Ingekomen stuk D26 (PA 4 september 2013)
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 2 juli 2013
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic MO10/13.0008900 Martin Ruiter
Onderwerp
Datum uw brief
Direct telefoonnummer
Evaluatie Beleidsplan Handhaving Werk en Inkomen
06-52717402
Geachte leden van de Raad,Aldus vastgesteld in de vergadering van: Graag informeren wij uw raad over de uitkomsten van de evaluatie van het Beleidsplan Handhaving Werk en Inkomen. Conform de wens van uw raad bij de vaststelling van het beleidsplan in 2011 hebben we de evaluatie al gedurende de looptijd van het beleidsplan laten uitvoeren. Hierdoor zit er in de tijd ruimte tussen de evaluatie en het nieuwe beleidsplan. Wij vinden het belangrijk om bij De de bespreking vooruit te kijken naar het voorzitter,van de evaluatie ook meteen De secretaris, nieuwe beleidsplan. Graag willen wij de input van uw raad gebruiken bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan. In deze brief - informeren wij uw raad over de belangrijkste resultaten van bijgevoegde evaluatie; - vragen wij uw raad om input voor het nieuwe beleidsplan handhaving. Uitkomsten evaluatie beleidsplan handhaving Op 29 juni 2011 heeft de Raad het ‘Beleidsplan Handhaving Werk en Inkomen 2011–2014’ aangenomen. Dit beleidsplan was feitelijk een voortzetting van het eerder ingezette handhavingsbeleid. Achterliggende visie in het beleidsplan is de gedachte, dat gemeenschapsgeld goed besteed moet worden. Vanuit dat perspectief wordt fraude niet getolereerd. Om dit te realiseren, hebben we ingezet op een volwaardige en effectieve fraudebestrijding. De afgelopen 3 jaar hebben we ons handhavingsbeleid vorm gegeven langs vier sporen: 1. Vroegtijdig informeren 2. Optimaliseren dienstverlening 3. Controle op maat 4. Sanctioneren op maat
1
Het verleggen van de focus van repressie naar preventie, gerichter handhaven en meer oog voor uitstroombevordering waren onze belangrijkste aandachtspunten. Zoals in de evaluatie is aangegeven hebben we onze belangrijkste financiële en beleidsdoelstellingen gehaald. We hebben een aantal medewerkers van bureau Handhaving bijgeschoold zodat deze meer www.nijmegen.nl
raadsbrief evaluatie handhavingGemeenteraad van Nijmegen def.doc
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
handhavingsonderzoeken integraal kunnen uitvoeren. Ook worden enkele klantmanagers Inkomen specifiek ingezet voor rechtmatigheidsonderzoeken. We experimenteren met enkele nieuwe tools op het gebied van informatiegestuurd handhaven. We maken maximaal gebruik van bestandsvergelijkingen. Ook zijn we beperkter en gerichter huisbezoeken gaan inzetten. In 2011 en 2012 hebben we intensieve rechtmatigheidscontroles van het zittend bestand uitgevoerd en zijn we overgegaan tot het direct opleggen van een maatregel bij bijvoorbeeld ‘no show’. Zeer recent hebben we onze handhavingsactiviteiten zowel aan de poort als bij het zittende bestand versterkt. Zo gaan we 100 extra onderzoeken starten op basis van signalen en (anonieme) tips en willen we 300 extra onderzoeken uitvoeren op thema’s met een verhoogd risico op fraude. Te denken valt aan adressen waar meerdere personen ingeschreven staan met een uitkering, kostgangers, uitkeringsgerechtigden met meerdere kentekens op naam en als wij vaststellen dat er bankrekeningen zijn verzwegen. In de perspectiefnota 2012 hebben we besloten om vanaf 2012 op het product Inkomen een bezuiniging van 17,4 fte te realiseren, oplopend naar 24,2 fte in 2014 en verder. We realiseren dit door versoberingen in de dienstverlening, het loslaten van de caseload-systematiek met vaste aanspreekpunten voor onze klanten en minder contact met de doelgroep. Het behoeft geen betoog dat de nieuwe aanpak ook gevolgen heeft voor de handhaving. De uitdaging is om - onder meer middels risicoprofielen en themacontroles - desondanks gerichter en vroegtijdiger fraude op te sporen en de beschikbare capaciteit effectiever in te zetten. De evaluatie laat zien dat we door een efficiënte inzet van handhavingsactiviteiten in ieder geval in financieel opzicht dezelfde resultaten hebben behaald als in voorgaande jaren, ondanks de afbouw van formatie/middelen. Het centrale element binnen onze dienstverlening blijft een rechtmatige verstrekking van de bijstand: op tijd de juiste uitkering aan de juiste persoon. Naar een nieuw beleidsplan Ter voorbereiding en stimulering van een brede discussie bieden wij alle raadsfracties het boek “Uitkeringsfraude in perspectief” aan. Het boek geeft ons inziens een genuanceerd beeld van “de fraudeur”, maar geeft ook handvaten, maar ook een perspectief voor zowel de preventieve als de repressieve kant van handhaving en fraudebestrijding. