dienst managementteam
Meerjarenplan 2014-2019
19 december 2013 – aangepaste versie
Meerjarenplan 2014-2019
2
versie 19-12-2013 aangepast
Inhoud Inleiding _____________________________________________________________ 5 Strategische nota ______________________________________________________ 7 1. 2. 3. 4.
Algemeen beleid en veiligheid __________________________________________________ 7 Ruimte, milieu en economie ___________________________________________________ 8 Cultuur, vrije tijd en onderwijs _________________________________________________ 9 Welzijn ___________________________________________________________________ 10
Financiële nota _______________________________________________________ 11 1. 2.
Financieel doelstellingenplan __________________________________________________ 11 Staat financieel evenwicht ____________________________________________________ 11
Toelichtingen ________________________________________________________ 13 1.
2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9.
Omgevingsanalyse __________________________________________________________ A. Analyse per dienst ______________________________________________________ B. Analyse stadsmonitor ___________________________________________________ C. Inspraak ______________________________________________________________ Financiële risico‟s ___________________________________________________________ A. Omschrijving van de financiële risico‟s ______________________________________ B. Middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt om die risico‟s te dekken Lijst beleidsdoelstellingen ____________________________________________________ Interne organisatie __________________________________________________________ A. Organogram __________________________________________________________ B. Personeelsbestand _____________________________________________________ C. Budgethouderschap en goedkeuringsprocedure aankopen ______________________ D. Samenstelling beleidsdomeinen ___________________________________________ Verbonden entiteiten ________________________________________________________ Fiscaliteit __________________________________________________________________ Financiële schulden _________________________________________________________ Overzicht volgens Vlaamse beleidsprioriteiten ____________________________________ Overzicht volgens beleidsindeling ______________________________________________
13 13 13 26 35 35 35 37 39 39 42 44 47 53 53 53 54 54
Bijlagen ____________________________________________________________ 55
Meerjarenplan 2014-2019
3
versie 19-12-2013 aangepast
Meerjarenplan 2014-2019
4
versie 19-12-2013 aangepast
Inleiding Uit omzendbrief BB 2013/04 “Alle besturen die BBC toepassen, maken in 2013 een meerjarenplan op dat loopt van 2014 tot en met 2019. Het meerjarenplan overlapt dus één jaar met de volgende bestuursperiode (2019), zodat ook dan het eerste jaar gebruikt kan worden als overgangsjaar om de nieuwe meerjarenplanning op te stellen. Het meerjarenplan wordt vastgesteld vóór de raad beraadslaagt over het budget voor 2014. Het budget volgt uit de meerjarenplanning, niet omgekeerd. […]
Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting, die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.”
De omzendbrief BB 2013/04 van 22 maart 2013 beschrijft de richtlijnen over de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleidsen beheerscyclus. In het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van de stad Sint-Niklaas gebruiken we de richtlijnen als basis voor de structuur van de documenten. Daardoor willen we niet alleen aangeven dat het bestuur nauwgezet de richtlijnen tracht op te volgen, maar bieden we ook houvast voor de overgang tussen de „nieuwe gemeentelijke boekhouding‟ (NGB) en de „beleids- en beheerscyclus‟ (BBC). Het is immers voor iedereen een grote overstap naar een nieuw boekhoud- en beleidsinformatiesysteem: zowel voor de bestuurders als de administratie zal het nog enige tijd vergen vooraleer de nieuwe terminologie en structuur van de documenten ingeburgerd is. Om de overstap naar de BBC toch minder bruusk te maken en om ervoor te zorgen dat de informatiebehoefte van de raadsleden voldoende wordt ingevuld voorzien we, naast de decretaal verplichte documenten, ook nog enkele documenten die nauw aansluiten bij de documenten die vroeger gebruikt werden. Zowel op het niveau van het meerjarenplan als op dat van het budget is er een bijlage die gesorteerd werd volgens de beleidsindeling in domeinen, velden en items en daardoor refereert aan de vroegere functionele indeling van de begrotingsdocumenten. Een ander gevolg van de inwerkingtreding van de BBC is dat een vergelijking met de voorgaande jaren onmogelijk is: de beleidsindeling komt niet overeen met de vroegere functionele indeling en het algemeen rekeningstelsel komt evenmin overeen met de vroegere economische codes. Daarom leek het ons raadzaam om geen vergelijkingen te maken met voorgaande jaren. 2014 wordt dus het nieuwe referentiejaar voor de volgende jaren, de start van het BBC-tijdperk. Dat wordt ongetwijfeld een boeiend tijdperk, want de BBC biedt de nodige garanties voor een rijk en gevarieerd instrumentarium voor beleids- en beheersinformatie.
Meerjarenplan 2014-2019
5
versie 19-12-2013 aangepast
Meerjarenplan 2014-2019
6
versie 19-12-2013 aangepast
Strategische nota Uit omzendbrief BB 2013/04 “De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur voor de periode van het meerjarenplan. Daarbij worden enkel de prioritaire beleidsdoelstellingen expliciet getoond. De andere beleidsdoelstellingen maken deel uit van het « overige beleid ». Ze worden niet vermeld in de strategische nota, maar de financiële vertaling ervan wordt uiteraard wel meegenomen in het meerjarenplan. […] De regelgeving legt geen specifiek schema op voor de vorm van de strategische nota van het meerjarenplan. Het bestuur kan die dus zelf bepalen. Wel moet het bestuur voor de beleidsdoelstellingen de volgende drie vragen beantwoorden : Wat willen we bereiken ? Wat gaan we daarvoor doen ? Wat zijn de financiële gevolgen ?”
In het witboek voor de bestuursperiode 2013-2018, „Krachtlijnen voor verandering en continuïteit‟, schreef het nieuwe bestuur een aantal beleidslijnen neer waarvan het de komende jaren werk wil maken. In het meerjarenplan 2014-2019 krijgen die opties concreet invulling en een financiële vertaling. In het meerjarenplan dat nu voorligt, trachten we om binnen de beperkte financiële middelen een evenwichtig pakket van maatregelen en nieuwe initiatieven en investeringen voor te leggen. Het is duidelijk dat er op veel vlakken bespaard moest worden om het huidige beleid verder te zetten en om nieuwe projecten te kunnen verwezenlijken. Ook heeft het bestuur soms moeilijke keuzes moeten maken tussen alle voorliggende plannen en behoeften. Hieronder geven we de belangrijkste focuspunten en accenten, gegroepeerd per beleidsdomein. Voor een meer gedetailleerd overzicht verwijzen we naar bijlage 1 (40 p.). Daarin wordt per beleidsdoelstelling opgesomd rond welke actieplannen in elk jaar van de periode 2014-2019 gewerkt zal worden, met een totaalbudget per doelstelling. De 34 prioritaire doelstellingen (PBD) refereren aan het witboek, de 4 niet-prioritaire doelstellingen (NPBD) vatten het regulier beleid. Er wordt telkens een onderscheid gemaakt tussen exploitatiebudget (E), investeringsbudget (I) en andere (A, bv. leningen).
1. Algemeen beleid en veiligheid Een goede administratieve dienstverlening staat bovenaan de prioriteitenlijst. In het stadhuis willen we een klantvriendelijke en efficiënte afhandeling van alle vragen. De loketdiensten worden herschikt en geïntegreerd, zodat de burger zo snel mogelijk geholpen wordt (kostprijs: 1,5 miljoen EUR). Door een verregaande digitalisering willen we het mogelijk maken dat de bevolking zo veel mogelijk producten digitaal kan aanvragen en ontvangen. De totale ICT-investering wordt geraamd op 3,8 miljoen EUR. Het stadsarchief verhuist naar een nieuwe vleugel in het stadhuis (Parkstraat, kostprijs 2,5 miljoen EUR). De uitvoerende en technische diensten van stad en OCMW gaan samenwerken in de stadswerkplaatsen, die na 50 jaar in fasen gerenoveerd zullen worden (kostprijs: 3 miljoen EUR). De diensten zullen zoveel mogelijk aanwezig zijn in het straatbeeld, om de buurten leefbaar, onderhouden en rein te houden. Dankzij een gebiedsgerichte aanpak werken de verschillende diensten niet meer naast elkaar, maar in geïntegreerde ploegen. De nodige investeringen in het machinepark worden daarvoor voorzien. Verder blijft het de betrachting om in te zetten op een efficiënter en slanker ambtenarenapparaat, evenwel zonder dat er naakte ontslagen vallen. De aanpassing van de rechtspositieregeling en de
Meerjarenplan 2014-2019
7
versie 19-12-2013 aangepast
uitbesteding van een deel van de huisvuilophaling aan Mi-Wa zijn al de eerste stappen in die richting. Ook door de samenwerking met het OCMW en andere overheden kan er rationeler gewerkt worden, waardoor de dienstverlening erop vooruitgaat. In de meerjarenplanning wordt uitgegaan van een tempering van het jaarlijks stijgingspercentage van de personeelskost tot 1,4 %. De stad wil het gebouwenpatrimonium op een duurzame manier onderhouden. De verkoop van gebouwen waarin geen dienstverlening plaatsvindt (conciërgewoningen, gebouwen die verhuurd worden…) zal aangewend worden voor duurzame investeringen in de andere stadsgebouwen. Die willen we beheren en onderhouden als een goede huisvader. In totaal wordt hiervoor 8 miljoen EUR uitgetrokken. Met de advies- en dorpsraden sluit de stad een afsprakennota af, die de wederzijdse engagementen duidelijk vastlegt en de basis vormt voor een goede verstandhouding met het middenveld. Binnen de stad werkt een stuurgroep een beleidskader uit om inspraak en participatie, bv. bij grotere infrastructuurwerken of naar aanleiding van concrete thematische of gebiedsgerichte initiatieven, structureel in te bedden in de organisatie. Voor de deelgemeenten evolueren de jeugdcentra naar gemeenschapscentra, die ook inzake samenhorigheid een rol te vervullen hebben. Binnen veiligheid en leefbaarheid liggen de prioriteiten van de politie voor 2014-2017, zoals bepaald in het zonaal veiligheidsplan, als volgt: Leefbaarheid in het kerngebied: via dit project wil de politie geïntegreerd en integraal werken rond verschillende fenomenen die de stadskern belasten en wil ze het onveiligheidsgevoel van de gebruikers van de stadskern doen afnemen door nog meer zichtbaar en aanspreekbaar op straat aanwezig te zijn. Verkeersveiligheid: het garanderen van een veilige mobiliteit voor iedereen begint in de eerste plaats door een volgehouden handhaving rond steeds weerkerende thema‟s. Dit blijft een belangrijke kerntaak voor de politie. Daarnaast wil de politie met dit project ook investeren in een verkeers- en veiligheidsbeleid dat maatregelen stimuleert op vlak van infrastructuur, educatie, voorlichting en communicatie met als doel het aantal verkeersongevallen te doen afnemen. Inbraken: het voorkomen en beheersen van inbraken. Informaticacriminaliteit: inzicht krijgen in de verschillende informaticamisdrijven met als doel voorbereid de verdere digitale toekomst tegemoet te gaan en een antwoord te formuleren naar slachtoffers. Fietsdiefstal: het voorkomen, doen afnemen en beheersen van fietsdiefstal. De stad blijft ook verder investeren in een goed werkend brandweerkorps, in afwachting van de zonale werking van de brandweerkorpsen in het Waasland.
2. Ruimte, milieu en economie Voor alle ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP‟s) en masterplannen voor de inrichting van de geplande en nieuwe projecten wordt een bedrag van 400.000 EUR voorzien. Verder wil de stad, door de aankoop en verkoop van gronden, een actieve speler worden op het vlak van gebiedsontwikkeling. De plannen die in het verleden opgesteld werden (bv. groenplan, speelweefselplan, ruimtelijk structuurplan, mobiliteitsplan…) blijven richtinggevend voor de concrete invulling. Waar mogelijk worden ze nog beter op elkaar afgestemd, bv. in het kader van de gebiedsgerichte werking. Voor de aankoop van gronden voor natuur- en bosontwikkeling voorziet de stad 700.000 EUR. De uitvoering van het groenplan en het parkbeheersplan zal binnen het budget van 1 miljoen EUR uitgevoerd worden.
Meerjarenplan 2014-2019
8
versie 19-12-2013 aangepast
De definitieve heraanleg van het kruispunt Driekoningen, waarvan het stadsaandeel op 1,4 miljoen EUR geraamd wordt, is een belangrijke schakel in een vlotte doorstroming in de binnenstad. Voor de (her)aanleg van rijbanen, voet- en fietspaden worden de gebruikelijke investeringen voorzien, die aangewend worden volgens de behoeften. In totaal wordt 9 miljoen EUR uitgetrokken voor de aanleg van wegen. Zoals de voorbije jaren ook het geval was, worden verder tal van rioleringsprojecten opgestart en afgewerkt, waarbij de timing wordt afgestemd op de subsidies van Aquafin. Het stadsaandeel voor al deze rioprojecten wordt geraamd op 25 miljoen EUR. De belangrijkste uit te voeren projecten in de centrumstad zijn de oostelijke tangent van de ring rond Sint-Niklaas, Heimolen, N70 (tussen Parklaan en Singel) en Raap- en Bellestraat. In de deelgemeenten gaat het om de Moortelhoekstraat – Valk en de Kerkstraat en omgeving (Belsele), Sinaaidorp (fase 2) en Uilenstraat (Nieuwkerken). Ter ondersteuning van het parkeerbeleid wordt meer dan 400.000 EUR voorbehouden voor de actualisering van het parkeergeleidingssysteem en de parkeerautomaten, maar de stad wil in de eerste plaats inzetten op een heel arsenaal van maatregelen voor een duurzaam mobiliteitsbeleid (ten bedrage van 1,3 miljoen EUR). De dienstverlening van de stad inzake economie willen we volledig herbekijken, zodat het ten volle aansluit op de noden van het bedrijfsleven in de stad. Een herstructurering van de inspraakorganen en een nieuwe organisatorische inbedding van de dienst economie zijn de eerste stappen. De bestaande belastingen worden volledig herschikt en administratief eenvoudiger gemaakt.
3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs Belangrijk voor de verenigingen is dat ze op de stad kunnen rekenen op het vlak van infrastructuur en logistieke ondersteuning. De volgende jaren wil de stad hierop blijven inzetten. Zoals bij het begin van elke bestuursperiode worden de prijzen van de retributies wel eenmalig geïndexeerd (doordat ze de voorbije zes jaar gelijk bleven). Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om bepaalde retributies wat te herschikken en rationaliseren. De premiestelsels zijn aangepast aan de besparingsdoelstellingen. Ten opzichte van het budget 2013 bevat het ontwerpbudget van 2014 een besparing van 450.000 EUR op het vlak van premies, hetzelfde bedrag dat werd vooropgesteld in het witboek. Door het Sint-Niklase beleid maximaal af te stemmen op de Vlaamse beleidsprioriteiten hopen we dat we aanspraak kunnen blijven maken op de Vlaamse middelen op het vlak van onder meer ontwikkelingssamenwerking, flankerend onderwijsbeleid, jeugd, sport en cultuur. Een groot deel van deze middelen stroomt immers door naar het middenveld. De stad blijft ook investeren in feestmateriaal, dat de verenigingen kunnen gebruiken voor hun activiteiten (in totaal voor meer dan 180.000 EUR). De bibliotheek wordt gerenoveerd op de huidige locatie. Doordat het archief naar de site van het stadhuis verhuist, kan worden geïnvesteerd in het bibgebouw om de bouwkundige, bouwtechnische en veiligheidsproblemen aan te pakken. De kostprijs van deze werken wordt geraamd op 2 miljoen EUR. Intussen wordt een langetermijnvisie uitgestippeld in een masterplan voor het Hendrik Heymanplein. In het museum is de belangrijkste investering de restauratie van het huis Janssens (1,2 miljoen EUR, waarvan ca. 2/3 wordt gesubsidieerd). In de schouwburg wordt duurzaam geïnvesteerd in ledverlichting in de theatertechniek (240.000 EUR) en de Vrije Ateliers kunnen op hun huidige locatie
Meerjarenplan 2014-2019
9
versie 19-12-2013 aangepast
blijven dankzij gerichte investeringen (400.000 EUR stadsaandeel). De conciërgewoning Walburg wordt vanaf 2014 gerestaureerd, deels met Vlaamse middelen, en omgevormd tot een accommodatie van vergaderzalen. Verder is er ook nog de investering in de VTS-site (zie hierna). In de sportsector gaat veel aandacht uit naar de renovatie en uitbreiding van het sportcentrum De Witte Molen in het stadscentrum (inkomhal, kleedkamers, sanitair, luchtbehandeling, sportvloer, parking… in totaal een investering van meer dan 2,4 miljoen EUR), maar ook de andere sportcentra worden niet uit het oog verloren (zoals de judozaal in Sinaai). In Sinbad worden de sport- en yogazaal voorzien van nieuwe kleedkamers, sanitair, luchtgroep en een doorloopdouche boven de voetenbak aan het zwembad, goed voor een investering van 430.000 EUR. Voor de jeugd springen vooral de investeringen ten behoeve van jeugdcentrum De Galjaar (Belsele) in het oog (300.000 EUR) en de ondersteuning van het jeugdwerk op de VP-site (infrastructuursubsidie van 200.000 EUR). Intussen wordt het jeugdcentrum Troelant (Sinaai) afgewerkt tegen de zomer van 2014. Voor de uitvoering van het speelweefselplan (op openbare speelterreinen) voorziet de stad meer dan een half miljoen EUR, net als voor infrastructuursubsidies voor jeugdbewegingen. In de basisscholen wordt verder geïnvesteerd, waarbij vooral het bouwdossier in De Droomballon niet onvermeld mag blijven (475.000 EUR, ter vervanging van de containerklassen). Op de academiesite zorgt de VTS-site voor de noodzakelijke extra ruimte ten behoeve van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans (SAMWD) en de schouwburg, waardoor o.m. de afdeling Rollierstraat geïntegreerd kan worden op deze site.
4. Welzijn Er worden verschillende plannen opgesteld in de welzijnssector, die concreet vorm moeten geven aan het welzijns- en diversiteitsbeleid: een armoedeplan, een zorgstrategisch plan en een ouderenbeleidsplan. Een sociaal seniorenbeleid wordt een van de speerpunten in het nieuw op te stellen ouderenbeleidsplan. De welzijnsdiensten van stad en OCMW worden tegen eind 2014 gegroepeerd in een nieuw gebouw op de oude terreinen van de voetbalploeg Gerda (in de Abingdonstraat). Zoals hierboven al aan bod kwam bij het jeugdwerk, zal de stad ook in het kader van kinderopvang investeren in de VP-site. Naast de 200.000 EUR ten behoeve van jeugd is er ook 1,4 miljoen voorzien voor de nieuwe centrale locatie voor de buitenschoolse opvang en de speelpleinwerking. Voor kinderopvang is er ten slotte ook nog een 4de kinderdagverblijf voorzien op de site van Den Azalee, in samenwerking met het OCMW. De stad speelt een actievere rol als regisseur van het lokale integratie- en inburgeringsbeleid op haar grondgebied, in samenwerking met partners als het Huis van het Nederlands, Inburgering Oost-Vlaanderen en de centra voor volwassenenonderwijs. Met bijkomende middelen wordt een stedelijk aanbod uitgewerkt, aanvullend op de bestaande initiatieven, dat de nadrukt legt op taalstimulering, mobiliteit en integratie in de vrijetijdssector. Met de buurtstewards wordt verder gewerkt aan de integratie van de Roma. Voor de begraafplaatsen ten slotte wordt een investeringsenveloppe van 1 miljoen EUR voorzien.
Meerjarenplan 2014-2019
10
versie 19-12-2013 aangepast
Financiële nota Uit omzendbrief BB 2013/04: “De financiële nota van het meerjarenplan bestaat uit het financiële doelstellingenplan, opgemaakt volgens modelschema M1, en de staat van het financieel evenwicht [M2].”
1. Financieel doelstellingenplan Uit omzendbrief BB 2013/04: “Het financiële doelstellingenplan toont per beleidsdomein en per financieel boekjaar het totaal van de ontvangsten en uitgaven, voor alle prioritaire beleidsdoelstellingen en voor het overige beleid. Doordat daarbij ook het beleidsdomein 'algemene financiering' opgenomen moet worden, krijgen de raadsleden een overzicht van hoeveel er voor de realisatie van de prioritaire beleidsdoelstellingen voor elk beleidsdomein wordt bijgedragen vanuit de algemene financieringsmiddelen.”
Bijlage 2 (decretaal schema M1, 3 p.) omvat een groepering per beleidsdomein (alfabetisch geordend op code): - ABV (1. Algemeen beleid en veiligheid) - AF (0. Algemene financiering) - CVO (3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs) - RME (2. Ruimte, milieu en economie) - WEL (4. Welzijn) Verder wordt in dit schema een onderscheid gemaakt tussen de prioritaire beleidsdoelstellingen (PBDS – dit zijn de doelstellingen vermeld in het witboek) en het overig beleid en, zoals in bijlage 1, tussen exploitatiebudget (E), investeringsbudget (I) en andere (A, bv. leningen). De tegenhanger van dit document op het niveau van het budget is het schema B1.
2. Staat financieel evenwicht Uit omzendbrief BB 2013/04: “Uit de staat van het financieel evenwicht moet blijken dat de planning voldoet aan de normen voor het toestandsevenwicht en voor het structureel evenwicht.” “Het toestandsevenwicht houdt in dat het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter moet zijn dan of gelijk aan nul. Het structureel evenwicht wordt aangetoond aan de hand van de autofinancieringsmarge. Dat is een parameter die aangeeft in hoeverre de exploitatie-ontvangsten volstaan om de exploitatie-uitgaven en de intresten en schuldaflossingen te financieren. Het meerjarenplan voldoet aan de norm van structureel evenwicht als de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar van het meerjarenplan groter is dan of gelijk aan nul.”
In bijlage 3 (decretaal schema M2, 3 p.) wordt per soort budget (exploitatie, investering en andere) een beknopte samenvatting gegeven, met per soort budget ook het resultaat (inkomsten min uitgaven), wat in rubriek IV wordt opgeteld tot het budgettaire resultaat van het boekjaar en in rubriek VII tot het resultaat op kasbasis. Voor het budget werden deze gegevens ook weergegeven in het schema B5 (liquiditeitenbudget). Aan de hand van het schema M2 wordt aangetoond dat de autofinancieringsmarge in 2019 groter is dan of gelijk aan 0, waardoor het structureel evenwicht in 2019 bereikt wordt.
Meerjarenplan 2014-2019
11
versie 19-12-2013 aangepast
Meerjarenplan 2014-2019
12
versie 19-12-2013 aangepast
Toelichtingen Uit omzendbrief BB 2013/04 “De toelichting bij het meerjarenplan verduidelijkt de inhoud van het meerjarenplan en wordt steeds bij het meerjarenplan gevoegd, zowel bij de vaststelling ervan door de raad als bij de verzending naar de toezichthoudende overheid. De formele beslissing van de raad betreft het eigenlijke meerjarenplan. De toelichting bevat alle bijkomende informatie die nuttig is om die beslissing te onderbouwen. Zo wordt het meerjarenplan zelf niet overladen met technische details of bijkomende informatie. De regelgeving somt een aantal verplichte elementen op, die elk bestuur in de toelichting moet opnemen. Die opsomming is echter niet limitatief. De toelichting moet alle informatie bevatten die relevant is voor de raadsleden om hun beslissingen te ondersteunen.”
De minimale elementen van de toelichting volgens de Vlaamse richtlijnen worden in de volgende hoofdstukken telkens in cursief vermeld, met verwijzing naar de omzendbrief.
1. Omgevingsanalyse Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: de omgevingsanalyse; […]”
A. Analyse per dienst In bijlage 4 (188 p.) vindt u een uitgebreide omgevingsanalyse per dienst, die gemaakt werd half 2012, naar aanleiding van de administratieve voorbereiding voor het bestuursakkoord („witboek‟). Die zijn gebaseerd op een heel aantal bronnen per dienst.
B. Analyse stadsmonitor In dit document geven we de belangrijkste conclusies weer van een analyse van de laatste Stadsmonitor (2011), die het mogelijk maakt om Sint-Niklaas op een heel aantal vlakken te vergelijken met de andere centrumsteden. Er werd gefocust op de cijfers waar Sint-Niklaas afwijkt van het gemiddelde. Voor een duiding van de cijfers verwijzen we naar de Stadsmonitor 2011. De structuur van onderstaand overzicht volgt de structuur van de beleidsdomeinen.
Algemeen beleid en veiligheid
Fierheid over de eigen stad
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de bevolking dat fier is op zijn stad. Er werd gepeild naar de fierheid aan de hand van de stelling „Ik ben echt fier op mijn stad‟. In 2011 was gemiddeld 7 op 10 inwoners van de centrumsteden fier op Fierheid over de stad hun stad. Sint-Niklaas scoort hiervoor onder het gemiddelde 2008 2011 en tegenover 2008 is er ook een daling merkbaar (ook voor het gemiddelde van de centrumsteden). Sint-Niklaas 59,5% 53,9% Gemiddelde 71,0% 68,8%
Meerjarenplan 2014-2019
13
versie 19-12-2013 aangepast
Hiermee staat Sint-Niklaas op de 12de plaats van de centrumsteden. In het centrum zijn er iets meer mensen fier dan in de rand, waar een derde zich niet duidelijk uitspreekt. In het centrum is een vijfde niet fier. Jongeren (64%) en lager geschoolden (64%) zijn het meest fier.
Vertrouwen in stadsbestuur en politie
Deze indicator peilt naar het aandeel van de inwoners dat vertrouwen heeft in het stadsbestuur. De helft van de bevolking spreekt zich hierover niet duidelijk uit. Verder is het vertrouwen in SintNiklaas iets lager dan het gemiddelde. Het is wel hoger in het centrum dan in de rand.
Grafiek uit PowerPoint presentatie stadsmonitor
Informeren en consulteren
De indicator „informatie‟ wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat zich voldoende geïnformeerd voelt over de activiteiten, de dienstverlening, de initiatieven en de beslissingen in en door de stad. Sint-Niklaas haalt hiervoor een van de hoogste tevredenheidscores (64,4% tegenover 56,5% gemiddeld). Wat de consultatie betreft, wordt gepeild naar het aandeel inwoners dat vindt dat het stadsbestuur hen voldoende consulteert. Uit de stadsmonitor blijkt dat de tevredenheid hierover in Sint-Niklaas achteruit is gegaan tegenover 2008: van 36,2% naar 29,7%.
Grafiek uit PowerPoint presentatie stadsmonitor
Meerjarenplan 2014-2019
14
versie 19-12-2013 aangepast
Betrokkenheid (politiek, bereidheid tot inspraak, actieve betrokkenheid en politiek actief)
Voor de politieke betrokkenheid wordt gepeild naar het aandeel van de inwoners dat politiek geïnteresseerd is. Dit wordt gemeten aan de hand van de deelname aan overlegmomenten, hoorzittingen met ambtenaren en politici. De bereidheid om mee te praten over de stad is een opstap naar verdere betrokkenheid en de meewerking aan oplossingen. Het is een belangrijke randvoorwaarde naar meer participatie en Betrokkenheid centrum rand Sint13 burgerbetrokkenheid. Actieve per wijk (in %) Niklaas steden betrokkenheid geeft meer informatie over Overleg 12 6 10 10 de mate waarin inwoners zich verbonden Mening 17 19 17 23 voelen met hun stad, bekommerd zijn over de goede gang van zaken en mee willen Informatie 15 16 15 19 werken aan oplossingen van stedelijke Bewonersgroep 5 7 6 6 problemen. Bereidheid
38
42
40
40
Iets gedaan
8
15
10
14
Politieke activiteit gaat nog een stap verder dan actieve betrokkenheid.
Tabel uit PowerPoint presentatie stadsmonitor
Algemeen onveiligheidsgevoel
Het onveiligheidsgevoel ligt hoger in de stad (13,7%) dan in de buurt (6,3%). De gemiddelden van de centrumsteden bedragen 12,6% (stad) en 7,4% (buurt). Zowel op buurtniveau als op stadsniveau voelen vrouwen en lageropgeleiden zich onveiliger dan mannen en hogeropgeleiden. Ook ouderen voelen zich onveiliger dan jongeren. Ook het aandeel inwoners dat plekken mijdt is hoger op stadsniveau dan op buurtniveau (18,1% tegenover 8,2%). Tabel uit PowerPoint presentatie stadsmonitor
Criminaliteitsgraad
De criminaliteitsgraden zijn de som van de geregistreerde feiten voor autodiefstal, handtasdiefstal en woninginbraak per 1000 inwoners. Wat betreft autodiefstal en woninginbraak is er in Sint-Niklaas een stijging, wat betreft handtasdiefstallen is er een daling. Voor alle soorten criminaliteit zit SintNiklaas onder het gemiddelde:
SintNiklaas Gemiddelde
Autodiefstal 2006 2008 2010 0,69 0,45 0,52
Handtasdiefstal 2006 2008 2010 0,26 0,21 0,21
Woninginbraken 2006 2008 2010 2,74 2,97 4,00
1,58
0,60
6,50
Meerjarenplan 2014-2019
1,13
1,01
0,50
15
,043
5,86
6,26
versie 19-12-2013 aangepast
Buurtproblemen: verkeershinder
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat afgelopen maand last heeft ondervonden van agressief verkeersgedrag in de buurt en het aandeel inwoners dat afgelopen maand last heeft ondervonden van onaangepaste snelheid van het verkeer in de buurt. Onaangepaste snelheid in het verkeer is een van de grootste buurtproblemen in Sint-Niklaas. Tegenover de andere centrumsteden hebben de inwoners van Sint-Niklaas hier meer last van: 54,1% tegenover gemiddeld 43,8%.
Buurtproblemen: lawaaihinder
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de inwoners dat de afgelopen maand last heeft ondervonden van lawaaihinder in de buurt. In Sint-Niklaas heeft meer dan 41,9% van de inwoners last van geluidsoverlast. Dat is naast Antwerpen, Aalst en Gent de hoogste score. Het meeste lawaai wordt veroorzaakt door het verkeer (36% tegenover gemiddeld 32,8%).
Ruimte, milieu en economie
Spreiding van sociale huurwoningen
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel sociale huurwoningen in de stad tegenover het aandeel sociale huurwoningen in de stadsrand. Als de verhouding kleiner is dan 1, dan is het aandeel sociale huurwoningen in de stadsrand hoger dan in de stad. Dit is het geval in Sint-Niklaas (0,74 in 2010, tegenover 2,00 gemiddeld). De indicator over de spreiding van sociale huurwoningen informeert over de kansen van de minder begoede bevolkingsgroepen om in de directe omgeving over een woningaanbod te beschikken.
Vastgoedprijzen
Het aanschaffen van een flat of woning is in Sint-Niklaas iets goedkoper dan in de andere steden of gemiddeld in Vlaanderen. De prijzen zijn het jongste decennium wel fors gestegen (index 203 flats, 244 woonhuis) maar ook weer minder dan gemiddeld (resp. 215 en 238)
Betaalbaarheid van het wonen: woonquote
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de huishoudens met een woonquote („rent to income-ratio‟) hoger dan 30%. De norm voor een betaalbare woning ligt tussen 20% en 33%. In Sint-Niklaas bedraagt die indicator 20,8%, tegenover 23,3% gemiddeld. Er zijn 11,4% eigenaars met een woonquote boven 30% en 52,7% huurders met een woonquote boven 30%. Het gemiddelde van de centrumsteden voor die cijfers is respectievelijk 14,4% en 46,6%.
Tevredenheid woning, buurt en stad
De tevredenheid over de woning (84,3%) en over de buurt (79,5%) ligt rond het stedelijke gemiddelde (respectievelijk 83,0% en 76,5%). De tevredenheid over de stad ligt iets lager: 72,5% tegenover gemiddeld 76,5%, maar is niet significant gedaald. De scores voor woning en buurt liggen in de rand significant hoger, respectievelijk 88,0% en 87,2%. 90% van de eigenaars is tevreden over de woning, 65% bij de huurders. Huurders zijn ook minder tevreden over de buurt.
Meerjarenplan 2014-2019
16
versie 19-12-2013 aangepast
Woningkwaliteit
Een vijfde van de woningen vertoont een gebrek aan kwaliteit: een gebrek aan elementair comfort, één of meer structurele problemen en/of gebrek aan ruimte. In het centrum is dat iets meer dan in de rand. Bij huurders is er bij 4 op de 10 een kwaliteitsprobleem. Bij huurwoningen in de rand loopt dit op tot meer dan 50%.
Figuur uit PowerPoint presentatie Stadsmonitor
Verhuisintentie
1 op de 5 inwoners ziet uit naar een andere woning. In het centrum loopt dit op tot een kwart. Bijna de helft van de huurders geeft aan te willen verhuizen. Een meerderheid van de inwoners met een verhuisintentie opteert wel voor een woning in dezelfde buurt (27%) of in een andere buurt van de stad (45%). De motieven om te verhuizen hebben vooral te maken met de wens om eigenaar te worden (>50 % huurders), ontevredenheid over de huidige woonsituatie (40% huurders), wijziging gezinssituatie (25%), goedkopere woning (30% huurders). Ontevredenheid met de buurt wordt veel minder aangehaald (15%) en iets meer bij eigenaars dan huurders.
Vervoermiddelenbezit
Voor deze indicator is gekeken naar het bezit van een wagen, een fiets of een abonnement voor het openbaar vervoer. Uit de cijfers blijkt dat in Sint-Niklaas het fietsbezit het hoogste ligt van alle centrumsteden (96% tegenover gemiddeld 89,1%). Het autobezit ligt iets hoger dan het gemiddelde (89,6% tegenover 85,3%) en minder dan de helft van de gezinnen heeft een abonnement op het openbaar vervoer (45%, tegenover gemiddeld 54,9%). Het voertuigbezit geeft een indicatie over de mobiliteit van de inwoners: hoe meer bezit en vervoersopties een inwoner heeft, hoe mobieler hij/zij is. Wat het verplaatsingsgedrag betreft, wordt in Sint-Niklaas vaker dan gemiddeld gekozen voor de fiets en veel minder dan gemiddeld voor tram of bus (zowel voor vrije tijd als voor woonplaats – werk/school).
Tevredenheid over het aanbod haltes openbaar vervoer in de buurt en over het aanbod bussen/trams in de buurt
Wat de tevredenheid over haltes betreft, valt het in Sint-Niklaas op dat meer dan 10% ontevreden is over het aanbod haltes in de buurt. Ook over het aanbod bussen/trams is er in Sint-Niklaas minder tevredenheid dan gemiddeld (77% tegenover 84,6% gemiddeld).
Tevredenheid over de staat van de wegen, voet- en fietspaden
Deze indicator werd gemeten aan de hand van de stellingen „In welke mate bent u tevreden over de staat van de wegen?‟ en „In welke mate bent u tevreden over de staat van de voet- en fietspaden?‟. De tevredenheid over de wegen ligt lager dan het gemiddelde: 31,5% tegenover 37,9%. Ook de tevredenheid over de voet- en fietspaden ligt lager dan het gemiddelde: 34,9% tegenover 40,7%. De staat van de wegeninfrastructuur is belangrijke parameter voor de veiligheid waarmee men zich kan verplaatsen in het verkeer.
Meerjarenplan 2014-2019
17
versie 19-12-2013 aangepast
•
Openbaar groen en bereikbaarheid
De tevredenheid over de aanwezigheid van groen in de eigen buurt ligt op 69%, tegenover het gemiddelde van de centrumsteden van 71,5%. De tevredenheid is sinds 2008 (71,1%) gedaald. Ongeveer 20% is ontevreden over het groen de buurt. De indicator bereikbaarheid openbaar groen wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat binnen 400 meter loopafstand woont van openbaar buurtgroen. Openbaar buurtgroen is groen dat een gebruikswaarde heeft, vrij toegankelijk is en minimum 2000m² groot is. Sint-Niklaas heeft hiervoor een van de laagste scores (47%), de hoogste score is voor Antwerpen (84,1%). Buurtgroen is belangrijk voor een gezonde woon- en leefomgeving want het draagt bij aan de kwaliteit van de omgeving, het is een belangrijke voorziening voor de uitrusting van de buurt, het bevordert de verwevenheid van functies in de buurt en het kan ook recreatief gebruikt worden.
•
Huishoudelijk afval
De indicator rond huishoudelijk afval wordt bepaald door de hoeveelheid kg restafval per inwoner en het aandeel selectief ingezameld afval per stad. Elke gemeente mag tegen 2015 maximum 180kg/inwoner produceren. De doelstelling voor Vlaanderen bedraagt 150kg/inwoner. Sint-Niklaas produceerde in 2009 151,7kg/inwoner. Ten opzichte van 2000 (273,4 kg/inwoner) betekent dit wel een van de sterkste dalingen van alle centrumsteden.
•
Tevredenheid over huisvuilvoorzieningen
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners dat tevreden is over de huisvuilvoorzieningen in de stad. Gemiddeld is 80% van de inwoners tevreden. Sint-Niklaas scoort hier 70%. 10% van de Sint-Niklase inwoners zijn eerder tot zeer ontevreden.
•
Afsluitingen elektriciteit en aardgas
Deze indicator wordt omschreven als de verhouding van het aandeel afsluitingen van elektriciteit en aardgas ten opzichte van het aantal huishoudens in de stad. Hij geeft informatie over het voorkomen van energiearmoede in een stad. De huishoudens in Sint-Niklaas worden het minste afgesloten van elektriciteit (0,02 tegenover 0,07 gemiddeld) en aardgas (0,07 tegenover 0,17 gemiddeld).
•
Waterzuivering
De mate waarin water wordt gezuiverd, wordt bepaald op basis van de huidige zuiveringsgraad en de uitvoeringsgraad van de rioleringen. De huidige zuiveringsgraad houdt het aantal op riolering aangesloten inwoners in ten opzichte van het totale aantal inwoners. De uitvoeringsgraad geeft aan in welke mate de gemeente al rioleringen heeft aangelegd in vergelijking met de geplande situatie. De huidige zuiveringsgraad moest tegen 2010 minstens 80% bedragen. In 2006 bedroeg die voor Sint-Niklaas ongeveer 40%. Hiermee scoorde Sint-Niklaas lager dan het gemiddelde van de centrumsteden: 88%. Sint-Niklaas scoorde ook het laagste van alle centrumsteden. De uitvoeringsgraad van de rioleringen bedroeg in 2006 in alle centrumsteden meer dan 90%, behalve in Sint-Niklaas.
Meerjarenplan 2014-2019
18
versie 19-12-2013 aangepast
De indicator over waterzuivering is een belangrijke meetwaarde voor het verhogen van de milieukwaliteit.
Indruk van de netheid in de buurt en stad
De indicator die peilt naar de indruk van de netheid in de buurt wordt bepaald door het aandeel van de inwoners dat vindt dat de straten en voetpaden in hun buurt over het algemeen netjes zijn. De indruk die bewoners hebben over de netheid van hun buurt draagt bij tot de gepercipieerde kwaliteit van hun woonomgeving. Verder kunnen fysieke verwaarlozing en verloedering van de infrastructuur bijdragen tot onveiligheidsgevoelens en onveiligheidsrisico‟s. In de centrumsteden is gemiddeld 62% van de inwoners tevreden over de netheid. In Sint-Niklaas gaat het om 58,2%. Er is in Sint-Niklaas een redelijk grote groep (meer dan 25%) die het (helemaal) oneens is met de stelling „De straten en voetpaden in mijn buurt zijn over het algemeen netjes‟. De indicator die peilt naar de indruk van de netheid van de stad peilt naar het aandeel van de inwoners die een positieve indruk hebben over de netheid in de stad (centrum, pleinen en parken). In Sint-Niklaas is die tevredenheid ten opzichte van 2008 significant gedaald: van 67,1% in 2008 naar 58,7% in 2011.
Werkgelegenheidsgraad
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de totale bezoldigde tewerkstelling in de bevolkingsgroep van 18-64 jaar. Het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen in de stad (ongeacht door wie ze worden ingevuld) wordt gedeeld door de bevolking tussen 18 en 64 jaar in de stad (ongeacht waar en of ze werkt). Sint-Niklaas scoort hiervoor gevoelig lager dan het gemiddelde van de centrumsteden, wat verklaard wordt doordat Sint-Niklaas in de invloedssfeer van Antwerpen ligt. Er is wel een lichte stijging (+1,2%) ondanks de financieel-economische crisis in 2009. Samen met Leuven vormt Sint-Niklaas hierdoor een uitzondering tegenover de andere centrumsteden. Deze indicator geeft wel enkel een breed beeld van de werkgelegenheidsrol die een stad vervult. Werkgelegenheidsgraad 2005 2006 Sint-Niklaas 64,7% 64,9% Gemiddelde 86,0% 86,5%
2007 65,5% 87,6%
2008 66,9% 88,3%
2009 66,9% 88,1%
2010 68,1% 86,6%
Netto-groei van ondernemingen en ondernemingen met personeel
Deze indicatoren worden bepaald door het verschil te berekenen tussen het aantal startende en stopgezette ondernemingen (met personeel) tegenover het totale aantal ondernemingen (met personeel). Wat betreft de netto-groei van ondernemingen is er een daling merkbaar tussen 2006 en 2010 en ligt Sint-Niklaas ook onder het gemiddelde:
Sint-Niklaas Gemiddelde
Netto-groei ondernemingen 2006 2008 2010 3,0% 1,7% 1,5% 2,5% 2,3% 2,4%
De overlevingsgraad van ondernemingen
De overlevingsgraad van ondernemingen wordt bepaald aan de hand van het aantal startende ondernemingen dat na 5 jaar nog actief is. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas gelijk met het gemiddelde van de centrumsteden (69,7% in 2010) en is sinds 2006 redelijk stabiel gebleven.
Meerjarenplan 2014-2019
19
versie 19-12-2013 aangepast
Kennis en creativiteit
Sint-Niklaas scoort lager dan gemiddeld wat betreft de tewerkstelling van mensen in kennisintensieve en creatieve sectoren: 56,5% tegenover gemiddeld 62,4% in 2009. Ook voor het aandeel zelfstandigen in kennisintensieve en creatieve sectoren scoort Sint-Niklaas eerder laag: 22,6% tegenover gemiddeld 32,3% in 2011. Het aandeel werknemers in kennisintensieve en creatieve sectoren geeft een indicatie over de aantrekkelijkheid van en de specialisatie in kennisintensieve en creatieve sectoren in de steden. Door de evolutie naar een kenniseconomie is het wenselijk dat het aandeel kennisintensieve en creatieve jobs stijgt tegenover de totale werkgelegenheid.
Uitgaande en inkomende pendel
De uitgaande pendelintensiteit ligt in Sint-Niklaas in 2009 (62,4%) hoger dan het gemiddelde (56,8%). Dat wordt verklaard door de nabijheid van Antwerpen. De inkomende pendelintensiteit ligt onder het gemiddelde (67,3% tegenover 70,15%). Deze indicatoren geven aan in welke mate de eigen bevolking buiten de stad werkt, en in welke mate de stad een beroep doet op werknemers van buiten de stad.
Werkzaamheidgraad
De werkzaamheidgraad geeft aan in welke mate de bevolking op arbeidsleeftijd (20-64 jaar) effectief aan het werk is. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas beter dan het gemiddelde (respectievelijk 69,8% tegenover 67,2% in 2009).
Werkloosheid
Het aandeel laaggeschoolden bij de nietwerkende werkzoekenden ligt in Sint-Niklaas merkelijk hoger dan in ander steden en Vlaanderen (56,4% tegenover 49,8%). Het aandeel allochtone werklozen ligt hoog en neemt forser toe dan gemiddeld (met 5,5% tegenover gemiddeld 3,3%). Ook het aandeel ouderen bij de werklozen neemt toe, maar dit is een algemeen fenomeen.
Figuur uit de presentatie van de stadsmonitor
Meerjarenplan 2014-2019
20
versie 19-12-2013 aangepast
Cultuur, vrije tijd en onderwijs
Podiumvoorstellingen en tentoonstellingen
Voor deze indicator noteert men een stijging in Sint-Niklaas: van 231 in 2009 naar 272 in 2010, tegenover gemiddeld 262 per 10.000 inwoners in 2010. Het stijgende aantal is relevant voor het culturele aanbod en de stimulatie van cultuurparticipatie.
Amateurgezelschappen
Voor het aantal amateurgezelschappen per 10.000 inwoners is er een daling merkbaar in 2010 tegenover de vorige jaren: 2004: 5,8 2005: 6,8 2007: 6,1 2010: 5,3. Sint-Niklaas (5,3) scoort hier in 2010 ook onder het Vlaamse gemiddelde (6,5) en het gemiddelde van de 13 centrumsteden (6,1). Deze indicator is relevant voor het stimuleren van cultuurcreatie en –participatie. Amateurgezelschappen vormen een belangrijke opstap om cultuur naar het grote publiek te brengen.
Speelruimte
Speelruimte in de wijk wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners en het aandeel kinderen (0 tot 11-jarigen) dat woont binnen 400 meter loopafstand van speelruimte. Voor deze indicator scoort Sint-Niklaas het slechtst van alle centrumsteden; minder dan de helft van de inwoners en kinderen woont in de nabijheid van speelruimte (respectievelijk 43,2% en 43,6%). De gemiddelden voor deze indicator zijn 58,64% voor het aandeel inwoners en 59,63% voor het aandeel kinderen. De speelruimte in de wijk is een belangrijke indicator voor de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving. Daarnaast bevorderen ze de sociale verwevenheid in de wijk waardoor de deelname aan het maatschappelijke leven van alle bewoners wordt versterkt. Ook voor overdekte jeugdruimte in de wijk scoort Sint-Niklaas lager dan alle andere centrumsteden. Overdekte jeugdruimte wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners en het aandeel jongeren (12-18 jaar) dat binnen 1000 meter loopafstand van een overdekte jeugdruimte woont. Het gemiddelde aandeel inwoners voor de centrumsteden is 81,1%, voor Sint-Niklaas is dat 63%. Wat betreft het aandeel jongeren bedraagt het gemiddelde voor de centrumsteden 78,7% en voor Sint-Niklaas 61,1%. Wat betreft de tevredenheid over speelvoorzieningen en geschikte plekken voor de jeugd scoort Sint-Niklaas, samen met Aalst en Turnhout, duidelijk onder het gemiddelde van de centrumsteden. De tevredenheid over de speelvoorzieningen is gestegen, de tevredenheid over geschikte plekken voor de jeugd is licht gedaald. Op de stellingen „Er zijn voldoende speelvoorzieningen in mijn buurt voor kinderen tot 12 jaar‟ en „Er zijn voldoende geschikte plekken in mijn buurt waar de opgroeiende jeugd vanaf 12 jaar buiten kan samenkomen‟ werd in Sint-Niklaas meer dan in andere steden „helemaal oneens‟ geantwoord.
Sint-Niklaas Gemiddelde
Speelvoorzieningen 2008 2011 35,8% 39,8% 51,5% 56,8%
Meerjarenplan 2014-2019
Geschikte plekken jeugd 2008 2011 40,9% 40,6% 43,9% 46,0%
21
versie 19-12-2013 aangepast
Bezoek sportevenement en podiumkunsten
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel inwoners dat het afgelopen jaar één of meerdere sportevenementen/podiumkunsten heeft bijgewoond. Voor Sint-Niklaas wordt vastgesteld dat hier een significante daling optreedt. Wat betreft de sportevenementen daalt het bezoek van 49,8% in 2008 naar 43,7% in 2011. Toch ligt Sint-Niklaas niet ver onder het gemiddelde van de centrumsteden (44,5% in 2011). Wat het bezoek aan podiumkunsten betreft, is er een daling van 66,4% in 2008 naar 61% in 2011. Voor deze indicator ligt Sint-Niklaas onder het gemiddelde van de centrumsteden (63,7% in 2011).
Bezoek aan musea, tentoonstellingen en historische plaatsen
Deze indicator daalt in alle centrumsteden significant tussen 2008 en 2011 ( van 78,5% naar 65,2%). Voor Sint-Niklaas daalt deze indicator van 76,3% in 2008 naar 57,8% in 2011. Deze indicator geeft informatie over de mate van interesse van inwoners voor cultureel erfgoed.
Bezoek aan plein- en parkevenement en zomerfestivals
Voor deze indicator behoort Sint-Niklaas tot de best scorende centrumsteden, naast Gent en Antwerpen. In die steden bezoekt 10% van de inwoners meer dan 6 keer per jaar zo een evenement. Zulke bezoeken wijzen op een grote culturele participatie.
Intensiteit van contacten
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat minstens wekelijks contact heeft met niet-inwonende familie, vrienden/kennissen of buren. Hiervoor scoort Sint-Niklaas (57,6%) lager dan het gemiddelde (60,1%). Deze contacten zijn belangrijk voor de sociale cohesie in de stad.
Tevredenheid over activiteiten voor ouderen in de buurt
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel 55-plussers dat tevreden is over de activiteiten voor ouderen in de buurt en werd gemeten aan de hand van antwoorden op de stelling „In mijn buurt zijn er voldoende activiteiten voor ouderen/gepensioneerden‟. In Sint-Niklaas werd hierop meer dan gemiddeld geantwoord met „oneens‟ (bijna 30% tegenover 21% gemiddeld). De tevredenheid is ook gedaald tegenover 2008: Tevredenheid activiteiten voor ouderen 2008 2011 Sint-Niklaas 52,5% 49,1% Gemiddelde 61,6% 59,1%
Tevredenheid over het aanbod sport, recreatie en cultuur
Voor deze zaken scoort Sint-Niklaas goed en boven het gemiddelde van de centrumsteden. Deze zaken hebben een belangrijke sociale betekenis.
Meerjarenplan 2014-2019
22
versie 19-12-2013 aangepast
Tevredenheid over aanbod shopping- en winkelvoorzieningen
Hoewel het percentage ontevredenen in alle centrumsteden laag ligt, is er voor Sint-Niklaas wel een daling merkbaar van de tevredenheid: van 91,3% in 2008 naar 88,0% in 2011. Hiermee scoort de stad wel nog boven en rond het gemiddelde (respectievelijk 87,6% en 88,1%).
Spijbelgedrag in voltijds secundair onderwijs
Deze indicator peilt naar het aandeel leerlingen in het voltijds secundair onderwijs dat regelmatig problematisch afwezig is. Hiervoor scoort Sint-Niklaas het beste van alle centrumsteden (0,5% tegenover 1,5% gemiddeld in 2010-2011). Deze indicator zegt iets over de gelijke verdeling van de onderwijskansen. Ook in verband met het spijbelgedrag in het deeltijds secundair onderwijs scoort Sint-Niklaas beter dan de andere steden.
Participatie van laaggeschoolde werklozen aan beroepsopleidingen
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de laaggeschoolde werklozen dat een beroepsopleiding heeft beëindigd of stopgezet bij de VDAB. Hiervoor scoort Sint-Niklaas het laagste van alle centrumsteden: 28% tegenover gemiddeld 38,4% in 2010. Tegenover 2008 (34,6%) is er ook een daling merkbaar. De indicator over de participatie van laaggeschoolde werkzoekenden aan een beroepsopleiding geeft meer informatie over de mate waarin betrokkenen de kansen aannemen om competenties te verwerven waardoor ze meer kansen krijgen op werk en inkomen.
Welzijn
Centrale registratie zorg voor personen met een handicap
Deze indicator wordt omschreven als het aantal personen met een handicap dat als urgente kandidaat staat ingeschreven in de Centrale Registratie van Zorgvragen voor de toekenning van een bijzondere zorgvorm. Uit de stadsmonitor blijkt dat het aantal personen in Sint-Niklaas in 2011 is verdubbeld tegenover 2006.
Wachttijden in Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg
De wachttijd is de tijd tussen de aanmelding van een patiënt bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg en het moment van het eerste intakegesprek. In Sint-Niklaas is de wachttijd lager dan het Vlaamse gemiddelde (respectievelijk 15 dagen tegenover 20 dagen in 2010).
Residentiële ouderenzorg
Deze indicator omvat het aantal erkende plaatsen in woonzorgcentra en serviceflats. Sint-Niklaas heeft naast Kortrijk het grootste aanbod aan residentiële ouderenzorg, namelijk 21 plaatsen per 100 75-plussers, tegenover 15 plaatsen gemiddeld.
Gezinszorg
Gezinszorg duidt het jaarlijks aantal gesubsidieerde uren gezinszorg per inwoner aan. Gezinszorg omvat de hulp- en dienstverlening in het thuismilieu en bestaat uit persoonsverzorging,
Meerjarenplan 2014-2019
23
versie 19-12-2013 aangepast
huishoudelijke hulp, schoonmaakhulp en de algemene psychosociale en pedagogische ondersteuning en begeleiding. Sint-Niklaas heeft het minst aantal uren gezinszorg per inwoner (2,29 tegenover gemiddeld 2,53).
Lokale dienstencentra in de wijk
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat binnen 1500 meter loopafstand woont van een lokaal dienstencentrum. Een lokaal dienstencentrum biedt informatieve, recreatieve en vormende activiteiten aan, die erop gericht zijn om de zelfredzaamheid en het sociale netwerk van de deelnemers te versterken. In Sint-Niklaas woont minder dan de helft van de bevolking (23%) binnen 1500 meter loopafstand van een lokaal dienstencentrum. Dit is ook de slechtste score van alle centrumsteden. Het gemiddelde van de centrumsteden bedraagt 57,24%. Deze indicator zegt iets over de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving in de stad. In een leefbare en duurzame stad zijn zorgvoorzieningen toegankelijk, gemakkelijk bereikbaar, voor iedereen financieel haalbaar en ingebed in de stad en het stadsleven.
Voorschoolse kinderopvang in de wijk
Deze indicator wordt gedefinieerd als het aandeel van de inwoners dat binnen 1000 meter loopafstand woont van een voorziening voor voorschoolse kinderopvang. In alle centrumsteden woont meer dan 80% van de inwoners binnen 1000 meter loopafstand van voorschoolse kinderopvang. Sint-Niklaas behaalt de laagste score van 84%. Deze indicator focust op de spreiding van de voorschoolse kinderopvang binnen de stad, maar houdt geen rekening met het aantal plaatsen in de voorzieningen. De indicator zegt wel iets over de kwaliteit van de dagelijkse woon- en leefomgeving.
Regionale spreiding van residentiële ouderenzorg
Deze indicator geeft de spreiding van de residentiële ouderenzorg in de stad weer ten opzichte van de spreiding van de residentiële ouderenzorg in de rand. In 2010 waren er in de centrumsteden gemiddeld iets meer plaatsen in de steden dan in de stadsrand. Sint-Niklaas steekt daar wel bovenuit met een sterk groter aanbod in de stad dan in de rand (spreiding van 1,39 tegenover gemiddeld 1,06).
Tevredenheid over de kinderopvang in de buurt
Deze indicator geeft het aandeel van de respondenten weer dat vindt dat er voldoende kinderopvang is in de eigen buurt. In 2011 was gemiddeld 57% van de respondenten tevreden. In vergelijking met 2008 is de tevredenheid in Sint-Niklaas statistisch significant toegenomen (van 54,9% naar 62%). Als inwoners vinden dat er voldoende kinderopvang in hun buurt is, wijst dat op een belangrijk kwaliteitsaspect van de woonomgeving. Om een hoge tevredenheid te behalen, moet het zorgsysteem aangepast zijn aan de diversiteit van de doelgroepen en zoveel mogelijk aansluiten op de vertrouwde leefomgeving. De voorzieningen moeten toegankelijk en gemakkelijk bereikbaar zijn. De tevredenheid over kinderopvang in de buurt is een belangrijke indicator voor zorg en opvang op maat vanuit het perspectief van de (potentiële) gebruikers.
Meerjarenplan 2014-2019
24
versie 19-12-2013 aangepast
Houding tegenover diversiteit
Deze indicator wordt omschreven als het aandeel van de inwoners dat positief staat tegenover diversiteit. Onderstaande tabel geeft de score weer van „(helemaal) eens‟ op vijf stellingen over diversiteit. Respondenten konden „helemaal eens‟, „eens‟, „oneens‟, of „helemaal oneens‟ antwoorden. (helemaal) eens
Centrum
Rand
Sint-Niklaas
13 steden
Het is goed voor een stad als er mensen uit verschillende culturen wonen.
31,5
29,5
30,7
43,0
Ik zou het zinvol vinden als er in mijn buurt activiteiten worden georganiseerd waarbij mensen uit verschillende culturen elkaar beter leren kennen. Ik vind dat er te veel mensen uit een andere cultuur in mijn buurt wonen. Als je mensen uit een andere cultuur beter leert kennen, blijken mensen uit een andere cultuur best sympathiek. Ik zou het niet zo prettig vinden als er een gezin uit een andere cultuur in het huis naast mij komt wonen. Tolerantie-index (1-5, 8ste )
35,3
33,0
34,4
44,4
38,8
13,3
28,9
29,0
45,2
48,5
46,5
53,6
36,0
38,7
37,0
27,7
3,04
3,18
3,09
3,27
Uit de bovenstaande tabel en uit de stadsmonitor blijkt dat Sint-Niklaas bij de slechtst scorende steden is in verband met een positieve houding tegenover diversiteit. Uit de stadsmonitor blijkt dat geslacht geen rol speelt bij de beoordeling. Leeftijd en opleidingsniveau spelen dan weer wel een rol. Oudere respondenten hebben een minder positieve houding dan jongere respondenten en hoger opgeleiden zijn positiever dan lager opgeleiden. Ook niet-Belgen staan positiever tegenover diversiteit dan Belgen. Een belangrijke voorwaarde voor een leefbare en duurzame stad is dat er op een open en positieve manier wordt omgegaan met diversiteit.
Armoede
Onderstaande tabel geeft de positie van Sint-Niklaas weer voor verschillende indicatoren voor armoede: huishoudens met betalingsmoeilijkheden, gerechtigden op leefloon, fiscale inkomens onder de kritische grens, verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering en personen met een overmatige schuldenlast. recentste cijfer
evolutie
Huishoudens met betalingsmoeilijkheden
14,9
15,3
Gerechtigden op het leefloon (2006-2011)
18,0
21,0
9
Fiscale inkomens beneden de kritische grens (<20.000 gezamenlijk inkomen)
19,2
20,5
19,0
Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (2008-2011)
16,1
17,0
Personen met overmatige schuldenlast (2006-2010)
3,4
3,8
Meerjarenplan 2014-2019
25
Vlaanderen
Vlaanderen
Sint-Niklaas 13 steden
Sint-Niklaas
13 steden
In %
0-meting +3,9
+2,4
-1,0
12,7
0,9
1,8
0,3
2,8
0,4
0,1
0,1
versie 19-12-2013 aangepast
C. Inspraak In het witboek 2013-2018 en bijgevolg ook in het meerjarenplan 2014-2019 is het thema participatie naar voren geschoven als 1 van de 4 transversale thema‟s waar het stadsbestuur wil op inzetten deze bestuursperiode. Naast de thema‟s diversiteit, dienstverlening en duurzaamheid, is participatie een aandachtspunt doorheen alle beleidsdomeinen. Om dit in de praktijk om te zetten heeft het stadsbestuur een inspraaktraject opgezet in de ontwerpfase van het witboek 2013-2018, de beleidstekst die de basis vormde voor het meerjarenplan, en heeft ze de adviesraden bevraagd over het meerjarenplan 2014-2019 zelf. Beide inspraaktrajecten worden hieronder toegelicht. Inspraak witboek 2013-2018 De meerderheidspartijen van het nieuw verkozen stadsbestuur, N-VA en s.pa-Groen, schreven in de laatste maanden van 2012 een ontwerptekst voor het witboek. In dit document zet het bestuur een aantal krachtlijnen uit voor de bestuursperiode 2013-2018. Het ontwerp werd half januari 2013 voorgesteld aan het grote publiek. Inwoners mochten vanaf 28 januari 2013 reageren op de ontwerptekst voor het witboek. Ook het ontwerpbeleidsplan van het OCMW, met als werktitel “Krachtlijnen voor een eigentijds lokaal sociaal beleid”, werd voorgelegd aan het publiek. Het bestuur wou de inwoners en het middenveld de kans geven om te reageren op de beleidslijnen die worden vastgelegd voor hun stad en de werking van het OCMW. Niet alleen de adviesraden, dorpsraden en verenigingen werden om inbreng gevraagd: elke individuele inwoner kon zijn of haar eigen opmerkingen en aanbevelingen bij de inhoud van het witboek en het beleidsplan van het OCMW bij de bestuurders gehoor laten vinden. Ook het OCMW voorzag in februari-maart een overlegronde met gebruikers en vertegenwoordigers van welzijnsorganisaties. Zowel via de websites van de stad en het OCMW als via papieren invulformulieren konden inwoners hun reacties kwijt. Deze formulieren konden worden afgehaald en ingevuld aan de infobalie van het stadhuis, het OCMW, in Thuiszorgcentrum „t Punt, in de deelgemeentehuizen en in de hoofdbibliotheek. De teksten konden daar ook geraadpleegd worden. De stedelijke adviesraden werden bijeen geroepen om de teksten te bespreken en amendementen in te dienen. De publieksbevraging werd actief gepromoot via verschillende kanalen, o.a. de websites, de sociale media-kanalen (Twitter en Facebook) de Stadskroniek, een aflevering van stadstelevisie, een persconferentie en persberichten… Deze werden door de media vlot opgepikt: artikels verschenen in De Standaard, Gazet van Antwerpen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws. TV Oost vermeldde de publieksbevraging in Het Nieuws. De burgemeester en schepenen zijn de beleidsteksten gaan toelichten op de diverse dorps- en adviesraden. Reageren kon tot 15 maart. De stad ontving de formulieren van de website in een aparte mailbox. Op vragen of suggesties over domeinen waarvoor het stadsbestuur niet bevoegd is, of die kennelijk onrealistisch of onredelijk zijn, werd onmiddellijk geantwoord door de communicatiedienst. De vragen en opmerkingen over specifieke beleidsdomeinen werden bezorgd aan de bevoegde vakambtenaren en schepenen of aan de OCMW-voorzitter en werden meegenomen in de verdere bespreking van beide beleidsdocumenten. De finale versie van de beleidsnota‟s stond eind april respectievelijk op de agenda van de gemeenteraad en van de OCMW-raad voor goedkeuring. Eind mei heeft elke inwoner een antwoord ontvangen op zijn/haar reactie. Ook de dorps- en adviesraden kregen feedback op hun vergaderingen.
Meerjarenplan 2014-2019
26
versie 19-12-2013 aangepast
Evaluatie van de publieksbevraging In totaal werden 1.000 papieren exemplaren van het witboek van de stad en 800 papieren exemplaren van het beleidsplan van het OCMW verspreid. Sint-Niklaas telt 73.000 inwoners en 30.000 gezinnen. We kunnen dus stellen dat 1 gezin op de 30 thuis een exemplaar van het witboek heeft liggen. Daarnaast werd op de website van de stad de startpagina over het witboek 1.149 keer uniek geraadpleegd. Bovenop het bereik van de papieren exemplaren, hebben dus nog eens 1 op de 30 gezinnen het witboek online bekeken. De inwoners die betrokken werden via het middenveld, de adviesraden, gebruikersraden en dorpsraden zijn hier niet bij geteld. Afsluitend kunnen we stellen dat de publieksbevraging over het nieuwe witboek van stad en OCMW als informatietraject zeker geslaagd is. De inhoud van het witboek is dankzij de inzet van verschillende kanalen en media, o.a. zeven fysieke infopunten, website, sociale media, Stadskroniek, stadstelevisie…, tot bij minstens 1 op de 30 Sint-Niklase gezinnen geraakt. Inspraak meerjarenplan 2014-2019 Het witboek 2013-2018 vormde de basis voor het meerjarenplan 2014-2019. In het witboek staan immers de prioritaire doelstellingen en actieplannen zoals die zijn opgenomen in het meerjarenplan. In het meerjarenplan worden die doelstellingen en actieplannen geconcretiseerd in acties en worden daar budgetten tegenover gesteld. In navolging van het planlastendecreet en de sectorale decreten werd ook hiervoor een inspraakronde georganiseerd, die zich evenwel beperkte tot de stedelijke adviesraden. De sectorale decreten voor ontwikkelingssamenwerking, jeugd, sport, cultuur en flankerend onderwijsbeleid bepalen dat voor deze beleidsdomeinen een advies van de respectieve adviesraad of commissie op het meerjarenplan verplicht is. Maar ook de andere stedelijke adviesraden hebben de kans gekregen om een advies uit te brengen. Volgende documenten werden voorgelegd aan de raden: - Algemene visietekst over het meerjarenplan, met nadruk op de grote beleidslijnen en investeringen (qua structuur afgestemd op het witboek). - Overzicht van de retributies, met verwijzing naar de indexering van de tarieven conform het witboek en het voorstel voor nieuwe retributietarieven. - Overzicht van de premies en subsidies met verwijzing naar de besparingsdoelstelling van het witboek en een nominatieve opsomming van alle premies en subsidies, gesorteerd per beleidsdomein, met vergelijking tussen budget 2013 en ontwerp budget 2014. - Overzicht van de acties die gekoppeld zijn aan de Vlaamse beleidsprioriteiten. Deze documenten werden niet op voorhand ter beschikking gesteld aan de raden, maar werden pas overhandigd bij de start van de vergadering. Op die manier kon door de bevoegde schepen en stadsdienst de nodige duiding worden gegeven en werd vermeden dat de ontwerpteksten eindeloos werden doorgemaild en een eigen leven beginnen te leiden. Deze werkwijze heeft als nadeel dat de adviesraden slechts een beperkte tijd hadden om de teksten grondig door te nemen en een advies te formuleren. Door de krappe timing bij de opmaak van het meerjarenplan kon dit echter niet vermeden worden. Volgende adviesraden/belanghebbenden hebben gereageerd: - Commissie toerisme - Actie- en adviesraad solidariteit - Seniorenraad
Meerjarenplan 2014-2019
27
versie 19-12-2013 aangepast
-
Adviesraad personen met een beperking Landbouwraad Stramin Jeugdraad Cultuurraad Sportraad Coördinerende directeurs onderwijsnetten Beheerscommissie bibliotheek Doelgroep etnisch-culturele minderheden (geen formele adviesraad, maar sleutelfiguren uit diverse verenigingen)
Hierbij een integraal overzicht van de adviezen op het ontwerp van meerjarenplan 2014-2019, zoals die zijn ingediend in de eerste helft van november 2013. Deze adviezen werden meegenomen in de finale bespreking van het meerjarenplan 2014-2019. Ze hebben niet geleid tot concrete aanpassingen aan het meerjarenplan, behoudens enkele aanpassingen aan de retributies. In de beleidsuitvoering zal niettemin rekening gehouden worden met de opmerkingen en zal de verdere participatie van bevolking en middenveld verder vorm worden gegeven. 1. Commissie toerisme
De commissie toerisme besprak het voorontwerp van meerjarenplan 2014-2019 en de begroting 2014 (voor wat toerisme betreft) op haar vergadering van dinsdag 5 november ‟13. Ook de retributies, de exploitatie- en investeringskredieten kwamen aan bod. Nota 3 (subsidies) en 4 (link Vlaamse beleidsprioriteiten) werden niet behandeld, omdat er geen raakvlakken inzake toerisme waren. Schepen Charlier lichtte haar bevoegdheidsdomeinen toe. De commissie toerisme tekende geen bezwaar aan en ging stilzwijgend akkoord met de voorgelegde informatie. 2. Actie- en adviesraad solidariteit (Advies op basis van vergaderverslag)
De burgemeester licht de besparingssituatie toe: op het budget van de „gewone‟ dienst (125 miljoen EUR) moet jaarlijks 7 miljoen bespaard worden om niet in de rode cijfers te geraken. Dit betekent dat alle diensten moeten besparen, zowel op werkingsmiddelen als op subsidies. Verschillende documenten werden overlopen, maar er werd langst stil gestaan bij het overzicht van de premies en subsidies voor 2014 voor internationale samenwerking. Bij dit document wordt aangegeven dat het om brutocijfers gaat, ze zijn nog niet definitief. Volgende week rond het college van burgemeester en schepenen deze oefening af. Op deze manier kunnen ook de diverse adviesraden hun advies geven. In december liggen de cijfers op de gemeenteraad voor. Het budget dat voor 2014 voorzien is voor de 4 lokale convenanten betekent niet dat ze automatisch (en voor hetzelfde bedrag als de periode 2012-2013) worden verlengd. Ook de verantwoording over de voorbije periode zal een rol spelen. Een expliciete daling van de subsidies is op dit moment vast te stellen bij de subrubrieken jumelages, noodhulp en de toelage aan 11.11.11 nationaal. Volgende vragen werden gesteld: Waarom werd niet de kaasschaafmethode (bij alle subsidies internationale samenwerking een stukje verminderen) gehanteerd? Dat zou echter aan veel organisaties „pijn doen‟, nu is het beperkt qua getroffen organisaties. Kan een overschot van een budget (bv. voor noodhulp) overgedragen worden naar een volgend jaar? Nee, niet gebruikte middelen blijven in de stadskas. Werden er keuzes gemaakt qua personeelsinzet in de besparingsoefening? Er is zeker geen sprake van capaciteitsuitbreiding. Dit jaar en volgend jaar worden in principe geen vervangingen van collega‟s doorgevoerd. Blijft men verder investeren in de campagne FairTradeGemeente? Deze campagne moet zich in een nieuwe dynamiek vertalen, er moet nog verder naar gezocht worden. Waarom is er in de visietekst geen expliciete vermelding van internationale samenwerking gemaakt? De tekst legt eerder de nadruk op de grote lijnen en investeringen.
Meerjarenplan 2014-2019
28
versie 19-12-2013 aangepast
Er wordt betreurd, maar er is wel enig begrip, dat er een forse vermindering (van 8.500 EUR naar 4.000 EUR) voor de subsidie aan 11.11.11 nationaal voorzien wordt in 2014. 3. Stedelijke adviesraad voor senioren (SAR)
Op 30 oktober 2013 heeft de stedelijke adviesraad voor senioren kennis genomen van het voorstel meerjarenplanning opgemaakt door het schepencollege betreffende het ouderenbeleid. De SAR is er zich terdege van bewust dat de voorgestelde actieplannen gekoppeld aan de opgesomde budgetten een visie inhouden voor de komende zes jaren. De SAR betreurt evenwel dat de toegelichte actieplannen en de budgettering ervan niet op voorhand werden ter beschikking gesteld aan de leden van de adviesraad. De SAR is van oordeel dat in dit voorstel van meerjarenplanning heel wat interessante initiatieven zijn opgenomen doch het is meer dan duidelijk dat hiervoor onvoldoende middelen tegenover staan. De SAR verwacht van het stadsbestuur meer innovatieve acties alsook meer financiële middelen rekening houdend met de sterke stijging van de vergrijzing van de bevolking. 4. Adviesraad voor personen met een beperking
De adviesraad voor personen met een beperking heeft in zitting van 5 november 2013 een advies verleend over meerjarenplan en het budget. De voorzitter heeft de afsprakennota voorgelezen en heeft voor ieder punt wat uitleg gegeven. De leden hadden de mogelijkheid om vragen te stellen en verduidelijking te vragen. De schepen voor welzijn Sofie Heyrman heeft een ruim overzicht gegeven van de budgetten voor de volgende jaren. Eerst en vooral had de schepen het over de besparingen die noodzakelijk zijn. Er werd een duidelijk overzicht gegeven van de posten die vroeger reeds bestonden en de posten waar een vermindering of afschaffing doorgevoerd zullen worden. Op de posten waar iets veranderd konden alle leden aanwezig zich akkoord verklaren. Doch werd er op bepaalde budgetten opvolging gevraagd in de toekomst of deze goed besteed worden. De adviesraad voor personen met een beperking kan een gunstig advies geven over de budgetten, die voorzien zijn de komende jaren. 5. Landbouwraad
Uit navraag bij de omliggende gemeenten blijkt dat de algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting voor land- en tuinbouwbedrijven van Sint-Niklaas zeer hoog is. De landbouwraad heeft weinig zicht op de andere belastingen en vraagt welke belastingen nog verhogen vooraleer zij een gepast advies kan geven. Land- en tuinbouwbedrijven hebben het algemeen moeilijk tot zeer moeilijk. Zij behoren tot de primaire sector en kunnen niks doorrekenen. De landbouwraad is voorstander van belastingvermindering of afschaffing van belastingen voor deze bedrijven zodat ze meer ademruimte krijgen en voor meer welvaart kunnen zorgen. 6. Stramin
Stramin neemt akte van de voorgelegde documenten in het kader van de adviesvraag m.b.t. het meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014 en wenst geen advies te verlenen omwille van de onvolledigheid en de vaagheid ervan maar heeft volgende opmerkingen: Verende vloer voorzien in jeugdhuis ‟t Verschil te Nieuwkerken. Wat met resterend budget van 2013 i.k.v. de trage wegen? Wordt dit overgedragen? Bij uitvoering masterplan H.Heymanplein rekening houden met wereldmarkt. 7. Jeugdraad
Op de algemene vergadering van 14-11-2013 presenteerde schepen De Meester aan de hand van een visietekst met drie bijlagen en een extra overzichtsdocument van de specifieke acties rond „jeugd‟ de
Meerjarenplan 2014-2019
29
versie 19-12-2013 aangepast
beleidskeuzes van het stadsbestuur uit het voorontwerp tot meerjarenplanning 2014-2019. Het dagelijkse bestuur kreeg tijdens de vergadering van 07-11-2013 de kans deze documenten vooraf in te kijken en te bespreken. Het decreet lokaal jeugdbeleid verleent de Stedelijke Jeugdraad het voorrecht om advies te geven over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het (brede) jeugdbeleid, ook bij de opmaak van het meerjarenplan. Met het voorstel tot afsprakennota dat het stadsbestuur onze raad overmaakte, bekrachtigt u dit voorrecht en maakt u het concreet met afspraken over o.a. het tijdig en zo volledig mogelijk verlenen van de informatie. Met de informatie die we voorhanden hebben gekregen kunnen we bijgevolg enkel advies uitbrengen over de beleidskeuzes die het stadsbestuur ten uitvoering wil brengen in het meerjarenplan en niet over het hele meerjarenplan zelf. Hierbij aansluitend betreurt onze raad dat de beschikbare documenten niet vooraf aan alle leden konden worden verspreid. Desalniettemin sluiten verschillende van de voorgestelde beleidskeuzes aan bij de verzuchtingen die de Stedelijke Jeugdraad formuleerde in zijn memorandum en in zijn advies op het witboek. Ondanks de beperkte financiële ruimte lijkt de ondersteuning aan alle jeugdwerkvormen, op kleine aanpassingen na, op hetzelfde peil te blijven, is er ruimte voor nieuwe initiatieven en is er voor o.a. JC De Galjaar en op de VP-site op vlak van jeugdinfrastructuur perspectief op een definitieve oplossing tijdens deze bestuurperiode. De voornemens rond duurzame mobiliteit, natuurbeheer en- ontwikkeling en zorgvuldige ruimtelijke planning sluiten aan bij onze wens om de leefbaarheid van onze stad voor kinderen en jongeren op te krikken. Tot slot proberen we als raad al verschillende jaren nietgeorganiseerde jongeren te betrekken bij het stedelijke beleid. Enkele voorstellen uit het meerjarenplan lijken het nu mogelijk te maken om via andere participatiemethodieken bij concrete projecten deze groep kinderen en jongeren te kunnen aanspreken. Vanuit onze voorbereiding en de plenaire bespreking op de AV wensen we u daarom ons positief advies bij de beleidskeuzes over te maken. We kijken rond al deze keuzes en voornemens uit naar de gepaste, creatieve uitwerking en zijn waar het kan steeds bereid ons steentje bij te dragen. 8. Cultuurraad
Voorliggende vraag tot advies werd besproken op de vergadering van het bestuur van de cultuurraad van 12 november 2013, waar de teksten voor het eerst verspreid en toegelicht werden door de schepen van cultuur. Het bestuur betreurt de laattijdigheid van deze adviesvraag, alsook het niet ingaan op een aantal suggesties uit het memorandum d.d. 12/03/2013. Op geen enkele moment werd nog de mogelijkheid gegeven tot voorafgaand inhoudelijk overleg omtrent het uiteindelijke meerjarenplan en het nieuwe retributiereglement. De mogelijkheid werd wel gegeven tot het stellen van vragen en verduidelijkingen, zowel tijdens deze vergadering als nadien per mail. Het bestuur dringt er op aan bij de jaarlijkse evaluaties alle financiële en culturele consequenties op te lijsten, en waar nodig, goed gemotiveerde voorstellen correcties en/of bijsturingen principieel tijdig bespreekbaar te maken. Het bestuur looft het geleverde werk en oordeelt dat er, binnen de noodzakelijke besparingen, toch een evenwichtige meerjarenplanning en een nieuwe retributieregeling met redelijke tarieven uitgewerkt werden. We hopen dat de cultuurraad alvast nauwer betrokken zal worden bij de verdere concrete invulling en uitwerking van het cultuurbeleid, binnen deze nieuwe krijtlijnen en de daarbij voorziene exploitatie- en werkingsmiddelen. Bijkomende bemerkingen, suggesties en/of aanvullingen: 1. Het retributiereglement, de tarieven en het meerjarenplan meer leesbaar maken voor alle gebruikers en geïnteresseerden. 2. De mogelijkheid voorzien dat het schepencollege om goed gemotiveerde redenen altijd nog uitzonderlijke vrijstellingen of verminderingen kan toestaan. 3. Voorziene uitzonderingen en/of vrijstellingen beter communiceren en motiveren. Waarom wie, wat, waar wel/niet? 4. m.b.t. Actieplan 41 „Een toekomstvisie voor parochiekerken en pastorijen opmaken‟: Aandacht voor de betrokken, rond of in de parochiekerken gehuisveste verenigingen. 5. m.b.t. Actieplan 100 „Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen‟:
Meerjarenplan 2014-2019
30
versie 19-12-2013 aangepast
Blijvend en nog meer inzetten op een volledige, tijdige en heldere cultuurcommunicatie, ook over en naar het verenigingsleven. 6. m.b.t. Actieplan 101 „Sterk inzetten op vrijwilligers‟: Ook financiële middelen en een goede omkadering voorzien voor het werken met vrijwilligers (bv. vergoedingen voor of organisatie van vorming), zeker wanneer meer vrijwilligers ingezet zullen worden om taken uit te voeren die niet structureel meer door stadspersoneel gedaan kunnen worden. 7. m.b.t. Actieplan 105 „Het Mercatormuseum laten groeien tot een cartografiemuseum met landelijke uitstraling‟: Een substantieel deel van de werking- en exploitatiemiddelen van de stedelijke musea ook inzetten op de mercatorcollectie, ten einde deze landelijke uitstraling ook effectief te realiseren. 8. m.b.t. Actieplan 112 „Sterke en doelgerichte evenementen organiseren‟: Teneinde overlappingen te vermijden en mogelijkheden tot samenwerking maximaal te benutten ook de evenementen tijdig plannen en bekendmaken. 9. m.b.t. Actieplan 114 „De inzet en het verhuur van feestmateriaal optimaliseren‟: Tijdig communiceren hoe en wanneer ook de tarieven voor de verhuur van stadsmateriaal aangepast zullen worden. 10. m.b.t. Actieplan 116 „Een strategisch beleid rond toerisme en stadspromotie ontwikkelen‟: Meer kansen creëren om de eigen inwoners (gratis of goedkoper) naar onze eigen instellingen en toeristische plekken te lokken. 9. Sportraad
Gevolggevend aan de vraag van het schepencollege aan de raad van bestuur van de stedelijke sportraad betreffende 1. Retributies 2. Aanpassing premies en subsidies 3. Meerjarenplanning investeringen wenst de raad van bestuur voorafgaandelijk volgende bemerkingen te maken: 1. Op geen enkel moment werd de mogelijkheid gegeven tot werkelijk inhoudelijk overleg in de zin van kiezen uit verschillende mogelijkheden of in overweging nemen van correcties. 2. Daartegenover heeft de schepen voor sport, van zodra de teksten bekend waren, de mogelijkheid gegeven aan de raad van bestuur om alle mogelijke vragen terzake te stellen of verduidelijkingen te verschaffen 3. De raad van bestuur dringt erop aan dat de schepen voor sport een jaarlijkse evaluatie maakt waarin niet alleen het financiële aspect maar ook de sportieve consequenties worden belicht. 4. De raad van bestuur apprecieert de houding van de schepen ten aanzien van het formuleren van de adviezen en de stemming, waarbij hij doelbewust niet aanwezig zou zijn. Inhoudeliik 1. Retributies De raad van bestuur apprecieert ten zeerste het geleverde werk en oordeelt dat, in het kader van de noodzakelijke besparingen, er een goed evenwicht gevonden werd. De raad van bestuur suggereert om dit reglement leesbaarder te maken voor alle clubs en gebruikers. Tevens wenst de raad van bestuur dat de volgend formule wordt toegevoegd: "Het schepencollege kan om bepaalde redenen vrijstellingen of verminderingen toestaan.” 2. Aanpassing premies en subsidies Deze regeling wordt gunstig beoordeeld op voorwaarde dat het bedrag voor de beachvolleyhappening wordt opgenomen bij de evenementen, zoals beloofd. 3. Meeriarenplanninq investeringen De raad van bestuur beschouwt het aanbrengen van een sportvriendelijke vloer in de polyvalente zaal van het jeugdhuis 't Verschil Nieuwkerken als een dringende noodzaak. Daar tegenover wordt gevraagd dat er in de voorziene werken, toch een voorkeur zou gegeven worden aan de sportgerelateerde werken.
Meerjarenplan 2014-2019
31
versie 19-12-2013 aangepast
10. Coördinerende directeurs onderwijsnetten (basis en secundair) (Noot: Dit betreft enkel een advies over de retributies.)
Algemene bemerkingen: -
-
In het lageronderwijs is men gebonden aan de reglementering van de scherpe maximumfactuur. Men signaleert dat wanneer de nieuwe retributieregeling vanaf 1 januari 2014 in voege treedt dit problematisch kan zijn voor de scholen. Meerkosten zullen moeten worden gedragen door de werkingskosten van de school, vandaar dat men voorstelt om de nieuwe retributieregeling te laten starten op 1 september 2014. Globaal gezien is men tevreden over de voorgestelde tarieven.
Specifiek over zwemmen: Wat het zwemmen betreft vraagt men het uurtarief op te trekken naar 1.60 EUR ( komende van 1.25 EUR) in plaats van 1.80 EUR. In de oude regeling betaalde men relatief minder naar gelang de duurtijd van de zwembeurt. Men vindt het huidige voorstel niet logisch en men wil benadrukken dat het onder meer voor de scholen van het buitengewoon onderwijs niet evident is om zwemsessies van minder dan één uur te organiseren gezien de verplaatsing die gemaakt moet worden. -
De dirco‟s vonden de verhouding van de oude zwemtarieven logischer en pleiten voor een uurtarief van 1.60 EUR.
11. De beheerscommissie van de bibliotheek
De beheerscommissie van de bib kan zich vinden in het voorstel van het bestuur om de komende jaren 2 miljoen euro te investeren in het in stand houden van het bibgebouw (wettelijke eisen, technisch en ruimtelijk voldoen aan de noden, dringende werkzaamheden uitvoeren). I.v.m. de retributies wordt er m.b.t. de zalen gevraagd om tevens per zaal de beschikbare technische materialen (beamer, micro, projectiescherm,…) en voorzieningen (verduistering aanwezig, …) op te lijsten. I.v.m. de retributies van de bib zelf geeft de commissie positief advies. 12. Doelgroep etnisch-culturele minderheden
Er zijn geen formele adviezen binnen gekomen, maar tijdens de bespreking bleek dat men in de in de uitvoering van de acties aandacht wil voor: 1. Maatschappelijk kwetsbare jongeren Maatschappelijke ondersteuning; Ondersteuning in het vinden van werk; Extra ondersteuning Nederlands voor jonge nieuwkomers; Ondersteuning in het onderwijs (jongeren en hun ouders). 2. Het verhogen van beleidsparticipatie voor etnisch-culturele minderheden door het interculturaliseren van de bestaande adviesraden of door een formeel inspraakorgaan in te richten voor etnisch-culturele minderheden. 3. De uitbreiding van het stedelijk aanbod lokalen/zalen voor verenigingen. 4. Het betrekken van de verenigingen bij acties rond positieve beeldvorming. 13. Lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas – Temse
Het lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en het lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas-Temse geven algemeen een positief advies over het flankerend onderwijsbeleid van de stad Sint-Niklaas zoals dit tijdens de algemene vergaderingen van 26 november en 2 december 2013 is voorgesteld en gemotiveerd. Het lokaal overlegplatform stelt vast dat de stad Sint-Niklaas in haar meerjarenplanning bestaande projecten wil versterken met nieuwe impulsen.
Meerjarenplan 2014-2019
32
versie 19-12-2013 aangepast
Bij de uitwerking van de meerjarenplanning heeft het stadsbestuur rekening gehouden met de aanbevelingen in het memorandum en het beleidsplan van het lokaal overlegplatform. Het beleidsplan van het lokaal overlegplatform is gebaseerd op een uitvoerige omgevingsanalyse opgesteld door de dienst Sociale Planning van de provincie Oost-Vlaanderen en het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Deze omgevingsanalyse toont aan dat Sint-Niklaas geconfronteerd wordt met specifieke problematieken: De bevolking in Sint-Niklaas groeit snel aan. De bevolkingsgroei wordt veroorzaakt door zowel een positief natuurlijk saldo als een positief migratiesaldo. Dit stelt op korte termijn het basisonderwijs voor grote uitdagingen. De groep niet-Belgen naar geboorte is groot (15% van de totale bevolking in de fusiegemeente Sint- Niklaas). Er is een oververtegenwoordiging van het aantal nietBelgen bij geboorte in de deelgemeente Sint-Niklaas. In de meer landelijke deelgemeenten is het aandeel niet-Belgen bij geboorte veel lager. De niet-Belgen naar geboorte wonen erg geconcentreerd in het centrum van Sint-Niklaas. In de omgevingsanalyse werd de „kansarmoede‟ op basis van uiteenlopende parameters nauwkeurig in beeld gebracht. De verschillende parameters werden samengebracht in één synthesemaat (ontwikkeld door het Steunpunt Sociale Planning van de provincie OostVlaanderen). Volgens deze synthesemaat scoort Sint-Niklaas 48% slechter dan Vlaanderen voor (kans)armoede bij kinderen. Basisscholen in de deelgemeente Sint-Niklaas hebben een hoog aantal indicatorleerlingen. Het lokaal overlegplatform formuleerde aanbevelingen bij het flankerend onderwijsbeleid dat de stad Sint-Niklaas in de meerjarenplanning heeft beschreven. Die aanbevelingen worden als bijlage aan dit positieve advies toegevoegd. Het lokaal overlegplatform basisonderwijs Sint-Niklaas en het lokaal overlegplatform secundair onderwijs Sint-Niklaas-Temse geven positief advies over de volgende projecten in het kader van het flankerend onderwijsbeleid: 1) GOK-projectenfonds 2) Time Out 3) Schoolparticipatiefonds Motivatie bij het GOK-projectenfonds: a) Met dit project wil het stadsbestuur de creativiteit van scholen aanscherpen om initiatieven te nemen voor het realiseren van gelijke onderwijskansen. b) Met dit project worden scholen aangemoedigd om netoverschrijdend initiatieven te nemen en ook beroep te doen op de expertise van andere diensten. c) Dit project komt tegemoet aan de grote nood aan initiatieven ter bevordering van gelijke onderwijskansen. d) Bij de beoordeling van nieuwe en innoverende projecten rekent het stadsbestuur op de medewerking en ondersteuning van het lokaal overlegplatform. Aanbeveling: Het LOP stelt voor de komende legislatuur drie thema‟s voorop die belangrijke hefbomen zijn in de bevordering van gelijke onderwijskansen voor kansarme kinderen: ouderbetrokkenheid in zowel basis- als secundair onderwijs stimuleren, sociale mix realiseren in de basisscholen de aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt optimaliseren. Motivatie bij Time Out a) Verschillende participanten van het lokaal overlegplatform hebben een mandaat in de stuurgroep van dit project en hebben dus direct inspraak bij de organisatie ervan. b) De werking en de resultaten van Time Out worden jaarlijks in een uitgebreid jaarverslag beschreven. Die komen tegemoet aan de vooropgestelde verwachtingen. c) De stuurgroep formuleerde in 2013 verschillende verbetervoorstellen om te komen tot een flexibelere organisatie zodat meer leerlingen op een betere manier bediend kunnen worden en de samenwerking met schoolteams intensiever is. d) In dit project is er een samenwerkingsverband met de gemeente Beveren waardoor de volledige werking een beter rendement behaalt.
Meerjarenplan 2014-2019
33
versie 19-12-2013 aangepast
e) De stad Sint-Niklaas toont een sterk engagement in de regie en coördinatie van dit project. Motivatie bij het schoolparticipatiefonds: a) Het schoolparticipatiefonds wil in eerste instantie een tegemoetkoming geven aan de kinderen uit kansarme gezinnen, maar tegelijk motiveert het ook de scholen om een permanent kostenbeleid te voeren. b) Het schoolparticipatiefonds wil ook ouders ondersteunen in hun verantwoordelijkheid om te investeren in het onderwijs van hun kinderen. Door het schoolparticipatiefonds te koppelen aan een kansenpassysteem ontstaat een emancipatorisch effect. c) Met de toename van kansarmoede stijgt ook het bedrag van onbetaalde schoolrekeningen, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs. Het stadsbestuur verhoogt het bedrag van het participatiefonds zodat dit beter aan de reële tegemoet komt.
Meerjarenplan 2014-2019
34
versie 19-12-2013 aangepast
2. Financiële risico’s Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] een omschrijving van de financiële risico's die het bestuur loopt en van de middelen en
mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico's te dekken;”
A. Omschrijving van de financiële risico’s Ons bestuur loopt in het algemeen dezelfde risico‟s als de andere Vlaamse gemeentebesturen. Deze risico‟s zijn voldoende gekend en beschreven door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en door de studies van Belfius. Ook de algemene pers rapporteert regelmatig over de problemen en risico‟s van de Vlaamse gemeentebesturen. Dit onderwerp werd ook opgenomen en beschreven in de omgevingsanalyse die de basis vormde voor het uitwerken van de meerjarenplanning (zie omgevingsanalyse in bijlage 4). Daarnaast zijn er een aantal risicogebieden die verhoogde aandacht verdienen: 1. Het stadsbestuur heeft een aantal partnerbesturen aan dewelke een belangrijke dotatie betaald wordt. Het is dan ook van belang om de financiële evolutie van deze partnerbesturen op te volgen. 2. Het stadsbestuur heeft samen met de stad Dendermonde en de gemeente Hamme een transnationale concessie inzake het rioleringsstelsel afgesloten in 2004. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 is gebleken dat de contractvoorwaarden nauwgezet moeten opgevolgd worden om te vermijden dat de stad hoge schadevergoedingen zou moeten betalen. 3. De stad verstrekte volgende waarborgen: - Gewaarborgde lening OCMW Sint-Niklaas (Belfius): 5.342.029,77 EUR EUR; - Gewaarborgde lening MIWA (Belfius) : 2.747.832 EUR - Gewaarborgde lening Domus Flandria (Belfius): 2.019.499,78 EUR; - Gewaarborgde lening Fingem BNP Paribas Fortis: 6.225.000 EUR. - Gewaarborgde lening VVSG (Belfius) : 317.419,54 EUR - Gewaarborgde lening AZ Nikolaas (Belfius) : 12.483.996,19 EUR 4. De stad verstrekte volgende, al dan niet renteloze, leningen. Zie bijlage 5 (6 p.).
B. Middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt om die risico’s te dekken De algemene financiële risico’s De algemene financiële risico‟s worden permanent opgevolgd door de beleids- en beheersorganen van de stad. Het algemeen financieel risico wordt afgedekt door de strategische planning waarin voldoende maatregelen verwerkt zijn om de vereiste evenwichten volgens de Beleids- en Beheerscyclus te bereiken (structureel evenwicht in de exploitatie, resultaat op kasbasis en autofinancieringsmarge volgens schema M2). De stadsadministratie werkt permanent verder aan het verbeteren van het systeem van interne controle en aan het opzetten van een systeem van beheerscontrole. Het algemeen financieel risico zal beheerd worden door het verder voeren van een „getrouwe boekhouding‟ en het correct opstellen van de beleidsdocumenten (meerjarenplan, bijsturingen van het meerjarenplan, budgetten, budgetwijzigingen, jaarrekeningen).
Meerjarenplan 2014-2019
35
versie 19-12-2013 aangepast
Het risico in verband met de stadsdotaties aan de partnerbesturen Het risico in verband met de stadsdotaties aan de partnerbesturen wordt afgedekt door versterkt overleg tussen de stad en de partnerbesturen. Bij de invoering van de Beleids- en Beheerscyclus was er overleg met het OCMW en werd er samengewerkt met het autonoom gemeentebedrijf. De omgevingsanalyse werd gemaakt in samenwerking met vertegenwoordigers van: - De stad - Het OCMW - De Politiezone - Het Autonoom Gemeentebedrijf ‟t Bau-huis - EVA-vzw Sint-Niklase Sport-, Spel- en recreatiecentra - EVA-vzw Centrummanagement - EVA-vzw Accsi Er is ook periodiek gestructureerd overleg met het Centraal Kerkbestuur. Ook voor het opstellen van de meerjarenplanning was er uitgebreid overleg met alle partnerbesturen en werd er getracht om de doelstellingen en de financiële planningen op elkaar af te stemmen. De zonevorming van de brandweer wordt opgevolgd. Het risico in verband met de transnationale concessie Het risico in verband met de transnationale concessie wordt afgedekt door het opvolgen en herstructureren van de contracten. Er wordt tevens onderzocht of het haalbaar is om de transnationale concessie vervroegd te beëindigen. Daarbij wordt beroep gedaan op gespecialiseerd advies (financieel en juridisch advies). Dit dossier wordt ook begeleid door de Vlaamse administratie. In verband met de transactie werd de waarborg die oorspronkelijk enkel verstrekt werd door Dexia aangevuld door de aankoop van Amerikaans waardepapier (F. Mac) en door een waarborg van het Vlaams Gewest. Gezien de hoofdwaarborg in dit dossier verstrekt wordt door het Vlaams Gewest is de vraag of dit risico moet gerapporteerd worden door het Vlaams Gewest in plaats van door de betrokken gemeenten. Als beide instanties dit risico rapporteren is er immers gevaar voor een dubbeltelling. Gezien een eventuele schadevergoeding echter uiteindelijk moet gedragen worden door de gemeenten wordt het risico hier toch vermeld. Het risico in verband met de verstrekte stadswaarborgen Het risico in verband met de gewaarborgde lening van het OCMW Sint-Niklaas is onder controle, gezien de nauwe banden tussen stad, OCMW en het AZ Nikolaas, het verplichte financieel evenwicht van het OCMW en de decretale toezichtmogelijkheden waarover de stad beschikt. Gewaarborgde lening Domus Flandria (Belfius). Gezien het beperkt bedrag en de grotere Vlaamse context is dit risico beperkt. Gewaarborgde lening Fingem BNP Paribas Fortis: 6.225.000 EUR. De stad is vertegenwoordigd in de bestuursorganen en kan aldus deze problematiek mee opvolgen en in beperkte mate sturen. Gezien de hoogte van het gewaarborgd bedrag en de beperkte mogelijkheid om impact te hebben is deze waarborg een aandachtspunt. Renteloze leningen Het risico in verband met de verstrekte, al dan niet renteloze leningen, is onder controle gelet op het feit dat er bij afsluiten van deze leningen telkens een hypothecair mandaat op een onroerend goed gevestigd werd. Meer info over de renteloze leningen vindt u in bijlage 5 (6 p.).
Meerjarenplan 2014-2019
36
versie 19-12-2013 aangepast
3. Lijst beleidsdoelstellingen Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] een overzicht van alle beleidsdoelstellingen (ofwel een verwijzing naar de plaats waar dat overzicht snel en gebruiksvriendelijk beschikbaar is);”
Hieronder vindt u de lijst van de beleidsdoelstellingen: - de 34 prioritaire beleidsdoelstellingen (PBD) komen overeen met de beleidsdoelstellingen die in het witboek worden vermeld; - daarnaast zijn er nog 4 niet-prioritaire beleidsdoelstellingen (NPBD): die vatten het overig beleid per beleidsdomein. Prioritaire beleidsdoelstellingen PBD01 PBD02 PBD03 PBD04 PBD05 PBD06 PBD07 PBD08 PBD09 PBD10 PBD11 PBD12 PBD13 PBD14 PBD15 PBD16 PBD17 PBD18 PBD19 PBD20 PBD21 PBD22
Duurzaam financieel beheer en beleid voeren op korte en lange termijn. Werking stadsdiensten moderniseren en een stimulerend HR-beleid voeren. Een efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening uitbouwen, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van digitale informatiesystemen. Een correcte dienstverlening uitbouwen voor burgerzaken, die tegemoet komt aan nieuwe tendensen. De burgers en het middenveld actief betrekken bij het beleid door het verdiepen van bestaande en het creëren van nieuwe inspraakvormen. Een duurzaam en klimaatneutraal beleid uitdragen. Een eigentijdse en toekomstgerichte invulling geven aan internationale en Europese samenwerking. Bouwen aan een lokale samenleving waarin verscheidenheid een evidentie wordt en iedereen gelijke kansen krijgt. In overleg met het centraal kerkbestuur een toekomstvisie ontwikkelen over de werking en het beheer van de kerken en pastorijen. Risico‟s beperken door een preventief beleid en overlast doelgericht en consequent aanpakken. Verder werken aan stadsvernieuwing en de publieke ruimte aantrekkelijk inrichten en beheren. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen realiseren voor iedereen. Maatregelen nemen voor een integraal mobiliteitsbeleid, met als uitgangspunt het STOP-principe. De wateroverlast bestrijden, de waterzuiveringsgraad verhogen en de openbare werken planmatig en gebiedsgericht uitvoeren. Onze natuur beschermen, uitbreiden en de ecologische waarde ervan verbeteren en versterken. De stad groen en net houden door gebiedsgericht en natuurlijk onderhoud. Via het landbouwbeleid bijdragen tot een duurzame ontwikkeling van de open ruimte en van de economie. Sterkere regierol opnemen in het economisch beleid. Een regierol opnemen inzake tewerkstelling en de randvoorwaarden creëren voor meer kansen op tewerkstelling voor alle doelgroepen. Strategisch, integraal en ambitieus cultuurbeleid voeren over alle culturele instellingen en alle deeldomeinen. De eigen sterke evenementen verder uitbouwen en meer ruimte creëren voor de ondersteuning van private organisatoren van evenementen. Sint-Niklaas beter op de kaart zetten door het maken van gerichte keuzes in stadspromotie en toerismebeleid.
Meerjarenplan 2014-2019
37
versie 19-12-2013 aangepast
PBD23 PBD24 PBD25 PBD26 PBD27 PBD28 PBD29 PBD30 PBD31 PBD32 PBD33 PBD34
Een dynamisch sportbeleid voeren door te zorgen voor een breed en toegankelijk aanbod, een kwalitatieve sportinfrastructuur en ondersteuning van sportverenigingen. Integraal jeugdbeleid voeren waardoor alle kinderen en jongeren maximale ontplooiingskansen krijgen en het jeugdwerk verder ondersteunen. De randvoorwaarden creëren om kwalitatief onderwijs mogelijk te maken en onderwijskansen te bieden aan alle doelgroepen. Kwaliteitsvol en pluralistisch onderwijs aanbieden en ondersteunen. Kwaliteitsvol kunstonderwijs aanbieden, zowel op inhoudelijk als infrastructureel vlak. Samen met alle partners een kwaliteitsvol en behoeftedekkend aanbod aan kinderopvang voor baby‟s, peuters en schoolgaande kinderen uitbouwen. Ouders, grootouders en scholen verder ondersteunen in hun opvoedingstaak. Inzetten op preventie als de beste garantie om gezond te blijven. Een beleid voeren dat erop gericht is om de zelfredzaamheid van nieuwkomers en anderstaligen te verhogen en hen te stimuleren om aan alle aspecten van onze samenleving deel te nemen. Van Sint-Niklaas een leeftijdsvriendelijke stad maken. Een klimaat voor een sociale en solidaire stad verder realiseren. Het beleid van stad en OCMW op elkaar afstemmen.
Niet-prioritaire beleidsdoelstellingen NPBD01 NPBD02 NPBD03 NPBD04
In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster algemeen beleid en veiligheid die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster ruimte, milieu en economie die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster cultuur, vrije tijd en onderwijs die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen. In deze doelstelling worden alle uitgaven en inkomsten verrekend van de cluster welzijn die niet vervat zitten in de prioritaire beleidsdoelstellingen.
Meerjarenplan 2014-2019
38
versie 19-12-2013 aangepast
4. Interne organisatie Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] de interne organisatie van het bestuur, met minstens het organogram van de diensten (met inbegrip van de intern verzelfstandigde agentschappen), een overzicht van het personeelsbestand (opgesteld overeenkomstig het modelschema TM1), een overzicht van de budgethouders en een overzicht per beleidsdomein van de beleidsvelden die er deel van uitmaken;”
De interne organisatie van het stadsbestuur wordt hieronder verduidelijkt aan de hand van het organogram, een overzicht van het personeelsbestand, de manier waarop budgethouderschap en de goedkeuringsprocedure voor aankopen wordt aangepakt en de beleidsindeling.
A. Organogram Op de volgende twee pagina‟s vindt u de recentste versie van het organogram, dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd op 29 mei 2009.
Meerjarenplan 2014-2019
39
versie 19-12-2013 aangepast
Zie volgende pagina
Zie vorige pagina
Meerjarenplan 2014-2019
41
versie 19-12-2013 aangepast
B. Personeelsbestand Schema TM1 2014 Vastbenoemd A B C D E Contractueel A B C D E Gesco A B C D E Totaal A B C D E Algemeen totaal
2015
2016
2017
2018
2019
54 41,7 132,2 142,3 6,5
54 41,7 132,2 142,3 6,5
54 41,7 132,2 142,3 6,5
54 41,7 132,2 142,3 6,5
54 41,7 132,2 142,3 6,5
54 41,7 132,2 142,3 6,5
24,2 66,2 79,7 56,41 16,61
24,2 64,51 74,24 47,64 15,33
23,48 63,95 71,57 41,96 14,64
22,26 63,7 66,21 33,46 13,2
21,57 62,98 57,33 24,5 12,08
20,16 62,7 51,85 14,57 10,12
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2014 79,2 115,22 270,29 311,36 90,84 866,91
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2015 79,2 113,53 264,83 302,59 89,56 849,71
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2016 78,48 112,97 262,16 296,91 88,87 839,39
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2017 77,26 112,72 256,8 288,41 87,43 822,62
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2018 76,57 112 247,92 279,45 86,31 802,25
1 7,32 58,39 112,65 67,73 2019 75,16 111,72 242,44 269,52 84,35 783,19
Gepensioneerden worden in 2014 niet vervangen. Vanaf 2015 wordt 3/4 e van de vacatures ontstaan door pensioenen niet ingevuld. Bij de berekening van de verwachte uitstroom wegens pensioen werd uitgegaan van 62 jaar als gemiddelde pensioenleeftijd. In deze bijlage wordt de afbouw in fte‟s gerealiseerd bij de contractuele functies. De statutaire aantallen blijven op peil om de verhouding statutairen-contractuelen niet verder te laten ontsporen in het kader van de betaalbaarheid van de pensioenen en de responsabiliseringsbijdrage. Het is ook de betrachting om het geco-bestand ingevuld te houden omwille van de subsidiëring. De organisatievernieuwing (hervorming departementen en diensten) en efficiëntietrajecten (Lean) zullen op termijn aangeven welke wijzigingen er effectief nodig zijn in de personeelsformatie. Budgetneutraliteit - binnen de reeds door niet-vervanging afgeslankte budgettaire ruimte - staat hierbij voorop.
Meerjarenplan 2014-2019
42
versie 19-12-2013 aangepast
In de meerjarenplanning werd met betrekking tot de personeelskosten uitgegaan van een jaarlijks inflatiepercentage van 1,40% van 2014 tot en met 2019. Voor de berekening van dit percentage werd rekening gehouden met volgende parameters: 1% = 400.000 EUR
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Baremieke verhogingen
0,55
0,55
0,55
0,55
0,55
0,55
Index
1,00
2,00
1,00
2,00
1,00
2,00
pensioenen niet vervangen
-0,96
-1,08
-1,09
-1,74
-2,22
-2,08
Verhoging eindejaarstoelage
0,20
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Kader
0,22
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Fietsvergoeding & maaltijdcheques
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
2de pensioenpijler contr.
0,00
0,00
0,00
0,00
0,40
0,40
Verhoging patronale bijdrage
0,67
1,34
0,50
0,00
0,00
0,00
totaal
1,68
2,81
0,96
0,81
-0,27
0,87
Bij elke nieuwe vaststelling van het personeelsbudget zal het inflatiepercentage opnieuw worden bepaald.
Meerjarenplan 2014-2019
43
versie 19-12-2013 aangepast
C. Budgethouderschap en goedkeuringsprocedure aankopen Bij het stadsbestuur is het college de hoofd- en enige budgethouder, in de zin van artikel 158 en 159 van het gemeentedecreet. Het beheer van de budgetten gebeurt dus in naam en opdracht van het college. Begrip dagelijks bestuur Het college is bevoegd voor het dagelijks bestuur van de gemeente, maar het is de gemeenteraad die beslist wat er onder dagelijks bestuur moet begrepen worden. Artikel 43 § 2, 9° van het gemeentedecreet bepaalt immers dat de gemeenteraad exclusief bevoegd is voor de vaststelling wat onder het begrip „dagelijks bestuur‟ in de zin van artikel 159 van het gemeentedecreet moet worden verstaan. Artikel 159 § 2 van het gemeentedecreet stipuleert dat de gemeenteraad op voorstel van het college van burgemeester en schepenen bepaalt wat onder dagelijks bestuur wordt begrepen. Het gemeentedecreet definieert niet wat wordt verstaan onder het begrip „dagelijks bestuur‟ zodat elke gemeente een eigen invulling kan geven aan dit begrip. De definitie van „dagelijks bestuur‟ werd door de gemeenteraad vastgelegd op 28 september 2007 en blijft behouden. Onder het begrip „dagelijks bestuur‟ in de zin van artikel 159 van het gemeentedecreet wordt voor onze organisatie verstaan: 1. alle bestuursdaden zonder financiële impact die niet expliciet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren; 2. alle bestuursdaden die betrekking hebben op het aangaan van een verbintenis waarvan de financiële impact is voorzien in het exploitatiebudget; 3. alle bestuursdaden die betrekking hebben op het aangaan van een verbintenis waarvan de financiële impact is voorzien in het investeringsbudget en het bedrag van 5.500 EUR (exclusief btw) niet overschrijdt; 4. elke wijziging aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten waarvan de gemeenteraad de wijze van gunning en de voorwaarden heeft vastgesteld, beperkt tot een meeruitgave van 10 % van het gegunde bedrag. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden; 5. de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden; 6. de vestiging van onroerende zakelijke rechten en contracten betreffende onroerende goederen met een maximale duur van 9 jaar. Voor deze aangelegenheid is het college exclusief bevoegd en kan het geen delegatie verlenen aan bepaalde personeelsleden. Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 43, §2, 11°, a van het Gemeentedecreet bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van deze overheidsopdrachten, als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur zoals hierboven aangehaald. Visum financieel beheerder Art. 94 van het gemeentedecreet bepaalt dat de financieel beheerder in volle onafhankelijkheid instaat voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in titel IV. Deze voorwaarden worden onder meer vastgelegd in art. 160, §2 dat stelt: “De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom, zijn onderworpen aan een
Meerjarenplan 2014-2019
44
versie 19-12-2013 aangepast
voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel beheerder onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van deze voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht bedoeld in artikel 94, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, indien uit dit onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. De gemeenteraad bepaalt, na advies van de financieel beheerder, de nadere voorwaarden waaronder de financieel beheerder de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De gemeenteraad kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel beheerder, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting. De gemeenteraad kan, op eensluidend voorstel van de financieel beheerder, de bevoegdheid, vermeld in het tweede lid, delegeren aan een of meer personeelsleden, die werken onder de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder.” De Vlaamse Regering bepaalde de perken van de visumverplichting in art. 121 van het besluit van 25 juni 2010, waarin gesteld wordt dat de raad de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting: 1° de aanstelling van statutaire personeelsleden; 2° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor onbepaalde duur; 3° de aanstelling van contractuele personeelsleden voor een periode van één jaar of meer; 4° de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister; 5° de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het jaarlijkse bedrag hoger is dan het bedrag, bepaald door de minister; 6° de investeringssubsidies. Bij opeenvolgende contracten voor de aanstelling van contractuele personeelsleden voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling. Hiermee rekening houdend wordt voorgesteld om alle verrichtingen onder 2.500 EUR (exclusief btw) uit te sluiten van de visumverplichting. Dit is een aanpassing van het bedrag ten opzichte van de vorige regeling (5.500 EUR, exclusief btw). Conform artikel 160 van het gemeentedecreet is het ook wenselijk dat de financieel beheerder aan de gemeenteraad voorstelt om de visumbevoegdheid te delegeren aan een of meer personeelsleden, die werken onder de verantwoordelijkheid van de financieel beheerder. Dat vermijdt onverwachte problemen bij de afwezigheid van de financieel beheerder. Deze beslissing maakt het voorwerp uit van een afzonderlijke gemeenteraadsbeslissing. Delegatie goedkeuringsprocedure bestelaanvragen Voor de vlotte werking van de administratie is wel voorzien dat het college, als budgethouder, delegatie geeft aan de secretaris om de bepaalde verrichtingen te vragen. Dat kan conform artikel 58 van het Gemeentedecreet, waarbij het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de gemeentesecretaris kan toevertrouwen. De secretaris kan die op zijn beurt verder delegeren aan andere personeelsleden van de gemeente (in concreto de leidinggevende ambtenaren), eveneens in uitvoering van artikel 58. In de praktijk houdt dat in dat de diensthoofden bestelaanvragen tot een bedrag van 2.500 EUR (exclusief btw) kunnen initiëren. Deze verbintenissen zijn vrijgesteld van het visum van de financieel beheerder, maar er is wel een budgetcontrole door de dienst financiën.
Meerjarenplan 2014-2019
45
versie 19-12-2013 aangepast
Schematisch Bedrag
college
gemeenteraad neen
controlehandtekening financiën ja
visum financieel beheerder neen
Tot en met 2.500 EUR (excl.btw) Meer dan 2.500 EUR tot en met 5.500 EUR (excl.btw) Meer dan 5.500 EUR (excl.btw)
neen ja
neen
ja
ja
ja
enkel bij investeringen
ja
ja
Vanaf 2014 zal de procedure voor bestelaanvragen en goedkeuring van facturen als volgt verlopen: Tot en met 2500 EUR Stapnummer
Omschrijving
Status
Goedkeurders
10
Bestelaanvraag decentraal
Aanvraag
20
Controle decentraal diensthoofd
Goedkeuring
30
Controle dienst financiën
Goedkeuring
x Decentraal diensthoofd Medewerkers financiën
Inkomende factuur Inkomende factuur koppelen aan XX bestelling(en) 70
Controle Bestelbon
Mail verzonden
80
Controle levering en prijs
Goedkeuring
XX
Inkomende factuur boeken
In boekhouding
Dienst financiën Dienst financiën Decentraal diensthoofd Dienst financiën
Status
Goedkeurders
XX
Omschrijving Dossier GR of CBS met visum fin. beheerder
x
x
10
Bestelaanvraag decentraal
Aanvraag
20
Controle decentraal diensthoofd
Goedkeuring
30
Controle dienst financiën
Goedkeuring
x Decentraal diensthoofd Medewerkers financiën
In uitvoering
Wijzigbaar
Budgetcontrole
ViAfdrukken sum
V V
V
V Bestelbon
V
V
Levering
Prijs
V
V
V
Meer dan 2500 EUR Stapnummer
Inkomende factuur Inkomende factuur koppelen aan XX bestelling(en)
Budgetcontrole
ViAfdrukken sum
V V
V
V
V
V
V
Bestelbon Levering Prijs In uitvoering
70
Controle bestelbon
Mail verzonden
80
Controle levering en prijs
Goedkeuring
XX
Inkomende factuur boeken
In boekhouding
Meerjarenplan 2014-2019
Wijzigbaar
46
Dienst financiën Dienst financiën Decentraal diensthoofd Dienst financiën
V V
V
versie 19-12-2013 aangepast
D. Samenstelling beleidsdomeinen In Sint-Niklaas wordt volgende beleidsindeling in beleidsdomeinen, -velden en -items gebruikt: 1ste niveau voor beleidsdomein, bv. 0 Algemene financiering 2de niveau voor beleidsveld, bv. 0100 Politieke organen 3de niveau voor beleidsitem bv. 0100/01 Gemeenteraad Niet alle beleidsvelden worden gebruikt in het kader van de beleids- en beheerscyclus. 0 Algemene financiering 0010 0020 0030 0040 0050 0090
Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Fiscale aangelegenheden Financiële aangelegenheden Transacties in verband met de openbare schuld Patrimonium zonder maatschappelijk doel Overige algemene financiering
1 Algemeen beleid en veiligheid 0100
0101 0110 0111 0112
0113 0114 0115 0119
0130
0150 0151 0160
Politieke organen 0100/01 Gemeenteraad 0100/02 College 0100/03 Burgemeester 0100/04 OCMW 0100/99 Overige politieke organen Officieel ceremonieel Secretariaat Fiscale en financiële diensten Personeelsdienst en vorming 0112/01 HRM 0112/02 Personeelsbeheer 0112/99 Overige van personeelsdienst en vorming Archief Organisatiebeheersing Welzijn op het werk Overige algemene diensten 0119/01 Beleidsondersteuning 0119/02 Communicatie 0119/03 Drukwerk 0119/04 ICT 0119/05 Centrale aankoopdienst 0119/06 Centraal magazijn niet-voeding 0119/07 Centraal magazijn voeding 0119/08 Centrale keuken 0119/09 Gebouwen 0119/10 Schoonmaak 0119/11 Wagenpark 0119/99 Overige van overige algemene diensten Administratieve dienstverlening 0130/01 Bevolking 0130/02 Burgerlijke stand 0130/03 Verkiezingen 0130/99 Overige administratieve dienstverlening Internationale relaties Deelneming aan internationale organisaties en conferenties Hulp aan het buitenland 0160/01 Subsidies aan verenigingen 0160/02 Subsidies aan particulieren 0160/03 Noodhulp
Meerjarenplan 2014-2019
47
versie 19-12-2013 aangepast
0170 0171 0190
0400
0410
0420 0430 0440 0450 0460 0470 0480 0490 0790 0791
0160/04 Subsidies aan buitenlandse partners 0160/05 Sensibiliseringsacties 0160/99 Overige hulp aan het buitenland Binnengemeentelijke decentralisatie Gemeentelijk/stedelijk wijkoverleg Overig algemeen bestuur 0190/01 Klachtenbehandeling 0190/02 Gebiedsgerichte werking 0190/03 Contacten met het leger 0190/04 Lidmaatschap verenigingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden 0190/05 Dienstorganisatie en -ondersteuning 0190/99 Overige van overig algemeen bestuur Politiediensten 0400/01 Uitvoerende politiediensten 0400/02 Ondersteunende politiediensten 0400/03 Preventie politie 0400/99 Overige politiediensten Brandweer 0410/01 Uitvoerende brandweerdiensten 0410/02 Ondersteunende brandweerdiensten 0410/03 Preventie brandweer 0410/99 Overige brandweerdiensten Dienst 100 Civiele bescherming Overige hulpdiensten Rechtspleging Kinderbescherming Dierenbescherming Bestuurlijke preventie (incl. GAS) Overige elementen van openbare orde en veiligheid Erediensten Niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen
2 Ruimte, milieu en economie 0200
0210 0220 0290
0300 0309 0310 0319
Wegen 0200/01 Gewestwegen 0200/02 Buurt- en voetwegen 0200/03 Tragewegenplan 0200/04 Gemeentewegen 0200/05 Sneeuw- en ijzelbestrijding 0200/06 Standplaats- en andere vergunningen 0200/07 Signalisatie 0200/08 Wegbermen 0200/99 Overige wegen Openbaar vervoer Parkeren Overige mobiliteit en verkeer 0290/01 Mobiliteitsbeleid 0290/02 Verkeersveiligheid en -leefbaarheid 0290/03 Verkeersopvoeding 0290/99 Overige van overige mobiliteit en verkeer Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval Overig afval- en materialenbeheer Beheer van regen- en afvalwater 0310/01 Rioleringen 0310/99 Overig beheer van regen- en afvalwater Overig waterbeheer 0319/01 Buurtweggrachten 0319/02 Waterlopen 0319/03 Polders en wateringen 0319/04 Integraal waterbeleid
Meerjarenplan 2014-2019
48
versie 19-12-2013 aangepast
0320 0329 0340 0341 0349 0350 0380 0381 0390 0500
0510 0530
0540 0550 0590 0600
0610 0620 0621 0622 0629 0630 0640 0650 0660 0670 0680 0690
0319/05 Deelbekkens 0319/06 Waterschappen 0319/99 Overig van overig waterbeheer Sanering van bodemverontreiniging Overige vermindering van milieuverontreiniging Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos Erosiebestrijding Overige bescherming van biodiversiteit, landschappen en bodem Klimaat en energie Participatie en sensibilisatie Geïntegreerde milieuprojecten Overige milieubescherming Handel en middenstand 0500/01 Markten 0500/02 Nacht- en belwinkels 0500/99 Overige handel en middenstand Nijverheid Land-, tuin- & bosbouw 0530/01 Stedelijk landbouwbeleid 0530/02 Ondersteuning van de landbouw- en tuinbouwsector 0530/03 Beheer open ruimte 0530/99 Overige land-, tuin- en bosbouw Visvangst Werkgelegenheid Overige economische zaken Ruimtelijke planning 0600/01 Planning 0600/02 Vergunningen 0600/03 Handhaving 0600/99 Overige ruimtelijke planning Gebiedsontwikkeling 0610/01 Onroerende rechten 0610/99 Overige gebiedsontwikkeling Grondbeleid voor wonen Bestrijding van krotwoningen Woonwagenterreinen Overig woonbeleid Watervoorziening Elektriciteitsvoorziening Gasvoorziening Communicatievoorzieningen Straatverlichting Groene ruimte Overige nutsvoorzieningen
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs 0520 0521 0522 0529 0700 0701 0702 0703 0704
Toerisme - Onthaal en promotie Toerisme - Sectorondersteuning Toerisme - Infrastructuur Overige activiteiten inzake toerisme Musea 0700/01 Publiekswerking musea 0700/99 Overige van musea Cultuurcentrum 0701/01 Publiekswerking cultuurcentrum 0701/99 Overige van cultuurcentrum Schouwburg, concertgebouw, opera Openbare bibliotheken 0703/01 Publiekswerking openbare bibliotheken 0703/99 Overige van openbare bibliotheken Letterkunde, gespecialiseerde bibliotheken
Meerjarenplan 2014-2019
49
versie 19-12-2013 aangepast
0705 0709 0710
0711 0712 0719
0720
0721 0729 0739 0740
0750
0800
0801 0810 0814 0815 0820
0830 0835
Gemeenschapscentrum Overige culturele instellingen Feesten en plechtigheden 0710/01 Vaderlandslievende verenigingen 0710/02 Feestelijkheden 0710/03 Wijkwerking feesten 0710/04 Officiële plechtigheden 0710/05 Foren en kermissen 0710/06 Feestmateriaal: onderhoud, marktkasten e.a. 0710/07 Feestmateriaal: windschermen en parasols 0710/08 Feestmateriaal: eindejaarsverlichting 0710/09 Diverse feesten 0710/10 Geschenken jubilerende verenigingen 0710/11 Geschenken jubilarissen 0710/99 Overige feesten en plechtigheden Openluchtrecreatie 0711/01 Recreatiepark De Ster vzw 0711/99 Overige openluchtrecreatie Festivals Overige evenementen 0719/01 Eenmalige evenementen 0719/02 Jaarlijkse evenementen 0719/99 Overige van overige evenementen Monumentenzorg 0720/01 Subsidies waardevolle niet-beschermde gebouwen 0720/02 Beschermde monumenten stadseigendom 0720/03 Beschermde monumenten kerkfabrieken 0720/99 Overige monumentenzorg Archeologie Overig beleid inzake het erfgoed 0729/01 Gedenktekens, oorlogsmonumenten 0729/99 Overige van overig beleid inzake het erfgoed Overig kunst- en cultuurbeleid 0739/01 Beeldende kunsten 0739/99 Overige van overig kunst- en cultuurbeleid Sport 0740/01 Sportbeleid 0740/02 Sportinstellingen en sportterreinen 0740/03 Sinbad 0740/04 Sportpromotie 0740/99 Overige van sport Jeugd 0750/01 Jeugdvorming 0750/02 Jeugdruimte 0750/03 Jeugdcommunicatie 0750/04 Jeugdcultuur 0750/05 Jeugdwerk 0750/06 Jeugdbeleid 0750/99 Overige van jeugd Gewoon basisonderwijs 0800/01 Gavertje Vier Belsele 0800/02 De Droomballon Nieuwkerken 0800/99 Overige van gewoon basisonderwijs Buitengewoon basisonderwijs Gewoon secundair onderwijs Leren en werken Buitengewoon secundair onderwijs Deeltijds kunstonderwijs 0820/01 Academie voor muziek, woord en dans 0820/02 Academie voor schone kunsten 0820/99 Overige van deeltijds kunstonderwijs Centra voor volwassenenonderwijs Hoger onderwijs
Meerjarenplan 2014-2019
50
versie 19-12-2013 aangepast
0860 0861 0862 0869 0870 0871 0872 0873 0874 0879 0880 0889
Centra voor leerlingenbegeleiding Administratieve dienst voor het onderwijs Huisvesting voor schoolgaanden Overige ondersteunende diensten voor het onderwijs Ochtend- en avondtoezicht Middagtoezicht Terbeschikkingstelling gemeentelijke infrastructuur Kosten toegangprijs zwembad leerlingen lager onderwijs Leerlingenvervoer Andere voordelen Administratieve dienst voor het lokaal flankerend onderwijs Overige ondersteunende diensten voor het lokaal flankerend onderwijs
4 Welzijn 0900 0901 0902 0903 0904 0905 0909 0910 0911 0919 0920 0930 0940 0941 0942 0943 0944 0945
0946 0947 0948 0949 0950 0951 0952 0953 0954 0959 0980 0982 0983 0984 0985 0986 0989 0990 0991 0992
Sociale bijstand Voorschotten Integratie van personen met vreemde herkomst Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Activering van tewerkstelling Dienst voor juridische informatie en advies Overige verrichtingen inzake sociaal beleid Woningen voor personen met een handicap Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap Overige activiteiten inzake ziekte en invaliditeit Werkloosheid Sociale huisvesting Jeugdvoorzieningen Gezinsvervangende tehuizen Onderhoudsgelden Gezinshulp Opvoedingsondersteuning Kinderopvang 0945/01 Kinderdagverblijf Hermelijn 0945/02 Kinderdagverblijf Driekoningen 0945/03 Kinderdagverblijf PieterNel 0945/04 Dienst opvanggezinnen 0945/05 Buitenschoolse opvang 0945/99 Overige kinderopvang Thuisbezorgde maaltijden Klusjesdienst Poetsdienst Overige gezinshulp Ouderenwoningen Dienstencentra Assistentiewoningen Woon- en zorgcentra Dagzorgcentra Overige verrichtingen betreffende ouderen Sociale geneeskunde Ziekenhuizen Andere verpleeg- en verzorgingsinrichtingen Ontsmetting en openbare reiniging Gezondheidspromotie en ziektepreventie Eerstelijnsgezondheidszorg Overige dienstverlening inzake volksgezondheid Begraafplaatsen Crematoria Lijkbezorging
Meerjarenplan 2014-2019
51
versie 19-12-2013 aangepast
Meerjarenplan 2014-2019
52
versie 19-12-2013 aangepast
5. Verbonden entiteiten Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] een overzicht van de entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa (d.w.z. de entiteiten waarmee het bestuur een duurzame band onderhoudt door middel van belangen en vorderingen);”
In bijlage 6 (5 p.) wordt een overzicht gegeven van alle entiteiten die zijn opgenomen onder de financiële vaste activa. In bijlage 7 (12 p.) wordt een overzicht gegeven van de huidige vertegenwoordiging van de stad Sint-Niklaas in verenigingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden.
6. Fiscaliteit Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] in voorkomend geval, de fiscaliteit : de aanslagvoeten van de APB en OOV per jaar van het meerjarenplan, een verwijzing naar de plaats van publicatie van de eigen belastingsreglementen, een overzicht van de belastingen waarvan de aanslagvoet zal gewijzigd worden tijdens de looptijd van het meerjarenplan, een overzicht van de jaarlijkse opbrengst van elke door het bestuur geheven belastingssoort;”
In bijlage 8 (63 p.) vindt u een overzicht van alle belastingen en retributies. Dit wordt tevens gepubliceerd op de website www.sint-niklaas.be. In Sint-Niklaas is het de gewoonte om de belastingen en retributies slechts eenmaal per bestuursperiode aan te passen, namelijk aan het einde van het eerste jaar (in dit geval 2013). Deze timing loopt dus gelijk met de periode van het meerjarenplan van de beleids- en beheerscyclus (in dit geval 2014-2019). De aanslagvoet van de belastingen zal dus niet worden gewijzigd in de loop van het meerjarenplan. In bijlage 9 (5 p.) vindt u, per geheven belastingsoort, een raming van de opbrengsten zoals die in de BBC-software werd ingevoerd.
7. Financiële schulden Uit omzendbrief BB 2013/04 “De minimale elementen van de toelichting zijn: […] een overzicht van de financiële schulden (opgesteld overeenkomstig het modelschema TM2)”
In bijlage 10 (decretaal schema TM2, 1 p.) kan u het overzicht van de financiële schulden consulteren.
Meerjarenplan 2014-2019
53
versie 19-12-2013 aangepast
8. Overzicht volgens Vlaamse beleidsprioriteiten Naast de decretaal voorziene beleidsrapporten voorzien we, ter informatie aan de raadsleden, ook nog een rapport dat aangeeft in welke mate de stad inspeelt op de Vlaamse beleidsprioriteiten. Per Vlaamse beleidsprioriteit kan u nalezen welke acties de stad opzet om mee te werken aan de Vlaamse beleidsopties. Hoe beter Sint-Niklaas hierop inspeelt, hoe meer kans op subsidiëring vanuit Vlaanderen. In bijlage 11 (25 p.) kan u dit rapport raadplegen.
9. Overzicht volgens beleidsindeling In een laatste rapport, dat eveneens louter werd opgesteld ten behoeve van de raadsleden, worden de voorziene uitgaven en inkomsten per jaar gegroepeerd volgens beleidsdomein, beleidsveld en beleidsitem (voor beleidsindeling, zie hierboven bij 4D). Er wordt telkens ook een onderscheid gemaakt tussen investerings- en exploitatiebudget. Dit geeft een inzicht over hoe de middelen verdeeld worden over de verschillende deelsectoren, los van het feit of ze worden ingezet ter uitvoering van een prioritaire beleidsdoelstelling of het overig beleid. In bijlage 12 (6 p. op A3-formaat) kan u dit rapport raadplegen.
Meerjarenplan 2014-2019
54
versie 19-12-2013 aangepast
Bijlagen bij meerjarenplan 2014-2019 1.
Overzicht beleidsdoelstellingen 2014-2019
40 p.
2.
Financieel doelstellingenplan (schema M1)
3 p.
3.
Staat van het financiële evenwicht 2014-2019 (schema M2)
3 p.
4.
Omgevingsanalyses per dienst
5.
Overzicht renteloze leningen
6 p.
6.
Verbonden entiteiten
5 p.
7.
Vertegenwoordiging van de stad Sint-Niklaas in verenigingen e.d.
12 p.
8.
Belastingen en retributies
63 p.
9.
Belastingsinkomsten
188 p.
5 p.
10. Financiële schulden (schema TM2)
1 p.
11. Overzicht acties gekoppeld aan Vlaamse beleidsprioriteiten 12. Meerjarenplan volgens beleidsindeling
Meerjarenplan 2014-2019
25 p. 7 p. (A3)
55
versie 19-12-2013 aangepast
Stad Sint Niklaas Grote Markt 1 9100 Sint-Niklaas NIS-code : 46021
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
Secretaris Verhulst Johan
Financieel beheerder Foubert Bart
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
Sint-Niklaas 2014000001
PBD01. Gezonde stadsfinanciën.
E
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
3.544.143,40 €
Totaal
3.938.857,00 €
55.565.200,00 €
4.363.664,00 €
56.950.870,00 €
4.678.567,00 €
58.381.307,00 €
4.848.568,00 €
59.836.189,00 €
4.853.670,00 €
61.841.257,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
8.853.000,00 €
16.037.067,84 €
8.630.000,00 €
16.079.850,23 €
8.610.000,00 €
13.592.112,08 €
9.170.000,00 €
9.102.414,49 €
9.510.000,00 €
6.801.677,79 €
9.560.000,00 €
8.473.833,58 €
12.397.143,40 €
70.262.746,01 €
12.568.857,00 €
71.645.050,23 €
12.973.664,00 €
70.542.982,08 €
13.848.567,00 €
67.483.721,49 €
14.358.568,00 €
66.637.866,79 €
14.413.670,00 €
70.315.090,58 €
I A
54.225.678,17 €
2014000001
AP001. De werkingskosten kritisch doorlichten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000004
AP003. Strak investeringsbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000006
AP005. Fiscale hervorming doorvoeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000002
PBD02. Personeel en interne organisatie.
Stad Sint Niklaas
Pagina
2
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
267.500,00 €
0,00 €
252.500,00 €
0,00 €
217.500,00 €
0,00 €
192.500,00 €
0,00 €
217.500,00 €
0,00 €
192.500,00 €
0,00 €
I
2.000.000,00 €
1.140.000,00 €
0,00 €
740.000,00 €
0,00 €
240.000,00 €
1.000.000,00 €
240.000,00 €
0,00 €
240.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2.267.500,00 €
1.140.000,00 €
252.500,00 €
740.000,00 €
217.500,00 €
240.000,00 €
1.192.500,00 €
240.000,00 €
217.500,00 €
240.000,00 €
192.500,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000007
AP006. Een moderne en efficiënte organisatie uitbouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000010
AP009. Een integraal en stimulerend personeelsbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000011
AP010. Maximaal samenwerken met het OCMW. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000022
AP012. Een duurzaam en rationeel gebouwenbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
X
X
X
X
X
2019
2014000003
PBD03. Dienstverlening en digitalisering.
Stad Sint Niklaas
Pagina
3
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
125.000,00 €
10.000,00 €
70.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
I
0,00 €
0,00 €
750.000,00 €
0,00 €
950.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
125.000,00 €
10.000,00 €
820.000,00 €
10.000,00 €
960.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
10.000,00 €
Totaal
2014000023
AP013. Dienstverlening in stadhuis en deelgemeenten verbeteren. 2014
2015
2016
X
X
X
2017
2018
2019
2014000024
AP014. Actiever mogelijkheden van internet benutten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000026
AP016. De betrokkenheid en tevredenheid over de stad bij de inwoners verhogen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000004
PBD04. Burgerzaken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
600,00 €
0,00 €
600,00 €
0,00 €
600,00 €
0,00 €
600,00 €
0,00 €
600,00 €
0,00 €
600,00 €
0,00 €
I
302.000,00 €
0,00 €
100.000,00 €
0,00 €
175.000,00 €
0,00 €
107.000,00 €
0,00 €
30.000,00 €
0,00 €
80.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
302.600,00 €
0,00 €
100.600,00 €
0,00 €
175.600,00 €
0,00 €
107.600,00 €
0,00 €
30.600,00 €
0,00 €
80.600,00 €
0,00 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
4
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000029
AP019. De begraafplaatsen aantrekkelijker maken als rustpunten en groene ruimtes in de stad. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000005
PBD05. Inspraak, participatie en gebiedsmanagement. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
206.100,00 €
0,00 €
227.610,00 €
0,00 €
227.621,00 €
0,00 €
203.131,00 €
0,00 €
203.142,00 €
0,00 €
203.153,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
206.100,00 €
0,00 €
227.610,00 €
0,00 €
227.621,00 €
0,00 €
203.131,00 €
0,00 €
203.142,00 €
0,00 €
203.153,00 €
0,00 €
Totaal
2014000030
AP020. Programma opzetten rond participatie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000031
AP021. Een klantgericht en laagdrempelig communicatiebeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000032
AP022. Klachtenbehandeling centraliseren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
5
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000033
AP023. Werking advies- en dorpsraden ondersteunen en verdiepen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000034
AP024. Participatie bij infrastructuurprojecten structureel inbedden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000035
AP025. Gebiedsgerichte participatie organiseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000036
AP026. Laagdrempelige methodieken uitwerken voor de niet-georganiseerde geïnteresseerde burger 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000006
PBD06. Duurzaamheid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
77.200,00 €
30.000,00 €
329.200,00 €
30.000,00 €
210.600,00 €
0,00 €
332.600,00 €
30.000,00 €
204.000,00 €
0,00 €
326.000,00 €
30.000,00 €
I
50.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
127.200,00 €
30.000,00 €
329.200,00 €
30.000,00 €
210.600,00 €
0,00 €
332.600,00 €
30.000,00 €
204.000,00 €
0,00 €
326.000,00 €
30.000,00 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
6
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000037
AP027. Het Burgemeestersconvenant ondertekenen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000038
AP028. Burgers en bedrijven sensibiliseren en stimuleren om duurzaam om te gaan met energie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000039
AP029. Het goede voorbeeld geven door de eigen gebouwen duurzaam op te richten en te beheren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000040
AP030. Een duurzaam aankoopbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000041
AP031. Een duurzaam voertuigenpark uitbouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000042
AP032. Een duurzaam afvalbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000007
PBD07. Internationale samenwerking. Stad Sint Niklaas
Pagina
7
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
161.000,00 €
110.000,00 €
161.000,00 €
98.000,00 €
162.000,00 €
99.000,00 €
162.500,00 €
99.500,00 €
163.000,00 €
100.000,00 €
163.000,00 €
100.000,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
161.000,00 €
110.000,00 €
161.000,00 €
98.000,00 €
162.000,00 €
99.000,00 €
162.500,00 €
99.500,00 €
163.000,00 €
100.000,00 €
163.000,00 €
100.000,00 €
Totaal
2014000043
AP033. Het draagvlak voor internationale samenwerking verbreden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000044
AP034. De bestaande initiatieven met lokale besturen uit het zuiden verdiepen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000045
AP035. De Europese stedenbanden een nieuwe dynamiek geven. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000046
AP036. De Europese en vredesgedachte concreet vorm geven. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000008
PBD08. Diversiteit.
