Maatschappelijke Ontwikkeling
Ingekomen stuk D9 (PA 12 december 2012)
Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 27 november 2012
Telefoon 14024 Telefax
(024) 323 59 92
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic
Onderwerp
Voortgang transitie Zorg & Welzijn
MO10/12.0020684
Leonie Braks
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3292480
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Brede voortgangsnotitie Transitie Zorg & Welzijn Op 21 maart 2012 is in uw raad gesproken over de wijkpilots Zorg & Welzijn aan de hand van een uitvoeringsnotitie. Het college heeft aangekondigd te komen met halfjaarlijkse voortgangsrapportages over de wijkpilots. Inmiddels zijn de wijkpilots geplaatst in het bredere kader van de diverse onderdelen van de Transitie in het sociaal domein. Het uitstel van de AWBZ-decentralisatie hebben aangegrepen om alle hervormingen nieuwe taken in het De we voorzitter, Deen secretaris, sociale domein in samenhang voor te bereiden als één Transitie. Het Wmo-beleidsplan 20122015 ‘Solidair, samen en solide’ vormt hiervoor de steeds terugkerende basis. Dit betekent dat de overheveling van de jeugdzorg- en de AWBZ-taken zoveel mogelijk wordt verbonden aan de beweging die in Nijmegen binnen de Wmo in gang is gezet met de wijkpilots, waarvan de Sociale Wijkteams de spil zijn. De verbreding heeft geleid tot bijgevoegde voortgangsnotitie die zich niet beperkt tot de wijkpilots, maar ook in gaat op de decentralisatie van AWBZ en Jeugdzorg. Op 8 oktober jl. is uw raad reeds mondeling geïnformeerd over de stand van zaken van de gehele transitie van het sociaal domein. Met de voortgangsnotitie lichten we de voortgang in Nijmegen schriftelijk toe en informeren we u over de gevolgen van het regeerakkoord voor de Transitie . Op 12 december as. vindt een volgende raadsinformatiebijeenkomst plaats over de Transitie waarbij u de voortgangsnotitie met bijlagen kan betrekken. Regionaal plan van aanpak Transitie – regionale nieuwsbrief Behalve de voortgangsnotitie Transitie Zorg & Welzijn bieden wij u ter informatie het regionale plan van aanpak voor de Transities aan waarover overeenstemming is met de regio en dat wij hebben vastgesteld. Het gaat om een procesplan, waarbij de lokale planning gelijk oploopt met de regionale planning. Afgesproken is dat dit plan van aanpak aan alle betrokken colleges van B en W ter vaststelling wordt voorgelegd en vervolgens ter informatie wordt aangeboden aan de raden. In de keuzenota die in het voorjaar van 2013 aan de raad wordt voorgelegd, komen nadere inhoudelijke keuzes aan de orde.
www.nijmegen.nl
1
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
Tot slot bieden wij aan u de regionale nieuwsbrief aan met informatie over regionale en de laatste landelijke ontwikkelingen. In de regionale nieuwsbrief leggen we ook verbindingen tussen de transitie Zorg & Welzijn en het passend onderwijs en ‘werken naar vermogen’. Toezegging raadskamer 24 oktober 2012 Tijdens de bespreking van de regionale visie Transfomeren en Integreren op 24 oktober 2012 in de raadskamer is een vraag gesteld over de verhouding tussen het percentage cliënten dat individuele begeleiding (56%) ontvangt en het percentage dat groepsbegeleiding (24%) ontvangt, terwijl de kostenverdeling tussen de twee typen beleiding bijna 50% is. Hiervoor geeft het zorgkantoor coöperatie VGZ als belangrijkste verklaring dat bij individuele begeleiding wordt gewerkt met bandbreedtes (8 klassen), bijvoorbeeld klasse 1 is 0-1,9 uur per week, klasse 2 23,9 uur per week en klasse 3 4 – 6,9 uur per week. De eerste 3 klassen zijn het meest voorkomend. Het zorgkantoor heeft met de zorgaanbieders afgesproken dat wordt afgerekend op 60% van de bandbreedte. Bij groepsbegeleiding wordt geen bandbreedte gehanteerd. Daarnaast is het gemiddelde aantal dagdelen per week per cliënt hoger dan het gemiddeld aantal uren per week per cilënt en ligt het dagdeeltarief voor groepsbegeleiding wat hoger dan het uurtarief voor individuele begeleiding.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Gewoon doen wat nodig is
Voortgangsnotitie TRANSITIE ZORG & WELZIJN GEMEENTE NIJMEGEN
1
Gewoon doen wat nodig is
2
Gewoon doen wat nodig is
TRANSITIE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE NIJMEGEN Voorwoord De voorgenomen decentralisaties van delen van de AWBZ en de Jeugdzorg leiden niet alleen tot drukte bij de gemeentelijke bestuurders. In het veld is steeds meer de beweging te zien dat organisaties naar gemeenten en burgers toe bewegen. Zo leidt het indicatieloos hulpverlening leveren, zonder procedure bij Bureau Jeugdzorg, in onze regio tot mooie resultaten. De jarenlange groei lijkt daarmee gestopt. En zo zijn welzijnsinstellingen in Nijmegen nadrukkelijk op zoek naar meer samenwerking en efficiency, onder het motto: doen waar je zelf goed in bent! En wordt in de maatschappelijke opvang meer gewerkt vanuit een trajectbenadering. Daardoor kan meer hulp ambulant geboden worden, in plaats van dure opvang. Al deze bewegingen in het veld, stammen hoopvol voor de wens om hulp dichter bij burgers te organiseren, vanuit het adagium: slimmer, sneller, beter en goedkoper. Wethouder Bert Frings Vooraf
Deze verbreding heeft geleid tot deze voortgangsnotitie die zich niet beperkt tot de wijkpilots, maar ook in gaat op met name de decentralisatie van AWBZ en Jeugdzorg. Op 8 oktober jl. is uw raad reeds mondeling geïnformeerd over de stand van zaken van de gehele transitie van het sociaal domein. Met deze notitie lichten we de voortgang in Nijmegen schriftelijk toe. Op 12 december as. vindt een volgende raadsinformatiebijeenkomst plaats over de Transitie.
Op 21 maart 2012 is in de raad gesproken over de wijkpilots Zorg & Welzijn aan de hand van een uitvoeringsnotitie. Het college heeft aangekondigd te komen met halfjaarlijkse voortgangsrapportages over de wijkpilots. Inmiddels zijn de wijkpilots geplaatst in het bredere kader van de diverse onderdelen van de Transitie in het sociaale domein. Het uitstel van de AWBZ-decentralisatie hebben we aangegrepen om alle hervormingen en nieuwe taken in het sociale domein in samenhang voor te bereiden als één Transitie. Het Wmo-beleidsplan 2012-2015 ‘Solidair, samen en solide’ vormt hiervoor de steeds terugkerende basis. Dit betekent dat de overheveling van de jeugdzorg- en de AWBZ-taken zoveel mogelijk wordt verbonden aan de beweging die in Nijmegen binnen de Wmo in gang is gezet met de wijkpilots, waarvan de Sociale Wijkteams de spil zijn.
Bijgevoegd is het regionale plan van aanpak en de regionale nieuwsbrief met informatie over regionale en de laatste landelijke ontwikkelingen. In de nieuwsbrief leggen we ook verbindingen tussen deze transitie en het passend onderwijs en ‘werken naar vermogen’.
3
Gewoon doen wat nodig is
In deze voortgangsrapportage worden de volgende onderwerpen beschreven: 1. AWBZ en Jeugdzorg 1.1 Effecten regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ voor AWBZ en Jeugdzorg 1.2 Planning en organisatie 1.3 Stand van zaken Experiment Jeugdzorg Dichtbij Samenwerking VGZ 2. 3. Voortgang wijkpilots Zorg & Welzijn 3.1 Vliegende start Sociale Wijkteams 3.2 De Sociale wijkteams als spil 3.3 Flankerende trajecten wijkpilots 4. Communicatie 5. Financiën 5.1 Bestedingen 2012 5.2 Begroting 2013 e.v. Financiële gevolgen regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ 5.3
4
Gewoon doen wat nodig is
hoofdstuk 1
AWBZ en Jeugdzorg 1.1 Effecten regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ voor AWBZ en Jeugdzorg
wordt in tegenstelling tot de plannen van het vorige kabinet 25% gekort in plaats van 5%.
AWBZ Met het Lenteakkoord is de decentralisatie van de AWBZbegeleiding in 2013 niet doorgegaan, zoals wij indertijd hebben toegelicht in de brief over de gevolgen van het Lenteakkoord voor de gemeente. Wij hebben toen ook aangegeven dat we doorgaan met de voorbereiding op de komst van cliënten vanuit de AWBZ, omdat de algemene verwachting was dat de overheveling van de AWBZ-taken alsnog zou doorgaan. Inmiddels is het nieuwe regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ bekend geworden.
De AWBZ zelf blijft in de nieuwe opzet behouden voor echt onverzekerbare risico’s: alleen intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) blijft in de AWBZ. In de rijksbegroting 2013 was reeds het schrappen van ZZP 1 t/m ZZP3 opgenomen. In het regeerakkoord is hier ZZP 4 aan toegevoegd (vanaf 2016). Het vervallen van ZZP1 –ZZP4 zal leiden tot een groter beroep op Wmo-voorzieningen. Onduidelijk is of gemeenten hiervoor worden gecompenseerd worden. Samengevat is de conclusie dat de financiële condities die in het nieuwe regeerakkoord zijn genoemd voor de AWBZ-decentralisatie zodanig zijn verslechterd, dat we verwachten onze ambities te moeten bijstellen, uiteraard mede afhankelijk van de exacte uitwerking van het regeerakkoord.
In het nieuwe regeerakkoord wordt de huidige langdurige zorg (AWBZ) ontmanteld: zorg die medisch gericht is, verpleging aan huis en de GGZ (behandeling), wordt risicodragend ondergebracht bij zorgverzekeraars. Zorg die hoofdzakelijk ondersteunend van aard is, wordt vanaf 2015 overgeheveld naar de Wmo: niet alleen de functie Begeleiding gaat van de AWBZ naar de Wmo, ook de extramurale functie Persoonlijke Verzorging (hulp bij aan- en uitkleden, douchen, toiletgang, eten, maken van transfers, toedienen van medicijnen, etc.). Dit impliceert een behoorlijke taakverzwaring voor gemeenten die kansen biedt voor verdere ontschotting. Nadeel is de scheidslijn die ontstaat tussen Verpleging en Verzorging en tussen Behandeling en Begeleiding, combinaties die nu veelvuldig voorkomen. We hopen dat onze samenwerking met de zorgverzekeraars dit risico kan beperken.
Jeugdzorg Voor Jeugdzorg zijn de plannen in het regeerakkoord inhoudelijk ongewijzigd: jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisatie omvat conform de plannen van het vorige kabinet alle onderdelen: de jeugdzorg (nu verantwoordelijkheid van de provincie), de gesloten jeugdzorg (nu onder regie van min. VWS), de jeugd-GGZ (nu zorgverzekering),de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapten jongeren (nu AWBZ) en de jeugdbescherming en jeugdreclassering (nu min.van Justitie). De decentralisatie wordt gecoördineerd op het ministerie van VWS.
In 2014 wordt vooruitlopend op de decentralisatie de aanspraak voor de functie begeleiding in de AWBZ beperkt door de aanspraak op dagbesteding voor nieuwe cliënten te laten vervallen. Het kabinet heeft in het kamerdebat over de regeringsverklaring aangegeven binnen enkele maanden met een brief te komen waarin duidelijkheid wordt geboden over een alternatieve regeling voor deze groep en welke rol gemeenten hierbij hebben. Voor de functie Persoonlijke Verzorging vervalt in 2014 vooruitlopend op de overheveling, het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 maanden en wordt de norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90 minuten per week verhoogd. In plaats van 2014 wordt vanaf 2015 de extramurale zorg (de functies Begeleiding en Persoonlijke Verzorging) overgeheveld naar het gemeentelijk domein. Hierop
Specifiek wordt in het regeerakkoord het volgende gezegd over jeugdbeleid: • “Eén gezin, één plan, één regisseur” is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein: bij de wet werken naar vermogen, de AWBZ, de Wmo en de jeugdhulpverlening. Dit vergt ook één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. Er komt een einde aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning van één gezin. • Consultatiebureaus worden verplicht kinderen voor wie taalachterstand dreigt, door te verwijzen naar vroeg- en voorschoolse educatie. Sluitende samenwerking tussen
5
Gewoon doen wat nodig is
• •
• •
wijkpilots, contractmanagement en beheersing/financiën. De transitie wordt geleid door de transitiemanager die tevens programmamanager Zorg & Welzijn is, waarmee de samenhang tussen de bestaande en nieuwe Wmo-taken is gewaarborgd.
gemeenten en scholen moet waarborgen dat achterstanden spoedig mogelijk en in ieder geval voor het eind van de basisschoolperiode zijn weggewerkt. Om de effecten van Jeugdzorg te kunnen beoordelen worden prestatiegegevens aangeleverd en openbaar. De decentralisatie moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente beter worden benut. Het accent zal steeds liggen op participatie in de samenleving. We versnellen de professionalisering van de jeugdzorg, inclusief opleidingseisen, beroepscodes en tuchtrecht. De nieuwe Jeugdwet moet de gemeentelijke beleidsvrijheid borgen. Elementaire kwaliteitswaarborgen voor cliënten blijven wettelijk verankerd .
De overheveling van zowel AWBZ- als Jeugdzorgtaken vindt volgens het nieuwe regeerakkoord nu in zijn geheel in 2015 plaats. Daarmee hebben we meer tijd gekregen voor de voorbereiding. Om de raad in een vroegtijdig stadium te blijven betrekken bij de verdere visievorming, houden we globaal vast aan de reeds gemaakte planning: in het voorjaar van 2013 leggen we aan de raad een beleidsnota voor met nadere keuzes voor die onderdelen waarop landelijke wetgeving nauwelijks invloed heeft, zoals de toegang tot zorg. Vervolgens hebben we daarna meer tijd voor proeftuinen, waarbinnen we ervaring op kunnen doen met de innovatie die we willen doorvoeren. We moeten bezien in hoeverre de nadere beleidskeuzes ook kunnen gelden voor de functie Persoonlijke Verzorging die overkomt. Hiervoor is een nadere analyse noodzakelijk. De planning van de implementatie die in het regionale Plan van Aanpak moet afhankelijk van de landelijke wetgeving worden aangepast op de nieuwe ingangsdatum van de decentralisatie van de AWBZ per 1 januari 2015.
1
Zoals reeds aangekondigd in de genoemde brief over het Lenteakkoord, hebben wij de regionale samenwerking op het gebied van ‘werken naar vermogen’ voortgezet, ondanks de terugtrekking van de Wet Werken Naar Vermogen. Ook het uitstel van de invoering van Passend Onderwijs met een jaar tot 1 augustus 2014 heeft ons meer tijd gegeven om in overleg met de samenwerkingsverbanden i.o. zoveel mogelijk samenhang aan te brengen tussen de Transitie in het sociale domein en de ontwikkeling van Passend Onderwijs.
1.2 Planning en organisatie
1.3 Stand van zaken Experiment Jeugdzorg Dichtbij
In oktober is de regionale visie op de AWBZ en Jeugdzorg ‘Transformeren en integreren’ ter vaststelling aangeboden aan de raad, die u eerder ter kennisname had ontvangen. Afgelopen periode is tevens een regionaal Plan van Aanpak tot stand gekomen, waarin het vervolgproces is beschreven. Hierin worden nog geen inhoudelijke keuzes gemaakt. Dit Plan van Aanpak is ter informatie bijgevoegd.
Vooruitlopend op de beleidskeuzes zijn diverse experimenten opgezet om ervaring op te doen met de nieuwe beleidsuitgangspunten. Zo is in het domein van de jeugdzorg de toegangspoort in beweging. Via het experiment Jeugdzorg dichtbij wordt de toegang tot de ambulante jeugdzorg in onze regio sinds 2011 indicatievrij geregeld door gebiedsgebonden ‘teams’ (netwerken). In de periode april 2011-januari 2012 zijn 40 aanmeldingen (alleen Wijchen en Nijmegen) via dit experiment gelopen en tussen 1 januari en 23 oktober 2012 99 aanmeldingen (hele regio Nijmegen). Voor de stad Nijmegen ligt het aantal van 2012 (tot nu toe) op 58 aanmeldingen.
Parallel aan het regionale traject bereiden we de Nijmeegse Transitie in afstemming met de regio. Hiertoe is een ambtelijke transitie-organisatie ingericht waarin de diverse aspecten zijn vertegenwoordigd: omgeving/communicatie, beleidsontwikkeling,
Vooruitlopend op het regeerakkoord heeft het demissionaire kabinet ten behoeve van de decentralisatie van de Jeugdzorg de concept-Jeugdwet openbaar gemaakt waar gemeenten en andere partijen tot 18 oktober op konden reageren. Kern van deze reacties was dat de concept-Jeugdwet in tegenstelling tot het streven uit het regeerakkoord te weinig beleidsvrijheid biedt voor gemeenten om binnen de krappere financiële kaders te blijven.
6
Gewoon doen wat nodig is
We denken hierbij niet alleen aan jeugdzorg, maar ook aan JeugdGGz en Jeugd-LVG. Hiervoor dienen afspraken gemaakt te worden met Zorgkantoor / Zorgverzekeraars.
Via het experiment wordt ambulante jeugdhulp zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg (BJz) ingezet. Dit betekent dat de schakel BJz er tussen uit is gehaald. In de gebiedsgebonden teams werken schoolmaatschappelijk werk (NIM), de jeugdgezondheidszorg (GGD), Entrea jeugdzorg en Bureau Jeugdzorg (incidenteel vanuit een adviseursrol op afstand) samen om te bepalen of tweedelijns jeugdzorg nodig is. Ze kijken eerst naar voorliggende oplossingen, maar indien nodig verwijzen ze rechtstreeks, zonder indicatiebesluit, naar de een jeugdzorginstelling (m.n. Entrea, jeugd-GGZ en AWBZ-instellingen). De professionals kennen elkaar, werken in de wijken en hebben met elkaar goede afspraken gemaakt. De deelnemers vanuit de jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk hebben een directe link met de scholen (interne begeleiders, zorgadviesteams) en de vindplaatsen voor 0-4-jarigen, zoals de kinderopvang en de peuterspeelzalen. De eerste resultaten van het experiment Jeugdzorg dichtbij stemmen positief: in tegenstelling tot de autonome stijging is sinds het experiment sprake van stabilisatie van het beroep op jeugdzorg in 2011. Bovendien sparen we op deze manier de indicatiekosten uit die kunnen oplopen tot € 2.000 per indicatie. Uit een recent dossieronderzoek blijkt dat ongeveer 30% van het totaal aantal aanmeldingen voor jeugdzorg in de regio aan de experimentvoorwaarden voldoet, dat wil zeggen dat de hulp enkelvoudig en ambulant is en dat de veiligheid van kinderen niet in het geding is. Die aanmeldingen kunnen lopen via de traditionele weg (via BJz) of via het experiment. Het dossieronderzoek toont aan dat zo’n 95% van de aanmeldingen die aan de experimentvoorwaarden voldoet, ook daadwerkelijk via het experiment komt (en dus niet meer via de traditionele weg). We concluderen dus dat het experiment een vaste voet aan de grond heeft gekregen in Nijmegen voor de betreffende doelgroep. We kunnen nu gaan nadenken wat we met de overige 70% van de aanmeldingen kunnen in experimentele zin. Dit zijn aanmeldingen waarbij de veiligheid wel in het geding is en/of die aangemeld worden voor zwaardere c.q. meervoudige hulp. Voor het vervolg gaat het dus om het uitbreiden van de doelgroep c.q. het verbreden van het zorgaanbod dat in aanmerking komt voor experimenteren zonder indicatiestelling.
