De vliegende tijd Voorwoord Een Een Een Een
seconde seconde seconde seconde
omvat alles wat jij nu bent. omvat de wereld en het universum. omvat alles. is oneindig.
Wie wil jij zijn in deze wereld, in dit universum? Wie wil jij zijn in de zestig werelden die in de komende minuut zullen ontstaan? Zou jij willen dat er een wereld is waarin jij niet oplet? Zou jij het kunnen verdragen als er een universum is waarin jij onbeduidend bent? Hoeveel secondes zou jij met de kennis van nu anders besteed hebben? Hoeveel werelden zou jij opnieuw en anders willen scheppen als je de kans kreeg? Zou jij het doen? Zou jij het durven? Een seconde in je jeugd had de loop van je leven kunnen veranderen. Een seconde anders besteed zou een nieuwe wereld zijn. Wat zou er gebeuren als je jou rol in een van al die werelden kon veranderen? Wat zou er gebeuren met de wereld die je verandert? Zal een herschreven seconde gewoon veranderen in de nieuwe seconde? Zal een oude wereld verdwijnen om plaats te maken voor een nieuwe, verbeterde wereld? Een opnieuw bestede seconde zou ook gewoon een nieuwe wereld kunnen zijn. Een opnieuw geschapen wereld zou dan naast de originele ,eerder geschapen wereld, bestaan.
1. DE WERELD DIE NOOIT HAD MOGEN BESTAAN Notre Dame mei 1896 Aan de voet van een groteske beeltenis van de christus aan het kruis ligt een oude man op zijn knieën, zijn hoofd leunend op knokkelige gevouwen handen. Zijn stem, oud en vermoeid als de fundering van de grootse kathedraal, fluistert zacht. Echo's van zijn stem weerkaatsen, als een krakende ruis, tegen de oude muren en zuilen door de kathedraal. 'Ik ben alles kwijt geraakt Helena. Bijna alles wat ik in mijn leven heb opgebouwd. Ik heb alleen nog mijzelf en Anne. Maar de universiteit heeft me verstoten, net als die koppige dwazen die zichzelf zo trots de wetenschappelijke gemeenschap van Parijs noemen. De dwazen die zichzelf wetenschappers noemen maar niet buiten de bestaande kaders durven denken. Maar ik heb hun ongelijk bewezen. Ze zullen het nooit weten. Ik ben immers niet opzoek naar een manier om mijn naam of mijn eer te herstellen. Nee, ik heb in de jaren die ik zonder jou heb geleefd een manier gezocht om jou terug te krijgen. Ik heb gezocht naar de enige manier om jou vertrouwen terug te krijgen. En nu eindelijk is het gelukt, bij de gratie van god. Hij heeft mij de kennis en inzichten gegeven om te doen wat ik moet doen om weer bij jou te kunnen zijn. En daarom weet ik dat Hij het zo wil. Zijn wil zal geschieden, wij horen bij elkaar. Wij verdienen een tweede kans.'
2.Huize Dumont Maart 1896 Luid galmt het gebonk op de deur van de villa door de ontvangst hal. Anne Dumont haast zich naar de deur, zichzelf herinnerend dat, toen zij nog een klein meisje was, er ooit een lakei bij de deur klaar stond voor gasten. Maar dat was in een andere tijd, voor haar gevoel zelfs een andere wereld. Toen had haar oom nog zijn goede naam in de wetenschappelijke gemeenschap van Parijs. Als ze eenmaal bij de deur is wacht ze een moment met open doen. Zodra ze haar adem weer heeft verzamelt ontgrendelt ze de zware deur en opent hem langzaam. Voor haar staat een jonge man in een goedkoop pak. Het staat hem goed, vind ze, de bruin tinten passen bij zijn lichte huid en donker blonde haar. Ze heeft in heel Parijs bijna nooit iemand gezien die geen zwart haar had. Het pak past nou om zijn slank gebouwde lichaam en het gebrek aan een passende hoed verraad zijn minder fortuinlijke afkomst. Dan kijkt ze hem in zijn grijze ogen en verliest zichzelf bijna. Vriendelijk lacht de jonge man naar haar, alsof hij wilt zeggen dat hij haar verwarring begrijpt. Dan steekt hij zijn hand uit, terwijl hij dit doet steekt hij zijn borst vooruit en buigt zijn hoofd hoffelijk, zonder zijn grijze ogen van haar ogen af te wenden. 'Matthias is mijn naam. Ik heb een afspraak met professor Dumont.' Zijn stem klinkt warm en vriendelijk. Anne voelt haar knieën slap worden als ze zijn uitgestoken hand beantwoord. 'Anne Dumont' Zegt ze zo beheerst mogelijk. 'Ik ben niet op de hoogte van de afspraak, vergeef me mijn informele kleding.' De jonge man glimlacht nog breder en neemt Anne in zich op. 'Ik kan uw prachtige jurk nauwelijks informeel noemen mevrouw Dumont. Met een goed geklede dame als u in mijn buurt zie ik er uit als een schooier' Als hij ziet hoe de jonge vrouw aan zijn hand begint te stralen van zijn woorden kleuren zijn wangen rood. Matthias vervloekt zichzelf van binnen voor zijn vrijpostigheid. Anne verzamelt haar adem om te reageren op de vlijende opmerking maar geen woord springt haar te binnen. 'Bedankt voor het openen van de deur Anne, ik neem onze gast vanaf hier wel over.' Spreekt de krakende, vermoeide stem van professor Dumont vastberaden van achter Anne. Mathias voelt zijn handpalm koud worden als Anne zijn hand los laat. 'Tot ziens.' Zegt Anne terwijl ze plaats maakt voor de professor. Vriendelijk knikt de Mathias naar haar, dan kijkt hij de professor aan.
