SA 2004-0043
ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL
ZITTING VAN 29 APRIL 2004
Inzake
De heer A, xxx, en zijn echtgenote mevrouw B, samenwonende te xxx Eisers, Ter zitting vertegenwoordigd door De heer A;
En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer HRO xxx, vergunning xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door Mevrouw xxx;
Hebben ondergetekenden: De heer xxx, xxx, met kantoor te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitraal college; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie),
SA 2004-0043
I
Wat de rechtspleging betreft:
De stukken van de rechtspleging werden onderzocht, inzonderheid het klachtenformulier door het secretariaat van de Geschillencommissie voor ontvangst afgestempeld op 19 september 2003. Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het arbitraal College bevoegd is om van onderhavig geschil kennis te nemen. De partijen hebben hun akkoord met betrekking tot de arbitrale procedure schriftelijk bevestigd. Voor eisers werd een bundel overgemaakt op 19 januari 2004 en voor verweerster werd een bundel overgemaakt op 8 januari 2004. Vervolgens werden tussen partijen conclusies uitgewisseld, dit gebeurde voor eisers op 11 maart 2004. De partijen werden vervolgens behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven dd. 19 december 2003 om te verschijnen op de zitting van 29 april 2004; ter zitting verschenen partijen zoals hierboven aangegeven.
II
Wat de grond van de zaak betreft:
1.
In Feite
Eisers boekten op 29 april 2002 een reis met bestemming Sardinië, met verblijf in hotel Y****, met vertrek op 28 september 2002 en met terugkomst op 5 oktober 2002; zij betaalden hiervoor 1.058,08 €. Eisers beklagen zich blijkens het klachtenformulier ( rubriek 17) over het hierna volgende: 1. Misleidende aanbieding in RO brochure van diensten die niet beschikbaar of ontoereikend zijn. 2. Verblijfsaccommodatie: slechte douche, vervuild water, ongedierte in kamer, vliegenplaag in restaurant, zwembad onbruikbaar wegens ernstige vervuiling, totaal onverzorgd privaat strand. 3. maaltijden: totaal ongenietbaar (bv. ongekuiste vis, ongemalen kraakbeen in worst, onsmakelijke soep, taai vlees) 4. Andere tekortkomingen (wel uitdrukkelijk vermeld in brochure): onbeschikbaarheid van winkeltjes (hierdoor moest bv 15 km verder o.a. drinkbaar water gehaald worden); excursies werden door lokale vertegenwoordigers van RO niet aangeboden (dit betekent dat we van Sardinië helemaal niets kunnen zien/bezoeken hebben). In een eerste klachtenbrief onmiddellijk na thuiskomst ging het nog enkel over het gebrekkige zwembad: Wij kozen uw xxx met het grote zwembad. Helaas tot onze teleurstelling was dit zwembad gedurende ons hele verblijf niet toegankelijk.(schrijven dd. 7 oktober 2002 van eisers aan verweerster). Verweerster heeft geen vergoeding voorgesteld.
SA 2004-0043
Bij gebreke aan een minnelijke regeling tussen partijen wordt onderhavige zaak voorgelegd aan het arbitraal College van de Geschillencommissie Reizen in zijn bovenvermelde samenstelling. Terzake de klachten vorderen eisers in de huidige procedure een schadevergoeding tbv.1.018 € (zie rubriek 20- klachtenformulier). Zij berekenden de schadevergoeding onder verwijzing naar de indicatieve ramingen zoals ze werden opgemaakt in Duitsland aan de hand van de bestaande Duitse rechtspraak (zg. Frankfurter Tabelle). Deze tabellen zijn louter indicatief en beperken geenszins Onze rechtsmacht.
2.