7
Gewoon doen wat nodig is
hoofdstuk 2
Samenwerking VGZ De samenwerking met VGZ, die van groot belang is voor het bereiken van onze ambities, krijgt steeds verder gestalte en verloopt goed. Op bestuurlijk niveau fungeert het regieoverleg, waarin bestuurders van zorgkantoor coöperatie VGZ, zorgverzekeraar VGZ en wethouder Frings, de voortgang bespreken en zonodig besluiten nemen. Als uitwerking van het convenant met de VGZ als zorgkantoor (AWBZ) en als zorgverzekeraar, dat op 10 mei jl. is ondertekend, werken we 4 gezamenlijke proeftuinen uit, waarvan de wijkpilots met de Sociale Wijkteams er één is. De andere proeftuinen betreffen: •
•
•
Een gezamenlijke aanpak voor ‘Gecombineerde Leefstijl Interventie’ met het accent op bewegen. Hiermee borduren we voort op het gemeentelijke gezondheidsbeleid dat onder meer is gericht op bevordering van een gezonde leefstijl in samenwerking met de eerste lijnsgezondheidszorg (huisartsen, fysiotherapeuten), sport, welzijn en onderwijs. Een ketenaanpak voor geestelijke gezondheidszorg, waarbij zoveel mogelijk in een vroeg stadium lichte psychisch ondersteuning wordt geboden en medicalisering wordt voorkomen door onder meer het aantal praktijkondersteuners (POH) met een GGZ-achtergrond bij huisartsen uit te breiden. Een samenhangende benadering van kwetsbare ouderen in aansluiting op de bestaande samenwerkingsinitiatieven in de regio Nijmegen (zoals Zowel Netwerk Nijmegen dat inmiddels is omgedoopt tot “100”).
Daarnaast is afgesproken om alle nieuwe initiatieven op het snijvlak van AWBZ en Wmo gezamenlijk te beoordelen en af te stemmen.
8
Gewoon doen wat nodig is
hoofdstuk 3
Voortgang wijkpilots Zorg & Welzijn 3.1 Vliegende start Sociale Wijkteams
Outreachend werken vanuit het SWT A. heeft ontslag van BREED genomen en heeft zich na twee maanden gemeld bij Hatert Werkt, omdat hij geen inkomen meer heeft. Vervolgens komt hij niet meer op zijn afspraken bij Hatert Werkt en komt zijn uitkeringsaanvraag niet van de grond. Hatert Werkt maakt zich zorgen om hem (gezien opmerkingen, onverzorgde en verwarde indruk) en meldt aan bij het SWT. Ik ben naar A. gegaan en heb me naar binnen moeten kletsen. Met veel moeite doet hij de deur voor mij open. Binnen is zijn flatje vervuild. Hij woont daar met een enorme grote hond, een poes en een enorm aquarium. Hond heeft alles aangevreten en onder geplast. Ook ik word onder geplast. Al gauw wordt duidelijk dat A. psychiatrische problematiek heeft (diagnose schizofrenie al in het verleden gesteld), zijn medicatie niet meer gebruikt en geen grip meer op zijn leven heeft. A. heeft een aantal weken hondenbrokken gegeten. Om met hem in contact te komen ben ik de volgende afspraak met hem en hond gaan wandelen door de wijk. Dit pakte goed uit voor hem. A. is gaan afglijden toen zijn eerste hond in het voorjaar is overleden. A. heeft vroeger op straat geleefd en heeft de boel nu de boel gelaten omdat hij denkt dat het toch allemaal geen zin meer heeft. Ik ben met hem aan de slag gegaan en heb alle instanties gebeld die op de één of andere manier bij hem betrokken zijn. Ook met de budgetbeheerder en A. om tafel gezeten en afspraken gemaakt. Zij kreeg de laatste maanden zijn post weer teruggestuurd. Zodoende overzicht gecreëerd voor A. en de boel vlot getrokken. A. heeft in het verleden ondersteuning gehad van het RIBW maar heeft dit zelf beëindigd. Dit wordt weer opgestart. Gezien de aard van zijn beperkingen is dit niet in zijn eigen netwerk te beleggen. Op de vraag hoe het voor hem is geweest dat ik bij hem aan de deur stond: moeilijk maar ik heb nu wel rust gekregen. In deze casus heb ik de casusregie op me genomen.
In dit hoofdstuk beschrijven we de stappen die in de eerste 3 kwartalen zijn gezet binnen de wijkpilots Zorg & Welzijn. Deze stappen leggen we naast de acties die we gepland hadden in 2012. We mogen concluderen dat er veel is gebeurd en veel teweeg is gebracht dit jaar. De meeste voorgenomen acties zijn afgerond of opgestart. Omdat de Sociale Wijkteams (SWT’s) een spilfunctie toebedeeld hebben gekregen in de nieuwe aanpak zijn we begonnen met de samenstelling van deze teams. Conform de planning zijn in de eerste 3 kwartalen van 2012 3 Sociale Wijkteams gestart in Nijmegen Eerder hebben we aangegeven dat de makelaarsrol van de Sociale Wijkteams een omvangrijk takenpakket impliceert, dat niet in één keer kan worden neergezet. De Sociale Wijkteams hebben zich tot nu toe geconcentreerd op individuele ondersteuning van mensen en hun netwerk. In de vervolgfase zullen de Wijkteams zich ook gaan richten op het aanjagen van collectieve (bewoners) initiatieven. De teams zijn samengesteld uit werkers van verschillende organisaties die natuurlijk een nieuwe samenwerking met elkaar moeten zien te vinden. Dat kost tijd. Ook het zoeken naar nieuwe samenwerkingsrelaties met andere professionals, zoals huisartsen, kost tijd. In de opzet en planning is rekening gehouden met een aanloopperiode van 3 maanden, waarin nog niet gestuurd wordt op caseload. In de bijlage is per voorgenomen stap aangegeven wat de voortgang is.
3.2
Deze ondersteuning wordt ook gedaan vanuit moederorganisaties maar de meerwaarde van het SWT is dat we los van doelgroepen en aanmeldprocedures gewoon kunnen aanbellen. Normaal moet er een aanmelding gedaan worden door de burger zelf (eventueel met ondersteuning) met een hulpvraag. A. heeft wel een hulpvraag maar is op dat moment te ver afgegleden om deze te kunnen stellen.
De Sociale Wijkteams als spil
Samenstelling Het is bij de drie gestarte wijkteams goed gelukt om tot een samenstelling te komen die aansluit bij het profiel van de
9
Gewoon doen wat nodig is
betreffende wijk. Overigens komen die profielen grosso modo wel overeen. De teams gaan generalistisch werken, maar de inbreng van expertise en ervaring met specifieke doelgroepen als ouderen, mensen met een beperking en van allochtone afkomst is wenselijk. Voldoende diversiteit in de samenstelling van teams was en is een voorwaarde. Aan de teams is ook een sociaal psychiatrisch verpleegkundige toegevoegd, meestal gedeeld met de huisartsenpraktijk De Nijmeegse instellingen en MEE leveren ieder in redelijk gelijke mate capaciteit aan de wijkteams. De teamleden zijn vooralsnog 16 uur vrijgesteld voor de wijkteams en blijven de rest van de uren bij de moederorganisatie. Onderdeel van de pilot is om uit te vinden of dit voldoende is. Deze bijdrage leveren instellingen met gesloten beurs. Daarnaast wordt 8 uur teamleiding per team bekostigd. De teamleider is meewerkend voorvrouw. De wijkverpleegkundige wordt geleverd door de ZZG nu nog bekostigd vanuit een rijkssubsidie (ZonMw). Deze subsidie gaat gedeeltelijk per 1 januari via een doeluitkering naar de gemeente. VGZ heeft toegezegd het ontbrekende deel aan te blijven vullen.
Integraal werken vanuit het SWT, 1 gezin 1 plan (aanmelding door Kijk op Kleintjes) Kind van 3 jaar is met haar moeder vanuit Rotterdam naar Nijmegen verhuisd omdat haar ouders hier wonen. Moeder ligt in scheiding en heeft als gevolg hiervan depressieve klachten. Er zijn zorgen om de ontwikkeling van het meisje. Ik ga met moeder aan de slag om haar te activeren. In een gesprek komt naar voren dat ze graag in de tuin werkt, maar zelf op een flatje woont. Toevallig weet ik een andere cliënt die haar tuin niet gedaan krijgt en ik heb deze 2 gekoppeld. Daarnaast ben ik met haar gaan zoeken naar een zinvolle daginvulling en is ze bij de hobbywerkplaats gaan kijken. We hebben praktische zaken opgepakt als een rooster voor het huishouden, brieven aan een advocaat, een ouderschapsplan en overzicht krijgen over financiën. Haar leven komt langzaam aan weer meer op de rit. Het meisje lijkt helemaal op te bloeien. Het is de vraag of er nog zorgen blijven liggen waarvoor we een traject voor het kind moeten starten. Dit ga ik nog kort sluiten met de peuterspeelzaal.
Meerwaarde SWT: Als een kind wordt aangemeld bij een moeder organisatie dan is het kind het vertrekpunt en wordt het gezinssysteem wel meegenomen maar is dit in veel mindere mate mogelijk dan bij het SWT. Vanuit MEE bijv. kunnen we moeder niet zo intensief begeleiden omdat moeder geen doelgroep MEE is. In deze casus komt de vraag binnen op het kind maar uiteindelijk is er vooral ondersteuning aan moeder geweest waardoor het ook met het kind veel beter gaat. Lijkt zo simpel maar vanuit moederorganisaties word je door kokers vaak aan banden gelegd.
Integratie CJG in Sociale wijkteams We gaan de functies van het CJG zoveel mogelijk integreren in het brede Wmo-beleid en meer specifiek in de wijknetwerken en sociale wijkteams. Voor het CJG is het essentieel om vast te houden aan de korte lijnen die er zijn met de vindplaatsen kinderopvang en school en de basisvoorzieningen jeugdgezondheidszorg (JGZ) en (school)maatschappelijk werk (S)MW). Dit blijft een speerpunt. Hiervoor is een aantal ontwikkelpunten opgesteld: 1. De inzet van het eigen netwerk en het versterken van de pedagogische civil society; 2. Het versterken van de basisstructuur Jeugd: ontwikkeling van de ‘flexibele jeugd-professional’; 3. Versterken van de verbinding met de school; 4. Werken met vertegenwoordiging vanuit het Jeugd-domein in het SWT; 5. De introductie van gebiedsgebonden teams van specialisten jeugd.
Ad 1. De inzet van het eigen netwerk en het versterken van de pedagogische civil society is van belang. Daarom continueren we o.a. het werken met Sociale netwerkstrategieën (familienetwerkberaad) en dragen dit breed uit. Ad 2. We willen de functie van ‘flexibele jeugd-professional’ nader uitwerken in Nijmegen. Deze geeft voorlichting en advies en voert kortdurende interventies uit. Daarbij let hij/zij er goed op dat er niet te snel te zware hulp wordt ingezet. We willen nog nader bespreken met de instellingen hoe we kunnen organiseren dat dit ook ‘afgedwongen’ kan worden of dat
10
Gewoon doen wat nodig is
hierop en zekere mate van regie van toepassing is. We gaan voor een verregaande samenwerking tussen de basisfuncties JGZ, SMW en welzijnswerk. Vanuit hier willen we de functie (door)ontwikkelen. Er wordt nog te veel geprotocolleerd (niet flexibel) gewerkt bij de JGZ en ook het SMW heeft nog te weinig armslag, o.a. door tijdgebrek. Het is aan te bevelen dat de projectgroep Herijking opvoedondersteuning van GGD, NIM en Tandem een rol krijgt bij de vormgeving van de functie.
Versterken eigen netwerk Een zus van Turkse mevrouw B komt bij de inloop van het SWT omdat ze zich zorgen maakt om haar zus. Het huishouden van haar zus blijkt een rommeltje te zijn en er zijn zorgen om de pubers in het gezin. Ook blijkt mevrouw depressieve klachten te vertonen. SWT is op huisbezoek geweest en heeft de situatie in kaart gebracht. Ook de POH van de huisarts (ook lid SWT) is een keer mee geweest om te beoordelen of er sprake is van een depressie wat niet het geval blijkt te zijn. Mevrouw B. blijkt 5 zussen te hebben die in de naaste omgeving wonen. Er volgen enkele gesprekken met mevrouw en zussen maar ook met de kinderen. Ook met man en broer van man volgt er een gesprek en wordt hij gemobiliseerd om meer “zorg” te dragen voor het gezin. De familie van mevrouw B. wordt ingezet in het gezin. Er wordt een rooster gemaakt voor het huishouden etc. en er worden afspraken gemaakt wie waar verantwoordelijk voor is. Het systeem gaat zelf verder. SWT zal in aanvang onverwachts langs komen om te kijken hoe het gaat.
Ad 3. Voor de versterking van de basisstructuur Jeugd is de versterking van de interne zorg op scholen van groot belang. Het WeerSamenNaarSchool/Samenwerkingsverband Nijmegen e.o. (project Regie van de Zorg) heeft hierover samen met instellingen en gemeente een notitie opgesteld. Kern van de notitie is de implementatie van de (Brede) Schoolondersteuningsteams, waarbij zo veel mogelijk signalen op school kunnen worden bekeken en onderzocht wordt wat de gewenste cq benodigde ondersteuning is om ontwikkeling te stimuleren of zorgen weg te nemen. De functies JGZ en (S)MW treden toe als vaste participanten in de (Brede) Schoolondersteuningsteams. We starten een proef in Dukenburg per januari 2013.
Ad 5. We denken nu na over de vormgeving van het laagdrempelig invliegen van specialistische expertise op het gebied van jeugdzorg, jeugd-GGz en jeugd-LVG. Dit is feitelijk een verbreding van het experiment Jeugdzorg Dichtbij. We zullen binnenkort met plannen voor de uitwerking hiervan komen.
Ad 4. Het jeugddomein is op dit moment nog ondervertegenwoordigd in het SWT. Er zijn geen specifieke jeugdfuncties aanwezig, terwijl het wel de ambitie van het college is om het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) te integreren in het SWT. We kunnen hier op twee manieren mee omgaan: a. één van de ‘jeugdprofessionals’ krijgt een vaste plek in het SWT, waarbij de voorkeur uitgaat naar de (S)MW’er. Hiermee creëert het SWT een ‘vaste en continue’ lijn naar het preventief jeugdbeleid. NIM zou ervoor zorg kunnen dragen dat de medewerker zowel de functie AMW en SMW in de betreffende wijk heeft. b. er is geen vaste plek voor een jeugdprofessional in het SWT. We volstaan met goede afspraken tussen scholen (schoolondersteuningsteams), kindercentra (Kijk op Kleintjes) en het SWT. De keuze tussen deze 2 opties kan per wijk verschillen. We evalueren wat de voor- en nadelen per optie in de praktijk zijn.
Daarnaast is het zo dat een aantal functies van het CJG optimaal vormgegeven kunnen worden op regionaal niveau. Hiervoor ontwikkelen we een regionale backoffice. Integratie van projecten Zoals gesteld ligt de nadruk momenteel op individuele ondersteuning: gesprek thuis, sociale netwerk betrekken, één huishouden/één plan, lichte hulp. Bestaande projecten als Dunya, “gewoon meedoen” en “zorgzame buurt” worden geïntegreerd in de standaard aanpak van de sociale wijkteams. Met de overkomst van de CJG wordt deze structuur op wijkniveau deels afgebouwd en ingebouwd. In ieder geval wordt geleidelijk gestopt met de functie “netwerkcoördinatie”. Er wordt naar toegewerkt dat de werkafspraken binnen het wijknetwerk bovenliggende coördinatie overbodig maken. 11
Gewoon doen wat nodig is
In de planning • Opzet wijknetwerk • Samen met wijknetwerk opname sociaal programma in WAP’s (Lindenholt, Dukenburg, Hatert) • Maatschappelijk aanbesteden in Noord • Opzet gebiedsgerichte informatiepunten • Fysiek toegankelijke wijk gekoppeld aan wijkbeheerplan
Sociaal Wijkteam als faciliterend team C. is cliënt bij het RIBW en door zijn problematiek en verslaving niet in staat om deel te nemen aan het arbeidsproces en ook niet in staat om via de Vrijwilligerscentrale te werken. Hij is wel erg handig en kan klusjes verrichten in de wijk. Hij komt samen met zijn woonbegeleider bij de inloop van het SWT. Aanbod van meneer wordt geregistreerd (kan in de toekomst via Mijnbuurt.je) Een paar weken later meldt zich een oudere mevrouw die haar woning moet opleveren omdat ze gaat verhuizen. Mevrouw is niet in staat om de stenen uit haar tuin te verwijderen. Mevrouw en C. worden aan elkaar gekoppeld. Henk kan tuingereedschap van Portaal gebruiken. Mevrouw is hiermee geholpen en C. voelt zich gewaardeerd.
3.3 Flankerende trajecten wijkpilots ICT-rapport Wij hebben Eric Hendriks van mijnbuurt.je de opdracht gegeven om een ontwerp op te stellen voor een ICT-platform ten behoeve van de wijkpilots. Hierin zijn korte termijn adviezen opgenomen met het oog op het delen van documenten, het benutten van wijkwebsites, de opzet van een eenvoudig registratiesysteem. Deze korte termijnadviezen zijn of worden uitgevoerd. Voor de lange termijn is een aantal adviezen gegeven om rekening mee te houden, waaronder het advies nu nog geen keuze te maken voor een ICT-pakket en hiermee te wachten tot de werkprocessen gestabiliseerd zijn.
maatschappelijke kosten- en batenanalyse (laten) uitvoeren. De quick scan en een eerste outputevaluatie zullen wij u in mei volgend jaar toezenden. De voorbereiding daarvan is gestart en in januari en februari zullen interviews en schriftelijke enquete’s worden afgenomen. In maart en april zal dit worden verwerkt tot een rapportage. Inmiddels is er een (tijdelijk) eenvoudig registratiesysteem waarmee basisgegevens over casussen beschikbaar zijn. Onderdeel van de eerste rapportage zal ook de beschrijving van casuïstiek zijn om daarmee een beeld te geven van de nieuwe werkwijze.
Makelaar Informele Zorg De verbinding met vrijwilligerswerk en informele zorg wordt tijdelijk ondersteund door een “Makelaar Informele Zorg”, geleverd door de Vrijwilligerscentrale en het Coördinatiepunt mantelzorgondersteuning. Per wijk wordt geïnventariseerd wat beschikbaar is. Monitoring en registratie AAfdeling Onderzoek & Statistiek heeft in overleg met VGZ en in afstemming met kennispartners in Nijmegen (Umc Radboud, GGD, St. Maat) een monitorvoorstel ontwikkeld dat bestaat uit 3 onderdelen: een procesevaluatie (quick scan) aan de hand van documentatie en gesprekken met SWT-leden en de kring daarom heen; een outputevaluatie aan de hand van managementinformatie en registratie van casussen analoog aan de systematiek van de regieteams ; en een effectevaluatie op basis van de wijkprofielen (voorbeeld bijgevoegd) en bestandsvergelijkingen. Daarbij willen we ook een maatschappelijke businesscase c.q. een
Actiepleerprogramma In opdracht van gemeente Nijmegen ondersteunt de Wmowerkplaats van de HAN de Sociale Wijkteams bij de toepassing van beginselen van Welzijn Nieuwe Stijl. Het trainingsprogramma wordt geboden in de vorm van actieleren, waarbij de leden van de Sociale Wijkteams aan de hand van ervaringen in de praktijk begeleid worden. Thema’s die aan de orde komen zijn bijvoorbeeld het werken met sociale netwerkstrategieën en intercultureel werken.
