Directie Inwoners
Ingekomen stuk D2 (PA 16 november 2011)
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 31 oktober 2011
Telefoon 14024 Telefax
(024) 329 29 81
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Onderwerp
Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen regio Nijmegen 2012-2017
L110/11.0021743
Henk Peereboom
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024)3299216
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Geachte leden van de raad,
Het college heeft op 31 oktober jl. ingestemd met het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Nijmegen en omgeving Voortgezet Onderwijs 2012-2017 (RPO). In deze brief informeren wij u over de status en inhoud van het RPO. Het plan wordt ter inzage gelegd bij de griffie en is digitaal beschikbaar. De voorzitter, De secretaris, Het RPO is een plan van de gezamenlijk schoolbesturen voor het voortgezet onderwijs (VO) in de regio Nijmegen en omgeving. De Wet op het Voortgezet Onderwijs is recentelijk gewijzigd en biedt de schoolbesturen binnen een regio de ruimte en de vrijheid om in een gezamenlijk gedragen plan afspraken te maken over het onderwijsaanbod (licenties) en de onderwijslocaties (vestigingen) voor een periode van 5 jaar. De VO-schoolbesturen in de regio hebben nu voor het eerst van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In het RPO wordt een visie gegeven op het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod in de regio in relatie tot de onderwijshuisvesting, het vervolgonderwijs en de regionale arbeidsmarkt. De schoolbesturen hebben begin oktober het RPO Nijmegen en omgeving gepresenteerd, dat zal moeten gelden van 1 augustus 2012 tot 1 augustus 2017. De wetgever heeft bepaald dat de schoolbesturen over het concept RPO op overeenstemming gericht overleg moeten voeren met de betrokken gemeenten, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en MBO-instellingen in de regio om overeenstemming te bereiken over de inhoud van het RPO. Inhoud RPO Het RPO bevat een uitgebreide beschrijving van de bestaande situatie in het voortgezet onderwijs. Daarnaast worden alle overeengekomen verhuisbewegingen en nieuwbouwlocaties vastgelegd. Onderstaande wijzigingen van de onderwijsvoorzieningen passen in het gezamenlijke onderwijshuisvestingsbeleid (overeenkomst doordecentralisatie) van de gemeente en schoolbesturen.
www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
1
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
a. b. c. d. e. f. g. h. i.
De nevenvestigingen Vlierestraat (vmbo-t, havo, vwo) en Berg en Dalseweg (VBO) van het Montessori College zullen worden verplaatst naar de Kwakkenberg. De nevenvesting Kandinsky College Hatertseweg (VBO b/k/g) kan ook afsluitend onderwijs voor het vmbo-t gaan verzorgen. De slechts op papier bestaande opleiding installatietechniek aan het Canisius College Berg en Dalseweg zal worden opgeheven. Het juniorgebouw van de NSG zal worden omgezet tot een formele nevenvestiging (formeel noodzakelijk omdat de wetgever vanaf 1/11/11 geen dislocaties meer erkend). De nevenvestigingen Streekweg en Energieweg van het Mondial College zullen worden verplaatst naar de nieuwe locatie Lindenholt Noord. Dislocatie Krekelstraat van het Mondial College wordt opgeheven en de nevenvestiging Hatertseweg van het Mondial College zal worden verplaatst naar de Streekweg 20. Dit wordt de nieuwe locatie voor het Flex College. Nevenvestiging Oosterweg Wijchen van het Maaswaal College vraagt licentie bouwtechniek aan. Dit alleen om intersectorale programma’s mogelijk te maken. De licentie bouwtechniek mag niet in een concreet onderwijsaanbod worden omgezet. Citadel College zal vanaf 1 augustus 2011 een nieuwe nevenvestiging voor de schoolsoorten mavo/vmbo-t, havo en vwo aan de Griftdijk 9A kennen. Bij de opstelling van de intentieverklaring over de visie op het VMBO is uitgegaan van de verplaatsing van de Streekweg / Energieweg naar Lindenholt-Noord.
De omzetting van dislocaties naar nevenvestigingen moet van de wetgever voor 1 augustus 2013 met toestemming van de Minister hebben plaatsgevonden om voor rijksbekostiging in aanmerking te kunnen blijven komen. De twee locaties van de Praktijkschool in Nijmegen zullen in de toekomst samen in een nieuwe vestiging worden ondergebracht bij de Quick-terreinen aan de Dennenstraat. Op deze locatie zal daarmee het Sportcollege in vergelijking met de oorspronkelijke ambities in gewijzigde vorm worden ontwikkeld. Naast deze praktische afspraken over het onderwijsaanbod hebben de schoolbesturen in een bijlage van het RPO aangekondigd dat zij in 2012 een gezamenlijke visie gaan ontwikkelen op het Vmbo-onderwijs in de regio Nijmegen, de krimp van het aantal VO-leerlingen na 2015 en op Passend Onderwijs. De laatste jaren constateert men binnen het VO een toename van de aanmeldingen bij Havo/Vwo en een sterke daling van de aanmeldingen voor met name het beroepsgerichte Vmbo. Gelet op de afnemende belangstelling voor het Vmbo hebben de schoolbesturen besloten dat er een gezamenlijk visie moet worden ontwikkeld op een toekomstbestendig Vmbo. Uitgangspunt is dat de scholen meer gaan samenwerken, het onderwijsaanbod op elkaar afstemmen met een evenwichtige spreiding over de stad. Ook is het van belang dat het onderwijsaanbod aansluit bij de ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt. In het RPO ( paragraaf 5.3) hebben de schoolbesturen de afspraken bevestigd over de instroomcapaciteit van de Havo/Vwo-opleidingen in de stad Nijmegen: per school zijn afspraken gemaakt over maximaal aantal klassen dat jaarlijks beschikbaar komt voor de instroom van nieuwe leerlingen. Deze afspraken vloeien voort uit het convenant over de Doordecentralisatie Onderwijshuisvesting 2007. Met deze afspraken kan worden voorkomen dat op sommige scholen extra huisvesting moet worden gerealiseerd voor een tijdelijke piek van leerlingen, terwijl andere scholen door een ondergrens dreigen te zakken. Bouwen voor toekomstige leegstand moet worden voorkomen. In de instroomafspraken is geborgd dat de pluriformiteit van het opleidingsaanbod, de kwaliteit en de spreiding van scholen over de stad overeind blijven. www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
2
De regio voor het RPO wijkt af van de indeling van de gebruikelijke regio-indeling; de gemeente Beuningen, Heumen en Millingen ad Rijn vallen buiten de regio voor het RPO omdat zij geen VOscholen binnen hun gemeente hebben. Lingewaard en Overbetuwe zijn eveneens niet opgenomen. Bij de nog op te stellen krimpnotitie zullen de leerlingenaantallen van deze gemeenten wel meegenomen worden. Leeswijzer voor RPO Het RPO is als bijlage bijgevoegd. Het grootste deel van het RPO bevat beschrijvingen van de verschillende scholen, dat is informatief maar voornamelijk van belang voor de schoolbesturen. Vanaf hoofdstuk 5 pag. 74 begint de informatie die meer relevant is voor het gemeentelijk beleid. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
mr. Th.C. de Graaf
drs. B. van der Ploeg
Aantal Bijlagen: 2 www.nijmegen.nl
Brief aan de raad.doc
Derde Concept Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Nijmegen e.o. Periode 2012-2017
oktober 2011 G.F. Mulder D.L. Knights, MSc Projectnummer: 296105 Correspondentienummer: ON-2309-51617
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
INHOUD HOOFDSTUK 1
INLEIDING
3
1.1
Deelnemende partijen
3
1.2
Visie van de besturen
4
1.3
Leeswijzer
4
HOOFDSTUK 2
KADER
5
HOOFDSTUK 3
BESCHRIJVING VAN DE REGIO
7
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
3.1
Geografische beschrijving, afbakening regio
7
3.2
Demografische beschrijving
7
3.3
Economische beschrijving
GEGEVENS OVER HET AANBOD EN HET GEBRUIK VAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN
10 13
4.1
De onderwijsvoorzieningen in Nijmegen
13
4.2
Het gebruik van de onderwijsvoorzieningen in de regio Nijmegen
13
4.3
Schoolportretten
20
BESCHRIJVING VAN DE GEWENSTE SITUATIE IN DE REGIO
74
5.1
Visie van de besturen op het onderwijs in de regio
74
5.2
Gewenste onderwijsvoorzieningen per 1 augustus 2012
74
5.3
Instroomafspraken
77
HOOFDSTUK 6
DE RELATIE VAN HET BESTAANDE EN TOEKOMSTIGE ONDERWIJSAANBOD MET HET VERVOLGONDERWIJS EN DE ARBEIDSMARKT 79
HOOFDSTUK 7
ONDERWIJSHUISVESTING
HOOFDSTUK 8
80
7.1
Overzicht vestigingen per gemeente
80
7.2
Prognose aantal leerlingen per vestiging
80
HET GEVOERDE OVERLEG
83
8.1
Overige scholen
83
8.2
Vervolgonderwijs voor zover het VBO betreft
83
8.3
Bedrijfsleven
83
8.4
Gemeenten
83
8.5
Provincie
83
1/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
HOOFDSTUK 9
ESSENTIE VAN HET REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN
84
BIJLAGE 1
ONDERWIJSVOORZIENINGEN IN DE REGIO
86
BIJLAGE 2
DE REGIO IN GETALLEN
87
BIJLAGE 3
HERKOMST LEERLINGEN PER LOCATIE 1 OKTOBER 2009
91
BIJLAGE 4
PROCEDURE OP OVEREENSTEMMING GERICHT OVERLEG
92
BIJLAGE 5
DE POSITIE VAN HET VMBO IN DE REGIO NIJMEGEN
93
2/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit document bevat het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) van de regio Nijmegen, zoals dat zal gelden van 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2017. Met ingang van 1 augustus 2008 is een aantal nieuwe artikelen in de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) van kracht geworden. De hoofdlijnen van deze wijzigingen worden hierna in hoofdstuk 2 beschreven. Schoolbesturen kunnen nu een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) afsluiten dat geldt voor het gehele voortgezet onderwijs. 1.1
Deelnemende partijen Dit plan is gemaakt op verzoek van (de) besturen van de scholen voor voortgezet onderwijs die vestigingen hebben in de regio. Zij vinden het van belang dat in de regio ook na 1 augustus 2012 een geldig RPO bestaat. Het gaat om de volgende besturen: Stichting SGM VVSO Midden- en Zuidoost-Nederland, 41202; Stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen eo, 40375; Stichting Scholengroep Rijk van Nijmegen, 41281; Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal, 41285; Stichting Helicon Opleidingen, 31142; Stichting Praktijkonderwijs Regio Nijmegen, 41164; Sint Augustinusstichting, 70396. De volgende vestigingen van de scholen nemen deel aan het RPO: Karel de Grote College, 00CB00; Montessori College, 00RZ00 & 01; Canisius College, 21VN00, 03 & 04; RK SGM Kandinsky College, 02ST00, 03, 04 & 05; Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00; Dominicus College, 14NQ00; Citadel College, 30AU; Stedelijk Gymnasium, 21CI00; Stedelijke SGM Nijmegen, 20EO00; Mondial College, 21SK00, 01, 02, 03 & 05; Maaswaal College, 00OB00, 03 & 08; Pax Christi College, 17IR00, 01, 02 & 05; Helicon Opleidingen, 26CC06; Joannesschool, 26JR00; Praktijkschool De Zonnegaard, 26KY00 & 01; Notre Dame des Anges, 02QQ00.
3/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
1.2
Visie van de besturen In de regio Nijmegen is de laatste jaren een stevige traditie op gang gekomen van samenwerking tussen de besturen voor voortgezet onderwijs. Zo komen de bestuurlijke vertegenwoordigers maandelijks bij elkaar, waarbij vaak ook derden, waaronder de gemeente Nijmegen, aanschuiven. Enige tijd geleden zijn alle huisvestingsgelden van deze gemeente naar de schoolbesturen doorgedecentraliseerd. Met het nu voorliggende RPO willen de besturen de bestaande samenwerking verstevigen door ook op het gebied van de scholenplanning afspraken vast te leggen. In de bijeenkomsten van de besturen die tot dit nieuwe RPO hebben geleid is vastgesteld dat dit Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen ook een voortzetting moet zijn van die bestaande samenwerking. De visie is daarnaast uitgebreid met een nadrukkelijke visie op een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het VMBO in de stad Nijmegen.
1.3
Leeswijzer Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het RPO op hoofdlijnen beschreven en geplaatst in het wettelijke kader. In hoofdstuk 3 wordt de regio beschreven vanuit geografisch, demografisch en economisch perspectief. Vervolgens wordt in het vierde hoofdstuk de huidige situatie van het voortgezet onderwijs (VO) in de regio in kaart gebracht en in het vijfde hoofdstuk de gewenste. In hoofdstuk 6 wordt de relatie van het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt beschreven. Vervolgens komt in hoofdstuk 7 de onderwijshuisvesting aan de orde. Dit hoofdstuk is met name van belang in het overleg met de verschillende gemeenten. In hoofdstuk 8 wordt het gevolgde proces op hoofdlijnen beschreven. Hierin is ook opgenomen welk overleg is gevoerd met andere betrokkenen in het kader van dit RPO. In hoofdstuk 9 worden de belangrijkste zaken nog eens samengevat.
4/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 2 Kader Met ingang van 1 augustus 2008 is de nieuwe Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) van kracht geworden. De voorbereidingen voor deze nieuwe wet zijn begonnen in 2003. In de vijf jaren tussen de start en de afronding van de wet is op het gebied van regionale samenwerking ten aanzien van de onderwijsvoorzieningen veel ervaring opgedaan in het VMBO door middel van Regionale Arrangementen (RA). Deze ervaringen zijn voor een belangrijk deel vertaald naar en opgenomen in de nieuwe wet. Met de nieuwe WVO komt er een einde aan de oude RA. In artikel 72 vinden wij de regionale samenwerking voorzieningenplanning nu wettelijk geregeld voor alle schoolsoorten in het VO. Het RA heet nu RPO. De nieuwe WVO kent drie algemene doelstellingen: 1. modernisering en vereenvoudiging van de huidige wet- en regelgeving betreffende de voorzieningenplanning in het VO; 2. vergroting van de autonomie van de scholen; 3. vermindering van de administratieve lasten. Voor artikel 72, het RPO, geldt in het bijzonder: het onderwijsaanbod beter aan laten sluiten bij wensen van de leerlingen/ ouders, het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Een RPO wordt, net als voorheen een RA, gesloten voor een periode van vijf jaar. Na deze periode, zo is de verwachting, zullen nieuwe afspraken over de onderwijsvoorzieningen nodig zijn. In tegenstelling tot die in het RA gelden de afspraken die in het kader van het RPO zijn gemaakt ook voor die vijf jaar. Indien men er na vijf jaar niet in slaagt om een nieuw RPO te sluiten, komen de gemaakte afspraken te vervallen. Alleen al om deze reden is het aan te bevelen een jaarlijks overleg in te plannen om de voortgang van de gemaakte afspraken met elkaar te bespreken en de regionale samenwerking op deze manier te bestendigen. Dit jaarlijks overleg kan ook gebruikt worden om een mogelijke update van het RPO te maken, indien nodig of wenselijk uiteraard. Afspraken hierover zijn opgenomen in hoofdstuk 8 van dit RPO. Het RPO biedt de scholen in de regio veel ruimte en vrijheid om de onderwijsvoorzieningen adequaat te regelen. De wet stelt uiteraard wel enkele voorwaarden. Wij volstaan in dit kader met het noemen van de belangrijkste. In het RPO moet duidelijk worden aangegeven welke voorzieningen de regio kent (gegevens over het aanbod en gebruik van onderwijsvoorzieningen) en welke voorzieningen de scholen in de regio willen realiseren en wat hiervan de gevolgen zijn voor het aantal leerlingen per vestiging (prognose van het aantal leerlingen per vestiging).
5/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De omvang en de begrenzing van de regio moeten duidelijk zijn aangegeven. Een regio is het totale aaneengesloten grondgebied van een of meer aangrenzende gemeenten. De gemeente is dus de kleinste eenheid. Op de vestigingen van de samenwerkende scholen moet in elke gemeente die binnen de regio valt, samen minimaal 60% van alle leerlingen zitten die in de gemeente VO volgen. Voorts moet ten minste 65% van de bevoegde gezagsorganen die binnen een gemeente een of meer vestigingen van scholen of scholengemeenschappen hebben, bij het RPO betrokken zijn. Het RPO geldt voor een periode van vijf jaar (van 1 augustus tot 1 augustus) en wordt ingediend vóór 1 november, zodat het in kan gaan op 1 augustus van het volgende kalenderjaar. In het RPO wordt de relatie aangegeven van het bestaande en het toekomstige onderwijsaanbod met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt in de regio. Voorts geven de deelnemende scholen een duidelijke visie op het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod in relatie tot het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de onderwijshuisvesting. Over het concept van het RPO vindt overleg plaats met de besturen uit de regio die niet deelnemen, met de gemeente, de provincie en wat het VMBO betreft met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de MBO-instellingen in de regio. Wat de gemeente betreft geldt dat over het concept op overeenstemming gericht overleg wordt gevoerd met burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente(n). Dit overleg vindt plaats overeenkomstig een procedure die daartoe is vastgesteld door de samenwerkende bevoegde gezagsorganen en burgemeester en wethouders van die gemeente(n). Het RPO biedt de scholen de volgende mogelijkheden: verplaatsing van een vestiging van een school (over meer dan drie kilometer); vorming van nieuwe nevenvestigingen van een school; afsplitsing van één of meer scholen van een scholengemeenschap; toevoeging van afsluitend onderwijs aan het onderwijsaanbod van een nevenvestiging; toevoeging aan het onderwijsaanbod in de gemengde leerweg; toevoeging van afdelingen in het VBO. Naast deze mogelijkheden staat het de deelnemers overigens vrij om ook andere afspraken op te nemen. Indien een nieuwe onderwijsvoorziening leidt tot meer dan 10% leerlingenverlies bij een vestiging van een school of scholengemeenschap van een bevoegd gezag dat niet deelneemt aan het RPO, geldt de regel van de hindermacht. Uiteraard geldt deze niet als dat bevoegde gezag heeft verklaard in te stemmen met de nieuwe onderwijsvoorziening. In het RPO zelf bepalen de deelnemers met elkaar welke hinder zij acceptabel vinden.
6/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 3 Beschrijving van de regio 3.1
Geografische beschrijving, afbakening regio
Figuur 3.1 Gemeenten in de regio Nijmegen
Het gebied van het RPO voldoet aan artikel 72 lid 1 WVO. Dit artikel spreekt van een aaneengesloten gebied bestaande uit het grondgebied van één of meer gemeenten met (één of meer vestigingen van) een school voor VO. In dit geval gaat het om de gemeenten Nijmegen, Groesbeek, Mook & Middelaar, Ubbergen, WestMaas & Waal, Druten en Wijchen. Genoemd artikel 72 schrijft voor dat op de deelnemende vestigingen van scholen of scholengemeenschappen van de samenwerkende bevoegde gezagsorganen per gemeente ten minste 60% staat ingeschreven van alle leerlingen die op het grondgebied van die gemeente voortgezet onderwijs volgen. Omdat alle scholen voor voortgezet onderwijs meedoen, is dat percentage in dit geval 100%. Verder dient ten minste 65% van de bevoegde gezagsorganen die binnen een gemeente één of meer vestigingen van scholen of scholengemeenschappen hebben bij de samenwerking betrokken te zijn. Alle besturen met scholen in de regio nemen deel aan het RPO. Dit percentage is voor deze regio derhalve ook 100%. Hiermee beantwoordt het RPO aan alle criteria die gelden voor de omvang en begrenzing van de regio, zoals deze in de wet (WVO artikel 72) zijn gesteld. 3.2
Demografische beschrijving Allereerst volgen de demografische ontwikkelingen voor de regio Nijmegen. Hiermee ontstaat zicht op de te verwachten ontwikkeling van de leerlingenaantallen in de regio.
7/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De prognose wordt aan de hand van de ontwikkeling van de basisgeneratie (gemiddeld aantal 12-/13-jarigen per gemeente) gegeven op basis van de rapportage Basisgeneraties en aantallen inwoners van de Nederlandse gemeenten 2009.1 De onderstaande figuur (3.2) geeft de totale ontwikkeling van de basisgeneratie weer voor de periode 2009-2016. 1.800 1.600
Aantal 12/13 jarigen
1.400 1.200
Aantal 12/13 jarigen
1.000 800 600 400 200 0 2005
2006
2007
Nijmegen Druten
2008
2009
2010
2011
2012
Groesbeek West Maas & Waal
2013
2014
2015
2016
Mook & Middelaar Ubbergen
2017
2018
2019
Wijchen
2020
2021
Figuur 3.2 Prognose basisgeneratie regio Nijmegen 2005-2021
In onderstaande tabel wordt de grafiek nog eens in cijfers weergegeven. Tabel 3.1 Prognose basisgeneratie regio Nijmegen 2005-2021 in cijfers Nijmegen Groesbeek Mook & Middelaar Wijchen Druten West Maas & Waal Ubbergen Totaal
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 ~2021 1.575 1.558 1.562 1.573 1.549 1.543 1.545 1.541 1.538 1.520 1.527 1.520 1.495 1.544 243 242 249 250 228 232 228 228 237 234 229 231 227 194 118 113 104 104 105 108 106 114 125 119 114 116 115 83 545 520 525 505 517 520 548 569 568 556 535 544 540 454 236 225 230 238 248 242 260 280 275 280 277 270 253 232 251 248 232 238 238 236 246 254 262 255 237 233 219 192 111 124 116 109 107 107 110 111 122 116 110 116 109 89 2.481 2.433 2.440 2.432 2.399 2.403 2.427 2.452 2.468 2.429 2.405 2.411 2.377 2.275
Als gekeken wordt naar de prognose, valt op dat Nijmegen steeds een stabiel beeld heeft laten zien en ook voor de komende jaren laat zien. Eenzelfde beeld laten de gemeenten zien waar andere scholen staan. Sommige gemeenten hebben te maken met een lichte daling. Voor de jaren 2017-2019 zijn geen getallen beschikbaar, wel voor 2020. Deze getallen dienen echter met de nodige voorzichtigheid te worden gehanteerd, omdat veel recente ontwikkelingen hierin mogelijk nog niet zijn meegenomen. De genoemde aantallen zullen in een van de volgende hoofdstukken onder andere worden gebruikt om de voorgeschreven prognose per vestiging te bepalen. 1
CFI, 2010.
8/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Bij de prognose per vestiging zullen we ook, voor zover relevant, de prognoses van de voedingsgemeenten buiten de regio betrekken. Bevolkingsopbouw De Nijmeegse bevolking is al twintig jaar groeiend. Tot drie à vier jaar geleden groeide het aandeel niet-westerse allochtonen sterk. Die grote toename is gestopt toen er geen sprake meer was van grote vestigingsoverschotten van allochtonen. Veel van de demografische kenmerken van Nijmegen hangen samen met het studentenstadkarakter van de stad. Er vestigen zich veel jongeren, het geboortecijfer is laag en er zijn veel kleine huishoudens. De gemeente Nijmegen verwacht dat Nijmegen in de toekomst te maken blijft houden met bevolkingsgroei. Door de gevolgen van de huidige economische crisis is het moeilijker om daar uitspraken over te doen. Ongeveer driekwart van de bewoners van Nijmegen is van Nederlandse afkomst. Van het resterende kwart is ongeveer de helft afkomstig uit een westers en de andere helft uit een niet-westers land. In tabel 3.2 is te zien dat Nijmegen in totaal bijna 162.000 inwoners heeft. Daarnaast geeft de tabel weer hoe de bevolking is opgebouwd in verschillende leeftijdscategorieën. Tabel 3.2 Bevolkingsopbouw gemeente Nijmegen (Bron: Nijmegen in vogelvlucht, gemeente Nijmegen)
Bevolking: leeftijd 0-14 jaar 15-24 jaar 25-49 jaar 50-64 jaar 65+ Totaal
9/95
Absoluut 23.622 27.609 60.111 29.148 21.394 161.884
Procentueel 15% 17% 37% 18% 13% 100%
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
3.3
Economische beschrijving In deze paragraaf volgt een korte en globale schets van de economische ontwikkelingen en de arbeidsmarktontwikkelingen in de regio Nijmegen. Voor de beschrijving van de economische en arbeidsmarktontwikkelingen is gebruikgemaakt van de websites van de provincie Gelderland en de gemeenten Nijmegen, de Stadsen Wijkmonitor Nijmegen 2009 van de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Nijmegen, de Econometer september 2009 van het Bureau Economisch Onderzoek Provincie Gelderland en de Actualisering Provinciale Economische Verkenning 2009-2013 en de Provinciale Werkgelegenheidsenquête van de provincie Gelderland. Voor zover het in deze regio gaat over beroepsonderwijs (VMBO en PrO), is het goed ook een beeld te hebben van de economische situatie en de ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt. Met name de VMBO-leerlingen en de leerlingen die Praktijkonderwijs volgen zijn veelal kernbewoners van de regio, hetgeen wil zeggen dat zij, in tegenstelling tot hun leeftijdsgenoten in HAVO en VWO, vaak in de regio blijven wonen en werken na hun opleiding. Deze leerlingen worden dus uiteindelijk opgeleid om in te stromen op de regionale arbeidsmarkt. Twee kanttekeningen zijn bij deze directe relatie onderwijs – arbeidsmarkt van belang. De ontwikkelingen van de economie en de arbeidsmarkt in de regio moeten met enige betrekkelijkheid beoordeeld worden, omdat een een-op-eenrelatie met vooral het VMBO niet altijd te maken is. Economische rapporten bieden vaak perspectief voor de kortere termijn en zijn, met andere woorden, kortcyclisch van aard en voor de lange termijn vaak aan fluctuaties onderhevig. Het is lastig om op basis hiervan valide conclusies te trekken of aanbevelingen te doen over de (in)richting of infrastructuur van het (beroeps)onderwijs en al helemaal van het voorbereidend beroepsonderwijs. De tweede kanttekening betreft de aard van het VMBO. Het VMBO is in de eerste plaats een opleiding die leerlingen voorbereidt op het Middelbaar Beroepsonderwijs (landelijk 80-90%) en moet vanuit dat perspectief de leerlingen breed opleiden, zowel in algemeen vormende als in beroepsoriënterende zin. Het VMBO heeft in dit opzicht een eigen regionale verantwoordelijkheid en mag zich hierin niet (alleen) laten leiden door regionale ontwikkelingen op economisch gebied. Nederland lijkt zich langzaam te herstellen van de economische crisis; 2009 was een zwaar jaar, maar de geluiden beginnen langzaam positiever te worden. Volgens het CBS is de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2009 met een aanzienlijk kleiner percentage gekrompen dan in het eerste halfjaar van 2009. Ook in Gelderland lijkt er een omslagpunt bereikt te zijn. Alleen in de bouw lijkt er nog geen verandering plaats te vinden; er is nog geen daling waarneembaar in het aantal faillissementsaanvragen. De sombere berichten over de arbeidsmarkt lijken in Gelderland ook mee te vallen. Het aantal vacatures is gedurende de recessie vrijwel op peil gebleven. Het aantal ontslagen is beperkt gebleven doordat men gebruikmaakt van de deeltijd-WW. De groei van de beroepsbevolking is licht gestagneerd, aangezien veel schoolverlaters ervoor gekozen hebben om een vervolgopleiding te gaan volgen alvorens zich op de arbeidsmarkt te begeven.