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Aantal Bijlagen: 1 www.nijmegen.nl
raadsbrief evaluatie handhavingGemeenteraad van Nijmegen def.doc
Evaluatie Handhavingsbeleidsplan Werk en Inkomen
Nijmegen, juni 2013
2
Inleiding Op 29 juni 2011 heeft de Raad het ‘Beleidsplan Handhaving Werk en Inkomen 2011–2014’ aangenomen. De ambitie van ons college was en is nog steeds helder: we zetten het eerder ingezette handhavingsbeleid voortvarend voort. Gemeenschapsgeld moeten we goed besteden, fraude wordt daarbij niet getolereerd. Om dit te realiseren zetten we in op een volwaardige en effectieve fraudebestrijding; ‘Hoogwaardig Handhaven’. Belangrijk element van Hoogwaardig Handhaven is om handhaving te benaderen als een onlosmakelijk en logisch onderdeel van de dienstverlening. Zowel informatieverstrekking over rechten en plichten als vroegtijdige signalering zijn daarbij essentiële pijlers. De kern van handhaven is dat naleving van de voorwaarden, verbonden aan een uitkering, wordt gestimuleerd of desnoods afgedwongen. Nadruk ligt daarbij allereerst op preventie (nalevingscommunicatie en optimalisering van de dienstverlening), daarna op repressie (vroegtijdige detectie en daadwerkelijk sanctioneren). Wij willen bereiken dat de klanten weten wat hun rechten en plichten zijn (informeren) en dat het nakomen van deze plichten efficiënt wordt gecontroleerd. Door controle op maat willen wij fraude zo vroeg mogelijk detecteren en sanctioneren. De afgelopen 3 jaar hebben we gefocust op de volgende elementen: 1. Vroegtijdig informeren 2. Optimaliseren dienstverlening 3. Controle op maat 4. Sanctioneren op maat Deze 4 onderdelen vormen als het ware een glijdende schaal, en gaan van puur preventief (vroegtijdig informeren) naar puur repressief (sanctioneren op maat), maar kunnen niet los van elkaar worden gezien. Door ons op deze vier onderdelen te richten willen de spontane nalevingsbereidheid bevorderen. Onze ambitie was om de focus de komende jaren van repressief naar preventief te verleggen. Efficiënte handhaving Met innovatieve methodes zoeken we naar manieren om de handhaving efficiënt uit te voeren. Geen standaard huisbezoeken bij elke aanvraag maar een gerichte inzet bij signalen van fraude of oneigenlijk gebruik, waarbij steekproefsgewijze controles mogelijk blijven. Handhaving levert een belangrijke bijdrage aan twee doelstellingen van het programma Werk & Inkomen: - Beperken van instroom in de bijstand. - Bestrijding van fraude en oneigenlijk gebruik. Vanaf het moment van uitkeringsaanvraag richten we onze inspanningen op uitstroom naar werk, waar mogelijk. Daarnaast starten we ook bij de aanvraag met het voorkomen en bestrijden van fraude 1 en oneigenlijk gebruik van de bijstand . Alleen wie werkelijk een uitkering nodig heeft, ontvangt deze. Bij de behandeling van het beleidsplan in de raadskamer heeft wethouder Tankir de toezegging gedaan om de evaluatie van het handhavingsbeleidsplan één jaar naar voren te halen, naar het tweede kwartaal van 2013. In deze voorliggende evaluatie: - presenteren we de prestaties over de afgelopen jaren; - vatten we de belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar samen en; - geven we een doorkijk naar de nabije toekomst. Consultatie Wij hebben het voornemen om de gemeenteraad in het vierde kwartaal een aangescherpt beleidsplan handhaving aan te bieden. Wij willen de bespreking van deze evaluatie in de Kamerronde gebruiken als consultatie voor de oplading van het aangescherpte beleidsplan.
1
De focus ligt daarbij primair op personen die een Wwb-uitkering aanvragen.