De oude man neemt hem grondig in zich op. 'Je hebt mijn nichtje al leren kennen.' Zegt professor Dumont met uitgestoken hand. 'Ik ben Santos Dumont en jij moet Mathias zijn.' 'Een man met uw prestigieuze naam behoeft zich nauwelijks voor te stellen' Stamelt de jonge man onhandig terwijl hij de uitgestoken hand van de professor beantwoord. 'Het is mij een ware eer u te mogen ontmoeten.' Professor Dumont toont een geforceerd glimlachje terwijl hij opzij stapt en Mathias met een gebaar uitnodigt zijn huis te betreden. 'Ik had niet gedacht dat een student aan de Parijse universiteit der hoge wetenschappen mij tegenwoordig nog als een prestigieus persoon ziet.' Spreekt de oude professor met zijn krakende vermoeide stem terwijl hij kijkt hoe de jonge man zijn entree in het huis neemt. Als hij ziet hoe deze de ontvangsthal van zijn villa in zich opneemt voelt hij de zoete smaak van zijn succesvolle verleden in een vlaag van nostalgie weer in zijn geest branden. 'Volg mij.' Het ongebruikelijke duo verdwijnt in de gangen van de majestueuze villa gadegeslagen door de diep bruine ogen van Anne Dumont. Ze heeft zich aan het zicht van de twee onttrokken maar geen moment heeft ze de knappe jonge man uit haar eigen zicht verloren. In een kleine studeerkamer die vol staat met zware houten boekenkasten neemt de professor plaats op zijn leren stoel achter een massief houten bureau. Mathias blijft onhandig beleeft naast een smalle houten stoel tegenover het bureau staan. De stoel valt in de studeerkamer zodanig buiten de toon dat hij ervan overtuigd in dat deze hier voor de gelegenheid van zijn sollicitatie gesprek is geplaatst. 'Ga toch zitten jongen.' Zegt de professor vriendelijk terwijl hij naar de stoel wijst. 'En vertel me wat je bezielde toen je op die advertentie van mij reageerde.' Mathias gaat rustig zitten en kijkt de professor in zijn ogen. 'Ik heb veel over uw onderzoeken naar de ballonvaart gelezen. Toen ik las dat u een assistent zocht zag ik dat als een kans om van u te leren. En niet op de laatste plaats zal het mij een eer zijn om een geleerd man als uzelf te mogen assisteren bij zijn werk.' De oude professor lacht hartelijk. 'En je hebt nog niemand op die universiteit van jou over mij horen praten?' 'Wel degelijk mijnheer, ze noemen u een verwarde godslasteraar. Maar ik lees al over uw werk sinds ik een klein jongetje in Duitsland was. U bent de reden dat ik voor de Parijse universiteit der wetenschappen heb gekozen.
Toen ik hoorde dat u daar geen colleges meer mocht geven dacht ik een jongensdroom te zien vervliegen. Ik geloof niet dat iemand die zoveel heeft bereikt zijn naam voor niks op het spel kan zetten.' 'Ah, zo.' verzucht de professor. 'Je bent, net als ik zelf jaren geleden, gebiologeerd door de mogelijkheden van de lichter dan lucht gassen.' Heb je wel gehoord wat voor werk ik recentelijk verricht?' 'De professoren die ik naar u vroeg hebben mij toevertrouwd dat u tegenwoordig onmogelijkheden onderzoekt. Meer weer ik niet.' 'Dus ze noemen het onmogelijkheden?' Zegt de professor op een norse geïrriteerde toon. 'Het zijn kortzichtige dwazen die niet durven te dromen van de mogelijkheden die de wetenschap hun kan bieden!.' 'Het spijt me als ik u heb beledigt mijnheer Dumont.' 'Nee, je vertelt me niks wat ik niet al wist. Maar vertel eens jonge man, wat zie jij als onmogelijk?' Mathias voelt zich voor het blok gezet door deze vraag maar wil de professor niet teleurstellen en verzint snel een antwoord. 'Ademen onder water misschien? Of onsterfelijkheid. Lood in goud veranderen. Snappen waarom mensen doen wat ze doen?' De jongen, zichtbaar ongelukkig met zijn fantasieloze antwoorden zucht en kijkt een moment naar de grond. 'Jaren geleden dacht ik dat vliegen zonder vleugels onmogelijk was, toen las ik over uw experimenten met luchtballonen.' 'Je hebt nog veel te leren.' Zegt de professor op strenge toon. 'Ik hoop dat ik uw tijd niet verdoe.' 'Ha! Alles behalve dat, ik vind jou naïviteit vermakelijk Mathias.' Zegt de professor luid lachend, zijn stem lijkt energieker te worden. Dan kijkt hij de jonge man gemoedelijk aan. 'Als ik opzoek was naar iemand om van te leren was ik niet opzoek naar een assistent. Ik zal jou onderwijzen, ik kan je veel leren. Hoofdzakelijk over de mogelijkheden die ze op die zogenaamde universiteit der hogere wetenschappen onmogelijk of godslasterlijk noemen.' Het gezicht van de jonge man klaart op. 'Dus u overweegt mij aan te nemen als uw assistent?' Terwijl de professor instemmend knikt verschijnt er een diepe frons op het voorhoofd van de Mathias. 'Waar doelde u op toen u over onmogelijk en godslasterlijk sprak?' De gemoedelijke glimlach op het gezicht van de professor vervaagt. 'Tijdreizen.' Spreekt hij plechtig
