DIT VERSLAG IS ONGEWIJZIGD VASTGESTELD IN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 3 OKTOBER 2010 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 5 SEPTEMBER 2006
SPREKERSPLEIN: KERSTIJSBAAN SCHEFFERSPLEIN 19.45 – 20.30 UUR, vergaderkamer 2 Aanwezig: De heer J.W. Scherpenzeel, gastheer Mw E. Verveer, Getikt! verslag (af tape) Dhr. M.P.P.M. Merx, VVD Dhr. B.C. Moedt, ECO-Dordt Mw T.I.V. Bonnema, D66 Dhr. W.J.M. Nederpelt, GroenLinks Dhr. H.J. Romijnsen, VSP Dhr. A.G. Hoogerduijn, ChristenUnie/SGP Dhr. D.G.E. Cobelens, PvdA Dhr. F. Riet, CDA Insprekers: de heer Overduin en de heer Wiertsema, namens de Stichting Kerstijsbaan Dordrecht SPREKERSPLEIN Kerst IJsbaan Scheffersplein De heer Wiertsema geeft een presentatie van het initiatief van de Kerstijsbaan, dat is gestart in 2005. Het is een initiatief van de vier Rotary clubs in Dordrecht, ondersteund door de horeca en de stichting Centrum Management. Op het Scheffersplein kon je schaatsen op een mobiele ijsbaan, er was een winterterras, een wintertuin en er werden schaatsen verhuurd; er kwamen meer dan 10.000 betalende bezoekers. Dit jaar zal het evenement opnieuw worden georganiseerd, vanuit de gedachte dat Dordrecht wat meer op de kaart moet staan, en ook vanuit de Rotary gedachte. Fundraising voor het goede doel is dit jaar opnieuw de Voedselbank, maar suggesties voor andere projecten zijn welkom. Er vindt weer bezorging van Kerstpakketten plaats aan Dordtenaren die minder bedeeld zijn; die zijn goed gevuld door vele Rotary clubs. De profilering van de Rotary clubs in Dordrecht is uitermate goed geslaagd. Organisatie Er wordt een informatieboekje uitgereikt aan alle fracties, dat ook gebruikt wordt om sponsors te interesseren. De gemeente Dordrecht is één van de sponsors. De organiserende partijen zijn de Stichting Centrum Management met de daarbij aangesloten ondernemers, de 4 Rotary clubs Dordrecht, het evenementenbureau van de gemeente en het Da Vinci college, die vele enthousiaste leerlingen heeft geleverd. Na Sinterklaas, op 7 december 2006 start het festijn dat een volle maand zal duren. Bij een dergelijk evenement is het weer de grootste risicofactor. Daarnaast is de bestuurdersaansprakelijkheid een heikel punt sinds de ervaring met de Vierdaagse van Nijmegen. Om die reden is de gemeente gevraagd om een garantie voor het afdekken van een eventueel deficit. Op dit moment heeft het evenement een A-status, wat een gemeentelijke subsidie van 20.000 euro betekent, maar er is extra geld nodig om er een tent bovenop te kunnen zetten. Het verzoek is dus om aanvullende subsidie toe te kennen, dan wel om een garantie te verstrekken. Vorig jaar hebben 20 scholen de ijsbaan bezocht, waarbij de gemeente de schaatshuur voor zijn rekening heeft genomen. Het streven is nu om het evenement een regionale uitstraling te geven; er zullen ongeveer 50 scholen in de regio worden benaderd en worden uitgenodigd om de ijsbaan
1
te bezoeken. Er zijn ongeveer 50 á 60 mensen belangeloos bij de organisatie betrokken, die er heel veel tijd in steken. De heer Cobelens vraagt of er vorig jaar een evaluatie heeft plaatsgevonden, met name of de omliggende horeca en winkels van het evenement hebben geprofiteerd. De heer Wiertsema antwoordt dat de vergunningaanvraag vorig jaar redelijk soepel verliep. Dit jaar zijn er liefst zeven verschillende vergunningen nodig; dat is erg jammer en wat hem betreft zou daar eens goed naar gekeken moeten worden. De horeca in de omgeving kan namelijk bezwaar maken, maar dat hebben zij niet gedaan. Ice World, de leverancier van de ijsbaan heeft gemeld dat de horeca 20-25% meer omzet draait. Dit jaar zit er helaas geen subsidie in vanuit de horeca, zoals vorig jaar wel het geval was; zij zullen nog wel individueel worden benaderd. Hij is van mening dat die houding van de horeca niet zo professioneel is. Je zou met munten kunnen werken waardoor er toch een bijdrage ontstaat; dat doet men in het zuiden van het land met Carnaval. Er wordt gevraagd om € 25.000 subsidie extra voor een tent, dan wel om een garantie. Uiteraard worden alle financiële zaken goed geregeld en gecontroleerd; hij is persoonlijk partner bij PWC. De administratie wordt verzorgd door een Dordts kantoor. Er wordt druk gezocht naar een hoofdsponsor; er lopen wel diverse gesprekken met vier potentiële hoofdsponsors. Er wordt trouwens pas geld uitgegeven als het er is. De heer Overduin merkt op dat er dit jaar een complete bouwvergunning moest worden aangevraagd; dat heeft heel veel tijd gekost. In die tijd kun je niet op zoek naar een hoofdsponsor, omdat je nog geen zekerheid hebt dat het evenement ook door kan gaan. Vorig jaar was het budget € 120.750,-; het verwachte budget voor dit jaar is € 195.000,-. De subsidie van de horeca en van het Centrum Management zal dit jaar zoals gezegd wegvallen; doordat de baan langer open is zal de opbrengst van de kaartverkoop waarschijnlijk wat hoger uitvallen. Sponsors blijft altijd een moeilijk verhaal; daar is nog geen inzicht in. De toegangsprijs is 3 euro voor het schaatsen en 3 euro om schaatsen te huren; er waren daarnaast volop kortingcoupons in de krant en kwantumkortingacties, waar veel gebruik van gemaakt is. In Maastricht wordt 4 euro gevraagd. De scholen kunnen tussen 9 en 11 uur ’s morgens de baan afhuren voor de hele school voor 150 euro; zo’n bedrag wordt vaak gesponsord door ouders van leerlingen met een bedrijf. De heer Riet vraagt wat er gebeurt met de wintertuin als de zaak overdekt wordt. De heer Wiertsema antwoordt dat het dak 3,5 meter hoog wordt; er komen geen zijwanden. Er wordt een suggestie gedaan: Euro Lloyd zou het risico van het weer kunnen verzekeren. Daar is geen navraag naar gedaan, maar de stichting geeft de voorkeur aan subsidie. De heer Nederpelt vraagt hoe de andere ijsbanen tegen het evenement aankijken. De heer Wiertsema antwoordt dat die eerst tegen waren, maar in een later stadium bleek dat zij als gevolg van het evenement meer bezoekers trokken, bijvoorbeeld mensen die op Noren willen schaatsen. Er was rond de jaarwisseling wat extra beveiliging, en het is prima verlopen. Er lag geen vuurwerk op de baan; daaruit blijkt dat de bevolking van Dordrecht de baan heeft geaccepteerd en omarmd. De tent wordt niet weggehaald met de jaarwisseling; er is bewaking. De brandweer stelt ook de nodige eisen aan het materiaal, en daar wordt aan voldaan. Als de baan slecht bezocht zou worden doordat het bijvoorbeeld hard vriest, zou bekeken kunnen worden of kinderen gratis kunnen komen schaatsen, op kosten van de gemeente. De organisatie zal daar graag over praten. De heer Merx vraagt naar de bestuurdersaansprakelijkheid. De heer Wiertsema antwoordt dat je zuinig moet zijn op de mensen die hun nek uitsteken. Als je het risico loopt om vervolgd te worden, is dekking van dat risico prettig. De heer Moedt vraagt hoe de kleine ondernemingen in Dordrecht worden benaderd. De heer Wiertsema antwoordt dat er deze week een brief uitgaat met alle sponsormogelijkheden. De begroting is flexibel, omdat eventuele problemen opgelost moeten worden.
2
De heer Nederpelt vraagt naar een vergelijking met Maastricht. De heer Wiertsema antwoordt dat het Vrijthof vier keer zo groot is als het Scheffersplein, en dat er een kermis bij is. Zij hebben meer mogelijkheden. De heer Cobelens vraagt of er van het evenement zelf ook horeca komt. De heer Wiertsema antwoordt bevestigend. Er komen blokhutjes waar van alles verkocht kan worden, zoals pannenkoeken, chocolademelk en suikerspinnen. De horecatent wordt op een andere plek geplaatst, met beter zicht op de ijsbaan. Dit jaar was er geen toilet; nu wel. Er worden dus ook meer kosten gemaakt. De heren Wiertsema en Overduin danken voor de interesse. De gastheer sluit de bijeenkomst om 20.30 uur.
3
124. INTERIM-NOTA 2006 Infokamer, 20.35 – 21.15 UUR, vergaderkamer 1 Korte presentatie over de belangrijkste constateringen; gelegenheid tot het stellen van technische en opiniërende vragen Aanwezig: Mw J. Van den Bergh, voorzitter Mw. W.V.E. Verboom, secretaris Wethouder D. van Steensel, portefeuillehouder Dhr. R. Groen, hoofd Concern Control Mw E. Verveer, Getikt!, verslag (af tape) Mw Y.A.J. van den Berg, GroenLinks Dhr. H. Mostert, ChristenUnie/SGP Dhr. P.J.T. Tiebosch, ECO-Dordt Dhr. H.S. Weidema, PvdA Dhr. P.H. Sleeking, B.V. DORDT Dhr. H.J. Romijnsen, VSP Dhr. W. van der Kruijff, CDA Mw I.C. Elias, D66 Dhr. B.C. Schmeink, VVD De voorzitter heet iedereen welkom en geeft het woord aan de heer Groen, hoofd Concern Control voor een korte presentatie. De heer Groen geeft een korte presentatie over de belangrijkste punten uit de Interim-nota. De commissie wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen. De heer Mostert vraagt naar getallen bij de risicofactoren die zijn vermeld. De heer Tiebosch merkt op dat in de Interim-nota een groot voordeel wordt gemeld met betrekking tot bouwleges; zijn fractie vraagt waarom er geen vereveningsfonds wordt ingesteld zodat een voorstel tot verhoging van de leges achterwege kan blijven en er zekerheid kan worden geboden in de vorm van vaste tarieven. De heer Weidema vraagt of de voor het Achterom begrote bedragen automatisch meegaan naar volgende jaren (blz. 24.) Blz. 31, compensatie afvalstoffenheffing en rioolrechten: zijn fractie vraagt waarom het college vasthoudt aan 100% kostendekkendheid als dat voordeel door het rijk weer teniet wordt gedaan. Wellicht behoort een lagere heffing dan tot de mogelijkheden. Blz. 43, Shared Service Center: zijn fractie vraagt naar het nadeel van 0,4 miljoen bij de vorming van het Shared Service Center. Blz. 48, personele capaciteit uitbreiden voor de Treasury: zijn fractie vraagt om uitleg. Wethouder Van Steensel antwoordt dat bij de Kaderbrief al is besloten tot uitbreiding van de formatie; als de kasstromen beter worden beheerst, kun je over je vermogen meer rendement l maken. Er is geen sprake van een knelpunt, maar van innovatie. Wat betreft het nadeel van 0,4 miljoen bij het Shared Service Center: deze opzet is primair bedoeld om ontwikkelingen in de regio met elkaar mogelijk te maken, zoals regionalisering van de Brandweer, BWT naar de Milieudienst, de ISD. De overhead wordt ondergebracht in een Shared Service Center. In de zin van prijs/kwaliteit zijn er ook voordelen te behalen. Voor Dordrecht zijn die relatief beperkt. De ISD is per 1 januari 2007 een feit; het zou mooi zijn als dit zo snel mogelijk ingevoerd zou kunnen worden. Om een en ander te versnellen is eenmalig vier ton uitgetrokken voor de inhuur van externe capaciteit. Achterom/Bagijnhof. Bij de begroting wordt aangegeven hoeveel geld er in de strategische investeringen staat. Geld wordt daadwerkelijk ter beschikking gesteld via een
4
kredietvoorstel; dat geldt ook hier. In de komende tijd verwacht hij geen kredietvoorstel omdat de bouw stil ligt, en dan is er ook geen geld nodig. Van de bouwleges is een opbrengst geschat en er is een inschatting van de kosten gemaakt. Deze staat structureel negatief in de begroting. Wat hier wordt gepresenteerd is geen voordeel, maar minder nadeel. De opbrengsten van de leges staan nooit in verhouding tot de kosten. Met betrekking tot de risico’s is hij het eens met de heer Mostert dat een overschot op zich geen reden tot juichen is. Het lijkt er wel op dat de dividenden structureel worden; een groter deel daarvan zal worden aangewend om de begroting sluitend te krijgen. De heer Groen merkt op dat het rijk het gebruikersdeel van de OZB heeft afgeschaft; de gemeente wordt daarvoor gecompenseerd. Het rijk is uitgegaan van 2002 als peildatum. Omdat Dordrecht in 2005 de afvalstoffenheffing kostendekkend heeft gemaakt wordt er minder compensatie uitbetaald. Mevrouw van den Berg merkt op dat er een voorstel is geweest voor kunstgras; dat is uitgesteld. Er ligt nog een vraag van een hockeyclub die een derde veld wil. Ze vraagt om een toelichting. Er wordt een tekort aangekondigd op het vervangen van speelvoorzieningen; ze vraagt of dit te maken heeft met een reservering die niet is gemaakt, of een aanpassing van het budget aan de werkelijkheid. Bij een aantal afwijkingen wordt geen verklaring gegeven, noch wordt er een bijsturingsmaatregel aangekondigd. Bijvoorbeeld wordt bij de havens geconstateerd dat de taakstelling van drie ton niet zal worden gerealiseerd. Er is geen bijsturing aangegeven. Bij het woningbouwprogramma wordt de Task Force als bijsturing genoemd; ze vraagt wat die precies doet. Met betrekking tot de uitvoering van het Fietsplan vraagt ze zich af of het niet eens tijd wordt voor een herijking, gezien alle vertragingen. Op blz. 34 is de conclusie onvolledig. De heer Schmeink vraagt hoeveel geld er gemoeid is met de vertraging van een aantal projecten en hoeveel geld er gemoeid is met het doorschuiven van projecten naar volgende jaren. In bepaalde gevallen zijn de bijstellingsmaatregelen onvoldoende duidelijk of niet concreet. Er is opnieuw een overschot; dat betekent dat bepaalde activiteiten die wel gepland zijn, niet of onvoldoende zijn uitgevoerd. Hij vraagt welke lessen daar uit geleerd worden voor de begroting van volgend jaar. De heer Sleeking vraagt wat “met achtervangfunctie als gevolg van exogene factoren” betekent (blz. 4.) Bijsturingsmaatregelen zijn wellicht niet altijd noodzakelijk; als voorbeeld noemt hij het gedaalde aantal doorverwijzingen naar bureau HALT. Hij heeft begrepen dat het woonwagen deconcentratiebeleid wederom vertraging oploopt. Probleemgevallen van buiten Dordrecht zouden hierheen worden gestuurd; hij vraagt om een toelichting. Blz. 22, ICT platform voor het basisonderwijs wordt gestopt. Hij vraagt of dit gepland was. Blz. 37, Dordtse Kil IV: gesignaleerd wordt dat er nog steeds externe problemen zijn, met name ontsluiting en fijnstof. Er wordt wel doorgegaan met de plannen. Zijn fractie vraagt zich af of dat verstandig is. Blz. 27, wachtgeld voor oud-wethouders: hij vraagt of er extra outplacement activiteiten te verwachten zijn. Blz. 27, kosten voor externe inhuur bij het Ingenieursbureau: zijn fractie vraagt of de huidige capaciteit werkelijk niet toereikend is. De capaciteit zou volgens bepaalde berichten onvoldoende worden ingezet. Op de dividenden van Eneco komt hij graag terug in de raad; volgens de fractie van B.V. DORDT zou de overweging om een deel van het dividend terug te sluizen naar de consument in plaats van dit in te zetten om een sluitende begroting te maken, een interessante politieke discussie kunnen opleveren. Daaraan gekoppeld kan gedacht worden aan investeringen in duurzame energie. Riedijkshaven: de supermarkt zou al gerealiseerd zijn, maar volgens hem klopt dat niet. Met betrekking tot blz. 37 vraagt hij om een uitleg van de opmerking “De Sportboulevard ligt op het kritieke pad voor de gehele ontwikkeling van het Gezondheidspark.” De heer Van der Kruijff vraagt met betrekking tot speelvoorzieningen, blz. 17, of er een alternatief is qua beleid waar het gaat om de schadepost van € 50.000,-. Wethouder Van Steensel antwoordt met betrekking tot de dividendopbrengsten dat je als aandeelhouder helaas weinig te vertellen hebt over de energietarieven. Bij de afweging in het college van de besteding van de extra dividendinkomsten is gekozen voor storting in de algemene middelen; dat is een keuze, die wel een consistent beeld oplevert. De extra capaciteit voor het Ingenieursbureau heeft te maken met kwaliteit. Er is ondermeer capaciteit nodig om de verzelfstandiging te realiseren en voor doorplaatsing naar de regio. Binnen de wettelijke mogelijkheden, die overigens beperkt zijn, wordt wel degelijk werk gemaakt van outplacement
