Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie deeltijd en duaal Hogeschool NCOI
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie deeltijd en duaal croho nr. 34402 Hogeschool NCOI
Hobéon Certificering BV Datum 16 december 2010 Auditteam R.J.M. van der Hoorn MBA M. Le Roux Prof. dr. B.A. Bakker A. Kerssies Secretaris H.R. van der Made J.A. Frederik CMC
INHOUDSOPGAVE Deel 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING Integraal advies Samenvattende beoordeling
1 1 2
2. 2.1. 2.2.
Inleiding Functie van het rapport Vorige accreditatie
5 5 5
3.
Karakteristiek van de opleiding
7
DEEL 2
9
4.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 13 16 17 17 19 21 24 26 29 30 32 37 37 39 40 43 43 45 48 48 50 51 53 53 55
5.
Oordeelschema
57
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
I II III IV V
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Geraadpleegde documenten
59 61 63 71 73
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de hbobacheloropleiding Commerciële Economie, verzorgd door Hogeschool NCOI, CROHO nummer 34402 in al haar varianten en locaties te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locaties van de opleidingen: Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport:
Hogeschool NCOI hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie deeltijd en duaal Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Zwolle, Eindhoven, Arnhem, Den Haag Hobéon Certificering bv. 12 oktober 2010 16 december 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: De leadauditor, de heer R.J.M. van der Hoorn MBA, is directeur bij de Hobéon Groep en heeft een zeer groot aantal audits voorgezeten, bij zowel bekostigde als aangewezen onderwijsinstellingen. Vakdeskundige auditor is professor dr. B.A. Bakker, bijzonder hoogleraar commerciële beleidsvorming aan de Erasmus Universiteit en oprichter van het Instituut voor Commerciële Beleidsvorming. Werkvelddeskundige auditor is de heer M. Le Roux, general manager bij Alterego, communicatiebureau gespecialiseerd in voedingswaren, drank en cultuur. Student–auditor is A. Kerssies, derdejaars student Commerciële Economie en Internationale Marketing aan de Haagse Hogeschool in Den Haag. Zij heeft ook een half jaar Business Management gestudeerd aan de Katholieke Hogeschool van Leuven. Als onderwijskundig-auditor en tevens secretaris hebben de heren H.R. van der Made en J.A. Frederik in dit auditteam geparticipeerd. Beiden hebben zowel een ruime onderwijskundige ervaring, als auditervaring. Beoordeling centraal beleid op instellingsniveau De beoordeling van deze opleiding vindt plaats in het kader van een reeks van opleidingsbeoordelingen bij NCOI. De instelling voert voor de ontwikkeling en uitvoering van haar opleidingen een centraal vastgelegd beleid. Daarom heeft Hobéon Certificering ervoor gekozen zoveel mogelijk facetten en onderwerpen uit het NVAO-beoordelingskader op een zo hoog mogelijk aggregatieniveau te beoordelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 1
Voorafgaand aan de onderhavige opleidingsaudit, heeft Hobéon op 26 januari 2010 daarom een generieke audit uitgevoerd1. Hierbij is nagegaan welke bedrijfsprocessen en welke onderwerpen of facetten uit het NVAO-beoordelingskader op centraal niveau worden aangestuurd en hoe de borging daarvan is geregeld. Dit heeft geleid tot de vaststelling dat een aantal bedrijfsprocessen en onderdelen uit het beoordelingskader op strategisch en tactisch niveau vanuit directie en management van NCOI doorwerken tot op het niveau van de opleidingen. In de beoordeling van de onderwerpen en facetten in hoofdstuk 3 komt dit aan de orde.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Commerciële Economie op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De opleiding Commerciële Economie is een goed lopende opleiding; er is sprake van een constante instroom, tevreden studenten, een ambitieuze en betrokken Raad van Advies met gekwalificeerde werkveldvertegenwoordigers. Het studierendement is hoog, de uitval aanvaardbaar. Het docententeam is betrokken en brengt ontwikkelingen, trends en ervaringen vanuit de relevante werkpraktijk mee. Dit heeft er mede in geresulteerd dat een grondige en systematische herziening (update) van de opleiding gedurende het laatste anderhalf jaar heeft plaatsgevonden: de inhoud van de opleiding werd verstevigd en het aantal modulen uitgebreid, een onderzoekslijn is zichtbaar en geïntegreerd in het programma opgenomen; het onderdeel ‘reflectie op het eigen beroep en het eigen handelen’ is versterkt door de introductie van een portfolio. Daardoor is ook het leren op de werkplek beter dan in de ‘oude opleiding’ geborgd. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Vanaf 2009 is de bachelor Commerciële Economie via een gestructureerde aanpak conform het NCOI-stappenplan voor het opleidingsontwerp aan een herziening onderworpen. De opleiding is zodanig aangepast, dat deze inhoudelijk aansluit bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Ten grondslag hieraan ligt onderzoek, waarbij vanuit verschillende invalshoeken en vertegenwoordigers van het werkveld, waaronder die van NIMA en SMA, tot een aangepast opleidingsprofiel is gekomen, met een sterke focus op praktijkgericht onderzoek en zelfreflectie. De eindkwalificaties, die in competenties zijn geformuleerd, sluiten mede daardoor aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het inhoudsteam (kerndocenten, de opleidingsmanager, de programmamanager van de opleiding, de coördinator materiaalontwikkeling) actualiseert in een tweejaarlijkse cyclus de matrices. Hiermee wordt geborgd dat de opleiding blijft aansluiten bij de actualiteit van de commerciële economie. De opleiding heeft haar eindkwalificaties en de daarvan afgeleide leerdoelen gekoppeld aan de Dublin descriptoren, zodat het hbo-bachelorniveau goed traceerbaar is.
1
Deze generieke audit werd uitgevoerd door W.L.M. Blomen, partner/directeur van Hobéon Certificering, Prof. Dr. D.J. Eppink, emeritus hoogleraar Management en Organisatie, voormalig docent aan de Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam, auteur van verschillende gezaghebbende standaardwerken op het gebied van strategie, management en organisatie en geruime tijd senior adviseur bij Boer & Croon; Dr. P. Breman, organisatiesocioloog/bedrijfskundige, senior adviseur bij Twijnstra Gudde, lector Organiseren van Innovatie aan de Hogeschool Utrecht, docent aan de Open Universiteit en publicist op het gebied van sociale innovatie, organisatiecultuur en – ontwikkeling en competentiemanagement; H.R. van der Made ,onderwijsdeskundige en secretaris.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 2
Onderwerp Programma: voldoende De opleiding voldoet ruim aan de eis dat het beoogde programma aansluit bij de criteria met betrekking tot kennisontwikkeling, aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen en de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Het programma en de te hanteren literatuur zijn uitermate actueel en sluiten aan bij de ontwikkelingen in het vakgebied, waaronder een sterkere focus op internationalisering en de rol van de marketeer als innovator en bruggenbouwer in de organisatie. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden heeft een duidelijke plaats in het programma en gebeurt door het uitvoeren van opdrachten op de werkplek, die de student opneemt in zijn portfolio. De leerdoelen van de programmamodulen dekken alle eindkwalificaties af. Binnen de opleiding wordt een breed repertoire aan werkvormen gehanteerd, dat enerzijds goed is afgestemd op de wensen van de doelgroep en de werksituatie en anderzijds goed aansluit op de te behalen opleidingscompetenties. De opleiding biedt een studeerbaar programma, dat studenten met voldoende inzet, motivatie en de juiste vooropleiding in staat stelt het curriculum in de gestelde tijd te doorlopen. Er is bij de opleiding sprake van een relatief lage uitval en weinig studievertraging. Het opleidingsprogramma wordt gekenmerkt door een evenwichtige spreiding van de studie- en tentamenlast. De evaluaties leveren op dat de geplande studielast passend is en dat de gestelde normen voor studielast, zoals beschreven in de programmabeschrijving, worden gehaald. NCOI hanteert een transparant toelatingsbeleid, dat is vastgelegd in het centrale onderwijs- en examenreglement en voldoet aan de wettelijke vereisten. Het programma sluit goed aan op de kwalificaties van de instromende studenten. Vrijstellingen worden uitsluitend verleend op basis van behaalde diploma’s, certificaten en erkende Ervaringscertificaten. De opleidingsontwikkeling en het toetsbeleid van de opleiding zijn transparant en het auditteam heeft aan de hand van verschillende toetsen kunnen vaststellen dat de opleiding een verantwoorde en geborgde vertaling maakt van beroepsprofiel naar programma en toetsing. De verschillende toetsvormen dekken zowel kennis, vaardigheden als gedrag af. In de toetsontwikkeling wordt nauwgezet een koppeling gemaakt met de leerdoelen en gedragsindicatoren, die het uitgangspunt zijn van de toetsing. NCOI heeft recentelijk het digitaal portfolio geïntroduceerd als ontwikkel- en beoordelingsinstrument. De verdere uitwerking, vormgeving en implementatie heeft de volle aandacht in het project portfolio. Onderwerp Inzet van personeel: voldoende Een aanzienlijk deel van de hbo-docenten is, naast hun onderwijsactiviteiten, werkzaam in de beroepspraktijk. Zij zijn in staat de verbinding tussen opleiding en werkveld te leggen en ze worden hiervoor gefaciliteerd en gemotiveerd door de opleidingsaanpak en didactiek van NCOI. Uit studentonderzoek blijkt een hoge tevredenheid over de docenten die binnen de opleiding worden ingezet. NCOI werkt met freelance onderwijspersoneel. Dat wil zeggen dat de inzet van docenten wordt bepaald door het aantal studenten dat zich voor een opleiding inschrijft. NCOI beschikt over een pool met voldoende docenten en heeft een adequaat wervings- en selectiesysteem om het onderwijs te verzorgen en te beoordelen. Het personeel van NCOI beschikt over de kwalificaties om de opleidingsprogramma’s inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch met voldoende kwaliteit te kunnen uitvoeren. Onderwerp Voorzieningen: voldoende De locaties die NCOI gebruikt, voldoen aan de vereisten die aan een opleidingslocatie voor deeltijd en duaal onderwijs moeten worden gesteld. Voor de opleiding Commerciële Economie zijn geen opleidingsspecifieke praktijkvoorzieningen nodig. NCOI hanteert bij de selectie van locaties adequate criteria. Het door NCOI gehanteerde onderwijsconcept kan met behulp van deze digitale leeromgeving op een passende manier worden gerealiseerd. Het interne informatiesysteem Olympus voorziet in een adequate registratie van gegevens van studenten die onder andere gebruikt kunnen worden bij de studiebegeleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 3
Het recent ingevoerde portfolio zorgt ervoor dat de begeleiding en beoordeling van het ‘werkplekleren’ op een kwalitatief verantwoorde manier vorm krijgt. De studiebegeleiding van en informatievoorziening aan alle ingeschreven studenten is hiermee adequaat. Onderwerp Interne Kwaliteitszorg: voldoende Voor de processen op het gebied van onderwijs heeft NCOI een integraal kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. Alle opleidingen worden volgens een vaste cyclus beoordeeld door alle betrokken stakeholders. Resultaten worden systematisch en integraal verwerkt en vervolgens beschreven en geanalyseerd in kwaliteitsoverleggen. Dit leidt in een aantal gevallen tot verbeteracties met bijbehorende verbetertrajecten. Belangrijk instrument in deze beschrijving en analyse is de verbetermatrix, waarin alle aandachtspunten voor de opleidingen vanuit een breed scala aan evaluatiebronnen bijeenkomen. NCOI Opleidingsgroep is een instituut dat kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan. Er wordt constant gewerkt aan verbeteringen die op grond van evaluaties bij stakeholders, alsmede op grond van interne bevindingen van medewerkers NCOI, worden geïnitieerd. Er gaat constant en op structurele wijze veel aandacht uit naar meting en verbetering van de kwaliteit van processen en onderwijs. Alle stakeholders die voor de interne kwaliteitszorg van de opleiding Commerciële Economie van belang zijn, worden betrokken bij de evaluaties. Aandachtspunt is dat de betrokkenheid van alumni verbeterd moet worden. Onderwerp Resultaten: voldoende Aan de hand van een selectie van scripties is het auditteam tot het oordeel gekomen dat de kwaliteit van de scripties over de gehele linie aan de maat is. Wel vindt het panel dat de studenten meer tot ‘out-of-the-box-denken’ moeten worden aangezet, omdat de eindwerkstukken nu weliswaar methodologisch verantwoord zijn, maar ook tamelijk ‘vlak’ en weinig vernieuwend. De opleiding laat, voor wat betreft de studie-uitval (gemiddeld 20,3%) zien dat de streefcijfers voor maximale uitval (30%) ruimschoots worden gehaald. Een facet van Onderwerp 6 ‘Resultaten’ wordt als goed beoordeeld voor de opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ aan het oordeel toegevoegd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 4
2.
INLEIDING
2.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie (CROHO 34402), verzorgd door Hogeschool NCOI. De opleiding wordt aangeboden in de varianten duaal en deeltijd op de locaties Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Zwolle, Almere, Eindhoven en Breda. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). De audit De audit heeft plaatsgevonden op 12 oktober 2010. Het programma hiervan staat in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door de heer R.J.M. van der Hoorn, professor dr. B.A. Bakker, M. Le Roux, A. Kerssies, H.R. van der Made en mr. J.A. Frederik. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar.
Werkvelddeskundige: M. Le Roux
X
Vakdeskundige: Prof. dr. B.A. Bakker
X
X
X X
X X
Student: A. Kerssies Secretaris: J.A. Frederik & H.R. van der Made
2.2.
studentperspectief
kwaliteitszorg /audit
X
onderwijs
Voorzitter: R.J.M. van der Hoorn MBA
vak / discipline
Werkveld
Leden
X X
X
Vorige accreditatie
Deze initiële opleiding hbo-bachelor Commerciële Economie is één van de opleidingen van NCOI Hogeschool (BRIN 29PZ). De opleiding is in mei 2005 door de NVAO geaccrediteerd voor deeltijd en duaal en onder CROHO-nummer 34402 opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). De accreditatie is verleend nadat NCOI daartoe de betreffende instanties (Dutch Validation Council en NVAO) in 2004 van informatie heeft voorzien. Ook heeft een visitatie plaatsgevonden in juli en november 2004. Relevante informatie is verzameld in het onderhavige startdossier. De opleiding dient voor 1 januari 2012 voor de volgende termijn van zes jaar geaccrediteerd te worden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Beroeps- en opleidingsprofiel De studie hbo Commerciële Economie van NCOI is een brede studie die beoogt op te leiden voor operationele managementfuncties en hooggekwalificeerde marketingspecialisten in het commerciële werkveld, zoals op het gebied van Marketing, Verkoop, Inkoop en Logistiek. De studenten van de opleiding bachelor Commerciële Economie werken of komen te werken als zelfstandige ondernemers, salesmanagers, accountmanagers, marktonderzoekers en marketingmanagers. Studenten van de studie hbo CE van NCOI zijn o.a. werkzaam bij: elektronicaspeciaalzaken, bank- en verzekeringswezen, distributiebedrijven, vakantieparken, uitzendbureaus, telecommunicatiebranche. Werkveld Op basis van de beroepscompetenties uit het landelijke profiel heeft het NCOI in nauwe samenwerking met de Raad van Advies een aantal uitgangsprincipes benoemd om de opleiding te typeren, mede met het oog op de doelgroep van NCOI: Managers op operationeel/tactisch niveau, die binnen strategische kaders kunnen werken. Het gaat hierbij om sturing geven aan sales- en marketingprocessen (commerciële werkvlak) en mensen. Degelijk (maar up-to-date) en allround, en in mindere mate specialistisch en innovatief. Wel moet er aandacht zijn voor nieuwe trends en ontwikkelingen, maar dan vooral impliciet, binnen de modules (cases) in plaats van direct in een aparte module. ‘Business-wise’: gericht op het bedrijfsleven, focus op groei en resultaat, praktijkgericht. De focus van de opleiding ligt op een positie in het MKB-veld, waar de afgestudeerde op vooral operationeel niveau, maar – waar van toepassing – ook op tactisch niveau een vertaling maakt vanuit de strategische kaders die hem geboden worden. De student wordt opgeleid om zelfstandig te functioneren in relatie tot complexe, niet-standaard situaties en problemen. De internationale omgeving is daarbij een vanzelfsprekend gegeven. Blauwdruk van het programma De opleiding is primair ingericht voor duale studenten en kent een programma van 240 EC, verdeeld over 4 jaren. De opleiding is zodanig vormgegeven dat de studielast evenwichtig is verdeeld over de verschillende fases van de opleiding. Voor de duale hbo-bacheloropleiding geldt een minimale opleidingsduur van drieënhalf jaar, mits de student beschikt over een voor de studie relevante werkplek. De opleiding wordt aangeboden in drie leeromgevingen: het contactonderwijs, de werkplek en e-Connect . Het contactonderwijs wordt naar keuze aangeboden op avonden, zaterdagen of overdag op 7 locaties in Nederland. Delen van het programma kunnen via e-Learning gevolgd worden. De opleiding bestaat uit 4 fases: Fase 1 (jaar 1) omvat een beroepsgerichte basis, waarin studenten in zes verplichte modules, een eindopdracht en een praktijkprogramma kennismaken met de kern van het vakgebied Commerciële Economie. Fase 2 (jaar 2) biedt met een praktijkprogramma, drie verplichte modules en een eindopdracht een verbredings- en verdiepingsprogramma. Fase 3 (jaar 3) bestaat uit twee verplichte vaardighedenmodules, een praktijk-programma en een keuzeprogramma (minor). Er is een sterke behoefte aan uitstroom of specialisatiemogelijkheden in een specifieke richting, daarom is in fase 3 gekozen voor een keuzeprogramma (minor). Fase 4 (jaar 4) omvat het afstuderen en afronding portfolio (competentieontwikkeling op de werkplek) en voor de deeltijdvariant aanvullend een stage.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 7
Organisatie Hogeschool NCOI is een van de bedrijfsonderdelen van NCOI Opleidingsgroep. Vanuit de afdeling Opleidingsmanagement is een opleidingsmanager aangesteld die met de programmamanager en de materiaalcoördinatoren verantwoordelijk is voor de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding. Dit inhoudsteam wordt ondersteund door een team van (kern)docenten. Voor deze opleiding zijn twee kerndocenten benoemd, die inhoudelijk expert zijn binnen constituerende vakgebieden van de commerciële economie, als marketing management, bedrijfseconomie en internet marketing. De kerndocenten functioneren als verbindende schakel tussen het werkveld en de relevante inhoudelijke ontwikkelingen in het vakgebied en het inhoudsteam. De opleiding heeft een examencommissie die toezicht houdt op de kwaliteit van de examens. De opleiding heeft een eigen Raad van Advies. Deze adviseert over de afstemming van het opleidingsprofiel en de competenties op de ontwikkelingen in het beroepenveld, het niveau van de opleiding en de borging van de praktijk in het onderwijs. De Raad van Advies bestaat uit zes leden en komt twee keer per jaar bijeen. De leden zijn actieve beroepsbeoefenaars, met een commercieel economische achtergrond, waaronder bijvoorbeeld een algemeen manager van Georgia Pacific (verpakkingsmaterialen) en een directeur (tevens lid van de sectorraad commercieel van ECABO en bestuur van de Sales Management Association) van een managementadviesbureau (positioneringsvraagstukken en commercieel/strategische advisering) uit het MKB. Ontwikkelingen In de zomer van 2009 is een start gemaakt met een herontwerp van de opleiding bachelor Commerciële Economie. Hiervoor waren drie belangrijke aanleidingen: 1. Overgaan naar opleidingscompetenties in plaats van eindtermen. 2. Zwaarder aanzetten van de werkplekcomponent en het invoeren van een portfolio. 3. Aansluiten op de nieuwste landelijke ontwikkelingen en de verwachtingen van de markt. Deze aanleidingen hebben geleid tot een herziening van het beroeps- en opleidingsprofiel (ondermeer op basis van het Body of Knowledge & Skills, sector HEO Domein Commerce, 2008) en een aangepast programma, dat vanaf september 2010 volledig operationeel is en ondermeer een versterking bevat op het gebied van sales- en accountmanagement, (markt)onderzoek, internetmarketing, distributie-channelmanagement en beroepscompetentieontwikkeling.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 8
DEEL 2 4. 1.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat op 26 januari 2010 bij NCOI de generieke audit uitvoerde, heeft kunnen vaststellen dat de instelling haar opleidingen ontwikkelt op basis van een centraal vastgelegd stappenplan. Fasemodel voor opleidingsontwikkeling Het gehanteerde fasemodel is naar het oordeel van het panel een goed instrument om het ontwikkelproces te laten leiden tot de beoogde kwaliteit van opleidingen en te garanderen dat het profiel actueel blijft. Het ontwikkelproces verloopt als volgt: 1.