3. Het landgoed achter huize Dumont april 1896 'Sneller jongen, maak voort!' Roept de professor ongeduldig vanaf zijn stoel in de schaduw van een oude wilg. 'Ik wil dit experiment voor de lunch kunnen beginnen!' Mathias trekt met al zijn kracht een zware metalen cilinder gevuld met waterstof gas. Zijn spieren branden en smeken om rust, zijn tengere lichaam is niet gebouwd voor deze belasting. Zijn drang om zich te bewijzen is echter sterker dan zijn lichaam en hij vordert gestaag. Enkele meters van bij hem vandaan licht een kleine witte ballon te wachten om gevuld te worden. Een stalen kast ter grote van een badkuip is met een visnet aan de ballon bevestigd. Tegen het zolderraam van huize Dumont gedrukt slaat Anne het tafereel gade. Zij is in de afgelopen maand geobsedeerd geraakt van de jonge assistent van haar oom. Ze proeft het zweet van Mathias bijna op haar lippen, schaamteloos stelt ze zich voor dat hij haar met de zelfde vastberadenheid bemint. Het feit dat haar oom zich in alle denkbare bochten wringt om de twee zo ver uit elkaar te houden als fysiek mogelijk is draagt daar zo mogelijk aan bij. Meer dan eens heeft ze zijn grijzen ogen haar hongerig zien bekijken. Professor Dumont staat op rustig op en verlaat de schaduw van de wilg. 'Heel even dacht ik dat het je nooit zou lukken jonge vriend!' Zegt hij triomfantelijk terwijl hij rustig naar zijn bijna gebroken assistent toe loopt. 'Ik bewonder je inzet.' In zijn hand houdt hij een opgerolde slang. 'Hier.' Zegt hij terwijl hij het naar de jongen uitsteekt. 'Na al dat werk kan ik jou het genoegen van de ballon vullen natuurlijk niet meer ontzeggen.' 'Dank u wel.' Puft de jongen met een twijfelachtige glimlach. 'Jongens en hun speelgoed.' Mompelt Anne in zichzelf terwijl ze toekijk hoe de ballon langzaam volloopt met het gas. Met een weemoedige glimlach ziet ze de ballon van de grond loskomen tot het punt dat de lading over het gras begint te schuiven door het zachte trekken van de wind. Een simpel handgebaar van haar oom maakt dat de jongen de kraan op de gascilinder dichtdraait en voorzichtig op de stalen kist klimt. Zijn gewicht maakt dat het geheel weer stevig op de grond staat. De professor draait de gaskraan nog eens open zodat de ballon volledig gevuld is en zijn assistent sluit de ballon met een serie knopen af.
Professor Dumont wind het klokwerk van de machine met een grote sleutel op. 'Blijf nog even staan Mathias, we zijn bijna klaar.' Als de sleutel teveel weerstand bied om nog te draaien steekt hij een lange pin in een gat in de machine. Aan de pin zit een meterslang koord bevestigd dat hij bij het uiteinde vasthoud. 'Oké, stap nu rustig van de machine af.' Gehoorzaam volgt zijn assistent de instructie op. En zodra hij zijn gewicht van de machine afhaalt begint de ballon hoogte te winnen. Het duo loopt achteruit terwijl de ballon stijgend met de zachte windstroom mee begint te drijven. Het koord tussen de pin, in het machine, en de hand van de professor komt strak te staan. 'Op hoop van zegen.' Mompelt de professor als het koord strakker en strakker gespannen word. Met een ferme ruk aan het koord trekt hij de pin uit de machine. Het opgewonden klokwerk begint luid te tikken. Dan begint de machine te sissen, harder en harder. Er klinkt een oorverdovende knal. Een blauwe lichtflits loopt als een barst door de hemel. De ballon lijkt, met lading en al, te zijn verdwenen. Nog geen dertig meter verderop verschijnt, uit het niks, een hoop verwrongen metaal. Tandwielen en flarden van een verbrande ballon omringen het geheel. Het duurt even voordat de professor beseft dat dit dezelfde ballon is die hij een moment geleden met zijn assistent het luchtruim ingestuurd heeft. De zelfde ballon, maar dan neergestort en verbrand. Na luttele seconden verdwijnt de hoop puin abrupt. Op datzelfde moment verschijnt de hels verlichte blauwe barst weer in de lucht. Luid sissend en tikkend verschijnt de machine onder de ballon weer, precies op de plek waar deze zojuist was verdwenen. Een luide knal klinkt weer en de blauw oplichtende barst in de lucht keert weer terug. Terwijl het sissen in volume toeneemt lijkt de barst de lucht verder open te scheuren. De scheur in de atmosfeer begint te knipperen. Elke keer als het uitgaat verschijnt de neergestorte ballon op de zelfde plek op de grond. Elke keer als het oplicht verdwijnt de gehavende ballon en verschijnt de ballon weer in een stuk, zwevend, tikkend, sissend en knallend in de lucht. De omwisseling tussen deze twee beelden volgt nog een aantal keer en geschied sneller en sneller. Ademloos kijken de professor en zijn assistent toe, niet wetend wat hen te wachten staat. Dan heerst er een doodse stilte terwijl de ballon omgeven door een hels verlichte scheur in de lucht weer boven het grasveld verschijnt. Er komt rook tussen de stalen platen vandaan gevolgd door vlammen.
