Bijlage 1. Verslagen Rondetafelbijeenkomsten Stookjerijk 2014
1. Energiebesparing in de Alkmaarse huursector Project Stook Je Rijk. Alkmaar, 3 juni 2014
Inhoud verslag: 1. Interview met Juriaan Jansen, Milieufederatie Noord-Holland 2. Sociaal huurbeleid, Robbert Willé van de Woonbond 3. Energieprestaties Alkmaarse corporaties 2013, Juriaan Jansen van de Milieufederatie Noord Holland 4. Gesprek met wethouder Nagengast 5. Rondetafel met Alkmaarse woningbouwcorporaties 6. Rondetafel voor Alkmaarse raadsleden 7. Rondetafel Alkmaarse huurdersverenigingen 8. Afsluiting Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Debatleider Michel Jehae heet iedereen welkom. Hij licht het avondprogramma toe. Eerst enkele presentaties en na de pauze drie rondetafels met corporaties, raadsleden en huurdersverenigingen. 1. Interview met Juriaan Jansen, Milieufederatie Noord-Holland Michel Jehae vraagt Juriaan Jansen waarom de Milieufederatie Noord-Holland (MNH) deze bijeenkomst organiseert. Juriaan Jansen geeft aan dat energiebeparing voor de MNH een belangrijk onderwerp is. In de huursector moeten nog grote stappen worden gezet. Dat is een grote uitdaging. Dit drie partijen overleg agendeert het thema energiebesparing in de huursector en draagt bij aan een verhoging van het tempo. Het tempo ligt nu te laag om de doelstellingen te halen.
2. Sociaal huurbeleid, Robbert Willé van de Woonbond Robbert Willé gaat allereerst in op de energieprestaties van alle Nederlandse corporaties. De energieprestaties zijn berekend met behulp van het rekenmodel Shaere van Aedes. Dit model maakt gebruik van de energielabels van de huurwoningen van een corporatie. Op basis van de verbetering van de energielabels wordt de jaarlijkse energieprestatie van de 1
corporatie bepaald. Het energielabel wordt ook uitgedrukt in een EnergieIndex. De daling van de EnergieIndex is een maat voor de verbetering van de energielabels en geeft de energiebesparing aan. De energielabels worden in de toekomst vervangen door de zgn EnergieIndex. De kleurencodering van rode, energieonzuinige energielabels naar groene, energiezuinige energielabels vervalt. Voor de communicatie is dat jammer. Het systeem van groene en rode energielabels werkt goed. Net zoals dat goed werkt bij de energiezuinigheid bij koelkasten en auto`s. Verbetering EnergieIndex De daling van de EnergieIndex gaat minder snel dan in 2012. In 2012 is de energieindex met 0.05 gedaald en in 2013 met 0.04. Het huidige tempo van de energiebesparing moet met meer dan de helft toenemen om het doel van gemiddeld energielabel B in 2020 (EnergieIndex 1.25) te halen. Als de daling elk jaar 0.07 bedraagt is de daling van de energieindex in de komende zeven jaar (t/m 2020) 0.42. De huidige energieindex daalt dan van 1.69 naar 1.27. Dat is bijna gemiddeld energielabel B. De verhuurdersheffing remt echter de investeringen voor energiemaatregelen. Wijziging woningwet en betere positie huurders De wijziging van de Woningwet geeft de huurder een betere positie bij de onderhandelingen over prestatieafspraken. De Woonbond adviseert nieuwe colleges nu al huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee te laten bepalen. Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. Gemeente kan bezwaar bij minister Blok aantekenen als corporaties hun afspraken niet nakomen. Energiearmoede en oplossingsrichtingen Robbert Willé gaat in op het onderwerp energiearmoede. Het CBS heeft aangegeven dat in 2011 8% van de Alkmaarders onder de armoedegrens leefden. Dat percentage zal in 2014 ongeveer op 14% liggen. De energierekening is de laatste jaren fors gestegen. Huurders die in energieonzuinige woningen wonen, betalen een hoge rekening. Dit zijn vaak huurders met een krappe beurs. Oplossingsrichtingen van de Woonbond wat betreft de energiearmoede zijn ondermeer: - het gericht opknappen van risicobuurten. Dit zijn buurten met lage inkomens én lage energielabels (E, F en G). - inzicht geven in de energierekening bij woningkeuze. - een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij energielabel E, F en G huurwoningen. - werk maken van armoedebeleid/ woonlastenfonds. - energieneutraal renoveren/ bouwen voor lagere inkomens (2025). Zie verder bijlage 1 voor een uitgebreidere weergave en zie de powerpointpresentatie. Vragen 2
Naar aanleiding van de presentatie van de Woonbond komen er een aantal vragen uit de zaal. De vraag wordt gesteld waarom in het akkoord tussen Aedes en de Woonbond wordt gestreefd naar energielabel B en niet naar energielabel A of hoger? Robbert Willé legt uit dat het in 2020 niet stopt. De ambities zijn hoger dan label B. Echter een realistisch en haalbare doelstelling voor deze betrekkelijk korte tijdsspanne is label B. Hoe en wanneer we vervolgstappen maken zien we over een aantal jaar. Er wordt gesteld dat energielabel B al moeilijk te halen is. Willem Peters raadslid voor OPA (Openbaar Belang Alkmaar) geeft aan dat energiebesparing ook steeds moeilijker te financieren is. Huurders hebben weinig geld. Door de verhuurdersheffing en Vestiaheffing hebben corporaties steeds minder financiële ruimte meer voor investeringen. Toch dienen corporaties in actie te komen. Feiko van der Veen van Groenlinks geeft aan dat in het nieuwe Energieakkoord 400 miljoen euro aan subsidie is opgenomen. Corporaties geven aan dat dit bedrag al ‘drie keer is uitgegeven’. Robbert waarschuwt er voor dat huurders niet de prijs mogen betalen voor de verhuurdersheffing en de labelsprongen die gemaakt moeten worden. Woningcorporaties mogen de heffing niet als excuus gebruiken om drastische huurverhogingen door te voeren. Robbert weet niet of de gemeente zomaar een greep kan doen uit de 400 miljoen die door het Rijk beschikbaar is gesteld voor de woningverbetering. Wel licht hij toe dat dergelijke fondsen tegenwoordig revolverend zijn. Dat wil zeggen dat de lening na een bepaalde periode (bijvoorbeeld 10 jaar) moet zijn terugbetaald. De businesscase die de woningcorporatie en de gemeente maken, moeten dus positief zijn. Overleg corporatie, huurders en gemeentenog niet vanzelfsprekend Ijsbrand Schulp, voorzitter van Huurdersbelangenvereniging Noord-Kennemerland, geeft aan dat er wel overleg is tussen huurders en corporaties. Maar het overleg tussen huurder, corporatie en gemeente nu nog niet vanzelfsprekend is. De Woningwet wordt aangepast en daarin wordt dit straks verplicht. Deze StookJerijk bijeenkomst vandaag is dus een mooi voorschot op de regels die straks gaan komen. Hij ziet als de rol voor de Natuur en Milieufederatie het aanzwengelen van een steeds terugkerend driepartijenoverleg.
3. Energieprestaties Alkmaarse corporaties 2013, Juriaan Jansen van de Milieufederatie Noord Holland Juriaan Jansen van Milieufederatie Noord-Holland geeft een presentatie over de monitoring van energiebesparing in de huurvoorraden van de drie Alkmaarse woningbouwcorporaties over 2013. Conclusies Stookjerijk2013 Juriaan Jansen start met het aangeven van de conclusies van de bijeenkomsten van 2013. De conclusies zijn: a. de rondetafels werken. Er worden veel inzichten en ervaringen uitgewisseld. Daar is veel behoefte aan. b. de lokale prestatieafspraken zijn niet in lijn met de doelstelling van het convenant Energiebesparing Huursector en het Energieakkoord. Doelstelling is gemiddeld energielabel B cq energieindex 1.25 in 2020. Dat komt neer op een gemiddelde energiebesparing cq CO2 reduktie van 3% per jaar. Een tweede doelstelling van het convenant is een driepartijenoverleg. c. een actievere informatieverstrekking door corporaties over de jaarlijkse energieprestaties is 3
gewenst. Ondermeer via het jaarverslag en via het driepartijenoverleg. Rekenmodel Shaere Het zgn Shaere rekenmodel van Aedes berekent op basis van de veranderingen van de energielabels van huurwoningen de jaarlijkse energieprestaties. De corporaties leveren daarvoor elk jaar in februari de wijzigingen van de energielabels die door energiemaatregelen hebben plaatsgevonden, aan Aedes. Eind maart krijgt elke corporatie een individueel rapport over de eigen energieprestaties. Alleen bij Van Alckmaer energieprestatie 2013 bekend In tabel 1 staat de huidige energetische kwaliteit van de huurvoorraad van elke corporatie aangegeven in de vorm van de energieindex. Daarnaast staat de energieprestatie over 2013 aangegeven, voor zover deze bekend is. Tabel 1. Omvang, huidige energetische kwaliteit huurvoorraad en energieprestaties in 2013 per Alkmaarse corporatie. Aantal huurwoningen 5.400 2.400 13.500 21.300
Energie-index eind 2013 1.63 (NB 2012) 1.55 Niet bepaald
Daling (verbetering) energie-index in 2013 Niet bepaald 0.04 Niet bepaald
Kennemerwonen Van Alckmaer Woonwaard Totaal aantal huurwoningen in Alkmaar Gehele Nederlandse 1.69 0.04 huursector Jaarlijks benodigde daling 0.065 energie-index Doelstelling energie-index in 1.25 (gem. label B) 2020 De energie-index dient volgens de landelijke doelstelling te dalen van 1.69 (in 2013) naar 1.25 in 2020. Dat is een daling van 0.44 in 7 jaar. Dat komt neer op een daling van 0.065 per jaar.
Duidelijk wordt dat alleen corporatie Van Alckmaer aan kan geven wat de vooruitgang is. Corporatie Kennemerwonen is pas in 2013 begonnen met monitoring. Bij corporatie Woonwaard is nog niet gestart met deelname aan de monitoring. De mate waarin de doelstelling van de gemeente wordt bereikt, kan niet worden afgelezen. De voortgang van de energiebesparing van corporatie Van Alckmaer betreft een daling van de EnergieIndex met 0.04. Als deze energieprestatie elk jaar wordt behaald, dan levert dit een daling op van 0.28 in zeven jaar op. Dat komt de energie-index in 2020 uit op 1.27, bijna 1.25 (doelstelling 2020). De daling van de Energie-Index met 0.04 komt overeen met een CO2 reduktie van 2.4%/m2 in 2013. Ambities corporaties voor 2020 Corporaties Kennemerwonen en Van Alckmaer hebben als doelstelling energielabel B in 2020. Onduidelijk of dit gemiddeld label B betreft. Corporatie Woonwaard heeft als doelstelling in haar werkplan energielabel C in 2020, aldus de huurdersvereniging van Woonwaard. 4
Woonwaard en deelname aan Stroomversnelling Woonwaard is een van de zes Nederlandse corporaties die deel neemt aan De Stroomversnelling. Doelstelling van De Stroomversnelling is om in 2020 ruim 100.000 huurwoningen energieneutraal te hebben gerenoveerd. Zes corporaties en vier bouwondernemingen werken samen aan dit project. 5 prototypes van energieneutraal gerenoveerde huurwoningen zijn nu gerealiseerd. Woonwaard wil zowel in 2015 en 2016 300 huurwoningen energieneutraal renoveren. Daarna 205 huurwoningen per jaar. Financiering energiebesparing De financiering vindt als volgt plaats. Bij Kennemerwonen wordt geen huurverhoging bij energiemaatregelen doorberekend. Bij mutatie wordt de huur omhooggetrokken. Bij corporatie Van Alckmaer bedraagt de huurverhoging bij schilisolatie € 15,- per maand. Bij Woonwaard zal de investering van de energieneutrale renovatie worden afbetaald door de ‘oude’ energierekening van de huurder. Na de energieneutrale renovatie betaalt de huurder geen energierekening meer. Het bedrag van de ‘oude’ energierekening betaalt de huurder dan aan de corporatie. Energiebeleid gebouwde omgeving van de gemeente Alkmaar Gemeente Alkmaar heeft als doelstelling het isoleren van 4000 woningen eind 2015. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen huurwoningen of particuliere woningen. De mate van isolatie is niet vastgesteld. Verder worden er nog 5000 huurwoningen aangesloten op het warmtenet van afvalverbranding HVC. Conclusies * de doelstelling van het Energieakkoord (gemiddeld energielabel B in 2020; energieindex 1.25) wordt waarschijnlijk niet behaald. * belangrijk is dat de drie Alkmaarse corporaties actief meedoen aan de landelijke Shaere monitor van Aedes. * energiedoelen worden behaald door energielabelsprongen of door de Stroomversnelling. Aanbevelingen * de daling van de jaarlijkse EnergieIndex (of jaarlijkse CO2 reduktie) van de afzonderlijke corporaties en gehele Alkmaarse huursector als monitoringsinstrument kan dienen voor het behalen van beleidsdoelen. * van belang is dat corporaties de jaarlijkse resultaten van Shaere actief uitwisselen met hun belanghebbenden als huurders en raadsleden. * advies is ‘pak je rol’. * aanbevolen wordt om een driepartijenoverleg met de Alkmaarse corporaties, de Alkmaarse huurdersverenigingen en de gemeenteraadsleden in te stellen. Daarin kunnen onder meer de nieuwe prestatieafspraken (per 2015) en jaarlijkse voortgang van de prestatieafspraken worden besproken.
4. Gesprek met wethouder Nagengast Michael Jehae vraagt aan wethouder Jan Nagengast (CDA; onder meer portefeuille Duurzaamheid) of hij een idee heeft van de mate waarin de doelen van Alkmaar worden behaald. De wethouder 5
geeft aan dat hij er alle vertrouwen in heeft dat de doelen - 4000 woningen isoleren in de periode 2001 tot eind 2015 en 5000 woningen aansluiten op de huisvuilcentrale HVC - worden behaald. Facilteren en motiveren Over de 4000 te isoleren woningen maakt hij zich geen zorgen. Iedere verbetering telt. Hij vindt dat het bij de 4000 woningen gaat om woningen die minimaal één labelstap worden verbeterd. De monitoring pakt hij in 2015 wel op. De monitoring moet nog starten. Het lijkt Michel Jehae toch moeilijk te sturen zonder cijfers. Het geeft meer transparantie. De landelijke tendens is dat het tempo daalt. Naast het bezit van de corporaties worden er ook individuele koopwoningen en straten geïsoleerd. Door facilitering en bewustwording ontstaat er motivatie bij de Alkmaarders om woningen te isoleren. En daar heeft Jan Nagengast een goed gevoel bij. Hij vindt het zonde om veel geld te steken in monitoring. Liever steekt hij het in energiemaatregelen, in bewustwording en het aanjagen van partijen en burgers om energiemaatregelen te nemen. Aansluiting op warmtenet Door het warmtenet onder het Noordhollands kanaal door te trekken ontstaat er de mogelijkheid om straks nieuwe woonwijken te bouwen en die aan te sluiten op het warmtenet. In principe moeten alle nieuwbouwwoningen op het warmtenet worden aangesloten. Er kunnen maximaal 120.000 woningen op het warmtenet van HVC worden aangesloten. De wethouder vindt dat het programma Duurzaamheid (inclusief projectleider) na de verkiezingen van november 2014 moet worden voortgezet.
5. Rondetafel met Alkmaarse woningbouwcorporaties Woonwaard: Stroomversnelling omdat er minder investeringsruimte is Marnette Vroegop van woningcorporatie Woonwaard beaamt dat zij op dit moment niet precies weet wat de exacte energielabels zijn in het woningbestand van Woonwaard. In de organisatie zijn dergelijke gegevens natuurlijk bekend. Ze zijn alleen nog niet opgezocht. Ze schat dat de huurvoorraad gemiddelde energielabel D heeft (EnergieIndex ca 1.80). De investeringsruimte van Woonwaard neemt ieder jaar verder af. De corporatie moet veel meer aan heffingen betalen en de verkoop van woningen is sterk afgenomen. De 400 miljoen euro aan subsidie uit het Energiakkoord voor alle Nederlandse corporaties is veel te weinig en ‘al drie keer uitgegeven’. Toch wil de corporatie de woonlasten bij de huurders stabiliseren. De corporatie stuurt op woonlasten. Labelsprongen tot label B leidt onherroepelijk tot huurverhoging. Én de huurder houdt een energierekening. Dat motiveert Woonwaard te kiezen voor de Stroomversnelling. Een deel van de woningen worden in één sprong verbeterd tot label A+(+) Gemiddeld komt Woonwaard dan toch op gemiddeld energielabel B terecht. Michel Jehae vraagt of er een onderbouwende berekening is die aangeeft dat de aanpak via De Stroomversnelling het meest efficient is. Het is gemakkelijk gezegd dat het met De Stroomversnelling wel gaat lukken. Vanwege de hogere investeringen Kennemerwonen: budget voor energielabel B gereserveerd Daan van Nieuwmegen geeft aan dat Kennemerwonen de doelstelling ‘gemiddeld Label B in 2020’ 6
ook gaat halen. Kennemerwonen heeft bij de Shaere monitoring slechts een meting in 2012. Die van 2013 is jammergenoeg niet aangegeven. Anders zouden de energieprestaties voor 2013 wel zijn aangegeven. Er is sprake van een administratieve achterstand. Daan van Nieuwmegen geeft aan dat de corporatie haar doelstelling (gemiddeld energielabel B in 2020) wél gaat halen. Ze hebben de budgetten gereserveerd. Het is nu alleen nog een kwestie van uitvoeren. Van Alckmaer: laagsthangend fruit geplukt Peter Groeneveld geeft aan dat renovatie naar energielabel B vaak nog moeilijk is. De doelstelling is niet onhaalbaar, maar toch. De corporatie kijkt naar nieuwe mogelijkheden. Omdat van Alckmaer inziet dat ze het laagst hangende fruit nu wel geplukt hebben en de laatste lootjes het zwaarst gaan wegen, kijkt Van Alckmaer met grote nieuwsgierigheid mee met de Stroomversnelling. Van Alckmaer hoopt op succes en lessen voor zijn aanpak. Rol huurders volgens corporaties Michel vraagt de corporaties op welke wijze de huurders worden betrokken bij de besluitvorming en wat de rol van de huurdersvereniging is bij energiebesparing. Marnette Vroegop van de corporatie Woonwaard vertelt dat er overleg is met de huurders en dat de huurders ook achter de keuze staan voor de stroomversnellingsaanpak. De keuze voor de stroomversnelling is wel genomen door Woonwaard zelf. Ook zijn er lessen geleerd van de pilot van De Stroomversnelling in de gemeente Apeldoorn (bij corporatie De Goede Woning). Daar kwam weerstand vanuit de bewoners omdat er te veel de nadruk werd gelegd op energiebesparing. Marnette Vroegop legt juist de nadruk op wooncomfort. De huurders zijn meer gecharmeerd van de brede vensterbanken en een goede nieuwe pannenset om elektrisch op te koken dan in dubbel glas. Verder vindt Marnette Vroegop het een goede zaak dat er een traject is voor het opleiden van energiecoaches onder huurders. Energiecoach Bob Oostenrijk die aanwezig is, beaamt dit. Peter Groeneveld van Van Alckmaer geeft aan dat bij renovaties en forse energie-ingrepen een bewonerscommissie met huurders in de betreffende buurt wordt gevormd. Dit is een belangrijke vorm van huurdersparticipatie. Hier begint de draagvlakvorming. Daan van Nieuwmegen van Kennemerwonen geeft aan dat huurders per 1 april 2014 ook individueel voor renovatie en energiemaatregelen kunnen kiezen. Ze hoeven niet meer te wachten op de programmering van de renovatiecyclus. Tot nu toe hebben 80 tot 90 huurders zich hiervoor aangemeld. Rol gemeenteraad volgens corporaties De corporaties zien ook een rol voor de gemeenteraad weggelegd. Er is immers geld door het Rijk beschikbaar gesteld (400 miljoen in het kader van het Energieakkoord). De gemeente kan er voor zorgen dat het geld in de richting van Alkmaar komt. De raad kan een lobby voeren. En ook het geven van voorbeelden uit de rest van Nederland is iets dat de gemeente en de gemeenteraad kan verzorgen. Kennis en kunde in heel Nederland ophalen. Tot slot vraagt Marnette Vroegop om beleidsruimte voor het experiment. De Stroomversnelling is een experiment. Corporatie Woonwaard begeeft zich op glad ijs. Ruimte in dewet, is belangrijk.
7
6. Rondetafel voor Alkmaarse raadsleden CDA: vinger aan de pols houden Het CDA (Falgun Binnendijk) ziet een beperkte rol voor de gemeenteraad. Zij zien zich wel als achtervang voor de huurders. Ook zien zij heil in het houden van een vinger aan de pols. De gegevens van de Sheare –monitor komen daar bij goed van pas. Bij de bijeenkomst volgend jaar dienen de Alkmaarse corporaties een complete set aan gegevens over hun energieprestaties van 2014 te hebben. VVD: faciliteren van kennis De VVD (dhr Tanger) wijst op de eigen verantwoordelijkheid. Maar zegt daar direct bij dat verantwoordelijkheid en gedrag gebaseerd zijn op kennis. Het faciliteren van kennis uit bijvoorbeeld de Sheare-monitor is voor hen dus ook van belang. Verder wil de VVD duurzaamheid en duurzame energie aanjagen. De markt moet vervolgens tot uitvoering over gaan. OPA: balans bewaken De Onafhankelijke Partij Alkmaar (OPA; Krijno Evenhuis) ziet een faciliterende (luisterende) rol voor de gemeenteraad voor zich. Het wooncomfort van de huurders vindt OPA belangrijk. Voor de corporatie mag geen onwerkbare situatie ontstaan. Het bewaken en beïnvloeden van deze balans is een rol voor de gemeenteraad. GroenLinks GroenLinks (Feiko van der Veen) vindt het van belang dat het huidige Duurzaamheidsprogramma na de verkeiizngen van november 2014 wordt voortgezet. Na de verkiezingen dienen gesprekken te worden gevoerd over de doelstellingen in de Alkmaarse huursector. Volgend jaar opnieuw rondetafel De raad vind dat er na de verkiezingen in het volgende jaar opnieuw gekeken moet worden wat de voortgang is van het verbeteren van het woningenbestand en of de huurders nog betrokken en tevreden zijn.
7. Rondetafel Alkmaarse huurdersverenigingen Op dit moment is de Huurdersbelangenvereniging Noord-Kennemerland (http://www.hbvnoordkennemerland.nl/ ) in ieder geval wel tevreden over de samenwerking, aldus IJsbrand Schulp en mevrouw Osman. Door goed overleg kom je tot de juiste set aan te nemen maatregelen. Mevrouw Osman wijst op een recente renovatie die bijna af is en in goed overleg is verlopen. Ijsbrand Schulp geeft aan dat corporatie Woonwaard in haar werkplan als doelstelling voor 2020 gemiddeld energielabel C heeft staan, in plaats van energielabel A++. Energieonzuinige huurwoningen niet vergeten Maar er zijn ook punten van kritiek. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op de werkwijze van Woonwaard met de Stroomversnelling. Met name de kleinste huurwoningen uit het Woonwaardbestand zijn vaak van slechte kwaliteit. Het zijn vaak F- en zelfs G-labels. Deze appartementen mogen niet vergeten worden. Ook als er niet voor wordt gekozen om ze te verbeteren tot A+(+), dan moeten ze toch ten minste tot C-label in 2020 gebracht zijn.
8
Dezelfde huurverhogingen in een blok Ook wordt er gewezen op de beperkte huurverhoging die soms na woningverbetering wordt doorgevoerd. Deze is afhankelijk van het geschatte energieverbruik. Dat kan betekenen dat in hetzelfde flatblok de ene persoon een huurverhoging van 5 euro krijgt, en de andere van 35. Dat komt natuurlijk omdat de ene woning op de begane grond ligt, en de andere in het midden of aan de zijkant. Maar voor de bewoners binnen hetzelfde blok is dat natuurlijk niet te begrijpen. De maatregelen neem je samen. De lasten draag je dus ook samen. Woonomgeving meenemen De huurders zien ook een rol voor de gemeenteraad. Met name aandacht voor een goede woonomgeving. Want als een corporatie de woningen aanpakt, dan is het fijn als de buitenruimte (woonomgeving) wordt meegenomen. Meer scherpte bij de raad Ook vinden de huurders dat de raadsleden het college steviger moeten aansturen. In het duale stelsel is de gemeenteraad degene die de kaders stelt. De huurdersverenigingen verachten eer scherpte van de raad en ook het voortzetten van ‘een sociaal hart’.
8. Afsluiting Michel Jehae vraagt aan Juriaan Jansen en Robbert Willé wat zij meenemen van de rondetafels. Juriaan Jansen geeft aan dat de huurders, raadsleden en corporaties vinden dat de rondetafel volgend jaar opnieuw dient plaats te vinden. Verder is hij verbaast over de mening van de wethouder dat monitoring van de jaarlijkse energieprestaties niet nodig is. Monitoring is nodig om op basis van de resultaten te evalueren en beleid desgewenst bij te stellen. Het is een ‘thermometer voor sturing’. De monitoring volgens model Shaere kost geen tijd. De gegevens worden elk jaar door de corporaties (in februari) aan branchevereniging Aedes aangeleverd. Verder is hij tevreden met deze bijeenkomst. Hij vindt het belangrijk dat we elkaar enthousiast maken voor dit onderwerp. Robbert Willé geeft aan dat het gaat om wat de huurders zelf willen. Het gaat om betaalbare huurwoningen en woonlasten.
Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Energieteam Het energieteam geeft begeleiding aan huurdersorganisaties om met hun verhuurder tot afspraken over energiebesparing te komen. Het energieteam heeft een aparte rol en functie binnen de woonbond. Ook niet leden worden (gevraagd) geholpen. Middelen die kunnen worden toegepast zijn: Energiebus, Second opinion, Woonlastenwaarborg, Advies in projecten. De inzet van energiecoaches is breder dan alleen leden Energieconvenant Het energieconvenant is vastgesteld in 2008 in een reeks van convenanten, gericht op 2020, in Nederlands en Europees verband. Ondertekenaars zijn Aedes, Woonbond en het Rijk. Er zijn 2,4 miljoen huurwoningen in Nederland. 9
In juni 2012 is opnieuw een convenant over energiebesparing opgesteld. Nu is ook de particuliere huursector erbij genomen, namelijk Vastgoed belang met 400.000 huurwoningen. De particuliere sector heeft slechtere labels dan de sociale sector. De afspraak met de particuliere sector is 80% van de huurwoningen op label C in 2020. De sociale huursector heeft als doel gemiddeld label B in 2020 (nu is dat gemiddeld label D). Oftewel 3 % CO2 reductie per jaar oftewel jaarlijks 3% besparing op het energieverbruik. Het tempo in 2013 ligt veel te laag. De nieuwe afspraken betreffen ook meer duurzame energie en monitoring van de voortgang van de energiebesparing. Meer achtergrond over de cijfers 2013 zijn te vinden in de Energiebesparingsmonitor SHAERE. Daar staat aangegeven hoe de corporatiewoningen ervoor staan. Energiemonitor SHAERE In de SHAERE (Sociale Huursector Audit en Evaluatie van Resultaten Energiebesparing) database staan de gegevens over energiebesparing van bijna 2 miljoen woningen. Op basis van een grote steekproef van ruim één miljoen woningen is de rapportage SHAERE 2013 gemaakt. De rapportage geeft de stand van zaken van de verduurzaming van de woningvoorraad van de corporaties. De belangrijkste conclusie is dat de verduurzaming lang niet snel genoeg gaat om de afspraken uit het convenant energiebesparing huursector te halen. Het tempo ligt zelfs lager dan in 2012. Oorzaak lage tempo De oorzaak van het lage tempo komt waarschijnlijk door de verhuurdersheffing en door de saneringsheffing van het Vestia debacle. Vanwege deze heffingen moeten de corporaties een flinke som geld ophoesten en dat gaat ten koste van onderhoud en renovatie. De komende jaren zullen leren of de corporaties, bijvoorbeeld door de bedrijfslasten terug te brengen, de zaak weer financieel op orde zullen krijgen. Trends 2013 in isolatiegraad en verduurzaming Diverse cijfers vallen op in de steekproef van Shaere. a. Zo is de isolatiegraad flink toegenomen. Die is met bijna 9% gestegen naar 68,4%. Dat betekent ook dat nog ongeveer 1/3 van de woningen geen enkele isolatiemaatregel heeft. b. Het gasverbruik van woningen neemt duidelijk af en het elektriciteitsverbruik neemt toe. Dit zijn overigens berekende gegevens op basis van de energieprestatie en niet op basis van échte verbruiksgegevens. c. Het percentage niet-efficiënte opwekkers (oude verwarmingsketels) neemt duidelijk af, maar het tempo ligt ruim lager dan in 2012. d. Opvallend is ook de forse stijging van woningen met zonnepanelen. Dat aantal is bijna verdubbeld al blijft het aandeel van woningen met zonnepanelen nog lager dan 1%. De groei van woningen met zonneboilers is sterk afgenomen. Dat komt misschien omdat dit een relatief dure maatregel is. e. De verbetering van isolatie is vooral te zien in de groei van dak-, vloer-, en gevelisolatie. Deze zijn allen flink toegenomen. f. Gemiddeld heeft een corporatiewoning label D. Dat moeten energielabel B worden in 2020. De meeste woningen zitten in label C. De ‘niet groene’ labels (D t/m F) nemen in aandeel allemaal af terwijl de groene labels (A++ t/m C) allemaal toenemen. De groei in label 10
B is het hoogst. De gemiddelde energieindex is 1.69 (t.o.v. 1.73 in 2012). Dat betekent dat het tempo van energieverbetering met minstens de helft zal moeten toenemen om de doelen te halen. Mogelijk dat de subsidies en aantrekkelijke leningen die zijn afgesproken in het energieakkoord, voor de benodigde versnelling zorgen. Tempo ten opzichte van particuliere sector De corporatiesector loopt qua energiebesparing ver voor op de particuliere sector, zowel in de koop als in de commerciële huur. Verduurzaming en betaalbaarheid Naast verduurzaming van de woningvoorraad van corporaties is het van groot belang dat de betaalbaarheid van de woonlasten verbeterd. De energierekening moet omlaag. Daar tegenover wil de Woonbond geen huurstijgingen hoger dan de reële verlaging van die energierekening. Veel huurders, vooral gezinnen en alleenstaande ouders, hebben moeite om rond te komen. Dat maakt een goede voortgang naar het halen van de convenantdoelen nodig. Comfortverbetering als bonus De bonus, vaak door bewoners het meest gewaardeerd, is comfortverbetering van de woning. Actualiteit Nieuw beleid vanuit het Rijk, maatschappelijke partners (bedrijfsleven, corporaties / woonbond / milieuorganisaties) Verhuurderheffing Uit onderzoek van de Woonbond onder een derde van de huursector (juli 2013) blijkt dat twee derde van alle woningcorporaties een pas op de plaats maakt of zelfs helemaal stopt met investeringen in energiebesparing. Op de vraag of men in 2020 gemiddeld label B denkt te kunnen halen, antwoordt slechts 14 % helemaal positief. Omgerekend naar woningaantallen verwacht 54 % nu zeker niet aan die doelstelling te kunnen voldoen in 2020. De rest is onzeker of weet het niet. Aedes is in een directe deal met minister Blok akkoord gegaan met de verhuurderheffing. Daarmee is de huursector de komende jaren verzekerd van forse jaarlijkse huurverhogingen. Energieakkoord In het energieakkoord is de doelstelling van het convenant Energiebesparing Huursector (label B 2020) nogmaals bevestigd. Er komt 400 miljoen euro vrij voor investeringen in energiebesparing in de huursector in de periode 2014-2017. De 400 miljoen wordt pas in 2018 en 2019 uitgekeerd. Maatregelen uit het Energieakkoord richten op voorkomen en bestrijden van te hoge woonlasten en energiearmoede. Daarnaast is er een regeling voor collectieve opwekking van duurzame energie. Daarbij is er een korting van 7,5 cent /kWh op de energiebelasting Vooralsnog levert dit geen rendabele businesscase. Warmtewet 11
De Warmtewet geldt zowel voor stadswarmte als voor collectieve duurzame energiesystemen en voor (met vergaande consequenties) voor blokverwarming. Wat betreft de tarieven (ACM) geldt het NMDA-principe (Niet Meer Dan Anders). De vraag is echter of : -huurders daarmee voldoende beschermd blijven tegen ongewenste prijsstijgingen; -huurders net als bij servicekosten voldoende beroepsmogelijkheid houden; -of de NMDA niet hoger uitkomt dan het gewone tarief (waarschijnlijk niet) Er is een meldpuntwarmtewet.nl bij de woonbond ingesteld. Energielabel verandert Alle woningen zonder label krijgen een indicatief energielabel. Het energielabel wordt vereenvoudigd, Er komt voor iedereen een vereenvoudigd label. Opmerkingen: -Dit is echter niet te gebruiken voor het WWS (WoonWaarderingStelsel). Het WWS krijgt een energie-index. -De Energie index (EPBD) krijgt een andere berekening. Isoleren scoort iets minder goed; installaties scoren beter. Dat is in overeenstemming met de werkelijkheid. -Kleur en letter verdwijnen uit index voor WWS. Wij hebben groot bezwaar, vooral vanwege de communicatie Herziening Woningwet •De nieuwe woningwet, ligt al voor in de eerste kamer, daar is een wijziging op voorgesteld door het nieuwe kabinet. De wijziging heet een novelle en die term zie je dus wel eens in het nieuws als het over wonen gaat. •Er gaat behoorlijk wat veranderen voor de corporaties, zoals welke activiteiten ze nog mogen uitvoeren. •De precieze einduitkomst is nog onzeker. Wellicht heeft de parlementaire enquête daar ook nog invloed op. •Voor huurders is het van groot belang dat het aantal deelnemende partijen bij het opstellen van prestatieafspraken van twee partijen naar drie partijen gaat: de huurders komen er bij. •Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. De gemeente kan bezwaar bij de minister aantekenen als de corporatie afspraken niet nakomt. •Dit zijn behoorlijk zekere onderdelen van de nieuwe Woningwet. De Woonbond adviseert dat nieuwe colleges daar op voorsorteren en huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee bepalen. Huren, inkomen, energieprijsontwikkeling en betaalbaarheid; -De koopkracht is de afgelopen jaren afgenomen, zeker in de huursector waar de huren in 2013 en 2014 veel harder stijgen dan de inflatie -Energieprijzen stagneren. Op de korte termijn is het verhaal van het terugverdienen minder gunstig dan voorheen. -Betaalbaarheid is het onderwerp van nu in de sector. 4. Woonlasten Het denken in woonlasten speelt nu overal bij: - het aanbieden van nieuwe woningen aan huurders. Daarbij dient ook een inschatting van de energierekening (voorbeeld Etten Leur) te worden gemaakt. - bij prestatieafspraken. 12
- bij woonlastenonderzoek. Vaak verwachten we dat woningen met een lage huur (slecht label) wel een hoge energierekening zullen hebben en woningen met een hogere huur (nieuw goed label) wel een lagere energierekening zullen hebben. Dat valt in de praktijk tegen. Er zijn ook woningen met hoge huren én hoge energierekeningen. Sommige woningen zijn daardoor onbetaalbaar zeker voor de lagere inkomensgroepen. De vraag is welk beleid een woningcorporatie cq een gemeente daarop voert. Onderzoek hierover is gewenst. 5. Onderzoek 1 Er zijn drie onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek is uitgevoerd naar de huurvoorraad (WOON 2012, drie jaarlijks onderzoek). Conclusies zijn: - 40% van de huishoudens in de sociale huursector met lage inkomens heeft een label F of G huurwoning; - 45% van de (portiek)flats heeft energielabel F of G; - de energierekening van een huurwoning met label G is tweemaal zo hoog als die van een huurwoning met label A.
