2.
Het onderwijs
2.1. – De organisatie van de school Wij hebben de school verdeeld in onderbouw en bovenbouw. Tot de onderbouw horen de groepen 1 t/m 4 en tot de bovenbouw de groepen 5 t/m 8. Op onze school werken we vanaf groep 3 volgens het leerstofjaarklassensysteem. Dat houdt in dat in één groep alle leerlingen ongeveer dezelfde leeftijd hebben. De basisopzet van ons onderwijs is klassikaal maar daarbinnen bieden we onderwijs op maat om elk kind passend onderwijs te geven. (zie verder hoofdstuk 3) Bij alle vakken streven we naar het gebruik van moderne lesmethoden. De lesmethoden worden zorgvuldig gekozen en moeten, wat betreft werkwijze, passen bij het onderwijsconcept van de school. Daarnaast hebben we oog voor de actualiteit en spelen daar regelmatig op in. De creatieve ontwikkeling van het kind is naast de intellectuele ontwikkeling op onze school ook belangrijk. Daarom stimuleren we in vakken als handvaardigheid, tekenen, drama en muziek de expressie van het kind. 2.2. – Schoolplan 2015-2019 Eén keer in de vier jaar stellen wij een schoolplan op. Dit is een beleidsplan met een looptijd van vier jaar. Het nieuwe schoolplan voor de periode van 2015-2019 heeft de titel “Samen Scholen” gekregen. In de komende periode werken we o.a. aan de volgende ontwikkelpunten: - profilering Engels VVTO (=Vroeg Vreemde Talen Onderwijs); - vervanging en invoering van nieuwe methoden voor de vakgebieden, o.a. Begrijpend Lezen, Taal, Godsdienst; - woordenschatonderwijs; - onderzoeken van nieuwe toepassingen op gebied van ICT; - borgen van de vernieuwingen op het gebied van Lees-/ Taalonderwijs; - door ontwikkelen van Handelingsgericht werken en Opbrengstgericht werken. We willen ons onderwijs de komende jaren meer en meer toetsen aan de kernwoorden “leerrijk” en “betekenisvol”. Kinderen leren niet allen uit een boek, maar ook door zelf te ontdekken en te experimenteren. Kinderen leren niet alleen met hun hoofd, maar ook met hun handen, door te doen en te proberen. Kinderen leren van een mooi verhaal, van een boeiende gastles, van een uitdagende excursie. Wij willen ons onderwijs zo inrichten dat ook deze leeractiviteiten en werkvormen in ruime mate aan bod komen. Profilering Engels VVTO Het team heeft bewust gekozen voor het invoeren van het vak Engels in groep 1 tot en met 8. In een samenleving waarin Engels steeds belangrijker wordt, willen we de kinderen zo vroeg mogelijk met deze taal in aanraking laten komen. Daarom wordt in groep 1 tot en met 8 Engels gegeven. We werken met Take it Easy, een interactieve methode die veel gebruik maakt van het digibord. Door middel van allerlei werkvormen leren de kinderen Engels begrijpen en te spreken. You're never too young to learn! Waarom keuze Engels Vroeg Vreemde Talen Onderwijs? Deze onderwijsvernieuwing wordt steeds populairder, zowel in Nederland als in Europa. De Europese Unie stelt zich zelfs ten doel dat alle EU-burgers minimaal 2 vreemde talen leren vanaf 3 jaar. Maar waarom is het zo belangrijk om vroeg te beginnen met taalonderwijs? - de taalgevoelige leeftijd ligt voor 7 jaar, - meer talen leren stimuleert de algemene taalontwikkeling, - het geeft een kwaliteitsimpuls aan het taalonderwijs, - het bevordert internationaal bewustzijn en samenwerking. Binnen de school is een Onderwijskundig Specialist Engels aangesteld, die samen met de directie een beleidsplan heeft opgesteld. We hebben de ambitie om na vier jaar een gecertificeerde VVTOschool te zijn. Veel aandacht voor Lees- en Taalonderwijs Vaardig zijn in het lezen is belangrijk voor alle andere Eben-Haëzer besteedt daarom extra aandacht aan de Binnen de school worden kinderen in groep 1 en 2, die V(oor) en V(roeg) schoolse E(ducatie) extra
vakgebieden in het onderwijs. De PCBS lees- en taalontwikkeling van kinderen. een anderstalige achtergrond hebben via ondersteund op het gebied van