Stad Sint Niklaas
Pagina
8
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
266.504,86 €
258.495,00 €
197.649,00 €
213.314,00 €
198.817,00 €
205.151,00 €
200.008,00 €
206.119,00 €
201.221,00 €
207.106,00 €
202.459,00 €
208.112,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
266.504,86 €
258.495,00 €
197.649,00 €
213.314,00 €
198.817,00 €
205.151,00 €
200.008,00 €
206.119,00 €
201.221,00 €
207.106,00 €
202.459,00 €
208.112,00 €
Totaal
2014000048
AP038. De toegankelijkheid van de diensten en voorzieningen bevorderen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000049
AP039. Het draagvlak vergroten voor de diversiteit van de samenleving. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000050
AP040. Een algemeen beleid rond diversiteit voeren, maar met focus op een aantal doelgroepen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000009
PBD09. Erediensten en levensbeschouwelijke overtuigingen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
48.900,00 €
11.000,00 €
49.478,00 €
11.000,00 €
50.072,00 €
11.000,00 €
50.672,00 €
11.000,00 €
51.284,00 €
11.000,00 €
51.910,00 €
11.000,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
48.900,00 €
11.000,00 €
49.478,00 €
11.000,00 €
50.072,00 €
11.000,00 €
50.672,00 €
11.000,00 €
51.284,00 €
11.000,00 €
51.910,00 €
11.000,00 €
Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
9
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000051
AP041. Een toekomstvisie voor parochiekerken en pastorijen opmaken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000052
AP042. Een transparant en efficiënt budgettair beleid voor kerkfabrieken voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000053
AP043. Een samenwerkingsmodel met het centraal kerkbestuur opzetten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000054
AP044. Een goede verstandhouding nastreven met erediensten en levensbesch overtuigingen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000010
PBD10. Veiligheid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
11.125.461,00 €
1.296.169,82 €
11.525.907,00 €
1.389.919,82 €
11.758.238,00 €
1.352.419,82 €
11.972.628,00 €
1.296.169,82 €
12.269.252,00 €
1.296.169,82 €
12.573.292,00 €
1.296.169,82 €
I
150.000,00 €
0,00 €
100.000,00 €
0,00 €
410.000,00 €
0,00 €
120.000,00 €
0,00 €
150.000,00 €
0,00 €
100.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.275.461,00 €
1.296.169,82 €
11.625.907,00 €
1.389.919,82 €
12.168.238,00 €
1.352.419,82 €
12.092.628,00 €
1.296.169,82 €
12.419.252,00 €
1.296.169,82 €
12.673.292,00 €
1.296.169,82 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
10
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000075
AP045. Financiële meerjarenplanning politie kaderen binnen stadsfinanciën. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000076
AP046. Een integraal veiligheids- en overlastbeleid uitbouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000079
AP049. Werking brandweer optimaliseren in afwachting van de hulpverleningszone. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000011
PBD11. Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
41.500,00 €
0,00 €
36.500,00 €
0,00 €
36.500,00 €
0,00 €
36.500,00 €
0,00 €
36.500,00 €
0,00 €
36.500,00 €
0,00 €
I
7.310.000,00 €
8.610.384,00 €
1.995.000,00 €
3.960.000,00 €
3.385.000,00 €
2.900.000,00 €
1.750.000,00 €
2.180.000,00 €
3.400.000,00 €
1.710.000,00 €
1.750.000,00 €
2.400.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
7.351.500,00 €
8.610.384,00 €
2.031.500,00 €
3.960.000,00 €
3.421.500,00 €
2.900.000,00 €
1.786.500,00 €
2.180.000,00 €
3.436.500,00 €
1.710.000,00 €
1.786.500,00 €
2.400.000,00 €
A Totaal
2014000081
AP051. Streven naar een optimale interne structuur voor dienstverlening, toezicht en handhaving.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
11
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000084
AP054. Geplande en nieuwe projecten opvolgen en realiseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000086
AP056. Actief meedenken over de ontwikkeling van Westakkers. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000087
AP057. Actief meedenken over de ontwikkeling van AZ Nikolaas. 2014
2015
2016
2017
2018
X
X
X
X
X
2019
2014000082
AP052. Actief inzetten op stadsvernieuwing en hiertoe de gepaste hefbomen ontwikkelen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000012
PBD12. Wonen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
700.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
700.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
620.500,00 €
0,00 €
Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
12
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000088
AP058. Zorgen voor een kwaliteitsvol woonbeleid op maat. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000089
AP059. Voldoen aan sociaal objectief door intensievere (samen)werking huisvestingsmaatschappijen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000091
AP061. De woonwinkel verder uitbouwen als spil van een sociaal en geïntegreerd woonbeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000013
PBD13. Mobiliteit. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
633.550,59 €
52.000,00 €
538.150,59 €
2.000,00 €
535.800,00 €
2.000,00 €
591.900,00 €
2.000,00 €
535.800,00 €
2.000,00 €
489.400,00 €
2.000,00 €
I
455.000,00 €
30.000,00 €
570.000,00 €
30.000,00 €
315.000,00 €
30.000,00 €
520.000,00 €
30.000,00 €
265.000,00 €
30.000,00 €
265.000,00 €
30.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
1.088.550,59 €
82.000,00 €
1.108.150,59 €
32.000,00 €
850.800,00 €
32.000,00 €
1.111.900,00 €
32.000,00 €
800.800,00 €
32.000,00 €
754.400,00 €
32.000,00 €
A Totaal
2014000092
AP062. Een coherent en breed gedragen mobiliteitsbeleid ontwikkelen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
13
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000093
AP063. Een vlotte doorstroming voorzien via ring en invalswegen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000094
AP064. Doorgaand verkeer uit het stadscentrum weren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000095
AP065. Vlotte bereikbaarheid verzekeren door een doordacht parkeerbeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000096
AP066. Doorgaand vrachtverkeer uit de dorpskernen weren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000097
AP067. Aantrekkelijke omgeving/wegen realiseren voor fietser/voetganger/minder mobiele weggebruiker. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000098
AP068. Openbaar vervoer inzetten als deel van de oplossing voor de verkeersknoop.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
14
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000099
AP069. Actief promoten van andere, duurzame en veilige mobiliteit als vervoer van de eerste keuze. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000014
PBD14. Openbare werken en waterbeheersing. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
748.400,00 €
0,00 €
748.400,00 €
0,00 €
748.400,00 €
0,00 €
748.400,00 €
0,00 €
748.400,00 €
0,00 €
748.400,00 €
0,00 €
I
14.467.338,00 €
5.308.461,49 €
14.523.288,50 €
3.451.864,07 €
5.367.439,86 €
338.124,80 €
2.007.000,00 €
0,00 €
2.105.000,00 €
0,00 €
7.660.732,00 €
1.752.648,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
15.215.738,00 €
5.308.461,49 €
15.271.688,50 €
3.451.864,07 €
6.115.839,86 €
338.124,80 €
2.755.400,00 €
0,00 €
2.853.400,00 €
0,00 €
8.409.132,00 €
1.752.648,00 €
A Totaal
2014000100
AP070. De realisatie van een kwalitatief waterbeheersysteem verder zetten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000101
AP071. De publieke ruimte efficiënt onderhouden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000015
PBD15. Natuur. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
244.300,00 €
13.500,00 €
480.300,00 €
0,00 €
293.300,00 €
15.000,00 €
503.800,00 €
110.000,00 €
377.300,00 €
30.000,00 €
251.800,00 €
7.500,00 €
I
390.000,00 €
49.750,00 €
510.000,00 €
117.500,00 €
530.000,00 €
104.000,00 €
430.000,00 €
70.000,00 €
350.000,00 €
80.000,00 €
140.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
634.300,00 €
63.250,00 €
990.300,00 €
117.500,00 €
823.300,00 €
119.000,00 €
933.800,00 €
180.000,00 €
727.300,00 €
110.000,00 €
391.800,00 €
7.500,00 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
15
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000102
AP072. Het lokale bosareaal versterken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000103
AP073. Een tragewegennetwerk uitbouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000104
AP074. De biodiversiteit verhogen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000117
AP075. Het landelijk karakter van de deelgemeenten behouden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000118
AP076. Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verder verminderen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000119
AP077. De binnenstad vergroenen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
16
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000120
AP078. Streven naar meer dierenwelzijn. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000121
AP079. De participatie aan natuurprojecten verhogen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000016
PBD16. Groen en stadsreiniging. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
66.500,00 €
0,00 €
14.000,00 €
0,00 €
15.000,00 €
0,00 €
4.000,00 €
0,00 €
11.000,00 €
0,00 €
11.000,00 €
0,00 €
I
25.000,00 €
0,00 €
75.000,00 €
0,00 €
75.000,00 €
0,00 €
25.000,00 €
0,00 €
25.000,00 €
0,00 €
25.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
91.500,00 €
0,00 €
89.000,00 €
0,00 €
90.000,00 €
0,00 €
29.000,00 €
0,00 €
36.000,00 €
0,00 €
36.000,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000122
AP080. Voortrekkersrol blijven spelen op vlak van pesticidenvrije stad en ecologisch groenbeheer. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000123
AP081. Meer synergie realiseren door gebiedsgericht te werken.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
X
X
X
2017
2018
2019
Pagina
17
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000124
AP082. Aandacht hebben voor het evenwicht tss. openb groen/draagkracht groendienst /econ. haalbaarh. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000125
AP083. De inzet voor een reine stad optimaliseren en communiceren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000017
PBD17. Landbouw. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
17.100,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000126
AP084. Het landbouwareaal en de natuurlijke infrastructuur binnen het landbouwgebied maximaal behoud 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000127
AP085. Verbrede landbouw ondersteunen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000018
PBD18. Lokale economie, KMO en horeca.
Stad Sint Niklaas
Pagina
18
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
531.050,00 €
26.250,00 €
491.050,00 €
26.250,00 €
354.550,00 €
0,00 €
353.550,00 €
0,00 €
354.550,00 €
0,00 €
353.550,00 €
0,00 €
I
10.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
541.050,00 €
26.250,00 €
491.050,00 €
26.250,00 €
354.550,00 €
0,00 €
353.550,00 €
0,00 €
354.550,00 €
0,00 €
353.550,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000128
AP086. Algemeen economisch beleid versterken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000129
AP087. Verbeteren dienstverlening ondernemers. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000130
AP088. Ondernemen integreren in stadspromotiebeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000131
AP089. Investeren in een levendig kernwinkelgebied. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000132
AP090. Kleinhandel in deelgemeenten, buurten en wijken ondersteunen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
19
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000133
AP091. Samenwerking met lokale horeca verder versterken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000136
AP094. Een stimulerend klimaat voor bedrijven creëren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000137
AP095. Economische activiteiten afbakenen waar nodig. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000019
PBD19. Werk en sociale economie. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
183.825,00 €
25.000,00 €
184.309,00 €
25.000,00 €
184.802,00 €
25.000,00 €
185.305,00 €
25.000,00 €
185.818,00 €
25.000,00 €
186.342,00 €
25.000,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
183.825,00 €
25.000,00 €
184.309,00 €
25.000,00 €
184.802,00 €
25.000,00 €
185.305,00 €
25.000,00 €
185.818,00 €
25.000,00 €
186.342,00 €
25.000,00 €
A Totaal
2014000138
AP096. Een tewerkstellingsbeleid uitwerken waarin het stadsbestuur een regiefunctie vervult. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
Stad Sint Niklaas
Pagina
20
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000139
AP097. Regierol vervullen in sociale economie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000020
PBD20. Cultuur. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
86.800,00 €
5.340,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
I
330.000,00 €
0,00 €
4.477.500,00 €
697.500,00 €
5.580.500,00 €
995.000,00 €
2.079.000,00 €
733.000,00 €
125.000,00 €
112.500,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
416.800,00 €
5.340,00 €
4.564.300,00 €
702.840,00 €
5.667.300,00 €
1.000.340,00 €
2.165.800,00 €
738.340,00 €
211.800,00 €
117.840,00 €
86.800,00 €
5.340,00 €
A Totaal
2014000140
AP098. De culturele instellingen intenser doen samenwerken voor een integraal cultuurbeleid 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000141
AP099. De verzelfstandiging van de werking van de culturele instellingen stimuleren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000142
AP100. Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
21
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000143
AP101. Sterk inzetten op vrijwilligers. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000144
AP102. Duurzame huisvesting voor bibliotheek en archief zoeken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000145
AP103. Een langetermijnvisie ontwikkelen voor de bestemming en het onderhoud van culturele gebouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000146
AP104. Een integraal tentoonstellingsbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000148
AP106. Streven naar meer efficiëntie in intergemeentelijke culturele samenwerking. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000149
AP107. De Vlaamse feestdag laten uitgroeien tot een volksfeest.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
22
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000150
AP108. De maatschappelijke relevantie van en de collectieve betrokkenheid bij het erfgoed versterken 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000151
AP109. Het waardevolle patrimonium op het grondgebied verder in stand houden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000152
AP110. Bijzondere aandacht schenken aan het materieel en immaterieel erfgoed. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000021
PBD21. Evenementen. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
999.140,00 €
130.450,00 €
1.009.140,00 €
130.450,00 €
1.005.190,00 €
130.450,00 €
1.160.190,00 €
180.450,00 €
1.160.190,00 €
130.450,00 €
684.040,00 €
130.450,00 €
I
36.500,00 €
0,00 €
33.000,00 €
0,00 €
30.000,00 €
0,00 €
30.000,00 €
0,00 €
30.000,00 €
0,00 €
30.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
1.035.640,00 €
130.450,00 €
1.042.140,00 €
130.450,00 €
1.035.190,00 €
130.450,00 €
1.190.190,00 €
180.450,00 €
1.190.190,00 €
130.450,00 €
714.040,00 €
130.450,00 €
A Totaal
2014000154
AP112. Sterke en doelgerichte evenementen organiseren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
23
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000155
AP113. Ruimte creëren voor het aantrekken en ondersteunen van private organisatoren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000156
AP114. De inzet en het verhuur van feestmateriaal optimaliseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000022
PBD22. Toerisme en stadspromotie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
31.225,00 €
0,00 €
65.825,00 €
0,00 €
28.875,00 €
10.000,00 €
34.375,00 €
0,00 €
29.475,00 €
0,00 €
32.025,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
31.225,00 €
0,00 €
65.825,00 €
0,00 €
28.875,00 €
10.000,00 €
34.375,00 €
0,00 €
29.475,00 €
0,00 €
32.025,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000158
AP116. Een strategisch beleid rond toerisme en stadspromotie ontwikkelen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000162
AP118. De werking van de dienst toerisme optimaliseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000023
PBD23. Sport en recreatie.
Stad Sint Niklaas
Pagina
24
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
335.850,00 €
306.075,00 €
337.850,00 €
307.075,00 €
333.100,00 €
307.325,00 €
333.350,00 €
307.575,00 €
333.350,00 €
307.575,00 €
333.350,00 €
307.575,00 €
I
1.627.500,00 €
0,00 €
530.000,00 €
0,00 €
125.000,00 €
0,00 €
1.645.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
1.963.350,00 €
306.075,00 €
867.850,00 €
307.075,00 €
458.100,00 €
307.325,00 €
1.978.350,00 €
307.575,00 €
333.350,00 €
307.575,00 €
333.350,00 €
307.575,00 €
A Totaal
2014000163
AP119. De kwalitatieve uitbouw van de sportverenig ondersteunen via een doelgericht subsidiebeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000165
AP120. De kwaliteit van sportverenigingen stimuleren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000167
AP121. Een activeringsbeleid voeren met het oog op een levenslange sportparticipatie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000173
AP122. Een transversaal beweeg- en sportbeleid voeren ten behoeve van kansengroepen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000174
AP123. De sportinfrastructuur versterken door gerichte investeringen en samenwerking.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
25
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000024
PBD24. Jeugd. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
557.050,00 €
32.000,00 €
560.050,00 €
32.000,00 €
560.050,00 €
32.000,00 €
560.050,00 €
32.000,00 €
557.050,00 €
32.000,00 €
557.050,00 €
32.000,00 €
I
160.000,00 €
0,00 €
400.000,00 €
0,00 €
200.000,00 €
0,00 €
500.000,00 €
0,00 €
200.000,00 €
0,00 €
200.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
717.050,00 €
32.000,00 €
960.050,00 €
32.000,00 €
760.050,00 €
32.000,00 €
1.060.050,00 €
32.000,00 €
757.050,00 €
32.000,00 €
757.050,00 €
32.000,00 €
A Totaal
2014000180
AP126. Het label kindvriendelijke stad verwerven. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000182
AP127. Speelweefsel in kernstad en deelgemeenten ruimtelijk vorm geven. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000184
AP128. Verblijfstoerisme verruimen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000186
AP129. Regierol opnemen bij het uitdiepen van het cultuuraanbod voor tieners en jongeren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
26
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000188
AP130. Vrijetijds- en vakantieaanbod verruimen en versterken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000190
AP131. Jeugdfuiven specifiek benaderen binnen een eengemaakt feestloket. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000191
AP132. Inhaalbeweging jeugdlokalen verderzetten en actualiseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000192
AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000193
AP134. De jeugdhuizen in de deelgemeenten laten evolueren naar ontmoetingscentra. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000194
AP135. De kwaliteit van het jeugdwerk monitoren en stimuleren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
27
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000195
AP136. Inspraak van kinderen en jongeren inbouwen vanaf de planningsfase. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000196
AP137. Het elan van Sint-Niklaas als dé stad van de Sint vergroten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000025
PBD25. Flankerend onderwijsbeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
94.300,00 €
25.000,00 €
93.800,00 €
25.000,00 €
58.300,00 €
25.000,00 €
57.800,00 €
25.000,00 €
58.300,00 €
25.000,00 €
57.800,00 €
25.000,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
94.300,00 €
25.000,00 €
93.800,00 €
25.000,00 €
58.300,00 €
25.000,00 €
57.800,00 €
25.000,00 €
58.300,00 €
25.000,00 €
57.800,00 €
25.000,00 €
A Totaal
2014000159
AP138. Intern het klimaat scheppen om duurzaam en planmatig onderwijsbeleid verder uit te bouwen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000161
AP139. Vraag en aanbod van onderwijsplaatsen op elkaar afstemmen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
28
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000164
AP140. Bruggen bouwen tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000166
AP141. Multifunctioneel gebruik van de schoolgebouwen stimuleren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000168
AP142. Partner zijn in het vergroten van ouderbetrokkenheid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000169
AP143. Partner zijn in het voeren van een kostenbewust beleid in het onderwijs. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000170
AP144. Een beleid faciliteren in de geest van het bredeschoolconcept. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000171
AP145. Het anti-spijbelbeleid verderzetten en faciliteren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
Stad Sint Niklaas
Pagina
29
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000172
AP146. Inzetten op verkeersveiligheid in de schoolomgeving. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000175
AP147. Initiatieven ondersteunen m.b.t. het principe van levenslang en levensbreed leren 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000026
PBD26. Stedelijk basisonderwijs 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
165.200,00 €
5.050,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
I
669.000,00 €
185.000,00 €
0,00 €
0,00 €
64.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
834.200,00 €
190.050,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
229.200,00 €
3.400,00 €
177.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
165.200,00 €
3.400,00 €
A Totaal
2014000177
AP148. De kwaliteit van de stedelijke basisscholen behouden. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000179
AP149. De informatie- en communicatietechnologie (ICT) op peil houden.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
30
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000181
AP150. Streven naar een optimale huisvesting. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000183
AP151. De expertise rond extra zorg voor bepaalde doelgroepen verder benutten. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000027
PBD27. Kunstonderwijs. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
19.692,00 €
19.500,00 €
6.900,00 €
19.500,00 €
6.900,00 €
19.500,00 €
19.692,00 €
19.500,00 €
6.900,00 €
19.500,00 €
6.900,00 €
19.500,00 €
I
108.000,00 €
0,00 €
48.000,00 €
0,00 €
38.000,00 €
0,00 €
38.000,00 €
0,00 €
38.000,00 €
0,00 €
38.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
127.692,00 €
19.500,00 €
54.900,00 €
19.500,00 €
44.900,00 €
19.500,00 €
57.692,00 €
19.500,00 €
44.900,00 €
19.500,00 €
44.900,00 €
19.500,00 €
A Totaal
2014000185
AP152. Actief oplossingen zoeken voor infrastructurele problemen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000187
AP153. Synergieën uitwerken tussen academies en andere instellingen.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
31
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000189
AP154. Verder investeren in het instrumentarium en de inrichting van klassen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000028
PBD28. Kinderopvang 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
10.000,00 €
0,00 €
11.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
I
635.000,00 €
335.000,00 €
62.000,00 €
98.900,00 €
400.000,00 €
0,00 €
1.000.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
645.000,00 €
335.000,00 €
73.000,00 €
98.900,00 €
412.000,00 €
0,00 €
1.012.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
12.000,00 €
0,00 €
A Totaal
2014000197
AP155. De regierol van het stadsbestuur inzake kinderopvang versterken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000198
AP156. De dagopvang voor baby's en peuters uitbouwen volgens behoefte. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000199
AP157. De verdere uitbouw van buitenschoolse opvang stimuleren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
32
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000200
AP158. Een aantrekkelijk aanbod voor vakantieopvang voorzien. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000029
PBD29. Opvoedingsondersteuning. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
119.163,00 €
125.801,00 €
119.756,00 €
101.301,00 €
120.361,00 €
101.301,00 €
120.978,00 €
101.301,00 €
121.607,00 €
101.301,00 €
122.249,00 €
101.301,00 €
I
9.500,00 €
0,00 €
9.500,00 €
0,00 €
9.500,00 €
0,00 €
9.500,00 €
0,00 €
9.500,00 €
0,00 €
9.500,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
128.663,00 €
125.801,00 €
129.256,00 €
101.301,00 €
129.861,00 €
101.301,00 €
130.478,00 €
101.301,00 €
131.107,00 €
101.301,00 €
131.749,00 €
101.301,00 €
A Totaal
2014000201
AP159. Een regierol opnemen inzake opvoedingsondersteuning. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000202
AP160. Projecten uitvoeren ter preventie van schooluitval en gedragsproblemen bij kinderen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000204
AP161. De speel-o-theek ondersteunen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000030
PBD30. Preventie en gezondheid.
Stad Sint Niklaas
Pagina
33
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
106.495,00 €
9.632,00 €
102.683,00 €
0,00 €
102.977,00 €
0,00 €
103.277,00 €
0,00 €
103.583,00 €
0,00 €
103.895,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
106.495,00 €
9.632,00 €
102.683,00 €
0,00 €
102.977,00 €
0,00 €
103.277,00 €
0,00 €
103.583,00 €
0,00 €
103.895,00 €
0,00 €
Totaal
2014000225
AP162. Een lokaal gezondheidsbeleid uitwerken in overleg met externe partners. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000226
AP163. De toegankelijkheid van de gezondheidszorg verhogen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000227
AP164. Een specifiek gezondheidsaanbod voorzien voor bepaalde doelgroepen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000230
AP167. Nieuwe inwoners kennis laten maken met de vrijetijdssector. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000031
PBD31. Inburgering als stap naar integratie.
Stad Sint Niklaas
Pagina
34
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
101.706,00 €
102.470,00 €
89.617,00 €
100.000,00 €
88.549,00 €
100.000,00 €
79.495,00 €
0,00 €
80.461,00 €
0,00 €
81.447,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
101.706,00 €
102.470,00 €
89.617,00 €
100.000,00 €
88.549,00 €
100.000,00 €
79.495,00 €
0,00 €
80.461,00 €
0,00 €
81.447,00 €
0,00 €
Totaal
2014000228
AP165. Inzetten op de verhoging van de kennis van het Nederlands. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000229
AP166. Bijzondere aandacht besteden aan anderstalige kinderen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000231
AP168. Aan de mobiliteit van nieuwkomers werken. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000232
AP169. Samenlevingsproblemen detecteren, bespreekbaar maken, oplossingen formuleren, probleemprev 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000233
AP170. Huwelijksmigratie in kaart brengen indien nodig sens.- en ontradingscamp.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
35
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000234
AP171. Een sociaal beleid voeren dat gericht is op inburgering en activering. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000235
AP172. Inzetten op beleidsparticipatie. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000032
PBD32. Senioren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
269.400,00 €
10.000,00 €
274.640,00 €
10.200,00 €
274.885,00 €
10.404,00 €
275.135,00 €
10.613,00 €
275.390,00 €
10.825,00 €
275.649,00 €
11.041,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
269.400,00 €
10.000,00 €
274.640,00 €
10.200,00 €
274.885,00 €
10.404,00 €
275.135,00 €
10.613,00 €
275.390,00 €
10.825,00 €
275.649,00 €
11.041,00 €
A Totaal
2014000236
AP173. Ouderenvriendelijke checklist van de Wereldgezondheidsorganisatie implementeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000237
AP174. Specifieke acties opzetten om van leeftijdsvriendelijkheid een beleidsthema te maken.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
36
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000238
AP175. De rol van de stad als Dementievriendelijke Gemeente opnemen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000239
AP176. Voorzieningen voor ouderen monitoren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000033
PBD33. Welzijn en armoedebestrijding. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
936.069,00 €
189.200,00 €
928.583,00 €
189.200,00 €
906.656,00 €
189.200,00 €
909.792,00 €
189.200,00 €
912.989,00 €
189.200,00 €
916.249,00 €
189.200,00 €
I
18.000,00 €
0,00 €
18.100,00 €
0,00 €
18.202,00 €
0,00 €
18.307,00 €
0,00 €
18.413,00 €
0,00 €
18.521,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
954.069,00 €
189.200,00 €
946.683,00 €
189.200,00 €
924.858,00 €
189.200,00 €
928.099,00 €
189.200,00 €
931.402,00 €
189.200,00 €
934.770,00 €
189.200,00 €
A Totaal
2014000240
AP177. Samenwerken voor een sociaal woonbeleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000242
AP179. Een coherent armoedebeleid voeren.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
37
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000243
AP180. De vrijwilligerswerking ondersteunen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000244
AP181. De sociale cohesie bevorderen. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000245
AP182. Een gericht en sociaal premie- en ondersteuningsbeleid voeren. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000246
AP183. Optreden tegen sociale fraude. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X 2014000034
PBD34. Samenwerking met OCMW. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
16.537.650,00 €
500.000,00 €
17.028.593,00 €
500.000,00 €
17.534.264,00 €
500.000,00 €
18.030.105,00 €
500.000,00 €
18.566.571,00 €
500.000,00 €
18.819.131,00 €
500.000,00 €
I
123.950,00 €
0,00 €
6.084.198,00 €
5.960.248,00 €
123.950,00 €
0,00 €
123.950,00 €
0,00 €
123.950,00 €
0,00 €
123.950,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
16.661.600,00 €
500.000,00 €
23.112.791,00 €
6.460.248,00 €
17.658.214,00 €
500.000,00 €
18.154.055,00 €
500.000,00 €
18.690.521,00 €
500.000,00 €
18.943.081,00 €
500.000,00 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
38
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000247
AP184. Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000248
AP185. Synergie opzetten tussen stad en OCMW als hefboom voor meer efficiëntie en rationalisering. 2014
2015
2016
2017
X
X
X
X
2018
2019
2014000035
NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
13.834.765,53 €
44.207.431,71 €
13.945.200,53 €
45.427.478,71 €
14.308.071,25 €
46.715.358,71 €
14.495.676,25 €
48.059.914,71 €
14.964.734,25 €
49.454.240,71 €
15.163.364,25 €
50.893.963,71 €
I
3.170.340,00 €
112.500,00 €
2.204.180,00 €
112.500,00 €
3.074.085,00 €
112.500,00 €
3.256.975,00 €
136.500,00 €
2.841.095,00 €
112.500,00 €
2.993.600,00 €
112.500,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
17.005.105,53 €
44.319.931,71 €
16.149.380,53 €
45.539.978,71 €
17.382.156,25 €
46.827.858,71 €
17.752.651,25 €
48.196.414,71 €
17.805.829,25 €
49.566.740,71 €
18.156.964,25 €
51.006.463,71 €
A Totaal
2014000205
APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000036
NPBD02. Ruimte, milieu en economie regulier beleid. 2014
2015
Uitgaven Ontvangsten
2016
Uitgaven Ontvangsten
2017
Uitgaven Ontvangsten
2018
Uitgaven Ontvangsten
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
21.312.118,00 €
4.544.400,00 €
21.052.039,00 €
4.294.400,00 €
21.502.075,00 €
4.294.400,00 €
22.303.305,00 €
4.294.400,00 €
22.042.754,00 €
4.294.400,00 €
22.415.953,00 €
4.294.400,00 €
I
210.000,00 €
0,00 €
140.000,00 €
0,00 €
150.000,00 €
0,00 €
120.000,00 €
0,00 €
130.000,00 €
0,00 €
120.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
21.522.118,00 €
4.544.400,00 €
21.192.039,00 €
4.294.400,00 €
21.652.075,00 €
4.294.400,00 €
22.423.305,00 €
4.294.400,00 €
22.172.754,00 €
4.294.400,00 €
22.535.953,00 €
4.294.400,00 €
A Totaal
Stad Sint Niklaas
Pagina
39
van
40
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
29-nov-2013 12:39
2014000206
APR02 Ruimte, milieu en economie regulier beleid 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000037
NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
21.866.929,00 €
12.776.631,29 €
21.648.370,00 €
12.944.901,29 €
21.916.674,00 €
13.122.664,29 €
22.234.765,00 €
13.303.978,29 €
22.555.557,00 €
13.488.913,29 €
22.818.202,00 €
13.642.550,29 €
I
1.735.500,00 €
0,00 €
2.602.500,00 €
0,00 €
229.000,00 €
0,00 €
216.000,00 €
0,00 €
255.500,00 €
56.250,00 €
182.500,00 €
18.750,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
23.602.429,00 €
12.776.631,29 €
24.250.870,00 €
12.944.901,29 €
22.145.674,00 €
13.122.664,29 €
22.450.765,00 €
13.303.978,29 €
22.811.057,00 €
13.545.163,29 €
23.000.702,00 €
13.661.300,29 €
A Totaal
2014000207
APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X 2014000038
NPBD04. Welzijn regulier beleid. 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
Uitgaven Ontvangsten
E
26.787.015,00 €
4.289.526,00 €
27.166.610,00 €
4.511.212,00 €
27.537.976,00 €
4.586.088,00 €
27.923.010,00 €
4.661.775,00 €
28.315.376,00 €
4.738.282,00 €
28.711.546,00 €
4.815.630,00 €
I
44.100,00 €
0,00 €
74.000,00 €
0,00 €
18.000,00 €
0,00 €
18.000,00 €
0,00 €
18.000,00 €
0,00 €
18.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
26.831.115,00 €
4.289.526,00 €
27.240.610,00 €
4.511.212,00 €
27.555.976,00 €
4.586.088,00 €
27.941.010,00 €
4.661.775,00 €
28.333.376,00 €
4.738.282,00 €
28.729.546,00 €
4.815.630,00 €
A Totaal
2014000208
APR04. Welzijn regulier beleid.
Stad Sint Niklaas
2014
2015
2016
2017
2018
2019
X
X
X
X
X
X
Pagina
40
van
40
Stad Sint Niklaas Grote Markt 1 9100 Sint-Niklaas NIS-code : 46021
Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019
Secretaris Verhulst Johan
Financieel beheerder Foubert Bart
M1 : Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019 2014 Uitgaven 1. Algemeen beleid en veiligheid
PBDS
Ontvangsten
29-nov-2013 12:15
2015 Saldo
Uitgaven
Ontvangsten
2016 Saldo
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo
E
153.200
-153.200
83.700
-83.700
84.200
-84.200
I
125.000
-125.000
487.500
-487.500
1.887.500
-1.887.500
A Overig
E
58.885.393
10.036.052
-48.849.341
59.955.402
10.262.989
-49.692.413
60.964.215
10.374.758
-50.589.458
I
4.723.500
1.252.500
-3.471.000
2.979.100
852.500
-2.126.600
3.918.000
352.500
-3.565.500
E
5.207.188
89.229.149
84.021.961
5.659.082
91.673.435
86.014.353
6.336.109
94.197.512
87.861.403
I
75
-75
80
-80
85
A
8.853.000
16.037.068
7.184.068
8.630.000
16.079.850
7.449.850
8.610.000
13.592.112
4.982.112
E
209.340
37.340
-172.000
209.340
37.340
-172.000
209.340
37.340
-172.000
I
36.500
-36.500
33.000
-33.000
30.000
A 0. Algemene financiering
3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs
Overig
PBDS
-85
-30.000
A Overig
E
24.382.748
13.421.856
-10.960.892
24.215.814
13.577.988
-10.637.826
24.421.849
13.763.036
-10.658.813
I
3.742.515
185.000
-3.557.515
4.661.500
397.500
-4.264.000
2.149.000
395.000
-1.754.000
A 2. Ruimte, milieu en economie
PBDS
E
66.000
38.500
-27.500
181.000
30.000
-151.000
71.000
I
5.840.000
8.400.134
2.560.134
370.000
3.767.500
3.397.500
1.810.000
2.684.000
874.000
-71.000
E
22.033.724
5.371.550
-16.662.174
21.897.551
5.048.498
-16.849.053
21.977.776
5.041.786
-16.935.990
I
17.087.338
5.598.461
-11.488.877
17.453.288
3.791.864
-13.661.424
8.022.440
688.125
-7.334.315
E
39.700
11.000
-28.700
42.454
11.000
-31.454
41.230
11.000
-30.230
I
70.000
5.397.440
-3.537.860
A Overig
A 4. Welzijn
PBDS
-70.000
A Overig
E
8.731.078
5.191.153
-3.539.925
8.833.080
5.330.892
-3.502.188
8.935.300
I
1.058.450
335.000
-723.450
6.365.298
6.059.148
-306.150
762.152
E
119.708.370
123.336.600
3.628.230
121.077.422
125.972.142
4.894.720
123.041.019
128.822.872
5.781.853
I
32.683.378
15.771.095
-16.912.283
32.349.766
14.868.512
-17.481.254
18.579.177
4.119.625
-14.459.552
A
8.853.000
16.037.068
7.184.068
8.630.000
16.079.850
7.449.850
8.610.000
13.592.112
4.982.112
-762.152
A Totalen:
Stad Sint Niklaas
Pagina
2
van
3
M1 : Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019 2017 Uitgaven 1. Algemeen beleid en veiligheid
PBDS
E
Ontvangsten
84.700
29-nov-2013 12:15
2018 Saldo
Uitgaven
-84.700
85.200
Ontvangsten
2019 Saldo
Uitgaven
-85.200
85.700
Ontvangsten
Saldo -85.700
I A Overig
E
61.962.865
10.466.204
-51.496.662
63.216.734
10.621.912
-52.594.823
64.086.653
10.779.257
-53.307.397
I
3.941.000
376.500
-3.564.500
2.900.000
352.500
-2.547.500
2.963.500
112.500
-2.851.000
E
6.778.275
96.820.002
90.041.727
7.280.584
99.508.586
92.228.002
7.413.041
102.390.506
94.977.465
I
90
-90
95
-95
100
A
9.170.000
9.102.414
-67.586
9.510.000
6.801.678
-2.708.322
9.560.000
8.473.834
-1.086.166
E
209.340
37.340
-172.000
209.340
37.340
-172.000
209.340
37.340
-172.000
I
30.000
-30.000
30.000
-30.000
30.000
A 0. Algemene financiering
3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs
Overig
PBDS
-100
-30.000
A Overig
E
24.919.676
13.985.652
-10.934.024
25.227.091
14.121.662
-11.105.429
25.022.577
14.276.395
-10.746.182
I
2.927.885
433.000
-2.494.885
665.500
168.750
-496.750
451.500
18.750
-432.750
A 2. Ruimte, milieu en economie
PBDS
E
386.000
130.000
-256.000
153.000
25.000
-128.000
193.000
30.000
-163.000
I
275.000
1.930.000
1.655.000
925.000
1.460.000
535.000
225.000
2.150.000
1.925.000
E
22.813.585
5.041.415
-17.772.170
22.398.155
5.041.135
-17.357.020
22.648.121
5.048.449
-17.599.672
I
4.587.000
350.000
-4.237.000
5.360.000
360.000
-5.000.000
9.745.732
2.032.648
-7.713.084
E
42.013
11.000
-31.013
42.811
11.000
-31.811
43.629
11.000
-32.629
I
20.000
-3.658.484
9.148.543
5.451.257
-3.697.286
9.257.584
5.529.443
-3.728.141
-1.274.257
217.363
-217.363
322.471
A Overig
A 4. Welzijn
PBDS
-20.000
A Overig
E
9.032.414
I
1.274.257
5.373.930
-322.471
A Totalen:
Stad Sint Niklaas
E
126.228.868
131.865.543
5.636.675
127.761.458
134.817.892
7.056.434
128.959.645
138.102.390
9.142.745
I
13.055.232
3.089.500
-9.965.732
10.097.958
2.341.250
-7.756.708
13.738.303
4.313.898
-9.424.405
A
9.170.000
9.102.414
-67.586
9.510.000
6.801.678
-2.708.322
9.560.000
8.473.834
-1.086.166
Pagina
2
van
3
Stad Sint Niklaas Grote Markt 1 9100 Sint-Niklaas NIS-code : 46021
DE STAAT VAN HET FINANCIËLE EVENWICHT Jaar van : 2014 Jaar tot : 2019
Secretaris Verhulst Johan
Financieel beheerder Foubert Bart
29-nov-2013 12:28
Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht RESULTAAT OP KASBASIS I.
2015
2014
2016
2017
2018
2019
3.628.230
4.894.720
5.781.853
5.636.675
7.056.434
9.142.745
119.708.370
121.077.422
123.041.019
126.228.868
127.761.458
128.959.645
123.336.600
125.972.142
128.822.872
131.865.543
134.817.892
138.102.390
1.a Belastingen en boetes
53.600.678
54.990.200
56.425.870
57.906.307
59.411.189
60.966.257
1.b Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden
53.914.550
55.389.474
56.807.359
58.322.045
59.816.998
61.477.044
0
0
0
0
0
0
15.821.371
15.592.467
15.589.642
15.637.190
15.589.704
15.659.088
-16.912.283
-17.481.254
-14.459.552
-9.965.732
-7.756.708
-9.424.405
32.683.378
32.349.766
18.579.177
13.055.232
10.097.958
13.738.303
15.771.095
14.868.512
4.119.625
3.089.500
2.341.250
4.313.898
7.184.068
7.449.850
4.982.112
-67.586
-2.708.322
-1.086.166
8.853.000
8.630.000
8.610.000
9.170.000
9.510.000
9.560.000
8.853.000
8.630.000
8.610.000
9.170.000
9.510.000
9.560.000
8.853.000
8.630.000
8.610.000
9.170.000
9.510.000
9.560.000
0
0
0
0
0
0
Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten
1.c
Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar
2.
Overige
II.
Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven 1.
Aflossing financiële schulden
a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen 2.
Toegestane leningen
0
0
0
0
0
0
3.
Overige transacties
0
0
0
0
0
0
16.037.068
16.079.850
13.592.112
9.102.414
6.801.678
8.473.834
15.412.283
15.451.254
12.959.552
8.465.732
6.256.708
7.924.405
624.785
628.596
632.560
636.682
544.970
549.429
624.785
628.596
632.560
636.682
544.970
549.429
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
B. Ontvangsten 1.
Op te nemen leningen en leasings
2.
Terugvordering van aflossing van financiële schulden
a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen 3.
Overige transacties
IV. V. VI. VII.
Budgettaire resultaat boekjaar (I + II + III) Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar Gecumuleerd budgettaire resultaat (IV + V) Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII)
Bestuur : Stad Sint Niklaas
-6.099.985
-5.136.684
-3.695.587
-4.396.643
-3.408.597
-1.367.827
27.582.086
21.482.101
16.345.416
12.649.829
8.253.186
4.844.589
21.482.101
16.345.416
12.649.829
8.253.186
4.844.589
3.476.763
0
530.000
300.000
0
0
0
0
0
300.000
0
0
0
0
530.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
21.482.101
15.815.416
12.349.829
8.253.186
4.844.589
3.476.763
/
Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019
Pagina
2
van
3
29-nov-2013 12:28
Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht AUTOFINANCIERINGSMARGE
2016
2017
2018
2019
-4.599.986
-3.106.684
-2.195.587
-2.896.643
-1.908.597
132.173
6.910.230
8.566.720
9.873.853
10.038.675
11.623.434
13.709.745
A. Exploitatieontvangsten
123.336.600
125.972.142
128.822.872
131.865.543
134.817.892
138.102.390
B. Exploitatie-uitgaven excl.de nettokosten van schulden (1-2)
116.426.370
117.405.422
118.949.019
121.826.868
123.194.458
124.392.645
119.708.370
121.077.422
123.041.019
126.228.868
127.761.458
128.959.645
3.282.000
3.672.000
4.092.000
4.402.000
4.567.000
4.567.000
3.282.000
3.672.000
4.092.000
4.402.000
4.567.000
4.567.000
0
0
0
0
0
0
11.510.215
11.673.404
12.069.440
12.935.318
13.532.030
13.577.571
8.228.215
8.001.404
7.977.440
8.533.318
8.965.030
9.010.571
8.853.000
8.630.000
8.610.000
9.170.000
9.510.000
9.560.000
624.785
628.596
632.560
636.682
544.970
549.429
3.282.000
3.672.000
4.092.000
4.402.000
4.567.000
4.567.000
3.282.000
3.672.000
4.092.000
4.402.000
4.567.000
4.567.000
0
0
0
0
0
0
Autofinancieringsmarge (I-II) I.
2015
2014
Financieel draagvlak (A-B)
1.
Exploitatie-uitgaven
2.
Nettokosten van de schulden
a. Kosten van de schulden b. Terugvordering van de kosten van de schulden
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A + B) A. Netto-aflossingen van schulden 1.
Periodieke aflossingen van schulden
2.
Terugvordering van periodieke aflossingen van schulden
B. Nettokosten van schulden 1.
Kosten van de schulden
2.
Terugvordering van de kosten van de schulden
Bestuur : Stad Sint Niklaas
/
Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019
Pagina
3
van
3
dienst managementteam
Meerjarenplan 2014-2019
Bijlage 4: omgevingsanalyses diensten
19 december 2013
2
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Inhoud
INLEIDING _________________________________________________________________________________ 5
ALGEMEEN BELEID EN VEILIGHEID ______________________________________________________________ 7 1. FINANCIËN _______________________________________________________________________________ 7 2. DIENSTVERLENING__________________________________________________________________________ 7 Communicatie __________________________________________________________________________ 7 ICT ___________________________________________________________________________________ 9 Onthaal ______________________________________________________________________________ 11 Meldpunt en ombudsdienst_______________________________________________________________ 11 Bevolking _____________________________________________________________________________ 12 Burgerlijke stand _______________________________________________________________________ 12 Begraafplaatsen _______________________________________________________________________ 12 3. INTERNE ORGANISATIE ______________________________________________________________________ 14 MT en beleidsondersteuning ______________________________________________________________ 14 Secretariaat ___________________________________________________________________________ 19 Archief _______________________________________________________________________________ 19 Personeel _____________________________________________________________________________ 20 PBW _________________________________________________________________________________ 27 Logistiek ______________________________________________________________________________ 31 Technische dienst _______________________________________________________________________ 32 Openbare werken (administratie) __________________________________________________________ 32 Gebouwen en schoonmaak _______________________________________________________________ 32 4. VEILIGHEID _____________________________________________________________________________ 42 Politie ________________________________________________________________________________ 42 GAS __________________________________________________________________________________ 47 Gemeenschapswachten__________________________________________________________________ 48 Brandweer ____________________________________________________________________________ 49 Publieke veiligheid ______________________________________________________________________ 53 5. TRANSVERSALE THEMA’S ____________________________________________________________________ 55 Dienstverlening ________________________________________________________________________ 55 Duurzaamheid _________________________________________________________________________ 56 Diversiteit _____________________________________________________________________________ 76 Democratie ___________________________________________________________________________ 76
RUIMTE, MILIEU EN ECONOMIE _______________________________________________________________ 77 6. WONEN _______________________________________________________________________________ 77 7. NATUUR EN WATER ________________________________________________________________________ 79 8. PUBLIEKE RUIMTE _________________________________________________________________________ 81 9. ECONOMIE______________________________________________________________________________ 86
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
3
CULTUUR, VRIJE TIJD EN ONDERWIJS __________________________________________________________ 89 10. CULTUUR ______________________________________________________________________________ 89 Culturele instellingen integraal ____________________________________________________________ 89 Bibliotheek ___________________________________________________________________________ 113 Museum _____________________________________________________________________________ 118 Monumentenzorg _____________________________________________________________________ 119 Kerkbesturen en religieuze gebouwen _____________________________________________________ 120 11. JEUGD _______________________________________________________________________________ 121 12. TOERISME ____________________________________________________________________________ 123 13. SPORT _______________________________________________________________________________ 125 14. EVENEMENTEN _________________________________________________________________________ 129 15. ONDERWIJS ___________________________________________________________________________ 156 Stedelijk basisonderwijs_________________________________________________________________ 156 SAMWD _____________________________________________________________________________ 161 SASK ________________________________________________________________________________ 164 Flankerend onderwijsbeleid _____________________________________________________________ 169
WELZIJN _________________________________________________________________________________ 179 16. WELZIJN ALGEMEEN _____________________________________________________________________ 179 17. KANSENBELEID EN ARMOEDEBESTRIJDING _______________________________________________________ 185 18. SAMENLEVING, INTEGRATIE EN BUURTWERKING ___________________________________________________ 185 19. OPVOEDINGSONDERSTEUNING ______________________________________________________________ 185 20. KINDEROPVANG ________________________________________________________________________ 186
4
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Inleiding In oktober 2011 werd aan de diensten gevraagd om voor de omgevingsanalyse als volgt te werk te gaan: 1. Gegevens verzamelen met de DESTEP-methode DESTEP is een afkorting voor demografische, economische, sociaal/culturele, technologische, ecologische en politiek/juridische factoren. Het is een middel waarmee een beeld verkregen kan worden van de externe (macro-) omgeving waarin een organisatie actief is. Inzicht in de externe omgeving van een organisatie is van belang om effectief gebruik te maken van de kansen en bedreigingen veroorzaakt door het landschap waarin een onderneming opereert. Het komt er vooral op neer om relevante cijfergegevens te analyseren. 2. Informatie kaderen met de SWOT-analyse De SWOT-analyse staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Het is een bedrijfskundig model dat intern de sterktes en zwaktes en in de omgeving de kansen en bedreigingen analyseert. Voor de kansen en bedreigingen werd aan de diensten gevraagd gebruik te maken van de input van de DESTEP-methode.
De meeste omgevingsanalyses bevatten de toestand van begin 2012, afhankelijk van de beschikbare data. De omgevingsanalyses in dit bundel werden gemaakt als basis voor beleidsvoorstellen van de stadsdiensten, onder meer met het oog op de verplichte bijlage bij het meerjarenplan 2014-2019. In dit document wordt de structuur gevolgd van de beleidsdomeinen, waarna er een opsplitsing per dienst is.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
5
6
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Algemeen beleid en veiligheid 1. Financiën De anlyse van de financiële toestand is opgenomen in deel I van de basistekst.
2. Dienstverlening Communicatie A. DESTEP-analyse Demografische factoren - De stad groeit sterk de laatste jaren, zowel naar aantal inwoners als naar aantal woningen en wijken. Ons klantenbestand groeit dus ook, net als de communicatie voor de verschillende doelgroepen. - Het aantal anderstalige inwoners is sterk toegenomen, maar de stad mag in principe enkel in het Nederlands communiceren (evt. met vertaling). Sociaal/culturele factoren - Meer dan 10 % van de inwoners van Sint-Niklaas bezocht in 2011 meer dan 6 keer een plein-, parkevement of een zomerfestival bezocht. Dat is bij het hoogste van alle centrumsteden (samen met Antwerpen en Gent). (bron: stadsmonitor) Technologische factoren - Intussen heeft 90 % van de bevolking de beschikking over een aansluiting op internet. - Groei sociale media (Facebook, Twitter…). - Evolutie naar het gebruik van open data: gegevens die in een open formaat ter beschikking worden gesteld aan derden. Het zin vaak datasets die in CSV, XLS of XML op een eigen server staan. Derden gebruiken deze infobronnen om eigen (vaak mobiele) toepassingen te bouwen. - Het gebruik van mobiele toestellen (smartphones, tablets) neemt zienderogen toe. Die toestellen hebben eigen applicaties die geoptimaliseerd zijn voor mobiel gebruik. Ecologische factoren - De jaarlijkse gratis beerruiming helpt het milieu niet vooruit, omdat de werking van de septische put op die manier onvoldoende gestimuleerd wordt. - Het gratis afleveren van huisvuilzakken en hondenpoepzakjes aan de infobalie is in strijd met het principe „de vervuiler betaalt‟, dat de rode draad is in het afvalstoffenbeleid. Het zet de bewoners niet aan om het afval te beperken. - Duurzaamheid is een maatschappelijk beleidsthema geworden, op allerlei terreinen: energiebeheer, mobiliteit, afvalbeheer… De stad vervult daarbij een voorbeeldfunctie. Politiek-juridische factoren - De regelgeving over de beleids- en beheerscyclus, die vanaf 2014 moet worden gevolgd, zorgt voor een radicaal andere aanpak van de beleidsplanning. - De fierheid over de stad ligt bij de laagste van alle centrumsteden (enkel Turnhout kent een nog lagere fierheid). Bovendien is dit cijfer tussen 2008 en 2011 verder gedaald van 59,5 % fiere respondenten naar 53,9 %. (bron: stadsmonitor) - De tevredenheid over de stad scoort laag in vergelijking met andere steden (72,5 %), maar de tevredenheid over de buurt ligt meer gemiddeld (79,5 %). (bron: stadsmonitor) Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
7
-
-
-
Het vertrouwen in het stadsbestuur (27,1 %) ligt wel hoger dan in de federale en de Vlaamse overheid en dan in het gerecht en de politie, maar in vergelijking met de andere centrumsteden is dit aan de lage kant (bron: stadmonitor). Over het algemeen en in vergelijking met andere centrumsteden is de bevolking vrij tevreden over de spreiding van informatie over en door de stad. Tussen 2008 en 2011 is die tevredenheid zelfs licht toegenomen. Er is het meest tevredenheid over informatie over activiteiten, het minst over de beslissingen van het stadsbestuur (bron: stadsmonitor) De consultatie van de bewoners door het stadsbestuur is significant gedaald tussen 2008 en 2011: van 36,2 % naar 29,7 % van de bewoners die vindt dat ze voldoende geconsulteerd worden. Zoals bij andere indictaoren ligt dit bij het laagste van de centrumsteden. Dat is des te frappanter als ermee rekening wordt gehouden dat 39,6 % van de inwoners bereid is om mee te praten over wat er gebeurt in de stad, wat een gemiddelde score is. Er is met andere woorden een potentieel aan participatiebereidwilligheid dat de stad onaangeboord laat (bron: stadsmonitor). Over de loketvoorzieningen van de stad zijn de meeste inwoners tevreden (81,4 %), wat een goede score is in vergelijking met andere centrumsteden (bron: stadsmonitor).
B. SWOT-analyse Kansen - Inspelen op de groei van internet, in het bijzonder sociale media en mobiele ontwikkelingen. - Werken met open data om een bestandsuitwisseling te doen met andere partners. - Een grote participatiebereidheid in de stad, gecombineerd met een groot aantal buurt- en wijkcomités en een netwerk van socio-culturele verenigingen. - Diversiteit gestalte geven binnen de overheidscommunicatie, vooral in beeldmateriaal. - De heraanleg van de Stationsstraat en de op stapel staande (private en publieke) stadsvernieuwingsprojecten in de stadskern is een ideale gelegenheid om het imago van de stad als dynamische centrumstad verder rond op te bouwen. Bedreigingen - Steeds meer stadsgenoten zijn het Nederlands niet machtig. - De bevolking heeft het gevoel dat ze onvoldoende betrokken wordt bij het beleid. - De tevredenheid en de fierheid over de stad is niet hoog en is de laatste jaren nog afgenomen. - De stad voert met betrekking tot de afvalproblematiek een gratis-beleid voor sommige producten, wat het eigen ecologiebeleid ondergraaft. - De stad is onvoldoende voorbereid op een aantal bestuurlijke vernieuwingen (bv. beleids- en beheerscyclus, interne controle…). - Gevaar voor wildgroei van communicatiekanalen (bv. deelwebsites, folders…). Sterktes - Communicatie rond evenementen en activiteiten is goed, effectief en wervend. - De bundeling van meldingenbeheer en klachtenbehandeling zorgt voor een centraal aanspreekpunt. Zwaktes - Het gebrek aan beleidsdocumenten die het communicatiebeleid vorm moeten geven (bv. communicatieplan, crsiscommunicatie). Ook intern is dat het geval (bv. intern communicatieplan, actualisering en uitbreiding huisstijl, policy rond „bring your own device‟, het gebruik van sociale media op de werkvloer). - De versnippering van het communicatiebeleid en de communicatieverantwoordelijken over de verschillende sectoren en instellingen. - Gebrek aan sturing nodig in doelgroepencommunicatie, zowel vormelijk als inhoudelijk. - Er is nog geen document management systeem geïmplementeerd, waardoor het moeilijk is om documenten te delen en te ontsluiten, zowel voor interne toepassingen als in het kader van openbaarheid van bestuur.
8
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
ICT A. DESTEP-analyse Algemene opmerking. De analyse weerspiegelt zowel de invloed op interne dienstverlening als externe. Demografische factoren Informatietechnologie is in 2012 breed doorgedrongen in alle leeftijdscategorieën van de bevolking. Studies tonen aan dat enkel de sociaal zwakkeren nog wat achterstand hebben bij de toegang tot internet. De stad biedt hier oplossingen met publieke internettoegang in de bibliotheek. Focus op internettoegang tot de diensten van de stad mag stilaan andere kanalen vervangen. Bij extrapolatie van onderzoekscijfers bedraagt de penetratiegraad waarschijnlijk meer dan 85%
In de eerste helft van 2009 had 67 % van alle huishoudens in België toegang tot internet. In de eerste helft van 2007 was dat nog 7 % minder. Bron: http://www.belgium.be/nl/nieuws/2009/news_eurostat-internetgebruik.jsp (04/04/2012)
Ook ouderen zijn sterk betrokken. Demografie heeft dan ook weinig invloed op ICT. Economische factoren De huidige economische omstandigheden hebben geen directe rechtstreekse invloed op interne of externe ICT dienstverlening. Een mogelijk onrechtstreeks effect zou kunnen worden veroorzaakt door het verminderen of stopzetten investeringen in ICT. Hierdoor zou de stad opnieuw een achterstand kunnen oplopen. Om de crisis het hoofd te kunnen bieden zou ICT kunnen worden gebruikt om het personeelsbudget onder controle te houden. Bijvoorbeeld, door bij elke pensionnering te evalueren of er met verbeterde processen, ondersteund door ICT geen VTE kan worden uitgespaard Het zou ook een goed idee zijn om op zoek te gaan naar verdere samenwerkingsverbanden met andere steden en gemeenten. Hierdoor kunnen investering en ondersteuningskosten worden verminderd en kan ook een grote innovatiepotentieel worden aangesproken. Sociaal/culturele factoren Inwoners raken meer en meer vertrouwd met informatietechnologie en sociale media. Het huidige dienstverleningsmodel van de overheid is nog sterk geënt op een traditioneel bureaucratisch model (iedere aanvraag dient ingediend te worden bij de respectievelijke overheidsinstantie). Burgers worden hieromtrent steeds kritischer en verwachten meer linked en open data enerzijds en geïntegreerde dienstverlening anderzijds (ons-stop shopping) Met een goede interne informatiearchitectuur moet dit mogelijk zijn met respect voor de proportionaliteit en finaliteit van de privacygevoelige data. (centrale toegang naar burger, gedistribueerde toegangsbeveiliging intern) Idem, maar nog meer uitgesproken, voor bedrijven. De stad zou als meest nabije overheid een veel meer ondersteunende rol moeten kunnen spelen naar bedrijven toe. Dit kan in de vorm van een digitaal eenheidsloket, ondersteund door een productencatalogus waarlangs aanvragen of meldingen kunnen worden doorgegeven aan de juiste instanties of diensten. Technologische factoren Internetpenetratie en mogelijkheid tot verregaande automatisering van processen. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
9
Ecologische factoren Intern is er een grote stap gezet met de omschakeling naar Thin Clients die 95% minder energie verbruiken dan een PC. Extern kan ICT worden ingezet in het kader van „smarter cities‟ waar energie en verkeer kunnen worden gemonitord en geoptimaliseerd (meten is weten) Politiek-juridische factoren Het blijft moeilijk om gemeente en OCMW processen te automatiseren omwille van de complexe wetgeving. Software toepassingen moeten vertrekken van een heldere business proces analyse, wat wordt bemoeilijkt door de vele uitzonderingen, besluiten & aanpassingen op wetgeving. Onze traditionele software partners dienen het grootste deel van hun effort te stoppen in het vertalen van wetgeving in software, waardoor het verbeteren en koppelen van softwaretoepassingen op het achterplan geraakt. Dit vormt ook een grote innovatie- en toetredingsdrempel voor andere bedrijven. Indien hier geen structurele aanpak komt op Vlaams en Federaal niveau, zullen steden en gemeenten nog lang achterop blijven sukkelen.
Het voorbeeld van de PrimaWeb+ analyse van de POD Maatschappelijke Integratie is hier treffend. Een nieuwe toepassing ontwikkelen voor het beheer van sociale dossiers voor OCMW‟s zou 16.800.000 Euro kosten, vooral omwille van de complexiteit van wetgeving en rapportering B. SWOT-analyse Kansen - Sint-Niklaas heeft een grote inhaalbeweging gemaakt op gebied van ICT infrastructuur. We kunnen nu beginnen aan de inhaalbeweging op gebied van software en toepassingen. We kunnen hierbij ook weer veel leren uit de ervaring van anderen. - Door de moderne infrastructuur en de verregaande samenwerking met de Vlaamse ICT organisatie raken leveranciers geïnteresseerd in Sint-Niklaas als partner. We zouden –met voldoende ondersteuning vanuit de verschillende diensten- moeten gebruik kunnen maken van dit momentum om nieuwe technologieën en systemen uit te testen. Het proeftuinproject van Fifthplay (IncityS) is hiervan een goed voorbeeld. (maar ook samenwerkingen met Infront, Fusebox, Convenso, Microsoft, Syntigo,…) bieden goede perspectieven. - Samenwerking op Waas niveau zou een zeer goede stap voorwaarts kunnen zijn. Een aantal gemeenten zijn hier klaar voor. Sint-Niklaas zou zijn infrastructuur kunnen uitbreiden om ook deze gemeenten te ondersteunen. Bedreigingen - Impact van crisis op investeringen - Verder afgrendeling van de markt door traditionele spelers (CIPAL, CEVI, Schaubroeck) Sterktes - Goed netwerk in samenwerking met V-ICT-OR en centrumsteden - Aanwezige competenties op gebied van netwerk en systeembeheer in het ICT team - Zeer performante ICT infrastructuur aanwezig, goed fundament voor verder informatisering - Onafhankelijkheid van traditionele leveranciers voor infrastructuur Zwaktes - Beperkte mobiliteit van personeel. Medewerkers die zwak presteren, werken demotiverend op het team - Beperkte mogelijkheid tot aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel - Afwezigheid van een goede project management structuur binnen de organisatie (verticaal georganiseerde dienstverlening), waardoor medewerkers niet effectief kunnen worden ingezet binnen projectteams. - Afhankelijkheid van traditionele leveranciers voor software 10
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Onthaal Niet opgemaakt.
Meldpunt en ombudsdienst Zie omgevingsanalyse communicatie voor algemeen meldpunt en ombudsdienst.
Meldpunt discriminatie A. DESTEP-analyse -
-
Grote actieradius van het meldpunt : alle burgers die wonen of zich op het grondgebied van het werkingsgebied van het meldpunt discriminatie bevinden en die slachtoffer of getuige zijn van een discriminerende daad: Hamme, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse en Waasmunster. Heel veel organisaties, diensten en verenigingen die werken met personen die kwetsbaar zijn en mogelijks gediscrimineerd worden: hulpverlening, dienstverlening, … Groot aanbod van sociale en culturele activiteiten. Is er participatie zonder onderscheid in het sociale en culturele leven. Zowel op vlak van toegankelijkheid, positieve acties naar doelgroepen, zijn de reglementeringen evenwichtig? Grote behoefte aan betaalbare woningen. Huisvesting is een aandachtspunt. Er is een steeds grotere groep kansarmen en een kleiner aanbod van betaalbare woningen, een te kort aan grote woningen. Lange wachtlijsten bij huisvestingsmaatschappijen, sociaal verhuurkantoor. Grote behoefte aan woningen voor CAW, begeleid wonen. Schaarste is een voedingsbodem voor discriminatie. Meldpunt is niet bekend bij de burger en er is geen systematische doorverwijzing door hulopverleners.. Diversiteitsbeleid/gelijke behandelingsbeleid verdient meer aandacht
B. SWOT-analyse Sterktes - Wetgevend en juridisch kader - Decreet van 10-7-2008 houdende een kader voor het gelijke kansen en gelijke behandelingsbeleid - Wet van 10-5-2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie - Wet van 10-5-2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen - Wet van 30-7-1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden - Toegankelijkheidswetgeving (vn-conventie personen met een handicap) - Ondersteuning door Gelijke Kansen Vlaanderen en Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding Zwaktes - Bekendheid bij burger en diensten - Betrokkenheid bij gelijke kansenbeleid en diversiteitswerkingen - Samenwerkingsverbanden met andere besturen/diensten en verenigingen - Doorverwijzing naar meldpunt Kansen - Werkingsgebied, grote actieradius - Vlaams beleid - Potentieel aan bestaande diensten en organisaties - Diversiteitswerking ontwikkelen - Geïntegreerde acties
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
11
Bedreigingen - Vlaams beleid: beperkte middelen om meldpunt te ondersteunen (1/2 medewerker) - Ontbreken van correcte discriminatiecijfers
Bevolking Niet opgemaakt.
Burgerlijke stand Niet opgemaakt.
Begraafplaatsen A. Oppervlakte en aantal teraardebestellingen Tereken: Oppervlakte: 8,5ha Aantal teraardebestellingen: Heimolen: Oppervlakte: 19ha Aantal teraardebestellingen: Sinaai: Oppervlakte: 2,5ha Aantal teraardebestellingen: Belsele: Oppervlakte: 1,5ha Aantal teraardebestellingen: Nieuwkerken: Oppervlakte: 1,5ha Aantal teraardebestellingen: Puivelde: Oppervlakte: 0,13ha Aantal teraardebestellingen: Tinelkerkhof: 0,85ha
61.950 10.999 4.007 4.067 6.899 590
B. Onderhoud In 1988 werd begraafpark Tereken gesloten en sindsdien worden hier enkel nog bijzettingen uitgevoerd. Op regelmatige basis (iedere 2 – 3 jaar) worden de grafzerken van niet-hernieuwde concessies verwijderd. De vrijgekomen zones worden steevast aangelegd en onderhouden volgens de principes van het harmonisch park- en groenbeheer. Dankzij deze en andere ingrepen evolueert begraafplaats Tereken langzaam maar zeker in een begraafpark. Bij de aanleg van begraafpark Heimolen werd onmiddellijk veel aandacht besteed aan de beplanting. Nu is er, net zoals op begraafpark Tereken, een zeer grote biodiversiteit aanwezig. Alle begraafparken en -plaatsen vormen dan ook groene en rustige oases in het centrum of aan de rand van de stad/gemeente met vele mogelijkheden tot bezinning of ontspanning. C. Teraardebestelling Sinds 1981 neemt het aantal crematies gestaag toe. In 2009 werd het crematorium van intercommunale Westlede op begraafpark Heimolen in gebruik genomen. Dit bracht geen drastische 12
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
verhoging teweeg in het aantal crematies van Sint-Niklazenaren, enkel het aantal asverstrooiingen van niet-inwoners nam toe. Op Heimolen zijn reeds 7 op 10 teraardebestellingen een asverstrooiing of bijzetting van een asurne.
Op de begraafplaatsen van de deelgemeenten houdt men echter nog sterk vast aan het “traditionele”: het onderhoud van de begraafplaatsen mag niet afwijken – onkruid of langer gras wordt niet getolereerd – en crematies zijn nog steeds niet volledig ingeburgerd Bij de aanleg van nieuwe perken moet dan ook steeds rekening gehouden worden met het type teraardebestellingen: nieuwe asweide, grotere perken voor teraardebestellingen van kisten, nieuwe urnenvelden,… D. Concessies In 2011 werden 516 concessies aangegaan of hernieuwd. Het totaalbedrag bedroeg: 205.384€ 76 kosteloze concessies: 0€ 277 betalende concessies: 164.224 € 163 hernieuwde concessie: 41.160€
E. Funerair erfgoed Begraafpark Tereken beschikt over een groot aantal oude grafzerken. Ondanks eerdere grootschalige ontruimingsfases werden meerdere zerken met grote architecturale en culturele waarde behouden. Op de andere begraafplaatsen is dit vrij beperkt, maar werden grafzerken behouden om de begraafplaatssfeer te behouden.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
13
3. Interne organisatie MT en beleidsondersteuning A. Analyses rond het stadsbestuur als organisatie 1. Profielanalyse leidinggevenden In 2009 voerde de dienst loopbaanbegeleiding, met behulp van de Persoonlijke Profielanalyse van Thomas International, een onderzoek naar het profiel van de gemiddelde leidinggevende in onze organisatie. De doorlichting van het werkgedrag van 69 leidinggevenden gaf het beeld van een communicatieve en specialistische manager, die mensgericht en sociaal ingesteld is en niet van conflictsituaties houdt. Hij heeft moeite met delegeren en disciplineren. Het is een profiel dat eigen is aan de aard van onze organisatie: een administratie waarin vakkennis en specialisatie vereist is, en waarin het managen van mensen en middelen wellicht minder aan de orde is (weinig budgetverantwoordelijkheid, weinig beslissingsbevoegdheid). Globaal gezien heeft onze organisatie een tekort aan besluitvaardige leidinggevenden die de zaken durven veranderen en die durven plannen op lange termijn. De audit leverde o.a. volgende aanbevelingen op: Voor de leidinggevende als individu - Cultiveren van zelfkennis, stilstaan bij het eigen leidinggevend gedrag op basis van de bevindingen in het rapport - Oog hebben voor mogelijke ontwikkelpunten en zelf hiervoor actie ondernemen. Voor de directe leidinggevende - Rekening houden met de aanbevolen aanpak uit het feedbackrapport; het rapport bespreken bij de functioneringsgesprekken - Stilstaan bij de favoriete gedragsstijl als leidinggevende (cfr. aanbeveling als individu) en, afhankelijk van de persoon, die stijl gebruiken waarmee de meeste resultaten worden bereikt. - De ondergeschikte leidinggevende steunen bij het nemen van beslissingen, zeker wanneer die buiten zijn vakgebied vallen, positieve en negatieve feedback geven (sturen). - Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en rol duidelijk vastleggen (hiërarchische lijn bepalen) en bespreken, vanaf het moment dat de leidinggevende rol wordt opgenomen maar ook regelmatig daarna. - Meer aandacht voor communicatie: beslissingen laten doorstromen en achtergronden ervan, openstaan voor communicatie vanuit de basis. - Opvolgen en meewerken aan de ontwikkeling van de onderschikte leidinggevende. Voor het bestuur - Hiërarchische lijn respecteren: het is voor veel leidinggevenden moeilijk werken wanneer er opdrachten komen via diverse kanalen. - Eenduidige beslissingen nemen en vermijden om af te stappen van eerder ingenomen standpunten: dit zaait verwarring bij de leidinggevenden die over het algemeen nood hebben aan zekerheid om tot optimale prestaties te komen. - Steun geven wanneer de leidinggevende de voor hem niet natuurlijke rol opneemt van evaluator en disciplineerder. - Aangeven van wat van de leidinggevende wordt verwacht: ontwikkeling van een gemeenschappelijk standpunt (missie) en bepaling profiel. - Aandacht hebben voor het aanwezige potentieel in de leidinggevende: beseffen dat de gemiddelde leidinggevende meer expertmanager dan sturende leidinggevende is en welke beperkingen dit inhoudt. - Indien men krachtdadiger leiderschapskwaliteiten in de organisatie wenst: beseffen dat dit potentieel in hoofdzaak buiten de organisatie ligt, dat er randvoorwaarden moeten worden vervuld om de job aantrekkelijker te maken en zo de gewenste profielen aan te trekken: verloning, vrijheid van handelen (beslissingsbevoegdheid, budgethouderschap), omkadering (bijvoorbeeld administratieve ondersteuning). 14
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Voor de dienst personeel - In het selectieproces afstappen van kennis als centraal gegeven, meer testen op leidinggevende kwaliteiten. Meer experten in selectie in de jury, minder vakspecialisten. De jury moet rekening houden met het door de organisatie vooropgestelde profiel. De mogelijkheden van PPA-rapporten meer benutten. Variatie in selectietools en –methoden uitbreiden. - Ondersteuning bieden door ontwikkeling van accuratere jobprofielen, gebaseerd op competenties. - Procedure uitwerken hoe taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en rol vastgelegd kunnen worden. - Ontwikkeling van de ideale profielen die onze organisatie nodig heeft. - Vorming aanbieden in functie van de gewenste profielen, ondersteuning bieden bij uitwerking van persoonlijke ontwikkelingsplannen. - Evaluatieproces sturen en ondersteunen. Voor het managementteam - Het proces van groei en ontwikkeling van de leidinggevenden in onze organisatie bewaken. - Advies geven over de richting die de leidinggevenden moeten uitgaan door bijvoorbeeld actief mee te werken aan het opstellen van competentieprofielen voor leidinggevenden. 2. Analyse Quattro Development De Persoonlijke Profielanalyse van de leidinggevenden gaf aan dat de meesten onder hen behoefte hadden aan training rond assertiviteit, overtuigingskracht, omgaan met conflicten, delegeren, besluitvaardigheid en resultaatgericht werken. Voor elke leidinggevende werd een persoonlijk vormingstraject ontwikkeld, met opleidingen gegeven door docenten van Quattro Development (september 2010-juni 2011). Quattro Development maakte na afloop van het begeleidingstraject een analyse van onze organisatie op: - De gehele organisatie is erg operationeel, dit wil zeggen „business as usual‟. Er is weinig voeling met de gehele strategie, met de globale doelstellingen. Werken met doelstellingen is nog ver van hun bed. De visie en missie zijn onbekend (zelfs die van de dienst). Ook het witboek is grotendeels onbekend (men weet wel dat het er is, maar men kent de inhoud niet). - De operationele leidinggevenden hebben het gevoel er alleen voor te staan. Globaal ervaart men weinig ondersteuning van het hogere niveau. Als medewerkers naar het bestuur stappen, wordt de rechtstreekse chef per definitie in het ongelijk gesteld. De autoriteit van de chef wordt hierdoor uitgehold. Het bestuur is ook heel operationeel bezig en doorkruist de plannen van de operationele chef. Operationele chefs die veranderingen willen doorvoeren in hun werking ervaren niet dat ze gesteund worden in hun plannen. De implementatie van nieuwe ideeën verloopt niet vlot. Anderen (in concreto leidinggevenden van de lagere hiërarchie) aanspreken op hun verantwoordelijkheid gebeurt veel minder. Het verticale escalatiesysteem tot op het hoogste niveau verloopt heel goed… en op die manier hebben de mensen van de hoogste rang steeds ontzettend veel werk. - Coachend leidinggevend is hiermee ook nog een moeilijke oefening. De leidinggevenden zijn niet gewend om te coachen. Mede door de sterk overheersende operationele stijl, functioneren veel leidinggevenden als een postbode en controleur, als een verantwoordelijke die de winkel doet draaien. Aandacht voor ontwikkeling van medewerkers is gering. Het lijkt een noodzakelijk kwaad omdat het elders ook gebeurt. Het is niet gekoppeld aan of gekaderd binnen een strategie. Eén van de grote moeilijkheden is dat veel deelnemers kind zijn van hun eigen organisatie. Daarmee wordt bedoeld dat ze geen voorbeelden kennen of zien van mensen die inspirerend, coachend en modern leidinggeven. 3. SWOT-analyse door het MT Het managementteam (MT) maakte, ter voorbereiding van de oefening rond de hertekening van de organisatiestructuur (het latere Forumproject), in 2010 volgend overzicht van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de huidige organisatie. Sterktes - Aanspreekbaarheid ambtelijke en politieke top omwille van schaal organisatie. - Pragmatisch ingestelde en oplossingsgerichte ambtenaren met aandacht voor procedures. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
15
-
Deskundigheid, ervaring en motivatie aanwezig in de verschillende onderdelen van de organisatie. Er is een grote bereidheid tot samenwerking in projecten en dienstoverschrijvende dossiers.
Zwaktes - Een te kleine groep personeel (waaronder bepaalde diensthoofden) neemt te veel werk op zich en kan onvoldoende terugvallen op hun diensten, waardoor de motivatie daalt. Er is ook veel onduidelijkheid over rollen, taakomschrijvingen en bevoegdheden, vooral voor leidinggevenden. En hierbij aansluitend: een te grote basis, die te veel uitvoerende taken of oneigenlijke taken uitvoert. - Overbemanning in bepaalde sectoren, onderbemanning in andere. Dat laatste laat zich vooral voelen bij de hoger opgeleide ambtenaren en de totale afwezigheid van beleidsondersteuning. - Verkokering in departementen, steeds grotere versnippering van diensten, te lange communicatielijnen. - Weinig transparante en gebruiksvriendelijke interne processen en procedures, gebrek aan controle en planning, weinig responsabilisering. - Het managementteam heeft geen profiel en mist slagkracht binnen de organisatie. Dit is deels te wijten aan de oorspong van de samenstelling: departementschefs kregen een bijkomende taak in hun reeds overvol pakket. Hun rol als departementschef blijft prevaleren en zelfs in die rol merkt men dat het leidinggevende en coördinerende aspect dikwijls naar de achtergrond verschuift omwille van andere prioritaire taken. - De hoofdtaak van het MT, namelijk meedenken op strategisch niveau en taken verrichten die verband houden met de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie, wordt hierdoor onvoldoende opgenomen. Er is weinig globale visieontwikkeling over organisatie en intern beleid. Men spreekt te veel vanuit en voor „zijn eigen winkel‟, maar dat is logisch gelet op de directe verbondenheid met een departement. - Gebrek aan globale, geïntegreerde of gedragen beleidsvisie op lange termijn (bv. op het vlak van dienstverlening, van personeelsbeleid). Kansen - Enkele leidinggevende functies die momenteel niet ingevuld zijn, maken een wijziging aan de organisatiestructuur mogelijk. - Kerntakendebat, op voorwaarde dat dit sereen en grondig gevoerd kan worden en dat hieruit conclusies getrokken kunnen worden die achteraf in de praktijk worden gebracht. - Geplande verhuis van stadsdiensten kan een nieuw begin zijn om het werk en de organisatie van de diensten te herverdelen. - Synergie met het OCMW, als middel tot schaalvergroting, efficiëntiewinst en specialisatie. - De nieuwe beleids- en beheerscyclus vanaf 2013, die de beleidsplanning zal professionaliseren. - De moderne communicatietools (internet, intranet, instant messaging…) laten toe transparant te communiceren binnen de organisatie en processen te vereenvoudigen. - Het gemeentedecreet biedt mogelijkheden om vernieuwend te werken. - Het creëren van functies als kwaliteitscoördinator, organisatiedeskundige, strategisch analist… kan de kwaliteit en het rendement van de organisatie op een hoger niveau tillen. - Het competentiemanagement is een bescheiden eerste stap naar een hr-beleid. Bedreigingen - Steeds meer bijkomende opgelegde taken, onder meer door de regeldrift van Vlaanderen, die in verhouding niet gevolgd worden door bijkomend personeel. - De politieke en ambtelijke cultuur, die doorgaans behoudsgezind is. - Bij besparingen worden niet steeds rationele keuzes gemaakt. 4. Maturiteitscan Thetis In het najaar 2011 werd een maturiteitsscan van onze organisatie afgenomen door de firma Thetis. Basisconcept: de goede werking van een organisatie wordt bepaald door het gedrag van de personen die tot de organisatie behoren. 500 personensleden werden bevraagd. Alle diensten en alle niveaus kwamen aan bod.
16
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
De scan focust op: - Richten: wat zijn de doelstellingen van de organisatie en zijn ze een algemeen aanvaarde leidraad? - Sturen: weten de medewerkers hoe ze moeten handelen om de doelstellingen te bereiken? - Realiseren: worden de juiste dingen gedaan om het verwachte resultaat te bereiken? - Communicatie - Leerklimaat - Uitbouw van succesfactoren - Meerwaarde voor de klant. Op volgende punten scoorde de organisatie positief: - Er wordt samen met de klant naar een meerwaarde gezocht. - De organisatie ondersteunt de dienstverlenende medewerker in de manier waarop met de klant wordt omgegaan. - Medewerkers voelen zich voldoende ondersteund door hun leidinggevende. - Er wordt bewust gewerkt aan het bepalen en ontwikkelen van competenties. - Medewerkers voelen zich betrokken bij wat het stadsbestuur wil bereiken. - Medewerkers ervaren hun job over het algemeen als stimulerende uitdaging en vinden dat hun dienst vrij succesvol is. - Medewerkers zijn zich bewust van de beperkingen inzake loopbaanmogelijkheden maar accepteren dit. Aan volgende bevindingen, die zich gelijkmatig over alle diensten en niveaus situeren, kan volgens de onderzoekers duidelijk worden gewerkt: - De organisatiedoelstellingen zijn onduidelijk bepaald en niet vertaald tot op het niveau van de diensten. Er wordt „ad hoc‟ gewerkt en doelstellingen worden doorkruist. Dit uit zich ook in de communicatie, waar diverse signalen vanuit diverse hoeken de deur openen voor interpretatie in functie van eigen wensen en prioriteiten en voor distantiëring van opdrachten. - De samenwerking tussen diensten ervaren de onderzoekers als het grootste probleem in onze organisatie. De samenwerking is niet alleen onvoldoende, men weet ook niet goed tot welk doel er moet worden samengewerkt en wat de meerwaarde daarvan is. - Er wordt weinig gevolg gegeven aan onderpresteren (bevinding van zowel leidinggevenden en medewerkers). Confrontatie met niet wenselijk gedrag wordt uit de weg gegaan, men voelt zich geremd door de organisatie, er is hiervoor geen draagvlak. Er is prestatiebelemmerend gedrag merkbaar (dit kan zich uiten in vb. ontlopen van verantwoordelijkheid, cynisme, „stielbederving‟ door hen die harder willen werken). Hier bevelen de onderzoekers aan om leidinggevenden de instrumenten te geven om daadkrachtig op te treden. 5. Aanbevelingen visitatiecommissie Stedenfonds Op het vlak van bestuur en organisatie gaf de visitatiecommissie van het stedenfonds in het najaar 2011 aan dat er acties nodig zijn ter opvolging en verbetering op het vlak van: - ontwikkelen langetermijnvisie - professionalisering - doorbreken van verkokering - projectmatig werken. Gebrek aan langetermijnvisie. (aanbeveling 1, 4, 7, 10, 11) Parafrasering: De keuzes van de stad zijn onvoldoende duidelijk. Dat leidt tot een beleid dat de geit en de kool spaart, maar dat als gevolg heeft dat er op veel vlakken geen duidelijk profiel is. Willen we duurzame gebouwen of willen we zoveel mogelijk, niet noodzakelijk duurzame, gebouwen om verenigingen een thuisbasis te geven? Willen we een echt economisch beleid voeren of erkennen we dat het stadsbestuur te weinig impact heeft, waarbij we ons tevreden stellen met goede contacten met de bestaande stakeholders? Laten we het wegwerken van het tekort aan sociale huisvesting aan de traditionele huisvestingsmaatschappijen of gaan we op zoek naar middelen om als stad zelf de regie in handen te houden? Beperken we ons tot losstaande ad-hoc initiatieven met betrekking tot armoedebestrijding of gaan we samen met het OCMW voor een echt beleid? En misschien nog de Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
17
belangrijkste vraag: eens we voor een bepaalde visie gekozen hebben, houden we ons er dan aan of vergeten we die om in te kunnen spelen op zogenaamde opportuniteiten? Gebrek aan professionele aanpak. (aanbeveling 2, 9, 16) Parafrasering: Het viel de visitatiecommissie op een aantal vlakken op dat er weinig metingen zijn om het beleid te staven. Dikwijls wordt er op het gevoel, vanuit de buik, bestuurd. Indicatoren worden amper bijgehouden, er is geen centrale dataverwerking. Cijfergegevens die beschikbaar zijn, worden in het beste geval geraadpleegd, maar worden nauwelijks geanalyseerd, laat staan dat het beleid erop afgestemd wordt. Externe expertise rond technische thema‟s wordt wel al ingehuurd, maar er wordt weinig aan gedaan om de interne expertise te verhogen. Financiële analyses bv. worden tot op heden niet intern uitgevoerd. Verkokering en navelstaarderij. (aanbeveling 3, 4, 8, 10, 12, 13, 15, 16) Parafrasering: De diensten leven te veel op een eiland. Een heel aantal aanbevelingen wijzen in deze richting. Deze vaststelling is daarom misschien wel het belangrijkste werkpunt. Ten eerste speelt de verkokering van de diensten. Duurzaamheid bijvoorbeeld wordt gepercipieerd als zijnde een materie van de milieudienst, waarmee andere diensten niets te maken hebben. Ten tweede tussen de administratie en de mandatarissen: dat de visitatiecommissie heeft vastgesteld dat er met betrekking tot de aanpak van kansarmoede een verschil in benadering is, is een gevolg van een gebrek aan overleg en onderlinge afstemming op dit vlak. Ten derde tussen het stadsbestuur en (alle) externe stakeholders: de samenwerking met het OCMW (het enige ander lokaal bestuur in Sint-Niklaas) kan nog veel verbeteren, maar ook met alle relevante actoren in het middenveld. Nu lijkt het soms alsof ieder zijn eigen programma heeft dat uitgevoerd moet worden: er wordt te veel gekeken naar de eigen inspanningen, te weinig naar de effecten die die teweegbrengen. Nochtans zijn het de effecten, de maatschappelijke veranderingen, die van belang zijn. Ten vierde ook tussen de stad en andere steden en gemeenten: alle steden kampen min of meer met dezelfde problemen. Toch is de stap voor velen te groot om over het muurtje te kijken. Nood aan projectmatige aanpak. (aanbeveling 3, 14) Parafrasering: In de aanbevelingen van de visitatiecommissie wordt een projectmatige aanpak voorgesteld als een werkbare oplossing om de verkokering en het gebrek aan focus te doorbreken. Eigenlijk heeft men het over programmamanagement, dat nog een stap verder gaat. Bijna elke dag worden we geconfronteerd met het gebrek eraan: afspraken worden niet opgevolgd of vergeten, procedures zijn niet beschreven of worden onvoldoende gecommuniceerd, waardoor er veel tijd verloren gaat en waardoor we voor bepaalde terugkerende projecten telkens opnieuw het warm water moeten uitvinden. Alles wat niet specifiek tot het beleidsdomein van één dienst behoort, riskeert vroeg of laat te verzanden. Elke vraag die buiten de routinetaken valt, dreigt door de mazen van het net te glippen. In zo‟n gevallen neemt niemand er de verantwoordelijkheid voor op, want die is niet toegewezen. De goede ziel die toch een dossier naar zich toetrekt, riskeert daarmee opgezadeld te worden voor de rest van zijn loopbaan, bovenop zijn reguliere taken. Het gevolg is dat de meesten hun werk afschermen, zich op allerlei manieren indekken en de zwarte piet doorspelen aan een ander.
18
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Secretariaat A. DESTEP-analyse Demografische factoren Bevolkingscijfer: > 70.000 inwoners => aantal raadsleden wordt opgetrokken van 39 tot 41. Technologische factoren nieuwe ontwikkelingen gebruiken als instrumenten voor raadsleden en schepenen: Ipad, videoconferentie voor het college tijdens de vakantiemaanden, softwaretoepassingen voor notulering beslissingen, briefregistratie, e.a. Ecologische factoren ecologische voetafdruk secretariaat ? kan wellicht beter => teveel papier, meer elektronisch informatie en data ter beschikking stellen. Secretariaat is een grootverbruiker inzake fotokopieën. Politiek-juridische factoren Wijziging gemeentedecreet gepland tegen zomer 2012. Impact ? nog niet duidelijk. Vanaf 2013 OCMW-voorzitter in college. B. SWOT-analyse Kansen - Nieuwe bestuursperiode: invoeren software met databasefunctie voor notulering college en gemeenteraad; - Forum-project: heroriëntering dienst secretariaat: dienst opnemen onder zuil beleidsondersteuning als administratieve ondersteuning. Bedreigingen - Te krappe personeelsbezetting om alle werk te doen. Sterktes - Gestroomlijnde processen vaak op wettelijke basis. Zwaktes - Geen dossieropvolging mogelijk. - Problemen met opzoekingen beslissingen wegens ontbreken van een database.
Archief A. DESTEP-analyse Technologische factoren Groei digitale administratie en archiefbeheer. Politiek-juridische factoren Veranderende regelgeving: impact van Vlaams archiefdecreet. B. SWOT-analyse Kansen - arbitraire werkwijze bij overdracht van archiefbestanden kan omgeschakeld worden naar een gestroomlijnde procedure, met responsabilisering van de diensten en aandacht voor digitaal archief Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
19
-
gestructureerd overleg met Wase archivarissen via het Waas Archievenoverleg (WAO) en de Erfgoedcel Waasland biedt uitzicht op professionalisering, uitwisseling van expertise en uitwerking van regionale initiatieven afgeronde technische voorbereiding van bouwprogramma voor nieuw archief biedt perspectief op betere bewaar- en werkomstandigheden, ook met aandacht voor relatief nieuwere archiefdragers (films, dvd‟s, cd‟s, diskettes e.d.m.) verworven inzichten en ervaring qua preservatie en conservatie geven mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe acties terzake recente Vlaamse regelgeving voor openbare archieven kan leiden tot professionalisering en versterking kwaliteitsniveau van stedelijk archiefbeheer
Bedreigingen - medewerking aan of uitvoering van erfgoedprojecten kan een onevenwicht in tijdsverdeling met fundamentele archieftaken tot gevolg hebben - snel groeiende automatisering zou de wettelijke bewaaropdracht van het archief in het gedrang kunnen brengen - verwarrende en tegenstrijdige wetgeving op federaal en Vlaams niveau schept onduidelijkheid inzake administratieve bevoegdheid t.o.v. lokale besturen Sterktes - permanente bereikbaarheid tijdens werkweek (8 tot 12 uur; 13 tot 17 uur) –vlotte, klantgerichte service inzake opzoekingen, raadplegingen, tijdelijke ontleningen voor stadsadministratie en publiek - goede interne communicatie, soepele teamwerking, geregeld informeel en formeel overleg - openheid naar andere diensten en erfgoedactoren – bereidheid tot samenwerking op verzoek of uit eigen initiatief - specifieke knowhow op archieftechnisch en lokaal historisch vlak (kennis van geschiedenis en bronnen) en op het gebied van projectwerking (conservatie en erfgoededucatie) Zwaktes - werkplekken té krap, niet gegroepeerd en onvoldoende afgestemd op verscheidenheid aan opdrachten (bv. vermenging administratief werk, leeszaalraadpleging en verwerking van neerleggingen en schenkingen) – heeft verlies aan efficiëntie tot gevolg - depots bieden geen garanties voor goede bewaring – vormen ernstige hinderpaal voor actieve acquisitiepolitiek - schoning en verwerking van neerleggingen is grotendeels ten laste van de archiefdienst – jaarlijks stijgende werklast door aangroei hedendaags archief – gebrek aan planmatige overdrachtsaanpak - nog geen volledige inventarisering van hedendaags archief en andere bestanden, wat ontsluiting bemoeilijkt - digitaal archiveren van stadsdiensten is onvoldoende gestructureerd en op elkaar afgestemd
Personeel A. SWOT-analyse personeelsbeleid Sterktes - Het personeel van de dienst is goed aanspreekbaar. - De basisdienstverlening verloopt correct (lonen, maaltijdcheques, prikklok, …). - Een objectieve behandeling van de personeelsdossiers is gegarandeerd. - Veel gedreven ambtenaren met een goede vakkennis. - De beschikbaarheid van een geïntegreerde software voor personeelsbeheer, waardoor veel beheersprocessen (loon/tijdsregistratie) geautomatiseerd zijn. - Vorming wordt door het bestuur, de leidinggevenden en de medewerkers aanzien en aanvaard als een recht en een plicht. - De middelen (bestaffing, processen en procedures) zijn aanwezig voor een goed personeelsbeleid. 20
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Zwaktes - Er is geen gemeenschappelijk visie of doelstellingenkader dat de verschillende HR-cellen met elkaar verbindt en het personeelsbeleid eenvormig stuurt. - Er is geen personeelsverantwoordelijke, die de onderlinge cellen coördineert en aanspreekpunt is voor beleidskwesties. - Geen personeelsbehoefteplan noch personeelsplanning op middellange of lange termijn, over elke vraag tot vervanging of bijkomend personeel wordt ad hoc beslist waardoor er geen monitoring is voor personeelsuitgaven noch een planning is voor de selectieprocedures - De doorlooptijd van selecties is lang. - De klassieke advertenties bereiken niet altijd de gewenste doelgroepen. - De selectiejury bestaat te weinig uit selectiedeskundigen. - Niet elk personeelslid krijgt periodiek een evaluatiegesprek en/of functioneringsgesprek. - De procedure rond evaluatie en functioneringsgesprekken gaat voor op de kwalitatieve inhoud ervan. - De dienst loopbaanbegeleiding wordt te laat of niet betrokken bij personeelsproblemen. - Er zijn te weinig HRM-tools, de technische (informatica)-mogelijkheden worden nog niet volledig gebruikt. - Gebrek aan kennis over personeelsprocedures/wetgeving in de organisatie, communicatie van leidinggevenden over personeelszaken is niet altijd correct. - De ruimtelijke indeling van de dienst (twee verdiepingen met diverse aparte kamers) vergroot de verkokering van de cellen. - Weinig loopbaanbeleid, zowel vertikaal als horizontaal. De mobiliteit van het personeel is beperkt. Naast de formele procedure interne mobiliteit, die weinig wordt gebruikt, bestaan er geen procedures voor gewone mutaties (= nieuwe interne dienstaanwijzing). Er is geen visie rond de keuze werving/bevordering/interne mobiliteit. Diverse partijen mengen zich, lobbyen loont. - De leidinggevenden minimaliseren hun rol in de HRM-processen en verwachten te veel en te vlug dat anderen (dienst personeel, stadssecretaris, schepen, …) hun personeelsproblemen oplossen. Kansen - Delegatie van aanstellingsbevoegdheid naar de secretaris, delegatie van het dagelijks personeelsbeheer naar de adjunct-secretaris. - Nieuwe HRM-software als geïntegreerd pakket (in voorbereiding). - De geïntegreerde software biedt mogelijkheden tot aanlevering van cijfergegevens en statistieken rond personeelsbeheer en HRM, die als basis kunnen dienen voor een meer strategische aanpak van het personeelsbeleid. - Nieuw strategisch beleidsplan en mogelijkheid tot andere aanpak personeelsplanning (nieuwe legislatuur). - Uitstroom biedt kansen voor andere invullingen en herschikking van takenpakketten. - De diverse partijen voelen zich betrokken bij het personeelsbeleid, er is bereidheid uit diverse hoeken om mee te denken over een nieuwe werkwijzen. - Competentiebeleid verder uitbouwen als basis voor selectie, vorming, beoordeling en waardering. - De leidinggevenden kunnen geresponsabiliseerd worden, in hun rol als chef en in hun rol in het strategisch HRM-beleid. Bedreigingen - Verlies van knowhow door pensioneringen in een verouderd personeelsbestand. - Beperkte mogelijkheden qua verloning/beloning. - Zware en rigide procedures. - Wetgeving en regels zorgen voor weinig flexibiliteit wanneer er moet ingespeeld worden op een veranderende omgeving. - Het bestaan van twee statuten op de werkvloer (statutairen en contractuelen) staat een eenvormige behandeling van personeel op alle vlakken in de weg. - Onrechtstreekse politieke beïnvloeding. - Personeelsleden die moeilijk functioneren worden van de ene dienst naar de andere doorgeschoven of blijken na een tijd nergens nog inzetbaar. - Ontslag is te weinig een optie. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
21
-
Budgetbeperkingen (in tijden van besparing dreigen uitgaven voor HRM, vb. vorming, gezien te worden als een kost, niet als investering).
B. Cijfergegevens personeel Evolutie personeelsaantallen Cijfers Schaubroeck/Cipal Aangestelde voltijdse equivalenten Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov 2006
2007
2008
2009
2010
2011
902,67
874,77
901,5
908,43
895,62
3,04%
-3,09%
3,06%
0,77%
-1,41%
3,04%
-0,14%
2,91%
3,70%
2,24%
Evolutie betaalde voltijdse equivalenten Cijfers Schaubroeck/Cipal Betaalde voltijdse equivalenten Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov 2006
2007
2008
2009
2010
2011
858,50
846,67
860,39
875,62
887,53
1,00%
-1,38%
1,62%
1,77%
1,36%
1,00%
-0,39%
1,22%
3,01%
4,42%
Evolutie betaalde loonkosten 2007 Betaalde loonbedragen Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov 2006
2008
2009
2010
2011
36.681.702
37.833.547
39.443.095
41.148.222
43.256.631
2,16%
3,14%
4,25%
4,32%
5,12%
2,16%
5,37%
9,85%
14,60%
20,47%
Evolutie gemiddelde kost per personeelslid Gemiddelde kost van een personeelslid Stijgingspercentage tov het jaar voordien Stijgingspercentage tov 2006
2007 42.728
2008 44.685
2009 45.843
2010 46.993
2011 48.738
1,17%
4,58%
2,59%
2,51%
3,71%
1,17%
5,80%
8,55%
11,27%
15,40%
2008 (2) -3,09% -1,38% 3,14% 4,58%
2009 (3) 3,06% 1,62% 4,25% 2,59%
2010 (4) 0,77% 1,77% 4,32% 2,51%
2011 (5) -1,41% 1,36% 5,12% 3,71%
Samengevat procentueel Evolutie t.o.v. het jaar voordien Aangestelde fte Betaalde fte Rekening loonkost Gemiddelde kost personeelslid
22
2007 (1) 3,04% 1,00% 2,16% 1,17%
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Evolutie t.o.v. 2006 Aangestelde fte Betaalde fte Rekening loonkost Gemiddelde kost personeelslid
-
-
-
2007 (1) 3,04% 1,00% 2,16% 1,17%
2008 (2) -0,14% -0,39% 5,37% 5,80%
2009 (3) 2,91% 1,22% 9,85% 8,55%
2010 (4) 3,70% 3,01% 14,60% 11,27%
2011 (5) 2,24% 4,42% 20,47% 15,40%
Het aantal aangestelde voltijdse eenheden stijgt in verhouding het minst. Dit is te verklaren door de populariteit van de stelsels voor verminderde prestaties en de discipline die soms aan de dag werd gelegd inzake de niet-vervanging van afwezigheden. Een wervingsstop is er echter nooit geweest, noch consequentie in het niet vervangen van gepensioneerden. Ten opzichte van het eind van de vorige legislatuur hebben we maar 2,24% meer personeel, maar wel personeel dat in 2011 al 20,47% meer kostte. Deze discrepantie is te verklaren door de stijging van de vaste kosten (sneller opeenvolgende indexeringen door de inflatie, verhoging maaltijdcheques en eindejaarstoelage, hogere fietsvergoeding en pensioenbijdragen). Gelet op de nog hogere bijdragen voor het pensioen in de volgende legislatuur zal deze stijgende trend zich verder zetten, tenzij er structurele maatregelen worden getroffen. De gemiddelde kost per personeelslid steeg met 15% ten opzichte van 2006, maar toch 5% minder dan de totale personeelskost. Aangezien de aantallen niet spectaculair gestegen zijn, kan dit wijzen op een verjonging van het personeelsbestand (in jaren dienst, niet in leeftijd), met minder hogere lonen door minder anciënniteit.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
23
Fte personeel per 1.000 inwoners Cijfers Cipal Aangestelde voltijdse equivalenten Aantal inwoners Aantal fte per 1000 inwoners
2007 902,67
2008 874,77
2009 901,5
2010 908,43
2011 895,62
70.016 12,9
70450 12,4
71062 12,7
71806 12,7
72367 12,4
Vergelijking met de centrumsteden (Bron Lokale Statistieken 2008): Centrumstad Turnhout Roeselare Genk Oostende Sint-Niklaas Hasselt Kortrijk Aalst Mechelen Leuven Brugge Gent Antwerpen
-
Aantal inwoners 2010 40763 57432 64757 69064 71806 73067 74911 80043 80940 95463 116741 243366 483505
Personeelsaantallen fte 374,29 484,67 792,67 762,79 855,8 713,65 751 842 748,11 857,73 1404,11 3942,02 5893,31
Aantal fte per 1000 inwoners 9,18 8,44 12,24 11,04 11,92 9,77 10,03 10,53 9,24 8,98 12,03 16,2 12,19
In de gemeenten van het Vlaams Gewest is 8,20 fte per 1.000 inwoners het gemiddelde (2010). Wij zitten hier beduidend boven. Dit zou kunnen worden verklaard doordat wij heel veel uitvoeringstaken in eigen beheer doen. Bij de 13 centrumsteden zijn er 5 steden die meer personeel per 1.000 inwoners inzetten. Bij de vergelijkbare centrumsteden scoren we het hoogst (Oostende 11,04, Hasselt 9,77, Kortrijk 10,03).
Verhouding statutair-contractueel Statutair fte/totaal fte niveau A niveau B niveau C niveau D niveau E totaal
01-01-2010 65,51% 37,42% 44,19% 48,77% 14,75% 43,24%
01-04-2012 64,50% 35,72% 44,66% 47,46% 6,98% 43,69%
contractueel fte/totaal niveau A niveau B niveau C niveau D niveau E totaal
01-01-2010 34,49% 62,58% 55,81% 51,23% 85,25% 57,89%
01-04-2012 35,50% 64,28% 55,34% 52,54% 93,02% 57,94%
Statutair 33% 42% 43% 45% 47% 50% 57% 66%
Contractueel 67% 48% 57% 45% 53% 50% 43% 34%
Centrumstad Kortrijk Oostende Sint-Niklaas Brugge Roeselare Turnhout Gent Leuven
-
-
Op niveau B is slechts 37,5% van het personeel statutair. Dit is te verklaren doordat het niveau relatief „jong‟ is (voor 1998 bestond het B-niveau bij ons niet) en voornamelijk werd uitgebouwd via (gesubsidieerde) aanstellingen voor projecten en nieuwe beleidsitems. We tellen het meest statutairen bij de werklieden (48,7% niveau D tov 43,2% gemiddeld). De optrekking van E naar D is ook in de verhouding statutair-contractueel merkbaar. In de formatie zijn geen statutaire E-functies meer voorzien. Momenteel resten nog een aantal 24
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
statutaire schoonmaaksters die wachten op nieuwe selectieproeven waardoor ze kunnen doorstromen. Niveaus Totaal fte niveau A niveau B niveau C niveau D niveau E
01-01-2010 8,10% 11,20% 31,94% 33,23% 15,52%
01-01-2011 8,27% 11,65% 31,65% 34,62% 13,81%
01-01-2012 8,48% 12,70% 31,53% 36,85% 10,45%
01-04-2012 8,24% 11,88% 31,12% 37,54% 11,21%
01-01-2010 741 559 57,00% 43,00%
01-01-2011 733 557 56,82% 43,18%
01-01-2012 744 564 56,88% 43,12%
01-04-2012 723 555 56,57% 43,43%
01-01-2011 13,80% 22,02% 31,71% 32,48%
01-01-2012 13,09% 22,70% 33,79% 30,42%
01-04-2012 12,62% 21,63% 33,62% 32,13%
Man/vrouw Aantal m/v vrouwen mannen vrouwen mannen
(Bron Lokale Statistieken 2008) Centrumstad % man % vrouw Gent 39 61 Aalst 41,5 58,5 Mechelen 43 57 Sint-Niklaas 45 55 Roeselare 47 53 Oostende 48 52 Antwerpen 49,5 50,5 Kortrijk 50 50 Hasselt 51 49 Turnhout 52 48 Leuven 53 47 Brugge 53,5 46,5 Genk 55 45
Leeftijd Leeftijd aantallen - 30 jaar 31 - 40 jaar 41 - 50 jaar + 51 jaar Leeftijd (01-04-2012) - 30 jaar 31 - 40 jaar 41 - 50 jaar + 51 jaar
-
01-01-2010 13,46% 22,15% 33,38% 31,00%
Aantal contractuelen 16,85% 23,74% 32,60% 26,81%
Aantal statutairen 5,18% 17,93% 35,42% 41,47%
Bij de statutairen is 41% ouder dan 50, bijna 77% is ouder dan 40. De uitstroom van statutairen gaat gestaag verder. In het kader van het pensioendebat zal het nodig zijn om hun aantal minstens op hetzelfde niveau te houden.
Verminderde prestaties De effectieve verminderingen in voltijdse equivalenten bedroeg op - 01/01/2010: 83,70 fte - 01/01/2011: 81,36 fte - 01/01/2012: 81,94 fte. In de jaren hiervoor was er elk jaar een markante stijging van het aantal aanvragen voor verminderde prestaties (met een uitschieter in 2008 met 20 fte aan nieuwe afwezigheden). Aangezien er niet aan Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
25
elke verminderde prestatie een vervanging werd gekoppeld, zorgde deze trend toen voor een mildering van de personeelsuitgaven. Maar het lijkt erop dat het aandeel verminderde prestaties is gestabiliseerd, de invloed ervan op schommelingen in het personeelsbudget is dat derhalve ook. Vorming 2009 - 839 personeelsleden volgden vorming - 2.700 vormingsmomenten - gemiddeld 2,5 vormingsmomenten per persoon - totaal 14.000 uren vorming - budget algemene vorming 2009 (123/123-17): 150.000 EUR - rekening 2009: 123.908 EUR - vormingskost per uur vorming: 8,5 EUR - vormingskost per persoon: 142 EUR. 2010 - 685 personeelsleden volgden vorming - 1.900 vormingsmomenten - gemiddeld 2,7 vormingsmomenten per persoon - totaal 12.000 uren vorming - budget algemene vorming 2010 (123/123-17): 197.000 EUR - vastgelegd 2010: 173.898 EUR - vormingskost per uur vorming: 14 EUR - vormingskost per persoon: 252 EUR. 2011 - budget algemene vorming 2011 (123/123-17): 180.000 EUR - vastgelegd 2011: 158.303 EUR Overzicht uitgaven voor algemene vorming: 2003 150.856
2004 129.763
2005 146.951
2006 150.549
2007 95.815
2008 111.103
2009 123.908
Evaluatie Resultaat periodieke evaluaties 2010 (over de periode 2008-2009) Totaal te evalueren 1076 100% Aantal geregistreerde evaluaties 779 72% Aantal ontbrekende evaluaties 189 18% Geen evaluatie vereist (afwezig/nieuw in dienst) 108 10% Aantal ongunstige evaluaties 12 1% Geëvalueerd binnen termijn 555 51% Gebruik scores: Totaal score 1 12 2% Totaal score 2 478 61% Totaal score 2, met onderdelen score 1 46 5% Totaal score 3 284 36% Functioneringsgesprekken 2010 Totaal te functioneren Aantal geregistreerde FG Aantal ontbrekende FG
26
1111 100% 499 45% 507 46%
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
2010 173.898
2011 158.303
Selectie - Tijdens de periode mei 2011 en juni 2012 werden 55 selectieprocedures gevoerd: 1 op 3 waren procedures op D-niveau, 1 op 4 waren procedures op B-niveau, 1 op 4 procedures op A-niveau. - Er werden in verhouding evenveel proeven voor statutaire functies als proeven voor contractuele functies georganiseerd. - In 69% van de gevallen ging het om een wervingsprocedure. De overige 31% waren ofwel bevorderingsprocedures ofwel procedures voor interne mobiliteit. - Het gemiddeld aantal dagen tussen de beslissing tot openverklaring en het afsluiten van de periode voor kandidaatstelling bedroeg gemiddeld 46 dagen. Er is geen significant verschil tussen externe en interne procedures. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor indiening van de kandidaturen moeten er minstens 20 kalenderdagen zijn. - De periode tussen beslissing tot openverklaring en vaststelling van de einduitslag bedroeg voor externe procedures gemiddeld 134 dagen, voor interne procedures gemiddeld 120 dagen. Per niveau gezien benadert de doorlooptijd van een selectie ongeveer het algemeen gemiddelde, met uitzondering van het A-niveau waar de externe selectieproeven gemiddeld 171 dagen in beslag nemen. Dit soort proeven bevatten dikwijls een extern af te nemen gedeelte (assessment). Maar algemeen genomen zijn de doorlooptijden dikwijls te lang, rekening houdend met een norm van 4 maanden waarbinnen elke selectie afgerond zou moeten zijn. - Per procedure waren er in het totaal gemiddeld 36 kandidaten. Gemiddeld 11 voor A-niveau, 18 voor B-niveau, 39 voor C-niveau, 66 voor D-niveau. Er werden 1.733 geldige inschrijvingen geregistreerd. - Van de geldig ingeschreven kandidaten slaagt gemiddeld 35%. Het meest kans op slagen heeft men op B- en D-niveau met 39%, op A-niveau 33%. C-niveau scoort het laagst met 26%. Hierbij moet aangevuld dat 14 van de 55 procedures nog niet afgerond zijn, zodat het slaagpercentage nog kan wijzigen.
PBW A. MUOPO-analyse Een interne dienst gebruikt de MUOPO methode. Hier worden analyses gemaakt op het niveau van de organisatie, de werkplek en het individu. Een verdere indeling is: mens, uitrusting, organisatie, product, omgeving). Voor elke legislatuur moet er door de interne dienst op basis van MUOPO een globaal preventieplan worden opgemaakt voor de komende legislatuur. Dit globaal preventieplan moet ontstaan uit een werkgroep die een deelvertegenwoordiging uitmaakt van het comité PBW. Deze werkgroep is opgestart. Muopo baseert zich op de werking van de interne dienst PBW. Gegevens worden verzameld vanuit de verplichte rondgangen in alle gebouwen en afdelingen, vanuit incidenten en arbeidsongevallen, vanuit inspecties van werkposten, vanuit risicomeldingen. Wat zijn de risico‟s binnen de organisatie op de verschillende niveau‟s die leiden tot AO‟s, ziekte, beroepsziekte, volgens MUOPO (Mens, uitrusting, organisatie, product, omgeving)? M (mens) (oorzaken die arbeidsongevallen veroorzaakten of kunnen leiden tot arbeidsongevallen) - werkomgeving: risico op agressie feiten (verbale, fysieke, materiële,..) – noodzaak tot vorming (loketbedienden, werklieden,..) - werkomgeving: onvoldoende kennis, vaardigheden risico op foute werkmethodes, foute handelingen, foute gedragingen (noodzaak tot gepaste opleiding noodzakelijk voor het uitoefenen van de taken en opdrachten (BA4, BA5,..) o werkomgeving: ontbreken vormingen voor bedienen van een hoogtewerker - risico op verergering letsels bii incidenten: noodzaak vorming nijverheidshelpers - te weinig mensen met kennis welzijnsbeleid: ontbreken van vorming preventieadviseur niveau 3 (voor contactpersonen tussen PBW en aangesloten diensten bv) - risico‟s op overbelasting - werkomgeving: noodzaak tot opleidingen heffen en tillen ter voorkoming van rugletsels
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
27
U (uitrusting) - risico wegens ontbreken voorzieningen verzorgingen eerste hulp: verplichte inrichting EHBO lokalen in alle publieksgebouwen (nieuw KB EHBO) o Voorzien van EHBO lokalen in alle nieuwbouw situaties - Risico wegens versleten arbeidsmiddelen: machines, werktuigen, installaties, rollend materieel, voertuigen algemeen: herbekijken van vroeger gemaakte afspraken inzake vervangingsbeleid - Aandacht in kader van het agressiebeleid - materiële inrichting werkplek (noodknop, balies, zichtbaarheid, telefonische bereikbaarheid.. ) - Risico‟s wegens onvoldoende uitgewerkte maatregelen in kader van intern noodplan: Witte Molen: evacuatieweg te voorzien voor gehandicapten vanuit de cafetaria naar plat dak (plaatsen deur),.. - Risico‟s gebouwen/werkposten/arbeidsmiddelen: zie alle verslagen rondgangen O (organisatie) - Risico op niet kennen/volgen van wettelijke procedures welzijnswet wegens onvoldoende ondersteuning aan leidinggevenden: dringend nood aan een gezamenlijke software op niveau van de arbeidsmiddelen voor: verplicht onderhoud, opmaak instructies, indienststellingen (volgen van de 3 groene lichten of aankoopprocedure KB machinerichtlijn) en risicoanalyses allerlei - Risico‟s voortvloeiend uit onduidelijkheid en onoverzichtelijkheid (processen - info) - VB uitwerken in kader van gebouwbeheer: stramien stadsgebouwen met en zonder personeelsbezetting (exacte taakafbakening dienst gebouwen/klusjesmannen – contractuele voorwaarden voor gebouwen zonder personeel;..) - Risico‟s op verhoogd absentheïsme wegens (zie rapporten risicoanalyse grensoverschrijdend gedrag) – onder meer voeren van een absentheïsme beleid - Risico‟s op conflicten, stress, pesten,.. - Jaaractieplan 2013: hernieuwen van de risicoanalyses per dienst/afdeling – risicoanalyses grensoverschrijdend gedrag voor stedelijk onderwijs, een aantal stadsdiensten en .. - Hernieuwen risicoanalyses GOG van 2008 moet gebeuren in 2014 - Risico op het niet in orde zijn evacuatieplannen, gevolg intern noodplan is niet in orde, risico‟s bij brand,..: - Nood aan digitale basisplannen voor opmaak evacuatieplannen (standaard te voorzien door studiebureau‟s bij vernieuwingen en uitbreidingen) - Risico op niet indienstgestelde arbeidsmiddelen – gevolg zware sancties arbeidsinspectie - Dringend nood aan één centraal aankoopsysteem voor alle spelers (geen bonnen meer, geen eigen aankopen meer door diensten) – dit is de enige mogelijkheid om de aankoopprocedure sluitend te kunnen maken en te voldoen aan de vereisten van de welzijnswet (waar ons nogmaals is op gewezen na het laatste ernstig arbeidsongeval en na het PV hier opvolgend en de gesprekken met bestuur door de arbeidsinspectie) – daaraan gekoppeld een
geautomatiseerd systeem die alle spelers toelaat hun inbreng te doen (diensthoofden, preventieadviseur, andere) Ter info: Bij VMW gaat er geen enkele bestelling de deur uit zonder handtekening van de interne preventieadviseur (dit loopt 100 % geautomatiseerd). Bij het OCMW wordt er eenvoudig weg niet betaald indien geen handtekening van de IPA in de vereiste dossiers.
-
-
Risico op het niet kunnen geven van de noodzakelijke veiligheidsadviezen (aankopen arbeidsmiddelen, huisvesting, nieuwbouw, aanbestedingen allerlei, keuringen, noodplanning, wervingen, nieuwe methodieken, … – zware sancties kunnen het gevolg zijn - Uitwerken en invoeren van processen – verschillende actoren en diensten beter afstemmen op elkaar (vb standaard opvragen van wettelijke adviezen in diverse dossiers) – herkenbaarheid en duidelijkheid – audit via zorgsysteem (ISO …) Risico op fouten wegens niet uitwerken toekennen bekwaamheden - dringend verder uit te werken: aanduiding van installatieverantwoordelijken (Bob Smet) en specifieke taakverdeling vlgs Ba4 en Ba5. Risico‟s voortvloeiend uit ontbreken van juiste informatie - Communicatiekanalen: werken aan vereenvoudiging (vb standaard voorzien van flowcharts bij documenten bv arbeidsreglement ziekte) - Werken aan een sterke informatiedoorstroming en inspraakkanalen binnen alle geledingen (wekt meer betrokkenheid en motivatie) 28
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
Risico op niet kunnen aanbieden van aangepast werk, risico op niet voldoende opvolgen adviezen lichter werk: versnippering op personeelsdienst (loopbaanbegeleiding/Patty) - AG – PBW. Herstructurering is noodzakelijk.
P (product) - Risico op onvoldoende kunnen geven van adviezen bij aankoop producten. - Het gebruik van Aspen voor de grotere machines ( herbekijken) – strengere wetgeving - Ontbreken procesmatige samenwerking milieudienst, andere (VS - PBW) O (omgeving) - Risico bij nieuwbouw, of vernieuwing, huisvesting .. op onvoldoende kunnen geven van adviezen - Bij inrichting nieuwbouw: voorzien van een doorgedreven en uniforme signalisatie in oa de ateliers (belijning heftrucks,…andere) - Visie ivm werkposten - Wetgeving bij nieuwbouw (refters, sanitair, kleedruimtes, veiligheidsinrichtingen; atex, ...) - Toegang gebouwen: verder uitwerken systeem sleutelkluizen B. SWOT-analyse Kansen - Wetgevend kader op zich (welzijnswet): alle taken en opdrachten van de werkgever liggen wettelijk vast - Gemotiveerde bestuursleden qua veiligheid - Gemotiveerde personeelsleden - Goed werkende interne dienst PBW - Goed werkende BOC‟s-PBW - Goed uitgewerkte veiligheidsprocedures (uitgewerkte procedures/reglementen voor veiligheid (vuurvergunning, besloten ruimtes, middelengebruik, …werken met derden, asbest,..)) - Wettelijke keuringen van arbeidsmiddelen - Verplichte aansluiting bij een externe dienst PBW (gezondheidsluik – psychosociale luik) - Algemeen goed niveau qua veiligheid binnen het stadsbestuur (verder staan dan veel andere ondernemingen en openbare besturen – bv CAO 100 wij hebben al meerdere jaren een reglement middelengebruik ) - Veiligheidsvormingen, onthaal die gegeven worden - Goede score ernst- en frequentiegraad arbeidsongevallen in vgl binnen de openbare diensten - Daling van het aantal arbeidsongevallen voor 2008, 2009, 2010 - Planon Bedreigingen - Beperkte financiële middelen (goede systemen kosten geld – bv onderhoudssystemen,..) - Onvoldoende informatiedoorstroming van het mangagementteam naar leidinggevenden en omgekeerd. Gevolg hokjesdenken en werken. - Ontbreken van uitgewerkt plan/proces voor (gevolg niet kunnen geven van de verplichte adviezen PBW): nieuwbouw, vernieuwbouw, aankoopdossiers, huisvesting, bestekken allerlei die adviezen vereisen van PBW (bv bestek arbeidsongevallen, ..), opvolging van werken voor gebouwen… - Onoverzichtelijkheid van de vele procedures voor leidinggevenden. En wegens ontbreken van processen moet ieder voor zich de vele procedures kennen (hokjeswerken en denken) . Verhoogde kans op fout lopen en niet toepassen (procedures) welzijnswet. Dus meer arbeidsongevallen, hogere kans op beroepsziektes - Onoverzichtelijkheid van facilitaire ondersteuning voor leidinggevenden – ontbreken van een gebundelde catalogus: mensen bellen regelmatig naar PBW met de meest uitéénlopende vragen (naar aanleiding van wettelijke rondgangen bv). Wie brengt mijn bekabeling in orde, bij wie moet ik zijn als het te koud is en de verwarming nog niet werkt, waar kan ik terecht met gebruikte batterijen,… Alles zit vervat in losse richtlijnen, mededelingen en reglementen.,.. - Opmerkingen rondgangen PBW: beter en sterker beleid ivm onderhoud installaties en gebouwen zelf. Tocht, slechte vloeren, slechte ramen, slechte airco‟s, slechte verlichting, slechte verluchtingssystemen, gebrek aan compartimentering, slechte indeling werkposten, gebrekkig meubilair, ontbreken akoestische materialen, asbest in gebouwen, slecht onderhouden installaties, Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
29
-
-
-
geurhinder her en der, lekken, barsten in gebouwen, ontbreken toegangscontroles, … kan leiden tot beroepsziektes, arbeidsongevallen (tendinitis, slechter zicht, chronische verkoudheden, beroepsdoofheid,...) Onvoldoende uitgewerkte visies rond bepaalde thema‟s. Wat eveneens leid tot versnippering, niet uniform tewerk gaan.. (rondgangen, keuringen) verouderde arbeidsmiddelen, sneller vervangen. Beter beleid zeker rond rollend materieel, voertuigen. Slecht werkende/slecht onderhouden arbeidsmiddelen geven een verhoogde kans op arbeidsongevallen. Versnipperd aankoopbeleid arbeidsmiddelen: gevolg hiervan is de wetgeving niet kan gevolgd worden – reeds PV van FOD (iedere dienst koopt zelf aan). Ingebruikname: onvoldoende kennis, onvoldoende ingeschatte risico‟s, geen instructies, foutieve arbeidsmiddelen, installaties Welzijnstaken en opdrachten leidinggevenden zwaar: ontbreken ondersteunende tool. Ieder moet instructies opmaken voor zijn arbeidsmiddelen, ieder moet risicoanalyses opmaken,… elk doet dit voor zichzelf en steekt daar zeer veel tijd en moeite in. Een gezamenlijke software (gezamenlijk te raadplegen databank) zou hier veel vooruitgang betekenen. Oplijsten van installaties, uit te voeren taken en werkverantwoordelijken / installatieverantwoordelijke moet op punt worden gesteld. Oud euvel. Ontbreken van tijd en mensen om dit op punt te stellen. Lichter, aangepast werk: versnipperde werking Verdeeldheid binnen de personeelsdienst: loopbaanbegeleiding,werving. Onvoldoende samenwerking tussen PBW, personeelsdienst, arbeidsgeneesheer. Niet conform de wet dus. Verder uit te werken visie. Brengt extra stress mee, sneller en meer afwezig zijn personeelsleden. Hogere kost. Ontbreken van een absentheïsmebeleid: oorzaken van afwezigheden worden niet in kaart gebracht. Kansen blijven liggen om te werken aan verbetering binnen de organisatie. Wat enkel leid tot mee ziekte, meer afwezigheden. Werving personeelsleden: ontbreken van inspraak preventieadviseur (toetsing veiligheidsgedrag/attitude ) Feestelijkheden: verhoogde risico‟s en meer kans op arbeidsongevallen wegen hoge werkdruk. Te groot aanbod naar burgers toe van uitleen. Verouderd en achterhaald systeem van werken in vgl met andere steden. Meer zieken, meer arbeidsongevallen.
Sterktes - Aansprakelijkheid (strafrechterlijk) van werkgever bij niet volgen van de wetgeving (voeren van een goed welzijnsbeleid) - Aansprakelijkheid van leidinggevenden bij niet volgen van de hun opgelegde wettelijke taken en opdrachten (toezicht, instructies, bekwaamheden personeel, goed onderhoud installaties arbeidsmiddelen....) - Verder uitbreiding van wetgeving, steeds hogere eisen - Steeds hogere wettelijke eisen tav gebouwen (inrichting en onderhoud). - Steeds strengere eisen voor wettelijke keuringen arbeidsmiddelen - Verhoogde controles van de arbeidsinspectie, verhoogd boetesysteem voor alle ondernemingen - Aanbod markt: Iso kwalificaties behalen - Audit zorgsysteem - Aanbod markt: veiligheidsvormingen - Aanbod markt tools (softwarematige ondersteuning) Zwaktes - Afsluiten van contracten met externen die qua veilligheid minder te bieden hebben - Verhoogde arbeidsongevallen wegens aankoop van foute arbeidsmiddelen - Binnenhalen van externe risico‟s allerlei (foutieve producten, onveilige aannemers, ..) - Werven van nieuw personeel dat niet/onvoldoende veiligheidsminded is
30
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Milieucoördinator A. DESTEP-analyse Economische factoren Het stedelijk patrimonium (aantal gebouwen, aantal lopende meters weg) neemt met de jaren alsmaar toe. Het spreekt voor zich dat de werkingskosten (niet alleen energie, maar ook personeelskosten, gewone onderhoudskosten, maar ook wettelijke verplichtingen en de afhandeling van administratieve handelingen zoals de verwerking van de facturen in de boekhouding) hierdoor eveneens toenemen. Technologische factoren Onder druk van enerzijds een strenger wetgevend kader (energieprestatie regelgeving van gebouwen) en anderzijds stijgende energieprijzen zullen gebouwen in de toekomst anders gecontrueerd (beter geïsoleerd) en uitgerust met efficiëntere technologie (stookinstallaties, ventilatietechnieken en warmtewisselaars) Politiek-juridische factoren Wetgeving rond milieu en energie wordt door de Vlaamse Overheid om de 2 à 3 jaar aangepast, in de meeste gevallen verstrengd. B. SWOT-analyse Sterktes - Het wetgevend kader op zich; - Vanuit MVD en VLAREM is men voor bepaalde uitbatingen verplicht om een milieuvergunning te bekomen en een aantal milieuvoorwaarden, waaronder een aantal periodieke keuringen, na te leven. - Conform het afvalstoffendecreet moet afval op een reglementaire wijze verwijderd worden. - Vanuit de Europese regelgeving legt steeds strengere normen op voor de energieprestaties van gebouwen. Zwaktes - Veel zaken lopen niet gecoördineerd met andere diensten. Voor dienstoverschrijdende dossiers zou er een soort „dossierverantwoordelijke‟ moeten aangesteld worden. - Voor veel investeringen / aanpassingen die aan stadsgebouwen moeten gebeuren is het vooropgezette budget bepalend en belangrijk, en dit gaat dikwijls ten koste van de kwaliteit en de duurzaamheid van de investering. - Milieuzorg en de verplichtingen hierrond worden door vele dienstverantwoordelijken als extra ballast ervaren, en wekken bijgevolg de indruk dat ze milieuzorg niet ernstig nemen. Kansen - Een aantal investeringen rond energiebesparing hebben wel een financiële opbrengst (premie en lagere werkingskosten). - Bij ernstige overschrijdingen van legionnelose (>100.000 KVE/l) moet dit duidelijk bekendgemaakt worden aan de gebruikers. Deze vorm van reclame schrikt af. Bedreigingen - Het niet-naleven van decretale verplichtingen is correctioneel strafbaar, zowel voor de stad als voor de individuele werknemer.
Logistiek Niet opgemaakt Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
31
Technische dienst A. Swot-analyse Zwaktes
Algemeen: -
er wordt te weinig tijd vrijgemaakt voor beleid, visie, intern en extern coördinerend overleg geen of te weinig tijd voor inventarisatie en archivering terwijl dit de basis is voor kennis en opmaak beleid geen vastgelegde processen nood aan hoofdverantwoordelijke per cel te weinig gecoördineerde samenwerking met uitvoerende diensten of andere stadsdiensten binnen harde sector buiten departement infrastructuur.
Cel Wegen: -
moeilijke coördinatie met werken externe partijen : bemoeilijkt de prioriteitenlijst en het planningsproces (elke partij heeft zijn eigen agenda) ADHOC werk: nieuwe projecten/vragen van het bestuur doorkruisen planning. loket vertraagt afhandelen van dossiers boem aan rioleringsdossiers verstoort het werkevenwicht
Cel algemeen beheer openbaar domein: 1) 2) -
Planon: Te veel onterechte meldingen Controleur nutsbedrijven Gebrek aan krachtige, afdwingende documenten naar de nutsmaatschappijen toe. Gebrek aan opvolgingsprogramma Te weinig gecoördineerde samenwerking met de dienst landbouw en domein (werkvergunningen voor nutsbedrijven) en de politie (politievergunning nutsbedrijven).
Sterktes - Personeel beschikt over een goede technische kennis - Personeel is gemotiveerd - Er heerst een goede werksfeer - Er is respect voor de opgedragen taken Kansen - Nood aan grondige renovatie of nieuwbouw van de stadswerkplaatsen schept kansen voor grondige herstructurering van het departement infrastructuur. - Het proces tot herstructurering biedt ook kansen om nauwer te gaan samenwerken met diensten buiten het departement (logistiek, landbouw en domein, mobiliteit). - Nieuwe vormen van synergie met andere instanties: vbn. InterWaas, OCMW, Eandis, VMW
Openbare werken (administratie) Niet opgemaakt
Gebouwen en schoonmaak A. Swot-analyse Zwaktes
Cel gebouwen: -
begroting is gevolg van politieke wensen/wensen van diensten wegens gebrek aan visie vanuit de dienst gebrek aan gegevens voor opmaak visie 32
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
gebrek aan tijd ADHOC werk: nieuwe projecten/vragen van het bestuur doorkruisen planning. te grote projecten worden uitgewerkt op de dienst (meer uitbesteden) geen kritische vraagstelling over bouwprogramma‟s geen vastgelegde overlegstructuur voor het doorlopen van de projecten (wel basis). te weinig tijd voor nazorg
-
gestructureerd beheer voor technieken in opbouw algemeen gestructureerd beheer van de gebouwen nog in kinderschoenen gebrek aan gecoördineerde samenwerking met de uitvoerende dienst gebouwen
Cel algemeen beheer gebouwen patrimonium:
Sterktes - Personeel beschikt over een goede technische kennis - Personeel is gemotiveerd - Er heerst een goede werksfeer - Er is respect voor de opgedragen taken Kansen - Economische crisis dwingt een wel overwogen gebouwen beleid af. Bedreigingen - Groot en divers patrimonium - Verouderd patrimonium B. Inventaris stadsgebouwen A. Gebouwen in eigendom voor eigen gebruik
a. Gebouwen in eigendom voor eigen gebruik Sint-Niklaas Administratie en veiligheidsdiensten 1. Stadhuis 2. Stadhuis: woonwinkel Sint-Niklaas 3. Stadhuis: ombudsdienst - marktleider 4. Stadhuis: pastorij (personeelsdienst) 5. Stadhuis: stadswachten 6. Stadhuis: welzijnshuis 7. Cipierage - Stedelijke dienst toerisme 8. Politie Onze-Lieve-Vrouwplein 9. Politiehuis 10. Brandweerkazerne
Grote Markt 1 Parkstraat 10 Parkstraat 8 Sint-Jozefstraat 2 Parkstraat 6 Parkstraat 16 Grote Markt 45 Onze-Lieve-Vrouwplein 30 Dalstraat 26 Nijverheidsstraat 33
Cultuur 11. STeM Zwijgershoek 12. Stedelijk Musea Sint-Niklaas 13. Huis Janssens 14. Mercatormuseum 15. Salons voor schone kunsten 16. Stedelijke academie voor schone kunsten 17. SASK Clementwijk (containers) 18. Stedelijke academie voor muziek, woord en dans Hofstraat 19. ‟t Bau-huis (eigendom AGB ‟t Bau-huis) 20. Bibliotheek Heymanplein + stadsarchief 21. Bibliotheekfiliaal Clementwijk 22. Stadsschouwburg
Zwijgershoek 14 Regentiestraat 61 Zamanstraat +49 Zamanstraat +49 Stationstraat 85 Boonhemstraat 1 Frans Van Cauwelaertlaan 177 Hofstraat 13 Slachthuisstraat 60 Hendrik Heymanplein 3 Frans Van Cauwelaertlaan 177 Richard Van Britsomstraat 21
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
33
23. 24. 25. 26.
Vierkante Zaal ASK Vrije ateliers Kasteel Walburg (zalen en zolder) Site De Witte Molen (molengebouw)
Richard Van Britsomstraat 21 Rode Kruisstraat 25 Walburgstraat 35 Gladiolenstraat 2
Sport 27. 28. 29. 30. 31. 32.
Sportcentrum De Witte Molen Sinbad + turnzaal De Ster: administratie De Ster: sporthal Bloso De Ster: Gerard Bontinckstadion (piste) De Ster: jeugdvormingscentrum Heywijck
Azalealaan 29 Parklaan 117 Lange Rekstraat Lange Rekstraat Lange Rekstraat Lange Rekstraat
Welzijn 33. Huis van het kind 34. Buurthuis Peter Benoitpark 35. Buurthuis Reynaertpark 36. Buurthuis Baensland (met berging groendienst) 37. Buurthuis Clementwijk (met berging groendienst) 38. Buurthuis Kloosterlandwijk 39. Kinderdagverblijf Driekoningen 40. Kinderdagverblijf Hermelijn 41. Kinderdagverblijf PieterNel 42. Stedelijke dienst voor onthaalouders Uitvoerende diensten 43. Stadswerkplaatsen (stadsdiensten, garage, tankstation) 44. Groendienst serres en compostvloer 45. Berging groendienst begraafplaats Heimolen 46. Voormalige berging groendienst Zamanstraat 47. Berging groendienst stadspark 48. Voormalig lokaal parkwachter (nu „poezenhuis‟) 49. Voormalig buurthuis stadspark (wordt volgens beheersplan afgebroken) 50. Dienstgebouw begraafplaats Tereken – Reine Stad 51. De Bareel (fietsenstalling)
30 30 30 52
Kazernestraat 35 Peter Benoitpark Reynaertpark 254 Colmarstraat Frans Van Cauwelaertlaan Rode Kruisstraat 20 a Bremstraat 10 Voskenslaan 22 Sint-Rochushof 19 Parklaan 115 Industriepark-Noord 6 Industriepark-West 60 a Waasmunsterse Steenweg 4 Zamanstraat 49 Romain De Vidtspark Romain De Vidtspark Romain De Vidtspark Tereken 1 Stationsplein
Belsele 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61.
Deelgemeentehuis Belsele (met deel voor politie) Bibliotheekfiliaal Belsele Sport- en cultuurcentrum De Klavers Stedelijke Basisschool 'Gavertje Vier' Buitenschoolse opvang Belsele (container) De Kouter: academie voor schone kunsten Belsele De Kouter: cultuurcentrum Sint-Jobcentrum: SASK, clubhuis, polyvalente ruimte Dienstgebouw begraafplaats Belsele Dienstgebouw begraafplaats Puivelde
Belseledorp 76 Belseledorp 76 Sint-Andriesstraat 2 Gavermolenstraat 83 Sint-Andriesstraat 2a Koutermolenstraat 8 Koutermolenstraat 8 Kruisstraat 52 Kerkstraat 17 Puiveldestraat
Sinaai 62. 63. 64. 65.
Deelgemeentehuis Sinaai (met dorpshuis en deel voor politie, polder Sinaai-Daknam en groendienst/openbare werken) Buurthuis Sinaai: clubhuis, buitenschoolse opvang Complex Leebrug: buurthuis, buitenschoolse opvang Complex Tinel: SAMWD Sinaai 34
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Dries 82 Vleeshouwersstraat 10 Leebrugstraat 67 Edgar Tinelstraat 29
66. 67. 68. 69. 70.
Complex Tinel: SASK Sinaai Complex Tinel: bibliotheek Sinaai Complex Tinel: Tinelmuseum Sportcentrum Ter Beke Dienstgebouw begraafplaats Sinaai
Edgar Tinelstraat 31 Edgar Tinelstraat 31 Edgar Tinelstraat 33 Vleeshouwersstraat 4 Edgar Tinelstraat 1
Nieuwkerken 71. 72. 73. 74. 75. 76.
Deelgemeentehuis Nieuwkerken: adm., SASK, politie… Bibliotheekfiliaal Nieuwkerken Oud Gemeentehuis Ten Bos Stedelijke Basisschool 'De Droomballon' Sportcentrum De Mispelaer Dienstgebouw begraafplaats Nieuwkerken
Pastorijstraat 48 Pastorijstraat 48 b Ten Bos 1 Gyselstraat 35 Gyselstraat 41 Kalverweide 28
b. Verhuurde gebouwen Sint-Niklaas 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87.
Woning Brokkelingenstraat 10 Woning Vossekotstraat 29 Tafeltennisclub Edelweiss (boven brandweer) Appartement De Witte Molen Seniorenresidentie Kriekepitte Leerpunt Waasland (alfabetisering) + Wase speel-o-theek Site Houtmuis (deels opstalrecht) De Ster: petanquehal De Ster (verhuurd aan Seniors Petanque Club) Stadswerkplaatsen: Libridis (deel opstalrecht) Stadswerkplaatsen: VF Europe Milieuhuis Walburg
Brokkelingenstraat 10 Vossekotstraat 29 a Nijverheidsstraat 29 Gladiolenstraat 2 Voskenslaan 26/132 Regentiestraat 11 Lange Rekstraat 39 Lange Rekstraat +42 Industriepark-Noord 5 a Industriepark-Noord 4 Walburgstraat 37
Belsele 88.
Deelgemeentehuis: voormalige secretariaatsruimte (verhuurd aan fanfare Sint-Cecila Belsele)
Belseledorp 76
Nieuwkerken 89.
Jeugdhuis 't Verschil
Nieuwkerkenstraat 198
c. Ter beschikking gestelde gebouwen Sint-Niklaas 90. 91. 92. 93. 94.
Duivenbond Tapijtenwinkel Yeganeh (bezit ter bede) Cipierage – De Punt Archeologische Dienst Waasland Bibliotheek KOKW Zamanstraat
Parkstraat 6 (bovenaan) Parkstraat 12-14 Grote Markt 45 Regentiestraat 63 Zamanstraat 49
Belsele 95. 96.
De Kouter: judolokaal De Klavers: jeugdhuis De Galjaar (containers ter beschikking gesteld)
Koutermolenstraat 8 Sint-Andriesstraat 4
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
35
Nieuwkerken 97.
Heemkundig museum
Gyselstraat 110
d. Erfpacht Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal 99 jaar. De gebouwen en beplantingen op de grond worden door het recht van natrekking eigendom van de stad. Sint-Niklaas 98. 99. 100. 101. 102. 103.
Castrohof Welzijnshuis Jeugdheem Beeldstraat – Lange Rekstraat AKABE Koetshuis Salons voor Schone Kunsten Seniorie OCMW Woningen William Griffithstraat Sociale huurappartementen
Belsele 104. De Kouter: Wereldwinkel Oxfam 105. De Kouter: Complex ‟t Ey 106. Sportcentrum Puyenbeke
de Castrodreef 2 Zwijgershoek Plezantstraat – Landbouwersstraat Koutermolenstraat 8 Koutermolenstraat 6 b Watermolendreef 104
Sinaai 107. 108. 109. 110. 111. 112.
Woning Dries 80 (erfpacht aan OCMW) Woning Dries 86 (erfpacht aan OCMW) Woning Dries 88 (erfpacht aan OCMW) Woning Dries 90 (erfpacht aan OCMW) Complex Leebrug: kerk / turnzaal Complex Leebrug: schoolgebouw
Dries 80 Dries 86 Dries 88 Dries 90 Leebrugstraat 67 Leebrugstraat 67
e. Opstal Het recht van opstal is een tijdelijk zakelijk recht, dat erin bestaat om gebouwen en beplantingen te hebben op andermans grond gedurende een periode van maximum 50 jaar. De gebouwen en beplantingen op de grond worden geen eigendom door het recht van natrekking, hetgeen bij een erfpacht wel het geval is. In principe wordt op het einde van de opstalovereenkomst een vergoeding gegeven aan de opstalhouder voor de gebouwen en beplantingen. Deze bepaling is niet van dwingend recht zodat hiervan kan afgeweken worden in de opstalovereenkomst. De stad neemt in alle opstalovereenkomsten een clausule op waarbij de opgerichte gebouwen en beplantingen op het einde van de opstalovereenkomst kosteloos eigendom worden van de stad. Sint-Niklaas 113. Kerk Heilige Theresia (eigendom kerkfabriek met opstalrecht stad en verder ter beschikking gesteld) 114. De Ster: Gerard Bontinckstadion (gebouwen opstalrecht) 115. GB Heymanplein (loopt af in 2019: dan kan het gebouw stadseigendom worden) 116. Jeugdheem Heistraat 117. Revalidatiecentrum Het Veer 118. Jeugdheem parkgebied Puitvoet 119. Jeugdheem Pijkedreef 120. Waasballon: technische ruimte + gasvulinstallatie 36
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Kleine Heimelinkstraat 17 Lange Rekstraat 30 Hendrik Heymanplein 25 Heistraat +208 Kazernestraat 35 A Europark-Zuid 24
121. 122. 123. 124.
Jeugdheem Beeldstraat – Lange Rekstraat FOS Crematorium Heimolen 2 verkoopkiosken recreatiedomein De Ster Brokkelinck
Brokkelingenstraat 42
Sinaai 125. 126. 127. 128.
Herleving Sinaai Sint-Catharinascholen Sinaai: polyvalente zaal Jeugdheem Wijnveld (in Patersbos) Jeugdheem Dr. Haeltermanlaan
Vleeshouwersstraat 4 Edgar Tinelstraat 29 Wijnveld 249
Nieuwkerken 129. Sportcentrum Meesterstraat
f.
Meesterstraat 112 c
Conciërgewoningen
Sint-Niklaas 130. 131. 132. 133. 134.
Conciërgewoning SASK (staat leeg) Conciërgewoning Kriekepitte (Eddy Maras) Conciërgewoning Museum Zamanstraat (Jan Smet) Conciërgewoning Zwembad (Jacques Joris) Conciërgewoning begraafplaats Tereken (Wim Van Puymbroeck) 135. Conciërgewoning Walburg (wacht op restauratie en bestemming) 136. Conciërgewoning stadhuis (staat leeg)
Boonhemstraat 1 Voskenslaan 26 Zamanstraat 49 Parklaan 117 Tereken 1 Walburgstraat 39 Parkstraat 2
Belsele 137. Conciërgewoning Sint-Jobcentrum Puivelde (Johan Cerpentier en Nadia Larmuseau)
Kruisstraat 52
g. Concessies Sint-Niklaas 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146.
