20.11.2015
dienst Communicatie
GENT
Winteropvang krijgt veertig extra bedden In Gent begint de winteropvang voor dak- en thuislozen op 30 november met veertig extra bedden. Dat meldt het Gentse OCMW. Daardoor zijn er tot maart volgend jaar in totaal 105 bedden beschikbaar.
De veertig extra plaatsen worden aangeboden in de voormalige site 2 van het AZ Jan Palfijn aan de Koningin Fabiolalaan. De bestaande capaciteit van 65 nachtopvangbedden bevindt zich in Nieuwland (veertig bedden) en Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor (25 bedden). Gent is nog altijd op zoek naar een extra locatie voor winternachtopvang voor de komende jaren. (belga)
BEERNEM
PC Sint-Amandus schenkt 5.000 euro aan Rwandees ziekenhuis Dank een gift van 5.000 euro van het PC Sint-Amandus kan het psychiatrisch ziekenhuis Caraes in Rwanda en met de financiële steun van de Belgische overheid en de NGO Fracarita Belgium, binnenkort starten met de broodnodige renovatie van hun keuken. Volgens Patrick Penders, algemeen directeur PC Sint-Amandus, is zijn instelling partner van dit ziekenhuis. “Dit partnerschap houdt een langdurige band in tussen de twee voorzieningen en betekent dat PC Sint-Amandus de ontwikkeling van haar partner in het zuidelijke halfrond steunt met materieel of advies”, legt Patrick Penders uit. “Deze schenking is mogelijk dankzij de opbrengst van tal van acties, zoals een wijnverkoop, computer- en kaartenverkopen, een solidariteitsmaaltijd enz…, die we in het PC Sint-Amandus de voorbije vijf jaar organiseerden”. Op de foto zie je hoe algemeen directeur Patrick Penders overhandigt de cheque aan de directeur van het partnerziekenhuis in het Rwandese Ndera. (RB GF)
EXPO Taboedoorbrekende sprookjes Tot 21 februari loopt in het Gentse Museum Dr. Guislain de tentoonstelling Vuil vel. Sprookjes en taboe, gebaseerd op het gelijknamige verhalenboek van Marita de Sterck met illustraties van Jonas Thys. De sprookjes van Roodkapje, Assepoester en de Schone Slaapster kwamen ‘gesuikerd’ tot bij ons. Antropologe De Sterck zocht de rauwe versies in archieven. ‘In hun ongecensureerde vorm bulken de sprookjes van gruwel, geweld en erotiek. Een pientere bultenaar verleidt
een frigide koningsdochter, Vuil vel knapt nog smeriger karweien op dan Assepoester, een jonge koning bevrucht een slapende schoonheid en een boze moeder kookt soep van haar eigen kind. De sprookjes prikkelen en confronteren ons met schuld, schaamte en taboe. Hoe leren wrede verhalen ons omgaan met de realiteit? Kunnen ze helpen om pijnlijke ervaringen bespreekbaar te maken?’ De tentoonstelling toont ‘verontrustende en tegelijk vertrouwde angsten en fantasieën’. www.museumdrguislain.be
LEVENS VERHAAL OP VR IJD AG
Als een verwend nest was Ivan Reners uit Hasselt 40 jaar geleden de instelling binnengegaan. Als een crème van een
Ivan Reners (64) ° 11/07/1951
† 24/10/2015
gast is hij er, op zijn 64ste, gestorven. Stokoud voor een downpatiënt. Dankzij de goede zorgen.
Ma en pa waren in shock toen ze hem zagen. Met die gekke oogjes en die teint zo helemaal anders dan normaal. Van mongolisme, down of wat dan ook was in 1951 geen sprake. Van sociale assistentie evenmin. Ivanke was gewoon... een ‘achterlijk’ kind. Een schande ook, een straf misschien. Omdat moeder niet meer van de jongsten was, toen dat nakomertje werd geboren. En dus werd dat altijd zieke zorgenkind, waar ze geen raad of blijf mee wisten, rotverwend — vooral door papa. Elke dag weer kwam vader Reners met een buchecoco thuis, alleen voor Ivan. Die de reep dan gretig uit zijn borstzak graaide en ze voor de begerige ogen van zijn vier broers en zusters naar binnen stak. Eén keer wou zijn broertje ook eens proeven, maar na pa’s interventie zou hij dat nooit meer doen. O wee, wie op Ivanke durfde te kijven, want «ocharme, hij weet niet wat hij doet».