De blauw oplichtende barst in de hemel lijkt te krimpen tot het punt dat deze verdwijnt Een doffe knal doorbreekt de stilte als de ballon vlam heeft gevat en het waterstofgas explosief reageert. Onomkeerbaar dondert de machine naar de grond. De assistent houdt zijn hard vast en de professor begint luidkeels te lachen. 'Zag je dat?!' Schatert de professor met zijn krakende stem. 'Mathias, zag je dat!? Mathias kijkt verward naar de kapot gevallen machine, omringt door tandwielen en smeulende flarden van de ballon. 'Ja professor.' Fluistert hij voorzichtig. 'Maar ik zal niet weten hoe ik verklaar wat ik zag.' Voegt hij er bedeesd aan toe. De professor begint nog luider te lachen en zijn hoofd loopt rood aan. Hij slaat een arm om de schouder van zijn verdwaasde assistent en leunt met zijn volle gewicht op de jonge man. Tranen stromen uit zijn ogen en zijn oude gestel schud hevig onder het gebulder van zijn lag. 'Dat was fantastisch!' brengt hij tussen het schateren door uit. Anne, die het geweld vanuit het zolderraam gade heeft geslagen rent nu de achterdeur van huize Dumont uit. Mathias heeft haar meteen door, hij kijkt verwondert naar haar. Haar blauwe jurk wappert wild achter haar aan. De professor heeft niks in de gate, hij leunt nog steeds op de schouder van zijn jonge assistent terwijl hij op adem probeert te komen. Zoals hij de afgelopen maand heeft gedaan kijkt Mathias in stilte naar de vormen van Anne's lichaam. Hij doet tevergeefs zijn best om niet naar haar borsten te kijken, die in het ritme van haar snelle pas op en neer veren. 'Ik kan aan jou ademhaling horen dat je naar mijn nichtje kijkt, jonge vriend.' Zegt de professor. Mathias schrikt op uit zijn dagdroom en kijk recht in de strenge ogen van de professor. Zijn hoofd loopt rood aan en hij durft niet meer naar Anne om te kijken. 'Wat is hier gebeurt?!' Roept Anne met de galm van bittere angst in haar stem. 'Gewoon.' Zegt de professor triomfantelijk. 'We zijn buiten aan het spelen.' 'Gewoon!' Roept Anne verontwaardigt uit, nog steeds buiten adem van het stuk dat ze zojuist rennend heeft afgelegd. 'Wat is er gewoon aan dat kabaal en die lichtflitsen die van dat duivelse machine afkwamen?' Vraagt ze wijzend naar de smeulende hoop schroot die van de ballon over is. 'Niks waar jij je hoofd over hoeft te breken Anne.' Zegt de professor. 'Als jij een stevige lunch voor mijn assistent en mijzelf maakt leg ik het je misschien uit.' Hoofdschuddend maakt Anne rechts om keert.
Mathias kijkt nog steeds blozend naar de grond. 'Dat staren van jou is niet gezond jonge vriend.' Zegt de professor terwijl hij zijn assistent gemoedelijk op zijn rug klopt. 'Het spijt me.' Stamelt Mathias onhandig. 'Het zal niet meer gebeuren.' 'Ik neem het je niet kwalijk, toen ik zo jong was als jij hadden dezelfde hormonen een minder bescheiden uitwerking op mijzelf.' Verbaasd kijkt Mathias naar de professor op. Aan een zware houten tafel in de eetzaal van huize Dumont zitten de professor en zijn assistent geduldig op de lunch te wachten. Mathias verbreekt de stilte. 'Ik probeer te snappen wat wij net zagen. Het wrak dat steeds verscheen en verdween moet er volgens mij op duiden dat de machine met ballon en al naar het verleden is afgereisd om vervolgens neer te storten. Dus voor onze perceptie verdween de machine terug de tijd in en verscheen deze neergestort op de grond. Maar ik snap niet dat dit weer omkeerde en de ballon terug in de lucht verscheen. Ik snap ook niet waarom dit zo vaak heen en weer flitste. En ik snap al helemaal niet dat als de ballon in het verleden neer kon storten en dat deze uiteindelijk in onze eigen tijdlijn terug is gekomen om daar neer te storen.' De professor kijkt de assistent gemoedelijk aan. 'De machine is inderdaad terug in de tijd gereisd, maar heeft dit effect waarschijnlijk niet kunnen behouden. Dat kan door twee dingen komen, wat ik denk is dat de machine niet krachtig genoeg was om de reis volledig te maken. Maar het kan ook betekenen dat de tijd zelf de machine niet accepteerde en deze zodra het stopte met werken terug stuurde naar de tijd waar het hoorde. Hoe dan ook, we gaan gewoon aan het volgende experiment werken. En om uit te sluiten dat de volgende machine niet krachtig genoeg is maak ik die gewoon vele malen sterker dan de vorige.' 'Dat beantwoord de vragen die in mijn hoofd spelen maar half professor Dumont.' Zegt de assistent teleurgesteld. 'Ik heb de antwoorden ook nog niet.' Zegt de professor triomfantelijk. 'Maar ik maak me er geen zorgen over. Dat zou jij al helemaal niet hoeven doen. Wat belangrijk is is dat ik weet hoe ik de experimenten voort kan gaan zetten.' Mathias, die overloopt van de vragen verzamelt zijn adem om aan de volgende serie vragen te beginnen. Maar dan slaat de deur van de eetkamer open. Anne duwt een karretje met stokbroden, gekookte eieren, kaas ,een fles wijn en een karaf melk de kamer in. De professor staat met een brede grijns op, zijn gezicht verandert in een bonte verzameling van rimpels. 'Ik moet dringend aan mijn aantekeningen gaan werken voordat mijn grijze geheugen me in de steek laat.' Met een overdadige knipoog naar Mathias staat hij op en loopt hij vlot de kamer uit.
