Raad vanState 200900087/1. Datum uitspraak: 16 januari 2009
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
appellant, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 30 december 2008 in zaak nrs. 08/43688 en 08/43686 in het geding tussen:
en de staatssecretaris van Justitie.
200900087/1
1.
2
16 januari 2009
Procesverloop
Bi] besluit van 1 2 december 2008 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 30 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, voor zover thans van belang, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 5 januari 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
200900087/1
3.
3
16 januari 2009
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, ambtenaar van Staat.
w.g. Offers lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Zwinkels ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2009
309. Verzonden: 16 januari 2009 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze,
mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak
14:26:56
30-12-2008
0233563701 i
/
•* -
.
-•
T.
si
uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector bestuursrecht Nevenzittingsplaats Haarlem zaaknummer: AWB 08 / 43688 (voorlopige voorziening) AWB 08 743686 (beroep) nit*pruk van de voonJeningenrechtcr van 23 december 2008 in de zaak van: geboren op van Indonesische het Uitzetcentrum Rotterdam, verzoeker, gemachtigde: mr. H. Üzümcü, advocaat te 's-Gravenhage
nationaliteit,
verblijvende
in
tegen: staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde: mr. J.W, Krcumer, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te 's-Gravenhage.
nR-m-?.nnfl
1.
Procesverloop
1.1
Verzoeker heeft op 7 december 2008 een aanvraag ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde t^d. Verweerder heeß de aanvraag bij besluit van 12 december 2008 afgewezen. Verzoeker heeft tegen het besluit op 13 december 2008 beroep ingesteld.
1.2
Verzoeker heeft op 13 december 2008 gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Hij verzoekt verweerder te verbieden hem uit te zetten voordat de rechtbank op het beroep heeft beslist.
1.3
De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 23 december 2008. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
2.
Overwegingen
2.1
Indien tegen een besluit beroep is ingesteld, kan de voorzicningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, ingevolge artikel 8:81, eerste lid. Algemene wet bestuursrecht (Awb) op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
10:22
98*
1*27:45
30-12-2008
zaaknummer AWB 08 / 43688 (voorlopige voorziening) AWB 08 / 43686 (beroep)
22
Ingevolge artikel 8:86, eerste lid, Awb heeft de voorzieningenrechter na behandeling ter zitting van het verzoek om een voorlopige voorziening de bevoegdheid om onmiddellijk uitspraak re doen in de hoofdzaak, indien hij van oordcd is dat nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. Er bestaat in dit geval aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken,
2.3
In de hoofdzaak toetst de voorzieningenrechter het bestreden besluit aan de hand van de voorgedragen bcroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.
2.4
De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde üjd U afgewezen in het kader van de zogenoemde aanmeldeentrurnprocedure (verder te noemen ac-procedure). Een aanvraag kan in dat kader worden afgewezen, indien dit zonder schending van eisen van zorgvuldigheid binnen 48 proces-uren kan geschieden.
2.5
Een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd kan worden verleend op de in artikel 29 Vreemdelingenwet 2000 (Vw) genoemde gronden.
2.6
Ingevolge artikel 31, eerste lid, Vw wordt een aanvraag lot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, heizij op ztchzclt hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen.
2.7
Verzoeker heeft ter onderbouwing van zijn aanvraag aangevoerd dat hij te vrezen heeft voor een woekeraar. Voor zijn vertrek uit Indonesië heeft hij een bedrag van omgerekend € 3.500,- van die woekeraar geleend om schulden aan twee goede vrienden terug te betalen. Verzoeker wist dat hij die woekeraar niet terug zou kunnen betalen. Daarom is hij gevlucht,
2.8
Verweerder overweegt dat uit de aangevoerde asielmotieven niet blijkt van as iel gerei at eerde problemen. Hij heeft kort gezegd geen daadwerkelijke problemen met de autoriteiten ervaren en ook geen problemen wegens zijn afkomst, ras en geloof. Zijn problemen met een woekeraar vallen niet onder de reikwijdte van het Vluchtelingenverdrag. Voorts heeft verzoeker nimmer persoonlijk problemen van de kant van de woekeraar ondervonden, deze heeft nimmer contact gezocht met verzoeker of diens moeder en verzoeker heeft seden zijn vertrek naar Nederland niets meer van deze vernomen. Verweerder ziet trouwens niet in dat verzoeker gezien zijn leeftijd en opleiding niet in staat zou zijn om zijn schuld aan de woekeraar terug te betalen, nu hij wel zijn reis naar Frankrijk en Nederland heeft kunnen bekostigen en niet door hem is geprobeerd om desnoods met hulp van vrienden en familie tot een betalingsregeling te komen. De omstandigheid dat een buurman van verzoeker wegens zijn schulden om het leven zou zijn gebracht, beeft geen causaal verband met verzoekers problemen. Voorts is niet gebleken dal verzoeker bij de autoriteiten van zijn land bescherming heeft gezocht.