10/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De werkloze beroepsbevolking in het derde kwartaal van 2009 wordt in de Econometer van september 2009 geschat op 5% tegenover 3,5% in het derde kwartaal van 2008. De werkloosheid onder de nieuwkomers op de arbeidsmarkt is echter 12%, en dus aanzienlijk hoger. In de Actualisering Provinciale Economische Verkenning 2009-2013 wordt verwacht dat in de periode 2009-2010 alleen de werkgelegenheid in de quartaire sector iets zal toenemen. In de andere sectoren wordt een verlies van het aantal banen verwacht. Vooral bedrijven die afhankelijk zijn van de export of van investeringen zullen hier erg onder te lijden hebben. De verwachting is dat de periode 2011-2013 een periode van herstel zal worden. Echter, wat betreft de industrie is de verwachting dat de werkgelegenheid zal blijven dalen. Alleen voor de horeca, de zakelijke dienstverlening en de zorg wordt een groei in de werkgelegenheid verwacht; in de andere sectoren zal hooguit sprake zijn van een stabilisatie. De provincie Gelderland is echter een grote provincie, met een brede verscheidenheid aan economische activiteiten. Er zijn dan ook grote verschillen waarneembaar tussen de regio’s binnen deze provincie. Nijmegen valt onder de Stadsregio Arnhem Nijmegen. Wat kenmerkend is voor deze regio is dat deze ligt op een strategisch knooppunt van (inter)nationale weg-, water- en spoorwegverbindingen. Wat betreft de verwachtingen voor de economische ontwikkelingen krijgt deze regio het het zwaarst te verduren in vergelijking met de verschillende regio’s in de provincie. De verwachting is dat het werkloosheidspercentage in deze regio veruit het hoogst zal worden van heel Gelderland. Daar moet wel bij vermeld worden dat het werkloosheidspercentage in de Stadsregio altijd al hoger was dan in de andere regio’s. De gemeente Nijmegen kent een grote non-profitsector die relatief weinig conjunctuurgevoelig is. De profitsector binnen de gemeente Nijmegen is daarentegen zeer conjunctuurgevoelig. Door de grote afhankelijkheid van de export laat de profitsector in Nijmegen grotere fluctuaties zien dan in de rest van Nederland. De stad Nijmegen wordt volgens de Stads- en Wijkmonitor 2009 gekenmerkt door een specialisatie in de sectoren Onderwijs en Gezondheidszorg; 44% van de banen is in deze twee sectoren te vinden. 14% van de banen is te vinden in de industriële sector. Wat opvallend is, is dat de commerciële dienstensector in Nijmegen veel kleiner is dan in andere steden in Nederland. Gemiddeld is ongeveer 50% van de werkgelegenheid in deze sector te vinden, in Nijmegen is dit slechts 41%. Van de totale hoeveelheid Nijmeegse banen wordt meer dan de helft ingevuld door mensen van buiten de stad. In onderstaande tabel is het totale aantal arbeidsplaatsen in de gemeente Nijmegen te zien. Hierin is vooral goed te zien dat 2008 een heel goed jaar is, met een sterke stijging van het aantal banen. Ten opzichte van 2004 is het totale aantal arbeidsplaatsen met 7% toegenomen.
11/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Tabel 3.3 Arbeidsplaatsen gemeente Nijmegen (Bron: Provinciale Werkgelegenheidsenquête, provincie Gelderland)
Industrie Bouw Handel en horeca Vervoer Commerciële diensten Overheid Onderwijs Gezondheidszorg Milieu, cultuur en recreatie Landbouw en overig Totaal
2004 13.285 3.140 16.240 4.425 11.605 4.890 11.025 24.460 3.580 550 93.200
2005 13.420 3.000 16.060 4.435 11.935 4.980 11.040 24.465 3.490 465 93.290
2006 13.360 3.100 16.225 4.195 12.250 5.235 11.175 24.855 3.535 445 94.375
2007 13.065 3.170 17.130 4.065 12.920 4.960 11.325 25.200 3.590 425 95.850
2008 12.820 3.285 17.640 4.235 13.970 5.205 11.390 26.635 3.850 420 99.450
Het grootste aantal banen is te vinden in de gezondheidszorg. In 2008 was de gezondheidszorg goed voor 27% van het totale aantal banen. De handel en horeca is goed voor 17% van het totale aantal arbeidsplaatsen, gevolgd door de commerciële diensten (14%), de industrie (13%) en het onderwijs (11%). De landbouwsector is nauwelijks vertegenwoordigd binnen Nijmegen, met slechts 0,5% van het totale aantal arbeidsplaatsen. Wat betreft de bedrijvenactiviteit is echter een heel ander beeld te zien. In de periode 2004-2008 is de bedrijvenactiviteit toegenomen met 18%. De grootste bedrijvenactiviteit in 2008 is waarneembaar in de commerciële diensten (30%) en de handel en horeca (28%). Deze twee sectoren zijn wel van plaats geruild; in 2004 was de bedrijvenactiviteit in de handel en horeca nog het grootst met 31%, tegen 28% bij de commerciële diensten; er is dus langzaam een verschuiving waarneembaar. Een samenwerkingsverband tussen de Kamer van Koophandel CentraalGelderland, de Stadsregio Arnhem Nijmegen en het regionale bedrijfsleven is erop gericht om bestaande krachten te benutten en kansrijke sectoren nader de hand te reiken. Dit samenwerkingsverband heeft de sectoren Gezondheid, Welzijn & Zorg, Energie & Milieu, Halfgeleiders & Technologie, Mode & Vormgeving en Toerisme als kansrijke sectoren aangemerkt. Onder de naam Coolregion moet de regio beter op de kaart gezet worden en digitaal vindbaar worden. Het is op het moment onduidelijk hoe de economie en de arbeidsmarkt zich verder zullen ontwikkelen. Het lijkt erop dat Nederland het dieptepunt van de economische crisis is gepasseerd, maar zoals eerder aangegeven in deze paragraaf worden er nog een aantal moeilijke jaren voorspeld voor de meeste sectoren. Alleen in de sectoren Horeca, Zakelijke dienstverlening en Zorg wordt een groei verwacht, voor de overige sectoren hooguit een stabilisatie in de herstelperiode 2011-2013.
12/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 4 Gegevens over het aanbod en het gebruik van onderwijsvoorzieningen 4.1
De onderwijsvoorzieningen in Nijmegen In bijlage 1 staat een overzicht van alle onderwijsvoorzieningen in de regio Nijmegen zoals die op 15 september 2009 en 19 januari 2010 (17IR en 02QQ) op de TGO-overzichten geregistreerd stonden bij DUO-CFI.2 De voorzieningen staan per gemeente en daarbinnen per plaats bij elkaar. Bij de schoolsoort VBO zijn de afdelingen vermeld waarvoor afsluitend onderwijs mag worden verzorgd op de betreffende locatie. Ook vermeld zijn de intra- en intersectorale programma’s, voor zover bij ons bekend. Deze programma’s mogen sinds 1 augustus 2008 altijd worden aangeboden, mits de onderliggende afdelingen of sectoren aanwezig zijn en mits voldaan wordt aan de overige bepalingen in artikel 26J van het Inrichtingsbesluit WVO. Het gaat in bijlage 1 dus nadrukkelijk om de startsituatie. In het RPO worden afspraken gemaakt over hoe de toekomstige situatie eruit zal zien.
4.2
Het gebruik van de onderwijsvoorzieningen in de regio Nijmegen Op basis van de oktobertellingen3 kan het verloop van de aantallen leerlingen in de regio worden weergegeven. Per school staan voor iedere schoolsoort de bovenbouwaantallen weergegeven. Een uitzondering daarop vormt het Praktijkonderwijs: daar zijn alle ingeschreven leerlingen meegeteld. In dit hoofdstuk wordt verder apart aandacht besteed aan het programma-aanbod in het VMBO, omdat we er belang aan hechten het aanbod en de deelname van leerlingen aan dit aanbod wat meer gedetailleerd in kaart te brengen. Voor het overige VO geldt deze behoefte aan detaillering naar aanbod minder. Wel is uiteraard ook voor het overige VO de onderwijsdeelname in kaart gebracht. In bijlage 2 staan alle getallen nog een keer uitgesplitst in tabellen. Praktijkonderwijs Figuur 4.1 laat het aanbod en de verdeling van het Praktijkonderwijs zien voor de regio. Uit de figuur wordt duidelijk dat er drie aanbieders van deze schoolsoort zijn in de regio.
2
Op 24 juni 2010 is bij brief van CFI met kenmerk OND/ODS-2009/138510 U nog goedgekeurd dat een dislocatie van het Mondial College wordt omgezet in een officiële nevenvestiging (21SK03). 3 Bron: Onderwijs in Cijfers CFI 2010.
13/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
111 121 125
Joannesschool, 26JR00
145
173 164 171
De Zonnegaard locatie Nijmegen, 26KY00
186 174 176
De Zonnegaard locatie Wijchen, 26KY01
82 80
0
20
40
60
80
96 92 94
2010 2009 2008 2007 2006
100 120 140 160 180 200
Figuur 4.1 Leerlingenaantallen Praktijkonderwijs gehele regio
Wat in de figuur opvalt is dat het aantal leerlingen in 2006 op zowel de Joannesschool als De Zonnegaard locatie Nijmegen ongeveer gelijk was. In de jaren erna is De Zonnegaard aanvankelijk in leerlingenaantal toegenomen, om daarna te gaan dalen. De Johannesschool daarentegen kent een structurele daling van het aantal leerlingen. De Zonnegaard locatie Wijchen kent een geleidelijke en structurele toename van het aantal leerlingen. VMBO (VBO en MAVO) Figuur 4.2 laat het aanbod en de verdeling VMBO-BB/KB (basis- en kaderberoepsgerichte leerweg) zien voor de regio. Er zijn twaalf aanbieders van deze schoolsoort in de regio. Uit de figuur wordt duidelijk dat in de gehele regio het aantal VMBOBB/KB-leerlingen aan het afnemen is. Dit beeld komt overeen met de landelijke ontwikkelingen. Het Maaswaal College locatie Oosterweg en het Kandinsky College locatie Hatertseweg lijken hierop een uitzondering te vormen. Voor het Citadel College zijn alleen gegevens beschikbaar vanaf 2009.
14/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
189
Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00
238 238 237 247
178 174
Montessori College locatie Groesbeek, 00RZ01
211 217 194 288 286 285 308 306
Canisius College locatie De Goffert, 01VN04
256 236 219 221 229
Kandinsky College locatie Hatertseweg, 02ST03
79 83 74 95
Kandinsky College locatie Molenhoek, 02ST04
116
2010
2009
12 23 21 32
Kandinsky College locatie Heyendaalseweg, 02ST05
2008 2007 203
Mondial College locatie Streekweg, 21SK01
27
Mondial College locatie Hatertseweg, 21SK02
49 63 73
244 270
2006 312
343
124 169 178
Maaswaal College locatie Oosterweg, 00OB03
150
39
21
Citadel College, 30AU00
52
330 310 323 332 346
Pax Christi College locatie Heenradenstraat (1), 17IR00 0
50
100
150
200
250
300
350
400
Figuur 4.2 Leerlingenaantallen bovenbouw VMBO-BB/KB
Figuur 4.3 laat de leerlingenaantallen bovenbouw VMBO-GL/TL (gemengde en theoretische leerweg) zien voor de regio. Uit de figuur wordt duidelijk dat voor deze schoolsoort twaalf aanbieders in de regio zijn. De figuur laat zien dat er op verschillende scholen per jaar relatief grote verschillen bestaan in aantallen bovenbouwleerlingen, die ook qua beweging flink van elkaar verschillen. Zo zijn er scholen waarvan het aantal leerlingen toeneemt, maar er zijn ook scholen waarvan het aantal leerlingen fors afneemt. Wat voor figuur 4.2 gold geldt ook hier: van het Citadel College zijn alleen gegevens beschikbaar vanaf 2009.
15/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
131 124
Karel de Grote College, 00CB00
135 128
167
189 187 179 167 152
Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00 47 59 59 66 57
Montessori College locatie Groesbeek, 00RZ01
85 76 82 90 89
Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00 36 36 27
Canisius College locatie De Goffert, 01VN04
13 17
115 127 104 119 100
Kadinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00
Kandinsky College locatie Molenhoek, 02ST04 1
20
41 40 45
Kandinsky College locatie Heyendaalseweg, 02ST05
90 86 74
130 116
2010
142 139 150 159 162
Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00
2009 2008 2007
174 156 142 164 169
Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00
2006
141
232
Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00 176 15
Mondial College locatie Streekweg, 21SK01
282 275
60
18 11
94 89
Mondial College locatie Energieweg, 21SK03 217 206 229 210 200
Maaswaal College locatie Oosterweg, 00OB03
17
Citadel College, 30AU00
42
242 243 250 224
Pax Christi College locatie Heenradenstraat (1), 17IR00 37 25 24 27 24
Helicon, 26CC06 0
50
100
150
Figuur 4.3 Leerlingenaantallen bovenbouw VMBO-GL/TL
16/95
272
200
250
300
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Landelijk gaat ongeveer de helft van de bovenbouwpopulatie in het VMBO naar de GL/TL en de andere helft naar de BB/KB. De verhouding BB/KB : GL/TL in de regio wijkt daarmee nauwelijks af van de landelijke verhouding. 100%
90% 80%
43,8%
46,8%
47,4%
47,6%
49,4%
56,2%
53,2%
52,6%
52,4%
50,6%
2006
2007
2008
2009
2010
70% 60% 50%
40% 30% 20% 10% 0%
VMBO BB/KB (3,4)
VMBO GL/TL (3,4)
Figuur 4.4 Verhouding BB/KB : GL/TL
Tot slot zijn wij de verdeling van de beroepsgerichte Leerwegen over de vier sectoren van het VMBO nagegaan voor de gehele regio. De resultaten staan weergegeven in figuur 4.5. 100%
90% 80% 70%
0% 9%
2% 9%
2% 9%
31%
30%
30%
5% 10% 32%
60% 50% 40%
25%
29%
29%
35%
31%
2006
2007
7% 9%
34%
27%
23%
30%
27%
26%
2008
2009
2010
30%
20% 10% 0%
Techniek
Economie
Zorg & Welzijn
Landbouw
Intersectoraal
Figuur 4.5 Verdeling van de sectoren
Zoals in veel regio’s het geval is neemt het aantal leerlingen dat kiest voor de sector Techniek ook hier nog steeds af. Aanvankelijk zien we een groei voor de sector Economie, maar het leerlingenaantal daalt in 2009. De sector Zorg & Welzijn weet als enige het aandeel te vergroten. De sector Landbouw blijft stabiel. De intersectorale programma’s groeien licht en hebben nog een beperkt aandeel in de regio.
17/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
HAVO/VWO Figuur 4.6 laat de leerlingenaantallen van de bovenbouw HAVO (leerjaar 4 en 5) zien van de afgelopen jaren per vestiging. Uit de figuur wordt duidelijk dat er twaalf aanbieders van deze schoolsoort zijn in de regio. In de figuur zien we dat, op één school na, iedere school over de afgelopen vijf jaar een toename van het aantal leerlingen kent. Het Dominicus College kent over de afgelopen vier jaar een toename van het aantal leerlingen. Bij een enkele school zien we in 2010 een lichte teruggang in het aantal leerlingen. Tevens valt op dat op het Kandinsky College locatie Malderburchtstraat het aantal leerlingen is verdrievoudigd. 86 84 74 62 54
Karel de Grote College, 00CB00
192 199 200 180 162
Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00
232 227 235 225 207
Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00
Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00
72
191
117
229 231
Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00
277
334 328 322 308
132 128 129 118 148
Dominicus College, 14NQ00
2010 2009 2008
335 327 313 335 314
Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00
2007 2006
279 300 267 245 221
Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00
239 225
Maaswaal College locatie Veenseweg, 00OB00
267
267 251
19
Citadel College, 30AU00
271 266 260 240 240
Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1), 17IR00
230 224 208 219 223
Notre Dame Des Anges, 02QQ00
0
50
100
150
200
250
300
Figuur 4.6 Leerlingenaantallen van de bovenbouw HAVO (leerjaar 4 en 5)
18/95
350
400
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In figuur 4.7 zijn de leerlingenaantallen van de bovenbouw VWO te zien. Uit de figuur wordt duidelijk dat er twaalf aanbieders zijn in de regio. Het beeld bij het VWO is minder eenduidig dan bij de HAVO. Bij het VWO zijn er enkele scholen die (een beperkte) groei kennen, maar het merendeel van de scholen kent over met name de laatste paar jaar een afname van het aantal leerlingen. Met name door de sterke ontwikkeling van het Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, waar het leerlingenaantal is verdrievoudigd, is er regiobreed wel sprake van een toename van het aantal VWO-leerlingen. 85 93 113 125 109
Karel de Grote College, 00CB00
134 143 148 148 134
Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00
392 396 413 374 379
Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00
Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00
268
179 131 102
336
382 380 408 457 456
Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00
2010 2009 2008
270 202 197 201 231
Dominicus College, 14NQ00
2007 2006 650 667 680 673 647
Stedelijk Gymnasium, 20CI00
174 190 202 201 206
Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00
160 166 171 175 158
Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00
17
Citadel College, 30AU00
0
100
200
300
400
500
Figuur 4.7 Leerlingenaantallen van de bovenbouw VWO (leerjaar 4, 5 en 6)
19/95
600
700
800
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Als wij tot slot de totale verdeling van de leerlingen over de verschillende schoolsoorten bekijken, is een veel duidelijker beeld te zien dan in de aparte grafieken per schoolsoort. Er mag bijvoorbeeld de conclusie worden getrokken dat het aantal leerlingen in de bovenbouw van de schoolsoorten MAVO, HAVO en VWO de afgelopen jaren in totaal is gegroeid. Bij de beroepsgerichte leerwegen is sprake van een daling. Hiermee sluit de regio zich toch aan bij een algemene trend die wij op dit moment in veel regio’s waarnemen, ondanks veel grotere verschillen per school dan we in andere regio’s waarnemen. Het aantal leerlingen in het Praktijkonderwijs lijkt in verhouding tot de andere schoolsoorten redelijk stabiel, maar er is wel een kleine daling waarneembaar. In figuur 4.8 is dit nog eens grafisch weergegeven. 3.128 3.044 3.021 2.982 2.890
VWO (4-6) 2.606 2.553 2.424 2.285 2.200
HAVO (4,5)
2010
1.903 1.842 1.841 1.792 1.667
VMBO GL/TL (3,4)
2009 2008 2007
1.771 1.831 1.856 1.855 1.937
VMBO BB/KB (3,4)
2006
260 263 280 256 256
Praktijkonderwijs (1-4)
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Figuur 4.8 Verloop per schoolsoort voor de totale regio
4.3
Schoolportretten In deze paragraaf worden de scholen die deelnemen aan het RPO geportretteerd. Hiertoe heeft elke school aan de hand van een afgesproken format een schoolportret geschreven. Hierin wordt onder andere ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de school, de visie op onderwijs, het onderwijsaanbod en de regionale samenwerkingsvormen. De schoolportretten zijn gerangschikt per (overkoepelend) schoolbestuur, op dezelfde manier als in bijlage 1.
Stichting SGM VVSO Midden- en Zuidoost-Nederland Nijmegen Karel de Grote College (00CB00) Historie Bestuurlijk is de school de hoofdvestiging van de Scholengemeenschap voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs; nevenvestigingen staan in Zeist en Eindhoven. Het Karel de Grote College vormt samen met negen scholen voor Primair Vrijeschoolonderwijs – in de wijde omgeving, van Tiel tot Venlo – een doorgaande leerlijn, met één leerplan. Oorspronkelijk was het onderwijs bedoeld voor alle
20/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
leerlingen van 4 tot 18 jaar; met de implementatie van de centrale examinering (vanaf 2000) varieert de eindleeftijd overeenkomstig de gevolgde schoolsoort. Onderwijsaanbod Het Karel de Grote College is een school voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs, met een licentie voor MAVO, HAVO en VWO, in het hart van de stad Nijmegen. Denominatie: algemeen bijzonder. Het programma voor VMBO-T wordt aangeboden in een lespakket dat slechts één keuze kent, namelijk die tussen NASK-1 en Economie. Daarmee behouden de VMBO-T’ers tot aan hun examen uitzicht op drie van de vier sectoren. Op dit moment leggen de VMBO-T’ers centraal examen af in Nederlands en Engels en de rest van de vakken via een schooleigen IVO-proeventraject. Voor deze bijzondere examensituatie heeft de school een ontheffing van het Ministerie van OCW, die echter in 2017 afloopt; dan zullen alle examenvakken centraal worden geëxamineerd. Voor HAVO en VWO worden alle profielen aangeboden; de vier profielen worden ongeveer even vaak gekozen. Hoewel havisten de mogelijkheid hebben om in vijf jaar het diploma te behalen, kiezen zij allemaal voor de route via het VMBO-Tdiploma in het vierde leerjaar. Deze route is in 2006 ontwikkeld, om ruimte te behouden voor specifieke vrijeschoolonderdelen in het vierde leerjaar en om tegemoet te komen aan de bij havisten vaak wat trager verlopende voortgang richting examen. Havisten ronden hun opleiding dus af in het zesde leerjaar. De VWO-route verloopt geheel conform de reguliere opzet. Het Karel de Grote College heeft sinds 1996 voor een bijzondere groep leerlingen een aparte stroom ingericht: de vierjarige praktische stroom (niet te verwarren met PrO). Er is per cohort één lesgroep, die maximaal 18 leerlingen kan bevatten. Het gaat dus in totaal om maximaal 72 leerlingen (die in vrijwel alle gevallen primair vrijeschoolonderwijs hebben gevolgd). Het onderwijs aan deze leerlingen is minder cognitief-theoretisch en meer praktischambachtelijk, tot in de keuze van de vakken en de roostering daarvan. Tegelijk blijft het AVO-karakter gehandhaafd; er zijn geen beroepsvoorbereidende vakken. De leerlingen die op deze stroom zitten hebben meestal een LWOO-indicatie; ze stromen vaak in met een advies onder VMBO-T. Populatie In totaal zijn er circa 1.750 leerlingen, van wie er circa 650 op het Karel de Grote College zitten. Inmiddels is ongeveer de helft van de instroom in het eerste leerjaar afkomstig uit het reguliere primair onderwijs; deze leerlingen hebben dus geen vrijeschoolachtergrond. Over het algemeen kiezen kinderen en ouders van het Karel de Grote College tamelijk bewust voor deze vorm van onderwijs. Na het tweede leerjaar worden de leerlingen op leerroutes geplaatst die bij hun capaciteiten en vaardigheden passen. De percentuele verdeling over de schoolsoorten VMBO-T, HAVO en VWO is ongeveer 30-40-30. In figuur 4.9 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat het Karel de Grote College veel leerlingen trekt uit Nijmegen zelf, maar ook leerlingen aantrekt uit de brede omgeving van Nijmegen.
21/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.9 Herkomst leerlingen 2009 SGM voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs (00CB00)
Uitgangspunten/profilering Inmiddels is ongeveer de helft van de instroom in het eerste leerjaar afkomstig uit het reguliere primair onderwijs; deze leerlingen hebben dus geen vrijeschoolachtergrond. In het algemeen kiezen kinderen en ouders van het Karel de Grote College tamelijk bewust voor deze vorm van onderwijs. Veel ouders hebben een visie op opvoeding en onderwijs die zij aangevuld zien door de visie van het Karel de Grote College (die gevoed wordt door de antroposofie). In meer concrete zin vormt daarnaast het profiel van de school een keuzeargument. In dat profiel vallen op: de start van de dag, met twee lesuren periodeonderwijs (thematisch, afgestemd op de ontwikkelingsfase, drie weken lang één vak en één leraar); de ruime plaats in het rooster voor praktisch-kunstzinnige vakken en voor alle leerlingen de verplichting om een kunstvak in hun examenpakket op te nemen; twee heterogene brugjaren en ook daarna diverse ontmoetingsmomenten tussen de diverse leerroutes; relatief late focus op beroepskeuze; leerlingen kunnen niet ‘blijven zitten’. Doorstroomgegevens De uitstroom op het VMBO is ingericht in de vorm van een portfolio en als zodanig afgestemd met ontvangend MBO; deze afstemming is in het verleden geborgd met een samenwerkingsovereenkomst4. De uitstroom van deze leerlingen vindt nu nog steeds op dezelfde wijze plaats, met ruim voldoende succes (MBO-vervolg op niveau 3 en 4); de afstemming is nu echter meer op het niveau van uit- en instroomcoördinatie geregeld.
4
Deze overeenkomst is niet verlengd, omdat een deel van de prestatieafspraken niet nagekomen kon worden; om allerlei redenen kon het follow-uponderzoek naar welslagen en welbevinden in het MBO niet uitgevoerd worden.
22/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Voor het overige doet de school nog weinig stelselmatig onderzoek naar uitstroom en succes in het vervolgonderwijs. Op ‘terugkomdagen’ en uit incidentele ontmoetingen ontstaat het beeld dat de meeste VMBO’ers naar het MBO en de meeste havisten naar het HBO vertrekken en daar met succes het vervolg voltooien; van de VWO’ers gaat ongeveer de helft naar het WO en de rest naar het HBO. Knelpunten, wensen en ambities Binnen het gegeven van de licentie van de school is het niet voor de hand liggend om ambities voor een RPO te formuleren. Toch is het zinvol om een aantal knelpunten te benoemen; deze kunnen de positie van de school in een RPO verhelderen. De legitimatie en positie van de praktische stroom is zwak, gelet op de instroomadviezen (meestal onder VMBO-T). Mede vanwege de goede contacten met ontvangende MBO-opleidingen is een doorlopende leerlijn in alle gevallen gegarandeerd. De Inspectie heeft om deze reden (nog) nooit kritische kanttekeningen gemaakt, eerder waardering uitgesproken. Toch is de uitstroom van praktischestroomleerlingen nu te zeer afhankelijk van de persoonlijke overdracht na het Karel de Grote College en van de aanname op de ontvangende ROC’s. De betreffende leerlingen missen een gelegitimeerde basis voor hun doorstroom. Een ander knelpunt heeft met de toelevering van leerlingen uit het primair vrijeschoolonderwijs te maken. De doorgaande leerlijn is minder vanzelfsprekend dan tien jaar geleden: de reisafstand wordt bezwaarlijker, de betrokkenheid bij de filosofische achtergrond van de school neemt af, onderscheidende kenmerken van scholen worden kleiner et cetera. Om de school financieel gezond te houden (en bijvoorbeeld de relatief kleine lesgroepen in de Tweede Fase betaalbaar te houden) neemt de vraag naar leerlingen uit het lokale reservoir toe. Tegelijkertijd wil de school haar huidige omvang (ongeveer) behouden. Hierdoor zijn voor het Karel de Grote College onderlinge volumeafspraken gewenst. Het Karel de Grote College heeft de laatste vier jaar goede ervaringen met een ‘extended-HAVO-traject’. Daarin doen (alle) havisten een VMBO-T-examen in hun vierde leerjaar; daarna beginnen ze aan het tweejarig HAVO-traject. Daarmee verdwijnt de druk op specifieke vrijeschoolonderdelen (die juist in het HAVO-traject het sterkst gevoeld werden), ontstaat er een externe prikkel in het ‘lastige HAVO-4jaar’ en komen er tegelijk doorgroeimogelijkheden voor de sterke VMBO-T’er en de minder sterke havist.
Stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen Nijmegen/Groesbeek Montessori College (00RZ) Historie Het Montessori College is een brede school voor voortgezet onderwijs. Het Montessori College is een zelfstandige school met een eigen bestuur. In 1993 is de school ontstaan uit vier verschillende scholen voor VO: drie in Nijmegen en één in Groesbeek. Met deze fusie is nieuw beleid vormgegeven.
