1999
N 14
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 11 maart 1999 te 20.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer Ch. Leeuwe, burgemeester/voorzitter; de heer B.J. van Bochove (CDA), mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), de heren W. Luten (VVD), J.P. Mattie (VVD), T.J. van der Zwan (PvdA), wethouders; de heren R.C. Bogert (VVD), R. Bootsma (PvdA), mevrouw M. Boshuizen (D66), de heer S.G.J. van Erk (VVD), mevrouw A. Hartman-Moes (CDA), de heren W. Hijmissen (CDA), C.J.J. Homan (PvdA), Z.J. van der Houwen (PvdA), mevrouw M. Jacobs-Haagen (VVD), de heer W. de Jager (PvdA), de dames A. de Jong (VVD), G.J. de Jong (PvdA), T.R. Kinilitan (Gr.Links), de heren A.G. Klaver (PvdA), A. Kok (RPF/GPV/SGP), S.J. Kok (Gr.Links), mevrouw L.A. Kreuger-Sietses (Gr.Links), de heren L. Kuijpers (PvdA), J. Lodders (VVD), E.H.G. Marseille (VVD), B. Poppens (VVD), A.M. René (AOV/Unie 55+), R. van der Sloot (NWP), mevrouw M.A.S. van Sprang-Kamstra (D66), de heren R. Spriensma (CDA), H.J. Surink (D66), J. Terpstra (Gr.Links) en mevrouw J.F. Weijerman-Hiddes (AOV/Unie 55+), leden van de raad; alsmede de heer H.J. Bolding, secretaris.
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend.
2.Notulen van de op 11 februari 1999 gehouden openbare vergadering De notulen worden conform ontwerp vastgesteld.
1999
N 15
3.Ingekomen stukken (stuk nr. 42449) -
IVoor kennisgeving aangenomen. 2Voor kennisgeving aangenomen. 3In handen gesteld van burgemeester en wethouders. 4Ter afhandeling in handen gesteld van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. 5Voor kennisgeving aangenomen. 6Voor kennisgeving aangenomen.
- 7De heer A. Kok: Mijnheer de voorzitter. Is het mogelijk om in de commissie over deze brief te overleggen? De heer Surink: Mijnheer de voorzitter. Wij willen dit verzoek ondersteunen. Wethouder Jonkman: Mijnheer de voorzitter. Het lijkt me niet zinnig om in de commissie te discussiëren over de brief die aan de raad is gestuurd, maar wel over de brief die er achter zit en aan het college is gestuurd. Deze brief zal naar de commissie toe gaan. De heer Surink: De ene brief verwijst naar de andere, dus wij zijn het daarmee eens. Voor kennisgeving aangenomen.
4.Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Karveel 35" (stuk nr. 42422) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
5.Voorstel tot straatnaamgeving (stuk nr. 42423) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
6.Voorstel tot in voorbereiding verklaren van een nieuw bestemmingsplan voor een aantal gebieden (stuk nr. 42426) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
7.Voorstel tot het niet nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel De Meent 14 (stuk nr. 42430) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8.Voorstel tot instemming met de voorgenomen fusie tussen NUON, ENW, EWR en Gamog (stuk nr. 42443)
1999
N 15
De heer Homan: Mijnheer de voorzitter. Op dit moment weten wij dat er in de ons omringende landen grote energiebedrijven ontstaan. Gisteren hoorde ik nog op het nieuws dat er vanuit Amerika een overname was gedaan van de Utrechtse energiemaatschappij. Vanuit het buitenland wordt dus geloerd op de hapklare kleine brokjes uit de Lage Landen. Wat betreft de onderhavige fusie is het dus een kwestie van "to be or not to be". Als wij de nieuwe energiemaatschappij NUON ENW bekijken, dan zijn er naar het oordeel van mijn fractie geen sterke argumenten om er niet mee in te stemmen. Er zijn volgens de PvdA vele argumenten vóór de voorgenomen fusie. Er ontstaat een krachtige positie van een groot energiebedrijf met buitenlandse afnemers in substantiële aantallen. Er ontstaat de mogelijkheid van groei voor duurzame energie en warmtelevering. En voor werknemers van het bedrijf NUON ENW wordt één van de tien meest aantrekkelijke bedrijven gecreëerd, voor wat betreft ontplooiingsmogelijkheden voor de werknemers. Dit zijn voor ons goede argumenten om met de fusie in te stemmen. De PvdA hecht ook belang aan de positie van de afnemers, de burgers van Lelystad. NUON ENW streeft naar een verbeterde kwaliteitsservice, een