Er is een verschil tussen de theoretische energierekening op basis van het energielabel en de praktijk. In de praktijk is de energierekening lager omdat huurders met een beperkt budget ook minder energieverbruiken. Gebruik daarom bij voorkeur lokale informatie als dit eenvoudig geregeld kan worden. 6. Onderzoek 2 Woonlastenonderzoek is uitgevoerd in de Metropoolregio: Haaglanden en Rotterdam. Onder de primaire doelgroep is de noodzaak het hoogst. Dit wordt bevestigd door studies uit Eindhoven en Tilburg. Ook landelijk onderzoek wijst dit uit De definitie van de armoedegrens (SCP) luidt: “Een huishouden leeft in armoede als men - na aftrek van woonlasten - te weinig besteedbaar inkomen overhoudt om de minimale kosten voor basisbehoeften en sociale participatie te kunnen betalen”. 7. Onderzoek 3 Onderzoek RIGO 2013 is uitgevoerd in opdracht van de Woonbond op basis van cijfers WOON 2102. Dit onderzoek gaat er van uit dat eind 2017 de huren gemiddeld met 8% (vanaf 2012) zijn gestegen (bij zittende huurders). De huurprijsstijging gaat veel harder. De aanname is dat inkomens(stijgingen) stagneren. 8. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen zijn: 1. Lokaal woonlastenonderzoek door gemeenten, corporaties of huurdersverenigingen als opdrachtgever. Dit onderzoek laat zien waar en hoe groot de problemen zijn. 2. Gericht woningen in risicobuurten opknappen. Lage inkomens en labels E,F,G. 3. Inzicht in energierekening geven bij keuze en toekenning van de huurwoning . Niet alleen kiezen op basis van woningkwaliteit en huur, maar ook te verwachten energiekosten 4. Hulp bij besparing op gedrag. Huurders tot energiecoach opleiden. 5. Een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij label E, F en G. 6. Beperken cq geen huurverhoging laagste inkomens bij renovatie of toepassen zonnepanelen. 13
7. Armoede beleid/ woonlastenfonds. 8. Toepassen woonlastenwaarborg. 9. Blijven renoveren naar label B 10. Energieneutraal renoveren/ nieuwbouwen voor lagere inkomens (2025).
14
2. Stookjerijk Amersfoort 16 oktober 2014 Amersfoort heeft nog veel te doen om de doelstelling energiebesparing in 2020 in de sociale huursector te halen. Zeker om ook de doelstelling van klimaatneutraal in 2030 te halen. Dat stelt wethouder Tigelaar van milieu. Gemeente Amersfoort omarmt het concept Nul-op-de-meter renovaties (een vernieuwbouwde woning zonder energierekening). Tigelaar geeft aan dat beide doelstellingen uit zijn portefeuille ‘woonlastendaling voor de laagste inkomensgroepen’ en ‘energiebesparing in de bestaande bouw’ hier perfect samen komen. Raadsleden geven aan dat de gemeente daarom werk moet maken van de roadmap die hiervoor moet worden opgesteld. Innovatieve bedrijven uit de bouwsector moeten hier nauw bij worden betrokken. Dus vier-partijen overleg, in plaats van drie-partijen overleg! En kan de gemeente energiezuinige woningen wellicht minder belasten? Ook huurders wensen een duidelijkere – openbare - planning van de aanpak van het energiezuiniger maken van de huurvoorraad, met name in de wijk Soesterkwartier. En wat kunnen huurders verwachten aan energiebesparende maatregelen, die in een woning wonen die (bij mutatie) verkocht worden? Krijgen huurders die zich goed organiseren voorrang, zoals tijdens eerdere StookjeRijkdebatten werd aangegeven? Het actief betrekken van de huurdersorganisaties bij de plannen van de woningcorporaties wordt bepleit. De drie corporaties geven aan dat zij de doelstelling van het Energieakkoord (gemiddeld energielabel B in 2020) wel zullen halen. Het huidige tempo van twee van de drie corporaties (Portaal en Omnia) is hiervoor echter op dit moment te laag. Woningcorporaties geven aan graag met huurders in gesprek te zijn of gaan over welke wensen zij hebben. De Alliantie geeft aan voor volgend jaar de monitoring via de landelijke database SHAERE aan te leveren. Ook 033Energie geeft aan dat er in Amersfoort zeker moet worden opgeschaald en geeft aan dat het een kwestie van ambitie en samenwerking is. 033Energie is een initiatief van bedrijfsleven en overheid om gezamenlijk woningen in Amersfoort energiezuiniger te maken. De ambitie label B moet tegen het licht gehouden worden, als de uiteindelijk doelstelling een CO2-neutrale gemeente in 2030 is. Nul-op-de-meter is dan een betere ambitie. 033Energie gaat aan de slag met 12 Nul-op-de-meter renovatie-concepten voor de meest voorkomende woningtypen in Amersfoort. Waarbij ook woningeigenaren in Verenigingen van Eigenaren worden ondersteund. Deze Rondetafel Stookjerijk heeft er zeker toe bijgedragen dat Amersfoort in hierover in gesprek is en er stappen worden gezet.
15
3. Verslag ‘Energiebesparing in de Apeldoornse huursector’ Project ‘Stookjerijk2014’ 20 mei 2014 Inhoud: 1. Interview met Maarten Visschers, GNMF 2. Sociaal huurbeleid, Simone Bovenhorst, consulent bij de Woonbond 3. Energieprestatie 2013 van de Apeldoornse corporaties, Maarten Visschers van de GNMF 4. Aanpak Energiebesparing huurvoorraad De Goede Woning/ Schilderskwartier, bakermat Stroomversnelling. Eugène Korff, De Goede Woning 5. Rondetafel met Apeldoornse woningbouwcorporaties 7. Rondetafel voor Apeldoornse raadsleden 8. Rondetafel Apeldoornse Huurdersverenigingen 9. Afsluiting Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Debatleider Michel Jehae heet iedereen welkom. Hij licht het avondprogramma toe. Eerst enkele presentaties en na de pauze drie rondetafels met corporaties, raadsleden en huurdersverenigingen. 1. Interview met Maarten Visschers, Gelderse Natuur en Milieufederatie Michel Jehae vraagt Maarten Visschers, beleidsmedewerker energie en duurzaamheid bij de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF), waarom er voor het derde jaar door de GNMF het project Stookjerijk, wordt uitgevoerd. Maarten Visschers geeft aan dat de doelstelling van het project nog niet gerealiseerd is. Stookjerijk heeft in 2013 heldere conclusies opgeleverd. Ondermeer dat: - de gemeentelijke prestatieafspraken concreter en ambitieuzer moeten (gemiddeld energielabel B in 2020); - corporaties transparanter over hun jaarlijkse energieprestaties dienen te zijn en hier actiever naar belanghebbenden zoals huurdersverenigingen en raadsleden dienen te communiceren. Ook in hun jaarverslagen. - driepartijenoverleg (overleg tussen corporaties, huurdersverenigingen en gemeente) nog niet van de grond komt. Het nieuwe college en de nieuwe raad van Apeldoorn kunnen hier nu al invulling aan geven. In Apeldoorn worden op dit moment nieuwe prestatieafspraken voorbereid. De laatste prestatieafspraken dateren van 2003.
2. Sociaal huurbeleid, Simone Bovenhorst, consulent van de Woonbond Simone Bovenhorst gaat allereerst in op de doelstelling van de Woonbond. De Woonbond is een belangenorganisatie voor huurders(organisaties). Vervolgens licht ze de doelstelling van het convenant Energiebesparing Huursector (2012) toe. Het convenant is integraal opgenomen in het landelijke Energieakkoord (2013). Doelstellingen zijn: - in 2020 gemiddeld energielabel B; - lagere woonlasten voor huurders; - lokaal driepartijenoverleg met corporaties, huurdersverenigingen en gemeente. 16
Verhuurdersheffing remt investeringen Simone Bovenhorst gaat in op de actualiteit. De verhuurdersheffing van 1.7 miljard euro die het kabinet de corporaties heeft opgelegd, remt de investeringen voor energiemaatregelen. Corporaties willen wel zoveel mogelijk het onderhoud in de bestaande huurwoningen voortzetten. Als gevolg van de verhuurdersheffing en saneringsheffing stijgen de huren fors. De energieprijzen zijn in het verleden flink gestegen en stagneren op dit moment. Krachtigere prestatieafspraken, samen met huurders De wijziging van de Woningwet (zie ‘Novelle’) geeft de huurder een betere positie bij de onderhandelingen over prestatieafspraken. De Woonbond adviseert nieuwe colleges nu al huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee te laten bepalen. Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. Het dienen krachtigere prestatieafspraken te worden, in overleg met de huurders. De gemeente kan bezwaar bij minister Blok aantekenen als corporaties hun afspraken niet nakomen. Toenemende energiearmoede Uit het onderzoek WOON 2012 blijkt dat 40% van de huishoudens in de sociale huursector bestaat uit lage inkomens die in energieonzuinige huurwoningen met energielabel F en G wonen. De energierekening van een label G woning blijkt twee maal zo hoog te zijn als die van een energielabel A woning. In de buurten met energieonzuinige huurwoningen is er sprake van energiearmoede. Deze buurten zijn aan te wijzen. Dat gebeurt ondermeer met Woonlastenonderzoeken. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen van de Woonbond zijn ondermeer: - het gericht opknappen van risicobuurten. Dit zijn buurten met lage inkomens én lage energielabels (E, F en G). - inzicht geven in de energierekening bij woningkeuze; - een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij energielabel E, F en G huurwoningen. - werk maken van armoedebeleid/ woonlastenfonds. - energieneutraal renoveren/ bouwen voor lagere inkomens (2025). Zie verder bijlage 1 voor een uitgebreidere weergave en zie de powerpointpresentatie. 3. Energieprestatie 2013, Maarten Visschers van de GNMF Landelijke monitor vanaf 2010 Om de voortgang op weg naar de doelstelling van het convenant/ Energieakkoord van gemiddeld energielabel B in 2020 te monitoren is Aedes (branchevereniging van de corporaties) in 2010 gestart met de monitor ‘SHAERE’ (Sociale Huurwoningen Audit en Evaluatie Resultaten Energiebesparing). Aedes verzamelt jaarlijks energielabeldata van woningcorporaties in de SHAERE-database om de voortgang van de jaarlijkse energieprestaties te meten. Op basis van de labelverdeling van de huurvoorraad bepaalt het model de gemiddelde energetische kwaliteit van de huurvoorraad. De energetische kwaliteit wordt uitgedrukt in een gemiddelde energielabel én de zgn EnergieIndex. Naast het meten van de voortgang in energiebesparing, kan Aedes met SHAERE de ontwikkelingen ook gedetailleerd onderbouwen.
17
Energielabel en energieindex In Tabel 1 staat het verband tussen het energielabel en de energieindex. Tabel 1. Verband tussen Energielabel en EnergieIndex Energielabel A++ A+ A B
EnergieIndex (EI) Kleiner of gelijk aan 0.5 0.51-0.70 0.71-1.05 1.06-1.30
C D
1.31-1.60 1.61-2.00
Doelstelling Meest energiezuinig
Gem. B in 2020 = EI 1.25 Huidig gemid. EI = 1.69
E 2.01-2.40 F 2.41-2.90 G Groter dan 2.90 Minst energiezuinig Van 1.69 (in 2013) naar 1.25 (in 2020) = daling EnergieIndex van 0.44 in 7 jaar = gemiddeld 0.065 per jaar Jaarlijkse daling EnergieIndex De voortgang wordt ondermeer bepaald met de jaarlijkse daling van de EnergieIndex.
De grootte van de jaarlijkse daling van de energieIndex geeft aan hoe sterk de energetische kwaliteit van de huurvoorraad is verbeterd. De EnergieIndex van de gehele Nederlandse huurvoorraad is eind 2013 1.69 (energielabel D). In zeven jaar dient de EnergieIndex te dalen tot 1.25 (gemiddeld energielabel B). Dat komt overeen met een daling van 0.44. Over de periode van zeven jaar komt dat neer op een gemiddelde daling van de EnergieIndex van 0.065 per jaar. Daling 2012 en 2013
In 2012 is de energieIndex over de gehele landelijke huurvoorraad met 0.05 gedaald en in 2013 met 0.04. Dit tempo van de energiebesparing moet met meer dan 50% toenemen om het doel van gemiddeld energielabel B in 2020 (EnergieIndex 1.25) te halen. Om het doel te halen is een jaarlijkse daling van gemiddeld 0.065 nodig. Daling Energieindex vier Apeldoornse corporaties De energieprestaties van de Apeldoornse corporaties over het jaar 2013 zijn vastgesteld met het rekenmodel Shaere van Aedes. De huidige EnergieIndex (eind 2013) en de daling van de EnergieIndex in 2013 van de vier Apeldoornse corporaties zijn opgenomen in tabel 2.
18
Tabel 2. EnergieIndex eind 2013 en daling van de EnergieIndex in 2013 per Apeldoornse corporatie. Aantal EnergieIndex Huurwoningen eind 2013
De Goede Woning De Woonmensen Ons Huis Sprengenland Totaal Apeldoorn Landelijk Doelstelling 2020
8.380 5.050 4.720 890 20.640
1.75 (label D) 1.50 (label C) 1.65 (label D) 1.55 (label C) n.b. 1.69 (label D) 1.25 (gemid label B)
Nog te gaan tot 2020 (EnergieIndex 1.25) 0.50 0.25 0.40 0.30 n.b. 0.44
Daling EnergieIndex in 2013
0.00 0.03 n.b. n.b. n.b. 0.04 Benodigde gemid. daling van 0.065/ jaar om convenant te halen n.b. = niet bepaald. De corporaties Ons Huis en Sprengenland doen pas vanaf 2013 mee aan Shaere. Uit tabel 2 blijkt dat: - de huurvoorraad van De Woonmensen binnen de Apeldoornse huursector de beste energetische kwaliteit heeft (EnergieIndex 1.50) en de huurvoorraad van De Goede Woning de slechtste (EnergieIndex 1.75). - De daling van de EnergieIndex in 2013 bij de Apeldoornse corporaties het grootst is bij De Woonmensen (0.03). De Energieindex van De Goede Woning is niet gedaald. De daling bij De Woonmensen is de helft van de daling die gemiddeld nodig is om gemiddeld energielabel B in 2020 te halen (zijnde 0.065/ jaar). De daling van de EnergieIndex bij De Woonmensen ligt onder het landelijk gemiddelde in 2013. De daling van de EnergieIndex van de corporaties Ons Huis en Sprengenland in 2013 kon niet worden bepaald omdat zij pas vanaf 2013 deelnemen aan Shaere.
19
CO2 reduktie 2013 van de vier Apeldoornse corporaties In tabel 3 is de CO2 reduktie per m2 per Apeldoornse corporatie aangegeven. Tabel 3. CO2 reduktie/ m2 per Apeldoornse corporatie
De Goede Woning De Woonmensen Ons Huis Sprengenland Totaal Apeldoorn Landelijk Doelstelling 2008-2020 n.b. = niet bepaald
Aantal huurwoningen
CO2 reduktie/ m2 in 2013
8.380
0%
5.050 4.720 890 20.640
2.6% n.b. n.b. n.b. 3.2% Gem. 3%/ jaar
Gem. CO2 reduktie per energetische ingreep 12% 7.3% n.b.% n.b.% n.b. 19.3%
De CO2 reduktie bij De Woonmensen ligt net onder het gemiddelde percentage van 3% dat jaarlijks nodig is om in 2020 gemiddeld label B te behalen. De CO2 reduktie van De Goede Woning is 0% / jaar. De autonome ketelvervanging (om de 18 jaar) levert een CO2 reduktie op van 1% per jaar. De Goede Woning scoort daarmee zelfs lager dan de autonome ontwikkeling door ketelvervanging. Ons Huis en Sprengenland doen pas in 2013 mee met de Shaere monitoring. Daarom kon de voortgang in 2013 bij deze corporaties niet worden bepaald. Isolatiegraad De isolatiegraad van de huurvoorraad wordt bepaald door het percentage dak-, glas-, gevel-, vloerisolatie en kierdichting. Bij De Goede Woning ligt de isolatiegraad onder het landelijke gemiddelde. Ook het percentage efficiënte ketels (46.6% HR ketels) ligt bij De Goede Woning lager dan het landelijke gemiddelde (70.7%). Zie tabel 4. Tabel 4. Isolatiegraad en percentage energiezuinige ketels
De Goede Woning De Woonmensen Ons Huis Sprengenland Landelijk gemiddelde
Dakisolatie 77.5%
Glasisolatie 83.0%
Gevelisolatie 67.9%
Vloerisolatie 39.9%
Kierdichting 75.4%
Isolatie Efficiënte totaal ketels 64.4% 46.6%
94.0% 77.3% 74.1% 74.7%
88.8% 87.9% 90.9% 87.0%
80.1% 88.0% 81.3% 74.5%
51.5% 64.9% 45.2% 45.2%
100% 86.5% 100% 69.8%
78.0% 79.1% 70.1% 68.5%
20
92.3% 81.6% 90.0% 70.7%
Zonnepanelen en zonneboilers In tabel 5 staat per corporatie het aantal zonnepanelen en zonneboilers dat op daken van Apeldoornse huurwoningen is geplaatst. Bij De Woonmensen heeft ca 10% van de huurwoningen zonnepanelen én zonneboilers op haar dak. Op huurdaken van andere corporaties liggen geen zonnepanelen. Bij De Goede Woning en Ons Huis liggen op resp. 4.3% en 6.5% van de daken zonneboilers. Tabel 5. Zonnepanelen en zonneboilers bij Apeldoornse corporaties
De Goede Woning De Woonmensen Ons Huis Sprengenland Totaal Landelijk gemiddelde
Aantal huurwoningen 8.380 5.050 4.720 890 20.640
Aantal woningen met zonnepanelen 4 478 (9.5%) 0 0
Aantal woningen met zonneboilers 357 (4.3%) 478 (9.5%) 309 (6.5%) 6 (0.7%)
0.8% van de huurwoningen
2.0% van de huurwoningen
Monitoring bij Prestatieafspraken door gemeente Apeldoorn De oude prestatieafspraken liepen van 2003 tot 2009. In 2010 zijn onderhandelingen over nieuwe prestatieafspraken gestart. Deze hebben nooit tot definitieve prestatieafspraken geleid. Er is wel in 2014 een Woonagenda opgesteld. De thema`s uit de Woonagenda 2014 zijn: a. bestaande voorraad; b. woonlasten; c. toekomstbestendigheid van de woonvoorraad. Daarbij is er geen label-doelstelling of CO2 doelstelling opgenomen. De energiedoelstelling van de gemeente Apeldoorn is een energieneutrale gebouwde omgeving in 2020. Monitoring koppelen aan landelijke doelstellingen De GNMF beveelt aan de jaarlijkse monitoring te relateren aan de doelstelling van het convenant 2012 en Energieakkoord 2013. Deze zijn: * EnergieIndex 1.25 in 2020 (=gemiddeld energielabel B in 2020). * gemiddeld 3% CO2 reduktie per jaar (=33% CO2 reduktie in de periode 2008-2020). De monitoring dient dan jaarlijks voor elke individuele corporatie en voor de gehele Apeldoornse huursector te worden uitgevoerd. Energiedoelstellingen Apeldoornse corporaties beter uitwerken en beter formuleren De energiedoelstellingen van de Apeldoornse corporaties voor 2020 staan opgenomen in tabel 6. De Woonmensen streeft naar gemiddeld energielabel C (energieindex 1.45) in 2020. De huurvoorraad van De Woonmensen heeft nu al een energieindex van 1.50. De doelstelling lijkt nu al in zicht. Mogelijk kan de doelstelling worden verhoogd. Ons Huis heeft een doelstelling van minimaal energielabel C in 2020. Onduidelijk is welk 21
gemiddelde energielabel cq EnergieIndex hiermee overeenkomt. Beter is om een de doelstelling in een gemiddelde energielabel en een gemiddelde energieindex uit te drukken. Ook de doelstelling van corporatie Sprengenland worden in een doelstelling uitgedrukt waarbij de overeenkomende EnergieIndex niet bekend cq niet helder is. Ook het referentiejaar is gesteld op 2022 in plaats van 2020. Tabel 6. Energiedoelstellingen Apeldoornse corporaties Doelstelling De Woonmensen
Streven naar gem. label C in 2020
Ons Huis De Goede Woning Sprengenland
Minimaal label C in 2020 Geen doelstelling 2013: 60% op min label C (= gem EI van 1.55) 2017: 67.5% op min label C 2022: 82.5% op min label C
Landelijk
Daling energieindex in periode 2014-2020 Van gemid 1.50 naar gemid 1.45 Van gemid 1.65 naar < 1.60 Van 1.75 naar ? 1.55 naar ?
Van gemid 1.69 naar gemid 1.25
Door de doelstellingen uit te drukken in een gemiddeld energielabel én energieindex voor de huurvoorraad van de corporatie is een vergelijking met de landelijke doelstelling is mogelijk. Met de huidige doelstellingen is dat alleen bij De Woonmensen mogelijk. Aanbevolen wordt om de doelstelling van een corporatie uit te drukken in een gemiddelde energieindex, een gemiddeld energielabel voor de huurvoorraad van de betreffende corporatie. Het convenant 2012 en het Energieakkoord 2013 hebben als doelstelling gemiddeld energielabel B in 2020. Corporatie De Goede Woning heeft geen doelstelling gesteld. Apeldoornse huurdersverenigingen/ Huurdersparticipatie De huurdersvereniging De Groene Stad (van corporatie De Woonmensen. Website: http://www.degroenestad.info/start.phtml ) en huurdersvereniging De Sleutel (van corporatie De Goede Woning. Website http://www.desleutel-apd.nl/) hebben een huurdersvereniging met een actief bestuur en actieve bewonerscommissies. De bewonerscommissies staan met contactgegevens op de website van de huurdersvereniging. Zo kunnen huurders hun bewonerscommissie goed bereiken. Bewonerscommissies kunnen elkaar ook onderling goed bereiken. Bij Huurdersvereniging Ons Woongoed (van corporatie Ons Huis. Website http://hubvonswoongoed.woonbond.net/ ) kennen de bewonerscommissies elkaar onderling niet. Contactgegevens van de bewonerscommissies staan niet transparant op de website van de huurdersvereniging. Bij corporatie Sprengenland behartigt Stichting Huurdersbelangen Samen Eén de belangen van de huurders. Het betreft een stichting, geen vereniging. Inspraak vanuit de huurders door een algemene ledenvergadering is niet mogelijk. Zie tabel 7 voor een overzicht van de Apeldoornse huurdersorganisaties. Er is geen gemeentelijk huurdersplatform zoals in Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Leiden.
22
Tabel 7. Nijmeegse huurdersverenigingen met bewonerscommissies Huurdersorganisatie
Corporatie
De Groene Stad De Sleutel Ons Woongoed Stichting Huurdersbelangen Samen Eén
De Woonmensen De Goede Woning Ons Huis Sprengenland
Onderlinge communicatie bewonerscommissies + + -
Jaarlijkse energieprestaties in jaarverslagen 2012/ referentie aan convenant In het jaarverslag van De Goede Woning wordt de jaarlijkse daling van de absolute uitstoot aan CO2 vanaf 2008 consequent bijgehouden. Hierbij wordt gerefereerd aan de looptijd van het convenant 2008-2020, met een doelstelling van 33% CO2 reduktie in de periode 2008-2020. Dit kan nog worden verbeterd door de jaarlijkse verlaging van de uitstoot uit te drukken in CO2 reduktie per vierkante meter (CO2/m2). Door te standaardiseren voor oppervlakte wordt gecorrigeerd voor CO2 reduktie door verkoop (van bijv. energieonzuinige huurwoningen). Door bijvoorbeeld een deel van de huurvoorraad te verkopen kan ook CO2 reduktie worden bereikt, zonder daar energiebesparende maatregelen voor te nemen. In jaarverslagen 2012 van de overige Apeldoornse corporaties wordt niet gerefereerd aan het convenant Energiebesparing Huursector 2012 en de doelstellingen daarvan (energielabel B in 2020 en lokaal driepartijenoverleg). Er worden ook geen energieprestaties over het gehele jaar en over de gehele huurvoorraad gerapporteerd. Gegevens zoals in de Shaere-rapporten zijn niet opgenomen. De GNMF beveelt aan: 1. dat de Apeldoornse corporaties de jaarlijkse Shaere rapporten (met de jaarlijkse energieprestaties) voor hun belanghebbenden (oa huurdersorganisaties) openbaar maken en duidelijk toelichten en op de website van de corporatie plaatsen. Aanbevolen wordt ook om de Shaere resultaten in de jaarverslagen op te nemen. 2. dat de Apeldoornse corporaties in hun jaarverslagen duidelijk aandacht besteden aan het convenant Energiebesparing Huursector 2012 en het Energieakkoord 2013. Financiële situatie per corporatie/ oordeel Centraal Fonds Volkshuisvesting Elk najaar brengt toezichthouder CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting) een oordeel uit over de financiële situatie van de corporatie. Dit oordeel staat in de zgn toezichtbrief die elk najaar verschijnt. Deze brieven zijn te vinden op: http://www.cfv.nl/corporaties . De beoordeling
gaat uit van een zelfevaluatie, die door de corporatie vóór 1 november 2013 moet zijn ingevuld en bij het CFV moet zijn ingediend. De zelfevaluatie van De Woonmensen geeft CFV geen aanleiding tot het doen van interventies. De Goede Woning voldeed in juni 2013 niet aan de 2%-stresstest. De Goede Woning dient nu volgens een verbeterplan te werken. Dat houdt in dat er geen onrendabele investeringen worden gedaan. Ons Huis heeft in 2012 haar projectenportefeuille flink opgeschoond. Er zijn forse afwaarderingen op diverse projecten gedaan Verbetermaatregelen zijn kostenredukties, huurharmonisatie, beëindigen resp. uitstellen van projectactiviteiten. Deze maatregelen 23
hebben voldoende effect gesorteerd, volgens het CFV. De financiele situatie van Sprengenland is door de CFV als ‘gezond’ aangemerkt. Inkomsten en uitgaven corporaties De inkomsten per huurwoning bedragen gemiddeld 6000 euro per jaar. Bij een corporatie als De Goede Woning met ca 8.000 huurwoningen bedragen de jaarlijkse huurinkomsten in totaal ca 48 miljoen euro. De uitgaven betreffen ondermeer regulier onderhoud (ca 30% van de huurinkomsten), nieuwbouw, interne organisatie, rentelasten, verhuurdersheffing en saneringsheffing etc. De vraag is op welke manier corporaties meer financiën kunnen vrijmaken voor het treffen van energiebesparende maatregelen in de huurvoorraad. Conclusies en aanbevelingen 1. De energieprestaties van De Woonmensen in 2013 (daling energieindex van 0.03) liggen op 75% van het landelijk gemiddelde (daling energieindex 0.04). Bij De Goede Woning is volgens de Shaere monitor van Aedes qua energiebesparing geen vooruitgang geboekt. De corporaties Ons Huis en Sprengenland doen pas vanaf 2013 mee aan de Shaere-monitor. Bij deze corporaties konden voor 2013 daarom geen resultaten worden bepaald. De Apeldoornse huursector heeft een beduidend lagere energieprestatie dan het landelijk gemiddelde in 2013. 2. Belangrijk is dat de vier Apeldoornse corporaties actief aan de landelijke Shaere monitoring meedoen en resultaten actief uitwisselen met huurdersverenigingen en gemeente. Actieve informatieverstrekking vanuit corporaties over hun jaarlijkse (overall) energieprestaties is gewenst. Zo kunnen de corporaties hun jaarlijkse Shaere-rapporten over de energieprestaties publiceren op hun website en een meerjaren trendanalyse bijhouden. Actieve informatieverstrekking kan plaatsvinden via het jaarverslag en bij lokaal driepartijenoverleg (met corporaties, huurdersverenigingen en gemeente). 3. Het instellen van een lokaal driepartijenoverleg wordt belangrijk geacht. Daarin kunnen onder meer nieuwe prestatieafspraken en de jaarlijkse voortgang van prestatieafspraken worden besproken. Apeldoornse huurdersverenigingen kunnen ook gezamelijker naar buiten treden via een Apeldoorns huurdersplatform. 5. Draagvlak en de rol van de huurder bij energiebesparing blijven belangrijk. 6. Het vrijmaken van investeringsgeld binnen de begroting van corporaties blijft essentieel voor het nemen van energiemaatregelen. 4. Aanpak Energiebesparing huurvoorraad De Goede Woning, Eugéne Korff De Goede Woning is gevraagd om het energiebesparingsbeleid van de corporatie toe te lichten. Eugéne Korff , senior vastgoedadviseur van De Goede Woning, geeft een toelichting. Van label E naar D in zeven jaar tijd De Goede Woning heeft ruim 8.200 huurwoningen. Begin 2008 lag het gemiddelde energielabel van de huurvoorraad van De Goede Woning op ‘een stevige E’ (energieindex 24
van ca 2.20) en is nu gezakt naar gemiddeld D (energieindex 1.75, zie Shaereresultaten 2013). In zeven jaar tijd is het gemiddeld energielabel van de huurvoorraad met een labelstap verbeterd. Vanaf 2008 zijn investeringsprojecten uitgevoerd. De huurder betaalt bij renovaties ca € 7.50- € 10.00,- per schilmaatregelen aan huursverhoging. Kraamkamer en bakermat van Stroomversnelling; energieneutrale renovatie Eugéne Korff licht een renovatieproject toe. Het betreft de renovatie van het Schilderskwartier. De Goede Woning heeft hier een duurzaam renovatieconcept voor 188 laagbouw eengezinswoningen uit 1951 ontwikkeld. Argumenten om het Schilderskwartier voor verregaande renovatie te kiezen waren dat de huurwoningen reeds 60 jaar oud waren en dat de gemeente Apeldoorn in deze buurt ook meer ‘achter de voordeur wilde kijken’. Het project wordt nu gezien als de ‘kraamkamer cq bakermat’ van de huidige Stroomversnelling. Ook al is het verregaande renovatieplan uiteindelijk niet uitgevoerd. Co-creatie proces Het proces is gestart eind 2011. De uitwerking en invulling van het proces heeft plaatsgevonden volgens een co-creatie proces. Bij de eerste bewonersbijeenkomst in het buurtcafé in december 2011 kwamen ruim 150 bewoners. De uitkomst was dat 35 bewoners wilden meewerken. In het eerste kwartaal van 2012 zijn bewonerswerkgroepen rond acht thema`s en daarnaast bedrijvenateliers (met ca 50 ondernemers) aan de slag gegaan. Onderzoek naar energieneutrale renovatie Op 4 april 2012 vond het tweede buurtcafé plaats. De bewonerswerkgroepen en bedrijven presenteerden de resultaten. De uitkomst van de avond was een verzoek van de bewoners aan De Goede Woning om de renovatiemogelijkheid naar energieneutraal te onderzoeken. Bij het onderzoek vond ondersteuning plaats door Platform31. Uiteindelijk heeft dit Apeldoorns proces geleid tot het landelijke concept van De Stroomversnelling dat medio 2013 officieel van start is gegaan. Zie voor toelichting De Stroomversnelling enkele alinea`s hieronder. Slimme renovatiepartner gezocht Er is een offerte (markt-uitvraag) gedaan voor een energieneutraal renovatieconcept volgens de ‘slim-en-snel’ methode. Daarbij vond een zgn co-creatieve aanbesteding plaats. In een advertentie van mei 2012 heeft De Goede Woning om een slimme renovatiepartner gevraagd. Gevraagd werd om een reovatiepartner: - die een heldere visie op de aanpak van energieneutrale renovatie van sociale huurwoningen heeft; - die een consortium vormt dat alle benodigde expertises bevat en optreedt als één partij; - die samenwerking weet te benutten om tot meerwaarde te komen; - die als geen ander weet wat co-creatie, transparante communicatie en bewonersparticipatie inhoudt; - die bereidt is om op basis van gelijkwaardigheid samen te werken met bewoners, De Goede Woning en de gemeente; - die innovatief en flexibel is; - die een prijsgarantie afgeeft; - die open en transparant het proces ingaat en overduidelijk gemotiveerd is om dat met De 25
Goede Woning te doen en dat samen afmaakt. Selectie consortium en twee proefwoningen Door bewoners, stakeholders en De Goede Woning zijn uit tien consortia via een openbare beoordeling drie concepten geselecteerd. Voor de financiële beoordeling van de drie concepten is een rekentool ontwikkeld. Ondersteuning heeft daarbij door Platform31 plaatsgevonden. In oktober 2012 en januari 2013 vielen twee coalities af. De overblijvende coalitie De Kwartiermakers maakte twee proefwoningen (Van Ostadelaan 31 en Jan van Goyenlaan 30). In het tweede kwartaal van 2013 vonden bewonersinformatieavonden plaats en was er een inloop van de proefwoningen. Helaas 62% huurders vóór in plaats van het minimum van 70% In juli 2013 is een enquete onder de 188 bewoners uitgezet. Resultaat was dat 62% van de bewoners vóór de energieneutrale renovatie kiest (NOM concept, Nul-Op-De-Meterconcept). Dit is lager dan de wettelijk vereiste 70% deelname van huurders. De uitkomst is dat er geen energieneutrale renovatie wordt uitgevoerd maar een ‘reguliere’ renovatie, van energielabel F naar energielabel B/C. Doodzonde Jan van Dongen, voorzitter van de huurdersvereniging De Sleutel (van De Goede Woning) vindt het doodzonde dat het benodigde percentage van 70% niet behaald is. Hij vraagt zich af waarom er ´nee´ is gezegd tegen het aanbod. Daar zat nota bene een resultaatgarantie bij. Als mogelijke redenen geeft Eugène Korff aan: - te weinig vertrouwen op een goede afloop/ angst. De corporatie wordt niet geloofd. Ontwikkelingen als de Verhuurdersheffing spelen hier ook een rol. Huurders moeten extra huur betalen om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. - extra overlast tijdens de renovatie. Dit soort renovaties wordt binnen 5 tot 10 dagen uitgevoerd. Landelijke ‘Stroomversnelling’ en eerste vijf prototypes In 2013 is een landelijk traject gestart met energieneutraal renoveren. Deze aanpak, de Stroomversnelling geheten, is in een deal van corporaties met minister Blok vastgelegd. De aanpak wordt uitgevoerd door zes corporaties en vier bouwbedrijven. In de Deal met minister Blok staan voor 2014-2016 11.000 huurwoningen voor de Stroomversnelling gepland en voor 2017-2020 100.000 huurwoningen. Inmiddels zijn vijf prototype renovaties ontworpen en bij vijf huurwoningen in Nederland uitgevoerd. In de Arnhemse wijk Presikhaaf te Arnhem heeft Portaal Arnhem een van de vijf prototypen gerealiseerd. De woning is zeer sterk geïsoleerd en heeft bijvoorbeeld driedubbelglas. Portaal Arnhem gaat vervolgens 96 eengezinswoningen en 29 portiekflats volgens de Stroomversnelling energieneutraal renoveren. Doel is een industrialisatie van energieneutrale renovatie. Dus ook voor gestapelde bouw. De corporaties staan aan het begin van de eerste fase (opschaling van prototypes). Vragen en opmerkingen van de deelnemers bij de drie presentaties Vragen vanuit de zaal: - waarom zijn er geen marktpartijen betrokken bij het opstellen van prestatieafspraken? Corporaties zouden meer moeten loslaten, een andere rol moeten pakken en de markt een 26
aanbod moeten laten doen met garanties zoals dat ook bij energieneutraal renoveren (De Stroomversnelling) wordt voorgesteld. Erik Tjaberings, senioradviseur Wonen, beleidsmedewerker Wonen van de gemeente Apeldoorn, stelt dat de procesgang van de prestatieafspraken is geregeld in de Woningwet. Het is een overleg tussen de corporaties en de gemeente. De Woningwet wordt gewijzigd (zie Novelle). Doel daarbij is onder meer dat huurders ook partij worden en een betere positie krijgen. - De energielabels hebben beperkingen. Waarom werkt men er dan toch mee? Antwoord: De beperkingen wegen niet op tegen de voordelen. Ondanks beperkingen geven energielabels een goede indicatie over de energetische kwaliteit van de woning. Met de labelverandering is de voortgang van de verbetering van de energetische kwaliteit van woningen goed te bepalen. In heel Europa wordt gewerkt met energielabels voor woningen. Sinds 2008 is het ook een verplichting vanuit Europa. Nederland heeft het energielabel voor woningen (te) laat ingevoerd. Per saldo is het energielabel/ de energieindex een goed instrument om de voortgang van de energieprestaties te monitoren. - Geeft de energieindex ook een indicatie van het aantal genomen energiemaatregelen in de woning? Nee, de energieindex is een overall beoordeling van de energetische kwaliteit van de woning. - is het ook mogelijk om aan de hand van het daadwerkelijke energieverbruik in de woningen te monitoren? Nadeel daarvan is dat het daadwerkelijk energieverbruik zowel van het gedrag van de huurder als van de isolatiegraad van de woning afhankelijk is. Daarom gaat met bij de Shaere berekeningen alleen uit van het woninggebonden energieverbruik en gebruikt men een (standaard) gemiddeld energieverbruik. 5. Rondetafel met Apeldoornse woningbouwcorporaties Deelnemers: Jolke Springer, manager Vastgoed bij Ons Huis Gerard Brugman, stafmedewerker Vastgoed bij De Woonmensen Eugène Korff, senior vastgoedmedewerker De Goede Woning Verhinderd: Anita Ermers, manager bedrijfsvoering bij Sprengenland Juiste getallen en energieprestaties De drie corporaties geven aan dat alle getallen en energieprestaties in de presentatie van de GNMF kloppen. Het beeld is correct. Gegevens komen uit de Shaere monitor van Aedes. De corporaties hebben zelf ook een Shaererapportage ontvangen. Eugène Korff van De Goede Woning geeft aan dat in 2014 650 nieuwe HR ketels in huurwoningen zijn geplaatst. Dat zal tot uiting komen in de energieprestaties 2014. Haalbaarheid doelstelling 2020 De Goede Woning en Ons Huis achten de doelstelling van het landelijk convenant te hoog. Vaak willen huurders eerder een nieuwe keuken dan spouwmuurisolatie. De energiebesparing gaat echter te langzaam. Ons Huis geeft aan dat verbetering naar energielabel B in 2020 niet te financieren is. De Goede Woning gaat voor energielabel C in plaats voor energielabel B. Huurders laten meebetalen door beperkte huurverhoging Tot nu toe heeft Ons Huis alle energetische ingrepen gedaan zonder huurverhoging. Bij een 27
