Directie Concern
Ingekomen stuk D14 (PA 13 januari 2010)
Begroten en Verantwoorden
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Collegevergadering no 47 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Communicatie Datum Verslag 15 december 2009
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail gemeente@
nijmegen.nl
Postadres Postbus 9105
Th. de Graaf 6500 HG Nijmegen P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa A. Kuil Ons kenmerk Contactpersoon M. Sofovic A400/09.0030535 Ellen de Swart/Bert Swartjes
Onderwerp
Voortgangsmelding Triavium
Datum uw brief
Doorkiesnummer
3292698/3292134
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van:
Op 9 juni 2009 hebben we maatregelen genomen om de continuïteit van de bedrijfsvoering van ijsbaan Triavium te waarborgen. Directe aanleiding was de financiële situatie bij het Triavium en het door ziekte uitvallen van de directeur. Wij hebben toen besloten o.a. een waarnemend directeur te benoemen en een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren ten aanzien van de bedrijfsvoering. Dit onderzoek is afgerond en dient als basis voor keuzes ten aanzien van de toekomstige bedrijfsvoering en exploitatie, de wijze van sturing en structuur en de verdere De voorzitter, De secretaris, stappen. In deze brief informeren wij u achtereenvolgens over: 1. Het onafhankelijk onderzoek van Grondmij I Marktplan naar de bedrijfsvoering van het Triavium. We geven een samenvatting van het onderzoek en geven inzicht in de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek. De belangrijkste structurele blokkade voor een sluitende exploitatie blijkt het huurcontract, dat in 1998 voor een periode van 35 is afgesloten, en de daaruitvoortvloeiende verplichtingen. Het volledige onderzoek is als bijlage bij deze brief toegevoegd; 2. De uitgangspunten en de maatregelen die wij nemen om de bedrijfsvoering op korte en lange termijn te borgen. Daarbij zal 2010 gelden als overgangsjaar, waarin de inpassing van Triavium per 1-1-2011 in de gemeentelijke organisatie wordt voorbereid. Kader Sportbeleid IJsbaan Triavium maakt deel uit van de Nijmeegse sportinfrastructuur, die staat voor een hoogwaardig kwalitatief sportaanbod met als doel dat inwoners van Nijmegen plezier en voldoening beleven aan het actief en passief beoefenen van schaatssport, zowel recreatief als in wedstrijdverband. Door middel van een jaarlijkse subsidie worden de toegangsprijzen voor het gebruik van de ijsbaan aantrekkelijk gehouden. Op 9 oktober 2007 heeft uw raad het beleidskader ten behoeve van de budgetsubsidieovereenkomst voor ijsbaan Triavium vastgesteld. De hierin genoemde prestaties zijn: het stimuleren van schaatsen voor de jeugd; het Triavium positioneren voor schaatsevenementen;
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
1
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
1
het bevorderen van de sportdeelname via de verenigingen; het waarborgen van gezond en duurzaam ijshockey d.w.z. een doorlopende lijn van jeugdijshockey (breedtesport) naar professioneel ijshockey (topsport); het ontwikkelen van doelgroepactiviteiten tegen betaalbare prijzen.
1. Samenvatting onafhankelijk onderzoek Triavium BV Onderstaand een korte samenvatting van het onafhankelijk onderzoek naar de bedrijfsvoering. Algemene indruk De onderzoeker constateert dat ijsbaan Triavium naar behoren functioneert, alle bedrijfsonderdelen zijn voldoende georganiseerd. Triavium is een seizoensbedrijf en in het schaatsseizoen bijna een continubedrijf. De werksfeer is goed en er is sprake van een grote mate van betrokkenheid van het personeel. Het ziektepercentage is laag. De klant van het Triavium is de recreatieve schaatser (130.000 bezoekers), de verenigingsleden (22.000), en de scholieren (3000). De bezoekers van het Triavium zijn in algemene zin tevreden over het product. Als er klachten zijn, dan betreffen deze veelal de parkeertarieven en de schaatsverhuur, zaken waar het Triavium geen invloed op heeft. In Nederland is het Triavium uniek vanwege de ringbaan van 333 meter. Qua bezoekersaantallen haalt Triavium niet de aantallen per seizoen van de 400-meterijsbanen, maar scoort wel beter dan de ijsbanen met een kortere ringbaan. Het Triavium heeft een regionale aantrekkingskracht. De prijs van schaatsen en subsidie Schaatsen is één van de duurdere sporten, omdat de accommodatie en het operationeel houden van een ijsbaan kostbaar is. Zonder financiële inbreng (subsidie) van de overheid zouden er niet zoveel ijsbanen in Nederland kunnen bestaan. De gebruikers betalen via ijshuur en/of entree behoorlijk mee. Op basis van tariefsvergelijking blijkt dat het Triavium een van de duurste banen van Nederland is. Uitzondering hierop is het tarief voor de professionele ijshockeysport. Dit tarief is in Nijmegen €132, terwijl landelijk tarieven ter hoogte van €240 gebruikelijk zijn. Daarnaast valt het op dat de bezettingsgraad tijdens het gebruik door verenigingen niet hoog is. Dit is te verklaren omdat een ijshockeyteam, kunstrijders en de schaatsers altijd sportspecifiek trainen in klein teamverband. Conclusies onafhankelijk onderzoek Structurele blokkades tav de exploitatie Het onderzoek maakt duidelijk dat er structurele blokkades zijn, die een sluitende exploitatie belemmeren. De belangrijkste structurele blokkade is: Huurlasten en kosten voor energie: De huurlasten (huurcontract 1998-2033 en de verplichtingen die hieruit voortvloeien) en de kosten voor energie lopen almaar op. Deze vaste kosten stijgen sneller dan de inkomsten. Ondanks het feit dat de bedrijfsvoering voldoende is georganiseerd, is het nagenoeg onmogelijk om tegen deze stijgende lasten op te werken. Overige blokkades zijn: Organisatie van evenementen: Voor het organiseren van (sport-)evenementen buiten het schaatsseizoen, zijn nauwelijks mogelijkheden. Zowel het bestemmingsplan als de milieuwetgeving en het feit dat het zomerseizoen niet het seizoen voor binnenevenementen is, beperken de mogelijkheden hiertoe aanzienlijk.
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
2
BV-structuur: de BV-structuur blijkt, als het gaat om de realisatie van het einddoel en de prestaties, belemmerend en niet effectief te werken. Door Triavium op te nemen in de gemeentelijke organisatie ontstaat er meer grip en kan er efficiënter worden gewerkt.
Bevindingen tav de bedrijfsvoering De reservering voor onderhoud blijkt onvoldoende: In de zomer van 2009 is in opdracht van een gespecialiseerd bureau een meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Dit plan geeft aan dat er voor vervangingsinvesteringen onvoldoende wordt gereserveerd. Tot op heden waren hierin bijvoorbeeld de inventaris, de inrichting, maar ook computers, het toegangscontrolesysteem en de dweilmachines niet opgenomen. Hiervoor is €60.000 extra noodzakelijk ten opzichte van de bestaande reservering van €90.000 per jaar. Personeel: Het technisch personeel is van cruciaal belang voor het goed functioneren van de ijsbaan. Om de diensten in het seizoen te kunnen draaien blijkt er een ondergrens van 4 FTE. Ten opzichte van de huidige formatie 4,7 FTE is hierop een kleine besparing mogelijk. In de horeca wordt met vast (3 FTE) en flexibel personeel gewerkt. Dit personeel wordt behalve in de horeca ook ingezet voor beveiliging en bij de organisatie van ijshockeywedstrijden. Voor het horecapersoneel blijkt de zomerperiode een improductieve fase (1200 uur). De administratieve taken worden voor een belangrijk deel door een externe partij uitgevoerd. De kosten hiervoor zijn €40.000 per jaar. Het ontbreken van deze expertise in het Triavium zelf, maakt dat er geen goed zicht is op het dagelijkse resultaat. In het onderzoek voorgestelde maatregelen t.a.v bedrijfsvoering en exploitatie 2010 In het rapport worden voor 2010 basismaatregelen (basismodel 2010) voorgesteld, dieop korte termijn bijdragen aan de verbetering van de bedrijfsvoering: Een inkrimping van technisch en horeca-personeel vanaf 2010 levert een besparing op van € 22.000 (vanaf 2011 € 44.000); De verschuiving van de administratie van buiten naar binnen heeft per saldo geen effect op de kosten, maar zorgt wel voor een betere grip op de financiën; Het ophogen van het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP)van € 90.000 naar €150.000; Afkoop van de horeca € 12.500. Uitgaande van dit basismodel is door Triavium een begroting 2010 opgesteld. In deze begroting 1 is een subsidie opgenomen van € 1.111.700 . Deze begroting 2010 sluit met een exploitatietekort van € 334.000. Het onderzoek stelt dat het niet realistisch is te veronderstellen dat de ijsbaan met de huidige subsidie kan functioneren, zoals is bedoeld. Er zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk om het tekort van ca. € 334.000 te kunnen overbruggen. Aanbevelingen onafhankelijk onderzoek Ten aanzien van de bedrijfsvoering Het onafhankelijk onderzoek adviseert om in 2010 de bovengenoemde basismaatregelen ter verbetering van de bedrijfsvoering door te voeren en de aanvullende maatregelen te overwegen om het structurele tekort van € 334.000 te beperken. Het rapport doet hiervoor suggesties ten aanzien van energie en de aankoop van het pand. Deze suggesties nemen wij ter overweging mee, maar maken nu geen onderdeel uit van de maatregelen voor 2010 en 2011. 1
Conform de vastgestelde stadsbegroting 2010 is het subsidiebedrag €1.117.305. Om de aansluiting met het rapport te
kunnen maken hebben wij het daarin vermelde bedrag van €1.111.700 als uitgangspunt genomen.
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
3
Ten aanzien van de sturing en structuur Het onafhankelijk onderzoek adviseert in 2010 de inpassing van Triavium BV in de Directie Stadsbedrijven van de gemeente Nijmegen uit te werken. Door de inpassing van het Triavium is er voortaan een constante sturing op de dagelijkse exploitatie en nog belangrijker, zal de gemeente de koers bepalen van het kostenefficiënte beleid binnen Triavium. Bijkomend voordeel is dat het Triavium-personeel binnen de gemeente breder inzetbaar is. 2. Maatregelen van ons college ter dekking van het structurele exploitatietekort In de brief aan uw raad van 10 juni 2009 meenden wij nog voldoende aanknopingspunten te hebben om de exploitatie van ijsbaan Triavium vanaf 2010 sluitend te maken en de verliezen uit het verleden in te lopen. Dit is, naar nu uit het onafhankelijk onderzoek blijkt, niet het geval. Maatregelen binnen de bedrijfsvoering van Triavium zijn slechts in zeer beperkte mate haalbaar. Belangrijke blokkade is het langlopende huurcontract en de daaruit voorvloeiende verplichtingen, die zeer zwaar op de exploitatie drukken. Structureel tekort Het onafhankelijk onderzoek toont aan dat er binnen de bestaande beleidskaders, de verwachte marktomstandigheden en op basis van de huidige bedrijfsvoering, sprake is van een structureel exploitatietekort van ca. €334.000. Het onafhankelijk onderzoek maakt bovendien duidelijk dat er gezocht moet worden naar ingrijpende maatregelen, die zorgen voor een sluitende begroting van het Triavium, waarbij het door de raad vastgestelde sportbeleid ten aanzien van Triavium, zoals vastgesteld op 9 oktober 2009, zoveel mogelijk in stand gehouden wordt. Uitgangspunten Alvorens wij de maatregelen ter dekking van het exploitatietekort nader toelichten, volgen de uitgangspunten die wij hebben gehanteerd:
Triavium BV kan de exploitatie niet op eigen kracht sluitend krijgen Het onderzoek van Grondmij I Marktplan maakt duidelijk dat het niet realistisch is te veronderstellen dat Triavium binnen zijn eigen bedrijfsvoering het structurele exploitatietekort kan oplossen en in staat is verliezen uit het verleden in te lopen. De ijsbaan sluiten is geen optie Het huurcontract is in 1998 afgesloten voor een periode van 35 jaar en kan getypeerd worden als dé structurele blokkade voor een gezonde exploitatie van Triavium, omdat de kosten steeds zwaarder op de exploitatie drukken. De gemeente staat tot het jaar 2033 garant voor de huurbetalingen. De verplichting bij liquidatie bedraagt minimaal € 900.000 per jaar, nog afgezien van de kosten om het pand in goede conditie te houden en onze verplichtingen naar personeel en derden toe. Het is daarom geen optie om de ijsbaan te sluiten, omdat we tot 2033 aan deze verplichtingen moeten voldoen. Het Triavium behoudt de ijsbaanfunctie Het zou een overweging kunnen zijn om de ijsbaan tot 2033 een andere functie te geven, bijvoorbeeld door het gebouw als evenementenhal in te zetten. Mogelijke gedachte is dat dit zou kunnen leiden tot een beter exploitatieresultaat. Behalve het feit, dat daarmee de schaatssport ernstig wordt gedupeerd, is dit geen realistische oplossing. Het gebouw heeft
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
4
niet de juiste kenmerken voor een evenementenhal. Hiervoor is een ingrijpende en kostbare verbouwing noodzakelijk. Bovendien zou de te realiseren omzet hoog moeten zijn. Dit is gezien de hevige concurrentie tussen evenementen niet reëel. Het onderzoek maakt ook duidelijk dat het bestemmingsplan en milieueisen in algemene zin een obstakel vormen voor het organiseren van evenementen in het Triavium. Het Triavium verrijkt het totale scala aan sportaccommodaties De ijsbaan is een waardevolle aanvulling op het totaal aan kwaliteitsvolle sportaccommodaties in Nijmegen en draagt bij aan de sportdeelname. Het faciliteren van de schaatssport is een publieke taak Het onderzoek concludeert dat de kosten voor de exploitatie van een ijsbaan dermate hoog zijn, dat de overheid zal moeten bijdragen om de prijs van een kaartje op een acceptabel niveau te kunnen houden. Geen mogelijkheid om budget programma Sport tbv schaatsen structureel te verhogen De huidige financiële situatie van de gemeente Nijmegen laat het niet toe om vanuit de algemene middelen noch het programma Sport, noch andere programma's structureel te 2 verhogen.
Maatregelen 2010 Grondmij I Marktplan berekent bij ongewijzigd beleid een exploitatietekort in 2010 van € 334.000 (Basismodel). Dit tekort is gebaseerd op de aanname dat de volgende basismaatregelen met ingang van 2010 worden doorgevoerd: een inkrimping van technisch en horeca-personeel vanaf 2010 levert een besparing op van €22.000 (vanaf 2011 €44.000); het ophogen van het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP)van €90.000 naar €150.000; afkoop van de horeca €12.500. Het volledige structurele effect van deze maatregelen is zichtbaar vanaf 2011, omdat dan de volledige besparing op technisch en horecapersoneel is bereikt. Wij hebben de door Grondmij I Marktplan voorgestelde basismaatregelen voor 2010 overgenomen. Maatregelen 2011 Uitgaande van het basismodel inclusief basismaatregelen zal het structurele tekort van Triavium rond een bedrag van € 0,3 mln. liggen. De aanvullende maatregelen die wij nemen om dit structurele tekort te dekken, baseren wij in belangrijke mate op de conclusie van de onafhankelijke onderzoekers. Grondmij I Marktplan concludeert dat, zowel vanuit het perspectief van sturing en structuur en doelmatigheidsoverwegingen, het raadzaam is Triavium niet langer als afzonderlijke rechtspersoon (BV) te laten voortbestaan, maar onderdeel te maken van de gemeentelijke organisatie, bij voorkeur van de sector Vastgoed, Sportservice & Accommodaties (VSA) van de directie Stadsbedrijven.
2
De subsidie aan het Triavium is al jaren stabiel en wordt jaarlijks geïndexeerd.
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
5
In 2010 willen wij de overheveling van Triavium BV naar Directie Stadsbedrijven van de gemeente Nijmegen nader uitwerken en voorbereiden. Belangrijk voordeel is dat het Triaviumpersoneel binnen de gemeente breder inzetbaar is. We zullen uw raad voor 1 juli 2010 in de gelegenheid stellen om eventuele wensen en bedenkingen ten aanzien van deze voorkeur aan te geven. In het verlengde van de inpassing van de exploitatie van het Triavium (de huidige BV) in de gemeentelijke organisatie nemen wij - ter dekking van het exploitatietekort - de volgende maatregelen: 1. Inpassing van de jaarlijkse onderhoudsuitgaven in het gemeentelijk investeringsprogramma, onderdeel bedrijfsinvesteringen, voor een bedrag van € 150.000 structureel Wij constateren dat Triavium binnen de exploitatie onvoldoende ruimte heeft om de investeringen op het gebied van onderhoud te kunnen bekostigen. Daarom gaan we binnen het gemeentelijke bedrijfsinvesteringenbudget met ingang van 2011 een bedrag van € 150.000 per jaar vrijmaken voor de noodzakelijke vervangingen. Dit ontlast de exploitatie van Triavium jaarlijks met eenzelfde bedrag. Het gemeentelijke budget voor bedrijfsinvesteringen bedraagt jaarlijks €3, 5 milj. 2. Inpassing van jaarlijkse rentelasten in de gemeentelijke treasurybegroting voor een bedrag van € 55.000 structureel Door inpassing in de gemeentelijke organisatie zal de financiering van Triavium onderdeel uitmaken van de totale financiering van de gemeente Nijmegen. In het basismodel wat uitgaat van een tekort van € 334.000 in 2010, is rekening gehouden met € 55.000 aan rentekosten. Op het moment dat Triavium - we gaan uit van 2011 - onderdeel is van de gemeentelijke organisatie, gaan wij de exploitatie van Triavium voor de rentecomponent ontlasten en daarvoor dekking zoeken binnen de totale gemeentelijke treasury-begroting. Dit zal verder worden uitgewerkt in het liquidatieplan van Triavium BV. 3.Taakstellende besparing van € 100.000 vanaf 2011 door inpassing bij Vastgoed, Sport en Accommodaties Voor inpassing van de exploitatie van Triavium nemen wij een taakstellende besparing op van € 100.000. De totale VSA-omzet is 31.2 miljoen, waarvan 10.4 miljoen kapitaallasten. Invulling van deze taakstelling zal in 2010 worden voorbereid. Hierbij zullen ook de aanbevelingen van Grondmij I Marktplan worden betrokken ten aanzien van realisatie van duurzame energie, verhoging van de bezettingsgraad van de ijsbaan en flexibele inzet van personeel, met name tijdens de zomermaanden. 4. Toepassing kostendekkende tarieven topsport € 20.000 Grondmij I Marktplan concludeert, op basis van tariefsvergelijking dat het Triavium een van de duurste banen van Nederland is. Uitzondering hierop is het tarief voor de professionele ijshockeysport. In Nijmegen draagt de club 30% bij aan de werkelijke kosten, terwijl dit percentage landelijk 80% is. Vanuit het sportbeleid is de lijn om aan professionele verenigingen, zoals NEC en Matrixx Magixx kostendekkende tarieven door te berekenen. De tarieven voor het professionele ijshockey, gaan we daarom (geleidelijk) aanpassen. Dit moet leiden tot een structurele resultaatsverbetering van € 20.000. Wij informeren de professionele ijshockeysport over deze maatregel. Dit is naar onze mening de zuivere lijn. Wij beseffen dat dit voor het professionele ijshockey een forse opgave is, ook gezien het feit dat de club hard werkt aan een
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
6
versterking van de positie van het ijshockey. Het gaat daarbij om zowel de interne kwaliteitsslag als ook de samenwerking tussen top- en breedtesport. Samenvatting effect structurele maatregelen 2010 en 2011 In onderstaande tabel hebben we het effect van de maatregelen samengevat. We presenteren twee jaren, omdat de hiervoor genoemde maatregelen pas vanaf 2011 effect zullen hebben. Uitgaande van inpassing in de gemeentelijke organisatie zal de exploitatie vanaf 2011 volgens de gemeentelijke begrotingsystematiek (zowel kosten als opbrengsten) worden geïndexeerd. Ten aanzien van de kostendekkende tarieven topsport hebben we de volledige besparing in de kolom 2011 gepresenteerd om een beeld te geven van het structurele effect van de maatregelen die we nemen. Zoals bij de maatregel toegelicht (zie terug) zullen wij de kostendekkendheid geleidelijk invoeren.
Omzet Triavium Subsidie gemeente Nijmegen Subtotaal omzet Totaal k osten Resultaat Maatregelen 2010 Afkoop horeca bij evenementen Besparing technisch en horecapersoneel (vanaf 2011 volledig structureel effect) Verhogen onderhoudsreservering Totaal maatregelen 2010 Resultaat na maatregelen 2010
Begroting 2010 1.288.800 1.111.700 2.400.500
Begroting 2011 1.288.800 1.111.700 2.400.500
2.709.000
2.709.000
(308.500)
(308.500)
12.500 22.000 (60.000) (25.500)
12.500 44.000 (60.000) (3.500)
(334.000)
(312.000)
Maatregelen 2011 1. inpassing van de jaarlijkse onderhoudsuitgaven in het gemeentelijk i nvesteringsprogramma, onderdeel bedrijfsinvesteringen 2. inpassing van jaarlijkse rentelasten in de gemeentelijke treasurybegroting 3. taakstellende besparing door inpassing bij Vastgoed, Sport en A ccommodaties 4. toepassing kostendekkende tarieven topsport Totaal maatregelen 2011 Resultaat na maatregelen 2011
150.000 55.000 100.000 20.000 325.000 (334.000)
13.000
Wij verwachten dat hiermee de exploitatie van Triavium vanaf 2011 volledig kostendekkend is gemaakt en niet leidt tot een uitzetting van middelen. De oplossing die we vinden binnen de Stadsbegroting doet bovendien geen afbreuk aan de vastgestelde ambities voor het programma Sport of andere programma’s.