milieubijdrage door de ontwikkeling van duurzame energie in de vorm van nieuwe windmolenparken, zonne-energie, kleinschalige energie-toepassingen, het toepassen van de kringloop-gedachte en ten slotte lagere prijzen - en daardoor mogelijkerwijze ook voor onze burgers lagere woonlasten. Kort samengevat: voor de gemeente als aandeelhouder een goed perspectief en voor de burgers als afnemers ook een uitstekend perspectief. Wij stemmen gaarne in met de fusie NUON ENW. Mevrouw Hartman: Mijnheer de voorzitter. De fusie tussen NUON, ENW, EWR en Gamog, verder gaand onder de naam NUON ENW, is van groot belang. Men kiest nadrukkelijk voor concentratie op de kernactiviteiten marketing, verkoop, infrastructuur en aanverwante dienstverlening met betrekking tot gas, elektriciteit en water en de daarbij behorende producten en diensten, waarbij duurzaamheid als speerpunt geldt. Zowel voor aandeelhouders, medewerkers, klanten en maatschappelijke omgeving als voor het milieu is de fusie aantrekkelijk. Samenvattend: er wordt een sterk en gezond Nederlands concern gecreëerd. Als de fusie niet doorgaat, zouden de verschillende bedrijven niet goed mee kunnen draaien in de verbeterde distributie. De CDA-fractie kan instemmen met de beoogde fusie. De heer Poppens: Mijnheer de voorzitter. De energiesector wordt geliberaliseerd. Monopolies gaan verdwijnen. In plaats hiervan komt er een marktwerking. De VVD is hiervan een warm voorstander. Deze liberalisering zal onder meer leiden tot lagere prijzen en een verbetering van de service. De voorgenomen fusie is op een degelijke en deskundige wijze voorbereid, zoals blijkt uit de stukken waarvan wij kennis hebben genomen. Met dit voorstel kunnen wij van harte instemmen. Er zijn nog enkele aspecten waar wij op willen ingaan. Het nieuwe bedrijf wil zich beperken tot de kernactiviteiten gas, elektriciteit en water. Dus bijvoorbeeld geen exploitatie van kabelnetwerken en afvalverwerking. Dit lijkt ons juist. Bij een groter aantal kernactiviteiten wil er wel eens ie ts misgaan; dat hebben ervaringen elders wel uitgewezen. Het is jammer dat FDM niet bij de fusie is betrokken. Mogelijk kan dat te gelegener tijd alsnog gebeuren. Na 1 januari 2002 kunnen aandelen onder bepaalde voorwaarden worden overgedragen aan private derden. Los van de financiële aspecten vinden wij dat behoedzaamheid hier op zijn plaats is. Het lijkt ons, gelet op eventuele ontwikkelingen in de toekomst, voorshands gewenst dat de overheden een stevige vinger in de pap houden. Lelystad bezit straks 0,7 % van het aandelenpakket van het nieuwe bedrijf en wordt daardoor medesponsor van de Arnhemse voetbalclub Vitesse. Wie had dat ooit kunnen bevroeden? Het is een club met een rijke historie die de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien, ondanks de nederlaag van gisteravond. Wij kunnen dus tevreden zijn. Mevrouw Kreuger: Mijnheer de voorzitter. Toen deze fusie enige tijd geleden werd gemeld, had mijn fractie een paar punten van zorg. Door de liberalisering van de energiemarkt als gevolg van de veranderde Europese regelgeving wordt er momenteel op grote schaal gefuseerd en - naar ik in de
1999
N 15
krant las - ook al aan derden verkocht. Energiebedrijven die nu nog grotendeels eigendom zijn van gemeenten en provincies, zullen hierdoor op termijn overgaan in handen van derden. De directe invloed van de overheid via het aandeelhouderschap verdwijnt hiermee. Wettelijke eisen en een goed functionerende gebruikersraad moeten een al te eigengereid beleid van energiebedrijven voorkomen en de belangen van de consumenten garanderen. De nieuwe Nuon geeft aan zich vooral te willen richten op de kleinere afnemers. In combinatie met de keuzevrijheid die consumenten straks krijgen om zelf te bepalen aan wie zij de energierekening betalen, moet dit er voor zorgen dat de consumenten straks niet te veel hoeven te betalen. Een tweede punt van zorg zijn de afspraken die Nederland heeft gemaakt op de Milieuconferentie in Kyoto over een reductie van CO2-uitstoot van 6 % ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken zal er nog heel veel werk verricht moeten worden. De