3
Samenvatting behaalde resultaten De doelstellingen in het beleidsplan zijn als volgt samen te vatten:
Begroot
Realisatie
Bespaarde uitkeringen Opgeboekte fraude Totaal
2011 1,6 2,4 4
2012 1,6 2,4 4
2013 1,6 2,4 4
2014 1,6 2,4 4
2011 1,5 2,5 4
2012 1,5 2,7 4,2
40% ontvangst op opgeboekte fraude
0,96
0,96
0,96
0,96
0,75
0,81
Besparing + ontvangst op fraudevorderingen
2,56
2,56
2,56
2,56
2,25
2,31
Bedragen afgerond op miljoenen
In 2011 en 2012 is het totaal beoogde bedrag aan bespaarde en opgeboekte fraude gerealiseerd. We zien nog wel een stijging in de opgeboekte fraude. Belangrijke redenen hiervoor zijn: - een toename van goed onderbouwde signalen door burgers. Door de economische crisis wordt uitkeringsfraude in de directe omgeving van de fraudeur steeds mindere mate getolereerd; - de forse stijging van het klantenbestand in 2011 en 2012 leidt tevens tot een stijging in de geconstateerde fraude; - het kost veel onderzoekstijd om bij een kleine groep ‘professionele’ frauders de fraudezaak bewezen te krijgen. In de onderzoekstijd loopt de op te boeken fraude verder op. Het voorkomen van fraude en het beperken van de omvang van de fraude zijn elementen waar wij de komende jaren, boven op onze huidige inzet, extra willen inzetten. Het is helder dat het zowel in het belang van de gemeente als van de klant is dat we fraude voorkomen of zo vroeg als mogelijk achterhalen. Hoge fraudebedragen zijn vaak maar gedeeltelijk te innen, hoge fraudebedragen nemen bij klanten ook intrinsieke prikkels weg om uit te stromen. Bespaarde uitkeringen Voor het berekenen van de bespaarde uitkering rekenen we met 6 maanden uitkeringslast als een onterechte uitkering aan de poort wordt voorkomen dankzij de handhavingsactiviteiten en 12 maanden bespaarde uitkeringslast bij een lopende uitkering. Dit is een conservatieve inschatting van de besparing, aangezien het zeer aannemelijk is dat, zonder de handhavingsactiviteiten, de uitkering langer dan 6 of 12 maanden verstrekt zou gaan worden. Ontvangst op opgeboekte fraude Voor elke opgeboekte euro aan bijstandsvordering wordt 52 eurocent in een voorziening gestort. Op basis van historische gegevens blijkt namelijk dat wij gemiddeld iets minder dan de helft (48%) van een opgeboekte bijstandsvordering terugontvangen. Uit analyse blijkt dat de ontvangsten op specifiek de categorie fraudevorderingen achterblijven ten opzichte van dit gemiddelde. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: - de hoogte van fraudevorderingen ten opzichte van andere vorderingsoorten; - na beslag op onroerende goederen en auto’s is incasso beperkt tot beslagvrije voet; - de kenmerken van de groep ‘professionele’ fraudeurs maakt dat zij vaak ‘onvindbaar’ zijn. De doelstelling uit het Handhavingsbeleidsplan om 40% van de opgeboekte fraudevorderingen terug te krijgen wordt niet gerealiseerd. In 2011 en 2012 ontvangen we, ondanks alle inspanningen, 2 gemiddeld 30% van de opgeboekte fraudevorderingen . Voor de inschatting van toekomstige ontvangsten op fraudevorderingen is het reëel om van een ontvangst van 30% uit te gaan.
2
De gepresenteerde ontvangsten (0,75 mln en 0,81 mln) zijn de ingeschatte ontvangsten op de in 2011 en opgeboekte fraudevorderingen. Deze ingeschatte ontvangsten vinden namelijk niet alleen in het jaar van opboeking van de vordering plaats, maar voor een deel in de komende jaren.