2.
3.
4. 5.
Voor iedere nieuwe opleiding wordt een ‘denktank’ ingesteld die bestaat uit het opleidingsmanagement, kerndocenten en maximaal vier vertegenwoordigers uit het werkveld. Uit de denktank ontstaat na ontwikkeling van de opleiding de Raad van Advies (werkveldcommissie) die het opleidingsmanagement adviseert over de actualisering van het beroepsprofiel. De instelling heeft criteria opgesteld waaraan leden van de adviesraad dienen te voldoen; deze zijn: bij voorkeur minimaal een doctoraalopleiding of vergelijkbaar niveau; internationale werkervaring; ervaring of affiniteit met opleidingen uit het betreffende domein waarover de raad adviseert; De instelling houdt bij het samenstellen van een adviesraad rekening met de spreiding van leden met bedrijfservaring uit diverse branches van het Nederlandse bedrijfsleven. In een vooronderzoek wordt nagegaan voor welk beroepsprofiel moet worden opgeleid. Daarbij zijn bestaande domeincompetenties, ‘bodies of knowledge and skills’, eventueel bestaande opleidingsprofielen en de vanuit het werkveld gesignaleerde trends en ontwikkelingen richtinggevend. In overeenstemming met de eigen visie op de opleiding maakt de hogeschool/de business school (opleidingsmanagement in samenspel met de denktank) keuzes en legt zij accenten in het opleidingsprofiel. De opleiding stelt vervolgens een set van opleidingscompetenties vast, met bijbehorende eindniveaus. Deze eindniveaus stemmen overeen met de startbekwaamheid voor de functies waartoe een opleiding opleidt. Bij het definiëren van de niveaus wordt enerzijds rekening gehouden met de aansluiting op mbo-4 voor bachelors en met het bachelorniveau voor de masters, om een doorlopende leerlijn te waarborgen. In geval er sprake is van domeincompetenties, wordt in een tabel weergegeven hoe de specifieke opleidingscompetenties zijn gekoppeld aan de algemene domeincompetenties. De opleidingscompetenties worden uitgewerkt in beheersingsindicatoren, die aangeven op welk niveau de competenties door de studenten moeten worden bereikt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 9
6.
7.
De beheersingsindicatoren zijn uitgangspunt bij het vaststellen van de leerdoelen voor de afzonderlijke modulen van een opleidingsprogramma. Voor de borging van het bachelordan wel masterniveau van een opleiding koppelt NCOI de beheersingsindicatoren aan de hbo-kernkwalificaties en de Dublin Descriptoren. NCOI maakt dit voor iedere opleiding in een matrix inzichtelijk. Na validatie door de denktank/Raad van Advies van zowel de inhoud als het niveau van de opleidingscompetenties wordt het feitelijke programma, bestaande uit afzonderlijke modulen, ontwikkeld. In deze fase worden de leerdoelen per module, de te behandelen onderwerpen, de verplichte en aanbevolen literatuur, de werkvormen en de toetsvorm(en) bepaald. Ook de studiebelasting van iedere module wordt in deze fase berekend.
Actualisering profiel De borging dat de competenties van een opleiding blijven aansluiten bij de (internationale) eisen en actuele ontwikkelingen gebeurt doordat het opleidingsmanagement in een jaarlijkse cyclus met onder meer de Raad van Advies en de kerndocent(en) van iedere opleiding het beroeps- en opleidingsprofiel actualiseert. De opleidingen houden verder contact met het werkveld via de NCOI-consultants die in het kader van maatwerkopleidingen een relatie hebben met bedrijven en organisaties/instellingen uit de profit- en non-profitsector. Zij verzorgen de door hen waargenomen contacten, ontwikkelingen en trends een terugkoppeling aan de afdeling Opleidingsmanagement in de vorm van jaarlijkse rapportages. Internationalisering Internationalisering heeft bij NCOI geleid tot het integreren van internationale, interculturele of mondiale dimensies in de doelstellingen van de verschillende onderwijsprogramma’s, met name die waarbij de internationale context de kern vormt van de opleiding, zoals de MBA. NCOI kiest niet voor expliciet internationale programmaonderdelen, bijvoorbeeld in de vorm van een aparte module ‘internationalisering’ of een buitenlandstage. Internationalisering zit gedurende de gehele opleiding verweven in de opdrachten en casussen. NCOI overweegt om bij een aantal opleidingen (waaronder Commerciële Economie, Bedrijfskundig Management) een Engelstalig uitgewerkt product (opdracht of presentatie in het Engels) op te nemen. Het hanteren van Engels als belangrijke voertaal beschouwt de instelling als niet meer dan een middel of voorwaarde. NCOI richt zich met internationalisering er vooral op dat de studenten zicht krijgen op de brede internationale context en ontwikkelingen en dat zij de consequenties hiervan voor de eigen functie binnen de, in veel gevallen multinationale, werkomgeving onderkennen. Bezien vanuit de doelgroep van NCOI (werkenden) kiest de instelling niet voor het opnemen van studiereizen in de studieprogramma’s. Voor de masteropleidingen onderhoudt NCOI – via individuele docenten en via het opleidingsmanagement – wel contacten met buitenlandse onderwijsinstellingen en universiteiten, onder regie van de recent aangestelde directeur Onderzoek en Internationalisering, Prof. Dr. Anton Cozijnsen. Andere vormen van internationale oriëntatie worden door de instelling nog onderzocht, zoals uitwisseling van docenten uit het buitenland (bij voorkeur gepromoveerden voor masters), die hun bezoek combineren met een lezing (congres) voor studenten en alumni en de mogelijkheden om via e-mail/internet tot een uitwisselingprogramma met buitenlandse studenten te komen. Onderzoek in de bachelor opleiding NCOI kiest ervoor om de onderzoekcompetenties in de bacheloropleidingen in het gehele programma te integreren en niet in afzonderlijke modules aan te bieden. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat een onderzoekende houding een integraal onderdeel vormt van het optreden van een afgestudeerde bachelor. In die zin sluit deze doelstelling aan op de generieke eindkwalificaties waaraan iedere hbo-bachelor dient te voldoen. Onderzoekvaardigheden krijgen dan ook in meerdere modulen binnen de bacheloropleidingen een plaats (zie onderwerp 2, Programma).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 10
Breedte van de validatie Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, plaatst de kanttekening dat – vooral bij het ontwikkelen van opleidingen die NCOI nog niet in haar portfolio heeft – de breedte van de oriëntatie/analyse van het relevante vakgebied en werkveld mogelijk meer aandacht verdient. De validatie van opleidingscompetenties in de denktank/Raad van Advies wordt immers uitgevoerd door een relatief beperkt aantal van maximaal zes werkvelddeskundigen. Weliswaar kan in de denktank aanvullende, externe deskundigheid worden ingeroepen tijdens het ontwikkelproces, maar dit is op zichzelf vrijblijvend. Er bestaat naar het oordeel van het panel het risico op door ‘tunnelvisies’ geleide opleidingsprofielen indien niet een brede vertegenwoordiging van bijvoorbeeld beroepsverenigingen betrokken is bij de validatie en binnen de denktanks/Raden van Advies bewust wordt gezocht naar een zekere mate van ‘checks and balances’ tussen werkvelddeskundigen. In dit verband acht het panel ook de borging van voldoende internationale oriëntatie binnen de opleidingsprogramma’s relevant. Opleiding Commerciële Economie Vanaf 2009 is de opleiding Commerciële Economie via een gestructureerde aanpak conform het stappenplan voor het opleidingsontwerp aan een grondige herziening onderworpen. De opleiding is zodanig aangepast, dat deze inhoudelijk aansluit bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Ten grondslag hieraan ligt een onderzoek, waarbij vanuit verschillende invalshoeken en vertegenwoordigers van het werkveld tot een aangepast opleidingsprofiel is gekomen. Binnen het domein Commerce worden vier opleidingen onderscheiden : Commerciële Economie (CE); Small Business & Retail Management (SB & RM); International Business & Languages (IBL); Food & Business (F& B). De opleiding Commerciële Economie is gericht op generalisten met inhoud. Voor zelfstandige ondernemers en ondernemende managers is de studie Small Business & Retail Management van toepassing. De opleiding International Business & Languages levert International Sales- en Exportmanagers die talenkennis koppelen aan culturele sensitiviteit en awareness. De opleiding Food & Business leidt specialisten op die weten dat de handel in food products ook speciale kennis van de foodbranche vereist. Afgestudeerden van één van deze vier opleidingen mogen de titel bachelor of Commerce dragen. Voor dit domein zijn in het landelijke profiel (Boks, 2008) de volgende competenties van toepassing: 1. Producten en diensten initiëren en creëren, zowel zelfstandig als ondernemend. 2. Marktonderzoek uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren. 3. Sterktes en zwaktes van een bedrijf vaststellen. Dit door de interne bedrijfsprocessen en cultuur te analyseren, en door kansen en bedreigingen op de nationale of internationale markt te herkennen op basis van trends. 4. Marketingbeleid (ondernemingsbeleid) ontwikkelen voor nationaal of internationaal opererende bedrijven en kunnen onderbouwen van de gemaakte keuzes. 5. Vanuit het marketingbeleid (ondernemingsbeleid) plannen opstellen, uitvoeren en bijstellen. 6. Zakelijke relaties ontwikkelen en onderhouden voor inkoop, verkoop en dienstverlening. 7. Communiceren in meerdere talen en rekening houden met cultuurverschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. 8. Leidinggeven aan bedrijf, bedrijfsonderdeel, bedrijfsproces of project . De Raad van Advies heeft daarmee samen met de kerndocenten de eindcompetenties, het programma en de literatuur geverifieerd en gevalideerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 11
Internationalisering In de opleidingsaudit is onderzocht op welke wijze internationalisering vorm heeft gekregen en of daarmee in voldoende mate de door NCOI geformuleerde doelstelling wordt gerealiseerd. Het auditpanel heeft kunnen vaststellen dat het onderwerp internationalisering gedurende de gehele opleiding verweven is in de opdrachten en cases. Het auditteam heeft tijdens de audit cases ingezien die worden ingezet als ondersteunend lesmateriaal; deze zijn deels afgeleid van internationale organisaties en spelen zich af in een internationale context. In de modules marketingmanagement B, marktonderzoek, internetmarketing, sales- & accountmanagement en internationale marketing wordt, zo heeft het panel – ook aan de hand van het auditgesprek met de docenten - vastgesteld, de internationale context van de behandelde onderwerpen inzichtelijk gemaakt en door de docenten in de opdrachten, tentamens en papers meegenomen. In de eindopdracht van de tweede studiefase dient het onderwerp van de paper ook gekoppeld te worden aan de internationale setting c.q. context. Dit maakt dat de student de eigen situatie vanuit verschillende invalshoeken kan linken aan internationalisering, diversiteit en interculturele communicatie. Tot slot wordt in de afstudeerscriptie geëist dat de internationale context zichtbaar en uitvoerig aanwezig. Het panel kon deze ontwikkeling in de vooraf ontvangen en de tijdens de audit voorliggende scripties (uit de ´opleiding oude stijl´) nog slechts in beperkte mate waarnemen, maar heeft op grond van de stevig ingezette herziening er vertrouwen in dat dit aspect in de toekomstige scripties sterker aanwezig zal zijn. De Raad van Advies heeft bovendien aan het panel aangegeven dat zij bezig is een internationale benchmark uit te voeren, om nog beter in beeld te krijgen welke internationale trends een plaats in de opleiding zouden moeten krijgen. Met name ontwikkelingen op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Compliance werden tijdens de audit door de aanwezige leden van de Raad van Advies genoemd. Onderzoek Onderzoekvaardigheden vormen naast de vakinhoud een belangrijke rode draad in de bachelor opleiding CE. Op meerdere programmaonderdelen, zoals in de module Marktonderzoek en de eindopdrachten, wordt hier uitvoerig aandacht aan besteed (zie ook facet 2.1). In de gesprekken met de studenten wordt wel duidelijk dat nog niet alle studenten onderzoek herkennen als een onderdeel van de competentieontwikkeling, maar de opleiding verwacht dat de recente herinrichting van het programma, met ook structureel meer aandacht voor praktijkonderzoek, dit manco zal ondervangen. Het panel deelt deze opvatting.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 12
Facet 1.2. Niveau: bachelor De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Zoals onder facet 1.1 aangegeven, is er in het proces dat NCOI uitvoert bij het ontwikkelen van iedere nieuwe opleiding in voorzien dat: de opleidingscompetenties worden uitgewerkt in beheersingsindicatoren, die aangeven op welk niveau de competenties door de studenten moeten worden bereikt. de beheersingsindicatoren uitgangspunt zijn bij het vaststellen van de leerdoelen voor de afzonderlijke modulen van een opleidingsprogramma. Voor de borging van het bachelordan wel masterniveau van een opleiding koppelt NCOI de beheersingsindicatoren aan de hbo-kernkwalificaties en de Dublin Descriptoren, die de reikwijdte en complexiteit van de eindkwalificaties indiceren. NCOI, zo is centraal vastgelegd, maakt deze koppeling voor iedere opleiding in een matrix inzichtelijk. Opleiding Commerciële Economie De aansluiting van de opleiding hbo-bachelor Commerciële Economie op algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor wordt onderbouwd door de opleidingscompetenties te koppelen aan de Dublin Descriptoren/ hbokernkwalificaties. Algemene beschrijvingen van de kwalificaties zijn: Internationaal: de Dublin Descriptoren en de vertaling naar hbo-kernkwalificaties; Nationaal: de domeincompetenties vanuit de HBO-raad en Algemeen: de niveau-inschattingen én ervaringen in het werkveld. Opleidingscompetenties De opleiding hanteert acht opleidingscompetenties: Ondernemerschap Initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig en ondernemend Marktonderzoek Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van marktonderzoek Bedrijfs- en omgevingsanalyse Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes, op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en –cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en basis van relevante nationale en internationale trends. Anderzijds van de kansen en bedreigingen op de lokale, nationale en/of internationale markt op basis van relevante nationale en internationale trends. Strategie en Beleidsontwikkeling Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. Planning en uitvoering Opstellen, uitvoeren en bijstellen van plannen (marketingplan, marketingcommunicatieplan, inkoopplan, logistiek plan, sales- of accountplan, businessplan) vanuit het marketingbeleid. Sales Ontwikkelen en onderhouden van zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 13
Communicatie Communiceren in meer talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. Leiderschap en Management Leiding geven aan een bedrijf, een bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een project.
