Alles is liefde? deel 2: op zoek naar spelregels / trefwoorden voor de liefde
1
Alles is liefde? deel 2: op zoek naar spelregels / trefwoorden voor de liefde In Zetten gehouden op 08 februari 2015 (PG De Rank / PG Vluchtheuvel)
welkom - stilte intochtslied: Psalm 118, 1 en 5 bemoediging en groet zingen: Psalm 118, 9 en 10 intro op het thema gebed om ontferming glorialied: lied 150a, 1 2 3 4 gebed om de Geest - kinderen »> KND lezen: 1 Cor 12, 33 - 1 Cor 13, 3 zingen: lied 791, 1 2 3 lezen: 1 Cor 13, 4-10 zingen: lied 791, 4 5 6 lezen: 1 Cor 13, 11 - 1 Cor 14, 1 zingen: Tussentijds 191, 1 en 2 tekstuitleg en verkondiging meditatieve orgelmuziek zingen: lied 800, 1 2 3 collecten - kinderen komen terug dankgebeden - voorbeden - stille gebeden - Onze Vader. slotlied: lied 418, 1 2 3 wegzending en zegen koffie etc, voor nazorg etc
Gemeente in onze Heer Jezus Christus, stel je voor: een goede vriendin, bijna 30 jaar. Knap, intelligent, ze heeft een goede baan en is al een paar jaar op zoek naar een vaste relatie. Het is onvermijdelijk dat ze af en toe 'one-night-stands' heeft, in de hoop dat er iets groeit. En dan belt ze radeloos dat ze van zo'n vogel nooit meer iets hoort. Het goede contact van ervoor dat tot intimiteit heeft geleid is dan ook weg. Hoe vrijdenkend en modern ze ook is, ze voelt zich afgedankt en geconsumeerd. 2
Is dit alles, op het gebied van de liefde? Mag het ietsje meer zijn? En heeft het christelijk geloof, heeft de bijbel een Blijde Boodschap aan deze jonge vrouw? En aan zoveel andere mensen op zoek naar intimiteit en liefde? Ik denk dat die boodschap er is. De kerk, de gemeente van Jezus Christus, heeft alles in huis op het gebied van de liefde. Wij hebben goud in huis: de liefde van God. Niet: alles is liefde, maar Gód is liefde. Bij “Alles is liefde” zetten we toch een vraagteken. God is Liefde: dat is dé bijbelse boodschap, als one-liner. En die liefde brengen wij over de toonbank... Ja, maar hoe? Vandaag dus deel 2 van een serie van 3 themadiensten, met als titel: Alles is liefde? (met vraagteken) We gaan vandaag op zoek naar bijbelse / evangelische spelregels en trefwoorden voor de liefde. We gaan -alweer- te rade bij de apostel Paulus, met zijn brief aan de mensen in de havenstad Corinthe. Vorige keer lazen we hoofdstuk 7, nu hoofdstuk 13, het prachtige loflied op de liefde. Het Hooglied van het Tweede Testament. We gaan er straks verder naar kijken. Want eerst is een korte uitleg nodig over de liefde in het Grieks. Het Tweede Testament is immers in het Grieks geschreven. Het Hebreeuws, de taal van het Eerste Testament, kent maar één woord voor "liefde". Maar het antieke Grieks kent verschillende woorden. En toen de boeken van het Tweede Testament werden geschreven (in het Grieks), hadden de schrijvers een probleem. Welk woord kies je dan voor "liefde". God is liefde: hoe zeg je op z'n Grieks? Want in het Grieks is de ene liefde de andere niet... Het antieke Grieks kent tenminste 3 woorden voor "liefde": eros, filia en agapè. Eros: dat woord kennen wel.
