SA 2005-0061 ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL
ZITTING VAN 8 SEPTEMBER 2005 Inzake De heer A, xxx, en zijn echtgenote mevrouw B, samenwonende te xxx, optredend in eigen naam alsmede in hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van hun minderjarige dochter, C; En de heer D, wonende te xxx En mevrouw E, wonende te xxx Eisers Ter zitting vertegenwoordigd door de heer A, voornoemd, en Meester xxx, advocaat, met kantoor te xxx
En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in de Kruispuntbank Ondernemingen onder het nummer xxx Verweerster Ter zitting vertegenwoordigd door xxx;
Hebben ondergetekenden: 1. Mevrouw xxx, xxx, kantoorhoudende te xxx, in haar hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; 2. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de gebruikers; 3. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector
Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale overheidsdienst Economie, K.M.O, Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het Arbitraal College rechtsmacht heeft om van onderhavig geschil kennis te nemen. Partijen hebben schriftelijk hun akkoord bevestigd m.b.t. de arbitrale procedure.
1
SA 2005-0061
Overeenkomstig het door partijen aanvaard geschillenreglement werd de vordering rechtsgeldig aanhangig gemaakt door middel van het daartoe bestemde vragenformulier, aangetekend verzonden op 30 december 2004. De partijen werden behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven dd. 2 mei 2005 om te verschijnen op de zitting van het Arbitraal College van 8 september 2005, waarbij beide partijen zijn verschenen, vertegenwoordigd zoals hoger aangegeven.
*
*
*
De Feiten 1. Uit de stukken van het dossier blijkt dat eisers bij verweerster een verblijf in Y boekten met heenreis op 31 december 2003 en terugreis op 2 januari 2004 voor vier volwassenen en een minderjarige. Dit weekend omvatte twee overnachtingen met ontbijt in het Y voor een totale prijs van 2873,00 EUR. Eisers boekten dit weekend uit de brochure ‘xxx’ van verweerster, waarvan verweerster de Franstalige versie voorbrengt en waarin de Y als volgt wordt omschreven: ‘Charme, calme et discrétion au 3ème étage de l’hôtel avec ascenseur et bureau de réception privatifs. Salon-bar privé ou sont servis le petit-déjeuner et des boissons non alcoolisées toute la journée, salon de thé tous les jours. Accès direct à l’entrée xxx’ Vrije vertaling ‘Charme, rust en discretie op de derde verdieping van het hotel met private lift en ontvangstbalie. Privé salon-bar waar het ontbijt wordt opgediend, alsook niet-alcoholische dranken gedurende de ganse dag, dagelijks theesalon. Rechtstreekse toegang aan de inkom van het xxx’
2. Bij aankomst in Y werd aan eisers medegedeeld dat zij om reden van een overboeking niet konden overnachten in de door hen geboekte vip- kamers van de Y, doch hun intrek zouden moeten nemen in de standaardkamers gelegen in de westvleugel van het hotel. Ter compensatie voor de foutieve boeking werd aan eisers de mogelijkheid verleend de faciliteiten van de Y, met name de salonbar, het dagelijks theesalon en de rechtstreekse toegang tot het park, te gebruiken. Eisers hebben verweerster onmiddellijk van de overboeking op de hoogte gebracht via de noodlijn verweerster, doch er kon geen andere oplossing worden voorgesteld. Eisers hadden een verblijf in kamer met ontbijt geboekt en waren van plan oudejaarsavond en tegelijkertijd de verloving van de heer D met mevrouw E te vieren in één van de restaurants van het park. Ter plekke bleek evenwel dat de restaurants voor oudejaarsavond volledig volgeboekt waren, zodat eisers genoodzaakt waren de overgang naar het nieuwe jaar te vieren met roomservice op hun hotelkamer. Het aanbod van het Y om tegen een prijs van 250 EUR/persoon alsnog een diner te nuttigen, werd door eisers geweigerd.
2
SA 2005-0061
Vermits eisers zich niet met de situatie konden verzoenen, hebben zij de volgende ochtend onmiddellijk de terugreis aangevangen
3. Bij thuiskomst hebben eisers via hun reisbemiddelaar hun klacht bevestigd bij schrijven van 2 januari 2004. Tot vergoeding van de geleden schade vorderden eisers de terugbetaling van de totale reissom. In haar antwoordschrijven dd. 26 januari 2004 erkent verweerster de foutieve boeking, maar onderlijnde zij eveneens dat aan eisers de toelating was verleend gebruik te maken van alle Y faciliteiten. Verweerster deelt mede dat de directie van het hotel een financiële tegemoetkoming voorstelt van 460,00 EUR, met name het prijsverschil tussen de gereserveerde kamer en de ontvangen accommodatie en voegt in bijlage een kredietnota voor voormeld bedrag. Ondanks het aandringen van verweerster, was de directie van Y niet bereid een bijkomende financiële tegemoetkoming toe te kennen aan eisers. Bij schrijven van 8 juli 2004 stelde de raadsman van eisers verweerster in gebreke tot terugbetaling van de totale reissom vermeerderd met 1000,00 EUR voor de verplaatsingskosten en de geleden genotsderving.