Beoordeling
Het contract dat ter beoordeling voorligt is een contract van reisorganisatie en de Reiscontractenwet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van een dergelijk contract. [Wet 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisbemiddeling, “Reiscontractenwet”, B.S. 1 april 1994.] Bij toepassing van artikel 17 van de Reiscontractenwet is de reisorganisator ten opzichte van de reiziger contractueel aansprakelijk voor de goede uitvoering van het reiscontract, dit conform de termen van het reiscontract en de verwachtingen die de reiziger op basis hiervan redelijkerwijze mag hebben, ongeacht of de uit het contract voortvloeiende verplichtingen zijn uit te voeren door hemzelf dan wel door andere dienstenverstrekkers zoals de hotelier op wiens diensten beroep wordt gedaan (zie ook artikel 14 reisvoorwaarden verweerster). Deze verplichtingen dienen te worden samengelezen met artikel 6 van de Reiscontractenwet op grond waarvan de informatie uit de reisbrochure bindend is voor de reisorganisator (Ph. Thierry, “reiscontract”, Comm. Bijz. Ov., Art. 17-2, nr. 4). De reisbrochure vermeldde de volgende beschrijving van de bestemming: Sardinië:Sardinië, één van de mooiste eilanden van Europa, zal u betoveren met zijn prachtige kusten, vele mooie baaien, uitgestrekte zandstranden en helderblauwe water. Het is een klein continent op zich. Het lijkt wel of de natuur al haar pracht in dit eiland heeft willen verenigen. Het resultaat is een binnenland met woeste berglandschappen en charmante dorpjes. Overal verspreid staan de bevreemdende ‘nucaghi’, mysterieuze bouwwerken uit een ver verleden. Ook op culinair vlak komt elke fijnproever hier aan zijn trekken en kan er genieten van één van de rijkste keukens van Italië. Logisch dus dat Sardinië de favoriete vakantieplaats is van de Italianen zelf en de internationale jet-set. De Sarden zijn erg gastvrij, u zal er zich al snel thuisvoelen! (RObrochure p. 402) De reisbrochure vermeldde vervolgens de volgende productbeschrijving: Hotel Y S.Margherita di Pula Gezellig viersterrenhotel, omgeven door pijnbomen. U kunt rustig genieten aan het panoramisch terras met een prachtig zicht op zee of een frisse duik nemen in het grote zwembad. Gastvrij onthaal en persoonlijke service. De groene omgeving en de Sardische keuken dragen bij tot een heerlijke vakantie.
SA 2004-0043
Faciliteiten: Panoramisch terras, dancing, winkeltjes en bars op wandelafstand, strand bereikbaar via enkele trappen.(RObrochure p. 405) Uit de behandeling en de debatten van de zaak is ten genoegen van recht gebleken dat het zwembad niet toegankelijk was gedurende het verblijf van eisers en dat de hierboven vermelde ‘frisse duik in het grote zwembad’, derhalve uitgesloten was. Eisers bevestigen de sluiting (pag. 1, schrijven verweerster aan reisbemiddelaar) en kunnen hierbij geen enkele reden aanvoeren die de aansprakelijkheid zou verhinderen. Van een ‘onvoorzienbare gebeurtenis’ en/of van enige overmachtsituatie is in elk geval geen sprake. Deze klacht wordt overigens verder sterk gemaakt aan de hand van twee getuigenverklaringen (getuigenverklaring van dhr. en mevr. xxx: en getuigenverklaring van dhr. en mevr. xxx) De schade (derving van reisgenot) die door deze situatie ontstond dient door de reisorganisator te worden vergoed. Verweerster kan wel worden gevolgd in haar argumentatie betreffende de ‘winkeltjes’. Verweerster betoogt dat de winkeltjes aanwezig waren maar dat zij geenszins de openingstijden van deze winkeltjes (die niet van het hotelcomplex afhangen) kan garanderen. Wanneer eisers dus verkiezen om in het laagseizoen te reizen moeten ze er ook mee rekening houden dat de normale toeristische infrastructuur waarover de hotelier zelf geen controle heeft, het in die periode kan laten afweten. De klacht over het ‘ongedierte in de kamer’ en de ‘vliegenplaag in het restaurant’, kan niet als klacht worden weerhouden bij gebreke aan enig concreet bewijs in de voorgelegde stukkenbundel. Tevens kan een en ander het gevolg zijn van het klimaat en wijst de aanwezigheid van ‘ongedierte’ op de kamer niet noodzakelijk