De deur van de eetzaal valt dicht en de stappen van professor Dumont galmen door de langen gang tot ze nauwelijks hoorbaar zijn. Mathias richt zijn blik op Anne. Zij staat tegenover hem, haar donkere haar in een strakke staart gebonden. Een blauwe jurk sluit nauw langs haar slanke lichaam. De gladde huid van haar hals sleuren Mathias' ogen naar haar boezem. Onhandig kijkt hij haar aan, zij ziet in zijn ogen zijn onmacht tegenover zijn hunkering. Anne leunt uitdagend over de eettafel heen om een wijnglas voor hem neer te zetten. Door haar wimpers blijft ze Mathias aankijken, hij doet alles wat hij kan om het oogcontact niet te verbreken. Hij vraagt zich in doodse stilte af hoe haar gave, zachte houd smaakt. 'Je kijkt graag naar me, toch?' Zegt Anne terwijl ze met de rug van haar hand over haar wang strijkt. Mathias volgt haar vingers nauwgezet terwijl ze langs haar hals strelen. Anne glimlacht als ze ziet hoe zijn heldere ogen gretig naar haar borsten afdwalen. Langzaam trekt ze de hals van haar jurk omlaag zodat de hongerige ogen van haar aanbidder dieper tussen haar borsten af kunnen dwalen. Als ze de stof los laat, en deze weer op zijn plek springt, springen de ogen van Mathias weer terug naar de hare. In zijn ogen geen opgekropte hunkering meer, maar vastberadenheid. De stoel waar hij zonet nog op heeft gezeten valt achterover als hij opstaat. Mathias ziet hoe Anne met gretig naar zijn kruis kijkt, hij weet wat ze ziet. Zonder zijn ogen van de hare af te slaan loopt hij om de tafel naar haar toe. Maar voor elke pas die hij zet zet Anne een pas de andere kant op. Diep kijkend in elkaars ogen lopen ze rond de tafel. Tot ze beide aan de andere kan van de tafel staan. Mathias pakt de zware houten tafel vast en schuift deze met een enkele ferme ruk opzij. Anne bijt op haar onderlip terwijl hij op haar afstapt om haar hij haar heupen vast te grijpen. Met zijn voorhoofd tegen het hare gedrukt blijft hij een moment staan. 'Doe met me wat je wilt.' Fluistert Anne hem toe terwijl hij haar jurk hardhandig over haar schouders naar beneden trekt. 'Doe met me wat je al die tijd al wilt.' Niet veel later kijkt Mathias gebiologeerd toe hoe Anne haar jurk weer fatsoeneert. Hij voelt zich versuft na de inspanning van de daad die hij net met zijn droomvrouw verrichte. Zijn ademhaling is net weer rustig geworden als ze hem aankijkt. 'Waar zijn jij en mijn oom nou zo druk mee bezig Mathias?' Vraagt ze zachtjes. 'Heeft hij dat nooit aan je vertelt?' 'Nee, maar heeft hij jou gevraagd het voor mij te verzwijgen.' Mathias zwijgt.
Hij wil niks liever dan Anne alles vertellen over de mogelijkheid van tijdreizen die haar oom zo gretig onderzoekt. Maar hij weet niet of hijzelf de persoon is om haar er alles over te vertellen als de professor dat zelf niet doet. 'Tijdreizen.' Flapt hij er op gedempte toon uit. 'Oh god...' fluistert Anne geschokt. 'Wat is er?' Vraagt Mathias als hij ziet dat Anne bleek weg trekt.
4. De fatale lente Parijs 1840 'Mijn vader heeft me een keer over mijn oom vertelt. Zijn broer, zoals hij was voor die lente in 1840 waarin hij zijn verloofde verloor. Het was een tijd waarin mensen mijn oom nog bij zijn voornaam noemde. Santos. Hij was destijds een veelbelovend geleerde die baanbrekende studies over vliegen publiceerde. Maar daar ging het verhaal van mijn vader niet over. Ome Santos had Helena net ten huwelijk gevraagd en zij had ja gezegd, ondanks het verbod dat haar vader over hun relatie had uitgesproken. Het koste Santos veel moeite om genoeg geld voor de huwelijksvoltrekking bij elkaar te krijgen maar hij was hard bezig. Het was in die periode dat alles fout ging. Santos hield nouw contact met een bloemen handelaar die honderden witte rozen zou leveren voor de ceremonie. Toen de handelaar ziek werd liet hij zijn dochter de zaak verder afhandelen. Zij was volgens mijn vader erg onder de indruk van mijn oom, die in die periode een soort levenslust gekend moet hebben die geen mens voor of na hem ooit ten toon heeft kunnen stellen. Het moet een prachtige Waalse schone geweest zijn want zelfs mijn veder leek in nostalgische dromen te vervallen toen hij me over haar golvende blonde haar en bleke huid vertelde. Mijn oom was dit ook niet ontgaan. Hij was na een avond drinken met zijn vrienden tegen het meisje opgelopen toen zij net uit een andere kroeg kwam. Haar vader had het leven gelaten en zij had zichzelf die avond vol laten lopen witte wijn. Mijn oom kon haar leed niet verdragen en bood haar aan haar naar huis te brengen. Eenmaal daar vroeg ze hem nog wat te komen drinken bij haar thuis. Nog voor de deur in het slot viel proefde mijn oom van de verboden vrucht die zij was. Die hele nacht hebben ze in een wellustige omhelzing doorgebracht. Toen mijn oom, de daar op volgende morgen, in de armen van de prachtige Waalse ontwaakte werd hij verteert door een gevoel van schuld dat uit zijn verraad voortvloeide. Hij is altijd een oprecht eerlijk mens geweest en dat stopte die dag niet. Bang voor wat er uit dit zaad van verraad zou gaan ontkiemen zocht hij zijn lieve Helena op. Hij vertelde haar precies wat er gebeurd was. Helena onderbrak hem niet en toen hij klaar was zij ze niks. Santos bepleite zijn liefde voor zijn verloofde. Hij herkende zijn fout en toonde al het berouw dat een man kan hebben. Helena onderbrak hem niet en sprak geen woord. Toen Santos huilend op zijn knieën aan haar voeten viel stond ze op en rende ze weg.
Hij liet haar gaan. Die zelfde avond trapte haar vader de deur van zijn huis in en sloeg hem kapot. Santos kon de energie niet vinden zijn hand op te tillen om de moker slagen van de bouwvakker af te weren. Hij voelde dat hij het verdiende. Zijn woeste schoonvader leek meer te ijlen dan te vloeken en het duurde lang voordat Santos uit zijn onsamenhangende kreten op wist te maken dat zijn Helena zichzelf in de Seine had geworpen. Ze had zichzelf vermoord en mijn oom wist waarom. Dat heeft zijn levenslust gesmoord.' Anne haalt diep adem, ze kijkt Mathias met holle ogen aan. 'Ik wist dat het hem nooit los heeft gelaten. Toen hij door de universiteit der hogere wetenschappen werd verkettert wist ik dat hij een andere weg in was geslagen. En ik wist dat het onlosmakend verbonden moest zijn met de stilte die Helena al die jaren terug in zijn hart heeft achter gelaten. Maar ik had nooit durven dromen dat hij een manier had gevonden om zijn zonden terug te nemen. Het verontrust me Mathias, het maakt me bang.'