woordenschatontwikkeling. Daarnaast wordt er planmatig gebruik gemaakt van de methode ”Schatkist”. Op onze school wordt vanuit het project “de Voorleestas” de betrokkenheid van ouders en kinderen op het (voor)lezen gestimuleerd. In groep 3 wordt het programma “Connect” ingezet om het leesproces te stimuleren als lezen niet vanzelf gaat. Met de zwakke lezers en hun ouders lezen we de zomervakantie van groep 3 naar groep 4 door om de ‘zomerdip’ in het lezen te voorkomen. Voor die kinderen die na deelname aan al deze activiteiten niet voldoende ontwikkeling op leesgebied doormaken, biedt de Leeskliniek een laatste stap voor de eventuele aanvraag van een dyslexieverklaring. In voorgaande periode hebben we extra ingezet op het gebied van Lees- /Taalonderwijs. Door o.a. meer te investeren op instructie bij het Voortgezet Technisch Lezen en Spelling en extra leestijd voor Taal/Lezen in te bouwen in het lesrooster, zien we nu dat de Leesopbrengsten hoger zijn dan vier jaar geleden. Binnen de school is een Onderwijskundig specialist Taal/Lezen aangesteld, die samen met de directie het lees- en taalonderwijs aanstuurt en coördineert. Veel aandacht voor Bewegingsonderwijs Onze school hecht veel waarde aan goed bewegingsonderwijs. Een goede gymles heeft veel voordelen, bijvoorbeeld het verbeteren van de motoriek, van de sportieve vaardigheden en van de leermogelijkheden. Door te sporten gaan kinderen namelijk beter leren! We hebben een vakleerkracht voor de bovenbouw. We willen de kinderen kennis laten maken met zo veel mogelijk verschillende vormen van bewegen. Van zwaaien aan de ringen tot de wendsprong over een kast, van duo-jagerbal (afgooispel) tot hoogspringen, enzovoort. Plezier staat voorop. De kinderen leren niet alleen technische vaardigheden, maar ook sociale en emotionele, zoals samenwerken en omgaan met winst en verlies. We werken zoveel mogelijk in kleine groepjes, zodat de kinderen veel kunnen bewegen. In groep 1 en 2 bewegen de kleuters elke dag. Ze spelen elke morgen en middag een half uur buiten. Daarnaast hebben ze één keer in de week gym in het speellokaal. Daar geven de leerkrachten les uit de methode ‘Bewegen in het speellokaal’. Groep 3 en 4 hebben om de week een uur zwemles en krijgen één gymles per week van de eigen leerkracht. Groep 5 t/m 8 krijgen dit schooljaar één keer per week les van de eigen leerkracht en één keer van de vakleerkracht. Groep 3 tot en met 8 werkt met de methode ‘Basislessen Bewegingsonderwijs’. 2.3. – Jaarplan 2015-2016 Ieder jaar wordt een deel van het schoolplan uitgewerkt in een jaarplan. Het jaarplan bevat de concrete doelen die we in het betreffende jaar willen bereiken. In het schooljaar 2015-2016 gaan we verder met de invoering en borging van de nieuwe methoden. Daarnaast gaan we ons oriënteren op een lesmethode godsdienst. Met het oog op Passend Onderwijs willen we ons richten op Handelingsgericht werken om zo meer tegemoet te komen aan de leerbehoeften en mogelijkheden van het kind. Tot slot noemen wij ook hier invoering en borging van trajecten ten aanzien van hoogbegaafdheid en sociaal emotionele ontwikkeling. 2.4. – Groepsverdeling Een school met een grootte als PCBS Eben-Haëzer moet zich jaarlijks bezinnen op de verdeling van de leerlingen over de groepen. We stellen ons zelf vragen als: “Moet er een combinatieklas gemaakt worden? Kunnen we parallelgroepen vormen? Welke groep moet wat kleiner blijven en welke kan wat groter worden?” Ieder jaar opnieuw wordt een zorgvuldige afweging gemaakt. We nemen de bestaande groep daarbij zoveel mogelijk als uitgangspunt. 2.5. – Lesprogramma groep 1 en 2 We geven een korte beschrijving van wat er zoal in elke groep aan de orde komt. Het is een korte typering van wat we in de groep aanbieden. Naast het vaste programma is er uiteraard ook ruimte om in te spelen op actuele gebeurtenissen. In groep 1 gaan de kinderen voor het eerst naar school. Vaak hebben de kinderen thuis een vast ritme. Op school is die ordening nog veel sterker. We proberen de 4-jarigen op die manier geleidelijk te laten wennen aan bepaalde dagpatronen. We beginnen elke dag in de kring met godsdienstige vorming: een bijbelvertelling, een lied, een gebed. In de kring bespreken we wat we die dag gaan doen, aan de hand van dagritmekaarten. Werken in een vaste groep, samen zingen, gymmen, een taalspelletje; het hoort er allemaal bij.
