Directie Grondgebied
Ingekomen stuk D11 (PA 8 juni 2011)
Stadsontwikkeling Planologie en Ruimtelijke Ordening
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 24 mei 2011
Telefoon
14024
Telefax
(024) 329 96 99
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic G230/11.0010253 Loes Emons
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Raamwerk Hees - Heseveld
11.0010488
(024) 3292948
Geachte leden van de Raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Hierbij bieden wij u het Raamwerk Hees - Heseveld aan. Het raamwerk beschrijft het beleid, de bestaande situatie en de bij de gemeente bekende ontwikkelingen en geeft de uitgangspunten en kansen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de wijken. Hiermee is het inzicht in de wijken Hees en Heseveld vergroot en de noodzakelijke onderzoeksfase voor de actualisatie van het bestemmingsplan Nijmegen West afgerond.
De voorzitter,
De secretaris,
Het Raamwerk Hees - Heseveld is zo uitgevoerd dat deze, samen met de op 9 november 2010 door het College vastgestelde ruimtelijk analyse Neerbosch Oost, bruikbaar is als bouwsteen voor de actualisatie van het bestemmingsplan Nijmegen West. In juni 2011 zal naar verwachting het voorontwerpbestemmingsplan Nijmegen West gereed zijn en tijdens een informatiebijeenkomst worden gepresenteerd aan bewoners en betrokken partijen. De actualisatie van het bestemmingsplan kent de gebruikelijke inspraakmomenten. Voorafgaand aan de informatiebijeenkomst zal het voorontwerpbestemmingsplan worden gepresenteerd aan de gemeenteraad. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg 1
Aantal Bijlagen: 1
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding ........................................................................................................................................................................................... 3 Aanleiding ....................................................................................................................................................................................... 3 Opgave............................................................................................................................................................................................. 3 Plangebied....................................................................................................................................................................................... 4 Vigerende bestemmingsplannen .................................................................................................................................................. 4 Leeswijzer........................................................................................................................................................................................ 4
2 2.1 2.2
Algemeen kader .............................................................................................................................................................................. 7 Coalitieakkoord............................................................................................................................................................................... 7 Structuurvisie Nijmegen 2010 ....................................................................................................................................................... 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13
Bestaande situatie .......................................................................................................................................................................... 9 Ruimtelijke structuur Hees ............................................................................................................................................................ 9 Ruimtelijke structuur Heseveld................................................................................................................................................... 11 Beeldkwaliteit................................................................................................................................................................................ 13 Cultuurhistorie en Archeologie................................................................................................................................................... 18 Wonen ............................................................................................................................................................................................ 24 Maatschappelijke voorzieningen ................................................................................................................................................ 27 Economische functies.................................................................................................................................................................. 30 Verkeer en vervoer ....................................................................................................................................................................... 33 Groen ............................................................................................................................................................................................. 38 Water .............................................................................................................................................................................................. 41 Klimaat........................................................................................................................................................................................... 42 Milieu.............................................................................................................................................................................................. 42 Openbare ruimte ........................................................................................................................................................................... 48
4
Ontwikkelingen in Hees - Heseveld ............................................................................................................................................ 55
5
Aandachtspunten en kansen voor Hees - Heseveld ................................................................................................................. 59
Bijlage1. Beleidskader ................................................................................................................................................................................. 63
1
2
1 1.1
x x
Inleiding
In 2003 is gestart met de actualisatie van de bestemmingsplannen. De volgende bestemmingsplannen zijn sindsdien geactualiseerd: Westkanaaldijk, Nijmegen Zuid, Nijmegen Midden, Oud West, Dukenburg, Goffert/Winkelsteeg, Heyendaal en Lindenholt. In 2011 worden ook de procedures voor de actualisatieplannen Bottendaal/ Galgenveld en Brakkenstein afgerond.
Aanleiding De wijken Hees en Heseveld maken onderdeel uit van het plangebied Nijmegen West. In 2011 is gestart met het actualiseren van het bestemmingsplan Nijmegen West. Het is gebruikelijk dat voor grote bestemmingsplannen een Raamwerk wordt opgesteld. Dit Raamwerk omvat een analyse van het plangebied en een overzicht van alle vastgelegde en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. In het laatste hoofdstuk volgen de uitgangspunten en kansen voor het plangebied. Voor Neerbosch-Oost, dat ook onderdeel uitmaakt van het plangebied Nijmegen West, is een aparte ruimtelijke analyse gemaakt , die is vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 9 november 2010. Actualisatie van bestemmingsplannen Het College heeft op 12 maart 2002 besloten tot het actualiseren van bestemmingsplannen. Het doel van de actualiseringsinhaalslag is: x x x x x
te komen tot een bestand van bestemmingsplannen dat qua geldigheidsduur voldoet aan de eisen van de Wet op de ruimtelijke ordening; de grote hoeveelheid bestemmingsplannen te reduceren door plannen te maken voor grotere gebiedeenheden; eenduidigheid te creëren in de juridische en planologische regelgeving met actuele gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden; snel en adequaat in te kunnen spelen op initiatieven van particulieren en bedrijven (geen lange procedures); gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren en ongewenste ontwikkelingen te kunnen voorkomen;
de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te vergroten; de handhaafbaarheid te vereenvoudigen.
Voor de volgende bestemmingsplannen is de actualisatie in voorbereiding: Groot Bijsterhuizen, Nijmegen West, Centrum Binnenstad, Centrum Stationsomgeving, Ooijpolder/Waaloevers, Kern Lent en Visveld, Groenewoud - Kwakkenberg en Brabantsepoort. De procedures voor de actualisatieplannen Kinderdorp Neerbosch, Kanaalhavens en Nijmegen Oost moeten nog worden opgestart.
1.2
Opgave De afdeling Stadsontwikkeling van de directie Grondgebied van de gemeente Nijmegen staat voor een drietal omvangrijke opgaven: x x x
het actualiseren van de bestemmingsplannen, waaronder het bestemmingsplan Nijmegen West; het opstellen van beeldkwaliteitscriteria voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen (Kadernota en Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit); het verkennen van de ruimtelijke consequenties van de stadsvisie (Structuurvisie)
Met het Raamwerk voor Hees - Heseveld wordt tegemoet gekomen aan twee van deze opgaven, namelijk het verkennen van de ruimtelijke consequenties van de structuurvisie en het levert een bijdrage aan het actualiseren van de bestemmingsplannen.
3
1.3
Plangebied
1.5
Het plangebied van dit Raamwerk voor Hees - Heseveld (zie kaart 1) wordt afgebakend door de Neerboscheweg, de Energieweg, de Wolfskuilseweg en het Spoor. Het gebied is begrensd op grond van stedenbouwkundige overwegingen en de bestaande infrastructuur. Het deel van de wijk Hees dat is gelegen ten noordoosten van de Wolfskuilseweg maakt deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Nijmegen Oud West.
1.4
Vigerende bestemmingsplannen Het vigerende bestemmingsplan voor de wijken Hees en Heseveld is het bestemmingsplan Hees - Heseveld, het bestemmingsplan Nijmegen-West I en het bestemmingsplan Winkelsteeg I. Daarna zijn er nog 17 kleine bestemmingsplanwijzigingen vastgesteld in het gebied na vaststelling van de moederplannen. Moederplan Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Hees - Heseveld Bestemmingsplan Nijmegen-West I Bestemmingsplan Nijmegen-West I Bestemmingsplan Nijmegen-West I Bestemmingsplan Winkelsteeg I Bestemmingsplan Winkelsteeg I Bestemmingsplan Winkelsteeg I Bestemmingsplan Winkelsteeg I Bestemmingsplan Winkelsteeg I
4
Bestemmingsplanwijziging Kerkstraat 60 Wijzigingsplan ex.art.11 WRO Planetenstraat 63 Dennenstraat 10 Oude Graafseweg/Verbindingsweg Dennenstraat nr. 115-117 Aanpassing profiel Botha de Wethstraat Nieuwbouw kantoor Dennenstraat 109-111 Daniëlskerk e.o. Kerkstraat 3-3a Groenestraat 345-349 Graafseweg 243 Graafseweg 247 Speelterrein Graafseweg (nabij begraafplaats) Woningbouw Boeckstatehof Muldersweg 16-16A Woningbouw Muldersweg Muldersweg 14
Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft het Algemeen kader en bevat de ambities van de Nijmeegse coalitie voor een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen en de door de gemeenteraad vastgestelde ontwikkelingsmogelijkheden. Hoofdstuk 3 beschrijft de bestaande situatie. In hoofdstuk 4 worden de vastgestelde en toekomstige ontwikkelingen in de wijken Hees en Heseveld beschreven. Hoofdstuk 5 beschrijft de aandachtspunten en kansen voor Hees en Heseveld. De bijlage bevat het relevante beleid, dat dient als kader voor de actualisatie van het bestemmingsplan.
6
2
In dit hoofdstuk wordt het Algemeen kader beschreven. Dit zijn de ambities van de Nijmeegse coalitie voor een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen en de door de gemeenteraad vastgestelde ontwikkelingsmogelijkheden, voor zover relevant voor de wijken Hees en Heseveld. De (sectorale) beleidskaders zijn beschreven in de bijlage.
2.1
In directe nabijheid van de wijk Heseveld ligt de knoop Winkelsteeg. De gemeente wil de ambities rond Novio Tech Campus (NXP) verder waarmaken met hoogwaardige werkgelegenheid. Ook het station Goffert moet er komen. Dit alles in combinatie met een verdere bundeling van infrastructuur voor een optimale bereikbaarheid.
Algemeen kader
Coalitieakkoord In april 2010 presenteerden GroenLinks, PvdA en D66 het coalitieakkoord 2010-2014 “Werken aan een duurzame toekomst”. Het College streeft naar een duurzaam, sociaal en economisch sterk Nijmegen. Wat betekent dat voor Hees en Heseveld? De grote diversiteit in wijken geeft Nijmegen kleur en identiteit. Die diversiteit koesteren we. De gemeente legt in de wijkaanpak de prioriteit bij wijken die in de stad- en wijkmonitor relatief slechter scoren. Dat geldt niet voor de wijken Hees en Heseveld. De ambities op het gebied van de ongedeelde stad, met een goede verdeling tussen goedkope en duurdere woningbouw, zal per wijk worden ingekleurd. Datzelfde geldt voor de aanpak van scheefwonen. Relevant voor de wijken Hees en Heseveld zijn de plannen voor Koers West. Dit betreft de herstructurering van het westelijk stadsdeel van Nijmegen. Beeldbepalende elementen zijn het Waalfront, de nieuwe tweede Stadsbrug over de Waal en de revitalisering van het bedrijventerrein Noordoostkanaalhavens. Het tracé van de nieuwe Stadsbrug grenst direct aan de wijk Hees. Om de verbinding tussen sport, onderwijs en kinderopvang te versterken spant Nijmegen zich in om Sportcollege Quick in Heseveld mogelijk te maken.
2.2
Structuurvisie Nijmegen 2010 De Structuurvisie Nijmegen 2010 kijkt vooruit tot 2030 en gaat gepaard met een uitvoeringsprogramma dat vier jaar vooruit kijkt. De structuurvisie geeft de grondslag voor de onderbouwing van de gemeentelijke bestemmingsplannen. In de structuurvisie worden de ambities van Nijmegen uitgewerkt voor de beleidsvelden: wonen, economie, maatschappelijk beleid, bereikbaarheid en parkeren, groen en water, milieu, beeldkwaliteit, cultuurhistorie en archeologie. Dit zijn de ambities waaraan de komende jaren wordt gewerkt: x x x x x x
Nijmegen omarmt de Waal Goede bereikbaarheid met duurzame vervoerswijzen. Multifunctionele Knopen met een eigen identiteit Meer ruimte voor groen en water Wonen in sterke en ongedeelde wijken Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid
Wat betekent dat voor Hees en Heseveld? Ook in de Structuurvisie Nijmegen 2010 zijn de realisatie van de nieuwe Stadsbrug en het station Goffert belangrijke projecten. Daarnaast zijn het hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) en het uitbreiden van de snelfietsroutes belangrijk om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren. Ook door de wijken Hees en Heseveld loopt een mogelijk toekomstig tracé voor het HOV en een snelfietsroute. Door herstructurering, toevoeging en verbetering wordt voortdurend gewerkt aan een levensloopbestendige woningvoorraad en sterke,
7
ongedeelde wijken. Dit vraagt ook om een toegankelijke woonomgeving en een goed voorzieningenniveau. Groen in de wijken is waardevol voor de bewoners. Dit groen wordt in de structuurvisie beschermd. In Hees en Heseveld wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van Park West, nieuw groen langs de Energieweg en de groene hoofdwegen. In de structuurvisie wordt kleur gegeven aan Winkelsteeg als multimodale en multifunctionele knoop. Knoop Winkelsteeg moet dé economische hot spot in Oost Nederland worden op het gebied van kennisintensieve en innovatie bedrijvigheid, die een verbinding legt tussen gezondheidzorg en technologie (Health Valley). Bestaande functies in het gebied worden verder ontwikkeld en aangevuld met stedelijke functies. In het naastgelegen Goffertpark wordt de mogelijkheid onderzocht voor een Topsport- en Innovatiepark (TIP).
8
3
Bestaande situatie De wijken Hees en Heseveld liggen in de westflank van Nijmegen, ingeklemd tussen de Wolfskuilseweg, Energieweg, Neerboscheweg en de spoorlijn Nijmegen - Den Bosch. Op kaart 2a Ruimer kader wordt de ligging van Hees en Heseveld geduid ten opzichte van de omliggende wijken en gebieden. Hees kan op hoofdlijnen worden getypeerd als een historische dorpskern met bebouwingslinten, terwijl Heseveld te karakteriseren is als een tuinwijk met grootschalige naoorlogse uitbreidingen. Dit hoofdstuk beschrijft de bestaande ruimtelijke structuur en beeldkwaliteit van de wijken en andere relevante ruimtelijke onderwerpen, zoals wonen, economie en verkeer.
3.1
Ruimtelijke structuur Hees Algemeen Hees is van oorsprong een zelfstandig dorp en heeft een gave oude dorpskern van statige ruim in het groen gelegen panden met een lage bebouwingsdichtheid. Het dorp is ontstaan langs oude wegen, zoals de Dennenstraat, Kerkstraat, Korte Bredestraat en Schependomlaan. Naast de oude dorpskern kent de wijk nog drie buurten: x x x x
de Henry Dunantstraat en omgeving (laagbouw); de ‘vruchtenbuurt’ in het noordoosten (laagbouw); het buurtje bij het voormalige Dominicusklooster met de kapel ten westen van de Dennenstraat (laagbouw en gestapelde bouw). Een vierde buurt is in ontwikkeling tussen de Dennenstraat en Neerbosscheweg: het Rosa de Limaterrein met laagbouw en gestapelde bouw.
Historische opbouw Hees is rond 1300 ontstaan langs een aantal losse agrarische linten. De Schependomlaan/Tweede Oude Heselaan vormde de verbinding
naar het stadscentrum. Hees maakte destijds deel uit van het Schependom Nijmegen. Het bochtige verloop van de wegen kan worden verklaard door het hoogteverschil in het landschap. Het rechthoekige wegenpatroon van de Kerkstraat en Dennenstraat doet vermoeden dat de ontginningen na de middeleeuwen rationeel en planmatig zijn verlopen. e
Vanaf de 17 eeuw werden de boerenhoven in Hees opgekocht door rijke handelslieden om er buitenverblijven van te maken. Ook de kerk met haar kloostergemeenschappen kocht boerenhoven en landerijen op. Rond het kerkje op de hoek van de Schependomlaan/ Korte Bredestraat ontwikkelde zich een kleine dorpsgemeenschap. In de 19e eeuw werd Hees opnieuw ontdekt door de gegoede burgerij van Nijmegen. Langs de linten ontstaat een reeks monumentale panden. Begin 20e eeuw is een aantal kerkelijke instellingen en instituten in Hees neergestreken. Voorbeelden zijn het Dominicus College, het St. Jozefklooster, het klooster Sancta Maria en de zusters Dominicanessen. Vanaf dat moment vindt er een geleidelijke verdichting plaats langs de bestaande wegen.
Zicht vanaf de kruising Korte Bredestraat/Schependomlaan
Na de tweede wereldoorlog worden een aantal grotere uitbreidingen gerealiseerd. Aan de noordzijde vindt verdichting plaats tussen de Wolfskuilseweg en Pomonastraat. Door woningbouwverdichting aan
9
de noordwest- en zuidzijde wordt het oude dorp Hees nu vrijwel geheel door bebouwing omsloten. Ten noorden van de Kerkweg ontwikkelt zich vanaf 1960 een industrielandschap en sportveldencomplex. Het oorspronkelijke dorpssilhouet is hierdoor verdwenen. Ruimtelijke structuur In Nijmegen komen samenhangende ruimtelijke eenheden voor met eigen beeldkenmerken, zoals buurten, wijken of kleinere ensembles. Om deze eenheden te kunnen benoemen/beschrijven is het begrip bouwstenen geïntroduceerd. Hees kent de volgende bouwstenen: historische bebouwingslinten en dorpskernen, tuinwijken, gebouwen en complexen in het groen, stadsparken, naoorlogse grootschalige uitbreidingen, woonerven, gemengde bebouwing, inbreiding en stadsvernieuwing vanaf 1970, woongebieden vanaf 1990, werkgebieden en sport- en recreatieterrein. Deze bouwstenen zijn weergegeven op kaart 2b Ruimtelijke structuur - Bouwstenen. De ruimtelijke structuur bestaat daarnaast uit drie hoofdvormen, die met name betrekking hebben op de bebouwingsstructuur. Hierin zijn samenhangende ruimtelijke eenheden te onderscheiden. Op kaart 2c Ruimtelijke structuur - Composities zijn de afzonderlijke samenhangende buurten en zones aangegeven met een aparte kleur. Samenhang zit met name in de stedenbouwkundige structuur en de architectonische uitstraling. In Hees gaat het om drie buurtjes en één grote zone die wordt gevormd door de historische dorpskern met lintbebouwing. De rand wordt aangeduid als een doorlopende zone van bebouwing in het groen. Hieronder volgt een beschrijving. Half open lintstructuur De Kerkstraat, Bredestraat, Kerkpad, Korte Bredestraat, Dennenstraat, Dr. Blécourtstraat en Schependomlaan vormen het meest karakteristieke deel van Hees met mooie rechte en gebogen wegen met laanbeplanting, riante bebouwing en grote tuinen. Het profiel van de Kerkstraat en Bredestraat met brede bermen ondersteunt het groene beeld. Hier en daar staat nog agrarische bebouwing op grote erven. De combinatie van deze elementen maakt dat het dorpse karakter nog duidelijk aanwezig is. De beeldkwaliteit is hier hoog.
10
Bouwblokken met een half open en meer gesloten verkaveling De direct naoorlogse en deels vooroorlogse bouwblokken tussen de Schependomlaan/Kometenstraat en de Schependomlaan/Pomonastraat zijn open van structuur. Er is variatie in rooilijnen, bouwmassa en hoogte. De naoorlogse bouwblokken zijn meer gesloten en meer eenduidig in woningtype en rooilijnen. Kenmerkend zijn de langere woningrijtjes. Voorbeelden zijn het ‘vruchtenbuurtje’, het buurtje Henri Dunantstraat e.o. en het buurtje op het voormalige kloosterterrein Dominicus. Bebouwingselementen los in het groen e Vanaf begin 20 eeuw is een aantal religieuze kloosterorden in Hees neergestreken op grote groene terreinen, zoals het klooster Sancta Maria en St. Jozefklooster (Kerkstraat), het Dominicusklooster (Dennenstraat) en het voormalige Kapucijnenklooster (Wolfskuilseweg). Ook andere instellingen, zoals tehuizen en het sportfondsenbad vonden een plek in Hees. Gerelateerd aan de voormalige agrarische activiteiten staan in Hees ook nog een aantal kassen.
Klooster aan de Kerkstraat
Aandachtspunten Ten noorden van Hees ligt een langgerekte zone, ingevuld met sportvelden en industriële activiteiten. De overgang naar deze zone is ruimtelijk gezien niet overal optimaal. Bij ontwikkelingen langs de Energieweg dient dit aspect nadrukkelijk meegenomen te worden.
3.2
Ruimtelijke structuur Heseveld Algemeen Heseveld is dichter bebouwd dan het voormalige dorp Hees. Aan weerszijden van de Molenweg is vanaf de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw in een gridstructuur een menging van laagbouw en etagebouw gerealiseerd. De straten en gebouwen staan (nagenoeg) loodrecht op elkaar, waardoor een soort dambord ontstaat. Tussen de Graafseweg en de spoorlijn wijkt de bebouwingsopzet hiervan af. De Molenweg/Paul Krugerstraat en de Daniëlsweg vormen een assenkruis, die de wijk opdeelt in vier kwadranten ofwel vier woonbuurten met een eigen identiteit. Twee buurten vormen één eenheid, zodat er in feite sprake is van drie woonbuurten: x
x
x
De Afrika- en Bouwmeesterbuurt bevindt zich ter weerszijden van de Paul Krugerstraat met aan de rand middelhoge etagewoningen in carrévorm. Aan de binnenstraten bevinden zich rijen eengezinswoningen. De buurt is naar ontwerp van de architecten Evers en Sarlemijn uitgevoerd in de traditionalistische en vormrijke bouwstijl van de Bossche School. De Afrika- en Bouwmeesterbuurt zijn in 2008 aangewezen als gemeentelijk monument. De buurt Jerusalem bestaat uit laagbouw met flauw hellende kappen in een half gesloten blokverkaveling en portiek/ etageblokken in een open strokenverkaveling. De woningbouw is uitgevoerd in het industriële bouwsysteem Airey, een goedkoop bouwsysteem van geprefabriceerde bouwonderdelen dat kort na de Tweede Wereldoorlog in Nederland en Engeland is ontwikkeld. De buurt grenst aan het park tussen Hees en Heseveld. De Planetenbuurt is een complex van lage en middelhoge bebouwing in een stempelverkaveling (een herhaling van eenzelfde verkavelingsprincipe), uitgevoerd in een gematigd modernistische architectuur met veel herhaling van eenvormige elementen. De buurt grenst aan het park tussen Hees en Heseveld.
Planetenbuurt
Ruimtelijke structuur Heseveld ligt ten zuiden van de wijk Hees. De groenstructuur van de kloostertuin aan de Kerkstraat, het zwembad en het Kometenpark vormen de overgang van Hees naar Heseveld. Ook Heseveld kent haar eigen bouwstenen: tuinwijk, gemengde bebouwing, naoorlogse grootschalige uitbreidingen, voorzieningen, sport en recreatieterrein, historische stedelijke bebouwinggebouwen en complexen in het groen. Deze zijn weergegeven op kaart 2b Ruimtelijke structuur Bouwstenen. Op kaart 2c Ruimtelijke structuur - Composities zijn de afzonderlijke samenhangende buurten en zones met een aparte kleur aangegeven. Samenhang zit met name in de stedenbouwkundige structuur en de architectonische uitstraling. In Heseveld en de zone tussen de Graafseweg en het spoor gaat het om een tiental samenhangende composities. Daarnaast wordt een groot deel in beslag genomen door een zone met losse bebouwing in het groen. Op de volgende bladzijde volgt een beschrijving.
11
Assenkruis en Daniëlsplein De belangrijkste ruimtelijke drager in Heseveld is het assenkruis dat wordt gevormd door de Molenweg en de Paul Krugerstraat. In de oorspronkelijke opzet had de Daniëlsweg een wijkontsluitingsweg moeten worden in het verlengde van de Slotemaker de Bruïneweg. Zo ver is het echter nooit gekomen. Het verklaart wel het grootschalige open Daniëlsplein.
Lintbebouwing Langs de belangrijkste wegen als de Wolfskuilseweg/Molenweg en de historische Oude Graafseweg staat vooral lintbebouwing in een wat lossere structuur. De functie van de gebouwen is gedifferentieerd. Een latere toevoeging is de winkelstrip langs de Molenweg. Losse bebouwing in het groen Rondom Heseveld ligt een brede groene zone met losse bebouwing. Aan de noordzijde staan schoolgebouwen in het groen. Ten westen bevindt zich een klooster en een sportveldencomplex met sporthal in het groen. Aan de zuidzijde staat in een bosrijke strook vrijstaande woonbebouwing, boskapel en het voormalige Augustijnenklooster. De etagebebouwing in Heseveld staat als losse stroken in het groen. Het gebied tussen Graafseweg en spoorlijn Ook het gebied tussen de Graafseweg en de spoorlijn ligt binnen de grenzen van het bestemmingsplan Nijmegen West. Hier liggen vier samenhangende woonbuurten. x x x
Daniëlsplein
Gridstructuur Aan weerszijden van de Molenweg/Paul Krugerstraat treffen we in een gridstructuur diverse samenhangende ruimtelijke composities aan (zie kaart 2c ruimtelijke structuur - composities). Binnen de gridstuctuur van Heseveld bevinden zich twee afwijkende ‘eilanden’: de rechthoek Boksdoornstraat/ Ligusterstraat/ Seringenstraat/ Klimopstraat met wijkspeeltuin de Liguster en een recreatieve sportplek en de locatie van de voormalige Daniëlskerk en de open wijkschool Heseveld aan de Berberisstraat. 12
x
Tussen de twee gescheiden rijbanen van de Graafseweg ligt een klein samenhangend bouwblok van laagbouwwoningen. Tussen de Graafseweg, Groenestraat, de spoorlijn en de Cavaljeweg ligt een samenhangend woonbuurtje. Tussen de meest zuidelijke poot van de Graafseweg en de spoorlijn bevindt zich eveneens een samenhangend buurtje met nagenoeg identieke woningen Tot slot staat hier een drietal gestapelde woningbouwcomplexen in het groen. Het meest opvallend is een roze flatgebouw, dat als hoogteaccent goed zichtbaar is als men via de Graafseweg de stad inrijdt. Ook is er een begraafplaats.