energiebedrijven kunnen en moeten hier een grote bijdrage aan leveren. Het fusie-rapport ziet er wat dat betreft goed uit. Het nieuwe bedrijf wil toonaangevend worden op de markt van duurzame energie en warmtelevering, o.a. via mini- en microwarmtekracht-koppelingen. Zij zien hun maatschappelijke verantwoordelijkheid als een zwaarwegende factor. Papier is geduldig, maar het fusie -rapport en de gegeven antwoorden in de commissievergadering zijn voor GroenLinks geen aanleiding om bezwaar te maken tegen deze fusie. Wij wensen de NV NUON ENW een gezonde en ook groene toekomst, niet in de laatste plaats omdat de inkomsten voortvloeiend uit het aandelenbezit een zeer welkome bijdrage leveren aan Lelystad. Mevrouw Boshuizen: Mijnheer de voorzitter. Ook D66 kan van harte instemmen met het voorliggende voorstel. Gelet op de snelle ontwikkelingen op de Nederlandse en Europese energiemarkt zou het niet opportuun zijn de Gamog als zelfstandig bedrijf te laten voortbestaan. Met deze fusie, waaruit een nieuwe onderneming NUON ENW zal voortkomen, moet een sterk en gezond Nederlands bedrijf gecreëerd worden, dat zich in de komende concurrentiestrijd zal kunnen handhaven. In de nieuwe onderneming zal duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Voor D66 is dit een belangrijk punt. Het bedrijfsplan is op dit gebied heel ambitieus en wij wensen NUON ENW veel succes met het verwezenlijken van deze doelstellingen. Het voorstel van vanavond ziet er goed uit, zowel organisatorisch als financieel, alhoewel het natuurlijk altijd afwachten is of wat het laatste betreft ook alle verwachtingen zullen uitkomen. Wij zullen de nieuwe onderneming met veel belangstelling volgen. De heer A. Kok: Mijnheer de voorzitter. Ook de fractie van RPF/GPV/SGP gaat akkoord met dit voorstel. Bij de beoordeling van dit voorstel zijn voor ons drie punten van belang. In de eerste plaats de effecten op het milieu, de duurzaamheid. Het doet ons genoegen dat er een uitstekende milieuparagraaf in het fusierapport staat. In de tweede plaats is voor ons de positie van de consument van belang. Deze verhindert zeker niet de fusie, gezien alle mooie plannen van het nieuwe bedrijf. In de derde plaats de positie van de gemeente als aandeelhouder. Financieel lijkt de fusie niet slecht uit te pakken, als de financiële doelstellingen van de onderneming inderdaad worden gehaald. Wij moeten er ons van bewust blijven dat ondernemen altijd met onzekerheden gepaard gaat. Als aandeelhouder heeft de gemeente mede zeggenschap over de onderneming. Door de gewijzigde regelgeving is deze zeggenschap uitgehold. De vinger is al lang niet meer in de pap. In dit verband is mijn fractie van mening dat de aandelen niet per se in het bezit van de gemeente hoeven te blijven. Het is dan wel zaak om op een goed moment deze aandelen van de hand te doen. Beperking van de mogelijkheden tot overdracht tot 2007 lijkt op basis van de huidige inzichten niet onoverkomelijk. Het is voor mijn fractie zeer de vraag of het in het belang van de gemeente is om ons vooraf te beperken in de mogelijkheden tot overdracht. Over twee jaar kan de situatie heel anders zijn. Wethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Met belangstelling heb ik geluisterd naar de betogen van de diverse fracties, constaterend dat het niet vaak voorkomt dat de ideologische verschillen in deze raad zo nadrukkelijk naar voren komen. De verschillende fracties hebben ieder vanuit hun eigen achtergrond gekeken naar de voorliggende voorstellen en deze als zodanig beoordeeld. Dat leidt
1999
N 15