12
Gewoon doen wat nodig is
Ontwikkelopdracht ZWIP via UMC Radboud Het UMC Radboud heeft samen met gemeente Nijmegen een subsidieaanvraag ingediend bij het landelijke kennisinstituut ZonMw om te onderzoeken of de reeds ontwikkelde Zorg- en WelzijnsInformatiepas (ZWIP) geschikt gemaakt kan worden als zinvol instrument voor de Sociale Wijkteams. ZWIP is een digitale overlegtafel voor afstemming tussen de cliënt, mantelzorger(s), vrijwilligers en professionals.
13
Gewoon doen wat nodig is
hoofdstuk 4
Communicatie Cliëntparticipatie – Stedelijk Wmo-uitvoeringsoverleg (klankbordgroep) Op dit moment fungeert het Wmo-uitvoeringsoverleg als klankbordgroep voor het Wmo-bureau én de Sociale Wijkteams. In het Wmo-uitvoeringsoverleg zitten Wmo-cliënten en cliëntvertegenwoordigers en intermediairs van mensen met een beperking (WIG en Kentering) en ouderen (vrijwillig ouderenadviseur). We hebben aan de Adviescommissie Allochtonen het verzoek gedaan om het overleg aan te vullen met allochtone cliënten of intermediairs. Daarnaast gaan we in overleg met het Wmo-uitvoeringsoverleg om te bezien of dit overleg verbreed kan worden met het oog op de overkoepelende transitie.
Op 25 oktober 2012 hebben de wethouders van de regiogemeenten ingestemd met bijgevoegd regionaal plan van aanpak. Het gaat om een procesplan, waarbij de lokale planning gelijk oploopt met de regionale planning. Het plan van aanpak wordt aan de betrokken colleges van B en W voorgelegd ter vaststelling en ter informatie aangeboden aan de raden. Parallel hieraan hebben de wethouders van de regionale gemeenten reeds overeenstemming over op welk schaalniveau de diverse deelprojecten worden uitgewerkt. Conclusie is dat we streven naar één toegangspoort die aansluit bij de lokale structuren, in Nijmegen bij de Sociale Wijkteams, met een regionaal georganiseerde backoffice die de lokale toegangspoort kan inschakelen als expertise nodig. Wat betreft de inkoop van zorg gaan we regionaal samenwerken, maar kiezen we niet voor een regionale aanbesteding met één perceel. Er moet voldoende ruimte blijven voor de inkoop van lokale aanbieders gezien het uitgangspunt ‘lokaal wat lokaal kan’ en het zo dichtbij mogelijk organiseren van zorg. Alleen de specialistische vormen van zorg worden (boven)regionaal ingekocht. Tot slot is gekozen voor één pgb-regeling in de regio en voor differentiatie in het opleggen van een eigen bijdrage per gemeente. De werkconferentie die op 29 november 2012 wordt georganiseerd, is bedoeld voor de gehele regio. Tijdens deze werkconferentie vragen we aan belangen- en cliëntenorganisaties en zorgaanbieders een reactie op bovenstaande nader uitgewerkte voorlopige voorstellen die voortborduren op de regionale visie ‘Transformeren en Integreren’.
Wijknetwerken Op wijkniveau ontwikkelen we wijknetwerken met bewoners, verenigingen en ondernemers uit de wijk. In 2012 hebben we de focus gelegd op de vorming van de Sociale Wijkteams. In 2013 komen we toe aan de opzet van de wijknetwerken in aansluiting op de structuren die er nu al zijn, waarbij we oog hebben voor diversiteit. Bovendien zullen we aanvullend op de georganiseerde bewoners op gedifferentieerde wijze wijkbewoners betrekken bij de wijknetwerken, omdat niet iedereen zich aangetrokken en thuis voelt in een vaste structuur. Regionaal traject Ter voorbereiding op de regionale visie Transformeren en integreren is rond de jaarwisseling 2011/2012 een aantal regiobijeenkomsten voor cliëntenorganisaties en zorgaanbieders georganiseerd. Op 18 juni 2012 is een tweede bijeenkomst voor cliënten georganiseerd, om hen te informeren over de visie en de laatste stand van zaken en om te vragen om input voor de uitwerking van de visie wat betreft de thema’s pgb en toegang tot de zorg. Op 29 november 2012 wordt een regionale werkconferentie voor alle belanghebbenden georganiseerd, waar we de verder uitgewerkte voorstellen willen toetsen bij belanghebbenden (cliëntorganisatie en zorgaanbieders).
Communicatiestrategie Voor de transitie sociaal domein is low profile een aantal communicatiemiddelen ontwikkeld, zoals een huisstijl en specifiek voor de wijkpilots de slogan ‘Gewoon doen wat nodig is’. Inmiddels is een communicatieplan in de maak waarin voor de verschillende stakeholders een strategie wordt uitgelijnd. Dit plan ontwikkelen we in afstemming met de regiogemeenten en VGZ.
14
Gewoon doen wat nodig is
hoofdstuk 5
Financiën 5.1 Bestedingen 2012 Begroot 2012
Besteed 2012
Verplicht
Totaal
Transitiemiddelen Implementatie/beleidsvoorbereiding AWBZ
138.404
106.904
31.500
138.404
65.315
48.986
16.329
65.315
Algemene projectkosten
318.596
191.091
127.107
318.198
Totaal
522.315
346.982
174.936
521.918
Implementatie/beleidssvoorbereiding Jeugdzorg WIJKPILOTS
De uitgaven liggen in lijn met de begroting en betreffen met name de eerste fase van de transitie: de vormgeving van de wijkplilot Zorg & Welzijn.
5.2 Begroting 2013 e.v. Voor de uitvoering van de transitie hebben we in een periode van 4 jaar in totaal € 3,6 miljoen tot onze beschikking. We verwachten dat de uitgaven het volgend verloop laten zien. Begroot 2012
Begroot 2013
Begroot 2014
Begroot 2015
Totaal
Transitiemiddelen AWBZ
138.404
260.000
-
-
398.404
JEUGD
65.315
98.773
-
-
164.088
WIJKPILOTS 318.596
335.000
335.000
335.000
1.323.596
Sociale wijkteams
Algemene projectkosten
-
815.000
665.000
35.300
1.515.300
Basis GGZ
-
57.500
57.500
-
115.000
Bewegen en Lijfstijlinterventies
-
25.000
25.000
-
50.000
Ouderen
-
25.000
25.000
-
50.000
522.315
1.616.273
1.107.500
370.300
3.616.388
Totaal
We financieren dit budget voor € 2,3 miljoen met GSO- en rijksmiddelen (GSO IV, DU wijkverpleegkundigen en transitiemiddelen AWBZ en Jeugdzorg). Daarnaast is in 2012 € 171.000 gedekt binnen de begroting van het programma Zorg & Welzijn en is met de Perspectiefnota 2013 uit algemene middelen € 582.000 beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van de wijkpilots in 2013 en 2014. Het restant wordt gefinancierd door VGZ.
15
Gewoon doen wat nodig is
AWBZ en Wmo Er worden 3 niveaus geïntroduceerd. De coalitiepartijen brengen de onverzekerbare vormen van zorg binnen de AWBZ terug tot de intramurale zorg voor gehandicapten en ouderen met zorgzwaarte 5 en hoger. Deze levenslange zorg wordt vanuit zorginstellingen verleend. De romp-AWBZ van ongeveer 12 miljard euro krijgt het karakter van een landelijke voorziening.
wordt het over te hevelen budget voor de gemeenten met 1,6 miljard euro taakstellend verlaagd. In de Wmo wordt de aanspraak op huishoudelijke hulp voor de hoge en middeninkomens met ingang van 2015 geschrapt (voor nieuwe gevallen in 2014). Op basis daarvan wordt de rijksbijdrage structureel met 1,2 miljard euro verlaagd. Merk wel op dat door het schrappen van de aanspraken op dagbesteding en de inperking van de aanspraak op persoonlijke verzorging en huishoudelijke hulp het beroep op de andere vormen van zorg toe kan nemen. Met enkele andere maatregelen wordt 0,2 miljard euro bespaard. Het gaat om het verplichte hergebruik van scootmobielen en andere hulpmiddelen en om diverse maatregelen op het gebied van de jeugdzorg.
De langdurige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de extramurale verplegingszorg worden in 2015 overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. Samen gaat het om een bedrag van krap 2 miljard euro. De overige extramurale AWBZ-zorg van ongeveer 10 miljard euro, vooral bestaande uit de functies verzorging, begeleiding en dagbesteding, wordt in 2015 overgeheveld naar de gemeentelijke WMO. De taakinvulling verandert daarmee van een verzekerd recht in een voorziening. De functie dagbesteding wordt als zodanig geschrapt en de aanspraken op persoonlijke verzorging worden ingeperkt. Bovendien zullen gemeenten mede dankzij het voorzieningenkarakter beter maatwerk kunnen leveren. Daarom
Verwachte budgetten AWBZ en WMO De onderstaande bedragen betreffen de landelijke budgetten dus niet het verwachte gemeentelijk aandeel. Als vuistregel hanteren we dat we 1% van de budgetten ontvangen. De exacte verdeling en omvang van de budgetten zal via de komende circulaires zichtbaar worden. Daarbij loopt er nog de 100.000+ discussie, waarbij de decentralisatie van werk, begeleiding & persoonlijke verzorging en jeugdzorg naar de 100.000+ gemeenten gaan.
X € 1 miljoen
2014
2015
AWBZ – begeleiding (Rutte 1)
2016
2.800
Versobering AWBZ – begeleiding (Rutte 1) AWBZ taken zonder dagbesteding en met mutatie persoonlijke verzorging Versobering AWBZ taken door 25% korting
2017
2.800
-89
Verplicht hergebruik scootmobiel Intensivering wijkverpleegkundigen (vervolg op zichtbare schakels)
16
2.800
-140
-140
-140
-140
6.160
6.260
6.320
6.800
-1.540
-1.565
-1.580
-1.700
100
100
Intensivering arbeidsmarkt zorg Huishoudelijke hulp inkomensafhankelijk beperken. Schrappen HH voor hoge en middeninkomens
Structureel
2.800
-975
-1.140
-1.140
-1.140
-15
-25
-50
-50
50
100
250
250
Gewoon doen wat nodig is
Verwachte budgetten Jeugdzorg De onderstaande bedragen betreffen de landelijke budgetten dus niet het verwachte gemeentelijk aandeel. Als vuistregel hanteren we dat we 1% van de budgetten ontvangen. De exacte verdeling en omvang van de budgetten zal via de komende circulaires zichtbaar worden. Daarbij loopt er nog de 100.000+ discussie, waarbij de decentralisatie van werk, begeleiding & persoonlijke verzorging en jeugdzorg naar de 100.000+ gemeenten gaan.
Jeugdzorg Het jeugdzorgbudget, dat per 2015 met een decentralisatieuitkering naar gemeenten wordt overgeheveld, wordt additioneel verlaagd met 150 miljoen met een ingroei in 2015 en 2016. De aanvankelijk voorziene eigen bijdrage in de jeugdzorg wordt teruggedraaid.
X € 1 miljoen
2014
2015
2016
2017
Structureel
Jeugdzorg (Rutte 1)
800
2.000
3.000
3.000
Besparing Jeugdzorg (Rutte 1)
-80
-200
-300
-300
Ontschotten jeugdzorg. Toekenning middels een DU.
-40
-100
-150
-150
70
70
70
70
Schrappen eigen bijdrage jeugdzorg
17
Gewoon doen wat nodig is
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Overzicht voortgang wijkpilots Zorg & Welzijn Voorbeeld wijkprofiel Regionale nieuwsbrief Regionaal Plan van Aanpak
Bijlage 1
Overzicht voortgang wijkpilots Zorg & Welzijn Onderstaande tabel bevat een overzicht van de acties die afgelopen tijd zijn ondernomen en de producten die zijn geleverd. Actie
Voortgang
Uitvoeringsovereenkomst pilotwijken
De intentie tot samenwerken is er. Er is een managersoverleg ingesteld. We werken aan een uitvoeringsovereenkomst o.b.v. de ervaring uit de praktijk.
Convenant zorgkantoor
Het convenant met zorgkantoor en zorgverzekeraar VGZ is op 10 mei 2012 ondertekend
Basisontwerp sociaal wijkteam
Gereed
Plan scholing en methodiek sociaal wijkteam
Gereed en in uitvoering o.l.v. Martha van Biene/HAN (Wmo-werkplaats)
Wijkaanpak Wijkprofielen
Er zijn wijkprofielen voor alle vier pilotwijken; verbeteren en verfijnen.
Start sociaal wijkteams
3 wijkteams zijn gestart. 4e wijkteam in Noord start in 2013.
Uitbouw wijknetwerk in Lindenholt
Start najaar 2012
Opzet dynamische sociale kaart/wijkwebsite
In alle pilotwijken zijn bewoners gestart met een wijkwebsite i.s.m. “mijnbuurt.je”.
Sociaal wijkprogramma’s
Voor de pilotwijken met Sociale Wijkteams worden de WAP/sociale wijkprogramma’s dit najaar mee gestart
Fysiek toegankelijke wijk
Onderdeel van wijkbeheerplannen
Monitoring 0-meting/vaststellen indicatoren
- Financiële 0-meting gereed voor de gemeentelijke uitgaven; wordt uitgebreid met gegevens AWBZ en VGZ zorgverzekeraar. - Onderzoeksvoorstel voor monitoring is gereed.
Registratiesysteem
Opzet gereed/ handmatig registratiesysteem in gebruik vanaf medio november 2012 (bestaande casussen worden met terugwerkende kracht opgenomen)
Communicatie en cliëntparticipatie Communicatieplan
Is verbreed naar de andere onderdelen van de Transitie (AWBZ en jeugdzorg). Gereed: nov. 2012
Organisatie (stedelijke) cliëntparticipatie
- Loopt op stedelijk niveau via uitvoeringsoverleg Wmo – herijking gewenst in het licht van de brede Transitie. - Wijknetwerken worden in 2013 benaderd.
ICT-plan
Gereed
Voortgangsnotitie raad
November 2012
18
Gewoon doen wat nodig is
Gewoon doen wat nodig is
19
Gewoon doen wat nodig is
Het regionale Plan van Aanpak Transities AWBZbegeleiding en Jeugdzorg Regio Nijmegen*
* Regio Nijmegen omvat de volgende gemeenten: Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook&Middelaar, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen
Vooraf Voor u ligt het regionale Plan van Aanpak ten behoeve van de implementatie van de Transities AWBZbegeleiding en Jeugdzorg. Het Plan van Aanpak is tot stand gekomen in overleg met de gemeenten uit de regio Nijmegen: Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook&Middelaar, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen. Het plan is gebaseerd op de Visienotitie ‘Transformeren&Integreren’*. Deze visienotitie is opgesteld op basis van onder andere de uitkomsten van bijeenkomsten waarbij burgers, instellingen en gemeenten hun bijdrage hebben kunnen leveren. Wij hopen met dit Plan van Aanpak een goed handvat te hebben waarmee we de implementatie kunnen realiseren van de Transities AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg. Met de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg krijgen de gemeenten te maken met nieuwe vormen van begeleiding&zorg. De burgers ontvangen deze begeleiding&zorg. Tot op heden geven onder andere mantelzorgers, maatschappelijke partners, AWBZ&Jeugdzorg-instellingen en ZZP-ers de begeleiding&verzorging. Voor een goede besluitvorming over de nieuwe taken vinden wij het belangrijk om in gesprek te gaan met de burger en hun begeleiders&verzorgers. Daarnaast vragen wij advies aan de bekende adviesraden. Daarbij benadrukken we dat wij het belangrijk vinden om in eerste instantie uit te gaan dat de mogelijkheden om het sociale netwerk rondom de burger in te zetten, altijd als eerste onderzocht en benut zal worden. Daarbij is het van belang dat we de juiste vragen stellen om duidelijk te krijgen wat voor de burger nu belangrijk is bij de begeleiding&zorg die hij/zij ontvangt. Maar ook dat we de burger vragen en ondersteunen bij het formuleren en uitvoeren van de-voor-hem-beste-begeleiding. Bij de voorbereiding van de diverse beleidsnota’s organiseren we gedurende het gehele implementatietraject werkconferenties, werkbezoeken met&bij burgers en hun begeleiders/verzorgers. Daarmee moeten wij duidelijk krijgen wat het betekent voor de burger om dergelijke begeleiding/zorg te ontvangen. Maar ook wat het betekent voor de begeleider/verzorger om dergelijke begeleiding/zorg te geven. We gaan ook praten met burgers en begeleiders/verzorgers die wonen en werkzaam zijn buiten de regio Nijmegen. Hiermee kunnen we ook ideeën op doen. In relatie tot de begeleiders&verzorgers van de professionele instellingen realiseren wij dat de gemeenten uiteindelijk tot zakelijke afspraken komen op basis van contracten als gevolg van een inkooptraject dan wel een subsidierelatie. We gaan het veld onderzoeken maar maken niet vooraf afspraken. We zijn ons bewust van de belangen die de begeleiders/verzorgers hebben als het gaat om het hebben van een sociale infrastructuur in een gemeente/onze regio, kennis&de relatie met ‘hun klanten’ en ’onze burgers’, werkgelegenheid, huisvesting en continuïteit van hun organisatie.
*Visienotie ‘Transformeren en Integreren’, 15 maart 2012
2
Inhoudsopgave Blz.
Vooraf
2
Hoofdstuk 1: Opdracht
4
Hoofdstuk 2: Planning en aanpak
6
Hoofdstuk 3: Regionale projectorganisatie
15
Hoofdstuk 4: Communicatie
18
Hoofdstuk 5: Personele capaciteit & Begroting
19
Hoofdstuk 6: Risico’s&aandachtspunten
21
Bijlage 1:
Aanleiding Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg
22
Bijlage 2:
Hoe willen we de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg 23 Inhoudelijk en in samenwerking met burgers en instellingen vorm geven? Nulmeting
Bijlage 2a:
3
Hoofdstuk 1: Opdracht De opdracht met betrekking tot het regionale Plan van Aanpak Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg: In de periode december 2011 tot en met februari 2012 is op regionaal bestuurlijk niveau het visietraject rond de Transformatie van de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg doorlopen. Op 15 maart 2012 heeft het Regionaal Portefeuillehouderoverleg (PFO) afgestemd over de definitieve regionale Visienotitie. Het PFO heeft besloten om deze formeel te laten vaststellen in de individuele colleges en raden van de 9 gemeenten. Deze besluitvorming zal plaatsvinden tegelijkertijd met dit plan van aanpak en de Nulmeting in het najaar van 2012. 1.a. Uitgangspunten In de Visienotitie hebben de afdelingshoofden de opdracht gekregen om het proces (inhoudelijk, juridisch, financieel, procesmatig, besluitvormend en qua tijdspad) te organiseren en daartoe een Plan van Aanpak op te stellen met als doel vraaggestuurde, effectieve, efficiënte, betaalbare en tijdige Transities van de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg, in nauwe samenhang met de Wet werken naar vermogen* en Passend Onderwijs. Als basis van dit Plan van Aanpak gelden de volgende uitgangspunten: De mensen in hun eigen woonomgeving staan centraal o.b.v. maximale zelfregie en zelfredzaamheid; We geven ruimte en vertrouwen aan professionals; Compensatie in plaats van recht op zorg; Uitvoering zo lokaal, zo licht en dichtbij mogelijk; We werken integraal via het principe ‘één huishouden, één plan Collectief boven individueel Preventie voor curatie; We richten ons op een transformatie, maar wel via een zorgvuldig transitieproces; Stevige regie door de gemeenten: verminderen sturende en regisserende actoren; Beleidsvorming en het implementatieproces worden in de Regio Nijmegen gezamenlijk opgepakt: ‘lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal moet’ op basis van 2 principes: wat is wettelijk geregeld en wat is onze eigen beleidskeuze, bijvoorbeeld organisatie op basis van zorgzwaarte c.q. efficiënte schaal; In het implementatieproces betrekken we nadrukkelijk cliënten/cliëntorganisaties; De financiën zoals door het Rijk beschikbaar gesteld zijn leidend, inclusief de bezuinigingen De financieringsstructuur volgt de inhoud; We bieden ruimte voor keuzevrijheid (o.a. onderzoek naar pgb, eigen bijdrage); We gaan voor effectieve inzet, een gedegen monitoring en evaluatie * De term Wet werk naar vermogen hanteren we hier ondanks de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot deze wet. 1.b. Plan van Aanpak Dit Plan van Aanpak is de leidraad voor de implementatie van de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg in de regio Nijmegen op basis van de Visienotitie ‘Transformeren en integreren’. Dit betekent dat we een regionale kalender (zie hoofdstuk 2) hebben opgesteld zodat inzichtelijk is wanneer de colleges en de gemeenteraden belangrijke beslissingen nemen zoals beleidsnota’s, verordeningen, inkoop- dan wel subsidietrajecten. Hierbij is rekening gehouden met de recent gemaakte afspraken over de regionale samenwerking. Op de weg naar deze belangrijke besluiten leveren burgers/cliënten, maatschappelijke partners, hun input. We organiseren werkateliers met wethouders en beleidsambtenaren; met de gemeenteraden; werkconferenties met burgers,/cliënten, zorgaanbieders en instellingen, de provincie en natuurlijk de gebruikelijke portefeuillehouderoverleggen e.d.. Kortom, het wordt een intensieve periode tot en met in eerste instantie januari 2014 voor wat betreft de Transitie AWBZ-begeleiding er vanuitgaand dat deze nog steeds op 1 januari 2014 operationeel moet zijn en de daarmee samenhangende onderdelen van de Jeugdzorg. Tegelijkertijd verdiepen we ons verder in de Jeugdzorg als het gaat om de overheveling van de provinciale taken.