Cipierage - Cipierskelder Biljartclub De Witte Molen Cafetaria Sinbad Cafetaria Houtmuis Restaurant Walburg Cafetaria Sporthal De Witte Molen Cafetaria Schouwburg - De Foyer Strandgebouw De Ster Woning Lange Rekstraat 40 (deel van concessie Houtmuis)
Grote Markt 45 Gladiolenstraat 2 Parklaan 117 Lange Rekstraat 39 Walburgstraat 35 Azalealaan 29 Richard Van Britsomstraat 21 Brokkelingenstraat +10 Lange Rekstraat 40
Belsele 147. Cafetaria De Klavers
Sint-Andriesstraat 1
Sinaai 148. Taverne De Ster 149. Cafetaria Sporthal Ter Beke
Dries 78 Vleeshouwersstraat 4 Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
37
Nieuwkerken 150. Cafetaria Sporthal De Mispelaer
Gyselstraat 41
h. Gebouwen erediensten Sint-Niklaas 151. 152. 153. 154. 155. 156.
Kapel Heilig Hart (overgedragen aan stad in eigendom) Pastorij Kristus Koning Pastorij Onze-Lieve-Vrouw Pastorij Sint-Jozef Kerk Sint-Nicolaas (monument) Kerk OLV (monument)
Kleibeekstraat 125 Heistraat 208 Sint-Jozefstraat 2 Tereken Grote Markt OLV-plein
Belsele 157. Pastorij Sint-Andreas 158. Kerk Andreas-en-Ghislenus (monument)
Belseledorp 90 Belseledorp
Sinaai 159. Pastorij Sint-Catharina 160. Kerk Sint-Catharina (monument)
Dries 66 Dries
Nieuwkerken 161. Pastorij Onze-Lieve-Vrouw ten Bos , (Wordt verkocht, opstart dossier volgende legislatuur) 162. Kerk ten Bos
i.
Pastorijstraat 31 Pastorijstraat
Andere gebouwen op stadsgronden
Sint-Niklaas 163. VTS-site (beheer door Lancelot) Onze-Lieve-Vrouwplein 164. Woning (in functie van riolering en ontsluiting site Gerda) Kongostraat 92 165. Woningen Nieuwe Molenstraat (in functie van realisatie rooilijn) Nieuwe Molenstraat 2-12
j.
Gehuurde gebouwen
Sint-Niklaas 166. Academie voor muziek, woord en dans Rolliersstraat (zal op middellange termijn misschien worden opgezegd met verhuis naar VTS-site) 167. Academie voor schone kunsten afd. Holderdebolder 168. Bibliotheekfiliaal Truweel 169. Douane Entrepot (gratis gebruik stad na verkoop aan NMBS: de stad heeft evenwel geen kosten aan dit gebouw) 170. Kinderopvang ‟t Mispeltje (zal misschien worden opgezegd in functie van Clementwijk) 171. Autoboxen politie (4)
38
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Rolliersstraat 36 Industriepark-Noord 33 Truweelstraat 136 Grote Heimelinkstraat 69 Mispelstraat 45 Onze-Lieve-Vrouwplein 8
C. Overzicht onderhoudscontracten Overzicht van de kosten – op jaarbasis - m.b.t. de belangrijkste onderhoudscontracten (bedragen inclusief BTW): - Onderhoud airco toestellen: 2.733,56 EUR; - Onderhoud en huurvergoeding blusmiddelen: +/- 35.000,00 EUR; - Onderhoud gasdetectie: 2.832,02 EUR; - Onderhoud gecombineerde verwarming, luchtbehandeling en koelinstallaties (HVAC installatie): 83.576,36 EUR; - Onderhoud liften: 33.090,77 EUR; - Onderhoud sectionaalpoorten/schuifpoorten: 9.058,80 EUR; - Onderhoud speciale zwembadtechnieken (waterbehandeling en beweegbare bodem): 33.520,02 EUR; - Onderhoud verwarming: 33.938,03 EUR; - Onderhoudscontract brand- en inbraakbeveiliging: 25.590,75 EUR; - Periodieke keuring bliksembeveiliging: 1.364,00 EUR; - Periodieke keuring elektrische installaties en hef- en hijswerktuigen: 15.155,55 EUR - Periodieke keuringen gasinstallatie: 1.020,38 EUR; - Periodieke keuringen ladders: 6.477,42 EUR; - Periodieke keuringen liften: 6.887,74 EUR; - Periodieke keuringen sprinklerinstallatie: 852,80 EUR; Wij beperken ons tot de wettelijke/verplichte keuringen en onderhoudsbeurten. Verwachte toename van de onderhoudskosten: De toename is vooral te verwachten bij het onderhoud van de luchtbehandelinginstallaties. Men moet verplicht onderhoud uitvoeren op deze luchtbehandelinginstallaties. Momenteel is er een onderhoudscontract voor de gecombineerde verwarming, luchtbehandeling en koelinstallaties (HVAC) van volgende gebouwen: zwembad Sinbad, museum STEM, Bibliotheek en Politiehuis. De volgende installaties moeten nog worden opgenomen in dit technisch beheerscontract: Stadhuis, Mercatormuseum, sporthal De Witte Molen, sporthal De Klavers, sporthal De Mispelaer, sporthal Ter Beke, stadsschouwburg, Troelant (nieuwbouw) en ‟t Bau-huis (AGB ‟t Bau-huis). Wij kunnen hier een kostenstijging van +/- 135.000 EUR op jaarbasis. Deze kostenstijging wordt gedeeltelijk gecompenseerd door lagere energiekosten. Het huidige energieverbruik in deze gebouwen is heel hoog (slechte afregeling,…). D. Structuur schoonmaakdienst Deskundige schoonmaak (1 FTE) Toezichtster schoonmaak (1 FTE) Voorwerksters schoonmaak ( 5,5 FTE, 7 MW) Schoonmaakmedewerkers (49 FTE, 98 MW) De deskundige en de toezichtster schoonmaak zijn gehuisvest in de stadswerkplaatsen. De voorwerksters en schoonmaakmedewerkers worden ingezet in alle schoon te maken locaties. In bijlage is een overzicht van deze locaties opgenomen. De coördinatie van de dienst gebeurt door de deskundige schoonmaak. De toezichtster schoonmaak houdt mee toezicht op het functioneren van de schoonmaakmedewerkers en heeft een schakelfunctie tussen de schoonmaak in de locaties en de deskundige. De voorwerksters schoonmaak hebben op hun locatie de operationele verantwoordelijkheid over de schoonmaakmedewerkers en de uitvoering van de schoonmaak op hun locatie. De schoonmaakmedewerkers staan in voor de uitvoering van alle schoonmaaktaken. De inzet van de schoonmaakmedewerkers in de locaties is afgestemd op de schoon te maken oppervlakte, het type gebruik en de bezettingsgraad van deze locaties.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
39
E. Overzicht schoonmaaklocaties Dienst
Locatie(-s)
Stad- en gemeentehuizen
stadhuis gemeentehuis Belsele gemeentehuis Nieuwkerken gemeentehuis Sinaai
SASK
academie Boonhemstraat lokalen Jonathanschool (gehuurd) Cultureel Centrum Sinaai Sander Wijnantskring Nieuwkerken Clementwijk Holderdebolder
Musea en Cultureel Centrum
site zwijgershoek tentoonstellingszaal Mercatormuseum Huize Janssens Salons voor Schone Kunsten Vrije Ateliers Rode Kruisstraat
Basisscholen
basisschool Belsele basisschool Nieuwkerken
Bibliotheek
hoofdbibliotheek Heymanplein filiaal Clementwijk filiaal Nieuwkerken filiaal Sinaai filiaal Truweelstraat
Schouwburg Academie Muziek, Woord en Dans academie Hofstraat muziekafdeling Rollierstraat Sport
sporthal De Witte Molen sporthal Nieuwkerken sport- en cultuurcomplex De Klavers sporthal Sinaai Sinbad sportvelden Nieuwkerken
Politiehuis Opvang
KDV Driekoningen KDV Hermelijn KDV PieterNel dienst Opvanggezinnen (achter Sinbad) buitenschoolse opvang: diverse locaties schoonmaak rechtstreeks aangestuurd door dienst buitenschoolse opvang
Stadswerkplaatsen
40
stadswerkplaatsen serres Industriepark-West
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Toeristische dienst
cipierage
Jeugdverblijfcentrum
Heywijck
Spelotheek
achter KDV Hermelijn
Oude school Belsele
De Kouter
Buurthuizen
Sinaai Peter Benoitpark Rode Kruisstraat Baensland Reynaertpark Clementwijk
Mozaïek
site Kazernestraat
Brandweerkazerne t Bauhuis Bejaardenresidentie
kriekepitte
Begraafplaatsen
Heimolen Tereken
Diverse locaties Parkstraat
ombudsdienst woonwinkel welzijnshuis
Stadspark
Openbaar sanitair stadspark
F. Swot-analyse STERKTES Maatwerk Klantgerichtheid Betrokkenheid bij de locatie Flexibiliteit (op de locatie zelf) Vooruitstrevend op vlak van ecologie en methodieken Kostprijs: gunstige verhouding inzetbare personeelsuren/kostprijs Lokaal sociaal: stabiel werk voor lokale mensen die soms moeilijker toegang hebben tot de arbeidsmarkt. (bvb.laaggeschoolden, sociale problematieken) Diversiteit
ZWAKTES Huidige structuur (voorwerksters medewerkers) klopt niet. Bijsturingsmogelijkheden van medewerkers die minder goed functioneren Spreiding locaties ( qua controle en logistiek) Te weinig grip op voorraad-, budgetbeheer “schoonmaak” van de locaties Soms te weinig flexibiliteit van de medewerkers “over de locaties heen” Mogelijkheden om afwezigheden op te vangen
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
41
4. Veiligheid Politie A. DESTEP-analyse Demografische factoren bv. aantal bewoners, samenstelling huishoudens, bevolkingsprognoses, samenstelling bevolking Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas (nog toename tot 2030 – bron stadsmonitor) Toename interventies en werklast voor verschillende terreindiensten (eerstelijnspolitie, nabijheidspolitie, mobiliteitspolitie en maatschappelijke cel). Toename administratieve werklast wijkinspecteurs inzake woonstvaststellingen. Toename buurtgebonden overlastproblemen wegens toename bevolkingsdichtheid. Toename woninginbraken door groter aanbod aan woningen: betekent meteen ook een opportuniteit voor diefstalpreventieadviseur voor uitbreiding aanbod inbraakpreventie. Toename aantal feiten van intrafamiliaal en extrafamiliaal geweld. Toename migratie (nog tot 2015 – bron: stadsmonitor) Toename buitenlandse bevolking en nationaliteiten (44 verschillende nationaliteiten in 1990, 108 in 2011; 4,3 % niet-Belgen in 1990, 5,3 % in 2011): mogelijke gevolgen: o overlast op basis van andere leefpatronen en andere normen; o toename spijbelproblematiek; o vertraging vaststellingen en verhoren binnen de politiezone wegens verplichte vordering tolk; o vaak grotere gezinnen met mogelijk problematische opvoedingssituaties of slechte woonomstandigheden; o toename aantal schijnhuwelijken. o toename aantal vzw‟s en andere verzamelpunten voor buitenlandse gemeenschappen. Aanhoudende vergrijzing, vooral bij 80-plussers (bron: stadsmonitor) Toename kloof tussen oude en jonge gezinnen, met mogelijk meer onverdraagzaamheid en meer burenconflicten. Toename aantal onrustwekkende verdwijningen door dementerende ouderen. Toename slachtofferschap bij senioren, en vooral bij oudere vrouwen: zij zijn nu al vaak het doelwit van handtas en –gauwdieven en zijn vaker slachtoffers van diefstallen met list. Toename subjectief onveiligheidsgevoel en mijdingsgedrag. Toename verkeer: senioren blijven langer actief en mobiel en begeven zich nog vaak in het verkeer. Positief: senioren zijn vaak actief aanwezig in het straatbeeld en kunnen vaker verdachte zaken melden aan de politie. Toename aantal peuters en kleuters (bron: stadsmonitor) Toename nood projecten verkeersveiligheid aan de schoolpoorten. Toename verkeersdrukte aan schoolpoorten. Toename verkeerslessen in kleuter- en basisscholen. Toename conflicten tussen spelende kinderen en omwonenden. Toenemende gezinsverdunning, toename van huishoudens met 1 of 2 personen (bron: stadsmonitor) Meer tussenkomsten door maatschappelijke cel inzake problematische opvoedingssituaties, niet naleven bezoekrecht of omgangsrecht en niet betalen onderhoudsgeld. Meer interventies rond psychologische bijstand. Toename aantal zelfmoorden. 42
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Toename armoede, aantal leefloners (bron: stadsmonitor) Toename aantal thuis- en daklozen. Toename openbare dronkenschap. Toename problematische opvoedingssituaties. Toename huisjesmelkerij. Toename aantal winkeldiefstallen. Groter onveiligheidsgevoel op stadsniveau in het centrum dan in de rand (bron: stadsmonitor) Meer beschikbare en aanspreekbare politie in het centrum. Meer camerabewaking. Meer preventie. Economische factoren bv. aantal starters, jobcreatie, werkgelegenheidsgraad, werkloosheid Impact grote wegenwerken (oostelijke tangent, kruispunt Ster, kruispunt Driekoningen, rond punt Prins Alexanderlaan) Impact op verkeerscirculatie. Impact op verkeersveiligheid. Impact sluiten overwegen Impact op verkeerscirculatie: ontstaan nieuwe sluipwegen of drukke verkeersassen. Stijging aantal horeca-instellingen, evenementen, concertzaal, evenementenhal Uitbreiding uitgaansgebied. Meer werk voor de uitgaansploegen van de politie in het weekend. Mogelijke uitbreiding camerabewaking. Uitbreiding industriële activiteiten haven linkeroevergebied Schelde Toename goederen- en personentransport: o Toename verkeersstromen op grote verkeersassen (weg- en spoorwegverkeer) en in het hinterland: meer controles zwaar vervoer, drukker verkeer. o Toename aantal tussenkomsten door politie in het station. o Toename risico‟s op ongevallen op de weg of op het spoor. Toename aantal bedrijventerreinen/KMO-zones Toename aantal inbraken in bedrijven Verhogen pensioenleeftijd politieambtenaren Zal de pensioenleeftijd voor de politieambtenaar toenemen? Zal dit leiden tot minder fitte politieambtenaren en meer ziekteverzuim? Of zorgt de langere aanwezigheid van ervaring voor minder klachten en betere vaststellingen, Hoog aandeel van allochtonen in de werkloosheid (bron: stadsmonitor) Daling of stijging aanbod openbaar vervoer? Sociaal/culturele factoren bv. evolutie verenigingsleven, plaatsen kinderopvang, hoeveelheid speelruimte, kwaliteit ouderenzorg Grote aantrekkingskracht secundair onderwijs (bron: stadsmonitor) Meer verkeersongevallen met zwakke weggebruikers. Meer controles politie rond fietsverlichting. Grotere drukte aan de schoolpoorten. Toename aantal verkeersklassen. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
43
Relatief laag aanbod en spreiding van speel- en jeugdruimtes Rondhanggedrag jongeren. Concentraties van jongeren op plaatsen waar ze de openbare rust verstoren. Forse toename aantal personen met een beperking (bron: stadsmonitor) Toename wachttijd in Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg Stijgend aantal evenementen Stijging preventieve inzet van politie. Toename geluidsmetingen. Meer risico op vechtpartijen, openbare dronkenschap, massacompressie. Uitbreiding uitgaansgebied. Bijkomende druk op mobiliteit- en parkeerbeleid. Mondige, kritische burger Toename aan klachten: meer verantwoording afleggen. Meer geduld van de politieambtenaar om in alle omstandigheden dienstverlenend te handelen. Toename aantal klachten via de sociale media. Meer bewustzijn bij de bevolking van haar rechten, waardoor politie meer informatie moet verstrekken of de verhoren worden uitgesteld (in afwachting van komst advocaat). Individuele ingesteldheid bevolking Hogere verwachtingen van de politie: in plaats van zelf met de buurman het conflict uit te praten, wordt onmiddellijk de politie ter plaatse gevraagd. Daling probleemoplossend vermogen bevolking. Daling zelfredzaamheid. Technologische factoren bv. nieuwe ontwikkelingen, internettoepassingen, veranderingen in levensstijl door technologie, software Internetcriminaliteit Toename aantal misdrijven op intranet: o.a. identiteitsdiefstal. Moeilijk om groeperingen te volgen op internet. Snellere (digitale) informatiestromen Infogaring voor politiediensten wordt meer complex. Digitale informatie is vluchtig. Nieuwe materialen en technieken: Implementatie digitale onbemande en bemande camera: toename aantal processen-verbaal voor snelheidsovertredingen, afname administratieve werklast. Sociale media Invloed en rol van sociale media in externe communicatie politie. Invloed en rol van de sociale media op perceptie politieambtenaar (wanneer de bevolking bijv. de wijkinspecteur zal volgen). Steeds meer Belgen hebben toegang tot internet (Bron: FOD economie): 77 % van de huishoudens in 2011 Uitbreiding e-loket politie. Meer gebruikers politiewebsite en sociale media. Uitbouw module wijkinspecteur. Uitbouw website naar doelgroepen. 44
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Ecologische factoren bv. hoeveelheid groenruimte, afval, evolutie waterkwaliteit, woonomgeving Toenemend verkeer, toename files, toename aantal personenwagens (bron: FOD Economie: het aantal motorrijwielen is met 92.6% gestegen ten opzichte van 1997) Meer verkeersregeling. Meer verkeer op sluipwegen. Meer conflicten tussen weggebruikers. Meer verkeersongevallen. Toename extreme weersomstandigheden Meer storm- en waterschade. Toename aantal interventies. Toenemende aandacht voor zuinig energiebeheer Meer gebruik maken van dienstfiets, en minder van de combi. Inrichting fietsteams? Ecologische maatregelen binnen het korps (energieverbruik, papierverbruik…) Toenemende geluidsoverlast door muziek, personen en dieren Toename aantal interventies door eerstelijns- en nabijheidspolitie. Toename aantal (preventieve) geluidsmetingen. Toename aantal administratieve sancties. Politiek-juridische factoren bv. nieuwe wetgeving, gewijzigd Vlaams of federaal beleid Uitbreiding Algemeen Politiereglement Toename aantal inbreuken afgehandeld via een gemeentelijke administratieve sanctie. Toename vaststellingen door daling leeftijd bemiddeling minderjarigen (van 16 naar 14 jaar). Aanpassing statuut politieambtenaar Minder gemotiveerde medewerkers? Anders gemotiveerde medewerkers? Nieuwe reglementering De federale overheid, de hoven van beroep, de parketten zorgen voor een overload aan wetgeving en richtlijnen t.a.v. de politiezones. De uitdaging bestaat erin deze om te zetten naar richtlijnen voor de werkvloer. Meer werk voor de politie: videoverhoren, bijstand van de advocaat voorafgaand aan het eerste verhoor. Toenemende radicalisering in de maatschappij (bron: nationaal veiligheidsplan 20122015) Toename politiek en religieus extremisme. Toename actiebereidheid radicale groeperingen Toename gewelddadige radicalisering wat kan leiden tot terrorisme. Bestuurlijke infogaring: het preventief opvolgen en detecteren van dit radicaliseringsproces als mogelijke voedingsbodem voor criminele feiten en terrorisme is essentieel voor de politie. Zonaal veiligheidsbeeld Het CSD Dendermonde(= federale politie) maakte een prioriteitenrangschikking (= volgorde van belangrijkheid) van een reeks veiligheidsfenomenen. De top tien voor Sint-Niklaas is de volgende: 1. Extrafamiliaal geweld 2. Vernielingen en vandalisme 3. Intrafamiliaal geweld Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
45
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Inbraak in bedrijf/handelszaak Bromfietsen- en fietsendiefstal Inbraken in woningen Ernstige en georganiseerde fiscale fraude Gauwdiefstallen Diefstal met geweld en afpersing Drugs (bezit, gebruik, trafiek, andere)
B. SWOT-analyse Sterktes Het korps wordt in 2011 en 2012 versterkt. Indien de politiezone voor alle vacatures kandidaten vindt, zal geen enkele dienst onderbemand zijn, en kan de zone zich ten volle engageren voor het uitvoeren van haar functionaliteiten en projecten. 2012 is het jaar waarin de politie samen met haar partners nieuwe projecten zal moeten uitschrijven, resulterend in strategische en operationele doelstellingen van het nieuwe zonale veiligheidsplan. Op basis van tal van bronnen zoals het nationaal veiligheidsplan, aandachtspunten van parket, DirCo, DirJUD en lokale overheid, het zonaal veiligheidsbeeld enzovoort zal zij voor vier jaar haar prioriteiten vastleggen. Het korps zal in zijn externe communicatie moeten rekening houden met de rol van de sociale media. In samenspraak met het stadsbestuur zal de politie hier rond een visie ontwikkelen. Zwaktes Onvoldoende kandidaten voor gespecialiseerde functies zoals mobiliteitspolitie of bijzondere wetten (milieu), met als gevolg een impact op het handhavingsbeleid en het aantal uitgevoerde acties. Het HRM-beleid moet verder worden uitgebouwd. Dit zal in eerste instantie draaien rond rekrutering en selectie en in een tweede fase rond betrokkenheid en competentiemanagement. Het personeel moet blijvend gecoacht worden rond de dienstverlenende ingesteldheid en integriteit zodat het vertrouwen in de politie op hetzelfde hoge niveau blijft. Er blijft een kloof tussen de vastbenoemde burgerpersoneelsleden en de contractuele stadspersoneelsleden ter beschikking gesteld van de zone. Dit is te verklaren door de belangrijke verschillen inzake statuut voor de beide personeelsgroepen. Kansen De visie die het stadsbestuur ontwikkelt rond participatie en gebiedsgerichte werking is een opportuniteit om efficiënter samen te werken op wijkbasis. Eén van de basisprincipes van gemeenschapsgerichte politie, namelijk het zoeken van partners en geïntegreerd werken, wordt op deze manier opnieuw gestimuleerd. De nieuwe klachtenbehandeling van het stadsbestuur zal een goede samenwerking mogelijk maken met de politie. De intentieverklaring met Securail en het daaraan verbonden partnerschap kan de aanwezigheid van politie in de stationsomgeving efficiënter maken en eventueel leiden tot nieuwe beleidsbeslissingen, andere prioriteiten en andere methodieken. Bedreigingen De overlast in de uitgangsbuurt blijft onder controle, maar het gebied van het uitgangskwartier wordt wel groter door de komst van nieuwe trekpleisters. Het aantal inbraken stijgt. Het korps zal met de partners en overheden op zoek moeten gaan naar nieuwe methodes en technieken om dit fenomeen aan te pakken. Het extrafamiliaal geweld en het intrafamiliaal geweld komt uit het zonaal veiligheidsbeeld naar voor als belangrijke prioriteit. De politie zal hier verder projectmatig moeten rond werken. Sint-Niklaas blijkt ook gevoelig te zijn voor de feiten “vernielingen en vandalisme” en “bromfietsen fietsdiefstal”. Rond deze fenomenen werkte de politie nog nooit projectmatig of in partnership met andere diensten.
46
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
GAS A. DESTEP-analyse Demografische factoren Het aantal inwoners van de stad kent, doorheen de jaren een continue stijging. De impact die dit kan hebben voor de dienst gemeentelijke administratieve sancties, is moeilijk te duiden. Algemeen kan gesteld worden dat hoe meer inwoners een stad telt, hoe groter de kans op overlast. De toenemende anonimiteit in de maatschappij is een tendens die ertoe leidt dat mensen voor het oplossen van hun problemen sneller een beroep doen op politie- en stadsdiensten. Een tussenkomst van politie kan aanleiding geven tot een proces-verbaal indien men van oordeel is dat de klacht terecht is en dus een dossier op de dienst gemeentelijke administratieve sancties. Sociaal/culturele factoren In 2011 gebeurde er een bevraging van de Sint-Niklaase bevolking. De resultaten van deze veiligheidsbevraging zullen pas ter beschikking zijn tegen ten vroegste maart en kunnen hier dus nog niet in rekening worden gebracht. In het kader van de stadsmonitor werden in 2011 eveneens een 500-tal respondenten bevraagd omtrent de aanwezigheid van bepaalde hinderlijke fenomenen in hun buurt of stad. Wat lawaaihinder betreft, ondervinden de Sint-Niklazenaars iets meer hinder dan een gemiddelde andere inwoner van de centrumsteden. 41.9% van de inwoners ondervond in 2011 in de afgelopen maand hinder van lawaai. Het gemiddelde in de andere centrumsteden ligt iets lager en bedraagt 40.0%. Respondenten werden eveneens bevraagd over overlast in de buurt en de mate waarin ze worden lastiggevallen. 12.9 % van de Sint-Niklase inwoners werd reeds geconfronteerd met overlast of werd reeds lastiggevallen. Het gemiddelde in de Vlaamse centrumsteden bedraagt 13.1 %. Wanneer dit wordt opgesplitst naar overlast van jongeren, overlast van buren en lastiggevallen worden, dan ligt vooral het aandeel inwoners van de stad dat overlast van buren ondervindt vrij hoog in vergelijking met andere centrumsteden. Vervolgens werden respondenten bevraagd naar de mate waarin ze milieuhinder ervaren. Gemiddeld lijkt de Sint-Niklazenaar iets minder dan de gemiddelde inwoner van de centrumstad hinder te ondervinden van geur (6,1%), zwerfvuil/sluikstort (21.3%) en hondenpoep (22.3%). Ook met vandalisme wordt de Sint-Niklazenaar gemiddeld minder geconfronteerd. Het gaat om 5% ten opzichte van een gemiddelde van 10.4% in andere centrumsteden. Ecologische factoren Een stijgend inwonersaantal zal er wellicht toe leiden dat er meer mensen op een kleinere oppervlakte moeten samenleven. Dit samenleven impliceert dat eenzelfde openbare ruimte door meer personen zal gebruikt worden en opnieuw meer aanleiding tot klachten over overlast zou kunnen geven. Politiek-juridische factoren De oorspronkelijk wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties dateert reeds van 1999 en werd reeds verschillende malen gewijzigd. Er wordt verwacht dat in de toekomst nog een aantal wijzigingen zullen doorgevoerd worden. De trend is daarbij dat er meer inbreuken kunnen worden afgehandeld via een gemeentelijke administratieve sanctie. Ook de leeftijd waarop GAS van toepassing is, zal worden verlaagd. Ook dit geeft naar alle waarschijnlijkheid aanleiding tot een stijging van het aantal dossiers. B. SWOT-analyse Het doel van de dienst Gemeentelijke Administratieve Sancties bestaat erin een antwoord te bieden op diverse vormen van overlast en streeft ernaar om op die manier de overlast in de stad te doen afnemen. Sterktes De dienst GAS werd in 2009 opgestart en er werd inmiddels een zekere ervaring opgebouwd in de afhandeling van de dossiers. Er kon vastgesteld worden dat door de toepassing van GAS, in vele gevallen een antwoord kan geboden worden op diverse overlastfenomenen. De toepassing van GAS wordt ook bij het publiek meer en meer bekend. Dit kan op zijn beurt een ontradend effect hebben en Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
47
bijgevolg een gunstig effect op het achterwege blijven van overlast. De dienst GAS staat in voor de repressieve aanpak van diverse vormen van overlast. In het kader van integrale veiligheidszorg, dient blijvende aandacht uit te gaan naar sensibilisering. Hierbij spelen ook diverse andere stadsdiensten een belangrijke rol. Het instandhouden of intensifiëren van de samenwerking van andere diensten moet dan ook ten volle benut worden. Zwaktes De vaststellers dienen blijvend gemotiveerd en gestimuleerd te worden zodat ze ervan overtuigd geraken dat zij een cruciale rol spelen in het bestrijden en voorkomen van overlast in de stad. Kansen Niettegenstaande dat in 1999 de wetgever reeds het kader heeft gecreëerd voor de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties, bleek de effectieve toepassing in de steden en gemeenten slecht moeizaam te gebeuren. De afgelopen jaren steeg het aantal steden en gemeenten dat gebruik maakt van gemeentelijke administratieve sancties fors. Hoe meer steden en gemeenten gebruik maken van gemeentelijke administratieve sancties, hoe meer het beleid op elkaar kan worden afgestemd en beroep kan worden gedaan op ervaringen (vb. beroepsprocedures) uit andere steden en gemeenten. Bedreigingen Een voorname kritiek op de toepassing van gemeentelijke administratieve sancties heeft betrekking op de verschillende manier waarop GAS in diverse steden en gemeenten wordt toegepast. Het feit dat de geldboetes daarbij sterk kunnen verschillen van stad tot stad en ook de gedragingen die in de verschillend politiereglementen al dan niet worden strafbaar gesteld, kunnen sterk verschillen. Dit komt de rechtszekerheid van de burger niet ten goede. Het betreft hier een gevolg van de mogelijkheden die de wetgever aan steden en gemeenten heeft willen bieden in de strijd tegen overlast. Dit kan niet vermeden worden maar als nuance dient evenwel vermeld te worden dat er tussen steden en gemeenten regelmatig overleg is en zowel de inbreuken als de sancties grotendeels gelijklopend zijn.
Gemeenschapswachten A. DESTEP-analyse Demografische factoren - Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas. Toename van dossiers rond preventie, onveiligheidsgevoel, overlast, mobiliteit-verkeer. - Evolutie naar meer multi-culturele samenleving. Communicatie met verschillende doelgroepen. - Toename van aantal schoolgaande jeugd. Toename van verkeersdrukte aan de schoolpoorten en in de schoolomgeving. Sociaal/culturele factoren - Stijgend aantal evenementen waardoor meer opdrachten voor toezicht. - Uitbreiding van scholen in de verschillende studierichtingen. Meer toezicht en verkeersdrukte aan de schoolpoorten en in de schoolomgeving. - Mondige, kritische burgers. Toename van het aantal klachten, opmerkingen en vastgestelde situaties. Ecologische factoren - Toenemend verkeer, waardoor meer toezicht, maar ook meer conflicten met de weggebruikers. - Toenemende aandacht en zorg voor milieu, meer bewonersbrieven. Politiek-juridische factoren - Steeds nieuwe reglementeringen, wetten, decreten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken tot instelling van de functie en dienst gemeenschapswacht. (vroegere stadswacht) - Veiligheidscontract momenteel goedgekeurd tot eind juni 2012. 48
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
B. SWOT-analyse Kansen - Nieuw veiligheidscontract vanaf juli 2012. - Gestructureerd overleg met verschillende diensten. Bedreigingen - Te krappe personeelsbezetting om alle opdrachten uit te voeren. - Wetgeving “gemeenschapswachten” laat soms lang op zich wachten. - Gevaar voor wildgroei van communicatiekanalen (bv. brieven, folders, websites …) Sterktes - Het wetgevend kader rond gemeenschapswachten. - Goede communicatie met stadsdiensten en politie. (evenementen, verkeer …) - Klantendienst zorgt voor een centraal aanspreekpunt. - Gemeenschapswachten met verschillend statuut. PWA : 53u/maand. Activa : voltijds en deeltijdse tewerkstelling. Zwaktes - Soms moeilijke communicatie met bepaalde diensten. - Beperkte mobiliteit van personeel. - Onvoldoende en laaggeschoolde kandidaten.
Brandweer De omgevingsanalyse voor de brandweer werd uitgevoerd uitgaande van voor de brandweer 4 belangrijke topics: Personeel; Interventiezorg (met inbegrip van de interventies, de -procedures en de –uitrusting); Preventie (en proactie); VTO (en preparatie): Vorming – Training – Opleiding; Krachtens de wet Civiele Veiligheid (15-05-2007) dient de brandweer actief te zijn in alle aspecten van de veiligheidsketen. Volgende taken maken integraal deel uit van de veiligheidsketen: De interventiezorg: redding van en bijstand aan personen in nood en de bescherming van hun goederen; de bestrijding van brand en ontploffing; de bestrijding van vervuiling en van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen; de logistieke ondersteuning. De pro-actie: alle maatregelen om de risico‟s te inventariseren en de analyseren. De preventie en de preparatie: preventie omvat alle maatregelen om het zich voordoen van risico‟s te beperken en de gevolgen ervan te minimaliseren; preparatie omvat alle maatregelen om te garanderen dat de dienst klaar is om het hoofd te bieden aan een reëel incident. De nazorg en de evaluatie: dit zaijn alle maatregelen om de proactie, de preventie, de preparatie en de uitvoering te verbetteren via lessen die getrokken worden uit de incidenten. A. DESTEP-analyse De DESTEP-medtodologie werd gebruikt om een beeld te verkrijgen van de externe (macro-) omgeving, waarin de brandweer als organisatie actief is. Demografische factoren Bevolkingsaangroei in Sint-Niklaas (oa via nieuwbouwwijken & inbreidingsprojecten) Preventie: toename preventiedossiers Interventie: toename interventies Evolutie naar een meer multi-culturele samenleving: Personeel: streven naar multi-culturele samenstelling BW-korps Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
49
Veroudering (vergrijzing) van de populatie: Dalende zelfredzaamheid; Noodzaak om langer te werken om de sociale zekerheid en het pensioenstelsel overeind te (kunnen) houden (zie verder); Toename alleenstaanden Toenemende kloof armen – rijken: maatschappelijke tegenstellingen – meer onrust
Economische factoren Economische crisis – recessie: Schaarste aan financiële middelen; o elke uitgave moet (beter) gemotiveerd worden; o maximaal aanwenden van subsidiëringsmogelijkheden federale overheid; Interventie: (discussie rond) aanrekenen/invorderen prestaties brandweer Streven naar meer efficiëntie (interventie op maat) Preventie: aanrekenen van prestaties (tegen meer kwaliteit) Toename kostprijs energie & water: Interventie: zoeken naar alternatieven waterbevoorrading (ipv bevoorrading via drinkwaternet) Preventie: nieuwe technologieën (passiefhuizen…) Uitbreiding/inbreiding KMO-zones: Preventie: toename preventiedossiers Interventie: toename interventies Uitbreiding industriële activiteiten haven linkeroevergebied Schelde: Toename aan goederen- & personentransport: toename verkeersstromen grote verkeersassen (weg- en spoorwegverkeer) in het hinterland Toename kans op interventies incidenten met gevaarlijke stoffen (onderweg) Toename kans op dichtslibbend verkeer Vergrijzing van de samenleving > noodzaak om langer te werken: Vraagstuk: hoe houden we mensen langer aan het werk, rekening met de eisen van het beroep; o kan dit nog in de interventiedienst? o Kunnen we oudere medewerkers inzetten als ervaringsdeskundigen en coaches voor jonge medewerkers? o Kunnen we oudere medewerkers begeleiden naar andere opdrachten? Preventie & voorlichting (BPA – brandpreventie-advies…) Sociale en culturele factoren Stijgend aantal evenementen in Sint-Niklaas Interventie: toename opdrachten voor toezicht & beveiliging Preventie: toename opdrachten Mondige, kritische burger: Interventie: toename aan klachten, vereist toename professionaliteit Dalende zelfredzaamheid van de burger: De burger is sneller geneigd een beroep te doen op de overheids(-diensten) Toename van de kloof tussen “rijk” versus “arm” toename maatschappelijke onrust Technologische factoren Nieuwe materialen & nieuwe technieken: gebouwen, voertuigen… Te denken valt hierbij ook aan alternatieve energie: Nieuwe (alternatieve) brandstoffen voertuigen (elektriciteit, waterstof, natural gas, LPG…) Windturbines, zonnepanelen, passiefhuizen… Interventie: nieuwe risico‟s, nieuwe procedures, nieuwe middelen… Preventie: nieuwe risico‟s, nieuwe regelgeving, nieuwe richtlijnen… ICT-ontwikkelingen: hardware & software, sociale media… Sterkte (groeiende) afhankelijkheid >< nood aan „KISS‟-procedures (keep it simple)
50
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Invloed & rol media, snelle communicatie & sociale media: alles aan beschikbare info (en crisissituaties) gaat zeer snel de wereld rond (twitter, facebook…) Elke “fout” (van de overheid) wordt getoond (& afgestraft)
Ecologische factoren Toenemende aandacht & zorg voor milieu: Interventie: toenemende aandacht voor milieuvervuiling Vereist milieuvriendelijke interventietechnieken Aanwending bluswater; gevaar voor milieuverontreiniging Aanwending alternatieve bluswatervoorzieningen (ivp kostbaar drinkwater uit het leidingsnet) Toenemende aandacht voor zuinig energiebeheer (isolatie…) Interventie: nieuwe interventieprocedures (opleiding & training) Aangepaste interventiemaatregelen (RWA…) Aangepaste interventieplanning (nood aan info…) Preventie: nieuwe regelgeving Toenemend verkeer, toename files Interventies: probleem voor het personeel om bij oproep de kazerne tijdig te kunnen bereiken; Probleem voor de interventieploegen om tijdig ter plaatse op de interventie te geraken voor noodhulp; Opwarming van de aarde: toename extreme weerfenomenen: Toename stormen en wateroverlast: in omvang en in ernst Politiek-juridische factoren (Meer) regelgeving: de federale staat bepaalt de regelgeving, van toepassing op de brandweerdiensten. De federale staat kan aan de brandweerdiensten onder bepaalde voorwaarden aan de gemeenten subsidies toekennen voor de aanschaf van voertuigen, materieel en uitrustingen. Het lokale niveau is tot op heden bevoegd voor de organisatie van de lokale brandweerzorg. Voogdij en toezicht over de lokale brandweerzorg is voorzien via de brandweerinspectie van de federale overheid. Zij lichten de werking van de lokale brandweerdiensten door en leveren een inspectierapport af. Het laatste inspectierapport voor de brandweer van Sint-Niklaas dateert van 04/2010. Complexe staatsstructuur met vele bevoegdheidsniveaus: (noodzakelijke) politieke besluiten en beslissingen voor de brandweer laten lang op zich wachten. Nood aan integrale benadering van veiligheidsvraagstukken: Meer nood aan multidisciplinair overleg & - samenwerking - Project hervorming civiele veiligheid & brandweer: Hierover bestaat nog grote ondduidelijkheid naar impact & timing Aansprakelijkheidsproblematiek (bij schade): Steeds vaker volgen schadeclaims op interventies van hulpdiensten (via verzekeringen & juristen) B. B. SWOT-analyse Sterktes Grote slagkracht van de gemengde brandweerorganisatie (tegen een relatieve gunstige kostprijs): nuttig bij interventies en bij de uitvoering van het brede takenpaket. Mogelijkheid tot alarmering via oproepontvangers, (individueel & collectief); Goede opvolging en registratie van aanwezigheden (interventies en oefeningen); Training in kleine teams, aansluitend met de interventie-omstandigheden; Degelijk aanbod aan opleiding & training; afgestemd op de beschikbaarheid van de deeltijdse medewerkers; Grote diversiteit aan (achtergrond van het) brandweerpersoneel: zeer nuttig in het brede vakgebied, bij interventie & preventie: diversiteit naar opleiding, naar beroepen, naar werkregimes (en beschikbaarheid) voltijdse & deeltijdse medewerkers, (beroepspersoneel en vrijwilligers) verschillende beroepsgroepen (handarbeiders, bouwvakkers & bedienden) diversifiëring naar opleiding (lager personeel, middenkader, hoger kader) Interne samenhang onder de personeelsleden. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
51
Zwaktes Brandweerorganisatie als “Manusje van Alles”: brandweer wordt verondersteld heel veel verschillende vakdomeinen te kunnen bestrijken >< gebrek aan expertise in elk van de vakdomeinen >< toenemende techniciteit & complexiteit. Korps is tot op heden geen afspiegeling van de multiculturele samenleving (waarvan we deel uitmaken) Geen vrouwen in de interventiedienst (te) weinig medewerkers van allochtone afkomst in de interventiedienst Grote diversiteit aan personeel (naar opleiding & achtergrond) > hoge investeringsnood in opleiding & training op maat) Opleiding moet nog meer op maat van de medewerker afgestemd worden; Opleiding moet nog beter voorbereid worden; (kennisdatabank…); Soms te “dienstbare” instelling/opstelling van het brandweerpersoneel: de brandweer is geneigd om op elke vraag van de burger in te gaan en een passend antwoord te bieden > hoge werkdruk, soms niet noodzakelijke inzet > overbodige kost, soms misbruik (van het vertrouwen van de brandweer door de burger). Preventie: gebrek aan opvolging van de uitvoering & controle van bouwprojecten (nauwelijks ingebruikname-controles); Beperkte doorstroming naar middenkader (bij gebrek aan tijd, vereiste deskundigheid & capaciteiten) Problemen om taken te kunnen delegeren; (officieren worden overbelast; Opleiding is soms onvoldoende “op niveau” bij gebrek aan voorbereiding Hoge werkdruk hoofdberoep & aandacht in het gezin >< nood van de brandweer om voldoende beschikbaar te zijn voor de interventiezorg Beschikbaarheid van/aan vrijwilligers ( de deeltijdse medewerkers) overdag is beperkt (beperkte) kennis & expertise inzake Noodplanning: Door de hoge werkdruk en de versnipperde en zwak gestructureerde overkoepelende brandweerorganisatie is de kennis en expertise inzake de taakuitvoering inzake noodplanning bij de brandweer vandaag onvoldoende; daartegenover staat dat in het kader van het grootschalige optreden de brandweer een cruciaal takenpaket dient te vervullen. Sterke verdeeldheid binnen het brandweerlandschap: elk korps heeft zijn visie over de werking van de brandweer. Vaak is dit op lokaal niveau sterk historisch bepaald vanuit tradities en gekleurd met eigen inzichten van de lokale korpsleiding. Kansen Formuleren van antwoorden op de bemerkingen van het laatste inspectierapport (04/2010); Meer efficiëntie brengen in de organisatie in samenhang met de gewijzigde werkorganisatie: Meer opleiding & training tijdens de permanentie-uren, zowel voor beroeps- als vrijwilligerspersoneel (liefs in gemengde groepen (B+V); Hervorming brandweer naar zonale (samen-)werking: Grotere slagkracht bij grootschalige interventies via samenwerking; SAH: snelle(-)re adequate(-re) (interventie-)hulp aan de burger in nood; Opportuniteit voor meer efficiëntie in de organisatie: o Taken kunnen gezamenlijk uitgevoerd worden o Kans tot meer expertise & specialisatie (preventie, interventie, VTO…) o Uitbouw samenwerkingsprojecten: (betere) zonale permanenties voor specialismen Verbeteren & eenvormig maken van de opleiding Integrale benadering van veiligheidsvraagstukken, meer en intersiever multidisciplinair overleg en samenwerking, ondermeer met de lokale politie Brandweer als partner in de veiligheid naar de burger toe: BrandPreventieAdvies (BPA of community Safety), waarbij de brandweer naar de burger toegaat om brandpreventieadvies op maat van de burger te verstrekken met als ultieme doel om het aantal slachtoffers bij brand te beperken door een goede preventieve benadering. Werking uitbouwen naar kwetsbare groepen. Bedreigingen Gebrekkige kennis en deskundigheid inzake grootschalig optreden en noodplanning; 52
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Onvoldoende kennis en bijscholing inzake nieuwe ontwikkelingen, nieuwe technieken en procedures; Toenemende druk: moeilijke (tot problematische) combinatie (voor deeltijdse medewerkers) van hoofdberoep, gezin en engagement naar de brandweer; werkdruk Professionalisering, waar nodig voor de goede werking van de dienst; Hoge werkdruk kan aanleiding geven tot desinteresse en afhaken; Toename van het aandeel (aantal) aan professionele medewerkers knaagt aan de motivatie van de deeltijdse (vrijwilliger) medewerkers: Ook aan de deeltijdse (vrijwillige) medewerkers moet voldoende garantie geboden worden op (interessant) eerstelijns interventiewerk. Toename van het wegverkeer in de ochtend- en de avondspits in het centrum: dit vormt een bedreiging voor de goede interventiezorg, omdat het opgeroepen brandweerpersoneel niet tijdig de kazerne kan bereiken om binnen de voorziene tijd de vereiste snelle adequate hulp aan de burger in nood te kunnen leveren. Aanrijtijden nemen aanzienlijk toe. Dit vereist het voorzien van een eerste interventieploeg, op dienst in de kazerne. Gebrekkige fysieke paraatheid van het personeel; Onevenwichtige leeftijdspiramide: de brandweer dient bij de operationele medewerkers te kunnen beschikken over een goede mix van jonge fysiek parate medewerkers en medewerkers met voldoende ervaring (en anciënniteit). De instroom aan jonge fysiek parate medewerkers moet verbeterd worden. Traagheid (en vaagheid) met betrekking tot de hervorming van de brandweer: de wet tot hervorming van de civiele veiligheid, waarvan de brandweer deel uitmaakt, werd goedgekeurd in 2007. Er dienen nog meer dan 40 uitvoeringsbesluiten te worden gerealiseerd om de hervormingsplannen in uitvoering te kunnen brengen. Op hert terrein heerst nog grote onduidelijkheid rond de hervormingsplannen voor de brandweer. Argwaan van sommige bestuurders ten aanzien van de brandweerhervorming. (de hoge kostprijs van de gerealiseerde politiehervorming “weegt op” het project voor de hervorming van de brandweer). Multitasken bij de brandweer: de brandweer is vandaag onvoldoende uitbebouwd (bemenst) om alle aspecten van de veiligheidsketen voldoende aan bod te laten komen. De brandweerdiensten zijn vandaag hoofdzakelijk bemenst en geöriënteerd naar de interventiezorg. Bij dringende interventies moeten alle andere aspecten van de veiligheidsketen wijken voor het uitvoeren van de dringende opdrachten in de interventiedienst. Een organisatie van de brandweer op zonaal niveau doet de betrokkenheid op het lokale (gemeentelijke) niveau afnemen: het gevaar bestaat dat de afstand tussen de brandweermedewerker en de lokale gemeenschap zal toenemen. (subjectief) spanningsveld tussen beroeps- en deeltijds personeel. Dit fenomeen wordt deels gevoed door de belangrijke verschillen inzake statuut voor beide personeelsgroepen.
Publieke veiligheid Publieke veiligheidsaspecten openbaar domein/evenementen De groei van het aantal evenementen neemt binnen de stad exponentieel toe. Hieronder een overzicht van de binnengekomen aanvragen van de voorbij drie jaar: - 2009: 431 - 2010: 477 - 2011: 511 Of deze jaarlijkse stijging te wijten valt aan een hogere meldingsbereidheid bij de bevolking of een effectieve verhoging van het aantal evenementen op het grondgebied van Sint-Niklaas, is onduidelijk. Wat echter wel duidelijk is, is de impact hiervan op de werking van de dienst publieke veiligheid: - jaarlijks stijgende aantal adviesverleningen; - jaarlijks stijgend aantal opvolgingen van middelhoge- en hoge risico evenementen; - jaarlijks stijgend aantal installaties van commandopostoperaties tijdens hoge risico-evenementen.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
53
De bezetting van de dienst, bestaande uit één voltijdse niveau B en één halftijdse niveau D , blijft echter dezelfde. De werkdruk binnen de dienst neemt bijgevolg jaarlijks toe. Noodplanning In het kader van de noodplanning stelt de dienst publieke veiligheid vast dat het aantal noodinterventies ten gevolge van extreme weersomstandigheden frequenter voorvalt. Zo merken we dat, in tegenstelling tot het verleden, we in de periode van 2009-2011 ieder jaar minstens één keer geconfronteerd werden met een incident ten gevolge van noodweer. Omgaan met extreem (nood) weer wordt hierdoor mogelijks een grote uitdaging voor de toekomst. Ook de impact van de sociale media (Facebook, Twitter,…) neemt op gebied van (crisis)communicatie enorm toe. Zo weten we dat in België nu reeds de helft van de bevolking over een Facebookaccount beschikt en rond de 200 000 burgers Twitteren. Bovendien wijzen recente ervaringen met ernstige crisissen, waaronder het drama te Pukkelpop, uit dat de sociale mediakanalen de klassieke media in snelheid overtreffen en dat burgers allerhande (onjuiste)berichten en informatie via Facebook, Twitter, … de wereld insturen. Ook het inzetten van en omgaan met sociale mediakanalen in het kader van crisiscommunicatie, wordt een uitdaging voor de toekomst.
54
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
5. Transversale thema‟s Dienstverlening De analyses rond „dienstverlening‟ bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren. Het departement ruimte en milieu maakte nog een aparte analyse.
Optimaliseren van de dienstverlening & organisatie departement ruimte en milieu Omgevingsanalyse Er wordt vastgesteld dat de huidige organisatie niet meer voldoet aan de noden van een moderne organisatie en niet in staat is om de veranderingen waarvoor we staan op te vangen. Er worden steeds meer bijkomende taken opgelegd door de hogere overheid waarvoor in verhouding geen bijkomend personeel aangeworven wordt. Onze organisatie is echter flexibel genoeg om het hoofd te bieden aan nieuwe, acute uitdagingen zoals onder meer de digitalisering van de stedenbouwkundige en de milieuvergunning, het opzet van een gestructureerd handhavingsbeleid, uitbouwen van een dienst stadspatrimonium, oprichten van een stadsontwikkelingsbedrijf, werken met projectverantwoordelijken,… Het is noodzakelijk dat om dit alles te kunnen realiseren hiervoor de nodige middelen en personeel voorzien worden. Hiervoor werden reeds een aanzetten gedaan (cf. FORUM-nota). SWOT-analyse „Optimaliseren vd organisatie & dienstverlening‟ STERKTES
ZWAKTES
-
-
-
Goede basis voor duurzaam beleid Er is een richtinggevend (beleids)kader: gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, milieubeleidsplan, mobiliteitsplan, woonplan, groenplan, witboek, … met onderlinge overeenkomsten („kruisverbanden‟); Kerncompetenties zijn op de verschillende nivo‟s aanwezig (kennis, know-how); Goede samenwerking en interne communicatie; Diensten werken pragmatisch en oplossingsgericht: open, klantvriendelijk, deskundig, …; Kwaliteit van de afgeleverde stukken (vergunningen, toelatingen, …) ; Informatisering is gestart (GIS nog te implementeren); Samenwerking met vele diensten Realisatie van succesvolle projecten Uitvoering doelstellingen Lokaal Kyotoprotocol
-
Geen langetermijnvisie; Nood aan duidelijkheid rond verdeling inhoudelijke thema‟s tussen de departementen; Geen indicatoren aan doelstellingen gekoppeld; Zeer beperkte capaciteit voor analyse en opvolging; Geen duurzaamheidtoets van beleidsbeslissingen; Beperkte participatie; Geen projectaanpak; Verticale afbakening van de politieke bevoegdheden; Hokjesdenken; Weinig flexibele structuur.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
55
KANSEN
BEDREIGINGEN
-
-
-
-
Groter maatschappelijk draagvlak voor (klimaat)problematiek; Hervorming van de stadsdiensten (forumproject); Kansen dmv verbeterde samenwerking en parallelle dosiers (cf. omgevingsvergunning); Kansen dmv automatisering van aanvragen (digitale aanvraag) ; Gemeentedecreet geeft met „verzelfstandiging‟ aanzetten tot projectmatiger werken en biedt mogelijkheid meer (financiële) verantwoordelijkheid bij de diensten te leggen: bv. budgethouderschap, AGB mbt stadsontwikkeling, parkeren, …? Invoering nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC) waaronder beleidsondersteunende cel; Ondertekening Convenant of Mayors (burgemeestersconvenant) en opmaak klimaatplan om programmawerking tussen de diensten te versterken.
-
Geen integrale projectwerking, verkokering van de diensten; Stopzetting Samenwerkingsovereenkomst 20082013; Er komen bepaalde noodzakelijke investeringen op ons af: bv. implementatie informatisering mbt GIS, updaten en actueel houden van de databanken, …
Duurzaamheid Klimaatneutraliteit In aanloop naar volgende gemeentelijk bestuursperiode (2013-2018) werd aan de administratie gevraagd beleidsvoorstellen over te maken. Vanuit de richtlijn verspreid op 26 september 2011 werd vooropgesteld hiervoor te vertrekken vanuit een omgevingsanalyse en een SWOT die de huidige stand van zaken weergeeft. Gelet op de realiteit dat binnen het departement gewerkt wordt met een instrumentarium van bestaande, goedgekeurde beleidsplannen, waarin een uitgebreide omgevingsanalyse gebeurde in functie van de diverse beleidsdomeinen met hierin afwegingen omtrent sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen wordt voor de opmaak van de beleidsvoorstellen van het departement R&M bijna uitsluitend uitgegaan van de acties geformuleerd in deze beleidsplannen. Het gaat hierbij in hoofdzaak om het gemeentelijke ruimtelijk structuurplan (2006), het mobiliteitsplan (2002) en de evaluatie ervan (2011), het gemeentelijk groenplan (2011) en het gemeentelijk woonplan (2012). Daarnaast werd geput uit de recent verschenen stadsmonitor (2011) en lokale statistieken. Vooropgesteld wordt dat vooral aan de uitvoering van deze beleidsdocumenten in de eerste plaats moet worden verder gewerkt. Bijkomend vormen deze voor het departement a.h.w. de grond voor alle toekomstige beleidsvoorstellen. Los hiervan vinden wij vanuit het departement WEL dat het onze stad ontbreekt aan een overkoepelende, duidelijke en ambitieuze doelstelling op langere termijn. De invoering van de nieuwe beleids- en beheerscyclus en het forum-project bieden mogelijkheden om beleidsadviseurs aan te stellen, die de opvolging en analyse van het beleid kunnen bewaken. Leefbaarheid en duurzaamheid (economie, ecologie, sociaal en institutioneel) worden door de stadsmonitor 2011 aangehaald als de belangrijkste aandachtspunten voor de organisatie van een Vlaamse centrumstad in de komende jaren. Fierheid voor een stad hangt hierbij grotendeels samen met de inzet voor duurzaamheid (stadsmonitor p. 76).
56
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
De wereld draait snel. Een veelheid van ontwikkelingen (trends) en evoluties volgen elkaar in sneltempo op, en de link ertussen is vaak onduidelijk. Zo stellen we diverse maatschappelijke veranderingen (en dus kansen) vast voor lokale besturen: 1. Toenemende bevolking (bv. groene en grijze druk) 2. Toenemende individualisering (bv. kritische individuele burgers, veranderende familiale banden) 3. Toenemende (kansen tot) digitalisering (bv. geodata, GIS, info in databases, meten=weten ) 4. Toenemende dualisering (bv. energiearmoede, mobiliteitsarmoede, onaangepaste huisvesting, maatschappelijke kwetsbare jongeren en kinderarmoede, verborgen armoede, bereikbaarheid van voorzieningen) 5. Toenemende zorg voor energie- en klimaatveranderingen (bv. waterbeheer, energie, afval, duurzame ontwikkeling) 6. Toenemende financiële zorgen (bv. lage rente, verplicht begrotingsevenwicht, toenemende personeelskost en werkingskosten voor openbare besturen, toenemende OCMW-uitgaven, kosten mbt waterzuivering, rio-projecten, enz…) Daarom stellen we een gemeenschappelijke missie“Sint-Niklaas klimaatneutraal in 2050” voor als globale doelstelling en rode draad doorheen ALLE geformuleerde doelstellingen. Dit globale thema wordt vertaald in concretere doelstellingen per onderdeel (wonen, werken, natuur, publieke ruimte, enz..) Als opstap naar 2050 zien we 2020 als eerste target. Door de ondertekening van de „Convenant of Mayors‟ (burgemeesterconvenant) streeft de ganse stad ernaar om de CO2-uitstoot met meer dan 20% terug te dringen.
Mondiale en ecologische invalshoek
Klimaatneutrale stad is een belangrijk en terecht streefdoel dat haar basis vindt in de publicaties rond klimaatopwarming van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). Het bestuur heeft zich reeds geëngageerd om een actieve rol te spelen in de strijd tegen de klimaatopwarming en haar gevolgen, oa. door de ondertekening van het Lokaal Kyotoprotocol 20072012. Deze doelstelling moet verder bestendigd worden in een actieplan 2014-2050.
Economische invalshoek
Klimaatneutraliteit is niet enkel van belang vanuit mondiale en ecologische hoek, maar ook stemmen vanuit de financiële sector en de oliesector geven aan dat een grotere energie-onafhankelijkheid moet nagestreefd worden. In 2006 gaf de Britse econoom Nicolas Stern aan dat met de inzet van 1% van het BNP in duurzame investeringen de komende 10 à 20 jaar, een schadekost van 20% van het BNP op termijn kan vermeden worden. Dus vanuit economische hoek wordt het streven naar meer klimaatneutraliteit onderschreven als zijnde een belangrijk financiële doelstelling. In juli 2009 bracht British Petrol een rapport „BP Statistical Review of World Energy‟ uit over de wereldvoorraden van brandstof. De oliesector zelf gaf aan dat de voorraden slinken en dat olie nog 42 jaar voorradig zal zijn aan het huidige consumptiepatroon.
Sociale invalshoek Een goed klimaatbeleid moet ook sociaal rechtvaardig zijn. Beleidsmakers moeten niet kiezen tussen klimaat- en sociale maatregelen. Een goed klimaatbeleid moet uitgaan van een zo klein mogelijke negatieve, sociale impact en met compensatie voor kwetsbare groepen, als dit laatste niet mogelijk is. Er zijn synergieën die armoede, sociale ongelijkheid en milieurechtvaardigheid met elkaar verbinden. Duidelijke voorbeelden die klimaatwijziging en sociale rechtvaardigheid gezamenlijk aanpakken situeren zich voornamelijk in de bouwsector, de mobiliteit, energievoorziening, productie en consumptie, gedrag en sociale bescherming.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
57
Concrete voorbeelden zijn energie-efficiënte sociale woningen, „groene‟ financiële instrumenten voor sociale doelgroepen, autodelen, thuiscomposteren, premie herbruikbare luiers, workshops seizoensgebonden en gezond koken, energiescans, subsidies voor energiebesparende maatregelen, abonnementen openbaar vervoer,… De klimaatproblematiek heeft bovendien een Noord/Zuid-dimensie. Preventieve maatregelen, zoals de reductie van emissie, zijn noodzakelijk in het Noorden, maar ook in het Zuiden. Bovendien zijn de ontwikkelingslanden het meest kwetsbaar en het minst in staat zich aan te passen. Ondersteuning en financiering vanuit het Noorden blijft noodzakelijk.
Belangrijke taak voor de stad
De eindigheid van de brandstoffen zal een groot effect hebben op de stad en haar sociaal weefsel. Denk aan de paniek die heerste voor de economische crisis toen de energieprijzen sterk begonnen te stijgen, de problemen van bedrijven door de duurdere grondstofprijzen en transport,… De toekomstige prijsstijgingen zullen groter zijn en minstens doorzetten tot 2030. Tot dan zullen de eindige energiebronnen zo schaars zijn, dat ze onbetaalbaar worden. De stad heeft daarom een belangrijke anticiperende rol, namelijk het wapenen van haar burgers. De stad dient haar bewoners, maar ook haar bezoekers en gebruikers te sensibiliseren en te doen streven naar een grotere energieonafhankelijkheid…. 2050 klinkt nog veraf, maar als we Sint-Niklaas klimaatneutraal willen maken tegen het moment dat de fossiele brandstoffen ofwel op, ofwel te duur zijn geworden, betekent dit een zware opdracht waaraan vandaag moet worden gestart. Men kan deze taak verder voor zich uitschuiven, maar het zal de opdracht van de volgende legislaturen alleen maar zwaarder maken. Ook zullen de gevolgen voor het sociaal weefsel van de stad groter zijn, evenals de kost om naar alternatieve oplossingen te zoeken. Het is daarom belangrijk dat de stad hierop anticipeert. Transitie verloopt immers traag. De stad moet nu beginnen zoeken naar mogelijkheden om de energieonafhankelijkheid van haarzelf, haar burgers en gebruikers te verhogen. De stad dient te zoeken naar oplossingen om deze uitdaging om te buigen tot een opportuniteit en win-winsituatie voor haar gebruikers en burgers. Daarom willen wij vanuit het departement starten door alle in dit document voorgestelde acties/doelstellingen met een “duurzame bril” te bekijken zodat deze voorgesteld voor volgende legislatuur de intrinsieke bedoeling hebben bij te dragen tot een klimaatneutrale stad in 2050. De globale doelstelling „Sint-Niklaas klimaatneutraal in 2050‟ is vrij vaag en zeer veel omvattend. Dit kan concreter gemaakt worden door bv. - Wijk- en buurtgroen : iedere bewoner zou vanuit zijn woning minstens één boom moeten kunnen zien; - fietsstad : binnen 10 jaar 10% meer fietsers in de stad door bv. het invoeren van een fietsparkeernorm (2,5 fietsparkeerplaatsen per 100 m² openbaar domein); - toepassen van het “STOP-principe”; - de bezettingsgraad van bedrijventerreinen met 10% doen toenemen; - verdubbelen van het aantal gebruikers van autodeelsystemen in de stad; - autoluwe en duurzame woonprojecten; - een duurzaamheidsmeter toepassen op nieuwe ontwikkelingen; - significante stijging van het aantal laagenergie-woningen en passief-huizen op het grondgebied;
58
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Internationale samenwerking A. Omgevingsanalyse Sint-Niklaas heeft altijd veel belang gehecht aan internationale samenwerking. Aanvankelijk situeerde die samenwerking zich in een naoorlogse context binnen West-Europa. De allereerste jumelagepacten werden een halve eeuw geleden ondertekend. Gaandeweg groeide de overtuiging dat een lokaal bestuur meer kan doen dan jumelages ondersteunen, noodhulpkredieten overschrijven op de rekening van ngo‟s of inleefreizen subsidiëren. De voorbije tien jaar evolueerde het lokale beleid naar een actief partnerschap met steden in het zuiden en naar het ontwikkelen en ondersteunen van de meest uiteenlopende sensibiliseringsactiviteiten, met Villa Pace als grootste blikvanger. Jaar na jaar wordt gewerkt aan een sterk en steeds meer zichtbaar inhoudelijk programma op Villa Pace, met een rode draad die langs de verschillende standen op de wereldmarkt gaat, in het teken van het jaarlijkse thema. Noord-Zuid en internationale solidariteit zijn thema‟s die leven in Sint-Niklaas. Het sterk uitgebouwde Noord-Zuidbeleid van het stadsbestuur weerspiegelt het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking bij zijn inwoners. De AAS (Actie- en Adviesgroep Solidariteit), opgericht in 2001, is het orgaan voor inspraak en participatie in het stedelijke beleid. Ngo‟s en een groeiend aantal vierdepijlerbewegingen maken deel uit van de adviesraad. Deze raad kent reeds een goede werking maar dient nog te evolueren naar een volwaardige Noord-Zuidpartner van het bestuur. Mede omwille van de heersende dynamiek kreeg Sint-Niklaas de eer om als eerste stad in België de titel van UNICEF Solidariteitsstad te mogen voeren. Het voorbije jaar heeft een heel diverse groep zich ingezet voor dit project waardoor een nieuw publiek betrokken werd bij Noord-Zuid. Desondanks blijft het een uitdaging om het grote publiek, met uitzondering van de believers, duurzaam te sensibiliseren. Er is een noodzaak aan draagvlakverbreding en -verdieping. Door transversaal te werken binnen het stadsbestuur wordt ook binnen andere beleidsdomeinen van de stad de aandacht voor duurzame ontwikkeling gestimuleerd. In 2008 behaalde Sint-Niklaas de titel van fairtradegemeente. Stadsbestuur én inwoners dragen eerlijke handel een warm hart toe en maken er ook effectief werk van. De stad neemt actief deel aan de lokale „fairtradegemeente‟-werkgroep en blijft werken aan het promoten van eerlijke handel bij het stadsbestuur en de inwoners. Nochtans stagneerde het aantal activiteiten en initiatieven na het behalen van de titel. Ofschoon er in onze stad inderdaad heel wat gebeurt op vlak van Noord-Zuid, wordt er nog niet voldoende over gecommuniceerd. Hierdoor gaat een deel van de boodschap verloren. De activiteiten van de stad, de AAS en andere middenveldorganisaties moeten op elkaar afgestemd worden en binnen een breder kader geplaatst worden. De stad kent een groeiend aantal internationale contacten. Naast de stedenband met Tambacounda waarbij we - als actor - samen met onze partnerstad werken aan capaciteitsopbouw op vlak van burgerlijke stand, afvalverwerking en -ophaling, is er sinds 2008 een samenwerking met de Chinese stad Suqian. Een vorm van internationale samenwerking die idealiter leidt naar lokale gemeenschapsvorming, is het partnerschap met de Marokkaanse stad Al-Hoceima waarvan de meerderheid van de Marokkaanse gemeenschap van Sint-Niklaas afkomstig is. Als regisseur coördineren we de samenwerking tussen actoren hier en in Al-Hoceima. Globaal steeg het budget voor internationale samenwerking (toelagen en werkingskosten) tijdens de huidige legislatuur van 122.741 EUR in 2007 naar 321.500 EUR in 2012. In de toelagen voor jumelages constateren we een sterke daling van ca. 20.000 EUR in 2002 naar ca. 2.500 EUR in 2011. Ook het aantal aanvragen voor subsidies voor jumelageprojecten is de laatste jaren afgenomen. Van 14 in 2008 naar 3 in 2011. In 2012 is er opnieuw een groter aantal aanvragen wat rechtstreeks in verhouding staat met de heroriëntering van het subsidiereglement, waarbij scholen en erkende verenigingen in aanmerking komen voor toelage voor andere internationale uitwisselingen dan met de zustersteBijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
59
den. We stellen vast dat het algemeen draagvlak voor de jumelages daalt in onze stad alsook in de zustersteden. In hoeverre het aangaan van een nieuw vriendschapsakkoord zoals dat met Tábor (Tsjechische Republiek) in 2012 opportuun is, zal dus nog moeten blijken. Wat de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking betreft, stellen we een kwalitatief groeipad vast waarbij een duidelijke vooruitgang in het budget gepaard gaat met een steeds sterker uitgebouwd Noord-Zuidbeleid, bestaande uit zowel sensibiliseringsactiviteiten in het Noorden als uit het ondersteunen van projecten in het Zuiden. Met een aantal Noord-Zuid actoren heeft de stad sedert 2006 lokale convenanten afgesloten. Het budget hiervoor is gestegen van 24.000 EUR in 2006 naar 47.000 EUR in 2012. Hiermee wordt de samenwerking met de betrokken organisaties (Beweging in de Stad, Oxfam Wereldwinkels, Bevrijde Wereld en Dwagulu-Dekkente) geofficialiseerd en op structurele wijze verankerd. Sinds 2011 werd een fonds van 10.000 EUR voor infrastructuursubsidies opgenomen in het reglement. Het budget voor noodhulp is gestegen van 2.500 naar 10.000 EUR. Voor ontwikkelingssamenwerking ontvangen we subsidies van de federale en regionale overheid die zowel voor Noord- als Zuidwerking aangewend worden. Alle aspecten van onze werking dragen bij tot de verwezenlijking van de Millenniumdoelstellingen en onderschrijven volledig de principes van de Verklaring van Parijs. We streven naar een doeltreffend lokaal Noord-Zuidbeleid door het hanteren van volgende principes: eigenaarschap, afstemming, wederzijdse verantwoording, resultaatsgericht beheer en beleidscoherentie voor ontwikkeling. Als lokaal bestuur vertegenwoordigen we het overheidsniveau dat het dichtst bij de mensen staat. Lokale overheden definiëren en implementeren het lokale overheidsbeleid en vinden daarin de nodige legitimiteit voor hun rol als actoren voor ontwikkeling. B. Data
1. Evolutie aantal projecten - subsidies projecten 2008 JUMELAGES LBC-studiereis: 1.013 EUR
concert Spijkerhart Colmar: 600 EUR
ontvangst Lucchese organist – Anfiteatro: 37,50 EUR
60
ONTWIKKELINGSAMENWERKING basissubsidies 2007 aan vrijwilligersorganisaties: -Dwagulu Dekkente: 444,44 EUR -Instituut Indische Moeders en Kinderen: 444,44 EUR -11.11.11. Sint-Niklaas: 444,44 EUR -Werkgroep Roemenië Broederschool: 444,44 EUR -Makoumi vrienden: 444,44 EUR -Soweto Connection: 444,44 EUR -vzw Magura Ilveï: 444,44 EUR -Cunina: 444,44 EUR -VLOS: 444,44 EUR werkingstoelage AAS: 1.500 EUR werkingssubsidies 2007 aan vrijwilligersorganisaties: -Dwagulu Dekkente: 1.464,96 EUR -Instituut Indische Moeders en Kinderen: 1.124,88 EUR -11.11.11. Sint-Niklaas: 549,36 EUR -Werkgroep Roemenië Broederschool: 209,28 EUR -Makoumi vrienden: 497,04 EUR -Soweto Connection: 470,88 EUR -vzw Magura Ilveï: 601,68 EUR -Cunina: 366,24 EUR -VLOS: 915,60 EUR projectsubsidie aan Dwagulu Dekkente: 650 EUR
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
uitwisseling in Colmar – Kon. SintNiklase Biljartacademie: 508,11 EUR Taalstage Colmar: 302,41 EUR SNJV-zomeruitwisseling: 1.326,85 EUR politieconferentie Tábor: 231,53 EUR drukwerk folder SNJV: 29,67 EUR studiebezoek Lucca – KaHo Sint-Lieven: 621,15 EUR studiebezoek Lucca – Vlaams Verbond voor Gepensioneerden: 1.506,25 EUR jeugdconferentie Schongau – SNJV: 268,40 EUR schooluitwisseling Tábor – Sint-Carolus: 1.416,25 EUR Week van de Smaak – Anfiteatro: 285 EUR
projectsubsidie aan vzw Instituut voor Indische Moeders en kinderen: 650 EUR projectsubsidie aan Soweto Connection: 560,52 EUR Projectsubsidie aan Makoumi Vrienden: 590 EUR Projectsubsidie aan Ti Soley Levé: 650 EUR Projectsubsidie aan Cunina: 650 EUR Projectsubsidie aan Meisjeshuis Paadhai: 650 EUR Projectsubsidie aan vzw Magura Ilvei: 650 EUR Projectsubsidie aan Vrienden voor Mauretanië: 533 EUR Projectsubsidie aan Bevrijde Wereld: 650 EUR subsidietoelage 11.11.11 Nationaal: 8.500 EUR ondersteuning BIS in kader van convenant: 11.000 EUR ondersteuning Bevrijde Wereld in kader van convenant: 10.000 EUR ondersteuning Oxfam Wereldwinkels in kader van convenant: 8.000 EUR noodhulp 2008: 2.000 EUR aan het Rode Kruis Vlaanderen 500 EUR aan Ti Soley Levé (Haiti)
2009 JUMELAGES Tussen Pot en Pint Individuele inwoners Blackie & the Oohoos Karree Konfituur Individuele inwoners Bridgeclub Reinaert Sint-Niklase Biljartacademie Individuele inwoners In Dulci Jubilo Sint-Niklase Jeugdverzustering Scouts Sint-Franciscus Wase Lopers Sint-Jozef-Klein-Seminarie Individuele inwoners Sint-Carolus KAHO Sint-Lieven Vlaamse Bergsport Waasland
bezoek aan bierfestival Tábor volwassenenuitwisseling Abingdon muziekfestival Abingdon muziekfestival Abingdon volwassenenuitwisseling Schongau bridgeontmoeting in Gorinchem ontvangst biljartclub uit Colmar taalstage Lucca concert in Colmar jeugduitwisseling in Sint-Niklaas en zustersteden bivak in Lucca marathon in Lucca studiereis naar Abingdon volwassenenuitwisseling Colmar ontvangst school uit Tábor uitwisseling met school in Colmar uitwisseling in Schongau
169,81 EUR 134,39 EUR 537,10 EUR 398,60 EUR 316,28 EUR 227,50 EUR 570,00 EUR 94,00 EUR 1.259,75 EUR 730,50 EUR 1.725,16 EUR 208,80 EUR 1.187,25 EUR 122,56 EUR 1.460,50 EUR 1.545,00 EUR 905,81 EUR
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basisssubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2009 een basissubsidie van 430,76 EUR elk, op basis van hun werking in 2008: Dwagulu Dekkente, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, 11.11.11 Sint-Niklaas, Werkgroep Roemenië Broederschool, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Tusaidiye Uganda, en Ti Soley Levé; Totaal: 5.599,88 EUR. 2. Werkingssubsidies Dwagulu Dekkente (2.659,14 EUR), Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (1.211,76 EUR), 11.11.11 Sint-Niklaas (908,82 EUR), Werkgroep Roemenië Broederschool (33,66 EUR), Makoumivrienden (100,98 EUR), Soweto Connection (538,56 EUR), Cunina (168,30 EUR), Vluchtelingenonthaal SintNiklaas (1.312,74 EUR), Meisjeshuis Paadhai (639,54 EUR), Africa 4U (336,60 EUR), Vlaams Centrum Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
61
voor Inheemse Volkeren (168,30 EUR), Tusaidiye Uganda (437,58 EUR); Ti Soley Levé (908,82 EUR), AZ Nikolaas voor Bangabola (370,26 EUR), en Wereldsolidariteit (403,92 EUR). Totaal: 10.198,98 EUR. 3. Projectsubsidies Dwagulu Dekkente Bevrijde Wereld Meisjeshuis Paadhai Tusaidiye Uganda Makoumivrienden IIMK Ti Soley Levé
Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Burkina Faso tijdens de zomermaanden Uitwerken van inspiratiekoffers rond diversiteit voor leerkrachten 3e kleuterklas en 1e graad lager onderwijs Educatief bergkamp voor de 25 meisjes van het meisjeshuis Paadhai te Chennai (India) Bouw van een klaslokaal en voorzien van klasmateriaal in Nyahuka (Uganda) Ondersteuning in schoolgelden van 3 jongeren in Koudougou (Burkina Faso) Gezondheidsopvoeding in 9 scholen in Sikkim (India) promotie van kleuter- en basisonderwijs, middelbaar onderwijs, gezondheidszorg in scholen en omgeving en buitenlandse stages in Akil Samdi (Haiti)
Totaal
650 EUR 650 EUR 650 EUR 650 EUR 650 EUR 650 EUR 650 EUR 4.550 EUR
4. Convenanten 1° met NGO Bevrijde Wereld: 10.000 € 2° met BIS (Beweging in de Stad): 11.000 € 3° met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: 8.000 € 4° met Dwagulu Dekkente: 6.500 € Totaal: 35.500 EUR. 5. Andere subsidies 1° werkingstoelage AAS: 1.500 EUR 2° noordzuidprijs voor Soweto Connection: 2.000 EUR 3° jaarlijkse toelage aan 11.11.11 Nationaal: 8.500 € 4° noodhulp via Instituut voor Indische Moeders en Kinderen voor wederopbouw dorpen in WestBengalen (India) na vernietiging door cycloon Aila op 26 mei 2009: 1.000 EUR 5° noodhulp via Meisjeshuis Paadhai voor wederopbouw van crèche en hutten na vernietiging door brand in Chennai (India) 750 EUR 6° noodhulp voor bestrijding van malaria aan Rode Kruis Vlaanderen in het kaderen van de actie Music for Life van Studio Brussel: 2.500 EUR 2010 JUMELAGES TI Sint-Carolus Indviduele inwoners Individuele inwoners OLVP Handel Individuele inwoners Vrouwencentrum Anfiteatro Bridgeclub Reinaert De Fietsvrienden Instituut Berkenboom Humaniora
Uitwisseling met school in Tábor Taalstage Colmar Volwassenenuitwisseling Schongau Europees uitwisselingsproject Taalstage Abingdon Jumelageproject in Abingdon Activiteiten Week van de Smaak Uitwisseling met bridgeclub in Gorinchem Fietstrip naar Lucca Uitwisseling met school in Hongarije
1012,50 EUR 51,35 EUR 139,82 EUR 224 EUR 227,10 EUR 558,75 EUR 75 EUR 200 EUR 234,88 EUR 200 EUR
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basissubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2010 een basissubsidie van 400 EUR elk, op basis van hun werking in 2009: AZ Nikolaas – 62
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Bangabola, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, 11.11.11 Sint-Niklaas, Werkgroep Roemenië Broederschool, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai India, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Magura Ilveï vzw, Wereldsolidariteit, Tusaidiye Uganda en Ti Soley Levé; Totaal: 6.000 EUR. 2. Werkingssubsidies Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (540,10 EUR), 11.11.11 Sint-Niklaas (908,35 EUR), Makoumivrienden (147,30 EUR), Soweto Connection (540,10 EUR), Cunina (245,50 EUR), Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas (1.153,85 EUR), Meisjeshuis Paadhai India (466,45 EUR), Africa 4U (245,50 EUR), Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren (417,35 EUR), Tusaidiye Uganda (392,80 EUR); Ti Soley Levé (662,85 EUR), AZ Nikolaas - Bangabola (662,85 EUR), en Wereldsolidariteit (515,55 EUR). Totaal: 6.898,55 EUR. 3. Projectsubsidies
Vzw Magura Ilvei Meisjeshuis Paadhai India Makoumivrienden Dwagulu-Dekkente IIMK
Uitbouw van de lokale jeugdwerking te Magura Ilvei (Roemenië) Preventie en interventie bij kinderen in een misbruiksituatie te Chennai (India) Ondersteuning in schoolgeld van jongeren in Koudougou (Burkina Faso) Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Senegal tijdens de zomermaanden Opvoeding op school m.b.t. gezondheid, hygiëne en milieu in Singtam (India)
1.000 EUR 1.000 EUR 885 EUR 1.000 EUR 1.000 EUR Totaal 4.885 EUR
4. Convenanten 1° met NGO Bevrijde Wereld: 10.000 € 2° met BIS (Beweging in de Stad): 11.000 € 3° met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: 8.000 € 4° met Dwagulu Dekkente: 6.500 € Totaal: 35.500 EUR. 5. Andere subsidies 1° werkingstoelage AAS: 1.500 EUR 2° noordzuidprijs voor Soweto Connection: 2.000 EUR 3° noordzuidprijs voor Tusaidiye Uganda: 4.000 EUR 4° jaarlijkse toelage aan 11.11.11 Nationaal: 8.500 EUR 5° noodhulp voor Haïti via Ti Soley Levé: 2.500 EUR 6° noodhulp voor Pakistan via het Belgisch Consortium 12-12: 2.500 EUR 7° noodhulp voor bestrijding van HIV/ AIDS aan Rode Kruis Vlaanderen in het kader van de actie Music for Life van Studio Brussel: 1.750 EUR 8° noodhulp voor de chronische noodsituatie van kinderen in Congo via Unicef: 1.500 EUR 9° noodhulp voor de noden in Niger na de overstromingen via Wereldsolidariteit Waas en Dender: 1.750 EUR 10° ondersteuning voor het afvalbeleid in onze Senegalese partnerstad Tambacounda: 25.390 EUR +27.093 EUR = 52.483 EUR 11° ondersteuning voor de uitbouw van de burgerlijke stand in Tambacounda: 9.720 EUR + 1.756 EUR = 11.476 EUR 12° ondersteuning voor de uitbouw en renovatie van de toiletten in de lagere school van de wijk Gouye in Tambacounda: 3.949 EUR
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
63
2011 JUMELAGES Individuele inwoners Individuele inwoners Individuele inwoners Individuele inwoners Individuele inwoners KaHo Sint-Lieven Boerke Naas Instituut Berkenboom Humaniora
Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Abingdon Volwassenenuitwisseling Colmar Uitwisseling met IFSI Colmar Uitwisseling met de Abingdon Morrismen Uitwisseling met school in Hongarije
59,10 EUR 53,90 EUR 79,24 EUR 47,32 EUR 48,55 EUR 1.605 EUR 215,96 EUR 152 EUR
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 1. Basissubsidies De volgende organisaties, stuk voor stuk lid van de A.A.S. (Actie- en Adviesgroep Solidariteit) kregen in 2011 een basissubsidie van 428,57 EUR elk, op basis van hun werking in 2010: AZ Nikolaas – Bangabola, Instituut voor Indische Moeders en Kinderen, 11.11.11 Sint-Niklaas, Makoumivrienden, Soweto Connection, Cunina, Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas, Meisjeshuis Paadhai India, Africa 4U, Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren, Magura Ilveï vzw, Wereldsolidariteit, Tusaidiye Uganda en Ti Soley Levé. Totaal: 5.999,98 EUR. 2. Werkingssubsidies Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (452,88 EUR), 11.11.11 Sint-Niklaas (959,04 EUR), Makoumivrienden (79,02 EUR), Soweto Connection (532,80 EUR), Vluchtelingenonthaal Sint-Niklaas (1.198,80 EUR), Meisjeshuis Paadhai India (879,12 EUR), Vlaams Centrum voor Inheemse Volkeren (506,16 EUR), Tusaidiye Uganda (372,96 EUR); Ti Soley Levé (1.092,24 EUR), AZ Nikolaas Bangabola (346,32 EUR), en Wereldsolidariteit (452,88 EUR). Totaal: 6.899,76 EUR. 3. Projectsubsidies Tusaidiye Uganda Meisjeshuis Paadhai India Makoumivrienden Dwagulu-Dekkente Bevrijde Wereld IIMK Ti Soley levé Soweto Connection
Afwerking 1e gebouw van de lagere school en bouw van een polyvalente ruimte in Kagulu (Uganda) Verbeteringen aan het bestaand opvangtehuis en bouw van een polyvalente ruimte in Chennai (India) Ondersteuning in schoolgeld van jongeren in Koudougou (Burkina Faso) Inleefreis van Sint-Niklase jongeren naar Burkina Faso in juli 2011 Sensibiliseringsactiviteit rond water- en voedselzekerheid in Bolivia Opvoeding op school m.b.t. gezondheid, hygiëne en milieu in Singtam (India) Promotie van onderwijs, gezondheidszorg en milieubescherming in Akil Samdi (Haïti) Uitbouw van een spelotheek als uitbreiding van de Siyafunda mini-bibliotheek in Soweto (Zuid-Afrika)
Totaal
1.000 EUR 1.000 EUR 1.000 EUR 910.73 EUR 1.000 EUR 1.000 EUR 752,31 EUR
7663,04 EUR
4. Convenanten 1° met NGO Bevrijde Wereld: 10.000 € 2° met BIS (Beweging in de Stad): 11.000 € 3° met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas: 8.000 € 4° met Dwagulu Dekkente: 6.500 € Totaal: 35.500 EUR.
64
1.000 EUR
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
5. Andere subsidies 1° werkingstoelage AAS: 1.500 EUR 2° jaarlijkse toelage aan 11.11.11 Nationaal: 8.500 EUR 3° noodhulp voor Lybië via het Rode Kruis: 1.250 EUR 4° noodhulp voor vrouwen en kinderen in Lybië; Egypte en Tunesië via UNICEF: 1.250 EUR 5° noodhulp voor slachtoffers van overstromingen in Benin via Wereldsolidariteit: 1.250 EUR 8° noodhulp voor stormschade aan het project van Tusaidiye Uganda in Kagulu (Uganda): 1.250 EUR 9° noodhulp voor hongersnood na extreme droogte in de Hoorn van Afrika via Artsen Zonder Grenzen: 2.500 EUR 10° noodhulp voor de getroffen veehouders in de Hoorn van Afrika via Dierenartsen Zonder Grenzen: 500 EUR 11° Ondersteuning VIF voor actie “Sint-Niklaas voor de Hoorn”: 1.500 EUR 12° noodhulp voor de aardbeving in Sikkim (India) via IIMK: 1.250 EUR 13° noodhulp voor de strijd tegen diarree via Music For Life: 750 14° ondersteuning voor het afvalbeleid in onze Senegalese partnerstad Tambacounda: 13.330 + 14.000 + 36.910 + 4.503 15° ondersteuning voor de uitbouw van de burgerlijke stand in Tambacounda: 16.114 16° Ondersteuning voor Dwagulu Dekkente voor de inleefreis naar Senegal: 2.000 EUR 17° Personeelssubsidie Oxfam Wereldwinkels = 10.000 EUR ANDERE INTERNATIONALE CONTACTEN Basisschool Sint-Camillus Twinning school Izzemouren (Al-Hoceima) max. 2.500 EUR HBO Verpleegkunde TI Sint-Carolus Uitwisseling IFCS Al-Hoceima max. 2.500 EUR
2. Evolutie uitgaven voor internationale samenwerking - technische kosten en toelagen 2007
2008
2009
2010
2011
€ 14.787,00
€ 19.296,00
€ 30.672,00
€ 53.462,00
€ 89.377,71
Toelagen
€ 107.954,00
€ 79.305,00
€ 74.512,00
€ 149.971,00
€ 173.504,73
Totaal
€ 122.741,00
€ 98.601,00
€ 105.184,00
€ 203.433,00
€ 262.882,44
Technische kosten
Zowel tegenover de technische kosten maar vooral tegenover de toelagen staan inkomsten van het Vlaams en federaal dossier Uitgaven toelagen 2008 en 2009: terugval in uitgaven wegens bevriezing toelagen aan Tambacounda
3. Evolutie dossiers Taken dienst internationale samenwerking: Ontwikkelingssamenwerking: sensibilisering Voorbereiden en uitvoeren van acties allerhande, ondersteunen van AAS en dagelijks bestuur, digitale nieuwsbrief, ontvangsten en speeches, intensieve voorbereiding + coördinatie van het inhoudelijk luik van Villa Pace, afsluiten van convenanten met partners in de stad (Oxfam Wereldwinkels, Bevrijde Wereld, BIS, Dwagulu Dekkente); opmaak, beheer en evaluatie van de subsidiedossiers met hogere overheden (federale, Vlaamse en provinciale). Behouden van het label FairTradeGemeente door continue acties + aansturen en ondersteunen van de stuurgroep; ontwikkelen van sensibiliseringsacties voor de Millenniumdoelstellingen die in 2015 wereldwijd moeten gerealiseerd zijn. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
65
Stedenband met Tambacounda Nauwe contacten met partnerstad Tambacounda; voorbereiden, uitvoeren en evalueren van missies; permanent overleg met hogere overheden in het kader van subsidiedossiers; voorzitterschap en verslaggeving in stuurgroep; vertalingen van dossiers, rapporten en brieven. Jumelages Contacten met zustersteden Abingdon, Colmar, Gorinchem, Lucca en Schongau + partnerstad Tábor, subsidiedossiers, begeleiden van verenigingen en scholen die een buitenlandse partner zoeken, digitale nieuwsbrief, ontvangsten en speeches, Dag van Europa en Villa Pace, opvang van burgers met reisplannen naar zustersteden. Andere internationale contacten Nauwe contacten met bestuur en partnerorganisaties in Al-Hoceima: ondersteuning van partners van de samenwerking in Sint-Niklaas (scholen, jeugdraad, …) voorbereiden, uitvoeren en evalueren van missies; voorzitterschap en verslaggeving in werkgroep; vertaling van dossiers, rapporten en brieven. Contacten met het bestuur van Suqian; overleg met partners in de samenwerking.
4. Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling De volgende visie is gedeeld door alle stakeholders die betrokken zijn bij gemeentelijke internationale samenwerking. Ze moet worden opgevat als een droom waar lokale overheden, die actief zijn op het vlak van internationale samenwerking, naar moeten streven. Toegevoegde waarde en specifieke aspecten van Gemeentelijke Internationale Samenwerking (GIS) Lokale overheden vertegenwoordigen het overheidsniveau dat het dichtst bij de mensen staat. Ze zijn daarom het best geplaatst om op efficiënte en gepaste wijze tegemoet te komen aan de échte noden en verzuchtingen van onze bevolking. Lokale overheden definiëren en implementeren het lokale overheidsbeleid en vinden daarin de nodige legitimiteit voor hun rol als actoren voor ontwikkeling. Lokale overheden zijn de enige actoren met dergelijke kennis van zaken en de expertise om hun tegenhangers in heel de wereld te helpen bij het versterken van hun democratische, lokale overheidsinstellingen, hun lokale besturen en hun lokale ontwikkelingsstructuren … en dit op lange termijn. Er wordt gewerkt met een unieke methodologie van een op maat uitgetekende samenwerking van collega tot collega; daarbij is iedereen betrokken die de “business” van lokale overheden van haver tot gort kent. Lokale overheden zijn het best vertrouwd met uitvoeren van lokaal beleid en met het tot stand brengen van lokale acties. Binnen die context levert gemeentelijke internationale samenwerking een unieke bijdrage. Niemand anders kan lokale overheden even goed ondersteunen als … lokale overheden. 1.Belangrijkste doelstellingen Verbeteren en ondersteunen van goed lokaal bestuur, waaronder o Het uitbouwen van sterke lokale overheidsinstellingen op lange termijn o De ontwikkeling van efficiënte en geschikte overheidsdiensten, en o De versterking van de rol van de democratische lokale overheid als katalysator/voorganger in het hart van lokale ontwikkeling
Ondersteunen van daadwerkelijke decentralisatie, met name via capaciteitsontwikkeling en met gebruikmaking van de toegevoegde waarde van verenigingen van lokale besturen (LGA‟s), dit om te verzekeren dat het proces van de overheid een volwaardige rol voorziet voor de lokale overheid. Helpen bij het aanpakken van mondiale uitdagingen op lokaal niveau, in het bijzonder problemen zoals de klimaatverandering, verstedelijking, …
66
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
2. Methodologie Onze belangrijkste methodologie is gestoeld op capaciteitsontwikkeling. Zo willen we sterke, lokale overheidsinstellingen opbouwen via partnerships, gebaseerd op samenwerking van collega tot collega, kennisoverdracht en uitwisseling. Hierbij zijn, waar nodig, het politieke en het administratieve/technische niveau betrokken, alsook de burgermaatschappij als het gaat om relevante aspecten. 3. Principes en waarden Onze relaties zijn gebaseerd op: Gelijkheid van respect, ideeën en creativiteit, ongeacht de financiële slagkracht van de partners Wederkerigheid (als een filosofie voor actie, niet als een indicator om te meten) Solidariteit Afwijzing van het hulpmodel „donor-ontvanger‟ Duurzaamheid en procesgericht werken Transparantie, openheid en aansprakelijkheid Professionalisme Respect voor diversiteit en lokale context Onafhankelijkheid van politieke partijen Realiteit! 4. Benadering Samenwerking om prioriteiten inzake lokale ontwikkeling / capaciteitsontwikkeling aan te pakken Mede-eigenaarschap van de doelstellingen en medeverantwoordelijkheid voor de activiteiten en de resultaten Realistische doelstellingen en resultaten die evenredig zijn met de activiteiten en de middelen; engagement om rekenschap af te leggen over de resultaten Engagement om te verzekeren dat de kennis wordt verspreid, zowel binnen als buiten de lokale overheid (institutionalisering van kennisoverdracht), met het oog op maximale waarde en met gebruikmaking van verenigingen van steden en gemeenten en andere kanalen voor een vermenigvuldigingseffect Er zijn verschillende types en grootteordes van GIS, die moeten worden gerespecteerd. 5. Actoren en stakeholders De belangrijkste actoren bevinden zich in een driehoek met de politieke zijde van de lokale overheid, de administratieve zijde van de lokale overheid, en de lokale burgermaatschappij (het middenveld) – dat alles met een degelijke interne coördinatie. Met het oog op een maximaal effect en ter verzekering van de duurzaamheid heeft elke punt van de driehoek behoefte aan zijn eigen “kampioenen”. De burgermaatschappij staat voor een brede waaier, met daarin (waar van toepassing) CBO‟s, bedrijfs- en onderwijssectoren, religieuze en traditionele leiders, en geëngageerde vrijwilligers. 6. Het uitbouwen van allianties De GIS-actoren moeten een breed ondersteuningsnetwerk uitbouwen en invloed uitoefenen op een brede waaier van andere instanties. Dit omvat het inzetten van overheidssteun om de werkzaamheden en doelstellingen binnen elke GIS-alliantie te ondersteunen. De koepelvereniging van lokale besturen (vereniging van steden en gemeenten)vormt een essentieel kanaal, dat helpt bij de institutionalisering van processen, bij lobbywerk en bij beïnvloeding van beleidsmakers, alsook bij de verspreiding van de opgedane kennis en de goede praktijken. Met andere lokale overheden in het land en daarbuiten. Met ngo‟s als een andere, belangrijke partner voor lokale ontwikkeling. De lokale overheid kan assertiever te werk gaan bij het zoeken naar manieren om ngo‟s aan te vullen en omgekeerd. Met andere overheidsniveaus of -milieus, vooral provinciale/regionale overheden, en (indien mogelijk!) met de centrale overheid. Met financiers en potentiële financiers van GIS-programma‟s, in het bijzonder met de bedoeling de programma‟s aan te passen aan de specifieke noden en het potentieel van de lokale overheden. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
67
7. Toekomstig traject GIS heeft gedurende meer dan 20 jaar een waardevolle rol gespeeld. Om te kunnen optornen tegen de nieuwe uitdagingen waarmee maatschappijen in heel de wereld te maken krijgen, moeten we vernieuwend denken, ons professionalisme versterken en de schaal en de impact van onze activiteiten verruimen. We moeten ook zichtbare actoren op het vlak van ontwikkeling worden, meer erkenning afdwingen voor de rol die we spelen, en de onbetwiste legitimiteit van de lokale overheden versterken als belangrijke actoren voor ontwikkeling.
5. Elementen uit Noord-Zuidkaart – vergelijking met andere steden en gemeenten www.noordzuidkaart.be ODA lijst Belgische steden en gemeenten 2010 (effectieve overdrachten aan het Zuiden ikv een stedenband)
6. Mondiale thema‟s Beleid VAIS Missie Het agentschap heeft als missie bij te dragen tot het dichten van de Noord-Zuidkloof, het bevorderen van duurzame ontwikkeling in het Zuiden en een rechtvaardige, vreedzame en welvarende internationale gemeenschap. Hiertoe zorgt het agentschap voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van het Vlaamse beleid inzake internationale samenwerking. Taken De Vlaamse overheid voert sinds 1993 een eigen beleid voor ontwikkelingssamenwerking uit. Het beleid wordt sinds april 2006 uitgevoerd door het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS). In het oprichtingsbesluit van VAIS staan de taken van het agentschap opgelijst. De taken omschrijven wat VAIS enerzijds in zuidelijk Afrika en anderszijds in Vlaanderen doet. De vijf taken van VAIS zijn: bilaterale samenwerking met partners in het Zuiden; ondersteuning van acties en activiteiten van onrechtstreekse actoren; samenwerkingsacties via multilaterale organisaties; draagvlakversterking en bewustmaking; noodhulp en humanitaire bijstand. Het Departement Internationaal Vlaanderen, cel ontw ikkelingssamenwerking is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het beleid. Het departement neemt ook de evaluatie van de beheersovereenkomst van het VAIS op zich. Daarnaast lijst het Departement internationaal Vlaanderen (DiV) de verschillende initiat ieven op vlak van ontwikkelingssamenwerking op binnen de Vlaamse overheid. Deze komen terecht in het Vlaamse ODA rapport (pdf). Het DiV stelt jaarlijks een rapport op van de bestedingen voor ontwikkelingsrelevante projecten uit de verschillende beleidsdome inen van de Vlaamse overheid (het zogenaamde ODA-rapport). Deze analyse wordt voorgesteld in het Vlaams Parlement. Ook wordt ze aan de federale Directie-Generaal voor ontwikkelingssamenwerking (DGD) bezorgd. DGD neemt deze analyse van o.a. de Vlaamse bijdrage voor ontwikkelingssamenwerking mee om er vervolgens de totale ODA van ons land mee te berekenen. Tenslotte vormt het Vlaamse ODA-rapport ook een beleidsinstrument om de doelstelling van beleidscoherentie voor ontwikkeling op af te toetsen (art. 3 §1 van het kaderdecreet).
68
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Beheersovereenkomst De beheersovereenkomst is een wederzijdse overeenkomst, die de bijzondere regels en voorwaarden vastlegt waaronder het VAIS zijn missie, taken en bevoegdheden uitoefent. Het document regelt de doelmatigheid van de uitvoering en dienstverlening, de voortgangscontrole en de evaluatie. De beheersovereenkomst 2011-2015 (pdf) legt de wederzijdse rechten en verplichtingen vast van de regering en het agentschap voor alle activiteiten van het agentschap in het kader van zijn publieke opdracht. Het beleid 1. In een wettelijk kader De principes, doelstellingen, voorwaarden van het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking zijn opgenomen in het kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking, dat in 2007 is in werking getreden. Een van de principes is concentratie: het Vlaamse beleid concentreert zich enerzijds op een beperkt aantal landen uit zuidelijk Afrika en anderzijds op een beperkt aantal thema‟s. De 3 partnerlanden zijn Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Vlaanderen foc ust er op voedselzekerheid en landbouw, gezondheid en strijd tegen HIV/AIDS, onderwijs, duurzaam ondernemerschap en duurzame handel. Het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking streeft in Vlaanderen naar meer draagvlakversterking. Convenants voor gemeente lijke ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingseducatie zijn de instrumenten die expliciet geregeld zijn in een decreet. Maar ook met het 4depijler steunpunt en allerlei communicatieacties, wil de Vlaamse overheid haar burgers warm maken voor het Zuiden. 2. Gestoeld op internationale afspraken Het Vlaamse beleid ontwikkelingssamenwerking richt zich op de Millenniumdoelstellingen voor Ontwikkeling die de lidstaten van de Verenigde Naties in 2000 hebben ondertekend. De Vlaamse bijdrage concentreert zich op extreme armoede en honger (MDG 1), gezondheidszorg (MDG 4-6) en het partnerschap voor ontwikkeling (MDG 8). Omdat klimaatverandering onmiskenbaar de sociale en economische ongelijkheid in de wereld verscherpt, wil de Vlaamse overheid de komende jaren ook aandacht besteden aan de integratie van de 7de millenniumdoelstelling, waarbij een gezond milieu en veilig drinkwater de basis vormen. Daarnaast houdt de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking zich aan de Verklaring van Parijs 1 die een paar jaar later werd aangevuld met de Accra Agenda for Action. Beide beogen ontwikkelingshulp doeltreffend te maken door: Beter samen te werken Uit te gaan van de prioriteiten en mogelijkheden van de partnerlanden Zich aan te sluiten bij het beleid en procedures van de partnerl anden De Verklaring van Parijs legt het zwaartepunt van de ontwikkelingsrelaties bij de ontwikkelingslanden zélf! 3. Ondersteuning gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking Een gemeente staat het dichtst bij zijn inwoners en is daarom goed geplaatst om de bevolking kennis te laten maken met Noord-zuid thema‟s. Bovendien is de gemeente een ontmoetingsplaats voor verschillende lokale spelers zoals 4de pijler organisaties, ngo‟s en geëngageerde burgers. Ten slotte is het zo dat gemeenten steeds meer bevoegdheden krijgen, dit noemen we decentralisatie. Decentralisatie gebeurt zowel bij ons als in het Zuiden. Gemeenten van hier en van in het Zuiden kunnen op vlak van goed bestuur van elkaar leren. Sommige gemeenten beslissen in het beleid om internationale thema's te duiden en verstaanbaar te maken voor hun inwoners. Dit kan door middel van educatie en informatie verlenen met als doel hun inwoners te sensibiliseren en/of bewust te maken. Om deze opdracht te vervullen hebben gemeenten middelen nodig. In 2005 werd he t decreet rond gemeentelijke convenants bekrachtigd door de Vlaamse Regering. Een convenant is een
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
69
overeenkomst tussen de Vlaamse Regering en de gemeenten waarmee aanvullende middelen worden toegekend. Deze middelen moeten gemeenten aanmoedigen om een eige n NoordZuidbeleid uit de grond te stampen. In een convenant worden doelstellingen en de te verwachten resultaten omschreven en worden details rond financiering en evaluatie vastgelegd. Gemeenten hebben de mogelijkheid om een directe samenwerking met een z uidelijke partnergemeente aan te gaan. De stedenband maakt het mogelijk om een verbintenis te concretiseren. Het gaat hier om een politiek en maatschappelijk gedragen samenwerkingsakkoord tussen twee lokale besturen. Maar een stedenband is geen vereiste om een convenant aan te gaan. Federaal – DGD Partnerlanden De 18 partnerlanden van de gouvernementele samenwerking werden geselecteerd op basis van o.a. de graad van armoede, aspecten van goed bestuur en de mogelijkheden voor België om betekenisvolle hulp te bieden. De precieze criteria voor de landenkeuze liggen vast in de Wet op de Internationale Samenwerking, die een maximum van 25 landen bepaalt. De lijst met geselecteerde landen wordt vastgelegd in een Koninklijk Besluit (KB van 26 januari 2004). Als gevolg van deze concentratiepolitiek heeft DGD zich intussen als donor uit een aantal landen teruggetrokken, maar de aangegane bilaterale akkoorden worden wel nageleefd en afgerond. Het is de bedoeling om langdurige samenwerkingsrelaties met deze partnerlanden te kunnen onderhouden. Dit wordt vastgelegd in meerjarenprogramma‟s (ISP), onderhandeld met het land in kwestie. Met het oog op een grotere doeltreffendheid (in overeenstemming met de Parijsverklaring) worden ook afspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de verschillende donoren aanwezig in een partnerland. Op basis daarvan wil België haar gouvernementele samenwerking concentreren op maximaal 2 sectoren. Dit wordt in de praktijk gebracht in de nieuwe indicatieve samenwerkingsprogramma‟s die afgesloten werden sinds 2008, met uitzondering voor de landen in Centraal-Afrika waar onze hulp omvangrijker is. De voorbereiding en opvolging van de gouvernementele programma's gebeurt ter plaatse door de attachés voor ontwikkelingssamenwerking van de Belgische ambassades, terwijl de uitvoering in handen is van de Belgische Technische Coöperatie (BTC). BTC is in de partnerlanden aanwezig met "plaatselijke vertegenwoordigers", belast met het toezicht op de uitvoering van de programma's en projecten. De deskundigen en coöperanten voor de projecten worden door BTC aangeworven en ressorteren onder deze laatste. De 18 partnerlanden Algerije - Benin - Bolivia - Burundi - DR Congo - Ecuador - Mali - Marokko - Mozambique - Niger Palestijnse gebieden - Peru - Rwanda - Senegal - Tanzania - Uganda - Vietnam - Zuid-Afrika Thema‟s De activiteiten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking kunnen onder een 12-tal thema‟s worden ondergebracht De Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen Voedselzekerheid en landbouw Leefmilieu en klimaat Migratie en ontwikkeling Onderwijs en vorming Gezondheidszorg Infrastructuur Maatschappijopbouw Gender Aid for Trade Kinderrechten Private sector
70
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
ODA, DAC en de 0,7%-norm "Officiële ontwikkelingshulp" of "ODA" (Official Development Assistance) Om de hulpinspanningen van de verschillende donoren te kunnen vergelijken en het nakomen van gemaakte beloftes te kunnen opvolgen, werd het begrip ODA of "Official Development Assistance" ontwikkeld, waarmee internationaal afgesproken wordt wat wel en wat niet mag meetellen als "hulp". Deze maatstaf is intussen internationaal algemeen aanvaard; de definitie ervan wordt beheerd door het "Development Assistance Committee" (DAC) van de OESO. Officiële ontwikkelingshulp omvat alle stromen naar ontwikkelingslanden en naar multilaterale organisaties, die aan volgende twee voorwaarden voldoen: De donor is een officiële instantie, zoals bijvoorbeeld lokale of federale overheden en hun uitvoerende overheidsagentschappen. De transactie heeft tot hoofddoel de economische ontwikkeling en het welzijn in de ontwikkelingslanden te bevorderen, en heeft een concessioneel karakter. In het geval van leningen betekent dit dat het giftelement minstens 25% moet bedragen. Giften en leningen voor militaire doeleinden zijn uitgesloten. De ontwikkelingslanden in deze definitie bedoeld zijn alle landen of landengroepen die voorkomen op de officiële lijst van het DAC. Zie voor deze lijst www.oecd.org/dac/stats/daclist2 . Ook de multilaterale instellingen die in aanmerking komen werden vastgelegd in een officiële lijst. Zie "Annex 2" op www.oecd.org/dac/stats/dacdirectives De bijdragen aan de algemene middelen van deze organisaties ("core-bijdragen") zijn geheel of gedeeltelijk aanrekenbaar als officiële ontwikkelingshulp. De 0,7%-norm Reeds in de jaren 1970 werd internationaal aanvaard dat de officiële ontwikkelingshulp van de rijke landen minstens 0,7% van hun Bruto Nationaal Inkomen (BNI) zou moeten bedragen. Ook België heeft zichzelf de wettelijke verplichting opgelegd om vanaf 2010 deze norm te behalen. In 2010 bedroeg de Belgische officiële ontwikkelingshulp 2.265 miljoen euro of 0,64% van het BNI, het hoogste cijfer dat ooit bereikt werd. Met dit percentage bekleedt België op de lijst van de donoren van het Ontwikkelingscomité (DAC) van de OESO de zesde plaats, na Luxemburg, de Scandinavische landen en Nederland. De motor achter de sterke groei van de laatste jaren was de begroting ontwikkelingssamenwerking (DGD). Voor 2010 heeft ook de kwijtschelding van de schulden van de Democratische Republiek Congo bijgedragen aan het goede resultaat. Evolutie van de officiële ontwikkelingshulp van DAC-donoren als % van het BNI
Internationale context MILLENNIUM DEVELOPMENT GOALS (2000) 8 doelstellingen – 21 doelen – 60 indicatoren MDG 1: De grootste armoede en honger de wereld uitbannen MDG 2: Basisonderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen MDG 3: Gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen MDG 4: Kindersterfte terugdringen (2/3) MDG 5: De gezondheid van moeders verbeteren MDG 6: Strijd leveren tegen HIV/aids, malaria en andere ziekten MDG 7: Actief werken aan een duurzaam milieu MDG 8: Werken aan een mondiaal partnerschap voor ontwikkeling Positief 2
Zie bijlage.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
71
- Definiëren van problemen - Wereldwijd samenwerken aan dezelfde criteria voor ontwikkeling Negatief - Zodanig specifiek dat andere problemen geen aandacht meer krijgen - Heel ruwe criteria. SMARTindicatoren?? VERKLARING VAN MONTERREY (2002) Internationale conferentie over de financiering van ontwikkelingshulp 1. Nationale financiële middelen inzetten ten dienste van ontwikkelingssamenwerking 2. Internationale middelen: directe buitenlandse investeringen en andere privé-investeringen 3. Internationale handel als motor voor ontwikkeling 4. Versterking van financiële en technische ontwikkelingstechnieken 5. Aanpakken van structurele problemen zoals de versterking van de coherentie van monetaire, financiële en commerciële systemen als handelshulp OESO – Development Assistance Commmittee DAC - Coördinatie van de donoren van de IL - OESO DAC list VERKLARING VAN PARIJS (2005) Toename van de efficiëntie van de verschillende ontwikkelingsactoren: 1. Ownership 2. Alignment 3. Harmonisation 4. Managing for results 5. Mutual accountability VERKLARING VAN ACCRA (2008) Opvolgingsconferentie verklaring van Parijs - > verdere uitdieping: - Nadruk op ownership - Doeltreffend en inclusief partnerschap (opentrekken van ownership naar alle actoren op nationaal niveau) - Gerichtheid, resultaat en transparantie GEDRAGSCODE van EU (2007) Doel = complementariteit en taakverdeling in het ontwikkelingsbeleid - Twee sectoren per partnerland - Afspraken over een hoofddonor - Gedelegeerde samenwerking (ander land geld geven en delegeren om project uit te werken) - Beperking op het aantal partnerlanden per donor - Aanpak van de stiefmoederlijk behandelde landen
7. Elementen uit het PULSE onderzoek Conclusies onderzoek Algemene Barometer Draagvlak Ontwikkelingssamenwerking - Kennis over ontwikkelingssamenwerking neemt toe - Sterke betrokkenheid bij armoede in het Zuiden - Toenemende kritische houding ten aanzien van de besteding van de middelen voor ontwikkelingssamenwerking - Afnemend vertrouwen in de klassieke actoren (overheid en ngo‟s) - Dalend percentage gevers (tijdsgeest: individualisme – neoliberalisme – economische crisis) - Eerlijke handel als bijdragevorm zit in een opwaartse curve Aanbevelingen - In sensibilisering nadruk leggen op beleving en directe betrokkenheid - Benadering diversifiëren op maat van verschillende groepen in de samenleving => zal de nodige innovaties vergen qua aanpak en boodschap 72
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Conclusies onderzoek draagvlak ontwikkelingssamenwerking bij jongeren: Enquêteresultaten bij jongeren = bijna spiegelbeeld van de resultaten bij volwassenen - Kennis over ontwikkelingssamenwerking is vrij beperkt - Basishouding ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking positiever dan bij volwassenen - Voornaamste motief voor ontwikkelingssamenwerking = solidariteit - Klassieke actoren worden als meest geschikt aanzien - Mondiale vorming kan attitude beïnvloeden zolang het niet te prekerig of drammerig overkomt Jongeren die traject van mondiale vorming gevolgd hebben, staan significant positiever tegenover het Zuiden Aanbevelingen - Mondiale vorming wordt best in het curriculum opgenomen - Aanpak afhankelijk van leeftijd en studierichting: eerder abstraherend/analyserend of vanuit actieperspectief - Kans is groter dat jongeren zich aansluiten indien het initiatief vanuit de school of jeugdbeweging komt => overheden zouden initiatieven moeten aanreiken aan scholen en jeugdbewegingen!
7. Elementen uit bevraging centrumsteden door ACE Europe Bevraging vooral over de ondersteuning van de adviesraad door de dienst. Voor ons interessant: - Budget voor ontwikkelingssamenwerking is hoger in Sint-Niklaas dan in andere centrumsteden. - Betrekken allochtone organisaties => Opzetten structureel overleg met dienst samenleving. Zie aandeel remittances t.o.v. ODA!
8. Elementen uit Brochure 11.11.11 Lokaal doel 1: de gemeente zet in communicatie en sensibilisering - Communicatie en sensibilisering is de basis om te komen tot structurele veranderingen - Lokale overheid is ideaal geplaatst voor educatie en sensbilisering. Dit moet gezien worden als één van de kerntaken van een gemeente Lokaal doel 2: de gemeente engageert zich voor het klimaat Mogelijkheden: - Sensibiliseren - Uitwisselen tussen milieu, landbouw en Noord-Zuidwerking - Activiteiten ecologisch duurzaam organiseren - Aandacht voor het klimaat als criterium bij het ondersteunen van projecten - Aankoopbeleid o.a. ethisch beleggingsbeleid - Bewust reisbeleid - Kiezen voor een coherent en consequent intern beleid - Engagement om CO2 uitstoot aanzienlijk terug te dringen en om klimaatneutraliteit na te streven Lokaal doel 3: de gemeente kiest voor fair trade Lokaal doel 4: de gemeente voorziet de mensen en de middelen
Budget – kwalitatief groeipad – evenwichtige verdeling Noord- en Zuidwerking Kwalitatief groeipad: Betekenisvolle vooruitgang in het budget, zowel kwantitatief als kwalitatief, richting 0,7 % van de gewone begroting als symbolisch streefcijfer (substantiële groei). Streven naar 0,7 % omdat in 19710 reeds de landen van de VN beslist hebben dat de IL 0,7 % van het BNI zouden moeten besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Een stad of gemeente kan er samen met andere overheden voor zorgen dat België de norm haalt, en geeft hiermee ook een duidelijk signaal aan de federale overheid. Uit de begroting van 2012: Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
73
84903/124-48
Diverse technische kosten
108.500
a) Jumelages: missies en officiële uitwisselingen: 7.500 EUR
b) Ontwikkelingssamenwerking: eigen uitgaven in het kader van projecten allerhande: 52.000 EUR. c) Andere buitenlandse contacten: 12.500 EUR d) 50 jaar verzustering: 11.500 EUR
e) UNICEF-solidariteitsstad: 25.000 EUR (S.C. 25-10-2010). 84903/332-02
Toelagen voor ontwikkelingssamenwerking (N.V.) a)
Jumelages: uitwisselingen tussen verenigingen: 21.000 EUR
b)
Basis-, werkings- en projectsubsidie voor vrijwilligersorganisaties: 23.000 EUR
c)
Actie- en Adviesgroep Solidariteit: 1.500 EUR
d)
JES (jumelages en Europese samenhorigheid): 1.500 EUR
e)
Tambacounda: 90.500 EUR
f)
Noodhulp of humanitaire acties: 10.000 EUR
g)
11.11.11.Nationaal: 8.500 EUR
h)
Convenanten met derden: 47.000 EUR
i)
Investeringsfonds: 10.000 EUR
Cursief gemarkeerd valt onder ontwikkelingssamenwerking is.
12.500 EUR (technische kosten) voor andere internationale contacten is deels voor Al-Hoceima, wat eigenlijk voor een stuk ook onder OS valt. Als je alles (geel) optelt, kom je aan 257.500 EUR.
Anderzijds visie van VVSG = voor lokale besturen kan de 0,7 % niet als norm vooropgesteld worden. Gemeenten beschikken niet over een bruto gemeentelijk product. Er kan wel gestreefd worden naar een kwalitatief groeipad: 1. Opstellen van een doeleindenmix 2. Vooruitgang in het budget Voor het berekenen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking worden echter volgende kostenposten meegeteld: - Personeelskost NZ ambtenaren - Personeelskost ambtenaren andere diensten indien zij in het kader van een stedenband in het Zuiden een taak op zich nemen of indien de NZ ambtenaar een inschatting wenst te maken van de geïnvesteerde tijd (voor activiteiten in het Noorden). - Overdrachten: investeringen/projecten in het Zuiden; subsidiëring; noodhulp - Kosten gemaakt in het kader van sensibiliserende activiteiten of capaciteitsopbouw in het Noorden. Totaal budget stad Sint-Niklaas (gewone dienst - 2010) = 110.772.299 EUR 0,7 % = 775.046 EUR Bovendien kunnen steden en gemeenten samen met de andere overheden ervoor zorgen dat België de norm haalt. Het is daarbij belangrijk dat, voor de berekening van de 0,7 %, de inspanningen van de steden en gemeenten uit de eigen middelen komen en niet gehaald worden uit de subsidiepot van de centrale overheden. Indien men de verkregen subsidies meerekent, dan worden die in het algemeen plaatje dubbel gerekend: het Vlaams en het federaal overheidsniveau Lokaal doel 5: de gemeente zet haar schouders onder participatie en inspraak Een doeltreffend lokaal Noord-Zuidbeleid, enkele principes: 74
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
213.000
1. 2. 3. 4. 5.
Eigenaarschap: zowel in de Zuidwerking als in de ondersteuning van verenigingen Afstemming Wederzijdse verantwoording Resultaatsgericht beheer: M&O Beleidscoherentie voor ontwikkeling: impact van ALLE beleidsbeslissingen op ontwikkeling
C. SWOT-analyse Sterktes
Internationale samenwerking -
Sterke publieke acties (Villa Pace, UNICEF Solidariteitsstad) Gekwalificeerd personeel Voldoende budget Draagvlak bij inwoners (er is een adviesraad, diverse werkgroepen, scholen actief rond OS) (Stijgende) dynamiek Politieke gedragenheid Sterke lokale partners (Bevrijde Wereld, Oxfam Wereldwinkels, ...) Uitgebouwd Noord-Zuidbeleid (diversiteit aan thema‟s, historiek, stedenband, FTG, …) Beleidsdomeinoverschrijdend horizontaal, transversaal Goede ondersteuning door hogere overheid
Jumelages -
Sterke historiek Historische connectie met zustersteden
Zwaktes
Internationale samenwerking -
Te weinig communicatie over activiteiten en projecten Politieke context Workload Administratieve last Te veel ad hoc werken, te weinig tijd voor visieontwikkeling Zwakke participatie middenveld bij stedelijk beleid Doelgroep = nichepubliek Versnippering AAS/JES
-
Klein draagvlak (Sint-Niklaas en zustersteden) Dalend aantal projectaanvragen
Jumelages
Kansen
Internationale samenwerking -
Ontwikkelen van een communicatieplan Uitbouwen project „Sint-Niklaas Solidariteitsstad‟ Coherent subsidiereglement, aangepast aan (inter)nationale en lokale context Implementatie van nieuwe visies op ontwikkelingssamenwerking Ruimere sensibilisatie (vnl. naar jongeren toen) Doelgroep verruimen: betrekken kansengroepen Draagvlakverbreding –en verdieping bij bevolking en personeel (diverse thema‟s) Toenemend aantal vierdepijlerbewegingen => inhoudelijk ondersteunen en begeleiden
-
Subsidiereglement heroriënteren, afstemmen op vraag/behoeften burgers/nieuwe tendenzen <mondialisering
Jumelages
Bedreigingen
Internationale samenwerking -
Afhankelijkheid (politieke) visie bestuur verkiezingen Ontwikkelingssamenwerking = kerntaak? Afhankelijkheid externe subsidies (Vlaams, federaal, …) Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
75
-
Te weinig personeel om alle dossiers te realiseren Afhankelijkheid van partners Versnippering in het middenveld (toenemend aantal vierdepijlerbewegingen)
Jumelages -
Mondialisering
Diversiteit De analyses rond „diversiteit‟ bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren.
Democratie De analyses rond „democratie‟ bevinden zich, omwille van hun transversaliteit, verspreid over dit gehele document onder verschillende sectoren.
76
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Ruimte, milieu en economie 6. Wonen A.
Omgevingsanalyse
De bevolking neemt sterk toe in Sint-Niklaas, dit zowel door het positief natuurlijk saldo als door het positief migratiesaldo. Er worden dus meer kinderen geboren en er komen meer gezinnen met kinderen wonen. Binnen het grondgebied van Sint-Niklaas zijn er grote verschillen. Qua demografische samenstelling is er vooral een groot verschil tussen het stadscentrum en de deelgemeenten, maar ook binnen de diverse wijken van het stadscentrum en van de deelgemeenten zijn er verschillen. De drie deelgemeenten kennen de laagste bevolkingsdichtheid en tellen veel tweepersoonshuishoudens. Deelgemeentes Sinaai en Belsele hebben een gelijkaardig bevolkingsprofiel, namelijk veel bewoners van middelbare leeftijd, terwijl Nieuwkerken ook nog veel gezinnen met kinderen huisvest. Het stadscentrum beschikt in het algemeen over een verouderde bevolking en telt het meeste 60plussers maar in sommige wijken zijn ook gezinnen met kinderen terug te vinden. Er zijn in het algemeen wel veel meer eenpersoonshuishoudens in het centrum dan in de deelgemeenten. Daarnaast zijn er ook heel wat wijken in het stadscentrum die gezinnen met kinderen aantrekken en zijn er wijken die meer aanleunen bij de deelgemeenten en meer een profiel hebben met inwoners van middelbare leeftijd. Op vlak van migraties stellen we vast dat de omliggende gemeentes uit het arrondissement de belangrijkste migratiepartners van de stad vormen. Zij leveren ongeveer de helft van het totaal aantal immigranten en emigranten. Buitenlandse migratie in Sint-Niklaas komt veel minder voor, maar vertoont wel een opmerkelijk patroon als we kijken naar de leeftijdsverdeling, nl. er vertrekken meer jonge inwoners tussen 25-30 jaar vanuit Sint-Niklaas naar een andere gemeente in België dan er de laatste jaren toekomen. Beide migratiesaldo‟s samengeteld zorgen voor een positief saldo (zie ook hoger).
Woonbehoefte
Uit wat we kunnen opmaken uit de bevolkingsprognoses die gemaakt werden in het kader van de woonbehoeftestudie blijkt dat er, rekening houdend met de migratie in de stad, tegen 2020 32.270 gezinnen in Sint-Niklaas zullen wonen. Dat zijn er 2.037 meer dan in 2010, wat een behoefte betekent van 2.098 woningen tot 2020.
Woonaanbod
Sint-Niklaas is een typische centrumstad voor wat betreft het type woningen: een ondervertegenwoordiging van open bebouwing en eigenaars en een oververtegenwoordiging van appartementen en huurders. Ook onder de nieuw gebouwde woningen in de stad vinden we vooral appartementen terug. Het aantal uitgereikte bouwvergunningen voor de nieuwbouw van flats lag de afgelopen jaren immers heel wat hoger dan deze voor eengezinswoningen. Maar de stad heeft zeker ook enkele minder typische kenmerken. Sint-Niklaas kent net zoals de meeste andere centrumsteden een duidelijke stijging van de woonprijzen, maar aangezien de gemiddelde prijzen voor woonhuizen en appartementen er steeds lager hebben gelegen dan gemiddeld in de bredere omgeving, blijft Sint-Niklaas één van de meest betaalbare centrumsteden. Uit de cijfers uit 2009 die de prijzen vergelijken met buurgemeenten, bleek dat het niet onlogisch was dat er een migratiebeweging ontstond vanuit deze gemeenten naar Sint-Niklaas, waar zowel de appartementen als villa‟s duidelijk goedkoper waren. Qua woningkwaliteit scoort de stad middelmatig, maar is ze eerder atypisch met betrekking tot de relatief beperkte aanwezigheid van verwaarloosde en leegstaande woningen. Wel valt de kleine Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
77
oppervlakte en de hoge ouderdom van de sommige woningen op ten opzichte van de rest in Vlaanderen. Op vlak van sociaal wonen kent Sint-Niklaas een eerder laag percentage aan sociale woningen (<6%). De stad kan mits de nodige inspanningen het sociaal objectief wel halen, maar dient een grote inhaalbeweging te maken om het huidige sociale aandeel sterk de hoogte in te duwen. Ook wat betreft huisvesting voor ouderen volstaat het huidige aanbod en dient men vooral te denken aan een uitbreiding van het alternatieve woonaanbod voor senioren zonder of met een laag zorgprofiel.
Confrontatie woonaanbod vs. woonbehoefte
Het woonaanbod in de stad Sint-Niklaas voor de huidige planperiode tot aan 2020 volstaat ruimschoots om de woonbehoefte in de stad op te vangen. Om geen overaanbod te creëren is het daarom niet aangewezen om bijkomende woonuitbreidingsgebieden aan te snijden. Het is ook aangewezen om de drie grotere stadsuitbreidingsprojecten pas te ontwikkelen in de volgende planperiode(s). Indien er nieuwe bevolkingsprognoses ter beschikking komen dan moet deze oefening opnieuw geëvalueerd worden. Hetzelfde geldt indien plots zou blijken dat een groot deel van het huidig aanbod niet zal worden opgenomen. Het uitrusten van deze terreinen met de infrastructuur wordt dan ook beter binnen de huidige omstandigheden nog niet opgestart. Binnen deze planperiode staan de stadsinbreidingsprojecten en herbestemmingsprojecten centraal. De stad wil dan ook de grootste groei opvangen in het regionaalstedelijk gebied en de kwaliteit van de binnenstad opkrikken door de stadskankers aan te pakken en te herbestemmen naar kwalitatieve woonvormen. Met betrekking tot het sociale woonaanbod in Sint-Niklaas is het belangrijk dat de stad erover waakt dat het sociaal objectief binnen de vooropgestelde termijn (2020) bereikt kan worden. Met de huidige geplande sociale woonprojecten gaat de stad reeds de goede richting uit. Wat het woonaanbod voor senioren betreft heeft Sint-Niklaas te kampen heeft met een overaanbod aan bedden in woonzorgcentra en een tekort aan alternatieve en meer zelfstandige woonvormen zoals serviceflats en het zelfstandig wonen met behulp van de thuiszorg. Door haar aanbod in woonzorgcentra af te bouwen en sterker in te zetten op een woonaanbod voor mensen met een laag zorgprofiel zal de stad op relatief korte termijn (2017) voldoen aan de programmatienormen van de Vlaamse overheid.
5. premies
Verschillende overheden en instanties bieden premies of andere subsidies aan. B.
SWOT-analyse „Ruimte om in te wonen‟
STERKTES -
ZWAKTES
Natuurlijke bevolkingsaangroei; Verjonging van de bevolking; Positief migratiesaldo; Stad op mensenmaat: kleinschalig maar toch de voordelen van een stad; Veel voorzieningen (scholen, ziekenhuizen en RVT‟s).
-
78
-
Verouderd woningpatrimonium; Verouderde bevolking in het centrum; Weinig gentrificatie, geen grote middenklasse of hogere klasse; Verdere vergrijzing van de bevolking; Betaalbaarheidsproblemen op de huurmarkt, onderlaag dreigt uit de boot te vallen.
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
7. Natuur en water A. Omgevingsanalyse „Ruimte voor natuur en water‟
Lijnvormige groene en blauwe elementen
De structurerende groene lijnen in Sint-Niklaas zijn de beplantingen van de spoorwegtaluds en de N41. Kenmerkend voor deze groene lijnen is dat het groen er voldoende robuust is en een hoge beeldkwaliteit heeft. Het groen benadrukt er de infrastructuren en geeft deze een meerwaarde binnen de ruimtelijke structuur van de stad Sint-Niklaas. De blauwe lijnen van het waterlopenstelsel in Sint-Niklaas zijn zwak ontwikkeld. De waterlopen zijn niet of amper zichtbaar in het stedelijke weefsel. Pas aan de grens van het stedelijke gebied worden de Molenbeek, Grote Beek en Waterloop van de Hoge Landen zichtbaar als groen-blauwe aders die naar de omliggende open ruimte reiken. De vallei van de Barbierbeek doorsnijdt het stedelijke gebied van oost naar west. De ecologische waarde ervan als natuurverbinding wordt bevestigd in diverse beleidsdocumenten. Toch heeft ook deze waterloop sterk te lijden onder een verlies van beschikbare valleiruimte door verhardingen en infrastructuren.
Z-vormige bosstructuur
De bossen van Puitvoet, het recreatiedomein De Ster en de kleinere bosfragmenten ertussen maken deel uit van de Z-vormige bosstructuur op de hoger gelegen stuifzandruggen. Deze bosstructuur is sterk versnipperd door infrastructuren, bedrijventerreinen en woonzones. Deze bosgebieden hebben, behalve een functie in de natuurlijke structuur, ook een belangrijke recreatieve functie. De bossen stoppen echter niet met de zuidelijke rand. Aan de plassen van SVK bevinden zich nog beboste percelen. Deze zijn echter niet toegankelijk.
Groen in combinatie met openruimtes/landbouwgebied
De agrarische gebieden worden in veel gevallen gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE‟s) zoals knotbomen en populierenbomenrijen. Een aantal dringen als groene vingers vanuit het buitengebied het stedelijke weefsel binnen en verbinden op die manier de stad met het buitengebied. Andere worden omsloten door (lint)bebouwing binnen het stedelijke gebied, zoals Hamelveld, Kloottiende, Galgstraat, Tweede Moerput en Hoge Bokstraat (als deel van Puyenbeke). De meeste overige landbouwruimten zullen in de toekomst ontwikkeld worden als woongebied of bedrijventerrein. De Winningen zal deels ontwikkeld worden binnen een gefaseerde gemengde ontwikkeling voor bedrijvigheid, woonproject en groen. Doorheen De Winningen is een ringgracht aangelegd in functie van de waterproblematiek van Sint-Niklaas. Deze ringgracht is op een zeer technische manier gerealiseerd en laat weinig ruimte voor oeverontwikkeling.
Stedelijke groenobjecten
De stedelijke groenobjecten omvatten parken, parken bij campussen, braakliggende terreinen, plantsoenen, een bufferbekken met ruimte voor natuurontwikkeling en sportterreinen. De totale oppervlakte aan groen, zowel toegankelijk als niet toegankelijk, bedraagt 223,16 ha. Hiervan is enkel het recreatiedomein De Ster te beschouwen als stadsgroen voor de hele stedelijke agglomeratie. De Ster is echter niet vrij toegankelijk. Op stadsdeelniveau zijn de groenvoorzieningen van SVK en het plantsoen van het klaverblad E17 relevant. Deze groenobjecten zijn echter niet toegankelijk en/of omgeven door quasi onoversteekbare barrières. Groenzones met oppervlaktes tussen 5 en 10 ha behoren tot het functieniveau wijkgroen. In SintNiklaas gaat het over 7 groenobjecten met een totale oppervlakte van 41,43 ha. Het betreft de campus St. Lucia, het stadspark Romain de Vidtspark, de groenvoorzieningen van het Kon. Fabiolapark, het wachtbekken en bufferbos aan Vijfstraten, het sportterrein Puyenbeke, de begraafplaats Tereken en Puitvoet. Deze groenzones zijn allen (deels) toegankelijk, zowel openbaar als semi-openbaar. De overige groenobjecten betreffen buurt- en woongroen.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
79
Groene en groenarme wijken De kern en de oudere wijken in het centrum worden gekenmerkt door een compact karakter waarin weinig ruimte is voor groen in het algemeen en openbaar groen in het bijzonder. Het openbare groen is er beperkt tot enkele parken. Deze parken scoren echter goed wat betreft voorzieningen en belevingswaarde. In de recentere wijken in de stadsrand is de situatie duidelijk afwijkend. Bij aanleg van deze wijken werd reeds een belangrijke openbare groenstructuur voorzien. Ook de hoeveelheid privaat groen is er in de regel groter. B. SWOT-analyse „Ruimte voor natuur en water STERKTES -
-
-
Het Regentieplein ligt centraal binnen een historisch stervormig stratenpatroon en wordt gekenmerkt door een aangename sfeer en (groene) beeldwaarde. De structuur en samenhang van deze straten geven de woonplek een hoge belevingswaarde. Ook de art nouveau- architectuur draagt hiertoe bij; Een groene binnenruimte als groene parel langs de Regentiestraat; De kwalitatieve groene ruimte van het Museumpark Zamanstraat sluit aan op de parking Zwijgershoek en vormt zo een groene stapsteen tussen de Zamanstraat en Ankerstraat.De drukke Hofstraat wordt gekenmerkt door een groenstructuur met relatief goede continuïteit, begroening van parking en semi-openbaar groen bij openbare gebouwen; Casinopark: een aangename, groene rustplek nabij de Stationsstraat; Het Onze-Lieve-Vrouwplein is een pleinruimte met kleinschalige groenstructuur en historische waarde complementair aan de Grote Markt; Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op openbaar domein (groen-verhardingen) is nihil.
ZWAKTES -
-
-
-
-
KANSEN -
-
Uitbreiding pesticidendecreet; Nauwere samenwerking met landbouwers (onderhoud, beheer, KLE‟s); Groen in nieuwe woonprojecten (aanpassing verkavelingsverordening); Groen als ondersteuning van een duurzaam mobiliteitsbeleid en masterplan publieke ruimte Inzetten op infiltratie, hergebruik en buffering van hemelwater; Publiek toegankelijk maken van het Park Defauw De parking Zwijgershoek vormt een potentiële doorsteek tussen de Zamanstraat en de Ankerstraat aansluitend op het Museumpark. Deze doorsteek is niet ontwikkeld; Het bospark Paters Minderbroeders is een vrij onbekende groene parel. Het is een zeer rustig park met hoge beeldwaarde. 80
De kleine waardevolle groene elementen in het kernweefsel zijn vaak verborgen en onbekend; Onvoldoende continuïteit van groenstructuren in het stedelijk gebied zoals in de Truweelstraat-Ankerstraat; De aansluiting op de Hofstraat en de Plezantstraat ter hoogte van het Onze-LieveVrouwplein is onvoldoende sterk. De groenstructuren lopen niet door, er is geen ruimtelijk-visuele „link‟; De ruimtelijke verbinding naar de omringende pleinen en ruimtes vanaf de Grote Markt is onduidelijk, bijvoorbeeld Collegestraat; Bomen hebben te weinig ruimte (plantvakken, sterke terugsnoei); Enkele groenarme wijken; Weinig ruimte voor natuurlijke oevers ten voordele van waterkwaliteit en biodiversiteit.
BEDREIGINGEN -
Aantal en kwaliteit KLE nemen af; Verdere versnippering van groene lijnstructuur Woonuitbreiding.
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
8. Publieke ruimte A. Omgevingsanalyse „Publieke ruimte‟ Vandaag stellen we vast dat het de stad ontbreekt aan een globale visie omtrent „publieke ruimte‟ op haar grondgebied. Ruimtelijke projecten worden onafhankelijk van elkaar ontwikkeld en er wordt vnl. ad hoc gewerkt bij de inrichting van publieke ruimte. Tevredenheid over woning en buurt ligt rond het stedelijk gemiddelde (centrumsteden). De tevredenheid over de stad, net als de fierheid over de stad zijn erop achter uitgegaan (-5,5%) Het essentiële aspect met betrekking tot “kwaliteit van de woonomgeving” is de inrichting van de publieke ruimte, de verkeersveiligheid en – leefbaarheid, de aanwezigheid van groenvoorzieningen en de verweving van verschillende functies. De uitbouw van het stedelijk gebied en de herwaardering van de deelkernen vergen een vernieuwde aandacht voor de publieke ruimte. Deze ruimte is niet zomaar een leegte, een overblijfsel tussen gebouwen, zonder eigen waarde of betekenis. Het is deze ruimte die de stad en de kernen samenhoudt en betekenis geeft. Zonder publieke ruimte is er geen openbaar leven. Daarom is het aangewezen dat voor de vormgeving, de inrichting, de programmering en het beheer van de publieke ruimte een masterplan wordt opgemaakt. Dit masterplan doet uitspraken over de verkeerscirculatie en de hiërarchie van het wegennet, over de structuurbepalende plaatsen, over de groenstructuur en over het straatmeubilair en materiaalgebruik. Dit gebeurt op basis van een samenhangend concept voor gans de publieke ruimte. Deze omvat alle ruimtes waar het openbaar leven zich afspeelt: niet alleen de traditionele publieke ruimte in het stadscentrum en de woonbuurten, maar ook de hedendaagse publieke ruimtes (shopping centers, parkings, ruimtes langs grootschalige infrastructuren, …). Tenslotte biedt het masterplan een toetsingskader voor andere instanties (zoals de Lijn of de NMBS) of ontwerpers, die een eigen inbreng kunnen leveren in de publieke ruimte. C. SWOT-analyse „Publieke ruimte‟ STERKTES -
ZWAKTES
Instrumentarium aanwezig met hierin aandacht voor categorisering en publieke ruimte: mobiliteitsplan, Structuurplan, groenplan, …; Stadsvernieuwingsprojecten (Margarethaplan, Stationsomgeving) zijn coherent en consequent aangepakt; Idem voor nog aan te pakken Stationsstraat Er is een beeldkwaliteitsplan Grote Markt in opmaak; Er zijn nog mogelijkheden
-
Geen globale visie op inrichting publieke ruimte; Structuur van de stadsdiensten is niet geënt op ontwerp en beheer van publieke ruimte.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
81
KANSEN -
-
BEDREIGINGEN
Masterplan biedt toetsingskader voor andere instanties (zoals de Lijn of de NMBS) of ontwerpers, die een eigen inbreng kunnen leveren in de publieke ruimte; Duidelijke, leesbare publieke ruimte kan zorgen voor profilering van Sint-Niklaas in Vlaanderen Evaluatie verbreden en verdiepen mobiliteitsplan; Aanpassing verkavelingsverordening; Aanpak op wijkniveau : integraal voor alle sectoren (huisvesting, groen, speelruimte, publieke ruimte, mobiliteit, …); Bevoegdheid „publieke ruimte‟.
-
„aanpak‟ zoals in de afgelopen jaren waardoor ad hoc beslissingen worden genomen ivm profielen, materiaalkeuze, enz..; Sint-niklaas blijft grijze muis die af en toe uitpakt met vernieuwend project maar geen globale visie heeft mbt haar publieke ruimte…; Wateroverlast ten gevolge van de klimaatverandering; Heat Island-effect (groen-blauw)!
Groendienst A. Destep-methode Demografische factoren - Stijging van het aantal woongelegenheden en bijhorende infrastructuur resulteert in een stijging van het groenareaal. Economische factoren - Door besparingen dient het beheer van het groter wordende groenareaal met minder middelen (en personeelsleden) te gebeuren. Daarom is een efficiënte werking van de uitvoerende diensten die actief zijn in het onderhoud van het openbaar domein, cruciaal. Bovendien is het noodzakelijk om kritisch om te gaan met uit te voeren taken. Sociaal/culturele factoren - Er is een discrepantie tussen de beleidslijnen, die evolueren naar harmonisch park- en groenbeheer en de publieke opinie, die nog steeds ingesteld is op een traditioneel esthetisch groenbeheer. Bomenbeheer en extensief beheer zijn sprekende voorbeelden van deze tegenstelling.Door doelgerichte communicatie en participatie willen wij het denkpatroon van de burgers laten evolueren in de richting van het beoogde beleid. - Er bestaat een algemene behoefte aan groen in verstedelijkte gebieden. Technologische factoren - Beschikbaarheid van nieuwe technieken en machines voor groenbeheer - Binnen de stedelijke omgeving is het zeer moeilijk om bomen e.a. groenelementen volwaardig te laten uitgroeien. Plaatsgebrek (boven- en ondergronds), gebruik van strooizouten, aanleg van (ondoorlaatbare) verhardingen, vandalisme, ongevallen en omgevingswerken verhinderen dat groenzones in het algemeen en bomen in het bijzonder op een duurzame manier kunnen beheerd worden. Toch moeten we blijven werken aan een evenwicht tussen de functionele elementen van het openbaar domein en het groen als contrasterende zachtheid. Ecologische factoren - Kwaliteitsvolle groenzones (vooral bomen) spelen een belangrijke rol in de klimaatbeheersing binnen de stedelijke omgeving. Daarom is het belangrijk om zowel de kwantiteit (bladoppervlakte) als de kwaliteit van groenelementen te verhogen.