beperkte huurverhoging is er meer moeite nodig om de huurder te overtuigen. Echter nu vraagt Ons Huis toch een beperkte huurverhoging. De corporatie vraagt een huurverhoging 60% van de daling van de energierekening. De woonlasten van de huurder dalen daarmee per saldo. Dit vindt Ons Huis een redelijk aanbod. Zou men meer aan huurverhoging vragen, dan kan men de medewerkingen van de huurder verliezen. Concept en financiering van ‘energieneutraal renoveren’ door energierekening Bij energieneutraal renoveren is het de bedoeling dat de huurder na de energieneutrale renovatie als het ware de energierekening betaalt aan de corporatie. Met de energierekening betaalt de corporatie de energieneutrale renovatie af. Bij de berekeningen van De Stroomversnelling wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een maandelijkse energierekening van € 175,- voor de betaling van de energieneutrale renovatie. Over een periode van ca 20 jaar levert dit maandelijks bedrag een investering van grootte orde € 40.000 euro op. Hiermee betaalt de corporatie de energieneutrale renovatie af. Theo van Es, beleidsambtenaar duurzaam bouwen van Apeldoorn, verwijst in dit kader naar het programma ‘Ons Huis verdient het’. Nog geen helder financieel plaatje voor energieneutraal renoveren De Apeldoornse corporaties geven aan goed op de hoogte te zijn van het concept van energienetraal renoveren en van de Green Deal ‘De Stroomversnelling’. Jolke Springer heeft twijfels over de gemiddelde kosten van € 45.000,- voor een energieneutrale renovatie. De vraag is ook of marktpartijen hun prijsgaranties in de praktijk écht kunnen nakomen. Het concept is helder. Er is echter meer tijd nog om een goed financieel plaatje te krijgen. Ook Gerard Brugman van De Woonmensen geeft aan dat energieneutraal renoveren niet kosteloos is. Er is nog geen helder financieel plaatje. De eerste vijf prototypes zijn onlangs opgeleverd. Een eerste opschaling tot 10.000 energieneutrale renovaties staat voor de periode 2014-2016 gepland. Daar zijn zes corporaties nu mee aan de slag. Dat zal een beter beeld opleveren. Ook bij particuliere woningeigenaren worden nu prototypes van energieneutraal renoveren uitgevoerd. ‘Grote en kleine stappen’ naast elkaar, volgens Anke van Hall Het is goed om beide lijnen – renoveren in kleine stappen en renoveren in één grote stap tot energieneutraal – naast elkaar te laten lopen. Anke van Hall, hoogleraar Duurzaam Bouwen aan de TU Delft gaf dit aan tijdens de slotbijeenkomst Stookjerijk in juni 2012. Dat is beter dan een welles-nietes discussie over kleine danwel grote stappen. Van belang is dat bij het nemen van kleine stappen latere grote stappen niet geblokkeerd worden. Zekerheid, geloofwaardigheid en vertrouwen De huurder wil zekerheid. Zekerheid kan geboden worden door andere huurders de voordelen van een renovatie te laten bevestigen. De Woonbond kan ook een second opinion afgeven. Vincent van Oordt, directeur bestuurder van De Woonmensen, geeft aan dat het om geloofwaardigheid gaat. Huurders kunnen voor andere huurders als ambassadeurs optreden. Ouderen willen ook geen overlast tijdens de renovatie. Verder gaat het ook om vertrouwen. De huidige huursverhoging van 4% als gevolg van de verhuurdersheffing doet het vertrouwen bij huurders in de corporatie geen goed. 28
Verschil tussen theoretisch en werkelijk energieverbruik Er kan een verschil zijn tussen het theoretisch en werkelijk energieverbruik in huurwoningen. Huurders met een krappere beurs verbruiken vaak minder energie dan het gemiddeld om kosten te besparen. Huurders met een krappe beurs zijn doorgaans zuiniger. Na energetische ingrepen gaan zij er minder op vooruit omdat zij al een lagere energierekening hadden. Bij gerenoveerde huurwoningen kan men volgens Eugène Korff van De Goede Woning ook meer energie gaan verbruiken omdat men mogelijk meerdere ruimten van de woning die nieuw zijn geïsoleerd, gaat gebruiken. Het resultaat van de daling van de energierekening kan dan tegenvallen. Echter een extra argument is meer comfort, aldus Eugène Korff. Jolke Springer van Ons Huis geeft aan dat zijn corporatie bij het bepalen daarom ook uitgaat van het daadwerkelijke energieverbruik in het complex dat wordt gerenoveerd. De energieatlas wordt daarbij gebruikt. Hij geeft aan dat zijn corporatie meer kan samenwerken met de huurder bij het onderwerp energiebesparing. Tot voor kort deed men nog weinig écht samen. 7. Rondetafel voor Apeldoornse raadsleden Deelnemers: Roel van Swam (VVD), Mark Sandmann (D66), Hessel Dooper (CDA), Sukran Aksoy (Gemeentebelangen), Chris Schouten (PvdA), Yvonne de Carpentier (Progressief Sociaal Apeldoorn), Marcel van der Maal (GroenLinks). Afgemeld: Hanna Riezebos (ChristenUnie) Debatleider Michel Jehae vraagt wat de raadsleden belangrijk vinden bij het onderwerp ‘energiebesparing in de huursector’ en wat hun rol is. De VVD en D66 vinden het betrekken van de markt bij het zoeken van oplossingen belangrijk. Het is van belang om de vraag bij de markt neer te leggen. De uitdaging is om de markt en de huurders te verleiden. D66 geeft aan dat de huurders ook aan zet zijn. Zij moeten het ook mee werken bij realisatie van doelstellingen. Voor de VVD is het nog niet duidelijk of de renovaties in diverse kleinere of in één grote stap (direct naar energieneutraal) dienen plaats te vinden. Door de ervaringen in de lopende Stroomversnelling zal dit duidelijk worden. Consistentie daarbij is van belang. Het CDA vindt het belangrijk dat de gemeente Apeldoorn ook zelf het goede voorbeeld geeft. Het volledig verduurzamen van de eigen gebouwen is nog niet gelukt. GroenLinks geeft aan dat het verstrekken van heldere informatie en het winnen van vertrouwen van belang is. Verder is het faciliteren door de gemeente van belang. De PvdA geeft aan dat het om vertrouwen gaat tussen huurders en corporaties. Het bij elkaar brengen van partijen is belangrijk. Transparantie in informatie is daarbij erg belangrijk. Progressief Sociaal Apeldoorn geeft aan dat samenwerking tussen corporaties, huurders en gemeente belangrijk is. Alleen faciliteren door de gemeente is onvoldoende. 8. Rondetafel Apeldoornse huurdersverenigingen Deelnemers: Peter Kwant van De Groene Stad (corporatie De Woonmensen) en Jan van Dongen van De Sleutel (corporatie De Goede Woning). Verhinderd: dhr Gaartjes van Ons Woongoed (corporatie Ons Huis) en Geert van den Hoogen van Stichting Huurdersbelangen Samen Eén (corporatie Sprengenland). 29
Rol huurdersvereniging Debatleider Michel Jehae vraagt wat de huurdersvereniging kan betekenen. Jan van Dongen geeft aan dat de huurdersvereniging bij veel renovaties betrokken is om te bekijken of de goede afwegingen worden gemaakt. De huurdersvereniging helpt mee om het vertrouwen op te bouwen. Zo probeert men ook het aanbrengen van zonnepanelen op huurdaken samen met de Apeldoornse energiecorporatie deA te stimuleren. Tijdig betrekken bij nieuwe prestatieafspraken Peter Kwant vindt het belangrijk dat huurdersverenigingen op tijd worden ingelicht. Vaak komt informatie te laat. Zo dienen huurdersverenigingen ook tijdig bij nieuwe prestatieafspraken betrokken te worden. Goede nieuwe Apeldoornse prestatieafspraken zijn essentieel. Beperkte tijd Peter Kwant en Jan van Dongen geven aan dat ze vrijwilligers zijn. Zij moeten veel onderwerpen behandelen. Hun tijd en energie is beperkt. Voor hun kennisontwikkeling kunnen zij terecht bij de Woonbond. Een Apeldoorns huurdersplatform vinden zij wel van belang. Uitwisseling van kennis en ervaring kan daar plaatsvinden. Vincent van Oordt geeft aan dat vele renovatieprojecten ook goed gaan. Helaas is het renovatieproject Schilderskwartier niet volgens het geplande concept verlopen. Jan van Dongen stelt dat via overleg met de corporatie ook vaak mogelijkheden worden gecreëerd. Uitnodiging huurdersvereniging aan raad voor gesprek Roel van Swam (Raadslid VVD) vraagt wat raadsleden voor huurders kunnen doen. Jan van Dongen en Peter Kwant geven aan dat hij met de huurdersverenigingen moet komen praten. Zij geven aan dat het belangrijk is om met een gesprek een proces op gang te brengen. 9. Afsluiting Michel Jehae dankt de deelnemers voor hun inbreng. Met elkaar in gesprek gaan is belangrijk voor het opbouwen van vertrouwen. Hij wenst de Apeldoornse partijen en organisaties die in de Apeldoornse huursector met elkaar samen werken, daarbij succes, Hij nodigt iedereen uit voor de slotbijeenkomst op donderdagavond 20 november 2014 te Utrecht. Dan wordt ook de Stookjerijk Trofee 2014 uitgereikt. Elke Natuur en Milieufederatie zal in de eigen provincie een nominatie doen van de beste corporatie, beste huurdersvereniging en beste gemeente (binnen de deelnemers aan het project). Hij nodigt iedereen uit voor een drankje.
Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Energieteam Het energieteam geeft begeleiding aan huurdersorganisaties om met hun verhuurder tot afspraken over energiebesparing te komen. Het energieteam heeft een aparte rol en functie binnen de woonbond. Ook niet leden worden (gevraagd) geholpen. Middelen die kunnen worden toegepast zijn: Energiebus, Second opinion, Woonlastenwaarborg, Advies in projecten. De inzet van energiecoaches is breder dan alleen leden 30
Energieconvenant Het energieconvenant is vastgesteld in 2008 in een reeks van convenanten, gericht op 2020, in Nederlands en Europees verband. Ondertekenaars zijn Aedes, Woonbond en het Rijk. Er zijn 2,4 miljoen huurwoningen in Nederland. In juni 2012 is opnieuw een convenant over energiebesparing opgesteld. Nu is ook de particuliere huursector erbij genomen, namelijk Vastgoed belang met 400.000 huurwoningen. De particuliere sector heeft slechtere labels dan de sociale sector. De afspraak met de particuliere sector is 80% van de huurwoningen op label C in 2020. De sociale huursector heeft als doel gemiddeld label B in 2020 (nu is dat gemiddeld label D). Oftewel 3 % CO2 reductie per jaar oftewel jaarlijks 3% besparing op het energieverbruik. Het tempo in 2013 ligt veel te laag. De nieuwe afspraken betreffen ook meer duurzame energie en monitoring van de voortgang van de energiebesparing. Meer achtergrond over de cijfers 2013 zijn te vinden in de Energiebesparingsmonitor SHAERE. Daar staat aangegeven hoe de corporatiewoningen ervoor staan. Energiemonitor SHAERE In de SHAERE (Sociale Huursector Audit en Evaluatie van Resultaten Energiebesparing) database staan de gegevens over energiebesparing van bijna 2 miljoen woningen. Op basis van een grote steekproef van ruim één miljoen woningen is de rapportage SHAERE 2013 gemaakt. De rapportage geeft de stand van zaken van de verduurzaming van de woningvoorraad van de corporaties. De belangrijkste conclusie is dat de verduurzaming lang niet snel genoeg gaat om de afspraken uit het convenant energiebesparing huursector te halen. Het tempo ligt zelfs lager dan in 2012. Oorzaak lage tempo De oorzaak van het lage tempo komt waarschijnlijk door de verhuurdersheffing en door de saneringsheffing van het Vestia debacle. Vanwege deze heffingen moeten de corporaties een flinke som geld ophoesten en dat gaat ten koste van onderhoud en renovatie. De komende jaren zullen leren of de corporaties, bijvoorbeeld door de bedrijfslasten terug te brengen, de zaak weer financieel op orde zullen krijgen. Trends 2013 in isolatiegraad en verduurzaming Diverse cijfers vallen op in de steekproef van Shaere. a. Zo is de isolatiegraad flink toegenomen. Die is met bijna 9% gestegen naar 68,4%. Dat betekent ook dat nog ongeveer 1/3 van de woningen geen enkele isolatiemaatregel heeft. b. Het gasverbruik van woningen neemt duidelijk af en het elektriciteitsverbruik neemt toe. Dit zijn overigens berekende gegevens op basis van de energieprestatie en niet op basis van échte verbruiksgegevens. c. Het percentage niet-efficiënte opwekkers (oude verwarmingsketels) neemt duidelijk af, maar het tempo ligt ruim lager dan in 2012. d. Opvallend is ook de forse stijging van woningen met zonnepanelen. Dat aantal is bijna verdubbeld al blijft het aandeel van woningen met zonnepanelen nog lager dan 1%. De groei van woningen met zonneboilers is sterk afgenomen. Dat komt misschien omdat dit een relatief dure maatregel is. 31
e. De verbetering van isolatie is vooral te zien in de groei van dak-, vloer-, en gevelisolatie. Deze zijn allen flink toegenomen. f. Gemiddeld heeft een corporatiewoning label D. Dat moeten energielabel B worden in 2020. De meeste woningen zitten in label C. De ‘niet groene’ labels (D t/m F) nemen in aandeel allemaal af terwijl de groene labels (A++ t/m C) allemaal toenemen. De groei in label B is het hoogst. De gemiddelde energieindex is 1.69 (t.o.v. 1.73 in 2012). Dat betekent dat het tempo van energieverbetering met minstens de helft zal moeten toenemen om de doelen te halen. Mogelijk dat de subsidies en aantrekkelijke leningen die zijn afgesproken in het energieakkoord, voor de benodigde versnelling zorgen. Tempo ten opzichte van particuliere sector De corporatiesector loopt qua energiebesparing ver voor op de particuliere sector, zowel in de koop als in de commerciële huur. Verduurzaming en betaalbaarheid Naast verduurzaming van de woningvoorraad van corporaties is het van groot belang dat de betaalbaarheid van de woonlasten verbeterd. De energierekening moet omlaag. Daar tegenover wil de Woonbond geen huurstijgingen hoger dan de reële verlaging van die energierekening. Veel huurders, vooral gezinnen en alleenstaande ouders, hebben moeite om rond te komen. Dat maakt een goede voortgang naar het halen van de convenantdoelen nodig. Comfortverbetering als bonus De bonus, vaak door bewoners het meest gewaardeerd, is comfortverbetering van de woning. Actualiteit Nieuw beleid vanuit het Rijk, maatschappelijke partners (bedrijfsleven, corporaties / woonbond / milieuorganisaties) Verhuurderheffing Uit onderzoek van de Woonbond onder een derde van de huursector (juli 2013) blijkt dat twee derde van alle woningcorporaties een pas op de plaats maakt of zelfs helemaal stopt met investeringen in energiebesparing. Op de vraag of men in 2020 gemiddeld label B denkt te kunnen halen, antwoordt slechts 14 % helemaal positief. Omgerekend naar woningaantallen verwacht 54 % nu zeker niet aan die doelstelling te kunnen voldoen in 2020. De rest is onzeker of weet het niet. Aedes is in een directe deal met minister Blok akkoord gegaan met de verhuurderheffing. Daarmee is de huursector de komende jaren verzekerd van forse jaarlijkse huurverhogingen. Energieakkoord In het energieakkoord is de doelstelling van het convenant Energiebesparing Huursector (label B 2020) nogmaals bevestigd. Er komt 400 miljoen euro vrij voor investeringen in energiebesparing in de huursector in de periode 2014-2017. De 400 miljoen wordt pas in 2018 en 2019 uitgekeerd.
32
Maatregelen uit het Energieakkoord richten op voorkomen en bestrijden van te hoge woonlasten en energiearmoede. Daarnaast is er een regeling voor collectieve opwekking van duurzame energie. Daarbij is er een korting van 7,5 cent /kWh op de energiebelasting Vooralsnog levert dit geen rendabele businesscase. Warmtewet De Warmtewet geldt zowel voor stadswarmte als voor collectieve duurzame energiesystemen en voor (met vergaande consequenties) voor blokverwarming. Wat betreft de tarieven (ACM) geldt het NMDA-principe (Niet Meer Dan Anders). De vraag is echter of : -huurders daarmee voldoende beschermd blijven tegen ongewenste prijsstijgingen; -huurders net als bij servicekosten voldoende beroepsmogelijkheid houden; -of de NMDA niet hoger uitkomt dan het gewone tarief (waarschijnlijk niet) Er is een meldpuntwarmtewet.nl bij de woonbond ingesteld. Energielabel verandert Alle woningen zonder label krijgen een indicatief energielabel. Het energielabel wordt vereenvoudigd, Er komt voor iedereen een vereenvoudigd label. Opmerkingen: -Dit is echter niet te gebruiken voor het WWS (WoonWaarderingStelsel). Het WWS krijgt een energie-index. -De Energie index (EPBD) krijgt een andere berekening. Isoleren scoort iets minder goed; installaties scoren beter. Dat is in overeenstemming met de werkelijkheid. -Kleur en letter verdwijnen uit index voor WWS. Wij hebben groot bezwaar, vooral vanwege de communicatie Herziening Woningwet •De nieuwe woningwet, ligt al voor in de eerste kamer, daar is een wijziging op voorgesteld door het nieuwe kabinet. De wijziging heet een novelle en die term zie je dus wel eens in het nieuws als het over wonen gaat. •Er gaat behoorlijk wat veranderen voor de corporaties, zoals welke activiteiten ze nog mogen uitvoeren. •De precieze einduitkomst is nog onzeker. Wellicht heeft de parlementaire enquête daar ook nog invloed op. •Voor huurders is het van groot belang dat het aantal deelnemende partijen bij het opstellen van prestatieafspraken van twee partijen naar drie partijen gaat: de huurders komen er bij. •Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. De gemeente kan bezwaar bij de minister aantekenen als de corporatie afspraken niet nakomt. •Dit zijn behoorlijk zekere onderdelen van de nieuwe Woningwet. De Woonbond adviseert dat nieuwe colleges daar op voorsorteren en huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee bepalen. Huren, inkomen, energieprijsontwikkeling en betaalbaarheid; -De koopkracht is de afgelopen jaren afgenomen, zeker in de huursector waar de huren in 2013 en 2014 veel harder stijgen dan de inflatie -Energieprijzen stagneren. Op de korte termijn is het verhaal van het terugverdienen minder gunstig dan voorheen. -Betaalbaarheid is het onderwerp van nu in de sector. 33
4. Woonlasten Het denken in woonlasten speelt nu overal bij: - het aanbieden van nieuwe woningen aan huurders. Daarbij dient ook een inschatting van de energierekening (voorbeeld Etten Leur) te worden gemaakt. - bij prestatieafspraken. - bij woonlastenonderzoek. Vaak verwachten we dat woningen met een lage huur (slecht label) wel een hoge energierekening zullen hebben en woningen met een hogere huur (nieuw goed label) wel een lagere energierekening zullen hebben. Dat valt in de praktijk tegen. Er zijn ook woningen met hoge huren én hoge energierekeningen. Sommige woningen zijn daardoor onbetaalbaar zeker voor de lagere inkomensgroepen. De vraag is welk beleid een woningcorporatie cq een gemeente daarop voert. Onderzoek hierover is gewenst. 5. Onderzoek 1 Er zijn drie onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek is uitgevoerd naar de huurvoorraad (WOON 2012, drie jaarlijks onderzoek). Conclusies zijn: - 40% van de huishoudens in de sociale huursector met lage inkomens heeft een label F of G huurwoning; - 45% van de (portiek)flats heeft energielabel F of G; - de energierekening van een huurwoning met label G is tweemaal zo hoog als die van een huurwoning met label A.
Er is een verschil tussen de theoretische energierekening op basis van het energielabel en de praktijk. In de praktijk is de energierekening lager omdat huurders met een beperkt budget ook minder energieverbruiken. Gebruik daarom bij voorkeur lokale informatie als dit eenvoudig geregeld kan worden. 6. Onderzoek 2 Woonlastenonderzoek is uitgevoerd in de Metropoolregio: Haaglanden en Rotterdam. Onder de primaire doelgroep is de noodzaak het hoogst. Dit wordt bevestigd door studies uit Eindhoven en Tilburg. Ook landelijk onderzoek wijst dit uit De definitie van de armoedegrens (SCP) luidt: “Een huishouden leeft in armoede als men - na aftrek van woonlasten - te weinig besteedbaar inkomen overhoudt om de minimale kosten voor basisbehoeften en sociale participatie te kunnen betalen”. 7. Onderzoek 3 Onderzoek RIGO 2013 is uitgevoerd in opdracht van de Woonbond op basis van cijfers WOON 2102. Dit onderzoek gaat er van uit dat eind 2017 de huren gemiddeld met 8% (vanaf 2012) zijn gestegen (bij zittende huurders). De huurprijsstijging gaat veel harder. De aanname is dat inkomens(stijgingen) stagneren. 8. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen zijn: 1. Lokaal woonlastenonderzoek door gemeenten, corporaties of huurdersverenigingen als 34
opdrachtgever. Dit onderzoek laat zien waar en hoe groot de problemen zijn. 2. Gericht woningen in risicobuurten opknappen. Lage inkomens en labels E,F,G. 3. Inzicht in energierekening geven bij keuze en toekenning van de huurwoning . Niet alleen kiezen op basis van woningkwaliteit en huur, maar ook te verwachten energiekosten 4. Hulp bij besparing op gedrag. Huurders tot energiecoach opleiden. 5. Een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij label E, F en G. 6. Beperken cq geen huurverhoging laagste inkomens bij renovatie of toepassen zonnepanelen. 7. Armoede beleid/ woonlastenfonds. 8. Toepassen woonlastenwaarborg. 9. Blijven renoveren naar label B 10. Energieneutraal renoveren/ nieuwbouwen voor lagere inkomens (2025).
4. Verslag Stookjerijk Den Haag 2014 Dinsdag 14 oktober 2014
Inhoud Introductie Interview met Alex Ouwehand, directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Sociaal energiebeleid, Suzanne Schuitemaker, adviseur bij de Woonbond Monitoring energiebesparing huursector Den Haag, Bert Bakker van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Interview met Joris Wijsmuller, wethouder Wonen en Duurzaamheid Ronde tafel met Haagse woningcorporaties Ronde tafel met Haagse huurdersorganisaties Ronde tafel met Haagse raadsleden Afsluiting
Introductie Debatleider Michel Jehae heet het gezelschap van ruim 40 personen welkom in de Studio van Theater Dakota in Den Haag. Zij zijn afkomstig van woningcorporaties, huurdersorganisaties, gemeente Den Haag (B&W; gemeenteraad; ambtelijke organisatie), bedrijven, brancheorganisaties en natuur- en milieuorganisaties. Hij licht het programma toe. Er zijn eerst twee presentaties en vervolgens een interview met wethouder Wonen en Duurzaamheid Joris Wijsmuller. Daarna volgen de ronde tafels. In 2014 worden in 12 steden, in 6 provincies, ronde tafel bijeenkomsten gehouden. Op donderdag 20 november wordt een eindmanifestatie gehouden in Utrecht. Meer informatie zie: www.stookjerijk.nl (op deze website staan alle verslagen en presentaties).
Interview met Alex Ouwehand, directeur Natuur en Milieufederatie ZuidHolland Michel Jehae vraagt Alex Ouwehand waarom de NMZH deze bijeenkomst organiseert. Alex Ouwehand geeft aan dat energiebesparing voor de NMZH een belangrijk onderwerp is. In de huursector moeten nog grote stappen worden gezet in de bestaande woningvoorraad. Dat is een grote uitdaging, met doelstellingen vanuit het Convenant Energiebesparing Huursector uit 2012 en 35
het Energieakkoord uit 2013. Dit drie partijen overleg agendeert het thema energiebesparing in de huursector en draagt bij aan een verhoging van het tempo. Het tempo ligt nu te laag om de doelstellingen te halen. Soms zijn er ook conflictueuze situaties bij huurcomplexen. Dan gaat het bijvoorbeeld om achterstallig onderhoud, ook met betrekking tot energiemaatregelen. Alex Ouwehand geeft aan dat het van belang is om zo veel mogelijk de samenwerking te zoeken. Zeer bewust heeft NMZH gekozen voor bijeenkomsten in grote steden, eerder in Leiden (26 juni) en nu in Den Haag. Vorige week donderdag 9 juli werd door het Rotterdamse Milieucentrum in Rotterdam een bijeenkomst van Stook je rijk georganiseerd. In deze steden valt nog veel aan energiebesparing in de huursector te doen.
Presentatie Sociaal Energiebeleid van de Woonbond Suzanne Schuitemaker geeft aan dat de Woonbond zich meer richt op de totale woonlasten in plaats van de huren. Dit betekent dat naast huren de Woonbond ook veel aandacht besteed aan de energielasten. Zij gaat in op wat de belangrijke ontwikkelingen zijn. De woonquote – dwz het deel dat huurders van hun inkomen betalen aan wonen (huur en energierekening) - is gestegen van 19% in 1980 naar 33% in 2014. De verhuurdersheffing maakt investeren voor corporaties moeilijk. Veel corporaties hebben nieuwbouw gestaakt. De nieuwe Woningwet biedt huurders meer kansen. Zij dienen een betere positie te krijgen in een driepartijenoverleg en bij prestatieafspraken. Van belang is dat prestatieafspraken meetbaar zijn. Zij geeft aan welke oplossingen er zijn om meer tempo bij de energiebesparing in de huursector te krijgen. Zie presentatie. Vragen uit de zaal: Cindy Slaghuis (St. Aardewerk) geeft aan dat haar organisatie in Dordrecht succesvol bezig is om via energiecoaches (huiskamer)gesprekken aan te gaan met bewoners. Daarbij wordt gekeken naar hun jaarrekening, energievoetafdruk en te nemen maatregelen. Zij wil dit ook in Den Haag gaan uitvoeren. De stelling dat bewoners met een kleine beurs in een woning met een slecht energielabel niet zo veel stoken als gedacht, is soms ook niet waar. Een kleine beurs en een hoge energierekening kunnen toch samengaan, vooral bij andere culturen, waardoor schuldproblemen kunnen ontstaan.
Presentatie Monitoring Energiebesparing Huursector Den Haag Bert Bakker, projectleider Stook je rijk bij de NMZH , geeft een toelichting over de energieprestaties van de Haagse corporaties Haag Wonen, Staedion en Vestia in 2013. Hiervoor heeft hij de monitoringgegevens gebruikt die zijn berekend met behulp van het rekenmodel Shaere (Sociale Huursector Audit Evaluatie Resultaten Energiebesparing) van Aedes. Dit model maakt gebruik van de energielabels van de huurwoningen van een corporatie. Op basis van de verbetering van de energielabels wordt de jaarlijkse energieprestatie van de corporatie bepaald. Het energielabel wordt ook uitgedrukt in een Energie Index. Hoe lager de Energie Index hoe beter het energielabel. De daling van de Energie Index is een maat voor de verbetering van de energielabels en geeft de energiebesparing aan. Van Haag Wonen en Staedion kon de verbetering van 2012 naar 2013 worden bepaald omdat de gegevens aanwezig waren. Van Vestia niet omdat zij pas in 2013 zijn ingestapt.
36
De verbetering van de Energie Index in de Haagse huursector (Haag Wonen en Staedion) in 2013 bedraagt gemiddeld 0.065. Deze verbetering ligt ruim boven het landelijk gemiddelde van 0.04 in 2013 en nog iets boven het jaarlijkse gemiddelde van 0.06 dat nodig is om gemiddeld Energie Index 1.25 in 2020 (doelstelling van het Energieakkoord) te halen. De gemiddelde Energie Index van de huidige huurvoorraad van de corporaties ligt voor alle drie boven het landelijk gemiddelde van 1.69. Voor Haag Wonen 1.83 en voor Staedion 1.74 (beide label D). Voor het halen van het doel in 2020 is een extra inspanning nodig. Voor Vestia geldt dat een forse extra inspanning nodig is gezien de huidige gemiddelde Energie Index van 2.13 (label E). Bert Bakker geeft in een aantal plaatjes nader inzicht in de verdeling van de energielabels in Den Haag. Als eerste de verdeling over de woningvoorraad van de afzonderlijk corporaties, die elk jaar verbetert ten gunste van de betere energielabels. Als tweede de verdeling per bouwjaargroep, waarbij de oudste bouwjaargroepen de slechtste energielabels hebben. En als derde de verdeling over de wijken in de Den Haag. Dit kan goed worden gebruikt voor het stellen van prioriteiten door het aanpakken van de energieonzuinigste wijken. De verbetering van de Energie Index in 2013 in Den Haag is door de twee corporaties verschillend ingevuld. Haag Wonen zit met een groei van de schilisolatie van 1,8% een kwart boven het landelijk gemiddelde van 1,4 %. Staedion zit daar met een groei van 0,3% ruim onder. Staedion heeft juist sterk ingezet op de vervanging van oude cv-ketels en open verbrandingsinstallaties (gashaarden en geisers) door energiezuinige ketels. Verder geeft Bert Bakker aan dat er op dit moment geen heldere prestatieafspraken zijn. Er is ook geen stedelijk huurdersplatform meer. De nieuwe prestatieafspraken kunnen juist worden benut om tot goede doelstellingen te komen. Zie de presentatie. Als aanbevelingen geeft Bert Bakker mee: - Versnelling energiemaatregelen bestaande huurwoningen! Doelen energieakkoord in nieuwe prestatieafspraken en woonpact. - Systematische monitoring en rapportage met jaarlijkse Shaere-gegevens (jaarverslagen; gemeenteraad; driepartijenoverleg). - Gemeente en corporaties overleggen samen met huurders in driepartijenoverleg over nieuwe prestatieafspraken, woonpact en energiebesparing (woonlasten; comfort; verduurzaming). - Partijen zoeken samen naar nieuwe financieringsconstructies (landelijk, gemeentelijk, derden/esco’s, …..). Vragen uit de zaal: Op een vraag uit de zaal wordt nader toegelicht dat de slechtste energielabels overeenkomen met een hoge(re) Energie Index en de beste energielabels met een lage(re) Energie Index. Op de vraag over de verschillen in aantallen woningen wordt vanuit Vestia aangegeven dat een deel van de woningvoorraad (ca 5.000 in aantal waarvan 2.000 nieuwbouw en 3.000 sloop) geen energielabel heeft omdat ze worden gesloopt/gerenoveerd of te nieuw zijn. Dit speelt ook bij Staedion. Haag Wonen geeft aan alles te melden bij Shaere.
37
Interview met Joris Wijsmuller, wethouder wonen en duurzaamheid Michel Jehae vraagt Joris Wijsmuller naar de combinatie van wonen en duurzaamheid in zijn wethoudersportefeuille. Dat is hij nog niet bij andere wethouders tegengekomen. Wijsmuller vindt het een logische combinatie, naast zijn andere portefeuilles stadsontwikkeling en cultuur. Bij de verdeling in B&W is milieu en verkeer aan elkaar gekoppeld vanwege o.a. luchtkwaliteit. De koppeling wonen en duurzaamheid is logisch vanwege de energiedoelen voor de woningvoorraad. Den Haag heeft betere cijfers voor de energieprestaties in 2013 dan Rotterdam (Stook je rijk, 9 oktober). De verbetering van de Energie Index van de Haagse huursector in 2013 ligt op 0.065. Die van Rotterdam op 0.025. De wethouder vindt dit niet belangrijk. Scherpe doelstellingen in Den Haag zijn belangrijk, om een energieneutraal Den Haag in 2040 mogelijk te maken. Den Haag scoort nu te slecht en moet daarom beter. Minimaal gemiddeld energielabel B voor de bestaande woningvoorraad in 2020 is zijn streven. Wel een pittige opgave, zo stelt hij. Hij geeft aan dat hij bezig is met de opzet van een volkshuisvestingsagenda als invulling van het woonpact voor verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Daarin wil hij ook het doel van minimaal energielabel B in 2020 opnemen. Huurdersorganisaties worden daarbij betrokken en een verkennend gesprek heeft al plaatsgevonden. De ervaring van de huurders en hun eigen energierekening vindt hij belangrijk. In een tweede gesprek wil hij verder de diepte in. Joris Wijsmuller heeft te maken met een ambitieuze gemeenteraad die een forse inzet vraagt op het gebied van de verduurzaming van woningen en gebouwen in Den Haag. Zowel bij energiebesparing als bij de inzet van warmtebronnen (industriële restwarmte, geothermie) via onder meer Eneco. Deze forse inzet moet worden opgenomen in een actualisatie van de energievisie van Den Haag, die nog voor het einde van het jaar gestalte moet krijgen. Wijsmuller vindt het belangrijk dat de woningcorporaties landelijke middelen aanwenden (o.a. STEP subsidieregeling van ca. 400 miljoen euro). Hij beseft dat het lastig is voor de corporaties om hun huidige streven voor 2020 (label C) te verhogen naar label B vanwege de verhuurdersheffing en de Vestia-heffing. Maar hij vindt dat alles uit de kast moet worden gehaald en dat dit ook explicieter in de nieuwe prestatieafspraken moet komen. Over de vraag wat je het eerste aanpakt geeft Joris Wijsmuller aan dat de keuze voor energieonzuinige wijken (zie presentatie NMZH) logisch is via bijvoorbeeld een wijkontwikkelingsmaatschappij en een revolverend fonds. In Zuidwest heeft Vestia dit willen oppakken, maar kwam de klad er in. Nu kan dit weer worden opgepakt via zo’n ontwikkelingsmaatschappij. Wijsmuller geeft aan dat hij verder wil gaan met het ondersteunen van verduurzaming bij bewoners via bewonersinitiatieven in o.a. het project ‘Duurzaam de wijk in’ en het stimuleren van de samenwerking tussen het Haags Milieucentrum en Duurzaam Den Haag. De komende maanden zijn belangrijk voor het vernieuwen van de prestatieafspraken in Haaglanden, voordat het stadsgewest wordt opgeheven per 1 januari 2015, en het actualiseren van de gemeentelijke energievisie.