23/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De huidige organisatie is zo dat op de hoofdlocatie (Kwakkenbergweg) de onderbouw (leerjaar 1 en 2) is gevestigd van VMBO-basis tot en met VWO+, de bovenbouw VMBO Z&W en Economie (met enkele klassen LWOO-basisleerlingen) is gevestigd op de Berg en Dalseweg en de VMBO-T/HAVO/VWO-bovenbouwen (vanaf leerjaar 3) zijn gevestigd op de Vlierestraat. Op dit moment zijn bouwplannen voorzien die de drie locaties in Nijmegen op één campus bijeenbrengen. De locatie in Groesbeek biedt VMBO-T/K/B-onderwijs, met de mogelijkheid van instroom op HAVO-niveau. Onderwijsaanbod De school heeft een breed aanbod van opleidingen van VWO tot en met VMBO (inclusief LWOO). Binnen de aangeboden opleidingen is ruimte voor eigen keuzes aanwezig. In het VMBO in Nijmegen betreft dit, binnen de sectoren Zorg & Welzijn en Economie, de keuze voor Kunst & Cultuur, Sportoriëntatie, en Horeca. De school is een samenwerking aangegaan met andere VMBO-scholen en met het ROC om een VM2-project vorm te geven. Daarnaast heeft het Montessori College een leerwerktraject als route naar het ROC. Naast de mogelijkheid om VWO+ te doen bestaat er binnen HAVO/VWO de mogelijkheid om de cultuurklas te volgen. In het VMBO-T is ook een extra vak te kiezen: kunst, cultuur en media, dat een aansluiting biedt met de opleiding op het ROC. Het Montessori College is sinds december 2009 erkend als cultuurprofielschool. Op de nevenvestiging in Groesbeek worden de sectoren Zorg & Welzijn, Techniek en de ICT-route aangeboden. De onderliggende beroepsafdelingen zijn: Bouwtechniek, Metaaltechniek en Elektrotechniek, Verzorging. Populatie Het Montessori College heeft al enkele jaren tussen de 1850 en 1900 leerlingen. Per locatie is dat in 2009-2010: Kwakkenbergweg: 580 leerlingen; Vlier: 620 leerlingen; Berg en Dalseweg: 300 leerlingen; Groesbeek: 360 leerlingen. De leerlingen komen van ongeveer 130 verschillende basisscholen. In figuur 4.10 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat de meeste leerlingen afkomstig zijn uit Nijmegen of de directe regio eromheen (verhouding 50/50). Er is een duidelijke stijging van het aantal leerlingen zichtbaar in de regio Groesbeek. Dit kan worden verklaard uit het feit dat het Montessori College ook een locatie in Groesbeek heeft.
24/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.10 Herkomst leerlingen 2009 Montessori College (00RZ)
Uitgangspunten/profilering Het Montessori College ziet onderwijs als deel van de totale ontwikkeling van de leerling. Een ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De school stimuleert die ontwikkeling in al haar activiteiten in de klas en daarbuiten. Het Montessori College biedt leerlingen van alle schoolsoorten, van VMBO tot en met VWO, een individuele leerweg in een kleinschalige omgeving. De bijzondere aanpak van het onderwijs garandeert een goede aansluiting op de vervolgopleidingen. Het Montessori College is een school op algemeen bijzondere grondslag. De school wil een ontmoetingsplaats zijn voor mensen van verschillende overtuigingen en een actieve bijdrage leveren aan het leren leven in een multiculturele samenleving. ‘Leer mij het zelf te doen’ is het motto waarmee de school vormgeeft aan de Montessori-identiteit. Door het leren van de leerlingen centraal te zetten is de school op een ander dagritme uitgekomen dan doorsnee is: leerlingen werken per dag aan een beperkt aantal vakken en zijn geconcentreerd in langere lestijden met hun opdrachten bezig. Het onderwijs in het VMBO is praktisch en samenhangend gemaakt. In de bovenbouw HAVO/VWO is voor een bijzonder arrangement gekozen, waarmee voor de leerling veel keuzemogelijkheden zijn gecreëerd. Deze maatregelen bevorderen de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen en bereiden hen voor op een studie in het hoger onderwijs. Het Montessori College profileert zich op een duidelijke pedagogische visie, hoge kwaliteit van onderwijs dat goed voorbereidt op vervolgopleidingen, veel keuzemogelijkheden en klantgerichtheid en flexibiliteit. Doorstroomgegevens Met het ROC en het VO is al vele jaren intensief overleg gaande om de overstap van leerlingen soepel te laten verlopen. De oriëntatie op vervolgopleidingen is vormgegeven en er is een start gemaakt met warme overdracht. Daarnaast is er samenwerking tot stand gekomen met het Flexcollege, die voorkomt dat leerlingen echt uitvallen. Ook met het hoger onderwijs is overleg gaande, om de overstap naar en de oriëntatie op vervolgstudies goed te laten verlopen.
25/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten: Het Montessori College constateert dat er een groot aanbod is van scholen in de directe omgeving en dat er veel concurrentie is, met name op HAVO en VWO. Het Montessori College constateert dat leerlingen na de overstap naar het ROC vaak moeite hebben om hun plek te vinden. Het Montessori College constateert dat het nodig is om met een aantrekkelijk onderwijsaanbod voor VMBO-leerlingen flexibel te kunnen inspelen op de behoeften van deze moeilijker lerende groep. De locatie Groesbeek moet moeite doen om het hoofd boven water te houden. Wensen en ambities: invoering programma Intersectoraal; voor de locatie Groesbeek de overweging om een VM2 of Vakcollege te starten in de sector Techniek. Ook wordt daar samengewerkt met het ROC op het gebied van de ICT-route voor kader- en basisleerlingen. Het intrasectorale programma Techniek Breed wordt opgestart om meer flexibiliteit in het aanbod te krijgen; ontbrekende locaties bij DUO-CFI registreren en licenties verhuizen van de hoofdvestiging. Het gaat om de locaties: Vlierestraat 3 (VWO, HAVO, MAVO), Berg en Dalseweg 295 (VBO en onderliggende afdelingen/programma’s), inclusief de LWOO-licenties); het maken van volumeafspraken binnen het samenwerkingsverband, waarbij gedacht wordt aan afspraken die stellen dat iedereen verhoudingsgewijs ongeveer evenveel leerlingen houdt als dat nu het geval is (ondanks eventuele groei). Bij voorkeur zouden er per schoolsoort volumeafspraken gemaakt moeten worden.
Stichting Scholengroep Rijk van Nijmegen Nijmegen/Molenhoek Canisius College locatie Berg en Dalseweg (01VN00) Historie Het Canisius College is een katholieke school, die in 2010 110 jaar bestaat. Na een aantal fusies in de jaren negentig is er een school ontstaan met drie locaties. Onderwijsaanbod Op de locatie Akkerlaan wordt ISK-onderwijs (Internationale Schakelklas) aangeboden. Locatie De Goffert biedt VMBO-onderwijs aan. De locatie Berg en Dalseweg heeft een breed aanbod van VMBO-T, HAVO en VWO (met Gymnasium). Dit portret gaat over de locatie Berg en Dalseweg. Er worden maximaal tussen de 250-260 leerlingen per jaar aangenomen op deze locatie.
26/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie De VMBO-T-stroom van de school is relatief klein. In zowel VMBO-T 3 als VMBO-T 4 zitten 39 leerlingen. In HAVO 3 zitten 97 leerlingen, in VWO 3 zitten 132 leerlingen. Op de school zitten op dit moment 1.426 leerlingen uit Nijmegen (690) en omgeving, zoals Ubbergen (163), Groesbeek (123), Millingen aan de Rijn (74), Mook en Middelaar (42), Heumen (72), Beuningen (87) en ook een aantal uit Cuijk, Grave en Wijchen. Opvallend is het aantal leerlingen uit de Lingewaard (28) en vooral Overbetuwe (134, van wie 105 uit Elst). In figuur 4.11 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Berg en Dalseweg. Hieruit valt op te maken dat de meeste leerlingen uit (de directe omgeving) van Nijmegen komen. De regio ten zuiden van Nijmegen tot aan Cuijk valt hierbij extra op, omdat hier de meeste leerlingen vandaan komen.
Figuur 4.11 Herkomst leerlingen 2009 Canisius College locatie Berg en Dalseweg (01VN00)
Uitgangspunten/profilering De school legt niet één speciaal accent, maar kiest voor brede ontwikkeling: intellectueel, sociaal, sportief, cultureel en creatief. De school vindt het belangrijk dat leerlingen veel leren. Kennis speelt daarbij een grote rol. Daarnaast biedt de school veel verdiepingsmogelijkheden en veel extra activiteiten (CC-plus); ook daarin is de school breed. Het zijn activiteiten vóór leerlingen, maar ze worden ook vaak bedacht en georganiseerd dóór leerlingen: niet alleen belangrijk voor de brede ontwikkeling van de leerlingen, maar ook voor de sfeer (leefgemeenschap). Kenmerken van de school: gevarieerd en gedegen onderwijs; duidelijke structuur; een prettige en veilige sfeer; veel aandacht voor begeleiding; actieve betrokkenheid van leerlingen en ouders.
27/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Projecten waarop het Canisius College Berg en Dalseweg zich onderscheidt: (academische) opleidingsschool met Scholengroep Udens College; invoering leerlijn wetenschapsoriëntatie (WON-school); ontwikkelprojecten gericht op doorlopende begeleidingslijn, variatie in werkvormen, activering van leerlingen en verdiepingsaanbod (Delf-Frans, Cambridge-Engels, Goethe-Duits). Doorstroomgegevens Kwalitatief wordt de doorstroom gemonitord door: novia voor VMBO-MBO (assessments en portfolio); platform HO-VO; Sprint Up met RU en HAN (niet specifiek gericht op aansluiting); practica op Universiteit Wageningen (niet specifiek gericht op aansluiting). Kwantitatief wordt de doorstroom niet systematisch bijgehouden. Dit is niet van alle leerlingen bekend en DUO koppelt deze gegevens niet terug. Knelpunten, wensen en ambities Ontwikkelpunten: doorlopende begeleidingslijn en verbeteren van de aanvullende zorg en begeleiding; gesprekscyclus en intensievere en meer gerichte aansturing van personeel; huisvesting: renovatie monumentale deel en nieuwbouw. Wensen en ambities: Er zijn wensen ten aanzien van de samenwerking met vervolgonderwijs. Deze wensen zijn nu nog niet concreet. Op dit moment werkt de school de doorgaande lijn voor decanaat uit, die een plaats krijgt binnen de reguliere begeleidingslijn, waarbij de decanen vanuit een tweede lijn met leerlingen en docenten aan het werk gaan. Van daaruit is het mogelijk om de wensen richting aansluiting op en samenwerking met vervolgonderwijs te concretiseren. Het is niet in het belang van het Canisius College dat er in de regio ongewenste leerlingenstromen op gang komen. Het maken van volumeafspraken is daarom gewenst.
Canisius College locatie Akkerlaan (01VN03) Historie Het Canisius College is een katholieke school, die in 2010 110 jaar bestaat. Na een aantal fusies in de jaren negentig is er een school ontstaan met drie locaties. Onderwijsaanbod Op de locatie Akkerlaan wordt ISK-onderwijs (Internationale Schakelklas) aangeboden.
28/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie Bij de ISK wordt de eerste opvang verzorgd voor anderstalige leerlingen, voor volledig en gedeeltelijk leerplichtige anderstalige leerlingen, jongens en meisjes, van elke nationaliteit. De ISK heeft een regionale functie, waarbij de populatie sterk fluctueert en op dit ogenblik weer sterk is gegroeid naar 125 leerlingen; in 2007 waren dat er nog 64. In figuur 4.12 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Akkerlaan visueel weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de leerlingen voornamelijk afkomstig zijn uit het zuidwestelijk deel van Nijmegen en omliggende regio, en niet zozeer uit de overige delen. Het zuidoostelijk deel van Nijmegen vormt hierop een positieve uitzondering. Verder valt op dat de leerlingen voor een deel afkomstig zijn uit de omgeving van Grave en Oss.
Figuur 4.12 Herkomst leerlingen 2009 Canisius College locatie Akkerlaan (01VN03)
Uitgangspunten/profilering Tijdens de intake wordt een voorlopig uitstroomprofiel vastgesteld. In dit profiel wordt geprobeerd zo goed mogelijk te voorspellen welke onderwijsrichting na de ISK het beste bij de leerling past en hoeveel tijd de leerling in de ISK nodig heeft om de overstap naar een regulier onderwijstraject te maken. Vervolgens worden de leerlingen geplaatst in kleine mentorgroepen van gemiddeld veertien leerlingen. De leerlingen krijgen instructielessen en daarnaast werken zij aan vooraf afgesproken taken (weekkaart). De leerlingen worden gestimuleerd om zo snel en zo veel mogelijk Nederlands te leren en worden voorbereid op enige vorm van voortgezet onderwijs, zodat zij aansluiting krijgen bij een leerjaar dat gezien hun leervermogen, vooropleiding en leeftijd het beste bij hen past. Voor sommige leerlingen is dit, mede gelet op hun leeftijd, niet meer mogelijk. Met deze groep wordt toegewerkt naar andere vormen van, veelal beroepsgerichte, vervolgscholing.
29/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Doorstroomgegevens De ISK-leerlingen stromen uit naar twee profielen: AVO/ROC-profiel, waarbij het AVO-profiel zich richt op 12-15-jarigen die nog één jaar nodig hebben om te kunnen uitstromen naar regulier onderwijs (VMBO, HAVO, VWO) en het ROC-profiel zich richt op 15-17-jarigen met uitstroom naar MBO; VMBO/LWOO/AKA-profiel, dat het zich richt op leerlingen van 12-15 jaar met geen of een zeer beperkte onderwijsachtergrond. Het AKA-profiel richt zich daarbij op leerlingen vanaf 15 jaar met een vergelijkbare achtergrond. De uitstroom is ongeveer gelijkelijk verdeeld tussen de VO-scholen en het MBO. Knelpunten, wensen en ambities Het probleem van de ISK is haar beperkte huisvesting. Het gebouw is nu al overvol. De ambitie van de ISK is niet om te groeien, wel om alle leerlingen goed te bedienen. Hierbij kan de kennis en expertise van de ISK worden ingezet, maar er zijn onvoldoende middelen beschikbaar om alles uit te voeren. De ISK zoekt daarom samenwerking met de omliggende ROC’s en VO-scholen om dit te realiseren.
Canisius College locatie De Goffert (01VN04) Historie Het Canisius College is een katholieke school, die in 2010 110 jaar bestaat. Na een aantal fusies in de jaren negentig is er een school ontstaan met drie locaties. Onderwijsaanbod Locatie De Goffert biedt VMBO-onderwijs aan. Op locatie De Goffert verzorgt het Canisius College VMBO-onderwijs in alle technische programma’s en in de sector Economie het Consumptief-programma. Op de locatie worden alle leerwegen aangeboden en waar nodig wordt dit gecombineerd met leerwegondersteunend onderwijs. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor speciale leerwerktrajecten. In de onderbouw wordt gewerkt met leergebieden; in de bovenbouw wordt gewerkt in pleinen rond herkenbare beroepsrichtingen (Grafimedia, Bouwtechniek, Metalektro, Instalektro, Voertuigentechniek, Transport & Logistiek en Consumptief). Al vanaf het eerste leerjaar is er veel aandacht voor praktischesectororiëntatie. Er wordt op locatie De Goffert gewerkt in kleine kernteams, die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs aan en de begeleiding van een kleine groep leerlingen. Daarnaast is er een zorgadviesteam actief voor de meer specialistische zorg. Populatie Locatie De Goffert vervult een regiofunctie. Van de 550 leerlingen komt ongeveer de helft uit Nijmegen. In figuur 4.13 is de geografische herkomst van de leerlingen van locatie De Goffert visueel weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de meeste leerlingen afkomstig zijn uit het stadsdeel Lindenholt. Daarnaast valt op dat de leerlingen voornamelijk uit de directe regio van Nijmegen komen, met een zwaartepunt in het zuidelijk en westelijk deel van de Nijmeegse regio.
30/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.13 Herkomst leerlingen 2009 Canisius College locatie De Goffert (01VN04)
Uitgangspunten/profilering De onderwijskundige visie van deze locatie is gebaseerd op een vijftal pijlers; deze pijlers moeten de missie van het Canisius College, ‘Haal eruit wat erin zit’, waarmaken: werken aan relatie met de leerling; leren in samenhang; leren gericht op oriëntatie; leren in levensechte situaties; rekening houden met verschillen. Doorstroomgegevens Locatie De Goffert is op vele terreinen actief om de samenwerking met het bedrijfsleven en het vervolgonderwijs te versterken. De school doet momenteel mee aan een viertal BiB-projecten (Beroepsonderwijs in Bedrijf). Deze projecten zijn erop gericht om het bedrijfsleven meer te betrekken bij het leren van de leerlingen in de beroepspraktijk en de kwaliteit van dat leren te verhogen en te waarborgen. Daarnaast wordt samen met het ROC en andere VMBO’s met techniekafdelingen gewerkt aan een betere doorlopende leerweg voor de verschillende leerlingen in de sector Techniek. Meer dan 95% van de leerlingen vervolgt de studie op het ROC in BOL- of BBL-opleidingen. Zo’n 60% van de leerlingen doet dat in Nijmegen. Knelpunten, wensen en ambities Locatie De Goffert is een ‘ambitieschool’. In samenwerking met het platform Bètatechniek wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van een leerroute voor leerlingen met een gemengd of theoretisch advies. Het beroepsgerichte programma ‘Technologie voor de Gemengde Leerweg’ dient daarvoor als basis. De school is betrokken bij de ontwikkeling van technologie voor de onderbouw. De leerroute moet duidelijk onderscheidend zijn en qua didactiek meer gericht zijn op het leren ondernemen en het ondernemend leren.
31/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De komende jaren wil de school ook programma’s ontwikkelen en/of aanpassen met de bedoeling meer meisjes te interesseren voor de sector Techniek. Een goede voorlichting in het primair onderwijs over de vervolgmogelijkheden is van essentieel belang. Vaak worden adviezen nog te veel afgestemd op cognitieve bagage en minder op de leerstijl die het beste bij een leerling past. De school zou graag een bijdrage willen leveren aan een kwaliteitsimpuls van deze voorlichting. Het is belangrijk om stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
RK SGM Kandinsky College locatie Malderburchtstraat (02ST00) Historie In 1977 werd op de huidige plaats het toenmalige Elshof College, ontstaan uit de reeds samenwerkende scholen Nebo, Mariënbosch en Gabriël college, geopend. Na het samengaan met de Mondriaan MAVO (Mook) en Scholengemeenschap Grootstal begin jaren negentig, ging de school verder onder de huidige naam Kandinsky College. De school maakt deel uit van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Onderwijsaanbod Het Kandinsky College locatie Malderburchtstraat is een katholieke scholengemeenschap voor VMBO-T, HAVO en VWO. Het Kandinsky College biedt al twaalf jaar tweetalig onderwijs op VWO-niveau aan en heeft vijf jaar geleden ook gekozen voor een tweetalige HAVO-stroom. De school investeert in goed en modern onderwijs in een open en uitnodigende sfeer. Onderwijskundig profileert het Kandinsky College zich sterk op de volgende terreinen: tweetalig onderwijs op HAVO- en VWO-niveau; ELOS5: op alle afdelingen heeft de school aandacht voor internationalisering in de lessen en buiten de lessen. Daarnaast biedt de school versterkt taalonderwijs aan voor Frans en Duits op de HAVO en het VWO; Universum: de school is sinds vorig jaar Universumschool en investeert daarmee in het bètaonderwijs. De school heeft een goed aanbod van bètavakken (waaronder NLT, wiskunde D), en kent profielblokken met vakoverstijgend aanbod in de bovenbouw. De school heeft een modern sciencelab gebouwd voor haar bètaleerlingen; talentontwikkeling: de school heeft in de afgelopen jaren een gevarieerd programma ontwikkeld voor pluslessen (onderbouw) en masterclasses (bovenbouw) en stimuleert daarnaast ook op meerdere andere terreinen talentontwikkeling van leerlingen.
5
ELOS staat voor: Europa als leeromgeving op scholen. ELOS biedt kwalitatief hoog onderwijs gedurende de hele voortgezetonderwijscarrière. Leerlingen worden optimaal voorbereid op de internationale samenleving.
32/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie De school is in de afgelopen zeven jaar gegroeid van een kleine 600 leerlingen naar de huidige omvang van 1.360 leerlingen. In figuur 4.14 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Malderburchtstraat visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat de leerlingen afkomstig zijn uit Nijmegen en directe regio. Het zuiden van de stad Nijmegen en de omgeving van Malden/Cuijk vallen hierbij op, omdat daar de meeste leerlingen vandaan komen.
Figuur 4.14 Herkomst leerlingen 2009 RK SGM Kandinsky College locatie Malderburchtstraat (02ST00)
Uitgangspunten/profilering De school wil een school zijn die niet alleen vóór maar ook ván de leerling is. Een school waar leerlingen zich thuis voelen. Om vorm te geven aan haar onderwijs, gaat de school uit van de volgende kernbegrippen: relatie, samen leren, recht doen aan verschillen, brede vorming en persoonlijke ontwikkeling. Doorstroomgegevens Kwalitatief: Voor een goede doorstroom naar het MBO participeert de school in ‘Kiezen op maat’ met de ROC en voor de doorstroom van het eigen VMBO-T naar de HAVO ontwikkelt de school eigen beleid. Voor de HAVO en het VWO participeert de school in het Platform VO-HO, waar initiatieven als de HAN-dag (voor HAVO 3) en de RU-dag (voor VWO 4) bij horen. Voor het vak natuurleven en technologie werkt de school samen met de RU. Verder biedt de school het ‘bèta-1-op-1’-project aan aan haar leerlingen. Ook met andere HBO’s en universiteiten werkt de school samen (bijvoorbeeld met de Universiteit Tilburg voor de ‘Tweede Fase-week’ in HAVO 3 en VWO 3). Voor de aansluiting met de beroepskolom heeft de school een JETNET-partner gevonden in NXP. Voor de maatschappelijke stage werkt de school samen met meerdere partners in de omgeving.
33/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Kwantitatief: Vervolgopleiding 2009 HAVO VMBO-T HAVO VWO
16%
MBO 84%
VWO
HBO
WO
7%
82% 16%
76%
Diversen: bijvoorbeeld werk of buitenland 11% 8%
Knelpunten, wensen en ambities Wat haar ambities betreft, kiest de school voor een verdere kwalitatieve ontwikkeling in de komende jaren. Verder wil de school de banden met haar partners in binnenen buitenland nog meer aanhalen. Ten slotte wil zij de komende jaren knelpunten in het gebouw verder oplossen. Belangrijk is om stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
RK SGM Kandinsky College locatie Hatertseweg (02ST03) Historie De school aan de Hatertseweg betrekt van oudsher haar leerlingen in hoofdzaak uit de stad Nijmegen, deels uit de oude wijken rond het centrum, deels uit de grootschalige nieuwbouwwijken van het eerste uur. Doordat de school een grote afdeling Huishoudschool i.c. afdeling Verzorging en later daarbij ook nog eens Uiterlijke Verzorging had, was het merendeel van de leerlingen meisje. Door de fusie in 1990 met de LBO-afdeling (handel) van SG Gelre kwam er meer evenwicht. Bij de daaropvolgende fusie in 1994 van SG Grootstal met het Elshofcollege en de Mondriaan MAVO werd de MAVO-afdeling overgeheveld naar de locatie Malderburchtstraat. Zeker in het licht van de latere ontwikkelingen rondom het VMBO was dit minder gelukkig. De locatie Hatertseweg is altijd uitdrukkelijk voorstander geweest van een breed en ongedeeld VMBO. In het licht van een zo optimaal mogelijke loopbaanontwikkeling acht de school het wenselijk dat ook leerlingen van het VMBO-T kunnen leren in een setting waarvan praktisch leren een vanzelfsprekend onderdeel vormt. Onderwijsaanbod Op dit moment biedt de locatie Hatertseweg alleen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg aan in de sectoren Economie en Zorg & Welzijn. Beide sectoren voeren een breed intrasectoraal programma. Met ingang van het nieuwe schooljaar zullen er ook leerlingen in de gemengde leerweg geplaatst kunnen worden. Deze leerlingen zullen in de bovenbouw het intersectorale programma Dienstverlening & Commercie gaan volgen. Mogelijk vormen de ervaringen die hiermee worden opgedaan aanleiding om ook voor (een deel van) de overige leerlingen dit intersectorale programma te gaan aanbieden. Op dit moment werkt de school met B/K-klassen; met ingang van het schooljaar 2010-2011 komen daar ook K/G-klassen bij.
34/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie Een substantieel deel van de leerlingen heeft een LWOO-beschikking en kampt bij het leren in meerdere of mindere mate met beperkingen van diverse aard. Deze leerlingen zitten in de onderbouw in aparte groepen en worden daar intensief begeleid, indien nodig met aangepaste leerroutes. Met een zekere regelmaat loopt de school aan tegen de grenzen van haar mogelijkheden voor een passende begeleiding van leerlingen. Een goede samenwerking met de partners binnen het samenwerkingsverband om tot maatwerkoplossingen te komen in het kader van passend onderwijs is evident. In figuur 4.15 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Hatertseweg visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat de leerlingen voornamelijk afkomstig zijn uit het zuidwestelijk deel van Nijmegen.
Figuur 4.15 Herkomst leerlingen 2009 RK SGM Kandinsky College locatie Hatertseweg (02ST03)
Uitgangspunten/profilering Het Kandinsky College Hatertseweg heeft haar onderwijskundige visie gebaseerd op de volgende pijlers: leerlingen opvoeden tot zelfstandigheid; leerlingen stimuleren tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid; leerlingen laten samenwerken; leerlingen steeds meer keuzes aanbieden en laten maken. Daar is in de loop van de jaren de pijler ‘Leren in de praktijk’ bijgekomen. Dat geeft de school vorm door leerlingen buiten school te laten leren (in de praktijk) in echte leer-werksituaties en door middel van stages. De school is sterk innoverend en vervult in diverse opzichten een voortrekkersrol. Dit geldt zowel voor de wijze waarop de huisvesting duidelijk afgeleid is van onderwijskundige principes als voor de wijze waarop de school de afgelopen jaren invulling heeft gegeven aan het begrip ‘maatschappelijk ondernemen’.