Hij werd snel verliefd, op alles en iedereen, maar enkel Christel was ‘zijn meisje’. Als de begeleiding even niet keek, kwam daar al eens een kusje van
Kop van Jut
snel naar de tafel repte, zijn vrienden allemaal een stukje gaf en dan zelf verzaligd begon te snoepen, terwijl hij zijn tong langs zijn lippen stuurde, in de hoop er nog een druppel cola light te proeven. Dat hij het na zo’n zoete zonde ’s avonds met een boterhammetje minder moest doen, wist hij door zijn ziekte als geen ander. Net zoals hij nooit vergat om elke dag, om klokslag drie, zijn potje yoghurt aan te breken. Of om 21 uur vruchteloos zijn vaste appelsien voor yoghurt probeerde in te ruilen. Daarna deed hij zijn tanden uit, ging zijn dikke bril eraf en werd hij in zijn blauwe pyjama, met de dekens strak onder de matras, helemaal ingebakerd, van zijn voeten tot zijn schouders. Na de «God zegene en beware u» en het kruisje tuitte hij zijn lippen. Die in triomfantelijk Hasselts «tot meuregen!» riepen, als hij zijn drie nachtkusjes had gekregen. Dat die van een jong meisje kwamen, ontging hem zeker niet.
Het eerste studiejaar werd geen succes. Op de speelplaats was hij de gedroomde kop van Jut en in de klas werd hij, in een hoekje helemaal achteraan, aan zijn treurige lot en kleurpotloden overgelaten. Lang duurde het dan ook niet voordat de Broeders van Liefde er genoeg van kregen. Ivan was nog nooit alleen op straat geweest, toen hij wandelen werd gestuurd. Sindsdien bleef Ivan thuis en kwam hij nog zelden buiten. Soms reed pa met hem vooraan op de fiets de Hasseltse Banneuxwijk door of nam hem mee uit vissen. Maar meestal zat hij met zijn kleurboekjes en blokken thuis, in de living of de tuin. «Als hij voor u hier te veel is, dan moet gij hier niet meer komen!», beet hij zijn oudste dochter toe, toen die eens over gespecialiseerde opvang durfde te spreken. Dat Ivan in een instelling veel meer zou leren, ging er bij pa echt niet in. Ivan was 19, toen er plots geen buche-coco’s meer kwamen, omdat «zijne God» gestorven was. En dat zou moeder voelen. Hoewel ook zij hem rot verwende. Ze kamde nauwgezet zijn haar en sneed
Elke thuismatch moedigde hij Racing " " & ' de ploeg niet draaide, gaf hij van jetje. Eén keer moest zelfs het Rode Kruis uitrukken zijn boterham in kleine stukjes, zodat hij alleen zijn mond moest opendoen en kauwen. Maar als ma hem ’s morgens wekte, om naar de beschermde werkplaats te gaan, stond hij pas op als de bus al vertrokken was. Zodat zij hem elke dag te voet moest brengen en ook weer halen kon. Na vier jaar de allerbeste zorgen kreeg moeder het niet meer alleen gedaan, en werd Ivan alsnog geplaatst. Hij was 23 en kon nog steeds zijn veters niet zelf strikken.
Xylofoon Het was de wereld op zijn kop, in het Tehuis Voor Nazorg (Tevona), in Zwartberg, nabij Genk. Waar in die vroege jaren 70 een bont allegaartje zwakbegaafden in een naargeestige living samentroepte, en hij plots niet meer het centrum was. En dus legde hij het elk weekend weer zo aan dat ma geloofde dat «die en die mijn blouse gepakt heeft en geslagen». Maar onder impuls van zuster Wilma vond hij er zijn plekje en ging er zienderogen op vooruit. Naar de beschermde werkplaats reed hij weldra met de fiets en op zaterdag kon hij heel alleen met de bus naar huis toe gaan. Op zondagavond bracht ma hem dan weer naar de juiste halte terug. Maar niet nadat ze zijn veters had gebonden en zijn stukjes chocola op maat gebroken had. Het had heel wat voeten in de aarde voor zijn familie instemde met de nieuwe woonvorm waarvoor Ivan werd uitverkoren. Dat hij zo ontwikkeld was, konden ze nauwelijks geloven. En zo kreeg hij een eigen appartementje, waarin hij begeleid zelfstandig samenwoonde met twee lotgenoten. Al deelde Ivan er wel de lakens uit. Zo mocht roommate Giuliano vooral de soep niet lauw serveren en ook alleen de afwas doen.