Ronde tafel woningcorporaties Deelnemers: Ria Koppen-Kreijne, directeur financiën van Haag Wonen Niels van Boven, programmamanager duurzaamheid van Vestia 38
Jaap Uithof, directeur onderhoud en projecten van Staedion Doel label B niet haalbaar Alle drie de corporaties zien het doel van energielabel B in 2020 als niet haalbaar. Niels van Boven van Vestia geeft toe dat zij aan een inhaalslag bezig zijn, maar dat het beschikbare geld een groot knelpunt is om de benodigde investeringen te doen. Een probleem is dat een te hoog energielabel (A en beter) kan leiden tot een te hoge huurverhoging, waarmee de huur boven de sociale huurgrens kan stijgen. Verder geeft Niels aan dat er grote verschillen zijn in de energierekeningen in vergelijkbare woningsituaties. Jaap Uithof van Staedion wil vooral de slechtst scorende woningen als eerste aanpakken. Staedion let daarbij ook sterk op het vervangen van slechte ketels, haarden en geisers. Niet alleen vanwege energiebesparing, maar ook vanwege gezondheid en veiligheid. Zij investeren daar nog 25 miljoen euro in. Ria Koppen-Kreyne van Haag Wonen zegt slecht scorende woningen ook te willen aanpakken, maar dat te willen koppelen aan onderhoud. Wanneer isolatie niet mogelijk is, moet slopen worden overwogen. Sommige woningen lenen zich er niet voor om goed te isoleren. Zij kiest er vooralsnog voor om bij vele huurwoningen kleinere labelstappen te maken in plaats van bij enkele huurwoningen direct naar A++ te renoveren. Meerdere huurders kunnen dan worden geholpen. Gestapelde bouw moeilijk in grote steden De hoeveelheid gestapelde bouw van slechte kwaliteit is in grote steden zoals Den Haag groter dan elders in Nederland. Zij zijn technisch ook vaak moeilijk of niet te isoleren. Dat maakt het lastiger om de energiekwaliteit van de woningen te verbeteren, naast het zoeken van financiële middelen. Jaap Uithof: bij woningen als in Capelle a/d IJssel kun je veel gemakkelijker een hoger (energiezuiniger) label halen. Dat zijn grondgebonden huurwoningen. Daarbij komt verder dat in de vorige raadsperiode(s) onder wethouder Norder vooral veel investeringen zijn gedaan in nieuwbouw (focus op productie). Nu ligt de focus grotendeels op bestaande bouw, waarin dus nog veel stappen zijn te maken. Op de vraag naar het gebruik van financiële middelen vanuit het rijk (o.a. STEP subsidie 400 miljoen euro) geven de vertegenwoordigers van de woningcorporaties dat zij de eisen aan het verkrijgen van de subsidie te hoog vinden. Daarnaast stellen zij dat het fonds politiek te onbetrouwbaar is om lange termijn planningen op te baseren. De corporaties moeten de subsidie zelf voorfinancieren. Pas in 2018 krijgen zij de subsidie. Dan zit er mogelijk een ander kabinet dat besluit om het gereserveerde geld voor andere zaken te gebruiken. Bovendien gaat het om een eenmalige subsidie (omgerekend 150 euro per huurwoning) op een structurele (jaarlijkse) bezuiniging van 1.7 miljard bij de corporaties (verhuurdersheffing). Huurders betrekken Vestia maakt de omslag van ontwikkelen naar beheer. Daarbij is de huurder heel belangrijk zegt Niels van Boven. Hij ziet dat huurders zeker geïnteresseerd zijn in energiebesparing. Naast het investeren in woningen vindt hij het gebruik van energiecoaches interessant, omdat mensen daarmee van elkaar kunnen leren. Hij wil daarbij ook gebruik maken van het ZAV-beleid (Zelf Aangebrachte Voorzieningen). Jaap Uithof van Staedion: in contacten met de huurders (huisbezoeken) wordt zoals gezegd veel aandacht besteed aan de vervanging van ketels, waarbij niet altijd sprake is van huurverhoging. Verder wordt door alle corporaties belang gehecht aan de interactie tussen huurders, 39
gemeenteraadsleden en woningcorporaties over het maken van keuze bij het verbeteren van de energieprestaties van de bestaande woningvoorraad. Vragen en opmerkingen uit de zaal: Ton Stikkelman (Bewonersraad Haag Wonen) geeft aan dat in ‘lekke’ woningen met eenvoudige maatregelen (folie e.d.) ook, als tijdelijke maatregel, energiebesparing kan worden behaald. Henk Heijkers (gem. Den Haag, afd. Stedebouw en Planologie) geeft aan dat restwarmte op gebiedsniveau meer aandacht verdient bij het energieneutraal maken van de bestaande woningvoorraad. Daarbij kan ook bij de vervanging van het aardgasnetwerk de keuze worden gemaakt om dit achterwege te laten en daarmee kosten te besparen. De vervanging van het huidige aardgasnetwerk kost 100 miljoen. Dit bedrag kan ook anders worden ingezet. Ludolf de Boer (gem. Den Haag, afd. Wonen) vindt dat de Haagse corporaties te weinig doen om gebruik te maken van de STEP subsidie van 400 miljoen euro. Andere steden doen dat beter. Corporaties geven aan dat de STEP subsidie met name geschikt is voor grondgebonden huurwoningen (eengezinswoningen). Alex Ouwehand (directeur NMZH) vindt dat de resultaten van 2013 als voorbeeld moeten dienen voor de inzet op energiebesparing in de komende jaren. Deze trend moeten de corporaties juist vasthouden. Hij pleit voor een goede analyse. Op basis van deze analyse kan worden nagegaan wat goed werkt. Jan Willem Retera (Huurdersollectief Artiestenbuurt Rijswijk) geeft aan dat zij in hun buurt actief hebben gelobbyd bij de corporatie en gemeente om een verduurzamingsplan op de stellen voor hun woningen. Het gaat om de verduurzaming van zgn koude woningen (met nog een gashaard). Daar zit men nu met elkaar rond de tafel. Hij vindt dat deze koude woningen nog sneller moeten worden aangepakt. Ze zijn niet veilig en ongezond.
Ronde tafel huurdersorganisaties Deelnemers: Nico van den Bergh, bestuurslid Huurdersvereniging Staedion Teun Scherpenzeel, vice-voorzitter Bewonersraad Haag Wonen Albert van der Kroft, bestuurslid Stedelijke Huurdersraad Vestia Den Haag (Huurdersvereniging Haag Wonen was verhinderd vanwege hun ALV). Michel Jehae vraagt naar de samenwerking tussen de huurdersorganisaties en de corporaties, de onderlinge samenwerking en de interactie met de gemeenteraad. Nico van den Bergh geeft aan dat de interactie met corporatie Staedion te veel reactief is. De huurdersorganisatie en bewoners moeten ook zelf meer actie ondernemen. Duurzaamheid biedt veel kansen. Teun Scherpenzeel zegt dat de contacten tussen de huurdersorganisaties van Haag Wonen (Bewonersraad en Huurdersvereniging) open en goed zijn. Wel is er nog veel hapsnap. Teun van der Kroft geeft aan dat zoals bekend bij Vestia veel problemen en verkopen zijn geweest. Er zijn wel contacten geweest en er is geluisterd. Huurdersverenigingen dienen meer kennis uit te wisselen en te bundelen. Onder meer op het gebied van prestatieafspraken en energiebesparing. De Woonbond en de Milieufederatie kunnen daarbij een rol spelen. Een aantal jaren geleden bestond nog de Haagse Federatie van Huurdersorganisaties . Het plan is om 40
dit weer op te starten om gezamenlijk beleid te maken (de Haagse corporaties doen dit al). De huurdersverenigingen hebben al een eerste gesprek gehad met wethouder Wijsmuller en willen dit voortzetten. Ook kunnen zij gezamenlijk een stem van de huurders aan de gemeenteraadsleden laten horen. Teun Scherpenzeel geeft aan dat er meer inzicht moet komen in de beschikbare financiën voor besparingsmaatregelen en dat niet de huurder moet opdraaien voor de kosten. Er moet goed worden gelet op de totale huurlasten. Zo zijn huurverhogingen van 80 euro per maand voor aanbrengen van CV veel te hoog. Maarten Visschers en Jaap Uithof geven aan dat dit gemiddeld eerder in de buurt van 40 euro uitkomt in de praktijk. Meer kennisuitwisseling hierover is gewenst. Nico van den Bergh geeft ook veel belang te hechten aan een goed evenwicht tussen huurverhoging en (verlaging van) energielasten. Daarnaast vindt hij het ook belangrijk dat financiering van energiebesparingsmaatregelen in woningen ook lokale werkgelegenheid oplevert.
Ronde tafel raadsleden Deelnemers: Michel Rogier, raadslid CDA Tobias Dander, fractievoorzitter D66 Arjen Kapteijns, ex-raadslid Groen Links (Arjen Dubbelaar/groep de Mos was op het laatste moment verhinderd en Joeri Oudshoorn/Haagse Stadspartij moest eerder weg en kon daarom niet deelnemen aan deze ronde tafel). Michel Jehae vraagt de raadsleden naar hun reactie op de gepresenteerde cijfers over de energieprestaties, de inzet van corporaties, een driepartijenoverleg en de rol van de gemeenteraad daarbij. Tobias Dander is zeer dankbaar voor de gepresenteerde cijfers en het inzicht in de energieprestaties van de corporaties. Beleid op het gebied van duurzaamheid en energie hangt voor hem sterk samen met het sociale beleid voor huurders en woonlasten. Naast het nemen van technische maatregelen vindt hij de sociale inzet van coaches e.d. een goed middel. Hij is teleurgesteld in de duurzaamheidsinzet van de corporaties. Hij ziet voor de gemeenteraad een faciliterende rol om het gesprek aan te gaan met de corporaties en huurdersorganisaties over de doelen van 2020 (Energieakkoord) en energieneutraal 2040. Hij zoekt voorbeelden elders uit Nederland over succesvolle aanpak van de verduurzaming van gestapelde bouw. Hij begrijpt dat de landelijke STEP subsidie te weinig oplossing biedt. Ook Arjen Kapteijns ziet in het op gang brengen van het gesprek over de ambitieuze doelen een belangrijke rol van de gemeenteraad. Daarbij is het ook zinvol om de werkbezoeken te gebruiken. Michel Rogier geeft aan de discussie op basis van cijfers van de energieprestaties belangrijk te vinden, maar die kan het beste lopen via rapportages van de wethouder. Ook geeft hij aan het verwachtingsniveau van de partners in het Convenant Energiebesparing Huursector (Aedes, BiZa, Woonbond) te willen leggen naast die van de corporaties. De gemeenteraadsleden willen een vliegwiel op gang brengen om het gebruik van diverse 41
financiële middelen in te zetten voor meer inzet op energiebesparing in de Haagse huursector. Vanuit de corporaties in de zaal wordt hier tegen ingebracht dat het niet slechts een kwestie is van financiën, maar ook van logistiek en planning en de eerder genoemde (on)mogelijkheden in oudere gestapelde woningbouw. Hierop ontstond een discussie waar wel en niet aan vast te houden. Een analyse van de feitelijke situatie en de mogelijkheden in Den Haag is nodig om de confrontatie tussen ambitieuze doelen en uitvoering helder te krijgen. Wat werkt goed om de doelen te halen. Dit kan ook goed worden gebruikt in het overleg tussen de drie partijen: corporaties, huurdersorganisaties en gemeente (bestuur en raad). En voor de inzet in de nieuwe prestatieafspraken en het woonpact/volkshuisvestingsagenda.
Afsluiting Met deze oproep voor een goede analyse en een oproep van Alex Ouwehand (NMZH) om daarin te faciliteren wordt de bijeenkomst afgesloten.
5. Stookjerijk Eindhoven In Eindhoven zijn intakegesprekken gehouden met corporaties en huurdersverenigingen. Vanwege een reeds lopend traject over de nieuwe Woonvisie hebben corporaties en huurdersverenigingen op het laatst besloten om niet deel te nemen aan het rondetafelgesprek. Zij waren reeds erg druk met het opstellen van een nieuwe Woonvisie. De huidige Eindhovense prestatieafspraken hebben een zgn. ‘brainportambitie’. Er is afgesproken om de slechtst geïsoleerde huurwoningen in Eindhoven aan te pakken. Deze afspraak is verder niet uitgewerkt. Er zijn geen duidelijke doelen gesteld. De doelen worden niet gemonitord. De ambitie is niet gekwantificeerd. Er is geen referentie aan het convenant/Energieakkoord. Ook in de nieuwe Woonvisie komt het Energieakkoord niet ter sprake. Corporaties en wethouders (Yasin Torunoglu, Wonen en Wijken, en Mary-Ann Scheurs, Duurzaamheid en Milieu) zijn per brief gevraagd om alsnog een driepartijenoverleg te organiseren. Hier zijn geen antwoorden op gekomen.
42
6. Rondetafel ‘Energiebesparing in de huursector’ in Enschede Waar: Wanneer:
Wijkcentrum ’t Ni-je Terphoes, Noordhollandstraat 4, 7543WB, Enschede Donderdag 30 oktober 2014
Programma 1. Welkom door avondvoorzitter Michel Jehae, communicatieadviseur en debatleider 2. Toelichting door Robbert Willé, energieconsulent Woonbond - Ontwikkelingen landelijk beleid en praktijkvoorbeelden in Enschede 3. Toelichting door Marlous Goeman, Natuur en Milieu Overijssel - Situatie in Enschede, monitoring van afgelopen jaar en ambities voor komende jaren 4. Interview met Jeroen Hatenboer, wethouder wonen bij de gemeente Enschede 5. Ronde Tafel deel 1: vragen aan de woningcorporaties 6. Ronde Tafel deel 2: vragen aan de huurdersbelangenverenigingen 7. Interview met Henk Kieft van de Reimarkt 8. Ronde Tafel deel 3: vragen aan de gemeenteraadsleden 9. Conclusies
Deze avond wordt georganiseerd in het kader van het landelijke project Stook je Rijk en wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van BZK. Voor meer informatie kunt u kijken op: www.stookjerijk.nl. Kijk ook op www.bespaarenergiemetdewoonbond.nl 43
1. Welkom door Michel Jehae Michel Jehae is debatleider en communicatieadviseur en zal deze avond leiden als gespreksleider. Aan Natuur en Milieu Overijssel stelt hij een aantal vragen. - Waarom een avond als deze? Godelieve Wijffels (directeur Natuur en Milieu Overijssel, afkorting NMO) ligt toe dat NMO een stichting is die staat voor een mooi en duurzaam Overijssel. Dat gaat over het versnellen van duurzaamheid en daarom vindt NMO energiebesparing en opwekking van energie heel belangrijk. NMO vindt het belangrijk om met de partijen om tafel te zitten die daarmee te maken hebben, er valt namelijk veel te winnen op dat gebied. - In Zwolle gaf Michel Jehae al aan. Is NMO een soort datingbureau? Godelieve Wijffels reageert daarop met het antwoord dat het bij elkaar brengen van partijen heel belangrijk wordt gevonden door NMO. Ze merkt dat door het gesprek aan te gaan, duurzaamheid in gang blijft.
2. Presentatie Woonbond Robbert Willé, energieconsultent bij de Woonbond, bespreekt de landelijke ontwikkelingen in de sociale huursector. Specifiek voor Enschede geeft hij aan dat de gemeente vrij hoog scoort in het aandeel van huishoudens met een laag inkomen. Een andere belangrijke ontwikkeling is de toename van de woonquote (verhouding van woonlasten ten opzichte van inkomen), die harder stijgt dan de verwachting. De gehele presentatie van de woonbond over de landelijke ontwikkelingen is als apart toegevoegd.
3. Presentatie NMO Marlous Goeman, projectleider Energie en Duurzaamheid bij Natuur en Milieu Overijssel bespreekt de prestatieafspraken in Enschede en de benchmark tussen de drie Enschedese woningcorporaties. Conclusies zijn dat de corporaties de woningvoorraad uitstekend in kaart weten te brengen, maar niet ieder de voortgang van de energieprestaties altijd inzichtelijk heeft. Daarnaast vindt er een intensieve samenwerking plaats met de gemeente, waarin er veel aandacht is voor individuele doelstellingen binnen de samenwerkingsafspraken. Wat echter ontbreekt bij de samenwerkingsafspraken is de link naar het energieakkoord, en dat de huurders betrokken worden en inspraak hebben bij het formuleren van de afspraken. Wat betreft de gezamenlijke afspraken liggen de corporaties op schema, maar willen ze voldoen aan het energieakkoord dan moet er hier en daar harder aan getrokken worden. De gemeente zelf ligt achter op de ambities die zij hebben. De vraag is hoe zich dat de komende tijd ontwikkeld. De presentatie van NMO is apart toegevoegd.
4. Interview Jeroen Hatenboer – wethouder wonen - Hoe komt het dat de gemeente niet voldoet aan de ambities die zij zichzelf gesteld heeft? Wethouder: Vanuit ons is het van belang dat er een grote verandering plaats gaat vinden. We kwamen tot de conclusie dat ons ambitieniveau te hoog lag, vanwege grote veranderingen die plaatsvonden van 2010 tot 2012. Ik denk dat de corporaties scherp in beeld hebben wat de opdracht
44
is, daar maak ik me niet zo zorgen over. Ik zou er graag een slag bij willen. De oplossing zit in de koppeling van huurders en eigenaren. - Gaan de nieuwe doelstellingen nog afgestemd worden op het landelijk akkoord? Wethouder: Het gaat om de prijs, kwaliteit en comfort. Wat verandert het aansluiten bij het landelijk akkoord? We zijn hard aan het werk en het zal de samenwerking niet bevorderen. Ik denk dat er nog een hele slag te maken valt en dat vind ik een gezamenlijke opgave. - In hoeverre kunnen huurders meer betrokken worden? Wethouder: Wij hebben juist veel partijen betrokken bij de woonvisie. Het is de verantwoordelijkheid van de corporaties om de huurders erbij te betrekken. Domijn: Corporaties kunnen een goede stimulans zijn om ook particulieren te betrekken. Wethouder: Er moet een garantie komen: als ik dit van het schap pak, levert mij dat die besparing op.
5. Rondetafel woningcorporaties - Hoe pakt Domijn de verduurzaming aan? Domijn: Wij hebben een redelijk helder beleid met duurzaamheid. Voor ons is het een hele bewuste afweging, wat doen we wel en wat niet. We laten het aan de bewoner over of ze een duurzaamheidsmaatregel wel of niet willen - In hoeverre speelt de leeftijd van de woning een rol bij Domijn? Domijn: nee, geen rol. - In hoeverre speelt de verhuurdersheffing een rol bij Domijn? Domijn: Nee, onzin. De stip op de horizon die blijft. Ons investeringsbedrag blijft staan. Tegenslagen hebben alleen invloed op het tempo. Het beleid is om veel aandacht te hebben voor de bestaande voorraad. Dat geld voor alle corporaties en de gemeente. -
Wat maakt het dat Domijn het nu minder heeft gedaan terwijl de voorraad goed is? De verbetering van de energieindex bedraagt 0.02. Het landelijk gemiddelde bedraagt 0.04 . Domijn: Domijn heeft in het verleden veel geïnvesteerd. Het laaghangende fruit is weg. We laten het ook aan huurders over of ze een duurzaamheidsmaatregel willen of niet. -
Wat is de reden van het stellen van een ondergrens door Ons Huis? Ons Huis heeft als doelstelling minimaal energielabel C in 2020. Ons Huis: We komen gemiddeld wel op B uit in 2020, maar we vinden een ondergrens belangrijk. - Heeft u iets aan het fonds van de provincie? Ons Huis: De lening is ingewikkeld door de bureaucratie er omheen. Voor corporaties vraag ik me af of het wel werkt. Domijn: Het scheelt maar 1% met de marktrente, maar je hebt wel een hoop bureaucratie. Het heeft wel een stimulerende werking gehad, omdat we er veel over gepraat hebben. - In hoeverre speelt huurder een rol in het verder brengen van duurzaamheid? Domijn: de huurder speelt een enorme rol met de mond op mond reclame. 45
Ons Huis: We hebben wel intensief overleg. Je hoort dan wel wat de wensen zijn. Het hoeft niet alleen vanuit ons te komen. - Heeft u last van dat u op voorhand niet vertrouwd wordt? Domijn: Jazeker, daar lopen we tegen aan. In het systeem zitten een aantal variabelen die moeilijk zijn. Bijvoorbeeld dat er rekening wordt gehouden met een stijging van de energieprijzen. Dat maakt het lastig. We willen verder kijken naar een garantieregeling. Ik denk dat het animo daarmee veel groter wordt. Bovendien moet de huurder nu wel voorfinancieren. Zouden we niet naar een systeem kunnen: o Wij doen een investering en die kan levenslang mee. o De huurverhoging kan weer worden verlaagd als de investering is terug verdiend? - Het is een driepartijenoverleg. Wat zou de gemeenteraad kunnen betekenen in dit proces? Wethouder: De woonvisie was een opdracht van de gemeenteraad. Domijn: Als gemeenteraad moet je kaders stellen en dan loslaten en overlaten aan de wethouder.
6. Rondetafel huurdersbelangenvereniging - Wordt u voldoende betrokken? Stichting Klantenraad De Wönners: Jazeker, we worden om advies gevraagd. - Heeft u nog wensen? Stichting Klantenraad De Wönners: Het gaat helemaal goed. Huurdersvereniging Bewonersrijk: Het gaat ook helemaal goed. Het zou wel fijn zijn als de huurverhoging niet elk jaar zover omhoog gaat. Stichting Klantenraad De Wönners: Je hoort dat mensen wel steeds meer in de problemen komen. Huurdersvereniging Bewonersrijk: voorstel is elk jaar 2%. Dat hebben we nog niet besproken. Stichting Klantenraad De Wönners: Natuurlijk doe je een voorstel, maar je hebt wel begrip voor de situatie. Wij hebben wel wensen voor zonnepanelen, en we zijn geïnteresseerd in het omlaag krijgen van de woonlasten. De corporatie doet hun best naar vermogen. Je moet daarin wel reëel blijven. 7. Interview met Henk Kieft - Reimarkt - Wat is de Reimarkt? Reimarkt: Reimarkt is een duurzaamheidswinkel in Enschede. Wij bieden duurzaamheidspakketten aan. - Zijn er veel mensen die u weten te vinden? Reimarkt: We hebben nu 5.000 mensen op de website gehad, 300 mensen gesproken, met 40 woningen zijn we bezig van advies naar uitvoering en 15 woningen hebben we al verduurzaamd. In het eerste jaar willen we 600 woningen echt renoveren. Wat wij bijzonder vinden is om met de huurder te kijken, ik woon daar en wat levert dat op? We kijken echt naar de waarde van de woning. Wij kunnen aangeven wat voor besparing het oplevert. Het gaat ook over comfort. Domijn: Bij Reimarkt gaat het om een breed vlak van duurzaamheid. Ook over hoe lang mensen blijven wonen.
46
- Bereikt u iedereen? We hebben een winkel midden in het centrum, maar we bereiken zeker niet iedereen. In de wijken hebben we ook wel eens een pop-up store rondom renovaties, dat is dan een voorbeeld woning. - Bereik je ook de ondergrens? Zeker niet. Maar de stapelbaarheid van pakketten is belangrijk. - Hoe denkt u mensen met hoge woonlasten - lage inkomens, te verleiden? Wij gaan daar natuurlijk voor. Wij zijn met de gemeente aan het kijken of we een oplossing voor slimme financieringsconstructies kunnen vinden. 8. Rondetafel raadsleden - Waar ziet u de belangrijkste toegevoegde waarde? Agnes Haveman (D66): Meer de faciliterende en samenwerkende rol om verschillende partijen samen te brengen. We hebben verschillende werkgroepen en gaan een heel traject aan om de doelstellingen te formuleren en daar uitvoering aan te geven. Rudy Kleine (PvdA): Dat je tot een bepaalde doelstelling komt. Ik ben het ermee eens dat we corporaties niet voor de voeten moeten lopen, maar elkaar aan de doelstelling moeten houden. Ik heb wel interesse in om jaarlijks te horen hoe het gaat en waar men tegenaan loopt. - Is er voor jullie een rol om de huurders meer te betrekken? Agnes Haveman (D66): Het is niet dat wij een controlerende functie hebben. Wij vertrouwen de corporaties daarin. Rudy Kleine (PvdA): Er is wel te weinig aandacht bij de corporaties voor gebruikersgedrag. Hoe kan je dat op lange termijn faciliteren.
9. Conclusies: - Wat neem je mee naar huis Godelieve Wijffels? Godelieve Wijffels: Ik vind het bijzonder dat de stip op de horizon er wel is, maar let er wel op dat de afstand niet blijft. Ik vind het heel mooi dat er in de Reimarkt een combinatie van huurders en eigenaren is. Ten derde vind ik het gedrag ook heel belangrijk. Maak daar werk van. - En volgend jaar? Godelieve Wijffels: Wij gaan er graag mee door, maar het moet wel zinvol zijn. Domijn: Help ons om de innovatieslag te maken.
47
7. Verslag Stook je Rijk Haarlem Energiebesparing in de Haarlemse huursector 30 september 2014 Avondvoorzitter Michel Jehae heet alle gasten welkom. Hij licht het landelijk project Stookjerijk toe, geeft een overzicht van het programma en heeft een inleidend gesprek met Juriaan Jansen. Juriaan geeft daarbij het belang van energiebesparing in de Haarlemse huursector aan. Woonlasten behapbaar houden Robbert Willé van de woonbond neemt de aftrap en geeft een presentatie over de positie van de huurder en de woonlasten. (zie power point in bijlage). Robbert geeft aan dat woonlasten voor huurders behapbaar dienen te worden gehouden. Ook vanwege opkomende armoede. De verhuurdersheffing zet een rem op de investeringen van corporaties. De verhuurdersheffing betekent het afdragen van twee maanden huur aan de landelijke overheid. De energieprijzen stagneren nu. Echter zij zullen stijgen bij het aantrekken van de economie. De huurquote neemt toe. Dat wil zeggen dat de huurder steeds meer gaat betalen voor huur en energierekening. De betaalbaarheid van huurwoningen komt verder onder druk te staan. Hij draagt diverse oplossingen aan (zie de powerpoint presentatie). Hij noemt daarbij goede en meetbare prestatieafspraken. Verder geeft hij aan dat energiezuinig gedrag ook bijdraagt aan lagere woonlasten (vergelijk het rijgedrag in een energiezuinige auto). Ton van der Voort (Bewonerskern Pré wonen) geeft aan dat de huren dit jaar met 40 euro (ca 4%) zijn gestegen. Dit is voor veel huurders een probleem. Veel corporaties nemen slechts een deel van de investering voor hun rekening. Hans Bueno de Mesquita (gemeente Haarlem) geeft aan dat de daling van de energierekening 10 euro per labelstap bedraagt. Rob van Wageningen (Pré Wonen) geeft aan dat monitoring op meterstanden belangrijk is om de echte winst voor de woonlasten te bepalen. Door een huurder wordt aangegeven dat energielabels niet altijd kloppen. Sandra Roozen (Pré Wonen) geeft aan dat de betrouwbaarheid van energielabels toe neemt. Zij stelt dat et op korte termijn goed komt. Doelen Energieakkoord worden niet gehaald Daarna volgt de presentatie van Juriaan Jansen van de Milieufederatie (zie power point in bijlage). Uit zijn analyse van de Shaere gegevens en het Haarlemse beleid blijkt dat er wel veel aandacht is voor de Haarlemse burger, maar dat de doelen om gemiddeld label B te halen in 2020 met de huidige snelheid door de woningcorporaties niet worden bereikt. De gemiddelde energetische kwaliteit van de Haarlemse huursector ligt nu op een energieindex van 1.90. De doelstelling voor 2020 is 1.25. Met de verbetering van 0.03 van dit jaar wordt in de komende zeven jaar ca 0.20 aan verbetering gehaald. Dan is de energetische kwaliteit 1.70 in 2020. De ambitie van de gemeente is energielabel C in 2018 en energielabel B+ in 2030. Dat strookt niet met het Energieakkoord. Reactie wethouder Mevrouw Cora-Yfke Sikkema, de Wethouder Milieu van de gemeente wordt door Michel Jehae om een reactie gevraagd. Zij geeft aan dat ze twijfelt aan de juistheid van de gegevens. Ze verdedigt dat de gemeente juist veel onderneemt richting de Haarlemse burgers en deze aanzet tot 48
energiebesparing. De Haarlemse methode wordt vaak als voorbeeld gebruikt door verschillende gemeentes in het hele land. Hans Bueno de Mesquita van de gemeente Haarlem is het met de wethouder eens. Met Blok voor Blok (Watt voor Watt) worden goede resultaten geboekt. Het betreft daarbij om energiebesparing bij particuliere woningeigenaren. Het blijkt ontzettend moeilijk om sneller stappen te zetten. Vanwege de ouderdom van het woningbestand (veel vooroorlogs) en de lastige financiering. In 2015 zal een uitrol volgens een routekaart plaatsvinden. Cora-Yfke Sikkema geeft aan dat Haarlem nog een flinke weg heeft af te leggen. In 2030 wil Haarlem klimaatneutraal zijn. Opschaling moet plaatsvinden door de lessons learned toe te passen en stevigere afspraken met corporaties te maken. De gemeente zal de corporaties meer op de huid zitten. Er is een regulier overleg met de corporaties. Ook is er een actieprogramma. Gemeente Haarlem gaat zeker voor de ambitie van klimaatneutraal die is gesteld voor 2030. Onderwerpen als leefbaarheid en een gezonde woning (minder vochtig) zijn voor de wethouder ook belangrijk, naast energiebesparing. Van belang is te focussen op enkele doelen. Aanpak Pré Wonen Daarna komen de woningbouwcorporaties aan het woord. Ook Sandra Roozen van Pré wonen (manager strategie en communicatie) herkent zich niet in de gepresenteerde Haarlemse stand van zaken. De afspraken van Aedes met het Rijk en de woonbond om naar label B te werken is gekoppeld aan een subsidie. De corporaties dienen deze subsidie voor te financieren. Het betreft de Stimuleringsregeling Energieprestatie huursector (STEP). Het gaat om 395 miljoen euro. De ca 400 miljoen euro (voor 2.4 miljoen huurwoningen) betekent omgerekend 150 euro per huurwoning. Deze subsidie wordt pas in 2018-2019 uitbetaald. Vanaf dat moment gaat de woningbouwcorporatie in de versnelling, aldus Sandra Roozen. Sandra merkt op dat veel van de woningen in Haarlem relatief oud zijn. Er is een groot bestand dat tussen tussen na-oorlogs en de jaren 80 is gebouwd en dat deze woningen in aanmerking komen voor hoog-niveau renovatie of sloop – herbouw. Het zou zonde van de investering zijn om nu maatregelen te nemen en over enkele jaren deze woningen opnieuw te moeten aanpakken. Er wordt daarom nu niets gedaan. Woningbestand gemeente Haarlem: vooroorlogs 49% tussen na-oorlogs en 80 29% Na 80 22% Bron: Cocensus, ABF + gemeente Haarlem
Aanpak Rosehaghe Maarten Nelissen van woningbouwvereniging Rosehaghe geeft aan dat het woningbouwcomplex een aparte status heeft. Het is Rijksmonument. De woningcorporatie bestaat uit een klein aantal woningen (140 in aantal) uit hetzelfde bouwjaar. De woningen zijn in 1921 gebouwd en zijn daardoor lastig te isoleren zonder overlast voor bewoners. Alle maatregelen die aan de buitenkant gedaan kunnen worden, worden uitgevoerd. Maatregelen die aan de binnenkant gedaan moeten worden en veel overlast veroorzaken, worden gedaan wanneer een huurder wisselt (bij mutatie). Maarten vindt de aanpak een voorbeeld voor grote corporaties. Rosehaghe heeft korte lijnen. De eerste prioriteit is dakisolatie (energiebesparing van 20%). Zonnepanelen is een volgende stap. Uit de zaal benadrukt de Huizendokter dat de woningen geen spouw hebben en daardoor voor bewoners veel overlast veroorzaken. Isoleren kan alleen met voorzetwanden. Huib Zeevenhooven (Rosehaghe) benadrukt dat het isoleren van de buitenkant ook betekent dat er dakisolatie wordt aangebracht zonder huurverhoging. De investering en afschrijvingstermijn wordt naar voren gehaald. Hiermee levert de vereniging een gigantische inspanning voor het verduurzamen 49
van de woningen die ook in euro’s wordt uitgedrukt. Een dergelijke inspanning is mogelijk doordat er geld wordt geleend. Corporatie Rosenhage vindt dat er aandacht dient te zijn voor regelgeving voor monumentale panden. Verhuurdersheffing Sandra Roozen vindt het onhandig dat de verhuurdersheffing niet afhankelijk is van de energielasten. Huib meldt dat de verhuurdersheffing gebaseerd is op de WOZ-waarde en dat de gemeente daar een stem in heeft. Zij zouden het energielabel moeten meewegen in de vaststelling van de waarde en daarmee invloed uit oefenen op de OZB en de verhuurdersheffing. Deze vraag wordt geparkeerd voor de politieke partijen. Betrekken van huurders Rosehaghe is zo klein dat de bewoners altijd bij de besluitvorming worden betrokken. Ook krijgen ze advies over hun gedrag. Dat moet ook wel in dergelijke oude woningen. Het betrekken van de huurders bij Pré wonen is afhankelijk van het project en de impact die het heeft op de zittende huurder. Dennis Hoof, de onderhoudsdeskundige van Pré wonen beaamt dit. Een hoog niveau renovatie die leidt tot nieuwbouwkwaliteit, heeft een ander prijskaartje dan regulier onderhoud. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de huurder ook meer moet betalen. Pré wonen heeft 1 miljoen euro gelabeld voor renovatieverbeteringen. Daarbij wordt geen huurverhoging doorberekend. Dit is niet afhankelijk van de verhuurdersheffing. De 1 miljoen wordt gefinancierd uit de generieke verhoging van de huren. De 1 miljoen worden ingezet voor met name spouwisolatie; dak- en vloerisolatie blijven moeilijk. Te weinig aandacht voor isolatie volgens huurders Na de woningbouwcorporaties nemen de huurders aan de rondetafel plaats. Jan Wagner van het Slauerhofcomplex en Peter van der Beek van de bewonerskern Pré wonen doen het woord. Peter vind dat er wel wordt geluisterd naar de bewoners, maar dat er niet altijd wordt gehandeld naar de vragen van de bewoners. Er wordt bijvoorbeeld wel aandacht besteed aan de installaties in de woningen maar te weinig aan de isolatie. Jan Wagner brengt het stelliger. Hij vind dat bewoners geen zeggenschap hebben. Er wordt niet graag geluisterd. Ook maatregelen die maar weinig kosten, kunnen al veel effect hebben. Wanneer dergelijke tips worden gegeven, wordt daar geen gehoor aan gegeven. Jan gebruikt als voorbeeld het inregelen van de lage temperatuurverwarming die nu in de winter én in de zomer gas verbruikt. Door deze beter in te regelen kan het gasverbruik voor de winter aanzienlijk omlaag. Invloed huurders te beperkt Peter is het eens met de stelling dat er niet moet worden geïnvesteerd in woningen die op termijn gesloopt moeten worden. Maar hij mist wel de communicatie naar de bewoners en de berekeningen achter deze besluiten. Jan vult aan dat het initiatief bij het management onvoldoende gebaseerd wordt op de signalen die de huurders afgeven, voor zover het energiebesparing betreft. Peter is het hier mee eens. Er wordt teveel door het management van hogerhand op zichzelf gedaan. De kosten worden vervolgens wel doorberekend in de huurverhoging. De invloed die de huurder heeft, is te beperkt. Er wordt wel geluisterd en gepraat, maar te weinig gedaan. Dennis Hoof van Pré wonen breekt in met de vraag of de huurders dan ook ideeën hebben hoe het wel moet en welke maatregelen Pré wonen moet nemen. Jan haalt opnieuw het voorbeeld van het gasverbruik in zijn flat aan. Peter noemt het initiatief van de bewoners in de Drielandenhoek in Schalkwijk waar een proef met zonnepanelen wordt uitgevoerd. In overeenstemming besluiten de bewoners dat er meer simpele maatregels (het laaghangende fruit) in veel van de woningen waar nu niets wordt gedaan , genomen kunnen worden.