Aandachtspunten Binnen de wijk Heseveld komen verspreid enkele bedrijfsterreinen voor, die op gespannen voet staan met de omliggende woonbebouwing.
3.3
Beeldkwaliteit De mate waarin we een positief of negatief beeld hebben van een omgeving is verbonden aan het begrip beeldkwaliteit. Als een straat, plein, gebouw of omgeving een positieve indruk oproept spreken we van een hoge beeldkwaliteit. Bij een negatieve indruk is er sprake van een lage beeldkwaliteit. Bepalend zijn de structuur, identiteit en belevingswaarde van een plek. In de Kadernota Beeldkwaliteit staat dat de gemeente de kwaliteit en samenhang van het stadsbeeld wil behouden en versterken. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt de cultuurhistorie van de stad ingezet als inspiratiebron en katalysator om zo de ontwikkeling te kunnen plaatsen binnen het verhaal van de bestaande stad.
De overige gebieden binnen het plangebied kennen het reguliere toetsingsniveau. Zie kaart 3 Beeldkwaliteit -Toetsingsniveau en het beleidskader in de bijlage. De nota Beeldkwaliteit wordt in 2011 geactualiseerd. Dit kan gevolgen hebben voor het kaartbeeld.
In de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit zijn de ambities van Nijmegen voor de beeldkwaliteit vertaald in criteria voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen. Er worden in de nota twee toetsingsniveaus onderscheiden: een regulier toetsingsniveau en bijzonder toetsingsniveau waarbij de toetsingscriteria zwaarder zijn. De wijk Hees, de Afrika- en Bouwmeesterbuurt en de buurt Jerusalem hebben het bijzondere toetsingsniveau.
Afrika- en Bouwmeesterbuurt
13
3.4
Cultuurhistorie en Archeologie Cultuurhistorie Nijmegen als parochie onder het bisdom van Keulen Uit onderzoek blijkt dat de bevolkingsdichtheid van Nijmegen e.o. in de loop der eeuwen nogal gefluctueerd heeft. Omstreeks 600 bezat het bisdom Keulen het oostelijke deel van de oude Romeinse versterking en stichtte hier de eerste Nijmeegse parochiekerk. In de Karolingische tijd ontstond aan de Waal een nederzetting. Op het Valkhof bouwde Karel de Grote zijn palts. Tussen 804 en 870 zijn in deze koninklijke verblijfplaats dertien rijksdagen gehouden. Uit die tijd dateren mogelijk ook de Karolingische bosontginningen, die Gorissen in de oostelijke hoek van het plangebied aangeeft (zie afbeelding). Karels rijk viel later uiteen en de Noormannen veroverden de palts. e In de 10 eeuw versterkten koningen uit het Saksische huis hier hun gezag. Otto I herstelde in 949 de palts. De keizers bezochten de palts in de periode tot 1024 achttien maal. Ook de opvolgende Salische keizers kwamen er regelmatig, maar met Hendrik III stierf dat keizershuis uit. Onder de opvolgende Staufische keizers was er sprake van een periode van economische neergang. De graaf van Vlaanderen verwoeste in 1047 de palts. Pas in 1155 onder keizer Frederik Barbarossa werd deze als burcht herbouwd. In de noordhoek van het plangebied ligt de oude dorpskern Hees. Gorissen geeft hier een Salisch-Staufische bosontginning aan. Gelet op het feit dat de palts pas na meer dan honderd jaar herbouwd werd, lijkt het aannemelijk dat de ontginning rondom Hees niet voor ca. 1150 heeft plaatsgevonden. Vanuit de parochie Nijmegen, die onder het bisdom Keulen viel, zou er toen ook een kapel gesticht kunnen zijn. De zuidwestelijke grens van de bosontginning legt Gorissen ter hoogte van de Dennenstraat. Afbeelding: Bosontginningen volgens Gorissen
18
Het kapittel van de Keulse Apostelenstift In de 13e eeuw viel de parochiekerk in Nijmegen niet meer onder de bisschop van Keulen, maar onder het kapittel van het Keulse Apostelenstift. De bisschop schonk het gebied rondom Nijmegen als inkomsten aan dat kapittel. De kapellen in Weurt, Hees, Hatert en Ubbergen vielen kerkrechtelijk onder de Nijmeegse parochiekerk en zijn alle genoemd naar apostelen. De dorpskerk van Hees, de Petruskerk, kan weleens ouder zijn. In het rapport ‘Nijmegen, de geschiedenis van de oudste stad van Nederland’, vermoed Gerard Lemmens dat de kapel oorspronkelijk gewijd was aan Theobald. Dat kan wijzen op een datering uit de periode toen Nijmegen nog niet onder het Apostelenstift viel. Theobald leefde in de periode 1017 - 1066 als kluizenaar. Kort voor zijn dood trad hij toe tot een kloosterorde. Voor en ook na zijn dood ontstonden er wonderverhalen rondom zijn persoon. In 1073 is hij heilig verklaard. Theobald wordt vooral vereerd in Luxemburg, België, Frankrijk en Italië en is schutspatroon van de houtskoolbranders.
Zo’n vroegere datering past bij de hiervoor beschreven SalischStaufische ontginning. De naam Hees of Heesch is afkomstig van het Oudhoogduits haisjo, dat kreupelhout betekent. Het is denkbaar dat de kapel in Hees in de 12e eeuw gesticht is, gewijd aan de nieuwe regionale heilige Theobald. Dat zou er ook op kunnen wijzen dat het kreupelhout hier tot houtskool werd gebrand. Ontginningen Later nam de behoefte aan bouw- en grasland toe. De Apostelenstift kreeg als nieuwe eigenaar van de kapel te maken met de ontginning van de bossen Honingholt en Lindenholt. In 300 gaf de graaf van Gelre en Zutphen als pandheer toestemming om deze broeklanden ten zuiden en ten westen van Hees te ontginnen. Daar ontstonden bouw- en grasland met boerderijen, die pacht verschuldigd waren. Als eigenaar van de parochie deelde het Apostelenstift ook in de opbrengsten van het nieuwe land. Deze economische opleving kan aanleiding geweest zijn om de kapel in Hees te vergroten en de naam te veranderen in die van de apostel Petrus. Ten westen van het plangebied ontstaat later het dorp Neerbosch met een eigen e dorpskerk. Onderzoek leert dat de bevolking in de 15 eeuw weer toeneemt, ongetwijfeld een gevolg van de ontginningen. Het tijdperk na de reformatie Na de reformatie was de Staatskerk protestants. De naam van de heiligen verdween en daarmee ook een belangrijk stuk van de ontstaansgeschiedenis van het gebied. De bevolking bleef echter katholiek en kwam clandestien bijeen in woonhuizen of schuren. In de 18e eeuw werd het klimaat wat vrijer. Op verschillende kaarten uit het midden van de 18e eeuw is het Rooms-katholieke kerkgebouw aangegeven. Die kerk was gewijd aan Antonius-abt. In 1826 was de nieuwe kerk gereed. De huidige Rooms-katholieke Antonius-abtkerk aan de Dennenstraat is de opvolger van deze kerk uit 1826 en houdt zo een stukje oude ontstaansgeschiedenis van het gebied levend.
Verbeelding van het middenschip van de Petruskerk door Feltman (1669). Het oorspronkelijke middenschip is in 1942 door bominslag verloren gegaan.
Historisch wegenpatroon Op oude kaarten zijn de ontginningsstructuren nog herkenbaar. Ook oude landwegen zijn aangegeven, die nog soms terug gaan tot de
19
Romeinse tijd. De topografische kaart van 1824 -1850 laat zien dat er nog geen ingrijpende wijzigingen in de historisch gevormde structuur hebben plaatsgevonden. Ook op de gemeenteplattegrond uit 1865 (zie hieronder) is dat nog niet het geval.
Enkele jaren later werd de spoorlijn naar ’s-Hertogenbosch aangelegd, die de oude structuren doorsneed. Dit leidde tot een merkwaardige naamsverandering van delen van de Hatertseveldweg en Muntweg, die elkaar vroeger ter hoogte van de spoorwegovergang kruisten. In 1955 zijn de namen van delen van de wegen omgewisseld, waardoor de Hatersteveldweg nu geheel ten noorden en de Muntweg geheel ten zuiden van de spoorlijn ligt. In 1980 is hier een brug voor voetgangers overheen gelegd. De cultuurhistorische waarden Het dorpse karakter van Hees met vrijstaande panden in het groen is bijzonder waardevol, maar ook kwetsbaar. Door natuurlijke veroudering kunnen cultuurhistorische waarden verloren gaan. Het monumentenbeleid is een middel om deze waarden te behouden. Binnen het plangebied bevinden zich verschillende beschermde gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten en één beschermd stadsbeeld: Heseveld. Een aantal panden binnen het stadsbeeld geniet extra bescherming als gemeentelijk monument. De gemeentelijke monumenten en beschermde stadsbeelden vallen onder de bescherming van de Nijmeegse Monumenten Verordening. De rijksmonumenten vallen onder de Monumentenwet. Alle aangewezen monumenten en het beschermde stadbeeld zijn aangegeven op kaart 4 Cultuurhistorie. De bestaande monumentenlijst is geen statisch document: ontwikkelingen in de samenleving gaan door. Om ook de kwaliteit van nieuwe waarden tijdig te onderkennen zijn aanvullend verschillende waardevolle panden bezocht en beschreven. Op termijn zal dat leiden tot een Raadsvoorstel om ook andere panden in het plangebied op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Daarnaast zijn er ook onroerende zaken die bepalend zijn voor de identiteit van het gebied, maar die onvoldoende kwaliteit hebben om als monument te worden aangemerkt. Dit kunnen gebouwen zijn, maar ook gebouwde objecten zoals schoorstenen. Hiervan is een inventarisatie gemaakt. In de toekomst zal een aantal van deze objecten in het plangebied mogelijk als zodanig worden beschermd.
20
Archeologie De archeologische beleidskaart geeft inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Dit maakt een betere bescherming van het bodemarchief en het tijdig mee wegen van de archeologische belangen mogelijk. Op de archeologische beleidskaart heeft het plangebied verschillende waarden gekregen (zie kaart 5 Waarde archeologie). x
x
x
Een deel van het plangebied heeft waarde 1. Dit betreft een gebied met een onbekend en nader te onderzoeken archeologisch belang. Deze gebieden krijgen geen aanduiding in het bestemmingsplan. Een zone in het zuiden van het plangebied heeft waarde 2. Hier geldt een hoge verwachting voor het aantreffen van de Romeinse weg van Nijmegen naar Wijchen, een belangrijke verkeersader tussen Ulpia Noviomagus en Wijchen als één van de belangrijkere regionale centra. Gezien de grote hoeveelheid nederzettingen die langs Romeinse wegen gelegen waren, is zeker langs deze weg een verhoogde kans op sporen van bewoning of grafvelden. Drie delen van het plangebied hebben waarde 3: zeer hoge archeologische waarde. Uitgangspunt hier is behoud in situ van het archeologisch bodemarchief. Als bescherming van de archeologische waarden in situ hier niet of onvoldoende mogelijk is, dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Ook moet hier, voorafgaand aan de sloop, bouwhistorisch onderzoek verricht worden, omdat dit relevante gegevens op kan leveren voor het archeologisch onderzoek.
Resten uit de Romeinse tijd langs de Energieweg Aan de Energieweg zijn in 2001 tijdens werkzaamheden resten uit de Romeinse tijd gevonden. Er zijn enkele greppels gevonden en ten minste één kuil waarin terra sigillata (roodbruin aardewerk) is aangetroffen. Ook is een waterput gezien, die vermoedelijk uit de Romeinse tijd stamt. Omdat er maar zeer weinig bekend is over de gevonden resten is onderzoek naar de precieze aard en datering belangrijk. Het is bovendien van belang om te onderzoeken of deze
22
nederzettingsresten op een of andere manier in verband mogen worden gebracht met het grafveld dat in Hees is aangetroffen. Voormalig dorp Hees Het voormalige dorp Hees heeft waarde 3 gekregen. Hoewel er tijdens de stadsuitbreidingen in de jaren ’60 van de vorige eeuw nieuwbouw is verrezen, staan er nog veel huizen die van voor die e tijd dateren. Een voorbeeld is de Petruskerk uit de 16 eeuw aan de Korte Bredestraat. In de kern van het voormalige dorp Hees is de ontwikkeling gedurende de laatste twee eeuwen nog goed zichtbaar. Er staan nog enkele panden uit verschillende perioden, waaronder de opvolgers van 17e-eeuwse buitenverblijven van de Nijmeegse elite. Ook moeten er veel resten van niet meer bestaande huizen of vroegere fasen van huizen in de bodem bewaard zijn gebleven. In de bodem bevinden zich ook sporen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. In 1966 is aan de Kometenstraat een graf gevonden uit de 2e eeuw. Meer recent zijn in het noordelijke deel van Hees resten van een nederzetting uit de ijzertijd aangetroffen. Oude Graafseweg Een derde gebied met waarde 3 ligt aan de Oude Graafseweg. Hier is in 1950 een tufstenen sarcofaag aangetroffen bij het graven van een kabelsleuf, een voor deze regio nogal zeldzame wijze van begraven. De grafvondst is belangrijk, vooral vanwege de datering van het graf in de 4e eeuw. Er zijn maar weinig vindplaatsen bekend uit de laat Romeinse tijd. Het is dan ook van belang om ieder spoor van deze periode nauwkeurig in kaart te brengen. Een tufstenen sarcofaag weerspiegelt de rijkdom van de overledene. Zo’n uitzonderlijke vondst vergroot het belang van onderzoek naar het grafveld (en de nederzetting), waartoe dit graf moet hebben behoord. De sarcofaag is aangetroffen langs de weg naar Cuijk. Een dergelijke grafkist heeft vermoedelijk niet geïsoleerd gelegen, maar deel uitgemaakt van een grafveld. In de omgeving mogen daarom nog meer graven verwacht worden. Mogelijk is het grafveld in een lange strook langs de weg aangelegd. Ook de nederzetting waartoe dit grafveld behoorde kan in de omgeving verwacht worden.
3.5
Wonen Het plangebied valt uiteen in een tweetal verschillende woonmilieus en een aantal deelgebieden (zie kaart 6a Huur-koopwoningen en 6b Bouwhoogten). Wonen in Hees Hees kent een groenstedelijk woonmilieu, ontstaan uit het oude dorp met een kenmerkende losse structuur langs enkele mooie lanen met statige panden. De wijk is gebouwd langs oude wegen en heeft een lage bebouwingsdichtheid met veel laagbouwwoningen in de koopsector. Het is een relatief kleine wijk met in totaal 1100 woningen: 66% in de koopsector en 33% in de huursector. Hees kent weinig goedkope huurwoningen (280). Er wonen ca. 3.000 mensen. Het aandeel ouderen ligt met 27% ruim boven het Nijmeegs gemiddelde (12%). De wijk kent behoorlijk wat variëteit, maar er zijn geen echte deelgebieden met een eigen karakter of thematiek. Wonen in Heseveld Heseveld heeft een compact stedelijk woonmilieu met een menging van laagbouw en etagebouw in een heldere structuur met gazons ertussen. De wijk is gebouwd in de jaren `50 en `60 en kent een groot deel goedkope huurwoningen van corporaties, deels met kenmerkende architectuur. Een duidelijk te onderscheiden buurt is de Planetenbuurt aan de noordkant met een menging van etage- en laagbouw. De zuidkant - aan de overzijde van de Graafseweg - wijkt af van deze structuur met een deels vooroorlogse woningvoorraad in laagbouwmilieu. Een ander apart gebiedje is de bebouwing tussen de Oude Graafseweg en de Graafseweg: in een parkachtige setting met stevig hoogteverschil richting de rest van de wijk liggen een aantal bedrijfs- en wooncomplexen met veel studentenwoningen. De wijk Heseveld telt in totaal 2800 woningen: 47% koop en 53% huur. Het zijn hoofdzakelijk goedkope corporatieve huurwoningen. Er wonen 6.000 mensen. Het aantal ouderen ligt iets onder het gemiddelde van12%.
24
Wonen en zorg op maat De komen jaren zet de vergrijzing door. Veel ouderen willen in de eigen wijk blijven wonen. Daarom moeten binnen een wijk de voorzieningen op een dergelijk hoog niveau zijn dat ouderen en mensen met functiebeperkingen daar geïntegreerd kunnen wonen. Hoe we die voorzieningen precies organiseren verschilt per wijk. In Hees gaat het kloosterverzorgingshuis St. Jozef aan de Kerkstraat samenwerken met de Waalboog. Er zijn plannen om hier nieuwbouw te realiseren met diverse plaatsen voor verzorgd en beschermd wonen. In de toekomst kunnen ook niet-kloosterlingen hier terecht en kan dit huis een wijkfunctie gaan vervullen. Om een antwoord te geven op de komende vergrijzing, stimuleren we de (ver)bouw van voor ouderen geschikte woningen in de buurt van voorzieningen. Variatie in woonmilieus Het plangebied kent een behoorlijke variatie in woonmilieus: duur, goedkoop, laagbouw en gestapeld. Er is geen noodzaak voor ingrijpende aanpassingen in de voorraad. Wel moet de kwaliteit van de bestaande voorraad op peil blijven en energiezuiniger worden gemaakt. Op basis van de uitkomsten van WoON 2009, het woningmarktonderzoek dat een beeld geeft van de woningvraag in, komen we in Hees en Heseveld tot de volgende aandachtspunten: x
x
Hees dient zijn groenstedelijke woonmilieu te behouden. Dergelijke gewilde milieus hebben we niet veel in de stad. Dat verdraagt geen sterke verdichting. Mochten hier in de toekomst nieuwe locaties worden ontwikkeld dan willen we die inzetten voor laagbouwkoop. In de meer compact stedelijke woonmilieus van Heseveld wordt in de vraag naar goedkope koopwoningen vooral voorzien door de verkoop van corporatiebezit. Voor eventuele nieuwe locaties gaat de voorkeur uit naar laagbouwhuur.
3.6
Maatschappelijke voorzieningen In de wijken Hees en Heseveld zijn de volgende maatschappelijke voorzieningen aanwezig (zie ook kaart 7). 1
2 3
Onderwijs Open wijkschool Heseveld incl. basisschool De Zonnewende (Berberisstraat 4) Jenaplanschool De Lanteerne (Henry Dunantstraat 8) Kristallis Speciaal onderwijs (Jacob v Campenstraat 8)
4
Mondial College, (Energieweg 35)
5
Dominuscollege (Energieweg 93) College van Bestuur en Centrale Diensten (Wolfkuilseweg 279) Loopbanencentrum en ROC4 Competence (Wolfkuilseweg 279) ROC Sector Technniek (Energieweg 25) Kinderopvang Pico Locatie Dennenstraat 25 Pico Locatie Kerkstraat 67 Pico Locatie Slingertouw (Florence Nightingalestraat 1) Pico Locatie Berberisstraat 4 ’t Sloepje, Vuurdoornstraat 19 Kinderopvang IKKE Dennenstraat 71) Wijk- en zorgvoorzieningen Jongerencentrum de Piramide (Daniëlsplein 1) Woonzorgcentrum Waalboog (Kerkstraat 65) Huize Rosa religieuzen (Rosa de Limastr. 10) Sancta Maria
6 7 8
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4
Bijzonderheden Brede school met 247 leerlingen. Het leerlingenaantal loopt terug. Het aantal leerlingen (560) is constant. De onderhoudssituatie is matig. Kristallis blijft op de huidige locatie, tenzij er aanleiding is om de leerlingen mee te nemen in de nieuwbouw in Kinderdorp Neerbosch VMBO1298 leerlingen incl. locatie Leuvensbroek. Op termijn wordt de school verplaatst naar Lindenholt. Er zitten meerdere gebruikers in dit gebouw. 852 leerlingen. De nieuwbouw is gereed. Bijzonderheden Multifunctioneel centrum voor kinderopvang en buitenschoolse opvang en technieklokaal. Bijzonderheden Het huidige jongencentrum blijft bestaan. Zorgcentrum voor religieuzen 24-uurs en nachtopvang dak/ thuisloze jongeren
(Bredestraat 168) De Driestroom (Danielsweg 42) Behandelgroep Kaaplandstraat 51B 7 Iriszorg (Uranusstraat 24) Sportvoorzieningen 1 Sportpark Schoonhorst - Blauw Wit en Krayenhoff, Tachys (Energieweg 47) 2 Sportpark De Dennen, inclusief sporthal O.C. Huismanhal (Dennenstraat 25) 3 Gymzaal Florence Nightingalestr. (Florence Nightingalestraat 3) 4 Gymzaal Uranusstraat (Uranusstraat 18) 5 Sportfondsenbad West (Planetenstraat 65) Speelvoorzieningen 1 Wijkspeeltuin De Liguster (Ligusterstraat) 2 Speelplek Pomonastraat 3 Speelplek Jan Brinkhofplantsoen 4 Speelplek Simon Stevinstraat 5 Speelplek Pieter Postplein 6 Speelplek Neptunusstraat 7 Speelplek Planetenpark 8 Recr. sportplek Bokdoornstraat 9 Recr. sportplek Daniëlsplein 10 Trapveld Venusstraat Dienstverlening 1 MKB Nijmegen (Wolfskuilseweg) 2 Huisarts, Fysiotherapie, Apotheek Servicepunt (Dennenstraat 106) 3 Huisartsenpraktijk Daniëlsplein 4 4 Pauze Therapie-Advies (Cronjestraat 81 5 Ennea Inside Coaching-Massage Zonstraat 6 6 Parochie Hees Kerk Antonius Abt Dennenstraat 121 7 Augustijns Centrum de Boskapel (Graafseweg 276) 8 St. Josefklooster, zorgcentra (Kerkstraat 65) 5 6
Begeleid zelfstanding wonen voor jongeren tussen de 15 - 19 jaar. 24-uurs crisisopvang Bijzonderheden In 2007-2008 heringericht. Het veld kan t.z.t. mogelijk gebruikt worden door Blauw Wit. Tennisaccommodatie in eigendom en beheer bij Tachys. Sportvelden en sporthal zijn in eigendom en beheer bij Quick 1888 (ook in gebruik als 4daagse camping). Hier wordt een sportcollege ontwikkeld. Gymzaal vooral t.b.v. onderwijs. Bij evt. herbouw is clustering met de Uranusstraat te overwegen. Gymzaal vooral t.b.v. onderwijs. Bij evt. herbouw is clustering met Fl. Nightingalestr. te overwegen. Binnenbaden en buitenbad in eigendom en beheer bij Sportfondsen Nijmegen. Bijzonderheden Beheerde wijkspeeltuin voor kinderen met een beperking. Het beheer wordt verminderd/verdwijnt Bijzonderheden -
27
Toelichting voorzieningen voor maatschappelijke opvang Het gaat om voorzieningen voor (kortdurende) opvang, ambulante verslavingszorg en vrouwenopvang. De voorzieningen zijn er op gericht mensen te helpen om daar waar mogelijk weer de regie op het eigen leven terug te krijgen en terugval te voorkomen. Vanuit deze voorzieningen proberen we mensen verder door te leiden richting zorg en indien mogelijk naar een meer permanente verblijfsplek. De voorzieningen voor maatschappelijke opvang dienen écht als vangnet. De gemeente is verantwoordelijk voor deze voorzieningen. De wijken Hees en Heseveld kennen twee voorzieningen voor maatschappelijk opvang die relatief dicht bij elkaar zijn gelegen: jongerenopvang Sancta Maria aan de Bredestraat en de Crisisopvang aan de Uranusstraat. Beide voorzieningen zijn al geruime tijd in de wijk gevestigd en hebben het nodige draagvlak.