5
voor oud-wethouders, maar hij wil geen valse verwachtingen wekken. De vraag met betrekking tot het ICT platform kan hij op dit moment niet beantwoorden; deze wordt uitgezocht. Hij heeft geen melding gekregen dat er woonwagens van buiten af naar Dordrecht zouden komen; er is wel een vraag gesteld of er extra plaatsen uitgegeven konden worden op het grote kamp, en daar is ontkennend op gereageerd. Mocht zijn informatie niet correct zijn, dan komt daar bericht over. De zin over exogene factoren is inderdaad onbegrijpelijk. De heer Groen verwijst naar hetgeen op blz. 31 staat. In het kort komt het er op neer dat bij het opstellen van de begroting reserves zijn opgenomen ad 1,9 miljoen die vrij zullen vallen. De heer Sleeking pleit voor een wat eenvoudiger taalgebruik. Wethouder Van Steensel merkt op dat de kosten van vertraging bij projecten niet worden bijgehouden. Soms levert vertraging extra rente op doordat het geld langer blijft staan, soms kost het geld, bijvoorbeeld als grond niet wordt uitgegeven. Over het structureel financieel overschot merkt hij op dat het gaat om incidentele meevallers, met uitzondering van de dividenden. Het kunstgras en de claim voor een hockeyveld zijn twee verschillende dingen. Bij bestaande sportvoorzieningen is het goedkoper om op kunstgras over te gaan; dat zijn andere velden dan hockeyvelden. De hockeyclub wil uitbreiden en dat kost dus extra geld. Het huidige grasveld wordt nauwelijks gebruikt. De voorzitter merkt op dat de tijd feitelijk te krap bemeten is om dergelijke stukken te behandelen en geeft het woord aan de heer Van der Kruijff. De heer Van der Kruijff verwijst naar blz. 26, verkeerbeheer; als maatregel is gesteld dat er meer geld nodig is. Hij vraagt om een toelichting. De tekst op blz. 36, de Verzetsbuurt, is volgens hem inmiddels achterhaald. Mevrouw Elias merkt op dat opvallend vaak afwijkingen worden toegeschreven aan exogene factoren of aan derden; dat roept de vraag op of het dan niet aan de gemeente ligt. Op blz. 11 staat dat er minder voorzieningen voor gehandicapten zijn door het stringenter toepassen van de wetten; ze vraagt wie dat heeft bepaald. Op blz. 24 staat dat er dit jaar nog geen middelen aan innovatieve bedrijven verstrekt zullen worden. D66 vreest dat de doelstelling niet zal worden gehaald als er nu al een achterstand is. De heer Romijnsen merkt op dat de begroting er positief uitziet; alle maatregelen pakken positief uit. Hij vraagt of het niet beter is om te werken met een range. Dat maakt de rapportage duidelijker. De aanpassing van het dividend zou ook een voorstel zijn van de VSP; hij vraagt hoe het college denkt om te gaan met eventuele tegenvallers als dit opgenomen wordt in de begroting. Hij roept de Enron problematiek in herinnering. Met betrekking tot de Sportboulevard vraagt hij of dit geen molensteen kan worden. Wethouder Van Steensel verwijst voor de stand van zaken van de Sportboulevard naar de behandeling die vanavond plaatsvindt. Hij verwacht ondanks de tegenvallers niet dat de begroting daardoor op zijn kop gaat. De opmerking dat dividenden ook wel eens tegen kunnen vallen is hem uit het hart gegrepen; om die reden wordt daar voorzichtig mee omgegaan, al; brengt het inzetten van meevallers altijd een zeker risico met zich mee. De conclusie op blz. 34 gaat om het bijsturen. Niet altijd bestaat de mogelijkheid om bij te sturen; zo is bij het havenbedrijf zeker gesproken over de taakstelling, en men is er van overtuigd dat die niet haalbaar is. Dat moet je dan ook accepteren. Bij de Kaderbrief is een lijst gevoegd met wat wordt genoemd “technisch onontkoombare claims”. De Interim-nota heeft het proces van de Kaderbrief gekruist; om die reden is inderdaad de opmerking van de heer Van der Kruijff met betrekking tot de Verzetsbuurt correct. Soms is er een technische tegenvaller, bijvoorbeeld bij de uitkeringen. Daar is beter gepresteerd dan wat de gemeente zich had voorgenomen, waardoor het aantal bijstandsgerechtigden sterker is gedaald dan was verwacht. Ten opzichte van het landelijk verdeelmodel scoort de gemeente slecht waardoor er geld moet worden bijbetaald. Daar was een risicoreservering voor opgenomen, en daar hoeft dan niet te gebeuren. Over de instrumenten en of die werken kun je op een ander moment discussiëren. De voortgangsrapportage van het Fietsplan is vandaag in het college vastgesteld en komt volgens hem naar de raad, die vervolgens kan discussiëren over nut en noodzaak van herijking. De Taskforce Woningbouw lijkt hem een onderwerp waar de raad over door zou willen spreken met een portefeuillehouder. Het punt van de speelvoorzieningen wordt doorgeschoven naar de raad. Hij is overigens positief verrast over
6
het grote aantal inhoudelijke vragen en kan zich voorstellen dat het een goed idee is om een volgende keer het gehele college te bevragen, zodat een integrale behandeling mogelijk is. De voorzitter dankt voor de beantwoording; de vragen die onbeantwoord zijn gebleven, zullen in de raad worden behandeld. Het feit dat er te weinig behandeltijd was is een onderwerp voor de agendacommissie. Ze dankt voor de inbreng.
7
13, 13A EN 13B. AANBESTEDING SPORTBOULEVARD OPINIEKAMER, 20.35 – 21.15 UUR, vergaderkamer 2 De commissie wordt alsnog in de gelegenheid gesteld de resterende vragen te stellen en een opvatting over de raadsinformatiebrief en de antwoordbrief van 5 juli jl. op D66-vragen terzake te geven. Ter vergadering wordt een overzicht aanbesteding Sportboulevard Dordrecht (versie 5-92006) uitgereikt. Mw. K.J. Schellekens-van der Meijde, voorzitter Dhr. J.T. de Heus, secretaris Mw. E. Verveer, Getikt!, verslag (vanaf geluidsband) Dhr. F. Riet, CDA Mw. C. Safranti, PvdA Mw. C.M.L. Lambrechts, VVD Dhr. A.G. Hoogerduijn, ChristenUnie/SGP Mw. I.E. Stevens, GroenLinks Mw. L.J. Kuhlemeier-Booij, B.V.DORDT Dhr. B.C. Moedt, ECO-Dordt Dhr. H.J. Tazelaar, VSP Dhr. E. Linnert, D66 Aanwezig namens het college: wethouders N. Albayrak en J.W. Spigt Aanwezig namens de ambtelijke organisatie: Dhr. D.J.M. van Bedaf, Dhr. W.L.H. Ronken en Dhr. L. den Otter De voorzitter opent de opiniekamer en heet iedereen welkom. Wethouder Albayrak gaat in op de vraag van mevrouw Kuhlemeier of er zicht is op de exploitatie en de betrokken partij en vermeldt dat er serieuze belangstelling is van gerenommeerde partijen. Mevrouw Kuhlemeier antwoordt dat eerder is gemeld dar er in februari 2006 contracten zouden worden afgesloten, ook met het oog op de aanbesteding, wat wethouder Albayrak bevestigt. Mevrouw Kuhlemeier vindt dit te vaag en vraagt om meer zekerheid. Zij wil, met verwijzing naar het zojuist verschenen rekenkamerrapport over de effectiviteit van het economische beleid, eenzelfde, in het rapport genoemde, fouten voorkomen. Wethouder Albayrak antwoordt dat zij zelf ook voorstander is van een risico-inventarisatie. Mevrouw Kuhlemeier vraagt naar het rapport over de luchtkwaliteit in dit gebied dat is toegezegd. Wethouder Albayrak is niet op de hoogte van die toezegging. Uit het onderzoek naar de luchtkwaliteit is overigens gebleken dat die geen belemmering vormt. Wethouder Spigt zegt toe, als dit is toegezegd, uiteraard het (omvangrijke) rapport of, i.o.m. de griffie, relevante onderdelen ervan beschikbaar te stellen. De heer Riet vindt dat de antwoorden op de vragen nog onvoldoende zekerheid bieden. De heer Moedt brengt in dat 1 oktober a.s. een point-of-no-return zou zijn; dan moeten de partners voor het publieke en het private deel bekend zijn. Hij informeert naar de stand van zaken. Wethouder Albayrak legt uit dat de datum van 1 oktober niet gehaald zal gaan worden. De heer van Bedaf meldt dat de bijgestelde planning binnenkort aan het college van B&W zal worden voorgelegd. In december 2006 zal de aanbesteding waarschijnlijk kunnen plaatsvinden. De heer Moedt stelt dat dit opnieuw een vertraging van drie maanden betekent. Hij vraagt of dit financiële consequenties met zich meebrengt? Dit is volgens de heer van Bedaf niet het geval; aan de hand van een tabel geeft hij een uitleg. De aanbesteding gebeurt Europees. Er is een pré-selectie gemaakt. De geselecteerde consortia hebben naar het voorlopige ontwerp gekeken en hun opmerkingen zijn verwerkt. De feitelijke uitnodiging voor het maken van offerte zal in december verstuurd worden aan de geselecteerde partijen. De heer Linnert verbaast zich erover dat de antwoorden op de schriftelijk gestelde vragen van D66 in eerste instantie alleen aan zijn fractie zijn gezonden. Hij merkt op dat de aanbesteding dusdanig veranderd is dat de aannemers die eerder niet in aanmerking kwamen, wellicht nu ook deel hadden willen nemen aan de aanbesteding. Dat is een
8
potentieel risico. De heer van Bedaf antwoordt dat die situatie niet aan de orde is; volgens de concernjurist van de gemeente zal deze wijziging niet kunnen leiden tot claims. De partijen zijn met name geselecteerd op bouwen en selecteren. Wethouder Albayrak geeft aan dit, gezien de twijfel die de heer Linnert hierover uit, voor de zekerheid nogmaals te zullen checken. De heer Moedt merkt op dat wordt aangegeven dat de exploitatie eventueel losgekoppeld wordt van de bouw als het te duur uit zou vallen. Hij vraagt waarom dat dan niet sowieso wordt losgekoppeld? De heer van Bedaf licht toe dat het gaat om de situatie waarin de aanbesteding mislukt; dan ga je apart aanbesteden. De voorkeur gaat uit naar een exploitant die ook betrokken is bij de bouw, want die heeft baat bij een exploiteerbaar gebouw. Mevrouw Safranti geeft aan geen vragen te hebben. Mevrouw Lambrechts heeft nog steeds vragen over het betaald parkeren en de supporters. De verenigingsruimten moeten minimaal kostendekkend verhuurd worden; ze vraagt zich af of dat niet leidt tot veel hogere kosten. Ze vraagt ook of er duidelijkheid is over de eigendomssituatie? Wethouder Albayrak geeft t.a.v. het betaald parkeren aan dat er is nagedacht over een alternatief; er is een voorstel in voorbereiding. De heer van Bedaf geeft een toelichting op de huurprijzen. De verenigingen worden per brief geïnformeerd. Gelet op de wijze waarop de verenigingen omgaan met de exploitatie zullen zij, misschien op een enkele na, met de huren uit de voeten kunnen. Mevrouw Kuhlemeier merkt op dat de brief aan Pinguïn Horeca (d.d. 17-2-2006; zie grosnummer 2006.13b) haar heeft verbaasd. Er schijnt al een jaar geleden, in september 2005, een principeovereenkomst tot stand te zijn gekomen met het Albert Schweitzerziekenhuis en AM Vastgoed over de horeca? Wethouder Albayrak antwoordt dat zij de brief persoonlijk niet kent; ze moet het antwoord schuldig blijven en de voorzitter nodigt haar uit het antwoord op de vraag van mevrouw Kuhlemeier alsnog schriftelijk naar de fracties te sturen. De heer Tazelaar vraagt of het kantoorpand nog doorgaat, en hoe het dan zit met de kosten voor de extra fundatie? De heer van Bedaf antwoordt dat er nog geen ontwerp is voor het fitnesscentrum en het kantoorgebouw; pas na de aanbesteding weet de investeerder hoeveel volume hij gaat ontwerpen. De ontwikkelaar van het kantoorgebouw, Multi Vastgoed, is ook de markt aan het verkennen. Het kantoorgebouw zit niet in de aanbesteding; in de aanbesteding zit de verplichting dat het consortium de fitnessen de tennisaccommodatie dient te ontwikkelen. De marktpartij investeert zelf in het casco. Voorfinanciering door de gemeente is inmiddels van tafel. Zodra zwembad Aquapulca is gebouwd, komt die hoek vrij voor de parkeergarage onder het fitnesscentrum zelf en het kantoorgebouw. Dat moet dus nog aanbesteed worden, in samenspraak met Multi Vastgoed. De grond is van de gemeente en wordt aan de tennis- en de fitnessvereniging in erfpacht uitgegeven. Dat staat vermeld in het aanbestedingsdocument, dat eerst aan het college van B&W ter goedkeuring wordt voorgelegd. Mevrouw Kuhlemeier is van mening dat dit nieuwe informatie is voor de commissie; het is voor haar volkomen onduidelijk. Wethouder Albayrak verduidelijkt dat de informatie in de raadsinformatiebrief van 28 februari 2006 (zie grosnummer 2006.13) inmiddels is achterhaald. Er is een nieuwe raadsinformatiebrief in de maak, die één dezer dagen zal verschijnen. De voorzitter peilt bij de commissieleden of ze met die wetenschap opiniërend over de nu voorliggende stukken willen spreken of de nieuwe raadsinformatiebrief willen afwachten? De commissieleden geven de voorkeur aan het laatste. Er wordt gevraagd om ook meer informatie over mogelijke inschrijvers. De wethouder wordt verzocht alles duidelijk op een rij te zetten, ook met betrekking tot de kosten, de openstaande vragen bij de commissieleden alsnog te beantwoorden en het rapport inzake de luchtkwaliteit te verstrekken, waarna een nieuwe opiniekamer zal worden belegd. Wethouder Albayrak geeft aan dat de ontwikkelingen niet hebben stil gestaan; dat er uiteraard doorgewerkt is aan de voorbereidingen om zo snel mogelijk met de bouw van de Sportboulevard te kunnen beginnen. Aanbieding van die informatie is afhankelijk van het tijdstip waarop het achterliggende collegevoorstel in het college wordt behandeld. Het nieuwe stuk is nog niet af en had vanavond dus ook niet behandeld kunnen worden. De kwestie rond de financiering is eveneens in het B&W-voorstel opgenomen; het is afwachten of dat ook zo uitgevoerd gaat worden. De voorzitter stelt vast dat de commissie akkoord is met deze afspraak en dat dit onderwerp tot nader bericht op de voorraadagenda blijft staan. Zij sluit vervolgens de vergadering.