4. Gezien eisers er niet in slaagden een akkoord te bereiken met verweerster, maakten zij bij schrijven van 30 december 2004 (ontvangen op 4 januari 2005) hun klachten aanhangig bij de Geschillencommissie Reizen, door middel van het daartoe bestemde vragenformulier. In dit formulier vorderen eisers een schadevergoeding van 3873,00 EUR samengesteld als volgt: 2873,00 EUR voor de totale reissom 1000,00 EUR voor de genotsderving, de telefoonkosten en de herorganisatie van het eindejaars –en verlovingsfeest Bij besluiten dd. 1 juli 2005 heeft verweerster haar standpunt nader toegelicht. Eisers legden geen besluiten neer, doch verwezen naar de uitvoerige briefwisseling.
Beoordeling A.
De aansprakelijkheid van verweerster
5. Artikel 17 van de Reiscontractenwet, die de reisovereenkomst tussen eisers en verweerster beheerst, bepaalt: ‘De reisorganisator is aansprakelijk voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de bepalingen van het contract tot reisorganisatie redelijkerwijze mag hebben en voor de uit het contract voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze verplichtingen zijn uit te voeren door
3
SA 2005-0061 hemzelf dan wel door andere verstrekkers van diensten en zulks onverminderd het recht van de reisorganisator om deze andere verstrekkers van diensten aan te spreken’
6. Het reiscontract afgesloten tussen eisers en verweerster vermeldt uitdrukkelijk dat eisers een verblijf boekten omvattende twee overnachtingen met ontbijt in het Y. (eigen onderlijning) Uit de gegevens van het dossier blijkt bovendien op afdoende wijze dat een verblijf in de Y voor eisers van doorslaggevend belang was. De bestelbon geeft immers duidelijk aan dat eisers hun boeking afhankelijk maakten van de beschikbaarheid van twee Y kamers. Eisers lichtten toe dat zij de bedoeling hadden om het verlovingsfeest van hun zoon en de overgang van oud naar nieuw te vieren, genietend van de rust op hun hotelkamer op de derde verdieping of de aanpalende privé bar met een overweldigend uitzicht op het park. Hoewel eisers een verblijf in een Y – kamer hadden geboekt, werd hen, om reden van een overboeking, een standaardkamer in de westelijke vleugel van het hotel toegewezen. De door verweerster ter beschikking gestelde accommodatie beantwoordde aldus niet aan de bepalingen van het reiscontract en al helemaal niet aan de verwachtingen van eisers. Verweerster is bijgevolg in gebreke gebleven de bepalingen van het reiscontract uit te voeren, zodat haar aansprakelijkheid in deze betrokken is.
B.
De schade
7. Overeenkomstig artikel 18, §1 van de Reiscontractenwet is de reisorganisator aansprakelijk voor alle schade die het gevolg is van de niet-nakoming van zijn verplichtingen. In casu is verweerster bijgevolg aansprakelijk voor alle schade (moreel en materieel) die eisers hebben geleden ingevolge het feit dat de door hen geboekte Y kamers niet beschikbaar waren. Verweerster kan evenwel niet aansprakelijk gesteld worden voor het feit dat eisers niet de mogelijkheid hadden op oudejaarsavond een diner te genieten in het restaurant van het hotel. Uit het reiscontract blijkt immers duidelijk dat eisers een arrangement met ontbijt, echter zonder diner hadden geboekt. Gelet op de specifieke datum van het verblijf van eisers was dit weinig voorzichtig. Eisers hadden immers kunnen vermoeden dat veel hotelgasten oudejaarsavond in één van de restaurants van het park zouden doorbrengen. In deze omstandigheden kan verweerster niet aansprakelijk gehouden worden voor de gemiste feestmaaltijd van eisers, noch voor de noodzaak de festiviteiten naderhand thuis opnieuw over te doen. Verweerster kan evenmin verantwoordelijk geacht worden voor het volledig wegvallen van de reis van eisers. Door hun beslissing om hun verblijf voortijdig te beëindigen wegens de nonconformiteit van de geleverde accommodatie, hebben eisers de schade, die in hun hoofde ontegensprekelijk geleden was, immers nog doen toenemen. Eisers hadden immers de mogelijkheid om – weliswaar in een andere kamer dan deze die zij gereserveerd hadden – te genieten van een verblijf in het Y én van de faciliteiten van de Y. Door echter voortijdig hun verblijf af te breken, zijn eisers tekort geschoten aan de op hen rustende schadebeperkingsplicht.