.9
Verzoeker betoogt op de hierna nader te bespreken gronden dat hij gelegenheid dient te krijgen om zijn beroepschrift nader te onderbouwen. Zijn uitzetting uit Nederland dient daarom te worden verboden.
98x
P
% •
14:28:53
30-12-2008
3/6
zaaknummer AWB 08 / 43688 (voorlopige voorziening) AWB 08 / 43686 (beroep)
De voorzicningenrechier overweegt als volgt. 2.10 Ten eerste betoogt verzoeker, onder verwijzing naar artikel 28 van de Universele verklaring voor de rechten van de mens, dat hij in zijn land van herkomst ten gevolge van zijn etniciteit en geloof geconfronteerd wordt met maatschappelijke blokkades die hem belemmeren om te werken en uiting te geven aan zijn geloot Verzoeker stelt hierbij dat door zijn etnische achtergrond en zijn geloof hem rechten worden ontnomen. Hij wordt onder druk gezet met zijn geloof en kan zijn geloof niet zonder gevolgen hebben. Omdat dergelijke omstandigheden hem in Nederland niet bdemroeren werk te vinden en uiting (e geven aan zijn religie, doen zich klemmende redenen van humanitaire aard voor die ertoe nopen dat hem ingevolge artikel 29, eerste lid, sub c, Vw een verblijfsvergunning asiel wordt verstrekt, zodat ra] zich hier als mens kan ontplooien. 2.11 De voorzieningenrechier begrijpt deze beroepsgrond aldus dat verzoeker stelt in zijn land van herkomst 1e worden gediscrimineerd. Ingevolge hoofdstuk C2/2.5 van de Vreemdelingencirculaire (Vc) kan discriminatie door autoriteiten en/of medeburgers onder omstandigheden als daad van vervolging worden aangemerkt Hiervan is sprake indien de ondervonden discriminatie een dusdanig ernstige beperking van de bestaansmogelijkheden opleven dat het onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. Een asielzoeker wordt als verdragsvluchteling aangemerkt, indien hij aannemelijk maakt dat discriminatie voor hem persoonlijk heeft geleid tot ernstige beperkingen in zijn bestaan en aannemelijk is dat de autoriteiten hom niet hebben kunnen of willen beschermen tegen deze vorm van discriminatie. 2.12 Het beroep' op discriminatie faalt. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat uit de verklaringen en de zienswijze van verzoeker niet kan worden opgemaakt dal hij persoonlijke problemen heeft ondervonden vanwege zijn geloof. Er zijn naar het oordeel van de voorzicningenreehter in de verklaringen van verzoeker voorts geen aanknopingspunten te vinden voor de stelling dat hij vanwege zijn etnische achtergrond problemen heeft ondervonden. 2.13 Verzoeker heeft voorts gesteld dat hij io zijn land van herkomst afhankelijk wa* van anderen en 40 miljoen roepie (£ 1.500.-) heeft moeten lenen met een rente van 20 % die hij niet kan terugbetalen. Verzoeker heeft zijns inziens voldoende aannemelijk gemaakt dat de woekeraar die hem dat geldbedrag heeft geleend, hem nu bedreigt en dat hij bang is voor zijn leven nu die woekeraar contact heeft met verschillende instanties en op hoog niveau. 2.14 Verweerder heeft dienaangaande in redelijkheid kunnen overwegen dat verzoeker nooit persoonlijke problemen heeft ondervonden van de woekeraar. Verder is overwogen dat verzoeker sinds zijn vertrek naar Nederland niets meer van de woekeraar heeft vernomen en dat de woekeraar op de hoogte geweest zou zijn van de verblijfplaats van verzoeken moeder en desalniettemin niets tegen verzoeker en zijn moeder heeft ondernomen. Verweerder heeft voorts in redelijkheid kunnen overwegen dat niet in te zien valt dat verzoeker niet in staat zou zijn om zijn schulden af te lossen. Verweerder heeft verwezen naar verzoekers arbeidsverleden in Indonesië en zijn leeftijd en opleiding. Verweerder heeft daarbij kunnen opmerken dat verzoeker van het geleende bedrag zijn reis naar Frankrijk en uiteindelijk naar Nederland heeft bekostigd en dat geenszins gebleken ia dat verzoeker heeft geprobeerd om een betalingsregeling te treffen.