9
86. VOORTGANGSRAPPORTAGE UITVOERING WIJKVERKEERSPLANNEN OPINIEKAMER, 20.35 – 21.15 UUR, vergaderkamer 8 De raad wordt in zijn controlerende rol in de gelegenheid gesteld tot het uitwisselen van opvattingen over de voortgang in de uitvoering van de wijkverkeersplannen Aanwezig: mw J. Heijmans, voorzitter dhr. J.W. Scherpenzeel, secretaris Erna Verveer, bureau Getikt!, verslag Dhr. B. Staat, ChristenUnie/SGP Dhr. D.G.E. Cobelens, PvdA Mw S.M. Wemmers-Wanrooij, VSP Dhr. S. Tasgin, CDA Mw N. de Smoker, ECO-Dordt Mw T.I.V. Bonnema, D66 Dhr. W.J.M. Nederpelt, GroenLinks Dhr. O. Soy, Beter voor Dordt Namens het college: wethouder F.J. van den Oever Namens de ambtelijke organisatie: de heer R. Schipper De heer Merx geeft aan in verwarring te zijn gebracht. Het ideaal is meer verkeersveiligheid; daar waren onder andere druppels en drempels voor nodig. In de Dordtsche Hout waren ze nodig om de politie handhavend te kunnen laten optreden. Er zijn inmiddels 1.000 bekeuringen uitgeschreven op de Oudendijk. Hij vraagt of de raad voor de gek is gehouden met deze verkeersplannen, want er liggen aan de Oudendijk helemaal geen drempels, terwijl er kennelijk wel handhavend kan worden opgetreden. Bij de Dordtsche Hout zijn drempels aangebracht op uitdrukkelijk verzoek van de bewoners; hij vraagt of de politie daar dan ook handhavend gaat optreden. Hij vraagt hoe vaak er handhavend is opgetreden op plekken waar drempels al een jaar liggen, in hoeverre dit heeft bijgedragen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid en hoeveel bekeuringen er zijn uitgedeeld in vergelijking tot de periode daarvóór. Mevrouw de Smoker merkt op bij interruptie dat de raad geen macht heeft over de politie. De heer Merx antwoordt dat dit bekend is; hij heeft hier een discussie over gevoerd met de vorige wethouder. De heer Tasgin merkt op dat meer bekeuringen toch niet hoeft te betekenen dat het veiliger is geworden. De heer Merx antwoordt dat de druppels nodig waren om de snelheid omlaag te brengen. Je zou wat hem betreft moeten evalueren of de maatregelen het gewenste effect hebben gesorteerd. Wethouder Van den Oever antwoordt dat het enerzijds gaat om de inrichting Duurzaam Veilig; daar heeft het rijk veel geld voor beschikbaar gesteld. Het doel van Duurzaam Veilig is om de veiligheid van de verkeersdeelnemers te verbeteren. Dat doe je door de snelheid terug te brengen en door de straat als zodanig herkenbaar in te richten. Anderzijds gaat het om de handhaafbaarheid in met name 30 km gebieden; die discussie speelt niet bij 50 km gebieden. Hij heeft eerder aangegeven dat in Dordrecht op twee plaatsen bekeurd is in 30 km gebieden die niet conform Duurzaam Veilig zijn ingericht; het OM is nu aan het controleren of die bekeuringen stand houden voor de rechter. De uitslag van het proefproces is nog niet bekend. Doel is om het aantal ongevallen te verkleinen; maatstaf daarbij is het aantal ongevallen met dodelijke afloop, met ernstig letsel en met licht letsel. In de Duurzaam Veilig gebieden waren de gevallen met dodelijke afloop en met zwaar letsel sterk gedaald; het aantal ongevallen met licht letsel waren gestegen. Hij heeft gesproken met het verkeershandhavingteam over de vraag of er op verzoek mogelijkheden zijn om te handhaven. Het rijk heeft daar inmiddels een extra FTE voor beschikbaar gesteld. Het blijft echter een verzoek; de gemeente gaat niet over de politie. De heer Merx merkt op dat het aantal ongevallen volgens de wethouder afneemt door onder meer het terugbrengen van de snelheid; hij zou dat graag onderzocht zien. De fractie van de VVD is zeker niet tegen drempels of tegen gebieden inrichten conform Duurzaam Veilig, maar het gaat hem om
10
de controle op de Oudendijk, waar geen drempels liggen. Wethouder Van den Oever antwoordt dat er al eens eerder is gecontroleerd door de politie, bijvoorbeeld bij omleidingen. De heer Merx merkt op dat het prettig zou zijn als de politie ook handhavend op wil treden zonder eerst kostbare maatregelen te moeten treffen. Mevrouw de Smoker merkt op bij interruptie dat de klachten over de drempels binnen blijven komen; je blijft aan de gang met het aanleggen en verplaatsen. Als er ook gehandhaafd kan worden zonder al die maatregelen, heeft dat ook haar voorkeur. Wethouder Van den Oever antwoordt het daar mee eens te zijn. Hij merkt op dat de plannen conform Duurzaam Veilig worden uitgevoerd. Als je in 30 km gebieden niets doet aan de weginrichting zal de politie niet gaan handhaven; dat is in de vorige periode diverse malen gezegd. De heer Soy vraagt of de trillingsoverlast veroorzakende drempels in de toekomst niet meer zullen worden geplaatst. Hij vraagt of het ingenieursbureau ontwerpen mag wijzigen en wie de extra kosten daarvan betaalt. Hij vraagt naar de revisiemetingen. Wethouder Van den Oever antwoordt dat klachten over drempels heel serieus worden genomen; er zijn diverse trillingsonderzoeken uitgevoerd en in bepaalde gevallen is de drempel verwijderd of aangepast. Bepaalde typen drempels worden inderdaad niet meer gebruikt. Als het ingenieursbureau fouten maakt moeten die hersteld worden; dan worden de kosten verhaald. Klachten moet je serieus nemen; dat betekent dat je kosten moet maken voor trillingsonderzoek. Vooruitlopend op een krediet wordt een drempel afgevlakt of weggehaald. Er is 60.000 euro opgenomen voor noodzakelijk trillingsonderzoek en om snel maatregelen te kunnen nemen. De heer Schipper vult aan dat de bestaande ondergrond moet worden aangepast als er wijzigingen zijn; daar is het geld voor de revisiemetingen voor nodig. De heer Nederpelt vraagt naar schrikstroken; dat zijn stroken tussen fietspaden en parkeerhavens die ongevallen kunnen voorkomen. Dat kost uiteraard geld en ruimte. Wethouder Van den Oever merkt op dat hij op bepaalde plekken prioriteit categorie 4 maatregelen zal voorstellen. De fietsstroken bieden niet overal een oplossing voor; idealiter komt er een vrij liggend fietspad. Waar dat niet kan komen er rode fietsstroken. Een schrikstrook vraagt veel ruimte en in bestaande situaties is dat heel moeilijk. De heer Nederpelt vraagt om dit te bekijken, daar waar zich de mogelijkheid voordoet. De heer Schipper antwoordt dat het verdiepen van bestaande parkeerhavens heel veel geld kost. Aan de Brouwersdijk, waar een ongeval is gebeurd, is de fietsstrook al wat breder waardoor het risico wat lager is. De heer Nederpelt merkt op dat GroenLinks blij is dat er veel gebeurt op het gebied van de verkeersveiligheid en ziet de suggestie waar mogelijk graag gehonoreerd. Hij ziet graag een informatief voorstel met betrekking tot de schrikstroken, voorzien van een kostenplaatje. Mevrouw Bonnema merkt op dat D66 in het voorjaar een zwartboek heeft aangeleverd, en dat toegezegd is dat er actie wordt ondernomen op de genoemde punten. Haar fractie verwacht van het college dat de verkeerssituaties zorgvuldig worden ontworpen met gebruikmaking van de nieuwste kennis, zoals bijv. de schrikstroken, en dat dit in één keer goed wordt uitgevoerd. Dat voorkomt klachten van burgers. Mevrouw de Smoker vraagt of het probleem aan de Krommedijk al bekend is. De rapportage is duidelijk; ECO-Dordt stemt in met het krediet. Het verkeersplan Buitengebied ligt eigenlijk op zijn gat; het waterschap heeft de heffingen al verhoogd, maar de bewoners aan de Wieldrechtse Zeedijk zitten nog steeds met de problemen. Ze dringt aan op actie. Op een klacht van de bewoners in de maand maart is nog niet gereageerd door de gemeente. Wethouder Van den Oever antwoordt dat de drempels in de Bankastraat nog niet zijn vervangen, omdat de bewoners graag iets anders terug willen hebben. In verband met de vakantieperiode is dat wat uitgesteld. Om alle bewoners de gelegenheid te geven hier over mee te praten. Op de Krommedijk spelen de klachten ook; die zit volgend jaar in de onderhoudsplanning. Besloten is om niet onnodig geld uit te geven, maar het werk tegelijk uit te voeren. Er loopt een traject met het waterschap Hollandse Delta voor het buitengebied. Hij heeft geprobeerd overeenstemming te bereiken over overname van het beheer van de wegen door het waterschap. Het buitengebied moet conform Duurzaam
11
Veilig worden ingericht. Er is echter geen zicht op een akkoord, zeker niet op korte termijn, nu de onderhandelingen zijn vastgelopen. Voor de inrichting van het buitengebied zal bij de begroting een claim van 1,5 miljoen komen, tenminste als dit prioriteit krijgt van de raad. De Duurzaam Veilig middelen van het rijk zijn op. Mevrouw de Smoker en de heer Staat dringen aan op actie. Wethouder Van den Oever wil op basis van de inrichtingsplannen bekijken of er een voorstel kan worden gedaan om de bewoners tegemoet te komen, maar daar zal dan een extra krediet voor moeten worden gevoteerd. De heer Tasgin merkt op namens de fractie van het CDA in te kunnen stemmen met het uitvoeringskrediet. De voorgestelde ingrepen starten in het vierde kwartaal 2006; hij vraagt of dat verantwoord is gezien de doorstroming. Wethouder Van den Oever antwoordt bevestigend. Mevrouw Wemmers sluit zich aan bij de gemaakte opmerkingen met betrekking tot de kosten die gemaakt worden om de problemen op te lossen; dat is heel jammer. Er wordt wel veel onderzocht, maar dat is altijd achteraf. Haar fractie vraagt zich af waarom er geen vooropnames worden gedaan. Ze vraagt of de inspreekavonden wel voldoende zijn meegewogen. De VSP stemt wel in met het gevraagde krediet. Wethouder Van den Oever antwoordt dat op alle plekken heel nauwkeurig is gekeken naar of de huizen zijn onderheid zijn en op welke manier, en waar te voorzien was dat drempels trillingen zouden veroorzaken zijn ze op die plekken niet aangelegd. De heer Cobelens merkt op dat de PvdA het betreurt dat er zoveel aanpassingen nodig zijn en dringt aan op onderzoek vooraf en het zorgvuldig afwegen van inspraakreacties. Zijn fractie is blij met de investeringen in de fietsvoorzieningen in verschillende wijken; dat moet in de toekomst worden uitgebreid. Het ingenieursbureau moet zelf opdraaien voor de kosten, veroorzaakt door hun fouten; het college dient wel de regie te blijven voeren en moet het bureau aanspreken op het feit dat zij op eigen houtje zaken hebben gewijzigd. Bij de rotonde Overkampweg / Oudendijk is een onderzoek aangekondigd; hij vraagt of dat begroot is. Wethouder Van den Oever antwoordt bevestigend; er is nog geen krediet. In de begrotingsbehandeling is een claim opgenomen. Het ingenieursbureau is aangesproken door het college en er is een verdeelsleutel afgesproken over de extra kosten. De heer Cobelens merkt op dat voor de zomer 2006 een evaluatie van het Verkeersplan binnenstad was aangekondigd. Wethouder Van den Oever antwoordt dat de evaluatie er ligt; hij wil die eerst voorzien van een aantal voorstellen en dat proces loopt. In september komt dit naar het college en de raad, verwacht hij. De heer Staat merkt op dat zijn fractie inhoudelijk gezien geheel achter de rapportage staat. Er wordt op een goede wijze omgegaan met de inspraakreacties. Hij ondersteunt de opmerking van ECO-Dordt met betrekking tot het buitengebied. De ChristenUnie/SGP gaat akkoord met het gevraagde krediet. Alle fracties kunnen instemmen met het gevraagde krediet. De voorzitter sluit de vergadering. HAMERSTUK.