35/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In samenwerking met andere partners (woningcorporaties, zorgaanbieders, bedrijfsleven) is gewerkt aan het vormgeven van levensecht leren, met voor alle partijen een duidelijke meerwaarde. Doorstroomgegevens Met name bij de sector Zorg & Welzijn is de laatste jaren een zeer goed contact ontstaan met dezelfde sector van het ROC. Door samenwerking binnen NOVIA-verband en door gezamenlijke deelname aan een Stimuleringsinitiatief is dit contact versterkt. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk ontwikkelde competentielijn, verwerkt in een portfolio. Inmiddels heeft de school deze competentielijn in de gehele school geïmplementeerd en is een stevige start gemaakt met een schoolbreed concept voor Loopbaanleren. In 2008 heeft de school een plek gekregen in het eerste cohort VM2-scholen. Met ingang van schooljaar 2010-2011 zal de eerste lichting basisleerlingen een MBO-2startkwalificatie behalen in een doorlopend programma binnen de eigen, bekende schoolsetting. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met collega’s van het ROC. In dit traject wordt leerlingen uitstel van opleidingskeuze geboden, door opleidingsmodules van Economie en Zorg & Welzijn aan te bieden en de leerling in een later stadium een definitieve beroepskeuze te laten maken. Knelpunten, wensen en ambities Samen met een aantal andere scholen voor beroepsonderwijs (VMBO en MBO) werkt de school aan het opleiden van docenten beroepsonderwijs in een duaal traject met de Hogeschool Utrecht: Samen Op Scholen. Hierbij vormt de dagelijkse praktijk het uitgangspunt en krijgt de student op vaste momenten in het jaar vakinhoudelijke, pedagogische en didactische ondersteuning. Studenten werken hieraan mee, zowel op de locatie Hatertseweg als in Molenhoek. Binnen hetzelfde samenwerkingsverband is sprake van een Dieptepilot Academische Opleidingsschool, waaraan de school door middel van een onderzoeksgroep een bijdrage levert. De school stelt zich ten doel om de komende jaren met het zelf opleiden deels te voorzien in de eigen behoefte aan nieuw bevoegd en bekwaam personeel. Daarnaast zal er voor een deel ook opgeleid worden voor de markt. De school heeft zich als doel gesteld de komende jaren alle ingezette onderwijskundige ontwikkelingen nog beter met elkaar te verbinden en een stevige impuls te geven aan het taal- en rekenbeleid. Verder is het streven om in de toekomst ook VMBO-T-onderwijs aan te bieden. Daarnaast is het belangrijk om stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
RK SGM Kandinsky College locatie Molenhoek (02ST04) Historie In het schooljaar 2003-2004 is de locatie Molenhoek van het Kandinsky College voor het eerst begonnen met een kleine groep leerlingen in leerjaar 3 met het programma Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV). Oorspronkelijk was het de bedoeling dat dit programma uitgevoerd zou worden op de locatie Hatertseweg van het Kandinsky College.
36/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Er bleek echter veel meer belangstelling te zijn dan voorzien voor dit nieuwe programma, waardoor huisvesting een knelpunt dreigde te worden. Mede omdat er mogelijkheden leken te zijn voor een samenwerking met het ROC is destijds besloten om dit programma te verplaatsen naar de locatie Molenhoek. Dit gebouw was jarenlang door het Kandinsky College in gebruik als juniorcollege VMBOT/HAVO/VWO en zou eigenlijk met ingang van het schooljaar 2003-2004 afgestoten worden. Hoewel het ROC uiteindelijk om een aantal redenen afzag van gezamenlijke huisvesting, heeft het Kandinsky College besloten de nieuwe opleiding toch te starten. Onderwijsaanbod Aanvankelijk werd er op de locatie door een klein team met een beperkte groep leerlingen op een projectmatige manier gewerkt aan het ontwikkelen van het programma SDV. Door de overweldigende belangstelling heeft men in 2005-2006 besloten om tevens te starten met het ontwikkelen van de onderbouw. In de onderbouw is sprake van sportklassen, waarbij leerlingen zes uur per week sportles volgen; in de bovenbouw volgen alle leerlingen het beroepsgerichte intersectorale programma SDV. Oorspronkelijk werd begonnen als pilotschool voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het experimentele intersectorale programma Sport, Dienstverlening & Veiligheid. Sinds het schooljaar 2007-2008 kunnen leerlingen ook afsluiten in de theoretische leerweg. Populatie Het feit dat deze locatie in Molenhoek staat draagt (deels) bij aan de verklaring dat veel leerlingen uit deze regio afkomstig zijn, zoals staat weergegeven in figuur 4.12. Sinds het schooljaar 2007-2008 zit de school op het maximale aantal van 240 leerlingen, verdeeld over vier leerjaren. De consequentie van deze sterke leerlingengroei was dat er in korte tijd een omslag gemaakt moest worden van een projectorganisatie naar een volledige schoolorganisatie. De school heeft in betrekkelijk korte tijd naamsbekendheid ontwikkeld in een brede regio. De leerlingen zijn afkomstig uit een gebied dat zich globaal genomen uitstrekt van Druten in het Land van Maas en Waal tot Groesbeek en van Bemmel (Betuwe) tot Cuijk. Deze leerlingen zijn afkomstig van zeer veel verschillende scholen voor primair onderwijs. De verhouding Nijmeegse/niet-Nijmeegse leerlingen is ongeveer 30/70. Waren het in eerste instantie vooral jongens die de school wisten te vinden, de laatste jaren is door actief schoolbeleid de verhouding meisjes/jongens meer in balans. In figuur 4.16 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Molenhoek visueel weergegeven. Wat hierin opvalt is dat de leerlingen niet alleen uit Molenhoek afkomstig zijn, maar ook en voornamelijk uit Malden, Groesbeek, Gennep en in mindere mate uit de stad Nijmegen en de rest van de regio.
37/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.16 Herkomst leerlingen 2009 RK SGM Kandinsky College locatie Molenhoek (02ST04)
Uitgangspunten/profilering Het Kandinsky College Molenhoek heeft haar onderwijskundige visie gebaseerd op de volgende pijlers: leerlingen opvoeden naar zelfstandigheid; leerlingen stimuleren tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid; leerlingen laten samenwerken; leerlingen steeds meer keuzes aanbieden en laten maken. Hier is in de loop van jaren de pijler ‘Leren in de praktijk’ bijgekomen. Dat geeft de school vorm door leerlingen buiten school te laten leren (in de praktijk) in echte leer/werksituaties en door middel van stages. Doorstroomgegevens Als rode draad door de schoolloopbaan van de leerling loopt de ontwikkeling van de competentielijn. Deze competentielijn sluit aan bij vervolgopleidingen van het ROC. Met de opleiding Sport en Bewegen van ROC Nijmegen is een doorstroomconvenant gesloten. Verder is er sprake van een goede samenwerking met enkele andere vervolgopleidingen. Nagenoeg alle leerlingen die de school met een diploma verlaten stromen door naar een vervolgopleiding. Knelpunten, wensen en ambities Het belangrijkste knelpunt is op dit moment de huisvestingssituatie. Het schoolgebouw biedt op dit moment onvoldoende mogelijkheden voor de gewenste vormgeving van het programma. Dit geldt in de eerste plaats voor het bewegingsonderwijs, maar daarnaast ook voor andere onderdelen van zowel het onderbouw- als bovenbouwprogramma. Er zal gezocht blijven worden naar verbetermogelijkheden, zowel op de huidige locatie als in de nabije omgeving. De school hecht veel waarde aan de samenwerking met andere partners voor het leren in de praktijk en zal zich verder oriënteren op mogelijkheden om haar onderwijsconcept daar waar mogelijk in gezamenlijkheid met maatschappelijke partners te realiseren.
38/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Het is belangrijk om stabiliteit in instroom en leerlingenaantal te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
RK SGM Kandinsky College locatie Heyendaalseweg (02ST05) Historie De school staat bekend onder de naam Sint Jorisschool en maakt sinds 1 januari 2002 deel uit van het BRIN-nummer van het Kandinsky College; daarmee valt de school ook onder de bestuurlijke denominatie van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Onderwijsaanbod De school is een nevenvestiging, bedoeld voor leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblemen die in staat worden geacht een VMBO-T-diploma te behalen dan wel na leerjaar 3 door te stromen naar de bovenbouw van de HAVO. Het onderwijsprogramma bestaat uit een onder- en bovenbouw voor VMBO-Tleerlingen en een driejarig VMBO-T+-traject voor leerlingen die daarna hun schoolloopbaan kunnen vervolgen in de bovenbouw van de HAVO. Afsluitend HAVO-onderwijs wordt op deze locatie niet aangeboden; leerlingen worden daarom doorverwezen. Populatie De school heeft een stedelijke en regionale functie. De leerlingen stromen in vanuit het reguliere en het speciale PO en daarnaast ook vanuit de reguliere scholen voor VO (de zogenoemde zij-instroom). In figuur 4.17 is de geografische herkomst van de leerlingen van de locatie Heyendaalseweg visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat de leerlingen afkomstig zijn uit Nijmegen en de brede regio rond de stad heen. De regio Malden/Molenhoek valt hierbij op.
Figuur 4.17 Herkomst leerlingen 2009 RK SGM Kandinsky College locatie Heyendaalseweg (02ST05)
39/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Uitgangspunten/profilering Belangrijk uitgangspunt is de kleinschaligheid, die voorwaarde is voor een veilige leeromgeving met veel individuele aandacht. Daarnaast kent de school een hoog niveau van zorg op maat, die enerzijds tot uitdrukking komt in de aanpak van deskundige docenten en een maximale groepsgrootte van vijftien leerlingen en anderzijds in uiteenlopende vormen van (zorg)expertise, die de school in staat stelt om de gewenste begeleiding aan de leerling te bieden. De Sint Jorisschool vervult in het kader van passend onderwijs een sleutelrol, teneinde een dekkend netwerk van onderwijsvoorzieningen te realiseren. De school vult het hiaat op voor leerlingen die niet passen in een reguliere schoolomgeving en voor wie het speciaal onderwijs ook niet is bedoeld. Doorstroomgegevens De school vervult een belangrijke rol voor VMBO-T-leerlingen die in de loop van hun schoolloopbaan dreigen vast te lopen in het reguliere VO. Jaarlijks neemt de school 10 à 15 leerlingen op in alle leerjaren, die vervolgens vaak zonder verlies van tijd hun VMBO-T-diploma behalen. Na leerjaar 2 worden leerlingen incidenteel verwezen naar een reguliere leerweg voor VMBO-kader. Knelpunten, wensen en ambities Een knelpunt vormt de verwijzing van leerlingen die op de school vastlopen en van wie de Sint Jorisschool vaststelt dat verwijzing naar het speciaal onderwijs aan de orde is. In een aantal gevallen gaat het dan om leerlingen met een REC4-indicatie, van wie de ouders de keuze voor de Sint Jorisschool bewust hebben laten prevaleren boven de keuze voor het speciaal onderwijs. De school wil de VMBO-T+-leerweg graag verder vormgeven. In het kader daarvan is nu al sprake van samenwerking met het Kandinsky College locatie Malderburchtstraat om leerlingen na leerjaar 3 te plaatsen binnen de HAVOafdeling. Het is de ambitie om deze samenwerking verder te verbreden met de scholen die zijn aangesloten bij het Samenwerkingsverband VO – ROC. Ook met betrekking tot de beroepskolom is het de wens van de school om met collega-VO-scholen en ROC Nijmegen samen te werken om zo voor een aantal leerwegen vormen van begeleiding op maat te realiseren die uiteindelijk resulteren in een beroepskwalificatie. Ten slotte is het de wens van de school om in het kader van verwijzing van en naar de Sint Jorisschool én de horizontale verwijzing binnen het reguliere VO de samenwerking te verbreden naar alle scholen van het samenwerkingsverband. Verder is het belangrijk om de stabiliteit in instroom en ontwikkeling van het leerlingenaantal te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
Nijmeegse SGM Groenewoud (NSG) (02VE) Historie De NSG is voortgekomen uit Het Nijmeegs Lyceum, dat in september 1955 het eerste schooljaar startte.
40/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Onderwijsaanbod De NSG is een school op algemeen bijzondere grondslag voor VMBO-T, HAVO en VWO (Atheneum en Gymnasium). Het onderwijs is kleinschalig georganiseerd, om goed aan te sluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen. Dit is te zien aan het aparte brugklasgebouw en aan de teamgerichte organisatie, waarbij elk team verantwoordelijk is voor een herkenbare groep leerlingen. Bijzondere projecten: ontwikkeling van een opleidingstraject voor doorstroming VMBO-T naar HAVO; ‘Jonge Ondernemers’ met onder andere KC Hatertseweg, Haskoning, KvK; de NSG als (academische) opleidingsschool en deelnemer van het partnership van RvN met Udens College, ILS HAN/RU en de School of Education te Eindhoven; deelnemer Universum- en VTB-programma: TNA, nieuw ingericht bètalab, bètawebsite, samenwerking met PO op doorgaande techniekleerlijn, nieuwe modules onderbouw voor de exacte vakken; Sprint Up en NLT: inhoudelijke samenwerking met de Radboud Universiteit. Populatie De NSG heeft twee gebouwen: het hoofdgebouw, dat 1.343 leerlingen huisvest, en het brugklasgebouw, met 307 leerlingen. De school kent een tweejarige brugperiode met vier VMBO-T/HAVO en zeven HAVO/VWO-klassen. De afdeling VMBO-T telt 138, de HAVO-afdeling 435 en de VWO-afdeling 484 leerlingen. Op 1 oktober 2009 bedroeg het aantal leerlingen 1.650. De meerderheid van hen is afkomstig uit Nijmegen (925) en verder zijn er leerlingen afkomstig uit de randgemeenten, met name Groesbeek (269), Heumen (211), Ubbergen (79), Mook en Middelaar (78). Dit is visueel weergegeven in figuur 4.18.
Figuur 4.18 Herkomst leerlingen 2009 Nijmeegse SGM Groenewoud (NSG) (02VE)
Uitgangspunten/profilering De NSG is een Cultuurprofielschool, Universumschool en (Academische) Opleidingsschool. De school profileert zich met drie kernwoorden: Cultuur: de NSG is een cultuurprofielschool, met voor alle leerlingen een breed kunst- en cultuuraanbod binnen en buiten de lessen. Leerlingen kunnen examen doen in handvaardigheid, tekenen en muziek. Voor de getalenteerde leerlingen
41/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
is er daarnaast een speciaal programma, dat een vooropleiding conservatorium en oriëntatiecursussen voor muziektheater en beeldende vormgeving omvat. Talent: leerlingen kunnen hun talenten ontdekken en ontwikkelen door een breed vakkenaanbod: Spaans, filosofie, maatschappijwetenschappen, wiskunde D, NLT. Leerlingen kunnen uitblinken in het cultuurprogramma en in CambridgeEngels; Kennis: de school kiest voor het onderwijsconcept ‘ontwikkelingsgericht leren’. Kenmerken: er wordt een relatie gelegd met de wereld buiten school door middel van vaksamenwerking en in speciale projecten, theorie wordt gekoppeld aan de praktijk, leerlingen kunnen zelf keuzes maken, leerlingen werken samen.
Doorstroomgegevens Kwalitatief: voor VMBO-T: ‘Kiezen op Maat’ met het ROC, voor HAVO en VWO: Platform VO-HO; de beroepskolom: JETNET-partner is Royal Haskoning en via het project Jonge Ondernemers is er een samenwerkingscontract met de Industriële Kring en de KvK; voor leerlingenstages: contacten met bedrijven en instellingen in de omgeving; voor relevante kunstopleidingen: samenwerking met ArtEZ, ROC en De Lindenberg. Kwantitatief: De NSG houdt doorstroming naar vervolgopleidingen niet systematisch bij, wel de interne doorstroming naar de HAVO (gemiddeld 14%) en het VWO (gemiddeld 9%). Knelpunten, wensen en ambities Ontwikkelpunten: huisvesting: renovatie van het gebouw; professionalisering en scholing van docenten met betrekking tot zorgleerlingen; aansluiting onder- en bovenbouw, doorstroming naar HAVO en VWO; deze school heeft een niet-geregistreerde vestiging. Het gaat om de locatie Schlatmaeckerstraat 10. Het betreft een locatie voor de onderbouw. Wensen en ambities: afspraken over zorgprofielen van scholen in de regio; in overleg met PO gezamenlijk werken aan advisering voor VMBO/VMBO-T; uitbouwen inhoudelijke samenwerking met het ROC: doorlopende leerlijnen; multifunctioneel gebruik van het gebouw na renovatie; stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling behouden of versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal
42/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Nijmegen/Lent/Wijchen/Druten/Beneden-Leeuwen Dominicus College (14NQ) Historie Het Dominicus College is een katholieke school in Nijmegen, die openstaat voor leerlingen van alle gezindten. De school heeft een rijke traditie. Na de afdeling VMBO-T te hebben overgedragen aan het Mondial College biedt de school vanaf 1 augustus 2007 HAVO, Atheneum en Gymnasium aan. Leerlingen worden vanaf het eerste jaar in de groep van hun basisschooladvies geplaatst. Eén afdeling, De Monnikskap, biedt regulier HAVO/Atheneum/Gymnasium-onderwijs aan leerlingen met een ziekte of lichamelijke handicap. Aanvankelijk was deze afdeling bij de Sint Maartenskliniek gevestigd. Sinds het najaar van 2009 zijn alle afdelingen op dezelfde locatie gevestigd. Onderwijsaanbod Het Dominicus College kent vier afdelingen (HAVO, Atheneum, Gymnasium, De Monnikskap), elk met een eigen cultuur en eigen kwaliteiten. De afdeling De Monnikskap biedt regulier HAVO/Atheneum/Gymnasium-onderwijs aan leerlingen met een ziekte of lichamelijke handicap en is per 1 oktober 2010 ook gevestigd op de Energieweg 93. De leerlingenpopulatie daarvan is te vergelijken met die in een cluster-3-voorziening. Het Dominicus College biedt versterkt talenonderwijs (Cambridge-Engels, versterkt Duits en LinQ-Frans) aan en heeft een duidelijke bètaprofilering. Het Dominicus College is een Universumschool met JETNET-samenwerking in het bedrijfsleven. Het Dominicus College kent een helder en goed gestructureerd zorgaanbod.
Populatie Het Dominicus College telt 864 leerlingen. De leerlingen komen niet alleen uit Nijmegen, maar ook verder uit de regio (met name het Land van Maas en Waal, Wijchen). Dit staat visueel weergegeven in figuur 4.19. Denominatie speelt bij de keuze voor het Dominicus College nauwelijks nog een rol.
43/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.19 Herkomst leerlingen 2009 Dominicus College (14NQ)
Uitgangspunten/profilering Het Dominicus College stelt een positieve benadering van leerlingen voorop, omdat de school gelooft in de groei van leerlingen. Respectvol met elkaar omgaan is een basiswaarde van de school. De school stimuleert zelfverantwoordelijkheid en draagt zorg voor een veilige en prettige sociale leeromgeving. De school wil midden in de samenleving staan en een meerwaarde hebben voor de wijk en de streek. Als Academische Opleidingsschool wil men een platform bieden voor de professionalisering van de aankomende en de eigen docenten. Visie: kwaliteit en diepgang; zelfverantwoordelijk en contextrijk leren; verbindend leren: samenwerking bedrijfsleven – hoger onderwijs – VO; gelijkwaardigheid leerling – docent; doorgaande leerlijnen PO – VO. Profilering: innovatief en kwalitatief hoogstaand; relatie met hoger onderwijs en bedrijfsleven (verbindend leren); leerlingen van De Monnikskap zo veel mogelijk integratiemogelijkheden bieden; elektronische leeromgeving (ELO)/teleleren; verdieping in talen- en bètalesaanbod; lesaanbod multimedia; doorgaande leerlijnen PO; integratie De Monnikskap en goede afstemming ontwikkeling passend onderwijs en WEC; verdere ontwikkeling leerjaar 1 en 2 aan De Monnikskap. Doorstroomgegevens Samenwerking Primair Onderwijs:
44/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In regionaal verband wordt gewerkt aan betere doorgaande leerlijnen met het PO. Het Dominicus College participeert in een project rond Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. In landelijk verband wordt gewerkt aan het geven van een bredere bekendheid aan het aanbod van De Monnikskap. Samenwerking Radboud Universiteit: Met de Radboud Universiteit bestaat een intensieve samenwerking. Een aantal docenten is zowel op de Universiteit als op het Dominicus College werkzaam. Hiernaast wordt samengewerkt op het terrein van de bètavakken en de moderne vreemde talen. Als Academische Opleidingsschool wordt ook nauw samengewerkt met de lerarenopleidingen van zowel de Radboud Universiteit als de HAN. Knelpunten, wensen en ambities Bij het Dominicus College bestaan de volgende ambities en wensen: betere regionale afstemming zorgaanbod scholen VO in het kader van passend onderwijs; goede regionale afspraken en taakverdeling doorgaande leerlijnen PO – VO. verdere verdieping van het aanbod van de moderne vreemde talen; doorgaande ontwikkeling Universumschool (nu Duurzaam Bèta-techniek); uitbouw van de samenwerking met het primair onderwijs om doorgaande leerlijnen te realiseren; verdere ontwikkeling teleleren (ELO); verdere ontwikkeling van het concept Verbindend leren; uitbouw van de Academische Opleidingsschool; intensivering samenwerking lerarenopleidingen.
Stedelijk Gymnasium (20CI) Historie Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen kent een lange historie, die zijn oorsprong vindt in de Latijnse School die 466 jaar geleden in Nijmegen werd gesticht. De school biedt Gymnasiumonderwijs aan 1.324 leerlingen (per 1 oktober 2009). Gymnasiumonderwijs betekent dat de school Grieks en Latijn aanbiedt en dat de leerlingen in ten minste één klassieke taal eindexamen doen. Naast de klassieke talen maken leerlingen ook kennis met de ideeën en cultuur van de Grieken en Romeinen. De school biedt de leerlingen zowel in de breedte (veel keuzemogelijkheden) als in de diepte (versterkte talen) veel extra’s.
Onderwijsaanbod Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen biedt gymnasiaal onderwijs met verdiepende talenprogramma’s, zoals Cambridge-Engels, DELF-Frans en Goethe-Duits. In de vrije keuzeruimte biedt het Gymnasium onder meer Spaans, filosofie, drama, wiskunde-D en NLT.
45/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Naast de nodige aandacht voor cultuur en sport staat de aandacht voor de retorica centraal. De school neemt deel aan vele debattoernooien. Het Stedelijk Gymnasium is een Begaafdheidsprofielschool. Populatie De school telt 1.324 leerlingen, van wie iets meer dan de helft uit de regio komt. De andere helft komt uit Nijmegen. Dit staat visueel weergegeven in figuur 4.20. Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen is een openbare school, maar trekt leerlingen van de basisscholen van alle denominaties.
Figuur 4.20 Herkomst leerlingen 2009 Stedelijk Gymnasium (20CI)
Uitgangspunten/profilering De school hanteert het motto: kennis, ontplooiing en vriendschap. Kennis Kennis staat voorop, omdat elk inzicht is gebaseerd op wat nu bekend is. Het onderwijs sluit tegelijkertijd aan bij de eisen van deze tijd: leren zelfstandig en kritisch te worden; open oog en oor voor wat er nu in de samenleving speelt; moderne ontwikkelingen op waarde weten te schatten. Ontplooiing Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen ziet zich als kweekvijver van talent. Persoonlijke groei is voor de leerling even belangrijk als intellectuele ontwikkeling. De school biedt ruimte voor eigen initiatief en kent veel activiteiten buiten de reguliere lessen. De leerlingbegeleiding stelt de leerling centraal en biedt zorg op maat. Vriendschap Gymnasiumleerlingen herkennen door de homogene klassen veel interesses en achtergronden bij elkaar. De klassen zijn zo samengesteld dat er samengereisd kan worden. Samenwerking neemt in de lessen een belangrijke plaats in. Mentoren stimuleren hun leerlingen om ook op het sociale vlak over de grenzen van het bekende heen te kijken.
46/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen staat als openbare school open voor alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond en levensbeschouwing. De school wil een veilig leerklimaat bieden, met respect voor verschillen. Visie De school wil een stimulerend werkklimaat scheppen voor leerlingen en medewerkers, waarin respect voor elkaar centraal staat. Elke jaarlaag kent een team van docenten, dat de ontwikkelingen van de leerlingen nauwgezet volgt. Kenmerken van de pedagogische aanpak zijn verder: rekening houden met de leeftijd en ontwikkeling van de leerling; op een positieve manier werken aan een goede motivatie; uitgaan van de uniciteit van de leerling; een gerichte en deskundige leerlingenzorg. Het Stedelijk Gymnasium hanteert de volgende didactische uitgangspunten: didactische variatie; goede motivatie doet leren; eerst studievaardigheden aanleren, dan werken aan meer zelfstandigheid; variatie in didactische werkvormen; niveaudifferentiatie; expertisecentrum voor hoogbegaafdheid. De school profileert zich als een ‘maatschappijgymnasium’: het bieden van prima Gymnasiumonderwijs aan leerlingen die midden in de samenleving willen staan. De school wil zowel in de breedte als in de diepte van haar onderwijs kwaliteit bieden. Het Gymnasium onderhoudt intensieve samenwerking met de Radboud Universiteit in Nijmegen. Meer dan 90% van de docenten is academisch opgeleid. De school investeert in de deskundigheid van docenten. Als Academische Opleidingsschool kan de school ook extra kansen bieden. Doorstroomgegevens Samenwerking met primair onderwijs: De school participeert actief in de aanpak van het project ‘Doorgaande leerlijnen van PO- en VO-scholen’. Samenwerking met Radboud Universiteit: De school werkt actief samen met de Radboud Universiteit. Niet alleen vindt scholing en uitwisseling op docentniveau plaats, maar ook zijn leerlingen regelmatig op de universiteit te vinden. Bovendien is het mogelijk dat leerlingen – onder voorwaarden – al programma’s op de universiteit volgen.
47/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten De school kent geen specifieke knelpunten. Samen met andere gymnasia wordt onderzocht hoe de klassieke talen ook in deze tijd de leerlingen van de school kunnen blijven uitdagen; Samen met andere VO-scholen wordt geïnvesteerd in verbetering van de leerlijnen van het PO naar het VO; De school heeft een grote expertise opgebouwd in het begeleiden van hoogbegaafde leerlingen. De school trekt hierdoor verhoudingsgewijs ook veel hoogbegaafde leerlingen met autistiform gedrag. De opvang van deze leerlingen heeft zijn grenzen. Wensen en ambities De school heeft de ambitie om zich verder te ontwikkelen als begaafdheidsprofielschool en oriënteert zich in dit kader op de mogelijkheid om een Leonardostroom aan het onderwijs toe te voegen. In verband hiermee is de school bijzonder geïnteresseerd in de vorderingen van het breinonderzoek en de leerpsychologische toepassingen daarvan. De school heeft de laatste jaren een beleid gevoerd waarmee men het aantal leerlingen met een allochtone achtergrond wil vergroten. Dit beleid wil men continueren. Als Academische Opleidingsschool wil men het eigen onderzoek op de school meer ruimte geven en de relatie met de Radboud Universiteit nog verder verstevigen. De school legt zich erop toe om de stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
Stedelijke SGM Nijmegen (20EO) Historie Hoofd, Hand en Hart (kennis, vaardigheden en attitude) wil deze openbare Jenaplan VO-school uitstralen naar leerlingen, ouders, personeel en andere belangstellenden. Met 1.400 leerlingen, verdeeld over een heterogene onderbouw en een bovenbouw met VWO, HAVO en VMBO-T, is de SSgN een school die talentontwikkeling (LOOTschool), culturele ontwikkeling (erkende Cultuurprofiel-school), ontwikkeling van exacte vakken (speerpunt bèta), cognitieve ontwikkeling (verbredingsproject) en zorg voor de leerling hoog in het vaandel heeft staan. Ook de SSgN kent een lange traditie, die teruggaat tot de stichting van de Rijks HBS op 4 september 1865. Onderwijsaanbod De SSgN biedt VMBO-T, HAVO en Atheneum aan. De school biedt het onderwijs in de eerste twee leerjaren in heterogene klassen aan.
48/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie De SSgN heeft per 1 oktober 2009 1.405 leerlingen, die zowel uit de stad Nijmegen als uit de regio komen. De school staat open voor leerlingen van basisscholen van alle denominaties. De school kent een populatie die de samenstelling van de bevolking in de stad en de regio goed weerspiegelt. In figuur 4.21 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat veel leerlingen afkomstig zijn uit Nijmegen of directe omgeving en in het bijzonder uit Lingewaard, Groesbeek, Beuningen en Wijchen.
