota 2014 en de actualisatie van de diverse begrotingsproducten verwerkt. Tevens is daarin, vooruitlopend op de meicirculaire 2014, de voorlopige uitkomst van de herverdeling Gemeentefonds 1e fase opgenomen.
10
PROGRAMMABEGROTING 2015
De meerjarenbegroting geeft het volgende financiële beeld: Omschrijving Eindstand Voorjaarsnota 2014 = Beginstand begroting 2015 *
2014 V
1.012
2015
2016
2017
V
452
V
2.037
V
1.124
Actualisatie begroting 2015
N
458
N
420
N
Eindstand begroting 2015
N
6
V
1.617
V
2018 V
104
246
N
441
878
N
337
*inclusief amendement (alleen 2014) in de voorjaarsnota ad N 173
Het saldo van de actualisatie ontstaat onder andere door: • De invoering van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten budgettair neutraal, technisch is verwerkt op programma 15; • De subsidies en bijdragen aan Gemeenschappelijke Regelingen, conform afspraken, zijn geïndexeerd (ad 110); • Verwerken van lagere huuropbrengsten (o.a. de Mient) (ad 143); • Verwerken van diverse P&O regelingen (ad 151). Het is een jaarlijkse terugkerend feit dat de actualisatie een nadeel in het saldo oplevert. Om u een sluitende meerjarenbegroting 2015-2018 te presenteren hebben wij de voordelige saldi uit de Voorjaarsnota 2014 deels gebruikt. Het jaar 2018 heeft een negatief saldo. In de 1e begrotingswijziging 2015 zullen we maatregelen nemen om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting.
2.3 Risico’s en weerstandvermogen In de paragraaf weerstandvermogen treft u ook summier de risico’s aan. De risico’s zijn uitgebreider beschreven in het bijlagenboek. De meeste risico’s zijn niet gekwantificeerd maar als PM-post opgenomen. De risico’s sluiten aan bij het actualiseren van de begroting. Er wordt dus niet vooruitgelopen op de verwerking van de 1e begrotingswijziging. Het gekwantificeerde risico voor 2015 bedraagt € 9,1 miljoen. De weerstandscapaciteit wordt berekend en bestaat vooral uit de omvang van de algemene reserve (minimum plus vrij besteedbaar) en de bestemmingsreserves. Op basis van deze gegevens is de ratio van het weerstandsvermogen 2,3. Dat is een goede ratio omdat bij een gezonde financiële huishouding deze ratio minimaal 1 moet zijn.
2.4 Lokale lastendruk De trendmatige prijsindexering op de OZB opbrengsten en hondenbelasting voor 2014 is 1,75%. De actuele aanpassing van de waardegrondslag OZB heeft tot gevolg dat de tarieven als zodanig wel worden aangepast, maar dat de totaalopbrengst ongewijzigd blijft. De verschillende percentages waardeveranderingen van de onroerende zaken leiden uiteraard wel tot herverdeeleffecten, maar per saldo blijft de belastingdruk gelijk. De tarieven rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op kostendekkende opbrengsten en worden in 2015 verhoogd met de prijsindexering 1,75% en is conform VGRP de jaarlijkse € 10 verhoging verwerkt. In de 1e begrotingswijziging 2015 komen we nader terug op deze tarieven. Het voorstel voor de Belastingtarieven 2015 wordt u separaat toegezonden en wordt geagendeerd voor de raad van december 2014. Daarin worden opgenomen de concrete tarieven voor OZB, afvalstoffenheffing, rioolrechten, honden belasting, leges en dergelijke, die reeds zijn verwerkt in de voorliggende begroting. Gelet op het streven voor kostendekkende leges is recentelijk het werkelijke dekkingspercentage 2013 berekend voor titel 1 “Algemene dienstverlening” en titel 3 “Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn” (BBV 587294). Dit leidt ertoe dat bij het tarievenvoorstel 2015 een extra tariefsverhoging voor leges telecommunicatie wordt opgenomen van 7% per jaar (te betalen door grote landelijk opererende telecommunicatiebedrijven). Deze verhoging wordt vanaf 2015 jaarlijks doorgevoerd tot het moment dat binnen dit hoofdstuk een kostendekking van 50% is gerealiseerd (was over 2013 24%).
PROGRAMMABEGROTING 2015
11
2.5 Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) In Europa zijn regels afgesproken op het gebied van overheidsfinanciën, zoals grotendeels vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Volgens deze afspraken dient Nederland het financieringstekort te beperken tot 3 procent van het bruto binnenlands product. Dit wordt vertaald in een macronorm voor alle nederlandse gemeenten gezamenlijk en daarvan afgeleid een referentiewaarde voor ons. De verwachting is dat de referentiewaarde voor Capelle aan den IJssel (in 2013 € 8,1 miljoen; in 2014 € 6,8 miljoen) nog verder zal dalen. Onduidelijk is nog welk effect daarbij de overheveling van de 3D-transities hebben en wat dit betekent voor het aandeel van de verschillende overheden. Met betrekking tot een overschrijding van de macronorm door de gezamenlijke decentrale overheden is in het Financieel Akkoord met de decentrale overheden afgesproken dat er deze kabinetsperiode geen sancties op worden gelegd bij een overschrijding van de tekortnorm. Deze kabinetsperiode wordt gezien als een proefperiode. In de paragraaf financiering van de begroting 2015 is het Emu-saldo voor Capelle berekend op meer dan € 30 miljoen, ruim boven de referentiewaarde. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: de Unilocaties (€ 9 miljoen); Extra investeringen in de openbare ruimte (ruim € 5 van de in totaal 11 miljoen ibor voor 2015) en extra Rioleringsinvestering (circa 2,5 miljoen van de begrote € 6 miljoen). Voor de jaren na 2016 is de hoogte van het Emu-saldo aanzienlijk lager en op termijn verwachten we in evenwicht te komen met de huidige referentiewaarden. In de begroting en de jaarrekening geven wij u jaarlijks een uitgebreide berekening van de houdbaarheidstest Nederlandse gemeenten. De houdbaarheidstest in deze begroting laat zien dat deze begroting robuust en solide is.
12
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
13
14
PROGRAMMABEGROTING 2015
pro g gram maplan Programmaplan
PROGRAMMABEGROTING 2015
15
3. Het programmaplan
3.1 Algemeen Alle besluitvorming tot en met de Voorjaarsnota 2014 is verwerkt, dus ook de onderwerpen uit het coalitieakkoord en de voorlopige budgettaire effecten van de herverdeling van het gemeentefonds 1e fase per 1 januari 2015. Het nieuwe beleid hebben we hierin niet opgenomen, maar verwerkt in de 1e begrotingswijziging 2015.
Indeling De programmabegroting is samengesteld uit de volgende 16 programma’s: 0 Bestuur 1 Belastingen 2 Openbare orde en veiligheid 3 Buitenruimte - Grijs 4 Buitenruimte - Groen 5 Economische Zaken 6 Werk en Inkomen 7 Volkshuisvesting 8 Ruimtelijke ordening 9 Milieu 10 Grondexploitaties 11 Onderwijs 12 Sociale infrastructuur 13 Cultuur 14 Sport en Recreatie 15 Financiën
16
PROGRAMMABEGROTING 2015
Toelichting op het programma-format 1. In de missie staat de overkoepelende programmadoelstelling en de missie laat zien waar het programma over gaat. 2. Een programma kan bestaan uit één of meerdere programmaonderdelen. De indeling is afhankelijk van het aantal beleidsvelden waaruit het programma bestaat. 3. De effectindicatoren geven een indicatie van de gemeten effecten van intern en extern beleid op de beleidsdoelen. Ze worden periodiek gemeten met bijvoorbeeld de Bewonersenquête. Voor deze indicatoren worden streefwaarden 2015 in de begroting opgenomen. De tabellen zijn per programma uniform gemaakt. 4. In de ontwikkelingen wordt een korte beschrijving gegeven van de context, de achtergronden en de actuele ontwikkelingen die binnen het programma spelen. 5. De kaderstellende beleidsnota’s zijn alle beleidsstukken die bij dit programma horen en vastgesteld zijn door de gemeenteraad. Deze nota’s zijn openbaar en op internet te vinden. 6. De beantwoording van de twee W-vragen: Wat willen wij bereiken? en: Wat gaan we daarvoor doen? zijn weergegeven in de doelenboom. 7. De prestatie-indicatoren per programma-onderdeel meten de prestaties en bestaan uit een getal. De laatst vastgestelde metingen zijn leidend (metingen t/m 2013 zijn gebaseerd op de jaarrekening). 8. In het onderdeel ‘wat mag het kosten?’ worden de totale kosten van het programma weergegeven en het niveau waarop de raad de begroting autoriseert. In de tabel worden de totale kosten per programma vermeld exclusief en inclusief de mutaties in de reserves. In de kolom 2013 vindt u de cijfers die ook staan in de jaarrekening 2013; in de kolom 2014 en 2015 t/m 2018 treft u de meest recente cijfers aan. De tabel is voorzien van een toelichting met daarin de grootste mutaties van 2015 in vergelijking met 2014. 9. Het onderdeel bezuinigingen geeft een overzicht van de bezuinigingsmaatregelen die op 10 juni 2013 via de 1e begrotingswijziging zijn opgenomen en daarna niet zijn teruggedraaid. 10. Het onderdeel producten geeft een opsomming van de producten die bijdragen aan het programma en die opgenomen zijn in de productenraming. De grafiek geeft de lasten en baten per product weer.
PROGRAMMABEGROTING 2015
17
denken durven doen
18
PROGRAMMABEGROTING 2015
pro g gram matek sten Programmateksten
PROGRAMMABEGROTING 2015
19
Programma 0. Bestuur
Missie
Wij zijn betrouwbaar, betrokken, transparant, verantwoordelijk, klantgericht en omarmen de samenwerking met andere organisaties. Onze dienstverlening is van een hoog niveau en betrouwbaar. Wij spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen en werken samen met ketenpartners.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Bestuur Dienstverlening
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid over het gemeentebestuur
Bewonersenquête
6,2
6,3
6,4
6,5
Houdt het gemeentebestuur voldoende rekening met de wensen van de bevolking
Bewonersenquête
21%
25%
25%
25%
Zijn Capellenaren geïnteresseerd in onderwerpen die te maken hebben met de plaatselijke politiek?
Bewonersenquête
47%
47%
44%
45%
Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid over de dienstverlening
Bewonersenquête
7,3
7,4
7,3
7,5
Opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverziekzingen
Interne registratie
Verkiezingen in 2010: 51,0%
n.v.t.
Verkiezingen in 2014: 49,2%
n.v.t.
Ontwikkelingen Gemeenteraad Op 19 maart 2014 hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. 2015 wordt het eerste volledige jaar van deze raadsperiode. De raad blijft vergaderen volgens het commissiestelsel. Ook de thema-avonden blijven gehandhaafd. De raad heeft de wens ook in deze periode contact te blijven zoeken met Capellenaren door hen uit te nodigen als gast van de raad, bezoeken af te leggen en zo mogelijk te vergaderen op locaties buiten het gemeentehuis. In de loop van 2015 zal het Communicatieplan, dat loopt tot en met 2015, worden vernieuwd en aan de raad ter besluitvorming worden aangeboden.
Rekenkamer De rekenkamerfunctie wordt voor de periode van 1 juli 2014 tot 1 oktober 2015 vorm gegeven in het “directeurenmodel” waarbij de Rekenkamer Rotterdam ons deze dienst verleent. De griffie verzorgt de begeleiding van de directeur van de rekenkamer en de begeleidingsgroep rekenkamer die daaraan gekoppeld is. Een eerste onderzoek wordt eind 2014/ begin 2015 verwacht, een tweede voor de zomer van 2015. Kort voor de zomer van 2014 is een werkgroep vanuit de raad gestart die tot taak heeft het formuleren van een voorstel voor de invulling van de rekenkamerfunctie vanaf 1 januari 2016. De werkgroep is voornemens nog voor de zomer van 2015 haar werkzaamheden af te ronden.
20
PROGRAMMABEGROTING 2015
Dienstverlening Onze visie op dienstverlening is: “De gemeente is dé toegang tot de overheid voor inwoners, bedrijven en instellingen. De professionele dienstverlening zet de klant centraal en biedt een optimale service voor inwoners en instellingen bij het verkrijgen van producten, diensten en informatie”.
Klant Contact Centrum (KCC) De oprichting van een KCC sluit goed aan bij onze visie op dienstverlening. Het doel van een KCC is door een klantgerichte benadering en efficiënte werkwijze (onder meer door uitsluitend te werken op afspraak) 80% van de vragen af te handelen. De overige 20% betreft vakinhoudelijke vragen die bij de betreffende afdelingen afgehandeld moeten worden.
Welzijn en Zorgplein (WZP) Om ook laagdrempelige toegang tot zorg, welzijn en wonen te bieden, onderzoeken wij de mogelijkheid om in het gemeentehuis ook een Welzijn en Zorgplein (WZP) te realiseren. Het plein biedt burgers een vrije inloop om op genoemde terreinen de gewenste informatie te krijgen of in gesprek te gaan.
Metropoolregio Rotterdam Den Haag De Metropoolregio Rotterdam - Den Haag lijkt realiteit te worden. De formele startdatum staat op 1 januari 2015 gepland. Deze metropoolregio moet er toe bijdragen dat onze regio in economische zin binnen Europa een toppositie kan en blijft bekleden. De metropoolregio zet in op de pijlers verkeer & vervoer en economisch vestigingsklimaat. Vanuit Capelle hebben burgemeester, college en raad ingestemd met deelname aan deze regionale ontwikkeling. De Stadsregio zal worden afgebouwd/geliquideerd. Inmiddels is hard gewerkt aan het onderdeel Economisch Vestigingsklimaat. Daar ligt nu een concept Strategische Agenda voor op tafel evenals een concept begroting. Dit wordt ondermeer samen met uitwerkingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot governance - zoals ondere andere een regeling van orde - voor de zomer via een zienswijzeprocedure aan gemeenten voorgelegd.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: a. Gemeenteraad 1. Communicatieplan 2011 t/m 2015 gemeenteraad Capelle aan den IJssel 2. Handreiking informatievoorziening gemeenteraad Capelle aan den IJssel b. Bestuur algemeen 3. Collegewerkprogramma 2015 - 2018 ‘Denken, durven, doen’ 4. Beleidskader ‘Anders communiceren? Zo doen wij dat!’ 5. Kader interactief beleid ‘Anders besturen? Zo doen wij dat!’ 6. Notitie ‘Wat vindt u’ en het Plan van aanpak ‘Verder met burgerparticipatie’
PROGRAMMABEGROTING 2015
21
bestuur
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties
Investeren in relaties met andere overheden, (maatschappelijke) organisaties en mogelijke partners en daarbij een krachtig eigen geluid laten horen.
Opbouw GR IJsselgemeenten. Verdere invulling op het gebied van bedrijfsvoering en andere partners.
Bevorderen burgerparticipatie en stimuleren eigen verantwoordelijkheid en regie.
Actieve benadering van Capellenaren door burgerparticipatie en digitale dienstverlening. Initiatieven en innovaties vanuit Capelle stimuleren en ondersteunen. Bereikbaar en beschikbaar voor Capellenaren, open staan voor signalen en laten horen wat wij met signalen doen.
Actieve inbreng bij de verdere ontwikkeling en uitwerking van de Metropoolregio tot een krachtige aanjager van economische ontwikkeling.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Bestuur Omschrijving
Bron:
Inzet Capels Expertisenetwerk
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
BCO / CA
4x
4x
4x
Inzet Burgerpanel
BCO / CA
3x
4x
4–6x
Inzet Burgerjury
BCO / Com.
2x
1x
2x
Aantal opiniërende stukken voorgelegd aan raad*
Griffie
8
10
10
% besluitvorming cyclus commissie-raadsvergadering**
Griffie
86%
80%
80%
Aantal themabijeenkomsten/ wijkbezoeken/werkbezoeken
Afdelingen
7
25
10 tot 15
*opiniërende stukken zijn bedoeld als oriëntatie op het onderwerp en om de discussie in de raad op gang te brengen ter voorbereiding van besluitvorming door de raad in een later stadium **hiermee wordt bedoeld het percentage besluitvormende stukken dat slechts 1 besluitvormingscyclus (= 1 commissievergadering en 1 raadsvergadering) nodig heeft.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Dienstverlening Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
KCC handelt vragen in één keer af
Interne organisatie
n.v.t.*
n.v.t.*
n.v.t.*
80%
*) Meting na realisatie KCC.
22
PROGRAMMABEGROTING 2015
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
14.971
N
14.011
N
9.205
N
8.962
N
9.085
N
9.143
Baten
V
1.345
V
1.175
V
1.319
V
1.319
V
1.319
V
1.319
Saldo van baten en lasten
N
13.626
N
12.836
N
7.886
N
7.643
N
7.766
N
7.824
Verschil 2014-2015
V
4.950
Mutaties reserves:
Reserve eenmalig
N
196
Algem. reserve vrij besteedbaar
Resultaat
N
Verschil 2014-2015
13.822
N
V
12 12.824
N
7.886
N
V
4.938
7.643
N
7.766
N
7.824
De invoering van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten is technisch verwerkt. Dit houdt in dat de bedrijfsvoering- en de uitvoeringslasten ICT van programma 0 én de bedrijfsvoeringlasten Sociale Zaken van programma 6 in totaal naar programma 15 zijn overgeheveld. De GR IJsselgemeenten kan daardoor in programma 15 integraal gevolgd worden.
PROGRAMMABEGROTING 2015
23
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten Lagere dotatie aan voorziening pensioenen wethouders vanaf 2015 venwege eenmalige extra storting in 2014
V
82
V
82
V
82
Lagere kapitaallasten ICT (in 2014 via programma 0; vanaf 2015 naar programma 15)
V
390
V
390
V
390
Verlaging doorbelasting formatie BCO en Faciliaire Diensten en overhead vanwege oprichting GR IJsselgemeenten. De GR IJsselgemeenten wordt financieel verantwoord op programma 15.
V 4.341
V
4.341
V
4.341
Hogere afdracht reisdocumenten en rijbewijzen als gevolg van hogere baten (zie baten)
N
196
N
196
N
196
Verkiezingen Europees Parlement in 2014
V
78
V
78
V
78
Overig
V
111
V
111
N
12
V
99
0
V
4.806
N
12
V
4.794
Verhoging legesopbrengsten burgerlijke stand
V 199
V
199
V
199
Overig
N
55
N
55
N
55
0
V 144
V
144
N
0
V
144
V 4.806
V 144
V
4.950
N
12
V
4.938
V 4.806
N
Baten
N Totaal
Incidentele baten en lasten
Incidentele baten
Omschrijving
2015
2016
Incidentele lasten 2017
2018
2015
2016
2017
2018
Extra budget Raad en Commissies vanwege verkiezingsjaar
N18
Geen uitvoeringskosten voor verkiezingen in 2016 Totaal
V 69 0
0
0
0
0
V 69
0
N18
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
24
PROGRAMMABEGROTING 2015 2014
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn de volgende bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd: Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2018
2017
Bedrijfsvoeringsconvenant* 3e tranche
500
1.000
1.000
1.000
Stelpost achterblijvende loon- en prijscompensatie
950
1.350
1.750
2.150
Bestuur - Raad en Commissies
30
60
60
60
Griffie / Rekenkamer
10
20
20
20
1.490
2.430
2.830
3.230
Totaal
0
* In de paragraaf Bedrijfsvoering is opgenomen bij welke afdelingen deze bezuinigingsmaatregel is verwerkt.
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Pro Las
Lasten € 9,2 mln. 00.01 Bestuur - Raad en commissies 0,9 00.02 Bestuur - Burgemeester en wethouders 1,2
1,2
00.03 Ondersteuning bestuur 1,1
0,9
1,1
00.04 Ondersteuning bestuur (BCO) 1,3
0,9
00.05 Communicatie 0,7 00.06 Publiekszaken 1,8
0,0
1,3
00.07 Verkiezingen 0,1
0,7
00.09 Griffie en Rekenkamer 0,4
0,3
1,8
00.10 Gemeentelijk informatiecentrum 0,4 00.30 Bijdrage regiobestuur 0,3
0,1
00.33 Stelpost indexering 0,0
0,4 0,4
Indirecte lasten 1,2
Baten € 1,3 mln. 00.06 Publiekszaken 1,2
0,1
00.10 Gemeentelijk informatiecentrum 0,1
Lasten € 9,2 mln. 00.01 Bestuur - Raad en commissies 0,9 00.02 Bestuur - Burgemeester en wethouders 1,2 00.03 Ondersteuning bestuur 1,1 00.04 Ondersteuning bestuur (BCO) 1,3 00.05 Communicatie 0,7 00.06 Publiekszaken 1,8 00.07 Verkiezingen 0,1 00.09 Griffie en Rekenkamer 0,4 00.10 Gemeentelijk informatiecentrum 0,4 PROGRAMMABEGROTING 2015 2014
25
00.30 Bijdrage regiobestuur 0,3 00.33 Stelpost indexering 0,0 Indirecte lasten 1,2
1,2
Pro Bat
Programma 1. Belastingen
26
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie De waardebepaling van de Wet WOZ en het realiseren van belastinginkomsten voeren wij op een klantgerichte, efficiënte en effectieve manier uit. We beschikken over een volledige objecten- en belastingadministratie waarin alle belastingplichtigen staan. Bij het uitvoeren van belastingverordeningen handelen we op een eenduidige wijze die in overeenstemming is met de fiscale wetgeving.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
steefwaarde
Oordeel burger relatie voorzieningenniveau – belastingdruk
Waarstaatjegemeente.nl (6.0 was het landelijk gemiddelde in 2009 en 2013)
6,0
Geen meting
6,4
Geen meting
6,5
Aantal bezwaarschriften
Interne registratie
781
464
473
202
200
Aantal toegewezen bezwaarschriften *)
Interne registratie
167
176
199
63
50
Aantal beroepschriften
Interne registratie
139
13
10
12
10
Aantal toegewezen beroepschriften
Interne registratie
10
4
2
1
2
Kwaliteit uitvoering Wet Woz
Oordeel Waarderings-kamer
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
*) het aantal toegewezen bezwaarschriften blijft binnen de door de Waarderingskamer gestelde grens.
Ontwikkelingen
Er is een landelijke voorziening WOZ. Alle Nederlandse gemeenten moeten hierop gaan aansluiten. Onze gemeente heeft geparticipeerd in een groep van 10 koplopers die als eerste aangesloten zouden worden. Er is hard gewerkt om de aansluiting te realiseren. Op 31 mei 2014 is onze gemeente als eerste en voorlopig als enige aangesloten. De overige koplopergemeenten volgen later dit jaar. Het streven is alle gemeenten medio 2015 landelijk aan te sluiten op deze voorziening. Om de lokale lastendruk te beheersen stelt de rijksoverheid jaarlijks een plafond (macronorm) vast waarnaar de tarieven onroerende zaakbelastingen jaarlijks mogen stijgen. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) van 22 mei 2013 heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. Op dit moment zijn nog geen concrete voorstellen bekend. De besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB zal uiterlijk plaatsvinden in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van september 2014. Derhalve wordt vooralsnog de huidige systematiek gecontinueerd. Hiervoor verwijzen wij u ook naar de septembercirculaire 2014. Indien dit leidt tot aanpassingen, dan zullen wij die opnemen in de Najaarsnota 2014 of de Voorjaarsnota 2015. Onze gemeente is in de afgelopen jaren altijd binnen de geldende norm gebleven. Voor 2015 bestaat het voornemen de tarieven met 1,75% te verhogen. In het voorjaar 2014 is onderzocht wat de kostendekkendheid van de leges is geweest in 2013. In de zomer is hier aanvullend onderzoek naar gedaan. In BBV 587259 is vastgesteld dat de kostendekkendheid in 2013 voor de gehele titel 84% bedraagt, dit is voor titel 3 in 2013 134% dekking. Dit is echter een incidentele hogere inkomst. Binnen titel 1 is voor onderdekking op kinderopvang (hoofdstuk 17) in 2013 al in de verordening 2014 een verhoging doorgevoerd. Resteert nog het collegebesluit om bij belastingverordening 2015 cq de tarievenlijst 2015 het tarief voor telecommunicatie meer dan trendmatig te verhogen (in 2013 een dekkingspercentage van 24%), namelijk met 7% per jaar todat het dekkingspercentage van 50% is gehaald op dit hoofdstuk binnen titel 1. Verder is afgesproken dat begin 2015 wederom wordt gekeken naar de werkelijke dekkingspercentage 2014. Bij de verordening 2015 zal dit op basis van begrotingscijfers ook in de onderbouwing van de tarieven zitten.
PROGRAMMABEGROTING 2015
27
Kaderstellende beleidsnota’s 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Verordening onroerendezaakbelastingen 2015 Verordening afvalstoffenheffing 2015 Verordening rioolheffing 2015 Legesverordening 2015 Verordening marktgeld 2015 Verordening hondenbelasting 2015 Verordening logiesbelasting 2015 Verordening BI-zone CapelleXL 2015 Verordening kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2015 Deze verordeningen worden behandeld in de raad van december 2014.
Belastingen
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Geen lastenverzwaring voor Capellenaren
Geen jaarlijkse verhoging van gemeentelijke belastingen en tarieven, indien nodig wel corrigeren voor inflatie en kostendekkendheid.
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2012:
Meting 2013:
Meting 2014:
Streefwaarde 2015:
indexering belastingtarieven
belastingverordening
2,75%
2,25%
1,75%
1,75%
inflatiecorrectie retributies
belastingverordening: -afvalstoffenheffing -rioolheffing (VGRP)
2,75% 2,75%
2,25% 2,25%
1,75%**) 1,75%
1,75% 1,75%*)
kostendekkendheid retributies ****
belastingverordening/ begroting
100%
84%***)
100%****)
100%****)
*) In 2012 hebben we het tarief eenmalig met € 82,-- verlaagd. In het verbreed Gemeentelijk Rioleringplan 2011-2015 (VGRP) is vastgelegd dat het tarief jaarlijks wordt verhoogd met € 10,--. Daarnaast hebben we de tarieven wel geïndexeerd . **) In 2014 hebben we de tarieven, in verband met de transformatie van de begroting en het positieve beeld van de egalisatiereserve, voor de komende jaren met € 30 verlaagd. Daarnaast hebben we wel de reguliere prijsindexering toegepast. ***) Op 2 september 2014 is BBV 587259 vastgesteld in het college. Dit betreft een BBV over de kostendekkendheid van de leges. Op basis van realisatiecijfers 2013 komt deze voor titel 1 op 84%. Titel 3 op 134%, dit vanwege incidenteel hoge baten. Titel 2 is gelet op BBV 478740 niet onderzocht, hierin was besloten tarief voor omgevingsvergunning niet te verhogen naar kostendekkend. ****) Bij de vaststelling van de belastingtarieven in de raad van december 2014 zal het actuele dekkingspercentage worden gegeven.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
1.402
N
1.094
N
1.077
N
1.077
N
1.077
N
1.077
Baten
V
11.082
V
11.321
V
11.566
V
11.566
V
11.566
V
11.566
Saldo van baten en lasten
V
9.680
V
10.227
V
10.489
V
10.489
V
10.489
V
10.489
V
262
V
10.489
V
10.489
V
10.489
V
10.489
V
262
Verschil 2014-2015 Mutaties reserves: Resultaat
V
Verschil 2014-2015
9.680
V
10.227
28
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Hoger dotatie aan voorziening dubieuze debiteuren (voor debiteuren belastingen)
N
33
N
33
N
33
Lagere doorbelasting Financiën; invulling 2e tranche taakstelling
V
50
V
50
V
50
V
17
N
V
17
N
V
17
Baten
Hogere baten OZB niet-woningen - Riviummarinier (VJN2014 2.2.2)
V
80
V
Hogere baten OZB eigenaren o.b.v. actualisatie woningbouwprognose en de trendmatige tariefsaanpassing.
V
153
Overig
V
N
0
Totaal
V
17
0
0
80
V
80
V
153
V
153
12
V
12
V
12
V
245
V
245
N
0
V
245
V
245
V
262
N
0
V
262
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen Niet van toepassing.
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Pro Las
Lasten € 1,1 mln. 0,3 01.05 Heffing en invordering belastingen 0,3
0,1
01.30 Wet WOZ 0,7 Indirecte lasten 0,1 0,7
Baten € 11,6 mln. 1,9 01.01 OZB gebruikers niet woningen 1,9 01.02 OZB eigenaren 9,3 01.03 Hondenbelasting 0,3 01.04 Logiesbelasting 0,0
PROGRAMMABEGROTING 2015
29
9,3
0,0 0,3
Pro Bat
Programma
2. Openbare orde en veiligheid
30
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Capelle aan den IJssel is een gemeente waar het veilig wonen, werken en leven is. Spelregels en grenzen zijn helder. Er wordt snel en merkbaar opgetreden tegen overlast en criminaliteit. Wij stimuleren Capellenaren, bezoekers, ondernemers en veiligheidspartners om vanuit hun eigen verantwoordelijkheid bij te dragen aan de veiligheid binnen de gemeente. Hierdoor is Capelle aan den IJssel in 2015 de veiligste 50.000+ gemeente in de regio Rotterdam-Rijnmond.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Capellenaren die zich in de eigen buurt onveilig voelen:
Regionale Veiligheids-rapportage
Rangorde: 17 (22,9%)
Rangorde: 14 (21,1%)
19%
20%
Rapportcijfer van veiligheidsituatie in de wijken als het gaat om criminaliteit en overlast
Bewonersenquête
6,4 en 5,9
6,4 en 5,9
6,5 en 6,1
6,5
Rapportcijfer voor vandalisme
Bewonersenquête
5,7
5,9
6,4
6,0
Aantal slachtoffers van een woninginbraak
Regionale Veiligheids-rapportage
Rangorde: 16 (1,8% van de bevolking)
Rangorde: 18 (1,7% van de bevolking
2,6% (inclusief poging)
1,2%
Aantal slachtoffers van een poging tot woninginbraak
Regionale Veiligheids-rapportage
Rangorde: 19 (3% van de bevolking)
Rangorde: 11 (2,2% van de bevolking)
Zie boven, niet apart gemeten
2,0%
Aantal aangiften winkeldiefstal
Regionale veiligheids-rapportage
212 per 1000 vestigingen
Niet gemeten, volgende meting in 2014
Niet gemeten
150 per 1.000
Aantal overvallen (benzine, horeca, transport, winkel)
Politiegegevens
14
8
11
5
Rangorde veiligste 50.000+ gemeente in de regio RotterdamRijnmond
Regio Rotterdam-Rijnmond
2
2
n.b.
1e
Capellenaren die woonoverlast ervaren
Bewonersenquête
30%
33%
32%
20%
De politie-eenheid Rotterdam-Rijmond is op 1-1-2013 ontstaan en daardoor is het aantal gemeenten dat deel uitmaakt van deze eenheid vergroot. Daardoor is het niet mogelijk om qua rangorde een vergelijk te maken met voorliggende jaren.
Ontwikkelingen Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR) In 2015 stopt het “Programma Financiering Externe Veiligheid”. Deze nationale subsidie dekte de kosten voor het adviseren over externe veiligheid. Een beleidsvoorstel hoe de adviestaak vanaf 2015 vorm te geven is nog in voorbereiding. In 2016 wordt de Landelijke Meldkamer Organisatie ingevoerd. De meldkamers van Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid worden hierbij samengevoegd. Voorbereidingen starten in 2015. Begin 2015 wordt naar verwachting de Omgevingswet van kracht. In de voorbereiding op deze wetgeving speelt het vraagstuk of de regionale brandweer al dan niet een wettelijke adviestaak op het gebied van brandpreventie krijgt.
Nieuwe regelgeving Een wetsvoorstel is aanstaande voor het instellen van mobiel/tijdelijk cameratoezicht. Onduidelijk is nog in welke mate de diverse decentralisaties invloed hebben op de veilig- en leefbaarheid en de (on)veiligheidsgevoelens. De gewijzigde regelgeving ten aanzien van vuurwerkverkoop en -gebruik blijft vragen om een sterke, lokale sturing op een ordelijk verloop van de jaarwisseling.
PROGRAMMABEGROTING 2015
31
Verbreding veiligheidsaanpak Op 1 januari 2015 starten we met een nieuw, meerjarig veiligheidsaanpak; het IVB4. De kaders en hoofdlijnen uit voorgaande jaren worden gecontinueerd, als ook het integrale karakter waarbij we nauw samenwerken met andere organisaties en instanties. “Voorkomen is beter dan genezen”. Dat geldt ook in het veiligheidsdomein. Daarom zullen wij ook vanuit veiligheidsperspectief onverkort aandacht blijven vragen en zo nodig met voorstellen komen op preventie en het sociale component van veiligheid. Gebrek aan onderwijs, onveilige thuissituatie en armoede vergroten immers de kans dat iemand de verleiding tot misdaad en criminaliteit niet kan weerstaan. Zo wordt in ieder geval de samenwerking met scholen vergroot (o.a. door de pilot “politiekids” die in 2014 in Schollevaar is gestart, te continueren).
Schade vandalisme Per 1 januari 2014 is het product schade ondergebracht bij Bureau Centrale Schaderegistratie op de afdeling Financiën. De afhandeling van graffiti is bij Stadsbeheer gebleven. Aangezien de overeenkomst met de huidige graffitiverwijderaar afloopt op 31 december 2014 vindt in 2014 de aanbesteding plaats voor de periode 2015 – 2018.
Crisisbestrijding In 2014 stelt de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond haar geactualiseerde regionaal crisisplan vast. Voor gemeenten is de belangrijkste wijziging het bevorderen van zelfredzaamheid van slachtoffers. De implementatie van het geactualiseerde crisisplan start medio 2014. Gelijktijdig speelt de herinrichting van crisisruimten vanwege de herinrichting van het gemeentehuis.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Integraal Veiligheidsbeleid 2011-2014 2. Rampenbestrijding op een adequaat niveau 3. Kadernota Handhaving 4. Horeca Handhavingsarrangement 5. APV (geactualiseerd in 2013) 6. Lokaal beleidskader cameratoezicht (2011/2012)
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestatie
Vergroten van de veiligheidsbeleving van Capellenaren
Uitvoeren Veiligheidsaanpak 2015-2018 (IVB4) en daarbij behorende subprogramma’s. Bijzondere aandacht voor sociale veiligheid, woonoverlast, drugsoverlast, cameratoezicht, huiselijk geweld en straatroof. Realiseren van schone, hele en veilige buitenruimte door toezicht en handhaving. Specifieke inzet op top 5 ergenissen uit de Bewonersenquete 2013: Verkeer, vervuiling, parkeren, onderhoud openbaar groen, bestrating.
Openbare orde en veiligheid
Programma
Initieren van participatietrajecten zoals Buurt Bestuurt, Burgernet, Buurtpreventie en Stuurgroep Veilig in de wijk Vergroten van het veiligheidsgevoel in winkelcentra en horeca.
Participeren in en doorontwikkelen van trajecten Keurmerk Veilig Ondernemen
Voorbereid zijn op het bestrijden van incidenten, rampen en crises
Opleiden, trainen, oefenen en gereedstellen van gemeentelijke crisisorganisatie
Terugdringen aantal overvallen door veiligheidsscans, adviezen en training personeel
Controleren van objecten met bijzondere gebruiksfunctie (bv. ziekenhuis, winkelcentra, kinderdagverblijven, verzorgingstehuizen, scholen, horeca ed.) Stimuleren en ,afhankelijk van de gebruiksfunctie, zonodig opleggen van het treffen van preventieve maatregelen. Bestrijden van (georganiseerde) criminaliteit
Toepassen van bestuurlijke maatregelen zoals bestuurlijke boetes, bestuursdwang, gebiedsverboden en BIBOB-toetsing. Toepassen van persoonsgerichte aanpak op veelplegers, hitters, ex-gedetineerden en plegers van huiselijk geweld. Het bieden van nazorg ex-gedetineerden
32
PROGRAMMABEGROTING 2015
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Stimuleren van het oprichten van buurtpreventieteams
interne registratie
2
2
2
3
Plaatsen van camera’s in de openbare ruimte
interne registratie
0
9
9
Bij noodzaak
Toepassen van een groepsaanpak bij sterk overlastgevende jongeren ‘Beke aanpak’
shortlist politie
3
3
3
3
Toepassen van het Keurmerk Veilig Ondernemen
interne registratie
2
1
3
2
Verlenen van gebruiksvergunningen
registratie brandweer
3
7
9
10
Verlenen van APV exploitatievergunningen*
interne registratie
28
57
20
5
Organiseren van en deelnemen aan rampenoefeningen
interne registratie
4
6
5
4
*) Voor 2013 geldt dat alle commerciële horecabedrijven en paracommerciële instellingen een vergunning hebben gekregen. In de toekomst zal incidenteel sprake zijn van een nieuwe eigenaar. De streefwaarde is daarom met ingang van 2014 een stuk lager.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
5.933
N
6.158
N
6.300
N
6.300
N
6.257
N
6.257
Baten
V
118
V
107
V
107
V
107
V
107
V
107
Saldo van baten en lasten
N
5.815
N
6.051
N
6.193
N
6.193
N
6.150
N
6.150
N
142
Mutaties reserves: Res. eenmalig
V
189
Resultaat
N
5.626
Verschil 2014-2015
N
6.051
N
6.193
N
142
N
6.193
N
6.150
N
6.150
Het grootste deel van de kosten van dit programma dekken we uit de algemene middelen en een beperkt deel dekken we met bijdragen van het Rijk en derden. De beleidsvrijheid in financiële zin binnen dit programma ligt vooral op het vlak van het Integraal Veiligheidsbeleid.
PROGRAMMABEGROTING 2015
33
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Derde stadsmarinier en versterking backoffice vanaf 2015 (VJN 2013 2.3.1)
N
80
N
80
N
80
Eenmalig budget in 2014 voor 2e toe- en uitgang sportpark ‘t Slot (1e BW2014 1.5.1)
V
60
V
60
V
60
Bezuiniging Tranche 3: Afsluiten school pleinen 1e BW2014 1.18.4)
V
40
V
40
V
40
Verlaging budget integraal veiligheids beleid - Stofkam (VJN2014 2.16.4)
V
20
V
20
V
20
Actualisatie doorbelasting BCO Bureau Halt en Team Veiligheid
N
188
N
188
N
188
Lagere kapitaallasten (hekwerken schoolpleinen)
V
43
V
43
V
43
Overig
N
37
N
37
N
37
N
142
N
N
142
N
N
142
Baten
Geen wijziging
N
N
0
N
0
Totaal
N
142
N
0
0
0
0
N
0
N
0
N
0
N
0
N
142
N
0
N
142
34
PROGRAMMABEGROTING 2015
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 is de volgende bezuinigingsmaatregel doorgevoerd. Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2017
2018
Integraal Veiligheidsbeleid (afsluiten schoolpleinen)
40
40
40
40
Totaal
40
40
40
40
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
P L
Lasten € 6,3 mln. 3,6
0,2
02.01 Bijdrage Veiligheidsregio 3,6 02.02 Integraal veiligheidsbeleid 1,0
0,9
02.03 Schade vandalisme 0,3 02.04 Bijzondere wetten 0,3 02.05 Gemeentelijke rampenbestrijding 0,1
1,0
02.06 Handhaving 0,9
0,3
0,3 0,1
Indirecte lasten 0,2
Baten € 0,1 mln. 0,0
0,0
02.02 Integraal veiligheidsbeleid 0,0 02.03 Schade vandalisme 0,0 02.04 Bijzondere wetten 0,0 02.06 Handhaving 0,1
Lasten € 1,1 mln. 02.01 Bijdrage Veiligheidsregio 3,6 02.02 Integraal veiligheidsbeleid 1,0 02.03 Schade vandalisme 0,3 PROGRAMMABEGROTING 2015
35
02.04 Bijzondere wetten 0,3 02.05 Gemeentelijke rampenbestrijding 0,1
0,0
0,1
P B
Programma
3. Buitenruimte – Grijs
36
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Het creëren van een schone, hele en veilige buitenruimte. Vanwege de bezuinigingen, is vastgesteld dat wij zorgen voor een basis tot sober kwaliteitsniveau in de buitenruimte. Wij streven hierbij een zo optimaal mogelijk rendement na. De ontwikkeling van de infrastructuur is gericht op een optimale balans tussen mobiliteit, leefbaarheid en (verkeers)veiligheid. Alleen op die manier ontstaan duurzame oplossingen.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Wegen, bruggen, verlichting, speelplaatsen Water Verkeer en vervoer
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Waardering voor het onderhoud van de bestrating
Bewonersenquete
5,8
5,7
6,0
6,0***
Waardering voor het schoonmaken van de bestrating
Bewonersenquete
6,0
5,9
6,1
6,1***
Aantal verkeersdoden, streefwaarde - 1 in 2020 t.o.v. peiljaar 2002 (2)
Landelijke verkeersongevallen-registratie
1
1
Bekend in najaar 2014**
1
Aantal verkeersslachtoffers, Streefwaarde – 32 in 2020 t.o.v. peiljaar 2002 (92)
Landelijke verkeersongevallen-registratie
63
11*
Bekend in najaar 2014**
26**
Aantal letselongevallen
Landelijke verkeersongevallen-registratie
56
10*
Bekend in najaar 2014**
18**
% Fietsaandeel in vervoerswijze Streefwaarde: 29% in 2020
Fietsbalans van de Fietsersbond
n.b.
n.b.
Eerstvolgend onderzoek in 2015
Eerstvolgend onderzoek in 2015
Aantal meldingen buitenruimte
RS8-systeem
5.258 stuks
5.065 stuks
6.029
6.500
72,6%
72,8%
93,1%
95%
n.v.t.**
205 stuks
341
450
100%
100%
100%
% afhandeling binnen termijn (2013 is streefwaarde) Aantal meldingen snelherstel % afhandeling snelherstel binnen termijn (2013 is streefwaarde)
RS8-systeem
* De afname komt vooral doordat de politie landelijk minder ongevallen registreerde vanaf 2010. De minister van Veiligheid en Justitie beloofde de Tweede Kamer op 13 juni 2012 verbetering in de ongevallenregistratie per 1 januari 2013. ** In verband met de verminderde registratie door de politie vanaf 2010 zijn de cijfers niet geheel betrouwbaar. De ongevallenregistratie is per 1 januari 2013 verbeterd. De streefwaarden 2015 zijn gezet op de laatst bekende meting (2012). *** De streefwaarden 2015 zijn gezet op de laatste bekende meting (2013). De ambitie is de kwaliteit van de openbare ruimte met als basisafspraak ‘sober en doelmatig’ te handhaven.