12
99. PROEFONTGRAVINGEN ZELLINGWIJK EN KANS OP STORT OP DERDE MERWEDEHAVEN INFOKAMER, 21.30 – 22.10 UUR, vergaderkamer 1 Geagendeerd op verzoek van ECO-Dordt, B.V. DORDT, D66 en GroenLinks. Aanwezig: Dhr. M.P.P.M. Merx, voorzitter Mw. W.V.E. Verboom, secretaris Mw E. Verveer, Getikt!, verslag (af tape) Mw Y.A.J. van den Berg, GroenLinks Mw N. de Smoker- van Andel, ECO-Dordt Dhr. J.J.W. Van Dongen, D66 Dhr. C.E.S.J. Goos, B.V.DORDT Dhr. H.J. Romijnsen, VSP Dhr. A.G. Van Zanten, PvdA Dhr. B. Staat, ChristenUnie/SGP Dhr. D.E. Vermeulen, VVD Namens het college: Wethouder D.A. van Steensel Namens de ambtelijke organisatie: Dhr. E. Hoff, beleidsmedewerker SO De voorzitter meldt dat dit punt op verzoek van vier fracties is geagendeerd. Hij geeft het woord aan GroenLinks. mevrouw van den Berg Het is de bedoeling dat we vandaag vooral vragen stellen. Ik denk dat de brief van Sliedrecht, die bij de stukken zit vooral ook de vragen bevat die GroenLinks ook heeft. Wat wij graag zouden willen zien is dat de acceptatievoorwaarden van de Derde Merwedehaven afgezet kunnen worden tegen de gegevens van de proefontgraving wanneer die wordt gedaan. Verder heb ik een inhoudelijke vraag. Wat betekent de interventiewaarde? Volgens mij betekent dat iets wanneer je moet gaan ingrijpen, maar dat zou ik graag van de deskundige horen. Waar ik benieuwd naar ben, er is op 19 september een hoorzitting en dat gaat over het saneringsplan dat is ingediend. Ik kan me voorstellen dat het met name daar over gaat. Wat wij daar kunnen ophalen is misschien wat er in de grond zit en wat voor slechte gevolgen dat allemaal kan hebben, maar dat is dus de vraag, wat voor waarde het dan heeft om hier te storten; kunnen wij die vragen daar ook kwijt en krijgen we daar dan ook antwoord op? Dat zou ik graag willen weten. de heer Goos Hoe groot is de kans dat het afval in de Derde Merwedehaven gedeponeerd gaat worden? In veel van de stukken wordt wat gezegd over de gevaarlijkheid van die stoffen: het overschrijdt hoogstwaarschijnlijk de normen die voor de Derde Merwedehaven gelden. Is er al iets bekend hoe groot die kans is? En welke andere alternatieven er zijn buiten de Derde Merwedehaven om dat spul te deponeren? de voorzitter Dank u wel. Ik hoop dat u zich realiseert dat de provincie hier beter antwoord op kan geven dan de gemeente Dordrecht, maar de wethouder zal goed zijn best doen. mevrouw De Smoker Wij zullen vanavond enkel gebruiken om vragen te stellen. Mevrouw van den Berg van GroenLinks gaf het al aan: hoe zit het met de acceptatievoorwaarden? Bij de komst van de Derde Merwedehaven heeft de gemeente Dordrecht een positieve stoffenlijst opgesteld. dat waren stoffen die gestort mogen worden op de Derde Merwedehaven. Toen de PROAV, de eigenaar destijds, het verkocht aan IGAT hebben wij in het raadsbesluit besloten om die lijst op te schonen, met name biologische fracties moesten er uit gehaald worden, want dat veroorzaakte al die stank. Nu ben ik inmiddels tot de ontdekking gekomen dat de lijst niet alleen is opgeschoond, die is eigenlijk opgeheven. Ik zou graag van de wethouder willen weten waarom
13
dat is gebeurd. dan geeft de wethouder waarschijnlijk wel als antwoord: we hebben het overgenomen in de vergunning, maar dat is dan even niet conform het raadsbesluit van destijds. De huidige situatie is dan dat het in de vergunning zit. Op een vergunning heeft altijd iedereen inspraak: overheden, burgers, bewonersorganisaties et cetera, en dan wordt die vergunning afgegeven. Dat is in 2002 gebeurd omdat de stort toen tien jaar open was en dan moet de vergunning verlengd worden. Maar onder die vergunning hangt een stortreglement, hoé het moet gebeuren. Ik wil graag van de wethouder horen of dat stortreglement niet verder gaat dan de vergunning, want ik heb daar ernstige twijfels bij. We hebben het vermoeden dat het stortreglement meer mogelijk maakt dan de vergunning toelaat. Dan het andere punt dat mevrouw Van den Berg heeft aangehaald, dat is de proefafgraving die gedaan wordt in Gouderak. Die zal eerdaags gaan plaatsvinden. In hoeverre kunnen wij als gemeente aandringen op objectieve plaatsen voor die proefafgraving? Want ik krijg een beetje de indruk…kijk, dat vuil ligt verspreid, en men weet ongeveer waar de zwaarste punten en waar de lichtste punten van vervuiling zitten. Ik zou toch niet graag willen dat alleen op die lichtste punten wordt gegraven, want dan krijgen wij hier een heel verkeerd beeld. En dan zullen we moeten grijpen naar het andere middel wat we nog in handen hebben, op iedere partij een contra-expertise laten uitvoeren, maar dat wordt wel een heel dure aangelegenheid. Tot zover, voorzitter. de heer Van Dongen Inderdaad zijn er wat verontrustende berichten over de mogelijke stort van afval in de Derde Merwedehaven, die daar overigens natuurlijk gewoon voor bedoeld is, mits het niet te zwaar verontreinigd is. Ik heb eigenlijk ook, in aanvulling op de vragen die de gemeente Sliedrecht al neergelegd heeft, een aantal vragen aan het college. Bent u ook van plan als belanghebbende de hoorzitting bij te gaan wonen, zodat u ook goed geïnformeerd bent, en dan ook een zienswijze kenbaar te maken aan Provinciale Staten? Dat mag tot 15 september. Ten tweede is het natuurlijk van belang hoe ver verontreinigd het is wat er gestort wordt; dat is gebonden aan grenzen via het stortreglement en via de vergunning. Maar naar ik me heb laten informeren door leden van Provinciale Staten is in de Zellingwijk de vervuiling zodanig gesitueerd dat er op sommige plaatsen vaten zitten die de meest hevige verontreiniging bevatten, en dat er op sommige plaatsen gewoon licht verontreinigde grond is. In hoeverre kunt u er nou op toezien dat dingen als scheiding van de zwaar en licht verontreinigde grond wel plaats gaat vinden zodat wellicht de norm van de Derde Merwedehaven niet overschreden wordt en stort alsnog mogelijk is? Er doen zelfs verhalen de ronde dat er mogelijkerwijs zelfs vervuilde grond met schone grond gemengd zou gaan worden om het maar te kunnen storten binnen de stortreglementen van de Derde Merwedehaven. Daaraan gekoppeld nog een vraag die de Derde Merwedehaven zelf aangaat. We hebben natuurlijk kennis genomen van de rapporten waarin staat dat er veel meer grondwater uit de Derde Merwedehaven gepompt moet worden als aanvankelijk werd gedacht, omdat de laagkennelijk toch poreuzer is dan we dachten. Dat is een gegeven. In hoeverre vindt het college het dan verantwoord om dit type stort hier nog plaats te laten vinden? de voorzitter Dank u wel. Ik geef het woord aan de wethouder; daarna ga ik kijken of de andere fracties nog aanvullende vragen hebben. wethouder van Steensel Dank u wel. Om te beginnen hecht ik er aan, en volgens mij verwacht u dat ook van mij, dat ik eerst twee andere opmerkingen maak. Ik heb me niet, zoals wanneer wij zelf een voorstel aan u voorleggen, kunnen prepareren op allerhande vragen die er komen, dus ik heb ook niet tot in detail het antwoord op alle vragen die zojuist zijn gesteld. Dat heeft ook te maken met iets anders, dat wij primair, weliswaar namens bewoners, belanghebbende zijn, maar er niet echt over gaan. We kunnen hooguit vanaf de zijlijn invloed uitoefenen. Maar wij zijn niet degene die de vergunning heeft en bepaalt of dat spul er straks wel of niet mag komen, in primaire zin. Dat bepaalt ook het kennisniveau wat wij daarover opbouwen. Wij zijn niet op de hoogte van alle correspondentie die er plaatsvindt tussen de aannemer en de stort, en alle correspondentie die er plaats vindt tussen allerlei besturen, gemeentebesturen en werkgroep, en andersom, van degene die de vergunning beheert, daar toezicht op houdt en aan allerlei mensen in onze stad, maar ook in de regio daar antwoord op geeft. Dus wij zijn niet altijd op de hoogte van de laatste stand van zaken. Het is wel zo dat we, juist waar het gaat om de Derde Merwedehaven, een meerpartijenoverleg in het leven hebben geroepen. De vorige raad heeft er mee ingestemd dat dat ging gebeuren. We zijn inmiddels een keer bij elkaar geweest en daar heeft het onderwerp de Stort vanuit de Zellingwijk buitengewoon prominent op de agenda
14
gestaan. Dat meerpartijenoverleg is zowel tussen gemeente Sliedrecht, Papendrecht, maar ook de provincie. De gedeputeerde die ook gaat over de Zellingwijk zit daar ook aan tafel, de stichting Derde Merwedehaven zit daar aan tafel, en genodigd zijn ook de werkgevers uit de Drechtsteden. In dit overleg gaat juist over het volgend van deze dossiers. Ons is daar onder andere ook gemeld, en dat is precies het punt waar een aantal van u ook naar vraagt, hoe het precies zit met die proefontgraving. Het is inderdaad zo dat we van de Zellingwijk vrij precies weten welke verontreinigde stoffen daar in zitten, en ook weten op welke plek, het is een wat technisch verhaal, de verontreinigingen zitten. Het is inderdaad zo dat die verontreiniging niet homogeen door dat hele gebied heen verspreid is. Je hebt plekken waar het heel erg vervuild is, en je hebt plekken waar het veel minder vervuild is. Het kan toch niet zo zijn, dat was de angst en dat is misschien nog steeds wel de angst, dat die proefontgraving nou precies plaatsvindt op zo’n schoon gedeelte, waardoor het straks lijkt alsof er niks aan de hand is, en vervolgens komt het echte vuil er achteraan, en dan komt het op de Derde Merwedehaven. Wij hebben met de provincie afspraken gemaakt, dat ze precies van aangeven en ook openbaar maken, helder maken hoe het zit en dat hebben ze inmiddels ook gedaan. Waar zitten nu precies welke verontreinigingen en waar gaan jullie die proefontgraving nou precies doen? Voor zover mijn informatie strekt hebben ze inmiddels via dat saneringsplan ook aangegeven waar die proefontgraving plaatsvindt. Dat zijn nou juist de plek waar het verontreinigd is. mevrouw De Smoker Bij interruptie, maar in het saneringsplan staat niet waar de proefontgraving plaatsvindt. Wij zijn het meest recente saneringsplan vorige week nog in wezen kijken op het Provinciehuis. wethouder van Steensel Laat ik wat meer op afstand blijven: ik vind het volstrekt legitiem dat over die vraag, waar vindt die proefopgraving plaats, dat daar helderheid over is. Het kan dus niet zo zijn dat de proefontgraving alleen daar plaatsvindt waar via eerdere monsters is aangetoond dat er eigenlijk weinig zit en dat het op andere plekken zwaar verontreinigd is. Er moet geen misverstand over bestaan welke spullen deze kant op komen, en of dat in de goeie concentraties enzovoort is. Nog abstracter: dat wat daar wordt gestort moet passen binnen de vergunning waar overigens die acceptatievoorwaarden waar mensen vragen over stelden in zijn vervat. Die zijn dus niet opgelost, zeker in de troep van de Zellingwijk, denk ik daarbij. Die bestaan en die zijn vervat in de vergunning die de provincie als zodanig beheert en daar ook toezicht op houdt. Dus die bestaan gewoon en die zijn daar in opgenomen. Uit mijn informatie die ik recent heb gekregen wordt helder dat die proefontgraving juist plaatsvindt op de plekken waar het verontreinigd is. Maar dat moet niet alleen voor mij helder zijn. Dat moet voor iedereen helder zijn, want zo lang daar natuurlijk misverstanden over blijven bestaan, blijf je de verhalen in de wereld houden en blijf je de onzekerheid houden over hoe het zit. Stel nou, ik ga er ook van uit dat de provincie daarin haar belofte gewoon gestand doet, namelijk dat ze daar ook open en transparant in wil zijn, ook naar een werkgroep, maar ook naar u toe. Stel nou dat ze dat niet zou zijn, dan moeten we dat zelf in de gaten houden. Dan moeten wij er ook zeker van zijn wat er op die stort, op die afvalberg, het is geen keukenshowroom, wordt gestort. Stel nu dat dat allemaal niet helder wordt, dan gaan we daar zelf ook op toezien. Dan willen we zelf weten welk spul daar in zit. De mogelijkheden om daar dan vervolgens iets aan te doen zijn overigens dan weer beperkt, dus ik wil daar ook weer geen valse verwachtingen over wekken, maar dan moet je wel gelijk naar middelen grijpen als aangifte doen wegens een strafbaar feit of zo. mevrouw De Smoker Maar voorzitter, bij interruptie: U zegt, wij gaan er van uit dat de provincie niet op de licht verontreinigde plekken die proefontgraving laat plaatsvinden. Kunt u dat staven met plannen die u dan wel gezien heeft? wethouder Van Steensel Ik kan het op twee dingen staven. De afspraken die we daarover hebben gemaakt met de provincie, namelijk dat daar openheid en transparantie over zal worden betracht. Naar mijn informatie, maar goed, ik heb dat ook pas vanmiddag gehoord, zou het inderdaad zo zijn dat de proefontgraving juist plaatsvindt op een plek waar het gewoon niet pluis is, waar gewoon verontreiniging in de grond zit. mevrouw Van den Berg Wanneer heeft u dan gehoord dat het in het saneringsplan zou staan? wethouder Van Steensel Vanmiddag.
15
mevrouw De Smoker Maar voorzitter, dat staat niet in het saneringsplan, en dat is niet meer aangevuld. wethouder Van Steensel Waar het om gaat is dat voordat die proefontgraving hier gestort wordt, er geen onduidelijkheid over bestaat. Volgens mij gaat het daar om, Het gaat er ook om dat wat hier gestort gaat worden, past binnen de vergunning. Dat is ieders belang, dat is de toezegging die ik één en andermaal heb gekregen van provinciezijde. Ik ga er voorshands van uit, misschien ben ik daar naïef in, maar ik ga er voorshands van uit dat dat dus ook gaat gebeuren. de heer Van Dongen Ik acht u geenszins naïef, voorzitter, maar mocht het nu zo zijn dat u voor uzelf of voor de raad hier onvoldoende duidelijkheid of zekerheid heeft dat het allemaal zo netjes gebeurd is als u dat net schetst, bent u dan ook van plan of bereid om eventueel een contraexpertise op die proefontgraving te laten plaatsvinden? wethouder Van Steensel Ja. Zodra daar nog veel onduidelijkheid over blijft bestaan….kijk, als het een verhaal wordt van: de provincie zegt dat ze het gaat doen en waar ze het gaat doen, en het wordt een welles/nietes spel, dan helpt ook een contra-expertise daar niet meer aan. Maar zo lang de provincie daar niet klip en klaar over is, en gewoon aangeeft waar… de heer Van Dongen Jawel, want dan ligt de boot met rommel bij de Derde Merwedehaven. Voordat er gestort wordt, kunt u gewoon een contra-expertise uit laten voeren om daadwerkelijk vast te stellen wat zich in dat schip bevindt, of die vrachtwagen. wethouder Van Steensel Dat wordt dus erg ingewikkeld. Die vraag heb ik wel gesteld, van: is het te doen dat iedere vracht die geloosd wordt, om daar monsters van te laten nemen? Dat is in alle redelijkheid niet te doen. de heer Van Dongen Dat is wel wat we met zijn allen afgesproken hebben, met de provincie en de PROAV, toen de gemeente Dordrecht zich akkoord verklaarde met de vestiging van de Derde Merwedehaven hebben we juist voor dit soort gevallen gezegd van: als we twijfelen, dan heeft de gemeente Dordrecht het recht op een contra-expertise. wethouder Van Steensel Precies. Dat is een belofte die nog steeds staat. Maar dat kun je ook op een andere manier doen dan iedere vrachtwagen die aankomt daar op te controleren. Ik wil dus daarin ook graag de toezegging doen dat als daar onduidelijkheid over blijft bestaan, als daar mist over blijft bestaan, dat we als gemeente aanwezig zijn bij de proefopgraving, en zelf zien waar die proefontgraving plaatsvindt. We weten inmiddels al waar het vuil in de grond zit. Dat het niet homogeen over de stort verdeeld is. Wij kunnen dus zien, gewoon met eigen ogen, waar die proefontgraving plaatsvindt. Maar goed, ik heb voorshands nog steeds de hoop dat wat we nu hebben gehoord en wat kennelijk nog niet algemeen bekend is, of wat nog niet openbaar is, laat ik het zo zeggen, dat dat binnenkort wel bij iedereen bekend kan zijn en dat iedereen dan dus ook ziet waar de proefontgraving plaats gaat vinden. Dan nog steeds kan het wellicht geen kwaad dat we er ook gewoon bij zijn om te zien waar die proefontgraving plaatsvindt, maar laten we dat even af laten hangen van hoe er gereageerd wordt op de informatie die kennelijk nog openbaar moet worden op dit punt. de heer Goos Maar dat betekent toch dat u het ergens niet vertrouwt. Uit alles wat hier gezegd wordt proef ik een licht wantrouwen over of wat we toegeschoven krijgen wel binnen die normen blijft. wethouder Van Steensel Ik zie dat er op dat punt heel veel onduidelijkheid en onzekerheid is. En ik heb inmiddels te veel verhalen gehoord die mij ook plausibel in de oren klonken om er voetstoots van uit te gaan dat dat allemaal wel goed komt. Bezweringsformules, daar zitten we volgens mij met elkaar in dit stadium niet op te wachten. Er moet er gewoon klip en klaar worden aangegeven hoe het precies zit, waar de proefontgraving plaatsvindt en welk materiaal er hier gestort gaat worden. Dus vandaar dat ik, ja inderdaad, probeer te laveren tussen wat er aan de ene kant gewenst is, wat er nog uitvoerbaar is en wat ik denk dat nodig is op basis van de gesprekken die we tot op heden ook met de mensen van de provincie hebben gevoerd. Uw vraag, hoe groot is nu de kans dat het deze kant op komt. Ik heb me laten vertellen dat er in het land vijf stortplaatsen zijn die een vergunning hebben waar het spul wat in de Zellingwijk ligt gestort zou mogen worden. Daar is de Derde Merwedehaven er tot op heden één van. Van die vijf zijn er twee waar je vuil per schip naartoe kunt brengen. Dat is om allerlei redenen te
16
prefereren in dit geval, en daar is de Derde Merwedehaven er één van. Vijftig procent kans? Uiteindelijk blijft het altijd een afweging van kosten en van baten in deze branche, heb ik me uit laten leggen, en de Derde Merwedehaven is in die zin gunstiger gelegen. U moet mij goed begrijpen: veel dichterbij dan de andere. Maar nogmaals, het moet wel binnen de vergunning passen en daar is tot op heden nog steeds discussie over. Past het nou binnen de vergunning of niet? Daar moet volgens mij eerst helderheid over zijn. En daar is ook nog discussie over tussen degene die het vuil kwijt wil en de exploitant van de Derde Merwedehaven, want die moet daar ook nog van overtuigd worden. Er moet materiaal gemengd worden, om een voorbeeld te geven, en daarmee moet je die schadelijke stoffen immobiliseren, je leert nog eens wat op dit dossier, om daarmee die schadelijke stoffen juist ook beneden de waarden te krijgen die volgens de vergunning zijn toegestaan. de heer Goos Ja, de gemeente is hier ook een belanghebbende natuurlijk, voor zijn burgers. wethouder Van Steensel We zijn belanghebbende, net zoals we belanghebbende zijn wanneer het gaat om andere provinciale projecten en de verdeling van middelen en de verdeling van ellende en de verdeling van het mooie. In die zin zijn wij inderdaad net zo zeer belanghebbende. We zijn op rijksniveau ook belanghebbende bij een verdeelmodel van de WWB. Ik wil het niet helemaal bagatelliseren en op afstand zetten, maar we gaan er echt niet over. We verdienen er niet aan,… mevrouw De Smoker Dat doen we wel. Kijk uit wat u zegt, want we verdienen wel aan de Derde Merwedehaven, want we krijgen altijd nog een paar eurocent per gestorte ton. Maar we hebben met die Derde Merwedehaven destijds in uitzondering op andere provinciale projecten wel met elkaar afgesproken dat we heel erg scherp zouden toezien op het toezicht. Dus wat dat betreft is het toch wel een status aparte. Ik heb u nog niks horen zeggen over de vergunning, positieve stoffenlijst, stortreglement? wethouder Van Steensel De vraag over het stortreglement, daar heb ik in ieder geval geen antwoord op, maar als jullie het wel hebben: spreek vrijuit. de heer Hoff Ik ben Eelco Hoff, beleidsmedewerker bij Stadsontwikkeling. Er is een collegebesluit dat ik hier niet paraat heb, waarin gezegd is dat bij, ik meen bij de overdracht, de positieve stoffenlijst verwerkt zou moeten worden in de vergunning en dat is gebeurd, ik meen op één punt na niet, en dat gaat dan over gevaarlijk afval, en daar is dus niet de vergunning het meest kritisch, maar daar is de koopovereenkomst het meest kritisch. Dus beide kaders gelden voor de exploitant. mevrouw De Smoker ja, maar wat betekent dat verder? We hebben nu te maken met de huidige vergunning; hebben we dan nog twee aparte afspraken daarnaast? En hoe zit het met het stortreglement? de heer Hoff De positieve stoffenlijst is dus verwerkt in het stortreglement. Het stortreglement staat niet meer toe dan destijds de positieve stoffenlijst. mevrouw De Smoker En dat weet u pertinent zeker? de heer Vermeulen Is het misschien handig dat wij als commissieleden de vergunning en het stortreglement alsnog een keer toegestuurd krijgen zodat we daar zelf een oordeel over kunnen vellen? Want we hebben indertijd wel een besluit genomen over de lijst toegestane stoffen; dat is dan nu verwerkt in een vergunning. Ik ben toch wel heel nieuwsgierig of dat inderdaad één op één verwerkt is, want het oude verhaal staat nog steeds op het RIS, of de lijst als zodanig is meegenomen. Dat maakt het wat duidelijker voor ons. wethouder Van Steensel Nou, dat betwijfel ik. U mag van mij alles hebben. Ik ging net nog even na of dat concurrentiegevoelig is, en dat is het niet, dus u kunt gewoon het stortreglement en die lijst krijgen, maar dat zijn wel drie bomen per partij. Dat zijn dus echt dikke pakken papier, en het gaat u absoluut niet dichter brengen bij de vraag of dat wat hier gebeurt nou past. Het gaat u niet een beter antwoord geven op de vraag of het spul uit de Zellingwijk nu wel of niet naar de Derde Merwedehaven mag komen.