28
3.7
Economische functies Kantoren Gelet op de ontwikkeling van de vraag naar kantoorruimte en de aanbodgegevens uit de gemeentelijke planexploitaties is de huidige planvoorraad in Nijmegen tot 2020 toereikend. De kantorenmarktstrategie is gericht op een optimale ontwikkeling van de grotere kantorenlocaties in Nijmegen-Noord en in de omgeving van het Centraal Station. Tegelijkertijd worden er randvoorwaarden aangereikt voor de ontwikkeling van kantoren op andere potentiële locaties. In de huidige panden langs de singels en hoofdradialen, zoals de Graafseweg, zijn kantoren mogelijk tot 1000m2. Flexibiliteit op de kantorenmarkt is het leidende principe. Als een ontwikkelaar een mooi pand wil ontwikkelen op een locatie waar dat zou kunnen en de eindgebruiker is bekend, dan wil de gemeente daarvoor de randvoorwaarden aanreiken. In de wijken Hees en Heseveld is zo’n ontwikkeling bekend aan de Graafseweg. Er zijn plannen om het bedrijfsverzamelgebouw in het Augustijnenklooster uit te breiden met mogelijkheden voor kleinschalige kantoren en/of bedrijven. Het idee is om binnen de bouwmassa ook een woonfunctie mogelijk te maken. Verder zijn er een aantal kleinschalige kantoren gevestigd in Hees en Heseveld langs de Neerboscheweg, Energieweg en Wolfskuilseweg. Bedrijven In het plangebied zijn 536 bedrijven gevestigd. In de tabel zijn de meest voorkomende sectoren weergegeven. Het grootste gedeelte van de bedrijvigheid bevindt zich in woonhuizen. Het gaat vooral om dienstverlenende activiteiten, bouwbedrijven en gezondheidszorg. Veel van de genoemde bedrijven hebben alleen een postadres ter plaatse. Op het adres vinden geen bedrijfsmatige activiteiten plaats. Eén van de speerpunten van het sociaaleconomisch beleid is het terugbrengen van economische activiteiten naar de stad én de wijken. Het gaat vooral om de vestiging van kleinschalige (ambachte-
30
lijke) ondernemingen en het stimuleren van starters. Ruimtelijk kan dit zich uiten in ondernemen in of aan huis, toenemende behoefte aan woon/werkpanden en economische herontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid. Overzicht aantallen bedrijven per categorie (inclusief SBI code) Nr. SBI Categorie 1 86 Gezondheidszorg 2 70 Holdings (niet financieel), concerndiensten 3 85 Onderwijs 4 47 Detailhandel (niet in auto’s) 5 90 Kunst 6 46 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto’s en motorfietsen) 7 96 Wellness en overige dienstverlening, uitvaartbranche 8 43 Gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw 9 88 Maatschappelijke dienstverlening (zonder overnachting) 10 62 Dienstverlenende activiteiten op het gebied van ICT 11 69 Rechtskundige dienstverlening, accountancy, belastingadvies en administratie Overige categorieën Totaal
Aantal 52 44 41 40 32 28 28 26 24 21 20 180 536
Bedrijvigheid in de wijken moet qua aard en omvang aansluiten bij de functie van de directe omgeving (vooral wonen) en de behoefte. Bedrijvigheid aan huis is toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50m2 en onder voorwaarde dat het geen overlast voor de omgeving veroorzaakt (o.a. op het gebied van verkeer en milieu). In de wijken kan gedacht worden aan het ontwikkelen en stimuleren van bedrijfspanden voor starters, woon- werkcombinaties en huiskamerondernemingen. Detailhandel Het hoofdwinkelcentrum van Hees en Heseveld ligt aan de Molenweg en is ongeveer 1200 m2 wvo groot. De Coöp is één van de verkooppunten in dit winkelcentrum en met ca. 700m2 wvo aan de kleine kant voor een moderne supermarkt. Toch biedt de supermarkt samen met een aantal speciaalzaken een aantrekkelijk aanbod voor de wijkbewoners. In de rest van de winkelstrip is een overschot aan kleine winkelruimten, die regelmatig van huurder wisselen. De leegstand is vrij hoog. De landelijke tendens van toenemende leegstand
in buurtwinkelcentra door schaalvergroting, branchevervaging en toenemende mobiliteit van de consument is hier duidelijk merkbaar. De winkels lijken niet te kunnen overleven en worden steeds vaker vervangen door dienstverlenende bedrijvigheid, zoals uitzend- en detacheringbureaus. Overzicht winkelcentrum Molenweg (Zuid) Sector Winkelcentrum Molenweg (Zuid) Detailhandel Dagelijkse Coöp boodschappen Robbert Echte Bakker Kabul Market (groente en fruit) Niet-dagelijkse Dierenspeciaalzaak Erica boodschappen Schoenmakerij van Antwerpen Kabul kledingreparatie Overig Café West-End De IJssalon Shanghai Chinees afhaalcentrum Rotana Pizzaservice Computerwinkel Yasicom International Kapper Meriam Koopman Kappers Woninginrichting Car Kid speelgoed La Ka Detachering Simonsson Electronic elektrische scooters
Behalve in het winkelcentrum komen in de wijken Hees en Heseveld diverse andere winkels voor, onder andere speciaalzaken. Hieronder volgt een overzicht van een aantal kenmerkende winkels. Een volledig overzicht voor heel Nijmegen-West wordt uitgewerkt in het kader van de actualisatie van het bestemmingsplan. Overzicht overige detailhandel Adres Dennenstraat 69 Paul Krugerstraat 109 Wolfkuilseweg 29 Wolfkuilseweg 149 Wolfkuilseweg 67 Oude Graafseweg 96 Hatertseveldweg 283
Naam onderneming Thoonen Fiets en Fitness Sportshop Richard Kregting Eigenhuijsen Muziek Jumper Huisdierendiscount Tapijtshop Haefkens Bouwmarkt Van Werkhoven Jos Huisman Tweewielers
Horeca Het beleid bepaalt dat er met name in het stadcentrum ruimte is voor horeca. Daarbuiten wordt alleen horeca toegestaan met een wijkfunctie, bestemd voor de eigen bewoners. Verspreid in Hees en Heseveld zijn 4 horecagelegenheden gevestigd met een wijkfunctie. Deze horeca is van belang voor de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving. Uitbreiding van het bestaande aanbod ligt niet voor de hand. Er worden kansen geboden aan nieuwe horeca, mits deze kleinschalig is en aanvullend op het bestaande aanbod. Overzicht horeca Straat Neerbosscheweg 645 Molenweg 145 Kerkstraat 205 Generaal Smutsstraat 21
Naam onderneming Bastion Hotel Café West-End Gasterij Als Toen Automatiek en snackbar Piccadilly
Naast de reguliere horeca is er ook ondersteunende horeca. Het gaat hierbij om zaken zoals winkels, recreatieve voorzieningen en sportvoorzieningen die geen (planologische) hoofdbestemming horeca hebben, maar waar men tegen betaling wel iets kan eten of drinken. Een beperkt deel van het oppervlak mag gebruikt worden voor het plaatsen van tafels en stoelen. In Nijmegen West zijn dit naast de sportaccommodaties en wijkcentra ook een aantal snackbars en pizzeria’s op een detailhandelsbestemming. Overzicht ondersteunende horeca Straat Naam onderneming Daniëlsplein 3 Wijkcentrum Heseweide Energieweg 47 Sportpark De Schoonhorst Planetenstraat 65 Sportfondsenbad West Dennenstraat 25 Sportpark De Dennen (inclusief O.C. Huismanhal) Klimopstraat 8 Chinees afhaalcentrum Xing Xing Molenweg 263 Rotana pizzaservice Wolfkuilseweg 99 Pizzeria Cafetaria La Bella
31
x
3.8
Verkeer en vervoer Autoverkeer Het hoofdwegennet (zie kaar 9a Verkeer - Auto) is belangrijk voor het functioneren van het verkeerssysteem in een wijk. De stedelijke hoofdwegen Graafseweg, Neerbosscheweg en Energieweg maken deel uit van de toegangswegen naar de stad (gebiedsontsluitingswegen type A). De Rosa de Limastraat, Molenweg en Paul Krugerstraat en net buiten het plangebied de Wolfskuilseweg zorgen voor de verkeersontsluiting van de wijk (gebiedsontsluitingswegen type B). De overige straten zijn erftoegangswegen en vormen een verblijfsgebied. Hier rijdt geen doorgaand verkeer. Er zijn sobere en doelmatige aanpassingen gedaan om te voldoen aan een 30 km/uur inrichting. De huidige inrichting met in asfalt uitgevoerde straten en lange rechtstanden voldoet echter niet aan de inrichtingseisen van een verblijfsgebied. Bij onderhoud van wegen en straten moet de inrichting definitief aangepast worden aan het 30 km-verblijfsgebied.
x
Hatertseveldweg/Groenestraat: de fietsoversteek moet hier worden verbeterd. De knelpunten aan de Wolfskuilseweg/Molenweg en de oversteek naar de Verbindingsweg moeten in een groter kader worden opgepakt.
Parkeren Het Daniëlsplein is het grootste parkeerterrein voor het winkelcentrum. De ontsluiting van het plein laat te wensen over en moet nader worden onderzocht. Op locaties waar verschillende functies bij elkaar komen kan het op piekmomenten krap worden, zoals in de Planetenstraat, Maanstraat en Zonstraat. Deze straten hebben overlast van bezoekers aan de winkels op de Molenweg. Verder hebben veel straten in de wijk een smal profiel. Parkeren is hier lastig. Oplossingen lijken niet of nauwelijks voor handen.
Verkeersveiligheid Voor de wegen en kruispunten in Nijmegen zijn de ongevallen in de periode 2005-2009 geanalyseerd. Hieruit blijkt dat in het plangebied geen locaties als een black spot aangemerkt kunnen worden. Dit zijn locaties waar in een periode van drie jaar, zes of meer letselongevallen en/of dodelijke ongevallen plaatsvinden. Op de rand van de wijk ligt wel een blackspot op de Energieweg. De Energieweg wordt in 2012 gereconstrueerd en daarmee wordt deze blackspot aangepakt. Als gekeken wordt naar het aantal ongevallen in de wijk, vertoont dit een lichte daling over de afgelopen 5 jaar. Op een aantal locaties in de wijk zijn nog wel verkeersonveilige situaties aan te wijzen: x x
Graafseweg/Dennenstraat: het verkeerslicht is inmiddels bijgesteld. Floraweg/Oude Graafseweg: hier wordt een extra opgeblazen fiets opstelstrook gerealiseerd en de fietsstroken worden beter gemarkeerd.
Ook in de Venusstraat, Plutostraat en Neptunusstraat zijn parkeerproblemen. Er wordt geparkeerd op trottoirs en in bochten. Dit levert soms hinderlijke situaties op. Op termijn moet het mogelijk zijn om extra parkeerplaatsen (langparkeervakken) te realiseren op de 33
randen van de groenstroken tussen de Plutostraat/Venusstraat, de Plutostraat/Neptunusstraat en de Neptunusstraat/Saturnusstraat. Voor een strook van 2,5m breed is hiervoor een aanpassing van de bestemming noodzakelijk van groen naar verkeersdoeleinden. Zie de paarse belijning op onderstaand kaartje.
(reizen) en ‘zo snel mogelijk naar de bus’ (lopen, wachten). Vrijwel alle lijnen in de wijk hebben het karakter van een verbindende lijn met eindbestemming Nijmegen CS. De wijk wordt goed bediend met verschillende buslijnen, zowel door de wijk als aan de randen (zie kaart 9b Verkeer - Openbaar vervoer). Lijn 6 rijdt via de Molenweg, Paul Krugerstraat en de Rosa de Limastraat en heeft 4 haltes in de wijk. De lijnen 2, 86 en 99 rijden via de Graafseweg en halteren ter hoogte van de Dennenstraat en Wolfskuilseweg. Lijn 7 en 289 rijden via de Energieweg en halteren ter hoogte van de Wolfskuilseweg en de Dennenstraat. Alleen in de omgeving van de Kerkstraat en de Bredestraat zijn de loopafstanden tot de bushalten wat groter. De perronhoogte van de bestaande halten zal worden aangepast om de toegankelijkheid te verbeteren. Fietsverkeer In het verblijfsgebied worden geen fietspaden aangelegd, wel op de gebiedsontsluitingswegen. Langs de Wolfskuilseweg liggen fietsstroken, net als op het grootste gedeelte van de route Molenweg/ Paul Krugerstraat/Rosa de Limastraat (zie kaart 9 c Fietsroutes). Een deel van de Molenweg - tussen de Wolfkuilseweg en het Daniëlsplein - is gereconstrueerd: er zijn aanliggende verhoogde fietspaden aangelegd en er is een overrijdbare middengeleider gerealiseerd. Op de Hatertseveldweg en de Flemingstraat zijn auto’s te gast. De fietser is hier de belangrijkste verkeersdeelnemer. Deze twee straten maken onderdeel uit van de snelfietsroute NijmegenWijchen. Eén van de mogelijke toekomstige tracés voor de snelfietsroute richting Beuningen loopt door de Dennenstraat
Openbaar vervoer (OV) OV moet niet alleen een goed alternatief zijn voor de auto, ook diegenen die niet over een geschikt eigen vervoermiddel beschikken moeten per OV naar de belangrijke (sociale) voorzieningen kunnen reizen. De basisfilosofie van het OV-netwerk is een stelsel van lijnen met een optimale verhouding tussen ‘zo snel mogelijk in de bus’
34
Brandweerbereikbaarheid In het kader van de brandweerbereikbaarheid is gewerkt aan de smalle straten in de wijk. Een aantal straten is echter niet opgenomen in het project, terwijl zij wel degelijk aandacht behoeven. Dit speelt vooral in de Jeruzalembuurt: vooral de Duindoornstraat, de Transvaalstraat en Hulststraat zijn erg smal.
3.9
Groen Natuur en landschap De bijzondere ligging van Nijmegen op een kruispunt van het rivierengebied, de hogere zandgronden en het stuwwallencomplex zorgt ervoor dat rondom de stad. Maar ook binnen de stadsgrenzen een verscheidenheid aan leefmilieus voor planten en dieren aanwezig is. Grootschalige natuurgebieden om de stad, zoals de Gelderse Poort, de uiterwaarden van de Waal, de Ooijpolder, Heumensoord en het Hatertse Vennengebied fungeren als brongebied voor de natuurwaarden in de stad. Deze gebieden zijn begrensd en beschermd als Natura 2000-gebied of als Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de directe omgeving van Hees - Heseveld zijn geen EHS of Natura 2000-gebieden gelegen. Door Heseveld loopt wel een duidelijk zichtbaar hoogteverschil als gevolg van de ligging op de rand van een uitloper van de stuwwal. Kenschets openbaar groen De basis van Hees is een oude dorpskern met oude wegen, statige panden en een aantrekkelijke groenstructuur. Vanouds is het een e tuindorp. Al in de 17 eeuw werden in Hees landerijen opgekocht en buitenplaatsen gebouwd. Het particuliere groen draagt ook nu nog bij aan de groene ruime sfeer in de wijk. De wijk maakt zeker ook een ruime, groene indruk door het aangrenzende parkgebied Park West. Hieronder vallen het Planetenpark en Kometenpark (ook wel Dorpspark Hees genoemd), het Distelpark en Noordelijke zone. Grootschalige groenvoorzieningen in Heseveld zijn het sportpark de Dennen, de speelplek en begraafplaats tussen de Graafseweg en de Haterseveldweg, het groen nabij het Augustijnenklooster, het buurtparkje nabij de Seringenstraat en uiteraard het dorpspark Hees. Het percentage openbaar groen ten opzichte van de gehele openbare ruimte van Hees en Heseveld is 8,4%. Dit is beneden het Nijmeegse gemiddelde van 11,1%. Het openbaar groen kent een variatie van maaigazons, bloemen- en kruidenweides en heesterbeplanting.
38
Dorpspark Hees
Door Hees en Heseveld loopt ook één van de Nijmeegse ommetjes. Dit zijn korte wandelroutes in de wijk met een gemiddelde lengte van 3 à 4 kilometer. Door verbindingen te maken tussen de verschillende ommetjes in de stad ontstaat een netwerk. Als dit netwerk aansluit op de ommetjes rondom de stad, kan elke Nijmegenaar dichtbij huis recreëren en snel naar het omliggende landschap komen. Monumentale en waardevolle bomen De boomstructuur volgt de oude lijnen van Hees en heeft als centrale hoofdlijn de Molenweg/Paul Krugerstraat. Een aantal andere lijnen dient versterkt te worden zoals de Graafseweg, Rosa de Limastraat, Dennenstraat, Planetenstraat en Daniëlsweg. Voorjaar 2011 zijn de gemeentelijke monumentale bomen in kaart gebracht. Eind 2011 worden ook de particuliere monumentale bomen geregistreerd. De afbeelding op de volgende pagina geeft de monumentale en waardevolle gemeentelijke bomen in Hees en Heseveld weer: x
Monumentale bomen (donkerblauw) zijn speciaal door hun leeftijd, schoonheid of zeldzaamheid. Ze staan vaak op
x
bijzondere plekken en zijn beeldbepalend voor de omgeving. Ze worden met extra zorg en bescherming omringd. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen worden kapvergunningen verleend. Een voorbeeld van een monumentale boom is de Taxus Baccata, die staat in de tuin van Kerkstraat 127. Daarnaast is ook de groep ‘waardevolle bomen’ geïnventariseerd. Deze zijn op de afbeelding met lichtblauw aangeduid. Deze bomen zijn nu nog niet monumentaal, maar staan wel op de nominatie dat in de toekomst te worden.
Hoofdpunten Hees en Heseveld uit het groenplan (zie bijlage) Hees is een op zichzelf staande eenheid. De dorpse sfeer is het uitgangspunt bij verdere ontwikkelingen. Veel van het groen is via het bestemmingsplan vastgelegd om te behouden. Het groen in de Bouwmeester- en Afrikanenbuurt moet beter worden afgestemd op de bijzondere architectuur. In de Simon Stevinstraat en Joulbertstraat wordt het groen weer in de oorspronkelijke vorm teruggebracht. De beeldbepalende ligusterhagen bij de voor- en zijtuinen worden gehandhaafd en waar mogelijk terug gebracht. De laanbeplanting laat op sommige plekken te wensen over. Vooral de laanbomenstructuur in de Molenweg en Daniëlsweg kan versterkt worden. Concrete projecten zijn echter nog niet geformuleerd. Door het groen langs de Neerbosscheweg te versterken tot een groenstrook van minimaal 20m breed met voldoende opgaande beplanting, kunnen geluidsoverlast en fijnstof beperkt worden voor het achterliggende woongebied. Het achterliggende gebied wordt ontwikkeld volgens het dorpse karakter van de oude Dennenstraat, namelijk als een zone met verspreid staande bebouwing in het groen. De groene zone langs de weg wordt hierin ook meegenomen. Verbetering van de kwaliteit van het groen is tenslotte goed mogelijk in de plantsoenen in de Planetenbuurt. Dit kan integraal opgepakt worden met verbetering van de parkeersituatie en de afkoppeling van regenwater.
Afbeelding monumentale en waardevolle gemeentelijke bomen Hees - Heseveld
39
3.10
Water Integraal waterbeheer Voor het totale waterbeleid wordt de term Integraal Waterbeheer gebruikt. In het Waterplan Nijmegen wordt onderscheid gemaakt in watersysteem en waterketen. Het watersysteem omvat grofweg de cyclus van het regenwater, oppervlaktewater, grondwater en de bijbehorende leefgemeenschappen. De waterketen omvat het menselijk ingrijpen hierin. Zowel onderdelen van het watersysteem als de waterketen kunnen van belang zijn om een (dubbel)bestemming te krijgen in een bestemmingsplan. Bijvoorbeeld als het gaat om oppervlaktewater of infiltratievoorzieningen, waterkeringen of grondwaterbeschermingsgebied. Daarnaast moet men in een bestemmingsplan rekening houden met zaken die geen eigen bestemming hebben, maar wel van belang zijn voor de voorschriften. Bijvoorbeeld als er een rioolpersleiding ligt, waarboven niet gebouwd mag worden. Het watersysteem in Nijmegen Nijmegen is prachtig gelegen op de overgang van de stuwwal naar het lager gelegen poldergebied. Boven op de stuwwal ligt de grondwaterstand 10 tot 50m onder het oppervlak. Regenwater dat in dit gebied op onverhard oppervlak valt, zakt na verloop van tijd weg in de ondergrond. Alleen op plaatsen met ondoordringbare kleilagen stroomt het water horizontaal weg en treedt als beek naar buiten. Dit komt alleen buiten Nijmegen voor. Het zand van de stuwwal ‘filtert’ het water, waardoor in diepere lagen schoon grondwater voor de drinkwatervoorziening beschikbaar komt (Heumensoord). Op de stuwwalhelling is geen oppervlaktewater aanwezig. Er zijn wel enkele overstortvijvers, die onderdeel van het rioolstelsel zijn. Het gebied direct ten oosten van het Maas-Waalkanaal kan worden gezien als het overgangsgebied van hoog naar laag. Dit gebied kent sterk wisselende grondwaterstanden. Kleilenzen in de bodem belemmeren plaatselijk het wegzakken van regenwater. Hierdoor
kan het water in de tuinen blijven staan. Het lage deel van Nijmegen is gelegen in Dukenburg, Lindenholt en de Waalsprong. Het watersysteem in Hees en Heseveld Binnen het plangebied is het noordwestelijke deel van Hees en Heseveld het laagst gelegen. De hoogste grondwaterstand ligt hier tot minder dan twee meter beneden maaiveld. De waterstand in het Maas-Waalkanaal heeft merkbare invloed op de grondwaterstand. Huizen met kelders of souterrains kunnen met wateroverlast te maken krijgen. De zuidoostkant van Hees - Heseveld ligt behoorlijk wat hoger en heeft bij de Graafseweg grondwaterstanden tot meer dan tien meter beneden maaiveld. In de wijken bevindt zich geen oppervlaktewater. Op de hoek van de Neerbosscheweg en de Rosa e de Lima-straat bevindt zich een grondwaterpeilbuis. In de 2 Oude Heselaan is een neerslagmeter gesitueerd. De waterketen in Hees en Heseveld Het hemelwater dat in Nijmegen ten oosten van het kanaal op het verhard oppervlak valt wordt afgevoerd naar het rioolstelsel. Het hemelwater en afvalwater wordt gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij stortbuien is er onvoldoende opvangcapaciteit en stroomt het riool over in overstortvijvers of ander oppervlaktewater. In Hees en Heseveld liggen twee overstorten bij de Bredestraat/ Laarse Dam en de Dr. Blècourtstraat/Energieweg. Er zijn geen (overstort)vijvers. Het overstortwater wordt vanaf de Bredestraat afgevoerd via een watergang langs de Ambachtsweg naar de watergang langs de Oostkanaaldijk en komt uit bij het oppervlaktewatergemaal van Neerbosch-Oost. Het water van de overstort Dr. Blècourtstraat/Energieweg wordt afgevoerd via een regenwaterriool in de Energieweg naar een watergang langs de Neerbosscheweg en komt via de watergang langs de Oostkanaaldijk ook uit bij het oppervlaktewatergemaal van Neerbosch-Oost. Onder de Rosa de Limastraat ligt een persleiding. Hierdoor wordt afvalwater van het rioolgemaal Neerbosch-Oost afgevoerd naar het
41
transportriool en komt via Heseveld uit bij rioolgemaal De Biezen. De persleiding van rioolgemaal De Biezen naar de rioolwaterzuivering in Weurt passeert Hees onder de Energieweg ter hoogte van de Wolfkuilseweg tot iets voorbij de Ambachtsweg. Zie voor de ligging van de rioolpersleidingen kaart 11c Leidingen. Om de hoeveelheid overstortingen te verminderen wordt de afvoer van hemelwater van verhard oppervlak in de bestaande stad afgekoppeld van de riolering, waardoor regenwater de grond in kan zakken. Dit afkoppelen kan ook plaatsvinden in Hees-Heseveld. De Wetstraat/Bothastraat zijn deels voorzien van infiltratieverharding. Van de straat afstromend hemelwater kan hierdoor in de bodem infiltreren. Ondergrondse infiltratie van afstromend hemelwater via zakputten/permeobuizen is aanwezig onder de Oude Graafseweg. Infiltratie van afstromend hemelwater vindt ook plaats door wadi’s bij de gebouwen van de scholengemeenschap Nijmegen-West.
3.11
Klimaat Op klimaatgebied heeft de gemeente nog geen volledig overzicht van de huidige sterke en zwakke punten van de wijken in de stad. Deze informatie wordt wel verzameld in het kader van het Europese project Future Cities. Uit voorbereidende studies valt af te leiden dat wijken met voldoende groenstructuren, weinig aaneengesloten onbeschaduwde verharding en een watersysteem met oppervlakkige afwatering beter op klimaatveranderingen en klimaatextremen zijn voorbereid dan wijken waar dit niet het geval is. Hees en Heseveld zijn in dit opzicht middenmotors in de stad. De woningvoorraad in de wijken is relatief oud. Dit houdt in dat er op energiegebied (isolatie, energiebesparing en inzet duurzame bronnen) nog veel mogelijkheden liggen.
