SA 2005-0112
ARBITRALE BESLISSING VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN TE BRUSSEL ZITTING VAN 20 OKTOBER 2005 Inzake De heer A, en Mevrouw B, samenwonende te xxx ; Eisers, Ter zitting vertegenwoordigd door De heer A; En RO, met maatschappelijke zetel te xxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer xxx; Verweerster, Ter zitting vertegenwoordigd door Mevrouw xxx;
Hebben ondergetekenden: 1. De heer xxx, xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van het arbitrale college; 2. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de verbruikers; 3. Mevrouw xxx, wonende te xxx, in haar hoedanigheid van vertegenwoordigster van de verbruikers; 4. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector; 5. De heer xxx, wonende te xxx, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de reissector;
1
SA 2005-0112
Allen in hun hoedanigheid van scheidsrechters van de Geschillencommissie Reizen, met zetel te 1000 Brussel, Koning Albert II-laan 16 (Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie), Volgende arbitrale sententie geveld: 1. WAT DE RECHTSPLEGING BETREFT: De stukken van rechtspleging werden onderzocht, meer in het bijzonder het vragenformulier door het Secretariaat van de Geschillencommissie voor ontvangst afgestempeld op 25 maart 2005. Uit een eerste onderzoek is gebleken dat het Arbitraal College bevoegd is om van onderhavig geschil kennis te nemen. De partijen hebben hun akkoord met betrekking tot de arbitrale procedure schriftelijk bevestigd. Door eisers werd een bundel overgemaakt op 25 juli 2005 en door verweerster op 14 juli 2005. Eisers hebben geen conclusies ingediend. Verweerster heeft conclusies ingediend op 19 augustus en 13 oktober 2005. Partijen werden behoorlijk opgeroepen per aangetekend schrijven op 21 juni 2005 en per gewone brief op 11 oktober 2005, om te verschijnen op de zitting van 20 oktober 2005, te Brussel, North Gate II, Koning Albertlaan, 16, om 15.00 uur. Partijen verschijnen zoals hierboven aangegeven. 2. WAT DE GROND VAN DE ZAAK BETREFT. 2.1.
DE FEITEN.
Eisers boekten, op 21 juni 2004, een reis met verblijf in hotel “Y” in de Dominicaanse Republiek, in de periode van 27 juli tot 11 augustus 2004. Prijs: 2.998,00 euro, all inclusive. Verweerster trad op in haar hoedanigheid van reisorganisator. Samenvattend beklagen eisers zich over het volgende (zie klachtenformulier rubriek 17 en brief van eisers met als datum 13 augustus 2004): - Onthaal: receptionist onduidelijk in het verstrekken van uitleg, persoon die bagage in de kamer moest brengen was dronken. - Kontakten met vertegenwoordiger van reisorganisator: verloopt stroef, soms onbeleefd of agressief. - De kamer: voldoet niet: niet gepoetst; vuil toilet, schimmel op matras en aan de onderzijde van bed roest; vochtplekken aan het plafond. elektrische bedrading in de badkamer niet veilig; kakkerlakken en spinnen.
2
SA 2005-0112 -
Het restaurant: zone voor niet - rokers vroegtijdig afgesloten; gebrek aan hygiëne; geen afwisseling. Personeel van het hotel: agressief, de “guest service” spreekt enkel Spaans en men wordt aan de bar niet bediend in een andere taal dan het Spaans. Fouten in de brochure van verweerster: Pizzeria niet open 24/24 uur; lokale dranken slechts te bekomen van 10.00 tot 24.00 en dus niet 24/24 uur; frisdranken en fruit service op het strand is in werkelijkheid één keer op zeven dagen vastgesteld en dan nog op een bepaald deel van het strand.
Op 30 juli willen eisers de vertegenwoordiger van verweerster contacteren i.v.m. de toestand van de kamer en de guest service, maar deze is niet bereikbaar. Op 31 juli en 1 augustus was dit eveneens vruchteloos. Op 2 augustus kwam er wel een gesprek tot stand en werd dan ook een “gespreknota” opgesteld ondertekend door zowel eisers als door de vertegenwoordiger ter plaatse. In deze “gespreksnota” worden de bijzonderste klachten van eisers vermeld en door de vertegenwoordiger twee voorstellen geformuleerd om de klanten tevreden te stellen nl. - één voorstel om naar een andere kamer te verhuizen maar dat voorstel wordt niet aanvaard. - één voorstel om naar een ander hotel te verhuizen mits een bijbetaling van 140 euro en het aanvaarden dat dit voorstel tevens zou inhouden dat het een volledige compensatie zou inhouden voor alle klachten door eisers geformuleerd. Dat voorstel wordt aanvaard en ondertekend. Eisers verbleven nog vrijwillig één nacht in hun hotel en verhuisden op 3 augustus. Eisers vorderen een schadevergoeding voor een bedrag van 2.759,10 euro als volgt verantwoord: - 8 nachten in eerste hotel: 1.710,08 euro - Supplement voor tweede hotel: 140 euro - Transfer naar tweede hotel: 17,52 euro - Telefoon en overlegkosten: 366, 50 euro - Morele schadevergoeding: 500 euro - Foto’s en visueel beeldmateriaal: 25 euro Verweerster stelt in haar besluiten dat voor wat betreft: -
Het gebrek aan een degelijk service gegeven door de RO vertegenwoordiger: In verband met het feit dat de vertegenwoordiger niet beschikbaar was op 30 juli moet worden opgemerkt dat er vaste bezoekdagen zijn die te vinden zijn op het informatiebord aan de receptie. Verweerster vraagt zich ook af waarom eisers twee dagen hebben gewacht om hun klachten te formuleren. - De kamer: Een verhuis naar een andere kamer werd voorgesteld doch afgewezen.. - Service van het hotelpersoneel: deze klacht is subjectief en daarom ongegrond, maar in ieder geval geregeld door het aanvaarden van de hotelwissel.
