Docentenhandleiding CP29 WERKINSTRUCTIES BEGRIJPEN
dh29-V2.0
INBURGEREN van maken!
daar gaan we werk
© 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved
Handel en Dienstverlening Werkinstructies begrijpen
CP29
Waar gaat het over? Introductie Vooral nieuwe werknemers krijgen veel instructies te verwerken. Het mondelinge en schriftelijke taalgebruik van de instructie kan erg moeilijk zijn. Vaak worden instructies voor een apparaat of machine gegeven op een andere plek dan waar de machine staat. Eigenlijk is het beter als dit andersom gebeurt: de uitleg bij het apparaat en eventueel daarna nog iets op papier. De algemene doelstellingen van deze CP zijn de volgende: De kandidaat kan instructies bij machines, apparaten en formulieren begrijpen en toepassen. De kandidaat kan een instructie voor een nieuwe taak of handeling begrijpen en toepassen. CH1: Een mondelinge instructie bij een machine of apparaat 1. De kandidaat kan (een visueel ondersteunde) instructie (demonstratie) bij een handeling of machine begrijpen. 2. De kandidaat kan vragen stellen naar aanleiding van een instructie. 3. De kandidaat kan antwoorden op de vragen begrijpen. CH2: Instructies lezen 1. De kandidaat kanvoor hem of haar bestemde instructie bij een apparaat of machine begrijpen. CH3: Vragen stellen en toelichting vragen bij schriftelijke werkinstructies 1. De kandidaat kan vragen aan de leidinggevende stellen over schriftelijke instructies. 2. De kandidaat kan ter verifiëring van het begrip de instructies in eigen woorden weergeven. KNS Deze praktijksituatie sluit niet aan bij eindtermen voor Kennis van de Nederlandse Samenleving. Aandachtspunten In Nederland is er op de werkvloer vaak sprake van autonome taakgroepen, waarbij de leidinggevende een rol in het geheel heeft. In een andere cultuur kan de mores zijn dat de baas gewoon zegt wat een ander moet doen en niet verwacht dat de ander meedenkt. Instructietaal is formeel en moeilijk. Er is een groot verschil tussen geformaliseerde schriftelijke instructietaal en de mondelinge instructie bij een apparaat. Bijvoorbeeld: instructie op papier: de schakelaar omdraaien, mondelinge instructie: dan druk je die rode knop in. Mogelijke knelpunten die zich rond werkinstructies voor doen, zijn de volgende: De instructie kan te moeilijk, te onduidelijk, onverstaanbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van een dialect of lawaai. Soms wordt gebruik gemaakt van een woordvoerder of een tolk, die alles vertalen voor de werknemers. Op deze manier leren de werknemers nooit de instructie in het Nederlands. Ze blijven afhankelijk van de tolk.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
1
Allochtone werknemers zeggen ‘ja’, ook als ze het niet begrijpen, om niet dom te lijken of om de chef niet het gevoel geven dat hij niet kan uitleggen. De instructeur vraagt onvoldoende na of het begrepen is. Of: De instructeur denkt te snel dat het begrepen is. Allochtone werknemers kunnen bijv. geen vrouwelijke chef boven zich dulden. Leidinggevenden kunnen bang zijn om van discriminatie beschuldigd te worden, dat leidt tot minder kritisch zijn naar allochtone medewerkers.
Lessuggesties De film Essam is thuis in de keuken bezig. De gootsteen raakt verstopt en Aziz legt hem uit hoe hij hem moet ontstoppen. Miriam mag het niet doen want volgens Aziz is het mannenwerk. 1e ronde filmkijken Laat de cursisten de volgende twee vragen na de eerste keer film kijken beantwoorden. 1. Waarom wil Aziz niet meteen een loodgieter bellen? Omdat hij vindt dat ze het makkelijk zelf kunnen uitvoeren. > Bespreek hierbij ook het volgende: Aziz zegt ook: ‘Denk je dat het geld mij op de rug groeit?’ Wat bedoelt hij? Hij bedoelt dat hij op zijn geld moet letten. 2. Legt Aziz duidelijk uit hoe Essam de gootsteen moet ontstoppen? Ja, hij vertelt heel precies wat hij moet doen. > Kan Essam de gootsteen gemakkelijk ontstoppen? nee > Begrijpt Essam de uitleg van Aziz? ja > Begrijpt u de uitleg? Zo nee, hoe komt dat? Hij gebruikt veel nieuwe woorden./ Hij kan het beter laten zien./ … > Wat kunt u vragen als u een uitleg niet begrijpt? 2e ronde filmkijken Zet de volgende woorden op het bord en teken de plaatjes erbij. Laat de cursisten de juiste combinaties zoeken. Wat hoort bij elkaar? a. de ontstopper –
1. (tekening van een flesje met een gifsymbool)
b. de zwanenhals –
2. (tekening van een ontstopper)
c. de giftige vloeistof -
3. (tekening van een zwanenhals)
Zet de volgende drie instructies van Aziz op het bord en laat de cursisten in tweetallen bespreken wat de juiste volgorde is. Wat moet Essam eerst proberen? Wat daarna als het niet lukt? En wat als laatste? __. __. __.