3.12
Milieu
3.12.1 Bedrijvigheid Bedrijvigheid is - in de zin van de Wet milieubeheer - die bedrijvigheid die vermeld staat in Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht en als zodanig als inrichting aangemerkt zou kunnen worden. Bij de actualisatie van het bestemmingsplan zal de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld worden aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten in Nijmegen - al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu - zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt voor de milieuzonering in bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten, zoals geluid, geur, stof, gevaar (vooral brand- en explosiegevaar), verkeer en visuele aspecten van belang. De Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen bevat ook typen bedrijven die binnen Hees en Heseveld zeker niet gewenst zijn. Beide wijken bestaan vooral uit rustige woongebieden. Uitgangspunt is dat vooral bedrijvigheid in de categorieën SBI 1 en 2 (creatieve industrie en groothandel en logistiek) passend is binnen een woongebied als Hees - Heseveld. Uitgangspunt is ook dat de bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in een woongebied maar waarvoor verplaatsing op korte termijn niet haalbaar is, moet worden geaccepteerd op basis van verworven rechten. Deze bedrijvigheid wordt als een verbijzondering op de toegelaten categorieën wel toegestaan. De bedrijvigheid moet uiteraard wel voldoen aan de criteria die de Wet milieubeheer oplegt, zodat er geen sprake is van onaanvaardbare hinder naar de omgeving. Langs de hoofdverkeersaders in en rond Hees en Heseveld (Neerbosscheweg, Graafseweg, Molenweg, Wolfskuilseweg) zijn op een aantal (geclusterde) uitzonderingen na niet of nauwelijks bedrijven
42
gevestigd. In onderstaand overzicht en kaart 11a zijn de bedrijven binnen het plangebied aangegeven, die niet onder de categorieën horeca, sportvoorzieningen, kantoren, woongebouwen, opleidingsinstituten, detailhandel en medische praktijken vallen. Overzicht bedrijven Hees-Heseveld Straat Naam Daniëlsweg 60 Bandenservice de Kraijenhoff Energieweg 35 Liander Energieweg 65 Applied Materials Europe B.V. Graafseringweg 34 NUON Graafseweg 250 Autopoetsbedrijf NovioGelre Klimopstraat 40 Hydroland Molenweg 119 BP Station van Wijk Molenweg 121 Vakgarage Van Ottele Molensweg 227 Dierenspeciaalzaak Erica Oude Graafseweg 5 Wil van IJzerdoorn Bedrijfsauto’s Oude Graafseweg 15 NUON Oude Graafseweg 62 Interscreen ReklameZeefdrukkerij Oude Graafseweg 108 A. de Jong Autocarrosseriebedrijf Oude Graafseweg 210 Hermens Meubelbedrijf Paul Krugerstraat 76 Bloemenshop Corona Vuurdoornstraat 19 Wolfskuilseweg 67
NUON Tapijtshop Haefkens
Wolfskuilseweg 81 Wolfskuilseweg 117
Boekbinderij Meyer Transportbedrijf Cormelissen Houkes Motortechniek
Wolfskuilseweg 251 Wolfskuilseweg 251 Wolfkuilseweg 253 Wolfkuilseweg 267
Meubelmakerij Wes en Van den hoek René Elvers Vleeswaren Belvedère B.V. Installatiebureau Hartog BV
Er zijn buiten het plangebied een aantal inrichtingen aanwezig die ontwikkelingen binnen het plangebied kunnen beïnvloeden.
SBI Omschrijving 5020.2 Bandenservicebedrijf
Cat. 2
4000.3 Gasreduceerstation 5165.7 Groothandel elektromateriaal 4000.3 Gasreduceerstation 5010.4 Garagebedrijf
3.2 3.1
6312.3 Opslag 5050 Benzineservicestation 5010.3 Garagebedrijf 5246.8 Bouwmarkten met vuurwerkverkoop 5010.3 Handel in en reparatie van bedrijfsauto’s 4000.3 Gasreduceerstation 2222.3 Drukkerij van reclame
2 2 2 2
5020.4 Garagebedrijf/ carrosseriebedrijf 3612.1 Interieurbouw 5249.1 Bloemenwinkel/ vuurwerkshop 4000.3 Gasreduceerstation 5249.7 Winkels in vloerbedekking 2223 Grafische afwerking 6024.2 Goederenvervoer over de weg 5040 Handel in en reparatie van motorfietsen 3612.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren 4533.1 Installatie van sanitair
2
3.2 2
2 3.2 2
3.2 2 3.2 2 1 3.2 2 3.2 3.2 3.1
Overzicht inrichtingen buiten het plangebied Straat Naam Energieweg 27 V.O.F. van Raay Energieweg 28 Asfaltcentrale Nijmegen Energieweg 28 Energieweg 30 Energieweg 46
Dura Vermeer Kwaliteitsdienst Nijmeegse Betoncentrale Alewijnse Groep
Energieweg 72 Energieweg 76
Peter Kersten Drukkerij Quickprint BV
Gerstweg 2
NXP Semiconductors
SBI Omschrijving 0113 Fruitteelt 2682 Asfaltcentrale p.c. > 200 t/h 5010.3 garagebedrijf bedrijfsauto’s 2663 Betonmortelcentrale 4531 Elektrotechnische bouwinstallatie 3612.1 Interieurbouw 2222.2 drukkerij van tijdschriften 3210 Elektronische componenten
Cat 2 4.2 3.2 4.2 3.1 3.2 3 2 4.1
3.12.2 Geluid Bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen, zoals wonen en onderwijs moet worden onderzocht of de geluidsbelasting niet te hoog is. Hierbij geldt de Wet geluidhinder. Deze wet stelt eisen aan de geluidsbelasting veroorzaakt door wegverkeer, railverkeer en gezoneerde industrieterreinen. Aanvullend hanteren wij de beleidsregels Hogere Waarde(n) Wet geluidhinder. De Wet Milieubeheer regelt de geluidsbelasting van bedrijven. Hieronder na gaan we in op de geluidsbronnen die vallen onder de Wet geluidhinder. De Wet Geluidhinder heeft tot doel geluidhinder veroorzaakt door weg- en railverkeer en gezoneerde industrieterreinen te beperken. In de wet zijn grenswaarden opgenomen, die bij voorkeur niet mogen worden overschreden: de zogenaamde voorkeurswaarden. Bij geluidsbelastingen die niet meer bedragen dan deze waarden is over het algemeen sprake van een acceptabel akoestisch klimaat. De voorkeurswaarden gelden alleen binnen wettelijk vastgelegde zones langs verkeers- en spoorwegen en gezoneerde industrie-
43
terreinen. Deze zones zijn aandachtsgebieden waarbinnen de geluidsbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen bekeken moet worden. Bij nieuwe ontwikkelingen van binnen deze zones is altijd een akoestisch onderzoek vereist als het gaat om geluidsgevoelige bestemmingen. Wegen waarop een 30 km/uur regime van toepassing is kennen geen wettelijke zone. Er is dan ook geen wettelijke plicht deze wegen in een akoestisch onderzoek te betrekken. Geluidsbron Wegverkeerslawaai Railverkeerslawaai Industrielawaai
Voorkeurswaarde (voor woningen) 48 dB (Lden) 55 dB (Lden) 50 dB (A) (LAeg)
Verkeerslawaai Aan de hand van het verkeersmodel 2020 is langs de hiervoor genoemde wegen de ligging van de 48 dB contour op een hoogte 1 van 5m boven maaiveld bepaald. De contouren zijn weergegeven op kaart 11b Geluidhinder. Railverkeerslawaai Aan de hand van het akoestisch spoorboekje Aswin 2009 en de gegevens uit het peiljaar 2006 verhoogd met 1,5 dB is de ligging van de 55 dB contour op een hoogte van 5m1 boven maaiveld bepaald. De contour is weergegeven kaart 11b Geluidhinder.
Het kan soms toch wenselijk zijn om een hogere geluidsbelasting dan de voorkeurswaarde toe te staan. De Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder geven deze mogelijkheid, maar kennen ook maximale waarden. Deze maximale waarden mogen niet worden overschreden. Hogere geluidsbelastingen mogen pas worden toegestaan als hiervoor, gelijk oplopend met de ruimtelijke ordeningsprocedure, een aparte Hogere Waardeprocedure is doorlopen. Hierop zijn specifieke vereisten van toepassing . In en rondom Hees-Heseveld liggen de volgende gezoneerde bronnen die het plangebied (kunnen) belasten (zie kaart 11b): x x x x x x x x x x
44
Energieweg (zone is 350 meter) Wolfkuilseweg (zone 200 meter) Graafseweg (zone 350 meter) Neerbosscheweg (zone is 350 meter) Molenweg (zone 200 meter) Dennenstraat, tussen Graafseweg en Paul Krugerstraat (zone 200 meter) Paul Krugerstraat (zone 200 meter) Spoorlijn Nijmegen - Den Bosch (zone is 200 meter) industrieterrein Nijmegen - west/Weurt industrieterrein Nijmegen Winkelsteeg
Industrielawaai Het industrieterrein Nijmegen West Weurt en het industrieterrein Nijmegen Winkelsteeg zijn gezoneerde industrieterreinen op grond van de wet geluidhinder. De ligging van de 50 dB(A) contour is op een hoogte van 5m1 boven maaiveld bepaald. De contouren zijn op kaart 11b Geluidhinder weergegeven. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zijn toegestaan buiten de 48 dB contour wegverkeerslawaai, de 55 dB contour railverkeerslawaai en 50 dB (A) contour industrielawaai. Binnen deze contouren zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting niet hoger is dan de voorkeurswaarde(n) of als er een Hogere Waarde is vastgesteld en wordt voldaan aan de beleidsregels Hogere Waarde(n) uit de Wet geluidhinder.
3.12.3 Bodem De uitvoerbaarheid van een bestemmingplan kan beïnvloed worden door het verontreinigd zijn van de bodem. Bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging moet voldoende inzicht worden gegeven in de financiële realiseerbaarheid van het plan door middel van een saneringsplan. De juridische uitgangspunten en beleidsmatige nuanceringen voor bodemonderzoek zijn aangegeven in de bijlage. Voor iedere locatie binnen het plangebied waar veranderingen in functie of bouw plaats gaan vinden, moet nagegaan worden of een bodemonderzoek nodig is. Als onderzoek nodig is en geen recent onderzoek voorhanden is, dan moet de initiatiefnemer onderzoek uit laten voeren. Uit het bodemonderzoek zal blijken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de gewenste ontwikkelingen of dat er een bodemsanering nodig is. Is het laatste het geval dan dient de initiatiefnemer een saneringsplan of BUS-melding (Besluit uniforme saneringen) in te dienen. Hierin worden ook de kosten van de sanering geraamd. De saneringskosten worden meegenomen in de exploitatieopzet.
3.12.4 Luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen. Daarnaast is in 2009 de AMvB gevoelige bestemmingen vastgesteld met afstandseisen voor gevoelige objecten, zoals kinderdagverblijven en scholen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen in Hees - Heseveld moet hiermee bij gevoelige bestemmingen rekening worden gehouden. Plannen worden getoetst aan de regelgeving voor luchtkwaliteit. Bedrijvigheid en luchtkwaliteit Het plangebied grenst aan bedrijvigheid ten noordwesten van de Energieweg. De uitstoot is hier echter niet zodanig dat overschrijding van grenswaarden buiten het bedrijventerrein te verwachten is. Wegverkeer en luchtkwaliteit Voor de luchtkwaliteit in Hees en Heseveld zijn naast de heersende achtergrondconcentraties de volgende wegen in en nabij het plan-
gebied van belang: Neerbosscheweg, Graafseweg, Energieweg en Wolfskuilseweg. De bestaande verkeersstromen zijn opgenomen in het rekenmodel in de heersende achtergrondconcentratie. Alleen bij ontwikkellocaties die extra verkeersbewegingen opleveren is een nadere toets nodig.
Graafseweg
Uit recent luchtkwaliteitonderzoek blijkt dat direct langs de hierboven genoemde wegen overschrijdingen van de grenswaarden plaatsvinden. De meeste overschrijdingen vinden echter plaats op het wegdek, waar formeel niet aan de grenswaarden voldaan hoeft te worden. De verwachting is daarnaast dat de luchtkwaliteit in het plangebied in de nabije toekomst onder de dan geldende wettelijke normen zal liggen, mede door uitvoering van maatregelen in het NSL en het Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Nijmegen 20102014. Desondanks blijft dit een gebied met veel bronnen voor luchtverontreiniging. Hiermee kan rekening gehouden worden door: x x x x
te zorgen voor het afvangen van luchtverontreiniging door groeninrichting (met bijkomende voordelen voor het klimaat en de leefbaarheid); woningen af te schermen van de vervuilde lucht; het type en de wijze van onderhoud van wegdekken; nieuwe bedrijvigheid aan te laten sluiten bij lopende ontwikkelingen (stadsdistributie, milieuzone stadscentrum); 45
x x
x x x
in de eerstelijns bebouwing langs drukke stadswegen geen scholen, kinderdagverblijven of zorginstellingen als nieuwe bestemming te plaatsen; het verminderen van de behoefte tot verplaatsing per auto door bijvoorbeeld befietsbare/beloopbare afstanden naar bushaltes, het treinstation en het stads(deel)centrum, goede fietsstallingsvoorzieningen; het aandeel vrachtverkeer te beïnvloeden met goede routes buiten het gebied; rijgedrag te beïnvloeden door weginrichting; vervuilende vervoersstromen weren binnen bepaalde gebieden (in de buurt van scholen, sportvelden, etc.)
3.12.5 Externe veiligheid Met betrekking tot externe veiligheid onderscheiden we twee typen risico’s: a) externe veiligheid door inrichtingen en bedrijven en b) externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen. Bij de onderstaande uitwerkingen is het uitgangspunt dat het bestemmingsplan Nijmegen West, waarbinnen Hees en Heseveld zijn gelegen, in overwegende mate conserverend van aard is. Inrichtingen en bedrijven De externe veiligheid door inrichtingen en bedrijven wordt geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Het besluit is van toepassing op risicovolle bedrijven, zoals LPG-tankstations, BRZO-bedrijven en koel- of vriesinstallatie(s) met een inhoud van meer dan 1500kg ammoniak. Het BEVI kent een verdeling naar plaatsgebonden risico’s (PR) en groepsgebonden risico’s (GR). Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden aangegeven. Het groepsrisico wordt getoetst aan oriënterende waarden. Hiervan kan onder een aantal voorwaarden worden afgeweken. Er moet een Collegebesluit aan ten grondslag liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen. Voorafgaand aan het Collegebesluit wordt de Regionale Brandweer in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.
46
NXP Semiconductors In Hees en Heseveld is geen inrichting aanwezig waarop het besluit van toepassing is. Wel is er een inrichting buiten het plangebied gelegen, waarvan de invloedssfeer tot in het plangebied reikt (zie kaart 11c Externe veiligheid). Het gaat om NXP Semiconductors, waarvan een opslag- en afvulinstallatie van waterstof deel uitmaakt. Het bedrijf valt onder het Besluit Risico’s Gevaarlijke Stoffen 1999 en daarom is op deze inrichting het BEVI van toepassing. Het bedrijf heeft in het kader van haar Veiligheidsrapportage een Kwantitatieve Risico Analyse laten opstellen. x x
-5
De contour van het plaatsgebonden risico (zowel voor 10 als voor 10-6) ligt binnen de terreingrens van het bedrijf en raakt niet aan Hees - Heseveld. De groepsrisicocontour ligt in de huidige situatie 200m vanaf de terreingrens van de inrichting en blijft ruim onder de oriënterende waarde. Binnen het invloedsgebied van het bedrijf zijn geen ontwikkelingen gepland, waardoor de bevolkingsdichtheid kan toenemen. Gezien de beperkte mogelijkheden binnen het plangebied is dit ook niet te verwachten. Het groepsrisico binnen de invloedgebieden zal door het plan niet toenemen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen Binnen en nabij het plangebied zijn de volgende potentiële risicobronnen aanwezig: vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor, vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en een hogedrukaardgasleiding. In de nabije toekomst getoetst moeten worden aan het (nu nog niet vastgestelde) Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Hees - Heseveld ligt in directe nabijheid van de spoorlijn Nijmegen ’s-Hertogenbosch, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaats vindt. Over de risico’s is in 2009 het rapport “Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen” verschenen. Hieruit blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour zich binnen het baanlichaam van de spoorlijn bevindt en geen beperking vormt voor de planvorming. Ook blijkt dat binnen het afwegingsgebied (tot 200m van het tracé) de oriënterende waarde voor het groepsrisico wordt overschreden. Een nieuwe ruimtelijke invulling is hier toegestaan omdat het buiten de plaatsgebonden risicocontour ligt, maar de dichtheid van de bebouwing en de aanwezige aantallen verblijvenden is wel problematisch vanwege de hoogte van het groepsrisico. Bij een wijziging van het bestemmingsplan moet hierover een afweging worden gemaakt, met name op de aspecten zelfredzaamheid, hulpverlening en rampbestrijding. Van de oriënterende waarde kan het bevoegd gezag gemotiveerd afwijken. Er moet dan wel sprake zijn van een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging, waarin wordt aangegeven waarom in het specifieke geval een bouwplan toch gerealiseerd kan worden. De uitkomst van de afweging is vatbaar voor beroep. Het bevoegd gezag besluit mede op grond van de toetsing of er risicoreducerende maatregelen toegepast moeten worden. Binnen de invloedszone van 200m vanaf het hart van de spoorlijn liggen binnen Hees en Heseveld vooralsnog alleen conserverende bestemmingen, die niet leiden tot een verhoging van de aantallen verblijvenden in het afwegingsgebied. Er zal daarom geen toename plaatsvinden van het groepsrisico. Advisering van de Regionale
Brandweer Gelderland-Zuid als wettelijk adviseur voor externe veiligheid, zal ongeacht de planinvulling wel onderdeel van de besluitvorming dienen uit te maken. Vervoer van gevaarlijke stoffen over het water en over de weg Om de risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water en de weg in beeld te brengen is o.a. een inventariserend onderzoek uitgevoerd dat zijn weerslag heeft gekregen in het rapport "Bouwstenen voor een inhaalslag" van 16 januari 2003. In de nabijheid van Hees-Heseveld bevinden zich geen vaarwegen. Wel zijn er twee routes gevaarlijke stoffen aanwezig: Graafseweg en Neerbosscheweg/Energieweg. In de huidige en toekomstige situatie wordt de norm voor het plaatsgebonden risico nergens overschreden. De risicocontouren liggen binnen het profiel van de weg. Hiermee hoeft in de planvorming geen rekening te worden gehouden. Ook voor het groepsrisico wordt de oriënterende waarde nergens overschreden. Over toekomstige ontwikkelingen binnen het plangebied kan aanvullend het volgende worden opgemerkt: x
x
Graafseweg: uit de genoemde rapportage blijkt dat het groepsrisico voor het deel van de Graafseweg dat grenst aan het plangebied Hees-Heseveld tussen 0,5 en 1.0 maal de oriënterende waarde bedraagt en daarmee nu al relatief hoog is. Naast de weg is slechts een minimale verdichting mogelijk zonder overschrijding van de oriënterende waarde. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan Nijmegen West leidt dit plan naar verwachting niet tot een significante verhoging van het groepsrisico en dus ook niet tot een overschrijding van de oriënterende waarde. Neerbosschweg/Energieweg: het groepsrisico voor het deel van deze weg grenzend aan Hees - Heseveld ligt onder 0,5 maal de oriënterende waarde en kan daarmee als relatief laag worden ingeschat. In de onmiddellijke nabijheid van de weg is nog een duidelijke verdichting van het aantal verblijvenden mogelijk, zonder dat dit leidt tot een overschrijding van de oriënterende waarde. Binnen de invloedssfeer van
47
de weg zijn vooralsnog geen ontwikkelingen gepland in Hees - Heseveld. De verwachting is dat de actualisatie van het bestemmingsplan ook niet zal leiden tot een significante stijging van het groepsrisico en daarmee tot een overschrijding van de oriënterende waarde. Indien echter binnen het beoordelingsgebied van de Energieweg toch nieuwbouw gaat komen die is aan te merken als verblijfsgebied, zal een nieuwe berekening van het groepsrisico onderdeel uit moeten maken van de planvorming. Hogedrukaardgasleiding. In het noordwestelijk deel van het plangebeid Hees - Heseveld ligt langs de Energieweg een hogedrukaardgasleiding met een diameter van 324 millimeter (12”) en een werkdruk van 40 bar. De contour van het plaatsgebonden risico ligt op de leiding zelf. Direct grenzend aan de leiding kunnen dus (beperkt) kwetsbare objecten gesitueerd worden. Wel moet een bebouwingsvrije zone van vier meter aan weerszijden van de leiding in acht genomen worden voor eventuele herstel- en/of onderhoudswerkzaamheden. Ook moeten alle handelingen achterwege worden gelaten die een veilig en bedrijfszeker gastransport in gevaar kunnen brengen. Het groepsrisico wordt beoordeeld binnen het zogenoemde invloedsgebied van de hogedrukaardgasleiding. Hierbinnen zijn de plannen voor Nijmegen-West en Hees-Heseveld overwegend conserverend van aard. Gebleken is dat de groepsrisicoberekening hier op dit moment onder de oriënterende waarde blijft. Indien alsnog binnen het beoordelingsgebied planvorming zal worden opgestart met daarin een toename van het aantal verblijvenden binnen het gebied zal een kwantitatieve risicoanalyse en een advisering van de Regionale Brandweer Gelderland-Zuid onderdeel van de besluitvorming dienen uit te maken.
3.13
Openbare ruimte De openbare ruimte in Hees en Heseveld bestaat uit straten, fietspaden, stoepen, parkeerplaatsen en pleinen. Ook het openbare
48
groen, zoals het dorpspark Hees en het Augustijnenbosje horen bij de openbare ruimte. Net als de openbare verlichting, het straatmeubilair, verkeersvoorzieningen, de riolering en onder de grond liggende kabels en leidingen, hondenuitlaatplekken, speelvoorzieningen, etc. Achterpaden, voortuinen en tuinen van woningbouwcorporaties, particulier/privéterrein en sportvoorzieningen zoals het sportfondsenbad horen expliciet niet bij de openbare ruimte. De gemeente is eigenaar van de openbare ruimte en beheert deze. Als de openbare ruimte door ontwikkelingen wijzigt wil de gemeente in vroegtijdig stadium weten wat de mogelijke consequenties op het beheer zijn. In overleg met de gemeente legt de initiatiefnemer in een inrichtingsparagraaf vast wat de aard van de wijziging is, hoeveel vierkante meter er wijzigt en om wat voor een soort inrichting het gaat. De gemeente kan ondersteuning bieden bij het opstellen van de inrichtingsparagraaf met een format, detailgegevens en lokale deskundigheid. In het Handboek Inrichting Openbare Ruimte is per type woongebied beschreven hoe de openbare ruimte op hoofdlijnen is ingericht en wat de aandachtspunten zijn voor nieuwe of her in te richten openbare ruimten. Dit is geen hard kader, maar zorgt voor bewustwording van de context van de inrichting. Hees en Heseveld vallen grotendeels onder de volgende typen woongebieden: tuinstad wijken, naoorlogse stempelwijken en historische linten en kernen. Hieronder volgt een korte omschrijving van de karakteristieken en aandachtspunten in de openbare ruimten. Tuinstad wijken Een groot deel van Hees-Heseveld behoort tot het type ‘Tuinstad wijken’. Kenmerkend voor dit type wijken is de ruime vaak lineaire opzet met veel groen, traditionele architectuur en voortuinen met muurtjes of hagen. De bebouwing is op de openbare weg georiënteerd. Aandachtspunten zijn: x
Veel overbodige verharding en stenige onduidelijke grote ruimtes. De tuinwijken zijn op veel plekken versteend.
x x
De inrichting van de beschermde stadsbeelden binnen de tuinwijken is vaak niet passend bij de status van de buurten. Andere aandachtspunten zijn: rommelige boomspiegels, onderbrekingen in de laanbeplanting, de kleur van de bestrating en enkele zeer brede profielen zonder bomen.
Naoorlogse stempelwijken De Planetenbuurt en de omgeving van de Bokdoornstraat behoort tot het type ‘Naoorlogse stempelwijken’. Bij het bepalen van de stedenbouwkundige structuur in de jaren ’60 en ’70 was het functioneren van de wijk het uitgangspunt. Kenmerkend is het orthogonaal stratenpatroon met een rationele rechthoekige verkaveling. Aandachtspunten in dit type wijken zijn: x x x
Het verbeteren van de gebruikswaarde van het groen. De lastige oriëntatie vanwege repeterende stempels met een zelfde type architectuur. Eentonigheid. Consequente toepassing van materiaal buiten de stempels en hofjes.
Historische linten en kernen De historische kernen rond het stadscentrum van Nijmegen lagen over het algemeen op hoger gelegen plaatsen bij een kerk of klooster. Het bebouwingspatroon is afgestemd op het omliggende landschap en vaak complex van structuur met rechte en gebogen wegen. De bebouwing staat in één rooilijn met rondom grote particuliere tuinen. Er is een duidelijke overgang tussen openbaar en privé. De dorpskernen zijn door de uitbreidende stad ‘opgeslokt’, toch zijn ze vaak nog duidelijk herkenbaar door hun eigen structuur en authentieke bebouwing. Aandachtspunten: x x
Ruimte bieden aan laanbeplanting om te zorgen voor een dorps en groen beeld. Het materiaalgebruik rondom de kern kan bijdragen aan de herkenbaarheid van de historische dorpskernen.
49
De gemeente stelt elke vier jaar een wijkbeheerplan op voor de wijken Hees en Heseveld. Dat gebeurt in samenspraak met de bewoners. Een goede inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte heeft invloed op het prettig wonen en leven in de wijk. In het wijkbeheerplan staat hoe de openbare ruimte er over vier jaar uit ziet en welke maatregelen nodig zijn. Dit toekomstbeeld is gebaseerd op wat de bewoners/gebruikers van de wijk belangrijk vinden, hoe de openbare ruimte van de wijk wordt gebruikt en wat de onderhoudsbehoeften en wensen zijn van de gemeente. Deze maatregelen worden elk jaar in kaart gebracht en dienen als contract dat de gemeente afsluit met de wijk. Bij het opstellen van het wijkbeheerplan hebben de bewoners van de Hees en Heseveld aangegeven dat de plannen in de wijk vaak ten koste gaan van de open structuur en het groen in de wijk. Ook rooivergunningen zijn hierbij een aandachtspunt. Kabels en leidingen Volgens de netkaart van het RIVM loopt er door Hees en Heseveld een hoogspanningsleiding met een spanning van 150 KV. Deze leiding heeft een indicatieve zonebreedte van 80m aan weerszijden van het hart van het tracé. Binnen deze zone adviseert het rijk om zo min mogelijk nieuwe situaties te creëren waarbij kinderen langdurig in nabijheid van hoogspanningslijnen verblijven. Binnen de indicatieve zone mogen alleen nieuwe gevoelige bestemmingen worden toegevoegd, als uit berekeningen blijkt dat de sterkte van het magnetisch veld gemiddeld 0,4 microtesla of minder per jaar bedraagt. Op kaart 11d zijn de leidingen weergegeven. Niet gesprongen explosieven Nijmegen is in de tweede wereldoorlog flink gebombardeerd. In Hees en Heseveld is de kans op aantreffen van niet gesprongen explosieven laag. In het gebied hebben geen oorlogshandelingen plaatsgevonden of het gebied is eerder op niet gesprongen explosieven onderzocht en vrijgegeven. Bij een toevalsvondst dienen de veiligheidsprocedures in acht gehouden te worden.