17
mevrouw De Smoker Maar dat was mijn vraag niet. Mijn vraag was: wat in het stortreglement staat, gaat dat verder dan de vergunning? wethouder Van Steensel De positieve stoffenlijst gaat dus op één punt verder; dan moeten we die lijst dus aanhouden, en die is vervat in het stortreglement. de heer Staat Bij interruptie, voorzitter, ik hoor de heer Hoff zojuist zeggen dat op één punt na, dat was gevaarlijke stoffen als ik het goed hoorde, dat daar bepalingen staan in het koopcontract. En dan denk je: welke partij is dan, laat ik maar zeggen verantwoordelijk voor de naleving van het koopcontract? Is dat ook de provincie? Of spelen wij daar als gemeente dan weer een belangrijke rol in? Kortom, het lijkt mij toch nog wel zinvol dat wij als raad eens iemand van de provincie uitnodigen om hier nog eens goed tekst en uitleg over te komen geven, want er zijn toch nogal wat vragen ten aanzien van dit aspect. de voorzitter Er zijn inderdaad een heel aantal vragen waar onze wethouder niet op in kan gaan, omdat hij ook op redelijke afstand, heb ik net horen vertellen, staat. Tegelijkertijd hoor ik hem ook zeggen dat het hem wel na aan het hart ligt, en dat hij het in de gaten gaat houden binnen de mogelijkheden die het college en hem ter beschikking staan. U heeft gevraagd om de vergunningen en dergelijke in te mogen zien; op die vraag is ja gezegd, met de kanttekening erbij dat het drie bomen zijn. de heer Van Dongen Misschien kan het ter inzage gelegd worden bij de griffie. de heer Vermeulen Het is ook één druk op de knop, het staat denk ik al digitaal, en graag in PDF, want dan kan ik tenminste zoekopdrachten geven. Het hoeft geen pak papier te zijn, het mag wat mij betreft gewoon digitaal verzonden worden. Ik wil toch een gevoel krijgen, want ik vind het heel prettig dat de wethouder voor ons denkt, maar hij heeft ook een onderschatting hoe raadsleden tegen stukken aankijken en dat vond ik toch wel een aparte opmerking van hem. Ik wil toch graag inzage in de vergunning en alle aanvullende gegevens die daar bij horen. wethouder Van Steensel Ik begrijp dat mijn reactie een tegenreactie oproept; geen misverstand, u krijgt alle informatie die u op dit punt wil hebben. Laat dat niet de oorzaak zijn van een misverstand. Ik hoor dat we het alleen maar in papier hebben, maar digitaal kan alles; daar wordt energie op gezet om het te digitaliseren, dan kunt u zoeken wat u wilt. Daar moet het in ieder geval niet aan liggen, dat we hier zelf hocus-pocus met elkaar gaan zitten doen. Maar nogmaals, wij zijn er niet van, en dat brengt ook enige handicaps met zich mee, ook in de mate waarin je dit dossier kunt volgen. We staan hier ook wel echt aan de zijlijn op dit punt, anders dan dat we, juist als het gaat om de Derde Merwedehaven wel eens vaker toezicht op toezicht doen plaatsvinden, en daarvan zeg ik: als daar aanleiding toe is omdat er onzekerheid blijft bestaan of omdat er een sfeer blijft hangen van “er gebeuren dingen die niet deugen, dan zeg ik toe, dan zullen we dat ook in dit geval toepassen. Ik vraag alleen enig begrip voor de manier waarop dat gebeurt. Dat zal dus niet bestaan uit dat we iedere vrachtwagen zullen bemonsteren, maar dat kan er wel uit bestaan dat we er gewoon bij zijn als die proefontgraving plaatsvindt, dat er monsters genomen worden als dat spul er ligt. Allemaal niet te prefereren, want dan ligt het spul er al, maar het kan wel allemaal. En als er dingen gebeuren die niet volgens de vergunning kunnen, dan staat ook de gemeente Dordrecht, net als dat dit ieder ander staat, ook de middelen ter beschikking om zich daartegen te weren. de voorzitter Voordat we in allerlei herhalingen gaan vervallen, u heeft nog één antwoord te geven volgens mij. U gaat, heb ik u horen vertellen, wel kijken bij de proefontgraving. Gaat u ook naar de hoorzitting? wethouder Van Steensel Dat heb ik niet gezegd. Ik heb niet gezegd dat wij nu naar de proefontgraving gaan. Ik heb gezegd dat we dat eventueel zullen doen. Vooralsnog, en gun mij ook mijn naïviteit, zeg ik dan, ga ik er even van uit dat de afspraken die we daarover maken met andere overheden, en ik hecht er wel aan dat juist ook van de zijde van het college we ook zorgvuldig omgaan met andere overheden met wie we hierover ook in gesprek zijn, dat andere overheden ook op dit punt afspraken nakomen, dat ze er open en transparant over zijn. Dat
18
betekent dus, juist op het punt van: waar gaat die proefontgraving plaatsvinden, dat daar misverstanden over zijn en dat die misverstanden uit de wereld moeten worden geholpen. mevrouw De Smoker Voorzitter, met alle respect, maar als u dat verwacht van overheden, dan moet u zich wel even afvragen van: waarom heeft de provincie niet gewoon gezegd, Dordrecht, misschien komt dat er mogelijk aan? Dan hadden we er nu al anders in gezeten dan nu, want nu hebben we argwanend veel vraagtekens door de manier waarop het nu is gegaan. De provincie is niet van het begin af aan open tegen u geweest. de heer Van Dongen Nee, en bovendien heeft u net zelf gezegd dat de overheid die het kwijt wil er anders tegenaan kijkt als de overheid die het spul ontvangen moet. Ik gun u uw naïviteit, hoor, maar… wethouder Van Steensel Juist op dat punt, wat u aangeeft, dat hebben we ook tegen elkaar uitgesproken en over dat punt hebben we ook afspraken met elkaar gemaakt. En dat er juist op het punt van die proefontgraving ook helderheid moet komen. mevrouw De Smoker Maar dan nog één zorg bij die proefontgraving, want stel dat die proefontgraving hier gestort wordt. U garandeert alle veiligheidsmaatregelen dat het zoals het daar weggaat, hier ook aankomt? Dat is een hele belangrijke, hoor. wethouder Van Steensel Ja, ook in deze vraagt u weer de garanties aan de verkeerde. Daar moeten we toch echt in de eerste plaats de provincie op aanspreken. mevrouw De Smoker Nee, nee, want u kunt als gemeente Dordrecht, wat mevrouw van den Berg al aangaf, en meerdere sprekers hebben het gezegd; gaat de gemeente wat doen, gaat de gemeente bezwaar aantekenen? Gaat de gemeente officieel haar zorg uitspreken hierin? de heer Vermeulen Voorzitter, mag ik daar een aanvullende vraag over stellen? Wij zijn vergunningverstrekker; wij handhaven vergunningen. Die toezegging heb ik al gehoord: wij gaan de vergunning handhaven op het moment dat er overschrijdingen zijn. Op dit moment worden bij alle stortingen al steekproeven genomen om te kijken of er inderdaad volgens de vergunning gestort wordt. Dus ik vraag niet meer en niet minder om hier als acceptant, want uiteraard, wij hebben een vergunning verstrekt, dus laten we de vergunning op zijn handhaving gaan toetsen. wethouder Van Steensel Voorzitter, in algemene zin is de gemeente vergunningverlener. Als het gaat om de Derde Merwedehaven hebben wij niks met die vergunning te maken, anders dan dat wij daar op dat punt belanghebbende zijn. Wij hebben dus niet de vergunning verstrekt, en als ik het heb over “gaan kijken bij de proefontgraving”, dan heb ik het echt over toezicht op toezicht. Dat is niet uitzonderlijk waar het gaat om de Derde Merwedehaven. Ook in het verleden hebben we dat gedaan, dus ik ben er graag toe breid. Bovendien, wie ben ik om daartoe bereid te zijn, dat hebben we gewoon afgesproken dat dat gebeurt als daar aanleiding toe is. Dat zullen we dus ook in dit geval doen. Maar wij gaan niet over die vergunning. Die hebben wij niet opgesteld, daar houden wij geen toezicht op, daar zijn wij niet van. de heer Van Dongen Dan doelt u op de vergunning van het opgraven van de Zellingwijk? wethouder Van Steensel Ook voor de Derde Merwedehaven. de heer Van Dongen Ja, daar staan wij inderdaad langs de zijlijn, zoals u dat zelf zegt, maar we zijn wel grensrechter, in die zin dat er in het contract met de Derde Merwedehaven bepalingen opgenomen zijn waar we een speciale positie hebben. Wat wij u vragen is om die speciale positie ook ten volle waar te maken en in de gaten te houden. U stelt mij gerust als u zegt, er gebeurt wel zóveel dat, ik citeer u even, dat ik er niet vanzelf van uitga dat het allemaal goed komt, maar tegelijkertijd gebruikt u het woord zijlijn wat vaak, en dan geef ik u toch maar graag de grensrechterrol. wethouder Van Steensel Met dank voor het vertrouwen dat u in me stelt, maar ik heb alleen buitengewoon beperkte hulpmiddelen om dat waar te maken. En het is waar, waar het gaat om de invloed die wij hebben zullen we die ook maximaal aanwenden om ervoor te zorgen dat er geen spullen deze kant op komen die daar volgens de afspraken die daarover gelden niet
19
thuishoren. Maar dat is buitengewoon beperkt, dat is het punt. De hoofdmoot daarvoor ligt echt bij de provincie, en ook daar wordt al volop gediscussieerd over dit dossier. de heer Van Zanten Die uitspraak willen we graag van u horen. wethouder Van Steensel Sorry, welke? de heer Van Zanten Die uitspraak en de bezorgdheid willen we graag van u horen. wethouder Van Steensel Ja, maar dat is wel het maken, daarom is het ook wel goed dat we deze discussie met elkaar voeren, dat is wel steeds het maken van inschattingen. Waar doe je wijs aan? En de inschatting die wij maken op dit punt is om via overleg met meerdere partijen er uit te komen, en dat ik er van uitga dat afspraken die we daarin maken, worden nagekomen door andere overheden, in plaats van met spandoeken het water op te gaan, zal ik maar zeggen. Dat even als andere uiterste. Wat zei u? maar dat hoort wel bij je maximaal inspannen om ervoor te zorgen dat er daar gebeurt wat er moet gebeuren. Of andersom, dat er geen dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. Daarover geen misverstand. de heer Staat Voorzitter, nog even over die proefontgraving. Begrijp ik het nou goed dat wij de informatie daarover die de wethouder klaarblijkelijk vanmiddag heeft uitgewisseld, dat wij die ook nog tot onze beschikking krijgen? Dat heb ik nog niet klip en klaar horen toezeggen. wethouder Van Steensel Het woord van een wethouder, daar kan die aan gehouden worden, lijkt me zo. En als ik dus op dit dossier zeg dat ik deze informatie heb gekregen, dan staat dat. Ik wil het met alle plezier nog een keer uit laten tikken, maar…precies, het staat denk ik ook in het verslag. Uit het feit dat een aantal mensen die hier ook diep in het dossier zitten, deze informatie nog niet had gekregen, ook dat heb ik wel even in mijn oren geknoopt om dat nog eens even precies na te laten gaan of het nou inderdaad klopt. De informatie die ik kreeg is dat de proefontgraving op die plekken plaatsvindt waar zware verontreiniging in de grond zit, en niet op de plekken zoals eerder werd verteld, het verhaal wat ook ik heb gehoord, juist op die plekken waar de verontreiniging niet in de grond zou zitten. Nou ja, maar dat was wel het verhaal wat ik aanvankelijk te horen kreeg. de voorzitter De hoorzitting. Gaat de gemeente daar naar toe? Dat was de vraag. wethouder Van Steensel Dat hangt dus ook wel af van de vraag, waar doe je wijs aan? de heer Van Dongen U heeft nog tien dagen geloof ik om bezwaar te maken. mevrouw De Smoker De vraag is gewoon: gaat de gemeente bezwaar maken, ja of nee? wethouder Van Steensel Dat is dus de vraag waar je wijs aan doet. Op het moment dat volstrekt klip en klaar is dat de proefontgraving daar plaatsvindt waar die plaats moet vinden, als het spul wat naar de Derde Merwedehaven gaat en het past binnen de vergunning, dan heb ik geen enkele reden om daar bezwaar tegen te maken. mevrouw De Smoker Ja, maar dan zou ik zeggen, dan wil ik zwart op wit zien wat er uit die proefontgraving komt, dat lukt niet binnen twee weken, want 19 september loopt in ieder geval bezwaar aantekenen op het saneringsplan al af. Dan hebben we die kans alweer gehad. wethouder Van Steensel Ja, maar als het waar is wat ik net aangeef, dat de proefontgraving plaatsvindt waar die plaats moet vinden, uit die proefontgraving blijkt dat die past binnen de vergunning, dan komt dat spul. mevrouw De Smoker Nou, dan zou ik dat maar heel snel zwart op wit vragen, want ik heb het tegenovergestelde, zwart op wit. de voorzitter Ik wil het volgende voorstellen, en dan wil ik even rondkijken of dat in goede aarde valt, of dat er een ander voorstel voor in de plaats komt. Wij krijgen informatie, en ik neem aan dat dat binnen de mogelijkheden die er zijn op korte termijn gaat gebeuren. Ik stel voor dat de fractie die het aangaat, die het wil en die het noodzakelijk vindt bij de volgende agendacommissie of één van de volgende dit punt weer op de agenda zet om het te bespreken als één van de
20
fracties daar aanleiding toe ziet, en dat we op één of andere manier proberen om de provincie daar dan bij te halen, omdat die uit de eerste hand wellicht heel veel informatie kan geven. mevrouw De Smoker Voorzitter, in mijn beleving is vorige week in de agendacommissie afgesproken dat wij vanavond informerend met elkaar zouden spreken en volgende week opiniërend. mevrouw Van den Berg Ja, dat klopt. Dat is ook zo afgesproken. Dat is net een week voor de hoorzitting. de heer Goos Ik zou toch graag willen horen wat de provincie erover te vertellen heeft. In het begin werd door de wethouder gezegd dat de gemeente eigenlijk van veel dingen niet op de hoogte is, want het gaat tussen andere partijen. De gemeente Dordrecht is, zij het dan aan de zijlijn, ook partij, dus ik zou het toch wel leuk vinden om ook eens van iemand van de provincie te horen hoe het nou precies in elkaar zit. de voorzitter Wellicht kunnen we dan kijken of we volgende week die Opiniekamer kunnen gebruiken om ook te proberen iemand van de provincie erbij aanwezig te laten zijn, dan slaan we misschien twee vliegen in één klap. de heer Romijnsen De VSP wil dat ook graag. de voorzitter Oké. dan sluit ik deze bijeenkomst.