PROGRAMMABEGROTING 2015
37
Ontwikkelingen Op 13 december 2010 stelde de raad het meerjaren Uitvoeringsprogramma vast, dat hoort bij het Gemeentelijk Verkeeren Vervoerplan (GVVP), visie 2010-2020 SLIM Reizen. Hierin worden projecten genoemd, die wij in de periode 2010 en 2011 hebben onderzocht of uitgevoerd met een doorkijk naar 2012-2013. Een groot deel van die projecten is in uitvoering of is uitgevoerd. Het opstellen van een beleidsnota parkeren, waarbij via gebiedsgericht beleid inzicht gegeven wordt in de voorwaarden en eisen met betrekking tot parkeervoorzieningen. Voorbeelden hiervan zijn de kruispunten, gelegen op het gedeelte van de Abram van Rijckevorselweg ten oosten van het Capelseplein en het kruispunt Bermweg/ Capelseweg–Kanaalweg. Met de uitvoering van de kruispunten op de Abram van Rijckevorselweg-oost zijn we in het 4e kwartaal 2013 gestart (o.a. voorbelasting van de ondergrond) en de asfalteringswerkzaamheden worden uitgevoerd in het 3e kwartaal van 2014. De oplevering zal, naar verwachting, eind 2014 zijn. De reconstructie van het kruispunt Bermweg/Capelseweg–Kanaalweg zal in het 1e/2e kwartaal 2015 worden uitgevoerd. In het 2e halfjaar 2014 zal het 2e meerjaren Uitvoeringsprogramma SLIM Reizen worden opgesteld met daarin een terugblik op de periode 2010-2013 en een agenda voor 2014-2015. In deze agenda is onder meer aandacht voor de uitwerking van het regionaal programma ‘Beter Benutten’ (zie hieronder), aanpak verkeersonveilige locaties, “Modelaanpak veilig fietsen” en de nieuwe parkeernota. Zodra de parkeernota is vastgesteld, kan deze worden geïmplementeerd. In het Collegewerkprogramma 2010-2014 stond, dat we een bestuurlijk akkoord van de Stadsregio met het Rijk over een tweede oeververbinding tussen Krimpen aan den IJssel en Ridderkerk moeten bevorderen. Door de beperkte financiële mogelijkheden van het Rijk en de regio, is dit uitgesteld tot na 2028. Wel is voor het project Herontwerp Brienenoord – en Algeracorridor (HBAC) een samenhangend pakket netwerkversterkende maatregelen in beeld gebracht. Deze maatregelen maken deel uit van het regionale programma ‘Beter Benutten’ en kunnen de bereikbaarheidsproblemen in de Oostflank van onze regio op korte termijn verzachten. De vijf korte termijn maatregelen zijn (uiterlijk 2014 uitgevoerd): • Robuustheidsmaatregelen op de Abram van Rijckevorselweg–Oost (N219); • Optimalisatie Algeracorridor (waaronder verkeersregelinstallaties en infrastructuur); • Fietsveer tussen Capelle en Krimpen; • Mobiliteitsaanpak Oostflank (spitsmijden Algeracorridor, P+R Krimpen aan den IJssel en autoveer Krimpen/Nederlek-Ridderkerk); • de fietsenstalling bij OV-halte Capelsebrug (reeds uitgevoerd in mei 2013). Hoewel wij blijven opteren voor de uitvoering van de tweede oeververbinding tussen Krimpen aan den IJssel en Ridderkerk, hebben wij in juli 2012 ingestemd met het door de Stadsregio Rotterdam voorgestelde afsprakenpakket “Beter Benutten”. Deze maatregelen zijn, naast de reeds hierboven genoemde aanpak van de kruispunten, gelegen aan de Abram van Rijckevorselweg-oost, onder andere: • De optimalisatie Algeracorridor (waaronder verkeersregelinstallaties en infrastructuur); • het fietsveer tussen Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. Naar verwachting zal in het 4e kwartaal van 2014 worden gestart met de infrastructurele deelmaatregelen in de Algeracorridor en zullen de werkzaamheden in de loop van 2015 worden afgerond. Mede afhankelijk van de bestemmingsplanprocedure aan Krimpense zijde kan het fietsveer tussen Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel naar verwachting in het 4e kwartaal 2015 in de vaart worden genomen. In 2015 zullen de metrostations in de planning worden gerenoveerd. Gelijktijdig met de renovatie van deze metrostations zal ook het fietsparkeren bij deze stations worden verbeterd respectievelijk worden uitgebreid. In het 2e kwartaal 2014 is het fietspad aan de noordzijde van het gedeelte van de Kralingseweg, gelegen tussen de Lupinestraat en de Schenkelse Dreef, gerealiseerd. Er is een integraal ontwerp voor de Rivierweg, inclusief de kruising Rivierweg/Reigerlaan opgesteld. Na vaststelling hiervan, zal dit ontwerp naar verwachting in 2015 worden uitgevoerd.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP), visie 2010-2020 SLIM Reizen 2. Fietsplan SLIM op de Fiets 3. Uitvoeringsagenda SLIM Reizen 2010-2013
38
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma
Buitenruimte - Grijs
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestatie
Buitenruimte is schoon, heel en veilig.
Handhaven van de afgesproken kwaliteit van de openbare ruimte met als uitgangspunt ’sober en doelmatig’.
Verbeteren van de ontsluitingsstructuur en van de verkeersdoorstroming
Vervangen van de verkeersregelinstallaties en verbetering afwikkeling langzaam verkeer, onder andere op de kruising Bermweg/Capelseweg. Uitvoeren en actief inzetten op het regionaal programma Beter Benutten met als speerpunt de Algeracorridor.
Voldoende en gratis parkeervoorzieningen
Door gebiedsgericht beleid inzicht verkrijgen in de parkeerproblematiek en zo mogelijk concrete maatregelen voorbereiden.
Vergroten van de verkeersveiligheid
Samen met de WOP’s opstellen van een actieplan verkeersveiligheid.
Wonen
Bedrijven
Bovenw. groen
bedr./ind
kantoor
Bijz. voorzieningen
Hoofdwegen
centr
overig
hoofdw.
wijkw.
Wegen
sober
sober
sober
sober
basis
sober
sober
sober
Cultuurlijk groen
basis
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
Natuurlijk groen
basis
sober
sober
sober
sober
sober
Speelvoorzieningen
basis
Verlichting
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
Kunstwerken
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
basis
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000):
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
10.642
N
13.614
N
10.023
N
10.876
N
10.180
N
10.776
Baten
V
1.677
V
2.105
V
1.694
V
1.591
V
1.591
V
1.591
Saldo van baten en lasten
N
8.965
N
11.509
N
8.329
N
9.285
N
8.589
N
9.185
V
3.180
Mutaties reserves:
Res. onderhoud verhardingen
N
1.470
N
734
N
674
V
27
V
140
V
210
Res. water
N
493
N
312
V
263
V
54
N
378
V
69
Res. openbare verlichting
N
356
N
425
N
275
N
17
V
91
V
94
Res. civieltechnische werken
N
143
V
18
N
83
V
34
V
34
V
46
Res. speelplaatsen
N
148
N
28
V
25
V
49
V
49
V
87
Reserve eenmalig
N
447
V
1.965
Res. verkeersvoorzieningen
N
0
algemene reserve
N
0
V
Resultaat
N
12.022
N
Verschil 2014 - 2015
39
N
88
N
88
N
88
N
88
120
V
575
V
575
V
575
V
575
10.905
N
8.586
N
8.651
N
8.166
N
8.192
V
2.319
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Hogere lasten IBOR
N
369
N
369
V
Bezuiniging op onderhoud verhardingen Fasinatio (VJN 2011 8.4.4)
V
125
V
125
Bezuiniging op IBOR tranche 2 (1e wijz.2014 1.18.4)
V
1.000
V
Bezuinigingsvoorstel tranche 2 Straatreiniging (1e wijz.2014 1.18.4)
V
49
Vrijval kapitaallasten verkeersvoorzieningen en bewegwijzering(VJN2013 2.4.3) in 2014
N
194
Diverse eenmalig budgetten Straatmeubilair, Verkeersvoorzienningen en Verkeer in 2014, dekking via reserve eenmalige uitgaven
V
Eenmalig budget herinrichting voetgangersoversteekplaatsen in 2014 (VJN2014 2.4.1)
V
280
V
125
1.000
V
1.000
V
49
V
49
N
194
N
194
1.215
V
1.215
N
0
V
278
V
278
V
278
Eenmalig budget bewegwijzering (Amendement; dekking Alg.res.vrij besteedbaar)
V
120
V
120
N
N
0
Gratis reizen met openbaar vervoer 65+ in daluren (1e begr.wijz. 2011 1.6.3) in 2014
V
477
V
477
V
477
Gratis reizen met openbaar vervoer 65+ (1e begr.wijz.2014 1.6.1) - 2015 t/m 2018
N
575
N
575
V
N
0
Eenmalig budgetten in 2014 Verkeer (1e begr.wijz.2014 1.6.2 en 1.6.3 en 1.6.4 / NJN2013 2.4.9)
V
465
V
465
V
465
Eenmalig budget in 2014 voor Verbetering kruising Rivierweg/Reigerlaan (1e wijz.2013 1.6.3)
V
750
V
750
N
N
0
Subsidie en uitvoering 15 trapvelden/sportplekken (VJN2014 2.4.5; zie lasten)
V
250
V
250
V
250
V
3.591
V
3.591
V
2.730
Baten
Eenmalige subsidie projecten Verkeer in 2014 (1e wijz.2014)
N
191
N
Subsidie en uitvoering 15 trapvelden/sportplekken (VJN2014 2.4.5; zie baten)
N
250
Overig
V
N
0
Totaal
V
3.591
N
0
N
649
1.215
N
120
575
750
861
191
N
191
N
250
N
250
30
V
30
V
30
N
411
N
411
N
0
N
411
N
411
V
3.180
N
861
V
2.319
Incidentele baten en lasten
Incidentele baten
Incidentele lasten
Omschrijving
2015
2016
Gratis reizen met openbaar vervoer 65+ in 2015 tot en met 2018 met dekking Algemene reserve vrij besteedbaar (1e wijziging 2014 1.6.3)
V 575
Totaal
V 575
2017
2018
2015
2016
2017
2018
V 575
V 575
V 575
N 575
N 575
N 575
N 575
V 575
V 575
V 575
N 575
N 575
N 575
N 575
40
PROGRAMMABEGROTING 2015
Structurele mutaties reserves
Onttrekkingen
Omschrijving
2015
2016
2017
Toevoegingen 2018
2015
2016
2017
2018
Reserves IBOR
288
164
314
506
1.120
105
466
88
Totaal
288
164
314
506
1.120
105
466
88
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn de volgende bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2018
2017
Straatreiniging
150
150
150
150
150
Ontwatering
140
140
140
140
140
1.000
1.000
1.500
1.500
1.290
1.290
1.790
1.790
IBOR Totaal
290
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Lasten € 10 mln. 03.01 Onderhoud verhardingen 3,0 03.02 Openbare verlichting 1,1 03.04 Straatmeubilair en verfraaiingen 0,1 03.05 Gladheidsbestrijding 0,2 03.06 Straatreiniging 0,8
0,3 0,2
0,1
1,1
0,2
0,8
0,8
0,4
0,6 1,0 0,6
0,0 0,0 0,1
P L
3,6
1,1
03.07 Verkeersvoorzieningen en bewegwijzering 0,6 03.08 Verkeer 1,0 03.09 Civieltechnische werken 0,6 03.10 Ontwatering 1,1
03.30 Huisnummering en straatnaamgeving 0,0
02.01 Bijdrage Veiligheidsregio 3,6
03.31 Overige / Recognities 0,0
03.11 Speelplaatsen 0,4
03.33 Gemeentelijke accommodaties 0,2
03.12 Beheer gemeentelijke gronden 0,1
Indirecte lasten 0,8
0,0
Baten € 1,7 mln.
0,1 03.01 Onderhoud verhardingen 0,1
0,6
03.02 Openbare verlichting 0,0 0,4
03.06 Straatreiniging 0,6 03.10 Ontwatering 0,3 03.12 Beheer gemeentelijke gronden 0,3 03.33 Gemeentelijke accommodaties 0,4
Lasten € 1,1 mln.
03.01 Onderhoud verhardingen 3,0 03.02 Openbare verlichting 1,1 03.04 Straatmeubilair en verfraaiingen 0,1 03.05 Gladheidsbestrijding 0,2 03.06 Straatreiniging 0,8 03.07 Verkeersvoorzieningen en bewegwijzering 0,6 03.08 Verkeer 1,0 03.09 Civieltechnische werken 0,6 03.10 Ontwatering 1,1 02.01 Bijdrage Veiligheidsregio 3,6 PROGRAMMABEGROTING 2015
41
03.11 Speelplaatsen 0,4 03.12 Beheer gemeentelijke gronden 0,1
0,3
0,3
P B
Programma
4. Buitenruimte - Groen
42
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Het Capelse groen draagt bij aan een afwisselende, herkenbare en waardevolle woon- en leefomgeving. Dit doen we door cultuurhistorisch groen te koesteren, ruimte te bieden voor ecologie en recreatie en door het groene karakter van de wijken centraal te stellen. Duurzaamheid, veiligheid en beheerbaarheid gelden hierbij als randvoorwaarden.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Waardering van de hoeveelheid (in %)
Bewonersenquête
86%
87%
88%
88%*
Waardering van de inrichting (in %)
Bewonersenquête
76%
75%
81%
81%*
Waardering van het onderhoud (rapportcijfer)
Bewonersenquête
6,2
6,1
6,3
6,2
m2 groen (per woning)
Interne registratie
n.v.t.
(99)
2.890.000 (91)
2.890.000 (91)
Aantal bomen (per inwoner)
Interne registratie
n.v.t.
(0,4)
26.000 (0,4)
26.000 (0,4)
Waardering van bewoners voor de woonomgeving
Bewonersenquête
7,1
7,2
7,3
7,3
* De streefwaarden 2015 zijn gezet op de laatste bekende meting (2013). De ambitie is de kwaliteit van de openbare ruimte met als basisafspraak ‘sober en doelmatig’ te handhaven.
Ontwikkelingen
Het groen in de bebouwde omgeving bepaalt mede de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in onze stad. Bij het ontwikkelen en actualiseren van plannen voor de ruimtelijke ontwikkeling, inrichting en beheer is input vanuit groenbeleid onmisbaar om tot samenhangende plannen te komen. Dit komt tot uiting in een aantal hieronder beschreven beleidsstukken. De Groenvisie beschrijft de hoofdgroenstructuur van Capelle aan den IJssel. Deze bestaat uit de dragers ‘landschap en cultuurhistorie’, ‘ecologie’ en ‘cultuurlijk groen’. De hoofdstructuur is onaantastbaar en krijgt optimale aandacht op het gebied van inrichting, beheer en onderhoud. De Groenvisie geeft daarnaast uitgangspunten voor ontwerp, inrichting en sortiment, beheer en onderhoud, bomen, ecologie, duurzaamheid en milieu en communicatie en participatie. Het groenbeheerplan is een vertaling van het beleidsplan en geeft de beheerwerkzaamheden en de benodigde financiën aan voor een periode van 5 jaar. Bijvoorbeeld het beeldgerichtwerken staat hier in beschreven. In het Integraal Projectenboek staan voor een periode van 5 jaar alle projecten in de buitenruimte en daarbij behorende kosten omschreven. De werkzaamheden zijn integraal omdat er werkzaamheden worden uitgevoerd van verschillende beheerdisciplines.
PROGRAMMABEGROTING 2015
43
Het bomenbeleidsplan is een langetermijnvisie op bomen in Capelle en zorgt voor afstemming tussen verschillende onderwerpen die op bomen betrekking hebben, zoals: kap, herplant, ontwerp, beheer en communicatie. In het bomenbeleidsplan wordt de Capelse bomenstructuur aangewezen en zijn regels opgenomen voor het kappen van bomen. Het Handboek Inrichting Openbare Ruimte heeft als doel om de samenhang en beeldkwaliteit van de openbare ruimte te versterken. Het handboek geeft een visie op de inrichting van de openbare ruimte en stelt kaders en richtlijnen voor beeldkwaliteit, veiligheid en functionaliteit. Groen en water zijn hierin belangrijke elementen. Het Flora- en faunabeleid geeft richting aan de ontwikkeling van soorten rijkdom/biodiversiteit in Capelle aan den IJssel en biedt houvast (protocol) bij ruimtelijke ontwikkelingen en groenbeheer.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Groenvisie 2011 2. Bomenbeleidsplan 2013 3. Handboek Inrichting Openbare Ruimte 4. Flora- en faunabeleid
Buitenruimte Groen
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties
Buitenruimte is schoon, heel en veilig.
Handhaven van de afgesproken kwaliteit van de openbare ruimte met als uitgangspunt ’sober en doelmatig’.
Overzicht kwaliteitsambitie 2011-2015 per structuurelement Wonen
Bedrijven
Fascinato
overig
bedr./ind
kantoor
2011
hoog
basis
basis
basis
2012
hoog
basis
basis
2013
basis
basis
2014
basis
2015
basis
Bovenw.
Bijz. voorzieningen
Hoofdwegen
centr
overig
hoofdw.
wijkw.
sober
basis
basis
basis
basis
basis
sober
basis
basis
basis
basis
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
basis
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
basis
sober
sober
sober
sober
sober
sober
sober
Prestatie-indicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Aantal onderhoudscontracten met burgers
Registratie Stadsbeheer
68 (jan) 78 (aug)
73
100
110
Aantal adoptierotondes
Registratie Stadsbeheer
3
3
12
6
Aantal VVE’s en bedrijfsterreinen waar een onderhoudsovereenkomst mee is gesloten
Registratie Stadsbeheer
8
10
12
12
Aantal door gemeente aangelegde geveltuinen*
Registratie Stadsbeheer
-
-
22
50
Aantal Stadslandbouw-projecten*
Registratie Stadsbeheer
-
-
1
1
* Tot en met 2012 niet gemeten.
44
PROGRAMMABEGROTING 2015
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
4.423
N
5.312
N
5.054
N
4.671
N
4.678
N
4.682
Baten
V
259
V
446
V
258
V
258
V
258
V
258
Saldo van baten en lasten
N
4.164
N
4.866
N
4.796
N
4.413
N
4.420
N
4.424
V
70
Mutaties reserves:
Res. groen
N
315
V
189
V
311
V
83
V
91
V
95
Resultaat
N
4.479
N
4.677
N
4.485
N
4.330
N
4.329
N
4.329
V
192
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Hogere beheer-/onderhoudslasten groen
N
496
N
496
V
Taakstelling bedr.v. 2e tranche op groen (VJN 2012 2.1.5)
V
25
V
25
Uitstel aanleg Groen Ervenbuurt-Zuid 2013 agv onduidelijkheden in het bestek (VJN2013 2.5.2)
V
333
V
333
N
Eenmalig budget in 2014 voor Stadspark Schollebos (VJN2014 2.5.2; zie baten)
V
360
V
360
Lagere investeringen IBOR (VJN2014 2.4.4). Betreftverlaging kosten, vanwege uitstel proj. Slotlaan. Door RET wzh. aan metrostation Slotlaan. Project wordt opgenomen in beheerplannen 2016 - 2020
V
41
V
41
N
Overig
N
5
N
5
V
258
V
258
V
Baten
Eenmalige bijdrage in 2014 aan Stadspark Schollebos (VJN2014 2.5.2; zie lasten)
N
188
N
N
0
N
188
Totaal
V
258
N
188
N
0
496
333
41
122
N
0
V
25
N
0
V
360
N
0
N
5
V
380
188
N
188
N
188
N
0
N
188
V
70
V
122
V
192
Structurele mutaties reserves
PROGRAMMABEGROTING 2015
Onttrekkingen
Omschrijving
2015
2016
Reserve Groen
311
Totaal
311
45
Toevoegingen
2017
2018
2015
2016
2017
2018
83
91
95
83
91
95
0
0
0
0
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Lasten € 5,1 mln. 0,3
04.01 Beheer en onderhoud groen 4,6 04.02 Verkopen openbaar groen 0,1
0,1
4,6
Indirecte lasten 0,3
Baten € 0,3 mln. 04.01 Beheer en onderhoud groen 0,2 04.02 Verkopen openbaar groen 0,1
0,2
0,1
46
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma
5. Economische Zaken
PROGRAMMABEGROTING 2015
47
Missie Wij zorgen voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat en een goede voorzieningenstructuur. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor het aantrekken en behouden van bedrijvigheid. Zowel inwoners als bedrijven kunnen door een goede voorzieningenstructuur in hun eigen gemeente inkopen en/of zaken doen.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Aantal bedrijven
Bedrijvenregister Zuid-Holland
2.834
2.721
2.716
2.750
Aantal arbeidsplaatsen
Bedrijvenregister Zuid-Holland
36.413
34.999
35.166
35.200
Percentage leegstand Rivium
Intern
21,7
19,4
26,8%
< 25%
MKB-vriendelijkste gemeente van Zuid-Holland
Ministerie van Economische Zaken
3e van Zuid-Holland en 27e van Nederland
Top 5 van Zuid-Holland, top 25 van Nederland
21e (van Zuid-Holland)
Meting 2013
Geen meting
Streefwaarde 2015
Ontwikkelingen Algemeen Eind 2014 is de voortgang van de acties, benoemd in het Actieplan Economische Zaken 2013–2018 in beeld gebracht en besproken in het Economisch Overleg Capelle. Een goed ondernemersklimaat is van groot belang voor de gemeente en haar inwoners. Bedrijven zorgen immers voor banen, dragen bij aan onze welvaart en bieden ons tal van voorzieningen. Het ondernemersklimaat in Capelle aan den IJssel is goed en dat willen wij tenminste zo houden. Met het Actieplan willen wij de ondernemers zo goed mogelijk faciliteren en er voor zorgen dat zij kunnen ondernemen. Dit doen wij in overleg met de ondernemersverenigingen, zoals deze vertegenwoordigd zijn in het Economisch Overleg Capelle (EOC) en diverse vakdisciplines binnen onze organisatie.
Bedrijventerrein Hoofdweg De revitalisering van de Hoofdweg (vakken B tot en met D) is eind 2014 afgerond. Ook de toegekende aanvragen uit het Gevel- en voorterreinfonds voor het opknappen door bedrijven van hun terrein of gevel, wordt begin 2015 afgerond. Daarnaast vindt de financiele afwikkeling van de subsidies van de provincie Zuid-Holland en de Stadsregio in 2015 plaats. Begin 2014 is op basis van de in 2013 opgestelde businesscase voor vak A (planologische toekomstvisie) een projectteam geformeerd, dat uitvoering geeft aan de maatregelen op korte en middellange termijn. De herstructurering gebeurt in nauw overleg met de betrokken ondernemers en de BIZ Hoofdweg CapelleXL.
Kantorenpark Rivium Rivium is vanaf midden jaren 90 van de vorige eeuw ontwikkeld, als een ‘top-of-the-bill-snelweglocatie, een hoogwaardig bedrijvenpark, langs de Van Brienenoordbrug/A16. Op Rivium is een aantal hoofdkantoren van nationaal en internationaal bekende bedrijven gevestigd. Hoewel het terrein er nog steeds zeer verzorgd uitziet, laat de bezettingsgraad al jaren te wensen over. Leegstand van kantoren/bedrijven is in de eerste plaats een zaak die de eigenaren aangaat. Onze rol tot nu toe is het participeren en faciliteren van het Parkmanagement Rivium, de formele vertegenwoordiger van de eigenaren. Met ingang van september 2014 is een fulltime Riviummarinier aangesteld. Het Rivium kampt met aanzienlijke leegstand (37 procent in januari 2014) en daarom hebben wij in het coalitieakkoord 2014-2018 hoge prioriteit gegeven aan het terugdringen hiervan. De inzet is om bestaande ondernemingen te binden aan de stad en zo veel mogelijk nieuwe ondernemingen te bewegen om zich in Capelle te vestigen. Rivium Business Park Rotterdam Area is met 200 bedrijven een belangrijke kantoren- en bedrijvenlocatie in Capelle, en met 7.200 werkenden cruciaal voor de lokale werkgelegenheid. Helaas heeft dit park te maken met een nog steeds oplopende aanzienlijke leegstand.
48
PROGRAMMABEGROTING 2015
Relatiebeheer Ook in deze collegeperiode maakt het economisch beleid van de gemeente deel uit van onze speerpunten. In 2015 continueren we de uitreiking van ondernemersprijzen, “Capelse Ondernemer van het Jaar’’. In het Isalatheater hebben we in 2014 voor de vierde keer de Capelse Ondernemersprijs uitgereikt. De winnaars zijn gedurende een jaar ambassadeur van het Capelse bedrijfsleven.. Daarnaast is in oktober 2014 samen met de ondernemersverenigingen ENC (Economisch Netwerk Capelle, ontstaan uit een fusie tussen het Ondernemers Netwerk Capelle en de Economische Kring Capelle) en OndernemerZZcaPelle het netwerkevenement de Capelse Rode Loper georganiseerd, met als thema: Verbinden, kennismaken en samenwerken. Het is de bedoeling ook dit evenement jaarlijks te organiseren.
Detailhandel In 2014 is de Verordening Winkeltijden Capelle aan den IJssel 2014 vastgesteld. Deze wordt in 2015 geëvalueerd. Daarnaast is eind 2014 de Structuurvisie Detailhandel vastgesteld. Deze zal de komende jaren dienen als toetsingskader voor nieuwe initiatieven op detailhandelsgebied.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Marktverordening Capelle aan den IJssel 2011 2. Actieplan Economische Zaken 2013 – 2018 3. Verordening Winkeltijden Capelle aan den IJssel 2014 4. Structuurvisie Detailhandel (is eind 2014 door de raad vastgesteld)
Programma
Economische Zaken
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Minder leegstand van kantoor- en bedrijfsgebouwen
Samenwerken met buurgemeenten, de Stadsregio, provincie en marktpartijen om de bezettingsgraad van kantoren te verhogen. Voor Rivium: Uitvoeren Plan van aanpak verhogen bezettingsgraad Rivium Business Park door de Riviummarinier
Revitaliseren van kantoor- en bedrijfslocaties.
Revitaliseren van de Hoofdweg
Een nog betere relatie met ondernemers
Organiseren van een jaarlijks terugkerend evenement De Capelse Rode Loper in samenwerking met de Capelse ondernemersverenigingen
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000):
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Lasten
N
926
N
7.536
N
842
N
885
N
885
N
885
Baten
V
549
V
5.973
V
573
V
573
V
573
V
573
Saldo van baten en lasten
N
377
N
1.563
N
269
N
312
N
312
N
312
V
1.294
Mutaties reserves:
Egalisatiereserve Centrummarkt
N
1
N
7
Reserve eenmalig
N
326
V
580
Resultaat
N
Verschil 2014 - 2015
49
704
N
990
N
Raming 2016
7
Raming 2017
Raming 2018
N
7
N
7
N
N
276
N
V
714
319
N
319
N
7
319
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Eenmalig budget in 2014 voor opstellen Detailhandelstructuurvisie (1e wijz.2014 1.8.1)
V
30
V
30
V
30
Eenmalig budget in 2014 voor Uitvoering middel.termijn maatregelen businesscase vak A hoofdweggebied (NJN2013 2.6.1; zie lasten)
V
5.600
V
5.600
V
5.600
Eenmalig budget in 2014 t.b.v. verhogen bezettingsgraad Rivium (NJN2013 2.6.4)
V
50
V
50
V
50
Diverse eenmalig budgetten in 2014 voor projecten Hoofdweggebied (VJN2013 2.6.1) via reserve eenmalig (zie ook baten)
V
1.059
V
1.059
V
53
Uitbreiding formatie Riviummarinier (VJN2014 2.6.1)
N
80
N
80
N
80
Overig
V
60
V
60
N
24
V
36
V
6.719
V
6.719
N
1.030
V
5.689
Baten
Eenmalige bijdrage in 2014 voor Uitvoering middel.termijn maatregelen businesscase vak A hoofdweggebied (NJN2013 2.6.1; zie baten)
N
4.950
N
Eenmalige bijdrage in 2014 voor projecten Hoofdweggebied (VJN2013 2.6.1) via reserve eenmalig (zie lasten)
N
450
Lagere baten brandstofverkooppunten (NJN2013 2.6.3)
N
N
0
Totaal
V
6.719
N
0
N
1.006
4.950
N
4.950
N
450
V
N
0
25
N
25
N
25
N
5.425
N
5.425
V
450
N
4.975
N
5.425
V
1.294
N
580
V
714
450
50
PROGRAMMABEGROTING 2015
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves
Onttrekkingen
Omschrijving
2015
2016
2017
Toevoegingen
2018
2015
2017
2018
Egalisatiereserve Centrummarkt Totaal
0
0
0
0
2016 7
7
7
7
7
7
7
7
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Lasten € 0,8 mln. 0,1 05.01 Weekmarkten 0,1
0,0
05.02 Lokale economie 0,7 05.30 Brandstofverkooppunten 0,0 Indirecte laten 0,0
0,7
Baten € 0,6 mln. 0,1 05.01 Weekmarkten 0,1 05.02 Lokale economie 0,3
0,2
05.30 Brandstofverkooppunten 0,2 0,3
Lasten € 1,1 mln. 05.01 Weekmarkten 0,1 05.02 Lokale economie 0,7 05.30 Brandstofverkooppunten 0,0 Indirecte laten 0,0
Lasten € 1,1 mln. 05.01 Weekmarkten 0,1 PROGRAMMABEGROTING 2015
51
05.02 Lokale economie 0,3 05.30 Brandstofverkooppunten 0,2
0,0
P L
P L
Programma
6. Werk en inkomen
52
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Bevorderen van zelfredzaamheid en economische zelfstandigheid van Capellenaren die (tijdelijk) geen werk of inkomen hebben door hen te stimuleren en te ondersteunen bij het zoeken van werk of op werk gerichte scholing. Tevens wordt financiële ondersteuning geboden aan inwoners die er (tijdelijk) niet in slagen een inkomen op minimumniveau te verwerven of in bijzondere kosten te voorzien. Ook worden Capellenaren ondersteund die niet meer in staat zijn hun schuldenprobleem zelfstandig op te lossen.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Werk Inkomen
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streef-waarde 2015
Rapportcijfer tevredenheid van klanten van de afdeling Sociale Zaken
Klanttevredenheids-onderzoek door afd.
7,5
7,3
6,8
7,0*****
De bekendheid van klanten met schuldhulpverlening
Bewonersenquête
n.b.
54%
56%
n.b
De tevredenheid van klanten over het aanvragen en verkrijgen van een bijstandsuitkering (% tevreden – zeer tevreden)
Bewonersenquête
73%
89%
79%
80%
De bekendheid van klanten met de inkomensbrigade
Bewonersenquête
n.b.
8%
8%
***
Uitgaven boven rijksbijdrage (2014: 0)
Begroting
Tekort € 1,5 mln.
tekort € 3,3 mln*
Overschot € 3,0 mln**
Overschot € 0,6 ****
Aantal lopende schuldhulpverleningen in relatie tot het aantal Capellenaren
Interne rapportage
0,9%
n.b.
* Bij het Rijk is een aanvraag ingediend voor een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) over 2011. Indien deze volledig wordt gehonoreerd, betekent dit dat het tekort van € 3,3 mln. met € 1,2 mln. wordt gecompenseerd. Het Ministerie heeft onze aanvraag afgewezen. Ook heeft ons ingediende bezwaar niet geleid tot een ander besluit van het Ministerie. Er is bij de rechtbank beroep aangetekend. Dit beroep is afgewezen. Inmiddels zijn wij in hoger beroep gegaan en zijn in afwachting van de uitspraak. ** De netto uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) in 2013 bedroegen € 27,7 mln. ten opzichte van het budget van € 30,7 mln. *** Het invullen van formulieren e.d. geschiedt nu in de adminicafe’s met hulp van vrijwilligers. **** Het geraamde overschot is gebaseerd op het nader voorlopige budget zoals dat door het rijk in juni bekend werd gemaakt.. De definitieve Rijksbijdrage voor 2014 wordt pas in oktober 2014 bekend. ***** Vanwege gewijzigde regelgeving is de streefwaarde ‘tevredenheid’ ambitieus te noemen. Desalniettemin hanteren we een streefwaarde van 7,0.
PROGRAMMABEGROTING 2015
53
Ontwikkelingen GR IJsselgemeenten In het convenant tussen de gemeente Capelle aan den IJssel en de gemeente Krimpen aan den IJssel is afgesproken dat beide gemeenten zullen gaan samenwerken op het gebied van de volledige gemeentelijke bedrijfsvoering. Doelstelling van de samenwerking is het bereiken van gezamenlijke synergievoordelen in kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en efficiency. Aan de samenwerking wordt vormgegeven op een manier die leidt tot maximale effectiviteit en efficiency. Vanuit deze invalshoek is gekozen de samenwerking eerst te richten op de bedrijfsvoering binnen de werkterreinen Sociale Zaken (en ICT & Automatisering). Met ingang van 1 januari 2015 is de Gemeenschappelijke regeling IJsselgemeenten een feit. Vanaf dat moment worden de uitvoeringstaken van de Participatiewet belegd bij het onderdeel Sociale Zaken van de Gemeenschappelijke Regeling. De GR IJsselgemeenten stelt haar eigen werkbegroting op. Deze werkbegroting zal zijn basis hebben in de beide gemeentebegrotingen. De kaders en de doelstellingen uit de gemeentebegrotingen zijn leidend.
Participatiewet De Participatiewet treedt definitief in werking met ingang van 1 januari 2015. Aanvullend op de wet werden afspraken gemaakt tussen de sociale partners en de regering die meebepalend zijn voor de kaders die de wet stelt. In 2014 volgt nog nadere regelgeving in diverse AMvB’s. De gemeente wordt met de Participatiewet verantwoordelijk voor een grotere doelgroep, waaronder mensen met een functiebeperking en een beperkt arbeidsvermogen. Tot nu toe vielen deze groepen onder de werking van de Wajong of van de Wet sociale werkvoorziening. Anders dan in de eerste opzet was voorzien zal een deel van de zorg voor de Wajong-populatie bij UWV bijven. Voor iedereen uit de bredere doelgroep gaan dezelfde rechten en plichten gelden. De Participatiewet wil bovendien stimuleren dat meer mensen (meer) participeren, bij voorkeur met regulier betaald werk of anders door het verrichten van maatschappelijke nuttige werkzaamheden. De wet gaat ervan uit dat iedereen naar vermogen een bijdrage levert aan de samenleving. De verantwoordelijkheid hiervoor komt niet eenzijdig bij werknemers en uitkeringsgerechtigheden te liggen. Ook werkgevers krijgen hierin een taak. In het Sociaal Akkoord van 2013 is afgesproken dat werkgevers van 2014 tot en met 2026 125.000 ‘Garantiebanen’ creëren voor mensen met een functiebeperking. De overheid heeft toegezegd dat van die 125.000 banen er 25.000 bij overheidsorganen zullen komen. Als deze banen niet vrijwillig worden gecreëerd zal, met behulp van de Quotumwet, de werkgever een quotum worden opgelegd. De werkgever die ook daaraan niet voldoet zal worden beboet. De ingrijpende gevolgen voor de WSW worden behandeld in het hoofdstuk “Participatiewet en WSW” De WSW wordt afgesloten voor nieuwe instroom en de subsidiering van het zittend bestand geleidelijk verlaagd tot aan de hoogte van het wettelijk minimumloon. De oude wet Werk en bijstand maakt, in gewijzigde vorm deel uit van de participatiewet. Een van de belangrijkste wijzigingen is dat de ‘kostendelersnorm’ wordt ingevoerd, Het gevolg is dat naarmate meer personen met een uitkering hoofdverblijf hebben in dezelfde woning de bijstandsuitkering lager wordt. Het inkomen van werkende inwonenden wordt niet verrekend met de uitkering van de andere inwonenden om er voor te zorgen dat werken “lonend” blijft. Het wetsvoorstel Hervorming Kindregelingen heeft verregaande financiële gevolgen voor de doelgroep alleenstaande ouders. Achterliggende gedachte is dat een inkomensterugval meer alleenstaande ouders zal aanmoedigen om betaalde arbeid te zoeken. De bepalingen rondom het opleggen van maatregelen bij het niet nakomen van verplichtingen worden aangescherpt. Doel hiervan is vooral om te komen tot meer eenheid van beleid op het gebied van arbeidsverplichtingen en (strengere) sancties. Daarnaast moet de wet de bijstand meer activerend en tegelijkertijd helderder uitvoerbaar voor gemeenten maken, terwijl er ruimte moet blijven voor individueel maatwerk. Gemeenten krijgen wel de ruimte om binnen het nieuwe wettelijke kader zelf beleid te formuleren voor hoogte en duur van de op te leggen sancties. Tegelijkertijd met de invoering van de participatiewet komt er een nieuwe verdeelsystematiek voor het inkomensdeel. Het ministerie van SZW heeft in principe gekozen voor een model van het Sociaal Cultureel Planbureau. De gevolgen van dat model zijn ingrijpend. Er komt een overgangsregime van 3 jaar, waarbij in de eerste 2 jaren (2015 en 2016) het macrobudget voor 50% op basis van historische uitgaven wordt verdeeld en voor 50% op basis van het objectief verdeelmodel van SCP en in het 3e jaar (2017) voor 25% op basis van historische uitgaven en voor 75% op basis van het objectief verdeelmodel. De financiële gevolgen voor onze gemeente zullen niet eerder dan september/oktober bekend zijn.
54
PROGRAMMABEGROTING 2015
Bij de Najaarsnota 2014 presenteren wij een nieuwe raming waarin dan zal worden verwerkt: • de participatiekorting; • het effect van de vaststelling van het budget in de rijksbegroting 2014; • de volume-aanpassingen als gevolg van het toenemende klantenaantal; • de nieuwe herverdelingssystematiek. Dit alles afgezet tegen onze laatste prognoses van de ontwikkeling van de klantenaantallen incl. de nieuwe doelgroepen van arbeidsgehandicapten.
Particitatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) De participatiewet is zeer ingrijpend voor de sociale werkvoorziening. De WSW in de huidige vorm eindigt per 1 januari 2015, nieuwe instroom is dan niet meer mogelijk. • Iedereen met een Wsw-dienstverband behoudt zijn rechten. Wel zal het subsidiebedrag per persoon voor hen in 6 jaar tijd afnemen naar de hoogte van het wettelijk minimumloon (WML). Het verschil tussen loonkosten en subsidie dient te worden gecompenseerd binnen de bedrijfsvoering of komt voor rekening van de bij het WSW-bedrijf aangesloten gemeenten . • G emeenten krijgen met de Participatiewet de mogelijkheid om een nieuw instrument ´beschut werk´ te creëren. Het budget voor die nieuwe regeling wordt geleidelijk opgebouwd, zodanig dat uiteindelijk geld beschikbaar zal zijn voor 30.000 beschutte werkplekken. Door natuurlijke uitstroom zal het huidige aantal Wsw-ers (90.000) geleidelijk afnemen. Verder is in het in april 2013 gesloten Sociaal Akkoord opgenomen dat er 35 regionale Werkbedrijven gevormd worden. Deze werkbedrijven moeten ervoor zorgen dat mensen met een beperking aan werk worden geholpen bij het bedrijfsleven en de overheid. Tot 2026 zal het bedrijfsleven 100.000 nieuwe banen voor mensen met een arbeidshandicap scheppen. De overheid heeft 25.000 banen toegezegd. • Van kandidaten voor een “garantiebaan” wordt de loonwaarde bepaald. Gemeenten verstrekken aan de werkgevers een loonkostensubsidie die het verschil tussen de loonwaarde en normale arbeidsproductiviteit compenseert. Loonwaarde en subsidie worden jaarlijks opnieuw vastgesteld in de verwachting dat toenemende ervaring uiteindelijk zal leiden tot een aanzienlijke reductie of zelfs het wegvallen van loonkostensubsidie. Voor 2014 en 2015 zijn het zittende bestand Wajong met arbeidsvermogen en de mensen op de wachtlijst Wsw aangewezen als prioritaire doelgroep voor de garantiebanen. • V oor het geval de taakstelling niet wordt gehaald heeft de regering de zogenoemde Quotumwet achter de hand. Bedrijven die niet aan hun verplichtingen voldoen kunnen op grond van die wet beboet worden. Promen heeft in 2013 een reorganisatie doorgevoerd. Daarnaast is gestart met het verder omvormen van de organisatie naar een bedrijf dat minder gericht is op productieactiviteiten intern, maar meer op het ontwikkelen van mensen. Hiermee bereidde Promen zich voor op de komst van de Participatiewet. Zowel het afsluiten van de Wsw voor nieuwe instroom, als de daling van het subsidiebedrag voor het zittende bestand aan Wsw-ers heeft grote gevolgen voor Promen. Door de natuurlijke uitstroom zal de omvang van het aantal Wsw-werknemers ieder jaar dalen. In de Participatiewet is opgenomen dat de huidige Wsw-ers hun rechten en plichten behouden, waaronder de bepalingen van de CAO Wsw. Door de daling van de Rijkssubsidie en het wel moeten doorbetalen van de huidige salarissen zal er – een steeds groter – ‘gat’ ontstaan tussen deze inkomsten en uitgaven. Door Promen is aangegeven dat de daling van de subsidie niet (volledig) te compenseren is met verdere toename van omzetstijging. Het gevolg zou zijn dat de deelnemende gemeenten een steeds hogere bijdrage zouden moeten leveren. Omdat Promen beschikt over expertise en infrastructuur op het gebied van werken met en voor mensen met een beperking, wordt bekeken of er andere toekomstscenario’s zijn, waarbij Promen op basis van aanvullende dienstverlening aan gemeenten toch voldoende inkomsten kan creëren zodat voortbestaan in een aangepaste vorm mogelijk is. Door een extern bedrijf wordt een aantal scenario’s op financiële consequenties doorgerekend. De concept-begroting die recent aan de raden van de deelnemende gemeenten is aangeboden, is gebaseerd op het scenario dat de huidige werkzaamheden in ongewijzigde vorm worden voortgezet. Door de afname van de Rijkssubsidie en afname van de omvang van het aantal Wsw-medewerkers (waarbij op termijn door veroudering ook de arbeidsproductiviteit afneemt) zullen (grote) tekorten ontstaan. In haar vergadering van 10 juli 2014 heeft het Algemeen Bestuur van Promen haar commitment uitgesproken voor uit-
PROGRAMMABEGROTING 2015
55
voeringsvariant 3, toekomstperspectief met focus op werk. Deze variant houdt in dat alle gemeenten (re-integratie) dienstverlening bij Promen inkopen, waardoor een verwacht tekort dat ontstaat door afname van het aantal Wsw-ers en de vermindering van de subsidie voor hen, beperkt kan worden.