50
4
x
Ontwikkelingen in Hees - Heseveld
Herstructurering De ontwikkelingen op het gebied van wonen en woningbouw spitsen zich toe op de herstructureringsopgave in de Afrika- en Bouwmeesterbuurt en een aantal verspreid liggende plannen voor nieuwbouw van woningen. De Afrika- en Bouwmeesterbuurt is vanwege de stedenbouwkundige en architectonische samenhang aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld. Na renovatie van de woningbouw zal ook de openbare ruimte opnieuw worden ingericht, waarbij het oorspronkelijke plan uit de jaren ’50 zoveel mogelijk wordt hersteld. Het Pieter Postplein vormt hierin een belangrijk onderdeel. De herstructurering heeft geen ruimtelijke gevolgen. Het gaat om renovatie en gedeeltelijke verkoop van bestaande woningbouwcomplexen.
In dit hoofdstuk is een beschrijving opgenomen van de bij de gemeente bekende ontwikkelingen. Met vastgelegde ontwikkelingen worden die ontwikkelingen bedoeld die al in uitvoering zijn of zijn vastgelegd in een bestemmingsplan(wijziging). Met het opnemen van de ontwikkelingen in dit Raamwerk wordt hieraan nadrukkelijk geen juridische status toegekend.
4.1
Vastgestelde ontwikkelingen Nieuwbouw Rosa de Lima Er worden op deze locatie aan de Dennenstraat 184 woningen gebouwd, waarvan 108 grondgebonden woningen en 76 (zorg-) appartementen in 2 hoogbouwblokken. Daarnaast komt er een begeleid woon-zorgcomplex van 24 eenheden (Huize Roza). Deze ontwikkeling heeft geen invloed op de verkeersstromen. Wel is het wenselijk om een voetgangers/fietsoversteek te realiseren over de Rosa de Limastraat om de bushalte aan de overkant van de straat te kunnen bereiken. Op dit moment ontbreekt de ruimte hiervoor; een deel van de gronden is niet in eigendom van de gemeente. De ontwikkeling op het terrein van Rosa de Lima voegt tenslotte openbaar toegankelijk groen toe aan de wijk en sluit aan op de ontwikkeling van Park West. Nieuwbouw Keukencentrum Rikken Graafseweg Het plan voor deze herontwikkeling aan de Graafseweg 247-249 bestaat uit een woonblok van vier verdiepingen met op het achterterrein woningbouw in drie bouwlagen aan een binnenhof. Het parkeren wordt ondergronds opgelost. Overige lopende nieuwbouwontwikkelingen x Kerkstraat 187: 5 laagbouwwoningen, koop in topsegment. x Kerkstraat 95: 44 etagewoningen, koop, middelduur
Achter de Boskapel aan de Graafseweg: 29 eenheden begeleid wonen
4.2
Toekomstige ontwikkelingen Kapucijnenklooster Wolfskuilseweg Er wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van gestapelde woningbouw op de locatie van het Kapucijnenklooster. Er zijn twee opties: totale sloop van het klooster met volledige nieuwbouw óf het bestaande klooster handhaven en optoppen en ernaast nieuwbouw toevoegen. Quickterrein Op het Sportpark De Dennen aan de Dennenstraat bevinden zich voetbalvelden, cricketvelden, tennisvelden en een sporthal in eigendom en beheer bij Quick 1888. De ondergrond is eigendom van de gemeente. Het sportpark is in de zomer in gebruik als vierdaagse camping. Er wordt op deze locatie door Quick en partners uit het onderwijs gestreefd naar de ontwikkeling van een Sportcollege. Daarnaast wordt er ruimte gereserveerd voor kinderopvang van KION. Het Quickterrein is ook een zoeklocatie voor de nieuwbouw van de Praktijkschool.
55
Deze ontwikkeling zorgt voor een vergroting van de verkeersbewegingen. Met een verkeersonderzoek moet worden onderzocht hoe de ontsluiting van dit terrein kan worden opgelost. Kaaplandstraat Tussen de Kaaplandstraat en de Graafseweg nabij de Dennenstraat is door een projectontwikkelaar een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de bouw van woningen (grondgebonden en etage). De gemeenteraad heeft op 24 februari 2010 besloten zich te onthouden van (pro)actieve gemeentelijke medewerking in afwachting van nieuwe plannen, waarbij het uitgangspunt is dat de puinwaaier, het aanpalende speelveldje en de monumentale bomen gespaard blijven. De projectontwikkelaar onderzoekt de mogelijkheid om op het resterende terrein een beperkt aantal grondgebonden woningen te realiseren. Augustijnenklooster Er zijn plannen om het bedrijfsverzamelgebouw Augustijnenklooster aan de Graafseweg uit te breiden en ook een woonfunctie binnen de bouwmassa mogelijk te maken. St. Jozefklooster De gemeente is in gesprek met Waalboog over uitbreiding van het St. Jozefklooster. Voor een deel gaat het om vervanging van het te slopen gebouw achter het hoofdgebouw van het oude klooster. De bestaande kapel blijft gehandhaafd. In een gebogen vorm worden op het achterterrein groepswoningen en appartementen gebouwd in 2 tot 4 bouwlagen. De gebogen vorm speelt in op de groenstructuur van de kloostertuin. In het hoofdgebouw komen eveneens (zorg-) appartementen. Overige toekomstige nieuwbouwontwikkelingen x Graafseweg 385: 8 laagbouwwoningen, koop, (middel)duur x Graafseweg 250: max. 24 etagewoningen, koop, goedkoop
56
Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) In het Masterplan OV van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen staat de verbinding Nijmegen CS - Dukenburg via de Graafseweg aangegeven als gewenste lijn voor HOV. Dit houdt in dat van buslijn 2 een HOV-lijn gemaakt zou kunnen worden met zoveel mogelijk vrije busbanen. Deze HOV-lijn zal waarschijnlijk pas tussen 2015 en 2020 gerealiseerd worden. Snelfietsroute In het komende jaar wordt de snelfietsroute Nijmegen-Beuningen verder uitgewerkt. Eén van de tracés richting Beuningen loopt via de Dennenstraat. Als dit tracé doorgaat wordt de Dennenstraat een fietsstraat waar de auto te gast is. Riolering Naar verwachting gaat de komende jaren in Heseveld grootschalige rioolvervanging plaatsvinden. Hiervoor wordt een meerjarenprogramma rioolvernieuwing opgesteld. Waar mogelijk zou het afvoerend verhard oppervlak omgezet moeten worden in onverhard oppervlak, dat geen regenwater afvoert naar de riolering. Nieuw verhard oppervlak (bijvoorbeeld van eventuele extra parkeerruimte in de Venusstraat, Plutostraat en Neptunusstraat ) mag niet leiden tot extra afvoer van afvoerend regenwater naar de riolering door bijvoorbeeld de extra verharding te laten afstromen naar een voorziening in het groen. Bij de rioolvervanging streven we naar combinatie met het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering. Het gemeentelijke rioleringsplan geeft de financiële en technische kaders hiervoor. Het is nu nog niet duidelijk of er bovengrondse afkoppelvoorzieningen in de wijken Hees en Heseveld komen, die apart bestemd zouden moeten worden. Het meerjarenprogramma rioolvernieuwing voor Heseveld zal ook een eerste fasering van die maatregelen geven. Daarbij is het van belang dat er al zoveel mogelijk wordt afgestemd met overige grootschalige ontwikkelingen binnen de wijk.
4.3
Ontwikkelingen grenzend aan Hees - Heseveld Energieweg/ Tracé Stadsbrug De planning is dat eind 2013 de nieuwe stadsbrug “De Oversteek” is gerealiseerd. Daarmee zal het tracé via de Energieweg en de Neerbosscheweg meer voor het stedelijke doorgaande verkeer worden gebruikt. De Energieweg wordt op deze nieuwe situatie aangepast. De Wolfskuilseweg sluit via de Energieweg aan op het stadsbrugtracé. Knoop Winkelsteeg/ Novio Tech Campus De gemeente Nijmegen, NXP en andere betrokken partners willen het vestigingsklimaat rondom de knoop Winkelsteeg versterken. De gebiedsvisie Knoop Winkelsteeg/Goffert voorziet in het ontwikkelen van de knoop Winkelsteeg tot dé economische hotspot van Oost Nederland met het accent op een kennisintensieve productieomgeving. Het verouderde bedrijventerrein wordt opgewaardeerd tot een kenniscluster in de regio. De economische dragers hiervoor worden gevormd door de ontwikkeling van de Novio Tech Campus en het Topsport- en Innovatiepark (TIP). De knoop Winkelsteeg gaat hierdoor, naast het stadscentrum en de campus Heyendaal, één van de drie economische motoren van Nijmegen vormen.
Gebiedsvisie Knoop Winkelsteeg/Goffert
Station Goffert Op dit moment wordt een verkenning uitgevoerd voor het nieuwe treinstation Nijmegen-Goffert. Het streven is om dit station eind 2013 te openen. In het kader van de ontwikkeling van knoop Winkelsteeg is het station van groot belang. Verbetering van het openbaar vervoer is noodzakelijk voor een goede bereikbaarheid. Vanwege de korte afstand tot de wijken Hees en Heseveld is dit station ook voor de inwoners van deze wijken interessant.
57
5
Aandachtspunten en kansen voor Hees - Heseveld In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de aandachtspunten en kansen zijn bij de ruimtelijke ontwikkeling van Hees en Heseveld. Ruimtelijke structuur, cultuurhistorie en archeologie Hees Hees kan worden getypeerd als een gave historische dorpskern met statige ruim in het groen gelegen panden en een lage bebouwingsdichtheid. De beeldkwaliteit van dit deel van Hees is hoog en heeft een bijzonder toetsingsniveau. Binnen het plangebied liggen verschillende beschermde gemeentelijke en rijksmonumenten. De zone langs de Energieweg en het voormalige dorp Hees kennen een zeer hoge archeologische waarde. Dit is relevant voor de (toekomstige) ontwikkelingen aan bijvoorbeeld de Kerkstraat. Aandachtspunt: het tracé van de nieuwe Stadsbrug grenst aan de noordzijde van Hees. Deze langgerekte zone is nu ingevuld met sportvelden en industriële activiteiten. De overgang naar deze zone is ruimtelijk gezien niet overal optimaal. Bij ontwikkelingen langs de Energieweg dient dit aspect meegenomen te worden. Ruimtelijke structuur, cultuurhistorie en archeologie Heseveld Heseveld is een tuinwijk met grootschalige naoorlogse uitbreidingen. De wijk is dichter bebouwd in een menging van laagbouw en etagebouw. De Afrika- en Bouwmeesterbuurt zijn aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld. Deze buurt kent, net als de Jerusalembuurt, een bijzonder toetsingsniveau. Aan de Oude Graafseweg bevindt zich een locatie met een zeer hoge archeologische waarde. Dit kan gevolgen hebben voor (toekomstige) ontwikkelingen. Rondom Heseveld loopt een brede groene zone met losse bebouwing, waaronder het Augustijnenklooster. Aandachtspunt: binnen de wijk komen verspreid enkele bedrijfsterreinen voor, die op gespannen voet staan met de omliggende
woonbebouwing. Bekeken moet worden of hier tot een betere situatie gekomen kan worden. Openbare ruimte De tuinwijken zijn op veel plekken versteend. De inrichting van de openbare ruimte past op een aantal plekken niet bij de status van de buurten: er zijn onderbrekingen in de laanbeplanting, rommelige boomspiegels en enkele zeer brede profielen zonder bomen. Aandachtspunten: in de Planetenbuurt en de omgeving van de Bokdoornstraat kan met name de gebruikswaarde van het groen worden verbeterd. In Hees worden als aandachtspunten genoemd: meer ruimte voor laanbeplanting en materiaalgebruik passend bij de historische kern. De inrichting van de openbare ruimte en het groen kan worden verbeterd. Dit hebben de bewoners van de wijk ook te kennen gegeven bij het opstellen van het wijkbeheerplan. De plannen in de wijk gaan vaak ten koste van de open structuur en het groen. Ook rooivergunningen zijn hierbij een aandachtspunt. Groen en klimaat In Hees-Heseveld ligt een aantal grootschalige groenvoorzieningen. Ook wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van Park West, nieuw groen langs de Energieweg en groene hoofdwegen. Met de ontwikkeling op het terrein van Rosa de Lima wordt openbaar toegankelijk groen toegevoegd aan de wijk. Veel van het groen wordt via het bestemmingsplan beschermd. Aandachtspunten: x x x x
Hees kent een aantrekkelijke groenstructuur, met name door het particuliere groen. Het percentage openbaar groen ligt echter onder het Nijmeegse gemiddelde. Langs een aantal lijnen dient de boomstructuur te worden versterkt, zoals langs de Molenweg en Daniëlsweg. Het groen in de Bouwmeester- en Afrikanenbuurt moet beter worden afgestemd op de bijzondere architectuur Door het groen langs de Neerbosscheweg en Energieweg te versterken kunnen geluidsoverlast en fijnstof beperkt worden voor het achterliggende woongebied.
59
x
Verbetering van de kwaliteit van het groen is goed mogelijk in de plantsoenen van de Planetenbuurt, bijvoorbeeld in combinatie met de verbetering van de verkeerssituatie en de afkoppeling van het regenwater.
Kans: op het gebied van klimaat zijn Hees en Heseveld middenmotors in de stad. De woningvoorraad in de wijken is relatief oud. Dit houdt in dat er op energiegebied nog veel mogelijkheden liggen. Wonen in sterke ongedeelde wijken Heseveld heeft een compact stedelijk woonmilieu met laagbouw, etagebouw en veel goedkope huurwoningen van corporaties. In de vraag naar goedkope koopwoningen kan vooral worden voorzien door verkoop van corporatiebezit. Uit WoON 2009 blijkt dat voor eventuele nieuwe locaties de voorkeur uitgaat naar laagbouwhuur. Hees is een relatief kleine wijk met een groenstedelijk woonmilieu. Door herstructurering, toevoegingen en verbeteringen wordt gewerkt aan een levensloopbestendige woningvoorraad en sterke, ongedeelde wijken met een toegankelijke woonomgeving en een goed voorzieningenniveau. Aandachtspunten: x x
De vergrijzing zet door. Veel ouderen willen in de eigen wijk blijven wonen. Daarvoor is het nodig dat voorzieningen op een hoog niveau blijven. Uit het woningmarktonderzoek WoON 2009 blijkt dat Hees zijn groenstedelijke woonmilieu moet behouden. Dergelijke gewilde milieus zijn er niet veel in de stad. Dat verdraagt geen sterke verdichting. Bij toekomstige ontwikkeling van nieuwe locaties zetten we in op laagbouwkoop.
bedrijfsverzamelgebouw Augustijnenklooster. Er worden in de wijken tenslotte kansen geboden aan nieuwe kleinschalige horeca. Verkeer Kans: door Hees en Heseveld loopt een mogelijk toekomstig tracé voor het HOV. Dat betekent zoveel mogelijk vrije busbanen. Deze HOV-lijn heeft echter de laagste prioriteit en zal daarom waarschijnlijk pas tussen 2015 en 2020 gerealiseerd worden. Ook één van de tracés voor een nieuwe snelfietsroute richting Beuningen loopt via de Dennenstraat. Als dit tracé doorgaat wordt de Dennenstraat een fietsstraat waar de auto te gast is. Aandachtspunten: x de inrichting van de wegen voldoet onvoldoende aan de inrichtingseisen van een verblijfsgebied. x Op een aantal locaties zijn verkeersonveilige situaties aan te wijzen x Op locaties waar verschillende functies bij elkaar komen kan het op piekmomenten krap worden. In de Planetenbuurt is overlast van parkerende bezoekers aan de winkels op de Molenweg. Op termijn moet het mogelijk worden om extra parkeerplaatsen te realiseren op de randen van de groenstroken. Hiervoor is een aanpassing van de bestemming noodzakelijk van groen naar verkeersdoeleinden. Milieu Op gebied van milieu zijn er een aantal aandachtspunten te benoemen: x
Economie De landelijke tendens van toenemende leegstand in buurtwinkelcentra is ook in Hees en Heseveld duidelijk merkbaar. Daarnaast zijn er in de wijken een aantal kleinschalige kantoren gevestigd. 2 Kans: aan de Graafseweg zijn kantoren tot 1000m binnen de bestaande panden mogelijk. Voorbeeld zijn de plannen voor het
60
x
Net buiten het plangebied ligt één bedrijf, waarvan de externe veiligheid Hees en Heseveld kan beïnvloeden: NXP Semi-conductors. Binnen het invloedsgebied van het bedrijf zijn echter geen ontwikkelingen gepland, waardoor de bevolkingsdichtheid kan toenemen. Binnen het afwegingsgebied van de spoorlijn wordt de oriënterende waarde voor groepsrisico wel overschreden.
x x
x
x
x
Bij wijziging van het bestemmingsplan moet hierover een afweging worden gemaakt. Naast de Graafsweg is slechts een minimale verdichting mogelijk zonder overschrijding van de oriënterende waarde. Bij nieuwbouw binnen het beoordelingsgebied van de Neerbosscheweg/Energieweg, die als verblijfsgebied is aan te merken is een nieuwe berekening van het groepsrisico noodzakelijk. Bij planvorming binnen het beoordelingsgebied van de hogedrukaardgasleiding, die een toename van het aantal verblijvenden binnen het gebied als gevolg heeft, is een risicoanalyse en advisering van de brandweer nodig. Het gebied langs de Energieweg, Neerbosscheweg, Wolfskuilseweg en Graafseweg kent veel bronnen van luchtverontreiniging. Bij ontwikkellocaties, die extra verkeersbewegingen gaan opleveren is een nadere toets nodig. In en rondom Hees en Heseveld liggen een aantal zones langs verkeerswegen, spoorlijn en industrieterreinen waarbinnen aandacht moet worden besteed aan de geluidsbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen.
Overige ontwikkelingen Aandachtspunten en kansen: x x
De ontwikkeling op het Quickterrein zorgt voor een toename van verkeersbewegingen. Onderzocht moet worden hoe de ontsluiting kan worden opgelost. Naast alle genoemde ontwikkelingen zal de knoop Winkelsteeg verder worden ontwikkeld economische hot spot voor kennisintensieve en innovatie bedrijvigheid. Dit biedt veel kansen, ook voor de wijken Hees en Heseveld: bestaande functies worden verder ontwikkeld en aangevuld met nieuwe stedelijke functies. Ook komt er het station Goffert, dat vanwege de korte afstand tot Hees en Heseveld ook voor de inwoners van deze wijken interessant.
61
62
Bijlage1. Beleidskader 1.
Ruimtelijk beleid Nota Ruimte “Ruimte voor ontwikkeling” De Nota Ruimte is een gezamenlijk product van de ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ en legt het nationaal ruimtelijk beleid vast tot 2020 met een doorkijk tot 2030. Hoofddoel is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Het Rijk richt zich daarbij primair op gebieden die deel uitmaken van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, zoals nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden, hoofdverbindingsassen en de ecologische hoofdstructuur. In de loop van 2011 zal de Nota Ruimte worden vervangen door de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
bestemmingsplannen die gebaseerd zijn op recent vastgestelde provinciale structuurvisies, waarmee het rijk heeft ingestemd en bestemmingsplannen die niet strijdig zijn met de regels in dit besluit. Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich op onderwerpen van provinciaal belang, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel en natuur. De voorschriften in de RVG zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005). De RVG is op15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. De AMvB Ruimte omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch moeten doorwerken in provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen. Het besluit geeft aan wat de ruimte is waarbinnen provincies en gemeenten hun eigen ruimtelijke belangen vorm kunnen geven. Het besluit is nog niet vastgesteld en in werking getreden. Parallel aan de totstandkoming van de hierboven genoemde Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt gewerkt aan de borging van de nationale belangen in een aangepaste AMvB Ruimte.
Verstedelijking De RVG legt het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio ArnhemNijmegen vast met voorschriften, die bepalen dat nieuwbouw voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt: binnen: het bestaand bebouwd gebied, de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen en binnen de zoekzones bedrijventerreinen uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Slechts een beperkt deel van de verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden, zoals nieuwe bebouwing die functioneel gebonden is aan het buitengebied, bij functieverandering naar een niet-agrarische functie en bij oprichting van nieuwe landgoederen.
Bestemmingsplannen die vóór 1 juli 2003 onherroepelijk zijn geworden moeten op 1 juli 2013 zijn aangepast. Bestemmingsplannen die daarna (maar voor inwerkingtreding van dit besluit) onherroepelijk zijn geworden moeten maximaal 5 jaar na inwerkingtreding aangepast zijn. Een uitzondering geldt voor
Wonen Het Gelders kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Aan de hand van basisdocumenten levert de provincie informatie aan de regio’s over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren. Deze informatie wordt als
63
indicatieve taakstelling door GS vastgesteld in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en daar te bouwen woningen moeten passen in het vigerende KWP voor de betreffende regio en de daarin opgenomen regiototaal aan woningen. Detailhandel Doel van het provinciaal beleid is het behoud van een duurzame, fijnmazige detailhandelstructuur. De positie van bestaande winkelgebieden heeft prioriteit. In een bestemmingsplan gaan nieuwe locaties voor detailhandel niet ten koste van de bestaande detailhandelstructuur. Hoe een nieuwe ontwikkeling zich hiertoe verhoudt wordt aangegeven in de toelichting van het bestemmingsplan. De vestiging van grootschalige detailhandelsvoorzieningen wordt alleen binnenstedelijk of perifeer toegestaan. In de Stadsregio zijn grootschalige detailhandelsvestigingen alleen toegestaan in/direct aansluitend op de binnensteden van Arnhem en Nijmegen en de stadsdeelcentra Kronenburg/Gelredome en Dukenburg. Daarnaast is een Zoekgebied PDV A325 opgenomen, waarbinnen drie locaties in aanmerking komen voor de vestiging van bovenlokale winkel- en vrijetijdsvoorzieningen: Gelredome, Aamse poort en Ressen. Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Het streekplan is in september 2005 van kracht geworden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van een structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Het streekplan verdeelt Gelderland in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem-Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Binnen het groen-blauwe raamwerk (o.a. nationaal landschap Gelderse
64
Poort) geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen. Stedelijke ontwikkeling Hoofddoel is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio’s te bevorderen zijn de belangrijke uitgangspunten “bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur” en het “organiseren in stedelijke netwerken”. Locaties voor stedelijke uitbreiding moeten passen in dit bundelingsbeleid, afgestemd op de uitgangspunten van infrastructuur, water en milieu. Bij de locatiekeuze en planuitwerking moet worden voldaan aan de basiskwaliteitseisen van bodem (waaronder archeologie), water, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Stedelijke uitbreidingen moeten aansluiten bij de ruimtelijke structuur en kenmerken van de regio met aandacht voor de actuele marktvraag. De provincie heeft afspraken gemaakt met de regio’s om indicatief de reservering van uitbreidingsruimte voor stedelijke functies uit te werken in zoekzones. Infrastructuur Doel van het beleid is een goede bereikbaarheid van economische centra, grote steden en concentraties van wonen en voorzieningen. De inzet is een maximale benutting van de bestaande structuren en bundeling van infrastructuur en ruimtegebruik. Bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en reeds geplande infrastructuur. Daarnaast moet worden gezocht naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan moet bij stedelijke ontwikkeling ook de bijbehorende infrastructuur worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid. Om knelpunten op het huidige wegennet op te lossen is ook nieuwbouw/ aanpassing van infrastructuur nodig. Voor het doortrekken van de A15 naar de A12 zijn voorbereidingen voor MER-procedures gestart. Nieuwe spoorinfrastructuur is, met uitzondering van de Hanzelijn, niet voorzien. Wel zijn er intensiveringsplannen op het bestaande
spoornet, met name in het KAN-gebied, de Stedendriehoek en de Valleilijn. De provincie stimuleert ook het fietsverkeer op de korte en middellange afstand, met name in stedelijke gebieden en naar economische centra, scholen en recreatieve voorzieningen.
kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het KWP wordt periodiek bijgesteld om de afstemming tussen de (kwalitatieve) vraag en aanbod op de woningmarkt te actualiseren.