3
Eros is de griekse god van de liefde, en dan vooral de lijfelijke liefde. Het woord "erotiek" komt hier vandaan. Eros is: liefde, verlangen, hartstocht. En bij de oude Grieken vooral: levensvervulling, op seksueel gebied maar ook op religieus gebied. Rondom de god Eros hebben die Grieken hun mysteriegodsdienstoefeningen: bijeenkomsten waarbij je op zoek gaat naar het mysterie / geheim in jezelf, én waarbij je lekker uit je bol/dak kunt gaan. En er zijn naast de god Eros ook andere goden en godinnen die de zinnen prikkelen: Isis, Aphrodite, Astarte, etc. Erotiek is voor die oude Grieken: religie, godsdienst. Zelfvervulling voor lijf en ziel. Op zoek naar het geheim in jezelf. Zulke mystieke, erotische godsdienst wordt makkelijk egoïstisch: gericht op jezelf, op je eigen belang: ik wil pakken wat ik pakken kan. Wees jezelf, wordt jezelf, je moet jezelf waarmaken: waar horen we dat meer? Jawel: in New-Age, het Nieuwe-Tijdsdenken. Dat is dus zo oud als de weg naar Griekenland. Het Nieuwe-Tijdsdenken heeft eigenlijk een oud, antiek, Grieks smaakje. Dat Griekse smaakje is met de god Eros zelfs een erotisch smaakje. Erotiek wordt met de god Eros vergoddelijkt, opgehemeld. Of, beter gezegd: ieder hemelt zichzelf erotisch op. Ieder voor zich en Eros voor ons allen. Als je genoeg "erotische" godsdienst oefent, dan beleef je een hoogte-punt: een moment van extase, van climax. Even leef je op de toppen van je bewustzijn. Ga je lekker uit je dak. Zo'n Eros-tempel is trouwens best gezellig: de priesteressen zijn escort-girls, animeermeisjes, prostituees, en de priesters zijn pooiers. Alle voorzieningen voor de liefde en de lust vind je onder één dak: de tempel is tevens bordeel. Een eredienst voor de god Eros: dat is gewoon een orgie. 0, ja: er is natuurlijk ook een bar, voor de drankjes. Wein, Weib und Gesang: wat zou mijn hart nog liever wensen? God is liefde. Dat is de Goede Boodschap van de bijbel, als one-liner.
4
God komt naar ons toe. Wij mensen hebben onze relatie met Hem verknoeid, maar Hij maakt het goed van zijn kant. Zelfs als wij nog vreemden, ver-vreemden, vijanden van God zijn. Kijk, Joden snappen dat wel. God is liefde; uiteraard. Zó kennen zij de Eeuwige, de Ene: barmhartig en genadig is de Heer; zijn liefde duurt in eeuwigheid (Ps 103). Maar: God is liefde: leg dat maar eens uit aan de heidenen, aan die Grieken en Romeinen. God is liefde: daar gaan de heidenen mee aan de haal. De one-liner God is liefde valt niet uit te leggen met het griekse woord "Eros". Dat woord komt dan ook niet voor in het Grieks van het Tweede Testament. Stel je voor, als de schrijvers wél hadden geschreven: God is Eros. Dan waren die blinde heidenen, die Grieken en Romeinen, helemaal de mist ingegaan: de mist van de mysteriegodsdiensten. God is Eros: voor Joden is dat vloeken in de synagoge. De plank pijnlijk misgeslagen. Uitverkoop van de joodse kroonjuwelen. Joodse paarlen voor de zwijnen. Want die blinde heidenen, die Grieken en Romeinen zouden wel raad weten met God is Eros. Dat is koren op hun heidense godsdienstige molentjes. Die Grieken en Romeinen zouden binnen de kortste keren tempels bouwen voor deze nieuwe God. Want Hij past prachtig naast de god Eros, en dan zou Jezus Christus zijn Boodschapper zijn, een halfgod. Dat zou een hele heilige santenkraam worden: een heilige godenfamilie... Stel je voor, zulke Eros-tempels, met Wein, Weib und Gesang... Rare jongens, die Grieken en Romeinen... God is liefde. En Hij komt naar ons mensen toe. Dat wisten de Joden allang. Dat roepen profeten en priesters door heel de geschiedenis van het volk Israël. En de Joden wisten ook allang dat hun God niet een god is van zelfvervuIling, van erotisch egoïsme, van bordelen, van tempelprostituees en vruchtbaarheidscultus. 5
Zulke goden zijn afgoden, zo wisten de Joden. Dat zijn Baälbeelden en gouden kalveren: ze beloven gouden bergen maar brengen je in slavernij, in verslaving... De God van de Joden - de Ene - bevrijdt je juist uit slavernij. God is liefde. Natuurlijk: Joden snappen dat. Dat hebben ze geleerd, met schade en schande, met vallen en opstaan. Maar hoe vertel je de Goede Boodschap van God is liefde aan Grieken en Romeinen, aan blinde heidenen? Gelukkig kent het Grieks nog twee woorden voor "liefde": filia en agapè. Filia is: liefde, vriendschap. Ook wel: broederschap. Er zit in de filia / vriendschap wel vaak een evenwicht van geven en nemen. Deze liefde kan niet voortdurend van één kant komen. Het 3e griekse woord voor “liefde” is: agapè. Dit woord wordt in het eerdere, antieke Grieks weinig gebruikt. Agapè is liefde, en dan vooral onbaatzuchtige liefde. Liefde voor een ander. Liefde die van eén kant kan komen. Liefde zonder boekhouding van geven en nemen. Zonder eigenbelang, zonder egoïsme. De woorden filia en agapè worden trouwens naast elkaar gebruikt in het Tweede Testament. De apostel Paulus heeft het meest geschreven van alle auteurs van het Tweede Testament. En hij gebruikt vooral het woord agapè voor liefde. God is liefde, agapè. Liefde die maar al te vaak van één kant komt... Maar let op: dit woord agapè wordt in NT niet opgehemeld en vergeestelijkt tot superliefde, de Liefde (met hoofdletter) van God. De Liefde van de Bovenste Plank, die ons beminnen hemelhoog te boven gaat. Nee, liefde/agapè is niet uitsluitend de liefde van God. De liefde van mensen heet evengoed: agapè. De avond-maaltijden in de gemeenten van Jezus Christus heten: agapè-maaltijden. Bij die maaltijden zorgen mensen voor elkaar en voor anderen.