Schuldhulpverlening Sinds oktober 2012 wordt binnen schuldhulpverlening gewerkt met een groepsgewijze aanpak. Dit houdt in dat men direct aangemeld wordt voor een workshop Schuldhulpverlening. De evaluatie van het ‘Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015’ heeft plaatsgevonden en heeft geleid tot enkele verbeteringen in de groepsaanpak. Door de inzet van een screeningstool (Mesis) werd duidelijk dat slechts 27% van de mensen die zich melden (direct) in aanmerking komen voor de schuldregeling. Voor de andere 73% worden andere instrumenten ontwikkeld die hen voorbereiden op het zware schuldhulptraject. In 2014 werden pilots gestart met nieuwe producten, als stabilisatie, budgetmaatje en butgetteringscursussen. Op dit moment wordt ook gewerkt aan een pilot “uitbesteden”waarbij 50 klanten worden aangemeld bij een externe partij voor de schuldregeling. In 2015 zullen voornoemde pilots geëvalueerd worden en zal een nieuw beleidsplan schuldhulpverlening opgesteld worden waarin de resultaten van de pilots bepalend zullen zijn.
Kaderstellende verordeningen De volgende verordeningen bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Afstemmingsverordening Participatiewet 2. Re-integratieverordening Participatiewet 3. Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet 4. Verordening Individuele studietoeslag Participatiewet 5. Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 6. Beleidsplan Hoogwaardig Handhaven 7. Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Capelle aan den IJssel 2013 8. Verordening Cliëntenparticipatie Sociale Zaken
Werk & inkomen
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Uitgaven bijstand (I-deel) blijven binnen het rijksbudget.
Bij implementatie en uitvoering participatiewet en de WWB zorgen voor budgetairre neutraliteit.
Bevorderen maatschappelijke participatie (W-deel)
Uitvoering Participatiewet (GR voert beleidsplan uit binnen budgettaire kaders)
Terugdringen van de schuldenen armoedeproblematiek
Het meldpunt woningontruimingen bemiddelt om huisuitzettingen van gezinnen met jeugd zo veel mogelijk te voorkomen
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Werk Als target wil het college gerealiseerd hebben: 1. 300 bijstandsgerechtigde Capellenaren stromen uit naar werk* door bemiddeling van het Werkplein; 2. 150 bijstandsgerechtigde Capellenaren die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder. Ad 1. 300 bijstandsgerechtigde Capellenaren stromen uit naar werk* door bemiddeling van het Werkplein; Target en mijlpalen zijn een onderdeel van het Beleidsactieplan 2012 – 2014. Omschrijving
Bron:
Aantal bijstandsgerechtigden stromen uit naar werk (12 uur of meer per week)*
Managementrapportages
Meting 2011
Meting 2012 195
Meting 2013 570
304**
Streefwaarde 2015 300
* dit is inclusief uitstroom tot 12 uur, 24 uur en 36 uur (vanaf 2012), waarbij werken op oproepbasis wordt geregistreerd als “tot 12 uur”. ** met ingang van 2013 wordt deeltijduitstroom omgerekend naar fulltime uitstroom (bijv. 3 x uitstroom tot 12 uur telt als 1 volledige uitstroom).
56
PROGRAMMABEGROTING 2015
Er is sprake van uitstroom naar werk wanneer de bijstandsgerechtigde die een uitkering ontvangt op grond van de WWB arbeid in loondienst verricht of werkt als zelfstandige en daardoor niet langer is aangewezen op een uitkering. Het participatiebudget is met ingang van 2012 fors gedaald. Daardoor kunnen we veel minder gebruik maken van subsidie op arbeid en ingekochte trajecten. Dat beperkt onze mogelijkheden om uitstroom te realiseren. Daarnaast zullen jongeren tot 27 zoveel mogelijk worden begeleid naar opleiding/scholing waardoor zij uitstromen door het ontvangen van WSF. Zij behalen hiermee een startkwalificatie of verruimen door een opleiding hun kansen op de arbeidsmarkt. Wanneer scholing niet mogelijk is dan worden jongeren tot 27 jaar begeleid naar werk. Ad 2. 150 bijstandsgerechtigden die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder De Participatieladder geeft inzicht in de verschillende klantgroepen, de potentie en de bewegingen op de treden. Per 1 januari 2012 is het totale bestand gescoord op de participatieladder1. De indeling is de nulmeting. Voor 2015 zullen naar verwachting 150 klanten doorstromen op de participatieladder. Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Aantal bijstandsgerechtigden die zich een stap omhoog ontwikkelen op de participatieladder
Managementrapportages
Meting 2012
n.b.*
Meting 2013
150
Streefwaarde 2015
127
150
*Meting pas vanaf 2012
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel inkomen Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
% Afwijzing aantal aanvragen uitkering door aanscherping poortwachterfunctie
Managementrapportages
53%
60% Streefwaarde 30%
58%
40%
Opsporing uitkeringsfraude (terugvordering en besparing op de uitkeringlasten)
Verslag Hoogwaardig Handhaven
€ 1,8 mln
€ 4,2mln Streefwaarde € 1,0 mln
€ 3,7 mln
€ 4,5 mln.
Termijn opstellen plan van aanpak schuldenproblematiek
Interne rapportage
n.b.
n.v.t. Streefwaarde 4 weken
4 weken
4 weken
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N 53.022
N 57.378
N 49.794
N 52.199
N 54.631
N 56.677
Baten
V
46.106
V
49.700
V
45.608
V
48.795
V
49.934
V
51.889
Saldo van baten en lasten
N
6.916
N
7.678
N
4.186
N
3.404
N
4.697
N
4.788
V
3.492
N
4.697
N
4.788
Verschil 2014-2015 Mutaties reserves: Eg.Res.Wet Werk.naar Vermogen
N
1.785
Res. frictiekosten ombuigingen
V
200
Reserve Eenmalig
V
9
V
8
V
8
V
8
Resultaat
N
8.492
N
7.670
N
4.178
N
3.396
V
3.492
Verschil 2014 - 2015
1 De Participatieladder is een meetinstrument waarmee je van iedere burger kunt vaststellen wat diens mate van participatie in de samenleving is. De ladder is onderverdeeld in zes treden, van sociaal geïsoleerd tot werkend zonder ondersteuning. De ladder is geïnspireerd vanuit de opdracht: bevorder de participatie ofwel zorg dat iedereen meedoet naar vermogen. PROGRAMMABEGROTING 2015
57
De invoering van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten is technisch verwerkt. Dit houdt in dat de bedrijfsvoering- en de uitvoeringslasten ICT van programma 0 én de bedrijfsvoeringlasten Sociale Zaken van programma 6 in totaal naar programma 15 zijn overgeheveld. De GR IJsselgemeenten kan daardoor in programma 15 integraal gevolgd worden.
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Lagere doorbelasting overhead Sociale Zaken
V
233
V
233
V
233
Hoger budget in 2014 als gevolg van Meeneemregeling participatiebudget 2013-2014 en actieplan jeugdwerkloosheid (zie baten)
V
1.236
V
1.236
V
1.236
Eenmalig budget in 2014 voor cofinanciering ESF-projecten Impulsen in toeleiding naar werk en scholing (NJN2013 2.13.19)
V
400
V
400
V
400
Eenmalig budget in 2014 Uitvoeringsbudget Wet Inburgering (decembercirculaire 2013)
V
119
V
119
V
119
Hoger budget in 2014 door ESF Project Van klacht naar kracht en Ken je competenties (VJN2014 5.7.1/2)
V
581
V
581
V
581
Lagere gemeentelijke bijdrage aan Promen o.b.v. de herziene conceptbegroting 2013 (VJN2012 2.7.1)
V
21
V
21
V
21
Versobering Bijzondere Bijstand vanaf 2015 (VJN2011 2.16.7)
V
100
V
100
V
100
Eenmalige verlaging budget Bijzondere Bijstand in 2014 (NJN2013 2.7.6)
N
160
N
160
N
160
Lager uitvoeringsbudget Schuldhuldhulpverlening (1e wijz.2014 1.9.1)
V
200
V
200
V
200
Structurele middelen Schuldhulpverlening (VJN2014 2.7.2)
N
200
N
200
N
200
Verlaging doorbelasting overhead Sociale Zaken vanwege oprichting GR Ijsselgemeenten (programma 15)
V
5.095
V
5.095
V
5.095
Overig
N
42
N
42
N
42
V
7.583
V
7.583
V
7.583
Baten
Lagere rijksbijdrage inkomensdeel WWB (NJN2013 2.7.3)
N
2.334
N
Hogere baat in 2014 als gevolg van meeneemregeling participatiebudget 2013-2014 en actieplan jeugdwerkloosheid (zie lasten)
N
1.236
Hogere baat in 2014 ESF Project Van klacht naar kracht en Ken je competenties (VJN2014 5.7.1/2; zie lasten)
N
Eenmalig hogere baat Bijzondere Bijstand in 2014 (NJN2013 2.7.6)
N
Totaal
V
N
0
N
0
2.334
N
2.334
N
1.236
N
1.236
581
N
581
N
581
V
60
V
60
V
60
0
N
4.091
N
4.091
N
0
N
4.091
7.583
N
4.091
V
3.492
N
0
V
3.492
58
PROGRAMMABEGROTING 2015
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Omschrijving
Onttrekkingen 2015
2016
Toevoegingen 2017
2018
2015
2016
2017
2018
Reserve Noodfonds
23
23
14
14
23
23
14
14
Totaal
23
23
14
14
23
23
14
14
In de Najaarsnota 2012 is besloten om eenmalig een bedrag van 223 beschikbaar te houden via een stelpost Armoedefonds. In de Voorjaarsnota 2013 is op basis van een bestedingsplan voor de jaren 2015 en 2016 een extra budget aan het Noodfonds toegevoegd.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 49,8 mln. 0,2 3,3
06.01 Uitkeringsverstrekking 32,2 06.02 Reïntegratie en activering 3,8
1,5 32,2
06.03 Arbeidsmarktbeleid 0,0
8,5
06.04 Bijdrage WSW 8,5 3,8
06.05 Bijzondere bijstand 1,5 06.06 Kinderopvang 0,0 06.07 Inkomensvoorziening 0,2 06.08 Schuldhulpverlening 0,1
0,0
06.09 Stichting Capelle Werkt 0,1 Indirecte lasten 3,3
Baten € 45,6 mln. 0,1 0,2 06.01 Uitkeringsverstrekking 06.02 Reïntegratie en activering 06.04 Bijdrage WSW
PROGRAMMABEGROTING 2015
59
33,6 3,6
33,6
8,1
8,1
06.05 Bijzondere bijstand
0,2
06.07 Inkomensvoorziening
0,1
3,6
0,1 0,2 0,0
Programma
7. Volkshuisvesting
60
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Wij creëren een goede woongemeente voor de inwoners door balans te brengen in de bevolkingsopbouw en variatie in het woningbestand op wijk- en buurtniveau. Daarvoor bieden wij ruimte aan hogere woningmarktsegmenten en verminderen wij het aandeel sociale woningen.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009:
Meting 2011:
Meting 2013:
Streefwaarde 2015:
Woningbouw: % grondgebonden woningen ten opzichte van gestapelde bouw
Woningbouwprogramma
Opgeleverd 20% egh
Opgeleverd 100% egh
Geplande opleveringen: 15% egh
Geen
Woningvoorraad verhouding egh/mgh *
BZk/DGWBI/Systeem Woningvoorraad SYSWOV
47,3%
46,1
46,3
46,3
woningvoorraad
30.362
30.459
30.459
Omvang sociale voorraad (schatting)
11.602
11.550
11.000
Daling sociale woningbouw: % aantal sociale woningen ten opzichte van de gehele woningvoorraad. Streefwaarde: van 39% in 2011, tot 36% in 2015 en 33% in 2020.
Buurtmonitor. Data van Havensteder. Data wonen: Syswo Bron: BZk/DGWBI/Systeem Woningvoorraad SYSWOV Peildatum: 1 januari
40%
39,2%
37,9 (sloop Sperwerhof, 128 woningen in 2013 niet doorgegaan)
36%, voornamelijk als gevolg van hogere huren bij nieuwe verhuringen
Woonoverlast: % bewoners die vinden dat overlast van omwonenden vaak of soms voorkomt.
Buurtmonitor/ Bewonersenquête
30%
33%
32%
30%
*)
egh mgh
: eengezinswoning : meergezinswoningen (hoogbouw)
Ontwikkelingen De raad heeft op 10 juni 2013 de Woonvisie 2013-2020 vastgesteld tegelijk met de nieuwe Structuurvisie 2030. In de Woonvisie zijn onze ambities voor de gewenste woonmilieus verwoord in lijn met de Stadsvisie. Daarbij zetten we vooral in op verbeteren van de kwaliteit van onze woningvoorraad en minder op toevoegen van woningen. De kern van de woonvisie is: het creëren van een Parkstad met een gevarieerde woningvoorraad waar voor iedereen plaats is. Dit doel proberen we te bereiken door: • het herstellen van de woonmilieubalans, door schaarse woonmilieus (dorps, landelijk en exclusief) toe te voegen en het aandeel van woonmilieus (compact suburbaan) waaraan een overschot is te verminderen; • het aandeel van de sociale woningvoorraad te laten dalen van 39% tot 36% in 2015 en 30% in 2020; • middeninkomens en/of gezinnen met kinderen aan te trekken; • doorstroming te creëren op de woningmarkt door vooral de senioren in eengezinswoningen te verleiden tot verhuizing. Begin 2014 zijn in de Stadsregio per subregio woningmarktafspraken gemaakt voor de periode 2014-2019. Daarin zijn afspraken gemaakt over het doseren en faseren van woningbouwplannen en het borgen van een voldoende aanbod in de sociale voorraad tot aan de bereikbaarheidsgrens van woningen waarvoor nog huurtoeslag mogelijk is, dat is circa € 600 per 1 januari 2015. Doel hiervan is het werken aan een gezonde woningmarkt. Gemeenten en corporaties zullen de veranderingen op korte en lange termijn in vraag en aanbod van sociale huurwoningen analyseren op basis van de veranderingen in de samenstelling binnen het huurprijssegment en de samenstelling van de inkomensgroepen die op deze woningvoorraad aangewezen zijn. Per 1 januari 2015 zal de nieuwe Huisvestingswet in werking treden. De begin 2014 door de Stadsregio vastgestelde nieuwe Huisvestingsverordening paste niet bij de uitgangspunten van de nieuwe wet en is daarom niet in werking getreden per 1 juli 2014. Binnen de Stadsregio vond een herbezinning plaats over nut en noodzaak van een nieuwe huisvestingsverordening omdat alleen voor huurwoningen waarvoor schaarste is vastgesteld de overheid regels mag stellen. De uitkomst van dit proces zal pas begin 2015 duidelijkheid geven of er per 1 juli 2015 regels zijn voor woonruimteverdeling
PROGRAMMABEGROTING 2015
61
op basis van een huisvestingsverordening. Zo niet, dan zullen de corporaties zelf als privaatrechtelijke organisaties zorgdragen voor regels die transparant moeten zijn voor de woningzoekenden op basis waarvan zij bereid zijn hun woningen te verhuren. In elk geval zal hierbij gebruik worden gemaakt van de huidige systematiek via Woonnet-Rijnmond, waarbij woningen worden aangeboden op basis van inschrijfduur, loting of direct te huur. Havensteder heeft in 2013 een investeringsstop aangekondigd als gevolg van het rijksbeleid waardoor corporaties hun investeringscapaciteit zien verminderen. Inmiddels is samen met Havensteder onderzocht hoe in samenwerking met marktpartijen op termijn toch tot een herontwikkeling van dit gebied kan worden gekomen. Vooralsnog zullen de huidige woningen tot 2018 in exploitatie blijven. Onze ambitie is dat de woningen daarna gesloopt worden en het gebied bouwrijp wordt gemaakt voor een gefaseerde herontwikkeling met een mix van grondgebonden en gestapelde woningbouw. De door het rijk voorgestane beperkingen in de rol van corporaties zet inmiddels ook de met Havensteder gemaakte prestatieafspraken 2010-2015 onder druk. Met name op het gebied van leefbaarheid is het rijk van oordeel, dat corporaties hierin een beperkte taak hebben en dat dit vooral een verantwoordelijkheid is van de gemeente. In 2015 zullen er nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Stadsvisie 2030 2. Structuurvisie 2030 3. Woonvisie 2013-2020
Volkshuisvesting
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Gevarieerde en evenwichtige woningvoorraad.
Vraag- en marktgerichte woningbouw faciliteren met als speerpunt middeldure en dure eengezinswoningen. Meer sturen op woonruimteverdeling door het invoeren van de Rotterdamwet en nieuwe regionale afspraken.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
3.496
N
1.576
N
1.427
N
1.426
N
1.424
N
1.424
Baten
V
2.484
V
272
V
184
V
95
V
35
V
35
Saldo van baten en lasten
N
1.012
N
1.304
N
1.243
N
1.331
N
1.389
N
1.389
Verschil 2014 - 2015
V
61
Mutaties reserves:
Reserve Grondexploitaties
V
24
V
Reserve Eenmalig
V
90
Resultaat
N
898
N
Verschil 2014 - 2015
24
1.280
N
1.243
V
37
N
1.331
N
1.389
N
1.389
62
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Actualisatie doorbelastingen
V
85
V
85
V
85
Eenmalig budget t.b.v. Visie op herstructurering van het woonplan (VJN 2013 2.8.1)
V
25
V
25
V
25
Overig (zie lasten)
V
39
V
39
N
24
V
15
V
149
N
V
149
N
24
V
125
Baten
Lagere baten bouwleges o.b.v. woningbouwplanning
N
44
N
Overig (zie baten)
N
44
N
0
N
Totaal
V
149
N
0
44
N
44
N
44
N
44
88
N
88
N
0
N
88
88
V
61
N
24
V
37
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Onder dit programma vallen de volgende producten:
Lasten € 1,4 mln. 07.01 Bouw- en woningtoezicht 0,7 07.02 Volkshuisvesting 0,2 07.03 Bouwleges
0,7
0,4
P L
07.30 Woningexploitatie en woningbouw 0,0 07.31 Woningbouw 0,0
0,2
07.32 Welstandszorg 0,1 Indirecte lasten 0,4
Baten € 0,2 mln.
0,0 0,1
0,0 0,0
0,0
07.30 Woningexploitatie en woningbouw 0,0 07.03 Bouwleges 0,2
PROGRAMMABEGROTING 2015
63Lasten € 1,1 mln.
0,2
P B
Programma
8. Ruimtelijke Ordening
64
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Wij gaan voor een goed functionerende stad met een aantrekkelijk woon-, werk en leefgebied. Dit betekent dat wij plaats maken voor alle functies die daarvoor van belang zijn, zoals een divers woningaanbod, bedrijven, voldoende openbare ruimte om ook te kunnen recreëren, voorzieningen en verkeer. Wij stellen vast wat voor gemeente wij willen zijn en wegen af wat hierbinnen past in onze stad en wat niet past. Er blijft ruimte voor initiatieven van anderen. Wij streven naar ruimtelijke kwaliteit die meer is dan de som der delen.
Ontwikkelingen Structuurvisie De raad heeft in 2013 de Structuurvisie 2030 vastgesteld. Deze structuurvisie voldoet aan de eisen die staan in de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (2008) en aan de uitgangspunten van de stadsvisie Capelle 2030 ‘Sterk en verbindend, Parkstad naast economische motor’. Deze werd op 2 juli 2012 door de raad vastgesteld. De raad stelde in 2011 de woningbouwlocaties vast door per locatie een statusbesluit te nemen. In de nieuwe Structuurvisie is herstructurering van woongebieden een belangrijk aandachtsgebied. Daarnaast zijn de groene kwaliteit, de verbinding tussen de Hollandsche IJssel en de stad en de bereikbaarheid van onze stad, de herstructurering van bedrijventerreinen en de herontwikkeling van het stadscentrum zeer actuele thema’s. In de structuurvisie zijn de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen voor heel ons grondgebied vastgelegd. In het uitvoeringsprogramma van de structuurvisie staat hoe we de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen bereiken en welke ‘instrumenten’ wij hiervoor inzetten. Wij toetsen ruimtelijke ontwikkelingen en initiatieven aan de structuurvisie, waardoor we concrete ruimtelijke beslissingen zorgvuldig kunnen nemen. De structuurvisie maakt Capellenaren, bedrijven, het Rijk en de Provincie tevens duidelijk wat voor gemeente wij willen zijn. De Structuurvisie wordt in 2014-2015 uitgewerkt in de Gebiedsvisie Centraal Capelle en de Gebiedsvisie Landelijk Capelle.
Actualisering bestemmingsplannen Per 1 juli 2013 beschikt onze gemeente over 12 actuele bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied. Zodoende is aan de in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening opgelegde verplichting voldaan. Deze verplichting houdt in dat heel het grondgebied van een gemeente van actuele bestemmingsplannen (= niet ouder dan 10 jaar) voorzien moet zijn. Wij starten met het cyclische herzieningsproces van de binnenkort ‘aflopende’ werkingsduur van een 2-tal bestemmingsplannen, te weten: Middelwatering en Schenkel-Zuid. Omdat de geldigheidsduur (10 jaar) van deze bestemmingsplannen in 2015 afloopt is in 2013 gestart met het actualiseren van deze bestemmingsplannen. Hierdoor kan in 2014 de wettelijke r.o.-procedure doorlopen worden. Vaststelling van deze ´nieuwe´ bestemmingsplannen door de gemeenteraad kan dan in 2015 plaatsvinden.
Grootschalige basiskaart Vanaf 1 januari 2016 zal de huidige basiskaart (GBKN) worden vervangen door de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Op 4 juli 2013 stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Met deze wet komt er in Nederland één uniforme gedetailleerde digitale basiskaart. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water, en groen zijn hier eenduidig op vastgelegd. De basiskaart BGT is bedoeld voor gebruik binnen en buiten de overheid. De overheid gaat ook voor topografische gegevens uit van “open data”. Hierdoor vervallen vanaf 2016 de huidige inkomsten uit losse verkoop en van landelijke afnemers (Kadaster, Nutsbedrijven, etc.). Ter compensatie van de gederfde inkomsten komt er een jaarlijkse bijdrage van het Rijk op basis van een generieke uitkering via het Gemeentefonds. Andere ontwikkelingen binnen dit programma zijn: • Integrale herziening Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte. Inmiddels hebben Provinciale Staten op 14 juli 2014 de nieuwe Structuurvisie met de daarbij behorende nieuwe Verordening Ruimte en Programma´s vastgesteld; • Nieuwe Omgevingswet is in voorbereiding. Met de Omgevingswet wil het kabinet de regels voor ruimtelijke ordening projecten vereenvoudigen en bundelen. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. De inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet met het daarbij behorende Omgevingsbesluit staat nog steeds in 2018 gepland.
PROGRAMMABEGROTING 2015
65
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota bevat actiepunten voor dit programma: • 1. Structuurvisie 2030.
Ruimtelijke ordening
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Doortastende aanpak kansengebieden
Gebiedsvisie Centraal Capelle verder uitwerken in concrete projecten, waaronder het Stadsplein en de Hoven 2 Gebiedsvisie Landelijk Capelle verder uitwerken in concrete projecten.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
1.543
N
2.470
N
1.235
N
1.210
N
1.184
N
1.180
Baten
V
554
V
155
N
0
N
0
N
0
N
0
Saldo van baten en lasten
N
989
N
2.315
N
1.235
N
1.210
N
1.184
N
1.180
Verschil 2014 - 2015
V
1.080
Mutaties reserves:
Reserve eenmalig
N
358
V
516
Resultaat
N
1.347
N
1.799
Verschil 2014 - 2015
N
1.235
V
564
N
1.210
N
1.184
N
1.180
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Diverse eenmalige budgetten in 2014, via reserve eenmalige uitgaven
V
671
V
671
N
Eenmalig budget in 2014 Projecten IJsseloever (NJN2013 2.9.1)
V
500
V
500
Invoering Basisregistratie Grootschalige Topografie (VJN 2013 2.9.1), afnemend budget
V
35
V
Overig
V
29
V
1.235
Baten
Eenmalige subsidie in 2014 Afmeervoorziening watertaxi Vuykpark (VJN 2013 2.9.2) via reserve eenmalig (zie lasten)
N
155
N
155
V
155
N
0
N
0
N
155
N
155
V
155
N
0
Totaal
V
1.235
N
155
V
1.080
N
516
V
564
N
0
N
0
V
500
35
V
35
V
29
V
29
V
1.235
V
564
N
671
671
66
PROGRAMMABEGROTING 2015
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 1,2 mln. 08.01 Ruimtelijke ordening 0,7
0,1
0,7
08.30 Basiskaart 0,5 Indirecte lasten 0,1 0,5
08.01 Ruimtelijke ordening 0,7 08.30 Basiskaart 0,5 Indirecte lasten 0,1
PROGRAMMABEGROTING 2015
67
P L
Programma 9. Milieu
68
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Wij staan voor het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Hierbij staat centraal dat we streven naar een duurzame stad en streven naar 40% CO2-reductie in 2025 ten opzichte van het basisjaar 1990.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Milieubeleid Riolering en grondwater Afvalinzameling
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Tevredenheid over huisvuil-inzameling
Bewonersenquête
89%
86%
88%
90%
% afvalscheiding Norm 2013 40%
Interne registratie
38%
38%
36%*
40%
* De daling van het percentage wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de papierinzameling terugloopt. In het afvalbeleidsplan 2015-2020 wordt meegenomen welke maatregelen nodig zijn om aan de norm te voldoen.
Ontwikkelingen Afvalstoffen- en rioolheffing Bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is het uitgangspunt dat deze heffingen de kosten voor riool en afvalinzameling voor 100% moeten dekken. Hierbij houden we ons aan de voorschriften van de kostentoerekening met betrekking tot kwijtscheldingen, inningkosten, stelpost BTW als gevolg van het BTW-compensatiefonds en indirecte lasten. Ingaande 2012 is er voor de investeringen riolering een stelselwijziging doorgevoerd. Dit betekent dat de investeringen via kredieten worden bekostigd, op het moment dat de voorziening Herstel Riolering volledig besteed is. Voor de dekking van de kapitaallasten is ingaande 2015 in de rioolheffing een trendmatige verhoging van €10,- per huishouden opgenomen. Aangezien er ultimo 2013 nog middelen in de voorziening resteren wordt conform de voorjaarsnota 2014 een gedeelte van de geplande investeringen, ad 937, hieruit bekostigd. Hierdoor wordt het overgrote deel van de kapitaallasten een jaar later gerealiseerd en zien wij de mogelijkheid deze trendmatige verhoging een jaar later door te voeren. Deze mogelijkheid wordt bij de afwegingen in het kader van de 1e begrotingswijziging 2015 betrokken. De onttrekking uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing wordt conform het besluit 1e begrotingswijziging 2014 ingezet om ondergrondse afvalcontainers in heel Capelle te realiseren.
Nieuw milieubeleidsplan In 2014 is een proces opgesteld om samen met betrokken partijen een nieuw milieubeleid op te stellen. Dit moet leiden tot een nieuw milieubeleidsplan 2015-2018. Hierin staat de richting van het milieubeleid voor de komende vier jaar. De basis is altijd het nakomen van wettelijke regels en normen. Bij de totstandkoming van het nieuwe milieubeleid is onder andere gebruik gemaakt van de evaluatie van het vorig milieubeleidsplan.
Eu-geluidskaart In 2015 moet de aanleg van het geluidsscherm langs het spoortraject Rotterdam en Gouda gereed zijn.
PROGRAMMABEGROTING 2015
69
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Nieuw Milieubeleidsplan 2015-2018 2. Programmatisch Handhaven 2013 3. Beheerplan gemalen en persleidingen 2011-2015 4. Beheerplan riolering 2011-2015 5. Stedelijk waterplan inclusief de deelwaterplannen 2011-2015 6. Integraal projectenboek 2011-2015 7. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 (VGRP)
milieu
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Duurzamer Capelle
Het realiseren van een concrete duurzaamheidheidsagenda in overleg met inwoners, bedrijven en andere stakeholders
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Riolering en grondwater Omschrijving
Bron:
Begroting 2014:
Begroting 2015:
kostendekkendheid rioolheffing
belastingverordening/begroting
100%
111%*
* bij de 1e begrotingswijziging 2015 wordt voorgesteld de tarieven aan te passen zodat een kostendekking van 100% wordt bereikt.
In paragraaf G Lokale heffingen is een totaaloverzicht van dekkingspercentages van retributies en leges opgenomen.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Afvalinzameling Omschrijving
Bron:
Begroting 2014:
Begroting 2015:
kostendekkendheid afvalinzameling
belastingverordening/begroting
100%
99%*
* het streven is om 100% dekkendheid te realiseren. De hoogte van de reserve afvalstoffenheffing is bij de beoordeling van de kostendekkendheid betrokken.In paragraaf G Lokale heffingen is een totaaloverzicht van dekkingspercentages van retributies en leges opgenomen.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
10.874
N
15.756
N 13.533
N 11.787
N 11.798
N 12.102
Baten
V
13.020
V
17.002
V
15.104
V
13.102
V
12.999
V 13.321
Saldo van baten en lasten
V
2.146
V
1.246
V
1.571
V
1.315
V
1.201
Verschil 2014 - 2015
V
325
Mutaties reserves:
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
N
648
N
147
V
92
V
272
V
341
V
341
Egalisatiereserve rioolrechten
N
451
N
407
N
450
N
364
N
305
N
312
Reserve milieu
V
81
V
350
Reserve eenmalig
V
93
Resultaat
V
1.221
V
Verschil 2014 - 2015
1.042
V
1.213
V
V
171
1.223
V
1.237
V
V
1.219
1.248
70
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Hogere lasten huishoudelijk afval
N
243
N
243
V
239
N
4
Hogere lasten riolering inclusief toerekening rente
N
339
N
339
N
43
N
382
Budget in 2014 voor Uitvoering milieubeleidsplan (VJN2013 2.10.1), (1e wijz.2014 1.12.1)
V
330
V
330
N
330
N
0
Railscherm Schollevaar (VJN 2013 5.10.1): lagere uitvoeringskosten voor het railscherm en evenredig lagere subsidie hiervoor, zie ook bij baten
V
2.050
V
2.050
V
2.050
Eenmalig budget in 2014 Geluidscherm voorbereiding en uitvoering (VJN2013 5.10.1; zie baten)
V
318
V
318
V
318
Eenmalig budget in 2014 Geluidskaart, via reserve eenmalige uitgaven
V
20
V
20
N
N
0
Hogere lasten Milieu (1e wijz.2014 1.12.1)
N
100
N
100
N
100
Actualisatie doorbelastingen
V
187
V
187
V
187
V
2.223
V
2.223
V
2.069
Baten
Hogere baten afvalstoffenheffing o.b.v. woningbouwprognose en tarieven
V
60
V
Hogere baten rioolrechten o.b.v. woningbouwprognose en tarieven
V
409
Railscherm Schollevaar (VJN 2013 5.10.1): lagere uitvoeringskosten voor het railscherm en evenredig lagere subsidie hiervoor, zie ook bij baten
N
Eenmalige bijdrage in 2014 Geluidscherm voorbereiding en uitvoering (VJN2013 5.10.1; zie lasten)
Overig
N
Totaal
V
N
0
20
N
154
60
V
60
V
409
V
409
2.050
N
2.050
N
2.050
N
200
N
200
N
200
V
1
V
1
V
1
0
N
1.898
N
1.898
N
0
N
1.898
2.223
N
1.898
V
325
N
154
V
171
Incidentele baten en lasten
Incidentele baten
Omschrijving
2015
2016
Railscherm Schollevaar (VJN 2013 5.10.1): hogere voorbereidingskosten voor het railscherm en evenredig hogere subsidie hiervoor
V 2.750
V 426
Totaal
V 2750
V 426
Incidentele lasten 2017
2018
0
0
2015
2016
N 2.750
N 426
N 2750
N 426
2017
2018
0
0
Structurele mutaties reserves
Onttrekkingen
Toevoegingen
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
92
272
341
341
Egalisatiereserve rioolrechten Totaal
PROGRAMMABEGROTING 2015
71
92
272
341
341
2015
2016
2017
2018
450
364
305
312
450
364
305
312
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 13,5 mln.
Pro Las
0,1 5,9
0,3
09.01 Ophalen/verwerken huisvuil 5,9 09.02 Riolering en waterzuivering 3,7
0,0 3,0
09.03 Milieu 0,5 09.04 Baten afvalstoffenheffing 0,0
0,5
3,7
09.05 Baten rioolrechten 0,0 09.06 Milieubeleid 3,0 09.30 Bestrijding ongedierte 0,0 09.31 Begraafplaatsen 0,1 Indirecte lasten 0,3
Baten € 15,1 mln. 09.01 Ophalen/verwerken huisvuil 0,1
Pro Ba
0,1 0,0
0,3
7,2
2,8
09.02 Riolering en waterzuivering 0,3 09.04 Baten afvalstoffenheffing 7,2 09.05 Baten rioolrechten 4,7 09.06 Milieubeleid 2,8
4,7
09.31 Begraafplaatsen 0,0
Lasten € 1,1 mln. 09.01 Ophalen/verwerken huisvuil 5,9 09.02 Riolering en waterzuivering 3,7 09.03 Milieu 0,5 09.04 Baten afvalstoffenheffing 0,0 09.05 Baten rioolrechten 0,0 09.06 Milieubeleid 3,0 09.30 Bestrijding ongedierte 0,0 09.31 Begraafplaatsen 0,1 Indirecte lasten 0,3
Lasten € 1,1 mln.
72
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma
10. Grondexploitaties
PROGRAMMABEGROTING 2015
73
Missie De missie van dit programma komt overeen met de missie van Ruimtelijke Ordening. Het programma Grondexploitaties bevat instrumenten waarmee deze missie mede wordt uitgevoerd.
Ontwikkelingen Capelle is geen groeikern meer; de opgave voor de stad is het inzetten op herstructurering van bestaande wijken. Met herstructurering zijn vaak extra kosten gemoeid, omdat er in de bestaande situatie moet worden gewerkt en hierbij vaak eerst gesloopt moet worden. Deze extra kosten maken investeringen in de toekomst noodzakelijk. Dit is aangegeven in de in 2013 vastgestelde Structuurvisie. In de Structuurvisie zijn kansgebieden aangewezen waarnaar in deze periode de voornaamste aandacht uitgaat. Als eerste zal de gebiedsvisie Centraal Capelle worden vastgesteld. De voornaamste onderdelen van deze visie zijn naast het groen/blauwe netwerk: het Stadshart, De Hoven II en De Mient. De tweede gebiedsvisie die opgepakt wordt is de visie Landelijk Capelle, waarin onder andere de plangebieden Oeverrijk en’s-Gravenweteringpark opgenomen zijn. Naar verwachting kan in 2015 gestart worden met de volgende projecten: Couwenhoek, Fazantstraat en De Mient.
Lopende zaken In 2015 wordt verder gewerkt aan de herontwikkeling van het Stadhart. De fases 2 en 3 worden voorbereid en in uitvoering gebracht. Daarnaast is de RET bezig met het voorbereiden van de vernieuwing van de metrostations Capelle Centrum en De Terp. Tenslotte wordt gewerkt aan de herontwikkeling van Tennispark ’s-Gravenweg. Aan deze lijst kunnen nog projecten worden toegevoegd, omdat mogelijkerwijs projecten die nu “in de koelkast” staan toch door de initiatiefnemer(s) weer worden opgepakt (bijvoorbeeld Amandelhof - zorg).
Grondexploitaties De verkoop van de bedrijfskavels in Fascinatio heeft nog steeds last van de economische situatie op de kantorenmarkt. De verkoop van de bouwkavels wordt extra gepromoot. De acquisitiestrategie wordt nog aangescherpt. De grootste bottle-neck is dat bedrijven de financiering slechts moeilijk rond kunnen krijgen. Deze, en alle overige ontwikkelingen worden toegelicht bij de actualisatie van alle grondexploitaties, die jaarlijks in het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties als onderdeel van het Projectenboek wordt gepresenteerd.
Herstructureringsprojecten De marktstagnatie werkt ook door in de herstructurering. De herstructurering staat onder druk, doordat woningcorporaties het moeilijk hebben. De Hoven fase 2 is bijvoorbeeld hierdoor vertraagd. De planvoorraad grondexploitatie neemt af, terwijl de planvoorraad herstructurering groeit. Het aantal projecten neemt af, terwijl de hoeveelheid werk per project toeneemt, vanwege de complexiteit van herstructurering.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Nota Grondbeleid 2011 2. Nota Strategisch Verwerven 2013 3. Grondprijzenbrief (wordt jaarlijks geactualiseerd) 4. Structuurvisie 2030 Tevens verwijzen wij u naar de paragraaf F. Grondbeleid.
Grondexploitatie
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Actuele en financieel dekkende uitwerking van het grondbeleid
Actuele, volledige en financieel dekkende informatie beschikbaar stellen over herstructureringsprojecten en grondexploitaties
74
PROGRAMMABEGROTING 2015
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
5.371
N
4.818
N
3.786
N
2.325
N
2.129
N
2.129
Baten
V
3.862
V
2.898
V
2.637
V
1.513
V
1.317
V
1.317
Saldo van baten en lasten
N
1.509
N
1.920
N
1.149
N
812
N
812
N
812
Verschil 2014 - 2015
V
771
Mutaties reserves:
Res. herstruct.actief grondbeleid
V
19
N
Res. herstruct.actief grondbeleid
V
740
Resultaat
N
750
N
Verschil 2014 - 2015
5.608
V
300
V
7.528
300
V
N
849
V
6.679
300
N
512
300
N
V
512
N
512
Globale analyse verschil 2014-2015:
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Eenmalig budget in 2014 Stadshart (NJN2013 2.11.2)
V
175
V
175
Toename lasten bouwgrondexploitaties (zie baten)
N
1.844
N
1.844
Lagere balansmutatie bouwgrondexploitaties
V
120
V
Eenmalig budget in 2014 Capelseweg/Bermweg 73-75 (NJN2013 2.11.10) zie baten
V
550
Diverse eenmalige budget in 2014, via de reserve herstructurering actief grondbeleid
V
1.401
Eenmalig budget in 2014 Uitbreiding Jumbo (VJN2014 2.11.1; zie baten)
V
Bezuiniging Tranche 2 Herstructeringsprojecten (1e wijz.2014 1.18.4)
N
0
N
1.844
120
V
120
V
550
N
550
N
0
V
1.401
N
1.402
N
1
509
V
509
N
509
N
0
V
125
V
125
V
125
V
1.036
V
1.036
N
1.600
Baten
Eenmalig budget in 2014 Capelseweg/Bermweg 73-75 (NJN2013 2.11.10) zie lasten
N
550
N
550
V
550
N
0
Diverse eenmalige baten, via de reserve herstructurering actief grondbeleid (zie lasten)
N
663
N
663
V
663
N
0
Eenmalig bijdrage in 2014 Uitbreiding Jumbo (VJN2014 2.11.1; zie lasten)
N
331
N
331
V
331
N
0
Hogere baten bouwgrondexploitaties (zie lasten)
V
1.439
V
1.439
V
1.439
Lagere balansmutaties bouwgrondexploitaties
N
120
N
120
N
120
Transformatie begroting van sportpark Schenkel (1e BW 2014 1.17.1) + dotatie aan reserve herstructurering actief grondbeleid in 2014
N
0
V
V
7.000
Aframing huuropbrengsten De Mient
N
88
N
88
N
88
Overig
V
48
V
48
V
48
N
0
N
265
N
265
V
8.544
V
8.279
Totaal
V
1.036
N
265
V
771
V
5.908
V
6.679
75
N
0
N
N
175
2.636
7.000
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Omschrijving
Onttrekkingen
Toevoegingen
2015
2016
2017
2018
Reserve herstructurering actief grondbeleid (1e wijziging 2015 1.13.1)
300
300
300
300
Totaal
300
300
300
300
2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Pro Las
Lasten € 3,8 mln. 0,4
10.01 Bouwgrondexploitaties 2,3 10.02 Herstructureringsprojecten 0,7 10.30 Bezittingen i.k.v. actief grondbeleid 0,4
2,3
Indirecte lasten 0,4
0,4 0,7
Baten € 2,6 mln. 0,2
10.01 Bouwgrondexploitaties 2,4 10.02 Herstructureringsprojecten 0,0 10.30 Bezittingen i.k.v. actief grondbeleid 0,2
0,0
2,4
Pro Ba
Lasten € 1,1 mln. 10.01 Bouwgrondexploitaties 2,3 10.02 Herstructureringsprojecten 0,7 10.30 Bezittingen i.k.v. actief grondbeleid 0,4 Indirecte lasten 0,4
Lasten € 1,1 mln. 10.01 Bouwgrondexploitaties 2,4 10.02 Herstructureringsprojecten 0,0 10.30 Bezittingen i.k.v. actief grondbeleid 0,2
76
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma 11. Onderwijs
PROGRAMMABEGROTING 2015
77
Missie Wij scheppen voorwaarden zodat kinderen en jongeren in Capelle aan den IJssel kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige burgers. Wij doen dit bijvoorbeeld door te zorgen voor educatieve voorzieningen in de voorschoolse periode, het voorkomen en bestrijden van onderwijs- en ontwikkelingsproblemen, het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en door te zorgen voor voldoende voorzieningen voor onderwijshuisvesting en gymonderwijs. Ook zorgen wij dat wij de wettelijke taken voor leerplicht en leerlingenvervoer goed uitvoeren.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Lokaal educatiebeleid Onderwijshuisvesting
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Aantal voortijdig schoolverlaters
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
419
652
470*
350
* Het cijfer voor Capelle laat een substantiële daling zien a.g.v. de start in 2013 van het project RMC Xtra. RMC Xtra is ingezet op de vsv-ers die in augustus en september 2013 gemeld werden. Tevens zijn er nieuwe vsv-ers die eerder in het schooljaar zijn benaderd maar op da moment geen begeleiding wilde, opnieuw benaderd om ze alsnog naar school te begeleiden.
Ontwikkelingen In 2015 zal een nieuwe locale educatieve agenda (LEA) worden opgesteld, waarin in ieder geval de ontwikkeling van Integrale Kindcentra (IKC’s) (zie ook programma 12), onderwijs en educatie, de invoering van passend onderwijs en de afstemming met jeugdhulp en jeugdbeleid aan de orde zullen komen. Voor deze nieuwe LEA zal alle relevante partijen om input worden gevraagd.
Onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Wij maken een kwaliteitsslag door de realisatie van nieuwe huisvesting voor het Comenius College en het IJsselcollege. Deze zogenoemde unilocaties worden gefaseerd opgeleverd. De schoolbesturen zijn als bouwheer verantwoordelijk voor de planning. Het Comenius College gaat als bouwheer uit van een oplevering van de nieuwbouw eerste fase aan de Lijstersingel, in december 2014. Het IJsselcollege heeft haar nieuwbouwplanning mede geënt op de oplevering van de nieuwbouw van het Comenius College aan de Lijstersingel. Het huidige schoolgebouw van het Comenius College aan de Pelikaanweg komt volgens deze planning begin 2015 vrij en dient eerst gesloopt te worden om de nieuwbouw van het IJsselcollege te kunnen realiseren. In 2014 wordt dan volgens de planning het meest noodzakelijke traject rondom de nieuwbouw van het IJsselcollege doorlopen (onder meer afronding voorlopig en definitief ontwerp), zodat de aanbestedingen voor de nieuwbouw IJsselcollege in de eerste helft van 2015 kan plaatsvinden. Na de sloop van het pand aan de Pelikaanweg dient de locatie bouwrijp gemaakt te worden, waarna volgens de planning na het zomerreces van 2015 de eerste paal voor de unilocatie IJsselcollege geslagen kan worden, zodat deze volgens planning 2017 gereed is.