4
Tijdens dit proces hebben we onszelf de opdracht gegeven om voortdurend de verbinding te maken met de Transitie in het kader van de Wet werken naar vermogen en het Passend Onderwijs. Het Plan van Aanpak is een dynamische leidraad en via halfjaarlijkse voortgangsrapportages sturen we bij als de situatie daar om vraagt, bijvoorbeeld als duidelijk zal worden wanneer de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg werkelijkheid gaan worden. Het Plan van Aanpak is als volgt opgebouwd: na de beschrijving van de opdracht is in hoofdstuk 2 de Planning&Aanpak opgenomen, vervolgens in hoofdstuk 3 de projectorganisatie met daarin de overlegen besluitvormingsstructuur, dan in hoofdstuk 4 de personele capaciteit en de begroting, in hoofdstuk 5 de communicatie en afsluitend in hoofdstuk 6 de risico’s. In bijlage 1 staat nog even kort de aanleiding van de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg. In bijlage 2 staat een toelichting op de inhoudelijke hoofdonderwerpen van de Transities en de vragen aan de hand waarvan we de onderwerpen gaan uitwerken en hoe we dus onder andere komen tot de voorstellen wat we lokaalregionaal-bovenregionaal gaan doen. 1.c. Invloed van het algemene proces van de regionale samenwerking op het regionale project Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg De gemeenten in de regio Nijmegen zijn met elkaar in gesprek over de regionale samenwerking in het algemeen. In de komende jaren worden hierover afspraken met elkaar gemaakt. Het proces en de voortgang van het regionale Transitieproject AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg, brengen we steeds in overeenstemming met de opdracht van de algemene regionale samenwerking. In het kader van de algemene regionale samenwerking tussen regiogemeenten, is in 2012 het Regionale Team Bedrijfsvoering (RTB) ingesteld. Dit team is voor het regionale Transitieproject beschikbaar voor advies en uitwerkingen met betrekking tot PIJOFAH*-onderwerpen in het kader van de regionale samenwerking. Gedurende het project betrekken wel dit team meerdere malen: zie de planning in hoofdstuk 2.
* PIJOFAH: Personeel-Informatie-Juridisch-Organisatie-Financiën-Administratie-Huisvesting
5
Hoofdstuk 2: Planning en aanpak Dit hoofdstuk beschrijft de planning van het regionale project en de wijze waarop we aan de implementatie van de Transities AWBZ-begeleiding & Jeugdzorg uitvoering geven. Zoals al eerder aangegeven is de planning gebaseerd op verwachtingen met betrekking tot de invoering van de Transitie AWBZ-begeleiding en het wetgevingstraject van de Jeugdwet. Uiteindelijk zijn we afhankelijk van de daadwerkelijke invoering. Echter, door nu een heldere planning te hanteren, kunnen we deze eenvoudig aanpassen indien nodig. Daarbij is het wederom van belang om te benadrukken dat we hebben afgesproken dat we doorgaan met het treffen van de voorbereiding van de Transities. We hebben te maken met een complex proces die hieronder in twee schema’s is weergegeven: - In schema 1 staan de belangrijkste beslismomenten (mijlpalen) zijn. - In schema 2 staat hoe we tot de mijlpalen komen en wat we er voor moeten doen. Voor de duidelijkheid is het schema opgesplitst in een AWBZ inclusief Jeugddeel en een specifiek Jeugdzorgdeel (vanaf nummer 26). 2.1. Wanneer besluit wie wat? Schema 1 Wanneer? Wie besluit? Wat? 1e Mijlpaal: December 2012 Gemeenteraden Vaststelling Visienotitie ‘Transformeren en Integreren’ 2e Mijlpaal: Februari 2013 Gemeenteraden Keuzenota: wat gaan we lokaal-regionaalbovenregionaal organiseren m.b.t.: a. Toegang/indicatiestelling* b. Persoonsgebondenbudget/ Zorg in Natura c. Eigen bijdrage d. Vervoer e. Veiligheid f. Compensatiebeginsel g. Inkoopstrategie AWBZ-begeleiding (inclusief Jeugddeel) 3e Mijlpaal: September 2013 Colleges Gunningbesluit inkoop/subsidie AWBZ-begeleiding voor het regionale deel 4e Mijlpaal: begin 2014 - Gemeenteraden - Beleidskader (inclusief inkoopkader) Jeugdzorg - Gemeenteraden 5e Mijlpaal: medio 2014
Colleges
6e Mijlpaal: eind 2014
Colleges
7e Mijlpaal: Januari 2015
- Wmo-verordening aangepast Transitie AWBZ-begeleiding is operationeel Gunningbesluit inkoop/subsidie Jeugdzorg voor het regionale deel Vervolg Experimenten AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg Transitie Jeugdzorg operationeel
2.2. Hoe komen we tot de besluitvorming m.b.t. AWBZ/Jeugdzorg? 1 2
3
Activiteit/product
Plan van Aanpak
Deelnotitie Toegang
Start Mei 2012
Sept. 2012
Eind
Dec. 2012 - Jan. 2013 - Jan. 2013 - Jan. 2013 - Jan. 2013
4
Deelnotitie PGB/Eigen bijdrage
Sept. 2012
- Jan. 2013
- Jan. 2013 5
Deelnotitie Vervoer
Sept. 2012
- Jan. 2013
- Jan. 2013 6
7
Deelnotitie Zorgaanbod en inkoopstrategie
Programma werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs
Sept. 2012 - Jan. 2013
Sept. 2012
- Jan. 2013 12 okt. 2012 (i.v.m. herfstvakanti e)
Tussenstappen - PFO: 25 okt. - Colleges: Nov. - Gemeenteraden - Voorbereiding ambtelijke beleidswerkgroep - Advisering RTB - Bespreking RBT: 6 dec. - Bespreking RBT/PFO
Wie
Onderwerp
- Beleid
Voorbereiding onderwerp Toegang t.b.v. oplading Keuzenota
- RTB - RBT - RBT/PFO
- Voorbereiding ambtelijke beleidswerkgroep - Bespreking RBT: 6 dec. - Bespreking RBT/PFO
- Beleid
- Voorbereiding ambtelijke beleidswerkgroep - Bespreking RBT: 6 dec. - Bespreking RBT/PFO - Voorbereiding ambtelijke beleidswerkgroep - Advisering RTB - Bespreking RBT: 6 dec. - Bespreking RBT/PFO - Voorbereiding ambtelijke beleidswerkgroep
- Beleid
- RBT - PFO
- RBT - PFO - Beleid - RTB - RBT - RBT/PFO Beleid& Projectleider
Voorbereiding onderwerp PGB/Eigen Bijdrage t.b.v. oplading Keuzenota Voorbereiding onderwerp Vervoer t.b.v. oplading Keuzenota Voorbereiding onderwerp Zorgaanbod en inkoopstrategie t.b.v. oplading Keuzenota
Schema 2 Resultaat
Randvoorwaarden voor de onderwerpen Eigen Bijdrage, Vervoer en de Inkoop/subsidiestrate gie Bepaling van de mate van keuzevrijheid voor de burger. Invloed op de inkoopstrategie Bepaalt mede de inkoopstrategie.
Weerspiegeling van de deelnotities Toegang, PGB/Eigen Bijdrages en Vervoer
7
Eind 25 okt. 2012
Tussenstappen
Wie Wethouders& Beleid
Programma werkconferentie burgers, cliënten, begeleiders/verzo rgers
2 nov. 2012
- 8 okt. 2012 Vooraankondiging versturen - 30 okt. 012: Uitnodiging versturen - 15 nov. 2012: Voorbespreken in het RBT
Beleid& Projectleider& Communicatie
10
Werkconferentie burgers, cliënten, begeleiders/verzo rgers
29 nov. 2012
11
Notitie Uitkomsten werkconferentie
1 dec.2012
Activiteit/product
8
Werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs
9
Start
Beleid& Projectleider& Communicatie
Bespreking werkgroep
Onderwerp Thema’s Toegang, Keuzevrijheid/PGB, Eigen Bijdrage gekoppeld aan wat doen we lokaalregionaalbovenregionaal& wat is het transitiepotentieel. Het onderwerp Compensatiebeginsel is een integraal onderdeel van de diverse onderwerpen.
Resultaat Koersbepaling over zaken die we wel of niet samen gaan doen en richtingen duidelijk hebben waarop we mogelijk experimenten kunnen gaan ontwikkelen
Toegang, Zorgaanbod en inkoopstrategie, Vervoer, PGB/eigen bijdrage. Agenda voor de Toekomst en de vraag om mogelijke experimenten.
Burgers en hun begeleiders/verzorgers zijn bijgepraat over de verschillende onderwerpen en hebben hun wensen, mening, ideeën kenbaar gemaakt die als input dienen voor gedragen Keuzenota
Beleid
8
Activiteit/product
12
13
Programma werkatelier vervolg bestuurders Werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs doorpraten uitkomsten werkconferentie op thema/PFO Zorg en Welzijn & Jeugd
Start
Eind 1 dec. 2012
Tussenstappen Informeren RBT
6 dec. 2012
14
Regionale Informatiebijeenk omsten gemeenteraden
- 2e week dec. 2012 - 3e week jan. 2013
- Uitnodiging versturen - Programma opstellen - Opbrengst verwerken t.b.v. Keuzenota.
15
Keuzenota AWBZ/Jeugdzorg
Febr. 2013
- 2e week 2013: Collegebesluiten - 4e week 2013: Bespreking raden - eind februari 2013: Raadsbesluiten
Wie Projectleider
Onderwerp
Resultaat
Wethouders& Beleid
- Doorpraten over Toegang, Zorgaanbod en inkoopstrategie, Vervoer, PGB/eigen bijdrage als besloten is dat we deze onderwerpen regionaal gaan oppakken - Resultaten werkconferentie 20 november vaststellen Informeren&bespreken over het proces, Toegang, Zorgaanbod en inkoopstrategie, Vervoer, PGB/eigen bijdrage en de overwegingen wat lokaal-regionaalbovenregionaal
Experimenten benoemen: kan in principe op alle onderwerpen
Beleid& Projectleider
- Gemeenteraden zijn geïnformeerd over het Transitie proces en de overwegingen m.b.t. de Keuzenota - Inzicht in de wensen&behoeften van gemeenteraden m.b.t. regionale samenwerking.
9
Activiteit/product
16
17
18
19
20 21
Functioneel programma van eisen AWBZ: - Opstellen bestek AWBZ - Inhoudelijke beoordeling Communicatieplan rondom inschrijving Contracteringstra -ject met vaststelling bestek klaar voor publicatie Publicatie (subsidievoorwaarden/bestek) Sluiting inschrijving Voortgangsrapportage
Start
Eind Begin maart 2013
Tussenstappen - 4e week jan. 2013 Bespreken RBT - 1e week februari 2013: Vaststellen PFO
Wie Werkgroep Inkoop
Nov. 2012
Maart 2013
Werkgroep Communicatie
Maart 2013
April 2013
O.b.v. een gedetailleerde aanbesteding/subsidieplanni ng O.b.v. een gedetailleerde aanbesteding/subsidieplanni ng
Werkgroep Inkoop
Juni 2013
Werkgroep Inkoop
22
Besluit beoordelingsproces contractering AWBZ
Juni 2013
Sept. 2013
23
Organisatieplan en bedrijfsvoering AWBZ
Nov. 2012
April 2013
- Bespreken RBT: mei 2013 - Bespreken PFO: juni 2013
Resultaat
Werkgroep Inkoop
April 2013
Juni /juli 2013
Onderwerp Collegebesluiten Inkoop/subsidie AWBZ-begeleiding
Projectleider
Weergave stand van zaken Transitieproject inclusief financiële verantwoording Collegebesluiten gunning inkoop/subsidie AWBZ-begeleiding voor het regionale deel
O.b.v. een gedetailleerde planning
Werkgroep Bedrijfsvoering
10
Activiteit/product
24
25
26
27
28
29
30
Voorbereiding inrichting administratieve organisatie, bedrijfsvoering Voortgangsrapportage
M.b.t. alleen Jeugdzorg Programma werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs Werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs Programma werkconferentie burgers, cliënten, begeleiders/verzorgers Werkconferentie burgers, cliënten, begeleiders/verzorgers Notitie Uitkomsten werkconferentie
Start Nov. 2012
April. 2013
Eind Dec. 2013
Tussenstappen O.b.v. een gedetailleerde planning
Wie Werkgroep Bedrijfsvoering
Nov./Dec. 2013
- Bespreken RBT: Nov. 2013 - Bespreken PFO: Dec. 2013
Projectleider
Concept
Concept
Concept
Aug. 2013
Voorbereiden
Beleid& Projectleider
Sept.2013
Sept. 2013
Resultaat
Weergave stand van zaken Transitieproject inclusief financiële verantwoording Nadere invulling volgt begin 2013
Nadere invulling volgt begin 2013
Wethouders& Beleid
- Vooraankondiging versturen - Uitnodiging versturen - Voorbespreken in het RBT
Okt. 2013
Okt. 2013
Onderwerp
Beleid& Projectleider& Communicatie
Beleid& Projectleider& Communicatie Bespreking Werkgroep beleid
Beleid
11
Activiteit/product
31
32
33
34
35
36
Programma werkatelier vervolg bestuurders Werkatelier regiogemeenten betrokken wethouders en beleidsadviseurs doorpraten uitkomsten werkconferentie op thema/PFO Zorg en Welzijn & Jeugd Regionale (Informatie)bijeen komsten gemeenteraden Werkconferentie cliëntenraden: optioneel Werkconferentie begeleiders/verzo rgers: optioneel Werkconferentie huidige financiers Jeugdzorg
Start
Eind Okt. 2013
Tussenstappen Informeren RBT
Nov. 2013
Wie Projectleider
- Uitnodiging versturen - Programma opstellen - Opbrengst verwerken
Beleid& Projectleider
Dec. 2013
- Uitnodiging versturen - Programma opstellen - Opbrengst verwerken - Uitnodiging versturen - Programma opstellen - Opbrengst verwerken - Uitnodiging versturen - Programma opstellen - Opbrengst verwerken
Beleid& Projectleider& Communicatie Beleid& Projectleider& Communicatie Beleid& Projectleider& Communicatie
Dec. 2013
Resultaat
Wethouders& Beleid
- Nov. 2013 - Dec. 2013
Dec. 2013
Onderwerp
12
Activiteit/product
37
38
39
40
41 42
43
44
Functioneel programma van eisen Jeugdzorg tbv bestek - Opstellen bestek AWBZ - Inhoudelijke beoordeling Communicatieplan rondom inschrijving Contracteringstraject met vaststelling bestek klaar voor publicatie Publicatie subsidievoorwaar den/bestek Sluiting inschrijving Besluit beoordelingsproces contractering Jeugdzorg Voortgangsrapportage
Organisatieplan en bedrijfsvoering Jeugdzorg
Start
Eind Febr. 2014
Jan. 2014
Febr. 2014
Werkgroep Communicatie
Feb. 2014
Maart 2014
Werkgroep Inkoop
Maart 2014
Werkgroep Inkoop
April 2014
Werkgroep Inkoop
Juli 2014
Werkgroep Inkoop
Mei 2014
Juni /juli 2014
Okt. 2013
Mei 2014
Tussenstappen
- Bespreken RBT: mei 2014 - Bespreken PFO: juni 2014
Wie Werkgroep Inkoop
Projectleider
Onderwerp
Resultaat
Weergave stand van zaken Transitieproject inclusief financiële verantwoording
Werkgroep Bedrijfsvoering
13
Activiteit/product
45
46
47
Voorbereiding inrichting administratieve organisatie, bedrijfsvoering Eindrapportage
Start Okt. 2013
Eind Mei 2014
Tussenstappen
Wie Werkgroep Bedrijfsvoering
Okt./Nov. 2014
- Bespreken RBT: Okt. 2014 - Bespreken PFO: Nov. 2014
Projectleider
Lokale planning: ter uitwerking v.d. individuele gemeenten
Onderwerp
Resultaat
Weergave eindsituatieTransitieproject inclusief financiële verantwoording
Individuele gemeenten
2.3. Planning Passend Onderwijs en Wet werk naar vermogen De planningen van de projecten Passend Onderwijs en Wet werk naar Vermogen zijn dusdanig grofmazig dat we ze voor het Transitieproject alleen noemen. In de loop van 2013 integreren we de beide planningen op detailniveau. 2.3.a. Concept planning Passend Onderwijs - Medio 2012 – Januari 2014: Overleg scholen onderling en scholen met de gemeenten over ondersteuningsplannen en inrichting passend onderwijs - 1 maart 2014: Ondersteuningsplannen scholen zijn gereed - 1 mei 2014: Indienen ondersteuningsplan door de scholen bij de Onderwijsinspectie - 1 augustus 2014: Invoering Wet Passend Onderwijs (1 jaar later in verband met Lenteakkoord) 2.3.b. Wet werk naar Vermogen - Juni-September 2012: Mijlpaal ‘Voortgangsnotitie’: Informeren en peilen van de Raden m.b.t. de standpunten a.d.h.v. de voortgangsnotitie - Oktober-December 2012: Mijlpaal ‘Beslisdocument’: Vaststellen door de Raden van het beslisdocument over regionale samenwerking op het domein werk - 2013 en verdere jaren: Mijlpaal ‘Uitvoeringsagenda Wwnv’: op diverse deelonderwerpen moet nadere besluitvorming in ambtelijk, college dan Raden moeten plaats vinden ten behoeve van de regionale samenwerking.