3
SA 2005-0112 -
Informatieverstrekking in de brochure: Eisers hebben deze klacht niet opgenomen in de “gespreksnota” dus zijn er geen bewijzen. - Fatsoenlijke hygiëne en degelijk eten: klacht is subjectief en is in feite geregeld door het getekende compromisvoorstel vermeld in de “gespreknota”. Door de vertegenwoordiger ter plaatse werd aan eisers voorgesteld om een ander hotel te betrekken mits het betalen van een supplement van 140 euro en het aangaan van een dading nl. dat eisers deze regeling aanvaarden als regeling van de klachten vermeld in de gespreksnota. Eisers zijn hiermede akkoord gegaan en hebben de gespreksnota ondertekend. Verweerster benadrukt dat zij aan eisers, niettegenstaande zij de “gespreksnota” voor “akkoord” hebben ondertekend, een vergoeding van 115 euro aangeboden heeft. Ter zitting blijkt dat deze vergoeding nog niet werd uitbetaald. 2.2.
BEOORDELING.
Het contract dat ter beoordeling voorligt, is een contract van reisorganisatie en de Reiscontracten – wet bepaalt o.a. de wettelijke inhoud van dit contract (Wet 16 februari 1994, tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, “Reiscontracten – wet”, verkort R.C.M. genoemd, B.S., 1 april 1994). Art.17 RCW. bepaalt o.a.:” De reisorganisator is aansprakelijk voor de goede uitvoering van het contract, overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de bepalingen van het contract tot reisorganisatie redelijkerwijs mag hebben, en voor de uit het contract voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze verplichtingen zijn uit te voeren door hemzelf dan wel door andere verstrekkers, van diensten”. Art.18 RCW bepaalt dat:”de reisorganisator aansprakelijk is voor alle schade die de reiziger oploopt wegens de gehele of gedeeltelijke niet-naleving van zijn verplichtingen” Art. 19§4 voegt eraan toe:”De reisorganisator is, zo hem een tekortkoming in een van zijn verbintenissen kan worden toegerekend, eveneens gehouden tot een billijke vergoeding van derving van het reisgenot” Na de stukken van het dossier te hebben doorgenomen en partijen te hebben aanhoord ter zitting, is het Arbitraal College van oordeel dat de reis van eisers niet heeft beantwoord aan hun rechtmatige verwachtingen, en dat zij, bijgevolg, recht hebben op een vergoeding wegens derving van reisgenot. Het boeken van een reis met verblijf door de reiziger maakt immers een weloverwogen beslissing uit van de keuzemogelijkheden die hem worden geboden op de markt, precies rekening houdende met de verwachtingen aan infrastructuur en accommodatie ter plaatse die hem in de brochure van de reisorganisator voorgespiegeld zijn (Antwerpen, 14 januari 1986, A.R. 12.675/83, onuitgegeven, geciteerd door D. DE MEULEMEESTER, De arbitrage door de Geschillencommissie Reizen vzw, in Advocatenpraktijk, juli 1998, Antwerpen, Kluwer, p. 63, nr. 210).
4
SA 2005-0112
Gelet op het feit dat eisers de “gespreknota” van 2 augustus hebben ondertekend waarbij zij de aangeboden compensatie, zijnde het verhuis naar een ander hotel mits de bijbetaling van 140 euro, aanvaardden en zich tevens akkoord verklaarden deze regeling aan te zien “als compensatie/regeling voor de klachten vermeld op de gespreksnota.” Gelet dat op de “gespreknota” niet alle, terechte, grieven van eisers waren vermeld is het Arbitraal College van oordeel dat aan eisers een supplementaire compensatie moet worden toegekend geraamd – ex aequo et bono – op 300 euro. Gelet op het gedeeltelijk gefundeerd zijn van de eis van eisers moet verweerster instaan voor 100 euro klachtengeld. Gelet dat eisers via de “gespreksnota” met verweerster een dading heeft aangegaan waardoor hun vordering voor de andere, op de “gespreksnota” niet vermeldde grieven, abnormaal overdreven voorkomen, veroordeelt het Arbitraal College eisers tot het betalen van het saldo van het klachtengeld zijnde de som van 175,91 euro. OM DEZE REDENEN HET ARBITRAAL COLLEGE Verklaart zich bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Verklaart de vordering toelaatbaar en gegrond. Veroordeelt verweerster tot het betalen aan eisers de som van 300 (driehonderd) euro. Veroordeelt verweerster tot het betalen van 100 (honderd) euro klachtengeld. Veroordeelt eisers tot het betalen van 175, 91 euro (honderdvijfenzeventig euro en tachtig cent) klachtengeld. Wijst het meer gevorderde af als zijnde ongegrond. Aldus uitgesproken, bij eenparigheid, te Brussel op 20 oktober 2005.
5