4
Investeren in handhaving In de Perspectiefnota 2012 is gekozen om de komende jaren te blijven investeren in handhaving. De extra investering die er tot en met 2011 was, werd niet direct volledig beëindigd, maar stapsgewijs afgebouwd. Ons college heeft in 2012 € 400.000 en in 2013 € 200.000 geïnvesteerd in handhaving. Dit geeft ons de mogelijkheid om de huidige, succesvolle werkwijze verder door te ontwikkelen, meer in te zetten op preventie en vroegtijdig informeren. We maken daarbij gebruik van landelijk nieuw ontwikkelde tools op het gebied van informatiegestuurd handhaven, bestandsvergelijkingen en veranderingen in werkwijze zodat we de komende jaren efficiënter werken. Van 2012 tot en met 2014 streven we ernaar om, ondanks de afbouw van middelen, de huidige doelstellingen te realiseren: • de extra investeringen op handhaving verdienen we terug door besparingen op uitkeringen; • we besparen uitkeringen en/of boeken fraudevorderingen op ter hoogte van € 4 miljoen. We willen binnen dit bedrag het aandeel ‘bespaarde uitkeringen’ verhogen ten opzichte van de opgeboekte fraudevorderingen en streven naar een verhouding € 1,6 miljoen (besparing) € 2,4 miljoen (fraude) • door ‘Terugvordering-op-Maat’ incasseren we in 2011 5% meer op alle openstaande vorderingen dan in 2010. Een stevige ambitie omdat de tijdelijke middelen voor handhaving in afgebouwd worden. Om dit te realiseren waren we voornemens de volgende maatregelen te nemen: 1. binnen Bureau Handhaving worden medewerkers bijgeschoold en op andere onderdelen ingezet Maatregel is gerealiseerd. Medewerkers vooronderzoek zijn bijgeschoold en kunnen als fraudepreventiemedewerkers breder ingezet worden. 2. de focus en inzet van (gespecialiseerde) klantmanagers Inkomen komt meer te liggen bij signalering van fraude en verantwoordelijkheid voor rechtmatigheidsonderzoeken Ten dele gerealiseerd. Enkele klantmanagers Inkomen werken, samen met medewerkers Handhaving, specifiek aan rechtmatigheidsonderzoeken. De capaciteit die hiervoor ingezet kan worden is gelimiteerd. 3. nieuwe tools worden ingezet die ontwikkeld zijn op het gebied van informatiegestuurd handhaven De afgelopen twee jaar is met enkele tools geëxperimenteerd. Tot op heden zijn de ervaringen niet dusdanig dat we tot aanschaf zijn overgegaan. We oriënteren ons verder op wat beschikbaar is. 4. maximaal gebruik van bestandsvergelijkingen Gerealiseerd, we maken maximaal gebruik van bestandsvergelijkingen binnen de huidige wettelijke kaders en de kaders van de privacywetgeving. 5. huisbezoeken bij nieuwe aanvragen bijstandsuitkering zetten we beperkt en gericht in Gerealiseerd, we zetten huisbezoeken beperkt en gericht in.
5
Belangrijkste ontwikkelingen 2011 – 2013 De tijd staat niet stil, het onderdeel handhaving binnen de Wet Werk en Bijstand is continu aan veranderingen onderhevig. In dit hoofdstuk vatten we kort de belangrijkste ontwikkelingen samen die in de afgelopen twee jaar plaatsvonden, welke een directe relatie hebben met de doelstellingen en realisatiemogelijkheden van het beleidsplan Handhaving.
Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 In 2011 had de gemeente Nijmegen een tekort op het budget Inkomensdeel boven de 10%. Als gemeente zijn wij risicodrager voor de eerste 10%, voor het bedrag boven de 10% (€ 1,4 miljoen) hebben wij een aanvullende uitkering aangevraagd. De Inspectie SZW heeft, ter ondersteuning van de Toetsingscommissie Wwb, het beleid en de uitvoering van de gemeente Nijmegen onderzocht op verschillende onderdelen, waaronder handhaving. Naast de reguliere handhavingsactiviteiten hebben we in 2011 en 2012 enkele extra maatregelen genomen, waaronder: - intensieve rechtmatigheidscontrole van het zittend bestand; - afschaffen van de waarschuwing en het direct opleggen van een maatregel bij bijvoorbeeld ‘no show’. Uit de analyse van de Inspectie SZW blijkt dat de gemeente goed zicht heeft op het effect van beleidsmaatregelen, zowel in de preventieve sfeer als repressief. Het handhavingsbeleid is voldoende ingevuld, de gemeente houdt goed zicht op de realisatie van de taakstelling handhaving en anticipeert op de nieuwe wetgeving in 2013. De inspectie SZW concludeert dat de overschrijding in 2011 niet het gevolg is van beleidskeuzes door College en Raad dan wel uitvoeringshandelingen. Er zijn in de afgelopen drie jaar geen fouten of onzekerheden in het verslag of de bevindingen van de accountant geconstateerd; Nijmegen heeft de uitvoering op orde. Het tekort is een gevolg is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Invoering én afschaffing huishoudinkomenstoets in 2012 De eerste maanden van 2012 stonden in het teken van de invoering van de huishoudinkomenstoets binnen de Wet samenvoeging Wwb en WIJ. In enkele maanden tijd dienden hiervoor, met de beschikbare