Landelijke vergelijking De opleidingscompetenties zijn afgeleid van de domeincompetenties zoals de HBO-raad die aangeeft. Deze Body of Knowledge & Skills (BoKS, 2008) geeft aan hoe er vanuit het hbo wordt gekeken naar de kenniscomponent. Er is een duidelijke koppeling tussen alle onderwerpen uit de BoKS en de onderwijseenheden van de opleiding. In de modules van de opleiding wordt gewerkt met theorieën en inzichten in de vorm van actuele boeken en readers. Studenten en docenten worden continu uitgedaagd kennis en inzichten uit de werkomgeving in te brengen. De hbo-bachelor Commerciële Economie kan de opgedane kennis en inzichten op professionele wijze toepassen, kan problemen oplossen en de oplossing in een logisch betoog onderbouwen met steekhoudende argumenten. De opleidingscompetenties zijn gericht op het uitvoeren van de kerntaken van een beroepsbeoefenaar. Deze competenties worden zichtbaar in leeractiviteiten tijdens de opleiding, zoals: moduleopdrachten; praktijkopdrachten in het kader van het portfolio; competentieopdrachten in het kader van het portfolio; integrale eindopdrachten in het kader van het portfolio; eindscriptie in het kader van het portfolio. De opleidingscompetenties kunnen alleen worden verworven door een actieve toepassing van kennis en inzicht. Het portfolio-leren biedt de student de mogelijkheid om (in bijeenkomsten en via literatuur) opgedane kennis, vaardigheden en inzichten toe te passen in de werkpraktijk en daarop te reflecteren. In de opleiding is sprake van methodisch en reflectief denken en handelen, waarbij het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke of ethische aspecten veelal aan de orde is om een oordeel te vormen over CE-vraagstukken. Competentieniveaus De opleidingscompetenties zijn geduid op competentieniveaus. Het vaststellen van de niveauaanduiding is gebaseerd op: complexiteit in relatie tot de context waarbinnen de beroepsuitoefening dient plaats te vinden; de mate van verantwoordelijkheid waarmee de beginnende beroepsbeoefenaar zijn taken dient te vervullen. Ten aanzien van de wijze waarop een beginnende beroepsbeoefenaar zijn taken dient uit te voeren, wordt de volgende niveau-indeling toegepast: 1e niveau Werkt met routines, krijgt instructies, volgt aansturing door leidinggevende. Draagt verantwoording voor eigen takenpakket, formuleert doelen en legt over voortgang verantwoording af. 2e niveau Werkt met richtlijnen en procedures in complexe situaties en verdiept zich in vraagstukken van complexiteit in het werk. Zet eigen trajecten uit, onderhandelt over de trajecten en legt verantwoording af over keuzes en resultaten (en weegt deze af met een termijnperspectief). 3e niveau Beschrijft en analyseert problemen, vragen en knelpunten in complexe situaties, ontwikkelt zelf nieuwe procedures of een nieuw plan van aanpak en gebruikt creativiteit in het aanpakken van opdrachten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 14
Werkt proactief, verantwoordt op professionele wijze de informatieverzameling, theoriekeuze en vorming en de gekozen oplossingen naar de opdrachtgever en naar collega’s (en staat daarbij open voor een kritisch oordeel). Beginnend beroepsbeoefenaar De competenties van de opleiding hbo-bachelor Commerciële Economie zijn gebaseerd op het eindniveau van de beginnende beroepsbeoefenaar (3e niveau). Onderzoek onder alumni geeft NCOI eveneens informatie over het hbo-niveau van de opleiding. De alumni zijn aan de hand van omschrijvingen waarin de hbo-niveau indicatoren tot uitdrukking werden gebracht, ondervraagd in hoeverre zij deze omschrijvingen in hun werk van toepassing achten (alumni-enquête 2009). De alumni gaven te kennen deze omschrijvingen op hun werkzaamheden van toepassing te achten. NCOI vindt het belangrijk om de leden van de Raad van Advies en de scriptiebegeleiders enbeoordelaars nadrukkelijk te betrekken bij de beoordeling en monitoring van het hbo-niveau. De leden van de RvA waarmee het panel sprak, gaven aan bij de volgende ronde van scriptieverdedigingsgesprekken aanwezig te zullen zijn (zie ook Onderwerp 6).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 15
Facet 1.3. Oriëntatie hbo
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 16
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Universele kenmerken van de programma’s NCOI richt zich specifiek op werkenden. Als gevolg daarvan hebben alle onderwijsprogramma’s dezelfde kenmerken: 1. In de aanpak speelt het leren in de eigen werkomgeving een belangrijke rol. De integratie en toepassing van theorie in de praktijk vormen de kern van ieder programma. Om die reden is de zogenaamde buitenschoolse component, het werkplekleren, ruim ingevuld en verdeeld over het curriculum. 2. Iedere opleiding heeft een vast kernprogramma, vaak met mogelijkheden om in de vorm van een minor zelf accenten aan te brengen in de opleiding. 3. De programma’s zijn volledig modulair opgebouwd. Het is mogelijk om tijdens de studie het tempo te versnellen of te vertragen of kort te onderbreken. Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, heeft met betrekking tot de bachelor- en masterprogramma’s die NCOI verzorgt, in algemene zin kunnen vaststellen dat bij de ontwikkeling en de uitwerking van nieuwe opleidingsprogramma’s, alsook bij de actualisering van bestaande programma’s, de instelling voldoende oog heeft voor de eisen die aan opleidingsprogramma’s in het hoger beroepsonderwijs dienen te worden gesteld. In de onderhavige opleidingsaudit is de concrete en correcte uitwerking van dit facet beoordeeld. Opleiding Commerciële Economie Vakliteratuur Actuele literatuur vormt, samen met andere kennisbronnen, de basis voor kennisoverdracht. Naast de voorgeschreven literatuur wordt literatuur aangeboden in de vorm van readers en voorziet de online leeromgeving in actuele artikelen, aanvullende literatuur en verwijzingen naar websites over relevante thema’s. Het auditteam heeft de lijst verplichte en aanbevolen literatuur gezien is van oordeel dat deze bestaat uit relevante en actuele literatuur uit het vakgebied van de commerciële economie. De lijst bevat standaardwerken die ook bij andere hogescholen worden voorgeschreven. In de gesprekken met het auditpanel bleek dat de kennisuitwisseling tussen studenten, die allen over een relevante werkkring met dito ervaring beschikken, zeer gewaardeerd wordt. Hiervoor blijkt tijdens de colleges voldoende ruimte te zijn en dit wordt bovendien gestimuleerd door de docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 17
Beroepspraktijk De opleiding ontleent studiemateriaal aan de beroepspraktijk en gebruikt dit om opdrachten op te stellen die in de studiewijzers zijn opgenomen. Deze praktijkopdrachten worden ook ontleend aan de beroepspraktijk van de studenten en als case tijdens de lessen geanalyseerd en besproken. De beroepsgerichtheid komt verder tot uiting in de module- en eindopdrachten die de studenten deels aan hun eigen beroepspraktijk ontlenen. In de onderwijsvisie van NCOI staat de werkomgeving van de student centraal in het leerproces en vormt deze een krachtige leeromgeving. In het leerproces van de student speelt de docent ook een belangrijke rol. Aangezien de docenten werkzaam zijn in het beroepenveld, kan continu een relatie worden gelegd met de actuele praktijk van zowel studenten als de docent. De docent zorgt daarbij niet alleen voor kennisoverdracht, maar is ook als coach een belangrijke stimulator in het leerproces van de student. Via praktijk-, module-, eind- en competentieopdrachten koppelt de student zijn leerervaringen aan praktijkervaringen. Het auditteam heeft tijdens de audit een selectie van opdrachten ingezien en is van oordeel dat deze het hbo-niveau goed reflecteren en dat studenten erdoor uitgedaagd worden de eigen praktijk met de opgedane theorie te verbinden. Toegepast onderzoek De ontwikkeling van onderzoekcompetenties en een onderzoekhouding vindt vanaf het begin tot het einde van de opleiding plaats. Onderzoekvaardigheden vormen naast de vakinhoud een belangrijke rode draad in de bachelor opleiding. Bij meerdere programmaonderdelen, zoals in de module Marktonderzoek en de eindopdrachten, wordt hier uitvoerig aandacht aan besteed. Bij de start van de opleiding wordt met ingang van september 2010 de eerste bijeenkomst over methoden en technieken van onderzoek verzorgd, waardoor de eindopdracht van de eerste studiefase methodologisch direct goed kan worden uitgevoerd. In deze startbijeenkomst worden de basismethoden en -technieken van toegepast praktijkonderzoek behandeld, zoals het formuleren van een probleem- en vraagstelling en het maken van een onderzoeksopzet. Omdat het gebruik van (wetenschappelijke) bronnen voor de afronding van tussentijdse opdrachten, de afrondende opdrachten van een module, de integrale eindopdracht (per fase) en de afstudeerscriptie een verplicht onderdeel is, en in de beoordeling ervan de geschiktheid van de gebruikte bron een belangrijke rol speelt, ontwikkelt de student het vermogen ook kritisch te zijn naar wat beschreven staat, onderzoek te doen naar de herkomst, de betrouwbaarheid en validiteit ervan. Binnen de onderzoekslijn wordt hieraan, zo is het panel gebleken, expliciet aandacht besteed. Actuele ontwikkelingen Tijdens de bijeenkomsten van de modules ligt een sterk accent op uitwisseling (discussie) tussen docent en studenten en tussen studenten onderling. Naar aanleiding van de besproken theorie voeren studenten praktijkopdrachten uit, die gerelateerd zijn aan de eigen organisatie en (door middel van casuïstiek) aan andere bedrijven. De sociaal-constructivistische benadering van opleiden (zie Visie op leren, management review Generieke Audit) zorgt voor een optimale inbreng van context in de opleiding. Door deze aanpak vindt transfer plaats van theorie naar de praktijk en neemt de herkenning door de studenten toe, terwijl ook hun lerend vermogen groeit. Evaluaties Evaluaties na afloop van een module bevatten specifieke vragen over de aansluiting bij actuele ontwikkelingen. Uit het studenttevredenheidsonderzoek (2009) blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van de opleiding bij actuele ontwikkelingen en de praktijkgerichtheid van de opleiding: Studenttevredenheidsonderzoek 2009 (N= 49, Score 1-100%) De opleiding sluit voldoende aan bij actuele ontwikkelingen: 83,7% De opleiding is voldoende praktijkgericht: 87,8%
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 18
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit uitvoerde heeft in relatie tot dit facet het volgende kunnen vaststellen: Concretisering eindkwalificaties In het ontwerpproces dat de instelling voor iedere opleiding hanteert, leiden beroepsprofiel en opleidingsprofiel tot de vaststelling van de opleidingscompetenties. Vervolgens wordt elke competentie uitgewerkt in zogenaamde beheersingsindicatoren. Deze beheersingsindicatoren worden gebruikt voor het ontwikkelen van leerdoelen voor het specifieke onderwijsprogramma. Met de beheersingsindicatoren wordt het niveau van de opleiding vastgelegd. Om het hbobachelor of -masterniveau te waarborgen en verantwoorden koppelt de opleiding de beheersingsindicatoren aan de zogenaamde generieke hbo-kernkwalificaties en Dublin Descriptoren. Per hbo-kernkwalificatie/Dublin Descriptor wordt aangegeven door welke opleidingscompetentie met bijbehorende beheersingsindicatoren het niveau afgedekt wordt. Vertaling naar leerdoelen NCOI voorziet erin dat de eindkwalificaties op een juiste wijze worden vertaald naar de leerdoelen van de afzonderlijke programmaonderdelen. In het document Eerste Hulp Bij Ontwikkelen (EHBO) geeft de instelling op centraal niveau instructies aan ontwikkelaars van modulen. De rol van de kerndocent(en) van een opleiding is daarbij van cruciaal belang. Deze controleert/controleren of de leerdoelen zich op een juiste wijze verhouden qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen tot de eindkwalificaties/competenties van een opleiding. De kerndocent is er tevens verantwoordelijk voor dat alle eindkwalificaties in de afzonderlijke programmaonderdelen zijn afgedekt. Deze rol stelt bijzondere eisen aan de generieke kennis van een kerndocent/de kerndocenten (zie ook onderwerp 3, Inzet van Personeel) over de gehele breedte van een opleiding en/of de wijze waarop deze toetsing mogelijk anderszins is georganiseerd. Hoe iedere opleiding hieraan concreet invulling geeft, is onderzocht in iedere opleidingsaudit. Het bereiken van de eindkwalificaties De modulaire opbouw van het programma en de goede balans tussen theorie en praktijk in de duale opleidingen van NCOI faciliteert naar het oordeel van het panel het bereiken van de eindkwalificaties van de opleidingsprogramma’s goed. Op centraal niveau is voor iedere bachelor- en masteropleiding de studiepuntenopbouw vastgelegd. In de bachelors is voor de direct beroepspraktijk gerelateerde onderdelen 84EC (ca. 30% van de opleiding) ingeruimd. Dit geldt zowel voor de deeltijdse als duale variant van iedere bachelor opleiding. Praktijk(gerelateerde activiteiten) en theorie binnen de bachelor programma’s zijn daarmee goed met elkaar in balans.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 19
NCOI hanteert vanuit zijn visie op leren drie onderwijskundige en didactische uitgangspunten: het Actief Leer Principe (‘Action Learning’), de leertheorie van Kolb en Competentiegericht Opleiden (CGO). Deze onderwijskundige en didactische uitgangspunten sluiten, naar het oordeel van het panel, goed aan bij het leren van volwassenen en dus bij de doelgroep van de deeltijd en duale opleidingen. Iedere opleiding is ontwikkeld voor werkenden die vanuit hun beroepsomgeving hun competenties op bachelor- of masterniveau verder willen ontwikkelen. De steeds veranderende omgeving en vraagstukken waarmee de studenten in hun werk te maken hebben, vragen in de visie van NCOI om verdiepende kennis, vaardigheden en gedrag. Tijdens het werkplek-leren ontwikkelt de student de beroepscompetenties. Deze worden getoetst door opdrachten (praktijkopdrachten, competentieopdrachten, integrale eindopdrachten) in het portfolio op te nemen. In de modules (bachelor) of masterclasses (master) staan centraal de kennis, het inzicht en de vaardigheden die voorwaardelijk zijn om de competenties te kunnen ontwikkelen en beheersen. Toetsing van voorwaardelijke kennis, inzicht en vaardigheden vindt plaats in tentamens en opdrachten per module. Opleiding Commerciële Economie Concretisering eindkwalificaties De opleidingscompetenties zijn adequaat vertaald in gedragsindicatoren voor de beroepscompetentie ontwikkeling en algemene leerdoelen voor de modules in het programma. Per module is in het studiemateriaal (studiewijzer) een inhoudelijke beschrijving met algemene leerdoelen en verdere uitwerking hiervan per bijeenkomst (les), de leertaken (praktijkopdrachten, groepsopdrachten) en de toetsvorm opgenomen. Zo beschrijft de module Internetmarketing dat de studenten leren, vanuit het online consumentengedrag, het internet als medium zo effectief mogelijk in te zetten om klanten te werven, te binden en te behouden. In de afzonderlijke colleges wordt ondermeer aandacht besteed aan de rol van internet binnen de marketing, business modellen op het internet, online verkoop en webanalyse. De leerdoelen van de module beschrijven onder andere dat de student doelstellingen voor online marketing kan vaststellen, dat hij online consumentengedrag kan vertalen naar online marketingbeleid en de operationele aanpak, en dat hij websites kan beoordelen op effectiviteit. De studieactiviteiten binnen deze module bevatten, naast de colleges, ondermeer: opdrachten in de online leeromgeving, literatuurstudie, aanvullende cases. Als toets geldt het opstellen van een verbeterplan voor online marketing voor een organisatie, dat bestaat uit tenminste een analyse van de online marketing situatie van de organisatie en het verbeterplan zelf. In aansluiting op het competentiegericht ervaringsleren, past de student zijn opgedane kennis en vaardigheden direct actief toe in de eigen beroepssituatie. Door hun werkervaring, in combinatie met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar, tonen studenten een grote verantwoordelijkheid voor de eigen leeractiviteiten. De docent vervult een coachende, begeleidende, stimulerende en reflectieve rol tijdens de bijeenkomsten en via de online leeromgeving. De portfoliobegeleider legt de verbinding tussen competentieontwikkeling in de opleiding en op het werk, zo is het panel gebleken uit de auditgesprekken met zowel de docenten als de studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 20
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Met betrekking tot dit facet kon het panel dat de generieke audit uitvoerde op basis van het centrale beleid, het volgende vaststellen voor alle door NCOI te verzorgen opleidingen: Logische opbouw Het panel constateert in de wijze waarop NCOI haar leeromgevingen heeft ingericht een directe samenhang tussen bijeenkomsten, de eigen werksituatie en de online leeromgeving. De verticale opbouw in het programma bestaat tussen de fasen. Binnen een fase werkt NCOI met op zichzelf staande modulen/onderwijseenheden of masterclasses, die niet persé onderling op elkaar aansluiten. De samenhang van de modules en masterclasses binnen een fase komt tot uitdrukking in de integrale eindopdracht van iedere fase. Naar het oordeel van NCOI heeft haar specifieke doelgroep (studenten met werk- en levenservaring) behoefte aan flexibiliteit (lees: een eigen tempo) in het doorlopen van het studieprogramma. Daarom heeft de instelling gekozen voor modules en masterclasses die zelfstandige leereenheden zijn. Wel zijn modules geclusterd per opleidingsfase, hetgeen betekent dat deze altijd bij elkaar in één fase worden aangeboden. Daarmee beoogt NCOI een logische opbouw van het curriculum (volgtijdelijkheid) te realiseren. Onderzoekslijn Recentelijk (2009) is de module ‘onderzoeksmethodieken en technieken’ (aanvankelijk direct voorafgaand aan de afstudeerperiode gepland) verdeeld over ieder opleidingsprogramma, zodat een verticale opbouw in de onderzoekslijn zichtbaar wordt en de student intensiever wordt voorbereid op het uitvoeren van praktijkonderzoek. De wijze waarop hierin in ieder opleidingsprogramma is voorzien, ook in relatie tot de vakspecifieke onderdelen, is onderwerp van beoordeling geweest tijdens iedere opleidingsaudit. Afstemming tussen modulen De samenhang binnen het opleidingsprogramma wordt actief bevorderd door de inhoud van modules/masterclasses onderling op elkaar af te stemmen. De kerndocent vormt de verbindende schakel tussen ontwikkelaars en docenten in de opleiding. Voor de start van een opleidingsjaar wordt een startbijeenkomst met (kern)docenten gehouden en tussentijds worden regelmatig vakoverleggen met (kern)docenten georganiseerd om afstemming en samenhang tussen programmaonderdelen te bevorderen. Binnen- en buitenschools Er is een horizontale samenhang tussen colleges en werkplekleren. Tijdens de colleges vult de docent, die meestal zelf werkzaam is in de beroepspraktijk, bestaande kennis, ervaring en vaardigheden van de student aan met nieuwe inzichten. Door middel van opdrachten wordt de student uitgedaagd deze nieuwe inzichten te vertalen naar en toe te passen in de eigen werksituatie. Via de online leeromgeving van NCOI wordt met studiewijzers en opdrachten de uitwisseling tussen studenten met betrekking tot behandelde onderwerpen uit het vakgebied gestimuleerd. Aldus vindt een versterking van samenhang plaats tussen de colleges, de eigen werkomgeving en de online leeromgeving.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 21