5. De studeerkamer van professor Dumont Mei 1896 'Ik wil u al een tijdje wat vragen, Professor' Meld Mathias schoorvoettent. 'Hou je vooral niet in.' Zegt professor Dumont op vriendelijk, zachte toon. Mathias kijkt door de studeerkamer heen. Alsof hij de woorden die hij zoekt in de boekenkasten in het vertrek zou kunnen vinden. 'Stel dat een man terug gaat in de tijd.' Zegt hij langzaam. 'En in zijn eigen verleden zichzelf opzoekt, om een fout recht te zetten.' De professor leunt voorover in zijn stoel, zijn gezicht verandert in een reeks diepe plooien. Mathias ziet dit gebeuren en is bang dat hij zijn leermeester op de een of andere manier gaat beledigen. Maar hij ziet geen mogelijkheid dan verder praten. 'Stel nou dat het lukt, en hij geeft zichzelf hierdoor een totaal ander leven. Dan zou er een alternatief leven van deze man ontstaan. Een leven waarin hij misschien wel nooit de behoefte zal voelen om terug te gaan in de tijd. En als dat zou gebeuren, dan zal deze alternatieve versie van die man nooit terug gaan in de tijd om die bewuste fout recht te zetten. Zou het gevolg dan niet zijn dat deze alternatieve man niet terugreist in de tijd om de fout te voorkomen waardoor het rechtzetten van de fout ongedaan word gemaakt?' Professor Dumont kijkt zijn assistent lang aan zonder te antwoorden. 'Heb je met Anne gepraat over Helena?' Mathias voelt dat het zweet hem uit breekt en zijn wangen gaan gloeien. 'Ja.' Zegt hij zachtjes terwijl hij de ogen van de professor ontwijkt. 'Maar dat is niet het antwoord waar ik op hoopte.' Professor Dumont kijkt zijn jonge assistent met een diepe rimpel in zijn voorhoofd aan. 'Je omschrijft inderdaad een mogelijkheid die voor zou kunnen komen.' Vertelt de professor. 'Maar ik vraag me af of de reis in de tijd de huidige tijdlijn ongedaan zou kunnen maken. Ik vermoed dat het ook mogelijk is dat er door een tijdreis een hele nieuwe tijdlijn zou kunnen ontstaan. Een tijdlijn die parallel loopt aan de huidige tijdlijn. Ook is het mogelijk dat de tijd deze verandering niet accepteert en de reis op de een of andere manier zelf ongedaan maakt.' Mathias kijkt de professor onderzoekend aan. 'Maar dan zou het zomaar kunnen dat u, ondanks de moeite, zelf geen profijt zult hebben van de reis in de tijd. Het zou ongedaan kunnen worden, of een parallelle wereld zou ontstaan waar in een parallelle versie van uzelf profijt heeft van uw inspanningen.' 'Dat zijn mogelijkheden.' zegt de professor knikkend. 'Maar waarom zou u die moeite dan nemen?' Vraagt Matthias ontzet
De professor kikt en glimlacht naar zijn jonge assistent. 'Ik denk dat, als ik terugreis in de tijd en mijn alternatieve zelf instructies geef om de machine te ontwikkelen en de reis te maken met precies dezelfde instructies, het wel kan werken.' Mathias kikt. 'Dat geloof ik ook. Maar dat zou dus in kunnen houden dat ik nooit uw assistent zou worden. Ik zou Anne nooit leren kennen. U weet wat ik voor haar voel.' 'Dat weet ik Mathias, maar het is slechts speculatie.' Antwoord de professor. 'Toen jij en Anne elkaar voor het eerst zagen zag ik dat jullie alleen dat moment van oogcontact nodig hadden om een band te smeden. Zo iets zou in een andere tijdlijn zo weer kunnen gebeuren.' 'Maar net zo makkelijk zou het niet gebeuren.' Onderbreekt Mathias hem ontzet. Professor Dumont knik. 'Het blijft inderdaad slechts speculatie. Wil je mij nog assisteren bij de proef van morgen?' 'Natuurlijk professor, ik zie het als mijn plicht.' Matthias kijkt de professor die in zijn ogen. 'Maar ook als ik u niet zou helpen zou u de reis maken.' De volgende dag kijkt Anne hoe haar oom en haar geliefde een machine zo groot als een koets de tuin in laten trekken door een paard. Ze houd haar adem in als ze de ballon, die minstens vier keer zo groot is als de vorige, vol ziet lopen. De professor en zijn assistent werken in perfecte stilte samen. Ze weten precies wat ze moeten doen en werken de routine geruisloos af. Terwijl de professor de ballon vult met verschillende cilinders waterstofgas wind zijn assistent met veel moeite het stugge uurwerk van de machine op. De ballon is half opgeblazen als de professor de laatste cilinder op de ballon aansluit. Hij opent deze nog niet maar wacht af tot zijn assistent het klokwerk zo strak heeft opgewonden dat er een luide klik klinkt. Uit zijn broekzak pak de professor een pin die hij in de machine schuift. 'Mathias, ik ben iets vergeten.' Zegt hij dan met een suffe glimlach op zijn gezicht. Er licht nog een stuk touw in de werkplaats dat ik straks nodig heb om de pin uit de machine te trekken als deze op de goede hoogte is gekomen.' Matthias zegt niks, zoals hij de hele morgen heeft gedaan. Hij loopt rustig naar de werkplaats enkele honderden meters bij de machine vandaan. Terwijl hij wegloopt laat de professor de laatste cilinder waterstofgas in de ballon leeglopen. Als Mathias de werkplaats met een klos touw uitloopt is de machine al opgestegen. De professor staat op een klein plateau aan de zijkant van de machine en trekt de pin er uit.