23
98*
P.005
0238883701
14:30:04
30-12-2009
zaaknummer AWB 08 / 43688 (voorlopige voorziening) AWB 0 8 / « 6 8 6 (beroep)
2.15 Vervolgens is in de gronden van beroep aangevoerd dat verzoeker van de lokale overheid en politie geen hulp kan krijgen. Verzoeker geeft Ban dat in zijn land sprake is van corruptie. De woekeraar heeft contacten mei de autoriteiten. De buurman van verzoeker ü eerder dood aangetroffen in een politiebureau. 2.16 Verweerder heeft in redelijkheid kunnen overwegen dat verzoeker zich in verband mei eventuele problemen van de kant van de woekeraar tot de autoriteiten dient te wenden om bescherming te krijgen. De niet onderbouwde stellingen van verzoeker dat hij van de lokale overheid en politie geen hulp kan krijgen en in zijn land sprake is van corruptie, hebben verweerder niet lot een ander oordeel hoeven brengen. Verweerder heeft voorts geen causaal verband hoeven zien tussen de problemen van verzoeker en de dood van de buurman on het politiebureau. Dat de woekeraar contacten heeft die een eventuele schuilplaats van verzoeker zouden kunnen verraden, heeft verweerder vanwege het ontbreken van een onderbouwing van óczt stelling, niet tot de conclusie hoeven brengen dat aan verzoeker geen afdoende bescherming zou kunnen worden geboden. 2.17 Vervolgens is door verzoeker verder nog aangevoerd dat hij in zijn land van herkomst traumatische ervaringen heeft beleefd. Verzoeker baseert deze stelling op de armoede tn zijn land, deflacrirrünatoirebehandeling, de noodzaak om geld te lenen dal hij niet terug kan betalen en het ontbreken van voorzieningen in zijn land. Verweerder heeft volgens hem met die argumenten onvoldoende rekening gehouden. 2.19 Ten aanzien van 'verzoekers beroep op het traumatabeleid overweegt de voomeningenrechter, voor zover dit nog onbesproken is als volgt. Er is geen grond voor het oordeel dat verweerder m zijn bestreden bestuit niet is ingegaan op bovengenoemde argumenten en dat deze niet in voldoende mate zouden zijn meegewogen, In hoofdstuk C2/4.3 Vc is verweerders beleid in geval van "bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard' beschreven. De aangevoerde individuele klemmende redenen van humanitaire aard die verband houden met de redenen van vertrek uit het land van herkomst en met het asielrelaas kunnen aanleiding geven tot net verlenen van een verblijfsvergunning op grand van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw. Het dient hierbij te gaan om dusdanige individuele humanitaire omstandigheden dat in redelijkheid niet kan worden verlangd dat de vreemdeling terugkeert naar het land van herkomst. Algemene humanitaire omstandigheden in het land van herkomst kunnen geen reden zijn voor verlening van een verblijfsvergunning. Hetgeen door verzoeker in dit verband naar voren is gebracht ziet op de algemene situatie in Indonesië. Derhalve heeft verweerder op grond van het verzoek om in staat gesteld te worden zijn persoonlijke financiële en economische situatie te verbeteren, verzoeker een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw kunnen onthouden. 2.19 De vooraeningenrechter zal het beroep ongegrond verklaren. 2.20 Nu in de hoofdzaak wordt beslist. Tal de voorzieningenrechlcr het verzoek om een voorlopige voorziening afwijzen. 2.21 Er is geen grond een van de partijen te veroordelen in de door de andere partij gemaakte proceskosten.
2009
18:23
99*
P.00G
14:31:13
30-12-3008
zaaknummer. AWB 08 / 43633 (voorlopige voorziening) AWB OS / 43686 (beroep)
3.
Besturing
De voorrieningenrechter. 3.1
verklaart hel beroep ongegrond;
3.2
wijst hei verzoek.om een voorlopige voorziening af. Oat utaprask i» gedaan door mr. J.M. Jansc van Mantgem, voorzieningenrechtcr, ca op 30 december 2008 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van A.H. de Vries, griffier.