Onderwijshuisvesting primair onderwijs Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot deel van het buitenonderhoud van schoolgebouwen voor primair onderwijs. Er is inmiddels een wetsvoorstel aangenomen voor de overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud primair onderwijs naar schoolbesturen. De datum voor de invoering van de nieuwe wet is 1 januari 2015. Als gevolg hiervan zal onder meer de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs’ moeten worden aangepast en zal de taak van de gemeente op het gebied van onderwijshuisvesting wijzigen.
Daling aantal leerlingen De algemene lijn van het aantal leerlingen op de basisscholen in de gemeente is al enkele jaren dalende. Deze daling zet zich volgens de prognoses in de komende jaren voort. Hierop anticiperend is het totaal aantal klaslokalen in de gemeente in de afgelopen jaren omlaag gebracht en is het Strategisch Huisvestingsplan primair onderwijs 2012-2029 opgesteld. Onderdeel hiervan is dat wordt onderzocht of er effectiever gebruik kan worden gemaakt van onderwijsgebouwen en gymruimten.
78
PROGRAMMABEGROTING 2015
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Jeugdagenda 2012-2015; 2. Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Capelle aan den IJssel 2012; 3. Strategisch huisvestingsplan primair onderwijs 2012-2029; 4. Visiekaart onderwijshuisvesting 2013; 5. Nog op te stellen Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Capelle aan den IJssel 2015
Onderwijs
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Het bestrijden van educatieve achterstanden bij Capelse kinderen
Inkopen van peuterspeelzaalplaatsen met VVE-aanbod voor kinderen met (risico op) onderwijsachterstanden. Het opstellen van een locale educatieve agenda (LEA)
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Lokaal educatiebeleid Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Aantal plaatsen voor voorschoolse educatie
VVE-monitor en beschikkingen
538
498
424
400
Aantal deelnemers aan voorschoolse educatie*
VVE-monitor
620
698
n.n.b.
260****
Aantal doelgroepkinderen 2-4 en 4-6 jaar
Buurtmonitor en leerling-tellingen
190 resp. 200
230 resp. 205
200 resp. 178
365
Aantal trajecten schoolmaatschappelijk werk
Rapportages SMW-aanbieders
372
866
974
n.n.b.***
Absoluut en relatief schoolverzuim **
Leerplichtadministratie
28 resp. 425
12 resp.426
16 resp. 435 (schooljaar 2012/2013)
15 resp. 430
Aantal leerlingen in vervoer
Eigen administratie
300
284
289
270*****
Aantal deelnemers educatietraject
Interne rapportage
97
65
45
60
*) Een doelgroepkind bezet in principe twee peuterplaatsen **) Absoluut schoolverzuim betreft leerlingen die niet op een school zijn ingeschreven. Relatief schoolverzuim betreft geplaatste leerlingen die verzuimen. ***) Vanaf 2015 wordt dit budget overgedragen aan de stichting CJG. Uit de nog op te stellen dienstverleningsovereenkomst zullen nieuwe prestatie-indicatoren worden opgesteld. ****) Bij de VJN2011 is in 2014 een bezuiniging van 214 en ingaande 2015 276 doorgevoerd op peuterspeelzaalwerk met als gevolg een afname van het aantal kindplaatsen en het aantal deelnemers aan de VVE.
*****) Bij de 1e wijziging 2014 is in 2015 150 en ingaande 2016 400 bezuinigd op het leerlingenvervoer door de kilometergrens van 2-4 op te hogen naar 6.
PROGRAMMABEGROTING 2015
79
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
8.020
N
8.204
N
6.374
N
7.746
N
5.989
N
9.034
Baten
V
1.851
V
2.297
V
1.731
V
1.731
V
1.731
V
1.731
Saldo van baten en lasten
N
6.169
N
5.907
N
4.643
N
6.015
N
4.258
N
7.303
Verschil 2014 - 2015
V
1.264
Mutaties reserves:
Res. groot ingrijpend onderhoud
V
11
V
949
Reserve grote investeringen
N
787
N
315
N
1.135
V
Res. Wet Maatsch. Ondersteuning
V
254
V
468
V
468
Reserve eenmalig
N
397
V
501
Resultaat
N
7.088
N
4.304
Verschil 2014 - 2015
N
5.310
N
N
1.006
947
5.068
N
N
803
5.061
V
N
2.262
5.041
80
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015:
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Lager budget Combinatiefuncties
V
77
V
77
V
77
Aanv.specifieke uitkering Onderwijs Achterstandenbeleid inclusief overheveling vanuit 2013 (zie baten)
V
186
V
186
V
186
RMC restsaldo 2012/2013, overheveling budget naar 2014 (zie baten)
V
250
V
250
V
250
Bijstelling Participatiebudget onderdeel volwasseneducatie (VJN 2013 5.12.3), budget in 2014
V
112
V
112
V
112
Lagere lasten leerlingenvervoer
V
157
V
157
V
157
Eenmalig beschikbaar stellen krediet SBO de Bouwsteen (VJN2012 2.12.5) in 2015
N
353
N
353
N
N
614
Groot Ingrijpend Onderhoud schoolgebouwen 2013-2014 (VJN 2013 2.12.8)
N
56
N
56
N
56
Eenmalig budget in 2014 Kapitaallasten SBWRM reserve grote investeringen (VJN2014 2.17.1)
V
484
V
484
N
N
0
Overheveling budget naar programma 14 BV Sport
V
304
V
304
V
304
Diverse budgetten 2014 sloop school en gymnastieklokaal, via reserve eenmalig
V
438
V
438
N
N
0
Voordeel stelpost kapitaallasten unilocaties naar reserve grote projecten
V
720
V
720
V
720
Stelpost kapitaallasten unilocaties rentecomponent overhevelen naar product 15-36 Rente
V
310
V
310
V
310
Nieuwbouw huisvesting Voortgezet onderwijs (1e begr wijz 2011 1.14.1)
N 1.000
N
1.000
N
1.000
Rente en transformatie - stelpost afschrijvingsdeel (VJN2014 2.16.2), aframing in 2014
N
93
N
93
N
93
Eenmalig budget in 2014 sloop noodlokalen Boutenssingel 15 (VJN2014 2.12.2)
V
52
V
52
V
52
Actualisatie doorbelastingen
V
140
V
140
V
140
Eenmalig restantbudget in 2014 veiligheidsmaatregelen (NJN2013 2.12.1), via reserve eenmalig
V
59
V
59
N
59
N
0
Overig
V
43
V
43
N
79
N
36
Transformatie reserve Groot Ingrijpend Onderhoud (VJN2013 2.16.2) in 2014
N
949
N
949
V 1.830
N
N
2.270
N
440
Baten
Aanv.specifieke uitkering Onderwijs Achterstandenbeleid inclusief overheveling vanuit 2013 (zie lasten)
N
186
N
RMC restsaldo 2012/2013, overheveling budget naar 2014 (zie lasten)
N
250
Overig
N
N
0
Totaal
V 1.830
81
0
V
1.830
261
484
438
186
N
186
N
250
N
250
18
N
18
N
18
N
566
N
566
N
0
N
566
N
566
V
1.264
N
2.270
N
1.006
IIncidentele baten en lasten
Incidentele baten
Omschrijving
2015
Contractverlening leerlingenvervoer van 1 jaar bij RMC (Reserve WMO)
V 468
2016
Incidentele lasten 2017
2018
2016
2017
V2262
Slopen en bouwrijp maken Comenius college (reserve grote projecten)
N2262
V1750 V468
2018
N 468
Slopen en bouwrijp maken IJsselcollege (reserve grote projecten)
Totaal
2015
N1750
V1750
V2262
N468
N1750
N2262
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 is de volgende bezuinigingsmaatregel doorgevoerd. Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2017
2018
Leerlingenvervoer
0
150
400
400
400
Totaal
0
150
400
400
400
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Pro Las
Lasten € 6,4 mln. 2,2 0,3
11.01 Lokaal onderwijsbeleid 2,2 11.02 Volwasseneneducatie 0,2 11.03 Onderwijshuisvesting overige 0,8 11.31 Leerlingenvervoer 1,2
0,2 0,8
11.32 Huisvesting Openbaar Primair Onderwijs 0,6
0,3 0,3
0,6 1,2
0,6
11.33 Huisvesting Bijzonder Primair Onderwijs 0,6 11.34 Huisvesting Openbaar Voortgezet Onderwijs 0,3 11.35 Huisvesting Bijzonder Voortgezet Onderwijs 0,3 Indirecte lasten 0,3
Baten € 1,7 mln.
Pro Las
0,0
11.01 Lokaal onderwijsbeleid 1,6
0,1
11.02 Volwasseneneducatie 0,1 11.31 Leerlingenvervoer 0,0
1,6
Lasten € 1,1 mln.
11.01 Lokaal onderwijsbeleid 2,2 11.02 Volwasseneneducatie 0,2 11.03 Onderwijshuisvesting overige 0,8 11.31 Leerlingenvervoer 1,2 11.32 Huisvesting Openbaar Primair Onderwijs 0,6
82
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma
12.Sociale infrastructuur
PROGRAMMABEGROTING 2015
83
Missie
Wij willen de zelfredzaamheid en participatie van Capellenaren bevorderen en hen stimuleren zelf verantwoordelijk te zijn. Op gebied van welzijn voeren wij regie en creëren wij samen met professionele en vrijwilligersorganisaties een samenhangend geheel van voorzieningen en activiteiten. Op deze manier hebben alle inwoners de mogelijkheid om actief mee te doen in de (Capelse) samenleving. Het eigen initiatief van bewoners en vrijwilligers staat hierbij voorop: de professionals zijn dienstbaar aan de vrijwilligers. Wij voorkomen dat voorzieningen en activiteiten elkaar overlappen.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Maatschappelijke dienstverlening/participatie Jeugd Leefbaarheid Collectieve gezondheidszorg Dierenwelzijn Cultureel erfgoed
Ontwikkelingen Decentralisatie Jeugdhulp Daar waar in 2014 volop inzet plaatsvindt op de transitie van de jeugdhulp, ofwel op het ervoor zorgdragen dat op 1 januari 2015 op een adequate manier jeugdhulp geboden kan worden, komt 2015 in het teken te staan van de transformatie, ofwel de omslag in denken en handelen door iedereen die bij het jeugdhulpstelsel is betrokken, zowel van jeugdhulpprofessionals, jeugdigen, ouders als door onszelf. Dus van controle naar vertrouwen, van praten over cliënten naar praten met cliënten, van wet- en regelgeving naar ruimte voor de professional en van aanbodgericht naar vraaggericht. Maar ook het doen van een maximaal beroep op het ontwikkelen en inzetten van eigen regie, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van jeugdigen, ouders en hun sociaal netwerk. Dit vereist een echte cultuurverandering.
Buurtkracht Buurtkracht voert sinds 2013 het welzijnswerk binnen onze gemeente uit. Op basis van de ervaringen uit dit eerste jaar is in 2014 ingezet op de verdere versterking van het welzijnswerk en de koppeling tussen welzijn en zorg. Hierbij is extra aandacht besteed aan een intensieve samenwerking tussen de partners binnen het sociale domein waaronder de CJGteams, het Eropafteam en de zorgaanbieders. Deze ontwikkeling zet zich verder door in 2015 waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen van de invoering van de drie decentralisaties binnen het sociaal domein (Participatiewet, begeleiding AWBZ, Jeugdhulp).
Decentralisatie van de AWBZ Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de individuele begeleiding, de groepsbegeleiding ofwel dagbesteding en het kortdurend verblijf die nu nog onderdeel uitmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Naast deze huidige AWBZ taken wordt de gemeente tevens verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning (huidige MEE), een alternatief voor de op te heffen Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en compensatieregeling eigen bijdragen (CER) en de waardering van de mantelzorgers. Tenslotte zullen ook de regionale instellingen voor beschermd wonen (RIBW’s) uit de AWBZ worden gehaald en onder de werking van de Wmo worden gebracht. Voor deze vorm van beschermd wonen geldt dan wel dat het budget dat hiervoor nodig is, aan de centrumgemeente (Rotterdam) zal worden betaald en dat de centrumgemeente ook de uitvoering op zich zal nemen.
Armoedebeleid Capelle aan den IJssel heeft vanuit het rijk voor 2014 en navolgende jaren op basis van de decembercirculaire extra middelen ontvangen voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid. In de raadsvergadering van 7 juli 2014 (onderdeel 2.13.2) heeft de gemeenteraad met het vaststellen van de Voorjaarsnota 2014 de extra middelen van het rijk voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid voor 2014 en navolgende jaren voor dat doel geoormerkt. Voor 2015 en navolgende jaren gaat het om een bedrag van structureel € 440. Met het raadsbesluit over de Voorjaarsnota 2014 is tevens een deel van de extra middelen al ingevuld, namelijk de kosten voor de Rotterdampas (€ 109) met ingang van
84
PROGRAMMABEGROTING 2015
2014 en € 200 voor extra inzet op schuldhulpverlening vanaf 2015. Het college neemt in het 3e kwartaal 2014 een besluit over de invulling van het resterende bedrag, samen met een invulling van het restantbedrag van de extra middelen voor het armoede- en schuldenbeleid 2014 ( € 207) In het derde kwartaal 2014 (BBV 589239). Op basis van de meicirculaire 2014 vallen de aan de algemene uitkering toegevoegde bedragen iets hoger uit. Bovenop de genoemde € 440 is voor 2015 € 25 extra beschikbaar, € 42 in 2016, € 65 in 2017 en € 77 vanaf 2018. In de 1e begrotingswijziging 2015 stellen wij de raad voor ook deze gelden te oormerken voor armoedebestrijding. De plannen hiervoor zijn momenteel uitgewerkt en zijn op 16 september ter consultatie aan de raad voorgelegd.
Integrale Kindcentra (IKC’s) Eind 2014 zal het college de kaders vaststellen voor de ontwikkeling van IKC’s in Capelle aan den IJssel. Hierdoor kunnen externe partijen concrete plannen opstellen, zodat er een aantal IKC’s in de gemeente gerealiseerd kunnen worden.
Nota cultureel erfgoed “Bakens in de tijd” Er wordt doorlopend gewerkt aan activiteiten voor het behoud en de beleving van het cultureel erfgoed (gebouwen, archeologie en landschappen). De ‘Nota cultureel erfgoed “Bakens in de tijd 2012”’ dient hierbij als leidraad.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Krachtig Capelle: visie op welzijn nieuwe stijl 2. Jeugdagenda 2012-2015 3. Beleidsactieplan aanpak armoede 2013-2016 4. Beleidsplan Schuldhulpverlening 2012-2015 5. Actieplan Welzijn en zorg 2012-2015 6. Verordening, Besluit en Beleidsregels Wmo individuele voorzieningen gemeente Capelle aan den IJssel 2012 7. Transformatienotitie herziene Wmo 2014-2016 8. Overgangsbeleid Wmo 2015-2016 9. Nieuwe verodering Wmo 2015 10. Nota cultureel erfgoed “Bakens in de tijd” 2012 11. Kadernota aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2011-2014 12. Nota Dierenwelzijn 2012 – 2015 13. Beleidsvisie maatschappelijke participatie 2013 - 2016 14. Beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 15. Verordening Jeugdhulp Capelle aan den IJssel 2015
Programma PROGRAMMABEGROTING 2015
85
Sociale Infrastructuur
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Kinderen groeien in Capelle kansrijk en veilig op en kunnen hun talenten ontwikkelen
Vroegtijdige signalering van problemen via CJG en vindplaatsen zoals scholen en kinderopvang. Het CJG voert de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp op adequate wijze uit. Talentontwikkeling via het doorontwikkelen van ‘positief jeugdbeleid’
Capelse Jongeren participeren in de maatschappij
Herijking Jeugdagenda
Versterken zelfredzaamheid ouderen
Uitvoeren notitie ‘Oud worden in Capelle’, waarin aandacht voor wonen, sociale veiligheid, welzijn, armoede, eenzaamheid, sociale cohesie, zorg en voorzieningen.
Eigen kracht van Capellenaren staat centraal
Eigen kracht wordt mede versterkt door het organiseren van brede toegang tot ondersteuning en zorg
Capellenaren en Capelse organisaties participeren in de Capelse samenleving.
Uitvoeren van wijkgericht werken door het opstellen van wijkvisies en het actualiseren van wijkuitvoeringsplannen.
Prestatie-indicatoren programmaonderdeel Leefbaarheid Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Aantal wijkuitvoeringsplannen
WOP
1
1 (Schenkel)
5
7
De 7 wijkuitvoeringsplannen zijn: Schollevaar, Capelle-West,’s-Gravenland, Schenkel, Middelwatering, Oostgaarde en Fascinatio.
Prestatie-indicatoren programmaondereel Cultureel erfgoed Omschrijving
Bron:
Meting 2011
Meting 2012
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Deelnamepercentage aan de stimuleringsregeling gemeentelijke monumenten
Aantal (vrijwillige) abonnementen op de Monumentenwacht
36%
30%
31%
40%
Een goede staat van onderhoud van gemeentelijke monumenten
Rapportage Monumentenwacht
92%
94%
92%
94%
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
25.401
N
27.671
N
25.670
N 25.777
N
25.616
N 25.564
Baten
V
2.480
V
2.937
V
2.852
V
2.882
V
2.882
Saldo van baten en lasten
N
22.921
N
24.734
N
22.818
N 22.895
N
22.734
Verschil 2014 - 2015
V
1.916
Mutaties reserves:
Res. Wet Maatsch.Ondersteuning
N
254
N
468
N
175
N
17
N
Reserve Welzijnsfonds
N
531
N
188
V
132
V
127
Reserve Armoedefonds
N
0
V
190
V
3
V
3
Reserve Sociaal Noodfonds
N
3
Reserve Capelle 2020
V
453
V
Reserve Jeugd
V
25
Reserve eenmalige uitgaven
N
Resultaat
N
Verschil 2014 - 2015
53
V
N 22.682
N
569
N
2.000
15
V
11
23.246
N
26.620
N 22.782
N
N
22.858
V
3.762
22.787
2.882
132
N 22.814
86
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015:
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Incidentele middelen WMO als gevolg van decentralisaties (NJN2013 2.13.15); budget in 2014
V
423
V
423
V
423
Extra gelden in 2014 voor armoede
V
428
V
428
N
187
V
241
Rotterdampas behouden en dekken uit armoedebeleid (1e wijz.2014 1.18.5)
V
109
V
109
N
109
N
0
Intensivering armoedebeleid en schuldenaanpak: behoud Rotterdampas (VJN2014 2.13.2)
N
109
N
109
V
109
N
0
Eenmalig budget in 2014 Ontwikkeling Integrale Kindcentra (NJN2013 2.13.22)
V
250
V
250
V
250
Hogere kwijtscheldingen afvalstoffenheffing en rioolrechten
N
85
N
85
N
85
Hogere lasten WMO - Volumestijging Hulp bij het Huishouden
N
565
N
565
V
N
272
Operatie Vastgoed, budgetoverheveling product 03-33, 10-30 en 12-25
V
162
V
162
V
162
Eenmalig budget in 2014 ontmoetingscentrum Oostgaarde VJN 2014 2.13.3
V
225
V
225
V
225
Aanvullende bezuinigingstaakstelling vastgoed ingaande 2015 (VJN 2014 2.13.8 )
V
249
V
249
V
249
Eropaf-team (1e wijz.2014 1.15.1), budget hoger vanaf 2015
N
150
N
150
N
150
Buurten met Uitzicht (NJN2013 2.13.11), aframing budget in 2014
N
78
N
78
N
78
Eenmalig budget in 2014 Begeleiding naar Werk en Scholing - TAS (NJN2013 2.13.19)
V
50
V
50
V
50
Eenmalig budget in 2014 ‘Aandachtswijken: ‘Eenmalig werkbudget Knelpunten in de Wijk’ (NJN2013 2.13.20)
V
300
V
300
V
300
Lagere lasten Buurten met Uitzicht, onttrekking reserve Capelle 2020 laatste jaar
V
737
V
737
N
569
V
168
Instellen Reserve Jeugdhulp instellen en dotatie in 2014 (NJN2013 2.13.8)
V
2.000
V
2.000
Dotatie aan Reserve Welzijnsfonds in 2014
V
320
V
320
Overig
V
V
55
N
11
V
44
V 2.001
N
V
2.001
V
1.846
V
3.847
Baten
Overig
N
85
N
N
N
85
Totaal
V 2.001
N 85
87
55
0
0
293
85
N
85
N
85
N
0
N
85
V
1.916
V
1.846
V
3.762
Incidentele baten en lasten
Incidentele baten
Omschrijving
2015
2016
Onttrekking reserve Welzijnsfonds tbv uitbreiding podiumfunctie Capsloc (VJN 2013 2.13.7)
V 132
V127
Totaal
V 132
V127
Incidentele lasten 2017
0
2018
0
2015
2016
N 132
N 127
N 132
N 127
2017
2018
0
0
Structurele mutaties reserves
Onttrekkingen
Omschrijving
2015
Toevoegingen
2016
2017
2018
2015
Reserve WMO Totaal
0
0
0
0
2016
2017
2018
176
17
53
132
176
17
53
132
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 is de volgende bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2018
2017
Welzijnsaccommodaties
85
124
124
124
124
Totaal
85
124
124
124
124
88
PROGRAMMABEGROTING 2015
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten: 0,2 0,4 12.01 Maatschappelijke dienstverlening 0,7 12.02 Armoedebeleid 0,7 12.03 Integratiebeleid 0,5 12.04 Jeugdzorg 0,1 12.05 Jeugd- en jongerenbeleid 1,5 12.06 Rotterdampas 0,2
0,1 0,5
0,3
Lasten € 25,7 mln. 0,7
2,4
1,5
2,3 0,1 0,6 0,4 0,2 0,0
12.07 Peuterspeelwerk 0,3 12.08 Uitvoering Welzijn 2,4
0,70,7
0,0 0,4 0,1 0,5 0,5
1,8 1,0
P L
0,7 9,5
0,2
0,2
12.09 Collectief Preventief Volksgezondheidbeleid 0,7 12.10 Buurtwerk 0,4 12.12 Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) 2,3 12.13 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) 0,1 12.14 Wijkleefbaarheid 0,6 12.15 Brede school netwerken 0,4 12.16 Vrijwilligerswerk en Mantelzorg 0,2 12.18 Kwijtscheldingen hondenbelasting 0,0 12.19 Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing 0,7 12.20 Kwijtscheldingen rioolheffing gebruikersdeel 0,2 12.21 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 9,5 12.22 Monumentenzorg 0,2 12.23 Beeldbepalende kunstwerken 0,0 12.24 Wijkcentra 1,0 12.25 Welzijnsaccommodaties 0,5 12.26 Buurten met Uitzicht 0,5 12.30 Zwerfdieren 0,1 12.31 Milieueducatie 0,4 Indirecte lasten 1,8
Baten € 2,9 mln.
0,0 1,3
12.06 Rotterdampas 0,0 12.21 Wet Maatschappelijke Ondersteuning 1,3 12.24 Wijkcentra 0,5
1,0
12.25 Welzijnsaccommodaties 1,0 0,5
PROGRAMMABEGROTING 2015
89
P B
Programma 13. Cultuur
90
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor het behoud en de ontwikkeling van cultuur als kracht van de samenleving. Wij vinden het daarom belangrijk om iedereen op een zo laagdrempelig mogelijke manier toegang te bieden tot het veelzijdige kunst- en cultuuraanbod en het culturele leven in de gemeente. Wij willen met ons kunst- en cultuurbeleid stimuleren, faciliteren en de participatie bevorderen.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Waardering theater
Bewonersenquête
7,4
7,9
7,7
7,9
Waardering openbare bibliotheek
Bewonersenquête
7,3
7,7
7,5
7,7
Bezoekersaantallen digitale cultuurbalie
Externe uitgever (Culturele raad Capelle)
Unieke bezoekers 5.517 Nieuwsbrief aanmeldingen 62 Likes op facebook 142
Unieke bezoekers 6.500 Nieuwsbrief aanmeldingen100 Likes op facebook 250
Ontwikkelingen Op 24 september 2013 heefdt het college van B&W de Evaluatie Cultuurnota 2009-2012 vastgesteld. Het in de cultuurnota opgenomen actieplan is achterhaald. Het college heeft besloten de cultuurnota 2009-2012 als uitgangspunt te hanteren voor het cultuurbeleid in de periode 2013-2016 en de activiteiten rond de pijler “Kunst Ontdekken” (kunsteducatie en communicatie) op basis van de besluitvorming in BBV 181901 “Overdracht taken cultuurcoördinator” te continueren. Dit houdt in dat de Cultuurwijzer, de Cultuurshock, de Cultuurbalie en de Cultuurcoaches in de periode 2013-2016 worden voortgezet. Gebleken is dat met de activiteiten vanuit deze pijler goed invulling kan worden gegeven aan de in de nota vastgestelde missie en visie op cultuur. Deze pijler heeft bovendien een belangrijke positie in het landelijke cultuurbeleid. Met de bibliotheek zijn prestatieafspraken gemaakt en bij de subsidieverlening 2013 is een invulling gegeven aan de taakstellende bezuiniging. Met ingang van 2015 wordt de bezuiniging op muziekeducatie ingevuld door verlaging van de subsidie voor muzieklessen aan de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam, verlaging van de exploitatiekosten van het pand van de voormalige muziekschool (Fluiterlaan 400) en het beëindigen van subsidie aan twee seniorenkoren. Verder is in het coalitieakkoord opgenomen dat we een versnelde inzet doen op schoolbibliotheken in de wijken.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Cultuurnota 2009-2012 ‘Kunst ontdekken, Kunst delen, Kunst beleven’ 2. Notitie “subsidiëringen evenementen 2013-2016” 3. Nota Evenementenbeleid 2013-2016 4. Evaluatie Cultuurnota 2013-2016
PROGRAMMABEGROTING 2015
91
Cultuur
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod
Stimuleren en faciliteren culturele initiatieven
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
3.549
N
3.282
N
3.191
N
3.191
N
3.191
N
3.191
Baten
V
380
V
22
N
0
N
0
N
0
N
0
Saldo van baten en lasten
N
3.169
N
3.260
N
3.191
N
3.191
N
3.191
N
3.191
Verschil 2014-2015
V
69
Mutaties reserves:
Algemene res. vrij besteedbaar
N
65
Res. kunstaankopen/-opdrachten
N
5
Res. nw. initiatieven evenementenbeleid
N
20
Resultaat
N
3.259
Verschil 2014-2015
N
3.260
N
3.191
V
69
N
3.191
N
3.191
N
3.191
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Bezuiniging muziekonderwijs (VJN2011 8.4.31)
V
100
V
100
V
100
Overig
N
9
N
9
N
9
V
91
N
V
91
N
V
91
Baten
Overig
N
22
N
N
0
N
22
Totaal
V
91
N
22
0
0
22
N
22
N
22
N
0
N
22
V
69
N
0
V
69
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
92
PROGRAMMABEGROTING 2015
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 3,2 mln. 1,0
13.01 Informatievoorziening (bilbiotheek) 1,0 13.02 Muziekonderwijs 0,5 13.03 Isala 1,2 13.04 Overige kunst en cultuur 0,4 13.05 Lokale omroep 0,0 Indirecte lasten en overig 0,1
13.01 Informatievoorziening (bilbiotheek) 1,0 13.02 Muziekonderwijs 0,5 13.03 Isala 1,2 13.04 Overige kunst en cultuur 0,4 13.05 Lokale omroep 0,0 Indirecte lasten en overig 0,1
PROGRAMMABEGROTING 2015
93
0,0
0,1 0,4
0,5 1,2
P L
Programma
14. Sport en Recreatie
94
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Wij realiseren een zo optimaal mogelijk aanbod van voorzieningen en activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Wij willen er met ons beleid voor zorgen dat iedere Capellenaar de gelegenheid heeft en gestimuleerd wordt om mee te doen met (on)georganiseerde sport en recreatie.
Programmaonderdelen Dit programma bestaat uit de programmaonderdelen: Sport Recreatie
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Waardering van sporthallen
Bewonersenquête
6,7
7,0
7,5
7,5
Waardering van sportvelden
Bewonersenquête
6,7
7,2
7,5
7,5
Waardering sportvoorzieningen
Bewonersenquête
Nvt
Nvt
6,7
7
Waardering van zwembad De Blinkert
Bewonersenquête
6,0
6,6
6,6
6,6
Ontwikkelingen Met de oplevering van sportpark Couwenhoek, die gepland staat in 2015, zal het programma van herstructurering van de gemeentelijke sportparken voltooid zijn.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten actiepunten voor dit programma: 1. Dienstverleningsovereenkomst en prestatieafspraken met Sportief Capelle 2014. 2. Toekomstvisie Hitland 2012 3. nota Visie op Sport 2014
Programma PROGRAMMABEGROTING 2015
95
Sport en Recreatie
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen? Doelen
Prestaties (doen)
Breder benutten van sportinfrastructuur
Uitwerken notitie binnensport en dit vertalen naar de afspraken met Sportief Capelle
Vergroten van bekendheid kleinschalige recreatie
Promoten en zichtbaar maken van kleinschalige recreatie (lokale ommetjes, klimbomen, hardlooproutes met afstandsmarkeringen e.d.) in relatie tot Capelle Parkstad .
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N 5.035
N 5.120
N 6.826
N 6.173
N 5.318
N 5.418
Baten
V 1.308
V 318
V 300
V 300
V 300
V 300
Saldo van baten en lasten
N 3.727
N 4.802
N 6.526
N 5.873
N 5.018
N 5.118
Verschil 2014 - 2015
N 1.724
Mutaties reserves:
Res. gemeentelijk sportfonds
V 20
Res. tijdelijke sporthal Schenkel
V 169
Res. renovatie sportpark Schenkel
N
V 8.750
Res. renovatie sportpark ‘t Slot
V 1.626
Reserve grote investeringen
N
V 1.500
Res. sportpark Couwenhoek
V 4.800
V 353
V 847
Res. herstruct. actief grondbeleid
N 6.308
Reserve eenmalige uitgaven
V
Algemene res. vrij besteedbaar
N 1.305
Resultaat
N 3.417
V 2.996
N 5.026
N 5.026
N 5.018
N 5.118
Verschil 2014 - 2015
N 8.022
0
0
3
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Brandbeveiliging zwembad De Blinkert (VJN2014 2.15.1), budget in 2014
V
60
V
60
V
60
Aframing kapitaallasten sportparken (VJN2014 2.15.3), budget in 2014
V
195
V
195
V
195
Actualisatie doorbelasting Welzijn en Educatie
V
125
V
125
V
125
Overheveling budget Gymastieklokalen van programma 11 naar programma 14 Sport
N
332
N
332
N
332
Hogere exploitatiekosten zwembad De Blinkert (NJN2013 2.15.2)
N
28
N
28
N
28
Hogere eenmalige kapitaallasten Unilocaties, onttrekking uit reserve grote investeringen
N
1.500
N
1.500
V
1.500
N
0
Bouw- en woonrijpmaken sportpark Couwenhoek (VJN2012 2.15.1); reserve grote investeringen
V
1.200
V
1.200
N
353
V
847
Actualisatie kapitaallasten Couwenhoek
N
353
N
353
N
353
Kapitaallasten sportparken (VJN2014 2.15.3), verlaging in 2014
N
195
N
195
N
195
Kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek; reserve grote investeringen (VJN2014 2.17.1)
N
847
N
847
N
847
Onttrekking reserve Renovatie Sporthal Schenkel in 2014
N
0
N
0
Transformatie Sportpark Schenkel; mutatie via Algemene Reserve vrij besteedbaar (1e wijz.2014 1.17.1/NJN2013)
N
8.750
N
8.750
V
1.305
V
1.305
96
PROGRAMMABEGROTING 2015
Omschrijving
Lasten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Mutatie Reserves
Resultaat
Overig
N
31
N
31
N
31
N
1.706
N
1.706
N
8.004
Baten
Overig
N
18
N
N
0
N
18
Totaal
N
1.706
N
18
N
0
N
6.298
18
N
18
N
18
N
0
N
18
N
1.724
N
6.298
N
8.022
Incidentele baten en lasten Omschrijving
Incidentele baten 2015
Eenmalige kapitaallasten in sporthal Lijstersingel; reserve grote investeringen
2017
2018
2015
V 1500
Kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek; reserve grote investeringen (VJN2014 2.17.1) Totaal
2016
Incidentele lasten 2017
2018
0
0
N 1500 V 847
V 1500
2016
V 847
N 847 0
0
N 1500
N 847
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 zijn geen bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd.
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 6,8 mln. 3,1
0,0
0,2
14.01 Sport en sportieve recreatie 3,1
0,6
14.02 Sportzalen en sporthallen 1,7 14.03 Sportterreinen 1,3
P L
1,3
14.04 Openluchtrecreatie 0,6 1,7
14.31 Volkstuinen 0,0 Indirecte lasten 0,2
Baten € 0,3 mln.
0,0
14.01 Sport en sportieve recreatie 0,0 14.02 Sportzalen en sporthallen 0,3 14.31 Volkstuinen 0,0
PROGRAMMABEGROTING 2015
97
0,0 0,3
P B
Programma 15.Financiën
98
PROGRAMMABEGROTING 2015
Missie Een financieel gezonde en betrouwbare gemeente, waarin sprake is van transparantie, evenwichtige spreiding van middelen en van een goede verantwoordingscultuur.
Effectindicatoren Omschrijving
Bron:
Meting 2009
Meting 2011
Meting 2013
Streefwaarde 2015
Sluitende begroting
Intern
Ja
Ja
Ja
Ja
Goedkeurende controleverklaring: - Getrouw beeld - Rechtmatigheid
Extern accountant
Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Ja Ja
Positief resultaat jaarrekening, streefwaarde >0.
Intern
Ja (rekening 2009: 4,2 mln.)
Ja (rekening 2011: 1,7 mln.)
Ja (rekening 2013: 1,5 mln.)
Ja
Ontwikkelingen Algemene Uitkering In de ramingen voor de begroting 2015 en meerjarenraming is rekening gehouden met de uitkomst van de decembercirculaire 2013, de voorlopige uitkomst van de herijking (groot onderhoud) gemeentefonds eerste fase per 1 januari 2015 en de actualisatie van het aantal inwoners, woningen en bijstandsontvangers. De effecten daarvan zijn u meegedeeld bij de Voorjaarsnota 2014. De effecten van de meicirculaire 2014 zijn, in verband met de impact van de drie grote decentralisaties op de begroting 2015 en volgende jaren, verwerkt in de eerste begrotingswijziging 2015 en worden daar nader toegelicht.
Eneco Zoals gewoonlijk doet Eneco zelf geen voorspellingen ten aanzien van de toekomst inzake winstverwachtingen en uit te keren dividenden. Wij verwachten echter eerder een dalende lijn dan een stijgende met betrekking tot de toekomstige dividenduitkeringen. Onze verwachting is gebaseerd op de volatiliteit van de energiemarkt (overcapaciteit op de productiemarkt) en op binnenlandse ontwikkelingen, zoals een strengere tariefregeling op netwerken door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De stengere tariefregeling valt minder nadelig uit en wordt gefaseerd ingevoerd.
Kaderstellende beleidsnota’s De volgende beleidsnota’s bevatten subdoelen voor dit programma: 1. Financieringsstatuut 2013 2. Notitie Reserves en Voorzieningen 2013 3. Nota Weerstandsvermogen en Financieel Risicomanagement 2013 4. Notitie Rentebeleid 2013 5. Nota Buitenreclame Capelle aan den IJssel 2012
PROGRAMMABEGROTING 2015
99
Financiën
Programma
Wat willen wij bereiken? / Wat gaan wij daarvoor doen?
Doelen
Prestaties (doen)
Zorgen voor een financieel gezond beleid voor de korte en de langere termijn
Een meerjarig sluitende begroting en een doelmatige en rechtmatige aanwending van de middelen.
Wat mag het kosten? De geraamde lasten en baten zijn (x € 1.000): Omschrijving
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Lasten
N
3.846
N
4.250
N 12.597
N 12.355
N 12.652
N 12.350
Baten
V
76.866
V
78.724
V
73.998
V
74.062
V
74.012
V 72.763
Saldo van baten en lasten
V
73.020
V
74.474
V
61.401
V 61.707
V
61.360
V 60.413
Verschil 2014 - 2015
N 13.073
Mutaties reserves:
Egalisatiereserve bedrijfsvoering
V
273
V
1.005
N
287
N
Egalisatiereserve BTW comp.fonds
V
105
V
30
V
100
Algemene reserve vrij besteedbaar
V
2.400
V
400
Reserve groot ingrijpend onderhoud
N
0
Reserve grote investeringen
N
884
N
1.173
N
2.162
Reserve Eenmalig 1
V
1.491
N
358
V
235
Reserve Eenmalig 2
V
25
Reserve ICT
N
N
507
V
Reserve investeringen ICT
V
760
Reserve ICT
V
Reserve Investeringen ICT
Alg. reserve 2013 vrij besteedbaar
N
Resultaat
V
Verschil 2014 - 2015
N
454
1.699
N
N
490
1.149
N
N
1.053
75.753
V
V 59.554
V
191
592
74.656
V
320
59.607
N 15.049
59.721
490
1.149
V 58.774
100
PROGRAMMABEGROTING 2015
Globale analyse verschil 2014-2015: Omschrijving
Lasten
Baten
Totaal saldo van baten en lasten
Mutatie Reserves
Resultaat
Lasten
Mutaties op saldo kostenplaatsen
V
778
V
778
N
778
N
0
Mutaties in Reserve Grote investeringen als gevolg van product rente
N
0
N
0
N
989
N
989
Lagere rentelasten o.b.v. liquiditeitsprognose
V
227
V
227
V
227
Mutaties in Algemene reserve vrij besteedbaar (VJN2011 2.16.8)
N
0
N
0
N
400
N
400
Mutatie in Egal.res.BTW compensatiefonds
N
0
N
0
V
70
V
70
Mutaties in Reserve eenmalige uitgaven (egalisatie dienstjaren)
N
0
N
0
V
593
V
593
Gemeentelijke bijdrage GR Ijsselgemeenten met verlaging kosten in programma 0 en 6
N
9.374
N
9.374
N
9.374
Mutaties Reserve ICT
Overig
V
22
V
N
8.347
N
Baten
Lager dividend Eneco in 2015
N
515
N
Algemene uitkering uit het gemeentefonds (meicirculaire 2014)
N
3.890
Mutaties op saldo kostenplaatsen
V
Lagere renteopbrengsten uitgezette gelden/ leningen
N
Totaal
N
N
0
V
67
V
67
22
N
25
N
3
8.347
N
1.462
N
9.809
515
N
515
N
3.890
N
3.890
138
V
138
N
N
376
N
459
N
459
N
459
0
N
4.726
N
4.726
N
514
N
5.240
8.347
N
4.726
N
13.073
N
1.976
N
15.049
514
De invoering van de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten is technisch verwerkt. Dit houdt in dat de bedrijfsvoering- en de uitvoeringslasten ICT van programma 0 én de bedrijfsvoeringlasten Sociale Zaken van programma 6 in totaal naar programma 15 zijn overgeheveld. De GR IJsselgemeenten kan daardoor in programma 15 integraal gevolgd worden. De verwerking is in totaal budgettair neutraal doorgevoerd, waarbij tevens invulling is gegeven aan de opgelegde taakstelling van 125 vanaf 2016 (1e begrotingswijziging 2014; tranche 2 bedrijfsvoering 3e tranche). Bij de Voorjaarsnota 2015 zal voorgesteld worden om het incidenteel geraamde voordeel op de reserve ICT vrij te laten vallen en toe te voegen aan de algemene reserve vrij besteedbaar.
Incidentele baten en lasten Niet van toepassing.
Structurele mutaties reserves Niet van toepassing.
PROGRAMMABEGROTING 2015
101
Bezuinigingen In de 1e begrotingswijziging 2014 is de volgende bezuinigingsmaatregel doorgevoerd. Bezuinigingsmaatregel
2014
2015
2016
2018
2017
Nutsbedrijven / Dividend Evides
0
100
100
100
100
Totaal
0
100
100
100
100
Producten Tot dit programma behoren de volgende producten:
Lasten € 12,3 mln.
Pro Las
0,0 0,0 0,0 0,8 0,0
15.02 Nutsbedrijven 0,0 2,4
15.04 Commerciele contracten 0,0 15.33 Onvoorziene lasten 0,0 15.34 Saldo kostenplaatsen 0,8
9,4
15.05 GR IJsselgemeenten 9,4 15.36 Rentekosten 2,4 indirecte lasten 0,0
Baten € 74,0 mln.
0,0 0,0 1,1 0,0 2,51,6 0,6
15.02 Nutsbedrijven 2,5 15.03 Algemene uitkering uit het gemeentefonds 68,1 15.04 Commerciele contracten 0,6 15.31 Deelnemingen en beleggingen 0,0
Pro Ba
68,1
15.34 Saldo kostenplaatsen 1,1 15.35 Inkoopvoordeel 0,0 15.36 Renteinkomsten 1,6
15.02 Nutsbedrijven 0,0 15.04 Commerciele contracten 0,0 15.33 Onvoorziene lasten 0,0 15.34 Saldo kostenplaatsen 0,8 15.05 GR IJsselgemeenten 9,4 15.36 Rentekosten 2,4 indirecte lasten 0,0
15.02 Nutsbedrijven 2,5 15.03 Algemene uitkering uit het gemeentefonds 68,1 15.04 Commerciele contracten 0,6 15.31 Deelnemingen en beleggingen 0,0 15.34 Saldo kostenplaatsen 1,1 15.35 Inkoopvoordeel 0,0 15.36 Renteinkomsten 1,6 15.37A Saldo dienstjaren - stelpost jaarrekeningen 0,0
102
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
103
104
PROGRAMMABEGROTING 2015
pa para aa grafen Paragrafen
PROGRAMMABEGROTING 2015
105
A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Definitie
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen of waar na het treffen van maatregelen nog restrisico’s overblijven, met de kans dat deze risico’s zich voordoen. De verhouding wordt uitgedrukt in een ratio.