6
Ze nemen voedsel mee naar draagkracht en ieder ontvangt naar behoefte. Die agapè-avond-maaltijden in de christelijke gemeenten zijn voedselbank-maaltijden. De liefde / agapé gaat ook door de maag: de mensen nemen voor de avondmaaltijd voedsel mee naar draagkracht, en na afloop mogen de armen meenemen wat er over is: voor thuis of voor de buren. Agapè is: onbaatzuchtige liefde. Zonder boekhouding van geven en nemen. Zonder voor-wat-hoort-wat. Kijken we naar 1 Cor 13, het hoofdstuk over de liefde / agapè. De apostel Paulus is met de mensen in Corinthe in gesprek over de gaven / talenten die de Geest van God uitdeelt aan de mensen. Maar hoofdstuk 13 is een onderbreking in zijn betoog, een tussenspel. Paulus wijst ze op een weg die nog voortreffelijker is dan al die gaven en talenten: de liefde. De agapè. Die liefde gaat boven alle goede gaven uit. Bedoelt Paulus dan toch de goddelijke liefde, Liefde van de Bovenste Plank, waaraan wij niet kunnen tippen? Jawel, die liefde komt van God, maar: wij kunnen er wél aan tippen. God zij dank: wij kunnen er wat van. Kijk maar naar Paulus: hijzelf tipt eraan, als hij schrijft: Als ik de liefde niet had, dan zou ik nergens zijn... Hij heeft die liefde dus ontvangen. En hij deelt er ruimhartig, royaal van uit. God zij dank.. Want: zonder Paulus zaten wij hier niet... Paulus schrijft niet: mocht het nog eens komen staan te gebeuren, dat ik iets ontvang van de liefde van God... Nee, Paulus hééft de liefde van God ontvangen. Hóe Paulus die liefde van God heeft ontvangen, daarover schrijft hij in een andere brief, aan zijn vriend Timotheus (1 Tim 1,12): Onze Heer heeft mij zijn genade in overvloed geschonken, evenals het geloof en de liefde die wij in Christus Jezus bezitten. Jawel, Paulus heeft de liefde van God ontvangen, en hij kan er dus wat van. Hij kan er ook niet genoeg van krijgen. 7
Want het blijft in-oefenen, met de liefde. De liefde is n.l. geduldig (v.4) en vol goedheid, niet afgunstig / jaloers, niet ijdel, niet zelfgenoegzaam, niet zelfzuchtig... Onze cultuur, onze tijd schreeuwt om goede, gezonde intimiteit. Om evenwichtige liefde, liefde uit één stuk: én eros - de lijfelijke liefde én filia - vriendschap én agapè - gevende liefde. Deze drie vullen elkaar aan. In onze tijd liggen de liefde en de hartstocht uit elkaar. In het Grieks gezegd: de agapè en de eros liggen uit elkaar. Nee, er hóeft niks mis te zijn met de erotiek: het lieve lijf mag er van lusten. Maar als de eros / erotiek van de agapè losraakt dan wordt de eros zelfgenoegzaam, zelfzuchtig, egoïstisch, gericht op je eigenbelang. Dan wordt het: "ieder voor zich", in de liefde en de lust, en dan kom je niet verder dan vluchtige relaties, consumptieseks, one-night-stands. Dan wordt de ander een voorwerp, een ding, een hulpstuk waarmee je kunt presteren, scoren: waarmee je je eigen climax bereikt. En na gebruik kun je hem of haar weggooien. Jaag de liefde na, schrijft Paulus (1 Cor 14, 1). Je kunt er niet genoeg van krijgen. Oké. Paulus, dat heb je allemaal mooi opgeschreven. Maar wat stelt die liefde voor in de praktijk van ons dagelijks leven? Wat kan bijvoorbeeld die jonge moderne vrouw, wanhopig op zoek naar intimiteit en liefde, naar een duurzame relatie: wat kan zij met beginnen met dit loflied op de liefde, 1 Cor 13? Welke spel-regels of trefwoorden heb jij te bieden, Paulus, voor de liefde en de lust? Ik doe een gok. God zegene de greep. Ik heb een eigen variatie gemaakt op 1 Cor 13, de eerste 3 verzen. Een ANBV: Aller Nieuwste Bijbel Vertaling. 8