formatie, bijna 1000 uitkeringsgerechtigden uitgenodigd te worden en (indien van toepassing) de uitkering gewijzigd te worden. Medio april was een groot deel van deze groep reeds gesproken, toen deze wetgeving met het Lente-akkoord werd teruggedraaid. De invoering (en afschaffing) heeft in de eerste helft van 2012 een forse claim gelegd op de uitvoeringsorganisatie, waardoor minder capaciteit beschikbaar was voor alle andere taken, waaronder handhaving. Wet aanscherping handhaving SZW-wetgeving Per 1 januari 2013 is de wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking getreden. Doelstelling van de wet is een harmonisatie en aanscherping van de sanctiemogelijkheden van SZW-wetgeving om hiermee de naleving en handhaving/bestrijding van misbruik en fraude te versterken. Uitgangspunt is dat uitkeringsfraude niet mag lonen. Gemeenten worden met deze wet verplicht om bij schending inlichtingenplicht elke euro van teveel (en ten onrechte) verstrekte bijstand terug te vorderen (van bevoegdheid naar verplichting). Het sanctiebeleid wordt hierdoor geharmoniseerd en verscherpt, de beleidsruimte voor de gemeente is beperkt. Een belangrijk element in deze wet is herintroductie van de bestuurlijke boete bij de schending van de inlichtingenplicht door bijstandsgerechtigden. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vergissingen en bewuste fraude. Bij schending van de inlichtingenplicht is de boete gelijk aan het benadelingsbedrag (= het teveel ontvangen bedrag), bij recidive is de boete 150%. Bij recidive kun je als gemeente de boete drie maanden verrekenen met de uitkering. Wet huisbezoeken De nieuwe wet huisbezoeken is op 1 januari 2013 in werking getreden en geeft gemeenten meer mogelijkheden om met een huisbezoek de leefsituatie te controleren. Vanwege een juridische fout in de wet was deze bij invoering niet hanteerbaar. Deze fout is onlangs via de Verzamelwet SZW 2013 hersteld. We waren voornemens bij deze evaluatie een aangepast protocol te presenteren, waarin de Wet huisbezoek is verwerkt. Uitvoeringsorganisaties als gemeenten worden verplicht een protocol op te
6
stellen voor het afleggen van een huisbezoek. In een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zal op hoofdlijnen worden aangegeven waar het protocol over gaat, waaronder het duiden van de rechten en plichten van de cliënt. De inhoudelijke invulling is aan de gemeente. De AMvB is nog niet definitief, naar verwachting zal de staatssecretaris deze rond 1 juli 2013 naar de Kamer sturen. Als de inhoud van de AMvB vastgesteld is, herzien wij ons huidig protocol huisbezoeken. Wijzigingen in dienstverlening afdeling Inkomen In de Perspectiefnota 2012 hebben we een forse bezuinigingstaakstelling opgenomen op het product Inkomen. Vanaf 2012 ramen we 17,4 fte af. Dit loopt op naar 24,2 fte in 2014 en verder. Om dit te realiseren hebben we de dienstverlening versoberd. De systematiek van een caseload is losgelaten, klanten hebben geen vast aanspreekpunt meer en worden niet standaard één keer per jaar gesproken. We kijken hoe we, onder meer middels risicoprofielen en themacontroles, gericht en vroegtijdig fraude kunnen opsporen en de beschikbare capaciteit effectief kunnen inzetten. Het centrale element binnen onze dienstverlening blijft een rechtmatige verstrekking van de bijstand: op tijd de juiste uitkering aan de juiste persoon. Inzet van camera’s bij rechtmatigheidsonderzoeken Ons College is voorstander van het gebruik van die camera’s bij de rechtmatigheidscontroles binnen de Wet Werk en Bijstand, maar laat de invoering afhangen van instemming door de gemeenteraad. Medio 2012 heeft de wethouder met de raad afgesproken dat het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) het Nijmeegse protocol voor de inzet van die camerateams toetst. Hierop zijn meerdere gewijzigde exemplaren uitgewisseld en bediscussieerd met het CBP. Dit proces heeft geleid tot een aangepast protocol, dat op diverse punten is gewijzigd om aan de belangrijkste voorwaarden van het CBP te voldoen. Eind april 2013 is deze aangepaste versie ter beoordeling aan het CBP voorgelegd. Voor de voortgang zijn wij afhankelijk van de beoordelingstermijnen van het CBP, de verwachting is dat we binnen 3 maanden een formele reactie ontvangen op deze versie. Ontwikkeling ondertussen in andere gemeenten De inzet van camera’s bij rechtmatigheidsonderzoeken Wwb is in Nederland het afgelopen jaar verder gemeengoed geworden. Verschillende gemeenten hebben ons, vanwege eerdere publiciteit, vragen gesteld omdat zij de implementatie aan het voorbereiden zijn. Andere gemeenten zijn ondertussen al gestart. Deze ontwikkeling is zichtbaar bij grotere gemeenten als kleinere gemeenten. Niet CBP maar bestuursrechter centraal Nagenoeg geen enkele gemeente heeft een expliciete melding gedaan bij het CBP over de inzet van de camera. Op grond van artikel 53a, negende lid van de Wet werk en Bijstand is ‘het college bevoegd onderzoek in te stellen naar de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens en zonodig naar andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de verlening dan wel de voortzetting van bijstand.’ Een wettelijke grondslag alleen volstaat niet. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer moet altijd noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de inzet van onderzoeksmethoden in redelijke verhouding moet staan tot het doel ervan en dat het doel niet op een voor de belanghebbende minder belastende wijze moet kunnen worden bereikt. Dit moet van geval tot geval worden afgewogen. Daarbij geldt dat hoe zwaarder de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is, hoe minder snel deze noodzakelijk geoordeeld zal kunnen worden. Heimelijke observatie met een camera geldt als een serieuze inbreuk. Voor de inzet van de camera’s is wettelijk geen expliciete goedkeuring van het CBP nodig. Andere gemeenten laten de toetsing over de correcte inzet van camera’s op casusniveau achteraf plaatsvinden door de bestuursrechter. Voor een brede draagvlak in de Nijmeegse Raad voor de inzet van camera’s vinden wij de afstemming en check door het CBP wel zeer wenselijk. Extra inzet op handhaving in 2013 Vanaf 1 april 2013 intensiveren wij onze handhavingsactiviteiten, zowel aan de poort als voor het zittende bestand. We zien in 2012 een forse stijging van (anonieme) tips door burgers. In deze economisch moeilijke tijden wordt misbruik van sociale zekerheid steeds minder getolereerd. Het is onze taak om snel en accuraat de tips te onderzoeken. Ervaring leert overigens dat de tips die wij ontvangen vaak goed zijn onderbouwd en zeer bruikbaar zijn. Wij intensiveren handhaving door in 2013: - 100 extra onderzoeken te starten op basis van signalen en (anonieme) tips;
7
-
300 extra onderzoeken te starten op thema’s met een verhoogd risico op fraude, zoals adressen waar meerdere personen ingeschreven staan met een uitkering, kostgangers, meerdere kentekens op naam en verzwegen bankrekeningen
Wij hebben hiervoor gespecialiseerde handhavers ingehuurd om in 2013 extra onderzoeken uit te voeren en ondersteuning te bieden bij de versterking aan de poort. De focus ligt primair op besparing van uitkeringslasten en het voorkomen van (langdurige) fraude. Fraude effectief bestrijden; informeer goed en constateer tijdig 3 Begin 2013 is een onderzoek beschikbaar gekomen van Menno Fenger en William Voorberg over de praktijk van fraudebestrijding in Nederland. Op grond van de beschikbare gegevens concluderen Menno Fenger en William Voorberg dat in ongeveer de helft van de fraudegevallen sprake is van mensen die willens en wetens de regels overtreden en daarvan financieel profiteren. Bij de andere helft van de fraudegevallen liggen vaak andere oorzaken ten grondslag aan frauduleus gedrag. Zo is er een groep alleenstaanden (met name vrouwen) die na een turbulente relatie zelfstandig gaan wonen. Wanneer een nieuwe liefde zich aandient, zijn deze vrouwen vaak huiverig voor het aangaan van een samenwoonovereenkomst. Vaak ook omwille van kinderen. Het gevolg is dat deze gezinnen in een soort schemergebied belanden tussen ‘alleenstaand’ en ‘samenwonen’ en zijn ze (te) laat bij het opgeven van de juiste woonsituatie.
Anne is een alleenstaande vrouw van 32 jaar met een uitkering. Ze heeft een dochtertje Chantal van 4 jaar en een zoon Chris van 6 jaar. Anne is 10 jaar getrouwd geweest. Haar huwelijk begon prachtig, maar eindigde uiteindelijk in een ware nachtmerrie. Haar ex-man was elke avond ladderzat en sloeg haar en de kinderen met enige regelmaat. Na een paar maanden zo geleefd te hebben besloot ze van hem te scheiden en met de kinderen ergens anders te gaan wonen. Inmiddels heeft ze een nieuwe liefde gevonden. Ron is een lieve vent die goed is voor haar, en haar kinderen zijn dol op hem. Ron wil graag bij Anne en haar kinderen gaan wonen. Maar Anne is op haar hoede. Haar vorige relatie begon ook zo mooi. Ron slaapt nu een paar keer per week bij hen. De ene keer twee nachten in de week en de andere keer wel vijf of zes nachten. Op 3 november wordt Anne opgeroepen op het Werkplein. Daar wordt haar verteld dat uit waarnemingen van de sociaal rechercheur blijkt dat Anne waarschijnlijk in overtreding is. Zo staat met enige regelmaat dezelfde groene Volkswagen Golf voor de deur (terwijl Anne geen auto heeft), maar doorgaans niet tussen 09:00 en 17:00 uur. Samen met de rechercheur loopt Anne een checklist door, waaruit blijkt dat er volgens de verordening sprake is van een gemeenschappelijke huishouding. Anne is stomverbaasd. Ze heeft helemaal niet het idee gehad dat ze samenwoont!