Ratio weerstandsvermogen = de beschikbare weerstandscapaciteit : de risico’s Beleid Wij streven na om geen onnodige risico’s te lopen, en mits financieel verantwoord, zoveel mogelijk risico’s af te dekken door verzekeringen. Er zijn verzekeringen afgesloten voor aansprakelijkstelling door derden, schade aan opstallen, voertuigen en tractiemiddelen en tegen risicofraude. Risico’s die niet worden afgedekt door een verzekering of een voorziening moeten opgevangen kunnen worden door de beschikbare weerstandscapaciteit. De definitie van een risico luidt als volgt: De kans op het optreden van een gebeurtenis die zowel negatieve als positieve gevolgen voor ons kan hebben, waarvan de omvang onbekend is, maar waarvan de omvang substantieel kan zijn. Voor het opnemen van een risico hanteren we een ondergrens van € 50 (x € 1.000). Op grond van richtlijnen van de provincie in het kader van het financieel toezicht worden met ingang van 2014 ook de leningen van Capelse instellingen, waarvoor de gemeente garant staat, opgenomen in het overzicht van de risico’s. Bij risico’s met een incidenteel karakter hanteren we een ratio weerstandsvermogen van 1. Voor risico’s met een structureel karakter wordt een ratio van 4 gehanteerd.
Weerstandscapaciteit ( bedragen x € 1 mln.) Omschrijving
Begrotingsjaren 2015
vrij te besteden budgetruimte (begrotingssaldi)
2016
2018
2017
-0,01
1,6
0,9
-0,3
0,03
0,03
0,03
0,03
Algemene Reserve minimumniveau
10
10
10
10
Algemene reserve vrij besteedbaar
5,8
6,4
5,9
5,3
67,8
69,4
69,3
71,5
Stille reserves
pm
pm
pm
pm
Onbenutte belastingcapaciteit
pm
pm
pm
pm
83,62
87,43
86,13
86,53
ruimte voor onvoorziene uitgaven
Bestemmingsreserves
Weerstandscapaciteit totaal
106
PROGRAMMABEGROTING 2015
Risico’s In de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn de volgende risico’s geïnventariseerd: Overzicht risico’s
(gem. over 2015-2018)
Omschrijving gekwantificeerde risico’s (negatief)
Structureel
Incidenteel
Participatiewet: algemeen risico Inkomensdeel WWB (standaard 10%) – (BUIG-budget)
2,9
Kortingen op rijksbudget voor uitkeringen (BUIG-budget) 9,1%
2,5
Begroting Promen
0,3
Niet of onvoldoende geraamde vervangingsinvesteringen
2,6
Verleende Garanties voor instellingen
0,8
Totaal
9,1
0,0
Toelichting Met ingang van 2014 is de garantstelling voor leningen aan een aantal Capelse instellingen opgenomen in de kwantificering van de risico’s. Het betreft een totaal ad € 16,8 miljoen. De verwachting is dat het risico van deze garanties beperkt is. Omdat we behoedzaam willen begroten, is gerekend met een percentage van 5 (€ 16,8 mln. x 5% = circa € 800.000).
Weerstandsvermogen Om het weerstandsvermogen vast te stellen wordt de verhouding bepaald tussen de weerstandscapaciteit en de gemiddelde bandbreedte van de (gekwantificeerde) risico’s.
Berekening: Gemiddelde bandbreedte
(bedragen x € 1 mln) Bedrag
Vermenigvuldigingsfactor
Uitkomst
Incidenteel
0,0
1
0,0
Structureel
9,1
4
36,4
Totaal
36,4
Ratio Weerstandsvermogen = Weerstandscapaciteit : Risico’s = 83,62 / 36,4 = 2,3
Conclusie Als de gekwantificeerde risico’s zich op dit moment tegelijkertijd zouden manifesteren, is een weerstandscapaciteit nodig van € 36,4 mln. De beschikbare weerstandscapaciteit van € 83,62 mln is voldoende om deze benoemde risico’s op te vangen.
PROGRAMMABEGROTING 2015
107
B. Onderhoud kapitaalgoederen In deze paragraaf wordt ingegaan op de (gewenste) onderhoudstoestand en de onderhoudskosten van infrastructuur (wegen, riolering en dergelijke), voorzieningen en gebouwen in onze gemeente. Deze uitgaven voor onderhoud komen vooral in de programma’s 3 en 4 Buitenruimte grijs en groen, 9 Milieu, 11 Onderwijs, 12 Sociale Infrastructuur en 14 Sport en recreatie voor. De gemeente heeft in 2014 onderstaande disciplines in beheer:
Beleid Het beleid van onze gemeente voor het onderhoud van kapitaalgoederen is opgenomen in de volgende nota’s: Accommodaties met beleid beheerd (2000) Strategisch Beheersplan Kunstwerken (commissie Middelen en Buitenruimte 13 oktober 2005) Herijkte Stedelijke Beheervisie (commissie Middelen en Buitenruimte 8 december 2005) Speelruimte beleidsplan (8 juni 2000) evaluatie heeft plaatsgevonden in 2008 Kadernotitie Openbare Verlichting 2010 Kadernotitie Civiel Technische kunstwerken(2010) Kadernotitie Wegen (2010) Stedelijk waterplan Capelle aan den IJssel (2010) Groenvisie (2011) Bomenbeleidsplan (2013) Gemeentelijk Verbreed RioleringsPlan (VGRP 2011-2015) (2011) Beheerplannen 2011-2015 Wegen, Openbare verlichting, Gladheidbestrijding, Straatreiniging, Verkeersvoorzieningen, Gemalen & Persleidingen, Groen, Speelplaatsen, Riolering, Kunstwerken Integraal projectenboek 2011-2015 Beheerplan water 2013-2015 Integraal huisvestingsplan onderwijs Capelle aan den IJssel Discipline
Hoeveelheidgegevens
Beheer- en onderhoudslasten (totale product-lasten x € 1.000) €
Openbare Ruimte
Verharding
- wegen
Groen
- oppervlakte
2.890.000 m2
Overig: sober
- aantal bomen
26.000 stuks
Openbare verlichting
- masten
15.048 stuks
- armaturen
17.620 stuks
Civieltechnische kunstwerken
- bruggen
3.002.000 m2
2.890
Gehanteerd kwaliteitsambitie
sober
€
€
€
4.413
1.096
603
wonen: basis
sober
sober
241 stuks
- visplaatsen
38 stuks
- geluidkerende constructies
4.290 m1
- grondkerende constructies
7.729 m1
108
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Discipline
Hoeveelheidgegevens
Beheer- en onderhoudslasten (totale product-lasten x € 1.000)
Gehanteerd kwaliteitsambitie
- tunnels & viaducten
17 stuks
- portalen
9 stuks
- trappen
1 stuk
Speelplaatsen
- plekken incl. trapvelden
237 stuks
- toestellen
638 stuks
- trapvelden
54 stuks
Riolering
- lengte rioolstelsel binnen gemeentegrens
276 km
- lengte drainageafvoerleidingen binnen de gemeentegrens
112 km
- lengte persleidingen hoofd- en subgemalen
50,7 km
- lengte persleiding drukriolering
8,8 km
- inspectieputten
8.000 stuks
- kolken
28.500 stuks
- lijngoten
2.000 stuks
- gemalen
75 stuks
- drukriool units
168 stuks
- meetnet van peilbuizen
380 stuks
- regenmeters
6 stuks
- overstortmeters
27 stuks
- regulier meetnet van peilbuizen
226 stuks
- aantal drainagepompen (bemalen drainage)
10 stuks
- huisaansluitingen
32.460
Water
- oppervlak aan oppervlaktewater
151,0 ha
- hiervan in beheer en onderhoud bij HHSK
145,5 ha
- hiervan in beheer en onderhoud bij de gemeente capelle
5,5 ha
- duikers
576 stuks
Verkeersvoorzieningen
- borden
- verkeersregelinstallaties (VRI)
- belijning
Reiniging (huishoudelijk afval, papier, glas, textiel, kunststof en gft, )
€
- ondergrondse containers
1.919 stuks
- bovengrondse containers
999 stuks
Beeldende kunstwerken
€
109
€
€
363
3.371
€
774
€
705
basis
hoog
basis
basis
9.400 stuks
28 stuks
546 km
4.916
23
basis
sober
Discipline
Hoeveelheidgegevens
- gemeentelijk eigendom
- particulier eigendom
Gemeentelijke gronden
- verhuurde gronden, inclusief uitgifte in (erf)pacht
Beleidsmatig vastgoed
Buitenruimte
Cultuur
- muziekonderwijs en een theater.
Grondexploitatie
- accommodatie op een volkstuincomplex.
Herstructurering
13.968 m²
- bedrijfspanden
6 objecten
- woningen
3 objecten
Milieu (huishoudelijk afval)
- afvalbrengstation.
Monumenten
- rijksmonumenten Dief- en duifhuisje aan de Rozenburcht Kerktoren
Riolering
- rioolgemalen
9 objecten
Sociale infrastructuur
10.652 m²
- expositieruimte
- openbare toiletcabine in het stadshart
Beheer- en onderhoudslasten (totale product-lasten x € 1.000)
Gehanteerd kwaliteitsambitie
59 objecten
8 objecten
434.354 m²
€
10 m² 1 object
128
€
15
5.342 m²
n.v.t.
Niveau 3 (redelijk)
€
339
Niveau 2 (goed)
2 objecten
60 m²
Niveau 3 (redelijk)
1 object
€
38 m² 1 object
€
989 m²
848
65 m² 2 objecten
410
Niveau 4 (matig)
Niveau 2 (goed)
€
185
Niveau 3 (redelijk)
Valt onder riolering
Niveau 2 (goed)
€
1.299
Niveau 3 (redelijk)
1 object
- jongerenvoorziening
2 objecten
- kinderopvang;
5 objecten
- verenigingsgebouwen (verzamelobject)
6 objecten
- wijkcentra (verzamelobject)
4 objecten
- multifunctionele centra
1 object
- bedrijfspand
1 object
- kinderboerderij;
1 object
Veiligheidsregio
- brandweerkazerne.
Verkeer en vervoer
- fietsenstallingen (Capelle Centraal / De Terp)
2 objecten
Beleidsveld bedrijfsvoering
Bedrijfshuisvesting
13.994 m²
- gemeentehuis en gemeentewerf
2 objecten
Beleidsveld onderwijs
Onderwijshuisvesting
3.291 m² 1 object
€
36m²
192
Niveau 3 (redelijk)
€
14
Niveau 3 (redelijk)
€
1.585
Niveau 2 (goed)
€
1.578
Niveau 3 (redelijk)
110
PROGRAMMABEGROTING 2015
Discipline
Hoeveelheidgegevens
Beheer- en onderhoudslasten (totale product-lasten x € 1.000)
Gehanteerd kwaliteitsambitie
- schoolgebouwen (incl. 2 multifunctionele centra)
36 objecten
- basisonderwijs
43.768 m²
- voortgezet onderwijs
42.991 m²
Beleidsveld sport
Sportaccommodatie
- douches/kleedkamers;
- gymnastieklokalen;
- sporthallen;
€
3.571
Niveau 3 (redelijk)
6 objecten
16 objecten
3 objecten
- sportzaal (+ 1 kantine);
1 object
- verenigingsgebouwen;
7 objecten
- totaal oppervlakte accommodaties
28.436 m²
- sportparken (in aantal en oppervlakte)
4/449.693 m²
- zwembad (via exploitant Optisport)
1/1.834 m²
Overig vastgoed
Overig vastgoed
- garages en kantoorpand.
663 m² 10 objecten
€
36
Niveau 4 (matig)
Integraal beheerplan openbare ruimte (IBOR) In december 2008 hebben wij het integrale beheerplan openbare ruimte 2008-2010 vastgesteld. De afgelopen jaren zijn diverse stappen gezet om de grip op de kwaliteit van de openbare ruimte en de sturing op de integrale kwaliteit van de buitenruimte te verbeteren. In 2011 zijn tien Beheerplannen 2011-2015, evenals het Integrale Projectenboek 2011-2015 vastgesteld In het IBOR 2011-2015 zijn 30 integrale projecten opgenomen. In de beheerplannen staat hoe de diverse vakdisciplines de komende jaren het beheer en onderhoud gaan aanpakken, waarbij als uitgangspunt is genomen dat er aan het eind van deze planperiode geen achterstanden zijn. Daarnaast zijn de toekomstige beheeropgave en de budgetbehoefte per discipline inzichtelijk gemaakt. Om die te kunnen dekken is bij de jaarrekening 2009 besloten tot een stelselwijziging. De middelen uit de voorziening zijn daarbij overgebracht naar een nieuwe reserve Openbare ruimte. De vervangingen worden voortaan geactiveerd en de kapitaallasten daarvan worden met ingang van 2010 gedekt uit de product-/programmakosten. In 2013 is het beheerplan water 2013-2015 vastgesteld. In 2014 - 2015 worden de Beheerplannen 2016-2020 opgesteld, die in het voorjaar 2015 ter besluitvorming worden voorgelegd.
Kwaliteitsambitie openbare ruimte Op landelijk niveau zijn de beeldkwaliteitcatalogi van de diverse adviesbureaus doorontwikkeld en samengevoegd in de nieuwe CROW-publicatie 288. Het CROW is het Nationale kennisplatform voor de infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. In de Beheerplannen 2011-2015 zijn de kwaliteitsniveaus vertaald naar de beeldkwaliteit zoals eerder vastgelegd in de “Kwaliteits Catalogus Openbare Ruimte (2000)”. Te weten; zeer hoog, hoog, basis, sober en zeer sober.
Openbaar groen en speelplaatsen Beheerplannen, de herijkte Stedelijke Beheervisie, groenvisie, speelruimtebeleidsplan en bomenbeleidsplan verwoorden de doelstelling en de uitgangspunten van instandhouding van technische, recreatieve, architectonische en ecologische functies die aan het groen en speelruimtes in stedelijke- en landelijke gebieden zijn verbonden. Voor het Schollebos is een plan opgesteld voor een gezonde ontwikkeling van dit gebied, waarbij de natuurwaarde maar ook de recreatieve functie in acht zijn genomen.
Wegen, kunstwerken en openbare verlichting Het beleid is er op gericht om de wegen te laten voldoen aan de gestelde eisen van verkeersveiligheid, leefbaarheid en comfort. In de herijkte Stedelijke Beheervisie is het gewenste kwaliteitsniveau vastgesteld. Het voldoen van de openbare verlichting aan de normering van de Nederlandse stichting voor verlichtingskunde (NSVV 2001) is als doel gesteld. Dit is opgenomen in het vastgestelde beleidsplan openbare verlichting. Optredende knelpunten worden per geval opgelost. Zoals in de herijkte Stedelijke Beheervisie is aangegeven, is het beleid erop gericht de constructies te beheren en te PROGRAMMABEGROTING 2015
111
onderhouden op een zodanige wijze dat de veiligheid van de gebruikers is gewaarborgd. Er is een beheersysteem aangeschaft waarmee planmatig beheer kan worden uitgevoerd. De benodigde inventarisaties zijn verricht. In 2010 zijn de kadernota’s Wegen, Openbare verlichting en Kunstwerken door ons vastgesteld. In de beheerplannen 2011-2015 is de stand van zaken van het onderhoud opgenomen. Bij het opstellen van de beheerplannen 2016-2020 wordt een nieuwe stand van zaken over het onderhoud gegeven.
Riolering en grondwater Het beheer van de riolering is gebaseerd op het Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (VGRP 2011-2015). Hierin is aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de wettelijke plicht voor het doelmatig en milieutechnisch verantwoord inzamelen en transporteren van het afvalwater binnen haar grondgebied. De zorgplicht voor afvalwater is gesplitst in: • Zorgplicht voor stedelijk afvalwater – het inzamelen en transport van afvalwater naar een zuiveringstechnisch werk; • Zorgplicht voor afvloeiend hemelwater – de inspanningen kunnen bestaan uit het inzamelen, bergen en transporteren van relatief schoon water. Voor wat betreft de zorgplicht voor grondwater zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het wegnemen van structurele vormen van grondwateroverlast en voor het voeren van de regie omtrent grondwater. Het gaat hierbij om een inspanningsverplichting en niet om een resultaatverplichting. Gemeenten zijn daarmee echter niet verantwoordelijk geworden voor het grondwater(peil)beheer. Grondwater Net als bij riolering is de zorgplicht voor grondwater een uitvloeisel van de invoering van de Wet gemeentelijke watertaken (2008) en als zodanig opgenomen in het Verbreed gemeentelijk RioleringsPlan (VGRP 2011-2015). De zorgplicht bepaalt dat de gemeente structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk moet voorkomen of beperken. Wel moet het treffen van die maatregelen doelmatig zijn en niet onder de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie vallen.
Water De zorgplicht voor water omvat de zorgplicht voor (eigen) oppervlaktewater en de ontvangstplicht voor vrijkomende baggerspecie uit oppervlaktewater. Oppervlaktewater Het inrichten en beheren van oppervlaktewater is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van waterschappen, gemeenten en andere betrokken partijen. Het oppervlaktewater is grotendeels in beheer en onderhoud bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). Een klein gedeelte is echter (nog) in beheer en onderhoud bij de gemeente. Hiervoor is de gemeente onderhoudsplichtig. Naast deze onderhoudsplicht heeft de gemeente ontvangstplicht voor – een groot gedeelte van – al de, uit het oppervlaktewater vrijkomende baggerspecie. Dat kan zijn vrijkomend slib, mits verspreidbaar, bij baggeren, bladeren en (drijf)vuil bij blad- en vuilvissen en waterplanten, riet en kroos bij maaien en krozen. Voor de transportfunctie van water is het belangrijk dat watergangen met elkaar verbonden zijn. Daar waar water en wegen elkaar kruisen, kan dit door toepassing van bruggen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van dammen, dan moet de verbinding tussen watergangen worden gerealiseerd door duikers. Voor zover het voorzieningen in de openbare ruimte betreft, is de gemeente verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en onderhoud van duikers. Veel duikers in de wijk Schollevaar worden vervangen om de doorstroming te verbeteren.
Vastgoedbeheer algemeen Met ingang van 2011 is een project gestart om het gemeentelijke vastgoed te optimaliseren Uitgangspunt hierbij is een goede afstemming van de vraag naar en het aanbod van accommodaties, nu en in de nabije toekomst (portfoliomanagement). Daarbij dienen vraag en aanbod aan te sluiten bij de (toekomstige) beleidsopgave welzijn en de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. De opgave wordt verder ingevuld langs drie samenhangende sporen: - gemeentelijk vastgoedbeleid - accommodatiebeleid - tarieven- en contractbeleid
112
PROGRAMMABEGROTING 2015
Onderhoudsniveau gemeentelijke vastgoed Tot het voeren van een verantwoord accommodatiebeheer behoort een goed onderhoud van de gebouwen. Om het niveau van onderhoud te objectiveren, wordt om de drie jaar door een extern bureau per object een inventarisatie van het noodzakelijk meerjarig onderhoud opgesteld. Hierbij rekeninghoudend met de economische levensduur van het gebouw. Voor het onderhoudsniveau wordt uitgegaan van landelijk toegepaste conditieniveaus welke gebaseerd zijn op de Nederlandse Norm 2667 (NEN 2667:conditiemeten waarbij voor bedrijfspanden conditieniveau 2 (goed) wordt gehanteerd, voor monumenten, welzijnsaccommodaties, onderwijshuisvesting en sportaccommodaties niveau 3 (redelijk) en voor strategische objecten, niveau 4 (matig). Voor het uitvoeren van het groot onderhoud aan het gemeentelijke vastgoed zijn voorzieningen in het leven geroepen. Op grond van voornoemde periodieke inventarisatie wordt de hoogte van de jaarlijks aan die voorzieningen te doteren bedragen vastgesteld.
Indeling vastgoed Om ons vastgoed goed te administreren hebben wij de volgende hoofdindeling gemaakt: • Bedrijfshuisvesting; • Beleidsmatig vastgoed; • Onderwijs; • Sport; • Overig. Binnen deze hoofdindeling hebben wij de objecten verder uitgesplitst naar beleidsveld en functies.
Bedrijfshuisvesting Hieronder valt het vastgoed ten dienste van de gemeentelijke organisatie. Het betreft hier de objecten met de functie gemeentehuis en gemeentewerf. Voor het onderhoud van het vastgoed wordt gewerkt met een onderhoudsfonds dat periodiek wordt geactualiseerd. De voeding van het onderhoudsfonds vindt plaats door een structurele storting uit de gemeentebegroting.
Beleidsmatig vastgoed Beleidsveld herstructurering Het betreft hier vijf bedrijfspanden, een garage/opslag en zes woningen die aangekocht zijn in afwachting van herontwikkeling van de grond waarop de panden staan. Wij hebben hier een eigenaar/verhuurderstaak. Beleidsveld sociale infrastructuur Wij beheren deze accommodaties vanuit onze functie als eigenaar/huurder/verhuurder. Voor twee wijkcentra verzorgen wij ook het facilitair beheer en gebruiksonderhoud. Beleidsveld onderwijs Sinds 1 januari 2004 wordt het totale onderhoud van onderwijsaccommodaties (zowel basis- als voortgezet onderwijs) door de schoolbesturen zelf uitgevoerd. Hiervoor ontvangen zij voor het preventief onderhoud (klein onderhoud) en het onderhoud aan de binnenkant van de schoolgebouwen direct van het Rijk een vergoeding. Voor het “groot” onderhoud kunnen zij een beroep doen op de gemeente. Onder dit groot onderhoud valt ook de zorg voor de schoolpleinen. De besturen van het voortgezet onderwijs zijn sinds 1 januari 2005 verantwoordelijk voor het totale onderhoud. Zij kunnen geen beroep meer doen op gemeentelijke middelen. Wij beheren een multifunctioneel centrum vanuit onze functie als economisch eigenaar/verhuurder. We verzorgen hiervoor ook het facilitair beheer en gebruiksonderhoud. Beleidsveld sport Met ingang van 1 januari 2010 is het beheer en de exploitatie van alle gemeentelijke sportaccommodaties/gymlokalen ondergebracht in een door de gemeente opgerichte BV Sport, Sportief Capelle genaamd. Wij hebben hier een taak als eigenaar. Sinds 2005 hebben wij zwembad De Blinkert in eigendom. De exploitatie, het beheer en het onderhoud zijn uitbesteed aan een externe marktpartij. Ook hier hebben wij alleen een taak als eigenaar.
PROGRAMMABEGROTING 2015
113
C. Financiering Bestuurlijke duiding De verwachting is dat in 2015, vooral aan unilocaties, onderhoud gebouwen en IBOR, grote uitgaven zullen plaatsvinden. Één gemeentelijke lening van 340 (x € 1000,-) zal afgelost worden. Van een andere lening zal er bekeken worden of er daadwerkelijke afgelost gaat worden of dat er hergefinancierd gaat worden, dit afhankelijk van de renteontwikkeling en er volgens verwachting in 2014 al een lange-termijnfinanciering is aangetrokken. Ook zullen er, conform besluit, twee doorverstrekte leningen aan de Stichting Havensteder per renteherzieningsdatum afgelost worden. Deze zullen geen onderdeel meer zijn van de leningportefeuille, maar worden dan geborgd. Het risico is gelijk gebleven doordat het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) ook al borg stond bij de doorverstrekte leningen van de stichting Havensteder. De laatste aflossingen van doorverstrekte leningen zal in 2017 plaatsvinden. Hierdoor hoeft de gemeente geen aflossingen meer te verrichten en gegevens te administreren voor de Stichting Havensteder. De gemeentelijke leningenportefeuille zal eind 2015 beperkt zijn tot twee leningen als er geen verdere lange-termijnfinanciering wordt aangetrokken. De overige leningen van diverse stichtingen en/of verenigingen die geborgd zijn, hebben voor zover van toepassing in 2014 aan hun betalingsverplichtingen voldaan, de verwachting is dat ze dit ook in 2015 zullen doen. Er is geen aanleiding dat de gemeente over het openstaande bedrag een verhoogd risico zal lopen. De verwachting is dat de kasgeldlimiet in 2015 niet overschreden zal worden. De gemeente handelt naar de wet- en regelgeving. Het bedrag van leningen aan de instellingen waarvoor een apart raadsbesluit benodigd is(de niet toegestane instellingen) is € 802,5 (x 1000). Verwacht wordt dat de stichtingen/verenigingen in 2015 aan hun betalingsverplichtingen zullen voldoen. Hierdoor zal de gemeente geen verhoogd risico lopen. Van de in 2014 afgesloten lening van CVV De Zwervers, zal in 2015 de eerste aflossing plaatsvinden. Het geprognosticeerd EMU-saldo vanuit de houdbaarheidstest voor 2015 is -/- 30,2 mln. De referentiewaarde voor 2014 is -/- 6,8 mln. De referentiewaarde voor 2015 is -/- 7,7 mln. Een overschrijding betekent nog niet dat er een sanctie wordt opgelegd. Deze overschrijding komt met name tot stand door investeringen in de unilocaties (9 mln), openbare ruimte (11 mln) en riolering (6 mln). In totaal is er sprake van +/- 40 mln aan geplande investeringen in 2015 en is er sprake van een positief kasstroomsaldo op normale exploitatie van 10 mln. De uitkomsten van de test houdbare overheidsfinanciën tonen aan dat de financiën van de gemeente bij een economische schok houdbaar zijn, de gemeente is in staat dit op te vangen. Echter zal bij een normale economische groei de schuldratio stijgen. De oorzaak hiervan ligt vooral in de benodigde middelen voor de investeringen in unilocaties. Het beleid van financieren van de gemeente is gericht op: • Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; • Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico en valutarisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten; • Het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen.
Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door: • De leningenportefeuille, hieronder vallen zowel de gemeentelijke leningen als de doorverstrekte leningen aan Havensteder; • De reserves en voorzieningen; • De renteontwikkeling; • Investeringen (kredieten); • Grondexploitaties.
114
PROGRAMMABEGROTING 2015
Leningen O/G e gemeentelijke leningenportefeuille bestaat in begin 2015 uit 7 leningen met een totaalbedrag van € 36,0 miljoen. Het D grootste deel van de leningportefeuille bestaat uit doorverstrekte leningen aan een Havensteder, te weten: 4 leningen voor een totaalbedrag van € 23,7 miljoen. Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
Mutaties x € 1000,-
X € 1000,-
Stand per 1-1-2015
36.005,-
Reguliere aflossingen
-2.277,-
Vervroegde aflossingen
-10.529,-
Stand per 31-12-2015
23.199,-
In het tweede kwartaal van 2015 zal één gemeentelijke lening afgelost worden. Van een ander zal in het eerste kwartaal bekeken worden of rentepercentage nog acceptabel is. In het derde en vierde kwartaal van 2015 zullen twee doorverstrekte geldingen aan Havensteder per renteherzieningsdatum afgelost worden en direct tussen de BNG en de corporatie lopen. De reguliere aflossingen zijn conform de begroting.
Leningen U/G Leningen U/G (Uitgezette geldleningen)
Mutaties x € 1000,-
X € 1000,-
Stand per 1-1-2015 Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31-12-2015
23.899,-833,-10.61112.455,-
De reguliere aflossingen zijn conform de begroting.
Financieringsbeleid Prognose liquiditeit wee keer per jaar wordt de liquiditeitsprognose opgesteld. Daarnaast wordt deze vier keer, na het aflopen van ieder T kwartaal geanalyseerd. In het eerste kwartaal van 2015 zal de prognose worden geactualiseerd. In de Begroting 2014 is de verwachting uitgesproken dat er in 2014 een lange-termijnfinanciering nodig zal zijn. Mogelijk dat dit wordt verschoven naar het 1e kwartaal van 2015, afhankelijk van wanneer bepaalde uitgaven (zoals unilocaties, IBOR, rioleringen, etc.) plaats zullen vinden. De verwachting is dat de financieringsbehoefte in 2015 rond de 12.500 ( x € 100) zal zijn.
Kasgeldlimiet Voor 2015 wordt de kasgeldlimiet, voor de 1e Begrotingswijziging 2015, vastgesteld op € 14,9 miljoen. Dit betekent dat gemiddeld per kwartaal niet meer dan € 14,9 miljoen kort mag worden gefinancierd. In 2015 mag deze kasgeldlimiet niet overschreden worden. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.
PROGRAMMABEGROTING 2015
115
Kasgeldlimiet begroting 2015 Omvang begroting per 1 januari 2015 (grondslag)
Bedragen x € 1.000 174.766
(1) Toegestane kasgeldlimiet
- in procenten
8,50%
- in bedragen
14.855
Renteanalyse
Bovenstaand een overzicht van de ontwikkeling van de rente met een aantal looptijden. Dit overzicht is gebaseerd op cijfers van de Rabobank. De korte rente (< 1 jaar) heeft als uitgangspunt het Euribor en de lange rente (> 1 jaar) is gebaseerd op swaptarieven. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de geldnemer wordt dit tarief verhoogd met een opslag. De verwachting is dat zowel de korte als de lange rente, na een daling, in 2015 gaat stijgen. De banken geven altijd als verwachting een stijging van de rente.
Risicobeheer Korte termijn financiering Wij maken veelvuldig gebruik van de diensten van een tweetal bankinstellingen, t.w.: de Rabobank en de Bank Nederlandse Gemeenten(BNG). Bij beide instellingen hebben wij een kredietfaciliteit in rekening-courant. Daar kredietfaciliteiten relatief duur zijn worden deze gebruikt als veiligheidsbuffer ten behoeve van onverwachte en/of spoedeisende uitgaven. Zonodig kan er gebruik gemaakt worden van weekleningen.
Kredietrisico Onderstaand schema geeft een beeld van het te lopen kredietrisico (= risico op een waardedaling van een vordering tengevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij door insolventie of andere oorzaken) op verstrekte leningen.
116
PROGRAMMABEGROTING 2015
Kredietrisico op verstrekte gelden per 1-1-2015 Risicogroep
Met/zonder (hypothecaire) zekerheid
Restant schuld in euro
In procenten v.h. totaal
Gemeenten/provincies
0
0,0
Overheidsbanken
0
0,0
23.899,1
96,75
Semi overheidsinstellingen
0
0,0
Financiële instellingen (A en hoger)
0
0,0
Overige toegestane instellingen (volgens het treasurystatuut)
0
0,0
802,5
3,25
24.701,6
100,0
Woningbouwcorporaties (doorverstrekte leningen)
Met borging door WSW
Niet toegestane instellingen (volgens het financieringsstatuut)* Totaal
*Aan de instellingen zijn raadsbesluiten genomen om leningen te verstrekken. Deze instellingen vallen niet binnen de definitie van toegestane instellingen volgens het financieringsstatuut. Er bestaat binnen het financieringsstatuut wel de mogelijkheid om een lening te verstrekken aan een niet toegelaten instelling, mits daartoe een apart raadsbesluit wordt genomen en de lening verstrekt wordt uit hoofde van de publieke taak.
Toelichting: De grootste posten betreffen leningen die verstrekt zijn aan een woningcorporatie. Deze leningen zijn geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Bij deze leningen loopt de gemeente nauwelijks risico, omdat wij alleen als achtervang fungeren. Daarnaast worden deze leningen afgebouwd.
Leningen aan niet toegestane instellingen Op de leningen verstrekt aan niet toegestane instellingen loopt de gemeente wel enig risico. Daarom is er voor dit soort leningen ook een apart raadsbesluit nodig. Het risico op deze leningen is moeilijk te kwantificeren. In 2014 is in de voorjaarsnota besloten de oude lening van CVV Zwervers kwijt te schelden. Het betrof een restbedrag van € 160,0 (x € 1000,-). Daarnaast is een nieuwe lening aan hen verstrekt van € 60,0 ( x € 1000,-) groot met een looptijd van 20 jaar. Hiervan zal de eerste aflossing in 2015 plaatsvinden. Leningen niet toegestane instellingen
Per 1-1-2015 x € 1000,-
Restant Looptijd
CVV Zwervers
60,0
20 jaar
OPOCK(Fascinatio-gedeeltelijk)
29,0
13 jaar
CTC(investeringen accommodatie)
713,5
22 jaar
Totaal
802,5
Lange termijn financiering Om de risico’s van de lange termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.
PROGRAMMABEGROTING 2015
117
Bedragen x € 1.000 Renterisico’s
2015
Renteherzieningen
2.839
Aflossingen
12.806
Renterisico
15.645
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2015 Percentage cf. regeling Renterisiconorm 2015
174.766 20% 34.953
Toetsing renterisico aan Norm Renterisico
15.645
Renterisiconorm
34.953
Onderschrijding
19.308
Toelichting: Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, blijven wij ruim onder de renterisiconorm. De post aflossingen is toegenomen doordat, twee doorverstrekte leningen van Havensteder en één gemeentelijke lening afgelost zullen worden. Er kan nog sprake zijn van een renteherziening in 2015, afhankelijk van de renteontwikkeling, het restantbedrag is wel opgenomen bij de renteherzieningen. In 2014 was de onderschrijding 15.110 (x € 1.000)
Gewaarborgde geldleningen Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer: Geldnemer
Stand per 1-1-2014 x € 1.000
Stand per 1-1-2015 x € 1.000
Verpleeghuis Rijckehove
997
967
St. IJsselland Ziekenhuis
13.273
12.479
66
66
9.727
8.770
299.138
284.187
Stichting Openbare Bibliotheek
1.442
1.475*
Rijksmonument Dorpsstraat 164
2.289
2.256
20.500
20.500
347.636
330.693
VV Capelle St. Woonzorg Nederland Stichting Havensteder
Vestia Groep Totaal
Indien één van de corporaties waar het waarborgfonds tussen zit, onverhoopt om zou vallen, loopt de gemeente Capelle aan den IJssel een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het WSW. Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland, dit is geregeld bij het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) daarna volgt het WSW. Voor het eventueel resterend gedeelte wordt er voor de verdeling beroep gedaan op de schadegemeenten en alle gemeenten. De WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan de WSW. *De geldlening van de Stichting Openbare Bibliotheek voor een zelfbedieningssysteem is ook een geborgde geldlening. Deze is bij de andere lening van de bibliotheek opgeteld.
118
PROGRAMMABEGROTING 2015
Verwachte ontwikkelingen 2015 Korte/lange termijnfinanciering De verwachting is dat er in 2015 een lange termijn financiering aangetrokken moet worden. Er zal bekeken moeten worden, afhankelijk of het rentepercentage nog aantrekkelijk is, of een lening die de gemeente in 2015 kan aflossen, mogelijk herzien kan worden. Bij het aantrekken van lange termijn financiering zal er rekening gehouden moeten houden met een extra bedrag aan aflossing. Schatkistbankieren: Door het verwachte tekort in 2015 zal er weinig tot geen gebruik gemaakt worden van schatkistbankieren. Het limiet/ drempel van de het schatkistbankieren is 0,75% van het begrotingstotaal. Met een minimum van 0,25 miljoen en een maximum van 2,5 miljoen. Voor de gemeente betekent dit, dat zij gemiddeld 1,31 miljoen totaal op alle bankrekeningen mag hebben staan per kwartaal in 2015. In 2015 zal de decentralisatie van diverse taken (jeugdzorg, participatiewet, werk en inkomen, enz.) plaatsvinden. Het volume van de Begroting 2015 zal hierdoor toenemen. Hierdoor zal de limiet van het schatkistbankieren ook wijzigen. Aanbesteding: In 2014 is er gestart met de aanbesteding van een huisbankier. Momenteel is de Rabobank onze huisbankier. Vanaf 2015 zal er van de diensten van de nieuwe huisbankier gebruik worden gemaakt.
Schuldenpositie gemeente Capelle aan den IJssel Deze gegevens kunnen niet in de Begroting 2015 worden opgenomen, omdat er momenteel geen nieuwe informatie bekend is. In de Jaarrekening 2014 zal het worden opgenomen. Het geprognosticeerd EMU-saldo vanuit de houdbaarheidstest gemeentefinanciën van de gemeente voor de jaren 2015 t/m 2018 is respectievelijk -/- 30,2 mln, -/- 24,6 mln, -/- 23,6 mln en -/- 9,7 mln. In deze test is rekening gehouden met kasstromen voor financiering die invloed hebben op de EMU-saldo. De referentiewaarde voor 2014 is -/-6,8 mln. De referentiewaarde voor 2015 is -/- 7,7 mln.. Het rijk stuurt niet op individuele normen, maar beoordeelt het collectief. De sancties zoals opgenomen in de wet HOF zijn voorlopige sancties. Een collectieve overschrijding leidt niet direct tot een definitieve sanctie. De € 30 miljoen EMU-saldo 2015 wordt grootendeels veroorzaakt door eenmalige extra uitgaven in: € 9 miljoen Unilocaties, eenmalig extra investeringen € 5 miljoen openbare ruimte (in 2015 € 11 miljoen in plaats van regulier € 6 miljoen) en ca. € 3 miljoen eenmalige hogere Rioleringsinvesterningen ( € 6 miloen in plaats van € 3 miljoen).
Houdbare gemeentefinanciën Op de middellange en lange termijn hangt de houdbaarheid van de gemeentefinanciën af van de vraag of in de toekomst jaarlijks genoeg geld overblijft om naast de noodzakelijke uitgaven voor publieke voorzieningen de schuldverplichtingen in de vorm van rente en aflossing te betalen. Daarom moet een gemeente naast baten en lasten letten op de geldstromen en de hoogte van de schuld. Naast de hoogte van de schuld hangt de houdbaarheid van de gemeentefinanciën ook af van de financiële structuur van de gemeente en de macro-economische variabelen. Met het rekenmodel wat door de VNG is ontwikkeld kan de financiële conditie van de gemeente bij verschillende scenario’s worden uitgerekend. Het rekenmodel brengt in beeld of de gemeentefinanciën bij een slecht-weer-scenario zoals de huidige diepe recessie, uit de bocht vliegen of niet. De uitgangspunten gebruikt in de scenario’s van de VNG wijken af van de uitgangspunten die wij zelf hanteren. Om deze reden zijn de uitkomsten van de scenario’s hoger dan wijzelf prognosticeren. Daarnaast worden doorverstrekte leningen, zoals van toepassing aan Havensteder, meegenomen in de schuld bij de houdbaarheidstest. Deze worden in de komende jaren per renteherzieningsdatum afgelost en maken dan geen onderdeel meer uit van de schuld. Hier houdt de houdbaarheidstest geen rekening mee. Voor de begroting 2015 is deze test ingevuld met de balans per ultimo 2013 en de begroting 2015. De resultaten van deze test worden weergegeven in 4 grafieken: • Netto schuldquote 2014-2024 bij potentiële economische groei; • Netto schuldquote 2014-2024 bij economische schok en bezuinigingen; • Netto schuld per inwoner 2014-2024 bij potentiële economische groei; • Netto schuld per inwoner 2014-2024 bij economische schok en bezuinigingen.
PROGRAMMABEGROTING 2015
119
Hieronder zal elke grafiek worden toegelicht. Netto schuldquote 2014-2024 bij potentiële economische groei
De hoogte van de inkomsten bepaalt in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Dit kengetal uitgedrukt in procenten wordt de netto schuldquote genoemd. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich ergens tussen de 0% en 100%.
In de grafiek is te zien dat de komende jaren de netto schuldquote significant toeneemt om daarna af te vlakken, maar nog wel een stijgende lijn toont. Deze stijging komt met name tot stand door de investeringen in de unilocaties. In deze grafiek is geen rekening gehouden met de reeds ingezette bezuinigingen na 2015. Wordt dat wel gedaan zal de grafiek de komende jaren stijgen om daarna te stabiliseren. De schuldquote blijft binnen de gestelde kaders.
120
PROGRAMMABEGROTING 2015
Netto schuldquote 2014-2024 bij economische schok en bezuinigingen
Deze grafiek is gebaseerd op het slecht-weer-scenario van de test. Ook in deze grafiek is met de bezuinigingsmaatregelen na 2015 geen rekening gehouden. De grafiek bij economische schok en bezuinigingen toont dat de schuldquote stijgt tot boven de 120% om te stabiliseren. Hiermee wordt aangetoond dat de gemeentefinanciën houdbaar zijn, maar wel in het oranje gebied komen. Het scenario wat gehanteerd is komt overeen met een crisis zoals deze gestart is in 2008. Deze parameters zijn vastgezet door de VNG. In dit scenario is rekening gehouden met een val van de inkomsten van 8% en een tegenvaller in de uitgaven van 2%. Daarnaast is rekening gehouden met ombuigingspotentiële uitgaven welke tot bezuinigingen leiden. Gezien het stabiliserend karakter van de schuldquote is de conclusie ook hierbij dat de gemeentefinanciën houdbaar zijn.
PROGRAMMABEGROTING 2015
121
Netto schuld per inwoner 2014-2024 bij potentiële economische groei
De netto schuld per inwoner is goed bruikbaar om de ontwikkeling van de schuld, de zogenaamde schuldevolutie, in beeld te brengen. Door de netto schuld per inwoner eind jaar t-1 af te trekken van de netto schuld per inwoner eind jaar t verkrijg je de schuldevolutie in jaar t. Van jaar op jaar vertoont dit kengetal grote schommelingen. Dat komt doordat de hoogte van de investeringen en de wijzigingen in voorraden grote verschillen tussen jaren vertonen. Voor de middellange termijn is de ontwikkeling van de netto schuld per inwoner wel een goede maat. • Het landelijke gemiddelde van de netto schuld per inwoner per 31-12-2012 is 1.759 (x € 1000,-). De norm van de debt ratio was in 2012 landelijk 59%, zowel in 2012 als 2013 zat de gemeente op 44%, dus onder deze norm. Bron CBS/ bewerking Deloitte
De stijging van de netto schuld per inwoner die de grafiek laat zien, toont aan dat de financiële positie van de gemeente verslechterd is ten opzichte van het basisjaar. De stijgende schuld per inwoner is verklaarbaar doordat het inwoneraantal van onze gemeente minder snel stijgt dan de inflatie. Een stijgende netto schuld per inwoner is geen directe graadmeter voor de houdbaarheid van de financiën.
122
PROGRAMMABEGROTING 2015
Netto schuld per inwoner 2014-2024 bij economische schok en bezuinigingen
De stijging van de netto schuld per inwoner die de grafiek laat zien, toont aan dat de financiële positie van de gemeente verslechterd is ten opzichte van het basisjaar. De stijgende schuld per inwoner is verklaarbaar doordat het inwoneraantal van onze gemeente minder snel stijgt dan de inflatie. Een stijgende netto schuld per inwoner is geen directe graadmeter voor de houdbaarheid van de financiën.
De conclusie naar aanleiding van de uitkomsten van de test is dat de gemeente Capelle beschikt over houdbare gemeentefinanciën. Bij een economische schok beschikt de gemeente over voldoende ombuigingspotentiële uitgaven om deze schok op te vangen. Bij normale economische groei zal de schuldratio stijgen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door investeringen in unilocaties. Het uitgangspunt is de jaarschijf 2015. Bezuinigingen die ingaan vanaf 2016 zijn niet meegenomen in deze test.