Afschrift verzonden op:
jU
LL'-J. 2 0 0 3
fh techtsmiddd Partijen kunnen tegen deze uitspraak, voor zover das de hoofdzaak betreft, hoger beroep instellen bij 4e Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beroep vreemdelingenzaken. Postbus 16113, 2500 BC, 's-Cravcnh&ge. Het hoger beroep moet ingesteld worden door het indienen van een beroepschrift, dat een of meer grieven bevat, binnen een week na verzonding van de uitspraak door de griffier. Bij bet beroepschrift moet worden gevoegd een Afschrift van deze uitspraak. Van deze uitspraak staal, voor zover ütaz de voorlopige voorziening betreft, geen hoger beroep open.
>• ",\.}T van de icutvUink to 'ü-GravénhP^
98*
P.007
BHADAI ADVOCATEN Aan Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Hoger Beroep Vreemdelingenzaken Postbus 16113 2500 BC DEN HAAG
RAAD VAN STATE INGEKOMEN
- 5 JAN 2009
ZAAKNR.IÄI
•V7J-\V\>I
AAN: BEHANDELD: DO:
FAX: 070-365 13 80
PAR:
HOGER BEROEP Geeft eerbiedig te kennen: nationaliteit, te dezer zake d o m i c i l i e S n d te (2522 ESï •. c Z ^ ^ van der Heijdenstraa, 84, ten k a n t o r e T ^ £ ^ M r H ^ z S d T
, l ' Z
l. Appellant heeft op 7 december 2008 een aanvraao ingediend tnt h<« „~i
GRIEF 1 Ten onrechte heeft de vooaieningenrechter onder punt 2.12 overwogen-
Toelichting: "te
verd.enen en uiting te geven aan zijn geloof.
8is demate
S t Aïïftt t s z?L^r* -
appeUant bij hoorde ^ £ " 2 ^ 2 ^ " " ^ • * " * *
kunaen
™ «**
is d e k e
Bhadai Advocaten Tol- 070 -415 M ^ v Ü S ? m t M'mi B D E N H^AC, 070 -4,5 28 82, F» : 070-4.5 58 24, BhadaiadvocatefciUom ,
Mi
QOV
* «~
BHADAI ADVOCATEN Appellant is van oordeel dat de ondervonden discriminatie een dusdanige ernstige beperking van zijn bestaansmogelijkheden oplevert en dat de Indonesische autoriteiten hem niet kunnen of willen beschermen. Appellant geeft aan dat het onmogelijk is voor hem om in zijn thuisland op maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren. GRIEF 2 Ten onrechte heeft de voomerüngenrechter het beroep van appellant ongegrond verklaard. Toelichting: Appellant geeft aan niet te kunnen overleven in Indonesië. Vanwege zijn geloof is appellant in zijn land van herkomst afhankelijk van anderen. Doordat appellant in zijn land van herkomst afhankelijk was van anderen, heeft hij een bedrag van 40 miljoen roepie geleend met een rente van 20% van een geldwoekeraar, dat hij niet meer kan terugbetalen. Appellant geeft aan dat de woekeraar die hem het bedrag heeft geleend hem en zijn familie bedreigt Appellant vreest voor zijn leven nu de woekeraar die hem bedreigt contact heeft met verschillende instanties en op hoog niveau. Appellant geeft aan dat hij van de lokale overheid en politie geen hulp kan krijgen omdat in zijn land van. herkomst er sprake is van corruptie. De buurman van appellant werd eerder dood aangetroffen in een politiebureau, nadat hij het geldbedrag dat hij had geleend, niet meer heeft kunnen terugbetalen. Het geldbedrag dat appellant heeft geleend is groter dan het bedrag dat zijn buurman heeft geleend. Appellant geeft aan dat ondanks dat hij verhuist en zich verborgen houdt van die woekeraar hij toch wordt gevonden. Dit omdat de woekeraar die hem bedreigt die contacten heeft die de schuilplaats van appellant kunnen verraden. REDENEN WAAROM, appellant zich wendt tot uw Edelachtbare College met het eerbiedige verzoek: de beslissing van de voorrieningenreebter, rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 30 december 2008, te vernietigen zover het betreft de ongegrond verklaring van het beroep en opnieuw rechtdoende het beroep gegrond te verklaren. VGravenhage, 5 januari 2009
_ n 01-2009
19:22
Bhadai Advocaten Jan van der Heijdcnstraat 84,2522 ES DEN HAAG, Tel: 070 - 415 28 82, Fax: 070 - 415 58 24, BhadaiadvocatentagmaiLcom A. 3QZ
P.CiCi?.