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
7
Overige maatregelen Sanering negatief eigen vermogen 2008 en verwacht tekort 2009 Het eigen vermogen van Triavium bedroeg eind 2008 negatief € 593.000. Het onafhankelijk onderzoek van Grondmij I Marktplan toont aan dat Triavium niet op eigen kracht in staat zal zijn dit tekort terug te verdienen. Voor 2009 verwacht Triavium een tekort van - afgerond - € 350.000. Ook dat tekort zal Triavium niet zelf terug kunnen verdienen. Daarom reserveren wij in de gemeentelijke jaarrekening 2009 een bedrag van € 943.000 voor de sanering van eigen vermogen en het verwachte exploitatietekort 2009. Verwacht tekort 2010 Wij verwachten voor het exploitatiejaar 2010 van Triavium BV een tekort van ca.€ 350.000. Wij zullen bij voorjaarsnota 2010 voorstellen, hiervoor middelen ten laste van de begroting 2010 te reserveren. Verlenging kredietfaciliteit Om ervoor te zorgen dat Triavium aan haar betalingsverplichtingen kan blijven voldoen, hebben we dit jaar een financiering versterkt van € 500.000 met einddatum 31 december 2009. Wij hebben de raad hierover dit najaar geïnformeerd. Triavium is op dit moment niet in staat deze financiering af te lossen. Mede met het oog op het onderbrengen van Triavium in de gemeentelijke organisatie verlengen wij daarom deze kredietfaciliteit tot en met 31 december 2010. Het opheffen van deze kredietfaciliteit maakt onderdeel uit van het liquidatieplan dat we in 2010 opstellen. Naar verwachting zal Triavium BV begin 2010 vanwege de dringend noodzakelijke vervanging van één ijsdweilmachine behoefte hebben aan extra financieringsmiddelen. Wij zullen daarin voorzien op basis van een nog door Triavium op te stellen liquiditeitsbegroting voor 2010. Aanstelling beoogd bedrijfsleider De huidige interim-directie heeft in 2009 gezorgd voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Deze taak werd in deeltijd door de directeur DSB uitgevoerd. Voor de verdere uitwerking en doorvoering van maatregelen is een permanente en fulltime-voorziening in de directie/bedrijfsleiderfunctie noodzakelijk. Daarom stellen wij per 1 februari 2010 de heer Hans Akkers als beoogd bedrijfsleider/directeur ad interim aan. Hij zal op financieel en P&O terrein worden ondersteund. Zijn opdracht is de reguliere bedrijfsvoering van het Triavium te waarborgen en de voorbereidingen te treffen aan de kant van het Triavium voor de inpassing van het Triavium in VSA/DSB. Binnen VSA/DSB zal een projectstructuur worden opgezet die de voorbereiding en daarop volgend de inpassing binnen de gemeentelijke begroting van het Triavium –op basis van de formele besluitvorming- ter hand neemt. Uiterlijk per 1 februari 2010 draagt de huidige directeur ad interim zijn functie over aan de beoogd bedrijfsleider/directeur a.i.. De directeur Triavium die begin dit jaar vanwege ziekte uitviel, zal zijn functie per 1 februari om gezondheidsredenen neerleggen.
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
Gemeente Nijmegen Directie Concern Begroten en Verantwoorden
Vervolgvel
8
Budgetsubsidieovereenkomst wordt bestek Aanvankelijk was het de bedoeling om als uitwerking van het in 2007 door uw raad vastgestelde beleidskader te vertalen in een budgetsubsidieovereenkomst voor Triavium BV. Bij het inpassen van Triavium BV in de gemeentelijke organisatie zal het budget dat nu binnen het programma Sport beschikbaar is voor subsidieverlening aan Triavium BV volledig worden ingezet voor exploitatie en beheer van het nieuwe organisatieonderdeel. De sportdoelstellingen zullen worden opgenomen in een bestek. In dit bestek nemen we de aanbevelingen die Marktplan doet over afdwingbaarheid van prestaties mee (zoals: taakstellend bedrag per bezoeker/verenigingsuur, percentage eigen bijdrage verenigingen). We komen na de raadsverkiezingen en voor 1 juli 2010 met een voorstel aan uw raad voor wensen en bedenkingen met betrekking tot het inpassen van Triavium BV in de gemeentelijke organisatie. Wij streven ernaar voor 1 juli 2010 een uitgewerkt sociaal plan voor het huidig personeel van Triavium gereed te hebben, evenals een liquidatieplan van de huidige BV per 31 december 2010. Vertrouwende u met deze informatie van dienst te zijn, Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mr. Th.C. de Graaf
P. Eringa
Bijlage: Onafhankelijk onderzoek Triavium Aanbiedingsbrief directie Triavium
www.nijmegen.nl
Raadsbrief Triavium 09.0030535
ijsbaan en evenementen
Een variant die ziet op beperktere openstelling leidt nauwelijks tot financiele voordelen als gevolg van wegvallende omzet en hoge vaste kosten.
Tevens onderbouwen de inzichten in de varianten dat er geen financiele basis wordt gevonden om de terugbetaling van de leningen aan de gemeente op te basereri Een sanering van het negatieve eigen vermogen moet daarbij m.i. in beschouwing worden genomen, zeker op het moment dat invlechting binnen VSA wordt overwogen. Tot slot beargumenteerd het rapport dat dc aanstelling van een fulltime directie om bovenstaande maatregelen door te voeren en/of voorte bereiden zo spoedig mogelijk moet geschieden. Dit is tevens noodzakelijk om bijvoorbeeld de mogelijkheden te bezien om de ijsuren op andere wijze uit te geven (combinatie ijsgebruik door verenigingen en recreanten om ijsuren vrij te spelen). Bezien moet worden of deze 'vergroting van flexibiliteit in de Ijsverhuur" in combinatie met een vergroting van bezoekersaantallen ook positieve effecten kunnen opieveren. Invlechting van Triavium BV binnen de gemeentelijke organisatie (DSBA/SA) wordt in de aansturing nadrukkelijk genoemd. De basisvariant lijkt daarbij op korte termijn een onvermijdelijke uitwerkingsrichting te bieden, die ook de grondslag zal moeten vormen voor de voorbereiding van de begroting van 2010 die ik op dit moment ter hand heb genomen.
Met vriendelijke groet
Rob van Wuijtswinkel, diFecteurTriavi(uii-a:r
I'
cc.
De heer J. van Boxtel, DIW, programmamanager Sport
van iosenburg.;«g2 • 6537 tm mjmegen • T 024 344 55 59 • F 024 344 70 78 • W vjvwtriaviuTi.nl E in'o@tnawmnl • raboban'--nyrr.egen nr 1678 155"?! • btv. nr 804666210B01 • IC/K 10142929
Onderzoek bedrijfsvoering Triavium BV Nijmegen
Definitief
Grontmij | Marktplan Houten, 3 december 2009
Verantwoording
Titel
:
Onderzoek bedrijfsvoering Triavium BV Nijmegen
Subtitel
:
Adviesvoorstel naar stabilisatie van de exploitatie
Projectnummer
:
281232
Referentienummer
:
Revisie
:
Datum
:
3 december 2009
Auteur
:
Wim van Rijswijk
E-mail adres
:
[email protected]
: Goedgekeurd door
:
Paraaf goedkeuring
:
Stuurgroep Triavium
: Contact
:
De Molen 36-40 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 48 00 F +31 30 635 00 70
[email protected] www.grontmijmarktplan.nl
Pagina 2 van 41
Inhoudsopgave
1
Bij wijze van inleiding .................................................................................................... 4
2
Leeswijzer ..................................................................................................................... 5
3
Het Triavium.................................................................................................................. 6
4
De bedrijfsvoering ....................................................................................................... 12
5
Horeca, evenementen en organisatie......................................................................... 17
6
Exploitatie en subsidie ................................................................................................ 21
7
De vraagstellingen ...................................................................................................... 31
8
Conclusies, maatregelen en vervolg........................................................................... 36
9
Advies en vervolg........................................................................................................ 40
Bijlage 1:
Het basismodel
Bijlage 2:
Variant I
Bijlage 3:
Variant II
Bijlage 4:
Variant III
Bijlage 5:
Detaillering van het ijssportseizoen
Bijlage 6:
Opdrachtformulering
Pagina 3 van 41
1
Bij wijze van inleiding
De opdrachtformulering 1.1 De gemeente Nijmegen en Triavium BV hebben opdracht verstrekt voor een onderzoek naar een financieel sluitende exploitatie. De aanleiding voor het externe onderzoek zijn de oplopende tekorten die een sluitende exploitatie verhinderen. De opdrachtformulering benadrukt de twee scenario’s waarlangs het onderzoek moet verlopen. Samengevat gaat het om de legitimatie van publiek geld voor sport- en recreatievoorzieningen. Bij de scenario’s staat de vraag centraal; • “wat is maximaal haalbaar met de huidige jaarlijkse subsidie”; • “wat is minimaal nodig om het huidige sportbeleid uit te voeren”. De opdrachtformulering vervolgt om via een onafhankelijk onderzoek de bijdrage te analyseren die het Triavium levert aan de gemeentelijke doelstellingen op het sportbeleid. Tot slot dient het onderzoek een advies te geven om binnen vier jaar een solide vermogenspositie te creëren. De exacte opdrachtformulering is als bijlage opgenomen in deze rapportage. Om aan deze vraagstelling tegemoet te komen zijn onderzoekswerkzaamheden uitgevoerd die verder gaan dan de bevestiging van wat algemeen bekend is bij de opdrachtgevers.
1.2 Toetsing van vermoedens Dit onderzoek is uitgevoerd om na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor het Triavium om een financieel sluitende exploitatie te voeren binnen de subsidie. Het onderzoek verdiept zich in de vermoedens over voor de hand liggende oorzaken. Inderdaad, het valt tegen voor het Triavium om een financieel sluitende exploitatie te voeren en betaalbare maatschappelijke prestaties te leveren aan de bevolking. Het lijkt op een fatale spiraal van oplopende kosten en teruglopende inkomsten. Niet omdat het ijsvermaak uit de tijd is geraakt, integendeel. Nooit eerder schaatste Nederland zo massaal als de afgelopen winter. Ook niet omdat er een riskant tarievenbeleid in stand wordt gehouden, of er lichtzinnig is omgesprongen met de liefhebberij in ijshockeysport. Het zijn eerder de alsmaar oplopende kosten zoals huur, onderhoud en energie en dergelijke die de resultaten negatief beïnvloeden. De grote ommezwaai om een financieel sluitende exploitatie te voeren op de lange termijn, begint bij het erkennen van de financiële feiten. De onderzoekers hebben de opdracht gekregen om vanaf 2010 een stabiele kostendekkende exploitatie op te zetten. Dat is hetzelfde als het opheffen van de fatale spiraal en tegelijkertijd het betaalbaar houden van de maatschappelijke prestaties. Dat veronderstelt een andere visie op het in stand houden van het Triavium. Wellicht is de reflectie naar de oorsprong van deze fatale spiraal daarbij behulpzaam. In ieder geval zijn er geen wonderen te verwachten van de private vorm waarin het Triavium wordt geëxploiteerd. Dat is geen kritiek, maar het signaal dat publieke idealen niet zonder meer door private tussenlagen zijn waar te maken. Logischerwijs is de overheid geen ideale exploitant voor ijsbanen, maar doet “de markt” het beter? Of andersom gesteld: “het vermoeden van het falen van de overheid bewijst nog niet het gelijk van de markt”.
Pagina 4 van 41
2
Leeswijzer
2.1 Een beeld vooraf Het zal niemand verbazen dat dit niet de eerste rapportage is over het beheer en de exploitatie van het Triavium. Er is intussen een voorraad aan informatie beschikbaar die groot genoeg is om op te promoveren. Globaal gesteld bevestigen al die onderzoeken de kwaliteiten van het Triavium, maar tegelijkertijd zijn die onderzoekresultaten aankondigingen van de zoveelste financiële tegenvaller. Deze rapportage past precies in de reeks van onderzoeken, want er is opnieuw een structureel financieel tekort. Om het geheel aan informatie compleet te krijgen, zijn de medewerkers van het Triavium behulpzaam geweest. Verder is veel medewerking verleend door vakambtenaren op het gebied van beleid en financiën.
2.2
De rapportage
Hoofdstuk 3. Het Triavium De rapportage begint met het in herinnering roepen van de ontstaansgeschiedenis van het Triavium. Politiek bestuurlijk is dit hoofdstuk interessant om de overwegingen terug te lezen die de doorslag gaven om kort na de opening het gebouw als geheel door te verkopen en daarna de ijssport functies weer terug te huren. Het hoofdstuk sluit af met een opsomming van enkele structurele obstakels die een gunstig verloop van de exploitatie frustreren. Hoofdstuk 4 en 5. De bedrijfsvoering, Horeca evenementen en organisatie Deze twee hoofdstukken beschrijven de bevindingen over het onderhoud en hoe de horeca functioneert. De informatie is technisch van aard en de bevindingen zijn beschreven in de vorm van observaties op grond van een inventarisatie en de analyse van informatie en resultaten. Hoofdstuk 6. Exploitatie en subsidie Als er een debat komt over de exploitatie opdracht geeft dit hoofdstuk enkele aanwijzingen. In dit hoofdstuk wordt de subsidie die voor 2009 was begroot ontrafeld tot aan de eindgebruiker. De materie is weerbarstig, maar na dit hoofdstuk weten we ongeveer “wat een schaatser kost”. Het is niet stigmatiserend bedoeld. Het gaat om het besef waaraan de subsidie wordt besteed. Hoofdstuk 7 en 8 De vraagstelling, conclusies, maatregelen en vervolg Deze hoofdstukken komen tegemoet aan de vraagstelling “wat kan er met de huidige subsidie” en “hoeveel is er nodig voor het bestaande beleid”. De resultaten vallen niet mee omdat het tekort zo structureel is. Een uitweg is er altijd door een koude sanering door te voeren. Het ligt meer voor de hand om de exploitatie eerst fundamenteel gezond te maken. Daarna is er ruimte voor nieuw beleid. Dat wordt “indikken en inschikken” voor iedereen, maar er is geen alternatief. Aan dit hoofdstuk zijn vier scenario’s toegevoegd in de vorm van financiële onderbouwingen om aan te tonen hoeveel er aan subsidie nodig is voor het huidige beleid en wat een sanering zou opleveren. Verder zijn financiële doorrekeningen gemaakt voor investeringen in duurzame energie en voor het eventueel aankopen van het gebouw.
Pagina 5 van 41
3
Het Triavium
De ontstaansgeschiedenis 3.1 Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw groeide in Nijmegen een grote wens om de oude ijsbaan in te ruilen voor nieuwe moderne ijsbaan. Na uiteenlopende onderzoeken en overwegingen is in 1994 besloten tot de ontwikkeling van een multifunctioneel sportcentrum met congresruimte. Het idee was dat een multifunctioneel sportcentrum met een ringbaan en een ijshockeybaan veel schaatsliefhebbers zou trekken en dat de ijshal zomers een ideale evenementenhal zou zijn. Al in de voorbereidingsfase van de realisatie van het Triavium verliep die prognose niet goed. In 1996 stelde het college onmiddellijk een onderzoek in naar de toekomstige exploitatie en al snel bleek dat de vaste lasten te hoog waren ten opzichte van de inkomsten. De rapporten daarover stellen dat de kapitaallasten te hoog zijn en dat daarvoor prima oplossingen bestaan. Het moet in die tijd zijn geweest dat het aannemelijk was om dit gebouw te verkopen en daarna hetzelfde gebouw weer terug te huren voor de functies waarvoor het was ontworpen. De koper zou het gebouw verder vervolmaken zodat het concept Triavium beter zou renderen. In 1998 is het gebouw verkocht aan een ontwikkelaar voor ruim € 9 miljoen (20 miljoen gulden). De vennootschap Triavium huurt sindsdien de ijssportfuncties terug voor € 730.000,- per jaar (1.6 miljoen gulden). De gemeente staat tot het jaar 2033 garant voor de huurbetalingen. Jaarlijks wordt de huur verhoogd met minimaal 2%. De huur in 2009 is inmiddels € 830.000,-. Daar komt bij dat de vennootschap Triavium jaarlijks servicekosten betaalt voor het groot onderhoud. Aan het eind van het jaar worden die servicekosten verrekend met de werkelijke onderhoudskosten. Per jaar schommelen de servicekosten in totaal rond de € 65.000- en dat bedrag komt bovenop de huur. De grond werd voorheen in erfpacht uitgegeven om zekerheden te creëren, maar het erfpachtrecht is kort na de verkoop van het gebouw ook verkocht voor ruim € 1.3 miljoen en het gebruiksrecht wordt teruggehuurd voor € 45.000,-. Intussen zijn de vaste lasten opgelopen tot € 940.000,- voor 2009. Met het verkopen van het erfpachtrecht, vervallen ook de zekerheden voor de gemeente, omdat er geen instrument is om de maatschappelijke voorziening als het ware te beschermen tegen speculatieve waardeveranderingen.
3.2 De stand van zaken per 2009 Het is niet helemaal met zekerheid vast te stellen maar het is twijfelachtig of de ontwikkelaar wel geïnvesteerd heeft in het Triavium om het gebouw multifunctioneel inzetbaar te maken. Het klopt dat er kantoorruimten zijn gecreëerd maar veel meer dan het Triavium toen was, is het niet geworden. De brand in 2006 is een enorme tegenvaller geweest voor de schaatsers, omdat er een heel winterseizoen geen ijs lag op de ringbaan. In die tijd zijn veel toerrijders uitgeweken naar Eindhoven. Toch moet gesteld worden dat het recreatieve schaatsen zich heel behoorlijk heeft hersteld intussen. Opvallend is dat het aantal verenigingsschaatsers niet meer zo groot is als voorheen. Daarbij wordt opgemerkt dat de eerdere aannames wel erg positief waren. In financiële zin is de huidige situatie ongeveer vergelijkbaar met die van 1998. De vaste kosten zijn (te) hoog ten opzichte van de inkomsten. Daar staat tegenover dat de exploitatie van de ijsbaan plus de horeca op zich wel goed functioneert, alleen de inkomsten wegen niet op tegen de snelle stijging van de vaste kosten. Wat dat betreft zijn er een paar structurele obstakels die de exploitatie frustreren en dat zijn vooral kostenontwikkelingen voor de huur van het Triavium, de energielasten en de beperking om in de zomerperiode evenementen te kunnen organiseren. Deze structurele obstakels zijn eerst kort toegelicht. Daarna volgt de rapportage die begint met de analyse van de bedrijfsvoering.
Pagina 6 van 41
Het Triavium
3.3 De huurovereenkomst De bepalingen uit de huurovereenkomst laten weinig interpretatieruimte over om onder deze betalingsverplichtingen uit te komen. Tot september 2033 is Triavium bv gebonden aan deze huurovereenkomst en voor het geval het Triavium bv niet aan de betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen, treedt de gemeente Nijmegen daarvoor in de plaats of staat garant tot 2033. Feitelijk gaan dergelijke garantiebepalingen veel verder dan de huurwet regelt. Als we deze vaste lasten (€ 940.000,-) zouden omzetten in een kapitaallast (rente plus afschrijving) zou je daarvoor een nieuwe 400 m kunstijsbaan kunnen realiseren van € 14 miljoen. Ter indicatie, de ijsbaan in Tilburg is onlangs opgeleverd voor € 12 miljoen (volledig overkapt). Dan nog is er niets op tegen om deze huurovereenkomst in stand te houden. Immers is het eigendom geen voorwaardelijke eis om een recreatief product aan te bieden. Maar juist die huur stijgt alsmaar. Juist vanwege de oplopende huur is een herijking met de verkoopprijs uit 1998 weer relevant met de verkoopwaarde van 2009. Een rekensom maakt duidelijk dat op basis van de vaste lasten het eventueel terugkopen van het Triavium ook verdedigbaar is. (huur 1998 ÷ verkoopsom) = (huur 2009 ÷ aanvangsrendement) =
(€ 730.000,- ÷ € 9.000.000,-) = 8% rendement (€ 830.000,- ÷ 0,08) = € 10.375.000,-
Vanuit de verhuurder geredeneerd zal deze € 10 miljoen weliswaar een te laag startbod zijn, maar veel betere aanbiedingen komen nooit meer langs. Het is geen eenvoudige opgaaf om de huurkwestie zó fundamenteel ter discussie te stellen sinds het besluit van 1998. Het advies is om hierover besprekingen aan te gaan met de verhuurder, want de huursom blijft een obstakel om publieke producten aan te bieden tegen een lage subsidie.
3.4 De energielasten Een ander obstakel voor een financieel sluitende exploitatie is de energielast. In de begroting voor 2009 is een bedrag geraamd van afgerond € 300.000,- voor gas, stroom en water1. Deze kosten stijgen en de gasprijsontwikkeling verloopt grillig door de koppeling aan de olieprijs. In het traceren van obstakels is een vergelijking gemaakt met investeringen in duurzame energie. Ook omdat de verwarminginstallatie en de koelinstallatie op termijn moeten worden vervangen volgens de meerjaren onderhoudsrapportage (MOP). Juist als het vervangen van installaties aanbevolen wordt, is dat een reden om alternatieven te vergelijken. Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de vergelijking van investeringen in alternatieve energievoorzieningen en daaruit blijkt dat op de inkoop van grondstoffen een besparing haalbaar is van € 130.000,- per jaar. Het voorstel is om in de toekomst een vergelijking te maken van investeringen in duurzame energie tegenover investeringen die nog gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen.
1
3
Het verbruik aan aardgas is 240.000m , elektra 2.200.000 Kilowatt uur (Kwh) en 9.000m³ water. Totaal € 295.000,-.