Figuur 4.21 Herkomst leerlingen 2009 Stedelijke SGM Nijmegen (20EO)
Uitgangspunten/profilering De SSgN vindt het belangrijk dat docenten en leerlingen respect hebben voor elkaars levensovertuiging en dat er gewerkt wordt in een open en tolerante sfeer. Jonge mensen hebben meer nodig dan een schooldiploma om maatschappelijk goed te kunnen functioneren. Mondigheid, flexibiliteit, creativiteit, sociale en communicatieve vaardigheden zijn in onze samenleving van groot belang. De SSgN besteedt hieraan veel aandacht, zowel in de les als daarbuiten. De SSgN heeft talentontwikkeling van individuele leerlingen hoog in het vaandel staan. De SSgN is een LOOT- en een LOOK-school, dat wil zeggen dat de school topsporters en creatieve talenten goed begeleidt en een goede combinatie van trainen, wedstrijden/uitvoeringen en school biedt. De school is ook cultuurprofiel- en cultuurexpertschool, omdat er veel aan creatieve vorming wordt geboden, zowel binnen het lesprogramma als daarbuiten. Bovendien wil de SSgN een school zijn waar jonge onderzoekers op (natuur)wetenschappelijk gebied alle mogelijkheden krijgen. De professionalisering van de school en daarmee van het personeel krijgt veel aandacht. Het feit dat de school een Academische Opleidingsschool is, biedt hiervoor voor zowel beginnende als ervaren beroepsbeoefenaren een goed kader.
49/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Visie Het Jenaplanonderwijs gaat uit van de nieuwsgierigheid van leerlingen. Een mens wil van nature leren, maar niet ieder mens wil op hetzelfde moment hetzelfde leren. De bouwstenen van het Jenaplanonderwijs worden gevormd door de leerlingen zelf informatie te laten verzamelen en verwerken, door het (leren) samenwerken en de talenten van de leerling en de groep verder te ontwikkelen. Veel werk gebeurt in projectvorm. Dit sluit aan bij het werken in de basisschool en is een goede voorbereiding voor de bovenbouw van de school. De belangrijkste kenmerken van het Jenaplanonderwijs op de SSgN zijn: werken met een uitdagend niveausysteem; groepswerk binnen klassenverband; weekopening, waarbij de actualiteit vooropstaat; weeksluitingen in de klas of in de aula; projectmatig werken; veel aandacht voor sociale vaardigheden, cultuur en presentatie; extra individuele aandacht, zowel voor leerlingen met achterstand als in de vorm van verbreding voor leerlingen die een stapje meer kunnen. In de klassen 1 en 2 zitten alle niveaus bij elkaar: leerlingen met een VMBO-T-, een HAVO- of een VWO-advies volgen dezelfde lessen van dezelfde docenten in heterogene klassen. Aan het einde van leerjaar 2 worden de leerlingen die VMBO-T gaan volgen gericht naar deze afdeling bevorderd. De leerlingen met een HAVO- of VWO-advies volgen nog een rijpingsjaar, totdat in het vierde leerjaar de definitieve keuze voor HAVO of VWO wordt gemaakt. Elke onderbouwklas heeft de beschikking over twee mentoren, die de ontwikkeling van de individuele leerling nauwlettend in de gaten houden. De school beschikt over een stevige zorgstructuur, waarbinnen iedere leerling de extra ondersteuning kan krijgen die hij/zij nodig heeft. De school besteedt extra aandacht aan de ontwikkeling van allochtone leerlingen. De SSgN is een Jenaplanschool en wil leerlingen kansen bieden om hun VO-onderwijs op het hoogst mogelijke niveau af te sluiten door middel van: cultuurexpertschool: heel veel creatieve vorming, schoolexamen in alle expressievakken; buitenschoolse activiteiten: sportief, creatief, cultureel, internationaal; verbreding/verdieping: extra vakken (Latijn, Spaans, filosofie), samenwerking met WO, HBO en MBO, rekenlessen, speerpunt bèta; heterogene klassen in de onderbouw; uitgestelde keuze voor VMBO-T aan het einde van leerjaar 2; LOOK-school: extra begeleiding creatieve toptalenten; LOOT-school: extra begeleiding topsporters; beleidsrijke en actieve invulling van internationalisering. De leerlingen in de derde klas verblijven twee weken in een gastgezin in het buitenland. De leerlingen uit het buitenland komen twee weken naar Nederland.
50/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In de school staat een kleinschalige benadering centraal. Elke klas maakt deel uit van een team docenten met een teamleider die ook docent is. Elke onderbouwklas heeft twee mentoren, die zo veel mogelijk lessen geven. Doorstroomgegevens Samenwerking met Primair Onderwijs De school werkt heel actief mee aan de projecten rond doorgaande leerlijnen PO – VO. Voor zowel de reguliere leerling als de leerling die wat extra zorg vraagt moet de overgang vanuit het PO probleemloos verlopen. Samenwerking met afnemend onderwijs De VMBO-T-afdeling werkt actief mee met de oriëntatietrajecten op het MBO. Hiernaast zijn er goede contacten met de HAN en de Radboud Universiteit. Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten De school heeft een eigen positie in het spectrum van de VO-scholen in Nijmegen e.o. Het is belangrijk om stabiliteit in instroom en ontwikkeling van het aantal leerlingen te behouden of te versterken, door duidelijke kwantitatieve instroomafspraken te maken. De doorgaande leerlijnen met het primair onderwijs vragen een intensievere inzet vanuit beide sectoren. De school wil hier graag aan bijdragen. Wensen en ambities De school wil het eigen profiel verder doorontwikkelen. De verdere professionalisering van de school en haar personeel is daarbij een van de ambities. Een duidelijke wens is om de doorlopende leerlijnen PO – VO te versterken. De school heeft er geen behoefte aan om haar aanbod te wijzigen.
Mondial College (21SK) Historie Het Mondial College is op 1 augustus 2007 ontstaan door de samenvoeging van het Lindenholt College met de voormalige VMBO-locatie De Streekweg van het Maaswaal College, de VMBO-T-afdeling van het Dominicus College en de Technische School Jonkerbosch. Het Mondial College is een openbare brede scholengemeenschap met het onderwijsaanbod van VMBO (inclusief LWOO) tot en met VWO. De school kent nu drie locaties: Lindenholt (VMBO-T, HAVO, VWO), Streekweg (VMBO) en Energieweg (VMBO-T). De locaties Streekweg en Energieweg hopen uiterlijk in 2012 een gezamenlijke nieuwbouwlocatie te betrekken.
51/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De locatie Hatertseweg 400 (de voormalige Technische School Jonkerbosch) behoort formeel nog tot het Mondial College, maar is vanaf 1 augustus 2008 een locatie van het OPDC, waarvoor het bestuur van het Samenwerkingsverband VO en ROC Nijmegen e.o. de verantwoordelijkheid draagt. Onderwijsaanbod Het Mondial College biedt VMBO-T, HAVO en VWO op de locatie Lindenholt (Leuvensbroek). Deze locatie kent een verlengde brugperiode. Vanaf 1 augustus 2009 biedt deze locatie voor HAVO- en VWO-leerlingen het Technasium aan. Op de locatie Energieweg is een categorale VMBO-T-afdeling gevestigd. Deze locatie biedt LWOO. Ook op de Streekweg geeft de school VMBO-T-onderwijs. Op de Streekweg bieden de gemengde leerweg, de basisberoepsgerichte leerweg en de kadergerichte leerweg opleidingen in de sectoren Economie, Zorg & Welzijn en Techniek, met een breed scala van onderliggende afdelingen. Hiernaast heeft de school toestemming om de nautische opleiding Rijn-, Kust- en Binnenvaart te starten. De locatie Streekweg verzorgt LWOO voor alle leerwegen. Populatie Het Mondial College telt in het schooljaar 2009-2010 1.705 leerlingen. De locatie Lindenholt telt 1.120 leerlingen. De locatie Energieweg telt 177 leerlingen, terwijl de VMBO-locatie op de Streekweg 408 leerlingen telt. Als openbare school is het Mondial College algemeen toegankelijk voor alle leerlingen met een daartbij passend basisschooladvies. De OPDC-locaties zijn toegankelijk voor risicoleerlingen die daar alleen op basis van een positief PCL-advies kunnen worden geplaatst. In figuur 4.22 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat veel leerlingen afkomstig zijn uit de regio ten westen van Nijmegen, in de omgeving van Beuningen en Wijchen.
Figuur 4.22 Herkomst leerlingen 2009 Mondial College (21SK)
52/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Uitgangspunten/profilering Het Mondial College hanteert vier kernwaarden: Kennen en gekend worden: iedere leerling wordt de kans geboden om zich te ontplooien. De school zorgt ervoor dat de leerlingen zich gekend voelen. Grenzen verleggen en stellen: kansen bieden betekent grenzen verleggen. De basis voor goede kansen zijn goed onderwijs, onderwijs op maat en een plezierig schoolklimaat. Geloven in groei van mensen: leerlingen worden uitgedaagd en gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen. De school helpt de leerlingen als zij hier moeite mee hebben. De school en haar omgeving: de school is zich bewust van haar maatschappelijke opdracht en wil op een positieve manier zichtbaar zijn in de wijk en de directe omgeving. Het Mondial College stelt de volgende onderwijskundige doelen: omgaan met verschillen (differentiëren, maatwerk, zorg op maat); contextrijk leren (het onderwijsprogramma verbinden met een persoonlijke, professionele en maatschappelijke context); samenwerkend leren; activerende didactiek; een onderscheidend aanbod in de vorm van een verlengde brugperiode, hoogwaardige toepassingen van ICT, het Technasium en de internationalisering in het VMBO; daar waar mogelijk opdrachten te formuleren met de terugkerende thema’s van onderzoeken, ontwerpen, ondernemen en organiseren. Het Mondial College wil nadrukkelijk een school zijn waarin de bevolkingssamenstelling van de omliggende wijken en gemeenten wordt weerspiegeld. Verder profileert de school zich als: ondernemend en onderzoekend (Technasium, innovatie bij Techniek); grenzen verleggend en grenzen stellend (duidelijke structuur); veilig werk- en leerklimaat/werken en leren in kleinschalige eenheden; internationalisering in het VMBO; integraal VMBO; versterking bètaonderwijs (Universum); kwaliteitseisen stellen (Succes in beeld). Het Mondial College is een Academische Opleidingsschool. Doorstroomgegevens Samenwerking PO: De school participeert actief in het traject Doorgaande Leerlijnen PO – VO.
53/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Samenwerking met afnemend onderwijs: Het VMBO neemt actief deel aan de projecten die het samenwerkingsproject Novia (VMBO – MBO) heeft opgeleverd. De Streekweg participeert in de tweede tranche van het VM2-project en alle locaties doen mee aan het project Kiezen op maat. De school werkt actief samen met de hogeschool en de universiteit, met name op het terrein van bètatechniek (Technasium). Ook NXP is bij deze samenwerking betrokken. De school heeft altijd een voorhoedepositie ingenomen in de samenwerking met de lerarenopleidingen. Voor de school is de samenwerking met het bedrijfsleven van groot belang. Dat betreft niet alleen het VMBO, maar ook HAVO/VWO rond de ontwikkeling en de uitwerking van het Technasium-concept. Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten Door de ontwikkeling van het Technasium investeert de school in een voldoende toestroom van HAVO- en VWO-leerlingen, zodat in de bovenbouw een volwaardig onderwijskeuzeaanbod kan worden gerealiseerd. Het maken van volumeafspraken binnen het RPO is hierbij gewenst; De school hoopt in 2012 haar nieuwe locatie voor integraal VMBO te openen. Deze verhuizing over meer dan drie kilometer moet opgenomen worden in het RPO. Een juiste vormgeving en profilering van het VMBO-T vraagt veel zorg. Het beroepsgerichte VMBO wil een breed aanbod blijven verzorgen, zodat leerlingen niet van school behoeven te gaan bij de keuze voor een bepaalde sector. Met de andere scholen in de stad en de regio zal worden onderzocht hoe de kleinere afdelingen in de sector Techniek levensvatbaar kunnen blijven. De school zou twee intersectorale programma’s willen starten om de keuzevrijheid en beroepsoriëntatie van haar leerlingen te kunnen vergroten. Daarbij gaat het om de programma’s Dienstverlening en Commercie en Technologie en Commercie. De school is gemotiveerd om doorgaande leerlijnen met het MBO te realiseren. Het VM2-project wordt als een kans gezien om leerlingen die hiervoor in aanmerking komen op de eigen locatie op te leiden voor een startkwalificatie. Wensen en ambities uitbouw Technasium; goede kwantumafspraken om iedere school een basisinstroom van HAVO- en VWO-leerlingen te garanderen; profilering brede VMBO; ambitie om intersectorale programma’s Dienstverlening & Commercie en Technologie & Commercie voor de BBL, KBL en GL uit te gaan voeren evenals het intrasectorale programma Techniek Breed.
54/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Maaswaal College (00OB) Historie Het Maaswaal College in de huidige vorm is op 1 augustus 2007 tot stand gekomen. Hiervoor kende de school als fusieschool van de scholengemeenschap Wijchen, het Dukenburg College en Scholengemeenschap De Klokkenberg uit Nijmegen nog locaties in Nijmegen en Wijchen. De school is sinds drie jaar een brede scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in de gemeente Wijchen. De school kent een algemeen christelijke denominatie en presenteert zich als een algemeen toegankelijke school. Het Maaswaal College kent twee locaties. De locatie Oosterweg biedt VMBO-onderwijs in de volle breedte en diepte aan. Op de locatie Veenseweg verzorgt de school een eerste brugjaar voor leerlingen met een gemengd VMBO-T/HAVO-advies en biedt men onderwijs voor HAVO, Atheneum en Gymnasium aan. De locaties hebben een eigen profiel, waarin de gemeenschappelijke visie van het Maaswaal College herkenbaar is. Onderwijsaanbod De school biedt op de locatie Veenseweg Atheneum-, Gymnasiumonderwijs, HAVO en een brugperiode VMBO-T/HAVO. De Oosterweg verzorgt VMBO-onderwijs (inclusief LWOO) in de leerwegen: basisberoepsgericht, kaderberoepsgericht, gemengde en theoretische leerweg. LWOO wordt verzorgd voor alle leerwegen. In de bovenbouw van de beroepsgerichte leerwegen kunnen de leerlingen kiezen uit twee sectoren: Economie en Zorg & Welzijn. De onderliggende beroepsafdelingen die worden aangeboden zijn: Administratie, Handel & Verkoop, Consumptieve Techniek en Verzorging. Voor de gemengde leerweg kan de Oosterweg – behalve Instalelektro en Landbouw – alle intrasectorale programma’s verzorgen. Voor de kaderberoepsgerichte leerweg kan de Oosterweg de intrasectorale programma’s Zorg & Welzijn, Consumptief Breed en Handel & Administratie verzorgen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg gaat het om de intrasectorale programma’s Zorg & Welzijn, Consumptief Breed en ook Handel & Administratie. Voor de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg kan op de locatie Oosterweg ook het intersectorale programma Dienstverlening en Commercie gekozen worden. De Oosterweg biedt het VMBO-T-plusdiploma. Het vmbo-t-plusdiploma houdt in dat leerlingen één extra examenvak volgen, waardoor er een betere aansluiting is met de havo of het mbo. Populatie Het Maaswaal College telt 2269 leerlingen. In het schooljaar 2011-2012 telt de locatie Oosterweg 991 leerlingen en de locatie Veenseweg 1278 leerlingen. In figuur 4.23 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit wordt duidelijk dat veel leerlingen afkomstig zijn uit de omgeving van Wijchen. Er zijn echter ook leerlingen afkomstig uit de omgeving van Grave, Beuningen en Lingewaard.
55/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Figuur 4.23 Herkomst leerlingen 2009 Maaswaal College (00OB)
Uitgangspunten/profilering Het Maaswaal College is een Unesco-school. Een Unescoschool draagt het gedachtegoed van de Unesco uit en dit wordt binnen- en buitenschools vertaald in onderwijs en projecten. Het Maaswaal College wil hierbij met de gemeente Wijchen en het primair onderwijs samenwerken. De school profileert zich met: een compleet aanbod voortgezet onderwijs; gedegen onderwijs; een breed vakkenaanbod; VMBO-T-plus (zeven vakken); maatschappelijke betrokkenheid; oriëntatie op de regio; doorgaande leerlijnen; onderwijs binnen een rijke culturele traditie (Unesco-school). Doorstroomgegevens Samenwerking met primair onderwijs De samenwerking met het primair onderwijs is geïntensiveerd. Er wordt gewerkt aan goede doorgaande leerlijnen. Er vindt regelmatig bestuurlijk afstemmingsoverleg plaats. Academische Opleidingsschool Het Maaswaal College is een Academische Opleidingsschool. Er vindt nauwe samenwerking plaats met de Alliantiescholen, de Notre Dame des Anges en de lerarenopleidingen van de Radboud Universiteit en de HAN. Het Maaswaal College heeft de ambitie om de komende periode met name het onderzoek een nog prominentere rol te laten vervullen. Knelpunten, wensen en ambities
56/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Knelpunten De school ervaart weinig grote knelpunten. De afstemming met afnemend onderwijs vraagt aandacht. De school is erop gericht om stabiliteit in instroom en ontwikkeling van het leerlingenaantal te behouden of te versterken door duidelijke volumeafspraken te maken. Wensen en ambities: Het VMBO wil het onderwijsaanbod verrijken met het intersectorale aanbod Technologie & Commercie.
Citadel College (30AU) Historie Het Citadel College is de nieuwe samenwerkingsschool voor voortgezet onderwijs in Lent/Oosterhout. De school is op 1 augustus 2007 als nevenvestiging van het Maaswaal College gestart en is vanaf 1 augustus 2010 een zelfstandige school met een eigen BRIN-nummer. Het werkgebied van deze nieuwe school is de Waalsprong (de Nijmeegse Vinex-locatie boven de Waal) en direct aangrenzende regio. Het Citadel College is een brede scholengemeenschap, die per schooljaar wordt opgebouwd en nu drie jaarlagen kent. Onderwijsaanbod Het Citadel College is een brede scholengemeenschap. Het onderwijsaanbod bestaat uit alle leerwegen VMBO (inclusief LWOO), HAVO en VWO. Voor het VWO biedt de school verbreding en verdieping (VWO-plus). In de bovenbouw van het VMBO kunnen leerlingen afstuderen in de theoretische leerweg en de leerlingen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg kunnen afstuderen in de afdelingen Handel & Administratie en Zorg & Welzijn. Het Citadel College kent een verlengde brugperiode van twee jaar. Gedurende de eerste twee jaar van hun schoolloopbaan zitten de leerlingen in principe in dezelfde klas. Deze klassen zijn dakpansgewijs ingericht en dat geeft leerlingen, hun ouders en de docenten optimaal de mogelijkheid om na te gaan in welke opleiding de leerling zijn/haar schoolloopbaan kan vervolgen in leerjaar 3. Populatie Vanwege de beperkingen van de tijdelijke locatie kent de school een gedoseerd toelatingsbeleid. Na de start op 1 augustus 2007 met 75 leerlingen worden – tot de totstandkoming van de nieuwbouw – jaarlijks rond de 125 leerlingen toegelaten. De school telt per 1 oktober 2009 314 leerlingen. Het Citadel College is een samenwerkingsschool en het is een school waar leerlingen vanuit verschillende levensovertuigingen van harte welkom zijn.
57/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In figuur 4.24 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Daaruit wordt duidelijk dat de meeste leerlingen afkomstig zijn uit de Lingewaard.
Figuur 4.24 Herkomst leerlingen 2009 Citadel College (30AU)
Uitgangspunten/profilering De school hanteert vier uitgangspunten, die de pijlers vormen voor het onderwijs en de begeleiding die gegeven wordt en die richtinggevend zijn voor de ontwikkelingen van het Citadel College de komende schooljaren: hoogwaardig onderwijs; geborgenheid; betrokkenheid; gezonde school. Het Citadel College wil voor alle sectoren werken aan een hoogwaardig onderwijsen leerproces, dat zich als volgt laat kenmerken: doelgroep/individugericht; sterke oriëntatie op competenties die leerlingen in hun latere leren, leven en werken nodig hebben (kennis, vaardigheden, attitude); verbinding met de maatschappelijke werkelijkheid; goede leer- en hulpmiddelen; drempelloze aansluiting PO – VO – WO/HBO/MBO (doorgaande leerlijn); samenhangend/thematisch onderwijs; prima diplomavoorbereiding; lerende organisatie op alle niveaus (leren van en met elkaar), mede op basis van een actieve kwaliteitszorg. Leerlingen en ouders moeten de school als ‘hun’ school ervaren. Dit wil de school bereiken door te werken aan participatie, democratie en sociale cohesie. Het Citadel College wil een school zijn met hoogwaardig onderwijs, dat geworteld is in de samenleving van de Waalsprong en aangrenzende regio (‘een school die je kent’). De school heeft een actieve uitstraling, waarbij leerlingen- en ouderparticipatie een groot goed is. De school kent vaste lestijden en voorkomt lesuitval. Het VMBO wil zich kenmerken door ondernemend onderwijs en het HAVO/VWO door onderzoekend onderwijs.
58/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De school werkt actief aan een elektronische leeromgeving. Het Citadel College is een Academische Opleidingsschool. Doorstroomgegevens Samenwerking met PO/MBO De school participeert actief in de projecten die in het kader van doorgaande leerlijnen PO – VO zijn opgezet. Om de programmering van het VMBO te laten aansluiten op het MBO vindt goed afstemmingsoverleg plaats met het ROC Nijmegen. Ook wordt onderzocht of in de toekomst gebruikgemaakt kan worden van faciliteiten van het ROC. Samenwerking met HAN/Radboud Universiteit In het kader van de ontwikkeling van de bovenbouw bouwt de school nu ook gericht aan de contacten met de hogeschool (HAN) en de universiteit (RU). Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten De route naar nieuwe huisvesting verloopt trager dan gewenst. De planning was dat de HAVO/VWO-locatie in 2011 klaar zou zijn. Dit wordt nu 1 augustus 2012. De nieuwbouw voor de VMBO-locatie zal pas in de verdere toekomst kunnen worden gerealiseerd. Tot die tijd zal de school gebruikmaken van de huidige tijdelijke voorziening aan Dijkstraat 7A. Het intersectorale VMBO-programma Dienstverlening & Commercie zou de school iets meer ruimte kunnen bieden om ook in de toekomst aan vragen van de VMBO-leerlingen tegemoet te komen. De school zou ook graag de gemengde leerweg verzorgen. Wensen en ambities De school heeft de ambitie om uit te groeien tot een volwaardige brede scholengemeenschap met twee locaties: één locatie voor VMBO en één locatie voor HAVO/VWO (inclusief deel VMBO-T). Indien dit binnen de RPO-periode valt, moet door middel van het RPO een nieuwe nevenvestiging worden aangevraagd. De school wil de licentie voor het intersectorale programma Dienstverlening & Commercie basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht; VMBO gemengde leerweg Zorg & Welzijn en VMBO gemengde leerweg Handel & Administratie. Op basis van de bestaande licenties kan de school met deze programma’s beginnen.
Pax Christi College (17IR) Historie Het Pax Christi College is een brede katholieke school voor voortgezet onderwijs, die openstaat voor alle leerlingen. Het Pax Christi College is ontstaan vanuit verschillende kleinere scholen, die in 1995 zijn gefuseerd. De school wil dé school voor voortgezet onderwijs zijn in het Land van Maas en Waal.
59/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Het Pax Christi College kent twee Juniorcolleges: in Druten en in BenedenLeeuwen. De hoofdvestiging van de school is gevestigd in Druten en biedt onderwijs aan leerlingen vanaf klas 3 van VMBO, HAVO en VWO. Het VMBO biedt alle drie de sectoren en werkt nauw samen met het MBO Land van Maas en Waal. In het VWO kan zowel het Atheneum als het Gymnasium worden doorlopen. Onderwijsaanbod Het Pax Christi College biedt VMBO- HAVO-, Atheneum- en Gymnasiumonderwijs aan. De eerste twee leerjaren worden verzorgd op de Juniorcolleges in Druten en Beneden-Leeuwen. Ook op de Juniorcolleges is een breed onderwijsaanbod (VMBO, HAVO, VWO, inclusief LWOO) beschikbaar. In de bovenbouw biedt het VMBO de TL en de GL aan. Bij de beroepsgerichte leerwegen (basisberoeps en kaderberoeps, inclusief LWOO) kunnen leerlingen in de bovenbouw kiezen uit drie sectoren: Techniek, Economie en Zorg & Welzijn. De onderliggende beroepsafdelingen zijn: Bouwtechniek, Elektrotechniek, Metaaltechniek, Administratie, Uiterlijke Verzorging en Verzorging. Populatie Het Pax Christi College telde op 1 oktober 2009 2.225 leerlingen. Het Juniorcollege te Druten biedt aan 598 leerlingen onderwijs aan en het Juniorcollege in BenedenLeeuwen aan 367 leerlingen. De leerlingen komen voor het overgrote deel uit het Land van Maas en Waal. Denominatie speelt bij de keuze voor het Pax Christi College nauwelijks een rol. In figuur 4.25 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Hieruit valt op te maken dat de leerlingen voornamelijk uit Druten en directe omgeving komen.
Figuur 4.25 Herkomst leerlingen 2009 Pax Christi College (17IR)
Uitgangspunten/profilering Het Pax Christi College is een regionale scholengemeenschap in het Land van Maas en Waal, waar leerlingen zich in een in alle opzichten veilig klimaat kunnen ontplooien. Als brede school wil het Pax Christi College een afspiegeling van de samenleving zijn. Met onder meer Juniorcolleges voor de eerste twee leerjaren en een breed onderwijsaanbod, van Gymnasium tot en met VMBO, biedt deze school onderwijs dat past bij de individuele mogelijkheden van iedere individuele leerling.
60/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Leren ‘leren’, zelfstandig en met elkaar, zorgt ervoor dat leerlingen op het Pax Christi College een goede basis voor hun toekomst leggen. Het Pax Christi College is een Universumschool en profileert zich in de bètarichting. Uitgangspunten en waarden kleinschaligheid: kleine pedagogische eenheden en werken in teams; gelijkwaardigheid; mentor als kernschakel in de leerlingbegeleiding; goed onderwijs dicht bij huis. Profilering veilige leeromgeving dicht bij huis; veel keuzemogelijkheden voor leerlingen; breed aanbod van een brede school; niveaudifferentiatie; activerende didactiek en samenwerkend leren; aandacht voor de individuele leerling; goede aansluiting PO – VO – MBO. Doorstroomgegevens Samenwerking met Primair Onderwijs Het primair onderwijs is in één stichting ondergebracht. Er vindt intensieve samenwerking plaats om de aansluiting PO – VO goed te laten verlopen. Samen met het PO wordt een expertisecentrum ingericht om probleemleerlingen op passende wijze te kunnen ondersteunen. De gemeente Druten steunt deze beweging. Samenwerking met MBO Enkele jaren geleden startte het ROC Nijmegen de locatie MBO Maas en Waal. Deze locatie biedt onderwijs in de sectoren Zorg & Welzijn en Economie. Het Pax Christi College werkt intensief samen met deze MBO-locatie. Zo is een gemeenschappelijke adviesraad voor VMBO en MBO opgezet. Voor de oriëntatie op Techniek wordt het Juniortechnovium in Nijmegen bezocht. Er vindt een onderzoek plaats naar de wenselijkheid om voor techniek een Vakcollege te starten. Knelpunten, wensen en ambities Knelpunten goede positionering bovenbouw HAVO/VWO; volume voor Gymnasium. Wensen en ambities uitbouw van de samenwerking met het PO om doorgaande leerlijnen te realiseren; verdere opbouw van het Expertisecentrum Maas en Waal; een en ander in overleg met het Samenwerkingsverband VO en ROC;
61/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
verdere ontwikkeling van de samenwerking met het MBO. Eventuele start van het Vakcollege; aanbieden van het vak technologie in VMBO-T; verdere profilering bètavakken in HAVO/VWO; profilering HAVO/VWO als Cultuurschool; uitbouw van de Academische Opleidingsschool; intensivering samenwerking met lerarenopleidingen; de locatie op de Heemradenstraat 42 (17IR05) in Druten afstoten; de dislocatie op de Klepperheide (17IR02) in Druten omzetten naar een nevenvestiging; stabiliteit in instroom en leerlingenaantalontwikkeling behouden of versterken door duidelijke volumeafspraken te maken.