21
85. EVENEMENTENSUBSIDIEVERORDENING OPINIEKAMER, 21.30 – 22.10 uur, vergaderkamer 2 In uw kaderstellende rol wordt u de gelegenheid geboden uw opvattingen kenbaar te maken over de voorgestelde aanpassingen. Aanwezig: Dhr. H.J. Tazelaar, voorzitter Dhr. J.W. Scherpenzeel, secretaris Mw Erna Verveer, bureau Getikt!, verslag (af tape) Dhr. P. Krauwinkel, ChristenUnie/SGP Mw K.J. Schellekens, ECO-Dordt Mevrouw L.J. Kuhlemeier, B.V.DORDT Dhr. S. Tasgin, CDA Dhr. W.J.M. Nederpelt, GroenLinks Dhr. D.G.E. Cobelens, PvdA Mw I.C. Elias, D66 Mw J.L.M. Van Benthem, VVD Namens het college: Dhr. F. Van den Oever Namens de ambtelijke organisatie: Dhr. D.C.A. Verheijen De voorzitter opent de opiniekamer en heet iedereen welkom. De heer Krauwinkel merkt op blij te zijn dat dit voorstel er in aangepaste vorm is. Het is belangrijk dat de binnenstad bruist; het woongenot moet wel bewaakt blijven, maar als je in de binnenstad woont zul je een stukje overlast moeten accepteren. Hij stemt in met de voorgestelde aanpassingen. Hij vraagt aandacht voor het feit dat zijn fractie tegen subsidieverlening is aan de evenementen die op zondag worden gehouden, en aan evenementen die de normen en waarden aantasten dan wel dit propageren. Mevrouw Schellekens merkt op dat bij artikel 3.2. een stukje toelichtende tekst is weggevallen volgens haar; ze vraagt of dit nog wordt toegevoegd. Wethouder Van den Oever zegt dit toe. Het is niet weggevallen, maar de toelichting leek overbodig. Mevrouw Schellekens merkt op dat de fractie van ECO-Dordt blij is dat de moties netjes zijn verwerkt. Ze vraagt of de meerjarige systematiek op correcte wijze wordt gecommuniceerd met alle belanghebbenden. Haar fractie stemt in met het voorstel. De heer Tasgin dankt het college voor het heldere stuk. Hij mist een tekst met betrekking tot afdekking van eventuele calamiteiten en noemt als voorbeeld het incident met de Vierdaagse in Nijmegen, die is afgelast. Wethouder Van den Oever antwoordt dat alle evenementen vooraf worden beoordeeld door onder andere de hulpdiensten; bij de vergunningverlening worden zonodig voorwaarden gesteld aan beveiliging en dergelijke. Wat de mogelijke financiële consequenties voor de organisatie betreft: dat is dan onderwerp van gesprek, maar het blijft de verantwoordelijkheid van de organisatie. Het risico van hoofdelijke aansprakelijkheid is te verzekeren, maar dat is kostbaar. Ook dat is echter de verantwoordelijkheid van de organisatie. Hij is er geen voorstander van om uitvoeringsregels op te nemen in de subsidieverordening. De heer Nederpelt merkt op dat hij naast een activiteitenplan in de begroting ook graag een doelstelling opgenomen ziet. In de verordening staat dat er gekeken moet worden naar de kwalitatieve groei; hij zou dit willen uitbreiden naar kwantitatieve en kwalitatieve groei. Wethouder Van den Oever antwoordt dat alleen een evenement met een A-status of A-plus status in aanmerking komt voor subsidie, en daar is méér voor nodig dan een activiteitenplan. Voor het verkrijgen van een A, B of C status moet een doelstelling worden vermeld. Er is gekozen om te toetsen op kwalitatieve groei en niet zozeer op kwantitatieve groei, al speelt de omvang van het evenement wel altijd een rol bij de beoordeling. De heer Nederpelt merkt op dat de ambtelijke organisatie het college adviseert over het toekennen van subsidie; in het verleden
22
was er de Culturele Raad. Hij vraagt naar de reden van die keuze. Wethouder Van den Oever merkt op dat is gezocht naar criteria die zo objectief mogelijk toetsbaar zouden zijn, al zal het altijd deels subjectief blijven. Je kunt je afvragen hoe zinvol het is om een externe organisatie in te schakelen. De heer Nederpelt vraagt wie de bezoekersaantallen vaststelt. Wethouder Van den Oever antwoordt dat er tellingen worden gehouden door de organisatie, door de politie en bij grote evenementen worden vaak foto’s gemaakt aan de hand waarvan wordt herleid hoeveel bezoekers er zijn geweest. Het blijft altijd een inschatting. Deze werkwijze wordt in Dordrecht al jaren gehanteerd. De heer Nederpelt merkt op dat het college naar bevind van zaken kan besluiten; hij zou het op prijs stellen als de raad daar dan wel van in kennis gesteld wordt. Wethouder Van den Oever antwoordt dat hij dat toezegt. De heer Cobelens merkt op het een goede zaak te vinden dat het maximale subsidiebedrag van 50% naar 40% is bijgesteld. Subsidie mag geen doel op zich zijn. Het is ook prettig dat het mogelijk is om voor meerdere jaren subsidie aan te vragen. Het college stelt ieder jaar het niveau van een evenement vast; bij die vaststelling zou ook gekeken moeten worden naar de uitstraling van het evenement en of het een positieve bijdrage levert aan het imago van Dordrecht. Daar moet duidelijk over gecommuniceerd worden met de organisatoren. Problemen omtrent de status, zoals bij het Big Rivers Festival, zouden daarmee wellicht kunnen worden voorkomen. Wethouder Van den Oever merkt op dat het evenementenbeleid heldere criteria in zich heeft voor wat betreft de vaststelling van de status. Er wordt getoetst aan de hand van die criteria. Organisatoren kunnen daar bezwaar tegen indienen. Als de meerderheid van de raad het college zou verzoeken om een bepaald evenement extra subsidie te verlenen ondanks het feit dat zij niet aan de door de raad vastgestelde criteria voldoen kan het college dat verzoek honoreren. Dat is gebeurd bij onder andere het Big Rivers Festival. Hij geeft aan te verwachten dat de organisaties volgend jaar, als er nog maar vier ton subsidie te verdelen is, massaal aan zullen kloppen bij alle fracties. De heer Cobelens merkt op dat in juni is ingesproken door de DAG. In de gemeente Oosterhout is in de subsidieverordening opgenomen dat gehandicapten toegang moeten hebben tot door de gemeente gesubsidieerde evenementen. Dat is wellicht lastig te regelen, maar je zou wel kunnen vastleggen dat organisaties bij de subsidieaanvraag aan moeten tonen op welke wijze zij de toegang voor gehandicapten mogelijk zullen maken. Wethouder Van den Oever stelt voor dit te bespreken bij de evaluatie van het evenementenbeleid in 2007. Hij begrijpt de opmerking, maar zou het evenementenbeleid niet tussentijds willen gaan aanpassen. Als het voorstel is dat het verkrijgen van subsidie mede afhankelijk zou moeten zijn van de toegankelijkheid voor gehandicapten, is de vraag bij dit onderwerp geheel terecht. De heer Cobelens antwoordt dat een organisatie dan met goede argumenten zal moeten komen bij de subsidieaanvraag als die toegankelijkheid niet of onvoldoende geregeld is. De voorzitter constateert dat dit een aanvulling is. Wethouder Van den Oever merkt op dat de fractie van de PvdA kan overwegen een amendement in te dienen op dit voorstel. De heer Cobelens vraagt wat er gebeurt als een organisator achteraf gezien ten onrechte een subsidie heeft ontvangen. Wethouder Van den Oever antwoordt dat het gebruikelijk was om een garantstelling te doen; in dat geval ben je je geld kwijt. Er is voorzien in de mogelijkheid om subsidie terug te vorderen; dat is opgenomen in de beschikking. Mevrouw Elias merkt op dat in het besluit voor de beleidsregels, artikel 2 lid 1 geen elementen zijn opgenomen. Dit wordt opgezocht en hersteld. Mevrouw Van Benthem vraagt wanneer wordt bepaald of en op welke wijze het geld van een bepaald kwartaal op is. Er is ook een jaarbudget en een jaarlimiet. Wethouder Van den Oever antwoordt dat het eind van het kwartaal daadwerkelijk het eind van het kwartaal is. Hij verwijst naar het stuk. Inmiddels is bekend wat de evenementen in 2007 zullen zijn. Op basis daarvan kun je een voorzichtige inschatting maken en vervolgens een grofmazige verdeling. Mevrouw Van Benthem steunt de suggestie van de PvdA met betrekking tot de toegankelijkheid van evenementen voor gehandicapten. Mevrouw Kuhlemeier vraagt naar de meerjarige subsidiesystematiek. De achterliggende gedachte was het gelijk op laten lopen met rijkssubsidies; ze vraagt waarom bij artikel 8 wordt gesproken van vier jaren en in artikel 7 gaat het om twee jaren. Ze vindt dat jammer; met een systematiek van vier jaar kun je de continuïteit beter waarborgen en keuzes maken. Het is vreemd dat een ambtenaar zowel de beoordeling als de controle doet; dat is geen goede zaak; daar zou een onafhankelijke commissie voor moeten worden ingeschakeld. Op 8 juni 2004 is een nieuw voorstel toegezegd voor sportevenementen. Een voorwaarde is de aanwezigheid van een
23
topsportaccommodatie; volgens haar fractie zijn die er niet Dordrecht, met uitzondering van Aquapulca. Die bepaling zou moeten worden geschrapt. Ze had verwacht dat de sport wat uitgebreider beschreven zou staan in de nota. Bijna alles is collegebevoegdheid. Haar fractie vindt de Kerstijsbaan een heel goed initiatief voor Dordrecht; ze vraagt of de raad daar subsidie voor kan eisen, of dat dit strikt een collegebevoegdheid is. Het college stelt jaarlijks vóór 15 juli het subsidieplafond vast; deze verordening werkt terug tot 1 juli 2006. Ze vraagt wat het subsidieplafond voor dit jaar is. Wethouder Van den Oever antwoordt dat er niet alleen door ambtenaren een beoordeling plaatsvindt; zonodig, als er aanleiding toe is, zoals bij het Big Rivers Festival, wordt een externe om een oordeel gevraagd. Je kunt nooit 100% objectief zijn zoals al eerder opgemerkt. Het college is van mening dat het toetsen van een aanvraag op basis van vastgesteld beleid en een vastgestelde subsidieverordening prima door ambtenaren kan worden uitgevoerd; als het gaat om andere vormen van waarderingen worden visitatiecommissies ingesteld. Verder wordt voor alle A- en A-plus evenementen een SGB onderzoek gedaan. Daarmee is de objectiviteit voldoende gewaarborgd. Het subsidieplafond is voor dit jaar vastgesteld op ongeveer € 560.000,-. Een raadsmeerderheid kan altijd een verzoek indienen bij het college om bijvoorbeeld de Kerstijsbaan een hogere subsidie toe te kennen; dat is eerder gebeurd. Wat de sport betreft, artikel 3.10 is er wellicht te veel gefocust op Aquapulca; daar kwamen ook de aanvragen vandaan. De interpretatie is in de praktijk ruimer. Hij noemt voorbeelden waar de hardheidsclausule van toepassing is, zoals de Drechtstedenloop en de Wielerronde van Dubbeldam. Er is bewust gekozen voor een tweejaarlijkse begrotingstermijn, mede gezien de eigen begrotingssystematiek van twee jaar. De heer Cobelens is voorstander van een debatraad; een hamerstuk met stemverklaring is voor hem ook voldoende. De secretaris adviseert voor agendering in de middag indien een amendement zal worden ingediend. De commissieleden stemmen met dit advies in. BESPREEKSTUK VOOR DE RAAD VAN 12 SEPTEMBER
24
117. RAADSINFORMATIEBRIEF VERZUIMPROTOCOL SOCIALE DIENST OPINIEKAMER, 21.30 – 22.10 UUR, vergaderkamer 8 Dit stuk is geagendeerd op verzoek van de fracties ECO-Dordt, GroenLinks en B.V.DORDT. Aanwezig: Dhr. W. van der Kruijff, voorzitter Dhr J.T. de Heus, secretaris Mw. E. Verveer, bureau Getikt!, verslag (af tape) Dhr. P. Verhoeve, ChristenUnie/SGP Mw. T.I.V. Bonnema-Tekelenburg, D66 Mw. C.R. Jansen-Marseille, ECO-Dordt Mw. I.E. Stevens, GroenLinks Mw. G. Yanik, PvdA Mw. S.M. Wemmers-Wanrooy, VSP Dhr. H.P.A. Wagemakers, B.V.DORDT Mw. C.L.M. Lambrechts, VVD Mw. E.C. van Wenum-Kroon, CDA Aanwezig namens het college: wethouder J.W. Spigt Aanwezig namens de ambtelijke organisatie: Dhr. A.G.M. Carlier en mw. J.M. de Jongste Mevrouw Jansen merkt op verbaasd te zijn over bepaalde regels die in het verzuimprotocol zijn opgenomen, bijvoorbeeld onder het kopje buitengewoon verlof. Voor een huwelijk wordt maar 1 dag toegekend en voor in ondertrouw gaan helemaal niets; een regeling voor het bijwonen van een 25- of 40- jarig huwelijksfeest van schoonouders ontbreekt. Haar fractie vindt dat een verzuimprotocol compleet moet zijn en duidelijk. Voor de geboorte van een kind wordt 1 dag toegekend; volgens haar fractie moet dat 2 dagen zijn. Zorgverlof ontbreekt. Ze vraagt conform welke CAO deze regeling is opgesteld en waarom dit zo is gebeurd? De heer Wagemakers informeert, gezien het feit dat het protocol dateert van 2004, naar aspecten rondom arbeidsomstandigheden voor werkzoekenden binnen reïntegratiebedrijven. Hij vraagt of er ook regelingen zijn getroffen voor de veiligheid, persoonlijke beschermingsmiddelen en dergelijke, en of daar afspraken over zijn gemaakt? Hij is benieuwd of het voorliggende protocol is afgestemd met de reïntegratiebedrijven. Dit protocol lijkt te zijn afgestemd op het bedrijfsleven, terwijl werkzoekenden via de Sociale Dienst onder andere verzekeringswetten vallen met andere regels, bijvoorbeeld met betrekking tot geschillen. Iemand vanuit het normale bedrijfsleven kan voor 50% aan het werk gestuurd worden, terwijl een werkzoekende onder de sociale verzekeringswetten alleen 0% of 100% werkgeschikt kan zijn. Mevrouw Stevens is heel blij dat er een protocol is; dat is een goede zaak. Ze vraagt of het is getoetst aan de wettelijke kaders en waarom er niet is gekozen voor een CAO van bijvoorbeeld de sociale werkplaatsen? Mevrouw Bonnema vraagt hoe het protocol tot stand is gekomen en of er niet gewoon kan worden teruggevallen op een bestaand protocol; ze sluit zich aan bij GroenLinks. Mevrouw Wemmers vindt dat de raad maar half is geïnformeerd, want het rijk heeft de gemeenten verplicht dit protocol in te stellen en dat staat niet in het stuk. Ze vindt het jammer waarom er niet eerder een protocol is vastgesteld. Mevrouw Lambrechts vindt dit eveneens jammer en vraagt of dit protocol is opgesteld als gevolg van de wet of als gevolg van de bewuste uitspraak van de rechter? Mevrouw Yanik merkt op dat de PvdA-fractie het ook belangrijk vindt dat er een protocol is en is het met GroenLinks eens dat er sprake moet zijn van aansluiting bij wettelijke regels. Ze vindt het protocol erg vaag; ze mist tijdafspraken en beschrijvingen van de te volgen procedure bij ziekte. Als je vier weken voor de vakantieperiode aanvangt kun je als werkzoekende in een reïntegratietraject niet meer weg; ze vindt het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met ouders met kinderen om te voorkomen dat kinderen zonder hun ouders vakantie moeten vieren en vraagt om meer duidelijkheid. Ze informeert of het wijzigingsformulier voor het aanvragen van verlof aansluit
25