Pagina 7 van 41
Het Triavium
3.5 Het seizoen voor evenementen Binnen de organisatie Triavium is er een voorliefde om allerlei evenementen te organiseren. Dat varieert van beurzen, popconcerten, shows tot topsportevenementen. Het bestemmingplan en de milieuwet laten het niet toe om grote commerciële evenementen te organiseren. Het idee om evenementen te organiseren is ingegeven om exploitatietekorten te nivelleren in de zomerperiode. De grafiek hieronder verduidelijkt hoe het exploitatietekort verloopt over een jaar. Ontwikkeling van het exploitatieresultaat 100.000
€ 150.000,- positief
50.000
€ 350.000,- tot € 400.000,- tekort
0
€ 450.000,- negatief -50.000 -100.000
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Het is niet realistisch om te veronderstellen dat het Triavium een exploitatietekort in de zomer compenseert door de organisatie van evenementen. Het evenementenseizoen loopt ongeveer parallel aan het schaatsseizoen, terwijl de ijshal beschikbaar is van april tot augustus omdat er vanaf september al ijs ligt. Het is onacceptabel om het winterseizoen te onderbreken voor lucratieve evenementen. Thialf kan dat bevestigen! Thialf verliest aan sympathie omdat de schaatsers ondergeschikt zijn aan het winstoogmerk. Die schaatsers gaan nu naar Assen. Binnen het Triavium is geen gebrek aan enthousiasme, maar er is wel gebrek aan sfeer in de ijshal. Het is, met waardering voor de architect, toch een industriële hal, weliswaar sportspecifiek ingericht maar minder geschikt voor podiumkunsten of evenementen. Voor het jaar 2009 ontstaat naar verwachting een tekort in de exploitatie van circa € 350.000,- tot € 400.000,-. Uit de ervaring met het organiseren van evenementen blijkt dat gemiddeld een netto resultaat wordt geboekt van € 4.000,- per jaar. Hoofdstuk 5 beschrijft hierover de achtergronden. De conclusie is dat de zomerperiode geen geschikte fase is voor evenementen. Hoofdstuk 5 geeft aanbevelingen om het zomergebruik te intensiveren om een positieve bijdrage te leveren aan het terugdringen van het exploitatietekort. In hoofdstuk 5 stelt het onderzoek vast dat in de zomerperiode ook kosten bespaard kunnen worden om ook langs die weg het exploitatietekort in de zomermaanden zoveel mogelijk weg te werken. De gedachte dat de ijshal een evenementenhal is klopt voor zover de ijssport ondergeschikt is aan het evenementenprogramma en de milieuwetgeving en het bestemmingsplan dat toelaten.
Pagina 8 van 41
Het Triavium
3.6 Verschillen in correcties tegen de inflatie Het tarievenstelsel voor recreatief bezoek van Triavium zit aan de bovenkant van de markt. De meeste ijsbanen in Nederland hanteren lagere tarieven. Jaarlijks indexeert het Triavium de tarieven voor de entree en de verhuur aan verenigingen. Deze jaarlijkse indexering wordt behoedzaam toegepast. Het is een politiek verantwoorde en terughoudende index, terwijl de indexering over de kosten op het normale commerciële zakelijke niveau zit. De hoeveelheid aan kosten (volume) is groter dan het volume aan inkomsten. Over dat grote volume aan kosten is bovendien een grotere index van toepassing. Over de lagere inkomsten is een lagere index van toepassing. Het gevolg is dat de kostengrafiek altijd sneller oploopt dan de inkomstengrafiek. Dat verklaart waarom een subsidie op termijn schoksgewijs naar boven moet worden bijgesteld, als er geen compensatie mogelijk is via de exploitatie. De grafiek hieronder illustreert hoe deze lijnen op termijn uit elkaar lopen. illustratie van een structureel exploitatietekort
kostenontwikkeling verschil neemt toe
€ 3.000.000
€ 2.500.000 verschil nu circa € 350.000,-
€ 2.200.000
inkomsten ontwikkeling
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Niemand anders dan de overheid wil of kan het financieel tekort dekken van publieke diensten. Die overheidbijdrage is dus de basis om een product of een dienst betaalbaar te maken, want commercieel gezien is diezelfde dienst onuitvoerbaar. Op die manier compenseert de subsidie het verschil tussen het entreekaartje en de werkelijke kostprijs van het (sport)product. Om die grafieklijnen parallel te laten verlopen, moet elk jaar worden bepaald wat de overheid feitelijk wil toeleggen op één keer schaatsten. Die uitwerking is gemaakt in hoofdstuk 6.
Pagina 9 van 41
Het Triavium
3.7 De structuur van aansturing Niemand kon vermoeden dat privatiseren in het algemeen ook verloederend zou werken. Het privatiseren van overheidstaken maakt een dienst of product niet beter of goedkoper. Dat was voorheen wel zo maar die kostenvoordelen zijn intussen vervallen. De verklaringen hiervoor zijn divers, maar er is één gemeenschappelijke conclusie. De periodieke correctie op de politieke bedoelingen is vertroebeld. Private partijen hebben een eigen koers. Winst prevaleert boven de idealen van de gemeentepolitiek. Die voorkeur zien we terug in contracten tussen de overheid en private partijen. Die contracten staan vol met opdrachten die een private partij tegen betaling uitvoert. Die betaling is dan de subsidie. Dat betekent dat er ook geen marktwerking bestaat om politieke idealen waar te maken, maar er zijn wel marktpartijen die de opdrachten tegen betaling willen uitvoeren en dat mechanisme vormt een obstakel, want het zijn hier geen corveetaken! Om obstakels weg te nemen moet een private tussenlaag zoals de vennootschap Triavium zich flexibel opstellen en al naar gelang de bedoelingen een opdracht uitvoeren. Dat kan een ideële taak zijn ten gunste van verenigingen en tegelijkertijd een commerciële taak om het exploitatietekort terug te dringen. Maar nooit mogen die taken enkel het private doel dienen “winst maken”
Gemeente Nijmegen
T riavium de verschuiving naar meer of minder ideële of commerciële belangen Ideëel Commercieel
Contractueel gezien moet de vennootschap, vanwege zijn kennisvoorsprong over de exploitatie, het Triavium financieel sluitend exploiteren en wel zodanig dat de prijs van maatschappelijke producten (tarieven) acceptabel laag blijft. Dat is het bedrijfskundig opschuiven in de ideale richting zoals het schema illustreert. Feitelijk moet het ondernemerschap in dienst staan van de opdracht en de bedoelingen van de gemeentepolitiek. Indien een contract te sterk gericht is op de voordelen van het vrije ondernemerschap, dan zijn er altijd marktpartijen die tegen betaling de opdracht aanvaarden. In dat geval is het contract een sterk bepalende factor die het gedrag bepaalt van de ondernemende tussenlaag. Maar als er politieke idealen centraal staan, is er ineens te weinig markt of een verkeerde markt, terwijl diezelfde marktpartijen vanwege hun kennisvoorsprong die opdracht goed kunnen uitvoeren. Nu er steeds meer problemen aan het licht komen over “slecht werkende markten” zijn dat ook de argumenten om terug te keren op de beproefde methode waarbij de overheid corrigeert op de politieke eindbedoelingen. In dit geval is dat ook een overweging. Het ondernemersgedrag is “subsidie gestuurd” en contractueel niet gericht op opschuiven in de ideële richting. Voorgesteld wordt om correctie op de einddoelen terug te draaien. De vennootschap is dan als rechtspersoonrechtelijke tussenlaag overbodig voor de dagelijkse exploitatie.
Pagina 10 van 41
Het Triavium
3.8 Een toekomstperspectief IJsbanen zijn er in vele soorten. In Nederland zijn het vooral 400 meter banen. Daarvan zijn er intussen 16 en er zijn nog 4 wensen voor 400 meter banen waarvan er twee in onderzoek zijn. In 2002 heeft de adviseur van dit onderzoek een toekomstvisie gepresenteerd over het aantal nieuwe ijsbanen in Nederland en de landelijke spreiding daarvan tot het jaar 2020. Het begint er verdacht veel op te lijken dat het toekomstperspectief nog uitkomt ook. Het kaartje hieronder zegt veel over het waarheidsgehalte van de toekomstvisie. De nieuwe ijsbanen in Rotterdam en Amsterdam Noord zijn er niet gekomen, maar wel de ijsbanen in Hoorn, Breda, Tilburg en in Enschede. Ook de gedachte dat er in Arnhem (Papendal) een Nationale Topsport ijsbaan zou komen is voorbarig geweest, want het lijkt erop dat Thialf in Heerenveen die ambities heeft. Toch is elk initiatief in de regio Nijmegen fataal voor het Travium, tenminste als ijsbaan.
Bij alle toekomstplannen en adviezen staat centraal dat ijsbanen niet zolang functioneren als we voorheen konden voorspellen. De prognose was dat een ijsbaan 30 jaar meegaat. Thialf is in 1986 heropend en in 2009 zijn de voorbereidingen getroffen voor een spectaculaire ijsbaan. Intussen zijn bijna alle (oude) ijsbanen overkapt en sinds kort willen de ijsbanen CO2 neutraal zijn. Immers de energie komt uit de grond, of via de wind of van de zon of van biomassa. De volgende stap is dat ijs niet meer bestaat uit bevroren water. Het zou kunnen dat we voortaan glijden op chemicaliën. Het is nog onzeker of dan alle overkappingen en duurzame initiatieven overbodig zijn geworden. Wellicht kunnen we binnen 10 jaar altijd schaatsten in elk seizoen. Voor het Triavium is die toekomst dichterbij dan we denken. De ijsbaan is als sportgebouw duur in het gebruik en het huurcontract maakt het gebruik in de toekomt nooit meer goedkoper. In ieder geval is een extra ijsbaan in de regio ongunstig voor de toekomst van het Triavium.
Pagina 11 van 41
4
De bedrijfsvoering
Het onderhoud 4.1 De huurovereenkomst bepaalt dat de kosten voor het totale onderhoud voor rekening komen van de huurder. Normaal is het groot onderhoud een financiële verplichting van de verhuurder, die vanuit de reguliere huur het groot onderhoud bekostigt. In dit geval betaalt Triavium naast de huur, € 53.000,- aan servicekosten voor dergelijke onderhoudskosten. Dit bedrag is nog maar een voorschot. Aan het eind van elk jaar verstrekt de verhuurder een overzicht van de werkelijke onderhoudskosten. Voor deze eindafrekening is een voorziening opgenomen in de exploitatiebegroting van € 90.000,- per jaar. Voor de uitvoering van alle installatietechnische werkzaamheden vraagt de technische dienst van het Triavium weliswaar offertes aan, maar uiteindelijk beslist de verhuurder over de partij die het werk uitvoert. De verhuurder berekent voor het aanscherpen van de prijs 5% kosten over de opdrachtwaarde. Het is nooit zeker of deze bemiddeling wel voordelig is voor het Triavium. De technische dienst besteedt per jaar circa € 35.000,- aan klein dagelijks onderhoud. Opgeteld wordt jaarlijks € 125.000,- besteed aan het onderhoud van het Triavium. De grafiek hieronder visualiseert de onderhoudsuitgave. Het restant van de onderhoudsvoorziening wordt gereserveerd. De jaarrekening 2008 vermeldt een saldo van de onderhoudsvoorziening van € 439.000,-. €25 .000,-
onderhoud ijsbaan inventaris
€35 .000,-
regulier dagelijks onderhoud
€12 .000,- eindafrekening servicekosten € 53.000,-
contractuele service kosten
De dweilmachines Naast het gebouw(gebonden) onderhoud zijn er nog andere onderhoudskosten die voor het functioneren van de ijsbaan noodzakelijk zijn. Het betreft het onderhoud aan de dweilmachines en het vervangen van ijsbaantechnische inventaris plus de verbruiksmaterialen en dergelijke. In totaal is daarvoor € 25.000,- per jaar noodzakelijk. Een belangrijk deel daarvan, € 10.000,- is voor het onderhoud aan de dweilmachines. Dat komt vanwege de technische onderhoudsstaat van één dweilmachine die is afgeschreven. Normaal worden de dweilmachines afgeschreven in 10 – 15 jaar (5.000 bedrijfsuren). Deze dweilmachine2 heeft in de eerste jaren veel bedrijfsuren gemaakt. Op het moment dat de tweede dweilmachine erbij kwam halveerde de bedrijfsuren. Na dit seizoen heeft de machine 14 jaar gefunctioneerd. Intussen is de (gas)motor al vervangen en is het te verwachten dat de motoren en de aandrijving voor de schaven, de vijzel en borstels niet erg lang meer meegaan. Met dit gegeven is het voorstel om vanaf het nieuwe seizoen een nieuwe dweilmachine aan te schaffen. De aanschafprijs is circa € 150.000,- exclusief btw. Besluitvorming gewenst Er zijn weinig alternatieven, want met één dweilmachine doorgaan is een behoorlijk risico. Als het ijs niet verzorgd wordt, moet op een zeker moment de ijsbaan tijdelijk sluiten. Een snelle inventarisatie bij leveranciers leert dat het leasen van dweilmachines veel duurder is dan de aanschafkosten plus het jaarlijkse onderhoud. Het advies is een nieuwe dweilmachine aan te schaffen en over te gaan tot een moderne elektrisch aangedreven dweilmachine.
2
Aantal bedrijfsuren is momenteel 6.750.
Pagina 12 van 41
De bedrijfsvoering
4.2 Het Meerjaren Onderhoudsplan In de zomer van 2009 is in opdracht van het Triavium een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) opgesteld door een gespecialiseerd bureau. Het is de inventarisatie van het soort onderhoud dat financieel en contractueel ten laste komt van de exploitatie van de vennootschap Triavium. De onderstaande tabel maakt inzichtelijk welke jaarlijkse uitgaven noodzakelijk zijn op grond van de rapportage. Tot 2014 zijn de uitgave redelijk constant. In 2014 staat een grote uitgave gepland van € 500.000,- voor onder meer de klimaatinstallatie. Daarna is er sprake van een normaal onderhoudsbudget per jaar tot 2020. In dat jaar is een grote uitgave gepland (€ 1,7 miljoen) voor vervanging van de koelinstallatie. Om deze onderhoudsuitgaven te bekostigen, plus de eenmalige uitgave in 2014 en in 2020 is een jaarlijkse voorziening nodig (reservering). Aan de hand van ervaringen van de technische dienst van het Triavium, maar ook door navraag bij landelijk erkende installatiebureaus, is wel enige nuancering mogelijk in de opstelling van de kosten van dit Meerjaren Onderhoudsplan. Het onderhoudsplan gaat uit van vervanging van de installatiecomponenten, terwijl revisie evenzogoed mogelijk is. Toch pleiten de rapporteurs om deze methodiek te volgen en te kiezen voor de financiële reserve voor de complete vervanging van de installaties in het betreffende jaar. Zelfs met deze reservering per jaar waaruit jaarlijks het onderhoud wordt bekostigd, is het beeld nog niet compleet. De inventaris, de inrichting en de dweilmachines bijvoorbeeld maar ook het toegangscontrolesysteem en de computers maken nog geen onderdeel uit van het MOP. Door ook die investeringen toe te voegen aan het MOP, ontstaat een compleet overzicht reserveringen, jaarlijkse onttrekkingen en het saldo per jaar. In de exploitatie is rekening gehouden met klein dagelijks onderhoud van € 30.000,- per jaar.
Voorstel om jaarlijks te reserveren € 150.000,Momenteel reserveert de vennootschap Triavium € 90.000,- voor vervangingsinvesteringen. Het adviesvoorstel is om jaarlijks € 60.000,- meer te reserveren. Het nieuwe reserveringsbudget komt op € 150.000,- per jaar en voorziet er in om tot het jaar 2020 de geplande onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, maar niet de grote vervanging van de koelinstallatie in 2020. jaar 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
reservering 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000
onderhoud 86.000 65.000 86.000 65.000 500.000 67.000 87.000 71.000 67.000 67.000 1.720.000
inventaris 205.000 65.000 145.000 nog niet bekend nog niet bekend nog niet bekend nog niet bekend nog niet bekend nog niet bekend nog niet bekend
€ € € € € € € € € € €
saldo 298.000 318.000 237.000 322.000 28.00055.000 118.000 197.000 280.000 363.000 1.207.000-
Met het oog op het tekort in 2020 voor het vervangen van de koelinstallatie is het advies om in ieder geval het financieel voordeel van investeringen in duurzame energievoorzieningen uit te werken. Afhankelijk daarvan volgt de besluitvorming over de investeringen in het jaar 2020.
Pagina 13 van 41
De bedrijfsvoering
4.3 De € 1,- bepaling uit de huurovereenkomst Het voorgaande is een financieel technische benadering en gedeeltelijk overgenomen van de rapporteurs van het Meerjaren Onderhoudsplan. Ongeacht of en hoe die middelen vrijkomen, bepaalt het huurcontract (impliciet) wel dat de verhuurder aanspraak maakt op een incidentele hogere onderhoudsbijdrage. De vennootschap Triavium is namelijk niet de enige gebruiker van het gebouw en de installatie. De voorzieningen worden gedeeld met het congrescentrum en andere huurders. De huurovereenkomst stelt dat alleen installaties ten behoeve van de ijsbaan eventueel over te nemen zijn voor een symbolisch laag bedrag (€ 1,-). Deze bepaling biedt nog enige ruimte om de eerstkomende grote vervangingsinvestering in 2014 zoveel mogelijk intern uit te voeren met eigen personeel om kosten te besparen. Het toepassen van deze € 1,- regel, voorkomt wel eventuele ongewenste bemoeienissen en bemiddelingen van de verhuurder in de werkelijke uitvoering van de reparatie of vervanging van de installatie. Daar staat tegenover dat er geen sprake is van eventuele waardestijging bij eventuele terugkoop van de verhuurder voor meer dan de symbolische € 1,-. Bovendien blijkt dat de installatietechnische verknoping niet zo simpel ligt als het contract voorstelt. Deze € 1,- bepaling uit de huurovereenkomst biedt geen financiële uitkomst, maar bevestigt wel het motief om deze huurovereenkomst te beëindigen.
4.4 Energie besparende maatregelen De energielasten van afgerond € 300.000,- per jaar zijn een grote kostenpost in de exploitatie. Ingegeven door de oplopende energiekosten zijn diverse energiebesparende maatregelen doorgevoerd variërend van isolatie tot een efficiënter werkend koelsysteem. In 2008 is daaraan het zogeheten Gebouw Beheer Systeem (GBS) toegevoegd. Dit systeem is behulpzaam om het energieverbruik te analyseren en te registreren. Het resultaat is zonder meer gunstig want het gebruik van energie is structureel naar beneden bijgesteld. jaar
electriciteit (Kwh)
aardgas (in m³)
water (in m³ )
kosten (in €)
2003
2.469.743
226.000
2.405.912 2.405.868
303.981 290.313 290.313 261.382
15.172
2004 2005
12.806 11.546
187.000 237.000
2006 2007
1.943.302 2.171.070
213.985 216.642
7.327 9.504
240.000 249.000
2008
2.207.564
243.726
8.807
302.000
Door alle energiebesparende maatregelen en het beheersysteem daalt weliswaar het verbruik, maar de kosten blijven maar oplopen. De laatste 5 jaar met € 75.000,-. De technische dienst heeft een Energie en Milieuplan opgesteld en handelt daarnaar, want sinds 1998 is het verbruik sterk teruggedrongen3. Jaarlijks na afloop van het seizoen evalueert de technische dienst het energieverbruik en overlegt met de installateur of en in hoeverre er nog energiebesparingen mogelijk zijn. Het zijn altijd financiële afwegingen over investeringen en terugverdientijden. De nieuwste technieken bieden nog perspectief maar het einde van de mogelijkheden lijkt in zicht. Een alternatief om kosten te besparen en stabiliteit te creëren in de exploitatie is overstappen op duurzame energievoorzieningen maar daartegenover staan hoge investeringen. Het contract voor de levering van gas loopt tot 31-12-2012 en voor elektriciteit tot 31-12- 2011. 3
Procentuele besparingen op elektriciteit = 20% op gas = 30% en op water = 50%. In 2006 en een deel van 2007 lag het verbruik laag als gevolgen van de brand.
Pagina 14 van 41
De bedrijfsvoering
4.5 Duurzame energie In het jaar 2014 staat het vervangen van de verwarmingsinstallatie gepland (€ 500.000,-) en in 2020 de grote investeringen (€ 1.720.000,-) waaronder de koelinstallatie. Aangegeven is dat de energielasten een blokkade vormen voor het financieel sluitend maken van de exploitatie. De energielasten zijn de laatste jaren zo sterk gestegen, dat het geen aanbeveling is om opnieuw te investeren in een traditioneel gasgestookte CV-installatie zonder de zekerheid op dalende energiekosten. Met het oog op toekomstige investeringen in installaties voor verwarming en koeling, is een globale inventarisatie gemaakt van investeringen in duurzame energie. Vergelijking van investeringen in duurzame energie energie vergelijking verbruiksbehoefte electriciteit 2.200.000 Kwh 240.000 aardgas 240.000 m³ Triavium fosiele brandstof duurzame energie Koeling 140.400.000 Kwh warmte 1.998.000 Kwh Triavium duurzame energie (houtsnippers)
investering
€ 1.200.000
kapitaallaten € € €
€
100.000
€
\€ 110.000 €
€ € 1.300.000
inkoop 175.000 97.000 272.000 25.000 115.000 140.000
onderhoud kosten per jaar € 2.000 € 177.000 € 3.000 € 100.000 377.000 € 5.000 € € € €
5.000 3.000 8.000
€ € €
30.000 118.000 258.000
Toelichting op de tabel Vooropgesteld is het niet zo dat per direct de installatie voor koeling en verwarming vervangen moet worden. Maar voor de vergelijking is dat het uitgangpunt geweest. En dan blijkt dat een complete nieuwe installatie voor de koeling van het ijs en de verwarming van het gebouw afgerond € 1,3 miljoen kost. De kosten voor duurzame energie (houtsnippers) is veel lager dan de kosten van fossiele brandstof. Aan houtsnippers wordt € 140.000,- geraamd terwijl de inkoop aan elektriciteit en gas voor de traditionele installatie momenteel € 272.000,- per jaar is. Deze vergelijking is opgesteld op basis van de energieprijzen van 2008 en zonder het inzicht in de hoogte van de boekwaarde van de bestaande installatie of bijzondere bijkomende bouwkundige werken of architectonische eisen of beperkingen voor het gebouw. Advies Voorgesteld wordt om in de toekomstige plannen voor het vervangen van installaties in eerste instantie verder te inventariseren of duurzame energie een bereikbaar alternatief vormt voor de huidige traditionele fossiele brandstoffen. Ervaringen met vooral zwembaden leiden er toe dat die keus snel te maken is omdat de terugverdientijd kort is. In deze vergelijking is de investering zelfs direct rendabel, maar het onderwerp is actueel op het moment dat de investeringen in de verwarming (2014) en de koeling (2020) ongeveer tegelijkertijd plaatsvinden. De vennootschap Triavium is geen eigenaar van het gebouw. Opnieuw is de huurovereenkomst hierin een obstakel en is de vennootschap afhankelijkheid van de verhuurder om de exploitatie kosteneffectiever in te richten. De grondstof (houtsnippers) is ruim voldoende beschikbaar en zelfs binnen de gemeente. Het idee dat houtsnippers worden verbrand wekt de indruk van (geur)overlast, maar moderne kachelinstallatie met filters halen het niveau van CV installaties. Het onderwerp duurzame energie is hier uitgewerkt om eventueel een blokkade weg te nemen op termijn, zodat de exploitatie van het Triavium stabieler wordt.