82
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Politiek-juridische factoren - Gebruik van pesticiden op openbaar domein is verboden vanaf 1 januari 2015. Het bestuur heeft reeds in 2009 gekozen voor onderhoud zonder of met een strikt minimum aan pesticiden. Dit heeft verregaande gevolgen voor het algemeen beeld en de arbeidsintensiviteit van het onderhoud van zowel groenzones als verhardingen. B. Swot-analyse Sterktes - Goede vakkennis en creativiteit - Beroepsfierheid - Structurele aanpak van onderhoud op basis van ervaring - Flexibele werking - Geëngageerde personeelsleden - Degelijk machinepark Zwaktes - Moeilijke omkadering in vergelijking met privé-bedrijf: aankoop- en personeelsbeleid, besluitvorming - Gebrekkige samenwerking tussen diensten - Enge benadering van taakverdeling - Beperkte verantwoordelijkheid van uitvoerders - Ad hoc werken door meldingen en inmenging van politiek en administratie - Persoonsgebonden i.p.v. taakgebonden werken Kansen - Voorbeeldfunctie op vlak van harmonisch park- en groenbeheer in Vlaanderen - Consequent toepassen van harmonisch park- en groenbeheer biedt perspectieven - Beschikbaarheid van nieuwe technieken en machines voor groenbeheer - Er bestaat een algemene behoefte aan groen in verstedelijkt gebied ; groen en vooral bomen spelen een belangrijke rol in klimaatbeheersing. Bedreigingen - Publieke opinie is niet klaar voor harmonisch park- en groenbeheer - Publieke opinie is veeleisend wat onderhoud openbaar domein betreft - Negatief imago - Negatieve beeldvorming van eigen werk door meldingen en klachten (en weinig opbouwende kritiek) - Stijgend groenareaal en beheer zonder pesticiden zorgen voor uitbreiding werklast; dit is niet te verenigen met besparingen, tenzij bepaalde taken wegvallen of het onderhoudsniveau verlaagd wordt (en de verwachtingen van de gebruikers) - De beschikbare ruimte voor groen is beperkt in stedelijk gebied, zowel boven- als ondergronds. Dit maakt het moeilijk om bomen te planten en in goede conditie te behouden.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
83
Reinigingsdienst A. Werking van de Reinigingsdienst Struktuur 1 coordinator/planner 1 technisch assistent en magazijnier 12 ploegbazen 29 lader-vegers en chauffeurs Coordinator of techninsch assistent maakt de planning op en volgt de planning op Ploegbazen zetten de namen op de toeren wie waar zal rijden Ploegbazen communiceren met diensthoofd over verloop van de dag Diensthoofd of vervanger stuurt bij gedurende de dag. Taken 1. Ophalen van
Huisvuil Papier GFT Grof vuil Snoeihout en kerstbomen
2.Ophalen van
Containers (behalve donderdag)
3. Leegmaken
papierkorven ophalen horecaposten ophalen en controle sluikstorten helpen bij te smalle straten (walburgstraat, enz…)
4. Kolkenzuiger
ondersteunen Openbare Werken afhandelingen meldingen speciale opdrachten (bv markt)
5. Veegwagens
Groot
Veegplan
di en woe
Ster
do
Westakkers
do
Speciale opdrachten Centrum klein
ma -vrij
Stationsstraat Esplanade Centrumstraten
Stomen tennispleinen ster atletiekpiste Grote Markt kant cafe's Esplanade
84
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
tijdelijk
6. Grote vrachtwagen
leveren containrs ophalen grote sluikstorten leveren huisvuilzakken en in kelder stadhuis zetten ophalen van krengen
7. storten van volle wagens 8. Strooien
fietspaden centrum grote Markt en omgeving
9, Reine stad
proper houden van de stad
B. Swot-analyse Zwaktes - te weinig controle mogelijk - slechte spreiding van de workload - betrokkenheid sommige medewerkers - stoppen onderweg - gebruik alcohol - te klantvriendelijk - te weinig structuur, geen top down principe - conflictueuze situaties - negatief imago dat je ondanks inspanningen blijft meedragen - concurrentiepositie met de privé sektor - verouderd materieel - contact tussen garage en reinigingsdienst - integratie van Reine stad binnen het geheel van de reinigingsdienst. - ziekte en arbeidsongevallen Sterktes - flexibiliteit - snelle interventies - klantgericht denken - veel ervaring in structuur van de stad - grote betrokkenheid - grote bereidheid om andere diensten te helpen - sterk gemotiveerde medewerkers
Wegenwerken Niet opgemaakt
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
85
9. Economie Ruimte om in te werken A.
Omgevingsanalyse
In Sint-Niklaas waren er in 2011 35.525 arbeidsplaatsen. Dit illustreert de rol van tewerkstellingspool die Sint-Niklaas vervult. Ongeveer 86% van de arbeidsplaatsen heeft betrekking op werknemers en 14% op zelfstandigen. Een sterke dominantie van werknemers is typisch voor stedelijke gebieden. Voor gans Vlaanderen bedraagt het aandeel zelfstandigen 17,1% en voor de provincie OostVlaanderen 18,8%. De voornaamste sectoren in Sint-Niklaas zijn de tertiaire (35,2 %) en vooral de quartaire sector (37,1 %), gevolgd door de secundaire (26,8 %) en primaire sector (0,9 %). Uit de vergelijking met de sectorale werkverdeling van het arrondissement, de provincie en het gewest blijkt vooral de sterkere vertegenwoordiging van de quartaire sector, en de zwakke aanwezigheid van de landbouw. Er is een duidelijk overwicht van groot- en kleinhandel, gevolgd door de industrie, de zakelijke dienstverlening en de bouwnijverheid. De evolutie van de werkgelegenheid was sterk verschillend van sector tot sector. In de toch al beperkte landbouwsector ging het aantal arbeidsplaatsen in de periode 19811997 verder achteruit (-17%). In de industrie was er een zeer sterke afname (-33%). Het geheel van beide dalingen werd gecompenseerd door de toename in de dienstverlening (+53%). In 2001 bedroeg de werkgelegenheidcoëfficiënt voor Sint-Niklaas 1,06 dwz. dat theoretisch alle beroepsactieve inwoners van Sint-Niklaas in eigen gemeente aan de slag zouden kunnen en dat in dat geval nog 6% van het aantal arbeidsplaatsen zou moeten ingevuld worden door inwoners van buiten de gemeente. De ruimtelijk-agrarische structuur in Sint-Niklaas vertoont een sterke versnippering door de talrijke lintbebouwing en het fijnmazige wegennet. Over gans het grondgebied van Sint-Niklaas komen bedrijven voor. - In de omgeving van de stad situeren zich grootschalige bedrijventerreinen. Deze zijn geënt op de bovenlokale lijninfrastructuren (spoorweg, N70, N16, N41, E17). Voor het historisch gegroeidbedrijf SVK (steenbakkerij) is vooral de ondergrond (kleiontginning) de lokalisatiefactor geweest. - De overige bedrijven komen verspreid voor. Langsheen de N70komt een concentratie voor van bedrijven. Rond de kernen vanSinaai, Belsele en Nieuwkerken zijn geen grote bedrijvencomplexen aanwezig. Hier speelt dan weer de problematiek van zonevreemde bedrijven. In de omgeving van de stad vormen de bedrijventerreinen een aantal ruimtelijke eenheden. De stad Sint-Niklaas beschikt over een gedifferentieerd aanbod in het distributieapparaat. De ruimtelijke spreiding hangt nauw samen met de ruimtelijke structuur van het centrum, de verschillende stadswijken, de dorpskernen van de deelgemeenten en de N70. De kleinhandel komt in belangrijke mate voor in het verstedelijkt gebied, verweven met de woonfunctie. Aan de rand van de stad en buiten de stad komen kleinhandelsconcentraties voor langs enkele belangrijke wegen: de N70 (Gent – Sint-Niklaas – Antwerpen), en in mindere mate de N403 (Sint-Niklaas –Sint-Pauwels) en de N41 (SintNiklaas – Hamme). Het betreft een ontwikkeling van grootschalige handelsbedrijven zoals die zich algemeen voordoet langs belangrijke verbindingswegen tussen steden. Deze bedrijven zijn er, samen met KMO‟s, gevestigd omwille van de goede bereikbaarheid.
86
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
B.
SWOT-analyse
STERKTES -
ZWAKTES
Centrale ligging tussen Gent en Antwerpen; strategische ligging aan hoofdwegennet E17 en E34 en zelfs E19; groot openruimte-potentieel; Natuurlijke bevolkingsaangroei; Verjonging van de bevolking Positief migratiesaldo; Waasland Shopping Center (regionaal positief).
KANSEN -
-
Lokale handelaars in slechte positie; Gering aanbod van bedrijventerreinen, geen uitbreiding meer mogelijk.
BEDREIGINGEN
Deel van het Waasland als aantrekkingspool ifv de Waaslandhaven.
-
Concurrentie met de grote projecten in Temse en Beveren; Waasland Shopping Center houdt bezoekers buiten de stedelijke kern (lokaal negatief).
Ondernemen en werken A. DESTEP-methode Economische factoren Kerncijfers ondernemen en werken Bron: Stadsmonitor 2011
Werkgelegenheidsgraad (68,1 %) ligt relatief laag t.o.v. andere centrumsteden Lage netto groei ondernemingen (+1,5 % in 2010, + 2,4 % gemiddeld). Voor ondernemingen met personeel is het verschil nog groter (+ 0,7 % / + 2,1 %) Sint-Niklaas (56,5 %) telt het minst tewerkstelling in kennisintensieve en creatieve sectoren in vergelijking met de andere steden (62,4 %). Ook bij de zelfstandigen ligt dit aandeel laag (22,6 % t.o.v. 32,3 %) Het aandeel laaggeschoolden bij de NWWZ ligt in Sint-Niklaas (56,4 %) merkelijk hoger dan in andere steden (51,7 %) en Vlaanderen (49,8 %)
Kerncijfers detailhandel Bron: studie BRO (maart 2010) / gegevens Locatus 2009 Volledig grondgebied: Aantal detailhandelszaken Winkelvloeroppervlakte Aantal m2 WVO per 1.000 inwoners Leegstaande handelspanden Leegstaande winkelvloeroppervlakte Leegstaande WVO/beschikbare handelsoppervlakte
780 207.000 m2 2.900 m2 ( = relatief veel in vgl. met andere centrumsteden, dankzij WaSC) 181 28.345 m2 12 %
Centrum:
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
87
Aantal detailhandelszaken Winkelvloeroppervlakte Aantal m2 per 1.000 inwoners Aantal leegstaande panden Leegstaande winkelvloeroppervlakte Leegstaande WVO/beschikbare handelsoppervlakte
225 36.500 m2 520 m2 ( = ca. 10 % minder in vgl. met andere centrumsteden) 120 21.469 m2 37 %
Waasland Shopping Center: Aantal detailhandelszaken Winkelvloeroppervlakte Aantal m2 per 1.000 inwoners Aantal leegstaande panden
111 33.000 m2 465 m2 0
Politiek-juridische factoren B.
Winkelnota Vlaams minister-president Kris Peeters ter versterking van de handelskernen
SWOT-analyse
Sterktes Toegankelijkheid en bereikbaarheid dienst economie Verstrekken van duidelijke informatie tijdens persoonlijke contacten Vakkennis Klantvriendelijkheid Veel contacten en communicatie met middenstand in de stadskern Veel aandacht voor handelskernversterkende activiteiten Zwaktes Gebrek aan algemene visie rond economisch beleid Gebrek aan pro-actief economisch beleid Coherent beleid in veelheid aan inspanningen ontbreekt Beperkte bezetting dienst economie Door beperkte bezetting, beperkte focus (voornamelijk middenstandsbeleid, weinig inzet voor tewerkstelling en bedrijven) Gebrek aan interne dossiercoördinatie – geen afsprakenkader met de diensten rond informatie-uitwisseling Verspreide info – producten Geen centraal databeheer Weinig pro-actieve communicatiecultuur Weinig contacten en betrokkenheid met bedrijfsleven Kansen
Vervolgtraject begeleiding VVSG voor uitbouw volwaardige dienst economie Winkelnota Vlaams minister-president Kris Peeters ter versterking van de handelskernen Herstructurering stedelijke organisatie Vernieuwing Stationsstraat als drager van het kernwinkelgebied Centrale ligging Sint-Niklaas
Bedreigingen Economische conjunctuur, beperkte invloed op het economisch gebeuren Technologische evoluties (bv. op vlak van winkelen internetaankopen) Evolutie naar kenniseconomie (minder arbeidsintensief) 88
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Cultuur, vrije tijd en onderwijs 10. Cultuur Culturele instellingen integraal A. SWOT-analyse „Vorming en educatie (incl. academies)‟ a. Sterktes „Vorming en educatie‟ 1. Bib (en bibpunten/-filialen) heeft meer en meer ook de functie van laagdrempelige en neutrale leerplek, info- en kenniscentrum + voor sommige groepen de vaak enige vlot beschikbare digitale toegangspoort naar kennis en info allerlei (gratis toegang tot het internet) 2. Academies (SASK en SAMWD) zijn officieel “onderwijs”, maar in feiten ook vorming en educatie voor jaarlijks gemiddeld 5.000 leerlingen (waarvan ruim 3.200 in Sint-Niklaas zelf actief). (SASK: 2.755 leerlingen en 85 leraars en SAMWD: 2.364 leerlingen en 126 leraars.) 3. De SASK telt maar liefst 32 jeugdateliers en beschikt dus over een enorm potentieel aan culturele ankerplaatsen gespreid over gans de Wase regio (Sint-Niklaas, Belsele, Puivelde, Nieuwkerken, Sinaai, Kemzeke, Klein-Sinaai, Koewacht, Bazel, Kallo, Kieldrecht, Melsele, Vrasene, De Klinge, Meerdonk en Sint-Pauwels). 4. CC/Vrije Ateliers is een sterk “Merk” (30 jaar!) en ondertussen ook een goed herkenbare “Plek” waar „levenslang leren‟ toegelaten is en je niet „afstudeert‟. 5. Het jarenlang uitgebouwde kunstonderwijs en allerlei kunsteducatieve initiatieven blijven zorgen voor een permanent opborrelen van experimenten, aanzetten tot vernieuwing en projecten van onderuit, zowel binnen de traditionele kaders (academies, verenigingen, scholen…) als daarbuiten. 6. CC/Vrije Ateliers werkt zeer vraag gestuurd (onvoldoende publiek = geen cursus). Zie zijn ook actief tijdens vakanties (kinderaanbod), met een flankerend aanbod kinderopvang bovenop. 7. Heel wat door de stad betoelaagde of ondersteunde lokale verenigingen en organisaties fungeren mee als kunsteducatieve actor (Jeugdtheater Ondersteboven, Clapaja, Balletschool Stichting Klassieke Dans, jeugdtoneel Baudeloo, Gynaïka, In Dulci Jubilo, jeugdensembles De Kunstvrienden, Wasiana, diverse kinderkoren….) 8. Bib ontwikkelde recent haar Taalpunt voor mensen die moeilijkheden ondervinden met lezen en de Nederlandse taal in het algemeen: slechtziendheid, blindheid, dyslexie of andere redenen (met een uitgebreide collectie NT2-materialen). 9. Academies zijn niet alleen sterke “Merken”, het zijn ook instituten met een lange geschiedenis en een groot prestige (SASK °1813 en SAMWD °1881). Honderden leraars en enkele duizend leerlingen passeerden er ondertussen de revue. 10. Academies hebben een zeer lage financiële instapdrempel, het inschrijfgeld variërend van 12 tot max. 190 euro/jaar. (Vrije Ateliers, JTO e.a. zijn veel duurder, althans voor de gebruiker). 11. SAMWD legt met haar als experiment gestarte afdelingen Pop/Jazz en Volksmuziek/Folk mooie linken met de private sector: kunstencentrum ‟t Ey en De Casino. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
89
12. De SAMWD heeft haar 8 vestigingen gespreid over Sint-Niklaas, Belsele, Nieuwkerken, Sinaai, Stekene, Sint-Gillis en Temse. 13. Ook de Erfgoedcel, Stadsarchief en SteM hebben reeds heel mooie cultuureducatieve projecten op hun palmares. 14. Er is goede samenwerking groeiende met KAHO (en haar lerarenopleiding), zowel in Bib als in CC/jeugd en educatie. Vanuit CC is er ook goede expertise met Cultuurambassadeurs uit secundaire scholen. b. Zwaktes „Vorming en educatie‟ 1. Educatie beperkt zich vaak tot de inhoudelijke omkadering van het gewone aanbod (de productzijde) en is dus vooral verdieping voor het vaste publiek. De proceskant, er nieuwe publiek mee proberen werven, zou minstens zo belangrijk moeten zijn 2. Nog iets te weinig gestructureerde netwerkvorming en/of samenwerking tussen de stedelijke en andere educatiefunctionarissen en –medewerkers. Scholenoverleg kan een mooie aanleiding zijn. 3. Blijkbaar nog onvoldoende algemeen naar de bevolking (scholen, verenigingen…) en intern naar de collega-diensten gecommuniceerd wat de stad allemaal aanbiedt. 4. Initiatieven rond de zgn. “andere” culturen blijken vaak wat geforceerd en vooral ook aanbodsgericht VOOR die mensen . Nog weinig expertise in het effectief SAMEN-werken MET het beoogde nieuwe publiek (= sociaal-culturele methodiek). 5. Aanbod CC/Vrije Ateliers is vrij duur voor de gebruikers wegens het principe kostenneutraal (bv. in vergelijking met academies en Volkshogescholen die Vlaams veel beter gesubsidieerd zijn). 6. Werking CC/Educatie blijft nog vooral beperkt tot de opdracht van 1 functionaris en dan nog vooral geconcentreerd rond een deel van het “eigen” CC-aanbod, vnl. de jeugdprogrammatie. 7. Ook in Bib, SteM, Stadsarchief… is educatie nog iets te weinig een integraal onderdeel / de basis van de werking, maar eerder iets extra‟s achteraf of bovenop de zgn. reguliere werking. Als er nog
wat tijd, extra geld of personeel voor is.
8. Nog geen aanbod kinderopvang rond bv. de Academies. 9. Nog te weinig aandacht in het educatief aanbod voor immaterieel erfgoed van “hier” en “elders” (gewoontes, alledaagse gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, sporten en spelen...). 10. Bib: nieuwe initiatieven als Taalpunt zijn nog onvoldoende verankerd, de gewone werking gaat meestal voor. 11. Soms wat weinig terughoudendheid bij CC/Vrije Ateliers om niet te doen wat derden zelf ook kunnen organiseren (= het subsidiariteitsbeginsel). 12. Er is vrij beperkte CC-infrastructuur voor de decretale basisfunctie van een CC (Gemeenschapsvorming: receptief werk, projecten, educatie e.d.) c. Kansen „Vorming en educatie‟ 1. Het herbevestigd engagement van KAHO (lerarenopleiding) om verankerd te blijven in onze stad geeft perspectief op verdere samenwerking, bv. ook naar scholenoverleg. 2. (ver)Bouw(ing) Bib kan extra ruimte geven voor ook (basis-)educatief werk. 90
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
3.De eindtermen van het leerplichtonderwijs maken dat de scholen bijna aangewezen worden op samenwerking met lokale partners (CC, Bib, SteM, Academies en andere - ook private - initiatieven). 4. Er is (theoretisch althans) een enorm leslokalenpotentieel in onze stad. Heel wat schoolinfrastructuur staat leeg tijdens de buitenschoolse uren, terwijl anderzijds heel wat vrijetijdsinfra-structuur leeg blijft tijdens de normale schooluren. 5. Schoolsites hebben vaak een lage drempel. Voor veel mensen zijn het vertrouwde en zeer
betrouwbare omgevingen. Hun kinderen worden er goed verzorgd, ze liepen er zelf ooit school, ze kennen ze van opendeurdagen en ouderactiviteiten. 6. Kortingsformules (kansenpas, OCMW-regelingen e.d.) kunnen alvast de financiële drempels wegnemen. 7. Sint-Niklaas heeft een dicht scholennetwerk (leerplichtonderwijs) met een bijna 100% maatschappelijke participatie (kinderen, jongeren èn volwassenen in hun rol van (groot-)ouders). Het gaat hier in totaal over bijna 21.000 schoolgaande kinderen/jongeren. (Ongeveer 40% van de leerlingen secundair onderwijs woont ook in onze stad). 8. Het Lokaal Overlegplatform (LOP) basisonderwijs is een belangrijke brug tussen de stad en het onderwijs. 9. Nieuwe private initiatieven of vernieuwde ambities bij bestaande organisaties kunnen voor extra dynamiek in de sector zorgen (bv. Popmuziekschool, Dance is Life, de recente eigen „school‟ en nieuwe speelplek van Jeugdtheater Ondersteboven, opleidingen vanuit harmonieën…). Het houdt
iedereen alert en kan evt. ook zorgen voor wat terughoudendheid in publieke sector (kerntaken aanscherpen, meer complementair werken…).
10. Het concept Brede School is een aanzet om meer samen te werken of educatieve netwerken te vormen met de sectoren cultuur, kunstonderwijs en jeugd (+ kinderopvang). 11. Er is een stijgende vraag naar zinvol cultuuraanbod (dus ook creatief-educatief) voor kinderen en jongeren (tieners) tijdens vakantieperiodes, maar ook op woensdagnamiddag en zaterdag. 12. Een enorm potentieel aan sociaal-culturele verenigingen die landelijk gestructureerd èn ondersteund worden èn publiek bereiken waar de stad op zich vaak niet bij kan: 13. CC krijgt exclusief de opdracht “het formele en het niet-formele educatieve aanbod in de stad te coördineren en aan te vullen” (nieuw: de coördinatie zit decretaal niet langer ook bij Vormingplus !) 14. Er is voldoende besef dat er voor cultuur op school een inhaalbeweging nodig is t.o.v. sport op school , waar lokale gangmakers reeds in de jaren ‟70 geïntroduceerd werden (door BLOSO). 15. Heel wat interessante landelijke organisaties waarmee (verder) samen gewerkt kan worden: 16. Reeds heel wat goede cultuurpraktijken in het leerplichtonderwijs (nieuw zijn bv. ook cultuurraden op school). 17. Meer aanbod flankerende kinderopvang (cfr. de Vrije Ateliers in de vakantie). d. Bedreiging en „Vorming en educatie‟ 1. Besparingen (Vlaams en lokaal) kunnen nefast zijn voor de opgebouwde expertise en aanbod. 2. Sint-Niklaas heeft weinig traditie in het substantieel betoelagen van private cultuurorganisaties, zeker in vergelijking met bv. Mechelen e.a. centrumsteden. Met De Casino en W.A.R.P. zijn er alvast
op dat vlak stappen vooruit gezet.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
91
3. De gebouwen SASK zijn toe aan een zware renovatie. 4. De muzische basisvorming in de lerarenopleiding is blijkbaar ondermaats. Die kunnen niet meer zingen of enig instrument bespelen…. Blijkbaar ook vragen of de leerkrachten vandaag zelf nog wel voldoende cultuurparticipant zijn (= hun voorbeeld- en toeleidingsfunctie). 5. Het huidig Bibgebouw is nog onvoldoende geschikt en ingericht voor de nieuwe functies zoals Taalpunt, vorming en (basis-)educatie… 6. Administratieve verkokering en schotten (Vlaams en lokaal) tussen cultuur, onderwijs, welzijn, OCMW... is soms een rem op meer structurele samenwerking. 7. RISICO dat door de maximumfactuur de deelname van kleuters aan de schoolactiviteiten van het CC kan afnemen (nog niet het geval hier!) 8. Er bestaat risico op een overaanbod of versnippering van de krachten naar bijzondere doelgroepen, die misschien door het bos de bomen niet meer zien? 9. Voor schoolmoe publiek is een Academie met schoolse systemen als punten, rapporten jury‟s en examens wellicht een stap te ver. 10. Veel plan- en evaluatielast in bv. de academies (= een overbelasting van de directeursfunctie). 11. Hoe ver gaan we op het vlak van subsidiariteit ? Waar wel/niet ons onthouden van activiteiten die burgers , verenigingen of particuliere instellingen evt. zelf kunnen verrichten? 12. Site Rode Kruisstraat (Vrije Ateliers) is niet duurzaam. Is er een alternatief?. 13. SAMWD zit verdeeld over twee sites, waarvan die in de Rollierstraat (= privaat) alvast bedreigd is. Het huidige huurcontract loopt af op 31/08/2013. Kansen op de VTS-site? 14. Er is nog te veel sectorale Vlaamse regelgeving (cultuur, welzijn, onderwijs, stedenbeleid...) met allerlei aparte plannings- en rapportageverplichtingen tot op detailniveau, versterkt de lokale verkokering en werkt ook lokale bureaucratisering (papier-/bureauwerk) in de hand. 15. Er zijn weinig flexibele vergoedingsmogelijkheden voor bv. leraars academie om ook buiten de eigen leeropdracht een (semi-professionele) rol op te nemen in het verenigingsleven, leerplichtonderwijs, welzijnssector… B. SWOT-analyse „Beeldende Kunst‟ a. Sterktes „Beeldende Kunst‟ 1. Het Kortfilmfestival “Kort Geknipt” en de Modeshow zijn echte sterkhouders voor de SASK, die ook publiek van buiten de regio aantrekken. 2. De SASK (°1813!) fungeert al twee eeuwen als Wase kweek-School, met een immens netwerk van honderden (oud-)leraars en (oud-leerlingen) + ondertussen 32 culturele ankerplaatsen (filialen), gespreid over gans de regio. 3. Nieuwe afdelingen in SASK (mede opgericht om de neerwaartse trend van de middelbare graad te proberen ombuigen) blijken wervend: animatiefilm en digitale beeldvorming, digitale fotografie en schoenontwerpen. 4. De SASK is (sinds 2007) ook initiator van heel wat vernieuwing op het vlak van tentoonstellingen en hedendaagse projecten tot op het niveau van de filialen. 92
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
5. Vanuit CC/jeugd en educatie wordt ook goed mee ingezet op beeldende kunst: Supervlieg, Kunstbende en diverse projecten (i.s.m. Mooss, ABC, RASA e.a.). 6. Er is een goed model van samenwerking ontwikkeld tussen CC/Podium en Siniscoop (vooral arthouse , de moeilijkere films dus). 7. De SASK fungeert als productieplek voor maar liefst 2.755 leerlingen / aspirant beeldend kunstenaars (waarvan 1.525 actief in Sint-Niklaas en 1.230 in de Wase buurgemeenten). 8. Bib, SASK en SteM beschikken over waardevolle collecties boeken rond beeldende kunst. 9. W.A.R.P. toonde zich met het geslaagde eerste grote project Coup de Ville sterk op het vlak van creatie en educatieve omkadering. (Artistiek bleef het nog wat onder de verwachtingen). 10. Mooie tentoonstellingsfaciliteiten (in theorie althans) in de centraal gelegen Salons voor Schone Kunsten (doch met het belastend gegeven dat heel wat ruimte wordt ingenomen door de permanente opstelling van de kunstcollectie van de stad) 11. Vanuit CC/participatie wordt met Kultour en Sin-Art ook hedendaagse kunst mee binnengebracht in de stedelijke programmatie. 12. Het exponentieel gegroeid vormingswerk van CC/Vrije Ateliers vervult een complementaire sociaalartistieke functie naar ook nieuwe doelgroepen. 13. Mooie tentoonstellingsfaciliteiten in de grote en kleine zaal SteM Zwijgershoek en in de Vierkante Zaal (weliswaar met nog weinig gaten in de kalender) 14. Een aantal kunstkringen en –organisaties met een sterke traditie en een stevig draagvlak, vnl. de Wase Kunstkring en Kunst in de Stad. 15. Er is opvallend veel (eerder klassieke) beeldende kunst in de openbare ruimte (vnl. gerealiseerd via Kunst in de Stad). 16. Er is hier een actieve beeldende kunstscène, zowel individueel, in stabiele verenigingsverbanden, alsook steeds meer in losse samenwerkingsverbanden. b. Zwaktes „Beeldende kunst‟ 1. Het lokaal beleid rond beeldende kunst is nog zeer disparaat vanuit enerzijds de stedelijke instellingen (SteM, CC, Academie, monumentenzorg…) en anderzijds het privaat initiatief (Kunst in de Stad, Wase Kunstkring, W.A.R.P….). Elk voor zich, met een beperkte coördinatie vanuit de sectie beeldende kunst van de cultuurraad. 2. De publieksopkomst voor heel wat tentoonstellingen beeldende kunst piekt vooral rond de opening en de evt. finissage, waardoor vragen gesteld kunnen worden bij de vaak vrij lange looptijd ,die zalen blokkeert voor andere mogelijks geïnteresseerden, ook vanuit eigen programmatoren jeugd, educatie en participatie. Voorstel cultuurraad: maximum nog 3 weken voor expo‟s van verenigingen. 3. CC/expo zet nogal sterk in op de eerder geconsacreerde kunst. Er is slecht beperkt aandacht voor vernieuwing en hedendaagse kunst. 4. Als een van de weinige centrumsteden hebben we hier GEEN kunstencentrum (cfr. Stuk in Leuven, Buda in Kortrijk, Netwerk in Aalst, nOna in Mechelen, Vooruit en Nieuwpoortheater in Gent, België in Hasselt, Vrijstaat O in Oostende, Monty in Antwerpen, De Werf in Brugge…).
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
93
5. SteM blijft nogal traditioneel omgaan met haar collecties, vnl. goed bewaren en permanent tonen (zelfs tot in het depot). Moeilijk op die manier nog “ontdekkingen” te doen uit eigen collecties, bv. in confrontatie met hedendaagse werk. 6. We hebben hier (nauwelijks of) Geen commerciële gallerijen in stad of regio. 7. Op het vlak van beeldende kunst zijn er nog maar weinig stedelijke initiatieven van bovenlokale relevantie of met internationale producten of artiesten gepasseerd. 8. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie en/of artiesten in residentie. Het Opvangcentrum voor
Asielzoekers kan misschien (op termijn) meer mogelijkheden bieden? W.A.R.P. in de toekomst? 9. Beperkte inzet op vernieuwing (nieuwe inhouden, nieuwe organisatiewijzen, nieuwe doelgroepen…).
10. De tweede en vooral derde verdieping van de Salons voor Schone Kunsten zijn zwaar onderkomen, onderbenut en dringend toe aan renovatie (incl. het voorzien van een lift tot aan de bovenste verdiepingen). 11. Er is nog maar heel beperkte samenwerking binnen WACCO rond beeldende kunst. c. Kansen „Beeldende Kunst‟ 1. Ruimte maken voor rondreizende of unieke tentoonstellingen door externe curatoren, al dan niet op basis van of in confrontatie met de eigen collecties. 2. Kunstprojecten in de publieke ruimte en/of in aansluiting op buurtwerkingen zorgen altijd voor enige dynamiek. 3. De aanwezigheid, de expertise en zin tot samenwerking bij externe organisaties als W.A.R.P., Graphia, Wase Kunstkring e.a. 4. Kunsteducatie krijgt steeds meer een centrale functie binnen het cultuur-, onderwijs- en jeugdbeleid. 5. Veel actieve kunstbeoefenaars (liefhebbers/amateurs èn professionals/beroeps) aanwezig in de stad. 6. De grijze en vuile spoorweginfrastructuur die onze stad doorsnijdt biedt misschien mogelijkheden? 7. De aanwezigheid van kunsthumaniora‟s in Koninklijk Atheneum en Berkenboom. 8. Artiesten in residentie. 9. Een mogelijk aanpassing van het Vlaams kunstendecreet biedt hopelijk ook meer structurele inbreng/medezeggenschap van het lokaal niveau in de toewijzingen van Vlaamse middelen. 10. WACCO als mogelijk extra kader voor de promo èn duiding van initiatieven beeldende kunst. 11. Onze Centrale ligging op de assen Gent - Antwerpen // Brussel - Zeeland. d. Bedreigingen „Beeldende Kunst‟ 1. Het technisch personeel voor tentoonstellingsopbouw (SASK, SteM, CC + soms aangevuld vanuit de stadswerkplaatsen) is nu reeds over bevraagd, waardoor nieuwe initiatieven alleen al daardoor moeilijk liggen. 2. Nauwelijks (landelijke) media-aandacht voor cultuur buiten Antwerpen - Gent - Brussel. 94
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
3. W.A.R.P. als enig initiatief in de stad dat actief is rond hedendaagse beeldende kunst geeft een zeer kwetsbare situatie. 4. Niet duurzame lokalen CC/Vrije Ateliers. 5. Verouderde academie(SASK)-gebouwen (met blijvende investeringen en onderhoud) C. SWOT-analyse „Podiumkunsten muziek, woord en dans‟ Sterktes „Podiumkunsten‟ 1. CC kent met succes reeds 15 jaar een verregaande vorm van verzelfstandiging op het vlak van programmatie, waardoor eigen inkomsten geherinvesteerd kunnen worden in de programmatie. 2. Heel sterke CC-podiumprogrammatie (incl. jeugd), die een mooie staalkaart biedt van wat in Vlaanderen geproduceerd wordt. 3. CC/stadsschouwburg - Museumtheater staat garantie voor een verrijkt cultuuraanbod, met een volgehouden inzet op vernieuwing en het presenteren van niet-evidente podiumproducties, naast de gedegen receptieve werking, vnl. voor het lokaal amateurtheater. 4. De SAMWD heeft een grote expertise in sociale projecten (Bloemetjeskoor, Droomschool, locatieprojecten, samenwerking met basisscholen en sociale instellingen, huisbezoeken, Saz…) en verschijnt zeer regelmatig ook op bijzondere locaties. 5. Sint-Niklaas werkte de laatste jaren intensief aan de profilering van een aantal evenementenpleinen, waar zeer regelmatig muziek en straattheater opduikt (Grote Markt, Sint-Nicolaasplein, Stadspark, Dries Sinaai, De Ster…). 6. De SAMWD investeert regelmatig ook in vernieuwing en meer hedendaagse muziek: Jazz, folk, samenspel, experiment, crossovers… 7. Er is een goed model van samenwerking ontwikkeld tussen CC/Podium en De Casino. 8. De SAMWD fungeert als productieplek voor maar liefst 2.364 leerlingen / aspirant kunstenaars (waarvan 1.671 in Sint-Niklaas en 693 in de buurgemeenten actief). 9. We zien een opvallend stijgend schoolse initiatieven met leerlingentheater, -dans en -muziek (bv. over de middag, n.a.v. opendeurdagen, jubileumfeesten, schouwburgvoorstellingen…) met een opmerkelijk hoge participatiegraad kinderen en jongeren. Voor heel wat (groot-)ouders en familie een unieke gelegenheid om ook eens een stap in de Stadschouwburg te zetten. 10. CC/podium: in de SSB werd opnieuw een stijging gerealiseerd van 236 activiteiten voor 75.347 toeschouwers (in 2010) naar 250 activiteiten voor 76.062 toeschouwers (in 2011). 11. “Nieuwe” podia met beperkte professionele uitrusting of technische omkadering: De Casino, ‟t Bau-Huis, ‟t Ey en De Vlasbloem. Ook De Klavers werden polyvalenter + nieuw Troelant (?). 12. Er is hier een zeer brede amateurdansscène gegroeid: Clapaja, academie, Stichting Klassieke dans / Lafont-Dutoit, Vrije Ateliers, Dance is Life, Ritmica, Compagny Dagaz, JeugdTheaterOndersteboven Heel de stad lijkt aan den dans. (Desondanks) blijft dans ook in de academie (SAMWD) de beste groeier. 13. De stad subsidieert en ondersteunt een aantal toneelverenigingen met een stevig draagvlak en mooi palmares: Belcantogezelschap, Genesius, Ondersteboven, Tijl, De Vlasbloem, Boudeloo, Phoenix… Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
95
14. Vanuit de SAMWD is er een prestigieus stedelijk symfonieorkest gegroeid. Hun “Nieuwjaarsconcert” is een echte sterkhouder, die ook publiek vanbuiten de regio aantrekt. 15. Enkele muziek- en theaterverenigingen hebben ambassadeur-potentie: In Dulci Jubilo, Arc Sonore, De Kunstvrienden, Gaudeamus, Jeugdtheater Ondersteboven, Theater Tieret, Belcantogezelschap, Trio Goeyvaerts…. b. Zwaktes „Podiumkunsten‟ 1. Er is frequent verkeers- en parkeerchaos aan de site SSB-Academie-VTS-College-H.Familie, terwijl dit een culturele oase en voetgangerszone zou moeten kunnen zijn. 2. Ook de geclusterde site academies/SSB op zich heeft geen eenduidig fysiek portaal. Het blijven wat aan een geplakte instellingen. Symptomatisch was misschien wel het dicht metsen van de doorgang
tussen de Vierkante Zaal en inkomhal SSB.
3. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie, langlopende repetities, locale projectwerking… 4. De verbreding van publiek kan altijd nog beter. Stijgende bezettingsgraden zijn vaak eerder publieksverdieping, d.w.z. meer voor hetzelfde publiek? Het CC-aanbod blijft (zoals bijna overal trouwens) vooral een doorsnee wit-middenklasse-publiek aanspreken en aantrekken. 5. We hebben ook bijna geen verenigingen of andere private actoren met deftig uitgeruste podiuminfrastructuur. Potenties in De Vlasbloem Nieuwkerken, Zaal Antigone in OLV-Presentatie en de
nieuwe JTO-site?
6. Veel te beperkt technisch CC/personeel (productieleiders) voor extra locatiewerk of grotere projecten. Bovendien ook nog steeds te laag opgeleid / ingeschaald technisch personeel. 7. We hebben hier geen significante professionele muziek-, theater- of dansgezelschappen met eigen infrastructuur. (wel: Tieret en Lazarus) 8. Het onderbrengen van cultuur in historische en/of oude gebouwen was positief op het vlak van monumentenzorg, maar is niet bevorderlijk voor een geïntegreerd cultuurbeleid: kasteel Walburg, stadsschouwburg, Cipierage / Prochiehuis, Salons voor Schone Kunsten, Museumtheater, SASK… Er zijn hier veel m2 niet duurzame gebouwen te beheren. 9. CC brengt slechts occasioneel locatiewerk in de deelgemeenten ( Supervlieg , matinees in De Vlasbloem…). Bib en academies hebben er een actievere rol. 10. Projectmatig werken (artistiek en sociaalartistiek) is nog vrij beperkt aanwezig. 11. Er zijn weinig stedelijke contacten of banden met de mondiale kunstscène. Beperkt contacten via De Casino, ‟t Ey, Trio Goeyvaerts… c. Kansen „Podiumkunsten‟ 1. Verdere stedenbouwkundige ontwikkeling van de site Stadsschouwburg - Academies (binnengebied Parkstraat - OLVplein - Hofstraat - Boonhemstraat - Van Britsomstraat - Collegestraat) 2. De regionale opdracht als centrumstad geeft CC het recht èn de plicht om verder te gaan dan het gewoon inzetten op ontmoeting en gemeenschapsvorming (= de basisopdracht CC). 3. Extra podiumkansen in kerken, stadstuinen (Casino, Salons, Stadspark, De Ster…) en –pleinen. 4. Verder inzetten op samenwerking tussen de stad en private organisaties zoals De Casino, W.A.R.P., ‟t Ey, JH‟n, JTO, Theater Tieret, Koudvuur, In Dulci Jubilo, Trio Goeyvaerts, Nicolaasconcerten e.a. 96
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
5. CC: Nieuwe formules op de markt op het vlak van online-ticketing, ook meer last-minute? Evt. zelfs het verlaten van het klassieke abonneesysteem?... 6. Verder inzetten op activiteiten genre De Kunstbende, Supervlieg, Lawijtstrijd en ander locatiewerk dat podiumkunsten ook NAAR het publiek brengt. 7. Faciliteiten voor residentieartiesten, werkplaatsfunctie… in bestaande of nieuw te zoeken infrastructuur. 8. Nauwere samenwerking tussen het (eerder populaire ) evenementenbeleid en het meer op kwaliteit inzettend CC, bv. met betalende openluchtconcerten. 9. Er is een zeer goed privaat opstapcircuit voor de Pop-, Rock- en andere alternatieve muziekgenres via de JH‟n (Kompas, Den Eglantier, Troelant, ‟t Verschil en De Galjaar/De Klavers), de concertclubs (De Casino en ‟t Ey) en de muziekcafés („t Hemelrijk, De Casino, Stamkafeeke, ‟t Kroontje, Thalassa, Het Laatste Avondmaal, Den Denker, ‟t Elfde Genot…). 10. De evolutie van de traditionele (seventies) jeugdhuizen richting “gemeenschapscentra” (vnl. in de deelgemeenten) en richting “centra voor jongerencultuur” (in kernstad). 11. Mogelijkheden tot het meer betrekken van culturele experten uit de stad/regio, die elders professioneel werkzaam zijn of waren. Bv. bij de uitwerking van projecten, in de advies- en beheerraden. 12. Het Flankerend Onderwijsbeleid (met concepten als Brede School , leerlingen- of cultuurraden op school, lerarenopleiding KAHO (als partner), Cultuurambassadeurs (leerlingen èn leraars)… 13. Sociaal-culturele verenigingen (Davidsfonds, Curieus, LINX+, Masereelfonds…) zijn soms goede partners èn extra publiek bij projecten met muziek- of woordprogrammatie: Archipel, uitbreidingsactiviteiten Bib e.a. 14. (hopelijk op termijn) Soepeler juridische en fiscale instrumenten en vergoedingsregelingen om professionele kunstenaars vlotter in te schakelen bij amateurkunstenorganisaties en het leerplichtonderwijs (modellen uit de sportsector) 15. Salons voor Schone Kunsten mee onder het beheer van het CC brengen, zodat daar een meer actief, dynamisch en hedendaags kunstenbeleid mogelijk wordt, en het dus minder een plek blijft waar alleen historisch kunsterfgoed quasi permanent getoond, bewaard èn bewaakt moet worden. 16. Collegekerk en/of Reynaertgallerij mee(r) integreren op de as Stadsschouwburg / Academies met het cultureel winkelwandelgebied waar ook De Casino, De Salons/Koetshuis, Siniscoop en Huis Janssens (SteM) zich situeren? 17. Verdere toename van de stadspopulatie (= potentieel nieuw publiek, weliswaar ook heel wat nieuwe inwoners met soms ook andere verwachtingen). 17. Budgethouderschap als mogelijk alternatief voor de programmatie-vzw? 18. Ondersteuning en goede praktijken vanuit de diverse expertisecentra en steunpunten: 19. Komt er een versmelting van de academies (n.a.v. de vernieuwing decreet kunstonderwijs) en wat zijn daarbij de evt. kansen op het vlak van cross-overs, film-muziek-dans-projecten… ? 20. (evt. meer budgettaire?) Ruimte creëren voor technische ondersteuning vanuit CC naar bv. initiatieven in De Vlasbloem, JH‟n of op andere bijzondere locaties.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
97
21. Meer ruimte voor de basisfunctie “lokale gemeenschapsvorming”: in de vernieuwde Bib, op de VTS-site, elders…? 22. Vernieuwingen ook mogelijk op het vlak van timing programmatie: evt. nog meer matinees?, meer familie-aanbod op weekendavonden?, meer aanbod tijdens vakanties… (incl. zomer)? 23. Sociale tewerkstelling in de culturele sector (bv. voor geluidstechniek, decor- of podiumopbouw bij locatiewerk?). d. Bedreigingen „Podiumkunsten‟ 1. Museumtheater (en eigenlijk ook Stadsschouwburg) zijn niet optimaal op het vlak van aantal plaatsen, zitcomfort en zichtbaarheid. Andere steden (zelfs Beveren) zijn vaak beter uitgerust, ook voor bv. meer hybride producten. 2. Technische vereisten en diverse regelgevingen blijven verzwaren (ook en vooral voor stedelijke initiatieven). 3. Kosten allerlei blijven stijgen zodat we misschien op zoek zullen moeten gaan naar nieuwe businessmodellen en nieuwe vormen van fondswerving willen we ons niveau behouden of nog stappen vooruit willen zetten. 4. Sint-Niklaas slaagt er slecht in om substantiële toelagen provinciaal, Vlaams, federaal of Europees binnen te halen. 5. Uitbaters particuliere infrastructuur beschikken over steeds minder middelen en mensen (vrijwilligers) om toegankelijk of veilig geschikt te blijven voor podiumactiviteiten van derden: De Vlasbloem, JH‟n, diverse parochiezalen, achterzaaltjes cafés, Collegekerk, zaal Antigone, diverse schoolinfrastructuur, Volkshuis… 6. Slechte avond- en nachtbusverbindingen naar bepaalde deel- en buurgemeenten, waarvoor we decretaal nochtans ook een culturele opdracht hebben ! D. SWOT-analyse „Gemeenschapsvorming en participatie‟ Sterktes „Gemeenschapsvorming en participatie‟ 1. De centrale Bib is de meest laagdrempelige en ruim toegankelijke stedelijke ontmoetingsplaats. 2. We hebben een heel breed maatschappelijk weefsel van verenigingen, waarvan een aantal gelukkig ook met eigen ontmoetingsruimten: Vrouwencentrum, Masereelhuis, ‟t Ey, De Vlasbloem, De Casino, Steenstraete, De Zevenster, diverse parochie-, jeugd- en volkshuizen. 3. Stadsmonitor: Er is een grote tevredenheid over het cultureel aanbod, vnl. dankzij het evenementenaanbod waar een brede participatie vastgesteld wordt. 4. CC (en cultuurdienst) kunnen heel wat verenigingen van dienst zijn met de verhuur van een ganse batterij aan lokalen: Stadsschouwburg (+ Foyer), Museumtheater, Conferentie- en Reynaertzaal (Bib), Walburgis- en Gerard De Cremerzaal (Walburg), Huis van het Kind (*), gemeentehuizen Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (*) , De Kouter (*) en De Klavers (*) Belsele, stedelijke basisscholen Belsele (*) en Nieuwkerken (*), buurthuis Sint-Job Puivelde (*) en Sinaai (*) + Sinbad. (* = met vrije catering) 5. Een aantal kerken zijn ondertussen ook meer en meer gewoon mooie stille ruimtes - oases in de stad - waarvoor op termijn niet alleen her -bestemming (naar -mislukt?- Nederlands model) maar ook een bredere (spirituele + seculiere) bestemming een optie kan zijn. 98
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
6. Ook binnen het deeltijds kunstonderwijs is er een stijgende aandacht voor gelijke onderwijskansen en interculturaliteit. 7. De Bibpunten en filialen zijn soms het enig professioneel bemande cultuurpunt op wijk- en dorpsniveau. Mooi voorbeeld = Bibpunt Reynaertpark. Ook Truweel en deelgemeenten hebben nog veel potentie. 8. De stad beschikt zelf ook over een aantal buurthuizen die, naast bv. de parochiecentra, echte sociaal-culturele ankerplaatsen (kunnen) zijn. 9. Nieuwe opportuniteit is er nu ook voor grotere groepen en/of grotere initiatieven in „t Bau-huis, met vrije catering en ook de (unieke) mogelijkheid tot bv. privé-feesten. 10. Er is een gestaag groeiende samenwerking en wederzijds respect tussen de stad en het sociaalcultureel werk. Cultuurdiensten/cultuurbeleidscoördinatoren worden ook vanuit de landelijke secretariaten steeds minder als bedreigend ervaren. 11. De cultuurraad blijft (ondanks beperkingen) een vrij goed gestructureerd kanaal voor inspraak en participatie. 12. Er is sterke waardering voor het ter beschikking stellen van feestmateriaal en technisch materiaal voor locatieprojecten. b. Zwaktes „Gemeenschapsvorming en participatie‟ 1.“Gemeenschapsvorming” en “Participatiebevordering” zijn nog te weinig rode draden doorheen de reguliere werkingen en nog onvoldoende gedeelde opdrachten van alle cultuurfunctionarissen en medewerkers. 2. Nog maar beperkt effecten merkbaar op het vlak van het bereik van kwetsbare groepen voor het huidige cultuuraanbod. 3. Nog maar occasioneel locatiewerking van het cultuurcentrum in de deelgemeenten ( Supervlieg , matinees in De Vlasbloem…). 4. Er is wel cijfermateriaal beschikbaar over aantallen bezoekers, ontleners, deelnemers, leerlingen enz., maar weinig verfijnd naar soorten publiek (bv. welke overlappingen, doorstromingen, witte vlekken enz…?) 5. (nog) Onvoldoende informatie- en expertise-uitwisseling tussen eerstelijnswerkers op buurt- en dorpsniveau. 6. Stadsmonitor: De lage (en tussen 2008 en 2011 nog verder gedaalde) fierheid over de eigen stad wijst op een minder positieve kijk op de identiteit en uitstraling van onze stad, waardoor het voor (sommige) inwoners blijkbaar moeilijk is om zich verbonden te voelen met ook “hun” stad. 7. Huidige buurtwerking (sociale sector) is te weinig gebiedsdekkend. Vanuit het OCMW werd/wordt het gebiedsgericht werken zelfs afgebouwd? 8. De stedelijke buurtwerking werkt soms nog wat te geïsoleerd van bv. de culturele diensten en instellingen. (en omgekeerd?) 9. Op het niveau van de kernstad onvoldoende stedelijke gemeenschapsinfrastructuur waar verenigingen en wijkorganisaties flexibel aan de slag kunnen, ook met feesten, eten en drinken. 10. Heel veel particuliere infrastructuur heeft een (vrij) gesloten karakter en is in de feiten alleen nog te gebruiken voor ons-kent-ons . Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
99
11. Nog wat te weinig aandacht in het lokale beleid voor immaterieel erfgoed (gewoontes, gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, sporten en spelen...). 12. Het sociaal-cultureel werk (ook jeugd) in de kernstad is nog weinig „territoriaal‟ verankerd (in contrast met de situatie in de deelgemeenten). Nieuwe buurt- en straatcomités nemen soms
gedeeltelijk die functie over.
b. Kansen „Gemeenschapsvorming en participatie‟ 1. Functionarissen en medewerkers participatie, gemeenschapsvorming, buurtwerking e.a. meer integreren en organisatorisch inbedden en verbinden in teamverbanden met de kernspelers (leidinggevenden en programmatoren) uit de cultuursector. 2. Naar een meer polyvalente invulling van de stedelijke “gemeenschaps”-infrastructuur in de deelgemeenten: de Cultuursite en ‟t Verschil in Nieuwkerken, De Klavers en De Kouter in Belsele, het nieuwe Troelant en Dorpshuis Sinaai…) 3. Een dicht scholennetwerk met een bijna 100% maatschappelijke participatie (kinderen, jongeren èn volwassenen in hun rol van (groot-)ouders). In totaal bijna 21.000 schoolgaande kinderen en jongeren. 40% van de secundaire leerlingen woont ook in onze stad. 4. Meer gemeentelijke autonomie zou moeten leiden tot een verdere integratie en interne afstemming van de gemeentelijk acties/actoren cultuur, welzijn, jeugd, flankerend onderwijs, kunstonderwijs… 5. De stedelijk onderwijsdienst speelt een steeds belangrijker rol in het lokale onderwijsveld waar dagaan-dag gemeenschap wordt gevormd en ingezet wordt op maatschappelijke participatie van iedereen. 6. Projectwerkingen laten vertrekken vanuit gekende “Plekken” (school, buurtlokaal, het eigen dorp of zelfs maar de eigen straat) spreekt bepaalde mensen meer aan, omdat ze dan alvast met de locatie vertrouwd zijn. 7. Het toenemend belang van de e-cultuur kan leiden tot publieksverbreding (weliswaar mits de nodige flankerende maatregelen, bv. via het onderwijs!) 8. Premies voor wijkwerking kunnen financiële drempels wegnemen, maar volstaan eigenlijk niet als instrument op zich. Ze worden louter administratief afgehandeld op de dienst cultuur. Geen ruimte daar om actief te begeleiden of zelf te initiëren op plaatsen waar het misschien nog zinvoller zou zijn dan in (sterkere) buurten waar het spontaan opduikt. d. Bedreigingen „Gemeenschapsvorming en participatie‟ 1. Veroudering in het bestuur, ledenbestand en publiek van heel wat (socio-culturele) verenigingen, maar ook in de publiekssamenstelling van heel wat stedelijk aanbod. 2. Begrippen als doelgroepen krijgen meer en meer negatieve bijklank en dreigen soms eerder drempelverhogend te werken of te leiden tot “excuusprojecten” (met het bijhorend “allochtonen”tellen). Integratie -denken is/lijkt soms wat voorbijgestreefd. 3. Teveel werken vanuit het idee dat er verschillende gemeenschappen of doelgroepen moeten samengebracht worden, versterkt wellicht de verschillen en de bijhorende vooroordelen. Beter is het wellicht te werken vanuit projecten die de ambitie hebben heel de buurt te betrekken. 4. Er is historisch een kloof gegroeid tussen enerzijds de inspraakorganisatie en de dienstverlenende aspecten van het cultuurbeleid (vnl. op het stadhuis) en anderzijds de aanbodontwikkeling (grotendeels buiten het stadhuis). 100
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
5. Heel wat gemeenschapsinfrastructuur (stad en privaat) is verouderd. 6. Onzekere financiële toestanden en druk op heel wat diensten en instellingen zou kunnen doen doorslaan naar te veel freelancing personeel, privatiseringen of reële afbouw (bv. de uitleen van feestmateriaal). E. SWOT-analyse „Intergemeentelijke samenwerking‟ a. Sterktes Intergemeentelijke samenwerking 1. Als soms zelf benoemde hoofdstad van het land van Waas zitten we in een centrale en vaak leidinggevende of voortrekkerspositie om intergemeentelijke initiatieven te nemen. 2. Er is een sterk verhaal op het vlak van bovenlokaal management en aansturing rond de academies (met zelfs filialen tot op deelgemeenteniveau voor SASK) 3. Een mooi palmares voor Interwaas, ADW, WACCO, Erfgoedcel, Bibliowaas… Heel wat realisaties zijn er alleen gekomen bij gratie van de intergemeentelijke samenwerking of structuren. 4. Sint-Niklaas is als centrumstad op zich ook al van bovenlokaal belang en heeft interactie met diverse gebruikers- en publieksgroepen uit de bredere regio: pendels van werknemers, leraars, zorgverleners en vooral heel veel scholieren (elk met hun eigen verhaal uit de vaak nabije woonplaats). 5. Regio-denken en bovenlokaal samenwerken is sterk historisch verankerd en leidde quasi altijd tot een grotere dynamiek en een netwerking met duurzame effecten. 6. Geeft extra ontmoetingskansen voor veldwerkers en vaak ook voor de betrokken beleidsmensen. 7. Het Inter-wase heeft een belangrijke laboratoriumfunctie voor wat op gemeentelijk vlak soms niet van de grond komt. Vaak is er ook wel enig opportunisme omdat er via die weg soms extra middelen gegenereerd kunnen worden (provinciaal, Vlaams, privaat, haven / Linkeroever…) 8. Het inwonerstotaal (+/ 250.000) van het grondgebied van het Land van Waas (Beveren, Kruibeke, Lokeren, Sint-Gillis, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster) is ideaal. Moerbeke-Waas en Zwijndrecht zitten vaak op de wip, ook Waasmunster is er soms niet bij wegens behorende tot het arrondissement Dendermonde. b. Zwaktes „Intergemeentelijke samenwerking‟ 1. In de culturele sector zijn er misschien iets teveel structuren om een goede of permanente betrokkenheid van de beleidsmensen te garanderen. Het is ook soms onmogelijk wegens cumulbeperkingen. 2. Met grote, soms zelfs rijkere buren als Beveren, Lokeren en Temse is het soms moeilijk centrumstad zijn. (in vergelijking met bv. Mechelen, Kortrijk, Turnhout…). 3. Er zijn misschien iets teveel ad hoc en thematische overlegstructuren waar de lokale politiek en administratie onmogelijk nog goed kan volgen (cfr. Intergemeentelijke project Land van Reynaert, Mercator2012…) 4. Het eeuwige dilemma wat/wanneer doen we iets Waas, wat/wanneer Klaas? 5. Er is nauwelijks „ambtelijke‟ afstemming of overleg tussen de regionale culturele organisaties ADW Erfgoedcel - BiblioWaas - WACCO - Toerisme Waasland - ….
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
101
6. Indien de provincies zich zouden versterken dreigt misschien een verdere „verrommeling‟ over 4 i.p.v. 3 niveaus (Federaal, Vlaams, Provinciaal/regionaal en lokaal/intergemeentelijk). 7. Door onze Wase inzet hebben we hier historisch geen eigen Sint-Niklase kunstkring, geen eigen heemkundige kring Sint-Niklaas…. Maar heel veel waas, waas en waas. Misschien wel ten nadele van onze eigen fierheid en profilering? 8. De win zit vaak in het voordeel van de buurgemeenten. Meer autonomie en een op zichzelf plooien komt wellicht vooral alleen Sint-Niklaas als centrumstad ten goede? 9. Politiek is er soms weinig draagvlak voor de „overdracht‟ van „macht‟ aan bovenlokale instellingen of niveaus. c. Kansen „Intergemeentelijke samenwerking‟ 1. Sint-Niklaas biedt leerplichtonderwijs aan net geen 21.000 schoolgaande kinderen/jongeren. 60% van de leerlingen in het secundair onderwijs woont buiten onze stad en leert dus op zeer jonge leeftijd de Wase hoofdstad kennen… en er hopelijk ook van houden en er vriend(inn)en maken. 2. Binnen het decreet lokaal cultuurbeleid zijn er meer middelen beschikbaar voor “afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie” dan we op heden binnenhalen via WACCO, dat zich nu beperkt tot de gemeenten die een erkend CC/GC hebben: Sint-Niklaas, Lokeren, Beveren en Waasmunster + Hamme en Zwijndrecht. (Max. toelage = 82.500 euro) 3. Mogelijks extra middelen en opdrachten als centrumstad in het kader van het Vlaamse en Federaal stedenfonds? Stadsgewest Sint-Niklaas-Waas? 4. Er is een heel tastbare meerwaarde via het Streekgericht Bibliotheekbeleid met het Provinciaal BibliotheekSysteem: www.ovinob.be 5. Kerntakendebat provincies biedt misschien extra mogelijkheden voor de verdere uitbouw van erfgoeddepots, archieven, sport-, jeugd- en recreatieterreinen, natuurgebieden, CC, Bib, SteM…? 6. Intercommunaal geeft per definitie een groter potentieel publiek, dat toch steeds mobieler wordt. 7. Gewaardeerde instrumenten: www.muzeuminzicht.be (MovE, het Provinciaal digitale collectieregistratiesysteem en www.waaserfgoed.be (Erfgoedbank van de Wase Erfgoedcel). d. Bedreigingen „Intergemeentelijke samenwerking‟ 1. Onze Wase reflex gaat vaak ten nadele van het eigen profiel en fierheid als centrumstad. In Wase publicaties (bv. Accenten, Erfgoedcel, BiblioWaas…) kunnen we meestal maar een deel van ons aanbod tonen, aangezien de beschikbare pagina‟s soms verdeeld worden op gelijk basis en niet altijd in evenredigheid tot het aanbod. 2. Wissels in het gemeentelijk personeel en in de politiek kunnen voor het intergemeentelijke samenwerken bepalend zijn, zowel in de positieve als in de negatieve richting. 3. Een verdere evolutie richting meer gemeentelijke autonomie en dus meer intern overleg binnen de eigen gemeenten, kan ook effectief een bedreiging zijn voor bestaande intergemeentelijk structuren (minder tijd voor overleg buiten de eigen gemeente). 4. Onzekere rol van de provincies. Wat met de intenties Groenboek? . Hebben de Provincies
voldoende personeel / draagkracht indien ze toch nog een substantiële rol moeten/mogen spelen in de culturele sector ? F. SWOT-analyse „Cultuurcommunicatie‟ 102
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
a. Sterktes „Cultuurcommunicatie‟ 1. Met UiTinSint-Niklaas bestaat er een degelijk lokaal visueel, vrij volledig, breed verspreid en aanvaard kanaal voor al het vrijetijdsaanbod van verenigingen en instellingen. 2. Er bestaan op dit ogenblik een aantal sterke communicatiemerken binnen de culturele instellingen (vnl. Bib, CC …). 3. CC heeft een zeer eigen promotionele, professionele en herkenbare aanpak naar diverse publieken, met optimaal gelinkte informatie over haar activiteiten. CC biedt een totale en goed gerichte communicatiemix, wervend èn duidend met heel wat aantrekkelijke dragers. 4. De UiTrekken verspreiden overzichtsfolders en brochures met stedelijke en culturele informatie op meer dan 20 centrale plaatsen in de stad. 5. De stad biedt de mogelijkheid om voor grote culturele campagnes in het bevlaggingsplan te stappen, met rijen vlaggenmasten op diverse centrale plaatsen in de stad. 6. CC/Acc‟enten is een gerespecteerd achtergrond- en duidingsmagazine voor al wie in het Waasland het professioneel culturele aanbod optimaal wil consumeren. Wordt ook wel wat benijd. 7. Er is een stabiel en breed verspreidingssysteem voor affiches in de stedelijke gebouwen en op openbare aanplakplaatsen. 8. Er is een systematisch verhoogde inzet op kwalitatief drukwerk rond toeristische promotie, stadspromotie, activiteitenaanbod, promo evenementen… (weliswaar vooral gericht op de eigen bewoners en slechts occasioneel op de regio of landelijk). 9. Bib, SteM en Academies voeren zware communicatieve inhaaloperaties ten aanzien van het CC. 10. Het facebookprofiel van het CC werd omgevormd tot een fanpagina en telt momenteel (april 2012) meer dan 2.500 fans. De Bib zit aan een 750-tal fans. Dienst evenementen: + 1.600 fans. Stad Sint-Niklaas: 1.100-tal. Jeugddienst: 485. SAMWD:…. 11. De stad biedt voor grote evenementen de mogelijkheid om schuifborden aan te leveren die op alle invalswegen van de stad staan. 12. Communicatie rond evenementen blijft nog zeer wisselend van kwaliteit en impact. Mooie campagnes voor o.a. de Sint, Vredefeesten, Sterfeesten, Na-tourcriterium, kermissen… 13. De Bib biedt het meest volledige aanbod van flyers en ander gedrukt materiaal. De digitale ontsluiting en spreiding is nog de verantwoordelijkheid van de (cultuur)communicatie stadhuis. b. Zwaktes „Cultuurcommunicatie‟ 1. Geen duidelijk herkenbaar eerste onthaalpunt (IN-winkel) voor occasionele bezoekers of toeristen, die soms verloren lopen aan het station, op de markt, in het stadhuis. De dienst(en) toerisme zijn nauwelijks zichtbaar, weggestopt en soms letterlijk afgeschermd achter terrasstoelen. 2. Zwijgershoeksite: wat is daar CC, wat behoort tot de musea? Voor een buitenstaander moet de communicatie en informatie eenduidig zijn en speelt het geen rol welke interne structuren daar achter steken. Momenteel is er daar veel onduidelijkheid over. Idem voor bv. de Salons voor Schone Kunsten. 3. Er zit ook nog te weinig coherentie tussen de cultuurcommunicatie(s), stadspromotie (stad en vzw Centrummanagement) en de toeristische promo. Voor een bezoeker van de stad mag het niet
uitmaken wie wat doet of organiseert: de toeleiding kan best wat duidelijker en meer eenvormig zijn. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
103
4. Communicatiebeleid blijft vaak steken op het operationele (deadlines, producten…), nog te weinig ruimte voor meer strategisch werken. Ook noodgedwongen nog veel ad hoc en last-minute-werk. 5. Het gemis aan een stedelijk communicatieplan maakt dat er ook geen werkbare kapstok is voor bv. cultuurcommunicatie als integraal onderdeel van een groter stadsverhaal. 6. Weinig eenduidigheid in de naamgeving van “de instellingen”. Wat onder de noemer „de Bib‟ zit is een mooi voorbeeld van duidelijke naamzetting. CC en SteM zijn daarin wat minder duidelijk. 7. (te) Veel fysiek èn telefonisch te bemannen balies (SSB, Bib, Toerisme, SteM, Mercatormuseum, Salons, Vrije Ateliers, 2 Academies, diverse loketten stadhuis…), die al bij al beperkt bereikbaar zijn na de kantooruren, in het weekend of tijdens vakanties èn nauwelijks op de hoogte zijn van of toegang hebben tot de info van de collega‟s. 8. Er is een verschraling in de lokale / regionale media. 9. Onze instellingen en hun subafdelingen zijn niet allemaal op eenzelfde manier met communicatie en promotie bezig. Hierdoor springt de ene instelling/afdeling er meer uit dan de ander, elk op hun eigen manier, met hun eigen accenten … Disparaat en dus slechte herkenbaarheid. 10. Nog weinig digitale afstemming van de balie- en reservatiesystemen (voor aankoop van inkomkaarten, huur van lokalen en stadsmateriaal, inschrijvingen cursussen of lessen enz…) 11. Affichebedeling: de indoor prikborden zijn niet overal even groot en het ophangen is sterk afhankelijk van de goedwil van de collega‟s die bv. ook affiches van bevriende organisaties van elders willen hangen (wederkerig belang). Veel frustratie, nodeloze kosten en dito klachten bij organisatoren die hun afgegeven affiches niet of weinig zien hangen. 12. Misschien wel te veel verspreide en vaak onvolledige informatieplekken: flyers en affiches aan diverse loketten op het stadhuis, op de dienst toerisme, aan de balies Salons/SteM/Mercatormuseum, in de Stadsschouwburg, aan de secretariaten academies, Bib en filialen… Overal wat, maar nergens echt alles. (Het meest volledige aanbod ligt alvast in de Bib). 13. Weinig budgetten voor bv. advertenties, promospots… 14. De communicatie CC (maar ook Bib en SteM) is in hoofdzaak gericht op de eigen programmatie, het aanbod van derden of uit de belendende sectoren komt er vaak niet in. 15. Nog te weinig overleg en uitwisseling van knowhow èn databestanden. Ieder acteert een beetje
op zijn/haar eilandje.
c. Kansen „Cultuurcommunicatie‟ 1. Meer samenwerking met private partners (De Casino, Siniscoop…). Met gedeelde middelen, naar
verhoogde zichtbaarheid?
2. Er zijn diverse communicatiemedewerkers verspreid actief binnen de stedelijke instellingen, elk met hun rijke know-how. Meer afstemming is mogelijk.. 3. Verdere uitbouw UiT-rekken o.a. ook in hotels en verblijfscentra? 4. Bib (en bibpunten/-filialen) zou nog meer ook de functie van info- en kenniscentrum kunnen vervullen (incl. toeristische info? Reservatiemogelijkheden? Concept IN- en UITwinkel? )? 5. Cultuurcommunicatie is een sleutelfunctie wanneer we op zoeken zouden moeten gaan naar nieuwe businessmodellen of nieuwe vormen van fondswerving. 104
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
6. De website UiTinSint-Niklaas die op stapel staat kan de identiteit van het vrijetijdsgebeuren in SintNiklaas en dus de specifieke communicatie van elk evenement of activiteit versterken. Een UiT-app voor smartphones en tablets, en nog meer inzetten op nieuwe mediatoepassingen zijn de noodzakelijke aanvullingen hierop. 7. De stad gaat investeren in grote LED-schermen op centrale plaatsen zoals rond de Grote Markt en later eventueel in de stationsbuurt etc. De schermen kunnen ook worden aangewend voor cultuur. 8. Wat met de digitale schermen zoals bv. in de Bib en CC? Kunnen die „nuttiger‟ worden aangewend in de promotie van de stad en haar instellingen? Kunnen deze onderling in een centraal gestuurd netwerk worden opgenomen en uitbreiding vinden in bv. SteM, Vrije Ateliers, de academies,…? 9. Er zijn alvast ideeën en goede voorbeelden van ticketshops / centrale infopunten (fysiek of alleen digitaal?) die ook na de werkuren open zijn (model UiT-winkels). 10. Mogelijkheden op het vlak van regionale samenwerking rond communicatie. d. Bedreigingen „Cultuurcommunicatie‟ 1. Cultuur die steeds meer opgaat in een algemeen beleid kan ook verdampen. Er dreigt mogelijks verlies van eigenheid, profiel en slagkracht door een globalisering van de communicatie, tenzij het algemene communicatiebeleid zware sprongen vooruit maakt. 2. Overkill en ongeleide inzet van allerlei communicatie, drukwerk, digitale mailings, nieuwe media,… 3. Financiële beperkingen en besparingen op personeel en werkingsmiddelen? 4. Toegenomen werklast m.b.t. de distributie Van flyers. Alles staat of valt met de verdere inzetbaarheid van de gemeenschapswachten. 5. De bestaande dienstverlening omtrent affiches komt onder druk vermits er niet meer dezelfde kwaliteitsgarantie kan worden geboden als in de opstartperiode. De productie van drukwerk allerlei werd steeds goedkoper waardoor er een overaanbod aan vnl. affiches is ontstaan. G. SWOT-analyse „Erfgoed‟ a. Sterktes „Erfgoed‟ 1. Goed draagvlak en publieksbereik voor lokale erfgoedinitiatieven tot op deelgemeenteniveau: (Plaatselijke tentoonstellingen, Nacht van de Geschiedenis, Open Monumentendag, Erfgoeddag…) 2. Het Stadsarchief is door zijn integratie in de Bib quasi permanent mee bereikbaar tijdens de Biburen. De medewerkers staan er zeer open voor klanten die opzoekingen willen doen en partners die samenwerking zoeken. Het heeft een grote knowhow opgebouwd op archieftechnisch en lokaal historisch vlak en op vlak van projectwerking. 3. De Erfgoedcel (Interwaas) en ADW zijn stevig gestructureerde bovenlokale erfgoedkaders, met vrij veel middelen en professioneel personeel. 4. Mooie en goed gerestaureerde historische gebouwen: Cipierage/Prochiehuis, kasteel Walburg, SintNicolaaskerk, OLV-kerk, Kristus Koningkerk, Dekenij, Castrohof, Kiosk stadspark, De Casino, Salons voor Schone kunsten, Paddeschoothof, site broeders Hiëronymieten, site zusters Jozefienen, site SintLucia, Fondatie van Boudelo, ArtDecostraten,… 5. Originele publieksactiviteiten zoals “De Nacht van het Museum” lokken een breed publiek.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
105
6. Belangrijke iconen (immaterieel erfgoed): Sinterklaas, Reynaert, Mercator, Ballonfeesten èn De Grootste Markt 7. Vernieuwd SteM geeft extra mogelijkheden naar expo, bewaring en ontsluiting. 8. Gespecialiseerde organisaties van bovenlokaal belang met grote expertise: KOKW, Bibliotheca Wasiana, Reynaertgenootschap, Sint-Nicolaasgenootschap, Graphia…. 9. Sint-Niklaas kent enkele waardevolle collecties (archeologische vondsten, schilderijen, beelden, historische voorwerpen, relikwieën, eeuwenoude manuscripten, oude gebruiksvoorwerpen, foto's, documenten, breimachines…), met (slechts) enkele echte topstukken: Mercatorglobes en atlassen, kerkschat Sint-Nicolaas… 10. Een unieke ex-libriscollectie van internationaal belang. 11. SteM wordt ook steeds meer en levendige plek voor debat, gesprek (bv. OpDonder4 ), muziek en theater. Een museum met een “eigen” theater onder dak is vrij uniek. 12. In 2011 bezochten 22.643 cultuurliefhebbers de Stedelijke Musea: een stijging van 3,34% tegenover het bezoekersaantal 2010 (21.912), mede dankzij de Opendeurdag (20/02) in het Huis Janssens (KOKW) met een traject door de Mercatorcollectie (goed voor 2.293 extra bezoekers op 1 dag). 13. Het SteM zelf blijft een goede vaste waarde met 11.500 bezoekers per jaar (2011). b. Zwaktes „Erfgoed‟ 1. Weinig aantrekkelijke buitenruimtes rondom onze twee erfgoedsites: - Zwijgershoek nog teveel achterkanten, een sobere parking en onbestemd parkje; - Heymanplein als het laatste van de 4 centrumpleinen een parking zonder meer. 2. Minder gunstige bewaar- en werkomstandigheden voor het stadsarchief in de huidige Bib en verspreide ligging van de depots, bureaus en het atelier van het stadsarchief. 3. Laag publieksbereik op de diverse museumsites (Salons, Mercator, Tinel, Nieuwkerken, Pijp- en tabak… en ook SteM?). Misschien iets te veel “Mausoleum” en te weinig erfgoedforum ? 4. Tweede en vooral derde verdieping Salons voor Schone Kunsten zijn zwaar onderkomen, onderbenut en toe aan renovatie (incl. het voorzien van een lift). 4. Zware schenkingsvoorwaarden (schilderijcollecties) blokkeren een dynamisch expositiebeleid. 5. Onze vaste collecties zijn uitzonderlijk gratis toegankelijk voor de eigen inwoners. Zij zijn nochtans mede-eigenaar èn potentiële ambassadeurs “ons” openbaar erfgoed. 6. Vrij beperkt publieksbereik voor de eigen museale collecties en erfgoedactiviteiten. 7. Weinig echte topstukken (van Vlaams, laat staan internationaal niveau) in onze musea: SteM, Salons, Huis Janssens, heemkundige museum Nieuwkerken, Pijp- en tabakmuseum, Tinelmuseum…) 7. Nog geen echt formele collectieafspraken rond documentair erfgoed, Wase kunst, historische objecten… Ontzamel waar nodig, en verwerf alleen wat anderen laten liggen. 8. Stedelijke Musea: relatief veel personeelinzet nodig naar bewaking, loketpermanentie, suppoosten… (misschien ten nadele van meer projectmatige erfgoedwerking?) 9. SteM: nog te beperkte aandacht voor: 106
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
immaterieel erfgoed (gewoontes, gebruiken, praktijken, feesten, dialecten, tradities, verhalen, liedjes, rituelen, recepten, ambachten, technieken, verdwijnende podiumkunsten, volkskunde , sporten en spelen...); recent (na-oorlogse) erfgoed (met nog levende getuigen); interculturaliteit (immigratie als insteek).
10. Erfgoed is een sector die moeilijk rechtstreeks inkomsten genereert uit ticketting, inkomgelden of verkoop. (Sponsoring en mecenaat daarentegen gaan beter). 11. Geen structureel georganiseerde inspraak of medebeheer vanuit het middenveld rond SteM , evenmin rond de culturele werking vanuit het stadsarchief. b. Kansen „Erfgoed‟ 1. Vooral verder inzetten in SteM op grotere tentoonstellingen of projecten. Minder maar beter. en best geen initiatieven SteM en CC meer compleet los van elkaar ontwikkeld. 2. Er is nog meer structurele samenwerking mogelijk tussen toerisme en SteM (rond promo, inzet gidsen, onthaal toeristen/bezoekers): formules met gemengd bezoek aan museale en andere interessante sites (bv. Sint-Nicolaaskerkschat, muurschilderingen OLV-Kerk, stadhuis, Grootste Markt, Beelden in de Stad, Sint-Lucia, Broederschool, Art Deco-straten, begraafplaats Tereken, winkel Daniël Ost, stadsparken en tuinen… ) + evt. in de marge van evenementen (Vredefeesten, grotere themamarkten, kermisperides, Sintdagen…) 3. Stijgende interesse in onderwijsmiddens voor het erfgoedaanbod. 4. Er is relatief veel verborgen erfgoed in privaat bezit (schoolsites, kloosterordes, psychiatrische domeinen, kerken, particulieren, verenigingen…) waar wel projectwerking mee mogelijk is. 5. Nieuwe digitaliseringmogelijkheden maken een bredere ontsluiting mogelijk, en dus potentieel nieuw publiek: www.muzeuminzicht.be www.waaserfgoedbe.be 6. UNESCO-conventie kan relevant zijn voor bv. onze Sinterklaasgebruiken, reuzen… en het immaterieel erfgoedbeleid algemeen. 7. Via (moderne) Erfgoedprojecten zijn er linken te maken met „andere culturen‟ (vnl. rond het volksculturele erfgoed, het leven van alledag hier en daar / nu en toen ) 8. Een sector die recent goed gehyped werd (mede door de Erfgoedcellen) en opnieuw een groeiend potentieel aan vrijwilligers aantrekt (jonge mensen èn jonggepensioneerden, die zinvolle tijdsbesteding zoeken). 9. Mogelijke neven- of herbestemmingen of “bredere” bestemming van leegstaande kerken en kapellen voor bv. depot, exposities, projectwerking… 10. Vaak kortstondige engagementen gezocht, bv. in het helpen digitaliseren, inventariseren en/of beschrijven van oude foto‟s. 11. Goede voorbeelden voor een creatieve omgang met het hip “Retro”-erfgoed (Huis van Alijn, Guislainmuseum, “De Sixties” Bokrijk…) 12.De effectieve bewaring en ook digitalisering kan in bepaalde gevallen misschien beter op een gecentraliseerde locatie waar er meer optimale bewaaromstandigheden zijn. d. Bedreigingen „Erfgoed‟ 1. Museaal beleid is wellicht toe aan heroriëntering (teveel balies, te weinig publiek?) Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
107
2. De huidige (Schone Kunsten- ) bestemming van de Salons komt steeds zwaarder onder druk (o.a. wegens zeer beperkt publieksbereik). 3. Slechte lokale bewaaromstandigheden in Bib/stadsarchief en in het Huis Janssens zijn stilaan nefast voor delen van de collecties (papier, foto‟s, cartografie, textiel…). 4. Veroudering van besturen en publiek in de erfgoedsector. 5. De tand des tijd (vnl. groot risico voor textiel, papieren documenten, foto‟s, films…). 6. Overvolle depots en niet geïnventariseerde collecties werken ontmoedigend zelfs voor wetenschappelijke vorsers 7. Oplopend energiekosten in heel wat waardevolle, maar niet duurzame stedelijke gebouwen. H. SWOT-analyse „Literatuur‟ a. Sterktes „Literatuur‟ 1. Grote stadsbibliotheek met een stevig netwerk van filialen/bibpunten en een centrale positie in het overleg van de Wase collega-bibliotheken (BiblioWaas) 2. Diverse prestigieuze podia waar ook poëzie en literatuur zijn plaats krijgt: Stadsschouwburg, Foyer, Bib, De casino, kasteel Walburg, Salons… 3. Stevige CC/traditie (Poëzieplan) rond woord en poëzie: … op zondagmorgen, Archipel, Snoekprijs (= ondertussen ook een landelijke referentie).
P.
4. Goed uitgebouwde Bibcollectie (met magazijnmogelijkheden) en een stijgend aanbod ( uitbreidings) activiteiten rond leesbevordering. 5. Stevige CC/jeugdprogrammatie met het beste uit het Vlaamse jeugd- en kindertheater 6. Actieve sociaal-culturele verenigingen (Davidsfonds, CC Boontje, Curieus, Masereelfonds) met een sterk eigen publieksbereik en literair aanbod. 7. Unieke afdelingen Toneel, Voordracht en Welsprekendheid (repertoirestudie, literaire creatie, drama…) in de Academie (met een 9-tal vakleraars). 8. Grote publiekswaardering voor de literatuurspreiding van de Bib: uitleen, maar ook workshops, rondleidingen e.a. 9. Uniek en origineel Bib-initiatief: Kinderstadsdichter 10. Gespecialiseerde organisaties: Bibliotheca Wasianea, Reynaertgenootschap en Graphia. 11. Opvallend stijgende groep actieve leners in de Bib Sint-Niklaas: van 16.841 (in 2010) naar 18.228 (in 2011) = een stijging van 8,6%
(77,5% van de leners woonde in Sint-Niklaas; in 2010 was dit nog 80,2%, zodat de centrumfunctie iets sterker uit de verf komt.) 12. Unieke boekencollecties in de stad (KOKW en Bib - Bibliotheca Wasiana - Stadsarchief) 13. Unieke ex-libriscollectie (van internationaal belang), weliswaar nog weinig (digitaal) ontsloten. 14. Groeiende expertise en projectwerking vanuit Bib: rond Tom Lanoye, Karel Heirbaut, Paul Snoek, Reynaert… 108
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
b. Zwaktes „Literatuur‟ 1. Nog weinig expliciet stedelijk of regionaal letterenbeleid. 2. Beperkt instapcircuit voor woordkunstenaar of literair aanstormend talent (zoals bv. wel voor jonge muzikanten/acteurs in cafés, jeugdhuizen, toneelverenigingen) 3. Weinig debatcultuur of –aanbod in de stad. 4. Mooie literaire projecten blijven vrij lokaal/regionaal hangen (in vergelijking met bv. Boon – Aalst; Lanoye / Elsschot – Antwerpen) 5. Beperkte werkingmiddelen Bib en (nog) geen verzelfstandiging (cfr. ACCSI voor CC). 6. Literatuur is nauwelijks verankerd in de bestaande adviesstructuren (geen verenigingen). c. Kansen „Literatuur‟ 1. Nieuwbouw of verbouwing Bib 2. Nieuwe rol / uitdaging voor de Bib: het helpen structuur aanbrengen in de enorme hoeveelheid (ook digitale !) informatie en het assisteren bij het vinden van het juiste boek / artikel. 3.Het publieke domein: gedichten / proza op muren en pleinen (Cfr. Project Elisabethwijk). 4. Aanwezigheid van een literaire boekenwinkel ‟t Oneindig Verhaal, naast de ketenhandel Standaard 5. KAHO (lerarenopleiding) als belangrijke partner (cfr. Sprakeloos in de Buurt, Paul Snoek-project…). 6. Initiatieven zoals Kunstbende, Supervlieg… geven ook een podium en kader voor „letteren‟. 7. De Bib als verzorger van de bibliotheek- en mediatheekfunctie voor derden (bv. scholen) 8. Landelijke themadagen en –weken: Jeugdboekenweek, Week van de Bibliotheek, Dag van de poëzie, Gedichtendag, Digitale week, Erfgoeddag, Dag van het Deeltijds Kunstonderwijs, Seniorenweek…..) 9. Bib als marktcorrigerende aanbieder van werken en boeken die niet of kort in de handel liggen of werken die erfgoed zijn geworden. 10. Nieuwe mogelijkheden met publicaties in „eigen‟ beheer betekent minder afhankelijkheid van de uitgeverswereld. 11. Interesse in onderwijsmiddens en in het welzijnswerk (basiseducatie?) voor literair activiteitenaanbod en voor samenwerking rond literatuur en leesbevordering. Partnerschap met VormingPlus? 12. Ambities van de Vlaamse overheid m.b.t. basisleescapaciteit (naar model basismobiliteit). d. Bedreigingen „Literatuur‟ 1. Moeilijkheden in het boekenbedrijf (inkomsten boekhandelaars, schrijvers, uitgevers…) 2. Ontlezing, althans wat de gedrukte literatuur betreft. 30% van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar geen enkel boek gelezen (zelfs geen kook-, reis- of tuinboek); 40% geen enkel boek gekocht en 60% geen enkel boek ontleend (in de Bib). Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
109
3. De bib op een mogelijks existentieel keerpunt: wat moet (op termijn) nog fysiek aanwezig blijven?;
wat kan virtueel (digitaal) via netwerken beschikbaar worden gesteld?; in hoeverre kan de bibliotheek inspelen op een groeiende vraag van gebruikers om informatie van thuis of kantoor te kunnen oproepen? 4. Toestanden met SABAM en andere auteursrechtenorganisaties en regelingen (Reprobel, SEMU…) 5. Aandacht voor lezen blijft vrij marginaal in de populaire media en in het onderwijs 6. Zeer bescheiden stedelijke werkingsmiddelen. 7. Nauwelijks (landelijke) media-aandacht voor cultuur buiten Antwerpen - Gent - Brussel. 8. Onzekerheid omtrent de toekomstige Vlaamse middelen (Hoe lang geoormerkt voor bibliotheekwerk?). 9. Nieuwe opdrachten kunnen de traditionele Bibwerking - collectievorming - financieel en infrastructureel mee onder druk zetten. De bibliotheek als levendige en bruisende ontmoetingsplaats kan ook de bib als stiltegebied bedreigen. I.
SWOT-analyse „Creatie en experimenteel kunstenbeleid‟
a. Sterktes „Creatie en experimenteel kunstenbeleid‟ 1. Academies met hun 40 productieplekken (filialen) en heel wat sterke toonmomenten (optredens, tentoonstellingen, shows…) voor ruim 5.000 actieve leerling-kunstenaars en meer dan 200 leerkrachten/meesters. SASK is Dè grootste academie beeldende kunst (deeltijds kunstonderwijs) in
Vlaanderen. SAMWD zit bij de grootste.
2. Initiatieven zoals De Kunstbende zijn een kweekvijver voor aanstormend talent (performance, film, beeldend, foto, txt, muziek, dans, mode, DJ…) en zorgen door hun methodiek voor een groot draagvlak. 3. Coup de Ville (W.A.R.P.) was zeer inspirerend voor ook lokaal jonge talent. 4. CC/Vrije Ateliers met zeer flexibel cursussysteem en kans ook op levenslang leren 5. Supervlieg brengt kunsten NAAR een breed publiek en laat waar het passeert een heel goed gevoel achter bij de deelnemers èn partnerorganisaties (en de zin naar meer…). 6. Stevige Pop- en rockinitiatieven (Lawijtstrijd, JH-circuits, muziek op café, Villa Pace -muziek, Kroegentocht, diverse evenementen…) doen een permanent appel naar nieuw muzikaal talent. 7. Initiatieven zoals de “Kinderstadsdichter” en “De Nacht van de Boze Dichters” doen ook een appel aan jonge literair aanstormend talent. 8. Cultuurcentrum (vnl. Stadsschouwburg / Museumtheater / De Klavers) biedt enkele technisch goed uitgeruste podia voor de presentatie in de beste omstandigheden van de nieuwste podiumproducties (ook uit eigen stad/regio). 9. Kultour geeft ruimte aan (jonge) kunstenaars met diverse culturele achtergronden en zet in op de integratie van kunst en natuur in de stedelijke omgeving. 10. CC/Functionarissen kunnen autonoom beslissen welke lokale producties / kunstenaars(-groepen) ze plaatsen of ondersteunen, ook op locatie.
110
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
11. Ruime adresbestanden, inzetbare netwerken, contactgegevens en persoonlijke relaties zijn „aanwezig‟ bij de stedelijke diensten en functionarissen. 12. Met het project SINart bemiddelt het CC tussen jonge beeldende kunstenaars en bedrijven met het doel om kunst te exposeren in openbare en toegankelijke ruimtes. 13. Amateurkunsten is één van de opvallendste stijgers op het vlak van cultuurparticipatie 14. Sterke netwerkvorming ontwikkeld rond de kunstenorganisaties W.A.R.P. , De Casino en ‟t Ey b. Zwaktes „Creatie en experimenteel kunstenbeleid‟ 1. Weinig ruimtes voor werkplaatsfunctie. 2. Nog weinig inspirerende initiatieven (hedendaagse) beeldende kunst in openlucht. 3. Lokaal nog maar weinig inspirerende ontmoetingskansen met internationale producten / artiesten. Beperkt aanbod via bv. portfoliodagen W.A.R.P. 4. Nauwelijks vrije ruimte in de stedelijke tentoonstellingszalen (Zwijgershoek, Salons en Vierkante Zaal) voor projecten door derden (receptief). 5. Weinig ateliermogelijkheden voor individuele beeldende kunstenaars of collectieven. Het achterlaten van materiaal (gereedschap, instrumenten enz…) is moeilijk in polyvalent te verhuren lokalen. 6. Nauwelijks stedelijke of betaalbare private infrastructuur voor exposities van (tijdelijke groepen) individuele kunstenaars. Verhuur op basis van tarieven dagdelen geeft geen mogelijkheden voor projecten die enkele dagen/weken moeten lopen. 7. Geen lokale galerijen 8. Geen lokale festivalkaders of wedstrijden voor bv. klassieke muziek, beeldende kunst, poëzie. 9. 60% van de pop/rock-muzikanten (in Vlaanderen) blijft op zoek naar een geschikte werkplek 10. Gespreide - versnipperde - stedelijke cultuurplekken en -plekjes (Rolliergebouw, Vrije Ateliers, Museumtheater / Zwijgershoek, kasteel Walburg, zalen Bib, …) blokkeren heel wat mogelijks interessante trefkansen kunstmakers/-publiek/-spreiders. 11. Weinig nazorg of structurele kansen voor afgestudeerden (uitgeproduceerden ) van het kunstonderwijs. 12. Nauwelijks mogelijkheden voor (beeldende) kunstprojecten op de centrale Grote Markt wegens moeilijk liggende verplaatsbaarheid van de wekelijks donderdagsmarkt. c. Kansen „Creatie en experimenteel kunstenbeleid‟ 1. Het engagement van W.A.R.P. voor een triënnale Coup de Ville en de ambitie voor de uitbouw van een centrum voor actuele kunst (Jan Buytaertsite) in Sint-Niklaas. 2. Groeiperspectief voor De Casino (na verhoogde middelen kunstenbeleid), hopelijk met nog meer ruimte / tijd / middelen voor investeringen in festivalformules, concours, resident artiesten, workshops, repetities enz… 3. Coproductiemogelijkheden (naar analogie met CC-Casino) met ‟t Ey, De Vlasbloem, JH‟n…
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
111
4. Via systeem stadsdagen (naar analogie met De Casino) of andere financiële ondersteuningsmaatregelen kan ook meer ruimte gecreëerd worden in private infrastructuur (incl. scholen!) 5. Tijdelijke tewerkstellingen (voor specifieke projectcoördinatie, curatorschap, regie….) kunnen belangrijk zijn, op voorwaarde dat de omkadering en inbedding in een bestaande structuur of organisatie goed voorbereid en verzorgd wordt (slecht voorbeeld: Mercator 2012). 6. Heel wat lokale verenigingen fungeren ook als leer- en oefenschool (Jeugdtheater Ondersteboven, Clapaja, Balletschool Stichting Klassieke Dans, jeugdtoneel Baudeloo, Gynaïka, In Dulci Jubilo, jeugdensembles De Kunstvrienden en Wasiana, diverse kinderkoren…) 7. (eerder gesloten) Verenigingslokalen (jeugdhuizen, De Vlasbloem, ‟t Ey/De Kouter, Masereelhuis, Volkshuis, parochiezalen, kerken…) kunnen evolueren naar “werkplaatsen”, waar dus ook kunstcreatie een plek kan krijgen. 8. Samen met heel wat - mogelijks geïnteresseerde - lokale actoren (kunstkringen, toneelgezelschappen, harmonieën, orkesten, koren, JH‟n, sociaal-cultureel werk e.a.) kunnen actief activiteiten of projecten opgezet worden, met het oog op een verhoging van de kwaliteit van het aanbod en van publieksverbreding. 9. Zware druk vanuit de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten om de lokale overheid (minstens) te horen in de procedure die leidt tot het al dan niet toekennen van Vlaamse toelagen in het kader van het Kunstendecreet. 10. (mogelijk nieuwe) Federale regelgeving: tax shelter / belastingvrijstellingen verruimd van film naar de hele cultuursector. 11. Nieuwe plekken (ook voor experimenten): Bau-huis, (voorziene)Troelant, De Klavers (met ondertussen betere gebruiksvoorwaarden). 12. Sociale tewerkstelling voor (extra) logistieke ondersteuning bij bv. locatieprojecten (geluidstechniek, decor- en podiumopbouw). d. Bedreigingen „Creatie en experimenteel kunstenbeleid‟ 1. (mogelijks) Onevenwicht tussen de budgetten voor (gratis) evenementen en het fijnere werk in en door de cultuurinstellingen en de verenigingen of private organisaties 2. (stijgende ) Inzet op vraaggericht aanbod kan leiden tot verregaande popularisering van het aanbod en uiteindelijk verdringing van de moeilijker producties. 3. Meer gemeentelijke autonomie kan leiden tot verminderde cultuurbudgetten, personeelsinzet of aandacht voor “C”ultuur en kunst 4. Onzekerheden (financieel) rond ‟t Ey, Kompas… als belangrijke lokale schakels in het opstapcircuit voor lokaal talent. 5. Nauwelijks nog nieuwe kansen om als jonge private organisatie personeel in dienst te nemen of te professionaliseren. (Vgl. de vroegere systemen Derde ArbeidsCircuit, GESCO‟s, gewetensbezwaarden enz… die toen veel nieuwe mogelijkheden creëerden).
112
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Bibliotheek A. Omgevingsanalyse De „stadsbibliotheek‟ (Bib) werd opgericht in 1855. Ze was achtereenvolgens o.a. gevestigd in het stadhuis (tot 1913) en in het Oud-Prochiehuis en Cipierage (1914-1976) op de Grote Markt. In 1976 verhuisde ze naar de huidige, eveneens zeer centraal gelegen locatie op het Hendrik Heymanplein. In het gebouw werden naast de Bib ook het stadsarchief en de Bibliotheca Wasiana gehuisvest. Na de fusie van gemeenten in 1976-1977 en de overname van de private bibliotheken (2001-2002) beschikte de stedelijke openbare bibliotheek over nieuwe vestigingen. In de loop der jaren werden diverse filialen (Koopcentrum, Academiën, Stationswijk, Paddeschoot…) geopend en gesloten (Paddeschoot. Koopcentrum, Moerland). In 2010 werd het Bibpunt geopend en kreeg Nieuwkerken een nieuw Bibfiliaal. Naast de hoofdbibliotheek (HB) beschikt de Bib Sint-Niklaas momenteel over drie stadsfilialen (Clementwijk, Truweelstraat en Bibpunt Reynaert) en over drie filialen in de deelgemeenten (Belsele, Sinaai en Nieuwkerken). Deze filialenwerking wordt in de toekomst behouden (filiaal Truweel echter blijft open tot de nieuwbouw een feit is), elk filiaal met eigen accenten. De mogelijkheid tot het openen van nieuwe bibpunten wordt open gehouden, mede in functie van gebiedsgericht werken. Sint-Niklaas is een centrumstad, een uitstraling die de bib volop meeneemt in haar werking. Zo stond de werking in 2011 in het teken van het verder verdiepen en uitwerken van de veranderingen van 10 10 10 en nam de bib in 2011 opnieuw deel aan grote Vlaamse (Gedichtendag, Jeugdboekenweek, Bibweek, Voorleesweek, Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (KJV) en lokale initiatieven (Verteldagen voor de jeugd, Archipel, Buitenspeeldag, Seniorenbeurs, Kultour11, Supervlieg (Sinaai), Villa Pace / de Grote Leermarkt…), vaak in samenwerking met andere stedelijke diensten, verenigingen en scholen. Nieuwe projecten gingen van start met name de halfjaarlijkse Babyborrel, „Het lettergebroed‟ (een projectweek met auteurs voor de secundaire scholen), de eigen leesgroep De leeslamp en de komst van het Boekenruilrek. Ondertussen werd ook de 2de kinderstadsdichter (nog steeds een unicum in Vlaanderen) aangesteld. In 2011 telde de Bib Sint-Niklaas 18.113 actieve leners ( 7,6% meer tov 2010) waarvan 3.362 nieuwe leden, 37.5% meer dan het jaar voordien. 77,5% van de leners woonde in Sint-Niklaas. Er zijn 6.491 leners geregistreerd op MijnOvinob (waar men naast online verlengen en registreren nog gebruik kan maken van een aantal extra faciliteiten). In de hoofdbibliotheek werden in 2011 208.185 bezoekers geteld. In 2011 werd verder ingezet in de verbetering van de communicatie met het publiek, zo werden er 16 nieuwsbrieven naar 3.402 leden verstuurd. Ook 440 professionele gebruikers (pers, e.d.) ontvingen deze berichten. De Facebookpagina verzamelde op twee jaar 750 fans. Ze telt meer dan 15.000 actieve gebruikers die 190.000 berichten aanklikten. De bibwebsite werd 80.000 maal aangeklikt. De vele wijzigingen van de laatste jaren resulteren in positieve cijfers. In de hoofdbibliotheek werden bijna 550.000 ontleningen geregistreerd, een stijging van meer dan 10%. Bij de filialen was het meest in het oog springende resultaat Nieuwkerken dat 81,8% meer uitleningen telde in de nieuwe behuizing in de Pastorijstraat. Ook de filialen in de andere deelgemeenten kenden een succes met stijgingen van 17,8% in Belsele en 14,7% in Sinaai. Filiaal Clementwijk won 12,24%. Alle locaties samen leenden 699.728 materialen uit. Dit is een stijging van 80.000 eenheden. De Sint-Niklase lagere scholen ontvingen 15.900 boeken verdeeld over 448 schoolkisten. Bij het interbibliothecair leenverkeer bleek nogmaals de centrumfunctie van de Bib Sint-Niklaas. 1.037 materialen werden elders opgevraagd, 441 werden elders uitgeleend voor onze eigen gebruikers. Daarnaast verzorgt de Bib een uitleendienst aan huis en bezoeken in de rusthuizen.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
113
A.
SWOT-analyse
Sterktes - Bib is meest laagdrempelige culturele instelling. Ze heeft meer en meer ook de functie van laagdrempelige en neutrale leerplek, info- en kenniscentrum + voor sommige groepen de vaak enige vlot beschikbare digitale toegangspoort naar kennis en info (gratis toegang tot het internet, Hotspot) - Grootte van de bib: veel mogelijkheden met verschillende input vanuit personeel - Voldoende grote personeelsformatie, in 2011 hervormd (43 FTE, excl. sociale twerkstelling) - Verschillende stedelijke diensten waar samenwerkingsverbanden (win-win) mee opgestart kunnen worden die zorgen voor een groter draagvlak - Gratis inschrijven is zeer drempelverlagend - Inzet, creativiteit en capaciteit van personeel (eigen ideeën) - Sterke Netwerking: bib Sint-Niklaas kenbaar maken in Vlaanderen, delen van kennis - Onder 1 dak met stadsarchief/ Bibliotheca Wasiana: kunnen samen „geheugen van de stad‟ vorm geven, bijv. door zondagsfilm, tentoonstellingen en projecten - Goede ligging, dicht bij centrum maar met grote parkeermogelijkheid, openbaar vervoer, fietswegen - Uitgebreide werking: hb, 3 stedelijke filialen en filiaal in elke deelgemeente (3), toer naar rusthuizen en huisbezoeken - Groot bereik van lagere scholen oa door schoolkistenproject - Doelgroepenwerking: senioren (rusthuizen), langdurig zieken en immobiele personen (huisbezoeken), Taalpunt = voor mensen die moeilijkheden ondervinden met lezen en de Nederlandse taal in het algemeen: slechtziendheid, blindheid, dyslexie of andere redenen (met een uitgebreide collectie NT2-materialen) (samenwerking Huis van het Nederlands) - Samenwerking versterkt de inbedding, resultaten en uitstraling: zondagsfilm ism archief, KSD, Lanoye, Snoek, Sleen,… - Ruime en degelijk collectie met in magazijn nog een ruim aanbod, tevens marktcorrigerend samengesteld (langer en/of enkel beschikbaar via bib) - Belangrijke partner voor cultuurspreiding en –participatie - Sterke filialenwerking met bijzondere aandacht voor de deelgemeenten - Netwerking via BiblioWaas (ook sterk in communicatie en publiekswerking) - De Bib biedt het meest volledige aanbod van flyers en ander gedrukt materiaal rondom stedelijke en regionale culturele informatie. - Grote publiekswaardering voor de literatuurspreiding van de Bib: uitleen, maar ook workshops, rondleidingen, e.a. - Uniek en origineel Bib-initiatief: Kinderstadsdichter - Groeiende expertise en projectwerking vanuit Bib: rond Tom Lanoye, Karel Heirbaut, Paul Snoek, Reynaert… - Sterke inzet op leesbevordering en verdieping (Lettergebroed, Leeslamp, KJV, scholenkoffers,…) Zwaktes - Beperkingen gebouw: centrale balie en organisatie zonder verbouwing: daardoor jeugd, T&K minder goed bereikbaar. Geen doorzichten in het gebouw naar de verschillende afdelingen. Sommige leners menen dat de bib enkel het gelijkvloers is. Beperkte mogelijkheden voor toekomstige werking activiteiten/ projecten, ruimte voor verenigingen, opleidingen - Beperkte signalisatie/ bewegwijzering op stedelijk niveau naar de bib en de filialen - Educatie is nog iets te weinig een integraal onderdeel / de basis van de werking, maar eerder iets extra‟s achteraf of bovenop de zgn. reguliere werking. - Nieuwe initiatieven, vb Taalpunt, zijn nog onvoldoende verankerd, de gewone werking gaat meestal voor - Gebouw vraagt veel inzet bemande balies, waardoor soms te weinig tijd is voor nieuwe opdrachten (digitale uitdagingen, (rssfeeds, blog, verspreiden relevante informatie,…), publiekswerking, educatie,…) - Moeilijke bereikbaarheid voor fietsers vanaf de Parklaan en beperkte fietsenstalling met oa het ontbreken van een overdekte fietsenstalling - Opvolging en taakverdeling bij ziektes, kennis meer delen en flexibiliteit vergroten 114
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
Weinig inzet naar afhakers Weinig flexibele dienstroosters
Kansen - De (ver)bouw(ing) van de bib zal heel wat extra ruimte en kansen geven voor de stad vb voor (basis-)educatief werk, studieplaats voor (stads)personeel, platform voor verenigingen,… - Het feit van een centrumstad geeft tal van kansen - Werken projectmatig, kunnen hiervoor meer beroep doen op subsidies - Gestart met werking naar secundaire scholen, die de komende jaren meer uitgebouwd en geïntensifieerd zal worden - Zalen kunnen meer gebruikt worden vb door stedelijke diensten en verenigingen - Inspelen op duurzaamheid - Doelgroepenwerking kan nog verder ingebed en uitgebreid worden - Verdere uitbreiding bibleesgroepen waarvan de deelnemers functioneren als ambassadeurs van de bib - Uitbouwen informatiecentrum/leercentrum: zelfstudieplein (aansluitend bij Taalpunt, Nederlands voor anderstaligen), digitaal platform (e-readers, iPad proberen, leren; internetcursussen). - De bib als kennisbemiddelaar verder uitspelen: kennis vergaren, selecteren en verspreiden. Internet is een kans! - Bib meer kenbaar maken oa verenigingen: rondleidingen achter de schermen - Schaalvergroting Vlaams niveau: aanbod en evoluties Bibnet/ Locus vb kastklaarleveren van materialen, uniforme etiketten - Opvolgen van projecten die de efficiëntie vergroten vb ICB, Locus (7 uitdagingen, …), VEP (Vlaams E-Book Platform)… - Ondersteuning provincie: 1 lenersbestand, pbs, bibportaal, regionale samenwerkingsverbanden - Verder inzetten op PR en communicatie: inzetten op maximaal benutten van digitale mogelijkheden (facebook, blog, website, ….) - Betalingsbereidheid onderzoeken - De uitbreidingsactiviteiten hebben een sterk externe promo die gestaag de bibwerking stedelijk kenbaar maakt - Personeel met uitgebreide kennis, zinvol voor insteek en uitwerking projecten - Vrijwilligerswerking - Verruiming van de werking oa publiekswerking, kan nog verder uitgebouwd en verankerd worden met bibwerking. - Verder zorgen voor verkleinen digitale kloof - Rol als informatiebemiddelaar rondom verder uitspelen, - Samenwerking met scholen vergroten daar zit nog een groot potentieel. Het concept Brede School is een aanzet om meer samen te werken of educatieve netwerken te vormen met de sectoren cultuur, kunstonderwijs en jeugd - Verdere uitbouw werking bibpunt als buurtcentrum: acties , activiteiten met buurtbewoners… - Er is een stijgende vraag naar zinvol cultuuraanbod (dus ook creatief-educatief) voor kinderen en jongeren (tieners) - Er is voldoende besef dat er voor cultuur op school een inhaalbeweging nodig is t.o.v. sport op school , waar lokale gangmakers reeds in de jaren ‟70 geïntroduceerd werden (door BLOSO). - Bib (en bibpunten/-filialen) zou nog meer ook de functie van info- en kenniscentrum kunnen vervullen (incl. toeristische info? Reservatiemogelijkheden? Concept IN- en UITwinkel?) - De Bib als verzorger van de bibliotheek- en mediatheekfunctie voor derden (bv. scholen) Bedreigingen - Besparingsmaatregelen? Besparingen (Vlaams en lokaal) kunnen nefast zijn voor de opgebouwde expertise en aanbod - Decreetaanpassingen kunnen invloed hebben op formatie - Gebouw: verouderde technische installaties, veel en duren herstellingskosten (geen herstellingsstukken), liften, koelinstallaties, energiekosten, te weinig evacuatiewegen (oa personeel 3de verdieping). Het huidig Bibgebouw is nog onvoldoende geschikt en ingericht voor de nieuwe functies zoals Taalpunt, vorming en (basis-)educatie… - Bib positioneren buiten de interne werking kan leiden tot het blijven mee volgen door alle personeelsleden Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
115
-
B.
Evoluties audiovisuele media en digitale ontwikkelingen opvolgen: aanbod cd‟s en dvd‟s, vervangen door alternatieven? Streaming, downloaden Geen duidelijk rond e-book, rol van de bibliotheken, VEP Groot verloop van leners, komen 1x en vervolgens niet meer. Zorgen dat alle personeelsleden mee zijn met snelle evoluties en veranderingen en/of „nieuwe‟ plaats krijgen; ook mensen met minder uren, ouderen, sociale tewerkstelling Soms is werking in de diepte minder direct zichtbaar, hieraan de nodige aandacht besteden Blijven focussen op nieuwe uitdagingen kan core businesstaken aantasten (kennisverlies) Afschaffen lidgelden maakt innen inkomsten moeilijker Leenvergoeding auteurs Provinciale rol: PBS e.a. schaalvergroting kan leiden tot slechtere communicatie, minder eigen bevoegdheden Moeilijkheden in het boekenbedrijf (inkomsten boekhandelaars, schrijvers, uitgevers…) Ontlezing, althans wat de gedrukte literatuur betreft. 30% van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar geen enkel boek gelezen (zelfs geen kook-, reis- of tuinboek); 40% geen enkel boek gekocht en 60% geen enkel boek ontleend (in de Bib). De bib op een mogelijks existentieel keerpunt: wat moet (op termijn) nog fysiek aanwezig
blijven?; wat kan virtueel (digitaal) via netwerken beschikbaar worden gesteld?; in hoeverre kan de bibliotheek inspelen op een groeiende vraag van gebruikers om informatie van thuis of kantoor te kunnen oproepen? Toestanden met SABAM en andere auteursrechtenorganisaties en regelingen (Reprobel, SEMU…) Aandacht voor lezen blijft vrij marginaal in de populaire media en in het onderwijs Nieuwe opdrachten kunnen de traditionele Bibwerking - collectievorming - financieel en infrastructureel mee onder druk zetten. De bibliotheek als levendige en bruisende ontmoetingsplaats kan ook de bib als stiltegebied bedreigen. Onzekere rol van de provincies Concurrentie van ontspanningsindustrie Achtergronden, richtlijnen, trefwoorden
Cultuurforum 2020 - Synergieën zoeken - Kennisdelen - Netwerken - Participatieverbreding en –verdieping - Digitalisering (van audiovisueel erfgoed) - Cultuureducatie - Culturele en creatieve industrieën - Duurzaamheid en ecologie - Interculturaliseren - Verstandshuwelijk tussen cultuur en economie - Internationale samenwerking - Immaterieel erfgoed - Kansengroepen - Blinde vlekken Digitale Bib 1) Verschuivingen in bibliotheekwerk E-inclusie Digitale kloof 1ste graad (toegang tot internet): moeilijk voor lage inkomens, rol bib als OCR = open computer Digitale kloof 2de graad (gebruik van internet): behoefte aan opleiding workshops, begeleiding 2) Publieksondersteuning: 3 rollen bib in digitalen ondersteuning publiek Facilitator: infrastructuur aanbieden Coach: actief bemiddelen, organiseren van instructies en opleiding Netwerker: samenwerken, contacten leggen andere organisatie mbt e-inclusie 3) Bibliotheek als ideale partner in strijd tegen digitale kloof: = kerntaak 116
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Door laagdrempeligheid, lokale verankering Ontsluiten van digitale informatie Gebruik maken van uitgebouwde netwerk met scholen, sociale organisaties en andere culturele instellingen BiblioWaas 1. Netwerking en samenwerking, o.a. voor expertise-uitwisseling 2. Gezamenlijke publiekswerking, cultuurparticipatie, -communicatie en –educatie 3. Professionalisering en deskundigheidsbeheer via vorming 4. (Gezamenlijk) collectiebeheer 5. Implementatie op het gebied van bibliotheektechnologie Uitdagingen 6. Gebiedsafbakening 7. Fusies van gemeenten? 8. Minder intergemeentelijke samenwerkingen? 9. De rol van de provincies 10. De decreten C.
Formatie bibliotheek
De fulltime equivalenten bestemd voor de bibliotheek zijn opgenomen in de totale personeelsformatie (artikel 1). De formatie voor de bibliotheek gedetailleerd vast te stellen als volgt: a) Leidend-bibliotheektechnisch-administratief personeel: Weddenschaal
Functie
Fte
A1aA2aA3a
statutair
bibliothecaris
1,00
A1aA1bA2a
statutair
adviseur
2,00
A1aA1bA2a
contractueel
adviseur
1,00
B45
statutair
dienstleider
2,00
B123
contractueel
deskundige
0,00
B123
statutair
deskundige
14,00
C123
statutair
bibliotheekassistent/administratief medewerker
13,00
C123
contractueel
bibliotheekassistent/administratief medewerker
Totaal
6,00 39,00
b) Onderhoud/collectieverzorging: Weddenschaal
Functie
Fte
statutair
keurvakman
1,00
D123
statutair
vakman/vrouw
2,00
D123
contractueel
vakman/vrouw
1,00
C123
Totaal
4,00
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
117
Museum De stad Sint-Niklaas is een moderne centrumstad met ongeveer 70.000 inwoners, waar op elk vlak wat te beleven valt. Als hoofdstad van het landelijke Land van Waas heeft ze een grote regionale aantrekkingskracht. Ook op het vlak van cultuur en erfgoed speelt zij een belangrijke rol. Gelegen op de as Antwerpen-Gent, twee steden die zich kunnen profileren als kunst- en cultuursteden bij uitstek en heel wat toeristen aantrekken, richt Sint-Niklaas zich vooral op de regio Waasland en zijn geschiedenis. De toeristische infrastructuur richt zich eerder tot de dagtoerist dan tot de verblijfstoerist, al worden er de laatste jaren inspanningen geleverd om die laatste doelgroep ook aan te spreken. In het cultuurbeleid krijgt het erfgoed een prominente plaats. Erfgoed vormt ook steeds meer een belangrijk item in het breder cultuurbeleid (evenementen, toerisme en stadspromotie, kunsten en kunstonderwijs, sociaal-cultureel werk e.a.). Het stadsbestuur schrijft zich dan ook maximaal in in het ondersteuningsbeleid dat de Vlaamse gemeenschap voorziet voor de lokale en regionale ontwikkeling van een kwalitatief en geïntegreerd erfgoedbeleid. Het erfgoedbeleid in de stad is een samenspel van eigen stedelijke en private musea, erfgoedverenigingen, de dienst Monumentenzorg en archeologen. Zij samen dragen bij tot de ontwikkeling van de culturele biografie van individuen, groepen en de gemeenschap. Het dient m.a.w. de gemeenschapsvorming. Het stadsbestuur koos recent als slogan „Van alle markten thuis‟, en dit laatste motto past ook de erfgoedsector en zelfs de Stedelijke Musea, die een verscheidenheid aan collecties in beheer hebben. De stad beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur in het centrum en de deelgemeenten en telt een 50-tal beschermde monumenten, landschappen, stads- en dorpsgezichten. Het stadsbestuur is de cultureel erfgoedbeheerder via twee stedelijke instellingen: de Stedelijke Musea en het Stadsarchief. Deze stedelijke instellingen werken elk op hun terrein en onderling nauw samen met private instellingen die het verzamelen en het beheer van erfgoed als kerntaken hebben. Deze organisaties hebben in een aantal gevallen een lange traditie en het onderscheid met de stedelijke instellingen is voor de geïnteresseerde burger vaak niet zo duidelijk omdat het stadsbestuur deze verenigingen onderdak verleent in stadsgebouwen. Het stadsbestuur stelt een stadsgebouw ter beschikking aan: Archeologische Dienst Waasland, Bibliotheca Wasiana v.z.w., Heemkundige Kring Den Dissel Sinaai, Heemkundige Kring en Museum Nieuwkerken, Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas vzw, Tinelmuseum Sinaai. De hele Wase erfgoedsector wordt sinds 2005 overkoepeld door de oprichting van de Erfgoedconvenant Land van Waas die op zijn beurt opgenomen is in de structuur van Interwaas, de vroegere Intercommunale van het Land van Waas, waarin vertegenwoordigers van acht steden en gemeenten uit het Waasland zetelen. De Wase gemeenten delen een gemeenschappelijke Wase historische en culturele biografie. Nog meer dan in het verleden via reeds bestaande, vaak bilaterale samenwerkingsverbanden vinden alle erfgoedpartners zich in de Erfgoedcel Waasland en hebben grote, zowel als kleinere instellingen toegang tot expertise, ondersteuning en financiële impulsen via projectsubsidiëring. De stedelijke musea van Sint-Niklaas schrijven zich in de algemene beleidsvisie van de stad SintNiklaas in en hebben hun doelstellingen ook geformuleerd in het Cultuurbeleidsplan van de stad. De musea nemen deel aan elk overleg in de sector (erfgoedcel, MUWA, stuurgroep MoVE). Een aantal tendensen in het erfgoedlandschap zijn weerspiegeld in de recente vernieuwing van het museum SteM Zwijgershoek nl. het ontsluiten van de collecties en het duiding geven via multimediale presentaties, naast het werken met verhalen. Mondelinge getuigenissen over bepaalde aspecten van het dagelijks leven (arbeid, persoonlijke verzorging) werden verwerkt in verhaallijnen. Uitgebreide omgevingsanalyse: zie beleidsplan stedelijke musea 2009-2014.
118
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Monumentenzorg A. SWOT-analyse Sterktes - Sint-Niklaas beschikt over een opmerkelijk aanbod aan monumentaal erfgoed, waarbij in de stadskern vooral de 19e eeuw en het interbellum goed vertegenwoordigd zijn. - De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed bevat voor Sint-Niklaas 533 gebouwen of gebouwgehelen. Deze gebouwen kennen, ook zonder bescherming als monument, een zekere juridische bescherming. - Sint-Niklaas integreert reeds meerdere jaren systematisch de waardevolle gebouwen in nieuwe RUP‟s waardoor zij een juridische bescherming krijgen, die weliswaar minder ver gaat dan de bescherming van waardevolle gebouwen. - Sint-Niklaas beschikt over een subsidiereglement voor onderhoudswerken aan waardevolle nietbeschermde gebouwen waardoor eigenaars ondersteund worden bij de instandhouding van hun gebouw én waardoor kwaliteitsvolle ingrepen gestimuleerd kunnen worden, ook indien deze niet juridisch afdwingbaar zijn. - Twee zeer waardevolle gebouwen (Huis Janssens en Salons) maken deel uit van het museale patrimonium waardoor publiekswerking rond monumentenzorg er mogelijk is. - Sint-Niklaas beschikt over een laagdrempelig aanspreekpunt voor monumentenzorg, waardoor eigenaars van beschermde monumenten sneller hun weg vinden in de procedures en storende ingrepen zo veel mogelijk vermeden kunnen worden. Zwaktes - Sint-Niklaas beschikt niet over een uitgesproken historische kern. Sommige straten of pleinen hebben weliswaar een zeer sterke aanwezigheid van waardevolle gebouwen, maar de meeste stadsdelen worden gekenmerkt door een verspreide aanwezigheid van erfgoed, naast –vaak weinig kwaliteitsvolle – nieuwbouw. - De spreiding over het grondgebied zorgt er mede voor dat heel wat interessante gebouwen onvoldoende gekend zijn bij de bevolking en nauwelijks aan bod komen in het toeristische aanbod (o.a. Witte Molen, Kristus Koningkerk, Sint-Jozefskerk). - De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed is gedateerd en biedt onvoldoende aandacht aan jonge architectuur of kleinere gebouwen (bvb. arbeiderswoningen). - Sint-Niklaas beschikt op dit moment niet over de juiste instrumenten om kwaliteitsvolle ingrepen af te dwingen (bvb. behoud van schrijnwerk, gevelornamenten,…). - Slechts één stedelijke ambtenaar is bevoegd voor monumentenzorg. De continuïteit bij (langdurige) afwezigheden kan dus niet steeds verzekerd worden. Dit maakt de dienst (en het beleid) kwetsbaar. - Voor heel wat monumenten, eigendom van het stadsbestuur of van een kerkfabriek, zijn er grondige restauratiewerken noodzakelijk. De kostprijs hiervan is aanzienlijk. Kansen - Een gericht vergunningenbeleid biedt mogelijkheden om kwaliteitsvolle architectuur te realiseren in communicatie met de waardevolle gebouwen in de onmiddellijke omgeving. - Het nieuwe denken rond de bestemming van kerken (nevenbestemming of herbestemming) biedt mogelijkheden om het maatschappelijk draagvlak voor deze gebouwen te vergroten. Een duidelijke toekomstvisie rond het gebruik van kerken vergemakkelijkt het maken van strategische keuzes bij de opmaak van (financiële) meerjarenplannen. Bedreigingen - De restauratiekosten van monumentale gebouwen nemen, mede door het arbeidsintensieve karakter van de werken, exponentieel toe. - De Vlaamse overheid werkt aan een grondige hervorming van de wetgeving rond Onroerend Erfgoed. De details noch de timing zijn op dit moment gekend, maar er dient rekening gehouden te worden met een (aanzienlijke) verlaging van de restauratiepremie. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
119
-
De Vlaamse budgetten voor monumentenzorg staan sterk onder druk waardoor we geconfronteerd worden met groeiende wachtlijsten voor restauratiedossiers. De lange wachttijden leiden vaak tot een toename van schade en dus van de kostprijs. De EPB-regelgeving, verhoogde aandacht voor energie-efficiëntie en toenemende energiekosten zetten heel wat monumentale gebouwen onder druk. Standaardoplossingen m.b.t. energiebesparing komen regelmatig in conflict met de erfgoedwaarden. Monumentspecifieke oplossingen zijn vaak zeer duur.
Kerkbesturen en religieuze gebouwen A.
SWOT-analyse
Sterktes - Een belangrijk deel van het religieus patrimonium is beeldbepalend voor het stadsbeeld en heeft een aanzienlijke cultuurhistorische waarde. - Vooral de Sint-Nicolaaskerk en de OLV-kerk hebben een toeristische aantrekkingskracht. - Zes kerken, drie pastorijen en een deel van de dekenij zijn beschermd als monument, waardoor er voor de instandhouding van deze gebouwen een beroep kan gedaan worden op financiële ondersteuning van de hogere overheden (monumentenzorg). Voor de niet-beschermde kerkgebouwen is er ook financiële ondersteuning mogelijk (Agentschap Binnenlands Bestuur) zij het beperkter dan deze voor beschermde monumenten. Zwaktes - De werkingskosten van de kerkfabrieken zijn zeer groot (hoewel er onderling grote verschillen zijn). De inkomsten dalen, waardoor het merendeel van de kosten gedragen dient te worden door de stad. In tegenstelling tot de eigen stadsbudgetten werd tot nog toe niet gevraagd aan de kerkfabrieken om te besparen op de werkingskosten. - Het stadsbestuur heeft op dit moment niet de personele middelen om de budgetten grondig te onderzoeken waardoor we soms geconfronteerd worden met investeringsuitgaven die in de gewone begroting werden opgenomen (hoeveel investeringen er effectief ongemerkt op die manier worden uitgevoerd is onduidelijk). Dit geeft mogelijk een vertekend beeld van de werkelijke investeringsuitgaven. - Het stadsbestuur heeft onvoldoende zicht op de financiële reserves van de kerkfabrieken. Wel is duidelijk dat er grote verschillen zijn in de financiële toestand van de verschillende kerkfabrieken. - Heel wat, vooral monumentale kerken, worden geconfronteerd met aanzienlijke onderhouds- of restauratiewerken. Technische installaties zoals verwarming en verlichting zijn in de meeste kerken sterk verouderd. Kansen - Een goed functionerend Centraal Kerkbestuur biedt mogelijkheden voor een gecoördineerd beleid waarbij (financiële) prioriteiten op een doordachte manier bepaald kunnen worden. - Ondanks teruglopend aantal actieve kerkbezoekers zijn er nog steeds vrij veel vrijwilligers aanwezig. - Het nieuwe denken rond de bestemming van kerken (nevenbestemming of herbestemming) biedt mogelijkheden om het maatschappelijk draagvlak voor deze gebouwen te vergroten. Een duidelijke toekomstvisie rond het gebruik van kerken vergemakkelijkt het maken van strategische keuzes bij de opmaak van (financiële) meerjarenplannen. - Het dekenaat heeft een zeer progressieve visie op de hertekening van de parochies. Bedreigingen - De (vrijwilligers van de) kerkfabrieken zijn goed in staat om het dagdagelijkse beheer in functie van de erediensten te leiden. Ze beschikken echter meestal niet over de nodige deskundigheid om grotere renovatieprojecten goed op te starten en te begeleiden. De budgetten zijn vaak ondoorzichtig. Er wordt niet steeds gezocht naar oplossingen met de beste prijs/kwaliteit verhouding (aanvraag subsidies, degelijke overheidsopdrachten). 120
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
De huidige overlegmethoden en beslissingsstructuren (CKB vs stad, CKB vs KF) zijn weinig efficiënt en weinig transparant. Hierdoor worden dossiers vaak nodeloos vertraagd. De verstandhouding tussen stad en CKB en tussen CKB en KF is momenteel niet optimaal waardoor constructief overleg bemoeilijkt wordt. De restauratiekosten van monumentale gebouwen nemen, mede door het arbeidsintensieve karakter van de werken, exponentieel toe. De Vlaamse overheid werkt aan een grondige hervorming van de wetgeving rond Onroerend Erfgoed. De details noch de timing zijn op dit moment gekend, maar er dient rekening gehouden te worden met een (aanzienlijke) verlaging van de restauratiepremie. De Vlaamse budgetten voor monumentenzorg staan sterk onder druk waardoor we geconfronteerd worden met groeiende wachtlijsten voor restauratiedossiers. De lange wachttijden leiden vaak tot een toename van schade en dus van de kostprijs. Door het teruglopende aantal actieve kerkbezoekers (en de voorbije schandalen) staat de financiering van de Kerk meer dan ooit maatschappelijk ter discussie.
11. Jeugd A. Omgevingsanalyse: jeugd in Sint-Niklaas Bronnen Voor de statistieken omtrent jeugd in Sint-Niklaas werd info gehaald uit het bevolkingsregister, de gemeentelijke profielschets Sint-Niklaas, de cijfers uit de stadsmonitor en de studie „Het Kind in Vlaanderen‟ 2010, van Kind en Gezin. Tabel kinderen en jongeren in Sint-Niklaas Deze tabel werd opgesteld met gegevens uit het bevolkingsregister (bevolkingsboom inwoners). leeftijd
geboortejaar
mannen
vrouwen
totaal
0
2011
450
437
887
1
2010
427
465
892
2
2009
465
451
916
3
2008
458
423
881
4
2007
432
447
879
5
2006
446
421
867
6
2005
412
428
840
7
2004
415
401
816
8
2003
370
394
764
9
2002
365
388
753
10
2001
366
368
734
11
2000
391
397
788
12
1999
394
398
792
13
1998
375
387
762
14
1997
424
378
802
15
1996
391
406
797
16
1995
406
399
805
17
1994
410
361
771
18
1993
438
435
873
19
1992
460
423
883
20
1991
447
442
889
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
121
TOTAAL
21
1990
469
478
947
22
1989
456
442
898
23
1988
459
448
907
24
1987
488
480
968
25
1986
471
437
908
26
1985
425
421
846
27
1984
444
448
892
28
1983
428
427
855
29
1982
485
458
943
30
1981
471
423
894 26.449
Jeugd: Wat en hoeveel? Jeugd wordt in het decreet van 14 februari 2003 over lokaal jeugd(werk)beleid gedefinieerd als kinderen en jongeren van 3 tot en met 25 jaar. In het nieuwe decreet wordt deze definitie aangepast door een optrekking van de maximum leeftijd tot 30 jaar. De overzichtstabel onder punt 2 maakt het makkelijk nog te differentiëren in de leeftijdsgroep. Het aantal kinderen en jongeren tot 30 jaar in Sint-Niklaas is 26.449. Dit is 38.7% van de Sint-Niklase bevolking. Het aantal kinderen en jongeren tot 26 jaar is 30% van de bevolking. Stijging van het aantal kinderen Tussen 2000 en 2009 steeg het Vlaams geboortecijfer met ongeveer 12.5%. Het Sint-Niklaas geboortecijfer steeg de laatste 10 jaar ongeveer 30,5%. De uitdaging voor voorzieningen voor kinderen is dus voor Sint-Niklaas dubbel zo groot als voor het gemiddelde in Vlaanderen. De prognose voor Vlaanderen is dat van 2008 tot 2020 het aantal kinderen jonger dan 3 jaar zou toenemen van ruim 198 000 naar ruim 216 00 (+ ruim 18 000), het aantal kinderen van 3 tot 6 jaar van ruim 190 000 naar ruim 221 000 (+ bijna 31 000) en het aantal kinderen van 6 tot 12 jaar van ruim 396 000 naar ruim 430 500 (+ ruim 34.500) (Kind en Gezin). Erkende jeugdverenigingen en hun leden in Sint-Niklaas Aandeel lid van jeugdbewegingen: 4% van de bevolking; 13,40% van de jeugd (-26) van Sint-Niklaas. Aandeel lid van speelpleinwerkingen: 1,67% van de bevolking; 5,61% van de jeugd (-26) van SintNiklaas. Aandeel lid van gespecialiseerde jeugdverenigingen: 0,90% van de bevolking; 3,02% van de jeugd (26) van Sint-Niklaas Kansarmoede bij kinderen Armoede stijgt in onze stad. Een trend die niet enkel lokaal is, maar in heel Vlaanderen en bij uitbreiding in heel Europa doorzet. Spijtig genoeg zijn kinderen de eerste slachtoffers van armoede. Dat is alarmerend. Niet alleen omdat armoede de ontwikkeling van kinderen beïnvloedt op het vlak van gezondheid, onderwijs, gezin en vrije tijd, maar ook omdat ze hun toekomstperspectieven en hun kansen in het leven kan ondermijnen. Armoede is bijgevolg vaak een systematische schending van de rechten van kinderen. Er komen de laatste jaren alsmaar meer alleenstaande moeders en vaders met kinderen bij (stijging in Vlaanderen met respectievelijk 17 en 23% over 7 jaar tijd, stijging in Sint-Niklaas met respectievelijk 10 en 20%). Dit is een bijzonder kwetsbare groep. Hun kansen om in armoede te vervallen zijn ongeveer 36 procent. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen verdubbelde tussen 2000 en 2008. Hoe meer kinderen een gezin heeft, hoe meer risico om in armoede terecht te komen. Dit is zowel bij éénouder als tweeoudergezinnen. Werkloosheid is nog meer bepalend voor een armoederisico: 75.8% van de kinderen in een gezin zonder arbeidsparticipatie kent een verhoogd risico op armoede.
122
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Daarbij komt een stijging in de basiskosten van gezinnen. Een voorbeeld is de verkoopprijs van zowel bouwgrond, als alle soorten woongelegenheden, die verdubbelde over de voorbije tien jaar. Een ander voorbeeld zijn de energieprijzen, die sinds de vrijmaking van de energiemarkt in 2007 gemiddeld stegen met 34%. Het aantal geboorten in kansarme gezinnen verdubbelde in Sint-Niklaas tussen 2000 en 2008. Op dezelfde periode kende het Vlaams gewest een stijging van 68.2% geboorten in kansarme gezinnen. Woonomstandigheden In Vlaanderen wonen 29.9% van de jonge kinderen een in woning die te donker is, waar vochtigheidsproblemen zijn, waar geen basiscomfort is (bad/douche en toilet in de woning of warm lopend water) of waar een tekort aan ruimte is (minder dan 1 kamer per persoon). Bevolkingsdichtheid Het aantal inwoners stijgt, en zo dus ook de bevolkingsdichtheid. Concreet cijfer in 2000 was 815 inwoners/ha. Dit cijfer steeg en kwam in 2010 op 857/ha. Ter info geven we het cijfer mee van het Vlaams gewest: 462 inwoners/ha. De manier waarom we omgaan met onze beschikbare ruimte wordt dus meer en meer cruciaal, én verbonden met de levenskwaliteit van inwoners. Als er druk is op de beschikbare openbare ruimtes merken we dat er keuzes moeten gemaakt worden rond de invulling hiervan. „Hardere‟ functies zoals mobiliteit, woongelegenheid krijgen dan vaak voorrang boven ruimte voor ontspanning en recreatie. Toch toont onderzoek aan dat de aanwezigheid van openbare (groene) ruimte cruciaal is voor de aantrekkingskracht van een buurt. Een buurt met veel openbare (groene) ruimte slaagt erin gezinnen aan te trekken, terwijl te volgebouwde buurten een stadsvlucht veroorzaken (cfr. onderzoek park Spoor Noord-Antwerpen). Speelruimte in de wijk Het aandeel inwoners dat woont binnen een loopafstand van 400m van publieke toegankelijke open ruimtes waar een speel- of sporttoestel is opgesteld is in onze stad 43%. Dit is een punt dat zeker nog beter kan. Ook de kwaliteit van de bestaande speelruimtes dient in vraag te worden gesteld. Voor de grondige studie en aanbevelingen hieromtrent verwijzen we naar het actieplan Speelweefsel. Mobiliteit Het aantal verkeersongevallen daalde de laatste 10 jaar in Sint-Niklaas met 33%. Het aantal verkeersongevallen met fietsers daalde met 41%. Dit is een positieve evolutie. Toch is het belangrijk om in de beoordeling en inrichting van verkeerssituaties nog meer uit te gaan van de zwakke weggebruiker. Zowel de schoolroutekaart als het actieplan speelweefsel leggen nog een heel aantal verkeersonveilige plekken bloot binnen onze stad.
12. Toerisme A. SWOT-analyse
(naar nota vanwege commissielid Jo Vael) Sterktes hoge klantentevredenheid, goede openingsuren, performante return op beurzen (inzet middelen/resultaat is positief), goede overlegstructuur met breed draagvlak, aantrekkelijke nationale initiatieven zoals bv. de Euromarkt nu deze zomer. Zwaktes onderbemande personeelsdienst, te veel secundaire en tertiaire taken waardoor er minder tijd is voor de kerntaak: het aantrekken van toeristen naar St-Niklaas & attractief maken van Sint-Niklaas als bestemming voor daguitstap of weekend.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
123
Opportuniteiten dit zijn potentiële sterktes, die nu onvoldoende aan bod komen wegens bv gebrek aan geschikt personeel en geld. Denken we spontaan aan initiatieven die wel doorgingen vanuit het opportuniteitsbeginsel zoals - samenwerking met Toerisme Waasland, vzw‟s en/of anderen rond thema‟s, zoals Mercator, stad van de Sint,… - tradities en verworvenheden: Ballonstad, grootste markt, recreatie, culinair met streekproducten en eigen brouwerijen,… - locatie: markt is zeker ok. Bedreigingen te “grijs”, te weinig focus, ontbreken van moderne performante IT & betalingsmogelijkheden,… B. Taken, personeel, infrastructuur
(naar nota vanwege commissielid Willy Toté) Wat zijn de taken van de dienst toerisme? - bezoekers individueel / in groep aantrekken van buiten Sint-Niklaas: activiteiten aanbieden, bezoeken helpen organiseren, groepen / individuen onthalen en informeren * folders, brochures, flyers... * deelname aan beurzen * pers * website * stedenuitwisseling (wederkerig) - inwoners van Sint-Niklaas hun eigen stad leren kennen individueel / in groep * wandelingen * promotie van en informatie over allerlei activiteiten in de stad - vanuit eigen expertise ondersteunend werken voor andere diensten die een uitstap buiten SintNiklaas willen organiseren Welk personeel is er nodig? - front office: aantal personeelsleden om de balie te bedienen, souvenirs te verkopen... - back office: diensthoofd, copywriter/webmaster..., administratief bediende... - Welke ruimte/infrastructuur is nodig? - voldoende ruimte voor kantoorwerk - ruime plaats met displays, toonkasten... om de informatie uit te stallen waaruit de bezoeker kan kiezen - aangepaste informatica o.a. om inschrijvingen te verwerken, bankcontact
Verstandige investeringen en efficiënte werkmethodes / werkmiddelen kunnen op termijn veel geld helpen besparen. C. Visie De uitbouw van een volwaardige dienst toerisme is prioritair. Het toeristisch infokantoor moet gelegen zijn aan de Grote Markt maar moet beter toegankelijk en zichtbaar zijn. De stad heeft naast een toeristisch infokantoor geen stadswinkel nodig. Specifieke geschenken voor Sint-Niklaas kunnen op de dienst toerisme worden verkocht. Voor streekproducten wordt verwezen naar de lokale handelaars/producenten. De dienst toerisme is geen organisator van evenementen of activiteiten, maar wel een promotor of een promotiekanaal. De dienst toerisme houdt zich dus in het bijzonder bezig met toeristische promotie. Dit betekent dat de nadruk ligt op het onthaal van toeristen en met het organiseren van een aanbod voor groepen van buiten Sint-Niklaas. De dienst toerisme tracht een aanbod te voorzien opdat bezoekers een door deze als waardevol ervaren culturele of sportief-ontspannende ervaring opdoen. 124
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
De personeelsreizen, de bloemenmarkten, de Trip Toegankelijk Toerisme en de Sint-Niklase dag te Blankenberge zijn bijgevolg niet langer een essentiële taak van de dienst toerisme. De commissie toerisme pleit voor het behoud van deze activiteiten ten gunste van de Sint-Niklase bevolking maar ijvert ervoor om deze activiteiten te heroriënteren in functie van de specialiteit van iedere stadsdienst en hun middelen, waarbij de dienst toerisme zijn ervaring en deskundigheid, die door de jaren heen werden opgebouwd, uiteraard ter beschikking kan stellen van collega's, om hen te adviseren en assisteren. De stadsuitwisseling in haar huidige vorm moet behouden blijven, maar moet ook renderen voor Sint-Niklaas. De deelname aan interessante beurzen blijft behouden. De dienst toerisme tracht qua citymarketing op raakvlakken met andere diensten samen te werken. Het Mercatorjaar bewijst dat de herdenking van verjaardagen een stevige motivatie tot bezoek teweeg brengen bij het publiek. Daarom is het van belang in de toekomst te focussen op „kapstokken‟. Vanuit de stad wordt een inspanning gedaan om de stad Sint-Niklaas als “Vlaamse cultuurhoofdstad” op de kaart te plaatsen. Er wordt afgetoetst met het Waasland Shopping Center of er synergieën mogelijk zijn. De keuze die in de volgende legislatuur voorligt inzake personeelsbeleid is of het bestuur al dan niet kiest om een afgeslankte versie van de werking te behouden, maar wel degelijk met een beperkte personeelsuitbreiding. Minstens zo belangrijk als de uitbreiding van het personeel, is de kwaliteit van het nieuw aan het werven personeel, zowel wat dienstverlening en klantvriendelijkheid als wat capaciteiten, kennis en kunde betreft. De commissie wordt verder vernieuwd maar niet uitgebreid. Er wordt nagedacht of er een logiesoverleg wordt opgestart. De commissie toerisme is tevreden over de eigen structuur, alsook over de aanduiding van haar leden en het voorzitterschap door de gemeenteraad, resp. de adviesraden dewelke zij vertegenwoordigen.