Een luid getik vanuit de machine verlamt het hart van de jonge assistent bijna. 'Dit is mijn laatste kans' mompelt hij tegen zichzelf. 'Anne!' Schreeuwt hij terwijl hij huize Dumont in rent. 'Anne waar bent je?' Anne hoort de kreet van Mathias, het is een kreet die vervult is van angst en wanhoop. Ze rukt zich los van het zolderraam en rent de trap af. 'Matthias. Wat is er?' Roept ze terwijl de hem de hal onder de trap in ziet rennen. 'Er is geen tijd om het uit te leggen.' Zegt hij. 'Hou me vast.' De twee jonge geliefden omhelzen elkaar. Anne ziet de wanhoop in zijn ogen als ze Mathias aankijkt. Ondertussen klinkt het geratel van de machine oorverdovend hard, zelfs in het huis. Een oorverdovende knal galmt over het landgoed en doet de ramen in de kozijnen trillen. Door een raam schiet een felle lichtflits de hal in. Mathias huilt en kust zijn geliefde Anne alsof het de laatste keer is.
6. De nieuwe lente Parijs 1840 De oren van professor Dumont suizen van het intense kabaal van de machine terwijl hij de ballon langzaam leeg laat lopen en zo met zijn kolossale luchtballon de landing inzet. Hij voelt een tinteling in zijn onderbuik die hij lang niet gevoelt heeft. Met een weemoedige glimlach vraagt hij zich af hoe lang het geleden is dat hij zenuwachtig was. Santos verlaat samen met zijn vrienden een klein café langs de Seine hij voelt zich opgelaten en heeft het gevoel dat hij de wereld aan kan. In zijn ogen fonkelt een levenslust die professor Dumont lang niet in de spiegel gezien heeft. Zo voelt het voor de oude professor als hij naar zijn jonge zelf kijkt, alsof hij in een spiegel kijkt. Santos blijft stil staan als hij de oude man op zich af ziet lopen. Een vreemd gevoel van herkenning overspoelt hem maar hij kan het niet plaatsen. 'Goeden avond Santos.' Zegt de professor met zijn krakende stem die ligt trilt van de spanning die hij niet kan onderdrukken. 'Kent u mij?' Vraagt de jonge man terwijl hij het gezicht van de oude professor probeert te plaatsen. 'Ha, jij bent mij!' Lacht professor Dumont. Vragend kijkt Santos de oude man aan. 'Ik ben Santos Dumont.' Zegt de professor terwijl hij zijn hand naar zijn jonge zelf uit steekt. 'Ik ben jou maar dan uit de toekomst. Over veertig jaar vind jij een tijdmachine uit om je fouten recht te zetten.' 'Een tijdmachine?' Stamelt Santos verbouwereerd zonder de uitgestoken hand van zijn oude evenbeeld te beantwoorden. 'Mijn fouten recht zetten?' De Professor knikt met een flauwe glimlach naar zijn jonge zelf. 'Maar ik heb nog nooit ergens spijt van gehad.' Fluister Santos terwijl hij het gezicht van de oude man begint te herkennen van de reflecties in spiegels die hij dagelijks aanstaart. 'In jou perceptie van tijd weet je morgen wat spijt is. Tenzij je nu goed naar mij luistert.' Verklaart professor Dumont. 'In mijn perceptie van de tijd ben ik veertig jaar geleden, dat is vandaag, in een dronken bui met de dochter van de bloemenhandelaar vreemd gegaan. De volgende morgen heb ik alles aan Helena vertelt. Dat was de laatste keer dat ik haar zag.' 'Ik zal Helena nooit bedriegen!' Protesteert Santos. 'U bent mij niet en u heeft geen idee waar u over praat. De suggestie van tijdreizen alleen al is belachelijk en als u mij kent moet u weten dat ik daar nooit in zou trappen.' 'Jou kennen?' Vraagt de professor op spottende toon. 'Dat is een understatement.
Je bid elke avond op je blote knieën aan de rand van je bed tot de schepper om kennis en aanzien. Elk gebed zo ijdel en zelfzuchtig als alle voorgaande. Elke keer als je met de dochter van de bloemenhandelaar spreekt over hoeveel witten rozen je voor jou beperkte budget kijkt doe je je best om niet naar haar borsten te kijken. Je leerde Helena niet kennen na een theatervoorstelling zoals je iedereen zo graag wijsmaakt. Zij was een meisje van lichte zede dat jij, zoals je jezelf graag wijsmaakt, voor haar zonden hebt behoed!' Hoe kan ik jou niet kennen als ik jou ben Santos.' Professor Dumont haalt adem om zijn eigen schaamteloze hoogmoed verder op te sommen. Maar dan ziet hij Santos bleek weg trekken en besluit uit het over een andere boeg te gooien. 'Santos. Als jij straks verder naar huis loopt kom je die schone Waalse waarvan je zo vaak droomt tegen. Ze zal je huilend vertellen dat haar vader is overleden en jij zal haar troosten en naar haar huis brengen. Als jullie daar straks zijn en de deur valt achter je dicht bedrieg je Helena met haar! En als je morgen wakker w...' 'Hou onmiddellijk op!' Schreeuwt Santos terwijl hij de oude professor bij de kraag van zijn jas pakt. 'Ik geloof niks van uw praatjes en als u mij nog en woord zegt kan de heer zelf u niet beschermen voor wat ik met u zal doen!' 'Ik wacht hier op je.' Stamelt de professor geschokt. 'Ga nu maar naar huis, en denk aan wat ik je vertelt heb.' Briesend loopt duwt Santos de oude man van zich af en loopt bij hem vandaan. Professor Dumont verliest zijn evenwicht van de sterke duw en valt hard op zijn rug. Hij kijkt, nog steeds liggend op de koude straat hoe zijn jonge zelf bij hem vandaan beent. Geholpen door zijn dronken roes lukt het Santos om de woorden van de oude gek achter zich te laten. Hij heeft al een kwartier door de donkere verlaten stad gelopen als hij een blond meisje dat met gebogen hoofd een kroeg uitloopt herkent. 'Maria!' Roept hij verrast. Met bloed doorlopen ogen kijkt de schone Waalse naar Santos op. 'Oh Santos' Snikt ze zacht tussen haar tranen door terwijl ze zich in zijn armen laat vallen. 'Wat is er aan de hand?' Vraagt Santos geschrokken van de tranen. 'Mijn vader is vandaag overleden.' Brengt ze met moeite tussen haar toenemende tranen door uit. Net als Santos haar wilt aanbieden haar naar huis te brengen dringt het tot hem door. Hij wringt zich los uit de omhelzing van de schone blonde en rent terug naar het café aan de Seine. Verbouwereerd laat hij de rouwende dochter van de bloemenhandelaar achter.