Pagina 15 van 41
De bedrijfsvoering
4.6 Personeelskosten voor onderhoud De personeelskosten voor het technische onderhoud zijn voor 2009 begroot op € 140.000,- Dit budget is bestemd voor vier allround technische medewerkers die in voltijd dienstverband het Triavium operationeel houden. Ten opzichte van een aantal jaren geleden zijn de personeelskosten voor de techniek wel gestegen, omdat halverwege 2008 en begin 2009 nieuwe vaste medewerkers zijn aangetrokken. Daarvoor werd met oproepkrachten gewerkt. Het duurdere vaste personeel is allround inzetbaar en dat is een bedrijfszekerheid die voorheen niet bestond. Tot het einde van het lopende seizoen is een medewerker vanuit de gemeente gedetacheerd om tijdelijke onderbezetting op te vangen en om nieuw aangenomen personeel in te werken. De vier technici werken in het ijsseizoen in ploegendienst van 06.30 uur tot 0.30 uur zeven dagen per week. Buiten het ijsseizoen werkt men in dagdienst afhankelijk van de zomerevenementen en nemen de medewerkers het opgebouwde verlof uit de winterperiode op. In de voorbereidingsperiode op het ijsseizoen (eind augustus) moet in een relatief korte periode de ijsbaan gereed worden gemaakt voor het gebruik. Dit is het meest kritische piekmoment van de ijsbaan. In mindere mate komt die piekbelasting terug aan het eind van het seizoen, als de ijsbaan schoon opgeleverd wordt voor het zomergebruik (evenementen). Voor een goed beeld is een overzicht opgesteld van de werkzaamheden en in het bijzonder van de tijdbesteding. Die inventarisatie levert deze grafiek op, specifiek per seizoen en exclusief het opgenomen verlof.
50% ijsbaan verzorging
15% ijsbaan toezicht
10% incidenteel toezicht 10% evenementen
35% onderhoud
80% verbetering + onderhoud
winterseizoen
zomerseizoen
De grafieken spreken voor zich en uit de werkroosters blijkt ook wel dat de tijdbesteding in het ijsseizoen meer dan voldoende is voor vier medewerkers. Goed beschouwd is dit aantal zelfs de kritische ondergrens. De praktijk leert dat in de winterperiode overuren worden gemaakt en die uren worden in de zomerperiode gecompenseerd. Uit de urenregistratie blijkt dat overuren in de zomerperiode worden weggewerkt en dat er per saldo geen sprake is van “leegloop“. verzamelstaat technische dienst Technische dienst
bruto uren
netto uren
vast personeel
9.029
6.700
4,0
140.000
€
35.000
1.125
0,7
19.000
€
28.289
7.800
4,7
159.000
oproep krachten totaal
9.000
formatie eenheden kosten per jaar
kosten per fte
Geleidelijke bezuiniging (€ 19.000,-) Het verschil tussen bruto en netto uren houdt verband met verlof en dergelijke. In ieder geval is het ziektepercentage met 1½ % bijzonder gunstig laag. Het personeelsbeleid voorziet er in dat na dit seizoen de gedetacheerde medewerker met een 70% voltijd dienstverband kan afvloeien. Dat betekent een structurele kostendaling van € 19.000,- in het nieuwe seizoen 2010 – 2011.
Pagina 16 van 41
5
Horeca, evenementen en organisatie
Sport en horeca 5.1 Bij de ontwikkelingsplannen van het Triavium is de horecaformule vermoedelijk als financiële schokdemper gebruikt voor eventuele tegenvallers. Nederland leefde in die tijd weliswaar in economische jubeljaren, maar de voordelen uit de horeca zijn nogal overschat. Bovendien was toen ook al bekend dat de inkomsten uit de horeca van sport- en recreatieve voorzieningen nooit hoog zijn. Dat is niet zo vreemd want de horeca is, met uitzondering van voetbalkantines, een bijproduct. De besteding in de normale sportvoorzieningen is hooguit € 1,50 per bezoeker en dat was 10 jaar geleden hetzelfde maar dan in guldens. De serieuze sporter (recreant) is geen grootgebruiker. Daar komt bij dat schaatsen een conditiesport is en geen tribunesport zoals ijshockey of, kunstschaatsen. Daarmee wordt bedoeld dat ijshockey en kunstschaatsen ook interessante kijksportsporten zijn en dat is traditioneel gunstig voor de horeca. Het Triavium is ontwikkeld als een multifunctioneel centrum voor sport en voor congressen en evenementen. In dat opzicht is het niet vreemd dat veel van de horeca wordt verwacht als extra inkomstenbron voor het totaalconcept. Intussen zijn we zoveel jaar verder en is het concept min of meer uiteengevallen. Het congrescentrum is een afzonderlijke exploitatie en de evenementen in de grote schaatshal zijn onderworpen aan een wettelijk regime. Het bestemmingplan laat geen commerciële verkoopzaken toe en de milieuwet stelt dat er geen grote (muziek) festivals mogelijk zijn. Maar ondanks dergelijke tegenvallers en hoge verwachtingen uit het verleden is de omzet uit de horeca een belangrijke bijdrage voor de exploitatie van het Triavium. personeel 45% (€ 196.000,-)
omzet € 440.000,-
inkoop 31% (€ 136.000,-)
overige kosten 8% (€ 37.000,-)
Toelichting op de grafiek Wat direct opvalt, zijn de relatief hoge kosten voor personeel in relatie tot de omzet. Normaal is dat percentage lager (circa 35 %). Dit percentage is verontrustend, maar omdat de achtergrond van de personeelskosten is uitgewerkt, is de verklaring van deze personeelskosten plausibel. Het blijkt dat het personeel ook voor allerlei andere diensten worden ingezet. In paragraaf 5.2 volgt de verdieping van de personeelskosten. De inkoop is normaal met 30% van de omzet en de omzet is, gemeten naar het aantal en het soort bezoek, zonder meer positief te noemen. De omzet per bezoeker is € 2,16. De inkomsten van het ijshockey publiek is € 4,- per keer. Uit het onderzoek blijkt dat de toerekening van kosten op de horeca niet eenduidig zijn. Dat maakt dat de percentages van de grafiek de werkelijkheid redelijk benaderen. Het advies is om specifieker de horeca te analyseren, na afloop van dit seizoen op basis van de meest actuele registraties. Uit een verdere verdieping blijkt dat de winstmarge uit de horeca omzet in verhouding staat met voorgaande jaren en vergelijkbaar is met andere maatschappelijke sportvoorzieningen. Andere ijsbanen in Nederland doen het niet veel beter, tenzij de gedaante van de ijsbaan is veranderd in een pretpark zoals De Smelt in Assen (€ 4,50 per persoon) of als een ijsbaan een combinatie is met een zwembad bijvoorbeeld (Den Bosch € 3,- per persoon).
Pagina 17 van 41
Horeca, evenementen en organisatie
5.2 Personeelsbezetting Het Triavium is een seizoensaccommodatie voor uitsluitend ijssporten met de mogelijkheid voor evenementen. Die cyclische beweging komt uiteraard terug in de omzet van de horeca, maar nog meer in de personeelsinzet. In het ijsseizoen staan de personeelskosten in verhouding met de omzet (30%), maar tijdens het zomerseizoen zijn die verhoudingen volkomen zoek. Dat is geen verwijt maar een signaal dat het Triavium geen multifunctionele voorziening is zoals was bedacht. Het aantal evenementen is beperkt en als er evenementen zijn is de horecafunctie een bijproduct. Zo komen de personeelskosten op 45% van de omzet terecht. Om het inzicht te vergroten in de tijdbesteding van het horecapersoneel is de volgende grafiek gemaakt.
toezicht ijsbaanpubliek 20%
horeca verkoop 70%
winterseizoen
beveiliging en organisatie 10%
12% incidenteel toezicht 8% evenementen 80% geen concreet werk
zomerseizoen
Naast het vaste personeel (3 fte) is sprake van (vaste) oproepkrachten voor de horeca en dan in het bijzonder voor evenementen en wedstrijden. Op basis van de urenregistratie blijkt dat in het winterseizoen 70% van de tijd ook daadwerkelijk verband houdt met de horecaverkoop en dat daarnaast hetzelfde horecapersoneel 10% betrokken is bij de beveiliging en de organisatie van vooral ijshockeywedstrijden. Vooral het vaste personeel houdt ongeveer 20% toezicht op het publiek op en rond de ijsbaan bij recreatief schaatsen en evenementen en activiteiten. De urenregistratie maakt ook duidelijk dat de zomerperiode een aantoonbaar rustige periode is voor het horecapersoneel. Opgeteld is minstens 1.200 uur improductieve tijdbesteding. Dat is een gedwongen situatie en de manager van de horeca probeert het vaste personeel zo goed mogelijk inzetbaar te houden in het zwembad de Goffert en voor kleine meer huishoudelijke onderhoudswerkzaamheden. In 2009 is die inzet van het vaste horecapersoneel in de Goffert voor het eerst kostendekkend geweest. Ofwel die 1.200 uur is productief gemaakt.
Bezuiniging van € 25.000,De organisatiestructuur voor de personele inzet voor de horeca is op orde. Door een vast aantal oproepkrachten is het mogelijk de omzet te maken en winst te behalen. Per week controleert de manager of en in hoeverre de personele inzet nog in verhouding staat met die omzet. Steeds blijkt dat die verhouding rond de 30% schommelt en dat is goed te noemen. In de zomerperiode is er nauwelijks werk en staan de percentages ook niet meer in verhouding met de omzet. Die afwijking geldt alleen voor het vaste horecapersoneel. Het ligt voor de hand om die 1.200 uur personeelskosten (€ 25.000,-) te bezuinigingen of kostendekkend te maken. Geredeneerd van het Triavium is bezuinigen veiliger dan het kostendekkend maken van die 1.200 uur, tenzij het vaste horeca personeel breder ingezet kan worden binnen de gemeente (speeltuinen).
Pagina 18 van 41
Horeca, evenementen en organisatie
5.3 Evenementen In hoofdstuk vijf is de totale reeks van bezoekersaantallen aan de orde gesteld met inbegrip van de aantallen bezoekers van evenementen. Bekend is dat het Triavium alleen in zomerperiode (mei tot september) beschikbaar is voor de organisatie van evenementen en dan is de vraag naar dergelijke voorzieningen al beperkt. Hoewel in de wintermaanden veel meer evenementen worden aangeboden, is het geen optie om de ijshockeycompetitie en schaatsevenementen te onderbreken voor een lucratief evenement. Een inventarisatie langs de evenementenbureaus leert dat voor de kleinere zomerevenementen voldoende aanbod is van theaters en sporthallen. Voor grotere evenementen gaat de voorkeur uit naar het Gelredome, Ahoy en de Amsterdam Arena. Binnen Nijmegen is er ook concurrentie zoals de Jan Massinkhal, de Vereeniging en ook in de omgeving van Nijmegen zijn er prima voorzieningen zoals het Omniworld in Apeldoorn of de Rijnhal in Arnhem. Het overzicht hieronder toont welke evenementen door de jaren heen goed bezocht worden en waarop het Triavium zich zou moeten toeleggen in de toekomst. soorten activiteiten
periode
dagen
productiekosten
bezoekers
netto resultaat
september september
2 2
€ 0,00 € 0,00
100 300
-1.000 600
juni mei, juni, juli
2 2
nihil
300 2.500
-900 2.500
juni - augustus april, mei augustus
20 2 3
€ 1.000 € 0,00 € 0,00
6.000 300 150
12.500 -1.000 300
juni mei juni
7 21 2
€ 2.000 € 125.000 € 0,00
3.000 10.000 2.000
8.000 20.000 2.500
juni juni mei, september
7 4 5
€ 0,00 nihil € 0,00
350 700 2.500
1.250 6.000 3.000
6
€ 10.000
2.500 - 5.000
€ 4.000
podiumkunsten kindervoorstellingen volwassen voorstellingen muziek evenementen eigen organisatie populaire edities entertainment holiday on ice springkussen lan party sportevenementen NK turnen darten kickboksen beurzen bedrijvenbeurs banenbeurs bedrijfscontactdagen
totaal beeld van gemiddelderesultaten
De inventarisatie langs evenementenbureaus heeft opgeleverd dat men wel geïnteresseerd is in een (sport) specifieke accommodatie zoals het Triavium. Door middel van een soort prospectus wordt het Triavium ook onder de aandacht gebracht bij die evenementenbureaus. Een andere methode is om via het NOC/NSF het Triavium onder de aandacht te brengen bij sportbonden voor het spelen van finales en toernooien zoals judo, (beach)volleybal, korfbal en dergelijke. Traag en onzeker herstel op de lange termijn Feitelijk moet het Triavium zich concentreren op een vaste (zomer)programmering voor sport en wellicht kinderfestivals. Momenteel worden daarvoor de contacten aangehaald. De prijs4 hoeft niet centraal te staan maar het “oefenen” tot een vaste programmering in de zomermaanden. Een herstel verloopt traag en de voordelen zijn onzeker want het Triavium is in eerste instantie een ijsbaan waarin zomers kleine (sport)evenementen een kleine financiële bijdrage leveren. Het advies is om niet te participeren in programma’s, omdat de exploitatie al risicovol genoeg is.
4
Dagprijs € 2.800,- voor de ijshockeyvloer met tribunecapaciteit van 1.450 zitplaatsen.
Pagina 19 van 41
Horeca, evenementen en organisatie
5.4 De (administratieve) organisatie Binnen de organisatie Triavium zijn dagelijks een aantal medewerkers actief om de ijsbaan operationeel te houden. In het ijssport seizoen zijn vooral de kassa- en de receptiefuncties zichtbaar, maar daarachter zijn diverse medewerkers actief in het voorbereiden van activiteiten, de marketing en de dagelijkse administratie van de omzetten van de ijsbaan en de horeca. In totaal levert dat het volgende overzicht van tijdbesteding aan de verschillende werkzaamheden. Tijdbesteding en kosten van de organisatie de organisatie administratie
marketing
schoonmaak
kassa receptie
aantal uren
1.400
5.200
2.100
2.500
0
kosten per jaar
32.000
65.000
50.000
73.000
40.000
41.000
35.000
32.000
65.000
50.000
114.000
75.000
overige kosten totaal kosten
directie
Analyse van de tijdbesteding Uit de analyse van de tijdbesteding blijkt dat er meer tijd dan voorheen wordt besteed aan de marketing, het bijhouden van de website en het maken van folders, advertenties en dergelijke. Ook de veel betere registratie van bezoekersaantallen kost meer tijd. Daar komt bij dat sprake is van een langdurige ziekte van een medewerker die voorheen de administratie verzorgde. Ook die werkzaamheden worden intern opgevangen. De marketing is ook de “back up” van de kassa bij eventuele ziekte. Opgeteld stijgt het aantal uren hierdoor en om die reden is extra personeel ingezet, terwijl het personeelsbudget niet is begroot op deze personeelsomvang. Uit de voorgaande jaarrekeningen blijkt dat deze organisatiekosten geleidelijk toenemen. Dan zijn er nog kosten voor externe ondersteuning van de dagelijkse boekhouding (€ 35.000,-) en voor extra menskracht bij evenementen zoals ijshockeywedstrijden. Dat is noodzakelijk en extra personeel om het verloop van die activiteiten goed te begeleiden. Advies herschikken van taken Deze tijdelijke situatie met interim directie is uiteraard om het Triavium draaiende te houden. Het is ook logisch dat er nu geen ingrijpende veranderingen worden doorgevoerd, maar het is wel een aanbeveling om de taken en de posities te herschikken al naar gelang de aard van de werkzaamheden. Het advies is om op korte termijn een directeur aan te stellen om dergelijke voorstellen ook door te voeren, intern te begeleiden en te bewaken.
Versterken van de administratie De externe boekhouding kost € 35.000,- per jaar en daarvoor ontvangt de vennootschap de reeks van resultaten achteraf dus te laat. Datzelfde budget moet intern besteed worden door het aannemen van een vaste administrateur om de dagelijkse boekhouding zelfstandig en intern uit te voeren. Dit is geen besparing maar het einde aan de “navigatie in de mist” omdat er voortaan dagelijks gespecificeerd inzicht is op de resultaten zonder enige afhankelijkheid. Zo ontstaat een bundeling van administratieve en boekhoudkundige werkzaamheden met een omvang van één formatieplaats.
Pagina 20 van 41
6
Exploitatie en subsidie
“Sport is geen maatschappelijk instrument” 6.1 De titel is niet bedacht maar komt rechtstreeks uit het magazine “sportief Nijmegen 2009”. De lokale bevolking identificeert zich graag met de sportevenementen van de stad. Voor Nijmegen zijn dat bijvoorbeeld bekende loopevenementen zoals de Vierdaagse, de Zevenheuvelenloop en de Mariekenloop. In dat opzicht is schaatsen minder traditioneel verbonden met Nijmegen, terwijl ijshockey wel een historische reputatie heeft opgebouwd. Voor de burger telt vooral of de ijsbaan goed functioneert. Dat is de enige maatstaf van de burger voor de beoordeling of de gemeentepolitiek haar verwachtingen ook waarmaakt. Het is ook bekend dat een overheid de sport niet als instrument kan gebruiken om alle maatschappelijke plooien glad te strijken. Het besef groeit dat de gemeentepolitiek niet alleen voor de taak staat om goed functionerende voorzieningen in stand te houden, maar ook om de bevolking ervan bewust te maken, mede verantwoordelijkheid te dragen om de kwaliteit van de samenleving in stand te houden. Dit hoofdstuk verklaart hoe het ideaal van een goed functionerende ijsbaan zich verhoudt met de prijs van één keer schaatsen en de subsidie boven de entreeprijs. Het blijkt dat verenigingen van grote betekenis zijn voor de ijsbaan en andersom is de ijsbaan een belangrijke faciliteit om verenigingen op sterkte houden.
6.2 Het gebruik van de ijsbaan Op jaarbasis is het Triavium langer open dan andere ijsbanen, omdat hier sprake is van een klimatologisch geregelde hal. Een klimatologische ijsbaan klinkt energieverspillend, maar dat is niet zo. Juist omdat het klimaat onder controle is, gaat er geen energie verloren om het ijs in conditie te houden. Het voordeel is dat er, ongeacht de weersomstandigheden, in september al ijs op de ijshockeybaan ligt en niet veel later op de ringbaan. Andere ijsbanen hebben veel meer last van de weersomstandigheden en zijn geen concurrent van het Triavium als het gaat om de constante kwaliteit van het ijs. Het ijssport seizoen loopt van september tot begin april. De tabel hieronder maakt het gebruik van de ijsbaan zichtbaar, uitgedrukt in uren en aantallen. Gebruik van de ijsbanen soort ijsbaan
weken
per
/jaar
uren
per
/week
uren
per
/jaar
333 meter ringbaan
bezoek
per
/week
bezoek
per
/jaar
recreatief schaatsen
27
60
1600
4.100
verenigingen
27
18
480
475
13.000
78
2.080
4575
124.000
26
700
720
19.000
subtotaal
/jaar
15.000
recreatief schaatsen
27
verenigingen
29
subtotaal totalen per jaar (afgerond)
per
111.000
ijshockeybaan
evenementen
publiek
2.000
afgeronde eenheden
52
1.500
325
9.000
84
2.300
1289
29.000
4.400
5.900
153.000
10
5.000 22.000
Het bezoek betreft het totaal aantal betalende schaatsers via een losse entree, rittenkaarten of seizoensabonnementen. De schaatsers zijn recreanten, scholen of verenigingsleden. Het aantal recreatieve schaatsers (130.000) is lager dan voorgaande jaren. Het is een landelijke trend dat het bezoek met ongeveer 10% terugloopt. De telling van verenigingen is de doorrekening van exact geregistreerde aantallen. Deze aantallen vallen tegen, maar de eerdere aantallen zijn te hoge aannames geweest. De tabel van paragraaf 6.3 toont het bezoek over de laatste jaren.