overigens bij u allen tot instemming. Ik denk dat er terecht door velen is opgemerkt dat de voorbereiding van de stukken zorgvuldig is geweest, dat het fusierapport op een groot aantal terreinen duidelijk is en dat wij daar met de nodige nuancering naar kunnen kijken. Inderdaad is het zo dat de energie-wereld aan grote veranderingen onderhevig is en dat wij ook met deze fusie niet aan het einde van het traject zullen zijn. De overname door een Amerikaanse onderneming van het Utrechtse energiebedrijf toont al aan dat men ook vanuit de Verenigde Staten op de Europese energiemarkt zijn invloed wil gaan aanwenden. Wij dienen daar in de komende jaren op alert te zijn, vooral ook met het oog op datgene wat mevrouw Kreuger en anderen hebben opgemerkt, de positie van de consument. De discussie over het al dan niet verkopen van aandelen is in dit stadium niet aan de orde, maar dat zal in de komende jaren zeker een punt worden waar wij met elkaar over van gedachten zullen hebben te wisselen. Er doen zich een aantal belangrijke breekpunten voor, de fusiestukken zijn daar duidelijk over, en wij zullen ons in dat traject steeds hebben af te vragen wat verstandig is, het behouden van aandelen of het eventueel verkopen. Daarover zal te zijner tijd in de betreffende raadscommissie het nodige over worden gezegd. Ik wil de goede wensen die meegegeven zijn aan het nieuwe bedrijf, graag overbrengen. De heer A. Kok: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft niet geantwoord op mijn vraag aangaande de beperking van de mogelijkheden van overdracht van de aandelen tot het jaar 2007. Wethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Deze discussie gaat al ver terug. Er verandert in wezen niet zo vreselijk veel. Uit de stukken blijkt dat er tot aan het jaar 2002 overdracht mogelijk is volgens een bepaald systeem. Men moet zich dan aanmelden bij het bestuur en dan wordt er binnen de aandeelhouderskring gezocht naar mensen die de aandelen zouden willen overnemen. Dat is de huidige situatie. Vanaf het jaar 2002 zal men kijken of er nog andere mogelijkheden zijn om de aandelen te verhandelen. Men streeft er naar om uiterlijk in het jaar 2007, maar mogelijk eerder, via een beursgang de ruimte te creëren om aandelen ook op een andere wijze te kunnen vervreemden. In dit stadium hebben wij de mogelijkheid om de huidige aandelen tot en met 31 maart 1999 aan aandeelhouders via het bestuur van de Gamog te verhandelen. Dat blijft feitelijk hetzelfde. Ik denk niet dat het in dit stadium een goede beslissing zou zijn. Wij hebben, als wij over zouden willen gaan tot het vervreemden van aandelen, onder meer een discussie te voeren over de consequenties voor de gemeentebegroting op langere termijn. Het vraagt een uitgebreide voorbereiding, ook van onze kant. Ik denk dat de ontwikkelingen in de energie-wereld zodanig snel gaan, dat wij weliswaar nu praten over het jaar 2002, maar dat wij zeker niet moeten uitsluiten dat wij in een veel eerder stadium over dit onderwerp opnieuw van gedachten hebben te wisselen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9.Voorstel tot onttrekking aan de openbaarheid van het pad onder poortwoning Archipel 13-21 (stuk nr. 42424) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.Voorstel tot wijziging begroting 1999 hoofdfunctie 4 onderwijs (stuk nr. 42431) De heer Spriensma: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie heeft bij de behandeling van de begroting 1999 haar zorg uitgesproken met betrekking tot hoofdstuk 4. Er zijn een aantal adequate maatregelen genomen om de begroting weer op orde te brengen en bij voortduring is de commissie over de voortgang geïnformeerd. Het voorliggende voorstel vormt een sluitstuk van een proces van
1999
N 15
gezondmaking van hoofdstuk 4. De CDA-fractie is tevreden met het resultaat. Uiteraard moet nog het één en ander nader uitgewerkt worden. Wij sluiten een onzekere periode af. Een woord van dank aan het college en de medewerkers is op zijn plaats. De CDA-fractie gaat akkoord met het voorstel. De heer René: Mijnheer de voorzitter. Door een begrotingswijziging is hoofdstuk 4 op orde gebracht. Deze begrotingswijziging is breed behandeld in de commissie. Alle fracties hebben scherpe en kritische vragen gesteld. Dankzij de deskundigheid en de duidelijke uitleg van wethouder kunnen wij instemmen met deze wijziging. Ook geven wij graag een compliment aan de werkgroep. De heer De Jager: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie is van mening dat de financiële gang van zaken op de afdeling onderwijs enige tijd niet in orde is geweest. Zo is bijvoorbeeld niet goed ingespeeld op de trendbreuk in de vergoedingssystematiek door het Ministerie