SA 2004-0045
ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL
ZITTING VAN 29 APRIL 2004
Inzake
De heer A, xxx, en zijn echtgenote mevrouw B, samenwonende te xxx; en C, D en E, zelfde adres (minderjarigen); Eisers, Ter zitting niet aanwezig noch vertegenwoordigd ;
En OV, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer xxx, vergunning xxx ; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door Mevrouw xxx ;
Hebben ondergetekenden: De heer xxx, xxx, met kantoor te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld:
SA 2004-0045
Eisers treden op in eigen naam, bij gebreke aan een bijzondere machtiging door de heer Vrederechter ingevolge het bepaalde in artikel 410 § 1, 11° Ger. Wb, kan de vordering in hoofde van de minderjarige kinderen in zoverre ze werd gesteld, niet worden ontvangen. Immers, in de wet van 29.04.2001 werd artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek uitgebreid naar het wettelijk bestuur, zodat vaders en moeders in hun hoedanigheid van wettelijke beheerders van de goederen van hun minderjarige kinderen ertoe gehouden zijn om de speciale en voorafgaande toelating te vragen van de Vrederechter om een arbitrageovereenkomst in naam van hun minderjarige kinderen te ondertekenen. In de informatiebrochure van de Commissie werden eisers op pagina 17 hierop gewezen en werd hen eveneens de te volgen procedure meegedeeld (Informatiebrochure Geschillencommissie Reizen, pag. 17). Eisers hebben hieraan niet voldaan zodat de arbitrageprocedure enkel gevolg kan hebben ten aanzien van beide ouders, de heer A en mevrouw B
I
Wat de rechtspleging betreft:
De stukken van de rechtspleging werden onderzocht, inzonderheid het klachtenformulier door het secretariaat van de Geschillencommissie voor ontvangst afgestempeld op 31 oktober 2003. Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het arbitraal College bevoegd is om van onderhavig geschil kennis te nemen. De partijen hebben hun akkoord met betrekking tot de arbitrale procedure schriftelijk bevestigd. Er werden geen navolgende conclusies uitgewisseld Voor eisers werd een bundel overgemaakt op 16 januari 2004 en voor verweerster werd een bundel overgemaakt op 8 januari 2004. De partijen werden vervolgens behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven dd. 19 december 2004 om te verschijnen op de zitting van 29 april 2004; ter zitting verschenen partijen zoals hierboven aangegeven.
II
Wat de grond van de zaak betreft:
1.
In Feite
Eisers boekten op 4 maart 2003 een reis naar Spanje, met verblijf in Appartement Y, met vertrek op 12 juli 2003 en met terugkomst op 26 juli 2003; zij betaalden hiervoor 1.219,40 €. Eisers beklagen zich blijkens het klachtenformulier ( rubriek 17) over het volgende: -
‘het hen ter plaatse aangeboden appartement kwam niet overeen met het beloofde in de brochure. Zo beschikten eisers niet over een bruikbare garage en evenmin was er een kinderspeeltuin aanwezig. Het appartement was ook niet gelegen in de ‘onmiddellijke nabijheid van het strand’ (geen 150 meter maar wel 700 meter afstand)
SA 2004-0045
-
-
eisers bekwamen een garage maar deze was onbruikbaar. Het pad ernaar toe had een te grote hellingsgraad waardoor de aangeboden garage niet gebruikt kon worden. daardoor stalden zij de wagen buiten met schade tot gevolg. Eisers benadrukken voorts dat zij deze autovakantie hadden geboekt ‘in functie van de kinderen’.
Verweerster heeft een vergoeding voorgesteld tbv. 120 € (eerst eenmaal 60 € en vervolgens een tweede maal 60 €), wat volgens haar zeggen overeenkomt met 10 % van de verblijfskosten. Deze compensatie werd door eisers als onvoldoende van de hand gewezen. Bij gebreke aan een minnelijke regeling tussen partijen wordt onderhavige zaak voorgelegd aan het arbitraal College van de Geschillencommissie Reizen in zijn bovenvermelde samenstelling. Terzake de klachten vorderen eisers in de huidige procedure een schadevergoeding tbv.1.600 € (zie rubriek 20- klachtenformulier)
2.