de zwanenhals openmaken een giftige vloeistof gebruiken de ontstopper gebruiken
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
(2) (3) (1)
2
3e ronde filmkijken Bij de volgende vraag kunt u alleen het stukje van de film laten zien waarover de vraag gaat. Essam leest de instructie op de achterkant van het flesje met de chemische ontstopper. Luister goed en vul de instructie aan. ‘’Giet voorzichtig drie __________ (kopjes) vloeibare ontstopper in de afvoer. Ongeveer __________ (30) minuten laten inwerken en flink met __________ (water) naspoelen.’’ > Welke woorden in deze instructie zijn nieuw voor u? Schrijf ze eerst op. Bespreek dan de betekenis van de woorden met een andere cursist. Schrijf de betekenis achter het woord. Tot slot: Inventariseer de nieuwe woorden op het bord en bespreek de betekenisomschrijvingen die de cursisten hebben bedacht.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
3
De praktijk De volgende lessuggesties zijn voorbereidende opdrachten bij de praktijkopdrachten en suggesties ter evaluatie. De eerste lessuggestie kunt u al gebruiken voordat de cursisten zijn begonnen met de e-learning. 1. Luisteren & spreken: Instructie geven (bij praktijkopdracht 1) Beginners & Gevorderden
Bedenk vooraf enkele mededelingen en instructies, bijvoorbeeld: De machine staat aan. / Zet de machine maar aan.; Wat een rommel is het hier. / Ruim eerst even de rommel op. Draag beide varianten voor aan de cursisten en laat ze aangeven welke zin een instructie is. Licht toe dat een instructie gaat over iets dat (ook) een ander moet doen. Maak groepjes en deel de kaartjes met mededelingen/instructies uit (bijlage 29a. Laat om de beurt een kaartje afpakken en voorlezen. Een ander krijgt de beurt om te zeggen of de zin een instructie is. Met beginners kunt u de oefening eerst klassikaal doen zodat u de cursisten eerst alleen een luistertaak krijgen. Laat de cursisten tot slot proberen elkaar instructies te geven en uit te voeren, bijvoorbeeld: Pak je agenda even, Doe het raam maar open, et cetera. Benodigdheden & organisatie: kopieën van bijlage 29a: Is dit een instructie?
Feedback
Onderstreep het belang van het herkennen van instructies. Het kan tenslotte problemen geven wanneer een collega/chef instructies geeft die niet worden opgevangen en uitgevoerd. Geef feedback op de toon van een instructie. Doe voor hoe je een instructie (on)vriendelijk kunt laten klinken.
2. Vragen stellen: Om instructies vragen (bij praktijkopdracht 4, 5) Beginners & Breng een eenvoudig apparaat mee naar de les, bijvoorbeeld een Gevorderden mobiele telefoon/ rekenmachine, videorecorder o.i.d. Laat de cursisten vragen om instructies bij het apparaat. Bijvoorbeeld: Hoe werkt dit apparaat?/Hoe zet ik hem aan/uit?/ Kun je me uitleg geven over dit apparaat? etc. Laat de cursisten hun vragen aan u stellen en geef antwoord in de vorm van instructies, bijvoorbeeld: Je zet de apparaat zo aan. / Zet het apparaat zo aan. Laat de gevorderden de opdracht nogmaals in tweetallen doen met hun eigen mobiele telefoon/I-pod/o.i.d. Oefen ondertussen met de beginners wat je zegt als je een instructie niet begrijpt. Benodigdheden & organisatie: een eenvoudig apparaat om instructies bij te geven. Feedback
Onderstreep hoe belangrijk het is om aan te geven dat je een instructie niet (goed) begrijpt.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
4
3. Vragen stellen: Begrijp jij deze instructie? (bij praktijkopdracht 2, 3, 6 en 7) Beginners & De cursisten lezen individueel een kopie van een instructie van Gevorderden een apparaat op hun werk/stage of op school. Tijdens het lezen onderstrepen ze zinnen en woorden die ze niet goed begrijpen. In tweetallen vragen de cursisten elkaar om uitleg hierover. Bespreek vooraf hoe je een ander om hulp kunt vragen als je een instructie op papier niet begrijpt. Zet enkele van deze voorbeelden op het bord zodat de cursisten die kunnen gebruiken. Benodigdheden & organisatie: - kopieën van geschreven instructies met eventueel een foto van de machine of het apparaat (laten meebrengen door cursisten!). Feedback
Geef aan dat het moeilijk kan zijn om elkaar uitleg te geven. U loopt daarom rond en springt bij waar nodig. Leg uit dat het er in eerste instantie om gaat dat de cursisten vragen kunnen stellen over een instructie op papier.