PROGRAMMABEGROTING 2015
123
D. Bedrijfsvoering
1. Inleiding De burger verwacht dat de gemeente de haar toevertrouwde middelen rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteedt en hierover transparant communiceert. Capelle is een betrouwbare partner voor haar burgers en ondernemers. Essentieel hierbij is een adequate bedrijfsvoering. De kwaliteit hiervan is belangrijk voor het effectief en efficiënt functioneren van de gemeente en staat daarom hoog op onze agenda. Maar wat is een goede bedrijfsvoering en wat doen we er aan om dat te bereiken? De bedrijfsvoering betreft de transformatie van middelen naar producten en diensten. Bedrijfsvoering omvat het totale functioneren van de organisatie. Deze paragraaf behandelt ons beleid en de uitvoering van de bedrijfsvoering, dat gericht is op het uitvoeren van de programma’s in de programmabegroting. Van belang is het onderscheid in de rolverdeling tussen de Raad en het College.
2.
Missie en visie
De missie en visie van de organisatie zijn in juni 2008 vastgesteld en ondertekend door alle leden van het management. De organisatie zet zich volledig in bij de realisatie van haar missie en visie.
2.1 Missie De gemeente Capelle aan den IJssel is een resultaatgerichte organisatie en is medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van leven en werken van burgers, bedrijven en instellingen in de stad; een professionele en daadkrachtige organisatie waar de inwoners van Capelle graag een beroep op doen, het bestuur op kan bouwen en medewerkers trots op zijn. Wij spelen adequaat in op ontwikkelingen in de samenleving, verbeteren voortdurend en behoren tot de top van Nederland.
2.2 Visie Resultaatgericht en omgevingsbewust vormen onze uitgangspunten. Wij onderscheiden ons door daadkracht en pragmatisme. Onze producten en diensten zijn van topkwaliteit en afgestemd op de behoeften van de gebruikers. Alle producten zijn daarnaast digitaal leverbaar. Onze dienstverlening is uitstekend en wij meten onze prestaties. Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties zijn onze partners. Gezamenlijk nemen wij de verantwoordelijkheid voor de woon-, leef- en werkomgeving. Het bestuur kan op ons bouwen. Wij ondersteunen het bestuur bij het ontwikkelen en realiseren van zijn visie. Wij staan voor een onafhankelijk en integer advies en een professionele uitvoering. Wij zijn een regiegemeente. Vanuit de bestuurlijke visie werken wij aan de ontwikkeling van onze stad. In de regio, en ook daarbuiten, nemen wij initiatief, manifesteren ons en zoeken de samenwerking op. De gemeente is de eerste overheid. Daardoor nemen onze taken in omvang toe. Wij wegen constant af welke taken wij zelf doen en welke taken wij uitbesteden. Wij werken met concern-thema’s en concerndoelstellingen en sturen hier op. De organisatiestructuur sluit hierop aan. Wij stellen hoge eisen aan onszelf en elkaar en benutten ieders kwaliteiten. De kerncompetenties voor iedere medewerker zijn resultaatgerichtheid en omgevingsbewustzijn. Wij stimuleren initiatief, lef, verantwoordelijkheid en samenwerking. Boeien en binden is ons doel. Leiderschap in Capelle aan den IJssel is elkaar vertrouwen geven, ruimte bieden, enthousiasmeren en elkaar aanspreken op houding en gedrag. Het management voelt zich verantwoordelijk voor de eenheid van en de samenwerking binnen de organisatie. Binnen de gestelde kaders is ruimte voor verschillende stijlen van leidinggeven . Wij zijn een aantrekkelijke en maatschappelijk bewuste werkgever. In een krimpende arbeidsmarkt profileren wij ons duidelijk. Ons imago spreekt diverse doelgroepen aan.
124
PROGRAMMABEGROTING 2015
3. Organisatie 3.1 Organigram (situatie november 2014) Gemeentesecretaris/ Algemeen directeur Gerrit Kruijt
Concerncontroller, 1e locogemeentesecretaris, plv algemeen directeur Arend Ruijmgaart
2e loco gemeentesecretaris, 2e plv algemeen directeur Thom de Beer
Welzijn en Educatie Leonie Bandell
Stadsontwikkeling Erwin Wigt
Socialezaken Thom de Beer
Publiekszaken Jolanda Lasschuyt
Financiën Chantal van Loenen-Bosch
Facilitaire Diensten Peter Boskamp
Bestuurs- en Concernondersteuning Frans van der Meij
Stadsbeheer Loek Huizinga
3e Loco gemeentesecretaris Frans van der Meij
Bureau gemeentesecretaris Ruud Huizer
3.2 Organisatiestructuur De organisatie is opgebouwd volgens het directie-afdelingenmodel. De directie bestaat uit een algemeen directeur/ gemeentesecretaris en de plaatsvervangers. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en beschikt dan ook over een ruim mandaat. De organisatie telt acht afdelingen die worden geleid door afdelingshoofden die in hoge mate zelfstandig opereren. Zij beheren zelf de hiervoor benodigde middelen bij de realisatie van hun afdelingsplanningen, zijn leidend in de beleidsvorming ten behoeve van de afdelingsproducten en zijn de eerste adviseur van de portefeuillehouder. Afdelingshoofden zijn integraal verantwoordelijk voor de behaalde resultaten en leggen op een transparante wijze verantwoording af. De directie ondersteunt de afdelingshoofden in hun rol, stimuleert de samenwerking tussen afdelingen, bewaakt de verdeling van schaarse middelen over de afdelingen en stuurt op kwaliteit, tijdigheid en consistentie van besluitvorming.
3.3 Dienstverleningsconcept Het dienstverleningsconcept van de organisatie gebaseerd op de missie en visie van de gemeente kent de volgende uitgangspunten: • onze medewerkers zijn toegankelijk en stellen de klant centraal; • onze dienstverlening is kwalitatief goed en betrouwbaar, wij sturen op resultaat; • wij monitoren onze dienstverlening en verbeteren op basis daarvan onze dienstverlening voortdurend. Door van buiten naar binnen onze organisatie te verbeteren elimineren we verspilling; PROGRAMMABEGROTING 2015
125
• d igitaal zijn wij via onze website www.capelleaandenijssel.nl bereikbaar, 24 uur per dag, zeven dagen in de week; • uiterlijk 2015 zal de gemeente volledig digitaal werken; informatie wordt meer toegankelijk en transparant. Door eenmalige opslag van gegevens en meervoudig gebruik zullen de administratieve lasten voor burgers en bedrijven worden beperkt. Uitvoering: De uitvoering van de begrotingsprogramma’s dient te voldoen aan de volgende criteria: 1. efficiënt en betrouwbaar; 2. transparant en wendbaar.
3.4 De organisatie verbetert voortdurend De gemeentelijke organisatie is niet statisch. Impulsen voor verbetering komen uit vele bronnen: veranderende wet- en regelgeving, meningen van inwoners die deels systematisch worden verzameld in de vorm van enquêtes, klantenpanels en dergelijke, en een systematische vergelijking met de beste praktijkvoorbeelden uit andere organisaties (benchmark), vormen hiervoor een goede basis. Capelle aan den IJssel doet daarom mee aan diverse benchmarkonderzoeken. Ook is het tweejaarlijkse onderzoek naar de meningen van onze medewerkers een belangrijke informatiebron over het reilen en zeilen van de organisatie. Daaruit halen wij suggesties hoe wij beter kunnen werken en hoe wij een aantrekkelijke werkgever kunnen blijven.
4
Bezuiniging op de bedrijfsvoering
De gemeenteraad heeft op 10 juni 2013 een pakket bezuinigingen vastgesteld. Het besluit van de raad bestaat uit 4 tranches. Tranche 1 is verwerkt in de voorjaarsnota 2013. Tranche 2,3 en 4 zijn verwerkt in de 1e begrotingswijziging 2014. In de Najaarsnota 2014 zijn hierop nog wijzigingen aangebracht. In tranche 2 is een bezuiniging op genomen voor de bedrijfsvoering. Bezuinigingen bedrijfsvoering
2011
VJN 2010
2012
2013
2014
2015
2016 e.v.
250
500
1.500
1.500
1.500
1.500
Verwerkt
VJN 2012
500
1000
1000
Verwerkt
VJN 2013 1e tranche
500
500
500
500
Verwerkt
Rbs juni 2013 2e tranche*
500
1000
Verwerkt
Totaal
250
500
2.000
2.500
3.500
4.000
2015
2016 e.v.
Stadsontwikkeling: binnen de bedrijfvoering opvangen van personele en algemene voorbereidingskosten voor herstructureringsprojecten
125
250
Stadsbeheer: verlaging kosten WABO-vergunningen, toezicht beheer/onderhoud en overige personele kosten
100
250
Bestuur- en Concernondersteuning/Stadsbeheer/Welzijn en Educatie: Efficiëntere ambtelijke inzet gebiedsgericht werken
50
150
Concerncontrol: Inkrimpen toegestande formatie
50
50
Financiën: Verdere efficiencywinst als gevolg van samenwerking Administraties/Concernfinanciën tot Financiën
50
50
125
125
0
125
500
1.000
Bezuiniging 2e tranche (Rbs juni 2013)
Facilitaire Diensten: Versoberen restauratieve voorzieningen en verlagen kosten reprografie Sociale Zaken: voordelen samenvoeging uitvoeringsorganisatie met Krimpen aan den IJssel
126
PROGRAMMABEGROTING 2015
5
PROGRAMMABEGROTING 2015
Specificatie bedrijfsvoeringbudget 2015-2018
Specificatie kosten bedrijfsvoering
2015
A. Personeelskosten
1. Directe personeelskosten
23.030
1a. AF: vacaturekorting
2017
2018
22.695
22.695
22.695
-296
-296
-296
-296
2. Indirecte personeelskosten
2.901
2.828
2.780
2.739
3. Personeel tlv budgetten derden
1.267
1.085
1.048
1.048
4. Personeel derden
684
684
684
684
5. Af: Stelpost bezuiniging bedrijfsvoering (VJN 2012)
-100
-100
-100
-100
6. Stelpost cao gemeenteambtenaren
550
550
550
550
Totaal
28.036
27.446
27.361
27.320
B. Materiële uitgaven
1. Facilitaire kosten
964
895
895
895
2. Materieel, voertuigen en gereedschappen
766
766
766
766
3. Organisatiekosten
280
281
266
349
4. Energiekosten
396
396
396
396
5. Advieskosten en onderzoeken
307
307
307
307
6. Verzekeringen en belastingen
254
254
254
254
7. Lidmaatschappen en contributies
228
228
228
228
8. Accountantskosten en subsidieverwerving
166
166
166
166
9. Diverse kosten
132
132
132
132
Totaal
3.493
3.425
3.410
3.493
C. Reserves
1. Dotatie aan reserve onderhoud gebouwen
419
419
419
419
Totaal
419
419
419
419
D. Kapitaallasten
1. Kapitaallasten
743
766
887
881
Totaal
743
766
887
881
E. Interne doorbelastingen
1. Totaal aan doorbelastingen
1.507
1.490
1.490
1.490
Totaal
1.507
1.490
1.490
1.490
F. Huurvergoeding GR Ijsselgemeenten
1. Huurvergoeding GR IJsselgemeenten
-1.357
-1.357
-1.357
-1.357
Totaal
-1.357
-1.357
-1.357
-1.357
127
2016
Specificatie kosten bedrijfsvoering
2015
2016
2017
2018
Totaal bedrijfsvoering
32.841
32.189
32.210
32.246
G. Vergoedingg GR bedrijfsvoering
1. Vergoeding GR kosten bedrijfsvoering
9.374
9.390
9.405
9.414
Totaal
9.374
9.390
9.405
9.414
Totaal bedrijfsvoering incl. GR IJsselgemeenten
42.215
41.579
41.615
41.660
Toelichting op posten binnen de bedrijfsvoering: A1. Directe loonkosten: het budget is genormeerd op het aantal fte’s vermenigvuldigd met het maximum van de functionele rang inclusief sociale lasten (v/a 2005: CWP 2002-2006). A1a. AF Vacaturekorting: CWP 2002-2006; via 1e begrotingswijziging 2003 A2. Indirecte personeelskosten: betreft forensenvergoeding, aanvulling FPU-regeling, wachtgelders, ambtsjubilea, kosten ondernemingsraad, overwerk, etc. A3. Personeel tlv budgetten derden: betreft voornamelijk feitelijk uitbesteed werk, dat ten laste van het participatiebudget werkdeel wordt gebracht, conform het beleidsactieplan Werken aan Uitstroom 2012-2014 waarin besloten is zelf re-integratieactiviteiten uit te voeren (geen inhuur externe bureau’s; vanaf 2015 via GR IJsselgemeenten) en budgetten die gedekt worden uit de egalisatiereserve bedrijfsvoering of uit subsidieopbrengsten. A4. Personeel derden: betreft inhuur- en uitzendkrachten A5. AF Stelpost bezuiniging: 2 fte Shared Service Centre (VJN2012) A6. Stelpost CAO gemeenteambtenaren B1. Facilitaire kosten: In dit budget zit onder andere het kosten voor de reprografie, de exploitatie van het werkplein, uitbesteed werk gemeentewerf, frankering, schoonmaakkosten, etc. B2. Materieel, voertuigen en gereedschappen: betreft uitgaven voor tractiemiddelen, gereedschappen en overig materieel, zoals bedrijfskleding. B3. Organisatiekosten: betreft onder andere het budget voor het bedrijfsrestaurant (netto lasten exclusief personeel), netto perceptie- en bankkosten, de kosten voor de arbodienst, werving en selectie, OR, vergoeding commissie bezwaar. B4. Energiekosten: betreft energiekosten voor het gemeentehuis, de gemeentewerf en voor de voertuigen (tractiemiddelen). B5. Advieskosten en onderzoeken: betreft juridische adviezen, personeelsadviezen, algemene adviezen en het budget voor monitoring en burgerparticipatie. B6. Verzekeringen en belastingen: betreft verzekering en belastingen voor het gemeentehuis en de gemeentewerf en overige verzekeringen, zoals een aansprakelijkheidsverzekering. B7. Lidmaatschappen en contributies: betreft contributie VNG, Gemeentelijke Ombudsman, ASOV, etc. B8. Accountantskosten en subsidieverwerving: betreft de kosten van de accountant voor onder andere de controle op de jaarrekening en een budget ten behoeve van de cofinanciering van aan te vragen subsidies. B9. Diverse kosten: betreft overige budgetten, cyclorama’s en IGOS. C1. Dotatie aan voorziening onderhoud gebouwen: betreft een jaarlijkse dotatie ten behoeve van het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen en de gemeentewerf. D1. Kapitaallasten: dit betreft de afschrijvingslasten van de investeringen van het gemeentehuis, de gemeentewerf, telecommunicatie, het bedrijfsrestaurant, voertuigen (tractie) en ICT-investeringen (vanaf 2015 via GR IJsselgemeenten). E1. Interne doorbelastingen: ten behoeve van kostprijsbepaling (te denken valt aan de toerekening aan afvalstoffenheffing, grondexploitaties, etc.). In de KVS staat onder Doorbelastingen de totale doorbelasting waar deze interne doorbelasting een deel van is; per saldo zijn deze interne doorbelastingen budgetneutraal.
128
PROGRAMMABEGROTING 2015
F1. Huurvergoeding GR IJsselgemeenten: in de begroting van de GR IJsselgemeenten zit een kostencomponent voor de huur, waarvoor zij van de deelnemende gemeenten een bijdrage krijgen (Product 15-05 GR IJsselgemeenten). Voor de bedrijfsvoering is dit een verlaging van de netto-uitgaven. Deze verlaging leidt tot een verlaging van de doorbelasting binnen Programma 0 respectievelijk tot een dotatie aan de egalisatiereserve bedrijfsvoering. G1. Vergoeding GR kosten bedrijfsvoering: De GR krijgt een gemeentelijke bijdrage voor de vergoeding van de kosten van bedrijfsvoering inclusief een vergoeding voor de uitvoeringskosten ICT (Product 15-05 GR IJsselgemeenten).
PROGRAMMABEGROTING 2015
129
E. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Deze paragraaf bevat de gemeentelijke visie en de beleidsvoornemens met betrekking tot de verbonden partijen. Basis hiervoor vormt de beleidsnota Verbonden partijen die door uw raad is vastgesteld in zijn vergadering van 16 december 2013.
Inhoud Onze gemeente heeft bestuurlijke en financiële banden met tal van derde rechtspersonen. Dit betreft deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Vanwege de bestuurlijke en financiële belangen is informatieverstrekking over deze deelnemingen van belang. Daarvoor dient deze paragraaf. Bij bestuurlijke belangen gaat het om een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is niet alleen sprake bij het aan de verbonden partij beschikbaar stellen van een financiële bijdrage, maar ook indien financiële problemen bij de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Naast de in deze paragraaf genoemde verbonden partijen heeft de gemeente ook nog relaties met andere “derde” partijen, waartoe te rekenen zijn de diverse overlegorganen en adviescommissies. Deze groep valt echter niet onder de definitie van verbonden partijen. Dit geldt ook voor gesubsidieerde verenigingen en instellingen waarmee de gemeente alleen een financieel belang heeft en geen bestuurlijk belang.
Visie Bij de behartiging van gemeentelijke belangen is het goed de vraag te stellen of de gemeente de uitvoering zelf ter hand wil nemen of dat het gunstiger is om aan te sluiten bij een samenwerkingsverband met andere partijen. Dit laatste kan efficiënter zijn, bijvoorbeeld doordat de vaste lasten dan over alle deelnemers kunnen worden verdeeld. Tevens is het in een groter verband vaak beter mogelijk om deskundigheid in te huren. Voorwaarde voor de deelname in verbonden partijen is wel, dat het moet gaan om de behartiging van een publiek belang. Daarbij gaat bij het maken van een keuze, publiekrechtelijke voor privaatrechtelijke samenwerking. De afweging tot deelname wordt voor elk beleidsterrein afzonderlijk gemaakt. In alle gevallen waarbij overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan de orde is, wordt eerst een risicoanalyse gedaan en een toezichtarrangement geregeld. Beide maken onderdeel uit van het huidige risicomanagement in de reguliere beleidscyclus. Vanwege de toch mindere transparantie en de verminderde eigen zeggenschap, evenals vanuit het oogpunt van risicobeheersing en -beperking wordt er in het algemeen naar gestreefd om de deelname aan verbonden partijen beperkt te houden.
Beleid Het belang van de Paragraaf verbonden partijen is voor de raad tweeledig. Bestuurlijk kan hij daarmee zijn kaderstellende en controlerende taak gestalte geven en voorts krijgt hij daarmee inzicht in het budgettaire beslag van de verbonden partijen en de financiële risico’s die de gemeente daarbij loopt. Bij de deelname in een verbonden partij geeft de gemeente de verbonden partij als het ware het mandaat om de betreffende taak uit te voeren. De eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de beleidsdoelstelling blijft echter altijd bij de gemeente. Het is namelijk van belang dat de raad de kaderstellende en controlerende rol houdt over zijn beleid. Regelmatige evaluatie of de gemeentelijke invloed nog voldoende is, is wenselijk. Kernvraag daarbij is of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partij in voldoende mate zijn/worden gerealiseerd. In april 2004 heeft de raad de zogenoemde nota Deelnemingen vastgesteld, waarmee hij het gemeentelijke beleid voor deze deelnemingen heeft vastgesteld en de kaders heeft aangegeven. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen “algemeen” en “specifiek” beleid. Deze nota is met de vaststelling van de nota Verbonden partijen komen te vervallen. Het beleid voor deelnemingen in een naamloze of besloten vennootschap vormt onderdeel van de nieuwe nota Verbonden partijen.
130
PROGRAMMABEGROTING 2015
Algemeen Periodiek wordt nagegaan of voortzetting van de deelname aan de verbonden partijen wenselijk is. Bij sommige derde rechtspersonen is bijvoorbeeld het bestuurlijke belang (de zeggenschap) van de gemeente minimaal (geworden). Het financiële belang, dan meestal bestaande uit aandelenbezit, heeft de boventoon gekregen. De vraag is dan of de behartiging van het gemeentelijke belang op deze manier nog wel het meest aangewezen is. Ook komt dan de vraag aan de orde of het houden van de aandelen ook vanuit financieel oogpunt nog wel wenselijk is. Hoe is het rendement? Daarnaast kan er bij voorbeeld sprake zijn van fusie of integratie (zoals de Stadsregio in de Metropoolregio Rotterdam – Den Haag), of de situatie dat uitvoering beter kan worden overgelaten aan de markt. Dit moet van geval tot geval worden beoordeeld. Dit kan plaatsvinden aan de hand van een afwegingskader. Kanttekening daarbij: De invloed voor het toepassen van deze kaders is beperkt, wanneer meerdere partijen deelnemen in de verbonden partij. Specifiek Naast algemene beleidsregels zijn er ook specifieke beleidvoornemens per verbonden partij. In de lijst bij deze paragraaf worden de huidige deelnemingen op uniforme wijze beschreven.
Ontwikkelingen Ten aanzien van enkele verbonden partijen hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die het vermelden waard zijn. 1. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) De procedure voor de Wabo-vergunningverlening is inmiddels goed geïmplementeerd en vereist geen extra aandacht meer. Wel heeft de DCMR in 2013 het handhavingsbeleid geëvalueerd en bijgesteld. Dit is het gevolg van de kritiek op de handelwijze van de DCMR in het dossier “Odfjell”. De handhavingsprioriteiten worden nu veel meer bepaald door risico’s en het naleefgedrag van de vergunninghouder. Dwangsom en bestuursdwang worden consequent ingezet. In overeenstemming met (regionale) afspraken is het beschikbare budget voor 2015 nagenoeg gelijk aan het budget voor 2014. 2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) In 2014 wordt aandacht geschonken aan samenwerking en participatie op het gebied van veiligheid met een mogelijke overloop naar 2015.Binnen de ambulancezorg wordt gekeken naar mogelijkheden voor samenwerking met regionale centra en wordt een pilot Burgerinzet AED geëvalueerd. Binnen de bedrijfsvoering worden de uitkomsten van het efficiency-onderzoek door Berenschot verder geïmplementeerd voor wat betreft de inrichting van de brandweerorganisatie, huisvesting en personeelszaken. 3. Stadsregio en Metropoolregio De stadsregio is in liquidatie. Het financieel risico bij liquidatie, zoals vastgesteld in het ontwerp-liquidatieplan, bedraagt € 12 miljoen. De gevormde buffer in de vorm van een reserve Weerstandsvermogen dekt hiermee het risico af. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag is in oprichting. Beoogde start 1 januari 2015. Beoogde bekostiging via inwonersbijdrage ad € 2,45 en Rijksbijdragen (met name BredeDoel Uitkering voor Verkeer & Vervoer). Dit bedrag is exclusief te leveren ambtelijke inzet door deelnemende gemeenten en de kosten van eventueel voort te zetten weestaken (taken van de Stadsregio die niet overgaan naar de Metropoolregio). De huidige kosten voor de Stadsregio bedragen € 4,65 per inwoner. 4. GGD Rotterdam-Rijnmond In december 2013 heeft een bestuurlijke werkgroep ingestemd met een ambtelijk voorstel voor de invulling van de begrotingscyclus 2015-2018. Dit voorstel houdt een daling in van de gemeentelijke bijdrage per inwoner. Ook wordt in het voorliggende voorstel de inkoop van inspecties van kinderopvang weer in het basistakenpakket opgenomen. In 2015 wordt de vierjaarlijkse Gezondheidsmonitor voor adolescenten (12-17 jaar) opgeleverd door de GGD. PROGRAMMABEGROTING 2015
131
5. Werkvoorzieningschap Promen Op 1 juli 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de invoering van de Participatiewet. De nieuwe wet heeft grote gevolgen voor de Wsw en dus ook voor Promen. De belangrijkste punten zijn:Vanaf 1 januari 2015 wordt de Wsw afgesloten voor nieuwe instroom. Diegenen die op 31 december 2014 een Wsw-dienstverband hebben, behouden hun rechten en plichten. De CAO Wsw blijft van kracht, maar wordt ‘bevroren’. Het subsidiebedrag per Wsw-er, dat het Rijk aan gemeenten verstrekt, zal ingaande 1 januari 2015 met € 500 per jaar dalen tot aan de hoogte van het wettelijk minimumloon (€ 22.500 per jaar tegen € 26.003,- nu). Omdat zowel het aantal Wsw-ers, als de subsidie voor hen in de komende jaren daalt, heeft dit consequenties voor de bedrijfsvoering van Promen. Wanneer er niet tijdig en adequaat op deze veranderingen wordt ingespeeld zou dit ertoe kunnen leiden dat gemeenten een steeds hogere bijdrage zouden moeten leveren om Promen voort te kunnen laten bestaan. Er zijn verschillen toekomstscenario’s voor Promen denkbaar: van afbouw gelijk oplopend met de daling van het aantal Wsw-ers tot het toekennen van nieuwe taken aan Promen waardoor de huidige infrastructie en de omvang van het begeleidend personeel in stand gehouden kan worden. Op 10 juli 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten haar commitment uit te spreken voor uitvoeringsvariant 3 ‘toekomstperspectief met focus op werk’. De komende weken stelt Promen het Ondernemingsplan 2015 op met de door het Algemeen Bestuur aangegeven besproken richting. 6 Recreatieschap Hitland Op 12 maart 2012 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie Hitland ter kennisgeving aangenomen en besloten hierover geen zienswijze(n) in te dienen bij het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap. Het AB van het Recreatieschap heeft binnen de visie gekozen voor het model Doorontwikkelen. Dit model houdt een gefaseerde ontwikkeling in van het Recreatieschap waarbij de deur open staat voor verdere vernieuwingen en initiatieven. De visie vormt de inhoudelijke en financiële basis waarop verder invulling gegeven wordt aan het Recreatieschap in 2013 en verder. 7. Eneco De gemeente is samen met 54 andere gemeenten eigenaar van Eneco Groep. Energiebedrijf Eneco, energie-infraspecialist Joulz en netwerkbedrijf Stedin zijn onderdelen van Eneco Groep. Deze laatste twee bedrijven worden samengevoegd. Belangrijke dossiers die de komende raadsperiode op de agenda staan zijn de mogelijke gedwongen splitsing in een productie-leveringsbedrijf (Eneco) en netbeheerbedrijf (Stedin) en de effecten van de tariefsverlaging voor netbeheerders die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft bepaald. Andere onderwerpen zijn de toekomst van de onderneming en het aandeelhouderschap. Actueel is verder de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Zoals gewoonlijk doet Eneco zelf geen voorspellingen ten aanzien van de toekomst over winstverwachtingen en uit te keren dividenden. Wij verwachten echter eerder een dalende lijn dan een stijgende met betrekking tot de toekomstige dividenduitkeringen. Onze verwachting is gebaseerd op de volatiliteit van de energiemarkt (overcapaciteit op de productiemarkt) en op binnenlandse ontwikkelingen, zoals een strengere tariefregeling op netwerken door de Autoriteit Consument en Markt. De resultaten over het eerste halfjaar van 2014 (-/- 15%) bevestigen deze verwachting. 8. Isala Theater B.V. De regionale samenwerking die in de vorige begroting werd benoemd tussen verschillende theaters is voorlopig van de baan, wel heeft overleg tussen het Isala Theater en Theater het Kruispunt in Barendrecht er toe geleid dat ons Isala ook de programmering doet. 9. Rijksmonument Dorpsstraat 164 Na de bekrachtiging van de door uw raad besloten agiostorting (begroting 2009, maximaal 500) tot het bedrag van 208 en het naar evenredigheid omzetten van hun rekeningcourant in agio door Maximum Invest B.V, bedraagt het eigen vermogen van de B.V. ultimo 2012 ruim 370.
132
PROGRAMMABEGROTING 2015
In het jaarverslag 2013 hebben wij aangegeven, aangezien de exploitatieresultaten van zowel de laatste jaren, als naar verwachting voor de komende jaren, zich rond het nulpunt bevinden, dan wel (licht) negatief zijn, dat met de andere twee aandeelhouders is afgesproken dat nader bekeken moet worden hoe hier verbetering in kan worden aangebracht. Dit geldt specifiek voor de voorziene (dekking van) onderhoudskosten in dit monumentale pand. Dit overleg vindt momenteel nog plaats. 10. BV Sport In 2014 is een gemeentelijke voorziening onderhoud sportaccommodaties ingesteld en heeft de BV Sport de door haar opgebouwde reservering onderhoud deels teruggestort naar de gemeente. Ter versterking van het eigen vermogen van de BV heeft de gemeenteraad besloten een deel van de vordering op de opgebouwde reservering om te zetten in een agiostorting. Naar verwachting is hiermee de liquiditeit en continuïteit van de BV gewaarborgd en zal 2015 voornamelijk in het teken staan van verdere optimalisering en ontwikkeling van de doelstellingen van de BV. 11. Stichting CapelleWerkt CapelleWerkt voert in opdracht van de gemeente taken uit op het terrein van groen, veiligheid, schoonmaak en welzijn. Zij zet daarvoor WWB-gerechtigden in die met de opgedane ervaring en de aangeboden begeleiding betere kansen verkrijgen op de arbeidsmarkt. De stichting heeft 18 fte eigen personeel in dienst in de vorm van meewerkend voormannen, opzichters en werkcoaches. Voor 2014 wordt verwacht ongeveer 350 personen in traject te nemen. CapelleWerkt heeft een vijftal locaties in gebruik, een herstelwerkplaats en meubelbank aan de Mient, een Kringloopwinkel aan de Kanaalweg, kantoorruimte in het gemeentehuis en twee locaties in Schollevaar. In 2012 is de meubel- en kledingbank van start gegaan, waarbij Capelse inwoners, die niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand maar wel in een probleemsituatie zitten, toch meubels of kleding kunnen verkrijgen. De meubels en kleding worden om niet aangeboden nadat de personen door een instelling zoals het Meldpunt of de Voedselbank Rotterdam zijn doorverwezen. Het werkingsgebied van CapelleWerkt is in 2013 uitgebreid naar de gemeente Krimpen aan den IJssel en de gemeente Zuidplas. Dit omdat op het werkplein op dit moment de drie gemeente samenwerken en doorverwijzen naar CapelleWerkt. In 2013 is CapelleWerkt verantwoordelijk geworden voor een deel van het groenonderhoud en regulier onderhoud in het recreatieschap Hitland en de golfbaan. In 2014 heeft CapelleWerkt op verzoek van de gemeente een voorziening voor groepsvervoer opgezet. CapelleWerkt vervoert een deel van de doelgroep van Promen van huis naar werk en visa versa. En verzorgt een vervoerdienst voor bedrijven op het bedrijvenpark Rivium. 12. IJsselgemeenten Ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken op het gebied van sociale zaken en ICT en Automatisering is met de gemeente Krimpen aan den IJssel per 1 januari 2015 een gemeenschappelijke regeling aangegaan. De beoogde organisatorische en juridische vorm van de samenwerking voorziet in alle opzichten in een verbreding met andere gemeenten binnen onze regio. Daarnaast is het mogelijk organisatieonderdelen van de huidige deelnemers toe te voegen aan de regeling. De deelnemende gemeenten blijven zelf financieel verantwoordelijk voor de budgetten van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG, met als onderdeel Wet werk en bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz), Bijzondere Bijstand, Kinderopvang en Schuldhulpverlening. De begroting 2015 moet nog worden vastgesteld. Basis voor de begroting zijn de bedragen die de deelnemende gemeenten in hun huidige begrotingen hebben opgenomen voor de ondergebrachte taken.
PROGRAMMABEGROTING 2015
133
13. Jeugdhulp Rijnmond Voor de uitvoering van specialistische jeugdhulp nemen we met ingang van 2015, met nog 15 gemeenten in het Rijnmondgebied, deel aan een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Het betreft een wettelijke verplichting. Het algemeen bestuur stelt de begroting 2015 in oktober 2014 definitief vast. 14. Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Voor het uitvoeren van wettelijke taken op het gebied van jeugdhulp is een stichting opgericht. De taken worden uitgevoerd op basis van een dienstverleningovereenkomst.De bijdrage voor 2015 moet nog nader worden bepaald.
Overzicht verbonden partijen Naam
1. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR)
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Schiedam
Openbaar belang
Belangen behartigen van de deelnemende gemeenten op het gebied van vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Duurzaamheid en Milieu (mevr. M J. van Cappelle) - Stadsbeheer (Handhaving en Vergunningen)
Taak / Doelstelling
Uitvoeringsinstantie voor vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Jaarlijks is een bijdrage aan de DCMR verschuldigd op basis van de geleverde diensten. Bij uittreding zal een deel van het directe en indirecte personeel toegewezen worden aan deze gemeente en zal tevens compensatie van overige rechten en plichten verschuldigd zijn. Deze compensatie wordt gebaseerd op de kostenverdeling van de deelnemers zoals in de begroting van de DCMR opgenomen en wordt met een factor 3 vermenigvuldigd. Gebaseerd op de huidige inzet van de DCMR betekent dat een jaarlijks bedrag van ca 400. Bijdrage voor 2015: 405
Vermogen en resultaat
Bron: Conceptbegroting 2015 (bedragen x € 1.000) - Vreemd vermogen 1/1/2014: 5.000 en 31/12/2014: 5.000 - Eigen vermogen 1/1/2015: 5.190 en 31/12/2015: 3.540 - Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: 0
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en de provincie Zuid-Holland.
134
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
2. Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR)
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Belangen behartigen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de veiligheid in de regio.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Brandweer en Rampenbestrijding (de heer J.F. Koen) - BCO
Taak / Doelstelling
De VRR is belast met: de zorg die op grond van de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9) is opgedragen aan de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten; Het onder alle omstandigheden bewerkstellingen van een doelmatig georganiseerd en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; Het doelmatig organiseren, coördineren en uitvoeren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor intramurale zorg; Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen. Taken: Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; Het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Het uitvoeren van het beperken en bestrijden van rampen en crisis als bedoeld in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 1); Taken die vanuit het oogpunt van goede bedrijfsvoering zijn vereist. Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9 en 10) bedoelde gemeenschappelijke regeling; Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Ambulancevervoer (artikel 5) bedoelde gemeenschappelijke regeling; Het uitvoeren van de wettelijke taken conform de in de Wet Veiligheidsregio’s (artikel 9 en 10) bedoelde gemeenschappelijke regeling; Het uitvoeren van de ambulancezorg;
PROGRAMMABEGROTING 2015
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Kosten van de regionale taken worden gedragen door de deelnemende gemeenten, verdeling geschiedt op basis van het aantal inwoners per 1 januari (CBS) van het kalenderjaar. Bijdrage 2015 3.431
Vermogen en resultaat
Bron: Conceptbegroting 2015 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: 48.208 en 31/12/2015: 54.727 Eigen vermogen 1/1/2015: 11.760 en 31/12/2015: 11.681 Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: -/- 79
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, GoereeOverflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne
135
Naam
3a. Stadsregio Rotterdam
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Belangen behartigen van deelnemende gemeenten op het gebied van wonen en verkeer en vervoer.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Stads- en Metropoolregio de heer J.F. Koen - afhankelijk van het vakspecialisme: diverse functionarissen. - BCO, Stadsbeheer, Stadsontwikkeling en Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
De gemeenschappelijke regeling is gebaseerd op de Kaderwet bestuur in verandering. De stadsregio voert twee regionale regelingen uit waaraan Capelle financieel bijdraagt, te weten: - Het besluit woninggebonden subsidies; - De vervoersregio.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
De stadsregio is in liquidatie. Het financieel risico bij liquidatie, zoals vastgesteld in het ontwerp-liquidatieplan, bedraagt € 12 miljoen. Het gevormde buffer in de vorm van een reserve Weerstandsvermogen dekt hiermee het risico af.
MRDH is in oprichting. Beoogde start 1 januari 2015. Beoogde bekostiging via inwonersbijdrage ad € 2,45 en Rijksbijdragen (met name BredeDoel Uitkering voor Verkeer & Vervoer). Financiën / risico
Kosten worden gedragen door de deelnemende gemeenten, verdeling geschiedt op basis van het aantal inwoners per 1 januari (CBS) van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarover de bijdrage is verschuldigd. Uittreding kan na besluiten van burgemeester en wethouders en de raad en goedkeuring van GS. De uittreding kan slechts plaatsvinden op 1 januari na de datum waarop opname in het register van de Wet gemeenschappelijke regelingen (art.27) heet plaatsgevonden. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van uittreding. Bijdrage 2015: 307
Vermogen en resultaat
Bron: Ontwerpbegroting 2015 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: 0 en 31/12/2015: 0 Eigen vermogen 1/1/2015: 53.813 en 31/12/2015: 48.513 (incl. invest.reserv.) Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: -/- 5.187
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne
136
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
3b. Metropoolregio Rotterdam Den Haag (i.o.)
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Economisch Vestigingsklimaat en Verkeer & Vervoer
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen bestuur, lid Vervoersautoriteit, leden bestuurs- en adviescommissies
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Stads- en metropoolregio (de heer J.F. Koen) - afdeling BCO en SO
Taak / Doelstelling
Concurrerende en bereikbare metropoolregio
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
MRDH is in oprichting. Beoogde start 1 januari 2015. Beoogde bekostiging via inwonersbijdrage ad € 2,45 en Rijksbijdragen (met name BredeDoel Uitkering voor Verkeer & Vervoer).
Aandeel gemeente Vermogen en resultaat
Ontwerp (programma)begroting ligt voor bij gemeenten voor reactie (in Capelse raad 29 sept. 2014). Betreft programmabegroting m.b.t. Verkeer, Openbaar vervoer, Economisch Vestigingsklimaat: 2015: totale lasten € 599.059 en baten € 599.059 2016: totale lasten € 509.419 en baten € 509.419 2017: totale lasten € 700.350 en baten € 700.350 2018: totale lasten € 425.570 en baten € 425.570 Bron: (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: Eigen vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: Financieel resultaat 2015 voor bestemming:
Deelnemende partijen
PROGRAMMABEGROTING 2015
137
Beoogde deelnemers: de 24 gemeenten van de Stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden
Naam
4. Openbare gezondheidszorg Rotterdam-Rijnmond (GGD)
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van de volksgezondheid.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Volksgezondheid (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Taken voortvloeiende uit de Wet publieke gezondheidszorg: het verwerven van, op epidemiologische analyse gebaseerd, inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking; het elke vier jaar, voorafgaand aan de opstelling van de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid op landelijk gelijkvormige wijze verzamelen en analyseren van gegevens over deze gezondheidssituatie; het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen; het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s met inbegrip van programma’s voor de gezondheidsbevordering; het bevorderen van medisch milieukundige zorg; het bevorderen van technische hygiënezorg; het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen. het nemen van algemene preventieve maatregelen op infectieziektegebied; het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing; bron- en contactopsporing bij meldingen van bepaalde omschreven infectieziekten; het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren en het ramen van de behoeften aan ouderenzorg; het op systematische wijze volgen, signaleren en bestrijden van een epidemie van een infectieziekte en de directe dreiging daarvan.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
De omvang van het basispakket staat voor 4 jaar vast (2015 tot en met 2018).
Financiën / risico
Bijdrage 2015: 429 (inclusie 91 voor inspecties) Deelname betreft een wettelijke verplichting.
Vermogen en resultaat
De begroting van de GGD regelt alleen de bijdragen van de deelnemende gemeenten en kent geen eigen balans.
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Spijkenisse, Westvoorne en Goeree-Overflakkee. NB per 2015 worden Spijkenisse en Bernisse samengevoegd tot NIssewaard.
138
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
5. Werkvoorzieningschap Promen
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Capelle a/d IJssel/Gouda
Openbaar belang
Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van sociale werkvoorziening en re-integratie.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen en Dagelijks Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Sociale Zaken
Taak / Doelstelling
Het op een bedrijfsmatig verantwoorde wijze uitvoering geven aan de Wet sociale werkvoorziening, evenals aan de voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals onder andere bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de Wet werk en bijstand en artikel 72 van de Werkloosheidswet, dat in een samenwerkingsverband met de hieronder genoemde gemeenten.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Voor deelname aan het schap betalen alle gemeenten een jaarlijkse bijdrage per te werk gestelde persoon. De hoogte van het bedrag wordt vastgesteld met de begroting. Voorschot wordt voor 1 juli van het betreffende jaar betaald. Definitieve verrekening van betaalde en werkelijk verschuldigde bedrag geschiedt na vaststelling van de rekening door de accountant. Door het rijk wordt jaarlijks een taakstelling opgelegd aan gemeenten. Het bijbehorende budget wordt in zijn geheel overgemaakt aan Promen. Wanneer het aantal tewerkgestelden de taakstelling overschrijdt moet dit gefinancierd worden uit andere gelden Uittreding kan na besluiten van burgemeester en wethouders en de raad en goedkeuring van GS. De uittreding gaat in 5 jaar (art. 33 lid 2 GR) na het verstrijken van het jaar waarin het besluit is genomen en niet eerder dan nadat het betreffende besluit is opgenomen in de registers van de Wet gemeenschappelijke regelingen (art.27). Het algemeen bestuur stelt voor elk afzonderlijk geval een door de uittredende gemeente, op basis van redelijkheid en billijkheid, aan het werkvoorzieningschap te betalen uittredingssom vast. Een of twee partijen treden binnenkort uit. Bijdrage 2015: 8.471 Bestaande uit: gemeentelijke bijdrage 69, overrealisatie taaktstelling WSW 275 en doorbetaling rijksbijdrage 8.127.
Vermogen en resultaat
Bron: Conceptbegroting 2015 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: 729 en 31/12/2015: 545. Eigen vermogen 1/1/2015: 1.513 en 31/12/2015: 1.513 Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: 0 (na extra bijdragen van gemeenten, waaronder 235 van Capelle aan den IJssel)
Deelnemende partijen
Deelnemers: Bergambacht, Boskoop, Capelle aan den IJssel, Gouda, Krimpen aan den IJssel, Nederlek, Ouderkerk, Reeuwijk, Schoonhoven, Vlist, Waddinxveen en Zuidplas.
139
Naam
6a. Recreatieschap Hitlandbos
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Nieuwerkerk a/d IJssel
Openbaar belang
Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van openluchtrecreatie
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen en Dagelijks Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeullehouder Sport en Recreatie (mevr. M.J. van Cappelle) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Ontwikkeling en beheer van het recreatiegebied Hitland, samen met de gemeente Zuidplas.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Uittreding is mogelijk, maar heeft wel financiële gevolgen. De exploitatielasten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van het aantal inwoners. Deze bijdrage wordt in mindering gebracht op de door de gemeente te betalen bijdrage aan het Financieel Koepelschap Buitenstedelijk Groen. Met ingang van 1 januari 2010 is de partner Nieuwerkerk gefuseerd met Moordrecht en Zevenhuizen-Moerkapelle tot de gemeente Zuidplas. Op dit moment wordt onderzoek verricht in opdracht van het bestuur naar de toekomstige structuur, en exploitatie. Bijdrage 2015: 352
Vermogen en resultaat
Bron: Conceptbegroting 2015 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2014:6.552 en 31/12/2014: 6.552 Eigen vermogen 1/1/2015: 552 en 31/12/2015: 552 Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: -/- 449
Deelnemende partijen
Capelle aan den IJssel en Zuidplas
140
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
6b. Koepelschap Buitenstedelijk Groen
Soort verbintenis
Samenwerkingsverband
Gevestigd
Schiedam
Openbaar belang
Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van buitenstedelijk groen.