Glaasje Kidibul Ivan werd heel erg snel verliefd, op alles en op iedereen, maar enkel Christel was ‘zijn meisje’. En hij was ‘hare vriend’. Voortdurend zaten ze bij elkaar op de schoot en dan hield hij haar handje vast. En als de begeleiding even niet wou kijken, kwam daar — bij een glaasje Kidibul — ook al eens een kusje van. Maar als dan haar moeder binnenkwam, ging Ivanke lopen. Hij leek de laatste tijd misschien niet meer zo helder, maar wel veel liever en socialer dan voorheen. Nu zei hij bij alles wat hij vroeg of deed ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’. En zijn ‘slaap lekker’ was elke avond weer voor iedereen. Zoals ook iedereen elke dag voor zijn trouwfeest en verjaardag uitgenodigd was, waar er cola light en frietjes waren en applikose-vlaai à volonté. Op zijn kamermuur had de klusjesman een reusachtig logo van Racing Genk geschilderd, opdat Ivan zich op de nieuwe nursing-afdeling sneller thuis zou voelen. En heel snel klonk door de gang: «Kiek doa gink, das mien kamer, schoon hé. Allemaal van mich!» Ook daar bleef Ivans leven zijn zorgeloze gangetje gaan. Hij liet hij zich nu zelfs zonder morren wassen door de struise kleurling John. Want door zijn erg slecht geworden ogen zag hij «die zwarte duivel» waar hij zo’n schrik van had, toch niet meer. Eigenlijk wees niets erop dat hij zou sterven. Hij was in Shopping 2 nog uitgelaten zijn kerstcadeau gaan kopen: een chique vlinderdas, omdat hij door al te driftig knippen geen deftige cravate meer overhad. En over zijn lievelingskleur was hij nog lang niet uitgepraat, toen hij plots ineengezakt op de wc bleef zitten. Enkele dagen later lachte Ivan Reners hemelsbreed een man of 15.000 toe, terwijl ‘You’ll never walk alone’ oorverdovend door de boxen van de Cristal Arena schalde. Al kon die ontwapenende glimlach op de videowall de ploeg opnieuw niet naar de overwinning stuwen. Wie weet heeft Ivan zich wel omgedraaid, in zijn blauw en witte kist.
Thuis rotverwend,
maar uitgegroeid tot zalige vent Terwijl Ivan in kleermakerszit ‘Als een leeuw in een kooi’ van Willy Sommers draaide en wiegde op de maat. Dat hij kaas gegeten had van muziek, liet hij bij de Tevona-band ook hóren, waarmee hij regelmatig concerteerde. Dan zat hij, apetrots en heel gespannen, kaarsrecht achter zijn triangel, snaredrum of xylofoon naar de dirigent te kijken. En kromp ineen als hij een foutje speelde. Maar toen hij eenmaal de ‘hela, hela, hela, holala... hey!’ van Racing Genk gehoord had, was het op slag gedaan met musiceren. Elke thuismatch stond hij te popelen om met het busje naar vak L te gaan, waar hij met vlag en wimpel opging in de ambiance. Maar ook flink van jetje gaf als de ploeg niet draaide. Op een keer was hij zo buiten zichzelf geraakt dat het Rode Kruis moest uitrukken, om zijn suikerspiegel er weer bovenop te helpen. Nooit meer zou hij naar het stadion gaan. Hij had voorgoed een schrik gepakt.
Speciaal voor Ivanke werd dan maar een abonnement op Telenet genomen, zodat hij — volledig in tenue voor de tv — vooral maar niets zou moeten missen. En toen Logan Bailly zich in de Olmense Zoo zo ontzettend vriendelijk voor hem betoonde, toen werd Ivans blauw-witte obsessie pas echt enorm. Zijn kamer werd een waar heiligdom, behangen met artikels over Racing Genk die hij zorgvuldig uit de krant knipte.
‘Applikose’-vlaai Knippen was zijn lust en leven. Toch sinds hij door zijn diabetes niet meer naar de beschermde werkplaats kon. In plaats van daar paaseitjes te verpakken of schroeven te tellen, knipte hij in het wooncentrum voortaan theezakjes bij de vleet. Als het aan hem lag, 24 uur lang. Alleen als zijn broers of zusters met ‘applikose-vlaai’ kwamen, was hij enigszins te stoppen. «Amai, da’s hier precies carnaval!», zei hij dan, wijzend naar de puinhoop aan zijn voeten. Waarna hij zich razend-
LIEFDE / HAAT Ivan hield van... abrikozenvlaai / cola light / Racing Genk / theezakjes knippen / boccia / winkelen / familie / zijn liefje / ‘Amazing Grace’ / Willy Sommers Ivan haatte... koud weer / kinesitherapie / lang wachten / Anderlecht