4
SA 2005-0061 Een tekortkoming aan de schadebeperkingsplicht heeft als gevolg dat de schade die door eisers had kunnen worden vermeden, ten hunnen laste blijft. In casu betekent dit dat de schadelijke gevolgen van het voortijdig afbreken van het verblijf, meer bepaald het verlies van twee vakantiedagen én één nacht, niet aan verweerster kunnen worden toegerekend. Verweerster kan aldus niet aansprakelijk geacht worden voor het volledig wegvallen van de reis van eisers. Anderzijds blijft verweerster wel gehouden tot vergoeding van de materiële en morele schade door eisers geleden ingevolge de overboeking.
8. Aangezien eisers een verblijf in de Y hebben geboekt en hiervoor ook de overeenstemmende prijs hebben betaald, hebben zij door de niet-levering van de geboekte accommodatie materiële schade geleden. Deze schade bestaat uit het objectieve waardeverschil tussen een overnachting in een hotelkamer in de Y en een overnachting in een hotelkamer in de westelijke vleugel op de benedenverdieping van het Y en kan blijkens de gegevens in het dossier gewaardeerd worden op een bedrag van 460,00 EUR. De werkelijke schade door eisers geleden bedraagt uiteraard meer, dan het loutere waardeverschil tussen de geboekte en de ontvangen accommodatie Eisers hebben immers ook morele schade geleden en reisgenot gederfd, aangezien zij niet konden verblijven op een hotelkamer in de Y en ongestoord (zonder noodzakelijke verplaatsing over ong. 500 meter) genieten van de hiermee gepaard gaande bijzondere faciliteiten, een accommodatie die voor eisers doorslaggevend was. Eisers motiveren verder dat zij nooit naar Y afgereisd zouden zijn, indien zij op voorhand hadden geweten dat de door hen gereserveerde accommodatie overboekt was. Om die reden vorderen zij tevens vergoeding voor de nutteloze verplaatsingskost en -tijd. Eisers begroten deze schadepost voor de vijf reizigers samen op € 1.000. Vermits uit de gegevens van het dossier is gebleken dat de ‘Y’ accommodatie voor eisers inderdaad doorslaggevend was (zij verbleven er reeds 17 maal), komt de stelling van eisers dat zij – hadden zij de overboeking geweten – niet zouden zijn afgereisd, het Arbitraal College waarheidsgetrouw over. In deze omstandigheden komt de door eisers gevorderde bijkomende vergoeding voor morele schade en verplaatsingen het Arbitraal College gepast voor. Gelet op wat voorafgaat kunnen eisers derhalve aanspraak maken op een vergoeding van € 1460 voor materiële en morele schade samen.
C.
Klachtengeld
9. Niettegenstaande de objectieve gegrondheid van de klachten van eisers en hoewel verweerster onmiddellijk in kennis werd gesteld van de ernst van de situatie, weigerde verweerster de morele schade door eisers geleden ingevolge de overboeking in rekening te brengen bij de vaststelling van de hoegrootheid van haar financiële tegemoetkoming. Verweerster ging er ten onrechte van uit dat een terugbetaling van de niet-genoten diensten volstond. Een dergelijke zienswijze impliceert een vrijbrief voor toekomstige overboekingen, vermits het in deze redenering
5
SA 2005-0061 zou volstaan de reiziger de niet-genoten en door de reisorganisator ook niet betaalde diensten terug te betalen. Deze houding van verweerster heeft eisers ertoe gedwongen een procedure voor de Geschillencommissie Reizen in te leiden en zodoende procedurekosten te maken. Om deze redenen acht het Arbitraal College het aangewezen de procedurekosten, begroot op het door eisers voorgeschoten klachtengeld ten belope van 387,30 EUR, integraal en definitief ten laste van verweerster te leggen.
OM DEZE REDENEN Het Arbitraal College,
Verklaart rechtsmacht te hebben om van de vordering kennis te nemen; Verklaart de vordering van eisers toelaatbaar en in de hierna bepaalde mate als gegrond; Veroordeelt verweerster om aan eisers te betalen de som van 1460,00 EUR ten titel van schadeloosstelling; Verwijst verweerster eveneens in de kosten van het geding, begroot op het klachtengeld ten belope van 387,30 EUR, dat door eisers als waarborgsom werd gestort en aan eisers dient te worden terugbetaald. Wijst het meer- of andersgevorderde af als ongegrond.
Aldus uitgesproken met eenstemmigheid te Brussel op 08 september 2005. Het arbitraal College
6