bij doelgroepen zoals analfabeten en mensen die de Nederlandse taal minder goed beheersen. Ze mist in het verzuimprotocol regels met betrekking tot handhaving, zoals een boeteregeling of iets dergelijks. De heer Verhoeve noemt het een uitstekend protocol en vraagt hoeveel mensen onder deze regeling vallen? Mevrouw Van Wenum veronderstelt dat de regels nu worden geformaliseerd; ze functioneerden bij haar weten tot op heden al zonder problemen. Ze vraagt zich dan ook af waar het eigenlijk over gaat. Wethouder Spigt bevestigt dat dit verzuimprotocol er inderdaad al was, maar het was nooit vastgesteld door het college van B&W. De rechtbank heeft deze omissie bemerkt en die wordt bij deze gerepareerd, zodat bij een eventueel geschil met recht kan worden verwezen naar het protocol. De regeling op zich levert geen problemen op; de mensen die in een traject komen krijgen door het reïntegratiebedrijf het protocol uitgereikt en kennen dan al hun rechten en plichten. Het is geen CAO, het is een regeling voor mensen die op dat moment een uitkering hebben. Bij wet is geregeld dat je, als je een uitkering ontvangt, vier weken aaneengesloten mag verzuimen met toestemming van de Sociale Dienst. Je mag dan verblijven op een ander adres dan je hoofdverblijf, eventueel in het buitenland. In een reïntegratietraject worden daar afspraken over gemaakt en dat levert doorgaans geen problemen op. Als mensen zich niet aan de afspraken houden, gelden de normale sanctiebepalingen conform de Wwb-verordening. De gemeente voldoet dus aan alles wat is gevraagd; je kunt zaken als bijvoorbeeld zorgverlof afspreken met de casemanager en het reïntegratiebedrijf in de vorm van maatwerk. Dit verzuimprotocol vormt de “bottom line” en hiermee wordt volgens hem goed invulling gegeven aan de verordening. Eén dag voor een huwelijk is niet ongewoon; dit is de basis, en als er aanleiding toe is wordt er gekeken of het verzoek redelijk is. Er is altijd overleg mogelijk. De voorzitter wijst erop dat het hier om een bevoegdheid van het college gaat en dat de bespreking van de raadsinformatiebrief is bedoeld om eventueel het college een advies mee te geven. De heer Verhoeve verzoekt om een vrije dag op te nemen voor ondertrouw. Wethouder Spigt antwoordt dat dit protocol niet is opgesteld om het aantal vrije dagen op te rekken, maar om duidelijkheid te geven over de rechten die men heeft. Mevrouw Stevens vindt rechtsgelijkheid belangrijk. Ze heeft er geen moeite mee als er maatwerk wordt geleverd. Wethouder Spigt antwoordt dat deze mensen een uitkering hebben en daar is het anders geregeld dan tussen werkgever en werknemer. Dat hoeft niet strenger te zijn dan ergens anders, maar het gaat hier om mensen die in een reïntegratietraject zitten. Dan moeten ze afspraken maken met de casemanager. In een CAO verdien je de vrije dagen; hier wordt afgesproken hoe met verlof wordt omgegaan en in welke situatie je altijd recht hebt op bijzonder verlof. Omdat de commissieleden daaraan hechten, zegt hij toe een vrije dag voor ondertrouw in de regeling op te nemen; daarmee is het verzuimprotocol wat hem betreft vastgesteld en compleet. Voor wat betreft de regels rond ziekteverzuim: die zijn gelijk aan die van het bedrijfsleven. Het reïntegratiebedrijf heeft de taak om verzuim te controleren en is verantwoordelijk voor het toepassen van het ziekteverzuimprotocol. De casemanager van de Sociale Dienst is bij geschillen de aanspreekbare persoon. De heer Carlier voegt toe dat deze “bottom line regeling” in de praktijk altijd ruimer wordt uitgelegd en dat er allerlei bezwaar- en beroepsmogelijkheden bestaan. Tweederde van alle bijstandsgerechtigden in Dordrecht, circa 2.700 mensen, hebben een arbeidsverplichting; niet iedereen zit tegelijkertijd in een reïntegratietraject. Voor deze mensen is het verzuimprotocol van toepassing. De voorzitter merkt op dat het beter geweest ware als in de raadsinformatiebrief duidelijker had gestaan dat het om formalisering van een bestaande regeling ging en sluit vervolgens de vergadering. De commissieleden kunnen zich uiteindelijk vinden in de raadsinformatiebrief met inachtneming van de toezegging van de wethouder dat er voor ondertrouw een verlofdag in het protocol zal worden opgenomen.
26
120. VERKOOP BOUWGROND INTERSTEDE In zijn controlerende rol wordt de raad in de gelegenheid gesteld zich uit te spreken over de gevolgde procedure. 122. WENSEN EN BEDENKINGEN SCHIPPERSPLAATS In zijn controlerende rol wordt de raad in de gelegenheid gesteld eventuele wensen of bedenkingen te uiten. OPINIEKAMER, 22.15 – 23.00 UUR, vergaderkamer 1 Mw J. van den Bergh, voorzitter Secretaris: Dhr. J.G.A. Paans Mw Erna Verveer, bureau Getikt!, verslag (af tape) Mw K.J. Schellekens- van der Meijde, ECO-Dordt Dhr. S. Tasgin, CDA Dhr. P.H. Sleeking, B.V.DORDT Dhr. J.W.A. Mol, VVD Dhr. P. Verhoeve, ChristenUnie/SGP Mw J. Heijmans, PvdA Mw Y.A.J. Van den Berg, GroenLinks Dhr. H.J. Tazelaar, VSP Namens het college is aanwezig: wethouder F.J. van den Oever De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Zij verzoekt de commissie om naast eventuele wensen en bedenkingen ook aan te geven hoe de fracties tegenover het standpunt van het college staan om bij de verkoop bouwgrond Interstede géén wensen- en bedenkingenprocedure te volgen. Mevrouw Schellekens vraagt om verduidelijking van de passage over de grondprijs van Schippersplaats. Ze vraagt waarom er geen wensen en bedenkingen procedure wordt gevoerd bij de verkoop bouwgrond Interstede; ze wil als raadslid alle gelegenheid hebben om het college te kunnen controleren. De heer Sleeking sluit zich daar geheel bij aan. De heer Verhoeve merkt op dat zijn fractie er prijs op stelt dat de vastgestelde procedure ook wordt gevolgd. Hij merkt op dat er twee keer wordt verwezen naar eventuele verdachte verontreiniging van de grond en vraagt naar het risico van een saneringsclaim. De heer Mol heeft geen bedenkingen; het college heeft gemotiveerd waarom er in dit geval wordt afgeweken van de procedure, en daar kan hij mee instemmen. Mevrouw Heijmans merkt op namens de PvdA geen wensen en bedenkingen te hebben; ten aanzien van de procedure merkt zij op dat die voortaan wel gevolgd moet worden. Mevrouw Van den Berg sluit zich namens GroenLinks daarbij aan; de procedure is niet voor niets ingesteld. Er zijn geen wensen en bedenkingen. De heer Tazelaar sluit zich namens de VSP aan bij de vragen inzake de te volgen procedure en heeft geen wensen en bedenkingen. De heer Tasgin sluit zich namens het CDA aan bij de VSP. De voorzitter constateert dat er geen wensen en bedenkingen zijn ingebracht en geeft de wethouder gelegenheid tot het beantwoorden van de vragen. Wethouder Van den Oever antwoordt richting mevrouw Schellekens dat de grondtransactie van de Schippersplaats om niet is geschied; dat is een afwijking. Wat betreft de overeenkomst met Interstede stelt hij dat de raad al eerder heeft ingestemd met het voteren van het krediet voor aan- en verkopen; het zou volgens het college dan een vreemde zaak zijn om daarna nog eens een wensen- en bedenkingenprocedure te starten. Er wordt slechts uitvoering gegeven aan hetgeen de raad eerder heeft besloten, de laatste keer bij de Herijking Raamwerk 2013.
27
Mevrouw Van den Bergh vindt dat een krediet verlenen iets anders is dan wensen en bedenkingen uiten; dan gaat het om een overeenkomst. Wethouder Van den Oever herhaalt zijn uitleg. De griffier voegt er aan toe dat de kern van de discussie over de wensen en bedenkingenprocedure is: de invloed die de raad nog kan hebben. Het kaderstellende moment is de samenwerkingsovereenkomst. Als binnen het kader van die samenwerkingsovereenkomst uitvoering wordt gegeven aan het werk zou je de redenering van het college heel goed kunnen volgen. Bij de samenwerkingsovereenkomst kun je aangeven aan de raad hoe de vervolgprocedure er uit ziet; dan is alles ook voor de toekomst meteen duidelijk. Op het moment dat je dit in een Raadsinformatiebrief vermeldt zul je heel expliciet naar de wensen en bedenkingenprocedure van toen moeten verwijzen. Er is wel een duidelijke verwijzing naar de samenwerkingsovereenkomst opgenomen, maar er is niet vermeld dat er een wensen en bedenkingenprocedure aan ten grondslag heeft gelegen. De commissie dringt er op aan dat in de Raadsinformatiebrief duidelijke informatie staat met betrekking tot het wel of niet volgen van de wensen en bedenkingenprocedure, om verwarring te voorkomen. Wethouder Van den Oever merkt op dat hij hier zeker aandacht aan zal schenken in de Raadsinformatiebrieven in voorkomend geval. De handelwijze is op zich niet nieuw; bij het Leerpark wordt op dezelfde manier gewerkt. Binnen het verstrekte krediet wordt er aangekocht, zonder wensen en bedenkingenprocedure. In de richting van de heer Verhoeve merkt hij nog op dat met betrekking tot mogelijke bodemverontreiniging de gemeente opdraait voor eventuele noodzakelijke saneringskosten; bij bouwen in de binnenstad wordt altijd een dergelijk artikel opgenomen. De voorzitter concludeert dat er geen wensen en bedenkingen zijn en de raadsinformatiebrief voor kennisneming wordt voorgedragen bij de raad van 12 september.
28
119. INTEGRAAL VERSLAG UITVOERING 2005 SOCIALE DIENST OPINIEKAMER, 22.15 - 23.00 uur, vergaderkamer 2 De raad wordt in zijn controlerende rol een oordeel gevraagd over het in 2005 gevoerde handhaving- en reïntegratiebeleid. Aanwezig: Dhr. A.G. Van Zanten, voorzitter J.T. de Heus, secretaris Mw. E. Verveer (vanaf geluidsband/bestand) Mw. T.I.V. Bonnema-Tekelenburg, D66 Dhr. O. Soy, B.V.DORDT Mw. J.L.M. van Benthem, VVD Mw. N. de Smoker-van Andel, ECO-Dordt Mw. E.C. van Wenum-Kroon, CDA Mw. I. Stevens, GroenLinks Mw. G. Yanik, PvdA Dhr. B. Staat, ChristenUnie/SGP Mw. S.M. Wemmers-Wanrooij, VSP Aanwezig namens het college: wethouder J.W. Spigt Aanwezig namens de ambtelijke organisatie: Dhr. A.G.M. Carlier en Mw. J.M. de Jongste De voorzitter opent de opiniekamer en heet iedereen welkom. Wethouder Spigt dankt mevrouw van Wenum voor haar oplettendheid. Er is een fout geslopen in de een na laatste zin op blz. 2 van het stuk. De uitstroom is in 2005 opgelopen naar 28%; het genoemde percentage is niet juist. Er is tussen 2004 en 2005 een stijging van de uitstroom geconstateerd als gevolg van de reïntegratie. Er is nog wel steeds een enorme daling ten opzichte van 2000, toen er sprake was van een hoogconjunctuur. De opgaande lijn zet door in 2006. Mevrouw Bonnema noemt het een prima verslag. De D66-fractie kiest de insteek om de ongeschoolde mensen alsnog te scholen. Ze citeert dat het bijscholen van uitkeringsgerechtigden tot op het door de branche vereiste niveau goedbedoeld, maar naïef is. Van de 94 kandidaten zijn er 17 gestart; dat resultaat moet je volgens haar toch niet loslaten. Ze vraagt welke ongewenste effecten er optraden bij de ontwikkeling van het case management? De heer Soy vraagt wat er met de mensen gebeurt die niet voldoen aan de regels? Hij heeft gelezen dat de samenwerking met De Springplank te wensen overlaat en vraagt naar verbeteracties. Hij vraagt ook om een definitie van oudkomers. Hij is ook benieuwd waarom er voor is gekozen om een deel van de reïntegratie in eigen beheer door de Sociale Dienst uit te laten voeren. Mevrouw Van Benthem geeft namens de fractie van de VVD haar complimenten aan de Sociale Dienst voor de bereikte resultaten. Ze heeft vraagtekens bij de methodieken; het lijkt alsof via de achterdeur ID- en WIWbanen binnengehaald worden en dat is niet wenselijk. QLIQ is failliet; ze vraagt of dit van invloed is geweest op de afbouw van WIW-banen en door wie QLIQ is vervangen? Het is een goede keus geweest om kinderopvang niet meer voor te financieren, al zal het een behoorlijke drempel gaan opwerpen voor met name jonge moeders; ze vraagt hoe daar mee om wordt gegaan en wat er is geleerd van de fouten die zijn gemaakt? Mevrouw de Smoker merkt op dat dit verslag anders is dan ze van de Sociale Dienst gewend is. Ze mist daardoor gegevens, zoals welke resultaten zijn behaald en staten bij het onderdeel handhaven. Wethouder Spigt antwoordt dat dit soort informatie in een ander verslag thuishoort. Hier gaat het om de wettelijk verplichte verantwoording naar het rijk die tevens ter informatie aan de raad wordt gestuurd; bij de begroting wordt een uitgebreider inzicht geboden. Mevrouw de Smoker heeft zorgen over de verticale en horizontale samenwerking. Ze denkt dat NUG’gers (=niet uitkeringsgerechtigden) willen wel werken, maar ze worden naar De Werkplaats gestuurd en dat willen ze niet. Ze vraagt om uitleg. Mevrouw Stevens geeft haar complimenten voor het goede werk dat de Sociale Dienst heeft geleverd. De fractie van GroenLinks vraagt om een overzicht van de instellingen waar nog ID-banen zijn. Ze sluit zich aan bij de opmerking over de kinderopvang die de VVD maakte. Ze vraagt wanneer het patiëntgebonden budget (PGB) weer eens aandacht krijgt, zoals wethouder
29