14
Hoofdstuk 3: Regionale projectorganisatie In dit hoofdstuk staat de beschrijving van de regionale projectorganisatie ten behoeve van de uitvoering van het regionale Plan van Aanpak Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg. Dit betekent dat het hier gaat om een tijdelijke managementomgeving voor de duur van het project: vooralsnog tot eind 2014. Voor de opzet van de projectorganisatie is gekeken naar, voor vooral de overleg&besluitvormingsstructuur, het regionale project Wet werken naar vermogen. Tevens houden we bij de uitvoering van het regionale project rekening met de ontwikkelingen over de nadere regionale samenwerking zoals genoemd in hoofdstuk 1. De projectorganisatie bevat de volgende onderdelen: - Regionaal bestuurlijk overleg&besluitvormingsstructuur (hoofdstuk 3) - Personele capaciteit en begroting (hoofdstuk 4) - Communicatie (hoofdstuk 5)
Gemeenteraden
Colleges
PFO Onderwijs&Jeugd + Zorg&Welzijn
3.1 Regionale projectstructuur
Bestuursteam Transities AWBZ&Jeugdzorg: wethouders en gemeentesecretaris -------------------------------------------------- Een 3-tal afdelingshoofden Zorg&Welzijn - Projectleider
Afdelingshoofden Zorg&Welzijn Projectleider Ambtelijke Werkgroepen Transities AWBZ&Jeugdzorg a. Beleid b. Inkoop c. Bedrijfsvoering d. Communicatie
*De groene kaders zijn besluitvormend. De gele kaders zijn adviserend. De oranje kaders zijn uitvoerend. 15
3.2. Rollen, taken en verantwoordelijkheden: De samenstelling en taakstelling van de gemeenteraden, colleges, het regionale Portefeuillehouderoverleg (PFO) en het afdelingshoofdenoverleg zijn reguliere gremia en vallen daarom niet onder de projectstructuur. Hieronder volgt de uitleg van de samenstelling, taak, ondersteuning en overlegfrequentie van de ‘project’ blokken en het afdelingshoofdenoverleg: 3.2.1. Regionaal BestuursTeam (RBT) Samenstelling: Bestuurders: Bert Frings, Rob Engels, Geert Hendriks, Leidy van de Aalst Gemeentesecretaris: Jan Wijnia (Heumen) Afdelingshoofden: Een 3-tal afdelingshoofden Zorg&Welzijn regio Nijmegen: Groesbeek (Willeke Bodewes), Nijmegen (Erik van Aalzum) en Wijchen (Adelbert Aveskamp) Projectleider: deelnemer Taken a. Het Regionale BestuursTeam (RBT) bereidt de onderwerpen AWBZ-begeleiding&Jeugdzorg voor ten behoeve van het regionale Portefeuillehouderoverleg Onderwijs&Jeugd (PFO), op basis van de adviezen van de ambtelijke beleidswerkgroepen. b. De afdelingshoofden hebben een adviserende rol in het RBT. c. Naast de schriftelijke verslaglegging van het RBT is, ten behoeve van het creëren van draagvlak, één vertegenwoordiger van elke discipline verantwoordelijk voor de terugkoppeling naar het eigen overleg: zie hieronder. Voorzitter RBT namens PFO Onderwijs&Jeugd + Zorg&Welzijn: is verantwoordelijk voor terugkoppeling naar het PFO Onderwijs&Jeugd + Zorg&Welzijn. Gemeentesecretaris namens het platform Gemeentesecretarissen: is verantwoordelijk voor terugkoppeling naar het Platform Gemeentesecretarissen. Afdelingshoofd namens het afdelingshoofdenoverleg Zorg&Welzijn: is verantwoordelijk voor terugkoppeling naar het afdelingshoofdenoverleg Zorg&Welzijn. Ondersteuning De projectleider ondersteunt het bestuursteam in de rol van ambtelijk secretaris. Daarnaast is er secretariële ondersteuning voor de verslaglegging, verspreiding van stukken en regelen van vergaderlocaties, plannen van vergaderingen e.d.. Frequentie overleg
1 x per maand
3.2.2. Overleg afdelingshoofden Zorg&Welzijn (regulier overleg) Samenstelling Het afdelingshoofdenoverleg bestaat uit de afdelingshoofden van de 9 gemeenten. Vanuit het afdelingshoofdenoverleg nemen drie afdelingshoofden van de gemeenten Groesbeek, Nijmegen en Wijchen, deel aan het overleg van het bestuursteam. Taken - Het afdelingshoofdenoverleg bespreekt intensief het proces tot en met het vaststellen van het Plan van Aanpak. Na het vaststellen van het PvA informeert de projectleider het afdelingshoofdenoverleg over het verloop van het project en hij/zij betrekt het overleg actief op het moment dat dit zinvol is voor het project. - De afdelingshoofden zijn vanuit hun lijnfunctie verantwoordelijk dat de afgesproken personele capaciteit gedurende het project, beschikbaar is. Ondersteuning De projecteider ondersteunt het afdelingshoofdenoverleg t.b.v. het project in de rol van ambtelijk secretaris. Daarnaast is er secretariële ondersteuning voor de verslaglegging, verspreiding van stukken en regelen van vergaderlocaties, plannen van vergaderingen e.d.. Frequentie overleg
1 x per maand
16
3.2.3. Projectleider De projectleider werkt in opdracht van het regionaal bestuursteam. Taken a. Hij/zij stuurt vooral op de processen. b. De projectleider is ambtelijk secretaris van het bestuursteam en het afdelingshoofdenoverleg en is tevens voorzitter van de regionale ambtelijke werkgroepen. c. De projectleider is de verbindende schakel tussen de regionale ambtelijke werkgroepen en het regionaal bestuursteam. d. De projectleider creëert draagvlak door onder andere het organiseren van integrale afstemming met de betreffende gemeenten op bestuurlijk-, management- en beleidsniveau. e. De projectleider heeft een coachende, sturende, stimulerende en ondersteunende rol richting de medewerkers. f. De projectleider bewaakt de voortgang en het tempo van het project. g. De projectleider beheert het budget. De projectleider kan gebruik maken van secretariële ondersteuning. 3.2.4. Regionale ambtelijke werkgroepen Samenstelling Er zijn 4 werkgroepen: a. Werkgroep beleid: inhoudelijk deskundige beleidsmedewerkers. Uitgangspunt is om met kleine groepjes beleidsmedewerkers (ongeveer 3 per groep) een onderwerp voor te bereiden. b. Werkgroep Inkoop: hierbij maken we gebruik van het Regionale Inkoopbureau als we overgaan tot een aanbestedingsprocedure. c. Werkgroep Bedrijfsvoering: Financiën&Beheer&Juridisch&ICT&AdministratieveOrganisatie. We maken gebruik van in ieder geval de adviesrol van het Regionale BedrijfsvoeringsTeam. Afhankelijk van de mate van regionale samenwerking betrekken we interne adviseurs op het gebied van financiën, juridisch, organisatie, ICT en AO-procedures. d. Werkgroep Communicatie: communicatieadviseur van het project en afhankelijk van de agenda: beleidsmedewerkers dan wel communicatieadviseurs van de regiogemeenten. We maken gebruik van in ieder geval de adviesrol van het Regionale BedrijfsvoeringsTeam. De werkgroepen worden aangestuurd door de projectleider. Taken Ad a. Voorbereiding adviezen van de beleidsinhoudelijke onderwerpen: Toegang/indicatiestelling, Persoonsgebondenbudget/ Zorg in Natura, Eigen bijdrage, Vervoer, Veiligheid, Compensatiebeginsel en opstellen van het inkoop/subsidiekader. Bewerkt indien nodig de voorstellen van de werkgroepen tot een integraal beleidsadvies t.b.v. het RBT en na goedkeuring in het PFO, tot algemene college- en raadsvoorstellen waar de individuele gemeenten gebruik van kunnen maken. Ad b. Uitvoeren van inkoop/subsidietraject. Ad c. Advisering over de financiële, juridische, organisatorische, ICT en administratieve aspecten van het regionale Transitietraject. Ad d. Opstellen en uitwerken van het regionale communicatieplan Frequentie overleg
1 x per 2 weken of anders indien nodig
17
Hoofdstuk 4: Communicatie 4.1 Aanleiding De Transities van de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg naar de gemeenten roept vragen op bij onder andere cliënten, burgers, instellingen en de gemeenten, waaronder de gemeenteraden, zelf. De implementatie van de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg vraagt daarom om een zorgvuldig communicatietraject. Daarbij is bestuurlijk afgesproken dat dit communicatietraject in samenhang met de projecten Wet werken naar vermogen en Passend Onderwijs wordt opgesteld en uitgevoerd. Bij de totstandkoming van het Visiedocument zijn bovengenoemde partijen geïnformeerd en hebben hun invloed op de visie gehad. 4.2 Communicatieboodschap Het ‘Kantelingsdenken’ op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gaat over collectieve arrangementen, vroegtijdig en preventie handelen en de eigen kracht van burgers en gemeenschappen. 4.3 Doel communicatietraject Transities Een ieder weet wat er staat te gebeuren en tevens het vertrouwen te geven dat de Transities van de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg in goede handen zijn bij de gemeenten Voor de verdere uitwerking en implementatie van de Transities is communicatie een belangrijk onderdeel om een ieder zo goed mogelijk te informeren en ook mee te nemen in het regionale implementatieproces. 4.4 Communicatie-onderwerpen Het is noodzakelijk om een communicatieplan op te stellen waarbij in ieder geval de volgende onderdelen moeten worden uitgewerkt op regionaal niveau: A. Visie op communicatie B. Afbakening van onderwerpen waar we regionaal over communiceren. C. Informeren van de diverse doelgroepen: burger, cliënt (inclusief cliëntraden, gemeentelijke adviesraden), maatschappelijke partners, gemeenten waaronder de gemeenteraden D. Participeren/Adviseren door de burger, cliënt (inclusief cliëntraden, gemeentelijke adviesraden), instelling/bedrijven, gemeenten waaronder de gemeenteraden E. Samenhang met de projecten Wet werk naar Vermogen en het Passend Onderwijs F. Uitvoering communicatie: Opstellen communicatiekalender gebruik middelen zoals nieuwsbrieven, social media (bijv. de al bestaande website vCJG), al dan niet een logo etc. etc. ontwikkelen en uitvoeren van diverse werkvormen zoals werkconferenties e.d. voor het ophalen van informatie&informeren over de inhoudelijke onderwerpen. Het landelijk Transitiebureau ontwikkelt diverse producten die we voor de regionale communicatie kunnen gebruiken. 4.5 Communicatieadviseur Voor het communicatieonderdeel is een projectleider/adviseur communicatie nodig voor 200 uur per jaar tot 1 januari 2015. Uren zijn flexibel inzetbaar afhankelijk wat het project vraagt op welk moment. De communicatieadviseur is verantwoordelijk voor het opstellen van een communicatieplan, adviseren&ontwikkelen over de communicatiemiddelen, Nadat het plan van aanpak is vastgesteld in het PFO, zal voor het eerst volgend bestuursteam een concept communicatieplan ter besluitvorming worden voorgelegd.
18
Hoofdstuk 5: Personele capaciteit & Begroting 5.1. Personele capaciteit Dit plan van aanpak beschrijft alleen de inzet van de functionarissen die inhoudelijk, procesmatig en ondersteunend een aandeel leveren. Daarbij rekening houden we rekening dat wat we regionaal ontwikkelen, ook direct lokaal bruikbaar is. Op het bestuurlijk- en managementniveau zijn de werkzaamheden ten behoeve van het project als regulier te beschouwen en zijn niet meegenomen in dit plan van aanpak. De taken van de functionarissen, zijn beschreven in hoofdstuk 3 (Regionaal bestuurlijk overleg&besluitvormingsstructuur) en hoofdstuk 4 (Communicatie).
A.
B
C D
E
- Beleidsmedewerkers t.b.v. de werkgroep beleid Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg en het organiseren van werkconferenties, werkateliers etc.. - Financiële adviseurs - Juridisch Adviseurs - AO-medewerkers Ten behoeve van het organiseren van de werkconferenties, werkateliers etc. zetten we diverse type medewerkers in: Beleidsmedewerkers Administratie&secretariële ondersteuning Communicatieadviseur Projectleider Bijeenkomsten kunnen ook in samenwerking met bijvoorbeeld een belangenorganisatie georganiseerd worden. Daar waar mogelijk organiseren we regionale bijeenkomsten die overeenkomen met de lokale planning voor wat betreft de communicatie, participatie etc. etc. Administratieve&secretariële ondersteuning t.b.v. het bestuursteam, afdelingshoofdenoverleg en de regionale ambtelijke beleidswerkgroep Communicatieadviseur t.b.v. het opstellen van het regionale communicatieplan, adviseren&ontwikkelen van communicatiemiddelen t.b.v. de regio waaronder de werkconferenties e.d.. Projectleiding in de vorm van een regionale procesbegeleider t.b.v. de voortgang en het tempo van het project
Gemiddelde inzet per jaar 0,1 fte per medewerker: zie 3.2.4.
Zie onder A Zie onder C Zie onder D Zie onder E
0,1 fte 0,1 fte
0,5 fte
5.2. Begroting - Bij het opstellen van de begroting is het uitgangspunt om de kosten zo laag mogelijk te houden en op zoek te gaan naar cofinanciering bij onder andere de provincie. Op grond van het onderwerp Transitie Jeugdzorg is een subsidieaanvraag bij de provincie ingediend. We verwachten eind 2012/begin 2013 een besluit van de provincie. - Gemeenten maken ter dekking van de kosten zoveel mogelijk gebruik van het implementatiebudget AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg. - De inzet van eigen medewerkers t.b.v. de ambtelijke werkgroepen komen niet ten laste van de regionale projectbegroting: het betreft hier de medewerkers zoals genoemd bij 5.1. A . Indien de personele capaciteit nder 5.1.A. niet kan worden geleverd, kan er alsnog een financiële bijdrage worden gevraagd om dit te compenseren. - De kosten van de medewerkers bij 5.1.C tot en met E zijn hieronder opgenomen bij 5.2. B tot en met F. - Indien de noodzaak bestaat om extra inzet te plegen voor bijvoorbeeld het schrijven een integraal advies, bepaalt het afdelingshoofdenoverleg hoe de verrekening zal plaats vinden. Voor deze optie reserveren we een reëel bedrag: 5.2.C. - Aan de advisering door het Regionale Team Bedrijfsvoering, zijn geen kosten verbonden: deze kosten zijn al regionaal verrekend.
19
De projectkosten periode 1 oktober 2012 tot 1 januari 2015: A. Regionale activiteiten zoals cliëntbijeenkomsten, vergaderingen
€ 25.000, -
B
Extra inzet administratieve&secretariële ondersteuning
€ 25.000*
Zie 5.1.C
C D E F
Extra inzet beleidscapaciteit Communicatie Projectleiding o.b.v. 0,5 fte Inkoopbureau* inclusief juridisch advies door de huisadvocaat indien nodig. Gelet op eerdere subsidie/inkooptrajecten bij nieuwe gemeentelijke taken zoals ‘de hulp bij het huishouden’ in 2008 is het raadzaam om hier een ruim bedrag voor te reserveren Totaal:
€ 50.000 € 75.000 € 155.000* € 100.000**
N.t.b. Zie 5.1.D Zie 5.1.E
€ 430.000
Globaal genomen bedragen de kosten, tot 1 januari 2015 € 430.000,-. Op 1 januari 2013 en 2014 leggen we, voor zover nodig, een aangepaste begroting ter besluitvorming voor. Verdeling van de kosten tussen gemeenten is op basis van het aantal inwoners per gemeente***. Verantwoording van de projectkosten geschiedt per half jaar. Gemeente Aantal inwoners Beuningen 25.231 Druten 18.114 Groesbeek 18.907 Heumen 16.673 Millingen a/d Rijn 5.866 Mook&Middelaar 7.859 Nijmegen 160.907 Ubbergen 9.369 Wijchen 39.479 totaal 302.405
*
Kosten 35.876 25.756 26.884 23.707 8.341 11.174 228.799 13.322 56.136 430.000
Kosten secretariële ondersteuning & projectleiding is gebaseerd op Nijmeegse tarieven bij externe inzet: respectievelijk € 35,- en € 96,- per uur en o.b.v. 1277 productieve uren per jaar: de totale bedragen zijn afgerond naar boven.
** In het kader van het algemene regionaliseringtraject worden de voorbereiding getroffen voor de inrichting van een Regionaal InkoopBureau (RIB). De kosten van de inzet RIB zijn gedekt vanuit het algemene regionaliseringtraject. Voor het Transitieproject willen we gebruik maken van het RIB. Ondanks de dekking van het RIB nemen we wel een post op voor het inkooptraject omdat we nu nog niet kunnen voorzien of we bepaalde expertise dan wel capaciteit extra moeten inhuren. Daarnaast zijn de kosten voor mogelijke juridische procedures niet gedekt met het RIBbudget. *** - Het aantal inwoners is gebaseerd op de peildatum 1 januari 2012. - Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de eventuele cofinanciering van de provincie.
20
Hoofdstuk 6: Risico’s/aandachtpunten 6.1. Politiek a. Tempo wet-en regelgeving in relatie tot de planning regio Nijmegen. Op basis van eerdere ervaringen is het risico aanwezig dat we te maken krijgen met het feit dat de besluitname over de invoeringsdatum van wet-en regelgeving laat wordt genomen maar wel bijvoorbeeld op 1 januari 2014 gaat gelden. We moeten dan wel een oplossing hebben om de burgers de toegang te verlenen tot de ondersteuning/zorg die nodig is. b. Zoals al eerder aangegeven treffen we voorbereiding van de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg zonder dat we nu al echt weten waar we verantwoordelijk voor worden en vooral wanneer. De enige zekerheid die we hebben is dat de Transities niet voor 1 januari 2014 zullen ingaan. Het legt echter nu wel al een grote druk op de inzet van burgers, maatschappelijke partners, het ambtelijk apparaat, bestuur en de raad. Wat als voordeel kan worden beschouwd is dat we nu met zijn allen nadenken over de Kanteling. Naast het denken moeten we er ook naar gaan handelen. We hebben daartoe al enige (lokale en regionale) pilots lopen zoals bijvoorbeeld op regionaal niveau het project Jeugdzorg Dichtbij. Als de invoering van de Transities wordt uitgesteld hebben we wel meer tijd om te oefenen met de Kantelingsgedachte. c. Lokale en regionale krachtenveld. d. Het proces hoe colleges en gemeenteraden van de diverse gemeenten tot een politieke overeenkomst komen. 6.2. Proces a. Regionale samenwerking: Op dit moment praten de gemeenten in de regio Nijmegen over verdergaande samenwerking als gevolg van veranderingen op allerlei gebied zoals het opheffen van de stadsregio. Dit proces heeft invloed op de regionale samenwerking m.b.t. de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg. Het is een uitdaging om beide processen zo adequaat mogelijk op elkaar af te stemmen en mogelijk te versterken. b. Planning: kunnen en willen de gemeenten met elkaar hetzelfde tempo vasthouden? Iedere gemeente heeft te maken met haar eigen dynamiek en vraagstukken zoals een fusie. Dit kan consequenties hebben voor de prioritering met betrekking tot het regionale Transitieproject. Daarnaast heeft het invloed of we de ambitie van een beleidsrijke Transitie kunnen waar maken. 6.3. Financieel Met de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg, Passend Onderwijs en het vervolg op de Wet werk naar Vermogen weten we dat we te maken krijgen met forse bezuinigingen. De huidige berichtgeving over de economische situatie doet zwaar vermoeden dat we nog met veel meer bezuinigingen te maken krijgen. 6.4. Communicatie: Een goede communicatie draagt bij aan het creëren van draagvlak bij burgers, maatschappelijke partners. 6.5. Extra taken Naast de aangekondigde transities, zijn er nu al geluiden dat we waarschijnlijk voor nog meer taken vanuit de AWBZ, Zorgverzekering verantwoordelijk worden zoals ‘persoonlijke verzorging’.
