De merknaam Rover is afkomstig van het Engelse werkwoord ‘to rove’, dat zwerven of ronddolen betekent. Het logo beeldt het zwervende bestaan van de Noormannen met hun Vikingschepen uit. De Rover Owners Club Holland lijdt geen zwervend bestaan. Integendeel. De club is steady as a rock. TEKST PETER O. VADER
ROVER OWNERS CLUB HOLLAND
DE NETWERK D
e liefde voor de Engelse auto’s kreeg clubvoorzitter Johan Löwik al in zijn jeugd mee. Zijn vader was antiquair en hij reisde veel door Engeland. Af en toe nam hij een Engelse auto mee en Johan vond het allemaal prachtig. Zo ontwikkelde hij spelenderwijs zijn liefde voor de Engelse auto’s, waarvan hij er nu meerdere in bezit heeft, waar hij aan sleutelt en rally’s mee rijdt en waardoor hij clubvoorzitter van de Rover Owners Club Holland is. Johan Löwik: ”Onze club is opgericht in 1971 en telt momenteel 350 leden. Daarmee zijn we een stuk groter dan de Duitse Rover Club, die slechts honderd leden heeft. Vooral met de Duitsers halen we de banden nauw aan. Dat ze zo weinig leden hebben, is waarschijnlijk te wijten aan de grote afstanden. Duitsland is qua oppervlakte vier keer groter dan Nederland, maar kent een harde kern van Rover liefhebbers. Een gezamenlijk project is de aanwezigheid met een Rover Clubstand op de Techno Classica, de toonaangevende klassiekershow van Europa. En ieder jaar gaan we naar Beaulieu in Zuid Engeland, naar het landgoed van Lord Montagu. Dit evenement is de grootste British Car jumble ter wereld. Er zijn meer dan
76
GBC GREAT BRITISH CARS
2200 stands. Midden september zijn het drie dagen van rondlopen, contacten leggen en netwerken. We gaan er altijd met een vaste groep naar toe. Rover is daar iets minder vertegenwoordigd. Het meeste zie je Austin, MG, Triumph en Jaguar natuurlijk. Als je geld op zak hebt, koop je van die merken in twee dagen een compleet nieuwe auto bij elkaar.“ NETWERKEN
Omdat Rover-eigenaren niet kunnen terugvallen op een fabriek, zijn mensen en netwerken volgens Löwik heel belangrijk. “Vandaar dat we veel contacten hebben in Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en natuurlijk Engeland. In Nederland timmeren we behoorlijk aan de weg. We staan op beurzen, organiseren evenementen en we stimuleren op allerlei manieren het onderlinge verkeer. Het is een beetje lastig dat de bestuursleden over heel Nederland verspreid zijn, maar goed… het werkt wel. De clubleden en hun relaties hebben natuurlijk veel behoefte aan technische kennis en adviezen. Eén van de grondbeginselen van een klassieke autoclub: het uitwisselen van kennis,
ROVER OWNERS CLUB HOLLAND CLUB
CLUB aan de auto’s sleutelen en elkaar van onderdelen voorzien. Er rijden nog heel veel Rovers rond. Maar om ze bij een club te krijgen, valt toch niet mee. Bovendien is Rover een beetje ondergewaardeerd in Nederland. Vanwege de degelijkheid kiezen mensen sneller voor een Jaguar of een Volvo Amazone, slechts weinigen met een P5 of een P6 stappen in. En we kunnen wel wat jongeren in de club gebruiken, maar dat is een fenomeen bij vrijwel alle klassieke autoclubs.” Toch is de Roverclub geen bijeenkomst van grijsaards! “Als club zijn wij vrij stabiel, da’s prettig. Het huidige bestuur zit er nu twee jaar en we vergaderen zes keer per jaar. We hebben nu een jonger gezicht en we hebben een mix van jong en oud
gecreëerd. Steeds meer gaat via internet, daarom gaat de website volgend jaar vernieuwd worden.” ACTIEF CLUBLEVEN
Volgens Löwik is de onderlinge binding groot. “Met 350 leden zijn we niet de allergrootste club, dit ledenaantal is aardig te overzien. We ontmoeten elkaar op de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie en op de jaarlijkse ledenvergadering in maart. We organiseren ieder jaar een barbecuerit en diverse puzzelritten. Ook bezoeken we technisch gerichte bedrijven. Je moet dan denken aan een carrosseriebedrijf, een straalbedrijf of een bedrijf dat gespecialiseerd is in revisie van versnellingsbakken. Het belangrijkste bindmiddel is ons clubblad ‘Viking’. Vier keer per jaar
GREAT BRITISH CARS
GBC
77
valt dit clubblad op de deurmat en we besteden er altijd veel aandacht aan. Het is tenslotte het visitekaartje van de club. De inhoud is een verzameling van wat er zich binnen de club afspeelt. De evenementenkalender en allerlei huishoudelijke mededelingen staan erin, maar ook de verslagen van de door clubleden bezochte evenementen. Van shows en bedrijfsbezoeken tot aan de deelnames aan historische rally’s. In 2012 hebben we trouwens opnieuw een internationaal Rover evenement, in Zwitserland. Daar hopen we rondom Hemelvaart met een behoorlijk aantal Nederlandse Rovers heen te gaan. In 2011 hadden wij de verantwoording voor de organisatie van het internationale Rover evenement, in De Rijp in Noord Holland. Er waren zestig Rovers aanwezig, merendeels uit het buitenland. In 2012 zijn de Zwitsers aan de beurt. Het internationale contact leeft wel.” Naast het clubwerk heeft Löwik nog een persoonlijk iets. Een Rover Home! “In Nijverdal heb ik een hobbymatig winkeltje dat één keer per maand op donderdagavond