Pagina 21 van 41
Exploitatie en subsidie
6.3 Het meerjarenoverzicht Bezoekersaantallen krijgen betekenis door het verloop van de aantallen aan te tonen over een reeks van jaren. Sinds geruime tijd is de registratie van alle betalende bezoekers een vast onderdeel van de strategie om de effecten van de marketing te meten. Voor de verenigingen is die registratie (via pasjes) in 2009 ingevoerd. De bezoekregistratie verloopt nauwkeurig zodat snel op de veranderingen kan worden ingespeeld. Een voorbeeld daarvan is de opleving van het schoolschaatsen door middel van het uitzetten van een prijsvraag. Een ander voorbeeld is de sterke terugloop in de decembermaand van de jeugd door de aantrekkingskracht van de mobiele ijsbaantjes in de stad. Nu verkoopt het Triavium met “Nieuwjaarswensen” bij diezelfde ijsbaantjes zodat de jeugd vanaf januari met korting kan schaatsen in het Triavium. Verder valt op dat door de exacte registratie van verenigingsleden de hoge gemiddelden van voorheen naar beneden bijgesteld moeten worden. Dit aantal was tot voorheen vooral een schatting. De tabel toont het verloop van de bezoekersaantallen, uitgesplitst per baan van het Triavium. Meerjarenoverzicht bezoekersaantallen soorten ijsvloeren
2004
2005
2006
2007
2008
2009
127.000 50.000 177.000
129.000 50.000 179.000
56.000 25.000 81.000
55.000 25.000 80.000
125.000 50.000 175.000
111.000 13.000 124.000
ijshockeybaan recreatief schaatsen verenigingen subtotaal
20.000 40.000 60.000
30.000 40.000 70.000
32.000 20.000 52.000
23.000 20.000 43.000
23.000 40.000 63.000
19.000 9.000 29.000
wedstrijdpubliek evenementen
4.000 11.000
8.000 5.000
10.000 18.000
7.000 15.000
10.000 7.000
17.000 5.000
252.000
262.000
161.000
145.000
255.000
175.000
333 meter ringbaan Recreatief schaatsen verenigingen subtotaal
totalen per jaar (afgerond)
Toelichting op bezoekersaantallen Opvallend en verklaarbaar is de scherpe daling van het bezoek in de jaren 2006 en 2007. Door de brand is de ringbaan het hele schaatsseizoen 2006 – 2007 gesloten geweest. In september van 2007 functioneerde de ringbaan weer samen met de ijshockeybaan. De ijshockeybaan is ondanks de brand(schade) wel in gebruik gebleven gedurende het seizoen 2006-2007. In die tijd leek het wel veel drukker op de ijshockeybaan vanwege het beperkte aantal uren, maar in aantallen blijkt dat er niet veel meer bezoek kwam dan in 2005. De ijshockeybaan is beperkt open en van het aantal openingsuren is het merendeel daluren en dat zijn laag bezette uren. Het verenigingsbezoek in 2009 is veel lager dan de aannames uit de jaren daarvoor. Door de registratie vanaf 2009 blijkt dat het verenigingsbezoek in het verleden niet veel hoger kan zijn geweest dan 25.000 tot 30.000 bezoeken per jaar. De aantallen van het wedstrijdpubliek zijn de toeschouwers van de ijshockeywedstrijden. De reeks maakt duidelijk wanneer het goed gaat met het professionele team. Het ijshockeyteam werd in 2006 landskampioen en in 2008 bekerkampioen. In 2007 was het ijshockeyspel een aanleiding voor een dalende belangstelling. De aantallen van bezoekers van evenementen verloopt ook grillig omdat bijvoorbeeld het darten en het NK turnen veel extra bezoek trekken ten opzichte van de basisevenementen zoals de Bedrijven Kontakt Dagen (BKD) en andere vast terugkerende evenementen. Uit dit overzicht is op te maken dat de aantallen schaatsende bezoekers afnemen. Bij verdere verdieping blijkt dat in de vakanties weer wel meer recreanten komen. Uitgerekend in de vakanties loopt het bezoek van de verenigingen weer sterk terug.
Pagina 22 van 41
Exploitatie en subsidie
6.4 Landelijke vergelijkingen In Nederland is het Triavium uniek want er zijn geen ijsbanen met een ringbaan van 333 meter. Combinaties van ringbanen met ijshockeybanen zijn er wel. Zoetermeer en Dordrecht hebben ijssportcentra met ringbanen van hooguit 220 meter plus een ijshockeybaan. Deze ijsbanen zijn vergeleken met het Triavium en daar zijn drie direct concurrerende ijsbanen van het Triavium aan toegevoegd. Dat zijn 400 meter ijsbanen met een ijshockeybaan. Dit biedt een vergelijking van bezoekersaantallen van het Triavium met referentie ijsbanen en met drie concurrerende ijsbanen. Deze vergelijking5 per seizoen6 doet vermoeden dat het Triavium niet die aantallen van de 400 meter ijsbanen kan realiseren, maar wel beter scoort dan kleine ringbaan ijsbanen. Triavium ten opzichte van de concurrent referentie ijsbanen
2004 - 2005
2005 - 2006
2006 - 2007
2007 - 2008
2008 - 2009
Dordrecht Zoetermeer gemiddeld
102.000 140.000 121.000
117.000 153.000 135.000
200.000 110.000 155.000
110.000 140.000 125.000
100.000 125.000 113.000
Triavium Tilburg (vanaf 2009) Deventer Eindhoven gemiddeld concurrerende ijsbanen
255.000
212.000
153.000
200.000
234.000 302.000 268.000 2004 - 2005
258.000 243.000 251.000 2005 - 2006
270.000 295.000 283.000 2006 - 2007
250.000 250.000 250.000 2007 - 2008
215.000 200.000 225.000 220.000 215.000 2008 - 2009
Bij de ontwikkelingsplannen van het Triavium zijn altijd optimistische aantallen aangehouden. Het businessplan ging uit van 200.000 recreanten en 60.000 bezoeken via ijssportverenigingen. Zelfs veronderstellingen over 300.000 bezoeken is nooit weersproken, terwijl Triavium daarmee tot de top van de best bezochte ijsbanen van Nederland zou behoren. Hoewel het businessplan van bijna 15 jaar geleden allang is achterhaald, moet de cijfermatige onderbouwing van destijds toch ook vragen hebben opgeroepen. De steekproefmethode alleen al leert dat in dat geval op elk willekeurig recreatief schaatsuur minstens 120 schaatsers per uur aanwezig moeten zijn. Dat is theoretisch wel aantoonbaar te maken, maar in de praktijk is dat aantal niet realistisch. Bij zoveel schaatsers per uur op één avond is er nauwelijks ruimte om te schaatsten. Het aantal verenigingsbezoeken van destijds 60.000 op jaarbasis is ook een te hoge aanname. Naar verwachting is het aantal van begin af aan hooguit 30.000 verenigingsschaatsers geweest.
6.5 Samenvatting bezoekersaantallen Het is elk jaar opnieuw een krachttoer om het aantal recreatieve schaatsers vast te houden. Dat is bij andere ijsbanen niet anders, alleen verschilt het potentieel bezoek per verzorgingsgebied per ijsbaan nogal. Noord-Holland bijvoorbeeld heeft de grootste “schaatsdichtheid”. Nergens in Nederland zijn er zoveel schaatsverenigingen dan in Noord-Holland. Dat effect is af te lezen aan het bezoek op de vier 400 meter ijsbanen in Noord-Holland. Het gewest Brabant heeft vijf ijsbanen en drie daarvan zijn 400 meter ijsbanen die nog geen 40 kilometer uit elkaar liggen. Het gewest Gelderland heeft niet één 400 meter ijsbaan. Toch is er wel degelijk belangstelling voor het schaatsen want Gelderland heeft meer geregistreerde schaatsers dan Brabant. Uit de wedstrijdregistratie van de KNSB blijkt ook dat de meeste Gelderse schaatsliefhebbers buiten de provincie schaatsen. Met die wetenschap scoort het Triavium dit seizoen bijna gemiddeld ten opzichte van de concurrerende ijsbanen en het dubbele van referentie ijsbanen. 5 6
In deze vergelijking wijken de aantallen af t.o.v. de tabel van §6.3 omdat dit een seizoensvergelijking is. De opgave voor de seizoenen na 2007 zijn niet bevestigd door de Vereniging Kunstijsbanen Nederland.
Pagina 23 van 41
Exploitatie en subsidie
6.6 De prijs voor het gebruik van de ijsbaan Schaatsen is één van de duurdere sporten, omdat de accommodatie kostbaar is en omdat het operationeel houden van een ijsbaan ook kostenintensief is. Zonder financiële inbreng van de overheid zouden er niet zoveel ijsbanen in Nederland kunnen bestaan. Omdat een ijsbaan niet langs commerciële weg is te exploiteren, is een ijsbaan geoormerkt als een maatschappelijke voorziening. Contractueel gezien is de financiële inbreng van de gemeente € 1.069.200,- dit is de vaste subsidie. De subsidieverstrekking valt onder het programma sport en voor 2009 is de bijdrage begroot op € 1.112.000,- Deze vaste subsidie is nodig om de onrendabele top in de exploitatie te dekken. We zullen zien waaraan deze subsidie precies wordt besteed. Om de subsidie per keer schaatsen te benaderen is het gebruikelijk om het subsidiebedrag te herleiden naar één keer schaatsen en naar één uur verenigingsgebruik. Op die manier blijkt welk bedrag de gemeente toelegt nadat het entreekaartje is gekocht door een recreant en nadat de vereniging de huur heeft betaald. De schematische verbeelding dient om het mechanisme van de subsidie te volgen tot aan de eindgebruiker. Het overzicht wordt hierna verder verklaard. Subsidiestromen Ringbaan
IJshockeybaan
€ 1.112.000
60 %
40 %
€ 670.000,-
75 %
recreanten € 500.000
€ 440.000,-
25 %
verenigingen € 170.000,-
111.000 bezoeken
13.000 bezoeken
1.600 gebruiksuren
480 gebruiksuren
65 % verenigingen € 290.000,-
9.000 bezoeken
1.500 gebruiksuren
35 % recreanten € 150.000,-
19.000 bezoeken
700 gebruiksuren
De subsidiestroom splitst zich in subsidiebestedingen voor de ringbaan en de ijshockeybaan. Van de subsidie voor 2009 gaat 60% (€ 670.000,-) naar alle activiteiten op de ringbaan en 40% (€ 440.000,-) naar alle activiteiten op de ijshockeybaan. De percentages zijn verhoudingen van het aantal gebruiksuren per ijsbaan ten opzichte van het totaal aantal gebruiksuren. Na die eerste splitsing volgt per ijsbaan een tweede splitsing naar het soort gebruik per baan. Voor de ringbaan blijkt dat 75% (€ 500.000,-) van de subsidie wordt besteed aan recreatief schaatsen en 25% (€ 170.000,-) gaat naar de verenigingssport. Voor de ijshockeybaan is die verhouding dat 65% (€ 290.000,-) voor de verenigingssport en 35% (€ 150.000,-) voor recreatief schaatsen wordt besteed. Het bezoek van de scholen (3.000) op jaarbasis is normaal verdeeld over de beide ijsbanen (ringbaan en ijshockeybaan).
Pagina 24 van 41
Exploitatie en subsidie
6.7 De subsidie per keer schaatsten (333 meter ringbaan) De subsidie per keer recreatief schaatsen stijgt naarmate het aantal schaatsers daalt, omdat het exploitatietekort oploopt. Bij minder verenigingsverhuur is dat ook zo. Hoe minder inkomsten hoe meer subsidie. Het systeem werkt als communicerende vaten omdat elke lagere opbrengst wordt rechtgetrokken door meer subsidie. Het doorbreken van dit systeem is het speculeren op de veranderingsgezindheid van alle ijsbaangebruikers en de acceptatie van hogere tarieven. De verhouding is momenteel zo dat de ringbaan 75% van de tijd beschikbaar is voor recreatief schaatsen en 25 % voor het verenigingsgebruik. Dit is een gunstige verhouding, maar gelet op de relatief lage bezettingsgraad per verenigingsuur wordt een verbetering voorgesteld. Bij het verder ontrafelen van de subsidiestroom ontstaat het volgende beeld over de subsidie. 75% recreatief gebruik
prijs € 9,-
subsidie € 4,50 is 50% van de prijs
entree € 4,50
Subsidie per keer per individuele bezoeker
subsidie € 110,is prijs € 350,- 30% van de prijs
huur € 240,-
25% verenigingsgebruik
subsidie € 3,70 per verenigingsschaatser
Subsidie per verenigingsuur en per verenigingslid
Toelichting en advies Het gemiddeld gewogen tarief voor recreatief schaatsen op de ringbaan is € 4,50 per keer maar ondanks deze inkomsten is er nog een subsidie nodig boven de entree van € 4,50 per keer. De werkelijke entreeprijs moet gemiddeld gewogen € 9,- zijn om subsidie uit te sluiten. De gemiddeld gewogen huur van de vereniging ligt rond de € 240,- De inkomsten uit verhuur van de ringbaan aan de verenigingen is op jaarbasis afgerond € 115.000,-. Maar ondanks die inkomsten heeft de ringbaan nog een tekort van € 170.000,- per jaar op de vereniginghuur. Afgezet tegen de huurvergoeding van €115.000,- ontstaat dan een vergoedingspercentage van bijna 70% en subsidieert de gemeente elk uur voor 30%. De huurvergoeding is weliswaar niet voldoende, maar veel meer dan binnen de gemeente Nijmegen als uitgangspunt7 dient. Bij het weer verder ontrafelen van de subsidiestroom blijkt dat de gemeente per verenigingslid € 3,70 toelegt per keer schaatsen. Deze subsidie per keer is uiteraard sterk afhankelijk van het gemiddeld aantal schaatsers per trainingsuur en dat varieert tussen de 30 en 65 per uur. Dat aantal is afhankelijk van de verhouding tussen het aantal normale trainingsuren en het aantal wedstrijduren. Het is normaal dat de wedstrijden een hele lage bezettingsgraad hebben. Het adviesvoorstel is om met de verenigingen toe te werken naar een effectiever rooster voor de reguliere trainingen. In Tilburg zijn goede ervaringen opgedaan met een andere structuur in de verhuur waarbij de huur laag blijft en het bezoek per keer zorgt voor een hogere opbrengst.
7
Zie voor verdere uitwerking paragraaf 6.9.
Pagina 25 van 41
Exploitatie en subsidie
6.8 De prijs van schaatsen (ijshockeybaan) Volgens het gebruiksrooster is de ijshockeybaan overvol en bij navraag blijkt ook dat er altijd meer vraag is dan er aan uren zijn te vergeven. De verhoudingen tussen verenigingen en de recreanten is ook volkomen zoek. 30% van de tijd is voor het recreatieschaatsen bestemd en bijna 65% staat gepland voor verenigingen. De resterende 5% komt vrij voor schoolschaatsen. Ook buiten de specifieke schoolschaatsuren komen scholen tijdens recreatie uren schaatsen op basis van een aantrekkelijk tarief van € 2,75. Er zijn bijna geen avonden waarop de jeugd recreatief kan schaatsen op de ijshockeybaan. Zelfs op de woensdagmiddag is de tijd beperkt gehouden. Alleen in de weekenden en dan op de middagen is er gelegenheid om recreatief te schaatsten. Dit probleem doet zich ook voor bij andere ijsbanen waar de ijshockeysport, kunstschaatsen en bijvoorbeeld het shorttrack zich goed ontwikkelen zoals in Tilburg, Eindhoven of Zoetermeer. Schaatsen op de ijshockeybaan is voor de jeugd zoiets als “versierschaatsen” het is uitdagend, idyllisch en goed voor de horeca. De funbaan is een ideale oefenbaan voor jonge kinderen. Het is een aantrekkelijk alternatief, maar hier worden niet de aantallen gehaald. Het aantal verenigingsuren op de ijshockeybaan schommelt per seizoen omdat verenigingen het ene jaar veel meer uren afnemen dan het andere jaar. Dat heeft te maken met het verloop en de aanwas van leden. Bij populaire televisieprogramma’s (Dancing on ice) wil iedereen leren schaatsen, waardoor de verenigingen veel aanvragen indienen. Gemiddeld genomen is het aantal recreatieve bezoeken op de ijshockeybaan laag en dat maakt ook dat de bijdrage per individuele bezoeker per keer onevenredig hoog is.
65% verenigingsgebruik
35% recreatief gebruik
subsidie € 7,50-
is van de prijs 60% prijs € 12,-
entree € 4,50
Subsidie per keer per individuele bezoeker
subsidie € 120,prijs € 190,-
subsidie € 15,-
is per 65% van de prijs verenigingsschaatser
huur€ 70,-
Subsidie per verenigingsuur en per verenigingslid
Toelichting en advies Opvallend is dat de subsidie per bezoeker voor de ijshockeybaan bezoekers zoveel hoger is dan op de ringbaan. Het lage aantal recreatieve uren en de gemiddelde lage bezetting per uur (30 per/uur) zijn daarvan de oorzaken. Die lage bezetting heeft te maken met het sportspecifieke gebruik. Het aantal ijshockeyers, kunstrijders of shorttrackers is per trainingsuur laag (10 -15) De verenigingen dragen per uur 35% bij aan de werkelijke kosten en dat is de helft ten opzichte van de ringbaanverengingen, maar hier liggen de aantallen per uur weer hoger. Omdat gemeten is naar het soort gebruik en de verhoudingen in het gebruik, is het advies om ook samen met de (ijshockeybaan) verenigingen overleg te voeren om het rooster efficiënter in te richten.
Pagina 26 van 41
Exploitatie en subsidie
6.9 De prijs (subsidie) van schaatsen samengevat Door de subsidiestroom te volgen en te ontrafelen tot de eindgebruiker, krijgt de subsidie ineens betekenis in de vorm van een subsidiebedrag per keer schaatsen of per uur verenigingsgebruik. Dat opent perspectieven om vergelijkingen te maken met andere sporten binnen de gemeente, om te kunnen zeggen: “wat kost een schaatser de lokale samenleving”? Die vergelijking is niet bedoeld om te stigmatiseren, maar de gegevens maken wel indruk. Want er zijn weinig andere sportverenigingen binnen de gemeente Nijmegen die in financiële zin zoveel bijdragen aan het gebruik van de accommodatie. De tabel hieronder maakt duidelijk waar de verschillen zitten ten opzichte van de uitgangspunten die Nijmegen zijn doorgevoerd en ten opzichte van Nederland. Subsidievergelijkingstabel subsidie vergelijkigen
zaalsport
veldsport
zwemsport
ijssport
ijshockey (prof)
40% 40%
15% 10%
20% 15%
75% 70%
80% 30%
landelijk Nijmegen
Dat de verenigingen op de ringbaan 70% bijdragen lijkt een goed voorbeeld, maar bij bijna alle 400 meter in Nederland worden ook vergelijkbare percentages in rekening gebracht. Het tarief voor de topsport is laag in Nijmegen. Voor de professionele ijshockeysport is contractueel een hoger tarief van toepassing (€ 132,- per uur), maar op landelijke schaal is dit niet meer dan een verenigingstarief. Een tarief van € 240,- per uur is niet onredelijk voor de professionele sport. Is schaatsen in Nijmegen duur? Voor iedereen lijkt het schaatsen in Nijmegen duur te zijn. Dat komt niet omdat de tarieven (te) hoog zijn, of de vereniginghuur (te) hoog is. Uitgedrukt per keer schaatsten legt de gemeente er wel veel op toe, ook de individuele schaatser doet dat. Bij de entree komen de parkeerkosten en dat is al gauw € 3,- per keer. Dat dwingt Triavium tot een behoedzaam tariefsbeleid. Uit de tariefsvergelijking voor individuele entree blijkt dat het Triavium al een dure ijsbaan is. Voor de verenigingen is de ijssport ook duur. Neem het voorbeeld van een kunstrijvereniging die met 10 atleten een uur traint. Een verenigingsuur kost € 70,- en dat is € 7,- per atleet. Als de werkelijke prijs wordt doorberekend zou dat ongeveer € 15,- per keer zijn exclusief parkeren. Toch is het niet zo dat het verenigingsschaatsen8 te duur is. Referentie ijsbanen zijn ook prijzig. Vergelijking van ijsbaantarieven referentie ijsbanen Dordrecht Zoetermeer gemiddeld Triavium gemiddeld Tilburg (vanaf 2009) Deventer (altijd in combinatie) Eindhoven concurrerende ijsbanen
ijshockey ringbaan gemiddeld verenigingstarief 120 140 150 250 140 200 70 240 70 300 60 400 490 80 275 ijshockey ringbaan
ijshockey ringbaan commercieel tarief per uur 275 330 250 350 260 340 240 395 200 400 250 500 1.100 125 380 ijshockey ringbaan
ijshockey ringbaan kostprijs per uur 120 220 onbekend onbekend onbekend onbekend 190 350 onbekend onbekend onbekend onbekend 850 onbekend onbekend ringbaan ijshockey
Het advies is om de huurvergoeding in stand te houden en het verenigingsgebruik op te voeren, zodat de bezettingsgraad per uur omhoog gaat en wellicht uren vrijvallen voor recreatie. 8
De ijshockey baan is in verhouding goedkoop voor verenigingen, maar de baan is ook onderbezet op verenigingsuren.
Pagina 27 van 41
Exploitatie en subsidie
6.10 Advies op het beleid voor verenigingssport De (huur)vergoedingen van verenigingen ten opzichte van de subsidie van de gemeente toont aan wat verenigingen bijdragen ten opzichte van de subsidie. Opgeteld blijkt dat verenigingen aan huurvergoeding 37% (€ 220.000,-) inbrengen ten opzichte van de entree (€ 585.000,-). In dat opzicht zijn de verenigingen een voorbeeld van financiële betekenis voor het Triavium. De verenigingen zijn ook de zwakke schakel in deze keten. Door grote schommelingen in het ledenaantal van (ijshockey)verenigingen is er geen beleid te maken op de vraag naar ijs. Ook bij verder oplopende huurprijzen voor verenigingen, ligt het voor de hand om minder uren af te nemen. De leegloop die daarna ontstaat, is niet snel op te vangen door recreatieve schaatsers. Als het financieel sluitend maken van de exploitatie het ideaal is, zijn verenigingen belangrijker dan we dachten, omdat de verenigingssport het individuele schaatsgedrag gunstig beïnvloedt. Bij een verdere verdieping van het verenigingsgebruik valt op dat het niet erg druk is tijdens de trainingen. Dat is verklaarbaar omdat een ijshockeyteam, kunstrijders, en de schaatsers altijd sportspecifiek trainen in klein teamverband. Op de ijshockeybaan blokkeert dat sportspecifieke gebruik relatief veel recreatieve uren. Op de ringbaan is die blokkade veel minder het geval, maar ook daar is de bezetting laag. Dit verschijnsel van blokkades door sportspecifiek gebruik komt ook voor bij zwembaden. Het advies is om met de verenigingen het gebruik verder aan te scherpen. Het advies is om alleen wedstrijdschaatsers exclusief te laten trainen op de ringbaan. De vrijgekomen tijd is dan beschikbaar voor de recreatief ingestelde verenigingsleden en voor de prestatiegerichte recreanten. Maar dat is nog geen zekerheid dat de vrijval in uren ook extra bezoek oplevert. Er zijn wel ervaringen opgedaan met een mengvorm waarbij prestatiegerichte recreanten tegelijkertijd schaatsen met recreatief ingestelde verenigingsleden. De ijsbaan in Deventer en sinds kort in Tilburg hanteren deze mengvorm van verenigingen en recreanten. De ervaringen leren dat verenigingen nog steeds trainingen kunnen aanbieden. Die trainingen zijn tegelijkertijd demonstraties van georganiseerd schaatsen en dat is een aantrekkelijke vorm voor de prestatie gerichte recreant. De ervaring leert ook dat het voorstel voor de verenigingen grote veranderingen met zich meebrengt, want ineens kan niet elk verenigingslid meer op die gunstige rustige uren schaatsen. Binnen Nijmegen is dit model al in gebruik bij de atletiekbaan en binnen Nijmegen is er behoefte om dergelijke voorstellen door te voeren bij de zwembaden. Landelijk zijn er steeds meer ijsbanen die minder uren toedelen aan verenigingen ten gunste van de (prestatie) gerichte recreant, want dit systeem voert de bezettingsgraad per uur op. Voor de ijshockeybaan ligt dit voorstel minder simpel, want die ijssporten zijn te specifiek. Toch zijn er goede ervaringen opgedaan in het Triavium met de introductie van (kinder)ijshockey in de vorm van speellessen die geschikt zijn voor jongens en meisjes. Bij kunstschaatsen liggen die mogelijkheden er ook in allerlei vormen van schaatsen op muziek. Het is niets anders dan het populariseren van de sport om het ledenaantal op niveau te houden. Binnen de turnsport is acrogym precies zo’n populaire en toegankelijke vorm om de jeugd te werven voor de turnsport.