'Samen doen' is in de groep heel belangrijk. Natuurlijk moeten de kinderen zelfstandig handelen, bijvoorbeeld hun materialen pakken en opruimen. Maar daarnaast leren ze ook dat ze anderen helpen, met anderen spelen en naar anderen luisteren. Dat sociale aspect wordt verder uitgewerkt in groep 2. In de werklessen gaan kinderen bijvoorbeeld samen aan de slag rondom thema's die over het hele jaar verspreid zijn. ‘Leren spelen' of het 'spelend leren' staat centraal in deze groep. We proberen de kinderen spelenderwijs interesse voor taal bij te brengen met prentenboeken, met poppenkast of met verhalen. Ook maken ze kennis met rekenen. Wie is het langst? Hoeveel vouwblaadjes passen er op je tafel? Spelenderwijs en doelgericht bereiden we de kinderen voor op groep 3. 2.6. – Lesprogramma groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 komt de leerstof meer en meer per vakgebied aan de orde. De methodes die wij gebruiken vormen het uitgangspunt. Alle methodes voldoen aan de door de overheid vastgestelde kerndoelen. We geven een overzicht: Taal/denkontwikkeling Technisch lezen Begrijpend lezen Rekenen Schrijven Aardrijkskunde Biologie Geschiedenis Verkeer Engels Sociale-emotionele vorming Expressievakken
groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep groep
1-2 3 4–8 4–8 4–8 3–8 1–2 3–8 4–8 3–8 5–8 3–8 1–8 1–8 1–8
Schatkist Veilig leren lezen Estafette Tekstverwerken Taal Actief Wereld in getallen Schrijfatelier Novoskript Wereldzaken Naut Speurtocht Klaar….over Take it easy De Vreedzame School Moet je doen
Groep 3 In groep 3 leren de kinderen lezen, rekenen en schrijven en daarnaast is er ook aandacht voor verkeer en wereldoriëntatie. Het is de bedoeling dat de kinderen aan het eind van het jaar alle letters kennen, dat ze woordjes van drie lettergrepen kunnen lezen en dat ze sommen kunnen maken van 1 tot en met 20. De methode Veilig Leren Lezen biedt volop mogelijkheden om te differentiëren naar niveau. Daarnaast zijn er nog doe-vakken, zoals tekenen, handvaardigheid en zwemmen. Groep 4, 5 en 6 In de middengroepen bouwen we de vaardigheden uit de eerste jaren steeds verder uit. Het accent ligt voornamelijk op het reken-, taal- en leesonderwijs. De prentenboeken maken plaats voor boekbesprekingen en spreekbeurten. In groep 5 komen nieuwe vakken aardrijkskunde, geschiedenis en biologie aan de orde. De creatieve ontwikkeling beperkt zich niet alleen tot zingen en handenarbeid, maar komt ook terug in de 'gewone' vakken zoals wereldoriëntatie: dit is het probleem, hoe gaan we het oplossen? Bij het oplossen van die creatieve opdrachten zullen de kinderen ook vaak op elkaar aangewezen zijn. Leren luisteren en respect voor elkaar zijn belangrijke leerpunten. Groep 7 en 8 Het voortgezet onderwijs komt dichterbij. Om de doorstroming naar het voortgezet onderwijs wat makkelijker te maken, maken de leerlingen kennis met het maken van werkstukken en plannen van dagtaken en huiswerk. Daardoor ontwikkelen ze eigen initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel.