13. Sport A. Omgevingsanalyse (DESTEP-methode) Demografische factoren Bron: Stadsmonitor 2011 (cijfergegevens 2010) Aantal inwoners : 71.800 Aantal niet-Belgen: 5.300 Top 3 niet-Belgen: (1) Marokkanen, (2) Nederlanders, (3) Turken Structuur van de bevolking: - Kinderen en jongeren (0 – 19 jaar): 22,6% - Jongvolwassenen (20 – 29 jaar): 12,4% - Actieve bevolking (20 – 64 jaar): 58,3% - Senioren (65+):19,1% - Oudste ouderen (80+): 5,2% Werkloosheidsgraad beroepsbevolking 2009: 7,77% Economische factoren Commerciële bedrijven gevestigd in Sint-Niklaas en actief in de sport: Basic-Fit, Prins Boudewijnlaan Health City, Aug. De Boeckstraat Fitness Siniscoop, Stationsplein Het Atelier, Lange Rekstraat Eurofit, Entrepotstraat De Kracht, Nieuwe Baan, Belsele Wima Bowling, Grote Markt Bowlingpaleis, Plezantstraat City Lizard, Aug. De Boeckstraat Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
125
Manège QC Stables, Beeldstraat Manège De Gulden Sporen, Bosstraat, Belsele La Rosteehoeve, Nieuwkerken De Galoppade, Leestraat, Sinaai JPR Indoor Carting, Europark Non-profit professionele sportorganisatie gevestigd in Sint-Niklaas: Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid vzw, Aug. De Boeckstraat Uitzendorganisaties voor sportleraars: Vlabus vzw, Gent Amitabha, Brugge Evolutie: personal trainers steeds meer actief in de sportbegeleiding Sociaal/culturele factoren Bron: statistiek dienst onderwijs. Statistiek schoolbevolking Sint-Niklaas schooljaar 2011-2012 Kleuteronderwijs: 2.836 Lager onderwijs: 5.239 Algemeen secundair onderwijs: 4.091 Secundair technisch, beroeps-, kunstonderwijs en BUSO: 7.017 Hoger onderwijs: 1.731 Totaal: 20.934 Bron: stadsmonitor 2011 Sportparticipatie in Sint-Niklaas: 47,7% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: + 4% - gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 47,1% - mannen, jongeren en hoogopgeleiden hebben meer kans op sportdeelname - personen met Belgische nationaliteit doen iets meer aan sport Tevredenheid over het aanbod sportvoorzieningen: 78,9% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 1,6% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 76,1% Tevredenheid over het aanbod recreatievoorzieningen: 75,1% van de bevolking Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 0,2% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 71,3% Aandeel van de inwoners dat één of meer sportevenementen heeft bijgewoond: 43,7% Duiding: - Evolutie t.o.v. 2008: - 6,1% - Gemiddeld cijfer over 13 centrumsteden: 44,5%. Technologische factoren Hartslagmeter Stappenteller Start-to-run via iPod-/MP3-applicaties Fiets- en wandel-gps Wii sport Virtual spinning Geo catching Face book (sociale media) Ecologische factoren Bron: Stadsmonitor 2011 In Roeselare, Sint-Niklaas, Gent en Aalst woont, in tegenstelling tot de andere centrumsteden, minder dan de helft van de inwoners in de nabijheid van speelruimte.
126
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Sportcentrum Puyenbeke beschikt over ruim ontwikkelingspotentieel als sport- en recreatiezone. Trend: sporten in de natuur Finse looppistes mountainbikeroutes loopomlopen paardenrijpaden. Politiek-juridische factoren Bron: Bloso Nieuw Sport voor Allen decreet (verwacht tegen 2012-13) met 4 beleidsprioriteiten: Ondersteunen vd kwalitatieve uitbouw vd sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid Stimuleren van sportverenigingen tot professionalisering met bijzonder accent op kwaliteitsvolle jeugdsportbegeleiding Voeren van een activeringsbeleid met het oog op een levenslange sportparticipatie via een anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod Voeren van een beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in sport Andere: Vlarem Decreten en KB‟s in verband met gezondheid en veiligheid Richtlijnen en aanbevelingen in verband met ethisch verantwoord sporten, meldpunt voor vormen van misbruik Aanbevelingsnota‟s in verband met sport en interculturaliteit, sport en vrijetijdsparticipatie B. SWOT-analyse Sterktes sportinfrastructuur: gevarieerd, ruim aanbod, gespreid over de stad professionelen sportdienst en sportcentra: ervaring en know how eigen sportaanbod: gevarieerd, vaste waarden, toegankelijke tarieven, veel deelnemers constructieve samenwerkingservaring met sportraad, andere stedelijke diensten (jeugd, welzijn, …) en andere lokale sportactoren „sport‟ handig instrument voor het bereiken van „andere‟ doelen: gezondheid, bevordering sociale cohesie, welzijn, … . Zwaktes sportinfrastructuur: - hoge onderhouds- en renovatiekost - geen geautomatiseerd reservatie- en facturatiesysteem voor de sportcentra - niet-gecentraliseerd beheer stedelijke sportcentra - beperkte uitwerking procedures allerhande - tekort aan indoorsportruimte voor clubs op piekmomenten in stadscentrum en Nieuwkerken - tekort aan indoorsportruimte voor anders georganiseerde groepen - Sinbad: druk bevraagd door clubs, scholen en individuele zwemmers - Sinbad: heeft geen recreatieve inrichting - Sinbad: afhankelijkheid van de bereidwilligheid van personeelsleden ivm de werkuren, vooral in geval van vervangingen bij verlof en ziekte - Sinbad: groot personeelsverloop (vooral kassiers) en trage wervingsprocedures ontbreken van on line-applicatie voor verwerking subsidieaanvragen te weinig specifieke communicatietools onvoldoende structuur voor uitbouw permanente buurtsportwerking. Kansen nieuw sport voor allen-decreet met beleidsprioriteiten en daaraan gekoppelde subsidies beleids- en beheerscyclus Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
127
verdere samenwerking met andere actoren die actief zijn in de sport naschoolse openstelling van schoolsportinfrastructuur naschoolse samenwerking met buitenschoolse kinderopvang fondsenwerving via provinciale ondersteuning van bovenlokale sport, Stedenfonds, Europese subsidies ontwikkeling publiek-private samenwerking thema‟s toegankelijkheid en diversiteit in kader van sport winnen aan belang instrumenten zoals de kansenpas en de „80/20-regeling via het OCMW‟ voor de bevordering van de participatie toenemende aandacht en overheidsondersteuning voor G-sport (sport voor personen met een beperking) speelweefselplan en stadsontwikkeling als basis voor een divers aanbod aan speel- en sportterreinen; het participatietraject gebruiken om als sportdienst mee actief te zijn in buurtoverleg en bijhorende acties diverser personeelsbestand in sportdienst en –centra kan het bereiken van en communiceren met diverse publieksgroepen bevorderen gebruik maken van populaire sociale media gebruik maken van ervaring en expertise van stafleden om het overheidsbeleid op het vlak van sport mee te beïnvloeden nauwere samenwerking recreatiepark De Ster en Sinbad bij ingaan nieuwe structuur.
Bedreigingen besparingen, zowel door stad als subsidiërende overheid toenemende armoede waardoor vermindering van sportparticipatie toenemende individualisering toenemende “schermtijd” groeiend klimaat van aversie tegen bepaalde doelgroepen, groeiende onverdraagzaamheid lokaal beleidsniveau lijkt onvoldoende doordrongen van het belang van een toegankelijkheids- en diversiteitsbeleid in de sport specifiek voor Sinbad: redder is een knelpuntberoep. C. Organisatie 1. CEL BEHEER en BELEID Recreatiepark De Ster en Sinbad Inclusief: - sporthal De Ster - sportzalen Sinbad - aanbod zwemlessen en aquafitness - aanbod zeil- en windsurflessen 1 fte leidinggevende A4aA4b 1 fte leidinggevende Sinbad B45 1 fte admin medewerker Ster C123 1 fte admin medewerker Sinbad C123 2. CEL BEHEER Sportcentra & SPORTBELEID Algemene leiding en coördinatie: 1 fte sportgekwalificeerd ambtenaar A1aA2aA3a Beheer -
sportcentra sportcentrum De Witte Molen sportcentrum De Mispelaer – Nieuwkerken sportcentrum De Klavers – Belsele sportcentrum Ter Beke – Sinaai sportcentrum Meesterstraat – Nieuwkerken sportcentrum Puyenbeke schoolsportinfrastructuur (o.v. cfr. beleidsdoelstelling 3, beleidsvoorstel 1)
128
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
1 fte leidinggevende B45 1 fte admin medewerker C123 Centraal beheer reservatie-/facturatiesysteem Beleid Cel beleid (staf) sportbeleidsplan: opmaak, evaluatie jaarverslag, budgetopvolging Cel sportpromotie Concipiëring en uitvoering initiatieven kaderend in anders georganiseerde sport - eigen sportlessen, sportkampen, sportevenementen - initiatieven ter bevordering van diversiteit in en toegankelijkheid tot sport (fietscursus, - initiatie OKAN-klassen, buurtsport, project Open Stadion, …) ondersteuning sportinitiatieven van derden waaraan de stad zijn medewerking verleent sportbegeleiding brandweer samenwerking in kader van ILV Burensportdienst Waasland opvolging buurtsportinfrastructuur: inrichting en controle 1 fte leidinggevende sportgekwalificeerde ambtenaar B45 3 fte medewerkers B123 met relevante competentie in sportbegeleiding Cel administratie administratie algemeen informatie en communicatie (folders, websites, nieuwsbrief, …) subsidies trofeeën verhuring tafeltennislokaal Edelweiss administratie sportraad 2 fte admin medewerkers C123
14. Evenementen A. Analyse van het evenementenbeleid en omgeving Inhoud 1. Visie en missie 2. Witboek 2007-2012 3. Evaluatie werkgroep evenementen 2011 4. Evolutie aanvraagformulieren voor evenementen 5. Wijkactiviteiten 6. Groei aantal stadsevenementen 7. Grote Markt 8. Toelagen via dienst evenementen en plechtigheden 9. Gegevens feestmateriaal 10. Plechtigheden 11. Donderdagse markt 12. Stadsmonitor 2011 13. Visitatiecommissie Stedenfonds 14. Enquête 2009 15. Memoranda advies- en dorpsraden 16. Jeugdbeleidsplan 17. Toegankelijkheid 18. Buurtvergaderingen Sint-Nicolaasplein
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
129
1. Visie en missie In 2006 werden onderstaande visie en missie m.b.t. evenementen geformuleerd. Deze kunnen allicht grotendeels overgenomen worden. Visie Sint-Niklaas wil een bruisende stad zijn. Eén van de instrumenten daartoe, is het evenementenbeleid. De inwoners van Sint-Niklaas moeten in staat zijn te genieten van hun vrije tijd. Een sterk uitgebouwd vrijetijdsaanbod kan mee zorgen voor levenskwaliteit en evenementen zijn een belangrijk onderdeel van dat aanbod. Het stadsbestuur wil daarom dat haar inwoners kunnen genieten van kleine en grote evenementen zoals grote openluchtconcerten en andere megahappenings, fuiven, wijkfeesten, zaalconcerten, beurzen en andere sociaal-culturele activiteiten. Missie 1. Het stadsbestuur dient enerzijds zelf enkele grote evenementen voor een ruim publiek te organiseren, waardoor ze een voortrekkersrol vervult. Anderzijds moet het ook een klimaat scheppen waarbinnen het aantrekkelijk wordt voor derden om evenementen te organiseren. 2. Een stadsbestuur dient zich te focussen op evenementen met inhoud. Tijdens evenementen kan men sensibiliseren m.b.t. beleidsdomeinen, werkvormen promoten, belangrijke dynamieken creëren,… Men dient te vermijden om enkel „brood en spelen‟ te organiseren. 3. Evenementen worden idealiter aangegrepen om het sociaal kapitaal van onze stad te verzilveren. Het bestuur dient maximaal en wanneer mogelijk de eigen verenigingen en inwoners in te schakelen of te betrekken. 4. Belangrijk uitgangspunt zijn tradities en bestaande troeven. Onze stad kan gepromoot worden als marktenstad, kindvriendelijke stad (Stad van de Sint), ballonstad, verenigingenstad. Sint-Niklaas is echter ook het culturele middelpunt van het Waasland, met bijvoorbeeld sterke afdelingen van de Academie, een groot aantal culturele verenigingen en veel lokaal talent. Deze culturele rijkdom kan aangesproken worden i.k.v. het evenementenbeleid. 5. Tenslotte is het ook belangrijk dat het stadsbestuur zelf kwaliteit aanbiedt. Als goede huisvader moet het immers verantwoord omspringen met het sociaal en financieel kapitaal van de stad. 2. Witboek 2007-2012 In het huidige witboek stond weinig concreets m.b.t. evenementen: “Een aantrekkelijk en gevarieerd evenementenbeleid is naar de buitenwereld hét instrument voor stadspromotie en imagovorming, naar inwoners toe de motor voor een positieve identificatie met en trots op hun stad. Op geregelde tijdstippen organiseert het stadsbestuur zelf grootschalige activiteiten die uitstralen tot ver buiten onze stadsgrenzen, waarbij ook lokale artiesten en kunstenaars geregeld een forum zullen krijgen. Deze evenementen worden maximaal versterkt via het algemeen beleid rond stadspromotie en krijgen een prominente plaats in de algemene communicatiestrategie. Winter in de stad, de Vredefeesten, het Sint-gebeuren en de Terrasjesdagen hebben een speerpuntfunctie in het evenementenbeleid.” Het huidige witboek werd concreter gemaakt in het strategisch plan. Daarin staat over evenementen de volgende strategische doelstelling: “de stad als open podium. Het evenementenbeleid (naar buitenuit) hèt instrument voor stadspromotie en imagovorming en (naar de inwoners toe) motor voor een positieve identificatie met en trots op de eigen stad”
130
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Volgende operationele doelstellingen werden geformuleerd op basis van het witboek.
2.1 “De Grote Markt én de andere pleinen, ook in de deelgemeenten, moeten (nog) meer ook een scène voor creatieve initiatieven kunnen worden.” De bezetting van de Grote Markt is tijdens de huidige legislatuur met een derde gestegen tegenover 2006. De evolutie staat hieronder beschreven. Het plein kent nog een aantal tekortkomingen (zie verder). Het Sint-Nicolaasplein zag eerder evenementen verdwijnen (deels ten voordele van de Grote markt, zoals de ijspiste en de nieuwjaarsreceptie, maar die zijn het Sint-Nicolaasplein ontgroeid), maar kreeg ook een nieuw initiatief met Sinnekloas Danst (een organisatie van de horeca zelf), of eenmalige initiatieven zoals Music For Life in 2007 (met o.a. Zornik en Milk Inc) en Maes Music Box in 2010 (met Das Pop). Daarnaast krijgt het plein veel volk over de vloer tijdens de Walburgconcerten, de Pleinconcerten of de Laatste 100 Dagen. De problemen van het Sint-Nicolaasplein situeren zich eerder op de netheid van het plein (afval, niet ingevoegd) en veiligheid. Het Stationsplein heeft dan weer te lijden onder de afwezigheid van potentiële organisatoren (leegstand, en de aanwezige horeca neemt geen initiatief) en de vorm en inrichting van het plein (veel hindernissen). Het leent zich wel goed tot expo‟s. In de deelgemeenten staken wel regelmatig initiatieven de kop op (traditionele evenementen zoals de volkssportfeesten, carnaval Belsele, grote fuiven, kerstmarkten of de elfjuliviering in Sinaai, maar ook een verjaardagsfeest van De Droomballon, het afscheid van Tom Steels, reuzenbarbecue, circussen, de elfjuliviering in Nieuwkerken,…). Locaties die meer en meer als evenementenlocaties genoemd worden, zijn De Ster (voorstel Chinese lichtsculpturen, vtm Familiepicknick) en ‟t Bau-huis. De Ster meer promoten en verhuren geeft op middellange en lange termijn allicht een beter resultaat en meer evenementen dan de organisatie van de Sterfeesten. Qua vorm zou het H. Heymanplein zich goed lenen tot de organisatie van evenementen, maar dit is momenteel niet of moeilijk verenigbaar met de functie als parking voor de handelszaken (inclusief GB Carrefour) op het plein. Indien zich hieronder een ondergrondse parking zou bevinden, zou het niet alleen een oplossing voor de Vredefeesten (plaatsgebrek wereldmarkt) betekenen, maar komt er ook ruimte voor ontmoeting (terrassen?) en eventueel andere evenementen (die niet altijd extra overlast moeten veroorzaken). Ondertussen werd het stadspark ook aangepast en versterkt met het oog op de organisatie van de Parkies (Walburgconcerten). Andere groene gezellige (en soms verdoken) plekjes zoals de tuin van de Salons voor Schone Kunsten en het park van De Casino zijn eveneens aantrekkelijk. Locatieprojecten van het Cultuurcentrum (o.a. Supervlieg) toonden ook het potentieel op wijkniveau aan. Over de Dries in Sinaai: Regelmatig vinden er evenementen, kermissen, circussen,… plaats op de Dries. De bescherming van de eik op De Dries was belangrijk. Bij regenweer blijkt echter dat de bodem van de Dries bijna volledig verdicht lijkt te zijn. Het is heel normaal dat de bodem verdicht is door de steeds zwaardere voertuigen en installaties die hier opgesteld worden. Ter bescherming van het plein, lijkt het nuttig de bodem onder handen te nemen. We kunnen de bodemverdichting enkel oplossen door deze in de toekomst te weren van het terrein, en b.v. op te stellen op de verhardingen. In dat geval kunnen we een grondige bodembewerking uitvoeren en is het probleem opgelost. Als er nadien echter opnieuw zware voertuigen opkomen, begint het hele proces opnieuw. Het valt ook niet te ontkennen dat er op vlak van concerten en muziekfestivals heel wat meer is beginnen leven in Sint-Niklaas, boven op hetgene er al was. Een niet-limitatief overzicht: Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
131
Stadsschouwburg – cultuurcentrum, De Casino, ‟t Ey, de jeugdcentra, Parkies, Krock, Villa Pace, Viva Lola, Statie West,…
2.2
“De diensten evenementen, stadsanimatie en feestelijkheden rationeel structureren”
De diensten zijn ondertussen samengesmolten in het organogram van de stad, met één leidinggevende en verschillende cellen. Er werd enkele keren gewerkt aan een geïntegreerd feestloket (nu zijn ook de diensten milieu, financiën en jeugd betrokken), maar er werd niet meteen een politieke consensus gevonden. In 2011 besloot het college uiteindelijk wel om een feestloket in te richten, maar kon het niet ingevoerd worden wegens gebrek aan de nodige bureelruimte. Verder onderaan bespreken we de stijging van het aantal stadsevenementen en aanvragen tijdens deze legislatuur. De dienst werd wel uitgebreid, maar de taken groeiden nog meer. Daardoor staat de dienstverlening voor derden onder druk. In 2005 waren de – toen nog twee - diensten met 6,5 VTE (evenementenbeheer en plechtigheden en stadsanimatie). In 2011 was men met 7,5 VTE (geïntegreerde dienst evenementen en plechtigheden). Hieronder staat een samenvattend overzicht van de taken die de dienst opneemt, met het percentage van de totale tijdsbesteding. Tijdsbesteding van de dienst evenementen en plechtigheden: Omschrijving Organisatie van eigen evenementen Organisatie en ondersteuning van plechtigheden en ontvangsten Organisatie markten en foren Administratieve behandeling van aanvragen van materiaal Administratieve taken (werking dienst, subsidiëring, …) Administratieve behandeling van aanvragen van evenementen (evenementenbeheer) Informatieverstrekking Ondersteuning van private evenementen Beleidsadvisering
% 33 21 12 10 9 6 5 3 2
2.3 “Op geregelde tijdstippen zelf grootschalige activiteiten opzetten die uitstralen tot ver buiten de stadsgrenzen en waarbij ook lokale artiesten en kunstenaars een podium krijgen.” Op dit vlak werd een enorme vooruitgang geboekt. Sint-Niklaas staat stilaan bekend om enkele van haar evenementen en als stad waar „veel te doen is‟. De Vredefeesten, het Huis van de Sint, Sint in de Piste, het Na-Tourcriterium, de kerstmarkt op de Grote Markt en de ijspiste hebben een uitstraling tot ver buiten de stadsgrenzen. Lokale artiesten krijgen een podium tijdens de Vredefeesten, Stad van de Sint, de kerstmarkt op de Grote Markt, de Pleinconcerten, occasioneel op kleinere evenementen,…
2.4 “Winter in de Stad, Vredefeesten (Villa Pace), Stad van de Sint en Terrasjesdagen hebben een speerpuntfunctie in het evenementenbeleid.” Ook op dit vlak werden grote stappen vooruit gezet. Sint-Niklaas Wintert heeft nu een mooiere ijspiste met meer bezoekers, wat ook gezegd kan worden over de kerstmarkt op de Grote Markt. Het bezoekersaantal van de Vredefeesten is verdubbeld en het ballonprogramma en Villa Pace bleek een perfect huwelijk. Stad van de Sint zag een verdubbeling van het aantal bezoekers van het Huis van de Sint, een razendsnel uitverkopende Sint in de Piste en een Dag van de Sint met 8.000 bezoekers bij goed weer. Bovendien werd aan de drie projecten een grote promotiecampagne gekoppeld. Het Centrummanagement heeft grotendeels zelf de stekker uit de Terrasjesdagen als evenement getrokken, omdat de randactiviteiten niet altijd meer klanten voor de handelszaken opleverden, de handelaars vooral met hun winkel bezig zijn op dat moment, de data niet altijd even gunstig vallen en de beachvolleyhappening op de Grote Markt niet altijd tijdens de terrasjesdagen valt. Het was zes jaar geleden al het zwakke broertje van de speerpunten en dient niet langer als zulks beschouwd te worden. Het blijft natuurlijk wel belangrijk om in het commerciële belang voor de middenstand een aantal (vooral promotionele) acties te ontwikkelen in de schoot van het Centrummanagement. De toeristische dienst kan daar een aantal nevenactiviteiten aan koppelen (zoals nu al het geval is). 132
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
2.5 “Ook beginnende en meer kleinschalige activiteiten ondersteunen (incl. podiumkansen aan aankomend talent)” Aankomend talent werd hiervoor en ook verder besproken. Aangezien de dienst evenementen vooral opdrachten kreeg om zelf evenementen te organiseren, en de dienst bovendien lang onderbezet bleef, werd nog te weinig werk gemaakt van de ondersteuning en vooral de werving van beginnende activiteiten. Waar die zich toch aandienden, werden ze effectief ondersteund. Fuiven van jeugdverenigingen werden ondersteund en begeleid sinds 2008 door de jeugddienst. Het valt immers op dat de evenementenkalender opvallend is uitgebreid sinds de vorige legislatuur. Getuige daarvan zijn de stijging van het verhuur van feestmateriaal (ongeveer 10% meer leveringsposten) en de stijging van het aantal aanvraagformulieren voor evenementen (ongeveer 30% meer). Concreet denken we aan Viva Lola, de Ijsberenduik, erkende wijkkermissen, de elfjuliviering in Nieuwkerken, de Sterkste man van België, de beachvolleyhappening, Waasland Street Cup, Lotto Street Soccer, Sinnekloas Danst,… (niet alle evenementen hadden ondersteuning nodig en niet alle evenveel, de ondersteuning gebeurde overigens door verschillende diensten).
2.6
“De sponsorwerving professionaliseren, occasioneel met de hulp van derden”
De professionalisering van de sponsoring van Stad van de Sint was geen succes. Voor de Vredefeesten, Villa Pace, het Na-Tourcriterium en Retrorock gebeurde de werving door medewerkers of politieke vertegenwoordigers van het stadsbestuur. Met bijna 45.000 EUR netto zijn de inkomsten voor de Vredefeesten gelijkaardig aan die van vroegere edities, met dat voordeel dat het publiek bij afwezigheid van een grote sponsortent nu meer kan genieten van het evenement. Bovendien liggen de inkomsten voor Villa Pace nog hoger, nl. 90.000 EUR in 2011. Met een uitgebreide promotiecampagne, een aantrekkelijk programma en 100.000 bezoekers kan dan ook een degelijke return aan de sponsors aangeboden worden. Voor Stad van de Sint liggen er heel wat mogelijkheden. Hier ontbreekt enkel de tijd bij de administratie om er werk van te maken. Desondanks wordt hier tussen de 10.000 en 20.000 EUR opgehaald. Return is mogelijk vanwege de uitgebreide promotiecampagne en de hoge publieke opkomst (+50.000 bezoekers). Gezien de kindvriendelijkheid van het evenement, dient voorzichtig omgesprongen te worden met een te agressieve sponsorstrategie. De samenwerking met de private sponsorwerver werd stopgezet wegens te weinig geldelijke return. Sponsorwerving voor het Na-Tourcriterium is contractueel verplicht tegenover Vistamedia, maar de jaarlijkse 50.000 EUR is geen probleem. Momenteel is er zelfs voldoende sponsorgeld opgehaald door de ereburgemeester om te voldoen aan de engagementen voor de editie 2013 en deels 2014. De return wordt verzorgd door Vistamedia. De sponsoring van Retrorock kwam moeilijker op gang, gezien het een jong evenement betreft, er weinig return beschikbaar is voor de sponsors en de opkomst twee keer tegenviel.
2.7 “Maximaal samenwerken met lokale verenigingen en gespecialiseerde organisaties (tot op wijk- en dorpsniveau)” Op dit vlak werd veel werk verzet. Met volgende verenigingen werd samengewerkt (niet-limitatief!!!!): Vredefeesten: Nikki Ballooning, Feest in de Stad, jeugdhuizen Kompas en Den Eglantier, De Casino, ‟t Ey, VIF, Beweging in de Stad (zelf een koepelvereniging van meer dan honderd verenigingen en organisaties). Samen zetten meer dan 800 vrijwilligers zich in voor het evenement. Stad van de Sint: Sint-Nicolaasgenootschap, ACHA, Kinderkoor Mozaïek, tientallen verenigingen voor het speelplein op de Dag van de Sint Sint-Niklaas Wintert: horecacomité Grote markt, Oxfam Wereldwinkels, de AAS, Centrummanagement En verder: Beachvolleyhappening: de verenigde volleybalclubs, Wintercross De Ster: Vrienden GP De Ster, de comités van de erkende wijkkermissen, vzw Bongito (Viva Lola, spiegeltent, ijspiste, Nieuwjaarsfuif), tientallen verenigingen die Sint-Niklaas for Haïti organiseerden, de jeugdbewegingen voor Music For Life, de reuzengilde Sint-Nicolaas, de carnavalverenigingen, de dorpsraden (volksportfeesten, elfjulivieringen,…), Lotto Street Soccer (de voetbalclubs), alle turnverenigingen,… Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
133
Het Cultuurcentrum organiseert Supervlieg op wijk- en deelgemeenteniveau. De wijkfeesten worden goed ondersteund en het aantal is opmerkelijk gestegen. Initiatieven in de deelgemeenten worden ondersteund. Het idee van een kroegentocht in de deelgemeenten (ooit opgeworpen door jeugdhuis De Galjaar in Belsele) kan uitgewerkt worden, maar dan wel op een andere dag dan de kroegentocht in de stadskern. Dorpsraden en verenigingen kunnen nog meer betrokken worden bij de kermissen. Dat gebeurt nu sporadisch, maar kan structureel worden.
2.8 “Een goede en efficiënte ondersteuning en dienstverlening (materieel, promotioneel, organisatorisch) voor initiatieven van derden”
Enquêtes en reacties op het terrein tonen aan dat organisatoren tevreden zijn over het aanbod en de kwaliteit van het feestmateriaal. Een vergelijking met andere centrumsteden toont bovendien dat we veel meer (en meestal goedkoper) materiaal ter beschikking hebben. Pluspunten zijn ook de ontwikkeling van een fuifkoffer door de jeugddienst en de efficiëntere werking van dienst feestelijkheden. Er liggen ook plannen klaar om het proces van verhuur van het feestmateriaal te versnellen en de termijn waarop aanvragers een antwoord krijgen te verlengen. Nu duurt het nog te lang eer aanvragers een antwoord krijgen. Promotioneel: een papieren versie van Uit in Sint-Niklaas werd ontwikkeld, een website is er alsnog niet. De website van Sin City is voorlopig niet wat hij moet zijn en wordt niet zwaar gepromoot. De aanplakborden worden goed gebruikt, maar het aantal is beperkt. Het verdelingssysteem van posters in stedelijke gebouwen is een pluspunt, maar niet alle locaties zijn even goed, of worden even goed opgevolgd. Sint-Niklaas Zomert en Sint-Niklaas Wintert zijn uitgegroeid tot campagnes waarin ook private initiatieven aan bod komen. Het flyerverbod weegt wel op de verenigingen. Organisatorisch: de plannen voor een geïntegreerd feestloket bestaan al lang bij de administratie en in 2011 werd daarvoor ook een politiek akkoord gevonden. Helaas is er nog geen fysieke ruimte gevonden en moeten de nodige personeelsverschuivingen nog onderzocht worden (wat pas nut heeft als er fysieke ruimte wordt gevonden). Pluspunt is de verdere invulling van de dienst evenementen. Helaas moet de dienst vooral tijd en energie in eigen evenementen investeren, waardoor er te weinig ruimte blijft voor ondersteuning van initiatieven door derden. Binnen het huidig college is wel een consensus gevonden over „minder, maar beter‟, waardoor die ruimte wel zou vrijkomen.
2.9 “Aandacht voor de publieke veiligheid, fietsenparking en de beperking van lichthinder, afval, geluidsoverlast, energie, water, sanitaire voorzieningen (ook voor rolstoelgebruikers)... maken eveneens deel uit van het evenementenbeleid” Publieke veiligheid tijdens evenementen was geen aandachtspunt voor het huidige bestuur. De dienst „publieke veiligheid en leefbaarheid‟ werd stelselmatig afgebouwd. In 2006 bestond die nog uit 2 adviseurs en een halftijdse administratief medewerker. In 2012 bestaat die uit 1 hoofddeskundige (in opleiding) en een halftijdse administratief medewerker. De samenwerking tussen dienst evenementen en dienst publieke veiligheid verliep wel heel goed en de medewerkers deden wat ze konden. Er werd werk gemaakt van duidelijke fiches, er waren veiligheidsrondgangen, de nodige veiligheidsvergaderingen, een goede samenwerking met politie en brandweer,… Er werd werk gemaakt van mobiliteitsplannen bij grote evenementen, maar dat gebeurt tot nu toe door de dienst evenementen en plechtigheden zelf, wat niet evident is. Traject werkte een mobiliteitsplan uit voor de Vredefeesten. Op basis van die ervaring werd voortgewerkt, ook voor andere evenementen. Er wordt aangemoedigd om gebruik te maken van openbaar vervoer en alle informatie omtrent bereikbaarheid wordt opgenomen op websites van evenementen en in brochures. Waar nodig, worden feestbussen ingezet. Dat systeem dient hier en daar verfijnd, sneller beslist (!) en beter gecommuniceerd. Bij grote evenementen worden extra fietsenstallingen voorzien. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Euromarkt, Na-Tourcriterium en Vredefeesten, maar ook bij grote evenementen tijdens de kermissen. Er werd een geslaagd experiment met betalende pendelparkings georganiseerd tijdens de VTM Kzoom Kerstparade. Er werd wel vastgesteld dat het nefast is voor de handelaars in de binnenstad om tijdens de eindejaarsperiode de stadskern af te sluiten voor verkeer.
134
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
De stadskern wordt reeds (deels) afgesloten voor verkeer tijdens de Vredefeesten (vrijdag-zondag) en het Na-Tourcriterium (vrijdag). Aan afval is het moeilijk werken. Sowieso zijn standhouders op evenementen verplicht hun afval te sorteren. Om veiligheidsredenen wordt op grote evenementen echter vaak een verbod op gebruik van glas uitgevaardigd, waardoor er plastic bekers gebruikt worden. Omwille van praktische en terechte bezwaren, is het gebruik van herbruikbare bekers niet altijd mogelijk (geen afgesloten ruimte dus te veel verlies, gebrek aan stockageruimte, geen mogelijkheid tot afwassen,…). Waar mogelijk wordt het wel toegepast of aangeraden. Er is een nieuw soort herbruikbare bekers op de markt die het misschien gemakkelijker maakt op vlak van reiniging en deels stockage. Met de fabrikant daarvan werd reeds contact genomen. Tijdens Villa Pace wordt sinds enkele jaren een afwasstand ingezet. Daardoor kunnen op de wereldmarkt echte borden, echt bestek en herbruikbare bekers ingezet worden. Er geldt een flyerverbod in Sint-Niklaas, wat papierafval vermindert. Het vermindert echter ook de mogelijkheden voor organisatoren om hun activiteit te promoten. De stad vermijdt het gebruik van blik tijdens evenementen. Ook de verkoop in PET-flesjes tijdens eigen evenementen wordt vermeden. Zo wordt er tijdens Villa Pace enkel uit grote flessen in bekers geschonken. Op enkele evenementen is hier nog werk aan de winkel, maar dan moeten soms partners overtuigd worden. Geluidsoverlast is een blijvend aandachtspunt. Er zijn weinig evenementen in de stadskern die tot laat luide muziek spelen. In principe zijn dat enkel Villa Pace en het Na-Tourcriterium. Voor andere evenementen wordt 22u, 22u30 of 23u als einduur voor de afwijking op de geluidsnormen en/of het einduur van de activiteit gehanteerd. Denk daarbij aan de Pleinconcerten, Sinnekloas Danst, de Parkies, kermisactiviteiten, Euromarkt,… Bij eigen evenementen wordt ook voldoende geïnvesteerd in goed geluidsmateriaal om een optimale spreiding van het geluid te bekomen en worden er vaak door stadsdiensten of politie geluidsmetingen uitgevoerd. Jaarlijks worden er ook private evenementen geselecteerd die aan permanente metingen ter plaatse worden onderworpen. Prioriteit wordt hierbij gegeven aan activiteiten in kwetsbaardere omgevingen, met programma‟s die tot overlast kunnen leiden en aan evenementen die in het verleden al geluidsoverlast hebben veroorzaakt. Met de inwoners van de uitgaansbuurt werden buurtvergaderingen georganiseerd. Zie verder voor het resultaat. Enkele jaren geleden werd ook duidelijk dat de Vlaamse overheid zou werken aan nieuwe regelgeving rond geluidsnormen, vooral ter voorkoming van gehoorschade. Ondertussen is die wetgeving er, en zal ze van kracht gaan vanaf 1 januari 2013. Het heeft gevolgen voor alle organisatoren van kleine en grote evenementen, en zal logistieke en financiële gevolgen hebben. Er komt ook een wettelijk kader met verschillende categorieën van concerten en geluidsnormen. De overheid legt bepaalde normen op aan verschillende categorieën van concerten. Deze nieuwe regelgeving zal geïntegreerd moeten worden in het lokale beleid. Energie- en waterverbruik is onontkoombaar bij evenementen. Niettemin is duurzaamheid een belangrijk thema tijdens evenementen zoals Villa Pace en de kerstmarkt (in samenwerking met Oxfam Wereldwinkels). De inzet van stroomgroepen met biodiesel werd onderzocht, maar er werd geen leverancier bereid gevonden. Tot nu toe wordt bij het gebruik en de verhuur van lichtkransen gebruik gemaakt van gloeilampen. De vervanging door een alternatief met LED-verlichting wordt momenteel onderzocht. Er wordt sowieso op toegezien dat stroomgroepen afgezet worden wanneer mogelijk. Het is vooral een kwestie van instelling en het aankweken van de gewoonte om duurzaam met water en energie om te springen. Over sanitaire voorzieningen. De stad verhuurt vier (!) toiletwagens. Wanneer de eerstvolgende is afgeschreven, wordt prijs gevraagd voor de aankoop van een wagen waarbij ook een toilet voor andersvaliden wordt voorzien. Bij de grootste evenementen worden toiletten bij gehuurd (Vredefeesten, kerstmarkt, ijspiste, Na-Tourcriterium). Het gebrek aan voldoende afvoerpunten voor afvalwater op de Grote markt speelt ons echter parten. Er worden op strategische locaties ook plaszuilen tegen het wildplassen geplaatst bij grote evenementen. Er wordt ook signalisatie voorzien naar de sanitaire voorzieningen tijdens de grootste evenementen.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
135
2.10 “‟t Bau-huis uitbouwen tot de nieuwe polyvalente economische en culturele accommodatie van de stad.” ‟t Bau-huis is ondertussen open. Hoe de kalender er zal uitzien, moet nog blijken, aangezien de hal pas in 2011 is geopend. De afwezigheid van een milieuvergunning klasse II voor de fuifzaal vermindert de mogelijkheden op sociaal-cultureel vlak danig. Ook de binnenakoestiek is nog een probleem. Die is onvoldoende. Daarvoor werd een studie besteld. Daarnaast is er weinig materiaal beschikbaar (opmerkelijk minder dan in de Stadsfeestzalen). Daardoor moet dienst feestelijkheden meer materiaal leveren dan vroeger, wat dan weer weegt op de dienstverlening naar andere organisatoren toe. De indruk bestaat ook dat er te veel verwacht wordt van de directeur die daar slechts halftijds voor aangesteld is. Het is moeilijk om dergelijke zaal tot volle ontwikkeling te laten komen als daar slechts een halftijdse functie voor wordt uitgetrokken, zeker in de beginfase. 3. Evaluatie werkgroep evenementen 2011 Het aantal grote evenementen en stedelijke organisaties ligt te hoog. Enkele gevolgen: Tegenvallende bezoekersaantallen Vaak hetzelfde publiek Niet alle promocampagnes worden nog opgepikt. Er zit geen lijn in, er is te veel versnippering en de campagnes doen elkaar concurrentie aan wegens te veel. Materiaaltekorten, zelfs voor enkel stadsevenementen. Arbeidsongevallen en aanverwante problemen bij vooral technische diensten Administratie heeft onvoldoende tijd om aan kwaliteit te werken. We doen wel veel, maar net niet goed genoeg. Beter minder organiseren, maar beter? Er worden fouten gemaakt in de promotie. Budgetten zijn niet altijd toereikend. Het budget over een kleiner aantal evenementen spreiden, zou allicht soelaas bieden. Zo kan er aan kwaliteit en promotie gewerkt worden. Algemeen gevoel van overlast bij een aantal inwoners van de stadskern. … Uiteraard worden bovenstaande oorzaken dan weer soms door andere (vermijdbare) omstandigheden veroorzaakt, maar er lijkt weinig twijfel over te bestaan dat de kalender oververzadigd is. Daarom nam het college op basis van de bevindingen en voorstellen van de werkgroep evenementen, de volgende beslissingen: Op basis van de bovenstaande problemen en diverse evaluaties, wil de werkgroep voortaan op volgende basis werken: In de toekomst minder zelf organiseren tgo. 2011, maar wat overblijft wel beter! Inzetten op kwaliteit en op grote evenementen Inzetten op promotie Meer aandacht voor doelgroepen die momenteel gemist worden: jongeren, muziekliefhebbers, „meerwaardezoekers‟ Opstellingen efficiënter Vooral inzetten op speerpunten: Vredefeesten, Stad van de Sint, Winter in de Stad Sterfeesten worden niet georganiseerd tijdens een jaar met Euromarkt, en verhuizen in de andere jaren terug naar het eerste weekend van augustus. Belangrijk: dit zou het mogelijk maken om meer private initiatieven te ondersteunen, zodat het totale aanbod gelijk blijft of zelfs stijgt.
136
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
4. Evolutie aanvraagformulieren voor evenementen Het aantal aanvraagformulieren steeg sinds 2005 (eerste volledige jaar waarin met het aanvraagformulier werd gewerkt) van 252 naar 372 in 2011. Dit is een stijging met 48%. 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
jan
ng
11
17
21
22
22
28
34
38
feb
ng
7
10
6
15
13
12
16
15
maa
ng
14
17
22
26
17
19
22
25
apr
ng
13
16
20
27
23
23
37
mei
8
25
18
22
33
30
27
29
jun
13
19
31
34
23
25
33
32
jul
24
34
22
16
22
20
24
24
aug
45
44
51
46
59
46
56
54
sep
22
28
37
39
31
30
34
36
okt
12
14
16
26
28
24
25
22
nov
8
16
19
16
19
19
21
25
dec
14
27
26
32
33
30
29
41
totaal
ng
252
280
300
338
299
331
372
5. Wijkactiviteiten Het aantal wijkactiviteiten steeg van 45 in 2004 naar 153 in 2011. 2004: 45 2005: 93 2006: 118 2007: 124 2008: 135 2009: 139 2010: 145 2011: 153 In 2011 werden de 153 activiteiten met een wijkpremie georganiseerd door 134 verschillende organisaties. Dit zijn niet noodzakelijk buurtcomités. Een aantal evenementen komen immers ook in aanmerking voor een wijkpremie omdat ze een onderdeel specifiek naar buurtbewoners richten, omdat ze de buurtbewoners expliciet uitnodigen,… 6. Groei aantal stadsevenementen Bestaande evenementen werden uitgebreid: Vredefeesten met Villa Pace (van 50.000 naar 100.000 bezoekers, meer activiteiten, meer promotie) Sint-Niklaas Wintert (intensievere kerstmarkt, met daarnaast jaarlijks wisselend programma: straattheater, festival in een tent, kerstparade,…) Zomerkermisprogramma (van 5 naar 10 activiteiten waarbij soms enkele grote zoals Vlaanderen Muziekland en VTM Zomertour) Sinds de stadsvernieuwing zijn volgende – vaak grote - evenementen erbij gekomen op de kalender: Dag van de Sint (2006) Evenementen tijdens de meikermis (2006, 2 weekends vanaf 2007) Dag van het Park (2006) Beachvolleyhappening (2006, uitbreiding programma vanaf 2007) Nieuwjaarsdrink voor de bevolking (2008) Na-Tourcriterium (2010) Retrorock (2010) Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
137
Eenmalige projecten waren er ook, maar die zijn er allicht altijd geweest. Bv. Land van Reynaert, SintNiklaas 4 Haïti, Sint-Niklaas gaat Vreemd, Music For Life,… 7. Grote Markt
7.1 Bezettingsgraad We zien een opmerkelijke stijging van het aantal evenementen op de Grote Markt tegenover 2005. Aantal dagen 141 143 142 166 170 187 167 192 (d.d. 30-05-2012)
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Stijging tgo. vorige jaar
Stijging tgo. 2005
+1,4% -0,7% +16,9% +2,4% +11% -12% +14,97%
+1,4% +0,7% +17,7% +20,6% +32,6% +18,4% +36,17%
Hierin zijn niet begrepen: spelnamiddagen jeugdbewegingen (tenzij grootschalig), repetities harmonieën, duivenlossingen, commerciële promotieacties, activiteiten onder voorbehoud. Hierin zijn wel begrepen: opbouw en afbraak, marktdagen. In bovenstaand cijfer voor 2005 zijn 12 ontbrekende marktdagen en 6 dagen virtueel circus meegerekend. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar wordt er doorgaans weinig georganiseerd op de markt. Sinds 2006 betrof dat telkens één circus (6 tot 12 dagen). Doorgaans komen er in de loop van het jaar nog activiteiten bij.
7.2 Logistieke tekortkomingen Grote Markt
Heel weinig afvoermogelijkheden voor afvalwater en sanitair Boardwalk kant stadhuis is 40cm hoog, maar is wel een in- en uitgang voor de donderdagse markt. Verzakkingen? Ook marktkasten moeten regelmatig hersteld/‟ingevoegd‟ worden Kabelgoot van stadhuis naar marktplein? (wordt aan gewerkt) Taluds (oprijplaten) naar het binnenplein voor de zijbeuken van het stadhuis, zijn niet vast, met alle problemen van dien (op- en afrit bij diverse evenementen). Permanent systeem beter – al dan niet met inklapbare paaltjes? Weinig verankeringpunten (enkel voor circustenten, terwijl die slechts twee keer per jaar staan en ze dan nog niet eens allemaal kunnen gebruiken. Vlaggenmasten moeilijk weg te nemen (voet blijft boven de grond uitsteken, masten aan Het Woord zijn een beter systeem) Sanitair in parkeerkuil? Mobiele paaltjes vaak stuk.
7.3 Verkeersveiligheid Daarnaast vormen de oversteekplaatsen een probleem op vlak van verkeersveiligheid. Automobilisten zijn weliswaar verplicht om af te remmen bij de luifels om te kunnen zien of iemand wil oversteken. Daarvoor zijn ze gecreëerd. De glazen wanden zorgen echter voor een te beperkte zichtbaarheid, zeker van kleine kinderen. Ook de (vaak te hoge) rijsnelheid van de bussen van De Lijn is bedenkelijk. Bij de creatie van speelelementen dient rekening gehouden te worden met verkeersveiligheid. Zo ligt de zone aan Het Woord bijvoorbeeld vlakbij de rijbaan. Het binnenplein zelf wordt gebruikt door fietsers.
138
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
7.4 Aanpassingen aan de Grote Markt - beeldkwaliteitsplan Het beeldkwaliteitsplan, zoals voorgesteld door Nero, biedt een leuk voorstel ter vergroening van de Grote Markt. Op een aantal vlakken bedreigen de voorstellen wel enkele (onderdelen van) activiteiten in gevaar en worden logistieke mogelijkheden beperkt. Het is aan het bestuur om de keuze te maken. Blijft het plein maximaal ingezet worden als evenementenplein of niet? De integrale uitvoering van het plan zou bijvoorbeeld grote gevolgen hebben voor de Vredefeesten. Zie hiervoor een uitgebreider rapport met adviezen over het beeldkwaliteitsplan. Het beeldkwaliteitsplan moest natuurlijk verder werken op de vorige heraanleg van het plein, wat de mogelijkheden beperkte. Er is een grote afstand tussen de gevels en het binnenplein, waarbij beide worden gescheiden door bushaltes, een parkeerkuil en een boardwalk. Dit komt de gezelligheid niet ten goede. Je verliest ruimte voor groen, zit- of spelelementen, terrassen,… Bij evenementen of tijdens de zomer, zijn bijvoorbeeld terrassen tot aan het binnenplein niet mogelijk. Deze situatie is allicht een gevolg van de verkeerscirculatie rond de Grote Markt, die ook op andere vlakken een hinderpaal is voor de organisatie van de wekelijkse marktdag en van evenementen (zie elders). Bovendien maakt de aanwezigheid van druk autoverkeer sowieso de terrassen een pak minder gezellig. 8. Toelagen via dienst evenementen en plechtigheden Onze dienst keert toelagen uit, die al – in de meeste gevallen tientallen – jaren worden uitgekeerd. Hier staan echter in de meeste gevallen geen reglementen tegenover.
8.1
8.2
8.3
8.4
Deelnemers kroegentocht Variabel, afhankelijk van aanvragen
Carnavalverenigingen: Orde der Muilentrekkers, p.a. Marktstraat 61, 9111 Belsele Los Vanheckos, p.a. Frans Van Cauwelaertlaan 7, 9100 Sint-Niklaas De Dag en Nachtvrienden, p.a. Moortelhoekstraat 91, 9111 Belsele De Carnavalfederatie Oost-Vlaanderen, p.a. Nauwstraat 136, 9111 Belsele De Kleine Zwaantjes, p.a. Lokerse Baan 21, 9111 Belsele De Prinsenkamer,p.a. Moortelhoekstraat 87a, 9111 Belsele De Boelekes, p.a. Groenstraat 3, 9111 Belsele De Kroonvrienden, p.a. Belseledorp 94, 9111 Belsele
Muziekmaatschappijen: KON. KON. KON. KON. KON. KON.
HARMONIE DE KUNSTVRIENDEN, p.a. Kalkstraat 12, 9100 Sint-Niklaas SOC. HARMONIE DE TOEKOMST, p.a. Baron Dhanisstraat 5, 9100 Sint-Niklaas HARMONIEORKEST WAESIANA, p.a. Weimanstraat 19, 9112 Sinaai HARMONIE SINTE-CECILIA-SINAAI, p.a. Hulstbaan 120, 9112 Sinaai FANFARE SINTE-CECILIA-BELSELE, p.a. Belseledorp 37, 9111 Belsele FANFARE DE EENDRACHT-NIEUWKERKEN, p.a. Pastorijstraat 26, 9100 Nieuwkerken
Erkende wijkkermissen
Witte Molenfeesten, georganiseerd door het Comité Witte Molenfeesten; Terekenfeesten, georganiseerd door het Comité der Terekenfeesten; Wijkkermis Duizend Appels, georganiseerd door Kon. Sport- en Feestkomitee Duizend Appels vzw; Wijkkermis Molenhoek, georganiseerd door Feest- en Sportcomité Molenhoek Sinaai; Wijkkermis Leebrug, georganiseerd door Leebrug Sportief vzw; Wijkkermis Stenenmuur, georganiseerd door Wijkcomité Stenenmuur; Zonnefeesten, georganiseerd door feestcomité Belsele; Statiekermis, georganiseerd door Wijkcomité De Statievrienden; Kermis Puivelde, georganiseerd door Wielerclub Albertsvrienden vzw; Kermis Belsele, georganiseerd door Kon. Belsele Sportief Sportcomité vzw; Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
139
Kermis Nieuwkerken, georganiseerd door Wielerclub Gemeentebelangen Nieuwkerken; Kermis Sinaai, georganiseerd door Kon. Sportcomité Gemeentebelangen Sinaai vzw.
8.5
Organisatoren activiteiten tijdens kermissen Variabel, afhankelijk van aanvragen
8.6
Vaderlandslievende verenigingen: Wase Vriendenkring Brigade Piron Kon. verbond veteranen van Koning Albert I – sectie Sint-Niklaas Kon. verbond veteranen van Koning Leopold III – sectie Sint-Niklaas Nat. Verbond oorlogsinvaliden Wase vriendenkring paracommando‟s Vriendenkring politieke gevangenen Poolse oud-strijders – 1e Poolse pantserdivisie – afdeling Waasland Kon. nat. vereniging Reserve officieren – groepering Waasland Vriendenkring van de spoorwegweerstand van het Land van Waas Nat. Verbond der weggevoerden en werkweigeraars Vriendenkring onderofficieren Waasland Rolliers 1830 België één Vriendenkring oudgediende onderofficieren en gelijkgestelden kwartier Westakkers Bond der burgerlijke oorlogsslachtoffers Sint-Niklaas Kon. politieverbroedering Sint-Niklaas Belgische (oud)strijders voor een democratisch Europa – Regionale Land van Waas Oud-strijders UNO-troepen Korea – vriendenkring Sint-Niklaas Nat. Strijdersbond van België – afdeling Sinaai Oud-strijders 1940-1945 Nieuwkerken Nat. Strijdersbond van België – afdeling Belsele Vlaamse oud-strijders – afdeling Belsele
8.7 8.8
Reuzengilde Sint-Nicolaas Diverse evenementen:
ACHA voor Sint in de Piste Bongito voor Viva Lola en de ijspiste Vistamedia voor het Na-Tourcriterium Centrummanagement voor Pleinconcerten, Terrasjesdagen De Ster voor de Sterfeesten Stadsbelangen voor Grote Prijs Stadsbelangen Albertvrienden voor profkoers Puivelde Verenigde Volleybalclubs voor Beachvolleyhappening
9. Gegevens feestmateriaal
Feestelijkheden (vanaf 2007 incl Wep+)
1.10.2011
1.10.2010
17.06.2009
17.06.2008
1.10.2007
1.12.2006
1.12.2005
1.12.2004
Personeelsbezetting in FTE
1.1.2003
1.4.2002
9.1 Evolutie personeel dienst feestelijkheden
17
16
15
14,75
14,8
15
15
16
15
15
Seizoen
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Feestelijkheden
1,75
2,4
2,9
2,25
2,25
2,25
2,25
1,5
2,25
2,25
140
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
9.2 Evolutie aantal leverposten dienst feestelijkheden Aantal posten
7/03/2012 Jan
Feb
Maa
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Totaal
2004
20
33
56
49
97
71
53
79
69
46
51
47
671
2005
26
27
67
54
88
77
65
70
79
51
59
64
727
2006
27
36
62
43
92
90
47
80
94
49
64
74
758
2007
33
39
75
46
96
98
38
86
81
61
55
63
771
2008
37
42
68
70
111
87
50
94
71
80
61
68
839
2009
40
31
67
65
90
104
52
86
72
69
58
65
799
2010
43
41
62
75
102
98
53
92
76
73
58
67
840
2011
39
41
60
79
91
99
54
95
81
56
59
62
816
2012
46
56
66
168
Bovendien – en dat is niet uit bovenstaande cijfers uit te leiden – is het aantal grote leverposten enorm gestegen tegenover de vorige legislatuur. Daarmee bedoelen we posten waar veel materiaal wordt geleverd (grote aantallen tafels en stoelen, veel hekwerk, podia,…). Dit heeft te maken met het groter aantal evenementen dat door de stad wordt georganiseerd.
9.3 Vergelijking aanbod met andere centrumsteden Het aanbod qua feestmateriaal werd vergeleken met dat van Kortrijk, Mechelen, Oostende en Hasselt. Er werden ook plaatsbezoeken afgelegd. We hebben een veel ruimer aanbod in verhuur en hebben meestal meer stuks van het betreffende artikel. Zie tabel. De gegevens dateren uit 2010. Aanbod verhuur Nadarhekken Herashekken
Sint-Niklaas 1.900m 250m
Kortrijk 1.300m ?
Mechelen 1.800m 0
Oostende 1.550m 0
Stoelen Tafels Staantafels Banken Plankenvloer Podiumelementen (binnengebruik) Tribunes Expopanelen Tentjes Toiletwagens Brandblussers Vlaggenmasten
3.500 630 36 345 1.300m² 120
0 30 0 0 0 130
2.500 63 0 30 0 240
3.400 480 70 0 0 0
Hasselt 2.400m Tussen 300 en 500m 2.000 360 0 0 0 200
0 200 20 4 10 ja
Tot 800 pers. 40 ? 0 0 ja
0 300 0 0 0 ?
0 450 19 0 0 ja
0 0 3 3 0 ja
9.4 Een vergelijking van het ontleende materiaal in 2010 met Mechelen We verhuurden opmerkelijk meer materiaal dan het stadsbestuur van Mechelen, wat nochtans een grotere stad is. Bovendien beschikken we ook over meer materiaal. Zo worden in Mechelen geen tentjes, plankenvloer of herashekken verhuurd. Ontleend materiaal Stoelen Tafels Nadarhekken Herashekken Plankenvloer Podiumelementen Tentjes
Aantal Sint-Niklaas 91.275 15.258 42.106,5m 1.438 19.414m² 3.486 stuks 511
Aantal Mechelen 60.189 11.104 34.284m 0 0 4.325 stuks 0
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
141
10. Plechtigheden Het aantal plechtigheden, ontvangsten, huldigingen en recepties van de stad daalde van 88 in 2006 naar 75 in 2008 en 2011. De reductie van dit hoge aantal was een aandachtspunt voor het huidige college. 11. Donderdagse markt
11.1 Vaste kramen Er zijn momenteel 175 vaste kramen op de wekelijkse markt. Daarnaast is er nog plaats voor 10 „risicokramen‟. Dat zijn marktkramers die ‟s morgens langskomen om de vrije plaatsen in te nemen en geen garantie hebben van een plaats. Voor die plaatsen wordt ook geloot. De aantallen zijn ongewijzigd sinds de Grote Markt werd heraangelegd. Op de vorige markt stonden 180 vaste marktkramers. Deze stellen alle samen ongeveer 555 personen tewerk. Wanneer verplaatste markten overwogen worden, is het belangrijk om dit mee te nemen in de discussie. Verplaatste markten leiden immers steevast tot minder inkomsten.
11.2 Verplaatste markten Het aantal verplaatste markten n.a.v. evenementen is als volgt geëvolueerd: 2007: 6 2008: 6 2009: 8 2010: 10 2011: 11 2012: 11 Voor een aantal van deze evenementen moeten marktkramers verhuizen naar het Hendrik Heymanplein. Voor een aantal moeten er kramen verhuizen naar een andere locatie op de markt zelf (en zijn er bijgevolg minder of geen vrije plaatsen over). Er worden verplaatste markten georganiseerd voor: Meikermis Zomerkermis Winterkermis Ijspiste (1x op de markt zelf) Na-Tourcriterium (op de markt zelf) Spiegeltent (op de markt zelf) Vredefeesten (op de markt zelf)
11.3 Alternatieven voor de verplaatste markten? Helaas werd bij de heraanleg van de Grote Markt in 2005 geen rekening gehouden met verplaatste markten. Het gebruik van de ruimte rondom het binnenplein is onmogelijk geworden. In 2009 werd aan het college voorgesteld om tijdens de winterkermis kramen op de rijbaan rond de Grote Markt te plaatsen. De busbaan zou open blijven. De politie gaf echter een ongunstig advies en het college besliste daarop om niet op het voorstel in te gaan. De belangrijkste reden was het verwachte „sterk vertraagd en stilstaand verkeer‟ in de volledige stadskern wanneer de Grote Markt zou afgesloten worden voor het autoverkeer. Ook de vrees dat er te veel onoplettende voetgangers tussen de bussen zouden terechtkomen, speelde mee. De verkeerscirculatie rond de markt en algemeen in de stadskern is dus een hinderpaal voor het verplaatsen van de marktkramers met het oog op evenementen. Na de heraanleg van de Grote Markt in 2005 werd er al eens geëxperimenteerd met het plaatsen van kramen op het Sint-Nicolaasplein. Toen werden daar de risicokramen geplaatst. Dit zijn marktkramers 142
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
die geen vaste standplaats hebben en die ‟s morgens naar Sint-Niklaas komen om de lege plaatsen in te vullen. Na verloop van tijd bleven deze marktkramers allemaal weg omdat er geen bezoekers op af kwamen. Voor de heraanleg van de Grote Markt werd geëxperimenteerd met de groentemarkt. Alle kramen met groenten en fruit werden op het Sint-Nicolaasplein geplaatst. Er doken echter twee grote problemen op: met de heraanleg van het Sint-Nicolaasplein werd het grootste deel van het plein terras. Het zou een hele klus – indien zelfs haalbaar? – zijn om de terrassen op woensdagavond weg te nemen en donderdagavond terug te plaatsen. Bovendien verdwijnt dan de mogelijkheid om terras te plaatsen op donderdagmiddag. Daar komt nog eens bij dat de ruimte op het Sint-Nicolaasplein te klein is als alternatief bij de zomer- en winterkermis, waardoor de marktkramers verspreid zouden staan op drie locaties, wat nefast zou zijn voor alle kramers. 12. Stadsmonitor 2011 Situatie Sint-Niklaas in vergelijking met de andere Vlaamse centrumsteden. 61% van de bevolking heeft in 2011 minstens één podiumvoorstelling bijgewoond (2008: 66,4%). Het Vlaamse gemiddelde was 63,7%. 85% van de bevolking is tevreden over het culturele aanbod (87,3% in 2008). Het Vlaamse gemiddelde was 84%. Aantal podiumvoorstellingen en tentoonstellingen per 10.000 inwoners was 231 in 2009 en 272 in 2010. De Vlaamse gemiddelden lagen op respectievelijk 246 en 262. Het aandeel van de inwoners dat minstens één keer een plein-, parkevenement of zomerfestival heeft bezocht was 62,4%. Het Vlaamse gemiddelde was 61,7%. Bovendien hebben Gent, Antwerpen en Sint-Niklaas met 10% van de inwoners die meer dan 6 keer per jaar participeren, het meeste frequente bezoekers van een plein-, parkevenement of zomerfestival. 74,1% van de bevolking is tevreden over het aanbod aan uitgaansgelegenheden, restaurants en eetcafés in de stad tegenover 70,3% in 2008. Het Vlaamse gemiddelde was respectievelijk 78% en 76%. Er was een lage tevredenheid over „geschikte plekken voor de jeugd‟. Misschien mogen we daar de fuiflocaties toe rekenen? In Sint-Niklaas was in 2011 40,6% hierover tevreden (40,9% in 2008). De gemiddelde tevredenheid in de centrumsteden was 46%. 13. Visitatiecommissie Stedenfonds Uit het rapport van de visitatiecommissie: De stad heeft de voorbije jaren sterk ingezet op evenementenbeleid en stadspromotie. De langetermijnvisie op het evenementenbeleid heeft geleid tot een uitbreiding van de dienst evenementen, een professionalisering van de evenementen en de keuze voor een aantal speerpunten. Samen met het stadspromotieplan heeft het veel in gang gezet. Voorbeelden zijn de heraanleg van de Grote Markt als evenementenplein, de Vredefeesten (Villa Pace) en Stad van de Sint. Er kwam een vermenging van bottom-up en top-down initiatieven. Zo sloten bij de Vredefeesten en Stad van de Sint steeds meer verenigingen aan, terwijl er tegelijkertijd een professionalisering plaatsvond op vlak van sponsorwerving, veiligheid of promotie. Door de bundeling van krachten kon een schaalvergroting van de evenementen plaatsvinden. De visitatiecommissie beveelt de stad aan om de ingeslagen weg verder te bewandelen. Daarbij moet zeker aandacht geschonken worden aan effectmeting. De commissie neemt deze aanpak als goede praktijk mee naar andere steden. 14. Enquête 2009 In 2009 werd door een stagiaire over het evenementenbeleid van de stad een enquête afgenomen bij 83 personen (ambtenaren, organisatoren van evenement(en), pers, horeca of andere middenstand, politici, artiesten, bestuurders van een wijkcomité,…). Ook in 2006 werd dergelijke enquête Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
143
afgenomen. Met die resultaten wordt hieronder regelmatig vergeleken. De voorbije drie jaar is er wel veel veranderd op vlak van evenementen. De resultaten zijn dus deels gedateerd.
14.1 Plus- en minpunten Als in een open vraag gevraagd werd naar de pluspunten van het Sint-Niklase evenementenbeleid, werden een aantal zaken opvallend vaak vernoemd. Dit is de top 3: 1. De dienst evenementen 2. Het aanbod aan evenementen 3. De Grote Markt De top 3 van de minpunten was: 1. Promotie 2. Het financiële 3. Kwaliteit van de programma‟s Politieke druk
14.2 Rol van het stadsbestuur Wat vonden de respondenten wat de rol van het stadsbestuur moest zijn op vlak van evenementen? Men kreeg een lijst met keuzemogelijkheden, meerdere antwoorden mogelijk. 1. Logistieke ondersteuning: 98% (tegenover 100% in 2006) 2. Promotie: 92% (57% in 2006) 3. Ondersteuning bij de voorbereiding: 81% (90% in 2006) 4. Organisator van de grootste evenementen: 51% (55% in 2006) De taken die minder gekozen werden: organisator van het merendeel van de evenementen; het stadsbestuur draagt het grootste deel van de kosten; ticketverkoop voor evenementen, ook van derden. Er lijkt nog wat werk aan de winkel op vlak van administratie voor organisatoren. 48% vindt dat de stad dit voldoende beperkt. 29% vindt van niet. 59% vond zich wel goed ingelicht over de nodige administratie, tegenover 22% die vond van niet. 63% vond dat de stad over voldoende feestmateriaal beschikte, 30% vond van niet. Deze score had beter gekund, zeker als we overwegen dat we ten opzichte van andere steden over een pak meer materiaal beschikken. Over de kwaliteit van het materiaal is 52% tevreden en 24% niet. 24% was het noch eens noch oneens met de betreffende stelling. In 2006 was nog 63% tevreden over de kwaliteit. Het zou interessant zijn om dit nog eens te bevragen, want sindsdien is er veel werk gemaakt van karren om het materiaal in te verplaatsen, werd oud materiaal vervangen, werden nieuwe lichtere nadarhekken aangekocht,… Een duidelijk werkpunt is de termijn waarop organisatoren de bevestiging krijgen van het ontleende materiaal. Dit is vier weken. 59% vindt niet onvoldoende op tijd, tegenover 32% die vindt van wel. Zoals eerder vermeld, vindt 92% dat promotie een belangrijke opdracht is voor het stadsbestuur. 49% vindt ook dat evenementen voldoende gepromoot worden, 32% vindt van niet. 93% vond dat er voldoende rekening werd gehouden met publieke veiligheid tijdens evenementen. 42% vond dat er te weinig parkeermogelijkheden waren voor fietsers tijdens evenementen. 38% vond dat er voldoende mogelijkheden waren. Hierover zijn de meningen dus verdeeld, mar het resultaat zou beter kunnen. Sindsdien wordt er ook meer met gehuurde fietsenstallingen gewerkt, en meer met nadarhekken. 51% vond dat er voldoende sanitaire voorzieningen waren tijdens grote evenementen. 39% vond van niet.
14.3 Samenwerking met verenigingen en inwoners Inzake samenwerking met verenigingen en inwoners werd een belangrijke inhaalbeweging gemaakt. 58% vond dat verenigingen en inwoners voldoende werden ingeschakeld bij de organisatie van evenementen (o.a. Villa Pace en Dag van de Sint werden genoemd). Dit is een heel opvallende 144
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
stijging tegenover 2006, toen was dat nog 21%. 18% vond van niet (45% in 2006). 24% was het hiermee eens noch oneens (2006: 34%). Sinds 2009 werd deze samenwerking nog intensiever. Waarschijnlijk zal bij een volgende bevraging het resultaat verder verbeterd zijn. De prestigieuze Prijs voor het Vrijwilligerswerk van de Vlaamse overheid en de Verenigde Verenigingen in 2011 ging overigens naar Villa Pace. Respondenten gaven ook aan dat ze deze samenwerking belangrijk vonden (87%).
14.4 Programma - aanbod Aan de respondenten werd d.m.v. een open vraag gevraagd aan welke nieuwe evenementen er nood was in Sint-Niklaas. 5 sprongen er uit: Sportmanifestaties Concerten Evenementen voor jongeren Festivals Fuiven Er werden ook enkele stellingen voorgelegd i.v.m. nieuwe evenementen. Het idee van een cultureel weekend waarop diverse kleine culturele evenementen worden georganiseerd, viel nog steeds in de smaak bij 87% (89% in 2006). Bovendien vond geen enkele respondent dat een slecht idee. 66% vond dat er een toekomst was voor een muziekfestival voor senioren. In 2006 vond nog 70% dat een filmfestival een toekomst had (17% van niet). In 2009 was dit slechts 48% (24% vond van niet). Slechts 17% vond dat het aanbod aan evenementen te klein was. In 2006 was dit nog 40%. Sinds 2009 is het aanbod ook blijven stijgen. 60% vond in 2009 dat er op de Grote Markt meer evenementen moesten worden georganiseerd. 21% vond van niet. Sinds 2009 is het aantal evenementen wel effectief gestegen. 10% vond dat evenementen in Sint-Niklaas te veel geluidsoverlast produceerden. 72% vond van niet. 45% vond dat aankomend talent voldoende podiumkansen kreeg in Sint-Niklaas. 28% vond van niet. Sindsdien is De Casino open gegaan, groeiden Statie West, Viva Lola en Villa Pace uit tot volwaardige festivals waar ook lokale groepen aan bod kwamen. Allicht zou dit bij een nieuwe bevraging effect hebben. Qua locaties voor evenementen sprongen de Grote Markt en Sint-Nicolaasplein eruit als geschikte plaats voor evenementen, met respectievelijk 91% en 90% die het daarmee eens of helemaal eens waren. De Ster volgde op de derde plaats met 83% en het Stationsplein op de vierde met 63%. Tenslotte vond 82% het een goede zaak dat ‟t Bau-huis werd omgebouwd tot evenementenhal (11% vond van niet). 29% vond dat er voldoende fuif- en andere uitgaansmogelijkheden waren in de stad, 57% vond van niet. In 2006 was dat respectievelijk 22% en 57%. Dit strookt niet met het resultaat van de stadsmonitor, die uitwees dat ongeveer drie kwart van de bevolking hier tevreden mee was. Misschien ligt dat aan het feit dat in dat onderzoek de restaurants werden opgenomen in de vraag. Sinds 2009 wordt ook de fuifzaal van Den Eglantier meer verhuurd, is De Casino geopend, en is ‟t Bau-huis verbouwd (hoewel akoestisch nog niet in orde). Er is sindsdien dus meer mogelijkheid om te fuiven in Sint-Niklaas. Desondanks is er een lage tevredenheid over plekken voor de jeugd (zie stadsmonitor). 85% vond tenslotte dat wijkfeesten belangrijk waren. 4% vond van niet. 15. Memoranda advies- en dorpsraden
15.1 Dorpsraad Sinaai De dorpsraad vraagt om bestaande tradities te respecteren (zoals de koppeling van vuurwerk aan de 11 juliviering) en waar nodig ze te ondersteunen of ze een nieuwe invulling te geven (zoals gebeurde met de septemberjaarmarkt). Men vraagt ook of het mogelijk is om meer budget te besteden aan de Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
145
deelgemeenten, met de opmerking dat het budget van het evenementenbeleid nu vooral centralistisch (dus in de stadskern) wordt aangewend. Men vraagt een vlotte toegang tot stadsmateriaal en stedelijke infrastructuur, wezenlijke ondersteuning van plaatselijke evenementen (11 juliviering, Volkssportfeesten, kerstmarkt, wijkkermissen, Kunst uit Sinaai, jaarmarkt,…). Daarnaast erkent men ook de centrumfunctie van de stad binnen het cultuuraanbod en pleit men daarom voor een vlotte bereikbaarheid van evenementen in de stadskern met het openbaar vervoer vanuit de deelgemeenten. Men vindt het ook nodig dat wijkcomités en buurtwerkingen blijvend worden ondersteund als nieuwe exponenten van het sociaal weefsel.
15.2 Stedelijke emancipatieraad De adviesraad stelt inzake evenementen in haar memorandum enkel dat ze met deelname aan Villa Pace een publiek bereiken dat weinig contact heeft met genderproblematiek.
15.3 Stedelijke Adviesraad voor Milieu en Natuur Bij Stramin lezen we enkel dat de hinder op evenementen, feestelijkheden, kerstmarkten, oudejaarsavond,… geleidelijk zou toenemen en de vraag om het gemeentelijk reglement hier aan te passen.
15.4 Actie- en Adviesraad Solidariteit In haar memorandum zet de raad enkele realisaties in de kijker die hebben bijgedragen tot de positieve evolutie van het Noord-Zuidbeleid. Daarbij ook twee evenementen: Villa Pace en de kerstmarkt.
15.5 Flankerend onderwijsbeleid Men vraagt gratis terbeschikkingstelling van feestmateriaal voor scholen, voor pedagogische doeleinden en voor feestelijkheden. Men wijst er op dat dit in Sint-Gillis-Waas het geval is.
15.6 Jeugdraad De jeugdraad vraagt een directe korting bij de huur van ‟t Bauhuis voor jongerenevenementen, in plaats van een tussenkomst via de dienst cultuur. Men vraagt een gecoördineerde promotie van evenementen via Sin City, met nadruk op gebruik van kanalen die door jongeren het meest gebruikt worden. Sin City zou permanent geëvalueerd moeten worden in het kader van de steeds veranderende communicatiemogelijkheden. Men vraagt ook een gemeentelijk reglement rond gratis toiletbezoek bij (grootschalige) evenementen.
15.7 Advies cultuurraad Vragen om de evaluatie van stedelijke evenementen breder te doen dan een louter politieke of ambtelijke bespreking, door bv. een focusgroep. Organisatoren zouden via een evaluatieformulier kunnen worden bevraagd. Vragen om op actieve wijze op zoek te gaan naar voorstellen en opportuniteiten die vanuit de basis/de lokale dorpsgemeenschappen worden geformuleerd. Het stedelijk beleid zou eerder moeten focussen op het ondersteunen (logistiek, financieel, promotioneel, coördinerend) dan op het organiseren van evenementen. Enkel wat niet door de privémarkt wordt ingevuld, kan een speelveld zijn voor het stadsbestuur. Vragen om te zorgen voor afstemming van evenementen: ervoor zorgen dat verschillende organisatoren niet in elkaars vaarwater zitten. Vragen om te onderzoeken of de beperkte personeelsbezetting die beschikbaar is voor het leveren van materiaal, niet beter kan ingezet worden. Het voorzien van automatisering (kraanwagen,…) en een afhaalsysteem dragen hier toe bij. Ze vragen ook om het beschikbare materiaal verder te 146
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
moderniseren (beachvlaggen, tentoonstellingspanelen,…) en of aankondigingborden ook buiten de gewone kantooruren kunnen afgeleverd worden. 16. Jeugdbeleidsplan De dienst evenementen en plechtigheden heeft altijd nauw samengewerkt met de jeugddienst inzake fuifbeleid en jeugdevenementen. De wisselwerking werpt vruchten af, wat ook afstraalt op het jeugdbeleidsplan. Er staan belangrijke aanknopingspunten met het evenementenbeleid in, waarvan er vele aansluiten bij de richting die reeds werd ingeslagen en/of bij de voorstellen waaraan de dienst evenementen en plechtigheden momenteel werkt. Bij een aantal acties ontbreekt wel nog de financiële weerslag. Enkele uittreksels uit het jeugdbeleidsplan 2011-2013:
16.1 Over jeugdinformatie Uit signalen: Affiches zijn voor jeugdverenigingen een erg belangrijke manier om hun fuiven en evenementen bekend te maken. Er zijn aanplakborden voorzien waarop deze affiches legaal kunnen geplakt worden. Jeugdwerk pleit voor een uitbreiding van het aantal aanplakborden. Enkel informatie betreffende grondgebied Sint-Niklaas wordt aangeplakt, terwijl jongeren zich in een straal van 30 km van hun woonplaats begeven. Ook jongereninformatie uit de buurgemeenten zou een plaats moeten krijgen. Het aanplakken van de affiches zelf gebeurt door stadsdiensten, de stedelijke jeugdraad pleit ervoor dat verenigingen dit zelf mogen doen, zo wordt dit minder omslachtig. Inschuifborden kunnen ook een activiteit bekend maken, hier kan het tarief bekeken worden. De stedelijke jeugdraad pleit ervoor om opnieuw te mogen flyeren in Sint-Niklaas. Flyeren is niet toegestaan op grondgebied Sint-Niklaas, gezien het „vervuilende‟ karakter. Dit beperkt echter de mogelijkheden om fuiven en evenementen bekend te maken. Indien flyeren wordt toegelaten, dienen wel enkele voorwaarden in acht genomen te worden: toelating stadsbestuur, opruimen weggegooide flyers. Tijdens bepaalde evenementen en op bepaalde locaties dient dit wel aan banden gelegd te worden, omdat er anders een overaanbod en daarmee gepaarde overlast en afval gecreëerd kan worden. De stadskroniek is een infomedium dat vooral door ouders wordt gelezen. De inmiddels goed gekende jongerenflyer SinCity bevat informatie over alle socioculturele activiteiten. Naast de papieren informatiedrager, kunnen alle activiteiten ook via de SinCity website geraadpleegd worden. Voor studenten en jongeren is deze informatie handig om de invulling van hun vrije tijd te plannen. Omdat alle activiteiten die verschijnen in de flyer en op de website, uit de UiTdatabank gehaald worden, wordt het invoeren van gegevens in deze databank gepromoot. Enkele acties: Doelstelling 22: Kinderen, jongeren en jeugdverenigingen weten wat er in de stad Sint-Niklaas voor hen te doen is. De informatie is op maat geschreven en indien mogelijk, met hun medewerking. Actie 22.2: De aanplakborden voor activiteiten van (jeugd)verenigingen zullen uitgebreid worden, waarbij ook ruimte is voor jongereninformatie uit buurgemeenten. Er wordt bekeken of het aanplakken gebruiksvriendelijker kan gemaakt worden voor het jeugdwerk. Actie 22.3: Indien mogelijk mag er geflyerd worden voor (jeugd)evenementen, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan Actie 22.5: De flyer SinCity voor jongeren met het socioculturele activiteitenaanbod wordt per flyer en digitaal verspreid. SinCity zal regelmatig geëvalueerd worden door de verschillende gebruikersgroepen. Actie 22.8: De programmatie van het Bauhuis wordt duidelijk gecommuniceerd
16.2 Over jeugdruimte Uit uitdagingen: Fietsenstallingen worden voldoende ter beschikking gesteld, zowel op vaste plaatsen als ook tijdens activiteiten en evenementen. Het inzetten bij nachtbussen dient bekeken te worden bij (jeugd)evenementen. De jeugdraad pleit voor de inzet van nachtbussen bij alle evenementen, er kan best bekeken worden bij welke (jeugd)evenementen het opportuun is om nachtbussen in te zetten, tevens of de inzet van nachtbussen kan uitgebreid worden naar weekends. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
147
Enkele acties: Doelstelling 30: Er wordt gestreefd naar een grotere veiligheid doorheen het verplaatsingstraject van kinderen en jongeren. Actie 30.2: Op drukbezochte plaatsen en tijdens (jeugd)evenementen wordt het aantal (vaste of mobiele) fietsenstallingen verhoogd. Actie 30.5: Er wordt bekeken bij welke (jeugd)evenementen nachtbussen worden ingezet. Er wordt bekeken of de inzet van kan uitgebreid worden naar de weekends.
16.3 Over jeugd en cultuur: De opvolging van het fuifbeleid werd bij het begin van de huidige legislatuur toevertrouwd aan de jeugddienst. Uit analyse: Sinds het nieuw jeugdbeleidsplan 2008-2010 worden de diverse jeugdverenigingen uit de Stad actief begeleid in het organiseren van hun fuif. Voorheen was het voor verschillende organisatoren niet eenvoudig om door de administratieve molen te geraken. Vanuit de jeugddienst werd een goed overleg opgestart met de diensten evenementen, milieu en publieke veiligheid, brandweer i.k.v. de opmaak van de collegenota‟s i.v.m. fuiven. Verenigingen die grotere fuiven organiseren worden van bij stap 1 begeleid. Tevens worden zij ook met bovenstaande diensten in contact gebracht dit o.a. voor ontlening Stadsmateriaal, afhalen erkenning muziekactiviteiten, gebruik walkie talkies, gebruik brandblussers… Ook de organisatoren van kleinere fuiven worden begeleid. Doorheen de voorbije 2 jaar werden ook reeds enkele organisatoren begeleid die nog nooit de weg naar het Stadhuis vonden. Met bovenstaande diensten werd ook een fuifkoffer uitgewerkt, deze fuifkoffer is ontleenbaar vanaf 01-11-2008 voor alle erkende verenigingen van de Stad die een fuif organiseren, ook scholen kunnen hiervan gebruik maken. Verenigingen worden ook begeleid op vlak van veiligheid. Met de grotere fuiven wordt er steeds een veiligheidsoverleg en een veiligheidsrondgang georganiseerd. Hier is een goede samenwerking tussen de diensten jeugd, publieke veiligheid en de brandweer van groot belang. Ook dit werd uitgewerkt. Ook wanneer het fout gaat op een fuif bv. geluidsoverlast, andere klachten wordt een overleg georganiseerd. Dit om het volgende jaar de fuif op een aangename manier te laten verlopen. In 2009 werd met de verschillende diensten gewerkt aan een nieuwe vorm van het fuifdraaiboek. Er werd voor de fuifdraaiboek samengewerkt met Cultuur Lokaal. Dit zorgde vanaf 01-09-2009 voor een nieuwe gids. Tevens werd er in 2009 ook opnieuw werk gemaakt van sterke drank op fuiven, voorheen werd dit door het College steeds niet toegekend. Sinds de zomer van 2009 kan het College zich vinden een een afgebakende zone voor +18 jarigen. Ook door de verenigingen in het werkveld wordt dit op een positieve manier onthaald. 2010 werd gestart met de opleiding fuifbuddie, zij zijn „experts‟ van een vereniging, die op regelmatige basis fuiven organiseert. Deze fuifbuddies hebben een directe link met de organisator van de fuif. Tijdens deze opleiding wordt aandacht gegeven aan het vrijwilligerstatuut, de wet op de private en de bijzondere veiligheid, brandveiligheid, omgaan met agressie en conflicten, EHBO en alcohol- en drugspreventie. De verenigingen in het werkveld weten dat zij de afgelopen 3 jaar op een positieve manier terecht kunnen bij onze jeugddienst i.v.m. het organiseren van een fuif. Voor kinderen is er reeds een ruim aanbod aan activiteiten en evenementen: Vredefeesten, Stad van de Sint, kindernamiddagen tijdens kermis, circus, Buitenspeeldag, … De 100dagen-viering heeft nood aan nieuwe impulsen. Projectmatig worden samenwerkingen opgestart bij initiatieven zoals de Vredefeesten en Villa Pace, het Huis van de Sint in de Salons voor Schone Kunsten, 100dagen , dag van de jeugdbeweging e.d. Villa Pace en Villa Trade zijn grote activiteiten / evenementen waarbij jeugd(werk) actief betrokken wordt en waar samenwerkingsverbanden ontstaan tussen jeugd(werk) en noord-zuidverenigingen. Door deze betrokkenheid zijn zij ook actiever bezig met noord-zuidproblematiek, duurzaamheid, … Uit signalen: Het stadsbestuur beschikt over heel wat materialen, doch in zeer drukke periodes kan het gebeuren dat niet al het gevraagde materiaal kan geleverd worden. Er wordt immers getracht alle aanvragers zo 148
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
goed als mogelijk te voorzien van feestmateriaal. Een enkele maal is het gebeurd dat er geen materiaal meer ter beschikking was voor een jeugdvereniging, omwille van de talrijke aanvragen. Jeugdverenigingen geven aan dat zij vaak laat op de hoogte zijn welke materialen ter beschikking zijn, waardoor zij te weinig tijd overhouden om evt. elders materialen te ontlenen. Ook stellen zij de vraag of ze de ontleende materialen zelf kunnen afhalen bij stadsdiensten. Bij jongeren leeft er nog een sterke vraag naar meer evenementen, en meer specifiek naar een festival. Ook wordt er gevraagd naar voldoende fuifruimte, die tevens betaalbaar is voor jeugdverenigingen. Vaak gebruiken jeugdverenigingen hun of elkaars gebouwen om fuiven in te geven. Jeugdbewegingslokalen zijn hiervoor niet geschikt en geven vaak aanleiding tot overlast en wrevel bij de buren. De jeugdraad vraagt naar de creatie van één fuifloket, omdat er nu een aantal zaken te versnipperd zijn over een aantal diensten. De fuifkoffer blijkt nog onvoldoende gekend en dient beter gepromoot te worden. Ook diversiteit op vlak van het aanbod van activiteiten wordt hoog in het vaandel gedragen. Jongeren en studenten vragen om af en toe ook eens iets jeugdigs te programmeren. Sint-Niklaas is niet enkel een scholierenstad, en telt ook heel wat studenten. Vele studenten verblijven op studentenkamers of peda in Sint-Niklaas, anderen pendelen heen en weer. Studenten die hier verblijven tijdens de week of weekends, nemen graag deel aan het socioculturele vrijetijdsleven. Verschillende initiatieven zoals het Sintgebeuren, de Buitenspeeldag, … bereiken heel wat maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Naast een sociocultureel karakter kunnen activiteiten en evenementen ook tegelijk informeren. Zij kunnen kinderen, jongeren en studenten toeleiden naar diverse vrijetijdsinitiatieven, naar een opleiding aan de plaatselijke hogeschool, enz. Anderzijds komen vele evenementen tot stand dankzij de vrijwillige hulp van vele jongeren en studenten. Vaak is hiervoor ook rechtstreekse samenwerking met de hogeschool. Uit uitdagingen: Het stadsbestuur beschikt over een kwalitatief en kwantitatief aanbod aan feestmaterialen. De aanpassing of uitbreiding van de dienstverlening hierbij wordt bekeken, rekening houdend met de vragen of bemerkingen van de gebruikers. De begeleiding en ondersteuning bij jeugdfuiven en – evenementen richten zich naar verschillende aspecten: organisatorische ondersteuning, logistieke ondersteuning, maar ook preventie. Eén fuif- en feestloket maakt de totale dienstverlening rond fuiven en evenementen toegankelijker. Problematieken of thema‟s gerelateerd aan fuiven worden best ook (preventief) aangepakt. We denken hierbij aan gehoorschade, alcohol- en druggebruik, toegang van – 16jarigen, enz. Deze thema‟s kunnen regionaal aangepakt worden, in samenwerking met o.a. Waas Overleg voor Jeugddiensten en Jeugdconsulenten. Bij het geven van concessie in sites waar jeugd(werk)initiatieven gesitueerd zijn wordt de concessie enkel gegeven voor het horeca gedeelte. Er wordt per deelgemeente een volwaardige fuifinfrastructuur voorzien, zodat de jeugdwerklokalen hiervoor niet meer gebruikt worden. Enkele acties: Doelstelling 38: Er wordt gestreefd naar een optimalisatie van bestaande fuiflocaties en indien nodig gezocht naar nieuwe fuiflocaties. Actie 38.1: De bestaande stedelijke infrastructuur (JOC Troelant en JC ‟t Verschil) wordt aangepast in functie van veilig gebruik en reglementair fuiven. Actie 38.2: De polyvalente zaal van de Klavers in Belsele (stedelijke infrastructuur) wordt aangepast om het gebruik van de zaal te verruimen. Actie 38.3: Er wordt in de programmatie van het Bauhuis voldoende ruimte gelaten om jeugdwerkinitiatieven te laten doorgaan. Actie 38.4: Er wordt in de programmatie van het Bauhuis voldoende ruimte gelaten om (jeugd)evenementen te kunnen laten doorgaan. Doelstelling 39: Jeugdverenigingen kunnen aan voordelig tarief gebruik maken van (fuif)zalen Actie 39.1: Jeugdverenigingen kunnen aan jeugdtarief (fuif)zaal van stedelijke infrastructuur gebruiken Actie 39.2: In geval van concessie worden structurele afspraken gemaakt ivm een billijk tarief en zelf in de catering te voorzien, er kan ook zonder concessionaris gewerkt worden, zodat verenigingen vrij zijn in het kiezen van drankleverancier en volledig zelf de inkomsten kunnen werven. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
149
Doelstelling 40: Fuiforganisatoren hebben voldoende informatie en ondersteuning om een fuif op een kwalitatieve en veilige manier te organiseren. Actie 40.1: Er wordt één fuifloket gecreëerd Actie 40.2: De organisatiegids wordt regelmatig geüpdatet. Actie 40.3: Jeugdverenigingen kunnen gratis de opleiding fuifbuddie volgen, om zo de kostprijs voor het inschakelen van professionele security te kunnen milderen. Doelstelling 41 : Problematieken of thema‟s gerelateerd aan fuiven worden (preventief) aangepakt Actie 41.1: Er wordt een project over gehoorschade opgezet Actie 41.2: Er worden preventieve campagnes gevoerd rond alcohol- en druggebuik Doelstelling 42 : Het aanbod jeugdevenementen wordt uitgebreid waar mogelijk Actie 42.1: Bij organisatie van 100dagen worden jeugdwerkinitiatieven betrokken bij het opstellen van het programma. Actie 42.2: Een jeugdluik binnen Villa Pace wordt behouden en indien mogelijk uitgebreid Actie 42.3: Bij de programmatie van stedelijke evenementen wordt rekening gehouden met jongeren (pleinconcerten, kermisprogramma‟s, …) Doelstelling 43: Het aanbod aan evenementen voor kinderen wordt minstens behouden Actie 43.1: Ondersteuning aan het Sintgebeuren blijft behouden Actie 43.2: De Buitenspeeldag of andere laagdrempelige initiatieven om buiten te spelen worden jaarlijks georganiseerd Actie 43.3: Bij de programmatie van stedelijke evenementen wordt rekening gehouden met kinderen (circus, Vredefeesten, kermisprogramma‟s, …) Doelstelling 49: Samenwerkingsverbanden tussen noord-zuidverenigingen en jeugd(werkinitiatieven) worden gestimuleerd. Actie 49.1: Jeugd(werk)initiatieven worden actief betrokken bij Villa Pace, Villa Trade, activiteiten Mundo Loco, … 17. Toegankelijkheid Op volgende vlakken werd tijdens evenementen werk gemaakt van toegankelijkheid. Over de Vredefeesten werd een studie m.b.t. toegankelijkheid uitgevoerd. De aanbevelingen werden uitgevoerd en konden we vaak ook toepassen op andere evenementen. De toegang tot toiletten voor andersvaliden wordt verzekerd: via Rode Kruis kan men in de toiletten van het stadhuis en/of er worden ecotoiletten voor andersvaliden gehuurd. Er wordt signalisatie naar voorzieningen opgehangen tijdens de grootste evenementen. Er worden podia voor rolstoelgebruikers voorzien bij de grootste evenementen. In andere gevallen worden voorbehouden plaatsen op een gunstige locatie voorzien. Op websites van evenementen wordt informatie over toegankelijkheid opgenomen, alsook in brochures. Waar nodig, wordt plankenvloer en/of taluds voorzien om de terreinen toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers. Bij grote evenementen worden extra parkeerplaatsen voor personen met een beperking voorzien. 18. Buurtvergaderingen Sint-Nicolaasplein Op 30-5-2011 werd op initiatief van de dienst evenementen en plechtigheden een buurtvergadering voor inwoners van de uitgaansbuurt georganiseerd. Op 15-5-2012 werd een opvolgingsvergadering georganiseerd. Alle buurtbewoners werden opnieuw uitgenodigd. Daaruit bleek dat overlast naar aanleiding van evenementen sterk was teruggedrongen en zelfs nauwelijks nog ter sprake kwam. Een enquête door een studente, begeleid door de horecacoach, bevestigde dit. Top 10 storende fenomenen volgens de enquête 1. Vuil en rommel in de straat (88,5%) 2. Geluidsoverlast door personen (80,4%) 3. Hinderlijk parkeren (76%) 4. Geluidsoverlast door voertuigen (71,1%) 5. Overdreven snelheid (69%) 150
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
6. Wildplassen (68%) 7. Geluidsoverlast door muziek (32,7%) 8. Drugs dealen (30,4 %) 9. Vechtpartijen (29,8%) 10. Lastigvallen (23,4%) Concrete maatregelen 2011: Het vervroegde einduur (in combinatie met een afbouwscenario) van de Parkfeesten, Sint-Niklaas Danst en de Pleinconcerten, werpt zijn vruchten af. Er werd één bewonersbrief rondgestuurd met alle activiteiten. De buurt vraagt om de lijst met contactgegevens uit te breiden. Er werden plaszuilen geplaatst. Aan de ledigingen te zien hebben zij hun effect gehad. Dit jaar komt er één minder. Ook hier is iedereen vragende partij maar niet voor zijn deur. Er wordt gevraagd de plaszuilen niet bij de huizen van buurtbewoners te plaatsen, maar eerder aan leegstaande panden. Conclusies uit een groepsgesprek: De eerder gestelde problemen van evenementen op het Sint-Nicolaasplein doen zich niet meer voor. Men ondervindt hier geen hinder meer van. 19. Kermissen op de Grote Markt Verdeling foorkramen tijdens zomer- en winterkermis op de Grote Markt: TOTAAL: 30 kramen Attracties: 22 tijdens de zomer en 21 tijdens de winter Casino‟s: 4 tijdens de zomer en 5 tijdens de winter Eetkramen: 4 Samen stellen de foorkramers ongeveer 90 personen tewerk. De foorkramers hebben reeds vaak hun waardering uitgesproken voor de inspanningen op vlak van evenementen. Dit bepaalt mee hun omzet en kan slechte weersomstandigheden al eens compenseren. Tijdens de zomerkermis worden er op 8 dagen 9 evenementen georganiseerd. In 2012 was dat: Sterkste Man van België Motortreffen met concerten en DJ‟s 3 jaar Anne Ketnetcup Vlaanderen Muziekland Turnshow Freestyle motoren Muzikaal vuurwerk Lotto streetsoccer Tijdens de winterkermis worden op vier dagen 2 evenementen georganiseerd. In 2011 waren dat: Muzikaal Sinterklaasvuurwerk Kerstmarkt Ook de ijspiste is dan geopend. Tijdens de meikermis worden op 4 dagen 4 evenementen georganiseerd. In 2012 was dat: Tuning Day Start mountainbike tour + fietsen op rollen Concerten 60‟s groepen boterkoekenactie + concert The Romantics
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
151
B. SWOT-analyse evenementenbeleid Sterktes
Aanbod 1. 2. 3. 4. 5. 6.
13. 14. 15. 16. 17.
Groot aanbod Divers aanbod De eigenheid van het aanbod: aantal unieke programma‟s Stad organiseert zelf evenementen Sterke tradities worden in ere gehouden Na Antwerpen en Gent, heeft Sint-Niklaas het hoogste aantal bezoekers van haar plein-, parkevenementen en zomerfestivals 85% van de bevolking is tevreden over het culturele aanbod. Vredefeesten Stad van de Sint Sint-Niklaas Wintert Uitgebreid aanbod van evenementen georganiseerd door verenigingen Aantal dynamische organisatoren (bv. ijspiste, Viva Lola, Sint-Niklaas for Haïti, beachvolleyhappening, cyclocross, fuiven in ‟t Bau-huis, spiegeltent, Pardon Garçon, Krock, Crazy Dating Party, Nacht van Waas …) Gratis evenementen zijn goed voor kansengroepen en staan promotioneel sterk Parkies en Pleinconcerten Eindejaarsfuiven De kermissen worden ondersteund met evenementen Hoog aantal wijkactiviteiten
18. 19. 20. 21.
Stad voorziet de nodige budgetten voor eigen evenementen Budgetten voor promotie stegen Budgetten voor evenementen in de deelgemeenten stegen Vlotte sponsorwerving voor Vredefeesten, Villa Pace en Na-Tourcriterium
22. 23. 24. 25. 26. 27.
Grote Markt wordt ingezet als evenementenplein en heeft een hoge bezettingsgraad De Ster Sint-Nicolaasplein ‟t Bau-huis Stadspark heeft een aangepaste evenementenzone De dorpskernen in de deelgemeenten
28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42.
Vermenging van bottom-up en top-down initiatieven Samenwerking met vrijwilligers en verenigingen voor stadsevenementen Politieke consensus over een langetermijnvisie op evenementenbeleid Dienst evenementen en plechtigheden Dienst feestelijkheden De stad beschikt zelf over een grote hoeveelheid kwalitatief goed materiaal Mobiliteitsplannen bij evenementen Samenwerking met De Lijn, feestbussen Redelijke einduren Publieke veiligheid bij evenementen Positieve signalen over beperkte en dalende overlast n.a.v. evenementen in de stadskern De ontwikkeling van de Sint-Niklase organisatiegids De opleiding „fuifbuddy‟ Mogelijkheid tot begeleiding van organisatoren van fuiven Oog voor toegankelijkheid tijdens grote evenementen
43. 44. 45. 46.
Promotiecampagnes voor de speerpunten Campagnes Sint-Niklaas Zomert en Sint-Niklaas Wintert Samenwerking met televisiezenders en productiehuizen Uit in Sint-Niklaas
7. 8. 9. 10. 11. 12.
Budget
Locaties
Werking
Promotie
152
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Effecten 47. 48. 49. 50. 51.
Positieve gevolgen voor horeca Positieve gevolgen voor foorkramers Groeiend imago als evenementenstad, zeker in de ruime regio Groeiende media-aandacht voor onze evenementen, zeker in de ruime regio Groeiende fierheid van de inwonders over onze evenementen, het gevoel dat „er veel te beleven valt‟
Zwaktes
Aanbod
1. De stad organiseert te veel zelf 2. De stad organiseert te veel kleine evenementen of evenementen waarbij de output niet in verhouding is met de input 3. Te veel gratis evenementen, wat de inwoners verwent, marktverstorend kan werken en waarop enkele boekingsagenten afknappen 4. Weinig commerciële organisatoren of organisatoren van massa-evenementen vinden de weg naar de stad 5. Als zo‟n organisator de weg naar de stad vindt, krijgt die geen gehoor (cfr. Chinees lichtsculpturenfestival) 6. Vaak wordt hetzelfde publiek bereikt 7. Enkele doelgroepen worden te weinig bereikt (jongeren, muziekliefhebber, cultuurliefhebber,…) 8. Kermissen op de Grote Markt intrinsiek niet sterk ingevuld wegens veel casino‟s 9. Belangrijkste festival (Villa Pace tijdens de Vredefeesten) valt samen met Crammerock 10. Laatste 100 Dagen: tanend succes
Budget
11. Log systeem voor een sector die soms kort op de bal moet spelen, uitbetalingen verlopen soms moeilijk, de werking i.v.m. bestellingen is niet altijd voordelig, beheer van de budgetten is niet altijd duidelijk.
Locaties
12. Aantal evenementenlocaties onvoldoende uitgerust (Grote Markt, ‟t Bau-huis, De Ster, SintNicolaasplein) 13. Stationsplein wordt niet gebruikt: geen initiatief van omliggende horeca, veel leegstand, moeilijke vorm en inrichting van het plein zelf 14. Moeilijke afstemming met de marktdag + gebrek aan alternatieve locaties voor de marktdag 15. Oppervlakte van de Grote Markt 16. Geen locaties voor circussen in deelgemeenten 17. Niet gemakkelijk om een festival-/concertterrein in te richten op de Grote markt 18. Hendrik Heymanplein is ondanks de gunstige vorm van het plein, niet bruikbaar voor evenementen, wegens parking voor diverse handelszaken 19. De jeugd ervaart een tekort aan fuiflocaties die voldoende akoestisch geïsoleerd zijn
Werking
20. Gebrek aan criteria, spelregels, kosten-batenanalyses,… of er wordt geen rekening mee gehouden bij goedkeuring evenementen 21. Evenementenadministratie is versnipperd over verschillende diensten. De klant ondervindt hier hinder van. 22. Dienst feestelijkheden niet afgestemd op verhoogde vraag naar materiaal 23. Sommige private partners krijgen proportioneel meer ondersteuning dan andere 24. Er is een apart kermisbeleid naast het evenementenbeleid 25. Late beslissingen bemoeilijken planning 26. Politieke inmenging op het niveau van programma en uitvoering verhindert efficiënte en consequente werking en beleid. In het Cultuurcentrum daarentegen kan men onafhankelijk programmeren. 27. Feestbussen dienen vroeger beslist, beter uitgewerkt en gepromoot
Promotie
28. Aanbod evenementen is nog te vaak ongekend 29. Promotiecampagnes slagen niet altijd, zijn niet altijd op maat van het evenement 30. Versnipperde promotie, soms zelfs concurrerend Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
153
31. Leemtes op vlak van promotie: flyerverbod, verbod op borden langs de openbare weg, website Uit in Sint-Niklaas, geen grote borden langs de invalswegen, geen aangepaste digitale Sin City, beperkt aantal aanplakborden 32. Campagne Sint-Niklaas Zomert blijft beperkt tot eigen stad met versnipperde inzet van middelen
Effecten
33. Moeilijke verhouding evenementen-handelaars: vaak negatieve gevolgen op de dag van het evenement, moeilijk om langetermijneffect te meten Kansen 1. Centrale ligging van de stad, centrumfunctie in Waasland en overig hinterland 2. Bereikbaarheid van de stad 3. Sterk verenigingsleven 4. Enkele sterke adviesraden die willen inzetten op evenementen om een boodschap te brengen en/of leden voor hun verenigingen te werven 5. Dorpsraden kunnen dynamiek op gang brengen en ondersteunen of organiseren zelf evenementen. Ze kunnen ook voor draagvlak zorgen. 6. Hoog inwonersaantal van de stad zelf en de regio in een straal van 20-30-50 km rond de stad 7. Groot aantal leerlingen en studenten gaat in Sint-Niklaas naar school 8. Parkeermogelijkheden in de stad 9. Sterke verbindingen met openbaar vervoer (trein, bus, vooral overdag en ‟s avonds tot een bepaald uur) 10. Nieuwe wijken trekken jonge gezinnen aan 11. Sint-Niklaas als tewerkstellingspool 12. Aantrekkingskracht van het WaSC 13. Aantrekkingskracht van De Ster als recreatiedomein 14. Aanwezigheid van een Centrummanagement 15. Groeiende interesse van het publiek in concerten 16. Groeiend enthousiasme van het publiek tijdens concerten 17. Aanwezigheid van academies 18. Meer interesse in openluchtlocaties in steden voor grote concerten 19. Sterk cultureel aanbod: CC, De Casino, ‟t Ey, jeugdhuizen, horeca,…: spelers met infrastructuur 20. Andere beleidsdomeinen die hun inhoud naar een publiek willen brengen of zelf doelstellingen op vlak van evenementen hebben 21. Aanwezigheid van diverse subculturen 22. Tuin Salons voor Schone Kunsten en tuin van De Casino zijn groene en enigszins verscholen intieme locaties voor kleinschalige activiteiten 23. Groeiende interesse van mogelijke sponsors in Stad van de Sint 24. Er is vraag naar meer sportmanifestaties, concerten/festivals, evenementen voor jongeren en fuiven. 25. Het idee van een cultureel weekendevenement met diverse kleinere activiteiten valt in de smaak. 26. Nieuw bestuur, nieuwe visie Bedreigingen 1. Groot aantal evenementen: worden concurrenten voor elkaar (materiaal, sponsoring, publiek,…) 2. Het wordt steeds moeilijker voor vrijwilligers om evenementen op poten te zetten (logistiek administratief,…) 3. Ondersteuning van derden door het stadsbestuur staat onder druk omdat de stad zelf veel organiseert. 4. Het aantal bewoners dat een podiumvoorstelling bijwoont, daalt (worden bepaalde groepen gemist?) 5. Overlast 6. Financiële crisis 7. Mobiliteit in de stadskern zelf 8. Veiligheidsprobleem in de uitgaansbuurt 9. Een groot deel van de inwoners is verzuurd 10. De aanwezige kennis, contacten en ervaring worden niet altijd erkend en ingezet 11. Huisstijl, logo en baseline van de stad 12. Stijgend aantal concertorganisatoren die in elkaars vaarwater komen te zitten 154
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
13. Nieuwe geluidsnormen 14. Weinig mogelijkheden tot structurele financiële ondersteuning van concerten of andere evenementen op Vlaams, provinciaal en stedelijk niveau 15. Versnipperde culturele instellingen en infrastructuur 16. Gent en Antwerpen als alternatief voor de eigen inwoners en inwoners uit het Waasland 17. Minder sterk uitgaansleven leidt tot meer druk op evenementen om de stad levendig te houden 18. Wetgeving i.v.m. foorkramers die belet om huidige foorkramers te weren 19. Moeilijk om verkeer rond de markt af te sluiten 20. We dreigen de evoluties op vlak van digitale media te missen 21. Vergrijzing (meer klachten geluidsoverlast, doelgroep geeft geld elders uit) 22. Kotstudenten die in kotsteden blijven hangen omdat daar meer te beleven is 23. Mensen nemen zelf steeds minder verantwoordelijkheden op. Men legt die te gemakkelijk bij overheden 24. Aanwezigheid van het Waasland Shopping Center 25. Slechte bereikbaarheid met openbaar vervoer tussen deelgemeenten en stadskern ‟s avonds, beperkt openbaar vervoer op late uren tijdens weekends tout court. 26. Toekomst Huis van de Sint in de Salons blijft een vraagteken 27. Afbouw van de dienst publieke veiligheid 28. Niet bij alle evenementen (ook private en kleinere activiteiten) worden voldoende fietsenstallingen voorzien. 29. De stad Gent zal geen fietsrekken meer ontlenen aan andere steden en gemeenten. We hebben die enkele jaren voor onze eigen grootste evenementen ingezet. We beschikken voorlopig zelf niet over alternatieven. 30. Nieuw bestuur, nieuwe visie
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
155
15. Onderwijs Stedelijk basisonderwijs Cel stedelijk basisonderwijs A. Omgevingsanalyse Door rationalisering en overheveling van taken van het stadhuis naar de secretariaten van de scholen, daalde het personeelseffectief van de cel stedelijk onderwijs van 4 fte in de jaren 1980 tot 2,5 vandaag. De cel fungeert als een soort sociaal secretariaat voor de vier stedelijke onderwijsinstellingen: basisschool Gavertje Vier (Belsele), basisschool De Droomballon (Nieuwkerken), academie voor muziek, woord en dans (Sint-Niklaas, met filialen in Sint-Gillis-Waas, Stekene en Temse), academie voor schone kunsten (Sint-Niklaas, met filialen in Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas en Stekene). Die zijn samen goed voor ca. 350 gesubsidieerde personeelsleden (rechtstreeks betaald door het ministerie van onderwijs) en ca. 90 niet-gesubsidieerde personeelsleden. De gesubsidieerden hebben een eigen rechtspositieregeling en eigen arbeidsreglementen. De cel stedelijk onderwijs is nodig als go-between tussen de scholen enerzijds en het schoolbestuur respectievelijk de inrichtende macht (college van burgemeester en schepenen + gemeenteraad) anderzijds. Jaarlijkse worden ca. 550 dossiers voorgelegd aan college en gemeenteraad en vertrekken er 850 brieven. De cel zorgt verder voor vergoedingen en verloningen, financiële opvolging, beleidsvoorbereidende ondersteuning, invullen van formulieren, afrekeningen met de gemeentebesturen waar zich academiefilialen bevinden, syndicaal overleg, statistiek, eedafleggingen en vereremerkingen enz. Omwille van de specificiteit van het stedelijk onderwijs en omdat het voor de stedelijke scholen belangrijk is een „gezicht‟ te kunnen kleven op de ambtenarij achter het schoolbestuur resp. de inrichtende macht, wordt de cel stedelijk onderwijs als aparte entiteit bij voorkeur behouden. B. SWOT-analyse STERKTES -coördinerend vermogen voor dienstoverschrijdende materies (interessant voor het beleid) -identiteit - aanspreekpunt naar scholen, burgers en andere diensten toe -sociaal secretariaat voor ruim 300 personeelsleden in een specifieke materie KANSEN -service naar bevolking uitbouwen (documenteren en doorverwijzen) -informatie verzamelen en verspreiden ten behoeve van klagende ouders, studietoelagen, studentenverblijven, publicaties ministerie enz. (in overleg met de cel flankerend onderwijsbeleid)
156
ZWAKTES -weinig betrokken bij de interne werking van de stedelijke scholen -niet zo zichtbaar of aanspreekbaar voor leerkrachten -gebrekkige samenwerking met personeelsdienst en andere diensten BEDREIGINGEN -scholen en burgers verwachten alsmaar meer van de stad -dienst onderwijs als “vuilbak” voor burgers (bv. studietoelagen invullen) of voor andere diensten( bv. dienst mobiliteit voor “Week van het Verkeer”) -opdoeken van de dienst en laten opgaan in personeelsdienst en/of cultuur
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Stedelijke basisscholen A. Omgevingsanalyse De stad Sint-Niklaas is schoolbestuur voor twee basisscholen: Gavertje Vier in Belsele en De Droomballon in Nieuwkerken. Dat is historisch zo gegroeid, maar het is een troef die meer dan ooit rendeert. Het gemeentelijk onderwijs staat immers veel dichter dan de andere twee netten bij de burger. En dat de burger dit apprecieert, blijkt uit het feit dat het marktaandeel van het stedelijk basisonderwijs op tien jaar tijd gestegen is van 10,5 % naar meer dan 12,5 % van het globale basisonderwijs in Sint-Niklaas. Het blijkt ook uit tevredenheidsonderzoeken die occasioneel worden afgenomen bij de ouders. Het aanbieden van pluralistisch basisonderwijs is voor het stadsbestuur een kerntaak. In beide basisscholen wordt grote aandacht besteed aan de zorg voor elk kind. Wiskundige, talige en motorische leerstoornissen, maar ook bv. concentratiestoornissen, zijn problematieken waar ondertussen een zekere expertise in werd opgebouwd. In De Droomballon is er bovendien al meer dan tien jaar een wereldklas waar kinderen uit alle mogelijke landen en culturen de revue passeren om er hun eerste Vlaamse schoolervaringen op te doen. Uit een vergelijking met de vrije scholen in Belsele en Nieuwkerken blijkt dat het stedelijk onderwijs heel wat meer indicatorleerlingen telt. Voor het schooljaar 2009-2010 bv. 26 % in Gavertje Vier tegenover 12 % in Sint-Lutgart; 31 % in De Droomballon tegenover 20 % in Onze-Lieve-Vrouw-ten-Bos. Beide stedelijke scholen werden in 2011 doorgelicht. De Droomballon kreeg een gunstig advies voor alle onderzochte leergebieden. Idem voor Gavertje Vier, al is enige remediëring (een betere verticale en horizontale doorstroming) nodig voor de leergebieden muzische vorming en lichamelijke opvoeding in het lager. De twee basisscholen samen vormen sedert 2005 een scholengemeenschap. Op die manier wordt de financiële en personele ondersteuning vanuit de Vlaamse overheid geoptimaliseerd. Dat is ook nodig, want meer dan 1.000 kinderen in twee scholen… dat stelt bestuur, directies en leerkrachten voor grote uitdagingen. De infrastructurele gevolgen daarvan worden voor 30 % door het stadsbestuur gedragen, voor 70 % door de Vlaamse overheid. De voorbije tien jaar werd zo 2 miljoen EUR in Belsele geïnvesteerd, en 3,5 miljoen EUR in Nieuwkerken. Om de druk op de twee basisscholen te verminderen (en om het hoofd te bieden aan de capaciteitsproblematiek in centrumgemeente Sint-Niklaas) zou de bouw van een derde basisschool ideaal zijn. Het gebouwenpatrimonium van Gavertje Vier en De Droomballon moet uiteraard verder worden onderhouden. Maar ook inzake digitalisering, ter ondersteuning van zowel administratieve als pedagogische taken, mag de boot niet worden gemist. B. Statistieken Evolutie leerlingenaantallen stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken
Kleuters Totaal kleuters
2002-2003 SN Uit 119 17
2003-2004 SN Uit 125 17
2004-2005 SN Uit 131 14
2005-2006 SN Uit 132 13
2006-2007 SN Uit 129 13
2007-2008 SN Uit 130 13
2008-2009 SN Uit 138 14
2009-2010 SN Uit 148 14
2010-2011 SN Uit 153 16
2011-2012 SN Uit 171 13
136
142
145
145
142
143
152
162
169
184
193 Lager Totaal lager Algemeen totaal
21
214 312 350
208
25
233 38
333 375
238
26
264 42
369 409
246
28
274 40
378 419
259
31
290 41
388 432
270
36
306 44
400 449
281
40
321 49
419 473
280
40
320 54
428
288
44
322 58
482
441 501
Vaststelling: Het aantal leerlingen in De Droomballon steeg de laatste 10 jaar met 168 eenheden. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
157
310
24
334 60
481 518
37
Evolutie leerlingenaantallen stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele
Kleuters
20022003 SN Uit 140 28
20032004 SN Uit 116 36
20042005 SN Uit 125 23
20052006 SN Uit 118 24
20062007 SN Uit 126 35
20072008 SN Uit 142 24
20082009 SN Uit 143 27
20092010 SN Uit 125 24
20102011 SN Uit 108 35
20112012 SN Uit 117 20
168
152
148
142
161
166
170
149
143
137
Totaal kleuters
259 Lager Totaal lager
36
295
Algemeen totaal
399
280
41
321
64
463
396
278
54
270
332
77
473
403
48
230
318
77
388
480
87
252
317
72
356
460
122
62
246
314
394
478
54
300
86
389
480
256
50
306
81
470
381
239
71
310
74
455
347
276
40
316
106
453
393
60
453
Vaststelling: Aan de voortdurende stijging van het aantal leerlingen in Gavertje Vier sinds 1995 (250 lln) kwam een einde in 2008. Sindsdien blijft het leerlingenaantal min of meer stabiel. Evolutie leerlingenaantallen De Droomballon Nieuwkerken t.o.v. O.L.V. Ten Bos
OLV ten Bos SBN
TOT
2002-2003 Kl.O. L.O. 140 248 388
2003-2004 Kl.O. L.O. 137 258 395
2004-2005 Kl.O. L.O. 140 266 406
2005-2006 Kl.O. L.O. 147 248 395
2006-2007 Kl.O. L.O. 129 252 381
2007-2008 Kl.O. L.O. 135 253 388
2008-2009 Kl.O. L.O. 140 270 410
2009-2010 Kl.O. L.O. 127 258 385
2010-2011 Kl.O. L.O. 134 249 383
2011-2012 Kl.O. L.O. 115 260 375
136 214 350 47,43% 738
142 233 375 48,70% 770
145 264 409 50,18% 815
145 274 419 51,18% 814
142 290 432 53,14% 813
143 306 449 53,64% 837
152 321 473 53,57% 883
162 320 482 55,59% 867
169 322 501 56,57% 884
184 334 518 58,00%
SintLutgart SBB
TOT
2011-2012
Kl.O .
Kl.O .
Kl.O .
Kl.O .
Kl.O .
Kl.O .
Kl.O .
L.O.
2010-2011 L.O.
2009-2010 L.O.
2008-2009 L.O.
2007-2008 L.O.
2006-2007 L.O.
2005-2006 L.O.
2004-2005 L.O.
L.O.
Kl.O .
2003-2004
Kl.O .
Evolutie leerlingenaantallen Gavertje Vier Belsele t.o.v.Sint-Lutgart
125 245 370
138 221 359
109 224 333
121 214 335
106 204 310
103 210 313
100 213 313
120 229 349
141 219 360
152 321 473 56,11% 843
148 332 480 57,21% 839
142 318 460 58,00% 793
161 317 478 58,79% 813
166 314 480 60,76% 790
170 300 470 60,03% 783
149 306 455 59,24% 768
143 310 453 56,48% 802
137 316 453 55,72% 813
Vaststelling: Beide stedelijke scholen nemen het grootst aantal leerlingen voor hun rekening in de deelgemeenten waar zij gevestigd zijn. Het aandeel van De Droomballon groeit nog steeds, terwijl het aandeel van Gavertje Vier lichtjes daalde sinds 2008. Evolutie leerlingenaantallen kleuters Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas
SintNiklaas SBB SBN
20022003 2.446
20032004 2.417
20042005 2.381
20052006 2.353
20062007 2.370
20072008 2.497
20082009 2.602
20092010 2.596
20102011 2.562
20112012 2.836
168 6,87%
152 6,29%
148 6,22%
142 6,03%
161 6,79%
166 6,65%
170 6,53%
149 5,74%
143 5,58%
137 4,83%
136 5,56%
142 5,88%
145 6,09%
145 6,16%
142 5,99%
143 5,72%
152 5,84%
162 6,24%
169 6,60%
184 6,49%
158
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Totaal sted. Ond.
304 12,43%
294 12,17%
293 12,31%
287 12,19%
303 12,78%
309 12,37%
322 12,37%
311 11,98%
312 12,18%
321 11,32%
Evolutie leerlingenaantallen lager onderwijs Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas 2002 -2003 5.324
2003 -2004 5.267
2004 -2005 5.259
2005 -2006 5.124
2006 -2007 4.965
2007 -2008 5.074
2008 -2009 5.103
2009 -2010 5.093
20102011 5.138
2011 -2012 5.259
295 5,54%
321 6,09%
332 6,31%
318 6,21%
317 6,38%
314 6,19%
300 5,88%
306 6,01%
310 6,03%
316 6,01%
SBN
214 4,02%
233 4,42%
264 5,02%
274 5,35%
290 5,84%
306 6,03%
321 6,30%
320 6,28%
322 6,28%
334 6,35%
Totaal sted. ond
509 9,56%
554 10,51%
596 11,33%
592 11,56%
607 12,22%
620 12,22%
621 12,18%
626 12,29%
632 12,31%
650 12,36%
SintNiklaas SBB
Evolutie leerlingenaantallen kleuters + lager Gavertje Vier Belsele en De Droomballon t.o.v. totale schoolbevolking Sint-Niklaas 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
2010 -2011
2011 -2012
7.770 463 5,96%
7.684 473 6,16%
7.640 480 6,28%
7.477 460 6,15%
7.335 478 6,52%
7.571 480 6,34%
7.705 470 6,10%
7.689 455 5,92%
7.700 453 5,88%
7.700 453 5,88%
SBN
350 4,50%
375 4,88%
409 5,35%
419 5,60%
432 5,89%
449 5,93%
473 6,14%
482 6,28%
501 6,51%
518 6,73%
Totaal SBO
813 10,46%
848 11,04%
889 11,64%
879 11,76%
910 12,41%
929 12,27%
943 12,24%
937 12,19%
954 12,39%
971 12,61%
SintNiklaas SBB
Evolutie leerlingenaantallen Stedelijk net t.o.v. Vrij en Gemeenschaps(basis)onderwijs 3 Stedelijk basisonderwijs verspreid over 2 vestigingen
2001 2004 2007 2008 2009
- 2002 – 2005 – 2008 – 2009 – 2010
(7565 ll) (7342 ll) (7282 ll) (7434 ll) (7539 ll)
Tot aantal ll
% aandeel ll
817 918 963 981 977
10,79% 12,35% 13,22% 13,19% 12,95%
gemid aantal lln per inst. 408 459 481 490 488
Vrij basisonderwijs verspreid over 28 vestigingen Tot aantal ll
% aandeel ll
6196 5879 5712 5819 5879
81,9 % 79,1% 78,43% 78,27% 77,98%
gemid aantal lln per inst. 221 210 204 207 210
GO! verspreid over 4 vestigingen Tot aantal ll
% aandeel ll
gemid aantal lln per inst.
552 545 607 634 683
6,9% 7,33% 8,33% 8,52% 9,05%
130 136 151 158 170
Vaststellingen: - (slechts!) 2 stedelijke scholen nemen sinds 2007 bijna 13% van aantal leerlingen voor hun rekening in groot Sint-Niklaas. - Het aandeel van stedelijk en gemeenschapsonderwijs kent de laatste tien jaar een lichte stijging ten nadele van het vrije net.
3
Gebaseerd op cijfers afkomstig van LOP-analyses Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
159
Evolutie werkingsmiddelen, werkingskosten en didactisch materiaal/kind aantal leerlingen
NK
werkingsmiddelen (720/463-01) per totaal leerling % tov 2002
totaal BE
werkingskosten per totaal leerling % tov 2002
handboeken (720/124-02) totaal Basisonderwijs
handboeken (7202/12402)
handboeken (7201/124-02) per leerling totaal per leerling totaal Gavertje De Vier Droomballon
2002
451
319
333257
432,80
100 113657,73
147,61
0,00
0,00
2003
489
347
357820
428,01
98,894 105553,04
126,26
85,537 81678
97,70
0,00
0,00
2004
488
392
367497
417,61 96,4901 245402,00
278,87
188,92 83471
94,85
0,00
2005
491
409
397260
441,40 101,987 277998,44
308,89
209,26
0
40151,30
81,77
44585,14
109,01
2006
493
419
447153
490,30 113,285 264540,07
290,07
196,51
0
45824,67
92,95
40926,00
97,68
2007
494
440
518861
555,53 128,356 314180,58
336,38
227,89
0
44654,65
90,39
43632,57
99,16
2008
505
457
603549
627,39
144,96 319330,26
331,94
224,88
0
40534,31
80,27
45584,88
99,75
2009
494
469
660221
685,59 158,407 369178,09
383,36
259,72
0
51709,15
104,67
68420,43
145,89
2010
485
496
650083
662,67 153,113 390571,69
398,14
269,73
0
46777,70
96,45
67926,08
136,95
2011
474
503 ?
386,20
261,64
0
58771,11
123,99
69707,74
138,58
?
?
377317,54
100 78832 102,38
0,00
C. SWOT-analyse Sterktes - brede context en vrije levensbeschouwelijke keuze/ pluriformiteit/identiteit - arbeidsmoraal teams - kwaliteitsvol onderwijs (zie outputgegevens) - ligging, infrastructuur - zorgaanpak - open communicatie - samenwerking CLB - open sfeer/prima imago - voldoende werkingsmiddelen overheid
Zwaktes - ICT: onvoldoende technische ondersteuning ifv onderwijsbehoeften (eindtermen) - (autonomie versus) afhankelijkheid van maatschappelijke tendensen, overheden, onderzoeken,… - personeelsbeleid in functie van doorgroeimogelijkheden, beloning naar werk(kwaliteit),…
Kansen - netvervaging, samenwerking andere scholen/netten - uitbreiding stedelijk onderwijs in centrum - handelingsgericht werken - uitwerken langetermijnvisie - woonuitbreidingsgebieden
Bedreigingen grootte van de scholen - verhoogde planlast/bureaucratie/ wetgevingswijzigingen - handelingsgericht werken - lerarentekort - vrijwilligerstekort (ouders)
160
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
SAMWD A. Omgevingsanalyse De SAMWD Sint-Niklaas voorziet in een ruim en gediversifieerd aanbod in de drie studierichtingen Muziek, Woord en dans en behoort met haar ruim 2300 leerlingen tot de grootste van het land. Binnen de stad zelf telt de SAMWD ruim 1600 leerlingen, de anderen bevinden zich in de filialen Temse, SintGillis en Stekene. Daarmee vervult zij tevens een regionale functie. Centraal voor de kwaliteit van het onderwijs dat er aangeboden staat is de kwaliteit van de leraars. Zij zijn voor het overgrote deel master in hun discipline. Een ander element dat kwaliteitsbevorderend werkt is het feit dat het stadsbestuur en de 3 gemeentebesturen van de filialen het Kunstonderwijs ernstig nemen, en het ondersteunen naar infrastructuur en omkadering. Bijzondere groeifactor van de SAMWD is het stijgend aantal leerlingen dans. Dit betekent ook dat aan bijkomende dansinfrastructuur moet gedacht worden. De SAMWD heeft oog voor een verscheidenheid aan doelgroepen: de gemiddelde leerling, de heel jonge leerling (initiatie, Suzuki), de volwassen leerling, de beginnende puber, matig getalenteerden, hooggetalenteerden, personen met mentale handicap, allochtonen... De SAMWD is aanwezig in de samenleving en stimuleert samenwerking met het verenigingsleven. Het aantal volwassen leerlingen is het voorbije decennium flink gestegen, misschien kan er gedacht worden aan een beperkte vorm van kinderopvang om het volgen van de lessen te faciliteren. De SAMWD profileert zich als dynamische instelling, met veel en kwaliteitsvolle projecten met bovenlokale uitstraling. Tegelijk is zij ook mee met het digitale tijdperk (computernetwerk voor pedagogische doeleinden; ELO; online inschrijvingen; website...) De SAMWD heeft goede contacten met de basisscholen, en tracht met ankerpersonen ter plaatse een grotere participatie aan het DKO te bekomen. Hier is nog werk aan de winkel. Er stellen zich ook enkele problemen: de studierichting woord verliest terrein op vlak van inschrijvingscijfers. Een heel succesvol privé-initiatief op grondgebied Sint-Niklaas zit hier mee voor iets tussen. De organisatorische wendbaarheid van een gesubsidieerde opleiding die leerplandoelstellingen moet behalen en waarvan de structuur is opgelegd, is veel beperkter dan in de privé. Een nieuw decreet voor het DKO dat in september 2014 geacht wordt in voege te treden, kan een versoepeling inhouden om het aanbod beter af te stemmen op de vraag. Ook stellen we vast dat de blaasinstrumenten cijfermatig slechts heel moeizaam hun positie behouden. Het probleem werd reeds geschetst in het vorige witboek, maar het is ondanks de geleverde inspanningen (terugbetaling door Cultuurraad en projecten met de blazers) nog verder achteruit gegaan. Meer begeleiding bij de instrumentkeuze zou kunnen bijdragen tot het verkleinen van deze problematiek. Niet elke leerling kiest het instrument waarvoor hij/zij meest geschikt is, zo blijkt geregeld. Hiertoe kunnen initiatieven genomen (bv. Bentleytest) worden die de instrumentkeuze nog beter begeleiden. De SAMWD werkt al jaren de facto als Brede School, waarbij externe omgevingsfactoren kunnen bijdragen in het leerproces. Dit kan nog beter in kaart gebracht worden (concerten op locatie, samenwerkingsinitiatieven, samenwerking met basisscholen in de Droomschool, werken met instellingen voor personen met een handicap…). De contramine met de Vrije Ateliers behoort grotendeels tot het verleden, er kan over nagedacht worden hoe academie en ateliers nog meer complementair kunnen werken. Hoewel de Sint-Niklase academies te groot zijn om snel naar een zgn. Kunstenacademie te evolueren, hebben de voorbije jaren mondjesmaat aangetoond dat er synergie mogelijk is. Wellicht is het mogelijk om die nog te versterken, met het nodige respect voor ieders eigenheid en doestellingen. Meer algemeen en een typisch probleem voor de grote DKO-instellingen: de evaluatieprocedure voor personeel is te belastend voor de directie: 130 of meer evaluaties uitvoeren, zelfs over 4 jaar uitgesmeerd is niet haalbaar. Studies of handleidingen wijzen uit dat 1 persoon maximaal 10 andere personen goed kan evalueren (OVSG). Dit holt het nut van deze procedure uit, en degradeert ze bijna tot louter planlast. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
161
Op vlak van infrastructuur zou een vroegtijdige verkoop door de eigenaar van de site Rolliersstraat een groot probleem kunnen betekenen: het huidige huurcontract loopt af op 31/08/2013. De ontwikkeling van de VTS-site zal dit probleem en dat van dansinfrastructuur in elk geval verhelpen. Dit laatste door Woord gedeeltelijk naar de VTS-site te brengen, en de huidige toneelzaal tot 2de dansruimte om te bouwen. Maar dit kan - ingeval van verkoop Rollierssite - een overgangsperiode van 2 à 3 jaar niet voorkomen, wat dus een bijzondere waakzaamheid vereist. De SAMWD heeft veel restauraties ondergaan aan het gebouw, wat het voor de volgende decennia de nodige degelijkheid garandeert. Het inrichten van een opnamestudio voor gezamenlijk gebruik met de SASK kan o.m. de onderlinge synergie bevorderen, het is toekomstgericht een noodzakelijke ondersteuning van de studierichtingen muziek en woord. Op vlak van instrumentarium en uitrusting is de aankoop van 2 nieuwe vleugelpiano‟s heel wenselijk. Het zou de uitvoeringsmogelijkheden aanzienlijk vergroten (werken voor 2 piano's; ook voor piano‟s zouden concerto‟s dan mogelijk repertoire zijn waar dit nu enkel het geval is voor melodische instrumenten die dan begeleid worden door een piano…); rijke literatuur; wisselwerking docent-leerling). Tegelijk zou het inbouwen van dubbele deuren i.p.v. enkele in de klassen met vleugelpiano‟s, al een zekere flexibiliteit inbouwen voor wat betreft efficiënter gebruik van de instrumenten en onderhoud van de lokalen. De piano‟s kunnen nu niet buiten het lokaal gebruikt worden zonder te worden gedemonteerd. Het uitleeninstrumentarium en de piano's van de academie hebben een respectabele leeftijd. Verdere investeringen in restauratie of aankoop zijn noodzakelijk. Stoppen met investeren betekent snel achteruitgaan van de kwaliteit van het instrumentarium en een hogere kostprijs achteraf. Tenslotte ligt de kostprijs van het DKO voor de inrichtende macht vrij hoog: beperkte werkingsmiddelen en omkadering, geen subsidies voor gebouwen. In het licht van onder druk staande stadsfinanciën is hier bijzondere alertheid geboden. B. SWOT-analyse Sterktes -ruim en gediversifieerd aanbod in de drie studierichtingen; -hooggekwalificeerd personeel (bijna alle leerkrachten zijn masters); -vervult streekfunctie; -het stadsbestuur en de 3 gemeentebesturen van de filialen nemen het Kunstonderwijs ernstig en ondersteunen het naar infrastructuur en omkadering; -stijgend aantal leerlingen met de dansafdeling als belangrijkste groeifactor; -oog voor een verscheidenheid aan doelgroepen (de gemiddelde leerling, de heel jonge leerling (initiatie, Suzuki), de volwassen leerling, de beginnende puber, matig getalenteerden, hooggetalenteerden, personen met mentale handicap, allochtonen...); -aanwezig in de samenleving; -samenwerking met blaasmuziekverenigingen; -dynamische instelling, veel kwaliteitsvolle projecten met bovenlokale uitstraling; -mee met het digitale tijdperk (computernetwerk voor pedagogische doeleinden; ELO; online inschrijvingen; website...) -bijna alle vleugelpiano's (alle 30 jaar of ouder, behalve Steinway) zijn gerestaureerd Zwaktes -de blaasinstrumenten behouden cijfermatig heel moeizaam hun positie. Probleem werd reeds geschetst in het vorige witboek, maar het is ondanks de geleverde inspanningen (terugbetaling door Cultuurraad en projecten met de blazers) nog verder achteruit gegaan -de studierichting woord verliest terrein op vlak van inschrijvingscijfers. Een heel succesvol privéinitiatief op grondgebied Sint-Niklaas zit hier mee voor iets tussen. De organisatorische wendbaarheid van een gesubsidieerde opleiding die leerplandoelstellingen moet behalen en waarvan de structuur is opgelegd, is veel beperkter dan in de privé. -de evaluatieprocedure voor personeel is te belastend voor de directie: 130 of meer evaluaties uitvoeren, zelfs over 4 jaar uitgesmeerd is niet haalbaar. Studies of handleidingen wijzen uit dat 1 persoon maximaal 10 andere personen goed kan evalueren (OVSG).