Stichting Helicon Opleidingen Nijmegen Helicon Opleidingen (26CC) Historie Helicon VMBO Groen Nijmegen is in de regio Nijmegen de enige school voor VMBO Groen. Helicon VMBO Groen Nijmegen valt onder het bestuur van Helicon Opleidingen. Helicon Opleidingen is een opleidingsinstituut voor Groen Onderwijs met vestigingen in Zuidoost-Brabant en Zuidmidden-Gelderland. In dit gebied verzorgt Helicon Opleidingen VMBO-onderwijs en MBO-onderwijs. Daarnaast verzorgt Helicon Opleidingen bedrijfsopleidingen, cursussen, trainingen en EVC-trajecten door het hele land. Onderwijsaanbod Het leertraject omvat vier leerjaren. Leerjaar 1 en 2 zijn ingevuld volgens ‘de nieuwe onderbouw’. Speciaal daarin is het brede beroepsoriënterende programma. Hierin wordt, naast aandacht voor de groene sector, aandacht gegeven aan de overige sectoren van het VMBO. Leerjaar 3 en 4 staan in het teken van examinering. Alle leerwegen hebben als beroepsgericht vak het intrasectorale programma Landbouw Breed. Door de combinatie hiervan met een profielvak (is geen examenvak) is er een brede uitstroom mogelijk naar alle sectoren van het MBO, zowel ROC als AOC. Er zijn drie leerwegen: basis, kader en gemengde leerweg. De basisberoepsgerichte leerweg heeft als variant het Leerwerktraject. Leerlingen van de gemengde leerweg kunnen door examinering in een extra AVO-vak hun diploma laten opwaarderen (via de staatsexamencommissie) tot het diploma theoretische leerweg.
62/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Populatie De school wil jongeren vanaf 12 jaar – met verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen en culturele achtergronden – een algemene en beroepsvoorbereidende persoonlijkheidsvorming bieden, zodat zij in de maatschappij een eigen plek kunnen vinden. Helicon VMBO Groen Nijmegen telt 400 leerlingen uit de hele regio. Ongeveer de helft komt uit de gemeente Nijmegen, de andere helft komt uit de omliggende gemeenten. De leerlingen komen niet alleen van openbare basisscholen, maar ook van basisscholen van andere denominaties. De school heeft ongeveer 60 medewerkers. In figuur 4.26 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Daaruit wordt duidelijk dat de leerlingen uit een brede regio rond Nijmegen komen, waarbij de omgeving van Beuningen, Wijchen en Groesbeek opvalt.
Figuur 4.26 Herkomst leerlingen 2009 Helicon Opleidingen (26CC)
Uitgangspunten/profilering Helicon VMBO Groen Nijmegen onderscheidt zich doordat zij de enige school is voor VMBO Groen in Nijmegen en omgeving. In het onderwijsconcept staat ‘leren door doen’ centraal. Zo veel mogelijk wordt geprobeerd de praktijk sturend te laten zijn voor de theorie. De school is ook een belangrijke ontmoetingsplaats voor leerlingen. Daarom wordt er veel aandacht besteed aan omgang met elkaar in een multiculturele samenleving. Helicon VMBO Groen Nijmegen bereidt leerlingen die medeverantwoordelijk willen zijn voor hun eigen ontwikkeling en affiniteit hebben met ‘levend materiaal’ voor op een volwaardige plaats in een multiculturele samenleving. De school realiseert in een groene, uitdagende, veilige, respectvolle en kleinschalige leeromgeving een programma met brede uitstroommogelijkheden en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.
63/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Karakteristieken van het onderwijsleerproces die deze school nastreeft om bovengenoemde missie te bereiken zijn geformuleerd in ‘de 10 vuistregels’: De leerling staat centraal. De leerling is (mede)verantwoordelijk voor het leerproces. Leren gebeurt binnen- en buitenschools. Leren doen we van en met elkaar. Leren doen we vooral door doen. De leerwereld is de leefwereld van de leerling. De leerwereld is uitdagend voor de leerling. De leerwereld is veilig en kleinschalig. De leerwereld is breed met groen. De docent is organisator, stimulator, initiator, coach, planner en controller. Doorstroomgegevens Resultaten schooljaar 2008-2009, zoals gepubliceerd in de schoolgids 2009-2010:
leerjaar 1 VMBO LWOO leerjaar 2 VMBO LWOO leerjaar 3 VMBO LWOO
bevorderd
bevorderd andere school
niet bevorderd niet bevorderd school verlaten
99% 97%
1% 3%
0% 0%
0% 0%
97% 93%
3% 6%
0% 0%
0% 1%
98% 91%
0% 0%
2% 1%
0% 1%
Resultaten eindexamen 2008-2009: VMBO
geslaagd 96%
niet geslaagd 1%
teruggetrokken 1%
school verlaten 1%
Uitstroom na eindexamen: MBO Groen(BOL) Overig MBO (BOL) Techniek Zorg & Welzijn Economie
50% 7% 22% 13%
MBO Groen(BBL) Overig MBO (BBL) Techniek Zorg & Welzijn Economie Overig
2% 3% 2% 0% 1%
Knelpunten, wensen en ambities Helicon VMBO Groen Nijmegen wil een volwaardig VMBO-programma kunnen aanbieden om leerlingen goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Uitbreiding van het aanbod met de theoretische leerweg is wettelijk niet mogelijk en dus dient er naar andere oplossingen te worden gezocht om aan leerlingen afsluitend VMBO-Tonderwijs te kunnen aanbieden.
64/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Helicon VMBO Groen Nijmegen heeft een voornamelijk autochtone leerlingenpopulatie. Daarmee is de school geen afspiegeling van de maatschappij zoals de leerling die buiten de school tegenkomt. De school streeft er daarom naar om het aantal leerlingen met een multiculturele achtergrond op school te vergroten. De doorlopende leerweg vanaf het PO naar vervolgonderwijs moet worden geoptimaliseerd om de kansen en resultaten van de leerlingen in het VO te verbeteren en te verhogen. Hetzelfde geldt voor de aansluiting dan wel overstap naar het MBO (ROC en AOC). Door taal- en rekenprojecten en het doorgeven van goede onderwijskundige rapporten wil de school de overstap van het PO naar Helicon VMBO Groen Nijmegen verbeteren. Door actieve deelname aan VSV-trajecten, het programma ‘Kiezen op maat’ en de eigen doorlopende leerlijn in Helicon Opleidingen wil de school de overstap naar het MBO (ROC en AOC) verbeteren.
Stichting Praktijkonderwijs Regio Nijmegen Nijmegen/Wijchen Joannesschool (26JR) Historie De Joannesschool is een Praktijkschool voor bijzonder neutraal voortgezet onderwijs. De Joannesschool Nijmegen is in 2001 gefuseerd met de Werenfridusschool uit Bemmel. In augustus 2007 werd een nieuwe vestiging in Boxmeer geopend: PrO Boxmeer. De huidige school kent inmiddels dus drie locaties: Joannesschool in Nijmegen en in Bemmel en PrO Boxmeer. Het bestuur waar de school onder valt is de Stichting Praktijkonderwijs Nijmegen e.o. Onderwijsaanbod De opleiding op de Joannesschool duurt vijf jaar en wordt gekenmerkt door: kleinschaligheid, met aandacht en begeleiding voor iedere leerling; leren door doen, met veel praktijklessen en stages; duidelijke regels, die door de leraren ook gehandhaafd worden; de wensen en dromen van de individuele leerling die het uitgangspunt vormen voor zijn/haar eigen leerproces; een handelingsplan dat voor en met elke leerling wordt gemaakt. Alle locaties kennen: een onderbouw klas 1, 2 en 3; een bovenbouw klas 4 en 5. In de bovenbouw kunnen de leerlingen kiezen uit dertien praktijkrichtingen. Deze keuzemogelijkheden realiseert de school voor haar leerlingen samen met collegaschool De Zonnegaard. De gekozen praktijkrichting wordt gekoppeld aan het stage lopen, bijvoorbeeld: de leerling die het praktijkvak ‘hout & bouw’ heeft gekozen gaat stage lopen in een timmerfabriek.
65/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Stage en brancheopleiding zijn ook gekoppeld aan de invulling van de theorievakken. Rekenonderwijs is voor een leerling die de detailhandel in wil anders dan voor een leerling die lasser wil worden. Populatie Joannes Nijmegen heeft ongeveer 120 leerlingen en 10 gastleerlingen. Joannes Bemmel heeft 64 leerlingen en PrO Boxmeer 98 leerlingen. Dit brengt de totale populatie op 282 leerlingen, die allemaal verschillend zijn. Ze hebben één ding gemeen: leerproblemen, hoewel de school zelf liever spreekt van ‘leermogelijkheden’. Voordat een leerling kan worden toegelaten heeft de school toestemming nodig van een onafhankelijke commissie: de Regionale Verwijzingscommissie (RVC). Deze RVC kijkt naar intelligentie en leervorderingen. In figuur 4.27 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Daarin valt op dat de leerlingen voornamelijk afkomstig zijn uit de omgeving van Nijmegen, maar daarnaast ook uit Beuningen en Groesbeek.
Figuur 4.27 Herkomst leerlingen 2009 Joannesschool (26JR)
Uitgangspunten/profilering De Stichting PrO begeleidt elke leerling naar een zelfstandig bestaan in de Nederlandse samenleving. Om dit realiseren is het krijgen van werk en inkomen de belangrijkste voorwaarde. Een leven lang leren betekent voor de leerlingen perspectieven op scholing na het Praktijkonderwijs. Daarnaast is het van belang dat de leerling als burger zelfstandig kan wonen en recreëren. De Joannesschool is een fijne school om op te zitten of om op te werken, maar is als schooltype tamelijk onbekend bij andere onderwijssoorten, bedrijven en instanties. Samen met De Zonnegaard wordt geprobeerd de bekendheid van het Praktijkonderwijs te vergroten. Doorstroomgegevens Het bestuur van Stichting PrO zoekt samenwerking met scholen uit het VO en MBO om de mogelijkheden tot horizontale en verticale doorstroom van de leerlingen te bevorderen.
66/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Daartoe is er samenwerking met twee scholen van de Scholengroep Rijk van Nijmegen, het Kandinsky College en het Canisius College, en zijn er convenanten afgesloten met het ROC Nijmegen en Helicon. Ongeveer 45% van de schoolverlaters gaat aan het werk, van wie 25% met een regulier arbeidscontract. Ongeveer 52% van de ex-studenten gaat, met een positief advies, doorleren in het MBO. De school werkt aan systematische verbetering van het onderwijs door kwaliteitszorg in te voeren. Daarom doet de school mee aan het project Stimulans van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs, waarbij de school doelen stelt en deze evalueert samen met leerlingen, ouders, leraren en stageadressen. Knelpunten, wensen en ambities De Joannesschool wenst op alle locaties: het onderwijs nog meer af te stemmen op de individuele wensen en mogelijkheden van de leerling, onder andere door uitbreiding van de uren keuzewerktijd en het werken met meetbare handelingsplannen; het onderwijs aan en de zorg voor leerlingen te verbeteren door middel van het werken met een cyclus van kwaliteitszorg; het onderwijs beter te maken door continu te werken aan de professionalisering van de leraren, OOP en directie. De locatie Joannes Nijmegen wenst: de samenwerking die de school heeft met de VMBO-scholen Kandinsky College en Canisius College in de werkgroep Symbiose uit te breiden en de symbioseklas op de locatie Nijmegen om te vormen tot een schakelklas PrO/LWOO; nieuwbouw, die erg gewenst is, te realiseren op een geschikte locatie, samen met De Zonnegaard Nijmegen; individualisering van het onderwijs verder uit te bouwen.
Praktijkschool De Zonnegaard (26KY) Historie De Zonnegaard is een Praktijkschool voor bijzonder neutraal voortgezet onderwijs. Het bestuur waar de school onder valt is Stichting Praktijkonderwijs Nijmegen e.o. Praktijkschool De Zonnegaard is in 1999 ontstaan door een fusie van twee VSO-/MLK-scholen: De Zonnegaard in Nijmegen en de Aloysiusschool in Wijchen. De huidige school kent nog steeds twee locaties: De Zonnegaard Nijmegen en De Zonnegaard Wijchen. Onderwijsaanbod De opleiding op De Zonnegaard duurt vijf jaar en wordt gekenmerkt door: kleinschaligheid, met aandacht en begeleiding voor iedere leerling; leren door doen, met veel praktijklessen en stages; duidelijke regels, die door de leraren ook gehandhaafd worden; de leerling die systematisch betrokken wordt bij zijn/haar eigen leerproces; een handelingsplan dat voor en met elke leerling wordt gemaakt.
67/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Beide locaties kennen: een onderbouw klas 1 en 2; een middenbouw klas 3; een bovenbouw klas 4 en 5. In de bovenbouw kunnen de leerlingen kiezen uit dertien praktijkrichtingen. Deze keuzemogelijkheden realiseert de school voor haar leerlingen samen met collegaschool Joannes. De gekozen praktijkrichting wordt gekoppeld aan het stage lopen, bijvoorbeeld: de leerling die het praktijkvak detail heeft gekozen gaat stage lopen in een winkel. Populatie De Zonnegaard Nijmegen telt ongeveer 170 leerlingen en De Zonnegaard Wijchen telt ongeveer 95 leerlingen. Dit brengt de totale populatie op 265 leerlingen, die allemaal verschillend zijn. Ze hebben één ding gemeen: leerproblemen, hoewel de school zelf liever spreekt van ‘leermogelijkheden’. Voordat een leerling kan worden toegelaten heeft de school toestemming nodig van een onafhankelijke commissie: de Regionale Verwijzingscommissie (RVC). Deze RVC kijkt naar intelligentie en leervorderingen. In figuur 4.28 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Daarin valt op dat de meeste leerlingen afkomstig zijn uit Nijmegen en Wijchen. Daarnaast komt een deel uit de brede omgeving van Nijmegen.
Figuur 4.28 Herkomst leerlingen 2009 Praktijkschool De Zonnegaard (26KY)
Uitgangspunten/profilering De Stichting PrO begeleidt elke leerling naar een zelfstandig bestaan in de Nederlandse samenleving. Om dit realiseren is het krijgen van werk en inkomen de belangrijkste voorwaarde. Een leven lang leren betekent voor de leerlingen perspectieven op scholing na het Praktijkonderwijs. Daarnaast is het van belang dat de leerling als burger zelfstandig kan wonen en recreëren. De Zonnegaard is een fijne school om op te zitten of om op te werken, maar is als schooltype tamelijk onbekend bij andere onderwijssoorten, bedrijven en instanties.
68/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Samen met de Joannesschool wordt geprobeerd de bekendheid van het Praktijkonderwijs te vergroten. Beide locaties hebben een goede beoordeling van de Onderwijsinspectie ontvangen. Doorstroomgegevens Het bestuur van Stichting PrO zoekt samenwerking met scholen uit het VO en MBOt om de mogelijkheden tot horizontale en verticale doorstroom van de leerlingen te bevorderen. Daartoe is er samenwerking met twee scholen van de Scholengroep Rijk van Nijmegen, het Kandinsky College en het Canisius College, en zijn er convenanten afgesloten met het ROC Nijmegen en AOC-Oost. Ongeveer 50% van de schoolverlaters gaat aan het werk, van wie 25% met een regulier arbeidscontract. Ongeveer 40% van de ex-studenten gaat, met een positief advies, doorleren in het MBO. De school werkt aan systematische verbetering van het onderwijs, onder andere met behulp van het kwaliteitsinstrument Stimulans. Daarbij stelt de school doelen en evalueert de school die doelen samen met leerlingen, ouders, leraren en stageadressen. Knelpunten, wensen en ambities De Zonnegaard wenst op beide locaties: het onderwijs nog meer af te stemmen op de individuele wensen en mogelijkheden van de leerling, onder andere door uitbreiding van de uren keuzewerktijd en het werken met meetbare handelingsplannen; het onderwijs aan en de zorg voor leerlingen te verbeteren door middel van het kwaliteitsinstrument Stimulans; het onderwijs beter te maken door continu te werken aan de professionalisering van de leraren, OOP en directie. De locatie Wijchen wenst: het schoolgebouw te moderniseren en te verbeteren met een verbouwing in 2011; de opleiding heftruckchauffeur op de Aciastraat te situeren binnen het praktijkvak logistiek; de streekfunctie die de school nu heeft te behouden. De locatie Nijmegen wenst: de samenwerking die de school heeft met de VMBO-scholen Kandinsky College en Canisius College in de werkgroep Symbiose uit te breiden en de symbioseklas op de locatie Nijmegen om te vormen tot een schakelklas PrO/LWOO; nieuwbouw, die erg gewenst is, te realiseren op een geschikte locatie samen met de Joannesschool Nijmegen.
69/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Sint Augustinusstichting Ubbergen Notre Dame des Anges (02QQ) Historie Notre Dame des Anges werd in 1903 opgericht als Franse school. De nonnen van de uit Frankrijk afkomstige congregatie Notre Dame des Anges gaven er onderwijs aan welgestelde meisjes die in het kloostergebouw De Refter in pensionaat waren. In 1927 werd de school omgevormd tot Middelbare School voor Meisjes en bij de invoering van de Mammoetwet in 1968 werd de school HAVO en verhuisde naar een nieuw schoolgebouw, dat in de buurt van De Refter werd gebouwd. De naam Notre Dame des Anges bleef bestaan, evenals de katholieke identiteit, maar de school werd toegankelijk voor iedereen in de regio Nijmegen. Hoewel er op diverse gebieden met andere scholen/schoolbesturen intensief wordt samengewerkt, wil de school ook in de toekomst haar zelfstandigheid behouden. Het bestuur van de school is de St. Augustinusstichting te Ubbergen. Onderwijsaanbod Notre Dame des Anges neemt nu als categorale HAVO een unieke plaats in temidden van de scholengemeenschappen in Nijmegen en omstreken. Een belangrijk accent legt de school op het aanleren van studievaardigheden in de onderbouw. In de bovenbouw worden de leerlingen met behulp van de zogenoemde ‘competentiewijzer’ voorbereid op de eisen van het vervolgonderwijs. Notre Dame des Anges besteedt zowel in de onder- als de bovenbouw veel aandacht aan een goede studie- en beroepskeuzebegeleiding. De school hecht veel belang aan de maatschappelijke stage, die leerlingen in staat stelt kennis te nemen van en bij te dragen aan het vele vrijwilligerswerk dat in Nederland gedaan wordt. Vakken zijn georganiseerd in vakkenclusters, waarbij verwante vakken binnen een cluster zorgen voor samenhang, verbinding en afstemming. De school biedt alle expressievakken aan en streeft naar verdere ontwikkeling van de bètavakken. Notre Dame des Anges is Universumschool en Biologie Ontwikkelschool. Het nieuwe vak natuur, leven en technologie (NLT) is ingevoerd in de bovenbouw. Notre Dame des Anges is een Academische Opleidingsschool en besteedt veel aandacht aan het verrichten van praktisch onderzoek. Populatie De leerlingen zijn afkomstig van veel verschillende basisscholen van uiteenlopende denominaties en onderwijsvisies. De adviezen bij instroom in het eerste leerjaar waren de afgelopen jaren ongeveer als volgt: 10% VWO-HAVO, 55% HAVO en 35% VMBO-T/HAVO. De school heeft 573 leerlingen, voor zo’n 40% afkomstig uit Nijmegen en voor zo’n 60% uit de omringende gemeenten.
70/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In figuur 4.29 is de geografische herkomst van de leerlingen visueel weergegeven. Wat daarin opvalt is dat veel leerlingen afkomstig zijn uit Ubbergen, maar daarnaast ook uit Millingen aan de Rijn. Daarnaast komen veel leerlingen uit de regio Groesbeek en Lent.
Figuur 4.29 Herkomst leerlingen 2009 Notre Dame des Anges (02QQ).
Uitgangspunten/profilering De school wil inspirerend en betekenisvol onderwijs bieden, in een kleinschalige setting. Het vergroten van de zelfstandigheid en het reflectief vermogen van de leerlingen vormen speerpunten. Belangrijke uitgangspunten zijn ook: het optimaal inspelen op actuele ontwikkelingen in de samenleving, het bieden van kwalitatief goed onderwijs in een veilige leeromgeving en het gebruikmaken van de kleinschaligheid van de school, door korte lijnen en extra aandacht voor leerlingbegeleiding. Dit laatste geldt ook voor zorgleerlingen. In het koersplan van september 2009 zijn veranderingen in gang gezet in de richting van een meer dynamische en professionele organisatie met meer verantwoordelijkheid lager in de organisatie. Volgens het koersplan zal de schoolontwikkeling worden vormgegeven van binnenuit en in eigen regie, samen met alle medewerkers. In het koersdocument zijn speerpunten opgenomen op het gebied van onderwijs en ontwikkeling, zoals: de organisatie van het onderwijs rondom leerling en klas (in de teams); het vormgeven van inspirerend onderwijs (via de vakkenclusters); het bewaken van de kwaliteit door de schoolleiding; het werken aan professioneel handelen en professioneel gedrag; zorg voor welbevinden en tevredenheid van alle medewerkers. Ontwikkelingen in relatie met andere scholen voor voortgezet onderwijs: Er is een goede samenwerking ontstaan met het bestuur en de scholen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen e.o., in het kader van de opleidingsschool en bij het ontwikkelen van personeelsbeleid. Met het Kandinsky College, dat onder het bestuur valt van de Scholengroep Rijk van Nijmegen, wordt samengewerkt in een meerjarig project in het kader van de begeleiding van ASS-leerlingen (autistischspectrumstoornis).
71/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De school maakt ook deel uit van verschillende groepen betreffende regionaal overleg tussen scholen en/of schoolbesturen. Doorstroomgegevens Wat betreft de aansluiting en afstemming met het HBO zijn er de volgende activiteiten: voorlichting door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Hogeschool Avans (om het jaar, op school) over al hun opleidingen aan klas 4 en 5; terugkoppeling van studievoortgangresultaten door de HAN en Hogeschool Avans door aansluitingscoördinator; leerlingen die in de bovenbouw de Fontys Competentiewijzer maken en hierover een evaluatiegesprek met hun mentor hebben; regelmatige voorlichting over en evaluatie van HBO-opleidingen via de decanenkring, waarbij ook de aansluitingscoördinatoren van de HAN en Avans aanwezig zijn; regelmatig bezoek aan hogescholen door de decanen; incidentele projecten op school verzorgd door de HAN (rekenonderwijs door de PABO; presentatietechnieken door onderwijskunde); profielkeuzedag op de HAN voor klas 3; jaarlijks congres over de aansluiting VO – HO in de regio door het platform VO – HO; Universumproject; bèta 1-op-1; lessen NLT, die worden verzorgd in samenwerking met de HAN; leerlingen die de mogelijkheid krijgen om proefstudeerdagen te bezoeken. De doorstroompercentages van de afgelopen twee jaar zijn als volgt: VWO 5,4% HBO 80,4% MBO en MBO+ 11,9% Divers (buitenland, politie, leger, werken) 2,4% Knelpunten, wensen en ambities Notre Dame heeft een goede naam. Als redenen voor de keuze voor deze school worden vaak genoemd: duidelijke structuur, korte lijnen, sterke leerlingbegeleiding, kleinschaligheid en kwaliteit van onderwijs. Aandachtspunten en mogelijke knelpunten in de toekomst zijn onder andere de aantrekkelijkheid voor zorgleerlingen, de kwaliteit van de instroom en de kleinschaligheid. Juist de kracht vormt ook de kwetsbaarheid. Mogelijke fluctuaties in de instroom kunnen een bedreiging vormen. Notre Dame des Anges wil in de toekomst de mogelijkheden die een kleinschalige omgeving biedt verder ontwikkelen, zowel intern als extern. Belangrijke interne ontwikkeldoelen zijn: verdere professionalisering van het team, aanpassing van de organisatiestructuur aan nieuwe ontwikkelingen en verdere kwaliteitsverbetering van het onderwijs.
72/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
De school ziet in het kader van het RPO goede mogelijkheden om de bestaande samenwerking met andere scholen verder te ontwikkelen. Daarnaast wil de school de samenwerking met het ROC Nijmegen verbeteren en de samenwerking met de HAN en Hogeschool Avans versterken. Een van de aandachtspunten daarbij is het verder onderzoeken van het proefstuderen. Sinds mei 2011 heeft Notre Dame een geheel nieuw schoolgebouw betrokken. Er kunnen in het nieuwe gebouw tussen de 550 en 575 leerlingen worden gehuisvest. De nieuwbouw is als bijzonder integraal project gerealiseerd in overleg met veel milieugroepen, gemeente en provincie en buurtgenoten. De nieuwbouw biedt nieuwe mogelijkheden op het gebied van schoolontwikkeling, zoals het intensiveren van het gebruik van ICT en de versterkte samenwerking tussen clustervakken. Notre Dame des Anges wil niet groeien, maar stabiliseren op het huidige leerlingenaantal. De school streeft ernaar de contacten met het vervolgonderwijs te versterken en te verbeteren, om daarmee voor leerlingen betere aansluitmogelijkheden te creëren. Volumeafspraken hierover in het RPO zijn gewenst.
73/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 5 Beschrijving van de gewenste situatie in de regio De ambities voor de regio zijn in de periode januari – oktober 2010 maandelijks in een bestuurlijk overleg besproken en hebben geleid tot afspraken ten aanzien van de onderwijsvoorzieningen zoals die hieronder worden beschreven. 5.1
Visie van de besturen op het onderwijs in de regio De doelstelling van dit RPO is om alle huidige en op korte termijn gewenste onderwijsvoorzieningen in het voortgezet onderwijs in Nijmegen en omgeving in kaart te brengen, inclusief alle vestigingen en dislocaties, en vervolgens bestuurlijk overeenstemming te bereiken over het onderwijsaanbod voor de komende vijf jaar. Bestaande afspraken over het onderwijsaanbod zullen hierin een plaats krijgen. De besturen hebben bovendien te kennen gegeven dat zij binnen dit RPO willen komen tot volumeafspraken over het aantal leerlingen per school. De besturen hebben verder in september 2011 uitgangspunten voor de verdere vormgeving van het beroepsgerichte VMBO in Nijmegen op papier gezet, evenals de daaruit voortvloeiende afspraken. Deze zijn opgenomen in bijlage 5.
5.2
Gewenste onderwijsvoorzieningen per 1 augustus 2012 De besturen hebben voor de periode van dit RPO een aantal wensen om recht te doen aan de ontwikkelingen van het VO in de regio Nijmegen. Gedeeltelijk komen die wensen voort uit al gegroeide situaties. Wij gaan hierbij uit van de situatie zoals beschreven in de zogenoemde TGO-overzichten die van DUO zijn verkregen over de situatie op 19 september 2011. Wij beschrijven de gewenste onderwijsvoorzieningen hieronder kort per bestuur en per school en vatten deze nog eens samen in een tabel.