'Ik begon net te denken dat je niet meer zou komen.' Zegt de professor als Santos hem nadert. 'Dan bent u vast vergeten hoe ver ik net heb gelopen' Antwoord Santos buiten adem van de afstand die hij net gerent heeft. 'Dus je gelooft me eindelijk?' Vraagt professor Dumont met een glimlach. 'Ik denk het.' 'Dan heb jij, in tegenstelling tot mij Helena niet bedrogen.' Zucht de professor duidelijk opgelucht. 'Je moet nu alleen nog een ding doen om te zorgen dat de tijd deze verandering niet terugdraait zodra ik terug naar mijn tijd reis.' 'Wat dan?' 'Je moet een tijdmachine bouwen om terug naar dit moment in de tijd te reizen en jezelf van het jou niet begane zonde te behoeden. Als dat jou lukt moet je de jij uit jouw verleden ook instrueren om een tijdmachine te bouwen om precies het zelfde te doen.' Santos is een moment stil. 'Als ik dat niet doe?' Vraagt hij met een diepe frons in zijn voorhoofd. 'Dan brengt de jij uit jouw verleden het bloemen meisje wel naar huis, met alle gevolgen van dien.' 'Ik denk dat ik het begrijp.' Zegt Santos gewichtig.' 'Mooi!' Roept de professor bijna euforisch uit. 'Dan ga ik nu terug naar de tijd waar ik hoor. Ik stel voor dat jij ook huiswaarts gaat en goed voor Helena zorgt!' De professor is moe als hij weer bij zijn tijdmachine aankomt. Met al zijn kracht weet hij het klokwerk van de machine op te winden en stopt hij de pin in het gaatje om het uurwerk te blokkeren tot zijn ballon een veilige hoogte heeft bereikt. Hij sluit een cilinder op de ballon aan en net als hij op het punt staat om de gaskraan open te draaien rent er een man op hem af. Nog voordat de professor doorheeft wat er gebeurt rukt Santos hem bij de machine vandaan. 'Santos. Waar ben je in godsnaam mee bezig?' Roept Professor Dumont uit terwijl hij hard naast de machine neervalt. 'Ik zal niet weten hoe ik een tijdmachine moet maken.' Zegt Santos terwijl hij de gaskraan van de cilinder opendraait. Sissend levert de cilinder haar gas aan de ballon, en precies zoals professor Dumont berekend heeft begint de machine al snel van de grond los te komen. 'Nee! Santos je weet niet wat je doet!' Roept de professor ontdaan naar zijn jonge zelf. Santos lacht een krankzinnige dronkenmanslag. 'Vast niet!' Roept Santos naar zijn oude zelf vanuit de snel stijgende ballon. 'Jij zal het weten, je kent me immers beter dan dat ik mezelf ken!' Dan trekt hij de pin uit het uurwerk van de machine. Luid begint deze te tikken en te sissen. Professor Dumont roept tevergeefs naar Santos, hij komt niet boven het overweldigende geluid van de machine uit.
Dan klinkt er een luide knal, een lichtflits verblind de professor. De ballon verdwijnt in een scheur van licht in de hemel.
7. De nieuwe wereld mei 1896 Mathias loopt terug naar zijn kamer nabij de universiteit der hogere wetenschappen. Hij overdenkt de succesvolle sollicitatie bij de slager die hij zojuist heeft afgerond. Eigenlijk had hij liever als assistent van een wetenschapper zijn lesstof in praktijk kunnen brengen maar hij neemt genoegen met zijn aanstelling als knecht van een slager. Op deze manier kan hij zichzelf in elk geval goed onderhouden terwijl hij studeert. Dan ziet hij haar voor een beeldschoon meisje voor een winkel staan. Haar zwarte haar stijl langs haar bleke gezicht. Een prachtige blauwe jurk omspant de contouren van haar lichaam perfect. Hij word overdondert door een vreemd gevoel van déjà vu. 'Anne.' Zucht hij zonder te weten waar hij de naam vandaan plukt. Het meisje kijkt over haar schouder naar de jonge man. Ze bestudeert de fijne vormen van zijn gezicht, zijn blauwe ogen en zijn blonde haar. Een moment aarzelt ze maar dan stapt ze op hem af. 'Heb ik jou ergens eerder gezien?' Vraagt ze. 'Ik zal niet weten waar.' Stamelt Mathias. 'Dan vergis ik me vast, sorry' Verontschuldigt het meisje zich terwijl ze omkeert en wegloopt. Mathias staart haar na. Dan loopt hij verder naar zijn appartement.