162
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Kansen -van het uitdiepen van het werken met ankerpersonen in de basisscholen wordt een grotere participatie aan het DKO verwacht. Vooral de studierichting woord zou hier baat bij moeten hebben omdat die in haar geheel in een neerwaartse tendens zit. -een nieuw decreet voor het DKO dat in september 2014 geacht wordt in voege te treden, kaneen versoepeing inhouden, wat de academie kan toelaten om nog meer doelgroepgericht te werken, en dus een ruimer publiek aan te trekken. -de SAMWD werkt al jaren de facto als Brede School, waarbij externe omgevingsfactoren kunnen bijdragen in het leerproces. Dit kan nog meer bewust in kaart gebracht worden (concerten op locatie, samenwerkingsinitiatieven, samenwerking met basisscholen Droomschool, werken met instellingen voor personen met een handicap…) -er is een beperkte samenwerking met de Vrije Ateliers, er kan verder over nagedacht worden hoe academie en ateliers nog meer complementair kunnen werken -hoewel de Sint-Niklase academies te groot zijn om snel naar een zgn. Kunstenacademie te evolueren, hebben de voorbije jaren mondjesmaat aangetoond dat er synergie mogelijk is. Wellicht is het mogelijk om die te versterken door tijdig elkaars projecten te communiceren zodat er kan op ingespeeld worden, en door geregeld gezamenlijke projecten uit te werken, met het nodige respect voor ieders eigenheid en doestellingen. -meer begeleiding bij de instrumentkeuze zou kunnen bijdragen tot het verkleinen van de blazersproblematiek. Niet elke leerling kiest het instrument waarvoor hij/zij meest geschikt is, zo blijkt geregeld. Hiertoe kunnen -vrijblijvend- kleine tests afgenomen worden (Bentleytest) voorafgaand aan de instrumentkeuze; -kan een werkbare strategie ontwikkeld worden die het wisselen van instrument in de lagere graad versoepelt, of een combinatie van instrumenten mogelijk maakt zodat de leerling voelt welk hem/haar beter ligt. -infrastructuur: de VTS-site zal tegelijk het probleem van de Rolliersstraat en dat van de dansinfrastructuur verhelpen. Dit laatste door Woord gedeeltelijk naar de VTS-site te brengen, en de huidige toneelzaal tot 2de dansruimte om te bouwen -concurrentie van privé-initiatieven helpt de geesten scherp houden. De dansafdeling heeft net als Woord stevige concurrentie te duchten binnen de stad, maar groeit desondanks spectaculair. Hierbij wel aanstippen dat dans veel aandacht krijgt op televisie de voorbije 2 jaar. -de aankoop van 2 nieuwe vleugelpiano's zou de uitvoeringsmogelijkheden aanzienlijk vergroten (werken voor 2 piano's, rijke literatuur; wisselwerking docent-leerling) Bedreigingen -infrastructuur voor de groeiende dansafdeling -de beschikbaarheid op langere (misschien zelfs kortere) termijn van de vestigingsplaats Rolliersstraat is heel onzeker. De textielfabriek is er enkele jaren geleden gesloten, gevreesd mag worden dat men zal trachten de site te gelde te maken via een projectontwikkelaar. En dan moet er voor onze cursussen een andere oplossing gevonden worden. Het gaat om ongeveer 400 leerlingen die daar de lessen krijgen. De VTS-site zal dit probleem verhelpen, hopelijk kan dit tijdig gebeuren? Zoniet moet er nog een tussentijdse oplossing gevonden worden -het is geen leerplichtonderwijs en moet zich dus binnen de wetgeving toch profileren tegenover een waaier aan privé-initiatieven -de gemiddelde vereniging voor blaasmuziek in Sint-Niklaas en deelgemeenten heeft het moeilijk. Er heeft steeds een wederkerigheidsverhouding bestaan tussen de blazersklassen van de academie en het verenigingsleven, dit laat zich nu ook voelen in ongunstige zin -het uitleen-instrumentarium en de piano's van de academie hebben een respectabele leeftijd. Er moet verder geïnvesteerd worden in restauratie of aankoop. Stoppen met investeren betekent snel achteruitgang van de kwaliteit van het instrumentarium -de kostprijs van het DKO ligt voor de inrichtende macht vrij hoog: beperkte werkingsmiddelen en omkadering, geen subsidies voor gebouwen. In het licht van onder druk staande stadsfinanciën is hier bijzondere alertheid geboden. -de onrealistische planlast van de evaluatieprocedures, en het gebrek aan een echt instrumentarium hiervoor, leidt tot procedurefouten, en/of tot oppervlakkige en ondoeltreffende evaluaties. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
163
SASK A. Omgevingsanalyse Onze academie is met om en bij de 2800 leerlingen de grootste academie voor beeldende kunst in het deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen. Een van de belangrijke factoren die bijdragen tot dit succes is het feit dat wij in het kader van de kindvriendelijkheid, de laagdrempeligheid en bereikbaarheid ons kindgericht onderwijs zo dicht mogelijk bij de kinderen willen brengen. Zo brengen wij kunstonderwijs in alle deelgemeenten en in relevante wijken. Deze manier van werken is doorgetrokken tot in de filialen Beveren, Kruibeke, Sint-Gillis-Waas en Stekene. Onze 32 jeugdateliers bestrijken dus een groot gedeelte van het Waasland. Een ander aspect dat bijdraagt tot dit succes is de permanente kwaliteitsbewaking in de vorm van het aanstellen van hoog gekwalificeerde leerkrachten/kunstenaars, de jaarlijkse evaluaties, de eindejaarsjury‟s bestaande uit gerenommeerde kunstenaars en vakgerichte experten. Toch mogen we niet op onze lauweren rusten want wij moeten er permanent voor zorgen dat wij ons onderwijs actueel houden en inspelen op maatschappelijke veranderingen. Vooral de middelbare graad zullen wij alert moeten opvolgen omdat wij hier een neerwaartse trend waarnemen. De academie heeft hierop ingespeeld door het inrichten van animatiefilm en digitale beeldende vorming voor jongeren. Dit is nog maar onlangs gebeurd en de invloed hiervan moet nog afgewacht worden. De nieuwe media zijn echter niet meer te stuiten. Dit merken wij ook in de optie fotografie waar we de laatste jaren zwaar geïnvesteerd hebben in de digitale fotografie met een belangrijke groei en uitbreiding van leraarsuren tot gevolg. Het experiment schoenontwerpen blijft succesvol. Schilderkunst en tekenkunst blijven de belangrijkste vaste waarden waarbij we merken dat vooral schilderkunst de laatste 6 jaar een groei gekend heeft. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de verjonging van het lerarenkorps en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen in de schilderkunst. Met onze jeugd- en jongerenateliers vervullen wij een aanvullende rol op het leerplichtdagonderwijs. Wij engageren ons dan ook in het experiment „kunstinitiatie/muzische vorming‟ sinds 2005 met de GO-scholen en de SAMW van Lokeren. Daarnaast organiseren wij sinds 2007 een jaarlijks terugkerende cultuurweek voor de omliggende scholen van Sint-Niklaas. Ook werken wij recent samen met de taalstages en de OKAN. Ons onderwijs is ook gericht op de verruiming van de algemene ontwikkeling, de doorstroom naar het hoger dagkunstonderwijs, de preprofessionele opleiding, het tweedekansonderwijs, de amateurkunsten, de ontwikkeling van het individu. Onze onderwijsopdracht is onze belangrijkste doelstelling. Daarnaast vervullen wij ook een culturele rol. Via ons tentoonstellingscomité komen wij sinds 2007 zeer manifest naar buiten met allerhande projecten in de Vierkante zaal/Annex maar ook daarbuiten. Dit aspect geeft ons en de stad de nodige uitstraling tot ver buiten de regio.De projecten zijn steeds gerelateerd aan wat er zich binnen de academie ontwikkelt en de actuele beeldende kunsten. Dit resulteert in samenwerkingsverbanden met musea, culturele centra, vzw‟s, SAMWD, andere academies, individuele kunstenaars. De academie is hierdoor geen eiland maar vervult een actieve rol in het culturele leven van de stad. Vermits de academie voor iedereen toegankelijk is vervullen wij ook nog een niet te onderschatten sociale rol. Ook onze huisstijl draagt bij tot onze uitstraling. Naast onze tentoonstellingen, lezingen, gastlessen, publicaties, dag DKO, opendeurdagen hebben wij ook nog onze jaarlijks terugkerende mode- en schoenenshow, de theaterkostuumshow, het kortfilmfestival. Om dit onderwijs te realiseren hebben wij ook behoefte aan een degelijke infrastructuur en logistieke ondersteuning van de stad. Dingen die de afgelopen legislatuur gerealiseerd zijn: de verbouwing van de beeldhouwklas en de Vierkante zaal, het optimaliseren van de berging (1 e fase), de installatie van het draadloos internet, de uitbouw van twee digitale ateliers en dit jaar de vervanging van de verwarmingsinstallatie en radiatoren. Doch niet alles is gerealiseerd wat vooropgesteld was. In de beleidsvoorstellen die hierna volgen worden deze elementen terug opgenomen en aangevuld met nieuwe. Wij hopen dat het bestuur zijn gedane beloften nakomt in de nieuwe legislatuur. Een instituut als het onze heeft nood aan beweging en permanente vernieuwing. Willen wij toonaangevend blijven in de brede regio, dan zal het bestuur de nodige investeringen moeten doen. 164
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
B. Statistieken Sint-Niklaas 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
2008- 20092009 2010
2010- 20112011 2012
Hoofdschool
236
213
232
201
180
193
219
223
267
243
Nieuwkerken
124
124
105
116
120
116
120
130
123
127
Lagere Graad
Nijverheidsstraat
/
/
/
0
0
0
0
0
0
0
Clementwijk
26
33
46
49
47
51
52
48
52
41
holderdebolder
92
94
70
34
46
52
36
38
41
60
Belsele Puivelde
65 15
49 22
50 13
50 12
74 13
57 11
53 18
68 16
73 37
74 43
Sinaai
90
103
91
95
103
113
120
107
115
109
648
638
607
557
583
593
618
630
708
697
Hoofdschool
193
231
200
206
195
152
131
132
141
161
Nieuwkerken
23
18
20
22
21
15
22
13
22
216
249
200
226
217
173
146
154
154
183
Tekenkunst
85
79
87
96
89
96
94
115
108
91
Schilderkunst
75
78
88
85
101
78
85
106
96
91
Beeldhouwkunst
48
49
51
40
50
33
42
37
31
36
Subtotaal
Middelbare Graad
Subtotaal
Hogere Graad
Vrije Grafiek
9
8
10
6
6
5
5
9
11
11
Toegepaste Grafiek
22
19
22
22
23
19
17
15
14
20
Steen-Beeld
16
10
21
19
12
14
11
10
9
10
Keramiek
34
36
38
39
36
31
28
27
27
24
Edelsmeedkunst
40
53
73
71
66
67
64
56
59
63
Mode en Theater
48
59
74
78
69
79
77
68
62
66
Textiele Kunst
24
14
16
23
15
8
13
15
10
13
Fotokunst
57
47
49
43
49
59
62
74
72
72
Video- en filmkunst
18
28
24
29
23
22
16
8
12
12
Binnenhuiskunst
16
12
13
19
23
15
10
14
18
12
Architectuurtekenen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Monumentale Kunst
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Exp. in situ3
10
8
10
11
0
0
0
0
0
0
15 596
18 580
21 547
25 549
29 583
30 559
29 550
Exp. schoenen Subtotaal
502
500
576
Tekenkunst
27
16
29
31
17
26
20
16
19
26
Schilderkunst
26
16
24
30
25
19
18
21
20
18
Beeldhouwkunst
20
18
16
18
18
14
9
12
11
9
Vrije Grafiek
1
4
2
1
0
3
3
1
1
5
Toegepaste Grafiek
0
3
3
2
2
4
5
5
2
2
Steen-Beeld
4
6
3
3
6
8
6
4
3
2
Keramiek
14
13
8
6
7
10
13
13
10
2
Edelsmeedkunst
11
8
4
3
4
8
10
6
12
10
Mode en Theater
0
3
3
3
4
0
5
3
4
4
Textiele Kunst
2
6
2
4
3
4
3
3
3
2
Fotokunst
5
11
11
9
6
3
11
13
12
8
Specialisatiegraad
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
165
Video- en Filmkunst
2
2
4
2
1
0
0
2
2
3
Binnenhuiskunst
0
0
0
1
3
3
3
4
1
1
Architectuurtekenen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Monumentale Kunst Subtotaal Totaal
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
112
106
109
113
96
102
106
103
100
92
1478
1493
1492
1492
1476
1415
1419
1470
1521
1522
20062007
20072008
2008- 2009- 20102009 2010 2011
Beveren 20022003
20032004
2004- 20052005 2006
20112012
Lagere Graad Beveren
241
201
218
211
236
252
208
Kieldrecht
35
49
48
49
56
57
38
29
41
39
Melsele
79
87
95
83
86
93
94
108
115
104
Vrasene
30
41
35
25
24
40
28
30
30
38
23
19
12
374
370
369
Kallo Subtotaal
385
378
396
368
402
442
368
184
165
176
Middelbare Graad Beveren
102
97
87
86
96
99
111
112
92
83
Subtotaal
102
97
87
86
96
99
111
112
92
83
Vrije Grafiek
16
16
19
11
7
7
7
8
6
6
Schilderkunst
10
7
10
13
12
18
20
19
20
15
Tekenkunst
19
15
13
14
10
11
17
12
18
17
45
38
42
38
29
36
44
39
44
38
Vrije Grafiek
1
1
2
7
8
7
3
3
3
4
Schilderkunst
2
2
4
4
7
2
2
9
8
8
Subtotaal
3
3
6
11
15
9
5
12
11
12
535
516
531
503
542
586
528
537
517
502
Hogere Graad
Kunstgesch. Subtotaal
Specialisatiegraad
Totaal
166
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Stekene 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
Stekene
104
113
87
80
84
107
98
103
108
115
Kemzeke
58
58
57
39
40
43
40
50
46
58
Koewacht
51
52
37
45
71
60
62
48
54
52
Klein-Sinaai
33
40
39
34
48
59
34
40
39
42
Hellestraat
30
19
17
19
22
25
22
27
26
24
Subtotaal
276
282
237
217
265
294
256
268
273
291
Stekene
Lagere Graad
Middelbare Graad Stekene
49
57
47
62
55
50
48
43
47
51
Subtotaal
49
57
47
62
55
50
48
43
47
51
Tekenkunst
13
16
12
11
12
8
11
8
0
0
Vrije Grafiek
8
6
5
7
5
6
4
8
6
9
13
22
19
31
Hogere Graad
Schilderkunst Subtotaal
21
22
17
18
17
14
15
16
2
2
3 3
2 2
3 3
3 3
4 4
1 1
1 1
1 1
2 4
1 3
349
363
304
300
341
359
320
328
343
376
Specialisatiegraad Schilderkunst Vrije Grafiek Subtotaal Totaal
Kruibeke 2002- 20032003 2004
20042005
2005- 20062006 2007
20072008
20082009
2009- 20102010 2011
20112012
Lagere Graad Kruibeke
71
54
60
55
49
50
41
46
36
Bazel
47
61
61
60
82
77
59
52
60
69
118
115
121
115
131
127
100
98
96
91
31 31
28 28
24 24
22 22
23 23
24 24
26 26
24 24
22 22
16 16
149
143
145
137
154
151
126
122
118
107
Subtotaal
22
Middelbare Graad Bazel Subtotaal Totaal
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
167
Sint-Gillis-Waas 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
Sint-Gillis-Waas
Lagere Graad Sint-Gillis
89
89
86
87
92
96
71
76
61
70
Sint-Pauwels
53
49
47
56
70
65
64
50
30
35
Meerdonk
41
20
24
26
32
33
28
28
25
36
De Klinge
73
81
89
87
93
111
116
93
100
94
256
239
246
256
287
305
279
247
216
235
45
48
51
43
43
38
39
40
28
26
45
48
51
43
43
38
39
40
28
26
Tekenkunst
11
11
5
9
6
9
4
5
4
0
Schilderkunst
13
14
22
22
23
18
15
10
7
11
Subtotaal
24
25
27
31
29
27
19
15
11
11
Subtotaal
Middelbare Graad Sint-Gillis Sint-Pauwels Subtotaal
Hogere Graad
Specialisatiegraad Schilderkunst
8
6
4
2
1
7
9
9
9
7
Subtaal
8
6
4
2
1
7
9
9
9
7
333
318
328
332
360
377
346
311
264
279
Totaal
Totaal 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
Sint-Niklaas
1478
1493
1492
1492
1476
1415
1419
1470
1521
1522
Sint-Gillis
333
318
328
332
360
377
346
311
264
279
Kruibeke
149
143
145
137
154
151
126
122
118
107
Beveren
535
516
531
503
542
586
528
537
517
502
AANTAL LLN
Stekene
349
363
304
300
341
359
320
328
343
376
TOTAAL
2844
2833
2800
2764
2873
2888
2739
2768
2763
2786
8
6
12
16
2e optie 20022003
20032004
20042005
20052006
20062007
20072008
20082009
20092010
20102011
20112012
lagere graad
1683
1652
1607
1513
1668
1761
1621
1617
1663
1683
middelbare graad
443
479
409
439
434
384
370
373
343
359
hogere graad
592
585
662
683
655
624
627
653
633
630
specialisatiegraad
126
117
122
129
116
119
121
125
124
114
2844
2833
2800
2764
2873
2888
2739
2768
2763
2786
8
6
12
16
AANTAL LLN
TOTAAL 2e optie
168
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Bezoekers tentoonstellingen 2007-2012 (zonder klasbezoeken) GETEKEND 21|01 tot 4|03|2007 826 MEMORABILIA ET CETERA 22|04 tot 27|05|2007 341 waardeVOLwaarde 10|11|2007 tot 6|01|2008 1023 REWIND 20|04 tot 25|05|2008 736 ONE? 12|10 tot 2|11|2008 633 GRENZELOOS 31|01 tot 15|03|2009 1886 DEJEUNER SUR SABLE (BLAC) 26|04 tot 31|05|2009 636 1M² - BINNENHUISKUNST 31|10 tot 29|11|2009 537 TETE A TETE 23|01 tot 7|03|2010 601 KLEUR! 24|04 tot 30|05|2010 507 CUT/COPY/CARVE 30/10/2010 tot 28/11/2010 705 HEART OUTSIDE BODY - TRANSITION 22|01 – 6|03|2011 791 GRAFIEK ONTRAFELD – LIJN|PIXEL|BEAM 30|04 – 28|05| 2011 629 RETURN TO SENDER 15|10 tot 20|11|2011 685 HIER – DAAR 21|01 tot 4|03|2012 986
Flankerend onderwijsbeleid A. Omgevingsanalyse Met het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau van 30 november 2007 gaf de Vlaamse overheid het officiële startschot aan steden en gemeenten om een beleid te voeren naar alle scholen op hun grondgebied. Flankerend onderwijsbeleid wordt hierin gedefinieerd als „het geheel van acties van een lokale overheid om, vertrekkende vanuit de lokale situatie en aanvullend bij het Vlaamse onderwijsbeleid, een onderwijsbeleid te ontwikkelen in samenwerking met de lokale actoren‟. Het decreet legt de bepalingen omtrent de sociale en andere voordelen vast, de modaliteiten om subsidies aan te vragen, de verplichte medewerking van lokale besturen aan de controle op de leerplicht, de bevordering van het regelmatige schoolbezoek en het verhogen van de deelname van kleuters aan het onderwijs. In concreto laat de decreetgever dus heel wat ruimte aan steden en gemeenten om invulling te geven aan een netoverschrijdend onderwijsbeleid. In 2008 werd voor het eerst een onderwijsbeleidsplan geschreven en goedgekeurd. Het onderwijsbeleidsplan 2008-2012 omvatte vooral linken met het welzijnsveld. In de praktijk omvat een lokaal onderwijsbeleid vele gebieden (bv. milieu, cultuur, mobiliteit, sport, welzijn, jeugd, politie,…). Voor het jaar 2008 werd berekend dat het stadsbestuur bijna 1 miljoen EUR netto oplegt ten voordele van de scholen.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
169
Dit hoeft niet te verrassen aangezien Sint-Niklaas een stad is waar net geen 21.000 kinderen en jongeren schoollopen4. Sint-Niklaas geniet als centrumstad ook een bepaalde aantrekkingskracht: ongeveer 60% van de leerlingen in het secundair onderwijs wonen buiten de stad. Deze aantrekkingskracht wordt bevestigd in de Stadsmonitor 2011 van de Vlaamse overheid. Naast het leerplicht- en hoger onderwijs kent de stad ook heel wat instellingen en verenigingen die erkend volwassenenonderwijs of vrije cursussen aanbieden. De cel FLOB heeft bestaansrecht verworven. Sedert haar oprichting in 2007 kent ze een gestage groei, zowel in het takenpakket als in personeelsbezetting. Dit resulteert in een goed draagvlak en netwerk, zowel met onderwijsactoren als niet-onderwijsactoren. De „recentelijkheid‟ van de cel en de specifieke organisatiecultuur spelen ook in het nadeel: soms gebeuren de zaken ad hoc, niet altijd dienstoverschrijdend en is het takenpakket van de cel versnipperd. Het leidt er soms toe dat voor bepaalde initiatieven de planlast hoger ligt dan het rendement of dat er misverstanden ontstaan over het eigenlijke takenpakket. De nieuwe meerjarenplanning biedt daarom de kans om overkoepelend en op basis van een visie te werken. Het biedt de mogelijkheid om een algemene onderwijsdienst uit te bouwen die duurzaam en integraal werkt: er kan worden nagedacht over de structuur (bv. onderwijsraad, scholenoverleg, LOP), communicatiebeleid (op stedelijk niveau i.p.v. versnipperd), organisatie (alle personeelsleden van de dienst onderwijs zitten samen i.p.v. de huidige verdeeldheid waardoor efficiënt werken afgeremd wordt). Er zijn nog meerdere opportuniteiten: de verworven ervaring van de brugfiguren van micro- naar macroniveau tillen; het heroriënteren van de subsidies van de Vlaamse overheid (momenteel bestemd voor Schoolparticipatiefonds, GOK-projectenfonds en Time-out); verder ontwikkelen van het Bredeschoolconcept via een overkoepelende onderwijsvisie; de pijler met ouders verder uitwerken via de huidige subsidiëring van ouderverenigingen. Volgende vaststellingen in Sint-Niklaas zijn evenzeer aandachtspunten: de Stadsmonitor 2011 toont voor Sint-Niklaas een hoog aantal laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden, een hoog aantal jongere niet-werkende werkzoekenden, en een lage werkgelegenheidsgraad; het stijgend aantal onbetaalde schoolrekeningen. Dit valt af te leiden aan het stijgend aantal aanvragen, ingediend bij het Schoolparticipatiefonds; uit een prognose van het Sint-Niklase woonbeleidsplan (SumResearch, februari 2012) blijft men een stijging van het aantal 0- tot 17-jarigen in 2016 en 2020 vaststellen. Deze prognose dient meegenomen te worden in de capaciteitsanalyse voor het basisonderwijs. B. DESTEP-methode
A) Demografische factoren 1. Aangroei wooneenheden in Sint-Niklaas Er worden 1271 extra wooneenheden voorspeld via uit- en inbreidingsprojecten tegen 2020 (o.v. Woonbeleidsplan)
4
Leerlingaantallen uit Stadsverslag schooljaar 2011-2012: 2.836 kleuteronderwijs, 5.259 lager onderwijs, 4.091 ASO, 7.017 TSO, BSO, KO en BUSO, 1.731 hoger onderwijs. 170
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
2. Bevolkingsprognose Sint-Niklaas a. Open bevolkingsprognose Sint-Niklaas 2008-2020 naar leeftijd volgens Woonbeleidsplan (Sumreach, oktober 2011)
0 - 17 18-26 27-40 41-60 60+ Totaal
2008 abs 13964 7796 12751 19255 16683 70450
% 19,8% 11,1% 18,1% 27,3% 23,7% 100,0%
2012 abs 14528 7808 12654 19482 18042 72515
% 20,0% 10,8% 17,5% 26,9% 24,9% 100,0%
2016 abs 14976 7749 12473 19461 18801 73461
% 20,4% 10,5% 17,0% 26,5% 25,6% 100,0%
2020 abs 15310 7451 12607 18845 19714 73928
% 20,7% 10,1% 17,1% 25,5% 26,7% 100,0%
b. Open bevolkingsprognose Sint-Niklaas 2009 – 2030 volgens studiedienst Vlaamse Overheid
3. Huishoudensprognose Sint-Niklaas a. Open huishoudensprognose Sint-Niklaas 2008-2020 naar personen volgens Woonbeleidsplan (Sumreach, oktober 2011)
HH1 HH2 HH3 HH4+ Totaal
2009 abs 9396 10237 4443 5847 29923
% 31,4% 34,2% 14,8% 19,5% 100,0%
2012 abs 9836 10454 4406 5986 30682
% 32,1% 34,1% 14,4% 19,5% 100,0%
2016 abs 10372 10695 4266 6136 31469
% 33,0% 34,0% 13,6% 19,5% 100,0%
2020 abs 10767 10979 4232 6292 32270
% 33,4% 34,0% 13,1% 19,5% 100,0%
b. Open huishoudensprognose Sint-Niklaas 2009 – 2030 volgens studiedienst Vlaamse Overheid
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
171
4. Capaciteitsanalyse Sint-Niklase basisonderwijs a. Inschrijvingen en de beschikbare capaciteit in het basisonderwijs in 2010 en 2011. inschrijvingen ko 09-10
ko 10-11
lo 09-10
lo 10-11
3.146
3.385
4.481
4.640
aantal klaslokalen ko 10-11
ko 11-12
lo 10-11
lo 11-12
158
156
246
238
beschikbare capaciteit ko 10-11
ko 11-12
lo 10-11
lo 11-12
3.494
3.731
5.572
5.752
gemiddelde maximum capaciteit per klas ko 10-11
ko 11-12
lo 10-11
lo 11-12
22
23,5
22,6
23,8
b. De capaciteit in het kleuteronderwijs per stadszone : wijk Margaretha-Baensland Station-Walburg Watermolen-Clement Parklaan-Don Bosco Heimolen-Fabiolapark-Reynaertpark Zuid-Ster Nieuwkerken Belsele-Puivelde Sinaai
potentieel * 439 428 633 395 264 339 309 275 338
max. cap. ko 551 894 558 406 48 216 380 400 278
TOTAAL SINT-NIKLAAS 3420 3731 * Potentieel = helft aantal geboorten/wijk 2009 + aantal 3-5jarigen + gemiddelde instroom 2009-2010 c. 172
De capaciteit in het lager onderwijs per stadszone: Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Wijk Margaretha-Baensland Station-Walburg Watermolen-Clement Parklaan-Don Bosco Heimolen-FabiolaparkReynaertpark Zuid-Ster Nieuwkerken Belsele-Puivelde Sinaai
Potentieel * 589 534 948 626
Max. Cap. Lo 799 1495 808 654
359 552 555 536 498
0 78 713 775 430
TOTAAL SINT-NIKLAAS 5197 5752 * Potentieel = aantal 6-11jarigen + gemiddelde instroom 2009-2010 5. Evolutie aantal schoolplichtigen per stadszone 2007 6-12 12-18 jarigen jarigen
wijk
2008 6-12 12-18 jarigen jarigen
Margareta- Baensland
554
522
556
535
Station- Walburg
448
388
456
Watermolen- Clement
997
894
984
Parklaan- Don Bosco
614
589
Heimolen- Fabiola
393
Zuid - Ster
2009 6-12 12-18 jarigen jarigen
2010 6-12 jarigen
12-18 jarigen
572
535
578
518
389
461
404
486
901
1.010
918
1.030
627
593
630
602
505
384
491
370
627
525
624
544
Nieuwkerken
521
414
539
Belsele
531
536
Sinaai
497
512
2011 6-12 12-18 j jarigen arigen 597
508
385
488
411
907
1.062
925
642
589
671
588
477
390
472
401
424
664
544
650
546
665
528
426
535
425
520
433
513
454
530
534
546
528
561
527
569
520
489
496
493
471
519
466
522
458
6. Geboortecijfer in Sint-Niklaas a. Geboortecijferevolutie Sint-Niklaas volgens dienst bevolking 2007
830
2008
860
2009
916
2010
906
2011
889
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
173
b. Geboortecijfer(prognose) Sint-Niklaas volgens studiedienst Vlaamse Overheid
B) Economische factoren 1. Werkloosheidsgraad a. Aantal laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) 2006 2007 2008 2009 1.464 1.244 1.211 1.440 Genk en Sint-Niklaas kennen het hoogste aandeel.
2010 1.460
b. Aantal jongere niet-werkende werkzoekenden (18-24 jaar) in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) 2006 602
2007 474
2008 464
2009 575
2010 568
Drie centrumsteden scoren hoger. c.
Aantal allochtone niet-werkende werkzoekenden in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012)
2007 2008 2009 612 632 795 Vier centrumsteden scoren hoger.
2010 884
2. Werkgelegenheidsgraad, in %, in Sint-Niklaas (volgens Stadsmonitor 2012) 2005 2006 2007 64,7 64,9 65,5 Twee centrumsteden scoren lager.
2008 66,9
2009 66,9
2010 68,1
3. Het Sint-Niklase schoolparticipatiefonds: Schooljaar Aantal kinderen 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011
174
275 283 352 326
Basisonderwijs Bedrag onbetaalde rekeningen 31.866,00 € 31.827,62 € 37.690,59 € 55.602,59 €
Secundair onderwijs Aantal kinderen Bedrag onbetaalde rekeningen 138 26.206,00 € 146 37.912,93 € 163 30.399,70 € 164 35.707,52 €
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
C) Sociaal-culturele factoren 1. Aantal kansenpashouders (3-18 jaar) in Sint-Niklaas Leeftijd 3-12 jaar (2008-1999) 13-18 jaar (1998-1993)
Aantal 2009 364 260
Aantal 2010 423 280
Aantal 2011 (tem okt) 526 295
2. Evolutie aantal indicatorleerlingen regio Waasland volgens LOP (Sint-Niklaas – Temse) a. Basisonderwijs Schooljaar
Totaal aantal leerlingen
2008-2009 2009-2010 2010-2011
7434 7539 7769
Totaal aantal indicatorleerlingen 3275 3230 3318
Percentages
Totaal aantal indicatorleerlingen 4649 3727 4426
Percentages
44,05% 42,84% 42,71%
b. Secundair onderwijs Schooljaar
Totaal aantal leerlingen
2008-2009 2009-2010 2010-2011
10.371 10.499 10.453
44,83% 35,50% 42,34%
D) Onderwijsfactoren 1. Spijbelgedrag (volgens Stadsmonitor 2012) a. In het voltijds SO, in % 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 0,4 0,4 0,7 0,5 Laagste aandeel i.v.m. andere centrumsteden.
2010-2011 0,5
b. Spijbelgedrag in het deeltijds SO, in % 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 34,0 43,0 37,9 39,8 29,1 Een duidelijke daling is meetbaar. Vier centrumsteden scoren lager. c.
Spijbelgedrag in het LO, in %
2009-2010 2010-2011 0,3 0,4 Drie centrumsteden scoren hoger. 2. Schoolse vertraging (volgens Stadsmonitor 2012) a. Schoolse vertraging in het LO, in % 2006-2007 2007-2008 2008-2009 19,7 19,2 16,4 In vier centrumsteden ligt deze lager.
2009-2010 20,7
2010-2011 17,6
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
175
b. Schoolse vertraging in het ASO, in % 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 7,6 4,6 8,0 5,7 I.v.m. andere centrumsteden is ze het laagst in Sint-Niklaas. c.
2010-2011 5,8
Schoolse vertraging in het TSO, in %
2006-2007 2007-2008 2008-2009 30,6 23,8 25,1 In twee centrumsteden ligt ze lager.
2009-2010 25,9
2010-2011 29,8
d. Schoolse vertraging in het BSO, in % 2006-2007 2007-2008 2008-2009 56,3 49,2 58,5 Drie centrumsteden scoren lager.
2009-2010 56,3
2010-2011 56,4
3. Participatie van allochtonen in het beroepsonderwijs op basis van thuistaal (Stadsmonitor 2012) a. Participatie van allochtonen in het voltijds beroepsonderwijs op basis van thuistaal, in % 2007-2008 2008-2009 2009-2010 8,6 9,4 9,9 Vier centrumsteden scoren lager. b. Participatie van allochtonen in het deeltijds beroepsonderwijs op basis van thuistaal, in % 2007-2008 2008-2009 2009-2010 21,9 30,9 30,6 Enkel Antwerpen en Gent scoren hoger. 4. Volwassenenonderwijs Sint-Niklaas (deel van het Consortium IX: regionaal samenwerkingsverband volwassenenonderwijs) a.
aantal inschrijvingen alle CVO‟s (volgens opleidingsplan Consortium IX) Aantal 08‐09: 5064 Aantal 09‐10: 5433 Verschil (in %): 6,79%
De stijging van het aantal deelnemers in Sint‐Niklaas compenseert een stuk de algehele daling binnen Consortium IX. Deze stijging tekent zich vooral in het LBC die hun inschrijvingen vanuit Sint‐Niklaas met 12% ziet stijgen terwijl Janitor het aantal inschrijving met 12% ziet dalen. Verder merken we een sterke stijging van PCVO‐Scheldeland. Deze stijging wordt verklaard door het aanbod 2de kans onderwijs in Sint‐Niklaas. De inwoners van Sint‐Niklaas kiezen vooral de instellingen van hun eigen stad, 81%. Er is een beperkte mobiliteit naar andere gemeenten. b.
Inschrijvingen 2008-2009 Consortium IX per opleidingsniveau: 7e jaar sec.ond./3e leerjaar sec.ond. 3e graad: 1.719 Aanvullend sec. beroepsond./sec. ond. 4e graad: 542 Andere: 48 Bachelor: 3680 Basisonderwijs: 1.293
176
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Deeltijdsonderwijs (leercontract): 14 Geen: 647 Hoger sec.ond./2e leerjaar sec.ond. 3e graad: 20.313 Hogeschoolonderwijs korte type/1 cyclus: 3.801 Hogeschoolonderwijs lange type/2 cycli: 934 Lager sec.ond. / sec.ond. van de 1e graad: 7.107 Master: 1.893 Onbekend: 140 Student universitair onderwijs: 1.294 Eindtotaal: 43.425 Het merendeel van de ingeschrevenen heeft een diploma hoger secundair onderwijs. Dit toont het Matteüseffect aan. Volwassenen met een hoog onderwijsniveau zullen systematisch meer gebruik maken van het aanbod van 'levenslang leren', terwijl zij die over een lager onderwijsniveau beschikken het minst van deze diensten zullen genieten. Hoe dan ook werd onder impuls van het consortium hieraan iets gedaan in de stad Sint‐Niklaas (cfr. premie Volwassenenonderwijs voor huismoeders/-vaders en 60-plussers volgens inkomensgrens). 5. Evolutie premie volwassenenonderwijs stad Sint-Niklaas a.
Kansenpassysteem
Schooljaar
2009-2010 2010-2011
b.
Bedrag Semester 1 270 630
Aantal 3 7
Bedrag Semester 1 420 390
CVO Janitor Aantal Bedrag Semester 2 10 240 11 /
Aantal 8 /
Vanaf schooljaar 2011-2012: inkomensgerelateerd systeem voor huismoeders/-vaders en 60-plussers
Schooljaar
2011-2012
CVO LBC Aantal Bedrag Semester 2 6 90 13 210
Bedrag Semester 1 930
CVO LBC Aantal Bedrag (*) Semester 2 23 360
Aantal 11
Bedrag Semester 1 620
CVO Janitor Aantal Bedrag (*) Semester 2 14 340
Aantal 10
* Er zijn ook aanvragen voor tussenkomsten voor cursussen die semesteroverschrijdend zijn. Voor LBC waren dit er 6, voor Janitor 4. Ze zijn enkelvoudig meegeteld in het aantal van semester 1. Personen die van de stedelijke premie voor volwassenenonderwijs genieten, volgen vooral cursussen rond computerapplicaties, taalcursussen of een cursus digitale fotografie. C. SWOT-analyse Sterktes - Goed draagvlak en netwerk, zowel met onderwijsactoren als niet-onderwijsactoren (bv. LOP, SLOB,…); - De cel FLOB kent een groei (zowel in het takenpakket als in personeelsbezetting) sinds haar ontstaan in 2007 en heeft hierdoor bestaansrecht verworven; - Er is een groot stedelijk aanbod naar de scholen op het grondgebied (netto-opleg +/- 1.000.000 EUR per jaar). Zwaktes - Soms te hoge planlast/minimaal rendement van initiatieven (bv. premie volwassenenonderwijs); - Er wordt niet altijd dienstoverschrijdend gewerkt gebrek aan overkoepelende visie; - Het takenpakket van de dienst is soms versnipperd gebrek aan visionair werken + specifieke organisatiecultuur.
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
177
Kansen - Stijgende identiteitsvorming door bv. verhuis van volledige cel FLOB naar conciërgewoning, nieuwe beleidsplannen,…; - Verworven ervaring brugfiguren van microniveau macroniveau; - Heroriënteren van de subsidies van de Vlaamse overheid; - Website als volwaardig (voornaamste?) communicatiemiddel benutten; - Ontwikkelen Brede School-concept; - De pijler van ouders verder uitwerken d.m.v. subsidiëring ouderverenigingen; - Nieuwe beleidsplannen overkoepelende visie. Bedreigingen - Lage werkgelegenheidsgraad jongeren - hoog aantal laaggeschoolde werklozen - groot aandeel spijbelaars in deeltijds onderwijs; - Mogelijk ontoereikende capaciteit in het basisonderwijs; - Stijgend aantal onbetaalde schoolrekeningen; - Zeer goede samenwerking met LOP, maar ook intensief Overlap? Dubbel werk? Focus GOK in leerplichtonderwijs? Wat met andere beleidspijlers (bv. levenslang leren)?
178
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Welzijn 16. Welzijn algemeen A. Omgevingsanalyse strategisch meerjarenplan 2014-2019 1. Algemeen: gegevens bevolking
1 a bevolkingsprojecties (bron: SVR-projecties 2009-2030) -
-
Toename bevolking in Sint-Niklaas tot ca. 76.300 inwoners in 2030 (index 109). Groei boven het Vlaamse gemiddelde (107) maar onder de groei die bijvoorbeeld verwacht wordt in Lokeren (112), Termse (117) en Sint-Gillis-Waas (117). Toename eerstvolgende jaren te danken aan extern positief migratiesaldo. Het intern migratiesaldo blijft negatief. De komende jaren ook een positief natuurlijk saldo Ontgroening: tot 2020 forse groei van het aantal kinderen (0-5-jarigen) voorzien, vorige decennium nog daling. Groei sterker dan in Vlaams Gewest, de regio Waas en Dender en de provincie Oost-Vlaanderen, maar slechts de helft van de groei in steden als Antwerpen, Gent en Mechelen. Minder ontgroening (aandeel 0-19-jarigen) dan in Vlaanderen, de regio en de provincie. Komende jaren geen groei voor 20-29-jarigen. Vergrijzing: naast het aantal kinderen neemt ook het aantal ouderen toe (65+) en dit sneller dan in het Vlaamse Gewest, de regio en de provincie. Hetzelfde voor de verzilvering (80+).
1 b huishoudensprojecties (bron: SVR-projecties 2009-2030) -
Gezinsverdunning: de komende 10 jaar toename aantal huishoudens met 8 à 9%, daarna verdere toename met 4%. Een stijging vergelijkbaar met de groei in het Vlaams Gewest. Aantal 1- en 2-persoonshuishoudens stijgt de komende 10 jaar met 10%, het aantal grote gezinnen valt verder terug. Het aantal jonge gezinnen zal de komende jaren (2018-2022) met 7 à 8% toenemen. In Antwerpen +26%, in Gent +19%.
1 c diversiteit bevolking (bron: Lokale Integratiemonitor 2012) -
-
Vreemdelingen (niet-Belg): Sint-Niklaas telt 5,8% vreemdelingen. Minder dan gemiddeld in centrumsteden (7,5%) en het Vlaamse Gewest (6,8%). Afkomstig uit 1) Nederland, 2) Marokko, 3) Turkije, 4) Polen en 5) Rusland. Vreemde herkomst (oudste niet-Belgische nationaliteit of deze van moeder bij nog thuiswonenden): 16,8%. Minder dan in centrumsteden (17,7%), meer dan in Vlaams Gewest (14,6%). Vergelijkbaar met Lokeren (16%) en Temse (15%), meer dan in Beveren (6%) en Sint-Gillis-Waas (10%). Herkomst: 1) Marokko, 2) Turkije en 3) Nederland 33% van 0-5-jarigen, 30% van 6-11-jarigen
2. Sociale rechten zijn grondrechten: Belgische Grondwet: Artikel 23 (Gecoördineerde tekst van 17 februari 1994) Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
179
Die rechten omvatten inzonderheid : 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen; 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; 3° het recht op een behoorlijke huisvesting; 4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu; 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing. Het staat buiten kijf dat deze sociale grondrechten niet voor iedereen op federaal, noch op Vlaams of gemeentelijk niveau gegarandeerd worden. 3. Cijfermateriaal Stadsmonitor 2011(cijfers 2010)
3 a Werkgelegenheid -
Werkgelegenheidsgraad (Aandeel (%) van de totale bezoldigde tewerkstelling in de bevolking van 16-64 jaar) Sint-Niklaas: 68,1% Totaal 13 centrumsteden: 86,6% Tewerkstelling binnen de sociale economie: 2010: Sint-Niklaas: 289 doelgroepmedewerkers Langdurige werkloosheid (werkzoekenden met een werkloosheidsduur van 1 jaar of meer): Sint-Niklaas: 1.100 langdurig werklozen Werkloosheid laaggeschoolden Werkloosheid laaggeschoolden (geen diploma secundair onderwijs, of werkzoekende uit de leertijd (Syntra) of het deeltijds beroepssecundair onderwijs): SintNiklaas: jaargemiddelde: 1.460 laaggeschoolde werklozen Werkloosheid jongeren: (leeftijd 18-24 jaar): Sint-Niklaas: 568 jongeren Werkloosheid ouderen (minimum 50 jaar): Sint-Niklaas: 569 ouderen
3 b Zorg en opvang /gezondheid / sociale principes -
-
-
Aantal personen in de Centrale Registratie van Zorgvragen: Sint-Niklaas: 225 personen Wachttijden in Centra Geestelijke Gezondheidszorg (aantal dagen tussen de eerste aanmelding en het intakegesprek): Sint-Niklaas: 15 dagen Aantal inwoners (%) dat gezondheidsuitgaven niet (op tijd) kon betalen om financiële redenen: (cijfers 2011): Sint-Niklaas: 6% Totaal 13 centrumsteden: 7%. Bij de huurders loopt dit cijfer in Sint-Niklaas op tot 15%. Huishoudens met betalingsmoeilijkheden (Aandeel (%) van de inwoners dat leeft in een huishouden met achterstallige betaling(en) voor huishuur, afbetaling van de woning, EGW, aankopen of afbetaling, of gezondheidsuitgaven omwille van financiële redenen, tijdens het afgelopen jaar): (cijfers 2011): Sint-Niklaas: 14,9% Totaal 13 centrumsteden: 15,3% huishoudens Leefloontrekkers (aantal (equivalent) leefloontrekkers per 100 inwoners van 18 tot 65 jaar): Sint-Niklaas: 18 Totaal 13 centrumsteden: 21 Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering in % van de totale bevolking: Sint-Niklaas: 16,1% Totaal 13 centrumsteden: 17% Personen met overmatige schuldenlast: aandeel personen met een overmatige schuldenlast ten opzichte van het aantal inwoners van 18 jaar en ouder (in %): Sint-Niklaas: 34%, Totaal 13 centrumsteden: 3,8%
3 c Wonen/EGW -
Sociaal woningaanbod: aantal sociale woningen per 100 huishoudens (cijfers 2010): Sint-Niklaas: 5,35 Totaal 13 centrumsteden: 8,38. Het aantal sociale woningen is de jongste jaren niet toegenomen en ligt beduidend onder het stedelijk gemiddelde Betaalbaarheid van het wonen: woonquote (aandeel % van de huishoudens met een woonquote hoger dan 30%): Sint-Niklaas: 20,8% Totaal 13 centrumsteden:23,3%
180
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
-
-
-
-
Betaalbaarheid van het wonen: betalingsmoeilijkheden (%-aandeel van de inwoners dat het afgelopen jaar problemen had om de woonkosten te betalen): Sint-Niklaas: 5,5% Totaal 13 centrumsteden: 8,2% Woningkwaliteit (%-aandeel van de inwoners dat aangeeft te wonen in een woning met één meer van de volgende problemen: gebrek aan elementair comfort, één of meer structurele problemen en/f een gebrek aan ruimte: Sint-Niklaas: 21,4% Totaal 13 centrumsteden:21,7% 4 of 10 huurwoningen vertonen kwaliteitsproblemen. Bij huurwoningen in de rand loopt dit op tot meer dan 50%. Verhuisintentie: %-aandeel inwoners dat de intentie heeft om in de komende 5 jaar te verhuizen: Sint-Niklaas: 22,3% Totaal 13 centrumsteden: 26,7% Energieverbruik via energieprestatiecertificaten (het gemiddelde energieverbruik voor bestaande residentiële gebouwen in de stad uitgedrukt in een kerngetal (in kWh/m2) weergegeven op een energieprestatiecertificaat (EPC). Het kerngetal is de berekende energiescore van de woning. Hoe lager dit kerngetal, hoe energiezuiniger de woning.) Gemiddeld EPC-kerngetal voor bestaande residentiële gebouwen: Sint-Niklaas: 409 Totaal 13 centrumsteden: 368 Budgetmeters elektriciteit en aardgas: %-aandeel huishoudens met een budgetmeter elektriciteit: Sint-Niklaas: 1,9% Totaal 13 centrumsteden: 2,3% %-aandeel huishoudens met een budgetmeter aardgas: Sint-Niklaas: 1,2% Totaal 13 centrumsteden:: 1,1% Afsluitingen elektriciteit en aardgas: %-aandeel huishoudens met afgesloten elektriciteit: Sint-Niklaas: 0,09% Totaal 13 centrumsteden: 0,07% %-aandeel huishoudens met afgesloten aardgas: Sint-Niklaas: 0,07% Totaal 13 centrumsteden: 0,17%
3 d maatschappelijke en culturele ontplooiing -
-
Bezoekers van een plein-, parkevenement of zomerfestival (%-aandeel van de inwoners dat afgelopen jaar minstens één keer een plein-, parkevenement of zomerfestival heeft bezocht): Sint-Niklaas: 62,4% Totaal 13 centrumsteden: 61,7% Participatie in het verenigingsleven: (%-aandeel van de inwoners dat actief lid of bestuurslid is van één of meerdere verenigingen): Sint-Niklaas: 45,6% Totaal 13 centrumsteden: 45,5% Sportparticipatie (%-aandeel van de inwoners dat regelmatig actief aan sport doet): Sint-Niklaas: 47,7% Totaal 13 centrumsteden: 47,1% Deelname aan buurtactiviteiten: (%-aandeel van de inwoners dat afgelopen jaar heeft deelgenomen aan een buurtactiviteit): Sint-Niklaas: 24,0% Totaal 13 centrumsteden: 27,6% Intensiteit van contacten (%-aandeel van de inwoners met minstens wekelijks contact met nietinwonende familie, vrienden/kennissen of buren): Sint-Niklaas: 57,6% Totaal 13 centrumsteden: 60,1% Tevredenheid over speelvoorzieningen en geschikte plekken voor de jeugd (%-aandeel van de inwoners dat vindt dat er voldoende speelvoorzieningen zijn voor kinderen en voldoende geschikte plekken voor de jeugd): Sint-Niklaas: 39,8% Totaal 13 centrumsteden: 56,8% Tevredenheid over activiteiten voor ouderen in de buurt (%-aandeel 55-plussers dat tevreden is over de activiteiten voor ouderen in de buurt): Sint-Niklaas: 49,1% Totaal 13 centrumsteden: 59,1% Tevredenheid over het contact in de buurt (%-aandeel van de inwoners dat vindt dat het aangenaam is om in hun buurt met mensen te praten): Sint-Niklaas: 72,0% Totaal 13 centrumsteden: 71,3% Tevredenheid over het aanbod aan sport en recreatie (%-aandeel van de bevolking dat tevreden is over het aanbod aan sport en recreatie): Sint-Niklaas: 78,9% Totaal 13 centrumsteden: 76,1% Tevredenheid over het culturele aanbod (%-aandeel van de bevolking dat tevreden is over het culturele aanbod): Sint-Niklaas: 85%% Totaal 13 centrumsteden: 84,0% Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
181
4. Cijfers uit de prioriteitennota “25 prioriteiten voor Stad en OCMW Sint-Niklaas” van Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen Het aantal beslissingen van het bijzonder comité van de sociale dienst steeg van 6.081 in 2005 naar 12.467 in 2010: een verdubbeling (Jaarverslag 2010 van het OCMW) Volgens het jaarverslag 2010 van het OCMW kregen 599 mensen een leefloon. In de loop van 2010 waren er in totaal 140 gezinnen en alleenstaanden in budgetbeheer of budgetbegeleiding bij het team schuldhulpverlening van het OCMW. De gemiddelde wachttijd was 1,58 maanden. In 2010 kregen 154 mensen aanvullende steun vanuit het OCMW. Meer dan 2.000 personen in Sint-Niklaas doen regelmatig een beroep op voedselondersteuning Wekelijks zijn in Sint-Niklaas 400 mensen zonder papieren aangewezen op voedselhulp via de VLOS-kruidenier: 77 gezinnen, samen 343 personen, en 56 alleenstaanden. De winter van 2011-2012 werden via VLOS 28 personen opgevangen die bij extreme koude niet terecht konden bij het OCMW of in het station.
4 a Recht op wonen/recht op energie: -
Eind 2010 waren bij de SNMH 1.723 dossiers van kandidaat-huurders. Bij een gemiddelde van 3 personen per dossier zijn dit meer dan 5.000 personen die in Sint-Niklaas wachten op een sociale woning. De gemiddelde wachttijd voor een sociale woning in Sint-Niklaas bedroeg in 2010: 53 maanden voor een woning met 1 slaapkamer; 43 maanden voor een 2-slaakamerwoning en 55 maanden voor een woonst met 3 slaapkamers. Met 5,7% sociale woningen scoort Sint-Niklaas sowieso zwak ten opzichte van de ons omliggende gemeenten (Lokeren: 9,7%, Temse: 10,77%, Beveren: 6,54%,..) en andere centrumsteden (Genk: 13,46%, Mechelen: 9,74%,…). Elke week heeft 1 gezin in Sint-Niklaas te maken met uitdrijving door een deurwaarder. Zij worden letterlijk met hun meubels en huisraad op straat gezet. Gemiddeld werden in 2010 elke maand 134 dossiers op de LAC (Lokale AdviesCommissie voor water, gas en elektriciteit) in Sint-Niklaas behandeld. Dit is een stijging ten opzichte van 2009 met 11%; In de loop van 2010 werden 4 gezinnen afgesloten van elektriciteit na advies van de LAC, 17 gezinnen werden afgesloten van elektriciteit zonder advies van de LAC. Het ging telkens om nietbeschermde klanten. In de loop van 2010 werden 20 gezinnen (1 beschermde en 19 niet-beschermde klanten) afgesloten van aardgas na advies van de LAC, 32 gezinnen werden afgesloten zonder advies van de LAC (waarvan 3 beschermde en 29 niet-beschermde klanten) Op 31 december 2010 waren er in Sint-Niklaas 1.280 budgetmeters voor elektriciteit geplaatst, waarvan 673 actieve. Voor aardgas waren dit 492 actieve budgetmeters op een totaal van 612. In 2011 werden 4.497 Vlaamse gezinnen afgesloten van drinkwater. In centrum Sint-Niklaas werd volgens onze gegevens niemand afgesloten in 2010 en 2011: een unicum in Vlaanderen.
4 b Recht op vrije tijd, cultuur, sport en maatschappelijke ontplooiing -
-
-
In 2011 werden in Sint-Niklaas 3.322 kansenpassen uitgeschreven door de Stad en 142 via het Sint-Niklase OCMW. Dat brengt het totaal aantal individuele kansenpassen voor 2011 op 3.464. Bij de Stad spreekt men van jaarlijks een lichte stijging in aantal kansenpassen, bij het OCMW spreekt men van een stagnatie. 71 sociale organisaties beschikken over een begeleiderspas waarmee ze tegen het kansenpastarief aan het kansenpasaanbod kunnen deelnemen Daarnaast bestaat binnen Sint-Niklaas nog een systeem van de begeleiderspas. Organisaties kunnen beschikken over een soort van collectieve kansenpas, waardoor een begeleider, samen met tien mensen kan deelnemen aan activiteiten aan kansenpastarief. Sint-Niklaas koos ervoor lokaal een afsprakennota vrijetijdsparticipatie op te stellen en in te dienen bij de Vlaamse Overheid, waardoor het stadsbestuur jaarlijks een subsidie van 26.641 EUR ontvangt wanneer het stadsbestuur kan aantonen dat het, samen met het OCMW, meer dan het dubbele van het subsidiebedrag uitgeeft aan vrijetijdsparticipatie voor personen in armoede Sinds september 2011 mogen mensen zonder papieren geen volwassenenonderwijs meer volgen: 21 personen volgen Nederlandse les, conversatie en PC-lessen in het VLOScentrum.
182
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
4 c Recht op werk -
-
Eind 2010 hadden 599 personen recht op een leefloon. Over de laatste 5 jaar is dit een toename van ongeveer 30%. Van die personen die recht hadden op een leefloon maakten de jongeren (- 25jaar) een niet onbelangrijk deel uit: ongeveer 30% van het totaal aantal gerechtigden. Het aantal niet-werkende werkzoekenden eind juni 2011 bedroeg 2.504 NWWZ, waarvan 1.335 mannen en 1.169 vrouwen. Het aantal laaggeschoolde niet-werkende werkzoekenden stijgt in Sint-Niklaas opnieuw sinds 2008. Dit geldt voor de meeste centrumsteden. Wat betreft het aantal allochtone werklozen in Sint-Niklaas is er al jaren een stijgende lijn waar te nemen. De jongerenwerkloosheid in Sint-Niklaas ligt procentueel gezien vrij hoog in vergelijking met andere centrumsteden. De werkzaamheidsgraad in Sint-Niklaas voor mannen ligt enkel in Roeselare hoger, voor vrouwen scoren heel wat steden beter.
5. Sociale organisaties waarmee het stadsbestuur een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten Groep Intro Leerpunt Waasland Huis van het Nederlands CAW-Waasland VLOS Vrouwencentrum Westerbuurt Herleeft Zigzag Welzijnsschakels Jeugddienst Appelsien CGG-Waas en Dender Huurdersbond ATO LOGO-Waasland KAHO-Sint-Lieven
opleiding en tewerkstelling opleiding, basiseducatie opleiding, Nederlands voor anderstaligen Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, begeleiding diverse kwetsbare groepen, waaronder personen in armoede begeleiding kwetsbare groepen (vluchtelingen) dienstverlening naar (kwetsbare) vrouwen buurtwerking in kwetsbare buurt begeleiding kwetsbare groepen (personen uit de geestelijke gezondheidszorg) Sociale kruidenier: voedselverdeling aan en begeleiding van kwetsbare groepen (personen in armoede) begeleiding personen met een handicap Centrum Geestelijke gezondheidszorg: begeleiding kwetsbare groepen (mensen met psychische problemen, drugproblematiek,..) Juridische dienstverlening aan huurders Advies toegankelijkheid (personen met een handicap) Initiatieven m.b.t. het behalen van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen Opleiding
6 Uitsmijter: diversiteit en tolerantie (bron stadsmonitor 2011) (helemaal) eens
centrum
rand
Sint-Niklaas
13 steden
verschillende culturen in de stad is een goede zaak
31,50
29,50
30,70
43,00
voorstander activiteiten voor verschillende culturen
35,30
33,00
34,40
44,40
38,80
13,30
28,90
29,00
45,20
48,50
46,50
53,60
36,00
38,70
37,00
27,70
3,04
3,18
3,09
3,27
te veel mensen andere cultuur in mijn buurt mensen uit andere culturen sympathiek niet prettig als buren andere cultuur hebben tolerantie-index (1-5, 8ste) Sociale integratie in de buurt (helemaal) eens
centrum
rand
Sint-Niklaas
13 steden
mensen in de buurt zijn te vertrouwen
57,00
79,40
65,40
63,10
ik voel me thuis in deze buurt
60,80
78,10
67,30
65,50
ik heb veel contact met mijn directe buren
52,90
61,40
56,10
52,90
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
183
mensen in deze buurt zijn bereid elkaar te helpen
58,10
73,80
64,00
62,70
ik heb veel contact met andere buurtbewoners
34,00
46,70
38,80
37,80
buurtintegratie-index (1-5, 9ste)
3,04
3,18
3,09
3,27
B. SWOT-analyse welzijnsbeleid Sterktes Het lokaal sociaal beleid is gebaseerd op de realisatie van de sociale grondrechten en heeft een gevarieerd en sterk instrumentarium uitgebouwd: - Het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing wordt actief ingevuld door een goed uitgebouwde kansenpaswerking, een dynamisch buurtwerk, een toegankelijk sport- en vrijetijdsbeleid, onderling afgestemd tussen stad en OCMW. - Inzake gezondheidspreventie is er een goede samenwerking met en ondersteuning van LOGO Waasland en Wijkgezondheidscentrum De Vlier, en is er een systeem van dringende medische hulpverlening voor mensen zonder papieren. - Onder impuls van stad en OCMW is er een breed netwerk van en een begin van overleg tussen kansarmoedeorganisaties. De voedselbedeling werd onder impuls van de stad omgevormd tot een sociale kruidenier met groepswerk en vorming. - De stad is alert om overheidsopdrachten te laten uitvoeren door sociale economieprojecten. Sociale tewerkstelling wordt aangeboden door een bloeiende vzw Den Azalee en vzw Buurtbedrijf Drietakt, met een divers gamma van opdrachten. - In het onderwijs wordt een actief kansarmoedebeleid gevoerd via de inzet van brugfiguren, schoolparticipatiefonds en actieve kansarmoedewerkgroepen binnen het LOP. KAHO Sint-Lieven besteedt aandacht aan kansarmoede binnen de lerarenopleiding. Binnen het flankerend onderwijsbeleid is er afstemming met het kansarmoedebeleid en opvoedingsondersteuning. - Er is sinds jaar en dag een actief kinderopvangbeleid met een sterk stedelijk, divers, gespreid en inkomensgerelateerd aanbod; de opvoedingswinkel, met o.a. speel-o-theek en een Time outproject, is van pionier geëvolueerd naar een vaste waarde. - De stad stimuleert en stelt middelen ter beschikking voor innovatieve projecten De medewerkers van de welzijnsdienst zijn gemotiveerd en betrokken, deskundig en initiatiefnemend, zij beschikken over expertise en know how en zijn betrokken in netwerken en samenwerkingsverbanden. Zwaktes - Er is veel personeelsverloop of tijdelijke uitval binnen de sector; voor vervangingen zijn de diensten afhankelijk van rigide procedures. - In de kinderopvang is het personeel moeilijk recruteerbaar, ook omdat het werk gekoppeld is aan moeilijke uren (buitenschoolse) of een slecht statuut (onthaalouders). - De welzijnsdiensten zitten verspreid over verschillende lokalen, wat de samenwerking en de efficiëntie bemoeilijkt, in een infrastructuur die in enkele gevallen technische tekorten vertoont. - Er is een tekort aan kwaliteitsvolle vergader- en gespreksruimten. - De resultaten van de acties zijn moeilijk meetbaar en niet steeds zichtbaar; het profiel van de welzijnsdienst is niet duidelijk, waardoor de geloofwaardigheid bij het bestuur soms mank loopt. - Beleidsmatig is het welzijnsdomein geen prioriteit, welzijn wordt soms ingeschakeld voor andere actieplanen (veiligheid). - Het lokaal niveau heeft te weinig instrumenten om zelf beleid te maken. - Signalen uit het werkveld worden te weinig opgepikt en structureel aangepakt. - Etnisch-culturele minderheden worden individueel en als groep eerder als bedreiging dan als kans benaderd. - Er is te weinig ruimte voor het ontwikkelen van een langetermijnsbeleidsvisie; er gaat te veel aandacht naar symptoombestrijding. - Het welzijnsaanbod is vooral geconcentreerd op de centrumstad en te weinig op de deelgemeenten (bv lokale dienstencentra).
184
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Kansen - Met creativiteit en expertise, met ruimte voor experimenten en dankzij een uitgebreid welzijnsnetwerk kunnen we inspelen op veranderingen in de samenleving. - De BBC en een gericht personeelsbeleid bieden kansen voor een omslag van verticaal naar horizontaal beleid. - Nieuwe tijdelijke projecten kunnen een voedingsbodem zijn voor structurele werksoorten. - Nieuwe wetgeving (opvoedingsondersteuning, kinderopvang, integratie,…) kan een versterking betekenen voor de verankering en geloofwaardigheid van de welzijnsdienst. - De decretaal voorziene opname van de OCMW-voorzitter in het schepencollege kan leiden tot intensere samenwerking met de sociale dienst van het OCMW. Bedreigingen Wijzigingen in de politieke omgeving en maatschappelijke trends kunnen aanleiding geven tot afstoten of heroriënteren van bepaalde onderdelen van de werking. Voor de uitbouw van het welzijnsbeleid blijft de afhankelijkheid van externe (tijdelijke) subsidiëring sterk aanwezig, met onzekerheid over de continuiteit van initiatieven. Overregulering belemmert het initiatief.
17. Kansenbeleid en armoedebestrijding Zie boven.
18. Samenleving, integratie en buurtwerking Zie boven.
19. Opvoedingsondersteuning A. SWOT-analyse opvoedingswinkel Cijfers De stad Sint-Niklaas is de administratieve hoofdstad van het Land van Waas. Met 71.789 inwoners is Sint-Niklaas bovendien de grootste stad tussen Antwerpen en Gent. Op elk gebied heeft de stad een uitgesproken centrumfunctie in de regio: commercieel, arbeid, dienstverlening, cultureel, recreatief en wat opvoedingsondersteuning betreft: enige opvoedingswinkel van het Waasland Het centrum van de stad kent een hoge bevolkingsdichtheid. 33,5% van de kinderen tussen de 0 en 18 jaar is jonger dan 5 jaar. Het percentage 0-3 jarigen ten opzichte van het percentage jongeren ligt veel hoger dan het provinciaal gemiddelde. Het aantal gezinnen in Sint-Niklaas stijgt. In vergelijking met andere steden in Oost Vlaanderen kent de stad Sint-Niklaas veel meer gezinnen die niet meer samenwonen en ongehuwd zijn, m.a.w. de stad Sint-Niklaas kent veel minder gezinnen die samenwonen. De meeste gezinnen in Sint-Niklaas bestaat uit 2 personen (ouder + kind?). Het aantal gezinshoofden jonger dan 25 jaar is significant. De stad kent, in vergelijking met het provinciaal gemiddelde, veel meer grote gezinnen (bestaande uit 6 of 7 personen). In het lager onderwijs hebben 18% van de kinderen te kampen met een schoolse achterstand. Het provinciaal gemiddelde ligt significant lager. Het aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen is de laatste acht jaar toegenomen. Ook hier ligt het aantal van de stad Sint-Niklaas boven het provinciaal gemiddelde. Het gemiddeld inkomen van de Sint-Niklaase burger is minder dan 1400 euro/ maand. In
Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
185
het hartje van de stad is ongeveer 10 % werkzoekend. In totaal zijn er 258 personen in SintNiklaas die recht hebben op een leefloon én minimum 1 kind ten laste hebben. Op Gent na, scoort Sint-Niklaas hier het hoogst in de hele provincie. 5,5% van de Sint-Niklaase bevolking is niet Belg. Dit cijfer ligt boven het provinciaal gemiddelde. Eén op de vier kinderen is van allochtone afkomst. Sint-Niklaas kent 5 achtergestelde buurten waar in totaal 3386 gezinnen leven. Samen met Gent, Lokeren, Zele, Aalst en Ronse is Sint-Niklaas in de provincie de stad met de meeste achtergestelde buurten. De gemiddelde oppervlakte per woning is tussen de 25-45 vierkante meter. Bijna de helft van de gezinnen heeft geen auto.
Bevolkingsopbouw kinderen 2010 op een totale bevolking van 71.789 inwoners 0 – 2 jaar 2637 17,25% 3 – 5 jaar 2482 16,23% 6 – 11 jaar 4510 29,50% 12 – 18 jaar 5661 37,02% 15290 100% Ouders, grootouders maken dan ook een grote potentiële doelgroep uit waarnaar de opvoedingswinkel een aanbod heeft. Daarnaast is Sint-Niklaas ook een „scholenstad‟ waar leerkrachten ook geconfronteerd worden met hun opvoedingstaak, waar de opvoedingswinkel ook kan ondersteunen.
20. Kinderopvang A. Omgevingsanalyse a) Demografische cijfers5 Observatie 2008:
geboorten: 0 – 2-jarigen: 5 – 6-jarigen:
818 2.430 1.407
Prognose 2017:
0 – 2-jarigen: 5 – 6-jarigen:
2.749 1.771
(= 11,68 /1.000 – prov. gemiddelde:10,43/1.000)
= stijging met 11,6% = stijging met 20,55%
b) Aanbod kinderopvang in 2011
1. Opvang van baby‟s en peuters Onthaalouders:
- 2 erkende diensten, met een totale erkenning voor 328 kindplaatsen - 3 zelfstandige onthaalouders, waarvan 1 inkomensgerelateerd werkt (17 kindplaatsen) Totaal: 345 kindplaatsen, waarvan 329 inkomensgerelateerd
Kinderdagverblijven:
- 3 erkende stedelijke KDV: 122 kindplaatsen (met 3 plaatsen occasionele opvang en 14 plaatsen zaterdagopvang) - erkend KDV Zonnestraal: 56 kindplaatsen - lokale dienst Reddy Teddie: 22 kindplaatsen - 7 zelfstandige KDV – inkomensgerelateerd: 137 kindplaatsen - 12 zelfst. KDV – vrije prijs: 218 kindplaatsen Totaal: 555 kindplaatsen, waarvan 337 inkomensgerelateerd 5
Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering en Provinciale Afdeling Kind en Gezin 186
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Totaal opvangaanbod voor baby‟s en peuters: 900 plaatsen
Evolutie opvang voor baby‟s en peuters:
- voorschoolse kinderopvang is gedaald van 40,3 % (2005) naar 37,3% (2010) Oorzaak: aanbod is gelijk gebleven, maar vraag is gestegen - kinderopvang in eigen wijk is gedaald van 88,3% (2007) naar 84,1 % (2011) Ouders moeten zich dus verder verplaatsen voor kinderopvang - het aanbod is absoluut gezien groter in de stad zelf dan in de deelgemeenten, zeker wat stedelijke kinderopvang betreft. Toch is er meer inkomensgerelateerde opvang in de deelgemeenten omdat daar meer zelfstandige kinderdagverblijven volgens inkomen werken.
2. Buitenschoolse kinderopvang - IBO: erkenning voor 526 plaatsen - 20 locaties
Vakantieopvang:
- IBO: erkenning voor 219 plaatsen - 4 locaties - Driekoningen: 28 plaatsen vakantieopvang - 1 zelfst. KDV heeft 25 plaatsen voor opvang tijdens zomervakantie Totaal: 272 kindplaatsen, waarvan 247 inkomensgerelateerd
- Open Stadion en speelpleinwerkingen c) Overzicht soorten opvang in Sint-Niklaas -
dagopvang (gezins- en groepsopvang) occasionele opvang flexibele opvang (zaterdagopvang en kinderhotel) urgentieopvang buurtgerichte opvang therapeutisch kinderdagverblijf opvang voor zieke kinderen buitenschoolse opvang en vakantieopvang
d) Kostprijs stedelijke kinderopvang (cijfers 2010) = wat de stad zelf bijdraagt voor de kinderopvang
Werkingskosten
Kinderdagverblijven: Onthaalouders: IBO:
508.499 EUR 51.918 EUR 264.724 EUR
Investeringskosten
527.460 EUR (waarvan 380.000 EUR voor aankoop PieterNel)
e) Algemene tendensen - stijging van het budget voor voorschoolse opvang te verwachten (decreet: tegen 2020 behoeftedekkend aanbod) , maar het is nog niet duidelijk of dit een uitbreiding van de gesubsidieerde opvang betekent - momenteel stimuleert de overheid eerder kleinschalige, buurtgerichte kinderopvang dan grote crèches en probeert ook zelfstandige kinderdagverblijven inkomensgerelateerd te laten werken. - sinds vorig jaar kunnen ook lokale overheden een beroep doen op VIPA-subsidiëring, op voorwaarde dat het om een nieuwbouw gaat en Kind en Gezin van bij het begin bij de plannen betrokken wordt. Dit geldt enkel voor gebouwen voor voorschoolse opvang, niet voor buitenschoolse. - gemeenten zullen verplicht worden een lokaal loket kinderopvang op te richten, waar alle initiatieven op het grondgebied zich moeten melden, met hun vrije plaatsen, en langs waar ouders moeten passeren om een plaats te krijgen.. - regering maakt werk van een nieuw statuut voor onthaalouders – nieuw elan voor de dienst? Bijlage 4: omgevingsanalyses | Meerjarenplan 2014-2019
187
- nieuw decreet buitenschoolse opvang is in voorbereiding, waarbij kinderopvang tot 12 jaar een gedeelde verantwoordelijkheid wordt van lokaal bestuur, welzijn en onderwijs. De gesprekken over dit „web- en nestmodel‟ zijn op kabinetsniveau gestart. Basisidee: kinderopvang zorgt voor opvang – 6jarigen, onderwijs voor 6 tot 12-jarigen i.s.m. andere partners (sport, cultuur, vrije tijd,…) en het lokaal bestuur coördineert dit alles. - wellicht mogen IBO‟s in de toekomst alleen nog de langdurige opvang doen en wordt de ochtendopvang sowieso terug naar de school doorverwezen f)
Lokale tendensen
- de vraag naar kinderopvang zal, gezien de demografische cijfers, de komende jaren stijgen. - er willen meer zelfstandige kinderdagverblijven in Sint-Niklaas overstappen naar IKG, maar er zijn momenteel door Vlaanderen onvoldoende budgetten voorzien - vraag naar kinderopvang in de buurt stijgt, mede door mobiliteitsproblemen - aantal onthaalouders daalt verder - stedelijke vakantieopvang (Driekoningen en De Sprinkhaan) richt zich noodgedwongen steeds meer op de -6-jarigen, zodat de oudere kinderen een alternatief moeten zoeken - scholen moeten steeds meer bijspringen voor de schoolgebonden opvang omdat de vraag stijgt en er geen uitbreiding binnen het Weerwerkproject mogelijk is
188
Meerjarenplan 2014-2019 | Bijlage 4: omgevingsanalyses
Meerjarenplan 2014-2019 bijlage 5: overzicht renteloze leningen Lening nr. Atletiekclub Waasland
8
Bedrag 100.000
SC 12/10/09 14/06/10
datum Uitbetaling uitbetaling 77.545,62
28/12/09
22.454,38
26/06/10
Bevrijde Wereld vzw
-
200.000
28/09/09
200.000
28/09/09
Bevrijde Wereld vzw
9
235.000
27/02/12
193.174,44
19/03/12
41.825,56
29/05/12
CAW Waasland vzw
Termijn
Uitg.art.nr.
10 jaar
7641/820-51
max. 2 jaar 84903/820-51
De Spiegel-Casinoproject vzw
10 (2)
150.000
2/05/11
150.000
5/07/11
25 jaar
76208/820-51
De Vlier WGC vzw
11 (1)
40.000
28/05/10
40.000
14/06/10
3 jaar
131/820-51
25.000
Ons Heem vzw
-
150.000
9/07/12
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
2010
200.000 84903/870-01
5698/09
19/07/2013
2013
11.750 131/870-01
5892/11
5908/11
76209/820-51
17
Overbruggingskrediet tot verkoop (prefin.max. 3 jaar) Renteloos, aanpas.gezondh.index
6/09/2011
76208/870-01
25 jaar
Masereelfonds
10.000
5699/09
27/07/10
337.500
2013
76209/870-01
250.000
6/12/10
Rente vlgs. gem.beleggingsopbr.
2011 2012 2012 2013
8/06/09
337.500
5697/09
131/870-01
250.000
14
10.000 7641/870-01 10.000 10.000
2014
10 (1)
Hof Ter Welle
2010 2011 2012
131/820-51
De Spiegel-Casinoproject vzw
1/12/08
Def.recht
20 jaar
9/07/12
200.000
Ontv.art.nr.
131/820-51
216.000
-
3/12/2012 4/06/2013
Bedrag Jaar aflos. terugbet.
20 jaar
-
Het Veer vzw
Datum terugbet.
voorlopig niet nodig
20 jaar
131/820-51
28/06/11
20 jaar
131/820-51
15 jaar
131/820-51
20 jaar
131/820-51
26/11/2013
11/09/2012
2011
13.333,33 131/870-01
12/09/2012
2012
13.333,33
16/04/2013
2013
13.333,33
16/07/2013
2012
16.875
16/07/2013
2013
16.875
2013
1.667,67
Categorie
Renteloos, aanpas.gezondh.index
2175/10
Renteloos, indexatie jaarl.terugbet. Renteloos, indexatie jaarl.terugbet. Prefinanciering max. 3 jaar
131/870-01
Renteloos, aanpas.gezondh.index
131/870-01
5890/2011 Renteloos, aanpas.gezondh.index
131/870-01
Renteloos, aanpas.gezondh.index
131/870-01
Renteloos, aanpas.gezondh.index
1/6
Wase Dierenbescherming
De Vlier WGC vzw
-
100.000
23/01/12
11 (2)
40.000
28/01/13
2.043.500 Saldo uitstaand
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
voorlopig niet 40.000
3 jaar
131/820-51
1.352.500 (1)
131/870-01
Prefinanciering max. 3 jaar. Aanpas. gezondh.index
327.168 (2)
1.025.332 (1) - (2)
26/11/2013
2/6
Renteloze leningen SNMH Lening nr.
Bedrag
SC
datum Uitbetaling uitbetaling
Termijn
Uitg.art.nr.
Datum terugbet.
Bedrag Jaar aflos. terugbet.
Ontv.art.nr.
Def.recht
Categorie
Clementwijk (SNMH)
13
597.474,45
25/01/10
597.474,45
20/12/10
3 jaar
131/820-51
2015?
131/870-01
4875/10
Prefinanciering max. 3 jaar (ter.bet. binnen 1 jaar ná start bouwwerkzaamh.)
Vijfstraten (SNMH)
15
870.000
25/01/10
509.334,27
28/06/11
3 jaar
131/820-51
2014
131/870-01
5891/11
Renteloos. Prefinanciering max. 3 jaar.
Watermolenwijk (SNMH)
12
316.883,45
25/01/10
316.883,45
22/11/10
3 jaar
131/820-51
2013
316.883,45 131/870-01
4874/10
Renteloos. Prefinanciering max. 3 jaar.
5300/10
1.784.358 Saldo uitstaand
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
1.423.692 (1)
316.883,45 (2)
1.106.809 (1) - (2)
26/11/2013
3/6
Renteloze leningen jeugdbewegingen
Scouts en Gidsen d'Olmen
Scouts Sint-Kristoffel
Lening nr. 7
16
Bedrag 75.000
SC 29/09/08
50.000
12/07/11
Scouts Sint-Tarsicius
50.000 GR 25/1/13
7e FOS Seascouts Mercator Waasland
15.000
datum Uitbetaling uitbetaling 25.000 19/02/09 25.000 18/06/09 22.000 4/04/10 3.000 11/04/11 50.000
10/08/11
29/05/12
190.000 Saldo uitstaand
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
Datum terugbet. 23/03/10 12/09/12 28/08/12 23/07/13
Bedrag Jaar aflos. terugbet. 2010 3.000 2011 3.000 2012 3.000 2013 3.000
Termijn 25 jaar
Uitg.art.nr. 761/820-51
20 jaar
761/820-51
20 jaar
761/820-51
761/870-01
Renteloos, aanpas.gezondh.index
20 jaar
761/820-51
761/870-01
Renteloos, aanpas.gezondh.index
125.000 (1)
16/07/13 16/07/13
2012 2013
2.500 2.500
Ontv.art.nr. 761/870-01
Def.recht 5955/08
Categorie Renteloos, aanpas.gezondh.index
761/870-01
5299/10
Renteloos, aanpas.gezondh.index
17.000 (2)
108.000 (1) - (2)
26/11/2013
4/6
Renteloze leningen vzw VESTA Lening nr. vzw VESTA
Bedrag 210.000
SC 2006
datum Uitbetaling uitbetaling 210.000 16/10/07
Termijn 20 jaar
Uitg.art.nr. 84907/820-51
Datum terugbet. 16/01/07
30/12/08 31/03/09 7/01/10 24/03/11 12/01/12 31/01/13
210.000 Saldo uitstaand
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
210.000 (1)
Bedrag Jaar aflos. terugbet. Ontv.art.nr. 2007 10.500 84907/870-51
2008 2009 2010 2011 2012 2013
10.500 10.500 10.500 10.500 10.500 10.500
Def.recht Categorie jaarlijks Renteloos zonder telkens D.R. aanpas.gezondh.index + fact.
84907/870-51 84907/870-51 84907/870-51 84907/870-51 84907/870-51 84907/870-51
73.500 (2)
136.500 (1) - (2)
26/11/2013
5/6
Renteloze leningen Lening nr. Plateaulift Christus Koningkerk
Witte Molenfeesten
Soc.huurwoningen (8),woning Glycinenplein, soc.app.(3) J.V.arteveldestr. (SNMH)
Bedrag 49.944,07
10.000
SC
28/02/11
500.000
h:/fina10/stad/2009/MJP 2014-2019 Bijlage 05 Renteloze leningen.xlsx
datum Uitbetaling uitbetaling 49.944,07
10.000
4/03/11
Termijn 4 jaar
Uitg.art.nr. 790/685-51
5 jaar
76302/332-02
3 jaar
Regie gronden bouwbeleid
26/11/2013
Datum terugbet. 29/11/2011
Bedrag Jaar aflos. terugbet. 10.000
27/12/2012
9.420,12
Ontv.art.nr. 790/685-51
Def.recht 4951/10
Categorie Terugvorderbaar voorschot
76302/380-48
947/11
Terugvorderbaar voorschot Prefinanciering max. 3 jaar. Aanp.gezondh.index
6/6
Meerjarenplan 2014-2019 bijlage 6: verbonden entiteiten
Overzicht entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa (Intergem) Volstort Nr. 001
Omschrijving Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
Aantal
Volstortingswaarde maand december 1994, nl. 38,92 EUR per aandeel.
Onderschreven bedrag
Nog vol te storten
Netto-bedrag
5.406.159,99
5.406.159,99
3.028.240,40
3.028.240,40
1.780 Volstortingswaarde 1.593 fr. per aandeel
70.293,16
70.293,16
025
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
Volstortingswaarden : 12.873 aandelen aan 1.592 fr. per aandeel 15.185 1.488 aandelen aan 1.569 fr. per aandeel 814 aandelen aan 1.583 fr. per aandeel
598.222,50
598.222,50
028
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
Volstortingswaarden : 7.989 1.021 aandelen aan 1.593 fr. per aandeel 6.968 aandelen aan 1.606 fr. per aandeel
317.697,64
317.697,64
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
volstortingswaarden : 1267 aandelen aan 1.618 fr. per aandeel 19.600 4413 aandelen aan 1.618 fr. per aandeel 5799 aandelen aan 1.625 fr. per aandeel 8121 aandelen aan 1.626 fr. per aandeel
788.752,18
788.752,18
001 024
033
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
115.092
Toegepaste waarderingsregel
233.988 Volstortingswaarde: 70% participatie
035
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
volstortingswaarden : 3975 aandelen aan 1.634 fr. per aandeel 15.584 1206 aandelen aan 1.634 fr. per aandeel 4478 aandelen aan 1.636 fr. per aandeel 5925 aandelen aan 1.640 fr. per aandeel
029
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
Volstortingswaarden : 11.030 2.774 aandelen aan 1.615 fr. per aandeel 8.256 aandelen aan 1.615 fr. per aandeel
441.600,87
441.600,87
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
volstortingswaarden : 3.819 aandelen aan 1.624 fr. per aandeel 3.367 aandelen aan 1.650 fr. per aandeel 23.824 2.081 aandelen aan 1.624 fr. per aandeel 4.528 aandelen aan 1.636 fr. per aandeel 10.029 aandelen aan 1.641 fr. per aandeel
966.893,94
966.893,94
039
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
volstortingswaarden : 1,562 aandelen aan 1.666 fr. per aandeel 15.872 6.151 aandelen aan 1.691 fr. per aandeel 6.699 aandelen aan 1.700 fr. per aandeel 1.460 aandelen aan 1.734 fr. per aandeel
667.453,07
667.453,07
041
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
volstortingswaarden : 9.185 1,094 aandelen aan 1.726 fr. per aandeel 8,711 aandelen aan 1.756 fr. per aandeel
398.329,27
398.329,27
44
Intergem : kapitaalsaandelen elektriciteit
16.280,31
16.280,31
037
379 469.508
volstortingswaarden : 379 aandelen aan 43,01 EUR per aandeel
632.317,06
632.317,06
13.332.240,40
0,00
13.332.240,40
001
Intergem : kapitaalsaandelen "A" elektriciteit
048
Intergem : kapitaalsaandelen "F" elektriciteit
049
Intergem : kapitaalsaandelen "E" elektriciteit
-
Te voorzien in budgetwijziging 2013: kapitaalsvermindering A-aandelen tengevolge van opmerking provincie n.a.v. controle jaarrekening 2011 (saldo op IR-nr per 31-12-2011 = 1.127.442,61)
-7.306.957,78
134.145
Te voorzien in budgetwijziging 2013: kapitaalsvermeerdering F-aandelen tengevolge van opmerking provincie n.a.v. controle jaarrekening 2011
6.648.685,12
13.281
Te voorzien in budgetwijziging 2013: kapitaalsvermeerdering E-aandelen tengevolge van opmerking provincie n.a.v. controle jaarrekening 2011
658.272,66
616.934
13.332.240,40
Overzicht entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa (diverse deelnemingen) Volstort Nr.
004
Omschrijving
Fingem : F-aandelen
Aantal
Toegepaste waarderingsregel
Statutaire waarde van 24,78935 EUR (kapitaalsverhoging met 1 aandeel overname Tevelo, TV12.963 Oost en de ICS/KNP-activiteit van Intergem door Fingem EN kapitaalsverhoging afronding waarde per aandeel op 25 EUR).
Onderschre-ven bedrag
324.119,66
Nog te volstorten
% % nog te % Netto-bedrag onderschreven volstorten nettobedrag bedrag bedrag
324.119,66
2,96%
0,00%
2,96%
005
Gemeentelijke Holding nv Gemeentelijke Holding nv Gemeentelijke Holding nv
006 007 008 009
Gemeentedienst van België N.V.(=ontbonden) Kredietm'ij Onze Thuis (SJK Kredietmaatschappij) Uw eigen huis der Vlaanderen Gewestelijke maatschappij voor volkswoningen Sint-Gillis-Waas
010
MIWA
011
Intercom. vereniging voor Crematoriumbeheer Oost-Vlaanderen (Intercom. Westlede)
013
De Lijn
014
Sint-Niklase maatschappij voor de Huisvesting
016
T.M.V.W.
017
De Vooruitziende Werkman
018
SIMV (=IMABO NV)
Boekwaarde per aandeel 18,64 EUR Boekwaarde per aandeel 40,96 26.161 EUR Boekwaarde per aandeel 40,96 27.000 EUR 85.500
0 Nominale waarde van 24,79 EUR 23.544
Nominale waarde van (0,20624108053 EUR) geen
3.150 Nominale waarde van 2,50 EUR 130 Nominale waarde van 12,50 EUR 23.736
Nominale waarde van 25 EUR (46,5063616447 EUR)
Nominale waarde van 2.478,93524773 EUR (cf 70 confirmatie = 173.525,47 EUR zie ook conf.2004) Nominale waarde van 24,79 EUR, 290 te voldoen bij annuïteiten (klein afrondingsverschil) 7.000
Nominale waarde van 2,50 EUR (70 % nog te volstorten)
Nominale waarde van 2.479 EUR: 27 in het bezit van het stedelijk waterbedrijf
1.593.720,00
1.593.720,00
14,54%
0,00%
14,54%
1.071.554,56
1.071.554,56
9,78%
0,00%
9,78%
1.105.920,00
1.105.920,00
10,09%
0,00%
10,09%
0,00
0,00
0,00%
0,00%
0,00%
4.855,74
4.855,74
0,04%
0,00%
0,04%
7.875,00
7.875,00
0,07%
0,00%
0,07%
406,25
0,01%
0,01%
0,00%
593.400,00
593.400,00
5,41%
0,00%
5,41%
173.525,80
173.525,80
1,58%
0,00%
1,58%
1.625,00
1.218,75
7.188,91
861,40
6.327,51
0,07%
0,01%
0,06%
17.500,00
12.250,00
5.250,00
0,16%
0,11%
0,05%
0,00
0,00
0,00
0,00%
0,00%
0,00%
0
(Nominale waarde van 24,79 EUR) verkoop 500 EUR in 2005
0,00
0,00
0,00%
0,00%
0,00%
5.479
(Nominale waarde van 25 EUR) fractie = 7,63 EUR
136.975,00
136.975,00
1,25%
0,00%
1,25%
019
Intercommunale vereniging Land van Waas = Interwaas
019
Intercommunale vereniging Land van Waas = Interwaas
1.997
020
Wase Landmaatschappij
021
Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting van Beveren
022
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
102
Tevelo
33.909 Nominale waarde van 25 EUR
847.725,00
169.545,00
678.180,00
7,74%
1,55%
6,19%
Nominale waarde van 25 EUR (2011)
49.925,00
9.985,00
39.940,00
0,46%
0,09%
0,36%
Nominale waarde van 2,50 EUR Nog 119,86 EUR (2012) te boeken 2.378 op #28212 in 2013 na budgetwijziging 2013.
5.945,00
2.828,76
3.116,24
0,05%
0,03%
0,03%
200 Nominale waarde van 12,40 EUR
2.480,00
1.860,00
620,00
0,02%
0,02%
0,01%
5.015.025,00
1.797.849,33
3.217.175,67
45,76%
16,40%
29,36%
0,00
0,00%
0,00%
0,00%
8.962.961,43
100%
18%
82%
200.601 Nominale waarde van 25 EUR Nominale waarde van 26,50 EUR. 0 Overdracht naar Fingem per 30/06/2007. Totalen
0,00
10.959.359,67
1.996.398,24
Vertegenwoordiging stad Sint-Niklaas in verenigingen, vennootschappen en samenwerkingsverbanden - legislatuur 2013-2018 Versie 27-09-2013
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
1 Algemeen Ziekenhuis Nikolaas
AV
1
Bart Merckx
GR 22-02-2013
2 Algemeen Ziekenhuis Waasland
AV
1
Luk Huys
GR 26-04-2013
B
RVB
1
Luk Huys (raadgevende stem)
van rechtswege als lid AV
B
3 Archeologische Dienst Waasland
RVB
2+1 namens opp.
GR 22-02-2013
B
4 Autonoom gemeentebedrijf 't Bau-huis
RVB
GR 25-01-2013
NB
Annemie Charlier (ondervoorzitter RVB 13-03-2013)
Ilse Bats
Marc Heynderickx (raadgevende stem)
12
Carl Hanssens (voorzitter), Marijke Henne, Marcel Van Looy, Cansu Özen
Wout De Meester, Gaspard Van Peteghem, Bart Foubert
Anita Dhollander, Monique Van Hecke
Directiecomité
5
Carl Hanssens (voorzitter), Marijke Henne (lid), Marcel Van Looy (lid)
Wout De Meester (ondervoorzitter), Gaspard Van Peteghem (lid)
SC 11-02-2013
RVB 15-042013
NB
5 Bedrijvencentrum De Punt nv
RVB
2
Sofie Heyrman Julien (mandaat verstrijkt Ghesquière in 2016) (mandaat verstrijkt in 2016)
GR 24-05-2013: herroeping mandaat bestuurders
wordt voorgelegd aan RVB 2106-2013
NB
6 Bekken van de Gentse Kanalen
Algemene 1 eff. + 1 pv Filip Baeyens (pv.) Bekkenvergaderin g
Gaspard Van Peteghem (eff.)
GR 25-10-2013
Bekkenbureau
1
Gaspard Van Peteghem
GR 25-10-2013
Ambtelijke contactpersonen
2
7 Benedenscheldebekken
Frans Wymeersch
Ronny Suy
Ali Salhi
Stefan Baes, SC 30-09-2013 Filip Brokken
Algemene 1 eff. + 1 pv Filip Baeyens (pv.) Bekkenvergaderin g
Gaspard Van Peteghem (eff.)
GR 25-10-2013
Bekkenbureau
Gaspard Van Peteghem
GR 25-10-2013
1
1
1
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
8 Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw
9 Breimuseum Sint-Niklaas vzw
AV
1 eff. + 1 pv.
RVB
0
AV
1
Annemie Charlier
RVB
2
Annemie Charlier
1 eff. + 1 pv.
eff. Peter Buysrogge, pv. Marcel Van Looy
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
eff. Jan Verheyden, pv. Veerle Stuer
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd GR 22-02-2013
SC 04-02-2013: geen kandidatuur indienen GR 22-02-2013 Gerrit Van Puyvelde
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
10 Burensportdienst Waasland
Beheerscomité
11 Buurtbedrijf Drietakt vzw
AV
4
Monique De Bie, Johan De Beule
Christel Geerts, Sofie Heyrman
RVB
max. 2
Monique De Bie
Christel Geerts
AV
13
4: Carl Hanssens, Marcel Van Looy, Jan Verhofstadt, Leen Bosteels
3: Aster Baeck, Steve Vonck, Brenda De Cock
RVB
5
3: Carl Hanssens 2: Steve Vonck, (voorzitter), Marcel Brenda De Cock Van Looy, Jan Verhofstadt
GR 22-02-2013 AV 27-03-2013 voorzitterschap Carl Hanssen: SC 11-02-2013
AV
2
Marijke Henne
GR 22-02-2013
RVB
1
Marijke Henne
GR 22-02-2013
NB
AV
1 eff. + 1 pv.
eff. Filip Herman, pv. Evert Dehandschutter
GR 22-02-2013
NB
Filip Herman
GR 22-02-2013
B
1
Carl Hanssens
GR 25-01-2013
NB
RVB
1
Carl Hanssens
GR 25-01-2013
NB
AV
1
Veerle De Beule
GR 22-02-2013
Raadgevend comité
1
12 Centrummanagement Sint-Niklaas vzw
13 Centrum voor Basiseducatie - Leerpunt Waas & Dender vzw
14 Centrum voor Informatica vzw (CEVI)
15 CIPAL DV (voorleggen aan GR na aanvaarding toetreding stad SN in algemene vergadering juni 2013)
RVB
1
AV
1 (eff. + pv. ???)
16 Erkend Regionaal Samenwerkingsverband AV Oost-Vlaanderen vzw
17 Ethias Gemeen Recht
18 Euregio Scheldemond
Scheldemondraad
19 Festival van Vlaanderen Gent en Historische Steden vzw
RVB
GR 22-02-2013 GR 22-02-2013 2: Florence Verschueren, Marleen Vanhuffel
2: Jan Snellings, 1: Karel Noppe Karin Milik
Tim De Roeck
Ali Alci
NB
GR 22-02-2013
GR 22-02-2013
1 namens Lieven gemeenten Dehandschutter OostVlaanderen 1
1: Wim Maes
wordt voorgelegd aan AV 2406-2013
NB
B
SC 25-02-2013
Annemie Charlier
GR 22-02-2013
2
NB
2
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
20 Fingem
24 Het Veer Therapeutisch Kinderdagverblijf vzw
1 eff. + 1 pv.
eff. Luk Huys, pv. Veerle De Beule
GR 24-05-2013
NB
1
Marcel Van Looy
GR 22-02-2013
B
1 eff. + 1 pv.
eff. Mike Nachtegael, pv. Ali Alci
GR 22-02-2013
AV
1
Mario Schelfhout
GR 22-02-2013
RVB
1
Mario Schelfhout
GR 22-02-2013
AV
1
Johan De Beule
GR 22-02-2013
RVB
1
Johan De Beule
GR 22-02-2013
AV
1 1 1 eff. + 1 pv.
RVB
1
AV
27 Integratieprojecten Welzijn en Werkgelegenheid vzw
AV
1 eff. + 1 pv. 2
RVB
1
AV
2
RVB
1
AV
2
RVB
1
AV
2
RVB 31 Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven cvba (ISWa)
SOS 2012
AV 27-06-2013
26 Inburgering Oost-Vlaanderen vzw
30 Jobs en Milieu vzw (JOMI)
Open Vld
NB
RVB
29 Diversiteit in Tewerkstelling vzw (DIT)
Vlaams Belang
GR 22-02-2013
25 Huis van het Nederlands Oost-Vlaanderen AV vzw
28 Adviesbureau Toegankelijke Omgeving vzw (ATO)
CD&V
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
1 eff. en 1 eff. Filip Baeyens, pv. pv. Luk Huys
RVB
23 Gewestelijke Maatschappij voor Volkswoningen (Sint-Gillis-Waas) cvba
sp.a-Groen
administratie
AV 21-03-2013
21 Gemeentelijke Holding nv (in vereffening) AV
22 Gewestelijke Maatschappij voor Huisvesting (Beveren) cvba
oppositie
B NB
AV 21-06-2013 (tot AV 2018)
B
Sofie Heyrman
GR 22-02-2013
Sofie Heyrman
GR 22-02-2013
NB
pv. Hasan Bilici
GR 22-02-2013
NB
Marijke Henne
GR 22-02-2013
NB
eff. Marijke Henne
pv. Ali Alci
GR 22-02-2013
NB
Kelly Van Elslande
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
Kelly Van Elslande
Kelly Van Elslande Kelly Van Elslande
NB
NB NB
Tim De Roeck
GR 22-02-2013
NB
AV 13-03-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Hasan Bilici, pv. Wout De Meester
GR 22-02-2013
NB
AV 12-06-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Wout De Meester, pv. Christel Geerts
GR 24-05-2013
NB
RVB
1
eff. Marijke Henne
AV 17-05-2013 (tot AV 2017)
1+1 namens opp.
Ali Alci
Anita Dhollander (raadgevende stem)
GR 22-02-2013
3
Ali Alci: benoemd AV 13-03-2013 Anita Dhollander: akte genomen AV 13-03-2013
NB
3
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
Technisch comité
32 Intercommunale Vereniging voor Crematoriumbeheer in de Provincie OostVlaanderen
34 Intergemeentelijk Project "Het Land van Reynaert"
sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
0
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd SC 04-02-2013: niemand afvaardigen
AV 20-03-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Ali Alci, pv. Hasan Bilici
AV 18-06-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Ali Alci, pv. Hasan Bilici
1+1 namens opp.
Sofie Heyrman
RVB
33 Intercommunale Vereniging voor Energieleveringen in Midden-Vlaanderen (Intergem)
oppositie
GR 22-02-2013
NB
GR 24-05-2013
Wouter Van Bellingen (raadgevende stem)
GR 22-02-2013
AV 21-03-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Wout De Meester, pv. Sofie Heyrman
AV 27-06-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Wout De Meester, pv. Christel Geerts
GR 24-05-2013
NB
benoemd AV 20-03-2013
GR 22-02-2013
B
NB
NB
RVB
1
Mike Nachtegael
GR 22-02-2013
niet benoemd
Regionaal bestuurscomité Noord AV
1
Mike Nachtegael
GR 22-02-2013
AV 21-03-2013
Lucien Bats
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
RVB
2
Annemie Charlier
1
Annemie Charlier
35 Intergemeentelijk Samenwerkingsverband AV 20-03-2013 van het Land van Waas (Interwaas)
1 eff. + 1 pv.
eff. Maxime Callaert, pv. Kelly Van Elslande
AV 29-05-2013
1 eff. + 1 pv.
eff. Maxime Callaert, pv. Kelly Van Elslande
RVB
8 + evt. 1 4: Lieven namens Dehandschutter oppositie (ondervoorzitter RVB 20-03-2013), Peter Buysrogge, Annemie Charlier, Carl Hanssens
Directiecomité
Lieven Dehandschutter, Peter Buysrogge
GR 22-02-2013
NB
GR 24-05-2013
4: AV 2013-AV 2019: Christel Geerts (ondervoorzitter RVB 20-03-2013), Wout De Meester, Hasan Bilici / AV 2013-AV 2017: Ali Alci / AV 2017-AV 2019: Ilse Bats
Ronny Suy (raadgevende stem)
Christel Geerts, Wout De Meester
4
GR 22-02-2013
B
NB
AV 20-03-2013
B
RVB 20-032013
B
4
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Deskundigen
Beleidsgroep FRGE Kredietcommissie FRGE
Open Vld
SOS 2012
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
Peter GR 24-05-2013 Deckers, Julien Van Geertsom, Dirk Bulteel, Piet Callens, Pieter Van Oost, Jef Foubert, Rik Daelman (aandacht: niet vanuit administratie; voorgedrage n op voorstel van gemeentelijk e vertegenwoor digers) 1 eff. + 1 pv.
benoemd AV 29-05-2013
B
eff. Christien SC 04-03-2013 Geldolf, pv. Bart Roels
1
Dirk Nevejans (OCMW)
36 Interlokale Vereniging Drugpunt Waas
Beheerscomité
1 eff. + 1 pv. Lieven pv. + Dehandschutter bevoegde ambtenaar
37 Interlokale Vereniging Kenniscentrum Vlaamse Steden
Beheerscomité
1 eff. + 1 pv.
eff. Lieven Dehandschutter, pv. Peter Buysrogge
38 Jobpunt Vlaanderen
AV
1 eff. + 1 pv.
eff. Peter Buysrogge
39 Kredietmaatschappij Onze Thuis nv
AV
1 eff. + 1 pv.
eff. Guido Stevens, pv. Johan De Beule
40 Logo-Waasland vzw (Lokaal Gezondheidsoverleg)
AV
1
RVB (stad is begin 2013 niet vertegenwoordig d in raad van bestuur en mandaten verstrijken pas in 2015)
0
eff. Sofie Heyrman
SC 04-03-2013
Ann Lieven Opgenhaffen Dehandschutter en Sofie Heyrman: GR 2202-2013 / Ann Opgenhaffen GR 25-02-2011
pv. Willem De Klerck
Sofie Heyrman
NB
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
GR 25-01-2013
5
5
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
41 Medisch Oost-Vlaanderen vzw (MEDOV)
sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
AV
1
Peter Buysrogge
GR 22-02-2013
AV 03-05-2013
NB
RVB
1
Peter Buysrogge
GR 22-02-2013
AV 03-05-2013
B
1
Marijke Henne
GR 22-02-2013
RVB
1
Marijke Henne
AV
1
Stefan Verhaeghe
GR 22-02-2013
RVB
1
Stefan Verhaeghe (tot 23-102015)
GR 22-02-2013
NB
NB
42 Onderwijssecretariaat van de Steden en AV Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw (OVSG)
43 Oost-Vlaams Diversiteitscentrum vzw (ODiCe)
oppositie
44 Oost-Vlaamse Politieacademie vzw (OPAC) AV
RVB
GR 22-02-2013
NB
niet benoemd
B
1
Lieven Dehandschutter
statutair: burgemeester of een door hem gevolmachtigd lid van het SC
1
Lieven Dehandschutter
burgemeester van ambtswege
B
45 Opdrachthoudende Vereniging voor AV 28-03-2013 Huisvuilverwerking Midden-Waasland cvba (MI-WA)
1 eff. + 1 pv.
eff. Kelly Van Elslande
pv. Sofie Heyrman
GR 22-02-2013
NB
AV 25-06-2013
1 eff. + 1 pv. 5+1 namens opp.
eff. Kelly Van Elslande Filip Baeyens, Veerle De Beule
pv. Sofie Heyrman
GR 24-05-2013
NB
RVB
46 Openbaar Entrepot 47 Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap Sint-Niklaas vzw (PWA)
Directiecomité
2
Hoog Overleg Comité en Comité PBW Bestuurscommiss ie
2
AV
Christel Geerts (voorzitter RVB 2803-2013), Kris Van der Coelden, Annemie Wauman (ondervoorzitter RVB 28-03-2013)
Julien Ghesquière (raadgevende stem)
GR 22-02-2013
AV 28-03-2013
B
Christel Geerts, Annemie Wauman
RVB 28-032013
B
Filip Baeyens
Annemie Wauman
RVB 28-032013
B
2 vertegenwoordigers : Carl Hanssens (voorzitter), Chris Braeckman / 2 leden met raadgevende stem: Johan De Beule, Koen De Smet
2 vertegenwoordigers : Maarten Kras, Guido Straetmans / 2 leden met raadgevende stem: Els Van de Steene, Niels Blomme
1 6 vertegenwo ordigers, 6 leden met raadgevend e stem
1 vertegenwoordig er: Patric Gorrebeeck
1 vertegenwoordig er: Edmond Hereman
6
1 lid met raadgevende stem: Ioana Covaci
1 lid met raadgevende stem: Raoul Flies
GR 21-06-2013
NB
6
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie
oppositie
N-VA
sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
1 vertegenwoordig er: Patric Gorrebeeck
1 vertegenwoordig er: Edmond Hereman
1 lid met raadgevende stem: Ioana Covaci
1 lid met raadgevende stem: Raoul Flies
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
RVB
6
2 vertegenwoordigers : Carl Hanssens (voorzitter), Chris Braeckman / 2 leden met raadgevende stem: Johan De Beule, Koen De Smet
2 vertegenwoordigers : Maarten Kras, Guido Straetmans / 2 leden met raadgevende stem: Els Van de Steene, Niels Blomme
48 Polder Schelde Durme Oost
AV
1
Lieven Dehandschutter of zijn gemachtigde (raadgevende stem)
gemachtigde: Gaspard Van Peteghem
gemachtigde GVP: beslissing burgemeester 0201-2013
49 Polder Sinaai-Daknam
AV
2
Lieven gemachtigde: Dehandschutter of Gaspard Van zijn gemachtigde Peteghem (raadgevende stem) + Filip Baeyens (beslissende stem)
gemachtigde GVP: beslissing burgemeester 0201-2013 / Filip Baeyens: GR 2202-2013
Polderbestuur
1
Lieven Dehandschutter of zijn gemachtigde
gemachtigde: Gaspard Van Peteghem
beslissing gouverneur ??
B
eff. Annemie Charlier
pv. Wout De Meester
GR 22-02-2013 (voor 1 jaar)
NB
GR 22-02-2013
NB
50 Provinciaal Managementcomité Plattelandsbeleid
Comité
51 Provinciale Brandweerschool van OostVlaanderen vzw
AV
52 Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen vzw (RATO)
1 eff. + evt. eff. Lieven 1 pv. Dehandschutter, pv. Peter Buysrogge,
RVB
1
AV
1
RVB
0
53 Regionaal Forum Lokale Werkgelegenheid Forum Waas & Dender
54 Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité Waas & Dender
1 eff. + 1 pv.
leden AV zetelen automatisch in RVB (ook leden met raadgevende stem???)
Lieven Dehandschutter
Gert Van Passel (niet voorgelegd aan GR)
GR 22-02-2013
Rebecca Mora
GR 22-02-2013
NB
burgemeester of schepen en brandweerbev elhebber van rechtswege
B
NB
SC 11-02-2013: geen kandidatuur indienen
1 eff. eff. Carl Hanssens, (stadsbestu pv. Raf Praet ur), 1 pv. (OCMW)
Plenaire vergadering
1
Carl Hanssens
Commissie kinderopvang
2
Marijke Henne
Annemie Bogaert
7
GR 25-01-2013 OCMW-raad 2401-2013
NB
GR 25-01-2013
NB
GR 25-01-2013
NB
7
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
55 Regionaal Welzijnsoverleg Waasland vzw
56 Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting cv (SNMH)
57 Sint-Niklase Sport-, Spel- en Recreatiecentra vzw
AV
1
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
Sofie Heyrman
GR 22-02-2013
Sofie Heyrman
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
RVB
1
AV
1 eff. + 1 pv.
eff. Christine Meert, pv. Peter Buysrogge
RVB
5
3: Peter Buysrogge (voorzitter RVB)(1 april 2013-AV mei 2016, Christine Meert (8 april 2013AV mei 2019), Steven Dehandschutter (ondervoorzitter RVB) (DC) (8 april 2013-AV mei 2019)
2: Günther Mattheussens (8 april 2013-31 maart 2017) en Sigrid De Wilde (1 april 2017AV mei 2019), JeanPierre Dullaert (1 april 2013-AV mei 2016)
AV
43
alle leden gemeenteraad
alle leden gemeenteraad
GR 22-02-2013
alle leden gemeenteraad
alle leden gemeenteraad
8
alle leden gemeenteraad
alle leden gemeenteraad
Marie-Louise GR 25-01-2013 Chalmet, Bart Foubert Marie-Louise Chalmet van rechtswege vervangen door Ronan Rotthier vanaf 20-042013 als stadssecretar is wd. (AV 2904-2013) Johan Verhulst van rechtswege aangesteld vanaf 04-092013 als stadssecretar is (ter vervanging van Ronan Rotthier)
Christine Meert, Günther Mattheussens, Steven Dehandschutte r: AV 28-052013
B
NB
8
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie
58 Sociaal Verhuurkantoor Waasland (SOVEKA)
oppositie
N-VA
sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
RVB
16
Lieven Dehandschutter, Peter Buysrogge, Annemie Charlier, Marijke Henne, Carl Hanssens
Christel Geerts, Anita Dhollander Roland Sofie Heyrman, Pannecoucke Gaspard Van Peteghem, Wout De Meester
Dagelijks bestuur
9
Peter Buysrogge (voorzitter), Marijke Henne (ondervoorzitter), Annemie Charlier (lid), Lieven Dehandschutter (lid)
Gaspard Van Peteghem (ondervoorzitter), Wout De Meester (lid)
eff. Koen De Smet
pv. Els Van de Steene
AV
1 eff. + 1 pv.
Anita Dhollander (lid)
Open Vld
SOS 2012
Ine Somers
Wouter Van Bellingen
administratie
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
Marie-Louise GR 25-01-2013 Chalmet, Bart Foubert Marie-Louise Chalmet van rechtswege vervangen door Ronan Rotthier vanaf 20-042013 als stadssecretar is wd. (AV 2904-2013) Johan Verhulst van rechtswege aangesteld vanaf 04-092013 als stadssecretar is (ter vervanging van Ronan Rotthier)
AV 22-02-2013
NB
Marie-Louise SC 14-01-2013 Chalmet, Bart Foubert Marie-Louise Chalmet van rechtswege vervangen door Ronan Rotthier vanaf 20-042013 als stadssecretar is wd. (RVB 29-04-2013) Johan Verhulst van rechtswege aangesteld vanaf 04-092013 als stadssecretar is (ter vervanging van Ronan Rotthier) (RVB 27-092013)
RVB 22-022013
NB
GR 22-02-2013
9
9
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie
RVB 59 Sociale Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen cvba (SOKREMA)
60 Toerisme Oost-Vlaanderen vzw
61 Toerisme Waasland vzw
62 Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening cvba (TMVW)
AV
1 eff. + 1 pv. 1 eff. + 1 pv.
RVB
evt. 1
AV RVB
1 eff. + 1 pv. 1
AV
max. 2
RVB
1
AV
oppositie sp.a-Groen
eff. Koen De Smet
pv. Els Van de Steene eff. Günther Mattheussens
GR 22-02-2013
Günther Mattheussens
GR 22-02-2013
B
pv. Lucien Bats
GR 22-02-2013
NB
Lucien Bats
GR 22-02-2013
B
eff. Annemie Charlier
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
N-VA
pv. Marcel Van Looy
CD&V
administratie
GR 22-02-2013
Annemie Charlier, Joris De Maere
GR 22-02-2013
Joris De Maere (voorzitter)
GR 22-02-2013
max. 5 eff. 2: eff. Annemie + 5 pv. Charlier, pv. Carl Hanssens eff. Maxime Callaert, pv. Kelly Van Elslande
2: eff. Wout De Meester, pv. Sofie Heyrman eff. Mike Nachtegael, pv. Kris Van der Coelden
NB
1: eff. Monique Van Hecke pv. Julien Ghesquière
NB
GR 22-02-2013
AV 21-06-2013
NB
RVB
1
Lieven Dehandschutter
GR 26-04-2013
AV 21-06-2013
B
CVC
1
Cansu Özen
GR 26-04-2013
NB
B
Directiecomité voor toevoeraangelegenheden
kandidatuur wordt eventueel later opgevraagd
63 Uw Eigen Huis der Vlaanderen nv
AV
1 eff. + 1 pv.
64 Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw (VVSG)
AV
1 eff. + 1 pv.
RVB
1
Lieven Dehandschutter
65 Vereniging Vlaamse Cultuur- en gemeenschapscentra vzw
AV
2
Annemie Charlier
66 Vereniging voor Openbaar Groen vzw (VVOG)
AV
1 eff. + 1 pv.
RVB
Directiecomité
eff. Peter Buysrogge
eff. Mike Nachtegael, pv. Gaspard Van Peteghem
GR 22-02-2013
pv. Christel Geerts
GR 22-02-2013
B
NB
GR 24-05-2013: instemming met voordracht vanuit N-VA
Rik Van Daele
GR 22-03-2013
eff. Wout De Meester, pv. Christel Geerts
GR 22-02-2013
1
Wout De Meester
GR 22-02-2013
1
Wout De Meester
GR 22-02-2013
10
B
NB
verkozen AV 13-06-2013
NB
NB
10
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
67 Vlaamse ICT Organisatie vzw (V-ICT-OR)
Financieel comité
1
Dagelijks bestuur
1
68 Vlaamse Maatschappij voor AV Watervoorziening (VMW) (De Watergroep)
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
Christel Geerts
GR 22-02-2013
Ivan Stuer (tot juni 2014)
1 stemgerecht igd + 1 niet stemgerecg d
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd
stemgerechtigd Gaspard Van Peteghem, nietstemgerechtigd Ali Alci
niet verkozen AV 13-06-2013
NB
SC 09-10-2008
NB
GR 25-01-2013
NB
Provinciaal comité van de Pwaterdienst Bureau provinciaal comité
1
Maxime Callaert
GR 25-01-2013
B
1
Maxime Callaert
gecoöpteerd
B
Sectorcomité (afgeschaft bij statutenwijzigi ng 14-06-2013 miv?)
1
Maxime Callaert
van rechtswege/kandi datuur voorzitterschap SC 18-02-2013
RVB
kandidatuur wordt eventueel later opgevraagd
69 Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn
AV
1 eff. + 1 pv.
70 Waasballon vzw
AV
1
RVB
1
71 Waas Overleg Kinderopvang
Overleg
2
72 Waasse Landmaatschappij cvba
AV
1 eff. + 1 pv.
eff. Niels Blomme, pv. Wout De Meester
GR 22-02-2013
Lieven Dehandschutter Lieven Dehandschutter
niet verkozen als voorzitter (PC 05-032013)
B
B
NB maar gratis jaarabonne ment kan worden aangevraag d door vertegenwo ordiger op de AV
GR 22-02-2013
Marijke Henne
Annemie Bogaert eff. Rudi Van Aerde, pv. Gaspard Van Peteghem
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
11
11
nr.
naam
orgaan
aantal
fractie coalitie N-VA
73 Wase Cultuurcentra Overlegplatform (WACCO)
RVB
1
RVB
2+1 namens opp. 3
Stuurgroep 74 Wase Werkplaats vzw
AV
2
RVB
1
oppositie sp.a-Groen
CD&V
Vlaams Belang
Open Vld
SOS 2012
administratie
2013 tot eerste AV 2017: Kris Boel / vanaf eerste AV 2017: Sigrid De Wilde Annemie Charlier
Ilse Bats
Annemie Charlier
Ilse Bats
Johan De Beule
Sofie Heyrman
Ali Salhi (raadgevende stem)
Sofie Heyrman
12
Rik Van Daele
datum datum bezolbeslissing benoemi digd/ ng niet bezoldigd GR 22-02-2013
B
GR 22-02-2013
NB
GR 22-03-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
GR 22-02-2013
NB
12
Meerjarenplan 2014-2019 bijlage 8: belastingen en retributies OPCENTIEMEN 1.1.
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad Heffingstermijn
19 december 2013 (hernieuwing) van 01-01-2014 tot en met 31-12-2014
Tarieven § 1. § 2.
1.2.
Bedrag der belasting: 8,50% van de aan het Rijk verschuldigde belasting Waarde van 1%: 2.772.275,24 EUR opmerking: in 2013 = 2.586.894,12 EUR
Opcentiemen op de onroerende voorheffing
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad Heffingstermijn
19 december 2013 (hernieuwing) van 01-01-2014 tot en met 31-12-2014
Tarieven 1.325 nieuwe opcentiemen op de hoofdsom van de onroerende voorheffing vanaf 1991 (overeenstemmend met 2.650 oude opcentiemen). Vanaf 1991 verdubbelde de basisbelasting. Inkohiering en inning van deze belastingen gebeuren door het Bestuur der Directe Belastingen. § 1. Waarde van een opcentiem: G.R. 20-12-1990: 1.325 nieuwe opcentiemen = 2.650 oude opcentiemen vanaf 1991 Doordat de basisbelasting van 1,25 % op 2,50 % werd gebracht, moest eerst het aantal opcentiemen worden gehalveerd bij gelijkblijvende aanslag. De opbrengst wordt berekend op grond van gegevens en normen, verstrekt door het Bestuur der Belastingen. G.R. 16-12-2004: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2005. G.R. 15-12-2005: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2006. G.R. 21-12-2006: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2007. G.R. 20-12-2007: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2008. G.R. 18-12-2008: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2009. G.R. 17-12-2009: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2010. G.R. 16-12-2010: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2011. G.R. 15-12-2011: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2012. G.R. 20-12-2012: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2013. G.R. 19-12-2013: 1.325 nieuwe opcentiemen vanaf 2014. Berekening volgens de omzendbrief van het Agentschap Binnenlands Bestuur (brief d.d. 17-10-2013), nl. volgens de formule: netto-ontvangsten 2012 x 1,0404. De waarde van één opcentiem wordt dan: 21.357.046,06/1.325 = 16.118,52 opmerking: in 2013 = 15.498,49 EUR § 2. Aanslagvoet: Staat: 2,500 % Provincie: 7,375 % Gemeente: 33,125 % Totaal: 43,000 %
Vrijstellingen Nieuwe of uitbreiding nemende bedrijven in onze stad genieten van dezelfde vrijstellingen en ontlastingen als voorzien voor de rijksbelasting ter zake.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 1
BELASTINGEN 2.1.
Algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting
2.1.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.1.2.
19 december 2013 (invoering)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting, hierna AGB genoemd, geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Bedrijfsactiviteit: Het exploiteren van een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming, het verrichten van een economische activiteit op zelfstandige basis, het zelfstandig uitoefenen van een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep en/of het zich bezighouden met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen. B. Zelfstandige: Elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een bedrijfsactiviteit uitoefent. C. Vennootschap: Elke rechtspersoon die in hoofd- of bijberoep een bedrijfsactiviteit uitoefent, tot de vereffening ervan is afgesloten. Onder vennootschap wordt niet begrepen de rechtspersonen, bedoeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek der Inkomstenbelasting 1992, met eventuele latere wijzigingen en aanvullingen. D. Bedrijfsvestiging: Elk (gedeelte van een) onroerend goed of geheel van onroerende goederen die samen ruimtelijk één complex of entiteit vormen, op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas, waarop zich een bedrijfsactiviteit bevindt. Elke belastingplichtige wordt geacht over minstens één bedrijfsvestiging te beschikken. Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de stad Sint-Niklaas gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeurt of kan plaatsvinden) of maatschappelijke zetel. Onder bedrijfsvestiging wordt niet begrepen: a) de maatschappelijke zetel van de zelfstandige of de vennootschap, gelegen op het grondgebied van de stad, maar waarvan de bedrijfsactiviteit zich buiten het grondgebied van de stad bevindt; b) de maatschappelijke zetel van de zelfstandige of de vennootschap, gelegen op het grondgebied van de stad, maar waarvan de bedrijfsactiviteit zich op een ander adres op het grondgebied van de stad bevindt, voor zover deze maatschappelijke zetel een postadres of een adres van een boekhoudkantoor is; c) de maatschappelijke zetel van een patrimoniumvennootschap; een patrimoniumvennootschap is een vennootschap die tot doel heeft het verkrijgen en behouden van materiële en/of immateriële vaste activa van onroerende of roerende aard, het stellen van alle hiertoe noodzakelijke en dienstige handelingen, het verhuren van deze activa, …, dit alles met uitsluiting van bedrijfsactiviteit. E. Agrarische bedrijfsvestiging: Een bedrijfsvestiging waarvan de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw. Onder landbouw wordt begrepen een zelfstandige bedrijfsactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt. Onder tuinbouw wordt begrepen een zelfstandige bedrijfsactiviteit gericht op groententeelt, fruitteelt, boomkwekerij (excl. bosboomkwekerij), sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 2
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L. M. N. O. P. Q. R.
S. T. U.
Nieuwe bedrijfsvestiging: Elke bedrijfsvestiging waarvan de exploitatie op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas aangevangen wordt door een zelfstandige of een vennootschap die voorheen onbestaande was, dit wil zeggen die niet is ontstaan door wijziging, samenvoeging of splitsing van de vroegere exploiterende zelfstandige of vennootschap. Elke bedrijfsvestiging waarvan de exploitatie op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas aangevangen wordt door een al bestaande zelfstandige of vennootschap, voor zover het geen verhuizing of verplaatsing van een al bestaande exploitatie binnen het grondgebied van de stad SintNiklaas betreft. Bedrijfsoppervlakte: Alle gebouwde en ongebouwde oppervlakten die ruimtelijk één complex of entiteit vormen en voor de bedrijfsvestiging worden gebruikt of op elk ogenblik kunnen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden. Gebouwde oppervlakte: De (geprojecteerde) oppervlakte van de gelijkvloerse bouwlaag, met uitsluiting van de gedeelten die uitsluitend als woongelegenheid worden gebruikt. Elke belastingplichtige wordt geacht over minstens één vierkante meter gebouwde oppervlakte te beschikken. Ongebouwde oppervlakte: De ongebouwde gronden die palen aan de gebouwde oppervlakten en die een bestemming kregen of kunnen krijgen voor de bedrijfsactiviteit van de zelfstandige of de vennootschap. Deze gronden omvatten parkings, wegenis, laad-, los- of stortplaatsen, opslag- of overslagruimte, … (deze opsomming is niet beperkend). Deze gronden omvatten niet de groene zones (plantsoenen, grasstroken, …). Gedeelde bedrijfsoppervlakte: Indien op eenzelfde goed meerdere belastingplichtigen een bedrijfsvestiging hebben, wordt de belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de door hem/haar gebruikte of tot gebruik voorbehouden bedrijfsoppervlakte. Tenzij onderling anders bepaald, wordt voor het bepalen van de ongebruikte oppervlakte dezelfde verhouding van de individuele gebouwde oppervlakte t.o.v. de totale gebouwde oppervlakte genomen. Hinderlijk bedrijf: Elke bedrijfsvestiging die in een klasse van hinderlijkheid is ingedeeld overeenkomstig de Vlaremwetgeving (decreet 28 juni 1985 met latere wijzigingen). Indien een bedrijfsvestiging werd ingedeeld volgens verschillende klassen van hinderlijkheid, wordt de hoogste graad van hinderlijkheid weerhouden voor het bepalen van het belastingtarief. Tapperij: De handel in gegiste en geestrijke dranken voor gebruik ter plaatse. Slijterij: De handel in gegiste en geestrijke dranken voor gebruik elders dan ter plaatse. Drankgelegenheid: Elke bedrijfsvestiging waar de bedrijfsactiviteit een tapperij is. Occasionele drankgelegenheden: Drankgelegenheden die slechts af en toe en/of voor speciale gelegenheden open zijn (o.a. kantines van voetbalploegen, parochiezalen, …). Cafés: Drankgelegenheden waar uitsluitend dranken worden geschonken maar geen maaltijden worden geserveerd;. Tavernes: Drankgelegenheden waar dranken worden geschonken maar waar ook maaltijden worden geserveerd. Eetgelegenheden: Alle mogelijke snackbars, frituren, e.a. pita-eethuizen, en soortgelijke horecazaken, waar dranken kunnen verkregen worden bij de maaltijd die ter plaatse wordt genuttigd (tapperij) of die wordt meegenomen (slijterij). Restaurants: Drankgelegenheden waar uitsluitend bij maaltijden dranken worden geschonken. Dancings: Drankgelegenheden waar dranken worden geschonken en tevens de mogelijkheid tot dansen wordt geboden. Verkoopsruimte: De gebouwde bedrijfsoppervlakte van een bedrijfsvestiging die vrij voor het publiek toegankelijk is en waar gegiste en geestrijke dranken worden geschonken voor gebruik ter plaatse of worden verkocht voor gebruik elders dan ter plaatse. Voor gebruik elders dan ter plaatse beperkt deze ruimte zich tot de oppervlakte waar gegiste en geestrijke dranken zijn uitgestald.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 3
§ 2.
Belastbaar feit De AGB wordt gevorderd van elke zelfstandige of elke vennootschap die op 1 januari van het aanslagjaar één of meerdere bedrijfsvestigingen heeft voor het uitoefenen van een bedrijfsactiviteit.
Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting is ondeelbaar voor het hele aanslagjaar verschuldigd. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon z¡jn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot belastingvermindering. lndien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. § 2. De belasting wordt gevestigd per bedrijfsvestiging volgens de volgende principes: A. Er wordt onderscheid gemaakt in klasse van hinderlijkheid volgens de volgende categorieën: a) bedrijven zonder klasse van hinderlijkheid; b) hinderlijke bedrijven van de derde klasse; c) hinderlijke bedrijven van de tweede klasse; d) hinderlijke bedrijven van de eerste klasse. B. Binnen deze categorieën wordt onderscheid gemaakt tussen agrarische en niet agrarische bedrijfsvestigingen. C. De belastingaanslag wordt gevestigd per m² bedrijfsoppervlakte die gebruikt wordt voor de bedrijfsactiviteit; er wordt onderscheid gemaakt tussen ongebouwde en gebouwde oppervlakte. Binnen elke categorie bestaat een minimum aanslag, en voor alle categorieën samen is er één maximum aanslag. Voor agrarische bedrijfsvestigingen wordt de belastingaanslag forfaitair gevestigd. D. Van het tarief per m² gebouwde oppervlakte zijn alle andere tarieven afgeleid op basis van volgende factoren: a) bedrijf zonder klasse van hinderlijkheid factor 1,00 b) hinderlijk bedrijf van de derde klasse factor 1,60 c) hinderlijk bedrijf van de tweede klasse factor 2,70 d) hinderlijk bedrijf van de eerste klasse factor 4,70 e) agrarische bedrijfsvestiging factor 1,40 van de minimale aanslag van de overeenstemmende klasse f) ongebouwde oppervlakte factor twee derde van het tarief gebouwde oppervlakte van de overeenstemmende klasse E. De aanslag op basis van de voornoemde principes wordt met een bijkomend tarief verhoogd voor alle zelfstandigen en vennootschappen die als tapperij of slijterij worden beschouwd. Voor het bepalen van dit bijkomend tarief worden volgende categorieën gehanteerd: a) categorie 1: slijterijen en occasionele drankgelegenheden; b) categorie 2: cafés, tavernes, eetgelegenheden en restaurants; c) categorie 3: dancings. De bijkomende belastingaanslag wordt gevestigd per schijf van 25 m² verkoopsruimte. Binnen elke categorie bestaat een minimum aanslag. Van het tarief per schijf van 25 m² verkoopsruimte zijn alle andere tarieven afgeleid op basis van volgende factoren: a) categorie 1 factor 1,00 b) categorie 2 factor 3,50 c) categorie 3 factor 10,50 Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemeen Bij de aanslagvoeten waar de tarieven berekend worden op basis van een welbepaalde eenheid (vierkante meter, lopende meter, schijf van …, e.d.), wordt elke begonnen eenheid beschouwd als een volledige eenheid. § 2. Basistarieven A. gebouwde oppervlakte 0,42 EUR per m² B. minimale aanslag 100,00 EUR forfaitair C. maximale aanslag 150.000,00 EUR forfaitair § 3. Bijkomende tarieven A. Tapperij of slijterij 22,00 EUR per schijf van 25 m² verkoopsruimte
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 4
§ 4.
Berekende basistarieven A. Zonder klasse van hinderlijkheid a) niet agrarische bedrijfsvestiging gebouwde oppervlakte ongebouwde oppervlakte minimale aanslag b) agrarische bedrijfsvestiging B. Hinderlijk bedrijf van de derde klasse a) niet agrarische bedrijfsvestiging gebouwde oppervlakte ongebouwde oppervlakte minimale aanslag b) agrarische bedrijfsvestiging C. Hinderlijk bedrijf van de tweede klasse a) niet agrarische bedrijfsvestiging gebouwde oppervlakte ongebouwde oppervlakte minimale aanslag b) agrarische bedrijfsvestiging D. Hinderlijk bedrijf van de eerste klasse a) niet agrarische bedrijfsvestiging gebouwde oppervlakte ongebouwde oppervlakte minimale aanslag b) agrarische bedrijfsvestiging
0,420 0,280 100,000 140,000
EUR per m² EUR per m² EUR forfaitair EUR forfaitair
0,672 0,448 160,000 224,000
EUR per m² EUR per m² EUR forfaitair EUR forfaitair
1,134 0,756 270,000 378,000
EUR per m² EUR per m² EUR forfaitair EUR forfaitair
1,974 1,316 470,000 672,000
EUR per m² EUR per m² EUR forfaitair EUR forfaitair
Artikel 5 – Belastingplichtige De belastingplichtige is de zelfstandige of de vennootschap die op 1 januari van het aanslagjaar één of meerdere bedrijfsvestigingen voor het uitoefenen van een bedrijfsactiviteit gebruikt of tot gebruik voorbehoudt. Artikel 6 – Verminderingen en vrijstellingen § 1. Verminderingen Er wordt 25% vermindering van de toepasselijke belastingaanslag verleend voor de zelfstandige of de vennootschap die de bedrijfsactiviteit in bijberoep uitoefent. Dat de bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend in bijberoep moet blijken uit een attest van een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, dat betrekking heeft op het aanslagjaar. § 2. Vrijstellingen A. Er wordt vrijstelling van de belasting verleend voor de vestigingen van scholen en zorginstellingen (ziekenhuizen, rusthuizen, kinderdagverblijven). De commerciële gedeelten van zorginstellingen (cafetaria‟s, verkoop van bloemen en kranten, … – dit is een niet limitatieve opsomming) vallen evenwel niet onder toepassing van deze vrijstelling. B. Er wordt vrijstelling van de belasting verleend voor nieuwe bedrijfsvestigingen, zoals bepaald in artikel 2 § 1.F. Deze vrijstelling geldt gedurende drie jaar vanaf 1 januari volgend op de aanvang van de exploitatie. Artikel 7 – Overgangsmaatregel in de belastingjaren 2014, 2015 en 2016 § 1. Werkwijze Door de administratie zal in de belastingjaren 2014, 2015 en 2016 voor elke belastingplichtige het bedrag van de AGB, berekend op basis van artikelen 3 en 4 § 2, (is exclusief de bijkomende bedragen voor tapperij of slijterij en voor handelaarsbijdrage), vergeleken worden met de som van de bedragen die door de belastingplichtige in 2013 werden betaald voor de algemene milieubijdrage voor beoefenaars van een zelfstandige activiteit, kmo‟s en bedrijven, en de belasting op de motoren. Er kunnen zich twee situaties voordoen: A. Het bedrag van de AGB is hoger dan de som van beide voornoemde belastingen. Het verschil tussen beide bedragen wordt hierna “resultaat +” genoemd. B. Het bedrag van de AGB is lager dan de som van beide voornoemde belastingen. Het verschil tussen beide bedragen wordt hierna “resultaat –“ genoemd. § 2. Toepasbaarheid De overgangsmaatregel is enkel van toepassing als aan de volgende voorwaarden is voldaan: A. De belastingplichtige werd in 2013 belast in het kader van de algemene milieubijdrage voor beoefenaars van een zelfstandige activiteit, kmo‟s en bedrijven, en/of de belasting op de motoren. B. Voor de belastingplichtige met een “resultaat +”: het “resultaat +” bedraagt meer dan 150,00 EUR; en Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 5
§ 3.
het “resultaat +” bedraagt meer dan 18% van de som van de algemene milieubijdrage en/of de belasting op motoren; C. Voor de belastingplichtige met een “resultaat –”: het “resultaat –” bedraagt meer dan 150,00 EUR. Maatregel A. Voor de belastingplichtige met een “resultaat +”: a) in 2014 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 + 25% van het “resultaat +” b) in 2015 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 + 50% van het “resultaat +” c) in 2016 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 + 75% van het “resultaat +” B. Voor de belastingplichtige met een “resultaat –”: a) in 2014 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 – 25% van het “resultaat –” b) in 2015 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 – 50% van het “resultaat –” c) in 2016 is het bedrag van de AGB gelijk aan: algemene milieubijdrage 2013 + belasting op motoren 2013 – 75% van het “resultaat –”
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 6
2.2.
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein
2.2.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.2.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Openbaar domein: Elk gemeenschappelijk goed dat beheerd wordt door het stadsbestuur. Het openbaar domein wordt opgesplitst in: a) het natuurlijk openbaar domein: de zee en de stranden; stromen en rivieren; vijvers, riolen; havens; wegen, banen, straten, trottoirs bruggen, bermen, bomen langs de weg, hellingen; verkeersborden; spoorwegen, stations, perrons, parkeerplaatsen aan stations; versterkte plaatsen, poorten, muren, grachten, wallen. b) het kunstmatig openbaar domein: dit zijn de goederen die door de overheid bestemd worden voor het gebruik van allen of voor een openbare dienst. Dit zijn volgende onroerende goederen: beschermde monumenten en landschappen; in de legger der buurtwegen opgenomen wegen; openbare bibliotheken, musea, cultuurcentra, schouwburgen; ziekenhuizen; kerken en hun beelden; gevangenissen; handelsbeurzen, hallen, overdekte markten; postkantoren; slachthuizen; begraafplaatsen; parken; vliegvelden; stadhuizen, ministeries, gerechtsgebouwen; militaire domeinen, kazernes, oefenpleinen, militair ziekenhuis. Dit zijn volgende roerende goederen: archieven, verzamelingen van bibliotheken; religieuze kunstvoorwerpen. B. Tijdelijke privatisering: Het tijdelijk in gebruik nemen van het openbaar domein voor private doeleinden, zoals het plaatsen van schuttingen, containers, terrassen, koopwaren, …. C. Koopwaren: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij koopwaren (inclusief de verkoop van bloemen aan begraafplaatsen) worden uitgestald en allerhande toestellen, opstellingen en voorwerpen (o.a. drank-, brood- e.a. automaten) worden geplaatst, ten einde de verkoop te bevorderen (met uitzondering van reclamevoertuigen en reclameobjecten). D. Openbare markten: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij op een openbare markt die door het stadsbestuur wordt ingericht, standplaatsen worden ingenomen door kramen, voertuigen, … (niet limitatieve opsomming). E. Mobiele verkoopsruimten: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij een verkoopsruimte wordt geplaatst voor de verkopen in het kader van de wet van 4 juli 2005 tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, met latere en toekomstige wijzigingen, met uitsluiting van de verkopen die gebeuren in het kader van openbare markten.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 7
F.
§ 2.
Kermisattracties: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij foorkramen worden geplaatst. G. Terrassen: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij gebruik wordt gemaakt van tafels, stoelen en banken, al of niet geplaatst op een wegneembare vloer, al of niet omringd door windschermen en al of niet overdekt door een parasol of tentzeil, en bestemd om als handels- of horecazaak te worden uitgebaat. H. Schuttingen: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein, nodig voor het uitvoeren van bouw-, onderhouds-, instandhoudings- en andere werken zoals schilderwerken, afbraakwerken, zandstralen, e.a., door het plaatsen of laten plaatsen van bouwmaterialen, kranen, stellingen, steigers, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, e.a., al of niet afgebakend door een afsluiting, schutting of schutsel. De privatisering kan ook gebeuren door het oprichten van loodsen, nodig zowel als tijdelijke vervanging van het gebouw waaraan de werken worden uitgevoerd, als voor de bouw-, onderhouds-, instandhoudings- en andere werken zelf. I. Containers en puinzakken: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein, nodig voor het uitvoeren van bouw-, onderhouds-, instandhoudings- en andere werken zoals schilderwerken, afbraakwerken, zandstralen, e.a., door het plaatsen of laten plaatsen van een container, een vrachtwagen, een aanhangwagen, een puinzak, of gelijkaardige, hoofdzakelijk bestemd voor het opladen van bouwafval en afbraakmaterialen. J. Andere tijdelijke opstellingen: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein, al of niet met handelsdoeleinden, niet eerder genoemd, zoals circussen, rommelmarkten, gelegenheidsverkopen, … (niet limitatieve opsomming). K. Reclamevoertuigen: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij een voertuig (met of zonder showroom, met of zonder geluidsinstallatie) ingezet wordt om commerciële reclame te maken en te verspreiden. L. Reclameobjecten: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein waarbij een bord, paneel of een ander object geplaatst wordt om commerciële reclame te maken en te verspreiden. M. Andere vormen van het gebruik van het openbaar domein: Elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein voor het uitdelen van flyers, gadgets e.a., voor de verkoop van abonnementen e.a., voor het maken van muziek op straat, … (niet limitatieve opsomming). Belastbaar feit De belasting wordt gevorderd voor elke tijdelijke privatisering van het openbaar domein zoals bedoeld in artikel 2 § 1.
Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting wordt ofwel forfaitair bepaald ofwel berekend per vierkante meter of per lopende meter (geprojecteerde) lengte (vooraanzicht), die door schutting, container, terras, … voor de tijdelijke privatisering van het openbaar domein wordt ingenomen. De belasting wordt berekend per dag of voor een langere periode (semester, jaar, seizoen). § 2. Een semester begint op 1 januari of op 1 juli; een jaar begint op 1 januari; het zomerterrasseizoen begint op 15 maart en eindigt op 14 november, en het winterterrasseizoen begint op 15 november en eindigt op 14 maart. Voor tijdelijke privatisering van het openbaar domein voor een langere periode geldt volgende regeling: A. de tijdelijke privatisering die wordt opgestart in de loop van een periode, zal belast worden voor het aantal weken vanaf de opstart in die periode tot het einde van die periode; B. de tijdelijke privatisering die wordt stopgezet in de loop van een periode, zal belast worden voor het aantal weken vanaf de start van die periode tot de stopzetting in die periode. § 3. Openbare markten: De belastbare oppervlakte wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengte van het kraam met een maximale diepte van 3 meter. § 4. Kermisattracties: A. De kermisattracties worden ingedeeld in de volgende groepen: a) groep 1 schietkramen allerlei, ringenspel, spookkasteel, koordekentrek en de kleine eetkramen (suikerspin); b) groep 2 kleine (kinder)molens, visspelen, loterijkramen; c) groep 3 grote molens, de “rups” en de grote eetkramen (gebak + frituur, caracoles en belegde broodjes); d) groep 4 autoscooters; e) groep 5 automatische spelen (lunaparken). Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 8
B.
§ 5.
Voor kermisattracties zijn alle tarieven afgeleid van het tarief per lopende meter (geprojecteerd) vooraanzicht op basis van volgende factoren: a) groep 1 factor 1,00 b) groep 2 factor 1,25 c) groep 3 factor 1,50 d) groep 4 factor 1,80 e) groep 5 factor 5,25 f) tijdens evenementen factor 3,00 C. Volgende kermisdagen worden aangerekend: a) zomer- en winterkermis Sint-Niklaas 16 dagen b) meikermis Sint-Niklaas 9 dagen c) kermissen Belsele, Nieuwkeren en Sinaai 3 dagen Voor terrassen gelden volgende specifieke regelingen: A. Een uitbater van een bestaande horecazaak met terras die geen gebruik wenst te maken van het volledige zomer- of winterterrasseizoen, zal toch belast worden voor dat volledige seizoen; deze regeling is niet van toepassing bij de nieuwe opstart of definitieve stopzetting van de horecazaak (cfr. artikel 3 § 2). B. Indien het college van burgemeester en schepenen beslist een toelating voor een kortere periode van opstelling af te leveren, zal de belasting beperkt worden tot het aantal weken van deze kortere periode. C. Indien een uitbater geen terras wenst op te stellen in het winterterrasseizoen, moet alle terrasmeubilair van het openbaar domein verwijderd worden; indien hij nalaat dit te doen, wordt deze inname beschouwd als uitbating van het terras in het winterterrasseizoen, en zal het toepasselijke belastingtarief aangerekend worden.
Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemeen Bij de aanslagvoeten waar de tarieven berekend worden op basis van een welbepaalde eenheid (vierkante meter, lopende meter, dag, semester, jaar e.d.), wordt elke begonnen eenheid beschouwd als een volledige eenheid. § 2. Tijdelijke privatisering van het openbaar domein met handelsdoeleinden A. Koopwaren: a) gelegenheidstoelating 0,90 EUR per m² per dag b) bestendige toelating 166,32 EUR per m² per jaar B. Openbare markten: a) gelegenheidstoelating (marktkramers op risico) 0,90 EUR per m² per marktdag b) bestendige toelating (abonnementshouders en standwerkers) 18,00 EUR per m² per semester c) stallen van voertuigen op het marktplein 7,20 EUR per voertuig per marktdag d) energieverbruik: abonnementshouders kostprijs standwerkers en marktkramers op risico 3,00 EUR per marktdag C. Mobiele verkoopsruimten: a) gelegenheidstoelating (incl. verkopen tijdens sportmanifestaties) 0,90 EUR per m² per dag b) bestendige toelating 18,00 EUR per m² per semester D. Kermisattracties a) basistarief 2,40 EUR per lm (geprojecteerd) vooraanzicht per dag b) tijdens gewone kermissen: berekend tarief groep 1 2,40 EUR per lm per dag berekend tarief groep 2 3,00 EUR per lm per dag berekend tarief groep 3 3,60 EUR per lm per dag berekend tarief groep 4 4,32 EUR per lm per dag berekend tarief groep 5 12,60 EUR per lm per dag c) tijdens evenementen: berekend tarief 7,20 EUR per lm per dag indien binnen de organisatie van het evenement gratis d) in deze tarieven is de kost van energieverbruik inbegrepen E. Gelegenheidsverkopen tijdens evenementen: a) vanuit een kraam 7,20 EUR per m² per dag met een minimum van 129,60 EUR per dag b) niet vanuit een kraam 72,00 EUR per dag c) indien binnen de organisatie van het evenement gratis d) in deze tarieven is de kost van energieverbruik inbegrepen Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 9
F.
§ 3.
§ 4.
Terrassen: a) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren niet van toepassing is: voor het volledige zomerseizoen 19,00 EUR per m² voor het volledige winterseizoen 4,00 EUR per m² b) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren van toepassing is: voor het volledige zomerseizoen 102,00 EUR per m² voor het volledige winterseizoen 21,50 EUR per m² c) gelegenheidsterras gratis een gelegenheidsterras is een terras dat wordt opgesteld ter gelegenheid van wijkfeesten, braderieën en soortgelijke activiteiten, en maximaal drie dagen is opgesteld. G. Tijdelijke privatisering van het openbaar domein voor het maken en verspreiden van commerciële reclame: a) reclamevoertuigen: gelegenheidstoelating 2,70 EUR per m² per dag gebruik geluidsinstallatie 120,00 EUR per dag b) reclameobjecten: gelegenheidstoelating 2,70 EUR per m² per dag bestendige toelating 498,96 EUR per m² per jaar H. Andere tijdelijke opstellingen: a) circussen: op de Grote Markt: o standplaats 30,00 EUR per dag o waarborg 450,00 EUR forfaitair niet op de Grote Markt: o standplaats 25,00 EUR per dag o waarborg 375,00 EUR forfaitair diverse voorzieningen 15,00 EUR per dag hier is inbegrepen water- en elektriciteitsverbruik en –aansluiting en het gebruik van nadar rond de opstelling b) rommelmarkten: standplaats 0,30 EUR per m² per dag voor het plaatsen van een voertuig binnen de zone van een rommelmarkt 3,00 EUR per voertuig per dag personen, jonger dan 16 jaar, die (eigen) speelgoed te koop aanbieden gratis c) gebruik van de Grote Markt als permanent opstijgterrein voor bemande aërostaten: gewoon gebruik 10,00 EUR per vlucht bij gratis deelname van iemand uit het socio-culturele werkveld gratis d) andere niet eerder genoemde tijdelijke opstellingen 0,90 EUR per m² per dag Tijdelijke privatisering van het openbaar domein zonder handelsdoeleinden A. Schuttingen: a) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren niet van toepassing is 0,60 EUR per m² per dag b) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren van toepassing is 0,70 EUR per m² per dag c) minimale aanslag 30,00 EUR forfaitair B. Containers: a) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren niet van toepassing is 8,00 EUR per dag b) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren van toepassing is 14,00 EUR per dag C. Puinzakken: a) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren niet van toepassing is 2,00 EUR per dag b) geplaatst op openbaar domein waar betalend parkeren van toepassing is 7,00 EUR per dag D. Andere tijdelijke opstellingen gratis Andere vormen van gebruik van het openbaar domein A. Flyeren, uitdelen van gadgets, e.d. 100,00 EUR forfaitair B. Maken van muziek op straat: a) particulieren 25,00 EUR per drie maanden
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 10
b)
§ 5.
erkende instellingen en verenigingen, jeugd- of studentengroeperingen en onderwijsinstellingen in het kader van hun eigen werking (incl. fanfares en harmonieën) Administratieve kost wegens niet vooraf aangeven Bij vaststelling door de stedelijke diensten van de tijdelijke privatisering van het openbaar domein zonder voorafgaande schriftelijke vergunning
gratis
10,00 EUR per dossier
Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon: die uitbater is van de handelszaak waar de koopwaren op het openbaar domein worden uitgestald; aan wie een standplaats op de openbare markt is toegewezen; aan wie een standplaats op het openbaar domein voor een mobiele verkoopsruimte is toegewezen; aan wie een standplaats op het openbaar domein voor een kermisattractie is toegewezen; aan wie een standplaats op het openbaar domein voor een gelegenheidsverkoop is toegewezen; die uitbater is van de horecazaak waar het terras op het openbaar domein wordt geplaatst; die door het inzetten van een reclamevoertuig of door het plaatsen van een reclameobject, commerciële reclame op het openbaar domein maakt en verspreidt; die aanvrager is van een tijdelijke opstelling op het openbaar domein; die bouwheer is van het pand waar de schutting, de container of de puinzak wordt geplaatst; die aanvrager is van andere vormen van gebruik van het openbaar domein. De rechtverkrijgers van voornoemde natuurlijke of rechtspersoon, en alle andere personen die bij de tijdelijke privatisering van het openbaar domein zijn betrokken, zijn desgevallend solidair en in solidum gehouden tot betaling van de belasting. Artikel 6 – Terugbetalingen en vrijstellingen § 1. Terugbetalingen Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd terugbetaling van het te veel betaalde belastingbedrag te verlenen aan de belastingplichtige die, ná betaling van de verschuldigde belasting, geen gebruik maakt van of voortijdig een einde stelt aan de tijdelijke privatisering van het openbaar domein, onder de volgende voorwaarden: A. De terugbetaling kan enkel toegestaan worden voor bestendige toelatingen voor koopwaren, openbare markten, mobiele verkoopsruimten en reclameobjecten. B. De belastingplichtige moet een schriftelijke aanvraag tot terugbetaling richten aan het college van burgemeester en schepenen, met opgave van de reden waarom hij om terugbetaling verzoekt. C. Het bedrag van de terug te betalen belasting zal berekend worden door vermindering van het totaal betaalde belastingbedrag met het bedrag dat al verschuldigd was. De beslissingen van het college, houdende terugbetaling, zullen door de gemeenteraad bekrachtigd worden. § 2. Vrijstellingen A. Er wordt vrijstelling van de belasting verleend voor de tijdelijke privatisering van het openbaar domein zonder handelsdoeleinden, aangevraagd door de eigenaar van een geklasseerd pand of door sociale huisvestingsmaatschappijen. B. Er wordt vrijstelling van de belasting verleend voor de tijdelijke privatisering van het openbaar domein met handelsdoeleinden, indien het openbaar domein tijdelijk, maar ten minste één maand, niet kan gebruikt worden ten gevolge van werken van openbaar nut; deze vrijstelling geldt voor de duur van deze werken. Het college wordt gemachtigd de begin- en einddatum van deze werken vast te stellen.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 11
2.3.
Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten e.a. administratieve stukken
2.3.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.3.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op de uitreiking van identiteitskaarten e.a. administratieve stukken geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Belastbaar feit De belasting wordt geheven op de afgifte van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen, verblijfskaarten voor vreemdelingen, internationale reispassen, rijbewijzen, administratieve stukken inzake stedenbouw, inzake meldings- en vergunningsplichtige inrichtingen, en diverse andere administratieve stukken. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag De belasting wordt gevorderd op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk. Met kostprijs wordt bedoeld het tarief dat de hogere overheid aanrekent voor de aanmaak van de stukken. Personen of instellingen die om toezending verzoeken van een of meer stukken zoals bepaald in artikel 4, zijn er toe gehouden de daaraan verbonden verzendingskosten te betalen, zelfs indien bedoelde stukken kosteloos worden afgeleverd in toepassing van artikel 6. Artikel 4 – Tarieven § 1. Afgifte van diverse stukken van de dienst burgerzaken: A. Elektronische identiteitskaart (EIK) of elektronische verblijfskaart voor vreemdelingen (EVK) a) voor elke eerste EIK of EVK en elke EIK of EVK, uitgereikt ter vervanging van een vervallen, verloren of gestolen kaart b)
B.
C.
voor elke EIK of EVK, uitgereikt bij spoedprocedure na dringende of zeer dringende aanvraag
Identiteitsbewijzen voor kinderen van minder dan 12 jaar a) voor elke eerste kids-ID en elke kids-ID, uitgereikt ter vervanging van een vervallen, verloren of gestolen ID b) voor elke kids-ID, uitgereikt bij spoedprocedure na dringende of zeer dringende aanvraag c) voor elk niet-elektronisch identiteitsbewijs met foto Internationale paspoorten (reispassen) a) voor een reispas met een geldigheidsduur van 5 jaar b)
§ 2.
kostprijs + 5,00 EUR per kaart kostprijs spoedprocedure + 5,00 EUR per kaart
kostprijs kostprijs spoedprocedure 1,00 EUR per bewijs kostprijs + 20,00 EUR per paspoort
voor een reispas met een geldigheidsduur van 5 jaar voor kinderen van minder dan 12 jaar c) voor een reispas met een geldigheidsduur van 5 jaar, uitgereikt bij spoedprocedure 20,00 D. Rijbewijzen a) elektronische rijbewijzen 5,00 b) niet-elektronische rijbewijzen Afgifte van diverse andere administratieve stukken: A. Stedenbouwkundige vergunningen a) aanvragen voor stedenbouwkundige vergunning met eenvoudige dossiersamenstelling (o.a. binnenverbouwingen, gevel-
kostprijs kostprijs spoedprocedure + EUR per paspoort kostprijs + EUR per bewijs kostprijs
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 12
B.
C. D. E.
F.
verbouwingen, tuinafsluitingen, schilderen bezettingswerken e.d. exclusief kappen van bomen) en meldingsplichtige dossiers 25,00 EUR per dossier b) aanvragen voor stedenbouwkundige attesten 30,00 EUR per dossier c) alle andere aanvragen in het kader van de wetgeving op de ruimtelijke ordening 55,00 EUR per dossier te verhogen met: per bijkomende woongelegenheid 35,00 EUR forfaitair per lot 55,00 EUR forfaitair voor bedrijfsoppervlakte groter dan 150 m² 0,65 EUR per m² met een maximum van 800,00 EUR per dossier d) advies inzake brandpreventie 40,00 EUR per uur e) bij een openbaar onderzoek wordt de belasting verhoogd met de door de stad werkelijk gemaakte kosten, uitgezonderd de personeelskosten, voor de afhandeling van het dossier (kosten van de aangetekende zendingen) Vergunningen/weigeringen voor meldingsen vergunningsplichtige inrichtingen a) voor een toelating van muziekactiviteit 40,00 EUR per dossier b) voor een melding klasse 3 60,00 EUR per dossier c) voor een milieuvergunning klasse 2 180,00 EUR per dossier d) voor een melding van kleine verandering klasse 2 60,00 EUR per dossier e) voor een milieuvergunning klasse 1 160,00 EUR per dossier f) bij een openbaar onderzoek wordt de belasting verhoogd met de door de stad werkelijk gemaakte kosten, uitgezonderd de personeelskosten, voor de afhandeling van het dossier (kosten van de aangetekende zendingen) Vergunningen voor overwelvingen van straatgrachten 10,00 EUR per vergunning Slachtbewijzen 10,00 EUR per bewijs Conformiteitsattesten a) voor het gebouw 62,50 EUR forfaitair b) verhoogd vanaf de 6de kamer met 12,50 EUR per kamer c) met een maximum voor het gebouw van 1.250,00 EUR forfaitair d) verzendingskosten dossier 7,00 EUR per dossier Verstrekken van informatie (notarissen) a) elektronisch 80,00 EUR per dossier b) niet-elektronisch 120,00 EUR per dossier
Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting valt ten laste van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente, op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt. Artikel 6 – Vrijstellingen - verminderingen De belasting is niet verschuldigd voor: de administratieve stukken met betrekking tot activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente. de administratieve stukken die krachtens een wet of een decreet of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten die de met het afgeven van reispassen belaste gemeente ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de regent van 26 juli 1948 sprake is. de administratieve stukken ten behoeve van de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut. voor wat betreft de in artikel 4 §1 A vermelde tarieven is voor de periode 1 januari 2014 tot 28 februari 2014 een tarief van „kostprijs + 2,00 EUR per kaart‟ van toepassing.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 13
2.4.
Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand, onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig
2.4.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.4.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 - Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting geheven op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand, onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig. Artikel 2 - Toepassingsgebied § 1. Terminologie: Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Administratie: De gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het leegstandsregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 2, en het andere-pandenregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 4. B. College: Het college van burgemeester en schepenen van de stad Sint-Niklaas. C. Decreet grond- en pandenbeleid: Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, met latere wijzigingen. D. Besluit leegstandsregister: Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009, houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, met latere wijzigingen. E. Gebouw: Elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder F hierna of van kamer zoals bedoeld onder G hierna, met uitsluiting van de bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. F. Woning: Elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, zoals vermeld in artikel 2 § 1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode. G. Kamer: Elke woning waarin één of meer van de voorzieningen wc, bad of douche, kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt, zoals vermeld in artikel 2, 3° van het decreet van 4 januari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. H. Inventarisatiedatum: De datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het leegstandsregister of het andere-pandenregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit het leegstandsregister of het andere-pandenregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste inschrijving. I. Leegstaand gebouw: a) Een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 14
b)
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q.
R.
S.
T.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, met latere wijzigingen, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na slopen van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. c) Een nieuw gebouw wordt als leegstaand beschouwd, indien het gebouw binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig a) hiervoor. Leegstaande eengezinswoning: Een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: a) hetzij de woonfunctie; b) hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en nietoccasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. Een nieuwe woning wordt als leegstaand beschouwd, indien de woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig a en b hiervoor. Leegstaande kamer: Een kamer die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: a) hetzij de woonfunctie; b) hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en nietoccasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. Onafgewerkte woning of gebouw: Een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat binnen de twee jaar vanaf de stedenbouwkundige vergunning, maar die binnen drie jaar ná de aanvang van de werken niet winddicht is gemaakt, overeenkomstig artikel 128 van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 26 april 2004, met latere wijzigingen. Verwaarloosde of bouwvallige woning of gebouw: Een woning en/of gebouw met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een administratieve akte op basis van punten, waarbij ieder teken van verval een bepaald aantal punten oplevert. Onbewoonbaar verklaarde woning: Een woning die op grond van veiligheids- en/of gezondheidsaspecten niet meer mag bewoond worden en die door de bevoegde instantie als dusdanig onbewoonbaar werd verklaard conform artikels 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet of het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, met latere wijzigingen, en het decreet van 22 december 1995 op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting, met latere wijzigingen. Ongeschikt verklaarde woning: Een woning die niet beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, met latere wijzigingen, en het decreet van 22 december 1995 op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting, met latere wijzigingen, en die door de bevoegde instantie als dusdanig ongeschikt werd verklaard. Onveilige woning of gebouw: Een woning of gebouw waarvoor conform artikels 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet door de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd of een woonverbod of een bevel tot saneringswerken of slopen is uitgesproken. Ramp: Een gebeurtenis die zich voordoet onafhankelijk van de wil van de zakelijk gerechtigde en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is (brand, overstroming, aardbeving, hevige storm, …, dit is geen limitatieve opsomming). Beveiligde zending: Eén van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven; b) een afgifte tegen ontvangstbewijs; c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld. Zakelijk gerechtigde: De houder van één van volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom; b) het recht van opstal of van erfpacht; c) het vruchtgebruik. Renovatienota: Een nota die bestaat uit:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 15
a)
§ 2.
een overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd; het moet minimaal gaan over (een of meerdere van) de volgende werken: volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het dak weren van vocht uit de muren d.m.v. inspuiting of onderkapping vernieuwen van ramen en buitendeuren (eventueel samen met rolluiken) (her)inrichten van een wc met spoeling (her)inrichten van een badkamer en/of douchecel (bad of douche, wastafel, kraanwerk en leidingen) installeren of volledig vernieuwen van nutsleidingen aansluiting aan het openbaar rioleringsnet indien er geen aansluiting aanwezig is vernieuwen van een of meer gevels voor een bedrag van minimaal 15.000 EUR; (dit is geen limitatieve opsomming) b) een gedetailleerd tijdschema waarin wordt aangegeven binnen welke periode de werken zullen worden uitgevoerd; c) een kopie van de offertes of facturen waaruit blijkt dat de werken uitgevoerd zijn of uitgevoerd zullen worden. U. Tweede verblijf: Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is van de eigenaar of de huurder, maar die op elk ogenblik door hen kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger. Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden niet als tweede verblijf beschouwd. Belastbaar feit: De belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand, onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig, wordt geheven op de gebouwen en/of woningen die voorkomen in het leegstandsregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 2, en/of het andere-pandenregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 4. De belasting is in één aanslagjaar slechts éénmaal verschuldigd per gebouw of woning, zelfs als het gebouw of de woning is opgenomen in het leegstandsregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 2, en het andere-pandenregister, zoals bedoeld in artikel 3 § 4.
Artikel 3 – Inventaris § 1. Bevoegdheid: Onverminderd de toepassing van 89 bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de ambtenaren van de administratie toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten. § 2. Leegstandsregister: De administratie houdt een register van leegstaande gebouwen en woningen bij, hierna het leegstandsregister genoemd. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke inventarissen, een inventaris “leegstaande gebouwen” en een inventaris “leegstaande woningen”, die overeenkomstig artikel 2 van het besluit leegstandsregister door de administratie worden opgemaakt en bijgehouden. In de inventaris “leegstaande woningen” worden ook leegstaande kamers, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.K van dit reglement, opgenomen. § 3. Inventarisatie van gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand: A. De inventarisatiedatum: De opname in het leegstandsregister gebeurt op de datum van de administratieve akte van leegstand. B. Wijze van opname in het leegstandsregister: a) Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in een van de inventarissen aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen en in deze administratieve akte vast te stellen. b) In toepassing van artikel 3 § 2 van het besluit leegstandsregister kan het vermoeden van leegstand mede gebeuren op basis van een of meer van onderstaande indicaties: het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning; het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning sinds meer dan één jaar of van een aangifte als tweede verblijf; er is een nog geldig besluit van minstens 1 jaar oud inzake onbewoonbaarheid of ongeschiktheid; Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 16
C.
de nutsvoorzieningen (waterleiding, elektriciteit) zijn reeds meer dan 1 jaar afgesloten; het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand; voor het gebouw/de woning werd vermindering van het kadastraal inkomen gevraagd op grond van artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992; effectief en niet occasioneel gebruik van de woning is vastgesteld in het kader van een economische, culturele, sociale en recreatieve functie; onmogelijkheid om de woning te betreden: geen toegang mogelijk, toegang verzegeld, raamopeningen dichtgemaakt, gesupprimeerd of geblindeerd , wind- en/of waterdichtheid van de woning is niet gewaarborgd, onafgewerkte ruwbouw, ernstige inpandige vernieling; het aanbieden van een gebouw of woning als „te huur‟ en „te koop‟; getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent …; andere indicaties die ter plaatse kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het verslag dat bij de akte wordt toegevoegd. Kennisgeving en beroepsprocedure: a) De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvend verslag. b) Binnen een termijn van dertig dagen ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in a hiervoor, kan een zakelijk gerechtigde bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet gedagtekend zijn en moet minimaal de volgende gegevens bevatten: de identiteit en adres van de indiener; de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; één of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het verzoekschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. c) Zolang de indieningtermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. d) Elk inkomend beroepschrift wordt in het leegstandsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstmelding verstuurd. Dit gebeurt door de beroepsinstantie (het college of één of meer personeelsleden aan wie het college deze bevoegdheid heeft gedelegeerd). e) Het beroepschrift is alleen onontvankelijk: als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen van b hiervoor; als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S van dit reglement; als het beroepschrift niet is ondertekend. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit mee aan de indiener met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd. f) De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door de met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste ambtenaar. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. g) Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat binnen de termijn van negentig dagen, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het leegstandsregister.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 17
h)
§ 4.
§ 5.
Indien de beslissing tot opname in het leegstandregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand. D. Schrapping uit het leegstandsregister: a) Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 2 § 2.I.a, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. b) Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie zoals gedefinieerd in artikel 2 § 2.J-K. De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. c) Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie, op de wijze, vermeld in artikel 3 § 3.C.b van dit reglement (zelfde procedure als voor een beroepschrift). d) De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping en neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De bepalingen, vermeld in artikel 3 § 3.C.f van dit reglement, zijn voor het onderzoek van toepassing. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Andere-pandenregister: De administratie houdt een register van onafgewerkte, verwaarloosde, bouwvallige, ongeschikte, onbewoonbare of onveilige gebouwen en/of woningen bij, het andere-pandenregister genoemd. Het andere-pandenregister bestaat uit drie afzonderlijke inventarissen: een inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen”; een inventaris “ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen”; een inventaris “gebouwen en/of woningen waarvoor saneringswerken of –maatregelen werden opgelegd, of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken”. Een gebouw dat of een woning die opgenomen is in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen”, kan eveneens worden opgenomen in het leegstandsregister, en omgekeerd. Een woning die opgenomen is in de inventaris “ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen” wordt niet opgenomen in het leegstandsregister. Onder woningen wordt ook verstaan kamers, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.G van dit reglement. Inventarisatie van gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig: A. De inventarisatiedatum: De opname in het andere-pandenregister gebeurt op volgende datum: a) De inventarisatie van onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen gebeurt op de datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de onafgewerktheid, de verwaarlozing of de bouwvalligheid. b) De inventarisatie van een ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woning gebeurt op datum van het besluit van de burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister tot ongeschiktverklaring of onbewoonbaarverklaring. c) De inventarisatie van de onveilige gebouwen en/of woningen gebeurt op datum van het besluit van de burgemeester waarbij saneringswerken of -maatregelen worden opgelegd, waarbij tot woonverbod wordt besloten of waarbij een bevel tot slopen wordt uitgesproken. B. Wijze van opname in het andere-pandenregister: a) Een onafgewerkt, verwaarloosd en/of bouwvallig gebouw of een onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige woning wordt opgenomen in de inventaris aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de onafgewerktheid, verwaarlozing en/of bouwvalligheid staven, gevoegd worden. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om onafgewerktheid, verwaarlozing en/of bouwvalligheid van een gebouw en/of woning op te sporen en in deze administratieve akte vast te stellen. b) Een ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woning wordt opgenomen in de inventaris aan de hand van het besluit van de burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister tot ongeschiktverklaring of onbewoonbaarverklaring. c) Een onveilig gebouw of een onveilige woning wordt opgenomen in de inventaris aan de hand van het besluit van de burgemeester waarbij saneringswerken of -maatregelen worden opgelegd, waarbij tot woonverbod wordt besloten of waarbij een bevel tot slopen wordt uitgesproken.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 18
C.
D.
Kennisgeving en beroepsprocedure: a) De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het andere-pandenregister. b) De opname in de inventaris “ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen” en in de inventaris “gebouwen en/of woningen waarvoor saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd, of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken” kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden. De inhoudelijke betwisting is niet mogelijk aangezien de beroepsprocedure tegen een verklaring van ongeschiktheid, onbewoonbaarheid of onveiligheid wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister, de provinciegouverneur of door de bevoegde rechtbank. c) Binnen een termijn van dertig dagen ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in a hiervoor, kan een zakelijk gerechtigde bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen”. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet gedagtekend zijn en moet minimaal de volgende gegevens bevatten: de identiteit en adres van de indiener; de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; één of meer bewijsstukken die het tegendeel aantonen, met dien verstande dat de vaststelling van onafgewerktheid, verwaarlozing en/of bouwvalligheid kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, recht, uitgezonderd de eed. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. De indiener voegt bij het verzoekschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. d) Zolang de indieningtermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd. e) Elk inkomend beroepschrift wordt in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen” geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstmelding verstuurd. Dit gebeurt door de beroepsinstantie (het college of één of meer personeelsleden aan wie het college deze bevoegdheid heeft gedelegeerd). f) Het beroepschrift is alleen onontvankelijk: als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen van b hiervoor; als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S van dit reglement; als het beroepschrift niet is ondertekend. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit mee aan de indiener met de vermelding dat de procedure als afgehandeld wordt beschouwd. g) De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door de met de opsporing van onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen belaste ambtenaar. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. h) Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat binnen de termijn van negentig dagen, kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen”. i) Indien de beslissing tot opname in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen”niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw of de woning in de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen” op vanaf de datum van de vaststelling van de onafgewerktheid, verwaarlozing en/of bouwvalligheid. Schrapping uit het andere-pandenregister: a) Woningen en/of gebouwen die voorkomen op de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen” worden geschrapt na opmaak van een gunstig verslag ter controle.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 19
b)
c)
d) e)
De onafgewerkte woningen en/of gebouwen worden geschrapt uit de inventaris “onafgewerkte, verwaarloosde en/of bouwvallige gebouwen en/of woningen” op datum van de vaststelling door de administratie dat de gebouwen en/of woningen wind- en waterdicht zijn. De ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woningen en/of kamers worden geschrapt uit de inventaris “ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen” op de datum van het besluit van de burgemeester tot opheffing van de ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring. De gebouwen en/of woningen waarvoor de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een besluit tot woonverbod heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit inventaris “gebouwen en/of woningen waarvoor saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd, of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken”: op de datum van het besluit van de burgemeester tot opheffing van het woonverbod; zodra het slopen voltooid is en het terrein volledig van puin of krotwoning geruimd is; zodra het verslag ter controle bevestigt dat de opgelegde werken uitgevoerd zijn. Voor de schrapping uit het andere-pandenregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie, op de wijze, vermeld in artikel 3 § 5.C.c van dit reglement (zelfde procedure als voor een beroepschrift). De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping en neemt een beslissing binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De bepalingen, vermeld in artikel 3 § 5.C.g van dit reglement, zijn voor het onderzoek van toepassing. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
Artikel 4 – Tarieven § 1. Het basisbedrag van de belasting wordt vastgesteld op: A. Voor een gebouw 990,00 EUR forfaitair B. Voor een woning: a) Voor een eengezinswoning 990,00 EUR forfaitair b) Voor een (studenten-)kamer 75,00 EUR forfaitair c) Voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b) 750,00 EUR forfaitair Daarbij gelden volgende bepalingen: Een appartement wordt aangezien als een andere woning, zoals bedoeld onder art. 4 § 1.B.c.. In een gebouw met winkel en/of kantoor en appartementen, die via een afzonderlijke ingang bereikbaar zijn, worden winkel en/of kantoor (samen) aangezien als een gebouw en elk appartement als een andere woning, zoals bedoeld onder art. 4 § 1.B.c.. In een gebouw met winkel en/of kantoor en bovenliggende bouwlagen die niet via een afzonderlijke ingang bereikbaar zijn, worden winkel en/of kantoor (samen) aangezien als een gebouw en elke bovenliggende bouwlaag als een andere woning, zoals bedoeld onder art. 4 § 1.B.c.. Overeenkomstig artikel 3.2.17 van het decreet grond- en pandenbeleid zijn deze basisbedragen gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen ze overeen met de index van december 2009. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. § 2. Het bedrag van de heffing is gelijk aan het resultaat van de formule “basisbedrag vermenigvuldigd met X + 1” waarbij X gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de woning en/of het gebouw zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. X mag niet meer bedragen dan 4. Artikel 5 - Belastingplichtige § 1. Als belastingplichtige van de eerste belasting wordt beschouwd de zakelijk gerechtigde, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door degene die op het ogenblik van de opname in de gemeentelijke inventaris of het leegstandsregister houder is van dat recht. § 2. Zolang het gebouw en/of de woning niet is geschrapt uit de gemeentelijke inventaris of het leegstandsregister, is de zakelijk gerechtigde, bedoeld in § 1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt de belastingplichtige van de nieuwe belasting. § 3. Als één van de zakelijke rechten, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S, in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. § 4. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw en/of de woning in de gemeentelijke inventaris of het leegstandsregister. Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 20
§ 5.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.S, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Artikel 6 - Vrijstellingen Er kan vrijstelling van de belasting verleend worden aan natuurlijke personen of rechtspersonen die een zakelijk recht, bedoeld in artikel 2 § 2.S, uitoefenen over volgende gebouwen of woningen, die in de registers zijn opgenomen: § 1. Het gebouw dat of de woning die het enige eigendom is of het enige voorwerp uitmaakt van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, gelegen in België, van de natuurlijke persoon waarvan het netto belastbaar inkomen niet hoger is dan het inkomen dat vastgesteld is overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 2 februari 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de huurprijs voor woonbehoeftige huurders en het ministerieel besluit van 12 april 2007 tot uitvoering van dit besluit. § 2. De woning van de natuurlijke persoon die er de laatste bewoner van is én die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of zich in een vergelijkbare situatie bevindt waarbij overmacht kan worden bewezen. § 3. Het gebouw dat of de woning die eigendom is van de natuurlijke persoon waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. § 4. Het leegstaande gebouw van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, maar waarvan de economische activiteit niet meer kan uitgeoefend worden, omdat de milieuvergunning die voor het gebouw was afgeleverd, niet meer kan verlengd worden. Deze vrijstelling geldt evenwel niet als het gebouw is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde, bouwvallige en/of onafgewerkte gebouwen en/of woningen of in de inventaris van gebouwen en/of woningen waarvoor saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd, of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken. § 5. Het gebouw dat of de woning die getroffen is door een ramp. Deze vrijstelling geldt principieel gedurende twee jaar vanaf de datum van de ramp, maar kan door het college van burgemeester en schepenen worden verlengd, zolang het dossier dat ter zake werd ingediend, niet is afgehandeld. § 6. Het gebouw dat of de woning die in de loop van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar, van eigenaar veranderd is. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de datum van de notariële akte van overdracht van eigendom. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan: A. Vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap; B. Bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. § 7. A. Het gebouw of de woning waarvoor voorafgaand aan de datum van de administratieve akte een stedenbouwkundige vergunning is afgeleverd. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de datum van de administratieve akte. B. Het gebouw of de woning waarvoor ná de inventarisatiedatum, zoals bedoeld in artikel 3 § 3.A en artikel 3 § 5.A, een stedenbouwkundige vergunning is afgeleverd. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de datum van de stedenbouwkundige vergunning. C. Het gebouw of de woning waarvoor voorafgaand aan de datum van de administratieve akte een renovatienota, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.T, is ingediend. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de datum van de administratieve akte. D. Het gebouw of de woning waarvoor ná de inventarisatiedatum, zoals bedoeld in artikel 3 § 3.A en artikel 3 § 5.A, een renovatienota, zoals bedoeld in artikel 2 § 2.T, is ingediend door middel van een beveiligde zending. Deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de datum van de beveiligde zending. § 8. Het gebouw dat of de woning die gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 21
§ 9.
Het gebouw dat of de woning die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten is beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling. § 10. Het gebouw of de woning waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid. § 11. Het gebouw dat of de woning die eigendom is van een sociale huisvestingsmaatschappij. Enkel de vrijstellingen, voorzien in dit artikel, zijn van toepassing.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 22
2.5.
Belasting op het openhouden van horecazaken na het gewoon sluitingsuur
2.5.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.5.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op het openhouden van horecazaken na het gewoon sluitingsuur geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Bedrijfsactiviteit: Het exploiteren van een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming, het verrichten van een economische activiteit op zelfstandige basis, het zelfstandig uitoefenen van een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep en/of het zich bezighouden met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen. B. Zelfstandige: Elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een bedrijfsactiviteit uitoefent. C. Vennootschap: Elke rechtspersoon die in hoofd- of bijberoep een bedrijfsactiviteit uitoefent, tot de vereffening ervan is afgesloten. Onder vennootschap wordt niet begrepen de rechtspersonen, bedoeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek der Inkomstenbelasting 1992, met eventuele latere wijzigingen en aanvullingen. D. Bedrijfsvestiging: Elk (gedeelte van een) onroerend goed of geheel van onroerende goederen die samen ruimtelijk één complex of entiteit vormen, op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas, waarop zich een bedrijfsactiviteit bevindt. Elke belastingplichtige wordt geacht over minstens één bedrijfsvestiging te beschikken. E. Bedrijfsoppervlakte: Alle gebouwde en ongebouwde oppervlakten die ruimtelijk één complex of entiteit vormen en voor de bedrijfsvestiging worden gebruikt of op elk ogenblik kunnen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden. F. Gebouwde oppervlakte: De (geprojecteerde) oppervlakte van de gelijkvloerse bouwlaag, met uitsluiting van de gedeelten die uitsluitend als woongelegenheid worden gebruikt. Elke belastingplichtige wordt geacht over minstens één vierkante meter gebouwde oppervlakte te beschikken. G. Tapperij: De handel in gegiste en geestrijke dranken voor gebruik ter plaatse. H. Drankgelegenheid: Elke bedrijfsvestiging waar de bedrijfsactiviteit een tapperij is. I. Horecazaak: Elke bedrijfsvestiging die een drankgelegenheid is. J. Occasionele drankgelegenheden: Drankgelegenheden die slechts af en toe en/of voor speciale gelegenheden open zijn (o.a. kantines van voetbalploegen, parochiezalen, …). K. Cafés: Drankgelegenheden waar uitsluitend dranken worden geschonken maar geen maaltijden worden geserveerd. L. Tavernes: Drankgelegenheden waar dranken worden geschonken maar ook maaltijden worden geserveerd. M. Eetgelegenheden: Alle mogelijke snackbars, frituren, e.a. pita-eethuizen, en soortgelijke horecazaken, waar dranken kunnen verkregen worden bij de maaltijd die ter plaatse wordt genuttigd (tapperij) of die wordt meegenomen (slijterij). N. Restaurants: Drankgelegenheden waar uitsluitend bij maaltijden dranken worden geschonken. O. Dancings: Drankgelegenheden waar dranken worden geschonken en tevens de mogelijkheid tot dansen wordt geboden.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 23
P.
§ 2.
Verbruiksruimte: De gebouwde bedrijfsoppervlakte van een bedrijfsvestiging die vrij voor het publiek toegankelijk is en waar gegiste en geestrijke dranken worden geschonken voor gebruik ter plaatse. Q. Gelegenheidstoelating: De toelating tot het openhouden van een horecazaak na het gewoon sluitingsuur voor één dag tijdens één of meer uren. R. Bestendige toelating: De toelating tot het openhouden van een horecazaak na het gewoon sluitingsuur voor één of meerdere dagen van de week tijdens één of meer uren gedurende een kwartaal, een semester of een jaar. Belastbaar feit De belasting wordt geheven ten laste van de horecazaken, die toelating bekomen hebben om open te blijven na het gewoon sluitingsuur.
Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting wordt berekend per schijf van 25 m² verbruiksruimte. § 2. Een kwartaal begint op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober; een semester begint op 1 januari of op 1 juli; en een jaar begint op 1 januari. Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemeen Bij de aanslagvoeten waar de tarieven berekend worden op basis van een welbepaalde eenheid (uur, kwartaal, semester, jaar), wordt elke begonnen eenheid beschouwd als een volledige eenheid. § 2. Basistarieven A. Gelegenheidstoelatingen: a) per schijf van 25 m² verbruiksruimte 0,40 EUR per uur b) met een minimum van 3,60 EUR per uur B. Bestendige toelatingen a) per schijf van 25 m² verbruiksruimte 0,40 x 12 x 88/100 EUR per uur per kwartaal 0,40 x 24 x 77/100 EUR per uur per semester 0,40 x 48 x 66/100 EUR per uur per jaar b) met een minimum van 38,00 EUR per uur per kwartaal 66,50 EUR per uur per semester 114,00 EUR per uur per jaar C. Dancings voornoemde tarieven maal 3 D. Telefonische aanvraag bij de politie 6,50 EUR forfaitair Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de uitbater van de horecazaak. Elke uitbater, die een toelating wenst te bekomen om zijn horecazaak na het gewoon sluitingsuur open te houden, moet daartoe ofwel voorafgaandelijk een aanvraag richten aan de burgemeester (op het stadhuis tijdens de kantooruren), ofwel gedurende de nacht telefonisch een aanvraag doen bij de politie. Artikel 6 – Vrijstellingen, verminderingen en terugbetalingen § 1. Vrijstellingen en verminderingen Indien het politioneel sluitingsuur bij algemene of beperkende maatregel wordt opgeheven, onder meer ter gelegenheid van wijkfeesten, braderijen, foren of kermissen, door het college van burgemeester en schepenen als dusdanig erkend, is de belasting op het openhouden van horecazaken na het gewoon sluitingsuur, voor al degenen die van die maatregel genieten, niet verschuldigd. Indien het politioneel sluitingsuur wordt verlaat, ter gelegenheid van gebeurtenissen als vermeld in vorige paragraaf, en op die dagen vergunningen worden aangevraagd om open te houden na dat sluitingsuur, zijn deze vergunningen onderworpen aan dezelfde belasting als hierboven bepaald voor normale dagen. § 2. Terugbetalingen: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd terugbetaling van het te veel betaalde belastingbedrag te verlenen aan de belastingplichtige die, na betaling van de verschuldigde belasting, geen gebruik maakt van of voortijdig een einde stelt aan de bestendige toelating tot het openhouden van zijn horecazaak na het gewoon sluitingsuur, zoals bedoeld in artikel 2 § 1.R, onder de volgende voorwaarden: A. De belastingplichtige moet een schriftelijke aanvraag tot terugbetaling richten aan het college van burgemeester en schepenen, met opgave van de reden waarom hij om terugbetaling verzoekt. B. Het bedrag van de terug te betalen belasting zal berekend worden door vermindering van het totaal betaalde belastingbedrag met het bedrag dat al verschuldigd was. De beslissingen van het college, houdende terugbetaling, zullen door de gemeenteraad bekrachtigd worden. Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 24
2.6.
Belasting op het parkeren
2.6.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.6.2.
19 december 2013 (invoering)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op het parkeren geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Openbare weg: De wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. B. Onder dagdeel wordt verstaan: Ofwel de periode van 09.00 uur tot 13.30 uur, ofwel de periode van 13.30 uur tot 18.00 uur, ofwel de periode van 18.00 uur tot 09.00 uur. § 2. Belastbaar feit De belasting wordt geheven op het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren is toegelaten en waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is, waar het parkeren voor bewoners voorbehouden is, of waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is. De tarieven, zoals bedoeld in artikel 4, zijn van toepassing overeenkomstig de bepalingen van het stedelijk reglement op het parkeren, zoals dat in zitting van 25 maart 2011 door de gemeenteraad opnieuw werd vastgesteld, met latere wijzigingen. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag De belasting is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is. § 1. De persoon die zijn motorvoertuig parkeert op plaatsen waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is, of waar het parkeren voor bewoners voorbehouden is, heeft de keuze uit volgende wijzen van betalend parkeren: A. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van het ticket dat de parkeerautomaat afprint ná de betaling van het toepasselijke belastingtarief. B. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van het parkeerabonnement dat hem door de gemeente werd overgemaakt ná de betaling van het toepasselijke belastingtarief. C. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van het voor die zone officiële bewonersvignet of de officiële parkeerkaart voor autodelen, overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007, die hem door de gemeente werd overgemaakt ná de betaling van het toepasselijke belastingtarief. D. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van een door de stad erkende en afgeleverde persoonlijke parkeermeter met chipkaart (Piaf-toestel), die tijdens de duur van de parkeertijd in werking is. E. De gebruiker van een motorvoertuig die geen van de in artikel 3 § 1. A tot D genoemde documenten of toestellen zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van parkeertarief 2, zoals dat in artikel 4 hierna wordt vastgesteld. Bij toepassing van parkeertarief 2 brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen, aan op de voorruit van het voertuig. § 2. De persoon die zijn motorvoertuig parkeert op plaatsen waar dat parkeren is toegelaten en waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is, heeft de keuze uit volgende wijzen van parkeren: A. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975. B. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van het voor die zone officiële bewonersvignet of de officiële parkeerkaart voor autodelen, overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007, die hem door de gemeente werd overgemaakt ná de betaling van het toepasselijke belastingtarief.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 25
C.
De gebruiker van een motorvoertuig die geen parkeerschijf heeft geplaatst op een plaats waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is of die wel een parkeerschijf heeft geplaatst op een plaats waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is, maar voor een periode die langer is dan de periode die gratis is, of de gebruiker van een motorvoertuig die niet valt onder toepassing van B hiervoor, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het forfaitair tarief, zoals dat in artikel 4 hierna wordt vastgesteld. Bij toepassing van het forfaitair tarief brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen, aan op de voorruit van het voertuig.
Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemeen Bij de aanslagvoeten waar de tarieven berekend worden op basis van een welbepaalde eenheid (uur, halfuur, dag …, e.d.), wordt elke begonnen eenheid beschouwd als een volledige eenheid. § 2. Parkeertickets: A. Parkeertarief 1.A 1,00 EUR per uur beperkt tot 4 uur parkeren en van toepassing in de blauwe zone B. Parkeertarief 1.B 1,00 EUR per uur beperkt tot 2 uur parkeren en van toepassing in de gele zone C. Parkeertarief 1.C.a 1,50 EUR per uur bovengronds dagtarief, beperkt tot 1 uur parkeren en van toepassing in de rode zone Parkeertarief 1.C.b 0,80 EUR per halfuur bovengronds dagtarief, beperkt tot ½ uur parkeren en van toepassing in de rode zone Parkeertarief 1.C.c 1,00 EUR per uur bovengronds dagtarief, beperkt tot 1 uur parkeren en van toepassing in de groene zone Parkeertarief 1.C.d 0,50 EUR per halfuur bovengronds dagtarief, beperkt tot ½ uur parkeren en van toepassing in de groene zone D. Parkeertarief 1.D.a 1,50 EUR per uur bovengronds nachttarief, beperkt tot 1 uur parkeren en van toepassing in de rode zone Parkeertarief 1.D.b 0,80 EUR per halfuur bovengronds nachttarief, beperkt tot ½ uur parkeren en van toepassing in de rode zone E. Parkeertarief 1.E 5,00 EUR per dag langparkeertarief en van toepassing in de blauwe zone F. Parkeertarief 1.F gratis voor het 1ste kwartier kortparkeertarief en van toepassing in alle zones G. Parkeertarief 1.G.a 0,50 EUR per uur bovengronds dagtarief, beperkt tot 1 uur parkeren en van toepassing in de oranje zone Parkeertarief 1.G.b 2,00 EUR per dag langparkeertarief en van toepassing in de oranje zone De zones waarvan hiervoor sprake, zijn die zoals bepaald in het stedelijk reglement op het parkeren, zoals dat in zitting van 25 maart 2011 door de gemeenteraad opnieuw werd vastgesteld, met latere wijzigingen. § 3. Parkeerabonnementen: A. Gewone abonnementen: a) Weekabonnement 25,00 EUR per abonnement b) Maandabonnement 75,00 EUR per abonnement c) Kwartaalabonnement 175,00 EUR per abonnement B. Abonnementen voor bouwwerken: a) Dagabonnement 5,00 EUR per abonnement b) Weekabonnement 25,00 EUR per abonnement c) Maandabonnement 75,00 EUR per abonnement d) Kwartaalabonnement 175,00 EUR per abonnement C. Werkabonnementen: a) Gewone werkabonnementen: maandwerkabonnement 35,00 EUR per abonnement kwartaalwerkabonnement 100,00 EUR per abonnement Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 26
b)
Halvedagwerkabonnementen: basistarief
variabel tarief
D. § 4.
§ 5. § 6.
Abonnementen voor marktkramers (geldig voor één jaar) Bewonersvignet: A. Eerste bewonersvignet per wooneenheid B. Tweede bewonersvignet per wooneenheid, geldig gedurende één jaar C. Parkeerkaart voor autodelen Voor de maximale parkeerduur die toegelaten is door de verkeersborden voor het plaatsen van de parkeerschijf Andere tarieven: A. Parkeertarief 2 in toepassing van artikel 3 § 1.E B. Forfaitair tarief in toepassing van artikel 3 § 2.C
2,00 EUR per abonnement per maand 4,00 EUR per gekozen halve dag per maand 50,00 EUR per abonnement 5,00 EUR per vignet 105,00 EUR per vignet gratis gratis 25,00 EUR per dagdeel 25,00 EUR per dagdeel
Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting valt ten laste van de persoon die een motorvoertuig parkeert op plaatsen waar parkeren is toegelaten en waar het gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is, waar het parkeren voor bewoners voorbehouden is, of waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is. Artikel 6 – Vrijstellingen en terugbetalingen § 1. Vrijstellingen: Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart, uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 26 september 2005. § 2. Terugbetalingen: Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd terugbetaling van het te veel betaalde belastingbedrag te verlenen aan de belastingplichtige die, ná betaling van de verschuldigde belasting, geen gebruik maakt van of voortijdig een einde stelt aan de hem toegestane periode voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. Deze terugbetaling geldt enkel voor de gewone kwartaalabonnementen, de gewone kwartaalwerkabonnementen, de abonnementen voor marktkramers en de tweede bewonersvignetten. Deze terugbetaling kan enkel gebeuren onder de volgende voorwaarden: A. De belastingplichtige moet een schriftelijke aanvraag tot terugbetaling richten aan het college van burgemeester en schepenen, met opgave van de reden waarom hij om terugbetaling verzoekt. B. Het bedrag van de terug te betalen belasting zal berekend worden door vermindering van het totaal betaalde belastingbedrag met het bedrag dat al verschuldigd was. De beslissingen van het college, houdende terugbetaling, zullen door de gemeenteraad bekrachtigd worden.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 27
2.7.
Belasting op loggia’s en uitspringende gebouwgedeelten op het openbaar domein
2.7.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.7.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op loggia‟s en uitspringende gebouwgedeelten op het openbaar domein geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Loggia: Elke gesloten uitbouw van een gebouw, meer dan 20 cm buiten de bouwlijn/rooilijn op het openbaar domein uitstekend, dat een uitbreiding van de aanpalende woon- en/of gebruiksruimte impliceert. B. Gebouwgedeelte: Elke gesloten uitsprong van meer dan 20 cm buiten de bouwlijn/rooilijn op het openbaar domein, en die geen uitbreiding van de aanpalende woon- en/of gebruiksruimte impliceert § 2. Belastbaar feit De belasting wordt geheven op alle woningen en/of gebouwen die over een loggia en/of een uitspringend gebouwgedeelte beschikken, dat meer dan twintig centimeter (20 cm) buiten de bouwlijn/rooilijn op het openbaar domein uitsteekt. Woningen of gebouwen met een loggia of een uitspringend gebouwgedeelte, die op 1 januari van het aanslagjaar minimum vijftig (50) jaar zijn, vallen niet onder toepassing van deze belasting, ongeacht of de loggia en/of het uitspringend gebouwgedeelte nog geen vijftig (50) jaar oud is. De belastingplichtige zelf moet het bewijs leveren dat de woning of het gebouw op 1 januari van het aanslagjaar minimum vijftig (50) jaar oud is. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting wordt geheven per lopende meter loggia of uitspringend gebouwgedeelte. Wanneer gewone gebouwen en in het bijzonder appartementsgebouwen voorzien zijn van een op de gevel, buiten de bouwlijn/rooilijn uitspringend bouwsel, dat uit verscheidene loggia‟s is samengesteld (zelfs wanneer die uiterlijk één geheel vormen), wordt, voor de toepassing van deze verordening, de belasting voor iedere loggia afzonderlijk én per verdieping berekend, overeenkomstig de bepalingen van artikel 4. Dit zal het geval zijn wanneer de loggia‟s van twee verdiepingen verticaal aan elkaar zijn aangebouwd of wanneer op één verdieping twee of meerdere loggia‟s horizontaal aan elkaar zijn aangebouwd (uiterlijk één geheel vormen), en waarop verschillende plaatsen of appartementen afzonderlijk uitkomen. § 2. Er wordt geen vrijstelling van de belasting verleend wanneer de belastbare uitsprong in de loop van een aanslagjaar wordt weggebroken. Wanneer een belastbare uitsprong in de loop van een aanslagjaar wordt aangebouwd, zal de belasting slechts verschuldigd zijn vanaf 1 januari daaropvolgend. Artikel 4 – Tarieven Voor een loggia of een uitspringend gebouwgedeelte 16,00 EUR/lm Bij de berekening van de aanslag wordt elke begonnen lopende meter beschouwd als een volledige lopende meter. Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het belastbaar goed op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 6 – Vrijstellingen De loggia‟s en uitspringende gebouwgedeelten van onroerende goederen, aangewend voor een dienst van algemeen nut, vallen niet onder toepassing van deze belasting. Deze vrijstelling geldt niet voor de gedeelten van die onroerende goederen die door de aangestelden van die dienst als private personen en voor persoonlijk gebruik worden betrokken.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 28
2.8.
Belasting op nachtwinkels en privaat bureaus voor telecommunicatie
2.8.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.8.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op nachtwinkels en privaat bureaus voor telecommunicatie geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Nachtwinkel, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening: Elke vestigingseenheid waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter is dan 150 m² en die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en op duidelijke en permanente manier de vermelding “nachtwinkel” draagt en waarbij de toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid verboden zijn vóór 18 uur en ná 7 uur tenzij in een gemeentelijk reglement andere openingsuren zijn vastgelegd. B. Privaat bureau voor telecommunicatie, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening: Elke voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten en waarbij de toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid verboden zijn vóór 5 uur en ná 20 uur tenzij in een gemeentelijk reglement andere openingsuren zijn vastgelegd. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De openingsbelasting is een eenmalige belasting en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie. Elke wijziging van uitbating wordt gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. § 2. De belasting op de afgifte van de vergunning is verschuldigd bij de afgifte van een nieuwe, een verlenging van of een hernieuwing van de vergunning tot het uitbaten van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie. § 3. Er wordt geen korting of teruggave van de belasting verleend om welke reden ook. Artikel 4 – Tarieven § 1. Openingsbelasting § 2. Belasting op de afgifte van de vergunning
4.425,00 EUR forfaitair 1.475,00 EUR forfaitair
Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon aan wie de nieuwe, verlengde of hernieuwde vergunning tot het uitbaten van de nachtwinkel of van het privaat bureau voor telecommunicatie wordt afgeleverd. De belasting moet betaald worden vooraleer de nieuwe, verlengde of hernieuwde vergunning tot het uitbaten van de nachtwinkel of van het privaat bureau voor telecommunicatie wordt afgeleverd. Desgevallend zijn de eigenaar van de handelszaak en de eigenaar van het pand waar de handelsactiviteit wordt gehouden, solidair en in solidum gehouden tot betaling van de belasting.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 29
2.9.
Belasting op reclameconstructies en uithangborden
2.9.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.9.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op reclameconstructies en uithangborden geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Reclame: Elke vorm van communicatie met het doel potentiële klanten over te halen tot aanschaf van producten en diensten, of met het doel consumptie te bevorderen door het creëren en versterken van een merkimago en getrouwheid aan een merk. B. Reclameconstructie: a) Elke constructie, vast of verplaatsbaar, in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs het openbaar domein of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf het openbaar domein, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. b) De zogenaamde “lichtkranten”, waarmee wordt bedoeld elke constructie die d.m.v. een lichtbaan met teksten of tekeningen reclame maakt. C. Uithangbord: Elke aanduiding zichtbaar vanaf het openbaar domein met het doel de handel of nijverheid bekend te maken welke op een bepaalde plaats geëxploiteerd wordt, het beroep dat er uitgeoefend wordt of de activiteiten die er plaats hebben. D. Aanhangwagen: Elk voertuig dat is bestemd om aan een motorvoertuig te worden gekoppeld, met uitzondering van opleggers. § 2. Er wordt onderscheid gemaakt in: A. De reclameconstructies of uithangborden met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting, waaronder wordt verstaan de lichtgevende en verlichte constructies en de lichtprojecties. B. De reclameconstructies of uithangborden zonder verlichting. C. De aanhangwagens met reclame. § 3. Belastbaar feit De belasting op reclameconstructies en uithangborden wordt gevorderd voor elke reclameconstructie, elk uithangbord of elke aanhangwagen met reclame die op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas opgericht of geplaatst is. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting is verschuldigd voor reclameconstructies en uithangborden zoals bedoeld in artikel 2 § 1.B.a, C, met een minimum oppervlakte van één vierkante meter. Voor de reclameconstructies en uithangborden zoals bedoeld in artikel 2 § 1.B.b en D geldt geen minimum oppervlakte. Indien er verschillende constructies of borden zijn, wordt voor het berekenen van de belasting hun oppervlakte samengeteld en gezamenlijk belast. Indien de reclameconstructie of het uithangbord niet bereikbaar is om de exacte oppervlakte te kunnen berekenen, zal de aanslag gevestigd worden op basis van de door de daartoe aangestelde ambtenaar vastgestelde oppervlakte. § 2. Voor muren of gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht, wordt de bedekte totale oppervlakte beschouwd als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Voor muren of afsluitingen is de belastbare oppervlakte beperkt tot het beschilderde of beplakte gedeelte ervan. § 3. De aanslag wordt berekend op basis van de oppervlakte van een rechthoek, waarvan de zijden raken aan de uiterste punten van de reclameconstructie, van het uithangbord of van de aanhangwagen. Als belastbare oppervlakte wordt genomen, de publicitair nuttige oppervlakte, d.i. de volledige binnenoppervlakte zonder de lijst. Voor constructies, uithangborden of aanhangwagens waarvan meerdere zijden zichtbaar zijn, moet de oppervlakte van de zichtbare zijden worden samengeteld.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 30
§ 4.
De belasting is ondeelbaar voor het hele belastingjaar verschuldigd ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar, waarop de reclameconstructie, het uithangbord of de aanhangwagen wordt geplaatst of weggenomen, met uitzondering van hetgeen wordt bepaald in artikel 6 § 1.A hierna.
Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemeen Bij de aanslagvoeten waar de tarieven berekend worden op basis van een welbepaalde eenheid (vierkante meter), wordt elke begonnen eenheid beschouwd als een volledige eenheid. § 2. Reclameconstructies of uithangborden met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting A. Gewone reclameconstructies of uithangborden 40,00 EUR per m² per jaar B. Lichtkranten (incl. ledverlichting, videowalls, …) 800,00 EUR per lichtkrant per jaar § 3. Reclameconstructies of uithangborden zonder verlichting A. Gewone reclameconstructies of uithangborden kleiner dan of gelijk aan 10 m² 30,00 EUR per m² per jaar B. Gewone reclameconstructies of uithangborden groter dan 10 m² 40,00 EUR per m² per jaar § 4. Aanhangwagens met reclame 40,00 EUR per m² per jaar Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van de reclameconstructie, het uithangbord en/of de aanhangwagen met reclame en, in bijkomende orde, als de gebruiker onbekend is, door de eigenaar van de grond of van de muur waarop de constructie is aangebracht of de aanhangwagen is geplaatst. Artikel 6 – Verminderingen en vrijstellingen § 1. Verminderingen Er wordt 50% vermindering van de toepasselijke belastingaanslag verleend voor: A. Reclameconstructies, uithangborden en aanhangwagens, geplaatst door anderen dan de stad Sint-Niklaas, maar waarvan de stad Sint-Niklaas gratis gebruik mag maken om daarop alle soorten stedelijke informatie te verstrekken, voor het gedeelte dat niet door de stad Sint-Niklaas wordt gebruikt. B. Objecten zoals bvb. autobuswachthuisjes, waarover de stad Sint-Niklaas gratis mag beschikken, waarop aanplakkingen kunnen aangebracht worden. § 2. Vrijstellingen Er wordt vrijstelling van de belasting verleend voor de reclameconstructies, uithangborden en aanhangwagens, A. Die opgericht of geplaatst werden ná 1 december van het aanslagjaar. B. Die geplaatst werden door openbare besturen of openbare diensten, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd. C. Die gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen. D. Die uitsluitend tot doel hebben de handel of de nijverheid bekend te maken op de plaats zelf waar de natuurlijke of rechtspersoon zijn hoofdzetel heeft; E. Die uitsluitend de naam vermelden van de natuurlijke of rechtspersoon die op die plaats zelf zijn hoofdzetel heeft. F. Die geplaatst werden door anderen dan de stad Sint-Niklaas, maar waarvan de stad Sint-Niklaas gratis gebruik mag maken om daarop alle soorten stedelijke informatie te verstrekken, voor het gedeelte dat door de stad Sint-Niklaas wordt gebruikt.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 31
2.10.
Belasting op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder
2.10.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.10.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied De belasting wordt gevestigd op de vergunning die werd afgegeven overeenkomstig artikel 26, §§ 2 en 3, of overeenkomstig artikel 42, §§ 2 en 3, van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, met latere wijzigingen. Daarbij is volgende terminologie van toepassing: § 1. Taxivoertuigen: voertuigen bestemd voor een taxidienst. § 2. Verhuurvoertuigen: voertuigen bestemd voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag De belasting is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. Ze is jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Artikel 4 – Tarieven § 1. Het basisbedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld: A. Voor de vergunning voor taxivoertuigen, ongeacht of ze een standplaats op het openbaar domein innemen, en ongeacht of ze gebruik maken van radiotelefonie 250,00 EUR per in de vergunning vermeld voertuig B. Voor de vergunning voor verhuurvoertuigen 250,00 EUR per in de vergunning vermeld voertuig C. Voor de vergunning voor taxivoertuigen die ingezet worden als verhuurvoertuigen 500,00 EUR per in de vergunning vermeld voertuig D. Voor de vergunning voor verhuurvoertuigen die ingezet worden als taxivoertuigen, ongeacht of ze een standplaats op het openbaar domein innemen, en ongeacht of ze gebruik maken van radiotelefonie 500,00 EUR per in de vergunning vermeld voertuig § 2. Overeenkomstig artikel 36 § 6 en artikel 49 § 5 van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen worden deze tarieven jaarlijks aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de houder van de vergunning op 1 januari van het aanslagjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 32
2.11.
Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten
2.11.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.11.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie A. Laten takelen van een voertuig: a) het takelen en overbrengen van een voertuig naar de stalplaats; b) het ter plaatse komen zonder dat het voertuig getakeld dient te worden; c) de kilometervergoeding buiten het grondgebied van de stad; d) de stallingskosten van een getakeld voertuig. B. Vervoer van personen: Elk vervoer van dronken personen of personen die zich in een soortgelijke toestand bevinden ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen. Dit vervoer is het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot op het ogenblik dat betrokkene op zijn eindbestemming is gebracht. Dit is de meest aangewezen eindbestemming naargelang het geval (politiecommissariaat, thuis, bij de meerderjarige die het ouderlijk gezag of feitelijk toezicht uitoefent, verpleeginstelling, …). C. Nodeloze alarmmelding: Een alarm mag slechts aan de politie gemeld worden indien het alarmsignaal het gevolg is van een ongeoorloofde binnendringing of een poging daartoe. Indien een inbraakalarm afgaat, moet men eerst vaststellen of er een (poging tot) ongeoorloofde indringing is, en indien ja, kan men dit alarm aan de politie melden. Slechts in deze gevallen spreekt men niet van een nodeloze alarmmelding. D. Afvalstof: Elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen krachtens het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) van 23 december 2011, met latere wijzigingen. E. De ontgraving van een asurn omvat zowel de ontgraving van een asurn die in volle grond is begraven, als van een asurn die in een graf werd bijgezet. § 2. Belastbaar feit De belasting wordt geheven: A. Op sommige ambtshalve en/of noodzakelijke tussenkomsten van de stedelijke diensten, zoals dienst openbare werken, groendienst, reinigingsdienst, stedelijke gemengde brandweer, … B. Op het laten takelen van autovoertuigen, het vervoer van personen en de nodeloze alarmmeldingen. C. Op het weghalen of opruimen van afvalstoffen die achtergelaten, opgeslagen of gestort werden op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die in strijd is met: a) Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema) van 17 februari 2012, met latere wijzigingen; b) het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) van 23 december 2011, met latere wijzigingen; c) het algemeen politiereglement stad Sint-Niklaas van 27 maart 2009, met latere wijzigingen, meer bepaald hoofdstuk V; d) met andere wettelijke bepalingen (veldwetboek, bosdecreet, VLAREM, e.a.). D. Op het ontgraven en/of verplaatsen van lijken en asurnen die op de stedelijke begraafplaatsen van de stad worden uitgevoerd. E. Op de begraving van al dan niet veraste stoffelijke overblijfselen, de uitstrooiing van veraste stoffelijke overblijfselen en de bijzetting van veraste stoffelijke overblijfselen in een columbarium of een urnenveld op de stedelijke begraafplaatsen, van personen, overleden of dood aangetroffen buiten het grondgebied van de stad, die niet ingeschreven zijn in het stedelijk bevolkings- of vreemdelingenregister. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag § 1. De belasting wordt vastgesteld: per keer dat de tussenkomst van de stedelijke diensten of de politie vereist is; per ambtshalve opruiming door of in opdracht van de stad van sluikstorten;
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 33
§ 2.
per ontgraving of verplaatsing van een lijk of een asurne; per begraving, per bijzetting in een columbarium of urnenveld, of per asverstrooiing. Tussenkomsten van de lokale politie: A. Voor het laten takelen van voertuigen worden de kosten teruggevorderd op basis van de gedetailleerde factuur voor de betreffende takelprestatie, overgemaakt aan de stad, en waarvan de belastingplichtige een afschrift ontvangt. B. Voor het vervoer van personen wordt de belasting vastgesteld per rit en per vervoerd persoon, en is de belasting verschuldigd van zodra de vervoerde persoon zijn eindbestemming heeft bereikt. C. Voor de nodeloze alarmmeldingen is de belasting altijd verschuldigd vanaf de derde valse alarmmelding in hetzelfde jaar. De belasting is bij de eerste en/of de tweede valse alarmmelding in hetzelfde jaar ook verschuldigd, wanneer binnen dertig (30) minuten na de alarmoproep geen verantwoordelijke ter plaatse is.
Artikel 4 – Tarieven § 1. Algemene tussenkomsten A. Personeelskost voor werken en prestaties a) Op werkdagen 36,00 EUR per uur b) Op zaterdagen 45,00 EUR per uur c) Op zondagen en wettelijke feestdagen 72,00 EUR per uur d) Nachturen (tussen 22u en 6u) toepasselijk tarief +25% Er wordt minimaal één kwartier aangerekend en elk begonnen kwartier wordt aangerekend als een volledig kwartier. Indien de werken of prestaties aanleiding geven tot verplaatsing van personeel, wordt de tijd van verplaatsing aangerekend als personeelskost. B. Gebruikte materialen kostprijs § 2. Specifieke tussenkomsten A. Van de lokale politie a) laten takelen van autovoertuigen: per tussenkomst van de politie factuur takelprestatie administratieve kost 10,00 EUR per dossier b) vervoer van personen 100,00 EUR forfaitair c) nodeloze alarmmeldingen 235,00 EUR forfaitair B. Inzake het ambtshalve opruimen van sluikstorten a) klein afval (hondenpoep, flessen, blikken, …) 32,00 EUR forfaitair b) middelgroot afval (vuilniszak, klein huisraad, …) 180,00 EUR forfaitair c) groot afval (groot huisraad, …) 500,00 EUR forfaitair d) indien blijkt dat de kosten hoger oplopen dan dit forfaitair tarief, wordt het belastingbedrag berekend als volgt: bij opruimen door de stadsdiensten: o voor het transport van de afvalstoffen 0,68 EUR per begonnen km o voor het gebruik van een vrachtwagen met kraan 21,50 EUR per begonnen km o voor de opgeruimde afvalstoffen 0,17 EUR per kg o voor het inzetten van personeelsleden personeelskost (zie artikel 4 § 1.A) bij opruimen door een derde wordt het belastingbedrag bepaald op basis van de kostprijs, aangerekend door de derde die het sluikstort heeft opgeruimd in opdracht van de stad. C. Op de stedelijke begraafplaatsen a) ontgraving van een lijk 2.200,00 EUR per ontgraving b) ontgraving en/of verplaatsing van een asurn 220,00 EUR per ontgraving en/of verplaatsing c) begraving van niet veraste stoffelijke overblijfselen personeelskost (zie artikel 4 § 1.A) met een minimum van 4 uur d) begraving of bijzetting van veraste stoffelijke overblijfselen in een columbarium of een urnenveld personeelskost (zie artikel 4 § 1.A) met een minimum van 2 uur Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 34
e)
uitstrooiing van veraste stoffelijke overblijfselen
personeelskost (zie artikel 4 § 1.A) met een minimum van 1/2 uur De tarieven onder a en b gelden voor alle personen; de tarieven van c tot en met e zijn enkel van toepassing voor personen, overleden of dood aangetroffen buiten het grondgebied van de stad, die niet ingeschreven zijn in het stedelijk bevolkings- of vreemdelingenregister. Artikel 5 – Belastingplichtige De belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten is verschuldigd door de persoon: die de tussenkomst van de stedelijke diensten of de politie noodzakelijk maakt; die afvalstoffen heeft achtergelaten, opgeslagen of gestort, op de wijze zoals bepaald in artikel 2 § 2.C; die de aanvraag tot ontgraving of verplaatsing bij het stadsbestuur heeft ingediend; die de begraving, bijzetting of asverstrooiing aanvraagt. Artikel 6 – Bepalingen met betrekking tot indexering van de tarieven De tarieven, omschreven als personeelskost, zijn gekoppeld aan het indexcijfer (gezondheidsindex) van de consumptieprijzen van augustus 2013. Zij zullen, te rekenen van 1 januari 2014 en verder elke daaropvolgende eerste januari, worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig het verhoogde of verlaagde indexcijfer (gezondheidsindex) van de consumptieprijzen van de maand augustus die aan de bedoelde eerste januari voorafgaat, volgens volgende formule: basistarief x gezondheidsindex augustus jaar voorafgaand aan wijziging gezondheidsindex augustus 2013 De
afrondingen van deze bedragen moeten als volgt gebeuren: voor tarieven van X,X00 EUR tot en met X,X25 EUR wordt afgerond naar het lagere tiende van een EUR; voor tarieven hoger dan X,X25 EUR tot en met X,X75 EUR wordt afgerond naar X,X5 EUR; voor tarieven hoger dan X,X75 EUR tot en met X,X99 EUR wordt afgerond naar het hogere tiende van een EUR.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 35
2.12.
Belasting op tweede verblijven
2.12.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.12.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas jaarlijks een belasting op tweede verblijven geheven. Artikel 2 – Toepassingsgebied § 1. Terminologie Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: A. Tweede verblijf: Elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf is van de eigenaar of de huurder, maar die op elk ogenblik door hen kan worden bewoond. Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger. Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden niet als tweede verblijf beschouwd. § 2. Belastbaar feit De belasting wordt geheven op tweede verblijven op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 3 – Berekeningsgrondslag De belasting is verschuldigd voor geheel het jaar, ongeacht of het tweede verblijf in de loop van het aanslagjaar zijn belastbare grondslag verliest. De eigendomsoverdracht in de loop van een aanslagjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van de voor dat jaar verschuldigde belasting. In geval van eigendomsoverdracht in de loop van een aanslagjaar is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen van 1 januari volgend op de datum van eigendomsoverdracht, voor zover het overgedragen goed nog onder toepassing van deze belasting valt, en overeenkomstig de bepalingen van artikel 5. Artikel 4 – Tarieven Voor een tweede verblijf
500,00 EUR forfaitair
Artikel 5 – Belastingplichtige § 1. De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het belastbaar goed op 1 januari van het aanslagjaar. § 2. Indien het goed verhuurd is, is de belasting evenwel verschuldigd door de huurder van het belastbaar goed op 1 januari van het aanslagjaar. In dergelijk geval moet de eigenaar van het belastbaar goed het bewijs van verhuring leveren.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 36
2.13.
Gemeentelijke saneringsbijdrage en -vergoeding
2.13.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
2.13.2.
19 december 2013 (nieuwe vaststelling)
Reglement Artikel 1. Vanaf 2014 wordt voor het jaar X een gemeentelijke saneringsbijdrage van 1,4 maal de bovengemeentelijke saneringsbijdrage van dat jaar X aangerekend via de waterfactuur. Deze gemeentelijke saneringsbijdrage is onderworpen aan het BTW-tarief van 6%. Artikel 2. Vanaf 2014 wordt een gemeentelijke saneringsvergoeding aangerekend voor eigen waterwinning die gelijk is aan de gemeentelijke saneringsbijdrage. Deze gemeentelijke saneringsvergoeding is onderworpen aan het BTW-tarief va 21%. Artikel 3. Voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en –vergoeding zullen dezelfde sociale, ecologische en economische vrijstellingen en kortingen worden gehanteerd als deze die van toepassing zijn op de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Artikel 4. Voor de heffingsplichtige bedrijven wordt een geïndividualiseerd tarief berekend onder dezelfde voorwaarden en in een gelijkaardige verhouding als gebeurt voor de berekening van het tarief voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Dit geïndividualiseerd tarief zal nooit hoger zijn dan het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage of –vergoeding. Artikel 5. De totale som van de gemeentelijke saneringsbijdragen en gemeentelijke saneringsvergoedingen, verschuldigd door één heffingsplichtig bedrijf, wordt op jaarbasis beperkt tot 30.000 EUR (excl. BTW) per vestigingsplaats. Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd volgens de formule: gezondheidsindex november jaar van aanrekening - 1 x 30.000 EUR gezondheidsindex november 2006
Artikel 6. De totale som van de gemeentelijke saneringsvergoedingen, verschuldigd door één heffingsplichtig appartementenblok met drukverhogingsinstallatie, gecombineerd met private putwaterwinning, wordt op jaarbasis beperkt tot: het aantal gedomicilieerde personen op 1 januari van het jaar van aanrekening x 30 m³ x de gemeentelijke saneringsvergoeding van het jaar X Deze regeling is van toepassing onder de volgende voorwaarden: De waterwinning moet gebruikt worden om in meer dan de helft van de totale drinkwaterbehoefte te voorzien. Een afschrift van de goedgekeurde hoeveelheid eigen water door de Vlaamse Milieumaatschappij moet worden voorgelegd op basis van de aangifte van het vorig kalenderjaar. Bij ontstentenis van dit afschrift behoudt het voor de stad Sint-Niklaas verantwoordelijk waterbedrijf zich onherroepelijk het recht voor zich te baseren op de gegevens van de vorige goedgekeurde aangifte. Het volledig opgepompte volume eigen water, verminderd met het nodige spoelwater, is bestemd voor menselijke consumptie. Men moet beschikken over een geldige vergunning tot het einde van het lopende jaar, zoniet wordt de begrenzing op jaarbasis proportioneel aangepast. De rechthebbenden moeten jaarlijks zelf een aanvraag indienen om voormelde beperking te bekomen mits voorlegging van eerder vermelde stavingstukken en dit ten laatste op 31 december van het lopende meter. De debietmeter staat onder jaarlijkse supervisie van de Vlaamse Milieumaatschappij. Deze regeling is telkens voor één jaar hernieuwbaar en wordt gekoppeld aan een duidelijk engagement tot vermindering van het spoelwater. De registratie van het verbruik met behulp van een debietmeter staat onder de jaarlijkse controle van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 37
RETRIBUTIES 3.1.
Retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de stedelijke instellingen: invoering
3.1.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
3.1.2.
19 december 2013 (invoering)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas een retributie geheven op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de stedelijke instellingen.
Artikel 2 – Retributieplichtige De retributie is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van een dienst, van de infrastructuur of van materieel, aangeboden door de stedelijke diensten. Artikel 3 – Algemene bepalingen inzake de tarieven § 1. Indexering van de tarieven De tarieven, omschreven als personeelskost, zijn gekoppeld aan het indexcijfer (gezondheidsindex) van de consumptieprijzen van augustus 2013.
§ 2.
Zij zullen, te rekenen van 1 januari 2014 en verder elke daaropvolgende eerste januari, worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig het verhoogde of verlaagde indexcijfer (gezondheidsindex) van de consumptieprijzen van de maand augustus die aan de bedoelde eerste januari voorafgaat, volgens volgende formule: basistarief x gezondheidsindex augustus jaar voorafgaand aan wijziging gezondheidsindex augustus 2013 De afrondingen van deze bedragen moeten als volgt gebeuren: voor tarieven van X,X00 EUR tot en met X,X25 EUR wordt afgerond naar het lagere tiende van een EUR; voor tarieven hoger dan X,X25 EUR tot en met X,X75 EUR wordt afgerond naar X,X5 EUR; voor tarieven hoger dan X,X75 EUR tot en met X,X99 EUR wordt afgerond naar het hogere tiende van een EUR. Tarieven per eenheid Waar tarieven worden bepaald per eenheid (per vierkante meter, per lopende meter, per kwartier, per uur, …), wordt steeds bedoeld per begonnen eenheid.
Artikel 4 – Algemene bepalingen inzake de tarieftypes § 1. Algemeen In een volgend artikel worden per beleidsveld de tarieven bepaald die voor diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de stedelijke instellingen, aangerekend worden. De tarieven die in dit reglement worden aangegeven zijn steeds de basistarieven. Naast deze basistarieven bestaan afgeleide tarieven die onder bepaalde voorwaarden van toepassing worden (zie § 2 hierna). Voor elk tarieftype zijn tarieven van toepassing die een percentage bedragen van de basistarieven. Welke tarieftypes van toepassing kunnen zijn, wordt per beleidsveld (en per tarief) opgenomen. Voor sommige beleidsvelden wordt van deze bepalingen afgeweken, maar dit wordt expliciet in het beleidsveld (en bij het tarief) vermeld. § 2. Tarieftypes A. Basistarief (100%): Dit is het tarief dat aangerekend wordt: a) aan de door de adviesraden cultuur, jeugd en sport erkende verenigingen van Sint-Niklaas; b) aan regulier gesubsidieerde verenigingen van Sint-Niklaas. Dit is het tarief zoals opgenomen in het reglement. B. Voordeeltarief (50%) – afgeleid tarief: Dit is het tarief dat aangerekend wordt: a) Voor jeugd: aan de door de adviesraden cultuur, jeugd en sport erkende jeugdverenigingen van SintNiklaas; Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 38
C.
D.
aan de jeugdafdelingen van de door de adviesraden cultuur, jeugd en sport erkende verenigingen en regulier gesubsidieerde verenigingen van Sint-Niklaas; aan individuele personen van Sint-Niklaas, jonger dan 18 jaar. b) Voor scholen: aan de scholen van Sint-Niklaas. c) Om sociale redenen: aan de houders van een kansenpas of een begeleiderspas; aan instellingen van andersvaliden of zieken van Sint-Niklaas (inclusief de door de sportraad erkende G-sportverenigingen van Sint-Niklaas, en de G-afdelingen van de door de sportraad erkende sportverenigingen van Sint-Niklaas); bij activiteiten ter ondersteuning van een goed doel; een goed doel is een non-profit organisatie (stichting of vereniging) die private middelen werft en deze beheert en besteedt om een doelstelling te verwezenlijken met het oog op een situatieverbetering van een andere groep/individu dan de oprichter(s)/leden zelf. Dit tarief bedraagt de helft van het basistarief of van het niet commercieel tarief (bij feesten, fuiven, recepties, eetfestijnen en andere gelijkaardige organisaties). Niet commercieel tarief (200%) – afgeleid tarief: Dit is het tarief dat aangerekend wordt: a) aan niet erkende verenigingen en niet commerciële organisaties van Sint-Niklaas; b) aan verenigingen en niet commerciële organisaties van buiten Sint-Niklaas; c) voor feesten, fuiven, recepties, eetfestijnen en andere gelijkaardige organisaties. Dit tarief bedraagt tweemaal het basistarief. Commercieel tarief (400%) – afgeleid tarief: Dit is het tarief dat aangerekend wordt: a) aan verenigingen die activiteiten organiseren met een commercieel doel; b) aan commerciële organisaties. Dit tarief bedraagt viermaal het basistarief.
Artikel 5 – Algemene bepalingen inzake de verhuring van lokalen § 1. Kortdurende verhuringen A. Omschrijving: Kortdurende verhuringen zijn steeds verhuringen per dag, tenzij anders bepaald bij het lokaal zelf. B. Principes: a) Alle lokalen die per dag kunnen verhuurd worden, zijn ingedeeld in een groep op basis van grootte, inrichting, …. Er zijn 5 groepen vastgesteld. Tot welke groep een lokaal behoort, wordt aangegeven binnen het beleidsveld waartoe het lokaal behoort. b) Elke groep heeft een factor: groep 1 = factor 1,00 groep 2 = factor 1,50 groep 3 = factor 3,00 groep 4 = factor 4,00 groep 5 = factor 8,00 c) Het tarief voor de verhuring van een lokaal bestaat uit een aandeel verhuring en een aandeel verzekering. Het aandeel verhuring omvat ook het gebruik van de keuken, audiovisuele middelen, kortom alles wat beschikbaar is in het lokaal. De aandelen bedragen: aandeel verhuring 16,00 EUR per dag aandeel verzekering 5,00 EUR per dag Deze aandelen zijn van toepassing voor groep 1. Voor de andere groepen worden deze aandelen vermenigvuldigd met de voor die groep toepasselijke factor. Dit leidt tot volgende basistarieven per groep: groep 1 2 3 4 5 d)
basistarief verhuring 16,00 EUR per dag 24,00 EUR per dag 48,00 EUR per dag 64,00 EUR per dag 128,00 EUR per dag
5,00 7,50 15,00 20,00 40,00
verzekering EUR per dag EUR per dag EUR per dag EUR per dag EUR per dag
Het tarief voor verzekering blijft voor alle tarieftypes van één groep hetzelfde. Indien toepassing wordt gemaakt van een ander tarieftype dan het basistarief (zie artikel 4 § 2.A) is huurprijs = het toepasselijke tarief verhuring van die groep (= 100%, 50%, 200% of 400% van het basistarief) + het tarief voor verzekering van die groep
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 39
Dit leidt tot volgende tarieven per dag, per groep en per tarieftype: groep basistarief 1 16,00 + 5,00 = 21,00 EUR 2 24,00 + 7,50 = 31,50 EUR 3 48,00 + 15,00 = 63,00 EUR 4 64,00 + 20,00 = 84,00 EUR 5 128,00 + 40,00 = 168,00 EUR § 2.
voordeeltarief 8,00 + 5,00 = 13,00 EUR 12,00 + 7,50 = 19,50 EUR 24,00 + 15,00 = 39,00 EUR 32,00 + 20,00 = 52,00 EUR 64,00 + 40,00 = 104,00 EUR
niet commercieel tarief 32,00 + 5,00 = 37,00 EUR 48,00 + 7,50 = 55,50 EUR 96,00 + 15,00 = 111,00 EUR 128,00 + 20,00 = 148,00 EUR 256,00 + 40,00 = 296,00 EUR
commercieel tarief 64,00 + 5,00 = 69,00 EUR 96,00 + 7,50 = 103,50 EUR 192,00 + 15,00 = 207,00 EUR 256,00 + 20,00 = 276,00 EUR 512,00 + 40,00 = 552,00 EUR
Langdurende verhuringen A. Omschrijving: Langdurende verhuringen zijn verhuringen voor weekends, voor tentoonstellingen en verhuringen aan koren, muziekmaatschappijen, scholen, voor een dag in de week gedurende een jaar. B. Principes: a) Alle lokalen die voor een lange periode kunnen verhuurd worden, zijn ingedeeld in een groep op basis van grootte, inrichting, …. Er zijn 2 groepen vastgesteld. Tot welke groep een lokaal behoort, wordt aangegeven binnen het beleidsveld waartoe het lokaal behoort. b) Elke groep heeft een factor: groep 1 = factor 1,00 groep 2 = factor 2,00 c) Het tarief voor de verhuring van een lokaal bestaat uit een aandeel verhuring en een aandeel verzekering. Het aandeel verhuring omvat ook het gebruik van de keuken, audiovisuele middelen, kortom alles wat beschikbaar is in het lokaal. De aandelen bedragen: aandeel verhuring 16,00 EUR per dag aandeel verzekering 5,00 EUR per dag Deze aandelen zijn van toepassing voor groep 1. Voor de andere groepen worden deze aandelen vermenigvuldigd met de voor die groep toepasselijke factor. d) Er worden volgende bijkomende kortingen aangerekend: bij verhuring voor een weekend worden 3 dagen aangerekend; bij verhuring voor een tentoonstelling van maximaal 16 dagen worden 4 dagen aangerekend; bij verhuring voor een tentoonstelling van maximaal 23 dagen worden 6 dagen aangerekend; bij verhuring per jaar a rato van één dag per week geldt het volgende: o voor harmonieën worden 14 dagen aangerekend; o voor koren/scholen wordt de helft van het tarief 14 dagen aangerekend. Dit leidt tot volgende basistarieven per groep: groep 1 2
groep 1 2
e)
basistarief weekend 16,00 x 3 = 48,00 EUR 32,00 x 3 = 96,00 EUR
basistarief tent. 16 dg 16,00 x 4 = 64,00 EUR 32,00 x 4 = 128,00 EUR
basistarief tent. 23 dg 16,00 x 6 = 96,00 EUR 32,00 x 6 = 192,00 EUR
basistarief koor 16,00 : 2 x 14 = 112,00 EUR niet van toepassing
basistarief harmonie 16,00 x 14 = 224,00 EUR niet van toepassing
verzekering weekend 5,00 x 3 = 15,00 EUR 10,00 x 3 = 30,00 EUR
verzekering tent. 16 dg 5,00 x 4 = 20,00 EUR 10,00 x 4 = 40,00 EUR
verzekering tent. 23 dg 5,00 x 6 = 30,00 EUR 10,00 x 6 = 60,00 EUR
verzekering koor 5,00 : 2 x 14 = 35,00 EUR niet van toepassing
verzekering harmonie 5,00 x 14 = 70,00 EUR niet van toepassing
Het tarief voor verzekering blijft voor alle tarieftypes van één groep hetzelfde. Indien toepassing wordt gemaakt van een ander tarieftype dan het basistarief (zie artikel 4 § 2.A) is huurprijs = het toepasselijke tarief verhuring van die groep (= 100%, 50%, 200% of 400% van het basistarief) + het tarief voor verzekering van die groep Dit leidt tot volgende tarieven per tijdseenheid, per groep en per tarieftype:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 40
groep aard 1 weekend 1
tent. 16 dg
1
tent. 23 dg
1 1
koor of school harmonie
2
weekend
2
tent. 16 dg
2
tent. 23 dg
basistarief 48,00 + 15,00 = 63,00 EUR 64,00 + 20,00 = 84,00 EUR 96,00 + 30,00 = 126,00 EUR 112,00 + 35,00 = 147,00 EUR 224,00 + 70,00 = 294,00 EUR 96,00 + 30,00 = 126,00 EUR 128,00 + 40,00 = 168,00 EUR 192,00 + 60,00 = 252,00 EUR
voordeeltarief 24,00 + 15,00 = 39,00 EUR 32,00 + 20,00 = 52,00 EUR 48,00 + 30,00 = 78,00 EUR niet van toepassing niet van toepassing 48,00 + 30,00 = 78,00 EUR 64,00 + 40,00 = 104,00 EUR 96,00 + 60,00 = 156,00 EUR
niet commercieel 96,00 + 15,00 = 111,00 EUR 128,00 + 20,00 = 148,00 EUR 192,00 + 30,00 = 222,00 EUR niet van toepassing niet van toepassing 192,00 + 30,00 = 222,00 EUR 256,00 + 40,00 = 296,00 EUR 384,00 + 60,00 = 444,00 EUR
commercieel 192,00 + 15,00 = 207,00 EUR 256,00 + 20,00 = 276,00 EUR 384,00 + 30,00 = 414,00 EUR niet van toepassing niet van toepassing 384,00 + 30,00 = 414,00 EUR 512,00 + 40,00 = 552,00 EUR 768,00 + 60,00 = 828,00 EUR
(tent. 16 dg = tentoonstelling van maximaal 16 dagen; tent. 23 dg = tentoonstelling van maximaal 23 dagen)
Artikel 6 – Tarieven en toepasselijke tarieftypes § 1. Voor alle stedelijke instellingen A. Tarieven a) Personeelskost voor werken en prestaties Op werkdagen 36,00 EUR per uur Op zaterdagen 45,00 EUR per uur Op zondagen en wettelijke feestdagen 72,00 EUR per uur Nachturen (tussen 22u en 6u) toepasselijk tarief +25% Er wordt minimaal één kwartier aangerekend. Indien de werken of prestaties aanleiding geven tot verplaatsing van personeel, wordt de tijd van verplaatsing aangerekend als personeelskost. b) Fotokopieën en computerprints Gemaakt in functie van de dienstverlening, tot en met het 10de exemplaar, voor zover het één kopie of afdruk per origineel exemplaar betreft gratis Niet gemaakt in functie van de dienstverlening, bij meer dan één kopie of afdruk per origineel exemplaar, of vanaf het 11de originele exemplaar: o A4-formaat zwart-wit 0,10 EUR per bladzijde o A4-formaat kleur 0,50 EUR per bladzijde o kopieerkaarten: met een waarde van 10 kopieën A4-formaat 1,00 EUR per kaart met een waarde van 50 kopieën A4-formaat 5,00 EUR per kaart waarborg 2,00 EUR per kaart Volgende principes gelden: o 1 A5-formaat = ½ A4-formaat o 1 A3-formaat = 2 A4-formaat c) Uitprint van foto‟s op meegebracht fotopapier A4-formaat 0,50 EUR per print A4-formaat 1 A3-formaat = 2 A4-formaat d) Planafdrukken Per afdruk 7,00 EUR per begonnen m² B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. § 2. Inzake administratieve dienstverlening (beleidsveld 0130) A. Tarieven a) Huwelijken Op gewone werkdagen 25,00 EUR forfaitair Op zaterdag 100,00 EUR forfaitair In deze tarieven is een huwelijksboekje inbegrepen. Om administratieve redenen worden deze tarieven pas van toepassing vanaf 01-07-2014. Het tarief voor een huwelijksboekje blijft tot die datum behouden op 15,00 EUR per boekje Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 41
b)
§ 3.
§ 4.
Afgifte van een lijst van personen (afgeleverd overeenkomstig artikel 7a van het K.B. van 16 juli 1992) Personeelskost zie art. 6 § 1.A.a Etiketten 0,02 EUR per etiket Verzendingskosten 6,00 EUR forfaitair c) Afgifte van een kiezerslijst Per digitale lijst 25,00 EUR forfaitair Deze lijst wordt afgeleverd indien ze werd aangevraagd overeenkomstig de regels bepaald in artikel 20 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. d) Genealogische opzoeking Personeelskost zie art. 6 § 1.A.a B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Inzake wegen (beleidsveld 0200) A. Tarieven a) Verkeersborden Gebruik voor maximum 7 dagen 5,00 EUR per twee borden Bij laattijdig terugbrengen 5,00 EUR per twee borden per week Bij verlies of beschadiging 100,00 EUR per bord b) Diverse werken, uitgevoerd door stedelijke diensten Leggen, vernieuwen en herstellen van voetpaden, rechten, zakken en leveren van kantsteen, en andere werken: o gebruik van: een vrachtwagen zonder kraan 13,00 EUR per uur een vrachtwagen met kraan 21,50 EUR per uur een laadschop of graafbak 28,50 EUR per uur een motorwals 16,00 EUR per uur een sleepwagen 32,00 EUR per uur een rioolreinigingmachine 54,00 EUR per uur een mobiele kraan 47,00 EUR per uur een compressor 41,50 EUR per uur een trilplaat 15,00 EUR per uur een bandenlader 28,50 EUR per uur o te verwerken materialen kostprijs o signalisatieverkeersborden, -palen en toebehoren kostprijs o personeelskost zie art. 6 § 1.A.a Schilderen en herschilderen van onderbroken gele lijnen langs de rijbaan 20,00 EUR per lopende meter Schilderen en herschilderen van parkeerverbod op de rijbaan 200,00 EUR per parkeerverbod Bewegwijzering in de industrieparken 90,00 EUR per wegwijzer Administratieve kost 10,00 EUR per dossier B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Inzake parkeren (beleidsveld 0220) A. Tarieven a) Diensten aangeboden door De Bareel Stallen van voertuigen o voor een fiets: dagtarief 1,00 EUR forfaitair weektarief 3,00 EUR forfaitair maandtarief 7,50 EUR forfaitair o voor een bromfiets klasse A of B: dagtarief 1,50 EUR forfaitair weektarief 4,50 EUR forfaitair maandtarief 11,25 EUR forfaitair Boetes en andere o Voor een nieuw eigenaarpasje (bij verlies) 3,00 EUR per pasje o Boete bij laattijdig afhalen van het voertuig: minder dan of gelijk aan vijf dagen dagtarief meer dan vijf dagen maandtarief
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 42
b)
§ 5.
Waarborg voor badges voor dynamische palen in de Stationsstraat 10,00 EUR per badge B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Inzake ophalen en verwerken van huisvuil en overig afvalbeheer (beleidsvelden 0300, 0301 en 0309) A. Tarieven a) Huisvuilzakken en containers voor huisvuil Huisvuilzakken voor het ophalen van het gewoon huisvuil van gewone huishoudens: o grote huisvuilzakken (60 liter) 1,10 EUR per huisvuilzak o kleine huisvuilzakken (30 liter) 0,55 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 of per 5 losse zakken. Huisvuilzakken voor het ophalen van het gewoon huisvuil van zelfstandigen, kmo‟s en bedrijven (60 liter) 1,10 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. Huisvuilzakken voor het ophalen van PMD 0,25 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. Containers voor het ophalen van huisvuil: o container van 750 liter 9,10 EUR per container o container van 1.000 liter 12,10 EUR per container c) Ander afvalbeheer Labels voor het ophalen van groenten-, fruit- en tuinafval: o voor het ophalen van een container van 40 liter 0,50 EUR per container o voor het ophalen van een container van 120 liter 1,60 EUR per container o voor het ophalen van een container van 240 liter 3,20 EUR per container Te verkrijgen per 10 labels. Huisvuilzakken voor luiers 0,55 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. Stickers voor extra ophalen van met huishoudelijk afval gelijkgestelde afvalstoffen 0,50 EUR per sticker B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. C. Tegemoetkomingen Ontvangen gratis 20 grote huisvuilzakken voor het ophalen van het gewoon huisvuil van gewone huishoudens: a) De gezinnen waarvan het gezinshoofd op 1 januari of op 1 juli van het jaar van aanvraag het leefloon geniet in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, of waarvan het gezinshoofd op 1 januari of op 1 juli van het jaar van aanvraag gerechtigd was op steun die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen van de federale staat op grond van de artikelen 4 en 5 van de wet van 2 april 1965. Deze gezinnen kunnen hun gezinssituatie bewijzen als zij voorkomen op de lijsten met personen die het leefloon genieten of die gerechtigd zijn op steun van de staat, die door het O.C.M.W. tweemaal per jaar worden opgemaakt. b) De gezinnen waarvan het gezinshoofd het bewijs levert dat hij op 1 januari van het jaar van aanvraag geniet van de voorkeurstarieven inzake gezondheidszorg op basis van artikel 25 § 2 van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Deze gezinnen kunnen hun gezinssituatie bewijzen door middel van een attest van hun ziekenfonds, waaruit blijkt dat het gezinshoofd op 1 januari van het jaar van aanvraag geniet van de voorkeurstarieven inzake gezondheidszorg. Deze tegemoetkoming geldt evenwel niet voor gepensioneerden die niet genieten van de voorkeurstarieven inzake gezondheidszorg. c) De gezinnen waarvan het gezinshoofd op 1 januari van het jaar van aanvraag meer dan twee jaar volledig werkloos is geweest. Deze gezinnen kunnen hun gezinssituatie bewijzen door middel van een attest van hun vakbond of van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkering, waaruit blijkt dat het gezinshoofd op 1 januari van het jaar van aanvraag meer dan twee jaar volledig werkloos is geweest. d) Personen die in aanmerking komen voor de incontinentietoelage van de verplichte ziekteverzekering voor zover zij verzorgd worden in een thuiszorgsituatie (nl. personen die op de Katzschaal een score hebben van 3 tot 4 punten voor het criterium incontinentie),
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 43
§ 6.
en Zwaar zorgbehoevende personen in de thuiszorg die in aanmerking komen in het kader van de zorgverzekering voor tussenkomst professionele zorg voor zover het incontinentiemateriaal betreft (nl. personen die op de BEL-schaal een score hebben van 2 tot 3 punten voor het criterium incontinentie), en Personen die in het kader van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) omwille van een lichamelijk letsel in aanmerking komen voor een tegemoetkoming incontinentie (leeftijd tussen 4 en 65 jaar). Deze personen moeten via een attest van de zorgkas, het ziekenfonds of het VAPH bewijzen dat zij voldoen aan de gestelde voorwaarden. e) Personen die niet behoren tot A hiervoor, maar door hun ziekte veel huisvuilzakken nodig hebben. Deze personen moeten hun situatie bewijzen door middel van een attest van een specialistgeneesheer. Het college van burgemeester en schepenen wordt door de gemeenteraad gemachtigd om deze tegemoetkoming te verlenen. Deze beslissingen van het college zullen door de gemeenteraad bekrachtigd worden. Deze tegemoetkomingen worden niet verleend aan personen die op 1 januari van het jaar van aanvraag hun gewone verblijfplaats hebben op het grondgebied van de stad Sint-Niklaas in een gebouw waar het huisvuil opgehaald wordt door middel van huisvuilcontainers. Inzake de brandweer (beleidsveld 0419) A. Tarieven a) Gebruik van materieel na een schadegeval Dekzeilen: o in de eerste week gratis o vanaf de tweede week 20,00 EUR per week per dekzeil o reiniging na gebruik 1,00 EUR per m² o bij schade/vernietiging herstel- of vervangkosten Schoren: o in de eerste week gratis o vanaf de tweede week 1,50 EUR per week per schoor o bij schade/vernietiging herstel- of vervangkosten b) Gebruik van voertuigen, toestellen en/of materiaal Voertuigen en toestellen: o autoladder 130,00 EUR per uur o bevelhebbers- of materieelwagen 2,00 EUR per km o autopomp 105,00 EUR per uur o motorpomp (aanhang) 40,00 EUR per uur o draagbare kelderpomp 20,00 EUR per uur o lichte elektrische kelderpomp 7,00 EUR per uur o zware elektrische kelderpomp 20,00 EUR per uur o kleine elektrogeengroep 27,00 EUR per uur o grote elektrogeengroep 40,00 EUR per uur o alleszuiger 20,00 EUR per uur o brandslangen (per slang en max. 24 uur) 8,00 EUR per dag o vullen van persluchtflessen 13,00 EUR per fles Alle gebruikte materialen of producten (incl. water) kostprijs Personeelskost zie art. 6 § 1.A.a Administratieve kost 10,00 EUR per dossier c) Andere tussenkomsten Wegnemen van televisieantennes 66,00 EUR per antenne Afdekking van schouwen ter voorkoming van kraaiennesten 70,00 EUR per schouw Toezicht bij kerstboomverbranding 180,00 EUR per toezicht Vervanging van een hydrantpaal 250,00 EUR per paal Verwijderen van wespennesten: o tussenkomst op weekdagen 25,00 EUR per tussenkomst o tussenkomst op zaterdagen, zondagen en feestdagen 30,00 EUR per tussenkomst o administratieve kost bij nietcontante betaling 10,00 EUR per tussenkomst Opruimen van brandstof die uit een recipiënt is weggelekt:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 44
§ 7.
§ 8.
§ 9.
o materialen en producten kostprijs o personeelskost zie art. 6 § 1.A.a o administratieve kost 10,00 EUR per tussenkomst B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Inzake diensten voor toerisme (beleidsveld 0520) A. Tarieven a) Gidsbeurten Overdag: o per gidsbeurt van 2 uren 60,00 EUR forfaitair o bijkomend 30,00 EUR per uur o voor een volledige dag 140,00 EUR forfaitair Nocturne 60,00 EUR forfaitair + 2 uren personeelskost (zie art. 6 § 1.A.a) B. Tarieftypes Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 7.A kunnen van toepassing zijn: basistarief, voordeeltarief scholen. Inzake parken en plantsoenen (beleidsveld 0680) A. Tarieven a) Bestrijden van eikenprocessierupsen op privaat domein Preventieve bladbespuiting 30,00 EUR per locatie Curatieve verwijdering van nesten 30,00 EUR per locatie Bestrijding op het domein van onderwijsinstellingen, erkende jeugdverenigingen en medische en welzijnsvoorzieningen gratis B. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Inzake musea (beleidsveld 0700) A. Tarieven a) Toegangsgelden Salons voor Schone Kunsten 2,00 EUR per ticket Mercatormuseum 5,00 EUR per ticket SteM Zwijgershoek 5,00 EUR per ticket Combitarief drie musea (1 jaar geldig) 9,00 EUR per ticket Kortingen op de toegangsgelden 25% korting: o voor groepen van meer dan 15 personen o voor schoolbezoeken van niet Sint-Niklase scholen 50% korting: o voor houders van een kansenpas o voor kinderen tussen 12 en 18 jaar Gratis: o voor schoolbezoeken van Sint-Niklase scholen o voor houders van een lerarenkaart o voor kinderen tot en met twaalf jaar o voor leden van de vzw Stichting Kunst in de Stad, de vzw Breimuseum en de vzw Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, op voorlegging van hun lidkaart van de vzw b) Museumkaarten Individuele kaart 22,50 EUR per jaar Gezinskaart 35,00 EUR per jaar Kortingen op de museumkaarten: 50% korting: o voor houders van een kansenpas o voor kinderen tussen 12 en 18 jaar Gratis: o voor nieuwe inwoners van de stad (één jaar geldig) c) Monologen Voor de voorstelling 110,00 EUR Bijkomende toegangstickets:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 45
o bij voorstelling in de Salons voor Schone Kunsten 1,50 EUR per groepslid o bij voorstelling in SteM Zwijgershoek 4,00 EUR per groepslid Kortingen op de monologen: 25% korting op de voorstelling en gratis toegangstickets voor scholen en instellingen voor andersvaliden en zieken van Sint-Niklaas d) Breimuseum Gebruik van handbreimachines en mechanische rond- en vlakmachines voor het ontwikkelen en uitvoeren van breistoffen: o voor het gebruik van de machine en technische bijstand 3,00 EUR per uur o personeelskost voor het ontwikkelen, begeleiden en breien door een museummedewerker zie art. 6 § 1.A.a Gebruik van elektronische breimachines (met programmeren van de machine): o voor het gebruik van de machine en technische bijstand 3,00 EUR per uur o personeelskost voor het ontwikkelen, begeleiden en breien door een museummedewerker zie art. 6 § 1.A.a Gebruik door studenten: o voor het eerste uur gratis o vanaf het tweede uur 3,00 EUR per uur o personeelskost voor de ontwikkelingskosten op één type machine zie art. 6 § 1.A.a Maatwerk voor scholen: o grondstoffen kostprijs o personeelskost zie art. 6 § 1.A.a e) Andere Stemmen van de vleugelpiano in de Salons voor Schone Kunsten kostprijs f) Gidsbeurten Overdag: o per gidsbeurt van 2 uren 60,00 EUR forfaitair o bijkomend 30,00 EUR per uur o voor een volledige dag 140,00 EUR forfaitair Nocturne 60,00 EUR forfaitair + 2 uren personeelskost (zie art. 6 § 1.A.a) g) Lokalen Voor kortdurende verhuringen: o Piet Elshoutzaal Zwijgershoek tarieven van groep 2 o Salons voor Schone Kunsten zonder eigen receptie tarieven van groep 3 o Salons voor Schone Kunsten met eigen receptie (in traphal) tarieven van groep 4 o Tentoonstellingszaal Zwijgershoek tarieven van groep 5 Voor langdurende verhuringen: o Piet Elshoutzaal Zwijgershoek tarieven van groep 1 o Tentoonstellingszaal Zwijgershoek tarieven van groep 2 B. Tarieftypes a) Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 9.A.a tot en met § 9.A.e, zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 9.A.f, kunnen van toepassing zijn: basistarief, voordeeltarief scholen. c) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 9.A.g, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. § 10. Inzake het cultuurcentrum en overige culturele instellingen (beleidsvelden 0701 en 0709) A. Tarieven a) Voor kortdurende verhuringen Buurthuizen (vergader- e.a. lokalen) tarieven van groep 1 De Kouter Belsele (cultuurlokaal) tarieven van groep 1 Gemeentehuizen van Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (raadszalen e.a.) tarieven van groep 1 Huis van het Kind (instuifruimte) tarieven van groep 2 Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 46
Kasteel Walburg (Walburgiszaal) tarieven van groep 2 Stadhuis Sint-Niklaas (receptiezaal) tarieven van groep 2 Stadhuis Sint-Niklaas (Vredeszaal) tarieven van groep 2 Kasteel Walburg (Gerard De Cremerzaal) tarieven van groep 3 De Klavers (polyvalente zaal voor andere dan podiumkunsten) tarieven van groep 4 Kasteel Walburg (beide zalen samen) tarieven van groep 4 Stadhuis Sint-Niklaas (Trouwzaal) tarieven van groep 4 Troelant (polyvalente zaal) tarieven van groep 4 ‟t Verschil (polyvalente zaal) tarieven van groep 4 b) Voor langdurende verhuringen Gemeentehuizen van Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (raadszalen e.a.) tarieven van groep 1 c) Waarborgen Kasteel Walburg 100 EUR forfaitair De Klavers (polyvalente zaal voor andere dan podiumkunsten) 100 EUR forfaitair B. Tarieftypes a) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 10.A.a tot met b, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. b) Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 10.A.c zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. § 11. Inzake de schouwburg (beleidsveld 0702) A. Tarieven a) Voorstellingen Gebruik door andere verenigingen, erkend door de culturele raad, en gebruik door scholen: o Schouwburg 330,00 EUR per voorstelling o De Klavers (polyvalente zaal) 165,00 EUR per voorstelling o Museumtheater 132,00 EUR per voorstelling Gebruik door verenigingen voor podiumkunsten of muziek, erkend door de culturele raad, voor eigen optredens: o Schouwburg 220,00 EUR per voorstelling o De Klavers (polyvalente zaal) 110,00 EUR per voorstelling o Museumtheater 88,00 EUR per voorstelling Jeugd- en sociale verhuringen: o Schouwburg 165,00 EUR per voorstelling o De Klavers (polyvalente zaal) 82,50 EUR per voorstelling o Museumtheater 66,00 EUR per voorstelling Niet commerciële verhuringen: o Schouwburg 440,00 EUR per voorstelling o De Klavers (polyvalente zaal) 220,00 EUR per voorstelling o Museumtheater 176,00 EUR per voorstelling Commerciële verhuringen: o Schouwburg 1.540,00 EUR per voorstelling o De Klavers (polyvalente zaal) 770,00 EUR per voorstelling o Museumtheater 616,00 EUR per voorstelling b) Repetities Niet commerciële verhuringen: o Schouwburg 120,00 EUR per repetitie o De Klavers (polyvalente zaal) 60,00 EUR per repetitie o Museumtheater 48,00 EUR per repetitie Commerciële verhuringen: o Schouwburg 360,00 EUR per repetitie o De Klavers (polyvalente zaal) 180,00 EUR per repetitie o Museumtheater 144,00 EUR per repetitie c) Gebruik van digitale filmprojectie Gebruik door andere verenigingen, erkend door de culturele raad, en gebruik door scholen: o Schouwburg 170,00 EUR per dag o Museumtheater 68,00 EUR per dag Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 47
Gebruik door verenigingen voor podiumkunsten of muziek, erkend door de culturele raad, voor eigen optredens: o Schouwburg 170,00 EUR per dag o Museumtheater 68,00 EUR per dag Jeugd- en sociale verhuringen: o Schouwburg 85,00 EUR per dag o Museumtheater 34,00 EUR per dag Niet commerciële verhuringen: o Schouwburg 255,00 EUR per dag o Museumtheater 102,00 EUR per dag Commerciële verhuringen: o Schouwburg 255,00 EUR per dag o Museumtheater 102,00 EUR per dag d) Gebruik van de vleugelpiano Gebruik door andere verenigingen, erkend door de culturele raad, en gebruik door scholen: o Schouwburg 100,00 EUR per gebruik Gebruik door verenigingen voor podiumkunsten of muziek, erkend door de culturele raad, voor eigen optredens: o Schouwburg 100,00 EUR per gebruik Jeugd- en sociale verhuringen: o Schouwburg 100,00 EUR per gebruik Niet commerciële verhuringen: o Schouwburg 125,00 EUR per gebruik Commerciële verhuringen: o Schouwburg 125,00 EUR per gebruik e) Gebruik van de balletvloer Gebruik door andere verenigingen, erkend door de culturele raad, en gebruik door scholen: o Schouwburg 50,00 EUR per gebruik o De Klavers (polyvalente zaal) 50,00 EUR per gebruik Gebruik door verenigingen voor podiumkunsten of muziek, erkend door de culturele raad, voor eigen optredens: o Schouwburg 50,00 EUR per gebruik o De Klavers (polyvalente zaal) 50,00 EUR per gebruik Jeugd- en sociale verhuringen: o Schouwburg 50,00 EUR per gebruik o De Klavers (polyvalente zaal) 50,00 EUR per gebruik Niet commerciële verhuringen: o Schouwburg 62,50 EUR per gebruik o De Klavers (polyvalente zaal) 62,50 EUR per gebruik Commerciële verhuringen: o Schouwburg 62,50 EUR per gebruik o De Klavers (polyvalente zaal) 62,50 EUR per gebruik f) Ticketreservatie voor alle zalen Gebruik door andere verenigingen, erkend door de culturele raad, en gebruik door scholen 0,10 EUR per ticket Gebruik door verenigingen voor podiumkunsten of muziek, erkend door de culturele raad, voor eigen optredens 0,10 EUR per ticket Jeugd- en sociale verhuringen 0,10 EUR per ticket Niet commerciële verhuringen 1,00 EUR per ticket Commerciële verhuringen 1,00 EUR per ticket B. Tarieftypes Enkel de basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. § 12. Inzake de stedelijke openbare bibliotheek (beleidsveld 0703) A. Tarieven a) Lidmaatschap gratis b) Lenerskaart – dagpas Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 48
c)
d)
e)
f)
g)
Vervanging lenerskaart bij verlies 5,00 EUR per kaart Waarborg 25,00 EUR forfaitair Te betalen door personen zonder woonplaatsvermelding in België of Nederland op de identiteitskaart, of zonder een door de gemeente uitgereikt recent attest van woonplaats. Deze waarborg wordt terugbetaald na het beëindigen van het lidmaatschap en enkel op voorlegging van het betalingsbewijs. Dagpas als tijdelijke vervanging van een lenerskaart 2,00 EUR per pas Leengelden en boetegelden Leengelden: o voor boeken, tijdschriften, strips, cd‟s, lp‟s, cd-roms, partituren en taalcursussen gratis o voor dvd‟s, blu-rays en games 1,50 EUR per stuk o voor Sprinter-boeken 1,00 EUR per stuk o voor Sprinter-dvd‟s en Sprinter-blu-ray 3,00 EUR per stuk Het maximum aantal uitleenbare werken bedraagt 20 stuks per lenerkaart, waarvan maximum 10 dvd‟s, games of blu-ray en maximum 2 Sprinters. Boetegelden: o voor boeken, tijdschriften, strips, cd‟s, lp‟s, cd-roms, partituren en taalcursussen 0,20 EUR per stuk per uitleendag o voor dvd‟s, blu-rays, games en Sprintermaterialen 0,50 EUR per stuk per uitleendag o kosten voor het schrijven van een aanmaning 3,00 EUR per aanmaning De boete gaat in op de dag na het verstrijken van de uitleentermijn (excl. sluitingsdagen). Beschadiging, diefstal of verlies Bij verlies of diefstal moet het betreffende stuk worden vervangen door identiek en origineel materiaal (identieke uitgave, jaartal, druk, opname, …) en dit na voorlegging van een recent aankoopbewijs. De uitlener kan deze aankoop ook overlaten aan de bibliotheek, mits het betalen van de kostprijs die aan de bibliotheek werd aangerekend. Indien nodig worden volgende verwerkingskosten aangerekend: Bij lichte beschadiging 1,00 EUR per hersteld blad Plastificeren 4,00 EUR per stuk Bindwerk + plastificeren 8,00 EUR per stuk CD-doos (ook meerdelig) 1,50 EUR per doos Beveiligde DVD-doos (ook meerdelig) 3,00 EUR per doos IBL-vergoeding (openbare en wetenschappelijke bibliotheken) Per uitgeleend stuk 2,00 EUR forfaitair Deze vergoeding wordt verhoogd met de kosten die door de uitlenende bibliotheek worden aangerekend. Daarbij gelden de normale leen- en boetegelden. Diverse andere Reservering van materialen 1,50 EUR per reservering Boekenpakketten 12,00 EUR per levering Gebruik cyberbib na opname tijdskrediet 0,30 EUR per kwartier Archiefdiensten (digitale reproducties) Reproducties voor privégebruik 10,00 EUR per stuk Reproducties voor educatieve of wetenschappelijke publicatie gratis Reproducties voor commercieel gebruik: o kleine oplage (tot 5.000 online weergaven en tot 500 afdrukken) 10,00 EUR per stuk o grote oplage (meer dan 5.000 online weergaven en meer dan 500 afdrukken) 50,00 EUR per stuk o gebruik van films 150,00 EUR per minuut Bijkomende kosten: o aanvragen via de Beeldbank Sint-Niklaas gratis o andere aanvragen:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 49
fotografische opname door de gebruiker zelf gemaakt, mits toelating van de archivaris digitale foto of scan door het stadsarchief gemaakt digitale foto, scan of filmmateriaal door derden gemaakt
gratis 10,00 EUR per stuk
kostprijs Lokalen Voor kortdurende verhuringen: o Reynaertzaal tarieven van groep 2 o Conferentiezaal tarieven van groep 3 B. Tarieftypes a) Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 12.A.a tot en met § 12.A.g zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 12.A.h, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. § 13. Inzake feesten en plechtigheden (beleidsveld 0710) A. Algemeen De bepalingen van de retributie op het gebruik van gemeentematerieel, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 23 november 2007, met latere aanvullingen en wijzigingen, blijven van toepassing. B. Specifieke bepalingen a) Organisatie van recepties na ontvangsten of activiteiten Gebruik van de zaal zie art. 6 § 13.B.b Personeelskost zie art. 6 § 1.A.a Er worden steeds 2 personeelsleden ingezet. Per bijkomende 50 deelnemers wordt een bijkomend personeelslid ingezet. Materieel van de stad (drank e.d.) kostprijs De recepties op vraag van verenigingen die officieel worden ontvangen ter gelegenheid van elke 25ste verjaardag van het bestaan van hun vereniging, is gratis. b) Te gebruiken zalen Stadhuis Sint-Niklaas: o Receptiezaal tarieven van groep 2 o Vredeszaal tarieven van groep 2 o Trouwzaal tarieven van groep 4 Gemeentehuizen van Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (raadszalen) tarieven van groep 1 C. Tarieftypes a) Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 13.B.a zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 13.B.b, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. § 14. Inzake sport (beleidsveld 0740) A. Tarieven a) Turnhal De Witte Molen Categorie I: Afhankelijk van het puntensysteem, uitgewerkt door de stedelijke sportdienst, zijn deze tarieven van toepassing voor en te verdelen tussen de volgende erkende turnclubs (enkel en alleen voor hun jeugdopleiding): turnkring “Jong en Blij”, turnkring “Kracht en Geduld”, turnkring “Ritmica”, koninklijke turnkring “Rust Roest” en “GymTeam Sint-Niklaas” o voor een trainingsvolume tot en met 775 punten 4.000,00 EUR per semester o per bijkomende schijf van trainingsvolume van 50 punten 265,00 EUR per semester o met een maximum van 6.120,00 EUR per semester Categorie II: o volledige turnhal 21,00 EUR per uur o gedeelte artistieke gymnastiek dames of heren, met mogelijkheid tot gebruik van de wedstrijdvloer, de tumblingbaan, de maxitrampoline en/of de valkuil (minimum 2 toestellen) 12,00 EUR per uur o uitsluitend gebruik van de wedstrijdvloer, de tumblingbaan, de maxitrampoline of de valkuil (per toestel) 7,50 EUR per uur o individuele training 2,50 EUR per uur h)
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 50
b)
c)
Deze tarieven omvatten steeds het gebruik van kleedkamer(s) met of zonder douche. Sporthallen, sportlokalen en sportterreinen Sporthallen: o Te huren sporthalgedeelten: De Witte Molen (hal 1) = DWM1: 1/9de van de hal (badmintonterrein) factor 1,00 1/4de van de hal factor 2,25 1/3de van de hal factor 3,00 1/2de van de hal factor 4,50 heel de hal factor 9,00 De Klavers = DK, De Mispelaer = DM: 1/9de van de hal (badmintonterrein) factor 1,00 1/3de van de hal factor 3,00 1/2de van de hal factor 4,50 2/3de van de hal factor 6,00 heel de hal factor 9,00 De Witte Molen (hal 2) = DWM2, Ter Beke = TB: 1/6de van de hal (badmintonterrein) factor 1,00 1/2de van de hal factor 3,00 heel de hal factor 6,00 o Tariefaandelen: Vast aandeel (omvat het gebruik van 1 kleedkamer met of zonder douche) 1,50 EUR per uur Het vast aandeel wordt berekend door vermenigvuldiging van het basistarief met het aantal kleedkamers dat wordt gebruikt. Variabel aandeel 2,00 EUR per uur Het variabel aandeel wordt berekend door vermenigvuldiging van het basistarief met de overeenstemmende factor zoals bepaald in “Te huren sporthalgedeelten”. Het totale bedrag is de som van het vast aandeel en het variabel aandeel. Sportlokalen: o Zalen gevechtssporten (DWM en TB) 8,40 EUR per uur (omvat het gebruik van kleedkamer(s) met of zonder douche) o De Kouter 4,20 EUR per uur o Edelweiss (tafeltennistafel) 2,10 EUR per uur Sportterreinen: o voetbal outdoor: wedstrijd 20,00 EUR per wedstrijd training 4,00 EUR per uur o tennis en beachvolleybal outdoor 6,00 EUR per uur o klimmuur (DM): zonder klimmaterieel: individueel 1,00 EUR per uur heel de muur 9,00 EUR per uur 10-beurtenkaart 18,00 EUR per kaart één beurt is goed voor 2 uren met klimmaterieel tweemaal voornoemde tarieven o atletiekpiste DWM gratis o Finse piste TB gratis o pétanquebanen (DM, DK, TB) gratis Gebruik van 1 kleedkamer met of zonder douche 1,50 EUR per gebruik Indien door omstandigheden van technische of organisatorische aard kleedkamers en/of douches niet of onverminderd beschikbaar zijn, leidt dit niet tot vermindering of vrijstelling van dit tarief. Sportlessen in groep in sporthallen en op sportterreinen: o per beurt 3,00 EUR forfaitair o 10-beurtenkaart 27,00 EUR forfaitair Zwembad Publiekzwemmen: (betalend vanaf 5 jaar – een zwembeurt duurt maximum één uur) o individueel 3,00 EUR per keer o beurtenkaarten en abonnementen 10-beurtenkaart 25,00 EUR per kaart jaarabonnement 90,00 EUR per abonnement
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 51
Schoolzwemmen 1,60 EUR per leerling per uur met een minimum van 5 leerlingen per baan of per deel van het instructiebad. Zwemclubs, clubs voor zwemrecreatie, en organisaties voor zwemonderricht en aquagym: o per zwembaan 7,00 EUR per uur o per 1/3de van het instructiebad 7,00 EUR per uur o voor het volledig 25m-bad voor waterpolotraining van een erkende waterpolovereniging 34,00 EUR per uur o voor het volledig 25m-bad 50,00 EUR per uur Wedstrijden en zwemmanifestaties: o voor het instructiebad 20,00 EUR per uur o voor het volledig 25m-bad voor een waterpolowedstrijd of -manifestatie van een erkende waterpolovereniging 34,00 EUR per uur o voor het volledig 25m-bad 50,00 EUR per uur Voor erkende sportclubs is de inzet van één redder inbegrepen. Voor niet erkende sportclubs en organisaties is de inzet van één redder niet inbegrepen. Bij inzet van een of meer bijkomende redders wordt de overeenstemmende personeelskost (zie art. 6 § 1.A.) aangerekend. Sportlessen in groep in de zwemhal (zwemmen en aquafitness): Bijkomend tarief bovenop de toegangstarieven. o per beurt 2,00 EUR per half uur o bij aankoop van een 10-beurtenkaart krijgt men 10% korting op het toepasselijk tarief. Gebruik van het zwembad door privé lesgevers: o per zwembaan 7,00 EUR per uur Sport- e.a. lokalen o turnzaal 8,40 EUR per uur o yogazaal 4,20 EUR per uur o vergaderzaal 2,10 EUR per uur De verhuring van de vergaderzaal gebeurt voor minimum twee uren; indien de verhuring langer duurt, wordt elk begonnen uur aangerekend. d) Annulatievergoedingen zonder verwittiging 200% van het toepasselijk tarief met verwittiging 100% van het toepasselijk tarief o indien minder dan 24 uur vooraf voor individuele reservaties o indien minder dan 7 kalenderdagen vooraf voor de reguliere activiteiten van verenigingen, groepen en scholen o indien minder dan 30 kalenderdagen vooraf voor organisatoren van bijzondere manifestaties In alle andere gevallen kan gratis geannuleerd worden. B. Tarieftypes a) Tarieftypes turnhal Basistarief: Het tarief dat wordt aangerekend: o voor de jeugdactiviteiten van de erkende turnclubs (categorie I) met betalend publiek o de activiteiten van erkende verenigingen, andere dan bedoeld in categorie I o de Sint-Niklase scholen o individuele gebruikers, ouder dan 16 jaar o inwoners van de stad Sint-Niklaas Dit is het tarief dat is aangegeven. Jeugdtarief: Het tarief dat wordt aangerekend voor de activiteiten van jeugdafdelingen van erkende verenigingen, andere dan bedoeld in categorie I. Dit tarief bedraagt de helft van het basistarief. Niet commercieel tarief: Het tarief dat wordt aangerekend: o voor de activiteiten van niet-erkende verenigingen (o.a. turnverenigingen van buiten Sint-Niklaas, turnfederaties, …) o de niet-Sint-Niklase scholen o individuele gebruikers, ouder dan 16 jaar o niet-inwoners van de stad Sint-Niklaas Dit tarief bedraagt tweemaal het basistarief. Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 52
Commercieel tarief: Het tarief dat wordt aangerekend: o voor de activiteiten van niet-erkende verenigingen (o.a. turnverenigingen van buiten Sint-Niklaas) o turnfederaties o de niet-Sint-Niklase scholen als deze activiteiten gebeuren met betalend publiek. Dit tarief bedraagt viermaal het basistarief. Deze tarieftypes zijn enkel van toepassing voor de tarieven van § 14.A.a. b) Tarieftypes andere dan turnhal Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 14.A.b en § 14.A.c, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn, uitgezonderd wat hierna bepaald is onder c en d. c) Tarieven voor scholen Het voordeeltarief scholen is niet van toepassing voor de tarieven, zoals bepaald onder § 14.A.b (enkel gedeelte sporthallen). Volgende tarieven zijn wel van toepassing: Voor alle basisscholen van Sint-Niklaas: o het gebruik van de sporthallen De Klavers (DK), De Mispelaer (DM) en Ter Beke (TB) is gratis; o voor het gebruik van sporthal De Witte Molen (DWM1 en DWM2) is het basistarief van toepassing. Voor alle andere scholen van Sint-Niklaas: o voor het gebruik van alle sporthallen is het basistarief van toepassing. Er wordt voor alle scholen van Sint-Niklaas vrijstelling van de tarieven, zoals bepaald onder § 14.A., verleend voor de organisatie van hun jaarlijkse schoolsportdag. d) Voor de Stichting Vlaamse Schoolsport gelden in alle sportinstellingen en het zwembad de basistarieven. § 15. Inzake jeugd (beleidsveld 0750) A. Algemeen De bepalingen van de retributie op het gebruik van gemeentematerieel, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 23 november 2007, met latere aanvullingen en wijzigingen, blijven van toepassing. B. Tarieven Jeugdverblijfs- en vormingscentrum Heywijck a) Verhuring (inclusief premies inzake afstand van verhaal bij brand en inzake burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid uitbating): met overnachting (max. 24 u): o hoofdgebouw 170,00 EUR/nacht o villa 110,00 EUR/nacht zonder overnachting (max. 8 u): o hoofdgebouw 100,00 EUR/dag o villa 80,00 EUR/dag b) Energiekosten: hoofdgebouw 20,00 EUR/dag villa 10,00 EUR/dag c) Wassen van linnen (verplicht bij overnachting): hoofdgebouw 100,00 EUR/verblijf villa 50,00 EUR/verblijf d) Andere: boete bij misbruik van de brandbeveiliging 125,00 EUR forfaitair boete bij niet respecteren afvalselectie 25,00 EUR forfaitair waarborg per gebouw 250,00 EUR forfaitair bijkomende opkuis door de stad: o voor het hoofdgebouw 250,00 EUR forfaitair o voor de villa 125,00 EUR forfaitair C. Tarieftypes a) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 15.B.a, kunnen van toepassing zijn: basistarief, voordeeltarief jeugd en voordeeltarief om sociale redenen. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 15.B.b tot en met d zijn enkel de basistarieven van toepassing. § 16. Inzake basisonderwijs (beleidsvelden 0800, 0801, 0802 en 0803) A. Tarieven a) Remgelden voor leerlingen die gebruik maken van het middagtoezicht 0,60 EUR per begonnen uur de geleide studie 1,00 EUR per begonnen half uur Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 53
de binnenschoolse kinderopvang 1,00 EUR per begonnen half uur de naschoolse Franse lessen 1,50 EUR per begonnen half uur b) Lokalen Voor kortdurende verhuringen: o Refter van de stedelijke basisschool Gavertje Vier tarieven van groep 1 o Refter van de stedelijke basisschool De Droomballon tarieven van groep 1 B. Tarieftypes a) Voor de tarieven zoals bepaald in § 16.A.a zijn van toepassing: basistarief en voordeeltarief om sociale redenen. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 16.A.b, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. § 17. Inzake deeltijds kunstonderwijs (beleidsveld 0820) A. Tarieven a) Documenten en artikelen Kopieën voor klassikale vakken 5,00 EUR forfaitair Reproduceren van muziekpartituren: Voor het reproduceren van muziekpartituren zijn de door SEMU (Société d‟Editeurs de Musique - Muziekuitgevers) gehanteerde tarieven van toepassing. Dit zijn de vergoedingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 2 (basistarief) en artikel 3 (reductie) van de licentieovereenkomst met SEMU, die door de gemeenteraad bekrachtigd werd in zitting van 28 mei 2004. Deze vergoedingen worden jaarlijks aangepast op basis van de evolutie van de gezondheidsindex ten opzichte van het vorige jaar volgens de berekeningsmaand februari en mits afronding naar het hoger decimaal getal. b) Inschrijvingsgelden Inschrijvingen in SASK: o voor leerlingen die tijdig ingeschreven zijn, zijn de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden van toepassing; o voor leerlingen die te laat inschrijven, worden de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden verhoogd met 20 %, met afronding naar de hogere euro; dergelijke leerling wordt maar ingeschreven als de draagkracht van de cursus niet wordt overschreden; o voor leerlingen die een tweede optie binnen dezelfde studierichting willen volgen, geldt het door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde reductietarief; dergelijke leerling wordt maar ingeschreven als de draagkracht van de cursus niet wordt overschreden; o voor leerlingen die zich op 1 februari of later inschrijven, wordt 50% van de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden aangerekend; o voor leerlingen die zich inschrijven in het vak kunstgeschiedenis geldt het door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde reductietarief voor volwassenen. Inschrijvingen in SAMWD: o voor leerlingen die tijdig ingeschreven zijn, zijn de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden van toepassing; o voor leerlingen die te laat inschrijven, worden de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden verhoogd met 20 %, met afronding naar de hogere euro; dergelijke leerling wordt maar ingeschreven als de draagkracht van de cursus niet wordt overschreden; o voor leerlingen die zich op 1 februari of later inschrijven, wordt 50% van de door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gehanteerde inschrijvingsgelden aangerekend; o voor leerlingen die een tweede optie binnen dezelfde studierichting willen volgen, is de inschrijving gratis; dergelijke leerling wordt maar ingeschreven als de draagkracht van de cursus niet wordt overschreden. Inschrijvingen in de Vrije Ateliers: o vanaf het eerste trimester 60,00 EUR forfaitair o vanaf het tweede trimester 40,00 EUR forfaitair o vanaf het derde trimester 20,00 EUR forfaitair c) Andere Aperitiefconcerten: o voor leerlingen van de stedelijke academiën en kansenpashouders 3,00 EUR per ticket o voor niet-leerlingen van de stedelijke academiën 6,00 EUR per ticket Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 54
Nieuwjaarsconcerten en andere jaarlijks weerkerende concerten en voorstellingen: o voor leerlingen van de stedelijke academiën en kansenpashouders 4,00 EUR per ticket o voor niet-leerlingen van de stedelijke academiën 8,00 EUR per ticket Occasionele concerten en voorstellingen te bepalen door college d) Lokalen Voor kortdurende verhuringen: o Stedelijke academiën (klaslokalen) tarieven van groep 1 o Vrije Ateliers (klaslokalen) tarieven van groep 1 o Stedelijke Academie voor Schone Kunsten – auditorium Greta Weyn tarieven van groep 2 o Vrije Ateliers (cafetaria) tarieven van groep 2 o Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans – auditorium tarieven van groep 3 o Stedelijke Academie voor Schone Kunsten – Vierkante Zaal met annex tarieven van groep 5 Voor langdurende verhuringen: o Gemeentehuizen van Belsele, Nieuwkerken en Sinaai (raadszalen e.a.) tarieven van groep 1 o Kasteelstraat (klaslokalen) tarieven van groep 1 o Stedelijke academiën (klaslokalen) tarieven van groep 1 o Vrije Ateliers (klaslokalen) tarieven van groep 1 o Stedelijke Academie voor Schone Kunsten – Vierkante Zaal met annex tarieven van groep 2 B. Tarieftypes a) Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 17.A.a tot en met § 17.A.c zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. b) Voor de tarieven, zoals bepaald onder § 17.A.d, kunnen alle tarieftypes van toepassing zijn. § 18. Inzake opvoedingsondersteuning (beleidsveld 0944) A. Tarieven a) Lidkaarten Leden die in Sint-Niklaas wonen 5,00 EUR per lidkaart Leden met kansenpas die in Sint-Niklaas wonen 2,50 EUR per lidkaart Leden die niet in Sint-Niklaas wonen 8,00 EUR per lidkaart Groepstarief voor leden sub § 18.B.a aangeduid met (1) 10,00 EUR per lidkaart Groepstarief voor leden sub § 18.B.a aangeduid met (2) gratis b) Boetes 0,50 EUR per week per stuk speelgoed De boete is verschuldigd vanaf de eerste dag te laat. c) Reservatiekosten 0,50 EUR per keer d) Schadevergoeding bij verlies of beschadiging kostprijs De kostprijs wordt berekend aan de hand van volgende criteria: doet de schade al dan niet afbreuk aan de speelwaarde van het speelgoed; de waarde van het beschadigd speelgoed, die bepaald wordt door de datum van aankoop en het aantal uitleenbeurten; bij verlies van de voor het speelgoed beschermde opbergdoos, de huidige waarde van de opbergdoos (tenzij men ze zelf vervangt). B. Tarieftypes a) Omschrijving leden Kinderen tot en met 12 jaar, voor wie de (groot)ouders of voogd een inschrijvingsformulier hebben ondertekend. Kinderen tot en met 18 jaar met een beperking en/of ontwikkelingsstoornis of die langdurig ziek zijn, voor wie de (groot)ouders of voogd een inschrijvingsformulier hebben ondertekend. Volwassenen met een beperking en verlengd minderjarigen vergezeld van een begeleider. (1) Private onthaalouders, scholen, instellingen of organisaties uit Sint-Niklaas waarvan de werking zich richt tot kinderen tot 12 jaar. Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 55
(1) Scholen, instellingen of organisaties uit Sint-Niklaas waarvan de werking zich richt tot mensen met een beperking. (2) Onthaalouders aangesloten bij de dienst voor onthaalouders van de stad SintNiklaas. (2) Stedelijke diensten van Sint-Niklaas. b) Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. § 19. Inzake kinderopvang (beleidsveld 0945) A. Tarieven a) Buitenschoolse kinderopvang Voor- en naschoolse opvang 1,00 EUR per begonnen halfuur Verblijf van minder dan 3 uur 3,50 EUR per verblijf Verblijf tussen 3 en 6 uur 5,50 EUR per verblijf Verblijf langer dan 6 uur 10,50 EUR per verblijf Indien meerdere kinderen van een zelfde gezin gelijktijdig aanwezig zijn, wordt een globale korting van 25% verleend. Sanctionerende vergoeding bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht 10,00 EUR per keer b) Kinderdagverblijven Verbruik en afvalverwerking van luiers: o voor een volledige dag 1,50 EUR per dag o voor een halve dag 0,75 EUR per halve dag o voor 1/3de van een dag 0,50 EUR per 1/3de van een dag Warme maaltijd bij verblijf van 1/3de van een dag 2,50 EUR per maaltijd Om administratieve redenen worden deze tarieven pas van toepassing vanaf 01-04-2014. Sanctionerende vergoeding bij te laat afhalen van een kind zonder bewijs van overmacht 10,00 EUR per keer c) Onthaalouders Warme maaltijd bij verblijf van 1/3de van een dag 2,50 EUR per maaltijd Om administratieve redenen wordt dit tarief pas van toepassing vanaf 01-04-2014. B. Tarieftypes a) Tarieftypes buitenschoolse opvang Basistarief Het tarief dat is aangegeven. Sociaal tarief Er kan een sociaal tarief worden toegekend op basis van een geargumenteerd verzoek van de ouders. Elke aanvraag leidt tot de samenstelling van een dossier, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en door Kind en Gezin ingekeken en beoordeeld kan worden. Volgende categorieën komen in aanmerking voor het toekennen van het sociaal tarief: o Houder zijn van een kansenpas. o Voldoen aan de criteria die vastgelegd zijn voor het bekomen van een kansenpas: recht hebben op verhoogde tegemoetkoming of OMNIO-statuut in het stelsel van de ziekte- en invaliditeitsverzekering; een bescheiden inkomen hebben ten gevolge van een leefloon via het O.C.M.W.; een bescheiden inkomen hebben ten gevolge van een lopende schuldbemiddeling; voldoen aan de criteria inzake kadastraal inkomen van de eigen woning zoals die gelden voor houders van een kansenpas. Dit tarief bedraagt de helft van het basistarief. Nultarief In uitzonderlijke gevallen, wanneer de (kans)armoede van het gezin daartoe aanleiding geeft, kan gratis opvang toegestaan worden op gemotiveerd verzoek van het O.C.M.W.bestuur. Ook hier wordt een individueel administratief dossier opgemaakt, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en, indien nodig, bevestigd.
b)
Daarnaast wordt het nultarief ook toegekend aan het kind van een begeleider/begeleidster van het project “Buitenschoolse kinderopvang” tijdens de uren dat deze begeleider/begeleidster in het kader van dit project werkzaam is. Deze tarieftypes zijn van toepassing voor de tarieven van § 19.A.a (eerste vier onderdelen). Voor het vijfde onderdeel (sanctie) is enkel het basistarief van toepassing. Tarieftypes andere dan buitenschoolse opvang Enkel de basistarieven zoals bepaald in § 19.A.b tot en met § 19.A.c zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 56
C.
Indexering De tarieven, zoals bepaald in § 19.A.a (eerste vier onderdelen), worden jaarlijks op 1 september verhoogd met de procentuele stijging of daling van het indexcijfer, van zodra de gecumuleerde stijging in een verhoging van minstens 0,12 EUR op het basisbedrag voor een ganse dag resulteert. In de praktijk zal dit gebeuren op het moment dat Kind en Gezin een verhoging of verlaging ten gevolge van een stijging of een daling van de index doorvoert. § 20. Inzake overige verrichtingen betreffende ouderen (beleidsveld 0959) A. Tarieven a) Sneeuwruimen Voor 80-plussers en zelfstandig wonende personen met een beperking 3,00 EUR per ruiming B. Tarieftypes Enkel het basistarief is van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. § 21. Inzake begraafplaatsen (beleidsveld 0990) 1. Tarieven a) Graf-, columbarium- en urnenveldconcessies Concessies voor 10 jaar: o nieuwe concessie gratis o hernieuwing met terugwerkende kracht: voor personen vanaf 7 jaar 400,00 EUR voor 10 jaar 600,00 EUR voor 20 jaar voor kinderen tot 7 jaar 60,00 EUR voor 20 jaar Concessie voor 20 jaar: o nieuwe concessie: voor personen vanaf 7 jaar 400,00 EUR forfaitair voor kinderen tot 7 jaar 40,00 EUR forfaitair o hernieuwing: voor personen vanaf 7 jaar 200,00 EUR voor 10 jaar 400,00 EUR voor 20 jaar voor kinderen tot 7 jaar 40,00 EUR voor 20 jaar o Concessie in A-grond: nieuwe concessie 4.000,00 EUR voor 20 jaar hernieuwing concessie 4.000,00 EUR voor 20 jaar o Wijziging naar hogere rang van graf- of columbariumconcessie 160,00 EUR per wijziging b) Vervaardigen en aanbrengen van naamplaatjes op columbaria en herdenkingszuilen op de asweiden 45,00 EUR per plaatje 2. Tarieftypes Enkel deze basistarieven zijn van toepassing, niet de afgeleide tarieftypes. Artikel 7 – Vrijstellingen Vrijstelling van deze retributie wordt verleend aan: alle openbare besturen die handelen in uitvoering van hun wettelijke opdracht; alle stedelijke adviesraden (incl. de dorpsraden).
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 57
3.2.
Retributie op het gebruik van gemeentematerieel
3.2.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
3.2.2.
23 november 2007 (invoering) 24 oktober 2008 (aanvulling en wijziging)
Reglement Artikel 1 - Heffingstermijn Met ingang van 1 januari 2008 wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas een retributie geheven op het gebruik van gemeentematerieel. Artikel 2 - Retributieplichtige De retributie is verschuldigd door de persoon die om het gebruik van gemeentematerieel verzoekt. Artikel 3 – Tarieven § 1. Gebruik van materieel voor evenementen allerhande A. Basistarieven a) Materieel dat geleverd en afgehaald wordt op een afgesproken locatie (zonder plaatsing): vervoerskost 28,50 EUR forfaitair naargelang de beschikbaarheid en de behoefte zijn in dit tarief maximaal 200 stoelen, 40 tafels, 50 meter nadar, 10 tentoonstellingspanelen en 4 vlaggen met masten begrepen bijkomend feestmaterieel: o stoel 0,20 EUR per stuk o tafel (klein) 0,50 EUR per stuk o tafel (groot) 0,70 EUR per stuk o nadar 0,25 EUR per lm o Heras hekken 0,50 EUR per lm o tentoonstellingspaneel 0,80 EUR per stuk o toiletwagen 105,00 EUR per stuk o waarborg toiletwagen 150,00 EUR forfaitair deze waarborg zal niet worden terugbetaald, indien de toiletwagen door toedoen van de stadsdiensten moet worden gereinigd o aankondigingbord, bezorgd door de vereniging, te plaatsen tussen 2 palen 14,00 EUR per stuk o zitbankje 0,75 EUR per stuk o plankenvloer: van 1 tot 50 m² 27,00 EUR forfaitair vanaf de 51ste m² 0,75 EUR per m² bijkomend elektr(on)isch materieel: o micro met statief, versterker en luidsprekers 15,00 EUR per stuk o halogeenspot 0,60 EUR per stuk o knijpspot 0,30 EUR per stuk o noodverlichting 1,30 EUR per stuk o kransverlichting 20 m (witte lampen) 4,50 EUR per stuk o kransverlichting 20 m (gekleurde lampen) 4,50 EUR per stuk o kransverlichting 30 m (witte lampen) 7,00 EUR per stuk o kransverlichting 30 m (gekleurde lampen) 7,00 EUR per stuk o verlengsnoer 0,60 EUR per stuk o verdeelblok 0,60 EUR per stuk o verdeelkast met voedingskabel 4,50 EUR per stuk o laptop en/of dataprojector: de uitlening moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen van het reglement betreffende de uitlening van een laptop en een dataprojector aan erkende culturele verenigingen uit de stad, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 oktober 2004 uitlening 10,00 EUR per toestel per dag waarborg 100,00 EUR forfaitair boete bij laattijdig inleveren 20,00 EUR per toestel per dag bijdrage verzekering 1,00 EUR per toestel per dag
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 58
b)
§ 2. § 3.
Materieel dat geleverd, geplaatst, afgebroken en afgehaald wordt door de stedelijke diensten: feestmaterieel: o mast met vlag 3,00 EUR per stuk o tentje 18,00 EUR per stuk o mobiel podium 344,00 EUR per stuk o overdekt podium: 10 m x 6 m 721,00 EUR per stuk 12 m x 6 m 867,00 EUR per stuk o podium (elementen): van 1 tot 25 m² 27,00 EUR forfaitair vanaf de 26ste m² 1,10 EUR per m² o gradinen met stoelen (min. 125 en max. 400 zitplaatsen) 1,20 EUR per plaats materieel voor wielerwedstrijden 50,00 EUR forfaitair wedstrijden van beginnelingen, juniores, liefhebbers, dames en W.A.O.D. c) Materieel voor afvalbeheer: afvalcontainer 240 liter 4,50 EUR per stuk bij verlies of beschadiging afvalcontainer 240 liter 70,00 EUR per stuk afvalpunt (rode en blauwe container samen) 9,00 EUR per stuk afvalcontainer 750 liter 13,50 EUR per stuk afvalcontainer 1.000 liter 18,00 EUR per stuk B. Jeugdtarieven de helft van de basistarieven C. Commerciële tarieven viermaal de basistarieven in dit geval zijn de 200 stoelen, 40 tafels, 50 meter nadar, 10 tentoonstellingspanelen en 4 vlaggenmasten NIET inbegrepen Gebruik van divers ander materieel niet meer van toepassing Diverse andere waarborgen A. Voor een waterschuimblusser a) Ontlening van 1 tot 5 blussers 55,00 EUR forfaitair b) Ontlening van 6 tot 10 blussers 110,00 EUR forfaitair B. Voor fluo-hesjes (geel) met opdruk "organisatie" a) Ontlening van 1 tot 10 hesjes 5,00 EUR forfaitair b) Ontlening van 11 tot 20 hesjes 10,00 EUR forfaitair c) Ontlening van 21 tot 30 hesjes 15,00 EUR forfaitair d) Ontlening van 31 tot 40 hesjes 20,00 EUR forfaitair e) Ontlening van 41 tot 50 hesjes 25,00 EUR forfaitair f) Ontlening van 51 tot 60 hesjes 30,00 EUR forfaitair g) Ontlening van 61 tot 70 hesjes 35,00 EUR forfaitair h) Ontlening van 71 tot 80 hesjes 40,00 EUR forfaitair i) Ontlening van 81 tot 90 hesjes 45,00 EUR forfaitair j) Ontlening van 91 tot 100 hesjes 50,00 EUR forfaitair de hesjes moeten gewassen, gedroogd en opgevouwen worden teruggebracht; de waarborg zal ingehouden worden als ze niet proper of niet gewassen zijn C. Voor radiocommunicatiematerieel dit materieel kan enkel uitgeleend worden indien er een duidelijke link is naar het stadsbestuur, d.w.z. hetzij de stadsdiensten zelf het gebruiken, hetzij de stad als partner in een activiteit participeert, hetzij een andere duidelijke link (bv gebruik van een stadsgebouw) a) Radio‟s: ontlening van 1 tot 5 radio‟s 50,00 EUR forfaitair ontlening van 6 tot 10 radio‟s 100,00 EUR forfaitair ontlening van 11 tot 15 radio‟s 150,00 EUR forfaitair ontlening van 16 tot 20 radio‟s 200,00 EUR forfaitair b) Set oortje met micro: ontlening van 1 tot 5 sets 10,00 EUR forfaitair ontlening van 6 tot 10 sets 20,00 EUR forfaitair ontlening van 11 tot 15 sets 30,00 EUR forfaitair ontlening van 16 tot 20 sets 40,00 EUR forfaitair c) Snellader voor 6 radio‟s (enkel bij langdurige ontleningen noodzakelijk) 50,00 EUR per stuk d) Reservebatterij 10,00 EUR per stuk D. Voor een fuifkoffer 125,00 EUR forfaitair Volgende afspraken gelden:
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 59
Het materieel moet minstens 3 weken vooraf op de dienst aangevraagd en gereserveerd worden. Het materieel zal enkel in functie van de beschikbaarheid kunnen ontleend worden. Stadsmanifestaties krijgen steeds voorrang. Het materieel moet ten laatste de laatste werkdag voor het evenement op de dienst worden afgehaald tijdens de kantooruren. Het moet worden teruggebracht op de dienst tijdens de kantooruren de eerste werkdag volgend op het evenement tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Het materieel wordt NIET ter plaatse gevoerd. Verlies of beschadiging van het materieel houdt de inhouding van de borg in. In het geval van de fuifkoffer zal de waarborg worden ingehouden overeenkomstig de aanvraagen uitleenprocedure van fuifkoffers, zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 24-102008.
Artikel 4 – Vrijstellingen en verminderingen § 1. Alle openbare besturen die handelen in uitvoering van hun wettelijke opdracht, zijn van deze retributie vrijgesteld. § 2. Het materieel, vermeld onder artikel 3 § 1, wordt gratis ter beschikking gesteld voor: A. Activiteiten, waarbij het stadsbestuur medeorganisator is. B. Activiteiten, georganiseerd binnen het kermisprogramma. C. Godsdienstige en vrijzinnige manifestaties. D. Gouden en briljanten bruiloften. E. De vakantiewerking van erkende speel- en sportpleinen. F. De kerst- en nieuwjaarsverlichting. G. Activiteiten van de erkende adviesraden. § 3. Het materieel voor wielerwedstrijden wordt gratis ter beschikking gesteld in volgende gevallen: A. Wielerwedstrijden tijdens de periode van de zomerkermissen van Belsele (juni), Nieuwkerken (september), Sinaai (juli) en Sint-Niklaas (juli). B. Alle wedstrijden tijdens de meikermissen van Duizend Appels en Puivelde, de Paaskermis in Nieuwkerken, en de wijkkermissen Stenenmuur, Molenhoek, Leebrug en Zwaanaarde te Sinaai. C. Alle wedstrijden voor beroepsrenners. D. Alle wedstrijden met een nationaal en internationaal karakter (Ronde van Vlaanderen, …). § 4. Het college van burgemeester en schepenen kan vermindering of vrijstelling van de retributietarieven verlenen bij: A. Gelegenheden of evenementen georganiseerd door liefdadige instellingen. B. Gelegenheden of evenementen waaraan het stadsbestuur zijn medewerking verleent, waarbij deze medewerking uit meer bestaat dan het loutere feit dat stedelijke infrastructuur of stadsmaterieel kosteloos of tegen verminderd tarief ter beschikking wordt gesteld. C. Gelegenheden of evenementen die een bijzondere bijdrage leveren aan het sociaal, cultureel, sportief, … gebeuren in het algemeen. Deze vermindering of vrijstelling moet uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen aangevraagd worden. Indien vermindering wordt toegestaan zal deze nooit minder zijn dan 25% van de in artikel 3 voorziene (basis)tarieven. Deze beslissingen van het college zullen door de gemeenteraad bekrachtigd worden. Evenwel kan in geen geval de waarborg, als die moet betaald worden, voor vermindering of vrijstelling in aanmerking komen.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 60
3.3.