Ontwikkeling beroepscompetenties Beroepscompetenties worden integraal ontwikkeld door het opbouwen van een portfolio per fase. Alle opdrachten zijn gekoppeld aan de specifieke opleidingscompetenties. De beheersingsniveaus zorgen voor een toenemende complexiteit van en verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van de module- en eindopdrachten, en daarmee voor een verticale samenhang in het programma. Het portfolio is opgenomen in e-Connect (de online leeromgeving). Door middel van reflectie houdt de student gedurende de gehele opleiding zicht op de ontwikkeling van zijn competenties en kan hij door middel van het portfolio zijn competentieontwikkeling sturen. Door de recente invoering (september 2009) van het portfolio-instrument is het voor de panels die de opleidingsaudits uitvoeren mogelijk geweest de eerste resultaten ervan te beoordelen. Opleiding Commerciële Economie Opbouw Het programma is opgebouwd uit vier fasen. De fasen lopen van een algemene functiegerichte basis, via verdieping, naar een beroepsoriëntatie van een zelfstandig beginnend beroepsbeoefenaar. De opleiding wordt in een vaste volgorde doorlopen, van fase 1 tot en met fase 4. Binnen de fase is wel wisseling van volgorde mogelijk. Daarom is gekozen voor modules die zelfstandige leereenheden zijn. Deze modules zijn geclusterd in een opleidingsfase, waardoor een logische opbouw van het curriculum is geborgd. Elke fase wordt afgesloten met een module overstijgende integrerende opdracht in de vorm van een eindopdracht of scriptie, waarin de modules uit de betreffende fase met elkaar worden verbonden. Deze opdrachten, waarvan het panel er tijdens de audit enkele heeft ingezien, bevorderen het integraal leren werken en denken. Met deze opdrachten wordt voor de studenten de samenhang in het programma versterkt. Samenhang De samenhang in het programma wordt bovendien bevorderd door de beoogde opleidingscompetenties in het curriculum regelmatig aan bod te laten komen, maar wel in steeds complexere situaties en op een manier die van de student geleidelijk meer eigen initiatief vraagt (gekoppeld aan de drie competentieniveaus). Hierdoor ontstaat een concentrisch onderwijsmodel, waarin de beroepsvaardigheid zich integraal ontwikkelt. Zo laat de student in het kader van de domeincompetentie ‘ondernemerschap’ (initiëren en creëren van producten en diensten, zelfstandig ondernemend) in de eerste fase van de studie door middel van analyses zien dat hij periodieke rapportages van omzet- en winstontwikkelingen van afzonderlijke producten en diensten volgt. In de tweede fase van de studie CE moet de student laten zien dat hij een volg- en besturingssysteem voor marktintroducties kan opstellen; ook toont hij dat hij een passend advies kan geven over te nemen beleidsmaatregelen op het gebied van assortiment. In zijn portfolio moet hij hiertoe een zelf opgestelde adviesnota opnemen. In de derde fase van de studie toont de student dat hij strategische productplannen kan voorbereiden, schrijven en ten uitvoer kan brengen. In zijn portfolio neemt hij daartoe een zelf opgesteld strategisch productplan op. Samenhang wordt door de opleiding ook gerealiseerd op basis van de volgende punten: Studiegids Voorafgaand aan de opleiding ontvangen de studenten een studiegids van de bacheloropleiding Commerciële Economie. Hierin is het volledige programma uitgewerkt. Dit geeft studenten inzicht in de structuur en de onderlinge samenhang van de verschillende programmaonderdelen. Docentenuitwisseling Er vindt periodiek vakoverleg plaats met docenten vanuit verschillende disciplines, om crossover kennis te ontwikkelen. De aansluiting tussen de modules wordt in deze sessies besproken. Aan de overleggen nemen docenten en ontwikkelaars deel.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 22
Bovendien heeft de opleiding een kernteam dat samen met de opleidingsmanager en de programmamanager de inhoudelijke samenhang, actualiteit en de aansluiting tussen vorm en inhoud van leerdoelen en toetsvormen bewaakt. De sessies worden twee keer per jaar georganiseerd door de programmamanager. Het auditgesprek met de docenten heeft de betekenis van dit overleg bevestigd. Onderzoekslijn De onderzoekslijn in het programma is verstevigd. Vanaf het eerste jaar worden studenten nu getuned op het doen van onderzoek en zijn de opdrachten binnen het programma hierop afgestemd. Bovendien werken alle eindopdrachten toe naar de uiteindelijke eindscriptie, waarin de student zijn opgedane kennis en kunde binnen de studie CE in samenhang moet kunnen demonstreren. In het eindwerkstuk moet hij zijn onderwerp tevens tegen een internationale achtergrond kunnen belichten. Portfolio Competenties, zoals onderzoeksvaardigheden, die in de hele opleiding van belang zijn, worden middels de portfolio-aanpak bewaakt. Studenten hebben behoefte aan begeleiding bij het samenstellen van het portfolio en het uitvoeren van competentieopdrachten. Dit wordt ondersteund via de online leeromgeving en het voeren van een portfoliogesprek met een portfoliobegeleider. Deze portfoliobegeleider beoordeelt de verplichte opdrachten in het portfolio en bespreekt met de student de eigen competentieontwikkeling. De studenten werken gedurende het gehele jaar aan hun persoonlijk portfolio, waarbij zij zelf verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van relevante beroepsproducten om de opleidingscompetenties aan te tonen. Ook nemen studenten de verplichte competentie- en eindopdrachten op in hun portfolio. Bij het uitvoeren van iedere opdracht vormt de persoonlijke reflectie op het eigen functioneren en het beroep een belangrijk onderdeel. Deze manier van leren doet een groot beroep op de zelfstandigheid en discipline van de student. De studenten gaven in de gesprekken met het auditpanel aan de opbouw van een portfolio te waarderen, maar dat dit wat hen betreft, vooral waar het de intensivering van de begeleiding betreft, nog verder versterkt mag worden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 23
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van de studeerbaarheid van de programma’s in algemene zin het volgende kunnen vaststellen: Spreiding studielast NCOI houdt bij het ontwerp van de opleidingsprogramma’s rekening met de studeerbaarheid ervan. Belemmerende factoren bij het volgen van een studie heeft het panel op voorhand niet kunnen constateren. Alle programma’s zijn qua modulen/masterclasses op een identieke wijze ingericht, met eenzelfde studiebelasting per fase. Daarmee wordt een evenwichtige spreiding van de studielast gerealiseerd. De aangegeven studiebelasting per week, die bij aanvang van iedere programmaontwikkeling wordt opgegeven, lijkt het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, aan de lage kant. Dit geldt eveneens voor het aantal standaard opgegeven contacturen. Daarom is iedere opleiding verzocht de studiebelasting nader te specificeren en te onderbouwing. Inzicht in toetsplannen Vanaf studiejaar 2010 neemt NCOI de toetsplannen op in de Studiegids van iedere opleiding. Daarmee wordt voor studenten de relatie tussen de beheersingsindicatoren/leerdoelen, toetscriteria en competenties per module/masterclass inzichtelijk gemaakt, hetgeen een juiste voorbereiding op de toetsen en dus een betere studeerbaarheid van een opleidingsprogramma bevordert. Specificatie van studiebelasting In de studiegidsen die het panel tijdens de generieke audit heeft ingezien, ontbraken (nog) concrete specificaties van de studiebelasting (per module) voor een geheel opleidingsprogramma. Het realiteitsgehalte van de studiebelasting voor een bachelor van 240 EC heeft tijdens de opleidingsaudits, en dus ook bij de onderhavige opleiding, derhalve nadrukkelijk de aandacht gehad. Oordeel studenten Voorts heeft het panel vastgesteld dat de studeerbaarheid van het programma deel uitmaakt van studenttevredenheidsonderzoeken. Daaruit blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de studielast. Uit de generieke rendementsgegevens van NCOI blijkt overigens dat studenten gemiddeld iets langer over hun studie doen dan voor een opleiding staat. Gemiddeld doen studenten 3,4 jaar over hun driejarige bacheloropleiding en 2,6 jaar over hun tweejarige masteropleiding. De opleider schrijft dit echter niet toe aan een te zware studiebelasting, maar aan het feit dat haar doelgroep werk, sociaal leven en studie combineert. Opleiding Commerciële Economie De opleiding is ingericht om een optimale studievoortgang te realiseren. Omdat de doelgroep van NCOI bestaat uit werkenden, is NCOI niet gebonden aan schoolvakanties. De opleiding kan daardoor over bijna het gehele jaar worden gepland. Hiermee kunnen meer weken les worden gerealiseerd dan bij regulier onderwijs. Doordat de docenten op freelancebasis werken, zijn zij gedurende het grootste deel van het jaar beschikbaar voor studietaken, zoals het beoordelen van opdrachten. Studenten die niet op tijd zijn of die door een onvoldoende beoordeling hun opdrachten opnieuw moeten inleveren, lopen hierdoor geen studieachterstand op.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 24
Bij de bestudering van de Management Review is gekeken naar de specificatie van de studiebelastingberekeningen; tijdens de locatie-interviews is door het panel bovendien het realiteitsgehalte van de opgegeven studiebelasting nagegaan. De studenten waarmee het panel sprak zeiden ca. 20 tot 30 uur per week aan hun studie te besteden. Daarbij dient te worden aangetekend dat niet altijd precies het onderscheid tussen studie en werk kan worden gemaakt, omdat leren en werken in deze duale studie sterk samenvallen. Bovendien geldt dat de studentenpopulatie van Hogeschool NCOI, en dus ook van de opleiding CE, bestaat uit studenten met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar, die kunnen bogen op een ruime werkervaring. Voor hen geldt dat zij veel aspecten van de aangeboden leerstof sneller oppakken dan studenten zonder werkervaring, waardoor eveneens tijdwinst kan worden geboekt. Opbouw De opbouw van het programma zorgt voor concrete afronding per relatief kleine eenheid van studiepunten. Per module gaat de student verder in het programma. Als een module niet is gehaald, blijft deze openstaan en kan de student deze later opnieuw doen. De opleiding maakt gebruik van een online leeromgeving (OLO) en e-Connect. De online leeromgeving (OLO) vormt een aanvulling op het aantal contacturen, omdat daarop de uitwerkingen van de colleges worden geplaatst, alsook tal van aanvullende cases, artikelen en literatuursuggesties. Bovendien wordt uitwisseling tussen studenten en tussen de docent en de studenten er geëntameerd. Duur De studielast van het bachelorprogramma bedraagt 240 EC en sluit aan op de wettelijke eisen. De opleiding is zodanig ingericht dat de studielast evenwichtig is verdeeld over de verschillende fases van de opleiding. Voor de duale hbo-bacheloropleiding geldt een minimale opleidingsduur van drie en een half jaar, mits de student beschikt over een voor de studie relevante werkplek. Een student kan de opleiding volledig modulair doorlopen, waarbij verschillende snelheden in studietempo mogelijk zijn. Het totale opleidingstraject dient binnen zes jaar te worden afgerond. Uitval De uitval voor de opleiding Commerciële Economie is in vergelijking met andere bachelor opleidingen laag. De uitval blijft beperkt tot iets meer dan 20 procent. De gemiddelde studieduur voor de duale opleiding is aan de maat, namelijk 3,6 jaar. Studeerbaarheid De studenten geven aan het als een zwaar programma te ervaren. Aansluiting op het werk is belangrijk om binnen de gestelde termijnen aan de studieverplichtingen te kunnen voldoen. Een tijdsbesteding van 16 tot 20 uur per week wordt daarbij als het minimum gezien, maar de studenten waarmee het panel sprak besteedden, zoals al eerder opgemerkt, allen tussen de 20 en 30 uur aan hun studie. Deze vraagt, zo bevestigen de studenten, veel zelfdiscipline!
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 25
Facet 2.5. Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit uitvoerde, heeft op het punt van het door NCOI gevoerde instroombeleid het volgende kunnen vaststellen: Instroomeisen NCOI hanteert als instroomeis voor hbo-opleidingen dat een student de wettelijk vereiste vooropleiding heeft met minimaal 2 jaar relevante werkervaring. Het begrip ‘relevant’ heeft NCOI gedefinieerd in de OER van iedere opleiding. Daarnaast kan een student van 21 jaar of ouder, waarvan de vooropleiding niet aan de norm voldoet, een instroom- of toelatingsprogramma volgen en een toelatingsexamen afleggen. NCOI heeft deze vereisten vastgelegd in het Centrale Onderwijs- en Examenreglement. Toelatingsonderzoek Vóór toelating en aanvang van de opleiding worden kandidaten in voorlichtingsbijeenkomsten uitgebreid geïnformeerd over de inhoud van en de toelatingseisen voor een specifieke opleiding. Hierbij worden, op verzoek van de kandidaat, ook persoonlijke adviesgesprekken met kandidaten gevoerd waarbij de motivatie en toelatingsmogelijkheden worden besproken. Een kandidaat vraagt vervolgens een toelatingsonderzoek aan, waarin gecontroleerd wordt of de student aan de wettelijke instroomeisen voldoet. Het toelatingsonderzoek geeft antwoord op de volgende vragen: vooropleiding(en), werkervaring, actuele werkomgeving, interesse, motivatie, persoonlijk profiel, (eventueel motivatie toelatingsonderzoek). De toelatingsaanvraag wordt vastgelegd en samen met de uitslag van het toelatingsonderzoek opgenomen in een dossier. Indien aan de eisen is voldaan, wordt de kandidaat ingeschreven als student. Kandidaten krijgen schriftelijk bericht of zij zijn toegelaten. Bijzondere aandacht bij iedere duale opleiding is er geweest voor de wijze waarop de instelling bij aanvang van de studie de kwaliteit van de werkplek beoordeelt en hoe de instelling omgaat met mogelijk aanvullende vereisten voor specifieke opleidingen met het oog op de beheersing van Engels of Economie. Vrijstellingen NCOI heeft in het OER (art. 20) van de afzonderlijke opleidingen een regeling opgenomen met betrekking tot het verlenen van vrijstellingen. Voor het verkrijgen van vrijstellingen van programmaonderdelen dient een schriftelijk en gemotiveerd verzoek te worden ingediend bij de betreffende domeinexamencommissie. Doorstroming naar master De aansluiting van een masterprogramma op een aanverwante hbo-bachelor wordt versterkt doordat NCOI zowel voor de master als de bachelor dezelfde Raad van Advies installeert, waarin zowel wetenschappelijke expertise als hbo-deskundigheid is vertegenwoordigd. Uit de gesprekken met het management is het panel gebleken dat aansluiting van het masterprogramma op het bachelor programma nadrukkelijk onderdeel is van de taak van de Raad van Advies. Het panel constateert overigens dat deze taak (nog) niet staat beschreven in de taakstelling van de Raad van Advies, waarin het panel inzage heeft gehad. Bij visitaties van de onderscheiden opleidingen is door de verschillende panels vastgesteld dat in deze omissie inmiddels is voorzien.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 26
Naar het oordeel van het panel voert NCOI een transparant toelatingsbeleid, dat is vastgelegd in het centrale onderwijs- en examenreglement en voldoet de instelling op dit punt aan de wettelijke vereisten. Opleiding Commerciële Economie Het opleidingsprogramma is toegankelijk voor studenten die in het bezit zijn van een diploma havo, vwo, mbo middenkader of specialistenopleiding (niveau 4) en die beschikken over een relevante werkomgeving op het gebied van commerciële economie. Werkervaring en werkplek Vanwege de werkervaring kan de opleiding in beginsel in 3,5 jaar worden gepland en doorlopen. Als een student zich aanmeldt vanuit een andere achtergrond, dan wordt op verzoek een toelatingsonderzoek afgenomen waaruit blijkt of de student voldoende achtergrond heeft om het bachelorprogramma succesvol te doorlopen. Dit geldt alleen voor kandidaten van 21 jaar en ouder die een beroep doen op de 21+-regeling. Bij een negatief oordeel over werk- en denkniveau kan de kandidaat worden geadviseerd een instroomprogramma op maat te volgen als toelatingstoets. Dit is alleen mogelijk als de andere criteria (motivatie, profiel en werkomgeving) voldoende zicht bieden op het succesvol doorlopen van het hbo-traject. Zo’n instroomprogramma werkt selecterend, omdat een deel van de opleiding op beginnend hbo-niveau wordt gegeven. Als een kandidaat niet voor deze opleiding slaagt, is er onvoldoende reden om aan te nemen dat het hbo-studietraject succesvol zal verlopen. De opleiding is bedoeld voor studenten met een relevante werkplek, zodat de nieuwe kennis in de praktijk in al zijn verschillende verschijningsvormen kan worden herkend en toegepast. Mocht de student niet (meer) over een relevante werkplek beschikken, dan zullen alternatieve (praktijk)opdrachten en zo nodig een vervangende stageplek worden gezocht. Uitgangspunt is dat theorie en praktische toepassing synchroon verlopen. De instromende student heeft mogelijk één van de volgende functies: marketingmedewerker, marketingcommunicatiemedewerker, marketingmanager, marketingadviseur, accountmanager, commercieel medewerker, salesmanager of marktonderzoeker. Voor de beoordeling van de geschiktheid van een werkplek heeft de opleiding criteria opgesteld. In de werkzaamheden van de instromende student moet een aantal van de volgende onderdelen voorkomen: voorbereiden, formuleren implementeren en / of evalueren van het (strategisch) marketingbeleid van een onderneming uitwerken van strategisch marketingbeleid in deelplannen (laten) uitvoeren van marktonderzoek voorbereiden, formuleren, implementeren en / of evalueren van plannen om het inkoop en/of verkoopproces te optimaliseren verrichten van externe marketing & sales activiteiten uitvoeren van financiële analyses op commercieel economisch gebied en deze vertalen naar het marketingbeleid bijdragen aan de ontwikkeling van het strategisch commercieel beleid Indien de opleiding twijfelt aan de kwaliteit van een werkplek, wordt deze door de toekomstige portfoliobegeleider voor aanvang van de studie bezocht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 27
Vrijstellingen en EVC Een student kan bij de start van de opleiding vrijstelling(en) aanvragen voor studieonderdelen op basis van behaalde diploma’s en eerder verworven competenties (EVC). De EVC-procedures van Hogeschool NCOI zijn erkend door het Kenniscentrum EVC.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 28
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum hbo-bachelor
Oordeel: voldaan Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. De bacheloropleiding Commerciële Economie omvat een studieprogramma waarvan het panel heeft kunnen vaststellen dat het totaal aan studiepunten 240 EC bedraagt en dat het programma daarmee aansluit op de wettelijke basis. De opleiding voldoet derhalve aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum (240 EC).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 29
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI NCOI Opleidingsgroep richt zich met haar opleidingen op werkende mensen als specifieke doelgroep. Het onderwijsconcept van NCOI heeft daardoor een duidelijk doel voor ogen: Leren om tot werkelijk betere prestaties te komen. Om deze doelstelling te kunnen realiseren heeft NCOI een visie op leren geformuleerd. Daarbij is de werkwijze van NCOI verbonden aan een aantal didactische instrumenten en uitgangspunten, die tijdens de audit door het management zijn toegelicht. Uit deze toelichting is gebleken dat het didactisch concept van NCOI voorziet in onderwijsleervormen die naar het oordeel van het panel passen bij de doelstellingen van duale en deeltijdse hbo-opleidingen. Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft tevens inzage gehad in twee studiegidsen, waarin opleidingsprogramma’s staan beschreven en waaruit duidelijk blijkt dat het didactisch concept hierin is ingebed. Visie op leren De doelstelling om studenten tot werkelijk betere prestaties te laten komen, sluit aan bij de leertheorie van het sociaal constructivisme. Bij deze leertheorie verlenen lerenden zelf betekenis aan hun omgeving. Leren wordt opgevat als een actief proces, waarbij betekenis ontstaat op basis van persoonlijke ervaringen en leren plaatsvindt in contact met anderen. NCOI wil dan ook nieuwe kennis en vaardigheden zo aanbieden dat lerenden deze kunnen verbinden met wat ze al weten en door uitwisseling van ervaringen met elkaar. Hierdoor is kennis niet absoluut, maar persoonlijk gekleurd en dus mogelijk verschillend tussen individuen. De nieuw verworven kennis dient te functioneren in een context. Leerresultaten worden behaald wanneer gereflecteerd wordt vanuit de eigen werkzaamheden. Vanuit deze gedachte vloeit actieve referentie, tijdens de opleiding, aan de werkplek logisch voort. Deze visie van NCOI op opleiden en leren, die voor alle opleidingen van NCOI identiek is, kent drie pijlers: Het Actief Leer Principe (ALP®) NCOI gaat uit van het principe dat ‘werkenden het meest leren door te doen en vervolgens daarop te reflecteren’. Werkende mensen zijn geïnteresseerd in vormen van leren die worden gekenmerkt door actieve participatie. Deze vorm van leren vindt plaats op de werkplek waaraan het leerproces haar relevantie ontleent. Leerresultaten worden door de student behaald door te reflecteren op de eigen activiteiten. Naast het ALP zijn de leertheorie van Kolb en het Competentie Gestuurd Opleiden (CGO) sturende principes in het onderwijs van NCOI. De NCOI leeromgeving: verschillende elementen Leren volgens NCOI vindt plaats in de hiervoor genoemde drie sociale constructen (de leeromgeving). Deze leeromgeving bestaat uit verschillende onderdelen:
Tijdens de bijeenkomsten vult de docent, die meestal zelf werkzaam is in de beroepspraktijk, bestaande kennis, ervaring en vaardigheden van de student aan met nieuwe inzichten. De cognitieve ontwikkeling staat in deze leeromgeving centraal. Belangrijk is dat óók aandacht wordt besteed aan vaardigheden en reflectie. Vanuit ALP wordt dit op een interactieve en praktijkgerichte wijze gedaan.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 30
In de eigen werksituatie werkt de student vooral aan zijn competentieontwikkeling, het geleerde vanuit de bijeenkomsten wordt hier toegepast. Focus ligt op vaardigheden en gedrag, maar er is óók aandacht voor kennis en reflectie met een relatie naar de opbouw van een portfolio van iedere student.
Om bovenstaand model te completeren vindt evaluatie en synthese vooral plaats in het derde construct, de Online Leeromgeving. Hier worden studiewijzers vormgegeven als een website met informatie en opdrachten. De interactiviteit van de omgeving wordt aangedreven door digitale opdrachten in de vorm van een portfolio. De opdrachten worden verstrekt op zo’n manier dat lerenden on-line en via mail (e-community) met elkaar discussiëren, elkaar aanscherpen en samen kennis construeren met betrekking tot onderwerpen uit, en gerelateerd aan een vakgebied. Hierbij wordt vooral het gebruik gestimuleerd van diverse multimedia online (bijvoorbeeld You Tube) zodat het prikkelende en inspirerende aanvullingen zijn op de bijeenkomsten.