50
Corporaties als spaarpot Dan schuift de politiek aan de tafel bij Michel. Anne Feite van de SP vindt het geen verrassing dat Haarlem achterloopt bij de energieambities. Den Haag is een spaarpot aan het aanleggen en klopt de woningbouwcorporaties leeg. De gemeente Haarlem probeert nu de bewoners te verleiden. Maar deze hebben ook de middelen niet om stappen te maken. Hij ziet dat de corporaties nu verplicht worden tot het maken van een soort sociaal plan en de risico’s moeten nemen om de klimaatambities te redden. Ron Dreyer van het CDA vindt dat de gepresenteerde cijfers duidelijk zijn. Hij vindt dat de regeldruk moet afnemen. Sloop en nieuwbouw wordt nu vertraagd door alle regels. Ook twijfelt Ron aan de productiviteit en kosteneffectiviteit van allerlei initiatieven. Als voorbeeld noemt Ron zonnepanelen gericht op het westen die in de nabijheid liggen van hoge bomen en spouwmuurisolatie in de kleine stukjes muur tussen grote ramen. Hij benadrukt dat het telkens weer maatwerk is. Mogelijk kunnen de media worden ingezet bij het oplossen van deze problematiek. Femke de Leeuw van de Ouderenpartij vindt het geen goede zaak dat het aantal goedkope huurwoningen steeds verder afneemt. Wanneer er maatregelen worden genomen door de woningbouwcorporaties, worden er huurverhogingen doorberekend. Slechte woningen worden verkocht. Alleen woningen die de nominatie “sloop” hebben, zijn betaalbaar voor de smalle beurs. Er ontstaat in de stad een groep “sloopnomaden” Anne Feite is het hier mee eens. Corporaties bouwen huurwoningen in het hogere huursegment omdat ze meer geld nodig hebben. Duurzaamheid wordt geïnvesteerd in de duurdere woningen . Duurzaam en sociaal gaan in Haarlem blijkbaar niet samen. Femke doet er nog een schepje bovenop en merkt op dat de afspraak is om 30% sociaal te bouwen in de stad. Daar wordt, wanneer we naar de woonlasten kijken, dus helemaal niet aan voldaan. Ron vraagt zich af waarom dergelijke afspraken worden gemaakt als de gemeente en de woningbouwcorporaties zich niet aan deze afspraken houden. De gemeenteraad kan hier niet veel aan doen. De huurders in de zaal geven duidelijk aan dat de gemeente(raad) de corporaties op hun verantwoordelijkheid moeten wijzen. De corporaties moeten worden aangesproken. Ook via het Lokaal Akkoord Haarlem. Onder meer Ymere (met het meest energieonzuinige bezit en bijna 8.000 huurwoningen). Zo is bij de huurvoorraad van Ymere in Haarlem het percentage dakisolatie ca de helft van het landelijke percentage. Femke vindt het de rol van de bestuurders om deze afspraken te bewaken. Sandra van Pré wonen stelt een generieke huurverhoging en een generieke OZB verhoging voor aan de gemeente. Deze worden vervolgens gedifferentieerd afhankelijk van het energielabel. De huizendokter ziet een rol voor de gemeente weggelegd in het aanjagen van de bewoners om maatregelen te nemen. En dat is precies wat de wethouder ook voor ogen had.
Rondetafel voorzetten Michel Jehae vraagt Juriaan Jansen om zijn visie over de bijeenkomst. Juriaan geeft aan dat hij het een goed discussie vond. Het vonkte en spetterde. Vanwege de ernst van de discussiepunten vindt hij het belangrijk dat ook volgend jaar een rondetafel plaatsvindt. De deelnemers zijn het hier mee eens.
51
Bijlage: overzicht huidige energetische kwaliteit huurvoorraad Haarlemse corporaties en energieprestaties 2013 Tabel: Huidige energetische kwaliteit huurvoorraad Haarlemse corporaties en energieprestaties 2013
Pré Wonen Elan Wonen Ymere Rosehaghe Gemiddeld voor Haarlem landelijk Noodzakelijk voor Energieakkoord 2020
Energetische kwaliteit eind 2013 1.72 (label D) 1.99 (label D) 2.21 (label E) 1.90 1.69
Verbetering energieindex in 2013 0.03 Neemt vanaf 2013 deel aan Shaere 0.03 0.03 (excl Elan Wonen) 0.04 0.06
Aantal huurwoningen 13.450 4.210 7.850 140 25.650
8. Verslag Rondetafel Helmondse huurders, corporaties en raad Samen verder met energiebesparing in de Helmondse huursector Woensdag 29 oktober, 19.00 uur zaal open, 19.30 uur start Gemeentehuis Helmond, Raadszaal, Boscotondo
Programma Rondetafel Helmond 29 oktober 2014 19.00u Inloop 19.30u Opening door avondvoorzitter en Ilse Hoenderdos 19.40u Korte presentatie Woonbond over woonlasten, energiearmoede en risicowijken door Robbert Willé. 19.50u Presentatie Helmondse corporaties 2014 door Ilse Hoenderdos , Brabantse Milieufederatie. 20.00u Interview met wethouder Stienen en wethouder Smeulders 20.15u Pauze 20.40u Drie Rondetafelgesprekken a. Corporaties b. gemeente en raadsleden c. Helmondse huurdersvertegenwoordiging en Woonbond 21.30u Afsluiting
Debatleider Michel Jehae heet iedereen welkom. Hij licht het avondprogramma toe. Eerst enkele presentaties en na de pauze drie rondetafels met corporaties, raadsleden en huurdersverenigingen. Presentatie Robbert Willé, Woonbond: Woonlasten behapbaar houden
52
Robbert Willé van de woonbond neemt de aftrap en geeft een presentatie over de positie van de huurder en de woonlasten. Robbert geeft aan dat woonlasten voor huurders behapbaar dienen te worden gehouden. Ook vanwege opkomende armoede. De verhuurdersheffing zet een rem op de investeringen van corporaties. De verhuurdersheffing betekent het afdragen van twee maanden huur aan de landelijke overheid. De energieprijzen stagneren nu. Echter zij zullen stijgen bij het aantrekken van de economie. De huurquote neemt toe. Dat wil zeggen dat de huurder steeds meer gaat betalen voor huur en energierekening. De betaalbaarheid van huurwoningen komt verder onder druk te staan. Hij draagt diverse oplossingen aan (zie de powerpoint presentatie). Hij noemt daarbij goede en meetbare prestatieafspraken. Verder geeft hij aan dat energiezuinig gedrag ook bijdraagt aan lagere woonlasten (vergelijk het rijgedrag in een energiezuinige auto). Presentatie Ilse Hoenderdos, Brabantse Milieufederatie: stand van zaken in Helmond Middels het Convenant Energiebesparing Huursector 2012-2020 van juni 2012 heeft Aedes namens de leden afspraken met de overheid en de Woonbond gemaakt voor energiebesparing in de bestaande voorraad. Aedes en de Woonbond beogen in 2020 ten minste een gemiddelde energieindex van 1,25 (gemiddeld energielabel B) te bereiken voor de totale huurwoningenvoorraad van de corporaties. Dat komt overeen met een besparing op het gebouwgebonden energieverbruik van bestaande corporatiewoningen van 33% in de periode 2008 tot en met 2020. Deze ambitie betreft het gebouw- en installatiegebonden energieverbruik voor met name ruimteverwarming, warm tapwater en ventilatie. Prestatieafspraken De prestatieafspraken in Helmond tussen de woningbouwcorporaties en de gemeente zetten in op een lager doel dan landelijk is afgesproken. De prestatieafspraken 2012-2015 Helmond, (januari 2013) stelt: ‘In de periode tot 2022 zullen alle woningen binnen de woningvoorraad van de woningcorporaties gemiddeld over een C-label beschikken. In projecten waarbij energiebesparende maatregelen wordt genomen zullen huurders voorlichting krijgen over energiebesparing.’ Per november 2013 is een actualisatie geweest en is de ambitie gewijzigd in: ‘Voor zover mogelijk wordt invulling gegeven aan energiebesparende maatregelen, waarbij het streven is gericht om alle woningen binnen de woningvoorraad op termijn over een C-label te laten beschikken.’ In de overkoepelende Woonvisie 2010-2020 (september 2012) werd gesteld: ‘Inzet op duurzaamheid binnen de woningbouw blijft van groot belang. Met de woningcorporaties worden afspraken gemaakt over energiereductie in de bestaande woningvoorraad, waarbij de doelstelling is gemiddeld een C label te behalen.’ Stand van zaken energieindex Landelijk daalde de energieindex in 2013 van 1,73 naar 1,69, ofwel een gunstig energielabel D. In Helmond wordt de gemiddelde energieindex in 2013 geschat op hoge c, ongeveer 1,59. Verschil met 2012: 0,04. Het is een schatting, want de exacte label cijfers van Volksbelang waren niet bekend, maar de cijfers van Compaen zijn wel meegenomen (bron: openbare rapporten).
53
Hieruit kan geconcludeerd worden dat de huidige doelstelling van Helmond gehaald wordt, maar de landelijke doelstelling wordt niet gehaald. Stand van zaken bij de woningbouwcorporaties Ter voorbereiding op deze bijeenkomst is gesproken met de vier woningbouwcorporaties om een beeld te krijgen van hun organisatie en hun beleid op energiebesparing. Hiervoor is gebruik gemaakt van de gegevens van de SHAERE rapportage. Alleen Volksbelang heeft deze rapportage niet en heeft de cijfers minder duidelijk kunnen laten zien. Het verschil tussen de woningbouwcorporaties is groot. Bij Bergopwaarts (0.07) en Woonpartners (0.05) is de verbetering van de energie-index in 2013 beter dan het landelijk gemiddelde van 0.04. Wocom (0.02) ligt onder het landelijk gemiddelde. Bij Bergopwaarts is de voortgang (0.07) beter dan het tempo dat gemiddeld noodzakelijk is om de landelijke doelstelling van het Energieakkoord (gemiddeld energieindex 1.25) in 2020 te halen. De verbetering van de energie-index wordt bij Bergopwaarts en Woonpartners voor een groot deel bereikt door het vervangen van oude verwarmingsketels door energiezuinige ketels, respectievelijk 5.8% en 6.9% versus 2.4% landelijk. Isolatiemaatregelen worden duidelijk minder toegepast. Het percentage isolatiemaatregelen ligt een factor 3 tot 7 onder het landelijke percentage; o.2% en 0.4% versus 1.4% landelijk. Overleg tussen de partijen Uit de voorgesprekken met de woningbouwcorporaties en de huurders ontstond het beeld dat er een goede gespreksrelatie is tussen de partijen. De huurders worden betrokken bij het beleid van de woningbouwcorporaties. Er is regulier overleg tussen de corporaties en de huurders. Er bestaat in Helmond geen regulier drie partijen overleg, zoals in het convenant opgenomen. In het verleden is er wel een platform van huurders geweest, maar deze bestaat niet meer. De huurders belangenorganisaties worden gefaciliteerd in een ruimte en materiaal om als vereniging te kunnen bestaan. De relatie is over het algemeen goed, maar de huurders geven aan graag meer betrokken te worden bij energiebeleid en planning van de corporaties. Aanbevelingen De monitoring van de gestelde ambities en convenant afspraken kan beter en transparanter door de woningbouwcorporaties en gemeente. Meer transparantie over de realisatie van deze afspraken bijvoorbeeld door gebruik te maken van de SHAERE rapportage jaarlijks. Het thema Duurzame Energie staat wel in de wensenlijstjes, maar concrete stappen zijn niet benoemd.
54
Gedragsverandering en bewustwording kan potentieel 20% energiebesparing opleveren. Dit thema is wel benoemd in de prestatie-afspraken en na een aantal pilots is er geen duidelijke beeld over de te volgen weg. Interview met wethouder Stienen en wethouder Smeulders De wethouders voor wonen en duurzaamheid zijn vanavond aanwezig. Naar aanleiding van de presentatie van Ilse Hoenderdos is de vraag waarom de doelstelling is verlaagd? De reden hiervoor is te vinden in het kabinetsbeleid. In Helmond geloven ze in een realistische doelstelling van label c. Als de cijfers kloppen en als het mogelijk is dan zouden we er in Helmond best een schepje boven op kunnen doen. De prestatie afspraken gelden tot en met 2015 en door de verhuurdersheffing is het lastig om te investeren in energie besparende maatregelen. Sinds mei 2014 is er een nieuw college en de doelstelling om in 2035-2045 klimaatneutraal te zijn willen we concreter invullen door een versnellingsagenda op te stellen. Hierdoor willen we op een aantal punten sneller gaan en dit ook smane oppakken. De beginfase waar in we nu zitten, levert inspiratie op om te versnellen en deze bijeenkomst levert daar ook een bijdrage aan. Als label in 2020 haalbaar zou zijn dan gaan we kijken met de woningbouwcorporaties hoe we dit gezamenlijk kunnen realiseren. Energielabels zijn belangrijk, maar het gaat hier ook over leefbaarheid en gedrag. Helmond doet als een van de 10 steden in Nederland mee aan de Energy Battle van het Klimaatverbond om energie te besparen. Op het thema transparantie lijkt het geen probleem om bepaalde cijfers openbaar te maken. Daarnaast zou meer samenwerking zoals eerst tijdens het platform aanwezig was wel een toegevoegde waarde zijn. Deze extra structuur en overleg wordt door de gemeente gemist. De raadsleden zouden meer druk op het dossier kunnen zetten. En samen met de versnellingsagenda duurzaamheid kan er gezamenlijk gewerkt worden onze doelstellingen. a. Rondetafel met Corporaties Woningbouwvereniging Beropwaarts (BOW): Heer Box, Vastgoedadviseur. Bergopwaarts doet het goed op het gebied van de energieindex verbetering. Hoe komt dat? In Helmond bouwt BOW veel nieuwbouw met goed label. Daarnaast worden labels F&G verkocht, omdat deze onwenselijk zijn in onze voorraad. Er komt wel een spouwmuurisolatie pakket aan voor de huurders zonder huurverhoging, omdat dat belangrijk is. Stichting Woonpartners: Heer Huppertz, Sectormanager Klant & Vastgoed. De voorraad bestaat uit veel oude F&G woningen waarvan de leeftijd hoog is. Een aantal complexen zitten in de heroverweging om renoveren of te slopen. De woningen in het goedkope segment worden nu vaker behouden en gerenoveerd. De verhuurdersheffing maakt het lastig, maar er wordt gezocht naar een oplossing om van gemiddeld label c naar gemiddeld label b te gaan. De overwegingen worden per project bekeken. Op
55
dit moment wordt er financieel gerekend en in de loop van 2015 zou er meer duidelijkheid moeten komen. Stichting WoCom: Heer van Rixtel, directeur Vastgoed. De voorraad bestaat al uit gemiddeld label c, waardoor er minder grote stappen gezet kunnen worden omdat het minder rendabel is om te verbeteren. WoCom streeft er naar om de doelstelling van Aedes te halen en is optimistisch. Woningbouwvereniging Volksbelang: Heer Van de Kerkhof, vastgoed beheer. Ook Volksbelang heeft een oude voorraad met veel F&G labels. De meeste van deze labels bevinden zich in de Leonardusbuurt. Deze buurt wordt als geheel geherstructureerd. In 2022 zal er nog 4% E,F,G labels in de voorraad aanwezig zijn. De lange termijn planning wijst uit dat het lastig wordt om gemiddeld label b in 2022 te halen, waarschijnlijk wordt het net niet gehaald. De rol van de raadsleden zien de corporaties met name in het hoger op de agenda krijgen van het onderwerp en het bespreekbaar maken. Ook zouden de corporaties best een keer per jaar een toelichting willen geven op de stand van zaken. De huurders worden betrokken bij de plannen en geïnformeerd over bepaalde zaken. Het kan altijd beter, maar wordt wel als positief ervaren. Volksbelang vroeg zich af waar behoefte aan is bij de huurders en vermoed dat de bewustwording laag is op het onderwerp energie. Afgevraagd wordt of de huurders onbekend zijn met de voordelen van energie besparing. De aanpak van 1-op-1 gesprek heeft Volksbelang de beste ervaring mee om de medewerking van de huurders te krijgen. b. Rondetafel Raadsleden Raadslid Mevr. van den Waardenburg, van de D66, heeft in januari 2014 tijdens de commissie vergadering over de prestatie afspraken een oproep gedaan om de ambitie niet bij te stellen na de korte periode dat de afspraken er lagen. Het wordt als jammer ervaren dat binnen een jaar de doelstelling al weer is aangepast. Verder komt raadslid Waardenburg de corporaties niet zo vaak tegen voor overleg en het zou goed zijn om meer geïnformeerd te worden over de voortgang. Ook bewustwording is een belangrijk thema, maar het lijkt een langzaam proces, maar daar moeten we allemaal aan bijdragen. Een jaarlijkse presentatie over het beleid en de vooruitgang van de corporaties zou meer tot de verbeelding spreken dan een rapport. Raadslid Mevr. Van der Pijl, van de PvdA ziet de rol van de raad als aanjaagwiel en het hameren op de prestatieafspraken. Het toezicht houden op de corporaties en het agenderen van het onderwerp en publiciteit genereren voor energie besparing in de huursector. Regelmatiger met elkaar in gesprek gaan en cijfers aanleveren om een gesprek over te voeren. PvdA bemiddelt soms tussen huurders en verhuurder. Raadslid Dhr. Verbakel, van de SP, het wantrouwen tegen over de verhuurders is een probleem. Huurders hebben het eerder financieel moeilijk. De corporaties zijn niet meer de natuurlijke bondgenoot. Er is een breder probleem ten aanzien van woonlasten. Als de corporatie komt met een geloofwaardig verhaal dan is een lichte huurverhoging wel mogelijk is voor energie verbeteringen. De verhuurdersheffing en de optelsom van alle maatregelen zijn niet florissant voor de huurders. In het verleden was er intensiever overleg tussen de SP en de corporaties. De begroting wordt voorbereid en de volkshuisvesting is daarin een lastig onderwerp.
56
Raadslid Dhr. Mol, Senioren 2013 (afgemeld) Raadslid Dhr. Van der Burgt, VVD (afwezig) c. Rondetafel Helmondse Huurdersvertegenwoordiging Huurdersbelangen Organisatie De Peel (Bergopwaarts), mevrouw Raasveldt, voorzitter. De huurdersbelangenorganisatie De Peel, de huurdersvertegenwoordiging van Bergopwaarts (BOW) heeft sinds kort een verbeterd overleg met de verhuurder. Een aantal jaar is er gesproken over de levensduur van de verwarmingsketels. Deze stonden eerst op 21 jaar, maar is nu teruggebracht naar 18 jaar. Terwijl in de koopsector de levensduur op 15 jaar staat. Dat laatste zou natuurlijk nog beter zijn. Ook de schil wordt geïsoleerd en daar zijn we heel blij mee. De oude voorraad zit met name buiten Helmond. De inkomensafhankelijke huurverhoging is een probleem voor veel huurders. Het gesprek aan gaan met raadsleden is wenselijk, maar ook de ambities bij de huurders een actieve rol van de raadsleden zou helpen. Huurdersvertegenwoordiging zou hun ambities zo hoog mogelijk moeten zetten om zoveel mogelijk te bereiken voor hun huurders, zoals zonnepanelen en op die manier energie terug te leveren aan de huurders en dit is ook goed voor de portemonnee. Huurderbelangen Vereniging Woonpartners, Jan van Bruggen, voorzitter HBV. De huurders van Woonpartners voelen zich niet goed geïnformeerd over de planning van energie maatregelen en heeft de indruk dat de minder lage labels wel maatregelen krijgen, maar de slechte labels minder. De corporatie ontwikkeld kant en klare pakketten zoals dat in de planning staat, zonder dat de HBV daarin goed inbreng kan leveren. Er wordt wel geluisterd, maar de actie ontbreekt soms. Het onderwerp energie speelt niet zo bij de bewoners tot er renovatie of sloop plannen zijn dan worden de mensen wakker. De passende oplossing voor een woning is erg verschillend en het blijkt maar steeds weer dat een uniforme aanpak niet werkt. Het contact tussen raadsleden en huurders vertegenwoordiging is minimaal en er is ook niet zoveel vertrouwen dat er verbetering gerealiseerd kan worden. Huurdersbelangen Vereniging WoCom, de heer Wijnen, lid HBV. De vereniging wordt goed geïnformeerd en actief betrokken. In de Annawijk in Helmond zijn veel oude woningen zijn die erg lang blijven staan. Er wordt wel aan gewerkt, maar het tempo is niet zo hoog. De huurdersvertegenwoordiging hebben weinig contact met de raadsleden, mogelijk dat daar verandering in kan komen. Afsluiting bijeenkomst Michel Jehae vraagt Ilse Hoenderdos om haar visie over de bijeenkomst. Ilse geeft aan dat een goede bijeenkomst was en dat het goed is dat de uitwisseling heeft plaats gevonden. Er is ruimte om de ambitie te verhogen en te werken aan meer transparantie en betrokkenheid naar de huurders en raadsleden. Er is een eerste goede stap gezet om het drie partijen overleg te organiseren en te versnellen op de realisatie van de ambities.
57
9. Energiebesparing in de Leidse huursector: bundeling van krachten Ronde tafel – Leiden – 26 juni 2014 Inhoud 1. Introductie 2. Interview met Alex Ouwehand, directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland 3. Interview met Bart van Geleuken, adviseur Omgevingsdienst West-Holland 4. Sociaal energiebeleid, Saskia Lieon, adviseur Energie bij de Woonbond 5. Energieprestaties Leidse woningcorporaties 2013, Bert Bakker van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland 6. Mogelijkheden op kleine en grote schaal, resp. Maya van der Steenhoven van EnergiekLeiden en Luiten Plekker van Portaal Leiden. 7. Ronde tafel met Leidse woningcorporaties 8. Ronde tafel met Leidse huurdersorganisaties 9. Ronde tafel met Leidse raadsleden 10. Afsluiting 1. Introductie Debatleider Michel Jehae heet het gezelschap van ruim 30 personen welkom. Zij zijn afkomstig van woningcorporaties, huurdersorganisaties, Leidse gemeenteraad, overheidsorganisaties (gemeente, omgevingsdienst), lokale maatschappelijke organisaties (Leidse Milieuraad, Energiek Leiden) en natuur- en milieufederaties. Hij licht het avondprogramma toe. Eerst enkele presentaties en na de pauze drie rondetafels met vertegenwoordigers van woningcorporaties, van huurdersorganisaties en met raadsleden.
De Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) neemt voor het eerst deel aan het project Stook je rijk Nu in Leiden en op 14 oktober in Den Haag. In Rotterdam organiseert het Rotterdams Milieucentrum voor de derde keer een Ronde tafel op 9 oktober. In 2014 worden in 13 steden, in 6 provincies, Ronde tafel bijeenkomsten gehouden. Op donderdag 20 november wordt een eindmanifestatie gehouden in Utrecht. Meer informatie zie: www.stookjerijk.nl (op deze website staan alle verslagen en presentaties). 2. Interview met Alex Ouwehand, directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Michel Jehae vraagt Alex Ouwehand waarom de NMZHdeze bijeenkomst organiseert. Alex Ouwehand geeft aan dat energiebesparing voor de NMZH een belangrijk onderwerp is. In de huursector moeten nog grote stappen worden gezet in de bestaande woningvoorraad. Dat is een grote uitdaging. Dit drie partijen overleg agendeert het thema energiebesparing in de huursector en draagt bij aan een verhoging van het tempo. Het tempo ligt nu te laag om de doelstellingen te halen. Zeer bewust heeft NMZH voor bijeenkomsten in Leiden en Den Haaggekozen. In deze steden valt nog veel aan energiebesparing in de huursector te doen.
58
3. Interview met Bart van Geleuken, adviseur Omgevingsdienst West-Holland Bart van Geleuken geeft aan dat In 2013 in de Leidse gemeenteraad de Motie wonen en energie, over aanscherping van het duurzaamheids- en energiebeleid in de gehele woningsector, is aangenomen. De inzet is om te komen tot een “Green Deal wonen en energie” in Leiden. Om hieraan invulling te geven vindt op dit moment onderzoek plaats, in opdracht van gemeente Leiden en Omgevingsdienst West-Holland (ODWH), door Bart van Geleuken en Anne Marieke Schwencke.
4. Sociaal energiebeleid, Saskia Lieon van de Woonbond Saskia Lieon gaat in op diverse onderwerpen. Wijziging woningwet en betere positie huurders De wijziging van de Woningwet geeft de huurder een betere positie bij de onderhandelingen over prestatieafspraken. Huurders worden volwaardige partners en krijgen een volwaardige rol. De Woonbond adviseert nieuwe colleges nu al huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee te laten bepalen. Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. De gemeente kan bezwaar bij minister Blok aantekenen als corporaties hun afspraken niet nakomen. Verhuurdersheffing en STEP De verhuurdersheffing rekenen de corporaties door aan de huurders via een huurverhoging van 4.5 tot 6.5%. In een enquete van de Woonbond (juni 2013) heeft tweederde van de corporaties aangegeven te stoppen met investeringen. De corporaties zetten nu in op onderhoud van de bestaande huurvoorraad. In het kader van het landelijke Energieakkoord wordt een subsidie van 400 miljoen aan de corporaties verstrekt. De subsidie heet STEP en wordt gekoppeld aan het aantal labelstappen dat wordt gerealiseerd bij de genomen energiemaatregelen. Zie: http://www.rvo.nl/subsidiesregelingen/stimuleringsregeling-energieprestatie-huursector-step .
Energiearmoede en oplossingsrichtingen Saskia Lieon geeft aan dat in 2012 28% van de huurders (724.000 huurders) onder de armoedegrens leeft. In 2017 zullen dat 35% ( 891.000 huurders) zijn. De energierekening is de laatste jaren fors gestegen. Huurders die in energieonzuinige woningen wonen, betalen een hoge rekening. Dit zijn vaak huurders met een krappe beurs. Oplossingsrichtingen van de Woonbond wat betreft de energiearmoede zijn ondermeer: - het gericht opknappen van risicobuurten. Dit zijn buurten met lage inkomens én lage energielabels (E, F en G). - inzicht geven in de energierekening bij woningkeuze. - een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij energielabel E, F en G huurwoningen. - werk maken van armoedebeleid/woonlastenfonds. - energieneutraal renoveren/bouwen voor lagere inkomens (2025). Energielabels en energieindex Aedes berekent de energieprestaties van alle Nederlandse corporaties. Dit doet Aedes in het kader van het convenant Energiebesparing huursector dd 2012 en het landelijk Energieakkoord dd 2013. De energieprestaties zijn berekend met behulp van het rekenmodel Shaere van Aedes. Dit model maakt 59
gebruik van de energielabels van de huurwoningen van een corporatie. Op basis van de verbetering van de energielabels wordt de jaarlijkse energieprestatie van de corporatie bepaald. Het energielabel wordt ook uitgedrukt in een EnergieIndex. De daling van de EnergieIndex is een maat voor de verbetering van de energielabels en geeft de energiebesparing aan. De energielabels worden in de toekomst vervangen door de zgn EnergieIndex. De kleurencodering van rode, energieonzuinige energielabels naar groene, energiezuinige energielabels vervalt. Voor de communicatie is dat jammer. Het systeem van groene en rode energielabels werkt goed. Net zoals dat goed werkt bij de energiezuinigheid bij koelkasten en auto`s.
Verbetering EnergieIndex in 2012 en 2013 De daling van de EnergieIndex gaat minder snel dan in 2012. In 2012 is de energieindex met 0.05 gedaald en in 2013 met 0.04. Het huidige tempo van de energiebesparing moet met meer dan de helft toenemen om het doel van gemiddeld energielabel B in 2020 (EnergieIndex 1.25) te halen. Als de daling elk jaar 0.065 bedraagt is de daling van de energieindex in de komende zeven jaar (t/m 2020) ca 0.45. De huidige energieindex daalt dan van 1.69 naar 1.24. Dat is gemiddeld energielabel B. De verhuurdersheffing remt echter de investeringen voor energiemaatregelen.
Zie verder de powerpointpresentatie. Vragen:
1. Huurverhoging na energiemaatregelen Elger Niels van huurdersbelangenvereniging Eendracht (corporatie De Sleutels) vraagt in hoeverre het zinvol is om energiemaatregelen aan te brengen in huurwoningen met energielabel F en G. Na mutatie wordt de huur van de verbeterde huurwoningen verhoogd vanwege een beter energielabel. Saskia Lieon geeft aan dat huurwoningen met energielabel F en G een groot achterstallig onderhoud hebben. Deze woningen dienen een huurverlaging te krijgen (een soort strafkorting aan de hand van zgn aftrekpunten). Huurders kunnen hiervoor ook naar de huurcommissie stappen om een lagere huur te vragen. De huur wordt bepaald door het aantal punten voor de huurwoning op basis van het WoonWaarderingStelsel (WWS). Elk punt staat voor ca 4.50 euro aan huur. Het oppervlak van de huurwoning (aantal vierkante meter) is sterk bepalend voor de hoogte van de huur. Zie: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huurwoning/puntensysteemhuurwoning/puntensysteem-zelfstandige-woning . De huurverhoging wordt meer dan gecompenseerd door een lagere energierekening. Een ander groot voordeel is de winst aan comfort na energetische verbetering van de huurwoning. Bij een hogere huur heeft een huurder die er in aanmerking voor komt, ook recht op (meer) huursubsidie. Uitgangspunt van het landelijk Energieakkoord dd september 2013 (ondertekend door de Woonbond en Aedes) is dat niet-groene labels (D t/m G) ongewenst zijn. 2. Is de woonlastengarantie nog toe te passen, nu de huren fors stijgen? Saskia Lieon geeft aan dat de woonlastengarantie over het jaar direct na de energetische ingreep geldt. Een huurverhoging kan worden verdisconteerd.
60
5. Energieprestaties Leidse woningcorporaties 2013, Bert Bakker van Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Energieprestaties 2013 Bert Bakker geeft een overzicht van de energieprestaties van de Leidse corporaties in 2013. Zie tabel 1. Tabel 1. Energieprestaties Leidse corporaties in 2013 (op basis van de daling van de energieindex)
Portaal Leiden De Sleutels (berekeningen VABI) Ons Doel DUWO Ymere Totaal Leiden Landelijk (2013) Doelstelling 2020
Aantal Energiehuurindex eind woningen 2013
Daling energieindex nog te gaan tot 2013
Daling energieindex in 2013
CO2 reduktie/ m2 in 2013
6.170 7.670
1.91 1.95
0.66 (0.094/jaar) 0.70 (0.1/jaar)
0.07 0.08
4.0% 4.5%
2.680
1.72
0.47 (0.067/ jaar)
0.02
1.2%
0.04
2.4%
1.030 17.500 1.69 1.25 (gemiddeld label B)
Gemiddeld 0.065/ jaar
Gem. 3%/ jaar
De totale Leidse huursector is 17.500 huurwoningen. De Sleutels en Portaal Leiden hebben de meest energieonzuinige huurvoorraad met een energie-index van resp 1.95 en 1.91. De energieindex van Ons Doel - 1.72 - ligt op het niveau van landelijk gemiddelde (1.69). De Sleutels heeft de grootste energieprestatie in 2013 gerealiseerd, een daling van de energie-index van 0.10. Portaal Leiden heeft een daling van de energie-index van 0.07 gerealiseerd. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde zijn dit forse verbeteringen. De daling van de energie-index bij Ons Doel – 0.02 – ligt op slechts de helft van het landelijk gemiddelde. De energieprestaties voor 2013 worden ook uitgedrukt in het percentage CO2 reduktie per vierkante meter (zie rechter kolom tabel 1).
Onderstaande figuur (uit: presentatie G. van den Berg, namens Leidse corporaties, op bijeenkomst prestatieafspraken dd 14-1-2014) geeft een verdeling van de huurvoorraad over de energielabels. Ymere heeft een jong woningbestand met gemiddeld label B. De overigen rond label D. Veel studentenwoningen (kamers) van DUWO (vroeger SLS Wonen) hebben geen label.
61
Isolatiegraad huurvoorraad In tabel 2 staat de isolatiegraad van de Leidse huurvoorraad per corporatie aangegeven (op de onderdelen dakisolatie, vloerisolatie en kierdichting). Op deze onderdelen wordt laag gescoord bij Portaal en De Sleutels. Op de onderdelen glas- en gevelisolatie ligt dat dichter bij het landelijk gemiddelde Voor het totale overzicht zie de powerpoint presentatie. Tabel 2. Percentage dakisolatie, vloerisolatie en kierdichting per corporatie Dakisolatie
Vloerisolatie
Kierdichting
Portaal Leiden
59.1%
39,2%
38.9%
De Sleutels
53.2%
28,8%
36.6%
Ons Doel
74.2%
46,0%
93.9%
Landelijk gemiddelde
74.7%
45,2%
69.8%
Zonnepanelen en zonneboilers In tabel 3 staat het percentage van de huurwoningen dat is voorzien van zonnepanelen en zonneboilers. Portaal Leiden heeft nog geen zonnepanelen of zonneboilers geplaatst.
Tabel 3. Percentage zonnepanelen en zonneboilers per corporatie
62
zonnepanelen
zonneboilers
Portaal Leiden
-
-
De Sleutels
0.5%
-
Ons Doel
0.4%
2.0%
Landelijk
0.8%
2.0%
Geen goedemonitoring huidige prestatieafspraken De energiedoelstelling van de huidige prestatieafspraken (2009-2015)komt overeen met die van het landelijk convenant uit 2008: 20% CO2 reductie in de periode 2008-2018 en gemiddeld tebel B. Er is echter geen overzichtelijke, transparante en openbare monitoring.
Inhoud nieuwe prestatieafspraken Bert Bakker geeft aan dat de nieuwe prestatieafspraken dienen te worden gebaseerd op de landelijke doelstelling uit het Energieakkoord: 1. EnergieIndex 1.25 in 2020 (= gem. energielabel B in 2020) 2. gemiddeld 3% CO2 reductie per jaar (= 33% CO2 reductie in periode 2008-2020 ). Een jaarlijkse monitoring dient plaats te vinden. Daarbij kan worden aangesloten bij de Shaere monitoring van Aedes. Verder beveelt Bert Bakker aan een woonlastenonderzoek uit te voeren waarbij de combinatie van energieonzuinige woningen (slechte energielabels) waarin huurders met lage inkomens wonen, in kaart wordt gebracht. Verder is het belangrijk om bij de bepaling van woonlasten inzicht te hebben in werkelijk energieverbruik per complex en woning (in plaats van uit te gaan van een theoretisch verbruik). Huurdersorganisaties dienen een volwaardige rol te spelen bij het opstellen van de prestatieafspraken.
Energiedoelstellingen Leidse corporaties De energiedoelstellingen zijn als volgt: Portaal Leiden: (gemiddeld) label C in 2021. Dit houdt in een daling van de energieindex van 1,91 naar 1,45 Stroomversnelling “nul-op-de-meter” 2015-2016: 400 woningen. De Sleutels: Ons Doel:
20% CO2-reductie in de periode 2008-2018. Gemiddeld 2% CO2 reductie per jaar. 2015: gemiddeld energielabel beter dan D , energieindex < 1,60
DUWO:
inzet op verbetering energielabels (oa energiezuinigere stookinstallaties). Ook inzet op wedstrijd en gedrag studenten.
Ymere:
huidige bezit ligt al rond label B
De energiedoelstellingen van de Leidse corporaties zijn beduidend minder ambitieus dan het Convenant Energiebesparing Huursector 2012 en Energieakkoord 2013. Deze doelstelling betreft gemiddeld energielabel B in 2020 (energieindex 1,25).
Lokaal overleg en participatie 63
Ymere heeft geen huurdersvereniging. De overige vier corporaties hebben elk een huurdersvereniging: Portaal Leiden: Huurdersbelangenvereniging Leiden (Hbv Leiden) De Sleutels: Huurdersbelangenvereniging Eendracht (HBE) Ons Doel: HOOD DUWO: BRES Er is een driepartijenoverleg: Leids Platform Wonen, waarin alle huurdersverenigingen overleggen met de corporaties en gemeente.. Verder is er een huurdersplatform: Federatie van Huurdersorganisaties Leiden en Omstreken (FHLO). Waarin Hbv, HOOD en BRES samenwerken. Huurdersondersteuning wordt verzorgd door het Team Wonen van ASW (Amsterdams Steunpunt Wonen) en de Woonbond. Hbv, HOOD en HBE overleggen ook met bewonerscommissies. Inkomsten en uitgaven Leidse huursector De huurinkomsten per huurwoning bedragen gemiddeld 5000-6000 euro per jaar. Bij ruim 17.000 Leidse huurwoningen (Portaal, Ons Doel, de Sleutels) bedragen de totale jaarlijkse huurinkomsten grootte orde 90 miljoen. De uitgaven betreffen onder meer: * ca 30% aan regulier onderhoud; * nieuwbouw (sterk minder); * interne organisatie; * rentelasten. De vraag is op welke manier corporaties meer financiën kunnen vrijmaken voor energiebesparing.