A. School die valt onder het bestuur van de Stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen: Montessori College (00RZ)
De niet-geregistreerde dislocaties op de Vlierestraat 3, 6523 EX Nijmegen, en de Berg en Dalseweg 295, 6522 CH Nijmegen, worden sinds vele jaren gebruikt als reguliere onderwijsvestigingen. In dit RPO worden van deze dislocaties nevenvestigingen gemaakt. Op deze nevenvestigingen wordt het volgende afsluitend onderwijs verzorgd: Vlierestraat: VWO, HAVO, MAVO Berg en Dalseweg: VBO met de afdelingen AD, VZ, HV, BT, MT, ET. Dit afsluitend onderwijs wordt over minder dan drie kilometer verplaatst naar de twee nieuwe nevenvestigingen. Ook LWOO-ALW wordt meeverhuisd, evenals alle toegestane experimentele programma’s.
74/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
In de loop van deze RPO periode zal nieuwbouw plaatsvinden waardoor enkele verhuizingen binnen drie kilometer plaatsvinden. Het bestuur zal deze adreswijzigingen zelf vier maanden van tevoren melden aan DUO. Op de hoofdvestiging (00) wordt daarmee vanaf 1 augustus 2012 uitsluitend onderwijs in de onderbouw aangeboden.
B. Scholen die vallen onder het bestuur van de Stichting Scholengroep Rijk van Nijmegen: RK SGM Kandinsky College (02ST)
De nevenvestiging aan de Hatertseweg 404 te Nijmegen (vestiging 03) vraagt afsluitend MAVO-onderwijs aan. Aan de vestiging aan de Heyendaalseweg 45 (05) wort de onderliggende afdeling Administratie toegevoegd, om te voldoen aan artikel 26J van het Inrichtingsbesluit WVO.
Canisius College (01VN)
Op de hoofdvestiging (00) wordt geen VBO-onderwijs meer aangeboden. De hieraan gekoppelde afdeling Installatietechniek (IT) kan daarmee ook worden opgeheven.
Nijmeegse SGM Groenewoud (02VE)
Deze school heeft een niet-geregistreerde dislocatie op minder dan drie kilometer afstand aan de Schlatmaekersstraat 10, 6525 DH Nijmegen. Het bestuur wil deze omzetten in een reguliere nevenvestiging. Op deze vestiging wordt uitsluitend onderwijs in de onderbouw aangeboden.
C. Scholen die vallen onder het bestuur van de Stichting Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal: Mondial College (21SK)
De vestigingen aan de Streekweg 21, 6567 TR Nijmegen, en de Energieweg 35, 6541 CW Nijmegen, met vestigingsnummers 01 en 03 zullen in de loop van de RPO-periode over minder dan drie kilometer worden verplaatst naar de noordkant van de wijk Lindenholt-Noord. Adres en postcode zijn nog onbekend. Het bestuur zal deze adreswijzigingen zelf vier maanden van tevoren melden aan DUO. De vestiging aan de Hatertseweg 400, met nummer 02, verhuist over meer dan drie kilometer naar de Streekweg 20. Tevens worden de afdelingsprogramma’s Administratie (AD) en Verzorging (VZ) voor deze locatie aangevraagd, uitsluitend met de bedoeling hier in de toekomst intersectoraal onderwijs te kunnen aanbieden. Op deze manier kan mogelijk in de toekomst de examinering en het aanbod voor risicoleerlingen worden vereenvoudigd.
75/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Maaswaal College (00OB)
Aan de vestiging aan de Oosterweg in Wijchen (00OB03) wordt de afdeling Bouwtechniek (BT) toegevoegd, uitsluitend met het doel intersectorale programma’s mogelijk te maken.
Citadel College (30AU)
Aan de Griftdijk 9A, 6663 AA Lent, zal per 1 augustus 2012 een tweede vestiging komen. Op deze nevenvestiging zal afsluitend onderwijs worden verzorgd in de schoolsoorten VWO, HAVO en MAVO. VWO en HAVO worden op genoemde datum over minder dan drie kilometer verplaatst vanaf de vestiging aan de Dijkstraat. Op de nieuwe vestiging wordt tevens de schoolsoort MAVO extra toegevoegd. Afgesproken is dat afsluitend onderwijs MAVO aan de Dijkstraat uitsluitend zal worden gebuikt voor een beperkt aantal doorstromers vanuit de beroepsgerichte leerwegen van het VMBO. De Griftdijk zal nadrukkelijk het karakter van een MAVOHAVO-VWO school hebben.
Pax Christi College (17IR)
De dislocatie aan de Klepperheide in Druten (02) wordt omgezet in een nevenvestiging.
Dominicus College (14NQ)
Aan de Energieweg 93A wordt een nieuwe nevenvestiging verbonden met afsluitend onderwijs in de schoolsoorten VWO en HAVO.
D. Scholen die vallen onder het bestuur van de Stichting Praktijkonderwijs Nijmegen: In de loop van deze RPO periode zullen in Nijmegen één of meer verhuizingen binnen drie kilometer plaatsvinden. Het bestuur zal deze adreswijzigingen zelf vier maanden van tevoren melden aan DUO.
Het bestuur heeft onlangs een beschikking (OND/ODS-2010/89420 U) ontvangen met de goedkeuring van het ministerie om PrO Boxmeer (onderdeel van 26JR met vestigingsnummer 02) per 1-8-2012 af te splitsen van de Joannesschool. Per die datum krijgt PrO Boxmeer een eigen BRIN. Gelijktijdig wil het bestuur de nevenvestiging in Wijchen van Praktijkschool De Zonnegaard (26KY01) omzetten in een nevenvestiging van het nieuwe BRIN van PrO Boxmeer. Ook dit is in de eerdergenoemde beschikking vermeld. Het betreft hier een organisatorische herschikking zonder consequenties voor de andere besturen en/of gemeenten.
76/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Tabel 5.1. Overzicht gewenste onderwijsvoorzieningen per 1 augustus 2012 School (naam)
5.3
Bekend als
BRIN
Adres
Plaats
Schoolsoorten
VBO afd.
SGM voor VVSO
Karel de Grote College
00CB00 Wilhelminasingel 13 -15
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
-
Montessori College
Montessori College locatie Kwakkenbergweg
00RZ00 Kwakkenbergweg 33
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
AD, VZ, HV, BT, MT, ET
Montessori College
Montessori College locatie Groesbeek
00RZ01 Spoorlaan 16
Groesbeek
MAVO, VBO
VZ, BT, MT, ET
Montessori College
Montessori College locatie Berg en Dalseweg
00RZXX Berg en Dalseweg 295
Nijmegen
VBO
AD, VZ, HV, BT, MT, ET
Montessori College
Montessori College locatie Vlierestraat
00RZXX Vlierestraat 3
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
Canisius College
Canisius College locatie Berg en Dalseweg
01VN00 Berg en Dalseweg 207
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
-
Canisius College
Canisius College locatie Akkerlaan
01VN03 Akkerlaan 19
Nijmegen
-
-
Canisius College
Canisius College locatie De Goffert
01VN04 Goffertweg 20
Nijmegen
MAVO, VBO
BT, MT, ET, IT, VT, CT, GT, T&L
RK SGM Kandinsky College
Kandinsky College locatie Malderburchtstraat
02ST00 Malderburchtstraat 11
Nijmegen
Kandinsky College locatie Hatertseweg
02ST03 Hatertseweg 404
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO MAVO, VBO
-
RK SGM Kandinsky College RK SGM Kandinsky College
Kandinsky College locatie Molenhoek
02ST04 Singel 124
Molenhoek
MAVO, VBO
VZ, HV
RK SGM Kandinsky College
Kandinsky College locatie Heyendaalseweg
02ST05 Heyendaalseweg 45
Nijmegen
MAVO, VBO
AD
Nijmeegse SGM Groenewoud Nijmeegse SGM Groenewoud
02VE00 van Cranenborchstraat 7
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
-
Nijmeegse SGM Groenewoud Nijmeegse SGM Groenewoud
02VEXX Schlatmaekersstraat 10
Nijmegen
-
-
Dominicus
Dominicus College
14NQ00 Energieweg 93
Nijmegen
VWO, HAVO
-
Dominicus
Dominicus College
14NQXX Energieweg 93A
Nijmegen
VWO, HAVO
-
Stedelijk Gymnasium
Stedelijk Gymnasium
20CI00
Nijmegen
VWO
-
Stedelijke SGM Nijmegen
Stedelijke SGM Nijmegen
20EO00 IJsbeerstraat 12
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
-
Mondial College
Mondial College locatie Lindenholt
21SK00 Leuvensbroek 30-01
Nijmegen
VWO, HAVO, MAVO
-
Mondial College
Mondial College locatie Streekweg 1
21SK01 Streekweg 21
Nijmegen
MAVO, VBO
Mondial College
Mondial College locatie Streekweg 2
21SK02 Streekweg 20
Nijmegen
VBO
AD, VZ, HV, BT, MT, ET, CT BT, MT, AD, VZ
Kronenburgersingel 269
AD, VZ, UV, HV
Mondial College
Mondial College locatie Energieweg
21SK03 Energieweg 35
Nijmegen
MAVO
-
Maaswaal College
Maaswaal College locatie Veenseweg
00OB00 Veenseweg 18
Wijchen
VWO, HAVO
Maaswaal College
Maaswaal College locatie Oosterweg
00OB03 Oosterweg 189
Wijchen
AD, VZ, HV, CT, BT
Citadel College
Citadel College
30AU00 Dijksestraat 7
Lent
MAVO, VBO VWO, HAVO, MAVO, VBO
Citadel College
Citadel College
30AUXX Griftdijk 9A
Lent
VWO, HAVO, MAVO
Pax Christi College
Pax Christi College
17IR00
Mr. Van Coothstraat 34
Druten
VWO,HAVO,MAVO,VBO
Pax Christi College
Pax Christi College Junior college
17IR01
Akkerstraat 22,
Beneden-Leeuwen -
-
Pax Christi College
Pax Christi College Junior college
17IR02
Klepperheide 15
Druten
-
-
Helicon Opleidingen
Helicon
26CC06 Marga Klompelaan 37
Joannesschool
Joannesschool
VZ, HV AD, VZ, UV, BT, MT, ET
Nijmegen
VBO
LNO
26JR00 Celebesstraat 12
Nijmegen
PRO
-
Praktijkschool De Zonnegaard De Zonnegaard locatie Nijmegen
26KY00 Veldstraat 4
Nijmegen
PRO
-
Praktijkschool De Zonnegaard De Zonnegaard locatie Wijchen
26KY01 Acaciastraat 68
Wijchen
PRO
-
Notre Dame Des Anges
02QQ00 Kasteelselaan 50
Ubbergen
HAVO
-
Notre Dame Des Anges
Instroomafspraken Het doel is dat de instroomafspraken bijdragen aan de stabiliteit en pluriformiteit van het scholenaanbod in de regio, alsmede aan een financieel gezonde situatie op de korte en langere termijn. Vooralsnog worden de afspraken beperkt tot de stad Nijmegen en de schoolsoorten HAVO/VWO en MAVO/VBO voor zover deze in een vestiging gekoppeld zijn aan HAVO/VWO. Later zal beslist worden of er ook instroom- en volumeafspraken dienen te worden gemaakt voor brede VMBO-vestigingen en vestigingen/scholen buiten Nijmegen-stad. Uit de cijfers van alle scholen per schoolsoort wordt duidelijk dat er nogal wat verschillen zijn in de manier van inschrijven van leerlingen in de onderbouw: homogeen, heterogeen, dakpan. Ook vanuit de basisscholen komen vaak gemengde adviezen. De afspraken zoals weergegeven in tabel 5.2 proberen recht te doen aan deze verschillen. Ter toelichting het volgende: In de kolom CAP (capaciteit) wordt onder de genoemde aantallen leerlingen verstaan: de door het bestuur gewenste capaciteit. Om tot een acceptabele bandbreedte te komen wordt niet met leerlingenaantallen gerekend maar met aantallen klassen. Een slecht jaar kan worden gecompenseerd, mits de gemiddelde maximale instroom per jaar niet wordt overschreden. Bij problemen met de formatie als gevolg van deze afspraken wordt in het bestuurlijk overleg nader naar de afspraken gekeken (hardheidsclausule). Indien in het bestuurlijk overleg grote bewegingen bij bepaalde schoolsoorten worden geconstateerd, worden de gemaakte afspraken opnieuw bezien. In ieder geval worden de gemaakte afspraken over vier jaar geëvalueerd.
77/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Tabel 5.2. Instroomafspraken School (naam) Karel de Grote College Montessori College Canisius College RK SGM Kandinsky College Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus College Dominicus College Stedelijk gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College Notre Dame Des Anges Citadel College
(BRINno) 00CB00 00RZ00 01VN00 02ST00 02VE00 14NQ00 14NQ01 20CI00 20EO00 21SK00 02QQ00 30AU00
Adres Wilhelminasingel 13 -15 Kwakkenbergweg 33 Berg en Dalseweg 207 Malderburchtstraat 11 van Cranenborchstraat 7 Energieweg 93 Hengstdal 3 Kronenburgersingel 269 IJsbeerstraat 12 Leuvensbroek 30-01 Kasteelselaan 50 Griftdijk 9a (v.a.2012)
Plaats Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Ubbergen Lent
V, H, M V, H, M, (Vb) V, H, M V, H, M V, H, M V, H instroom H/V V V, H, M V, H, M H V, H, M
CAP max instroom 750 165 1500 346 1460 260 1400 280 1700 325 1000 185 nvt 1400 275 1400 280 1050 242 570 114 1100 220
Vb 1 4
Vb/M
M
4
2 2 3 4
3 2 Vb= VBO (basis en kader) M=mavo/theoretische leerweg H=havo V=vwo ong = ongedeelde onderbouw
78/95
M/H
H
1
3 4 3
H/V 4 4 5 7 2 3
V
ongd 5
3 2 4 9 3 2
10
TOT
6 14 9 10 11 7 3 9 10 9 4 7
gem 28 25 29 28 30 26 25 31 28 27 29 31
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 6 De relatie van het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt Voor deze paragraaf zijn wettelijk gezien alleen het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt van belang die aansluiten op de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen in het VMBO (schoolsoort VBO). De wetgever gaat ervan uit dat leerlingen die hun diploma halen op andere schoolsoorten veel vaker een vervolgopleiding buiten de regio zullen gaan volgen. Zoals al in eerdere paragrafen is opgemerkt is de vormgeving en spreiding van de voorzieningen in de beroepsgerichte leerwegen telkens in goed en nauw overleg met het plaatselijke vervolgonderwijs tot stand gekomen. Zij hebben veel zicht op de (plaatselijke) arbeidsmarkt. De besturen menen dan ook dat met het huidige aanbod sprake is van een aanbod dat goed aansluit bij zowel het vervolgonderwijs als de bedrijvigheid in de regio.
79/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 7 Onderwijshuisvesting In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven per gemeente van alle vestigingen voor voortgezet onderwijs. Ook wordt een prognose gemaakt van de vestigingen die de besturen in de periode 2012-2017 voor bekostiging in aanmerking willen laten komen. 7.1
Overzicht vestigingen per gemeente Tabel 7.1 Overzicht vestigingen per gemeente Gemeente Nijmegen
Plaats Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Lent Lent Groesbeek Groesbeek Mook en Middelaar Molenhoek Wijchen Wijchen Wijchen Wijchen Druten Druten Druten West Maas & Waal Beneden-Leeuwen Ubbergen Ubbergen
School Karel de Grote College Montessoricollege locatie Kwakkenbergweg Montessoricollege locatie Groesbeek Montessoricollege locatie Berg en Dalseweg Montessoricollege locatie Vlierestraat Canicius College locatie Berg en Dalseweg Canicius College locatie Akkerlaan Canicius College locatie De Goffert RK SGM Kandinsky College locatie Malderburchtstraat RK SGM Kandinsky College locatie Hatertseweg RK SGM Kandinsky College locatie Heyendaalseweg Nijmeegse SGM Groenewoud Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus College Dominicus College Stedelijk Gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College locatie Lindenholt Mondial College locatie Streekweg 1 Mondial College locatie Streekweg 2 Mondial College locatie Energieweg Helicon Joannesschool Praktijkschookl de Zonnegaard locatie Nijmegen Citadel College Citadel College Montessoricollege locatie Groesbeek RK SGM Kandinsky College locatie Molenhoek Maaswaal College locatie Veenseweg Maaswaal College locatie Oosterweg Praktijkschookl de Zonnegaard locatie Wijchen Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1) Pax Christi College junior college Pax Christi College junior college Notre Dame Des Anges
Brin 00CB00 00RZ00 00RZ01 00RZXX 00RZXX 01VN00 01VN03 01VN04 02ST00 02ST03 02ST05 02VE00 02VEXX 14NQ00 14NQXX 20CI00 20EO00 21SK00 21SK01 21SK02 21SK03 26CC06 26JR00 26KY00 30AU00 30AUXX 00RZ01 02ST04 00OB00 00OB03 26KY01 17IR00 17IR02 17IR01 02QQ00
Adres Wilhelminasingel 13 -15 Kwakkenbergweg 33 Spoorlaan 16 Berg en Dalseweg 295 Vlierestraat 3 Berg en Dalseweg 207 Akkerlaan 19 Goffertweg 20 Malderburchtstraat 11 Hatertseweg 404 Heyendaalseweg 45 van Cranenborchstraat 7 Schlatmaekersstraat 10 Energieweg 93 Energieweg 93A Kronenburgersingel 269 Ijsbeerstraat 12 Leuvensbroek 30-01 Streekweg 21 Streekweg 20 Energieweg 35 Marga Klompelaan 37 Celebesstraat 12 Veldstraat 4 Dijksestraat 7 Griftdijk 9A Spoorlaan 16 Singel 124 Veenseweg 18 Oosterweg 189 Acaciastraat 68 Mr. Van Coothstraat 34 Klepperheide 15 Akkerstraat 22, Kasteelselaan 50
De gemeente Nijmegen heeft een aantal jaren geleden de gevolgen voor alle huisvestingsvoorzieningen, met uitzondering van die in Lent, doorgedecentraliseerd. De besturen zijn daarmee juridisch en financieel verantwoordelijk voor de huisvestingsgevolgen van dit RPO. Bij de andere gemeenten is geen sprake van doordecentralisatie. Hier zijn echter op basis van dit RPO geen huisvestingsgevolgen. 7.2
Prognose aantal leerlingen per vestiging De leerlingen die op de verschillende vestigingen staan ingeschreven komen uit verschillende gemeenten, zowel binnen als buiten het voedingsgebied. In bijlage 4 staat een uitgebreid overzicht van de herkomst van de leerlingen op de vestigingen.
80/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Door ons is op basis van de voorgeschreven statistische gegevens6 een (in eerste instantie beleidsarme) prognose gemaakt voor de officiële hoofd- en nevenvestigingen van de verschillende scholen. Dit om te voldoen aan artikel 72 lid 2 onder 5 van de WVO. Deze eerste prognose was uitsluitend gebaseerd op: de leerlingen die op de datum van 1 oktober 2010 op de officiële vestigingen van de scholengemeenschappen ingeschreven stonden. Van dislocaties ontbreken de cijfers omdat de leerlingen daarvan op de hoofdvestiging staan ingeschreven; de demografische ontwikkelingen vanaf 2009 in de gemeenten waar de ingeschreven leerlingen vandaan komen. Vervolgens is deze prognose besproken met de besturen, om deze aan te vullen met cijfers van de verschillende gemeenten en verdere beleidsrijke aannames van de scholen zelf in verband met recente school- en buurtontwikkelingen. Ook zijn de prognoses van in nevenvestigingen om te zetten dislocaties toegevoegd. Deze zijn in de meeste gevallen ontstaan doordat in de reële situatie deze leerlingen ook nu al op de aan te vragen dislocatie onderwijs krijgen. Daarmee wordt de definitieve prognose verkregen zoals vereist op basis van WVO artikel 72 lid 2 c onder 3.
6
Artikel 14 van de Regeling voorzieningenplanning VO van 11 juli 2008.
81/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Tabel 7.2 Prognose van de vestigingen in de regio 2010-2017
Prognose 2010-2017 Karel de Grote College Montessori College locatie Kwakkenbergweg Montessori College locatie Berg en Dalseweg Montessori College locatie Vlierestraat Montessori College locatie Groesbeek Canisius College locatie Berg en Dalseweg Canisius College locatie Akkerlaan Canisius College locatie De Goffert Kandinsky College locatie Malderburchtstraat Kandinsky College locatie Hatertseweg Kandinsky College locatie Molenhoek Kandinsky College locatie Heyendaalseweg Nijmeegse SGM Groenewoud Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus College De Monnikskap Stedelijk Gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College locatie Lindenholt Mondial College locatie Streekweg Mondial College locatie Hatertseweg Mondial College locatie Energieweg Mondial College locatie Krekelstraat Maaswaal College locatie Veenseweg Maaswaal College locatie Oosterweg Citadel College Citadel College Pax Christi College Pax Christi College Junior college Pax Christi College Junior college Helicon Joannesschool De Zonnegaard locatie Nijmegen De Zonnegaard locatie Wijchen Notre Dame Des Anges
82/95
00CB00 00RZ00 00RZXX 00RZXX 00RZ01 01VN00 01VN03 01VN04 02ST00 02ST03 02ST04 02ST05 02VE00 02VEXX 14NQ00 14NQXX 20CI00 20EO00 21SK00 21SK01 21SK02 21SK03 21SK05 00OB00 00OB03 30AU00 30AUXX 17IR00 17IR01 17IR02 26CC06 26JR00 26KY00 26KY01 02QQ00
2010
2017
626
636
1.505
621
0
300
0
600
358
364
1.463
1.450
108
109
542
541
1.448
1.450
448
470
240
240
218
222
1.725
1.400
0
300
966
974
0
60
1.319
1.332
1.328
1.330
1.105
1.101
373
366
28
28
162
162
0
0
1.186
1.400
859
1.025
432
1.000
1.916
1.300
357
384
0
780
402
403
111
111
164
164
96
94
570
581
440
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 8 Het gevoerde overleg In de periode tussen januari 2010 tot en met september 2011 is intensief overleg gevoerd tussen de bestuurlijke vertegenwoordigers van de deelnemende scholen. Verder is overleg gevoerd met partijen zoals genoemd in artikel 72 lid 2 WVO. De inzet van dit overleg was het concept van dit RPO. Met de gemeenten is overleg gevoerd conform artikel 72 lid 2aa WVO. De in dit artikel genoemde procedure staat in bijlage 4. 8.1
Overige scholen Zoals in hoofdstuk 3 is uiteengezet, nemen alle schoolbesturen in de regio deel aan het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen. Derhalve was geen overleg noodzakelijk met andere besturen in de regio.
8.2
Vervolgonderwijs voor zover het VBO betreft Aanvullen en aanpassen
8.3
Bedrijfsleven Aanvullen en aanpassen
8.4
Gemeenten Aanvullen en aanpassen
8.5
Provincie Aanvullen en aanpassen
83/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Hoofdstuk 9 Essentie van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen De besturen van de regio menen te voldoen aan artikel 72 van de WVO door een RPO vast te stellen waarin hun gezamenlijk gedragen visie op het onderwijs in de regio tot uitdrukking is gebracht. Dat geldt voor de gezamenlijk geformuleerde uitgangspunten (paragraaf 1.2) en de visie van de deelnemende scholen op hun huidige en toekomstige onderwijs (paragrafen 4.2, 5.1 en 5.2). In het document worden ook conform lid 2c van het hierboven genoemde artikel 72 WVO beschreven: de omvang en begrenzing van de regio (hoofdstuk 3); gegevens over het aanbod en het gebruik van onderwijsvoorzieningen (hoofdstuk 4); een overzicht van de onderwijsvoorzieningen, bedoeld in het derde lid, die de bevoegde gezagsorganen binnen de periode, bedoeld in onderdeel b, voor bekostiging in aanmerking willen laten komen (hoofdstuk 5) de relatie van het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt (hoofdstuk 6); een beschrijving van de huisvesting van de verschillende vestigingen en een prognose van het aantal leerlingen per vestiging (hoofdstuk 7); de visie van de externe deelnemers van het overleg op het bestaande en toekomstige onderwijsaanbod in relatie tot het vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt en de onderwijshuisvesting (hoofdstuk 8). Dit document is de basis voor de samenwerkingsovereenkomst zoals die door alle besturen is ondertekend.