Opleiding Commerciële Economie Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat het didactisch concept van de opleiding in overeenstemming is met de centrale visie van het NCOI: het gaat uit van een sterke wisselwerking tussen werken en leren. De onderwijsleervormen zijn daarop afgestemd; zowel studenten als docenten zijn uitermate tevreden over de wijze waarop binnen de opleiding de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en houding direct zijn verbonden met het eigen referentiekader op de werkplek. De gehanteerde werkvormen faciliteren deze kruisbestuiving tussen praktijk(ervaring) en de theoretisch concepten in de colleges. Werkvormen In de opleiding worden verschillende werkvormen toegepast: bijeenkomsten met een deel kennisoverdracht, praktijkopdrachten, rollenspellen, discussies, groepsopdrachten, cases, inbreng en uitwisseling van werkervaring, portfolio-opdrachten, reflectieopdrachten, competentieopdrachten, eindopdrachten en onderzoek (eindopdrachten en scriptie). De opleiding hanteert een mix tussen individuele en groepsopdrachten. Op verschillende manieren heeft de opleiding een directe koppeling aangebracht tussen de leeromgeving en de praktijk (ALP): de docenten zijn afkomstig uit de praktijk en brengen hun praktijkervaringen in. In de opleiding gaan de studenten actief aan de slag met zowel de eigen praktijk als die van medestudenten. Praktijksituaties die de docent inbrengt worden geanalyseerd met behulp van praktijkopdrachten, eindopdrachten, cases en moduleopdrachten. Studenten doorlopen gedurende een module de verschillende stappen van de leercirkel van Kolb: ze bereiden voorafgaand aan bijeenkomsten praktijkopdrachten voor, die tijdens de bijeenkomst (deels) worden besproken. Tijdens de bijeenkomst wordt verder theorie behandeld aan de hand van vragen van studenten en worden cases en groepsopdrachten uitgewerkt en besproken, zodat uitwisseling van kennis en inzichten vanuit meerdere (beroeps)contexten plaatsvindt. Het panel is dan ook van oordeel dat de wijze waarop de opleiding het onderwijs heeft vormgegeven het predicaat ‘goed’ verdient.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 31
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel heeft kunnen waarnemen dat NCOI recentelijk een forse slag heeft gemaakt in het versterken van het examentraject voor alle opleidingen, met als doel de betrouwbaarheid en de kwaliteit van de toetsen te laten toenemen. De opzet die de instelling in haar Management Review heeft beschreven, tijdens de audit heeft toegelicht en in een aanvullende notitie nog eens heeft geëxpliciteerd, voldoet naar het oordeel van het panel aan de gestelde eisen. Met name waar het gaat om de controle vooraf op de toetsen en de ingevoerde scheiding tussen opstellers en beoordelaars. In het ontwerpproces van een opleiding is erin voorzien dat een directe vertaling plaatsvindt van de opleidingscompetenties naar een overzicht van te realiseren leerdoelen en bijpassende toetsvormen. De verschillende toetsvormen dekken zowel kennis, vaardigheden als gedrag af. De competenties worden integraal getoetst aan het einde van iedere opleidingsfase door middel van een integrale eindopdracht en aan het eind van de opleiding door middel van een scriptie. Voor docenten/toetsconstructeurs organiseert NCOI in het najaar van 2010 trainingen. NCOI verwacht hiervan dat dit ook resulteert in een hogere tevredenheid bij studenten over de duidelijkheid van de toetsing Toetsbeleid In het document Toetsbeleid en examenorganisatie Hoger Onderwijs NCOI (4 maart 2010) heeft de instelling op verzoek van het panel het NCOI-toetsbeleid nauwkeurig omschreven. De instelling vermeldt daarin de volgende uitgangspunten: Randvoorwaarden voor kwalitatief hoogwaardige toetsing zijn betrouwbaarheid en validiteit. De laatste anderhalf jaar is de betrouwbaarheid van de toetsing op orde gebracht en in de eerste helft van 2010 wordt de validiteit nog verder verbeterd. Het toetsbeleid wordt per opleiding vertaald naar concrete toetsvormen die worden verantwoord in de vorm van toetsplannen en –matrijzen. Per module of Masterclass worden toetsmatrijzen opgesteld. Deze geven een eenduidig beeld waar, wat en hoe getoetst wordt. Voor de opdrachten die deel uit maken van de stage wordt apart een verantwoordingsdocument opgesteld waar, hoe en op welke wijze de gedragingen getoetst worden. De werkpraktijk van de student staat centraal in het curriculum. De toetsing is onafhankelijk van de kwaliteit en omvang van de werkplek, maar richt zich op de beroepspraktijk waarvoor de opleiding opleidt. De ‘cognitieve randvoorwaarden’ (kennis, vaardigheden en attitudes) worden summatief getoetst door middel van mondelinge en schriftelijke examens, (praktijk)opdrachten, casuïstiekopdrachten, plannen, scripties, eindopdrachten en examencases. Gedragscompetenties worden per fase summatief getoetst in het portfolio. Beoordelingen van alle toetsen uit het curriculum worden gedaan door onafhankelijke vakbekwame beoordelaars aan de hand van vooraf vastgestelde beoordelingscriteria. Het panel vindt deze uitgangspunten adequaat voor een zorgvuldig uit te voeren toetsbeleid. Het recente karakter van het geformuleerde beleid maakte toetsing van de concrete uitwerking bij iedere opleiding noodzakelijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 32
Toetsplan Toetsen zijn direct afgeleid van leerdoelen en de beheersingscriteria. Het ontwikkelen van toetsplannen is door NCOI in gang gezet, maar nog niet in alle opleidingen gerealiseerd. NCOI streeft naar afronding van dit proces in de zomer van 2010. In de toetsplannen per opleiding wordt aangegeven welke leerdoelen op welke wijze en met welke criteria worden getoetst. Tevens wordt de relatie gelegd met de competenties. Vanaf studiejaar 2010 wordt het toetsplan in de studiegids van iedere opleiding opgenomen. De relatie tussen de beheersingsindicatoren/leerdoelen, toetscriteria en competenties wordt daarmee per module/masterclass ook voor studenten inzichtelijk gemaakt. NCOI is recentelijk begonnen met het invoeren van toetsplannen. NCOI hanteert een centraal opgesteld document ‘Ontwikkelinstructies Examens’ om van docent/toetsconstructeurs toetsen te verkrijgen die aan de gestelde normen voldoen. Het document bevat hiertoe heldere instructies. Digitaal portfolio voor competentietoetsing Recentelijk (sinds september 2009) heeft NCOI het (digitaal) portfolio ingevoerd. Doel ervan is het leerproces buiten de lesbijeenkomsten in de leerwerkomgeving te sturen en de theorie (bijeenkomsten) te verbinden met de praktijk (werkplek). Het portfolio bestaat uit een verzameling van (digitale) documenten zoals praktijkopdrachten, groepscases, eindopdrachten, reflectieverslagen, gespreksverslagen, assessmentrapport en de scriptie. Het levert de bewijzen voor het beheersen van het hbo werk- en denkniveau. Het portfolio is opgenomen in de online leeromgeving van NCOI, E-connect. Een portfoliobegeleider houdt de studievoortgang in de gaten; onafhankelijke portfoliobeoordelaars beoordelen het totale portfolio. Alle onderdelen van het portfolio moeten voldoende zijn om de opleiding te kunnen afronden met een kwalificatie. NCOI heeft de uitgangspunten bij het hanteren van het portfolio als toetsinstrument geformuleerd in haar toetsbeleid. Voor de beoordeling van zowel de bachelor- als masterscripties zijn beoordelingswijzers opgesteld. Bovendien zijn er instructies voor studenten met betrekking tot de vereiste kwaliteit. Er is een Examenreglement hbo en Huishoudelijk Reglement hbo , waarin de regels zijn opgenomen met betrekking tot de examens. Voor iedere opleiding is tevens een specifieke Onderwijs- Examenregeling (OER) opgesteld, waarin de toetsingscriteria zijn opgenomen. Kwaliteitsborging van toetsing en examinering Kwaliteitsborging van toetsing en examinering maakt deel uit van de kwaliteitszorgcyclus van NCOI. NCOI heeft het proces van examineren beschreven in het ISO-handboek en in de ´Ontwikkelinstructies Examens´. Examens worden opgesteld door een aan te wijzen docentontwikkelaar en beoordeeld door een ‘meelezer’, die controleert of wordt voldaan aan de in het toetsplan vastgelegde criteria. Tot 2009 werd een steekproefsgewijze controle op de beoordeelde toetsen uitgevoerd. Vanaf het studiejaar 2009-2010 worden alle toetsen (cases) voor de Hogeschool en Business School door de afdeling Toetsontwikkeling vooraf gecontroleerd. Voor docent/toetsconstructeurs organiseert NCOI najaar 2010 trainingen. Dit moet, zo geeft NCOI aan, ook leiden tot een hoger tevredenheidspercentage over de duidelijkheid ten aanzien van toetsing bij studenten. De studenttevredenheid over de toetsing is dan ook onderwerp van onderzoek geweest tijdens de opleidingsaudits. Examens worden ook geëvalueerd door studenten, zo is het panel gebleken uit voorbeelden van studentenevaluaties; eventuele verbeterpunten worden meegenomen als verbeteracties in de verbetercyclus. Op basis hiervan is de beoordelingstermijn van zes naar vier weken teruggebracht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 33
Eindwerkstuk Aan het einde van de opleiding is het werkveld betrokken bij de beoordeling van het totale portfolio en de scriptie. Het werkveld is vertegenwoordigd in de persoon van de werkgever van de student; bij de mondelinge verdediging van met name de masterscriptie worden ook leden van de Raad van Advies uitgenodigd. De beoordeling van iedere scriptie vindt plaats door twee beoordelaars. De eerste beoordelaar is tevens de begeleider, de tweede beoordelaar is een onafhankelijke andere docent. De eindcijfers van de begeleider en de tweede beoordelaar worden vergeleken. In het examenreglement heeft NCOI vastgelegd dat indien de eindoordelen van de begeleider en het eindoordeel van de beoordelaar < 0,5 punt afwijken, het cijfer geldt dat door de beoordelaar is toegekend. Indien de beoordeling tussen 0,5-1 punt afwijkt, volgt een gesprek met beide correctoren en wordt samen met de Examencommissie een oplossing gezocht. Indien de beoordelingen meer dan 1 punt verschillen, volgt een derde correctie van de scriptie door een examinator. Op advies van deze examinator beslist de Examencommissie over de uitslag. Eenduidigheid beoordelingen Om een eenduidige beoordeling van het niveau van scripties en examens te borgen, wordt elk jaar een vakoverleg georganiseerd met de begeleiders en beoordelaars. Doel van het vakoverleg is om een juiste en eenduidige interpretatie van de beoordelingscriteria af te stemmen. Uit notulen van een dergelijk overleg is het panel gebleken dat deze afstemming plaatsvindt en het overleg een relevante inhoudelijke uitwisseling bevat. Examenbureau De instelling heeft een centraal examenbureau dat tot taak heeft het organiseren en coördineren van de verschillende examenvormen. Ten behoeve van het afnemen en beoordelen van examens wijst het Examenbureau examinatoren, beoordelaars en correctoren aan. De procedures hieromtrent heeft NCOI beschreven in haar ISOhandboek. Het panel beoordeelt deze als adequaat. Examencommissie De Examencommissie wordt benoemd door de directie van NCOI Opleidingsgroep en houdt toezicht op de naleving van de procedures en regelgeving met betrekking tot de ontwikkeling en uitvoering van toetsing en examinering. Concrete taken zijn: Vaststellen en publiceren toetsbeleid, Examenreglement Hogeschool NCOI, Examenreglement Business School NCOI, en het Huishoudelijk reglement. Toezicht houden op de naleving van de procedures en regelgeving inzake toetsing. Beoordelen en vaststellen toetsplannen, toetsmatrijzen en studiewijzers. Beoordelen onrechtmatigheden rond toetsing. Beoordelen van verzoekschriften en klachten van studenten met betrekking tot toetsing. Beoordelen proces voor het verlenen van vrijstellingen. Jaarlijkse reflectie (constatering van opvallende zaken die structureel aandacht behoeven). De examencommissie komt minimaal drie keer per jaar bijeen. Van de bijeenkomsten worden notulen gemaakt. Het panel dat de generieke audit uitvoerde, heeft geen inzage gehad in notulen van vergaderingen van de Examencommissie. Tijdens de afzonderlijke opleidingsaudits is tenminste eenmaal gesproken met iedere domeinexamencommissie, waarvan de notulen tijdens de audit ter inzage lagen. De Hogeschool NCOI heeft vier (domein)examencommissies voor de hbo-bacheloropleidingen. De opleiding Commerciële Economie valt onder de examencommissie voor het cluster Management & Organisatie. Iedere examencommissie bestaat uit een (technisch) voorzitter, secretaris, een kerndocent en twee docenten /werkveldvertegenwoordigers. Omdat NCOI alleen gebruik maakt van externe docenten die in het werkveld werkzaam zijn, heeft de instelling ervoor gekozen om naast de kerndocent en twee docenten geen andere werkveldvertegenwoordigers in de examencommissie op te nemen. De Kwaliteitsmanager Examinering & Toetsing is technisch voorzitter van iedere examencommissie.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 34
Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, heeft vastgesteld dat met het oog op de Wetswijziging Versterking Besturing, waarbij examencommissies op afstand van het management worden gepositioneerd, de huidige personele invulling en de positie van de examencommissies binnen de organisatie aandacht behoeft. In de reeks van opleidingsaudits is erin voorzien dat met ieder van de domeinexamencommissies tenminste eenmaal wordt gesproken. Vaststelling van examenresultaten vindt plaats in de betreffende domeinexamencommissie. Aan de hand van slagingspercentages wordt door de afdeling Toetsontwikkeling beoordeeld of er afwijkingen zijn van het gemiddelde slagingspercentage van 70%. Indien dit het geval is, wordt nagegaan wat hiervan de oorzaak is en worden passende maatregelen genomen. College van Beroep NCOI heeft een onafhankelijk College van Beroep ingesteld dat verzoekschriften en klachten van studenten behandelt met betrekking tot examinering. In het College van Beroep hebben twee onafhankelijke leden zitting. In de Centrale OER is hierover beknopte informatie opgenomen. Opleiding Commerciële Economie In het ontwerpproces van de opleiding Commerciële Economie heeft een directe vertaling plaatsgevonden van de opleidingscompetenties naar een overzicht van te realiseren leerdoelen en bijpassende toetsvormen. De verschillende toetsvormen dekken zowel kennis en vaardigheden als gedrag af. In de programmabeschrijving en het toetsplan is het overzicht van te realiseren leerdoelen en bijpassende toetsvormen weergegeven. De competenties worden gedurende het jaar integraal getoetst met praktijkopdrachten en competentieopdrachten, aan het einde van iedere opleidingsfase door middel van een integrale eindopdracht en aan het eind van de opleiding door middel van een scriptie. Toetsplan Toetsen die binnen de opleiding CE worden afgenomen, zijn direct afgeleid van leerdoelen en de beheersingscriteria. Voor de opleiding Commerciële Economie wordt in het toetsplan aangegeven welke competenties en leerdoelen waar, op welke wijze en met welke criteria worden getoetst. Uit het toetsplan blijkt een behoorlijke variatie aan toetsvormen: er worden zowel schriftelijke en mondelinge examens afgenomen als praktijkopdrachten uitgevoerd. De eindopdrachten, waarvan het auditteam een brede selectie heeft ingezien, toetsen altijd de integratie van kennis, inzicht en vaardigheden uit een volledige studiefase. Competentieopdrachten, bestaande uit de oplevering van relevante beroepsproducten en reflectieverslagen, toetsen de beheersing van gedragsindicatoren van competenties in een relevante werkomgeving. Met de eindscriptie, tot slot, wordt getoetst of de student alle eindcompetenties van de opleiding beheerst. Portfolio Recentelijk (sinds september 2009) heeft Hogeschool NCOI het (digitale) portfolio ingevoerd. Doel hiervan is het leerproces buiten de lesbijeenkomsten in de leerwerkomgeving te sturen en de theorie (bijeenkomsten) te verbinden met de praktijk (werkplek). Het auditpanel heeft geconstateerd dat het gebruik van het portfolio bij de opleiding CE tot een versterking heeft geleid van de eigen verantwoordelijkheid van de student voor zijn leerproces en het vermogen hierop te reflecteren. Tijdens de audit heeft het panel een aantal portfolio’s bestudeerd en vastgesteld dat deze goed uitgewerkte moduleopdrachten en competentieopdrachten met reflecties bevatten die gedurende het studiejaar 2009/2010 zijn opgenomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 35
Omdat beoordeling door de portfoliobeoordelaar aan het einde van het studiejaar gebeurt, kon het panel nog geen beoordeelde portfolio’s inzien. De getoonde kwaliteit wekt positieve verwachtingen ten aanzien van de toekomstige portfolio’s. Functiescheiding en rollen Onderwijsuitvoerende rollen (docent/begeleider) en beoordelende rollen worden binnen NCOI, en dus ook de opleiding CE, nooit gecombineerd. Het panel vindt dit een sterk gegeven. Studenttevredenheidsonderzoek 2009 (N= 49, Score 1-100%) Ik ben tevreden over de manier van toetsing en de beoordeling De toetsing sluit aan op doelstellingen van het onderwijs In het algemeen is duidelijk wat er in het examen wordt getoetst De toetsvormen zijn voldoende gevarieerd Ik ben bekend met de regels omtrent examinering Mijn resultaten worden tijdig bekendgemaakt De feedback die ik op opdrachten ontvang, zijn van meerwaarde
67,4% 65,3% 59,2% 61,2% 83,7% 40,9% 61,2%
Inmiddels zijn verbetermaatregelen ingezet op grond van een aantal lage scores: Onderwerp variatie in toetsvormen is besproken in student- en docentpanels van de bachelor opleidingen. In herontwerp is meer variatie in toetsing aangebracht; vanwege de eenzijdigheid tot dan toe op de moduleopdrachten. Nu is een en ander gecombineerd met schriftelijke examens en mondeling examens. Termijn bekendmaking resultaten teruggebracht van 6 naar 4 weken per september 2009.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 36
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, is met betrekking tot de hboberoepsoriëntatie van het docentenkorps tot de volgende bevindingen gekomen: Freelance professionals Voor de uitvoering van onderwijsgevende taken werkt NCOI voornamelijk met freelance professionals. Deze zijn werkzaam in het betreffende beroepenveld waarvoor zij bij NCOI onderwijsactiviteiten verzorgen; zo kunnen zij de verbinding leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Daarnaast beschikken zij over een sterke theoretische achtergrond (door studie, werkervaring en nevenactiviteiten, bijvoorbeeld bestuurswerk van belangenvereniging, publicaties, e.d.) en aantoonbare didactische kennis en vaardigheden. Selectiecriteria De wijze waarop docenten worden geselecteerd, heeft NCOI beschreven in het document ‘Personeelsplanning en –inzet’. Daarin zijn als selectiecriteria opgenomen: opleidingsniveau, werkervaring, doceer-/trainingservaring, inzetbaarheid, specialisme/vakgebied en woonplaats. Inbreng van het relatienetwerk en feitelijke werkzaamheid in het beroepenveld (werkvelddeskundigheid) maken impliciet deel uit van de sollicitatieprocedure. Relatie beroepspraktijk Hoewel het panel heeft vastgesteld dat de feitelijke relatie die een docent onderhoudt met de beroepspraktijk geen expliciet onderdeel uitmaakt van de sollicitatieprocedure, blijkt uit een door de instelling geleverd overzicht van alle hbo-docenten dat een aanzienlijk deel van hen naast hun onderwijsactiviteiten tevens werkzaam is in de beroepspraktijk. Tijdens de afzonderlijke opleidingsaudits is specifiek gekeken naar de CV’s van docenten, in het bijzonder naar hun professionele netwerken, de feitelijke relaties die zij onderhouden met het voor de opleiding relevante werkveld en de wijze waarop zij de eigen ervaring uit de beroepspraktijk vertalen naar hun onderwijs. Opleiding Commerciële Economie Het didactisch concept (ALP-methode) dat NCOI hanteert, biedt docenten optimale mogelijkheden tijdens bijeenkomsten de verbinding tussen opleiding en beroepspraktijk te leggen. Het samenspel van de drie leeromgevingen: werkplek, bijeenkomsten en online leeromgeving zorgt voor een krachtig, praktijkgericht onderwijsmodel. Beroepspraktijk Alle docenten zijn werkzaam in de praktijk, variërend van directies van strategische marketingen managementadviesbureaus tot financieel-economische adviesorganisaties en online marketingbedrijven. Uit het gesprek dat het panel met de docenten voerde, bleek duidelijk dat zij de actuele ontwikkelingen in hun beroepspraktijk op de voet volgen en deze ontwikkelingen ook inbrengen in hun colleges. Studenten refereerden hier tijdens de audit ook aan.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 37
De online leeromgeving maakt het mogelijk dat docenten eigen casuïstiek uit de praktijk toevoegen. Het panel heeft hiervan aansprekende voorbeelden in de online leeromgeving van de hogeschool aangetroffen, waarbij met name internationaal georiënteerde cases werden gepresenteerd, ter voorbereiding op colleges. Tevens wordt in de bijeenkomsten regelmatig over praktijksituaties met de studenten gediscussieerd, zo bevestigen ook de studenten in het gesprek met het auditteam. Studenten over docenten Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat 83,7% van de studenten tevreden is over de docent en dat 87,8% van de studenten de docenten praktijkgericht vinden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 38