Pagina 28 van 41
Exploitatie en subsidie
6.11 De rol van de private tussenlaag De ontrafeling van de subsidie tot en met de eindgebruiker verduidelijkt de besteding van de subsidie. Tegelijkertijd is de communicerende werking, tussen dalende inkomsten en oplopende tekorten en dus meer subsidie, inzichtelijk. Een exploitant (de vennootschap Triavium) kan dit systeem beïnvloeden en wellicht doorbreken. De vraag staat nog open, waarom een private tussenlaag het ideaal van de bevolking en die van de politiek niet waarmaakt. Of nog sterker waarom overtreft een private ondernemer nooit de idealen van de bevolking als de onrendabele verenigingsuren vooraf al door de gemeente zijn afgedekt? Hieronder volgt een uitleg over de defecten in het geprivatiseerde systeem om te handelen in het maatschappelijke belang. In paragraaf 3.7 is aangehaald dat private partijen logischerwijs het Triavium kosteneffectief kunnen exploiteren, vanwege de kennisvoorsprong. Dat het niet gebeurt, heeft te maken met de opdrachtformulering waardoor het contract sterker is dan de vennootschap. Bovendien zit het niet in de aard van een vennootschap om politieke idealen of maatschappelijke opdrachten te overtreffen. Dan blijft nog buiten beschouwing dat een ondernemer die een vergoeding verlangt om een maatschappelijke taak uit te voeren, zich niet kan beroepen op het ondernemersbelang. Immers zijn voordelen boven de kosten toch geen verdienste meer van de ondernemer? Dat is eerder een gunstige bijwerking omdat de overheid het onrendabele deel van exploitatie afdekt. Die gedachte komt overeen met de stelling dat er geen marktwerking is om politieke idealen waar te maken, maar er zijn wel marktpartijen die tegen betaling (subsidie) opdrachten voor de overheid willen uitvoeren volgens een contract. Dit is een subsidie gestuurd systeem. Advies op de subsidiegestuurde opdracht Momenteel is het bestaande beleid niet financieel afgedekt door de vastgestelde subsidie. Maar als het gemeentebestuur dit subsidiegestuurde systeem niet wil, dan moet de opdracht uit het contract veranderen. De opdracht moet veranderen in het terugdringen van de prijs (subsidie) per keer schaatsten. Dat is ingewikkeld voor de politiek, want dan moet besloten worden wat één keer schaatsen de gemeente mag kosten. Die prijs kan kostendekkend, winstgevend of verliesgevend zijn, maar altijd is die prijs politiek bepaald. Bij het formuleren van dat besluit kan de ontrafeling van de subsidiestromen uit dit hoofdstuk behulpzaam zijn. De gemeentepolitiek is hierin de “tariefgestuurde” opdrachtgever. De private exploitant is daarin de ondernemer en kan door zijn kennisvoorsprong over de exploitatie invloed uitoefenen op het gebruik van de ijsbaan. De ondernemende exploitant moet dan bewerkstelligen dat de ijsverhuur aan sportverenigingen laag blijft. Het voorstel kan zijn dat de verenigingen tijd inleveren in ruil voor een lage huurprijs. Andersom betekent ditzelfde voorbeeld minder exclusieve verenigingsuren in ruil voor meer recreatief gebruik op gunstige tijden waardoor het individuele tarief per keer schaatsen laag blijft. Zo zit er “financieel elastiek” in de exploitatie die tegemoet komt aan de opdracht en om te kunnen handelen in het belang van de bevolking. Als aan deze opdracht is voldaan, is het aan de gemeentepolitiek om hiernaast nog andere ondernemersvrijheid toe te laten in het voordeel van private exploitant. Het defect aan het huidige systeem is dat de ondernemersvrijheid het private doel dient met behulp van de subsidie en het eigendom van de gemeente. In deze volgorde gaat het private ondernemerschap aan de haal met het maatschappelijk belang. Het advies is ook om deze structuur te doorbreken en de opdracht terug te draaien, zodat de gemeente zelf kan corrigeren op de einddoelstellingen. Voorbeelden hiervan zijn het contract tussen Amsterdam Zuid-oost en de exploitant van het Bijlmer sportcentrum.
Pagina 29 van 41
Exploitatie en subsidie
6.12 De subsidie (consequenties) Dit hoofdstuk over de exploitatie beschrijft de ontrafeling van de subsidie tot de eindgebruiker en het schetst een beeld over de verhoudingen tussen subsidie en de individuele entree en de huurbijdragen van verenigingen. Geconstateerd is dat het Triavium zelfs één van de duurdere ijsbanen van Nederland is als het gaat om tarieven voor de individuele entree. De subsidie voor 2009 wordt in dat opzicht doeltreffend besteed, want de bevolking, maar ook de verenigingen dragen nog behoorlijk bij ten opzichte van de werkelijke prijs per keer schaatsen, ongeacht het parkeren. In dat opzicht wijkt het subsidiebesluit van 9 oktober 2007 af van de voorgaande wijze van subsidiëren. Sinds 9 oktober 2007 is sprake van nieuw beleid. Daarbij hanteert de gemeente een budgetsubsidie (€ 1.069.200,-) en verlangt daarvoor tegenprestaties. Die tegenprestaties zijn politieke en sociale doelstellingen die het Triavium moet waarmaken binnen het budget. Die uitwerking is de zogeheten “meerjarige budget subsidieovereenkomst”. Door de onduidelijke financiële situatie binnen het Triavium zijn die prestaties nog niet uitgewerkt. De subsidie voor 2009 is begroot op € 1.112.000,- en op grond van de actuele stand van zaken per november 2009 is de subsidie te laag geraamd voor de bedoelde prestatie. De prestaties op basis van het besluit zijn samengevat: • het stimuleren van schaatsen voor de jeugd; • het Triavium positioneren voor schaatsevenementen; • het bevorderen van de sportdeelname via de verenigingen; • het ontwikkelen van doelgroepactiviteiten tegen betaalbare prijzen. De actuele raming voor 2009 komt uit op een tekort van € 1.500.000,-, dat is € 388.800,- meer dan de begroting. Deze informatie over de actuele resultaten over 2009 plus de voorgestelde bezuinigingen uit onderzoeksbevindingen en de onderhoudsreserveringen geven het volgende beeld van de subsidie voor de komende jaren tot en met 2014. In dat jaar staat de grote uitgave gepland voor het vervangen van onder andere de verwarmingsinstallatie. Overzicht van subsidieverloop basismodel overzicht van het subsidie verloop
2009
2010
2011
2012
2013
2014
subsidie volgens begroting (60365) bezuiniging per jaar personeel onderhoud personeel horeca bedrijfsresultaat
1.111.200
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
0 0 -388.800
9.500 12.500 -334.000
19.000 25.000 -372.627
19.000 25.000 -402.314
19.000 25.000 -432.594
19.000 25.000 -463.480
advies subsidiebedrag
1.500.000
1.445.700
1.484.327
1.514.014
1.544.294
1.575.180
439.000
291.000 298.000
130.000 318.000
231.000 237.000
65.000 322.000
500.000 -28.000
liquiditeitsoverzicht
onderhoudsinvesteringen saldo onderhoudsreserve
Toelichting op de tabel Het subsidievoorstel komt fors hoger uit dan de begroting volgens het subsidiebesluit, ondanks de bezuinigingen. Het oplopende subsidiebedrag van het basismodel vanaf 2010 is te verklaren omdat de index over de (hogere) kosten meer zijn dan de index over de (lagere) inkomsten9. Om de subsidie terug te dringen zijn drie varianten op dit basismodel uitgewerkt. Hoofdstuk 7 beschrijft de werkingssfeer van die drie varianten. De drie varianten op het basismodel zijn onderling grafisch vergeleken in paragraaf 8.4. 9
Zie hiervoor de uitleg bij structurele obstakels paragraaf 3.5.
Pagina 30 van 41
7
De vraagstellingen
De bijdrage van Triavium aan het sportbeleid 7.1 In de vraagstelling is verzocht om een indruk te geven of het Triavium een bijdrage levert aan het sportbeleid “Accenten Beleidsnota Sport 2007 – 2010”. Volgens het subsidiebesluit moet het Triavium maatschappelijke prestaties leveren. Deze zijn weliswaar nog niet in een budget subsidie overeenkomst uitgewerkt, maar de beleidsnotitie maakt wel duidelijk dat het om het stimuleren van de sportdeelname gaat. Om de sportdeelname te stimuleren zijn een aantal beleidmaatregelen uitgewerkt in de beleidsnota. De constatering is dat het Triavium op een aantal beleidspunten een controleerbare en ook een meetbare bijdrage levert. Het Triavium richt zich niet specifiek op het gemeentelijke sportbeleid, maar op de werving van schaatsers en de organisatie van activiteiten om te komen tot een financieel sluitende exploitatie. Het einddoel van het Triavium is weliswaar anders, maar de effecten komen overeen met de doelstellingen van de beleidsnota. Hieronder volgt een voorbeeld van een sport beleidsmaatregel die het Triavium om exploitatiereden uitvoert.
Samenwerking met scholen en verenigingen Op dit onderwerp scoort het Triavium naar behoren door middel van een reeks van acties. Om het schoolschaatsen te stimuleren is bijvoorbeeld een prijsvraag uitgezet en worden scholen actief benaderd en gelden er ook speciale schooltarieven. Op deze manier blijft het schoolschaatsen een aantrekkelijk sportaanbod voor de scholen. Maar de scholen hebben steeds minder budget en kiezen ook voor andere (sport) activiteiten. De samenwerking met de verenigingen verloopt goed. Met de verenigingen is een programma ontwikkeld om de (school) jeugd enthousiast te maken voor allerlei vormen van schaatsten. Via het programma “schaats jij al” krijgt de jeugd schaatsles en maakt men kennis met de voordelen van de verenigingssport. De toename van het aantal verenigingsleden door deze wervingsactie is nog beperkt. De deelname aan het schaatsprogramma is nog een (te) aantrekkelijk alternatief voor het schaatsen in verenigingsverband. Toch blijkt dat door deze schaatsprogramma’s en de voorkeursbehandeling voor de scholjeugd in dit geval de ijsbaan intensiever wordt gebruikt.
Adviesvoorstel sportbeleid Het is een zwaarwegend punt maar de bezettingsgraad van de verenigingsuren is gemeten naar de capaciteit van de ijsbaan niet hoog. Het advies is om met de verenigingen een beleid uit te werken om die bezettingsgraad op te voeren. Dat kan door combinaties te maken met recreatieve schaatsers die prestatiegericht zijn, maar er zijn meer mogelijkheden aangedragen en toegelicht. Een inventarisatie naar het aantal leden per vereniging laat zien dat er maar één grote vereniging is (NSV) met 750 leden. Alle andere ijssportverenigingen hebben gemiddeld 150 leden. Deze situatie is niet gunstig voor het gebruiksrooster. Elke vereniging verlangt exclusieve tijd voor haar leden met als gevolg dat de vereniginguren onderbezet blijven. Het zijn impopulaire maatregelen maar beleidsmatig gezien kan het meervoudige gebruik van de ijsbaan opgevoerd worden en dat is op de lange termijn gunstig voor de sportdeelname. Tot slot is geconstateerd dat de prestaties die het Triavium moet leveren nog niet afdwingbaar zijn gemaakt in taken en in bevoegdheden. De budgetsubsidie overeenkomst geeft daarover aanwijzingen. Zonder die uitwerking zijn de maatschappelijk prestaties niet goed te controleren. Een nieuw (schaats)product kan gemakkelijk afwijken van het ideale beleid.
Pagina 31 van 41
De vraagstellingen
7.2 Het basismodel (Hoeveel subsidie is nodig voor bestaand beleid) Een tweede vraag is om na te gaan hoeveel subsidie nodig is voor het bestaande beleid. In het vorige hoofdstuk is uitgewerkt dat voor 2009 een subsidie nodig is van € 1,5 miljoen. Voor deze subsidie wordt het bestaande beleid uitgevoerd. De conclusie is dat het sportbeleid de subsidie niet opdrijft alleen zijn de doelstellingen niet concreet uitgewerkt. Het actuele sportbeleid streeft naar een hogere sportparticipatie en een intensief gebruik van de sportaccommodatie. Precies hetzelfde wat Triavium beoogt, maar dan gedreven om het exploitatietekort te beperken. Op grond van het bestaande beleid met de verwerking van de bezuinigingen, plus de extra onderhoudsreservering, ontstaat dit basismodel vanaf het jaar 2010. Het meerjaren perspectief van dit bestaande beleid is getoond in de tabel van paragraaf 6.12. Deze begroting is uitgewerkt en toegelicht in bijlage 1 Doorvoeren van besparingen en reserveren volgens MOP excl. btw
Baten IJsbaan
848.450
Horeca
440.000
Evenementen
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid Totaal baten
1.111.700 €
+
2.413.000
Lasten Personeelskosten
807.000
Huur van het gebouw + erfpacht
900.000
Energiekosten + water
300.000
Onderhoud (dagelijks)
30.000
Inkoop horeca en inventaris
185.200
Marketing
60.000
Beveiliging
10.000
Overig huisvestingskosten
150.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
55.000
Afschrijvingen
100.000
Onderhoudsreserveringen (vervaning)
150.000
Totaal kosten
€
Bedrijfsresultaat
€
-334.000
€ €
1.111.700 334.000
€
1.445.700
Subsidie volgens bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Advies subsidie voor het basismodel 2010
+
2.747.000
+
De subsidie voor bestaand beleid is € 1.445.700,- voor het jaar 2010. Dit bedrag is lager dan de subsidie voor 2009 omdat enkele bezuinigingen zijn doorgevoerd en voor enkele inkomsten hogere aannames zijn aangehouden. De conclusie is dat met deze subsidie het exploitatietekort is afgedekt er voldoende gereserveerd wordt voor de geplande vervangingsinvesteringen. Met deze subsidie is er geen financiële ruimte om de lening van de gemeente terug te betalen.
Pagina 32 van 41
De vraagstellingen
7.3 Variant I (Wat kan er met de huidige subsidie) De eerste variant op het basismodel volgt uit de vraag: “wat kan er voor de huidige subsidie van 1.1 miljoen”? Daarvoor zijn rigoureuze maatregelen doorgerekend om de € 388.800,- terug te dringen. Het onderzoek verduidelijkt dat besparingen op personeel niet spectaculair groot zijn op basis van de taken die nu uitgevoerd worden. Taken saneren is mogelijk, maar niet op de techniek anders functioneert de ijsbaan niet. Binnen de horeca ligt een besparing voor de hand, maar dat geldt uitsluitend voor de zomermaanden. Het herschikken op het administratief gebied is geen bezuiniging, maar biedt met hetzelfde budget een betere controle op de bedrijfsvoering. Grote besparingen moeten komen van gedeeltelijk sluiten van de ijsbaan (24%). Dat kan door later in het seizoen open te gaan en eerder te sluiten. Dat levert enorme competitieproblemen op voor het professionele ijshockeyteam en inkomstendervingen aan huur en horeca omzet en contractbreuk met schaatsverenigingen. Ook is een sanering doorgevoerd in de laag bezette recreatieve uren overdag (daluren) en ook op de verenigingsuren is bezuinigd. Dat geeft een terugval aan inkomsten uit entree en uit verhuur. Na het doorvoeren van deze sanering is het resultaat € 38.000,- gunstiger dan het basismodel (bestaand beleid). In bijlage 2 is deze variant verder uitgewerkt en van commentaar voorzien. Variant I Terugbrengen van de openstelling en doorvoeren van besparingen excl. btw
Baten IJsbaan
700.030
Horeca
334.000
Evenementen
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid Totaal baten
1.111.700 €
+
2.158.000
Lasten Personeelskosten
682.600
Huur van het gebouw + erfpacht
900.000
Energiekosten + water
228.000
Onderhoud
24.000
Inkoop horeca en inventaris
143.820
Marketing
45.600
Beveiliging
5.000
Overig huisvestingskosten
135.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
55.000
Afschrijvingen
100.000
Onderhoudsreserveringen Totaal kosten Bedrijfsresultaat Subsidie volgens bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Subsidiebehoefte voor variant I
135.000 €
+
2.454.000
€
-296.000
€ €
1.111.700 296.000
€
1.407.700
Door te saneren op de openstelling is de exploitatie € 38.000,- gunstiger ten opzichte van het basismodel, maar deze variant voldoet niet aan het beleid. Het advies is om deze variant niet door te voeren omdat het financieel voordeel niet opweegt tegen de maatschappelijke nadelen.
Pagina 33 van 41
De vraagstellingen
7.4 Variant II (Investeren in duurzame energie) Verzocht is om toe te werken naar een financieel sluitende exploitatiebegroting vanaf 2010. Uit de vorige variant I blijkt dat het terugbrengen van de openstelling financieel gunstiger is, maar ook een maatschappelijke keerzijde kent. Deze variant veronderstelt investeringen in duurzame energievoorzieningen om langs die weg structureel te besparen. Het resultaat is € 149.000,voordeliger dan het basismodel terwijl het bestaande beleid in tact blijft. In deze variant zijn ook de bezuinigingen doorgevoerd die in het basismodel zijn aangehaald. Deze begroting is verder uitgewerkt in de bijlage 3. Variant II investeren in duurzame energie + doorvoeren van besparingen excl. btw
Baten IJsbaan
848.450
Horeca
440.000
Evenementen
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid Totaal baten
1.111.700 €
+
2.413.000
Lasten Personeelskosten
785.000
Huur van het gebouw + erfpacht
900.000
Energiekosten + water
155.000
Onderhoud
33.000
Inkoop horeca en inventaris
185.200
Marketing
60.000
Beveiliging
10.000
Overig huisvestingskosten
150.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
55.000
Afschrijvingen
100.000
Onderhoudsreserveringen + duurzame energie
165.000
Totaal kosten
€
2.598.000
Bedrijfsresultaat
€
-185.000
Subsidie bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Subsidiebehoefte voor variant II (prijspeil 2010)
€ € €
1.111.700 185.000
+
1.296.700
De conclusie is dat deze variant structureel bijdraagt aan het terugdringen van de subsidie en het beleid in tact laat en milieuvriendelijk is. Het nadeel van deze variant is de afhankelijkheid van de verhuurder voor het doorvoeren van deze voorstellen. Het advies is om besprekingen hierover te voeren. Het gevolg is dat deze variant op zijn vroegst net voor het ijsseizoen van 2013 – 2014 operationeel is. Deze variant kan de lening van de gemeente niet terugbetalen. Daar staat tegenover dat deze variant structureel een minder hoge aanvullende subsidie vraagt.
Pagina 34 van 41
De vraagstellingen
7.5 Variant III (aankopen van het pand + investeren in duurzame energie) Om tegemoet te komen aan het verzoek om de subsidiebijdrage te minimaliseren, is nog een vierde variant uitgewerkt. Feitelijk is geprobeerd om bloklades te vermijden door de aankoop van het pand en het terugbrengen van de energielasten. In deze variant is het uitgangspunt om het pand terug te kopen. De jaarlijkse lasten van de koopsom zijn in dit voorstel gelijk gehouden aan de huur voor 2010. De koop betreft het pand en de ondergrond, met een gezamenlijke waarde van € 13,- miljoen. Dat is de 8% rendement op de aanschafwaarde (1998) van het pand plus de terugkoop van de ondergrond. In deze variant is het uitgangspunt dat de sportfuncties van het gebouw worden teruggekocht. Het congrescentrum en de fitnessruimte blijven buiten beschouwing. Zolang de huurbedragen onbekend zijn, is de koopsom niet te bepalen. Aankoop pand + investeren in duurzame energie + doorvoeren van besparingen Baten
excl. btw
IJsbaan
848.450
Horeca
440.000
Evenementen
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid Totaal baten
1.111.700 €
+
2.413.000
Lasten Personeelskosten
785.000
Kapitaallasten gebouw + ondergronderfpacht
845.669
Energiekosten + water
155.000
Onderhoud
33.000
Inkoop horeca en inventaris
185.200
Marketing
60.000
Beveiliging
10.000
Overig huisvestingskosten
150.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
65.000
Afschrijvingen
150.000
Onderhoudsreserveringen + duurzame energie
165.000
+
2.604.000
Totaal kosten
€
Bedrijfsresultaat
€
-191.000
Subsidie bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Subsidiebehoefte voor variant III (prijspeil 2010)
€ € €
1.111.700 191.000 1.302.700
Deze variant is inhoudelijk uitgewerkt in bijlage 4. Deze variant is € 143.000,- gunstiger ten opzichte van het basismodel, terwijl het beleid in tact blijft. Voor deze variant is uiteraard intensief overleg noodzakelijk over de eventuele terugkoop met een onzeker verloop. Het advies is om deze mogelijkheid te verkennen, omdat hiermee structurele obstakels kunnen vervallen. De keerzijde van deze variant is de doorlooptijd van aanvullend onderzoek en onderhandelingen. Deze variant kan in het meest gunstige scenario halverwege 2013 operationeel zijn. Via deze variant kan de lening van de gemeente eveneens niet terugbetaald worden, maar deze variant vraagt ook een mindere hoge aanvullende subsidie.