Paulus spreekt over de liefde in het leven van de christelijke gemeente; ik pas zijn woorden toe op het gezins- en huwelijksleven. Ik maak de overstap naar het huwelijksbed. Dat zal Paulus niet erg vinden, denk ik. Hoop ik. Dat wil ik hem nog eens vragen, later. Ik geef een aanvulling, gewoon als ervaringsdeskundige. Want ervaring heb ik inmiddels, als gehuwde, monogame man - ik heb mijn handen vol aan één geliefde, al ruim 40 jaar. En ook dat is geen verdienste, dat is genade... Goed; hier komt de vertaling: Vers 1: Al had ik alle handboeken over seks en erotiek gelezen, al had ik mij suf gesurfd op het internet en op dating-sites; ik zou niet meer zijn dan een drieste dekhengst of een miskleunende macho. Vers 2: Al kende ik alle versiertrucs en seksuele technieken, alle hoogstandjes en fasen van het liefdesspel, alle fijne kneepjes van het vak, had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Ik zou een grote nul zijn (met letter N). Vers 3: Al had ik alle hulpmiddelen binnen handbereik, al had ik een afgetraind lijf met precies de juiste afmetingen: had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
Tenslotte: Wij leven van de liefde. Wij hebben, als gemeente van Jezus Christus, goud in huis: de liefde van God. En die liefde brengen we over de toonbank. We kunnen uit de bijbel wel wat spelregels of trefwoorden voor de liefde bijeen sprokkelen. Alleen al de apostel Paulus geeft ons een heel rijtje door-denkertjes.
9
We zij er al een paar tegengekomen, vorige keer, in deel 1 van deze serie. We kwamen in 1 Cor 7 een verrassende, vernieuwende visie tegen. Daar geeft Paulus aan liefdespartners gelijke rechten en plichten. Daarmee is Paulus zijn tijd ver vooruit. En van Paulus hoeven we ook niet zuinig te zijn met de liefde. Wees royaal naar elkaar, als levens- en liefdespartners. Het lieve lijf mag er van lusten. Liefde, hartstocht, erotiek: het is allemaal een gave van God. Als trefwoorden, als spelregels kwamen we in 1 Cor 7 al tegen: gelijkwaardigheid. Maar ook: royaliteit, uitbundigheid. En: wederkerigheid in relaties: dus liefde geven en nemen, over en weer. Zonder boekhouding. Het is zalig om liefde te geven, het is ook zalig om liefde te ontvangen... We zien vandaag, in hoofdstuk 13, nog meer trefwoorden opduiken: goedheid en geduld (v.4). En ook zien we wat de liefde niét is: niet afgunstig / jaloers, niet zelfgenoegzaam, niet grof, niet zelfzuchtig / egoïstisch.
Een volgende keer gaan we vooral verder met: geduld. We gaan dan op zoek naar duurzaamheid in de liefde. En we gaan verder met de vraag: wat is veilig vrijen, naar lijf en ziel? Helemaal tenslotte: de liefde van God / de hartstocht/passie/erotiek van God: wij mogen er van lusten. God zij dank: Wij kunnen er wat van. En we kunnen er niet genoeg van krijgen. Jaag de liefde na, schrijft Paulus (1 Cor 14, 1). Groei verder met elkaar in de liefde: in de genade van onze Heer Jezus Christus, in de liefde van God en in de gemeenschap van de Heilige Geest. Lof zij u, Christus, in eeuwigheid, amen.
10