Locatiebeleid De locatiekeuze van bedrijven en voorzieningen dient het resultaat te zijn van een afweging tussen economie, bereikbaarheid en leefbaarheid. Het beleid is er op gericht om de knooppunten in het rode raamwerk te benutten voor intensieve verstedelijking. Deze hebben de meeste potentie wat betreft de (boven)regionale bereikbaarheid. Voor stedelijke ontwikkelingen van lokale aard/schaal geldt dat die in regionaal verband moeten zijn afgestemd en op qua locatiekeuze op gemeentelijk niveau worden uitgewerkt. Ook de afstemming op de infrastructurele capaciteit is hierbij van belang is. Voor specifieke bedrijvigheid (o.a. milieuhinderlijke vormen) moeten in overleg met gemeenten/regio’s op bepaalde plekken concentratiegebieden worden aangewezen
Sociaal culturele functies Het is vooral de verantwoordelijkheid van de gemeenten om bij de ruimtelijke inrichting rekening te houden met de sociaal-culturele infrastructuur. In algemene zin geldt dat uitbreiding of herstructurering en transformatie van stedelijk gebied bekeken moet worden op de consequenties voor de sociale en culturele kwaliteit van de leefomgeving. Elementen als ruimte voor voorzieningen, speelruimte, ontmoetingsmogelijkheden zijn daarbij medebepalend. Gemeenten bepalen in ruimtelijke plannen waar ruimte moet komen voor de verschillende fysieke voorzieningen en reserveren in deze plannen minimaal 3% van het oppervlak voor speelruimte
De provincie wil ruimte bieden om veranderingen in vraag en aanbod mogelijk te maken, onder de voorwaarde dat de bestaande voorzieningenstructuur niet duurzaam wordt aangetast. De positie van de bestaande winkelgebieden heeft prioriteit. Vernieuwing en uitbreiding van de detailhandel moeten plaatsvinden binnen of onmiddellijk grenzend aan bestaande winkelgebieden en in overeenstemming zijn met de aard, schaal en (verzorgings)functie van het aangrenzende winkelgebied. Vestiging van detailhandel in het buitengebied is uitgesloten. Grootschalige winkelvoorzieningen in de regio worden geaccommodeerd op binnenstedelijke en perifere locaties. Grootschalige thematische voorzieningen, zoals “leisure”, passen op grond van ruimtelijke aspecten alleen in een stedelijk netwerk, op een gunstig ontsloten plek. Wonen Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat de gemeenten, samenwerkend in de onderscheiden (WGR-)regio’s, voorzien in een aanbod aan woningen dat past bij de regionale
Waterhuishouding Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Het water in de stad wordt met het omringend watersysteem als één geheel beschouwd. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel worden voorkomen. Groen in en om de stad Het is van belang dat bij stedelijke ontwikkeling gelijktijdig wordt voorzien in de behoefte aan ‘groen in en om de stad’. De bestaande omgevingskwaliteit van het buitengebied rond de stad speelt bij de keuze van de locaties van regionaal groen en de inrichting daarvan nadrukkelijk een rol. In de ontwikkeling van stadsranden moet rekening worden gehouden met de waterbergingsbehoefte van het aangrenzende stedelijk gebied. Het ruimtelijk beleid voor groen om de kernen in het algemeen is gericht op het bieden van goede mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie zoals wandelen en fietsen. De ontwikkeling van groen dient samen op te gaan met de rode ontwikkeling.
65
Structuurvisie Nijmegen 2010 De gemeenteraad heeft op 2 juni 2010 de Structuurvisie Nijmegen 2010 vastgesteld. De Structuurvisie schetst de ruimtelijke ambities tot 2030 en maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsingskader voor ruimtelijke plannen en een ontwikkelingskader voor investeringen. Het werkingsgebied van de Structuurvisie is het hele grondgebied van Nijmegen in relatie tot ontwikkelingen in de regio of in (inter)nationaal verband. De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de inhoudelijke en politieke ambities van de gemeente Nijmegen. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. De ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. De Structuurvisie wordt in de loop van 2012 geactualiseerd. De Structuurvisie gaat gepaard met een wettelijk verplicht uitvoeringsprogramma, dat is gekoppeld aan de Stadsbegroting. Elke vier jaar wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld, waarin per coalitie accenten worden gelegd en om te bepalen of het nodig is om de ruimtelijke ambities bij te stellen. Relatie met Kansenboek De Structuurvisie is de opvolger van het Kansenboek. In beide documenten staan drie uitgangspunten centraal: x nieuwe ontwikkelingen met respect inpassen, x typisch Nijmeegse kenmerken versterken, x de huidige woon- en verblijfskwaliteiten ontzien door enerzijds bundeling op locaties waar nu al dynamiek heerst en anderzijds ontwikkeling van extensieve gebieden. Daarnaast zijn in de Structuurvisie drie nieuwe accenten genoemd die een rol spelen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en ambities: Bruisende Stad, Verleden Verbeeld en Stad in Balans. Ruimtelijke ambities voor Nijmegen 2030 In de Structuurvisie worden de ambities van Nijmegen uitgewerkt voor de beleidsvelden: wonen, economie, maatschappelijk beleid, bereikbaarheid en parkeren, groen en water, milieu, beeldkwaliteit, cultuurhistorie en archeologie. Dit zijn de ambities waaraan de komende jaren wordt gewerkt:
66
x x x x x x
Nijmegen omarmt de Waal. Goede bereikbaarheid met duurzame vervoerswijzen: Multifunctionele Knopen met een eigen identiteit: Meer ruimte voor groen en water. Wonen in sterke en ongedeelde wijken. Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid.
Wat dit betekent voor Hees en Heseveld is beschreven in hoofdstuk 2 Algemeen kader.
2.
Cultuurhistorie en archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn, dan dient de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt is dat de initiatiefnemer de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007). Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met het Verdrag van Malta en de Monumentenwet, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het ‘verhaal van de plek’ ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.
Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en gebieden met hun archeologische waardering zijn aangegeven. Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht hiervan melding te doen. Deze melding dient te gebeuren bij de minister van OCW, i.e. de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
3.
Beeldkwaliteit Kadernota beeldkwaliteit "Nijmegen over de brug”(2003) De kadernota beeldkwaliteit vormt het kader voor en geeft richting aan de ontwikkeling van het stadsbeeld van Nijmegen. Binnen dit kader wordt antwoord gegeven op de vraag hoe beeldkwaliteit vorm krijgt in een mooie en leefbare stad. De kadernota omschrijft wat de typisch Nijmeegse beeldkwaliteit inhoudt en welke rol de gemeente daarbij speelt. De kadernota richt zich daarbij in eerste instantie op architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, monumenten, openbare ruimte, archeologie en beeldende kunst. Het doel van de nota is beeldkwaliteit op een integrale en gebiedsgerichte wijze te verankeren in de stedelijke opgaven van Nijmegen. Met de kadernota geeft de gemeente aan de kwaliteit en samenhang van het stadsbeeld te willen behouden en versterken. De cultuurhistorie van de stad is daarbij de inspirator en katalysator om nieuwe ontwikkelingen te plaatsen binnen de context van de stad. In de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit zijn de ambities voor vertaald in criteria voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen. In de Uitwerkingsnota worden twee toetsingsniveaus onderscheiden: een
bijzonder toetsingsniveau en regulier toetsingsniveau. De toetsingscriteria bij het bijzondere toetsingsniveau zijn zwaarder dan bij het reguliere niveau.
4.
Wonen Regionaal beleid Het Regionaal Plan Stadsregio Arnhem-Nijmegen 2005-2020 (vastgesteld door GS op 27 februari 2007) bevat een woningbouwcontour. Binnen deze contour bepalen gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en aantallen nieuw te bouwen woningen. Het plangebied van Nijmegen West valt geheel binnen deze contour. Woonvisie “Nijmegen Leeft” 2009-2020 Deze nota, vastgesteld door de Raad op 13 mei 2009, bevat de hoofdlijnen en opgaven van het woonbeleid. Centraal staat dat Nijmegen een ongedeelde stads wil zijn en bewoners wil binden Een ongedeelde stad Nijmegen wil een ongedeelde stad zijn. We willen geen inkomenswijken. Het gaat om het voorkomen van een sociaaleconomische tweedeling tussen de bestaande stad en de Waalsprong. Het gaat ook om het voorkomen van die tweedeling binnen stadsdelen en wijken. Alle stadsdelen moeten toegankelijk zijn voor arm en rijk, jong en oud, autochtoon en allochtoon. Daarom werken we verder aan een gedifferentieerd woningaanbod op stedelijk niveau, wat meer variatie op wijkniveau en homogeniteit op straatniveau. We doen dit met respect voor de identiteit van buurten en wijken. Want elke wijk is anders. Het doel blijft om woonmilieus te realiseren waarin mensen graag wonen, met een positief gewaardeerd woonklimaat. Leefbaar, schoon, heel en veilig en met variatie in het aanbod zodat mensen niet noodgedwongen hun wijk uitmoeten als ze aan een nieuwe stap in hun wooncarrière toe zijn. Het behoud van doorstromers en stijgers komt de leefbaarheid en sociale structuur ten goede. We richten ons op binnenwijkse wooncarrières en meer treden op de
67
woonladder. Daarvoor is het ook nodig dat het aanbod, de spreiding en de kwaliteit van voorzieningen in orde is. Een ongedeelde stad vraagt om meer dan alleen een gedifferentieerde woningvoorraad. Bewoners binden Bewoners binden is het tweede centrale uitgangspunt. We willen zorgen dat mensen een positieve keuze kunnen maken. Dat kan alleen als we rekening houden met de individuele wensen en financiële mogelijkheden. Dat kan met een adequaat nieuwbouwbeleid en is richtinggevend voor de kwaliteitsimpuls in wijken. De gemeente wil een woningaanbod op wijkniveau realiseren, waarbij mensen die dat willen een stap in hun wooncarrière kunnen maken naar een goedkope koopwoning, een duurdere huurwoning of een woning waarin ouderen tot in lengte van jaren kunnen wonen en niet noodgedwongen de wijk hoeven te verlaten. Dat helpt mensen vooruit en vergroot hun binding aan de wijk. Opgaven Met deze uitgangspunten voor ogen zijn er een tweetal opgaven uit de woonvisie die in het kader van dit bestemmingplan relevant zijn: x
x
68
Het continueren van de wijkaanpak. Om te kunnen blijven voldoen aan wensen van bewoners is het nodig dat verouderde delen van de stad een kwaliteitsimpuls krijgen. Daarvoor bestaat geen standaardrecept. Soms gaat het om sloop en vervangende nieuwbouw, als de kwaliteit van de woningen te slecht is. Maar het kan ook gaan om het geschikt maken van woningen voor ouderen, verkoop van woningen en woningverbetering. Realiseren van meer combinaties van wonen en zorg. Dit thema wordt steeds belangrijker. Ten eerste woont onze ouder wordende bevolking steeds langer zelfstandig. Ten tweede is de extramuralisering van de zorg een voortgaand proces. Beide trends voeden de opgave om meer combinaties van wonen en zorg in de wijken te realiseren.
5.
Economie Sociaal Economisch beleid (2005) In het Sociaal Economisch Beleid wordt uitgegaan van de volgende speerpunten: x Groei en bloei van de zorgsector en daarbinnen onder andere de kansen rond 52 degrees te benutten en het concept Health Valley verder uit te bouwen x Het bestaande bedrijfsleven koesteren en versterken. Daarbinnen is extra aandacht voor de Nijmeegse horeca en detailhandel, het aanpakken van verouderde bedrijventerreinen en accountmanagement. x Ondernemerschap stimuleren x Mensen ontwikkelen: vraag en aanbod matchen. Beleid ontwikkeling kantoren Voor kantoren geldt in beginsel het beleid zoals dat is vastgesteld in 2000. Daarin worden de Stationsomgeving, de Brabantse Poort en de Waalsprong genoemd als de drie kantorenlocaties. In 2003 is in het Voorkeursmodel echter gekozen om geen specifieke kantorenen institutenzone te ontwikkelen, maar deze functies te mengen langs bestaande en nieuwe linten. Voor kleinschalige kantoren is in een raadsbesluit van 2001 vastgelegd om de vraag naar kleinschalige kantoren als volgt te accommoderen: x kantoren tot 1000m² zijn toegestaan langs de singels en hoofdradialen. Dit betekent in de praktijk dat in de huidige panden langs de singels en hoofdradialen kantoren mogelijk zijn. x in panden tot 1500 m² kan in het kader van behoud van waardevolle panden een omzetting naar een kantoorbestemming plaatsvinden; x tot 500m² is een kantoorvestiging overal toegestaan. Beleid ontwikkeling detailhandel De Detailhandelstructuurvisie Nijmegen 2004 is een uitwerking van de Detailhandelstructuurvisie 2001 van het Knooppunt Arnhem Nijmegen (DWS KAN 2001). De visie biedt een overzicht van het
bestaande beleid. Waar nodig is het beleid geactualiseerd aan de doelstellingen van het college. Over buurt- en wijkwinkelcentra staat in deze visie het volgende: buurt- en wijkbewinkeling is verweven met de dagelijkse leefomgeving van mensen. De ontmoetingsfunctie van kleine winkels en supermarkten is een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van die omgeving. De structuur van de buurt- en wijkbewinkeling is opgehangen aan een netwerk van supermarkten verspreid over de stad. Tussen 1993 en 1997 was het beleid om logische verzorgingspunten te realiseren onder het motto compact, compleet en comfortabel. Het functioneren van de verzorgingspunten is per buurt- en wijkwinkelcentrum geanalyseerd. Notitie Detailhandel in Nijmegen - strategie en uitvoering Om inzicht te krijgen in de gewenste toekomstige ontwikkeling van de winkelstructuur is in 2004 onderzoek gedaan naar de stand van zaken van de detailhandel in het stadscentrum, het stadsdeelcentrum Dukenburg, de buurt- en wijkwinkelcentra en de winkels buiten de traditionele winkelgebieden. Na discussie in de raad is een strategische notitie opgesteld waarin aandacht wordt besteed aan trends, ontwikkelingen, kansen, bedreigingen, een visie op de toekomstige winkelstructuur en een overzicht van actiepunten. Over buurt- en wijkwinkelcentra wordt gesteld dat supermarkten de spil zijn waar het om draait. Binnen de supermarktbranche is sprake van sterke schaalvergroting. Grotere winkels voldoen beter aan de consumentenwensen. Voor speciaalzaken is een groter consumentendraagvlak vereist. Om het voortbestaan van de suermarkten in buurt- en wijkwinkelcentra te garanderen zal hen de mogelijkheid worden geboden om te moderniseren. Daar waar de ruimtelijke randvoorwaarden het toestaan en de beleidsmatige distributieve structuur niet wordt aangetast, zal de leidende supermarkt worden toegestaan zich uit te breiden (tot maximaal 1.500m2). Dit leidt tegelijkertijd tot het verlies van marktaandeel voor versspeciaalzaken. Door schaalvergroting, supermarktoorlog, specialisering en branchevervaging kan de voorzieningenstructuur onder druk kunnen komen te staan. Dit zal de komende jaren goed gemonitord worden.
Beleid ontwikkeling horeca In de Horecanota ‘Eten en drinken in Nijmegen’ een ruimtelijk economische visie op de Nijmeegse horeca, is een onderscheid gemaakt tussen horeca in het stadscentrum en horeca buiten het stadscentrum. De horeca in de wijken Hees en Heseveld valt in de laatste categorie. De beleidslijn is steeds geweest dat horeca buiten het stadscentrum de ruimte krijgt, mits het een aanvulling is op het bestaande aanbod en gericht is op de bewoners van de wijk. Hotels zijn ook onderdeel van de horeca. De hotelsector levert directe en indirecte werkgelegenheid op. Daarnaast versterken hotels het vestigingsklimaat, neemt hierdoor de levendigheid van de stad toe en het trekt het toeristen aan. Voor ondersteunende horeca buiten het stadscentrum hanteert de gemeente een aparte beleidslijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen ondersteunende horeca bij food detailhandel, bij non-food detailhandel en bijzondere en recreatieve doeleinden. Mogelijk indien, Ondersteunende 1. De horeca-activiteit is ondergeschikt aan de horeca bij foodhoofdactiviteit; detailhandel 2. De openingstijden zijn aangepast aan die van de hoofdactiviteit; Ondersteunende 3. Toegang tot horecaactiviteit uitsluitend via de horeca bij nonhoofdactiviteit; food detailhandel 4. In het pand is een vrij toegankelijke sanitaire ruimte aanwezig; Horeca bij 5. Voor de horeca-activiteit bijzondere en geen aparte reclame recreatieve wordt gemaakt. doeleinden
Beperkingen Maximaal 20 m² en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak mag aan ondersteunende horeca worden besteed. Per straatzijde is max. 1 bedrijf met ondersteunende horeca toegestaan De horeca-activiteit mag niet meer dan 25% van het totale oppervlak zijn, met een maximum van 50 m². Maximaal 1 bedrijf met ondersteunende horeca per straatzijde Het aantal m² ondersteunende horeca mag niet meer zijn dan 10% van het totale oppervlak van de hoofdfunctie. Het aantal m² ondersteunende horeca in sporthallen mag niet meer zijn dan een percentage van 12 % van het totale oppervlak van de hoofdfunctie. Het aantal m² ondersteunende horeca mag voor één sportveld max. 150 m² zijn. Bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld max. 75 m² worden opgeteld. Het maximale oppervlak mag echter nooit meer bedragen dan 375 m².
69
Bedrijventerrein Het Nijmeegs beleid voor bedrijventerreinen is vastgelegd in de nota “Een andere kijk op Nijmeegse bedrijventerreinen” (2003). Kernpunten uit deze nota zijn: zuiniger omgaan met de beschikbare ruimte en een relatie leggen met de behoefte van de aanwezige beroepsbevolking. De belangrijkste uitgangspunten zijn: x Inzetten op het vergroten van de werkgelegenheid voor laagopgeleide werknemers. x Inzetten op het bevorderen van kennisintensieve en moderne industriële werkgelegenheid om de sterk groeiende groep hoger opgeleiden werkgelegenheid te bieden. Mogelijk plekken zijn Winkelsteeg en de Waalsprong. Het thema van deze nota: “meer werk op minder meter” is nog steeds van kracht. Dat wil zeggen dat er nog steeds ingezet wordt op intensivering van bestaande terreinen en inbreiding, voordat wordt overgegaan tot de aanleg of ontwikkeling van nieuwe (regionale) bedrijventerreinen.
5.
Maatschappelijke voorzieningen Notitie ‘Realisatie voorzieningen Maatschappelijke Opvang’ Om meer grip te krijgen op de spreiding van voorzieningen voor maatschappelijke opvang en duidelijkheid te geven over de criteria en processtappen bij de realisatie van voorzieningen is de notitie ‘realisatie voorzieningen Maatschappelijke opvang‘ door de Raad in 2010 vastgesteld. Voorzieningen voor maatschappelijke opvang zijn voorzieningen voor (kortdurende) opvang, ambulante verslavingszorg en vrouwenopvang. De voorzieningen zijn er op gericht om mensen te helpen om daar waar mogelijk weer de regie op het eigen leven terug te krijgen en terugval te voorkomen. Vanuit deze voorzieningen proberen we mensen verder door te leiden richting zorg en indien mogelijk naar een meer permanente verblijfsplek in een intramurale (behandel)setting, maar ook in een woonvoorziening of (begeleid) zelfstandig wonen. De voorzieningen voor maatschappelijke opvang dienen écht als vangnet. De gemeente is verantwoordelijk voor deze voorzieningen.
70
Jeugdbeleid Het Jeugdbeleid gaat uit van twee hoofddoelen: x Het op peil houden van een gedegen algemeen voorzieningenniveau voor vrijwillig jeugdwerk, jongerencentra en ontmoetingsmogelijkheden. x het uitvoeren van de wettelijke verantwoordelijkheden voor preventief jeugdbeleid (de vijf gemeentelijke functies in het kader van de WMO en Wet op de jeugdzorg). De functies zijn: informatie en advies, signaleren, toeleiden naar zorg, lichte hulp en opvoedondersteuning en coördinatie van zorg. We versterken deze functies, onder andere door de totstandkoming van de Centra voor Jeugd en Gezin. Wij willen het effect bereiken dat alle Nijmeegse jeugdigen hun individuele mogelijkheden optimaal benutten, zelfredzaam zijn en dat hun ouders verantwoordelijkheid nemen. Wij scheppen de voorwaarden om dit doel zo dichtbij te brengen als redelijkerwijs mogelijk is. We zoeken dan ook steeds naar verbeteringen van het bestaande beleid. Het jeugdbeleid is de manier waarop we beleidsmatig en in de uitvoering invulling geven aan de activiteiten die hiervoor nodig zijn. Diversiteitsbeleid In de wijken waar overlastproblematiek hoog op de agenda staat, zetten we straatcoaches en gezinscoaches in. Dat gebeurt nu in Neerbosch-Oost en Meijhorst. Vanuit het algemene diversiteitsbeleid hebben wij specifiek beleid gehad gericht op Antilliaanse Nijmegenaren. Daarnaast hebben we de startnotitie opgesteld 'Marokkanen aan zet!' De gemeente is inmiddels afgestapt van het specifieke beleid en legt de nadruk meer op het interculturaliseren van het reguliere aanbod. Wel hebben wij het Antillianenbeleid en de startnotitie ' Marokkanen aan zet!' vertaald in een breed uitvoeringsprogramma gericht op bijzondere aandachtsgroepen. Het uitvoeringsprogramma legt de nadruk op een integrale aanpak op wijkniveau waar nodig.
6.
Mobiliteit Verkeersbeleid: Mobiliteit in Balans Voor de zomer van 2011 wordt nieuw verkeersbeleid vastgesteld door de Raad. Dit nieuwe beleid vervangt de nu vigerende Nota Mobiliteit in Balans, waarin centraal staat: het beter benutten van wegen en daardoor verbeteren van de doorstroming, het versterken van duurzame vervoerswijzen en ontwikkelen van een duurzaam veilig verkeerssysteem. Waar het wegennet onvoldoende capaciteit heeft zal eerst onderzocht moeten worden of het openbaar vervoer en de fiets de problematiek kunnen oplossen. Daarna worden maatregelen als positieve of negatieve prijsprikkels bekeken. Zijn deze er niet, dan kan gedacht worden aan nieuwe weginfrastructuur. Na de realisatie van de Stadsbrug zal de verkeersstructuur in de stad ingrijpend veranderen. De doorstromingsproblematiek zal door de Stadsbrug en de maatregelen op het rijkswegennet (verbreding A50) verschuiven van het gebied ten noorden van de Waal naar de zuid- en westflank van de stad. In het gebied ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas-Waalkanaal is sprake van hoge verkeersdruk. De ruimtelijke mogelijkheden om hier nieuwe infrastructuur te bouwen zijn beperkt. Het beleid om door dynamisch verkeersmanagement het verkeer beter te beheersen en de doorstroming te verbeteren wordt voort gezet. Door het plaatsen van camera’s en wachttijdbebording kan de reistijd van diverse routes met elkaar vergeleken worden. We willen automobilisten keuzemogelijkheden aanbieden. Het verkeer dat van buiten de gemeente komt zal, indien nodig gedoseerd worden toegelaten op het stedelijk wegennet. Sturen op de interne bereikbaarheid en het verbeteren van de doorstroming staan voorop. Beleid openbaar vervoer (OV) Nijmegen streeft naar zes Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)lijnen in de regio, waarvan er vier zijn gelegen op Nijmeegs grondgebied. Als eerste zal de lijn Nijmegen - Centrum - Waalsprong ontwikkeld worden, bij voorkeur met een tramverbinding die wordt
doorgetrokken naar Bemmel en aansluit op de verbinding Arnhem Huissen - Bemmel - Nijmegen. Aan de spoor- en HOV-verbindingen worden ook transferia gekoppeld. De andere twee lijnen lopen van Nijmegen Centraal Station, via Plein ’44 naar Beuningen en van de Waalsprong naar Nijmegen Dukenburg. In de HOV-netwerkanalyse van de Stadsregio Arnhem Nijmegen wordt de ambitie uitgesproken voor een tramverbinding. Daarnaast wordt ook gewerkt aan het realiseren van Stadsregiorail, waarvan het nieuwe Station Goffert onderdeel uit maakt. . De Stadsregio en de gemeente Nijmegen hebben in 2009 besloten om voor het regionale HOV te starten met de uitwerking van de as Heyendaal - Bemmel/Elst. Het HOV komt aan de noordzijde bij de Ovatonde de stad binnen en verlaat via de knooppunten Station Lent, Plein ’44, Centraal Station en Heyendaal de stad weer aan de zuidzijde. De planning gaat uit van een gefaseerde uitvoering in de periode 2014 – 2025, met als eerste de aanleg van een vrijliggende HOV-bus en gedeeltelijk tram op tracé Nijmegen CS - Kleve. In tweede fase vertramming van het tracé, gefaseerd over de verschillende trajectdelen. Het HOV-lijnennet gaat de knooppunten, transferia en omliggende woongebieden met elkaar verbinden. Ook het ondersteunende lijnennet is daarbij van belang voor de verbinding van de Knopen met de wijken en de wijken onderling. De fijnmazigheid van het OVnetwerk is van belang voor de bereikbaarheid en zorgt er voor dat het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief is voor de auto. Beleid langzaam verkeer In Nijmegen liggen veel bestemmingen op korte afstand van elkaar. De fiets is hier dan ook een goed alternatief voor de auto. 37% van alle korte ritten (tot 7,5 km) wordt per fiets afgelegd. Dit percentage willen we laten toenemen. De gemeente werkt daarom al jaren aan het opwaarderen van het fietsroutenetwerk. Veiligheid, comfort, directheid en aantrekkelijkheid zijn hierbij belangrijke aspecten. Nijmegen gaat de komende jaren door met het realiseren van snelfietsroutes (de snelle routes in Nijmegen met een regionale functie)
71
op de belangrijkste verbindingen. Centraal ligt de snelfietsroute vanuit Lent, via de Snelbinder naar de Campus Heijendaal. De fietsroutes naar Malden en Wijchen zijn de afgelopen jaren opgewaardeerd en comfortabeler gemaakt. In 2011 wordt het grootste gedeelte van de snelfietsroute richting Heumen via de Hatertseweg aangepakt. Een bijzonder project is de aanleg van de snelfietsroute naar Arnhem, het RijnWaalpad. Deze laatste route wordt uitgevoerd onder regie van de Stadsregio in overleg met de verschillende gemeenten. Nijmegen start in 2010 met de realisatie van de fietsroute op Nijmeegs grondgebied. Ook werken wij de komende jaren aan de rest van het fietsnetwerk. Naast de hoofdfietsroutes moet het fietsverkeer aantrekkelijker worden door de inrichting van parallelle (schone lucht) routes en fijnmazige verbindingen door de verblijfsgebieden. Een fijnmazig fietsnetwerk is belangrijk, omdat de fiets een belangrijk onderdeel moet gaan uitmaken van de vervoersketen (het verwisselen van vervoerssysteem, bijvoorbeeld van fiets op trein). Naast goede fietsverbindingen zijn goede en veilige stallingen van belang. Waar de stallingscapaciteit te klein is (met name bij de stations en in het centrum) wordt deze uitgebreid. Bij de ontwikkeling van Plein 44 zal bijvoorbeeld een ondergrondse bewaakte stalling worden gemaakt met een capaciteit ca. 1200 fietsen. Bij het Centraal Station is de stalling aan westzijde uitgebreid. Ook in de plannen voor de TPG-locatie is extra stallingcapaciteit opgenomen voor minimaal 3.000 plaatsen. Voor het fietsparkeren op het station is een prognose gemaakt in samenwerking met Pro-rail. In 2020 is er een behoefte aan ruim 12.000 plaatsen. Dit is een verdubbeling van de huidige plaatsen. Beleid autoverkeer Door de geplande ruimtelijke ontwikkelingen (o.a. Waalsprong) en de toenemende mobiliteit zal de fileproblematiek de komende jaren blijven groeien. De bereikbaarheid van de stad en de leefbaarheid in grote delen van Nijmegen zullen daardoor op een onaanvaardbaar niveau komen als we geen aanvullende maatregelen treffen.