2.7. – Vak- en vormingsgebieden In dit hoofdstuk een keuze uit het aanbod van vak- en vormingsgebieden. 2.7.1. Bijbelonderwijs Voor de Bijbellessen maken wij gebruik van de methode Startpunt. Deze is zo opgebouwd dat gedurende de basisschooltijd alle Bijbelverhalen aan bod komen. We vertellen op drie dagen. Eén dag is gereserveerd voor verwerking, één dag voor het aanleren van psalmen en geestelijke liederen. 2.7.2. Bewegingsonderwijs In groep 1 en 2 gebeurt dit in het speellokaal in de school. De kleuters krijgen minstens één uur per dag bewegingsonderwijs. Dit houdt in dat we ‘s zomers buiten en ’s winters in het speellokaal spelen. Het bewegingsonderwijs verdelen we in: a. het buitenspel, b. de speellessen, dat wil zeggen dans-, zang- en tikspelen, c. de kleutergymnastiek, dat wil zeggen oefeningen, spelen met hoepels, ballen, blokken en het lange touw, maar ook met het grote materiaal zoals de rekken met glijbaan en klimladders, de banken, de kast en de matten. De lessen in de groepen 3 t/m 8 worden gegeven door de groepsleerkracht en/of vakleerkracht in de gymzaal aan de Bovenlangewijnseweg. 2.7.3. Zwemonderwijs De leerlingen van de groepen 3 en 4 hebben om de week een uur zwemles in het zwembad 'De Meent'. Ze worden met de bus naar het zwembad en weer terug naar school gebracht. Het vervoer wordt door de gemeente geregeld. Het is raadzaam om op die dag de kinderen gemakkelijke kleding te laten dragen en waardevolle spullen thuis te laten. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade verlies of diefstal. 2.7.4. Zelfstandig werken Het is belangrijk dat kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen werk. Ook moeten zij leren een bepaalde tijd zelfstandig met een opdracht bezig te zijn. We geven kinderen de ruimte om zelf oplossingen te bedenken en hun werk te plannen. We maken met hen afspraken wanneer ze wel en wanneer ze niet naar de leerkracht kunnen gaan met hun vragen. Op deze manier creëren we tijd voor de leerkracht om extra aandacht te geven aan kinderen met specifieke leerproblemen. Wisselend komen leerlingen daarvoor aan de instructietafel. Door middel van het verkeerslicht wordt de kinderen duidelijk gemaakt of er overlegd mag worden met andere kinderen. Vanaf groep 2 leren we kinderen hun werk te plannen. In de kleutergroepen en groep 3 gebeurt dit met het planbord. Het samen werken en samen leren bevorderen we door het werken met een maatje op bepaalde momenten tijdens het zelfstandig werken. 2.7.5. Schrijven We werken met de methode Schrijfatelier (gr 1-2) en Novoskript (gr. 3 t/m 8). De visie van deze methode is: ieder kind moet een persoonlijk functioneel handschrift kunnen ontwikkelen. Schrijven is voor jonge kinderen moeilijk. Daarom wordt begonnen in groep 1-2 met sensomotorische oefeningen zodat het kind een cirkel niet alleen ziet, maar de beweging met zijn hele lichaam maakt door bijvoorbeeld rondjes te gaan lopen. Het kind mag ook knikkers gaan maken van klei om zo ronde balletjes te voelen. In de kring ziet het kind steeds weer de cirkel als pictogram en komt pas daarna tot een schrijfbeweging van de cirkel. Voor groep 3-8 zijn er kaarten die motorische oefeningen aangeven om de twee hersenhelften te stimuleren. Als de kinderen in groep 3 beginnen, zijn er bladen met voldoende tussenruimte en worden de letters aangeboden op een speelse manier. De gekleurde punten die de schrijfrichting aangeven maakt het de kinderen duidelijk hoe de letter gevormd moet worden. Als de letter beheerst wordt, kan dat aangetekend worden op een kaart.