meteen op een gebrek aan hygiëne. Bovendien zou de hotelier hierop gepast hebben gereageerd door de diertjes te bestrijden en eisers zelfs een nieuwe kamer toe te wijzen. De klacht over de maaltijden wordt evenmin op een overtuigende wijze echt sterk gemaakt. Er wordt geen enkel objectiveerbaar bewijs (foto’s, video-opname) voorgelegd. Enkel op basis van eisers’ beweringen (gebruikte omschrijvingen: ‘wansmakelijk’, ‘niet eetbaar’) kan het College niet besluiten tot een gebrek in de maaltijden. Eisers verwijzen bovendien naar de brochure waarin volgens hen beloftes zouden zijn gemaakt nopens de maaltijden in het hotel. In de brochure staat inderdaad over Sardinië dat het ‘één van de rijkste keukens van Italië heeft’. Maar in de brochure staat nergens dat de betreffende hotelkeuken ‘tot een van de rijkste keukens van Italië’ zou behoren. Eisers proberen de landinformatie in de brochure zo te lezen alsof ze die rijkdommen van het land ook op hun hotelbord hadden mogen verwachten (brief van eisers dd. 22 oktober 2002 aan de reisbemiddelaar, pag. 1, onderaan). Wanneer eisers mogelijks de hun geboden maaltijden proberen te vergelijken met wat men mag veronderstellen van ‘één van de rijkste van Italië’, dan doen zij zelf mogelijks de brochure enig geweld aan. Eisers beklagen zich eveneens over de beloofde excursies die blijkbaar niet werden aangeboden door de plaatselijke toerorganisatie. In de laatste conclusie voor eisers (pag. 2/ conclusie dd. 8 maart 2004) wordt dit toegeschreven aan een misverstand. De excursies zouden blijkbaar door dezelfde lokaal agent van verweerster (xxx) wel zijn aangeboden vanuit een ander hotel dat ook onder contract stond bij verweerster. Eisers besluiten deze mededeling met de woorden: ‘deze informatie betreffende het aanbod en de organisatie van excursies vanuit hotel ‘Z’, hadden we te laat ontdekt.’
SA 2004-0043
Uit de voorgelegde dossiers en argumentaties mag evenwel blijken dat de excursiemogelijkheden niet of minstens onvoldoende werden gecommuniceerd door de plaatselijke vertegenwoordigers van verweerster (xxx, en hotelier). Overigens blijft het onduidelijk voor ons arbitraal College waarom het in het ene hotel wel zou zijn aangeboden en waarom de geïnteresseerde hotelgasten van ‘Y’ in de kou zijn blijven staan. De schade (derving van reisgenot) die door deze situatie ontstond dient door de reisorganisator te worden vergoed. Uit geen enkel document mag blijken dat er ‘drinkbaar water’ op de kamer werd beloofd. De hierover geformuleerde klacht kan dan ook niet in rechte worden aanvaard. De klacht over de douchekop (eisers laten weten dat slechts ‘zeven gaatjes’ water doorlieten in de douchekop) kan niet worden aangenomen bij gebreke aan enig afdoend bewijs. Het arbitraal College is van oordeel dat de economische minderwaarde van de reis en de derving van het reisgenot welke eisers hebben ondergaan ingevolge de bewezen verklaarde klachten, passend (ex aequo et bono) worden vergoed door toekenning van een globale schadevergoeding van 300 € voor het reisgezelschap. Objectieve maatstaven voor de beoordeling van de schade zijn in deze omstandigheden uiteraard niet voorhanden. Het arbitraal College dient derhalve bij de schadeevaluatie rekening te houden met de reissom, de verleende prestaties, de gederfde prestaties en de objectieve ruimte die overbleef om vooralsnog van de reis of minstens van bepaalde aspecten te genieten. Als verliezende partij is verweerster gehouden in terugbetaling van het klachtengeld. (zie art. 27 Geschillenreglement).
OM DEZE REDENEN, HET ARBITRAAL COLLEGE
Alle andersluidende of meer omvattende besluiten verwerpend als ongegrond, niet terzake dienend, dan wel overbodig; verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen; veroordeelt verweerster om aan eisers de som van 300 € te betalen als schadevergoeding, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag der algehele betaling; veroordeelt verweerster tevens in betaling van de gedingkosten, begroot op het klachtengeld, zijnde 101,80 €. Aldus uitgesproken met eenstemmigheid te Brussel op 29 april 2004. Het arbitraal College