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit uitvoerde, heeft met betrekking tot de beschikbare docentencapaciteit het volgende vastgesteld: Docentenpool en flexibele planning NCOI beschikt over een pool van docenten, ontwikkelaars en beoordelaars waaruit zij kan selecteren. Het werken met freelancers biedt NCOI de mogelijkheid flexibel te plannen om indien nodig extra docenten aan te trekken en hiermee de grootte van de studentgroepen (min. 8, max. 20 studenten) op het gestelde maximum te houden. De docentencapaciteit is lastig in fte’s uit te drukken, omdat er geen sprake is van dienstverbanden. Voorafgaand aan de start van een nieuwe opleiding worden nieuwe docenten actief geworven, indien NCOI op dat moment geen docenten heeft met de vereiste theoretische kennis en beroepspraktijkervaring. De afdeling Cursistenadministratie verwerkt de inschrijvingen van studenten en geeft een voorspelling van het aantal inschrijvingen, zodat de afdeling Docentenmanagement en de afdeling locatiemanagement op tijd kunnen anticiperen op het inplannen, dan wel het werven van het aantal docenten en het inroosteren van leslokalen. In een overzicht heeft NCOI inzichtelijk gemaakt hoeveel docenten zij per te verzorgen module kan inzetten (potentieel beschikbare docentcapaciteit per module). Capaciteit voor ondersteuning Voor iedere opleiding wordt een docententeam gevormd onder leiding van de kerndocent(en). Afhankelijk van hun expertise verzorgen docenten één of meer modules in een opleiding. Naast de beschikbaarheid van docenten wordt ook bij de vaste medewerkers van de afdelingen Opleidingsmanagement, Programmamanagement, Materiaalontwikkeling, Examenbureau, Docentenmanagement, Advies & Voorlichting gekeken of voldoende expertise aanwezig is om het onderwijskundige, logistieke en administratieve proces rondom een nieuwe opleiding te kunnen organiseren. Een nieuw te ontwerpen en ontwikkelen opleiding wordt in de jaarplanning van de betrokken afdelingen opgenomen, zodat de beoogde productie, planning en controle van werkzaamheden in tijd en omvang is vastgelegd en hiervoor voldoende capaciteit kan worden ingepland. Capaciteit voor studiebegeleiding De studiebegeleiding – en dus ook het aantal personeelsleden dat zich hiermee bezighoudt – is beperkt (zie ook: 4.2 Studiebegeleiding). NCOI is van oordeel dat de doelgroep geen intensieve studiebegeleiding behoeft. Studenten kunnen, indien gewenst, wel extra studiebegeleiding inkopen. Tijdens iedere opleidingsaudit is deze opvatting van NCOI geverifieerd bij de studenten. Opleiding Commerciële Economie Het auditpanel heeft geconstateerd dat de door NCOI generiek gehanteerde systematiek met betrekking tot de docentcapaciteit en de daartoe ingerichte docentenpool, de capaciteit voor ondersteuning en planning, en de beschikbare capaciteit voor studiebegeleiding bij de opleiding CE leidt tot voldoende bekwaam personeel.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 39
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft met betrekking tot de kwaliteit(sborging) van het beschikbare docerend personeel in algemene zin het volgende kunnen vaststellen: Aannamebeleid De sollicitatieprocedure die NCOI voor alle opleidingen hanteert en waarin het panel inzage heeft gehad, bevordert de aanname van personeel dat kwalitatief aan de maat is. In een overzicht heeft NCOI de kwalificaties van haar docenten inzichtelijk gemaakt, die de modulen en masterclasses in de hbo-opleidingen verzorgen. Daaruit blijkt dat zeker 90% van het freelance docentencorps over een opleiding beschikt op masterniveau (drs./ir.); een beperkt aantal docenten is op bachelorniveau afgestudeerd en een viertal docenten is gepromoveerd in de richting waarin zij doceren. Drie docenten zijn bezig met hun promotieonderzoek. Uit het overzicht blijkt verder dat een beperkt aantal docenten beschikt over een formele onderwijsbevoegdheid en ongeveer een derde van het docentencorps (eerdere) ervaring heeft opgedaan met het verzorgen en/of ontwikkelen van onderwijs. Het panel stelt op basis van dit kwalificatieoverzicht vast dat het personeel van NCOI over de kwalificaties lijkt te beschikken om de opleidingsprogramma’s inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch met voldoende kwaliteit te kunnen uitvoeren. Het panel dat de centrale audit uitvoerde, heeft geen CV’s van docenten ingezien; tijdens iedere afzonderlijke opleidingsaudit is op basis van de ter inzage liggende CV’s en de te voeren gesprekken met de aanwezige vakdocenten het voorlopige, meer globale, beeld van het generieke panel geverifieerd. Docentrollen NCOI heeft verschillende ‘onderwijsrollen’ gedefinieerd. Dit zijn (kern)docent, portfoliobegeleider, portfoliobeoordelaar, scriptie/afstudeerbegeleider, (toets)ontwikkelaar, (toets)meelezer, examenbeoordelaar, lid Raad van Advies. Voor elke rol heeft NCOI de volgende aspecten vastgelegd: • Profiel en kwalificaties voor de uitoefening van de rol; • Werving en selectieproces en criteria; • Evaluatiesystematiek; • Opleiding en training afgestemd op de rol. Begeleiding nieuwe docenten Nieuwe docenten, die bij aanname onder meer getoetst worden op hun didactische kwaliteiten door een proefles te verzorgen, worden in het eerste jaar getraind; voor iedere rol zijn er aparte trainingen. Ook vindt intensieve begeleiding plaats. Door de rolbeschrijvingen is een meetbare en beheersbare systematiek ontstaan om de kwaliteit te borgen. Tijdens en na iedere module vindt een studentevaluatie plaats, waarbij NCOI als uitgangspunt hanteert dat een docent een 8 of hoger moet scoren (schaal 1-10). De docent kan zijn score zien via E-connect, de digitale leeromgeving. De afdeling Docentenmanagement bewaakt de scores en indien de score in negatieve zin afwijkt van de norm, vindt een gesprek plaats met de docent. De score die een docent voor het verzorgen van een module verkrijgt, wordt vertaald in een ‘rating’, die in hoge mate de inzetbaarheid van de docent bepaalt voor eenzelfde module in volgende studiejaren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 40
Iedere nieuwe docent heeft na het eerste jaar een Persoonlijk Voortgangs Gesprek (PVG) met een HR consultant van Docentenmanagement. Ook de frequent ingezette docenten hebben jaarlijks een PVG en de overigen één keer in de twee jaar. De PVG kent een vast stramien dat in een gespreksformat is vastgelegd. Daaruit is het panel gebleken dat er afspraken worden gemaakt over het bijhouden van vakkennis en praktijkkennis en dat een recent CV van de docent mede de basis vormt voor het gesprek. In de PVG worden verder de studentevaluaties besproken en wederzijdse verwachtingen en wensen doorgenomen. Een verslag van ieder gesprek wordt door de afdeling Docentenmanagement opgenomen in het docentendossier in het managementinformatiesysteem Olympus. Kwaliteitsborging docenten Met een docent wordt tussentijds contact opgenomen indien een evaluatie daartoe aanleiding geeft. Vanaf juni 2010 worden deze docenten uitgenodigd om een training didactische vaardigheden te volgen. Verder is er contact met docenten in de startbijeenkomst (voorafgaand aan de start van ieder opleidingsjaar), in vakgroepoverleg (zie hierna) en trainingen. Ook is er een nieuwsbrief voor docenten, waarin essentialia over de instelling worden gecommuniceerd. Klachten van/over docenten en de afhandeling ervan worden bijgehouden in Olympus. Kerndocenten Vanuit het docentencorps is per bachelorlijn (Commerciële Economie, Bedrijfskundig Management en Personeelsmanagement) een kerndocententeam aangesteld met inhoudelijk experts op het desbetreffende vakgebied. Per Masteropleiding zijn een of twee kerndocenten benoemd, die inhoudelijk expert zijn op het vakgebied van die opleiding. De kerndocent vormt de verbindende schakel tussen het werkveld en de relevante inhoudelijke ontwikkelingen in het vakgebied en het inhoudsteam. Om in aanmerking te komen voor de rol van kerndocent dient een docent gepromoveerd te zijn en/of ruime praktijkervaring te hebben in het verzorgen van het programma. De kerndocenten zijn actief bij de inhoudelijke uitvoering van de opleiding betrokken (als denktanklid, lid van de adviesraad, docent, ontwikkelaar en scriptiebegeleider). Op het moment dat een nieuwe docent wordt ingezet, wordt de kerndocent geïnformeerd zodat hij samen met de programmamanager vragen ten aanzien van de lesaanpak kan beantwoorden. De positie van de kerndocent is in het NCOI-opleidingsmodel, met een docentencorps dat grotendeels bestaat uit freelance docenten, cruciaal. Vragen daarbij zijn: is de kerndocent echt de bedoelde spin in het web, kent hij/zij het gehele onderwijsprogramma en vervult hij/zij inhoudelijk een aansturende rol? Signaleert de kerndocent of docenten hun vak bijhouden of is er iemand anders die dit kan beoordelen? Wie weet of het programma op alle locaties inhoudelijk op een enigszins uniforme wijze wordt uitgevoerd? De gesprekken die het panel tijdens de generieke audit met een drietal kerndocenten heeft gevoerd, waarvan tenminste één deze rol ook echt uitvoerde, hebben deze vragen (nog) niet afdoende kunnen beantwoorden. De positie en rol van de afzonderlijke kerndocenten is daarom telkens onderwerp van nader onderzoek geweest tijdens de opleidingsaudits. Daarnaast is de vraag van belang of NCOI in voldoende mate (freelance) kerndocenten aan zich weet te binden en daarmee dus ook de continuïteit in kerndocentschappen borgt. Ook deze vraag is telkens in de afzonderlijke opleidingsaudits aan de orde geweest. Afstemmingsbijeenkomsten Een belangrijke bron van informatie en afstemming vormen de vakbijeenkomsten voor docenten. Voor een goede beoordeling van de kwaliteit van deze bijeenkomsten, waardoor (kern)docenten/scriptiebegeleiders uniform en met deskundigheid en gezag hun functie kunnen uitoefenen, is inzage in de notulen ervan noodzakelijk. Deze zullen daarom per opleidingsaudit (bij bestaande opleidingen) voorhanden moeten zijn.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 41
Door het organiseren van startbijeenkomsten bij aanvang van het nieuwe studiejaar wordt de betrokkenheid van (kern)docenten vergroot en is iedere docent geïnformeerd over de inhoud en samenhang van het programma. Daarnaast organiseert de afdeling Programmamanagement met de afdeling Materiaalontwikkeling gedurende het studiejaar verschillende vakbijeenkomsten. Zo wordt bijvoorbeeld jaarlijks een vakoverleg voor scriptiebegeleiders georganiseerd. Opleiding Commerciële Economie Het auditteam dat de audit bij de hbo-bacheloropleiding CE uitvoerde, heeft kunnen vaststellen dat het generiek vastgelegde kwaliteitsbeleid met betrekking tot het docentenkorps ook van toepassing is op de opleiding CE. In met name de panelgesprekken met het opleidingsmanagement en de docenten, waarin ook de kerndocenten waren opgenomen, werd de kwaliteitsborging van docenten in relatie tot het aannamebeleid, de zogenaamde PVG-cyclus en het scholingsbeleid zichtbaar. De docenten, waarmee het panel sprak, hadden allen een functioneringsgesprek gehad; zij apprecieerden het invoeren van didactische trainingen en het verplichtend karakter daarvan bij een onvoldoende score. Kerndocenten Vanuit het docentenkorps zijn voor de opleiding Commerciële Economie twee kerndocenten aangesteld als inhoudelijk expert op het betreffende vakgebied. Beide docenten vervullen deze rol van kerndocent, omdat zij over voldoende deskundigheid beschikken in de Commerciële Economie. Eén van de kerndocenten verzorgt zelf onderdelen van het programma. Hij is actief bij de inhoudelijke uitvoering van de opleiding betrokken, zo is ook het panel tijdens de audit gebleken. Hij participeert, naast zijn kerndocentschap, als docent, ontwikkelaar en/of scriptiebegeleider. Op het moment dat een nieuwe docent wordt ingezet, wordt de kerndocent daarover geïnformeerd, zodat hij samen met de programmamanager vragen van de ‘nieuwkomer’ ten aanzien van de lesaanpak kan beantwoorden Docentenrollen NCOI, en dus ook de opleiding CE, kent een project “docentenrollen”. Hierbij zijn de rollen die docenten kunnen hebben helder beschreven. Een docent kan nooit meer dan drie rollen tegelijkertijd vervullen, waardoor ‘uitholling’ van en ‘belangenverstrengeling’ bij docenten wordt voorkomen. De belangrijkste rollen zijn: docent, praktijkbegeleider, beoordelaar van examens, beoordelaar portfolio, beoordelaar van eindscripties, scriptiebegeleider, portfoliobegeleider, ontwikkelaar, kerndocent. Uit het panelgesprek met de docenten is het auditteam gebleken dat de opleiding deze rollenscheiding strikt hanteert. Scholing De afdeling Docentenmanagement van NCOI heeft onder alle docenten een opleidingsbehoefteonderzoek uitgevoerd. Daaruit is een aanbod voor docenten voortgekomen, bestaande uit drie didactische trainingen. In het studiejaar 2010-2011 wordt, zo bevestigde het management aan het auditteam, opnieuw een opleidingsaanbod voor docenten ontwikkeld, met name op het gebied van didactische vaardigheden en onderzoeksmethodieken. Studenttevredenheid Uit het studententevredenheidsonderzoek blijkt dat 88% van de studenten de docenten inhoudelijk deskundig acht en dat 79,6% van de studenten vindt dat de docenten voldoende didactische vaardigheden hebben. De gemiddelde waardering van studenten voor de kwaliteit van alle docenten is hoog, namelijk een rapportcijfer van 7,8 (module-evaluaties 2009). Studenten zijn zeer tevreden over hun docenten, maar het auditpanel constateert dat versterking van de samenhang in het docententeam, vooral door meer afstemming, mogelijk is. Dit zou de kwaliteit nog verder versterken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 42
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het panel dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van de huisvesting en materiële voorzieningen het volgende kunnen vaststellen: Afstemming op doelgroep NCOI biedt de opleidingen aan in de vorm van contactonderwijs met ondersteuning van de online leeromgeving. Omdat NCOI zich uitsluitend richt op werkenden, zijn de huisvesting en materiële voorzieningen afgestemd op de eisen die deze doelgroep stelt. NCOI maakt naast eigen leslocaties in Utrecht en vanaf januari 2010 in Rotterdam gebruik van leslocaties in Nederland in vergader- en congrescentra en hotels. De eigen leslokalen in ‘BCN’ in Utrecht en Rotterdam zijn allemaal als goed geoutilleerde leslokalen ingericht. Zij zijn alle voorzien van een whiteboard, een beamer, een aansluiting voor laptops en de mogelijkheid van een internetverbinding. Criteria voor locaties Voor leslocaties buiten Utrecht en Rotterdam zoekt de afdeling Locatiemanagement locaties die eenzelfde kwaliteit bieden als de eigen locaties in Utrecht en Rotterdam. Naast de criteria voor de leslokalen stelt de afdeling Locatiemanagement ook eisen aan de bereikbaarheid, de parkeergelegenheid en de catering van een locatie. Alle locaties, zowel eigen als ingehuurde, leslocaties worden aan het einde van iedere module door studenten geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluaties zijn, naast persoonlijke bezoeken van de afdeling Locatiemanagement, een belangrijke graadmeter om de locatie wederom aan de studenten aan te bieden of gewenste verbeteringen met de verhuurder van de locatie te bespreken. De criteria waaraan locaties moeten voldoen, heeft NCOI vastgelegd in het document ‘Criteria voor locaties’. Deze criteria zijn naar het oordeel van het panel adequaat. Studiefaciliteiten Bij inschrijving aan de opleiding ontvangen de studenten per module een studiepakket. Een studiepakket bestaat, afhankelijk van de module, uit een of meer studieboeken, een reader of een studiemap of een combinatie hiervan. Naast het studiepakket krijgt de student toegang tot e-Connect, een persoonlijke website. Op deze persoonlijke website staat alle benodigde informatie rondom de opleiding. Verder ziet de student er bijvoorbeeld de uitslagen van de examens of berichten die voor hem van belang zijn. Naast deze praktische informatie geeft e-Connect toegang tot de online leeromgeving. Deze digitale leeromgeving laat per les zien wat de student moet bestuderen, geeft toelichting op de stof, benoemt de leerdoelen en geeft een overzicht van alle te maken opdrachten. Daarnaast wordt het contact tussen studenten onderling en tussen studenten met docenten gefaciliteerd via de online leeromgeving. Deze online leeromgeving maakt een goede indruk. Het door NCOI gehanteerde onderwijsconcept kan op de locaties en met behulp van de digitale leeromgeving, naar het oordeel van het panel, op een passende wijze worden uitgevoerd. Waar nodig, wordt een voorziening (bijvoorbeeld softwarepakketten) door NCOI aangeschaft of maakt de instelling gebruik van voorzieningen bij samenwerkingspartners (bedrijven en andere onderwijsinstellingen).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 43
Bibliotheekvoorzieningen NCOI beschikt niet over een bibliotheek. Alle verplichte literatuur wordt per module verstrekt. Voor aanbevolen literatuur, artikelen en andere informatiedragers die nodig zijn om een breder perspectief te verwerven, faciliteert NCOI haar studenten jaarlijks met een abonnement bij een bibliotheek, met name bij die van hogescholen en universiteiten. Of studenten hiervan gebruik maken en of dit gebruik vanuit de opleidingsprogramma’s wordt gestimuleerd – dit lijkt overigens in de moduledocumentatie en de online leeromgeving die het panel heeft ingezien wel te gebeuren – is een punt van aandacht geweest in iedere opleidingsaudit. Studieruimtes en apparatuur Omdat de student voorafgaand aan en na de colleges thuis aan de opdrachten e.d. werkt, heeft NCOI geen specifieke studieruimtes ingericht. Voor benodigdheden zoals bepaalde software of (technische) apparatuur wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de, op de werkplek van de student, beschikbare voorzieningen. Waar nodig wordt een voorziening door NCOI aangeschaft of maakt de instelling gebruik van voorzieningen bij samenwerkingspartners (bedrijven en andere onderwijsinstellingen). Opleiding Commerciële Economie Wat betreft de hiervoor beschreven voorzieningen heeft het auditpanel geconstateerd dat deze bij de opleiding CE naar tevredenheid beschikbaar zijn. Wel valt het panel op dat studenten weinig tot geen gebruik maken van de faciliteit een bibliotheekpas aan te schaffen, hoewel zij van deze mogelijkheid wel op de hoogte zijn. Studenten zeggen literatuur via internet zelf aan te schaffen of weinig tijd te hebben deze te bestuderen. Het panel is dan ook van mening dat de docenten van de opleiding de studenten meer dienen uit te dagen aanvullende literatuur te raadplegen, bijvoorbeeld door deze activiteit in opdrachten te verdisconteren. De opleiding heeft het panel in dezen laten weten het gebruik van aanvullende literatuur te zullen meewegen bij de beoordeling van alle fase-eindopdrachten in het programma, zoals dit al gebruikelijk was bij de beoordeling van de eindscriptie. Het panel oordeelt hier positief over. Het panel is ook positief over het feit dat de opleiding CE op korte termijn software voor de eerstejaars module Marktonderzoek beschikbaar zal stellen, zoals het opleidingsmanagement tijdens de audit aangaf. Uit het gesprek met de studenten bleek dat zij ofwel onbekend waren met deze programmatuur voor statistische gegevensverwerking, dan wel deze zelf of via de eigen werkgever hadden moeten aanschaffen. Het gebruik van een statistisch programma naar keuze wordt nu het uitgangspunt. Dit kan zijn Excel, SPSS of een ander statistisch programma als bijvoorbeeld SAS. Doordat NCOI een contract met Surfspot heeft afgesloten, wordt het voor de studenten voordeling om de voor de studie benodigde software aan te schaffen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 44
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Het auditteam dat de generieke audit heeft uitgevoerd, heeft op het punt van studiebegeleiding het volgende vastgesteld: Studievolgsysteem De studenten die naast hun baan een hbo bachelor- of masteropleiding bij NCOI volgen, zijn volwassenen met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar. De studenten hebben volgens NCOI in diverse studentpanels aangegeven graag zelf de regie te voeren over hun opleiding en studieadvies op eigen initiatief op prijs te stellen. Ondanks dat studenten aangeven geen behoefte te hebben aan een directe vorm van studiebegeleiding, houdt NCOI toch zicht op de studievoortgang van de student omdat het uit oogpunt van onderwijsrendement wenselijk wordt geacht dat studenten hun studie binnen een bepaalde tijd afronden. In het informatie- en studentvolgsysteem Olympus heeft NCOI enkele signaalfuncties ingebouwd die de studievoortgang bewaken: zo kan worden geregistreerd welke examens de student per fase heeft behaald en welke examens nog open staan. Hiermee kan de persoonlijke situatie van de student worden gemonitord en kan, indien hiertoe aanleiding bestaat, een studievoortgangsgesprek met de student worden gevoerd. Vormen van begeleiding Op het gebied van begeleiding van studenten onderscheidt NCOI studieadviseurs, portfoliobegeleiders en praktijkbegeleiders.