=
21
Bijlage 1: Aanleiding Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg Wat was ook weer de aanleiding van de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg a. AWBZ: In het regeerakkoord (kabinet Rutte) is afgesproken dat de functie extramurale begeleiding uit de AWBZ wordt overgeheveld naar de Wmo. De gedachte is dat deze functies het best dicht bij de cliënt en dus door de gemeenten kunnen worden geregeld. In het bestuursakkoord 2011 – 2015 hebben het ministerie van VWS en de VNG afgesproken dat de overheveling van de begeleiding gebeurt vanaf 2013 voor nieuwe cliënten en vanaf 2014 voor bestaande cliënten. Als gevolg van de val het kabinet Rutte is op basis van het Lenteakkoord (voorjaar 2012) de overheveling van de AWBZ-begeleiding controversieel verklaard. De verwachting is echter dat in de volgende regeerperiode de overheveling wel wordt voortgezet en dat de gemeenten per 1 januari 2014 in één keer voor alle cliënten verantwoordelijk worden. Dit betekent dus hoogst waarschijnlijk geen overgangsjaar. Dat houdt in dat de voorbereiding van deze transitie in hetzelfde tempo door kan gaan waarbij de activiteiten voor het overgangsjaar vervallen. Vanuit de Vereniging van Nederlandse gemeenten is ook het advies afgegeven om vooral in hetzelfde tempo de voorbereidingen te treffen als ware we op 1 januari 2014 verantwoordelijk worden voor de Transitie AWBZ-begeleiding. b. Jeugdzorg: In hetzelfde bestuursakkoord is ook een besluit genomen over de decentralisatie van de Jeugdzorg. De recente evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg is aanleiding voor de bundeling van regelingen rondom jeugd en decentralisatie naar de gemeenten. Door het samenvoegen van verschillende financieringstromen verwacht het Rijk dat gemeenten beter in staat zijn om een samenhangend aanbod van toegankelijke hulp en ondersteuning te organiseren en gespecialiseerde vormen van zorg efficiënter in te zetten. Er komt daarom één financieringssysteem voor het huidige preventieve beleid, de huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG (licht verstandelijk gehandicapten) en jeugd-GGZ. De Centra voor Jeugd en Gezin zullen bij de overheveling naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor alle jeugdzorg van de gemeenten. Het gaat niet om het 1-op-1 overnemen van de taken door gemeenten: er moet iets veranderen in de werkwijze. Door het overhevelen van de jeugdzorg naar de gemeente krijgt de gemeente een steeds grotere rol in het bieden van ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid en participatie. Als gevolg van de overheveling van de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg krijgen gemeenten te maken andere vormen van zorg en ondersteuning. Gemeenten hebben tegelijk te maken met ingrijpende bezuinigingen, alleen al omdat het budget voor AWBZ-begeleiding dat naar de gemeente gaat, minimaal 5% lager ligt dan hiervoor onder de AWBZ beschikbaar was en voor de Jeugdzorg 10%. Dit vraagt een nieuwe benadering met een integraal perspectief. Een perspectief dat gestuurd en gekaderd wordt vanuit de WMO-kanteling gedachte en waarbij er samenhang wordt ontwikkeld tussen de transitieopdracht van de AWBZ met de Jeugdzorg, maar ook met de ontwikkeling in Passend onderwijs en de Wet werken naar vermogen. Vanuit het integraal perspectief is de opdracht te zoeken naar “slimme” en zorgvuldige oplossingen om met een krimpend budget de groeiende zorgvragen op te kunnen vangen. Het ‘Kanteling-denken’ gaat over collectieve arrangementen, vroegtijdig en preventief ingrijpen en de eigen kracht van burgers en gemeenschappen. Het regionale project brengt beleidsvraagstukken en toekomst bestendige betaalbare oplossingen bij elkaar.
22
Bijlage 2: Hoe geven we de Transities AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg inhoudelijk en in samenwerking met burgers en de begeleiders/ verzorgers vorm? Opzet bijlage 2 In deze bijlage staat opgenomen hoe we de diverse inhoudelijke onderwerpen vorm willen geven om tot een Keuzenota te komen die de gemeenteraden vaststellen. Belangrijk is dat we met burgers en maatschappelijke partners de inhoudelijke onderwerpen gaan bespreken. 7 Hoofdonderwerpen en Nulmeting In de Visienotitie ‘Transformeren en integreren’ staan de volgende 7 inhoudelijke beleidsmatige – en organisatorische hoofdonderwerpen opgenomen die we uitwerken tot een Keuzenota: 1. Toegang/indicatiestelling 2. PersoonsGebondenBudget (PGB) 3. Eigen bijdrage 4. Vervoer 5. Veiligheid 6. Compensatiebeginsel 7. Inkoopstrategie Nulmeting Om tot een inhoudelijke uitwerking van de hoofdonderwerpen te kunnen komen, hebben we ter voorbereiding een Nulmeting (zie bijlage 2a) opgesteld. De Nulmeting geeft ons informatie over de daadwerkelijke zorg die in de regio wordt geleverd. In de Nulmeting zijn cijfers te vinden over het aantal mensen dat zorg krijgt, welke instellingen deze zorg leveren en hoe de mensen en instellingen zijn verspreid in de regio. Uitwerking van de hoofdonderwerpen Uitwerking van de hoofdonderwerpen geschiedt aan de hand van een aantal standaard vragen. Hiermee bevorderen we een eenduidige advisering(B). Per hoofdonderwerp is ook een aantal specifieke vragen opgesteld die meer betrekking hebben op het betreffende onderwerp (C). Aan het begin van het plan van aanpak en in hoofdstuk 2 (Planning en aanpak) is opgenomen hoe we de burgers en maatschappelijke partners een rol willen laten hebben om tot een advies te kunnen komen en bij de implementatie van de Transities. Onder D. staat in het kort het resultaat van de uitwerking van de 7 hoofdonderwerpen. Toelichting op de hoofdonderwerpen Ad 1. Toegang/indicatiestelling Toegankelijkheid bestaat uit de fysieke of directe vindbaarheid in bijvoorbeeld de vorm van een Wmo loket of een wijkteam, maar omvat ook toegankelijkheid naar behoefte, keuzevrijheid en tijdige en financiële toegankelijkheid. Door de decentralisatie van begeleiding kan de toegang tot zorg en ondersteuning dichter bij de burger worden georganiseerd, waardoor meer maatwerk mogelijk is en de kwaliteit voor de burger kan worden vergroot. De toegang voor de specifieke, kwetsbare groepen moet zorgvuldig geregeld worden, bv voor zintuiglijke gehandicapten. Een goede toegang is de eerste stap in het waarborgen van de kwaliteit en effectiviteit van het proces van toeleiding naar de juiste passende compensatie. Daarnaast is de toegang een van de manieren om invloed uit te oefenen op de totale uitgaven van de Wmo. Daarbij gaat het enerzijds om het aantal mensen dat ondersteuning uit de Wmo ontvangt en anderzijds om het type in te zetten zorg/welzijnsarrangementen. Primair richten we ons tot de toegang uit de AWBZ; daarbij wordt de transitie jeugdzorg meegenomen in de beleidsontwikkeling. Ad 2. Keuze Zorg in Natura of PersoonsGebondenBudget (PGB) Een PGB (persoonsgebonden budget) is een budget waarmee de klant zelf hulp of ondersteuning kan inkopen. Op dit moment zijn gemeenten op basis van de wet verplicht om individuele Wmovoorzieningen in natura en als pgb aan te bieden. De klant mag kiezen welke vorm hij wil. Mogelijk krijgen gemeenten straks de vrijheid om zelf te bepalen welke voorzieningen in alleen natura en welke ook als pgb worden verstrekt. 23
Ad 3. Keuze Eigen bijdrage Sinds 2010 betalen volwassenen een eigen bijdrage voor AWBZ-begeleiding. Deze eigen bijdrage is inkomensafhankelijk, vanaf 2013 wordt ook het vermogen meegenomen in de eigen bijdrage. Voor de jeugdzorg is een verplichte eigen bijdrage aangekondigd. Als de begeleiding onder de gemeenten komt te vallen, kan de gemeente besluiten om ook een eigen bijdrage op te leggen. In vrijwel alle gemeenten geldt sinds de start van de Wmo al een eigen bijdrage voor hulp in het huishouden. Veel gemeenten hebben de afgelopen tijd de eigen bijdrage uitgebreid naar alle Wmovoorzieningen. De berekening en inning van de eigen bijdragen zijn hetzelfde voor AWBZ- en Wmo-voorzieningen. Ongeacht het aantal AWBZ en/of Wmo-voorzieningen betaalt een burger nooit meer dan het voor zijn inkomen wettelijke maximum. Wettelijk is bepaald dat de Wmo-bijdrage voorrang heeft boven de AWBZ bijdrage. Ad 4. Vervoer AWBZ/Jeugdzorg/Wmo Als iemand een dagdeel in een AWBZ-instelling begeleiding in groepsverband krijgt, kan de zorg ook medisch noodzakelijk vervoer van en naar deze instelling ten laste van de AWBZ bevatten. Voor kinderen tot twaalf jaar die groepsbegeleiding krijgen, kan worden aangenomen dat er een medische noodzaak is voor vervoer. Vanaf twaalf jaar moet de medische noodzaak voor vervoer door de indicatiesteller worden beoordeeld. De medische noodzaak kan aanwezig zijn als een verzekerde geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer door een beperking met het lopen, instappen of staan of indien er sprake is van desoriëntatie. Het is belangrijk om hier te vermelden dat de vervoerkosten voor AWBZ-instellingen geharmoniseerd worden per 1 januari 2013. Met de maatregel is de extra- en intramurale vergoeding gelijkgeschakeld voor alle sectoren. Dit heeft tot gevolg dat het budget voor vervoer vanaf 2013 door het rijk wordt verlaagd van € 150 miljoen per jaar op een bedrag van circa € 265 miljoen op jaarbasis: een bezuiniging van 56%. Deze verlaging wordt veroorzaakt door de verlaging van de normtarieven voor vervoer van en naar AWBZ-dagbesteding en AWBZ-dagbehandeling. Ad 5. Veiligheid Voor zowel de transformatie van de AWBZ begeleiding als voor de transformatie Jeugdzorg is veiligheid een belangrijk onderwerp. Natuurlijk willen wij als gemeenten de eigen kracht versterken, sociale netwerkstrategieën uitbreiden etc. maar zonder dat we daarmee (onverantwoorde/onaanvaardbare) risico’s nemen voor kind en volwassene. We zullen ons bewust moeten zijn wie wanneer en waarom een mogelijk risico loopt en moeten zoeken naar de borging van de veiligheid en evt. oplossingen die daarvoor nodig zijn. Kortom: Is de veiligheid voldoende gewaarborgd wanneer er steeds meer naar oplossingen in de eigen omgeving gezocht worden? En in een situatie waar indiceren mogelijk niet meer bestaat? Ad 6. Compensatiebeginsel Met de Wet maatschappelijke ondersteuning hebben de gemeenten de opdracht gekregen om het compensatiebeginsel toe te passen. Dit betekent in tegenstelling tot bijvoorbeeld de AWBZ en Zorgverzekering er geen sprake is van een verzekerd recht op een voorziening. Gemeenten zoeken samen met de burger uit wat de meest adequate oplossing waarmee de burger gecompenseerd kan worden met betrekking tot het functioneren in het dagelijks leven. De uitkomst kan zijn dat de burger een individuele voorziening krijgt of dat een collectieve voorziening een betere oplossing is. Dit heeft gevolgen voor de onderwerpen Indicatiestelling, PersoonsGebondenBudget, de Eigen Bijdrage en Inkoop. Ad 7. Inkoopstrategie De gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de functie AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg. Met de komst van die verantwoordelijkheid wordt er ook budget overgeheveld om dit te bekostigen. De gemeenten zullen de uitvoering van de functie AWBZ-begeleiding en de Jeugdzorg niet zelf gaan uitvoeren. Dit betekent dat de gemeenten moeten gaan inkopen dan wel subsidiëren. Naast deze hoofdonderwerpen zijn er in het onderstaande schema ook deelonderwerpen opgenomen. Hiermee krijgen we een totaaloverzicht met betrekking tot wat we allemaal gaan uitwerken. Achter de onderwerpen is aangegeven welke uitgangspunten vanuit de Visienotitie van toepassing zijn. Bij de uitwerking van de onderwerpen wordt een voorstel gedaan over welke onderdelen lokaalregionaal-bovenregionaal georganiseerd zouden kunnen worden. In het onderstaande schema is ook een ‘0-onderdeel’ opgenomen: dit onderdeel voeren we al uit op basis van onze preventieve taken op basis van de Wmo. We hebben het ‘0-onderdeel’ in het plan van aanpak opgenomen om de samenhang met de transitieopdracht aan te geven. 24
A. Schema inhoudelijke beleidsmatige- en organisatorische hoofdonderwerpen In het onderstaande schema staan de 7 inhoudelijke hoofdonderwerpen vermeld met daarachter de uitgangspunten op basis van de Visienotitie onder gebracht. Tevens benoemen we in het schema, de tweede kolom, vier thema’s die zowel voor de AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg van toepassing zijn. Voorafgaand aan de hoofdonderwerpen is ook nog het onderwerp Preventie opgenomen om te benadrukken dat dit onderdeel van invloed is op de uitwerking van de 7 hoofdonderwerpen. Thema’s
0. Preventie a. e. f.
b. g. h. i.
SIGNALERING EN TOELEIDING: Vindplaatsen (voornamelijk), scholen huisartsen, etc. Vroegsignalering Gebiedsgerichte zorgnetwerken of sociale wijkteams / CJG KORTDUREND INFORMATIE & ADVIES Gebiedsgerichte Informatiepunten Stedelijke specialistische punten (Bureau Sociale Raadslieden, BWN, kindertelefoon, etc.) Website (o.a. www.cjgregionijmegen.nl)
1. TOEGANG/INDICATIESTELLING – INTEGRALE VRAAGVERHELDERING: - Integraal voor Wmo, AWBZ en jeugdzorg - Rol gebiedsgerichte zorgnetwerken of Sociale Wijkteams / CJG - Toepassing kantelingprincipes: aanpassen Wmoverordening en scholing Diagnostiek en screening Vormgeving werkprocessen (SWT’s i.r.t. Wmobureau) / Indicatiestelling 2. KEUZE ZORG IN NATURA EN PGB 3. KEUZE EIGEN BIJDRAGE 4. VERVOER AWBZ/JEUGDZORG/WMO 5. VEILIGHEID ten behoeve van: a. Ambulante hulpverlening AWBZ/jeugdzorg, jeugd-GGz en jeugd-LVG (reorganiseren tweedelijn) b. Dagbesteding AWBZ/ Dagactiviteitencentra c. Vakantie activiteiten d. Inloopfuncties e. Kortdurend verblijf f. Pleegzorg g. Residentiële jeugdzorg, jeugd-GGz en jeugdLVG h. Intensieve gezinsondersteuning jeugdzorg en LVG-sector i. (Fase)huizen, begeleid zelfstandig wonen, etc. j. Jeugdbescherming, jeugdzorg-plus k. Crisisdienst jeugdzorg (spoedzorg) l. Klinische en langdurige GGz (> 1 jaar) m. OBC’s (orthoped. Behandelcentra) LVG-sector n. Zeer specialistische begeleiding, o.a. zintuiglijk beperkten 6. COMPENSATIEBEGINSEL
7. INKOOPSTRATEGIE - Algemeen beleid / keuzenota’s - Pilots maatschappelijk aanbesteden e.a.
Uitgangspunten o.b.v. de Visienotitie - Uitvoering zo lokaal, en zo dichtbij mogelijk
- Uitvoering zo lokaal, en zo dichtbij mogelijk
-De mensen in hun eigen woonomgeving staan centraal o.b.v. maximale zelfregie en zelfredzaamheid - We werken integraal: 1 huishouden, 1 plan - We geven ruimte en vertrouwen aan professionals
- We bieden ruimte voor keuzevrijheid (o.a. onderzoek naar pgb en eigen bijdrage)
- Uitvoering zo lokaal, en zo dichtbij mogelijk
- Compensatie i.p.v. recht op zorg - We richten ons op een transformatie via een zorgvuldig transitieproces - Stevige regie door gemeenten: verminderen sturende en regisserende actoren - Financiën zoals door het Rijk beschikbaar gesteld zijn leidend, incl. bezuinigingen
25
B. Vragen die we per hoofdonderwerp uitwerken: 1. Wat is het, waar gaat het om?: Omschrijving: alsof je aan een nieuwe collega moet uitleggen waar het over gaat. Kan o.a. definitie zijn. AWBZ en/of Jeugdzorg? Regionale overeenkomsten of verschillen Voorgeschiedenis Huidige situatie 2. Juridisch kader wat moeten we volgens de wet? Wat betekent dat: welke beleidskeuzes hebben we? 3. Feiten en cijfers Omvang Klanten: aantallen, grondslagen Geld Aanbieders Conclusies 4. Scenario’s voor de toekomst Per scenario de volgende onderwerpen omschrijving voorwaarden gevolgen voor klant gevolgen voor aanbieders gevolgen voor uitvoering gevolgen voor budget risico’s: juridisch, financieel, politiek etc. samenhang met andere onderwerpen zoals de Wwnv en Passend Onderwijs Regionale of lokale keuze + gevolgen Welke experimenten zijn wenselijk/mogelijk? 5. Moeten we regionaal één lijn volgen of is lokaal beleid mogelijk 6. Conclusie & Advies C. Vragen die specifiek per onderwerp worden uitgewerkt: 1. Toegang en indicatiestelling 1.1. Regel je de toegang lokaal of regionaal? 1.2. Voor welke klanten of vorm van ondersteuning doe je dit regionaal (bijvoorbeeld bij zwaardere zorg wel, bij lichtere zorg niet?). 1.3. Trek je regionaal op bij het afsluiten van een contract met een extern adviseur (bv. CIZ/ Mogroep, argonaut)? 1.4. Indien de toegang tot zorg neergelegd wordt bij een aanbieder regel je dit dan regionaal bij de inkoop? 1.5. Hoe laat je de toegang tot zorg verlopen bij jeugd, uitgaande van het beleidsuitgangspunt één gezin één plan? Wordt hiervoor het CJG ingang? 1.6. Committeer je je als gemeenten aan regionale ‘spelregels’ m.b.t. het toekennen van de begeleiding of biedt elke gemeente maatwerk? Hierdoor kunnen regionale verschillen ontstaan in de toekenning van zorg. 2. Persoonsgebonden budget 2.1. Wat zijn de voor- en nadelen van een persoonsgebonden budget (pgb), van een persoonsvolgend budget en zorg in natura? 2.2. Hoe kunnen we een goed evenwicht creëren tussen enerzijds de wens om een verschuiving van individuele naar collectieve voorzieningen te realiseren en anderzijds het behoud van een individueel pgb? 2.3. Welke voorwaarden moeten we stellen aan het pgb om de aanzuigende werking van pgb's terug te dringen?
26
3. Eigen Bijdrage Geen specifieke vragen 4. Vervoer 4.1. Vervoersbewegingen in de regio Nijmegen? 4.2. Welke cliëntgroepen kunnen samen vervoerd worden, welke niet en waarom? 4.3. Welke vervoerstarieven worden gehanteerd? 4.4. Zijn er al vormen van vervoerssamenwerking tussen aanbieders en/of vervoerders. Zo ja, welke vormen en wat zijn de resultaten? 5. Veiligheid Geen specifieke vragen 6. Compensatiebeginsel Geen specifieke vragen 7. Inkoopstrategie 7.1. Zoveel mogelijk inkopen of zoveel mogelijk zelf uitvoeren? 7.2. Wat kopen we in; producten, expertise, formatie? 7.3. Inkopen of subsidiëren of ander inkoopmodel, of verschillend per product? 7.4. Regionaal of lokaal inkopen, of verschillend per product? 7.5. Flexibel of vast volume? 7.6. Zelf inkopen of de inkoopopdracht uitbesteden aan externe partij? 7.7. Hoe regelen we financieringsstructuur van regionale inkoop? 7.8. Hoe brengen we het inkoopbeleid van de diverse gemeenten met elkaar in overeenstemming? D. Resultaat Als over ieder hoofdonderwerp een advies is uitgebracht is het volgende resultaat bereikt: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.