Conclusies en aanbevelingen * De Sleutels en Portaal Leiden hebben goede energieprestaties in 2013, maar hebben een grote afstand tot de landelijke doelen 2020. Ons Doel heeft minder goede energieprestaties in 2013, maar een kleinere afstand tot landelijke doelen. * Er is nog geen vergelijkbare monitoring van de jaarlijkse energieprestaties van alle Leidse woningcorporaties (met behulp van Shaere). Monitoring zou moeten inhouden de jaarlijkse daling van de EnergieIndex en jaarlijkse CO2 reductie van de afzonderlijke Leidse corporaties en gezamenlijke Leidse huursector. * Actieve informatieverstrekking van woningcorporaties over hun jaarlijkse energieprestaties dient plaats te vinden. Dit kan via het jaarverslag en in lokaal driepartijenoverleg (Leids Platform Wonen met woningcorporaties, huurdersorganisaties en gemeente). Zo kunnen corporaties hun individuele Shaere/rapportages met de jaarlijkse energieprestaties die zij jaarlijks van Aedes krijgen, transparant op hun website plaatsen. * Lokaal driepartijenoverleg voortzetten. Bespreking nieuwe prestatieafspraken (per 2015) en jaarlijkse voortgang energieprestaties. Relatie met Green Deal vastleggen. * Draagvlak en de rol van de huurder blijft zeer belangrijk. Financiering van energiemaatregelen in bestaande Leidse huurvoorraad staat ook centraal.
6. Mogelijkheden op kleine en grote schaal, resp. Maya van der Steenhoven van EnergiekLeiden en Luiten Plekker van Portaal Leiden.
64
Grip op de energierekening Maya van der Steenhoven, voorzitter van Energiek Leiden, geeft een toelichting op het activiteitenplan ´Grip op de energierekening´. Doel is om energie-armoede in Leiden te bestrijden. Het plan biedt hulp voor huurders en bewoners bij het structureel besparen van energie en energiekosten. Het plan is opgesteld door FHLO (Federatie van Huurdersorganisaties van Leiden e.o. , ASW (Amsterdam Steunpunt Wonen) en Energiek Leiden. Het plan bestaat uit zes activiteiten: publieksvoorlichting, energieloket, individuele voorlichting/ cursus, informatie in de wijk, advies op maat voor specifieke groepen (Leidse huurdersorganisaties/ VvE`s) en een energiecheck. Zie ook: http://www.energiekleiden.nl/ . Positieve ervaringen uit Amsterdam worden bij de Leidse aanpak toegepast, licht Maya van der Steenhoven toe. Ook ervaringen elders van de Woonbond en Rotterdams Milieucentrum zullen worden meegenomen.
De Stroomversnelling, Portaal Leiden Luiten Plekker van Portaal Leiden geeft een toelichting op het energiebeleid van Portaal Leiden. Portaal heeft vijf vestigingen: Leiden, Utrecht, Amersfoort, Arnhem en Nijmegen. In totaal 55.000 huurwoningen. Als energiedoelstelling heeft Portaal energielabel C in 2021. Portaal voert de energiebesparing via meerdere lijnen uit: 1. Bij regulier onderhoud. Ondermeer het plaatsen van dubbel glas via de verfcyclus (van 6 jaar) en een energiezuinige ketel bij ketelvervanging (één maal per 18 jaar). 2. Bij renovaties een verbetering tot energielabel B of drie labelstappen. 3. Deelname aan De Stroomversnelling. Dit is een gezamenlijk traject van zes corporaties en vier bouwmaatschappijen waarbij het energieneutraal renoveren (ook aangeduid met ‘energie-nul-op-demeter’) wordt opgeschaald tot 111.000 huurwoningen in 2020. Er zijn nu vijf prototypes ontwikkeld. In 2015-2016 wil Portaal Leiden 200 tot 300 Leidse huurwoningen energieneutraal renoveren. Luiten Plekker laat een filmpje zien over energieneutraal renoveren (bron: https://www.youtube.com/watch?v=zW4wHZAwf8k ; verdere informatie: http://www.stroomversnelling.net/). Energieneutraal renoveren staat bekend als de Formule1 onder de energetische renovaties. Kosten energieneutraal renoveren Luiten Plekker geeft in de discussie aan dat Portaal 60.000 euro wil betalen voor een energieneutrale renovatie. De kostprijs ligt nu nog op 100.000 euro. Het te overbruggen verschil bedraagt nog 40.000 euro. Door industriële opschaling dient dit verschil overbrugd te worden. Energieneutraal renoveren bij meergezinswoningen (flats en appartementengebouwen) valt – vergeleken bij grondgebonden woningen - duurder uit vanwege complexere constructies. Luiten Plekker geeft aan dat de huurder bij energieneutraal renoveren er qua woonlasten niet op achteruit gaat. De huur wordt weliswaar hoger maar dit wordt gecompenseerd doordat de huurder geen energierekening meer hoeft te betalen. De huurder heeft geen last meer van stijgende energieprijzen. Luiten Plekker geeft een voorbeeld van een huurwoning met een huur van 600 euro en energierekening van 150 euro. Na energieneutraal renoveren betaalt de huurder 750 euro aan de corporatie. De ‘nieuwe huur’ kan door de liberalisatiegrens schieten. Minister Blok past de wetgeving aan zodat de huurwoning in dit geval wél binnen de sociale huursector valt.
7. Rondetafel met Leidse woningbouwcorporaties 65
Aan deze rondetafel nemen deel: - Luiten Plekker, projectleider strategie en onderzoek, Portaal Leiden. - Erik Olijerhoek, manager Wonen, Ons Doel. - Robert Jan Sliep, manager bedrijf en beleid, De Sleutels. - Wilbert Bots, manager wonen, DUWO (studentenhuisvesting).
Energieprestaties 2013 De corporaties geven aan dat de energieprestaties over 2013 zoals Bert Bakker ze heeft gepresenteerd, juist zijn. Portaal Leiden en De Sleutels geven aan dat zij een oude, energieonzuinige huurvoorraad hebben. Met de nodige monumenten en weinig nieuwbouw. Toch hebben zij een aanzienlijke daling van de energieindex van resp 0.07 en 0.10 in 2013 (resp 4.0% en 4.5% CO2 reduktie per m2). Ons Doel heeft een jongere huurvoorraad (energieindex 1.72) en heeft een geringere energieprestatie in 2013 (daling energieindex van 0.02 en CO2 reduktie van 1.2%/ m2). Ons Doel geeft aan in de periode 2009-2012 veel besparing te hebben gehaald. Een meerjarige trendanalyse van de energieprestaties is wenselijk. De Sleutels (ca 7.700 huurwoningen) geeft aan dat de corporatie 25 tot 30 miljoen euro investeert in de huurvoorraad, op de ca 40 miljoen aan jaarlijkse huurinkomsten. Portaal Leiden geeft aan in 2013 500 labelstappen (ca 0.1 labelstap per huurwoning) te hebben gemaakt. In 2014 verwacht Portaal Leiden 1000 labelstappen te maken (0.16 labelstap per huurwoning). DUWO geeft aan dat zij in de periode 2008-2012 20% CO2 reductie heeft gerealiseerd.
Behalen energielabel B in 2020 De corporaties geven aan dat zij naar verwachting de landelijke doelstelling ‘gemiddeld energielabel B in 2020’ uit het landelijke Energieakkoord niet gaan halen. Ze stellen dat branchevereniging Aedes deze doelstelling bij het Energieakkoord heeft uitonderhandeld, niet de 400 corporaties. De corporaties geven aan dat renovaties tot energielabel C efficiënt zijn, tot energiezuinigere labels niet meer. DUWO geeft het signaal dat sommige maatregelen (o.a. zuinige collectieve installatie) bij woningen wel leiden tot een laag energieverbruik (“A++”), maar niet tot uitdrukking komen in het officiële energielabel (“C”). Een deelnemer uit de zaal vindt het erg gemakkelijk van de Leidse corporaties dat zij stellen dat de branchevereniging Aedes verantwoordelijk is voor de energiedoelstelling 2020. Hij vraagt zich af of de corporaties geen grotere inspanningen kunnen doen.
Energiebattles bij studentenhuizen DUWO geeft aan dat de ‘Energiebattles’ tussen studentenhuizen of complexen goed werken. Het wedstrijdelement geeft een extra dimensie. Er wordt tot 40% CO2 reductie behaald.
Conservatieve doorrekening De Sleutels geeft aan dat zij de verwachte daling van de energierekening bij energetische ingrepen conservatief berekenen, in het voordeel van de portemonnee van de huurder. Ook wordt de 66
Woonbond voor een second opinion gevraagd. Het is goed om bij de berekening uit te gaan van het werkelijke energieverbruik van de huurders in het betreffende huurcomplex.
8. Rondetafel met Leidse huurdersverenigingen Aan deze rondetafel nemen deel: - David Renes , bestuurslid Hbv Leiden (behorend bij Portaal Leiden); - Elgar Niels, voorzitter huurdersbelangenvereniging Eendracht (behorend bij corporatie De Sleutels); - Arie Korteweg, voorzitter HOOD (behorend bij corporatie Ons Doel) en voorzitter FHLO; - Henri Zegers, Team Wonen van ASW en tevens secretaris FHLO (Federatie Huurdersorganisaties Leiden e.o.);
Rol huurdersvereniging David Renes geeft aan dat bij het overleg tussen huurdersvereniging en corporatie de Overlegwet van toepassing is. Elgar Niels geeft aan dat de huurdersvereniging veel zaken in de gaten dient te houden. Hij ziet veel voorbij komen en is zeer actief betrokken. HBE onderneemt zelf actie met betrekking tot energiemetingen in woningen en het doen van voorstellen voor energiebesparing. Zij willen dit vooral richten op het nemen van maatregelen bij onderhoud (20 % besparing) en niet via labelstappen. Daarbijdient een win-win te zijn bij betaalbaarheid en kwaliteit. Arie Korteweg geeft aan dat HOOD betrokken is bij energiebesparing en van belang is daarbij
naar de huurders te stappen. Samenwerking FHLO, ASW en EnergiekLeiden bieden een gemengd pakket aan diensten aan. Zij willen dat er het project ‘Grip op de energierekening’ van de grond komt. Activiteiten zijn: - benadrukken en stimuleren energiezuinig gedrag; - zoeken welke benadering werkt; - beoordeling van de rol en de activiteiten van de corporaties; - het aanpakken van huurwoningen met energieonzuinige labels. Daar valt veel te halen. - wel werken vanuit de energierekening ipv labelstappen. Gebruik wordt gemaakt van de kennis bij ASW, Woonbond en Energiek Leiden.
Leids Platform Wonen Het Leids Platform Wonen (LPW) is in 2006 van start gegaan. Het LPW is ingesteld als een structureel bestuurlijk platform waar gemeente, woningcorporaties en de Federatie van Huurderorganisaties alle zaken op het gebied van wonen in een vroegtijdig stadium met elkaar willen bespreken, zoals bijvoorbeeld de woningbouwproductie, de uitvoering van de Woonvisie, het sociaal statuut, prestatieafspraken en regionale aangelegenheden. Deelnemers van het LPW zijn de gemeente Leiden, Ons Doel, Portaal Leiden, de Sleutels en de Federatie van Huurderorganisaties van Leiden en Omstreken (FHLO). Het overleg wordt voorgezeten door de wethouder Wonen en vindt vier maal per jaar plaats. Twee keer per jaar worden ook andere partijen die bij het wonen in Leiden betrokken zijn (denk aan makelaars, huiseigenaren of private 67
ontwikkelaars) uitgenodigd om over actuele onderwerpen te discussiëren. Er is ook een ambtelijk overleg van het LPW waarin besluiten worden voorbereid.
Duurzame energieopwekking De huurdersverenigingen hebben ook aandacht voor eigen, duurzame energiewinning, zoals met zonnepanelen.
9. Rondetafel met Leidse raadsleden Aan deze rondetafel nemen deel: - Abdelhaq Jermoumi, PvdA; - Dick de Vos, PvdD; - Ashley North, Groen Links.
Rol van de raad De PvdA geeft aan dat dit een erg waardevolle avond is. Er wordt veel nuttige, nieuwe informatie gegeven en inzichten gegeven. Helaas is de wethouder verhinderd. De PvdA is van mening dat woonlasten omlaag moeten met als doel de armoede te bestrijden. De PvdD geeft aan dat de raad kaders dient te stellen en een punt (op de horizon) waar we moeten komen. GroenLinks geeft aan dat de rol van de raad ook het faciliteren van huurdersverenigingen is. De PvdA heeft zitting in het college. In de begroting is 8 miljoen voor duurzaamheid en 7 miljoen voor leefbaarheid opgenomen. Het bedrag van 8 miljoen voor duurzaamheid dient nog te worden ingevuld.
Vol houden De PvdA vindt de wijkvisies die worden opgesteld, belangrijk. Daar worden keuzes voor wijken en wijkaanpak gemaakt. De PvdA nodigt de aanwezigen uit om de raadsleden onder druk te blijven zetten. GroenLinks geeft ook aan vol te blijven houden en te blijven trekken en duwen. De raadsleden stellen het erg op prijs wanneer de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland en de Woonbond in de raad(scommissie) een presentatie over het thema Energiebesparing in de Leidse huursector geeft en een discussie volgt.
10. Afsluiting Michel Jehae vraagt aan Bart van Geleuken (adviseur Omgevingsdienst West-Holland) wat hij mee naar huis neemt. Hij geeft aan dat hij het voorbeeld van de samenwerking in de Leidse huursector mee naar huis neemt. Alex Ouwehand, directeur van de NMZH, geeft op deze vraag aan dat hij vanavond als een goed gesprek heeft ervaren en er is veel informatie gedeeld. Hij neemt het aanbod van de raad om een presentatie te geven en een gesprek over het onderwerp van vanavond aan te gaan, graag aan. Hij dankt iedereen voor deelname en inbreng en nodigt iedereen uit om deze bijeenkomst met een drankje af te sluiten.
68
10.Verslag ‘Energiebesparing in de Nijmeegse huursector’ Project ‘Stookjerijk2014’ 13 mei 2014 Inhoud: 1. Interview met Volkert Vintges, directeur GNMF 2. Sociaal huurbeleid, Pepijn Binkhorst van de Woonbond 3. Energieprestatie 2013, Maarten Visschers van de GNMF 4. Aanpak Energiebesparing huurvoorraad Portaal Nijmegen, Stephan Huisman 5. Gesprek met wethouder Jan van der Meer 6. Rondetafel met Nijmeegse woningbouwcorporaties 7. Rondetafel voor Nijmeegse raadsleden 8. Rondetafel Nijmeegse Huurdersverenigingen 9. Afsluiting: monitoring energieprestaties en actieve informatieverstrekking Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Debatleider Michel Jehae heet iedereen welkom. Hij licht het avondprogramma toe. Eerst enkele presentaties en na de pauze drie rondetafels met corporaties, raadsleden en huurdersverenigingen. 1. Interview met Volkert Vintges, directeur GNMF Michel Jehae vraagt Volkert Vintges, directeur van de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF), waarom er voor het derde jaar door de GNMF het project Stookjerijk, wordt uitgevoerd. Volkert Vintges geeft aan dat de doelstelling van het project nog niet gerealiseerd is. Stookjerijk heeft in 2013 heldere conclusies opgeleverd. Ondermeer dat: - de gemeentelijke prestatieafspraken concreter en ambitieuzer moeten (label B in 2020); - corporaties transparanter over hun jaarlijkse energieprestaties dienen te zijn en hier actiever naar belanghebbenden zoals huurdersverenigingen en raadsleden dienen te communiceren. Ook in hun jaarverslagen. - driepartijenoverleg nog niet van de grond komt. Het nieuwe college van Nijmegen heeft wel een goede doelstelling in het collegeakkoord opgenomen: minstens energielabel B in de komende raadsperiode 2014-2018. 2. Sociaal huurbeleid, Pepijn Binkhorst van de Woonbond Pepijn Binkhorst gaat allereerst in op de energieprestaties van alle Nederlandse corporaties. De energieprestaties zijn berekent met behulp van het rekenmodel Shaere van Aedes. De daling van de EnergieIndex gaat minder snel dan in 2012. In 2012 is de energieindex met 0.05 gedaald en in 2013 met 0.04. Het tempo van de energiebesparing moet met meer dan de helft toenemen om het doel van gemiddeld energielabel B in 2020 (EnergieIndex 1.25) te halen. Als de daling elk jaar 0.07 bedraagt is de daling van de energieindex in de komende zeven jaar (t/m 2020) 0.42. De huidige energieindex daalt dan van 1.69 naar 1.27). De verhuurdersheffing remt de investeringen voor energiemaatregelen. De wijziging van de 69
Woningwet geeft de huurder een betere positie bij de onderhandelingen over prestatieafspraken. De Woonbond adviseert nieuwe colleges nu al huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee te laten bepalen. Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. Gemeente kan bezwaar bij minister Blok aantekenen als corporaties hun afspraken niet nakomen. Oplossingsrichtingen van de Woonbond zijn ondermeer: - het gericht opknappen van risicobuurten. Dit zijn buurten met lage inkomens én lage energielabels (E, F en G). - inzicht geven in de energierekening bij woningkeuze; - een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij energielabel E, F en G huurwoningen. - werk maken van armoedebeleid/ woonlastenfonds. - energieneutraal renoveren/ bouwen voor lagere inkomens (2025). Zie verder bijlage 1 voor een uitgebreidere weergave en zie de powerpointpresentatie. 3. Energieprestatie 2013, Maarten Visschers van de GNMF Energielabel en energieindex De energieprestaties van de Nijmeegse corporaties over het jaar 2013 zijn vastgesteld met het rekenmodel Shaere van Aedes. Op basis van de labelverdeling van de huurvoorraad bepaalt het model de gemiddelde energetische kwaliteit van de huurvoorraad. De energetische kwaliteit wordt uitgedrukt in een gemiddelde energielabel én de zgn EnergieIndex. In Tabel 1 staat het verband tussen het energielabel en de energieindex. Tabel 1. Verband tussen Energielabel en EnergieIndex Energielabel A++ A+ A B
EnergieIndex (EI) Kleiner of gelijk aan 0.5 0.51-0.70 0.71-1.05 1.06-1.30
C D
1.31-1.60 1.61-2.00
Doelstelling Meest energiezuinig
Gem. B in 2020 = EI 1.25 Huidig gemid. EI = 1.69
E 2.01-2.40 F 2.41-2.90 G Groter dan 2.90 Minst energiezuinig Van 1.69 (in 2013) naar 1.25 (in 2020) = daling EnergieIndex van 0.44 in 7 jaar = gemiddeld 0.065 per jaar De grootte van de jaarlijkse daling van de energieindex geeft aan hoe sterk de energetische kwaliteit van de huurvoorraad is verbeterd. De EnergieIndex van de gehele Nederlandse 70
huurvoorraad is eind 2013 1.69 (energielabel D). In zeven jaar dient de EnergieIndex te dalen tot 1.25 (gemiddeld energielabel B). In totaal is de daling 0.44. Over de zeven jaar komt dat neer op een gemiddelde daling van 0.065 per jaar. Daling Energieindex vijf Nijmeegse corporaties De huidige EnergieIndex (eind 2013) en de daling van de EnergieIndex in 2013 van de vijf Nijmeegse corporaties zijn opgenomen in tabel 2. Tabel 2. EnergieIndex eind 2013 en daling van de EnergieIndex in 2013 per Nijmeegse corporatie.
Portaal Nijmegen Talis Standvast De Gemeenschap Woongenoot Totaal Nijmegen Landelijk Doelstelling 2020
Aantal Huurwoningen 10.050 9.750 4.650 2.100 1.500 28.050
EnergieIndex eind 2013 1.63 (label D) 1.58 (label C) 1.53 (label C) 1.77 (label D) 1.51 (label C)
Nog te gaan tot 2020 0.39 0.33 0.28 0.52 0.26
1.69 (label D) 1.25 (gemid label B)
0.44 Gemid. daling 0.065/ jaar
Daling energie index in 2013 0.04 0.09 0.07 0.01 Niet vastgesteld 0.06 0.04
Uit tabel 2 blijkt dat de huurvoorraad van Woongenoot de beste energetische kwaliteit heeft (EnergieIndex 1.51) en de huurvoorraad van De Gemeenschap de slechtste (EnergieIndex 1.77). DE Gemeenschap heeft nog vooroorlogse huurwoningen (Spoorbuurt). De daling van de EnergieIndex in 2013 is het grootst bij Talis (0.09), gevolgd door Standvast (0.07). De daling ligt boven de daling die gemiddeld nodig is om gemiddeld energielabel B in 2020 te halen (zijnde 0.065/ jaar).
71
CO2 reduktie 2013 van de vijf Nijmeegse corporaties In tabel 3 is de CO2 reduktie per m2 per Nijmeegse corporatie aangegeven. Tabel 3. CO2 reduktie/ m2 per Nijmeegse corporatie
Portaal Nijmegen Talis Standvast De Gemeenschap Woongenoot Totaal Nijmegen Landelijk Doelstelling 2008-2020 n.b. = niet bepaald
Aantal huurwoningen
CO2 reduktie/ m2 in 2012
CO2 reduktie/ m2 in 2013
10.050 9.750 4.650 2.100 1.500 28.050
3.7% 2.8% 1.3% n.b. n.b. n.b. 3.2% Gem. 3%/ jaar
2.7% 4.2% 4.5% 0.8% n.b. n.b.
Gem. CO2 reduktie per energetische ingreep 23.2% 12.8% 27.6% 20.6% n.b. 15.5%
Gemid. 3%/ jaar
De CO2 reduktie bij Standvast en Talis ligt boven het gemiddelde percentage van 3% dat jaarlijks nodig is om in 2020 gemiddeld label B te behalen. De CO2 reduktie van De Gemeenschap van 0.8% / jaar ligt bij de 1%. De autonome ketelvervanging (om de 18 jaar) levert een CO2 reduktie op van 1% per jaar. Woongenoot doet pas in 2013 mee met de Shaere monitoring. Daarom kon de voortgang in 2013 niet worden bepaald. Isolatiegraad De isolatiegraad van de huurvoorraad wordt bepaald door het percentage dak-, glas-, gevel-, vloerisolatie en kierdichting. Bij De Gemeenschap ligt dit percentage sterk onder het landelijk gemiddelde vanwege de 500 vooroorlogse huurwoningen in de Spoorbuurt en de 300 naoorlogse huurwoningen in Hengstdal. Zie tabel 4. Tabel 4. Isolatiegraad en percentage energiezuinige ketels
Portaal Nijmegen Talis Standvast De Gemeenschap Woongenoot Landelijk gemiddelde
Dakisolatie 79.8% 79.3% 81.6% 49.4% 89.7% 74.7%
Glasisolatie 80.0% 89.6% 84.7% 85.9% 98.1% 87.0%
Gevelisolatie 71.1% 78.8% 85.8% 50.7% 93.7% 74.5%
Vloerisolatie 32.9% 43.0% 32.9% 42.5% 64.7% 45.2%
72
Kierdichting 77.4% 49.8% 31.6% 44.4% 59.7% 69.8%
Isolatie totaal 65.2% 71.5% 69.9% 51.8% 80.7% 68.5%
Efficiënte ketels 88.8% 86.4% 89.8% 75.6% 79.8% 70.7%
Monitoring percentage energielabels door gemeente Nijmegen Gemeente Nijmegen monitort alleen het percentage energielabels van de gehele Nijmeegse huursector in het kader van de prestatieafspraken. De jaarlijkse daling van de EnergieIndex en de jaarlijkse CO2 reduktie worden niet bijgehouden. Een referentie met het convenant Energiebesparing Huursector (2012) en Energieakkoord (2013) is er niet. Bij de nieuwe prestatieafspraken is dit wel vereist. Nu is vergelijking met de landelijke doelstelling niet mogelijk. Het percentage F, E en D labels is in 2013 met 9% gedaald en het percentage A en B labels is met 10% gestegen. Zie tabel 5. Tabel 5. Monitoring percentage energielabels door gemeente Nijmegen (resultaten 2013 prestatieafspraken).
Energielabel A Energielabel B Energielabel C Energielabel D Energielabel E Energielabel F Energielabel G
Percentage eind 2013 (aantal woningen) 9% (2520) 20% (5600) 33% (9240) 24% (6720) 10% (2800) 4% (1040) 1% (280)
Planning eind 2013
Stijging percentage in 2013
Minimaal 7% Minimaal 12% Minimaal 34% Minimaal 24% Minimaal 16% Minimaal 6% Minimaal 1%
+ 4% + 6% 0% -4% -3% -2% 0%
Verbetering EnergieIndex Nijmeegse huursector Door Bart Jansen van Aedes (beheerder van de Shaere monitor) is op basis van de energieIndexen van de huurvoorraden van de vijf Nijmeegse corporaties de verbetering van de energieindex van de gehele Nijmeegse huursector over 2013 bepaald. De individuele energieindexen zijn op basis van het aantal huurwoningen van de betreffende corporatie (dwz naar rato) omgerekend naar een gemiddelde. De energieindex is verbeterd van 1.67 Tabel 6. Bepaling van gemiddelde huurindex van de gehele Nijmeegse huursector
Portaal Standvast Talis De Woningstichting Woongenoot Totale Nijmeegse sociale huursector
2013 energieIndex 1.63 1.53 1.58 1.77 1.51 1.60
2013 verhuureenheden 10.067 4.354 9.738 2.108 1.482 27.749
73
2012 energieindex 1.67 1.60 1.67 1.78 n.b. 1.67
2012 verhuureenheden 10.082 4.666 9.131 2.108 n.b. 25.987
naar 1.60 (zie tabel 6). Dat komt overeen met een verbetering van 0.07, bijna het dubbele van het landelijk gemiddelde in 2013. De Nijmeegse huursector als geheel heeft een energieindex die 0.09 beter is dan het landelijk gemiddelde van 1.69. Doelstelling van het Energieakkoord is een energieindex van 1.25 in 2020. Dat wil zeggen dat er nog een verbetering van de energieindex van 0.35 in 7 jaar nodig is oftewel gemiddeld 0.05 per jaar. Energiedoelstellingen Nijmeegse corporaties De energiedoelstellingen van de Nijmeegse corporaties voor 2020 staan opgenomen in tabel 7. Woongenoot, Talis en Portaal Nijmegen hebben als doelstelling gesteld energielabel B in 2020 te halen. De Gemeenschap en Standvast Wonen hebben als doelstelling om energielabel B in resp. 2024 en 2025 te halen. Tabel 7. Energiedoelstellingen Nijmeegse corporaties Doelstelling Woongenoot Talis Portaal Nijmegen Standvast Wonen WBS De Gemeenschap
(gem?) label B in 2016 (gem?) label C in 2016; gemid label B in 2020 gemid label B in 2020 (gemid?) label B in 2025 Gemid label B in 2024
Daling energieindex in periode 2014-2020 1.51 naar 1.25 1.58 naar 1.25 1.63 naar 1.25 1.53 naar 1.25 1.77 naar 1.25
Nijmeegse huurdersverenigingen/ Huurdersparticipatie De Klink en Omslag hebben een huurdersvereniging met een actief bestuur en actieve bewonerscommissies. De bewonerscommissies staan met contactgegevens op de website van de huurdersvereniging. Zo kunnen huurders hun bewonerscommissie goed bereiken. Bewonerscommissies kunnen elkaar ook onderling goed bereiken. Bij Huurdersvereniging Standvast kennen de bewonerscommissies elkaar onderling niet. Contactgegevens van de bewonerscommissies staan niet transparant op de website van de huurdersvereniging. Bij Talis is er geen huurdersvereniging. Bewonerscommissies hebben onderling geen contact. Er is een huurderspanel (Accio genaamd) dat op onderwerpen wordt bevraagd. De Gemeenschap heeft ook geen huurdersvereniging. Ook hier hebben bewonerscommissies onderling geen contact. De corporatie nodigt in maart van elk jaar de huurders uit voor een vergadering (er komen dan ongeveer 50 huurders). Zie tabel 8. Er is geen gemeentelijk huurdersplatform zoals in Amsterdam, Utrecht, Tilburg en Leiden.
74
Tabel 8. Nijmeegse huurdersverenigingen met bewonerscommissies Huurdersvereniging (HV) Portaal Nijmegen Woongenoot Standvast Talis De Gemeenschap
De Klink Omslag HBV Standvast Geen HV, huurderspanel Accio Geen HV
Onderlinge communicatie bewonerscommissies + + -
Jaarverslagen 2012 In geen van de jaarverslagen 2012 van de Nijmeegse corporaties wordt gerefereerd aan het convenant Energiebesparing Huursector 2012 en de doelstellingen daarvan (energielabel B in 2020 en lokaal driepartijenoverleg). Er worden ook geen energieprestaties over het gehele jaar en over de gehele huurvoorraad gerapporteerd. Gegevens zoals in de Shaere-rapporten zijn niet opgenomen. Financiële situatie Het verscherpt toezicht (ivm derivaten) bij Portaal is door het CFV (Centraal Fonds Volkshuisvesting) opgeheven. Vervolgoverleg tussen CFV en Portaal over bezuinigingen en reorganisatie vinden plaats. De andere vier Nijmeegse corporaties zijn volgens CFV financieel gezond. 4. Aanpak Energiebesparing huurvoorraad Portaal Nijmegen, Stephan Huisman Meters maken Bij Portaal Nijmegen lopen vele projecten op duurzaamheidgebied (sheet 1).Duurzaamheid is: * energiebesparing; * gezond wonen/ binnenklimaat; * duurzame materialen; * gebouwontwerp en woonomgeving: * duurzaamheid van de eigen organisatie. Van de vele projecten die lopen, is energiebesparing een belangrijk onderwerp. De aanpak van energiebesparing is gestart rond 2008. ‘Meters maken’ is een belangrijke peiler. Korte termijn: traditionele aanpak Dat gebeurt door het plaatsen van dubbel glas (met de verfcyclus; HR++ glas) en energiezuinige ketels (bij ketelvervanging HR ketels). Dit gebeurt zonder huurverhoging. Daarnaast worden energetische ingrepen gedaan bij renovatie. In 2014 vindt de renovatie van 50 huurwoningen plaats in de Pastoor Zegersstraat (gaat naar energielabel A). Bij renovatieprojecten kijkt Portaal nadrukkelijk naar schilisolatie en streeft Portaal naar een verbetering van minimaal 2 labelstappen of naar energielabel B. De prijsstijging van energie is voor Portaal aanleiding om een actief beleid op beperking van woonlasten te voeren. In met name de oudere woningen uit de huurvoorraad ziet Portaal de grootste opgave voor de korte en middellange termijn. Samen met lokale partijen wil Portaal een bijdrage leveren 75
aan de bewustwording van het energieverbruik bij huurders. Het energieprogramma is gekoppeld aan de verversingsstrategie vanuit het portefeuillebeleid. Die verversingsstrategie draagt bij aan belangrijke doelen die Portaal heeft in de herstructurering van wijken. Lange termijn: slimme bouwconcepten Portaal heeft de overtuiging dat het anders moet. Voor de langere termijn is de traditionele aanpak niet genoeg. Daarom is in 2012/ 2013 gestart met innovaties waarbij Portaal marktpartijen bij nieuwbouw en in de bestaande bouw heeft uitgedaagd om te komen met slimme bouwconcepten. Bij de nieuwbouw heeft men gekozen voor NiaNesto-woningen. Deze nieuwbouwwoningen zijn zo energiezuinig dat huurders bij energiebewust gedrag geen energienota krijgen en zelfs energie gaan leveren aan het elektriciteitsnet. Deze woningen worden ook aangeduid met nul-op-de-meter-woningen. Stroomversnelling In de bestaande bouw heet deze nieuwe aanpak de Stroomversnelling. De aanpak wordt uitgevoerd door zes corporaties en vier bouwbedrijven. In de Deal met minister Blok staan voor 2014-2016 11.000 huurwoningen voor de Stroomversnelling gepland en voor 20172020 100.000 huurwoningen. In Presikhaaf te Arnhem renoveert Portaal 96 eengezinswoningen en 29 portiekflats volgens de Stroomversnelling. Doel is een industrialisatie van de renovatie. Dus ook voor gestapelde bouw. Een eerste testwoning staat in de Van Speijkstraat in Arnhem. De woning is zeer sterk geïsoleerd en heeft bijvoorbeeld driedubbelglas. Beheer en monitoring energiebeleid Voor de transparantie en monitoring van het energiebeleid heeft Portaal een standaard voortgangsbeleid ontwikkeld. Portaal is zelf gecertificeerd. Medewerkers kunnen zelf labelveranderingen opnemen en registreren. Wijzigingen worden periodiek in systemen verwerkt. Wijzigingen zoals bij mutaties, planmatig onderhoud en renovatie. Jaarlijks worden gegevens bij Aedes aangeleverd voor de Shaere monitor. Voor de transparantie en monitoring van het energiebeleid heeft Portaal Nijmegen een standaardvoortgangsrapportage ontwikkeld. Portaal Nijmegen: label B in 2020 Portaal Nijmegen verwacht energielabel B in 2020 te kunnen halen met het huidige tempo mede door de inzet van slimme bouwconcepten (innovaties). De CO2 reductie in de periode 2010 t/m 2012 is 12.1%. Gemiddeld 4% per jaar. De energie index daalde van 1.91 naar 1.63 in 2012. Dat is een daling van ca 0.10 per jaar. Dat ligt hoger dan de CO2 reduktie en daling van de energieindex van het convenant Energiebesparing Huursector (dd 28 juni 2012) van gemiddeld 3% per jaar. Vragen en opmerkingen van de deelnemers - Andere (Nijmeegse) woningbouwcorporaties kunnen bij deze concepten zeker samenwerken met en aansluiten bij Portaal. - in hoeverre vindt er woningisolatie plaats bij complexen die worden uitgepond (verkocht)? Diverse complexen staan nu in de verkop. Verkochte huurwoningen kunnen meelopen in een renovatie van Portaal.
