Definitief FAUNAFONDS Bestuursvergadering 2 juli 2014 te Utrecht Verslag van de 164e vergadering Aanwezig: Leden:
G.J. Jansen, (voorzitter) W.A.P. van der Klift, P. de Koeijer, C.W. Ripmeester, A.G. Dijkhuis, J.J.T. Teeuwisse, R.P.B. Foppen, P.L. Sterkenburgh
Secretaris: Adviseur IPO: Notulist:
H. Revoort P. Spapens E.M. van Wijk van Brievingh
Afwezig: Leden: Adviseur EZ
J.H.M. Schellekens A.A. Helmens
1.1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en verwelkomt de aanwezigen. De agenda wordt vastgesteld. 1.2. Mededelingen 2.1. Verslag bestuursvergadering 7 mei 2014 Met inachtneming van een redactionele wijziging wordt het verslag van de bestuursvergadering van 7 mei 2014 onder dankzegging aan de notuliste vastgesteld. 2.2 Activiteitenlijst 1) Wet Natuurbescherming: wel ingediend maar staat nog niet op de agenda voor behandeling. 3) Overzicht globale inschatting van beoogde besparingen met wijzigingen in beleidsregels: op agenda bestuursvergadering van 3 september 2014. 4) Voortgang digitalisering: staat nu op de agenda. Als nieuw punt op de activiteitenlijst en agenda punt voor 3 september 2014 wordt toegevoegd ‘notitie klankbordfunctie in de toekomst’. 3. Ingekomen en uitgegane stukken Het bestuur bekrachtigt het advies aan provincie Groningen inzake het faunabeheerplan. Verder geen opmerkingen. 4.1 Faunabeheerplan Gelderland Complimenten vanuit het bestuur, verder geen opmerkingen. 4.2 Faunabeheerplan Overijssel Vanuit de FBE Overijssel zijn L. van Haaften en A. Fopma ter vergadering aanwezig om het faunabeheerplan toe te lichten. Vanuit de provincie is F. van der Vegte gekomen. De secretaris geeft aan dat er met name wat kritische opmerkingen over de ganzen en exoten zijn vanuit het secretariaat.
1
De FBE geeft aan dat het onderdeel ‘ganzen’ op het laatste moment is toegevoegd aan het faunabeheerplan. De provincie was nog bezig met het beleid. Eind januari heeft de FBE het advies aan de GS overhandigd. Dit advies is in grote lijnen overgenomen in het beleid. Het bestuur merkt op dat faunabeheerplannen steeds belangrijker worden vanwege schadebestrijding. Provincies willen minder geld uitgeven en de populatieomvang van het aantal ganzen naar beneden brengen. Dan zijn brede ontheffingen vereist. Het bestuur stelt de vraag waarom er nog geen ontheffingen/vrijstellingen zonder beperkingen zijn aangevraagd bij de provincie. De FBE geeft aan dat het Faunafonds bij vrijstelling zonder beperkingen geen tegemoetkomingen meer worden verleend. Ook wordt er dan niet meer gemonitord. Het bestuur geeft mee dat de FBE en provincie zich er van bewust moeten zijn dat het van groot belang is om ruime ontheffingen of vrijstellingen te verstrekken teneinde het ganzenprobleem beheersbaar te houden. Het bestuur merkt op dat de verschillen tussen provincies steeds groter worden. In het voorliggende faunabeheerplan mag bijvoorbeeld afschot op de rietganzen plaatsvinden. De FBE geeft aan dat er vanuit de landbouwsector specifiek het verzoek kwam voor afschot op toendrarietganzen, omdat deze soort veel schade veroorzaakt. Het bestuur meent dat het afschot van rietganzen wettelijk niet mogelijk en ook overigens hoogst ongewenst is en zal dit in het advies opnemen. Het bestuur geeft aan dat was verwacht dat alle mogelijkheden voor schadebestrijding zouden worden opgenomen in het faunabeheerplan, maar het ‘vangen’ van ruiende ganzen is niet opgenomen. De FBE beaamt dit maar kan niet uitleggen waarom dit niet is opgenomen. Vangen in Natura 2000-gebieden moet mogelijk zijn, indien er een NB-wet vergunning is aangevraagd. Het bestuur zal ook dit punt in het advies opnemen. Ook heeft het bestuur vastgesteld dat in het FBP wordt uitgegaan van 'uitgekeerde’ schade terwijl het begrip 'getaxeerde' schade een veel beter uitgangspunt zou zijn. Immers niet alle getaxeerde schade wordt ook daadwerkelijk uitgekeerd. In het FBP dient expliciet uitgelegd te worden wat wordt verstaan onder volksgezondheid (bemesting, versmering, vervuild zwemwater). Dit is nu niet opgenomen. De steenmarter staat volgens het bestuur op de