Andere groepen “fraudeurs” zijn mensen die administratief onbekwaam zijn, bijvoorbeeld vanwege psychosociale aandoeningen. Tot slot is er een groep uitkeringsontvangers die incidenteel ‘per ongeluk’ gefraudeerd heeft, omdat ze gewoonweg niet goed op de hoogte waren van de informatie die ze dienden te verstrekken of omdat de sociale dienst ze niet goed heeft ingelicht over de voorwaarden bij het ontvangen van een uitkering. Het veel gebezigde perspectief van de uitkeringsfraudeur als doelbewuste crimineel is op zijn minst eenzijdig. Fenger en Voorberg vragen zich daarom af of het landelijk beleid, gericht op het opsporen en bestraffen van fraudeurs, wel zo gepast is en plaatsen vraagtekens bij de aanname dat strengere sancties ook leiden tot vermindering van fraude. Per 1 januari 2013 is de eerder genoemde wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving van kracht. Naast het ten onrechte ontvangen bedrag wordt tevens een boete opgelegd ter hoogte van het fraudebedrag. De financiële gevolgen van onbewuste fraude worden hiermee enorm, de wet vergroot de noodzaak om middels vroegtijdig informeren, communiceren en het optimaliseren van de dienstverlening onbewuste fraude te voorkomen en/of te minimaliseren. Kenniscentrum Handhaving Door het RCF, Kenniscentrum Handhaving, is een checklist ontwikkeld dat globaal de stand van zaken weergeeft met betrekking tot de borging van hoogwaardig handhaven in de uitvoering. Na een korte enquête wordt globaal in kaart gebracht wat de stand van zaken is en hoe verschillende 3
Uitkeringsfraude in perspectief. Een onderzoek naar de praktijk van fraudebestrijding in Nederland
8
onderdelen, van beleid, aansturing tot aan werkprocessen, door diverse betrokkenen in de organisatie worden beoordeeld. De uitkomst van de enquête is input voor gesprek, waar een verdieping plaats vindt en keuzes worden gemaakt voor activiteiten waarop moet worden ingezet. Onlangs hebben wij in Nijmegen dit traject doorlopen. Naleving van regels moet voor een klant vanzelfsprekend gaat worden. Voor de gehele uitvoering moet naleving een integraal onderdeel van je dienstverlening zijn. In de huidige dienstverleningsontwikkeling, met een verdergaande digitalisering bij de uitkeringsverstrekking en verminderd persoonlijk contact, is het noodzakelijk om ook bij de reintegratiecontacten consequent aandacht te hebben voor naleving van alle plichten. Samenwerkingsconvenant bestuurlijke aanpak bijstandsfraude Verstrekking van politie-informatie aan gemeenten bij bestrijding van bijstandsfraude is mogelijk indien de fraudeverdenking (vermoedelijk) strafrechtelijke aanpak vergt. In dat geval verricht de sociale recherche onderzoek onder gezag van het Openbaar Ministerie en kan op basis daarvan over politieinformatie worden beschikt. Per 1 januari 2013 is de strafrechtgrens voor bijstandsfraude opgetrokken van € 10.000 naar € 50.000 (netto). Fraude-onderzoek blijft hierdoor voornamelijk plaatsvinden in bestuursrechtelijke sfeer. De Wet politiegegevens (WPG) voorziet momenteel niet in de mogelijkheid om in bestuursrechtelijke sfeer standaard gegevens beschikbaar te stellen. De gewenste informatievoorziening is daarmee geblokkeerd geraakt voor een groot aantal fraudegevallen. Om op korte termijn (opnieuw) te voorzien in de gewenste informatie-uitwisseling wordt door RCF Kenniscentrum Handhaving een samenwerkingsovereenkomst bestuurlijke aanpak bijstandsfraude tussen regio-gemeenten en politie uitgewerkt.