Pagina 35 van 41
8
Conclusies, maatregelen en vervolg
Algemene indruk 8.1 Om te beginnen is het belangrijk te weten dat de ijsbaan naar behoren functioneert. Daarmee wordt bedoeld dat alle bedrijfsonderdelen voldoende goed zijn georganiseerd. Tegenover de bezoekers en de vaste gebruikers is dat beeld ook zo. De doorsnee bezoeker ervaart dat alles volgens protocollen is georganiseerd, vanaf de kassa tot aan slagboom bij het vertrek. Voor vrijwel alle aspecten van de bedrijfsvoering bepalen vaste procedures het dagelijkse verloop. Dat varieert van de preparatie van het ijs tot en met EHBO-gevallen en de eventuele nazorg. Triavium is een seizoensbedrijf maar in het seizoen bijna een continubedrijf. Per etmaal is er volgens een strak personeelsrooster altijd 18 uur personeel aanwezig, 7 dagen in de week en bijna 30 weken per jaar. Ondanks de wisseldiensten en de hectiek is ziektepercentage laag. Dat zegt veel over de werksfeer en de betrokkenheid van het personeel met het product en de klant. De klant is de recreatieve schaatser (130.000) de verenigingsleden (22.000) en de scholieren (3.000). Als al die bezoeken per seizoen worden vergeleken met de concurrentie en met de drie referentie ijsbanen, kan het Triavium zich redelijk goed handhaven. Bekend is dat de aantallen van ijsbanen positief naar boven worden bijgesteld en dat is voor het Triavium niet gedaan. De bezoekers van het Triavium zijn ook tevreden over het product. Als een bezoeker een klacht heeft, gaat dat veelal over de verhuur van de schaatsten of het parkeertarief. Precies die zaken waar de organisatie Triavium zelf weinig invloed op heeft.
8.2 De conclusie over het subsidietekort Uit de analyse van de exploitatie blijkt dat de ijsbaan een kostbare voorziening is. Gemeten naar de subsidie, betalen de gebruikers behoorlijk mee via de entree of de huur van het ijs. De individuele entreetarieven zijn hoog ten opzichte van de andere ijsbanen in Nederland. Bekend is dat, op basis van de uitgangspunten binnen Nijmegen, de schaatsverenigingen veel meer bijdragen aan het terugdringen van de subsidie dan de andere sportverenigingen. Uit de exploitatie blijkt dat de subsidie die begroot is voor 2009 € 388.800,- te laag is om het huidige beleid uit te voeren. Het onderzoek maakt duidelijk dat er een aantal structurele blokkades zijn die een financieel sluitende exploitatie belemmeren. Dan zijn er onder meer nog de hoge huurkosten en de oplopende energielasten. Verder speelt mee dat het Triavium een seizoensbedrijf is en in de zomerperiode is er weinig vraag naar evenementen. Het participeren in evenementen is geen oplossing omdat de voordelen daarvan niet opwegen tegen de risico’s. Bovendien is de organisatie niet afgestemd op die evenementen, terwijl het enthousiasme er wel is. Een andere conclusie is dat de contractvorm tussen de gemeente en de vennootschap Triavium ongunstig is voor de gemeente als subsidieverstrekker om te corrigeren op einddoelen en op prestaties. Uit de bedrijfsvoering (hoofdstuk 5) komt naar voren dat er te weinig wordt gereserveerd om vervangingsinvesteringen uit te voeren en de inventaris op niveau te houden. Het onderzoek naar de horeca, de evenementen en de organisatie leert dat de winstgevendheid van de horeca normaal is, maar dat de zomerperiode een improductieve fase is. Het organiseren van grote evenementen kent wettelijk beperkingen en voor kleine evenementen is de concurrentie groot. De administratieve taken moeten herschikt worden, maar dat levert geen financieel voordeel op omdat het zelfstandig intern uitvoeren van de administratie een vaste medewerker kost.
Pagina 36 van 41
Conclusies, maatregelen en vervolg
8.3 De conclusie over het subsidieverloop Het onderzoek naar de bedrijfsvoering traceert waaraan de subsidie wordt besteed. Zonder te weten en onbedoeld zelfs blijkt dat de ijsbaan niet efficiënt genoeg wordt gebruikt, maar het is ook onzeker of de eventuele vrijval in uren op ideale tijden nog extra bezoek genereren. Het enige antwoord daarop is oefenen op beperkte schaal. Ervaringen met andere ijsbanen laten zien dat er nog efficiëntieverbeteringen mogelijk zijn. Gevoelsmatig is hierover niet snel een overeenstemming te bereiken met verenigingen en daar is ook wat voor te zeggen, want het verenigingsgebruik wordt heel redelijk vergoed. Als het bestaande beleid wordt uitgevoerd en de bezuinigingsvoorstellen worden doorgevoerd, ontstaat het volgende verloop in de subsidie. Subsidieverloop bij bestaand beleid overzicht van het subsidie verloop
2009
2010
2011
2012
2013
2014
subsidie volgens begroting (60365) bezuiniging per jaar personeel onderhoud personeel horeca bedrijfsresultaat
1.111.200
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
0 0 -388.800
9.500 12.500 -334.000
19.000 25.000 -372.627
19.000 25.000 -402.314
19.000 25.000 -432.594
19.000 25.000 -463.480
advies subsidiebedrag
1.500.000
1.445.700
1.484.327
1.514.014
1.544.294
1.575.180
439.000
291.000 298.000
130.000 318.000
231.000 237.000
65.000 322.000
500.000 -28.000
liquiditeitsoverzicht
onderhoudsinvesteringen saldo onderhoudsreserve
Op de vraag wat er voor de huidige subsidie mogelijk is, blijkt dat een “koude sanering” door het gedeeltelijk sluiten van de ijsbaan en het “weg sorteren” van de verenigingsuren een voordeel oplevert van € 38.000,- ten opzichte van het basismodel met het bestaande beleid. Daar staat tegenover dat eerder sluiten en later open in het seizoen tegen alle contractafspraken ingaat.
De lening van de gemeente (liquiditeit Triavium) De conclusie is dat er nauwelijks financiële ruimte is te creëren om de lening van de gemeente terug te betalen via de exploitatie. De subsidie is noodzakelijk om de kosten te dekken die niet via de entree worden verrekend. Maar als de exploitatie kostendekkend is gemaakt door die hogere subsidie, is dat uiteraard nog geen morele vrijstelling om nog meer voordelen te behalen boven de kosten. Eventuele voordelen door het doen en laten van de organisatie zijn vooral PM-posten in de begroting die achteraf verrekenbaar zijn met de openstaande lening. Met het oog op een debat over het toekennen van de hogere subsidie, is het een aanbeveling om het raadsstandpunt over de terugbetaling van de restant hoofdsom te nuanceren. In ieder geval kan vanuit de exploitatie die hoofdsom niet worden terugbetaald op de korte termijn. Op de lange termijn is dat nog wel mogelijk, mits variant 2 of 3 uitvoerbaar zijn. In de volgende paragraaf is dat financiële perspectief op de lange termijn grafisch uitgewerkt.
Pagina 37 van 41
Conclusies, maatregelen en vervolg
8.4 De conclusie over de vier scenario’s Om te beantwoorden aan de vraagstelling hoeveel subsidie er nodig is in de toekomst en wat er mogelijk is met de huidige subsidie zijn vier scenario’s opgesteld. De conclusie is dat: • het basismodel is duur voor de eerste jaren, maar het enige realistische alternatief; • variant I (saneren) is € 38.000,- voordeliger dan het basismodel maar schaadt het imago en gaat tegen alle afspraken in die met verenigingen en professionele ijshockey zijn gemaakt; • variant II (duurzame energie) is € 149.000,- voordeliger dan het basismodel, onder de voorwaarde dat de verhuurder meewerkt aan dit energieduurzame concept; • variant III (pand kopen en duurzame energie) is bij aanvang iets duurder dan variant II, maar op termijn voordeliger omdat de kapitaallasten constant blijven t.o.v. de stijgende huur.
Advies basismodel (€ 1.445.700,- in 2010) Het advies is om in 2010 het basismodel door te voeren en de subsidie te verhogen. Het advies is om het overleg te starten met de verhuurden over de aankoop van het pand. Als dat aankoop scenario volgens variant III niet vlot verloopt of te lang juridisch onzeker blijft, is het advies over te gaan op variant II. Voor het investeren in duurzame energie is weliswaar ook toestemming nodig van de verhuurder, maar het is minder ingrijpend omdat de eigendomsverhoudingen in stand blijven. Indien variant III en variant II in die volgorde onmogelijke scenario’s zijn omdat de verhuurder de medewerking hiervoor van de hand wijst, is er een argument om de lopende huurovereenkomst minimaal te herzien op zijn werkingssfeer voor de resterende looptijd Perspectief van varianten Basismodel in 2020 € 1.851.000,-
1.900.000
Variant I € 1.802.000,- in 2020
1.700.000 Variant II in 2020 € 1.660.000,-
Basismodel € 1.445.700,-
1.500.000 Variant III € 1.302.700,-
Variant I € 1.407.700,-
Variant III in 2020 € 1.430.000,-
1.300.000 Variant II € 1.296.700,-
1.111.700 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Interpretatie op de grafiek Het basismodel (de rode lijn) is een gedwongen route tot minimaal de start van het seizoen 2013 – 2014. Variant I ( de blauwe lijn) zou op zijn vroegst vanaf september 2010 kunnen In gaan. Realistisch is dat niet vanwege de contractuele verplichtingen tegenover verenigingen en de afspraken over het beschikbaar stellen van de ijsvloer voor het professionele ijshockey. Hoewel variant II en III vanaf het seizoen 2013 -2014 uitvoerbaar zijn, is voor de herkenning van cijfers van de varianten onderling, het prijspeil van 2010 aangehouden voor het startjaar.
Pagina 38 van 41
Conclusies, maatregelen en vervolg
8.5 Het subsidieverloop tot 2014 In de vorige paragraaf is de hoogte van de subsidie aan de orde gesteld vanaf het jaar 2010 en de grafiek presenteert het verloop van de subsidie per variant. Gelet op de logische volgorde waarin varianten ten opzichte van het basismodel door te voeren zijn, is er sprake van een vast traject met betrekking tot de hoogte en de doorlooptijd van de subsidie van het basismodel. De tabel hieronder benadrukt dat ongeacht de variant die op termijn in de plaats treedt voor het basismodel, rekening gehouden moet worden met het vaste traject van het subsidieverloop. meerjarenoverzicht van de aanvullende subsidie subsidie volgens begroting (60365) aanvullende subsidie basismodel t.o.v. de begroting advies subsidiebedrag
2009
2010
2011
2012
2013
2014
1.111.200
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
1.111.700
388.800
334.000
372.627
402.314
432.594
463.480
1.500.000
1.445.700
1.484.327
1.514.014
1.544.294
1.575.180
variant I (saneren in openstelling
1.445.700
1.407.700
1.442.893
1.478.965
1.515.939
variant II (duurzame energie)
1.445.700
1.484.327
1.514.014
1.296.700
1.329.118
variant III (aankoop pand + duurzame energie)
1.445.700
1.484.327
1.514.014
1.302.700
1.314.126
Als het basismodel wordt aangehouden verloopt de subsidie volgens de groene balk. Als één van de varianten in de plaats treedt voor het basismodel, dan volgt daaruit ook de doorlooptijd van de subsidie van het basismodel. De bedragen van de subsidie per variant in een startjaar hebben het prijspeil van 2010 om de herkenbaarheid in tact te laten met de grafiek en de tekst.
Pagina 39 van 41
9
Advies en vervolg
Samenvattend overzicht 9.1 Hieronder volgt een overzicht van enkele belangrijke adviezen die uit het onderzoek naar voren komen met de maatregelen die daarmee verband houden. De opsomming van deze adviezen zijn gerubriceerd naar de logica van bestuurlijke voorbereidingen en besluitvorming. Adviesonderwerp subsidie verhogen naar € 1.445.700,- per 2010 Voor het jaar 2010 is er een subsidiebehoefte van € 1.445.700,- om het tekort in de exploitatie te dekken. Deze subsidie loopt op. De volgende maatregelen zijn het uitgangspunt: • bezuinigen (of kostendekkend maken) horecapersoneel € 25.000,- vanaf 2011; • bezuinigen op het onderhoudspersoneel € 9.500,- in 2010 en € 19.000,- vanaf 2011; • vanaf 2010 € 60.000,- meer reserveren voor groot onderhoud (vervangingsinvesteringen); • het dagelijks monitoren van de bezetting van de ijsbaan en verbeteringsvoorstellen doorvoeren. Vaststellen van politiek einddoelen De meerjarige budget subsidieovereenkomst maakt het mogelijk om in ruil voor de budgetsubsidie prestaties afdwingbaar te maken in termen van: • de subsidie per bezoeker of per verenigingsuur; • het percentage van de eigen bijdrage van verenigingen; • het risicodragende gehalte van het eigen beheer en de exploitatie; • marges van het dekkingspercentage ten opzichte van het soort gebruik. Bij het vaststellen van de subsidie over 2010 ligt het voor de hand om de keuzes hierin te maken. Organieke maatregelen Het aansturen en corrigeren op de einddoelen verloopt niet effectief. Dat houdt verband met de vorm waarin de opdracht afdwingbaar is gemaakt en de rechtspersoonrechtelijke kenmerken van de vennootschap om naar eigen inzicht het ondernemerschap uit te voeren. Het advies is om te inventariseren of het overhevelen van de organisatie haalbaar is zodat: • de gemeente afdeling (DSB) kan corrigeren op de politiek einddoelen; • het personeel ook breder inzetbaar is binnen de gemeentelijke organisatie • voorbereidingen worden getroffen voor het aanstellen van een nieuwe directeur. • de administratieve taken worden herschikt en de boekhouding intern wordt uitgevoerd. Procedurele maatregelen Het onderzoek naar de basis variant verduidelijkt dat er op een enkel onderwerp meer aansturing en controle moet komen en dat appelleert aan de volgende maatregelen. • het aanstellen van een nieuwe directeur vanaf het jaar 2010; • het analyseren van de horecacijfers om de resultaten te vergelijken; • het aangaan van overleg met de verhuurder om het pand terug te kopen; • het onderzoeken of de investeringen in duurzame energie snel uitvoerbaar is. Maatregelen voor de exploitatie De exploitatie van de ijsbaan op zich functioneert naar behoren, maar er is te weinig zich op de bezettingsgraad en de effecten van het dagelijkse gebruik. Met de volgende maatregelen wordt bekend waar nog exploitatieverbeteringen mogelijk zijn: • niet participeren in de evenementen maar het afkopen van de horeca; • overleg voeren met verenigingen om het gebruik van de ijsbaan te intensiveren; • personeelsroosters aanscherpen zodat het personeel kosteneffectief ingezet wordt.
Pagina 40 van 41
Advies en vervolg
9.2 Het vervolg Sinds 1996 is het Triavium een besloten vennootschap en de gemeente is enig aandeelhouder. Contractueel gezien verzorgt het Triavium de exploitatie als een winstbeogende ondernemer. In juridisch opzicht gaat de vennootschap over het gebruik van het Triavium en gaat de gemeente over het bezit ofwel het voortbestaan van het Triavium. Het contract tussen partijen regelt de verdeling van taken en bevoegdheden. Formeel is de vennootschap handelingsbevoegd om risico’s te nemen en de exploitatie winstgevend te maken. Materieel moet de vennootschap daarbij maatschappelijke taken uitvoeren namens de gemeente en tegenover de bevolking. Strikt genomen zijn de bepalingen uit het contract de sturingsinstrumenten voor de gemeente om de maatschappelijke bedoelingen over te dragen en af te dwingen. In de praktijk blijkt dat deze vorm een defect heeft omdat de vennootschap een autonome organisatie is en binnen de contractuele bepalingen geheel vormvrij de uitvoering zelfstandig kan bepalen. Het blijkt dan ook dat het niet eenvoudig is om zo’n organisatie aan te sturen, want zelfs bij hetzelfde belang is de vennootschap nog vrij om een uitvoeringsvorm te kiezen die afwijkt van de gemeente. De commissie Wijfels heeft empirisch onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het doen en laten van private partijen om overheidstaken uit te voeren. Het resultaat van het onderzoek is een bevestiging dat die partijen nauwelijks toekomen aan het uitvoeren van politieke idealen. Om deze reden is het een overweging om te onderzoeken of deze vorm van samenwerken wel voldoet voor het uiteindelijke doel namelijk: het kostenefficiënt exploiteren van het Triavium. De gemeente zou kunnen overwegen om de vennootschapstructuur op te heffen en de organisatie onder te brengen binnen de gemeentelijke organisatie, onder direct bewind van de politiek. Op die manier is er een constante sturing op de dagelijkse exploitatie en nog belangrijker, zal voortaan de gemeente de koers bepalen van het kostenefficiënte beleid binnen Triavium. Het voorstel is om intern na te gaan of er behoefte is aan onderzoek naar de mogelijkheden .
Pagina 41 van 41
Bijlage 1
Het basismodel
Bijlage 1: Het basismodel
Het basismodel voor 2010 Doorvoeren van besparingen en reserveren volgens MOP
toelichting excl. btw
Baten IJsbaan ringbaan (110.000 * € 4.5) verenigingen ringbaan 480 uur * € 240) ijshockeybaan (20.000 * € 4.5) verenigingen ijshockeybaan (1.500 uur * € 70) scholen (3.000 * € 2.75) overige verhuur
495.000 115.200 90.000 105.000 8.250 35.000
Horeca food dranken overig
140.000 284.000 16.000
Evenementen 5 keer afkoop horeca
op basis van 130.000 recreatieve bezoekers
848.450
verenigingen op basis van rooster uren en 22.000 bezoeken
440.000
aanname van 5 keer afkoop van de horeca
12.500 12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid
1.111.700
Totaal baten
€
+
subsidie volgens bestaand beleid
2.413.000
Lasten Personeelskosten onderhoud vast personeel techniek oproepkracht (gedetacheerd personeel) dagelijkse schoonmaak horeca vast personeel (3 fte 38 uur per week) oproepkrachten organisatie directie kassa en receptie + omloopbeveiliging boekhouding marketing en back up overige personeeslkosten
90.000 115.000 65.000 80.000 45.000
Huur van het gebouw + erfpacht gebouw erfpacht
850.000 50.000
Energiekosten + water gas electra water
110.000 180.000 10.000
Onderhoud (dagelijks) onderhoud (op basis van MOP) servicekosten vervallen aanschaf inventaris via de reservering klein dagelijks onderhoud Inkoop horeca en inventaris inkoop aanschaf inventaris
807.000
besparing van ½ € 25.000,- of kostendekkend de uren houden 115.000 97.500
bekostiging uit vrijval extern bureau en intern herschikken
30.000
op basis van het MOP voor het jaar 2010 verwerkt in reservering
0 0 0 30.000
geplande aankopen verlopen via de jaarlijkse reservering 185.200
op basis van 33% van de omzet
145.200 40.000
Beveiliging evenementen stelpost
10.000
60.000 10.000 150.000
150.000
55.000
55.000
Afschrijvingen
100.000
100.000
Onderhoudsreserveringen (vervaning)
150.000
150.000
Totaal kosten
€
Bedrijfsresultaat
€
-334.000
€ €
1.111.700 334.000
€
1.445.700
Subsidie volgens bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie advies subsidie voor het basismodel 2010
zonder investeringen in duurzame energie en evaluatie opbesparing
300.000
60.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
aanname van directiekosten per januari 2010
900.000
Marketing reclame uitingen
Overig huisvestingskosten
op basis van vier vaste formatieplaatsten besparing van ½ € 19.000,- doorvoeren
140.000 9.500 50.000
+
2.747.000
+
reserveringen volgens het MOP plus het saldo € 439.000,-
Bijlage 2
Variant I
Variant I Terugbrengen van de openstelling en doorvoeren van besparingen
toelichting excl. btw
Baten IJsbaan ringbaan (88.710 * € 4.5) verenigingen ringbaan 16% minder is 415 uur * € 240) ijshockeybaan (16.130 * € 4.5) verenigingen ijshockeybaan 16% minder (1.300 uur * € 70) scholen (3.000 * € 2.75) overige verhuur (16 % minder opbrengst) Horeca food dranken overig
700.030
105.000 bezoekers 24 % minder bezoek 16% minder verhuur 24 % minder bezoek 16% minder verhuur
399.195 99.600 72.585 91.000 8.250 29.400
16% minder opbrengst 334.000
24% minder omzet
12.500
aanname van 5 keer afkoop van de horeca
106.400 215.840 12.160
Evenementen 5 keer afkoop horeca
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid
1.111.700
Totaal baten
€
+
subsidie volgens bestaand beleid
2.158.000
Lasten Personeelskosten onderhoud vast personeel techniek oproepkracht (gedetacheerd personeel) dagelijkse schoonmaak horeca vast personeel (3 fte 38 uur per week) oproepkrachten organisatie directie kassa en receptie + omloopbeveiliging boekhouding marketing en back up overige personeeslkosten
682.600 117.600 0 38.000
Energiekosten + water gas elektriciteit water
83.600 136.800 7.600
Marketing reclame uitingen Beveiliging evenementen stelpost Overig huisvestingskosten Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
besparing € 25.000,- of 1.200 uur kostendekken houden 24% minder oproepkrachten horeca
90.000 87.400 65.000 67.200 37.800 850.000 50.000
Inkoop horeca en inventaris inkoop aanschaf inventaris
besparing doorgevoerd € 19.000,24 % minder schoonmaak
115.000 64.600
Huur van het gebouw + erfpacht gebouw erfpacht
Onderhoud onderhoud (op basis van MOP) servicekosten (vervalt) aanschaf inventaris via de reservering klein dagelijks onderhoud
16% minder onderhoudspersoneel
24% minder kassa + omloopbeveiliging 16% minder marketing 16% minder indirecte kosten personeel 900.000
228.000
24.000
op basis van het MOP voor het jaar 2010 verwerkt in reservering
0 0 0 24.000
verloopt via de reservering 20% lagere kosten dagelijks onderhoud 143.820
45.600 45.600
24% minder uitgave reclame uitingen 5.000
5.000
halvering van de stelpost
135.000
135.000
55.000
55.000
100.000
100.000
Onderhoudsreserveringen
135.000
135.000
Totaal kosten
€
Bedrijfsresultaat
€
-296.000
€ €
1.111.700 296.000
€
1.407.700
Subsidiebehoefte voor variant I
lagere inkoop gerelateerd aan de omzet
110.220 33.600
Afschrijvingen
Subsidie volgens bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie
24% lagere energielasten
10% lagere kosten
+
10 % minder onderhoudsreserveringen
2.454.000
financieel voordeel t.o.v. het basismodel
Toelichting op besparingen De becijferde besparingen zijn bepaald op basis van percentages van het bezoek en van het percentage van de teruggedrongen tijd in de openstelling. Wellicht zijn er nog enkele kleine besparingen mogelijk in de kosten, maar terughoudend daarin is gewenst veel kostensoorten onafhankelijk van de openstelling blijven bestaan.