76
Zie verder de power point van Stephan Huisman van Portaal Nijmegen. 5. Gesprek met wethouder Jan van der Meer Het is voor Jan van der Meer vandaag de laatste dag als wethouder. Hij is acht jaar wethouder geweest. Hij geeft aan dat hij corporaties heeft gevraagd en gestimuleerd om mee te gaan in het energiebesparingsbeleid van de gemeente. Daarvoor is ook geld vrij gemaakt. Een enthousiaste wethouder en ambtenaren zijn daarbij erg belangrijk. Dan gaan de corporaties mee. Energiebesparing in de Nijmeegse huursector gaat beter dan landelijk. Het percentage A en B labels ligt nu op 30%, 10% meer dan het landelijke (20% A en B labels). De beste maatregelen is zijn ambtsperiode is de handhaving van het nemen van energiemaatregelen met een terugverdientermijn van maximaal vijf jaar bij het bedrijfsleven geweest, stelt Jan van der Meer. De meest effectieve maatregel in de huursector is het uitfaseren van energielabel G. Daar zijn er nog maar 300 huurwoningen van. De doelstelling van het nieuwe college is minstens energielabel B in de raadsperiode 20142018. Nijmegen wil voorop lopen, stelt Jan van der Meer. De corporaties willen wel. De vraag is hoe de financiering geregeld dient te worden. De boodschap van Jan van der Meer aan zijn opvolger is: * meters maken; * helpen zoeken naar goedkope leningen; * via zgn esco-constructies energiebesparing realiseren (terugbetalen van de investering via de besparing op de energierekeing). * grote energiebesparingstappen in één keer maken (eerst via pilots). 6. Rondetafel met Nijmeegse woningbouwcorporaties Deelnemers: Pim Thoonen (Hoofd Projectmatig Onderhoud van Talis), Stephan Huisman (senior projectleider Afedeling Strategie en Vastgoed van Portaal Nijmegen) en Dico van Verseveld (Manager Technisch Beheer van WBS De Gemeenschap). Verhinderd: Standvast en Woongenoot. Juiste getallen en energieprestaties Op zich kloppen alle getallen en energieprestaties. Alleen de nieuwbouw is niet opgenomen in Shaere. De Spoorbuurt, een buurt van 500 vooroorlogse huurwoningen van de WBS De Gemeenschap, komt tot uiting in de gegevens over de isolatiegraad. Deze blijft achter bij De Gemeenschap (ondermeer dak- en gevelisolatie). Groot onderhoud gaat in 2017 is de Spoorbuurt van start. De Gemeenschap heeft als doelstelling energielabel B in 2024. Pim Thoonen van Talis dacht dat Talis zelfs beter zou scoren. Talis heeft in 2013 een daling van de EnergieIndex van 0.09 bereikt. Zo denkt Talis in 2016 gemiddeld energielabel C en in 2020 wel gemiddeld energielabel B te bereiken. Transparantie, communicatie en draagvlak bij huurder Transparantie wat betreft energielabel van de huurwoning vindt men erg belangrijk. Het zou jammer zijn als de kleur van de energielabel (groen voor energielabel A, B en C; rood voor D t/m G) zou verdwijnen. 77
Antoinette Doesborgh van huurdersplatform Accio van Talis vindt dat het belangrijk is om het energielabel te communiceren, bijvoorbeeld bij de brief met de jaarlijkse huurverhoging. Bij Talis gebeurt dit niet; bij De Gemeenschap wel. Het is belangrijk om meer ‘samen’ te creëeren. Stephan Huisman geeft aan dat Portaal bij renovatieprojecten de huurder meeneemt. Portaal wil ook over gedragsverandering monitoren. Dat gebeurt ook bij het project ‘De Knop Om’ in Neerbosch. Renovatie wijk Jerusalem van Talis In de buurt Jerusalem (wijk Heseveld) van Talis staan ca 100 label F en G huurwoningen. Volgens een aanwezige huurder is de huur ca 550 euro en de energierekening ca 150 euro. Dat levert hoge maandlasten. Pim Thoonen van Talis geeft aan dat Talis nu inspecties en onderzoek uitvoert. In 2015 wil men starten met groot onderhoud. Talis wil dan naar energielabel B of A gaan. Bij energetische ingrepen heeft Talis relatief de laagste CO2 reduktie. Onduidelijk is waar dat door komt. 7. Rondetafel voor Nijmeegse raadsleden Deelnemers: Jos Reinhoudt (Groenlinks), Giselle Schellekens (PvdA), Raymond Janssen (VVD). Afgemeld: Bart van Berkel (SP) Jos Reinhoudt geeft aan dat energiebeleid in combinatie met armoedebeleid voor Groenlinks erg belangrijk is. Er dienen duidelijke eisen te worden gesteld. In het nieuwe collegeakkoord is dat gebeurd (minstens energielabel B in 2018). De aandacht en interesse voor het onderwerp energie in Nijmegen neemt toe. Er wordt een burgerwindpark gebouwd en er is een lokale energiecoöperatie, Novio Volta. Diverse Nijmeegse straten doen mee aan het jaarlijkse Klimaatstraatfeest. Giselle Schellekens van de PvdA stelt dat een belangrijk rol van de raad het signaleren van knelpunten is. Er is volgens haar weinig kennis over duurzaamheid bij bewoners. Zij wil zelf goed gïnformeerd zijn en de informatie naar zich toe trekken. Ook over dit onderwerp. Raymond Janssen van de VVD Nijmegen vindt het belangrijk om bij duurzaamheid de ‘economie in te zetten’ en ondernemend Nijmegen in te zetten. We kunnen Nijmeegse ondernemers op de kansen wijzen. Jos Reinhoudt geeft aan dat Groenlinks dit ook belangrijk vindt. 8. Rondetafel Nijmeegse Huurdersverenigingen Deelnemers: Antoinette Dousborgh (huurderspanel Accio van Talis), Marx van den Berg (De Klink, huurdersvereniging van Portaal Nijmegen), Eric van Oostveen (Het Huurdershuis). Rol huurdersvereniging Antoinette Dousborgh van Accio geeft aan dat de taak cq rol van de huurdersvereniging is om te bekijken en beoordelen ‘wie er wat betaalt’. Op zich daalt de energierekening wel. Het voordeel dient bij de huurder te liggen. 78
Eric van Oostveen van Het Huurdershuis constateert drie belangrijke taken, ook voor het Huurdershuis als ondersteuner: 1. Het realiseren van goede ambities en doelstellingen in de nieuwe Woonvisie en Prestatieafspraken; 2. Het onder de aandacht brengen van comfort en woongenot voor huurders in hun huurwoningen. Het bestrijden van vochtoverlast. 3. Het inspreken op beleid. Hiervoor is nodig dat er eerlijke informatie beschikbaar is. Corporaties hebben vaak ‘mooiweerpraatjes’. Goede communicatie is nodig. Veel huurders zijn actiever dan je denkt. Ze zoeken informatie over een onderwerp op internet. Voorbereiding Nijmeegse huurderskoepel Max van den Berg geeft aan dat men een Nijmeegse huurderskoepel wil oprichten. Ook beleidsambtenaar Wonen Wim van der Velde is hier een voorstander van. De koepel wil vooraan meepraten in het proces. Syl van den Evert, bestuurslid bij De Klink, bereidt dit voor. Doel van een deze koepel is dat de huurder beter wordt betrokken. De huurder laat zich niet gemakkelijk organiseren. De koepel is weer een nieuwe stap, een stap verder. Sfeer maken Eric van Oostveen geeft aan dat de gemeente ook stappen kan zetten. De gemeente Nijmegen kan ‘sfeer’ maken voor lokale samenwerking. Dat verstrekt elkaar. Totale plaatje Antoinette Dousborgh vindt het belangrijk dat corporaties zo transparant mogelijk zijn (bijv duidelijkheid over het energielabel). De huurder dient ook individueel stappen te kunnen zetten. Het is ook van belang dat er informatie van onderop komt. Huurdersverenigingen willen het totale plaatje zien. 9. Afsluiting: monitoring energieprestaties en actieve informatieverstrekking Volkert Vintges sluit de avond af. Hij neemt twee zaken mee die hij duidelijk heeft horen klinken: monitoring van energieprestaties en transparantie bij corporaties. Mooie praatjes dienen te worden onderbouwd. Zet bijvoorbeeld de jaarlijkse energieprestaties van de corporatie (ondermeer het jaarlijkse Shaere rapport van de eigen corporatie) op de website en geeft de vorderingen aan van de afgelopen jaren. Hij bedankt iedereen voor de deelname en nodigt iedereen uit voor de slotbijeenkomst op donderdagavond 20 november 2014 te Utrecht. Dan wordt ook de Stookjerijk Trofee 2014 uitgereikt. Elke Natuur en Milieufederatie zal in de eigen provincie een nominatie doen van de beste corporatie, beste huurdersvereniging en beste gemeente (binnen de deelnemers aan het project).
Bijlage: tekst bij Presentatie Woonbond, Stookjerijk 2014 Energieteam Het energieteam geeft begeleiding aan huurdersorganisaties om met hun verhuurder tot afspraken over energiebesparing te komen. Het energieteam heeft een aparte rol en functie binnen de woonbond. Ook niet leden worden (gevraagd) geholpen. Middelen die kunnen 79
worden toegepast zijn: Energiebus, Second opinion, Woonlastenwaarborg, Advies in projecten. De inzet van energiecoaches is breder dan alleen leden Energieconvenant Het energieconvenant is vastgesteld in 2008 in een reeks van convenanten, gericht op 2020, in Nederlands en Europees verband. Ondertekenaars zijn Aedes, Woonbond en het Rijk. Er zijn 2,4 miljoen huurwoningen in Nederland. In juni 2012 is opnieuw een convenant over energiebesparing opgesteld. Nu is ook de particuliere huursector erbij genomen, namelijk Vastgoed belang met 400.000 huurwoningen. De particuliere sector heeft slechtere labels dan de sociale sector. De afspraak met de particuliere sector is 80% van de huurwoningen op label C in 2020. De sociale huursector heeft als doel gemiddeld label B in 2020 (nu is dat gemiddeld label D). Oftewel 3 % CO2 reductie per jaar oftewel jaarlijks 3% besparing op het energieverbruik. Het tempo in 2013 ligt veel te laag. De nieuwe afspraken betreffen ook meer duurzame energie en monitoring van de voortgang van de energiebesparing. Meer achtergrond over de cijfers 2013 zijn te vinden in de Energiebesparingsmonitor SHAERE. Daar staat aangegeven hoe de corporatiewoningen ervoor staan. Energiemonitor SHAERE In de SHAERE (Sociale Huursector Audit en Evaluatie van Resultaten Energiebesparing) database staan de gegevens over energiebesparing van bijna 2 miljoen woningen. Op basis van een grote steekproef van ruim één miljoen woningen is de rapportage SHAERE 2013 gemaakt. De rapportage geeft de stand van zaken van de verduurzaming van de woningvoorraad van de corporaties. De belangrijkste conclusie is dat de verduurzaming lang niet snel genoeg gaat om de afspraken uit het convenant energiebesparing huursector te halen. Het tempo ligt zelfs lager dan in 2012. Oorzaak lage tempo De oorzaak van het lage tempo komt waarschijnlijk door de verhuurdersheffing en door de saneringsheffing van het Vestia debacle. Vanwege deze heffingen moeten de corporaties een flinke som geld ophoesten en dat gaat ten koste van onderhoud en renovatie. De komende jaren zullen leren of de corporaties, bijvoorbeeld door de bedrijfslasten terug te brengen, de zaak weer financieel op orde zullen krijgen. Trends 2013 in isolatiegraad en verduurzaming Diverse cijfers vallen op in de steekproef van Shaere. a. Zo is de isolatiegraad flink toegenomen. Die is met bijna 9% gestegen naar 68,4%. Dat betekent ook dat nog ongeveer 1/3 van de woningen geen enkele isolatiemaatregel heeft. b. Het gasverbruik van woningen neemt duidelijk af en het elektriciteitsverbruik neemt toe. Dit zijn overigens berekende gegevens op basis van de energieprestatie en niet op basis van échte verbruiksgegevens. c. Het percentage niet-efficiënte opwekkers (oude verwarmingsketels) neemt duidelijk af, maar het tempo ligt ruim lager dan in 2012. d. Opvallend is ook de forse stijging van woningen met zonnepanelen. Dat aantal is bijna verdubbeld al blijft het aandeel van woningen met zonnepanelen nog lager dan 1%. De groei 80
van woningen met zonneboilers is sterk afgenomen. Dat komt misschien omdat dit een relatief dure maatregel is. e. De verbetering van isolatie is vooral te zien in de groei van dak-, vloer-, en gevelisolatie. Deze zijn allen flink toegenomen. f. Gemiddeld heeft een corporatiewoning label D. Dat moeten energielabel B worden in 2020. De meeste woningen zitten in label C. De ‘niet groene’ labels (D t/m F) nemen in aandeel allemaal af terwijl de groene labels (A++ t/m C) allemaal toenemen. De groei in label B is het hoogst. De gemiddelde energieindex is 1.69 (t.o.v. 1.73 in 2012). Dat betekent dat het tempo van energieverbetering met minstens de helft zal moeten toenemen om de doelen te halen. Mogelijk dat de subsidies en aantrekkelijke leningen die zijn afgesproken in het energieakkoord, voor de benodigde versnelling zorgen. Tempo ten opzichte van particuliere sector De corporatiesector loopt qua energiebesparing ver voor op de particuliere sector, zowel in de koop als in de commerciële huur. Verduurzaming en betaalbaarheid Naast verduurzaming van de woningvoorraad van corporaties is het van groot belang dat de betaalbaarheid van de woonlasten verbeterd. De energierekening moet omlaag. Daar tegenover wil de Woonbond geen huurstijgingen hoger dan de reële verlaging van die energierekening. Veel huurders, vooral gezinnen en alleenstaande ouders, hebben moeite om rond te komen. Dat maakt een goede voortgang naar het halen van de convenantdoelen nodig. Comfortverbetering als bonus De bonus, vaak door bewoners het meest gewaardeerd, is comfortverbetering van de woning. Actualiteit Nieuw beleid vanuit het Rijk, maatschappelijke partners (bedrijfsleven, corporaties / woonbond / milieuorganisaties) Verhuurderheffing Uit onderzoek van de Woonbond onder een derde van de huursector (juli 2013) blijkt dat twee derde van alle woningcorporaties een pas op de plaats maakt of zelfs helemaal stopt met investeringen in energiebesparing. Op de vraag of men in 2020 gemiddeld label B denkt te kunnen halen, antwoordt slechts 14 % helemaal positief. Omgerekend naar woningaantallen verwacht 54 % nu zeker niet aan die doelstelling te kunnen voldoen in 2020. De rest is onzeker of weet het niet. Aedes is in een directe deal met minister Blok akkoord gegaan met de verhuurderheffing. Daarmee is de huursector de komende jaren verzekerd van forse jaarlijkse huurverhogingen. Energieakkoord In het energieakkoord is de doelstelling van het convenant Energiebesparing Huursector (label B 2020) nogmaals bevestigd. Er komt 400 miljoen euro vrij voor investeringen in
81
energiebesparing in de huursector in de periode 2014-2017. De 400 miljoen wordt pas in 2018 en 2019 uitgekeerd. Maatregelen uit het Energieakkoord richten op voorkomen en bestrijden van te hoge woonlasten en energiearmoede. Daarnaast is er een regeling voor collectieve opwekking van duurzame energie. Daarbij is er een korting van 7,5 cent /kWh op de energiebelasting Vooralsnog levert dit geen rendabele businesscase. Warmtewet De Warmtewet geldt zowel voor stadswarmte als voor collectieve duurzame energiesystemen en voor (met vergaande consequenties) voor blokverwarming. Wat betreft de tarieven (ACM) geldt het NMDA-principe (Niet Meer Dan Anders). De vraag is echter of : -huurders daarmee voldoende beschermd blijven tegen ongewenste prijsstijgingen; -huurders net als bij servicekosten voldoende beroepsmogelijkheid houden; -of de NMDA niet hoger uitkomt dan het gewone tarief (waarschijnlijk niet) Er is een meldpuntwarmtewet.nl bij de woonbond ingesteld. Energielabel verandert Alle woningen zonder label krijgen een indicatief energielabel. Het energielabel wordt vereenvoudigd, Er komt voor iedereen een vereenvoudigd label. Opmerkingen: -Dit is echter niet te gebruiken voor het WWS (WoonWaarderingStelsel). Het WWS krijgt een energie-index. -De Energie index (EPBD) krijgt een andere berekening. Isoleren scoort iets minder goed; installaties scoren beter. Dat is in overeenstemming met de werkelijkheid. -Kleur en letter verdwijnen uit index voor WWS. Wij hebben groot bezwaar, vooral vanwege de communicatie Herziening Woningwet •De nieuwe woningwet, ligt al voor in de eerste kamer, daar is een wijziging op voorgesteld door het nieuwe kabinet. De wijziging heet een novelle en die term zie je dus wel eens in het nieuws als het over wonen gaat. •Er gaat behoorlijk wat veranderen voor de corporaties, zoals welke activiteiten ze nog mogen uitvoeren. •De precieze einduitkomst is nog onzeker. Wellicht heeft de parlementaire enquête daar ook nog invloed op. •Voor huurders is het van groot belang dat het aantal deelnemende partijen bij het opstellen van prestatieafspraken van twee partijen naar drie partijen gaat: de huurders komen er bij. •Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. De gemeente kan bezwaar bij de minister aantekenen als de corporatie afspraken niet nakomt. •Dit zijn behoorlijk zekere onderdelen van de nieuwe Woningwet. De Woonbond adviseert dat nieuwe colleges daar op voorsorteren en huurdersorganisaties de prestatieafspraken mee bepalen. Huren, inkomen, energieprijsontwikkeling en betaalbaarheid; -De koopkracht is de afgelopen jaren afgenomen, zeker in de huursector waar de huren in 2013 en 2014 veel harder stijgen dan de inflatie
82
-Energieprijzen stagneren. Op de korte termijn is het verhaal van het terugverdienen minder gunstig dan voorheen. -Betaalbaarheid is het onderwerp van nu in de sector. 4. Woonlasten Het denken in woonlasten speelt nu overal bij: - het aanbieden van nieuwe woningen aan huurders. Daarbij dient ook een inschatting van de energierekening (voorbeeld Etten Leur) te worden gemaakt. - bij prestatieafspraken. - bij woonlastenonderzoek. Vaak verwachten we dat woningen met een lage huur (slecht label) wel een hoge energierekening zullen hebben en woningen met een hogere huur (nieuw goed label) wel een lagere energierekening zullen hebben. Dat valt in de praktijk tegen. Er zijn ook woningen met hoge huren én hoge energierekeningen. Sommige woningen zijn daardoor onbetaalbaar zeker voor de lagere inkomensgroepen. De vraag is welk beleid een woningcorporatie cq een gemeente daarop voert. Onderzoek hierover is gewenst. 5. Onderzoek 1 Er zijn drie onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek is uitgevoerd naar de huurvoorraad (WOON 2012, drie jaarlijks onderzoek). Conclusies zijn: - 40% van de huishoudens in de sociale huursector met lage inkomens heeft een label F of G huurwoning; - 45% van de (portiek)flats heeft energielabel F of G; - de energierekening van een huurwoning met label G is tweemaal zo hoog als die van een huurwoning met label A.
Er is een verschil tussen de theoretische energierekening op basis van het energielabel en de praktijk. In de praktijk is de energierekening lager omdat huurders met een beperkt budget ook minder energieverbruiken. Gebruik daarom bij voorkeur lokale informatie als dit eenvoudig geregeld kan worden. 6. Onderzoek 2 Woonlastenonderzoek is uitgevoerd in de Metropoolregio: Haaglanden en Rotterdam. Onder de primaire doelgroep is de noodzaak het hoogst. Dit wordt bevestigd door studies uit Eindhoven en Tilburg. Ook landelijk onderzoek wijst dit uit De definitie van de armoedegrens (SCP) luidt: “Een huishouden leeft in armoede als men - na aftrek van woonlasten - te weinig besteedbaar inkomen overhoudt om de minimale kosten voor basisbehoeften en sociale participatie te kunnen betalen”. 7. Onderzoek 3 Onderzoek RIGO 2013 is uitgevoerd in opdracht van de Woonbond op basis van cijfers WOON 2102. Dit onderzoek gaat er van uit dat eind 2017 de huren gemiddeld met 8% (vanaf 2012) zijn gestegen (bij zittende huurders). De huurprijsstijging gaat veel harder. De aanname is dat inkomens(stijgingen) stagneren.
83
8. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen zijn: 1. Lokaal woonlastenonderzoek door gemeenten, corporaties of huurdersverenigingen als opdrachtgever. Dit onderzoek laat zien waar en hoe groot de problemen zijn. 2. Gericht woningen in risicobuurten opknappen. Lage inkomens en labels E,F,G. 3. Inzicht in energierekening geven bij keuze en toekenning van de huurwoning . Niet alleen kiezen op basis van woningkwaliteit en huur, maar ook te verwachten energiekosten 4. Hulp bij besparing op gedrag. Huurders tot energiecoach opleiden. 5. Een beperkte jaarlijkse huurverhoging bij label E, F en G. 6. Beperken cq geen huurverhoging laagste inkomens bij renovatie of toepassen zonnepanelen. 7. Armoede beleid/ woonlastenfonds. 8. Toepassen woonlastenwaarborg. 9. Blijven renoveren naar label B 10. Energieneutraal renoveren/ nieuwbouwen voor lagere inkomens (2025).
11. Verslag Stookjerijk Rotterdam 2014 9 oktober 2014 Suzanne Mulder, debatleider van deze avond, heet iedereen welkom. Zij licht het programma toe en interviewt Emile van Rinsum, directeur van het Rotterdams Milieucentrum. Emile geeft aan dat dit het derde jaar van de bijeenkomsten van Stookjerijk, over energiebesparing in de huursector, is. In 2011 en 2013 zijn al rondetafels gehouden. In 2011 heeft gemeente Rotterdam de Stookjerijk Trofee voor gemeenteraden gewonnen. Dit jaar worden 12 rondetafels gehouden. Volgende week dinsdag zit Stookjerijk in Den Haag.
Presentatie Sociaal Energiebeleid van de Woonbond Robbert Willé geeft aan dat de Woonbond zich meer richt op de totale woonlasten in plaats van de huren. Dit betekent dat naast huren de Woonbond ook veel aandacht besteed aan de energielasten. Hij gaat in op wat de belangrijke ontwikkelingen zijn. De verhuurdersheffing maakt investeren voor corporaties moeilijk. Veel corporaties hebben nieuwbouw gestaakt. De nieuwe Woningwet biedt huurders meer kansen. Zij dienen een betere positie te krijgen in driepartijenoverleg en bij prestatieafspraken. Van belang is dat prestatieafspraken meetbaar zijn. Hij geeft aan welke oplossingen er zijn om meer tempo bij de energiebesparing in de huursector te krijgen. Zie powerpoint.
Presentatie Monitoring Energiebesparing Huursector Rotterdam Maarten Visschers, landelijk projectcoördinator Stookjerijk, geeft een toelichting over de energieprestaties van de Rotterdamse corporaties in 2013. De verbetering van de energieindex in de Rotterdamse huursector in 2013 bedraagt gemiddeld 0.025 (zie ook bijlage 1). De verbetering ligt 84
onder het landelijk gemiddelde van 0.04 in 2014 en nog verder onder het jaarlijkse gemiddelde van 0.06 dat nodig is om gemiddeld energieindex 1.25 in 2020 (doelstelling van het Energieakkoord) te halen. De gegevens komen uit het rekenmodel Shaere van branchevereniging Aedes. Ook de Rotterdamse prestatieafspraken hebben een te lage doelstelling. De doelstelling van 10% CO2 reduktie in 2010-2014 en 10% CO2 reduktie in 2014-2018 komt overeen met een jaarlijkse verbetering van de energieindex met 0.04. Dat ligt 50% onder het benodigde tempo. De raad kan de nieuwe prestatieafspraken in lijn brengen met het Energieakkoord. De verbetering van de energieindex in 2013 in Rotterdam komt met name door vervanging van oude verwarmingsketels door nieuwe, energiezuinigere ketels. De stijging van de genomen isolatiemaatregelen in de schil ligt voor Havensteder, Woonstad en Woonbron op resp 0.1, 0.6 en 0.9. Havensteder heeft de kleinste vooruitgang. De landelijke voortgang is 1.4% in 2013. Wat opvalt is dat glasisolatie (ca 0.2% bij elk van de drie corporaties). sterk achterblijft in de Rotterdamse huursector ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 1.1%. Zie de presentatie. Vestia doet vanaf 2013 mee met de Shaere monitoring. In 2014 zal Vestia ook cijfers kunnen laten zien. Als aanbevelingen geeft Maarten Visschers mee: -Actieve informatieverstrekking over de jaarlijkse energieprestaties vanuit de corporaties. Een prognose van de energieprestaties voor de periode 2013-2020: - Rotterdamse prestatieafspraken in lijn met Energieakkoord: - Versnelling van energiemaatregelen in de bestaande huurwoningen.
Presentatie renovatie Groene Tuin Jaap Faber van Huurdersvereniging Ijsselmonde is vertraagd. Louis Aussen van Marge Architecten en architect van het grootonderhoudsplan Groene Tuin neemt de honneurs waar. Het grootonderhoudsplan Groene Tuin met energiebesparende maatregelen gaat uit van het wegwerken van achterstallig onderhoud, het complex weer een eigentijdse uistraling te geven en niet onbelangrijk energiebesparende maatregelen. Deze maatregelen bestaan uit het isoleren van gevels, dak en vloeren, het vervangen van enkel glas door HR++ glas en thermostatische kranen. Deze energiebesparende maatregelen leveren een besparing op van circa 40% voor een 4 kamerwoning. Bij dit project wordt 75% van de energiebesparing als huurverhoging doorberekend aan de huurders. Woonbron past de woonlastenwaarborg toe waardoor na een 1 jaar de daadwerkelijke besparing wordt berekend en de eventuele huurverhoging wordt aangepast als de besparing minder blijkt te zijn. Louis Aussen pleit er voor dat corporaties dit soort projecten oppakken, omdat energiebesparende maatregelen geld opleveren en corporaties belang hebben bij energie zuinige woningen.
Rondetafel corporaties en huurders Deelnemers: Robert Straver, directeur strategie van Vestia Frits Schneiders, programmacoördinator duurzaamheid van Woonbron Pim Dumans, senior adviseur strategie Woonstad Karolien de Jager, Manager Staf Onderhoud en Ontwikkeling van Havensteder Robbert Willé, Energieteam Woonbond Jaap Faber, Huurdersvereniging Ijsselmonde 85
Verhinderd: Landelijke Huurdersraad Vestia (LHV) Waarom deze slechte energieprestaties in 2013? Suzanne Mulder vraagt de vier Rotterdamse corporaties waarom de energieprestaties in 2013 zo laag zijn. Waarom zo`n mager cijfer? Leemlaag Frits Schneider van Woonbron geeft aan dat energiebesparingsprojecten maatschappelijk en financieel verantwoord moeten zijn. Het accent ligt nu naar zijn opvatting zeer sterk op de financiële haalbaarheid. Door de forse heffingen die de corporaties de komende jaren moeten betalen is er weinig financiële ruimte en is de focus gericht op financiën Deze financiële leemlaag in de organisatie van Woonbron belemmert een voortvarende aanpak van energiebesparende maatregelen. Er wordt te weinig gekeken naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid en betaalbaarhied van de woonlasten. Woonbron dient hieraan meer prioriteit te geven. Door huurstijging als gevolg van energiebesparende maatregelen is het risico dat de huurwoningen boven de huursubsidiegrens komen van 699 euro en de huur vervolgens moeten aftoppen om de woningen beschikbaar te houden voor de doelgroep. . Dat betekent minder inkomsten. Huurders moeten zich meer laten horen en zich inzetten voor het treffen van energiebesparende maatregelen aan hun woning. Huursector Den Haag scoort beter Pim Dumans van Woonstad geeft aan dat je de cijfers op verschillende manieren kunt bekijken. De Rotterdamse huursector heeft een gemiddelde energieindex van 1.67. Dat is 0.02 beter dan het landelijk gemiddeld. Suzanne Mulder geeft aan dat de verbetering in 2013 slechts 0.025 is (met dit jaarlijks tempo levert dat in 2020 een verbetering van 0.18 en blijven we steken op een energieindex van 1.49 in plaats van 1.25). In Den Haag is de verbetering van de energie-index in 2013 veel beter dan in Rotterdam (0.065 ten opzichte van 0.025). Hoe is dat te verklaren? Geld lenen niet mogelijk Robert Straver van Woonbron wil twee zaken benadrukken. Vestia kan nu veel moeilijker geld lenen vanwege de sanering door het WSW. . Het WSW stelt dat het eigen vermogen dient hoger te zijn met als gevolg dat Vestia veel minder kan lenen. De corporatie zit aan haar maximum. De vraag is waar Vestia het geld vandaan moet halen. Daarnaast zal Vestia een nieuw beleid opstellen met de daarbij behorende ambities. Op dit moment ‘kabbelen’ de corporaties verder vanwege de beperkte financiële middelen. Uiteindelijk zal de doelstelling van energieindex 1.25 worden gehaald. Maar niet in 2020. Hoge afdracht Karolien de Jager van Havensteder geeft aan dat Havensteder een mager rapportcijfer voor 2013 heeft. Dat ligt aan de slechte financiële situatie. Havensteder heeft in 2013 het minst gedaan aan isolatiemaatregelen, blijkt uit de Shaeregegevens. Het percentage voortgang aan isolatiemaatregelen bedraagt bij Havensteder 0.1%, Woonstad 0.6% en bij Woonbron 0.9%; ten opzichte van 1.4% landelijk. De afdracht via de verhuurdersheffing en saneringsheffing is hoog (twee maanden huur gaan naar het Kabinet). 86
Maatschappelijke verantwoordelijkheid te weinig prioriteit Robbert Willé van de Woonbond geeft aan dat de corporaties een belangrijke maatschappelijke doelstelling hebben. Van belang is na te gaan welke manieren er wel zijn om deze maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Ook Robbert geeft aan dat de Woonbond een leemlaag tegenkomt. Er zijn verschillende belangen in de organisatie van corporaties. De maatschappelijke verantwoordelijkheid krijgt te weinig prioriteit. Er is te weinig investeringsruimte. Uit de blokvoorblok projecten blijkt dat het een kwestie is van lange adem. Keuzes dienen te worden gemaakt. Daarbij moet worden gekeken wat rendabel is. Samenwerking Jaap Faber van huurdersvereniging IJsselmonde geeft aan dat de huidige situatie meer dan bekend is. De financiële problemen zijn duidelijk. Jaap vindt samenwerking erg belangrijk. Als de corporaties niet willen samenwerken, moet de verantwoordelijke wethouder. de raad of een ‘stadsmarinier’ ingrijpen. Jaap Faber is al lang actief bij de huurdersvereniging IJsselmonde. De Huurdersvereniging IJsselmonde heeft een goed contact met nagenoeg alle woningcorporaties en particuliere verhuurders die binnen de deelgemeente woningen beheren c.q. bezitten. Er wordt daar waar mogelijk periodiek overleg gevoerd om aktuele onderwerpen te bespreken en/of klachten van huurders door te nemen c.q. af te stemmen. Vragen uit publiek 1. Gebruik maken van STEP subsidie In hoeverre maken Rotterdamse corporaties gebruik van de STEP subsidie? Van de landelijke subsidie van 400 miljoen euro (STEP- subsidie) wordt wel gebruik gemaakt. Corporaties krijgen maximaal € 4.500,- per woning en € 7,5 miljoen euro per verhuurder als ze 3 labelstappen maken en uitkomen op energielabel B. Havensteder gaat 100 huurwoningen met G,F en E subsidie naar energielabel A brengen. Woonbron heeft voor 300 huurwoningen STEP- subsidie aangevraagd. Op dit moment is er ca 85 miljoen van de 400 miljoen aan STEP subsidie door corporaties aangevraagd. Corporaties moeten deze subsidie voorfinancieren tot 2017. . Na 2017 krijgen de corporaties de voorfinanciering terug. Robert Straver van Vestia stelt dat er sturing op de subsidiepot van 400 miljoen dient te zijn. De situatie is het meest urgent in de grote steden en vooral in Rotterdam-Zuid. In Oost Nederland is de situatie minder ernstig en is renovatie relatief gemakkelijker (minder gestapelde bouw ed). De subsidie dient daarom meer naar huurwoningen in Rotterdam-Zuid te gaan. De verdeelmethode is niet juist. Een groot deel van de rode labels dient met STEP te worden aangepakt. Woonstad is het hier mee eens. Er is op dit moment ca 85 van de 400 miljoen aan subsidie aangevraagd. Er is op dit moment ca 85 van de 400 miljoen euro aangevraagd. 2. Er dient iemand te worden aangesteld die de voortgang bewaakt (een stadsmarinier). Waarom gebeurt dit niet? Een ‘stadsmarinier’ kan zorgen voor de monitoring en nagaan of aangedragen oplossingen voldoende zijn. Woonbron geeft aan dat de huurder er zich van bewust dient te zijn dat de huurder bij energiemaatregelen er qua woonlasten op voor uitgaat. De wethouder kan zich als ambassadeur 87
opstellen en corporaties aanspreken op hun gemaakte afspraken. Ook aan Woonstad wordt gevraagd of de oplossingen liggen in driepartijenoverleg en facilitering door aandacht/ druk van de Rotterdamse politiek. Woonstad vindt ook dat samenwerking en controle de oplossingen zijn. Robert Straver is het eens dat de oplossing in samenwerking en controle ligt. Hij heeft onlangs een overleg gehad met De Urgenda. De Urgenda liet een pilot zien met IR lampen om huurwoningen te verwarmen. Van belang is om open te staan voor nieuwe initiatieven. Bewustwording bij huurders is ook van belang. Energielabels van huurwoningen dienen duidelijk zichtbaar te zijn. Er is een regulier overleg tussen de Rotterdamse corporaties en de gemeente Rotterdam. Als de huurders daarbij gaan aanschuiven, dienen zij goed en terzake deskundig worden vertegenwoordigd. Dit moet verder strekken dan individuele belangen van huurcomplexen. Van belang is na te gaan hoe corporaties weer aan geld om in hun huurvoorraad te investeren, komen. Ook voor Havensteder geldt dat goede subsidies van belang zijn. Ook voor Havensteder zijn innovaties belangrijk. Verder is een goed contact met verschillende bewonersplatforms en -verenigingen in Rotterdam en omgeving wenselijk, om ervaringen uit te wisslelen en gezamenlijk op te trekken. 3. Nemen de Rotterdamse corporaties deel aan De Stroomversnelling? De Rotterdamse corporaties zijn niet betrokken bij de start van De Stroomversnelling in 2013. De betrokken corporaties zijn Portaal, Lefier, Woonwaard, Stadlander, Tiwos en Wonen Limburg. De deelnemende bouwbedrijven zijn VolkerWessels, BAM, Ballast Nedam en Dura Vermeer. Dit zijn de partijen die samen de eerste 11.000 woningen voor hun rekening nemen. Door andere partijen bij het initiatief te betrekken is het de bedoeling nog eens 100.000 woningen extra aan te pakken. 4. De Energiebus van de Woonbond heeft bij een huurcomplex van Havensteder schimmel en vocht geconstateerd. De afgelopen drie jaar heeft de bewonerscommissie bij de directie niets kunnen bereiken. Hoe kan de bewonerscommissie echt in contact komen met de directie? Robbert Willé van de Woonbond kent het huurcomplex. De huurders zijn bereid om een beperkte huursverhoging te betalen. Karolien de Jager van Havensteder zegt een overleg op korte termijn hierover toe.