Retributie op het uitvoeren van werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein
3.3.1.
Algemene gegevens Aangepast door de gemeenteraad
3.3.2.
23 november 2007 (invoering) 19 december 2013 (hernieuwing)
Reglement Artikel 1 – Heffingstermijn Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten behoeve van de stad Sint-Niklaas een retributie geheven op het uitvoeren van werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Artikel 2 – Retributieplichtige De retributie is verschuldigd door de eigenaar van de permanente nutsvoorziening. Artikel 3 – Tarieven § 1. Algemeen Waar tarieven worden bepaald per eenheid (per lopende meter, per dag, …), wordt steeds bedoeld per begonnen eenheid. § 2. Specifiek A. Voor sleufwerken: a) Voor werken in rijwegen: per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte 2,00 EUR forfaitair b) Voor werken in voetpaden: per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte 1,50 EUR forfaitair c) Voor werken in aardewegen: per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte 0,90 EUR forfaitair Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken worden uitgevoerd voor twee of meer nutsvoorzieningen, bedraagt deze retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hoger vermelde bedragen. B. Voor de hinder veroorzaakt door dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m²: a) Per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt 1,00 EUR forfaitair Deze retributie is verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente. Artikel 4 – Vrijstellingen De retributie is niet verschuldigd: indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente; indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 61
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
OPCENTIEMEN ........................................................................................... 1 1.1.
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting ............................................1 1.1.1. Algemene gegevens ............................................................................. 1 1.1.2. Tarieven ............................................................................................. 1
1.2.
Opcentiemen op de onroerende voorheffing ...............................................................1 1.2.1. Algemene gegevens ............................................................................. 1 1.2.2. Tarieven ............................................................................................. 1 1.2.3. Vrijstellingen ....................................................................................... 1
BELASTINGEN ............................................................................................ 2 2.1.
Algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting ..................................................................2 2.1.1. Algemene gegevens ............................................................................. 2 2.1.2. Reglement .......................................................................................... 2
2.2.
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein ..................................7 2.2.1. Algemene gegevens ............................................................................. 7 2.2.2. Reglement .......................................................................................... 7
2.3.
Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten e.a. administratieve stukken .................................................................................................................. 12 2.3.1. Algemene gegevens ........................................................................... 12 2.3.2. Reglement ........................................................................................ 12
2.4.
Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand, onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig ........................................................................................ 14 2.4.1. Algemene gegevens ........................................................................... 14 2.4.2. Reglement ........................................................................................ 14
2.5.
Belasting op het openhouden van horecazaken na het gewoon sluitingsuur ............................................................................................................. 23 2.5.1. Algemene gegevens ........................................................................... 23 2.5.2. Reglement ........................................................................................ 23
2.6.
Belasting op het parkeren ........................................................................................ 25 2.6.1. Algemene gegevens ........................................................................... 25 2.6.2. Reglement ........................................................................................ 25
2.7.
Belasting op loggia‟s en uitspringende gebouwgedeelten op het openbaar domein .................................................................................................... 28 2.7.1. Algemene gegevens ........................................................................... 28 2.7.2. Reglement ........................................................................................ 28
2.8.
Belasting op nachtwinkels en privaat bureaus voor telecommunicatie ......................... 29 2.8.1. Algemene gegevens ........................................................................... 29 2.8.2. Reglement ........................................................................................ 29
2.9.
Belasting op reclameconstructies en uithangborden .................................................. 30 2.9.1. Algemene gegevens ........................................................................... 30 2.9.2. Reglement ........................................................................................ 30
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 62
3.
2.10.
Belasting op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder ...................................................................................... 32 2.10.1. Algemene gegevens ........................................................................... 32 2.10.2. Reglement ........................................................................................ 32
2.11.
Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten ............................................. 33 2.11.1. Algemene gegevens ........................................................................... 33 2.11.2. Reglement ........................................................................................ 33
2.12.
Belasting op tweede verblijven ................................................................................. 36 2.12.1. Algemene gegevens ........................................................................... 36 2.12.2. Reglement ........................................................................................ 36
2.13.
Gemeentelijke saneringsbijdrage en -vergoeding....................................................... 37 2.13.1. Algemene gegevens ........................................................................... 37 2.13.2. Reglement ........................................................................................ 37
RETRIBUTIES .......................................................................................... 38 3.1.
Retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de stedelijke instellingen: invoering ............................................... 38 3.1.1. Algemene gegevens ........................................................................... 38 3.1.2. Reglement ........................................................................................ 38
3.2.
Retributie op het gebruik van gemeentematerieel ..................................................... 58 3.2.1. Algemene gegevens ........................................................................... 58 3.2.2. Reglement ........................................................................................ 58
3.3.
Retributie op het uitvoeren van werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein .......................................................................... 61 3.3.1. Algemene gegevens ........................................................................... 61 3.3.2. Reglement ........................................................................................ 61
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................... 62
Belastingen en retributies – versie 01-01-2014 blz. 63
BELASTINGSINKOMSTEN 2014-2019 Actie Ramingnummer Budget algrek omschrijving 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Actienummer: 2014003011(#39) Creëren van een voor de burger en de bedrijfswereld zo transparant en eenvoudig mogelijk systeem van gemeentebelastingen. 7.687.500,00 7.712.780,00 7.739.066,00 7.763.357,00 7.763.655,00 7.763.958,00 2014003712 Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten - deel vervoer van 14.000,00 14.000,00 14.000,00 14.000,00 14.000,00 14.000,00 dronken personen 2014003713 Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten - deel nodeloze alarmmeldingen van de politie 5.500,00 5.500,00 5.500,00 5.500,00 5.500,00 5.500,00 2014003714 Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten - deel takelen van 8.500,00 8.500,00 8.500,00 8.500,00 8.500,00 8.500,00 voertuigen 2014003715 Belasting op tussenkomsten van de stedelijke diensten - deel opruimen van 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 sluikstorten 2014003716 Belastingen op tussenkomsten van de stedelijke diensten - deel niet nader genoemde tussenkomsten 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 2014003717
Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel burgerzaken
2014003718
Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel stedenbouwkundige vergunningen Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel hinderlijke inrichtingen
2014003719
150.000,00
150.000,00
150.000,00
150.000,00
150.000,00
150.000,00
35.000,00
35.000,00
35.000,00
35.000,00
35.000,00
35.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
2014003720
2014003721
2014003722
2014003723
2014003724 2014003725
Belasting op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel overwelvingen van straatgrachten Belastingen op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel afgifte van slachtbewijzen Belastingen op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel afgifte van conformiteitsattesten Belastingen op de uitreiking van identiteitskaarten, identiteitsbewijzen en administratieve stukken - deel verstrekken van informatie
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
220.000,00
220.000,00
220.000,00
220.000,00
220.000,00
220.000,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
1.500.000,00
1.500.000,00
1.500.000,00
1.500.000,00
1.500.000,00
1.500.000,00
3.065.000,00
3.090.000,00
3.116.000,00
3.140.000,00
3.140.000,00
3.140.000,00
Belasting op jacht- en wapenvergunningen Belasting op diverse dienstverlening op de stedelijke begraafplaatsen - deel begraving, asverstrooiing of bijzetting van een elders overleden niet-inwoner
2014003726
Belasting op diverse dienstverlening op de stedelijke begraafplaatsen - deel opgraven en/of verplaatsen van lijken en asurnen
2014003727
Retributie op het gebruik van huisvuilzakken en containers, bestemd voor het ophalen van huisvuil
2014003728
1.000,00
Algemene gemeentelijke bedrijfsbelasting
2014003729
Belasting op het openhouden van horecazaken na het gewone sluitingsuur
2014003730
Belasting op nachtwinkels en privaat bureaus voor telecommunicatie Belasting op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder
2014003731
2014003732 2014003733
2014003734
2014003735
Belasting op reclameconstructies en uithangborden - deel zonder verlichting Belasting op reclameconstructies en uithangborden - deel met rechtstreekse of onrechtstreekse verlichting Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel reclamepanelen en -objecten
60.000,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
22.500,00
22.500,00
22.500,00
22.500,00
22.500,00
22.500,00
32.000,00
32.000,00
32.000,00
32.000,00
32.000,00
32.000,00
125.000,00
125.000,00
125.000,00
125.000,00
125.000,00
125.000,00
100.000,00
100.000,00
100.000,00
100.000,00
100.000,00
100.000,00
12.000,00
12.000,00
12.000,00
12.000,00
12.000,00
12.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
200.000,00
10.000,00
10.000,00
10.000,00
10.000,00
10.000,00
10.000,00
55.000,00
55.000,00
55.000,00
55.000,00
55.000,00
55.000,00
75.000,00
75.000,00
75.000,00
75.000,00
75.000,00
75.000,00
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel flyeren
2014003736
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel plaatsrecht op openbare markten
2014003737
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel rommelmarkten
2014003738
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel kermissen
2014003739
60.000,00
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel terrassen
2014003740
Beasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel koopwaren
2014003741
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel gelegenheidsverkopen
2014003742
2014003743
2014003744
2014003745
Belastingen op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel andere tijdelijke opstellingen Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel schuttingen
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
7.000,00
7.000,00
7.000,00
7.000,00
7.000,00
7.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
1.000,00
80.000,00
80.000,00
80.000,00
80.000,00
80.000,00
80.000,00
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel containers en puinzakken
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel mobiele verkoopsruimten
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.550.000,00
1.550.000,00
1.550.000,00
1.550.000,00
1.550.000,00
1.550.000,00
2014003746
Retributie op het parkeren
2014003747
Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand, onafgewerkt, verwaarloosd, bouwvallig, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig
123.000,00
123.000,00
123.000,00
123.000,00
123.000,00
123.000,00
2014003748
Belasting op tweede verblijven en weekendverblijven
60.000,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
60.000,00
2014003749
Andere belastingen op patrimonium (loggia's)
85.000,00
85.000,00
85.000,00
85.000,00
85.000,00
85.000,00
Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein - deel plaatsrecht op openbare markten
14.000,00
14.280,00
14.566,00
14.857,00
15.155,00
15.458,00
Actienummer: 2014003030(#1) Opcentiemen op de onroerende voorheffing. 21.357.046,06
22.211.328,00
23.099.782,00
24.023.773,00
24.984.724,00
25.984.113,00
2014004702
2014003752
Opcentiemen op de onroerende voorheffing
21.357.046,06 Actienummer: 2014003031(#1) Aanvullende belasting op de belasting op motorrijtuigen. 966.792,55 2014003753 Aanvullende belasting op de belasting op 966.792,55 motorrijtuigen Actienummer: 2014003050(#2) Aanvullende personenbelasting. 23.564.339,56 2014003795 Aanvullende belasting op de 23.564.339,56 personenbelasting Algemeen totaal 53.575.678,17
22.211.328,00
23.099.782,00
24.023.773,00
24.984.724,00
25.984.113,00
1.005.465,00
1.045.683,00
1.087.511,00
1.131.011,00
1.176.251,00
1.005.465,00
1.045.683,00
1.087.511,00
1.131.011,00
1.176.251,00
24.035.627,00
24.516.339,00
25.006.666,00
25.506.799,00
26.016.935,00
24.035.627,00 54.965.200,00
24.516.339,00 56.400.870,00
25.006.666,00 57.881.307,00
25.506.799,00 59.386.189,00
26.016.935,00 60.941.257,00
Schema TM2. De financiële schulden Financiële schulden ten laste van het bestuur
2014
2015
2016
2017
2018
2019
A. Financiële schulden op 1 januari
94.050.662
99.270.164
105.574.086
111.972.484
114.813.531
113.313.713
B. Nieuwe leningen
14.000.000
15.000.000
15.000.000
12.000.000
8.000.000
8.000.000
C. Vevroegde aflossingen D. Periodieke afslossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F) Financiële schulden ten laste van derden
0
0
0
0
0
0
8.852.487
8.624.088
8.601.602
9.158.953
9.499.819
9.553.097
99.198.174
105.646.076
111.972.484
114.813.531
113.313.713
111.760.616
3.240.806
3.639.970
4.058.404
4.363.590
4.531.375
4.528.240
12.093.293
12.264.058
12.660.006
13.522.543
14.031.194
14.081.336
2014
2015
2016
2017
2018
2019
A. Financiële schulden op 1 januari
0
0
0
0
0
0
B. Nieuwe leningen
0
0
0
0
0
0
C. Vervroegde aflossingen
0
0
0
0
0
0
D. Periodieke aflossingen
0
0
0
0
0
0
E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
0
0
0
0
0
0
F. Intresten
0
0
0
0
0
0
G. Periodieke leningslasten (D+F)
0
0
0
0
0
0
Meerjarenplan 2014-2019 bijlage 11: overzicht acties gekoppeld aan de Vlaamse beleidsprioriteiten Grp1/VB Ontwikkelingssamenwerking: verdere professionalisering inzake ontwikkelingssamenwerking (GOSVBP01)(#9) Grp2/NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) Grp3/APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) 2014003620 Lonen en Wedden 0150 internationale relaties Grp2/PBD07. Internationale samenwerking.(#8) Grp3/AP033. Het draagvlak voor internationale samenwerking verbreden.(#6) 2014000840 Jaarlijks een laagdrempelige, breed sensibiliserende actie organiseren in het kader van SOLIDAIR Sint-Niklaas. 2014001162 Het inhoudelijk programma van Villa Pace versterken door het organiseren van sensibiliserende activiteiten rond een jaarthema. 2014001294 Het intern draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door regelmatige sensibilisering van de ambtenaren en het bestuur. 2014001293 De Sint-Niklase bevolking sensibiliseren rond eerlijke handel en duurzame ontwikkeling. 2014000841 Jeugdverenigingen sensibiliseren rond ontwikkelingssamenwerking door integratie in hun bestaande werking. 2014000142 Scholen sensibiliseren rond ontwikkelingssamenwerking door jaarlijks een thematisch traject uit te werken. Grp3/AP034. De bestaande initiatieven met lokale besturen uit het zuiden verdiepen.(#2) 2014001297 Capaciteitsopbouw van alle betrokken actoren inzake burgerlijke stand in Tambacounda verzekeren. 2014001295 Het beheer van de akten op de burgerlijke stand in Tambacounda versterken.
1
Grp1/VB Sociale economie: vervullen van een regierol (LSEVBP01)(#4) Grp2/PBD19. Werk en sociale economie.(#4) Grp3/AP097. Regierol vervullen in sociale economie.(#4) 2014001205 Ondersteunen van innovatieve projecten in de sociale economie. 2014001206 Als stad goederen en diensten afnemen van sociale economieprojecten, vooralsnog in de sectoren catering, groenonderhoud, stadsreiniging en patrimoniumzorg. 2014001203 Het vervullen van een regierol door stad en eventueel Interwaas om de uitbouw van de lokale sociale economie te stimuleren en af te stemmen. 2014001204 De arbeidsmarktkansen voor kwetsbare groepen vergroten.
2
Grp1/VB Stedenfonds: verhogen leefbaarheid, tegengaan dualisering, verhogen kwaliteit bestuur (VSFVBP01)(#27) Grp2/NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) Grp3/APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) 2014003626 Lonen en Wedden 0119/02 communicatie Grp2/NPBD02. Ruimte, milieu en economie regulier beleid.(#1) Grp3/APR02 Ruimte, milieu en economie regulier beleid(#1) 2014003624 Lonen en Wedden 0290 0390 0590 mobiliteit milieu economie Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003625 Lonen en Wedden 0710/99 evenementen Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD01. Gezonde stadsfinanciën.(#1) Grp3/AP003. Strak investeringsbeleid voeren.(#1) 2014003257 Betalen van de intresten en aflossingen van de leningen. Grp2/PBD03. Dienstverlening en digitalisering.(#2) Grp3/AP013. Dienstverlening in stadhuis en deelgemeenten verbeteren.(#2) 2014000580 Dienstensupermarkt in stadhuis realiseren. 2014000578 Dienstverleningsconcept stadhuis uitwerken. Grp2/PBD05. Inspraak, participatie en gebiedsmanagement.(#3) Grp3/AP020. Programma opzetten rond participatie.(#2) 2014002480 De stuurgroep participatie neemt initiatieven om expertise rond participatiemethodieken te verwerven, deze proactief te delen met de hele stadsorganisatie, deze via proefprojecten te implementeren om daarop structureel te verankeren in de beleidsinitiatieven van het stadsbestuur. 2014002477 De stuurgroep participatie werkt een duidelijke definitie en visie uit als uitgangspunt voor een samenhangend programmaplan waarin alle acties en beleidsvoornemens rond participatie als een vorm van interactief bestuur worden opgenomen. Grp3/AP025. Gebiedsgerichte participatie organiseren.(#1) 2014002690 Uitwisseling en ontmoeting tussen inwoners binnen een bepaalde wijk stimuleren. Grp2/PBD06. Duurzaamheid.(#5) Grp3/AP027. Het Burgemeestersconvenant ondertekenen.(#3) 2014002373 Uitbouwen en ondersteunen van projectteams in het kader van de opmaak en uitvoering van het lokaal klimaatactieplan 2014002372 Uitvoeren van de acties uit het klimaatactieplan binnen het kader van een breed participatief forum 2014002217 Opmaken van een CO2-nulmeting van het grondgebied van Sint-Niklaas en een tweejaarlijkse actualisatie Grp3/AP031. Een duurzaam voertuigenpark uitbouwen.(#2) 3
2014002393 In gebruik nemen van een voertuig op alternatieve brandstof. 2014002392 Screenen van het wagenpark naar de mogelijke inzet van voertuigen op alternatieve brandstoffen. Grp2/PBD08. Diversiteit.(#2) Grp3/AP040. Een algemeen beleid rond diversiteit voeren, maar met focus op een aantal doelgroepen.(#2) 2014001328 personen met een beperking, hun verenigingen en instellingen ondersteunen. 2014001332 Werken aan de toegankelijkheid van stedelijke voorzieningen en bevorderen van mobiliteit van personen met een beperking. Grp2/PBD11. Ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing.(#2) Grp3/AP052. Actief inzetten op stadsvernieuwing en hiertoe de gepaste hefbomen ontwikkelen.(#1) 2014001296 Bouwblokkenstudie opmaken. Grp3/AP054. Geplande en nieuwe projecten opvolgen en realiseren.(#1) 2014001314 Beeldkwaliteitsplan Grote Markt realiseren. Grp2/PBD12. Wonen.(#2) Grp3/AP058. Zorgen voor een kwaliteitsvol woonbeleid op maat.(#2) 2014002045 Voeren van een actief premiebeleid: stedelijke premie duurzaam renoveren, stedelijke premie wonen boven winkels, stedelijke premie duurzame woonvormen. 2014002122 Voeren van een actief premiebeleid: subsidiëren passiefwoningen en/of BEN woningen. Grp2/PBD13. Mobiliteit.(#3) Grp3/AP067. Aantrekkelijke omgeving/wegen realiseren voor fietser/voetganger/minder mobiele weggebruiker.(#1) 2014001701 Inzetten op een kwalitatieve inrichting voor openbaar en duurzaam vervoer. Grp3/AP068. Openbaar vervoer inzetten als deel van de oplossing voor de verkeersknoop.(#1) 2014002068 Goedkope busabonnementen aan jongeren aanbieden (tussenkomst Buzzy-Pass). Grp3/AP069. Actief promoten van andere, duurzame en veilige mobiliteit als vervoer van de eerste keuze.(#1) 2014002067 Autoloze zondag organiseren. Grp2/PBD18. Lokale economie, KMO en horeca.(#1) Grp3/AP089. Investeren in een levendig kernwinkelgebied.(#1) 2014001031 Een transparante structuur creëren voor de vzw centrummanagement aan de hand van de beoogde doelstellingen. Grp2/PBD21. Evenementen.(#2) Grp3/AP112. Sterke en doelgerichte evenementen organiseren.(#2) 2014002058 Het jaarlijkse ballonfestival organiseren tijdens de Vredefeesten. 2014002059 Het jaarlijkse festival Villa Pace organiseren tijdens de Vredefeesten.
4
Grp1/VB Cultureel erfgoed 1: inzetten op digitaal cultureel erfgoed (CEBVBP01) (#1) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003603 Lonen en Wedden 0700/99 museum Grp1/VB Cultureel erfgoed 2: inzetten op religieus cultureel erfgoed (CEBVBP02) (#2) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003603 Lonen en Wedden 0700/99 museum Grp2/PBD09. Erediensten en levensbeschouwelijke overtuigingen.(#1) Grp3/AP041. Een toekomstvisie voor parochiekerken en pastorijen opmaken.(#1) 2014001505 Een globaal toekomstplan opmaken in overleg met kerkfabrieken, centraal kerkbestuur, dekenaat en middenveld, met daarin een duidelijk overzicht van te herbestemmen kerken en te onderzoeken nevenfuncties voor kerken die hun functie behouden. Grp1/VB Cultureel erfgoed 3: inzetten op culturele archieven (CEBVBP03) (#1) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003603 Lonen en Wedden 0700/99 museum Grp1/VB Cultureel erfgoed 4: ondersteuning vrijwilligerswerking (CEBVBP04)(#1) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003603 Lonen en Wedden 0700/99 museum
5
Grp1/VB Cultuur 1: gemeentelijk cultuurbeleid (LCBVBP01) (#70) Grp2/NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) Grp3/APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#1) 2014001302 Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond NoordZuid uit te werken met lokale actoren Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#14) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#14) 2014003601 Lonen en Wedden 0709 cultuur 2014001745 Voldoen aan de voorwaarden voor het bekomen van een subsidie van de Vlaamse overheid voor het lokaal cultuurbeleid 2014001428 De cultuurraad inhoudelijk, logistiek en financieel ondersteunen. 2014001431 De dorps- en wijkraden logistiek ondersteunen door ter beschikking stellen van werkingsmiddelen (3000 aan dorspraad Sinaai, 900 aan dorpsraad Nieuwkerken en 900 aan dorpsraad Belsele) 2014001434 Voor het onthaal, het openen en sluiten van kasteel Walburg, en het toezicht op het gepast gebruik ervan,een beroep doen op de concessionaris van de taverne en hem hiervoor een vaste vergoeding betalen. 2014001435 Kleinere tentoonstellingsinitiatieven, in samenwerking met het verenigingsleven, lokale kunstenaars, ... logistiek ondersteunen 2014001437 De jury voor het uitreiken van de driejaarlijkse poëziewedstrijd Paul Snoek organiseren 2014001439 Het huren van de infrastructuur 't Bau-huis bij het AGB voor stedelijke (culturele) activiteiten. 2014001464 Jaarlijkse werkingstoelage aan vzw ACCSI verlenen 2014001497 Culturele en socio-culturele verenigingen inhoudelijk, financieel en logistiek ondersteunen 2014001498 Driejaarlijkse Poëzieprijs Paul Snoek uitreiken 2014001643 Een financiële tussenkomst verlenen in de huurprijs van 't Bau-huis voor niet-commerciële activiteiten 2014001644 De werking van de vzw Kunst in de Stad (kunst brengen in de publieke ruimte) financieel ondersteunen. 2014001645 De werking van de erfgoedverenigingen en de Erfgoedcel financieel ondersteunen. Grp2/PBD05. Inspraak, participatie en gebiedsmanagement.(#1) Grp3/AP021. Een klantgericht en laagdrempelig communicatiebeleid voeren.(#1) 2014000608 Een handig en compleet vrijetijdsmagazine uitgeven, als bijlage bij de Stadskroniek (UiT in Sint-Niklaas) Grp2/PBD20. Cultuur.(#45) Grp3/AP098. De culturele instellingen intenser doen samenwerken voor een integraal cultuurbeleid(#5) 2014001920 Via lokale monitoring van de beschikbare meetsystemen (cijfers voor de Vlaamse Gemeenschap: Bios2, ccinc,...) en het ontwikkelen van nieuwe tools (i.s.m. interne en/of externe partners) aan een meer planmatig, participatief en strategisch cultuurbeleid werken (publieksbevragingen, inspraakmomenten, ontmoetingen van peer groups, vrienden van, denktanks...), zowel binnen en over de instellingen heen.
6
2014001919 Via structureel overleg tussen de betrokken functionarissen uit de eigen en de belendende sectoren meer samenwerking en gemeenschappelijke producten of initiatieven realiseren op het vlak van (a) gemeenschapsvorming, (b) cultuureducatie, (c) het bereiken van kansengroepen, (d) communicatie (incl. e-cultuur) en (e) aandacht voor het lokale erfgoed. 2014001918 Via de strategische cultuurstaf de culturele actoren ertoe aanzetten hun verantwoordelijkheid mee op te nemen in het realiseren van 4 prioritaire en organisatiebrede aandachtpunten van de stad: (a) meer gedigitaliseerde en gebiedsgerichte dienstverlening, (b) ruimere participatie / democratische betrokkenheid, (c) meer diversiteit qua doelgroepenbereik en (d) grotere inzet op duurzaamheid. 2014001917 Via de strategische cultuurstaf erop toezien dat alle culturele instellingen verder kunnen doorgroeien en een stevig eigen profiel ontwikkelen, ook met het oog op het maximaal behoud van de Vlaamse erkenningen en bijhorende subsidiestromen (CC, Bib, SteM, Academies enz.). 2014001916 Via de strategische cultuurstaf, die voor het culturele veld de totaliteit overziet wat betreft de publieke en private infrastructuur, personeelsbestanden, investeringen en logistieke omkadering, verder werken aan een betere afstemming, hergroepering en/of optimalisering van de verspreide initiatieven van de diverse culturele actoren. Grp3/AP099. De verzelfstandiging van de werking van de culturele instellingen stimuleren.(#5) 2014001926 Een verhoogde participatie, ook van individuele burgers en externe deskundigen in zowel de cultuurraad, de vzw ACCSi, de beheerscommissie Bib en (nieuw) de beheerscommissie of museumraad SteM, en dit via open oproepen. 2014001925 Werk maken van de verbreding van het draagvlak en de verdieping van de inhoudelijke werking van de cultuurraad, via een begeleidingstraject van Locus & De Wakkere Burger (incl. wijziging van de statuten en huishoudelijk reglement). 2014001924 Via nieuwe afsprakennota¿s met de cultuurraad en de dorpsraden de aard en opvolging van de adviezen, de omschrijving van de bevoegdheidsterreinen, de logistieke en financiële ondersteuning van de werking en de spelregels van de samenwerking formaliseren. 2014001951 De publiekswerking van SteM, binnen de BBC, soepeler organiseren via jaarprogramma's en lopende bestelbons. 2014001922 Vanaf 1 januari 2014 de werking van het Cultuurcentrum (LCBVBP03) en een deel van het lokaal cultuurbeleid (LCBVBP01) organiseren in een Extern Verzelfstandigd Agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVA-vzw ACCSI), conform het Gemeentedecreet en het decreet Lokaal Cultuurbeleid. Grp3/AP100. Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen.(#7) 2014001933 Door het inzetten op coproducties en/of beperkte financiële ondersteuning het ambassadeurschap van lokale kunstenaars en (amateur)kunstenorganisaties versterken. 2014002080 Onze toekomstige rol binnen het complementair Vlaamse en Provinciale kunstenbeleid actief opnemen, via deelname aan overleg op Vlaams en provinciaal niveau en het zelf lokaal/regionaal bijeenbrengen van de erkende of gesubsidieerde professionele kunstenorganisaties. 2014001931 Via vzw ACCSI, met de professionele actoren, die projectmatig of structureel via het Kunstendecreet gesubsidieerd worden én in Sint-Niklaas infrastructureel verankerd zijn (De Casino,'t Ey, Warp, Tieret...), op basis van samenwerkingsovereenkomsten (stadsdagen en/of projectwerking) publiekprivate initiatieven ontwikkelen op het vlak van (a) gemeenschapsvorming, (b) cultuureducatie, (c) het bereiken van kansengroepen, (d) communicatie en/of (e) aandacht voor het lokale erfgoed.
7
2014001930 Naar een betere culturele dienstverlening werken door een actiever benutten van het internet /ICT en een verdere integratie van de frontofficewerking van de culturele diensten en instellingen (verenigingenloket, feest- en fuifloket, reservatie- en onthaalbalies¿) in het toekomstige dienstverleningsconcept (productencatalogus en dienstensupermarkt ) 2014001929 Via de stedelijke culturele en algemene informatiekanalen (gedrukt en digitaal) ook het cultuuraanbod van de erkende verenigingen meer promoten. 2014001928 In de programmatie van de culturele instellingen en diensten blijven streven naar een evenwichtige verhouding receptieve en eigen werking, met een verhoogde inzet op publiekprivate initiatieven en de ontwikkeling van kaders waarin stedelijke en private actoren samen aan de slag gaan. 2014001927 De infrastructurele, financiële en logistieke ondersteuningen optimaliseren (e-loket / YESplan) en nieuwe vormen ontwikkelen. Vanaf 1 januari 2014 wordt, in uitvoering van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, een deel van de stedelijke culturele infrastructuur beheert, verhuurt en ter beschikking gesteld via de vzw ACCSI. Grp3/AP101. Sterk inzetten op vrijwilligers.(#4) 2014002082 Vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband, die de missie, waarden en de unique selling propositions van stad (zie Witboek) mee uitdragen, worden maximaal gerespecteerd, ondersteund en betrokken in het stedelijk beleid. 2014001936 Vrijwilligers in het culturele verenigingsleven maximaal ondersteunen en respecteren via (a) diverse toelagen, premies en kortingsformules, (b) dienstverlening op maat (verenigingenloket), (c) stedelijke communicatiekanalen en (d) een zo veel mogelijk betrekken en ruimte geven in de stedelijke infrastructuur en binnen de eigen stedelijke programmatie. 2014001935 Vrijwilligers in de culturele advies- en beheersorganen van de stad maximaal ondersteunen en respecteren via (a) een jaarlijkse werkingstoelage (voor o.a. vorming, bijscholing, ontmoeting enz.), (b) administratieve en deskundige ondersteuning (secretariaat), (c) materiële en logistieke steun, (d) een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen en (e) een tijdig en zo goed mogelijk informeren en betrekken bij het beleid; dit alles geformaliseerd in een nieuwe afsprakennota. 2014001934 Werken aan een actiever inzetten in het culturele veld van het stijgend potentieel aan vrijwilligers (senioren, medioren , studenten, jong gepensioneerden, stagiairs enz.), in nauw overleg met de personeelsdienst (juridische bijstand en administratieve afhandeling) en de sociale sector (kandidaturen via art. 60 OCMW, dienst alternatieve straffen) en in samenspraak met het verenigingsleven (via cultuurraad), dat ook nood heeft aan nieuwe vrijwilligers. Grp3/AP102. Duurzame huisvesting voor bibliotheek en archief zoeken.(#4) 2014001940 Inzetten op digitale ontwikkelingen (digitalisering van materialen, pc-klas enz.) om de bezoekers / gebruikers een stedelijke poort tot informatie en mediawijsheid te verschaffen. 2014001939 Een duurzame oplossing zoeken om het stadsarchief, de stadsbibliotheek ‘als huis van de stad’ en de Bibliotheca Wasiana ‘als verzamelbibliotheek voor de cultuuruitingen van de regio’ op termijn een definitieve stek te bezorgen. 2014001938 De bestaande ruimtes in de Bib H. Heymanplein aanpassen om gebruikers / leners / verenigingen in goede voorwaarden te ontvangen. 2014001937 Het huidige gebouw op het H. Heymanplein onderhouden als een goede huisvader zodat het een veilige thuishaven en ontmoetingsplek is voor de bezoekers én personeelsleden, waarbij de noodzakelijke veiligheid- en aanpassingswerken uitgevoerd worden in afwachting van een meer duurzame oplossing. Grp3/AP103. Een langetermijnvisie ontwikkelen voor de bestemming en het onderhoud van culturele gebouwen.(#5) 8
2014001946 Opmaken van renovatieplannen voor de cultuurgebouwen in functie van het goed onderhouden én het zo synergetisch mogelijk gebruiken van de gebouwen. 2014001945 Dynamiseren van de werking van de Salons voor Schone kunsten (incl. tuin) binnen de museale structuur en met een zo groot mogelijke, maar beheersbare aandacht voor het jaarlijks functioneren als ¿Huis van de Sint¿, het permanent trekpleister (proberen) zijn in de Stationsstraat en het regelmatig open staan voor culturele en/of artistieke initiatieven van stedelijke diensten en derden. 2014001944 Inzetten op het maximaal en dus meer gedeeld gebruik van alle stedelijke cultuur-, jeugd-, sport en buurtinfrastructuur, die waar mogelijk en wenselijk opgenomen worden als ¿ontmoetingscentra¿ onder het beheer van vzw ACCSI en, in het kader van de nieuwe gebiedgerichte werking, met de nodige openheid tot participatie van de gebruikers. 2014001943 Duidelijke afspraken formaliseren omtrent het dagelijks beheer, de terbeschikkingstelling, het toezicht en onderhoud, en dit per cultureel gebouw of site (frontoffice, reservatie- en betalingsprocedure, aansturing toezicht, onderhoud- en conciërgefunctie, technische ondersteuning enz.). 2014001941 Verder werken aan de synergie tussen het cursusaanbod (De Vrije Ateliers ) van het cultuurcentrum en de diverse andere aanbieders van (kunst-)onderwijs en vorming binnen stad en regio; waarbij de stedelijke Academies infrastructuurdeling onderzoeken en waar mogelijk en wenselijk realiseren en de vormingspartners (stedelijk en privaat) het aanbod op elkaar afstemmen en evt. nieuwe creatieve plekken opzoeken dichter bij de gebruikers. Grp3/AP104. Een integraal tentoonstellingsbeleid voeren.(#6) 2014001961 Het Internationaal Exlibriscentrum verder uitbouwen tot een grafisch centrum, en dit als een dynamisch onderdeel van het SteM. 2014001958 Museale tentoonstellingen integreren binnen het SteM. 2014001957 Hedendaagse beeldende kunst presenteren binnen de programmering van het cultuurcentrum, o.a. door coproducties, curatorschap en externe realisaties. 2014001955 Uitbouwen van een front-office tentoonstellingen (1-loket) dat zorgt voor informatie en ondersteuning van (lokale) kunstenaars en kunstenorganisaties. 2014001954 Open staan voor structurele initiatieven waarbij lokale kunstverenigingen en/of -organisaties (WARP, Kunst in de Stad¿) een deel van het stedelijk kunstenbeleid uitwerken; en dit in samenwerking of minstens in samenspraak met de stedelijke instellingen of diensten (cultuurcentrum, SteM en SASK). 2014001953 Een tentoonstellingsbeleid uitwerken met taakafspraken tussen alle partners, waarin de diverse kunstuitingen (professioneel en amateuristisch, vanuit de verenigingen en individuele kunstenaars, vanuit de sector onderwijs zowel als vanuit vorming) zoveel mogelijk op elkaar afgestemd worden. Grp3/AP106. Streven naar meer efficiëntie in intergemeentelijke culturele samenwerking.(#4) 2014001966 De reële kosten voor Sint-Niklaas van bv. WACCO (overheadkosten secretariaat, boekhouding, administratie, communicatie¿) ruimer proberen inbrengen, en dit met het oog op een hogere Vlaamse betoelaging. 2014001964 Het lokaal beleid sterker betrekken bij de werking van alle culturele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. 2014001963 De culturele samenwerkingsverbanden beter afstemmen op het niveau van structuur en communicatie; en onderzoeken of de bestaande structuren zowel ruimtelijk als inhoudelijk niet dichter kunnen worden bijeengebracht.
9
2014001962 Verder opnemen als Wase hoofdstad van een trekkende rol binnen de culturele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (cfr. regiotafels). Grp3/AP107. De Vlaamse feestdag laten uitgroeien tot een volksfeest.(#2) 2014001312 In elke deelgemeente een volksfeest organiseren n.a.v. de Vlaamse feestdag. 2014001422 Een inhoudelijk sterke en verzorgde academische zitting organiseren op 11 juli in het stadhuis. Grp3/AP110. Bijzondere aandacht schenken aan het materieel en immaterieel erfgoed.(#3) 2014001969 Regierol toewijzen aan een van de stedelijke instellingen (Bib, Stadsarchief of SteM), private verenigingen of organisaties (evt. Bibliotheca Wasiana) of de Erfgoedcel Waasland om het driedimensionale, het documentaire en het immateriële erfgoed te (laten) digitaliseren en digitaal te ontsluiten. 2014001968 Regierol toewijzen aan een van de stedelijke instellingen (Bib, Stadsarchief of SteM), private verenigingen of organisaties (evt. Bibliotheca Wasiana) of de Erfgoedcel Waasland om het immateriële erfgoed (dialecten, verhalen, liederen) te inventariseren, te bewaren en te ontsluiten. 2014001967 Meer afstemmen van het collectiebeleid (verwerving en afstoting) van de diverse stedelijke partners (Stadsarchief, Bib en SteM) en de partnerverenigingen of -organisaties (Bibliotheca Wasiana, KOKW, heemkring en heemkundig museum Nieuwkerken, heemkring Sinaai, Tinelcomité, Sint-Nicolaasgenootschap, Reynaertgenootschap, Vereniging voor Familiekunde, ADW, enz.) m.b.t. het documentair en driedimensionale erfgoed (roerend erfgoed). Grp2/PBD21. Evenementen.(#6) Grp3/AP112. Sterke en doelgerichte evenementen organiseren.(#2) 2014003070 Nieuwe evenementen tijdens de Vredefeesten ondersteunen. 2014002059 Het jaarlijkse festival Villa Pace organiseren tijdens de Vredefeesten. Grp3/AP113. Ruimte creëren voor het aantrekken en ondersteunen van private organisatoren.(#4) 2014002085 Evenementen van private organisatoren logistiek en financieel ondersteunen. 2014002087 De wijkkermissen financieel en logistiek ondersteunen. 2014002088 Het carnaval in Belsele financieel en logistiek ondersteunen. 2014003157 De jaarlijkse kermis in Puivelde financieel en logistiek ondersteunen. Grp2/PBD24. Jeugd.(#2) Grp3/AP137. Het elan van Sint-Niklaas als dé stad van de Sint vergroten.(#2) 2014002094 Het Huis van de Sint van het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen in de Salons Voor Schone Kunsten in de Stationsstraat logistiek, financieel en personeel ondersteunen. 2014002098 Het evenement Sint in de Piste van ACHA op de Grote Markt logistiek, financieel en personeel ondersteunen. Grp2/PBD33. Welzijn en armoedebestrijding.(#1) Grp3/AP182. Een gericht en sociaal premie- en ondersteuningsbeleid voeren.(#1) 2014000637 Socio-culturele participatie bevorderen via inzet van Vlaamse en stedelijke middelen, promotie en vefijning van de kansenpas.
10
Grp1/VB Cultuur 2: bibliotheek (LCBVBP02)(#27) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#10) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#10) 2014003599 Lonen en Wedden 0703/99 bibliotheek 2014001084 Bibliotheek: Samenwerking met de scholen versterken. 2014001078 Bibliotheek: Gebiedsgerichte werking verder versterken. 2014001077 Bibliotheek: Zorgen voor een aangepaste dienstverlening naar alle inwoners van de stad (sociaal zwakken, mensen in armoede, minder mobiele mensen, kinderen, etc.). 2014001072 Bibliotheek: Cultuureducatie en leesbevordering verder stimuleren door publieksactiviteiten. 2014001095 Bibliotheek: Inzetten en ondersteunen van kwalitatief personeel ter uitvoering van een professionele bibliotheekwerking. 2014001094 Bibliotheek: Rendement van de collectie verbeteren. 2014001060 Bibliotheek: Inzetten op de bevordering van e-inclusie en mediawijsheid. 2014000940 Bibliotheek: de bibliotheek is een modern informatie- en mediacentrum, aangepast aan de hedendaagse noden. 2014000939 Bibliotheek: Aankopen en onderhouden van een kwalitatieve, actuele collectie die uitnodigt tot lezen, aanzet tot levenslang leren en de nieuwsgierigheid prikkelt. Grp2/PBD20. Cultuur.(#17) Grp3/AP098. De culturele instellingen intenser doen samenwerken voor een integraal cultuurbeleid(#4) 2014001920 Via lokale monitoring van de beschikbare meetsystemen (cijfers voor de Vlaamse Gemeenschap: Bios2, ccinc,...) en het ontwikkelen van nieuwe tools (i.s.m. interne en/of externe partners) aan een meer planmatig, participatief en strategisch cultuurbeleid werken (publieksbevragingen, inspraakmomenten, ontmoetingen van peer groups, vrienden van, denktanks...), zowel binnen en over de instellingen heen. 2014001919 Via structureel overleg tussen de betrokken functionarissen uit de eigen en de belendende sectoren meer samenwerking en gemeenschappelijke producten of initiatieven realiseren op het vlak van (a) gemeenschapsvorming, (b) cultuureducatie, (c) het bereiken van kansengroepen, (d) communicatie (incl. e-cultuur) en (e) aandacht voor het lokale erfgoed. 2014001918 Via de strategische cultuurstaf de culturele actoren ertoe aanzetten hun verantwoordelijkheid mee op te nemen in het realiseren van 4 prioritaire en organisatiebrede aandachtpunten van de stad: (a) meer gedigitaliseerde en gebiedsgerichte dienstverlening, (b) ruimere participatie / democratische betrokkenheid, (c) meer diversiteit qua doelgroepenbereik en (d) grotere inzet op duurzaamheid. 2014001917 Via de strategische cultuurstaf erop toezien dat alle culturele instellingen verder kunnen doorgroeien en een stevig eigen profiel ontwikkelen, ook met het oog op het maximaal behoud van de Vlaamse erkenningen en bijhorende subsidiestromen (CC, Bib, SteM, Academies enz.). Grp3/AP099. De verzelfstandiging van de werking van de culturele instellingen stimuleren.(#2) 2014001926 Een verhoogde participatie, ook van individuele burgers en externe deskundigen in zowel de cultuurraad, de vzw ACCSi, de beheerscommissie Bib en (nieuw) de beheerscommissie of museumraad SteM, en dit via open oproepen. 2014001923 De publiekswerking van Bib (LCBVBP03), binnen de BBC, soepeler organiseren via jaarprogramma¿s en lopende bestelbons. 11
Grp3/AP100. Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen.(#1) 2014001929 Via de stedelijke culturele en algemene informatiekanalen (gedrukt en digitaal) ook het cultuuraanbod van de erkende verenigingen meer promoten. Grp3/AP101. Sterk inzetten op vrijwilligers.(#1) 2014002082 Vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband, die de missie, waarden en de unique selling propositions van stad (zie Witboek) mee uitdragen, worden maximaal gerespecteerd, ondersteund en betrokken in het stedelijk beleid. Grp3/AP102. Duurzame huisvesting voor bibliotheek en archief zoeken.(#4) 2014001940 Inzetten op digitale ontwikkelingen (digitalisering van materialen, pc-klas enz.) om de bezoekers / gebruikers een stedelijke poort tot informatie en mediawijsheid te verschaffen. 2014001939 Een duurzame oplossing zoeken om het stadsarchief, de stadsbibliotheek ‘als huis van de stad’ en de Bibliotheca Wasiana ‘als verzamelbibliotheek voor de cultuuruitingen van de regio’ op termijn een definitieve stek te bezorgen. 2014001938 De bestaande ruimtes in de Bib H. Heymanplein aanpassen om gebruikers / leners / verenigingen in goede voorwaarden te ontvangen. 2014001937 Het huidige gebouw op het H. Heymanplein onderhouden als een goede huisvader zodat het een veilige thuishaven en ontmoetingsplek is voor de bezoekers én personeelsleden, waarbij de noodzakelijke veiligheid- en aanpassingswerken uitgevoerd worden in afwachting van een meer duurzame oplossing. Grp3/AP103. Een langetermijnvisie ontwikkelen voor de bestemming en het onderhoud van culturele gebouwen.(#3) 2014001946 Opmaken van renovatieplannen voor de cultuurgebouwen in functie van het goed onderhouden én het zo synergetisch mogelijk gebruiken van de gebouwen. 2014001944 Inzetten op het maximaal en dus meer gedeeld gebruik van alle stedelijke cultuur-, jeugd-, sport en buurtinfrastructuur, die waar mogelijk en wenselijk opgenomen worden als ¿ontmoetingscentra¿ onder het beheer van vzw ACCSI en, in het kader van de nieuwe gebiedgerichte werking, met de nodige openheid tot participatie van de gebruikers. 2014001943 Duidelijke afspraken formaliseren omtrent het dagelijks beheer, de terbeschikkingstelling, het toezicht en onderhoud, en dit per cultureel gebouw of site (frontoffice, reservatie- en betalingsprocedure, aansturing toezicht, onderhoud- en conciërgefunctie, technische ondersteuning enz.). Grp3/AP106. Streven naar meer efficiëntie in intergemeentelijke culturele samenwerking.(#2) 2014001963 De culturele samenwerkingsverbanden beter afstemmen op het niveau van structuur en communicatie; en onderzoeken of de bestaande structuren zowel ruimtelijk als inhoudelijk niet dichter kunnen worden bijeengebracht. 2014001964 Het lokaal beleid sterker betrekken bij de werking van alle culturele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.
12
Grp1/VB Cultuur 3: cultuurcentrum (LCBVBP03)(#32) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#6) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#6) 2014003604 Lonen en Wedden 0702 schouwburg 2014003602 Lonen en wedden 0701/99 vrije ateliers 2014003600 Lonen en Wedden 0701/01 cultuurcentrum 2014001744 Voldoen aan de erkenningscriteria voor een cultuurcentrum categorie A 2014001464 Jaarlijkse werkingstoelage aan vzw ACCSI verlenen 2014001441 De receptieve functie van de podiuminfrastructuur in de theaterinfrastructuur optimaal invullen door strategisch kalenderbeheer in functie van de Vlaamse beleidsprioriteiten. Inspelen op de vragen en behoeften van diverse bevolkingsgroepen. Actief ondersteuning bieden aan amateurkunsten en sociaal-culturele verenigingen Grp2/PBD20. Cultuur.(#26) Grp3/AP098. De culturele instellingen intenser doen samenwerken voor een integraal cultuurbeleid(#4) 2014001920 Via lokale monitoring van de beschikbare meetsystemen (cijfers voor de Vlaamse Gemeenschap: Bios2, ccinc,...) en het ontwikkelen van nieuwe tools (i.s.m. interne en/of externe partners) aan een meer planmatig, participatief en strategisch cultuurbeleid werken (publieksbevragingen, inspraakmomenten, ontmoetingen van peer groups, vrienden van, denktanks...), zowel binnen en over de instellingen heen. 2014001919 Via structureel overleg tussen de betrokken functionarissen uit de eigen en de belendende sectoren meer samenwerking en gemeenschappelijke producten of initiatieven realiseren op het vlak van (a) gemeenschapsvorming, (b) cultuureducatie, (c) het bereiken van kansengroepen, (d) communicatie (incl. e-cultuur) en (e) aandacht voor het lokale erfgoed. 2014001918 Via de strategische cultuurstaf de culturele actoren ertoe aanzetten hun verantwoordelijkheid mee op te nemen in het realiseren van 4 prioritaire en organisatiebrede aandachtpunten van de stad: (a) meer gedigitaliseerde en gebiedsgerichte dienstverlening, (b) ruimere participatie / democratische betrokkenheid, (c) meer diversiteit qua doelgroepenbereik en (d) grotere inzet op duurzaamheid. 2014001917 Via de strategische cultuurstaf erop toezien dat alle culturele instellingen verder kunnen doorgroeien en een stevig eigen profiel ontwikkelen, ook met het oog op het maximaal behoud van de Vlaamse erkenningen en bijhorende subsidiestromen (CC, Bib, SteM, Academies enz.). Grp3/AP099. De verzelfstandiging van de werking van de culturele instellingen stimuleren.(#2) 2014001926 Een verhoogde participatie, ook van individuele burgers en externe deskundigen in zowel de cultuurraad, de vzw ACCSi, de beheerscommissie Bib en (nieuw) de beheerscommissie of museumraad SteM, en dit via open oproepen. 2014001922 Vanaf 1 januari 2014 de werking van het Cultuurcentrum (LCBVBP03) en een deel van het lokaal cultuurbeleid (LCBVBP01) organiseren in een Extern Verzelfstandigd Agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVA-vzw ACCSI), conform het Gemeentedecreet en het decreet Lokaal Cultuurbeleid. Grp3/AP100. Culturele verenigingen en amateurkunsten actief ondersteunen.(#6)
13
2014001933 Door het inzetten op coproducties en/of beperkte financiële ondersteuning het ambassadeurschap van lokale kunstenaars en (amateur)kunstenorganisaties versterken. 2014002080 Onze toekomstige rol binnen het complementair Vlaamse en Provinciale kunstenbeleid actief opnemen, via deelname aan overleg op Vlaams en provinciaal niveau en het zelf lokaal/regionaal bijeenbrengen van de erkende of gesubsidieerde professionele kunstenorganisaties. 2014001931 Via vzw ACCSI, met de professionele actoren, die projectmatig of structureel via het Kunstendecreet gesubsidieerd worden èn in Sint-Niklaas infrastructureel verankerd zijn (De Casino,'t Ey, Warp, Tieret...), op basis van samenwerkingsovereenkomsten (stadsdagen en/of projectwerking) publiekprivate initiatieven ontwikkelen op het vlak van (a) gemeenschapsvorming, (b) cultuureducatie, (c) het bereiken van kansengroepen, (d) communicatie en/of (e) aandacht voor het lokale erfgoed. 2014001929 Via de stedelijke culturele en algemene informatiekanalen (gedrukt en digitaal) ook het cultuuraanbod van de erkende verenigingen meer promoten. 2014001928 In de programmatie van de culturele instellingen en diensten blijven streven naar een evenwichtige verhouding receptieve en eigen werking, met een verhoogde inzet op publiekprivate initiatieven en de ontwikkeling van kaders waarin stedelijke en private actoren samen aan de slag gaan. 2014001927 De infrastructurele, financiële en logistieke ondersteuningen optimaliseren (e-loket / YESplan) en nieuwe vormen ontwikkelen. Vanaf 1 januari 2014 wordt, in uitvoering van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, een deel van de stedelijke culturele infrastructuur beheert, verhuurt en ter beschikking gesteld via de vzw ACCSI. Grp3/AP101. Sterk inzetten op vrijwilligers.(#1) 2014002082 Vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband, die de missie, waarden en de unique selling propositions van stad (zie Witboek) mee uitdragen, worden maximaal gerespecteerd, ondersteund en betrokken in het stedelijk beleid. Grp3/AP103. Een langetermijnvisie ontwikkelen voor de bestemming en het onderhoud van culturele gebouwen.(#5) 2014001946 Opmaken van renovatieplannen voor de cultuurgebouwen in functie van het goed onderhouden én het zo synergetisch mogelijk gebruiken van de gebouwen. 2014001945 Dynamiseren van de werking van de Salons voor Schone kunsten (incl. tuin) binnen de museale structuur en met een zo groot mogelijke, maar beheersbare aandacht voor het jaarlijks functioneren als ¿Huis van de Sint¿, het permanent trekpleister (proberen) zijn in de Stationsstraat en het regelmatig open staan voor culturele en/of artistieke initiatieven van stedelijke diensten en derden. 2014001944 Inzetten op het maximaal en dus meer gedeeld gebruik van alle stedelijke cultuur-, jeugd-, sport en buurtinfrastructuur, die waar mogelijk en wenselijk opgenomen worden als ¿ontmoetingscentra¿ onder het beheer van vzw ACCSI en, in het kader van de nieuwe gebiedgerichte werking, met de nodige openheid tot participatie van de gebruikers. 2014001943 Duidelijke afspraken formaliseren omtrent het dagelijks beheer, de terbeschikkingstelling, het toezicht en onderhoud, en dit per cultureel gebouw of site (frontoffice, reservatie- en betalingsprocedure, aansturing toezicht, onderhoud- en conciërgefunctie, technische ondersteuning enz.). 2014001941 Verder werken aan de synergie tussen het cursusaanbod (De Vrije Ateliers ) van het cultuurcentrum en de diverse andere aanbieders van (kunst-)onderwijs en vorming binnen stad en regio; waarbij de stedelijke Academies infrastructuurdeling onderzoeken en waar mogelijk en wenselijk realiseren en de vormingspartners (stedelijk en privaat) het aanbod op elkaar afstemmen en evt. nieuwe creatieve plekken opzoeken dichter bij de gebruikers. 14
Grp3/AP104. Een integraal tentoonstellingsbeleid voeren.(#4) 2014001957 Hedendaagse beeldende kunst presenteren binnen de programmering van het cultuurcentrum, o.a. door coproducties, curatorschap en externe realisaties. 2014001955 Uitbouwen van een frontoffice tentoonstellingen (1-loket) dat zorgt voor informatie en ondersteuning van (lokale) kunstenaars en kunstenorganisaties. 2014001954 Open staan voor structurele initiatieven waarbij lokale kunstverenigingen en/of -organisaties (WARP, Kunst in de Stad¿) een deel van het stedelijk kunstenbeleid uitwerken; en dit in samenwerking of minstens in samenspraak met de stedelijke instellingen of diensten (cultuurcentrum, SteM en SASK). 2014001953 Een tentoonstellingsbeleid uitwerken met taakafspraken tussen alle partners, waarin de diverse kunstuitingen (professioneel en amateuristisch, vanuit de verenigingen en individuele kunstenaars, vanuit de sector onderwijs zowel als vanuit vorming) zoveel mogelijk op elkaar afgestemd worden. Grp3/AP106. Streven naar meer efficiëntie in intergemeentelijke culturele samenwerking.(#4) 2014001966 De reële kosten voor Sint-Niklaas van bv. WACCO (overheadkosten secretariaat, boekhouding, administratie, communicatie¿) ruimer proberen inbrengen, en dit met het oog op een hogere Vlaamse betoelaging. 2014001964 Het lokaal beleid sterker betrekken bij de werking van alle culturele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. 2014001963 De culturele samenwerkingsverbanden beter afstemmen op het niveau van structuur en communicatie; en onderzoeken of de bestaande structuren zowel ruimtelijk als inhoudelijk niet dichter kunnen worden bijeengebracht. 2014001962 Verder opnemen als Wase hoofdstad van een trekkende rol binnen de culturele intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (cfr. regiotafels).
15
Grp1/VB Flankerend onderwijsbeleid 1: doelstellingen van het decreet van 30 november 2007 (FOBVBP01) (#21) Grp2/NPBD01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#6) Grp3/APR01. Algemeen beleid en veiligheid regulier beleid.(#6) 2014001889 Schoolparticipatiefonds omvormen tot een kansenpassysteem. 2014002141 Gelijke onderwijskansen stimuleren via het GOK-projectenfonds. 2014002146 Initiatieven rond gelijke onderwijskansen ondersteunen. 2014002148 De leerplicht controleren. 2014002149 Het bevorderen van regelmatig schoolbezoek en het tegengaan van spijbelgedrag. 2014002150 Kleuterparticipatie verhogen. Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003621 Lonen en Wedden 0889 flankerend onderwijs Grp2/PBD25. Flankerend onderwijsbeleid.(#13) Grp3/AP140. Bruggen bouwen tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt.(#4) 2014001767 Overleg starten met relevante sociaal-economische partners. 2014001768 IJveren voor voldoende stageplaatsen bij het stadsbestuur, met specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen. 2014001773 Arbeidsmarktgerichte opleidingen promoten bij leerlingen. 2014001779 Laatstejaars sensibiliseren ter voorbereiding op de arbeidsmarkt. Grp3/AP142. Partner zijn in het vergroten van ouderbetrokkenheid.(#4) 2014001394 Ouderbetrokkenheid, participatie van kansengroepen vergroten via onderwijsopbouw door vzw Samenlevingsopbouw OostVlaanderen. 2014001780 Uitwisseling en samenwerking tussen ouderverenigingen stimuleren. 2014001781 Het brugfigurenproject continueren. 2014001393 Ouderbetrokkenheid, participatie van kansengroepen vergroten via onderwijsopbouw door vzw Samenlevingsopbouw OostVlaanderen vzw. Grp3/AP143. Partner zijn in het voeren van een kostenbewust beleid in het onderwijs.(#3) 2014001784 Schoolparticipatiefonds omvormen tot een kansenpassysteem. 2014001788 Zitdagen organiseren voor het aanvragen van studietoelagen. 2014002147 Kansarmoede in het onderwijs bestrijden. Grp3/AP147. Initiatieven ondersteunen m.b.t. het principe van levenslang en levensbreed leren(#2) 2014002142 Premie volwassenenonderwijs hervormen. 2014002143 Grote Leermarkt organiseren tijdens Villa Pace. Grp2/PBD29. Opvoedingsondersteuning.(#1) Grp3/AP160. Projecten uitvoeren ter preventie van schooluitval en gedragsproblemen bij kinderen.(#1) 2014000982 Time Out evalueren, bijsturen en verder ondersteunen. 16
Grp1/VB Flankerend onderwijsbeleid 2: aanpak van de capaciteitsproblematiek (FOBVBP02)(#3) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003621 Lonen en Wedden 0889 flankerend onderwijs Grp2/PBD25. Flankerend onderwijsbeleid.(#2) Grp3/AP139. Vraag en aanbod van onderwijsplaatsen op elkaar afstemmen.(#2) 2014001765 Capaciteitsgegevens in Sint-Niklaas jaarlijks verzamelen en analyseren. 2014001766 Een objectieve selectieprocedure voor capaciteitsdossiers in Sint-Niklaas uitwerken.
17
Grp1/VB Integratie 1: sociale samenhang versterken (LIBVBP01)(#9) Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD09. Erediensten en levensbeschouwelijke overtuigingen.(#1) Grp3/AP044. Een goede verstandhouding nastreven met erediensten en levensbeschouwelijke overtuigingen.(#1) 2014000878 Het islamitisch offerfeest organiseren in samenwerking met de moslimgemeenschappen. Grp2/PBD21. Evenementen.(#1) Grp3/AP112. Sterke en doelgerichte evenementen organiseren.(#1) 2014002059 Het jaarlijkse festival Villa Pace organiseren tijdens de Vredefeesten. Grp2/PBD31. Inburgering als stap naar integratie.(#3) Grp3/AP166. Bijzondere aandacht besteden aan anderstalige kinderen.(#1) 2014003725 Kinderen toeleiden naar het reguliere vrijetijdsaanbod. Grp3/AP169. Samenlevingsproblemen detecteren, bespreekbaar maken, oplossingen formuleren, probleempreventie (#2) 2014000554 Aan burenbemiddeling doen in straten waar interculturele verschillende de oorzaak zijn van samenlevingsproblemen. 2014003729 Een stroomdiagram ontwikkelen en toepassen voor bemiddeling en opvolgen van samenlevingsproblemen veroorzaakt door interculturele verschillen. Grp2/PBD33. Welzijn en armoedebestrijding.(#3) Grp3/AP181. De sociale cohesie bevorderen.(#3) 2014002219 Locatie- en doelgroepevenementen organiseren, die zowel in organisatie als in deelname de participatie en de sociale cohesie vergroten. Een gebiedsgerichte werking opstarten. 2014000544 Buurtwerkers doen het gebruikelijke buurtwerk en ontwikkelen formats zoals Volxkeuken, Krokgezond, om die in verschillende buurten te implementeren. 2014000546 Uitwisseling en ontmoeting tussen inwoners stimuleren. Grp1/VB Integratie 2: taalbeleid voeren (LIBVBP02)(#10) Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD26. Stedelijk basisonderwijs (#1) Grp3/AP151. De expertise rond extra zorg voor bepaalde doelgroepen verder benutten.(#1) 2014001738 De huidige zorgexpertise bestendigen. Grp2/PBD29. Opvoedingsondersteuning.(#1) Grp3/AP160. Projecten uitvoeren ter preventie van schooluitval en gedragsproblemen bij kinderen.(#1) 2014000975 Huiswerkbegeleidingsgroepen ondersteunen en KAHO Sint-Lieven in zijn expertise-rol valoriseren Grp2/PBD31. Inburgering als stap naar integratie.(#7) 18
Grp3/AP165. Inzetten op de verhoging van de kennis van het Nederlands.(#4) 2014000561 Een taalbeleidsplan opmaken. 2014000563 De reguliere en aanvullende aanbodverstrekkers Nederlands ondersteunen. 2014000564 Specifieke formats voor het bevorderen van het Nederlands ontwikkelen en toepassen. 2014003724 De regierol opnemen over NT2 in Sint-Niklaas in samenwerking met de bestaande partner. Grp3/AP166. Bijzondere aandacht besteden aan anderstalige kinderen.(#3) 2014000557 Een vakantie-taalaanbod organiseren voor kinderen. 2014003725 Kinderen toeleiden naar het reguliere vrijetijdsaanbod. 2014003726 Oefenkansen Nederlands creëren binnen het reguliere vrijetijdsaanbod voor kinderen. Grp1/VB Integratie 3: diversiteitsbeleid eigen diensten en voorzieningen (LIBVBP03)(#11) Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD08. Diversiteit.(#6) Grp3/AP038. De toegankelijkheid van de diensten en voorzieningen bevorderen.(#3) 2014000674 De werkgroep 'Communicatie voor iedereen' oprichten, om het beleid te coördineren en sturen en projecten uit te werken. 2014000676 Kritische doorlichting van de communicatie door de stadsdiensten in functie van verstaanbaarheid, duidelijkheid en bereikbaarheid. 2014000678 Aanstellen van taalcoaches bij de stadsdiensten, die op vrijwillige basis advies geven over eenvoudig en toegankelijk communiceren aan collega's. Grp3/AP039. Het draagvlak vergroten voor de diversiteit van de samenleving.(#2) 2014000853 Een actie opzetten naar aanleiding van 21 maart. 2014000873 Bijzondere aandacht besteden aan de beeldvorming van verschillende doelgroepen in de samenleving. Grp3/AP040. Een algemeen beleid rond diversiteit voeren, maar met focus op een aantal doelgroepen.(#1) 2014000573 Een dienst diversiteit oprichten en een diversiteitsplan opmaken. Grp2/PBD12. Wonen.(#1) Grp3/AP061. De woonwinkel verder uitbouwen als spil van een sociaal en geïntegreerd woonbeleid.(#1) 2014002819 Jaarlijks organiseren van 2 uitgebreide sensibiliseringscampagnes (zowel naar de gehele bevolking als naar maatschappelijk kwetsbare doelgroepen). Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#2) Grp3/AP122. Een transversaal beweeg- en sportbeleid voeren ten behoeve van kansengroepen.(#2) 2014001565 Specifieke communicatie naar kansengroepen voeren over het sportaanbod in de stad. 2014001574 Sport- en beweegactiviteiten (sportdagen en fietscursussen) organiseren voor anderstalige nieuwkomers uit kansengroepen met als beoogde finaliteit de toeleiding naar sportverenigingen, sportcentra,fietsrecreatie, vrijetijdsinitiatieven, onderwijs en werk. Grp2/PBD25. Flankerend onderwijsbeleid.(#1) 19
Grp3/AP140. Bruggen bouwen tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt.(#1) 2014001768 IJveren voor voldoende stageplaatsen bij het stadsbestuur, met specifieke aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Grp1/VB Integratie 4: diversiteitsbeleid stimuleren bij niet-gemeentelijke organisaties en voorzieningen (LIBVBP04) (#17) Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD08. Diversiteit.(#1) Grp3/AP040. Een algemeen beleid rond diversiteit voeren, maar met focus op een aantal doelgroepen.(#1) 2014001429 Etnisch-culturele minderheden stimuleren deel te nemen aan het maatschappelijk leven als volwaardige burgers en de knelpunten hier rond wegwerken. Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#5) Grp3/AP119. De kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen ondersteunen via een doelgericht subsidiebeleid.(#1) 2014001157 De erkende sportverenigingen subsidiëren op basis van criteria die een brede en kwaliteitsvolle werking garanderen. In overeenstemming met het decreet lokaal sportbeleid bieden de sportverenigingen sporten aan die vermeld staan op de Vlaamse sporttakkenlijst of die aangeboden worden door erkende Vlaamse organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding. Grp3/AP122. Een transversaal beweeg- en sportbeleid voeren ten behoeve van kansengroepen.(#4) 2014001562 Voor sportverenigingen een ondersteunings- en vormingsaanbod organiseren over thema's die te maken hebben met de participatie door en de begeleiding van personen uit kansengroepen. Dit realiseren in samenwerking met partners die de doelgroep kennen. In samenwerking met het OCMW en de sociale dienst sportverenigingen stimuleren een overeenkomst vrijetijdsparticipatie met het OCMW te ondertekenen en met de kansenpas te werken. 2014001565 Specifieke communicatie naar kansengroepen voeren over het sportaanbod in de stad. 2014001570 Startende sportgroepen uit kansengroepen ondersteunen met als beoogde finaliteit de oprichting van of de toeleiding naar een sportvereniging. De ondersteuning realiseren op basis van een specifiek subsidiereglement. 2014001574 Sport- en beweegactiviteiten (sportdagen en fietscursussen) organiseren voor anderstalige nieuwkomers uit kansengroepen met als beoogde finaliteit de toeleiding naar sportverenigingen, sportcentra,fietsrecreatie, vrijetijdsinitiatieven, onderwijs en werk. Grp2/PBD24. Jeugd.(#2) Grp3/AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren.(#2) 2014000995 Naast de bestaande kwaliteitsindicatoren de ondersteuning aan jeugdwerkinitiatieven die instaan voor een vakantieaanbod toetsen aan de impact op het totale vakantieaanbod in de stad en de impact op het bereik van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. 2014000997 Projecten rond maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren volgens de jeugdwerkmethodiek en stadsgroepenwerking ondersteunen. Grp2/PBD25. Flankerend onderwijsbeleid.(#1) Grp3/AP142. Partner zijn in het vergroten van ouderbetrokkenheid.(#1) 2014001394 Ouderbetrokkenheid, participatie van kansengroepen vergroten via onderwijsopbouw door vzw Samenlevingsopbouw Oost20
Vlaanderen. Grp2/PBD30. Preventie en gezondheid.(#3) Grp3/AP162. Een lokaal gezondheidsbeleid uitwerken in overleg met externe partners.(#1) 2014000570 Preventieve gezondheidsacties ontwikkelen gericht op kwetsbare allochtone oudkomers en nieuwkomers. Grp3/AP163. De toegankelijkheid van de gezondheidszorg verhogen.(#2) 2014000569 De nodige ondersteuningsmaatregelen treffen voor een toegankelijke preventieve en curatieve tandheelkunde. 2014000568 Samen met het OCMW huisartsen,tandartsen stimuleren tot het hanteren van de derdebetalersregeling voor raadplegingen, en AZ Nikolaas voor de raadplegingen bij specialisten. Grp2/PBD31. Inburgering als stap naar integratie.(#4) Grp3/AP166. Bijzondere aandacht besteden aan anderstalige kinderen.(#1) 2014003725 Kinderen toeleiden naar het reguliere vrijetijdsaanbod. Grp3/AP167. Nieuwe inwoners laten kennis maken met de vrijetijdssector.(#2) 2014003727 Verenigingen uit de culturele, sport- en vrijetijdssector stimuleren om nieuwkomers toe te leiden. 2014003728 Rondleidingen voor nieuwe inwoners organiseren om het vrijetijdsaanbod in de stad kenbaar te maken. Grp3/AP168. Aan de mobiliteit van nieuwkomers werken.(#1) 2014000858 Fietscursussen organiseren, nieuwkomers wegwijs maken in het openbaar vervoer, rijbewijs leren halen. Grp1/VB Integratie 5: participatie van bijzondere doelgroepen stimuleren (LIBVBP05)(#5) Grp2/NPBD04. Welzijn regulier beleid.(#1) Grp3/APR04. Welzijn regulier beleid.(#1) 2014003622 Lonen en Wedden 0909 welzijn Grp2/PBD05. Inspraak, participatie en gebiedsmanagement.(#3) Grp3/AP020. Programma opzetten rond participatie.(#2) 2014002480 De stuurgroep participatie neemt initiatieven om expertise rond participatiemethodieken te verwerven, deze proactief te delen met de hele stadsorganisatie, deze via proefprojecten te implementeren om daarop structureel te verankeren in de beleidsinitiatieven van het stadsbestuur. 2014003747 De stuurgroep en de schepen voor participatie coördineren en adviseren alle beleidsinitiatieven waarbij een vorm van inspraak van burgers of het middenveld opportuun is. Grp3/AP026. Laagdrempelige methodieken uitwerken voor de niet-georganiseerde geïnteresseerde burger(#1) 2014000574 Via projectwerking nieuwe inspraakvormen opstarten, zoals Changemakers. Grp2/PBD31. Inburgering als stap naar integratie.(#1) Grp3/AP172. Inzetten op beleidsparticipatie.(#1) 2014000548 Projecten rond beleidsparticipatie structureel inbedden.
21
Grp1/VB Jeugd 1: ondersteuning jeugdwerk (LJBVBP01) (#12) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#4) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#4) 2014003598 Lonen en Wedden 0750/99 jeugd 2014002512 De werking van de jeugddienst bestendigen 2014002509 Subsidies uitkeren aan jeugdverenigingen van gemeentelijk belang 2014002508 Subsidies aan jeugdwerkinitiatieven uitkeren Grp2/PBD24. Jeugd.(#8) Grp3/AP130. Vrijetijds- en vakantieaanbod verruimen en versterken.(#1) 2014000986 Alle bestaande jeugdwerkinitiatieven die een vakantieaanbod voor kinderen en jongeren in de stad aanbieden stimuleren om hun capaciteit uit te breiden en een volle dagwerking uit te bouwen. Grp3/AP132. Inhaalbeweging jeugdlokalen verderzetten en actualiseren.(#1) 2014002506 Stimuleren van de terbeschikkingstelling van specifieke jeugdinfrastructuur aan erkende jeugdverenigingen en de jeugddienst. Grp3/AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren.(#5) 2014000998 Minstens een aanspreekpunt handhaven voor lokale, inhoudelijke of projectmatige jeugdbewegingsinitiatieven. Voor informatie over en participatie aan specifieke onderwerpen voor jeugdbewegingen onderzoeken welk overlegplatform in de stad het meeste geschikt is. 2014001097 De werking van de jeugdbewegingen ondersteunen op kwaliteit en kwantiteit 2014000997 Projecten rond maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren volgens de jeugdwerkmethodiek en stadsgroepenwerking ondersteunen. 2014000996 Op basis van duidelijke indicatoren een jongereninstuifwerking in de kernstad en elke deelgemeente stimuleren. 2014000995 Naast de bestaande kwaliteitsindicatoren de ondersteuning aan jeugdwerkinitiatieven die instaan voor een vakantieaanbod toetsen aan de impact op het totale vakantieaanbod in de stad en de impact op het bereik van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Grp3/AP135. De kwaliteit van het jeugdwerk monitoren en stimuleren.(#1) 2014001002 Met de stedelijke subsidies voor kadervorming jongeren stimuleren om kadervorming te volgen en een attest als erkend jeugdwerker te behalen. Grp1/VB Jeugd 2: bevordering participatie aan het jeugdwerk voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (LJBVBP02)(#7) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#2) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#2) 2014003598 Lonen en Wedden 0750/99 jeugd 2014002512 De werking van de jeugddienst bestendigen Grp2/PBD24. Jeugd.(#5) Grp3/AP130. Vrijetijds- en vakantieaanbod verruimen en versterken.(#2) 22
2014000988 De Pretcamionet als stedelijk vakantieaanbod en speelimpuls inzetten in speelkansarme wijken en als toeleiding naar andere vrije tijds- of vakantie-initiatieven. 2014000987 Gesteund op de stadseigen verworven expertise, een nieuw, doelgroepspecifiek, laagdrempelig, wijkgebonden jeugdwerkinitiatief voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren opzetten. Grp3/AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren.(#2) 2014000997 Projecten rond maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren volgens de jeugdwerkmethodiek en stadsgroepenwerking ondersteunen. 2014000995 Naast de bestaande kwaliteitsindicatoren de ondersteuning aan jeugdwerkinitiatieven die instaan voor een vakantieaanbod toetsen aan de impact op het totale vakantieaanbod in de stad en de impact op het bereik van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Grp3/AP135. De kwaliteit van het jeugdwerk monitoren en stimuleren.(#1) 2014001003 Vormingen die jeugdwerk met of voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bevorderen, georganiseerd worden door lokale, erkende jeugdwerkinitiatieven en gegeven worden door de door de Vlaamse overheid erkende vormingsinstanties, ondersteunen met vormingssubsidies. Grp1/VB Jeugd 3: verhoging aandacht jeugdcultuur (LJBVBP03) (#8) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#2) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#2) 2014003598 Lonen en Wedden 0750/99 jeugd 2014002512 De werking van de jeugddienst bestendigen Grp2/PBD24. Jeugd.(#6) Grp3/AP129. Regierol opnemen bij het uitdiepen van het cultuuraanbod voor tieners en jongeren.(#4) 2014000984 Onderzoeken op welke manier ¿Sin City¿ als communicatieconcept voor jongerencultuur kan en/of moet worden ingepast in de nieuwe mediastrategie van het stadsbestuur. 2014000983 Projectmatig participeren aan en faciliteren van initiatieven rond kinderen en cultuurbeleving. 2014000981 De projectsubsidie ‘jeugd en cultuur’ herwerken als stimulus voor projecten van jeugdwerkinitiatieven of particulieren rond jongerencultuur. 2014000980 Oprichten en aansturen van een jongerencultuurplatform. Grp3/AP131. Jeugdfuiven specifiek benaderen binnen een eengemaakt feestloket.(#1) 2014000992 Binnen een feestloket een specifieke methodiek voor het begeleiden van jeugdfuiven of evenementen hanteren en verfijnen. Grp3/AP133. De ondersteuning van het jeugdwerk optimaliseren.(#1) 2014000996 Op basis van duidelijke indicatoren een jongereninstuifwerking in de kernstad en elke deelgemeente stimuleren.
23
Grp1/VB Sport 1: ondersteunen uitbouw sportverenigingen via doelgericht subsidiebeleid (LSBVBP01)(#2) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003623 Lonen en Wedden 0740 sport Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#1) Grp3/AP119. De kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen ondersteunen via een doelgericht subsidiebeleid.(#1) 2014001157 De erkende sportverenigingen subsidiëren op basis van criteria die een brede en kwaliteitsvolle werking garanderen. In overeenstemming met het decreet lokaal sportbeleid bieden de sportverenigingen sporten aan die vermeld staan op de Vlaamse sporttakkenlijst of die aangeboden worden door erkende Vlaamse organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding. Grp1/VB Sport 2: stimuleren van sportverenigingen tot professionaliseren met accent op kwaliteitsvolle jeugdsportbegeleiding (LSBVBP02)(#4) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003623 Lonen en Wedden 0740 sport Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#3) Grp3/AP120. De kwaliteit van sportverenigingen stimuleren.(#3) 2014002429 Onderzoeken of en hoe een coördinator kan worden aangesteld met een specifieke opdracht op het vlak van beleid, organisatie en/of begeleiding, ter plaatse in de schoot van sportverenigingen. In overeenstemming met het decreet lokaal sportbeleid zijn de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. 2014002407 Jaarlijks een vormingsaanbod organiseren voor jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren ter versterking van de organisatie en de begeleiding die zij verzorgen op sporttechnisch, pedagogisch en andere vlakken. In overeenstemming met het decreet lokaal sportbeleid zijn de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. 2014001160 De erkende sportverenigingen subsidiëren op basis van criteria die een kwalitatieve jeugdwerking garanderen en die de kwaliteitsverhoging van de jeugdsportbegeleiders en -coördinatoren beogen. In overeenstemming met het decreet lokaal sportbeleid zijn de sportverenigingen aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. Grp1/VB Sport 3: voeren van een activeringsbeleid met het oog op levenslange sportparticipatie via een anders georganiseerd, laagdrempelig beweeg- en sportaanbod.( LSBVBP03)(#4) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003623 Lonen en Wedden 0740 sport Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#3) Grp3/AP121. Een activeringsbeleid voeren met het oog op een levenslange sportparticipatie.(#3) 2014002430 Sportactiviteiten die door Sint-Niklase scholen worden georganiseerd buiten de reguliere lestijden, financieel blijven ondersteunen door middel van het subsidiereglement voor sportactiviteiten in het kader van brede school-werking. 2014001071 Jaarlijks een buurt- of bijzonder sportevenement organiseren voor een breed publiek. 2014000856 Een breed sport- en beweegaanbod organiseren voor kinderen, jongeren en volwassenen. 24
Grp1/VB Sport 4: beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in sport. (LSBVBP04)(#11) Grp2/NPBD03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) Grp3/APR03. Cultuur, vrije tijd en onderwijs regulier beleid.(#1) 2014003623 Lonen en Wedden 0740 sport Grp2/PBD23. Sport en recreatie.(#8) Grp3/AP122. Een transversaal beweeg- en sportbeleid voeren ten behoeve van kansengroepen.(#8) 2014001562 Voor sportverenigingen een ondersteunings- en vormingsaanbod organiseren over thema's die te maken hebben met de participatie door en de begeleiding van personen uit kansengroepen. Dit realiseren in samenwerking met partners die de doelgroep kennen. In samenwerking met het OCMW en de sociale dienst sportverenigingen stimuleren een overeenkomst vrijetijdsparticipatie met het OCMW te ondertekenen en met de kansenpas te werken. 2014001565 Specifieke communicatie naar kansengroepen voeren over het sportaanbod in de stad. 2014001570 Startende sportgroepen uit kansengroepen ondersteunen met als beoogde finaliteit de oprichting van of de toeleiding naar een sportvereniging. De ondersteuning realiseren op basis van een specifiek subsidiereglement. 2014001591 De mogelijkheid onderzoeken om samen met diverse partners een ruimer sportaanbod te organiseren in specifieke aandachtswijken. De huidige initiatieven, open stadion cup en pretcamionette blijvend ondersteunen. 2014001566 Sportkampen voor jongeren met een beperking organiseren in samenwerking met G-sportclubs, specifieke scholen en instellingen. 2014001568 Jaarlijks een lokaal sportevenement voor personen met een beperking organiseren of ondersteunen. 2014001574 Sport- en beweegactiviteiten (sportdagen en fietscursussen) organiseren voor anderstalige nieuwkomers uit kansengroepen met als beoogde finaliteit de toeleiding naar sportverenigingen, sportcentra,fietsrecreatie, vrijetijdsinitiatieven, onderwijs en werk. 2014001605 De uitvoering van het beweeg- en sportbeleid ten aanzien van kansengroepen continueren binnen de organisatie van de sportdienst door de blijvende inzet van een deskundige inzake diversiteit en participatie. Grp2/PBD31. Inburgering als stap naar integratie.(#2) Grp3/AP167. Nieuwe inwoners kennis laten maken met de vrijetijdssector.(#1) 2014003728 Rondleidingen voor nieuwe inwoners organiseren om het vrijetijdsaanbod in de stad kenbaar te maken. Grp3/AP168. Aan de mobiliteit van nieuwkomers werken.(#1) 2014000858 Fietscursussen organiseren, nieuwkomers wegwijs maken in het openbaar vervoer, rijbewijs leren halen.
25
Item
Veld
Domein
Meerjarenplan 2014-2019 Budget type
Definitieve versie 29-11-2013
Uitgave 2014
Grp1/Beleidsdomein: AFI 0. Algemene financiering(#84) Grp2/Beleidsveld: 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus(#2) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0020 Fiscale aangelegenheden(#43) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#43) Exploitatiebudget(#43) Grp2/Beleidsveld: 0030 Financiële aangelegenheden(#5) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0040 Transacties in verband met de openbare schuld(#5) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) Andere(#3) Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0090 Overige algemene financiering(#29) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#29) Exploitatiebudget(#28) Investeringsbudget Grp1/Beleidsdomein: ABV 1. Algemeen beleid en veiligheid(#504) Grp2/Beleidsveld: 0100 Politieke organen(#10) Grp3/Beleidsitem: 01 Gemeenteraad(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 02 College(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp3/Beleidsitem: 03 Burgemeester(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 04 OCMW(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige politieke organen(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0101 Officieel ceremonieel(#5) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0110 Secretariaat(#9) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#9) Exploitatiebudget(#9) Grp2/Beleidsveld: 0111 Fiscale en financiële diensten(#7) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#7) Exploitatiebudget(#7) Grp2/Beleidsveld: 0112 Personeelsdienst en vorming(#56) Grp3/Beleidsitem: 01 HRM(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 02 Personeelsbeheer(#13) Exploitatiebudget(#13) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van personeelsdienst en vorming(#38) Exploitatiebudget(#38) Grp2/Beleidsveld: 0113 Archief(#10) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#10) Exploitatiebudget(#9) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0115 Welzijn op het werk(#18) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#18) Exploitatiebudget(#17) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0119 Overige algemene diensten(#232) Grp3/Beleidsitem: 01 Beleidsondersteuning(#11) Exploitatiebudget(#11) Grp3/Beleidsitem: 02 Communicatie(#32) Exploitatiebudget(#32) Grp3/Beleidsitem: 03 Drukwerk(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 04 ICT(#14) Exploitatiebudget(#11) Investeringsbudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 05 Centrale aankoopdienst(#50) Exploitatiebudget(#42) Investeringsbudget(#8) Grp3/Beleidsitem: 06 Centraal magazijn niet-voeding(#13) Exploitatiebudget(#13)
Meerjarenplan 2014-2019
14.060.263 235.643 235.643 235.643 86.500 86.500 86.500 12.135.000 12.135.000 8.853.000 3.282.000 1.603.120 1.603.120 1.603.045 75 63.887.093 18.705.943 218.764 218.764 1.148.842 1.148.842 125.687 125.687 16.512.650 16.512.650 700.000 700.000 382.339 382.339 382.339 1.419.948 1.419.948 1.419.948 1.290.116 1.290.116 1.290.116 3.388.060 486.429 486.429 643.213 643.213 2.258.418 2.258.418 518.842 518.842 393.842 125.000 473.994 473.994 470.994 3.000 16.911.182 611.593 611.593 679.885 679.885 48.036 48.036 2.191.463 1.320.963 870.500 2.210.512 1.550.512 660.000 249.015 249.015
Ontvangst 2014 105.266.217 30.533.600 30.533.600 30.533.600 53.575.678 53.575.678 53.575.678 650.000 650.000 650.000 16.037.068 16.037.068 16.037.068 4.469.871 4.469.871 4.469.871 11.288.552 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 2.922.304 10.000 10.000 73.000 73.000 -
Uitgave 2015 14.289.162 240.357 240.357 240.357 86.500 86.500 86.500 12.302.000 12.302.000 8.630.000 3.672.000 1.660.305 1.660.305 1.660.225 80 63.505.702 19.217.795 221.827 221.827 1.164.928 1.164.928 127.447 127.447 17.003.593 17.003.593 700.000 700.000 387.694 387.694 387.694 1.436.469 1.436.469 1.436.469 1.308.181 1.308.181 1.308.181 3.344.962 493.242 493.242 649.234 649.234 2.202.486 2.202.486 886.546 886.546 399.046 487.500 477.570 477.570 474.570 3.000 15.152.382 577.639 577.639 602.766 602.766 48.710 48.710 1.929.483 1.429.483 500.000 1.954.617 1.559.617 395.000 250.830 250.830
Ontvangst 2015 107.753.285 31.629.600 31.629.600 31.629.600 54.965.200 54.965.200 54.965.200 600.000 600.000 600.000 16.079.850 16.079.850 16.079.850 4.478.635 4.478.635 4.478.635 11.115.489 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 2.536.466 10.000 10.000 73.000 73.000 -
1 van 7
Uitgave 2016 14.946.194 245.164 245.164 245.164 86.500 86.500 86.500 12.702.000 12.702.000 8.610.000 4.092.000 1.912.530 1.912.530 1.912.445 85 66.853.915 19.744.665 224.933 224.933 1.181.236 1.181.236 129.232 129.232 17.509.264 17.509.264 700.000 700.000 393.122 393.122 393.122 1.453.222 1.453.222 1.453.222 1.326.495 1.326.495 1.326.495 3.362.139 500.146 500.146 657.515 657.515 2.204.478 2.204.478 2.291.818 2.291.818 404.318 1.887.500 481.194 481.194 478.194 3.000 15.963.906 523.766 523.766 610.220 610.220 49.392 49.392 1.985.604 1.485.604 500.000 2.093.778 1.563.778 530.000 252.670 252.670
Ontvangst 2016 107.789.624 32.759.100 32.759.100 32.759.100 56.400.870 56.400.870 56.400.870 550.000 550.000 550.000 13.592.112 13.592.112 13.592.112 4.487.542 4.487.542 4.487.542 10.727.258 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 2.050.916 10.000 10.000 73.000 73.000 -
Uitgave 2017 15.948.365 250.067 250.067 250.067 86.500 86.500 86.500 13.572.000 13.572.000 9.170.000 4.402.000 2.039.798 2.039.798 2.039.708 90 65.988.565 20.287.002 228.082 228.082 1.197.774 1.197.774 131.041 131.041 18.030.105 18.030.105 700.000 700.000 398.626 398.626 398.626 1.470.207 1.470.207 1.470.207 1.345.066 1.345.066 1.345.066 3.379.561 507.150 507.150 665.912 665.912 2.206.499 2.206.499 409.666 409.666 409.666 484.869 484.869 481.869 3.000 16.330.828 529.979 529.979 608.748 608.748 50.083 50.083 2.174.362 1.494.362 680.000 1.867.995 1.567.995 300.000 254.534 254.534
Ontvangst 2017 105.922.416 33.942.100 33.942.100 33.942.100 57.881.307 57.881.307 57.881.307 500.000 500.000 500.000 9.102.414 9.102.414 9.102.414 4.496.595 4.496.595 4.496.595 10.842.704 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 2.085.194 10.000 10.000 73.000 73.000 -
Uitgave 2018 16.790.679 255.068 255.068 255.068 86.500 86.500 86.500 14.077.000 14.077.000 9.510.000 4.567.000 2.372.111 2.372.111 2.372.016 95 66.201.934 20.845.264 231.275 231.275 1.214.543 1.214.543 132.875 132.875 18.566.571 18.566.571 700.000 700.000 404.206 404.206 404.206 1.487.429 1.487.429 1.487.429 1.363.897 1.363.897 1.363.897 3.397.223 514.248 514.248 674.428 674.428 2.208.547 2.208.547 415.086 415.086 415.086 488.595 488.595 485.595 3.000 15.377.678 536.280 536.280 615.357 615.357 50.785 50.785 2.253.244 1.503.244 750.000 1.697.272 1.572.272 125.000 256.425 256.425
Ontvangst 2018 106.310.264 35.166.600 35.166.600 35.166.600 59.386.189 59.386.189 59.386.189 450.000 450.000 450.000 6.801.678 6.801.678 6.801.678 4.505.797 4.505.797 4.505.797 10.974.412 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 2.076.132 10.000 10.000 73.000 73.000 -
Uitgave 2019 16.973.141 260.170 260.170 260.170 86.500 86.500 86.500 14.127.000 14.127.000 9.560.000 4.567.000 2.499.471 2.499.471 2.499.371 100 67.135.853 21.119.924 234.513 234.513 1.231.545 1.231.545 134.735 134.735 18.819.131 18.819.131 700.000 700.000 409.865 409.865 409.865 1.504.893 1.504.893 1.504.893 1.382.991 1.382.991 1.382.991 3.415.134 521.449 521.449 683.061 683.061 2.210.624 2.210.624 420.585 420.585 420.585 492.373 492.373 489.373 3.000 15.664.471 542.667 542.667 620.041 620.041 51.496 51.496 2.012.250 1.512.250 500.000 2.136.609 1.576.609 560.000 258.341 258.341
Ontvangst 2019 110.864.340 36.434.100 36.434.100 36.434.100 60.941.257 60.941.257 60.941.257 500.000 500.000 500.000 8.473.834 8.473.834 8.473.834 4.515.149 4.515.149 4.515.149 10.891.757 585.000 85.000 85.000 500.000 500.000 2.724.146 2.724.146 2.724.146 1.851.372 10.000 10.000 73.000 73.000 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Grp3/Beleidsitem: 09 Gebouwen(#71) Exploitatiebudget(#61) Investeringsbudget(#10) Grp3/Beleidsitem: 10 Schoonmaak(#13) Exploitatiebudget(#12) Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 11 Wagenpark(#9) Exploitatiebudget(#9) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van overige algemene diensten(#16) Exploitatiebudget(#16) Grp2/Beleidsveld: 0130 Administratieve dienstverlening(#19) Grp3/Beleidsitem: 01 Bevolking(#10) Exploitatiebudget(#10) Grp3/Beleidsitem: 02 Burgerlijke stand(#8) Exploitatiebudget(#8) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige administratieve dienstverlening(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0150 Internationale relaties(#4) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0160 Hulp aan het buitenland(#31) Grp3/Beleidsitem: 01 Subsidies aan verenigingen(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 03 Noodhulp(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 04 Subsidies aan buitenlandse partners(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp3/Beleidsitem: 05 Sensibiliseringsacties(#16) Exploitatiebudget(#16) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige hulp aan het buitenland(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0190 Overig algemeen bestuur(#9) Grp3/Beleidsitem: 01 Klachtenbehandeling(#7) Exploitatiebudget(#7) Grp3/Beleidsitem: 02 Gebiedsgerichte werking(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van overig algemeen bestuur(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0400 Politiediensten(#27) Grp3/Beleidsitem: 02 Ondersteunende politiediensten(#9) Exploitatiebudget(#9) Grp3/Beleidsitem: 03 Preventie politie(#9) Exploitatiebudget(#9) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige politiediensten(#9) Exploitatiebudget(#8) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0410 Brandweer(#39) Grp3/Beleidsitem: 01 Uitvoerende brandweerdiensten(#21) Exploitatiebudget(#16) Investeringsbudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 02 Ondersteunende brandweerdiensten(#11) Exploitatiebudget(#11) Grp3/Beleidsitem: 03 Preventie brandweer(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige brandweerdiensten(#6) Exploitatiebudget(#5) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0420 Dienst 100(#5) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) Exploitatiebudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0470 Dierenbescherming(#3) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0480 Bestuurlijke preventie (incl. GAS)(#2) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd#2) Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0490 Overige elementen van openbare orde en veiligheid(#14) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#14) Exploitatiebudget(#14) Grp2/Beleidsveld: 0790 Erediensten(#3) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#3) Exploitatiebudget(#2) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0791 Niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget
Meerjarenplan 2014-2019
Uitgave 2014 7.268.062 4.468.062 2.800.000 2.426.544 2.406.544 20.000 241.072 241.072 985.000 985.000 2.224.805 1.898.112 1.898.112 326.693 326.693 93.458 93.458 93.458 278.000 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 86.000 86.000 218.436 199.436 199.436 19.000 19.000 12.382.955 12.103.220 12.103.220 179.735 179.735 100.000 100.000 3.910.045 3.295.471 3.085.471 210.000 435.574 435.574 179.000 179.000 598.977 598.977 598.977 29.700 29.700 29.700 67.761 67.761 67.761 397.732 397.732 397.732 576.300 576.300 516.300 60.000 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2014 2.115.600 975.600 1.140.000 10.000 10.000 713.704 713.704 9.000 4.000 4.000 5.000 5.000 110.000 34.000 34.000 76.000 76.000 2.653.346 2.653.346 2.653.346 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 902.500 187.500 75.000 112.500 25.000 25.000 690.000 690.000 155.600 155.600 155.600 -
Uitgave 2015 6.177.662 4.527.662 1.650.000 2.457.995 2.437.995 20.000 243.680 243.680 909.000 909.000 2.168.154 1.837.220 1.837.220 330.934 330.934 94.719 94.719 94.719 278.000 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 86.000 86.000 221.230 202.230 202.230 19.000 19.000 12.675.870 12.393.865 12.393.865 182.005 182.005 100.000 100.000 4.131.433 3.411.555 3.251.555 160.000 470.878 470.878 249.000 179.000 70.000 607.365 607.365 607.365 30.200 30.200 30.200 68.711 68.711 68.711 402.521 402.521 402.521 597.400 597.400 516.300 81.100 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2015 1.729.762 989.762 740.000 10.000 10.000 713.704 713.704 8.000 4.000 4.000 4.000 4.000 98.000 22.000 22.000 76.000 76.000 2.774.371 2.774.371 2.774.371 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 1.007.250 281.250 168.750 112.500 25.000 25.000 701.000 701.000 155.600 155.600 155.600 -
2 van 7
Uitgave 2016 6.838.268 4.588.268 2.250.000 2.489.886 2.469.886 20.000 246.322 246.322 874.000 874.000 2.191.517 1.856.286 1.856.286 335.231 335.231 95.996 95.996 95.996 279.000 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 87.000 87.000 224.062 205.062 205.062 19.000 19.000 12.975.910 12.691.604 12.691.604 184.306 184.306 100.000 100.000 4.397.453 3.713.214 3.243.214 470.000 475.239 475.239 209.000 179.000 30.000 615.868 615.868 615.868 30.700 30.700 30.700 69.672 69.672 69.672 407.376 407.376 407.376 531.300 531.300 516.300 15.000 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2016 1.244.212 1.004.212 240.000 10.000 10.000 713.704 713.704 7.000 4.000 4.000 3.000 3.000 99.000 23.000 23.000 76.000 76.000 2.897.970 2.897.970 2.897.970 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 980.970 243.750 131.250 112.500 25.000 25.000 712.220 712.220 155.600 155.600 155.600 -
Uitgave 2017 7.249.905 4.649.905 2.600.000 2.522.220 2.502.220 20.000 249.002 249.002 824.000 824.000 2.215.208 1.875.619 1.875.619 339.589 339.589 97.291 97.291 97.291 279.500 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 87.500 87.500 226.934 207.934 207.934 19.000 19.000 13.283.258 12.996.618 12.996.618 186.640 186.640 100.000 100.000 4.084.115 3.390.455 3.210.455 180.000 479.660 479.660 214.000 179.000 35.000 624.489 624.489 624.489 31.200 31.200 31.200 70.648 70.648 70.648 412.297 412.297 412.297 539.300 539.300 516.300 23.000 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2017 1.278.490 1.014.490 264.000 10.000 10.000 713.704 713.704 6.000 4.000 4.000 2.000 2.000 99.500 23.500 23.500 76.000 76.000 3.024.443 3.024.443 3.024.443 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 936.165 187.500 75.000 112.500 25.000 25.000 723.665 723.665 155.600 155.600 155.600 -
Uitgave 2018 6.312.591 4.712.591 1.600.000 2.555.010 2.535.010 20.000 251.714 251.714 849.000 849.000 2.318.928 1.974.922 1.974.922 344.006 344.006 98.603 98.603 98.603 280.000 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 88.000 88.000 229.845 210.845 210.845 19.000 19.000 13.598.091 13.309.086 13.309.086 189.005 189.005 100.000 100.000 4.126.431 3.463.286 3.253.286 210.000 484.145 484.145 179.000 179.000 633.233 633.233 633.233 31.700 31.700 31.700 71.637 71.637 71.637 407.288 407.288 407.288 608.300 608.300 516.300 92.000 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2018 1.269.428 1.029.428 240.000 10.000 10.000 713.704 713.704 5.000 4.000 4.000 1.000 1.000 100.000 24.000 24.000 76.000 76.000 3.154.040 3.154.040 3.154.040 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 947.838 187.500 75.000 112.500 25.000 25.000 735.338 735.338 155.600 155.600 155.600 -
Uitgave 2019 6.376.341 4.776.341 1.600.000 2.588.257 2.568.257 20.000 254.469 254.469 824.000 824.000 2.343.290 1.994.803 1.994.803 348.487 348.487 99.935 99.935 99.935 280.000 94.500 94.500 5.000 5.000 92.500 92.500 88.000 88.000 232.796 213.796 213.796 19.000 19.000 13.920.595 13.629.191 13.629.191 191.404 191.404 100.000 100.000 4.124.413 3.456.719 3.296.719 160.000 488.694 488.694 179.000 179.000 642.098 642.098 642.098 32.200 32.200 32.200 72.640 72.640 72.640 422.350 422.350 422.350 536.800 536.800 516.300 20.500 18.500 18.500 18.500
Ontvangst 2019 1.044.668 1.044.668 10.000 10.000 713.704 713.704 5.000 4.000 4.000 1.000 1.000 100.000 24.000 24.000 76.000 76.000 3.284.238 3.284.238 3.284.238 1.226.656 500.000 500.000 298.947 298.947 427.708 427.708 959.745 187.500 75.000 112.500 25.000 25.000 747.245 747.245 155.600 155.600 155.600 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Grp1/Beleidsdomein: RME 2. Ruimte, milieu en economie(#432) Grp2/Beleidsveld: 0200 Wegen(#59) Grp3/Beleidsitem: 01 Gewestwegen(#1) Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 02 Buurt- en voetwegen(#3) Investeringsbudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 04 Gemeentewegen(#26) Exploitatiebudget(#19) Investeringsbudget(#7) Grp3/Beleidsitem: 05 Sneeuw- en ijzelbestrijding(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 06 Standplaats- en andere vergunningen(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 07 Signalisatie(#10) Exploitatiebudget(#10) Grp3/Beleidsitem: 08 Wegbermen(#1) Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige wegen(#13) Exploitatiebudget(#11) Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0210 Openbaar vervoer(#4) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0220 Parkeren(#15) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd?(#15) Exploitatiebudget(#11) Investeringsbudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0290 Overige mobiliteit en verkeer(#41) Grp3/Beleidsitem: 01 Mobiliteitsbeleid(#12) Exploitatiebudget(#12) Grp3/Beleidsitem: 02 Verkeersveiligheid en -leefbaarheid(#12) Exploitatiebudget(#7) Investeringsbudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 03 Verkeersopvoeding(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van overige mobiliteit en verkeer(#15) Exploitatiebudget(#12) Investeringsbudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0300 Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval(#21) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#21) Exploitatiebudget(#14) Investeringsbudget(#7) Grp2/Beleidsveld: 0309 Overig afval- en materialenbeheer(#6) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#6) Exploitatiebudget(#6) Grp2/Beleidsveld: 0310 Beheer van regen- en afvalwater(#42) Grp3/Beleidsitem: 01 Rioleringen(#38) Exploitatiebudget(#5) Investeringsbudget(#33) Grp3/Beleidsitem: 99 Overig beheer van regen- en afvalwater(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0319 Overig waterbeheer(#16) Grp3/Beleidsitem: 01 Buurtweggrachten(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 02 Waterlopen(#9) Exploitatiebudget(#5) Investeringsbudget(#4) Grp3/Beleidsitem: 03 Polders en wateringen(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 04 Integraal waterbeleid(#4) Exploitatiebudget(#3) Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van overig waterbeheer(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0320 Sanering van bodemverontreiniging(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0329 Overige vermindering van milieuverontreiniging(#3) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0340 Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos(#21) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#21) Exploitatiebudget(#15) Investeringsbudget(#6)
Meerjarenplan 2014-2019
Uitgave 2014 45.027.062 5.117.261 500.000 500.000 85.000 85.000 2.996.330 1.890.630 1.105.700 67.100 67.100 5.300 5.300 601.002 601.002 40.000 40.000 822.529 797.529 25.000 209.600 209.600 209.600 345.335 345.335 225.335 120.000 1.104.479 489.979 489.979 359.800 124.800 235.000 20.000 20.000 234.700 134.700 100.000 2.753.659 2.753.659 2.388.659 365.000 5.086.445 5.086.445 5.086.445 12.889.238 12.614.238 437.600 12.176.638 275.000 275.000 1.244.069 100.000 100.000 424.069 149.069 275.000 25.000 25.000 691.000 666.000 25.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 85.000 85.000 65.000 20.000
Ontvangst 2014 19.408.645 842.400 840.900 429.900 411.000 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 270.500 270.500 270.500 80.000 50.000 50.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 8.772.461 4.897.461 4.897.461 3.875.000 3.875.000 55.500 55.500 45.500 10.000
Uitgave 2015 39.901.839 6.323.007 900.000 900.000 75.000 75.000 3.722.919 1.917.919 1.805.000 67.100 67.100 5.300 5.300 605.682 605.682 40.000 40.000 907.006 807.006 100.000 209.600 209.600 209.600 493.390 493.390 228.390 265.000 978.613 400.513 400.513 384.800 124.800 260.000 20.000 20.000 173.300 128.300 45.000 2.437.990 2.437.990 2.417.990 20.000 5.221.685 5.221.685 5.221.685 12.180.889 11.895.889 437.600 11.458.289 285.000 285.000 640.739 100.000 100.000 395.739 150.739 245.000 25.000 25.000 116.000 116.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 372.500 372.500 52.500 320.000
Ontvangst 2015 12.637.862 435.258 433.758 433.758 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 248.000 248.000 248.000 30.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 7.326.864 3.451.864 3.451.864 3.875.000 3.875.000 92.590 92.590 32.590 60.000
3 van 7
Uitgave 2016 31.881.216 4.675.193 85.000 85.000 2.935.750 1.930.750 1.005.000 67.100 67.100 5.300 5.300 610.430 610.430 30.000 30.000 941.613 816.613 125.000 209.600 209.600 209.600 246.483 246.483 231.483 15.000 985.619 406.119 406.119 384.800 124.800 260.000 20.000 20.000 174.700 134.700 40.000 2.464.678 2.464.678 2.444.678 20.000 5.422.007 5.422.007 5.422.007 4.945.040 4.670.040 437.600 4.232.440 275.000 275.000 422.428 100.000 100.000 177.428 152.428 25.000 25.000 25.000 116.000 116.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 467.000 467.000 127.000 340.000
Ontvangst 2016 8.413.911 439.194 437.694 437.694 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 248.000 248.000 248.000 30.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 4.213.125 338.125 338.125 3.875.000 3.875.000 118.192 118.192 48.192 70.000
Uitgave 2017 28.061.585 4.711.640 75.000 75.000 3.092.637 1.952.637 1.140.000 67.100 67.100 5.300 5.300 615.248 615.248 30.000 30.000 826.355 826.355 209.600 209.600 209.600 249.620 249.620 234.620 15.000 1.102.405 474.305 474.305 334.800 124.800 210.000 20.000 20.000 273.300 128.300 145.000 2.644.834 2.644.834 2.474.834 170.000 5.600.297 5.600.297 5.600.297 1.309.600 1.024.600 437.600 587.000 285.000 285.000 924.142 100.000 100.000 179.142 154.142 25.000 25.000 25.000 616.000 616.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 557.000 557.000 317.000 240.000
Ontvangst 2017 7.451.415 443.209 441.709 441.709 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 248.000 248.000 248.000 30.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 3.875.000 3.875.000 3.875.000 213.806 213.806 143.806 70.000
Uitgave 2018 28.836.155 4.503.598 85.000 85.000 2.859.828 1.974.828 885.000 67.100 67.100 5.300 5.300 620.137 620.137 30.000 30.000 836.233 836.233 209.600 209.600 209.600 252.801 252.801 237.801 15.000 947.071 417.571 417.571 334.800 124.800 210.000 20.000 20.000 174.700 134.700 40.000 2.525.412 2.525.412 2.505.412 20.000 5.532.609 5.532.609 5.532.609 1.802.600 1.527.600 437.600 1.090.000 275.000 275.000 425.881 100.000 100.000 180.881 155.881 25.000 25.000 25.000 116.000 116.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 350.000 350.000 190.000 160.000
Ontvangst 2018 6.886.135 447.303 445.803 445.803 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 248.000 248.000 248.000 30.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 3.875.000 3.875.000 3.875.000 144.432 144.432 64.432 80.000
Uitgave 2019 32.811.853 4.531.077 75.000 75.000 2.882.331 1.997.331 885.000 67.100 67.100 5.300 5.300 625.098 625.098 30.000 30.000 846.248 846.248 209.600 209.600 209.600 256.028 256.028 241.028 15.000 906.516 423.416 423.416 294.800 84.800 210.000 20.000 20.000 168.300 128.300 40.000 2.556.417 2.556.417 2.536.417 20.000 5.742.445 5.742.445 5.742.445 7.368.332 7.083.332 437.600 6.645.732 285.000 285.000 427.642 100.000 100.000 182.642 157.642 25.000 25.000 25.000 116.000 116.000 4.000 4.000 40.000 40.000 40.000 75.000 75.000 75.000 69.000 69.000 69.000 -
Ontvangst 2019 9.261.097 451.478 449.978 449.978 1.500 1.500 6.000 6.000 6.000 248.000 248.000 248.000 30.000 30.000 30.000 150.000 150.000 150.000 5.627.648 1.752.648 1.752.648 3.875.000 3.875.000 42.571 42.571 42.571 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Grp2/Beleidsveld: 0350 Klimaat en energie(#6) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#6) Exploitatiebudget(#6) Grp2/Beleidsveld: 0390 Overige milieubescherming(#49) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#49) Exploitatiebudget(#49) Grp2/Beleidsveld: 0500 Handel en middenstand(#13) Grp3/Beleidsitem: 01 Markten(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige handel en middenstand(#12) Exploitatiebudget(#12) Grp2/Beleidsveld: 0530 Land-, tuin- en bosbouw(#20) Grp3/Beleidsitem: 01 Stedelijk landbouwbeleid(#7) Exploitatiebudget(#7) Grp3/Beleidsitem: 02 Ondersteuning van de landbouw- en tuinbouwsector(#10) Exploitatiebudget(#10) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige land-, tuin- en bosbouw(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0590 Overige economische zaken(#2) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0600 Ruimtelijke planning(#29) Grp3/Beleidsitem: 01 Planning(#14) Exploitatiebudget(#6) Investeringsbudget(#8) Grp3/Beleidsitem: 02 Vergunningen(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 03 Handhaving(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige ruimtelijke planning(#11) Exploitatiebudget(#11) Grp2/Beleidsveld: 0610 Gebiedsontwikkeling(#21) Grp3/Beleidsitem: 01 Onroerende rechten(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige gebiedsontwikkeling(#19) Exploitatiebudget Investeringsbudget(#18) Grp2/Beleidsveld: 0621 Bestrijding van krotwoningen(#6) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#6) Exploitatiebudget(#6) Grp2/Beleidsveld: 0629 Overig woonbeleid(#15) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#15) Exploitatiebudget(#15) Grp2/Beleidsveld: 0630 Watervoorziening(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0640 Elektriciteitsvoorziening(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0650 Gasvoorziening(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0670 Straatverlichting(#2) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#2) Exploitatiebudget Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0680 Groene ruimte(#36) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#36) Exploitatiebudget(#18) Investeringsbudget(#18) Grp2/Beleidsveld: 0690 Overige nutsvoorzieningen(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Investeringsbudget
Meerjarenplan 2014-2019
Uitgave 2014 2.500 2.500 2.500 992.512 992.512 992.512 563.250 60.000 60.000 503.250 503.250 275.990 238.990 238.990 23.000 23.000 14.000 14.000 75.556 75.556 75.556 1.298.737 599.231 164.231 435.000 9.500 9.500 9.500 9.500 680.506 680.506 6.911.000 36.000 36.000 6.875.000 15.000 6.860.000 678.000 678.000 678.000 428.046 428.046 428.046 900.000 900.000 800.000 100.000 3.941.385 3.941.385 3.491.385 450.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2014 30.000 30.000 30.000 10.000 10.000 10.000 36.250 36.250 36.250 300.000 300.000 300.000 8.310.384 8.310.384 8.310.384 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 319.750 319.750 280.000 39.750 -
Uitgave 2015 122.500 122.500 122.500 1.329.206 1.329.206 1.329.206 525.450 61.200 61.200 464.250 464.250 279.340 242.340 242.340 23.000 23.000 14.000 14.000 76.615 76.615 76.615 1.270.149 566.462 166.462 400.000 9.500 9.500 4.500 4.500 689.687 689.687 1.546.000 36.000 36.000 1.510.000 15.000 1.495.000 598.000 598.000 598.000 433.999 433.999 433.999 916.000 916.000 816.000 100.000 3.821.168 3.821.168 3.536.168 285.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2015 30.000 30.000 30.000 10.000 10.000 10.000 36.250 36.250 36.250 280.000 280.000 280.000 3.680.000 3.680.000 3.680.000 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 87.500 87.500 30.000 57.500 -
4 van 7
Uitgave 2016 12.500 12.500 12.500 1.126.434 1.126.434 1.126.434 389.174 62.424 62.424 326.750 326.750 282.731 245.731 245.731 23.000 23.000 14.000 14.000 77.687 77.687 77.687 1.231.714 518.723 168.723 350.000 9.500 9.500 4.500 4.500 698.991 698.991 2.961.000 36.000 36.000 2.925.000 15.000 2.910.000 598.000 598.000 598.000 440.031 440.031 440.031 932.320 932.320 832.320 100.000 3.866.577 3.866.577 3.581.577 285.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2016 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 280.000 280.000 280.000 2.620.000 2.620.000 2.620.000 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 64.000 64.000 30.000 34.000 -
Uitgave 2017 132.500 132.500 132.500 1.095.398 1.095.398 1.095.398 390.423 63.673 63.673 326.750 326.750 286.173 249.173 249.173 23.000 23.000 14.000 14.000 78.775 78.775 78.775 1.243.443 521.015 171.015 350.000 9.500 9.500 4.500 4.500 708.428 708.428 1.601.000 36.000 36.000 1.565.000 15.000 1.550.000 598.000 598.000 598.000 446.151 446.151 446.151 948.967 948.967 848.967 100.000 3.806.617 3.806.617 3.591.617 215.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2017 30.000 30.000 30.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 280.000 280.000 280.000 1.900.000 1.900.000 1.900.000 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 30.000 30.000 30.000 -
Uitgave 2018 12.500 12.500 12.500 1.161.903 1.161.903 1.161.903 391.696 64.946 64.946 326.750 326.750 289.661 252.661 252.661 23.000 23.000 14.000 14.000 79.878 79.878 79.878 1.305.335 573.339 173.339 400.000 9.500 9.500 4.500 4.500 717.996 717.996 3.051.000 36.000 36.000 3.015.000 15.000 3.000.000 598.000 598.000 598.000 452.359 452.359 452.359 965.946 965.946 865.946 100.000 3.853.305 3.853.305 3.638.305 215.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2018 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 310.000 310.000 310.000 1.400.000 1.400.000 1.400.000 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 30.000 30.000 30.000 -
Uitgave 2019 132.500 132.500 132.500 1.111.149 1.111.149 1.111.149 392.995 66.245 66.245 326.750 326.750 293.198 256.198 256.198 23.000 23.000 14.000 14.000 80.996 80.996 80.996 1.167.394 425.695 175.695 250.000 9.500 9.500 4.500 4.500 727.699 727.699 1.551.000 36.000 36.000 1.515.000 15.000 1.500.000 598.000 598.000 598.000 458.652 458.652 458.652 983.265 983.265 883.265 100.000 3.850.647 3.850.647 3.685.647 165.000 10.000 10.000 10.000
Ontvangst 2019 30.000 30.000 30.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 250.000 250.000 250.000 2.150.000 2.150.000 2.150.000 6.000 6.000 6.000 9.750 9.750 9.750 131.450 131.450 131.450 78.200 78.200 78.200 30.000 30.000 30.000 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Grp1/Beleidsdomein: CVO 3. Cultuur, vrije tijd en onderwijs(#941) Grp2/Beleidsveld: 0520 Toerisme - Onthaal en promotie(#31) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#31) Exploitatiebudget(#31) Grp2/Beleidsveld: 0529 Overige activiteiten inzake toerisme(#37) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#37) Exploitatiebudget(#37) Grp2/Beleidsveld: 0700 Musea(#33) Grp3/Beleidsitem: 01 Publiekswerking musea(#16) Exploitatiebudget(#16) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van musea(#17) Exploitatiebudget(#13) Investeringsbudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0701 Cultuurcentrum(#23) Grp3/Beleidsitem: 01 Publiekswerking cultuurcentrum(#8) Exploitatiebudget(#8) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van cultuurcentrum(#15) Exploitatiebudget(#10) Investeringsbudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0702 Schouwburg, concertgebouw, opera(#7) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#7) Exploitatiebudget(#7) Grp2/Beleidsveld: 0703 Openbare bibliotheken(#52) Grp3/Beleidsitem: 01 Publiekswerking openbare bibliotheken(#29) Exploitatiebudget(#29) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van openbare bibliotheken(#23) Exploitatiebudget(#21) Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0709 Overige culturele instellingen(#62) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#62) Exploitatiebudget(#60) Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0710 Feesten en plechtigheden(#146) Grp3/Beleidsitem: 01 Vaderlandslievende verenigingen(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 02 Feestelijkheden(#90) Exploitatiebudget(#88) Investeringsbudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 04 Officiële plechtigheden(#7) Exploitatiebudget(#7) Grp3/Beleidsitem: 05 Foren en kermissen(#31) Exploitatiebudget(#31) Grp3/Beleidsitem: 06 Feestmateriaal: onderhoud, marktkasten e.a.(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp3/Beleidsitem: 10 Geschenken jubilerende verenigingen(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 11 Geschenken jubilarissen(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige feesten en plechtigheden(#11) Exploitatiebudget(#11) Grp2/Beleidsveld: 0711 Openluchtrecreatie(#8) Grp3/Beleidsitem: 01 Recreatiepark De Ster vzw(#8) Exploitatiebudget(#7) Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0719 Overige evenementen(#6) Grp3/Beleidsitem: 02 Jaarlijkse evenementen(#4) Exploitatiebudget(#4) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van overige evenementen(#2) Exploitatiebudget Investeringsbudget Grp2/Beleidsveld: 0720 Monumentenzorg(#7) Grp3/Beleidsitem: 01 Subsidies waardevolle niet-beschermde gebouwen(#1) Exploitatiebudget Grp3/Beleidsitem: 02 Beschermde monumenten stadseigendom(#3) Exploitatiebudget Investeringsbudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 03 Beschermde monumenten kerkfabrieken(#1) Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 99 Overige monumentenzorg(#2) Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0729 Overig beleid inzake het erfgoed(#1) Grp3/Beleidsitem: 01 Gedenktekens, oorlogsmonumenten(#1) Exploitatiebudget
Meerjarenplan 2014-2019
Uitgave 2014 28.371.103 209.827 209.827 209.827 74.170 74.170 74.170 1.167.774 164.179 164.179 1.003.595 958.595 45.000 820.246 156.537 156.537 663.709 523.709 140.000 855.359 855.359 855.359 2.968.134 39.000 39.000 2.929.134 2.369.134 560.000 1.095.823 1.095.823 1.088.323 7.500 2.316.377 3.150 3.150 1.584.238 1.547.738 36.500 14.400 14.400 230.300 230.300 52.340 52.340 1.000 1.000 1.000 1.000 429.949 429.949 906.185 906.185 836.185 70.000 172.930 24.130 24.130 148.800 48.800 100.000 171.215 40.000 40.000 12.000 2.000 10.000 115.515 115.515 3.700 3.700 -
Ontvangst 2014 13.644.196 9.500 9.500 9.500 18.500 18.500 18.500 160.500 35.500 35.500 125.000 125.000 470.870 410.870 410.870 60.000 60.000 991.500 9.500 9.500 982.000 982.000 144.840 144.840 144.840 128.250 90.050 90.050 36.700 36.700 1.500 1.500 11.000 11.000 11.000 35.700 35.700 35.700 -
Uitgave 2015 29.119.654 203.195 203.195 203.195 111.320 111.320 111.320 1.740.307 165.713 165.713 1.574.594 979.594 595.000 1.429.417 158.731 158.731 1.270.686 530.686 740.000 867.338 867.338 867.338 3.896.730 39.000 39.000 3.857.730 2.397.730 1.460.000 1.102.283 1.102.283 1.094.783 7.500 2.338.681 3.150 3.150 1.595.833 1.562.833 33.000 14.400 14.400 235.300 235.300 52.340 52.340 1.000 1.000 1.000 1.000 435.658 435.658 313.516 313.516 313.516 72.930 24.130 24.130 48.800 48.800 80.700 40.000 40.000 2.000 2.000 35.000 35.000 3.700 3.700 -
Ontvangst 2015 14.012.828 9.500 9.500 9.500 12.500 12.500 12.500 358.000 35.500 35.500 322.500 125.000 197.500 670.870 410.870 410.870 260.000 60.000 200.000 1.006.670 9.500 9.500 997.170 997.170 144.840 144.840 144.840 128.250 90.050 90.050 36.700 36.700 1.500 1.500 35.700 35.700 35.700 -
5 van 7
Uitgave 2016 26.810.189 203.740 203.740 203.740 61.920 61.920 61.920 2.039.602 167.265 167.265 1.872.337 985.337 887.000 738.710 160.953 160.953 577.757 537.757 40.000 879.480 879.480 879.480 2.475.722 39.000 39.000 2.436.722 2.426.722 10.000 1.121.331 1.121.331 1.113.831 7.500 2.347.751 3.150 3.150 1.599.117 1.569.117 30.000 14.400 14.400 235.300 235.300 52.340 52.340 1.000 1.000 1.000 1.000 441.444 441.444 317.905 317.905 317.905 107.930 24.130 24.130 83.800 48.800 35.000 321.700 40.000 40.000 2.000 2.000 276.000 276.000 3.700 3.700 -
Ontvangst 2016 14.195.376 19.500 19.500 19.500 8.500 8.500 8.500 555.500 35.500 35.500 520.000 125.000 395.000 470.870 410.870 410.870 60.000 60.000 1.022.144 9.500 9.500 1.012.644 1.012.644 144.840 144.840 144.840 128.250 90.050 90.050 36.700 36.700 1.500 1.500 35.700 35.700 35.700 -
Uitgave 2017 28.086.901 211.766 211.766 211.766 62.220 62.220 62.220 1.220.546 168.839 168.839 1.051.707 1.006.707 45.000 873.134 163.206 163.206 709.928 544.928 165.000 891.793 891.793 891.793 2.505.123 39.000 39.000 2.466.123 2.456.123 10.000 1.115.468 1.115.468 1.107.968 7.500 2.518.990 3.150 3.150 1.764.493 1.734.493 30.000 14.400 14.400 235.300 235.300 52.340 52.340 1.000 1.000 1.000 1.000 447.307 447.307 322.356 322.356 322.356 72.930 24.130 24.130 48.800 48.800 441.585 40.000 40.000 2.000 2.000 395.885 395.885 3.700 3.700 -
Ontvangst 2017 14.455.992 9.500 9.500 9.500 8.500 8.500 8.500 358.000 35.500 35.500 322.500 125.000 197.500 706.370 410.870 410.870 295.500 60.000 235.500 1.037.927 9.500 9.500 1.028.427 1.028.427 144.840 144.840 144.840 178.250 140.050 140.050 36.700 36.700 1.500 1.500 35.700 35.700 35.700 -
Uitgave 2018 26.131.931 209.424 209.424 209.424 62.520 62.520 62.520 1.228.264 170.435 170.435 1.057.829 1.012.829 45.000 882.689 165.492 165.492 717.197 552.197 165.000 904.278 904.278 904.278 2.534.932 39.000 39.000 2.495.932 2.485.932 10.000 1.122.203 1.122.203 1.114.703 7.500 2.535.460 3.150 3.150 1.775.015 1.745.015 30.000 14.400 14.400 235.300 235.300 52.340 52.340 1.000 1.000 1.000 1.000 453.255 453.255 326.868 326.868 326.868 72.930 24.130 24.130 48.800 48.800 96.700 40.000 40.000 2.000 2.000 51.000 51.000 3.700 3.700 -
Ontvangst 2018 14.327.752 9.500 9.500 9.500 8.500 8.500 8.500 160.500 35.500 35.500 125.000 125.000 583.370 410.870 410.870 172.500 60.000 112.500 1.054.025 9.500 9.500 1.044.525 1.044.525 144.840 144.840 144.840 128.250 90.050 90.050 36.700 36.700 1.500 1.500 35.700 35.700 35.700 56.250 56.250 56.250 -
Uitgave 2019 25.713.417 214.870 214.870 214.870 62.820 62.820 62.820 1.179.799 118.234 118.234 1.061.565 1.016.565 45.000 767.379 167.808 167.808 599.571 559.571 40.000 916.937 916.937 916.937 2.565.160 39.000 39.000 2.526.160 2.516.160 10.000 1.141.527 1.141.527 1.134.027 7.500 2.055.711 1.326.034 1.296.034 30.000 3.250 3.250 215.300 215.300 52.340 52.340 458.787 458.787 331.446 331.446 331.446 72.930 24.130 24.130 48.800 48.800 80.700 40.000 40.000 2.000 2.000 35.000 35.000 3.700 3.700 -
Ontvangst 2019 14.332.485 9.500 9.500 9.500 8.500 8.500 8.500 125.500 500 500 125.000 125.000 470.870 410.870 410.870 60.000 60.000 1.070.446 9.500 9.500 1.060.946 1.060.946 144.840 144.840 144.840 128.250 90.050 90.050 36.700 36.700 1.500 1.500 35.700 35.700 35.700 18.750 18.750 18.750 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Uitgave 2014
Grp2/Beleidsveld: 0740 Sport(#157) 4.599.828 Grp3/Beleidsitem: 01 Sportbeleid(#99) 1.371.174 1.346.174 Exploitatiebudget(#98) 25.000 Investeringsbudget Grp3/Beleidsitem: 02 Sportinstellingen en sportterreinen(#25) 2.283.516 778.516 Exploitatiebudget(#11) 1.505.000 Investeringsbudget(#14) Grp3/Beleidsitem: 03 Sinbad(#25) 706.750 579.750 Exploitatiebudget(#14) 127.000 Investeringsbudget(#11) Grp3/Beleidsitem: 04 Sportpromotie(#6) 238.388 238.388 Exploitatiebudget(#6) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van sport(#2) Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0750 Jeugd(#56) 788.347 Grp3/Beleidsitem: 01 Jeugdvorming(#2) 6.000 6.000 Exploitatiebudget(#2) Grp3/Beleidsitem: 02 Jeugdruimte(#9) 200.000 40.000 Exploitatiebudget(#4) 160.000 Investeringsbudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 04 Jeugdcultuur(#5) 38.500 38.500 Exploitatiebudget(#5) Grp3/Beleidsitem: 05 Jeugdwerk(#14) 310.000 310.000 Exploitatiebudget(#14) Grp3/Beleidsitem: 06 Jeugdbeleid(#22) 67.350 67.350 Exploitatiebudget(#22) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige van jeugd(#4) 166.497 166.497 Exploitatiebudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0800 Gewoon basisonderwijs(#117) 4.692.921 Grp3/Beleidsitem: 01 Gavertje Vier Belsele(#62) 1.863.736 1.843.736 Exploitatiebudget(#56) 20.000 Investeringsbudget(#6) Grp3/Beleidsitem: 02 De Droomballon Nieuwkerken(#55) 2.829.185 2.152.185 Exploitatiebudget(#51) 677.000 Investeringsbudget(#4) Grp2/Beleidsveld: 0820 Deeltijds kunstonderwijs(#157) 7.037.393 Grp3/Beleidsitem: 01 Academie voor muziek, woord en dans(#81) 3.757.395 3.630.895 Exploitatiebudget(#74) 126.500 Investeringsbudget(#7) Grp3/Beleidsitem: 02 Academie voor schone kunsten(#76) 3.279.998 3.225.998 Exploitatiebudget(#73) 54.000 Investeringsbudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0869 Overige ondersteunende diensten voor het onderwijs(#5) 279.426 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) 279.426 279.426 Exploitatiebudget(#5) Grp2/Beleidsveld: 0889 Overige ondersteunende diensten voor het lokaal flankerend onderwijs(#36) 215.148 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#36) 215.148 215.148 Exploitatiebudget(#36) Grp1/Beleidsdomein: WEL 4. Welzijn(#396) 9.899.228 Grp2/Beleidsveld: 0900 Sociale bijstand(#3) 133.950 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#3) 133.950 133.950 Investeringsbudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0902 Integratie van personen met vreemde herkomst(#52) 126.106 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd?(#52) 126.106 126.106 Exploitatiebudget(#52) Grp2/Beleidsveld: 0903 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers(#1) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#1) Exploitatiebudget Grp2/Beleidsveld: 0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid(#76) 2.280.021 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#76) 2.280.021 2.272.021 Exploitatiebudget(#74) 8.000 Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0919 Overige activiteiten inzake ziekte- en invaliditeit(#18) 126.711 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#18) 126.711 126.711 Exploitatiebudget(#18) Grp2/Beleidsveld: 0930 Sociale huisvesting(#2) 65.000 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#2) 65.000 65.000 Exploitatiebudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0943 Gezinshulp(#5) 200.563 Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#5) 200.563 200.563 Exploitatiebudget(#5)
Meerjarenplan 2014-2019
Ontvangst 2014 850.675 488.575 488.575 40.000 40.000 321.100 321.100 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.259.100 1.846.350 1.846.350 2.412.750 2.227.750 185.000 6.002.380 3.215.765 3.215.765 2.786.615 2.786.615 226.000 226.000 226.000 5.537.153 170.995 170.995 170.995 46.500 46.500 46.500 353.670 353.670 353.670 17.500 17.500 17.500 -
Uitgave 2015 3.548.024 1.351.835 1.351.835 1.052.419 789.419 263.000 887.042 587.042 300.000 241.728 241.728 15.000 15.000 1.038.539 6.000 6.000 443.000 43.000 400.000 38.500 38.500 310.000 310.000 67.350 67.350 173.689 173.689 4.106.983 1.893.132 1.877.132 16.000 2.213.851 2.191.851 22.000 7.770.538 4.465.973 3.681.973 784.000 3.304.565 3.280.565 24.000 283.340 283.340 283.340 215.813 215.813 215.813 15.240.832 6.094.198 6.094.198 6.094.198 123.535 123.535 123.535 2.302.927 2.302.927 2.294.827 8.100 127.275 127.275 127.275 55.000 55.000 55.000 203.375 203.375 203.375
Ontvangst 2015 852.687 489.575 489.575 40.800 40.800 321.312 321.312 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.121.874 1.852.970 1.852.970 2.268.904 2.268.904 6.110.556 3.275.051 3.275.051 2.835.505 2.835.505 226.000 226.000 226.000 11.401.040 5.960.248 5.960.248 5.960.248 161.884 161.884 161.884 47.430 47.430 47.430 314.200 314.200 314.200 17.500 17.500 17.500 -
6 van 7
Uitgave 2016 3.145.811 1.350.791 1.350.791 914.970 800.470 114.500 634.938 594.938 40.000 245.112 245.112 840.760 6.000 6.000 243.000 43.000 200.000 38.500 38.500 310.000 310.000 67.350 67.350 175.910 175.910 4.234.507 1.985.193 1.911.193 74.000 2.249.314 2.232.314 17.000 7.504.518 4.144.308 3.720.308 424.000 3.360.210 3.336.210 24.000 287.308 287.308 287.308 181.494 181.494 181.494 9.738.682 133.950 133.950 133.950 123.000 123.000 123.000 2.326.165 2.326.165 2.317.963 8.202 127.849 127.849 127.849 55.000 55.000 55.000 206.220 206.220 206.220
Ontvangst 2016 853.972 489.825 489.825 41.618 41.618 321.529 321.529 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.172.288 1.859.723 1.859.723 2.312.565 2.312.565 6.222.431 3.335.525 3.335.525 2.886.906 2.886.906 226.000 226.000 226.000 5.408.440 152.772 152.772 152.772 48.379 48.379 48.379 314.200 314.200 314.200 17.500 17.500 17.500 -
Uitgave 2017 4.724.469 1.354.801 1.354.801 873.179 811.679 61.500 1.047.945 602.945 445.000 248.544 248.544 1.200.000 1.200.000 1.143.013 6.000 6.000 543.000 43.000 500.000 38.500 38.500 310.000 310.000 67.350 67.350 178.163 178.163 4.269.512 1.973.931 1.945.931 28.000 2.295.581 2.273.581 22.000 7.240.476 3.823.522 3.799.522 24.000 3.416.954 3.392.954 24.000 291.330 291.330 291.330 182.190 182.190 182.190 10.368.684 133.950 133.950 133.950 114.485 114.485 114.485 2.349.747 2.349.747 2.341.440 8.307 128.435 128.435 128.435 55.000 55.000 55.000 209.109 209.109 209.109
Ontvangst 2017 855.274 490.075 490.075 42.450 42.450 321.749 321.749 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.223.709 1.866.610 1.866.610 2.357.099 2.357.099 6.336.541 3.397.208 3.397.208 2.939.333 2.939.333 226.000 226.000 226.000 5.384.930 152.772 152.772 152.772 49.347 49.347 49.347 214.200 214.200 214.200 17.500 17.500 17.500 -
Uitgave 2018 3.150.742 1.358.614 1.358.614 929.040 823.040 106.000 611.064 611.064 252.024 252.024 842.298 6.000 6.000 240.000 40.000 200.000 38.500 38.500 310.000 310.000 67.350 67.350 180.448 180.448 4.330.036 1.997.358 1.981.358 16.000 2.332.678 2.315.678 17.000 7.353.276 3.878.463 3.854.463 24.000 3.474.813 3.450.813 24.000 295.407 295.407 295.407 183.904 183.904 183.904 9.408.717 133.950 133.950 133.950 115.999 115.999 115.999 2.373.676 2.373.676 2.365.263 8.413 129.033 129.033 129.033 55.000 55.000 55.000 212.034 212.034 212.034
Ontvangst 2018 856.349 490.075 490.075 43.300 43.300 321.974 321.974 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.276.159 1.873.636 1.873.636 2.402.523 2.402.523 6.452.928 3.460.121 3.460.121 2.992.807 2.992.807 226.000 226.000 226.000 5.462.257 152.772 152.772 152.772 50.334 50.334 50.334 214.200 214.200 214.200 17.500 17.500 17.500 -
Uitgave 2019 3.099.891 1.362.479 1.362.479 862.563 834.563 28.000 619.297 619.297 255.552 255.552 844.614 6.000 6.000 240.000 40.000 200.000 38.500 38.500 310.000 310.000 67.350 67.350 182.764 182.764 4.414.101 2.033.490 2.017.490 16.000 2.380.611 2.358.611 22.000 7.481.354 3.947.538 3.923.538 24.000 3.533.816 3.509.816 24.000 299.543 299.543 299.543 184.635 184.635 184.635 9.623.684 133.950 133.950 133.950 117.547 117.547 117.547 2.397.954 2.397.954 2.389.433 8.521 129.642 129.642 129.642 55.000 55.000 55.000 215.004 215.004 215.004
Ontvangst 2019 857.445 490.075 490.075 44.166 44.166 322.204 322.204 1.000 1.000 335.381 335.381 335.381 4.329.656 1.880.801 1.880.801 2.448.855 2.448.855 6.571.647 3.524.295 3.524.295 3.047.352 3.047.352 226.000 226.000 226.000 5.540.443 152.772 152.772 152.772 51.340 51.340 51.340 214.200 214.200 214.200 17.500 17.500 17.500 -
Definitieve versie 29-11-2013
Item
Veld
Domein
Budget type
Grp2/Beleidsveld: 0944 Opvoedingsondersteuning(#18) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#18) Exploitatiebudget(#16) Investeringsbudget(#2) Grp2/Beleidsveld: 0945 Kinderopvang(#138) Grp3/Beleidsitem: 01 Kinderdagverblijven(#50) Exploitatiebudget(#36) Investeringsbudget(#14) Grp3/Beleidsitem: 04 Dienst opvanggezinnen(#33) Exploitatiebudget(#30) Investeringsbudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 05 Buitenschoolse opvang(#52) Exploitatiebudget(#49) Investeringsbudget(#3) Grp3/Beleidsitem: 99 Overige kinderopvang(#3) Exploitatiebudget(#3) Grp2/Beleidsveld: 0950 Ouderenwoningen(#6) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#6) Exploitatiebudget(#6) Grp2/Beleidsveld: 0959 Overige verrichting betreffende ouderen(#20) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#20) Exploitatiebudget(#20) Grp2/Beleidsveld: 0989 Overige dienstverlening inzake volksgezondheid(#30) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#30) Exploitatiebudget(#30) Grp2/Beleidsveld: 0990 Begraafplaatsen(#27) Grp3/Beleidsitem: niet gedefinieerd(#27) Exploitatiebudget(#16) Investeringsbudget(#11) ALGEMENE TOTALEN(#2.357)
Meerjarenplan 2014-2019
Uitgave 2014 84.701 84.701 75.201 9.500 5.895.296 2.914.253 2.268.253 646.000 946.951 937.951 9.000 1.942.010 1.942.010 92.082 92.082 21.600 21.600 21.600 96.900 96.900 96.900 113.495 113.495 113.495 754.885 754.885 432.885 322.000 161.244.748
Ontvangst 2014 125.801 125.801 125.801 4.433.055 1.977.000 1.642.000 335.000 806.055 806.055 1.650.000 1.650.000 157.000 157.000 157.000 10.000 10.000 10.000 9.632 9.632 9.632 213.000 213.000 213.000 155.144.763
Uitgave 2015 84.701 84.701 75.201 9.500 5.464.679 2.442.621 2.315.621 127.000 962.637 953.637 9.000 1.966.048 1.966.048 93.373 93.373 12.600 12.600 12.600 102.140 102.140 102.140 115.183 115.183 115.183 555.219 555.219 437.719 117.500 162.057.189
Ontvangst 2015 101.301 101.301 101.301 4.418.277 1.922.900 1.824.000 98.900 822.177 822.177 1.673.200 1.673.200 157.000 157.000 157.000 10.200 10.200 10.200 213.000 213.000 213.000 156.920.504
7 van 7
Uitgave 2016 84.701 84.701 75.201 9.500 5.816.216 2.349.815 2.340.815 9.000 977.274 968.274 9.000 2.394.447 1.994.447 400.000 94.680 94.680 12.600 12.600 12.600 102.385 102.385 102.385 115.477 115.477 115.477 635.119 635.119 442.619 192.500 150.230.196
Ontvangst 2016 101.301 101.301 101.301 4.393.884 1.858.400 1.858.400 838.620 838.620 1.696.864 1.696.864 157.000 157.000 157.000 10.404 10.404 10.404 213.000 213.000 213.000 146.534.609
Uitgave 2017 84.701 84.701 75.201 9.500 6.490.159 2.381.538 2.372.538 9.000 994.407 985.407 9.000 3.018.209 2.018.209 1.000.000 96.005 96.005 12.600 12.600 12.600 102.635 102.635 102.635 115.777 115.777 115.777 572.086 572.086 447.586 124.500 148.454.100
Ontvangst 2017 101.301 101.301 101.301 4.469.197 1.892.800 1.892.800 855.394 855.394 1.721.003 1.721.003 157.000 157.000 157.000 10.613 10.613 10.613 213.000 213.000 213.000 144.057.457
Uitgave 2018 84.701 84.701 75.201 9.500 5.572.629 2.413.700 2.404.700 9.000 1.015.243 1.006.243 9.000 2.046.337 2.046.337 97.349 97.349 12.600 12.600 12.600 102.890 102.890 102.890 116.083 116.083 116.083 500.122 500.122 452.622 47.500 147.369.416
Ontvangst 2018 101.301 101.301 101.301 4.545.325 1.927.200 1.927.200 872.501 872.501 1.745.624 1.745.624 157.000 157.000 157.000 10.825 10.825 10.825 213.000 213.000 213.000 143.960.820
Uitgave 2019 84.701 84.701 75.201 9.500 5.647.512 2.446.302 2.437.302 9.000 1.031.651 1.022.651 9.000 2.070.847 2.070.847 98.712 98.712 12.600 12.600 12.600 103.149 103.149 103.149 116.395 116.395 116.395 610.230 610.230 457.730 152.500 152.257.948
Ontvangst 2019 101.301 101.301 101.301 4.622.289 1.961.600 1.961.600 889.952 889.952 1.770.737 1.770.737 157.000 157.000 157.000 11.041 11.041 11.041 213.000 213.000 213.000 150.890.121
Definitieve versie 29-11-2013