Bestuurlijk belang
Lid Dagelijks Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
-portefeuillehouder Sport en Recreatie (mevr. M.J. van Cappelle) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Ontwikkeling en beheer van diverse recreatiegebieden in het Rijnmondgebied.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Bijdrage 2015: 177 Uittreding is mogelijk, maar heeft wel financiële gevolgen.
Vermogen en resultaat
Bron: Conceptbegroting 2014 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: 0 en 31/12/2015: 0 Eigen vermogen 1/1/2015: 243 en 31/12/2015: 217 Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: 13
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido Ambacht, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne, Zwijndrecht.
141
Naam
7. N.V. Eneco
Soort verbintenis
Deelneming
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Zie taak/doelstelling
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - afdeling Stadsontwikkeling
Taak / Doelstelling
In hoofdzaak leveren van elektriciteit, gas en stadsverwarming aan huishoudens en bedrijven in Nederland.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal.
Aandeel gemeente
De gemeente beschikt over 94.698 aandelen (1,91%) met een nominale waarde van € 100 Geraamd dividend 2015: 1.780
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: 4.357.000 en 31/12/2013: 4.610.000 Eigen vermogen 1/1/2013: 4.447.000.en 31/12/2012: 4.593.000 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 241.000
Deelnemende partijen
Aalsmeer, Achtkarspelen, Alblasserdam, Albrandswaard, Ameland, Amstelveen, Barendrecht, Bernisse, Binnenmaas, Bloemendaal, Brielle, Capelle aan den IJssel, Castricum, Cromstrijen, Delft, Den Haag, Dirksland, Dongeradeel, Dordrecht, Ferwerderadiel, Giessenlanden, Goedereede, Gorinchem, Graafstroom, Haarlemmerliede-&Spaarnwoude, Hardinxveld-Giessendam, Heemstede, Hellevoetsluis, Hendrik-Ido-Ambacht, Kollummerland, Korendijk, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leerdam, Leidschendam-Voorburg, Liesveld, Lingewaal, Middelharnis, Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Ouderkerk, Papendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Schiermonnikoog, Sliedrecht, Spijkenisse, Strijen, Uithoorn, Vianen, Westvoorne, Zandvoort, Zederik, Zoetermeer en Zwijndrecht-Heerjansdam
142
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
8. Isala theater B.V.
Soort verbintenis
Deelneming
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
Mede in stand houden van een culturele voorziening en het verlevendigen van het stadshart.
Bestuurlijk belang
Certificaathouder
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk Taak / Doelstelling
Exploitatie van het Isala theater.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft het houden van certificaten.
Aandeel
18 (historische kostprijs). Er is geen dividend begroot. Begroot subsidie in 2015: 661 (exclusief 424 huur pand theater).
Aandeelhouder
Stichting beheert aandelen Isala tegen uitgifte van certificaten. Bij certificering verbindt de stichting zich om alle uitkeringen op de aandelen door te betalen aan de certificaathouder.
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: 1.018 en 31/12/2013: 964 Eigen vermogen 1/1/2013: 35 en 31/12/2013: 59 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 24 Begrotingsresultaat 2015 voor bestemming: -/- 5,5
Deelnemende partijen
PROGRAMMABEGROTING 2015
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Financiën - Welzijn en Educatie
143
Naam
9. Rijksmonument Dorpsstraat 164 te Capelle aan den IJssel B.V.
Soort verbintenis
Deelneming
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
In stand houden cultuur voor de gemeenschap.
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Welstand en Monumentenbeleid (de heer D.P. van Sluis) - Directie
Taak / Doelstelling
Het verkrijgen, behouden en duurzaam exploiteren van het rijksmonument Dorpsstraat 164, het creëren en behouden van de toegankelijkheid van het pand voor de gemeenschap ten behoeve van de activiteiten op het gebied van kunst en cultuur en al wat voor het vorenstaande in de meest ruime zin bevorderlijk kan zijn.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal en de garantstelling voor betaling van rente en aflossing van (bank)leningen. Begroot subsidie 2015: 71
Aandeel gemeente
Nominale waarde aandelenbezit 8 (agiostorting bedraagt 208).
Vermogen en resultaat
Bron: vastgestelde jaarrekening 2012 (na verwerking agiostortingen) Vreemd vermogen: 2.883 Eigen vermogen: 371 Financieel resultaat: -/- 12
Deelnemende partijen
Maximum Invest B.V., gemeente Capelle aan den IJssel en de Vereniging Oude Kern.
144
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
10. BV Sport
Soort verbintenis
Dienstverleningsovereenkomst
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
Beheer en onderhoud sportaccommodaties en stimulering en ondersteuning van sportverenigingen.
Bestuurlijk belang
Enig aandeelhouder in BV
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Sport Recreatie en Cultuur (mevr. M.J. van Cappelle) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Zie artikel 2 van de akte van oprichting BV Sport: het in opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel onderhouden, beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties het gelegenheid bieden tot sportbeoefening het uitvoeren van het gemeentelijk sport(stimulerings)beleid het in opdracht van de gemeente Capelle aan den IJssel geven van advies en ondersteuning aan sportverenigingen in Capelle aan den IJssel
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft: Bijdrage 2015: 2.487 (inclusief dotatie 57 in voorziening onderhoud)
Aandeel gemeente
Gemeente is enig aandeelhouder
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: 510 en 31/12/2013: 902 Eigen vermogen 1/1/2013: 757 en 31/12/2013: 603 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 346 *ingaande 2014 wordt de bijdrage voor groot onderhoud (705) ondergebracht in een gemeentelijke voorziening (groot onderhoud sportaccommodaties)
145
Naam
11. Stichting CapelleWerkt
Soort verbintenis
Dienstverleningsovereenkomst
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
Bevordering van de arbeidsparticipatie en ondersteuning bieden bij uitstroom uit de bijstand van Capellenaren.
Bestuurlijk belang
Algemeen bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de heer E.M.C. Faassen) - Gemeentesecretaris
Taak / Doelstelling
WWB-gerechtigden wonende in Capelle aan den IJssel nuttige werkzaamheden uit te laten voeren vooral ten behoeve van de gemeentelijke taken op het terrein van groen, veiligheid, schoonmaak en welzijn, om zo een bijdrage aan de samenleving te leveren en met de opgedane ervaring en de aangeboden begeleiding betere kansen te verkrijgen op de arbeidsmarkt. CapelleWerkt is daarnaast een werkgeversstichting die de uitvoering van allerlei gemeentelijke activiteiten mogelijk maakt.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft: Bijdrage 2015: 82
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarrekening 2012 (bedragen x € 1.000) 2013 nog niet gereed: Vreemd vermogen 1/1/2012: 19 en 31/12/2012: 24 Eigen vermogen 1/1/2012: 145 en 31/12/2012: 178 Financieel resultaat 2012 voor bestemming: 38
Deelnemende partijen
Gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting CapelleWerkt
146
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
12. IJSSELgemeenten
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Capelle a/d IJssel
Openbaar belang
De regeling wordt getroffen ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- Portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Gemeentesecretaris
Taak / Doelstelling
Doelstelling: het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige en doelmatige uitvoering van de door de deelnemers aan IJSSELgemeenten opgedragen taken. Taken: aan IJSSELgemeenten zijn in ieder geval taken toegekend, die betrekking hebben op de volgende vakgebieden: Sociale Zaken ICT & Automatisering Taken kunnen worden uitgebreid met andere taken bij afzonderlijk eensluidend besluit van alle deelnemers en aanvaarding van de nieuwe taken door het algemeen bestuur. Alle deelnemers nemen het pakket aan taken met betrekking tot a. Sociale Zaken af. De taken met betrekking tot ICT & Automatisering en de later aan IJSSELgemeenten toebedeelde taken kunnen door de deelnemers worden afgenomen.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Financiën: de kosten van de GR blijven binnen de in de huidige meerjarenbegroting geraamde bedragen voor de betreffende onderdelen. De kosten en toekomstige voordelen worden verdeeld op basis van de verdeelsleutel voor de kosten. Dit houdt in: voor de Sociale Zaken in de verhouding van 82:18 tussen Capelle en Krimpen en voor ICT in de verhouding 60:40 tussen Capelle en Krimpen. Risico: De deelnemende gemeenten blijven zelf financieel verantwoordelijk voor de budgetten van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG, met als onderdeel Wet werk en bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz), Bijzondere Bijstand, Kinderopvang en Schuldhulpverlening. De verwachting is dat als gevolg van efficiencyvoordelen de organisatie- en uitvoeringskosten van de GR zullen dalen, waardoor de gemeentelijke bijdragen kan dalen. Bijdrage 2015: 9.374 Bestaande uit: bijdrage voor taken Sociale Zaken 5.785 en bijdrage voor taken ICT & Automatisering 3.589.
Toekomst-ontwikkelingen
De beoogde organisatorische en juridische vorm van de samenwerking voorziet in alle opzichten in een verbreding met andere gemeenten binnen onze regio. Daarnaast is het mogelijk organisatieonderdelen van de huidige deelnemers toe te voegen aan de regeling. Toetreding tot deze regeling kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van alle deelnemers alsmede de potentiële deelnemer, indien van toepassing na verkregen toestemming.
Vermogen en resultaat
De begroting 2015 moet nog worden vastgesteld. Basis voor de begroting zijn de bedragen die de deelnemende gemeenten in hun huidige begrotingen hebben opgenomen voor de ondergebrachte taken. Vreemd Vermogen, Eigen Vermogen per 1-1-2015 en 31-12-2015: n.v.t..
Deelnemende partijen PROGRAMMABEGROTING 2015
147
Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel.
Toezichtarrange-ment
Algemeen: eenmaal per 4 jaar wordt getoetst of voortzetting van deelname aan de verbonden partijen gewenst is. Deze toetsing houdt in dat wordt beoordeeld of de voorwaarden waaronder destijds is toegetreden tot de verbonden partij nog van kracht zijn, of dat de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat andere keuzes moeten worden gemaakt. Voor de GR gelden regels m.b.t. het aanleveren van de ontwerpbegroting en rekening. Naast de ontwerpbegroting en rekening stelt de GR jaarlijks een kadernota voor de bedrijfsvoering vast. Deze worden ambtelijk beoordeeld. Met betrekking tot de ontwerpbegroting kunnen de raden van de gemeenten schriftelijk hun zienswijze doen blijken. De GR volgt een eigen P&C-cyclus die aansluit op de P&C-cyclus van de gemeente. De GR zal periodiek tussentijdse rapportages overhandigen, die door de gemeente worden beoordeeld. Daarnaast zal er periodiek ambtelijk overleg plaatsvinden tussen de GR en de gemeente.
Uittreding
Iedere deelnemer kan besluiten tot uittreden. Een besluit tot uittreding kan niet eerder worden genomen dan drie jaar na het besluit tot het aangaan van dan wel toetreding tot deze regeling. Een uittredingsbesluit wordt twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen van kracht. Een uittredende deelnemer betaalt na het besluit dan nog twee jaar, een bijdrage in de jaarlijkse (vaste) exploitatielasten, waaronder de personele kosten, van IJSSELgemeenten. Uittreding is mogelijk maar betekent de facto, met de huidige samenstelling van de GR, dat de GR wordt opgeheven.
148
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
13. Gemeenschappelijke regeling jeugdhulp Rijnmond
Soort verbintenis
Gemeenschappelijke regeling
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Behartigen belangen deelnemende gemeenten op het gebied van bovenlokale, specialistische jeugdhulp.
Bestuurlijk belang
Lid Algemeen Bestuur
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Het lichaam heeft tot doel te zorgen voor een kwalitatief goede en efficiënte uitvoering van bovenlokale taken, met inachtneming van de bepalingen in de Jeugdwet. In het kader van de doelstelling heeft het lichaam de volgende taken: a. het uitvoeren van de bovenlokale taken door middel van: - het contracteren en/of subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp en uitvoerders jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet; de jeugdhulp omvat de uitvoering van gesloten jeugdhulp, crisiszorg, pleegzorg, residentiële, intramurale zorg en/of specialistische zorg voor jeugdigen; de taken worden uitgevoerd met inachtneming van de afspraken die hierover op bovenregionaal of landelijk niveau zijn of worden gemaakt; - het organiseren van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. b. het bevorderen van gezamenlijk overleg van de gemeenten inzake de uitvoering van de jeugdhulptaken, welke ingevolge de Jeugdwet aan de gemeenten zijn opgedragen.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
-
Financiën / risico
Schatting bijdrage 2015: 10.166. Begroting 2015 wordt in oktober definitief vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling. Deelname betreft een wettelijke verplichting.
Vermogen en resultaat
Nog niet bekend.
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Bernisse, Brielle, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Spijkenisse en Westvoorne
149
Naam
14. Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel
Soort verbintenis
Dienstverleningsovereenkomst
Gevestigd
Capelle aan den IJssel
Openbaar belang
Uitvoeren van de wettelijke taken op het gebied van jeugdhulp
Bestuurlijk belang
Opdrachtgever
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Jeugdbeleid en Jeugdzorg (mevrouw A.J. Hartnagel) - Welzijn en Educatie
Taak / Doelstelling
Het in opdracht van en namens de gemeente Capelle aan den IJssel, al dan niet met inzet van derden, bieden van jeugdgezondheidszorg, op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen en jeugdhulp, alsmede het toekennen van niet vrij-toegankelijke voorzieningen op het gebied van jeugdhulp. Een en ander met inachtneming van de toepasselijke wettelijke regelingen en het gemeentelijk beleid en rekening houdend met alle betrokken maatschappelijke belangen. Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden, of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft: Kosten voor de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst worden gedragen door Capelle aan den IJssel Bijdrage 2015: nog niet bepaald.
Aandeel gemeente
Niet van toepassing
Vermogen en resultaat
Bron: (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: Eigen vermogen 1/1/2015: en 31/12/2015: Financieel resultaat 2015 voor bestemming:
Deelnemende partijen
Gemeente Capelle aan den IJssel en Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel
150
PROGRAMMABEGROTING 2015
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
15. Dataland B.V.
Soort verbintenis
Participatieovereenkomst
Gevestigd
Gouda
Openbaar belang
Informatievoorziening gemeentelijk administratief vastgoed
Bestuurlijk belang
DataLand is een initiatief van en voor gemeenten en beschikt thans over meer dan 90% van de gebouwde objecten in Nederland
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Stadsontwikkeling en Ruimtelijke ordening (de heer D.P. van Sluis) - Stadsontwikkeling/Grondzaken & Geo-informatie
Taak / Doelstelling
Dataland levert gemeentelijke administratieve vastgoedinformatie aan bovenlokale afnemers. Dit kunnen zowel publieke als private partijen zijn. Dataland veredelt geen informatie. Dataland heeft afnemers in verschillende marktsegmenten en voor verschillende toepassingen. Men richt zich op de makelaardij, woningcorporaties, taxatiebureaus, banken, verzekeraars, marktonderzoekbureaus, ingenieursbureaus, brandweer en politie, regionale en nationale overheden.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft: Geen Bijdrage 2015: 0
Aandeel gemeente
31.075 certificaten (gebaseerd op aantal objecten ten tijde van afsluiten overeenkomst)
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: 582 en 31/12/2013: 570 Eigen vermogen 1/1/2013: 273 en 31/12/2013: 495 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 410
Deelnemende partijen
(Bijna) alle gemeenten in Nederland
151
Naam
16. N.V. Evides
Soort verbintenis
Deelneming
Gevestigd
Rotterdam
Openbaar belang
Zie taak/doelstelling
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Financiën (de heer J.A.A. Meuldijk) - Stadsontwikkeling
Taak / Doelstelling
Voorzien in de behoefte aan schoon drinkwater aan huishoudens en bedrijven in de regio.
Financiën / risico
Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal.
Aandeel gemeente
De gemeente beschikt over totaal 72.608 aandelen met een nominale waarde van € 45,38. Het totale aandelenkapitaal van de gemeente bedraagt dus € 3.294.950. Begroot dividend 2015: 725
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: .653.100 en 31/12/2013: 656.600 Eigen vermogen 1/1/2013: 448.600 en 31/12/2013: 456.900 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 55.400
Deelnemende partijen
Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Binnenmaas, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, De Kier, Delft, Dordrecht, Heerjansdam, Hellevoetsluis, Korendijk, Maasland, Maassluis, Monster, Naaldwijk, Oud-Beijerland, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Schipluiden, ’s-Gravendeel, ’s-Gravenzande, Spijkenisse, Strijen, Vlaardingen, Wateringen, Westvoorne en Zwijndrecht
152
PROGRAMMABEGROTING 2015
Naam
17. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Soort verbintenis
Deelneming
Gevestigd
Den Haag
Openbaar belang
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuurlijk belang
Aandeelhouder
Verantwoordelijk: - Bestuurlijk - Ambtelijk
- portefeuillehouder Financiën (de heer. J.A.A. Meuldijk) - afdeling Financiën
Taak / Doelstelling
Uitoefenen van het bedrijf van bankier ten dienste van overheden.
Veranderingen gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft
Geen.
Financiën / risico
Het risico betreft de deelname in het aandelenkapitaal.
Aandeel gemeente
7.722 aandelen a € 2,50 In de begroting 2015 is een dividenduitkering opgenomen van 18.
Vermogen en resultaat
Bron: Jaarverslag 2013 (bedragen x € 1.000): Vreemd vermogen 1/1/2013: 134.563.000 en 31/12/2013: 139.477.000 Eigen vermogen 1/1/2013: 2.752.000 en 31/12/2013: 3.430.000 Financieel resultaat 2013 (nettowinst): 283.000
Deelnemende partijen
PROGRAMMABEGROTING 2015
153
F. Grondbeleid Het grondbeleid in Capelle aan den IJssel is in 2011 vastgelegd in de nota Grondbeleid. De opgave waar de gemeente in dit kader voor staat is hoofdzakelijk de herstructurering van bestaande (woon)omgevingen, binnen het gewenste ruimtelijke en/of ander beleid, zoals volkshuisvesting, economische zaken en sport en recreatie. Het doel van het gemeentelijk grondbeleid is als volgt gedefinieerd: • sturen van grondgebruik waar dit niet mogelijk is met uitsluitend het bestemmingsplan; • vervullen van de gemeentelijke regierol bij nieuwe ontwikkelingen; • toevoegen van ruimtelijke kwaliteit aan de stad; • indien financiële middelen worden gerealiseerd kunnen deze worden ingezet voor herstructurering.
Meerjaren Perspectief Grondexploitaties In het MPG (Meerjaren Perspectief Grondexploitaties), als onderdeel van het Projectenboek, wordt een beeld gegeven van de (financiële) resultaten van alle (voorgenomen) ontwikkellocaties. Het projectenboek wordt eind 2014 ter vaststelling voorgelegd.
Risico’s De uitvoering van het grondbeleid brengt financiële risico’s met zich mee. Herstructurering en inbreiden vindt plaats in bestaand stedelijk gebied. Dit heeft maatschappelijke impact. Dit kan zich vertalen in maatschappelijke druk waardoor de totstandkoming van projecten bemoeilijkt wordt, hetgeen ook gevolgen heeft voor de financiën. De risico’s voor de grondexploitaties zijn door de huidige macro-economische problemen verder vergroot. Met het in gang gezette risicomanagement voor de grondexploitaties wordt ingezet op het goed in beeld brengen van de risico’s en van de maatregelen die genomen kunnen worden om aan die risico’s het hoofd te bieden. Voor de bouwgrondexploitaties is de “Reserve Grondexploitaties” ingesteld. De reserve dient als buffer voor risico’s in het kader van de grondexploitatie. De gewenste omvang van de Reserve Grondexploitaties wordt bepaald op 3% van de te verwachten uitgaven en opbrengsten uit de vastgestelde exploitaties. In deze bestemmingsreserve worden de risico’s verbonden aan de bouwgrondexploitaties en de ongedekte voorbereidingskosten gedekt. Voor het reserveren van gelden voor de financiering van stedelijke herstructureringsprojecten is de Reserve Herstructurering Actief Grondbeleid ingesteld. Deze reserve wordt ook ingezet om strategische aankopen voor herstructurering te kunnen financieren. Voor het verwerven van strategische aankopen heeft de raad bij vaststelling van de nota Grondbeleid in 2005 het college gemandateerd tot een jaarlijks investeringsplafond ter hoogte van € 3 miljoen. De werkwijze bij strategische verwervingen is vastgelegd in de in 2013 vastgestelde Nota Strategisch Verwerven.
154
PROGRAMMABEGROTING 2015
G. Lokale heffingen De gemeentelijke inkomsten bestaan voor een deel uit eigen belastinginkomsten. De onroerendezaakbelastingen (OZB) hoort naast de hondenbelasting en de logiesbelasting tot de zogenoemde algemene dekkingsmiddelen. Andere belangrijke heffingen waarmee onze gemeente kosten verhaalt zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Beide heffingen worden gerekend tot de specifieke dekkingsmiddelen. Daarnaast heft onze gemeente leges op verstrekte diensten (documenten) en worden tarieven berekend voor het gebruik van gemeentelijke bezittingen in de vorm van Marktgeld. Met ingang van 2012 is er een heffing ingevoerd met de naam BIzone Hoofdweg CapelleXL. Deze heffing is gebaseerd op de Experimentenwet BIzones. De netto-opbrengst wordt in de vorm van een subsidie uitgekeerd. De heffingsperiode is vier jaar en eindigt in 2015. In verband met de verwachte prijsontwikkeling zullen de tarieven voor 2015 trendmatig worden verhoogd. Daarnaast zullen de tarieven voor de overige heffingen zoals afvalstoffenheffing, rioolheffing en marktgelden op een kostendekkend niveau gehandhaafd blijven. Ook bij de leges is het uitgangspunt om kostendekkende tarieven toe te passen. Binnen de legesverordening wordt op basis van de 3 toegepaste titels per titel beoordeeld of er sprake is van kostendekking. Binnen Titel 2 “Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning” is het als gevolg van de teruglopende bouwactiviteiten slechts mogelijk een deel van het beleidsuitgangspunt te realiseren. In november 2012 heeft het college besloten om de tarieven niet kostendekkend te maken (BBV 478740). Om het streven van kostendekkende leges en tarieven te onderbouwen heeft dit voorjaar een onderzoek plaatsgevonden naar de kostendekkendheid van titel 1 voor de onderdelen publiekszaken (paspoorten, rijbewijzen, trouwen e.d.). Dit is met BBV 587259 aangevuld naar een onderzoek naar geheel titel 1 en 3 op basis van werkelijke cijfers 2013. Daaruit blijkt een totaal dekkingspercentage voor titel 1 van 84% over 2013. De twee grootste absolute bedragen qua onderdekking zaten op titel 17 kinderopvang (5% dekkingspercentage in 2013) en titel 18 telecommunicatie (24% in 2013). In het tarievenvoorstel 2014 (vastgesteld in de raad in december 2013) is het tarief voor titel 17 al verhoogd naar kostendekkend. Resteert nog titel 18. Bij het tarievenvoorstel 2015 zal hiervoor een voorstel van 7% verhoging worden opgevoerd voor 2015 en verder om over enkele jaren een kostendekkingspercentage op dit hoofdstuk van 50% te realiseren. Titel 3 laat een dekkingspercentage zien over 2013 van 134%. Nader onderzoek naar de jaren 2011, 2012 en 1e helft 2014 heeft aangetoond dat dit een incidentele overdekking op basis van realisatie betreft. Hierop is een tariefsaanpassing niet gewenst. Voor 2015 zullen alle overige leges en retributies aan de inflatie worden aangepast. Ten aanzien van de rioolheffingen geldt dat de tarieven worden gebaseerd op de in het vastgestelde Verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015 (VGRP), aangegeven kosten van de onderhouds- en exploitatieplanning
Wet waardering onroerende zaken (WOZ) In 2014 is de jaarlijkse herwaardering van alle onroerende zaken uitgevoerd. Alle objecten zijn gewaardeerd naar het waardepeil van 1 januari 2014. De belanghebbenden (eigenaren en gebruikers) worden over de uitkomst van de waardevaststelling begin 2015 geïnformeerd door middel van een voor bezwaar en beroep vatbare waardebeschikking. Deze waardevaststelling is alleen van toepassing voor de belastingheffingen van het jaar 2015. De prijspeildatum ligt één jaar voor het WOZ-tijdvak.
Onroerendezaakbelastingen De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De opbrengst behoort tot de algemene dekkingsmiddelen en mag vrij worden besteed. De gemeente is autonoom bij het bepalen van de OZB-tarieven. Er worden door het Rijk geen maximale tarieven meer bepaald. Ter beperking van de stijging van de collectieve lastendruk is de macronorm ingevoerd. Hiermee wordt een maximering van de stijging van de OZB-tarieven bepaald. Voor 2015 is de macronorm nog niet bepaald. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) van 22 mei 2013 heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. Op dit moment zijn nog geen concrete voorstellen bekend. De besluitvorming over de toekomst van de macronorm OZB zal PROGRAMMABEGROTING 2015
155
uiterlijk plaatsvinden in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (BOFV) van september 2014. Derhalve wordt vooralsnog de huidige systematiek gecontinueerd. In de septembercirculaire 2014 zal hier nader op worden teruggekomen. Als gevolg van de jaarlijkse waardeherziening zal er ook voor 2015 een nieuwe WOZ-waarde bekend gemaakt worden. In deze waarde worden de gevolgen van de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt zichtbaar. Er mag geen misverstand over bestaan dat uitsluitend rekening gehouden wordt met de marktontwikkelingen tot rond de prijspeildatum 1 januari 2014. De vastgoedmarkt staat sinds het begin van de recessie onder grote druk. Dit heeft in de periode eind 2008 tot 2014 geleid tot een algehele waardedaling van het onroerend goed. Voor onze gemeente is tot nog toe de waardedaling in het jaar 2012 (prijspeil 01 januari 2013) het hoogst geweest. Zowel op de woningmarkt als de markt voor bedrijfsonroerend goed was de daling fors hoger dan in de jaren daarvoor. De op landelijk niveau aangekondigde maatregelen zoals “de Hypotheekaftrek” heeft tot 2014 nog niet tot het gewenste herstel geleid. In de loop van 2014 zijn er wel symptomen zichtbaar waarbij zich een voorzichtig herstel aftekent. Dit is vooral merkbaar in een toename van het aantal verkopen. Bij het bedrijfsvastgoed is er nog geen sprake van herstel en daalt de markt nog steeds. Vooral onder invloed van de hoge leegstand op de kantorenmarkt is de waarde van kantoorpanden sterk gedaald. Omdat de leegstand in het Rivium inmiddels ruim 45% bedraagt en dit percentage jaarlijks met 5% toeneemt is in het Coalitieakkoord vastgelegd dat door de inzet van een Riviummarinier de leegstand wordt teruggedrongen. Het doel hierbij is om meer OZB opbrengsten te genereren, met als mogelijk bijkomend effect een herstel van de markt in dat gebied. In brede zin zal de negatieve waardeontwikkeling als gevolg van de marktontwikkeling ook in de WOZ-waarde die begin 2015 bekend wordt gemaakt zichtbaar zijn. De waardedaling van woningen en niet-woningen wordt volledig in de tarieven gecompenseerd. Voor onze gemeente wordt, naast de compensatie van de tarieven als gevolg van de waardeontwikkeling, in het tarievenbeleid voor 2015 uitgegaan van een trendmatige verhoging van 1,75%.
Tarieven OZB 2015 De tarieven voor de OZB voor het Belastingjaar 2015 zijn gebaseerd op de geprognosticeerde uitkomsten van de waardeherziening met als prijspeildatum 1 januari 2014. In verband hiermee worden de tarieven gecompenseerd met de uitkomst van de herwaardering. Hierbij is uitgegaan van de tarieven 2014. Daarnaast zijn de tarieven met de 1,75% trendmatig verhoogd. De definitieve WOZ-waardes 2015 zijn eind 2014 beschikbaar. Voor 2015 worden voorlopig de volgende (geïndexeerde) tarieven voorzien: Woningen
Niet-woningen
proportioneel
2015
proportioneel
2015
Eigenaren
0,1242%
Eigenaren
0,2413%
Gebruikers
n.v.t.
Gebruikers
0,1927%
Afvalstoffenheffing De kosten van afvalinzameling en verwerking worden aan de gezinshuishoudens in rekening gebracht via een afvalstoffenheffing. In onze gemeente wordt bij de heffing uitgegaan van een tariefsdifferentiatie, waarbij het tarief afhankelijk is gesteld van het aantal personen in een huishouden. De opbrengst van de afvalstoffenheffing behoort niet tot de algemene middelen, maar moet worden gebruikt om de kosten te dekken van afvalinzameling en verwerking. Uitgangspunt voor de vaststelling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Bij het bepalen van de tarieven is uitgegaan van het solidariteitsprincipe, waarbij rekening gehouden wordt met een bedrag aan te verlenen kwijtschelding. Daarnaast wordt binnen de opbrengst rekening gehouden met oninbare bedragen.
Raming opbrengsten 2015 In de periode 2014 – 2016 worden investeringen gedaan om de onder- en bovengrondse afvalcontainers te plaatsen. De investeringskosten worden gedekt uit de opbrengst afvalstoffenheffing. In lijn met de transformatie van de begro-
156
PROGRAMMABEGROTING 2015
ting worden de vervangingsinvesteringen geactiveerd en de afschrijving ten laste gebracht van de jaarlijkse exploitatie. Uitgangspunt is dat het plaatsen van de ondergrondse containers tegelijkertijd met de integrale projecten aanvangen. Dit conform de planning Beheerplannen 2011-2015 (IBOR). Omdat de Egalisatiereserve Afvalstoffenheffing voor 2014 en de komende jaren een gunstig beeld te zien gaf werden de individuele tarieven voor het jaar 2014 met € 30,- per huishouden verlaagd, waarna de jaarlijkse prijsindexatie werd toegepast. Voor 2015 wordt het beleidsuitgangspunt van kostendekkende tarieven onverkort toepast en is de reguliere prijsindexatie doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen worden voor 2015 de volgende jaartarieven voorzien: Tarieven 2015 Jaartarief eenpersoonshuishouden
€
211,65
Jaartarief tweepersoonshuishouden
€
247,35
Jaartarief meer dan tweepersoonshuishouden
€
277,05
Rioolheffing Rioolheffingen kunnen zowel van de eigenaar (aansluitrecht) als van de gebruiker (afvoerrecht) van woningen en bedrijfspanden worden geheven. Wanneer er sprake is van grootverbruikers (meer dan 250 m³) wordt het tarief gekoppeld aan het waterverbruik. Voor wat betreft de rioolheffing eigenaar wordt er slechts één tarief voor het vastrecht toegepast. Woningen en bedrijven betalen tot 250 m³ waterverbruik een vast tarief, daarboven geldt een tarief dat afhankelijk is van het waterverbruik. Ook bij het bepalen van de tarieven van deze heffing is uitgegaan van het solidariteitsprincipe, waarbij rekening gehouden wordt met een bedrag aan te verlenen kwijtschelding bij het gebruikersdeel. Daarnaast wordt binnen de opbrengst eveneens rekening gehouden met oninbare bedragen.
Kosten van rioleringen In 2011 is het nieuwe Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP) 2011 - 2015 vastgesteld. Hierin is de onderhoudsen exploitatieplanning voor de komende jaren vastgelegd en wordt aangegeven wat er jaarlijks gereserveerd moet worden in de voorziening rioleringen om nu en op lange termijn alle kosten van beheer, onderhoud en vervanging van de riolering en gemalen te kunnen dekken. Ook zijn in dit plan de kosten voor de grondwaterproblematiek verwerkt. Uit het rioleringsplan volgt automatisch de hoogte van de nieuwe tarieven voor de rioolheffing.
Stelselwijziging investeringen Sinds het doorvoeren van de stelselwijzing wordt er vanaf 2012 niet langer jaarlijks een bedrag gedoteerd aan de Voorziening Herstel Riolering. Door deze overstap is de rioolheffing gebaseerd op de kapitaallasten van de feitelijke investeringen. Dit betekent dat de kosten na de daadwerkelijke investering aan de burger in rekening worden gebracht. De wijziging heeft voor 2012 tot een aanzienlijke tariefsverlaging geleid. Uitgangspunt van het VGRP is dat er ter dekking voor de stijgende kapitaalslasten jaarlijks gerekend wordt met een vaste tariefsverhoging van € 10,- . Dit gecombineerd met de reguliere prijsindexering. In 2014 is voor het tweede achtereenvolgende jaar de genoemde vaste verhoging achterwege gebleven omdat ook zonder deze verhoging sprake was van een kostendekkend tarief.
Raming opbrengsten 2015 Op basis van de reguliere systematiek is voor 2015 rekening gehouden met een tariefsverhoging van € 10,-- waarna de prijsindexering van 1,75% is toegepast. Uitgaande van het VGRP is voor 2015 een tarief van € 146,-- per aansluiting (gebruiker + eigenaar) berekend. Dit betekent een verhoging van 9,8% ten opzichte van 2014. Gegeven de hiervoor genoemde uitgangspunten worden voorlopig de volgende tarieven voorzien:
PROGRAMMABEGROTING 2015
157
Tarieven 2015 Rioolrecht eigenaar
€
81,--
Rioolrecht gebruiker
€
65,--
Totaal
€
146,--
Leges Leges kunnen worden geheven voor gemeentelijke dienstverlening. Legesheffing mag alleen dienen om kosten te verhalen. Het is niet toegestaan dat er winst wordt gemaakt. Dit betekent dat de totale opbrengst uit de legesverordening in zijn geheel niet meer dan de geraamde lasten mogen bedragen (opbrengstlimiet). Een belangrijk deel van de legestarieven is gebaseerd op de inzet van personeel en wordt het meest beïnvloed door de loonontwikkeling. Om de kostendekkendheid van de leges zoveel mogelijk te kunnen garanderen worden de legestarieven voor 2015 trendmatig verhoogd. Bij eventuele genormeerde tarieven of tarieven waarbij sprake is van een wettelijke regeling worden de tarieven overeenkomstig aangepast. Binnen de bij de legesverordening behorende tarieventabel is gebruik gemaakt van een driedeling bestaande uit titels. Bij Titel 1 gaat het om de Algemene dienstverlening, bij Titel 2 om de Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning en bij Titel 3 om de Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Binnen genoemde titels is van belang dat voor de kostendekkendheid moet worden gekeken naar de totale kosten en totale opbrengsten. Hierbij geldt het beginsel van zogenaamde kruissubsidiëring. Dit houdt in dat de dekking per product verschillend mag zijn als de dekkingsgraad van alle producten binnen een titel tezamen maar niet boven 100% uitkomt. Kruissubsidiëring tussen de titels onderling is niet mogelijk. Binnen Titel 3 is slechts kruissubsidiëring mogelijk binnen elk hoofdstuk. Recentelijk is voor de Titels 1 en 3 onderzoek gedaan naar de werkelijk gemaakte kosten in relatie tot de werkelijke opbrengsten over 2013 (BBV 587259) . Hierbij is uitgegaan van de van de personeels-, huisvestingskosten en overhead in relatie tot de gerealiseerde opbrengsten. Op basis van de uitkosten is naar voren gekomen dat binnen Titel 1 sprake is van een geringe onderdekking en dat bij Titel 3 sprake was van een aantoonbare incidentele overdekking. Op basis van deze uitkomst kan geconcludeerd worden dat dit beeld past binnen het uitgangspunt van kostendekkende tarieven met uitzondering van hoofdstuk 18 van titel 1 Telecommunicatie. Naar verwacht wordt zal dit beeld in de doorkijk naar 2015 worden bevestigd. Eventuele nuanceringen in tarieven op hoofdstukniveau zullen in het voorstel tot het vaststellen van de belastingtarieven 2015 worden opgenomen, waarbij voor telecommunicatie een tariefsverhoging van 7% als uitzondering geldt. Vooral de legesopbrengst binnen Titel 2 “Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning” is de laatste jaren sterk gedaald, terwijl de kosten globaal gelijk zijn gebleven. In eerdere jaren zijn de kosten, waaronder de salarislasten van de uitvoerende unit sterk gereduceerd. Om de (wettelijke) taken uit te kunnen blijven voeren is een verdere kostenreductie niet mogelijk. Vooral de recessie is er de oorzaak van dat er geen grote bouwprojecten gerealiseerd worden en de legesopbrengsten zijn gehalveerd. Het aantal kleine aanvragen voor WABO-vergunningen blijft redelijk constant. De legesopbrengst van deze vergunningen is echter onvoldoende om de totale kosten te kunnen dekken. In de begroting 2015 is met deze ontwikkeling rekening gehouden en is de opbrengst hierop aangepast. In het voor 2014 door de Vereniging Eigen Huis uitgevoerde onderzoek is geconcludeerd dat wij ook dit jaar, met plaats vijf (in 2013 plaats drie) tot één van de tien gemeenten behoren waar de leges omgevingsvergunning het laagst zijn.
Marktgeld De exploitatie van de weekmarkten in Capelle-Centrum en Capelle-Schollevaar kennen een afzonderlijke kostenopzet. Op beide markten worden daarom verschillende tarieven toegepast. De totale exploitatie-kosten voor de centrummarkt zijn meerjarig in evenwicht met de baten. Ook voor 2015 wordt uitgegaan van een volledig kostendekkend tarief. Voor 2015 zijn er geen kostenontwikkelingen voorzien en wordt het beleidsvoornemen om een trendmatige verhogingen door te voeren bij deze retributie niet toegepast.
158
PROGRAMMABEGROTING 2015
Hondenbelasting De hondenbelasting is een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Om de registratie van honden op peil te houden worden er jaarlijks huis-aan-huis-controles gehouden. Uit deze controles blijkt nog steeds dat burgers, al dan niet bewust, het bezit van een hond niet aangeven en daardoor de hondenbelasting ontlopen. Van de jaarlijks 10.000 gecontroleerde adressen blijkt dat er gemiddeld 110 niet geregistreerde honden worden opgespoord. Bij een controle van alle adressen (31.000) komt het gemiddeld aantal uit op 340. Afgezet tegen het aantal geregistreerde honden van +/- 3.860 + 340 = 4.200 betekent dit dat circa 8% van de hondenbezitters geen aangifte doet. De afgelopen jaren is het aantal geregistreerde honden iets toegenomen. Sinds 2013 is het aantal geregistreerde honden ongeveer gelijk gebleven. Voor 2015 zal een trendmatige verhoging worden doorgevoerd. Dit betekent, dat het tarief voor de eerste hond in 2015 € 75,-- zal bedragen.
Logiesbelasting Deze belasting wordt geheven bij het overnachten van niet-ingezetenen van de gemeente in hotels, pensions en B&B’s. Sinds 2011 is een afname van het aantal overnachtingen waargenomen. Deze afname heeft zich voor 2013 niet verder voortgezet. Voor 2015 is daarom rekening gehouden met een redelijk stabiel aantal aantal overnachtingen. Op basis van het aantal in 2014 verwachte overnachtingen wordt voor 2015 een netto opbrengst verwacht van € 48.000,--. Hierbij is rekening gehouden met vier adressen waar bed en breakfastovernachtingen worden aangeboden. Het tarief is voor het laatst in 2012 verhoogd. In verband met de driejaarlijkse indexering wordt het tarief na drie jaar ingaande 2015 met € 0,05 verhoogd naar € 1,15 per persoon per overnachting. Bij het bepalen van de raming is met deze indexatie rekening gehouden.
BIZ-bijdrage Op basis van de experimentenwet BI-zones (bedrijfsinvesteringszones) is in onze gemeente met ingang van 1 januari 2012 een nieuwe belastingheffing ingevoerd. De BIZ-bijdrage is een belastingheffing voor de Bedrijfs Investeringszone HoofdwegXL. De heffing heeft als doel dat ondernemers met steun van de gemeente gezamenlijk kunnen investeren in een schone, hele en veilige bedrijfsomgeving. De heffing loopt tot en met 2015. De rechtsgevolgen van expirimentenwet BI-zones zoals deze tot 31 december 2011 heeft bestaan lopen tot en met 2015. Onlangs is er en wetsvoorstel Bedrijven Investeringszone (BIZ) naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin wordt het expiriment omgezet naar definitieve wetgeving. Verwacht wordt dat de nieuwe wet in 2015 in werking zal treden. Op basis van deze wet kunnen eventuele nieuwe BIZ initiatieven gerealiseerd gaan worden. De aanslagen worden jaarlijks eind maart verzonden, waarna de bevoorschotting van de subsidie in de maand april aan de Stichting BIZ CapelleXL wordt uitgekeerd. De tarieven zijn vooraf meerjarig vastgesteld en worden verder niet geïndexeerd. Er zit jaarlijks wel een progressie in de hoogte van de tarieven.
Kwijtschelding Het bestaande kwijtscheldingsbeleid wordt gehandhaafd. Dit betekent dat als men niet in staat is om de aanslag gemeentelijke belastingen te betalen, bij de gemeente een verzoek om kwijtschelding kan worden ingediend. Kwijtschelding kan alleen aangevraagd worden voor afvalstoffenheffing, rioolheffing gebruikers en de hondenbelasting (alleen eerste hond). Bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek wordt met behulp van de gegevens van een aanvraagformulier iemands persoonlijke financiële situatie onderzocht. De criteria die gehanteerd worden, zijn vastgelegd in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Leidraad invordering gemeentelijke heffingen 2010 en de Verordening kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen 2014. Samenvattend vindt er in hoofdzaak een onderzoek plaats naar het hebben van vermogen, schuldaflossing van meer dan een aannemelijk bedrag per maand aan derden, aanschaf dan wel bezit van een auto en wordt er een berekening gemaakt van de betalingscapaciteit. Ook voor ondernemers is het mogelijk om kwijtschelding aan te vragen voor aanslagen gemeentelijke belastingen in de privésfeer. Ook wordt de zogenaamde automatische kwijtschelding toegepast. Met het begrip automatische kwijtschelding wordt zeer omzichtig omgegaan. Doordat inkomens van jaar tot jaar sterk kunnen verschillen is ook hier een jaarlijkse inkomenstoets wenselijk. Op basis van een geautomatiseerde inkomenstoets wordt voordat er automatische kwijtschelding wordt verleend het inkomen getoetst bij het Inlichtingenbureau (opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG). Hierbij gaat het om cliënten die in voorgaande jaren kwijtschelding hebben gekregen. Naast deze categorie komen personen die een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen eveneens in aanmerking voor deze automatische kwijtschelding. Gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen ontvangt de belastingplichtige dan een beschikking met volledige kwijtschelding.
PROGRAMMABEGROTING 2015
159
Totaal begrote opbrengsten belangrijkste belastingen/heffingen (x € 1.000,--) Belasting/heffing
Opbrengst
Onroerende-zaakbelastingen
11.188
Afvalstoffenheffing
7.208
Rioolrechten
4.708
Hondenbelasting
330
Logiesbelasting
48
Totaal
23.482
Daartegenover begrote lasten voorziening dubieuze debiteuren
126
kwijtschelding hondenbelasting
20
kwijtschelding afvalstoffenheffing
656
kwijtschelding rioolrechten
179
Totaal
981
Belastingdruk 2012 – 2015 Omschrijving
Tarief 2012
Tarief 2013
Tarief 2014
Tarief 2015
Stijging ’12 -‘15
Stijging ‘14-‘15
OZB eigenaren woningen percentage van de WOZ-waarde (proportioneel tarief *) prijspeildatum
0,1021
0,1060
0,1172
0,1242
n.v.t.