78
GBC GREAT BRITISH CARS
is geopend. Het ligt vol met gereviseerde onderdelen, miniatuurtjes, emblemen, gadgets, truitjes. Het is dus een Nederlandse Rover World! Het woord clubhuis is een beetje te veel gezegd, maar ik heb nog niet gehoord dat een andere club zo’n eigen stekkie heeft.“ CHINEZEN
Johan Löwik vat het doel van de club samen met een paar woorden: het in stand houden van het merk Rover. “Het verhaal is bekend, het merk ging failliet en werd overgenomen door de Chinezen. Zo zijn er wel meer Engelse merken; voort blijven leven bij het publiek is dus geen onmogelijke opgave. Het belangrijkste is dat we de onderdelenstroom op gang houden. En we geven technische adviezen en aankoopadviezen. Per type hebben we een technisch specialist, die weet waar de clubleden naar toe moeten voor onderdelen en voor revisie. Het grote probleem is dat lang niet alles meer leverbaar is. We hebben twee goede adressen waar we terecht kunnen. In
ROVER OWNERS CLUB HOLLAND CLUB
Hooglanderveen is autobedrijf Berry Smink gevestigd, de specialist voor de Rover P4, de P5 en de P6. In april organiseren we hier ieder jaar een taxatiedag die heel goed wordt bezocht. Er loopt die dag een erkende taxateur rond die voor een clubtarief de Rovers taxeert. Deze taxatiedag is één van de smaakmakers van het jaar. Behalve dat Smink nog heel veel onderdelen heeft liggen, denkt hij zelf ook mee. Een voorbeeld hiervan zijn de schokbrekers voor de P6, die hij speciaal laat maken. Het tweede adres is autobedrijf Damen & Kroes. Dit garagebedrijf in Boxtel heeft een rijke historie in Engelse auto’s. Aanvankelijk waren ze Vauxhall dealer, vanaf 1968 waren ze dealer van Morris en MG en vanaf 1970 vertegenwoordigden ze het hele British Leyland programma, inclusief Rover. Nadat Rover van de markt verdween, zijn ze gewoon doorgegaan met ons merk en organiseren we er af en toe een technische middag. Hun Rover kennis is ongeëvenaard en als club zijn we er altijd welkom.” GEAVANCEERD
Rover was technisch altijd erg vooruitstrevend. Met de P6 behaalde het merk in 1964 de eerste titel Auto van het
GREAT BRITISH CARS
GBC
79
80
GBC GREAT BRITISH CARS
ROVER OWNERS CLUB HOLLAND CLUB
Jaar. Ook de Rover 3500 SD1 verdiende in 1977 die titel. Löwik: “Technische noviteiten van de P6 waren de schijfremmen achter die gemonteerd waren op het differentieel. De vering aan de voorzijde, die horizontaal stond in plaats van rechtop, waardoor de auto niet naar voren dook bij hard remmen. De remdrukverdeling was op alle vier de wielen. Comfort en souplesse waren de statements van Rover in de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren. Het was wel een behoorlijk dure auto in vergelijking met zijn concurrenten. Dat gaf wel status aan het merk, vooral de P5 was hoog gewaardeerd.” Binnen de club is er een redelijke spreiding van typen Rovers, meldt de voorzitter. Maar het merendeel zit toch wel P5 en P6 segment. “Daarna kwam in 1976 de SD1, waarmee Rover een andere, heel moderne weg insloeg. Het model veranderde van een chique saloon in een strak gelijnde vijfdeurs hatchback. De productiemethoden werden erg gerationaliseerd. Een voorbeeld hiervan was het stuurhuis, dat eenvoudig van rechts naar links was om te zetten. Makkelijk voor de export
naar het vaste land van Europa. En de unit met onder andere de snelheidsmeter lag als een soort doos op het dashboard. ….. Waar wilt u hem hebben? Links of rechts? Niet voor niets won de SD1 in 1977 alweer de Auto van het Jaar verkiezing. Het was een hele fijne auto, maar wel vochtgevoelig. De SD1 roestte snel en ze hadden allemaal last van lekkage aan de achterklep. Ook de elektronica was op z’n zachtst gezegd niet helemaal een succes. Hoewel ik er erg enthousiast over ben, is dit type is minder vertegenwoordigd binnen de club. Het gaat ons vooral om de klassieke Rover. We hebben eigenlijk geen combinaties met andere historische clubs, je bent eigenlijk druk genoeg met je eigen club. De oudste Rover is van 1930 en de jongste is een Rover 75 van 2005. Alle jaargangen zijn vertegenwoordigd in de club. Het vooroorlogse spul - de pre war Rovers - zijn heel bijzonder. Ze worden niet alleen geparkeerd in een verwarmde garage, maar er wordt gelukkig ook echt mee gereden.”
GREAT BRITISH CARS
GBC
81