Concretisering van de strategische visie in een beleidsvisie Overzicht van de huidige voorzieningen: o.a. via de 0-meting Overzicht huidige aanbieders Analyse doelgroepen Overzicht van dubbelingen Overzicht van de huidige werkwijzen m.b.t. indicatiestelling Overzicht van verplichte taken d.w.z. geen keuzevrijheid Scenario’s voor werkwijzen, wijze uitvoering, methodieken etc. etc. Scenario’s voor slimmere oplossingen Scenario’s voor regionale samenwerkingsvormen Juridische consequenties Risicoanalyse
27
Wijkprofiel zorg en welzijn
De Kamp
Nijmegen
Demografie Aantal inwoners
2011
5595
164265
Aantal huishoudens
2011
2249
68427
% 0-14 jarigen
2011
17,5
14,4
% 65+ ers
2011
9,1
13,5
% 1-ouder gezinnen
2011
8,1
6,9
% niet westerse Nijmegenaren
2011
18,6
12,5
% jonge niet westerse Nijmegenaren
2011
26,2
20,3
2000-2010
stabiel / vergrijzend
groeiend
typering demografische ontwikkeling
Woningvoorraad % etagewoningen
2011
24
42
% huurwoningen
2011
43
55
Gemiddelde WOZ-waarde
2011
191274
219009
2007
39,0
44,0
Inkomen en werk % lage inkomens % WWB
2010
5,3
4,7
% NWW
2011
6,2
5,1
aandeel inkomen uit werk (Suwinet)
pm
pm
% WAO (UWV)
pm
pm
Gezondheid en zorg cliënten NIM % van de bevolking
2010
cliënten NIM naar type klacht cliënten GGZ % van de bevolking
2010
1,2
1,2
pm
pm
2,9
2,8
cliënten GGZ % naar type klacht (GGZ)
pm
pm
indicatoren 1e lijns zorg GGD/Radboud (GGD/RU)
pm
pm
% hh in wijkteamaanpak
1,5
0,7
info MBZ Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ)
pm
pm
% aandachtsgroepen zorg en welzijn
9,1
6,9
535,3
Onderwijs Gemiddelde citoscore
2010/2011
534,8
% advies
2010/2011
39,9
36,8
% leerlingen havo/vwo 3e leerjaar
2009/2011
39,1
49,4
pm
pm
2,6
4,8
% voortijdig schoolverlaters (onderwijs)
Veiligheid % geregistreerde meldingen overlast (op bevolking)
2008
% geregistr. incidenten agressie (aangiften+meldingen) op bevolking
2010
0,6
0,7
% aangiften woninginbraken (irt zelfst.woningen)
2010
1,4
1,4
pm
pm
2010
matig positief
positief
2006-2010
geen ontwikkeling
geen ontwikkeling
2011
19
16
% verdachten (op bevolking 18+) (Politie)
Leefbaarheid Leefbaarheidsscore Leefbaarheidsontwikkeling % meldingen Bel & Herstellijn (irt woningen)
De Kamp
Wijkdelen
aantal inw
aantal hh
% 0-14
% 65+
% niet-west
% 1-oudergz
% wwb
% nim ggd
% aandgr
688
275
17,4
14,2
9,3
4,7
0,9
2,0
1,1
767
284
18,0
9,1
8,9
3,9
0,4
1,7
1,1
262
100
15,3
4,6
11,8
2,0
1,0
4,0
1
530
209
14,5
5,8
7,4
8,6
3,6
3,6
4,8
341
133
18,8
10,0
34,6
18,8
9,5
6,4
21,1
366
130
17,8
6,3
4,6
3,8
0,0
2,2
0
317
126
21,5
1,9
31,5
11,1
11,1
5,2
18,3
Geerkamp Kluijskamp Hoefkamp Wellenkamp Gildekamp 05 Gildekamp 06 Gildekamp 07 Gildekamp 08 Gildekamp 09 Voorstenkamp 10 Voorstenkamp 11 Voorstenkamp 12 De Kamp 13
225
De Kamp
5595
363
138
23,7
2,2
27,0
7,2
5,2
5,2
10
463
166
17,5
6,9
10,2
3,0
1,4
2,6
2,4
392
202
16,8
5,6
36,5
14,4
18,1
7,4
29,2
388
135
21,1
8,2
38,4
9,6
12,0
5,9
20
493
217
17,6
6,3
32,3
16,1
9,3
8,1
15
134
1,3
48,4
3,6
2,2
0,9
3,1
0,7
2249
17,5
9,1
18,6
8,1
5,3
4,2
9,1
Laatste regionale nieuws
Voor raadsleden Gemeenten Regio Nijmegen
november 2012
Regionale transitie sociaal domein
In het bestuursakkoord tussen het
Begeleiding én verzorging van de AWBZ naar de Wmo Waar gaat het ook al weer over?
licht verstandelijk gehandicapten buiten
Begeleiding in de AWBZ is bedoeld
de zorg van de AWBZ zouden vallen, is
om de zelfredzaamheid van personen
teruggedraaid en dat een deel van de
te bevorderen, te behouden of te
afschaffing van het persoonsgebonden
compenseren. Begeleiding binnen
budget binnen de AWBZ voor 2013 wordt
de AWBZ is mogelijk in de vorm van
teruggedraaid.
individuele begeleiding of als begeleiding
Rijk en de gemeenten is afgesproken dat de gemeente er de komende jaren belangrijke taken bij krijgt op het sociaal domein. Het ging hierbij om de extramurale begeleiding uit de AWBZ, de jeugdzorg en de Wajong door de invoering van de Wet Werken naar Vermogen (Wwnv). Daarnaast wordt ook de wet passend onderwijs ingevoerd. Deze wetswijziging is wel van een wat andere orde, omdat de samenwerkingsverbanden van het basis- en voortgezet onderwijs daarvoor primair de verantwoordelijkheid dragen.
in groepsverband (dagbesteding). De
Regeerakkoord ‘Bruggen slaan’
decentralisatie heeft alleen betrekking op
Inmiddels is het nieuwe regeerakkoord
extramurale begeleiding. Daar waar sprake
‘Bruggen slaan’ bekend geworden. In het
uiteraard gevolgen voor de
is van verblijf in een instelling (intramuraal)
nieuwe regeerakkoord staat de datum van
voortgang van deze transitie.
zal de begeleiding nog steeds worden
1 januari 2015 voor de decentralisatie van
geleverd vanuit die instelling en bekostigd
de AWBZ.
vanuit de AWBZ.
Het nieuwe regeerakkoord heeft
In deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over de laatste
In het nieuwe regeerakkoord wordt Landelijke ontwikkelingen: eerst het
de huidige langdurige zorg (AWBZ)
Lente-akkoord...
ontmanteld: zorg die medisch gericht,
Oorspronkelijk was het de bedoeling
verpleging aan huis en de GGZ
dat nieuwe cliënten en herindicaties van
(behandeling), wordt risicodragend
de AWBZ per 1 januari 2013 onder de
ondergebracht bij zorgverzekeraars. Zorg
verantwoordelijkheid van de gemeente
die hoofdzakelijk ondersteunend van aard
zouden gaan vallen en dat de bestaande
is, wordt vanaf 2015 overgeheveld naar de
cliënten per 1 januari 2014 zouden
Wmo: niet alleen de functie Begeleiding
overkomen. In het Lenteakkoord was
gaat van de AWBZ naar de Wmo, ook
afgesproken dat de decentralisatie van
de extramurale functie Persoonlijke
de functie Begeleiding uit de AWBZ
Verzorging (hulp bij aan- en uitkleden,
niet wordt ingevoerd met ingang van 1
douchen, toiletgang, eten, maken van
januari 2013. Ook werd toen afgesproken
transfers, toedienen van medicijnen,
dat de IQ-maatregel, die betekende dat
etc.). Dit impliceert een behoorlijke
stand van zaken en over de (regionale) voortgang van de invoeringsprocessen. taakverzwaring voor gemeenten die kansen biedt voor verdere ontschotting. Nadeel is de scheidslijn die ontstaat tussen Verpleging en Verzorging en tussen Behandeling en Begeleiding, combinaties die nu veelvuldig voorkomen. We hopen dat onze samenwerking met de zorgverzekeraars dit risico kan beperken.
In 2014 wordt vooruitlopend op de
Samengevat is de conclusie dat de
De functie dagbesteding wordt als
decentralisatie de aanspraak voor de
financiële condities die in het nieuwe
zodanig geschrapt en de aanspraken op
functie begeleiding in de AWBZ beperkt
regeerakkoord zijn genoemd voor de
persoonlijke verzorging worden ingeperkt.
door de aanspraak op dagbesteding voor
AWBZ-decentralisatie zodanig zijn
Bovendien zullen gemeenten mede dankzij
nieuwe cliënten te laten vervallen. Het
verslechterd, dat we onze ambities
het voorzieningenkarakter beter maatwerk
kabinet heeft in het kamerdebat over de
zullen moeten bijstellen, uiteraard mede
kunnen leveren. Daarom wordt het over te
regeringsverklaring aangegeven binnen
afhankelijk van de exacte uitwerking van
hevelen budget voor de gemeenten met 1,6
enkele maanden met een brief te komen
het regeerakkoord.
miljard euro taakstellend verlaagd. In de
waarin duidelijkheid wordt geboden over
Wmo wordt de aanspraak op huishoudelijke
een alternatieve regeling voor deze groep
Financiële gevolgen regeerakkoord AWBZ
hulp voor de hoge en middeninkomens met
en welke rol gemeenten hierbij hebben.
AWBZ
ingang van 2015 geschrapt (voor nieuwe
Voor de functie Persoonlijke Verzorging
In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ wordt
gevallen in 2014). Op basis daarvan wordt
vervalt in 2014 vooruitlopend op de
de huidige AWBZ ontmanteld en verdeeld
de rijksbijdrage structureel met 1,2 miljard
overheveling, het recht op zorg bij een
over 3 niveaus. De coalitiepartijen brengen
euro verlaagd.
indicatie korter dan 6 maanden en wordt de
de onverzekerbare vormen van zorg
norm voor gebruikelijke zorg van 60 naar 90
binnen de AWBZ terug tot de intramurale
Door het schrappen van ZZP 1-4, het
minuten per week verhoogd. In plaats van
zorg voor gehandicapten en ouderen met
vervallen van de dagbesteding uit de
2014 wordt vanaf 2015 de extramurale zorg
zorgzwaarte 5 en hoger. Deze levenslange
AWBZ (vooruitlopend op de overheveling
(de functies Begeleiding en Persoonlijke
zorg wordt vanuit zorginstellingen verleend.
van de functie Begeleiding), de inperking
Verzorging) overgeheveld naar het
Deze romp-AWBZ van ongeveer 12 miljard
van de aanspraak op persoonlijke
gemeentelijk domein. Hierop wordt in
euro krijgt het karakter van een landelijke
verzorging en de forse bezuiniging op
tegenstelling tot de plannen van het vorige
voorziening.
de Hulp bij het Huishouden zal het
kabinet 25% gekort in plaats van 5%.
beroep op de andere Wmo-voorzieningen De intramurale langdurige geestelijke
toenemen. Van de gevolgen van de diverse
De AWBZ zelf blijft in de nieuwe opzet
gezondheidszorg (GGZ) en de extramurale
bezuinigingsmaatregelen wordt per
behouden voor echt onverzekerbare
Verpleging worden in 2015 overgeheveld
gemeente een nadere analyse gemaakt.
risico’s: alleen intramurale ouderen- en
naar de Zorgverzekeringswet. Samen gaat
gehandicaptenzorg (vanaf ZZP 5) blijft in
het om een bedrag van krap 2 miljard euro.
de AWBZ. In de rijksbegroting 2013 was
Met enkele andere maatregelen wordt 0,2 miljard euro bespaard. Het gaat om het
reeds het schrappen van ZZP 1 t/m ZZP3
De overige extramurale AWBZ-zorg
verplichte hergebruik van scootmobielen
opgenomen. In het regeerakkoord wordt
van ongeveer 10 miljard euro, vooral
en andere hulpmiddelen en om diverse
hier ZZP 4 aan toegevoegd (vanaf 2016).
bestaande uit de functies Persoonlijke
maatregelen op het gebied van de
Het vervallen van ZZP1 –ZZP4 zal leiden tot
Verzorg en Begeleiding, wordt in 2015
jeugdzorg.
een groter beroep op Wmo-voorzieningen.
overgeheveld naar de gemeentelijke Wmo.
Onduidelijk is of gemeenten hiervoor
De taakinvulling verandert daarmee van
gecompenseerd worden.
een verzekerd recht in een voorziening.
Transitie Jeugdzorg
Een eerste reactie op concept Jeugdwet: De wet is sectoraal opgezet, ofwel langs de lijnen zoals de jeugdzorg nu in elkaar zit. Dit is een gemiste kans, want dit belemmert ons als gemeenten in de mogelijkheden om te vernieuwen en te ontschotten. Kortom, we missen de essentie van de stelselwijziging in de opzet van de wet. In de uitwerking betekent dit o.a. het volgende: •
“De huisarts krijgt de bevoegdheid over het inzetten van jeugd-ggz”: dit druist in tegen de beleidsvrijheid van gemeenten. In veel gevallen zal dit leiden tot niet-
Waar gaat het ook al weer over?
afgestemde zorg in gezinnen, omdat de coördinatie van zorg voor het betreffende
De transitie van de Jeugdzorg betreft
gezin niet in handen is van de huisarts. Huisartsen moeten in dat geval (verplicht)
de decentralisatie van de provinciale
deelnemen aan lokale zorgnetwerken, waar de zorg wordt afgestemd.
jeugdzorg, de jeugdbescherming,
•
jeugdreclassering, geestelijke
“Gemeente zijn verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van deskundigheid op het gebied van taal- en leerproblemen”: in onze mening zijn dit de schoolbesturen,
gezondheidszorg voor jeugd (jeugd-
niet de gemeente.
GGz) en zorg voor licht verstandelijk
•
gehandicapte jongeren (jeugd-lvg). Het
“De gemeenteraad stelt een plan vast over jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Gemeenten hebben de verplichting hierover OOGO (op
gaat bij de transitie niet om justitiële
overeenstemming gericht overleg) te voeren met schoolbesturen”: Zeer zinvol en
jeugdinrichtingen en niet om de Raad voor
verstandig, andersom moet het ook, maar wat is er geregeld als we er niet uitkomen?
de Kinderbescherming. Deze blijven direct
Hierover is niets opgenomen. Wat is ieders verantwoordelijkheid?
onder het Ministerie van Justitie vallen.
•
Op dit moment ligt de verantwoordelijkheid
“Jeugdbescherming, jeugdreclassering en gesloten jeugdzorg gaat via gecertificeerde instellingen. De Minister beslist over het certificaat. De
voor de jeugdzorg, jeugdbescherming
gecertificeerde instelling bepaalt de jeugdhulp. Zij overlegt hierover met de
en jeugdreclassering bij de provincie
gemeente. Wanneer de jeugdhulp voortkomt uit een gerechtelijke maatregel (van
Gelderland. Binnen de jeugd-GGz
een kinderrechter), dan vervalt het overleg met de gemeente” De gemeente heeft
ligt de verantwoordelijkheid bij de
hierin dus niets te zeggen. Zij betaalt slechts de rekening. Op deze manier wordt het
zorgverzekeraars en het zorgkantoor.
de gemeente onmogelijk gemaakt het totale pakket aan jeugdhulp te plannen binnen de gegeven budgetten. Mogelijke escape: de gemeente kan bepalen dat pleegzorg
Landelijke ontwikkelingen
voldoet i.p.v. opname in een gesloten instelling.
De taken met betrekking tot de Jeugdzorg worden gedecentraliseerd met ingang van 1 januari 2015. De (demissionair) staatssecretarissen van VWS en V&J
mensen. Gemeenten krijgen veel meer
regisseur” is het uitgangspunt bij
hebben op 27 april een voortgangsbrief
verantwoordelijkheden in het nieuwe
de decentralisaties in het sociale
naar de kamer gestuurd over de
jeugdstelsel, omdat volgens deze visie
domein: bij de wet werken naar
stelselwijziging Jeugd ‘Geen kind buiten
professionele hulp en preventie zo dicht
vermogen, de AWBZ, de Wmo en de
spel’. De kern van deze brief is dat de
mogelijk bij het kind georganiseerd moet
jeugdhulpverlening. Dit vergt ook één
decentralisatie in zijn totaliteit doorgaat
zijn. Het voorstel voor de wet Zorg voor
budget en één verantwoordelijke van
per 1 januari 2015. Wel zijn een aantal
Jeugd is voorgelegd aan verschillende
overheidszijde. Er komt een einde aan
voorbehouden gemaakt omtrent de
partners en gemeenten.
de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de
zeggenschap van de gemeenten over de inzet van zorg. Zo worden (gezins)
Regeerakkoord ‘Bruggen slaan’
voogden rechtstreeks door kinderrechters
Voor Jeugdzorg zijn de plannen in het
aangewezen en worden deze voogden
regeerakkoord inhoudelijk ongewijzigd:
kinderen voor wie taalachterstand
primair verantwoordelijk voor de totale
jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd
dreigt, door te verwijzen naar vroeg-
integrale hulp in gezinnen.
naar gemeenten. De decentralisatie
en voorschoolse educatie. Sluitende
omvat conform de plannen van het vorige
samenwerking tussen gemeenten
In de Tweede Kamer bleek tijdens het
kabinet alle onderdelen: de jeugdzorg (nu
en scholen moet waarborgen dat
Algemeen Overleg van eind juni dat er
verantwoordelijkheid van de provincie), de
achterstanden spoedig mogelijk en
brede steun is om door te gaan met het
gesloten jeugdzorg (nu onder regie van min.
in ieder geval voor het eind van de
wetsvoorstel, dit onderwerp is dan ook niet
VWS), de jeugd-GGZ (nu zorgverzekering),
controversieel verklaard. Het wetsvoorstel
de zorg voor lichtverstandelijk
Zorg voor Jeugd regelt de overheveling van
gehandicapten jongeren (nu AWBZ) en de
te kunnen beoordelen worden
de gehele jeugdzorg naar de gemeenten.
jeugdbescherming en jeugdreclassering
prestatiegegevens aangeleverd en
Dit zou de huidige versnippering in de
(nu min.van Justitie). De decentralisatie
jeugdzorg tegen moeten gaan. Daarnaast
wordt gecoördineerd op het ministerie van
vindt er een inhoudelijke vernieuwing
VWS.
ondersteuning van één gezin. •
Consultatiebureaus worden verplicht
basisschoolperiode zijn weggewerkt. •
Om de effecten van Jeugdzorg
openbaar. •
De decentralisatie moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen
plaats: het recht op zorg uit de Wet op de Jeugdzorg komt te vervallen. In plaats
Specifiek wordt in het regeerakkoord het
in een gemeente beter worden benut.
daarvan moeten de professionals zich
volgende gezegd over jeugdbeleid:
Het accent zal steeds liggen op
meer richten op de eigen kracht van
•
participatie in de samenleving.