van O, C en W. Hierdoor zijn de gevolgen van de decentralisatie van onderwijshuis vesting van het Rijk naar de gemeente niet juist beoordeeld. Gelukkig is inmiddels door een flinke inspanning veel ten goede gekeerd. De financiële verslaglegging is helder en de dekking op de korte termijn is in orde. Het jaar 1998 geeft geen nadelig saldo te zien en de jaren 1999 en 2000 kunnen door de voorstellen volledig worden gedekt. Met het oog op de toekomst zijn wij benieuwd naar de dekking op langere termijn. In dit verband wachten wij het Integraal Huisvestingsplan met belangstelling af. Mevrouw A. de Jong: Mijnheer de voorzitter. Het feit dat dit voorstel hier voor ons ligt, geeft aan dat er de afgelopen maanden hard aan gewerkt is om orde cp zaken te stellen en dat de problemen c.q. knelpunten met betrekking tot de onderwijs-financiën duidelijk zijn geworden. Tevens is er naarstig gezocht naar dekkingsmiddelen en andere mogelijke maatregelen om voor de komende jaren de zaken toch naar behoren te kunnen aanpakken. De VVD is u hier heel erkentelijk voor. Wij hopen en verwachten dat er alles aan wordt gedaan om er voor te zorgen dat dergelijke problemen zich in de toekomst niet meer zullen voordoen, zodat de ontwikkelingen op het onderwijsterrein ongehinderd kunnen voortgaan. Mevrouw Boshuizen: Mijnheer de voorzitter. Met dit voorstel wordt hoofdstuk 4 in de begroting op orde gebracht. Allereerst willen wij al degenen die zo hard gewerkt hebben om dit voorstel tot stand te laten komen, bedanken voor hun inzet. Echter, de vreugde lijkt van korte duur. Voor 1999 is de begroting sluitend, maar na het jaar 2000 zullen de tekorten jaarlijks oplopen. De vergoedingen via de Londosystematiek zijn wel erg sober, om niet te zeggen gewoon te krap. Ook zijn er nog onzekerheden in het kader van het huisvestingsprogramma. Wij zien het Integraal Huisvestingsplan dan ook graag spoedig tegemoet. Hoe belangrijk ook, onderwijsbeleid houdt nog meer in dan alleen de begroting. Via de krant mochten wij vernemen dat het college besloten heeft om het voornemen tot verzelfstandiging van het openbaar onderwijs terug te draaien. Graag horen wij hier een nadere toelichting op. D66 stemt in met het dekkingsplan en beide voorliggende begrotingswijzigingen 1999. Over de Meerjarenraming spreken wij verder bij de behandeling van de Voorjaarsnota. De heer A. Kok: Mijnheer de voorzitter. Ook mijn fractie wil graag het college feliciteren met het sluitend maken van de begroting onderwijs voor de jaren 1999 en 2000. In tegenstelling tot de CDAfractie is mijn fractie echter van mening dat het geen sluitstuk betreft, maar een openingsstuk. Er is nog een lange weg te gaan. Wij merken op dat de begroting op incidentele basis is gedekt. Alle potjes zijn leeg, maar een zichtbare stijging van de kwaliteit van het onderwijs heeft nog niet plaatsgevonden. Wat dat betreft hebben wij toch behoorlijk wat zorgen voor de toekomst voor wat betreft de kwaliteit van het onderwijs in onze stad. Het Integraal Huisvestingsplan zal in dit verband cruciaal zijn. Wij zijn dan ook erg benieuwd naar dit plan. De heer Terpstra: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn verheugd dat de begroting 1999 voor onderwijs na lang wachten eindelijk rond is. Het is goed dat enkele knellende problemen zoals de te grote klassen nu daadwerkelijk aangepakt zullen gaan worden. Bovendien moet voorkomen worden dat in het voortgezet onderwijs het lerarentekort en de werkdruk verder toenemen. Snel aanpakken is gewenst, daar de
1999
N 15