9
Belangrijkste toekomstige ontwikkelingen Aanscherping verplichtingen doelmatigheid Met de Wet aanscherping handhaving SZW-wetgeving is sinds 1 januari 2013 invulling gegeven aan een aanscherping van het rechtmatigheidsdeel van de Wwb. Dit kan ertoe leiden dat (bij recidive) tot 3 maanden de volledige uitkering van een klant met een boete of vordering wordt verrekend. Ten aanzien van de doelmatigheid (het accepteren van werk en nakomen van afspraken die mogelijk op termijn tot werk kunnen leiden) is een gelijksoortig wetsvoorstel in de maak met dezelfde financiële consequenties als wanneer de klant zich niet aan zijn arbeidsverplichtingen houdt. Deze ontwikkeling stimuleert ons om hierop vooruitlopend onze hoogwaardig handhavingsactiviteiten, van voorlichting en informatievoorziening tot aan controle, integraal in onze gehele dienstverlening te verbeteren en door te voeren. Regionalisering van het Werkbedrijf/Sociaal Akkoord De regio Nijmegen zet reeds geruime tijd in op een regionalisering van het Werkbedrijf. De ambitie is om dit Werkbedrijf modulair op te bouwen, waarbij de poortwachtfunctie en begeleidingsfunctie de basis is. Eén van de eerstvolgende modules die ontwikkeld wordt zal waarschijnlijk het onderdeel inkomensvoorziening zijn. Deze regionalisering heeft uiteraard grote gevolgen voor de uitvoering van onze handhavingstaken. Een regionaal werkbedrijf zal een belangrijke partner worden voor signalering van doelmatigheidsfraude (en op termijn rechtmatigheidsfraude), waarbij positionering van de taak/uitvoeringsonderdeel handhaving bij het werkbedrijf voor de hand ligt. De totstandkoming van het Sociaal Akkoord heeft echter ook zijn weerslag op de verdere regionaliseringsontwikkeling binnen het domein Werk en Inkomen. Dit volgen we uiteraard van nabij, zodat wij onze handhavingstaak en wijze van uitvoering hier naadloos op kunnen aansluiten. Wetsvoorstel wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) Middels een voorstel tot wetswijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI) wil het Ministerie van Sociale Zaken en Werk aan de belastingdienst, diverse uitvoeringsorganisaties zoals UWV, Sociale Verzekeringsbank en gemeenten uitwisseling en koppeling van persoonsgegevens uit de bestanden toestaan. Voor een rechtmatige uitvoering van de sociale zekerheid is het noodzakelijk dat er een adequate controle plaatsvindt op de juistheid en volledigheid van die gegevens. Een belangrijke manier om dit te bereiken – als burgers niet voldoen aan hun informatieplicht - is door gebruik te maken van gegevens die de overheid of andere organisaties met een publieke taak al beschikbaar hebben. De mogelijkheden van gegevensuitwisseling die kunnen bijdragen aan een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de sociale zekerheid moeten daarom optimaal worden benut. Dit draagt bij aan het draagvlak in de sociale zekerheid en een adequate fraudebestrijding. Het slim combineren van de bestanden en het juist interpreteren van de combinaties levert 'risicomeldingen' op die nader onderzoek behoeven. Dit instrument wordt ook wel het Systeem Risico Indicatie (SyRI) genoemd. De bestandskoppelingen worden verricht om samenhangende misstanden te kunnen onderkennen en om de pakkans te verhogen. SyRI omvat de technische infrastructuur en de bijbehorende procedures waarmee in een beveiligde omgeving op een zorgvuldige manier anoniem data kunnen worden gekoppeld en vervolgens geanalyseerd, zodat risicomeldingen kunnen worden gegenereerd. Een risicomelding betekent dat een rechtspersoon of natuurlijke persoon onderzoekswaardig wordt geacht in verband met mogelijke fraude, onrechtmatig gebruik en nietnaleving van wetgeving. Deze werkwijze leidt tot een meer effectieve en efficiënte inzet van het controle apparaat. De gestructureerde gegevensverwerking met de inzet van SyRI is in overleg met het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) destijds zo ingericht dat privacy van betrokkenen zoveel mogelijk is gewaarborgd. In de voorliggende wetswijziging wordt de in de interventiepraktijk beproefde manier van gegevensverwerkingen wettelijk geregeld en aan inzichten van het CBP aangepast.
10
Nieuw beleidsplan Deze evaluatie leert ons dat de financiële doelstellingen gerealiseerd zijn. We hebben door efficiënte inzet van handhavingsactiviteiten dezelfde resultaten behaald ten opzichte van voorgaande jaren, ondanks de afbouw van formatie/middelen en de inzet ten behoeve van de huishoudinkomenstoets. Handhaving aan de poort is goed neergezet; we informeren nieuwe klanten actief over hun rechten en plichten, bij onvoldoende inspanningen maken we direct duidelijk dat dit onaanvaardbaar is en we voorkomen onterechte uitkeringen door intensieve handhavingsactiviteiten. We gaan de uitkomsten van deze evaluatie betrekken bij de totstandkoming van het nieuwe beleidsplan.
11