72
Daarom is in overleg met de andere overheden in de regio besloten tot de aanleg van de nieuwe Stadsbrug. De uitvoering is voorzien in 2012. Daardoor wordt de verkeers- en milieudruk op de route via de singels enigszins verlicht. Tot de Stadsbrug gereed is, zal de bereikbaarheid van de (binnen-) stad onder toenemende druk komen te staan, vooral omdat de aanpak van wegen in de Waalsprong tijdelijk de doorstroming kan beperken. Voor het autoverkeer zal in sterke mate worden aangestuurd op het zo goed mogelijk managen van de verkeersstromen. Hiervoor wordt een pakket van aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen ontwikkeld, zoals het (uitbreiden van het) transferium Ressen, het met spoed realiseren van Hoogwaardig Openbaar Vervoer en het samen met de werkgevers stimuleren van het beperken van het auto in de spitsen. Beleid parkeren Voor het functioneren van het stadscentrum zijn een goede bereikbaarheid en voldoende parkeermogelijkheden cruciaal. Het aantal autobezoekers, met name vanuit de regio zal groot blijven. Omdat het huidige beleid in 2004 is opgesteld wordt er in 2011 een nieuwe parkeernota geschreven. Deze nota vormt na besluitvorming het vigerende beleid. In 2004 is in de raad de Parkeervisie vastgesteld, waarin het parkeerbeleid is vastgelegd. Op basis van de resultaten van de Parkeerbalans voor de Binnenstad heeft de gemeenteraad in februari 2006 besloten dat er twee nieuwe parkeergarages aan de westzijde van het centrum worden gebouwd, namelijk achter de Hezelpoort en onder de Van Schaeck Mathonsingel. Hiermee wordt voldoende capaciteit geboden voor het grootste deel van de week. Voor de korte bezoekpieken (met name de koopavonden) wordt ingezet op het Parkeren op Afstand, zoals transferia. Ondernemers onderstrepen het belang van de aanwezigheid van kortparkeerplaatsen in de ringstraten. Conform de Parkeervisie is het streven om de vaste parkeerbehoefte zoveel mogelijk op private
parkeerplaatsen op te vangen en de incidentele parkeerbehoefte (bezoekers) zo goed mogelijk te faciliteren op kortparkeerplaatsen in parkeergarages. In de ringstraten is de afgelopen jaren het ultra kortparkeren doorgevoerd. Dit houdt in dat het eerste uur parkeren goedkoper is dan de overige uren. In 2007 is het Meerjarenplan Parkeertarieven door de raad vastgesteld. Vanaf 1 januari 2008 geldt een nieuw parkeerbeleid in het stadscentrum. Tarieven op straat zijn gelijk aan die in de parkeergarages, waarbij doordeweeks parkeren goedkoper is dan in het weekend. De parkeergarage aan de Eiermarkt is nu alleen nog voor langparkeren beschikbaar en Kelfkensbos voor kortparkeren. Hierdoor is de verkeersstroom naar de Eiermarkt sterk beperkt en in Kelfkensbos meer ruimte beschikbaar voor kortparkeren. Beleid expeditieverkeer Op het gebied van (beroeps)goederenvervoer streeft Nijmegen naar een marktconform beleid, waarbij de overheid de randvoorwaarden schept om de markt te verleiden tot kwalitatieve oplossingen. Het streven is om te komen tot een reductie van het aantal verkeersbewegingen en daarbij zowel CO2 reductie te realiseren als een gezonde businesscase. Dit wordt bereikt door bedrijven die voorop durven te lopen ook extra te belonen in de vorm van specifieke privileges. Daarnaast is ook afstemming op regionaal niveau van belang. Dit gebeurt door continue afstemming met de markt en de omliggende gemeenten met als doel een uitvoerbaar beleid te creëren, waarbij leefbaarheid en economische levensvatbaarheid van de binnenstad met elkaar in verhouding staan. De gemeente Nijmegen werkt mee aan het stimuleringsprogramma Lean & Green. Daarnaast kent Nijmegen ook de Groene Hub, een project voor het verduurzamen van goederen- en busvervoer. In dit project zorgen deelnemers uit de regio Arnhem Nijmegen ervoor dat lokaal opgewekt groen gas gebruikt wordt voor het openbaar vervoer.
7.
Groen, Natuur en Landschap Flora- en faunawet De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal soorten dieren en planten. Deze mogen onder meer niet worden gedood, verjaagd, gevangen of verontrust. Uitvoering van werkzaamheden in of nabij bomen kan leiden tot handelingen die in strijd zijn met de verbodsbepalingen. De werkzaamheden kunnen immers leiden tot het verstoren of doden van dieren en het vernietigen van groeiplaatsen van beschermde planten. In veel gevallen kunnen plannen zo uitgevoerd worden dat overtreding van de genoemde verbodsbepalingen niet aan de orde is. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn en de wet geen mogelijkheden biedt voor een vrijstelling, dan moet een ontheffing aangevraagd worden. Deze aanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. In de Flora- en faunawet is ook een zogenaamde “algemene zorgplicht” opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren of ze wettelijk beschermd zijn of niet. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten voor planten en dieren moeten in alle gevallen zoveel mogelijk worden voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de regel dat het kappen van bomen alleen mag plaatsvinden buiten het broedseizoen. Natuurbeschermingswet (NB-wet) Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde NB-wet in werking getreden. De wet biedt een beschermingskader voor flora en fauna binnen de aangewezen beschermde gebieden: Natura 2000-gebieden. Hieronder vallen de speciale beschermingszones volgens de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, de Beschermde natuurmonumenten, de Staatsnatuurmonumenten en de Wetlands (verdrag van Ramsar). In en rondom de Natura 2000-gebieden moet rekening gehouden met de randvoorwaarden die gelden ten behoeve van het voort bestaan van bedreigde soorten en typen leefgebieden. De NB-wet vormt hiervoor het wettelijke kader. Het is verboden om, zonder
73
vergunning, activiteiten te verrichten die de beschermde natuurwaarden in gevaar kunnen brengen. De NB-wet bepaalt dat projecten die de kwaliteit van de leefgebieden in aangewezen terreinen kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. In de omgeving van Nijmegen liggen de volgende beschermde gebieden: x De uiterwaarden van de Waal (Vogelrichtlijn) x De Gelderse Poort (Vogelrichtlijn/Habitatrichtlijn) x Oude Waal in de Ooijpolder (Beschermd Natuurmonument) x Bronnenbos De Refter, tegen de stuwwal bij BeekUbbergen (Beschermd Natuurmonument) x Terreinen Boswachterij Groesbeek (Beschermd Natuurmonument) Bij ruimtelijke ingrepen in of nabij deze gebieden moet altijd worden nagegaan of er een vergunning nodig is o.g.v. de NB-wet. In het vergunningentraject speelt het voorzorgsbeginsel een belangrijke rol. Dit houdt in dat alle aspecten die met een project samenhangen (zowel op zichzelf als in combinatie met andere projecten) en de instandhoudingdoelstellingen (de natuurwaarden die in het gebied worden nagestreefd) in gevaar kunnen brengen, moeten worden onderzocht. Gezien de afstand van Hees en Heseveld tot het meest dichtstbijzijnde beschermde gebied (uiterwaarden Waal op ca. 2 km) en de aanwezige functies binnen het plangebied, is de kans op (significante) negatieve effecten als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen beperkt. Het advies is om dit bij omvangrijkere ruimtelijke ontwikkelingen wel altijd te laten vaststellen. Ecologische Hoofdstructuur De term Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan van het ministerie van LNV. De EHS vormt een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden, die met elkaar worden verbonden door verbindingszones. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden terechtkomen en uitsterven, en
74
de natuurgebieden mede daardoor hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. De EHS bestaat uit: x bestaande natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden, reservaten, ecologische verbindingszones en robuuste verbindingen. x landbouwgebieden met mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer (beheersgebieden); x grote wateren. Voor ruimtelijke ingrepen in de EHS geldt de “nee, tenzij”benadering. Dit houdt in dat ontwikkelingen in principe niet mogelijk zijn, tenzij er een zwaarwegend maatschappelijk belang mee gemoeid is en er geen reële alternatieven zijn. Bij aantasting van de EHS is het compensatiebeginsel van toepassing. Dat betekent dat wanneer natuur- en landschapswaarden en recreatieve waarden verloren gaan, deze elders moeten worden gecompenseerd, zodat per saldo geen kwaliteitsverlies optreedt en een duurzame situatie blijft bestaan. Ook binnen Nijmeegs grondgebied is EHS gelegen: naast de uiterwaarden van de Waal vallen ook enkele binnendijkse gebieden binnen de EHS, zoals Landgoed Oosterhout en fort Benedenwaal. Ook de hele zuid- en oostrand van de stad behoort tot de EHS, evenals delen van de stuwwal. In de directe omgeving van Hees Heseveld komen geen EHS-gebieden voor. Negatieve effecten als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen op de EHS zijn dan ook niet te verwachten. Nationale Landschappen In de Nota Ruimte heeft het Rijk twintig Nationale Landschappen aangewezen, waarvan zeven in Gelderland. Een deel van het landschap rondom Nijmegen valt binnen het Nationale Landschap de Gelderse Poort (Ooijpolder, Heumensoord, Kwakkenberg). Het doel van de Nationale Landschappen is de kwaliteiten in deze gebieden te behouden, duurzaam te beheren en te versterken. In samenhang hiermee moet de toeristisch-recreatieve betekenis van
deze gebieden toenemen. De Nationale Landschappen moeten zich sociaaleconomisch voldoende kunnen ontwikkelen, terwijl de bijzondere kwaliteiten van het gebied worden behouden. Er is ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei. In deze landschappen geldt een ‘ja, mits’-beleid voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits zij tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de landschappelijke kwaliteit of de kwaliteit behouden blijft. In de Nationale Landschappen kunnen ook delen van de EHS liggen en zogenaamde ‘open gebieden’. Voor die twee onderdelen geldt een ‘nee, tenzij’-beleid. Dit betekent dat ruimtelijke ontwikkelingen niet mogelijk zijn, tenzij is aangetoond dat zij de kwaliteiten van de EHS of het open landschap niet aantasten, van groot maatschappelijk belang zijn en niet elders gerealiseerd kunnen worden. Hees en Heseveld liggen niet in de nabijheid van het Nationaal Landschap Gelderse Poort. Negatieve effecten op het Nationale Landschap als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen in Hees en Heseveld zijn dan ook niet te verwachten. Streekplan De begrenzing en uitvoering van de nationale Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is gedecentraliseerd en toebedeeld aan de provincies. Zij hebben (soms) een eigen variant gemaakt: de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Ook voor Gelderland is in het Streekplan een PEHS vastgesteld. In Nijmegen zijn de verschillen tussen EHS en PEHS minimaal. De PEHS kent enkele kleine gebieden meer dan de EHS. Voor dit bestemmingsplan zijn de EHS en PEHS niet relevant vanwege de afstand. Hees en Heseveld of de directe omgeving van de wijken maken geen deel uit van de provinciale EHS. Voor de (P)EHS geldt een “nee, tenzij” benadering: een bestemmingsplanwijziging is niet mogelijk als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van
redenen van groot openbaar belang. Een significante aantasting van kernkwaliteiten is bijvoorbeeld vermindering van areaal en bestaande kwaliteit van natuur. Bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur kunnen door Gedeputeerde Staten alleen worden goedgekeurd als - naast het ontbreken van reële alternatieven en de aanwezigheid van redenen van groot openbaar belang aantoonbaar in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen, waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen. Compensatie van de resterende schade dient plaats te vinden in hetzelfde bestemmingsplan of in gekoppelde bestemmingsplannen. Per saldo zal op planniveau of gebiedsniveau geen verlies mogen optreden van areaal, kwaliteit en samenhang. De Groene Draad - Kansen voor het Nijmeegse groen Het groenplan De Groene Draad (2007) heeft in Nijmegen de status van een groenstructuurplan. Dit beleidsplan geeft de mogelijkheid om actief te sturen op ontwikkelingen op het gebied van groen in de stad. Daarnaast levert het handvatten om groen een sterke positie te geven binnen de dynamiek van de stedelijke ontwikkelingen. In het groenplan is beschreven hoe we omgaan met het bestaande groen, welke randvoorwaarden belangrijk zijn. Voor alle wijken zijn de karakteristieke kenmerken van het wijkgroen beschreven, die als toetsingskader dienen voor plannen en ontwikkelingen in de stad. Naast de beschrijving van het groene karakter is ook gekeken wat de behoefte of kansen zijn voor het groen in de wijk. De hoofdpunten voor Hees en Heseveld zijn beschreven in hoofdstuk 3.9. Handboek Stadsbomen Het Handboek Stadsbomen vormt een nadere uitwerking van De Groene Draad voor de instandhouding en ontwikkeling van ons bomenbestand. Dit Handboek vormt tevens een toelichting op de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV), waarin de regels ten aanzien van bomen en groen zijn vastgelegd. Het Handboek is daarmee het kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft.
75
Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen, inclusief bomen op particulier terreinen. Voor bosopstanden, bosplantsoen en bomen in natuurgebieden gelden andere beleidskaders en wet- en regelgeving. Deze vallen buiten het kader van dit handboek. De hoofdpunten van het beleid zijn: x
x
x
Niet alle bomen in Nijmegen zijn gelijk. We maken onderscheid tussen de hoofdboomstructuur en de zogenaamde buurtbomen. De hoofdboomstructuur betreft alle bomen die een bovenlokale bijdrage leveren aan de identiteit/kwaliteit van Nijmegen. In de hoofdboomstructuur wordt gestreefd naar compleetheid en gaafheid. Bomen moeten hier tot volle wasdom kunnen komen. Daarom geldt hiervoor een stringent afwegingskader. Bomen die geen deel uitmaken van de hoofdboomstructuur, vormen de “buurtbomen”. Voor buurtbomen geldt een minder stringent kader. Duidelijke kaders en uitgangspunten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij aanleg of herstructureringen in de openbare ruimte dient zowel boven- als ondergronds voldoende ruimte te worden gecreëerd om een duurzame en vitale ontwikkeling van bomen te waarborgen. Duidelijke kaders en uitgangspunten ten aanzien van het boombeheer. Met name in de naoorlogse periode en de grootschalige stadsuitbreidingen in de jaren ‘80 en ’90 is niet altijd voldoende geïnvesteerd in goede groeiomstandigheden. Vanwege erfenissen uit het verleden hebben we te maken met toenemende kosten voor het boombeheer. Het handboek geeft aan welke beheerskeuzen moeten worden gemaakt om de kwaliteit van ons bomenbestand duurzaam te waarborgen. Centrale gedachte is dat een verschuiving plaatsvindt van sturing op kwantiteit (aantal bomen) naar sturing op kwaliteit (gezondere, mooiere bomen).
Natuurwaardenkaart De wijze waarop in Nijmegen omgegaan wordt met de natuurwetgeving is uitgewerkt in de Richtlijn Natuur, die doorvertaald is naar de Natuurwaardenkaart (2005). Op basis van deze kaart kan
76
een inschatting gemaakt worden in hoeverre binnen een gebied beschermde en bedreigde planten- en diersoorten voorkomen. Ten aanzien van het westelijke stadsdeel zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat momenteel weinig bekend is over het voorkomen van (strikt) beschermde soorten. Aanbevolen wordt om tijdig inventarisaties uit te voeren op locaties van geplande ruimtelijke ingrepen. Verkoop openbare gronden In de kadernota Verkoop Openbare Ruimte zijn de beleidsregels en procedures vastgelegd inzake verkoop van openbare gronden aan particulieren. Hees en Heseveld vallen onder categorie 2-gebieden. Dit houdt in dat er voorwaarden gelden ten aanzien van de verkoop van reststroken. Verkoop van gronden die behoren tot de groene hoofdstructuur is uitgesloten. Omgang met reststroken Verkoop van grond(en) waardoor het perceel breder wordt Verkoop van grond(en) waardoor het perceel alleen dieper wordt Verkoop van grond(en) ten behoeve van kleinschalige uitbreidingen Verkoop van grond(en) met vestiging van een recht van opstal Verkoop van grond(en) ten behoeve van bouwactiviteiten
8.
kostprijs € 250,€ 200,€ 50,€ 0,marktconform
Water Nationaal Waterplan (NWP, 2009) In het Nationale Waterplan (NWP) en de bijbehorende beleidsnota's zijn het Rijksbeleid, de doelstellingen en de maatregelen m.b.t. het waterbeheer vastgelegd. Dit NWP werkt door naar regionale plannen (provincies) en de waterbeheerplannen van de waterschappen. In het NWP is gekozen voor de strategie: ”meebewegen met natuurlijke processen waar het kan, weerstand bieden waar het moet en kansen voor welvaart en welzijn benutten". De doelstelling specifiek voor stedelijk waterbeleid is: x Bij ontwikkelingen van locaties in de stad streeft het rijk er naar dat de hoeveelheid groen en water per saldo toe neemt, waardoor het stedelijke watersysteem robuuster en klimaatbestendiger wordt;
x
Bij de aanpak van de stedelijke wateropgave wordt rekening gehouden met verdergaande verstedelijking en klimaatverandering en wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de dynamiek van de stad.
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel, 2008) In 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) ondertekend door het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Uitvoering van het akkoord moet er toe leiden dat het watersysteem in 2015 op orde is. In 2008 is dit NBW geactualiseerd. De belangrijkste uitgangspunten van het NBW zijn: x Het waterbeleid moet worden gebaseerd op de stroomgebiedbenadering; x De watertoets is een verplicht onderdeel geworden van ruimtelijke ordeningsprocedures en de waterparagraaf is een verplicht onderdeel van ruimtelijke plannen; x De trits “vasthouden, bergen en afvoeren” wordt als strategie gehanteerd voor het tegengaan van wateroverlast. Hoger gelegen en/of bovenstrooms gelegen gebieden mogen niet langer hun waterproblemen afwentelen op lagergelegen, respectievelijk benedenstroomse gebieden.
kosten en planningen aangegeven. Nijmegen-Noord valt onder het deelgebied De Betuwe, Nijmegen ten westen van het Maas-Waal kanaal onder deelgebied Land van Maas en Waal en de rest van de stad onder deelgebied Groesbeek - Ooijpolder. Voor alle gebieden geldt dat Nijmegen bovenop de uitvoering van het autonome, bestaande beleid (Waterplan 2001, WIW 2009 en GRP 2010-2016) geen aanvullende maatregelen zal nemen ter verbetering van het oppervlaktewater. De provincie Gelderland heeft daarnaast een gebiedsproces gevoerd voor het grondwaterbeleid. Daarin is opgenomen dat er drie grondwaterbeschermingsgebieden zijn in Nijmegen, die alle drie te maken hebben met (onoverbrugbare) problemen met de grondwater- en bodemvervuiling. De drinkwaterwinning in Lent is al gestopt. Deze functie is niet meer opgenomen in het Waterplan Gelderland 2010-2015. Ook de drinkwaterwinning Nieuwe markt zal gaan sluiten. Voor de grondwaterbeschermingsgebieden in Heumensoord is onderzoek opgestart om vast te stellen of de bestaande vervuiling kan worden beperkt of kan worden opgelost.
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) Deze Europese richtlijn en de later daaraan toegevoegde "dochterrichtlijn" Grondwater geven de beleidsregels aan t.a.v. het bereiken van een goede chemische en ecologische waterkwaliteit in alle oppervlaktewateren en het grondwater in Europa. Er wordt een onderverdeling gemaakt in Waterlichamen en Overige wateren, waaronder alle stedelijke wateren van Nijmegen vallen. Alleen over de Waterlichamen moet worden gerapporteerd aan de EU. Nijmegen valt binnen Stroomgebied Rijn-West en daarbinnen weer in het beheergebied van waterschap Rivierenland.
Waterwet (2009) De waterwet heeft een achttal bestaande wetten geïntegreerd en gemoderniseerd. De wet maakt de taken en bevoegdheden van de verschillende overheden duidelijk verschaft de wettelijke grondslag voor de zorg van het waterschap voor de veiligheid tegen overstromingen, waterkwantiteit (inclusief grondwater) en waterkwaliteit. De operationele taken van het grondwaterbeheer (kleine onttrekkingen) van de provincie zijn verschoven naar het waterschap. De provincie is verantwoordelijk gebleven voor grote industriële onttrekkingen, drinkwateronttrekkingen en de onttrekkingen van grondwater voor duurzame energie (koude warmte opslag KWO). De gemeente heeft een (nieuwe) zorgplicht gekregen voor grondwateroverlast, naast de twee waterketen zorgplichten voor afvalwater en hemelwater uit de Wet Milieubeheer.
Door het waterschap zijn gebiedsprocessen georganiseerd. De resultaten zijn verwoord in zeven gebiedsplannen. Daarin zijn de maatregelenpakketten (met resultaatsverplichting) en bijbehorende
De Waterwet regelt ook dat het waterschap verantwoordelijk is voor de verlening van de Watervergunning, die een flink aantal oude vergunningen integreert (waaronder de Keurvergunning voor
77
activiteiten in of nabij oppervlaktewateren). Vanuit de nieuwe Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) is bepaald dat de gemeente ook al haar vergunningen integreert tot één Omgevingsvergunning en dat de gemeente fungeert als eerste loket voor de burger voor beide vergunningen. Waterplan Gelderland 2010-2015 Dit provinciale waterplan, voorheen het waterhuishoudingsplan, is opgesteld in 2009. Het bevat de doelstellingen en uitgangspunten voor het waterbeleid voor de korte en lange termijn. In het waterplan is het rijks- en provinciaal waterbeleid doorvertaald naar een beleidskader voor gemeenten en waterschappen. Door functietoekenning zijn deze doelstellingen gekoppeld aan het ruimtelijk ordeningsspoor en verkrijgen de aangewezen gebieden bescherming. Zo is een beschermingszone voor de natte natuur rondom de "Natuurparel" Hatertse Vennen in bestemmingsplan Dukenburg opgenomen ter bescherming van het watersysteem van dat verdroogde gebied (TOP-lijst). De beleidshoofdlijnen hebben voornamelijk betrekking op het landelijke gebied en spelen weinig op Nijmeegs grondgebied, op de maatregelen in het rivierengebied na: x Waarborgen veiligheid tegen overstromingen (verbeteren en toetsen waterkeringen voor 2011); x Realiseren van de kwantitatieve wateropgave in 2015 zoals vastgelegd in de provinciale verordening (NBW); x Verbeteren van de (ecologische) waterkwaliteit zoals vastgelegd in de (deel)stroomgebiedplannen (KRW); x Verbeteren van de watercondities ten behoeve van natte natuur (Natura 2000, TOP-lijst gebieden). Waterbeheerplan 2010-2015 Het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft de hoofdlijnen voor alle watertaken van Waterschap Rivierenland op het gebied van waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en zuivering afvalwater voor de periode 2010-2015. Tevens geeft het een doorkijk naar 2027 in verband met de doelstellingen voor de waterkwaliteit vanuit de
78
Europese Kader Richtlijn Water. Dit staat beschreven in aparte KRW-deelgebiedplannen (zie KRW). In dat licht worden watergangen verbreed, natuurvriendelijke oevers aangelegd, de hoeveelheid meststoffen verminderd en de rioolwaterzuiveringsinstallaties efficiënter gemaakt. De eerste drie maatregelen in het landelijke gebied spelen op Nijmeegs grondgebied pas na 2015. Voor de waterketen richt het waterschap zich op specifieke optimalisatietrajecten samen met gemeenten en RWS en het afsluiten van een afvalwaterakkoord tussen deze partijen. Doel van het waterschap is het zoveel mogelijk weren van schoon regenwater en gebiedsvreemd (grond)water uit de riolering, waardoor overbelasting van de rioolwaterzuiveringsinstallaties en overstortingen naar oppervlaktewater wordt voorkomen. In het stedelijke gebied lopen gezamenlijke acties voor vergroting van de waterberging en aanleg natuurvriendelijke oevers in het kader van ons eigen Waterplan Nijmegen 2001. De belangrijkste beleidswijziging is een andere waterbergingsnorm voor bestaand en nieuw stedelijk gebied. Dit moet in de watertoets worden meegenomen. Doelstelling van het waterschap is om haar beheersgebied in 2015 klimaatbestendig te hebben op basis van de huidige klimaatscenario's. Waterplan 2001 (gebieden ten zuiden van de Waal / kern Lent) Het in juni 2001 vastgestelde Waterplan Nijmegen vormt voor de 1 Nijmeegse waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor het samen werken aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving in Nijmegen tegen de laagst maatschappelijke kosten. Het plan geeft vanuit een visie op de lange termijn (50 jaar) een beschrijving van het totale waterbeleid voor de middellange termijn (15 jaar) met een programma voor de eerste 5 jaar. Belangrijke doelstellingen zijn:
1
gemeente Nijmegen, waterschap Rivierenland, Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland, provincie Gelderland en waterbedrijf Vitens. Waterschap Rivierenland en waterbedrijf Vitens zijn ontstaan uit fusies waardoor het aantal waterpartners is verminderd van 8 tot 5.
x x x x
Optimalisatie van de waterbeheerketen samen met de waterpartners; Gezond maken van de stadswateren; Afkoppelen van regenwater op een liefst zichtbare wijze; Bevordering van het waterbewustzijn bij de Nijmegenaren.