Rondetafel raadsleden Deelnemers: Nils Berndsen, raadslid D66. Quirien Velter, raadslid SP. Judith Bokhove, raadslid Groenlinks Turan Yazir, raadslid CDA Jeroen van der Lee, Raadslid Partij voor de Dieren Leo Bruijn, raadslid PvdA Afwezig: Leefbaar Rotterdam, Christen Unie/ SGP 88
Suzanne Mulder vraagt de raadsleden welke maatregelen nodig zijn. Opknappen huurwoningen belangrijk De PvdA geeft aan dat we niet moeten weglopen voor de problemen. De gemeente Rotterdam moet de corporaties helpen. Het is belangrijk dat huurwoningen worden opgeknapt. De buurt en wijk bloeit daardoor op. Bewoners blijven daardoor in de wijk. Het is van belang dat bewoners zo lang mogelijk in hun wijk blijven. Dat heeft een groot sociaal voordeel. Het draagt bij aan de cohesie. Ook willen en moeten mensen door bezuinigingen in de zorg langer thuis blijven wonen. Dat kan ook worden meegenomen. Er zitten nu drie deelraadsbestuurders van Rotterdam-Zuid in de huidige coalitie van Leefbaar Rotterdam, D66 en CDA. Deze bestuurders zetten in op Rotterdam-Zuid. Daar is de urgentie van verbetering het hoogst. Er is 238 miljoen euro uit de Rotterdamse begroting gehaald. Dat geld is nu uitgegeven. De PvdA vindt dat de gemeente moet durven om eigen geld in te zetten. Zie ook het voorstel van een energierotatiefonds (revolverend fonds voor energiemaatregelen). De doelstelling van het Energieakkoord dient te worden vastgehouden. Als dat niet mogelijk is voor corporaties, moet de gemeente Rotterdam en landelijke overheid helpen. In het warmtebedrijf heeft de gemeente 110 miljoen geïnvesteerd. En dat is een beduidend slechte businesscase dan die van de corporaties. Lening of garantstelling door gemeente De PvdD geeft aan dat de verantwoording van de vier corporaties duidelijk is. De corporaties hebben te weinig geld (eigen vermogen) voor investeringen en leningen. De gemeente kan financieel garant staan. Leningen verstrekken of garant staan door de gemeente is een politieke keuze. Het gaat dan om een groot bedrag. Men kan nu goedkoop lenen, tegen 2.53%. Het geld kan aan isolatie worden besteed. Gemeente Rotterdam gaat dan als bank optreden. Van belang is dat de gemeente iets doet, onder meer door er geld in stoppen. Ook vindt de PvdD dat er een ‘rekenmeester’ moet worden aangesteld om de voortgang en de jaarlijkse energieprestaties te monitoren. Prestatieafspraken niet vrijblijvend D66 geeft aan dat de corporaties wel vooruitgaan, maar het gaat niet gemakkelijk. Het eigen vermogen van de corporaties moet door nieuwe regels hoger zijn, waardoor lenen lastiger wordt. Het is belangrijk te zoeken naar creatieve oplossingen. Onder meer bij de huurders zelf; investeer in de huurders. De opgave ligt in Rotterdam-Zuid. De gemeente moet de corporaties als partners zien. Prestatiesafspraken zijn niet vrijblijvend. D66 vindt dat de gemeente zich niet in de schulden moet steken. Bij de Herziening van de Woningwet kunnen afdwingbare prestatieafspraken worden gesteld. De gemeente moet realistisch zijn. Er is ook geld nodig voor het onderwerp zorg. 89
Achterstallig onderhoud De SP heeft begrepen dat de Rotterdamse corporaties ‘voortkabbelen’. De Verhuurdersheffing is een groot probleem. Het gaat echter om achterstallig onderhoud. Er is dus sprake van een verplichting van jaren geleden. De raad heeft een lage ambitie gesteld dat niet wordt gemonitord. Het is een verantwoordelijkheid van de corporaties en de raad samen. De SP heeft een motie met een hogere ambitie ingediend. De huidige ambitie is om 10.000 huurwoningen te verduurzamen. Zonder daarbij het aantal labelstappen aan te geven. De SP stelt voor om 13.000 huurwoningen per jaar conform het Energieakkoord te verbeteren. Daarbij dient te worden begonnen bij de slechtste energielabels (label D t/m G). Probleem bespreken met wethouder Het CDA vindt dat nu geen schuldigen moeten worden aangewezen. De corporaties stellen zich welwillend op. De gemeente moet meer en beter monitoren. Samenwerking is van belang. Ook inzetten op kleine initiatieven moet de aandacht krijgen. Dat staat in het collegeakkoord. Ook is Hhet is belangrijk om dit probleem te bespreken met de verantwoordelijke wethouder. Totale woonlasten GroenLinks geeft aan dat de partij meerdere voorstellen heeft gedaan. Zij kreeg er geen meerderheid voor in de raad. De corporaties zijn welwillend, maar kunnen niet omdat ze te weinig geld hebben. Ook huurders willen wel. Huurders moeten worden meegenomen. Van belang is het onderwerp energiebesparing vanuit de totale woonlasten te bekijken. De gemeente moet creatiever zijn. In een andere stad zijn energie- en infraroodscans van huurwoningen gemaakt. Huurwoningen sloegen rood van de energielekken uit. De corporatie kan hier op worden aangesproken. Suzanne Mulder vraagt de raadsleden of zij het eens zijn met de aanbevelingen die zijn voorgesteld in de presentatie van Maarten Visschers van Stookjerijk. Dit zijn: 1. Actieve informatieverstrekking door de corporatie. Zo worden de jaarlijkse energieprestaties op de website en in het jaarverslag vermeld. De gegevens zijn er via de Shaere monitoring. 2. Het in lijn brengen van de huidige Rotterdamse prestatieafspraken 2010-2014 met het Energieakkoord: gemiddeld energielabel B (energieindex 1.25) in 2020, monitoring van jaarlijkse energieprestaties, Rotterdams driepartijenoverleg van huurdersverenigingen, corporaties en gemeente(raad). lokale aanpak, met huurders er bij. 3. Versnelling energiemaatregelen in bestaande huurwoningen. Direct aan de slag met afspraken van vanavond Alle aanwezige partijen zijn het hier mee eens. Maarten Visschers van Stookjerijk is tevreden 90
over de afspraken van de raad. Hij geeft aan dat hij dan volgend jaar een betere voortgang van de energieprestaties verwacht. Belangrijk is om met de afspraken ook direct aan de slag te gaan en niet te wachten.
Afsluiting door Emile van Rinsum, directeur Rotterdams Milieucentrum Hij vindt de rol van de huurders zeer belangrijk. De huurders zijn de financiers van de energiemaatregelen. De huurders zorgen voor een soort revolverend fonds. Op dit moment zit er niemand ‘boven op’ het onderwerp van energiebesparing. De raad moet er bovenop zitten. Als een tweede Maasvlakte kan worden gerealiseerd dan kan een Deltaplan Energiebesparing ook worden uitgevoerd. Rotterdam moet zorgen voor vooruitgang op het onderwerp van energiebesparing in de huursector. Hij bedankt de deelnemers aan de bijeenkomst, de deelnemers aan de rondetafels, de sprekers en de organisatie. Het onderwerp wordt vervolgd. Hij nodigt iedereen uit voor de slotbijeenkomst van dit landelijke project Stookjerijk op donderdavond 20 november 18.00u (tot 20.30u) te Utrecht (Boothstraat 7, Zaalverhuur7). Aanmelding bij
[email protected] . Zie ook www.stookjerijk.nl .
Bijlagen Bijlage 1: Energieprestaties 2012 en 2013 (verbetering energieindex). Bijlage 2: Verbetering isolatie bij Rotterdamse corporaties in 2013.
91
Bijlage 1: Energieprestaties 2012 en 2013 (verbetering energieindex). Bron: Shaererapporten.
Huurwoningen in 2013 50.420 33.790 17.980 17.170 119.360
Daling energieindex in 2012 0.03 0.06 -
Woonstad Havensteder Woonbron Vestia Totaal huurwoningen Rotterdam Gemiddeld Rotterdam Landelijk in 2013 Noodzakelijk ivm Energieakkoord Rotterdamse Prestatieafspraken (10% CO2 reduktie in 2010-2014 en 10% in 2014-2018
Daling energieindex 2013 0.03 0.02 0.03 - (1)
Energie-index 2013 1.60 1.69 1.76 1.74
0.025
1.67
0.04 (2.4% CO2 reduktie) 0.06 per jaar
1.69
0.04 per jaar
1. Vestia heeft in 2013 voor het eerst meegedaan met Shaere. Energieprestatie over 2013 zijn daarom niet vastgesteld. 2. Bij Woonbron is de voortgang in 2013 gehalveerd ten opzichte van 2012.
92
Bijlage 2: Verbetering isolatie bij Rotterdamse corporaties in 2013 (bron: Shaere rapport).
Woonstad Havensteder Woonbron 50.420 33.790 17.980
Vestia
1.60 (label 1.69 (label C) D) 0.03 -
1.76 (label D) 0.06
1.74 (label D) -
0.03
0.02
0.03
Doet vanaf 2013 mee
CO2 reduktie per m2
1.5%
0.3%
1.8%
2.4%
dakisolatie gevelisolatie glasisolatie paneelisolatie vloerisolatie kierdichting Isolatie totaal
+0.8% +0.5% +0.2% -7.3% +1.4% +1.8% +0.6%
+0.3% +0.3% +0.2% -0.9% -0.3% +0.1% +0.1%
+0.8% +1.4% +0.1% -0.1% +0.4% +2.2% +0.9%
+1.4% +1.3% +1.1% +0.5% +1.7% +5.0% +1.4%
Efficiente warmte opwekkers (ketelvervanging) Externe warmtelevering
+3.8%
+3.2%
+3.8%
+2.4%
+0.1%
+0.2%
-0.1%
+0.4%
Woningen met zonnepanelen in 2013 Woningen met zonneboilers in 2013
1
211 (0.6%)
13 (0.1%)
0
162 (0.3%)
61 (0.2%)
14 (0.1%)
66 (0.4%)
Aantal huurwoningen Energie index eind 2013 Verbetering energie index in 2012 Verbetering energie index in 2013
17.170
Rotterdam landelijk totaal 119.360 2.4 miljoen 1.67 (label 1.69 (label D) D)
0.025
0.04
Bron: Shaererapporten Rotterdamse corporaties 2013. Zie tabel 1 (verbetering energie index), figuur 4 (CO2 reduktie per m2), figuur 5 (verbetering percentage isolatie), figuur 7 (efficiente warmte opwekker dwz ketelvervanging). Opmerkingen: 1. Bij Havensteder is de getallenreeks bij isolatiemaatregelen en CO2 reduktie niet geheel consistent. De verbetering van de energieindex bij Havensteder (0.02) lijkt te hoog ten opzichte van de behaalde CO2 reduktie per m2 (0.3%) en de toename van het percentage isolatiemaatregelen (0.1%) . Mogelijk is de verbetering van de energieindex te wijten aan 93
een administratieverbetering van de energielabels en niet aan de genomen energiemaatregelen). Een verbetering van de energieindex van 0.01 komt overeen met een CO2 reduktie van ca 0.6%. De vervanging door efficiente warmteopwekkers lijkt bij de Rotterdamse corporaties een belangrijk bijdrage te hebben aan de verbetering van de energieindex. Aanbevolen wordt om de bijdrage van isolatiemaatregelen en de bijdrage van efficiente warmteopwekkers aan de verbetering van de energieindex zichtbaar te maken. 2. De energetische kwaliteit van de Rotterdamse corporaties loopt niet zo ver uiteen. In principe kan worden nagegaan of een corporatie veel gedaan heeft door de energieindex van het gemiddelde bouwjaar van de huurvoorraad van de corporatie te vergelijken met de huidige gemiddelde energie index. Naarmate de huidige energieindex meer is verbeterd ten opzichte van de energieindex van het gemiddelde bouwjaar van de huurvoorraad, heeft de corporatie meer energiemaatregelen genomen. De gegevens van de energieindex van het gemiddelde bouwjaar van de huurvoorraden van de Rotterdamse corporaties zijn niet beschikbaar.
12. AMBITIES VOOR ENERGIEBESPARING IN UTRECHTSE HUURSECTOR MOETEN OMHOOG 11 juni 2014 Woensdagavond 11 juni organiseerde de Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU), dit keer samen met bewonersplatform De Bundeling, voor het derde jaar op rij het StookjeRijk debat. Onderwerp was ‘Energiezuinig huren in de stad Utrecht; betaalbaar wonen is energiezuinig wonen’. Dagvoorzitter Michel Jehae gaf wethouder Wonen Paulus Jansen de gelegenheid de avond af te trappen. Hij vroeg zich openlijk af of we in deze stad beter kunnen gaan voor vele kleine stappen, of ons richten op Nul-op-de-meter renovaties. Volgens Jansen zijn die laatste soort renovaties (je hebt als huurder geen energie rekening meer!) pas over vijf jaar echt mogelijk.. dus ‘Ga vooral door met renovatieplannen die er al zijn en pak zoveel mogelijk woningen aan’, was zijn devies. Pepijn Binkhorst van de Woonbond gaat vervolgens in op betaalbaarheid van huurwoningen. De huren stijgen door, maar ook de energierekening is de afgelopen jaren erg gestegen. Dit maakt dat er steeds meer huurders onder de armoede grens komen. Energiebesparende maatregelen aan een woning kunnen dus zeker helpen om de woonlasten omlaag te brengen. Belangrijk is hierbij de woonlastenwaarborg. De huurverhoging mag niet groter zijn dan de besparing op de energierekening. Zie hier de presentatie van Pepijn Binkhorst van de Woonbond. Ieke Benschop van de NMU gaat vervolgens in op de voortgang van de energiebesparing bij de Utrechtse woningcorporaties. Zij concludeert dat de ambities die in 2011 zijn geformuleerd (3000 labelstappen per jaar), ook vorig jaar weer ruimschoots zijn gehaald (ruim 6000 labelstappen in 2013). Maar, waarschuwt zij: realiseer je dat de ambitie niet heel hoog was: op een huurwoningvoorraad van bijna 60.000 is 3000 labelstappen per jaar gemiddeld 0,5 labelstap per woning per jaar. De landelijke afspraken tussen het Rijk, de Woonbond, Aedes en Vastgoed Belang (de particuliere verhuurders) zijn dat in 2020 de huursectorwoningen gemiddeld op label B zitten, oftewel Energie Index 1,25. Hiervoor is per jaar een Energie-index verbetering van 0,065 nodig. In Utrecht halen de woningcorporaties Portaal en Bo-Ex (die hun voortgang monitorden via de 94
landelijke database SHAERE) 0,4. Het tempo moet dus minimaal met de helft omhoog! Zie hier de presentatie van Ieke Benschop van de NMU. Laurens de Coninck van Portaal gaat vervolgens in op de rol die Portaal speelt bij de Nul-op-demeter renovaties. Allereerst zet Laurens uiteen dat zij haar huurders graag een comfortabele, gezonde, betaalbare woning biedt. Portaal is ondertekenaar van de landelijke Green Deal Nul-op-demeter. Hierdoor is zij - in omliggende gemeenten - al aan de slag met prototyping Nul-op-de-meter. In Soesterberg doet zij dit samen met BAM, in Maarssenbroek met Ballast Nedam. Laurens vertelt dat huurders over het algemeen heel enthousiast zijn over deze hoog-niveau-renovaties. Zie hier de presentatie van Laurens de Coninck van Portaal. Tot slot houdt Tom Jongen van BAM zijn enthousiast verhaal over de ervaringen met Nul-op-demeter bij BAM. Het betreft innovatie, dus dat wil zeggen dat BAM met haar partners een zoektocht doormaakt. In Soesterberg hebben ze een mooi prototype neergezet. Er zit een heel nieuwe schil om de woning, het dak ligt vol met zonnepanelen, er is een warmtepomp die de woning elektrisch verwarmt en buiten de woning is geplaatst. Dat laatste is handig voor onderhoud; de bewoner hoeft niet thuis te zijn als de monteur iets moet doen. De badkamer is vernieuwd met glazen panelen tegen de tegels. Had BAM zelf niet kunnen bedenken, maar een enthousiaste en volhardende glasboer kreeg het voor elkaar! Als er steeds meer apparaten op gelijkstroom draaien, ga je met dit soort ‘all-electric’ woningen al snel richting smart grid! Zie de presentatie van Tom Jongen van BAM hier. Paulus Jansen wordt als eerste gevraagd te reageren op de gehoorde presentaties. Hij geeft aan dat het leuk is voor een stad om ‘hoog te scoren op de lijstjes’ (refererend aan de doelstelling van 35.000 woningen naar Nul-op-de-meter in 2020), maar wil als stad niet een te grote broek aantrekken. Volgens hem is er gewoonweg niet voldoende financieringsruimte voor renovatie van 35.000 huurwoningen in de stad. ‘Dit zou ongeveer 2 miljard kosten. De investeringsruimte van de woningcorporaties is 50 a 100 miljoen!’. Jansen vindt wel dat de landelijk gemaakte afspraken, die ook in het SER energieakkoord staan, gehaald moeten worden. Jansen zal scherp zijn op betaalbaarheid van de woningen. Nu zit in Utrecht al 32% van de huurders boven de Nibud-norm, qua hoogte van de huur. 4% van de sociale huurwoningen valt in de categorie ‘goedkoop’ (was een paar jaar geleden nog 17%!), 18% is betaalbaar. Terwijl uitgangspunt is dat 70% in het goedkope segment moet zitten. Wellicht kan de gemeente nog iets doen met differentiatie van WOZ-waarden. Verder gaat Jansen op korte termijn in gesprek met Vastgoed Belang en commerciële beleggers om ook de particuliere verhuurders mee te krijgen op dit spoor. Na de pauze gaan achtereenvolgens de woningcorporaties, de raadsleden en de georganiseerde huurders met elkaar in gesprek. Enkele uitspraken uit deze gesprekken zijn: WONINGCORPORATIES Remco de Maaijer: SSH heeft geen data aangeleverd aan SHAERE, omdat studentenhuisvesters (kamerverhuur!) niet meedoet aan de landelijke afspraken. Wel is het zo dat SSH na een paar jaar focus op nieuwbouw, de komende jaren meer met renovaties aan de slag zal gaan. Karin Verdooren van GroenWest geeft aan dat GroenWest wel nog data gaat aanleveren. Tevens gaat GroenWest besparen op bedrijfslasten, door reorganisatie en verkoop van woningen. Zij zet in op vele woningen, kleine stapjes. Rolf van der Weide van Bo-Ex: Bo-Ex gaat doelstelling gemiddeld label B halen in 2020. Wieke Veldhuizen van Portaal geeft aan dat Portaal t ook gaat halen, onder andere door het nul-op-de-meter traject dat loopt. Ook bespaart Portaal op bedrijfskosten; deze gaan 20% omlaag (een besparing van 8 miljoen per jaar). Feliz Sevenheck van Mitros geeft aan dat Mitros de landelijke doelstelling niet gaat halen. Dit komt omdat Mitros het slechtste bezit heeft in de stad. Bo-Ex 95
reageert hierop dat dit verschil mede wordt verklaard door het feit dat Mitros rekent met kortere restant levensduur dan Bo-Ex; dit maakt dat de bedrijfswaarde van woningen veel lager in de boeken staat. Mitros geeft aan liever veel kleine stapjes te maken in plaats van kleinere aantallen naar Nulop-de-meter. Voor de langere termijn vindt Mitros Nul-op-de-meter zeker wel interessant. Zij is niet voor niks aangesloten bij de Stroomversnelling. Jan Willem van de Groep van Energiesprong – geestelijk vader van Nul-op-de-meter – is ondertussen aangeschoven bij deze avond en roert zich in de discussie. Hij zegt: ‘De verkeerde keuzes worden hier gemaakt; de vraag is niet: “Doen we veel woningen met kleine stapjes, of weinig woningen met grote stappen?”. Nee: het is: “Doen we veel woningen met kleine stapjes, of veel woningen met grote stappen?” Door naar Nul-op-de-meter te renoveren boor je namelijk een andere financieringsstroom aan. Namelijk de gehele energierekening van de bewoner! Tom Jongen (BAM) vult aan met de opmerking dat je juist de sociaal zwakkere doelgroep niet goed bedient als je renoveert naar label B. Je weet namelijk niet wat de energieprijs gaat doen in de komende 30 jaar. ‘We kiezen op deze manier wat goed is nú, niet wat goed is over 30 jaar.’ Bo-Ex geeft aan nog veel vragen te hebben over ‘nul-op-de-meter’ renovaties’. Portaal vindt dat de businesscase van de nul-op-de-meter renovatie voor iedereen transparant en helder dient te zijn. De Woonbond stelt dat de verlaging van de energierekening in het traject energielabel B -> A++ aanzienlijk minder is dan in het traject energielabel G/F -> B. De grootste besparing op de energierekening wordt in het traject G-> B gehaald. De energiewinst is minder in het traject B-> A++, terwijl de kosten wel relatief hoog zijn bij de stap B-> A++. Onduidelijk is of energieprijzen in de toekomst opnieuw gaan stijgen. Energiespecialisten zijn het daar niet over eens.
Op de vraag wat de raad kan doen voor of nodig heeft van de woningcorporaties, wordt gezegd dat woningcorporaties meer openheid kunnen geven over de voortgang op gebied van energiebesparing. Er wordt toegezegd een keer in de raad te komen vertellen over de stand van zaken. NMU en Bundeling kunnen hierin faciliteren. Nadat Marianne Coopmans, ambtenaar afdeling wonen heeft aangegeven dat er een 1, 5 jaar durende energiebesparingscampagne van start gaat, is de raad aan het woord. RAADSLEDEN Matthijs Sienot (D66) geeft aan dat de ambitie van hem wel wat omhoog mag. Meer tempo is nodig. Juist om uit de crisis te komen is het nodig ervoor te zorgen dat de bouwsector aan de slag kan! En de vergelijking met de I-pod is makkelijk gemaakt. Die had zich tien jaar geleden nog niet bewezen, en was toen nog veel duurder dan nu. Matthijs verwacht een vergelijkbare ontwikkeling met de Nulop-de-meter renovaties en roept de spelers op om samen de schouders eronder te zetten om deze markt te ontwikkelen. Goed onderbouwd investeren vraagt wel om helder rapporteren! Monique Bollen (Groen Links) geeft aan dat wanneer nu gekozen wordt voor kleine stapjes, zij vreest dat er vervolgens geen volgende stap meer gezet wordt in diezelfde woningen. Beter nu het hoogste niveau ambiëren dan de kleine stap. Daarnaast is Monique van mening dat de gemeente zo min mogelijk in de weg moet zitten bij het realiseren van deze ambitie. Bülent Isik (PvdA) is blij dat de ambities realistisch waren en dus gehaald zijn. Uiteindelijk is de ambitie van zijn partij om alle woningen te verduurzamen en betaalbaar te houden. Eva van Esch (PvdD) roept allen op om niet te vergeten dat we het over een grote opgave hebben. Het gaat niet alleen om of het financieel wel of niet uit kan, het gaat over het milieu, over klimaatverandering. Haar mening is dat het college-akkoord op dit vlak ambitieuzer had gemogen en dat een hoge ambitie helpt om beweging te creëren. Ook vraagt Eva speciale aandacht voor de studentenhuisvesting in de stad. Deze belangrijke en grote doelgroep in de stad, die nu vaak een huur inclusief energie heeft, zou meer inzicht moeten krijgen in de 96
energierekening. Gemeente zelf geeft in ieder geval het goede voorbeeld door haar eigen vastgoed te verduurzamen. HUURDERSORGANISATIES Walter Austmann van Boks, huurdersorganisatie van SSH, geeft aan dat in studentenhuizen inderdaad, zoals Eva al zei, collectief bemeterd worden en studenten vaak niet eens inzicht hebben in hun (gezamenlijke) energie-rekening. De huur is inclusief energierekening. De individuele student is zo niet gemotiveerd om actie te ondernemen; kan vaak weinig kan doen als de mede-bewoners niet meedoen. Walter roept op om studenten campagnematig te benaderen en hen uitdaagt in gezamenlijkheid te gaan besparen. Colette van Essen, (huurder van Mitros, lid werkgroep Basiskwaliteit Mitroswoningen en online panel van Mitros) geeft aan dat vele huurders wachten op actie van Mitros. Veel woningen hebben slechte energielabels en scoren ook qua comfort zeer laag. Daarbij geeft zij aan dat zij verwacht dat een gedragscampagne niet goed aanslaat bij bewoners van woningen met zeer slecht energielabel. Zij zullen vinden dat Mitros eerst maar eens aan de slag moet met nemen van maatregelen om vocht, tocht en schimmelproblemen weg te nemen. Yvonne de Valle van STOK (huurdersorganisatie van Bo-Ex) geeft aan dat voor haar betaalbaarheid geheel bovenaan haar wensenlijstje staat. Nu gaat bij mutatie, de huur soms wel met € 150,- a € 200,omhoog. Als energiebesparingsprojecten de woonlasten omlaag brengen (of minstens gelijk houden) kan Yvonne hier in mee gaan. STOK heeft ook een energiewerkgroep, maar deze kon vanavond niet aanwezig zijn. Dagvoorzitter Michel Jehae geeft Miriam sterk, voorzitter van de Bundeling tot slot het woord. Miriam geeft aan dat de Bundeling, als belangenbehartiger van bewoners, streeft naar betaalbare, comfortabele en gezonde huurwoningen. Miriam is blij met de gedragscampagne die van start gaat. Kennisoverdracht is belangrijk om bewustzijn te creëren en zo ook draagvlak te krijgen voor maatregelen aan de woning (en dus een huurverhoging). Verder ziet Miriam liever dat het aanbod van de woningcorporaties zó goed is dat niet 70% draagvlak voor maatregelen ontstaat, maar 100%. Elders in het land heeft zij deze voorbeelden van 100% draagvlak gezien. Daar ging het overigens over Nul-op-de-meter renovaties. De Bundeling vindt het dan ook belangrijk dat het Hoogspringerstraject een vervolg krijgt. We staan nog maar aan het begin. Tot slot roept zij aanwezige huurders op om hun reactie te geven op het aanhangsel bij het huurcontract dat in de maak is. Dit gaat over voorwaarden en eigen gedrag van huurders in een nul-op-de-meter woning. Neem hiervoor contact op met de Bundeling of de NMU. Voordat alle aanwezigen aan de borrel gaan om nog door te praten, kondigen de Bundeling en NMU het vervolgdebat aan: op 1 oktober (avond) ligt de focus op betaalbaarheid en de positie die de huurder inneemt. Draagvlak, selectie wijken, effect op huurontwikkeling en daarmee op de voorraad sociale huurvoorraad komen dan nadrukkelijk aan de orde.
Op 20 november (18.00 uur – 20.30 uur) vindt de landelijke slotbijeenkomst van StookjeRijk plaats. Daar worden de jaarlijkse StookjeRijk-trofees weer uitgereikt. Voor meer informatie: www.stookjerijk.nl; www.nmu.nl; www.bundeling.nl
97
13 Verslag Rondetafel ‘Energiebesparing in de huursector’ in Enschede Waar: Wanneer:
Wijkcentrum ’t Ni-je Terphoes, Noordhollandstraat 4, 7543WB, Enschede Donderdag 30 oktober 2014
Programma 1.Welkom door avondvoorzitter Michel Jehae, communicatieadviseur en debatleider 2.Toelichting door Robbert Willé, energieconsulent Woonbond - Ontwikkelingen landelijk beleid en praktijkvoorbeelden in Enschede 3.Toelichting door Marlous Goeman, Natuur en Milieu Overijssel - Situatie in Enschede, monitoring van afgelopen jaar en ambities voor komende jaren 4.Interview met Jeroen Hatenboer, wethouder wonen bij de gemeente Enschede 5.Ronde Tafel deel 1: vragen aan de woningcorporaties 6.Ronde Tafel deel 2: vragen aan de huurdersbelangenverenigingen 7.Interview met Henk Kieft van de Reimarkt 8.Ronde Tafel deel 3: vragen aan de gemeenteraadsleden 9.Conclusies
Deze avond wordt georganiseerd in het kader van het landelijke project Stook je Rijk en wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van BZK. Voor meer informatie kunt u kijken op: www.stookjerijk.nl. Kijk ook op www.bespaarenergiemetdewoonbond.nl
98
1.Welkom door Michel Jehae Michel Jehae is debatleider en communicatieadviseur en zal deze avond leiden als gespreksleider. Aan Natuur en Milieu Overijssel stelt hij een aantal vragen. - Waarom een avond als deze? Godelieve Wijffels (directeur Natuur en Milieu Overijssel, afkorting NMO) ligt toe dat NMO een stichting is die staat voor een mooi en duurzaam Overijssel. Dat gaat over het versnellen van duurzaamheid en daarom vindt NMO energiebesparing en opwekking van energie heel belangrijk. NMO vindt het belangrijk om met de partijen om tafel te zitten die daarmee te maken hebben, er valt namelijk veel te winnen op dat gebied. - In Zwolle gaf Michel Jehae al aan. Is NMO een soort datingbureau? Godelieve Wijffels reageert daarop met het antwoord dat het bij elkaar brengen van partijen heel belangrijk wordt gevonden door NMO. Ze merkt dat door het gesprek aan te gaan, duurzaamheid in gang blijft. 2.Presentatie Woonbond Robbert Willé, energieconsultent bij de Woonbond, bespreekt de landelijke ontwikkelingen in de sociale huursector. Specifiek voor Enschede geeft hij aan dat de gemeente vrij hoog scoort in het aandeel van huishoudens met een laag inkomen. Een andere belangrijke ontwikkeling is de toename van de woonquote (verhouding van woonlasten ten opzichte van inkomen), die harder stijgt dan de verwachting. De gehele presentatie van de woonbond over de landelijke ontwikkelingen is als apart toegevoegd. 3.Presentatie NMO Marlous Goeman, projectleider Energie en Duurzaamheid bij Natuur en Milieu Overijssel bespreekt de prestatieafspraken in Enschede en de benchmark tussen de drie Enschedese woningcorporaties. Conclusies zijn dat de corporaties de woningvoorraad uitstekend in kaart weten te brengen, maar niet ieder de voortgang van de energieprestaties altijd inzichtelijk heeft. Daarnaast vindt er een intensieve samenwerking plaats met de gemeente, waarin er veel aandacht is voor individuele doelstellingen binnen de samenwerkingsafspraken. Wat echter ontbreekt bij de samenwerkingsafspraken is de link naar het energieakkoord, en dat de huurders betrokken worden en inspraak hebben bij het formuleren van de afspraken. Wat betreft de gezamenlijke afspraken liggen de corporaties op schema, maar willen ze voldoen aan het energieakkoord dan moet er hier en daar harder aan getrokken worden. De gemeente zelf ligt achter op de ambities die zij hebben. De vraag is hoe zich dat de komende tijd ontwikkeld. De presentatie van NMO is apart toegevoegd. 4.Interview Jeroen Hatenboer – wethouder wonen - Hoe komt het dat de gemeente niet voldoet aan de ambities die zij zichzelf gesteld heeft? Wethouder: Vanuit ons is het van belang dat er een grote verandering plaats gaat vinden. We kwamen tot de conclusie dat ons ambitieniveau te hoog lag, vanwege grote veranderingen die plaatsvonden van 2010 tot 2012. Ik denk dat de corporaties scherp in beeld hebben wat de opdracht is, daar maak ik me niet zo zorgen over. Ik zou er graag een slag bij willen. De oplossing zit in de koppeling van huurders en eigenaren. -
Gaan de nieuwe doelstellingen nog afgestemd worden op het landelijk akkoord? 99
Wethouder: Het gaat om de prijs, kwaliteit en comfort. Wat verandert het aansluiten bij het landelijk akkoord? We zijn hard aan het werk en het zal de samenwerking niet bevorderen. Ik denk dat er nog een hele slag te maken valt en dat vind ik een gezamenlijke opgave. - In hoeverre kunnen huurders meer betrokken worden? Wethouder: Wij hebben juist veel partijen betrokken bij de woonvisie. Het is de verantwoordelijkheid van de corporaties om de huurders erbij te betrekken. Domijn: Corporaties kunnen een goede stimulans zijn om ook particulieren te betrekken. Wethouder: Er moet een garantie komen: als ik dit van het schap pak, levert mij dat die besparing op. 5.Rondetafel woningcorporaties - Hoe pakt Domijn de verduurzaming aan? Domijn: Wij hebben een redelijk helder beleid met duurzaamheid. Voor ons is het een hele bewuste afweging, wat doen we wel en wat niet. We laten het aan de bewoner over of ze een duurzaamheidsmaatregel wel of niet willen - In hoeverre speelt de leeftijd van de woning een rol bij Domijn? Domijn: nee, geen rol. - In hoeverre speelt de verhuurdersheffing een rol bij Domijn? Domijn: Nee, onzin. De stip op de horizon die blijft. Ons investeringsbedrag blijft staan. Tegenslagen hebben alleen invloed op het tempo. Het beleid is om veel aandacht te hebben voor de bestaande voorraad. Dat geld voor alle corporaties en de gemeente. -
Wat maakt het dat Domijn het nu minder heeft gedaan terwijl de voorraad goed is? De verbetering van de energieindex bedraagt 0.02. Het landelijk gemiddelde bedraagt 0.04 . Domijn: Domijn heeft in het verleden veel geïnvesteerd. Het laaghangende fruit is weg. We laten het ook aan huurders over of ze een duurzaamheidsmaatregel willen of niet. -
Wat is de reden van het stellen van een ondergrens door Ons Huis? Ons Huis heeft als doelstelling minimaal energielabel C in 2020. Ons Huis: We komen gemiddeld wel op B uit in 2020, maar we vinden een ondergrens belangrijk. - Heeft u iets aan het fonds van de provincie? Ons Huis: De lening is ingewikkeld door de bureaucratie er omheen. Voor corporaties vraag ik me af of het wel werkt. Domijn: Het scheelt maar 1% met de marktrente, maar je hebt wel een hoop bureaucratie. Het heeft wel een stimulerende werking gehad, omdat we er veel over gepraat hebben. - In hoeverre speelt huurder een rol in het verder brengen van duurzaamheid? Domijn: de huurder speelt een enorme rol met de mond op mond reclame. Ons Huis: We hebben wel intensief overleg. Je hoort dan wel wat de wensen zijn. Het hoeft niet alleen vanuit ons te komen. -
Heeft u last van dat u op voorhand niet vertrouwd wordt? 100
Domijn: Jazeker, daar lopen we tegen aan. In het systeem zitten een aantal variabelen die moeilijk zijn. Bijvoorbeeld dat er rekening wordt gehouden met een stijging van de energieprijzen. Dat maakt het lastig. We willen verder kijken naar een garantieregeling. Ik denk dat het animo daarmee veel groter wordt. Bovendien moet de huurder nu wel voorfinancieren. Zouden we niet naar een systeem kunnen: o Wij doen een investering en die kan levenslang mee. o De huurverhoging kan weer worden verlaagd als de investering is terug verdiend? - Het is een driepartijenoverleg. Wat zou de gemeenteraad kunnen betekenen in dit proces? Wethouder: De woonvisie was een opdracht van de gemeenteraad. Domijn: Als gemeenteraad moet je kaders stellen en dan loslaten en overlaten aan de wethouder.
6.Rondetafel huurdersbelangenvereniging - Wordt u voldoende betrokken? Stichting Klantenraad De Wönners: Jazeker, we worden om advies gevraagd. - Heeft u nog wensen? Stichting Klantenraad De Wönners: Het gaat helemaal goed. Huurdersvereniging Bewonersrijk: Het gaat ook helemaal goed. Het zou wel fijn zijn als de huurverhoging niet elk jaar zover omhoog gaat. Stichting Klantenraad De Wönners: Je hoort dat mensen wel steeds meer in de problemen komen. Huurdersvereniging Bewonersrijk: voorstel is elk jaar 2%. Dat hebben we nog niet besproken. Stichting Klantenraad De Wönners: Natuurlijk doe je een voorstel, maar je hebt wel begrip voor de situatie. Wij hebben wel wensen voor zonnepanelen, en we zijn geïnteresseerd in het omlaag krijgen van de woonlasten. De corporatie doet hun best naar vermogen. Je moet daarin wel reëel blijven. 7.Interview met Henk Kieft - Reimarkt - Wat is de Reimarkt? Reimarkt: Reimarkt is een duurzaamheidswinkel in Enschede. Wij bieden duurzaamheidspakketten aan. - Zijn er veel mensen die u weten te vinden? Reimarkt: We hebben nu 5.000 mensen op de website gehad, 300 mensen gesproken, met 40 woningen zijn we bezig van advies naar uitvoering en 15 woningen hebben we al verduurzaamd. In het eerste jaar willen we 600 woningen echt renoveren. Wat wij bijzonder vinden is om met de huurder te kijken, ik woon daar en wat levert dat op? We kijken echt naar de waarde van de woning. Wij kunnen aangeven wat voor besparing het oplevert. Het gaat ook over comfort. Domijn: Bij Reimarkt gaat het om een breed vlak van duurzaamheid. Ook over hoe lang mensen blijven wonen. - Bereikt u iedereen? We hebben een winkel midden in het centrum, maar we bereiken zeker niet iedereen. In de wijken hebben we ook wel eens een pop-up store rondom renovaties, dat is dan een voorbeeld woning.
101
- Bereik je ook de ondergrens? Zeker niet. Maar de stapelbaarheid van pakketten is belangrijk. - Hoe denkt u mensen met hoge woonlasten - lage inkomens, te verleiden? Wij gaan daar natuurlijk voor. Wij zijn met de gemeente aan het kijken of we een oplossing voor slimme financieringsconstructies kunnen vinden. 8.Rondetafel raadsleden - Waar ziet u de belangrijkste toegevoegde waarde? Agnes Haveman (D66): Meer de faciliterende en samenwerkende rol om verschillende partijen samen te brengen. We hebben verschillende werkgroepen en gaan een heel traject aan om de doelstellingen te formuleren en daar uitvoering aan te geven. Rudy Kleine (PvdA): Dat je tot een bepaalde doelstelling komt. Ik ben het ermee eens dat we corporaties niet voor de voeten moeten lopen, maar elkaar aan de doelstelling moeten houden. Ik heb wel interesse in om jaarlijks te horen hoe het gaat en waar men tegenaan loopt. - Is er voor jullie een rol om de huurders meer te betrekken? Agnes Haveman (D66): Het is niet dat wij een controlerende functie hebben. Wij vertrouwen de corporaties daarin. Rudy Kleine (PvdA): Er is wel te weinig aandacht bij de corporaties voor gebruikersgedrag. Hoe kan je dat op lange termijn faciliteren.
9.Conclusies: - Wat neem je mee naar huis Godelieve Wijffels? Godelieve Wijffels: Ik vind het bijzonder dat de stip op de horizon er wel is, maar let er wel op dat de afstand niet blijft. Ik vind het heel mooi dat er in de Reimarkt een combinatie van huurders en eigenaren is. Ten derde vind ik het gedrag ook heel belangrijk. Maak daar werk van. - En volgend jaar? Godelieve Wijffels: Wij gaan er graag mee door. Een zinvolle aanpak is van belang. Domijn: Help ons om de innovatieslag te maken.
102