Studieadviseurs: bij een studieadviseur kunnen studenten, naast praktische vragen over hun opleiding, met name terecht voor een studievoortganggesprek. In een studievoortganggesprek kan met de studieadviseur de studiekeuze worden besproken of kan samen met de student een analyse worden gemaakt van de redenen waarom er studievertraging is opgetreden. Vervolgens wordt een nieuw studieplan opgesteld of een switch tussen studies voorgesteld.
Portfoliobegeleiding: iedere student krijgt een portfoliobegeleider toegewezen. De portfoliobegeleider heeft een coachende rol naar de student en begeleidt hem met het opbouwen van zijn portfolio. De portfoliobegeleider heeft een signaalfunctie naar de studieadviseur indien een student studievertraging oploopt of tegen zaken aanloopt die de studievoortgang belemmeren.
Praktijkbegeleiding: de praktijkbegeleider (bedrijfsmentor) begeleidt het werkplek-leren (werkplekgebonden studieactiviteiten als praktijk- en competentieopdrachten). Hij tekent de praktijk- en competentieopdrachten af en heeft daarmee zicht op de ontwikkeling en de studievoortgang van de student. Namens NCOI onderhoudt de portfoliobegeleider contact met de praktijkbegeleider.
Individuele coaching: als de student aangeeft, dat hij behoefte heeft aan meer gerichte individuele begeleiding kan NCOI in die behoefte voorzien door individuele coaching aan te bieden. Deze persoonlijke coaching heeft overigens meer betrekking op persoonlijke ontwikkelingsvraagstukken dan op studievraagstukken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 45
NCOI heeft, naar het oordeel van het panel, op centraal niveau voldoende voorzieningen ingericht voor de begeleiding van haar studenten. Tijdens iedere opleidingsaudit is de effectiviteit ervan onderzocht. Informatievoorziening NCOI informeert haar potentiële studenten via de website en een brochure. Ingeschreven studenten maken voor hun informatievoorziening vooral gebruik van de online leeromgeving en de afdeling Advies en Voorlichting. Online leeromgeving Voor de ingeschreven studenten is de online leeromgeving een belangrijke bron van informatie. E-Connect is een op maat ontwikkelde digitale leeromgeving die de student tijdens de gehele opleiding ondersteunt. Studenten kunnen hier de lessen raadplegen en bestuderen, zelfevaluatietoetsen maken, per email of online discussies met andere studenten voeren, praktijkvragen stellen aan de docent, alsook digitale vakliteratuur en aanvullend lesmateriaal raadplegen. Daarnaast kan de student zijn eigen studievoortgang volgen via zijn persoonlijke webpagina. Het examenbureau plaatst de cijfers op e-Connect zodat de student altijd beschikt over een actueel overzicht van zijn studieresultaten. Behalve de studieresultaten vindt de student op e-Connect nuttige en noodzakelijke studie-informatie, zoals instructies voor eindopdrachten, het maken van een portfolio en de eindscriptie. Afdeling Advies en Voorlichting Naast het contact met de docenten, kan een student de afdeling Advies en Voorlichting raadplegen over praktische en inhoudelijke zaken. Alle relevante praktische informatie is – voor hbo-bachelor en –masteropleidingen afzonderlijk – gebundeld in de Wijzer! De praktische informatie beslaat de toelatingsprocedure, verzending van studiematerialen, aanvragen van vrijstellingen, de werking van e-Connect en de online leeromgeving en de klachtenprocedure. Naast deze Wijzer! wordt in de studiegids van iedere bachelor- en masteropleiding op hoofdlijnen inhoudelijke informatie gegeven. In de studiegids is informatie opgenomen over het studieprogramma, de literatuurlijst en de Onderwijs- en Examenregeling (OER). In e-Connect wordt deze informatie per module op detailniveau weergegeven, waarin per les de onderwerpen, leerdoelen, te bestuderen literatuur en de opdrachten worden aangegeven. Daarnaast is hier specifieke informatie over de afronding van de module te vinden. Het panel acht de informatievoorziening aan alle ingeschreven studenten adequaat. Hoe studenten dit zelf ervaren, is aan de orde geweest in de afzonderlijke opleidingsaudits. Informatievoorziening potentiële studenten De informatie aan potentiële studenten verloopt via de website en de brochure. Hierin wordt expliciet vermeld, dat NCOI een door het Ministerie van OCW aangewezen opleidingsinstituut is en dat voor de bachelor- en masteropleidingen accreditaties worden aangevraagd of zijn verkregen. Per opleiding is de status van de accreditatie aangegeven. Op de website is onder de tab Erkenningen een overzicht geplaatst van alle geaccrediteerde bachelor en master opleidingen met vermelding van de CROHO-nummers, leerweg (duaal/deeltijd), EC, titulatuur behorend bij de opleiding en de status van accreditatie. Het panel heeft begrepen dat NCOI voornemens is in 2010 de website verder aan te passen, waardoor deze ‘statusinformatie’ voor potentiële studenten nog makkelijker toegankelijk wordt. In de brochure en op de website wordt bij iedere opleiding informatie gegeven over: doelgroep, doel en opzet van de opleiding en toetsing, lesdata en lesplaatsen, inschrijving, studieprogramma, planning, kosten, toelating en erkenning. Na inschrijving ontvangen studenten een studiewijzer met alle benodigde detailinformatie over hun opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 46
Opleiding Commerciële Economie De beschrijving die de opleiding in haar Management Review geeft met betrekking tot dit facet en de indrukken die het panel heeft opgedaan tijdens de audit zijn volledig in overeenstemming met de bevindingen van het auditteam dat de generieke audit heeft uitgevoerd. De studenten geven daarbij wel aan dat zij behoefte hebben aan uitbreiding van de begeleiding bij het samenstellen van hun portfolio en bij het uitvoeren van competentieopdrachten. De opleiding zal aan de hand van de studentenevaluaties over de periode september 2009 – september 2010 beoordelen of de portfoliobegeleiding verder dient te worden geïntensiveerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 47
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI Uit de door de instelling geleverde documentatie en de met het management gevoerde gesprekken, heeft het panel dat de generieke audit uitvoerde, kunnen vaststellen dat alle opleidingen volgens een vaste cyclus worden beoordeeld door alle betrokken stakeholders. Daartoe kent iedere opleiding een evaluatiematrix waarin frequenties, doelgroepen en evaluatie-instrumenten staan vermeld. NCOI heeft een kwaliteitssysteem ingericht volgens het proces van richten, inrichten, verrichten en continu verbeteren (Plan-Do-Check-Act-cyclus). De focus van kwaliteitszorg ligt op het onderwijs en de processen om het onderwijs uit te voeren. De regie van kwaliteitszorg zowel op processen als het onderwijs is belegd bij de afdeling Opleidingsmanagement. Deze afdeling bewaakt de PDCA-cyclus, is voorzitter van het kwaliteitsoverleg en houdt hierdoor zicht op de verbeteracties en de vastlegging daarvan. Het kwaliteitszorgsysteem heeft betrekking op alle onderwerpen en facetten uit het NVAO-beoordelingskader. De organisatie stelt van iedere opleiding jaarrapportages op, die de basis vormen van het op te stellen zelfevaluatierapport van de betreffende opleiding. In deze jaarrapportages worden de in de opleiding doorgevoerde wijzigingen vastgelegd en verantwoord (aanleiding en doel). Tevens wordt gekeken naar het resultaat van de verbeteracties die het jaar daarvoor zijn doorgevoerd. De eerste jaarrapportage van een opleiding ent zich op het aanvraagdossier van een Toets Nieuwe Opleiding of het Zelfevaluatierapport (Management Review) bij de accreditatie van een hbo-opleiding. Voorhanden jaarrapportages bij bestaande opleidingen hebben deel uitgemaakt van het onderzoek bij iedere opleidingsvisitatie. Proceskwaliteit NCOI is ISO-gecertificeerd ten aanzien van bedrijfsprocessen die te maken hebben met de ontwikkeling en uitvoering van opleidingen en trainingen. Voor de processen op het gebied van onderwijs heeft NCOI een kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. In het´ISO handboek´heeft de instelling de relevante processen vastgelegd. De bewaking en borging van de processen vindt voornamelijk plaats door het uitvoeren van periodieke interne en externe audits en evaluaties. De relevante procedures voor kwaliteitsbepaling, -bewaking en verbetertrajecten, alsook de kwaliteitsnormen, zijn opgenomen in het ISO-kwaliteitshandboek. Jaarlijks vindt een audit plaats op een aantal processen en tweejaarlijks vindt een certificerende audit plaats door een ISO-geaccrediteerde organisatie. De uitkomsten van de audits worden besproken met het opleidingsmanagement en zijn input voor verbeteracties. De implementatie hiervan en de controle erop berusten bij het opleidingsmanagement. Onderwijskwaliteit Recente interne audits en 0-metingen, door Hobéon Certificering uitgevoerd, hebben de verbetercyclus een nieuwe impuls gegeven. Naast het proceskwaliteitsysteem ISO is er een behoefte geconstateerd aan een meer systematische aanpak van de PDCA-cyclus met betrekking tot de onderwijskwaliteit. Dit heeft geresulteerd in een verbetermatrix die wordt beheerd door de afdeling Opleidingsmanagement en die tot doel heeft een continue reflectie op de gerealiseerde onderwijskwaliteit te bewerkstelligen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 48
Recent is een aantal kwaliteitverbeteringen, onder andere op het gebied van onderwijsontwikkeling, ingevoerd die zijn opgenomen in een verbetermatrix. Klachtenregeling NCOI, en daarmee de opleiding, kent een helder beschreven klachtenregeling. De opleiding communiceert die via de online leeromgeving, maar ook in de Studiegids voor de studenten. Ook de procedure voor klachten over examinering staat beschreven in de online leeromgeving en de Studiegids. In de OER van iedere opleiding heeft NCOI een artikel opgenomen over het College van Beroep, dat uitspraak doet over geschillen met de Examencommissie. Intern heeft de instelling een zogenaamd klachtenoverleg, waar de betrokken afdelingen terugkerende klachten bespreken en tot verbetermaatregelen komen. Het panel heeft van deze besprekingen notulen gezien, waaruit deze verbeteracties konden worden vastgesteld. Naar het oordeel van het panel dat de generieke audit uitvoerde, is NCOI ‘in control’ over de onderwijs- en bedrijfsprocessen. De focus op inhoudelijke kwaliteit is van latere datum dan de aandacht voor de processen, maar op dit punt stemmen aanpak en de inmiddels doorgevoerde verbetermaatregelen positief. Opleiding Commerciële Economie Het systeem van kwaliteitszorg dat NCOI hanteert, is volledig van toepassing op de bacheloropleiding Commerciële Economie. Het auditpanel heeft een goed werkend systeem aangetroffen, waarbij het panel de kanttekening maakt dat de uitkomsten van de docentenenquête beter benut kunnen worden, vooral op het punt van de betrokkenheid van de docenten bij het totale programma. De opleiding is zich hiervan bewust en werkt aan oplossingen hiervoor. Een positief voorbeeld van een verbeteractie is het optimaliseren van het gebruiksgemak in eConnect. Dit heeft op aangeven van de docenten plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 49
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Opleiding Commerciële Economie De aandachtspunten die uit de verschillende evaluaties naar voren komen, worden besproken, beschreven en geanalyseerd in een kwartaaloverleg van het Opleidingsmanagement met de betreffende managers van de verschillende afdelingen en opleidingen binnen NCOI. Voor gesignaleerde tekortkomingen wordt een verbeteractie met bijbehorend verbetertraject uitgezet. Soms gaat het om afdelings- of opleidingsspecifieke maatregelen, soms zijn het instellingsbrede maatregelen. Enkele voorbeelden van recente verbeteracties die de opleiding Commerciële Economie heeft doorgevoerd als gevolg van evaluaties: Verbeteringen in het lesmateriaal aangebracht, zoals een scherpere definiëring van leerdoelen binnen een minor; Aanpassingen in de inzet van docenten (andere module); Wijzigingen in beoordelingsformulieren voor eindopdrachten; Meer variatie aangebracht in toetsingsinstrumenten; Curriculumaanpassingen doorgevoerd om de thema’s internationalisering en onderzoek een structurele plaats in de opleiding te geven. De opleiding heeft het panel inzage verstrekt in een overzicht van verbeteracties die het in 2009-2010 heeft doorgevoerd. Deze acties zijn telkens voorzien van verantwoordelijken en deadlines. Het overzicht toont een werkend verbetermechanisme.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 50
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI NCOI kent binnen en buiten de organisatie stakeholders waarmee afstemming of overeenstemming wordt gezocht met betrekking tot een opleiding. Hun oordeel vormt de aanleiding tot verbetermaatregelen. Intern zijn dat studenten en docenten. Extern zijn dit voornamelijk vertegenwoordigers van het beroepenveld (kenniscentra, praktijkbegeleiders), Raad van Advies en alumni. Studenten Evaluatie vindt bij de studenten plaats op de vier niveaus van Kirkpatrick: reactieniveau, leerprestatie, gedrag, resultaat op de werkplek of organisatie. Op reactieniveau vullen studenten evaluatieformulieren tussentijds en aan het eind van ieder module in. Het evaluatieformulier wordt in E-Connect (digitale leeromgeving) ingevuld en verwerkt. De respons hierop is groot, omdat de deelname aan de evaluaties voorwaardelijk is voor toegang tot de overige segmenten van de digitale leeromgeving. In het evaluatieformulier wordt de student gevraagd om de docent, het studiemateriaal en de locatie te beoordelen. Deze evaluaties geven inzicht in hoe de studenten de onderwijsinhoud ervaren en de wijze waarop de lessen worden verzorgd. Het panel heeft inzage gehad in voorbeelden van evaluatieformulieren en acht deze adequaat. Jaarlijks worden onder studenten van iedere opleiding paneldiscussies georganiseerd. Aan de hand van stellingen geven zij hun mening over onder andere de inhoud, de organisatie en de examinering van de opleiding. Het panel heeft notulen van enkele paneldiscussies ingezien die deze gang van zaken bevestigen. Tweejaarlijks wordt een tevredenheidmeting onder alle studenten gehouden. Door dit onderzoek eens in de twee jaar te houden, hebben studenten die een hbo-bacheloropleiding volgen gemiddeld twee keer de mogelijkheid om hun mening over de totale opleiding en organisatie kenbaar te maken. Hbo-masterstudenten doen dit gedurende hun studie eenmaal. In juni 2009 werd de meest recente algemene tevredenheidenquête afgenomen onder studenten (evenals onder docenten). Deze recente evaluatieresultaten, samen met de resultaten uit module-evaluaties hebben verbeterpunten opgeleverd die besproken zijn in zowel studentpanels (opleidingsvertegenwoordiging) als docentpanels voor de opleidingen MBA, bachelor Personeelsmanagement, bachelor Commerciële Economie en bachelor Bedrijfskundig Management. Docenten Aan docenten wordt een terugkoppeling gevraagd in de vorm van (tevredenheid)enquêtes en zogenaamde ‘eventverslagen’ over de leerinhoud, de opbouw van de module en het studiemateriaal. De informatie wordt besproken in het vakgroepoverleg (overleg van de kerndocent met docenten, ontwikkelaars, programmamanager). Tevens wordt voor de docenten jaarlijks per opleiding een paneldiscussie gehouden. Aan de hand van stellingen (dezelfde als voor de paneldiscussie met studenten) geven zij hun mening over het volledige programma. De kwalitatieve uitkomsten van deze panels voegen een extra dimensie toe aan de kwantitatieve uitkomsten van de studentevaluaties op reactieniveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 51
Medewerkers Voor alle onderwijsondersteunende medewerkers van NCOI is er een medewerker tevredenheidsonderzoek (algemeen). De resultaten hieruit worden meegenomen in de verbetercyclus van NCOI. Werkveld Hogeschool NCOI en de NCOI Business School hebben voor iedere hbo-opleiding een vertegenwoordiging van het beroepenveld in de vorm van een Raad van Advies ingesteld. Indien in een bepaald domein een bachelor- en masteropleiding op elkaar aansluiten, is er een gecombineerde Raad van Advies voor deze opleidingen met aparte focuspunten voor bachelor en master. De Raad van Advies adviseert NCOI over ontwikkelingen in het beroepenveld en bespreekt met het opleidingsmanagement tweemaal per jaar het actualiteitsgehalte van de opleiding, hetgeen aanleiding kan geven voor aanpassing van het curriculum. Alumni Er is een alumnivereniging opgericht met een bestuur, dat bestaat uit oud-studenten. NCOI faciliteert deze vereniging en draagt mede zorg voor het organiseren van jaarlijkse evenementen. De vereniging organiseert op dit moment voornamelijk bijeenkomsten voor oudmasterstudenten. Het aantal afgestudeerden van de bacheloropleidingen is nog beperkt, maar de vereniging is voornemens de activiteiten uit te breiden naar de oud-afgestudeerden van alle bacheloropleidingen. Jaarlijks wordt onder afgestudeerden van het afgelopen jaar een onderzoek gehouden naar hun ervaringen met de opleiding, de relevantie voor hun werksituatie en de invloed van de opleiding op hun loopbaanperspectief. Het panel dat de generieke audit uitvoerde, heeft kunnen vaststellen dat alle stakeholders die voor de interne kwaliteitszorg van de opleiding van belang zijn, betrokken worden bij de evaluaties. In de door NCOI opgestelde evaluatiematrix blijkt wat er wordt geëvalueerd, met welk doel en wie bij de evaluaties zijn betrokken. Opleiding Commerciële Economie Uit de beschrijving die de opleiding op het punt van betrokkenheid van alle stakeholders bij de kwaliteitszorg van de opleiding heeft geleverd, alsook het overzicht van evaluaties dat de opleiding heeft geleverd, heeft het panel kunnen vaststellen dat de kwaliteitszorg binnen de opleiding in overeenstemming is met het centraal geformuleerde beleid. De opleiding constateert daarbij als aandachtspunt dat de betrokkenheid van alumni verbeterd moet worden. Uit het gesprek met de Raad van Advies bleek dat RvA-leden geregeld het niveau van de scripties checken en eindgesprekken bijwonen. Dit staat niet als zodanig in de taakstelling van de RvA, maar is een initiatief van de RvA zelf. Dit is exemplarisch voor de betrokkenheid van de RvA bij de opleiding en wordt door het auditpanel als een goede aanvulling op de borging van en de kwaliteitszorg voor het eindniveau ervaren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 52