1,75 %
01-01-2011
01-01-2012
01-01-2013
01-01-2014
Afvalstoffenheffing 1 persoonshuishouden
229,30
234,45
208,00
211,65
-7,7 %
1,75 %
Afvalstoffenheffing 2 persoonshuishouden
263,00
268,90
243,10
247,35
-5,94 %
1,75 %
Afvalstoffenheffing 3< persoonshuishouden
294,55
301,15
275,90
277,05
-5,94 %
0,41 %
Rioolrecht gebruikers
57,00
58,00
59,00
65,00
14 %
10,16 %
Rioolrecht eigenaren
71,00
73,00
74,00
81,00
14 %
9,45 %
Hondenbelasting één hond
71,00
72,50
73,75
75,00
5,6 %
1,75 %
* tarief is gecorrigeerd met het te verwachten percentage van de waardeontwikkeling.
160
PROGRAMMABEGROTING 2015
Overzicht Kostendekkenheid leges en retributies Bij de vaststelling van de belastingtarieven in december 2014 wordt inzicht gegeven in de dekkingsgraad van de diverse leges. De berekening van het dekkingspercentage is gebaseerd op onderstaande gegevens: Omschrijving
Bron:
Totaal baten 2015:
Totaal lasten 2015
Percentage kostendekkendheid 2014
Percentage kostendekkendheid 2015
Afvalstoffenheffing
Begroting 2015
7.551.900
6.644.288
100%
99%
Rioolheffing
Begroting 2015
4.529.300
4.079.00
100%
111%
Legesverordening titel 1 Publiekszaken
Begroting 2015
87%
P.M.***
Legesverordening titel 2 Wabo*
Begroting 2015
35%
P.M.***
Legesverordening titel 3 Algemene dienstverlening **
Begroting 2015
2%
P.M.***
* de opbrengsten van de bouwleges leidt tot onderdekking, dit vanwege het uitblijven van grote bouwprojecten en het afnemen van het aantal resterende bouwlocaties. ** de streefwaarde is 100% Uit een totaalonderzoek naar de kostendekkendheid in 2013 is gebleken dat er sprake was van een éénmalige overdekking van 134%. *** Bij het vaststellen van het tarievenboek 2015 is het dekkingspercentage bekend.
PROGRAMMABEGROTING 2015
161
H. Interbestuurlijk Toezicht Met de invoering van de wet Revitalisering Generiek Toezicht op 1 oktober 2012 is de wijze waarop de provincie en het Rijk toezicht houden op gemeenten veranderd. Het doel van de wet is om opnieuw invulling te geven aan de controlerende taak van de gemeenteraad. De gemeenteraad controleert hoe het college een aantal wetten in medebewind heeft uitgevoerd en vormt daar een oordeel over. De provincie en Rijk nemen meer afstand en richten hun controlerende rol sober in op basis van vertrouwen. Het eerste resultaat van de nieuwe werkwijze en manier van informatie aanleveren is verwerkt in de paragraaf Interbestuurlijk toezicht van de jaarrekening en het jaarverslag 2013. In navolging hiervan wordt dit onderdeel ook ingevoerd in de Begroting. In 2015 wordt proactief toezichtinformatie verstrekt, die als eerste aan de raad wordt voorgelegd. Na vaststelling door de raad wordt de informatie doorgestuurd naar de provincie en het Rijk. Voor een aantal domeinen geldt dat zowel het Rijk als de provincie toezichthouder is.
Resultaat 2013 De provincie hanteert een model met drie kleuren die het oordeel aangeven: groen bij goed, oranje wanneer niet volledig wordt voldaan aan de gestelde norm en rood wanneer onvoldoende wordt voldaan. In 2013 waren alle domeinen die vallen onder Provinciaal toezicht groen (Ruimtelijke ordening, Huisvesting verblijfsgerechtigden, Externe veiligheid en Archief- en informatiebeheer) op het domein Omgevingsrecht na. Daar is de score onvoldoende aan toegekend omdat de zelfevaluatie en het daaruit volgende verbeterplan voor de uitvoering van de Wabo (nog) niet aan de raad was aangeboden en door de raad was vastgesteld. Het Rijk hanteert een werkwijze waarbij per domein (meerdere) indicatoren zijn opgesteld. Het is aan de raad om daar een oordeel over te vormen. Bij het resultaat van 2013 zijn geen bijzonderheden geconstateerd die direct aandacht vragen. Wel is het zo dat er in 2014 diverse verbeteringen gerealiseerd zullen worden.
Inzet 2014 Op basis van de resultaten in 2013 wordt voor de meeste domeinen ingezet op het handhaven van het huidige niveau. Aan een aantal domeinen wordt extra aandacht besteed: Omgevingsrecht: In juni 2013 heeft een zelfevaluatie plaatsgevonden aan de hand van de door de Provincie gehanteerde Kwaliteitscriteria 2.1. Als uitvloeisel van deze zelfevaluatie wordt nu gewerkt aan een verbeterplan.In het verbeterplan wordt ingezet op extra scholing voor medewerkers, samenwerking met andere gemeenten en mogelijk uitbesteding aan marktpartijen. Belangrijk onderdeel van het verbeterplan is ook het formuleren en vaststellen van een nieuw handhavingsbeleid, inclusief uitvoeringsprogramma. Dit handhavingsbeleid is thans in voorbereiding. De uitkomst van de zelfevaluatie en het verbeterplan worden in het 4e kwartaal aan uw raad aangeboden. Huisvesting verblijfsgerechtigden: Per 1 juli was er een voorsprong van 1 persoon ten opzichte van de taakstelling voor de eerste helft van 2014. Van de taakstelling voor het tweede half jaar zijn inmiddels 13 personen gehuisvest. Daarmee moeten er in 2015 nog 22 personen gehuisvest worden. Archief- en informatiebeheer: De score op dit domein is voldoende. Toch wordt er in 2014 een aantal verbeteringen doorgevoerd zoals: een organisatiespecifieke selectielijst, externe audit op basis van NEN2082, voorbereidingen treffen voor aansluiting op het e-depot , en ingevolge art 16 van de Archiefregeling 2009 invoering van een kwaliteitssysteem. Monumentenwet: In 2014 worden afspraken gemaakt met een 6-tal eigenaren van monumenten met de onderhoudsstatus ‘matig’ met als doel om de onderhoudstatus te verbeteren naar ‘goed’. Het resultaat is afhankelijk van de mogelijkheden van de eigenaren. Voor het gemeentelijk monument met de onderhoudsstatus ‘slecht’ (het betreft de Verkadeboerderij s-Gravenweg 141) is een vooroverlegtraject gestart om tot het treffen van de noodzakelijke voorzieningen te komen. Er wordt momenteel gewerkt aan plannen voor het verbeteren van het onderhoud. De plannen zijn in juni 2014 ter informatie voorgelegd aan uw raad. Van het gemeentelijk monument met de onderhoudsstatus ‘zeer slecht’ (het betreft hier de wagenschuur bij Boerderij s-Gravenweg 325) is een omgevingsvergunning (activiteit slopen) verleend. Bij de planvorming van de totale verbouwing van het rijksmonument (de Boerderij aan s-Gravenweg 325) is onderzocht in hoeverre dit gemeentelijk monument/on-
162
PROGRAMMABEGROTING 2015
derdeel (de wagenschuur behorende bij de boerderij) nog bij de totale verbouwing van het rijksmonument meegenomen kan worden. De omgevingsvergunning voor de grootschalige verbouwing van de boerderij is inmiddels ter inzage gelegd. Medio juli is de uitvoering gestart. Bij de op de Wester begraafplaats aan de Nijverheidsstraat aanwezige grafmonumenten is geconstateerd dat een groot aantal van de aanwezige grafmonumenten aan groot onderhoud toe zijn. Het oorlogsmonument is begin mei 2014 gerestaureerd. De overige grafmonumenten zijn medio juni 2014 gerestaureerd. Onderwijshuisvesting: Er wordt nieuwe huisvesting voor het Comenius College en het IJsselcollege gerealiseerd. Ingebruikname van de nieuwbouw van het Comenius College zal in 2015 zijn. In datzelfde jaar wordt de eerste paal voor de nieuwbouw voor het IJsselcollege geslagen. In verband met de overdracht van middelen voor buitenonderhoud aan de schoolbesturen wordt een nieuwe Verordening Onderwijshuisvesting voorbereid. Paspoortwet: De jaarlijkse controle (zelfevaluatie reisdocumenten) is in 2014 uitgevoerd door de beveiligingsfunctionaris en juridisch specialist van de afdeling Publiekszaken. De controle heeft tot een managementrapportage geleid waarin verbetervoorstellen aan het college zijn gedaan. Wet BRP: Deze wet is op 6 januari 2014 van kracht gegaan en wordt conform uitgevoerd. De jaarlijkse controle (zelfevaluatie BRP) is in 2014 uitgevoerd door de beveiligingsfunctionaris en juridisch specialist van de afdeling Publiekszaken. De controle heeft tot een managementrapportage geleid waarin verbetervoorstellen aan het college zijn gedaan.
Doestelling 2015
Financiën
x
Ruimtelijke ordening
PROGRAMMABEGROTING 2015
Doelstelling 2015
Rijkstoezicht
Provinciaal toezicht
Hieronder wordt per domein de te behalen doelstelling voor 2015 weergegeven. Bijzonder is daarbij dat 2015 het eerste jaar is waarin de Wet op de jeugdzorg en de Participatiewet worden uitgevoerd en ook voor deze wetten toezichtinformatie wordt aangeleverd.
Handhaven huidige niveau. x
Handhaven huidige niveau.
Omgevingsrecht/Wabo
x
x
Het verbeterplan moet er toe leiden dat op 1 januari 2015 aan alle kwaliteitscriteria wordt voldaan.
Huisvesting verblijfsgerechtigden (huisvestingswet)
x
x
Handhaven huidige niveau.
Externe veiligheid/Wet veiligheidsregio’s
x
x
Handhaven huidige niveau.
Archief- en informatiebeheer
x
x
Handhaven huidige niveau en een kwalitatieve verbetering realiseren.
Monumentenwet
x
Conform afgesproken inzet verbeteringen realiseren.
Waterwet
x
Handhaven huidige niveau en vaststellen nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan.
Woningwet
x
Handhaven huidig niveau.
Drank- en Horecawet
x
Handhaven huidig niveau.
Onderwijshuisvesting
x
Ingebruikname van de nieuwbouw van het Comenius College en start nieuwbouw IJsselcollege.
Leerplichtwet
x
Handhaven huidig niveau.
Wet publieke gezondheid
x
Handhaven huidig niveau en herijken actieplan Welzijn en zorg.
Paspoortwet
x
Handhaven huidig niveau en kwalitatieve verbeteringsslag.
Kinderopvang
x
Handhaven huidig niveau en rapporteren via systematiek van het Rijk.
Leerlingenvervoer
x
Handhaven huidig niveau en rapporteren via systematiek van het Rijk.
Wet BRP
x
Handhaven.
Wet op de jeugdzorg
x
Handhaven en voor het eerst over rapporteren.
Participatiewet
x
Handhaven en voor het eerst over rapporteren.
163
164
PROGRAMMABEGROTING 2015
finan ciële begro g ting Financiële begroting
PROGRAMMABEGROTING 2015
165
4. Financiële begroting
4.1. Algemeen De raad stelt de programmabegroting vast op het niveau van de programma’s. Dat wil zeggen, dat hij de budgetten voor 2015 voor de programma’s vaststelt op de bedragen, zoals genoemd in de tabellen in de programma’s. Hij autoriseert daarmee het college om ter uitvoering van de programmabegroting de aangegeven budgetten te besteden.
4.2. Overzicht van baten en lasten Onderstaand overzicht bevat een recapitulatie van de in het programma’s opgenomen (meerjaren)ramingen. Ook zijn hierin de rekeningcijfers over 2013 en de begrote bedragen voor 2014 opgenomen. De autorisatie van de raad heeft betrekking op het jaar 2015. Lasten Programma
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
0. Bestuur
N
14.971
N
14.011
N
9.205
N
8.962
N
9.085
N
9.143
1. Belastingen
N
1.402
N
1.094
N
1.077
N
1.077
N
1.077
N
1.077
2. Openbare orde en veil.
N
5.933
N
6.158
N
6.300
N
6.300
N
6.257
N
6.257
3. Buitenruimte - Grijs
N
10.642
N
13.614
N
10.023
N
10.876
N
10.180
N
10.776
4. Buitenruimte - Groen
N
4.423
N
5.312
N
5.054
N
4.671
N
4.678
N
4.682
5. Economische zaken
N
926
N
7.536
N
842
N
885
N
885
N
885
6. Werk en Inkomen
N
53.022
N
57.378
N
49.794
N
52.199
N
54.631
N
56.677
7. Volkshuisvesting
N
3.496
N
1.576
N
1.427
N
1.426
N
1.424
N
1.424
8. Ruimtelijke ordening
N
1.543
N
2.470
N
1.235
N
1.210
N
1.184
N
1.180
9. Milieu
N
10.874
N
15.756
N
13.533
N
11.787
N
11.798
N
12.102
10. Grondexploitaties
N
5.371
N
4.818
N
3.786
N
2.325
N
2.129
N
2.129
11. Onderwijs
N
8.020
N
8.204
N
6.374
N
7.746
N
5.989
N
9.034
12. Sociale infrastructuur
N
25.401
N
27.671
N
25.670
N
25.777
N
25.616
N
25.564
13. Cultuur
N
3.549
N
3.282
N
3.191
N
3.191
N
3.191
N
3.191
14. Sport en recreatie
N
5.035
N
5.120
N
6.826
N
6.173
N
5.318
N
5.418
15. Financiën
N
3.846
N
4.250
N
12.597
N
12.355
N
12.652
N
12.350
Totaal Lasten
N
158.454
N
178.250
N
156.934
N 156.094
N
161.889
N 156.960
166
PROGRAMMABEGROTING 2015
Baten Programma
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
0. Bestuur
V
1.345
V
1.175
V
1.319
V
1.319
V
1.319
V
1.319
1. Belastingen
V
11.082
V
11.321
V
11.566
V
11.566
V
11.566
V
11.566
2. Openbare orde en veil.
V
118
V
107
V
107
V
107
V
107
V
107
3. Buitenruimte - Grijs
V
1.677
V
2.105
V
1.694
V
1.591
V
1.591
V
1.591
4. Buitenruimte - Groen
V
259
V
446
V
258
V
258
V
258
V
258
5. Economische zaken
V
549
V
5.973
V
573
V
573
V
573
V
573
6. Werk en Inkomen
V
46.106
V
49.700
V
45.608
V
48.795
V
49.934
V
51.889
7. Volkshuisvesting
V
2.484
V
272
V
184
V
95
V
35
V
35
8. Ruimtelijke ordening
V
554
V
155
N
0
N
0
N
0
N
0
9. Milieu
V
13.020
V
17.002
V
15.104
V
13.102
V
12.999
V
13.321
10. Grondexploitaties
V
3.862
V
2.898
V
2.637
V
1.513
V
1.317
V
1.317
11. Onderwijs
V
1.851
V
2.297
V
1.731
V
1.731
V
1.731
V
1.731
12. Sociale infrastructuur
V
2.480
V
2.937
V
2.852
V
2.882
V
2.882
V
2.882
13. Cultuur
V
380
V
22
N
0
N
0
N
0
N
0
14. Sport en recreatie
V
1.308
V
318
V
300
V
300
V
300
V
300
15. Financiën
V
76.866
V
78.724
V
73.998
V
74.062
V
74.012
V
72.763
Totaal Baten
V
163.941
V
175.452
V
157.931
V 157.894
V
158.624
V
159.652
Saldo van baten en lasten
PROGRAMMABEGROTING 2015
Programma
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
0. Bestuur
N
13.626
N
12.836
N
7.886
N
7.643
N
7.766
N
7.824
1. Belastingen
V
9.680
V
10.227
V
10.489
V
10.489
V
10.489
V
10.489
2. Openbare orde en veil.
N
5.815
N
6.051
N
6.193
N
6.193
N
6.150
N
6.150
3. Buitenruimte - Grijs
N
8.965
N
11.509
N
8.329
N
9.285
N
8.589
N
9.185
4. Buitenruimte - Groen
N
4.164
N
4.866
N
4.796
N
4.413
N
4.420
N
4.424
5. Economische zaken
N
377
N
1.563
N
269
N
312
N
312
N
312
6. Werk en Inkomen
N
6.916
N
7.678
N
4.186
N
3.404
N
4.697
N
4.788
7. Volkshuisvesting
N
1.012
N
1.304
N
1.243
N
1.331
N
1.389
N
1.389
8. Ruimtelijke ordening
N
989
N
2.315
N
1.235
N
1.210
N
1.184
N
1.180
9. Milieu
V
2.146
V
1.246
V
1.571
V
1.315
V
1.201
V
1.219
10. Grondexploitaties
N
1.509
N
1.920
N
1.149
N
812
N
812
N
812
11. Onderwijs
N
6.169
N
5.907
N
4.643
N
6.015
N
4.258
N
7.303
12. Sociale infrastructuur
N
22.921
N
24.734
N
22.818
N
22.895
N
22.734
N
22.682
13. Cultuur
N
3.169
N
3.260
N
3.191
N
3.191
N
3.191
N
3.191
14. Sport en recreatie
N
3.727
N
4.802
N
6.526
N
5.873
N
5.018
N
5.118
15. Financiën
V
73.020
V
74.474
V
61.401
V
61.707
V
61.360
V
60.413
Totaal Saldo van baten en lasten
V
5.487
N
2.798
V
997
V
934
V
2.530
N
2.237
Mutaties reserves
N
3.983
V
3.811
N
1.004
V
680
N
1.652
V
1.901
V
1.504
V
1.013
N
7
V
1.614
V
878
N
336
Afrondingen
N
1
V
1
V
3
N
1
Totaal Resultaat
V
V
1.012
N
6
V
1.617
V
N
337
167
1.504
878
Grafische weergave van lasten en baten: 4%
6%
3%
6%
8%
0. Bestuur (9,2 mln. = 6%) 1. Belastingen (1,1 mln. = 1%)
4%
32%
2. Openbare orde en veiligheid (6,3 mln. =4%)
Las pro 201
1%
1%
Lasten per programma in%
2%
3. Buitenruimte grijs (10,0 mln. =6%)
16%
4. Buitenruimte grijs (5,1 mln. = 3%)
9%
5. Economische zaken (0,8 mln. = 1%)
2% 4%
6. Werk en Inkomen (49,8 mln. = 32%) 7. Volkshuisvesting (1,4 mln. = 1%)
1% 1%
8. Ruimtelijke ordening (1,2 mln. =1%) 9. Milieu (13,5 mln. = 9%) 10. Grondexploitaties (3,8 mln.= 2%) 11. Onderwijs (6,4 mln. = 4%) 12. Sociale infrastructuur (25,7 mln. =16%) 13. Cultuur (3,2 mln. = 2%) 14. Sport (6,8 mln. = 4%) 15. Financien excl.mutaties reserves (12,3 mln. = 8%)
Dekkingsmiddelen totale begroting in % 43% 9%
algemene uitkering (68,1 mln. = 43,2%) specifieke uitkeringen ( 51,2 mln. = 32,4%)
1%
8%
belastingen (11,6 mln. = 7,3%)
7%
heffingen (11,9 mln. = 7,5%) leges (1,5 mln. = 0,9 %)
32%
overige (excl. mutaties reserves 13,5 mln.=8,6%)
Las pro 201
4.3. Begrotingsresultaat De overzichten laten zien, dat het totaal saldo van baten en lasten in de begroting voor 2015 sluit met een nadelig saldo van € 6. Aangezien de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves formeel niet als lasten en baten worden gezien, is in bovenstaande overzichten afzonderlijk het resultaat vóór bestemming zichtbaar gemaakt als zijnde het totaalresultaat van de baten en lasten van de programma’s. Hieronder worden de mutaties van en naar de reserves, gesaldeerd, vermeld. Tevens wordt aangegeven voor welk programma ze zijn. De mutaties vallen uiteraard eveneens onder het budgetrecht van de raad. Zie bij 4.8 Reserves en voorzieningen. (V= een onttrekking uit en N= een dotatie aan de reserve). Programma
Resultaatverdeling
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
Totaal Saldo van baten en lasten
V
5.488
N
2.798
V
997
V
936
V
2.530
N
2.237
N
196 V
12
N
646
N
674
V
27
V
140
V
210
Mutaties in reserves 0
Reserve eenmalig
0
Algem. reserve vrij besteedbaar
2
Reserve eenmalig
V
189
3
Res. onderhoud verhardingen
N
1.470
-
168
PROGRAMMABEGROTING 2015
Rekening 2013
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming 2018
3
Res. water
N
493
N
312
V
263
V
54
N
378
V
69
3
Res. openbare verlichting
N
356
N
425
N
275
N
17
V
91
V
94
3
Res. civieltechnische werken
N
143
V
18
N
83
V
34
V
34
V
46
3
Res. speelplaatsen
N
148
N
28
V
25
V
49
V
49
V
87
3
Reserve eenmalig
N
447
V
1.965
3
Res. verkeersvoorzieningen
N
88
N
88
N
88
N
88
N
88
3
Algemene reserve
V
120
V
575
V
575
V
575
V
575
4
Res. groen
N
315
V
189
V
311
V
83
V
91
V
95
5
Egalisatiereserve Centrummarkt
N
1
N
7
N
7
N
7
N
7
N
7
5
Reserve eenmalig
N
326
V
580
6
Eg.Res.Wet Werk.naar Vermogen
N
1.785
6
Res. frictiekosten ombuigingen
V
200
6
Reserve Eenmalig
V
9
V
8
V
8
V
8
7
Reserve Grondexploitaties
V
24
V
24
7
Reserve Eenmalig
V
90
8
Reserve eenmalig
N
358
V
516
9
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing
N
648
N
147
V
92
V
272
V
341
V
341
9
Egalisatiereserve rioolrechten
N
451
N
407
N
450
N
364
N
305
N
312
9
Reserve milieu
V
81
V
350
9
Reserve eenmalig
V
93
10
Res. herstruct.actief grondbeleid
V
759
N
5.608
V
300
V
300
V
300
V
300
11
Res. groot ingrijpend onderhoud
V
11
V
949
11
Reserve grote investeringen
N
787
N
315
N
1.135
V
947
N
803
V
2.262
11
Res. Wet Maatsch. Ondersteuning
V
254
V
468
V
468
11
Reserve eenmalig
N
397
V
501
12
Res. Wet Maatsch.Ondersteuning
N
254
N
468
N
175
N
17
N
53
N
132
12
Reserve Welzijnsfonds
N
531
N
188
V
132
V
127
12
Reserve Armoedefonds
N
0
V
190
V
3
V
3
12
Reserve Sociaal Noodfonds
N
3
12
Reserve Capelle 2020
V
453
V
569
12
Reserve Jeugd
V
25
N
2.000
12
Reserve eenmalige uitgaven
N
15
V
11
13
Algemene reserve vrij besteedbaar
N
65
13
Res. kunstaankopen/kunstopdrachten
N
5
13
Res. nw. initiatieven evenementenbeleid
N
20
14
Res. gemeentelijk sportfonds
V
20
14
Res. tijdelijke sporthal Schenkel
V
169
14
Res. renovatie sportpark Schenkel
V
8.750
14
Res. renovatie sportpark ‘t Slot
Programma
Resultaatverdeling
PROGRAMMABEGROTING 2015
169
V
1.626
Programma
Resultaatverdeling
Rekening 2013
14
Reserve grote investeringen
14
Res. sportpark Couwenhoek
V
4.800
14
Res. herstruct. actief grondbeleid
N
6.308
14
Reserve eenmalige uitgaven
V
3
14
Algemene res. vrij besteedbaar
15
Egalisatiereserve bedrijfsvoering
V
15
Egalisatiereserve BTW comp.fonds
15
Algemene reserve vrij besteedbaar
15
Reserve groot ingrijpend onderhoud
15
Begroting 2014
Raming 2015
Raming 2016
1.500
N
0
V
847
N
454
N
490
N
490
N
1.699
N
1.149
N
1.149
N
1.652
V
1.901
N
1
N
337
353
N
1.305
273
V
1.005
N
287
V
105
V
30
V
100
V
2.400
V
400
Reserve grote investeringen
N
884
N
1.173
N
2.162
15
Reserve Eenmalig
V
1.491
N
358
V
235
15
Reserve Eenmalig
V
25
15
Reserve ICT
V
592
15
Reserve ICT
N
191
N
507
V
320
15
Reserve investeringen ICT
V
760
15
Alg. reserve 2013 vrij besteedbaar
N
1.053
Totaal mutaties in reserves
N
3.983
V
3.811
N
1.004
V
680
N
1
V
1
V
1
V
1.012
N
6
V
1.617
Totaal Resultaat
V
1.505
Raming 2018
V V
Afrondingen
Raming 2017
V
878
170
PROGRAMMABEGROTING 2015
Begroting 2015-2018: Incidentele Baten en Lasten (* € 1.000) Incidentele baten Omschrijving
2015
Incidentele lasten
2016
2017
2018
2015
2016
2017
Programma 0 - Extra budget verkiezingsjaar
2018 N
Programma 0 - Geen verkiezingen in 2016
V
Programma 3 - Gratis reizen met openbaar vervoer 65+ in 2015 tot en met 2018 met dekking Algemene reserve vrij besteedbaar (1e wijziging 2014 1.6.3)
V
575
V
575
Programma 9 - Railscherm Schollevaar (VJN 2013 5.10.1): hogere voorbereidingskosten voor het railscherm en evenredig hogere subsidie hiervoor
V 2.750
V
426
Programma 11 - Contractverlening leerlingenvervoer van 1 jaar bij RMC (Reserve WMO)
V
V
575
V
575
468
69
N 575
N 575
N 2.750
N 426
N 575
V 2.262
V
Programma 14 - eenmalige kapitaallasten in sporthal Lijstersingel (dekking reserve grote investeringen)
V 1.500
132
Programma 14 -Kapitaallasten SBWRM sportpark Couwenhoek; reserve grote investeringen (VJN2014 2.17.1) Totaal
N 2.262
V 1.750
Programma 12 - Onttrekking reserve Welzijnsfonds tbv uitbreiding podiumfunctie Capsloc (VJN 2013 2.13.7)
V
N 1.750
127
N 132
N 127
N 1.500
V
V 5.425
N 575
N 468
Programma 11 - Huisvesting openbaar voortgezet onderwijs - slopen en bouwrijp maken Ijsselcollege (reserve grote projecten) Programma 11 - Huisvesting bijzonder voortgezet onderwijs - slopen en bouwrijp maken Comenius college (reserve grote projecten)
847
V 3.725
N 847
V
575
V 2.837
N 5.425
N 3.656
N 575
N 2.855
Begroting 2015-2018: Structurele mutaties reserves (* € 1.000) Onttrekkingen
Toevoegingen
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018
Programma 3 - Reserves IBOR
288
164
314
506
1.120
105
466
88
Programma 4 – Reserve IBOR
311
83
91
95 7
7
7
7
23
23
14
14
450
364
305
312
132
127
176
17
53
132
1.908
643
845
553
Programma 5 - Egalisatiereserve Centrummarkt Programma 6 - Noodfonds
23
23
14
14
Programma 9 - Egalisatiereserve afvalstofheffing
92
272
341
341
Programma 9 - Egalisatiereserve rioolrechten Programma 10 - Reserve herstructurering actief grondbeleid
300
300
Programma 11 - Welzijnsfonds
132
127
300
300
Programma 12 - reserve WMO Totaal
PROGRAMMABEGROTING 2015
171
858
969
18
1.060
1.256
4.4. Overzicht algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen van de gemeente bestaan uit: 1. Algemene uitkering uit het gemeentefonds 2. Gemeentelijke belastingen 3. Commerciële contracten 4. Dividenden 5. Onvoorzien Ad 1 Algemene uitkering uit het gemeentefonds Het Kabinet heeft besloten de normeringsystematiek van samen de trap op en samen de trap af met ingang van 2012 weer te herstellen. De omvang van het Gemeentefonds is daarmee weer gekoppeld aan de netto (gecorrigeerde) rijksuitgaven. Dit betekent dat het Gemeentefonds meebeweegt met de bezuinigingen en (extra) uitgaven die het rijk doet. Jaarlijks wordt het fonds aangepast aan de nominale ontwikkelingen (loon- en prijsmutaties), reële groei (inwoners en dergelijke) en beleidsintensiveringen bij het Rijk. In de ramingen voor de begroting 2015 en meerjarenraming is rekening gehouden met de uitkomst van de decembercirculaire 2013, de voorlopige uitkomst van de herijking (groot onderhoud) gemeentefonds 1e fase per 1 januari 2015 en de actualisatie van het aantal inwoners, woningen en bijstandsontvangers. De effecten daarvan zijn u meegedeeld bij de Voorjaarsnota 2014. De effecten van de meicirculaire 2014 zijn, in verband met de impact van de drie grote decentralisaties op de begroting 2015 en volgende jaren, verwerkt in de 1e wijziging op de begroting 2015 en worden daar nader toegelicht. Ad 2 Gemeentelijke belastingen Uitgangspunt voor de gemeentelijke belastingen is een trendmatige verhoging van de tarieven. Voor 2015 is deze 1,75%. Ad 3 Commerciële contracten Dit betreft baten die worden verkregen uit reclame-uitingen langs de openbare weg. Ad 4 Dividenden Betreft de opbrengst van dividenden van de NV Eneco, de NV Evides en de NV Bank Nederlandsche Gemeenten. Ad 5 Onvoorzien Wij hanteren voor onvoorzien een bedrag per inwoner. Bij de VJN2014 2.16.4 heeft u besloten om dit bedrag op € 0,50 per inwoner vast te stellen. Dit bedrag is lager dan de norm van de provincie. Volstaan kan worden met een lagere norm, omdat onvoorziene lasten bij het product Bouwgrondexploitaties opgevangen worden door de reserve Risico grondexploitaties. In onderstaand overzicht zijn de bedragen (x € 1.000,--) vermeld zoals die in deze begroting zijn verwerkt. Dekkingsmiddel
Rek.2013
Beg.2014
2015
2016
2017
2018
Algemene uitkering
V 70.034
V 72.035
V 68.145
V 68.652
V 68.462
V 67.722
Gemeentelijke belastingen
V 11.068
V 11.321
V 11.566
V 11.566
V 11.566
V 11.566
Commerciële contracten
V 589
V 609
V 609
V 609
V 609
V 609
Dividenden
V 3.144
V 3.020
V 2.505
V 2.505
V 2.505
V 2.505
Rentekosten en -baten
N 362
N 501
N 757
N 1.120
N 1.314
N 1.365
Onvoorzien
N
N 24
N 25
N 33
N 33
N 33
Totaal
V 84.473
V 86.460
V 82.043
V 82.179
V 81.795
V 81.004
0
Onvoorzien In bovenstaande ramingen zijn (in programma 15) voor onvoorziene lasten de volgende bedragen opgenomen: Omschrijving
2015
2016
2017
2018
Post onvoorziene lasten
N 25
N 33
N 33
N 33
172
PROGRAMMABEGROTING 2015
4.5. Financiële positie Ten behoeve van een juist oordeel over de begroting, evenals met het oog op de continuïteit van de gemeente is het van belang inzicht te verschaffen in de financiële positie. Factoren die bij de beoordeling van de financiële positie een rol spelen, zijn vooral de ramingen in begroting en meerjarenraming, de vermogenspositie en de risico’s en te verwachten ontwikkelingen. Hieronder wordt nader op deze aspecten ingegaan. Raming begrotingsjaar en meerjarenraming (§ 4.6) Vermogenspositie(§ 4.7) Stand en verloop reserves en voorzieningen(§ 4.8) Investeringen(§ 4.9) Financiering(§ 4.10) Risico’s en belangrijke ontwikkelingen(§ 4.11)
4.6. Raming begrotingsjaar en meerjarenraming Zoals vermeld in hoofdstuk 2 Beleid voor de komende jaren, evenals in dit hoofdstuk, geven het Begrotingsjaar 2015 en de meerjarenraming geen sluitend beeld te zien. In de 1e begrotingswijziging 2015 zullen we maatregelen nemen om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting.
4.7. Vermogenspositie Belangrijk ter beoordeling van de financiële soliditeit van de gemeente is, naast de risicoparagraaf (zie bijlagenboek), de aanwezigheid van een buffer om risico’s te kunnen dragen. Deze buffer komt tot uitdrukking in het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen in financiële zin wordt voornamelijk bepaald door de omvang van het eigen vermogen, in het bijzonder de (vrije) reserves. Als vrije reserves worden aangeduid de vermogensbestanddelen die niet worden aangewend voor uitgaven in de exploitatiesfeer, maar fungeren als buffer, waaruit zonodig risico’s kunnen worden afgedekt. Op basis van de in 2013 vastgestelde nota Weerstandsvermogen en Financieel Risicomanagement blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente voldoende is. Zie voorts paragraaf A.
4.8. Reserves en voorzieningen De stand en het verloop van de reserves en voorzieningen binnen de gemeente zien er als volgt uit, waarbij onderscheiden worden de categorieën Algemene Reserves, Bestemmingsreserves en Voorzieningen. (bedragen x € 1.000,--) Naam reserve/voorziening
saldo begin 2015
saldo begin 2016
saldo begin 2017
saldo begin 2018
saldo begin 2019
A: Algemene reserves Minimum niveau 10 miljoen
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
5.838
6.448
5.873
5.298
4.723
15.838
16.448
15.873
15.298
14.723
Egalisatie rioolrechten
2.247
2.697
3.061
3.366
3.678
Egalisatie afvalstoffenheffing
2.512
2.420
2.148
1.807
1.466
Subtotaal rubriek B1:
4.759
5.117
5.209
5.173
5.144
26
313
767
1.258
1.749
653
407
396
396
396
Vrij besteedbaar *) Subtotaal rubriek A:
B: Bestemmingsreserves B1: Bestemmingsreserves voor egalisatie tarieven
B2 : Overige bestemmingsreserves B2-1: Diverse overige bestemmingsreserves Egalisatiereserve bedrijfsvoering Eenmalige uitgaven
PROGRAMMABEGROTING 2015
173
(bedragen x € 1.000,--) Naam reserve/voorziening Kunstaankopen/kunstopdrachten
saldo begin 2015
saldo begin 2016
saldo begin 2017
saldo begin 2018
saldo begin 2019
47
47
47
47
47
6.800
6.800
6.800
6.800
6.800
Grondexploitaties
571
571
571
571
571
Reserve Capelle 2020
252
252
252
252
252
Reserve ISV 2
110
110
110
110
110
Sociaal Noodfonds
264
264
264
264
264
Egalisatie BTW compensatiefonds
100
0
0
0
0
15.122
14.822
14.522
14.222
13.922
25
25
25
25
25
Grote Investeringen
4.255
6.052
5.957
7.909
6.796
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
2.000
1.707
1.724
1.777
1.909
ICT
2.983
2.663
2.663
2.663
2.663
0
0
0
0
0
22
29
36
43
50
719
587
460
460
460
20
20
20
20
20
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Openbare Ruimte c.s.
25.750
26.271
26.129
26.189
25.676
Subtotaal rubriek B2-1:
61.719
62.940
62.743
65.006
63.710
1.339
1.339
1.339
1.339
1.339
Groot ingrijpend onderh.schoolgebouwen
0
0
0
0
0
Renovatie Sportpark Schenkel
0
0
0
0
0
1.339
1.339
1.339
1.339
1.339
Subtotaal rubriek B2:
63.058
64.279
64.082
66.345
65.049
Totaal Reserves (Rubriek A + B)
83.655
85.844
85.164
86.816
84.916
7.379
7.472
6.990
7.988
8.986
Nog uit te voeren werken bouwgr.expl.
0
0
0
0
0
Herstel rioleringen
0
0
0
0
0
81
81
81
81
81
5.693
5.727
5.764
5.803
5.844
988
1.064
1.140
1.216
1.292
2.774
2.763
2.752
2.741
2.730
16.915
17.107
16.727
17.829
18.933
100.570
102.951
101.891
104.645
103.849
Participatiewet
Herstructurering Actief Grondbeleid Cultuur
Milieu Egalisatie Centrummarkt Reserve Welzijnsfonds Nieuwe initiatieven evenementenbeleid Jeugdhulp
B2-2: Administratief technische reserves Investeringen ICT
Subtotaal rubriek B2-2:
C: Voorzieningen Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Diverse (verliesgevende) complexen Dubieuze debiteuren Pensioenen Wethouders Fonds nazorg bodemsanering Subtotaal rubriek C
TOTAAL GENERAAL (A+B+C)
174
PROGRAMMABEGROTING 2015
Aan u wordt voorgesteld door vaststelling van de financiële begroting de hierboven vermelde mutaties voor 2015 in de categorieën A en B te autoriseren. De mutaties in de categorie C zijn opgenomen in de ramingen van de programma’s, zodat de autorisatie daarvan bij de programmabudgetten plaatsvindt. De nadere specificatie van bovenstaande mutaties is opgenomen in de bijlage Reserves en voorzieningen.
Algemene toelichting: Algemene reserves Algemene reserves zijn reserves met het karakter van een buffer, ter dekking van onverwachte tegenvallers en risico’s. Het minimumniveau voor de algemene reserve is bepaald op € 150,-- per inwoner (afgerond € 10 miljoen). In dit saldo is tevens begrepen € 1 miljoen als vaste minimumbuffer voor risico’s grondexploitaties en € 1,5 miljoen als reservering tot 1 januari 2016 voor garanties en vrijwaringen door de verkoop van de aandelen AVR. Naast de algemene buffer van € 10 miljoen is er een reserve vrij besteedbaar van € 3,8 miljoen. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves kunnen alleen worden aangewend voor het doel dat aan de reserves is gekoppeld en zijn dus niet vrij besteedbaar. Wel kan de raad besluiten tot wijziging van de bestemming. Administratief technische reserves Als gevolg van het Besluit Begroting en Verantwoording moet investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. De kapitaallasten van een beperkt aantal specifieke investeringen worden gedekt uit de daarvoor gevormde reserves. In lijn met de transformatie van de begroting is het streven dit verder terug te dringen. Voorzieningen Een voorziening wordt volgens de voorschriften gevormd als sprake is van een te kwantificeren financiële verplichting of risico. Ze moet de omvang hebben van de desbetreffende verplichting of het desbetreffende risico.
PROGRAMMABEGROTING 2015
175
4.9. Investeringen De voor 2015 geplande investeringen belopen in totaal een bedrag van €35,8 miljoen. Het totale meerjareninvesteringsplan ziet er, gerangschikt naar programma, als volgt uit (bedragen x € 1.000,--): Investering KVS
Facilitaire zaken inventaris/verbouwingen
KVS KVS
2015
2016
2017
2018
270
1.743
0
64
Gladheidbestrijding
25
25
25
25
Eigen voertuigen en hulpstukken
25
25
25
25
Bedrijfsvoering
320
1.793
50
114
00.07
Stemmachine
108
0
0
0
03.01
Onderhoud verhardingen
6.790
6.352
4.599
4.599
03.02
Openbare verlichting
2.011
891
432
381
03.07
Verkeersvoorzieningen en bewegwijzering
686
0
0
0
03.09
Civieltechnische werken
306
1.092
0
0
03.10
Water
1.447
1.606
350
350
03.11
Speelplaatsen
479
66
173
135
04.01
Beheer en onderhoud groenvoorziening
452
354
139
139
09.01
Ophalen en Verwerken Huishoudelijk Afval
2.118
819
0
440
09.02
Riolering en Waterzuivering
6.085
9.386
4.405
5.166
11.03
Onderwijs huisvesting algemene kosten
600
600
600
600
11.34
Huisvesting Openbaar Voortg. Onderwijs
6.396
7.418
2.774
4.800
11.34
Huisvesting Bijzonder Voortg.Onderwijs
1.796
450
425
0
12.10
Buurtcentra
0
0
0
0
12.21
Aanschaf rolstoelen
345
345
345
345
14.03
Sportterreinen
1.053
0
0
0
30.671
29.380
14.242
16.953
Onderhoud gemeentehuis en werf
3.631
1.986
804
562
Onderhoud andere gemeentelijke gebouwen
1.077
1.821
1.069
1.060
94
94
94
94
4.802
3.901
1.966
1.716
35.074
16.258
18.784
Producten
Vrz
Overige uitgaven
Voorziening
In de begrotingsperiode verwachte investeringen
35.792
Voorgesteld wordt de voor 2015 geraamde bedragen te autoriseren.
4.10. Financiering (Treasury) In de Wet Financiering Overheden (FIDO) zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie. Ter voldoening aan de wet is een tweetal instrumenten ingevoerd, te weten: het financieringsstatuut en de treasuryparagraaf. In het statuut is de ‘beleidsmatige structuur’voor de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. De uitvoering van het treasurybeleid vindt haar weerslag in de financieringparagraaf bij de begroting en het jaarverslag.
176
PROGRAMMABEGROTING 2015
4.11. Risico’s en belangrijke ontwikkelingen Voor de begroting 2015 zijn de risico’s geactualiseerd. Voor verdere informatie over de risico’s verwijzen wij u naar de paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Daarin wordt de relatie gelegd tussen de weerstandscapaciteit en de mogelijke risico’s. De volledige risicoparagraaf is opgenomen in het bijlagenboek.
4.12. Conclusie De meerjarige begrotingspositie is inclusief het tegelijkertijd voorliggend voorstel 1e begrotingswijziging 2015 sluitend. Zoals in de paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing is aangegeven, is de vermogenspositie van de gemeente voldoede. Samenvattend kan de financiële positie als voldoende worden beoordeeld.
PROGRAMMABEGROTING 2015
177
178
PROGRAMMABEGROTING 2015
5. Vaststelling Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Capelle aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 10/11 november 2014. De griffier, De voorzitter,
De vaststelling van de Programmabegroting door de raad omvat de beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. De financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. De autorisatie van de budgetten door de raad vindt plaats op programmaniveau. Deze budgetten zijn inclusief de mutaties van en naar de voorzieningen. Met vaststelling van de financiële begroting autoriseert de raad de mutaties voor 2015 van en naar de reserves, evenals de voor 2015 geraamde investeringskredieten en welzijnsubsidies. Via de paragraaf Bedrijfsvoering stelt de raad het budget voor de bedrijfsvoering beschikbaar. Met de Risicoparagraaf bevestigt de raad de risico’s naar de laatste stand van zaken.
PROGRAMMABEGROTING 2015
179