“Eén gezin, één plan, één
•
•
We versnellen de professionalisering
beleidsuitgangspunten. Zo is in het domein
De eerste resultaten van het experiment
van de jeugdzorg, inclusief
van de jeugdzorg de toegangspoort
Jeugdzorg dichtbij stemmen positief: in
opleidingseisen, beroepscodes en
in beweging. Via het experiment
tegenstelling tot de autonome stijging
tuchtrecht.
Jeugdzorg dichtbij wordt de toegang tot
is sinds het experiment sprake van
De nieuwe Jeugdwet waarborgt
de ambulante jeugdzorg in onze regio
stabilisatie van het beroep op jeugdzorg in
de gemeentelijke beleidsvrijheid.
sinds 2011 indicatievrij geregeld door
2011. Bovendien sparen we op deze manier
Elementaire kwaliteitswaarborgen
gebiedsgebonden ‘teams’ (netwerken).
de indicatiekosten uit die kunnen oplopen
voor cliënten blijven wettelijk
In de periode april 2011-januari 2012
tot € 2.000 per indicatie.
verankerd. Vooruitlopend op
zijn 40 aanmeldingen (alleen Wijchen en
het regeerakkoord heeft het
Nijmegen) via dit experiment gelopen en
Ten opzichte van het wetsvoorstel Werken naar Vermogen bevat de Participatiewet de volgende wijzigingen: •
een arbeidsongeschiktheidsuitkering (Wajong) hebben en de verlaging van de uitkering voor deze groep worden geschrapt. •
Uit een recent dossieronderzoek blijkt
De herbeoordeling voor jongeren die al
Er komt een quotum van vijf procent
demissionaire kabinet ten behoeve van
tussen 1 januari en 23 oktober 2012 99
ongeveer 30% van het totaal aantal
Plan van aanpak: proces
de decentralisatie van de Jeugdzorg
aanmeldingen (hele regio Nijmegen). Voor
aanmeldingen voor jeugdzorg in de
De gemeenten in de regio zijn de
een regionale aanbesteding met één
van arbeidsgehandicapten.
de concept-Jeugdwet openbaar
de stad Nijmegen ligt het aantal van 2012
regio aan de experimentvoorwaarden
afgelopen periode doorgegaan met de
perceel. Er moet voldoende ruimte blijven
Wanneer een bedrijf niet aan het
gemaakt waar gemeenten en andere
(tot nu toe) op 58 aanmeldingen.
voldoet, dat wil zeggen dat de hulp
voorbereiding van de komst van nieuwe
voor de inkoop van lokale aanbieders gezien
samenwerken, maar kiezen we niet voor
voor bedrijven voor het aannemen
quotum voldoet volgt een boete
het uitgangspunt ‘lokaal wat lokaal kan’
van 5.000 per werkplaats voor een
enkelvoudig en ambulant is en dat de
cliëntgroepen naar de gemeenten. De
reageren. Kern van deze reacties was
Via het experiment wordt ambulante
veiligheid van kinderen niet in het geding
meeste gemeenteraden hebben inmiddels
en het zo dichtbij mogelijk organiseren van
arbeidsgehandicapte. Er komt een
dat de concept-Jeugdwet te weinig
jeugdhulp zonder indicatie van Bureau
is. Die aanmeldingen kunnen lopen via
de regionale visienotitie ‘Transformeren
zorg. Alleen de specialistische vormen van
uitzondering op de quotumregeling
beleidsvrijheid bood voor gemeenten
Jeugdzorg (BJz) ingezet. Dit betekent dat
de traditionele weg (via BJz) of via het
en integreren’ vastgesteld waarin de
zorg worden (boven)regionaal ingekocht.
voor bedrijven met minder dan 25
Tot slot is gekozen voor één PGB-regeling
partijen tot 18 oktober op konden
•
Voortgang regionale aanpak transities AWBZ en Jeugdzorg
Participatiewet (uit regeerakkoord)
om binnen de krappere financiële
de schakel BJz er tussen uit is gehaald.
experiment. Het dossieronderzoek toont
regionale visie met betrekking tot de AWBZ
kaders te blijven.
In de gebiedsgebonden teams werken
aan dat zo’n 95% van de aanmeldingen die
en de Jeugdzorg is gepresenteerd. In het
in de regio en voor differentiatie in het
De voorgenomen eigen bijdrage in de
schoolmaatschappelijk werk (NIM), de
aan de experimentvoorwaarden voldoet,
plan van aanpak wordt het vervolgproces
opleggen van een eigen bijdrage per
werkvoorziening wordt over zes jaar
jeugdzorg wordt niet ingevoerd.
jeugdgezondheidszorg (GGD), Entrea
ook daadwerkelijk via het experiment komt
beschreven. Het plan van aanpak moet de
gemeente.
verspreid.
werknemers. •
De efficiencykorting op de sociale
jeugdzorg en Bureau Jeugdzorg (incidenteel
(en dus niet meer via de traditionele weg).
‘HOE’ vraag beantwoorden
Enige wezenlijke afwijkingen ten opzichte
vanuit een adviseursrol op afstand) samen
We kunnen nu gaan nadenken wat we
Door het bestuursteam (BT)1 is besloten
Communicatie
werkvoorziening in zijn huidige vorm
van de eerder plannen zijn dat in het
om te bepalen of tweedelijns jeugdzorg
met de overige 70% van de aanmeldingen
om een onderscheid te maken in het plan
Ter voorbereiding op de regionale
stopt per 1 januari 2014. Gemeenten
nieuwe akkoord dat de korting van 10% is
nodig is. Ze kijken eerst naar voorliggende
kunnen in experimentele zin. Dit zijn
van aanpak en de uitwerking hiervan in
visie Transformeren en Integreren
krijgen binnen de Participatiewet
is rond de jaarwisseling 2011/2012
ruimte om zelf beschut werk als
•
De instroom in de sociale
verhoogd naar 15% en dat de voorgenomen
oplossingen, maar indien nodig verwijzen
aanmeldingen waarbij de veiligheid wel in
een beleidsnota. Dit plan van aanpak geeft
eigen bijdrage in de Jeugdzorg niet wordt
ze rechtstreeks, zonder indicatiebesluit,
het geding is en/of die aangemeld worden
het proces aan waarin gekomen wordt
een aantal regiobijeenkomsten voor
een voorziening te organiseren.
ingevoerd.
naar de een jeugdzorginstelling (m.n.
voor zwaardere c.q. meervoudige hulp. Voor
tot keuzes die beschreven worden in de
cliëntenorganisaties en zorgaanbieders
Er is geld om via deze voorziening
Entrea, jeugd-GGZ en AWBZ-instellingen).
het vervolg gaat het dus om het uitbreiden
beleidsnota. Nu we de invoeringsdatum
georganiseerd. Op 18 juni 2012 is een
structureel uiteindelijk dertigduizend
tweede bijeenkomst voor cliënten
werkplekken te realiseren afgestemd op honderd procent van het wettelijk
Financiële gevolgen Regeerakkoord
De professionals kennen elkaar, werken
van de doelgroep c.q. het verbreden van het
kennen van de decentralisaties (1 januari
Jeugdzorg
in de wijken en hebben met elkaar goede
zorgaanbod dat in aanmerking komt voor
2015) kunnen we ook een planning maken.
georganiseerd, om hen te informeren over
afspraken gemaakt. De deelnemers
experimenteren zonder indicatiestelling.
De beleidsnota zal eind 2013, begin 2014
de visie en de laatste stand van zaken en
vanuit de jeugdgezondheidszorg en
We denken hierbij niet alleen aan
ter besluitvorming aan uw raad worden
om te vragen om input voor de uitwerking van de visie wat betreft de thema’s pgb
één op de drie vrijgevallen plaatsen in de sociale werkvoorziening op te
Het jeugdzorgbudget, dat per 2015
minimumloon. •
De verplichting voor gemeenten om
met een decentralisatie-uitkering naar
schoolmaatschappelijk werk hebben
jeugdzorg, maar ook aan Jeugd-GGz en
voorgelegd. Zodat er voldoende tijd is voor
gemeenten wordt overgeheveld, wordt
een directe link met de scholen (interne
Jeugd-LVG. Hiervoor dienen afspraken
het inkoopproces en de voorbereidingen op
en toegang tot de zorg. Op 29 november
additioneel verlaagd met 150 miljoen met
begeleiders, zorgadviesteams) en de
gemaakt te worden met Zorgkantoor /
het niveau van de bedrijfsvoering.
2012 werd een regionale werkconferentie
een ingroei in 2015 en 2016. Gemeenten
vindplaatsen voor 0-4-jarigen, zoals de
Zorgverzekeraars.
Parallel hieraan bereiden we de Transitie
voor alle belanghebbenden georganiseerd,
binnen de regiogemeenten gezamenlijk
waar we de verder uitgewerkte voorstellen
onder het wettelijk minimumloon
door ontschotting, Preventie / vroegtijdig
voor. Hiertoe is een ambtelijke transitie-
hebben getoetst bij belanghebbenden
werken, is dat altijd tijdelijk en groeit
signaleren, verschuiving van zwaardere
organisatie ingericht waarin de regionale
(cliëntorganisatie en zorgaanbieders).
het totaal van loon en aanvullende
naar lichtere zorg en eenvoudigere
beleidswerkgroep de inhoudelijke
(indicatie-)procedures. Het ‘recht op
voorbereiding voor zijn rekening neemt.
zorg’, de PGB ‘kan’ bepaling en de
Er wordt een regionale procesbegeleider
gemeentelijke taak worden in de nieuwe
aangesteld die het proces gaat coördineren.
kunnen deze taak doelmatiger uitvoeren
kinderopvang en de peuterspeelzalen.
wet zodanig beschreven dat dit voldoende beleidsvrijheid en ruimte voor maatwerk
Inhoudelijke stappen
biedt. Daarnaast is scherpere tarifering
Na vaststelling van het plan van aanpak,
van zorgaanbieders mogelijk en kunnen
hebben de wethouders van de regionale
gemeenten efficiency behalen bij de
gemeenten tijdens een werkatelier op 25
gesloten jeugdzorg door de overcapaciteit
oktober jl. reeds een besluit genomen
in het aanbod niet langer te bekostigen en
over op welk schaalniveau de diverse
de gemiddelde verblijfsduur te verlagen.
deelprojecten worden uitgewerkt. Conclusie is dat we streven naar één toegangspoort
Stand van zaken Experiment Jeugdzorg
die aansluit bij de lokale structuren,
Dichtbij
met een regionaal georganiseerde
Vooruitlopend op de beleidskeuzes
backoffice die de lokale toegangspoort kan
zijn diverse experimenten opgezet om
inschakelen als expertise nodig. Wat betreft
ervaring op te doen met de nieuwe
de inkoop van zorg gaan we regionaal
vullen vervalt. •
Voor zover werknemers voor een loon
uitkering toe naar het wettelijk minimumloon. •
Participatiewet
Op basis van de evaluatie van de lopende experimenten met loondispensatie wordt een beslissing genomen over de maatvoering en invulling hiervan.
•
Op de bij gemeenten en UWV beschikbare re-integratiemiddelen wordt een doelmatigheidskorting
Uit het regeerakkoord Bruggen slaan
doorgevoerd.
blijkt dat het wetsvoorstel Werken naar Vermogen wordt vervangen door
Stand van zaken regionaal proces
een nieuwe Participatiewet waarin
Participatiewet (voorheen WWNV)
de regelingen voor mensen met arbeidsvermogen worden gebundeld, in te
De portefeuillehouders hebben besloten
voeren op 1 januari 2014. Er zijn wel wat
om te blijven inzetten op regionale
wijzigingen ten opzichte van de WWNV.
samenwerking op het domein werk in
de regio Nijmegen en omgeving. Het
passend aanbod gedaan kan worden, de
doorverwezen naar het speciaal onderwijs.
gaat hier om de samenwerking met en
De planning is verdeeld in mijlpalen. Als gevolg van het verloop van de raadsbijeenkomsten in september
zogeheten zorgplicht. De zorgplicht houdt
Het toerusten van de docenten en het
tussen gemeenten, UWV WERKbedrijf en
is een mijlpaal toegevoegd, namelijk die over het keuzedocument (nummer 3).Overzicht van de mijlpalen:
in dat het schoolbestuur, na aanmelding,
versterken van het pedagogisch klimaat in
de verantwoordelijkheid neemt voor de
de klas, moet voorkomen dat kinderen een
onderwijsloopbaan van een kind.
‘etiket’ krijgen en/of worden doorverwezen
Het schoolbestuur beslist of het
naar duurdere speciaal onderwijs. De
kind geplaatst kan worden. Als het
afstemming met gemeentelijke jeugdtaken
kind niet geplaatst kan worden is
beoogt een meer integrale benadering.
het SW-bedrijf Breed. De intentie om te komen tot regionale samenwerking blijft onverminderd van kracht. Begin september 2012 zijn de Raden in de regio in regionale bijeenkomsten
1. Intentieverklaring
2. Voortgangsnotitie
geïnformeerd over de voortgang van de regionale samenwerking. Deze is enerzijds uiteengezet aan de hand van enkele
3. Keuzedocument
uitgangspunten en anderzijds aan de hand van de eerste resultaten van een uitgevoerd onderzoek naar uitvoeringsmodellen door
4. Beslisdocument
Vaststellen van startnotitie en uitgangspunten intentieverklaring over regionale samenwerking WWNV.
Informeren en peilen van standpunten aan de hand van voortgangsnotitie, arbeidsmarktanalyse en de nulmeting naar de uitvoeringsorganisaties in de regio.
Vaststellen strategisch beleidskader van de samenwerking en aan de hand van het KplusV rapport en verschillende uitvoeringsmodellen, vaststellen welk uitvoeringsmodel de voorkeur heeft en uitgewerkt moet worden in de volgende stap.
gerealiseerd december 2011
gerealiseerd juni-september 2012
december 2012-januari 2013
Aan de hand van een uitgewerkte businesscase van het gekozen model (mijlpaal 3) wordt een definitief besluit genomen over de regionale samenwerking Werk en Inkomen.
juni 2013)
het adviesbureau KplusV. Onderstaand informeren wij u over de voortschrijdende planning rondom de regionalisering op het
5. Uitvoeringsagenda WWNV
Op diverse deelonderwerpen zal nadere besluitvorming in college of ambtelijk dan wel raad moeten plaatsvinden ten behoeve van de invoering van de regionale samenwerking.
juni 2013 en verdere jaren
domein werk (en inkomen). Intussen gaat het werk gewoon door. Dit terwijl de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het bijzondere onze lokale arbeidsmarkt niet positief zijn voor werkzoekenden aan de onderkant van die markt. Lokaal zal op het terrein van werk
en inkomen een doorontwikkeling moeten
dan vooral om ontwikkelingen op terrein van
plaatsvinden in afwachting van regionale
dienstverleningsconcepten aan werkgevers
samenwerking in de toekomst. De afspraak
en werkzoekenden, ontwikkeling van
is gemaakt dat in regionaal verband lokale
vakmanschap (verdere professionalisering
ontwikkelingen gedeeld worden. Het gaat
van het vak re-integratie) en samenwerking
het de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur om een andere oplossing
Landelijke ontwikkelingen
voor het kind te zoeken, binnen het
Op 9 oktober 2012 is de Eerste Kamer
samenwerkingsverband. Dit laatste is het
akkoord gegaan met het Wetsvoorstel
verschil met de huidige wetgeving: nu moet
Passend Onderwijs, nadat eerder ook
de ouder na een afwijzing zelf een andere
al de Tweede Kamer het voorstel had
school zoeken. Met de zorgplicht hoopt de
ondersteund. Met het Lente-akkoord zijn
wetgever het probleem van thuiszitters4
wel enkele wijzigingen doorgevoerd in het
aan te pakken.
wetsvoorstel. Zo wordt de wetswijziging een jaar later van kracht dan oorspronkelijk
Voor het onderwijs en gemeenten
gepland, op 1 augustus 2014, en wordt de
verandert er veel. Gemeenten en regionale
bezuiniging van € 100 miljoen in 2013, €
samenwerkingsverbanden van het
200 miljoen in 2014 en € 300 miljoen vanaf
onderwijs moeten overleg voeren over het
2015 teruggedraaid.
ondersteuningsplan. Zorg en ondersteuning moet veel meer gebeuren in de klas zelf.
Regeerakkoord ‘Bruggen Bouwen’Slaan’
Leerlingen worden minder apart gezet of
Het Regeerakkoord regelt dat ook het
Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en het Praktijkonderwijs onder het Samenwerkingsverband passend onderwijs wordt gebracht. Daarmee gaat een korting van 10% gepaard op het zorgbudget van het onderwijs. Regionale samenwerking Op dit moment zijn wij als gemeenten in regionaal verband in gesprek met de schoolbesturen om verder invulling te geven aan de komst van de Wet passend onderwijs. In oktober bespreken wij de regionaal uitgangspunten voor dit traject. De informatie wordt aan uw raad aangeboden afgestemd op het proces van de decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg. Het Onderwijs is op dit moment bezig met het vormen van de wettelijk voorgeschreven samenwerkingsverbanden. Vanuit de gemeenten in de regio wordt een brief voorbereid naar het onderwijs om namens de gemeenten een aantal uitgangspunten mee te geven bij de huidige ontwikkelingen.
met andere partijen.
Passend onderwijs
Colofon
Waar gaat het ook al weer over?
gedrag op school en de thuissituatie van een
De Wet Passend Onderwijs geeft het
kind, wordt te weinig gelegd. Daarom wil
onderwijs de opdracht maatwerk te
het kabinet een betere afstemming tussen
bieden aan leerlingen en hen op school
ondersteuning in het onderwijs en de overige
de ondersteuning te bieden die ze nodig
jeugd(zorg)taken. Zorg en ondersteuning
hebben. Met de Wet Passend Onderwijs
van leerlingen moeten dichter bij de school
wil het kabinet een aantal knelpunten in
beschikbaar komen en bij voorkeur in de
de manier waarop extra ondersteuning
klas zelf ingezet.
Groesbeek, Mook en Middelaar, Ubbergen, Millingen
2003 is de leerlinggebonden financiering
Organisatie passend onderwijs
aan de Rijn,.
ingevoerd. Hierdoor konden leerlingen
De scheiding tussen het regulier en
die extra ondersteuning nodig hadden
speciaal onderwijs wordt opgeheven.
een ‘rugzakje’ krijgen met geld voor
Beide schoolsoorten komen onder 1
extra ondersteuning in het reguliere
bestuur te vallen; het bestuur van het
onderwijs of een plaats in het speciaal
samenwerkingsverband. Er ontstaat
onderwijs. Nadeel hiervan is dat steeds
een andere financieringswijze van de
meer leerlingen, vooral leerlingen met
ondersteuning van leerlingen met extra
een ernstig gedragsprobleem, naar het
behoeften. In plaats van dat leerlingen
speciaal onderwijs gingen of een rugzakje
individueel een indicatiestelling krijgen
kregen. Hierdoor werd het systeem
(met doorverwijzing naar speciaal onderwijs
steeds duurder. Andere nadelen zijn dat
of toewijzing van een “rugzakje”) gaan de
de indicatiestelling vaak een langdurig en
ondersteuningsmiddelen rechtstreeks
ingewikkeld proces was, dat nog steeds
naar de op te richten besturen van de
veel kinderen niet naar school gaan omdat
samenwerkingsverbanden. Deze moeten
er geen passende begeleiding is en dat het
de ondersteuningsmiddelen verdelen over
lastig is om echt ondersteuning op maat
de scholen in hun regio. Zij moeten er
te regelen. De relatie tussen prestaties en
daarmee voor zorgen dat voor elk kind een
op school nu is geregeld aanpakken. In
Deze regionale nieuwsbrief voor raadsleden is een gezamenlijk initiatief van de gemeenten: Druten, Beuningen, Wijchen, Nijmegen, Heumen,
Regionale transitie sociaal domein