Evaluatie praktijkopdrachten Hier volgen suggesties ter evaluatie van uitgevoerde praktijkopdrachten die u kunt gebruiken in een individueel coachingsgesprek of als lesactiviteit. Evaluatie praktijkopdracht 1, 3, 4, 5 en 7
(Groeps)gesprek: Instructies begrijpen en erop reageren Bespreek met de cursisten of ze over het algemeen de instructies van collega’s/leidinggevende begrijpen. Zo niet, waar ligt het aan? Hoe kun je het probleem zelf proberen oplossen? Bijvoorbeeld aangeven dat je het niet begrijpt, vragen stellen etc. Geef de cursisten eventueel het advies om over het probleem te gaan praten met collega’s en of leidinggevende en te zoeken naar eenvoudige oplossingen als rustiger praten, instructies geven op een rustig moment, instructies herhalen etc. Bespreek ook het begrijpen van schriftelijke instructies. Hoe gaat dat? Welke moeilijkheden ervaren cursisten hierbij? Bespreek ook hierbij hoe ze die problemen zelf of in samenspraak met collega’s/leidinggevende kunnen proberen op te lossen.
Evaluatie praktijkopdracht 2 en 6
Lezen en navertellen: een schriftelijke instructie Laat de cursisten nogmaals navertellen waar één van de gelezen instructie van deze praktijkopdracht over gaat. Wijs erop dat dit ook in een panelgesprek van de cursisten kan worden gevraagd! Afhankelijk van de groepsgrootte en niveauverschillen kunt u de cursisten om de beurt klassikaal aan het woord laten of in groepjes aan het woord laten. Geef (enkele) luisteraars een observatietaak, bijvoorbeeld: Heb je de instructie goed begrepen? Zo ja/nee, wat was wel/niet duidelijk? Hoe komt het dat je het wel/niet begreep? Versta je de spreker goed? Zo ja/nee, waar ligt dat aan? Et cetera.
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
5
Ter inspiratie Ra, ra, wat is het? De cursisten geven in groepjes om de beurt instructies over een apparaat (het liefst van hun werk), de anderen raden om welk apparaat het gaat. Geef eerst klassikaal een voorbeeld: Bijv. je zet hem aan, je drukt op de cijfers, dan druk je op een knopje en je kunt hem gebruiken om met iemand te praten (een mobiele telefoon). Of: je draait de knop open, je houdt er een lucifer bij, je zet er een pan
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
6
HANDLEIDING BIJLAGE
CP29 WERKINSTRUCTIES BEGRIJPEN dh29-V2.0
INBURGEREN van maken!
daar gaan we werk
© 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved
Handel en Dienstverlening Werkinstructie begrijpen
CP29
Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 29a: Is dit een instructie?
©2008 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved DH29-V2.0 Created on 02/04/2008 5:00:00 PM
2
Bijlage 29a. Is dit een instructie?
Zo zet je hem aan. (wel)
Ruim dit eerst even op. (wel)
Loop even mee naar achter. (wel)
De computer staat aan. (niet)
Dat is nog niet klaar. (niet)
Die spullen staan daar. (niet)
Doe het raam dicht als je weggaat. (wel)
Maak jij de tafel maar even schoon. (wel)
Leg dat hier maar neer. (wel)
Ik doe het raam dicht als ik wegga. (niet)
Zij maakt de tafel schoon na het eten. (niet)
Ik leg het hier neer. (niet)
Als jij dit nou even ophangt. (wel)
Vul je urenbriefje maar in. (wel)
Jij draagt altijd veiligheidsschoenen. (niet)
We vullen het urenbriefje in. (niet)
Zet die dozen daar maar neer. (wel)
Hij doet een helm op voordat hij begint. (niet)