€
38.000
Bijlage 3: Variant II (Vervolg 1)
Bijlage 3
Variant II
Bijlage 3: Variant II
Variant II investeren in duurzame energie + doorvoeren van besparingen
toelichting excl. btw
Baten IJsbaan ringbaan (110.000 * € 4.5) verenigingen ringbaan 480 uur * € 240) ijshockeybaan (20.000 * € 4.5) verenigingen ijshockeybaan (1.500 uur * € 70) scholen (3.000 * € 2.75) overige verhuur
495.000 115.200 90.000 105.000 8.250 35.000
Horeca food dranken overig
140.000 284.000 16.000
Evenementen 5 keer afkoop horeca
op basis van 130.000 recreatieve bezoekers
848.450
verenigingen op basis van rooster uren en 22.000 bezoeken
440.000
aanname van 5 keer afkoop van de horeca
12.500 12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid
1.111.700
Totaal baten
€
+
2.413.000
Lasten Personeelskosten onderhoud vast personeel techniek oproepkracht (gedetacheerd personeel) dagelijkse schoonmaak horeca vast personeel (3 fte 38 uur per week) oproepkrachten organisatie directie kassa en receptie + omloopbeveiliging boekhouding marketing en back up overige personeeslkosten
90.000 115.000 65.000 80.000 45.000
Huur van het gebouw + erfpacht gebouw erfpacht
850.000 50.000
Energiekosten + water houtsnippers elektriciteit (stelpost onvoorzien) water
140.000 5.000 10.000
Onderhoud onderhoud (op basis van MOP) extra onderhoud duurzame energie aanschaf inventaris via de reservering klein dagelijks onderhoud Inkoop horeca en inventaris inkoop aanschaf inventaris
785.000 140.000 0 50.000
aanname van directiekosten per januari 2010 bekostiging uit vrijval extern bureau en intern herschikken
900.000
155.000 € 132.000 lagere grondstofkosten (houtsnippers) stelpost voor eventuele overblijvende electrische installaties 33.000 0 3.000 0 30.000
op basis van het MOP voor het jaar 2010 verloopt via de reservering € 3.000,- meer dan gasgestookte installatie geplande aankopen verlopen via de jaarlijkse reservering 185.200
145.200 40.000 60.000
Beveiliging evenementen stelpost
10.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
percentage personeelskosten terugbrengen naar 35% besparing van € 25.000,- of 1.200 uur kostendekkens houden
115.000 85.000
Marketing reclame uitingen
Overig huisvestingskosten
op basis van vier vaste formatieplaatsten besparing van € 19.000,- doorvoeren
op basis van 33% van de omzet 60.000 10.000
150.000
150.000
55.000
55.000
geen extra rentelasten voor duurzame energie
Afschrijvingen
100.000
100.000
geen extra afschrijving voor duurzame energie
Onderhoudsreserveringen + duurzame energie
165.000
Totaal kosten
165.000 €
+
€ 15.000,- extra reserveringen t.o.v. gasgestookte installatie
2.598.000
Bedrijfsresultaat
€
-185.000
Subsidie bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Subsidiebehoefte voor variant II (prijspeil 2010)
€ € €
1.111.700 185.000 1.296.700
Voordeel ten opzichte van het basismodel
€
149.000
Bijlage 4
Variant III
Variant III Aankoop pand + investeren in duurzame energie + doorvoeren van besparingen IJsbaan ringbaan (110.000 * € 4.5) verenigingen ringbaan 480 uur * € 240) ijshockeybaan (20.000 * € 4.5) verenigingen ijshockeybaan (1.500 uur * € 70) scholen (3.000 * € 2.75) overige verhuur
495.000 115.200 90.000 105.000 8.250 35.000
Horeca food dranken overig
140.000 284.000 16.000
Evenementen 5 keer afkoop horeca
toelichting
excl. btw
Baten
848.450
op basis van 130.000 recreatieve bezoekers verenigingen op basis van rooster uren en 22.000 bezoeken
440.000
12.500
aanname van 5 keer afkoop van de horeca
12.500
Subsidie 2010 volgens bestaand beleid
1.111.700
Totaal baten
€
+
2.413.000
Lasten Personeelskosten onderhoud vast personeel techniek oproepkracht (gedetacheerd personeel) dagelijkse schoonmaak horeca vast personeel (3 fte 38 uur per week) oproepkrachten organisatie directie kassa en receptie + omloopbeveiliging boekhouding marketing en back up overige personeeslkosten
90.000 115.000 65.000 80.000 45.000
Kapitaallasten gebouw + ondergronderfpacht gebouw erfpacht
845.669 0
Energiekosten + water houtsnippers elektriciteit (stelpost onvoorzien) water
140.000 5.000 10.000
Onderhoud onderhoud (op basis van MOP) extra onderhoud duurzame energie aanschaf inventaris via de reservering klein dagelijks onderhoud Inkoop horeca en inventaris inkoop aanschaf inventaris
785.000 140.000 0 50.000
aanname van directiekosten per januari 2010 bekostiging uit vrijval extern bureau en intern herschikken
rentevastperiode 30 jaar rentepercentage 5% (annuiteit ter grootte van de huur)
845.669
aankoop op basis van de ijsfuncties zonder congres en fitnessfunctie maakt onderdeel uit van de aankoop gebouw + ondergrond 155.000 € 132.000 lagere grondstofkosten (houtsnippers) stelpost voor eventuele overblijvende electrische installaties 33.000 op basis van het MOP voor het jaar 2010 verloopt via de reservering € 3.000,- meer dan gasgestookte installatie geplande aankopen verlopen via de jaarlijkse reservering
3.000 0 30.000 185.200 145.200 40.000 60.000
Beveiliging evenementen stelpost
10.000
Rentelasten lening € 500.000,-+ overige rentelasten
percentage personeelskosten terugbrengen naar 35% besparing van € 25.000,- of 1.200 uur kostendekkend houden
115.000 85.000
Marketing reclame uitingen
Overig huisvestingskosten
op basis van vier vaste formatieplaatsten besparing van € 19.000,- doorvoeren
op basis van 33% van de omzet 60.000 10.000
150.000
150.000
65.000
65.000
€ 10.000,- extra rentelasten t.o.v. gasgestookte installatie
Afschrijvingen
150.000
150.000
geen extra afschrijving op het gebouw of voor duurzame energie
Onderhoudsreserveringen + duurzame energie
165.000
Totaal kosten
165.000 €
+
€ 15.000,- extra reserveringen t.o.v. gasgestookte installatie
2.604.000
Bedrijfsresultaat
€
-191.000
Subsidie bestaand beleid Tekort ten opzichte van de subsidie Subsidiebehoefte voor variant III (prijspeil 2010)
€ € €
1.111.700 191.000 1.302.700
Voordeel tenopzichte van de basisopstelling
€
143.000
Bijlage 5
Detaillering van het ijssportseizoen
Bijlage 5: Detaillering van het ijssportseizoen
Detaillering seizoen 2009
maanden variabel
inkomsten subsidie
totaal
uitgaven variabel
vast
vergelijking van resultaten variabel voordeel verschil (seizoen)
totaal
september
€
63.853
92.664
€
159.779
€
241.337
€
33.681
€
275.018
€
30.172
€
-115.239
oktober
€
179.842
92.664
€
272.506
€
223.621
€
27.443
€
251.065
€
152.398
€
21.441
november
€
199.771
92.664
€
292.435
€
204.123
€
29.244
€
233.367
€
170.527
€
59.068
december
€
199.771
92.664
€
292.435
€
204.123
€
29.244
€
233.367
€
170.527
€
59.068
januari
€
214.101
92.664
€
306.765
€
222.686
€
38.319
€
261.005
€
175.782
€
45.760
februari
€
169.338
92.664
€
262.002
€
215.424
€
37.511
€
252.935
€
131.827
€
9.066
maart
€
149.580
92.664
€
242.244
€
205.529
€
41.207
€
246.736
€
108.372
€
-4.492
20.545
92.664
€
113.209
€
176.353
€ €
19.231 -9.584
€
195.584
€
1.314
€
-82.375
1.196.799
741.312
€
1.941.373
€
1.693.198
€
246.296
€
1.949.078
€
940.919
€
-7.704
april € ectie van directiekosten
totalen
€
Bijlage 5: Detaillering van het ijssportseizoen (Vervolg 1)
Detaillering van het ijssport seizoen Bij het inzien van de varianten blijkt dat Variant I weliswaar een besparing oplevert, maar ook een keerzijde heeft. Het radicaal terugbrengen van de openstelling en het “weg sorteren” van verenigingsuren is een impopulaire maatregel en roept weerstand op die moeilijk is te weerleggen. Met dat gegeven is specifieker gekeken naar de resultaten per maand en dan in het bijzonder naar de maand september (openstelling) en de maand april (sluiting ijsbaan). Deze specifieke analyse is uitgevoerd met het idee om eventueel later in het seizoen open te gaan en eerder te sluiten om kosten te besparen. Deze analyse verdiept het patroon van bezoeken in het ijssport seizoen10 en het geeft dus niet het financiële beeld over een heel jaar. Deze detaillering per maand is als samenvatting gepresenteerd in bijlage 5. Deze samenvatting is het resultaat van het ijssport seizoen van 2009. Het is de compilatie van de maanden januari tot en met april, plus de maanden september tot en met december 2009. Bij elkaar genomen is dit één volledig en actueel seizoen van 2009. Voor de nog ontbrekende maandgegevens van dit lopende seizoen is gebruik gemaakt van de resultaten van die betreffende maanden van 2008, of gemiddelden of prognoses van het ijssport seizoen van 2009. Toelichting op de presentatietabel De tabel toont de inkomsten per maand tegenover de vaste kosten per maand en de variabele kosten per maand. Op deze wijze ontstaat een vergelijking per maand van inkomsten tegenover de variabele kosten. Dit zijn de extra kosten om de ijsbaan te laten functioneren. Inkomsten Dit zijn de inkomsten precies zoals die zijn geboekt in de maanden van het ijssport seizoen op de onderwerpen entree, verhuur, horeca, subsidie en overig. Voor de verhuur is een correctie doorgevoerd voor betalingen op rekening die later in het seizoen worden betaald en ingeboekt. Vaste kosten Dit is de verzameling van kosten die ongeacht het seizoen worden gemaakt, maar dan wel met het oog op het functioneel houden van de ijsbaan, voor het aankomende ijssport seizoen. Variabele kosten De variabele personeelskosten zijn de kosten voor de bemensing van de kassa en beveiliging en het dagelijkse toezicht. De variabele horeca inkoop is de omzet gerelateerde inkoop die is gebaseerd op 31% van de omzet. Variabele energiekosten Met het oog op besparingen (door later open te gaan en eerder te sluiten) zijn voor de maanden september en april de energiekosten gespecificeerd. De energiekosten ( € 15.992,-) voor de maand september zijn de variabele (opstart)kosten. Deze uitgaven kunnen worden verlegd naar oktober. Voor de energiekosten voor april ( € 7.996,-) geldt hetzelfde. Deze uitgaven kunnen teruggehaald worden naar de maand maart. De energiekosten van september en april zijn de besparing over het hele ijssport seizoen, een besparing van afgerond € 24.000,-.
10
IJssport seizoen is landelijk (traditioneel) vanaf begin oktober tot half maart.
Bijlage 5: Detaillering van het ijssportseizoen (Vervolg 2)
Bevindingen op basis van de tabel
IJs loont! Later opengaan en eerder sluiten van het seizoen is een variatie op het radicaal terugbrengen van de openstelling zoals variant I voorstelt. Deze tabel verklaart wat de maanden september en april opleveren ten opzichte van de variabele kosten in die twee maanden. Financieel gezien kunnen deze twee maanden winstgevend, kostendekken of verliesgevend zijn. Het blijkt dat deze twee maanden voordeel opleveren boven de variabele kosten. Doorredenerend zou zelfs de maand augustus al lonend zijn om de ijsbaan open te stellen, zolang de inkomsten minimaal de variabele kosten van circa € 30.000,- per maand overstijgen. Per saldo zijn de twee maanden september en april nog wel verliesgevend ten opzichte van de overige maanden van het ijssport seizoen. Is er dan geen besparing mogelijk? De tabel toont aan dat sluiting van de ijsbaan in september en april het exploitatienadeel zelfs vergroot door het wegvallen van het voordeel uit variabele inkomsten. Maar de ijsbaan kan de openstelling nog wel voordeliger organiseren, door het openstellen van de ijshockeybaan en de ringbaan te faseren. Zo is nog eens diepgaander het patroon van bezoeken geanalyseerd in de weken van september en april. Het blijkt dat in het ijssport seizoen per week gemiddeld circa 4.400 schaatsers komen (vooral op de ringbaan). Terwijl in de eerste weken van september per week maar 1.100 schaatsers komen. Ofwel het eventueel later opengaan van de ringbaan is sportspecifiek gezien nog wel uit te leggen, maar echte voordelen zijn er niet. Bijzonder genoeg is die situatie in april voor de ringbaan ongunstiger. Per week komen nog steeds 2.900 schaatsers en de verwachting vooraf was dat dit aantal lager zou liggen. Hierbij moet worden vermeld dat hier sprake is van een opgaaf over één seizoen. Over meerdere seizoenen zou het bezoek van april wellicht meer de landelijke trend kunnen volgen. Het blijkt dat verenigingen vooral nog redelijk intensief gebruik maken van de ijshockeybaan in de maanden september en april. De bezetting is dan ongeveer 50% van de normaal gemiddelde bezetting in het ijssport seizoen.
Slotconclusie De conclusie uit de verdere verdieping in het patroon van bezoeken per week over de maanden september en april is, dat het later opengaan en het eerder sluiten van de ijsbaan financieel nadelig is. Het eventueel gefaseerd opengaan is wel uit te leggen omdat een schaatser in die eerste en laatste weken “duurder” is per keer, gemeten naar de subsidie per keer. Maar per saldo en over het seizoen gemeten, gaat de subsidie per schaatser per keer omhoog, als de ijsbaan in september en april wordt gesloten. Het zou een sterk signaal zijn om met alle schaatsverenigingen en het professionele ijshockeyteam een soort startprogramma te organiseren in september of nog eerder. Immers alle variabele opbrengsten boven de variabele kosten zijn voordelen ten opzichte van het totale tekort en de jaarlijkse subsidie.
Bijlage 6
Opdrachtformulering
N T E
^
Direciie Lowo.ners Bsleid li Reafeaue
in^p-np-m
Korts Nieuv,straat 6 S511 PP Nijmegen Telefoon (024) 325 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mai!
[email protected]
Grontmij Marktpian t.av. mevr. C. Sissingh verzending via e.mail
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Coniactpe.'soon
15-07-2009
L100/
John van Boxtel
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
329670Q3
Offerte foto Triavium
Geachte mevrouw Sissingh, beste Cleo, In ven/olg op ons telefoongesprek van gisteren treft u bijgevoegd de opdracht 'Foto IJsbaan Triavium' aan. De opdracht vormt de basis voor een door u uit te brengen offerte''. Eveneens is een basisdossier ter informatie bijgevoegd. De aan u verstrekte informatie heeft een venrouwelijk karakter.
3
Conform afspraak brent u uiteriijk 17 juli een offerte uit. De offene kunt u via mail toesturen aan; - j.van.boxteKgnijmegen.nl - p,
[email protected] r-'ianning:
offertegesprek: 20 juii. Tijd: 15.00-16.00 uur. Lokatie: gemeentehuis, Korte Nieuwstraat te Nijmegen opdrachtveriening: week 20-24 juli (cnoer voorbehoud bestuuriijke instemmiinc) opieveren rapportage door onderzoeksbureau: 11 septemiber ik g2 er van uit u hiermee correct te hebben geTnformeerd an zie uw offerte met beiangstelling tegemoet.
, - ^ ^ t lyriendelijte •
John vafKgoxtei, ^rogram.rn^anager Sport.
i n Pc
^
3^ ^
len 3 33-
•'Foto Usbaan T r i a v i u m " Opdracht
cnafhankeUik
onderzoek
naar luidjgs
en tnekomstiga
bsdrijfsvosring
Triavium
BV
Inleiding Op 9 juni 2009 heeft het College van Burgemeester en V^/ethouders maatregelen getroffen ter verbetering van de bedrijfsvoering van Triavium BV. Een van de maatregelen betrof de opdracht om zorg te dragen voor een analyse van de bedrijfsvoering door middel van een onafhankelijk onderzoek. Dit onafhankelijke onderzoek zal een gemeenschappelijke opdrachtgever kennen: de gemeente en de wnd. Directie Triavium. De gemeenteraad is over deze en andere maatregelen per brief van 10 juni jl. geTnformeerd. Deze aanzet is bedoeld als basisdocument voor offerte-aanvragen aan externe partijen voor de uitvoering van het onafhankelijk onderzoek naar de bedrijfsvoering van het Triavium. Doelstelling onderzoek/analyse Het onderzoek heeft tot doel om van een deskundige onafhankelijke partij informatie en advies te ontvangen gericht op: het realiseren c q . een bijdrage leveren aan de gemeentelijke doelstellingen op het beleidsterrein sport zoals opgenomen in de vastgestelde sportnota 'Accenten Beleidsnota Sport 2007-2010 en (meerjaren)begroting 2009 e.v.; een financieel sluitende exploitatie met ingang van 2010 waarbij tenminste 2 scenario's worden uitgewerkt: 1. scenario uitgaande van de omvang van de huidige gemeentelijke subsidie waarbij de consequenties voor de bedrijfsvoering van Triavium in beeld worden gebracht; 2. scenario waarin bestaande beleidsdoelstellingen mbt openingstijden, bezoekersaantallen, tarieven e.d. zoveel mogelijk worden gehandhaafd op het huidige niveau en de consequenties hiervan op de bedrijfsvoering inclusief de gemeentelijke subsidie in beeld worden gebracht. een solide vermogenspositie van de onderneming binnen een periode van maximaal 4 jaar incluS „ . ...JcRl „\Ue rriearjareninvesteringsplan, inzicht in het meerjarenonderhoud en bijbehorende onderhoudsvoorziening en een n^eeriarsnproqpnse v s - - e '!C"-'''"''eits~ en f'nancierinrjphehoefte. Aar. iQ^i.. :g:iDieaen anaivse De analyse van de bedrijfsvoering dient inzicht te bieden in : de feitelijke opzet en werking van de bedrijfsvoering binnen het Triavium per 1 juli 2009 o.a. a. de inhoudelijke en financiele prestaties van ds ondernsming b. de organisatie en personeel c. de kosten- en opbrengstenstructuur d. de sturing en verantvvoording geldende kaders waarbinnen de bedrijfsvoering van het Travium functioneert met name: o contractuele verplichtingen met een looptijd van 2 jaar of langer nnbt kosten (personeel, ieveranciers) en opbrengsten (meerjarige c q . vaste verhuurafspraken, meerjarige c q . vasie tariefafspraken) c het geldende huurcontract van het pand o hst geldende bestemmingsplan en miiieuvergunning 3 parkeervoorzieningen in de directe omgeving van Triavium de toekomisiige miarktsituatie (vraag/aanbod) van Triavium 'n Mijmegen miede in het licht van de .marksituatie van soortgelijke ondernemingen in Nederiand. corzaken (feitenr'acLoren) van de nadeiJae e:
Oodrachta evers chas: Het onderzoek wordt verricht in gem.eenschappelijke opdracht van de v/aarnemend directeur Triaviumi en de gemieente Nijmegen, die daartoe op 9 juni jl. opdracht heeft gekregen van het Coiiege van Burgemeester en VVethouders. De onderzoeksopdracht alsmede de keuze voor het onderzoeksbureau worden tevoren overiegd met de gemteente bestuurlijk vertegenwoordigd door de burgemeester Th. de Graaf als aandeelhouder en wethouder P. Depla ais wethouder Sport. De kosten van het onderzoek worden vera.ntwoord binnen de exploitatie Triavium ten laste van het resultaat 2009.
Qpdrachtnemerschap: De opdracht wordt versterkt aan een onafhankelijk bureau met bewezen kwaliteiten in de uitvoering van dergelijk onderzoek en geen relatie heeft of heeft gehad met de BV Triavium. Doorfooptijd: Het onderzoeksrapport wordt uiteriijk 15 September opgeleverd. Bronmateriaal: I en behoeve van het onderzoek kan gebruik worden gemaakt van aiie beschikbare informatie binnen de BV Triavium en informatie mbt het Triavium binnen de gemeente Nijmegen.