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI De realisering van het eindniveau wordt NCOI-breed gefaciliteerd doordat in het programma ontwerp de competenties consequent naar het curriculum zijn door vertaald. Daarbij worden de hbo-kernkwalificaties en Dublin Descriptoren als kader en ijkpunt voor het niveau gehanteerd. De competenties van de opleiding sluiten aan op de eisen uit het werkveld en het beoogde hboof masterniveau. Het eindniveau wordt getoetst door vast te stellen of de volgende onderdelen van voldoende niveau zijn: het volledige portfolio (vanaf 2010) de scriptie het reflectieverslag dat onderdeel uitmaakt van het scriptiedocument de mondelinge verdediging De toetscriteria zijn erop gericht om te beoordelen of de student over voldoende kennis en vaardigheden, alsook over de juiste houding beschikt om op hbo- of masterniveau te werken. NCOI heeft de procedures en normen voor de scriptieperiode voor iedere opleiding vastgelegd in een studiewijzer en een beoordelingswijzer. Het auditpanel heeft als voorbeeld het formulier voor de beoordeling van masterscripties ingezien en beoordeelt dit als adequaat. Opleiding Commerciële Economie In het herontwerp van de opleiding Commerciële Economie zijn de eisen voor aansluiting met het werkveld en voor het hbo-niveau nadrukkelijk beschreven en geborgd. Deze scriptiebegeleiders en -beoordelaars hebben een duidelijke link met de beroepspraktijk en zijn in staat het hbo-niveau te beoordelen. Recent heeft een periodieke controle van de eindscripties met bijbehorende beoordeling plaatsgevonden. Deze controle is uitgevoerd door twee kerndocenten. Uit deze controle is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen. Eén van de conclusies is dat meer afstemming nodig is tussen beoordelaars onderling. De opleiding heeft daarin inmiddels voorzien, zo is het panel gebleken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 53
Het auditteam heeft voorafgaand aan de audit een tiental scripties2 beoordeeld en vond deze als hbo-bachelorscripties alle aan de maat. Dit oordeel werd bevestigd door de tijdens de audit ter inzage gelegde scripties. Wel week het oordeel van het panel een enkele keer af ten opzichte van de beoordelaars van de opleiding; dit betrof echter vooral de toegekende zevens, die het panel soms hoger en soms lager beoordeelde. Zogenaamde ‘genade zessen’ heeft het panel niet getraceerd: een zes was ook werkelijk een zes. Verschillen in beoordelingen tussen docenten heeft ook de opleiding vastgesteld in de zogenaamde ‘kalibreersessies’ die NCOI voor scriptiebegeleiders en –beoordelaars organiseert. De impressie die de docenten tijdens de audit van dergelijke kalibreersessies hebben gegeven, geven het panel voldoende vertrouwen dat deze maatregel binnen afzienbare termijn zal leiden tot een eenduidiger beoordeling van het eindniveau. In algemene zin vindt het panel de scripties die het ingezien heeft inhoudelijk aan de vlakke kant: methodologisch wel ‘volgens het boekje’, maar analytisch wat dun en weinig creatief in de aanbevelingen, waardoor er bij het panel soms twijfel rees over de opbrengst bij implementatie. Het auditteam verwacht dat met de versteviging van de onderzoekslijn in het programma, waarbij door middel van eindopdrachten stapsgewijs naar het integrale eindwerkstuk wordt toegewerkt, het creatieve gehalte van de scripties en de praktische toepasbaarheid van de aanbevelingen nog zal verbeteren. De docenten en het opleidingsmanagement waarmee het panel sprak, bevestigden deze ontwikkeling.
2
Door het panel vooraf beoordeelde scripties: Datum Cijfer
30-03-2009 13-03-2009 24-09-2009 30-03-2009 22-05-2009 01-02-2010 08-04-2010 18-03-2010 22-03-2010 15-12-2009
7 7 7 6 7 6 7 7 6 7
Titel scriptie
Service en advies voor een begrijpelijk en optimaal pensioen Een aanzet tot marktdefinitie binnen de kraamzorg Inrichten van Multi-channelbeleid iBin Netherlands Hypotheken zonder koffie Rabobank: de volwaardige zakenpartner voor de grote zakelijke onderneming NBE: Ja of nee Wat is het branche perspectief voor Lapp Benelux BV op de Fotovoltaische markt Slecht gehoor.nl Tour de Batavus
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 54
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. NCOI NCOI heeft normen voor onderwijsrendement. Daarbij houdt NCOI rekening met het feit dat het studenten heeft die in een andere levensfase zitten dan studenten in voltijdse opleidingen. Deeltijd en duale studenten onderbreken hun studie nog wel eens voor bijvoorbeeld een nieuwe baan, een verhuizing of andere privéomstandigheden. De programmaopbouw van iedere opleiding is dusdanig flexibel dat een student zonder al te veel vertraging de studie tijdelijk kan temporiseren of onderbreken. Aan de andere kant is er ook de mogelijkheid om te versnellen door de studie te intensiveren. Ook brengen studenten soms vrijstellingen in vanuit eerdere opleidingen, waardoor de studie kan worden bekort. Uitkomsten en resultaten van rendement en studieduur beschouwt NCOI altijd in het licht van de hiervoor genoemde factoren. Vergelijking (benchmark) van resultaten van de doelgroep ‘studerende werkenden’ met bijvoorbeeld de doelgroep van ‘reguliere studenten voltijd’ acht de opleider dan ook weinig zinvol. NCOI heeft streefcijfers geformuleerd met betrekking tot het afronden van de opleiding binnen de gestelde tijd: bachelor studenten mogen maximaal zes jaar doen over hun opleiding. De organisatie volgt de studenten via een studievoortgangsysteem. Uit rapportages blijkt dat gemiddeld minder dan 20% van de aanvankelijke instroom de opleiding niet afmaakt. De slagingsnorm voor toetsen en de totale opleiding is vastgesteld op 70%. Als deze norm niet gehaald wordt, wordt een onderzoek ingesteld onder docenten, deelnemers, de externe examinator en de adviesraad. Uit de eerdere beschrijvingen van het onderwijsrendement blijkt dat deze norm van 70% over het algemeen wordt gehaald. De organisatie gaat uit van een uitval van maximaal 30% bij iedere opleiding, wat landelijk gezien ook een streefcijfer is bij andere opleidingsinstituten. De gemiddelde studieduur bij de masteropleidingen is gesteld op 2 jaar, bij de bacheloropleidingen op 3 jaar. In onderstaande tabel heeft NCOI de uitval en studieduur met streefcijfer en gerealiseerd cijfer over de afgelopen jaren (2004 t/m 2008) weergegeven. De tabel laat zien dat NCOI haar eigen streefcijfer voor wat betreft de studie-uitval haalt; gemiddeld doen studenten iets langer over hun studie dan nagestreefd. Indicator Uitval
Streefcijfer Max. 30%
Gerealiseerd *) 20,3% (CE) 10,3% (PM) 11,8% (BM)
Studieduur geslaagden
(bachelor en master) 3 jaar (bachelor)
9,6% (MBA) 3,6 jaar (CE) 3,1 jaar (PM) 3,3 jaar (BM)
2 jaar (master)
2,6 jaar (MBA)
Tabel 3 Uitval en studieduur over de periode 2004 – 2008 *) CE = Bachelor Commerciële Economie; PM = Bachelor Personeelsmanagement; BM = Bachelor Bedrijfskundig Management
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 55
Opleiding Commerciële Economie De opleiding Commerciële Economie laat, voor wat betreft de studie-uitval (gemiddeld 20,3%) zien dat de eigen streefcijfers voor maximale uitval (30%) ruimschoots worden gehaald. De gemiddelde studieduur voor de opleiding CE in haar duale variant is 3,6 jaar. Dit is langer dan het streefcijfer aangeeft, maar nog altijd korter dan een reguliere vierjarige opleiding. In de deeltijdse variant wordt de studie met minimaal een half jaar stage en extra praktijkopdrachten verlengd, waardoor de studieduur uitkomt op ca. 4,5 jaar. Het panel is van oordeel dat de opleiding CE op grond van deze cijfers een prima studierendement laat zien.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 56
5.
OORDEELSCHEMA hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie deeltijd en duaal, CROHO nr. 34402 Hogeschool NCOI
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
Oordeel V V V V V V V V V V Voldaan G V
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
V V V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V G V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
V
V
V
V3 V G V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo-bacheloropleiding Commerciële Economie deeltijd en duaal, CROHO nr. 34402, verzorgd door Hogeschool NCOI in al haar varianten en locaties te accrediteren.
3
Met aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 57
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 58
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma beoordelingsbezoek Hogeschool NCOI, hbo-bachelor opleiding Commerciële Economie 12 oktober 2010 Tijd
Gesprekspartners
08:15 – 08:45
Vooroverleg auditteam Rob van der Hoorn, lead auditor; Rob van der Made, auditor onderwijs / secretaris; Prof. dr. Ben Bakker, vakdeskundige Michel Le Roux, werkvelddeskundige Anne Kerssies, student. Audit Opleidingsmanagement team Mevr. J. Elzenaar-Maathuis, directeur Kwaliteit en Erkenningen Dhr. M. Kolsteren, Manager hbo Dhr. M. Spaans, Manager hbo
08:45 – 9:45
Onderwerpen
• • • • • •
10:00 – 10.45
Docenten/ Examen commissie Mevr M. Visser, kerndocent Dhr. K. den Berg, kerndocent Dhr.G.J.Scheers, vakdocent Dhr. B.Smit, vakdocent
Audit team
11:00 – 11.45
Raad van advies Dhr. M. Dinaux Dhr. J. Boering
Audit team
11.45 – 12:45
Studenten Dhr. H. Pouw Mevr. S. Uijttenhout Materiaalstudie en intern overleg
Audit team
12.45 – 13.30 13.30
• • • • • • • • • • • • • •
Kennismaking en vaststellen programma Visie op positionering opleiding Vertaling onderwijsvisie naar opleiding Relatie beroepenveld Organisatie, verantwoordelijkheid en verantwoording binnen de opleiding Borging van de kwaliteit van cruciale factoren in het onderwijsprogramma (o.a. opleidingsprofiel, didactisch concept, samenhang leren/werken, internationale context, SLB, toetsing, eindniveau) Kwaliteitsmanagement Onderwijsontwikkeling Validering en actualisering programma Uitvoering personeelsbeleid Uitvoering kwaliteitsbeleid Kwaliteit van de ondersteuning Toetsen en beoordelen Studeerbaarheid, studielast Bezwaar en beroep Vrijstellingen en EVC Validering en actualisering programma Uitvoering kwaliteitsbeleid Toetsen en beoordelen Gerealiseerd niveau of borging daarvan bij TNO (toets nieuwe opleiding)
lunch
Audit Team
Terugkoppeling aan betrokkenen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 60
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING
Studenten
Docenten
Aantal studenten
Aantal aan de opleiding verbonden docenten
Instroom studenten
Aantal fte per variant
2009
80
2008
90
2007
47
2006
43
Vooropleiding studenten mbo-4: 167 periode 2004-2009 havo / vwo: 98 ho: 42
109 (poule freelancers) n.v.t.
Docent – student ratio per variant
n.v.t.
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk
allen
Aantal docenten met een master opleiding
71
Aantal docenten met een Phd
2
Aantal fte in kenniskringen
overig: 3
n.v.t.
Gegevens over instroom doorstroom en uitstroom van de studenten worden verkregen via het managementinformatiesysteem Olympus van Hogeschool NCOI. Het uitvalpercentage is beneden de doelstelling (max. 30%). Rendementsgegevens instroom
uitval
nog actief
cohort 2009
80
18
22,5%
62
cohort 2010
105
11
10,5%
94
Contacturen Definitie: Contacturen zijn groepsbijeenkomsten in aanwezigheid van de docent aangevuld met begeleidingsuren van de portfoliobegeleider. Voor iedere module is de studielast (inclusief contacttijd) opgegeven.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 62
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN R.J.M. van der Hoorn MBA, lead auditor, heeft zich, naast zijn voorzitterschap, vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Rob van der Hoorn heeft, als directeur van de Hobéon Groep, een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo-opleidingen worden gesteld Prof. dr. B.A. Bakker, vakdeskundig auditor is bijzonder hoogleraar commerciële beleidsvorming aan de Erasmus Universiteit, oprichter van het ICB, Instituut voor Commerciële Beleidsvorming. Professor Bakker heeft zitting gehad in het bestuur van capaciteitsgroepen binnen de economische faculteit en is directeur geweest capaciteitsgroep bedrijfseconomie, de grootste groep binnen de faculteit M. Le Roux, werkvelddeskundig auditor, heeft gestudeerd aan het Institut d’Etudes Politiques de Paris (IEP Sciences Po Paris) met als specialisatie management en marketing. Vervolgens heeft hij gewerkt als manager product/markt ontwikkeling bij Groupe Expansion in Parijs, de marktleider in Frankrijk op het terrein van financieel-economische media. In de periode vanaf 1995 heeft hij in Nederland gewerkt en zich met name beziggehouden met de marketing en promotie van Franse landbouwproducten en levensmiddelen. Het accent van zijn werkzaamheden lag en ligt op de vermarkting van wijnen en gedestilleerd. De laatste jaren, sinds 2002, heeft hij een eigen marketingscommunicatiebureau gespecialiseerd op de terreinen ‘wine, food & culture’. A. Kerssies, student auditor is bezig met haar afstuderen bij de opleiding Commerciële Economie en Internationale Marketing aan de Haagse Hogeschool in Den Haag. Zij heeft in het kader van de Erasmus Exchange een half jaar Business Management gestudeerd aan de Katholieke Hogeschool van Leuven. Daarnaast heeft zij ook 10 weken stage gelopen bij een import/export bedrijf in Nederland en in haar derde leerjaar een export- en marketingplan opgesteld voor een Scandinavisch bedrijf. H.R. van der Made, onderwijskundig auditor en secretaris, is als docent communicatie en Engels geruime tijd werkzaam geweest in het voortgezet onderwijs en hoger beroepsonderwijs, bij zowel bekostigde als niet-bekostigde instellingen. Aan de lerarenopleiding Utrecht is hij betrokken geweest bij de ontwikkeling van trainingen en nascholingsprogramma’s voor docenten VO. Hij maakte enkele jaren een uitstap naar regionale media, waar hij o.m. het directeur/hoofdredacteurschap bekleedde van een media-/omroepbedrijf. Als onderwijsmanager heeft hij deel uitgemaakt van het management van een particuliere hogeschool. Mr. J.A. Frederik, , onderwijskundig auditor en secretaris, doet onderzoek naar de ontwikkeling van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en heeft een ruime ervaring als auditor. Hij studeerde Nederlands Recht en Organisatiekunde en volgde onder andere de masteropleiding in projectmanagement bij CapGemini Ernst & Young. Van 1990–1999 was hij als beleidsadviseur verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en aansluitend programmaleider opleiden ITO-C2000 bij ITO, een agentschap van het Ministerie BZK.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 63
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 66
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 67
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 68
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 70
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Werkwijze en beoordelingsprocedure Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende (deeltijd en duaal) opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Beoordelingsprocedure De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
1 Documentenanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de bachelor opleiding Commerciële Economie van Hogeschool NCOI aangeleverde schriftelijke informatie: zie Bijlage V. Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2 Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en twee secretarissen vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 71
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;4 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
4
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 72
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN
Zelfevaluatie hbo bachelor Commerciële Economie Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op: o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, o werkvormen, o toetsing en beoordeling, o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, o internationalisering, o instroombeleid, o studiebegeleiding, o onderwijsrendement.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding CE Hogeschool NCOI 1.0⏐ 73