provinciale vrijstellingslijst en kan uit het advies worden gehaald. Het bestuur betreurt het dat de consulent van het Faunafonds niet betrokken is geweest bij de totstandkoming van het faunabeheerplan. Over trekganzen merkt het bestuur op dat afschot alleen mag worden ingezet voor schadebestrijding. Op blz 45 is vermeld dat de populatie trekganzen moeilijk te reduceren is. Het bestuur stelt vast dat bij overwinterende ganzen geen sprake is van een doelstelling waarbij het aantal ganzen wordt teruggebracht! Faunabeheerplan Utrecht Vanuit de FBE Utrecht is Jeroen Nuissl ter vergadering aanwezig om het faunabeheerplan toe te lichten, samen met Ron Beenen beleidsmedewerker bij de Provincie Utrecht. Het bestuur geeft aan dat het een goed onderbouwd faunabeheerplan is, de vragen vanuit het secretariaat zijn duidelijk. Vanuit het bestuur wordt de opmerking gemaakt dat wat betreft de cervicale dislocatie, het advies vrij positief is. Het is een zeer moeilijke methode. De FBE geeft aan dat alle mogelijkheden voor schadebestrijding worden ingezet. Zoals het vangen tijdens de rui en decapitatie. Decapitatie is een betere methode. Er is geen betere methode voor doden dan met CO2, maar dit is nog steeds niet toegestaan. In het advies zijn de neksteek en decapitatie genoemd, dit zijn de netste methodes. De cervicale dislocatie is weggelaten. Vanuit het bestuur wordt opgemerkt dat in de provincie Zeeland er veel positieve ervaring met cervicale dislocatie is opgedaan. De FBE geeft aan dat het succes afhankelijk is van de hoeveelheid ganzen en hoeveel uitvoerders beschikbaar zijn. 2
Het bestuur vraagt wat het doel is van het vangen en verplaatsen van vinken. De FBE geeft aan dat dit is opgenomen vanwege het ‘spreeuwen in blauwe bessen’ onderzoek, waarin het gebruik van het geweer wordt voorkomen. Vinken/mezen/spreeuwen richten veel schade aan in fruitteelt. Het bestuur erkent dat mezen en spreeuwen schade aan richten aan fruitgewassen maar ontkent ten stelligste dat ook vinken verantwoordelijk zijn voor fruitschade. De FBE geeft aan dat alle efficiënte middelen worden ingezet om de reductie doelstelling te behalen. Jacht op zondagen wordt volgens de wet niet toegestaan, mechanische lokkers zijn toegestaan en zeer effectief. Maar deze laatste is op basis van de Ffwet niet toegestaan dus hier is een ontheffing voor nodig. Algemeen over de faunabeheerplannen Vanuit het bestuur komen complimenten over de faunabeheerplannen, omdat er met de jaren een behoorlijke verdiepingsslag gemaakt wordt. Wel moet gewaakt worden over de uitvoerbaarheid van de faunabeheerplannen. Het bestuur zou graag zien dat de provincies onderling meer afstemmen over de faunabeheerplannen en ze evalueren. Het FBE+ model zou hier een goede rol in kunnen spelen, het is jammer dat dit concept niet is opgepakt. Vanuit het IPO wordt gezegd dat de nieuwe situatie van het Faunafonds binnen BIJ12 dit soort mogelijkheden met zich meebrengt, door middel van de werkgroep en de centrale organisatie binnen BIJ12. De komende jaren zal BIJ12 zich hierin ontwikkelen. Het voorstel is om dit aan te kaarten in het overleg van de werkgroep Flora en Fauna, het overleg van de secretarissen van de FBE’s, en de werkgroep IPO. De FBE’s en provincies geven aan dat er op diverse manier getracht is tussen een aantal provincies om de faunabeheerplannen op elkaar af te stemmen, voor een uniform faunabeheerplan voor de algemene soorten. Helaas is dit niet mogelijk gebleken, mede door de verschillende tijdstippen waarop de faunabeheerplannen gereed moeten zijn. Er is ook gepoogd om te kijken waar er sprake is van grensoverschrijdende gevallen (zoals de vossen) om dit af te stemmen. Vanwege verschillende besturen met verschillende visies is dit onmogelijk gebleken. Voor het maken van deze faunabeheerplannen zijn er wel andere faunabeheerplannen bekeken. Extra agendapunt: stand van zaken BIJ12/overgang Faunafonds/toekomst bestuur De voorzitter geeft aan dat het bestuur na de zomer de zaken zal afronden. Hij stelt vast dat het bestuur materieel al niet meer fungeert als zelfstandig