ontwikkelingen in het onderwijs gewoon doorgaan. Nadere uitwerking op bepaalde punten volgt nog in het Integraal Huisvestingsplan, dat binnenkort besproken zal worden. Dan discussiëren wij verder. Wethouder Van der Zwan: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat door vele fracties ware woorden zijn gesproken over de onderwijsfinanciën. Het is inderdaad fijn te noemen dat wij de zaak nu op orde hebben. Maar zoals een aantal fracties al hebben opgemerkt, is het slechts een openingszet in een veel langer spel. Naast de beheersaspecten, waar wij nu veel aandacht aan hebben besteed, zullen wij ons straks op de inhoud moeten concentreren. De commissie is stap voor stap geïnformeerd en de commissie is dan ook goed op de hoogte van de zaken die wij nog specifieker moeten gaan bekijken. Ik noem daaruit drie hoofdpunten. In eerste instantie moeten wij gaan kijken naar de dekking van de tekorten die na het jaar 2000 gaan optreden. Het college hoopt daar in de Voorjaarsnota op terug te komen. In de tweede plaats is het zo dat wij voor het onderdeel huisvestingscapaciteit eigenlijk een soort stelpost hebben opgenomen. Naarmate het Integraal Huisvestingsplan zich ontwikkelt, zal dat scherper kunnen worden bepaald. Dit zal straks een raming van toekomstige uitgaven opleveren. In de eerstvolgende commissie zal de eerste versie van het Huisvestingsplan aan de orde komen en kunnen wij daarover spreken. In de laatste rapportage van de werkgroep staat de zin dat er nog een risico-analyse moet volgen met betrekking tot de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Die risico-analyse zal in de eerstvolgende commissie aan u worden voorgelegd. Op dat pad gaan wij nu voort. Wij hebben nu een goede basis om verder te gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Beroepschrift Algemene wet bestuursrecht tegen afwijzing verzoek om financiële bijdrage voor restauratie orgel Petruskerk / Pax Christi Parochie (stuk nr. 42446) De heer Van der Sloot: Mijnheer de voorzitter. Mijn fractie vindt het jammer dat er om budgettaire redenen geen mogelijkheden zijn om een bijdrage te leveren aan dit belangrijke cultuurgoed van Lelystad. Wij willen de wens uitspreken dat bij de volgende begrotingsbehandeling in elk geval een gedeelte van de cultuurbegroting wordt gereserveerd voor incidentele subsidies, zoals bijvoorbeeld voor de restauratie van dit orgel. De heer Hijmissen: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie stemt in met het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften om het beroepschrift ongegrond te verklaren. Daarover geen misverstand. Maar net als mijnheer Van der Sloot vinden wij het jammer dat dit verzoek om een cultuurgoed te behouden, niet kan worden gehonoreerd om louter technische redenen. Ik denk daarbij ook aan een eerder verzoek van bijvoorbeeld de Stichting Oude Muziek. Alle gelden uit de begrotingspost "cultuur" zijn geoormerkt. De vraag is of het ook anders kan. Is het mogelijk in de komende begrotingsjaren een gedeelte van deze begrotingspost vrij besteedbaar te houden, zodat subsidieverzoeken die passen in de begrotingspost "cultuur" kunnen worden gehonoreerd? Uiteraard is daarbij een goed inzicht nodig in de totale omvang van de geldstroom en een inzicht in de doeleinden waaraan de gelden worden besteed. De CDA-fractie is bereid dit met u in commissieverband te bespreken. Wij verzoeken u deze bereidheid ook te tonen en het onderwerp te agenderen voor de komende commissievergadering. Mevrouw Boshuizen: Mijnheer de voorzitter. Wij willen ons hierbij aansluiten. Wethouder Van der Zwan: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp dat de raad er behoefte aan heeft om het cultuurbeleid in wat bredere zin te bespreken. U weet dat wij nog dit jaar een Cultuurnota hopen vast te stellen. Ik heb de commissie daarover geïnformeerd. Het lijkt mij het beste om in die discussie deze zaak in zijn algemeenheid aan de orde te stellen. In die zin wil ik graag instemmen met het verzoek om met elkaar te spreken over het cultuurbeleid.
1999
N 15
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften besloten.
12.Voorstel tot het vaststellen van de Verordening tot wijziging van het Sociaal Statuut (stuk nr. 42425) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13.Voorstel tot wijziging begroting 1999 (stuk nr. 42433) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De voorzitter sluit de vergadering om 20.35 uur.
Vastgesteld op 8 april 1999 De raad van gemeente Lelystad, De voorzitter, De secretaris,
Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 maart 1999 in het Stadhuis van Lelystad. Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren sluit de voorzitter de bijeenkomst om 20.37 uur.