Beoordeling
Het contract dat ter beoordeling voorligt is een contract van reisorganisatie en de Reiscontractenwet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van een dergelijk contract. [Wet 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisbemiddeling, “Reiscontractenwet”, B.S. 1 april 1994.] Bij toepassing van artikel 17 van de Reiscontractenwet is de reisorganisator ten opzichte van de reiziger contractueel aansprakelijk voor de goede uitvoering van het reiscontract, dit conform de termen van het reiscontract en de verwachtingen die de reiziger op basis hiervan redelijkerwijze mag hebben, ongeacht of de uit het contract voortvloeiende verplichtingen zijn uit te voeren door hemzelf dan wel door andere dienstenverstrekkers zoals de lokale appartementsverhuurder op wiens diensten beroep wordt gedaan (zie ook artikel 14 reisvoorwaarden verweerster). Deze verplichtingen dienen te worden samengelezen met artikel 6 van de Reiscontractenwet op grond waarvan de informatie uit de reisbrochure bindend is voor de reisorganisator (Ph. Thierry, “reiscontract”, Comm. Bijz. Ov., Art. 17-2, nr. 4) Derhalve dient eerst de productbeschrijving in de brochure te worden bekeken. De brochure vermeldt:
Residentie Y Ligging: op ca. 150m van het strand van Empuries; Het dorpscentrum van Y ligt op ca. 500m. Faciliteiten: recent opgetrokken residentie in kleinschalige laagbouw. Gratis gemeenschappelijke garage en gratis buurtparkeergelegenheid. Huisdieren niet toegelaten. Ter plaatse te betalen: kinderbedjes (€12/week).Verb Gratis gebruik van: het openluchtzwembad en de kinderspeeltuin. Accommodatie: modern ingerichte appartementen.
SA 2004-0045
Type 50: appartement max. 5 personen: woonkamer met 1-persoonsdivanbed. Twee slaapkamers met elk twee 1-persoonbedden. Badkamer met bad en handdouche en toilet. kitchenette met 3 vitrokeramische kookplaten, dampkap, elektrische oven en koffiezet. Balkon of terras met meubilair. Inbegrepen: water, gas en elektriciteit. De eindschoonmaak. Niet inbegrepen (ter plaatse te betalen): bedlinnen zelf meebrengen of te huur (€ 6/persoon/wissel). Bad- en keukenlinnen zelf meebrengen. Beoordeling: uiterst verzorgde appartementen die geschikt zijn voor families met kinderen. Uw oogappels kunnen zich uitleven in de tuin of in het zwembad. U kunt ook kiezen voor het strand dat op wandelafstand ligt. (de onderlijningen werden door Ons zelf aangebracht) Uit de behandeling en de debatten van de zaak is ten genoegen van recht gebleken dat de het verblijf op één essentieel punt niet overeenkwam met het beloofde. Het betreft de zogenaamde ‘kindvriendelijkheid’ van het verblijf zoals toch duidelijk naar voor komt in de brochure. Verweerster geeft overigens zelf terecht toe dat er iets niet klopte met de productvoorstelling op dit punt in haar brochure (zie schrijven van verweerster aan de reisbemiddelaar dd. 17 september 2003). Deze klacht is derhalve terecht en komt voor vergoeding in aanmerking.
Dit is niet het geval voor wat de schade aan het voertuig betreft. Er is geen enkele reden voor handen om te stellen dat de toegewezen garage niet op een veilige manier zou kunnen worden bereikt. De voorgelegde foto’s tonen inderdaad een garage met een sterk hellend opritpad. Maar daaruit kan het College niet op een objectieve manier afleiden dat deze situatie onverantwoord of onveilig zou zijn. Eisers hebben deze situatie wel als onveilig ingeschat. De schade die het gevolg zou kunnen zijn van deze inschatting kan niet ten laste worden gelegd van eisers.
Het arbitraal College is van oordeel dat de minderwaarde van de reis die vooral neer komt op een derving van het reisgenot welke eisers hebben ondergaan ingevolge de bewezen verklaarde klacht, passend (ex aequo et bono) worden vergoed door toekenning van een globale schadevergoeding van 300 €. Objectieve maatstaven voor de beoordeling van de schade zijn in deze omstandigheden uiteraard niet voorhanden. Het arbitraal College dient derhalve bij de schade- evaluatie rekening te houden met de reissom, de verleende prestaties, de gederfde prestaties en de objectieve ruimte die uiteindelijk overbleef om vooralsnog van de reis of minstens van bepaalde aspecten te genieten. Eisers vorderden 1.600 €. Dit is beduidend meer dan de reissom. Mede door deze kennelijke verdichting van hun schade-eis kon geen minnelijke regeling tussen partijen worden nagestreefd en werd deze zaak prompt voorgelegd aan de Geschillencommissie. Het arbitraal College is dan ook van oordeel dat om die reden het betaalde klachtengeld niet volledig ten laste dient te worden gelegd van verweerster maar dient te worden omgeslagen zoals hierna bepaald (zie art. 27 Geschillenreglement).
SA 2004-0045
OM DEZE REDENEN, HET ARBITRAAL COLLEGE
Alle andersluidende of meer omvattende besluiten verwerpende als ongegrond, niet terzake dienend, dan wel overbodig; verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen; veroordeelt verweerster om aan eisers de som van 300 € te betalen als schadevergoeding, te verminderen met het eventueel reeds betaalde en te vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag der algehele betaling; veroordeelt verweerster tevens in betaling van een deel van de gedingkosten, begroot op een gedeelte van het klachtengeld, zijnde 110 €, laat het overige deel van de gedingkosten ten bedrage van 50 € definitief ten laste van eisers. Aldus uitgesproken met eenstemmigheid te Brussel op 29 april 2004.
Het arbitraal College