bestuursorgaan. In de praktijk zijn de werkzaamheden als zelfstandig bestuursorgaan afgerond. De formele bestuursrol is overgedragen aan het IPO. De secretaris geeft aan dat hij weloverwogen de beslissing heeft genomen zijn taak als unitmanager bij BIJ12/Unit Faunafonds te beëindigen. Hij zal tot eind 2014 nog aanblijven als secretaris van het bestuur en aldus de het jaar 2014 afronden. De voorzitter en een aantal bestuursleden geven aan ook tot eind 2014 te blijven en per 1 januari 2015 hun zetel beschikbaar te zullen stellen. Een bestuurslid geeft aan dat hij nog niet klaar is om te stoppen met het bestuur van het Faunafonds. Er is nog veel te behalen. Zo wordt het accent steeds gelegd op het betalen, en het voorkomen en bestrijden schuift naar de achtergrond. Het FBE+ model heeft ook niet de aandacht gekregen die het verdiende. De voorzitter heeft met M. Bloem (directeur BIJ12 a.i.) over de ontstane situatie gesproken en na de zomer wordt het plan om een maatschappelijk klankbord in te stellen opgepakt. Een aantal bestuursleden geeft aan dat zij wel mee willen draaien in de adviesraad. De voorzitter heeft met M. Bloem afgesproken dat het zittende bestuur de 3
resterende tijd tot 1 januari 2015 zal volbrengen. Het zittende bestuur zal dus geen nieuwe bestuursleden voor benoeming voordragen. Er is geen animo voor een a.i. bestuur na december 2014. Het bestuur zal de komende periode helpen om uitvoering te geven aan het maatschappelijk klankbord of het FBE+ model. Vanuit het IPO wordt opgemerkt dat de unit Faunafonds nog altijd bestaat en blijft voortbestaan, onder de centrale eenheid BIJ12. Dit schept ook weer mogelijkheden en kansen, meer dan voorheen. In de bestuursvergadering van 3 september 2014 zal het bestuur terugkomen op de afwikkeling van bovenstaande en de communicatie van het ontslag aan de achterban en Staatssecretaris en GS. 4.4 Verordening schadebestrijding dieren Fryslan 2014 Het bestuur gaat akkoord. 4.5 Advies provinciale vrijstellingsverordening Noord-Holland Het bestuur gaat akkoord. 4.6 Verhoogd eigen risico Het bestuur gaat akkoord. 4.8 Evaluatie digitale inwinning Ter kennisneming. 4.9 Verzoeken om een tegemoetkoming met een getaxeerde schade van meer dan € 10.000,-. Het bestuur gaat akkoord. 4.7 Nieuwe beleidsregels (en extra agendapunt: wolf) Het bestuur gaat akkoord met de nieuwe beleidsregels. Twee bestuursleden merken op dat zij niet instemmen met de nieuwe beleidsregels. Het is veel te vroeg om de beleidsregels nu aan te passen. Het beperken van de vergoeding voor ganzenschade in de zomer is plotseling over de grondgebruikers heen gekomen en er zijn nog onvoldoende maatregelen ter beschikking om de schade te voorkomen of te beperken. Bovendien is niet inzichtelijk wat wordt beoogd met de bezuinigingsmaatregelen. Een aantal bestuursleden merkt op dat het lijkt alsof het bestuur overal mee akkoord gaat, terwijl duidelijk is dat zij grote moeite hebben met de bezuinigingsvoorstellen. De adviseur IPO merkt op dat het bestuur van het Faunafonds thans nog slechts een adviserende rol heeft aan de BACVP. De BACVP neemt nu de besluiten. Voor een aantal bestuursleden is het helder dat het IPO nu de besluiten neemt en het bestuur nu niet meer het verschil maakt. De voorzitter geeft aan dat het een pro-forma handtekening is. Het is onmogelijk om hier niet mee in te stemmen. Als het bestuur niet akkoord gaat ontstaat er een probleem. Het bestuur kan wel een kritische noot in haar advies schrijven aan de BACVP. Twee bestuursleden geven aan dat zij geen verantwoordelijkheid nemen voor deze nieuwe beleidsregels en dat zij de Staatssecretaris zullen laten weten dat zij hun zetel ter beschikking zullen stellen.
4
5. Onderzoek en voorlichting De agendapunten 5.1, 5.2 en 5.3 worden doorgeschoven naar de bestuursvergadering van 3 september 2014. 6. Communicatie 7. Rondvraag Onder speciale dankzegging van een ieder voor zijn inbreng sluit de voorzitter om 12:30 uur deze enerverende vergadering.
Notuliste, E.M. van Wijk van Brievingh
G.J. Jansen, voorzitter
H. Revoort, secretaris
5