84/95
School (naam) SGM voor VVSO Montessori College Montessori College Canisius College Canisius College Canisius College RK SGM Kandinsky College RK SGM Kandinsky College RK SGM Kandinsky College RK SGM Kandinsky College Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus Stedelijk Gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College Mondial College Mondial College Mondial College Mondial College Maaswaal College Maaswaal College Citadel College Pax Christi College Pax Christi College Pax Christi College Helicon Opleidingen Joannesschool Praktijkschool De Zonnegaard Praktijkschool De Zonnegaard Notre Dame Des Anges
Vestiging Karel de Grote College Montessori College locatie Kwakkenbergweg Montessori College locatie Groesbeek Canisius College locatie Berg en Dalseweg Canisius College locatie Akkerlaan Canisius College locatie De Goffert Kandinsky College locatie Malderburchtstraat Kandinsky College locatie Hatertseweg Kandinsky College locatie Molenhoek Kandinsky College locatie Heyendaalseweg Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus Stedelijk Gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College locatie Lindenholt Mondial College locatie Streekweg Mondial College locatie Hatertseweg Mondial College locatie Energieweg Mondial College locatie Krekelstraat Maaswaal College locatie Veenseweg Maaswaal College locatie Oosterweg Citadel College Pax Christi College locatie van Coothstraat Pax Christi College Junior college Pax Christi College Junior college Helicon Joannesschool De Zonnegaard locatie Nijmegen De Zonnegaard locatie Wijchen Notre Dame Des Anges
(BRINno) 00CB00 00RZ00 00RZ01 01VN00 01VN03 01VN04 02ST00 02ST03 02ST04 02ST05 02VE00 14NQ00 20CI00 20EO00 21SK00 21SK01 21SK02 21SK03 21SK05 00OB00 00OB03 30AU00 17IR00 17IR01 17IR02 26CC06 26JR00 26KY00 26KY01 02QQ00
Adres Wilhelminasingel 13 -15 Kwakkenbergweg 33 Spoorlaan 16 Berg en Dalseweg 207 Akkerlaan 19 Goffertweg 20 Malderburchtstraat 11 Hatertseweg 404 Singel 124 Heyendaalseweg 45 van Cranenborchstraat 7 Energieweg 93 Kronenburgersingel 269 IJsbeerstraat 12 Leuvensbroek 3001 Streekweg 21 Hatertseweg 400 Energieweg 35 Krekelstraat 8 Veenseweg 18 Oosterweg 189 Dijksestraat 7 Mr. van Coothstraat 34 Akkerstraat 22, Klepperheide 15 Marga Klompelaan 37 Celebesstraat 12 Veldstraat 4 Acaciastraat 68 Kasteelselaan 50
Plaats Nijmegen Nijmegen Groesbeek Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Molenhoek Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Nijmegen Wijchen Wijchen Lent Druten Beneden-Leeuwen Druten Nijmegen Nijmegen Nijmegen Wijchen Ubbergen
Schoolsoorten VWO, HAVO, MAVO VWO, HAVO, MAVO, VBO MAVO, VBO VWO, HAVO, MAVO, VBO MAVO, VBO VWO, HAVO, MAVO VBO MAVO, VBO MAVO, VBO VWO, HAVO, MAVO VWO, HAVO VWO VWO, HAVO, MAVO VWO, HAVO, MAVO MAVO, VBO VBO MAVO dislocatie VWO, HAVO MAVO, VBO VWO, HAVO, MAVO, VBO VWO,HAVO,MAVO,VBO dislocatie VBO PRO PRO PRO HAVO
VBO afd. AD, VZ, HV, BT, MT, ET VZ, BT, MT, ET IT BT, MT, ET, IT, VT, CT, GT, T&L AD, VZ, UV, HV VZ, HV AD, VZ, HV, BT, MT, ET, CT BT, MT AD, VZ, HV, CT VZ, HV AD, VZ, UV, BT, MT, ET LNO -
Programma's ZW, HA, TEOR ME, BB, ZW, TB ISP, ICTRT ME, IE, BB, CB, TEOR (GL)ZW, (GL)HA ZW, HA ZW, HA, SDV, D&C HA (GL)ME, (GL)BB, (GL)ZW, (GL)CB, (GL)HA (GL)ME, BB, ZW, CB, HA, TEOR, D&C TB ISP, BB ME, BB, ZW, CB, HA ME, BB, ZW, HA LN, LB -
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Bijlage 1 Onderwijsvoorzieningen in de regio
85/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Bijlage 2 De regio in getallen a. Praktijkonderwijs (alle leerjaren) Gehele regio Praktijkonderwijs (1-4) De Zonnegaard locatie Wijchen, 26KY01 De Zonnegaard locatie Nijmegen, 26KY00 Joannesschool, 26JR00 Totaal
2006 80 176 173 256
2007 82 174 145 256
2008 94 186 125 280
2009 92 171 121 263
2010 96 164 111 260
2007
2008
2009
2010
b. VMBO-Basis- en KaderBeroepsgerichte Leerweg (bovenbouw) Nijmegen VMBO-BB/KB (3, 4) Helicon, 26CC06 Citadel College, 30AU00 Mondial College locatie Hatertseweg, 21SK02 Mondial College locatie Streekweg, 21SK01 Kandinsky College locatie Heyendaalseweg, 02ST05 Kandinsky College locatie Hatertseweg, 02ST03 Canisius College locatie De Goffert, 01VN04 Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00 Totaal
2006 200 0 124 343 32 229 306
182 0 73 312 21 221 308
186 0 63 270 23 219 285
197 21 49 244 12 236 286
176 52 27 203 256 288
247
237
238
238
189
1.481
1.354
1.284
1.283
1.191
2006
2007
2008
2009
2010
346
332
323
310
330
346
332
323
310
330
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
Druten VMBO-BB/KB (3, 4) Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1), 17IR00 Totaal
Wijchen VMBO-BB/KB (3, 4) Maaswaal College locatie Oosterweg, 00OB03 Totaal
0 0
39 39
150 150
178 178
169 169
Groesbeek VMBO-BB/KB (3, 4) Montessori College locatie Groesbeek, 00RZ01 Totaal
86/95
194 194
217 217
211 211
174 174
178 178
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
Mook en Middelaar VMBO-BB/KB (3, 4) Kandinsky College locatie Molenhoek, 02ST04 Totaal
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
100 17 89
119 13 90
104 27 82
127 36 76
115 36 85
152
167
179
187
189
128 1185
135 1246
167 1265
124 1295
131 1326
2006
2007
2008
2009
2010
224
250
243
242
272
224
250
243
242
272
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
2006
2007
2008
2009
2010
116 116
95 95
74 74
83 83
79 79
c. VMBO-theoretische en gemengde Leerweg (bovenbouw) Nijmegen VMBO-GL/TL (3, 4) Helicon, 26CC06 Citadel College, 30AU00 Mondial College locatie Energieweg, 21SK03 Mondial College locatie Streekweg, 21SK01 Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00 Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00 Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00 Kandinsky College locatie Heyendaalseweg, 02ST05 Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00 Canisius College locatie De Goffert, 01VN04 Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00 Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00 Karel de Grote College, 00CB00 Totaal
24 0 0 94 176 169 162 74
27 0 0 11 275 164 159 86
24 0 0 18 282 142 150 90
25 17 0 60 232 156 139 116
37 42 89 15 141 174 142 130
Druten VMBO-GL/TL (3, 4) Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1), 17IR00 Totaal
Wijchen VMBO-GL/TL (3, 4) Maaswaal College locatie Oosterweg, 00OB03 Totaal
200 200
210 210
229 229
206 206
217 217
Groesbeek VMBO-GL/TL (3, 4) Montessori College locatie Groesbeek, 00RZ01 Totaal
57 57
66 66
59 59
59 59
47 47
Mook en Middelaar VMBO-GL/TL (3, 4) Kandinsky College locatie Molenhoek, 02ST04 Totaal
87/95
1 1
20 20
45 45
40 40
41 41
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
d. HAVO (bovenbouw) Nijmegen HAVO (4, 5) Citadel College, 30AU00 Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00
2006 2007 2008 2009 2010 0 0 0 0 19 221
245
267
300
279
Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00
314
335
313
327
335
Dominicus College, 14NQ00 Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00
148
118
129
128
132
308
277
322
328
334
72
117
191
231
229
207
225
235
227
232
162
180
200
199
192
54
62
74
84
86
Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00 Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00 Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00 Karel de Grote College, 00CB00 Totaal
1486 1559 1731 1824 1838
Wijchen HAVO (4, 5) Maaswaal College locatie Veenseweg, 00OB00 Totaal
2006 2007 2008 2009 2010 251 267 225 239 267 251
267
225
239
267
Ubbergen HAVO (4, 5) Notre Dame Des Anges, 02QQ00 Totaal
2006 2007 2008 2009 2010 223 219 208 224 230 223
219
208
224
230
Druten HAVO (4, 5) Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1), 17IR00 Totaal
88/95
2006 2007 2008 2009 2010 240
240
260
266
271
240
240
260
266
271
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN
e. VWO (bovenbouw) Nijmegen VWO (4-6) Citadel College, 30AU00 Mondial College locatie Lindenholt, 21SK00 Stedelijk SGM Nijmegen, 20EO00 Stedelijk Gymnasium, 20CI00 Dominicus College, 14NQ00 Nijmeegse SGM Groenewoud, 02VE00 Kandinsky College locatie Malderburchtstraat, 02ST00 Canisius College locatie Berg en Dalseweg, 01VN00 Montessori College locatie Kwakkenbergweg, 00RZ00 Karel de Grote College, 00CB00 Totaal
2006 2007 2008 2009 2010 17 158
175
171
166
160
206
201
202
190
174
647
673
680
667
650
231
201
197
202
270
456
457
408
380
382
102
131
179
268
336
379
374
413
396
392
134
148
148
143
134
109
125
113
93
85
2.422 2.485 2.511 2.505 2.600
Wijchen VWO (4-6)
2006 2007 2008 2009 2010
Maaswaal College locatie Veenseweg, 00OB00
270
265
263
293
286
Totaal
270
265
263
293
286
Druten VWO (4-6) Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1), 17IR00 Totaal
89/95
2006 2007 2008 2009 2010 198
232
247
246
242
198
232
247
246
242
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
Bijlage 3
Kandinsky College locatie Hatertseweg Kandinsky College locatie Molenhoek Kandinsky College locatie Heyendaalseweg Nijmeegse SGM Groenewoud Dominicus College Stedelijk Gymnasium Stedelijke SGM Nijmegen Mondial College locatie Lindenholt Mondial College locatie Streekweg Mondial College locatie Hatertseweg Mondial College locatie Energieweg Maaswaal College locatie Veenseweg Maaswaal College locatie Oosterweg Citadel College Pax Christi College locatie Heemradenstraat (1) Pax Christi College Junior college Helicon Joannesschool De Zonnegaard locatie Nijmegen De Zonnegaard locatie Wijchen Notre Dame Des Anges
90/95
Buiten de regio
Kandinsky College locatie Malderburchtstraat
Ubbergen
Canisius College locatie De Goffert
West Maas & Waal
Canisius College locatie Akkerlaan
Druten
Canisius College locatie Berg en Dalseweg
Wijchen
Montessori College locatie Groesbeek
Mook & Middelaar
Montessori College locatie Kwakkenbergweg
BRIN 00CB00 00RZ00 00RZ01 01VN00 01VN03 01VN04 02ST00 02ST03 02ST04 02ST05 02VE00 14NQ00 20CI00 20EO00 21SK00 21SK01 21SK02 21SK03 00OB00 00OB03 30AU00 17IR00 17IR01 26CC06 26JR00 26KY00 26KY01 02QQ00
35%
4%
0%
2%
1%
1%
3%
53%
55%
13%
3%
0%
0%
0%
6%
23%
5%
56%
5%
0%
0%
0%
9%
24%
47%
8%
3%
0%
0%
0%
11%
31%
26%
1%
0%
8%
2%
0%
2%
61%
53%
1%
1%
10%
1%
0%
2%
32%
48%
5%
12%
2%
0%
0%
0%
33%
87%
2%
1%
1%
0%
0%
0%
9%
21%
13%
3%
2%
1%
1%
3%
58%
41%
4%
4%
5%
6%
1%
5%
34%
57%
16%
5%
0%
0%
0%
4%
17%
47%
1%
0%
7%
5%
3%
0%
37%
41%
3%
3%
6%
2%
1%
3%
41%
56%
2%
5%
8%
1%
1%
0%
27%
41%
0%
0%
12%
0%
0%
0%
47%
74%
0%
0%
13%
0%
0%
0%
12%
54%
4%
7%
4%
4%
0%
0%
29%
Nijmegen
Schoolnaam Karel de Grote College
Groesbeek
Herkomst leerlingen per locatie op 1 oktober 2010
80%
0%
0%
1%
1%
0%
0%
17%
1%
0%
0%
79%
0%
0%
0%
19% 14%
4%
0%
0%
82%
0%
0%
0%
25%
0%
0%
0%
0%
0%
3%
71%
0%
0%
0%
7%
53%
29%
0%
11%
0%
0%
0%
0%
1%
93%
0%
6%
43%
4%
2%
10%
3%
0%
0%
36%
72%
5%
1%
3%
3%
0%
1%
16%
81%
4%
1%
0%
1%
0%
2%
12%
10%
0%
0%
42%
17%
5%
0%
26%
38%
12%
1%
1%
1%
0%
16%
31%
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
Bijlage 4 Procedure op overeenstemming gericht overleg Artikel 1 Deze procedure is gebaseerd op artikel 72, lid 2 aa van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Artikel 2 Deze procedure regelt het op overeenstemming gericht overleg tussen de samenwerkende bevoegd gezagsorganen van de scholen in de regio en burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten. Artikel 3 Bovengenoemd overleg vindt plaats over het concept-RPO zoals dat is vastgesteld door de samenwerkende bevoegd gezagsorganen van de scholen in de regio. Het overleg richt zich met name op de huisvestingsgevolgen van de aangevraagde onderwijsvoorzieningen, zoals beschreven in het desbetreffende hoofdstuk van het plan. Artikel 4 In het overleg wordt vastgesteld of er overeenstemming is tussen de samenwerkende bevoegd gezagsorganen en de gemeente over de huisvestingsgevolgen. Artikel 5 Indien over één of meer onderdelen van het concept-RPO geen overeenstemming wordt bereikt tussen de besturen en de betreffende gemeente, wordt dit geschil voorgelegd aan een commissie van drie personen. Voor deze commissie wordt één lid aangewezen door de samenwerkende bevoegd gezagsorganen, één door burgemeester en wethouders van de bij dit geschil betrokken gemeente en één lid door beide gezamenlijk. Deze commissie doet een bindende uitspraak, zo mogelijk voor de eerst mogelijke datum van indiening van dit RPO (1 november van enig jaar). Artikel 6 Indien het niet mogelijk is uitspraak te doen voor genoemde datum, dan worden alleen die aanvragen ingediend waarover overeenstemming is gebleken. Artikel 7 In die gevallen waarin deze procedure niet voorziet beslissen de samenwerkende bevoegd gezagsorganen van de scholen in de regio en burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten samen.
91/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
Bijlage 5 De positie van het vmbo in de regio Nijmegen Inleiding
De laatste vijf jaren vindt er in het VO een verschuiving plaats van leerlingen. Vooral het VMBO ondervindt hiervan de gevolgen. Op dit moment is allerminst duidelijk wat nu precies de oorzaken zijn die achter deze verschuiving zitten en evenmin is duidelijk of deze verschuiving zo langzamerhand tot stilstand is gekomen of nog even doorzet. Deze verschuiving heeft geresulteerd in een groeiende aanmelding voor het havo en vwo en in een sterk dalende aanmelding voor met name het beroepsgerichte vmbo. Het praktijkonderwijs is redelijk stabiel. Dat geldt ook voor VMBO Groen. Tussen 2003 en 2010 zien we in het VMBO de volgende (landelijke) ontwikkeling: BL: 14.344 leerlingen; KL: 295 leerlingen; GL: 3.294 leerlingen; TL: 988 leerlingen. De sterkste daling zit dus in de BL. Vooral de sector Techniek draagt bij aan deze forse daling (ruim 5.000 leerlingen). In het schooljaar 2010-2011 zet deze daling in het VMBO door. In de RPO-regio Nijmegen zien we deze ontwikkelingstrend ook, maar met een terugloop van 200 leerlingen in BL en KL tussen 2006 en 2010 is de daling iets minder omvangrijk. Bovendien weet de sector Techniek zich aardig staande te houden. Echter, mede gelet op de ontwikkelingen in de komende jaren, die een verdere terugloop in het beroepsgerichte VMBO in de regio voorspellen, is dat voor de besturen een van de redenen om het komend jaar het gesprek aan te gaan over de toekomst van het VMBO (in de regio) en daarover heldere afspraken te maken. Hieronder wordt de inhoudelijke agenda voor dit gesprek geformuleerd. De besturen hebben zich verbonden met de uitgangspunten van deze inhoudelijke agenda en de daaraan gekoppelde afspraken. In het volgende stuk wordt vooral gesproken over de positie van het beroepsgerichte VMBO. Dit wil geenszins zeggen dat de andere twee leerwegen hierbij buiten spel staan: uiteindelijk moeten keuzes worden gemaakt die ook de theoretische en de gemengde leerweg (kunnen) betreffen.
92/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
Agenda vmbo
De inhoudelijke agenda kent vooralsnog vijf onderwerpen. Per onderwerp volgen hierna eerst de uitgangspunten en daarna de afspraken, gekoppeld aan een tijdpad. 1. Bestuurlijke verantwoordelijkheid (zie ook 2) Uitgangspunt Op bestuurlijk niveau is het gewenst om een goede balans te vinden in de verantwoordelijkheid voor de eigen schoolorganisatie en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de regio. Voor een adequate aanpak van het vmboonderwijs in de (nabije) toekomst zijn de besturen bereid om óók vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid naar toekomstbestendige oplossingen te zoeken. Deze gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het beroepsgerichte vmbo in de regio houdt in dat de besturen garant staan voor een goede spreiding van het onderwijs en voor een actueel en gevarieerd aanbod. Daarnaast zijn de besturen vanuit deze gezamenlijke verantwoordelijkheid gehouden aan het zoeken naar gezamenlijke oplossingen, mocht een VMBO-vestiging in de problemen komen. Afspraken de besturen hebben verklaard, dat het werken aan aantrekkelijk, gevarieerd en toekomstbestendig vmbo-onderwijs alleen kan worden gerealiseerd als dit in de regio door de besturen wordt gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid; deze gezamenlijke verantwoordelijkheid en de afstemming met de verantwoordelijkheid voor de eigen schoolorganisatie moet preciezer worden gedefinieerd in een gezamenlijke verklaring; in ieder geval worden daarin de uitgangspunten en afspraken uit deze inhoudelijke agenda opgenomen; dit betekent dat er verantwoordelijkheidsafspraken worden gemaakt over: het toekomstig aanbod, de profilering van de vmbo-vestigingen en de spreiding van het aanbod; de besturen hebben in het BeVo al eerder afgesproken dat er op korte termijn een krimpnotitie wordt opgesteld, waarin onderzocht wordt welke de gevolgen zijn van de krimp vanaf 2015 en waarin verder op basis van de uitkomsten afspraken worden gemaakt voor het beroepsgerichte vmbo in de regio aan de hand van scenario’s; de afspraken worden voor 1 maart 2012 nader uitgewerkt; daarbij wordt ook een duidelijke fasering aangegeven. 2. Bestuurlijke samenwerking (zie ook 1) Uitgangspunt In vervolg op het vorige punt kan bestuurlijke samenwerking tot de mogelijkheden behoren om op die manier tot een levensvatbaar en gevarieerd onderwijsaanbod in de regio te komen.
93/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
Afspraken Alvorens verder te kunnen spreken over vormen van bestuurlijke samenwerking wordt een duidelijke gezamenlijke ambitie geformuleerd ten aanzien van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het (beroepsgerichte) VMBO in de regio. Vervolgens kan worden bepaald welke vormen van bestuurlijke samenwerking wenselijk en mogelijk zijn. De afspraken die in het kader van deze inhoudelijke agenda onder de vijf punten staan verwoord, bieden de nodige bouwstenen voor deze gezamenlijke ambitie. Als een mogelijk alternatief scenario voor bestuurlijke samenwerking ten aanzien van het VMBO-onderwijs in de stad Nijmegen is ook genoemd (maar niet verder besproken): het hele (beroepsgerichte) VMBO onderbrengen in één stichting; dit is wellicht een optie voor de langere termijn. 3. Spreiding van het onderwijsaanbod Uitgangspunt De besturen in de regio streven naar een evenwichtige spreiding van het onderwijsaanbod in de regio en in de stad Nijmegen. Op dit moment is sprake van een goede spreiding voor de stad Nijmegen als het gaat om de plaats waar de VMBO-vestigingen staan: een vestiging in het centrum, het noorden, zuiden, westen (twee) en oosten van de stad (VMBO-groen zit in zuid-west). Echter naast een spreiding van vestigingen wordt ook gestreefd naar een spreiding van een gevarieerd, onderling aanvullend en actueel aanbod. Afspraken Dit uitgangspunt wordt verwoord in de verdere uitwerking van de uitgangspunten en afspraken, zoals bedoeld onder punt 1. Dit uitgangspunt wordt ook gehanteerd bij de verdere uitwerking van punt 4. 4. Verkenning van het onderwijsaanbod Uitgangspunt Het huidige aanbod in de regio wordt gekenmerkt door een overwegend intrasectoraal aanbod binnen de sectoren. Mede hierdoor zijn de afdelingsprogramma’s tot een minimum beperkt, maar nog wel sterk vertegenwoordigd in deze intrasectorale programma’s. Alleen in de sector Techniek vinden we nog enkele afdelingsprogramma’s. Daarnaast worden er enkele intersectorale programma’s aangeboden. In het VMBO-programma in de regio overheerst het traditionele aanbod, dat wil zeggen de afdelingsprogramma’s en de daarop gebaseerde intrasectorale programma’s . Ook binnen intersectoraal vinden we vooral de al wat vertrouwde programma’s. De besturen willen het schooljaar 2011-2012 gebruiken om het huidige programmaaanbod zorgvuldig te beoordelen vanuit a) de waarde van het huidige aanbod voor de leerlingen, b) de nieuwe ontwikkelingen in de beroepsgerichte programmering en c) toekomstige ontwikkelingen in het vervolgonderwijs, het bedrijfsleven en de
94/95
DERDE CONCEPT REGIONAAL PLAN ONDERWIJSVOORZIENINGEN NIJMEGEN E.O.
maatschappelijke instellingen in de regio. Bij deze beoordeling wordt nadrukkelijk het programma-aanbod van de regionale ROC’s betrokken en wordt ook onderzoek gedaan bij anders VMBO-scholen om zo een beeld te krijgen van de aantrekkelijkheid van de uiteenlopende programma’s. Indien gekozen wordt voor intersectorale programmaontwikkeling, is het van groot belang afspraken te maken over de differentiëringsmogelijkheden. Afspraken Werken aan gevarieerd, doelmatig en toekomstbestendig beroepsonderwijs vraagt om een heroriëntatie en actualisering van het huidige aanbod in de regio (denk hierbij bijvoorbeeld aan de afspraak tussen de besturen over Techniek (een afdelingsgewijs aanbod binnen de Scholengroep en Techniek Breed binnen de Alliantie en in de regio: afdelingsgewijs binnen de Alliantie in Druten en breed intra- of intersectoraal op het Montessori College in Groesbeek). In deze heroriëntatie is ook ruimte om reeds gemaakte afspraken te herzien. Eén van de vragen die hierbij aan bod kan komen is: welke mogelijkheden worden op dit moment niet of onvoldoende benut om (samen) verder te werken aan aantrekkelijk beroepsonderwijs in de regio? In deze heroriëntatie gaat het niet alleen om het vinden van oplossingen voor mogelijke financiële vraagstukken, maar vooral ook om het vinden van een verantwoorde afstemming van het aanbod in de regio en van actueel en toekomstgericht beroepsonderwijs dat aanluit bij de ontwikkelingen in de regio. Met oog op toekomstige ontwikkelingen in de sector Techniek vraagt deze sector om bijzondere aandacht. Net als bij de voorgaande drie onderwerpen is het goed om in de uitwerking van de afspraken onderscheid te maken tussen de korte (schooljaar 2011-2012) en de lange termijn (de komende vijf jaar). 5. Betrokkenheid van de VMBO-directies Uitgangspunt Het gesprek over de toekomst van het VMBO in de regio wordt van begin af aan gevoerd met de directies van de VMBO-scholen in de regio. Hun commitment bij de uitgangspunten van deze agenda en de daarbij horende afspraken is voorwaardelijk voor een succesvolle aanpak en voor een zorgvuldige communicatie met de betrokken scholen. Afspraak Zo spoedig mogelijk na de afronding van de uitwerking van de uitgangspunten en afspraken (vóór 1 maart 2012: zie punt 1) vindt een werkbijeenkomst van alle betrokken bestuurders en directieleden plaats; hierbij is de uitwerking de inhoudelijke agenda. De besturen bespreken samen hoe de communicatie rondom dit thema wordt verzorgd.
95/95
Dhr. H. Beerten, Wethouder Onderwijs Gemeente Nijmegen Mevr. H. Kunst, Wethouder Onderwijshuisvesting Gemeente Nijmegen, Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen
Datum Nijmegen, 14 oktober 2011
Behandeld door D. van Bennekom
Onderwerp Toelichting BeVo op RPO 2012 – 2017
Ons kenmerk DvB/JJ/B155-11 Uw kenmerk
Geachte mevrouw Kunst, Geachte heer Beerten, Onlangs heeft u van ons het Concept Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen 2012 - 2017 voor het voortgezet onderwijs ontvangen. Graag willen wij als gezamenlijke besturen voortgezet onderwijs deze aanvraag toelichten. De onderwijswetgeving met betrekking tot de planning van onderwijsvoorzieningen is recentelijk gewijzigd. Hierdoor is het makkelijker geworden – indien de betrokken besturen in overgrote meerderheid het betrokken plan onderschrijven – nadere afspraken te maken over het onderwijsaanbod (licenties) en onderwijslocaties (vestigingen). De besturen in het voortgezet onderwijs willen voor de regio Nijmegen, Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen deze mogelijkheid benutten. De betrokken besturen willen dit eerste plan vooral benutten om het huidige aanbod van onderwijs en de huidige locaties goed vast te leggen. Dit is vooral van belang omdat scholen tot 1 november 2011 dislocaties, tijdelijke nevenvestigingen kunnen omzetten tot nevenvestigingen en niet geregistreerde nevenvestigingen kunnen melden. In de tweede plaats benutten de schoolbesturen dit RPO om nieuwe locaties (bijvoorbeeld nieuwbouw Citadel College) en verhuisbewegingen (bijvoorbeeld H400 naar Streekweg 20) te melden. Al deze bewegingen zijn bij de gemeente Nijmegen bekend. Bovendien benutten schoolbesturen deze mogelijkheid om een passender onderwijsaanbod te realiseren (bijvoorbeeld de licentie mavo voor de vmbo-vestiging van het Kandinsky College). Hiernaast zijn de afspraken die de schoolbesturen maken over de gemiddelde maximale instroom voor de vestigingen havo/vwo van belang. In feite betreft het hier ook het vastleggen van al mondeling overeengekomen afspraken. Deze afspraken bieden leerlingen en ouders ook in de toekomst een rijke keus aan VO-scholen en zo worden – met het oog op de komende krimp in de regiogemeenten – onnodige investeringen in aanbouw of nieuwbouw voorkomen. De schoolbesturen hebben voor de vorm van het RPO gekozen omdat op deze wijze veel afzonderlijk bureaucratisch werk kan worden voorkomen en de afspraken in één administratieve beweging kunnen worden afgehandeld. Dit RPO is er dus op gericht om het huidige aanbod in de regio goed vast te leggen, te voorkomen dat bestaande locaties niet goed staan geregistreerd, al overeengekomen verhuisbewegingen en nieuwbouwlocaties vast te leggen, de kwantumafspraken havo/vwo schriftelijk vast te leggen en enkele aanvullende afspraken te maken over het onderwijsaanbod. In die zin bevat dit RPO geen voorstellen die consequenties hebben voor het huidige onderwijshuisvestingsbeleid van de gemeente Nijmegen en levert het geen nieuwe agendapunten op voor een OOGO dat is gericht op onderwijshuisvesting.
De formele vormvoorschriften van het RPO (beschrijving van de regio, gegevens over het onderwijsaanbod, beschrijving van de bestaande voorzieningen e.d.) maken het stuk in formele zin ‘zwaarder’ dan de inhoud in feite weergeeft. Niettemin bevat dit RPO ook een aantal belangrijke afspraken om in de toekomst tot nieuw gezamenlijk beleid te komen. Het gaat hierbij om twee belangrijke afspraken.
De scholenbesturen komen met een krimpnota voor de gehele regio. De inzet is om deze nota nog voor de komende zomervakantie vast te stellen. De schoolbesturen hebben afgesproken zich in te zetten om voor 1 maart 2012 met een gezamenlijke nota te komen over het vmbo, waarbij de bestuurlijke verantwoordelijkheid en samenwerking, de spreiding van het onderwijsaanbod en de inhoud van het onderwijsaanbod aan de orde zullen komen. Bij de ontwikkeling van deze nota zullen de vmbo-directies een prominente rol krijgen.
Los van het RPO hebben de schoolbesturen samen met de collega’s uit Noordoost Brabant en Noord Limburg in het Regionaal Samenwerkingsverband Nijmegen e.o. afgesproken gezamenlijk beleid te ontwikkelen t.a.v. de kabinetsplannen met het Passend Onderwijs. Dit beleid wordt door een drietal werkgroepen voorbereid. Het ROC Nijmegen wordt bij dit beleid betrokken. Natuurlijk willen de schoolbesturen de gemeente Nijmegen (en andere betrokken gemeentebesturen) bij deze beleidsontwikkeling betrekken. Wij zullen de betreffende beleidsstukken dan ook tijdig aanbieden. Op basis van de uitkomsten van de drie genoemde onderwerpen zullen de VO-besturen ook de mogelijke consequenties voor het huisvestingsbeleid in kaart brengen. Daarbij is het goed te weten dat indien de genoemde beleidsontwikkelingen consequenties hebben voor de onderwijsvoorzieningen er jaarlijks de mogelijkheid bestaat aanvullingen op het RPO aan te brengen. Wij vragen u dan ook voor 1 november 2011 uw medewerking aan dit RPO te verlenen. Deze vraag is gebaseerd op het gegeven dat in het aangeboden RPO voor de gemeente Nijmegen geen nieuwe, onbekende aanvragen zijn verwerkt. Eerder in deze brief zegden wij u toe om de gemeente Nijmegen bij onze beleidsontwikkeling t.a.v. krimp, het vmbo en Passend Onderwijs te betrekken. Natuurlijk zijn we graag bereid om op vragen of opmerkingen van uw kant in te gaan. Met vriendelijke groeten, Namens alle schoolbesturen die betrokken zijn bij het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen,
Dirck van Bennekom