Digitaal is het ook heel mooi om te zien hoe de letters gevormd worden en ook dat kan een kind weer ondersteuning bieden. Het kind mag ook zelf aangeven met welk soort pen hij het liefst schrijft, een fineliner, balpen of gelpen. Vanaf groep 5 blijft hij daarmee oefenen. Met de methode leren we de kinderen kritisch te kijken naar zijn of haar eigen handschrift. 2.7.6. ICT Onze school beschikt over een computernetwerk. Iedere groep maakt hier gebruik van. Bovendien is er tijd ingeruimd voor leerlingen die een individueel programma volgen op de computer. In de school werken we met een leerlijn ICT groep 1 t/m 8. We hebben de afspraak gemaakt dat internetlessen altijd onder toezicht van de leerkracht gemaakt worden. Op dit moment zetten we de computers als volgt in: Werken met software waarmee leerstof wordt geoefend (rekenen, spelling, lezen). Werken met een tekstverwerking- en presentatieprogramma. (taallesjes, werkstukken) Werken met multimediale informatiebronnen o.a. Leerwereld. We werken met digitale schoolborden. 2.7.7. Sociaal emotionele ontwikkeling Behalve aan de verstandelijke ontwikkeling besteden wij ook veel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Denkt u daarbij aan sfeer in de groep, gedrag op het plein, regels in de school, omgaan met elkaar enz. enz. Dit komt aan de orde in gesprekken met de groep en aan de hand van onze methode ‘De Vreedzame School”. Alle leerkrachten zijn getraind in het lesgeven van deze methode. Wat willen wij o.a. met deze methode bereiken? - verbetering van de sfeer in de klassen; - minder ruzies in de school; - respect en waardering voor verschillen; - een veilige en positieve schoolcultuur. Daarnaast werken we met leerling-mediatoren. Als kinderen een conflict hebben, is het de bedoeling dat ze eerst zelf proberen om samen het conflict op te lossen. Als dat niet lukt, kunnen ze hulp vragen aan een bemiddelaar, een mediator: een derde, neutrale partij, die de twee partijen die ruzie hebben helpt om tot een oplossing te komen. In de methode komt ook het thema pesten aan de orde. In de school hanteren we een pestprotocol. Kinderen en leerkrachten weten hierdoor wat ze moeten doen wanneer ze gepest worden en weten wat ze kunnen verwachten als ze pesten. Het pestprotocol kunt u vinden op de website. In de teamvergaderingen en leerling-besprekingen wordt pestgedrag gemeld. Elke leerkracht kan dan extra alert zijn. Verder ondernemen we de volgende stappen: We voeren gesprekken met gepeste en pester(s). We bieden de gepeste veiligheid. We nemen ze serieus en helpen zijn/haar plaats in de groep te handhaven of te krijgen. We proberen te achterhalen waarom juist hij/zij gepest wordt. Indien gewenst en mogelijk, proberen we gedragsalternatieven aan te leren. We confronteren de pester met zijn of haar gedrag: Wat zou jij voelen als jij gepest wordt? We maken meelopers bewust van hun gedrag. Stelling: Wie meepest is ook fout! We verbieden pestgedrag absoluut. Als het voorgaande onvoldoende resultaat laat zien, zullen we adequaat straffen en de mogelijkheid bieden ander gedrag aan te leren. Indien de zaak als ernstig ingeschat wordt, lichten we de ouders van de gepeste en pester in. Dit heeft een informatieve functie om hun eigen kind in de thuissituatie hierover te spreken. Zolang we dat nodig vinden, zullen we gepeste kinderen en pesters extra in de gaten houden tijdens het spelen.
Over het algemeen geldt dat de groepsleerkracht het eerste aanspreekpunt is als ouders constateren dat hun kind gepest wordt. We vragen ouders zo snel mogelijk pestgedrag te melden. Openheid van leerkrachten en ouders is in dit geval belangrijk. Binnen de school is een onderwijskundig specialist op het gebied van Gedrag aangesteld.