Voor het plangebied Hees en Heseveld staan de volgende concrete beleidswensen beschreven:Omdat de wijk dicht tegen het MaasWaalkanaal aan is gelegen, is het gewenst om grondwateroverlast vanuit het kanaal te voorkomen. In Nijmegen West vindt veel herstructurering plaats en water kan daarin ook een plaats krijgen. "Samenwerken aan water" is hiervoor een leidend principe. Dat betekent dat de gemeente bij plannen voor reconstructie ook het afkoppelen wil meenemen. In Park West liggen waterpartijen die zoveel mogelijk worden gevoed met regenwater afkomstig uit de omliggende woonblokken.
9.
Milieu Bedrijvigheid Bedrijvigheid is in de zin van de Wet milieubeheer die bedrijvigheid die vermeld staat in het Inrichtingen en vergunningen Besluit (IvB) en als zodanig als inrichting aangemerkt zou kunnen worden. In het nieuwe bestemmingsplan zal de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld worden aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten in Nijmegen al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten waaronder geluid, geur, stof, gevaar (vooral brand- en explosiegevaar), verkeer en visuele aspecten van belang. De Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is een verbijzonderde afgeleide van de VNG publicatie “Bedrijven en milieuzonering”.
Uitgangspunt is dat vooral de bedrijvigheid, die is ingedeeld in de categorieën SBI 1 en 2, passend is binnen woongebieden. Uitgangspunt is echter ook dat bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in een woongebied en waarvoor verplaatsing op korte termijn niet haalbaar is, op basis van verworven rechten moet worden geaccepteerd. Deze bedrijvigheid zal als een verbijzondering op de toegelaten categorieën worden toegestaan. Bij deze acceptatie dient er uiteraard wel van te worden uitgegaan dat deze bedrijvigheid dan ook aan de criteria moet voldoen die de Wet milieubeheer (Wm) hierbij oplegt, zodat niet van een onaanvaardbare hinder naar de omgeving sprake is. Bodemonderzoek Onderstaand zijn de belangrijkste formeel-juridische uitgangspunten voor bodemonderzoek aangegeven, evenals de beleidsmatige nuanceringen op die uitgangspunten: x iedere ontwikkelingslocatie in het bestemmingsplan moet in principe vergezeld gaan van een bodemonderzoek; x indien het College van B&W echter kenbaar hebben gemaakt dat zij met gebruikmaking van de hun daartoe in de bouwverordening gegeven bevoegdheid vrijstelling zullen verlenen van de verplichting bodemonderzoek te verrichten in het kader van de bouwvergunningverlening of dat in het kader van de bouwvergunning geen onderzoek noodzakelijk is, dan hoeft het betreffende plandeel niet vergezeld te gaan van een bodemonderzoek; x dit laatste is ook het geval in het hoogst uitzonderlijke geval dat een plandeel enkel en alleen betrekking heeft op een licht vergunningplichtig bouwwerk; x bij verbouwing van panden kan onderzoek achterwege blijven als het "casco", inclusief de vloeren, intact wordt gehouden en geen grond wordt vergraven. Tevens dient er geen sprake te zijn van functieverandering van het erf; x het bodemonderzoek moet worden uitgevoerd conform de normen NEN 5740 en NEN 5707. Daarvan kan worden afgeweken als op het betreffende terrein al bodemonderzoek
79
x
x x
volgens de genoemde normen is uitgevoerd, en dat bodemonderzoek nog geldig is; Afhankelijk van de conclusies uit het verkennende bodemonderzoek, i.r.t. de beoogde functie, kan nader/aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk zijn. Maakt de beoogde functie verder onderzoek noodzakelijk, dan dient dat onderzoek te zijn afgerond voor vaststelling van het bestemmingsplan; de geldigheid van een bodemonderzoek bedraagt maximaal 5 jaar; het is niet toegestaan om in (mogelijke) gevallen van bodemverontreiniging grondverzet te plegen.
Voor onderstaande bouwaanvragen is geen bodemonderzoek noodzakelijk: x bouwwerken waarin mensen minder dan 2 uur per dag structureel verblijven; x bouwwerken geen gebouw zijnde, bijvoorbeeld grond-, weg-, waterbouwwerken en bouwwerken voor de waterhuishouding of -zuivering; x bouwwerken die de grond niet raken en waarbij het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd, zoals een dakkapel of interne verbouwing; x de bouw van een kelder; x daarnaast is in het bodeminformatiesysteem van de gemeente geen aanwijzing gevonden voor een 'redelijk vermoeden' van een ernstige bodemverontreiniging. Voor de onderstaande bouwwerken kan vrijstelling van het uitvoeren van een bodemonderzoek worden verleend: 2 x het te bouwen pand of aanbouw is kleiner dan 50 m ; x tijdelijke gebouwen (ongeacht grootte), echter niet langer dan 5 jaar; x tevens is in het bodeminformatiesysteem geen aanwijzing gevonden dat hier verdachte bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden.
80
Luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer titel 5.2 zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen. Deze betreffen de stoffen: zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, fijn stof (PM10), koolmonoxide, benzeen, benzo(a) pyreen, lood en ozon. In Nederland worden over het algemeen alleen overschrijdingen geconstateerd voor de stoffen NO2 en PM10. Het luchtkwaliteitonderzoek beperkt zich dan ook tot deze twee stoffen. De grenswaarden voor NO2 en PM10 zijn weergegeven in onderstaande tabel. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB’s en Ministeriële regelingen. Bij het faciliteren van ruimtelijke plannen moet volgens de Nederlandse wetgeving de verandering van de luchtkwaliteit door het plan worden getoetst. grenswaarde NO2 jaargemiddelde grenswaarde PM10 daggemiddelde grenswaarde PM10
norm 3 40 g/m 3 40 g/m max. 35 dagen/jaar 3 > 50 g/m
ingangsdatum* 1 januari 2015 1 januari 2011 1 januari 2011
* (na derogatie)
Op 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) in werking getreden. Hierdoor heeft Nederland uitstel gekregen voor het voldoen aan de grenswaarden. Tot die tijd gelden aangepaste grenswaarden: NO2 jaargemiddeld: 60 g/m3 en PM10 jaargemiddeld: 48 g/m3. Een ruimtelijke ontwikkeling kan doorgang vinden indien aannemelijk kan worden gemaakt dat: x de ruimtelijke ontwikkeling, al dan niet in combinatie met aan het project verbonden maatregelen, niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit; x de luchtkwaliteit door de ruimtelijke ontwikkeling, al dan niet in combinatie met aan het project verbonden maatregelen, per saldo verbetert of tenminste gelijk blijft; x bij een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit vanwege de ruimtelijke ontwikkeling, de luchtkwaliteit in een gebied rondom het project per saldo verbetert. De verbete-
x x
ring en verslechtering zullen beide moeten gelden voor overschrijdingssituaties en dienen te worden betrokken op de concentraties van NO2 en/of PM10; de ontwikkeling is beschreven in, past binnen of is niet strijdig met een vastgesteld programma (bijvoorbeeld NSL); er geen grenswaarden worden overschreden.
Ad b) Met betrekking tot de externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen is vooralsnog wat betreft wegen, vaarwegen en buisleidingen het rapport van Arcadis, van 16 januari 2003 "Bouwstenen voor een inhaalslag", maatgevend. Voor vervoer over het spoor is dit het rapport echter achterhaald. Voor de spoorwegen binnen de gemeente Nijmegen wordt thans uitgegaan van het rapport Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen van 3 april 2009.
Begin 2009 is de AMvB gevoelige bestemmingen vastgesteld met afstandseisen voor gevoelige objecten, zoals kinderdagverblijven en scholen. Plannen voor gevoelige objecten zijn niet toegestaan binnen 300m. vanaf de rand van een rijksweg of binnen 50m. vanaf de rand van een provinciale weg, mits ter plaatse een grenswaarde overschreden wordt. Er worden geen afstanden genoemd voor drukke stadswegen. Deze kunnen door lokaal beleid aangewezen worden.
Ook voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen zullen Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) worden opgesteld, o.a. het "Besluit transportroutes externe veiligheid" en het “Besluit milieukwaliteitseisen externe veiligheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Inrichtingen en bedrijven Toepassing dient te worden gegeven aan het BEVI. In Artikel 5 lid 1 van het besluit staat omschreven: “Het bevoegd gezag neemt bij de vaststelling van een besluit als bedoeld in de artikelen 10, 11 eerste en tweede lid, 15, 17, eerste lid, 19, eerste, tweede en derde lid, 28, 37, 39b en 40, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en van een besluit tot het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 11 van de Woningwet, op grond waarvan de bouw of vestiging van kwetsbare objecten wordt toegelaten, de grenswaarde, genoemd in artikel 8, eerste lid, en de afstanden krachtens artikel 8.40 van de wet in acht. Het artikel 5 lid 1 betekent concreet dat een berekening naar het Plaats- en Groepsgebonden risico moet worden uitgevoerd en de waarden getoetst moeten worden aan de grens-/voorkeurswaarden. Het besluit is van toepassing op risicovolle bedrijven, o.a. LPG-tankstations, BRZO-bedrijven, koel- of vriesinstallatie(s) met een inhoud van meer dan 1500 kg ammoniak, etc.
Externe veiligheid Met betrekking tot externe veiligheid kunnen twee typen risico’s worden onderscheiden: a) Externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven en b) Externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen. Ad a) De externe veiligheid door inrichtingen c.q. bedrijven wordt geregeld in het “Besluit externe veiligheid inrichtingen" (BEVI). Dit besluit kent een nadere verdeling naar plaatsgebonden risico’s (PR) en groepsgebonden risico’s (GR). Voor wat betreft het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven. Het groepsrisico wordt getoetst aan de zogenaamde oriënterende waarden. Van de oriënterende waarde kan eventueel in voorkomende gevallen worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Regionale Brandweer in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico.
10.
Klimaat en duurzaam bouwen De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in de ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in de Kadernotitie Klimaat vastgelegd. Hoofddoelstelling van
81
dit plan is dat Nijmegen op termijn energieneutraal wordt en dat de stad zich voorbereid op klimaatverandering. Kernbegrippen om dit te bereiken zijn mitigatie en adaptatie. Voor de periode 2011-2015 is een uitvoeringsprogramma, de Duurzaamheidsagenda 20112015 opgesteld.
x
Mitigatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat door de vermindering van emissies van broeikasgassen, zoals CO2. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken materialen uit vernieuwbare bronnen. Adaptatie is het aanpassen aan de wijzigende omstandigheden zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden zijn het voorkomen van oververhitting, aandacht voor windklimaat en het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag.
x
Voor de utiliteitsbouw en woningbouw liggen de kernpunten bij het terugdringen van de CO2-uitstoot door energiezuinig bouwen en het realiseren van mogelijkheden voor duurzame energievoorzieningen (bijvoorbeeld warmtenet, KWO, geothermie) en de aanpassing aan veranderde weersomstandigheden (bijvoorbeeld door wateropvang, meer water en groen in de stad en groene daken). Bijkomend voordeel is dat dit leidt tot lagere woonlasten en een gezondere, comfortabelere woning.
x
Wettelijk en juridisch kader Doelstelling van het Rijk is realisatie van 20% CO2-reductie en 14% duurzame energieopwekking in 2020. Dat is conform het EU-beleid. In klimaat convenanten tussen het Rijk en andere partijen zijn afspraken gemaakt over de inspanning die stakeholders zullen leveren als bijdrage om deze doelstelling te behalen. x Met het bedrijfsleven is in het meerjarenafspraken (MJA) convenant afspraken gemaakt over het bereiken van 30% energie-efficiency verbetering tussen 2005 - 2020. x Met de koepel van woningcorporaties en de woonbond is een convenant voor de huursector gesloten: in de periode 2008-2018 wordt een energiebesparing van 20% op gas-
82
x
x
x
x
verbruik gerealiseerd. Bij renovatieprojecten streven de corporaties naar energielabel B of stijging van 2 klassen. Met de bouwbranche is afgesproken dat de energieprestatie voor nieuwbouwwoningen in tien jaar tijd wordt aangescherpt van EPC 0,6 (huidig) naar EPC 0,4 in 2015 en naar EPC 0,0 in 2020 (energieneutraal). Met de gemeenten is een convenant afgesloten. Hierin is het volgende afgesproken: de inzet is 100% duurzaam inkopen in 2015, streven naar minimaal 2% energiebesparing per jaar (20% in 2020) en gezamenlijk te werken aan de doelstelling voor duurzame energieopwekking. Gemeenten handhaven als bevoegd gezag op basis van de Wet Milieubeheer (vooral bij de niet-MJA bedrijven) de naleving van energievoorschriften. Uitgangspunt is dat alle energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen genomen dienen te worden. In het bouwbesluit is opgenomen dat vanaf 1-1-2011 nieuwbouwwoningen een EPC van 0,6 moeten hebben. In de Woningwet is opgenomen dat bij overdracht van een woning een energielabel verplicht is. Voor overheden en woningcorporaties geldt de labelplicht altijd. Voor particulieren geldt nu nog dat verkopende en kopende partij er gezamenlijk vanaf mogen zien. In 2013 zal Nederland de herziene Europese richtlijn voor energiebesparing in gebouwen implementeren. Deze houdt in: zonder energielabel is overdracht van een woning niet meer mogelijk; bij nieuwbouw en grootschalige renovaties van overheidsgebouwen geldt dat deze vanaf eind 2018 energieneutraal gemaakt worden; dit geldt vanaf eind 2020 bij alle nieuwbouw en grootschalige renovatie; dat er een periodieke onderhoudsplicht komt voor verwarmings- en koelinstallaties in gebouwen. Het Besluit Aanleg Energie Infrastructuur (BAEI) vloeit voort uit de Gaswet en Elektriciteitswet en biedt gemeenten de mogelijkheid om per Collegebesluit eisen te stellen aan de energiehuishouding van een gebied van tenminste 500 woningequivalenten.
Uitgangspunten regionaal In het convenant duurzaam bouwen heeft Nijmegen en een groot aantal andere partijen in de regio aangegeven dat de prestaties tenminste aan de basispakketten duurzaam bouwen zullen voldoen. In het FSC convenant is nogmaals uitdrukkelijker gesteld dat het houtgebruik in de organisatie duurzaam (FSC of gelijkwaardig gecertificeerd) dient te zijn. Naast energiegebruik, betreft duurzaam bouwen ook materiaalgebruik, watergebruik, afval, gezondheid en flexibiliteit (toekomstwaarde) van het gebouw. De Stadsregio wil het convenant duurzaam bouwen in de periode 2011-2012 actualiseren en aanpassen aan actuele beoordelingsmethoden. Doelstelling Nijmegen 2011-2015 Nijmegen is een stad waarin volgens het CBS een autonome groei voorzien is met 30.000 personen in 2050. Dit vereist de bouw van ongeveer 12.000 nieuwe woningen. De uitdaging is om deze bouwopgave energetisch zo gunstig mogelijk te realiseren. Dat houdt het volgende in: daar waar mogelijk en financieel haalbaar stimuleren we het gebruik van lokaal aanwezige duurzame energiebronnen om de energievraag van woningen ook voor 2020 al zoveel mogelijk te beperken. Rekening houdend met de stedelijke energieopgave en conform de huidige ‘best practices’ zou bij grootschalige ontwikkelingen ingezet moeten worden op tenminste 50% reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen voor verwarming van gebouwen. 20% van het energiegebruik van nieuwbouw wordt voorzien door lokaal duurzaam opgewekte energie. Bij nieuwbouwlocaties ligt een impliciete zoekopgave naar duurzame energiebronnen voor de middellange en lange termijn in de vorm van KWO, restwarmte, geothermie, wind- en zonne-energie. Uitwerking in bouwplannen De aangescherpte EPC-norm noopt tot energiezuinig bouwen. De norm zal in de toekomst door landelijke en Europese regelgeving verder dalen. Tegelijkertijd wordt een stijging van de energieprijzen en een verminderde beschikbaarheid van traditionele brandstoffen zoals gas voorzien. Onderzoek is nodig naar de mogelijkheden voor
de energievoorziening, waarbij ook gekeken wordt of het programma (deels) klimaatneutraal kan worden gerealiseerd. Dat betekent dat er geen energievraag is voor verwarming en koeling of dat er zo wordt gebouwd dat er in de toekomst van andere energiedragers gebruik gemaakt kan worden. Bijvoorbeeld door een collectief lage temperatuur verwarmings-systeem aan te leggen, waar in de toekomst gemakkelijk andere bronnen op aangeschakeld kunnen worden. 2 Voor utiliteitsbouw met meer dan 37.500 m BVO en bij projecten van meer dan 500 woningen kan de gemeente verplichten om een Energiescan op te stellen (BAEI). Hierin wordt aangegeven met welke maatregelen een EPC van 35% onder de norm gerealiseerd kan worden en wat de terugverdientijd voor meerinvesteringen is. Op die manier wordt de bijdrage van het project aan de hierboven genoemde doelstellingen in beeld gebracht. Ook voor andere plannen kunnen de mogelijkheden in beeld worden gebracht en kan het noodzakelijke EPC-onderzoek omgezet worden tot een energiescan. Daarmee kunnen zowel de warmtevraag als de koelingbehoefte en de inzet van collectieve systemen onderzocht worden.
Stappen in de uitwerking van een energiescan zijn: Stap 1. Beperk de energievraag Stap 2. Gebruik duurzame energiebronnen Stap 3. Gebruik eindige energiebronnen efficiënt Stap 4. Compenseer resterende CO2-emissies Voor de energievoorziening voor verwarming kunnen de mogelijkheden voor KWO of andere duurzame technieken zoals warmtepompen worden onderzocht. Deze hebben als extra voordeel dat hiermee ook koeling aan de gebruikers geleverd kan worden. De mogelijkheden voor ondergrondse energieopslag staan beschreven in de Milieuatlas van de gemeente Nijmegen. Elektriciteit zou duurzaam kunnen worden opgewekt met zonnepanelen. Energiezuinigheid kan zonder aanvullende kosten verder worden versterkt door toepassing van de principes van passief bouwen, zodat de warmte en koudevraag van de gebouwen verder worden beperkt.
83
Duurzaam bouwen Met een beoordelingssysteem kan de kwaliteit van de gebouwen getoetst worden en alternatieven voor materialen en constructiemethoden worden aangedragen, die aan het begin van het ontwerpproces kostenneutraal kunnen zijn. Nijmegen streeft ernaar tenminste een 7 te halen. Voor bouwmaterialen kan gebruik worden gemaakt van de principes van ecologisch bouwen. Dit betekent het gebruik van bouwmaterialen die vriendelijk zijn voor mens, natuur en omgeving, waarbij ook veel aandacht is voor een gezond binnenmilieu in het gebouw. Nijmegen heeft het landelijke FSCconvenant ondertekend, waarmee ze zich verplicht heeft om hout en houtmaterialen uit gecertificeerde bronnen toe te passen. Toepassing van groen op gevels en daken Woningen nabij drukke wegen worden door fijn stof belast. Ook als deze onder de wettelijke norm blijft, is het de moeite waard om door een groene inrichting met begroeide gevels, bomen en hagen de luchtverontreiniging filteren. Waar daken in het zicht liggen zou de toepassing van een vegetatiedak kunnen worden overwogen. Deze groentoepassingen leveren tevens een bijdrage aan het voorkomen van oververhitting en het opvangen van regenwater. Energie Groene energie, waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke energiebronnen zoals zon en wind, wordt steeds meer toegepast. Onderzocht kan worden of in het op te stellen bestemmingsplan de toepassing van zonnecollectoren of -panelen mogelijk is. Aangezien deze energie opwekkers van buitenaf zichtbaar zijn gelden voor het aanbrengen ervan bepaalde regels. De gemeente streeft naar energiebesparing en de inzet van duurzame energiebronnen, onder andere om de effecten van de klimaatsveranderingen te compenseren. Nieuwe energietechnieken, zoals lage temperatuurverwarming, systemen die 's zomers kunnen koelen en warmte/koude opslag, bieden daarnaast verbetering van het comfort en leiden tot gezondere gebouwen. De mogelijkheden voor ondergrondse energieopslag staan beschreven in de Milieuatlas van de gemeente Nijmegen.
84
Verdere adaptatie aan veranderde klimaatomstandigheden blijkt uit de paragrafen Waterhuishouding en Groen, evenals uit het (steden) bouwkundig ontwerp.
11.
Openbare ruimte Handboek Inrichting Openbare Ruimte (maart 2009) De inrichting van de openbare ruimte heeft grote invloed op het beheer later. De gemeente heeft een Handboek Inrichting Openbare Ruimte ontwikkeld. Hierin staan de richtlijnen voor het ontwerp, inrichting en processen van de openbare ruimte. Bij de inrichting van de openbare ruimte van nieuwe planontwikkelingen kan dit handboek helpen een openbare ruimte te ontwerpen die ook goed te beheren is. In dit handboek staat ook vermeld wat het inrichtings- en beheerniveau is van de openbare ruimte in dit gebied. Hoogspanningslijnen De rijksoverheid adviseert gemeenten om zo min mogelijk nieuwe situaties te creëren waarbij kinderen langdurig in de nabijheid van hoogspanningslijnen verblijven. Langdurig betekent in dit geval minimaal 14-18 uur per dag gedurende minimaal één jaar. Situaties waarin kinderen langdurig in de nabijheid van hoogspanningslijnen verblijven, noemt het rijk 'gevoelige bestemmingen'. Gevoelige bestemmingen zijn woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen. Het daarbij zowel om het binnengedeelte van een gebouw als het buitengedeelte en het gedeelte van het erf dat 'ten dienste staat van' het gebouw. Ook al verblijven kinderen meestal korter dan 14-18 uur op een school, crèche of kinderopvangplaats behoren deze uit voorzorg wel tot de gevoelige bestemmingen, omdat kinderen er gedurende langere perioden vrijwel dagelijks aanwezig zijn. In welke situatie sprake van in de nabijheid van hoogspanninglijnen wordt bepaald aan de hand van de sterkte van de magnetische velden. Het advies van de rijksoverheid heeft betrekking op
situaties waarbij de sterkte gemiddeld méér dan 0,4 microtesla per jaar is. Op welke afstand deze sterkte rond een hoogspanningslijn wordt gemeten hangt onder andere af van de stroomsterkte waarvoor de hoogspanningslijn is ontworpen. Op de netkaart van het RIVM is te zien om welke zonebreedtes het gaat (indicatieve zone). Nieuwe situaties zijn: x Situaties waarin nieuwe gevoelige bestemmingen gebouwd worden in de nabijheid van hoogspanningslijnen. x Situaties waarin aanpassingen worden gedaan aan bestaande gevoelige bestemmingen in de nabijheid van hoogspanningslijnen x Situaties waarin een niet-gevoelige bestemming in de nabijheid van hoogspanningslijnen zo wordt aangepast dat het een gevoelige bestemming wordt. x Situaties waarin nieuwe hoogspanningslijnen gebouwd worden in de buurt van gevoelige bestemmingen. x Situaties waarin veranderingen aan bestaande hoogspanningslijnen gemaakt worden, die in de buurt staan van gevoelige bestemmingen. De hierboven genoemde 'nieuwe situaties' worden aangemerkt als 'bestaande situaties' als de plannen ervoor goedgekeurd zijn vóór oktober 2005, het tijdstip waarop het rijksadvies van kracht werd.
85