Spigt eerder heeft toegezegd en of dit verslag ook naar de Cliëntenraad wordt gestuurd? Mevrouw van Wenum vindt complimenten eveneens op zijn plaats. Ze noemt twee aandachtspunten: de onderbesteding en de uitstroom naar werk. Ze miste het verslag informatie over doorlooptijden; die komt dan bij de begroting. Alleenstaande ouders zien een baan in deeltijd als de oplossing; de CDA-fractie juicht dit toe. Mevrouw Yanik merkt op dat Dordrecht een voorbeeld is voor andere gemeenten op het gebied van social return on investment; dat is heel leuk om te lezen. Het gebruik van afkortingen maakt het verslag moeilijk leesbaar; ze vraagt om een bijlage met afkortingen. Er wordt niet consequent omgegaan met de verantwoording van de doelstellingen. Ze vraagt in hoeverre er nog zal worden geïnvesteerd in fraudebestrijding, ondanks dat daar vooruitgang is geboekt? De heer Staat deelt eveneens complimenten uit voor de prestaties van de Sociale Dienst in Dordrecht. Hij sluit zich aan bij de vraag van mevrouw van Benthem met betrekking tot de WIW- en ID-banen en de vraag van mevrouw de Smoker met betrekking tot de NUG’ers. De middelen voor handhaving zijn effectief ingezet; dat is heel positief, alsook het wegwerken van de onderbesteding bij het armoedebeleid. De fractie van ChristenUnie/SGP is tevreden. Mevrouw Wemmers is eveneens tevreden. Ze vraagt waarom bij de Metalektrobedrijven wel zou lukken wat bij andere bedrijven niet lukt. Er staat weinig in over ouderen en de sollicitatieplicht; dat is jammer. Wethouder Spigt herhaalt zijn uitleg met betrekking tot de vorm van het verslag, dat met opzet sober is gehouden. Hij stelt voor de ontbrekende cijfers en doorlooptijden bij de begrotingsbehandeling te bespreken. De doorlooptijden bij het aanvragen van een uitkering zijn inmiddels wettelijk geregeld. Ook de verordening zal worden aangepast. Er is een experiment gedaan met de Metalektrobedrijven om te bezien of het mogelijk is mensen uit te kaartenbakken van de Sociale Dienst op te leiden voor toekomstige vacatures in de metalektro. Er is een selectie gemaakt van 93 kandidaten op basis van competentie-eisen, waarvan er 17 uiteindelijk zijn begonnen. Er is een verschil tussen opleiding en feitelijke vaardigheden die nodig zijn om te slagen in een scholingstraject. Gelet op het feit dat er zo’n 4.000 mensen in de kaartenbak zitten, is dat toch een teleurstellend resultaat na alle inspanningen om dit traject te ontwikkelen. Er zullen meer leerwerktrajecten komen; ook in de sfeer van de werk-/leerbanen wordt geprobeerd om mensen in te laten stromen. Er worden steeds meer contacten gelegd met werkgeversorganisaties. Er is gevraagd naar De Springplank; die is ontwikkeld als een soort tussenfase voor een groep die vrij snel kan instromen in een arbeidsgerelateerd uitstroomtraject. De Werkplaats dient om te bepalen wat de mogelijkheden van mensen zijn. Zij blijven daar drie maanden, met behoud van uitkering. De uitstroomtrajecten zijn geen ID- of WIW-banen, want de mensen komen vervolgens drie maanden in dienst van de reïntegratiebedrijven. Daarna worden ze anderhalf jaar in dienst genomen en worden ze gedetacheerd bij een werkgever. De WIW- en ID-banen bleken eindbanen te zijn, waardoor daar discussie over is ontstaan. Dat kan bij de AGU niet, omdat er een prikkel in zit voor de reïntegratiebedrijven om uiteindelijk die mensen definitief aan de slag te helpen. Mevrouw van Benthem merkt op dat het meer een verkapte stage is op basis van een detacheringcontract. Wethouder Spigt antwoordt dat mensen ook definitief worden geplaatst. Er is door TNO onderzoek gedaan naar de reïntegratieresultaten; dat rapport zal ook aan de raad worden aangeboden. Het is in juli al in het college behandeld. Dit zal worden nagegaan. Uit het onderzoek blijkt dat de verschillende trajecten wel degelijk resultaat boeken als het gaat om definitieve uitstroom. Lukt het niet, dan hebben de uitvallers recht op WW. Het streven is zoveel mogelijk duurzame uitstroom; de Sociale Dienst scoort al jaren achter elkaar als één van de beste van het land. Er komt een rapportage aan over de stand van zaken van de WIW- en ID- afwikkeling. Het contract met QLIQ is overgenomen door Agis, onder dezelfde voorwaarden en afspraken. Het heeft geen invloed gehad op de afbouw; wel heeft een aantal werkgevers afgehaakt en zijn er mensen collectief op straat gezet, ondanks de soepele regeling. Het is wrang te constateren dat, ondanks de riante vergoedingen, de werkgevers de mensen niet in dienst willen nemen. De gemeente blijft plaatsen reserveren, maar de ouders moeten zelf bij de Belastingdienst hun zaken regelen. Hij kan niet inschatten of dit grote problemen oplevert. De gemeente betaalt tweederde; 1/6 deel wordt via de toeslag verkregen. NUG’gers zijn mensen die niet in beeld zijn als uitkeringsgerechtigde; ze melden zich omdat ze werk zoeken en omdat ze gebruik willen maken van De Werkplaats of scholingstrajecten. De Sociale Dienst richt zich in eerste instantie op de groep uitkeringsgerechtigden; voor de NUG’gers zijn de bestaande instrumenten desgevraagd beschikbaar om hen aan het werk te krijgen. Ook de faciliteiten van het CWI worden daarvoor ingezet. Er wordt heel goed gekeken naar de mogelijkheden die mensen hebben; deeltijdbanen
30
zijn vaak geschikt voor alleenstaande ouders, maar zijn niet het uitgangspunt. Het doel is om uit te stromen uit de uitkering. Er wordt van alles aan gedaan om onderbenutting tegen te gaan bij de bijzondere bijstand, maar de regelgeving verbiedt categorale regelingen en alle aanvragen moeten individueel worden getoetst. Intermediairs zoals ouderenadviseurs en scholen zullen de mensen gaan wijzen op de bestaande mogelijkheden die de bijzondere bijstand biedt. Uit onderzoek van de G27-gemeenten blijkt dat die gemeenten veel meer geld besteden aan armoedebestrijding dan wel eens wordt gesuggereerd. Reïntegratie in eigen beheer uitvoeren is tegenwoordig toegestaan, maar het is niet gebruikelijk. Er wordt bewust gebruik gemaakt van reïntegratiebedrijven. Het zou kunnen dat zich een doelgroep aandient die veel zorg nodig heeft, hetzij fysiek, hetzij sociaal, en dan zouden er met andere organisaties afspraken kunnen worden gemaakt. Over het PGB wordt in ieder geval nagedacht. Hij wil graag gebruik maken van de ervaringen van de uitkeringsinstantie UWV, die stelt dat je wel heel goed gemotiveerd moet zijn en goed moet weten wat je wilt om dit goed te laten aanslaan. Oudkomers zijn alle mensen die in Nederland verblijven met een geldige vergunning tot verblijf danwel in het verleden genaturaliseerd zijn en slecht Nederlands spreken. Iedereen die nieuw in Nederland komt is een nieuwkomer. De voorzitter stelt vast dat de commissie het verslag met een positief oordeel en vergezeld van de complimenten van een aantal fracties ter kennisneming door kan naar de raad. Hij sluit de vergadering onder dankzegging voor de inbreng.
31
100. BURGERJAARVERSLAG 2005 OPINIEKAMER, 22.15 – 23.00 UUR, vergaderkamer 8 De raad wordt in zijn controlerende rol in de gelegenheid gesteld zich uit te spreken over de in 2005 bereikte resultaten Aanwezig: Dhr. A.G. Hoogerduijn, voorzitter Mw W.V.E. Verboom, secretaris Mw Erna Verveer, bureau Getikt!, verslag H.S. Weidema, PvdA H. Mostert, SGP/ChristenUnie P.J.T. Tiebosch, ECO-Dordt D. Pols, VVD H.J. Romijnsen, VSP Dhr. W.J.M. Nederpelt, GroenLinks Aanwezig namens het college: burgemeester R.G.J. Bandell Aanwezig namens de ambtelijke organisatie: de heer Bakker De voorzitter opent de vergadering. De heer Romijnsen merkt op dat zijn fractie van mening is dat het een prachtig boekwerk is geworden. Klachten en bezwaarschriften zijn niet gerelateerd aan de werkzaamheden die daarvoor worden uitgevoerd; dat kan een vertekend beeld geven. De fractie VSP vond verder weinig terug over de ouderen terwijl er toch ook een Ouderenmonitor is gehouden. Hij vindt het een prima verslag. Burgemeester Bandell dankt voor het compliment. Hij probeert ieder jaar een wat andere insteek te kiezen en wil graag nadenken over suggesties. Bij Burgerzaken komen jaarlijks 120.000 klantcontacten voor; er zijn 122 klachten. Dat zet de zaak dan wel in perspectief. Wat de suggestie om meer aandacht voor ouderen te hebben betreft: wellicht zal er volgende keer meer aandacht kunnen zijn voor verschillende leeftijdsgroepen. De heer Pols vindt het verslag een verademing; het heeft een menselijke maat en is prettig leesbaar. Het laat zien dat de gemeente veel zaken verbetert; mensen die bezwaren maken, worden dikwijls in het gelijk gesteld. Het is prettig voor een raadslid om de gemeente ook eens van een andere kant te zien. Burgemeester Bandell antwoordt dat het belangrijk is om het echt over mensen in de stad te hebben, want het gáát over mensen. Het worden anders vooral abstracte discussies. Er loopt een project om een makkelijker taalgebruik in te voeren in het Stadskantoor, zeg maar bijna spreektaal, en dat is heel lastig. De servicenormen worden nog niet altijd en overal gehaald. Brieven worden niet altijd goed beantwoord en dat moet verbeteren. In slechts 60% wordt tijdig een tussenbericht gegeven als een dossier meer tijd vergt, en dat moet 90, liefst 100% worden. Als mensen gelijk hebben dat iets verkeerd is gegaan, moet je ze ook gelijk geven; het is geen competitie tussen de gemeente en de burgers. De heer Tiebosch geeft eveneens complimenten namens ECO-Dordt voor dit professionele verslag. De burgemeester schroomt niet om zaken te noemen waar hij zelf niet blij mee is. Ondernemers krijgen de gelegenheid hun verhaal te doen. Door de Wmo worden burgerparticipatie en sociale cohesie steeds belangrijker. Zijn fractie zou wat meer aandacht willen vragen voor de burgers die vrijwilligerswerk doen om de samenleving nog leefbaarder te maken. Als de rol van de kerken door de overheid steeds belangrijker wordt geacht, zou je daar ook een plaats aan moeten geven. Uiteindelijk wordt de maatschappij steeds meer gemaakt door de onderlinge bereidheid van mensen om aan die maatschappij mee te willen werken. Burgemeester Bandell antwoordt dat hij deze keer bewust ondernemers van verschillende herkomst aan het woord heeft gelaten. Het idee om vrijwilligers in het algemeen aan het woord
32
te laten en aandacht voor de Wmo in het bijzonder burgerparticipatie spreekt hem aan; hij zal er over nadenken. Volgend jaar wordt het jeugd- en jongerenwerk wellicht extra belicht, en daar zijn ook vele vrijwilligers actief bij betrokken. Over de rol van de kerken in de Wmo denkt hij momenteel na. De heer Mostert waardeert eveneens het menselijke aspect dat in het hele verslag te vinden is, zeer. Ondernemers klagen vaak over de logheid van het ambtelijk apparaat waardoor het allemaal zo lang duurt. Hij is blij dat de veiligheid een hoge prioriteit heeft gekregen. Het beantwoorden van brieven krijgt opnieuw aandacht. De gemeenteraad wordt opgeroepen om met de burgemeester in gesprek te gaan over het Handvest Publieke Dienstverlening. Hij dringt er op aan de vinger aan de pols te houden als het gaat om burgerparticipatie. Zijn fractie vraagt evenals de VSP aandacht voor de ouderen. Burgemeester Bandell antwoordt dat je oog moet blijven hebben voor de mens in de samenleving. Het apparaat is soms log; wel wordt er snel geantwoord. De mogelijkheden van de elektronische dienstverlening zijn ook groot, al zijn er heel veel mensen die daar helemaal niets mee kunnen. Je moet dus meerdere contactmogelijkheden blijven bieden. Mensen willen soms gewoon tegen een ander mens aanpraten en daar aandacht van krijgen voor hun vraag of probleem. Ook in de nieuwe Stadswinkel moet daarin weer een slag geslagen worden; hij stelt voor de stand van zaken binnenkort eens te melden in een informatiekamer. Wat verwacht de raad van het Handvest Publieke Dienstverlening? Hij roept de raad op om daar eens met hem over te debatteren. Het is formeel een bevoegdheid van B&W, maar hij vindt het belangrijk om de mening van de raad te horen, waarna het college het stuk kan vaststellen. Deze suggestie wordt met instemming ontvangen. Het veiligheidsgevoel ontwikkelt zich positief; mensen voelen zich doorgaans heel veilig in hun eigen wijk. Hij legt met veel plezier bezoekjes af aan echtparen die 60 jaar getrouwd zijn; van de persoonlijke gesprekken die dat oplevert leert hij veel, en het wordt zeer gewaardeerd. De heer Weidema vraagt of er nieuwe ideeën zijn om de beantwoording van de brieven nog verder te verbeteren. Het voornemen om brieven in normaal Nederlands te gaan stellen juicht hij toe. Hij vraagt of er al eens is nagedacht over een lokale Ombudsman. Met betrekking tot inspraakmogelijkheden pleit hij ervoor de kring van belanghebbenden breder te trekken. De bewoners van de Staart zijn bijvoorbeeld destijds niet als belanghebbenden betrokken bij de plannen rond de Wantijbrug, hetgeen veel commotie heeft veroorzaakt. Hij vraagt of en wat de gemeente nog gedaan heeft met het initiatief van de vier maatschappelijk betrokken ondernemers, Hij vraagt of bekend is hoe het komt dat het ondernemersloket relatief weinig wordt gebruikt. Burgemeester Bandell antwoordt dat registratie en het volgen van stukken in toenemende mate elektronisch gebeurt; heel vaak zijn brieven al lang afgedaan, maar is dat niet geregistreerd in het systeem. Dat moet beter gaan sluiten. Het gaat inmiddels stukken beter. Begrijpelijk Nederlands is nog lang geen gemeengoed; mensen worden daar nu ook in getraind. Hij nodigt de raad uit om het meerjarenplan te screenen op taalgebruik, want ook dat bevat weer heel veel, soms onbegrijpelijk, jargon. Een regionale ombudsman zou kunnen, maar een Nationale Ombudsman die wat verder weg staat, heel precies werkt en heel kritisch is, wekt heel veel vertrouwen. Hij is van mening dat de Nationale Ombudsman goed functioneert en goed benaderbaar is, en hij ziet persoonlijk geen aanleiding om dat te veranderen. Er is een uitgebreid onderzoek rond inspraak gedaan, in samenwerking met Leiden; recent is daar een rapportage van verschenen die op 12 september op de lijst van ingekomen stukken zal staan. De aanbevelingen daarin kunnen veelal worden overgenomen. Inspraak wordt soms wel erg mechanisch toegepast. In het wijkgericht werken loopt het doorgaans heel goed, maar zeker op het gebied van RO is nog wel wat te winnen. De reden dat het Ondernemersloket niet echt werkt is niet bekend; het is als signaal neergelegd bij de afdeling Economie. De heer Nederpelt geeft complimenten voor de leesbaarheid. Bij hem leeft het beeld dat het beantwoorden van een brief doorgaans niet meer dan een kwartier hoeft te duren; hij vraagt zich altijd af waarom het dan toch een jaar duurt. Hij doet de suggestie om eens een jongerenjaarverslag te maken dat ook in het onderwijs gebruikt kan worden, dus speciaal voor jongeren. Dat zou jongeren en gemeente bij elkaar kunnen brengen.
33
Burgemeester Bandell antwoordt dat het bij het beantwoorden van brieven draait om discipline en het nakomen van de afspraken. Als voorbeeld noemt hij het instellen van een commissie voor de straatnaamgeving; dat is jaren blijven liggen zonder duidelijke oorzaak. Simpele brieven moet je meteen beantwoorden. Bij meer ingewikkelde brieven waar meer afdelingen aan te pas komen, moet je een tussenbericht sturen. Mensen binnen de organisatie die op dat punt steeds in gebreke blijven zullen daar op aangesproken worden. Hij wil nadenken over de interessante suggestie om een jongerenjaarverslag te maken, en of het mogelijk is om meerdere verslagen te maken voor diverse doelgroepen. De voorzitter constateert dat de commissie unaniem veel waardering voor het burgerjaarverslag uitspreekt. HAMERSTUK VOOR DE RAAD
34